Juno JSV5561 Handleiding

Type
Handleiding
Geschirrspüler
Lave-vaisselle
Afwasmachine
Dishwasher
JSV 5561
Gebrauchsanweisung
Mode d’emploi
Gebruiksaanwijzing
Instruction booklet
AFMETINGEN Breedte 59,6 cm
Hoogte 81,8 ÷ 87,8 cm
Maximale diepte 55,5 cm
Maximale diepte bij open deur 115 cm
LICHTSPANNING / FREQUENTIE 220-230 V /50 Hz
OPGENOMEN MOTORVERMOGEN 200 W
OPGENOMEN VERMOGEN VERWARMINGSELEMENT 2800 W
AANSLUITWAARDE 3000 W
WATERLEIDINGDRUK Minimum 5 N/cm
2
Maximum 80 N/cm
2
AANTAL IEC STANDAARD COUVERTS 12
WATERVERBRUIK 20 l
ENERGIEVERBRUIK 1,5 kWh
Dit apparaat voldoet aan de volgende richtlijnen van de Europese Gemeenschap:
- 73/23/EG van 19/02/73 (Laag spanning) en daaropvolgende wijzigingen;
- 89/336/EG van 03/05/89 (Elektromagnetische compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen.
PID13NL
30
INHOUD
TECHNISCHE GEGEVENS
Waarschuwingen en belangrijke adviezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 31
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 32
Plaatsen, waterpas stellen, waterafvoer, wateroevoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 32
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 32
Het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 33
Het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 33
Waterontharder, vullen van het zoutvat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 34
Gebruik van het glansmiddel en van het afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 35
Beladen van de korven, gebruik van de korven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 36
Praktische tips voor het afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 37
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 38
Volgorde van handelingen bij het afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 39
Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 40
Het reinigen van de afvoerzeven en van de bodemzeef, het reinigen van de binnen- en buitenkant
van de machine. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 40
Langere tijd buiten gebruik, tegen vriesgevaar, transport. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 40
Herstel van eenvoudige storingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 41
Inbouw. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Biz. 42
NEDERLANDS
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat
behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of
verkocht worden, of zou het apparaat in het huis
van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de
nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en
de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen
beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en
andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen
te hebben, alvorens u het apparaat installeert
en/of in gebruik neemt.
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het
apparaat heby vastgesteld, meldt u dit dan, vóór u
het apparaat installeert en/of in gebruik neemt, di-
rect aan uw leverancier.
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het ge-
bruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinde-
ren het apparaat te laten bedienen of als speelgoed
te laten gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit ap-
paraat of de eigenschappen daarvan te verande-
ren.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elek-
trische huisinstallatie ten behoeve van de installatie
van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe
bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de water-
toe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het ver-
plaatsen het apparaat niet op het aansluitsnoer
staat.
Schakel, tenzij de gebruiksaanwijzing anders aan-
geeft, het apparaat na gebruik volledig uit en draai
de watertoevoerkraan dicht. Het verdient aanbeve-
ling om het apparaat door middel van een tegen
barsten beveiligde toevoerslang op de waterkraan
aan te sluiten. Een stijve polyethyleen slang is
barstbestendig.
Tenzij de gebruiksaanwijzing anders vermeldt, mag
tijdens het in werking zijn de vuldeur niet geopend
worden; mocht dat onverhoopt toch gebeuren,
schakel het apparaat dan voortijds geheel uit, even-
tueel door de steker uit de wandcontactdoos te ne-
men.
Raak het verwarmingselement niet aan tijdens of
direct na het afwerken van het programma.
Indien het installatievoorschrift aangeeft dat het ap-
paraat aan het keukenmeubel moet worden vastge-
schroefd dan moet u zich daaraan houden om te
voorkomen dat het voorover kiept als de beladen
onderkorf op de deur staat.
Sluit na gebruik altijd direct de vuldeur, teneinde te
voorkomen dat iemand over de openstaande deur
struikelt.
De afwasautomaat is bedoeld en gemaakt voor het
afwassen van huishoudelijk kook-, eet- en drinkge-
rei. Attributen welke bevuild zijn met verf, chemica-
liën, agressieve zuren en dergelijke, mogen niet in
de afwasautomaat.
Tenzij de fabrikant van het betreffende artikel uit-
drukkelijk aangeeft dat het afwasmachine-besten-
dig is, mogen niet in de afwasautomaat: hout, arti-
kelen met houten grepen, artikelen met gelijmde
delen, brons, aluminium, kristalglas, gelood glas,
gedecoreerd porcelein en plastics.
Door chemische reactie kan zilver reageren met be-
stek wat uit ijzer bestaat; u doet er verstandig aan
zilverbestek niet samen met ijzerbestek in de ma-
chine af te wassen, teneinde te voorkomen dat het
zilver lelijk wordt of gaat pitten.
Tracht in geval van een storing of defect, dit appa-
raat niet zelf te repareren. Reparaties welke door
niet deskundige personen uitgevoerd worden, kun-
nen tot schade of letsel leiden.
Afdanken
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van
het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet,
onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder de
deursluiting.
Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat
ophaalt of waar u het moet bezorgen, teneinde er
zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig ver-
schrot wordt.
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
PAV01NL
31
NEDERLANDS
Plaatsen
Plaats de machine zo dicht mogelijk bij een waterkraan
en een afvoermogelijkheid
Dit model is bedoeld voor inbouw.
De aanwijzingen hiervoor vindt u in het betreffende
hoofdstuk.
Waterpas stellen
Stel de machine zo goed mogelijk waterpas op, het-
geen een goede sluiting en waterdichtheid van de
deur bevordert.
Dat doet u door het in- of uitdraaien van één of twee
van de vier verstelbare voetjes.
Waterafvoer
De waterafvoerslang kan op de volgende manieren
gemonteerd worden:
In de afvoer van een spoelbak door middel van een
aangesloten slang.
In een standpijp uit de vloer of uit de muur.
De slang moet belucht zijn. Dat wil zeggen dat de bin-
nendiameter van de pijp groter moet zijn dan de bui-
tendiameter van de slang. Wij adviseren een binnen-
diameter van 4 cm.
In elk geval mag het uitstroomeind van de slang zich
niet lager dan 30 cm en niet hoger dan 100 cm van de
vloer waarop de machine staat bevinden.
De slang kan vanuit de machine zowel naar links als
naar rechts worden gelegd.
De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, want dat
zou de waterstroom kunnen belemmeren. De slang
mag worden verlengd tot een totale lengte van 2 me-
ter. Het verlengstuk moet dezelfde diameter hebben
en de koppeling moet passen.
De verlengde slang legt u vanuit de machine over de
vloer en pas bij de afvoermogelijkheid omhoog.
Watertoevoer
Wij adviseren u echter koud water te gebruiken.
De slangwartel van de toevoerslang sluit u aan op
een kraan met 3/4” schroefdraad, of op een watertoe-
voer met snelaansluiting (press block).
De slang is voorzien van
een veiligheidsinrichting om
de waterstroom te stoppen
als de interne slang vanwege
slijtage stuk gaat. Het defect
wordt door middel van het
naar buiten komen van het
rode staafje in het venster
(B) aangegeven.
In dit geval moet u de waterkraan sluiten een de slang
uitwisselen.
Draai de slangwartel (A) stevig vast om waterlekken
te voorkomen.
De slang mag niet geknikt kunnen raken, om de water-
stroom niet te belemmeren of vertragen.
Zie erop toe dat de waterleidingdruk niet de bij de
technische gegevens vermelde waarde overschrijdt.
De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, want dat
zou de waterstroom kunnen belemmeren.
Belangrijk:
De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, ook niet
tijdens het op z’n plaats schuiven van de machine.
De slang mag niet verlengd
worden. U kunt echter wel
een langere, complete en
voor dit doel gemaakte
slang kopen.
Elektrische aansluiting
De machine is gemaakt voor 220-230V met een
frequentie van 50Hz. Het gebruik op 60Hz (verhuizing
naar dienovereenkomstig land) is uitgesloten, daar de
machine met synchroonmotoren uitgerust is.
De aansluitwaarde is circa 3,00 kW, hetgeen een
groepzekering van minimaal 16A vereist.
De machine is voorzien van een 3-aderig aansluit-
snoer en een steker met aardcontacten.
De steker mag u alleen plaatsen in een stopcontact
met (aangesloten en functionerende) aardcontacten.
De aardverbinding dient deugdelijk te zijn.
Het stopcontact dient altijd bereikbaar te zijn, ook nadat
de machine onder- of ingebouwd is.
Indien het aansluitsnoer te kort blijkt te zijn, laat dan
de installateur het betreffende stopcontact verplaatsen
of een langer, op de aansluitwaarde van de machine
aangepast, aansluitsnoer aan de machine monteren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of
letsel, ontstaan door het niet voldoen aan deze
veiligheidsvoorschriften.
INSTALLATIE
PIN09NL
32
min 30 cm
max 100 cm
max 100 cm
+ 2 m max
min 4 cm
Ø 21
Ø 18
Ø 18
Ø 21
CS01
B
A
CA01
CA06
NEDERLANDS
BEDIENINGSELEMENTEN
Op dit apparaat, bestemd voor inbouw, zijn de bedie-
ningselementen boven aan de deur geplaatst. Om een
programma te kiezen, moet men de deur op een kier
laten staan.
Om de verschillende fases van de afwasprogram-
ma's te kunnen volgen is het apparaat voorzien van
geluidssignalen.
Kort geluidssignaal betekent "opdracht geaccep-
teerd"
Nadat u op een willekeurige knop gedrukt heeft, laat
een kort geluidssignaal u weten dat het apparaat het
gegeven bevel geaccepteerd heeft.
Lang geluidssignaal betekent "uitvoering programma"
Een lang geluidssignaal dat ongeveer een seconde
duurt, slechts hoorbaar wanneer u de deur van de
afwasmachine dichtdoet, betekent dat het apparaat
begonnen is het afwasprogramma af te lopen.
Intermitterend geluidssignaal betekent "einde pro-
gramma"
Een intermitterend geluidssignaal dat vijf seconden
duurt, waarschuwt u dat het apparaat klaar is met het
afwasprogramma.
Indien u deze geluidssignalen wenst uit te schakelen
dient u tegelijkertijd de knoppen 65° en 55°
gedurende circa 3 seconden ingedrukt te houden tot
het intermitterende geluidssignaal verdwijnt.
Om de geluidssignalen weer in te schakelen, drukt u
weer tegelijkertijd op de twee knoppen gedurende 3
seconden tot u het geluidssignaal weer hoort.
1. «AAN/UIT» toets
Druk op deze toets om het apparaat in te schakelen.
Het controlelampje (3) licht op om aan te geven
dat de afwasmachine onder spanning staat.
Druk opnieuw op deze toets om het apparaat uit te
schakelen aan het einde van het afwasprogramma of
in noodgevallen.
2. Controlelampje zout navullen
Indien dit lampje brandt, geeft het aan dat het zoutvat
nagevuld moet worden.
3. Controlelampje toevoer elektriciteit
Bij indrukken van toets (1) licht het lampje op om
aan te geven dat de afwasmachine onder spanning
staat.
4. Programmakeuze-toetsen
Druk op de toets die bij het door u gekozen afwaspro-
gramma hoort; zie hiervoor de aanwijzingen op de ta-
bel met afwasprogramma's op de volgende bladzij-
den. Het controlelampje van het gekozen programma
begint te knipperen.
5. Controlelampje einde programma
Begint te knipperen wanneer het apparaat met het af-
wasprogramma klaar is.
Om het lampje te doven dient u slechts het apparaat
uit te schakelen door op de AAN/UIT toets (1) te
drukken.
HET GEBRUIK
PPC13NL
33
1
2
3
4
5
Het bedieningspaneel
SO111
NEDERLANDS
Waterontharder
Leidingwater bevat kalk. Hoe meer kalk, hoe harder
het water. Kalk zet zich in de vorm van vlekken op het
vaat- en glaswerk af.
Uw nieuwe machine is uitgerust met een automatisch
werkende waterontharder, die gevuld wordt met spe-
ciaal-zout voor afwasmachines.
De ontharder kan leidingwater tot 50°dH (graden
hardheid op de Duitse schaal) zodanig ontharden dat
het voor de machine geschikt is.
Voor het gemak worden de hardheid-bereiken in vijf
stappen opgedeeld.
Wij adviseren u om bij het waterleidingbedrijf te infor-
meren hoe hard het aan u geleverde water is.
In de hierna volgende tabel leest u hoe u, éénmalig,
de instellingen moet doen:
*
De fabrieksinstelling is stap 2.
**
Bij gebruik van laag-alkalische afwasmiddelen welke enzymen bevatten,
adviseren wij u regenereerzout vanaf een waterhardheid van 4° dH in de
zouthouder te doen.
U kunt door middel van de keuzeprogramma-toetsen
ook een stap kiezen die verschilt van de door de fabri-
kant ingestelde stap.
Elke toets komt overeen met een stap:
Stap 1 = Programmatoets (Voorspoelen)
Stap 2 = Programmatoets 65° Intensief)
Stap 3 = Programmatoets 65° (Normaal)
Stap 4 = Programmatoets 55° (Economisch)
Stap 5 = Programmatoets 55° (Snelwas)
Ga als volgt te werk bij het instellen van een nieuwe stap:
- Druk gedurende ca. 5 sec. tegelijkertijd op de
programmatoetsen 65° en 55° totdat u het
korte geluidssignaal "opdracht geaccepteerd" hoort.
Het overeenkomstige controlelampje knippert zeer
snel.
- Druk op de programmatoets van de nieuwe door u
gekozen stap.
- Na het indrukken van een programmatoets heeft de
afwasmachine 5 sec. nodig om de nieuwe stap in
haar geheugen op te slaan. Daarna keert zij weer
terug naar de programma-instelling.
Noot. Vanaf stap 2 moet zout gebruikt worden.
Is de hardheid van het leidingwater binnen het bereik
van stap 1, dan hoeft u geen zout te gebruiken.
Vullen van het zoutvat
Het zoutvat mag u uitsluitend met speciaal-zout voor
de afwasmachine vullen.
Andere zoutsoorten bevatten stoffen welke schadelijk
voor de ontharder zijn.
Trek de onderste korf uit de machine en draai de
schroefdop van het zoutvat.
Vul het zoutvat met water. Dit is slechts de eerste
keer nodig.
Vul, door middel van de meegeleverde trechter, het
zoutvat met circa 1,5 - 1,8 kg speciaal-zout.
Verwijder gemorst zout van
de schroefdraad en draai
de dop weer op het zoutvat.
Bij zout navullen vult u het
zoutvat eenvoudig met spe-
ciaal-zout op tot het vol is.
Om u eraan te herinneren dat u moet navullen, brandt
het lampje.
Het zoutvat bevat altijd water. Het is normaal dat tijdens
het zout bijvullen het water overloopt.
Noot: Het speciale lampje “zout navullen” op het bedie-
ningspaneel blijft, als de afwasmachine ingeschakeld is,
nog 2 à 6 uur branden, nadat het zout is bijgevuld. Bij
gebruik van langzaam smeltend zout kan het nog langer
duren. Dit heeft echter geen negatieve invloed op de
werking van het apparaat.
Noot. Vullen of navullen doet u direct voor het starten
van een volledig afwasprogramma (met uitzondering
van het voorspoelprogramma).
Daarmee voorkomt u dat op de bodem gemorst zout
en overgelopen zout-water het materiaal van de ma-
chine aantast.
PAA07NL
34
Stap °dH
Duitse
schaal
°TH
Franse
schaal
PPM
(parts per
Million)
Zout
gebruiken
Waterhardheid
1
* 2
3
4
5
0-4
5-21
22-28
29-39
40-50
0-7
8-39
40-50
51-70
71-90
0-140
141-390
391-500
501-700
701-900
** NEE
JA
JA
JA
JA
SO110
SALE
SALT
SALZ
SEL
SR06
NEDERLANDS
PBR02NL
35
Gebruik van het glansmiddel
Het glansmiddel is een «waterontspanner».
Het wordt, automatisch, vóór het drogen aan het
spoelwater toegevoegd.
De glansmiddelhouder, in de binnendeur, heeft een
inhoud van circa 110 ml. Dat is, al naar gelang de do-
seer-instelling, voldoende voor 16 tot 40 afwasbeur-
ten.
Vullen van de glansmiddelhouder
Draai de dop (A) van de houder linksom.
Giet het glansmiddel in de houder tot de indicator (B)
geheel donker (vol) is (tot streepje max).
Draai de dop weer op de houder.
Verwijder eventueel gemorst glansmiddel van de hou-
der of de binnendeur. Glansmiddel veroorzaakt
schuimvorming als het in het afwasproces terecht-
komt.
Wanneer de indicator lichter wordt, dient u glansmid-
del bij te vullen (ca. 70-80 ml), tot aan het streepje
max.
Dosering
De instelling van de dosering is afhankelijk van de be-
reikte glans en van het droogresultaat. In de vulope-
ning van de glansmiddelhouder vindt u een zes-stan-
den regelschijfje en de markeringen 1 tot 6 (stand 1 is
laagste, stand 6 hoogste dosering).
Het beste is met stand 3 te beginnen.
Het schijfje (C) kunt u met een schroevendraaier of
een mes verdraaien.
Verhoog de dosering als
op het serviesgoed drup-
pels of druppelvlekken
achterblijven. Verlaag de
dosering als het servies-
goed witte, kleverige stre-
pen vertoont.
Gebruik van de afwasmiddelhouder
Gebruik uitsluitend poeder-, tablet of gelvormige
afwasmiddelen welke voor het afwassen in de ma-
chine gemaakt zijn.
Met uitzondering van het voorspoelprogramma doet
u, vóór u de machine start, afwasmiddel in het vakje
van de afwasmiddelhouder, dat zich in de vuldeur be-
vindt.
Zou het klepje gesloten zijn, dan opent u dit door aan
het palletje (D) te trekken.
Aan de binnenkant van de
houder staan twee dose-
ringen aangegeven:
- MIN = 15 ml
- MAX = 30ml
De hoeveelheid is afhankelijk van de aard en de mate
van vervuiling van het serviesgoed.
In het programma overzicht geven wij u enkele
adviezen voor de hoeveelheid in grammen.
Nadat u de afwasmiddelhouder gevuld heeft, doet
u het klepje weer dicht.
Voor een programma met
voorspoelen dient u naast
het afwasmiddel in de
houder ook een kleine
hoeveelheid afwasmiddel
op het klepje te strooien
(ca 5 g = 1/2 eetlepel of
10 g = 1 eetlepel voor het
Intensief programma).
Het klepje zal, tijdens het in werking zijn, automatisch
en op het juiste moment openen. Na de afwas staat
het klepje dus open, klaar voor een volgende keer
vullen.
Daar was- en afwasmiddelen regelmatig veranderen,
adviseren wij u ook te lezen wat de fabrikant van het
afwasmiddel op z’n verpakking schrijft.
Te weinig doseren veroorzaakt een slecht afwasresul-
taat.
Fosfaatvrije, geconcentreerde afwasmiddelen
De concentratie en de werkingswijze van de verkrijg-
bare afwasmiddelen zijn verschillend. Lees daarom
aandachtig wat de fabrikant van het afwasmiddel over
de dosering op z’n verpakking schrijft.
Bij het gebruik van fosfaatvrije, geconcentreerde af-
wasmiddelen is het van groot belang dat de automati-
sche waterontharder in uw afwasmachine goed werkt.
AIs de ontharder niet goed werkt ontstaan kalkvlek-
ken op het serviesgoed.
Daarom moet u bij gebruik van deze afwasmiddelen
ook bij zacht water (water van minder dan 4° dH) re-
genereerzout in de zouthouder doen.
6
5
4
3
2
1
6
5
3
2
1
C
B
BR04
A
D
MIN
MAX
DE07
DE02
Teveel doseren brengt geen beter resultaat, is
slechts een onnodige verspilling en een extra belas-
ting voor het milieu.
NEDERLANDS
PCE09NL
36
Beladen van de korven
Trek de korven naar buiten om ze te beladen.
Vóór het plaatsen in de korven moet het serviesgoed
ontdaan worden van grove resten, zoals botjes, gra-
ten, tandenstokers, groente- en vleesresten en fruit-
schillen.
Daarmee voorkomt u verstoppen van de zeven en be-
vordert u een optimale reiniging.
Gebruik van de onderste korf
In de onderste korf kunt u pannen, deksels, borden
(tot 27 cm diameter), schalen en bestek kwijt. Plaats
ze naar het voorbeeld in de volgende figuren.
Dienschalen en grote deksels zo veel mogelijk aan de
rand van de korf en er op toezien dat de bovenste
sproeiarm niet belemmerd kan worden.
Bestek in het speciale bestekmandje, met de grepen
naar beneden. Is een greep zo dun dat hij door het
mandje heen steekt, dan dat bestek met de greep
naar boven.
In het betreffende vak, aan
weerskanten van de korf,
legt u lepels, dessertlepels,
messen en ander kleinbe-
stek.
Lepels zoveel mogelijk tus-
sen ander bestek in plaat-
sen, om te voorkomen dat
ze aan elkaar kleven.
Was zilver bestek niet tegelijkertijd met andere metalen.
U klapt de tanden neer door
ze voorzichtig omhoog te
trekken en dan te laten val-
len (zie figuur); u zet ze
weer op door ze verticaal te
plaatsen.
Gebruik van de bovenste korf
De bovenste korf is hoofdzakelijk bedoeld voor kop-
jes, schoteltjes, dessertbordjes, kleine borden (max.
24 cm diameter) en glazen. Glazen met lange steel
kunnen in het hoge gedeelte opgehangen worden.
Erg kleine voorwerpen welke gemakkelijk door de korf
kunnen vallen, kunt u beter niet in de machine afwas-
sen.
IEC 436 / DIN 44990
UI05
UI19
IEC 436 / DIN 44990
US13
US12
UI03
UI18
NEDERLANDS
PCL08NL
37
Voor een goed resultaat
Potten, pannen, kopjes, glazen en dergelijke altijd met
de opening naar beneden.
