INSTALLATIE
Voordat u het apparaat gaat
installeren, de veiligheidsvoorschriften
aandachtig lezen om bepaalde problemen
te voorkomen.
Het apparaat moet worden geïnstalleerd in
een droog en goed geventileerd vertrek,
ver van warmtebronnen. Een minimale
afstand van 10 cm open laten tussen de
bovenkant van het apparaat en een
eventueel kastje erboven. Indien dit niet
mogelijk is gezien de plaats waar u de
vrieskast wenst te installeren, moet u 5 cm
open laten tussen de bovenkant van het
apparaat en ieder ander keukenmeubel
erboven bevestigd en een afstand van 2,5
cm aan beide zijden van het apparaat.
Als u uw apparaat wenst te plaatsen naast
een koelkast of een vrieskast, moet u een
afstand van 5 cm open laten aan alle
kanten om condensvorming op de
buitenkant van het apparaat te
voorkomen.
De klimaatklasse van het apparaat staat
vermeld op het typeplaatje. Deze klasse
bepaalt de reeks van
omgevingstemperaturen waarvoor de
koelunit is ontworpen met het oog op een
goede werking van het apparaat.
Klasse Omgevingstemperaturen
N 16° tot 32°
ST 18° tot 38°
T 18° tot 43°
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Karakteristieken van de steker : 220-240V
met aardaansluiting.
• Voorkom het gebruik van adaptors of
verlengsnoeren.
• Ervoor zorgen dat de kabel niet in
contact kan komen met de compressor.
• Ervoor zorgen dat de kabel niet onder
het apparaat wordt gevoerd.
De elektrische installatie van het apparaat
is voorzien van een aardaansluiting.
Veiligheidshalve moet u het apparaat
aansluiten op een contactdoos met
aardaansluiting (overeenkomstig de van
kracht zijnde veiligheidsnormen van
elektrische installaties).
De fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid
van de hand wat betreft schade
veroorzaakt door het feit dat het apparaat
niet op de aarde is aangesloten.
ALVORENS HET APPARAAT AAN
TE SLUITEN
• De binnenkant van de vrieskast
schoonmaken met lauw water en
bicarbonaat. Afspoelen en zorgvuldig
drogen.
• 2 uur wachten voor het apparaat in
werking te zetten zodat de
smeermiddelen van de moto-compressor
naar de juiste plaats kunnen vloeien.
BESCHERMING VAN HET
MILIEU
Het koelsysteem en het isolatiemateriaal
van dit apparaat bevatten geen
koelgassen die schadelijk zijn voor de
ozonlaag. Het apparaat mag niet worden
afgevoerd met het huisvuil of op de
schroothoop om beschadiging van het
koelsysteem te voorkomen met name aan
de achterzijde van het apparaat. Neem
contact op met uw gemeentehuis om te
weten te komen op welke manier u dit
soort apparaten kunt afvoeren.
De materialen gebruikt voor dit
apparaat en geïdentificeerd met dit
symbool zijn recycleerbaar.
30