Sony CMT-CP101 de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Open de behuizing niet, om een elektrische schok te
vermijden. Laat eventuele reparaties over aan
bevoegd vakpersoneel.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte,
zoals een boekenrek of ingebouwde kast.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER
product. Dit label bevindt
zich aan de achterkant van
het apparaat.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag
u de ventilatie-openingen van het apparaat niet
afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d.
Plaats nooit een brandende kaars bovenop het
apparaat.
Om gevaar van brand of een elektrische schok te
voorkomen, mogen er geen voorwerpen met vloeistof
erin, zoals bloemenvazen, op het apparaat worden
geplaatst.
Gooi de batterij niet weg maar
lever deze in als klein
chemisch afval (KCA).
3
NL
* Alleen voor het Europese model
NL
Inhoudsopgave
Overzicht
bedieningsorganen en
verwijzingspagina’s
Huvudenheten........................................ 4
Afstandsbediening ................................. 5
Voorbereidingen
Aansluiten van de stereo-installatie....... 6
Plaats twee AA-formaat (R6) batterijen
in de afstandsbediening ................... 7
De klok gelijkzetten............................... 7
Compact disc weergave
Een CD inleggen ................................... 8
Een CD afspelen
–– Normale weergave/herhaalde
weergave/willekeurige weergave .... 8
Muziekstukken van een CD voor
weergave kiezen
–– Programma-weergave ................ 9
Tuner voor radio-ontvangst
Vastleggen van uw favoriete
radiozenders ....................................9
Luisteren naar de radio ........................ 11
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)* .......................................... 11
Cassette-weergave/opname
Een cassette inleggen........................... 12
Een cassette afspelen ........................... 12
Een cassette opnemen
–– CD synchroon-opname/handmatig
opnemen/programma-montage ..... 13
Schakelklok-opname van radio-
uitzendingen .................................. 14
Geluidregeling
Bijregelen van de geluidsweergave ..... 15
Uitleesvenster
Gebruik van het uitleesvenster ............ 16
Andere handige functies
In slaap vallen met muziek
— SLEEP timer ............................ 16
Gewekt worden met muziek
— DAILY timer wekfunctie ......... 16
Los verkrijgbare apparatuur
Aansluiten van los verkrijgbare
apparatuur...................................... 18
Beluisteren van een aangesloten
geluidsbron .................................... 18
Opnemen op aangesloten opname-
apparatuur...................................... 18
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen ................... 19
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen......................... 21
Technische gegevens ...........................22
4
NL
IN ALFABETISCHE
VOLGORDE
A – R
Gebruik van dit overzicht
Op deze bladzijde kunt u de plaats en functie van alle
knoppen e.d. aflezen, met tussen haakjes de pagina’s
waar ze verder ter sprake komen.
Nummer in de afbeelding
r
PLAY MODE qg (9, 13, 14)
RR
Naam van de toets, knop e.d.
Verwijzingspagina’s
Afstandsbedieningssensor wa
BASS wd (15)
CD EJECT Z qg (8)
CD SYNC qa (13, 14)
CD u qj (8, 9)
CD x qh (8–10, 18, 20)
CD ./> qk (8, 9)
CD m/M qk (8)
DSG 3 (15)
FUNCTION 2 (8–10, 12, 13, 18)
PHONES
(Hoofdtelefoon-aansluiting) wf
PLAY MODE w; (8, 9, 14)
REPEAT ql (8)
TAPE EJECT Z 6 (12)
TAPE z REC 5 (13)
TAPE Y 8 (12–14)
TAPE X q; (12–14)
TAPE x 7 (12–14, 20)
TAPE m/M 9 (12)
TREBLE ws (15)
TUNER BAND qs (9, 10, 20)
TUNING MODE qf (9–11)
TUNING +/– qd (9–11)
VOLUME 4 (17)
T – V
FUNCTIETOETSEN MET
STANDAARDSYMBOLEN
Zx
Y
?/1
mM
zX
Zx
u
.>
mM
1 76
8
9
qs
qd
qg
qh
0
52 3 4
qj
qk
ql
w;wawswdwf
qa
qf
Overzicht bedieningsorganen en verwijzingspagina’s
Huvudenheten
@/1 (Aan/uit-schakelaar) 1
(7, 10, 15, 17, 18)
Overzicht bedieningsorganen en verwijzingspagina’s
5
NL
123
8
5
6
4
9
0
qa
qsqd
qj
qk
qh
qg
qf
ql
w;
wa
ws
7
Afstandsbediening
CD REPEAT qk (8)
CD N ws (8, 9)
DIR MODE ql (12–14)
DISPLAY 2 (11, 16)
DSG 1 (15)
ENTER qd (7, 10, 14, 15, 17)
FM MODE 9 (11)
FUNCTION qj (8–10, 12, 13,
18)
MEMORY qh (10)
SLEEP qf (16)
TAPE Y w; (12–14)
TIMER SELECT qs (15, 17)
TIMER SET qg (7, 14, 17)
TUNER/BAND wa (10)
TUNING MODE/PLAY MODE
q; (8, 9, 10, 11, 14)
VOL +/– qa (17)
X 4 (8, 12–14)
x 5 (8, 9, 12–14)
./> 6 (7–10, 14, 15, 17)
m/M 7 (8, 9–12)
@/1 (Aan/uit-schakelaar)3
(7, 15, 17)
z REC 8 (13)
IN ALFABETISCHE
VOLGORDE
A – M
S – V
FUNCTIETOETSEN MET
STANDAARDSYMBOLEN
6
NL
Aansluiting
type A
F
M
7
5
AM
U
ANTENNA
Aansluiting
type B
FM75
A
M
ANTENNA
U
U
Voorbereidingen
Aansluiten van de stereo-installatie
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de
bijgeleverde snoeren en ander toebehoren.
4
2
3
1
AM-aderantenne
Linker luidspreker
Rechter luidspreker
FM-draadantenne
1 Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de rechter en linker luidsprekersnoeren
aan op de SPEAKER klemmen zoals
hieronder aangegeven.
3
L
#
#
R
3
2 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Zet de AM-kaderantenne in elkaar alvorens
deze aan te sluiten.
AM-
kaderantenne
Strek de FM-
draadantenne zover
mogelijk horizontaal
uit.
AM-
kaderantenne
Strek de FM-
draadantenne
zover mogelijk
horizontaal uit.
Alleen dit gestripte
deel insteken
Gestreept (#)
Eenkleurig (3)
Voorbereidingen
7
NL
3 Bij de modellen met een
spanningskiezer, stelt u deze VOLTAGE
SELECTOR schakelaar in op het
voltage van het plaatselijk lichtnet.
110V-120V
220V-240V
VOLTAGE
SELECTOR
4 Steek de stekker van het netsnoer in
het stopcontact.
Als de bijgeleverde verloopstekker niet in
het stopcontact past, verwijdert u deze en
gebruikt u de vaste netstekker (alleen voor
de modellen met verloopstekker).
Om de stereo-installatie aan te zetten, drukt
u op de @/1 toets.
Plaats twee AA-formaat
(R6) batterijen in de
afstandsbediening
E
E
e
e
Tip
Als de stereo-installatie niet meer goed op de
afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide
batterijen door nieuwe.
Opmerking
Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet
gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen,
om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie
te vermijden.
De klok gelijkzetten
1 Zet de stereo-installatie aan.
2 Druk op de TIMER SET toets van de
afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de ./>
toetsen van de afstandsbediening om
het juiste uur in te stellen.
4 Druk op de ENTER toets van de
afstandsbediening.
De minuten-cijfers gaan knipperen.
5 Druk enkele malen op de ./>
toetsen van de afstandsbediening om
de juiste minuut in te stellen.
6 Druk op de ENTER toets van de
afstandsbediening.
Nu gaat de klok lopen.
De tijdsinstelling aanpassen
1 Druk op de TIMER SET toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de . of > I toets van de
afstandsbediening totdat er SET CLOCK
verschijnt en druk dan op de ENTER toets
van de afstandsbediening.
3 Volg de bovenstaande aanwijzingen van 3
t/m 6.
8
NL
Compact disc weergave
Een CD inleggen
1 Druk op de CD EJECT Z uitschuiftoets.
De disc-lade wordt uitgeschoven.
2 Leg een CD in de disc-lade.
Z
x
u
.
>
m
M
3 Druk nogmaals op de CD EJECT Z
toets om de disc-lade te sluiten.
Een CD afspelen
–– Normale weergave/herhaalde
weergave/willekeurige weergave
Met deze stereo-installatie kunt u compact
discs met verschillende afspeelfuncties
weergeven.
1 005
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets totdat er “CD” in het
uitleesvenster verschijnt.
Leg de
bedrukte label-
kant boven.
Voor het
afspelen van
een 8-cm CD
singletje legt u
dit in de
binnenste
uitsparing van
de disc-lade.
2 Druk enkele malen op de PLAY MODE
of op de (TUNING MODE/PLAY MODE
toets van de afstandsbediening) toets
totdat de gewenste afspeelfunctie in
het uitleesvenster wordt aangegeven.
Stel in op
Geen
aanduiding
SHUFFLE
PGM
3 Druk op de CD u toets (of de CD N
toets van de afstandsbediening).
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Stoppen met afspelen
Pauzeren
Opzoeken van een
muziekstuk
Opzoeken van een
punt in een
muziekstuk
Uitnemen van de
compact disc
Meermalen afspelen
(herhaalde weergave)
Voor weergave van
De gekozen CD in de gewone
nummervolgorde.
Alle muziekstukken op de CD in
willekeurige volgorde.
Bepaalde muziekstukken van de
CD in een door u gekozen
volgorde (zie “Muziekstukken
van een CD voor weergave
kiezen” op blz. 9).
Doet u het volgende
Druk op de CD x stoptoets.
Druk op de CD u toets
(of op de X toets van de
afstandsbediening).
Nogmaals drukken om de
weergave te hervatten.
Druk tijdens weergave of in
de pauzestand enkele malen
op de CD ./> toets
tot u het gewenste
muziekstuk bereikt.
Houd tijdens weergave de
CD m/M toets
ingedrukt en laat deze los
wanneer u de gewenste
muziekpassage bereikt.
Druk op de CD EJECT Z
uitschuiftoets.
Druk tijdens afspelen
enkele malen op de
REPEAT toets totdat er
“REPEAT” of
“REPEAT 1” in het
uitleesvenster verschijnt.
REPEAT: voor weergave van
alle muziekstukken op de CD.
REPEAT 1: voor herhalen
van alleen het weergegeven
muziekstuk.
Om de herhaalde weergave
uit te schakelen, drukt u weer
enkele malen op de REPEAT
toets totdat de “REPEAT” of
“REPEAT 1” aanduiding in
het uitleesvenster dooft.
Muziekstuknummer Speelduur
Compact disc weergave/Tuner voor radio-ontvangst
9
NL
Muziekstukken van een
CD voor weergave kiezen
–– Programma-weergave
U kunt uw eigen muziekselectie van maximaal
24 nummers van de CD samenstellen, in de
volgorde waarin u de muziek wilt horen.
1
Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets totdat er CD in het
uitleesvenster verschijnt.
2
Druk enkele malen op de PLAY MODE (of op
de TUNING MODE/PLAY MODE toets van de
afstandsbediening) toets totdat de aanduiding
PGM in het uitleesvenster verschijnt.
3
Druk enkele malen op de CD
./>
toets
totdat het nummer van het gewenste muziekstuk
in het uitleesvenster wordt aangegeven.
3 243
PGM
4
Druk op de PLAY MODE toets (of op de TUNING
MODE/PLAY MODE toets van de afstandsbediening).
Het gekozen muziekstuk wordt dan geprogrammeerd.
Het muziekstuknummer verschijnt in het uitleesvenster.
5
Om nog andere muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4.
6 Druk op de CD u toets (of op de CD
N toets van de afstandsbediening).
Voor het
Uitschakelen van de
programma-weergave
Toevoegen van een
nummer aan het
programma
Wissen van het gehele
muziekprogramma
Tips
Een eenmaal samengesteld programma blijft bewaard, ook na
afloop van de programma. Om het programma nogmaals weer te
geven, stelt u in op CD als geluidsbron en dan drukt u op de CD
u
toets (of op de CD
N
toets van de afstandsbediening).
In plaats van de tijd verschijnt er
--.--
in het uitleesvenster als
de totale programma-speelduur de 100 minuten overschrijdt.
Gekozen
muziekstuknummer
Totale speelduur
Doet u het volgende
Druk net zovaak op de PLAY
MODE (of op de TUNING
MODE/PLAY MODE toets
van de afstandsbediening).
toets tot de aanduiding PGM
uit het uitleesvenster verdwijnt.
Volg de aanwijzingen 3 en 4
terwijl de programma-
weergave gestopt is.
Druk op de CD x stoptoets terwijl
de programma-weergave gestopt is.
Vastleggen van uw
favoriete radiozenders
U kunt maximaal 20 FM zenders en 10 AM zenders
vastleggen. Daarna kunt u op die vastgelegde
voorkeurzenders eenvoudig afstemmen met een
druk op de bijbehorende nummertoets.
Er zijn twee manieren om uw voorkeurzenders vast te leggen.
Voor
Automatisch afstemmen
op alle plaatselijk te
ontvangen radiozenders,
om ze handmatig vast
te leggen
Handmatig afstemmen
en vastleggen van de
afstemfrequenties van
uw favoriete radiozenders
Voorkeurzenders vastleggen
met automatische afstemming
1
Druk enkele malen op de FUNCTION keuzetoets
totdat er TUNER in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk op de TUNER BAND toets om te
kiezen voor de FM of AM afstemband.
3
Druk enkele malen op de TUNING MODE toets
(of op de TUNING MODE/PLAY MODE toets
van de afstandsbediening) totdat de
aanduiding AUTO in het uitleesvenster
verschijnt.
4
Druk op de TUNING +/ toets (of op de
m/M
toets van de afstandsbediening).
De frequentie-aanduiding verandert terwijl
de tuner de afstemband doorzoekt. Het
zoeken stopt wanneer er op een duidelijk
doorkomende zender is afgestemd. Dan
verschijnt in het uitleesvenster de aanduiding
TUNED (en ook STEREO als er een
stereo radio-uitzending wordt ontvangen).
Als de aanduiding TUNED niet verschijnt en
het doorzoeken van de afstemband niet stopt
Kies dan de afstemfrequentie van de
gewenste radiozender zoals beschreven in
de stappen 3 t/m 7 onder Voorkeurzenders
vastleggen met handmatige afstemming.
Tuner voor radio-ontvangst
Gebruikt u de
Automatische
zenderkeuze
Handmatige zenderkeuze
wordt vervolgd
10
NL
5 Druk op de MEMORY toets van de
afstandsbediening.
In het uitleesvenster gaat een
voorinstelnummer knipperen.
1FM1005
PRESET
STEREO
TUNED
MH
z
6 Druk enkele malen op de ./> toets
van de afstandsbediening om het
gewenste zendernummer voor de
ontvangen zender te kiezen.
7 Druk op de ENTER toets van de
afstandsbediening.
De zender wordt nu vastgelegd onder uw
gekozen nummer.
8
Herhaal de stappen 2 t/m 7 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt vastleggen.
Tip
Druk op de TUNING MODE toets (of op de TUNING
MODE/PLAY MODE toets van de afstandsbediening)
wanneer u het doorzoeken van de afstemband wilt stoppen.
Voorkeurzenders vastleggen
met handmatige afstemming
1
Druk enkele malen op de FUNCTION keuzetoets
totdat er “TUNER” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk op de TUNER BAND toets om te
kiezen voor de FM of AM afstemband.
3
Druk enkele malen op de TUNING MODE
toets (of op de TUNING MODE/PLAY MODE
toets van de afstandsbediening) totdat de
aanduidingen “AUTO” en “PRESET” uit
het uitleesvenster verdwijnen.
4 Druk enkele malen op de TUNING +/–
toets (of op de
m/M
toets van de
afstandsbediening) om af te stemmen
op de gewenste voorkeurzender.
5
Druk op de MEMORY toets van de afstandsbediening.
In het uitleesvenster gaat een voorinstelnummer knipperen.
Voorinstelnummer Afstemfrequentie
6 Druk enkele malen op de ./> toets
van de afstandsbediening om het
gewenste zendernummer voor de
ontvangen zender te kiezen.
7 Druk op de ENTER toets van de
afstandsbediening.
De zender wordt nu vastgelegd onder uw
gekozen nummer.
8 Herhaal de stappen 2 t/m 7 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
Andere voorafstemfuncties
Voor
Afstemmen op
een zwak
doorkomende
radiozender
Stoppen met
vastleggen van
voorkeurzenders
Kiezen van een
ander
voorinstelnummer
Omschakelen van het AM afsteminterval
(niet van toepassing op de modellen
voor Europa, het Midden-Oosten en
de Filippijnen)
Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de
fabriek ingesteld op 9 kHz (bepaalde
verkoopgebieden 10 kHz). Om dit AM afsteminterval
om te schakelen, stemt u eerst af op een willekeurige
AM zender en dan schakelt u het apparaat uit. Houd
nu de TUNING + toets en de CD x stoptoets beide
tegelijk ingedrukt. Bij omschakelen van het
afsteminterval verdwijnen alle vastgelegde AM
voorkeurzenders uit het afstemgeheugen. Om het
afsteminterval weer terug te schakelen, stemt u eerst
af op een AM zender en schakelt u het apparaat uit.
Houd nu de TUNING – toets en de CD x stoptoets
beide tegelijk ingedrukt
Tips
Als de stroom uitvalt of de stekker uit het
stopcontact wordt getrokken, blijven de
voorkeurzenders nog ongeveer een dag lang in het
afstemgeheugen bewaard.
Voor de beste radio-ontvangst kunt u de
bijgeleverde antennes bijstellen of een
buitenantenne aansluiten.
Doet u het volgende
Volg de aanwijzingen onder
“Voorkeurzenders vastleggen met
handmatige afstemming”.
Druk op de TUNING MODE toets
(of op de TUNING MODE/PLAY
MODE toets van de
afstandsbediening).
Begin opnieuw vanaf stap 2.
Voorinstelnummer
Afstemfrequentie
1FM1005
PRESET
STEREO
TUNED
MH
z
Vastleggen van uw favoriete
radiozenders (vervolg)
Compact disc weergave/Tuner voor radio-ontvangst
11
NL
Luisteren naar de radio
Voor het luisteren naar de radio kunt u een
vastgelegde voorkeurzender kiezen of
handmatig op een zender afstemmen.
Luisteren naar een
voorkeurzender
— Geheugenafstemming
Leg eerst uw favoriete zenders vast in het
afstemgeheugen van de tuner (zie “Vastleggen
van uw favoriete radiozenders” op blz. 9).
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets totdat er “TUNER” in het
uitleesvenster verschijnt.
2
Druk op de TUNER BAND toets om te kiezen
voor de FM of AM afstemband.
3 Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets
(of op de TUNING MODE/
PLAY MODE toets van de
afstandsbediening)
totdat de aanduiding
“PRESET” in het uitleesvenster
verschijnt.
4 Druk enkele malen op de TUNING +/–
toets (of op de m/M toets van de
afstandsbediening) om in te stellen op
de gewenste voorkeurzender.
Luisteren naar een radiozender
die niet is vastgelegd
— Handmatig afstemmen
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets totdat er “TUNER” in het
uitleesvenster verschijnt.
2
Druk op de TUNER BAND toets om te kiezen
voor de FM of AM afstemband.
3 Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets (of op de TUNING MODE/
PLAY MODE toets van de
afstandsbediening) totdat de
aanduidingen “AUTO” en “PRESET” uit
het uitleesvenster verdwijnen.
4 Druk enkele malen op de TUNING +/–
toets (of op de
m/M
toets van de
afstandsbediening) om af te stemmen
op de gewenste voorkeurzender.
Tips
Richt de bijgeleverde antennes totdat u de beste ontvangst
verkrijgt of sluit een in de audiohandel verkrijgbare
buitenantenne aan.
Als een FM stereo radio-uitzending met te veel storing
doorkomt, drukt u enkele malen op de FM MODE toets,
totdat de aanduiding “MONO” oplicht. De radio-ontvangst
zal dan niet meer in stereo zijn, maar wel beter klinken.
Voor automatische afstemming drukt u enkele malen op
de TUNING MODE toets (of op de TUNING MODE/
PLAY MODE toets van de afstandsbediening) totdat er
“AUTO” wordt aangegeven in de bovenstaande stap 3 en
dan drukt u op de TUNING + / – toets (of op de
m/M toets van de afstandsbediening). De frequentie-
aanduiding verandert dan snel, totdat het zoeken stopt
wanneer de tuner een geschikte radiozender vindt
(Automatische afstemming).
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor het Europese model)
Wat is het Radio Data Systeem?
Het Radio Data Systeem (kortweg RDS) is een speciale
radio-informatiedienst waarmee FM-radiozenders naast
de gewone radio-uitzendingen allerlei nuttige
informatie kunnen uitzenden. De RDS informatie
wordt alleen uitgezonden door FM radiozenders.*
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed
doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
* Niet alle FM-radiozenders geven RDS informatie
door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle
dezelfde soorten informatie. Voor nadere
bijzonderheden omtrent de in uw woongebied
beschikbare RDS informatie kunt u het best contact
opnemen met de plaatselijk actieve radiozenders.
Ontvangst van RDS radio-uitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de
FM afstemband.
Bij ontvangst van een zender die RDS
informatie uitzendt, zal automatisch de
zendernaam in het uitleesvenster verschijnen.
Controleren van de RDS informatie
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets van de
afstandsbediening drukt, verspringt de aanduiding
in het uitleesvenster kringsgewijze, als volgt:
Zendernaam* t Afstemfrequentie t
Tijdsaanduiding
* Als de RDS uitzending niet duidelijk genoeg
ontvangen wordt, kan de zendernaam niet in het
uitleesvenster worden aangegeven.
Tuner voor radio-ontvangst
12
NL
Cassette-weergave/opname
Een cassette inleggen
1 Druk op TAPE EJECT Z cassette-
uitneemtoets.
2 Plaats een opgenomen/voor opnemen
geschikte cassette in de
cassettehouder.
Z
Y
?/1
x
m
M
zX
Een cassette afspelen
U kunt TYPE I (normaalband) cassettes
gebruiken.
1 Plaats een opgenomen cassette in de
cassettehouder.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets totdat er TAPE in het
uitleesvenster verschijnt.
3 Druk enkele malen op de DIR MODE
toets van de afstandsbediening om in
te stellen op voor afspelen van één
cassettekant, op voor het
eenmaal afspelen van beide kanten, of
op * voor het doorlopend
afspelen van beide kanten.
* De cassette-weergave zal automatisch stoppen
nadat beide cassettekanten vijfmaal achtereen
zijn weergegeven.
4 Druk op de TAPE Y toets.
Druk nogmaals op de TAPE Y toets om
de achterkant weer te geven. Het afspelen
begint.
Met de kant voor afspelen/
opnemen naar u toe gericht
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Stoppen met
afspelen
Pauzeren
Snel vooruit- of
terugspoelen
Uitnemen van de
cassette
Doet u het volgende
Druk op de TAPE x toets.
Druk op de TAPE X toets (of
op de X toets van de
afstandsbediening). Nogmaals
drukken om de weergave te
hervatten.
Druk in de stopstand op de
TAPE m/M
snelspoeltoets.
Druk op de TAPE EJECT Z
toets.
Cassette-weergave/opname
13
NL
Opnemen van een compact disc
(CD synchroon-opname)
Handmatig opnemen
Plaats een voor opnemen geschikte cassette in de cassettehouder.
Plaats de op te nemen compact disc in
de disc-lade.
Plaats een CD (of start de weergave van
een andere geluidsbron) of stem af op de
gewenste radiozender.
Draai aan de FUNCTION keuzeknop
totdat er CD in het uitleesvenster
verschijnt.
Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om in te stellen op de geluidsbron
die u wilt opnemen.
Druk op de CD SYNC toets.
Druk op de TAPE z REC opnametoets.
Het cassettedeck komt in gereedheid voor opnemen.
De aanduidingen
en B (of b) verschijnen.
Om te beginnen met opnemen op de van u af gerichte cassettekant, drukt u op de
TAPE Y toets zodat de aanduiding verandert in .
Druk op de TAPE X pauzetoets toets.
Stap
2
3
4
5
6
Een cassette opnemen
–– CD synchroon-opname/handmatig opnemen/programma-montage
U kunt geluidsopnamen maken van compact discs (of andere aangesloten geluidsbronnen) of van de
radio. U kunt TYPE I (normaalband) cassettes gebruiken.
1
Druk op de TAPE X toets pauzetoets en
start dan de weergave van de op te
nemen geluidsbron.
wordt vervolgd
Druk enkele malen op de DIR MODE toets van de afstandsbediening om te kiezen
voor als u op een cassettekant wilt opnemen of voor of als u op
beide kanten wilt opnemen.
Stoppen met opnemen
Druk op de TAPE x stoptoets.
Tip
Bij handmatig opnemen:
Om de opname te pauzeren, drukt u op de TAPE X
pauzetoets toets.
14
NL
Opnemen van bepaalde muziekstukken
van een CD in zelf gekozen volgorde
–– Programma-montage
1 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette in de cassettehouder.
2 Leg een CD in de disc-lade.
3
Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat
CD in het uitleesvenster wordt aangegeven.
4
Druk enkele malen op de PLAY MODE toets
(of op de TUNING MODE/PLAY MODE toets
van de afstandsbediening) totdat PGM in
het uitleesvenster wordt aangegeven.
5
Druk enkele malen op de CD ./> toets
totdat het gewenste muziekstuknummer in
het uitleesvenster wordt aangegeven.
6
Druk op de PLAY MODE toets (of op de TUNING
MODE/PLAY MODE toets van de afstandsbediening).
Het gekozen muziekstuk is geprogrammeerd.
Het programma-volgnummer verschijnt in
het uitleesvenster.
Om nog andere muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 5 en 6.
7 Druk op de CD SYNC toets.
Het cassettedeck komt in gereedheid voor
opnemen en de CD-speler voor weergave.
en B (of b) verschijnen en de
CD SYNC toets licht op.
Om te beginnen met opnemen op de van u
af gerichte cassettekant, drukt u op de
TAPE Y toets zodat de
aanduiding
verandert in .
8
Druk enkele malen op de DIR MODE toets
van de afstandsbediening om te kiezen
voor als u op één cassettekant wilt
opnemen of voor of als u
op beide kanten wilt opnemen.
9
Druk op de TAPE
X
pauzetoets.
Voor het Doet u het volgende
Druk op de TAPE x stoptoets.
Druk enkele malen op de PLAY
MODE (of op de TUNING
MODE/PLAY MODE toets van
de afstandsbediening) toets van
de afstandsbediening totdat de
aanduiding PGM uit het
uitleesvenster verdwijnt.
Een cassette opnemen (vervolg)
Stoppen met
opnemen
Uitschakelen van de
programma-montage
Muziekstukken verdelen over twee
cassettekanten tijdens de CD-
synchroonopname
1
Programmeer de muziekstukken voor de eerste
cassettekant volgens de aanwijzingen van 1 t/m 6.
2
Druk op de
X
pauzetoets van de afstandsbediening.
3
Programmeer de muziekstukken voor de andere
cassettekant volgens aanwijzingen 5 en 6.
4 Volg nu de aanwijzingen van 7 t/m 9 (zie de
onderstaande opmerking).
Wanneer het
X
pauze-commando wordt
waargenomen gedurende de CD-
synchroonopname, pauzeert de CD-weergave
maar de band blijft doorlopen tot aan het eind
van de cassettekant, dan verandert de
bandloop van richting, het afspelen van de CD
wordt hervat en de resterende muziekstukken
worden opgenomen op de andere cassettekant.
Opmerking
Voor het hier beschreven tweezijdig opnemen, zult u
moeten instellen op de of
omkeerfunctie in de bovenstaande stap 8.
Schakelklok-opname van
radio-uitzendingen
Voor de schakelklok-opname moet de ingebouwde
klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie
Gelijkzetten van de klok op blz. 7) en moeten er
radiozenders zijn vastgelegd (zie Vastleggen van
uw favoriete radiozenders op blz. 9).
1
Stem af op de gewenste voorkeurzender
(zie Luisteren naar de radio op blz. 11).
2 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette.
3 Druk op de TIMER SET toets van de
afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de ./> toets
van de afstandsbediening totdat er
SET REC in het uitleesvenster
verschijnt.
De aanduiding SET REC rolt door en de
aanduiding c REC verschijnt in het
uitleesvenster.
5 Druk op de ENTER toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding ON TIME verschijnt en
dan gaat het uren-cijfer knipperen.
Cassette-weergave/opname
15
NL
6 Stel de opname-begintijd in.
Druk enkele malen op de
./>
toets van de
afstandsbediening om het juiste uur in te stellen en
druk op de ENTER toets van de afstandsbediening.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
inschakeltijd knipperen.
Druk enkele malen op de ./> toets
van de afstandsbediening om de juiste
minuut in te stellen en druk op de ENTER
toets van de afstandsbediening.
De aanduiding OFF TIME verschijnt en
weer gaat het uren-cijfer knipperen.
7 Stel de opname-eindtijd in op dezelfde
manier als bij stap 6.
Nu verschijnen de door u gekozen
inschakeltijd, de uitschakeltijd, de
aanduiding TUNER en het
voorkeurzendernummer, gevolgd door de
oorspronkelijke aanduidingen.
8 Druk op de @/1 aan/uit-schakelaar om
de stereo-installatie uit te zetten.
Wanneer het opnemen begint, wordt de geluidssterkte
automatisch in de minimumstand gezet.
Voor het
Controleren van de
instellingen
Annuleren van de
schakelklok-
opname
Tip
Als u de timer voor schakelklok-opname eenmaal
hebt ingesteld, zullen de gekozen instellingen in het
geheugen bewaard blijven tot u ze zelf wijzigt, ook al
schakelt u de stereo-installatie uit of annuleert u de
schakelklok-opname. De laatst gemaakte instellingen
zullen weer precies zo gelden, de volgende keer dat u
de schakelklok-opnamefunctie inschakelt.
Opmerkingen
De stereo-installatie zal ongeveer 15 seconden vóór
de gekozen opname-begintijd worden ingeschakeld.
Als de stereo-installatie op de gekozen opname-
begintijd nog staat ingeschakeld, zal de
schakelklok-opname niet plaatsvinden.
Wanneer u de sluimerfunctie hebt ingeschakeld, kan
de schakelklok-opnamefunctie niet in werking
treden zolang de sluimerfunctie (en de stereo-
installatie) niet is uitgeschakeld.
De Daily Timer wekfunctie en de schakelklok-
opname zijn niet tegelijk te gebruiken.
Doet u het volgende
Drukt u enkele malen op de
TIMER SELECT toets van de
afstandsbediening totdat er
c REC in het uitleesvenster
verschijnt. Daarna verschijnen één
voor één de gemaakte instellingen.
Drukt u enkele malen op de
TIMER SELECT toets van de
afstandsbediening totdat de
c REC aanduiding in het
uitleesvenster dooft.
Bijregelen van de
geluidsweergave
Voor een meer dynamisch geluid
(Dynamic Sound Generator)
Druk op de DSG toets.
Om de DSG versterking uit te schakelen, drukt
u nogmaals op de DSG toets.
Bijregelen van de lage tonen
Draai aan de BASS regelaar.
Hiermee kunt u de lage tonen naar wens
instellen.
Bijregelen van de hoge tonen
Draai aan de TREBLE regelaar.
Hiermee kunt u de hoge tonen naar wens
instellen.
Geluidregeling
Geluidregeling
16
NL
Andere handige functies
In slaap vallen met
muziek
SLEEP timer
Met de SLEEP timer kunt u de tijd kiezen
waarna u de stereo-installatie automatisch wilt
laten uitschakelen. Met deze sluimerfunctie
kunt u dus gerust met muziek in slaap vallen.
Druk enkele malen op de SLEEP toets van
de afstandsbediening.
Dan verspringt de aanduiding voor de
sluimertijd als volgt:
AUTO* t 90MIN t 80MIN t 70MIN t
t 10MIN t OFF t AUTO* t
* De wordt de stereo-installatie wordt uitgeschakeld
wanneer de weergegeven compact disc of cassette
afgelopen is (tot maximaal 100 minuten). Of het
apparaat wordt automatisch uitgeschakeld als u de
weergave van de CD of cassette eerder stopt.
Voor het
Controleren van de
resterende
sluimertijd**
Wijzigen van de
sluimertijd
Annuleren van de
SLEEP timer functie
**De resterende speelduur is niet te controleren
wanneer u hebt ingesteld op AUTO.
Gewekt worden met
muziek
DAILY timer wekfunctie
Met de DAILY timer kunt u de stereo-
installatie op een vooraf ingesteld tijdstip
automatisch laten inschakelen, zodat u met
muziek ontwaakt. Voor deze wekfunctie moet
wel eerst de klok op de juiste tijd zijn ingesteld
(zie De klok gelijkzetten op blz. 7).
Drukt u
Eenmaal op de SLEEP toets
van de afstandsbediening.
Enkele malen op de SLEEP
toets van de
afstandsbediening totdat de
gewenste sluimertijd
verschijnt.
Enkele malen op de SLEEP
toets van de
afstandsbediening totdat er
OFF wordt aangegeven.
Gebruik van het
uitleesvenster
Controleren van de
resterende speelduur (van
een CD)
Druk tijdens afspelen op de DISPLAY toets
van de afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het uitleesvenster
kringsgewijze, als volgt:
Nummer en verstreken speelduur van het
weergegeven muziekstuk t Nummer en
resterende speelduur van het weergegeven
muziekstuk*t Resterende speelduur van de
gehele compact disc t Tijdsaanduiding
* De aanduiding “– . –” verschijnt wanneer u de
resterende speelduur controleert van een
muziekstuk met volgnummer 25 of hoger op de CD.
Controleren van de totale speelduur
(van een CD)
Druk in de stopstand op de DISPLAY toets
van de afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het uitleesvenster
kringsgewijze, als volgt:
Totale CD speelduur t Tijdsaanduiding t
Gekozen geluidsbron
Uitleesvenster
17
NL
Uitleesvenster/Andere handige functies
1 Breng de geluidsbron waarmee u
gewekt wilt worden in gereedheid.
Compact disc: Leg een CD in de disc-lade.
Als u wilt beginnen met een bepaald
muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie Muziekstukken
van een CD voor weergave kiezen op blz.
9).
Cassette: Plaats een cassette in de houder,
met de kant voor afspelen naar u toe
gericht.
Radio: Stem af op de gewenste
voorkeurzender (zie Luisteren naar de
radio op blz. 11).
2 Stel de geluidssterkte naar wens in.
3 Druk op de TIMER SET toets van de
afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de ./> toets
van de afstandsbediening totdat er
SET DAILY in het uitleesvenster
verschijnt.
De aanduiding SET DAILY rolt door en
de aanduiding c DAILY verschijnt in het
uitleesvenster.
5 Druk op de ENTER toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding ON TIME verschijnt en
dan gaat het uren-cijfer knipperen.
6 Stel de wektijd of inschakeltijd in.
Druk enkele malen op de ./> toets
van de afstandsbediening om het juiste uur
in te stellen en druk op de ENTER toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
inschakeltijd knipperen.
Druk enkele malen op de ./> toets
van de afstandsbediening om de juiste
minuut in te stellen en druk op de ENTER
toets van de afstandsbediening.
De aanduiding OFF TIME verschijnt en
weer gaat het uren-cijfer knipperen.
7 Stel de uitschakeltijd in op dezelfde
manier als bij stap 6.
8 Druk enkele malen op de ./> toets
van de afstandsbediening om de
geluidsbron te kiezen waarmee u
gewekt wilt worden.
Dan verspringt de aanduiding van de
geluidsbron als volgt:
t TUNER y CD T
t TAPE T
9 Druk op de ENTER van de
afstandsbediening.
Nu verschijnen de door u gekozen
inschakeltijd, de uitschakeltijd en de
geluidsbron, gevolgd door de
oorspronkelijke aanduidingen.
10
Druk op de @/1 aan/uit-schakelaar om
de stereo-installatie uit te zetten.
Voor het
Controleren van de
instellingen
Annuleren van de
wekfunctie
Tip
Als u de timer-wekfunctie eenmaal hebt ingesteld,
zullen de gekozen instellingen in het geheugen
bewaard blijven tot u ze zelf wijzigt, ook al schakelt u
de stereo-installatie uit of annuleert u de wekfunctie.
De laatst gemaakte instellingen zullen weer precies zo
gelden, de volgende keer dat u de wekfunctie
inschakelt.
Opmerkingen
De stereo-installatie zal ongeveer 15 seconden vóór
de gekozen wektijd worden ingeschakeld.
Wanneer u de sluimerfunctie hebt ingeschakeld, kan
de wekfunctie niet in werking treden zolang de
sluimerfunctie (en de stereo-installatie) niet is
uitgeschakeld.
De Daily Timer wekfunctie en de schakelklok-
opname zijn niet tegelijk te gebruiken.
Doet u het volgende
Drukt u enkele malen op de
TIMER SELECT toets van de
afstandsbediening totdat er
c DAILY in het
uitleesvenster verschijnt.
Daarna verschijnen één voor
één de gemaakte instellingen.
Drukt u enkele malen op de
TIMER SELECT toets van de
afstandsbediening totdat de
c DAILY aanduiding in het
uitleesvenster dooft.
18
NL
Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur
Voor een veelzijdig gebruik van uw stereo-installatie kunt u er allerlei los verkrijgbare toestellen op
aansluiten. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van elk toestel.
A AUDIO IN (MD/VIDEO)
ingangsaansluitingen
Met een stel audio-aansluitsnoeren (niet
bijgeleverd) kunt u bijvoorbeeld een minidisc-
speler of een videorecorder op deze ingangen
aansluiten. Dit maakt het mogelijk de analoge
geluidsweergave van de minidisc-speler of
videorecorder via deze stereo-installatie te
beluisteren.
B OPTICAL DIGITAL OUT (CD)
uitgangsaansluiting
Met een digitale optische kabel (met vierkante
stekkers, niet bijgeleverd) kunt u bijvoorbeeld
een minidisc-recorder op deze uitgang
aansluiten. Dit maakt het mogelijk de digitale
signalen van deze stereo-installatie op te nemen
op de minidisc-recorder. Als er een kapje op de
aansluiting zit, moet u dit verwijderen voordat
u de aansluiting gebruikt.
Beluisteren van een
aangesloten geluidsbron
1 Sluit de audio-aansluitsnoeren aan.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets totdat er MD of VIDEO
wordt aangegeven.
Start de weergave van de aangesloten geluidsbron.
Tip
Als de aanduiding VIDEO niet verschijnt bij meermalen
indrukken van de FUNCTION keuzetoets, schakel dan het
apparaat uit en druk de CD
x
stoptoets en de FUNCTION
keuzetoets tegelijk in. Dan wordt de ingangskeuze
omgeschakeld van MD naar VIDEO en er verschijnt
VIDEO in het uitleesvenster. Om terug te schakelen naar
MD voor minidisc-weergave herhaalt u deze stap
.
Opnemen op aangesloten
opname-apparatuur
1 Sluit de digitale optische kabel aan.
2 Begin met opnemen.
Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing
van de aangesloten opname-apparatuur.
Los verkrijgbare apparatuur
Minidisc-speler/
videorecorder
Verbinden met de audio-
uitgangsaansluitingen
van een minidisc-speler/
videorecorder
Verbinden met de digitale
ingangsaansluiting van
een minidisc-recorder
Minidisc-recorder
19
NL
Los verkrijgbare apparatuur/Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen
Mocht zich een probleem voordoen met de
stereo-installatie, ga dan als volgt te werk:
1 Controleer eerst of het netsnoer en de
luidsprekersnoeren juist zijn aangesloten en
stevig vastzitten.
2 Neem de volgende lijst met controlepunten
door en volg de aanwijzingen om het
probleem op te lossen.
Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen,
neem dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Algemeen
De luidsprekers geven geen geluid.
Stel de geluidssterkte wat hoger in.
Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
Controleer of de luidspreker-aansluitingen in orde zijn.
Ernstige brom of andere storende geluiden.
Het apparaat staat te dicht bij een TV of
videorecorder. Zet de stereo-installatie verder
van de TV of videorecorder vandaan.
Er knippert “0:00” (of “AM 12:00”) in het
uitleesvenster.
De stroomvoorziening is onderbroken geweest.
Stel de klok op de juiste tijd in (zie blz. 7) en
maak de gewenste schakelklok-instellingen
opnieuw (zie blz. 14 en 16).
De schakelklok-functies werken niet naar behoren.
Stel de klok op de juiste tijd in (zie blz. 7).
De aanduidingen “c DAILY” en “c REC” verschijnen
niet in het uitleesvenster wanneer u de TIMER
SELECT toets van de afstandsbediening indrukt.
Controleer of de schakelklok-instellingen juist
zijn gemaakt (zie blz. 14 en 16).
Controleer of de klok op de juiste tijd is ingesteld
(zie blz. 7).
Er verschijnen vreemde kleuren op het TV-scherm.
Zet de luidsprekers verder van het TV-toestel vandaan.
Het apparaat reageert niet op de afstandsbediening.
Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie zijn.
Richt de afstandsbediening van iets dichterbij
recht op de afstandsbedieningssensor van de
stereo-installatie.
Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg. Vervang
beide batterijen door nieuwe.
Controleer of de batterijen niet verkeerd-om zijn ingelegd.
Luidsprekers
Een van de luidsprekers geen geen geluid of de
weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig.
Controleer de luidspreker-aansluitingen en de
opstelling van de luidsprekers.
Compact disc speler
Het afspelen van de compact disc begint niet.
Misschien is de compact disc vuil.
Er kunnen krassen op de compact disc zijn. Probeer
of een andere CD wel goed wordt afgespeeld.
Misschien is de CD ondersteboven ingelegd, met
de label-kant onder.
Er kan vocht uit de lucht in het apparaat zijn
gecondenseerd. Verwijder de compact disc en laat
de stereo-installatie een uur lang ongebruikt aan
staan, zodat het condensvocht kan verdampen.
De weergave begint niet bij het eerste
muziekstuk.
De compact disc speler staat ingesteld op
programma-weergave of weergave in
willekeurige volgorde. Druk enkele malen op de
PLAY MODE toets (of op de TUNING MODE/
PLAY MODE toets van de afstandsbediening),
zodat de “PGM” en “SHUFFLE” aanduidingen
uit het uitleesvenster verdwijnen.
Cassettedeck
Het opnemen lukt niet.
Misschien is er geen cassette in de houder aanwezig.
Het wispreventienokje van de cassette is
verwijderd (zie blz. 21).
De band is geheel naar het einde doorgespoeld.
Het is niet mogelijk op te nemen of weer te
geven of het geluid klinkt maar heel zacht.
Wellicht zijn de bandkoppen vuil. Reinig de koppen (zie blz. 21).
De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 21).
Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist.
De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 21).
Teveel snelheidsfluctuaties of soms wegvallend
geluid.
Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen. Reinig
de koppen en het bandloopwerk (zie blz. 21).
Teveel ruis of wegvallende hoge tonen.
De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 21).
Verhelpen van storingen
wordt vervolgd
20
NL
Radio-ontvangst (tuner)
Ernstige brom of andere storing in de radio-
ontvangst (in het uitleesvenster knippert de
TUNED of de STEREO aanduiding).
Richt of verstel de antenne.
De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit
een buitenantenne aan.
Zorg dat de antennes juist zijn aangesloten.
Let op dat de antennedraad niet is opgerold of
opgevouwen.
Misschien is de dubbele FM-antennedraad te ver
uiteen getrokken. Repareer de antenne of
vervang deze door een nieuwe.
Controleer of de AM-antennedraad te ver van de
standaard is losgeraakt.
Houd de antennes en de luidsprekersnoeren bij
elkaar uit de buurt.
Een FM-stereo uitzending wordt niet in stereo
weergegeven.
Druk op de FM MODE toets zodat er
STEREO in het uitleesvenster verschijnt.
De stereo-installatie terugstellen in
de uitgangsstand
Zet de stereo-installatie aan en druk de
TAPE x toets, de CD x toets en de TUNER
BAND toets alle drie tegelijk in.
Zo zet u de stereo-installatie terug op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Alle door
u gemaakte instellingen, worden hierbij uit het
geheugen gewist. U zult deze instellingen dus
opnieuw moeten maken.
Foutmeldingen
Tijdens de bediening kan er soms een van de
volgende foutmeldingen in het uitleesvenster
oplichten of gaan knipperen.
NO DISC
Er is geen compact disc in de disc-lade
aanwezig.
PGM FULL
U probeert 25 muziekstukken of meer te
programmeren.
PROTECT
Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony dealer.
Problemen en oplossingen (vervolg)
21
NL
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Stroomvoorziening
Controleer, alvorens de stereo-installatie in gebruik te
nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning.
Veiligheid
Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit,
blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het
apparaat lopen, ook al is het apparaat zelf uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt het
apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om
deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer.
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van het
apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het
stopcontact en laat de stereo-installatie eerst door een
deskundige nakijken alvorens deze weer in gebruik te nemen.
Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen,
laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten.
Opstelling
Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal staat.
Plaats het apparaat ergens waar het niet blootgesteld wordt aan:
— extreme hitte of koude
— stof of vuil
— erg veel vocht
— heftige trillingen
— directe zonnestraling.
Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de luidsprekers
op een ondergrond plaatst die een speciale behandeling
heeft ondergaann (met was, olie, polijstmiddel, enz.)
aangezien er hierdoor vlekken op de ondergrond kunnen
ontstaan of de ondergrond kan gaan verkleuren.
Hitte in het inwendige
Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm
kan worden, wijst dat niet op storing in de werking.
Zet de stereo-installatie op een goed geventileerde
plaats, met voldoende luchtdoorstroming om
oververhitting in het inwendige te voorkomen.
Bij langdurig afspelen op hoog volume kunnen de boven-, onder-
en zijpanelen van de behuizing na verloop van tijd erg heet
worden. Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan.
Om oververhitting en storing in de werking te vermijden, mag
u de ventilatiesleuven voor de koelventilator niet afdekken.
Voorkomen van beschadiging
Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in een
warme omgeving wordt gebracht of in een erg vochtige kamer
wordt geplaatst, kan op de lens binnenin de compact disc
speler vocht uit de lucht condenseren. Als dit zich voordoet,
zal de stereo-installatie niet naar behoren functioneren. In
zulke gevallen dient u de compact disc te verwijderen en het
apparaat ongeveer een uur ingeschakeld maar ongebruikt aan
te laten staan, zodat alle condensvocht kan verdampen.
Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert, dient
u de compact disc uit het apparaat te verwijderen.
Mocht u vragen of problemen met uw stereo-
installatie hebben, aarzel dan niet contact op te nemen
met de dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Juiste omgang met compact discs
Veeg een compact disc voor het afspelen schoon
met een niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het
midden naar de rand.
Plak geen etiketten e.d. op compact discs, want
daardoor kan de CD-speler beschadigd worden.
Gebruik voor het reinigen geen vluchtige stoffen.
Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld
aan fel zonlicht of de hitte van een kachel.
Discs met afwijkende vormen (hoekig, hartvorming,
stervormig e.d.) zijn in dit apparaat niet af te spelen.
Probeer het in geen geval, want de stereo-installatie
kan er door beschadigd worden. Gebruik dergelijke
discs niet.
Reinigen van de behuizing
Maak de ombouw, het paneel en bedieningsorganen
schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met wat
milde vloeibare huishoudzeep. Gebruik geen schuurspons,
schuurpoeder of oplosmiddelen zoals alcohol of benzine.
Beveiligen van waardevolle bandopnamen
Om een cassette tegen per ongeluk wissen of
abusievelijk opnemen te beveiligen, breekt u het
wispreventienokje uit voor cassettekant A of B, zoals
in de afbeelding is aangegeven.
Als u een aldus beveiligde cassette later weer voor
opname geschikt wilt maken, kunt u de ontstane
opening(en) met een stukje plakband afdekken.
Alvorens u een cassette in het deck plaatst
Zorg dat eventuele lussen in de band zijn
strakgetrokken. Anders zou de band in het mechanisme
verwikkeld kunnen raken, met kans op beschadiging.
Betreffende cassettes langer dan 90 minuten
De uiterst dunne band in deze cassettes kan gemakkelijk
uitrekken. Bij gebruik van een dergelijke cassette mag u de band
niet te vaak snelspoelen, stoppen en weer starten. Hierdoor zou
de band in het bandloopwerk verstrikt kunnen raken.
Reinigen van de bandkoppen
Het verdient aanbeveling de bandkoppen na iedere 10
gebruiksuren te reinigen. Maak de bandkoppen in elk
geval even schoon vóór het maken van een belangrijke
bandopname, evenals na het afspelen van een oude
cassette. Reinig de bandkoppen met een in de audiohandel
verkrijgbare reinigingscassette, van het droge of het
vloeistof-type. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette.
Demagnetiseren van de bandkoppen
Na 20 tot 30 gebruiksuren, of bij een hoorbaar verlies
aan hoge tonen of toename van ruis, dient u de
bandkoppen en alle metalen onderdelen van het
bandloopwerk te demagnetiseren met een in de
audiohandel verkrijgbare demagnetiseercassette. Zie
voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing
van de demagnetiseercassette.
Breek het
wispreventienokje
uit
22
NL
Compact disc speler
Afspeelsysteem Compact disc digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider laser
(λ = 780 nm)
Emissieduur: continu
Golflengte 780 - 790 nm
Frequentiebereik 2 Hz - 20 kHz (±0,5 dB)
Cassettedeck
Opname/weergavesysteem 4 sporen, 2 kanalen stereo
Frequentiebereik 50 - 13000 Hz (±3 dB)
met Sony TYPE I
normaalband-cassette
Snelheidsfluctuaties ±0,15% Gewogen
piekniveau (IEC)
0,1% Gewogen R.M.S.
(NAB)
±0,2% Gewogen
piekniveau (DIN)
Tuner-gedeelte
FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming
FM afstemtrap
Afstembereik
Model voor Noord-Amerika:
87,5 - 108,0 MHz
(afsteminterval 100 kHz)
Overige modellen: 87,5 - 108,0 MHz
(afsteminterval 50 kHz)
Antenne FM-draadantenne
Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrequentie 10,7 MHz
AM afstemtrap
Afstembereik
Model voor geheel Amerika:
530 - 1710 kHz
(met afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
531 - 1710 kHz
(met afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Europees model: 531 - 1602 kHz
(met afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Modellen voor het Midden-Oosten en de Filippijnen:
531 - 1602 kHz
(met afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Overige modellen: 530 - 1710 kHz
(met afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
531 - 1602 kHz
(met afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Antenne AM-kaderantenne, externe
antenne-aansluitingen
Tussenfrequentie 450 kHz
Technische gegevens
Versterker-gedeelte
Europees model:
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
30 + 30 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
35 + 35 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
Muziekvermogen (referentie):
85 + 85 watt
Overige modellen:
De volgende metingen zijn verricht bij 230 V
wisselstroom, 60 Hz.
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
27 + 27 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
32 + 32 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
De volgende metingen zijn verricht bij 220 V
wisselstroom, 60 Hz.
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
23 + 23 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
26 + 26 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
Ingangen
AUDIO IN MD (VIDEO) (tulpstekkerbussen):
Gevoeligheid
500/250 mV, impedantie
47 kOhm
Uitgangen
OPTICAL DIGITAL OUT (CD):
Optische stekkerbus
PHONES: Voor aansluiten van een
hoofdtelefoon met een
impedantie van 8 ohm of
meer
SPEAKER: 6 ohm
23
NL
Aanvullende informatie
Luidsprekers
Luidsprekersysteem 2-wegsysteem, in
basreflexkast
Luidsprekereenheden Lagetonen-luidspreker,
conus 11 cm
Hogetonen-luidspreker,
koepel 2,5 cm
Nominale impedantie 6 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ca. 154 × 252 × 230 mm
Gewicht Ca. 2,5 kg per luidspreker-
box
Algemeen
Stroomvoorziening
Model voor Noord-Amerika:
120 V wisselstroom,
60 Hz
Europees model: 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Model voor Australië: 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Model voor Mexico: 120 V wisselstroom,
60 Hz
Overige modellen: 110 - 120 V of 220 -
240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Omschakelbaar met
spanningskiezer
Stroomverbruik
Europees model: Zie het naamplaatje
0,5 watt (in de
stroombesparingsstand)
Overige modellen: Zie het naamplaatje
Afmetingen (b/h/d) Ca. 190 × 252 × 340 mm,
incl. uitstekende
onderdelen en knoppen
Gewicht Ca. 5,6 kg
Bijgeleverd toebehoren: Afstandsbediening (1)
AM-kaderantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Batterijen (2)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen. Open de behuizing niet, om een elektrische schok te vermijden. Laat eventuele reparaties over aan bevoegd vakpersoneel. Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast. Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. Dit label bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit een brandende kaars bovenop het apparaat. Om gevaar van brand of een elektrische schok te voorkomen, mogen er geen voorwerpen met vloeistof erin, zoals bloemenvazen, op het apparaat worden geplaatst. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). 2NL Inhoudsopgave Overzicht bedieningsorganen en verwijzingspagina’s Huvudenheten ........................................ 4 Afstandsbediening ................................. 5 Voorbereidingen Aansluiten van de stereo-installatie ....... 6 Plaats twee AA-formaat (R6) batterijen in de afstandsbediening ................... 7 De klok gelijkzetten ............................... 7 Compact disc weergave Een CD inleggen ................................... 8 Een CD afspelen –– Normale weergave/herhaalde weergave/willekeurige weergave .... 8 Muziekstukken van een CD voor weergave kiezen –– Programma-weergave ................ 9 Tuner voor radio-ontvangst Vastleggen van uw favoriete radiozenders .................................... 9 Luisteren naar de radio ........................ 11 Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS)* .......................................... 11 Cassette-weergave/opname Geluidregeling Bijregelen van de geluidsweergave ..... 15 Uitleesvenster Gebruik van het uitleesvenster ............ 16 Andere handige functies In slaap vallen met muziek — SLEEP timer ............................ 16 Gewekt worden met muziek — DAILY timer wekfunctie ......... 16 Los verkrijgbare apparatuur Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur ...................................... 18 Beluisteren van een aangesloten geluidsbron .................................... 18 Opnemen op aangesloten opnameapparatuur ...................................... 18 NL Verhelpen van storingen Problemen en oplossingen ................... 19 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ......................... 21 Technische gegevens ........................... 22 * Alleen voor het Europese model Een cassette inleggen ........................... 12 Een cassette afspelen ........................... 12 Een cassette opnemen –– CD synchroon-opname/handmatig opnemen/programma-montage ..... 13 Schakelklok-opname van radiouitzendingen .................................. 14 3NL Overzicht bedieningsorganen en verwijzingspagina’s Nummer in de afbeelding Gebruik van dit overzicht r Op deze bladzijde kunt u de plaats en functie van alle PLAY MODE qg (9, 13, 14) knoppen e.d. aflezen, met tussen haakjes de pagina’s R R Naam van de toets, knop e.d. Verwijzingspagina’s waar ze verder ter sprake komen. Huvudenheten FUNCTIETOETSEN MET STANDAARDSYMBOLEN IN ALFABETISCHE VOLGORDE T–V A–R Afstandsbedieningssensor wa BASS wd (15) CD EJECT Z qg (8) CD SYNC qa (13, 14) CD u qj (8, 9) CD x qh (8–10, 18, 20) CD ./> qk (8, 9) CD m/M qk (8) DSG 3 (15) FUNCTION 2 (8–10, 12, 13, 18) PHONES (Hoofdtelefoon-aansluiting) wf PLAY MODE w; (8, 9, 14) REPEAT ql (8) 1 @/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (7, 10, 15, 17, 18) TAPE EJECT Z 6 (12) TAPE z REC 5 (13) TAPE Y 8 (12–14) TAPE X q; (12–14) TAPE x 7 (12–14, 20) TAPE m/M 9 (12) TREBLE ws (15) TUNER BAND qs (9, 10, 20) TUNING MODE qf (9–11) TUNING +/– qd (9–11) VOLUME 4 (17) 2 3 45 6 7 Z x 8 Y m M z X 9 0 qa qs ?/1 qd Z x u wf wd ws NL 4 wa m M . > w; ql qf qg qh qj qk Afstandsbediening X 4 (8, 12–14) x 5 (8, 9, 12–14) ./> 6 (7–10, 14, 15, 17) m/M 7 (8, 9–12) @/1 (Aan/uit-schakelaar)3 (7, 15, 17) z REC 8 (13) S–V A–M CD REPEAT qk (8) CD N ws (8, 9) DIR MODE ql (12–14) DISPLAY 2 (11, 16) DSG 1 (15) ENTER qd (7, 10, 14, 15, 17) FM MODE 9 (11) FUNCTION qj (8–10, 12, 13, 18) MEMORY qh (10) SLEEP qf (16) TAPE Y w; (12–14) TIMER SELECT qs (15, 17) TIMER SET qg (7, 14, 17) TUNER/BAND wa (10) TUNING MODE/PLAY MODE q; (8, 9, 10, 11, 14) VOL +/– qa (17) 1 2 3 ws 4 5 wa 6 w; 7 ql 8 9 qk qj qh qg qf Overzicht bedieningsorganen en verwijzingspagina’s FUNCTIETOETSEN MET STANDAARDSYMBOLEN IN ALFABETISCHE VOLGORDE 0 qa qd qs 5NL Voorbereidingen Aansluiten van de stereo-installatie Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en ander toebehoren. AM-aderantenne FM-draadantenne Rechter luidspreker Linker luidspreker 2 1 3 4 1 Sluit de luidsprekers aan. Sluit de rechter en linker luidsprekersnoeren aan op de SPEAKER klemmen zoals hieronder aangegeven. 3 R # 3 L Eenkleurig (3) # Gestreept (#) Aansluiting type A Strek de FMdraadantenne zover mogelijk horizontaal AMkaderantenne uit. A ENN ANT FM Alleen dit gestripte deel insteken 2 Sluit de FM- en AM-antennes aan. Zet de AM-kaderantenne in elkaar alvorens deze aan te sluiten. AM 75Ω U Aansluiting type B Strek de FMdraadantenne zover mogelijk horizontaal uit. A NN NTE A 75Ω FM U AM 6NL U AMkaderantenne 3 Bij de modellen met een spanningskiezer, stelt u deze VOLTAGE SELECTOR schakelaar in op het voltage van het plaatselijk lichtnet. 1 Zet de stereo-installatie aan. 2 Druk op de TIMER SET toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de ./> 220V-240V VOLTAGE SELECTOR toetsen van de afstandsbediening om het juiste uur in te stellen. 4 Druk op de ENTER toets van de 4 Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact. Als de bijgeleverde verloopstekker niet in het stopcontact past, verwijdert u deze en gebruikt u de vaste netstekker (alleen voor de modellen met verloopstekker). Om de stereo-installatie aan te zetten, drukt u op de @/1 toets. Plaats twee AA-formaat (R6) batterijen in de afstandsbediening De minuten-cijfers gaan knipperen. 5 Druk enkele malen op de ./> toetsen van de afstandsbediening om de juiste minuut in te stellen. 6 Druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. Nu gaat de klok lopen. De tijdsinstelling aanpassen 1 Druk op de TIMER SET toets van de afstandsbediening. 2 Druk op de . of > I toets van de afstandsbediening totdat er “SET CLOCK” verschijnt en druk dan op de ENTER toets van de afstandsbediening. 3 Volg de bovenstaande aanwijzingen van 3 e E e afstandsbediening. Voorbereidingen 110V-120V De klok gelijkzetten E t/m 6. Tip Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe. Opmerking Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden. 7NL Compact disc weergave 2 Druk enkele malen op de PLAY MODE Een CD inleggen 1 Druk op de CD EJECT Z uitschuiftoets. De disc-lade wordt uitgeschoven. 2 Leg een CD in de disc-lade. Leg de bedrukte labelkant boven. Voor het afspelen van een 8-cm CD singletje legt u dit in de binnenste uitsparing van de disc-lade. x Z of op de (TUNING MODE/PLAY MODE toets van de afstandsbediening) toets totdat de gewenste afspeelfunctie in het uitleesvenster wordt aangegeven. Stel in op Voor weergave van Geen aanduiding De gekozen CD in de gewone nummervolgorde. SHUFFLE Alle muziekstukken op de CD in willekeurige volgorde. PGM Bepaalde muziekstukken van de CD in een door u gekozen volgorde (zie “Muziekstukken van een CD voor weergave kiezen” op blz. 9). u M m > . 3 Druk op de CD u toets (of de CD N toets van de afstandsbediening). 3 Druk nogmaals op de CD EJECT Z toets om de disc-lade te sluiten. Een CD afspelen Andere bedieningsfuncties Voor het Doet u het volgende Stoppen met afspelen Druk op de CD x stoptoets. Pauzeren Druk op de CD u toets (of op de X toets van de afstandsbediening). Nogmaals drukken om de weergave te hervatten. Opzoeken van een muziekstuk Druk tijdens weergave of in de pauzestand enkele malen op de CD ./> toets tot u het gewenste muziekstuk bereikt. Opzoeken van een punt in een muziekstuk Houd tijdens weergave de CD m/M toets ingedrukt en laat deze los wanneer u de gewenste muziekpassage bereikt. Uitnemen van de compact disc Druk op de CD EJECT Z uitschuiftoets. Meermalen afspelen (herhaalde weergave) Druk tijdens afspelen enkele malen op de REPEAT toets totdat er “REPEAT” of “REPEAT 1” in het uitleesvenster verschijnt. –– Normale weergave/herhaalde weergave/willekeurige weergave Met deze stereo-installatie kunt u compact discs met verschillende afspeelfuncties weergeven. 1 005 Muziekstuknummer Speelduur 1 Druk enkele malen op de FUNCTION keuzetoets totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. REPEAT: voor weergave van alle muziekstukken op de CD. REPEAT 1: voor herhalen van alleen het weergegeven muziekstuk. Om de herhaalde weergave uit te schakelen, drukt u weer enkele malen op de REPEAT toets totdat de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding in het uitleesvenster dooft. 8NL Tuner voor radio-ontvangst Muziekstukken van een CD voor weergave kiezen –– Programma-weergave Vastleggen van uw favoriete radiozenders U kunt maximaal 20 FM zenders en 10 AM zenders vastleggen. Daarna kunt u op die vastgelegde voorkeurzenders eenvoudig afstemmen met een druk op de bijbehorende nummertoets. 1 Druk enkele malen op de FUNCTION Er zijn twee manieren om uw voorkeurzenders vast te leggen. keuzetoets totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk enkele malen op de PLAY MODE (of op de TUNING MODE/PLAY MODE toets van de afstandsbediening) toets totdat de aanduiding “PGM” in het uitleesvenster verschijnt. 3 Druk enkele malen op de CD ./> toets totdat het nummer van het gewenste muziekstuk in het uitleesvenster wordt aangegeven. Voor Gebruikt u de Automatisch afstemmen op alle plaatselijk te ontvangen radiozenders, om ze handmatig vast te leggen Automatische zenderkeuze Compact disc weergave/Tuner voor radio-ontvangst U kunt uw eigen muziekselectie van maximaal 24 nummers van de CD samenstellen, in de volgorde waarin u de muziek wilt horen. Handmatig afstemmen Handmatige zenderkeuze en vastleggen van de afstemfrequenties van uw favoriete radiozenders PGM 3 243 Totale speelduur Gekozen muziekstuknummer 4 Druk op de PLAY MODE toets (of op de TUNING Voorkeurzenders vastleggen met automatische afstemming 1 Druk enkele malen op de FUNCTION keuzetoets totdat er “TUNER” in het uitleesvenster verschijnt. MODE/PLAY MODE toets van de afstandsbediening). 2 Druk op de TUNER BAND toets om te Het gekozen muziekstuk wordt dan geprogrammeerd. Het muziekstuknummer verschijnt in het uitleesvenster. 3 Druk enkele malen op de TUNING MODE toets 5 Om nog andere muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. 6 Druk op de CD u toets (of op de CD N toets van de afstandsbediening). kiezen voor de FM of AM afstemband. (of op de TUNING MODE/PLAY MODE toets van de afstandsbediening) totdat de aanduiding “AUTO” in het uitleesvenster verschijnt. 4 Druk op de TUNING +/– toets (of op de Voor het Doet u het volgende m/M toets van de afstandsbediening). Uitschakelen van de programma-weergave Druk net zovaak op de PLAY MODE (of op de TUNING MODE/PLAY MODE toets van de afstandsbediening). toets tot de aanduiding “PGM” uit het uitleesvenster verdwijnt. Toevoegen van een nummer aan het programma Volg de aanwijzingen 3 en 4 terwijl de programmaweergave gestopt is. De frequentie-aanduiding verandert terwijl de tuner de afstemband doorzoekt. Het zoeken stopt wanneer er op een duidelijk doorkomende zender is afgestemd. Dan verschijnt in het uitleesvenster de aanduiding “TUNED” (en ook “STEREO” als er een stereo radio-uitzending wordt ontvangen). Wissen van het gehele muziekprogramma Druk op de CD x stoptoets terwijl de programma-weergave gestopt is. Tips • Een eenmaal samengesteld programma blijft bewaard, ook na afloop van de programma. Om het programma nogmaals weer te geven, stelt u in op “CD” als geluidsbron en dan drukt u op de CD u toets (of op de CD N toets van de afstandsbediening). • In plaats van de tijd verschijnt er “--.--” in het uitleesvenster als de totale programma-speelduur de 100 minuten overschrijdt. Als de aanduiding “TUNED” niet verschijnt en het doorzoeken van de afstemband niet stopt Kies dan de afstemfrequentie van de gewenste radiozender zoals beschreven in de stappen 3 t/m 7 onder “Voorkeurzenders vastleggen met handmatige afstemming”. wordt vervolgd 9NL 6 Druk enkele malen op de ./> toets Vastleggen van uw favoriete radiozenders (vervolg) 5 Druk op de MEMORY toets van de afstandsbediening. De zender wordt nu vastgelegd onder uw gekozen nummer. 8 Herhaal de stappen 2 t/m 7 voor elk van STEREO 1FM1005 7 Druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. In het uitleesvenster gaat een voorinstelnummer knipperen. PRESET van de afstandsbediening om het gewenste zendernummer voor de ontvangen zender te kiezen. de voorkeurzenders die u wilt vastleggen. TUNED MHz Andere voorafstemfuncties Voorinstelnummer Afstemfrequentie 6 Druk enkele malen op de ./> toets van de afstandsbediening om het gewenste zendernummer voor de ontvangen zender te kiezen. 7 Druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. De zender wordt nu vastgelegd onder uw gekozen nummer. 8 Herhaal de stappen 2 t/m 7 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen. Tip Druk op de TUNING MODE toets (of op de TUNING MODE/PLAY MODE toets van de afstandsbediening) wanneer u het doorzoeken van de afstemband wilt stoppen. Voorkeurzenders vastleggen met handmatige afstemming 1 Druk enkele malen op de FUNCTION keuzetoets totdat er “TUNER” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk op de TUNER BAND toets om te kiezen voor de FM of AM afstemband. 3 Druk enkele malen op de TUNING MODE toets (of op de TUNING MODE/PLAY MODE toets van de afstandsbediening) totdat de aanduidingen “AUTO” en “PRESET” uit het uitleesvenster verdwijnen. 4 Druk enkele malen op de TUNING +/– toets (of op de m/M toets van de afstandsbediening) om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender. 5 Druk op de MEMORY toets van de afstandsbediening. In het uitleesvenster gaat een voorinstelnummer knipperen. PRESET STEREO 1FM1005 10NL Voorinstelnummer TUNED MHz Afstemfrequentie Voor Doet u het volgende Afstemmen op een zwak doorkomende radiozender Volg de aanwijzingen onder “Voorkeurzenders vastleggen met handmatige afstemming”. Druk op de TUNING MODE toets Stoppen met (of op de TUNING MODE/PLAY vastleggen van voorkeurzenders MODE toets van de afstandsbediening). Kiezen van een Begin opnieuw vanaf stap 2. ander voorinstelnummer Omschakelen van het AM afsteminterval (niet van toepassing op de modellen voor Europa, het Midden-Oosten en de Filippijnen) Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (bepaalde verkoopgebieden 10 kHz). Om dit AM afsteminterval om te schakelen, stemt u eerst af op een willekeurige AM zender en dan schakelt u het apparaat uit. Houd nu de TUNING + toets en de CD x stoptoets beide tegelijk ingedrukt. Bij omschakelen van het afsteminterval verdwijnen alle vastgelegde AM voorkeurzenders uit het afstemgeheugen. Om het afsteminterval weer terug te schakelen, stemt u eerst af op een AM zender en schakelt u het apparaat uit. Houd nu de TUNING – toets en de CD x stoptoets beide tegelijk ingedrukt Tips • Als de stroom uitvalt of de stekker uit het stopcontact wordt getrokken, blijven de voorkeurzenders nog ongeveer een dag lang in het afstemgeheugen bewaard. • Voor de beste radio-ontvangst kunt u de bijgeleverde antennes bijstellen of een buitenantenne aansluiten. Luisteren naar de radio Voor het luisteren naar de radio kunt u een vastgelegde voorkeurzender kiezen of handmatig op een zender afstemmen. — Geheugenafstemming Leg eerst uw favoriete zenders vast in het afstemgeheugen van de tuner (zie “Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op blz. 9). • Richt de bijgeleverde antennes totdat u de beste ontvangst verkrijgt of sluit een in de audiohandel verkrijgbare buitenantenne aan. • Als een FM stereo radio-uitzending met te veel storing doorkomt, drukt u enkele malen op de FM MODE toets, totdat de aanduiding “MONO” oplicht. De radio-ontvangst zal dan niet meer in stereo zijn, maar wel beter klinken. • Voor automatische afstemming drukt u enkele malen op de TUNING MODE toets (of op de TUNING MODE/ PLAY MODE toets van de afstandsbediening) totdat er “AUTO” wordt aangegeven in de bovenstaande stap 3 en dan drukt u op de TUNING + / – toets (of op de m/M toets van de afstandsbediening). De frequentieaanduiding verandert dan snel, totdat het zoeken stopt wanneer de tuner een geschikte radiozender vindt (Automatische afstemming). 1 Druk enkele malen op de FUNCTION keuzetoets totdat er “TUNER” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk op de TUNER BAND toets om te kiezen voor de FM of AM afstemband. 3 Druk enkele malen op de TUNING MODE toets (of op de TUNING MODE/ PLAY MODE toets van de afstandsbediening) totdat de aanduiding “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt. 4 Druk enkele malen op de TUNING +/– toets (of op de m/M toets van de afstandsbediening) om in te stellen op de gewenste voorkeurzender. Luisteren naar een radiozender die niet is vastgelegd — Handmatig afstemmen 1 Druk enkele malen op de FUNCTION keuzetoets totdat er “TUNER” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk op de TUNER BAND toets om te kiezen voor de FM of AM afstemband. 3 Druk enkele malen op de TUNING MODE toets (of op de TUNING MODE/ PLAY MODE toets van de afstandsbediening) totdat de aanduidingen “AUTO” en “PRESET” uit het uitleesvenster verdwijnen. 4 Druk enkele malen op de TUNING +/– toets (of op de m/M toets van de afstandsbediening) om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender. Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) (Alleen voor het Europese model) Wat is het Radio Data Systeem? Het Radio Data Systeem (kortweg RDS) is een speciale radio-informatiedienst waarmee FM-radiozenders naast de gewone radio-uitzendingen allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden. De RDS informatie wordt alleen uitgezonden door FM radiozenders.* Opmerking De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is. * Niet alle FM-radiozenders geven RDS informatie door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle dezelfde soorten informatie. Voor nadere bijzonderheden omtrent de in uw woongebied beschikbare RDS informatie kunt u het best contact opnemen met de plaatselijk actieve radiozenders. weergave/Tuner voor radio-ontvangst radio-ontvangst voordisc Compact Tuner Luisteren naar een voorkeurzender Tips Ontvangst van RDS radio-uitzendingen Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM afstemband. Bij ontvangst van een zender die RDS informatie uitzendt, zal automatisch de zendernaam in het uitleesvenster verschijnen. Controleren van de RDS informatie Telkens wanneer u op de DISPLAY toets van de afstandsbediening drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster kringsgewijze, als volgt: Zendernaam* t Afstemfrequentie t Tijdsaanduiding * Als de RDS uitzending niet duidelijk genoeg ontvangen wordt, kan de zendernaam niet in het uitleesvenster worden aangegeven. 11NL Cassette-weergave/opname Andere bedieningsfuncties Een cassette inleggen 1 Druk op TAPE EJECT Z cassetteuitneemtoets. Voor het Doet u het volgende Stoppen met afspelen Druk op de TAPE x toets. Pauzeren Druk op de TAPE X toets (of op de X toets van de afstandsbediening). Nogmaals drukken om de weergave te hervatten. Snel vooruit- of terugspoelen Druk in de stopstand op de TAPE m/M snelspoeltoets. Uitnemen van de cassette Druk op de TAPE EJECT Z toets. 2 Plaats een opgenomen/voor opnemen geschikte cassette in de cassettehouder. Met de kant voor afspelen/ opnemen naar u toe gericht Z x Y m M z X ?/1 Een cassette afspelen U kunt TYPE I (normaalband) cassettes gebruiken. 1 Plaats een opgenomen cassette in de cassettehouder. 2 Druk enkele malen op de FUNCTION keuzetoets totdat er “TAPE” in het uitleesvenster verschijnt. 3 Druk enkele malen op de DIR MODE toets van de afstandsbediening om in te stellen op “ ” voor afspelen van één cassettekant, op “ ” voor het eenmaal afspelen van beide kanten, of op “ ”* voor het doorlopend afspelen van beide kanten. * De cassette-weergave zal automatisch stoppen nadat beide cassettekanten vijfmaal achtereen zijn weergegeven. 4 Druk op de TAPE Y toets. Druk nogmaals op de TAPE Y toets om de achterkant weer te geven. Het afspelen begint. 12NL Een cassette opnemen –– CD synchroon-opname/handmatig opnemen/programma-montage U kunt geluidsopnamen maken van compact discs (of andere aangesloten geluidsbronnen) of van de radio. U kunt TYPE I (normaalband) cassettes gebruiken. Stap Opnemen van een compact disc (CD synchroon-opname) Handmatig opnemen Plaats een voor opnemen geschikte cassette in de cassettehouder. 2 Plaats de op te nemen compact disc in de disc-lade. Druk enkele malen op de FUNCTION toets om in te stellen op de geluidsbron die u wilt opnemen. 3 Draai aan de FUNCTION keuzeknop totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. Plaats een CD (of start de weergave van een andere geluidsbron) of stem af op de gewenste radiozender. Druk op de CD SYNC toets. Druk op de TAPE z REC opnametoets. 4 Cassette-weergave/opname 1 Het cassettedeck komt in gereedheid voor opnemen. De aanduidingen “ ” en “B” (of “b”) verschijnen. Om te beginnen met opnemen op de van u af gerichte cassettekant, drukt u op de TAPE Y toets zodat de “ ” aanduiding verandert in “ ”. 5 Druk enkele malen op de DIR MODE toets van de afstandsbediening om te kiezen voor “ ” als u op een cassettekant wilt opnemen of voor “ ” of “ ” als u op beide kanten wilt opnemen. 6 Druk op de TAPE X pauzetoets toets. Druk op de TAPE X toets pauzetoets en start dan de weergave van de op te nemen geluidsbron. Stoppen met opnemen Druk op de TAPE x stoptoets. Tip Bij handmatig opnemen: Om de opname te pauzeren, drukt u op de TAPE X pauzetoets toets. wordt vervolgd 13NL Een cassette opnemen (vervolg) Opnemen van bepaalde muziekstukken van een CD in zelf gekozen volgorde –– Programma-montage 1 Plaats een voor opnemen geschikte cassette in de cassettehouder. 2 Leg een CD in de disc-lade. 3 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat “CD” in het uitleesvenster wordt aangegeven. 4 Druk enkele malen op de PLAY MODE toets (of op de TUNING MODE/PLAY MODE toets van de afstandsbediening) totdat “PGM” in het uitleesvenster wordt aangegeven. 5 Druk enkele malen op de CD ./> toets totdat het gewenste muziekstuknummer in het uitleesvenster wordt aangegeven. 6 Druk op de PLAY MODE toets (of op de TUNING MODE/PLAY MODE toets van de afstandsbediening). Het gekozen muziekstuk is geprogrammeerd. Het programma-volgnummer verschijnt in het uitleesvenster. Om nog andere muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 5 en 6. 7 Druk op de CD SYNC toets. Het cassettedeck komt in gereedheid voor opnemen en de CD-speler voor weergave. “ ” en “B” (of “b”) verschijnen en de CD SYNC toets licht op. Om te beginnen met opnemen op de van u af gerichte cassettekant, drukt u op de TAPE Y toets zodat de “ ” aanduiding verandert in “ ”. 8 Druk enkele malen op de DIR MODE toets van de afstandsbediening om te kiezen voor “ ” als u op één cassettekant wilt opnemen of voor “ ” of “ ” als u op beide kanten wilt opnemen. 9 Druk op de TAPE X pauzetoets. Voor het Doet u het volgende Druk op de TAPE x stoptoets. Stoppen met opnemen Druk enkele malen op de PLAY Uitschakelen van de MODE (of op de TUNING programma-montage MODE/PLAY MODE toets van de afstandsbediening) toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “PGM” uit het uitleesvenster verdwijnt. NL 14 Muziekstukken verdelen over twee cassettekanten tijdens de CDsynchroonopname 1 Programmeer de muziekstukken voor de eerste cassettekant volgens de aanwijzingen van 1 t/m 6. 2 Druk op de X pauzetoets van de afstandsbediening. 3 Programmeer de muziekstukken voor de andere cassettekant volgens aanwijzingen 5 en 6. 4 Volg nu de aanwijzingen van 7 t/m 9 (zie de onderstaande opmerking). Wanneer het X pauze-commando wordt waargenomen gedurende de CDsynchroonopname, pauzeert de CD-weergave maar de band blijft doorlopen tot aan het eind van de cassettekant, dan verandert de bandloop van richting, het afspelen van de CD wordt hervat en de resterende muziekstukken worden opgenomen op de andere cassettekant. Opmerking Voor het hier beschreven tweezijdig opnemen, zult u moeten instellen op de “ ” of “ ” omkeerfunctie in de bovenstaande stap 8. Schakelklok-opname van radio-uitzendingen Voor de schakelklok-opname moet de ingebouwde klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie “Gelijkzetten van de klok” op blz. 7) en moeten er radiozenders zijn vastgelegd (zie “Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op blz. 9). 1 Stem af op de gewenste voorkeurzender (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 11). 2 Plaats een voor opnemen geschikte cassette. 3 Druk op de TIMER SET toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de ./> toets van de afstandsbediening totdat er “SET REC” in het uitleesvenster verschijnt. De aanduiding “SET REC” rolt door en de aanduiding “c REC” verschijnt in het uitleesvenster. 5 Druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. De aanduiding “ON TIME” verschijnt en dan gaat het uren-cijfer knipperen. Geluidregeling 6 Stel de opname-begintijd in. 7 Stel de opname-eindtijd in op dezelfde manier als bij stap 6. Nu verschijnen de door u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd, de aanduiding “TUNER” en het voorkeurzendernummer, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen. 8 Druk op de @/1 aan/uit-schakelaar om de stereo-installatie uit te zetten. Wanneer het opnemen begint, wordt de geluidssterkte automatisch in de minimumstand gezet. Voor het Doet u het volgende Controleren van de instellingen Drukt u enkele malen op de TIMER SELECT toets van de afstandsbediening totdat er “c REC” in het uitleesvenster verschijnt. Daarna verschijnen één voor één de gemaakte instellingen. Annuleren van de schakelklokopname Drukt u enkele malen op de TIMER SELECT toets van de afstandsbediening totdat de “c REC” aanduiding in het uitleesvenster dooft. Bijregelen van de geluidsweergave Voor een meer dynamisch geluid (Dynamic Sound Generator) Druk op de DSG toets. Om de DSG versterking uit te schakelen, drukt u nogmaals op de DSG toets. Bijregelen van de lage tonen Draai aan de BASS regelaar. Hiermee kunt u de lage tonen naar wens instellen. Bijregelen van de hoge tonen Draai aan de TREBLE regelaar. Hiermee kunt u de hoge tonen naar wens instellen. Geluidregeling Cassette-weergave/opname Druk enkele malen op de ./> toets van de afstandsbediening om het juiste uur in te stellen en druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. Nu gaan de minuten-cijfers voor de inschakeltijd knipperen. Druk enkele malen op de ./> toets van de afstandsbediening om de juiste minuut in te stellen en druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. De aanduiding “OFF TIME” verschijnt en weer gaat het uren-cijfer knipperen. Tip Als u de timer voor schakelklok-opname eenmaal hebt ingesteld, zullen de gekozen instellingen in het geheugen bewaard blijven tot u ze zelf wijzigt, ook al schakelt u de stereo-installatie uit of annuleert u de schakelklok-opname. De laatst gemaakte instellingen zullen weer precies zo gelden, de volgende keer dat u de schakelklok-opnamefunctie inschakelt. Opmerkingen • De stereo-installatie zal ongeveer 15 seconden vóór de gekozen opname-begintijd worden ingeschakeld. • Als de stereo-installatie op de gekozen opnamebegintijd nog staat ingeschakeld, zal de schakelklok-opname niet plaatsvinden. • Wanneer u de sluimerfunctie hebt ingeschakeld, kan de schakelklok-opnamefunctie niet in werking treden zolang de sluimerfunctie (en de stereoinstallatie) niet is uitgeschakeld. • De Daily Timer wekfunctie en de schakelklokopname zijn niet tegelijk te gebruiken. 15NL Uitleesvenster Andere handige functies Gebruik van het uitleesvenster In slaap vallen met muziek — SLEEP timer Controleren van de resterende speelduur (van een CD) Druk tijdens afspelen op de DISPLAY toets van de afstandsbediening. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster kringsgewijze, als volgt: Nummer en verstreken speelduur van het weergegeven muziekstuk t Nummer en resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk*t Resterende speelduur van de gehele compact disc t Tijdsaanduiding * De aanduiding “– – –.– –” verschijnt wanneer u de resterende speelduur controleert van een muziekstuk met volgnummer 25 of hoger op de CD. Controleren van de totale speelduur (van een CD) Druk in de stopstand op de DISPLAY toets van de afstandsbediening. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster kringsgewijze, als volgt: Totale CD speelduur t Tijdsaanduiding t Gekozen geluidsbron Met de SLEEP timer kunt u de tijd kiezen waarna u de stereo-installatie automatisch wilt laten uitschakelen. Met deze sluimerfunctie kunt u dus gerust met muziek in slaap vallen. Druk enkele malen op de SLEEP toets van de afstandsbediening. Dan verspringt de aanduiding voor de sluimertijd als volgt: AUTO* t 90MIN t 80MIN t 70MIN t … t 10MIN t OFF t AUTO* t … * De wordt de stereo-installatie wordt uitgeschakeld wanneer de weergegeven compact disc of cassette afgelopen is (tot maximaal 100 minuten). Of het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld als u de weergave van de CD of cassette eerder stopt. Voor het Drukt u Controleren van de resterende sluimertijd** Eenmaal op de SLEEP toets van de afstandsbediening. Wijzigen van de sluimertijd Enkele malen op de SLEEP toets van de afstandsbediening totdat de gewenste sluimertijd verschijnt. Annuleren van de SLEEP timer functie Enkele malen op de SLEEP toets van de afstandsbediening totdat er “OFF” wordt aangegeven. ** De resterende speelduur is niet te controleren wanneer u hebt ingesteld op “AUTO”. Gewekt worden met muziek — DAILY timer wekfunctie Met de DAILY timer kunt u de stereoinstallatie op een vooraf ingesteld tijdstip automatisch laten inschakelen, zodat u met muziek ontwaakt. Voor deze wekfunctie moet wel eerst de klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie “De klok gelijkzetten” op blz. 7). 16NL 1 Breng de geluidsbron waarmee u gewekt wilt worden in gereedheid. • Compact disc: Leg een CD in de disc-lade. Als u wilt beginnen met een bepaald muziekstuk, maakt u een muziekprogramma (zie “Muziekstukken van een CD voor weergave kiezen” op blz. 9). • Cassette: Plaats een cassette in de houder, met de kant voor afspelen naar u toe gericht. • Radio: Stem af op de gewenste voorkeurzender (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 11). van de afstandsbediening om de geluidsbron te kiezen waarmee u gewekt wilt worden. Dan verspringt de aanduiding van de geluidsbron als volgt: t TUNER y CD T t TAPE T 9 Druk op de ENTER van de afstandsbediening. Nu verschijnen de door u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd en de geluidsbron, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen. 10 Druk op de @/1 aan/uit-schakelaar om de stereo-installatie uit te zetten. afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de ./> toets van de afstandsbediening totdat er “SET DAILY” in het uitleesvenster verschijnt. Voor het Doet u het volgende Controleren van de instellingen Drukt u enkele malen op de TIMER SELECT toets van de afstandsbediening totdat er “c DAILY” in het uitleesvenster verschijnt. Daarna verschijnen één voor één de gemaakte instellingen. Annuleren van de wekfunctie Drukt u enkele malen op de TIMER SELECT toets van de afstandsbediening totdat de “c DAILY” aanduiding in het uitleesvenster dooft. De aanduiding “SET DAILY” rolt door en de aanduiding “c DAILY” verschijnt in het uitleesvenster. 5 Druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. De aanduiding “ON TIME” verschijnt en dan gaat het uren-cijfer knipperen. 6 Stel de wektijd of inschakeltijd in. Druk enkele malen op de ./> toets van de afstandsbediening om het juiste uur in te stellen en druk op de ENTER toets. Nu gaan de minuten-cijfers voor de inschakeltijd knipperen. Druk enkele malen op de ./> toets van de afstandsbediening om de juiste minuut in te stellen en druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. De aanduiding “OFF TIME” verschijnt en weer gaat het uren-cijfer knipperen. 7 Stel de uitschakeltijd in op dezelfde manier als bij stap 6. Tip Als u de timer-wekfunctie eenmaal hebt ingesteld, zullen de gekozen instellingen in het geheugen bewaard blijven tot u ze zelf wijzigt, ook al schakelt u de stereo-installatie uit of annuleert u de wekfunctie. De laatst gemaakte instellingen zullen weer precies zo gelden, de volgende keer dat u de wekfunctie inschakelt. Uitleesvenster/Andere handige functies 2 Stel de geluidssterkte naar wens in. 3 Druk op de TIMER SET toets van de 8 Druk enkele malen op de ./> toets Opmerkingen • De stereo-installatie zal ongeveer 15 seconden vóór de gekozen wektijd worden ingeschakeld. • Wanneer u de sluimerfunctie hebt ingeschakeld, kan de wekfunctie niet in werking treden zolang de sluimerfunctie (en de stereo-installatie) niet is uitgeschakeld. • De Daily Timer wekfunctie en de schakelklokopname zijn niet tegelijk te gebruiken. 17NL Los verkrijgbare apparatuur Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur Voor een veelzijdig gebruik van uw stereo-installatie kunt u er allerlei los verkrijgbare toestellen op aansluiten. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van elk toestel. Minidisc-speler/ videorecorder Minidisc-recorder Verbinden met de audiouitgangsaansluitingen van een minidisc-speler/ videorecorder A AUDIO IN (MD/VIDEO) ingangsaansluitingen Met een stel audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) kunt u bijvoorbeeld een minidiscspeler of een videorecorder op deze ingangen aansluiten. Dit maakt het mogelijk de analoge geluidsweergave van de minidisc-speler of videorecorder via deze stereo-installatie te beluisteren. B OPTICAL DIGITAL OUT (CD) uitgangsaansluiting Met een digitale optische kabel (met vierkante stekkers, niet bijgeleverd) kunt u bijvoorbeeld een minidisc-recorder op deze uitgang aansluiten. Dit maakt het mogelijk de digitale signalen van deze stereo-installatie op te nemen op de minidisc-recorder. Als er een kapje op de aansluiting zit, moet u dit verwijderen voordat u de aansluiting gebruikt. Verbinden met de digitale ingangsaansluiting van een minidisc-recorder Beluisteren van een aangesloten geluidsbron 1 Sluit de audio-aansluitsnoeren aan. 2 Druk enkele malen op de FUNCTION keuzetoets totdat er “MD” of “VIDEO” wordt aangegeven. Start de weergave van de aangesloten geluidsbron. Tip Als de aanduiding “VIDEO” niet verschijnt bij meermalen indrukken van de FUNCTION keuzetoets, schakel dan het apparaat uit en druk de CD x stoptoets en de FUNCTION keuzetoets tegelijk in. Dan wordt de ingangskeuze omgeschakeld van “MD” naar “VIDEO” en er verschijnt “VIDEO” in het uitleesvenster. Om terug te schakelen naar “MD” voor minidisc-weergave herhaalt u deze stap. Opnemen op aangesloten opname-apparatuur 1 Sluit de digitale optische kabel aan. 2 Begin met opnemen. 18NL Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de aangesloten opname-apparatuur. Verhelpen van storingen Luidsprekers Problemen en oplossingen Mocht zich een probleem voordoen met de stereo-installatie, ga dan als volgt te werk: 1 Controleer eerst of het netsnoer en de luidsprekersnoeren juist zijn aangesloten en stevig vastzitten. 2 Neem de volgende lijst met controlepunten door en volg de aanwijzingen om het probleem op te lossen. Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen, neem dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Algemeen • Stel de geluidssterkte wat hoger in. • Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten. • Controleer of de luidspreker-aansluitingen in orde zijn. Ernstige brom of andere storende geluiden. • Het apparaat staat te dicht bij een TV of videorecorder. Zet de stereo-installatie verder van de TV of videorecorder vandaan. Er knippert “0:00” (of “AM 12:00”) in het uitleesvenster. • De stroomvoorziening is onderbroken geweest. Stel de klok op de juiste tijd in (zie blz. 7) en maak de gewenste schakelklok-instellingen opnieuw (zie blz. 14 en 16). De schakelklok-functies werken niet naar behoren. • Stel de klok op de juiste tijd in (zie blz. 7). De aanduidingen “c DAILY” en “c REC” verschijnen niet in het uitleesvenster wanneer u de TIMER SELECT toets van de afstandsbediening indrukt. • Controleer of de schakelklok-instellingen juist zijn gemaakt (zie blz. 14 en 16). • Controleer of de klok op de juiste tijd is ingesteld (zie blz. 7). Er verschijnen vreemde kleuren op het TV-scherm. • Zet de luidsprekers verder van het TV-toestel vandaan. Het apparaat reageert niet op de afstandsbediening. • Zorg dat er geen obstakels tussen de afstandsbediening en de stereo-installatie zijn. • Richt de afstandsbediening van iets dichterbij recht op de afstandsbedieningssensor van de stereo-installatie. • Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg. Vervang beide batterijen door nieuwe. • Controleer of de batterijen niet verkeerd-om zijn ingelegd. • Controleer de luidspreker-aansluitingen en de opstelling van de luidsprekers. Compact disc speler Het afspelen van de compact disc begint niet. • Misschien is de compact disc vuil. • Er kunnen krassen op de compact disc zijn. Probeer of een andere CD wel goed wordt afgespeeld. • Misschien is de CD ondersteboven ingelegd, met de label-kant onder. • Er kan vocht uit de lucht in het apparaat zijn gecondenseerd. Verwijder de compact disc en laat de stereo-installatie een uur lang ongebruikt aan staan, zodat het condensvocht kan verdampen. De weergave begint niet bij het eerste muziekstuk. Los verkrijgbare apparatuur/Verhelpen van storingen De luidsprekers geven geen geluid. Een van de luidsprekers geen geen geluid of de weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig. • De compact disc speler staat ingesteld op programma-weergave of weergave in willekeurige volgorde. Druk enkele malen op de PLAY MODE toets (of op de TUNING MODE/ PLAY MODE toets van de afstandsbediening), zodat de “PGM” en “SHUFFLE” aanduidingen uit het uitleesvenster verdwijnen. Cassettedeck Het opnemen lukt niet. • Misschien is er geen cassette in de houder aanwezig. • Het wispreventienokje van de cassette is verwijderd (zie blz. 21). • De band is geheel naar het einde doorgespoeld. Het is niet mogelijk op te nemen of weer te geven of het geluid klinkt maar heel zacht. • Wellicht zijn de bandkoppen vuil. Reinig de koppen (zie blz. 21). • De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 21). Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist. • De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 21). Teveel snelheidsfluctuaties of soms wegvallend geluid. • Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen. Reinig de koppen en het bandloopwerk (zie blz. 21). Teveel ruis of wegvallende hoge tonen. • De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 21). wordt vervolgd 19NL Problemen en oplossingen (vervolg) Radio-ontvangst (tuner) Ernstige brom of andere storing in de radioontvangst (in het uitleesvenster knippert de “TUNED” of de “STEREO” aanduiding). • Richt of verstel de antenne. • De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit een buitenantenne aan. • Zorg dat de antennes juist zijn aangesloten. • Let op dat de antennedraad niet is opgerold of opgevouwen. • Misschien is de dubbele FM-antennedraad te ver uiteen getrokken. Repareer de antenne of vervang deze door een nieuwe. • Controleer of de AM-antennedraad te ver van de standaard is losgeraakt. • Houd de antennes en de luidsprekersnoeren bij elkaar uit de buurt. Een FM-stereo uitzending wordt niet in stereo weergegeven. • Druk op de FM MODE toets zodat er “STEREO” in het uitleesvenster verschijnt. De stereo-installatie terugstellen in de uitgangsstand Zet de stereo-installatie aan en druk de TAPE x toets, de CD x toets en de TUNER BAND toets alle drie tegelijk in. Zo zet u de stereo-installatie terug op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Alle door u gemaakte instellingen, worden hierbij uit het geheugen gewist. U zult deze instellingen dus opnieuw moeten maken. Foutmeldingen Tijdens de bediening kan er soms een van de volgende foutmeldingen in het uitleesvenster oplichten of gaan knipperen. NO DISC • Er is geen compact disc in de disc-lade aanwezig. PGM FULL • U probeert 25 muziekstukken of meer te programmeren. PROTECT • Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony dealer. 20NL Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Stroomvoorziening Controleer, alvorens de stereo-installatie in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. Veiligheid • Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit, blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ook al is het apparaat zelf uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer. • Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van het apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het stopcontact en laat de stereo-installatie eerst door een deskundige nakijken alvorens deze weer in gebruik te nemen. • Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten. Opstelling Hitte in het inwendige • Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan worden, wijst dat niet op storing in de werking. • Zet de stereo-installatie op een goed geventileerde plaats, met voldoende luchtdoorstroming om oververhitting in het inwendige te voorkomen. Bij langdurig afspelen op hoog volume kunnen de boven-, onderen zijpanelen van de behuizing na verloop van tijd erg heet worden. Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan. Om oververhitting en storing in de werking te vermijden, mag u de ventilatiesleuven voor de koelventilator niet afdekken. Voorkomen van beschadiging • Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in een warme omgeving wordt gebracht of in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens binnenin de compact disc speler vocht uit de lucht condenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereo-installatie niet naar behoren functioneren. In zulke gevallen dient u de compact disc te verwijderen en het apparaat ongeveer een uur ingeschakeld maar ongebruikt aan te laten staan, zodat alle condensvocht kan verdampen. • Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert, dient u de compact disc uit het apparaat te verwijderen. Mocht u vragen of problemen met uw stereoinstallatie hebben, aarzel dan niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar. • Veeg een compact disc voor het afspelen schoon met een niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het midden naar de rand. • Plak geen etiketten e.d. op compact discs, want daardoor kan de CD-speler beschadigd worden. • Gebruik voor het reinigen geen vluchtige stoffen. • Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een kachel. • Discs met afwijkende vormen (hoekig, hartvorming, stervormig e.d.) zijn in dit apparaat niet af te spelen. Probeer het in geen geval, want de stereo-installatie kan er door beschadigd worden. Gebruik dergelijke discs niet. Reinigen van de behuizing Maak de ombouw, het paneel en bedieningsorganen schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met wat milde vloeibare huishoudzeep. Gebruik geen schuurspons, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals alcohol of benzine. Beveiligen van waardevolle bandopnamen Om een cassette tegen per ongeluk wissen of abusievelijk opnemen te beveiligen, breekt u het wispreventienokje uit voor cassettekant A of B, zoals in de afbeelding is aangegeven. Breek het wispreventienokje uit Als u een aldus beveiligde cassette later weer voor opname geschikt wilt maken, kunt u de ontstane opening(en) met een stukje plakband afdekken. Alvorens u een cassette in het deck plaatst Zorg dat eventuele lussen in de band zijn strakgetrokken. Anders zou de band in het mechanisme verwikkeld kunnen raken, met kans op beschadiging. Aanvullende informatie • Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal staat. • Plaats het apparaat ergens waar het niet blootgesteld wordt aan: — extreme hitte of koude — stof of vuil — erg veel vocht — heftige trillingen — directe zonnestraling. • Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de luidsprekers op een ondergrond plaatst die een speciale behandeling heeft ondergaann (met was, olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de ondergrond kan gaan verkleuren. Juiste omgang met compact discs Betreffende cassettes langer dan 90 minuten De uiterst dunne band in deze cassettes kan gemakkelijk uitrekken. Bij gebruik van een dergelijke cassette mag u de band niet te vaak snelspoelen, stoppen en weer starten. Hierdoor zou de band in het bandloopwerk verstrikt kunnen raken. Reinigen van de bandkoppen Het verdient aanbeveling de bandkoppen na iedere 10 gebruiksuren te reinigen. Maak de bandkoppen in elk geval even schoon vóór het maken van een belangrijke bandopname, evenals na het afspelen van een oude cassette. Reinig de bandkoppen met een in de audiohandel verkrijgbare reinigingscassette, van het droge of het vloeistof-type. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette. Demagnetiseren van de bandkoppen Na 20 tot 30 gebruiksuren, of bij een hoorbaar verlies aan hoge tonen of toename van ruis, dient u de bandkoppen en alle metalen onderdelen van het bandloopwerk te demagnetiseren met een in de audiohandel verkrijgbare demagnetiseercassette. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette. 21NL Technische gegevens Compact disc speler Afspeelsysteem Laser Versterker-gedeelte Europees model: DIN uitgangsvermogen (nominaal): 30 + 30 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie): 35 + 35 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, 10% THV) Muziekvermogen (referentie): 85 + 85 watt Overige modellen: De volgende metingen zijn verricht bij 230 V wisselstroom, 60 Hz. DIN uitgangsvermogen (nominaal): 27 + 27 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie): 32 + 32 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, 10% THV) De volgende metingen zijn verricht bij 220 V wisselstroom, 60 Hz. DIN uitgangsvermogen (nominaal): 23 + 23 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie): 26 + 26 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, 10% THV) Ingangen AUDIO IN MD (VIDEO) (tulpstekkerbussen): Gevoeligheid 500/250 mV, impedantie 47 kOhm Uitgangen OPTICAL DIGITAL OUT (CD): Optische stekkerbus PHONES: Voor aansluiten van een hoofdtelefoon met een impedantie van 8 ohm of meer SPEAKER: 6 ohm 22NL Golflengte Frequentiebereik Compact disc digitaal audiosysteem Halfgeleider laser (λ = 780 nm) Emissieduur: continu 780 - 790 nm 2 Hz - 20 kHz (±0,5 dB) Cassettedeck Opname/weergavesysteem 4 sporen, 2 kanalen stereo Frequentiebereik 50 - 13000 Hz (±3 dB) met Sony TYPE I normaalband-cassette Snelheidsfluctuaties ±0,15% Gewogen piekniveau (IEC) 0,1% Gewogen R.M.S. (NAB) ±0,2% Gewogen piekniveau (DIN) Tuner-gedeelte FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming FM afstemtrap Afstembereik Model voor Noord-Amerika: 87,5 - 108,0 MHz (afsteminterval 100 kHz) Overige modellen: 87,5 - 108,0 MHz (afsteminterval 50 kHz) Antenne FM-draadantenne Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch Tussenfrequentie 10,7 MHz AM afstemtrap Afstembereik Model voor geheel Amerika: 530 - 1710 kHz (met afsteminterval ingesteld op 10 kHz) 531 - 1710 kHz (met afsteminterval ingesteld op 9 kHz) Europees model: 531 - 1602 kHz (met afsteminterval ingesteld op 9 kHz) Modellen voor het Midden-Oosten en de Filippijnen: 531 - 1602 kHz (met afsteminterval ingesteld op 9 kHz) Overige modellen: 530 - 1710 kHz (met afsteminterval ingesteld op 10 kHz) 531 - 1602 kHz (met afsteminterval ingesteld op 9 kHz) Antenne AM-kaderantenne, externe antenne-aansluitingen Tussenfrequentie 450 kHz Luidsprekers Luidsprekersysteem Luidsprekereenheden Nominale impedantie Afmetingen (b/h/d) Gewicht 2-wegsysteem, in basreflexkast Lagetonen-luidspreker, conus 11 cm Hogetonen-luidspreker, koepel 2,5 cm 6 ohm Ca. 154 × 252 × 230 mm Ca. 2,5 kg per luidsprekerbox Algemeen Stroomverbruik Europees model: Overige modellen: Zie het naamplaatje 0,5 watt (in de stroombesparingsstand) Zie het naamplaatje Afmetingen (b/h/d) Ca. 190 × 252 × 340 mm, incl. uitstekende onderdelen en knoppen Gewicht Ca. 5,6 kg Bijgeleverd toebehoren: Afstandsbediening (1) AM-kaderantenne (1) FM-draadantenne (1) Batterijen (2) Aanvullende informatie Stroomvoorziening Model voor Noord-Amerika: 120 V wisselstroom, 60 Hz Europees model: 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Model voor Australië: 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Model voor Mexico: 120 V wisselstroom, 60 Hz Overige modellen: 110 - 120 V of 220 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Omschakelbaar met spanningskiezer Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. 23NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112

Sony CMT-CP101 de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor