ACEC LVI460B Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

AFWASMACHINE
LAVE-VAISSELLE
LVI 460
Gebruiksaanwijzing
Notice d’utilisation
NEDERLANDS
AFMETINGEN Breedte 59,6 cm
Hoogte 81,8 ÷ 87,8 cm
Maximale diepte 57,5 cm
Maximale diepte bij open deur 115 cm
LICHTSPANNING / FREQUENTIE 220-230 V /50 Hz
OPGENOMEN MOTORVERMOGEN 200 W
OPGENOMEN VERMOGEN VERWARMINGSELEMENT 1900 W
AANSLUITWAARDE 2100 W
WATERLEIDINGDRUK Minimum 5 N/cm
2
Maximum 80 N/cm
2
AANTAL IEC STANDAARD COUVERTS 12
WATERVERBRUIK 22 l
ENERGIEVERBRUIK 1,5 kWh
Dit apparaat voldoet aan de volgende richtlijnen van de Europese Gemeenschap:
- 73/23/EG van 19/02/73 (Laag spanning) en daaropvolgende wijzigingen;
- 89/336/EG van 03/05/89 (Elektromagnetische compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen.
PID11NL
2
INHOUD
TECHNISCHE GEGEVENS
Waarschuwingen en belangrijke adviezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 3
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 4
Plaatsen, waterpas stellen, waterafvoer, wateroevoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 4
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 4
Het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 5
Het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 5
Waterontharder, vullen van het zoutvat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 6
Gebruik van het glansmiddel en van het afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 7
Beladen van de korven, gebruik van de korven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 8
Praktische tips voor het afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 9
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 10
Volgorde van handelingen bij het afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 11
Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 12
Het reinigen van de afvoerzeven en van de bodemzeef, het reinigen van de binnen- en buitenkant
van de machine. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 12
Langere tijd buiten gebruik, tegen vriesgevaar, transport. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 12
Herstel van eenvoudige storingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 13
Inbouw. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Biz. 14
Garantiebepalingen en Service. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Biz. 16
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat
behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of
verkocht worden, of zou het apparaat in het huis
van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de
nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en
de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen
beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en
andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen
te hebben, alvorens u het apparaat installeert
en/of in gebruik neemt.
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het
apparaat heby vastgesteld, meldt u dit dan, vóór u
het apparaat installeert en/of in gebruik neemt,
direct aan uw leverancier.
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kin-
deren het apparaat te laten bedienen of als speel-
goed te laten gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te verande-
ren.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elek-
trische huisinstallatie ten behoeve van de installatie
van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe
bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de water-
toe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het ver-
plaatsen het apparaat niet op het aansluitsnoer
staat.
Schakel, tenzij de gebruiksaanwijzing anders aan-
geeft, het apparaat na gebruik volledig uit en draai
de watertoevoerkraan dicht. Het verdient aanbeve-
ling om het apparaat door middel van een tegen
barsten beveiligde toevoerslang op de waterkraan
aan te sluiten. Een stijve polyethyleen slang is
barstbestendig.
Tenzij de gebruiksaanwijzing anders vermeldt, mag
tijdens het in werking zijn de vuldeur niet geopend
worden; mocht dat onverhoopt toch gebeuren,
schakel het apparaat dan voortijds geheel uit, even-
tueel door de steker uit de wandcontactdoos te
nemen.
Raak het verwarmingselement niet aan tijdens of
direct na het afwerken van het programma.
Indien het installatievoorschrift aangeeft dat het
apparaat aan het keukenmeubel moet worden vast-
geschroefd dan moet u zich daaraan houden om te
voorkomen dat het voorover kiept als de beladen
onderkorf op de deur staat.
Sluit na gebruik altijd direct de vuldeur, teneinde te
voorkomen dat iemand over de openstaande deur
struikelt.
De afwasautomaat is bedoeld en gemaakt voor het
afwassen van huishoudelijk kook-, eet- en drinkge-
rei. Attributen welke bevuild zijn met verf, chemica-
liën, agressieve zuren en dergelijke, mogen niet in
de afwasautomaat.
Tenzij de fabrikant van het betreffende artikel uit-
drukkelijk aangeeft dat het afwasmachine-besten-
dig is, mogen niet in de afwasautomaat: hout, arti-
kelen met houten grepen, artikelen met gelijmde
delen, brons, aluminium, kristalglas, gelood glas,
gedecoreerd porcelein en plastics.
Door chemische reactie kan zilver reageren met
bestek wat uit ijzer bestaat; u doet er verstandig
aan zilverbestek niet samen met ijzerbestek in de
machine af te wassen, teneinde te voorkomen dat
het zilver lelijk wordt of gaat pitten.
Tracht in geval van een storing of defect, dit appa-
raat niet zelf te repareren. Reparaties welke door
niet deskundige personen uitgevoerd worden, kun-
nen tot schade of letsel leiden.
Afdanken
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van
het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet,
onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder de
deursluiting.
Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat
ophaalt of waar u het moet bezorgen, teneinde er
zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig ver-
schrot wordt.
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
PAV01NL
3
NEDERLANDS
PIN10NL
4
Plaatsen
Plaats de machine zo dicht mogelijk bij een waterkraan
en een afvoermogelijkheid
Dit model is bedoeld voor inbouw.
De aanwijzingen hiervoor vindt u in het betreffende
hoofdstuk.
Waterpas stellen
Stel de machine zo goed mogelijk waterpas op, het-
geen een goede sluiting en waterdichtheid van de
deur bevordert.
Dat doet u door het in- of uitdraaien van één of twee
van de vier verstelbare voetjes.
Waterafvoer
De waterafvoerslang kan op de volgende manieren
gemonteerd worden:
In de afvoer van een spoelbak door middel van een
aangesloten slang.
In een standpijp uit de vloer of uit de muur.
De slang moet belucht zijn. Dat wil zeggen dat de bin-
nendiameter van de pijp groter moet zijn dan de bui-
tendiameter van de slang. Wij adviseren een binnen-
diameter van 4 cm.
In elk geval mag het uitstroomeind van de slang zich
niet lager dan 30 cm en niet hoger dan 100 cm van de
vloer waarop de machine staat bevinden.
De slang kan vanuit de machine zowel naar links als
naar rechts worden gelegd.
De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, want dat
zou de waterstroom kunnen belemmeren. De slang
mag worden verlengd tot een totale lengte van 2
meter. Het verlengstuk moet dezelfde diameter heb-
ben en de koppeling moet passen.
De verlengde slang legt u vanuit de machine over de
vloer en pas bij de afvoermogelijkheid omhoog.
Watertoevoer
De machine mag op warm water, tot maximaal 60°C,
aangesloten worden. Wij adviseren u echter dat niet
te doen omdat dan de afwasresultaten niet altijd goed
zullen zijn en daarnaast ook de koude spoelgangen
met warm water gebeuren, zodat van besparing nau-
welijks sprake is.
Wel is de programmaduur
aanzienlijk korter, omdat de
noodzakelijke opwarmtijd
ontbreek. Dat is echter
tevens één van de redenen
waarom, met name bij sterk
bevuilde afwas, de resulta-
ten niet altijd goed zullen
zijn.
De slangwartel van de toevoerslang sluit u aan op
een kraan met 3/4” schroefdraad, nadat u eerst het
afdichtringetje (A) in de wartel hebt gelegd. Wat ons
betreft hoeft de kraan niet belucht te zijn (de machine
is voorzien van een eigen terugstroombeveiliging),
maar het kan zijn dat de gemeente waar u woont dat
toch eist.
De slang kan vanuit de
machine zowel naar links
als naar rechts gelegd wor-
den. Wartel losdraaien,
slangrichting veranderen
en wartel weer stevig vast-
draaien.
Belangrijk:
De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, ook niet
tijdens het op z’n plaats schuiven van de machine.
De slang mag niet verlengd worden. U kunt echter
wel een langere, complete en voor dit doel gemaakte
slang kopen.
De waterleidingdruk moet zich tussen 5 N/cm
2
en 80
N/cm
2
bevinden.
Indien de waterleiding nieuw is of lange tijd niet
gebruikt werd, adviseren wij u eerst enige tijd water te
laten stromen alvorens u de slang op de kraan aan-
sluit.
Elektrische aansluiting
De machine is gemaakt voor 220-230V met een fre-
quentie van 50Hz. Het gebruik op 60Hz (verhuizing
naar dienovereenkomstig land) is uitgesloten, daar de
machine met synchroonmotoren uitgerust is.
De aansluitwaarde is circa 2,1 kW, hetgeen een
groepzekering van minimaal 10A vereist.
De machine is voorzien van een 3-aderig aansluit-
snoer en een steker met aardcontacten.
De steker mag u alleen plaatsen in een stopcontact
met (aangesloten en functionerende) aardcontacten.
De aardverbinding dient deugdelijk te zijn.
Het stopcontact dient altijd bereikbaar te zijn, ook
nadat de machine onder- of ingebouwd is.
Indien het aansluitsnoer te kort blijkt te zijn, laat dan
de installateur het betreffende stopcontact verplaat-
sen of een langer, op de aansluitwaarde van de machi-
ne aangepast, aansluitsnoer aan de machine monteren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of
letsel, ontstaan door het niet voldoen aan deze
veiligheidsvoorschriften.
min 30 cm
max 100 cm
max 100 cm
+ 2 m max
min 4 cm
Ø 21
Ø 18
Ø 18
Ø 21
CS01
A
CA03
CA06
INSTALLATIE
NEDERLANDS
1 «Aan/uit» toets
Inschakelen
Na het drukken op deze toets schakelt de machine
aan.
Uitschakelen
Zodra de machine klaar is, stopt hij automatisch. Door
opnieuw op deze toets te drukken schakelt u de
machine geheel uit.
2 Programmaoverzicht
Hier vindt u een opgave welke programma’s de
machine voor u kan uitvoeren.
3 Handgreep
Om de deur te sluiten drukt u hem eenvoudig goed in
het slot.
Om de deur te openen drukt u de greep iets naar
boven en trekt u hem dan naar u toe.
4 Startmarkering
5 Programmaknop
Door middel van deze draaiknop kiest u het gewenste
programma. Draai de knop rechtsom tot de gewens-
te programmaletter onder de start-markering staat.
6 Programma indicator
Tijdens het afwasproces draait de programmaknop,
wijst daarmee aan waar de machine op dat moment
mee bezig is.
De symbolen betekenen:
Voorspoelen
Afwassen
Koud spoelen
Warm spoelen
Drogen met warme lucht
HET GEBRUIK
PPC11NL
5
1
2
3
4
5
6
Het bedieningspaneel
NEDERLANDS
PAA02NL
6
Waterontharder
Het leidingwater bevat kalk. Hoe meer kalk, hoe har-
der het water. Kalk zet zich in de vorm van vlekken op
het vaat-en glaswerk af.
Uw nieuwe machine is uitgerust met een automatisch
werkende waterontharder, die gevuld wordt met spe-
ciaal-zout voor afwasmachines.
De ontharder kan leidingwater tot 50°dH (graden
hardheid op de Duitse schaal) zodanig ontharden dat
het voor de machine geschikt is.
Voor het gemak worden de hardheid-bereiken in vijf
stappen opgedeeld.
Wij adviseren u om bij het waterleidingbedrijf te infor-
meren hoe hard het aan u geleverde water is.
In de hierna volgende tabel leest u hoe u, éénmalig,
de machine moet instellen::
*
De fabrieksinstelling is stand 2.
**
Bij gebruik van laag-alkalische afwasmiddelen welke enzymen
bevatten, adviseren wij u regenereerzout vanaf een waterhardheid
van 4° dH in de zouthouder te doen.
Stand 1.
Is de hardheid van het leidingwater binnen het bereik
van stand 1, dan hoeft u geen zout te gebruiken.
Standen 3 en 5. (Instellen zoutvat)
Is de hardheid van het leidingwater binnen het bereik
van stand 3 of stand 5, dan:
trekt u de onderste korf uit
de machine en draait u de
schroefdop van het zoutvat,
in de bodem van het machi-
ne-interieur, en zet u de
waterontharder (met een
schroevendraaier of een
mes) 180° linksom van
stand op stand +.
Standen 4 en 5. (Instellen machine)
Is de hardheid van het leidingwater binnen het bereik
van stap 4 of stap 5, dan prikt u de membraan (A) die
zich linksboven aan de voorkant van uw machine
bevindt door.
Noot. Vanaf stand 2 moet zout gebruikt worden.
Noot. Bij een hardheid volgens stand 5 moet u dus
beide handelingen verrichten.
Vullen van het zoutvat
Het zoutvat mag u uitsluitend met speciaal-zout voor
de afwasmachine vullen.
Andere zoutsoorten bevatten stoffen welke schadelijk
voor de ontharder zijn.
Trek de onderste korf uit de machine en draai de
schroefdop van het zoutvat.
Vul het zoutvat met water. Dit is alleen de eerste keer
nodig.
Vul, door middel van de meegeleverde trechter, het
zoutvat met circa 1,5 - 1,8 kg speciaal-zout.
Verwijder gemorst zout van
de schroefdraad en draai
de dop weer op het zoutvat.
Bij zout navullen vult u het
zoutvat eenvoudig met spe-
ciaal-zout aan tot het vol is.
Het zoutvat bevat altijd water. Het is normaal dat tij-
dens het zout bijvullen het water overloopt.
Noot. Vullen of navullen doet u direct vóór het starten
van een volledig afwasprogramma (met uitzondering
van het voorspoelprogramma).
Daarmee voorkomt u dat op de bodem gemorst zout
en overgelopen zoutwater het materiaal van de
machine aantast.
AA02
A
AA04
SALE
SALT
SALZ
SEL
SR02
Stand
1 0-7 0-14** NEE NEE NEE
*2 8-21 15-39 JA NEE NEE
3 22-28 40-50 JA JA NEE
4 29-39 51-70 JA NEE JA
5 40-50 71-90 JA JA JA
°dH
Duitse
schaal
°TH
Franse
schaal
Waterhardheid
Zout
gebruiken
Instellen
zoutvat
Instellen
machine
NEDERLANDS
PBR01NL
7
Gebruik van het glansmiddel
Het glansmiddel is een «waterontspanner».
Het wordt, automatisch, vóór het drogen aan het
spoelwater toegevoegd.
De glansmiddelhouder, in de binnendeur, heeft een
inhoud van circa 110 ml. Dat is, al naar gelang de
doseer-instelling, voldoende voor 16 tot 40 afwas-
beurten.
Vullen van de glansmiddelhouder
Draai de dop (A) van de houder linksom.
Giet het glansmiddel in de houder tot de indicator (B)
geheel donker (vol) is (tot streepje max).
Draai de dop weer op de houder.
Verwijder eventueel gemorst glansmiddel van de hou-
der of de binnendeur. Glansmiddel veroorzaakt
schuimvorming als het in het afwasproces terecht-
komt.
Wanneer de indicator lichter wordt, dient u glansmid-
del bij te vullen (ca. 70-80 ml), tot aan het streepje
max.
Dosering
De instelling van de dosering is afhankelijk van de
bereikte glans en van het droogresultaat. In de vulo-
pening van de glansmiddelhouder vindt u een
zes-standen regelschijfje en de markeringen 1 tot 6
(stand 1 is laagste, stand 6 hoogste dosering).
Het beste is met stand 3 te beginnen.
Het schijfje (C) kunt u met een schroevendraaier of
een mes verdraaien.
Verhoog de dosering als
op het serviesgoed drup-
pels of druppelvlekken
achterblijven. Verlaag de
dosering als het servies-
goed witte, kleverige stre-
pen vertoont.
Gebruik van de afwasmiddelhouder
Gebruik uitsluitend poeder-, tablet of gelvormige
afwasmiddelen welke voor het afwassen in de
machine gemaakt zijn.
Met uitzondering van het voorspoelprogramma doet
u, vóór u de machine start, afwasmiddel in het vakje
van de afwasmiddelhouder, dat zich in de vuldeur
bevindt.
Zou het klepje gesloten zijn, dan opent u dit door aan
het palletje (D) te trekken.
Aan de binnenkant van de
houder staan twee dose-
ringen aangegeven:
- MIN = 15 ml
- MAX = 30ml
De hoeveelheid is afhankelijk van de aard en de mate
van vervuiling van het serviesgoed.
In het programma overzicht geven wij u enkele
adviezen voor de hoeveelheid in grammen.
Nadat u de afwasmiddelhouder gevuld heeft, doet
u het klepje weer dicht.
Voor een programma met
voorspoelen dient u naast
het afwasmiddel in de
houder ook een kleine
hoeveelheid afwasmiddel
op het klepje te strooien
(ca 5 g = 1/2 eetlepel).
Het klepje zal, tijdens het in werking zijn, automatisch
en op het juiste moment openen. Na de afwas staat
het klepje dus open, klaar voor een volgende keer
vullen.
Daar was- en afwasmiddelen regelmatig veranderen,
adviseren wij u ook te lezen wat de fabrikant van het
afwasmiddel op z’n verpakking schrijft.
Te weinig doseren veroorzaakt een slecht afwasresul-
taat.
Fosfaatvrije, geconcentreerde afwasmiddelen
De concentratie en de werkingswijze van de verkrijg-
bare afwasmiddelen zijn verschillend. Lees daarom
aandachtig wat de fabrikant van het afwasmiddel over
de dosering op z’n verpakking schrijft.
Bij het gebruik van fosfaatvrije, geconcentreerde
afwasmiddelen is het van groot belang dat de auto-
matische waterontharder in uw afwasmachine goed
werkt. AIs de ontharder niet goed werkt ontstaan kalk-
vlekken op het serviesgoed.
Daarom moet u bij gebruik van deze afwasmiddelen
ook bij zacht water (water van minder dan 4° dH)
regenereerzout in de zouthouder doen.
6
5
4
3
2
1
6
5
3
2
1
C
B
BR04
A
D
MIN
MAX
DE07
DE02
Teveel doseren brengt geen beter resultaat, is
slechts een onnodige verspilling en een extra belas-
ting voor het milieu.
NEDERLANDS
PCE04NL
8
Beladen van de korven
Trek de korven naar buiten om ze te beladen.
Vóór het plaatsen in de korven moet het serviesgoed
ontdaan worden van grove resten, zoals botjes, gra-
ten, tandenstokers, groente- en vleesresten en fruit-
schillen.
Daarmee voorkomt u verstoppen van de zeven en
bevordert u een optimale reiniging.
Gebruik van de onderste korf
In de onderste korf kunt u pannen, deksels, borden
(tot 27 cm diameter), schalen en bestek kwijt. Plaats
ze naar het voorbeeld in de volgende figuren.
Dienschalen en grote deksels zo veel mogelijk aan de
rand van de korf en let op dat de bovenste sproeiarm
niet gehinderd kan worden.
Bestek in het speciale bestekmandje, met de grepen
naar beneden. Is een greep zo dun dat hij door het
mandje heen steekt, dan dat bestek met de greep
naar boven.
In het betreffende vak,
aan weerskanten van de
korf, legt u lepels, dessert-
lepels, messen en ander
kleinbestek.
Lepels zoveel mogelijk tus-
sen ander bestek in plaat-
sen, om te voorkomen dat
ze aan elkaar kleven.
Was zilver bestek niet tegelijkertijd met andere metalen.
Gebruik van de bovenste korf
De bovenste korf is hoofdzakelijk bedoeld voor kop-
jes, schoteltjes, dessertbordjes, kleine borden (max.
20 cm diameter) en glazen. Glazen met lange steel
kunnen in het hoge gedeelte opgehangen worden.
Erg kleine voorwerpen welke gemakkelijk door de korf
kunnen vallen, kunt u beter niet in de machine afwas-
sen.
IEC 436 / DIN 44990
UI02
UI19
US18
IEC 436 / DIN 44990
US19
UI03
NEDERLANDS
PCL03NL
9
Voor een goed resultaat
Potten, pannen, kopjes, glazen en dergelijke altijd met
de opening naar beneden.
In principe plaatst u alles scheef in de korven opdat
het afwaswater niet langs maar op en in het servies-
goed wordt gesproeid.
Aangekoekte en aangebrande pannen moeten eerst
worden afgespoeld.
Lange messen en lepels horizontaal, bij voorkeur in
de bovenste korf.
Hoe minder het serviesgoed tegen elkaar staat, hoe
beter het afwasresultaat.
Staat er echter heel licht, bijvoorbeeld kunststof, ser-
viesgoed tussen, probeer dan een zodanige opstelling
dat de lichte stukken niet van hun plaats kunnen wor-
den gesproeid.
Water-, tijd- en energiebesparing
Het is niet nodig om normaal vuil serviesgoed en
bestek eerst onder de stromende kraan voor te spoe-
len. Plaats, na de maaltijd alles meteen in de machine
en kies eventueel het voorspoelen - programma (zie
het programma-overzicht). Dat zorgt ervoor dat de
resten alvast worden weggespoeld. Zet alleen een
goed gevulde machine in werking.
Niet alles is geschikt voor machinaal
afwassen
Tenzij de fabrikant van het artikel anders aangeeft,
zijn de volgende artikelen in de regel niet voor machi-
naal afwassen geschikt:
Bestek met houten of hoornen aangelijmde grepen.
Houten borden en schalen, ongeglazuurde aarde-
werk en handbeschilderd porcelein. Decoraties op
porcelein kunnen vervagen of verdwijnen.
Kristal en kunststof.
Indien niet uitdrukkelijk door de fabrikant aangegeven
is dat het artikel afwasmachinebestendig is, kunt u het
beter met de hand afwassen. Mocht u ze toch in de
machine willen wassen, plaats ze dan in de bovenste
korf en kies een snel programma.
Na vele keren in de machine afwassen kunnen som-
mige glassoorten mat worden.
Zilver bestek kan uitstekend in de machine worden
afgewassen, onder voorbehoud dat het tijdens het
afwassen niet met andere metalen in aanraking kan
komen.
Ijzer of gietijzer kan roest veroorzaken, waardoor
andere voorwerpen verkleuren.
Aluminium verkleurt.
Koper, tin en messing kunnen vlekken gaan vertonen.
Bij aankoop van nieuw serviesgoed
Onder glazuur gebakken motiefjes op serviesgoed
van porselein of aardewerk kunnen in de machine
gewassen worden, terwijl op glazuur gebakken
motiefjes op den duur verbleken.
Ook goudversieringen kunnen tegenwoordig in de
machine. Zij moeten wel van een garantiemerk van
de fabrikant voorzien zijn.
Kies altijd serviesgoed met een vlakke bodem, zodat
er geen water in kan blijven staan (glazen, kopjes,
kommen...).
Belangrijk.
Let u er vooral op dat de
trechter, in het midden
van de korf, niet afgedekt
wordt.
PRAKTISCHE TIPS VOOR HET AFWASSEN
US16
US16
Probeer, vóór u de machine inschakelt, of beide
sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
NEDERLANDS
PTP04NL
10
2 afge-
streken
dessert-
lepels
(20 g)
Halve des-
sertlepel
(circa 5 g)
2 dessert-
lepels
(25 g)
/
/
/
/
1 volle
dessert
lepel
(15 g)
Programma Soort Aard en hoeveelheid
van vervuiling
Programma
knop
Toetsen
indrukken
in houder
op houder
Programma-beschrijving
Koud voorspoelen
65°C afwassen
1 x koud spoelen
1 x warm spoelen
65°C afwassen
1 x koud spoelen
1 x warm spoelen
65°C afwassen
2 x koud spoelen
Koud spoelen (om te
voorkomen dat de voed-
selresten opdrogen).
Afwasmiddel
Voor gemengd
serviesgoed en
pannen
Dit programma is voor normaal tot
aanzienlijk bevuilde afwas. met name
moeilijk verwijderbare voedselresten
zoals spaghetti, rijst, griesmeel, aard-
appelen, eieren, sauzen en gebraden
vlees.
Dit programma is voor normaal bevuil-
de afwas, met slechts geringe hoeveel-
heden moeilijk verwijderbare voedsel-
resten zoals spaghetti, rijst, griesmeel,
aardappelen, eieren, sauzen en gebra-
den vlees.
Dit programma is speciaal bedoeld
voor nauwelijks bevuilde afwas, bij-
voorbeeld na veel visite of feestje.
Het is niet bedoeld voor moeilijk ver-
wijderbare voedselresten. Er wordt
niet heet gedroogd.
Dit programma gebruikt u als u wel
artikelen in de machine zet, maar nog
niet gaat afwassen. Het programma
is slechts bedoeld om alvast wat weg
te spoelen en het serviesgoed nat te
houden. Niet opgedroogde voedsel-
resten laten zich later veel gemakke-
lijker in het afwasprogramma verwij-
deren. Het koud voorspoelen kost
nauwelijks water en energie; ook
gebruikt u hiervoor geen wasmiddel.
Voor gemengd
serviesgoed
*
NORMAAL
MET KOUD
VOORSPOELEN
NORMAAL
ZONDER
VOORSPOELEN
**
SNEL-
PROGRAMMA
KOUD
VOORSPOELEN
A
B
C
D
Programma-overzicht
Dit is het norm-programma volgens IEC 436/DIN 44990.
-
*
Normaal Programma met voorspoelen;
- Capaciteit: 12 standaard couverts
- Aanbevolen hoeveelheid reinigingsmiddel: 20 g in houder
5 g op houder
**
Dit is een bijzonder programma bedoeld om binnen korte tijd (ongeveer 38 min.) een volle lading, bestaan-
de uit borden, glazen en nauwelijks bevuild serviesgoed (met uitzondering van pannen) te spoelen waardoor
het weer snel opnieuw kan worden gebruikt.t. Aangezien het om een snelprogramma gaat, wordt er niet
gedroogd.
NEDERLANDS
PSO09NL
11
Volgorde van handelingen bij het afwassen
1 Controleer of de zeven schoon zijn
(zie het
hoofdstuk «Onderhoud»)
2 Controleer of zout en glansmiddel
aanwezig zijn (zie het betreffende hoofdstuk)
3 Vullen van de korven
Verwijder grove resten uit schalen en borden.
Trek de onderste korf naar voren en plaats daarin
pannen, schalen, grote borden en bestek.
Trek de bovenste korf naar voren en plaats daarin
kleine borden, schoteltjes, kopjes en glazen.
Schuif de korven terug in de machine en controleer of
beide sproei-armen vrij kunnen draaien.
4 Vullen van de afwasmiddelhouder
Strooi of giet de juiste hoeveelheid afwasmiddel (zie
programm-overzicht) in het vakje van de afwasmid-
delhouder en druk klepje dicht.
Sluit de machinedeur.
5 Programma kiezen
Draai de programmaknop rechtsom totdat de letter
van het gewenste programma tegenover de start-mar-
kering staat.
6 Starten
Steek de steker in het stopcontact.
Draai de kraan open.
Druk op de aan/uit-toets . De machine begint het
programma af te lopen.
Het programma tussentijds onderbreken is principieel
onjuist.
Moet dat door omstandigheden toch, dan drukt u op
de aan/uit-toets om de machine te stoppen.
Door wederom drukken start u de machine weer; hij
gaat dan verder met waar hij gebleven was.
7 Machine is klaar
De machine stopt automatisch.
Schakel de machine uit door op de aan/uit toets
te drukken.
Sluit de kraan.
Open de deur. Wacht een paar minuten met het uit-
nemen, want het serviesgoed is zeer heet. Boven-
dien, is het droogresultaat beter als u de deur niet
direct opent.
Om te voorkomen dat, door het bewegen, druppels uit
de bovenste korf op serviesgoed in de onderste korf
vallen, adviseren wij om eerst de onderste korf naar
buiten te trekken en te legen.
Belangrijk
Het is af te raden om de deur te openen als de
machine in werking is. Gebeurt dat toch, dan zal een
veiligheidsschakelaar ervoor zorgen dat de machine
direct stopt.
Wij adviseren u om vóór u de deur tussentijds opent,
de machine uit te schakelen door middel van de
aan/uit-toets .
NEDERLANDS
Het reinigen van de afvoerzeven
(Na iedere afwasbeurt)
De zeven (B) en (C) controleren en onder de stro-
mende kraan reinigen. Eventuele voedselresten met
een borsteltje verwijderen.
Dit zeven-setje tilt u daartoe aan het trechtertje
omhoog (het zit licht vastgeklikt).
Dan drukt u de twee vleugeltjes (D) naar elkaar toe
om zo het grove filter uit het fijne filter te trekken.
Na het reinigen klikt u het setje weer in de machi-
nebodem terug.
Het reinigen van de bodemzeef
(Elke maand)
De bodemzeef (A) onder stromend water afborstelen.
Deze zeef verwijdert u door eerst de onderste
sproeiarm te verwijderen; daartoe de vleugeltjes (E)
indrukken.
Dan draait u de bevestiging (F) linksom en tilt u de
zeef uit de bodem.
Na het reinigen in omgekeerde volgorde weer terug-
plaatsen.
Belangrijk:
Gebruik de machine nooit zonder de zeven. Zorg
er bovendien voor dat de zeven correct op hun
plaats zitten.
Het is belangrijk de zeven te reinigen om een
goede werking van de machine te garanderen.
Het reinigen van binnen- en buitenkant
van de machine
(Naar behoefte)
Reinig af en toe de rubberen dichtingen van de deur
en de klepjes van de afwas- en glansmiddelhouder
met een vochtige doek (gebruik geen schoonmaak-
middelen).
Overtuig u er af en toe van dat de gaatjes in de
sproei-armen niet verstopt zijn.
Verwijder de onderste sproei-arm door de twee vleu-
geltjes, die zich aan de zijkanten bevinden, in te druk-
ken. Om de gaatjes van de bovenste sproei-arm te
reinigen, trek u de bovenste korf naar buiten; op die
manier kunt u de sproei-arm makkelijk bereiken. Wilt
u hem verwijderen, neem dan de middentrechter uit
door de twee vleugeltjes in te drukken en schroef de
bevestiging los. Reinig de sproei-arm en plaats hem
terug.
De machine nooit zonder sproei-armen laten func-
tioneren!
Doe één of twee keer per jaar een volledige afwas-
beurt zonder afwas in de machine, maar wel met een
beetje afwasmiddel. Er zijn voor het reinigen van de
machine ook speciale reinigingsmiddelen te koop.
De buitenkant van de machine, voor zover bereikbaar,
kunt u naar behoefte reinigen met lauwwarm water en
een neutraal huishoudschoonmaakmiddel dat niet
krast. Geen oplosmiddelen gebruiken.
Langere tijd buiten gebruik
Wordt de machine voor langere tijd niet gebruikt, dan:
Kraan dichtdraaien.
Steker uit het stopcontact nemen.
Deur op een kier laten staan om het ontstaan van een
onaangename geur te vermijden.
Binnenkant en accessoires reinigen.
Tegen vriesgevaar
Plaats de afwasmachine nooit in een ruimte waar de
temperatuur onder het vriespunt kan zakken. Mocht
dat toch het geval zijn, maak de machine dan leeg,
draai de kraan dicht, verwijder de waterafvoerslang
en laat deze leeg lopen.
Transport
Gaat u de machine verhuizen, zorgt u er dan voor dat
de machine rechtop wordt vervoerd.
ONDERHOUD
PMA02NL
12
MA02
B
D
C
MA08
MA03
F
A
E
NEDERLANDS
Een storing ligt vaak aan een kleinigheid welke u zelf
kunt opsporen en verhelpen. Wij adviseren u, vóór u
de servicedienst belt, eerst de onderstaande tabel te
raadplegen .
De machine start niet
De machinedeur is niet goed dicht.
De steker zit niet in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact
De groepzekering is defect.
De machine neemt geen water in
De kraan is dichtgedraaid.
Er staat geen druk op de kraan.
De toevoerslang is geknikt.
Het zeefje in de toevoer is verstopt.
De machine pompt niet af
De afvoerslang is geknikt.
De afvoermogelijkheid is verstopt.
De verlenging van de afvoerslang ligt niet goed.
De afvoer is niet belucht.
Het afwasresultaat is niet goed
De korven zijn te vol beladen.
Het serviesgoed is onjuist geplaatst.
Eén of beide sproei-armen kan (kunnen) niet draaien.
Eén of enkele gaatjes in één of beide sproei-armen is
of zijn verstopt.
Trechter van bovenste sproei-arm was ergens mee
afgedekt.
Uiteinde van de afvoerslang steekt onder water (in
spoelbak) .
Eén of meerdere zeven is (zijn) verstopt.
Een zeef zit niet goed op z’n plaats.
Verkeerd of te weinig afwasmiddel gebruikt, het is te
oud en/of te klonterig en/of van slechte kwaliteit.
De draaidop van het zoutvat zit los.
Het gekozen programma was niet geschikt voor de
aard en/of hoeveelheid van de bevuiling.
Kalkvlekken, strepen, waas op het ser-
viesgoed
Kijk in alle gevallen naar zowel het zoutvat als de
giansmiddelhouder. In beide moet voldoende aan-
wezlg zijn.
Teveel geluid
Er slaan serviesdelen tegen elkaar.
Een sproeiarm stoot tegen serviesgoed.
De afwas is niet droog
Het serviesgoed is na het beëindigen van het pro-
gramma te lang in de machine gebleven.
De vuldeur is moeilijk te sluiten
De afwasmachine is niet deugdelijk waterpas opge-
steld of niet goed ingebouwd.
Kunt u de oorzaak van een storing niet zelf opsporen
en verhelpen, belt u dan de servicedienst. Houd merk
en modelnummer van uw machine bij de hand; de
servicedienst zal u erom vragen. U vindt het merk en
modelnummer op het typeplaatje van de machine. Zie
de figuur.
HERSTEL VAN EENVOUDIGE STORINGEN
PRA01NL
13
Prod.No.
........
Ser. No.
.........
Mod.
........
RA01
NEDERLANDS
De inbouwnis moet de afmetingen hebben zoals in de
figuur aangegeven.De inbouwnis hoeft niet van venti-
latie-openingen voorzien te worden. Indien de nis van
een achterwand voorzien is, dan is het voldoende om
openingen te maken voor het aansluitsnoer, de toe-
voerslang en de af voerslang.
Met de stelvoeten kan de hoogte van de machine 6 cm
gevarieerd worden. Zorg ervoor dat na het in- of uit-
draaien van de stelvoeten een vrije ruimte van 2 mm
tussen bovenkant machine en onderkant aanrecht blijft.
Om het in- of uitschuiven
van de machine te verge-
makkelijken, worden twee
glijrails meegelverd. De
rails kunt u met een lichte
druk op de stelvoeten aan-
bren gen (zie figuur).
Montage van de wasem
beschermplaat
De aluminium plaat dient
om het aanrecht te gescher-
men tegen hete damp tij-
dens het openen van de
machinedeur. Plak de plaat
in de voorkant van de nis on
der het aanrechtblad.
Onderbouw
De handelingen die u dient te verrichten om het apparaat
in te bouwen staan ook aangegeven op het bij de verpak-
king meegeleverde sjabloon. Tijdens alle werkzaamhe-
den aan de machine moet de steker uit het stopkontakt
zijn of, bij vaste aansluiting, de onderbreekschakelaar op
UIT staan.
Het aanbrengen van de profielen
Voor een optimale aanslui-
ting op het keukenmeubel
moeten, vóór het in de nis
schuiven van de machine,
eerst de twee zelfklevende
profielen (A) aangebracht
worden (zie tekening).
Let op dat tijdens het in de nis schuiven van de
machine het aansluitsnoer en de slangen niet bekneld
of geknikt raken.
Montage van het decorpaneel
De machinedeur kan van een houten decorpaneel
van de volgende afmetingen voorzien worden:
Breedte 596 mm
Hoogte 594 mm maximum
Dikte 20 mm maximum
Gewicht tussen 2 en 7,5 kg maximum
Belangrijk
Overschrijd de hoogtemaat niet, daar anders de deur
niet volledig geopend kan worden (onderkant komt
dan tegen de sokkel).
Het bedieningspaneel van de machine kan aan de
hoogte van de laden in de aanrechtkastjes aangepast
worden.
Meet de hoogte van de ladefronten (A) na. Bij een
hoogte van meer dan 120 mm, moet de hoogte van
het bedieningspaneel aangepast worden. Daartoe
één of meerdere strippen onder het bedieningspaneel
afnemen.
Bevestig de strippen door middel van twee schroeven
Voorbereiden en plaatsen van het decorpanel
Meet de afstand (B) tussen
de onderkant van het
bedieningspaneel of de
daaronder aangebrachte
strippen en de markering
(X) op de machinedeur.
Teken, gerekend vanaf de
bovenkant, de gemeten
afstand op het decorpaneel
af. Plaats op de afgetekende hoogte de bevestigings-
strip met de markering (Z).
Houd gelijke afstanden links en rechts tussen de gaten
in de strip en de randen van de deur.
Teken de vier schroefgaatjes op het paneel af. Boor
met een 2 mm boortje, niet dieper dan 12 mm, de
gaatjes.
Schroef met schroeven 3,5 x 16 de strip aan het
paneel vast. Plaats het paneel op de deur, met de
stiften in de slob gaten.
Druk het paneel omhoog tegen het bedieningspaneel
of de daarop aangebrachte strippen.
ONDERBOUW-AANWIJZINGEN
PII01NL
14
818÷878
600
820÷880
II31
596
555
575
max.
max.
0 ÷ 60mm
II07
II20
600 mm
II21
A
A A
A
II23
II04
A
A
B
Z
X
=
=
550
B
2
1
II22
NEDERLANDS
Doe de deur open en
schroef hem van binnenuit
vast met twee schroeven 4
x 40.
Bevestiging aan het aanrechtblad
Steek de twee meegelega-
ten beugeltjes (A) in de
gaten bovenaan de machi-
nevoorkant en draai ze een
kwartslag.
Schroef de beugeltjes met
schroeven 3,5 x 16 vast
aan het aanrechtblad.
De beugeltjes moeten in lijn zijn met de twee sleufga-
ten in de beschermplaat onder het aanrechtblad.
Belangrijk. Om te voorkomen dat de machine alsnog
voorover kan kiepen, moet van tevoren ervoor gezorgd
worden dat het aanrechtblad stevig aan de muur en/of
de keukenkastjes bevestigd is.
Tussen binnen- en buitenwanden van de machine
bevinden zich meerdere onderdelen. Daarom mag u
beslist niet in de zijnwanden boren of schroeven.
Gewichtsverdeling van de deur
Afhankelijk van het gewicht
van het decorpaneel, kan het
noodzakelijk zijn om de
deurbalans opnieuw in te
stellen. Dat doet u door
in- of uitdraaien van de twee
schroeven in de sokkel.
De deur is in balans als hij op een willekeurige stand
blijft staan.
Belangrijk. De deur kan niet meer gebalanceerd wor-
den als het gewicht van het decorpaneel meer dan
7,5 kg is.
Uitlijnen
Let erop dat de deur perfect opent en sluit. Verdraai
daartoe eventueel de voorste stelvoetjes.
Aanpassen van de plint
Om de deur volledig te kun-
nen openen, moet eventueel
de plint van de nis aange-
past worden.
Via de hoogte (a) en de diepte (b) in de tekening,
vindt u de uitzaagmaat 600 mm breed bij (X) mm
hoog voor de plint ter plaatste van de machine.
PII06NL
15
II10
1
2
A
90°
II18
A
II08
II40
a
b
II15
170 160 150 140 130 120 110 100
136 131 125 118 110 100 93 85
135 131 125 118 110 102 92 85
137 132 125 118 110 102 94 85
138 134 128 120 110 104 95 85
139 130 124 115 105 98 88
138 129 120 110 100 90
135 125 115 105 95
/
/ /
/
40
50
60
70
80
90
100 / /
Hoogte (a)*
Diepte (b)*
X
X
600 mm
Uitsnijding uit de plint
(*) mm
NEDERLANDS
PGA01NL
16
GARANTIEBEPALINGEN EN SERVICE VOOR DE BENELUX
(B-NL en L)
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel van de betreffende aankoopnota of kwitan-
tie te worden getoond of meegezonden.
Algemene garantiebepalingen
1 De fabrikant verleent één jaar garantie op het op de bijbehorende koopnota vermelde apparaat, gere-
kend vanaf de koopdatum. Indien zich binnen deze periode een storing voordoet, welke het gevolg is van
een materiaal- en/of constructiefout, heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk gebruik, geldt een algemene garantieperiode van twee
jaar. Accessoires zijn aan directe slijtage onderhevig; deze verbruiksartikelen zijn derhalve van garantie
uitgesloten.
2 De fabrikant verleent één jaar garantie op door haar servicedienst uitgevoerde herstelwerkzaamheden
en het daarbij nieuw aangebrachte materiaal, gerekend vanaf de hersteldatum. Indien zich binnen deze
periode een storing voordoet, welke het directe gevolg is van de uitgevoerde herstelwerkzaamheden of
het daarbij nieuw aangebrachte materiaal, heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
Door de uitvoering van herstelwerkzaamheden wordt de algemene garantieperiode, welke het gehele
apparaat omvat, niet verlengd.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht voor grote, moeilijk transporteerbare apparaten, per
definitie: wasautomaten, droogtrommelautomaten, afwasautomaten, koelkasten, diepvrieskasten/-kisten,
ovens, fornuizen en inbouwapparaten.
3a De regeling als bedoeld onder punt 3 geldt ook voor caravankoelkasten, mits de plaats waar zich het
apparaat bevindt binnen de landsgrenzen ligt en over normale, voor het autoverkeer opengestelde
wegen bereikbaar is. Voorts dient ten tijde van het bezoek het apparaat en de eigenaar, of diens
gemachtigde plaatsvervanger, op de afgesproken bezoekplaats aanwezig te zijn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het apparaat zoals bedoeld onder punt 3 naar haar service-
werkplaats getransporteerd moet worden, dan geschiedt dit transport op de door de fabrikant vastgestel-
de wijze en voor rekening en risico van de fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en 3a genoemde apparaten, alsmede apparaten welke wel de betreffende func-
tionele eigenschappen hebben maar daarnaast juist bedoeld zijn voor gemakkelijk transport, dienen fran-
co aan het adres van de servicedienst verzonden of aangeboden te worden. Binnen de algemene garan-
tieperiode vindt terugzending voor rekening van de fabrikant plaats.
6 Indien een onder garantie en binnen de algemene garantieperiode vallend defect aan een apparaat
niet hersteld kan worden, vindt kosteloze vervanging van het apparaat plaats.
Garantie uitbreidingen
7 Voor koel/vries-motorcompressoren (exclusief startrelais en motorbeveiliging) geldt een aflopende
garantieperiode, in gelijke percentages van twintig procent per jaar, van vijf jaar na koopdatum van het op
de bijbehorende koopnota vermelde apparaat, met inachtname van volledig kosteloos herstel binnen de
algemene garantieperiode.
Na de algemene garantieperiode worden bezoek-. arbeldsloon- en bijkomende materiaalkosten in reke-
ning gebracht.
NEDERLANDS
PGA02NL
17
Garantie uitsluitingen
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in de betreffen-
de hieraan voorafgaande punten, is niet van toepassing indien:
- de aankoopnota of kwitantie, waaruit tenminste de aankoopdatum en de identificatie van het apparaat
blijkt, niet getoond kan worden of meegezonden werd:
- het apparaat voor andere, of óók voor andere dan de huishoudelijke doeleinden, waarvoor het apparaat
bestemd is, gebruikt wordt;
- het apparaat niet volgens de aanwijzingen in het installatievoorschrift of de gebruiksaanwijzing geïnstal-
leerd, bediend, behandeld of gebruikt wordt;
- het apparaat op ondeskundige wijze door daartoe niet bevoegde personen hersteld of gewijzigd werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst is dat de benodig-
de tijd voor het uit- en inbouwen samen meer dan dertig minuten bedraagt, dan worden de hierdoor ont-
stane extra kosten aan de eigenaar in rekening gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met toestemming van de eigenaar, op abnormale wijze uit- of inbou-
wen van een apparaat, kan niet op de fabrikant of haar servicedienst verhaald worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of zoals breuk van uit- of afneembare delen, welke niet ten
tijde van de aflevering ter kennis van de fabrikant gebracht worden, vallen niet onder garantie.
Belangrijk advies
De constructie van dit apparaat is zodanig, dat de veiligheid daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige
reparaties kunnen echter de veiligheid in gevaar brengen. Terwille van een blijvende veiligheid, en ook
om mogelijke schade te voorkomen, is het raadzaam dat reparaties uitsluitend verricht worden door per-
sonen die daarvoor de vereiste vakbekwaamheid bezitten. Wij adviseren u herstel- en/of controlewerk-
zaamheden door uw vakhandelaar of door ELGROEP SERVICE te laten uitvoeren en uitsluitend origine-
le DISTRIPARTS onderdelen te laten plaatsen.
Nederland België Luxembourg/
Luxemburg
Vennootsweg 1
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Storingsmeldingen:
Tel.: 0172-468300
Fax: 0172-468366
Onderdelenverkoop:
Tel.: 0172-468400
Fax: 0172-468376
Telex: 39906 elgrp
Bergensesteenweg 719
1502 Lembeek
Tuisherstellingen:
Tel.: 02-3630444
Fax: 02-3630400
Wisselstukken:
Tel.: 02-3630555
Fax: 02-3630500
Telex: 22915 eluxbe
ELECTROLUX Luxembourg s.à.r.l.
7, rue de Bitbourg
L-1273 Luxembourg-Hamm
Service aprés-vente
Tel.: 00352- 42 431 1
Fax: 00352- 42 431 460
ELGROEP
SERVICE
ELGROEP
SERVICE
DISTRI
PARTS
ELGROEP
SERVICE
NEDERLANDS
152996 36/1
1/0397
NL F
1 / 1

ACEC LVI460B Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor