Sony MDS-PC1 de handleiding

Categorie
Minidisc-spelers
Type
de handleiding
2
Programma © 1998 Sony Corporation
Documentatie © 1998 Sony Corporation
De namen Microsoft, MS-DOS en Windows
zijn gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
IBM en PC/AT zijn gedeponeerde
handelsmerken van International Business
Machines Corporation.
Andere namen van bedrijven en producten
zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van de betreffende
bedrijven.
3
Table of contents
Om te beginnen.............................. 4
Overzicht............................................... 4
Betreffende deze
gebruiksaanwijzing..................... 4
Systeemvereisten ................................. 5
Voorbereidingen............................. 6
Controleren van het bijgeleverd
toebehoren .................................... 6
Aansluitingen ....................................... 7
Aansluiten van een computer............ 7
Aansluiten van een compact disc
speler ............................................. 8
Installeren van het programma ......... 9
Starten van het programma ............. 10
Bediening ...................................... 11
Overzicht van de beeldscherm-
bedieningsfuncties .................... 11
Minidisc bedieningsscherm ............. 12
Compact disc bedieningsscherm..... 14
Afspelen van een minidisc ............... 16
Minidisc-weergave ............................ 16
Keuze van het weer te geven
muziekstuk ................................. 16
Opzoeken van een gewenst
muziekstuk ................................. 16
Opzoeken van een bepaald punt in
een muziekstuk.......................... 16
Pauzeren van de weergave .............. 17
Stoppen met afspelen ........................ 17
Monteren van opgenomen minidiscs
...................................................... 18
Toewijzen van een disctitel en
muziektitels (NAME functie) .. 18
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken
(MOVE functie).......................... 20
Splitsen van opgenomen
muziekstukken
(DIVIDE functie)........................ 21
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken
(COMBINE functie)................... 22
Wissen van een deel van een
muziekstuk
(A-B ERASE functie) ................. 23
Wissen van opnamen
(ERASE functie) ......................... 24
Afdrukken van minidisc-etiketten .. 25
Toewijzen van titels aan uw compact
discs (NAME functie) ............... 26
Opnemen van een compact disc op
een minidisc ............................... 27
Programma-weergave van de
muziekstukken op een CD....... 28
Maken van nieuwe minidisc-
pictogrammen ............................ 30
Sluiten.................................................. 30
Aanvullende informatie ............... 31
Verhelpen van storingen .................. 31
Index .................................................... 32
NL
4
Overzicht
Na aansluiting op uw computer kunt u de MDS-PC1
bedienen via uw computerscherm. Naast de
eenvoudige bediening voor het afspelen van minidiscs
en het monteren van geluidsopnamen met behulp van
de computermuis, biedt dit apparaat een aantal
handige extra functies, zoals:
Tekstinvoer via het toetsenbord van uw computer;
Bediening van een Sony compact disc speler*;
Simpele “drag-and-drop” bediening voor het
opnemen* van compact discs op minidisc met een
Sony CD-speler.
* Alleen met CD-spelers voorzien van een CONTROL A1
aansluiting (geschikte modellen: CDP-CX220, CDP-CX260,
CDP-CX57, CDP-CA80ES en, CDP-CE525). Bovendien is
voor deze aansluiting de bijgeleverde (tevens los
verkrijgbare) CONTROL A1 kabel nodig.
Om te beginnen
Betreffende deze gebruiksaanwijzing
Dit is een handleiding voor de voorbereiding en bediening
van de MDS-PC1 MD Editor via een personal computer.
Voor ingebruikneming
Dit hoofdstuk behandelt een aantal zaken die u dient
te weten alvorens u het apparaat in gebruik neemt.
Voorbereidingen
Dit hoofdstuk toont de aansluitingen, opstelling enz.
Bediening
Dit hoofdstuk beschrijft het afspelen van minidiscs, het
monteren van geluidsopnamen, eenvoudige opname van
CD’s op minidisc e.d. met bediening via uw computer.
Aanvullende informatie
Dit hoofdstuk geeft aan hoe u te werk gaat als er een
probleem is, om dit vrijwel altijd eenvoudig te verhelpen.
Raadpleeg dit hoofdstuk als u ergens niet uitkomt.
Meest recente informatie betreffende de
programmatuur
De laatste ontwikkelingen omtrent dit programma
kunt u vinden in het “Readme.txt” bestand dat door
het MD Editor programma op uw harde schijf wordt
geïnstalleerd. Lees dit bestand voor de laatste tips.
5
Systeemvereisten
Voor het aansluiten van de MDS-PC1 op uw computer
en de bediening ervan is de volgende apparatuur en
programmatuur nodig.
IBM PC/AT of compatibele computer
Geheugen:
16 MB of meer (32 MB of meer is
aanbevolen)
Videokaart en schermbesturing:
VGA (640 x 480 beeldpunten), 256 of meer
kleuren
Ruimte op harde schijf:
5 MB of meer
CD-ROM station
Seriële aansluitpoort:
1 of meer
Besturingssysteem:
Microsoft Windows 95 (niet geschikt voor
Microsoft Windows 3.1 of Windows NT)
Beeldscherm:
VGA (640 x 480 beeldpunten), 256 of meer
kleuren
Opmerkingen
Bij gebruik van een schakelklok voor opname of
weergave dient u het MD Editor programma te
sluiten.
Bij uitschakelen van de minidisc-recorder dient u
het MD Editor programma te sluiten.
6
Controleer of de volgende toebehoren alle in de
verpakking van de MD Editor aanwezig zijn. Mocht er
iets ontbreken, neemt u dan a.u.b. contact op met de
winkel waar u het apparaat hebt gekocht of met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
• Aansluiteenheid (RS-232C ˜ mono ministekker)
• CONTROL A1 aansluitsnoer (met mono ministekkers)
• CD-ROM (1)
• Gebruiksaanwijzing (voor het apparaat en het
programma)
Controleren van het
bijgeleverd toebehoren
Voorbereidingen
7
Aansluitingen
Aansluiten van een computer
Sluit dit apparaat aan op uw personal computer met
het bijgeleverde aansluitsnoer en de aansluiteenheid.
Verbind de seriële (RS-232C) aansluitpoort van de
computer met de CONTROL A1 aansluiting van dit
apparaat.
)
0
§
=+
fl
pr
?
?
>
naar de CONTROL
A1 aansluiting op
voor- of
achterpaneel
CONTROL A1
aansluitsnoer
Aansluiteenheid
Computer
naar de seriële (RS-
232C) aansluitpoort
van de computer
8
Als uw computer en dit apparaat nogal ver uiteen staan
Gebruik dan een verlengsnoer zoals het RK-G34 snoer
(los verkrijgbaar).
Opmerkingen
Maak de verbinding alleen met het bijgeleverde
aansluitsnoer. Gebruik van een ander snoer kan
schade veroorzaken.
Steek de stekkers vooral recht in de aansluitbussen. Scheef
insteken van een stekker kan de aansluitbus beschadigen.
Steek geen metalen voorwerpen in de
aansluitbussen. Kortsluiting van de aansluitpolen
kan schade veroorzaken.
Sluit geen hoofdtelefoon aan op de CONTROL A1
aansluitbus. De hoofdtelefoon zal alleen ruis weergeven
en de CONTROL A1 functies zullen niet werken.
Aansluiten van een compact disc speler
Gebruik het CONTROL A1 aansluitsnoer van uw CD-
speler of een los verkrijgbaar snoer om dit apparaat aan
te sluiten op een Sony CD-speler (mits voorzien van een
CONTROL A1 aansluitbus). Als u dit apparaat via een
computer bedient, mag er slechts een enkele CD-speler
zijn aangesloten en moet de bedieningskeuzeschakelaar
van de CD-speler in stand 1 staan.
De compact disc speler moet tevens worden
aangesloten met een gewoon audio-aansluitsnoer
(digitaal of analoog*).
Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de CD-speler (geschikte
modellen: CDP-CX220, CDP-CX260, CDP-CX57, CDP-
CA80ES en, CDP-CE525).
*
Voor het opnemen van compact discs via “drag-and-drop”
(slepen en neerzetten van een pictogram op het
computerscherm) volgens de beschrijving op blz. 27, moet de
CD-speler zijn aangesloten met een optische digitale kabel.
Opmerking
Wanneer dit apparaat is aangesloten op een CD-speler
en ook op een computer, dient u de CD-speler op de
CONTINUE afspeelfunctie in te stellen.
9
Installeren van het
programma
Volgens de onderstaande aanwijzingen kunt u het
programma installeren op de harde schijf van uw
computer. Start uw computer op en ga dan als volgt te
werk.
1 Plaats de bijgeleverde CD-ROM in het station van
uw computer.
2 Dubbel-klik op het CD-ROM pictogram.
Dan verschijnt het “Setup” installatie-pictogram.
3 Dubbel-klik op het “Setup” installatie-pictogram
om het programma te installeren.
4 Volg de aanwijzingen die op het computerscherm
verschijnen.
Neem de CD-ROM uit het station wanneer de
installatie voltooid is.
Betreffende het Database bestand
Bij het installeren van het programma wordt er op uw
harde schijf een “Database” map gecreëerd. Het
programma gebruikt deze map voor alle bestanden,
dus verwijder, verplaats of verander de inhoud
hiervan niet.
Verwijderen van het programma (Uninstall)
1 Klik op “Start” en kies dan “Settings” en het
“Control Panel” om het bedieningspaneel te
openen en dubbel-klik dan op “Add/Remove
Program”.
2 Stel in op “Install/Uninstall”, kies “MD Editor Ver
1.1” en klik op de “Add/Remove...” knop.
Er verschijnt een dialoogkader.
3 Klik op “Yes” om het programma te verwijderen.
De Uninstall functie wordt ingeschakeld om het
programma automatisch te verwijderen.
10
Starten van het
programma
Volg de onderstaande aanwijzingen om dit
programma te starten.
Dubbel-klik op het “MD Editor” pictogram.
Het programma wordt dan ingeschakeld.
De invoer van uw naam is alleen de eerste keer nodig.
Onmiddellijk na het starten verschijnt het volgende scherm.
Keuze van de seriële aansluitpoort
Kies het onderdeel “SerialSetup” uit het Optiemenu.
Kies de COM1, COM2, COM3 of COM4 poort.
Opmerkingen
Bij het starten van dit programma stopt de weergave of
montagefunctie als die in gang was op het hoofdapparaat.
Bovendien zullen na het opstarten de bedieningsorganen op
het apparaat zelf of de afstandsbediening niet meer werken
(alleen nog wel de
POWER schakelaar, de REC MODE
schakelaar, de INPUT schakelaar en de TIMER schakelaar).
Als u voor de bediening de toetsen op het apparaat
zelf of de afstandsbediening wilt gebruiken, zult u
het programma eerst moeten sluiten.
Bij het starten van dit programma wordt de PLAY
MODE afspeelfunctie van het apparaat automatisch
ingesteld op CONTINUE weergave en wordt de
herhaalfunctie uitgeschakeld.
Na het starten van dit programma mag u het
apparaat zelf niet uitschakelen.
11
Voorbeelden van het
bedieningsscherm
Bediening
Overzicht van de beeldscherm-
bedieningsfuncties
Minidisc bedieningsscherm
Compact disc bedieningsscherm
12
Minidisc bedieningsscherm
1 Minidisc pictogram:
Met een klik op dit pictogram selecteert u alle
muziekstukken op de minidisc. Dit is nuttig als u
alle muziekstukken van de minidisc wilt wissen
met de ERASE functie (zie blz. 24).
2 Minidisc bedieningspaneel
Alleen voor de afspeel- en montagefuncties, niet voor
ingangscontrole of handmatig markeren van muziekstukken.
: Aan/uit-schakelaar (POWER)
: Minidisc-uitneemtoets
: AMS*
1
verspringtoetsen
: Vooruitzoek/terugzoektoets
: Weergavetoets
: Pauzetoets
: Stoptoets
: Opnametoets
*1
AMS = Automatische Muziek Sensor
Hiermee kunt u het begin van elk muziekstuk opzoeken.
Overzicht van de beeldscherm-bedieningsfuncties (vervolg)
1
2
3
4
5
6
7
13
: Verplaatstoets (MOVE)
: Verdeeltoets (DIVIDE)
: Samenvoegtoets (COMBINE)
: A-B wistoets (A-B ERASE)
: Wistoets (ERASE)
3 Minidisc-titelaanduiding
4 Tijdsaanduiding-omschakeltoets
Voor het overschakelen tussen de resterende
minidisc-speelduur, totale minidisc-speelduur, en
de verstreken of resterende speelduur van een
muziekstuk.
5 Tijdsaanduiding
6 Minidisc-capaciteitsaanduiding
7 Muziekstuknummer, muziektitel,
tijdsaanduiding
(wordt vervolgd)
14
Compact disc bedieningsscherm
1 Compact disc pictogram:
Met een klik op dit pictogram selecteert u alle
muziekstukken op de compact disc.
Voor het opnemen op een minidisc kunt u dit
pictogram verslepen en neerzetten op het
minidisc-bedieningsscherm om alle
muziekstukken te selecteren voor opname.
2 CD bedieningstoetsen
Alleen voor de afspeel- en aanduidingsfuncties, niet voor
ingangscontrole of handmatig markeren van muziekstukken.
: Disc-keuzetoetsen (DISC +/–)
(Het nummer van de gekozen disc wordt aangegeven.)
: AMS*
1
verspringtoetsen
: Vooruitzoek/terugzoektoets
: Weergavetoets
: Pauzetoets
: Stoptoets
*1
AMS = Automatische Muziek Sensor
Hiermee kunt u het begin van elk muziekstuk opzoeken.
Overzicht van de beeldscherm-bedieningsfuncties (vervolg)
1
2
3
4
5
6
7
15
3 CD-titelaanduiding
4 Musici-aanduiding
5 Tijdsaanduiding-omschakeltoets
Voor het overschakelen tussen de resterende CD-
speelduur, totale CD-speelduur, en de verstreken
of resterende speelduur van een muziekstuk.
6 Tijdsaanduiding
7 Muziekstuknummer, muziektitel,
tijdsaanduiding
Opmerking
Wanneer dit apparaat is aangesloten op een CD-
speler en ook op een computer, dient u de CD-
speler op de CONTINUE afspeelfunctie in te
stellen.
16
Afspelen van een
minidisc
Ga als volgt te werk om de minidisc-weergave te
starten vanaf de computer.
Minidisc-weergave
1 Plaats een minidisc in de MDS-PC1.
De inhoud van de minidisc wordt aangegeven op
het computerscherm.
2 Klik op de toets.
Het afspelen begint.
Keuze van het weer te geven muziekstuk
Dubbel-klik op het muziekstuknummer of de tijdsaanduiding.
Dan begint de weergave van het gekozen muziekstuk.
Opzoeken van een gewenst muziekstuk
Tijdens weergave klikt u op de of
verspringtoets.
Dan begint de weergave vanaf het begin van het
volgende muziekstuk (of het weergegeven muziekstuk).
Om de weergave te starten vanaf het begin van een
verderop gelegen muziekstuk, klikt u net zovaak op de
toets als het aantal nummers dat u wilt overslaan.
Klik tweemaal op de toets om terug te keren naar
het begin van het voorgaande muziekstuk en vaker om
verder terug te gaan.
Opzoeken van een bepaald punt in
een muziekstuk
Klik tijdens weergave op de of zoektoets.
Bij het klikken op de toets gaat het
terugwaarts zoeken alleen door zolang u de
muistoets ingedrukt houdt en met de
toets
wordt er alleen in voorwaartse richting gezocht
zolang u de muistoets ingedrukt houdt. De
gewone weergave wordt hervat zodra u de
muistoets loslaat.
17
Pauzeren van de weergave
Klik op de pauzetoets tijdens het
afspelen.
Dan pauzeert de weergave.
Hervatten van de weergave na een pauze
Klik op de weergavetoets of de
pauzetoets.
Stoppen met afspelen
Klik tijdens het afspelen op de
stoptoets.
Dan stopt de weergave.
18
Monteren van
opgenomen minidiscs
Het monteren of bewerken van opnamen op minidiscs
gaat zeer eenvoudig met de computer.
Zie voor nadere bijzonderheden over de montagefuncties de
gebruiksaanwijzing van de minidisc-recorder.
Opmerking
Als u dit programma niet gebruikt, maar het monteren
verricht met de bedieningsorganen van de MDS-PC1
zelf, dan dient u vooral na afloop van het monteren het
onderdeel “Reload” uit het Optiemenu kiezen en
activeren. Als u dit nalaat, kan de aangegeven inhoud
van de minidisc verschillen van de feitelijke inhoud.
Toewijzen van een disctitel en
muziektitels (NAME functie)
Via het toetsenbord van de computer kunt u
gemakkelijk titels invoeren voor uw minidiscs en de
muziekstukken daarvan.
1
Laat het minidisc-bedieningsscherm verschijnen, zet de
cursor op de muziektitel-aanduiding en klik hierop.
2 Voer een zelf gekozen muziektitel in.
Om nu door te gaan met het invoeren van nog
meer titels, drukt u na het invoeren van de disctitel
of muziektitel alleen op de Enter toets op het
toetsenbord van de computer.
Dan verspringt de cursor automatisch naar de
plaats voor de volgende titel en kunt u doorgaan
met invoeren van de gewenste titels.
Alternatieve methode
Het invoeren van een titel kan ook via kopiëren en inplakken
van een bestaande titel.
Opmerkingen
Voor uw titels kunt u alleen de meest gangbare letters en
cijfers plus enkele symbolen invoeren, dus geen letters
met een trema e.d. Als u een minidisc met in de titel heel
speciale letters afspeelt, kunnen die letters niet altijd
aangegeven worden.
Als de minidisc is beveiligd door opzij schuiven van het
wispreventienokje, kunt u er niet op opnemen, monteren
of titels invoeren. Schuif het wispreventienokje terug om
weer op de minidisc te kunnen opnemen, enz.
In uw titels kunt u de volgende symbolen gebruiken.
! " # $ % & ' ( ) * + , – . / : ; < = > ? @ _ `
Andere symbolen kunnen niet worden aangegeven.
19
Overnemen van tekstgegevens uit een ander
programma (FLOW functie)
U kunt de disctitel en een reeks muziektitels invoeren
met het Kladblok of een afzonderlijk
tekstverwerkingsprogramma en dan alle titels tegelijk
via het klembord kopiëren en inplakken.
1 IVoer de gewenste disctitel en muziektitels in met
het Kladblok of uw gewone tekstverwerker.
Voor het scheiden van de titels hoeft u tussendoor
slechts op de Enter toets van het
computertoetsenbord te drukken.
(bijvoorbeeld)
Disctitel <Enter>
Muziektitel 1 <Enter>
Muziektitel 2 <Enter>
:
Muziektitel n <Enter>
2 Selecteer de gehele tekst en kopieer deze naar het
klembord.
3 Klik op de disctitel of de 1ste muziektitel om de
tekstinvoerfunctie in te schakelen.
4 Stel in op “Paste”, voor inplakken, in het
montagemenu.
De tekst wordt dan in zijn geheel vanaf het begin
ingeplakt en aangegeven.
20
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken (MOVE functie)
1
Klik in het minidisc-bedieningsscherm op het
nummer van het muziekstuk dat u wilt verplaatsen.
De kleur van het nummer waar u op klikt,
verandert. U kunt niet meer dan één muziekstuk
tegelijk verplaatsen.
2 Klik op het symbool in het
bedieningspaneel.
Dan verschijnt het MOVE dialoogkader.
3 Voer het nummer in van de plaats waar u het
muziekstuk wilt neerzetten.
4 Klik op “OK”.
Het gekozen muziekstuk komt op de door u
gekozen plaats te staan.
Uitschakelen van de MOVE verplaatsfunctie
Klik op “Cancel”, voor annuleren.
Verplaatsen van een muziekstuk tijdens weergave
Ook tijdens weergave van het muziekstuk dat u wilt
verplaatsen kunt u op het symbool in het
bedieningspaneel klikken. Wanneer dan het MOVE
dialoogkader verschijnt, volgt u de aanwijzingen 3 en
4. Als er tijdens weergave echter al een ander
muziekstuk was gekozen, wordt dat nu verplaatst.
Muziekstukken verplaatsen kan ook door
slepen en neerzetten
U kunt een muziekstuk ook op een andere plaats
zetten door het nummer ervan met de muis te
verslepen en op de gewenste plaats neer te zetten
(drag-and-drop).
Monteren van opgenomen minidiscs (vervolg)
21
Splitsen van opgenomen
muziekstukken (DIVIDE functie)
1 Tijdens weergave klikt u op het
symbool in het bedieningspaneel bij het punt waar
u het weergegeven muziekstuk wilt splitsen.
Dan begint de repeteerweergave van een korte
muziekpassage vanaf het punt waar u klikte en
verschijnt op het scherm het DIVIDE dialoogkader.
2 Klik op ( / ) om het preciese verdeelpunt een
fractie van een seconde* vooruit of achteruit te
verschuiven.
De repeteerweergave begint telkens vanaf het
nieuw gekozen verdeelpunt.
Voor de preciese instelling kunt u de
instelknop ook met de muis naar links of rechts
verslepen.
3 Klik op “OK” wanneer het verdeelpunt precies
naar wens is ingesteld.
Het muziekstuk wordt dan in twee delen gesplitst.
Tussentijds uitschakelen van de DIVIDE
verdeelfunctie
Klik op “Cancel”, voor annuleren.
* Het verdeelpunt is te verschuiven in stapjes van ongeveer
0,06 seconde.
22
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken (COMBINE functie)
1
Klik in het minidisc-bedieningsscherm op de nummers
van de muziekstukken die u wilt samenvoegen.
Als u op maar één enkel muziekstuknummer klikt,
zal dat worden samengevoegd met het muziekstuk
er vlak voor. U kunt niet alleen het eerste
muziekstuknummer kiezen. Voor het
samenvoegen van twee muziekstukken die een
bepaalde afstand uit elkaar liggen, klikt u op het
eerste en dan het tweede terwijl u de SHIFT toets
ingedrukt houdt.
2
Klik op het symbool in het bedieningspaneel.
Het COMBINE dialoogkader verschijnt en dan
begint de repeteerweergave van het gedeelte waar
de muziekstukken zullen worden samengevoegd.
Klik op de knop om de volgorde van de
twee muziekstukken te verwisselen.
3 Als u de twee muziekstukken op de weergegeven
manier wilt samenvoegen, klikt u op “OK”.
De gekozen muziekstukken worden dan tot een
enkel nummer samengevoegd.
Tussentijds uitschakelen van de COMBINE
samenvoegfunctie
Klik op “Cancel”, voor annuleren.
Samenvoegen van het weergegeven
muziekstuk met het muziekstuk er vlak voor
Tijdens weergave van het muziekstuk dat u met het
voorgaande wilt samenvoegen, klikt u op het
symbool in het bedieningspaneel. Wanneer het COMBINE
dialoogkader verschijnt, volgt u de bovenstaande aanwijzing
3. Het samenvoegen op deze manier kan niet tijdens
weergave van het eerste muziekstuk. En als er tijdens
weergave al een of twee andere muziekstukken zijn
gekozen, worden die nu samengevoegd.
Monteren van opgenomen minidiscs (vervolg)
23
Wissen van een deel van een
muziekstuk (A-B ERASE functie)
1
Tijdens weergave klikt u op het symbool
in het bedieningspaneel bij het punt van waaraf u de
rest van de muziek wilt wissen (punt A).
De repeteerweergave van de muziekpassage tot aan
het gekozen afbreekpunt begint en op het scherm
verschijnt het A-B ERASE dialoogkader.
2 Klik op het ( / ) uiteinde van de A balk om het
preciese afbreekpunt A een fractie van een seconde*
vooruit of achteruit te verschuiven.
Voor de preciese instelling kunt u de instelknop
ook met de muis naar links of rechts verslepen.
3 Klik op “OK” wanneer het afbreekpunt A precies
naar wens is ingesteld.
4 Ga door met afspelen of druk op de of
toets om het punt op te zoeken waar u wilt stoppen
met wissen (punt B) en klik daar op “OK”.
Het punt B wordt nu tijdelijk vastgelegd. Dan
begint de repeteerweergave van het te wissen
gedeelte tussen de punten A en B.
5 Klik op het ( / ) uiteinde van de B balk om het
hervattingspunt B een fractie van een seconde*
vooruit of achteruit te verschuiven.
Voor de preciese instelling kunt u de instelknop
ook met de muis naar links of rechts verslepen.
6 Klik op “OK” wanneer het hervattingspunt B
precies naar wens klinkt.
Het ongewenste gedeelte A-B wordt dan gewist.
Tussentijds uitschakelen van de A-B ERASE wisfunctie
Klik op “Cancel”, voor annuleren.
* De punten voor afbreken en hervatting zijn te verschuiven
in stapjes van ongeveer 0,06 seconde.
24
Wissen van opnamen (ERASE functie)
1 Klik in het minidisc-bedieningsscherm op het nummer van het
muziekstuk dat u wilt verplaatsen.
Om meer dan één muziekstuk tegelijk te wissen, klikt u op de
nummers terwijl u de SHIFT toets ingedrukt houdt.
Voor het wissen van alle muziekstukken gebruikt u
een van de volgende methoden:
Klik op alle muziekstukken met de SHIFT toets ingedrukt.
• Stel in op “Select all” in het montagemenu.
• Klik op het pictogram voor de minidisc
.
2 Klik op het symbool in het bedieningspaneel.
Dan verschijnt het ERASE dialoogkader.
3 Klik op “OK” als u zeker weet dat u alle geselecteerde
muziekstukken wilt wissen.
De gekozen muziekstukken worden dan van de minidisc verwijderd.
Tussentijds uitschakelen van de ERASE wisfunctie
Klik op “Cancel”, voor annuleren.
Wissen van het muziekstuk dat wordt weergegeven:
Tijdens weergave van het muziekstuk dat u wilt wissen, klikt u op
het symbool in het bedieningspaneel. Wanneer het
ERASE dialoogkader verschijnt, volgt u de bovenstaande
aanwijzing 3. Als er tijdens weergave echter al een of meer andere
muziekstuk waren gekozen, worden die nu gewist.
Ook door slepen van nummers naar het
symbool kunt u muziekstukken wissen
U kunt muziekstukken ook wissen door de nummers ervan met de
muis te verslepen en op het
symbool in het
bedieningspaneel neer te zetten (drag-and-drop).
Zo kunt u één muziekstuk wissen, verscheidene tegelijk of
desgewenst alle muziekstukken in een keer.
Alle muziekstukken tegelijk zijn te wissen door het pictogram voor
de minidisc
te selecteren en dat naar het wissymbool te slepen
en neer te zetten.
Opmerking
Eenmaal gewiste muziekstukken zijn niet meer terug te halen.
Monteren van opgenomen minidiscs (vervolg)
25
Afdrukken van
minidisc-etiketten
De lijst met muziektitels en de minidisctitel in het
minidisc-bedieningsscherm is af te drukken als een vel
etiketten voor uw minidiscs.
De lijst met titels voor een minidisc met 10
muziekstukken of minder kan worden afgedrukt als
een enkele kolom en de titellijst voor een minidisc met
11 tot 20 muziekstukken is af te drukken in 2
kolommen.
Voor het afdrukken moet er een printer zijn
aangesloten op uw computer.
1 Plaats het papier voor de etiketten in uw printer.
2 Kies het onderdeel “Label Print” uit het
bestandsmenu.
Dan verschijnt het dialoogkader voor het
afdrukken.
3 Volg de standaard aanwijzingen voor het
afdrukken.
Gebruik voor deze etiketten de gewone tekst-
afdrukmethode.
Opmerking
Het is niet mogelijk de lijst af te drukken op de
etiketten die bij een minidisc zijn bijgeleverd.
Etiket voor het minidisc-doosje
Etiket voor de zijkant van de minidisc
Etiket voor op de
minidisc
MY BEST SELECTION
MY BEST SELECTION
MY BEST SELECTION
1. PLEASE LET...
2. ARISA and YUKI
3. DANCE! DANC...
4. DON’T BE SHY
5. VACATION
6. Make It Happen
7. ENDLESS SUM...
8. HELLO
9. Emotions
10. FAN CLUB
11. Make
12. Lonely engineer
13. Good
26
U kunt disctitels en muziektitels kiezen voor uw CD’s.
Ook kunt u de gegevens van tekst-CD’s op het scherm
aangeven. De disctitels en muziektitels zijn eenvoudig
in te voeren via het toetsenbord van de computer. De
gekozen titels worden tijdelijk opgeslagen in de
“Database” map op de harde schijf van uw computer,
totdat u het onderdeel “Reload” uit het Optiemenu
kiest. De titels kunnen niet worden vastgelegd op de
compact discs zelf.
1 In het CD-bedieningsscherm plaatst u de cursor op
de kolom voor het aangeven van disctitels en
muziektitels en klikt u op die kolom.
2 Voer de gewenste titel(s) in.
Aangeven van de CD-TEXT informatie op een
tekst-CD
Kies het onderdeel “Reload” uit het Optiemenu.
Opmerking
Wanneer u de compact disc verwisselt, dient u na het
vervangen weer de “Reload” in het Optiemenu te
activeren.
Toewijzen van titels aan uw
compact discs (NAME functie)
27
Opnemen van een compact
disc op een minidisc
Het opnemen vanaf een Sony CD-speler (aangesloten met een (los
verkrijgbaar) CONTROL A1 aansluitsnoer) op minidisc is zeer
gemakkelijk met deze minidisc-recorder. U kunt eenvoudig een
muziekstuknummer van het CD-bedieningsscherm verslepen en
neerzetten op het minidisc-bedieningsscherm.
Voor deze “drag-and-drop” opnamemethode moet de CD-
speler zijn aangesloten met een optische digitale kabel.
1 Kies het onderdeel “Open CD window” uit het
bestandsmenu om het nummer te zien van het
muziekstuk dat u wilt opnemen.
Als er een CD-wisselaar is aangesloten:
• Klik op en kies de gewenste compact disc.
• U kunt tot 5 CD-bedieningsschermen openen.
2
Versleep het nummer van het muziekstuk dat u wilt opnemen
en zet het neer op het minidisc-bedieningsscherm.
Het muziekstuk van het gekozen nummer is nu
geselecteerd voor opname en de minidisc-
recorder komt in de opnamepauzestand.
Door het compact disc pictogram te verslepen
en neer te zetten op het minidisc-bedieningsscherm
kunt u in één keer alle muziekstukken op de CD
kiezen voor opname op de minidisc.
3 Als er nog meer muziekstukken zijn die u wilt
opnemen, herhaalt u stap 2.
Er zal een waarschuwing verschijnen als de minidisc te
weinig ruimte heeft voor de gekozen muziekstukken.
4 Klik op de of toets.
De opnametoets verschijnt, de
aanduiding “Now Rec” gaat knipperen en het
opnemen begint.
Muziekstuknummer
slepen en
neerzetten
28
Verwijderen van muziekstukken uit de
opname-wachtlijst:
In de opnamepauzestand klikt u op het nummer van het
muziekstuk dat u bij nader inzien niet wilt opnemen en dan
klikt u op het
symbool in het minidisc-
bedieningsscherm. Het muziekstuknummer verdwijnt dan
uit de opname-wachtlijst.
U kunt ook verscheidene nummers tegelijk uit de lijst verwijderen.
Om meer dan één muziekstuk tegelijk te wissen, klikt u op de
nummers terwijl u de SHIFT toets ingedrukt houdt.
De muziekstukken die al op de minidisc zijn opgenomen,
kunnen met deze methode niet meer verwijderd worden.
Stoppen met opnemen:
Klik op de stoptoets.
Programma-weergave van de
muziekstukken op een CD
U kunt een muziekprogramma samenstellen van de
muziekstukken op een compact disc, voor weergave in
elke gewenste volgorde. Hiervoor sleept u eenvoudigweg
elk muziekstuknummer uit het CD bedieningsmenu en
zet u het in het PLAY LIST afspeelscherm.
1 Kies het onderdeel “Program window” uit het
bestandsmenu van het CD-bedieningsscherm.
Dan verschijnt het PLAY LIST afspeelscherm.
2 Sleep de gewenste nummers uit het CD
bedieningsscherm en zet ze neer op het PLAY
LIST afspeelscherm in de volgorde waarin u de
muziekstukken wilt horen.
De muziekstukken worden toegevoegd aan het
afspeelprogramma op de plaats waar u ze neerzet.
Muziekstuk
nummer slepen
en neerzetten
Opnemen van een compact disc op een minidisc (vervolg)
29
U kunt de volgorde van de muziekstukken in het
PLAY LIST afspeelscherm naar wens aanpassen
door ze hierbinnen te verslepen en op de gewenste
plaats te zetten.
Door het compact disc pictogram
te verslepen
en neer te zetten op het PLAY LIST afspeelscherm
kunt u in één keer alle muziekstukken op de CD
programmeren voor weergave.
3 Klik op de weergavetoets.
Dan begint de programma-weergave.
Stoppen van de programma-weergave:
Klik op de stoptoets.
Verwijderen van bepaalde muziekstukken uit
uw muziekprogramma
In de stopstand klikt u op het nummer van een
muziekstuk dat u uit de programmalijst wilt
verwijderen en dan klikt u op het
symbool in
het bedieningspaneel. Het gekozen muziekstuk
verdwijnt dan uit de afspeelvolgorde.
U kunt ook verscheidene nummers tegelijk uit de
programmalijst verwijderen. Om meer dan één
muziekstuk tegelijk te verwijderen, klikt u op de
nummers terwijl u de SHIFT toets ingedrukt houdt.
Aangeven van informatie over de
geprogrammeerde muziekstukken
Klik op de knop linksonder in het PLAY LIST
afspeelscherm.
Klik nogmaals om terug te keren naar het
afspeelscherm.
Opmerking
Tijdens de programma-weergave kunt u geen andere
functies kiezen in het minidisc-bedieningsscherm of
het CD-bedieningsscherm.
30
Sluiten
Kies het onderdeel “Quit” in het bestandsmenu.
U kunt beelden (in .BMP bestandformaat) die gemaakt
zijn met een ander programma ook gebruiken als
minidisc/CD-pictogrammen voor op het minidisc
bedieningsscherm.
1 Kopieer het beeld dat u wilt overnemen naar het
klembord.
Alleen het .BMP bestandformaat is bruikbaar.
2 Klik op het minidisc/CD-pictogram in het
minidisc bedieningsscherm om het te selecteren.
3 Kies het onderdeel “Paste Jacket” in het
montagemenu.
Het beeld op het klembord wordt dan als minidisc-
pictogram weergegeven.
4 Klik ergens naast het minidisc-pictogram als u
deze wijziging bij nader inzien wilt annuleren.
Terughalen van het oorspronkelijke minidisc/
CD-pictogram
1 Klik op het minidisc-pictogram in het minidisc/
CD bedieningsscherm om het te selecteren.
2 Kies het onderdeel “Cut Jacket” in het
montagemenu.
Het aangegeven minidisc-pictogram verdwijnt dan
en het oorspronkelijke minidisc-pictogram
verschijnt weer.
3 Klik ergens naast het minidisc-pictogram als u
deze wijziging bij nader inzien wilt annuleren.
Maken van nieuwe minidisc-
pictogrammen
31
Aanvullende informatie
Verhelpen van
storingen
Als zich bij het gebruik van dit apparaat een van de onderstaande problemen
voordoet, volgt u de aanwijzingen om de nodige maatregelen te nemen. Mocht het
probleem hiermee niet te verhelpen zijn, raadpleeg dan uw dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Zie tevens de gebruiksaanwijzing van uw computer en ook het “Readme.txt” bestand
dat door het MD Editor programma op uw harde schijf is geïnstalleerd.
Probleem Oorzaak/oplossing
Wellicht gebruikt een ander programma de
seriële poort.
/ Schakel het andere programma uit.
Wellicht is er iets mis met de computer.
/ Start een ander programma dat u regelmatig
gebruikt en controleer of de computer naar
behoren werkt.
/ Verwijder het programma van de harde schijf
en installeer het opnieuw (zie blz. 9).
Wellicht is het wispreventienokje verschoven om
de opnamen op de minidisc te beveiligen.
/ Schuif het wispreventienokje terug om de
minidisc weer toegankelijk te maken.
/ Opnemen, monteren van opnamen of
invoeren van tekst is niet mogelijk op de
minidiscs die de muziekhandel verkoopt voor
de distributie van muziek (voorbespeelde
weergave-minidiscs).
/ Controleer of de kabels naar behoren zijn
aangesloten (zie blz. 7).
/ Controleer of de “SerialSetup” naar behoren
is verricht (zie blz. 10).
/ Maak de aansluitkabels los en sluit ze
opnieuw aan.
/ Kies het onderdeel “Reload” uit het
Optiemenu en activeer dit.
Het bericht “Communication
port cannot be opened”
verschijnt.
Er verschijnt niets op het
scherm of er is iets mis met
de schermweergave.
Het opnemen, monteren van
opnamen of invoeren van
tekst lukt niet.
De minidisc-recorder reageert
niet.
De aangegeven titel van de
minidisc of compact disc komt
niet overeen met de gegevens
op de disc.
32
Index
A, B
Aansluiteenheid .............. 6, 7
Aansluiten
Compact disc speler ..... 8
Computer....................... 7
Aansluitsnoeren/kabels
Voor audio-aansluitingen
........................................ 8
Voor optische digitale
aansluitingen ........... 8, 27
A-B ERASE wisfunctie ......23
Accessoires........................... 6
Afdrukken van minidisc-
etiketten........................25
Afspelen (van een minidisc)
.......................................16
Afspelen vanaf het begin van
een muziekstuk ...........16
AMS verspringtoetsen
..........................12, 14
C
CD-bedieningsscherm
.................................11, 14
CD-ROM ........................... 6, 9
COMBINE functie ............. 22
CONTROL A1 aansluitsnoer
................................ 6, 7, 8
D, E, F, G, H
DATABASE map ........... 9, 26
DIVIDE functie...................21
I, J, K, L
Installeren van het
programm ......................9
M
MOVE functie.....................20
N
NAME functie
Titels voor compact
discs .............................. 26
Titels voor minidiscs .. 18
O
Opnemen (van CD’s op
minidisc) ...................... 27
P
Pauzeren van de
weergave ......................17
Programma-weergave
(van CD’s) . ..................28
Q
Quit ......................................30
R
RS-232C seriële
aansluitpoort ................. 7
S
Samenvoegen van
muziekstukken
(COMBINE functie)....22
Scherm
CD-bedieningsscherm
.................................11, 14
Minidisc-
bedieningsscherm
.................................11, 12
Voorbeelden ................11
Seriële aansluitpoort..........10
Splitsen van muziekstukken
(DIVIDE functie) ......... 21
Starten van het
programma ..................10
Sluiten van het programma
.......................................29
Stoppen met afspelen ........ 17
Systeemvereisten ................. 5
T
Terugzoeken ....................... 16
Titels invoeren voor
muziekstukken en
minidiscs (NAME
functie) ......................... 18
U
Uninstall (verwijderen van
het programma) ............ 9
V
Verhelpen van
storingen ......................31
Verplaatsen van
muziekstukken (MOVE
functie) .........................20
Verwijderen van het
programma (Uninstall)
.........................................9
Vooruitzoeken.................... 16
W, X, Y, Z
Wissen van muziekstukken
(ERASE functie)
Wissen van een enkel
muziekstuk tegelijk ....24
Wissen van een gehele
minidisc........................ 24
Wissen van een
ongewenste
muziekpassage (A-B
ERASE functie)............ 23

Documenttranscriptie

Programma © 1998 Sony Corporation Documentatie © 1998 Sony Corporation • De namen Microsoft, MS-DOS en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. • IBM en PC/AT zijn gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines Corporation. • Andere namen van bedrijven en producten zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven. 2 Table of contents Om te beginnen .............................. 4 Overzicht ............................................... 4 Betreffende deze gebruiksaanwijzing ..................... 4 Systeemvereisten ................................. 5 Voorbereidingen ............................. 6 Controleren van het bijgeleverd toebehoren .................................... 6 Aansluitingen ....................................... 7 Aansluiten van een computer ............ 7 Aansluiten van een compact disc speler ............................................. 8 Installeren van het programma ......... 9 Starten van het programma ............. 10 Bediening ...................................... 11 Overzicht van de beeldschermbedieningsfuncties .................... 11 Minidisc bedieningsscherm ............. 12 Compact disc bedieningsscherm ..... 14 Afspelen van een minidisc ............... 16 Minidisc-weergave ............................ 16 Keuze van het weer te geven muziekstuk ................................. 16 Opzoeken van een gewenst muziekstuk ................................. 16 Opzoeken van een bepaald punt in een muziekstuk .......................... 16 Pauzeren van de weergave .............. 17 Stoppen met afspelen ........................ 17 Monteren van opgenomen minidiscs ...................................................... 18 Toewijzen van een disctitel en muziektitels (NAME functie) .. 18 Verplaatsen van opgenomen muziekstukken (MOVE functie) .......................... 20 Splitsen van opgenomen muziekstukken (DIVIDE functie) ........................ 21 Samenvoegen van opgenomen muziekstukken (COMBINE functie) ................... 22 Wissen van een deel van een muziekstuk (A-B ERASE functie) ................. 23 Wissen van opnamen (ERASE functie) ......................... 24 Afdrukken van minidisc-etiketten .. 25 Toewijzen van titels aan uw compact discs (NAME functie) ............... 26 Opnemen van een compact disc op een minidisc ............................... 27 Programma-weergave van de muziekstukken op een CD ....... 28 Maken van nieuwe minidiscpictogrammen ............................ 30 Sluiten .................................................. 30 NL Aanvullende informatie ............... 31 Verhelpen van storingen .................. 31 Index .................................................... 32 3 Om te beginnen Overzicht Na aansluiting op uw computer kunt u de MDS-PC1 bedienen via uw computerscherm. Naast de eenvoudige bediening voor het afspelen van minidiscs en het monteren van geluidsopnamen met behulp van de computermuis, biedt dit apparaat een aantal handige extra functies, zoals: • Tekstinvoer via het toetsenbord van uw computer; • Bediening van een Sony compact disc speler*; • Simpele “drag-and-drop” bediening voor het opnemen* van compact discs op minidisc met een Sony CD-speler. * Alleen met CD-spelers voorzien van een CONTROL A1 aansluiting (geschikte modellen: CDP-CX220, CDP-CX260, CDP-CX57, CDP-CA80ES en, CDP-CE525). Bovendien is voor deze aansluiting de bijgeleverde (tevens los verkrijgbare) CONTROL A1 kabel nodig. Betreffende deze gebruiksaanwijzing Dit is een handleiding voor de voorbereiding en bediening van de MDS-PC1 MD Editor via een personal computer. Voor ingebruikneming Dit hoofdstuk behandelt een aantal zaken die u dient te weten alvorens u het apparaat in gebruik neemt. Voorbereidingen Dit hoofdstuk toont de aansluitingen, opstelling enz. Bediening Dit hoofdstuk beschrijft het afspelen van minidiscs, het monteren van geluidsopnamen, eenvoudige opname van CD’s op minidisc e.d. met bediening via uw computer. Aanvullende informatie Dit hoofdstuk geeft aan hoe u te werk gaat als er een probleem is, om dit vrijwel altijd eenvoudig te verhelpen. Raadpleeg dit hoofdstuk als u ergens niet uitkomt. Meest recente informatie betreffende de programmatuur 4 De laatste ontwikkelingen omtrent dit programma kunt u vinden in het “Readme.txt” bestand dat door het MD Editor programma op uw harde schijf wordt geïnstalleerd. Lees dit bestand voor de laatste tips. Systeemvereisten Voor het aansluiten van de MDS-PC1 op uw computer en de bediening ervan is de volgende apparatuur en programmatuur nodig. IBM PC/AT of compatibele computer Geheugen: 16 MB of meer (32 MB of meer is aanbevolen) Videokaart en schermbesturing: VGA (640 x 480 beeldpunten), 256 of meer kleuren Ruimte op harde schijf: 5 MB of meer CD-ROM station Seriële aansluitpoort: 1 of meer Besturingssysteem: Microsoft Windows 95 (niet geschikt voor Microsoft Windows 3.1 of Windows NT) Beeldscherm: VGA (640 x 480 beeldpunten), 256 of meer kleuren Opmerkingen • Bij gebruik van een schakelklok voor opname of weergave dient u het MD Editor programma te sluiten. • Bij uitschakelen van de minidisc-recorder dient u het MD Editor programma te sluiten. 5 Voorbereidingen Controleren van het bijgeleverd toebehoren Controleer of de volgende toebehoren alle in de verpakking van de MD Editor aanwezig zijn. Mocht er iets ontbreken, neemt u dan a.u.b. contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht of met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. • Aansluiteenheid (RS-232C ˜ mono ministekker) • CONTROL A1 aansluitsnoer (met mono ministekkers) • CD-ROM (1) • Gebruiksaanwijzing (voor het apparaat en het programma) 6 Aansluitingen Aansluiten van een computer Sluit dit apparaat aan op uw personal computer met het bijgeleverde aansluitsnoer en de aansluiteenheid. Computer Aansluiteenheid § fl p = r + ) 0 ? > naar de CONTROL A1 aansluiting op voor- of achterpaneel CONTROL A1 aansluitsnoer ? naar de seriële (RS232C) aansluitpoort van de computer Verbind de seriële (RS-232C) aansluitpoort van de computer met de CONTROL A1 aansluiting van dit apparaat. 7 Als uw computer en dit apparaat nogal ver uiteen staan Gebruik dan een verlengsnoer zoals het RK-G34 snoer (los verkrijgbaar). Opmerkingen • Maak de verbinding alleen met het bijgeleverde aansluitsnoer. Gebruik van een ander snoer kan schade veroorzaken. • Steek de stekkers vooral recht in de aansluitbussen. Scheef insteken van een stekker kan de aansluitbus beschadigen. • Steek geen metalen voorwerpen in de aansluitbussen. Kortsluiting van de aansluitpolen kan schade veroorzaken. • Sluit geen hoofdtelefoon aan op de CONTROL A1 aansluitbus. De hoofdtelefoon zal alleen ruis weergeven en de CONTROL A1 functies zullen niet werken. Aansluiten van een compact disc speler Gebruik het CONTROL A1 aansluitsnoer van uw CDspeler of een los verkrijgbaar snoer om dit apparaat aan te sluiten op een Sony CD-speler (mits voorzien van een CONTROL A1 aansluitbus). Als u dit apparaat via een computer bedient, mag er slechts een enkele CD-speler zijn aangesloten en moet de bedieningskeuzeschakelaar van de CD-speler in stand 1 staan. De compact disc speler moet tevens worden aangesloten met een gewoon audio-aansluitsnoer (digitaal of analoog*). Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de CD-speler (geschikte modellen: CDP-CX220, CDP-CX260, CDP-CX57, CDPCA80ES en, CDP-CE525). * Voor het opnemen van compact discs via “drag-and-drop” (slepen en neerzetten van een pictogram op het computerscherm) volgens de beschrijving op blz. 27, moet de CD-speler zijn aangesloten met een optische digitale kabel. Opmerking 8 Wanneer dit apparaat is aangesloten op een CD-speler en ook op een computer, dient u de CD-speler op de CONTINUE afspeelfunctie in te stellen. Installeren van het programma Volgens de onderstaande aanwijzingen kunt u het programma installeren op de harde schijf van uw computer. Start uw computer op en ga dan als volgt te werk. 1 Plaats de bijgeleverde CD-ROM in het station van uw computer. 2 Dubbel-klik op het CD-ROM pictogram. Dan verschijnt het “Setup” installatie-pictogram. 3 Dubbel-klik op het “Setup” installatie-pictogram om het programma te installeren. 4 Volg de aanwijzingen die op het computerscherm verschijnen. Neem de CD-ROM uit het station wanneer de installatie voltooid is. Betreffende het Database bestand Bij het installeren van het programma wordt er op uw harde schijf een “Database” map gecreëerd. Het programma gebruikt deze map voor alle bestanden, dus verwijder, verplaats of verander de inhoud hiervan niet. Verwijderen van het programma (Uninstall) 1 Klik op “Start” en kies dan “Settings” en het “Control Panel” om het bedieningspaneel te openen en dubbel-klik dan op “Add/Remove Program”. 2 Stel in op “Install/Uninstall”, kies “MD Editor Ver 1.1” en klik op de “Add/Remove...” knop. Er verschijnt een dialoogkader. 3 Klik op “Yes” om het programma te verwijderen. De Uninstall functie wordt ingeschakeld om het programma automatisch te verwijderen. 9 Starten van het programma Volg de onderstaande aanwijzingen om dit programma te starten. Dubbel-klik op het “MD Editor” pictogram. Het programma wordt dan ingeschakeld. De invoer van uw naam is alleen de eerste keer nodig. Onmiddellijk na het starten verschijnt het volgende scherm. Keuze van de seriële aansluitpoort Kies het onderdeel “SerialSetup” uit het Optiemenu. Kies de COM1, COM2, COM3 of COM4 poort. Opmerkingen • Bij het starten van dit programma stopt de weergave of montagefunctie als die in gang was op het hoofdapparaat. Bovendien zullen na het opstarten de bedieningsorganen op het apparaat zelf of de afstandsbediening niet meer werken (alleen nog wel de POWER schakelaar, de REC MODE schakelaar, de INPUT schakelaar en de TIMER schakelaar). Als u voor de bediening de toetsen op het apparaat zelf of de afstandsbediening wilt gebruiken, zult u het programma eerst moeten sluiten. • Bij het starten van dit programma wordt de PLAY MODE afspeelfunctie van het apparaat automatisch ingesteld op CONTINUE weergave en wordt de herhaalfunctie uitgeschakeld. 10 • Na het starten van dit programma mag u het apparaat zelf niet uitschakelen. Bediening Overzicht van de beeldschermbedieningsfuncties Voorbeelden van het bedieningsscherm Minidisc bedieningsscherm Compact disc bedieningsscherm 11 Overzicht van de beeldscherm-bedieningsfuncties (vervolg) Minidisc bedieningsscherm 1 3 4 5 6 2 7 1 Minidisc pictogram: Met een klik op dit pictogram selecteert u alle muziekstukken op de minidisc. Dit is nuttig als u alle muziekstukken van de minidisc wilt wissen met de ERASE functie (zie blz. 24). 2 Minidisc bedieningspaneel Alleen voor de afspeel- en montagefuncties, niet voor ingangscontrole of handmatig markeren van muziekstukken. : Aan/uit-schakelaar (POWER) : Minidisc-uitneemtoets : AMS*1 verspringtoetsen : Vooruitzoek/terugzoektoets : Weergavetoets : Pauzetoets : Stoptoets : Opnametoets 12 *1 AMS = Automatische Muziek Sensor Hiermee kunt u het begin van elk muziekstuk opzoeken. : Verplaatstoets (MOVE) : Verdeeltoets (DIVIDE) : Samenvoegtoets (COMBINE) : A-B wistoets (A-B ERASE) : Wistoets (ERASE) 3 Minidisc-titelaanduiding 4 Tijdsaanduiding-omschakeltoets Voor het overschakelen tussen de resterende minidisc-speelduur, totale minidisc-speelduur, en de verstreken of resterende speelduur van een muziekstuk. 5 Tijdsaanduiding 6 Minidisc-capaciteitsaanduiding 7 Muziekstuknummer, muziektitel, tijdsaanduiding (wordt vervolgd) 13 Overzicht van de beeldscherm-bedieningsfuncties (vervolg) Compact disc bedieningsscherm 1 3 2 4 5 6 7 1 Compact disc pictogram: Met een klik op dit pictogram selecteert u alle muziekstukken op de compact disc. Voor het opnemen op een minidisc kunt u dit pictogram verslepen en neerzetten op het minidisc-bedieningsscherm om alle muziekstukken te selecteren voor opname. 2 CD bedieningstoetsen Alleen voor de afspeel- en aanduidingsfuncties, niet voor ingangscontrole of handmatig markeren van muziekstukken. : Disc-keuzetoetsen (DISC +/–) (Het nummer van de gekozen disc wordt aangegeven.) : AMS*1 verspringtoetsen : Vooruitzoek/terugzoektoets : Weergavetoets : Pauzetoets : Stoptoets *1 14 AMS = Automatische Muziek Sensor Hiermee kunt u het begin van elk muziekstuk opzoeken. 3 CD-titelaanduiding 4 Musici-aanduiding 5 Tijdsaanduiding-omschakeltoets Voor het overschakelen tussen de resterende CDspeelduur, totale CD-speelduur, en de verstreken of resterende speelduur van een muziekstuk. 6 Tijdsaanduiding 7 Muziekstuknummer, muziektitel, tijdsaanduiding Opmerking Wanneer dit apparaat is aangesloten op een CDspeler en ook op een computer, dient u de CDspeler op de CONTINUE afspeelfunctie in te stellen. 15 Afspelen van een minidisc Ga als volgt te werk om de minidisc-weergave te starten vanaf de computer. Minidisc-weergave 1 Plaats een minidisc in de MDS-PC1. De inhoud van de minidisc wordt aangegeven op het computerscherm. 2 Klik op de toets. Het afspelen begint. Keuze van het weer te geven muziekstuk Dubbel-klik op het muziekstuknummer of de tijdsaanduiding. Dan begint de weergave van het gekozen muziekstuk. Opzoeken van een gewenst muziekstuk Tijdens weergave klikt u op de of verspringtoets. Dan begint de weergave vanaf het begin van het volgende muziekstuk (of het weergegeven muziekstuk). Om de weergave te starten vanaf het begin van een verderop gelegen muziekstuk, klikt u net zovaak op de toets als het aantal nummers dat u wilt overslaan. Klik tweemaal op de toets om terug te keren naar het begin van het voorgaande muziekstuk en vaker om verder terug te gaan. Opzoeken van een bepaald punt in een muziekstuk Klik tijdens weergave op de 16 of zoektoets. Bij het klikken op de toets gaat het terugwaarts zoeken alleen door zolang u de muistoets ingedrukt houdt en met de toets wordt er alleen in voorwaartse richting gezocht zolang u de muistoets ingedrukt houdt. De gewone weergave wordt hervat zodra u de muistoets loslaat. Pauzeren van de weergave Klik op de afspelen. pauzetoets tijdens het Dan pauzeert de weergave. Hervatten van de weergave na een pauze Klik op de weergavetoets of de pauzetoets. Stoppen met afspelen Klik tijdens het afspelen op de stoptoets. Dan stopt de weergave. 17 Monteren van opgenomen minidiscs Het monteren of bewerken van opnamen op minidiscs gaat zeer eenvoudig met de computer. Zie voor nadere bijzonderheden over de montagefuncties de gebruiksaanwijzing van de minidisc-recorder. Opmerking Als u dit programma niet gebruikt, maar het monteren verricht met de bedieningsorganen van de MDS-PC1 zelf, dan dient u vooral na afloop van het monteren het onderdeel “Reload” uit het Optiemenu kiezen en activeren. Als u dit nalaat, kan de aangegeven inhoud van de minidisc verschillen van de feitelijke inhoud. Toewijzen van een disctitel en muziektitels (NAME functie) Via het toetsenbord van de computer kunt u gemakkelijk titels invoeren voor uw minidiscs en de muziekstukken daarvan. 1 Laat het minidisc-bedieningsscherm verschijnen, zet de cursor op de muziektitel-aanduiding en klik hierop. 2 Voer een zelf gekozen muziektitel in. Om nu door te gaan met het invoeren van nog meer titels, drukt u na het invoeren van de disctitel of muziektitel alleen op de Enter toets op het toetsenbord van de computer. Dan verspringt de cursor automatisch naar de plaats voor de volgende titel en kunt u doorgaan met invoeren van de gewenste titels. Alternatieve methode Het invoeren van een titel kan ook via kopiëren en inplakken van een bestaande titel. Opmerkingen • Voor uw titels kunt u alleen de meest gangbare letters en cijfers plus enkele symbolen invoeren, dus geen letters met een trema e.d. Als u een minidisc met in de titel heel speciale letters afspeelt, kunnen die letters niet altijd aangegeven worden. 18 • Als de minidisc is beveiligd door opzij schuiven van het wispreventienokje, kunt u er niet op opnemen, monteren of titels invoeren. Schuif het wispreventienokje terug om weer op de minidisc te kunnen opnemen, enz. • In uw titels kunt u de volgende symbolen gebruiken. !"#$%&'()*+,–./:;<=>?@_` Andere symbolen kunnen niet worden aangegeven. Overnemen van tekstgegevens uit een ander programma (FLOW functie) U kunt de disctitel en een reeks muziektitels invoeren met het Kladblok of een afzonderlijk tekstverwerkingsprogramma en dan alle titels tegelijk via het klembord kopiëren en inplakken. 1 IVoer de gewenste disctitel en muziektitels in met het Kladblok of uw gewone tekstverwerker. Voor het scheiden van de titels hoeft u tussendoor slechts op de Enter toets van het computertoetsenbord te drukken. (bijvoorbeeld) Disctitel <Enter> Muziektitel 1 <Enter> Muziektitel 2 <Enter> : Muziektitel n <Enter> 2 Selecteer de gehele tekst en kopieer deze naar het klembord. 3 Klik op de disctitel of de 1ste muziektitel om de tekstinvoerfunctie in te schakelen. 4 Stel in op “Paste”, voor inplakken, in het montagemenu. De tekst wordt dan in zijn geheel vanaf het begin ingeplakt en aangegeven. 19 Monteren van opgenomen minidiscs (vervolg) Verplaatsen van opgenomen muziekstukken (MOVE functie) 1 Klik in het minidisc-bedieningsscherm op het nummer van het muziekstuk dat u wilt verplaatsen. De kleur van het nummer waar u op klikt, verandert. U kunt niet meer dan één muziekstuk tegelijk verplaatsen. 2 Klik op het bedieningspaneel. symbool in het Dan verschijnt het MOVE dialoogkader. 3 Voer het nummer in van de plaats waar u het muziekstuk wilt neerzetten. 4 Klik op “OK”. Het gekozen muziekstuk komt op de door u gekozen plaats te staan. Uitschakelen van de MOVE verplaatsfunctie Klik op “Cancel”, voor annuleren. Verplaatsen van een muziekstuk tijdens weergave Ook tijdens weergave van het muziekstuk dat u wilt verplaatsen kunt u op het symbool in het bedieningspaneel klikken. Wanneer dan het MOVE dialoogkader verschijnt, volgt u de aanwijzingen 3 en 4. Als er tijdens weergave echter al een ander muziekstuk was gekozen, wordt dat nu verplaatst. Muziekstukken verplaatsen kan ook door slepen en neerzetten 20 U kunt een muziekstuk ook op een andere plaats zetten door het nummer ervan met de muis te verslepen en op de gewenste plaats neer te zetten (drag-and-drop). Splitsen van opgenomen muziekstukken (DIVIDE functie) 1 Tijdens weergave klikt u op het symbool in het bedieningspaneel bij het punt waar u het weergegeven muziekstuk wilt splitsen. Dan begint de repeteerweergave van een korte muziekpassage vanaf het punt waar u klikte en verschijnt op het scherm het DIVIDE dialoogkader. 2 Klik op ( / ) om het preciese verdeelpunt een fractie van een seconde* vooruit of achteruit te verschuiven. De repeteerweergave begint telkens vanaf het nieuw gekozen verdeelpunt. Voor de preciese instelling kunt u de instelknop ook met de muis naar links of rechts verslepen. 3 Klik op “OK” wanneer het verdeelpunt precies naar wens is ingesteld. Het muziekstuk wordt dan in twee delen gesplitst. Tussentijds uitschakelen van de DIVIDE verdeelfunctie Klik op “Cancel”, voor annuleren. * Het verdeelpunt is te verschuiven in stapjes van ongeveer 0,06 seconde. 21 Monteren van opgenomen minidiscs (vervolg) Samenvoegen van opgenomen muziekstukken (COMBINE functie) 1 Klik in het minidisc-bedieningsscherm op de nummers van de muziekstukken die u wilt samenvoegen. Als u op maar één enkel muziekstuknummer klikt, zal dat worden samengevoegd met het muziekstuk er vlak voor. U kunt niet alleen het eerste muziekstuknummer kiezen. Voor het samenvoegen van twee muziekstukken die een bepaalde afstand uit elkaar liggen, klikt u op het eerste en dan het tweede terwijl u de SHIFT toets ingedrukt houdt. 2 Klik op het symbool in het bedieningspaneel. Het COMBINE dialoogkader verschijnt en dan begint de repeteerweergave van het gedeelte waar de muziekstukken zullen worden samengevoegd. Klik op de knop om de volgorde van de twee muziekstukken te verwisselen. 3 Als u de twee muziekstukken op de weergegeven manier wilt samenvoegen, klikt u op “OK”. De gekozen muziekstukken worden dan tot een enkel nummer samengevoegd. Tussentijds uitschakelen van de COMBINE samenvoegfunctie Klik op “Cancel”, voor annuleren. Samenvoegen van het weergegeven muziekstuk met het muziekstuk er vlak voor 22 Tijdens weergave van het muziekstuk dat u met het voorgaande wilt samenvoegen, klikt u op het symbool in het bedieningspaneel. Wanneer het COMBINE dialoogkader verschijnt, volgt u de bovenstaande aanwijzing 3. Het samenvoegen op deze manier kan niet tijdens weergave van het eerste muziekstuk. En als er tijdens weergave al een of twee andere muziekstukken zijn gekozen, worden die nu samengevoegd. Wissen van een deel van een muziekstuk (A-B ERASE functie) 1 Tijdens weergave klikt u op het symbool in het bedieningspaneel bij het punt van waaraf u de rest van de muziek wilt wissen (punt A). De repeteerweergave van de muziekpassage tot aan het gekozen afbreekpunt begint en op het scherm verschijnt het A-B ERASE dialoogkader. 2 Klik op het ( / ) uiteinde van de A balk om het preciese afbreekpunt A een fractie van een seconde* vooruit of achteruit te verschuiven. Voor de preciese instelling kunt u de instelknop ook met de muis naar links of rechts verslepen. 3 Klik op “OK” wanneer het afbreekpunt A precies naar wens is ingesteld. 4 Ga door met afspelen of druk op de of toets om het punt op te zoeken waar u wilt stoppen met wissen (punt B) en klik daar op “OK”. Het punt B wordt nu tijdelijk vastgelegd. Dan begint de repeteerweergave van het te wissen gedeelte tussen de punten A en B. 5 Klik op het ( / ) uiteinde van de B balk om het hervattingspunt B een fractie van een seconde* vooruit of achteruit te verschuiven. Voor de preciese instelling kunt u de instelknop ook met de muis naar links of rechts verslepen. 6 Klik op “OK” wanneer het hervattingspunt B precies naar wens klinkt. Het ongewenste gedeelte A-B wordt dan gewist. Tussentijds uitschakelen van de A-B ERASE wisfunctie Klik op “Cancel”, voor annuleren. * De punten voor afbreken en hervatting zijn te verschuiven in stapjes van ongeveer 0,06 seconde. 23 Monteren van opgenomen minidiscs (vervolg) Wissen van opnamen (ERASE functie) 1 Klik in het minidisc-bedieningsscherm op het nummer van het muziekstuk dat u wilt verplaatsen. Om meer dan één muziekstuk tegelijk te wissen, klikt u op de nummers terwijl u de SHIFT toets ingedrukt houdt. Voor het wissen van alle muziekstukken gebruikt u een van de volgende methoden: • Klik op alle muziekstukken met de SHIFT toets ingedrukt. • Stel in op “Select all” in het montagemenu. • Klik op het pictogram voor de minidisc 2 Klik op het . symbool in het bedieningspaneel. Dan verschijnt het ERASE dialoogkader. 3 Klik op “OK” als u zeker weet dat u alle geselecteerde muziekstukken wilt wissen. De gekozen muziekstukken worden dan van de minidisc verwijderd. Tussentijds uitschakelen van de ERASE wisfunctie Klik op “Cancel”, voor annuleren. Wissen van het muziekstuk dat wordt weergegeven: Tijdens weergave van het muziekstuk dat u wilt wissen, klikt u op het symbool in het bedieningspaneel. Wanneer het ERASE dialoogkader verschijnt, volgt u de bovenstaande aanwijzing 3. Als er tijdens weergave echter al een of meer andere muziekstuk waren gekozen, worden die nu gewist. Ook door slepen van nummers naar het symbool kunt u muziekstukken wissen U kunt muziekstukken ook wissen door de nummers ervan met de muis te verslepen en op het symbool in het bedieningspaneel neer te zetten (drag-and-drop). Zo kunt u één muziekstuk wissen, verscheidene tegelijk of desgewenst alle muziekstukken in een keer. Alle muziekstukken tegelijk zijn te wissen door het pictogram voor de minidisc te selecteren en dat naar het wissymbool te slepen en neer te zetten. 24 Opmerking Eenmaal gewiste muziekstukken zijn niet meer terug te halen. Afdrukken van minidisc-etiketten De lijst met muziektitels en de minidisctitel in het minidisc-bedieningsscherm is af te drukken als een vel etiketten voor uw minidiscs. De lijst met titels voor een minidisc met 10 muziekstukken of minder kan worden afgedrukt als een enkele kolom en de titellijst voor een minidisc met 11 tot 20 muziekstukken is af te drukken in 2 kolommen. Voor het afdrukken moet er een printer zijn aangesloten op uw computer. Etiket voor het minidisc-doosje Etiket voor de zijkant van de minidisc MY BEST SELECTION MY BEST SELECTION 11. Make 1. PLEASE LET... 2. ARISA and YUKI 12. Lonely engineer 3. DANCE! DANC... 13. Good 4. DON’T BE SHY 5. VACATION 6. Make It Happen 7. ENDLESS SUM... 8. HELLO 9. Emotions 10. FAN CLUB 1 2 MY BEST SELECTION Etiket voor op de minidisc Plaats het papier voor de etiketten in uw printer. Kies het onderdeel “Label Print” uit het bestandsmenu. Dan verschijnt het dialoogkader voor het afdrukken. 3 Volg de standaard aanwijzingen voor het afdrukken. Gebruik voor deze etiketten de gewone tekstafdrukmethode. Opmerking Het is niet mogelijk de lijst af te drukken op de etiketten die bij een minidisc zijn bijgeleverd. 25 Toewijzen van titels aan uw compact discs (NAME functie) U kunt disctitels en muziektitels kiezen voor uw CD’s. Ook kunt u de gegevens van tekst-CD’s op het scherm aangeven. De disctitels en muziektitels zijn eenvoudig in te voeren via het toetsenbord van de computer. De gekozen titels worden tijdelijk opgeslagen in de “Database” map op de harde schijf van uw computer, totdat u het onderdeel “Reload” uit het Optiemenu kiest. De titels kunnen niet worden vastgelegd op de compact discs zelf. 1 In het CD-bedieningsscherm plaatst u de cursor op de kolom voor het aangeven van disctitels en muziektitels en klikt u op die kolom. 2 Voer de gewenste titel(s) in. Aangeven van de CD-TEXT informatie op een tekst-CD Kies het onderdeel “Reload” uit het Optiemenu. Opmerking Wanneer u de compact disc verwisselt, dient u na het vervangen weer de “Reload” in het Optiemenu te activeren. 26 Opnemen van een compact disc op een minidisc Het opnemen vanaf een Sony CD-speler (aangesloten met een (los verkrijgbaar) CONTROL A1 aansluitsnoer) op minidisc is zeer gemakkelijk met deze minidisc-recorder. U kunt eenvoudig een muziekstuknummer van het CD-bedieningsscherm verslepen en neerzetten op het minidisc-bedieningsscherm. Voor deze “drag-and-drop” opnamemethode moet de CDspeler zijn aangesloten met een optische digitale kabel. 1 Kies het onderdeel “Open CD window” uit het bestandsmenu om het nummer te zien van het muziekstuk dat u wilt opnemen. Als er een CD-wisselaar is aangesloten: • Klik op en kies de gewenste compact disc. • U kunt tot 5 CD-bedieningsschermen openen. 2 Versleep het nummer van het muziekstuk dat u wilt opnemen en zet het neer op het minidisc-bedieningsscherm. Het muziekstuk van het gekozen nummer is nu geselecteerd voor opname en de minidiscrecorder komt in de opnamepauzestand. Muziekstuknummer slepen en neerzetten Door het compact disc pictogram te verslepen en neer te zetten op het minidisc-bedieningsscherm kunt u in één keer alle muziekstukken op de CD kiezen voor opname op de minidisc. 3 Als er nog meer muziekstukken zijn die u wilt opnemen, herhaalt u stap 2. Er zal een waarschuwing verschijnen als de minidisc te weinig ruimte heeft voor de gekozen muziekstukken. 4 Klik op de of toets. De opnametoets verschijnt, de aanduiding “Now Rec” gaat knipperen en het opnemen begint. 27 Opnemen van een compact disc op een minidisc (vervolg) Verwijderen van muziekstukken uit de opname-wachtlijst: In de opnamepauzestand klikt u op het nummer van het muziekstuk dat u bij nader inzien niet wilt opnemen en dan klikt u op het symbool in het minidiscbedieningsscherm. Het muziekstuknummer verdwijnt dan uit de opname-wachtlijst. U kunt ook verscheidene nummers tegelijk uit de lijst verwijderen. Om meer dan één muziekstuk tegelijk te wissen, klikt u op de nummers terwijl u de SHIFT toets ingedrukt houdt. De muziekstukken die al op de minidisc zijn opgenomen, kunnen met deze methode niet meer verwijderd worden. Stoppen met opnemen: Klik op de stoptoets. Programma-weergave van de muziekstukken op een CD U kunt een muziekprogramma samenstellen van de muziekstukken op een compact disc, voor weergave in elke gewenste volgorde. Hiervoor sleept u eenvoudigweg elk muziekstuknummer uit het CD bedieningsmenu en zet u het in het PLAY LIST afspeelscherm. 1 Kies het onderdeel “Program window” uit het bestandsmenu van het CD-bedieningsscherm. Dan verschijnt het PLAY LIST afspeelscherm. 2 Sleep de gewenste nummers uit het CD bedieningsscherm en zet ze neer op het PLAY LIST afspeelscherm in de volgorde waarin u de muziekstukken wilt horen. De muziekstukken worden toegevoegd aan het afspeelprogramma op de plaats waar u ze neerzet. Muziekstuk nummer slepen en neerzetten 28 U kunt de volgorde van de muziekstukken in het PLAY LIST afspeelscherm naar wens aanpassen door ze hierbinnen te verslepen en op de gewenste plaats te zetten. Door het compact disc pictogram te verslepen en neer te zetten op het PLAY LIST afspeelscherm kunt u in één keer alle muziekstukken op de CD programmeren voor weergave. 3 Klik op de weergavetoets. Dan begint de programma-weergave. Stoppen van de programma-weergave: Klik op de stoptoets. Verwijderen van bepaalde muziekstukken uit uw muziekprogramma In de stopstand klikt u op het nummer van een muziekstuk dat u uit de programmalijst wilt verwijderen en dan klikt u op het symbool in het bedieningspaneel. Het gekozen muziekstuk verdwijnt dan uit de afspeelvolgorde. U kunt ook verscheidene nummers tegelijk uit de programmalijst verwijderen. Om meer dan één muziekstuk tegelijk te verwijderen, klikt u op de nummers terwijl u de SHIFT toets ingedrukt houdt. Aangeven van informatie over de geprogrammeerde muziekstukken Klik op de knop linksonder in het PLAY LIST afspeelscherm. Klik nogmaals om terug te keren naar het afspeelscherm. Opmerking Tijdens de programma-weergave kunt u geen andere functies kiezen in het minidisc-bedieningsscherm of het CD-bedieningsscherm. 29 Maken van nieuwe minidiscpictogrammen U kunt beelden (in .BMP bestandformaat) die gemaakt zijn met een ander programma ook gebruiken als minidisc/CD-pictogrammen voor op het minidisc bedieningsscherm. 1 Kopieer het beeld dat u wilt overnemen naar het klembord. Alleen het .BMP bestandformaat is bruikbaar. 2 Klik op het minidisc/CD-pictogram in het minidisc bedieningsscherm om het te selecteren. 3 Kies het onderdeel “Paste Jacket” in het montagemenu. Het beeld op het klembord wordt dan als minidiscpictogram weergegeven. 4 Klik ergens naast het minidisc-pictogram als u deze wijziging bij nader inzien wilt annuleren. Terughalen van het oorspronkelijke minidisc/ CD-pictogram 1 Klik op het minidisc-pictogram in het minidisc/ CD bedieningsscherm om het te selecteren. 2 Kies het onderdeel “Cut Jacket” in het montagemenu. Het aangegeven minidisc-pictogram verdwijnt dan en het oorspronkelijke minidisc-pictogram verschijnt weer. 3 Klik ergens naast het minidisc-pictogram als u deze wijziging bij nader inzien wilt annuleren. Sluiten Kies het onderdeel “Quit” in het bestandsmenu. 30 Aanvullende informatie Verhelpen van storingen Als zich bij het gebruik van dit apparaat een van de onderstaande problemen voordoet, volgt u de aanwijzingen om de nodige maatregelen te nemen. Mocht het probleem hiermee niet te verhelpen zijn, raadpleeg dan uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Zie tevens de gebruiksaanwijzing van uw computer en ook het “Readme.txt” bestand dat door het MD Editor programma op uw harde schijf is geïnstalleerd. Probleem Oorzaak/oplossing Het bericht “Communication port cannot be opened” verschijnt. Wellicht gebruikt een ander programma de seriële poort. Er verschijnt niets op het scherm of er is iets mis met de schermweergave. Het opnemen, monteren van opnamen of invoeren van tekst lukt niet. De minidisc-recorder reageert niet. / Schakel het andere programma uit. Wellicht is er iets mis met de computer. / Start een ander programma dat u regelmatig gebruikt en controleer of de computer naar behoren werkt. / Verwijder het programma van de harde schijf en installeer het opnieuw (zie blz. 9). Wellicht is het wispreventienokje verschoven om de opnamen op de minidisc te beveiligen. / Schuif het wispreventienokje terug om de minidisc weer toegankelijk te maken. / Opnemen, monteren van opnamen of invoeren van tekst is niet mogelijk op de minidiscs die de muziekhandel verkoopt voor de distributie van muziek (voorbespeelde weergave-minidiscs). / Controleer of de kabels naar behoren zijn aangesloten (zie blz. 7). / Controleer of de “SerialSetup” naar behoren is verricht (zie blz. 10). / Maak de aansluitkabels los en sluit ze opnieuw aan. De aangegeven titel van de minidisc of compact disc komt niet overeen met de gegevens op de disc. / Kies het onderdeel “Reload” uit het Optiemenu en activeer dit. 31 Index A, B Aansluiteenheid .............. 6, 7 Aansluiten Compact disc speler ..... 8 Computer ....................... 7 Aansluitsnoeren/kabels Voor audio-aansluitingen ........................................ 8 Voor optische digitale aansluitingen ........... 8, 27 A-B ERASE wisfunctie ...... 23 Accessoires ........................... 6 Afdrukken van minidiscetiketten ........................ 25 Afspelen (van een minidisc) ....................................... 16 Afspelen vanaf het begin van een muziekstuk ........... 16 AMS verspringtoetsen .......................... 12, 14 C CD-bedieningsscherm ................................. 11, 14 CD-ROM ........................... 6, 9 COMBINE functie ............. 22 CONTROL A1 aansluitsnoer ................................ 6, 7, 8 D, E, F, G, H DATABASE map ........... 9, 26 DIVIDE functie ................... 21 I, J, K, L Installeren van het programm ...................... 9 M MOVE functie ..................... 20 32 N NAME functie Titels voor compact discs .............................. 26 Titels voor minidiscs .. 18 O Opnemen (van CD’s op minidisc) ...................... 27 P Pauzeren van de weergave ...................... 17 Programma-weergave (van CD’s) . .................. 28 Q Quit ...................................... 30 R RS-232C seriële aansluitpoort ................. 7 S Samenvoegen van muziekstukken (COMBINE functie) .... 22 Scherm CD-bedieningsscherm ................................. 11, 14 Minidiscbedieningsscherm ................................. 11, 12 Voorbeelden ................ 11 Seriële aansluitpoort .......... 10 Splitsen van muziekstukken (DIVIDE functie) ......... 21 Starten van het programma .................. 10 Sluiten van het programma ....................................... 29 Stoppen met afspelen ........ 17 Systeemvereisten ................. 5 T Terugzoeken ....................... 16 Titels invoeren voor muziekstukken en minidiscs (NAME functie) ......................... 18 U Uninstall (verwijderen van het programma) ............ 9 V Verhelpen van storingen ...................... 31 Verplaatsen van muziekstukken (MOVE functie) ......................... 20 Verwijderen van het programma (Uninstall) ......................................... 9 Vooruitzoeken .................... 16 W, X, Y, Z Wissen van muziekstukken (ERASE functie) Wissen van een enkel muziekstuk tegelijk .... 24 Wissen van een gehele minidisc ........................ 24 Wissen van een ongewenste muziekpassage (A-B ERASE functie) ............ 23
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128

Sony MDS-PC1 de handleiding

Categorie
Minidisc-spelers
Type
de handleiding