In principe plaatst u alles scheef in de korven opdat
het afwaswater niet langs maar op en in het servies-
goed gesproeid wordt.
Aangekoekte en aangebrande pannen moeten eerst
afgespoeld worden.
Lange messen en lepels horizontaal, bij voorkeur in
de bovenste korf.
Hoe minder het serviesgoed tegen elkaar staat, hoe
beter het afwasresultaat.
Staat er echter heel licht, bijvoorbeeld kunststof, ser-
viesgoed tussen, probeer dan een zodanige opstelling
dat de lichte stukken niet van hun plaats gesproeid
kunnen worden.
Water-, tijd- en energiebesparing
Het is niet nodig om normaal vuil serviesgoed en be-
stek eerst onder de stromende kraan voor te spoelen.
Plaats, na de maaltijd alles meteen in de machine en
kies eventueel een het voorspoelen - programma (zie
het programmaoverzicht). Dat maar zorgt ervoor dat
de resten alvast wat weggespoeld worden. Zet alleen
een goed gevulde machine in werking.
Kies alleen een economisch programma als de ma-
chine niet vol is en/of het serviesgoed nauwelijks vuil
is. Raadpleeg daarvoor de aanwijzingen in de tabel
(Economisch-programma, Snelwas).
Niet alles is geschikt voor machinaal
afwassen
Tenzij de fabrikant van het artikel anders aangeeft,
zijn de volgende artikelen in de regel niet voor machi-
naal afwassen geschikt:
Bestek met houten of hoornen aangelijmde grepen.
Houten borden en schalen, ongeglazuurd aarde
werk en handbeschilderd porcelein. Decoraties op
porcelein kunnen vervagen of verdwijnen.
Kristal en kunststof.
Indien niet uitdrukkelijk door de fabrikant aangegeven
is dat het artikel afwasmachinebestendig is, kunt u het
beter met de hand afwassen. Mocht u ze toch in de
machine willen wassen, plaats ze dan in de bovenste
korf en kies een snel programma.
Na vele keren in de machine afwassen kunnen som-
mige glassoorten mat worden.
Zilver bestek kan uitstekend in de machine afgewassen
worden, onder voorbehoud dat het tijdens het afwas-
sen niet met andere metalen in aanraking kan komen.
IJzer of gietijzer kan roest veroorzaken, waardoor an-
dere voorwerpen verkleuren.
Aluminium verkleurt.
Koper, tin en messing kunnen vlekken gaan vertonen.
Bij aankoop van nieuw serviesgoed
Onder glazuur gebakken motiefjes op serviesgoed
van porselein of aardewerk kunnen in de machine ge-
wassen worden, terwijl op glazuur gebakken motiefjes
op jen duur verbleken.
Ook goudversieringen kunnen tegenwoordig in de
machine. Zij moeten wel van een garantiemerk van
de fabrikant voorzien zijn.
Kies altijd serviesgoed met een vlakke bodem, zodat
er geen water in kan blijven staan (glazen, kopjes,
kommen...).
Belangrijk.
Let u er vooral op dat de
trechter, in het midden
van de korf, niet afgedekt
wordt.
Regeling hoogte bovenste korf
Mocht u erg grote borden willen afwassen (diameter
tussen 27-31 cm.), dan kunt u deze in de onderste
korf plaatsen, nadat u de bovenste korf hoger ge-
plaatst heeft.
Ga als volgt te werk:
- haal de korf eruit;
- trek de korf door middel
van de twee handgrepen
aan de zijkant omhoog.
Om de korf weer op de la-
ge stand te plaatsen, dient
u de twee handgrepen aan
de zijkant nog meer naar
boven te trekken om de
korf vervolgens onder begeleiding naar beneden te
laten zakken.
PRAKTISCHE TIPS VOOR HET AFWASSEN
US16
US16
Probeer, vóór u de machine inschakelt, of beide
sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
RC04
NEDERLANDS
PTP13NL
38
2
afgestreken
dessert-
lepels
(20 g)
2
afgestreken
dessert-
lepels
(20 g)
2
afgestreken
dessert-
lepels
(20 g)
1
afgestreken
dessert
lepel
(10 g)
Halve
dessert-
lepel
(circa 5 g)
Halve
dessert-
lepel
(circa 5 g)
/
/
/
1 volle
dessert
lepel
(15 g)
Programma
Soort
Aard en hoeveelheid
van vervuiling
Toetsen
indrukken
in
houder
op
houder
Programma-
beschrijving
Voorspoelen 55°C
65°C afwassen
2 x koud spoelen
1 x 65°C spoelen
Drogen met hete lucht
Koud voorspoelen
55°C afwassen
1 x koud spoelen
1 x 55°C spoelen
Drogen met hete lucht
Koud voorspoelen
65°C afwassen
1 x koud spoelen
1 x 65°C spoelen
Drogen met hete lucht
55°C afwassen
1 x koud spoelen
1 x 55°C spoelen
Koud spoelen (om te
voorkomen dat de
voedselresten opdr-
ogen).
Afwasmiddel
Verbruik
***
Voor
gemengd
serviesgoed
en
pannen
Dit programma is voor normaal tot aanzienlijk
bevuilde afwas, met name moeilijk verwijder-
bare voedselresten zoals spaghetti, rijst,
griesmeel, aardappelen,
eieren, sauzen en gebraden vlees.
Voor een normaal afwas met niet
opgedroogde en geen zetmeel bevattende
voedselresten (zoals spaghetti, rijst,
griesmeel, aardappelen, eieren, sauzen en
gebraden vlees).
Sterk bevuild serviesgoed met aangekleef-
de voedselresten, zoals pasta, rijst,
griesmeel, aardappelen, eieren, sauzen en
gebraden vlees.
Dit programma is speciaal bedoeld voor
nauwelijks bevuilde afwas, bijvoorbeeld
na veel visite of feestje. Het is niet
bedoeld voor moeilijk verwijderbare voed-
selresten. Er wordt niet heet gedroogd.
De machine is niet vol, waardoor de afwas
pas na pas na een volgende maaltijd ge-
daan wordt. U gebruikt geen wasmiddel.
Voor
gemengd
serviesgoed
Voor
gemengd
serviesgoed
*
Normaal
Programma 65°
Economisch
Programma
55°
Intensief
Programma
65°
**
Snelwas
55°
Koud
Voorspoelen
Programma-overzicht
Dit is het norm-programma volgens IEC 436/DIN 44990.
-
*
Normaal Programma met voorspoelen;
- Capaciteit: 12 standaard couverts
- Aanbevolen hoeveelheid reinigingsmiddel: 20 g in houder
5 g op houder
**
Dit is een bijzonder programma bedoeld om binnen korte tijd (ongeveer 40 min.) een volle lading, bestaande uit borden, glazen en nauwelijks bevuild
serviesgoed (met uitzondering van pannen) te spoelen waarna het weer snel opnieuw kan gebruikt. Aangezien het om een snel-programma gaat, wordt er niet gedroogd.
***
Deze gegevens zijn afhankelijk van de druk en temperatuur van het leidingwater en van de spanningsveranderingen, waardoor ze slechts als richtlijn gelden.
Programma-
duur in
minuten
Stroom-
verbruik
in kWh
Water-
verbruik
in liter
12
0,1
10
25
20
20
17
1,5
1,2
1,0
70
66
40
1,9
80
65°
65°
55°
55°
NEDERLANDS
Volgorde van handelingen bij het
afwassen
1 Controleer of de zeven schoon zijn
(zie het hoofdstuk “Onderhoud”)
2 Controleer of zout en glansmiddel
aanwezig zijn
(zie het betreffende hoofdstuk)
3 Vullen van de korven
Verwijder grove resten uit schalen en van borden.
Trek de onderste korf naar voren en plaats daarin
pannen, schalen, grote borden en bestek.
Trek de bovenste korf naar voren en plaats daarin
kleine borden schoteltjes, kopjes en glazen.
Schuif de korven terug in de machine en controleer of
beide sproeiarmen vrij kunnen draaien.
4 Vullen van de afwasmiddelhouder
Strooi of giet de juiste hoeveelheid afwasmiddel (zie
programma-overzicht) in het vakje van de afwasmid-
delhouder.
5 Programma kiezen
Om een programma te kiezen, moet men de deur op
een kier laten staan.
Druk op de AAN/UIT-toets ; het controlelampje
lichtnet licht op.
Druk op de toets van het
door u gekozen waspro-
gramma; het lampje dat bij
dit programma hoort, gaat
nu knipperen.
6 Begin het programma als volgt
Open de waterkraan.
Sluit de deur. Een geluidssignaal van ca. 1 sec. geeft
aan dat het apparaat met het gekozen programma
begonnen is; het controlelampje van het programma
licht op.
Wilt u op een gegeven ogenblik het wasprogramma
onderbreken, druk dan op de AAN/UIT-toets.
Druk op dezelfde toets om het apparaat weer in te
schakelen; het apparaat herneemt het programma
vanaf de onderbreking.
7 Machine is klaar
De machine stopt automatisch.
Een intermitterend geluidssignaal dat ca. 5 sec. duurt,
waarschuwt u dat het apparaat klaar is met het afwas-
programma: het controlelampje einde programma be-
gint te knipperen.
Druk op de AAN/UIT-toets om de afwasmachine uit te
schakelen.
Sluit de waterkraan.
Wacht een paar minuten met het uitnemen omdat
alles zeer warm is en het beter droogt wordt.
Om te voorkomen dat, door het bewegen, druppels uit
de bovenste korf op serviesgoed in de onderste korf
vallen, adviseren wij om eerst de onderste korf naar
buiten te trekken en te legen.
Belangrijk
In principe is het af te raden om de deur te openen als
de machine in werking is. Gebeurt dat toch, dan zal
een veiligheidsschakelaar ervoor zorgen dat de ma-
chine direct stopt.
8 Annuleren van een programma
Om een aflopende programma te annuleren, drukt u
gedurende circa één sec. op de toets van dit pro-
gramma totdat het bijbehorende controlelampje dooft.
Het ingestelde programma is nu geannuleerd en een
nieuw programma kan gekozen worden.
PSO11NL
39
SO112
NEDERLANDS
Het reinigen van de afvoerzeven
(Na iedere afwasbeurt)
De zeven (B) en (C) controleren en onder de stro-
mende kraan reinigen. Eventuele voedselresten met
een borsteltje verwijderen.
Dit zeven-setje tilt u daartoe aan het trechtertje om-
hoog (het zit licht vastgeklikt).
Dan drukt u de twee vleugeltjes (D) naar elkaar toe
om zo het grove filter uit het fijne filter te trekken.
Na het reinigen klikt u het setje weer in de machi-
nebodem terug.
Het reinigen van de bodemzeef
(Elke maand)
De bodemzeef (A) onder stromend water afborstelen.
Deze zeef verwijdert u door eerst de onderste
sproeiarm te verwijderen; daartoe de vleugeltjes (E)
indrukken.
Dan draait u de bevestiging (F) linksom en tilt u de
zeef uit de bodem.
Na het reinigen in omgekeerde volgorde weer terug-
plaatsen.
Belangrijk:
Gebruik de machine nooit zonder de zeven. Zorg
er bovendien voor dat de zeven correct op hun
plaats zitten.
Het is belangrijk de zeven te reinigen om een goe-
de werking van de machine te garanderen.
Het reinigen van binnen- en buitenkant
van de machine
(Naar behoefte)
Reinig af en toe de rubberen dichtingen van de deur
en de klepjes van de afwas- en glansmiddelhouder
met een vochtige doek (gebruik geen schoonmaak-
middelen).
Overtuig u er af en toe van dat de gaatjes in de
sproei-armen niet verstopt zijn.
Verwijder de onderste sproei-arm door de twee vleu-
geltjes, die zich aan de zijkanten bevinden, in te druk-
ken. Om de gaatjes van de bovenste sproei-arm te
reinigen, trek de bovenste korf naar buiten; op die
manier kunt u de sproei-arm makkelijk bereiken. Wilt
u hem verwijderen, neem dan de middentrechter uit
door de twee vleugeltjes in te drukken en schroef de
bevestiging los. Reinig de sproeiarm en plaats hem
terug.
De machine nooit zonder sproei-armen laten func-
tioneren!
Doe één of twee keer per jaar een volledige afwas-
beurt zonder afwas in de machine, maar wel met een
beetje afwasmiddel. Er zijn voor het reinigen van de
machine ook speciale reinigingsmiddelen te koop.
De buitenkant van de machine, voor zover bereikbaar,
kunt u naar behoefte reinigen met lauwwarm water en
een neutraal huishoudschoonmaakmiddel dat niet
krast. Geen oplosmiddelen gebruiken.
Langere tijd buiten gebruik
Wordt de machine voor langere tijd niet gebruikt, dan:
Kraan dichtdraaien.
Steker uit het stopcontact nemen.
Deur op een kier laten staan om het ontstaan van een
onaangename geur te vermijden.
Binnenkant en accessoires reinigen.
Tegen vriesgevaar
Plaats de afwasmachine nooit in een ruimte waar de
temperatuur onder het vriespunt kan zakken. Mocht
dat toch het geval zijn, maak de machine dan leeg,
draai de kraan dicht, verwijder de waterafvoerslang
en laat deze leeg lopen.
Transport
Gaat u de machine verhuizen, zorgt u er dan voor dat
de machine rechtop wordt vervoerd.
ONDERHOUD
PMA01NL
40
MA13
B
C
D
MA08
MA01
F
A
E
NEDERLANDS
Een storing ligt vaak aan een kleinigheid welke u zelf
kunt opsporen en verhelpen. Wij adviseren u, vóór u
de servicedienst belt, eerst de onderstaande tabel te
raadplegen .
De machine start niet
De machinedeur is niet goed dicht.
De steker zit niet in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact
De groepzekering is defect.
De machine neemt geen water
De kraan is dichtgedraaid.
Er is geen druk op de kraan.
De toevoerslang is geknikt.
Het zeefje in de toevoer is verstopt.
De machine pompt niet af
De afvoerslang is geknikt.
De afvoermogelijkheid is verstopt.
De verlenging van de afvoerslang ligt niet goed.
De afvoer is niet belucht.
Het afwasresultaat is niet goed
De korven zijn te vol beladen.
Het serviesgoed is onjuist geplaatst.
Eén of beide sproei-armen kan (kunnen) niet draaien.
Eén of enkele gaatjes in één of beide sproei-armen is
of zijn verstopt.
Trechter van bovenste sproei-arm was ergens mee
afgedekt.
Uiteinde van de afvoerslang steekt onder water (in
spoelbak) .
Eén of meerdere zeven verstopt.
Een zeef zit niet goed op z’n plaats.
Verkeerd of te weinig afwasmiddel gebruikt, het is te
oud en/of te klonterig en/of van slechte kwaliteit.
De draaidop van het zoutvat zit los.
Het gekozen programma was niet geschikt voor de
aard en/of hoeveelheid van de bevuiling.
Kalkvlekken, strepen, waas op het
serviesgoed
Kijk in alle gevallen naar zowel het zoutvat als de
giansmiddelhouder. In beide moet voldoende aan-
wezig zijn.
Teveel geluid
Er slaan serviesdelen tegen elkaar.
Een sproei-arm stoot tegen serviesgoed.
De afwas is niet droog
Het serviesgoed is na het beëindigen van het pro-
gramma te lang in de machine gebleven.
De vuldeur is moeilijk te sluiten
De afwasmachine is niet deugdelijk waterpas opge-
steld of niet goed ingebouwd.
Kunt u de oorzaak van een storing niet zelf opsporen
en verhelpen, belt u dan de servicedienst. Houd merk
en modelnummer van uw machine bij de hand; de
servicedienst zal u erom vragen. U vindt het merk en
modelnummer op het typeplaatje van de machine. Zie
de figuur.
Veiligheidsinrichtingen tot bescherming
tegen overstroming
De machine is voorzien van twee supplementaire vei-
ligheidsinrichtingen tot bescherming tegen overstro-
ming van water, met de volgende eigenschappen:
1. Aan de toevoerslang (zie wateraansluiting); deze gaat
werken als de toevoerslang kapot gaat doordat het
de waterstroom blokkeert. Deze inrichting is ook
met afgezette machine werkzaam.
2. Op de bodem van de machine; gaat werken als
er waterlekken binnen de machine zijn. Deze
inrichting is bij functionerende machine werkzaam.
Om de machine te laten repareren moet u de service-
dienst bellen.
HERSTEL VAN EENVOUDIGE STORINGEN
PRA02NL
41
Prod.No.
........
Ser. No.
.........
Mod.
........
RA01
NEDERLANDS
De inbouwnis moet de afmetingen hebben zoals in de
figuur aangegeven.De inbouwnis hoeft niet van venti-
latie-openingen voorzien te worden. Indien de nis van
een achterwand voorzien is, dan is het voldoende om
openingen te maken voor het aansluitsnoer, de toe-
voerslang en de af voerslang.
Met de stelvoeten kan de hoogte van de machine 6 cm
gevarieerd worden. Zorg ervoor dat na het in- of uit-
draaien van de stelvoeten een vrije ruimte van 2 mm
tussen bovenkant machine en onderkant aanrecht blijft.
Om het in- of uitschuiven van de machine te verge-
makkelijken, worden twee glijrails meegelverd. De
rails kunt u met een lichte druk op de stelvoeten aan-
bren gen (zie figuur).
Montage van de wasem beschermplaat
Laat de beschermplaat aan de voorkant met het aan-
rechtblad aanlijnen en schroef hem met vier schroe-
ven 3,5 x 16 vast.
Onderbouw
De handelingen die u dient te verrichten om het apparaat
in te bouwen staan ook aangegeven op het bij de verpak-
king meegeleverde sjabloon. Tijdens alle werkzaamhe-
den aan de machine moet de steker uit het stopkontakt
zijn of, bij vaste aansluiting, de onderbreekschakelaar op
UIT staan.
Let op dat tijdens het in de nis schuiven van de
machine het aansluitsnoer en de slangen niet bekneld
of geknikt raken.
Montage van het decorpaneel
De machinedeur kan van een houten decorpaneel
van de volgende afmetingen voorzien worden:
Breedte 596 mm
Hoogte 644 - 714 mm maximum
Dikte 20 mm maximum
Gewicht tussen 2 en 7,5 kg maximum
Belangrijk
Overschrijd de hoogtemaat niet, daar anders de deur
niet volledig geopend kan worden (onderkant komt
dan tegen de sokkel).
Het bedieningspaneel van de machine kan aan de
hoogte van de laden in de aanrechtkastjes aangepast
worden.
Boor het paneel door mid-
del van een boor Ø 2 x 12
door, volgens de ribbels
hier beneden.
Bevestig de meegeleverde
montagestrip met pennen
door middel van vier
schroeven 3,5 x 16.
Is het paneel voorzien van
een los opgezet ladefront,
bevestig het ladefront dan
aan het paneel door middel
van de twee meegeleverde
strippen en vier schroeven
3,5 x 16.
Bevestig het paneel door de twee pinnen in de gaat-
jes van de deur te steken.
Verhef het paneel tot aan
het bedieningspaneel: de
eventueel aangebrachte
bevestigingsstrippen voor
een ladefront vallen auto-
matisch in de daarvoor be-
stemde uitsparingen in de
machinedeur.
ONDERBOUW-AANWIJZINGEN
PII09NL
42
818÷878
555
596
600
820÷880
II28
max
0 ÷ 60mm
II07
II20
600 mm
600 mm
II25
II19
**
550
30
172
596 max
40
596 max
546
==
30 40
30
II17
II12
NEDERLANDS
Doe de deur open en
schroef hem van binnenuit
vast met twee schroeven 4
x 40.
Bevestiging aan het aanrechtblad
Steek de twee meegelega-
ten beugeltjes (A) in de
gaten bovenaan de machi-
nevoorkant en draai ze een
kwartslag.
Schroef de beugeltjes met
schroeven 3,5 x 16 vast
aan het aanrechtblad.
De beugeltjes moeten in lijn zijn met de twee sleufga-
ten in de beschermplaat onder het aanrechtblad.
Belangrijk. Om te voorkomen dat de machine alsnog
voorover kan kiepen, moet van tevoren ervoor gezorgd
worden dat het aanrechtblad stevig aan de muur en/of
de keukenkastjes bevestigd is.
Tussen binnen- en buitenwanden van de machine
bevinden zich meerdere onderdelen. Daarom mag u
beslist niet in de zijnwanden boren of schroeven.
Gewichtsverdeling van de deur
Afhankelijk van het gewicht
van het decorpaneel, kan het
noodzakelijk zijn om de
deurbalans opnieuw in te
stellen. Dat doet u door
in- of uitdraaien van de twee
schroeven in de sokkel.
De deur is in balans als hij op een willekeurige stand
blijft staan.
Belangrijk. De deur kan niet meer gebalanceerd wor-
den als het gewicht van het decorpaneel meer dan
7,5 kg is.
Uitlijnen
Let erop dat de deur perfect opent en sluit. Verdraai
daartoe eventueel de voorste stelvoetjes.
Aanpassen van de plint
Om de deur volledig te kun-
nen openen, moet eventueel
de plint van de nis aange-
past worden.
Via de hoogte (a) en de diepte (b) in de tekening,
vindt u de uitzaagmaat 600 mm breed bij (X) mm
hoog voor de plint ter plaatste van de machine.
PII06NL
43
II10
1
2
A
90°
II18
A
II08
II40
a
b
II15
170 160 150 140 130 120110 100
136 131 125 118 110 100 93 85
135 131 125 118 110 102 92 85
137 132 125 118 110 102 94 85
138 134 128 120 110 104 95 85
139 130 124 115 105 98 88
138 129 120 110 100 90
135 125 115 105 95
/
/ /
/
40
50
60
70
80
90
100 / /
Hoogte (a)*
Diepte (b)*
X
X
600 mm
Uitsnijding uit de plint
(*) mm
NEDERLANDS
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

Juno JSV5561 Handleiding

Type
Handleiding