Verklarende woordenlijst 191
L1-cache — Primair cachegeheugen dat binnen de processor is opgeslagen.
L2-cache — Secundair cachegeheugen dat zich buiten de processor kan bevinden of in
de processorarchitectuur liggen besloten.
Carnet — Een internationaal douanedocument dat de tijdelijke import naar andere
landen vereenvoudigt. Wordt ook wel een goederenpaspoort genoemd.
Cd-r — Cd Recordable — Een beschrijfbare versie van een cd. Gegevens kunnen
slechts één maal op een cd-r-schijf worden opgeslagen. Eenmaal opgenomen kunnen
de gegevens niet meer worden gewist of overschreven.
Cd-rw
— CD Rewritable — Een overschrijfbare versie van een cd. Gegevens kunnen naar
een cd-rw-schijf worden weggeschreven en vervolgens worden gewist of overschreven.
Cd-rw-/dvd-station — Een station, soms aangeduid met combostation, dat in staat is
om cd's en dvd's te lezen en gegevens naar cd-rw-schijven (overschrijfbare cd's) en cd-
r-schijven (beschrijfbare cd's) te schrijven. U kunt verschillende malen gegevens naar
cd-rw-schijven schrijven, maar u kunt slechts één keer gegevens naar een cd-r-schijf
schrijven.
Cd-rw-station — Een station dat in staat is om cd's te lezen en gegevens naar cd-rw-
schijven (overschrijfbare cd's) en cd-r-schijven (beschrijfbare cd's) te schrijven. U kunt
verschillende malen gegevens naar cd-rw-schijven schrijven, maar u kunt slechts één
keer gegevens naar een cd-r-schijf schrijven.
CMOS — Een type elektronisch circuit. Computers gebruiken een kleine hoeveelheid
CMOS-geheugen om de datum, tijd en systeeminstellingen op te slaan.
COA — Certificate of Authenticity — De alfanumerieke Windows-code die op een
sticker op uw computer wordt vermeld. Ook wel productsleutel of product-ID genoemd.
Code voor express-service
— Een numerieke code die zich op een sticker op uw Dell™
computer bevindt. Gebruik de code voor express-service als u contact met Dell opneemt
voor ondersteuning. De expresse-service is in sommige landen mogelijk niet verkrijgbaar.
Configuratiescherm — Een Windows-hulpprogramma dat u in staat stelt om de
instellingen van het besturingssysteem en de hardware te wijzigen, zoals bijvoorbeeld
de beeldscherminstellingen.
Controller — Een chip die de gegevensoverdracht tussen de processor en het
geheugen of tussen de processor en apparaten regelt.
CRIMM — Continuity Rambus In-line Memory Module — Een speciale module die
niet is uitgerust met geheugenchips en wordt gebruikt voor het opvullen van
ongebruikte RIMM-sleuven.
Cursor — Een markeringspunt op het beeldscherm dat aangeeft waar de volgende
handeling van het toetsenbord, de touchpad of de muis zal plaatsvinden. Vaak heeft de
cursor de vorm van een knipperende regel, een liggend streepje of een kleine pijl.