Juno JSI6961W Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Geschirrspüler
Lave-vaisselle
Afwasmachine
Dishwasher
JSI 6961
Gebrauchsanweisung
Mode d’emploi
Gebruiksaanwijzing
Instruction booklet
AFMETINGEN Breedte 59,6 cm
Hoogte 81,8 ÷ 87,8 cm
Maximale diepte 57,5 cm
Maximale diepte bij open deur 115 cm
LICHTSPANNING / FREQUENTIE 220-230 V /50 Hz
OPGENOMEN MOTORVERMOGEN 200 W
OPGENOMEN VERMOGEN VERWARMINGSELEMENT 2800 W
AANSLUITWAARDE 3000 W
WATERLEIDINGDRUK Minimum 5 N/cm
2
Maximum 80 N/cm
2
AANTAL IEC STANDAARD COUVERTS 12
WATERVERBRUIK 17 l
ENERGIEVERBRUIK 1,3 kWh
Dit apparaat voldoet aan de volgende richtlijnen van de Europese Gemeenschap:
- 73/23/EG van 19/02/73 (Laag spanning) en daaropvolgende wijzigingen;
- 89/336/EG van 03/05/89 (Elektromagnetische compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen.
PID18NL
37
INHOUD
TECHNISCHE GEGEVENS
Waarschuwingen en belangrijke adviezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 38
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 39
Opstelling, waterpas stellen, instellen van het werkblad, bevestiging onder het aanrecht. . . . . . . . . . . . . . Blz. 39
Waterafvoer, watertoevoer, elektrische aansluiting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 39
Het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 40
Het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 40
Waterontharder, vullen van het zoutvat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 42
Gebruik van het glansmiddel en van het afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 43
Beladen van de korven, gebruik van de korven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 44
Praktische tips voor het afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 45
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 46
Volgorde van handelingen bij het afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 47
Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 48
Het reinigen van de afvoerzeven en van de bodemzeef, het reinigen van de binnen- en buitenkant
van de machine. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 48
Langere tijd buiten gebruik, tegen vriesgevaar, transport. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 48
Herstel van eenvoudige storingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 49
Garantiebepalingen en Service. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Biz. 50
NEDERLANDS
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat
behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of
verkocht worden, of zou het apparaat in het huis
van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de
nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en
de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen
beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en
andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen
te hebben, alvorens u het apparaat installeert
en/of in gebruik neemt.
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het
apparaat heby vastgesteld, meldt u dit dan, vóór u
het apparaat installeert en/of in gebruik neemt, di-
rect aan uw leverancier.
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het ge-
bruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinde-
ren het apparaat te laten bedienen of als speelgoed
te laten gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit ap-
paraat of de eigenschappen daarvan te verande-
ren.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elek-
trische huisinstallatie ten behoeve van de installatie
van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe
bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de water-
toe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het ver-
plaatsen het apparaat niet op het aansluitsnoer
staat.
Schakel, tenzij de gebruiksaanwijzing anders aan-
geeft, het apparaat na gebruik volledig uit en draai
de watertoevoerkraan dicht. Het verdient aanbeve-
ling om het apparaat door middel van een tegen
barsten beveiligde toevoerslang op de waterkraan
aan te sluiten. Een stijve polyethyleen slang is
barstbestendig.
Tenzij de gebruiksaanwijzing anders vermeldt, mag
tijdens het in werking zijn de vuldeur niet geopend
worden; mocht dat onverhoopt toch gebeuren,
schakel het apparaat dan voortijds geheel uit, even-
tueel door de steker uit de wandcontactdoos te ne-
men.
Raak het verwarmingselement niet aan tijdens of
direct na het afwerken van het programma.
Indien het installatievoorschrift aangeeft dat het ap-
paraat aan het keukenmeubel moet worden vastge-
schroefd dan moet u zich daaraan houden om te
voorkomen dat het voorover kiept als de beladen
onderkorf op de deur staat.
Sluit na gebruik altijd direct de vuldeur, teneinde te
voorkomen dat iemand over de openstaande deur
struikelt.
De afwasautomaat is bedoeld en gemaakt voor het
afwassen van huishoudelijk kook-, eet- en drinkge-
rei. Attributen welke bevuild zijn met verf, chemica-
liën, agressieve zuren en dergelijke, mogen niet in
de afwasautomaat.
Tenzij de fabrikant van het betreffende artikel uit-
drukkelijk aangeeft dat het afwasmachine-besten-
dig is, mogen niet in de afwasautomaat: hout, arti-
kelen met houten grepen, artikelen met gelijmde
delen, brons, aluminium, kristalglas, gelood glas,
gedecoreerd porcelein en plastics.
Door chemische reactie kan zilver reageren met be-
stek wat uit ijzer bestaat; u doet er verstandig aan
zilverbestek niet samen met ijzerbestek in de ma-
chine af te wassen, teneinde te voorkomen dat het
zilver lelijk wordt of gaat pitten.
Tracht in geval van een storing of defect, dit appa-
raat niet zelf te repareren. Reparaties welke door
niet deskundige personen uitgevoerd worden, kun-
nen tot schade of letsel leiden.
Afdanken
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van
het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet,
onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder de
deursluiting.
Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat
ophaalt of waar u het moet bezorgen, teneinde er
zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig ver-
schrot wordt.
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
PAV01NL
38
NEDERLANDS
Plaatsen
Plaats de machine zo dicht mogelijk bij een waterkraan
en een afvoermogelijkheid
Dit model is bedoeld voor inbouw.
De aanwijzingen hiervoor vindt u in het betreffende
hoofdstuk.
Waterpas stellen
Stel de machine zo goed mogelijk waterpas op, het-
geen een goede sluiting en waterdichtheid van de
deur bevordert.
Dat doet u door het in- of uitdraaien van één of twee
van de vier verstelbare voetjes.
Waterafvoer
De waterafvoerslang kan op de volgende manieren
gemonteerd worden:
In de afvoer van een spoelbak door middel van een
aangesloten slang.
In een standpijp uit de vloer of uit de muur.
De slang moet belucht zijn. Dat wil zeggen dat de bin-
nendiameter van de pijp groter moet zijn dan de bui-
tendiameter van de slang. Wij adviseren een binnen-
diameter van 4 cm.
In elk geval mag het uitstroomeind van de slang zich
niet lager dan 30 cm en niet hoger dan 100 cm van de
vloer waarop de machine staat bevinden.
De slang kan vanuit de machine zowel naar links als
naar rechts worden gelegd.
De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, want dat
zou de waterstroom kunnen belemmeren. De slang
mag worden verlengd tot een totale lengte van 2 me-
ter. Het verlengstuk moet dezelfde diameter hebben
en de koppeling moet passen.
Belangrijk: Zorg ervoor dat de stop van spoelbak uit-
getrokken is; het water zou anders terug kunnen stro-
men in de machine.
Bind de afvoerslang en de
toevoerslang door middel
van de gemonteerde plastic
klemmen aan elkaar vast.
Op deze wijze voorkomt u
waterschade, indien de af-
voerslang per ongeluk los
mocht schieten.
De klemmen kunnen naar keus in de richting van de
kraan geschoven en vastgezet worden.
Watertoevoer
Wij adviseren u echter koud water te gebruiken.
De slangwartel van de toevoerslang sluit u aan op
een kraan met 3/4” schroefdraad, of op een watertoe-
voer met snelaansluiting (press block).
De slang is voorzien van een
veiligheidsinrichting om de
waterstroom te stoppen als
de interne slang vanwege slij-
tage stuk gaat. Het defect
wordt door middel van het
naar buiten komen van het
rode staafje in het venster
(B) aangegeven.
In dit geval moet u de waterkraan sluiten een de slang
uitwisselen.
Draai de slangwartel (A) stevig vast om waterlekken
te voorkomen.
De slang mag niet geknikt kunnen raken, om de water-
stroom niet te belemmeren of vertragen.
Zie erop toe dat de waterleidingdruk niet de bij de
technische gegevens vermelde waarde overschrijdt.
De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, want dat
zou de waterstroom kunnen belemmeren.
Belangrijk:
De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, ook niet
tijdens het op z’n plaats schuiven van de machine.
De slang mag niet verlengd
worden. U kunt echter wel
een langere, complete en
voor dit doel gemaakte
slang kopen.
Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting: 220-230V (50Hz).
Max. opgenomen vermogen: 3,0 kW ca.
De hele elektrische installatie in uw huis (o.a. wand-
stopkontakten, binnendraden, groepzekering en elek-
trische meters) dient op deze waarden afgestemd te
zijn.
Volgens de veiligheidsnormen dient het apparaat over
een geaarde aansluiting te beschikken.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of
letsel, ontstaan door het niet voldoen aan deze
veiligheidsvoorschriften.
INSTALLATIE
PIN12NL
39
min 30 cm
max 100 cm
max 100 cm
+ 2 m max
min 4 cm
Ø 21
Ø 18
Ø 18
Ø 21
CS01
B
A
CA01
CA06
CS03
NEDERLANDS
1. Lampje «in bedrijf»
Het lampje gaat aan zodra u op de AAN/UIT toets
(2) gedrukt hebt.
Hiermee wordt aangegeven dat de machine inge-
schakeld is.
2. AAN/UIT toets
AAN
Met deze toets schakelt u de machine in. Het lampje
«in bedrijf» (1), de programma-afloop lampjes (9) en
de controlelampjes (10) gaan aan.
Het display (11) toont het programmanummer waar de
programmaknop (3) op staat ingesteld. Staat de pro-
grammaknop (3) in de STOP stand, dan toont het dis-
play twee streepjes .
UIT
Na het beëindigen van het programma stopt de machi-
ne automatisch. Het lampje «in bedrijf» (1) blijft branden
en in het display (11) verschijnen twee nullen
Om de machine na het beëindigen van een program-
ma of indien nodig tijdens een programma uit te scha-
kelen, drukt u weer op de AAN/UIT toets (2).
3. Programmaknop
Om een programma te kunnen kiezen drukt u op de
programmaknop, waardoor deze naar buiten komt.
Dan draait u de knop rechtsom of linksom, tot de mar-
keerstreep op de knop met het gewenste programma
overeenstemt.
Het betreffende programmanummer (zie overzicht)
verschijnt in het display (11). Gelijktijdig geven de
lampjes van de programma-afloop (9) aan, uit welke
onderdelen het programma bestaat.
4. Handgreep
Om de deur te openen drukt u de greep iets in en
trekt u de deur tegelijkertijd naar u toe.
5. Halve belading toets
Boven korf
Onder korf
Door op deze toets te drukken kan het afwassen wor-
den beperkt tot één in plaats van twee korven. Het
lampje geeft ann welke: de bovenste of de onderste.
Deze manier van afwassen is zeer economisch in het
geval er niet moer afwas dan voor één korf te doen is.
Plaats de afwas uitsluitend in de korf welke u daar-
voor geselecteerd hebt.
Volg daarbij de aanwijzingen in het hoofdstuk «Bela-
den van de korven».
Zijn beide lampjes uit, dan wordt in belde korven
afgewassen.
Belangrijk:
Heeft u het programma met halve belading gekozen,
verminder dan de dosis afwasmiddel met een derde
t.o.v. de hoeveelheid die in het programma-overzicht
aanbevolen wordt. Strooi of giet al het afwasmiddel in
de afwasmiddelhouder.
6. Droog-keuze toets
economisch drogen
Niet drogen
Met deze toets kunt u het elektrisch drogen verkorten
of geheel uitschakelen . Dat spaart aanzienlijk
op het energieverbruik.
Het betreffende lampje geeft aan welke keuze u ge-
maakt heeft.
Zijn belde lamples uit, dan zal de gehele cyclus
elektrisch drogen gedaan worden.
HET GEBRUIK
PPC18NL
40
12
23 4
56
7
8
9
10
11
1
Het bedieningspaneel
NEDERLANDS
7. Uitgestelde start toets
Met deze toets kunt u het starten van een gekozen
programma tussen minimum 1 uur en maximum 9 uur
uitstellen.
U gaat als volgt te werk:
- Na een druk op de toets verschijnt in het
display (11), wat wil zeggen dat u de start 1 uur
uitgesteld hebt.
- Door bij herhaling op de toets te drukken kunt het
uitstellen verlengen tot 9 uur.
- Na nog eens drukken gaat het display terug naar
de weergave van het programmanummer.
Na het instellen van het gewenste uitstel drukt u op
de start toets (8). De machine telt nu de tijd af en
geeft in uren weer hoelang het nog duurt voor zij start.
De «H» in het display knippert en geeft daarmee aan
dat een startuitstel ingesteld werd.
8. Start toets
Dit is de laatste toets waarop gedrukt moet worden
nadat u het afwasprogramma en eventueel de droog-
keuze de halve belading en de uitgestelde start
gekozen heeft.
Met deze toets start u het programma; het lichtje op
de indicator van de programma-afloop (9) geeft aan
met welk deel van het programma de machine bezig
is. Op het display (11) kunt u lezen hoeveel minuten
het hele programma ongeveer zal duren (deze gege-
vens worden tijdens laboratoriumtests verkregen) en,
tijdens de afloop, hoeveel minuten er ontbreken aan
het einde van het programma.
Dat hangt onder andere af van de temperatuur van
het ingekomen water.
Tijdens de periode dat de machine het eventuele
start-uitstel aftelt, kunt u zondermeer de deur openen
om er nog iets in te plaatsen. De machine stoort zich
daar niet aan en volgt het ingestelde programma.
Annuleren of veranderen van het programma
Indien u, nadat u al op de starttoets gedrukt hebt,
de programmering wilt veranderen, draai de program-
maknop (3) dan in de STOPstand.
In het display (11) verschijnen de twee streepjes
en de programma-afloop lampjes (9) gaan aan, wat
wil zeggen dat het vorige programma is geannuleerd.
U kunt nu een nieuw programma kiezen.
Indien u gedurende het afwasprogramma per ongeluk
de programmakeuzeknop op een ander programma
draait, ondergaat het door u ingestelde programma
geen veranderingen.
U kont het nummer van het aflopende programma le-
zen op het display (11) door op toets (5) (halve be-
lading) of toets (9) (uitgestelde start) te drukken.
9. Programma-afloop
Bij het kiezen van het programma lichten de opeen-
volgende programmafasen op.
Na begin van het programma (START-toets (8) in-
gedrukt) blijft alleen het lampje branden dat aangeeft
waar de machine op dat moment mee bezig is.
Voorspoelen
Afwassen
Naspoelen
Drogen
Aan het einde van het programma zijn alle fasen uit-
geschakeld.
10. Controlelampjes
Zout bijvullen
Knippert wanneer zout bijgevuld moet worden.
Glansmiddel bijvullen
Knippert wanneer glansmiddel bijgevuld moet wor-
den.
Kraan is dicht
Knippert als:
- de kraan niet open gedraaid is
- er geen druk op de waterleiding staat
- de toevoerslang verstopt is
Deur is open
Knippert als de deur open is.
11. Display
12. Programma-overzicht
Een overzicht met de programma’s die de machine
voor u kan uitvoeren.
PPC19NL
41
NEDERLANDS
Waterontharder
Het leidingwater bovat kalk. Hoe moer kalk, hoe har-
der het water. Kalk zet zich in de vorm van vlekken op
het vaat-en glaswerk af.
Hoe meer kalk het water bevat, hoe harder het is. De
hardheidsgraad wordt door middel van drie gelijk-
waardige schalen gemeten: Franse of Duitse graden
en Parts per Million (PPM).
Wij adviseren u om bij het waterleidingbedrijf te infor-
meren hoe hard het aan u geleverde water is.
Uw nieuwe machine is uitgerust met een automatisch
werkende waterontharder, die gevuld wordt met spe-
ciaal-zout voor afwasmachines.
De ontharder kan leidingwater tot 50°dH (graden
hardheid op de Duitse schaal) zodanig ontharden dat
het voor de machine geschikt is.
Voor het gemak worden de hardheid-bereiken in 9
stappen opgedeeld.
Zoek op de tabel hieronder de hardheidsgraad van
uw water op.
*
De afwasmachine wordt afgeleverd voor nivo «4». Dit nivo is voor
de meeste gebruikers het geschikste. Om een ander nivo in te stel-
len gaat u als volgt te werk:
Schakel de machine in met de Aan/Uit toets .
Druk tegelijk en circa 5 se-
conden lang op de HALVE
BELADING toets en de
UITGESTELDE Start toets
in het display verschijnt
de letter «L» gevolgd door
het cijfer «4» (het hard-
heidsnivo dat in de fabriek
ingesteld wordt).
Druk achtereenvolgens op de UITGESTELDE START
toets tot het gewenste nivo getoond wordt. Bijelke
druk stapt u één nivo omhoog.
5 seconden nadat u niet meer op de toets gedrukt
heeft neemt de machine het nivo dat als laatste in het
display getoond werd over en toont weer het uit-
gangspunt voor het programmeren.
Bij gebruik van de nieuwe afwasmiddelen MOET u
vanef stap «1» zout gebruikan.
Gebruikt u een traditioneel afwasmiddel met fosfaat,
dan dient u vanaf stap «2» zout toe te voegen.
Is de hardheid van het leidingwater binnen het bereik
van stap 0, dan hoeft u geen zout te gebruiken.
Vullen van het zoutvat
Het zoutvat mag u uitsiuitend met speciaal-zout voor
de afwasmachine vullen.
Andere zoutsoorten bevatten stoffen welke schadelijk
voor de ontharder zijn.
Trek de onderste korf uit de machine en draai de
schroefdop van het zoutvat.
Vul het zoutvat met ongeveor een halve liter water of
totdat het vol is.
Vul, door middel van de meegeleverde trechter, het
zoutvat met circa 1,5 ÷ 1,8 kg speciaal-zout.
Het zoutvat bevat altijd water. Het is normaal dat tij-
dens het zout bijvullen het water overloopt.
Verwijder gemorst zout van
de schroefdraad en draai
de dop weer op het zoutvat.
Daarna kunt u er mee volstaan regelmatig zout bij te
vullen. Dit dient u elke keer te doen, wanneer op het
bedieningspaneel het lampje dat het zoutnivo aan-
geeft, knippert.
Attentie:
De indikatie van de zoutvoorraad op het bediening-
spaneel brandt na het doseren van het zout nog 2
tot 6 uur, mits de afwasmachine ingeschakeld is. Bij
zoutsoorten die zeer langzaam oplossen kan dit nog
langer duren. Het functioneren van het toestel wordt
hierdoor echter niet nadelig beïnvloed.
Belangrijk: Vullen of navullen doet u direct vóór het
starten van een afwasprogramma (met uitzondering
van het voorspoelprogramma).
Daarmee voorkomt u dat op de bodem gemorst zout
en overgelopen zoutwater het materiaal van de ma-
chine aantast.
PAA09NL
42
Stap
°dH Duitse
schaal
°TH Franse
schaal
ppm
(Parts per
million)
0
1
2
3
*
4
5
6
7
8
9
0-4
5-8
9-11
12-17
18-22
23-28
29-33
34-39
40-45
46-50
0-8
9-14
15-20
21-30
31-40
41-50
51-60
61-70
71-80
81-90
0-80
81-140
141-200
201-300
301-400
401-500
501-600
601-700
701-800
801-900
SO131
SALE
SALT
SALZ
SEL
SR06
NEDERLANDS
PBR03NL
43
Gebruik van het glansmiddel
Het glansmiddel is een «waterontspanner».
Het wordt, automatisch, vóór het drogen aan het
spoelwater toegevoegd.
De glansmiddelhouder, in de binnendeur, heeft een
inhoud van circa 110 ml. Dat is, al naar gelang de do-
seer-instelling, voldoende voor 16 tot 40 afwasbeur-
ten.
Vullen van de glansmiddelhouder
Draai de dop (A) van de houder linksom.
Giet het glansmiddel in de houder tot de indicator (B)
geheel donker (vol) is (tot streepje max).
Zodra het controlelampje «glansmiddel navullen»
op het bedieningspaneel knippert, moet u glansmiddel
navullen.
Draai de dop weer op de houder.
Verwijder eventueel gemorst glansmiddel van de hou-
der of de binnendeur. Glansmiddel veroorzaakt
schuimvorming als het in het afwasproces terecht-
komt.
Wanneer de indicator lichter wordt, dient u glansmid-
del bij te vullen (ca. 70-80 ml), tot aan het streepje
max.
Dosering
De instelling van de dosering is afhankelijk van de be-
reikte glans en van het droogresultaat. In de vulope-
ning van de glansmiddelhouder vindt u een zes-stan-
den regelschijfje en de markeringen 1 tot 6 (stand 1 is
laagste, stand 6 hoogste dosering).
Het beste is met stand 3 te beginnen.
Het schijfje (C) kunt u met een schroevendraaier of
een mes verdraaien.
Verhoog de dosering als op
het serviesgoed druppels of
druppelvlekken achterblij-
ven. Verlaag de dosering
als het serviesgoed witte,
kleverige strepen vertoont.
Gebruik van de afwasmiddelhouder
Gebruik uitsluitend poeder-, tablet of gelvormige
afwasmiddelen welke voor het afwassen in de ma-
chine gemaakt zijn.
Met uitzondering van het voorspoelprogramma doet
u, vóór u de machine start, afwasmiddel in het vakje
van de afwasmiddelhouder, dat zich in de vuldeur be-
vindt.
Zou het klepje gesloten zijn, dan opent u dit door aan
het palletje (D) te trekken.
Aan de binnenkant van de
houder staan twee doserin-
gen aangegeven:
- MIN = 15 ml
- MAX = 30ml
De hoeveelheid is afhankelijk van de aard en de mate
van vervuiling van het serviesgoed.
In het programma overzicht geven wij u enkele
adviezen voor de hoeveelheid in grammen.
Nadat u de afwasmiddelhouder gevuld heeft, doet
u het klepje weer dicht.
Voor een programma met
voorspoelen dient u naast
het afwasmiddel in de hou-
der ook een kleine hoeveel-
heid afwasmiddel op het
klepje te strooien.
Het klepje zal, tijdens het in werking zijn, automatisch
en op het juiste moment openen. Na de afwas staat
het klepje dus open, klaar voor een volgende keer
vullen.
Daar was- en afwasmiddelen regelmatig veranderen,
adviseren wij u ook te lezen wat de fabrikant van het
afwasmiddel op z’n verpakking schrijft.
Te weinig doseren veroorzaakt een slecht afwasresul-
taat.
Fosfaatvrije, geconcentreerde afwasmiddelen
De concentratie en de werkingswijze van de verkrijg-
bare afwasmiddelen zijn verschillend. Lees daarom
aandachtig wat de fabrikant van het afwasmiddel over
de dosering op z’n verpakking schrijft.
Bij het gebruik van fosfaatvrije, geconcentreerde af-
wasmiddelen is het van groot belang dat de automati-
sche waterontharder in uw afwasmachine goed werkt.
AIs de ontharder niet goed werkt ontstaan kalkvlek-
ken op het serviesgoed.
Daarom moet u bij gebruik van deze afwasmiddelen
ook bij zacht water (water van minder dan 4° dH) re-
genereerzout in de zouthouder doen.
6
5
4
3
2
1
6
5
3
2
1
C
B
BR04
A
D
MIN
MAX
DE07
DE02
Teveel doseren brengt geen beter resultaat, is
slechts een onnodige verspilling en een extra belas-
ting voor het milieu.
NEDERLANDS
PCE11NL
44
Beladen van de korven
Trek de korven naar buiten om ze te beladen.
Vóór het plaatsen in de korven moet het serviesgoed
ontdaan worden van grove resten, zoals botjes, gra-
ten, tandenstokers, groente- en vleesresten en fruit-
schillen.
Daarmee voorkomt u verstoppen van de zeven en be-
vordert u een optimale reiniging.
Gebruik van de onderste korf
In de onderste korf kunt u pannen, deksels, borden
(tot 27 cm diameter), schalen en bestek kwijt. Plaats
ze naar het voorbeeld in de volgende figuren.
Dienschalen en grote deksels zo veel mogelijk aan de
rand van de korf en let op dat de bovenste sproeiarm
niet gehinderd kan worden.
Bestek in het speciale bestekmandje, met de grepen
naar beneden. Is een greep zo dun dat hij door het
mandje heen steekt, dan dat bestek met de greep
naar boven.
In het betreffende vak, aan weerskanten van de korf,
legt u lepels, dessertlepels, messen en ander kleinbe-
stek.
Lepels zoveel mogelijk tussen ander bestek in plaatsen,
om te voorkomen dat ze aan elkaar kleven.
Was zilver bestek niet tegelijkertijd met andere metalen.
De achterste twee rijen tanden kunnen tevens snel en
gemakkelijk neergeklapd worden, zodat het laden van
pannen en schalen eenvoudiger gaat.
U klapt de tanden neer door ze voorzichtig omhoog te
trekken en dan te laten vallen (zie figuur); u zet ze
weer op door ze verticaal te plaatsen.
IEC 436 / DIN 44990
UI05
UI19
UI03
UI18
NEDERLANDS
Gebruik van de bovenste korf
De bovenste korf is hoofdzakelijk bedoeld voor kop-
jes, schoteltjes, dessertbordjes, kleine borden (max.
20 cm diameter) en glazen. Glazen met lange steel
kunnen in het hoge gedeelte opgehangen worden.
Erg kleine voorwerpen welke gemakkelijk door de korf
kunnen vallen, kunt u beter niet in de machine afwas-
sen.
Belangrijk
Let u er vooral op dat de
trechter, in het midden van
de korf, niet afgedekt wordt.
Regeling hoogte bovenste korf
Mocht u erg grote borden willen afwassen (diameter
tussen 27-31 cm.), dan kunt u deze in de onderste
korf plaatsen, nadat u de bovenste korf hoger ge-
plaatst heeft.
Ga als volgt te werk:
- haal de korf eruit;
- trek de korf door middel
van de twee handgrepen
aan de zijkant omhoog.
U kunt in de bovenste korf nu geen voor borden meer
plaatsen met een diameter van meer dan 20 cm. Het
kopjesrekje is tevens onbruikbaar.
Om de korf weer op de lage stand te plaatsen, dient u
de twee handgrepen aan de zijkant nog meer naar
boven te trekken om de korf vervolgens onder bege-
leiding naar beneden te laten zakken.
Pas op: trek de korf nooit aan één kant omhoog of
omloog.
PCE12NL
45
IEC 436 / DIN 44990
US13
US12
US16
US16
RC04
Probeer, vóór u de machine inschakelt, of beide
sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
NEDERLANDS
Voor een goed resultaat
Potten, pannen, kopjes, glazen en dergelijke altijd met
de opening naar beneden plaatsen.
In principe plaatst u alles scheef in de korven opdat
het afwaswater niet langs maar op en in het servies-
goed gesproeid wordt.
Aangekleefte en aangebrande pannen moeten eerst
afgespoeld worden.
Lange messen en lepels horizontaal, bij voorkeur in
de bovenste korf plaatsen.
Hoe minder het serviesgoed tegen elkaar staat, hoe
beter het afwasresultaat.
Licht serviesgoed (plastic bekers enz.) dient u zo in
de bovenste korf te plaatsen dat ze niet van hun
plaats gesproeid kunnen worden.
Tips om op zuinige wijze en
milieuvriendelijk af te wassen
Het is niet nodig om normaal vuil serviesgoed en be-
stek eerst onder de stromende kraan voor te spoelen.
Plaats, na de maaltijd alles meteen in de machine en
doe eventueel een voorspoelgang (zie het program-
ma-overzicht). Dat zorgt ervoor dat de resten alvast
wat weggespoeld worden. Zet alleen een goed gevul-
de machine in werking.
Mocht u moderne gekoncentreerde afwasmiddelen
met enzymen gebruiken, dan raden wij u aan het Eco-
nomisch programma met voorspoelen 55°C te kiezen
in plaats van het Normale programma met voorspoe-
len 65°C.
Kies alleen een Economisch programma als de ma-
chine niet vol is en/of het serviesgoed nauwelijks vuil
is. Raadpleeg daarvoor de aanwijzingen in het pro-
gramma-overzicht.
Kies voor «Economisch drogen» , of voor «niet dr-
ogen» .
In dit geval zal het droogresultaat duidelijk minder
goed zijn.
U kunt in dat geval het droogproces verbeteren door
direct na het beëindigen van het programma de deur
15 tot 30 minuten op een kier te zetten.
Gebruik nooit te veel afwasmiddel, zout of glansmid-
del. Volg bij het doseren de aanwijzingen op het pro-
dukt en in deze gebruiksaanwijzing.
Verzekert u zich ervan dat de waterontharder op de
juiste wijze ingesteld is.
Als u vindt dat de droogresultaten ook zonder gebruik
van glansmiddel redelijk goed zijn, kunt u ook afwas-
sen zonder glansmiddel. Dit heeft geen negatieve in-
vloed op de werking van de afwasmachine.
Niet alles is geschikt voor machinaal
afwassen
De volgende artikelen zijn in de regel niet voor
machinaal afwassen geschikt:
Bestek met houten of hoornen aangelijmde grepen.
Houten borden en schalen, ongeglazuurd aardewerk
en handbeschilderd porselein.
Decoraties op porselein kunnen vervagen bij het ma-
chinaal afwassen.
Kristal en kunststof. Indien niet uitdrukkelijk door de
fabrikant aangegeven is dat het artikel afwasmachine-
bestendig is, kunt u het beter met de hand afwassen.
Mocht u ze toch in de machine willen wassen, plaats
ze dan in de bovenste korf en kies een snel program-
ma.
Na vele keren in de machine afwassen kunnen som-
mige glassoorten mat worden.
Zilver bestek kan uitstekend in de machine afgewas-
sen worden, onder voorbehoud dat het tijdens het af-
wassen niet met andere metalen in aanraking kan ko-
men.
Ijzer of gietijzer kan roest veroorzaken, waardoor an-
dere voorwerpen verkleuren.
Aluminium verkleurt.
Koper, tin en messing kunnen vlekken gaan vertonen.
Attentie
Erg kleine voorwerpen welke gemakkelijk door de korf
kunnen vallen, kunt u beter niet in de machine afwas-
sen.
Belangrijk: Let er bij aankoop van nieuw serviesgoed
op dat dit machinebestendig is.
PRAKTISCHE TIPS
PCL09NL
46
NEDERLANDS
PTP18NL
47
2 afgestreken
dessert-
lepels
(20 g)
1
volle
dessertlepel
(15 g)
1
volle
dessertlepel
(15 g)
2
dessertlepels
(25 g)
1
volle
dessertlepel
(15 g)
1
volle
dessertlepel
(15 g)
1 afgestreken
dessert-
lepel
(10 g)
1 afgestreken
dessert-
lepel
(10 g)
1 afgestreken
dessert-
lepel
(10 g)
/
/
/
/
/
/
/
Programma
Soort
Aard en hoeveelheid
van vervuiling
Toetsen
indrukken
in
houder
op
houder
Programma-beschrijving
Voorspoelen 55°C
70°C afwassen
2 x koud spoelen
1 x 65°C spoelen
Drogen met hete lucht
Voorspoelen 50°C
65°C afwassen
2 x koud spoelen
1 x 65°C spoelen
Drogen met hete lucht
55°C afwassen
2 x koud spoelen
1 x 65°C spoelen
Drogen met hete lucht
Koud voorspoelen
55°C afwassen
2 x koud spoelen
1 x 65°C spoelen
Drogen met hete lucht
55°C afwassen
1 x koud spoelen
1 x 55°C spoelen
Economisch drogen
Voorspoelen 40°C
45°C afwassen
1 x koud spoelen
1 x 60°C spoelen
Drogen met hete lucht
1 x 70°C spoelen
Drogen met hete lucht
1 x koud spoelen (om te
voorkomen dat de voedselresten
opdrogen). Het kontrolelampe «niet
drogen» zal automatisch branden.
Afwasmiddel
***
Verbruik
**
Voor ge-
mengd
serviesgoed
en
pannen
Dit programma is voor normaal tot aanzienlijk
bevuilde afwas, met name moeilijk verwijderbare
voedselresten zoals spaghetti, rijst, griesmeel,
aardappelen,eieren, sauzen en gebraden vlees.
Voor een normale afwas met niet opgedroogde
en geen zetmeel bevattende voedselresten (o.a.
drank, cake en gebak, slaatjes, vleeswaren en
kaas).
Voor fijn glaswerk, kristal en porselein, dat niet
tegen het afwassen met hoge temperatuur be-
stand is. Weinig vuil en geen aangekoekte res-
ten van zetmeel (o.a. drank, gebak, slaatjes,
cake).
Voor een normaal afwas met niet opgedroogde
en geen zetmeel bevattende voedselresten
( zoals ongebraden vlees, rauwe of gekookte
groenten, melk koffie, drank).
Sterk bevuild serviesgoed met aangekleefde
voedselresten, zoals pasta, rijst, griesmeel,
aardappelen, eieren, saus en braadvlees.
Dit programma is speciaal bedoeld voor
nauwelijks bevuilde afwas, bijvoorbeeld na
veel visite of feestje. Het is niet bedoeld voor
moeilijk verwijderbare voedselresten. Er
wordt niet heet gedroogd.
De machine is niet vol, waardoor de afwas pas na een
volgende maaltijd gedaan wordt. U gebruikt geen wasmiddel.
Dit programma kunt u gebruiken voor het warmen van
borden of voor het verwijderen van stof van lang niet gebruikt
serviesgoed.
Voor
gemengd
serviesgoed
of afwas van
een feestje
Kristal en
porselein
Voor ge-
mengd
serviesgoed
2. Normaal
65°
3. Economisch
met voorspoelen
55°
4. Economisch
zonder voorspoelen
55°
5. Fijn serviesgoed
45°
7. Borden warmer
70°
1. Intensief
70°
*
6. Snelwas
Programma 55°
8. Voorspoelen
Programma-overzicht
Dit is het norm-programma volgens IEC 436/DIN 44990.
- Programma 2 met afwasmiddel type A en programma 3 met
afwasmiddel type B;
- Capaciteit: 12 standaard couverts
- Aanbevolen hoeveelheid reinigingsmiddel: 15 g in houder
10 g op houder
*
Dit is een bijzonder programma bedoeld om binnen korte tijd (ongeveer 40 min.) een volle lading, bestaande uit borden, glazen en nauwelijks bevuild
serviesgoed (met uitzondering van pannen) te spoelen waarna het weer snel opnieuw kan worden gebruikt. Aangezien het om een snel-programma gaat, wordt er
niet
gedroogd.
**
Deze gegevens zijn afhankelijk van de druk en temperatuur van het leidingwater en van de spanningsveranderingen, waardoor ze slechts als richtlijn gelden.
***
Indien u een wasprogramma met slechts één korf kiest (HALVE-BELADING-toets) gebruik dan 1/3 dosis wasmiddel minder en strooi of giet de hele
dosis in de afwasmiddelhouder.
Programma-
duur in
minuten
Stroom-
verbruik
in kWh
Water-
verbruik
in liter
17
1,8
80
1,2
75
15
13
13
12
1,3
1,2
0,9
42
0,1
80
75
50
0,9
28
10
0,1
4
22
17
NEDERLANDS
Volgorde van handelingen bij het afwas-
sen
1 Controleer of de zeven schoon zijn
(zie het hoofdstuk «Onderhoud»)
2 Druk op de AAN/UIT-toets
om de afwasmachine in te schakelen.
Het controlelampje licht op.
3 Controleer dat de machine zout en
glansmiddel bevat.
Is dit niet het geval, dan knipperen de lampjes ,
zout bijvullen, en glansmiddel bijvullen, op het be-
dieningpaneel.
4 Vullen van de korven
Verwijder grove resten uit schalen en van borden.
Trek de onderste korf naar voren en plaats daarin
pannen, schalen, grote borden en bestek.
Trek de bovenste korf naar voren en plaats daarin
kleine borden, schoteltjes, kopjes en glazen.
Schuif de korven terug in de machine en Controleer of
beide sproeiarmen vrij kunnen draaien.
5 Vullen van de afwasmiddelhouder
Strooi of giet de juiste hoeveelheid afwasmiddel (zie
programma-overzicht) in het vakje van de afwasmid-
delhouder.
Sluit de machinedeur.
6 Kies het programma
Druk de programmaknop in
waardoor hij naar buiten
komt. Draai hem linksom
of rechtsom tot de markeers-
treep op de knop met het ge-
wenste programma overeen-
stemt.
Het nummer van het geko-
zen programma verschijnt
nu op het display.
Maak eventueel de volgende keuzes:
- Afwassen in slechts één korf, door het drukken op de
«HALVE BELADING» toets. Het met de betreffen-
de korf corresponderende lampje licht op.
Let erop dat u dan alleen deze korf belaadt.
- ECONOMISCH DROGEN , of NIET DROGEN
door drukken op de betreffende toets DROGEN
Het met de keuze corresponderende lampje licht
op.
- UITGESTELDE START , door herhaald drukken
op de betreffende toets tot de gewenste uitsteltijd in
het display verschijnt.
7 Starten van de afwasmachine
Open de kraan.
Druk op de Start toets. Het programma begint.
Het lampje voor de programmafase waar de machine
mee bezig is gaat branden.
Het display toont de vermoedelijke tijdsduur in minu-
ten van het programma en telt dat tijdens het pro-
gramma af.
Als u voor uitgestelde start gekozen hebt, telt het dis-
play de wachttijd in uren af. De «H» in het display
knippert om aan te geven dat de machine in de
wachtfunktie is. Zodra de wachttijd verstreken is start
de machine automatisch .
U kunt het programma op elk gewenst moment onder-
breken door op de Aan/Uit toets te drukken. Na nog-
maals op de Aan/Uit toets te drukken, gaat de machi-
ne verder bij waar hij gebleven was.
Afhankelijk van de programmafase die onderbroken
werd, kan het programma nu enkele minuten langer
duren.
8 Einde van het programma
De machine stopt na het beëindigen van het program-
ma automatisch en het display toont . De program-
ma-afloop lampjes gaan uit. Het lampje «in bedrijf»
blijft branden tot op de Aan/Uit toets gedrukt is.
Sluit de kraan.
Open de deur. Wacht een paar minuten met het
uitnemen, want het serviesgoed is zeer heet.
Bovendien is het droogresultaat beter.
Om te voorkomen dat door het bewegen druppels uit
de bovenste korf op serviesgoed in de onderste korf
vallen, adviseren wij om eerst de onderste korf naar
buiten te trekken en te legen.
Belangrijk
In principe is het af te raden om de deur te openen als
de machine in werking is. Gebeurt dat toch, dan zal
een veiligheidsschakelaar ervoor zorgen dat de ma-
chine direct stopt.
Wij adviseren u om voor u de deur tussentijds opent,
de machine uit te schakelen door middel van de Aan/
Uit-toets.
9 Annuleren van een programma
Om een programma dat al loopt of dat verkeerd geko-
zen is te annuleren, draait u de programmaknop in de
STOP-stand. Op het display verschijnen nu twee
streepjes en alle lampjes van de indicator van de
programma-afloop lichten op. Dit betekent dat uw
keuze geannuleerd is. U kunt nu een nieuw program-
ma kiezen.
PSO16NL
48
STOP
8
7
6
5
4
3
2
1
SO132
NEDERLANDS
Reiniging van de bodemzeef
(Elke twee weken)
Voedselresten kunnen zich in
de bodemzeef (A) ophopen;
daarom dient u de zeef regel-
matig onder stromend water
schoon te maken.
U tilt de zeef met behulp
van het handgreepje uit de
machine.
Na het reinigen klikt u de zeef weer in de machine-
bodem terug.
Reiniging van de grote zeef
(Elke twee maanden)
Maak, indien noodzakelijk, de grote zeef (B) aan bei-
de kanten onder stromend water met een borsteltje
schoon.
Verwijder hiertoe de sproeiarm door deze omhoog te
trekken, draai het stijltje (C) 90° naar links en haal de
zeef uit de machine. Na het reinigen de zeef in omge-
keerde volgorde weer terugplaatsen.
Belangrijk:
Gebruik de machine nooit zonder de zeven. Zorg
er bovendien voor dat de zeven korrekt op hun
plaats zitten.
Het is belangrijk de zeven te reinigen om een goe-
de werking van de machine te garanderen.
Het reinigen van binnen- en buitenkant
van de machine
(Naar behoefte)
Reinig af en toe de rubberen dichtingen van de deur
en de klepjes van de afwas- en glansmiddelhouder
met een vochtige doek (gebruik geen schoonmaak-
middelen).
Overtuig u er af en toe van dat de gaatjes in de
sproei-armen niet verstopt zijn.
Verwijder de onderste sproei-arm door de twee vleu-
geltjes, die zich aan de zijkanten bevinden, in te druk-
ken. Om de gaatjes van de bovenste sproei-arm te
reinigen, trek de bovenste korf naar buiten; op die
manier kunt u de sproei-arm makkelijk bereiken. Wilt
u hem verwijderen, neem dan de middentrechter uit
door de twee vleugeltjes in te drukken en schroef de
bevestiging los. Reinig de sproeiarm en plaats hem
terug.
De machine nooit zonder sproei-armen laten func-
tioneren!
Doe één of twee keer per jaar een volledige afwas-
beurt zonder afwas in de machine, maar wel met een
beetje afwasmiddel. Er zijn voor het reinigen van de
machine ook speciale reinigingsmiddelen te koop.
De buitenkant van de machine, voor zover bereikbaar,
kunt u naar behoefte reinigen met lauwwarm water en
een neutraal huishoudschoonmaakmiddel dat niet
krast. Geen oplosmiddelen gebruiken.
Langere tijd buiten gebruik
Wordt de machine voor langere tijd niet gebruikt, dan:
Kraan dichtdraaien.
Steker uit het stopcontact nemen.
Deur op een kier laten staan om het ontstaan van een
onaangename geur te vermijden.
Binnenkant en accessoires reinigen.
Tegen vriesgevaar
Plaats de afwasmachine nooit in een ruimte waar de
temperatuur onder het vriespunt kan zakken. Mocht
dat toch het geval zijn, maak de machine dan leeg,
draai de kraan dicht, verwijder de waterafvoerslang
en laat deze leeg lopen.
Transport
Gaat u de machine verhuizen, zorgt u er dan voor dat
de machine rechtop wordt vervoerd.
ONDERHOUD
PMA04NL
49
A
MA04
C
90°
B
MA05
NEDERLANDS
De volgende knipperende alarm-informatie
verschijnt in het display (de machine start niet of
stopt tijdens het aflopen van een programma):
ALARM 6
De machine pompt niet af
De afvoerslang is geknikt.
Verwijder de knik en druk op Start.
De afvoer is verstopt.
Verwijder de verstopping en druk op Start.
De verlenging van de afvoerslang is niet korrekt.
Volg nauwkeurig de instructies voor het maken van
de afvoer en druk op Start.
De afvoer is niet belucht.
Raadpleeg een deskundige en druk op Start.
ALARM A3
De afwasmachine is geblokkeerd
De sproeiarmen kunnen niet draaien omdat ze
geblokkeerd worden door fout geplaatst servies-
goed. Maak de sproeiarmen vrij en druk op Start.
Als het alarm weer verschijnt, roep dan de service-
dienst.
ALARM A1 A2 A7
Algemeen alarm.
Druk op Start.
Wendt u zich bij aanhoudend alarm tot de service-
dienst.
De machine start niet of de afwasresultaten zijn niet
goed.
De machine neemt geen water op
Het controlelampje knippert.
De kraan is dicht.
Open de kraan en druk op Start.
De kraan geeft geen water.
Wachten tot er weer druk op de leiding staat en dan
op Start drukken.
De toevoerslang is geknikt.
Verwijder de knik en druk op Start.
Het zeefje in de toevoerslang is verstopt.
Maak het zeefje schoon, monteer het weer en druk
op Start.
De zeef is verstopt.
Maak de zeef schoon en druk op Start.
De machine start niet
De deur is niet goed dicht. Het controlelampje
Open Deur knippert.
Sluit de deur opnieuw en druk op Start.
De steker zit niet of niet goed in het stopkontakt.
Steek de steker goed in het stopkontakt.
Er staat geen spanning op het stopkontakt.
Controleer de groepzekering.
Er is een start-uitstel ingesteld.
Draai de programmaknop in de Stop-stand, om het
programma te annuleren, programmeer opnieuw
en druk op Start.
Het afwasresultaat is niet goed
De korven zijn te vol beladen.
Het serviesgoed is onjuist geplaatst.
De sproeiarmen kunnen niet draaien.
De gaatjes in de sproeiarmen zijn verstopt.
Trechter van bovenste sproeiarm is ergens mee
afgedekt.
Uiteinde van de afvoerslang steekt onder water
(in spoelbak).
De zeven zijn verstopt.
De zeven zit niet goed op hun plaats.
Verkeerd of te weinig afwasmiddel gebruikt.
SERVICEDIENST
PRA06NL
50
Een storing ligt aan een kleinigheid welke u zelf opsporen en verhelpen kunt. Wij adviseren u, vóór u de service-
dienst belt, eerst de onderstaande tabel te raadplegen.
NEDERLANDS
Verkeerd of te weinig afwasmiddel gebruikt, het is
te oud en/of te klonterig en/of van slechte kwaliteit.
De draaidop van het zoutvat zit los.
Het gekozen programma was niet geschikt voor de
aard en/of hoeveelheid van de bevuiling.
Kalkvlekken, strepen, waas op het ser-
viesgoed
Kijk in alle gevallen naar zowel het zoutvat als de
glansmiddelhouder. In beide moet voldoende aan-
wezig zijn.
Teveel geluid
Er slaan serviesdelen tegen elkaar.
Een sproeiarm stoot tegen serviesgoed.
De afwas is niet droog
Het serviesgoed is na het beëindigen van het
programma te lang in de machine gebleven.
De vuldeur is moeilijk te sluiten
De afwasmachine is niet deugdelijk waterpas
opgesteld of niet goed ingebouwd.
Kunt u de oorzaak van een storing niet zelf opsporen
en verhelpen, belt u dan de servicedienst. Houd merk
en modelnummer van uw machine bij de hand; de
servicedienst zal u erom vragen. U vindt het merk en
modelnummer op het typeplaatje van de machine. Zie
de figuur.
Veiligheidsinrichtingen tot bescherming
tegen overstroming
De machine is voorzien van twee supplementaire vei-
ligheidsinrichtingen tot bescherming tegen overstro-
ming van water, met de volgende eigenschappen:
1. Aan de toevoerslang (zie wateraansluiting); deze gaat
werken als de toevoerslang kapot gaat doordat het
de waterstroom blokkeert. Deze inrichting is ook
met afgezette machine werkzaam.
2. Op de bodem van de machine; gaat werken als
er waterlekken binnen de machine zijn. Deze
inrichting is bij functionerende machine werkzaam.
Om de machine te laten repareren moet u de service-
dienst bellen.
PRA07NL
51
Prod.No.
........
Ser. No.
.........
Mod.
........
RA01
NEDERLANDS
De inbouwnis moet de afmetingen hebben zoals in de
figuur aangegeven.De inbouwnis hoeft niet van venti-
latie-openingen voorzien te worden. Indien de nis van
een achterwand voorzien is, dan is het voldoende om
openingen te maken voor het aansluitsnoer, de toe-
voerslang en de af voerslang.
Met de stelvoeten kan de hoogte van de machine 6 cm
gevarieerd worden. Zorg ervoor dat na het in- of uit-
draaien van de stelvoeten een vrije ruimte van 2 mm
tussen bovenkant machine en onderkant aanrecht blijft.
Om het in- of uitschuiven van de machine te verge-
makkelijken, worden twee glijrails meegelverd. De
rails kunt u met een lichte druk op de stelvoeten aan-
bren gen (zie figuur).
Montage van de wasembeschermplaat
Bevestig met 4 schroeven 3,5 x 16 de wasembe-
schermplaat, zo dat lijn is met de voorrand van het
werkblad.
Onderbouw
De handelingen die u dient te verrichten om het apparaat
in te bouwen staan ook aangegeven op het bij de verpak-
king meegeleverde sjabloon. Tijdens alle werkzaamhe-
den aan de machine moet de steker uit het stopkontakt
zijn of, bij vaste aansluiting, de onderbreekschakelaar op
UIT staan.
Let op dat tijdens het in de nis schuiven van de
machine het aansluitsnoer en de slangen niet bekneld
of geknikt raken.
Montage van het decorpaneel
De machinedeur kan van een houten decorpaneel
van de volgende afmetingen voorzien worden:
Breedte 596 mm
Hoogte 594 mm maximum
Dikte 20 mm maximum
Gewicht tussen 2 en 7,5 kg maximum
Belangrijk
Overschrijd de hoogtemaat niet, daar anders de deur
niet volledig geopend kan worden (onderkant komt
dan tegen de sokkel).
Het bedieningspaneel van de machine kan aan de
hoogte van de laden in de aanrechtkastjes aangepast
worden.
Meet de hoogte van de ladefronten (A) na. Bij een
hoogte van meer dan 120 mm, moet de hoogte van
het bedieningspaneel aangepast worden. Daartoe
één of meerdere strippen onder het bedieningspaneel
afnemen.
Bevestig de strippen door middel van twee schroeven
Voorbereiden en plaatsen van het decorpanel
Meet de afstand (B) tussen
de onderkant van het be-
dieningspaneel of de daar-
onder aangebrachte strip-
pen en de markering (X) op
de machinedeur.
Teken, gerekend vanaf de
bovenkant, de gemeten
afstand op het decorpaneel
af. Plaats op de afgetekende hoogte de bevestigings-
strip met de markering (Z).
Houd gelijke afstanden links en rechts tussen de gaten
in de strip en de randen van de deur.
Teken de vier schroefgaatjes op het paneel af. Boor
met een 2 mm boortje, niet dieper dan 12 mm, de
gaatjes.
Schroef met schroeven 3,5 x 16 de strip aan het
paneel vast. Plaats het paneel op de deur, met de
stiften in de slob gaten.
Druk het paneel omhoog tegen het bedieningspaneel
of de daarop aangebrachte strippen.
ONDERBOUW-AANWIJZINGEN
PII05NL
52
818÷878
600
820÷880
II31
596
555
575
max.
max.
0 ÷ 60mm
II07
II20
600 mm
600 mm
II25
II04
A
A
B
Z
X
=
=
550
B
2
1
II22
NEDERLANDS
Doe de deur open en
schroef hem van binnenuit
vast met twee schroeven 4
x 40.
Bevestiging aan het aanrechtblad
Steek de twee meegelega-
ten beugeltjes (A) in de
gaten bovenaan de machi-
nevoorkant en draai ze een
kwartslag.
Schroef de beugeltjes met
schroeven 3,5 x 16 vast
aan het aanrechtblad.
De beugeltjes moeten in lijn zijn met de twee sleufga-
ten in de beschermplaat onder het aanrechtblad.
Belangrijk. Om te voorkomen dat de machine alsnog
voorover kan kiepen, moet van tevoren ervoor gezorgd
worden dat het aanrechtblad stevig aan de muur en/of
de keukenkastjes bevestigd is.
Tussen binnen- en buitenwanden van de machine
bevinden zich meerdere onderdelen. Daarom mag u
beslist niet in de zijnwanden boren of schroeven.
Gewichtsverdeling van de deur
Afhankelijk van het gewicht
van het decorpaneel, kan het
noodzakelijk zijn om de
deurbalans opnieuw in te
stellen. Dat doet u door
in- of uitdraaien van de twee
schroeven in de sokkel.
De deur is in balans als hij op een willekeurige stand
blijft staan.
Belangrijk. De deur kan niet meer gebalanceerd wor-
den als het gewicht van het decorpaneel meer dan
7,5 kg is.
Uitlijnen
Let erop dat de deur perfect opent en sluit. Verdraai
daartoe eventueel de voorste stelvoetjes.
Aanpassen van de plint
Om de deur volledig te kun-
nen openen, moet eventueel
de plint van de nis aange-
past worden.
Via de hoogte (a) en de diepte (b) in de tekening,
vindt u de uitzaagmaat 600 mm breed bij (X) mm
hoog voor de plint ter plaatste van de machine.
PII06NL
53
II10
1
2
A
90°
II18
A
II08
II40
a
b
II15
170 160 150 140 130 120110 100
136 131 125 118 110 100 93 85
135 131 125 118 110 102 92 85
137 132 125 118 110 102 94 85
138 134 128 120 110 104 95 85
139 130 124 115 105 98 88
138 129 120 110 100 90
135 125 115 105 95
/
/ /
/
40
50
60
70
80
90
100 / /
Hoogte (a)*
Diepte (b)*
X
X
600 mm
Uitsnijding uit de plint
(*) mm
NEDERLANDS
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Juno JSI6961W Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor