Garmin Legacy Series Handleiding

Type
Handleiding
LEGACY SERIES
Gebruikershandleiding
© 2019 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin
behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of
organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin
®
, het Garmin logo, ANT+
®
, Approach
®
, Auto Lap
®
, Auto Pause
®
en Edge
®
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en
andere landen. Body Battery
, Garmin AutoShot
, Connect IQ
, Garmin Connect
, Garmin Express
, Garmin Golf
, Garmin Move IQ
, Garmin Pay
, tempe
, TrueUp
en Varia
zijn
handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Android
is een handelsmerk van Google Inc. Apple
®
, iPhone
®
en iTunes
®
zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het woordmerk en de
logo's van BLUETOOTH
®
zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen. The Cooper Institute
®
, en alle gerelateerde
handelsmerken, zijn het eigendom van The Cooper Institute. Geavanceerde hartslaganalyse door Firstbeat. iOS
®
is een geregistreerd handelsmerk van Cisco Systems, Inc. dat onder licentie
door Apple Inc. wordt gebruikt. WiFi
®
is een geregistreerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance Corporation. Windows
®
is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en andere landen. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
Dit product is ANT+
®
gecertificeerd. Ga naar www.thisisant.com/directory voor een lijst met compatibele producten en apps.
M/N: A03558, M/N: A03618
Inhoudsopgave
Inleiding........................................................................... 1
Overzicht van het toestel............................................................ 1
Tips voor het aanraakscherm................................................ 1
Het aanraakscherm vergrendelen en ontgrendelen.......... 1
Het bedieningsmenu gebruiken............................................. 1
Pictogrammen........................................................................ 1
Uw smartwatch instellen............................................................. 1
Slimme functies.............................................................. 1
Uw smartphone koppelen........................................................... 1
Connected functies..................................................................... 2
Telefoonmeldingen................................................................ 2
Bluetooth meldingen inschakelen..................................... 2
Meldingen weergeven....................................................... 2
Een sms-bericht beantwoorden........................................ 2
Een inkomende oproep ontvangen................................... 2
Meldingen beheren........................................................... 2
De Bluetooth smartphone-verbinding uitschakelen.......... 3
De modus Niet storen gebruiken........................................... 3
Uw telefoon vinden................................................................ 3
Connect IQ functies.................................................................... 3
Connect IQ functies downloaden........................................... 3
Connect IQ functies downloaden via uw computer................ 3
WiFi connected functies............................................................ 3
Verbinding maken met een WiFi netwerk............................. 3
Muziek............................................................................. 3
Verbinding maken met een externe provider.............................. 3
Audiocontent van een externe provider downloaden............. 4
Loskoppelen van een externe provider.................................. 4
Persoonlijke audiocontent downloaden...................................... 4
Een Bluetooth hoofdtelefoon aansluiten..................................... 4
Luisteren naar muziek................................................................ 4
Bediening voor afspelen van muziek.......................................... 4
Garmin Pay..................................................................... 4
Uw Garmin Pay portemonnee instellen...................................... 4
Een aankoop betalen via uw horloge......................................... 5
Een kaart toevoegen aan uw Garmin Pay portemonnee............ 5
Uw Garmin Pay portemonnee beheren................................. 5
Uw Garmin Pay pincode wijzigen............................................... 5
Veiligheids- en trackingfuncties................................... 5
Contacten voor noodgevallen toevoegen................................... 6
Contactpersonen toevoegen...................................................... 6
Ongevaldetectie in- en uitschakelen........................................... 6
Hulp vragen................................................................................ 6
Hartslagmeetfuncties..................................................... 6
Hartslagmeter aan de pols..........................................................6
Het toestel dragen..................................................................6
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens........................... 6
De hartslagwidget gebruiken................................................. 6
Abnormale-hartslagwaarschuwingen instellen...................... 7
Hartslag verzenden naar Garmin toestellen.......................... 7
De polshartslagmeter uitschakelen........................................ 7
Hartslagzones............................................................................. 7
Uw hartslagzones instellen.................................................... 7
Berekeningen van hartslagzones.......................................... 7
Over VO2 max. indicaties........................................................... 7
Geschat VO2 max. weergeven.............................................. 8
Pulse oxymeter........................................................................... 8
Pulse-oxymetermetingen verkrijgen.......................................8
De tracking-modus van de pulse oxymeter wijzigen.............. 8
Tips voor grillige pulse oxymeter-gegevens...........................8
Activiteiten volgen......................................................... 8
Automatisch doel........................................................................ 8
De bewegingswaarschuwing gebruiken
..................................... 8
Slaap bijhouden.......................................................................... 9
Minuten intensieve training......................................................... 9
Minuten intensieve training opbouwen.................................. 9
Garmin Move IQ™...................................................................... 9
Instellingen voor activiteiten volgen............................................ 9
Activiteiten volgen uitschakelen............................................. 9
Widgets........................................................................... 9
Widgets weergeven.................................................................. 10
De widgetlijst aanpassen..................................................... 10
Over Mijn dag........................................................................... 10
Widget Gezondheidsgegevens................................................. 10
Hartslagvariaties en stressniveau............................................. 10
De stressniveauwidget gebruiken........................................ 10
Body Battery............................................................................. 10
De Body Battery widget bekijken......................................... 10
Tips voor betere Body Battery gegevens............................. 11
Tracking van menstruatiecyclus............................................... 11
Tracking van hydratatie............................................................ 11
De widget voor tracking van hydratatie gebruiken............... 11
Apps en activiteiten..................................................... 11
Een activiteit starten................................................................. 11
Tips voor het vastleggen van activiteiten............................. 11
Een activiteit stoppen................................................................11
Een aangepaste activiteit toevoegen........................................ 12
Een favoriete activiteit toevoegen of verwijderen..................... 12
Binnenactiviteiten......................................................................12
Een krachttraining vastleggen............................................. 12
De loopbandafstand kalibreren............................................ 12
Buitenactiviteiten.......................................................................12
Hardlopen............................................................................ 12
Een rit maken....................................................................... 13
Uw afdalingen weergeven................................................... 13
Zwemmen in het zwembad....................................................... 13
Grootte van bad instellen..................................................... 13
Zwemtermen........................................................................ 13
Golfen....................................................................................... 13
Golfbanen downloaden........................................................ 13
Golfen.................................................................................. 13
Hole-informatie.....................................................................13
De pinlocatie wijzigen......................................................14
De richting naar de pinlocatie bekijken........................... 14
Layup- en dogleg-afstanden weergeven............................. 14
Hindernissen weergeven..................................................... 14
Een slag meten met de Garmin AutoShot™ functie............ 14
Score bijhouden................................................................... 14
De scoringsmethode instellen......................................... 14
Golfstatistieken bijhouden............................................... 14
Golfstatistieken vastleggen............................................. 15
Uw shotgeschiedenis weergeven........................................ 15
Uw rondeoverzicht bekijken................................................. 15
Een ronde beëindigen.......................................................... 15
Garmin Golf app...................................................................15
Training......................................................................... 15
Uw gebruikersprofiel instellen................................................... 15
Fitnessdoelstellingen........................................................... 15
Workouts...................................................................................15
Een workout beginnen......................................................... 15
Garmin Connect trainingsplannen gebruiken...................... 15
Aangepaste trainingsplannen......................................... 15
Workout van vandaag starten......................................... 15
Geplande workouts weergeven...................................... 16
Persoonlijke records................................................................. 16
Uw persoonlijke records weergeven.................................... 16
Een persoonlijk record herstellen........................................ 16
Inhoudsopgave i
Een persoonlijk record verwijderen...................................... 16
Alle persoonlijke records verwijderen.................................. 16
Navigatie....................................................................... 16
Uw locatie bewaren.................................................................. 16
Een locatie verwijderen........................................................ 16
Naar een opgeslagen locatie navigeren................................... 16
Terug naar startlocatie navigeren............................................. 16
Stoppen met navigeren............................................................ 17
Kompas.....................................................................................17
Het kompas handmatig kalibreren....................................... 17
Geschiedenis................................................................ 17
Werken met de geschiedenis................................................... 17
Tijd in elke hartslagzone weergeven................................... 17
Garmin Connect........................................................................17
De Garmin Connect app gebruiken..................................... 18
Garmin Connect op uw computer gebruiken....................... 18
Uw toestel aanpassen.................................................. 18
De watch face wijzigen............................................................. 18
Een watch face bewerken.................................................... 18
Een aangepaste watch face maken..................................... 18
Het bedieningsmenu aanpassen.............................................. 18
Een snelkoppeling voor bediening instellen............................. 18
Instellingen van activiteiten en apps......................................... 18
Gegevensschermen aanpassen.......................................... 19
Waarschuwingen................................................................. 19
Een waarschuwing instellen............................................ 19
Auto Lap...............................................................................20
Ronden markeren met behulp van de functie Auto Lap.. 20
Auto Pause® gebruiken....................................................... 20
Auto Scroll gebruiken........................................................... 20
De GPS-instelling wijzigen................................................... 20
GPS en andere satellietsystemen................................... 20
Telefoon- en Bluetooth instellingen.......................................... 20
Systeeminstellingen.................................................................. 21
Tijdinstellingen..................................................................... 21
Tijdzones......................................................................... 21
De tijd handmatig instellen.............................................. 21
Een alarm instellen..........................................................21
Een alarm verwijderen.................................................... 21
De afteltimer instellen......................................................21
De stopwatch gebruiken..................................................21
Schermverlichtingsinstellingen.............................................21
De maateenheden wijzigen................................................. 21
Garmin Connect instellingen.....................................................22
Draadloze sensoren..................................................... 22
De draadloze sensors koppelen............................................... 22
Voetsensor................................................................................22
Uw voetsensor kalibreren.................................................... 22
Kalibratie van de voetsensor verbeteren............................. 22
Een optionele fietssnelheids- of fietscadanssensor
gebruiken.................................................................................. 22
Een snelheidssensor kalibreren........................................... 22
Clubsensoren............................................................................22
Omgevingsbewustzijn............................................................... 22
tempe........................................................................................ 22
Toestelinformatie......................................................... 23
Het toestel opladen................................................................... 23
Productupdates.........................................................................23
De software bijwerken met de Garmin Connect app........... 23
De software bijwerken via Garmin Express......................... 23
Toestelgegevens weergeven.................................................... 23
Informatie over regelgeving en compliance op e-labels
weergeven........................................................................... 23
Specificaties..............................................................................23
Informatie over de levensduur van de batterij
...................... 23
Toestelonderhoud..................................................................... 23
Het toestel schoonmaken.................................................... 24
De banden vervangen.............................................................. 24
Problemen oplossen.................................................... 24
Is mijn smartphone compatibel met mijn toestel?..................... 24
Ik kan mijn telefoon niet koppelen met het toestel.................... 24
Ik kan mijn hoofdtelefoon niet koppelen met het toestel........... 24
Mijn muziek valt weg of mijn hoofdtelefoons blijven niet
verbonden................................................................................. 24
Op mijn toestel wordt niet de juiste taal gebruikt...................... 24
Mijn toestel geeft de juiste tijd niet weer................................... 25
Levensduur van de batterijen maximaliseren........................... 25
Het toestel opnieuw opstarten.................................................. 25
Alle standaardinstellingen herstellen........................................ 25
Satellietsignalen ontvangen...................................................... 25
De ontvangst van GPS-signalen verbeteren....................... 25
Activiteiten volgen..................................................................... 25
Mijn stappentelling lijkt niet nauwkeurig te zijn.................... 25
Het aantal opgelopen trappen lijkt niet te kloppen............... 25
De nauwkeurigheid van minuten intensieve training en
verbrande calorieën verbeteren........................................... 25
De temperatuurmeting is niet nauwkeurig................................ 26
Meer informatie......................................................................... 26
Appendix....................................................................... 26
Gegevensvelden....................................................................... 26
Standaardwaarden VO2 Max................................................... 27
Wielmaat en omvang................................................................ 27
Symbooldefinities......................................................................28
Index.............................................................................. 29
ii Inhoudsopgave
Inleiding
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Raadpleeg altijd een arts voordat u een trainingsprogramma
begint of wijzigt.
Overzicht van het toestel
actieknop: Druk op deze knop om het toestel in te schakelen.
Druk hierop om de activiteitentimer te starten of te stoppen.
Houd 2 seconden ingedrukt om het bedieningsmenu met
onder andere het toestelvermogen weer te geven.
Houd 5 seconden ingedrukt om hulp aan te vragen
(Veiligheids- en trackingfuncties, pagina 5).
knop Terug: Druk hierop om vanuit een willekeurig scherm
terug te keren naar het vorige scherm, behalve tijdens een
activiteit.
Druk hierop tijdens een activiteit om een nieuwe ronde te
markeren, een nieuwe set of positie te starten of door te gaan
naar de volgende fase van een workout.
Houd ingedrukt om een menu met toestelinstellingen en
opties voor het huidige scherm weer te geven.
Aanraakscherm: Veeg omhoog of omlaag om door widgets,
functies en menu's te bladeren.
Tik om te selecteren.
Veeg naar rechts om terug te keren naar het vorige scherm.
Veeg tijdens een activiteit naar rechts om de watch face en
widgets weer te geven.
Veeg over de watch face naar rechts om de kortere manier
weer te geven.
Tips voor het aanraakscherm
Sleep omhoog of omlaag om door de lijsten en menu's te
bladeren.
Veeg omhoog of omlaag om snel te bladeren.
Tik om een item te selecteren.
Veeg op de watch face omhoog of omlaag om door de
widgets op het toestel te bladeren.
Tik in een widget om, indien beschikbaar, extra
widgetschermen te bekijken.
Tijdens een activiteit veegt u omhoog of omlaag om naar het
volgende gegevensscherm te gaan.
Veeg tijdens een activiteit naar rechts om de watch face en
widgets te bekijken en veeg naar links om terug te gaan naar
de gegevensvelden van de activiteit.
Voer elke menuselectie als een aparte handeling uit.
Het aanraakscherm vergrendelen en ontgrendelen
U kunt het aanraakscherm vergrendelen om te voorkomen dat u
per ongeluk op het scherm tikt en functies activeert.
1
Houd het ingedrukt om het bedieningsmenu weer te
geven.
2
Selecteer .
Het aanraakscherm wordt vergrendeld en reageert niet op
aanrakingen totdat u het ontgrendelt.
3
Houd een willekeurige knop ingedrukt om het aanraakscherm
te ontgrendelen.
Het bedieningsmenu gebruiken
Het bedieningsmenu bevat aanpasbare snelkoppelingen
waarmee u het touchscreen kunt vergrendelen of het toestel
uitschakelen.
OPMERKING: U kunt zelf snelkoppelingen toevoegen,
rangschikken en verwijderen in het bedieningsmenu (Het
bedieningsmenu aanpassen, pagina 18).
1
Houd in een willekeurig scherm 2 seconden ingedrukt.
2
Selecteer een optie.
Pictogrammen
Een knipperend pictogram geeft aan dat het toestel een signaal
zoekt. Een niet-knipperend pictogram geeft aan dat het signaal
is gevonden of de sensor is verbonden.
Smartphone-verbindingsstatus
Status hartslagmeter
Status voetsensor
LiveTrack status
Status snelheid- en cadanssensor
Status Varia
fietsverlichting
Status Varia fietsradar
tempe
sensorstatus
Legacy Series alarmstatus
Uw smartwatch instellen
Voer deze taken uit om optimaal gebruik te maken van de
Legacy Series functies.
Koppel uw smartphone met de Garmin Connect
app (Uw
smartphone koppelen, pagina 1).
Stel WiFi
®
netwerken in (Verbinding maken met een Wi
Fi
netwerk, pagina 3).
Stel muziek in (Muziek, pagina 3).
Stel uw Garmin Pay
portemonnee in (Uw Garmin Pay
portemonnee instellen, pagina 4).
Stel veiligheidsfuncties in (Veiligheids- en trackingfuncties,
pagina 5).
Slimme functies
Uw smartphone koppelen
Om het Legacy Series toestel in te stellen, moet het direct via de
Garmin Connect app worden gekoppeld, in plaats van vanuit de
Bluetooth
®
instellingen op uw smartphone.
Inleiding 1
1
U kunt de Garmin Connect app via de app store op uw
telefoon installeren en openen.
2
Selecteer een optie om de koppelmodus op uw toestel in te
schakelen:
Als u uw toestel voor de eerste keer configureert, houdt u
ingedrukt om het toestel in te schakelen.
Als u het koppelproces eerder hebt overgeslagen of uw
toestel hebt gekoppeld aan een andere smartphone,
houdt u uw vinger op , en selecteert u > Koppel
telefoon om de koppelmodus handmatig te openen.
3
Selecteer een optie om uw toestel toe te voegen aan uw
Garmin Connect account:
Als dit het eerste toestel is dat u koppelt met de Garmin
Connect app, volgt u de instructies op het scherm.
Als u reeds een toestel hebt gekoppeld met de Garmin
Connect app, selecteert u in het menu of Garmin
toestellen > Voeg toestel toe, en volgt u de instructies
op het scherm.
Connected functies
Connected functies zijn beschikbaar voor uw Legacy Series
toestel als u het toestel verbindt met een compatibele
smartphone via Bluetooth technologie. Voor sommige functies
moet u de Garmin Connect app op de verbonden smartphone
installeren. Ga naar www.garmin.com/apps voor meer
informatie. Sommige functies zijn ook beschikbaar als u uw
toestel verbindt met een draadloos netwerk.
Telefoonmeldingen: Geeft telefoonmeldingen en berichten
weer op uw Legacy Series toestel.
LiveTrack: Geef uw vrienden en familie de gelegenheid om uw
races en trainingsactiviteiten in real-time te volgen. U kunt
volgers uitnodigen via e-mail of social media, waardoor zij uw
live-gegevens op een Garmin Connect volgpagina kunnen
zien.
Activiteiten uploaden naar Garmin Connect: Uw activiteit
wordt automatisch naar uw Garmin Connect account
verstuurd zodra u klaar bent met het vastleggen van de
activiteit.
Connect IQ
: Hiermee kunt u de toestelfuncties uitbreiden met
nieuwe watch faces, widgets, apps en gegevensvelden.
Software-updates: Hiermee kunt u de toestelsoftware
bijwerken.
Weer: Hiermee kunt u actuele weersomstandigheden en
weersverwachtingen weergeven.
Bluetooth sensoren: Hiermee kunt u Bluetooth compatibele
sensoren koppelen, bijvoorbeeld een hartslagmeter.
Vind mijn telefoon: Hiermee kunt u een kwijtgeraakte
smartphone terugvinden die is gekoppeld met uw Legacy
Series toestel en momenteel binnen bereik is.
Zoek mijn toestel: Hiermee kunt u uw kwijtgeraakte Legacy
Series toestel terugvinden dat is gekoppeld met uw
smartphone en momenteel binnen bereik is.
Telefoonmeldingen
Voor telefoonmeldingen is een compatibele smartphone vereist
die binnen bereik is en gekoppeld is met het toestel. Wanneer
uw telefoon berichten ontvangt, worden meldingen naar uw
toestel verzonden.
Bluetooth meldingen inschakelen
Voordat u meldingen kunt inschakelen, moet u het Legacy
Series toestel koppelen met een compatibele smartphone (Uw
smartphone koppelen, pagina 1).
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Telefoon > Meldingen.
3
Selecteer Tijdens activiteit om voorkeuren in te stellen voor
meldingen die worden weergegeven tijdens het vastleggen
van een activiteit.
4
Selecteer een meldingsvoorkeur.
5
Selecteer Niet tijdens activiteit om voorkeuren in te stellen
voor meldingen die worden weergegeven in de
horlogemodus.
6
Selecteer een meldingsvoorkeur.
7
Selecteer Time-out.
8
Selecteer een duur voor de time-out.
Meldingen weergeven
1
Veeg op de watch face omhoog of omlaag om de
meldingenwidget weer te geven.
2
Selecteer een melding.
3
Blader omlaag om de hele melding te lezen.
4
Veeg omhoog om de meldingsopties weer te geven.
5
Selecteer een optie:
Selecteer een actie, zoals Negeer of Antwoord, om iets
te doen met de melding.
De beschikbare acties zijn afhankelijk van het type
melding en het besturingssysteem van uw telefoon.
Wanneer u een melding op uw telefoon of het Legacy
Series toestel negeert, wordt deze niet meer weergegeven
in de widget.
Veeg naar rechts om terug te gaan naar de lijst met
meldingen.
Een sms-bericht beantwoorden
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar voor Android
smartphones.
Wanneer u op uw Legacy Series toestel een melding voor een
sms-bericht ontvangt, kunt u een snel antwoord verzenden door
dit uit een lijst met berichten te selecteren. U kunt uw berichten
aanpassen in de Garmin Connect app.
OPMERKING: Met deze functie verzendt u sms-berichten via
uw telefoon. De reguliere limieten en kosten voor sms-berichten
kunnen van toepassing zijn. Neem contact op met uw mobiele
provider voor meer informatie.
1
Veeg omhoog of omlaag om de meldingenwidget weer te
geven.
2
Selecteer een sms-melding.
3
Veeg omhoog om de meldingsopties weer te geven.
4
Selecteer Antwoord.
5
Selecteer een bericht in de lijst.
Uw telefoon verzendt het geselecteerde bericht als een sms-
bericht.
Een inkomende oproep ontvangen
Wanneer u een telefoonoproep ontvangt op uw verbonden
smartphone, wordt op het Legacy Series toestel de naam of het
telefoonnummer van de beller weergegeven.
Als u de oproep wilt accepteren, selecteert u .
OPMERKING: Om met beller te praten gebruikt u uw
verbonden smartphone.
Als u de oproep wilt weigeren, selecteert u .
Als u de oproep wilt weigeren en onmiddellijk daarna wilt
antwoorden via een tekstbericht, selecteert u en selecteert
u vervolgens een bericht uit de lijst.
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw
toestel is verbonden met een Android smartphone.
Meldingen beheren
U kunt meldingen die op uw Legacy Series toestel worden
weergegeven, beheren vanaf uw compatibele smartphone.
2 Slimme functies
Selecteer een optie:
Als u een iPhone
®
toestel gebruikt, kunt u via de iOS
®
meldingsinstellingen de items selecteren die u op het
toestel wilt weergeven.
Als u een Android smartphone gebruikt, selecteert u in de
Garmin Connect app, Instellingen > Smartphone
meldingen.
De Bluetooth smartphone-verbinding uitschakelen
1
Houd ingedrukt om het bedieningsmenu weer te geven.
2
Selecteer om de Bluetooth smartphone-verbinding op uw
Legacy Series toestel uit te schakelen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor uw mobiele toestel
om draadloze Bluetooth technologie uit te schakelen op uw
mobiele toestel.
De modus Niet storen gebruiken
U kunt de modus Niet storen gebruiken om trilsignalen en het
scherm voor waarschuwingen en meldingen uit te schakelen. In
deze modus wordt de bewegingsinstelling uitgeschakeld
(Schermverlichtingsinstellingen, pagina 21). U kunt deze
modus bijvoorbeeld gebruiken als u slaapt of naar een film kijkt.
Als u de modus Niet storen handmatig wilt in- of
uitschakelen, houdt u de knop ingedrukt en selecteert u .
Als u de modus Niet storen automatisch wilt inschakelen
tijdens uw slaapuren, gaat u naar de toestelinstellingen in de
Garmin Connect app en selecteert u Geluiden en
waarschuwingen > Niet storen tijdens het slapen.
Uw telefoon vinden
Met deze functie kunt u een kwijtgeraakte smartphone
terugvinden die is gekoppeld via Bluetooth draadloze
technologie en momenteel binnen bereik is.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer .
Op het scherm van de Legacy Series worden
signaalsterktebalken weergegeven en op uw smartphone
klinkt een geluidswaarschuwing. De balken worden langer
naarmate u dichter bij uw smartphone komt.
3
Druk op om het zoeken te stoppen.
Connect IQ functies
U kunt aan uw watch Connect IQ functies toevoegen van
Garmin
®
en andere leveranciers via de Connect IQ app. U kunt
uw toestel aanpassen met watch faces, gegevensvelden,
widgets en apps.
Watch Faces: Hiermee kunt u de stijl van de klok aanpassen.
Gegevensvelden: Hiermee kunt u nieuwe gegevensvelden
downloaden die sensors, activiteiten en historische gegevens
op andere manieren presenteren. U kunt Connect IQ
gegevensvelden toevoegen aan ingebouwde functies en
pagina's.
Widgets: Hiermee kunt u direct informatie bekijken, zoals
sensorgegevens en meldingen.
Apps: Voeg interactieve functies toe aan uw horloge, zoals
nieuwe soorten buiten- en fitnessactiviteiten.
Connect IQ functies downloaden
Voordat u functies kunt downloaden via de Connect IQ app,
moet u uw Legacy Series toestel met uw smartphone koppelen
(Uw smartphone koppelen, pagina 1).
1
U kunt de Connect IQ app via de app store op uw telefoon
installeren en openen.
2
Selecteer zo nodig uw toestel.
3
Selecteer een Connect IQ functie.
4
Volg de instructies op het scherm.
Connect IQ functies downloaden via uw computer
1
Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
2
Ga naar apps.garmin.com en meld u aan.
3
Selecteer een Connect IQ functie en download deze.
4
Volg de instructies op het scherm.
WiFi connected functies
Activiteiten uploaden naar uw Garmin Connect account: Uw
activiteit wordt automatisch naar uw Garmin Connect account
verstuurd zodra u klaar bent met het vastleggen van de
activiteit.
Audiocontent: Hiermee kunt u audiocontent van externe
providers synchroniseren.
Software-updates: Uw toestel downloadt en installeert de
nieuwste software-update automatisch als er een WiFi
verbinding beschikbaar is.
Workouts en trainingsplannen: U kunt workouts en
trainingsplannen zoeken en selecteren op de Garmin
Connect site. De volgende keer dat uw toestel een WiFi
verbinding heeft, worden de bestanden draadloos naar uw
toestel verzonden.
Verbinding maken met een WiFi netwerk
U moet met uw toestel verbinding maken met de Garmin
Connect app op uw smartphone of met de Garmin Express
app
op uw computer voordat u verbinding kunt maken met een WiFi
netwerk.
Als u uw toestel wilt synchroniseren met een muziekprovider
van derden, moet u verbinding maken met WiFi. U kunt het
toestel verbinden met een WiFi netwerk om de
overdrachtsnelheid van grotere bestanden te versnellen.
1
Verplaats binnen bereik van een WiFi netwerk.
2
Selecteer in de Garmin Connect app, of .
3
Selecteer Garmin toestellen en selecteer vervolgens uw
toestel.
4
Selecteer Algemeen > Wi-Fi-netwerken > Voeg een
netwerk toe.
5
Selecteer een beschikbaar WiFi netwerk en voer de
aanmeldgegevens in.
Muziek
OPMERKING: Dit hoofdstuk gaat over drie verschillende
muziekafspeelopties.
Muziek van derden
Persoonlijke audiocontent
Muziek die op uw telefoon is opgeslagen
U kunt op een Legacy Series toestel audiocontent downloaden
naar uw toestel vanaf uw computer of een externe provider,
zodat u muziek kunt luisteren als u uw smartphone niet binnen
handbereik hebt. Om audiocontent te beluisteren dat op uw
toestel is opgeslagen, moet u een hoofdtelefoon met Bluetooth
technologie aansluiten.
U kunt muziek ook bedienen via uw gekoppelde smartphone
met uw toestel.
Verbinding maken met een externe provider
Voordat u muziek of andere audiobestanden van een
ondersteunde externe provider kunt downloaden naar een
compatibel horloge, moet u verbinding maken met de provider
met de Garmin Connect app.
1
Selecteer op de Garmin Connect app of .
2
Selecteer Garmin toestellen en selecteer vervolgens uw
toestel.
Muziek 3
3
Selecteer Muziek.
4
Selecteer een optie:
Als u verbinding wilt maken met een geïnstalleerde
provider, selecteert u de provider en volgt u de instructies
op het scherm.
Wanneer u verbinding wilt maken met een nieuwe
provider selecteer Muziekapps downloaden. Zoek
vervolgens een provider en volg de instructies op het
scherm.
Audiocontent van een externe provider downloaden
Voordat u audiocontent van een externe provider kunt
downloaden, moet u verbonden zijn met een WiFi netwerk
(Verbinding maken met een Wi
Fi netwerk, pagina 3).
1
Open de muziekbedieningswidget.
2
Houd ingedrukt.
3
Selecteer Muziekproviders.
4
Selecteer een verbonden provider.
5
Selecteer een afspeellijst of ander item om naar het toestel te
downloaden.
6
Selecteer indien nodig tot u wordt gevraagd om te
synchroniseren met de service en selecteer .
OPMERKING: Door het downloaden van audio-inhoud kan de
batterij snel leegraken. Mogelijk dient u het toestel aan te sluiten
op een externe voedingsbron als de batterij bijna leeg is.
Loskoppelen van een externe provider
1
Selecteer op de Garmin Connect app of .
2
Selecteer Garmin toestellen en selecteer vervolgens uw
toestel.
3
Selecteer Muziek.
4
Selecteer een geïnstalleerde externe provider en volg de
instructies op het scherm om de externe provider los te
koppelen van uw toestel.
Persoonlijke audiocontent downloaden
Voordat u persoonlijke muziek naar uw toestel kunt verzenden,
moet u de Garmin Express app op uw computer installeren
(www.garmin.com/express).
U kunt uw persoonlijke audiobestanden, zoals .mp3- en .aac-
bestanden, naar een Legacy Series toestel laden vanaf uw
computer.
1
Sluit het toestel met de meegeleverde USB-kabel aan op uw
computer.
2
Open de app Garmin Express op uw computer, selecteer uw
toestel en selecteer Muziek.
TIP: Bij Windows
®
computers, kunt u selecteren en naar
de map met uw audiobestanden bladeren. Bij Apple
®
computers, maakt de Garmin Express app gebruik van uw
iTunes
®
bibliotheek.
3
Selecteer in de lijst Mijn muziek of iTunes Library, een
audiobestandscategorie, zoals nummers of afspeellijsten.
4
Schakel de selectievakjes in voor de audiobestanden, en
selecteer Verzend naar toestel.
5
Selecteer indien nodig in de lijst Legacy Series een
categorie, schakel de selectievakjes in en selecteer
Verwijder van toestel om audiobestanden te verwijderen.
Een Bluetooth hoofdtelefoon aansluiten
Om muziek te luisteren die op uw Legacy Series toestel is
geladen, moet u een hoofdtelefoon met Bluetooth technologie
aansluiten.
1
Houd uw hoofdtelefoon binnen 2 m (6,6 ft.) van uw toestel.
2
Schakel de koppelingstatus in op de hoofdtelefoon.
3
Houd het ingedrukt.
4
Selecteer > Muziek > Hoofdtelefoon > Voeg nieuw toe.
5
Selecteer uw hoofdtelefoon om het koppelen te voltooien.
Luisteren naar muziek
1
Open de muziekbedieningswidget.
2
Sluit uw hoofdtelefoon met Bluetooth technologie aan (Een
Bluetooth hoofdtelefoon aansluiten, pagina 4).
3
Houd ingedrukt.
4
Selecteer Muziekproviders, en selecteer een optie:
Als u vanaf uw computer naar naar het horloge
gedownloade muziek wilt luisteren, selecteert u Mijn
muziek (Persoonlijke audiocontent downloaden,
pagina 4).
Als u het afspelen van muziek op uw smartphone wilt
bedienen, selecteert u Telefoon.
Selecteer de naam van de provider om naar muziek van
derden te luisteren.
5
Selecteer om de bediening voor het afspelen van muziek
te openen.
Bediening voor afspelen van muziek
Selecteer om de bediening voor het afspelen van muziek te
openen.
Selecteer om naar de audiobestanden en afspeellijsten te
bladeren voor de geselecteerde bron.
Selecteer om het volume aan te passen.
Selecteer om het huidige audiobestand af te spelen en te
pauzeren.
Selecteer om naar het volgende audiobestand in de afspeellijst te
gaan.
Houd ingedrukt om het huidige audiobestand vooruit te spoelen.
Selecteer om het huidige audiobestand opnieuw te starten.
Selecteer twee keer om naar het vorige audiobestand in de
afspeellijst te gaan.
Houd ingedrukt om het huidige audiobestand terug te spoelen.
Selecteer om de herhaalmodus te wijzigen.
Selecteer om de shuffle-modus te wijzigen.
Garmin Pay
Met de functie Garmin Pay kunt u met uw horloge aankopen
betalen bij deelnemende winkels door een creditcard of bankpas
te gebruiken die is uitgegeven door een deelnemende financiële
instelling.
Uw Garmin Pay portemonnee instellen
U kunt een of meer deelnemende creditcards of bankpassen
aan uw Garmin Pay portemonnee toevoegen. Ga naar
garmin.com/garminpay/banks en ontdek welke financiële
instellingen meedoen.
1
Selecteer op de Garmin Connect app of .
2
Selecteer Garmin toestellen, en vervolgens uw Legacy
Series toestel.
3
Selecteer Garmin Pay > Maak uw portemonnee.
4 Garmin Pay
4
Volg de instructies op het scherm.
Een aankoop betalen via uw horloge
Voordat u met uw horloge aankopen kunt betalen, moet u
minimaal één betaalkaart instellen.
U kunt met uw horloge aankopen betalen in een deelnemende
winkel.
1
Houd ingedrukt.
2
Selecteer .
3
Voer uw pincode van vier cijfers in.
OPMERKING: Als u uw pincode drie keer onjuist invoert,
wordt uw portemonnee vergrendeld en moet u uw pincode
opnieuw instellen in de Garmin Connect app.
Uw laatst gebruikte betaalkaart wordt weergegeven.
4
Als u meerdere kaarten hebt toegevoegd aan uw Garmin Pay
portemonnee, veegt u om een andere kaart te gebruiken
(optioneel).
5
Houd uw horloge binnen 60 seconden bij de lezer, met het
scherm in de richting van de lezer.
Het horloge trilt en u ziet een vinkje op het scherm wanneer
de communicatie met de lezer is voltooid.
6
Volg de instructies op de kaartlezer, indien nodig, om de
transactie te voltooien.
TIP: Nadat u de juiste pincode hebt ingevoerd, kunt u
gedurende 24 uur betalingen doen zonder pincode zolang u het
horloge draagt. Als u het horloge afdoet of als u de
hartslagmeting uitschakelt, moet u de pincode opnieuw invoeren
om een betaling te doen.
Een kaart toevoegen aan uw Garmin Pay
portemonnee
U kunt maximaal tien creditcards of bankpassen toevoegen aan
uw Garmin Pay portemonnee.
1
Selecteer op de pagina van het Legacy Series toestel in de
Garmin Connect app de optie Garmin Pay > .
2
Volg de instructies op het scherm om de kaartinformatie in te
voeren en de kaart toe te voegen aan uw portemonnee.
Nadat de kaart is toegevoegd, kunt u de kaart selecteren op uw
horloge wanneer u een betaling doet.
Uw Garmin Pay portemonnee beheren
U kunt gedetailleerde informatie over elk van uw betaalkaarten
weergeven en u kunt een kaart blokkeren, activeren of
verwijderen. U kunt ook uw hele Garmin Pay portemonnee
blokkeren of verwijderen.
OPMERKING: In sommige landen zijn de portemonneefuncties
mogelijk beperkt door de deelnemende financiële instellingen.
1
Selecteer op de Legacy Series toestelpagina in de Garmin
Connect app Garmin Pay > Uw portemonnee beheren.
2
Selecteer een optie:
Om een specifieke kaart te blokkeren, selecteert u de
kaart en selecteert u Onderbreek.
De kaart moet actief zijn om aankopen te kunnen doen
met uw Legacy Series toestel.
Als u alle kaarten in uw portemonnee tijdelijk wilt
blokkeren, selecteert u Portemonnee buiten werking
stellen.
U kunt niet betalen met uw Legacy Series toestel totdat u
minimaal één kaart hebt gedeblokkeerd met de app.
Om de blokkering van uw portemonnee op te heffen,
selecteert u Tijdelijke buitengebruikstelling
portemonnee opheffen.
Als u een specifieke kaart wilt verwijderen, selecteert u de
kaart en selecteert u Verwijder.
De kaart wordt volledig uit uw portemonnee verwijderd.
Als u deze kaart in de toekomst wilt toevoegen aan uw
portemonnee, moet u de kaartinformatie opnieuw
invoeren.
Als u alle kaarten in uw portemonnee wilt verwijderen,
selecteert u Portemonnee verwijderen.
Uw Garmin Pay portemonnee en alle bijbehorende
kaartinformatie worden verwijderd. U kunt niet betalen met
uw Legacy Series toestel totdat u een nieuwe
portemonnee hebt gemaakt en een kaart hebt
toegevoegd.
Uw Garmin Pay pincode wijzigen
U dient uw huidige pincode te weten om deze te kunnen
wijzigen. U kunt de pincode niet opvragen. Als u uw pincode
vergeet, moet u uw portemonnee verwijderen, een nieuwe
maken en uw kaartinformatie opnieuw invoeren.
U kunt de pincode wijzigen die vereist is voor toegang tot uw
Garmin Pay portemonnee op uw Legacy Series toestel.
1
Selecteer op de pagina van het Legacy Series toestel in de
Garmin Connect app de optie Garmin Pay > Pincode
opnieuw instellen.
2
Volg de instructies op het scherm.
De volgende keer dat u betaalt met uw Legacy Series toestel,
moet u de nieuwe pincode invoeren.
Veiligheids- en trackingfuncties
VOORZICHTIG
Ongevaldetectie en hulp is een aanvullende functie en dient niet
te worden beschouwd als primaire methode voor het verkrijgen
van hulp bij ongelukken. De Garmin Connect app neemt geen
contact op met hulpdiensten namens u.
Het Legacy Series toestel beschikt over veiligheids- en
trackingfuncties die moeten worden ingesteld met de Garmin
Connect app.
LET OP
Als u deze functies wilt gebruiken, moet u met de Garmin
Connect app verbonden zijn via Bluetooth technologie. U kunt
noodcontacten in uw Garmin Connect account invoeren.
Hulp: Hiermee kunt u een automatisch bericht met uw naam,
LiveTrack-koppeling en GPS-locatie naar uw
contactpersonen voor noodgevallen verzenden.
Ongevaldetectie: Wanneer het Legacy Series toestel een
incident detecteert tijdens een outdoor loopactiviteit,
hardloopactiviteit of fietsactiviteit, verzendt het toestel een
automatisch bericht, LiveTrack-koppeling en GPS-locatie
naar uw contactpersonen voor noodgevallen.
LiveTrack: Geef uw vrienden en familie de gelegenheid om uw
races en trainingsactiviteiten in real-time te volgen. U kunt
volgers uitnodigen via e-mail of social media, waardoor zij uw
live-gegevens op een Garmin Connect volgpagina kunnen
zien.
Veiligheids- en trackingfuncties 5
Contacten voor noodgevallen toevoegen
Telefoonnummers van contactpersonen voor noodgevallen
worden gebruikt voor het detecteren van incidenten en voor
assistentie.
1
Selecteer op de Garmin Connect app of .
2
Selecteer Veiligheid en tracking > Ongevaldetectie &
assistentie > Voeg contact voor noodgevallen toe.
3
Volg de instructies op het scherm.
Contactpersonen toevoegen
U kunt maximaal 50 contactpersonen toevoegen aan de Garmin
Connect app. E-mailadressen van contactpersonen kunnen
worden gebruikt bij de LiveTrack functie.
Drie van deze contactpersonen kunnen worden gebruikt als
contacten voor noodgevallen (Contacten voor noodgevallen
toevoegen, pagina 6).
1
Selecteer op de Garmin Connect app of .
2
Selecteer Contacten.
3
Volg de instructies op het scherm.
Nadat u contactpersonen hebt toegevoegd, moet u uw
gegevens synchroniseren om de wijzigingen toe te passen op
uw Legacy Series toestel (De Garmin Connect app gebruiken,
pagina 18).
Ongevaldetectie in- en uitschakelen
Voordat u incidentdetectie op uw toestel kunt inschakelen, moet
u contactpersonen voor noodgevallen instellen in de Garmin
Connect app (Contacten voor noodgevallen toevoegen,
pagina 6). Uw gekoppelde smartphone moet zijn uitgerust met
een data-abonnement en zich in een gebied met
netwerkdekking bevinden waar gegevens beschikbaar zijn. Uw
contacten voor noodgevallen moeten e-mails of sms-berichten
kunnen ontvangen (standaard sms-tarieven kunnen van
toepassing zijn).
1
Houd op de watch face het ingedrukt.
2
Selecteer > Veiligheid en tracking > Ongevaldetectie.
3
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Ongevaldetectie is alleen beschikbaar voor
buitenactiviteiten zoals lopen, hardlopen en fietsen.
Als door uw Legacy Series toestel met GPS een ongeval wordt
gedetecteerd, kan de Garmin Connect app automatisch een
sms- en e-mailbericht met uw naam en GPS-locaties verzenden
naar uw contacten voor noodgevallen. Er wordt een bericht
weergegeven met de mededeling dat uw contacten na 30
seconden zullen worden gewaarschuwd. U kunt Annuleer
selecteren voordat de afteltijd is verstreken als u het bericht wilt
annuleren.
Hulp vragen
Voordat u hulp kunt aanvragen, moet u contactpersonen voor
noodgevallen instellen (Contacten voor noodgevallen
toevoegen, pagina 6).
1
Houd het ingedrukt.
2
Wanneer u drie trillingen voelt, laat u de knop los om de
hulpfunctie te activeren.
Het aftelscherm wordt weergegeven.
TIP: U kunt Annuleer selecteren voordat de afteltijd is
verstreken als u het bericht wilt annuleren.
Hartslagmeetfuncties
Dit Legacy Series toestel heeft een polshartslagmeter en is ook
compatibel met borsthartslagmeters (apart verkrijgbaar). In de
hartslagwidget kunt u hartslaggegevens bekijken. Als de
gegevens van zowel de polshartslag als de borsthartslag
beschikbaar zijn zodra u een activiteit start, gebruikt uw toestel
de borsthartslaggegevens.
Hartslagmeter aan de pols
Het toestel dragen
Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht.
OPMERKING: Het toestel dient stevig vast te zitten, maar
niet te strak. Voor een nauwkeurigere hartslagmeting, mag
het toestel tijdens het hardlopen of de training niet bewegen.
Voor pulse oxymeterwaarden moet u bewegingloos blijven.
OPMERKING: De optische sensor bevindt zich aan de
achterkant van het toestel.
Raadpleeg Tips voor onregelmatige hartslaggegevens,
pagina 6 voor meer informatie over de hartslag aan de
pols.
Zie Tips voor grillige pulse oxymeter-gegevens, pagina 8
voor meer informatie over de pulse oxymetersensor.
Ga naar garmin.com/ataccuracy voor meer informatie over
nauwkeurigheid.
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens
Als hartslaggegevens onregelmatig zijn of niet worden
weergegeven, kunt u deze tips proberen.
Zorg dat uw onderarm schoon en droog is voordat u het
toestel omdoet.
Zorg dat de huid onder het toestel niet is ingesmeerd met
zonnebrandcrème, lotion of insectenwerende middelen.
Zorg dat de hartslagsensor aan de achterkant van het toestel
niet wordt bekrast.
Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht. Het
toestel dient stevig vast te zitten, maar niet te strak.
Wacht tot het pictogram constant brandt voordat u aan uw
activiteit begint.
Voer gedurende 5 tot 10 minuten een warming-up uit en
meet uw hartslag voordat u aan uw workout begint.
OPMERKING: Voer bij koud weer de warming-up binnen uit.
Spoel het toestel na elke training af met schoon water.
Gebruik een siliconenband tijdens trainingen.
De hartslagwidget gebruiken
De hartslagwidget geeft uw huidige hartslag in slagen per
minuut (bpm) en een grafiek van uw hartslag weer. In de grafiek
ziet u recente gegevens over uw hartslag, de hoogste en
laagste gemeten hartslag, evenals gekleurde balken waarmee
wordt aangegeven hoeveel tijd in elke hartslagzone is
doorgebracht (Hartslagzones, pagina 7).
1
Veeg over de watch face om de hartslagwidget weer te
geven.
6 Hartslagmeetfuncties
2
Tik op het aanraakscherm om de gemiddelde waarden van
uw hartslag in rust (HSR) van de afgelopen 7 dagen weer te
geven.
Abnormale-hartslagwaarschuwingen instellen
U kunt het toestel instellen om u te waarschuwen wanneer uw
hartslag een bepaald aantal slagen per minuut (bpm)
overschrijdt na een periode van inactiviteit.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Polshartslag > Waarschuwing abnormale
hartslag > Drempel.
3
Selecteer een drempelwaarde voor de hartslagfrequentie.
Zodra u de aangepaste waarde overschrijdt, wordt er een
bericht weergegeven en trilt het toestel.
Hartslag verzenden naar Garmin toestellen
U kunt uw hartslaggegevens verzenden vanaf uw Legacy Series
toestel en bekijken op gekoppelde Garmin toestellen. U kunt
bijvoorbeeld uw hartslaggegevens verzenden naar een Edge
®
toestel tijdens het fietsen.
OPMERKING: Het verzenden van hartslaggegevens verkort de
levensduur van batterij.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Polshartslag.
3
Selecteer een optie:
Selecteer Zend uit bij activiteit om hartslaggegevens te
verzenden tijdens activiteiten met tijdmeting (Een activiteit
starten, pagina 11).
Selecteer Zend uit om nu te beginnen met het verzenden
van hartslaggegevens.
4
Koppel uw Legacy Series toestel met uw Garmin ANT+
®
compatibele toestel.
OPMERKING: De aanwijzingen voor het koppelen
verschillen voor ieder Garmin compatibel toestel. Raadpleeg
uw gebruikershandleiding.
De polshartslagmeter uitschakelen
De standaardwaarde voor de instelling Polshartslag is
Automatisch. Het toestel gebruikt automatisch de
polshartslagmeter, tenzij u een borsthartslagmeter koppelt met
het toestel. Borsthartslaggegevens zijn alleen beschikbaar
tijdens een activiteit.
OPMERKING: Als u de hartslagmeter bij de pols uitschakelt,
wordt ook uw geschatte VO2 max., intensiteitminuten, de stress-
functie die de hele dag duurt en de pulse oxymetersensor bij de
pols uitgeschakeld.
OPMERKING: Door de polshartslagmeter uit te schakelen,
schakelt u ook de functie voor de polsdetectie Garmin Pay van
betalingen uit. U moet elke keer voordat u een betaling uitvoert,
een wachtwoord invoeren (Garmin Pay, pagina 4).
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Polshartslag > Status > Uit.
Hartslagzones
Vele atleten gebruiken hartslagzones om hun cardiovasculaire
kracht te meten en te verbeteren en om hun fitheid te
verbeteren. Een hartslagzone is een bepaald bereik aan
hartslagen per minuut. De vijf algemeen geaccepteerde
hartslagzones zijn genummerd van 1 tot 5 op basis van
oplopende intensiteit. Over het algemeen worden hartslagzones
berekend op basis van de percentages van uw maximale
hartslag.
Uw hartslagzones instellen
Het toestel gebruikt uw gebruikersprofiel uit de basisinstellingen
om uw standaard hartslagzones te bepalen. Het toestel heeft
afzonderlijke hartslagzones voor hardlopen en fietsen. Stel uw
maximale hartslag in voor de meest nauwkeurige
caloriegegevens tijdens uw activiteit. U kunt ook elke
hartslagzone instellen. U kunt uw zones handmatig aanpassen
op het toestel of via uw Garmin Connect account.
1
Houd ingedrukt.
2
Selecteer > Gebruikersprofiel > Hartslagzones.
3
Selecteer Standaard om de standaardwaarden weer te
geven (optioneel).
De standaardwaarden kunnen worden toegepast op
hardlopen en fietsen.
4
Selecteer Hardlopen of Fietsen.
5
Selecteer Voorkeur > Aangepast instellen.
6
Selecteer Maximum hartslag en voer uw maximale hartslag
in.
7
Selecteer een zone en voer een waarde in voor elke zone.
Berekeningen van hartslagzones
Zone % van
maximale
hartslag
Waargenomen
inspanning
Voordelen
1 50–60% Ontspannen, comfortabel
tempo, regelmatige adem-
haling
Aerobische training
voor beginners,
verlaagt het stressni-
veau
2 60–70% Comfortabel tempo, iets
diepere ademhaling,
gesprek voeren is
mogelijk
Standaardcardiovas-
culaire training; korte
herstelperiode
3 70–80% Gematigd tempo, gesprek
voeren iets lastiger
Verbeterde aerobi-
sche capaciteit,
optimale cardiovascu-
laire training
4 80–90% Hoog tempo en enigszins
oncomfortabel; zware
ademhaling
Verbeterde anaerobi-
sche capaciteit en
drempel, hogere
snelheid
5 90–100% Sprinttempo, kan niet lang
worden volgehouden;
ademhaling zwaar
Anaerobisch en
musculair uithou-
dingsvermogen; meer
kracht
Over VO2 max. indicaties
VO2 max. is het maximale zuurstofvolume (in milliliter) dat u
kunt verbruiken per minuut, per kilo lichaamsgewicht tijdens
maximale inspanning. In eenvoudige bewoordingen: VO2 max.
is een indicatie van atletische prestaties, die meegroeit met uw
fitnessniveau.
Op het toestel wordt uw geschatte VO2 max. weergegeven met
een getal en een beschrijving. Op uw Garmin Connect account
kunt u meer gegevens over uw geschatte VO2 max. bekijken,
zoals uw fitnessleeftijd. Uw fitnessleeftijd geeft een indicatie van
uw fitnessniveau vergeleken met een persoon van hetzelfde
geslacht en een andere leeftijd. Door te oefenen kan uw
fitnessleeftijd na verloop van tijd afnemen.
Gegevens over uw VO2 max. worden geleverd door FirstBeat.
De analyse van VO2 max. wordt geleverd met toestemming van
The Cooper Institute
®
. Raadpleeg de appendix
(Standaardwaarden VO2 Max., pagina 27), en ga naar
www.CooperInstitute.org voor meer informatie.
Hartslagmeetfuncties 7
Geschat VO2 max. weergeven
Het toestel heeft gegevens nodig van uw hartslagmeter en u
moet (max. 15 minuten) stevig wandelen of hardlopen met
tijdmeting voordat uw toestel uw geschatte VO2 max. kan
weergeven.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Gebruikersprofiel > VO2 max.
Als u al een stevige wandeling of hardloopsessie hebt
vastgelegd, wordt mogelijk uw geschatte VO2 max.
weergegeven. Het toestel geeft de datum weer waarop uw
geschatte VO2 max. de laatste keer werd bijgewerkt. Het
toestel werkt uw geschatte VO2 max. telkens bij wanneer u
buiten een wandeling of hardloopsessie van 15 minuten of
langer hebt voltooid. U kunt handmatig een VO2 max. test
starten om een actuele schatting te krijgen.
3
Als u een VO2 max. test wilt starten, veegt u omhoog en
selecteert u Test nu.
4
Volg de instructies op het scherm om uw geschatte VO2
max. op te halen.
Als de test is voltooid, wordt een bericht weergegeven.
Pulse oxymeter
Het Legacy Series toestel beschikt over een pulse oxymeter op
de pols om de zuurstofsaturatie in uw bloed te meten. Als u uw
zuurstofsaturatie weet, kunt u bepalen hoe uw lichaam zich
aanpast aan training en stress. Het toestel meet uw
bloedzuurstofniveau door licht op de huid te schijnen en te
meten hoeveel licht wordt geabsorbeerd. Dit wordt SpO
2
genoemd.
Op het toestel verschijnen uw pulse-oxymeterwaarden als een
SpO
2
-percentage. Op uw Garmin Connect account kunt u extra
gegevens over uw pulse-oxymeterwaarden bekijken, inclusief
trends over meerdere dagen. (De tracking-modus van de pulse
oxymeter wijzigen, pagina 8). Ga naar garmin.com/ataccuracy
voor meer informatie over de nauwkeurigheid van de pulse
oxymeter.
Pulse-oxymetermetingen verkrijgen
U kunt op elk gewenst moment handmatig een pulse-
oxymetermeting starten door de pulse-oxymeterwidget te
bekijken. De nauwkeurigheid van deze pulse oxymetingen kan
variëren op basis van uw bloedstroom, de plaatsing van het
toestel op uw pols en hoe stil u staat.
OPMERKING: Mogelijk dient u de widget pulse oxymeter toe te
voegen aan de widgetlijst.
1
Veeg terwijl u zit of inactief bent omhoog of omlaag om de
pulse oxymeterwidget weer te geven.
2
Houd de arm waaraan u het toestel draagt op de hoogte van
uw hart terwijl het toestel de zuurstofsaturatie van uw bloed
leest.
3
Beweeg niet.
Het toestel geeft uw zuurstofsaturatie weer als een
percentage en een grafiek van uw pulse oxymeterwaarden
en hartslagfrequentiewaarden voor de afgelopen vier uur.
De tracking-modus van de pulse oxymeter wijzigen
U kunt op elk gewenst moment handmatig een pulse-
oxymetermeting starten door de pulse-oxymeterwidget te
bekijken.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Polshartslag > Pulseoxym > Volgmodus.
3
Selecteer een optie:
Als u metingen wilt inschakelen terwijl u overdag niet
actief bent, selecteert u Gehele dag.
OPMERKING: Het inschakelen van doorlopende tracking
verkort de levensduur van de batterij.
Als u continue metingen wilt inschakelen terwijl u slaapt,
selecteert u In slaapstand.
OPMERKING: Ongebruikelijke slaapposities kunnen een
abnormaal lage SpO2-meting tijdens de slaaptijd
veroorzaken.
Als u automatische metingen wilt uitschakelen, selecteert
u Uit.
Tips voor grillige pulse oxymeter-gegevens
Als pulse oxymeter-gegevens onregelmatig zijn of niet worden
weergegeven, kunt u deze tips proberen.
Beweeg niet terwijl het toestel de zuurstofsaturatie van uw
bloed leest.
Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht. Het
toestel dient stevig vast te zitten, maar niet te strak.
Houd de arm waaraan u het toestel draagt op de hoogte van
uw hart terwijl het toestel de zuurstofsaturatie van uw bloed
leest.
Gebruik een silicone band.
Zorg dat uw onderarm schoon en droog is voordat u het
toestel omdoet.
Zorg dat de huid onder het toestel niet is ingesmeerd met
zonnebrandcrème, lotion of insectenwerende middelen.
Zorg dat de optische sensor aan de achterkant van het
toestel niet wordt bekrast.
Spoel het toestel na elke training af met schoon water.
Activiteiten volgen
De functie voor het volgen van activiteiten houdt uw dagelijkse
stappentelling, afgelegde afstand, minuten intensieve training,
opgelopen trappen, verbrande calorieën en slaapstatistieken bij
voor elke vastgelegde dag. Uw verbrande calorieën omvatten
uw gewone stofwisseling plus door activiteiten verbrande
calorieën.
Het aantal stappen dat u gedurende de dag hebt gezet, wordt
weergegeven in de stappenwidget. Het aantal stappen wordt
regelmatig bijgewerkt.
Ga naar garmin.com/ataccuracy voor meer informatie over
activiteiten-tracking en de nauwkeurigheid van fitnessgegevens.
Automatisch doel
Uw toestel maakt automatisch een dagelijks stapdoel dat is
gebaseerd op uw voorgaande activiteitenniveaus. Wanneer u
tijdens de dag beweegt, toont het toestel hoe u het aantal
stappen van uw stapdoel nadert .
Als u de functie Automatisch doel niet wilt gebruiken, kunt u een
persoonlijk stapdoel instellen via uw Garmin Connect account.
De bewegingswaarschuwing gebruiken
Langdurig zitten kan leiden tot ongewenste veranderingen in uw
metabolisme. De bewegingswaarschuwingen sporen u aan om
te blijven bewegen. Na een uur inactiviteit worden Beweeg! en
de rode balk weergegeven. Vervolgens verschijnen extra
segmenten in de balk na elke volgende 15 minuten inactiviteit.
Het toestel trilt ook als het trilsignaal is ingeschakeld
(Systeeminstellingen, pagina 21).
8 Activiteiten volgen
Maak een korte wandeling (minimaal enkele minuten) om de
waarschuwing te verwijderen.
Slaap bijhouden
Het toestel detecteert automatisch uw slaap wanneer u slaapt
en het houdt uw bewegingen bij gedurende uw normale
slaaptijden. U kunt uw normale slaaptijden instellen in de
gebruikersinstellingen van uw Garmin Connect account.
Slaapstatistieken omvatten het totale aantal uren slaap,
slaapniveaus en perioden van beweging tijdens de slaap. U kunt
uw slaapstatistieken inzien via uw Garmin Connect account.
OPMERKING: Dutjes worden niet aan uw slaapstatistieken
toegevoegd. U kunt de modus Niet storen gebruiken om de
meldingen en waarschuwingen uit te schakelen; alarmen
worden hierdoor niet uitgeschakeld (De modus Niet storen
gebruiken, pagina 3).
Minuten intensieve training
Om uw gezondheid te verbeteren, adviseren organisaties als de
World Health Organization, ten minste 150 minuten activiteit per
week met gemiddelde inspanning, zoals wandelen met verende
tred, of 75 minuten activiteit per week met intensieve
inspanning, zoals hardlopen.
Het toestel registreert de intensiviteit van uw activiteit en de tijd
die u besteedt aan activiteiten van gemiddelde tot hoge
intensiviteit (hartslaggegevens zijn vereist om hoge intensiviteit
te kwantificeren). Om het aantal minuten dat u per week wilt
besteden aan een intensieve activiteit te behalen, moet u
deelnemen aan ten minste 10 opeenvolgende activiteiten van
gemiddelde tot hoge intensiviteit. Het toestel telt het aantal
minuten gemiddelde intensiviteit op bij het aantal minuten hoge
intensiviteit. Na optelling is het totale aantal minuten hoge
intensiviteit verdubbeld.
Minuten intensieve training opbouwen
Uw Legacy Series toestel berekent het aantal minuten
intensieve training door uw hartslaggegevens te vergelijken met
uw gemiddelde hartslag in rust. Als de hartslag is uitgeschakeld,
berekent het toestel het aantal minuten gemiddelde inspanning
door het aantal stappen per minuut te analyseren.
Begin een activiteit met tijdmeting voor de meest
nauwkeurige berekening van het aantal minuten intensieve
training.
Sport minimaal 10 minuten bij een gemiddeld of inspannend
intensiteitsniveau.
Draag uw toestel dag en nacht om uw hartslag in rust zo
nauwkeurig mogelijk te meten.
Garmin Move IQ
Als u in een regelmatig patroon beweegt, detecteert de functie
Move IQ de activiteit automatisch en wordt deze in uw tijdlijn
weergegeven. De Move IQ activiteiten geven het type activiteit
en de duur weer, maar deze worden niet weergegeven in uw
activiteitenlijst of nieuwsfeed.
De Move IQ functie kan een wandel- of hardloopactiviteit met
tijdmeting automatisch starten met behulp van tijdsgrenzen die u
instelt in de Garmin Connect app. Deze activiteiten worden
toegevoegd aan uw activiteitenlijst.
Instellingen voor activiteiten volgen
Houd ingedrukt en selecteer > Activiteiten volgen.
Status: Hiermee worden de functies voor het volgen van
activiteiten uitgeschakeld.
Bewegingsmelding: Geeft een bericht en de bewegingsbalk
weer op de digitale watch face en het stappenscherm. Het
toestel trilt ook om u te waarschuwen.
Doelwaarschuwingen: Hiermee kunt u doelwaarschuwingen
aan- en uitzetten of ze alleen uitzetten tijdens activiteiten.
Doelwaarschuwingen worden weergegeven voor uw
dagelijkse stappendoel, het doel voor het dagelijkse aantal
opgelopen trappen, het doel voor het wekelijkse aantal
minuten intensieve training en het doel voor hydratatie.
Activiteit automatisch starten: Hiermee kan uw toestel
tijdgemeten activiteiten automatisch maken en opslaan
wanneer de Move IQ functie detecteert dat u wandelt of
hardloopt. U kunt de minimale periode voor hardlopen en
wandelen instellen.
Minuten intensieve training: Hiermee kunt u een hartslagzone
instellen voor gemiddelde minuten intensieve training en een
hogere hartslagzone voor stevige minuten intensieve training.
U kunt ook het standaardalgoritme gebruiken.
Activiteiten volgen uitschakelen
Als u het volgen van activiteiten uitschakelt, worden het aantal
stappen, het aantal opgelopen trappen, het aantal minuten
intensieve training, uw slaaptijd en Move IQ gebeurtenissen niet
vastgelegd.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Activiteiten volgen > Status > Uit.
Widgets
Uw toestel wordt geleverd met vooraf geïnstalleerde widgets die
u direct informatie geven. Voor sommige widgets is een
Bluetooth verbinding met een compatibele smartphone vereist.
Sommige widgets zijn standaard niet zichtbaar. U kunt deze
handmatig toevoegen aan de widgetlijst (De widgetlijst
aanpassen, pagina 10).
Body Battery
: Geeft uw huidige Body Battery niveau weer en
een grafiek van uw Body Battery niveaus gedurende de
laatste paar uur.
Agenda: Geeft de in uw smartphone agenda geplande
afspraken weer.
Calorieën: Geeft uw caloriegegevens weer voor de huidige dag.
Geklommen etages: Volgt het aantal etages dat u hebt
geklommen en uw vorderingen bij het bereiken van uw doel.
Garmin coach: Geeft geplande trainingen weer wanneer u een
Garmin coachtrainingsplan selecteert in uw Garmin Connect
account.
Golf: Geeft uw golfgegevens weer voor uw laatste ronde.
Gezondheidsstatistieken: Geeft een dynamisch overzicht van
uw huidige gezondheidsstatistieken. De metingen omvatten
hartslag, Body Battery niveau, stress en meer.
Hartslag: Toont uw huidige hartslag in slagen per minuut (bpm)
en een grafiek van uw hartslag.
Geschiedenis: Geeft uw activiteitengeschiedenis en een grafiek
van uw geregistreerde activiteiten weer.
Hydratatie: Hiermee kunt u de hoeveelheid water die u verbruikt
en de voortgang van uw dagelijkse doel volgen.
Minuten intensieve training: Houdt de tijd bij die u besteedt
aan activiteiten bij gemiddelde tot intensieve inspanning, het
aantal minuten dat u wekelijks wilt besteden aan intensieve
activiteiten en uw vorderingen om dat doel te halen.
Laatste sport: Toont een kort overzicht van uw laatst
vastgelegde sport.
Bijhouden van menstruatiecyclus: Geeft uw huidige cyclus
weer. U kunt uw dagelijkse symptomen bekijken en
vastleggen.
Muziekbediening: Hiermee kunt u de muziekspeler op uw
smartphone of toestel bedienen.
Mijn dag: Geeft een dynamisch overzicht van uw activiteiten
van vandaag. Hierin staan uw getimede activiteiten, minuten
Widgets 9
intensieve training, geklommen etages, stappentelling,
verbrande calorieën en meer.
Meldingen: Waarschuwt u bij inkomende oproepen, sms-
berichten, updates van sociale netwerken en meer volgens
de meldingsinstellingen op uw smartphone.
Pulse oxymeter: Geeft het meest recente percentage
zuurstofsaturatie in het bloed en een grafiek van uw
metingen weer.
Ademhaling: Uw huidige ademhalingssnelheid in ademhalingen
per minuut en het gemiddelde van zeven dagen. U kunt een
ademhalingsactiviteit doen om u te helpen ontspannen.
Stappen: Houdt uw dagelijkse aantal stappen, het stappendoel
en de gegevens van de afgelopen dagen bij.
Stress: Geeft uw huidige stressniveau en een grafiek van uw
stressniveau weer. U kunt een ademhalingsactiviteit doen om
u te helpen ontspannen.
Weer: Geeft de huidige temperatuur en weersverwachting weer.
Widgets weergeven
Veeg omlaag of omhoog op de watch face.
Het toestel bladert door de beschikbare widgets.
Tik op het touchscreen om meer schermen voor een widget
weer te geven.
Houd ingedrukt om meer opties en functies voor een
widget weer te geven.
De widgetlijst aanpassen
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Widgets.
3
Selecteer een widget.
4
Selecteer een optie:
Selecteer Sorteer om de locatie van de widget in de
widgetlijst te wijzigen.
Selecteer Verwijder om de widget uit de widgetlijst te
verwijderen.
5
Selecteer Voeg meer toe.
6
Selecteer een widget.
De widget wordt toegevoegd aan de widgetlijst.
Over Mijn dag
De widget Mijn dag bevat een dagelijks snapshot van uw
activiteiten. Deze dynamische samenvatting wordt gedurende
de dag bijgewerkt. Zodra u een trap oploopt of een activiteit
vastlegt, wordt dat weergegeven in de widget. De gegevens
bevatten uw vastgelegde activiteiten, het aantal minuten
intensieve training in de week, het aantal beklommen trappen,
de stappentelling, het aantal verbrande calorieën en meer. U
kunt in het aanraakscherm tikken op een optie om de
nauwkeurigheid te verbeteren of meer gegevens weer te geven.
Widget Gezondheidsgegevens
De Gezondh.stat. biedt in één oogopslag een overzicht van uw
gezondheidsgegevens. Deze dynamische samenvatting wordt
gedurende de dag bijgewerkt. De gegevens omvatten uw
hartslag, stressniveau, Body Battery niveau en
ademhalingsritme. U kunt op het aanraakscherm tikken om
meer gegevens weer te geven.
Hartslagvariaties en stressniveau
Het toestel analyseert uw hartslagvariaties terwijl u inactief bent
om uw algehele stressniveau te bepalen. Training, fysieke
activiteit, slaap, voeding en algemene stress beïnvloeden
allemaal uw stressniveau. Het stressniveau wordt aangegeven
op een schaal van 0 tot 100, waarbij 0 tot 25 een rusttoestand,
26 tot 50 een laag stressniveau, 51 tot 75 een gemiddeld
stressniveau en 76 tot 100 een hoog stressniveau aangeeft. Als
u uw stressniveau kent, kunt u stressvolle momenten op een
dag beter identificeren. Voor optimale resultaten kunt u het
toestel het beste ook 's nachts dragen.
U kunt uw toestel synchroniseren met uw Garmin Connect
account om uw stressniveau gedurende de dag,
langetermijntrends en meer details te bekijken.
De stressniveauwidget gebruiken
De stressniveauwidget geeft uw huidige stressniveau weer en
een grafiek van uw stressniveau gedurende de laatste paar uur.
De widget kan u ook begeleiden bij een ademhalingsactiviteit
om u te helpen ontspannen.
1
Veeg terwijl u zit of inactief bent omhoog of omlaag om de
stressniveauwidget weer te geven.
TIP: Als u te actief bent, kan het horloge uw stressniveau niet
bepalen en wordt er een bericht weergegeven in plaats van
een nummer voor het stressniveau. Na enkele minuten
inactiviteit kunt u uw stressniveau opnieuw controleren.
2
Tik op het aanraakscherm om een grafiek te bekijken van uw
stressniveau van de laatste paar uur.
Met blauwe balken worden rustperioden weergegeven. Met
gele balken worden stressperioden weergegeven. Met grijze
balken worden tijden weergegeven waarop u te actief was
om uw stressniveau te bepalen.
3
Als u een ademhalingsactiviteit wilt starten, veegt u omhoog
en selecteert u .
Body Battery
Uw toestel analyseert de variatie in uw hartslag, uw
stressniveau, slaapkwaliteit en activiteitsgegevens om uw
algemene Body Battery niveau te bepalen. Net als een
brandstofmeter van een auto, geeft het de hoeveelheid
beschikbare reserve-energie aan. Het Body Battery
niveaubereik ligt tussen 0 tot 100, waarbij 0 tot 25 staat voor een
lage energiereserve, 26 tot 50 voor een gemiddelde
energiereserve, 51 tot 75 voor een hoge energiereserve, en 76
tot 100 voor een zeer hoge energiereserve.
U kunt uw toestel synchroniseren met uw Garmin Connect
account om uw meest actuele Body Battery niveau, trends op
lange termijn en extra details te bekijken (Tips voor betere Body
Battery gegevens, pagina 11).
De Body Battery widget bekijken
De Body Battery widget geeft uw huidige Body Battery niveau
weer en een grafiek van uw Body Battery niveau gedurende de
laatste paar uur.
1
Veeg omhoog of omlaag om de Body Battery widget weer te
geven.
OPMERKING: U moet mogelijk de widget toevoegen aan uw
widgetlijst (De widgetlijst aanpassen, pagina 10).
10 Widgets
2
Tik op het aanraakscherm om een gecombineerde grafiek
van uw Body Battery en stressniveau weer te geven.
3
Veeg omhoog om uw Body Battery gegevens sinds
middernacht weer te geven.
Tips voor betere Body Battery gegevens
Uw Body Battery niveau wordt bijgewerkt wanneer u uw
toestel met uw Garmin Connect account synchroniseert.
Draag het toestel tijdens het slapen voor nauwkeurigere
resultaten.
U kunt uw Body Battery aanvullen met rust en slaap.
Inspannende activiteiten, veel stress en een slechte
nachtrust kunnen een negatief effect op uw Body Battery
hebben.
Voedselinname, inclusief pepmiddelen zoals cafeïne, heeft
geen invloed op uw Body Battery.
Tracking van menstruatiecyclus
Uw menstruatiecyclus is een belangrijk onderdeel van uw
gezondheid. U kunt meer te weten komen en deze functie
instellen in de instellingen voor de Gezondheidsstatistieken van
de Garmin Connect app.
Tracking en details van menstruatiecyclus
Fysieke en emotionele symptomen
Voorspellingen van menstruatie en vruchtbaarheid
Informatie over gezondheid en voeding
OPMERKING: Als uw Legacy Series toestel niet over de widget
Tracking van menstruatiecyclus beschikt, kunt u deze
downloaden via de Connect IQ app.
Tracking van hydratatie
U kunt uw dagelijkse vloeistofinname bijhouden, doelen en
waarschuwingen inschakelen en de containergrootte die u het
meest gebruikt invoeren. Als u automatische doelen inschakelt,
wordt uw doel verhoogd op de dagen waarop u een activiteit
vastlegt. Tijdens het sporten hebt u meer vloeistof nodig om het
verloren zweet te compenseren.
De widget voor tracking van hydratatie gebruiken
De widget voor tracking van hydratatie toont uw vloeistofinname
en uw dagelijkse hydratiedoel.
1
Veeg omhoog of omlaag om de widget voor tracking van
hydratatie weer te geven.
2
Druk op voor elke dosis vloeistof die u consumeert (1 kop,
250 ml of 8 oz.).
3
Selecteer een container om de vloeistofinname te verhogen
met het volume van de container.
4
Houd ingedrukt om de widget aan te passen.
5
Selecteer een optie:
Als u de maateenheden wilt wijzigen, selecteert u
Eenheden.
Selecteer Automatisch doel om dynamische dagelijkse
doelen in te schakelen die verhogen na het vastleggen
van een activiteit.
Als u hydratatie-herinneringen wilt inschakelen, selecteert
u Waarschuwingen.
Als u de containergrootte wilt aanpassen, selecteert u
Containers, selecteert u een container, selecteert u de
maateenheid en voert u de containergrootte in.
Apps en activiteiten
Uw toestel wordt geleverd met een aantal vooraf geïnstalleerde
apps en activiteiten.
Apps: Apps bieden interactieve functies voor uw toestel, zoals
navigeren naar opgeslagen locaties.
Activiteiten: Uw toestel wordt geleverd met een aantal vooraf
geïnstalleerde apps voor binnen- en buitenactiviteiten, zoals
hardlopen, fietsen, krachttraining, golfen en meer. Als u een
activiteit start, worden sensorgegevens door uw toestel
weergegeven en geregistreerd. Deze gegevens kunt u
opslaan en delen met de Garmin Connect community.
Ga naar garmin.com/ataccuracy voor meer informatie over
activiteiten-tracking en de nauwkeurigheid van
fitnessgegevens.
Connect IQ apps: U kunt functies aan uw horloge toevoegen
door apps uit de Connect IQ Mobile app (Connect IQ
functies, pagina 3) te installeren.
Een activiteit starten
Als u een activiteit start, wordt GPS automatisch ingeschakeld
(indien vereist).
1
Druk op het .
2
Selecteer het selectievakje naast elke activiteit om de
activiteit aan uw favorieten toe te voegen als dit de eerste
keer is dat u een activiteit hebt gestart en selecteer .
3
Selecteer een optie:
Selecteer een activiteit uit uw lijst met favorieten.
Selecteer en selecteer een activiteit uit de lange
activiteitenlijst.
4
Ga naar buiten naar een plek met vrij zicht op de lucht tijdens
activiteiten waarvoor u een GPS-signaal nodig hebt, en
wacht tot het toestel klaar is.
Het toestel is klaar als het uw hartslag weergeeft, GPS-
signalen ontvangt (indien nodig) en verbinding maakt met uw
draadloze sensoren (indien nodig).
5
Druk op het om de activiteitentimer te starten.
Het toestel legt alleen activiteitgegevens vast als de
activiteitentimer loopt.
Tips voor het vastleggen van activiteiten
Laad het toestel op voordat u aan de activiteit begint (Het
toestel opladen, pagina 23).
Druk op om ronden vast te leggen, een nieuwe set of een
nieuwe pose te starten of door te gaan naar de volgende
workoutstap.
Veeg omhoog of omlaag om meer gegevensschermen te
bekijken.
Een activiteit stoppen
1
Druk op .
Apps en activiteiten 11
2
Selecteer een optie:
Veeg omhoog om de activiteit op te slaan.
Veeg omlaag om de activiteit te verwijderen.
Een aangepaste activiteit toevoegen
U kunt een aangepaste activiteit maken en deze toevoegen aan
de activiteitenlijst.
1
Druk op het .
2
Selecteer > Voeg meer toe.
3
Selecteer een activiteittype om te kopiëren.
4
Selecteer een activiteitnaam.
5
Bewerk, indien nodig, de instellingen van de activiteiten-app
(Instellingen van activiteiten en apps, pagina 18).
6
Selecteer OK als u klaar bent.
Een favoriete activiteit toevoegen of
verwijderen
De lijst met uw favoriete activiteiten wordt weergegeven
wanneer u op de watch face op drukt. Hiermee kunt u snel
naar de activiteiten gaan die u het meest gebruikt. Wanneer u
voor het eerst op drukt om een activiteit te starten, wordt u
gevraagd om uw favoriete activiteiten te selecteren. U kunt op
elk gewenst moment favoriete activiteiten toevoegen of
verwijderen.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Activiteiten en apps.
Uw favoriete activiteiten staan boven in de lijst en hebben
een grijze achtergrond. Andere activiteiten verschijnen in de
uitgebreide lijst met een zwarte achtergrond.
3
Selecteer een optie:
Als u een favoriete activiteit wilt toevoegen, selecteert u
de activiteit en selecteert u Voeg favoriet toe.
Als u een favoriete activiteit wilt verwijderen, selecteert u
de activiteit en selecteert u Wis favoriet.
Binnenactiviteiten
Het Legacy Series toestel kan worden gebruikt voor training
binnenshuis, zoals hardlopen op een binnenbaan of fietsen op
een hometrainer. Bij binnenactiviteiten wordt GPS
uitgeschakeld.
Als hardlopen of wandelen met GPS is uitgeschakeld, worden
snelheid, afstand en cadans berekend met behulp van de
versnellingsmeter in het toestel. De versnellingsmeter voert
automatisch een kalibratie uit. De nauwkeurigheid van de
snelheid-, afstand- en cadansgegevens verbetert na een aantal
hardloopsessies of wandelingen in de buitenlucht met behulp
van GPS.
TIP: Als u de handrails van de loopband vasthoudt, gaat de
nauwkeurigheid omlaag. U kunt gebruikmaken van een
optionele voetsensor om uw tempo, afstand en cadans vast te
leggen.
Als u met uitgeschakelde GPS fietst, zijn er geen snelheids- en
afstandsgegevens beschikbaar, tenzij u over een optionele
sensor beschikt die deze gegevens naar het toestel verzendt
(zoals een snelheids- of cadanssensor).
Een krachttraining vastleggen
U kunt tijdens een krachttraining sets vastleggen. Een set
bestaat uit meerdere herhalingen van een enkele beweging.
1
Druk op het .
2
Selecteer Kracht.
3
Druk op het om de activiteitentimer te starten.
4
Start uw eerste set.
Het toestel telt uw herhalingen. Het aantal herhalingen wordt
weergegeven als u ten minste vier sets hebt voltooid.
TIP: Het toestel kan alleen herhalingen van een enkele
beweging voor elke set tellen. Wanneer u andere
bewegingen wilt doen, moet u eerst de set voltooien en
vervolgens een nieuwe starten.
5
Druk op om een set te voltooien.
Op het horloge wordt het totale aantal herhalingen voor de
set weergegeven. Na enkele seconden wordt de rusttimer
weergegeven.
6
Selecteer indien nodig Bewerk gewicht en bewerk het
aantal herhalingen.
TIP: U kunt ook het voor de set gebruikte gewicht toevoegen.
7
Wanneer u klaar bent met rusten, drukt u op om uw
volgende set te starten.
8
Herhaal dit voor elke krachttrainingsset totdat uw activiteit is
voltooid.
9
Nadat u uw activiteit hebt voltooid, drukt u op het en veegt
u omhoog om de activiteit op te slaan.
De loopbandafstand kalibreren
Als u nauwkeurigere afstanden voor het hardlopen op de
loopband wilt vastleggen, kalibreert u de loopbandafstand nadat
u minimaal 1,5 km (1 mijl) op de loopband hebt gelopen. Als u
verschillende loopbanden gebruikt, kunt u de loopbandafstand
handmatig kalibreren op elke loopband of na elke
hardloopsessie.
1
Start een loopbandactiviteit (Een activiteit starten, pagina 11)
en ren minimaal 1,5 km (1 mijl) op de loopband.
2
Nadat u uw hardloopsessie hebt voltooid, drukt u op .
3
Op het scherm van de loopband kunt u de afgelegde afstand
bekijken.
4
Selecteer een optie:
Voer de loopbandafstand op uw toestel in om de eerste
keer te kalibreren.
Als u de eerste kalibratie handmatig wilt uitvoeren, veegt u
omhoog, selecteert u Kalibreren/opsl en voert u de
loopbandafstand in op uw toestel.
Buitenactiviteiten
De Legacy Series wordt geleverd met een aantal vooraf geladen
apps voor buitenactiviteiten, zoals hardlopen en fietsen. Bij
buitenactiviteiten wordt GPS ingeschakeld. U kunt apps
toevoegen voor standaardactiviteiten, zoals cardio of roeien.
Hardlopen
Voordat u een draadloze sensor kunt gebruiken voor uw
hardloopsessie, moet u de sensor met uw toestel koppelen (De
draadloze sensors koppelen, pagina 22).
1
Bevestig uw draadloze sensors, zoals een voetsensor of
hartslagmeter (optioneel).
2
Druk op het .
3
Selecteer Hardlopen.
4
Als u optionele draadloze sensors gebruikt, wacht u totdat
het toestel verbinding heeft gemaakt met de sensors.
5
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
gevonden.
6
Druk op het om de activiteitentimer te starten.
Het toestel registreert alleen activiteitgegevens als de
activiteitentimer actief is.
7
Start de activiteit.
8
Selecteer om ronden vast te leggen (optioneel) (Ronden
markeren met behulp van de functie Auto Lap, pagina 20).
12 Apps en activiteiten
9
Veeg omhoog of omlaag om door gegevensschermen te
bladeren.
10
Nadat u uw activiteit hebt voltooid, drukt u op het en veegt
u omhoog om de activiteit op te slaan.
Een rit maken
Voordat u een draadloze sensor kunt gebruiken voor uw rit,
moet u de sensor met uw toestel koppelen (De draadloze
sensors koppelen, pagina 22).
1
Koppel uw draadloze sensors, zoals een hartslagmeter,
snelheidsensor of cadanssensor (optioneel).
2
Druk op het .
3
Selecteer Fiets.
4
Als u optionele draadloze sensors gebruikt, wacht u totdat
het toestel verbinding heeft gemaakt met de sensors.
5
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
gevonden.
6
Druk op het om de activiteitentimer te starten.
Het toestel registreert alleen activiteitgegevens als de
activiteitentimer actief is.
7
Start de activiteit.
8
Veeg omhoog of omlaag om door gegevensschermen te
bladeren.
9
Nadat u uw activiteit hebt voltooid, drukt u op het en veegt
u omhoog om de activiteit op te slaan.
Uw afdalingen weergeven
Uw toestel legt de gegevens over elke afdaling tijdens het skiën
of snowboarden vast met de automatische functie voor
afdalingen. Deze functie wordt standaard ingeschakeld voor
afdalingen tijdens het skiën en snowboarden. De nieuwe
afdalingen worden automatisch geregistreerd op basis van uw
bewegingen. De timer wordt gepauzeerd wanneer u niet meer
afdaalt en wanneer u in de skilift staat. De timer blijft in de
pauzestand staan zolang u in de skilift bent. U kunt de afdaling
vervolgen om de timer weer te starten. U kunt de gegevens over
de afdaling bekijken op het pauzescherm of terwijl de timer
loopt.
1
Start een ski- of snowboardactiviteit.
2
Veeg omhoog en omlaag om details over uw laatste afdaling,
over uw huidige afdaling of over al uw afdalingen te bekijken.
Op de schermen worden de tijd, afgelegde afstand,
maximumsnelheid, gemiddelde snelheid en totale daling
weergegeven.
Zwemmen in het zwembad
1
Druk op het .
2
Selecteer Zwembad.
3
Selecteer de grootte van uw bad of voer een aangepaste
grootte in.
4
Druk op het om de activiteitentimer te starten.
5
Start de activiteit.
Het toestel legt automatisch de zwemintervallen en de banen
vast.
6
Druk op wanneer u rust.
Het scherm verandert van kleur en het rustscherm wordt
weergegeven.
7
Druk op om de intervaltimer opnieuw te starten.
8
Nadat u de activiteit hebt voltooid, drukt u op om de
activiteitstimer te stoppen en houdt u weer ingedrukt om
de activiteit op te slaan.
Grootte van bad instellen
1
Druk op het .
2
Selecteer Zwembad.
3
Veeg omhoog.
4
Selecteer Instellingen > Grootte van bad.
5
Selecteer de grootte van uw bad of voer een aangepaste
grootte in.
Zwemtermen
Baan: Eén keer de lengte van het zwembad.
Interval: Een of meer opeenvolgende banen. Een nieuwe
interval begint na een rustperiode.
Slaglengte: Er wordt een slag geteld elke keer dat uw arm
waaraan het toestel is bevestigd een volledige cyclus voltooit.
Swolf: Uw swolfscore is de som van de tijd voor één baanlengte
plus het aantal slagen voor die baan. Bijvoorbeeld 30
seconden plus 15 slagen levert een swolfscore van 45 op.
Swolf is een meeteenheid voor zwemefficiency en, net als bij
golf, een lage score is beter dan een hoge.
Golfen
Golfbanen downloaden
Voordat u een baan voor de eerste keer speelt, moet u deze
downloaden via de Garmin Connect app.
1
Selecteer vanuit de Garmin Connect app de optie Download
golfbanen > .
2
Selecteer een golfbaan.
3
Selecteer Download.
Als de baan is gedownload, wordt deze weergegeven in de
lijst met banen op uw Legacy Series toestel.
Golfen
Voordat u een baan voor de eerste keer speelt, moet u deze
downloaden via uw smartphone (Golfbanen downloaden,
pagina 13). Gedownloade banen worden automatisch
bijgewerkt. Voordat u gaat golfen, moet u ervoor zorgen dat het
toestel is opgeladen (Het toestel opladen, pagina 23).
1
Druk op het .
2
Selecteer Golfen.
3
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
4
Selecteer een baan in de lijst met beschikbare golfbanen.
5
Veeg omhoog of omlaag om door de holes te bladeren.
Het toestel schakelt automatisch over naar de volgende hole
wanneer u daar naartoe gaat.
Hole-informatie
Het toestel berekent de afstand tot de voor- en achterzijde van
de green en tot de geselecteerde pinlocatie (De pinlocatie
wijzigen, pagina 14).
Nummer van huidige hole
Afstand tot het einde van de green
Afstand tot de geselecteerde pinlocatie
Afstand tot het begin van de green
Par voor de hole
Kaart van de green
Apps en activiteiten 13
De pinlocatie wijzigen
Tijdens een game kunt u de green in meer detail bekijken en de
pinlocatie verplaatsen.
1
Selecteer de kaart.
U ziet dan een grotere weergave van de green.
2
Veeg omhoog of omlaag om door de pinlocaties te bladeren.
verwijst naar de geselecteerde pinlocatie.
3
Druk op om de locatie van de pin te accepteren.
De afstanden op het hole-informatiescherm worden
bijgewerkt met de nieuwe pinlocatie. De pinlocatie wordt
alleen opgeslagen voor de huidige ronde.
De richting naar de pinlocatie bekijken
De functie PinPointer is een kompas dat de richting aangeeft
wanneer u de green niet kunt zien. Met deze functie kunt u de
richting van een shot plannen, zelfs als u tussen bomen of
struiken of in een diepe zandbunker staat.
OPMERKING: Gebruik de functie PinPointer niet terwijl u in een
golfkar zit. Interferentie van de golfkar kan de nauwkeurigheid
van het kompas beïnvloeden.
1
Druk op .
2
Selecteer .
De pijl wijst naar de pinlocatie.
Layup- en dogleg-afstanden weergeven
U kunt een lijst met layup- en dogleg-afstanden weergeven voor
par 4 en 5 holes.
1
Druk op .
2
Selecteer .
OPMERKING: Afstanden en locaties worden uit de lijst
verwijderd wanneer u deze passeert.
Hindernissen weergeven
U kunt de afstanden tot hindernissen op de fairway weergeven
voor par 4 en 5 holes. Hindernissen die slagselectie
beïnvloeden worden los of in groepen weergeven zodat u de
afstand voor layup of carry gemakkelijker kunt bepalen.
1
Druk in het hole-weergavescherm op en selecteer .
De afstanden tot het begin en het einde van de
dichtstbijzijnde hindernis worden op het scherm
weergegeven.
Het type hindernis wordt boven aan het scherm
vermeld.
De green wordt als een halve cirkel boven aan het
scherm weergegeven. De lijn onder de green geeft het
midden van de fairway aan.
De locaties van hindernissen ten opzichte van de
fairway worden weergegeven onder de green.
2
Veeg om andere hindernissen voor de huidige hole weer te
geven.
Een slag meten met de Garmin AutoShot
functie
Uw Legacy Series toestel beschikt over een functie voor het
automatisch detecteren en vastleggen van slagen. Telkens
wanneer u tegen de bal slaat op de fairway, legt het toestel uw
slagafstand vast, zodat u deze later kunt bekijken (Uw
shotgeschiedenis weergeven, pagina 15).
TIP: Automatische detectie werkt het beste wanneer u het
toestel op uw belangrijke pols draagt en goed contact maakt met
de bal. Putts worden niet gedetecteerd.
1
Start een ronde.
Als het toestel een slag detecteert, verschijnt uw slagafstand
in de banner bovenaan in het scherm.
TIP: U kunt op de banner tikken om deze 10 seconden lang
te verbergen.
2
Loop of rijd rechtstreeks naar de bal.
3
Maak uw volgende slag.
Het toestel registreert de afstand van uw laatste shot.
Score bijhouden
1
Druk tijdens golfen op het .
2
Selecteer .
3
Veeg omhoog of omlaag om van hole te wisselen.
4
Tik in het midden van het scherm.
5
Selecteer of om de score in te stellen.
De scoringsmethode instellen
U kunt de methode wijzigen die het toestel gebruikt om de score
bij te houden.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Activiteiten en apps > Golfen.
3
Selecteer de activiteitinstellingen.
4
Selecteer Score > Scoremethode.
5
Selecteer een scoringsmethode.
Stableford-scoring
Wanneer u de Stableford-scoringsmethode selecteert (De
scoringsmethode instellen, pagina 14), worden punten
toegekend op basis van het aantal slagen ten opzichte van par.
Aan het einde van een ronde wint de hoogste score. Het toestel
kent punten toe zoals gespecificeerd door de United States Golf
Association.
De scorekaart voor een game met Stableford-score toont punten
in plaats van slagen.
Punten Gespeelde slagen ten opzichte van par
0 2 of meer boven
1 1 boven
2 Par
3 1 onder
4 2 onder
5 3 onder
Golfstatistieken bijhouden
Als u Statistieken bijhouden op uw toestel inschakelt, kunt u de
statistieken voor de huidige ronde bekijken (Uw rondeoverzicht
bekijken, pagina 15). U kunt rondes vergelijken en uw
verbeteringen bijhouden met de Garmin Golf
app.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Activiteiten en apps > Golfen.
3
Selecteer de activiteitinstellingen.
4
Selecteer Score > Statistieken.
14 Apps en activiteiten
Golfstatistieken vastleggen
Voordat u statistieken kunt vastleggen, moet u het bijhouden
van statistieken inschakelen (Golfstatistieken bijhouden,
pagina 14).
1
Tik in de scorekaart op het midden van het scherm.
2
Stel het aantal gespeelde slagen in en selecteer Volgende.
3
Stel het aantal gespeelde putts in en selecteer OK.
4
Selecteer een optie:
Als uw bal de fairway raakt, selecteert u .
Als uw bal de fairway mist, selecteert u of .
Uw shotgeschiedenis weergeven
1
Druk na het spelen van een hole op .
2
Selecteer om informatie over uw laatste shot weer te
geven.
3
Selecteer om informatie over elk shot voor een hole weer
te geven.
Uw rondeoverzicht bekijken
Tijdens een ronde kunt u uw score, statistieken en aantal
stappen bekijken.
1
Druk op .
2
Selecteer .
Een ronde beëindigen
1
Druk op het .
2
Selecteer Einde.
3
Veeg omhoog.
4
Selecteer een optie:
Selecteer Sla op om de ronde op te slaan en terug te
keren naar de horlogemodus.
Selecteer Bewerk score om uw scorekaart te bewerken.
Selecteer Gooi weg om de ronde te verwijderen en terug
te keren naar de horlogemodus.
Selecteer Pauze om de ronde te pauzeren en later te
hervatten.
Garmin Golf app
Met de Garmin Golf app kunt u scorekaarten vanaf uw
compatibele Garmin toestel uploaden om gedetailleerde
statistische gegevens en slaganalysen weer te geven. Golfers
kunnen het op verschillende banen tegen elkaar opnemen met
behulp van de Garmin Golf app. Meer dan 41.000 banen
bevatten een klassement waaraan iedereen kan deelnemen. U
kunt een toernooi maken en spelers uitnodigen om mee te doen.
De Garmin Golf app synchroniseert uw gegevens met uw
Garmin Connect account. U kunt de Garmin Golf app ook uit de
App Store naar uw smartphone downloaden.
Training
Uw gebruikersprofiel instellen
U kunt uw instellingen bijwerken, zoals geslacht, geboortejaar,
lengte, gewicht, pols en hartslagzones (Uw hartslagzones
instellen, pagina 7). Het toestel gebruikt deze informatie om
nauwkeurige trainingsgegevens te berekenen.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Gebruikersprofiel.
3
Selecteer een optie.
Fitnessdoelstellingen
Als u uw hartslagzones kent, kunt u uw conditie meten en
verbeteren door de onderstaande principes te begrijpen en toe
te passen.
Uw hartslag is een goede maatstaf voor de intensiteit van uw
training.
Training in bepaalde hartslagzones kan u helpen uw
cardiovasculaire capaciteit en kracht te verbeteren.
Als u uw maximale hartslag kent, kunt u de tabel (Berekeningen
van hartslagzones, pagina 7) gebruiken om de beste
hartslagzone te bepalen voor uw fitheidsdoeleinden.
Als u uw maximale hartslag niet kent, gebruik dan een van de
rekenmachines die beschikbaar zijn op internet. Bij sommige
sportscholen en gezondheidscentra kunt u een test doen om de
maximale hartslag te meten. De standaard maximale hartslag is
220 min uw leeftijd.
Workouts
Uw toestel kan u door workouts met meerdere stappen leiden,
waaronder doelen voor elke workout-stap, zoals afstand, tijd,
herhalingen en andere metrische gegevens. Uw toestel bevat
diverse vooraf geladen workouts voor meerdere activiteiten,
waaronder krachttraining, cardio, hardlopen en fietsen. U kunt
meer workouts en trainingsplannen maken en vinden met
Garmin Connect, en u kunt deze overdragen naar uw toestel.
U kunt een trainingsplan maken met de agenda in Garmin
Connect en de geplande workouts naar uw toestel verzenden.
Een workout beginnen
Uw toestel kan u door de diverse stappen van een workout
leiden.
1
Druk op het .
2
Selecteer een activiteit.
3
Veeg omhoog.
4
Selecteer Workouts.
5
Selecteer een workout.
OPMERKING: Alleen workouts die compatibel zijn met de
geselecteerde activiteit worden in de lijst weergegeven.
6
Selecteer Start workout.
7
Druk op het om de activiteitentimer te starten.
Nadat een workout is gestart, geeft het toestel de verschillende
onderdelen van de workout, stapnotities (optioneel), het doel
(optioneel) en de huidige workoutgegevens weer.Er wordt een
animatie weergegeven voor kracht-, yoga- of pilatesactiviteiten.
Garmin Connect trainingsplannen gebruiken
Voordat u een trainingsplan kunt downloaden en gebruiken
vanaf Garmin Connect, moet u over een Garmin Connect
account beschikken (Garmin Connect, pagina 17), en moet u
het Legacy Series toestel met een compatibele smartphone
koppelen.
1
Selecteer op de Garmin Connect app of .
2
Selecteer Training > Trainingsplannen.
3
Selecteer en plan een trainingsplan.
4
Volg de instructies op het scherm.
5
Bekijk het trainingsplan in uw agenda.
Aangepaste trainingsplannen
Uw Garmin Connect account bevat een aangepast trainingsplan
en Garmin coach die bij uw trainingsdoelen passen. U kunt
bijvoorbeeld een paar vragen beantwoorden en een plan vinden
om u te helpen een 5 km race te voltooien. Het plan past zich
aan uw huidige fitnessniveau, coachings- en
planningsvoorkeuren en de racedatum aan. Wanneer u een plan
start, wordt de Garmin Coach widget aan de op uw Legacy
Series toestel weergegeven widgets toegevoegd.
Workout van vandaag starten
Nadat u een trainingsplan naar uw toestel hebt verzonden,
wordt de GarminCoach widget bij uw widgets weergegeven.
Training 15
1
Veeg vanaf de wijzerplaat om de Garmin Coach widget weer
te geven.
Als een workout voor deze activiteit gepland is voor vandaag,
wordt op het toestel de naam van de workout weergegeven
en wordt u gevraagd deze workout te starten.
2
Selecteer een workout.
3
Selecteer Bekijk om de stappen van de workout weer te
geven, en veeg naar rechts wanneer u klaar bent met het
bekijken van de stappen (optioneel).
4
Selecteer Start workout.
5
Volg de instructies op het scherm.
Geplande workouts weergeven
U kunt workouts bekijken die zijn gepland in uw trainingsagenda
en een workout starten.
1
Druk op het .
2
Selecteer een activiteit.
3
Veeg omhoog.
4
Selecteer Trainingsagenda.
Uw geplande workouts worden weergegeven, gesorteerd op
datum.
5
Selecteer een workout.
6
Selecteer een optie:
Als u de stappen voor de workout wilt weergeven,
selecteert u Bekijk.
Als u de workout wilt starten, selecteert u Start workout.
Persoonlijke records
Bij het voltooien van een activiteit worden op het toestel
eventuele nieuwe persoonlijke records weergegeven die u
tijdens deze activiteit hebt gevestigd. Tot de persoonlijke
records behoren uw snelste tijd over verschillende
standaardloopafstanden, en de langste hardloopsessie, rit of
zwemafstand.
Uw persoonlijke records weergeven
1
Houd ingedrukt.
2
Selecteer Geschiedenis > Records.
3
Selecteer een sport.
4
Selecteer een record.
5
Selecteer Bekijk record.
Een persoonlijk record herstellen
U kunt elk persoonlijk record terugzetten op de vorige waarde.
1
Houd ingedrukt.
2
Selecteer Geschiedenis > Records.
3
Selecteer een sport.
4
Selecteer een record om te herstellen.
5
Selecteer Vorige > .
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Een persoonlijk record verwijderen
1
Houd ingedrukt.
2
Selecteer Geschiedenis > Records.
3
Selecteer een sport.
4
Selecteer een record om te verwijderen.
5
Selecteer Wis record > .
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Alle persoonlijke records verwijderen
1
Houd ingedrukt.
2
Selecteer Geschiedenis > Records.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
3
Selecteer een sport.
4
Selecteer Wis alle records > .
Alleen de records voor die sport worden verwijderd.
Navigatie
Gebruik de GPS-navigatiefuncties van uw toestel om locaties op
te slaan, naar locaties te navigeren en uw weg naar huis te
vinden.
Uw locatie bewaren
Voordat u naar een opgeslagen locatie kunt navigeren, dient uw
toestel satellieten te zoeken.
Een locatie is een punt dat u vastlegt en in het toestel opslaat.
Als u oriëntatiepunten wilt onthouden of wilt terugkeren naar een
bepaald punt, markeer dan de locatie op de kaart.
1
Ga naar de plaats waar u een locatie wilt markeren.
2
Druk op het .
3
Selecteer Navigeer > Locatie opslaan.
De locatiegegevens worden weergegeven als het toestel
GPS-signalen ontvangt.
4
Selecteer Sla op.
5
Selecteer een pictogram.
Een locatie verwijderen
1
Druk op het .
2
Selecteer Navigeer > Opgeslagen locaties.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer Wis > .
Naar een opgeslagen locatie navigeren
Voordat u naar een opgeslagen locatie kunt navigeren, dient uw
toestel satellieten te zoeken.
1
Druk op het .
2
Selecteer Navigeer > Opgeslagen locaties.
3
Selecteer een locatie en selecteer Ga naar.
4
Druk op het om de activiteitentimer te starten.
5
Beweeg naar voren.
Het kompas wordt weergegeven. De kompaspijl wijst naar de
opgeslagen locatie.
TIP: Voor nauwkeurigere navigatie richt u de bovenzijde van
het scherm in de richting waarin u zich voortbeweegt.
Terug naar startlocatie navigeren
Voordat u terug kunt navigeren naar uw startlocatie, moet u
satellieten zoeken, de timer starten en uw activiteit starten.
U kunt tijdens uw activiteit op elk gewenst moment terugkeren
naar uw startlocatie. Als u bijvoorbeeld hardloopt in een nieuwe
stad en de weg terug naar het vertrekpunt of het hotel niet meer
weet, kunt u terug navigeren naar uw startlocatie. Deze functie
is niet beschikbaar voor alle activiteiten.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Terug naar start.
Het kompas wordt weergegeven.
3
Beweeg naar voren.
De pijl van het kompas wijst naar uw startpunt.
TIP: Voor nauwkeurigere navigatie kunt u uw toestel in de
richting draaien waarin u navigeert.
16 Navigatie
Stoppen met navigeren
Houd ingedrukt en selecteer Navigatie stoppen om de
navigatie te stoppen en door te gaan met uw activiteit.
Als u de navigatie wilt stoppen en uw activiteit wilt opslaan,
drukt u op en veegt u omhoog.
Kompas
Het toestel is voorzien van een kompas met drie assen en
automatische kalibratie. De kompasfuncties en -weergave
veranderen op basis van uw activiteit, of GPS is ingeschakeld
en of u naar een bestemming navigeert.
Het kompas handmatig kalibreren
LET OP
Kalibreer het elektronische kompas buiten. Zorg dat u zich niet
in de buurt bevindt van objecten die invloed uitoefenen op
magnetische velden, zoals voertuigen, gebouwen of
elektriciteitskabels.
Het toestel is al gekalibreerd in de fabriek en het maakt
standaard gebruik van automatische kalibratie. Als uw kompas
niet goed werkt, bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt
afgelegd of na extreme temperatuurveranderingen, kunt u het
handmatig kalibreren.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Sensors > Kompas > Start kalibratie.
3
Volg de instructies op het scherm.
TIP: Maak een kleine 8-beweging met uw pols tot een bericht
wordt weergegeven.
Geschiedenis
U kunt tot 14 dagen aan activiteit- en hartslaggegevens en
maximaal zeven activiteiten met tijdmeting op uw toestel
opslaan. U kunt uw laatste zeven activiteiten met tijdmeting op
uw toestel bekijken. U kunt uw gegevens synchroniseren om via
uw Garmin Connect account een onbeperkt aantal activiteiten,
activiteit- en hartslaggegevens te bekijken (De Garmin Connect
app gebruiken, pagina 18) (Garmin Connect op uw computer
gebruiken, pagina 18).
Als het geheugen van toestel vol is, worden de oudste gegevens
overschreven.
Werken met de geschiedenis
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer Geschiedenis.
3
Selecteer een optie:
Als u een activiteit van deze week wilt bekijken, selecteert
u Deze week.
Als u een oudere activiteit wilt bekijken, selecteert u
Vorige weken.
4
Selecteer een activiteit.
5
Selecteer een optie:
Selecteer Details om aanvullende informatie over de
activiteit weer te geven.
Selecteer Ronden om aanvullende informatie over elke
ronde weer te geven.
Selecteer Sets om aanvullende informatie over elke
gewichthefset weer te geven.
Selecteer Intervallen om aanvullende informatie over elk
zweminterval weer te geven.
Selecteer Tijd in zone om uw tijd in elke hartslagzone te
bekijken.
Selecteer Wis om de geselecteerde activiteit te
verwijderen.
Tijd in elke hartslagzone weergeven
Voordat u hartslagzonegegevens kunt weergeven, dient u een
activiteit met hartslag te voltooien en deze op te slaan.
Het bekijken van uw tijd in elke hartslagzone kan u helpen bij
het aanpassen van uw trainingsintensiteit.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer Geschiedenis.
3
Selecteer een optie:
Als u een activiteit van deze week wilt bekijken, selecteert
u Deze week.
Als u een oudere activiteit wilt bekijken, selecteert u
Vorige weken.
4
Selecteer een activiteit.
5
Selecteer Tijd in zone.
Garmin Connect
Met uw Garmin Connect account kunt u uw prestaties volgen en
contact houden met uw vrienden. Het biedt u de hulpmiddelen
om te volgen, te analyseren, te delen en elkaar aan te
moedigen. U kunt de prestaties van uw actieve levensstijl
vastleggen, zoals hardloopsessies, wandelingen, fietstochten,
zwemsessies, hikes, golfresultaten en meer.
U kunt uw gratis Garmin Connect account maken wanneer u uw
toestel met uw telefoon koppelt met behulp van de Garmin
Connect app. U kunt ook een account maken wanneer u de
Garmin Express toepassing instelt (www.garmin.com/express).
Uw activiteiten opslaan: Nadat u een activiteit met tijdmeting
met uw toestel hebt voltooid en opgeslagen, kunt u die
activiteit uploaden naar uw Garmin Connect account en zo
lang bewaren als u wilt.
Uw gegevens analyseren: U kunt meer gedetailleerde
informatie over uw fitness- en buitensportactiviteiten
weergeven, zoals tijd, afstand, hartslag, verbrande calorieën,
cadans, een bovenaanzicht van de kaart en tempo- en
snelheidsgrafieken. U kunt meer gedetailleerde informatie
over uw golfprestaties weergeven, zoals scorekaarten,
statistieken en baaninformatie. U kunt ook instelbare
rapporten weergeven.
OPMERKING: U moet een optionele draadloze sensor met
uw toestel koppelen om bepaalde gegevens te kunnen
bekijken (De draadloze sensors koppelen, pagina 22).
Uw voortgang volgen: U kunt uw dagelijkse aantal stappen
bijhouden, uzelf vergelijken met uw connecties en uw doelen
behalen.
Uw activiteiten delen: U kunt contact houden met vrienden en
elkaars activiteiten volgen of koppelingen naar uw activiteiten
plaatsen op uw favoriete sociale netwerksites.
Geschiedenis 17
Uw instellingen beheren: U kunt uw toestel- en
gebruikersinstellingen aanpassen via uw Garmin Connect
account.
De Garmin Connect app gebruiken
Nadat u uw toestel met uw smartphone hebt gekoppeld (Uw
smartphone koppelen, pagina 1), kunt u de Garmin Connect app
gebruiken om al uw activiteitsgegevens te uploaden naar uw
Garmin Connect account.
1
Controleer of de Garmin Connect app op uw smartphone is
geopend.
2
Breng uw toestel op minder dan 10 m (30 ft.) afstand van uw
smartphone.
Uw toestel synchroniseert uw gegevens automatisch met de
Garmin Connect app en uw Garmin Connect account.
Garmin Connect op uw computer gebruiken
De Garmin Express toepassing maakt verbinding tussen uw
toestel en uw Garmin Connect account met behulp van een
computer. U kunt de Garmin Express toepassing gebruiken om
uw activiteitgegevens te uploaden naar uw Garmin Connect
account en gegevens zoals workouts en trainingsschema's van
de Garmin Connect website naar uw toestel te verzenden. U
kunt ook software-updates voor uw toestel installeren en uw
Connect IQ apps beheren.
1
Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
2
Ga naar www.garmin.com/express.
3
Download en installeer de Garmin Express toepassing.
4
Open de Garmin Express toepassing en selecteer Voeg
toestel toe.
5
Volg de instructies op het scherm.
Uw toestel aanpassen
De watch face wijzigen
U kunt kiezen uit verschillende vooraf geladen watch faces of u
kunt een Connect IQ watch face gebruiken die is gedownload
naar uw toestel (Connect IQ functies, pagina 3). U kunt ook een
bestaande watch face bewerken (Een watch face bewerken,
pagina 18) of een nieuwe watch face maken (Een aangepaste
watch face maken, pagina 18).
1
Houd op de watch face het ingedrukt.
2
Selecteer Wijzerplaat.
3
Veeg naar rechts of naar links om door de beschikbare watch
faces te bladeren.
4
Tik op het aanraakscherm om de watch face te selecteren.
Een watch face bewerken
U kunt de stijl en de gegevensvelden van de watch face
aanpassen.
1
Houd op de watch face het ingedrukt.
2
Selecteer Wijzerplaat.
3
Veeg naar rechts of naar links om door de beschikbare watch
faces te bladeren.
4
Veeg omhoog om een watch face te bewerken.
5
Selecteer een optie die u wilt bewerken.
6
Veeg omhoog of omlaag om door de opties te bladeren.
7
Selecteer om de optie te selecteren.
8
Tik op het aanraakscherm om de watch face te selecteren.
Een aangepaste watch face maken
U kunt een nieuwe watch face creëren door de lay-out, kleuren
en extra gegevens te selecteren.
1
Houd op de watch face het ingedrukt.
2
Selecteer Wijzerplaat.
3
Veeg naar links en selecteer .
4
Veeg omhoog of omlaag om door de achtergrondopties te
bladeren en tik op het scherm om de weergegeven
achtergrond te selecteren.
5
Veeg omhoog of omlaag om door de analoge en digitale
wijzerplaten te bladeren en tik op het scherm om de
weergegeven wijzerplaat te selecteren.
6
Veeg omhoog of omlaag om door de accentkleuren te
bladeren en tik op het scherm om de weergegeven kleur te
selecteren.
7
Selecteer elk gegevensveld dat u wilt aanpassen en
selecteer de gegevens die u erin wilt weergeven.
Aanpasbare gegevensvelden voor deze watch face worden
aangegeven met een witte rand.
8
Veeg naar links om de tijdmarkeringen aan te passen.
9
Veeg omhoog of omlaag om door de tijdmarkeringen te
bladeren.
10
Selecteer het .
Op het toestel wordt de nieuwe watch face ingesteld als uw
actieve watch face.
Het bedieningsmenu aanpassen
U kunt snelkoppelingen toevoegen, verwijderen en de volgorde
ervan wijzigen in het bedieningsmenu (Het bedieningsmenu
gebruiken, pagina 1).
1
Houd ingedrukt.
Het bedieningsmenu wordt weergegeven.
2
Houd ingedrukt.
Het bedieningsmenu verdwijnt en de bewerkingsmodus wordt
geopend.
3
Selecteer de snelkoppeling die u wilt aanpassen.
4
Selecteer een optie:
Om de locatie van de snelkoppeling in het
bedieningsmenu te wijzigen, selecteert u de locatie waar
de snelkoppeling moet verschijnen of sleept u de
snelkoppeling naar een nieuwe locatie.
Selecteer om de snelkoppeling uit het bedieningsmenu
te verwijderen.
5
Selecteer indien nodig om een snelkoppeling aan het
bedieningsmenu toe te voegen.
OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar nadat u op
zijn minst één snelkoppeling uit het menu hebt verwijderd.
Een snelkoppeling voor bediening instellen
U kunt een snelkoppeling naar uw favoriete bediening instellen,
zoals uw Garmin Pay portemonnee of de muziekbediening.
1
Veeg naar rechts op de watch face.
2
Selecteer een optie:
Als dit de eerste keer is dat u een snelkoppeling instelt,
veegt u omhoog en selecteert u Stel in.
Als u eerder een snelkoppeling hebt ingesteld, houdt u
ingedrukt en selecteert u Snelkoppelingsinstellingen.
3
Selecteer een snelkoppeling voor bediening.
Wanneer u vanaf de watch face naar rechts veegt, wordt de
snelkoppeling voor bediening weergegeven.
Instellingen van activiteiten en apps
Met deze instellingen kunt u elke vooraf geïnstalleerde
activiteiten-app naar wens aanpassen. U kunt bijvoorbeeld
gegevensschermen aanpassen en waarschuwingen en
trainingsfuncties inschakelen. Niet alle instellingen zijn
beschikbaar voor alle soorten activiteiten.
18 Uw toestel aanpassen
Houd het ingedrukt, selecteer > Activiteiten en apps,
selecteer een activiteit en selecteer de activiteitinstellingen.
Accentkleur: Hiermee stelt u de accentkleur van elke activiteit
in, waaraan u kunt zien welke activiteit actief is.
Waarschuwingen: Hiermee kunt u de trainingswaarschuwingen
voor de activiteit instellen (Waarschuwingen, pagina 19).
Auto Lap: Hiermee kunt u de opties voor de Auto Lap
®
functie
instellen (Auto Lap, pagina 20).
Auto Pause: Hiermee stelt u het toestel zodanig in dat de
gegevensregistratie wordt gestopt zodra u stopt met
bewegen of wanneer u onder een bepaalde snelheid komt
(Auto Pause
®
gebruiken, pagina 20).
Automatische afdaling: Hiermee kan het toestel ski-afdalingen
automatisch detecteren met de ingebouwde
versnellingsmeter.
Auto Scroll: Hiermee kunt u alle schermen met
activiteitgegevens doorlopen terwijl de timer loopt (Auto
Scroll gebruiken, pagina 20).
Automatisch instellen: Hiermee stelt u in dat uw toestel
oefeningensets tijdens een krachttrainingsactiviteit
automatisch start en stopt.
Clubmelding: Geeft een prompt weer waarmee u na elke
gedetecteerde slag kunt invoeren welke golfclub u hebt
gebruikt.
Gegevensschermen: Hiermee kunt u gegevensschermen
aanpassen en nieuwe gegevensschermen toevoegen voor
de activiteit (Gegevensschermen aanpassen, pagina 19).
Driver-afstand: Hiermee stelt u de gemiddelde afstand in die de
golfbal aflegt tijdens uw drive.
Bewerk gewicht: Hiermee kunt u het gewicht toevoegen dat
wordt gebruikt voor een trainingsset tijdens een krachttraining
of cardioactiviteit.
Video's inschakelen: Hiermee kunt u workouts met animatie en
instructies gebruiken voor een kracht-, cardio-, yoga- of
Pilates-activiteit. Animaties zijn beschikbaar voor vooraf
geïnstalleerde workouts en workouts die zijn gedownload via
Garmin Connect.
GPS: Hiermee kan de modus voor de GPS-antenne worden
ingesteld (De GPS-instelling wijzigen, pagina 20).
Grootte van bad: Hiermee kunt u de lengte van het bad
instellen voor zwemmen in een zwembad.
Scoremethode: Hiermee stelt u de scoremethode in voor het
afspelen van strokeplay of Stableford-scoring tijdens het
golfen.
Statistieken: Hiermee schakelt u het bijhouden van statistieken
tijdens het golfen in.
Status: Hiermee schakelt u het automatisch bijhouden van de
scores bij het begin van een ronde golf in of uit. De optie
Vraag altijd vraagt u of de score moet worden bijgehouden
als u een ronde start.
Toernooimodus: Schakelt functies uit die niet mogen worden
gebruikt tijdens officiële toernooien.
Trilsignalen: Hiermee worden meldingen ingeschakeld die u
waarschuwen om in of uit te ademen tijdens activiteiten voor
ademhaling.
Gegevensschermen aanpassen
U kunt gegevensschermen aanpassen aan uw trainingsdoelen
of optionele accessoires. U kunt bijvoorbeeld op een van de
gegevensschermen uw rondetempo of hartslagzone laten
weergeven.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Activiteiten en apps.
3
Selecteer een activiteit.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer Gegevensschermen.
6
Selecteer een gegevensscherm dat u wilt aanpassen.
7
Selecteer een of meer opties:
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar voor alle
activiteiten.
Selecteer Indeling om de stijl van de gegevensvelden en
het aantal gegevensvelden op elk scherm met gegevens
aan te passen.
Selecteer het scherm en selecteer Wijzig
gegevensvelden om de velden op een scherm met
gegevens aan te passen.
Selecteer de schakelaar naast het scherm om een scherm
met gegevens te tonen of te verbergen.
Selecteer Hartslagzonemeter om het scherm voor de
meter van de hartslagzone te tonen of te verbergen.
Waarschuwingen
U kunt waarschuwingen instellen voor elke activiteit om u te
helpen specifieke doelen te bereiken. Sommige
waarschuwingen zijn alleen beschikbaar voor specifieke
activiteiten. Voor sommige waarschuwingen hebt u optionele
accessoires nodig, zoals een hartslagmeter of een
cadanssensor. Er zijn drie typen waarschuwingen:
Gebeurteniswaarschuwingen, bereikwaarschuwingen en
terugkerende waarschuwingen.
Gebeurteniswaarschuwing: Een gebeurteniswaarschuwing
wordt eenmaal afgegeven. De gebeurtenis is een specifieke
waarde. U kunt het toestel bijvoorbeeld instellen om u te
waarschuwen wanneer u een bepaald aantal calorieën
verbrandt.
Bereikwaarschuwing: Een bereikwaarschuwing wordt telkens
afgegeven wanneer het toestel een waarde meet die boven
of onder een opgegeven waardenbereik ligt. Zo kunt u
bijvoorbeeld instellen dat het toestel u waarschuwt als uw
hartslag lager is dan 60 bpm (slagen per minuut) of hoger
dan 210 bpm.
Terugkerende waarschuwing: Een terugkerende
waarschuwing wordt afgegeven telkens wanneer het toestel
een opgegeven waarde of interval registreert. U kunt
bijvoorbeeld instellen dat het toestel u elke 30 minuten
waarschuwt.
Waarschu-
wingsnaam
Waarschuwings-
type
Beschrijving
Cadans Bereik U kunt minimale en maximale
cadanswaarden instellen.
Calorieën Gebeurtenis,
terugkerend
U kunt het aantal calorieën
instellen.
Aangepast Gebeurtenis,
terugkerend
U kunt een bestaand bericht
selecteren of een aangepast
bericht maken en een waarschu-
wingstype selecteren.
Afstand Terugkerend U kunt een afstandsinterval
instellen.
Hartslag Bereik U kunt minimale en maximale
waarden voor de hartslag instellen
of zonewijzigingen selecteren.
Tempo Bereik U kunt minimale en maximale
tempowaarden instellen.
Ren/Loop Terugkerend U kunt regelmatige looppauzes
inlassen.
Snelheid Bereik U kunt minimale en maximale
snelheidswaarden instellen.
Tijd Gebeurtenis,
terugkerend
U kunt een tijdsinterval instellen.
Een waarschuwing instellen
1
Houd ingedrukt.
Uw toestel aanpassen 19
2
Selecteer > Activiteiten en apps.
3
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer Waarschuwingen.
6
Selecteer een optie:
Selecteer Voeg nieuw toe om een nieuwe waarschuwing
toe te voegen voor de activiteit.
Selecteer de naam van de waarschuwing om een
bestaande waarschuwing te wijzigen.
7
Selecteer, indien gewenst, het type waarschuwing.
8
Selecteer een zone, voer de minimum- en maximumwaarden
in of voer een aangepaste waarde in voor de waarschuwing.
9
Schakel indien nodig de waarschuwing in.
Bij gebeurteniswaarschuwingen en terugkerende
waarschuwingen wordt er een bericht weergegeven telkens als
de waarschuwingswaarde bereikt is. Bij bereikwaarschuwingen
wordt er een bericht weergegeven telkens als u boven of onder
het opgegeven bereik komt (minimum- en maximumwaarden).
Auto Lap
Ronden markeren met behulp van de functie Auto Lap
U kunt uw toestel zo instellen dat de functie Auto Lap wordt
gebruikt om een ronde automatisch te markeren op basis van
een bepaalde afstand. Dit is handig als u uw prestaties tijdens
verschillende gedeelten van een activiteit wilt vergelijken
(bijvoorbeeld elke 1 mijl of 5 km).
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Activiteiten en apps.
3
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer een optie:
Selecteer de schakelaar om de Auto Lap functie aan of uit
te zetten.
Selecteer Auto Lap om de afstand tussen de ronden aan
te passen.
Telkens wanneer u een ronde voltooit, wordt er een bericht
weergegeven met de rondetijd. Het toestel trilt ook als het
trilsignaal is ingeschakeld (Systeeminstellingen, pagina 21).
Auto Pause
®
gebruiken
U kunt de functie Auto Pause gebruiken om de timer
automatisch te onderbreken als u stopt met bewegen of
wanneer uw tempo of snelheid onder de opgegeven waarde
komt. Dit is handig als er verkeerslichten of andere plaatsen
voorkomen in uw activiteit waar u uw snelheid moet verlagen of
moet stoppen.
OPMERKING: Het toestel legt geen activiteitgegevens vast als
de timer is gestopt of gepauzeerd.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Activiteiten en apps.
3
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer Auto Pause.
6
Selecteer een optie:
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar voor alle
activiteiten.
Selecteer Zodra gestopt als u de timer automatisch wilt
laten stoppen als u stopt.
Selecteer Tempo als u de timer automatisch wilt laten
pauzeren als uw tempo onder een bepaalde waarde komt.
Selecteer Snelheid als u de timer automatisch wilt laten
pauzeren als uw snelheid onder een bepaalde waarde
komt.
Auto Scroll gebruiken
Met deze functie voor automatisch bladeren doorloopt u
automatisch alle schermen met activiteitgegevens terwijl de
timer loopt.
1
Houd ingedrukt.
2
Selecteer > Activiteiten en apps.
3
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer Auto Scroll.
6
Selecteer een weergavesnelheid.
De GPS-instelling wijzigen
Ga voor meer informatie over GPS naar www.garmin.com
/aboutGPS.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Activiteiten en apps.
3
Selecteer de activiteit om deze aan te passen.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer GPS.
6
Selecteer een optie:
Selecteer Uit om GPS uit te schakelen voor de activiteit.
Selecteer Aan om het GPS-satellietsysteem in te
schakelen.
Selecteer GPS + GLONASS (Russisch satellietsysteem)
voor nauwkeurigere positiegegevens in situaties met
slecht zicht op de lucht.
Selecteer GPS + GALILEO (satellietsysteem van de
Europese Unie) voor nauwkeurigere positiegegevens in
situaties met slecht zicht op de lucht.
OPMERKING: Door GPS en een ander satellietsysteem
tegelijk te gebruiken, kan de levensduur van de batterij
sneller afnemen dan wanneer alleen GPS wordt gebruikt.
(GPS en andere satellietsystemen, pagina 20).
GPS en andere satellietsystemen
Met de opties GPS + GLONASS of GPS + GALILEO krijgt u
betere prestaties in moeilijk omgevingen en kunt u sneller uw
positie bepalen dan met alleen GPS. Door GPS en een ander
satellietsysteem tegelijk te gebruiken, kan de levensduur van de
batterij sneller afnemen dan met alleen GPS.
Telefoon- en Bluetooth instellingen
Houd ingedrukt en selecteer > Telefoon.
Status: Hiermee kunt u de huidige verbindingsstatus van
Bluetooth weergeven en Bluetooth technologie in- of
uitschakelen.
Meldingen: Het toestel schakelt smart notifications automatisch
in of uit op basis van uw selecties (Bluetooth meldingen
inschakelen, pagina 2).
Verbindingsmeldingen: U ontvangt een waarschuwing
wanneer verbinding wordt gemaakt met de gekoppelde
smartphone en wanneer de verbinding wordt verbroken.
Koppel telefoon: Hiermee koppelt u uw toestel met een
compatibele smartphone die is voorzien van Bluetooth
technologie.
20 Uw toestel aanpassen
Synchroniseer: Hiermee kunt u de gegevens tussen uw toestel
en de Garmin Connect app overbrengen.
Stop LiveTrack: Hiermee kunt u een actieve LiveTrack sessie
stoppen.
Systeeminstellingen
Houd het ingedrukt en selecteer > Systeem.
Automatische vergrendeling: Hiermee wordt het
aanraakscherm automatisch vergrendeld om te voorkomen
dat u per ongeluk op het scherm tikt en functies activeert. U
kunt het aanraakscherm ontgrendelen door op het te
drukken.
Taal voor tekst: Hiermee kunt u de taal van de interface van
het toestel instellen.
Tijd: Hiermee stelt u de tijdnotatie en de bron voor de lokale tijd
in (Tijdinstellingen, pagina 21).
Datum: Hiermee kunt de datum en datumnotatie handmatig
instellen.
Schermverlichting: Hiermee stelt u de schermverlichting, de
time-out en de helderheid in (Schermverlichtingsinstellingen,
pagina 21).
Physio TrueUp: Hiermee kan uw toestel activiteiten,
geschiedenis en gegevens van andere Garmin toestellen
synchroniseren.
Trillen: Hiermee zet u het trilsignaal aan of uit en hier kunt u ook
de trilintensiteit instellen.
Niet storen: Hiermee schakelt u de modus Niet storen in of uit.
Eenheden: Hiermee kunt u instellen in welke eenheden
gegevens worden weergegeven (De maateenheden wijzigen,
pagina 21).
Gegevensopslag: Hiermee stelt u in hoe het toestel
activiteitgegevens vastlegt. Met de instelling Slim (standaard)
kunnen langere activiteiten worden vastgelegd. Met de
instelling Iedere seconde kunt u meer details van de activiteit
vastleggen, maar dit vraagt wel veel van de batterij en u zult
het horloge dan vaker moeten opladen.
USB-modus: Hiermee kunt u de mediaoverdrachtsmodus
instellen op het toestel of de Garmin modus als er verbinding
is met een computer.
Herstel: Hiermee kunt u de standaardinstellingen herstellen of
persoonlijke gegevens verwijderen en de instellingen
herstellen (Alle standaardinstellingen herstellen, pagina 25)
OPMERKING: Als u een Garmin Pay portemonnee hebt
aangemaakt, wordt de portemonnee ook van uw toestel
verwijderd als u de standaardinstellingen herstelt.
Software-update: Hiermee kunt u controleren of er software-
updates zijn.
Over: Hiermee worden de toestel-id, softwareversie, informatie
over wet- en regelgeving en de licentieovereenkomst
weergegeven.
Tijdinstellingen
Houd ingedrukt en selecteer > Systeem > Tijd.
Tijdweergave: Hier kunt u kiezen om de 12- of 24-uursklok in te
stellen.
Tijdbron: Hiermee kunt u de tijd handmatig of automatisch op
basis van uw gekoppelde mobiele toestel.
Tijdzones
Telkens wanneer u het toestel inschakelt en naar satellieten
zoekt of gegevens synchroniseert met uw smartphone, worden
de tijdzone en het tijdstip automatisch vastgesteld.
De tijd handmatig instellen
De tijd wordt standaard automatisch ingesteld wanneer het
Legacy Series toestel is gekoppeld met een mobiel toestel.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Systeem > Tijd > Tijdbron > Handmatig.
3
Selecteer Tijd en voer de tijd in.
Een alarm instellen
U kunt meerdere alarmen instellen. U kunt een alarm één keer
of met regelmatige tussenpozen laten afgaan.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer Klokken > Alarmen > Voeg alarm toe.
3
Selecteer Tijd en voer een tijd in.
4
Selecteer Herhaal en selecteer een optie.
5
Selecteer Label en kies een beschrijving voor het alarm.
Een alarm verwijderen
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer Klokken > Alarmen.
3
Selecteer eerst een alarm en vervolgens Wis.
De afteltimer instellen
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer Klokken > Timer.
3
Geef de tijd op en selecteer .
4
Selecteer .
De stopwatch gebruiken
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer Klokken > Stopwatch.
3
Druk op om de timer te starten.
4
Druk op om de rondetimer opnieuw te starten.
De totale stopwatchtijd blijft lopen.
5
Selecteer om de timer te stoppen.
6
Selecteer een optie:
Veeg omlaag om de timer opnieuw in te stellen.
Als u de stopwatchtijd wilt opslaan als een activiteit, drukt
u op en selecteert u .
Als u de stopwatch wilt afsluiten, drukt u op en
selecteert u .
Schermverlichtingsinstellingen
Houd ingedrukt en selecteer > Systeem > Scherm
verlichting.
Modus: Hiermee kunt u de schermverlichting inschakelen voor
interacties met het toestel, waaronder het ontvangen van een
melding of het gebruiken van knoppen of het aanraakscherm.
Helderheid: Hiermee stelt u de helderheid van de
schermverlichting in.
Time-out: Hiermee kunt u de tijdsduur instellen voordat de
schermverlichting wordt uitgeschakeld.
Beweging: Hiermee kunt u de schermverlichting inschakelen en
het toestel bekijken door uw pols naar uw lichaam te draaien.
U kunt de optie Alleen bij activiteit gebruiken om deze functie
alleen te gebruiken tijdens activiteiten met tijdmeting. U kunt
ook de gevoeligheid van bewegingen aanpassen om de
schermverlichting vaker of minder vaak in te schakelen.
De maateenheden wijzigen
U kunt de eenheden voor afstand, tempo en snelheid, hoogte,
gewicht, lengte en temperatuur aanpassen.
1
Houd op de wijzerplaat ingedrukt.
2
Selecteer > Systeem > Eenheden.
3
Selecteer een type maatsysteem.
4
Selecteer een maateenheid.
Uw toestel aanpassen 21
Garmin Connect instellingen
U kunt uw toestelinstellingen wijzigen vanuit uw Garmin Connect
account, via de Garmin Connect app of de Garmin Connect
website. Sommige instellingen zijn alleen beschikbaar in uw
Garmin Connect account en u kunt deze niet wijzigen op uw
toestel.
Selecteer in de Garmin Connect app of , selecteer
vervolgens Garmin toestellen en selecteer uw toestel.
Selecteer uw toestel in de toestellenwidget van de Garmin
Connect app.
Nadat u de instellingen hebt aangepast, synchroniseert u uw
gegevens om de wijzigingen toe te passen op uw toestel (De
Garmin Connect app gebruiken, pagina 18, Garmin Connect op
uw computer gebruiken, pagina 18).
Draadloze sensoren
Uw toestel kan worden gebruikt in combinatie met draadloze
ANT+ of Bluetooth sensoren. Ga voor meer informatie over
compatibiliteit en de aanschaf van optionele sensoren naar
buy.garmin.com.
De draadloze sensors koppelen
Wanneer u voor de eerste keer een draadloze ANT+ of
Bluetooth sensor met uw Garmin toestel verbindt, moet u het
toestel en de sensor koppelen. Nadat de koppeling is voltooid,
maakt het toestel automatisch een verbinding met de sensor
wanneer u een activiteit start en de sensor actief is en zich
binnen bereik bevindt.
TIP: Sommige ANT+ sensors worden automatisch met uw
toestel gekoppeld wanneer u een activiteit start terwijl de sensor
is ingeschakeld en zich in de buurt van het toestel bevindt.
1
Zorg dat u zich op minimaal 10 m (33 ft.) afstand van andere
draadloze sensors bevindt.
2
Als u een hartslagmeter wilt koppelen, doet u eerst de
hartslagmeter om.
De hartslagmeter kan pas gegevens verzenden of ontvangen
als u deze hebt omgedaan.
3
Houd ingedrukt.
4
Selecteer > Sensors > Voeg nieuw toe.
5
Breng het toestel binnen 3 m (10 ft) van de sensor en wacht
tot het toestel en de sensor zijn gekoppeld.
Als het toestel verbinding heeft gemaakt met de sensor, ziet
u boven aan het scherm een pictogram.
Voetsensor
Het toestel is compatibel met de voetsensor. Bij indoortrainingen
of als het GPS-signaal zwak is, kunt u in plaats van GPS de
voetsensor gebruiken om het tempo en de afstand vast te
leggen. De voetsensor is stand-by en klaar om gegevens te
verzenden (net als de hartslagmeter).
Na 30 minuten zonder activiteit schakelt de trainingsassistent
zichzelf uit om de batterij te sparen. Als de batterij bijna leeg is,
verschijnt een bericht op uw toestel. Na ongeveer vijf uur is de
batterij leeg.
Uw voetsensor kalibreren
Voordat u de voetsensor kunt kalibreren, moet u het toestel
koppelen met de voetsensor (De draadloze sensors koppelen,
pagina 22).
Handmatige kalibratie wordt aanbevolen als u uw kalibratiefactor
weet. Als u een voetsensor hebt gekalibreerd met een ander
Garmin product, weet u mogelijk uw kalibratiefactor.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Sensors > Voetsensor > Cal. Factor.
3
Pas de kalibratiefactor aan:
Verhoog de kalibratiefactor als de afstand te kort is.
Verlaag de kalibratiefactor als de afstand te lang is.
Kalibratie van de voetsensor verbeteren
Voordat u het toestel kunt kalibreren, hebt u GPS-signalen nodig
en moet u het toestel koppelen met de voetsensor (De
draadloze sensors koppelen, pagina 22).
De voetsensor beschikt over automatische kalibratie, maar u
kunt de nauwkeurigheid van de snelheids- en afstandsgegevens
verbeteren met een paar hardloopsessies met ingeschakelde
GPS.
1
Sta buiten 5 minuten stil met goed uitzicht op de lucht.
2
Start een hardloopactiviteit.
3
Loop 10 minuten hard zonder te stoppen.
4
Stop uw activiteit en sla deze op.
De kalibratiewaarde van de voetsensor verandert mogelijk op
basis van de vastgelegde gegevens. U hoeft uw voetsensor
niet opnieuw te kalibreren tenzij uw hardloopstijl verandert.
Een optionele fietssnelheids- of fietscadans-
sensor gebruiken
Met een compatibele fietssnelheids- of fietscadanssensor kunt u
gegevens verzenden naar uw toestel.
Koppel de sensor met uw toestel (De draadloze sensors
koppelen, pagina 22).
Stel de wielmaat in (Een snelheidssensor kalibreren,
pagina 22).
Maak een rit (Een rit maken, pagina 13).
Een snelheidssensor kalibreren
Voordat u de snelheidssensor kunt kalibreren, moet u het toestel
koppelen met een compatibele snelheidssensor (De draadloze
sensors koppelen, pagina 22).
Handmatige kalibratie is optioneel en kan de nauwkeurigheid
verbeteren.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Sensors > Snelheid/cadans > Wielmaat.
3
Selecteer een optie:
Selecteer Automatisch om de wielmaat automatisch te
berekenen en de snelheidssensor automatisch te
kalibreren.
Selecteer Handmatig en voer de wielmaat in om de
snelheidssensor handmatig te kalibreren (Wielmaat en
omvang, pagina 27).
Clubsensoren
Uw toestel is compatibel met Approach
®
CT10 golfclubsensoren.
U kunt gekoppelde clubsensoren gebruiken om uw
golfopnamen, inclusief locatie, afstand en clubtype, automatisch
te volgen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw
clubsensoren voor meer informatie.
Omgevingsbewustzijn
Uw Legacy Series toestel kan worden gebruikt met Varia slimme
fietsverlichting en achteruitkijkradar voor een verbeterd
omgevingsbewustzijn. Raadpleeg de handleiding van het Varia
toestel voor meer informatie.
OPMERKING: U moet mogelijk de Legacy Series software
bijwerken voordat u Varia toestellen kunt koppelen (De software
bijwerken met de Garmin Connect app, pagina 23).
tempe
De tempe is een draadloze ANT+ temperatuursensor. U kunt de
sensor aan een stevige band of lus bevestigen op een plek waar
22 Draadloze sensoren
deze is blootgesteld aan omgevingslucht en zo een consistente
bron van nauwkeurige temperatuurgegevens vormt. U moet de
tempe met uw toestel koppelen om temperatuurgegevens van
de tempe te kunnen weergeven.
Toestelinformatie
Het toestel opladen
WAARSCHUWING
Dit toestel bevat een lithium-ionbatterij. Lees de gids Belangrijke
veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor
productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
LET OP
Om roestvorming te voorkomen, dient u alle contactpunten en
de directe omgeving ervan grondig te reinigen en af te drogen
voordat u het toestel oplaadt of aansluit op een computer.
Raadpleeg de instructies voor reiniging in de appendix.
1
Steek het kleine uiteinde van de USB-kabel in de oplaadpoort
op het toestel.
2
Steek het grote uiteinde van de USB-kabel in een USB-
oplaadpoort.
3
Laad het toestel volledig op.
Productupdates
Installeer Garmin Express (www.garmin.com/express) op uw
computer. Installeer de Garmin Connect app op uw smartphone.
Op die manier kunt u gemakkelijk gebruikmaken van de
volgende diensten voor Garmin toestellen:
Software-updates
Baanupdates
Gegevens worden geüpload naar Garmin Connect
Productregistratie
De software bijwerken met de Garmin Connect app
Voordat u de software op uw toestel kunt bijwerken via de
Garmin Connect app, moet u een Garmin Connect account
hebben en het toestel koppelen met een compatibele
smartphone (Uw smartphone koppelen, pagina 1).
Synchroniseer uw toestel met de Garmin Connect app (De
Garmin Connect app gebruiken, pagina 18).
Wanneer er nieuwe software beschikbaar is, verstuurt de
Garmin Connect app deze update automatisch naar uw
toestel. De update wordt uitgevoerd wanneer u het toestel
niet actief gebruikt. Als de update is voltooid, wordt het
toestel opnieuw opgestart.
De software bijwerken via Garmin Express
Voordat u uw toestelsoftware kunt bijwerken, moet u eerst de
Garmin Express toepassing downloaden en installeren en
vervolgens uw toestel toevoegen (Garmin Connect op uw
computer gebruiken, pagina 18).
1
Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
Als er nieuwe software beschikbaar is, verstuurt de Garmin
Express toepassing deze naar uw toestel.
2
Nadat de Garmin Express toepassing het verzenden van de
update heeft voltooid, ontkoppelt u het toestel van uw
computer.
De update wordt op het toestel geïnstalleerd.
Toestelgegevens weergeven
U kunt de toestel-id, softwareversie, informatie over wet- en
regelgeving en de licentieovereenkomst weergeven.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Systeem > Over.
Informatie over regelgeving en compliance op e-
labels weergeven
Het label voor dit toestel wordt op elektronische wijze geleverd.
Het e-label kan regelgeving bevatten, zoals
identificatienummers verstrekt door de FCC of regionale
compliance-markeringen, maar ook toepasselijke product- en
licentiegegevens.
Houd 10 seconden ingedrukt.
Specificaties
Batterijtype Oplaadbare, ingebouwde lithium-poly-
meerbatterij
Levensduur van batterij,
klein formaat
Tot 7 dagen in smartwatch-modus
Levensduur van batterij,
groot formaat
Tot 8 dagen in smartwatch-modus
Bedrijfstemperatuurbereik Van -20º tot 60ºC (van -4º tot 140ºF)
Laadtemperatuurbereik Van 0º tot 45ºC (van 32º tot 113ºF)
Draadloze frequenties 2,4 GHz bij 19 dBm nominaal
13,56 MHz bij -44 dBm nominaal
Waterbestendigheid Zwemmen, 5 ATM
1
Informatie over de levensduur van de batterij
De werkelijke levensduur van de batterij hangt af van de op uw
toestel ingeschakelde functies, zoals activiteiten-tracking,
hartslagmeting bij de pols, smartphonemeldingen, GPS en
aangesloten sensoren.
Levensduur van
batterij, klein
formaat
Levensduur van
batterij, groot
formaat
Modus
Maximaal 7 dagen Maximaal 8 dagen Smartwatch-modus met
activiteiten volgen en 24/7
hartslagmeting bij de pols
Maximaal 6 uur. Maximaal 7,5 uur. Smartwatch-modus met
afspelen van muziek
Maximaal 15 uur. Maximaal 18 uur. GPS-modus
Maximaal 5 uur. Maximaal 6 uur. GPS-modus met afspelen
van muziek
Maximaal 8 uur. Maximaal 9,5 uur. Activiteitenmodus met
workouts met animatie
Maximaal 3,5 uur. Maximaal 4,5 uur. Activiteitenmodus met
workouts met animatie en
afspelen van muziek
Toestelonderhoud
LET OP
Vermijd schokken en ruwe behandeling omdat hierdoor het
product korter meegaat.
Druk niet op de knoppen onder water.
1
Het toestel is bestand tegen druk tot een diepte van maximaal 50 meter. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating.
Toestelinformatie 23
Gebruik nooit een scherp voorwerp om het toestel schoon te
maken.
Gebruik nooit een hard of scherp object om het aanraakscherm
te bedienen omdat het scherm daardoor beschadigd kan raken.
Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen, oplosmiddelen en
insectenwerende middelen die plastic onderdelen en
oppervlakken kunnen beschadigen.
Spoel het toestel goed uit met leidingwater nadat het in
aanraking is geweest met chloor of zout water, zonnebrand,
cosmetica, alcohol en andere chemicaliën die een reactie
kunnen veroorzaken. Langdurige blootstelling aan deze stoffen
kan de behuizing beschadigen.
Houd de leren band schoon en droog. Ga niet zwemmen of
onder de douche met de leren band. Blootstelling aan water of
zweet kan de leren band beschadigen of doen verkleuren.
Gebruik een silicone band als alternatief.
Bewaar het toestel niet op een plaats waar het langdurig aan
extreme temperaturen kan worden blootgesteld, omdat dit
onherstelbare schade kan veroorzaken.
Het toestel schoonmaken
LET OP
Ook een klein beetje zweet of vocht kan corrosie van de
elektrische contactpunten veroorzaken als het toestel is
aangesloten op een oplader. Corrosie kan opladen en
gegevensoverdracht blokkeren.
1
Veeg het toestel schoon met een doek die is bevochtigd met
een mild schoonmaakmiddel.
2
Veeg de behuizing vervolgens droog.
Laat het toestel na reiniging helemaal drogen.
TIP: Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/fitandcare.
De banden vervangen
Het toestel is compatibel met standaard quick-release banden.
Het kleine horloge heeft 18 mm brede banden en het grote
horloge heeft 22 mm brede banden.
1
Druk het veertje van de pushpin in om de band te
verwijderen.
2
Plaats één uiteinde van de pushpin in het gaatje om de
nieuwe band aan te brengen.
3
Druk het veertje op de pushpin in en duw het andere uiteinde
van de pushpin in het tegenoverliggende gaatje.
4
Herhaal de stappen 1 t/m 3 om de andere band te
vervangen.
Problemen oplossen
Is mijn smartphone compatibel met mijn
toestel?
Het Legacy Series is compatibel met smartphones met
Bluetooth draadloze technologie.
Ga naar www.garmin.com/ble voor informatie over
compatibiliteit.
Ik kan mijn telefoon niet koppelen met het
toestel
Als uw telefoon geen verbinding maakt met het toestel, kunt u
deze tips proberen.
Schakel uw smartphone en uw toestel uit en weer in.
Schakel Bluetooth technologie op uw smartphone in.
Werk de Garmin Connect app bij naar de nieuwste versie.
Verwijder uw toestel uit de Garmin Connect app en de
Bluetooth instellingen op uw smartphone om het
koppelingsproces opnieuw te proberen.
Als u een nieuwe smartphone hebt gekocht, verwijdert u uw
toestel uit de Garmin Connect app op de smartphone die u
niet meer wilt gebruiken.
Houd uw smartphone binnen 10 m (33 ft.) van het toestel.
Open de Garmin Connect app op uw smartphone, selecteer
of , en vervolgens Garmin toestellen > Voeg toestel
toe om de koppelmodus in te schakelen.
From the watch face, hold , and select > Telefoon >
Koppel telefoon.
Ik kan mijn hoofdtelefoon niet koppelen met
het toestel
Als uw hoofdtelefoon eerder met uw smartphone was verbonden
met behulp van Bluetooth technologie, kan deze verbinding
maken met uw smartphone voordat verbinding wordt gemaakt
met uw toestel. U kunt deze tips proberen.
Schakel Bluetooth technologie uit op uw smartphone.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw smartphone
voor meer informatie.
Houd 10 m (33 ft.) afstand van uw smartphone als uw
hoofdtelefoon verbinding maakt met het toestel.
Koppel uw hoofdtelefoon met uw toestel (Een Bluetooth
hoofdtelefoon aansluiten, pagina 4).
Mijn muziek valt weg of mijn hoofdtelefoons
blijven niet verbonden
Wanneer u een Legacy Series toestel gebruikt dat via Bluetooth
technologie met hoofdtelefoons verbonden is, dan is het signaal
het sterkst wanneer zich niets tussen het toestel en de antenne
van de hoofdtelefoons bevindt.
Als het signaal door uw lichaam gaat, treedt er mogelijk
signaalverlies op of wordt de verbinding met uw
hoofdtelefoons verbroken.
Het wordt aanbevolen om de hoofdtelefoons zo te dragen dat
de antenne zich aan dezelfde kant van uw lichaam bevindt
als uw Legacy Series toestel.
Aangezien de hoofdtelefoon per model anders werkt, kunt u
proberen het horloge om uw andere pols te dragen.
Op mijn toestel wordt niet de juiste taal
gebruikt
U kunt de taal wijzigen als u per ongeluk niet de juiste taal hebt
geselecteerd op het toestel.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer .
3
Blader omlaag naar het laatste item in de lijst en selecteer
het.
4
Blader omlaag naar het tweede item in de lijst en selecteer
het.
5
Selecteer uw taal.
24 Problemen oplossen
Mijn toestel geeft de juiste tijd niet weer
Het toestel werkt de datum en tijd bij wanneer deze met uw
smartphone wordt gesynchroniseerd of wanneer het toestel
GPS-signalen ontvangt. U dient uw toestel te synchroniseren
om de juiste tijd te ontvangen wanneer u naar een andere
tijdzone gaat, en om het toestel bij te werken voor zomertijd of
wintertijd.
1
Houd uw vinger op en selecteer > Systeem > Tijd.
2
Controleer of de optie Automatisch is ingeschakeld.
3
Selecteer een optie:
Controleer of op uw smartphone de juiste lokale tijd wordt
weergegeven en synchroniseer uw toestel met de
smartphone (De Garmin Connect app gebruiken,
pagina 18).
Start een buitenactiviteit, ga naar buiten naar een plek met
vrij zicht op de lucht en wacht tot het toestel
satellietsignalen ontvangt.
Tijd en datum worden automatisch bijgewerkt.
Levensduur van de batterijen maximaliseren
U kunt verschillende acties ondernemen om de levensduur van
de batterij te verlengen.
Verkort de time-out voor het scherm
(Schermverlichtingsinstellingen, pagina 21).
Verlaag de helderheid van het scherm
(Schermverlichtingsinstellingen, pagina 21).
Schakel Bluetooth technologie uit wanneer u niet
gebruikmaakt van connected functies (De Bluetooth
smartphone-verbinding uitschakelen, pagina 3).
Schakel activiteiten volgen uit (Instellingen voor activiteiten
volgen, pagina 9).
Beperk de smartphone meldingen die op het toestel worden
weergegeven (Meldingen beheren, pagina 2).
Stop het verzenden van hartslaggegevens naar gekoppelde
Garmin toestellen (Hartslag verzenden naar Garmin
toestellen, pagina 7).
Schakel de hartslagmeting aan de pols uit (De
polshartslagmeter uitschakelen, pagina 7).
Schakel de automatische pulse oxymeterwaarden uit (De
tracking-modus van de pulse oxymeter wijzigen, pagina 8).
Het toestel opnieuw opstarten
Als het toestel niet meer reageert, moet u het mogelijk opnieuw
opstarten.
OPMERKING: Als u het toestel opnieuw opstart, worden uw
gegevens en/of instellingen mogelijk gewist.
1
Houd gedurende 15 seconden ingedrukt.
Het toestel wordt uitgeschakeld.
2
Houd één seconde ingedrukt om het toestel in te
schakelen.
Alle standaardinstellingen herstellen
U kunt alle fabrieksinstellingen van het toestel resetten. U moet
uw toestel synchroniseren met de Garmin Connect app om uw
activiteitgegevens te uploaden voordat u het toestel opnieuw
instelt.
1
Houd het ingedrukt.
2
Selecteer > Systeem > Herstel.
3
Selecteer een optie:
Om alle fabrieksinstellingen van het toestel te resetten en
alle door de gebruiker ingevoerde informatie en
activiteitgeschiedenis te verwijderen, selecteert u
Gegevens verw. en inst. herstellen.
OPMERKING: Als u een Garmin Pay portemonnee hebt
ingesteld, wordt door deze optie de portemonnee van uw
toestel verwijderd. Als u muziek op uw toestel hebt
opgeslagen, wordt door deze optie de opgeslagen muziek
verwijderd.
Om alle fabrieksinstellingen van het toestel te resetten en
alle door de gebruiker ingevoerde informatie en
activiteitgeschiedenis op te slaan, selecteert u
Standaardinstellingen herstellen.
Satellietsignalen ontvangen
Het toestel dient mogelijk vrij zicht op de satellieten te hebben
om satellietsignalen te kunnen ontvangen.
1
Ga naar buiten naar een open gebied.
De voorzijde van het toestel moet naar de lucht zijn gericht.
2
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
Het kan 30 tot 60 seconden duren voordat satellietsignalen
worden gevonden.
De ontvangst van GPS-signalen verbeteren
Synchroniseer het toestel regelmatig met uw Garmin
Connect account:
Verbind uw toestel met een computer via de USB-kabel
en de Garmin Express app.
Synchroniseer uw toestel met de Garmin Connect app op
uw Bluetooth smartphone.
Verbind uw toestel met uw Garmin Connect account via
een WiFi draadloos netwerk.
Na verbinding met uw Garmin Connect account downloadt
het toestel diverse dagen aan satellietgegevens, zodat het
toestel snel satellietsignalen kan vinden.
Ga met uw toestel naar buiten, naar een open plek, ver weg
van hoge gebouwen en bomen.
Blijf enkele minuten stilstaan.
Activiteiten volgen
Ga naar garmin.com/ataccuracy voor meer informatie over de
nauwkeurigheid van activiteiten-tracking.
Mijn stappentelling lijkt niet nauwkeurig te zijn
Als uw stappentelling niet nauwkeurig lijkt te zijn, kunt u deze
tips proberen.
Draag het toestel om uw niet-dominante pols.
Draag het toestel in uw zak wanneer u een wandelwagen of
grasmaaier duwt.
Draag het toestel in uw zak wanneer u alleen uw handen of
armen gebruikt.
OPMERKING: Het toestel kan herhalende bewegingen,
zoals afwassen, was opvouwen of in de handen klappen,
interpreteren als stappen.
Het aantal opgelopen trappen lijkt niet te kloppen
Uw toestel gebruikt een interne barometer om hoogteverschillen
te meten als u trappen loopt. Een opgelopen trap staat gelijk
aan 3 m (10 ft.).
Houd geen trapleuningen vast en sla geen treden over bij het
traplopen.
Bescherm uw toestel in winderige omgevingen met uw mouw
of jas. Sterke windvlagen kunnen namelijk foutieve metingen
veroorzaken.
De nauwkeurigheid van minuten intensieve training
en verbrande calorieën verbeteren
U kunt de nauwkeurigheid van deze schattingen verbeteren
door 15 minuten buiten te wandelen of hard te lopen.
Problemen oplossen 25
1
Veeg over de watch face om de widget Mijn dag weer te
geven.
2
Selecteer !.
3
Volg de instructies op het scherm.
De temperatuurmeting is niet nauwkeurig
Uw lichaamstemperatuur is van invloed op de
temperatuurmeting van de interne temperatuursensor. Voor de
meest nauwkeurige temperatuurmeting dient u het horloge van
uw pols te verwijderen en ongeveer 20 tot 30 minuten te
wachten.
U kunt ook een optionele externe tempe temperatuursensor
gebruiken voor een nauwkeurige meting van de
omgevingstemperatuur wanneer u het horloge draagt.
Meer informatie
Ga naar support.garmin.com voor meer handleidingen,
artikelen en software-updates.
Ga naar buy.garmin.com of neem contact op met uw Garmin
dealer voor informatie over optionele accessoires en
vervangingsonderdelen.
Ga naar www.garmin.com/ataccuracy.
Dit is geen medisch toestel. De pulse-oxymeterfunctie is niet
in alle landen beschikbaar.
Appendix
Gegevensvelden
Voor sommige gegevensvelden hebt u ANT+ accessoires nodig
om de gegevens weer te geven.
Ademhalingsritme: Uw ademhalingsritme in ademhalingen per
minuut (brpm).
Afstand: De afstand die u hebt afgelegd voor de huidige
activiteit of het huidige spoor.
Afstand per slag: De afstand die u per slag hebt afgelegd.
Afstand per slag interval: De gemiddelde afstand die u per
slag hebt afgelegd tijdens het huidige interval.
Afstand per slag laatste interval: De gemiddelde afstand die u
per slag hebt afgelegd tijdens het laatste voltooide interval.
Banen: Het aantal volledige banen dat gedurende de huidige
activiteit is afgelegd.
Cadans: Fietsen. Het aantal omwentelingen van de pedaalarm.
Voor weergave van deze gegevens moet uw toestel zijn
aangesloten op een cadansaccessoire.
Cadans: Hardlopen. Het aantal stappen per minuut (rechts en
links).
Cadans laatste ronde: Fietsen. De gemiddelde cadans van de
laatste voltooide ronde.
Cadans laatste ronde: Hardlopen. De gemiddelde cadans van
de laatste voltooide ronde.
Calorieën: De hoeveelheid calorieën die u hebt verbrand.
Gemiddelde afstand per slag: De gemiddelde afstand die u
per slag hebt afgelegd tijdens de huidige activiteit.
Gemiddelde cadans: Fietsen. De gemiddelde cadans voor de
huidige activiteit.
Gemiddelde cadans: Hardlopen. De gemiddelde cadans voor
de huidige activiteit.
Gemiddelde hartslag: De gemiddelde hartslag voor de huidige
activiteit.
Gemiddelde HS %Max.: Het gemiddelde percentage van de
maximale hartslag voor de huidige activiteit.
Gemiddelde rondetijd: De gemiddelde rondetijd voor de
huidige activiteit.
Gemiddelde slagen/baan: Het gemiddelde aantal slagen per
baan gedurende de huidige activiteit.
Gemiddelde slagsnelheid: Het gemiddelde aantal slagen per
minuut (spm) tijdens de huidige activiteit.
Gemiddelde slagsnelheid in interval: Het gemiddelde aantal
slagen per minuut (spm) tijdens het huidige interval.
Gemiddelde snelheid: De gemiddelde snelheid voor de huidige
activiteit.
Gemiddelde Swolf: De gemiddelde swolf-score voor de huidige
activiteit. De swolf-score is de som van de tijd voor één baan
en het aantal slagen voor die baan (Zwemtermen,
pagina 13).
Gemiddeld tempo: Het gemiddelde tempo van de huidige
activiteit.
Hartslag: Uw aantal hartslagen per minuut. Uw toestel moet zijn
aangesloten op een compatibele hartslagmeter.
Herhalingen: Het aantal herhalingen in een workoutset tijdens
een krachttraining.
Hoogte: De hoogte van uw huidige locatie boven of onder
zeeniveau.
HS %Max.: Het percentage van maximale hartslag.
HS %Max. laatste ronde: Het gemiddelde percentage van de
maximale hartslag voor de laatste voltooide ronde.
HS laatste ronde: De gemiddelde hartslag voor de laatste
voltooide ronde.
HS-zone: Uw huidige hartslagbereik (1 tot 5). De
standaardzones zijn gebaseerd op uw gebruikersprofiel en
de maximale hartslag (220 min uw leeftijd).
Intervalafstand: De afstand die u hebt afgelegd voor het
huidige interval.
Intervalbanen: Het aantal volledige banen dat tijdens het
huidige interval is afgelegd.
Interval Slagen/baan: Het gemiddeld aantal slagen per baan
gedurende de huidige activiteit.
Interval slagtype: Het huidige slagtype voor het interval.
Intervaltempo: Het gemiddelde tempo van het huidige interval.
Intervaltijd: De stopwatchtijd voor het huidige interval.
Koers: De richting waarin u zich verplaatst.
Laatste ronde afstand: De afstand die u hebt afgelegd voor de
laatste voltooide ronde.
Laatste rondesnelheid: De gemiddelde snelheid voor de
laatste voltooide ronde.
Laatste rondetempo: Het gemiddelde tempo van de laatste
voltooide ronde.
Laatste rondetijd: De stopwatchtijd voor de laatste voltooide
ronde.
Max. 24 uur: De maximumtemperatuur gemeten in de
afgelopen 24 uur.
Maximumsnelheid: De hoogste snelheid voor de huidige
activiteit.
Min. 24 uur: De minimumtemperatuur gemeten in de afgelopen
24 uur.
Rondeafstand: De afstand die u hebt afgelegd voor de huidige
ronde.
Rondecadans: Fietsen. De gemiddelde cadans voor de huidige
ronde.
Rondecadans: Hardlopen. De gemiddelde cadans voor de
huidige ronde.
Ronde HS: De gemiddelde hartslag voor de huidige ronde.
Ronde HS %Max.: Het gemiddelde percentage van de
maximale hartslag voor de huidige ronde.
26 Appendix
Ronden: Het aantal ronden dat is voltooid voor de huidige
activiteit.
Rondesnelheid: De gemiddelde snelheid voor de huidige
ronde.
Rondestappen: Het aantal stappen tijdens de huidige ronde.
Rondetempo: Het gemiddelde tempo van de huidige ronde.
Rondetijd: De stopwatchtijd voor de huidige ronde.
Slagen: Het totale aantal slagen voor de huidige activiteit.
Slagen laatste baan: Het totale aantal slagen voor de laatste
voltooide baan.
Slagsnelheid: Het aantal slagen per minuut (spm).
Slagsnelheid laatste baan: Het gemiddelde aantal slagen per
minuut (spm) tijdens de laatste voltooide baan.
Slagtype laatste baan: Het slagtype dat is gebruikt tijdens de
laatste voltooide baan.
Slagtype laatste interval: Het slagtype dat is gebruikt tijdens
het laatste voltooide interval.
Snelheid: De huidige snelheid waarmee u zich verplaatst.
Stappen: Het aantal stappen tijdens de huidige activiteit.
Stel timer in: De hoeveelheid tijd die in de huidige workoutset
wordt doorgebracht tijdens een krachttraining.
Stress: Uw huidige stressniveau.
Swolf in laatste interval: De gemiddelde swolf-score voor het
laatste voltooide interval.
Swolf laatste baan: De swolf-score voor de laatste voltooide
baan.
Swolf van interval: De gemiddelde swolf-score voor het huidige
interval.
Temperatuur: De temperatuur van de lucht. Uw
lichaamstemperatuur beïnvloedt de temperatuursensor.
Tempo: Het huidige tempo.
Tempo laatste baan: Het gemiddelde tempo van de laatste
voltooide volledige baan.
Tijd: De tijd van de dag, op basis van uw huidige locatie en
tijdinstellingen (notatie, tijdzone en zomertijd).
Tijd in zone: De tijd verstreken in elke hartslag- of
vermogenszone.
Timer: De stopwatchtijd voor de huidige activiteit.
Totale daling: De totale afstand van de daling tijdens de
activiteit of sinds deze waarde voor het laatst is hersteld.
Totale stijging: De totale afstand van de stijging tijdens de
activiteit of sinds deze waarde voor het laatst is hersteld.
Verdiepingen omhoog: Het totale aantal trappen dat u die dag
hebt geklommen.
Verdiepingen omlaag: Het totale aantal trappen dat u die dag
bent afgegaan.
Verdiepingen per minuut: Het aantal trappen dat u per minuut
hebt geklommen.
Verstreken tijd: De totale verstreken tijd. Als u bijvoorbeeld de
timer start en 10 minuten hardloopt, vervolgens de timer 5
minuten stopt en daarna de timer weer start en 20 minuten
hardloopt, bedraagt de verstreken tijd 35 minuten.
Verticale snelheid: De stijg- of daalsnelheid over tijd.
Zon onder: Het tijdstip waarop de zon ondergaat, gebaseerd op
uw GPS-positie.
Zon op: Het tijdstip waarop de zon opkomt, gebaseerd op uw
GPS-positie.
Standaardwaarden VO2 Max.
In deze tabellen vindt u de gestandaardiseerde classificaties van het geschat VO2 max. op basis van leeftijd en geslacht.
Mannen Percentiel 20–29 30–39 40–49 50–59 60–69 70–79
Voortreffelijk 95 55,4 54 52,5 48,9 45,7 42,1
Uitstekend 80 51,1 48,3 46,4 43,4 39,5 36,7
Goed 60 45,4 44 42,4 39,2 35,5 32,3
Redelijk 40 41,7 40,5 38,5 35,6 32,3 29,4
Slecht 0–40 <41,7 <40,5 <38,5 <35,6 <32,3 <29,4
Vrouwen Percentiel 20–29 30–39 40–49 50–59 60–69 70–79
Voortreffelijk 95 49,6 47,4 45,3 41,1 37,8 36,7
Uitstekend 80 43,9 42,4 39,7 36,7 33 30,9
Goed 60 39,5 37,8 36,3 33 30 28,1
Redelijk 40 36,1 34,4 33 30,1 27,5 25,9
Slecht 0–40 <36,1 <34,4 <33 <30,1 <27,5 <25,9
Gegevens afgedrukt met toestemming van The Cooper Institute. Ga voor meer informatie naar www.CooperInstitute.org.
Wielmaat en omvang
Uw snelheidsensor detecteert automatisch uw wielmaat. Indien
nodig, kunt u handmatig uw wielmaat invoeren in de instellingen
van de snelheidsensor.
De wielmaat wordt aan weerszijden van de band aangegeven.
Dit is geen volledige lijst. U kunt ook de omtrek van uw wiel
meten of een van de rekenmachines op internet gebruiken.
Bandafmeting Wielmaat (mm)
20 × 1,75 1515
20 × 1-3/8 1615
22 × 1-3/8 1770
22 × 1-1/2 1785
24 × 1 1753
24 × 3/4 (tubulair) 1785
Bandafmeting Wielmaat (mm)
24 × 1-1/8 1795
24 × 1,75 1890
24 × 1-1/4 1905
24 × 2,00 1925
24 × 2,125 1965
26 × 7/8 1920
26 × 1-1,0 1913
26 × 1 1952
26 × 1,25 1953
26 × 1-1/8 1970
26 × 1,40 2005
26 × 1,50 2010
26 × 1,75 2023
Appendix 27
Bandafmeting Wielmaat (mm)
26 × 1,95 2050
26 × 2,00 2055
26 × 1-3/8 2068
26 × 2,10 2068
26 × 2,125 2070
26 × 2,35 2083
26 × 1-1/2 2100
26 × 3,00 2170
27 × 1 2145
27 × 1-1/8 2155
27 × 1-1/4 2161
27 × 1-3/8 2169
29 x 2.1 2288
29 x 2.2 2298
29 x 2.3 2326
650 x 20C 1938
650 x 23C 1944
650 × 35A 2090
650 × 38B 2105
650 × 38A 2125
700 × 18C 2070
700 × 19C 2080
700 × 20C 2086
700 × 23C 2096
700 × 25C 2105
700C (tubulair) 2130
700 × 28C 2136
700 × 30C 2146
700 × 32C 2155
700 × 35C 2168
700 × 38C 2180
700 × 40C 2200
700 × 44C 2235
700 × 45C 2242
700 × 47C 2268
Symbooldefinities
Deze symbolen worden mogelijk weergegeven op de toestel- of
accessoirelabels.
WEEE-symbool voor weggooien en recycling. Het WEEE-symbool
is toegevoegd op het product in overeenstemming met de EU-
richtlijn 2012/19/EU met betrekking tot Waste Electrical and Elec-
tronic Equipment (WEEE). Hiermee wordt het onjuist afdanken van
dit product ontmoedigd en het hergebruiken en recyclen
bevorderd.
28 Appendix
Index
A
aanraakscherm 1
accessoires 22, 26
activiteiten 11, 12, 18
eigen 12
favorieten 12
opslaan 11
starten 11
toevoegen 12
activiteiten opslaan 12, 13
activiteiten volgen 8, 9
afstand, waarschuwingen 19
afteltimer 21
agenda 15
alarmen 19, 21
ANT+ sensoren 22
ANT+ sensors 22
applicaties 2, 3, 5, 15
smartphone 1, 11
Auto Lap 20
Auto Pause 20
auto scroll 20
B
banden 24
banen 13
downloaden 13
selecteren 13
spelen 13
batterij
levensduur 23
maximaliseren 3, 25
opladen 23
bedieningsmenu 18
betalingen 4, 5
Bluetooth sensoren 22
Bluetooth sensors 22
Bluetooth technologie 2, 3, 5, 20, 24
hoofdtelefoon 4, 24
Body Battery 10
C
cadans
sensors 22
waarschuwingen 19
calorie, waarschuwingen 19
calorieën 25
computer 4
Connect IQ 3
contacten voor noodgevallen 5, 6
contactpersonen, toevoegen 6
D
dogleg 14
E
een slag meten 14
F
fietsen 13
fietssensors 22
G
Garmin Connect 1–3, 5, 15, 17, 18, 22, 23
gegevens opslaan 18
Garmin Express 3
software bijwerken 23
Garmin Pay 4, 5
gebruikersprofiel 15
gegevens
opslaan 15, 17, 18
overbrengen 15, 17, 18
uploaden 18
gegevens opslaan 15, 17
gegevens uploaden 18
gegevensvelden 1, 3, 12, 19, 26
geschiedenis 13, 17
naar de computer verzenden 15, 17, 18
weergeven 15
gezondheidsstatistieken 11
GLONASS 20
golfronde, beëindigen 15
GPS 1, 20
signaal 25
green-weergave, pinlocatie 14
grootte van bad
eigen 13
instellen 13
H
hartslag 1, 6, 10
meter 6, 7
sensoren koppelen 7
waarschuwingen 7, 19
zones 7, 15, 17
het toestel herstellen 25
het toestel resetten 25
hindernissen 14
hoofdmenu, aanpassen 10
hoofdtelefoon 24
Bluetooth technologie 4, 24
verbinden 4
hulp 5, 6
hydratatie 11
I
indoortraining 12
instellingen 8–10, 18, 20–22, 25
intervallen 13
K
kaarten 16
kalibreren, kompas 17
klok 21
knoppen 1, 23
kompas 14, 17
kalibreren 17
koppelen
ANT+ sensoren 7
sensors 22
smartphone 1, 24
L
layup 14
licentie 23
LiveTrack 5
locaties 16
verwijderen 16
loopband 12
M
maateenheden 21
meldingen 2
sms-berichten 2
telefoongesprekken 2
menstruatiecyclus 11
menu 1
minuten intensieve training 9, 25
muziek 1, 3
afspelen 4
laden 4
services 3, 4
muziekbediening 4
N
navigatie 16
stoppen 17
NFC 5
O
ongevaldetectie 5, 6
opladen 23
P
persoonlijke records 16
verwijderen 16
pictogrammen 1
pinlocatie, green-weergave 14
portemonnee 1, 5
problemen oplossen 6, 8, 11, 24–26
profielen, gebruiker 15
pulse oxymeter 6, 8
R
Resterende energiereserve 10, 11
ronden 17
S
satellietsignalen 1, 25
scherm 21
score 14
scorekaart 14, 15
skiën
alpine 13
snowboarden 13
slaapmodus 3, 9
slagen 13
smartphone 1, 3, 5, 9, 15, 24
applicaties 2, 3, 11
koppelen 1, 24
sms-berichten 2
snelheids- en cadanssensoren 1
snelheids- en cadanssensors 22
snelkoppelingen 1, 18
snowboarden 13
software
bijwerken 23
versie 23
specificaties 23
statistieken 14, 15
stopwatch 21
stressniveau 10
stressscore 10
swolfscore 13
systeeminstellingen 21
T
telefoongesprekken 2
tempe 22, 26
temperatuur 22, 26
tijd 21
instellingen 21
waarschuwingen 19
tijdstip van de dag 21, 25
tijdzones 21
timer 12, 13
afteltimer 21
toestel aanpassen 18, 19
toestel schoonmaken 23, 24
toestel-id 23
tracking 5, 8
training 2
agenda 15, 16
pagina's 12
plannen 15, 16
U
updates, software 23
USB 23
V
vergrendelen, scherm 1, 21
vervangingsonderdelen 24
verwijderen
geschiedenis 17
persoonlijke records 16
VO2 max. 7, 8, 27
voetsensor 1, 22
W
waarschuwingen 19
hartslag 7
watch face 1
watch faces 3, 18
WiFi, verbinden 3
widgets 1, 3, 6, 8–11
wielmaten 22, 27
WiFi, verbinden 3
workouts 15, 16
Index 29
Z
zones
hartslag 7
tijd 21
zuurstofsaturatie 8
zwemmen 13
30 Index
support.garmin.com
September 2019
190-02553-01_0A
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Garmin Legacy Series Handleiding

Type
Handleiding