Canon MD216 de handleiding

Categorie
Camcorders
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Digitale Video Camcorder
Gebruiksaanwijzing
PAL
Nederlands
Canon Europa N.V.
P.O. Box 2262, 1180 EG Amstelveen, The Netherlands
Canon Nederland N.V.
Neptunusstraat 1 2132 JA Hoofddorp
Tel: 023-567 01 23
Fax: 023-567 01 24
www.canon.nl
Canon België N.V./S.A.
Bessenveldstraat 7
1831 Diegem (Machelen)
Tel: (02)-7220411
Fax: (02)-7213274
De informatie van deze gebruikshandleiding is bekrachtigd per 1 januari 2008
Dit is gedrukt op 70% gerecycled papier.
GEDRUKT IN DE EU © CANON INC. 2008
CEL-SH5SA280
2
Inleiding
De videokoppen reinigen
Digitale camcorders nemen in zeer dunne lijnen (zo dun als 1/8 van de breedte van
een haar) op de band videosignalen op. De hieronder genoemde abnormale beelden
kunnen verschijnen als de videokoppen ook maar een beetje vuil zijn.
Tijdens het afspelen verschijnen mozaïeken of andere
blokken (afb. 1) of strepen (afb. 2) op het scherm.
Tijdens het afspelen is het geluid vervormd of is er geen
geluid.
Het bericht “HEADS DIRTY, USE CLEANING CASSETTE/
Vuile koppen, gebruik reinigingscassette” verschijnt.
Indien zich dergelijke symptomen voordoen, reinig dan de
videokoppen met de Canon DVM-CL Digital Video Head
Cleaning Cassette* of een in de winkel verkrijgbare droog
reinigende cassette.
Indien de symptomen zich kort na de reiniging weer voordoen,
dan kan het zijn dat de videocassette defect is. Gebruik de
videocassette dan niet langer.
* Beschikbaarheid verschilt van gebied tot gebied.
De videokoppen kunnen vuil worden onder de volgende omstandigheden:
Als u de camcorder gebruikt op vochtige of hete plaatsen.
Als u cassettes gebruikt met beschadigde of vuile banden.
Als u de camcorder gebruikt op stoffige plaatsen.
Als u de videokoppen vaak gebruikt zonder deze te reinigen.
OPMERKINGEN
Reinig de videokoppen en maak eerst een testopname voordat u belangrijke opnamen
maakt. Het verdient tevens aanbeveling om na gebruik de videokoppen te reinigen
voordat u de camcorder opbergt.
Gebruik geen nat reinigende cassettes, omdat deze mogelijk schade toebrengen aan de
camcorder.
Zelfs nadat u de videokoppen hebt gereinigd, kan het gebeuren dat banden die met vuile
videokoppen zijn opgenomen, niet correct worden afgespeeld.
Afb. 1
Afb. 2
3
NL
Belangrijke gebruiksinstructies
WAARSCHUWING!
VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN. VERWIJDER DAAROM DE AFDEKKING
(OF ACHTERZIJDE) NIET. IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN
ONDERDELEN DIE DE GEBRUIKER ZELF MAG OF KAN REPAREREN. LAAT DIT
DOEN DOOR GEKWALIFICEERD ONDERHOUDSPERSONEEL.
WAARSCHUWING!
VOORKOM BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN. STEL DIT PRODUCT
DAAROM NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
VOORZICHTIG:
VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN STORENDE INTERFERENTIES.
GEBRUIK DAAROM ALLEEN DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
VOORZICHTIG:
HAAL DE STEKKER VAN HET NETSNOER UIT HET STOPCONTACT ALS U HET APPARAAT NIET GEBRUIKT.
De stekker moet u gebruiken om het apparaat uit te schakelen. U moet de stekker direct kunnen bereiken
als zich een ongeval voordoet.
Als de compacte netadapter ingeschakeld is, mag u deze niet in een doek wikkelen of met een doek
afdekken, of in een besloten, te krappe ruimte leggen. Doet u dat wel, dan kan de compacte netadapter te
heet worden of de plastic behuizing vervormd raken, waardoor u mogelijk bloot komt te staan aan
elektrische schokken of brand kan optreden.
Het identificatieplaatje CA-590E bevindt zich aan de onderzijde.
De camcorder kan beschadigd raken als een ander apparaat dan de compacte netadapter CA-590E
wordt gebruikt.
Alleen Europese Unie (en EER).
Dit symbool geeft aan dat dit product in overeenstemming met de AEEA-richtlijn (2002/96/EG) en
de nationale wetgeving niet mag worden afgevoerd met het huishoudelijk afval. Dit product moet
worden ingeleverd bij een aangewezen, geautoriseerd inzamelpunt, bijvoorbeeld wanneer u een
nieuw gelijksoortig product aanschaft, of bij een geautoriseerd inzamelpunt voor hergebruik van
elektrische en elektronische apparatuur (EEA). Een onjuiste afvoer van dit type afval kan leiden tot negatieve
effecten op het milieu en de volksgezondheid als gevolg van potentieel gevaarlijke stoffen die veel voorkomen in
elektrische en elektronische apparatuur (EEA). Bovendien werkt u door een juiste afvoer van dit product mee aan
het effectieve gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Voor meer informatie over waar u uw afgedankte apparatuur
kunt inleveren voor recycling kunt u contact opnemen met het gemeentehuis in uw woonplaats, de reinigingsdienst,
of het afvalverwerkingsbedrijf. U kunt ook het schema voor de afvoer van afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur (AEEA) raadplegen. Ga voor meer informatie over het inzamelen en recyclen van afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur naar
www.canon-europe.com/environment
.
(EER: Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
4
Inhoudsopgave
Inleiding ________________________________
8 Wat u moet weten over deze handleiding
9 Kennismaking met de camcorder
9 Bijgeleverde accessoires
10 Overzicht van bedieningselementen
13 Schermgegevens
Voorbereidingen __________________________
15 Beginnen
15 De accu opladen
17 De ondersteuningsbatterij installeren
17 De draadloze afstandsbediening voorbereiden ( alleen)
en accessoires voorbereiden
19 Basisbediening van de camcorder
19 Bedieningsstanden
19 Joystick en joystickaanduiding
20 Gebruik van de menu’s
22 Eerste instellingen
22 De taal wijzigen
22 De tijdzone wijzigen
23 De datum en tijd instellen
23 Voorbereidingen voordat u begint met opnemen
23 De lensafdekking openen en het LCD-scherm instellen
25 Een band plaatsen en verwijderen
5
Inhoudsopgave
NL
Video ____________________________________
26 Elementaire opnamefuncties
26 Video opnemen
28 Zoomen: Optische, Geavanceerde en Digitale zoom
30 Snelstartfunctie
31 De laatst opgenomen scène bekijken
31 Elementaire afspeelfuncties
31 Video afspelen
33 Terugkeren naar een eerder gemarkeerde positie
33 Het begin van een opnamedatum lokaliseren
34 Het einde van de laatste scène lokaliseren
34 Schermgegevens (datacodering)
35 Geavanceerde functies
35 : Speciale scènes
37 Flexibel Opnemen: De sluitertijd wijzigen
38 LCD-videolamp
38 Zelfontspanner
39 Audio-opnamestand
40 Audio-afspeelstanden
41 Handmatige scherpstelling
42 Handmatige instelling van de belichting
42 Witbalans
43 Beeldeffecten
44 Digitale effecten
6
Externe aansluitingen ______________________
46 Aansluiting op een TV of videorecorder
47 Aansluitschema's
48 Afspelen op een TV-scherm
48 Uw opnamen kopiëren naar een externe videorecorder
49 Audio toevoegen
51 De camcorder aansluiten op een computer
51 PC-aansluitschema
52 Video-opnamen kopiëren
7
Inhoudsopgave
NL
Aanvullende informatie ______________________
53 Bijlage: Menu-opties - Overzicht
53 Menu FUNC.
54 Instellingsmenu’s
54 Instelling camera (geavanceerde zoom,
beeldstabilisator, etc.)
55 Instelling video (opnamemodus, TV-type, etc.)
55 Instelling audio (audiostand, windscherm, etc.)
56 Instelling display (LCD-helderheid, taal, etc.)
57 Instelling systeem (pieptoon, stroombesparing, etc.)
58 DATE/TIME SETUP-Datum/tijd instellen
59 Problemen?
59 Problemen oplossen
61 Overzicht van berichten (in alfabetische volgorde)
63 Wat u wel en niet moet doen
63 Hoe u de camcorder moet behandelen
65 Voeding/overig
67 Gebruik van de camcorder in het buitenland
68 Algemene informatie
68 Systeemschema (Beschikbaarheid verschilt van gebied
tot gebied)
69 Optionele accessoires
72 Specificaties
75 Index
Inleiding
8
NL
Bedankt dat u hebt gekozen voor de Canon MD235/MD216/MD215/MD205. Neem
deze handleiding zorgvuldig door voordat u de camcorder in gebruik neemt en
bewaar de handleiding op een gemakkelijk bereikbare plaats, zodat u deze later altijd
kunt raadplegen. Mocht uw camcorder niet goed werken, raadpleeg dan de tabel
Problemen oplossen ( 59).
Conventies die in deze handleiding worden toegepast
BELANGRIJK: Onder BELANGRIJK in deze handleiding wordt een beschrijving
gegeven van de voorzorgsmaatregelen die betrekking hebben op de bediening van
de camcorder.
OPMERKINGEN: Onder OPMERKINGEN in deze handleiding wordt een
beschrijving gegeven van de overige functies die de basisbediening van de
camcorder complementeren.
WAAR U OP MOET LETTEN: Beperkingen of eisen met betrekking tot de
beschreven functie.
: Paginanummer waarnaar wordt verwezen.
: Informatie die alleen van toepassing is op het model of de modellen die
staan afgebeeld in het pictogram.
“Scherm” heeft betrekking op het LCD-scherm en het zoekerscherm.
De foto’s in deze handleiding zijn gesimuleerde foto’s die zijn gemaakt met een
fotocamera. Afbeeldingen in deze handleiding hebben betrekking op model
, tenzij anders aangegeven.
Wat u moet weten over deze handleiding
De datum en tijd instellen
1
Open het instellingsscherm voor
de datum en tijd.
[ MENU]
[ DATE/TIME SETUP-
DATUM/TIJD INSTELLEN]
[DAT E/ TI ME -D ATU M/ TI JD]
Rondom het eerste veld van de
datum worden knipperende pijlen
weergegeven.
2
Wijzig met ( ) op de joystick elk
veld van de datum en tijd en ga
met ( ) naar het volgende veld.
3
Druk op ( ) om de klok te
starten.
4
Druk op om het menu te
sluiten.
OPMERKINGEN
U kunt ook de datumnotatie wijzigen
( 75).
FUNC.
( 21)
FUNC.
FUNC.
Vierkante haakjes [ ] en hoofdletters worden gebruikt
voor menu-opties zoals die op het scherm worden
weergegeven. In de tabellen in deze handleiding wordt in
vette letters de standaardwaarde weergegeven.
Bijvoorbeeld [ON/AAN], [OFF/UIT]
Toetsen en schakelaars die moeten worden gebruikt
Namen van andere toetsen en schakelaars dan die van
de joystick worden aangeduid binnen een “toets”-
kader.
Bijvoorbeeld .
FUNC.
9
NL
Kennismaking met de camcorder
Bijgeleverde accessoires
Compacte netadapter
CA-590E
(incl. netsnoer)
Accu BP-2L5
Lithiumknoopbatterij
(CR1616)
Stereovideokabel STV-250N
(
incl. ferrietkern)
WL-D85
Wireless Controller
Lithiumknoopbatterij
(CR2025) voor draadloze
afstandsbediening
Inleiding
10
NL
Namen van andere toetsen en schakelaars dan
die van de joystick worden aangeduid binnen
een toets-kader (bijvoorbeeld ).
Overzicht van bedieningselementen
Aanzicht linkerzijde
Vooraanzicht
Aanzicht rechterzijde
Lensafdekkingsschakelaar ( 26, )
( open, gesloten)
Aansluitpunt DV ( 47, 51)
Aansluitpunt MIC (microfoon) ( 39)
Aansluitpunt AV ( 47)
Indicator CHARGE/Opladen ( 15)
Luidspreker
Programmakeuzeschakelaar ( 27)
Gemakkelijk opnemen
Opnameprogramma's
Handgreepriem ( 18)
Bevestigingspunt riem
( 71)
Vergrendelingsknop
-schakelaar (aan/uit) ( 19)
Stereomicrofoon
FUNC.
11
NL
Namen van andere toetsen en schakelaars dan
die van de joystick worden aangeduid binnen
een toets-kader (bijvoorbeeld ).
Achteraanzicht
Bovenaanzicht
Onderaanzicht
Joystick ( 19)
FUNC.-toets ( 20, 53)
D.EFFECTS-toets (digitale effecten)
( 44)
Sensor voor afstandsbediening
( 18)
Zoeker ( 28)
Oogcorrectieregelaar ( 28)
QUICK START-toets (snel starten) ( 30)
Start/stop-toets ( 26)
Aansluitpunt DC IN ( 15)
Batterijvak ( 17)
Serienummer/
Aansluitpunt accu ( 15)
LCD-scherm ( 23)
Cassettecompartiment
( 25)
Afdekking cassettecompartiment
( 25)
Zoomregelaar ( 28)
OPEN/EJECT -schakelaar (openen/
uitwerpen)
( 25)
Aansluitpunt statief
( 18)
BATT. schakelaar (ontgrendeling accu)
( 15)
FUNC.
Inleiding
12
Draadloze afstandsbediening WL-D85
* Met dit model kunt u geen foto's
maken of weergeven. Deze toetsen kunt u
negeren.
WIRELESS CONTROLLER WL
-
D85
START/
STOP
PHOTO
ZOOM
CARD
DATE SEARCH
REW
PLAY
FF
STOP
PAUSE
SLOW
AUDIO DUB.
ZERO SET
MEMORY
TV SCREEN
Start/stop-toets ( 26)
CARD –/+ buttons*
DATE SEARCH / -toetsen (datum
zoeken) ( 33)
REW -toets (terugspoelen) ( 31)
-toets ( 31)
PAUSE -toets (pauzeren) ( 31)
SLOW -toets (slow motion) ( 31)
AUDIO DUB.-toets (audio toevoegen)
( 49)
ZERO SET MEMORY-toets
(nulstelgeheugen) ( 33)
PHOTO button (foto maken)*
Zoomtoetsen ( 28)
PLAY -toets (afspelen) ( 31)
FF -toets (vooruitspoelen) ( 31)
STOP -toets (stoppen) ( 31)
-toets ( 31)
-toets ( 31)
TV SCREEN-toets (tv-scherm) ( 57)
13
NL
Schermgegevens
Films opnemen
Zoom ( 28), Belichting ( 42)
Opnameprogramma ( 35)
Witbalans ( 42)
Beeldeffect ( 43)
LCD-videolamp ( 38)
Digitale effecten ( 44)
Condenswaarschuwing ( 66)
Sluitertijd ( 37)
Zelfontspanner ( 38)
Films afspelen
Handmatige belichting ( 42)
Handmatige scherpstelling ( 41)
Beeldstabilisator ( 54)
Opnamemodus ( 55)
Bandbediening ( 14)
Tijdcode (uren : minuten : seconden)
Resterende duur van de band ( 14)
Resterende accucapaciteit ( 14)
Windscherm uitgeschakeld ( 56)
Audio-opnamestand ( 39)
Sensor voor afstandsbediening
uitgeschakeld ( 57)
Batterijwaarschuwing ( 17)
Horizontaalmarkering ( 57)
Opnamemodus ( 14)
Bedieningsstand ( 19)
Audioweergavestand ( 40)
Luidsprekervolume ( 32)
Zoekfunctiedisplay
END SEARCH (einde zoeken) ( 34)/
DATE SEARCH
(datum zoeken ( 33)
Afspeelduur
(uren : minuten : seconden : beeldjes)
Joystickaanduiding ( 19)
Datacodering ( 34)
Inleiding
14
Bandbediening
Onthoud dat sommige afspeel- en zoekstanden
alleen kunnen worden gebruikt met de draadloze
afstandsbediening (wordt niet bij alle modellen
geleverd).
Opnemen, Opnamepauze,
Stoppen Uitwerpen,
Vooruitspoelen, Terugspoelen,
Afspelen, Afspeelpauze,
Pauze bij achteruit afspelen,
x1 Afspelen (normale snelheid),
x1 Achteruit afspelen (normale snelheid),
x2 Afspelen (dubbele snelheid),
x2 Achteruit afspelen (dubbele snelheid),
Snel vooruit afspelen,
Snel achteruit afspelen,
In slow motion afspelen,
In slow motion achteruit afspelen,
Beeldje voor beeldje afspelen,
Beeldje voor beeldje achteruit afspelen,
/ Datum zoeken ( 33),
/ Nulstelgeheugen ( 33)
Resterende duur van de band
Geeft in minuten de resterende duur van de band
aan. Tijdens het opnemen wordt op het display
weergegeven. Op het display wordt
END/Einde” weergegeven als de band het
eind bereikt.
• De resterende duur van de band wordt mogelijk
niet weergegeven als deze minder dan
15 seconden is.
• Afhankelijk van het type band wordt de
resterende duur van de band mogelijk niet
correct weergegeven. In ieder geval kunt u op de
band het aantal minuten opnemen dat staat
aangegeven op het label van de cassette
(bijvoorbeeld 85 minuten).
Resterende accucapaciteit
• Vervang de accu door een volledig opgeladen
accu als “ ” in rood begint te knipperen.
Als u een lege accu aansluit, wordt de camcorder
mogelijk uitgeschakeld zonder dat het pictogram
wordt weergegeven.
• Mogelijk wordt de resterende accucapaciteit niet
nauwkeurig aangegeven. Dit hangt af van de
omstandigheden waaronder de camcorder en
accu worden gebruikt.
Opnameherinnering
De camcorder telt van 1 tot 10 seconden wanneer u
begint op te nemen. Dit komt van pas om scènes te
vermijden die te kort zijn.
15
NL
Voorbereidingen
In dit hoofdstuk volgt een beschrijving van de elementaire
bedieningshandelingen, zoals het navigeren door menu's, en de
instellingen die u de eerste keer moet verrichten. Zo raakt u snel
vertrouwd met uw camcorder.
Beginnen
De accu opladen
De camcorder kan van stroom worden
voorzien met een accu of rechtstreeks
met de compacte netadapter. Laad de
accu vóór gebruik op.
Raadpleeg de tabellen op pagina 70
voor meer informatie over de geschatte
oplaadduur, en opname- en
afspeelduur met een volle accu.
1 Zet de camcorder uit.
2 Plaats de accu in de camcorder.
Druk de accu voorzichtig in het
aansluitpunt en schuif deze naar
boven totdat de accu vast klikt.
3 Sluit het netsnoer aan op de
compacte netadapter.
4 Steek de stekker van het netsnoer
in een stopcontact.
5 Sluit de compacte netadapter aan
op het aansluitpunt DC-IN van de
camcorder.
De indicator CHARGE gaat
knipperen. De indicator blijft
branden als de accu is opgeladen.
De compacte netadapter kunt u
ook gebruiken zonder dat er in de
camcorder een accu is geplaatst.
Beginnen
Verwijder de afdekplaat
van de accu voordat u de
accu plaatst
BATT.-schakelaar
(ontgrendelingsschakelaar
accu)
Indicator CHARGE/
Opladen
Aansluitpunt
DC-IN
Voorbereidingen
16
Zelfs wanneer een accu is
aangesloten zal de stroom hiervan
niet worden verbruikt als u gebruik
maakt van de compacte
netadapter.
1 Haal de compacte netadapter uit
de camcorder.
2 Haal het netsnoer uit het
stopcontact en de compacte
netadapter.
Druk op om de accu te
ontgrendelen. Schuif de accu omlaag
en trek de accu vervolgens naar
buiten.
BELANGRIJK
Tijdens gebruik kan de compacte
netadapter enig lawaai produceren. Dit
is normaal en duidt niet op een storing.
Het verdient aanbeveling om de accu op
te laden bij temperaturen tussen 10 en
30 graden Celsius. U kunt de accu niet
opladen als de temperatuur lager is dan
0 graden Celsius of hoger dan
40 graden Celsius.
Sluit op het aansluitpunt DC-IN van de
camcorder of op de compacte
netadapter geen elektrische apparatuur
aan die niet uitdrukkelijk is aanbevolen
voor gebruik met deze camcorder.
Sluit de bijgeleverde compacte
netadapter niet aan op
spanningsomzetters bij reizen naar
andere continenten of op speciale
stroombronnen zoals die in vliegtuigen
en schepen, DC-AC-omzetters, etc.
Hiermee voorkomt u dat het apparaat
uitvalt of te heet wordt.
OPMERKINGEN
De indicator CHARGE/Opladen geeft
ook bij benadering aan in hoeverre de
accu nog opgeladen is.
Brandt voortdurend
: Accu is volledig
opgeladen.
Knippert met een tussenpoos van
1 seconde telkens tweemaal snel: Accu
ten minste voor 50% opgeladen. Als de
indicator snel knippert, maar niet exact
in dit patroon, raadpleeg dan Problemen
oplossen ( 59).
Knippert met een tussenpoos van
1 seconde telkens éénmaal: Resterende
accucapaciteit is minder dan 50%.
Wij raden u aan twee- tot driemaal
zoveel opgeladen accu’s bij de hand te
houden dan u nodig denkt te hebben.
ZODRA DE ACCU VOLLEDIG OPGELADEN IS
DE ACCU VERWIJDEREN
BATT.
17
NL
De ondersteuningsbatterij installeren
Met de ondersteuningsbatterij
(lithiumknoopbatterij CR1616) kan de
camcorder de datum, tijd (
23) en
andere camcorderinstellingen onthouden
als de stroombron niet aangesloten is.
Sluit op de camcorder een stroombron
aan als u de ondersteuningsbatterij
vervangt. Anders verliest u de instellingen.
1 Als een accu aangesloten is,
verwijder deze dan eerst.
2 Open de afdekking van de
ondersteuningsbatterij.
3 Plaats de ondersteuningsbatterij
in de camcorder met de
pluszijde (+) naar buiten gericht.
4 Sluit de afdekking.
OPMERKINGEN
De levensduur van de
ondersteuningsbatterij is circa één jaar.
Op het display knippert in rood als de
lithiumknoopbatterij niet aanwezig is of
moet worden vervangen.
De draadloze afstandsbediening
voorbereiden (
alleen) en
accessoires voorbereiden
Plaats eerst de bijgeleverde
lithiumknoopbatterij CR2025 in de
draadloze afstandsbediening.
1 Druk het lipje in de richting van de
pijl en trek de batterijhouder naar
buiten.
2 Plaats de lithiumknoopbatterij
zodanig dat de pluszijde (+) naar
boven is gericht.
3 Plaats de batterijhouder terug.
Lipje
Voorbereidingen
18
Richt de draadloze
afstandsbediening op de sensor van
de camcorder als u op de toetsen
van de afstandsbediening drukt.
U kunt het LCD-paneel 180 graden
draaien om de draadloze
afstandsbediening te gebruiken naar de
voorzijde van de camcorder.
OPMERKINGEN
De draadloze afstandsbediening werkt
mogelijk niet goed als de sensor
blootstaat aan fel licht of direct zonlicht.
Als de draadloze afstandsbediening niet
werkt, controleer dan of [WL.REMOTE/
AFSTANDSBEDIENING] niet ingesteld is
op [ OFF /UIT] ( 57). Vervang
anders de batterij.
Accessoires
Maak de handgreepriem vast.
Stel de handgreepriem zo af dat u met
uw wijsvinger de zoomregelaar en met
uw duim de toets kunt
bereiken.
Laat de zoeker niet
blootgesteld staan aan
direct zonlicht, omdat de
lens (vanwege de hoge
lichtconcentratie) anders
kan inbranden. Gebruik
geen statieven met
montageschroeven die langer zijn dan
5,5 mm. Als u dat wel doet, kan de
camcorder beschadigd raken.
GEBRUIK VAN DE DRAADLOZE
AFSTANDSBEDIENING
ALS U DE CAMCORDER OP EEN STATIEF
MONTEERT
Start/Stop
19
NL
Basisbediening van de camcorder
Bedieningsstanden
De bedieningsstand van de camcorder
wordt bepaald door de stand van de
-schakelaar. In deze handleiding
wordt met aangegeven dat een
functie beschikbaar is in de getoonde
bedieningsstand en wordt met
aangegeven dat de functie niet
beschikbaar is. Als geen
bedieningsstandsymbolen worden
getoond, dan is de functie in beide
bedieningsstanden beschikbaar.
Joystick en joystickaanduiding
Gebruik de joystick om de menu's van
de camcorder te gebruiken.
De joystick kunt u ook gebruiken in
combinatie met de joystickaanduiding
om extra functies te selecteren.
Druk op ( ) om de joystickaanduiding
weer te geven of te verbergen
(tijdens het opnemen verschijnt de
joystickaanduiding alleen als de
programmakeuzeschakelaar op
staat). Het hangt van de
bedieningsstand af welke functies op
de joystickaanduiding worden
weergegeven.
Bedieningsstand
-
schakelaar
Weergegeven
pictogram
Functie
Films opnemen
26
Films afspelen
31
Basisbediening van de
camcorder
Druk op de joystick zelf ( ) om de
instellingen op te slaan of een actie te
bevestigen. Op menuschermen wordt dit
aangegeven met het pictogram .
Druk de joystick omhoog, omlaag, naar
links of rechts ( , ) om een item
te selecteren of instellingen te wijzigen.
Voorbereidingen
20
Gebruik van de menu’s
Veel camcorderfuncties kunnen worden
ingesteld met de menu’s die u kunt
openen door de toets FUNC. ( ) in
te drukken.
Raadpleeg de bijlage Menu-opties -
Overzicht ( 53) voor bijzonderheden
over de beschikbare menu-opties en
instellingen.
Een optie selecteren in het menu FUNC.
1 Druk op .
2 Selecteer in de linkerkolom met
( ) het pictogram van de functie
die u wilt wijzigen.
Niet-beschikbare menu-onderdelen
worden gedimd weergegeven.
3 Kies uit de beschikbare opties in
de balk aan de onderzijde met
de gewenste instelling.
De geselecteerde optie wordt
geaccentueerd in een lichtblauwe
kleur. Niet-beschikbare menu-
onderdelen worden gedimd
weergegeven.
Bij sommige instellingen moet u
verdere keuzes maken en/of op
drukken. Volg de extra
bedieningsaanduidingen die op het
scherm verschijnen (zoals het
joystickpictogram , kleine pijlen,
etc.).
4 Druk op om de instellingen
op te slaan en het menu te sluiten.
U kunt op elk moment op
drukken om het menu te sluiten.
Een optie selecteren in de
instellingsmenu's
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
21
NL
1 Druk op .
2 Selecteer met ( ) het pictogram
en druk op ( ) om de
instellingsmenu's te openen.
3 Selecteer in de linkerkolom met
( ) het gewenste menu en druk
op ( ).
Dit titel van het geselecteerde menu
verschijnt aan de bovenzijde van het
scherm en daaronder ziet u de lijst
met opties.
4 Selecteer met ( ) de optie die u
wilt wijzigen en druk op ( ).
Een oranje kader geeft aan welk
menu-onderdeel is geselecteerd.
Niet-beschikbare menu-
onderdelen worden gedimd
weergegeven.
Selecteer met ( ) de optie
[ RETURN/TERUG] en druk op
( ) als u terug wilt keren naar het
menuselectiescherm.
5 Selecteer met ( ) de gewenste
instelling en druk op ( ) om de
instelling op te slaan.
6 Druk op .
U kunt op elk moment op
drukken om het menu te sluiten.
OPMERKINGEN
In plaats van stap 1 en 2 uit te voeren,
kunt u ook langer dan 1 seconde
ingedrukt houden om het scherm van de
instellingsmenu's direct te openen.
Inkorten van menuselecties in deze
handleiding
In deze handleiding wordt de pijl
gebruikt om menuselecties in te korten.
Hieronder ziet u ter illustratie hoe een
instelling wordt gewijzigd met de
instellingsmenu's.
[ MENU]
[ DISPLAY SETUP/ -
INSTELLING DISPLAY]
[LANGUAGE/TAAL]
Gewenste taal
Voor selecties in het menu FUNC. toont
de ingekorte vorm altijd de
aanvankelijke standaardwaarde. In de
opnamestand wordt het pictogram van
de standaardwaarde weergegeven in
de linkerkolom als u voor het eerst het
menu opent. Als u de instelling eerder
had gewijzigd, verschijnt in plaats
hiervan echter het betreffende
pictogram.
[ IMAGE EFFECT OFF/
BEELDEFFECT UIT]
Gewenste beeldeffect
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
Voorbereidingen
22
Eers te inst ellingen
De taal wijzigen
De taal voor de schermgegevens en
menu's kunt u wijzigen. Welke talen
beschikbaar zijn, hangt van het land
waar u de camcorder hebt gekocht.
Standaardwaarde
[ MENU]
[ DISPLAY SETUP/ -
INSTELLING DISPLAY]
[LANGUAGE/TAAL]
Gewenste taal
OPMERKINGEN
Als u de taal per abuis hebt gewijzigd,
volg dan de markering naast het
menu-onderdeel om de instelling te
wijzigen.
Het symbool dat in sommige
menuschermen wordt weergegeven,
heeft betrekking op de naam van de
toets op de camcorder en verandert
niet, ongeacht de taal die is
geselecteerd.
De tijdzone wijzigen
Stem de tijdzone af op uw locatie.
De standaardinstelling is Paris of
Singapore, afhankelijk van het land
waar u de camcorder hebt gekocht.
[ MENU]
[ DATE/TIME SETUP-
INSTELLING DATUM/TIJD]
[T.ZONE/DST-TIJDZONE/
ZOMERTIJD]
Gewenste tijdzone*
* Als u de tijd wilt aanpassen aan de
zomertijd, selecteer dan de tijdzone met de
markering naast het gebied.
Tijdzones van de wereld
Zodra u de tijdzone, datum en tijd hebt
ingesteld, hoeft u de klok niet iedere
keer opnieuw in te stellen als u naar een
andere tijdzone reist. Selecteer in dat
geval de tijdzone die overeenkomt met
de plaatselijke tijd op uw bestemming,
waarna op het scherm de betreffende
datum en tijd worden weergegeven.
Eerste instellingen
FUNC.
( 20)
Taalset A
Tsjechisch, Duits, Grieks, Engels
, Spaans,
Frans, Italiaans, Hongaars, Pools, Roemeens,
Turks, Russisch, Oekraïens, Arabisch en
Perzisch.
Taalset B
Engels
, Maleisisch, Vereenvoudigd Chinees,
Traditioneel Chinees en Thai.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
( 20)
FUNC.
FUNC.
23
NL
De datum en tijd instellen
1 Open het instellingsscherm voor
de datum en tijd.
[ MENU]
[ DATE/TIME SETUP-
DATUM/TIJD INSTELLEN]
[DATE/TIME-DATUM/TIJD]
Rondom het eerste veld van de
datum worden knipperende pijlen
weergegeven.
2 Wijzig met ( ) op de joystick elk
veld van de datum en tijd en ga
met ( ) naar het volgende veld.
3 Druk op ( ) om de klok te
starten.
4 Druk op om het menu te
sluiten.
OPMERKINGEN
U kunt ook de datumnotatie wijzigen
( 58).
Voorbereidingen voordat u be gint met opne men
De lensafdekking openen en het LCD-
scherm instellen
Open de lensafdekking voordat u met
opnemen begint.
Schuif de lensafdekkingsschakelaar
omlaag naar om de lensafdekking
te openen.
Het LCD-paneel draaien
Open het LCD-paneel tot een hoek
van 90 graden.
U kunt het paneel 90 graden naar
beneden draaien.
U kunt het paneel 180 graden naar de
lens draaien (zodat het onderwerp het
LCD-scherm kan bekijken terwijl u de
zoeker gebruikt). Alleen op die wijze
kunt u de zoeker en het LCD-scherm
FUNC.
( 20)
FUNC.
FUNC.
Voorbereidingen voordat u
begint met opnemen
180°
90°
Voorbereidingen
24
tegelijkertijd gebruiken. Het 180 graden
draaien van het LCD-paneel kan handig
zijn in de volgende gevallen:
Als u uzelf in beeld wilt nemen als u
opneemt met de zelfontspanner.
Als u de camcorder wilt
bedienen met de draadloze
afstandsbediening naar de voorzijde
van de camcorder gericht.
OPMERKINGEN
Over het LCD- en zoekerscherm: De schermen
zijn gefabriceerd met uiterst verfijnde
technieken. Meer dan 99,99 % van de
pixels functioneert correct. Minder dan
0,01 % van de pixels kan af en toe
mislukken of wordt weergegeven als
zwarte, rode, blauwe of groene punten.
Dit heeft geen invloed op het opgenomen
beeld en betekent niet dat er problemen
zijn.
LCD-achtergrondverlichting
U kunt de helderheid van het LCD-
scherm instellen op normaal of helder.
[ MENU]
[ DISPLAY SETUP/ -
INSTELLING DISPLAY]
[BACKLIGHT/
ACHTERGRONDVERLICHTING]
Gewenste optie
OPMERKINGEN
Deze instelling heeft geen invloed op de
helderheid van de opname of het
zoekerscherm.
Gebruik van de instelling [BRIGHT/
HELDER] bekort de effectieve
gebruiksduur van de accu.
Het onderwerp kan het
LCD-scherm bekijken
FUNC.
( 20)
FUNC.
FUNC.
25
NL
Een band plaatsen en verwijderen
Gebruik alleen videocassettes met het
logo .
1 Schuif volledig in de
richting van de pijl en open de
afdekking van het
cassettecompartiment.
Het cassettecompartiment wordt
automatisch geopend.
2 Plaats de cassette.
• Plaats de cassette met het venster
naar de handgreepriem gericht.
• Een cassette verwijdert u door deze
er recht uit te trekken.
3 Druk op de markering op het
cassettecompartiment totdat u
een klik hoort.
4 Wacht totdat het
cassettecompartiment zich
automatisch intrekt en sluit de
afdekking van het
cassettecompartiment.
BELANGRIJK
Blijf met uw vingers uit de buurt van het
cassettecompartiment terwijl dit wordt
geopend of gesloten, en sluit de
afdekking niet voordat het
cassettecompartiment zich volledig
heeft ingetrokken.
Let erop dat uw vingers niet bekneld
raken in de afdekking van het
cassettecompartiment.
OPMERKINGEN
Zelfs als de -schakelaar op
staat, kunt u ook cassettes plaatsen of
verwijderen, mits de camcorder
aangesloten is op een stroombron.
OPEN/EJECT
26
Video
Dit hoofdstuk beschrijft de functies die betrekking hebben op het
opnemen en afspelen van films – van elementaire opname- en
zoomfuncties tot handmatige beeldinstellingen die geavanceerder zijn.
Elementaire opnamefuncties
Video opnemen
1 Schuif de
lensafdekkingsschakelaar omlaag
naar om de lensafdekking te
openen.
2 Zet, terwijl u de
vergrendelingsknop ingedrukt
houdt, de -schakelaar op
CAMERA.
3 Druk op om met
opnemen te beginnen.
Druk nogmaals op als u een
pauze wilt inlassen.
1 Sluit de lensafdekking en het LCD-
paneel.
2 Zet de camcorder uit.
3 Verwijder de band.
4 Ontkoppel de compacte
netadapter en verwijder de accu.
Elementaire opnamefuncties
Voordat u met opnemen begint
Als u wilt controleren of de camcorder
juist opneemt, dan kunt u beter eerst
een testopname maken. Reinig de
videokoppen als dat nodig is ( 2).
( 19)
NADAT U KLAAR BENT MET OPNEMEN
Start/Stop
Start/Stop
27
NL
BELANGRIJK
Probeer bij het opnemen van films een kalm,
stabiel beeld te krijgen.
Als u tijdens het opnemen de camcorder
te veel beweegt en vaak snel zoomt en
panoramisch filmt, kan dit tot onrustige
scènes leiden. In extreme gevallen kan het
afspelen van dergelijke scènes tot gevolg
hebben dat door de visuele waarneming
bij uzelf bewegingsziekte wordt
veroorzaakt. Als een dergelijke reactie
optreedt, stop dan onmiddellijk met
afspelen en wacht een tijdje voordat u het
opnemen hervat.
OPMERKINGEN
Over de opnameduur
: Door de opnamemodus
te wijzigen, kunt u de videokwaliteit en
hierdoor ook de beschikbare opnameduur
wijzigen ( 55).
Oudere opnamen die u met nieuwe
opnamen hebt overschreven, kunt u niet
meer terughalen. Zoek eerst het einde van
de laatste opname voordat u begint met
opnemen ( 34).
De camcorder wordt automatisch in de
stopstand ( ) gezet als u deze 4 minuten
en 30 seconden in de opnamepauzestand
( ) laat staan. Dit wordt gedaan om de
band en videokoppen te beschermen.
Druk op als u het opnemen wilt
hervatten.
Over de stroombesparingsstand:
Bij gebruik
van de accu schakelt de camcorder
zichzelf automatisch uit als er vijf minuten
lang geen bedieningshandelingen zijn
verricht. Dit wordt gedaan om stroom te
besparen ( 58). Als u de stroomtoevoer
wilt herstellen, zet de camcorder dan uit
en weer aan.
Als u opnamen maakt op plaatsen met
veel lawaai (zoals vuurwerkshows of
concerten), kan het geluid vervormd raken
of wordt het niet opgenomen op het
feitelijke niveau). Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
Over de programmakeuzeschakelaar en de opnameprogramma's
Zet de programmakeuzeschakelaar op als
u de camcorder alle instellingen voor u wilt laten
regelen. Het is dan alleen nog maar een kwestie
van de camcorder op het onderwerp richten en
beginnen met opnemen.
Zet de programmakeuzeschakelaar op als u een van de
opnameprogramma's wilt selecteren.
De speciale scènes ( 35) bieden een gemakkelijke mogelijkheid om
voor specifieke opnameomstandigheden de optimale instellingen te
selecteren. Maar u kunt ook gebruik maken van het opnameprogramma
[ PROGRAM AE/AE-PROGRAMMA] ( 37). Dit programma geeft u
de mogelijkheid zelf de door u gewenste sluitertijd in te stellen en de flexibiliteit om
andere instellingen te wijzigen.
Start/Stop
Video
28
Zoomen: Optische, Geavanceerde en
Digitale zoom
De camcorder biedt drie zoomfuncties:
optische, geavanceerde en digitale
zoom. U kunt ook de zoomsnelheid
wijzigen.
Het zoomtype wijzigen
Opties
Standaardwaarde
Gebruik van de zoeker
Als u opnamen maakt op heldere
plaatsen, kan het moeilijk zijn gebruik
te maken van het LCD-scherm.
Wijzig in een dergelijk geval de
helderheid van het LCD-scherm
( 24, 57) of gebruik in plaats
hiervan de zoeker. Houd het LCD-
paneel gesloten om de zoeker te
gebruiken*.
Stel de zoeker, indien nodig, af met
de oogcorrectieregelaar.
* Het LCD-scherm en de zoeker kunt u
alleen tegelijkertijd gebruiken wanneer
het LCD-paneel 180 graden naar het
onderwerp is gedraaid ( 23).
( 19)
[OPTICAL] (37x, 32x)
Het zoombereik is beperkt tot de optische
vergrotingsverhouding van de lens.
[ADVANCED/GEAVANCEERD]
(Geavanceerde
zoom)
In aanvulling op het optische zoombereik wordt
door de camcorder het beeld digitaal verwerkt
om een groter zoombereik te verkrijgen zonder
dat de beeldkwaliteit verslechtert. Bij het
opnemen van films met een hoogte/
breedteverhouding van 16:9 verandert het
gezichtsveld (de beeldhoek). Raadpleeg de tabel
onder OPMERKINGEN.
[DIGITAL/DIGITAAL] (2000x)
Als u deze optie selecteert, schakelt de
camcorder over op digitale zoom (lichtblauw
gebied op de zoomindicator) als u verder inzoomt
dan het optische zoombereik (wit gebied op de
zoomindicator). Met de digitale zoom wordt het
beeld digitaal verwerkt. De beeldkwaliteit zal
daarom verslechteren naarmate u meer inzoomt.
FUNC.
( 20)
29
NL
[ MENU]
[ CAMERA SETUP/
INSTELLING CAMERA]
[ZOOM TYPE/ZOOMTYPE]
Gewenste optie
OPMERKINGEN
Het zoombereik van de geavanceerde
zoom verandert al naargelang de hoogte/
breedteverhouding van de scène
( 54)
.
• De
geavanceerde zoom kan niet worden
geselecteerd als [WIDESCREEN/
BREEDBEELD] op [ OFF/UIT] staat.
De zoomsnelheid selecteren
Opties
Standaardwaarde
[ MENU]
[ CAMERA SETUP/
INSTELLING CAMERA]
[ZOOM SPEED/
ZOOMSNELHEID]
Gewenste optie
OPMERKINGEN
De snelste zoomsnelheid kunt u bereiken
met de optie [ VARIABLE/VARIABEL].
Gebruik van de zoom
Verplaats de zoomregelaar naar W
om uit te zoomen (groothoek).
Verplaats de zoomregelaar naar T
om in te zoomen (telefoto).
OPMERKINGEN
Houd tot het onderwerp een afstand van
ten minste 1 meter aan. Bij maximale
[WIDESCREEN/BREEDBEELD] ingesteld op
[ ON/AAN] (16:9)
45x*, 41x**,
36x**
*
De beeldhoek is breder bij zowel maximale
telefoto als maximale groothoek.
** De beeldhoek is groter bij maximale
groothoek
.
[WIDESCREEN/BREEDBEELD] ingesteld op
[ OFF/UIT] (4:3)
46x,
Niet beschikbaar
( 19)
[ VARIABLE/VARIABEL]
De variabele zoomsnelheid hangt af van de wijze
waarop u de zoomregelaar bedient: Druk zachtjes voor
een langzamere zoom; druk harder voor een snellere
zoom. Bij keuze van deze optie is de zoomsnelheid in de
opnamepauzestand sneller.
FUNC.
FUNC.
[ SPEED 1/SNELHEID 1], [ SPEED 2/
SNELHEID 2], [ SPEED 3/SNELHEID 3]
Constante zoomsnelheden. [ SPEED 3/
SNELHEID 3] is de snelste en [ SPEED 1/
SNELHEID 1] is de langzaamste.
FUNC.
( 20)
FUNC.
FUNC.
W
Uitzoomen
Inzoomen
T
Video
30
groothoek kunt u tot op niet minder dan
1 cm op een onderwerp scherp stellen.
U kunt ook de toetsen T en W
op de draadloze afstandsbediening
gebruiken. De zoomsnelheid met
gebruik van de draadloze
afstandsbediening is dezelfde als bij
gebruik van de toetsen op de
camcorder of staat vast op
[
SPEED 3/SNELHEID 3] (wanneer
[ VARIABLE/VARIABEL] is
geselecteerd).
Snelstartfunctie
Als u op drukt, komt de
camcorder in de standby-stand .
In de standby-stand verbruikt de
camcorder slechts de helft van de
stroom die wordt gebruikt voor het
maken van opnamen, waardoor u bij
gebruik van een accu bespaart op
stroom. Als u nogmaals op
drukt, is de camcorder
bovendien binnen circa 1 seconde
gereed voor het maken van opnamen,
zodat u dus geen belangrijke
opnamemogelijkheden hoeft te missen.
1 Druk stevig in.
Het standby-lampje knippert eerst
terwijl de camcorder bezig is met
voorbereidingen en blijft vervolgens
branden als de camcorder in de
standby-stand komt.
2 Als u het opnemen wilt hervatten,
drukt u nogmaals op
.
Binnen circa 1 seconde is de
camcorder gereed om opnamen te
maken.
OPMERKINGEN
Als u de camcorder vanuit de standby-
stand activeert, worden de hieronder
genoemde instellingen automatisch
gewijzigd:
- De handmatige scherpstelling keert
terug naar automatische
scherpstelling (AF).
- De handmatige belichting keert terug
naar automatische belichting.
- De zoomstand keert terug naar
maximale groothoek W.
De camcorder wordt uitgeschakeld als u
deze 10 minuten lang in de standby-
stand laat staan, ongeacht de instelling
van [POWER SAVE/
STROOMBESPARING] ( 58). Als u na
deze uitschakeling van de camcorder de
stroomtoevoer wilt herstellen, zet de
camcorder dan uit en weer aan.
De camcorder kunt u vanuit de standby-
stand activeren door de afdekking van
het cassettecompartiment te openen
terwijl de camcorder in de standby-
stand staat (standby-lampje brandt).
( 19)
QUICK START
QUICK START
QUICK START
QUICK START
31
NL
De laatst opgenomen scène bekijken
1 Zet de
programmakeuzeschakelaar op
.
2 Indien de joystickaanduiding niet
op het scherm verschijnt, druk dan
op om deze op te roepen.
3 Druk ( ) op de joystick
kortstondig naar en laat de
joystick los.
De camcorder zal een paar
seconden afspelen van de laatst
gemaakte opname en daarna
terugkeren naar de
opnamepauzestand.
Ook kunt u ( ) op de joystick
ingedrukt houden naar of ( )
op de joystick ingedrukt houden
naar om de band af te spelen
(achteruit respectievelijk vooruit)
om het punt te lokaliseren waar u
wilt beginnen met opnemen.
Elementaire afspeelfuncties
Video afspelen
1 Zet, terwijl u de vergrendelingknop
ingedrukt houdt, de -
schakelaar op PLAY.
2 Indien de joystickaanduiding
niet op het scherm verschijnt,
druk dan op om deze op te
roepen.
3 Lokaliseer het punt waar u met
afspelen wilt beginnen.
Druk ( ) op de joystick naar
om de band terug te spoelen of druk
( ) op de joystick naar om de
band vooruit te spoelen.
( 19)
EXP
FOCUS
Elementaire afspeelfuncties
( 19)
Video
32
4 Druk ( ) op de joystick naar /
om met afspelen te beginnen.
5 Druk ( ) op de joystick naar
/ als u tijdens het afspelen
een pauze wilt inlassen.
6 Druk ( ) op de joystick naar
als u met afspelen wilt stoppen.
Tijdens het afspelen van een scène:
[ SPEAKER VOLUME/
LUIDSPREKERVOLUME]
Wijzig met ( ) het volume
Het geluid vanuit de ingebouwde
luidspreker wordt onderdrukt als u
het LCD-paneel sluit of terwijl de
stereovideokabel STV-250N is
aangesloten op het aansluitpunt AV.
Het pictogram verandert in als u
het volume volledig uitschakelt.
OPMERKINGEN
De datum en tijd van de opname kunt u
op het display weergeven ( 34).
De camcorder wordt automatisch in de
stopstand ( ) gezet als u deze
4 minuten en 30 seconden in de
afspeelpauzestand ( ) laat staan.
Dit wordt gedaan om de band en
videokoppen te beschermen. Druk ( )
op de joystick naar / als u het
afspelen weer wilt hervatten.
TIJDENS HET AFSPELEN
HET VOLUME WIJZIGEN
FUNC.
FUNC.
Speciale afspeelstanden
1
De meeste afspeelstanden kunt u alleen gebruiken met de draadloze
afstandsbediening
2
( 12). Tijdens de speciale afspeelstanden is er geen geluid
mogelijk.
1
Tijdens sommige speciale afspeelstanden ziet u in het afspeelbeeld mogelijk vervormingen
(blokken, strepen, etc.).
2
De draadloze afstandsbediening wordt alleen geleverd met de .
Speciale afspeelstanden Aanvangsstand
Bediening met de camcorder
of met de draadloze afstandsbediening
Versneld vooruit afspelen Normaal afspelen : Druk ( ) op de joystick naar of druk
( ) op de joystick naar en houd de
betreffende toets ingedrukt.
: Houd of ingedrukt
Achteruit afspelen Normaal afspelen : Druk op
1 beeldje achteruit/vooruit
afspelen
Afspeelpauze
: Druk op of
Beeldje voor beeldje afspelen Afspeelpauze : Houd
of
ingedrukt
In slow motion afspelen Normaal of achteruit
afspelen
: Druk op
Afspelen met dubbele
snelheid
Normaal of achteruit
afspelen
: Druk op
Terugkeren naar normaal
afspelen
Speciale afspeelstanden : Druk ( ) op de joystick naar
/
.
: Druk op
REW
FF
SLOW
PLAY
33
NL
Terugkeren naar een eerder
gemarkeerde positie
Als u later wilt terugkeren naar een
bepaalde scène, markeer dan het
betreffende punt met het
nulstelgeheugen, en de band zal dan op
dat punt stoppen als u de band vooruit-
of terugspoelt. Deze functie moet
worden uitgevoerd met de draadloze
afstandsbediening.
1 Druk tijdens het opnemen of
afspelen op bij
het punt waarnaar u later wilt
terugkeren.
De tijdcode verandert in
“0:00:00 ”.
Druk nogmaals op
als u het geheugen wilt annuleren.
2 Als u het nulstelgeheugen hebt
gemarkeerd tijdens het opnemen,
zet de camcorder dan in de stand
. Als u het
nulstelgeheugen hebt gemarkeerd
tijdens het afspelen, druk dan op
.
3 Druk op om de nulmarkering
te lokaliseren.
Druk in plaats hiervan op als
de bandteller een negatief getal
toont.
Op het display verschijnt en de
camcorder spoelt de band terug of
vooruit.
De band stopt op of bij de
nulmarkering, verdwijnt en de
juiste tijdcode wordt weer
weergegeven.
OPMERKINGEN
Het nulstelgeheugen werkt mogelijk niet
correct indien er tussen opnamen lege
gedeeltes aanwezig zijn.
Het begin van een opnamedatum
lokaliseren
U kunt de wijziging van een datum/
tijdzone lokaliseren met de
datumzoekfunctie.
Druk op of op de
draadloze afstandsbediening.
Druk meer dan eenmaal op de
betreffende toets om naar verdere
datumwijzigingen te zoeken (tot
10 maal).
Druk op als u wilt stoppen
met zoeken.
OPMERKINGEN
De datumzoekfunctie kan geen
opnamen detecteren die korter zijn dan
1 minuut per datum/tijdzone.
De functie "datum zoeken" werkt
mogelijk niet indien de datacodering niet
juist wordt weergegeven.
( 19)
ZERO SET MEMORY
ZERO SET MEMORY
STOP
( 19)
STOP
Video
34
Het einde van de laatste scène
lokaliseren
Gebruik na het afspelen van een band
deze functie om het eind van de laatst
opgenomen scène te lokaliseren om
vanaf dat punt door te gaan met
opnemen.
WAAR U OP MOET LETTEN
Stop met afspelen voordat u deze
functie gebruikt.
[ END SEARCH/EINDE ZOEKEN]
[EXECUTE/UITVOEREN]
“END SEARCH/Einde zoeken”
verschijnt.
De camcorder spoelt de band terug
of vooruit, speelt de laatste paar
seconden van de opname af en zet
de band stop.
Druk ( ) op de joystick naar als u
de functie "einde zoeken" wilt
stopzetten.
OPMERKINGEN
De functie "einde zoeken" kunt u niet
gebruiken nadat u de cassette hebt
verwijderd.
De functie "einde zoeken" werkt
mogelijk niet correct indien er tussen
opnamen lege gedeeltes aanwezig zijn.
U kunt de functie "einde
zoeken" niet gebruiken om het eind te
lokaliseren van een scène waaraan
audio is toegevoegd (met de functie
"audio dubben").
Schermgegevens (datacodering)
De camcorder houdt een datacodering
bij die de datum en tijd van de opname
bevat. U kunt selecteren welke
gegevens moeten worden
weergegeven.
Opties
Standaardwaarde
[ MENU]
[ DISPLAY SETUP/ -
INSTELLING DISPLAY]
[DATA CODE/DATACODERING]
Gewenste optie
( 19)
FUNC.
( 20)
FUNC.
( 19)
[ OFF/UIT]
Geen weergave van de datacodering.
[ DATE/DATUM], [ TIME/TIJD]
Toont de datum of tijd waarop de scène werd
opgenomen.
[ DATE & TIME/DATUM & TIJD]
Toont zowel de datum als tijd van de opname.
FUNC.
( 20)
FUNC.
FUNC.
35
NL
Geavanceerde functies
: Speciale scènes
Het is heel gemakkelijk opnamen te
maken in een zeer helder skioord of alle
kleuren van een zonsondergang of
vuurwerk vast te leggen. U hoeft alleen
maar een speciaal opnameprogramma
te selecteren. Raadpleeg de tabel op
pagina
36 voor bijzonderheden over de
beschikbare opties.
WAAR U OP MOET LETTEN
Programmakeuzeschakelaar:
[ PROGRAM AE/
AE-PROGRAMMA]
Gewenst opnameprogramma
OPMERKINGEN
Verplaats de
programmakeuzeschakelaar tijdens het
opnemen van een scène niet naar ;
de helderheid van het beeld kan anders
abrupt veranderen.
[ PORTRAIT/PORTRET]/[ SPORTS/
SPORT]/[ BEACH/STRAND]/
[ SNOW/SNEEUW]
- Tijdens het afspelen wordt het beeld
mogelijk niet vloeiend weergegeven.
PORTRAIT/PORTRET]
- Het wazige effect van de achtergrond
neemt toe hoe meer u inzoomt (
T
).
[NIGHT/NACHT]
- Bewegende onderwerpen kunnen een
nabeeld met sporen achterlaten.
- De beeldkwaliteit is mogelijk niet zo
goed als bij de andere programma’s.
- Op het scherm kunnen witte punten
verschijnen.
- Automatische scherpstelling werkt
mogelijk niet zo goed als bij andere
opnameprogramma's. In dat geval
moet u handmatig scherp stellen.
[ SNOW/SNEEUW]/[ BEACH/
STRAND]
- Het onderwerp kan overbelicht raken
op bewolkte dagen of op
beschaduwde plaatsen. Controleer
het beeld op het scherm.
[FIREWORKS/VUURWERK]
- Wij raden u aan gebruik te maken van
een statief om camcordertrillingen te
voorkomen.
Geavanceerde functies
( 19)
FUNC.
( 20)
FUNC.
FUNC.
Video
36
[ PROGRAM AE/
AE-PROGRAMMA]
De camcorder
stelt het diafragma
en de sluitertijd in.
[BEACH/
STRAND]
Gebruik deze stand
om opnamen te
maken op een
zonnig strand. Hiermee voorkomt u dat
het onderwerp onderbelicht wordt.
[ PORTRAIT/
PORTRET]
De camcorder
maakt gebruik van
een groot
diafragma. Details die de aandacht
afleiden, worden tijdens de scherpstelling
van het onderwerp waziger.
[SUNSET/
ZONSONDERGANG]
Gebruik deze
stand om in rijke
kleuren
zonsondergangen
op te nemen.
[SPORTS/
SPORT]
Gebruik deze
stand om
sportscènes zoals
tennis of golf op te
nemen.
[ SPOTLIGHT]
Gebruik deze
stand om
opnamen te
maken van scènes
onder spotlights.
[ NIGHT/NACHT]
Gebruik dit
programma om
opnamen te maken
op plaatsen met
weinig licht.
[ FIREWORKS/
VUURWERK]
Gebruik deze
stand om
vuurwerk op te
nemen.
[ SNOW/SNEEUW]
Gebruik deze stand
om opnamen te
maken op heldere
skipistes. Hiermee
voorkomt u dat het onderwerp
onderbelicht wordt.
37
NL
Flexibel Opnemen: De sluitertijd
wijzigen
Gebruik het programma met
automatische belichting (AE) om
functies zoals de witbalans of
beeldeffecten te gebruiken, of om de
sluitertijd te selecteren.
Gebruik snellere sluitertijden om snel
bewegende objecten op te nemen.
Gebruik langzamere sluitertijden om
bewegingen vager te maken, waardoor
het gevoel van beweging wordt
versterkt.
WAAR U OP MOET LETTEN
Programmakeuzeschakelaar:
1 Druk op .
2 Selecteer het opnameprogramma
[ PROGRAM AE/
AE-PROGRAMMA] ( 35).
[ PROGRAM AE/
AE-PROGRAMMA] is de
standaardwaarde; ga direct verder
met stap 3 als u geen ander
opnameprogramma hebt
geselecteerd.
3 Selecteer de sluitertijd in de
instellingsmenu's.
[ MENU]
[ CAMERA SETUP/
INSTELLING CAMERA]
[SHUTTER/SLUITERTIJD]
Gewenste sluitertijd
Richtlijnen voor sluitertijden
Merk op dat op het scherm alleen de
noemer wordt weergegeven – [ 250]
geeft een sluitertijd aan van 1/250
seconde, etc.
OPMERKINGEN
Verplaats de programmakeuze-
schakelaar tijdens het opnemen van een
scène niet naar ; de helderheid van
het beeld kan anders abrupt veranderen.
[ PROGRAM AE/AE-PROGRAMMA]
- Als u de sluitertijd instelt, gaat het
weergegeven getal knipperen indien de
geselecteerde waarde niet geschikt is
voor de opnameomstandigheden.
Selecteer in dat geval een andere
waarde.
- Als u op donkere plaatsen een lange
sluitertijd gebruikt, kunt u een helderder
beeld krijgen, maar kan de beeldkwaliteit
minder zijn, en werkt de automatische
scherpstelling mogelijk niet goed.
- Het beeld kan flikkeren wanneer u
opneemt met hoge sluitertijden.
( 19)
FUNC.
( 20)
FUNC.
FUNC.
FUNC.
1/50
Voor normale omstandigheden.
1/120
Voor het opnemen van sportscènes in een zaal.
1/250, 1/500, 1/1000
Voor het maken van opnamen vanuit een auto
of trein, of voor het opnemen van snel
bewegende objecten, zoals achtbanen.
1/2000
Voor het maken van opnamen van sportscènes
buiten op zonnige dagen.
Video
38
- De sluitertijd wordt teruggezet naar
[ AUTO/AUTOMATISCH] als u de
programmakeuzeschakelaar op
zet of een ander opnameprogramma
selecteert.
LCD-videolamp
U kunt de LCD-videolamp gebruiken
om opnamen te maken op plaatsen die
volledig donker zijn. Het verdient
aanbeveling om tot het onderwerp een
afstand aan te houden van circa 20 cm
tot 60 cm en/of het opnameprogramma
[
NIGHT/NACHT] te gebruiken om
een beeld te krijgen dat helderder is. Als
u gebruik maakt van de LCD-
videolamp, draai het LCD-paneel dan
naar het onderwerp en gebruik in plaats
hiervan de zoeker ( 28).
[ LCD LIGHT OFF/
LCD-LAMP UIT]
[ LCD LIGHT ON/
LCD-LAMP AAN]
Druk op ( )
Het LCD-display wordt helemaal
wit als u dit gebruikt als videolamp.
Gebruik in dat geval de zoeker in
plaats van het LCD-display.
Selecteer met gebruik van de
zoeker de optie [ LCD LIGHT
OFF/LCD-LAMP UIT] als u de
LCD-videolamp wilt uitzetten.
Zelfontspanner
WAAR U OP MOET LETTEN
Zet de camcorder in de
opnamepauzestand.
1 Activeer de zelfontspanner.
[ MENU]
[ CAMERA SETUP/
INSTELLING CAMERA]
[SELF TIMER/ZELFONTSPANNER]
[ ON/AAN]
2
Druk op om het menu te
sluiten.
• verschijnt.
Zet [SELF TIMER/
ZELFONTSPANNER] op [ OFF/
UIT] als u de zelfontspanner wilt
stopzetten.
3 Druk op op de
camcorder om met opnemen te
beginnen.
Nadat 10 seconden is afgeteld,
begint de camcorder met het
opnemen van video. Op het scherm
ziet u dat wordt afgeteld.
U kunt ook op
van de draadloze afstandsbediening
drukken. In dat geval wordt slechts
2 seconden afgeteld.
OPMERKINGEN
Zodra het aftellen is begonnen, kunt u
nogmaals op drukken of de
camcorder uitzetten als u de
zelfontspanner wilt stopzetten.
( 19)
FUNC.
( 20)
FUNC.
( 19)
FUNC.
( 20)
FUNC.
FUNC.
Start/Stop
START/STOP
Start/Stop
39
NL
Audio-opnamestand
U kunt de kwaliteit van de audio-
opname wijzigen.
Opties
Standaardwaarde
[ MENU]
[ AUDIO SETUP/
INSTELLING AUDIO]
[AUDIO MODE/AUDIOSTAND]
Gewenste optie
De camcorder reduceert automatisch
het achtergrondgeluid van de wind
(alleen bij gebruik van de ingebouwde
microfoon). U kunt het windscherm
uitzetten als u wilt dat de microfoon zo
gevoelig mogelijk is ( 56).
Gebruik van een externe microfoon
Sluit de externe microfoon aan op het
aansluitpunt MIC. Gebruik in de winkel
verkrijgbare condensmicrofoons met
hun eigen voeding en een kabel die niet
langer is dan 3 meter. U kunt gebruik
maken van vrijwel elke stereomicrofoon
met een stekker van
3,5 mm, maar
het audio-opnameniveau kan onderling
verschillend zijn.
( 19)
[ 16bit]
Neemt audio op met de hoogste kwaliteit.
[ 12bit]
Neemt audio op 2 kanalen op (Stereo 1) waarbij
2 kanalen vrij blijven (Stereo 2) voor het
toevoegen (dubben) van audio.
Met deze camcorder kunt u alleen met
gebruik van de microfoon audio toevoegen
( 49).
FUNC.
( 20)
FUNC.
FUNC.
OVER HET WINDSCHERM
Video
40
Audio-afspeelstanden
Het audiokanaal selecteren
U kunt het audio-afspeelkanaal
selecteren als u een band afspeelt met
audio die is opgenomen op twee
kanalen (stereogeluid of tweetalige
audiosignalen).
Opties
Standaardwaarde
[ MENU]
[ AUDIO SETUP/
INSTELLING AUDIO]
[OUTPUT CH/UITGANGSKANAAL]
Gewenste optie
Het audiospoor selecteren op een band
met toegevoegde audio
U kunt het audio-afspeelspoor
selecteren als u een band afspeelt met
een toegevoegd audiospoor (Stereo 2)
naast de oorspronkelijk opgenomen
audio (Stereo 1).
Opties
Standaardwaarde
[ MENU]
[ AUDIO SETUP/
INSTELLING AUDIO]
[12bit AUDIO]
Gewenste optie*
* Als u de optie [ MIX/VAR.-MIX/
VARIABEL] selecteert, stel dan de
mengbalans bij met de optie [MIX
BALANCE/MENGBALANS] ( 56).
( 19)
[ L/R]
Linker- en rechterkanaal (stereo) / Hoofd- en
subsignaal (tweetalig).
[ L/L]
Alleen linkerkanaal (stereo) / Alleen hoofdsignaal
(tweetalig).
[ R/R]
Alleen rechterkanaal (stereo) / Alleen subsignaal
(tweetalig).
FUNC.
( 20)
FUNC.
FUNC.
( 19)
[ STEREO1]
Alleen oorspronkelijk geluid.
[ STEREO2]
Alleen toegevoegde audio.
[ MIX/FIXED-MIX/VAST]
Gemengde audio met het oorspronkelijke geluid
en de toegevoegde audio op hetzelfde niveau.
[ MIX/VAR.-MIX/VARIABEL]
Gemengde audio waarbij de balans tussen het
oorspronkelijke geluid ( ) en de toegevoegde
audio ( ) kan worden afgesteld.
FUNC.
( 20)
FUNC.
FUNC.
41
NL
Handmatige scherpstelling
Automatische scherpstelling werkt
mogelijk niet goed bij de onderwerpen
hieronder. Stel in een dergelijk geval
handmatig scherp.
Reflecterende oppervlakken
Onderwerpen met weinig contrast of
zonder verticale lijnen
Snel bewegende onderwerpen
Opnamen via natte ramen
•Nachtscènes
WAAR U OP MOET LETTEN
Stel de zoom in voordat u de procedure
start.
Programmakeuzeschakelaar:
1 Indien de joystickaanduiding niet
op het scherm verschijnt, druk dan
op om deze op te roepen.
2 Druk ( ) op de joystick naar
[FOCUS/SCHERPSTELLING] om
de handmatige scherpstelling te
activeren.
Op de joystickaanduiding wordt in
lichtblauw de optie [FOCUS/
SCHERPSTELLING] weergegeven
en op het scherm verschijnt “MF”.
3 Stel met ( ) de scherpstelling
bij als dat nodig is.
Druk ( ) op de joystick naar
voor een brandpuntsafstand die
verder ligt of druk ( ) op de
joystick naar voor een
brandpuntsafstand die dichterbij
ligt.
Door ( ) op de joystick nogmaals
naar [FOCUS/SCHERPSTELLING]
te drukken, keert de camcorder
terug naar automatische
scherpstelling.
4 Druk ( ) op de joystick naar
[BACK/TERUG] om de ingestelde
scherpstelling op te slaan.
Oneindige scherpstelling
Gebruik deze functie als u wilt scherp
stellen op verafgelegen onderwerpen
zoals bergen of vuurwerk.
WAAR U OP MOET LETTEN
Stel de zoom in voordat u de procedure
start.
Programmakeuzeschakelaar:
1 Houd ( ) op de joystick langer
dan 2 seconden ingedrukt naar
[FOCUS/SCHERPSTELLING].
verschijnt.
Door ( ) op de joystick nogmaals
naar [FOCUS/SCHERPSTELLING]
te drukken, keert de camcorder
terug naar automatische
scherpstelling.
Als u de zoom of ( ) op de
joystick gebruikt, dan verandert
in "MF" en keert de camcorder
terug naar de stand voor
handmatige scherpstelling.
2 Druk ( ) op de joystick naar
[BACK/TERUG] om de ingestelde
scherpstelling op te slaan.
OPMERKINGEN
De camcorder keert automatisch terug
naar automatische scherpstelling als u de
programmakeuzeschakelaar op zet.
( 19)
BACK
FOCUS
BACK
FOCUS
Video
42
Handmatige instelling van de belichting
Soms kunnen onderwerpen met
achtergrondverlichting te donker
(onderbelicht) overkomen of kunnen
onderwerpen onder zeer sterke
lichtbronnen te helder of verblindend
(overbelicht) overkomen. U kunt de
belichting handmatig instellen om dit te
corrigeren.
WAAR U OP MOET LETTEN
Programmakeuzeschakelaar:
(behalve het opnameprogramma
[ FIREWORKS/VUURWERK]).
1 Indien de joystickaanduiding niet
op het scherm verschijnt, druk dan
op om deze op te roepen.
2 Druk ( ) op de joystick naar
[EXP/BELICHTING].
[EXP/BELICHTING] op de
joystickaanduiding verandert in
lichtblauw en op het scherm
verschijnen de
belichtingsinstellingsindicator
en de neutrale waarde “±0”.
3 Stel met ( ) de helderheid van
het beeld naar wens bij.
Het instelbereik en de lengte van
de belichtingsinstellingsindicator
hangen af van de aanvankelijke
helderheid van het beeld.
Door ( ) op de joystick nogmaals
naar [EXP/BELICHTING] te
drukken, keert de camcorder terug
naar automatische belichting.
4 Druk ( ) op de joystick naar
[BACK/TERUG] om de
belichtingsinstelling te
vergrendelen en op te slaan.
De helderheid van het beeld kan
veranderen als u tijdens
belichtingsvergrendeling de zoom
bedient.
Witbalans
De witbalansfunctie helpt u bij het
nauwkeurig reproduceren van kleuren
onder verschillende lichtomstandigheden,
zodat witte objecten in uw opnamen altijd
echt wit overkomen.
WAAR U OP MOET LETTEN
Opnameprogramma: [ PROGRAM AE/
AE-PROGRAMMA]
Opties
Standaardwaarde
( 19)
EXP
BACK
( 19)
[ AUTO/AUTOMATISCH]
Instellingen worden automatisch verricht door de
camcorder. Gebruik deze instelling voor scènes
buitenshuis.
[ DAYLIGHT/DAGLICHT]
Voor het maken van buitenshuisopnamen op een
heldere dag.
[ TUNGSTEN/GLOEILAMP]
Voor het maken van opnamen onder
wolfraamverlichting en TL-buizen van het
wolfraamtype (drie golflengten).
[ SET/INSTELLEN]
Gebruik deze handmatige stand om witte
onderwerpen onder een gekleurde verlichting wit
uit te laten komen.
43
NL
[ AUTO/AUTOMATISCH]
Gewenste optie*
* Als u [ SET/INSTELLEN] selecteert, druk
dan niet op , maar ga in plaats
hiervan verder met de procedure hieronder.
1 Richt de camcorder op een wit
object, zoom in totdat het object het
gehele scherm vult en druk op .
Als de instelling is voltooid, stopt
met knipperen en blijft dit symbool
branden. De camcorder onthoudt de
handmatig ingestelde witbalans ook
als u de camcorder uitzet.
2 Druk op om de instelling op
te slaan en het menu te sluiten.
OPMERKINGEN
Als u de witbalans handmatig instelt:
- Stel de witbalans op een voldoende
verlichte plaats handmatig in
- Selecteer een ander zoomtype dan
[ DIGITAL/DIGITAAL] ( 28).
- Stel de witbalans opnieuw in als de
lichtomstandigheden veranderen.
- Afhankelijk van de lichtbron blijft
mogelijk knipperen. Het resultaat zal
echter nog steeds beter zijn dan met de
optie [ AUTO/AUTOMATISCH].
Een handmatig ingestelde witbalans geeft
mogelijk een beter resultaat onder de
volgende omstandigheden:
- Bij veranderende lichtomstandigheden
- Bij close-ups
- Bij onderwerpen met één kleur (lucht,
zee of bos)
- Onder kwiklampen en bepaalde typen
TL-verlichting
Beeldeffecten
U kunt de beeldeffecten gebruiken om
de kleurverzadiging en het contrast te
wijzigen, zodat u beelden kunt maken
met speciale kleureffecten.
WAAR U OP MOET LETTEN
Opnameprogramma: [ PROGRAM AE/
AE-PROGRAMMA]
Opties
Standaardwaarde
[ IMAGE EFFECT OFF/
BEELDEFFECT UIT]
Gewenste optie
FUNC.
( 20)
DE WITBALANS HANDMATIG INSTELLEN
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
( 19)
[ IMAGE EFFECT OFF/BEELDEFFECT UIT]
Hiermee maakt u opnamen zonder
beeldverbeterende effecten.
[ VIVID/LEVENDIG]
Hiermee benadrukt u het contrast en de
kleurverzadiging.
[ NEUTRAL/NEUTRAAL]
Hiermee verzacht u het contrast en de
kleurverzadiging.
[ SOFT SKIN DETAIL/ZACHT HUIDDETAIL]
Hiermee verzacht u de details van de huid om het
onderwerp een complimenteuzer uiterlijk te geven.
Het beste effect krijgt u door deze instelling te
gebruiken als u in close-up een persoon filmt. Houd
er rekening mee dat gebieden die vergelijkbaar zijn
met de huidkleur, enigszins minder gedetailleerd
zijn.
FUNC.
( 20)
FUNC.
FUNC.
Video
44
Digitale effecten
WAAR U OP MOET LETTEN
Programmakeuzeschakelaar:
Opties
Standaardwaarde
Instelling
[ D.EFFECT OFF/
DIGITAAL EFFECT UIT]
Gewenste optie*
**
* Bij het selecteren van een effect kunt u het
effect bekijken op het scherm.
** Het pictogram van het geselecteerde effect
wordt weergegeven.
Faders en effecten toepassen
Druk op om de fader of
het effect te activeren.
Het pictogram van het geselecteerde
effect wordt groen.
Druk nogmaals op als u de
fader of het effect wilt uitschakelen.
Druk op ...
: ...tijdens de
opnamepauzestand, en druk vervolgens
op om de opname te beginnen
met infaden.
: ...tijdens de
afspeelpauzestand, en druk vervolgens
(
) op de joystick naar / om in te
faden en het afspelen te starten.
( 19)
[ D.EFFECT OFF/DIGITAAL EFFECT UIT]
Selecteer deze instelling als u geen gebruik wilt
maken van de digitale effecten.
[ FADE-T/FADE-START] (fade activeren),
[ WIPE/SCHUIVEN]
Selecteer een van de faders om met een fade
vanaf of naar een zwart scherm een scène te
beginnen of te beëindigen.
[ BLK&WHT/ZWART-WIT]
Maakt opnamen in zwart-wit.
[ SEPIA]
Maakt opnamen in sepiatonen om de scène er
“oud” te laten uitzien.
[ ART/ARTISTIEK], [ MOSAIC/MOZAÏEK]
Selecteer een van deze digitale effecten om uw
opnamen smaakvoller te maken.
FUNC.
( 20)
INFADEN
FUNC.
FUNC.
D.EFFECTS
D.EFFECTS
D.EFFECTS
Start/Stop
45
NL
Druk op ...
: ...terwijl u opneemt, en druk
vervolgens op om uit te faden
en tijdens het opnemen een pauze in te
lassen.
: ...terwijl u opnamen
afspeelt, en druk ( ) op de joystick
naar / om uit te faden en tijdens
het afspelen een pauze in te lassen.
Druk op ...
: ...terwijl u opneemt of
tijdens de opnamepauzestand.
: ...terwijl u opnamen
afspeelt.
OPMERKINGEN
Als u een fader gebruikt, wordt deze niet
alleen toegepast op het beeld maar ook
op het geluid. Als u een effect gebruikt,
wordt het geluid normaal opgenomen.
De camcorder onthoudt de laatst
gebruikte instelling ook als u de digitale
effecten uitschakelt of het
opnameprogramma wijzigt.
De digitale effecten zijn niet beschikbaar
als [TV TYPE/TV-TYPE] ingesteld is op
[NORMAL TV/NORMALE TV] en de
stereovideokabel aangesloten is op het
aansluitpunt AV.
UITFADEN
EEN EFFECT ACTIVEREN
D.EFFECTS
Start/Stop
D.EFFECTS
46
Externe aansluitingen
Dit hoofdstuk beschrijft stapsgewijs hoe u uw camcorder aansluit op
een extern apparaat zoals een TV, videorecorder of computer.
Aansluiting op een TV of videorecorder
De ferrietkern bevestigen
Bevestig de bijgeleverde ferrietkern voordat u de stereovideokabel STV-250N
aansluit op de camcorder.
Bevestig de ferrietkern op de kabel op een afstand van
circa 10 cm vanaf het stekkeruiteinde (de stekker die
wordt aangesloten op de camcorder) van de
stereovideokabel STV-250N.
Voer de kabel door het midden van de kern en wikkel de
kabel rondom de kern. Sluit de eenheid vervolgens totdat
deze vast klikt.
Aansluiting op een TV of videorecorder
Aansluitpunt AV
Geluid uit de ingebouwde luidspreker wordt
onderdrukt als de stereovideokabel STV-250N is
aangesloten op de camcorder.
Aansluitpunt DV
• Controleer het type en de indeling van het
aansluitpunt en zorg ervoor dat u de DV-kabel juist
aansluit.
• Gebruik de optionele DV-kabel CV-150F (4 pennen
aan de ene en 4 pennen aan de andere zijde) of
CV-250F (4 pennen aan de ene en 6 pennen aan de
andere zijde).
Open het LCD-paneel om
toegang te krijgen.
10 cm
47
NL
Aansluitschema's
Schakel alle apparaten uit als u de aansluitingen verricht en raadpleeg ook de
gebruiksaanwijzing van het aangesloten apparaat.
Aansluitpunt op de camcorder Verbindingskabel
Aansluitpunt op het aangesloten
apparaat
1
Uitgangsverbinding (signaalstroom ) naar een TV of videorecorder met AV-aansluitpunten.
VIDEO
AUDIO
R
L
Stereovideokabel STV250N
(bijgeleverd)
Geel
Wit
Rood
2
Uitgangsverbinding (signaalstroom ) naar een High-Definition TV met een DV (IEEE1394)-aansluitpunt.
DV-kabel CV-150F/CV-250F
(optioneel)
4 pennen
6 pennen*
* Let erop dat u de stekker met 6 pennen op de juiste wijze in het aansluitpunt DV steekt. De
camcorder kan beschadigd raken als u de stekker verkeerd om aansluit.
3
Uitgangsverbinding (signaalstroom ) naar een TV of videorecorder met een SCART-aansluitpunt.
Sluit eerst een SCART-adapter aan op het aansluitpunt SCART op de TV of videorecorder en sluit de
stereovideokabel STV-250N vervolgens aan op de adapter.
Stereovideokabel STV-250N
(bijgeleverd)
Geel
Wit
Rood
SCART-adapter
(in de winkel verkrijgbaar)
Externe aansluitingen
48
Afspelen op een TV-scherm
De kwaliteit van het afspeelbeeld varieert
en hangt af van de aangesloten TV en het
door u gebruikte verbindingstype.
WAAR U OP MOET LETTEN
Selecteer eerst bij [TV TYPE/TV-TYPE] de
instelling die overeenkomt met het TV-
toestel waarop u de camcorder aansluit
( 55).
Aansluiten
Sluit de camcorder aan op de TV
volgens een van de aansluitschema's
die staan beschreven onder
Aansluitschema's (
47).
Opnamen weergeven
1 Zet de camcorder en de
aangesloten TV of videorecorder
aan.
Op een TV: Selecteer als video-
ingang hetzelfde aansluitpunt
waarop u de camcorder hebt
aangesloten.
Op een videorecorder: Stel de
keuzeschakelaar in op de ingang
voor externe video (gewoonlijk
aangeduid met LINE IN).
2 Begin met het afspelen van de
films ( 31).
OPMERKINGEN
Zet alle apparaten uit voordat u de
aansluitingen verricht.
Het verdient aanbeveling de camcorder
van stroom te voorzien via de compacte
netadapter.
Uw opnamen kopiëren naar een externe
videorecorder
U kunt uw opnamen kopiëren vanaf uw
camcorder naar een videorecorder of
een digitaal videoapparaat. Als u via het
aansluitpunt DV opnamen kopieert naar
een DVD-recorder, kunt u vrijwel zonder
verlies van video- en geluidskwaliteit
opnamen kopiëren.
Aansluiten
Sluit de camcorder aan op een
videorecorder of een ander analoog
apparaat via aansluittype
of , of op
een DVD-recorder of ander digitaal
opnameapparaat via aansluittype
,
zoals getoond onder Aansluitschema's
(
47).
Opnemen
1 Deze camcorder: Plaats de
cassette waarop de opnamen
staan.
2 Aangesloten apparaat: Plaats een
lege cassette of schijf en zet het
apparaat in de
opnamepauzestand.
3 Deze camcorder: Lokaliseer de
scène die u wilt kopiëren en las
kort vóór de scène een
afspeelpauze in.
4 Deze camcorder: Speel de film
verder af.
Bij gebruik van een analoge
verbinding kunt u in de kopie ook de
datum/tijd van de oorspronkelijke
opname meenemen ( 34).
( 19)
( 19)
1 3
2
49
NL
5 Aangesloten apparaat: Begin op te
nemen wanneer de scène
verschijnt die u wilt kopiëren.
Stop met opnemen wanneer het
kopiëren voltooid is.
6 Deze camcorder: Stop met
afspelen.
OPMERKINGEN
Het verdient aanbeveling de camcorder
van stroom te voorzien via de compacte
netadapter.
Als u opnamen kopieert naar een
videorecorder via een analoge
verbinding – aansluittype of
( 47)–, dan zal de kwaliteit van de
band in de videorecorder lager zijn dan
die van het origineel.
Als u opnamen kopieert naar een DVD-
recorder via het aansluitpunt DV
– aansluittype ( 47) –:
- Indien het beeld niet verschijnt,
verwijder dan de DV-kabel en herstel
daarna na korte tijd de verbinding of
zet de camcorder uit en weer aan.
- Niet voor alle digitale apparaten met
een DV-aansluitpunt kan een goede
werking worden gegarandeerd.
Gebruik het aansluitpunt AV als het
kopiëren met DV niet werkt.
Audio toevoegen
U kunt aan een opname geluid toevoegen
met gebruik van de ingebouwde of een
externe microfoon.
WAAR U OP MOET LETTEN
U kunt alleen audio toevoegen aan banden
die zijn opgenomen in de SP-modus met
[ 12bit]-audio ( 39). Deze functie
moet worden uitgevoerd met de draadloze
afstandsbediening.
1
Lokaliseer het punt waar u met het
toevoegen van audio wilt beginnen.
U kunt, voordat u het startpunt
lokaliseert, ook het nulstelgeheugen
instellen ( 33) bij het punt waar u wilt
dat het toevoegen van audio moet
worden beëindigd. De camcorder zal
op dat punt automatisch stoppen met
het toevoegen van audio.
2 Begin met afspelen en druk
onmiddellijk op .
3 Druk op .
Op het scherm verschijnen “AUDIO
DUB./Audio toevoegen” en .
4 Druk op om met het
toevoegen van audio te beginnen.
Spreek in de microfoon.
1 3
2
( 19)
REW
PLAY
FF
STOP
PAUSE
SLOW
AUDIO DUB.
ZERO SET
MEMORY
TV SCREEN
STOP
PAUSE
AUDIO DUB.
PAUSE
AUDIO DUB.
PAUSE
Externe aansluitingen
50
5 Druk op om te stoppen.
BELANGRIJK
Het toevoegen van audio wordt
stopgezet als de band een leeg gedeelte
heeft of als er een gedeelte is dat in de
LP-modus of met [ 16bit]-audio is
opgenomen.
De kwaliteit van het toegevoegde geluid
is minder wanneer u audio toevoegt aan
een band die niet met deze camcorder
is opgenomen of nadat u aan dezelfde
scène meer dan driemaal audio hebt
toegevoegd.
OPMERKINGEN
U kunt de camcorder aansluiten op een TV
om het beeld te controleren op het TV-
scherm en het geluid te controleren via de
hoofdtelefoon die is aangesloten op de TV.
U kunt het audiospoor selecteren dat
wordt afgespeeld als u een band
afspeelt waaraan audio is toegevoegd
( 40).
HET AUDIOSPOOR SELECTEREN VOOR HET
AFSPELEN VAN EEN BAND
STOP
51
NL
De camcorder aansluiten op een computer
PC-aansluitschema
De camcorder aansluiten op een computer
Aansluitpunt DV
• Controleer het type en de indeling van het
aansluitpunt en zorg ervoor dat u de DV-kabel juist
aansluit.
• Gebruik de optionele DV-kabel CV-150F (4 pennen
aan de ene en 4 pennen aan de andere zijde) of
CV-250F (4 pennen aan de ene en 6 pennen aan de
andere zijde).
Open het LCD-paneel om
toegang te krijgen.
Aansluitpunt op de camcorder Verbindingskabel
Aansluitpunt op het aangesloten
apparaat
Uitgangsverbinding (signaalstroom ) naar een computer met een DV (IEEE1394)-aansluitpunt of een
DV capture board.
DV-kabel CV-150F/CV-250F
(optioneel)
4 pennen
6 pennen*
* Let erop dat u de stekker met 6 pennen op de juiste wijze in het aansluitpunt DV steekt. De
camcorder kan beschadigd raken als u de stekker verkeerd om aansluit.
1
Externe aansluitingen
52
Video-opnamen kopiëren
U kunt opnamen kopiëren naar een
computer met gebruik van het
aansluitpunt DV.
Apparatuur- en systeemeisen
Een computer die uitgerust is met een
IEEE1394 (DV)-aansluitpunt of een
IEEE1394 (DV) capturing board.
Een DV-kabel. Gebruik de optionele
DV-kabel CV-150F (4 pennen aan de
ene en 4 pennen aan de andere zijde)
of CV-250 (4 pennen aan de ene en
6 pennen aan de andere zijde).
Videobewerkingssoftware.
Het geschikte stuurprogramma.
Op Windows-besturingssystemen later
dan Windows 98 Second Edition en
Mac-besturingssystemen later dan
Mac OS 9 is al een stuurprogramma
aanwezig, dat automatisch wordt
geïnstalleerd.
Aansluiten
1 Start de computer.
2 Sluit de camcorder aan op de
computer met gebruik van de DV-
aansluiting -aansluittype
( 51)– PC-aansluitschemas.
3 Zet de camcorder in de stand
.
4 Start de
videobewerkingssoftware.
Raadpleeg voor bijzonderheden de
handleiding van de
bewerkingssoftware.
BELANGRIJK
Al naargelang de software en de
specificaties/instellingen van uw
computer wordt deze functie mogelijk
niet goed uitgevoerd.
Indien de computer bevriest terwijl de
camcorder hierop is aangesloten,
verwijder dan de DV-kabel en zet de
camcorder en computer uit. Zet beide
apparaten na korte tijd weer aan, zet de
camcorder in de stand en
herstel de verbinding.
Voordat u de camcorder met een DV-
kabel aansluit op de computer, moet u
controleren dat er geen ander
IEEE1394-apparaat op de computer
aangesloten is.
Het kan, afhankelijk van de
videobewerkingssoftware, nodig zijn de
-schakelaar op de camcorder in
een andere stand te zetten dan PLAY.
Raadpleeg voor bijzonderheden de
handleiding van de bewerkingssoftware.
OPMERKINGEN
Het verdient aanbeveling de camcorder
van stroom te voorzien via de compacte
netadapter.
Raadpleeg voor bijzonderheden ook de
handleiding van de computer.
1
53
NL
Aanvullende informatie
Dit hoofdstuk behandelt oplossingen voor problemen,
schermberichten, tips voor het behandelen en onderhouden van de
camcorder, en andere informatie.
Bijlage: Menu-opties - Overzicht
Niet-beschikbare menu-onderdelen worden gedimd weergegeven. Raadpleeg
Gebruik van de menu's ( 20) voor bijzonderheden over de wijze waarop u een item
selecteert. Raadpleeg de pagina waarnaar wordt verwezen voor bijzonderheden over
elke functie. Menu-opties zonder een pagina waarnaar wordt verwezen, worden
hieronder in de tabellen nader verklaard.
Menu FUNC.
Menu FUNC.
1
Optie alleen beschikbaar als de programmakeuzeschakelaar op staat.
Bijlage: Menu-opties - Overzicht
Menu item Instelopties
CAMERA PLAY
Opnameprogramma’s
1
[ PROGRAM AE/AE-PROGRAMMA],
[ PORTRAIT/PORTRET], [ SPORTS/
SPORT], [ NIGHT/NACHT], [ SNOW/
SNEEUW], [ BEACH/STRAND], [ SUNSET/
ZONSONDERGANG], [ SPOTLIGHT],
[ FIREWORKS/VUURWERK]
z –35
Witbalans
1
[ AUTO/AUTOMATISCH], [ DAYLIGHT/
DAGLICHT], [ TUNGSTEN/GLOEILAMP],
[ SET/INSTELLEN]
z –42
Beeldeffecten
1
[ IMAGE EFFECT OFF/BEELDEFFECT
UIT], [ VIVID/LEVENDIG], [ NEUTRAL/
NEUTRAAL], [ SOFT SKIN DETAIL/
ZACHT HUIDDETAIL]
z –43
LCD-videolamp [ LCD LIGHT OFF/LCD-LAMP UIT],
[ LCD LIGHT ON/LCD-LAMP AAN]
z –38
Digitale effecten [ D.EFFECT OFF/DIGITAAL EFFECT UIT],
[ FADE-T/FADE-START], [ WIPE/
SCHUIVEN], [ BLK&WHT/ZWART-WIT],
[ SEPIA], [ ART/ARTISTIEK],
[ MOSAIC/MOZAÏEK]
z
1
z 44
[SPEAKER VOLUME/
LUIDSPREKERVOLUME]
z 32
[END SEARCH/
EINDE ZOEKEN]
Druk op ( ) om te zoeken. z 34
Aanvullende informatie
54
Instellingsmenu’sInstelling camera (geavanceerde zoom, beeldstabilisator, etc.)
CAMERA SETUP/Instelling camera
1
Optie alleen beschikbaar als het opnameprogramma op [ PROGRAM AE/AE-PROGRAMMA] staat.
2
Optie beschikbaar als de programmakeuzeschakelaar op of staat (alleen als het
opnameprogramma op [ PROGRAM AE/AE-PROGRAMMA] staat).
3
Optie alleen beschikbaar als de programmakeuzeschakelaar op staat.
[A.SL SHUTTER/AUTOMATISCH LANGE SLUITERTIJD]:
De camcorder gebruikt op plaatsen
met onvoldoende verlichting automatisch lange sluitertijden om heldere opnamen te maken.
De camcorder gebruikt sluitertijden tot minimaal 1/25.
Zet de lange sluitertijd op [ OFF/UIT] als een nabeeld met sporen verschijnt.
[IMG STAB/BEELDSTABILISATO]:
De beeldstabilisator biedt compensatie voor
camcordertrillingen, ook bij de maximale telepositie.
De beeldstabilisator is ontworpen om compensatie te bieden voor normale
camcordertrillingen.
De beeldstabilisator is mogelijk ook niet in staat
om alle bewegingen te compenseren als u opnamen maakt van bewegende onderwerpen.
De beeldstabilisator is mogelijk niet zo effectief als u opnamen maakt op donkere plaatsen
terwijl [A.SL SHUTTER/AUTOMATISCH LANGE SLUITERTIJD] op [ ON/AAN] staat of bij
gebruik van het opnameprogramma [ NIGHT/NACHT].
De beeldstabilisator werkt mogelijk niet goed op onderwerpen met
een laag contrast, met een terugkerend, herhalend patroon of zonder verticale lijnen.
De beeldstabilisator kunt u niet uitzetten als de programmakeuzeschakelaar op staat.
Het verdient aanbeveling bij gebruik van een statief de beeldstabilisator op [ OFF/UIT] te
zetten.
[WIDESCREEN/BREEDBEELD]:
De camcorder maakt gebruik van de volledige breedte van de
beeldsensor, met weergave van opnamen in 16:9 met hoge resolutie.
Menu item Instelopties
CAMERA
[SHUTTER/SLUITERTIJD]
1
[ AUTO/AUTOMATISCH]
, [1/50], [1/120], [1/250],
[1/500], [1/1000], [1/2000]
z
37
[A.SL SHUTTER/AUTOMA-
TISCH LANGE SLUITERTIJD]
2
[ ON/AAN]
, [ OFF/UIT]
z
[PAPER TYPE/PAPIERTYPE]
[ OPTICAL/OPTISCH],
[ ADVANCED/
GEAVANCEERD]
, [ DIGITAL/DIGITAAL]
[ OPTICAL/OPTISCH],
[ ADVANCED/
GEAVANCEERD]
, [ DIGITAL/DIGITAAL]
[ OPTICAL/OPTISCH],
[ ADVANCED/
GEAVANCEERD]
, [ DIGITAL/DIGITAAL]
z
28
[ZOOM SPEED/
ZOOMSNELHEID]
[ VARIABLE/VARIABEL]
, [ SPEED 3/SNELHEID 3],
[ SPEED 2/SNELHEID 2], [ SPEED 1/SNELHEID 1]
z
29
[IMG STAB/
BEELDSTABILISATOR]
3
[ ON/AAN]
, [ OFF/UIT]
z
[WIDESCREEN/BREEDBEELD]
[ ON/AAN]
, [ OFF/UIT]
z
[SELF TIMER/
ZELFONTSPANNER]
[ ON/AAN],
[ OFF/UIT]
z
38
55
NL
Aangezien de schermen op de camcorder een hoogte/breedteverhouding hebben van
16:9, worden opnamen met een hoogte/breedteverhouding van 4:3 weergegeven in het
midden van het scherm met zwarte balken aan de zijkanten.
Afspelen van een breedbeeldopname:
TV-toestellen die compatibel zijn met het systeem WSS,
schakelen automatisch over op de breedbeeldstand (16:9). In andere gevallen moet u de hoogte/
breedteverhouding van uw TV handmatig wijzigen. Indien een breedbeeldopname wordt
afgespeeld op een TV met een normale hoogte/breedteverhouding (4:3), wijzig dan de optie
[TV TYPE/TV-TYPE] dienovereenkomstig ( 55).
Instelling video (opnamemodus, TV-type, etc.)
VCR SETUP/Instelling video
[REC MODE/OPNAMEMODUS]:
Selecteer de video-opnamemodus.
U kunt u op de band 1,5 keer langer opnamen maken als u opneemt in de LP-modus.
Als u opneemt in de LP-modus, kunnen er in het afspeelbeeld vervormingen optreden zoals
blokken of strepen. Dit hangt af van de kwaliteit van de band (lang gebruik,
onvolkomenheden, etc.). Het verdient aanbeveling voor belangrijke opnamen gebruik te
maken van de SP-modus.
U kunt geen audio toevoegen aan banden die zijn opgenomen in de LP-modus.
Indien u op dezelfde band opnamen maakt in zowel de SP- als LP-modus, kunnen tijdens het
afspelen in het beeld mogelijk vervormingen optreden op het punt waar de opnamemodus
verandert.
Als u in deze camcorder banden afspeelt die met andere apparaten zijn opgenomen in de LP-
modus of vice versa, kunnen in het afspeelbeeld vervormingen optreden of valt het geluid
mogelijk kortstondig uit.
[TV TYPE/TV-TYPE]:Als u het beeld volledig en in de juiste hoogte/breedteverhouding wilt
weergeven, moet u de instelling selecteren op basis van het televisietype waarop u de
camcorder aansluit.
[NORMAL TV/NORMALE TV]: TV's met een hoogte/breedteverhouding van 4:3.
[WIDE TV/BREEDBEELD-TV]: TV's met een hoogte/breedteverhouding van 16:9.
Instelling audio (audiostand, windscherm, etc.)
AUDIO SETUP/Instelling audio
Menu-onderdeel Instelopties
CAMERA PLAY
[REC MODE/
OPNAMEMODUS]
[ STD PLAY/STANDAARDDUUR],
[ LONG PLAY/LANGE DUUR]
zz
[TV TYPE/TV-TYPE] [ NORMAL TV/NORMALE TV],
[ WIDE TV/BREEDBEELD-TV]
zz
Menu-onderdeel Instelopties
CAMERA PLAY
[OUTPUT CH/
UITGANGSKANAAL]
[ L/R], [ L/L], [ R/R] z 40
[WIND SCREEN/
WINDSCHERM]
[ AUTO/AUTOMATISCH],
[OFF/UIT]
z
1
z
2
[12bit AUDIO] [ STEREO1], [ STEREO2], [ MIX/
FIXED-MIX/VAST], [ MIX/VAR.-MIX/VARIABEL]
z 40
[MIX BALANCE/MENGBALANS]
z
[AUDIO MODE/AUDIOSTAND]
[ 16bit], [ 12bit] z –39
Aanvullende informatie
56
1
Optie alleen beschikbaar als de programmakeuzeschakelaar op staat.
2
Option available only when dubbing audio with the built-in microphone.
[WIND SCREEN/WINDSCHERM]: De camcorder vermindert automatisch het
achtergrondgeluid van de wind als u buitenopnamen maakt (alleen bij gebruik van de
ingebouwde microfoon).
Het windscherm kunt u niet uitzetten als de programmakeuzeschakelaar op staat.
[MIX BALANCE/MENGBALANS]: Als [12bit AUDIO] op [ MIX/VAR.-MIX/VARIABEL]
staat, stel dan met ( ) op de joystick de geluidsbalans bij.
De camcorder onthoudt de audiobalansinstelling. Als u de camcorder uitzet, wordt [12bit
AUDIO] echter teruggezet naar [ STEREO1].
Instelling display (LCD-helderheid, taal, etc.)
DISPLAY SETUP/Instelling display
1
De standaardinstelling is [ BRIGHT/HELDER] als u de camcorder van stroom voorziet met de
compacte netadapter.
2
Welke talenlijst beschikbaar is, hangt af van het land waar u de camcorder hebt gekocht.
Menu item Instelopties
CAMERA PLAY
[BRIGHTNESS/
HELDERHEID]
zz
[BACKLIGHT/
ACHTER-
GRONDVERLICHTING]
[ NORMAL/NORMAAL]
1
, [ BRIGHT/
HELDER]
zz24
[TV SCREEN/
TV-SCHERM]
[ ON/AAN], [ OFF/UIT] z ––
[ ON/AAN], [ OFF/UIT] z
[MARKERS/
MARKERINGEN]
[ OFF/UIT], [ LEVEL/HORIZONTAAL],
[ GRID/RASTER]
z ––
[DISPLAYS/
SCHERMGEGEVENS]
[ ON/AAN], [ OFF<PLAYBK>/
UIT<AFSPELEN>]
z
[6SEC.DATE/
6 SEC. DATUM]
[ ON/AAN], [ OFF/UIT] z
[DATA CODE/
DATACODERING]
[OFF/UIT]
, [ DATE/DATUM], [ TIME/TIJD],
[ DATE & TIME/DATUM & TIJD]
z 34
[LANGUAGE/TAAL]
2
Taalset A:
[ ], [ ], [ ], [ENGLISH],
[ ], [ ], [ ], [MAGYAR],
[ ], [ ], [TÜRKÇE], [ ],
[], [], []
Taalset B:
[ENGLISH], [MELAYU], [ ], [ ],
[]
zz22
[DEMO MODE/
DEMONSTRATIE-
FUNCTIE]
[ ON/AAN], [ OFF/UIT] z ––
57
NL
[BRIGHTNESS/HELDERHEID]:
Stel met ( ) op de joystick de helderheid van het LCD-
display bij.
Wijziging van de helderheid van het LCD-display heeft geen invloed op de helderheid van de
zoeker of de opnamen.
[TV SCREEN/TV-SCHERM]:
Als deze optie op [ ON/AAN] staat, worden de
schermgegevens van de camcorder ook weergegeven op een aangesloten TV of monitor.
Als de datum en tijd worden weergegeven op het scherm van de camcorder, verschijnen deze
ook op een aangesloten TV, ongeacht de instelling bij [TV SCREEN/TV-SCHERM]. Schakel de
weergave van datum en tijd uit met de optie [DATA CODE/DATACODERING] ( 34).
[MARKERS/MARKERINGEN]:
U kunt in het midden van het scherm een raster of een
horizontale lijn weergeven. Gebruik de markeringen als referentie om ervoor te zorgen dat uw
onderwerp juist wordt ingekaderd (verticaal en/of horizontaal).
Gebruik van de markeringen heeft geen invloed op de opnamen op de band.
[DISPLAYS/SCHERMGEGEVENS]:
U kunt de schermgegevens verbergen zodat op het
volledige scherm alleen het afspeelbeeld wordt weergegeven.
De symbolen van de bandbediening worden 2 seconden weergegeven.
Waarschuwingsberichten en de datacodering (indien geactiveerd) worden weergegeven, zelfs
met de [ OFF<PLAYBK>] instelling.
Alle schermgegevens worden weergegeven terwijl het afspeelbeeld is vergroot of wanneer
een digitaal effect is geactiveerd.
[6SEC.DATE/6 SEC. DATUM & TIJD]:
Als u begint een band af te spelen of wanneer de datum
van de opname verandert, worden de datum en tijd 6 seconden lang weergegeven.
[DEMO MODE/DEMONSTRATIEFUNCTIE]:
Met de demonstratiefunctie kunt u de
belangrijkste functies van de camcorder bekijken. De demonstratiefunctie wordt automatisch
gestart als de camcorder van stroom wordt voorzien met de netadapter en u de camcorder
langer dan 5 minuten ingeschakeld laat staan zonder dat er een opnamemedium is geplaatst.
Druk op een willekeurige toets of zet de camcorder uit of plaats een videocassette als u de
demonstratiefunctie wilt stopzetten zodra deze is gestart.
Instelling systeem (p ieptoon, stroombesparing, etc.)
SYSTEM SETUP/Instelling systeem
[WL. REMOTE/AFSTANDSBEDIENING]: Maakt het mogelijk de camcorder te
bedienen met de draadloze afstandsbediening.
[BEEP/PIEPTOON]: Tijdens sommige bedieningshandelingen hoort u een pieptoon, zoals
bij het aanzetten van de camcorder, het aftellen van de zelfontspanner, etc. De pieptoon
dient ook als een waarschuwingssignaal als zich ongewone omstandigheden voordoen.
Menu-onderdeel Instelopties
CAMERA PLAY
[WL.REMOTE/
AFSTANDSBEDIENING]
[ ON/AAN], [ OFF /UIT] zz
[BEEP/PIEPTOON] [ HIGH VOLUME/HOOG VOLUME],
[ LOW VOLUME/LAAG VOLUME],
[ OFF/UIT]
zz
[POWER SAVE/
STROOMBESPARING]
[ ON/AAN], [ OFF/UIT] z ––
Aanvullende informatie
58
[POWER SAVE/STROOMBESPARING]: Bij gebruik van de accu schakelt de camcorder
zichzelf automatisch uit als er vijf minuten lang geen bedieningshandelingen zijn verricht.
Dit wordt gedaan om stroom te besparen. Circa 30 seconden voordat de camcorder wordt
uitgeschakeld, verschijnt het bericht “ AUTO POWER OFF/Automatische
uitschakeling”.
DATE/TIME SETUP-Datum/tijd instellen
DATE/TIME SETUP-Datum/tijd instellen
[DATE FORMAT/DATUMNOTATIE]: Wijzigt de datumnotatie voor schermgegevens.
Menu item Instelopties
CAMERA PLAY
[T.ZONE DST-
TIJDZONE/ZOMERTIJD]
Overzicht van tijdzones van de wereld. zz22
[DATE/TIME-
DATUM/TIJD]
zz23
[DATE FORMAT/
DATUMNOTATIE]
[Y.M.D (2008.1.1 AM 12:00)/
J.M.D (2008.1.1 AM 12:00)],
[M.D,Y (JAN. 1, 2008 12:00 AM/
M.D.J (JAN. 1, 2008 12:00 AM)]
[D.M.Y (1.JAN.2008 12:00 AM/
D.M.J (1.JAN.2008 12.00 AM)]
zz
59
NL
Problem en?
Loop eerst door de lijst hieronder wanneer u problemen ondervindt bij het gebruik
van uw camcorder. Neem contact op met uw dealer of een Canon Service Center als
het probleem aanhoudt.
Stroombron
De camcorder gaat niet aan of schakelt zichzelf uit.
De afdekking van het cassettecompartiment gaat niet open of stopt halverwege als u een band plaatst of
verwijdert.
De LCD/zoeker gaat aan en uit.
- De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu of laad deze op ( 15).
- Plaats de accu op de juiste wijze in de camcorder.
- Gebruik de compacte netadapter.
De oplaadindicator knippert snel.
- (knippert éénmaal per 0,5 seconde)
Het opladen is stopgezet omdat de compacte netadapter of accu defect is. Neem contact op met een
Canon Service Center.
- (knippert snel tweemaal per seconde)
De accu is ten minste voor 50% opgeladen ( 16). Dit is normaal en duidt niet op een storing.
De accu laadt niet op.
- Het verdient aanbeveling om de accu op te laden bij temperaturen tussen 0 en 40 graden Celsius.
- Accu’s kunnen tijdens gebruik heet worden en kunnen dan mogelijk niet worden opgeladen. De indicator
CHARGE gaat onregelmatig knipperen als de temperatuur van de accu hoger of lager is dan het
voorgeschreven temperatuurbereik. Het opladen wordt gestart zodra de accutemperatuur lager wordt dan
40 graden Celsius.
- De accu is beschadigd. Gebruik een andere accu.
- Als u een defecte netadapter of defecte accu aansluit, gaat de indicator CHARGE/Opladen circa tweemaal per
seconde knipperen en wordt het opladen stopgezet.
- Controleer of de compacte netadapter op de juiste wijze is aangesloten op de camcorder.
Opnemen/afspelen
De toetsen werken niet.
- Schakel de camcorder in.
- Plaats een cassette ( 25).
Op het scherm verschijnen abnormale karakters. De camcorder werkt niet naar behoren.
- Ontkoppel de stroombron en sluit deze na enige tijd weer aan. Als het probleem aanhoudt, verwijder dan alle
stroombronnen (ook de accu en de ondersteuningsbatterij). Hierdoor worden alle instellingen van de
camcorder teruggezet naar de fabrieksinstelling.
Op het scherm knippert .
- Plaats een cassette ( 25).
Op het scherm knippert .
- De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu of laad deze op ( 15).
Problemen oplossen
Aanvullende informatie
60
Op het scherm knippert .
- Er is condens ontdekt. Raadpleeg Condens ( 66).
Op het scherm wordt de melding “REMOVE THE CASSETTE/Verwijder de cassette” weergegeven.
- Verwijder de cassette en plaats deze terug ( 25).
De draadloze afstandsbediening werkt niet.
- Zet [WL.REMOTE/AFSTANDSBEDIENING] op [ON/AAN] ( 57).
- De batterij van de draadloze afstandsbediening is leeg. Vervang de batterij ( 17).
Op het scherm verschijnt videoruis.
- Als u de camcorder gebruikt in een kamer waar een plasma-TV staat, houd dan tussen de camcorder en de
plasma-TV voldoende afstand aan.
Op het TV-scherm verschijnt videoruis.
- Als u de camcorder gebruikt in een kamer waar een TV staat, houd dan tussen de camcorder en het netsnoer
en de antennekabels van de TV voldoende afstand aan.
De band wordt stopgezet tijdens opnamepauze of afspeelpauze.
- De camcorder wordt automatisch in de stopstand ( ) gezet als u deze 4 minuten en 30 seconden in de
afspeelpauzestand ( ) of opnamepauzestand ( ) laat staan. Dit wordt gedaan om de band en
videokoppen te beschermen. Als u het opnemen of afspelen wilt hervatten, druk dan op (als u een
opname maakt) of druk ( ) op de joystick naar / (als u opnamen afspeelt).
Opnemen
Het beeld verschijnt niet op het scherm.
- Zet de camcorder op ( 26).
Op het scherm wordt de melding “SET THE TIME ZONE, DATE AND TIME/Stel de tijdzone, datum en tijd in”
weergegeven.
- Stel de tijdzone, datum en tijd in ( 22).
- Vervang de lithium-ondersteuningsbatterij en stel de tijdzone, datum en tijd in ( 17).
Het opnemen wordt niet gestart als ik op druk.
- Zet de camcorder op ( 26).
- Plaats een cassette ( 25).
- De band heeft het eind bereikt (op het scherm wordt “ END/Einde” weergegeven). Spoel de band terug of
vervang de cassette ( 25).
- De cassette is beveiligd (op het scherm knippert ). Wijzig de stand van het wisbeveiligingsschuifje
( 64).
De camcorder stelt niet scherp.
- De automatische scherpstelling werkt niet op het onderwerp. Stel handmatig scherp ( 41).
- Als u de zoeker gebruikt, stel deze dan bij met de oogcorrectieregelaar ( 28).
- De lens is vuil. Reinig de lens met een zacht lensreinigingsdoekje ( 65). Gebruik nooit tissuepapier om de
lens te reinigen.
Geluid wordt vervormd weergegeven.
- Als dicht in de buurt van harde geluiden (bijvoorbeeld vuurwerk of concerten) opnamen worden gemaakt, dan
kan het geluid vervormd raken.
Het beeld in de zoeker is vaag.
- Stel de zoeker bij met de oogcorrectieregelaar ( 28).
Start/Stop
Start/Stop
61
NL
Opnamen weergeven
Tijdens het afspelen ziet u videoruis.
- De videokoppen zijn vuil. Reinig de videokoppen ( 2).
Het afspelen wordt niet gestart.
- Plaats een cassette ( 25).
- Zet de camcorder op ( 31).
- De band heeft het eind bereikt (op het scherm wordt “ END/Einde” weergegeven). Spoel de band terug
( 25).
De ingebouwde luidspreker produceert geen geluid.
- Open het LCD-paneel.
- Het luidsprekervolume staat uit. Stel het volume bij met de optie [SPEAKER VOLUME/LUIDSPREKERVOLUME]
( 32).
Op het TV-scherm verschijnt geen beeld.
- Controleer nogmaals of de camcorder op de juiste wijze is aangesloten op de TV ( 47).
De harde schijf wordt benaderd, maar het beeld verschijnt niet op het TV-scherm.
- De TV/VIDEO-keuzeschakelaar op de TV is niet ingesteld op VIDEO. Zet de keuzeschakelaar op VIDEO
( 48).
- De videokoppen zijn vuil. Reinig de videokoppen ( 2).
- U hebt geprobeerd een band af te spelen of te kopiëren die auteursrechtelijk is beveiligd ( ). Stop met
afspelen/kopiëren.
Overzicht van berichten (in alfabetische volgorde)
CHANGE THE BATTERY PACK
- De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu of laad deze op ( 15).
CHECK THE CASSETTE [AUDIO MODE/AUDIOSTAND]
- U hebt geprobeerd audio toe te voegen ( 49) aan een band die is opgenomen met een andere audiostand
dan [ 12bit].
CHECK THE CASSETTE [BLANK/LEEG]
- U hebt geprobeerd audio toe te voegen ( 49) aan een band met een leeg gedeelte.
CHECK THE CASSETTE [INCORRECT TAPE SPECIFICATION/SPECIFICATION/ONJUISTE
BANDSPECIFICATIE]
- U hebt geprobeerd audio toe te voegen ( 49) aan een band die is opgenomen in HD (High-Definition).
CHECK THE CASSETTE [REC MODE/OPNAMEMODUS]
- U hebt geprobeerd audio toe te voegen ( 49) aan een band die is opgenomen met een andere
opnamemodus dan SP.
CONDENSATION HAS BEEN DETECTED
- In de camcorder is condens ontdekt ( 66).
Aanvullende informatie
62
CONDENSATION HAS BEEN DETECTED REMOVE THE CASSETTE
- In de camcorder is condens ontdekt ( 66). Verwijder de cassette.
HEADS DIRTY, USE CLEANING CASSETTE
- De videokoppen zijn vuil. Reinig de videokoppen ( 2).
INCORRECT TAPE SPECIFICATION PLAYBACK IS RESTRICTED
- U hebt geprobeerd een band af te spelen die is opgenomen met een ander televisiesysteem (NTSC) of met een
opnamestandaard die door deze camcorder niet wordt ondersteund.
REMOVE THE CASSETTE
- De camcorder is gestopt om de band te beschermen. Verwijder de cassette en plaats deze terug ( 25).
SET THE TIME ZONE, DATE AND TIME
- U hebt de tijdzone, datum en tijd niet ingesteld. Dit bericht verschijnt telkens als u de stroom inschakelt totdat
u de tijdzone, datum en tijd instelt ( 22).
TAPE END
- De band heeft het eind bereikt. Spoel de band terug of vervang de cassette.
THE TAPE IS SET FOR ERASURE PREVENTION
- De cassette is beveiligd. Vervang de cassette of wijzig de stand van het wisbeveiligingsschuifje ( 64).
63
NL
Wat u wel en niet moet doen
Camcorder
Draag de camcorder niet aan het
LCD-paneel. Wees voorzichtig als u
het LCD-paneel sluit.
Laat de camcorder niet achter op
plaatsen met hoge temperaturen
(zoals in een auto of onder direct
zonlicht) of hoge vochtigheid.
Gebruik de camcorder niet in de
buurt van sterke elektrische of
magnetische velden zoals boven een
TV, in de buurt van plasma-TV’s of
mobiele telefoons.
Richt de lens of zoeker niet op sterke
lichtbronnen. Laat de camcorder niet
gericht op een helder onderwerp.
Gebruik en bewaar de camcorder niet
op stoffige of zanderige plaatsen.
De camcorder is niet waterdicht –
vermijd daarom ook water, modder of
zout. De camcorder en/of lens kan
beschadigd raken als dergelijke
substanties de camcorder
binnendringen.
Let op hitte die door
verlichtingsapparatuur wordt
afgegeven.
Demonteer de camcorder niet. Als de
camcorder niet naar behoren werkt,
neem dan contact op met een
deskundige reparateur.
Ga voorzichtig met de camcorder om.
Stel de camcorder niet bloot aan
schokken of trillingen, omdat hierdoor
schade kan ontstaan.
Accu
Opgeladen accu’s ontladen zich op
natuurlijke wijze. Zorg er daarom voor
dat u de accu op de dag van gebruik, of
de dag ervoor, oplaadt. U bent dan
verzekerd van een volle accu.
Bevestig de afdekplaat van de accu als
u een accu niet gebruikt. Contact met
metalen objecten kan leiden tot
kortsluiting en schade aan de accu.
Vuile polen kunnen tot gevolg hebben
dat het contact tussen de accu en de
camcorder niet goed is. Veeg de polen
schoon met een zachte, droge doek.
Als u de accu langere tijd opbergt (circa
1 jaar), kan dit de levensduur bekorten
of functioneert de accu hierdoor
mogelijk minder goed. Daarom verdient
het aanbeveling om de accu volledig te
ontladen en deze op te bergen op een
droge plaats waar de temperatuur niet
hoger wordt dan 30
°
C. Als u de accu
langere periodes niet gebruikt, dan
bevelen wij aan om de accu ten minste
Hoe u de camcorder moet
behandelen
GEVAAR!
Behandel de accu met de nodige
voorzichtigheid.
Houd de accu uit de buurt van open
vuur (de accu kan exploderen).
Stel de accu niet bloot aan
temperaturen die hoger zijn dan
60 °C. Laat de accu niet achter in
de buurt van een ingeschakeld
verwarmingsapparaat of binnen een
auto bij heet weer.
Probeer de accu niet uit elkaar te
halen of er aan te knutselen.
Laat de accu niet vallen en stoot er
niet tegen aan.
Laat de accu niet nat worden.
Aanvullende informatie
64
eenmaal per jaar volledig op te laden en
te ontladen. Doe dit tegelijkertijd ook
met andere accu’s als u meer dan één
accu hebt.
De accu kan worden gebruikt bij
temperaturen tussen 0
°
C en 40
°
C. Het
optimale bereik is echter tussen 10
°
C
en 30
°
C. Bij koude temperaturen zal de
prestatie tijdelijk achteruitgaan.
Verwarm de accu eerst in uw zak
voordat u deze gebruikt.
Als de accu volledig opgeladen is, maar
de gebruikstijd bij normale
temperaturen toch aanzienlijk korter
wordt, vervang de accu dan.
Over de afdekplaat van de accu
De afdekplaat van de accu is voorzien
van een [ ]-gevormde opening. Dit is
handig als u een onderscheid wilt
maken tussen accu's die opgeladen zijn
en niet opgeladen zijn.
Achterzijde van de accu
Afdekplaat aangesloten
Cassette
Spoel banden na gebruik terug. Een
slappe of beschadigde band kan tijdens
het afspelen videoproblemen en/of
vervorming van audio veroorzaken.
Berg cassettes op in de doos en
bewaar de doos rechtop. Spoel banden
van tijd tot tijd terug als u deze langere
tijd opbergt.
Laat na gebruik de cassette niet achter
in de camcorder.
Gebruik geen gespleten banden of
andere cassettes dan
standaardcassettes, omdat de
camcorder hierdoor beschadigd kan
raken.
Gebruik geen banden die vastgelopen
zijn geweest, omdat de videokoppen
hierdoor vuil geworden kunnen zijn.
Steek geen voorwerpen in de kleine
openingen van de cassette en bedek
deze niet met cellofaantape.
Ga voorzichtig met cassettes om. Laat
cassettes niet vallen en stel deze niet
bloot aan stoten en schokken, omdat
cassettes hierdoor beschadigd kunnen
raken.
Als cassettes zijn voorzien van een
geheugenfunctie, dan kunnen met
metaal beklede aansluitpunten tijdens
gebruik vuil worden. Reinig de
aansluitpunten met een wattenstaafje
nadat de cassette circa 10 keer is
verwijderd en teruggeplaatst. De
geheugenfunctie wordt niet
ondersteund door de camcorder.
Banden beveiligen tegen onbedoeld
wissen
Als u wilt voorkomen dat uw opnamen per
abuis worden gewist, schuif dan het
wisbeveiligingsschuifje op de cassette
naar SAVE of ERASE OFF.
Opgeladen Niet opgeladen
SAVE
REC
SAVE
REC
65
NL
Lithiumknoopbatterij
Pak de batterij niet vast met een pincet
of ander metalen gereedschap, omdat
hierdoor kortsluiting zal ontstaan.
Veeg de batterij schoon met een
schone, droge doek om ervoor te
zorgen dat met de camcorder goed
contact wordt gemaakt.
Opbergen
Indien u van plan bent de camcorder
langere tijd niet te gebruiken, berg deze
dan op een plaats op die vrij is van stof,
bij lage vochtigheid en waar de
temperatuur niet hoger wordt dan 30
°
C.
Reinigen
Camcorderhuis
Gebruik een zachte, droge doek om het
camcorderhuis te reinigen. Gebruik
nooit met chemicaliën behandelde
doeken of vluchtige oplosmiddelen
zoals verfverdunner.
Lens en zoeker
De automatische scherpstelling werkt
mogelijk niet correct als het
lensoppervlak vuil is.
Verwijder stof of vuildeeltjes met een
blaaskwastje (geen spuitbus
gebruiken).
Gebruik een schoon, zacht
lensreinigingsdoekje om de lens of
zoeker schoon te maken. Doe dit
voorzichtig. Gebruik nooit tissuepapier.
LCD-scherm
Reinig het LCD-scherm met een
schoon, zacht lensreinigingsdoekje.
•Bij plotselinge
temperatuurschommelingen kan zich
op het oppervlak van het scherm
condens voordoen. Veeg het vocht weg
met een zachte, droge doek.
WAARSCHUWING!
Verkeerde behandeling van de batterij
van de afstandsbediening kan leiden tot
brandgevaar of chemische
brandwonden.
De batterij mag u niet demonteren,
veranderen, in water onderdompelen,
boven 100 °C verhitten of doen
ontbranden.
Ondersteuningsbatterij: Vervang deze
batterij door een CR1616-batterij van
Panasonic, Hitachi Maxell, Sony,
Toshiba, Varta of Renata. Gebruik van
andere batterijen kan brand of een
explosie tot gevolg hebben.
Lithiumbatterij voor de
draadloze afstandsbediening: Vervang
deze batterij door een CR2025-batterij
van Panasonic, Hitachi Maxell, Sony,
Sanyo, of door Duracell2025. Gebruik
van andere batterijen kan brand of een
explosie tot gevolg hebben.
Steek de batterij niet in uw mond. Roep
onmiddellijk de hulp van een arts in als
de batterij wordt ingeslikt. De
batterijhuls kan breken, waardoor de
vrijgekomen batterijvloeistof schade kan
toebrengen aan ingewanden.
Houd de batterij buiten bereik van
kinderen.
De batterij mag niet worden opgeladen,
kortgesloten of in de verkeerde richting
worden geplaatst
.
De gebruikte batterij moet worden
ingeleverd bij de leverancier voor een
veilige verwerking.
Voeding/overig
Aanvullende informatie
66
Condens
Als u de camcorder snel verplaatst van
een gebied met warme temperaturen
naar een gebied met koude
temperaturen of omgekeerd, dan kan er
op de interne oppervlakken condens
(waterdruppeltjes) ontstaan. Gebruik de
camcorder niet als condens wordt
gesignaleerd. Als u de camcorder blijft
gebruiken, kan deze beschadigd raken.
Condens kan zich in de volgende
situaties voordoen:
Wanneer de camcorder vanuit een
kamer met actieve airconditioning
wordt meegenomen naar een warme,
vochtige plaats
Wanneer u de camcorder van een
koude plaats meeneemt naar een
warme kamer
Wanneer de camcorder wordt
achtergelaten in een vochtige kamer
Wanneer een koude kamer snel wordt
verwarmd
Stel de camcorder niet bloot aan
plotselinge of extreme
temperatuurswijzigingen.
Verwijder de cassette, plaats de
camcorder in een luchtdichte zak en
laat deze langzaam wennen aan
temperatuurswijzigingen voordat u de
camcorder uit de zak haalt.
De camcorder wordt automatisch
uitgeschakeld, het
waarschuwingsbericht
“CONDENSATION HAS BEEN
DETECTED/Condens ontdekt” wordt
circa 4 seconden weergegeven en
begint te knipperen.
Als er een cassette is geplaatst, wordt
het waarschuwingsbericht “REMOVE
THE CASSETTE/Verwijder de
cassette” weergegeven en begint
te knipperen. Verwijder de cassette
onmiddellijk en laat het compartiment
openstaan. De band kan beschadigd
raken als u de cassette in de
camcorder laat zitten.
U kunt geen cassette plaatsen als
condens ontdekt is.
Hoe lang het precies duurt voordat de
waterdruppeltjes zijn verdampt, hangt
af van de locatie en
weersomstandigheden. Wacht nog één
uur nadat de condenswaarschuwing is
gestopt met knipperen. Neem pas dan
de camcorder weer in gebruik.
CONDENS VOORKOMEN
ALS CONDENS IS ONTDEKT
H
ET GEBRUIK HERVATTEN
67
NL
Gebruik van de camcorder in het
buitenland
Stroombronnen
U kunt de compacte netadapter
gebruiken in elk land met een
netvoeding tussen 100 en 240 V
wisselstroom en 50/60 Hz om de
camcorder te bedienen en de accu op
te laden. Raadpleeg het Canon Service
Center voor informatie over
stekkeradapters voor gebruik in het
buitenland.
Afspelen op een TV-scherm
U kunt uw opnamen alleen afspelen op
TV’s die compatibel zijn met het PAL-
systeem. Het PAL-systeem wordt in de
volgende landen gebruikt:
Algerije, Australië, Bangladesh, België,
Brunei, China, Denemarken, Duitsland,
Finland, Hong Kong Special
Administrative Region, IJsland, India,
Indonesië, Irak, Iran, Ierland, Israël,
Italië, Jemen, Jordanië, Kenia, Koeweit,
Kroatië, Liberia, Maleisië, Malta,
Montenegro, Mozambique, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noord-Korea,
Noorwegen, Oeganda, Oekraïne,
Oman, Oostenrijk, Pakistan, Polen,
Portugal, Qatar, Roemenië, Servië,
Sierra Leone, Singapore, Slovenië,
Slowakije, Spanje, Sri Lanka,
Swaziland, Tanzania, Thailand, Tsjechië,
Turkije, Verenigde Arabische Emiraten,
Verenigd Koninkrijk, Zambia, Zuid-
Afrika, Zweden, Zwitserland.
I
n
f
orma
ti
e over
h
an
d
e
l
smer
k
en
is een handelsmerk.
Microsoft, Windows and Windows Vista zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Overige namen en producten die hierboven niet zijn vermeld, kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van de
betreffende ondernemingen.
Aanvullende informatie
68
Algeme ne inform atie
* De BP-2L5 is niet verkrijgbaar als optionele accessoire.
Systeemschema (Beschikbaarheid verschilt van gebied tot gebied)
Auto-acculader
CBC-NB2
Stereovideokabel
STV-250N
Compacte
netadapter CA-590E
DV-kabel
CV-150F/CV-250F
Zachte draagtas
SC-2000
Polsriem WS-20
Schouderriem
SS-600/SS-650
TV
Videorecorder
DVD recorder/digitaal
apparaat met DV-aansluitpunt
MiniDV
videocassette
SCART-adapter
Accu NB-2LH,
BP-2L5*, BP-2L14
Acculader
CB-2LWE
WL-85
Wireless Controller
69
NL
Accu’s
Als u extra accu's nodig hebt, kies dan de
NB-2LH of de BP-2L14.
Acculader CB-2LWE
Gebruik de acculader om accu’s op te
laden.
Oplaadduur
De oplaadduur voor de diverse accu's in de volgende tabel is bij benadering gegeven
en varieert al naargelang de oplaadomstandigheden en de aanvankelijke laadstatus
van de accu.
Optionele accessoires
Gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het
wordt gebruikt in combinatie met Canon-accessoires. Canon kan niet aansprakelijk
worden gehouden voor schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand, etc. als
gevolg van defecten in niet-originele Canon-accessoires (zoals lekkage en/of explosie
van een accu). Let erop dat deze garantie niet geldt voor reparaties die het gevolg zijn
van defecten in niet-originele Canon-accessoires, hoewel u dergelijke reparaties wel
tegen betaling kunt laten verrichten.
Accu
BP-2L5 NB-2LH BP-2L14
Oplaadomstandigheden
Bij gebruik van de camcorder 145 min. 155 min. 285 min.
Bij gebruik van de acculader CB-2LWE 105 min. 160 min. 205 min.
Aanvullende informatie
70
Opname- en afspeelduur
De opname- en afspeelduur in de tabel hieronder is bij benadering gegeven en is
afhankelijk van de opnamemodus en de oplaad-, opname- en
afspeelomstandigheden. De effectieve gebruikstijd van de accu kan afnemen als u
opnamen maakt in koude omstandigheden, bij gebruik van de meer heldere
scherminstellingen, etc.
* Geschatte tijden voor het opnemen met herhaalde bedieningshandelingen, zoals starten/
stoppen, zoomen, stroom aan/uit.
Auto-acculader CBC-NB2
Gebruik de auto-acculader om onderweg
accu's op te laden. De kabel moet worden
aangesloten op de sigarettenaanstekerbus en
werkt op een 12-24
V DC negatief geaarde
accu.
Accu BP-2L5 NB-2LH BP-2L14
Scherm dat wordt gebruikt
Zoeker
LCD
Zoeker
LCD
Zoeker
LCD
Maximale opnameduur 90 min. 85 min. 125 min. 120 min. 270 min. 260 min.
Gebruikelijke
opnameduur*
45 min. 45 min. 65 min. 60 min. 145 min. 140 min.
Afspeelduur
110 min.
145 min.
315 min.
Maximale opnameduur 95 min. 95 min. 135 min. 125 min. 300 min. 280 min.
Gebruikelijke
opnameduur*
55 min. 50 min. 55 min. 50 min. 155 min. 150 min.
Afspeelduur
105 min.
145 min.
310 min.
71
NL
Schouderriem
U kunt een schouderriem bevestigen voor
meer stevigheid en betere hanteerbaarheid.
Haal de uiteinden door het
riembevestigingspunt en stel de lengte van
de riem bij.
Polsriem WS-20
Gebruik deze riem voor extra aanvullende
bescherming tijdens het opnemen.
Zachte draagtas SC-2000
Een handige camcordertas met gevoerde
vakjes en genoeg ruimte voor accessoires.
Dit merkteken is het symbool van originele Canon-
videoaccessoires. Als u gebruik maakt van Canon-
videoapparatuur, dan raden wij u ten zeerste aan om gebruik te
maken van accessoires of producten van Canon met hetzelfde
merkteken.
Aanvullende informatie
72
MD245/MD225
Specificaties
Systeem
Video-opnamesysteem 2 roterende koppen, spiraalvormig DV-scansysteem (VCR SD-systeem voor de
consument), digitale componentregistratie
Audio-opnamesysteem Digitaal PCM-geluid: 16 bit (48 kHz/2 kanalen); 12 bit (32 kHz)
Televisiesysteem CCIR-standaard (625 lijnen, 50 velden) PAL-kleurensignaal
Beeldsensor 1/6-inch CCD, circa 1.070.000 pixels
circa 800.000 pixels
Effectief aantal pixels
1
(alle getallen zijn waarden bij benadering)
16:9-films (Geavanceerde zoom [ON/AAN]) 480.000 (T) / 710.000 (W) pixels
(andere zoomtypes) 550.000 pixels
4:3-films (Geavanceerde zoom) 440.000 (T) / 690.000 (W) pixels
(andere zoomtypes) 690.000 pixels
Effectief aantal pixels
1
(alle getallen zijn waarden bij
benadering)
16:9-films (Geavanceerde zoom [ON/AAN]) 440.000 (T) / 540.000 (W) pixels
(andere zoomtypes) 440.000 pixels
4:3-films 400.000 pixels
Compatibele banden
Videocassettes met het logo
Bandsnelheid SP: 18,83 mm/s; LP: 12,57 mm/s
Maximale opnameduur
(band van 60 minuten)
SP: 60 minuten; LP: 90 minuten
LCD-scherm 2,7 inch breed, TFT-kleur, circa 112.000 pixels
Zoeker 0,35 inch breed, TFT-kleur, circa 114.000 pixels
Microfoon Electreet condensator stereomicrofoon
1
Als twee waarden worden gegeven, dan duidt de eerste op de waarde bij maximale telefoto (T) en de tweede op de waarde bij
maximale groothoek (W).
73
NL
Lens
f=2,6–96,2 mm, F/2.0–5.2, 37x aangedreven zoom
35 mm-equivalent (alle getallen zijn waarden bij benadering)
16:9-films (Geavanceerde zoom) 41,7–1877 mm
(andere zoomtypes) 47,1–1743 mm
4:3-films (Geavanceerde zoom) 44,6–2052 mm
(andere zoomtypes) 44,6–1650 mm
35 mm-equivalent (alle getallen zijn waarden bij benadering)
16:9-films (Geavanceerde zoom [ON/AAN]) 40,5–1676 mm
(andere zoomtypes) 45.3–1,676 mm
4:3-films 49,8–1843 mm
f=2,6–83,2 mm, F/2.0–4.6, 32x aangedreven zoom
35 mm-equivalent (alle getallen zijn waarden bij benadering)
16:9-films (Geavanceerde zoom [ON/AAN]) 40,5–1450 mm
(andere zoomtypes) 45.3–1,450 mm
4:3-films 49,8–1594 mm
Lenssamenstelling 10 elementen in 8 groepen (1 dubbelzijdig, asferisch element)
AF-systeem Automatische scherpstelling door de lens (TTL), handmatige scherpstelling beschikbaar
Minimale scherpstellingsafstand 1 m; 1 cm bij maximale groothoek
Witbalans Automatische witbalans, voorkeuze (DAYLIGHT/Daglicht, TUNGSTEN/Gloeilamp) of
handmatig
Minimale verlichting Opnameprogramma ([NIGHT/NACHT], sluitertijd ingesteld op 1/6:
1,7 lx, 1,6 lx
Stand , Automatisch lange sluitertijd [ON/AAN], sluitertijd ingesteld op 1/25:
7 lx, 6 lx
Aanbevolen verlichting Meer dan 100 lx
Beeldstabilisatie Elektronisch
Ingangen/uitgangen
Aansluitpunt AV Mini-jack van 3,5 mm, alleen uitgang
Video: 1 Vp-p / 75 ohm asymmetrisch
Audio: -10 dBV (47 kohm belasting/3 kohm of minder)
Aansluitpunt DV 4 pennen (IEEE1394-standaard), alleen uitgang
Aansluitpunt MIC Stereo-mini-jack van 3,5 mm;
–57 dBV (met microfoon van 600 ohm) / 5 kohm of meer
Aanvullende informatie
74
Compacte netadapter CA-590E
Accu BP-2L5
Gewicht en afmetingen zijn bij benadering gegeven. Fouten en omissies
voorbehouden. Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Voeding/overig
Voeding (nominaal) 7,4 V DC (accu), 8,4 V DC (compacte netadapter)
Vermogensopname 2,4 W (zoeker), 2,5 W (LCD-scherm, normale helderheid)
2,2 W (zoeker), 2,3 W (LCD-scherm, normale helderheid)
Gebruikstemperatuur 0 – 40 °C
Afmetingen (B x H x D) 68 x 82 x 127 mm, zonder de handgreepriem
Gewicht (alleen camcorderhuis) 380 g
Voeding 100 – 240 V AC, 50/60 Hz, 0,14 – 0,08 A
Nominale uitvoer 8,4 V DC, 0,6 A
Gebruikstemperatuur 0 – 40 °C
Afmetingen 46 x 26 x 70 mm
Gewicht 93 g
Accutype Oplaadbare lithium-ion accu
Nominale spanning 7,4 V DC
Gebruikstemperatuur 0 – 40 °C
Capaciteit accu 530 mAh
Afmetingen 33,3 x 16,2 x 45,2 mm
Gewicht 40 g
75
* alleen.
NL
6 seconden automatische weergave
datum & tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
A
A
Aansluitingen
op een computer . . . . . . . . . . . . . .51
op een TV/videorecorder . . . . . . . .46
Aansluitpunt MIC . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Accu
Indicator resterende accucapaciteit
.14
Opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Audio toevoegen* . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Audiostand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Audio-uitgangskanaal . . . . . . . . . . . . . .40
Automatische lange sluitertijd . . . . . . . .54
AV-aansluitpunt . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
B
Beeldeffecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
Beeldstabilisator . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
Belichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Breedbeeld 16:9 . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
Buitenland, gebruik van de camcorder .67
C
Compacte netadapter . . . . . . . . . . . . . .15
Condens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
D
Datacodering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Datum en tijd
Datumnotatie . . . . . . . . . . . . . . . . .58
Tijdzone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
Zomertijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
Datum zoeken* . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Digitale effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Draadloze afstandsbediening . . . . . . . . 18
DV-aansluitpunt . . . . . . . . . . . . . . . 47, 51
E
Einde zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
F
Films bekijken (opname bekijken) . . . . 31
Films kopiëren naar een computer . . . . 52
Foutberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
FUNC., menu . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 53
G
Gemakkelijk opnemen
(opnameprogramma) . . . . . . . . . . . . . 27
Groothoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
H
Handgreepriem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Handmatige instelling van de belichting
.42
Handmatige scherpstelling . . . . . . . . . . 41
Hoogte/breedteverhouding
van een aangesloten TV (TV-type) .55
van films (breedbeeld) . . . . . . . . . . 54
I
Indicator voor resterende duur v
an de band . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Instellingsmenu’s . . . . . . . . . . . . . . 20, 54
J
Joystick . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Joystickaanduiding . . . . . . . . . . . . . . . . 19
L
LCD-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
LCD-videolamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
LP-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Index
Aanvullende informatie
76
* alleen.
M
Maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Markeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Microfoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
N
Nacht (opnameprogramma) . . . . . . . . . 36
Nulstelgeheugen* . . . . . . . . . . . . . . . . .33
O
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Ondersteuningsbatterij . . . . . . . . . . . . . 17
Opnameherinnering . . . . . . . . . . . . . . . 14
Opnamemodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Opnameprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . 35
P
P (opnameprogramma) . . . . . . . . . . . . .37
Pieptoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Portret (opnameprogramma) . . . . . . . . 36
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . 59
Programmakeuzeschakelaar . . . . . . . 27
S
Schermgegevens, selecteren welke
worden weergegeven . . . . . . . . . . . . .34
Schermpictogrammen . . . . . . . . . . . . . 13
Sensor voor afstandsbediening* . . . . . . 18
Serienummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Sluitertijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Sneeuw (opnameprogramma) . . . . . . .36
Snelstartfunctie (Quick Start) . . . . . . . . 30
Speciale scènes . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
SP-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55
Sport (opnameprogramma) . . . . . . . . . 36
Spotlight (opnameprogramma) . . . . . . .36
Statief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Strand (opnameprogramma) . . . . . . . . . 36
Stroombesparing . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
T
Taal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Telepositie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
V
Videocassettes . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 64
Videokoppen reinigen . . . . . . . . . . . . . . 2
Volume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Vuurwerk (opnameprogramma) . . . . . . 36
W
Windscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Witbalans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Z
Zelfontspanner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Zoeker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Zonsondergang (opnameprogramma) . 36
Zoom
Geavanceerde zoom . . . . . . . . . . . 28
Zoomsnelheid . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Zoomtype . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Canon Europa N.V.
P.O. Box 2262, 1180 EG Amstelveen, The Netherlands
Canon Nederland N.V.
Neptunusstraat 1 2132 JA Hoofddorp
Tel: 023-567 01 23
Fax: 023-567 01 24
www.canon.nl
Canon België N.V./S.A.
Bessenveldstraat 7
1831 Diegem (Machelen)
Tel: (02)-7220411
Fax: (02)-7213274
De informatie van deze gebruikshandleiding is bekrachtigd per 1 januari 2008
Dit is gedrukt op 70% gerecycled papier.
GEDRUKT IN DE EU © CANON INC. 2008
CEL-SH5SA280
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77

Canon MD216 de handleiding

Categorie
Camcorders
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor