(29)
Overige informatie
Voordat u om hulp vraagt
Probleem
De telefoon doet het niet.
U kunt niet opbellen.
Er klinkt geen belsignaal.
Tijdens een gesprek hoort de
andere partij opeens uw stem
niet meer.
U kan geen telefoonnummer
opslaan.
(REDIAL/PAUSE) werkt niet
naar behoren.
U kunt geen gesprek voeren
met behulp van de optionele
koptelefoon.
U kunt geen gesprek voeren
via de hoorn of de luidspreker.
Oplossing
• Controleer de instellingen (blz. 6–10).
• De funktie “Toestelblokkering” is
ingesteld. Zie blz. 22, 24 om deze op
te heffen.
• Het gevormde nummer is gesperd.
Om op te heffen, zie pagina 26.
• Het belsignaal staat uit (OFF). Zet
deze op ON (blz. 8).
• Tijdens het gesprek is er misschien
op (MUTE) gedrukt. Als “ ” wordt
weergegeven, drukt u op (MUTE).
•
Controleer of de hoorn van de haak is.
• Voer geen telefoonnummer in van
meer dan 21 cijfers, want het
ingevoerde telefoonnummer zal
worden gewist.
• De toets heeft twee funkties: als
Redial (opnieuw kiezen van het laatst
gekozen nummer of) of Pauze toets.
De toets zal het laatst gekozen
nummer opnieuw kiezen na
beëindiging van een gesprek
(blz. 12). Als er eerst een ander
telefoonnummer werd gekozen, zal
de toets als Pauze toets funktioneren
(blz. 20).
• Controleer of de koptelefoon (optie)
correct is aangesloten (blz. 27).
• Druk op
(SP-PHONE/HEADSET) om
een gesprek te beginnen of te
beantwoorden.
• Als u de hoorn opneemt en hem weer
op de haak legt, zal het gesprek
worden beëindigd.
• Wanneer de koptelefoon (optie) op de
telefoon is aangesloten (blz. 27),
dient u de koptelefoon te gebruiken
om met de beller te spreken.
Voor een normaal telefoongesprek
dient u de koptelefoon (optie) uit te
pluggen voordat u een gesprek begint
of beantwoordt.