Samsung AM060NNNDEH/EU Handleiding

Type
Handleiding
Airconditioner
Gebruikershandleiding
AM***NNN*EH***
Dank u voor uw aankoop van deze airconditioner van Samsung.
Voordat u het apparaat bedient, verzoeken we u deze gebruikershandleiding zorgvuldig te lezen en te
bewaren voor raadpleging in de toekomst.
2
Nederlands
Inhoud
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische
accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde
van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde
afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier
recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de
gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de
koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor
verwijdering worden gemengd.
Ga voor informatie over de milieuverbintenissen en productspecifieke wettelijke verplichtingen van Samsung, zoals REACH,
WEEE, batterijen, naar: www.samsung.com/uk/aboutsamsung/sustainability/environment/our-commitment/data/
Veiligheidsinformatie 3
Veiligheidsinformatie 3
In een oogopslag 10
Overzicht binnenunit 10
Werking eigenschappen 11
Werkingstemperatuur en luchtvochtigheid • Een binnenunit met een afstandsbediening koppelen
Reiniging en onderhoud 12
Reiniging en onderhoud 12
De buitenkant van de binnenunit reinigen • De warmtewisselaar van de buitenunit schoonmaken •
Het luchtfilter reinigen • Periodiek onderhoud • Probleemoplossing
Technische specificaties 19
Informatie over het koelmiddel 19
Belangrijke informatie: regelgeving met betrekking tot het gebruikte koelmiddel
Installatieprocedure 20
Installatieprocedure 20
3
Nederlands
Veiligheidsinformatie
Voordat u uw nieuwe airconditioner in gebruik neemt, verzoeken we u deze
handleiding grondig door te lezen om te waarborgen dat u weet hoe u de vele
uitgebreide functies van uw nieuwe apparaat veilig en doeltreffend kunt bedienen.
Omdat de vermelde bedieningsinstructies over meerdere modellen gaan,
kunnen de prestatiekenmerken van uw airconditioner enigszins verschillen van
wat in deze handleiding wordt beschreven. Als u vragen hebt, kunt u contact
opnemen met het dichtstbijzijnde klantcontactcentrum of online via www.
samsung.com hulp en informatie te krijgen.
WAARSCHUWING
Risico's of onveilige praktijken die kunnen leiden tot ernstig persoonlijk letsel of
overlijden.
LET OP
Risico's of onveilige praktijken die kunnen leiden tot licht persoonlijk letsel of
materiële schade.
Aanwijzingen volgen.
NIET proberen.
Zorg ervoor dat het apparaat is geaard om elektrische schokken te voorkomen.
Stroomtoevoer loskoppelen.
NIET demonteren.
VÓÓR DE INSTALLATIE
WAARSCHUWING
Gebruik het voedingskabel met de voor dit apparaat aangegeven
stroomspecificaties of hoger, en gebruik de kabel alleen voor dit apparaat.
Gebruik geen verlengsnoer.
Het verlengen van de voedingskabel kan leiden tot elektrische schok of brand.
Gebruik geen elektrische omvormer. Dit kan leiden tot elektrische schok of
brand.
Als de spanning/frequentie/nominale stroomtoestand afwijkt, kan dit brand
veroorzaken.
Veiligheidsinformatie
Veiligheidsinformatie
Veiligheidsinformatie
4
Nederlands
Veiligheidsinformatie
De installatie van dit apparaat moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd
technicus of onderhoudsbedrijf.
Anders kan dit leiden tot elektrische schok, brand, explosie, problemen met het
product, of letsel.
Installeer een schakelaar en stroomonderbreker die alleen worden gebruikt
voor de airconditioner.
Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schok of brand.
Zet de buitenunit voor buiten goed vast, zodat het elektrische deel van de
buitenunit niet blootligt.
Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schok of brand.
Plaats het apparaat niet in de buurt van een verwarming of ontvlambaar
materiaal. Plaats dit apparaat niet in vochtige, vettige of stoffige locaties of op
locaties die worden blootgesteld aan direct zonlicht of water (regendruppels).
Plaats dit apparaat niet op een locatie waar gas kan lekken.
Dit kan leiden tot elektrische schok of brand.
Plaats de buitenunit nooit op een locatie als een hoge externe wand, waar deze
kan vallen.
Als de buitenunit valt, kan dit leiden tot letsel, overlijden of materiële schade.
Het apparaat moet op juiste wijze worden geaard. Aard het apparaat niet aan
een gasleiding, plastic waterleiding of telefoonlijn.
Anders kan dit leiden tot elektrische schok, brand, explosie of andere
problemen met het product.
Steek de stekker nooit in een stopcontact dat niet goed geaard is en zorg
ervoor dat het voldoet aan de plaatselijke en nationale normen.
5
Nederlands
Veiligheidsinformatie
LET OP
Plaats het apparaat op een vlakke, harde vloer die het gewicht van het apparaat
ondersteunt.
Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot abnormale trillingen, lawaai of
problemen met het product.
Plaats de afvoerslang op de juiste wijze, zodat water goed wordt afgevoerd.
Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot overstroming van het water en materiële
schade. Het is beter de afvoerleiding niet aan te sluiten op afvalwaterleidingen,
omdat dit in de toekomst tot stankoverlast kan leiden.
Zorg er bij het plaatsen van de buitenunit voor de afvoerslang zodanig aan te
sluiten dat het afvoeren juist verloopt.
Het water dat tijdens het verwarmen in de buitenunit wordt gegenereerd, kan
overstromen, hetgeen kan leiden tot materiële schade.
Met name in de winter kan een blok vallend ijs tot letsel, overlijden of materiële
schade leiden.
VOOR STROOMTOEVOER
WAARSCHUWING
Wanneer de zekering is beschadigd, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde
onderhoudscentrum.
Trek niet aan het stroomsnoer en buig het niet te ver door. Het stroomsnoer mag
niet worWden verdraaid of vastgebonden. Haak het stroomsnoer niet achter
metalen objecten, plaats er geen zware objecten bovenop, steek het niet tussen
objecten in en duw het niet in de ruimte achter het apparaat.
Dit kan leiden tot elektrische schok of brand.
LET OP
Koppel de stroom bij de installatieautomaat los wanneer de airconditioner
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt en tijdens onweer en/of bliksem.
Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schok of brand.
Veiligheidsinformatie
6
Nederlands
Veiligheidsinformatie
VOOR GEBRUIK
WAARSCHUWING
Als het apparaat onder water komt te staan, neemt u contact op met het
dichtstbijzijnde onderhoudscentrum.
Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schok of brand.
Als het apparaat een vreemd geluid maakt of als er een brandlucht of rook
ontstaat, dient u de stekker onmiddellijk uit het stopcontact te halen en contact
op te nemen met het dichtstbijzijnde onderhoudscentrum.
Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schok of brand.
In geval van een gaslek (zoals propaangas, LP-gas, enz.) moet onmiddellijk
worden geventileerd en mag de stroomtoevoer niet worden aangeraakt. Raak
het apparaat of de stroomtoevoer niet aan.
Gebruik geen ventilator om te ventileren.
Een vonk kan leiden tot een explosie of brand.
Neem contact op met het dichtstbijzijnde onderhoudscentrum om de
airconditioner opnieuw te plaatsen.
Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot problemen met het product,
waterlekkage, elektrische schok of brand.
Er wordt geen leveringsservice voor het product geboden. Als het product op
een andere locatie wordt geplaatst, zullen extra kosten voor constructie en
installatie in rekening worden gebracht.
Als u het product op een ongewone locatie wilt installeren, zoals op een
industriegebied of aan de kust waar het wordt blootgesteld aan zout in
de lucht, wordt u verzocht contact op te nemen met het dichtstbijzijnde
onderhoudscentrum.
Raak de zekering niet aan met natte handen.
Dit kan leiden tot elektrische schok.
Schakel de airconditioner niet uit met de installatieautomaat als het apparaat
in werking is.
Het uitschakelen en daarna weer inschakelen van de airconditioner met de
installatieautomaat kan een vonk veroorzaken, wat kan leiden tot elektrische
schok of brand.
7
Nederlands
Veiligheidsinformatie
Bewaar na het uitpakken van de airconditioner alle verpakkingsmaterialen
buiten het bereik van kinderen; deze materialen kunnen gevaarlijk zijn voor
kinderen.
Als een kind een zak over zijn/haar hoofd trekt, kan het stikken.
Raak tijdens het verwarmen het decoratiepaneel niet aan met uw handen of
vingers.
Dit kan leiden tot elektrische schok of brandwonden.
Steek geen vingers in het stopcontact en laat er geen vreemde stoffen inlopen
als de airconditioner werkt of het voorpaneel wordt gesloten.
Wees extra voorzichtig met kinderen, zodat ze geen letsel oplopen door hun
vingers in het product te steken.
Steek geen vingers in de luchtinlaat/-uitlaat van de airconditioner en laat er
geen substanties inlopen.
Wees extra voorzichtig met kinderen, zodat ze geen letsel oplopen door hun
vingers in het product te steken.
Sla niet met kracht tegen de airconditioner en trek er niet krachtig aan.
Dit kan leiden tot brand, letsel of problemen met het product.
Plaats geen objecten in de buurt van de buitenunit waardoor kinderen op het
apparaat kunnen klimmen.
Dit kan ertoe leiden dat kinderen ernstig letsel oplopen.
Gebruik deze airconditioner niet gedurende langere tijd op slecht geventileerde
locaties of bij mindervalide mensen.
Omdat dit gevaarlijk kan zijn als gevolg van zuurstofgebrek, moet minstens
eenmaal per uur een raam worden geopend.
Als een vreemde stof zoals water het apparaat is binnengelopen, haal dan de
stekker uit het stopcontact, draai de stroomonderbreker uit en neem contact op
met het dichtstbijzijnde onderhoudscentrum.
Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schok of brand.
Probeer het apparaat niet zelf te repareren, te demonteren of aan te passen.
Gebruik geen andere zekering (zoals koper, staaldraad enz.) anders dan de
standaardzekering.
Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schok, brand, problemen met
het product of letsel.
Veiligheidsinformatie
8
Nederlands
Veiligheidsinformatie
LET OP
Plaats geen objecten of apparaten onder de binnenunit.
Water dat uit de binnenunit lekt, kan leiden tot brand of materiële schade.
Controleer minstens eenmaal per jaar of het installatieframe van de buitenunit
nog heel is.
Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot letsel, overlijden of materiële schade.
Het maximale vermogen wordt gemeten volgens de IEC-norm voor veiligheid en
het vermogen wordt gemeten volgens de ISO-norm voor energie-efficiëntie.
Ga niet bovenop het apparaat staan en plaats er geen objecten (zoals was,
brandende kaarsen of sigaretten, borden, chemicaliën, metalen objecten
enz.) op.
Dit kan leiden tot elektrische schok, brand, problemen met het product of
letsel.
Bedien het apparaat niet met natte handen.
Dit kan leiden tot elektrische schok.
Spuit geen vluchtige materialen zoals insecticide op het oppervlak van het
apparaat.
Naast de schadelijke effecten voor mensen kan dit ook leiden tot elektrische
schok, brand of problemen met het product.
Drink het water uit de airconditioner niet.
Het water kan schadelijk zijn voor mensen.
Oefen geen grote kracht uit op de afstandsbediening en haal deze ook niet uit
elkaar.
Raak de op het apparaat aangesloten leidingen niet aan.
Dit kan leiden tot brandwonden of letsel.
Gebruik deze airconditioner niet om precisie-apparatuur, voeding of cosmetica
te bewaren of voor dieren, planten of voor andere ongewone doeleinden.
Dit kan leiden tot materiële schade.
Vermijd het gedurende langere tijd direct blootstellen van mensen, dieren of
planten aan de luchtstroom van de airconditioner.
Dit kan leiden tot schade voor mensen, dieren en planten.
9
Nederlands
Veiligheidsinformatie
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder ook
kinderen) met een verminderd fysiek, zintuiglijk of geestelijk vermogen
of gebrek aan kennis en ervaring, tenzij iemand die voor hun veiligheid
verantwoordelijk is toezicht op hen houdt of hen aanwijzingen geeft over
het gebruik van het apparaat. Kinderen moeten onder supervisie staan om te
controleren dat ze niet met het apparaat spelen.
Bij gebruik in Europa: Dit apparaat kan gebruikt worden door kinderen van 8 jaar of
ouder en personen met een verminderd fysiek, zintuiglijk of geestelijk vermogen
of gebrek aan kennis en ervaring indien er toezicht op hen wordt gehouden of ze
aanwijzingen hebben gekregen over het veilige gebruik en de risico’s hiervan begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Het reinigen en dagelijkse onderhoud
van het apparaat mag niet zonder supervisie door kinderen worden uitgevoerd.
VOOR REINIGING
WAARSCHUWING
Reinig het apparaat niet door er direct water op te spuiten. Gebruik geen
benzeen, thinner, alcohol of aceton om het apparaat te reinigen.
Dit kan leiden tot verkleuring, vervorming, schade, elektrische schok en/of brand.
Voordat het apparaat wordt gereinigd en voordat er onderhoud aan wordt
uitgevoerd, moet u de stekker van de airconditioner uit het stopcontact halen en
wachten tot de ventilator is gestopt.
Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schok of brand.
LET OP
Wees voorzichtig bij het reinigen van het oppervlak van de warmtewisselaar van
de buitenunit; dit onderdeel heeft scherpe randen.
Draag dikke katoenen handschoenen tijdens het reinigen om snijden van uw
vingers te voorkomen.
Dit moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd technicus. Neem contact
op met uw installateur of een onderhoudscentrum.
Reinig de binnenkant van de airconditioner niet zelf.
Neem contact op met het dichtstbijzijnde onderhoudscentrum voor het
reinigen van de binnenkant van het apparaat.
Raadpleeg bij het reinigen van het interne filter de beschrijvingen in de
paragraaf ‘Reiniging en onderhoud’.
Als u dit nalaat, kan dit leiden tot schade, elektrische schok of brand.
10
Nederlands
In een oogopslag
De binnenunit en zijn scherm kunnen licht verschillen van onderstaande illustratie, afhankelijk van
het model en het paneeltype.
Overzicht binnenunit
02
04
03
01
In een oogopslag
01 Scherm
02 Luchstroomblad/Luchtuitlaat (binnenin) /
Wind-Free paneel
(U kunt de functie Wind-Free Cooling
gebruiken wanneer de modus Cool, Dry of
Fan actief is).
(Raadpleeg de handleiding van de
afstandsbediening voor de werking van het
product.)
03 Luchtinlaat
04 Luchtfilter (onder het rooster)
Indicatie Functie
Aan/uit-schakelaar
Vorstverwijderingsindicator
Timer-indicator
Filterschoonmaakindicator
Sensor voor afstandsbediening
11
Nederlands
In een oogopslag
Werking eigenschappen
Werkingstemperatuur en luchtvochtigheid
Leef bij gebruik van de airconditioning de bedrijfstemperatuur- en luchtvochtigheidsbereiken na.
Modus Binnentemperatuur Buitentemperatuur Vochtigheid binnen
Koelmodus
18~32 °C
Afhankelijk van de
specificatie van de
buitenunit
80% of minder
Droogmodus
Verwarmingsmodus 30 °C of minder
LET OP
Indien de airco gebruikt wordt bij een relatieve luchtvochtigheid van boven de 80%, kan er
condensvorming en waterlekkage op de vloer ontstaan.
De nominale verwarmingscapaciteit is gebaseerd op een buitentemperatuur van 7 °C. Als
de buitentemperatuur tot onder 0 °C zakt, kan de verwarmingsefficiëntie afhankelijk van de
temperatuursomstandigheden afnemen.
Als de binnenunit zich buiten de temperatuur- en luchtvochtigheidsbereiken bevindt, kan het
veiligheidsapparaat in werking treden en stopt de airconditioner met werken.
Een binnenunit met een afstandsbediening koppelen
Wanneer u meerdere binnenunits gebruikt, kun u ze individueel bedienen door de
afstandsbediening en binnenunit te koppelen.
Stel in met de afstandsbediening wanneer de binnenunit uitgeschakeld is.
Zone
1~4
(5sec)
OPMERKING
Nadat u op
hebt gedrukt, moet u binnen de 60 seconden op drukken.
Het nummer van elke binnenunit moet bij installatie door de installateur worden ingesteld. Neem
contact op met het servicecenter om het nummer van de binnenunit te resetten.
12
Nederlands
Reiniging en onderhoud
Zorg er voor het reinigen van de binnenunit voor dat de hulpschakelaar uitgeschakeld is.
Reiniging en onderhoud
De buitenkant van de binnenunit reinigen
Veeg het oppervlak van het apparaat met een
licht vochtige of droge doek af indien nodig.
Veeg vuil van vreemd gevormde gebieden met
behulp van een zachte borstel.
LET OP
Gebruik geen alkalisch reinigingsmiddel,
zwavelzuur, zoutzuur of organische
oplosmiddelen (zoals verdunner, kerosine of
aceton) om de oppervlakken te reinigen.
Kleef geen stickers op de oppervlakken
omdat dit schade kan veroorzaken.
Wanneer u de warmtewisselaar op de
binnenunit schoonmaakt, moet u de
binnenunit demonteren. Neem daartoe
contact op met het lokale servicecenter.
De warmtewisselaar van de buitenunit schoonmaken
Sproei met water om het stof te verwijderen.
LET OP
De warmtewisselaar van de buitenunit heeft
scherpe randen. Wees voorzichtig wanneer u
het oppervlak ervan reinigt.
OPMERKING
Als het moeilijk is om de warmtewisselaar
van de buitenunit te reinigen, neem
dan contact op met het plaatselijke
servicecenter.
Reiniging en onderhoud
13
Nederlands
Reiniging en onderhoud
Het luchtfilter reinigen
LET OP
Zorg ervoor dat u het rooster met de hand vasthoudt zodat het niet valt uit de opening van het
decoratiepaneel.
1 De luchtfilter losmaken
Duw de haken aan elke zijde van het rooster
vooraan omlaag om het rooster te openen.
OPMERKING
De haken bevinden zich op beide zijden
van het rooster vooraan met het logo van
Samsung.
Trek de luchtfilter uit de binnenunit.
2 Het luchtfilter reinigen
Maak het luchtfilter schoon met een stofzuiger
of zachte borstel. Als er te veel stof is, spoel
hem dan met stromend water en laat hem in
een verluchte ruimte drogen.
LET OP
Schrob het luchtfilter niet met een borstel of
ander hulpmiddel voor reiniging. Hierdoor kan
het filter beschadigd raken.
OPMERKING
Als het luchtfilter in een vochtig gebied
opdroogt, kan dit stankoverlast veroorzaken.
Reinig het opnieuw en laat het in een goed
geventileerde omgeving opdrogen.
De schoonmaakduur kan verschillen naargelang
het gebruik en de omgevingsomstandigheden.
Maak het luchtfilter daarom elke week schoon
als de binnenunit zich in een stoffige omgeving
bevindt.
14
Nederlands
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
3 Het luchtfilter hermonteren
LET OP
Als de binnenunit zonder luchtfilter wordt
gebruikt, kan hij door het stof beschadigd
raken.
4 Het luchtfilter resetten
Zorg er na het schoonmaken en opnieuw
monteren van het luchtfilter voor dat u de
herinnering voor het schoonmaken van het
filter als volgt reset:
Binnenunit met bedrade afstandsbediening:
Druk op de knop Filter Reset.
Binnenunit met draadloze afstandsbediening:
Druk op de Options → < of > → (Filter Reset)
Knipperen → druk op de SET-knop.
OPMERKING
De filterresetindicator knippert wanneer het
luchtfilter moet worden schoongemaakt.
Hoewel de filterreinigingsindicator ( )niet
oplicht, moet u na het schoonmaken van het
stoffilter op de "Filter Reset"-knop drukken.
Als de hoek van de uitblaasliniaal wordt
gewijzigd door het rooster vooraan te openen
voor de installatie of het onderhoud van de
binnenunit, moet u de hulpschakelaar uit en
vervolgens inschakelen voordat u opnieuw met
de binnenunit werkt. Anders kan de hoek van
de uitblaasliniaal gewijzigd zijn en kunnen de
linialen niet meer worden gesloten nadat de
binnenunit is uitgeschakeld.
15
Nederlands
Reiniging en onderhoud
Periodiek onderhoud
Eenheid Onderhoudspunt Interval
Benodigd
gekwalificeerde
technici
Binnenunit
Reinig het luchtfilter.
Minstens éénmaal per
maand
Reinig de condensaat afvoerbak. Eens per jaar Benodigd
Reinig de warmtewisselaar. Eens per jaar Benodigd
Reinig de condensaat afvoerleiding. Eens in de 4 maanden Benodigd
Vervang de batterijen van de
afstandsbediening.
Minstens éénmaal per
jaar
Buitenunit
Reinig de warmtewisselaar aan de
buitenkant van de unit.
Eens in de 4 maanden Benodigd
Reinig de warmtewisselaar aan de
binnenkant van de unit.
Eens per jaar Benodigd
Reinig de elektronische componenten
met luchtstralen.
Eens per jaar Benodigd
Controleer of alle elektronische
componenten stevig vastzitten.
Eens per jaar Benodigd
Reinig de ventilator. Eens per jaar Benodigd
Controleer of de samenbouw van de
ventilator stevig vastzitten.
Eens per jaar Benodigd
Reinig de condensaat afvoerbak. Eens per jaar Benodigd
16
Nederlands
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Probleemoplossing
Zie het volgende schema als de airco abnormaal werkt. Dit bespaart tijd en onnodige kosten.
Probleem Oplossing
De airco werk niet
onmiddellijk nadat
het opnieuw is
opgestart.
Vanwege het beschermende mechanisme, start het apparaat niet onmiddellijk
om het apparaat tegen overbelasting te beschermen. De airco start binnen 3
minuten.
De airconditioner
werkt helemaal niet.
Controleer of de voeding goed is aangesloten.
Controleer of de hulpschakelaar (MCCB, ELB) is ingeschakeld.
Als de hulpschakelaar (MCCB, ELB) is uitgeschakeld, werkt de airconditioner
niet, ook al drukt u op de
(Aan/uit)-knop.
Als u de airconditioner reinigt of een langere tijd niet gebruikt, schakel dan de
hulpschakelaar (MCCB, ELB) uit.
Nadat de airconditioner gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, dient u de
hulpschakelaar (MCCB, ELB) 6 uur van tevoren in te schakelen.
OPMERKING
De hulpschakelaar (MCCB, ELB) wordt apart verkocht.
Zorg ervoor dat de hulpschakelaar (MCCB, ELB) geïnstalleerd is in de
verdeelkast binnen het gebouw.
Als de airconditioner is uitgeschakeld door de functie Timer uit, schakelt u de
airconditioner weer in door op de
(Aan/uit)-knop te drukken.
De temperatuur
verandert niet.
Controleer of de Fan-modus is ingeschakeld. In de Fan-modus beheert de
airconditioner de ingestelde temperatuur automatisch en kunt u deze dan ook
niet wijzigen.
Er komt geen
warme lucht uit de
airconditioner.
Controleer of de buitenunit is ontworpen voor alleen koelen. In dit geval komt
er geen warme lucht naar buiten, ook al hebt u de Heat-modus geselecteerd.
Controleer of de afstandsbediening is ontworpen voor alleen koelen. Gebruik
een afstandsbediening die zowel koelen als verwarmen ondersteunt.
De snelheid van de
ventilator verandert
niet.
Controleer of de modus Auto of Dry is ingeschakeld. In deze modi beheert de
airconditioner de ventilatorsnelheid automatisch en kunt u deze dan ook niet
wijzigen.
De draadloze
afstandsbediening
werkt niet.
Controleer of de batterijen leeg zijn. Vervang de batterijen met nieuwe
exemplaren.
Zorg ervoor dat de sensor van de afstandsbediening niet wordt geblokkeerd.
Controleer of er sterke lichtbronnen in de buurt van de airconditioner aanwezig
zijn. Sterk licht van bijvoorbeeld fluorescentielampen of neonlampen kan de
werking van de afstandsbediening verstoren.
17
Nederlands
Reiniging en onderhoud
Probleem Oplossing
De bedrade
afstandsbediening
werkt niet.
Controleer of de
-indicator wordt weergegeven in de rechterbenedenhoek
van het scherm van de afstandsbediening. Indien dit het geval is, schakelt u
zowel de airconditioner als de hulpschakelaar uit. Neem contact op met een
onderhoudscentrum.
De airconditioner
wordt niet
onmiddellijk
aan- of uitgezet
met de bedrade
afstandsbediening.
Controleer of de bedrade afstandsbediening is ingesteld voor groepsbesturing.
Indien dit het geval is worden de airconditioners die zijn aangesloten op de
afstandsbediening één voor één aan- of uitgezet. Dit duurt maximaal 32
seconden.
De functie
Tijdsopname aan/uit
werkt niet.
Controleer of u op de afstandsbediening op de knop
(INSTELLEN) hebt
gedrukt na het instellen van de aan/uit-tijd. Stel de aan/uit-tijd in.
Het scherm van de
binnenunit knippert
onafgebroken.
Schakel de airconditioner opnieuw in door op de
(Aan/uit)-knop te drukken.
Schakel de hulpschakelaar uit en weer aan, en zet vervolgens de airconditioner aan.
Als het scherm van de binnenunit blijft knipperen, neem dan contact op met
een onderhoudscentrum.
Ik wil koelere lucht.
Gebruik naast de airconditioner een elektrische ventilator om voor een betere
koeling te zorgen en om energie te besparen.
De lucht is niet koel
of warm genoeg.
In de Cool-modus komt er geen koele lucht naar buiten als de ingestelde
temperatuur hoger is dan de huidige temperatuur.
Afstandsbediening: Druk herhaaldelijk op de Temperatuur-knop tot
de ingestelde temperatuur (minimum: 18 °C) lager is dan de huidige
temperatuur.
In de Heat-modus komt er geen warme lucht naar buiten als de ingestelde
temperatuur lager is dan de huidige temperatuur.
Afstandsbediening: Druk herhaaldelijk op de Temperatuur-knop tot
de ingestelde temperatuur (maximum: 30 °C) hoger is dan de huidige
temperatuur.
Zowel koelen als verwarmen is niet mogelijk tijdens de Fan-modus. Selecteer
de stand Cool, Heat, Auto of Dry.
Controleer of het luchtfilter wordt geblokkeerd door vuil. Een stoffige filter
kan ervoor zorgen dat de prestaties op het gebied van koelen en verwarmen
afnemen. Reinig regelmatig het luchtfilter.
Als de buitenunit is afgedekt of als er zich obstakels in de buurt bevinden,
verwijder deze dan.
Installeer de buitenunit op een goed geventileerde plaats. Vermijd plaatsen
die zijn blootgesteld aan direct zonlicht of zich in de buurt van een
verwarmingsapparaat bevinden.
Plaats een zonnescherm over de buitenunit om deze te beschermen tegen
direct zonlicht.
Als de binnenunit is geïnstalleerd op een plaats die blootgesteld is aan direct
zonlicht, doe dan de gordijnen voor de ramen dicht.
18
Nederlands
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Probleem Oplossing
De lucht is niet koel
of warm genoeg.
Sluit de ramen en deuren om voor een efficiëntie koeling en verwarming te
zorgen.
Als de Cool-modus wordt stopgezet en onmiddellijk daarna weer wordt gestart,
komt er pas na ongeveer 3 minuten koele lucht naar buiten, om de compressor
van de buitenunit te beschermen.
Als de Heat-modus wordt gestart, komt er niet onmiddellijk warme lucht naar
buiten, om ervoor te zorgen dat er aan het begin geen koele lucht naar buiten
komt.
Als de koelmiddelleiding te lang is, kunnen de prestaties op het gebied van
koelen en verwarmen afnemen. Zorg ervoor dat de koelmiddelleiding onder de
maximumlengte blijft.
De airconditioner
maakt een raar
geluid.
In bepaalde omstandigheden (met name wanneer de buitentemperatuur lager
is dan 20 °C) kan er een sissend, rommelend of spetterend geluid te horen zijn
wanneer het koelmiddel door de airconditioner circuleert. Dit is normaal.
Wordt op de knop
(Aan/uit) gedrukt van de afstandsbediening, kan er
geluid van de afvoerpomp binnen de airco worden gehoord. Dit geluid is
normaal.
Het komt een
onaangename geur in
de ruimte.
Als de airconditioner in een rokerige omgeving werkt of er een geur van buiten
naar binnen komt, ventileer de ruimte dan goed.
Als binnen zowel de temperatuur als de luchtvochtigheid hoog zijn, zet de
airconditioner dan 1 tot 2 uur in de Clean- of Fan-modus.
Als de airconditioner langere tijd niet gebruikt is, reinig dan de binnenunit en
zet de airconditioner vervolgens 3 tot 4 uur in de Fan-modus om de binnenkant
van de binnenunit te drogen en zo onaangename geuren te verwijderen.
Als het luchtfilter is geblokkeerd met vuil, reinig het filter dan.
Er wordt stoom
geproduceerd door
de binnenunit.
In de winter, als de luchtvochtigheid binnen hoog is, kan er stoom worden
geproduceerd rond de luchtuitlaat wanneer de ontdooi-functie aan staat. Dit is
normaal.
De ventilator van
de buitenunit blijft
draaien wanneer
de airconditioner is
uitgeschakeld.
Als de airconditioner is uitgeschakeld, is het mogelijk dat de ventilator van de
buitenunit blijft draaien om het lawaai van het koelmiddelgas te verminderen.
Dit is normaal.
Er druipt water van de
leidingaansluitingen
van de buitenunit.
Er kan condensatie ontstaan als gevolg van het temperatuurverschil. Dit is
normaal.
Er wordt stoom
geproduceerd door
de buitenunit.
In de winter, als de airconditioner in de Heat-modus werkt, smelt de vorst op de
warmtewisselaar en wordt er stoom geproduceerd. Dit is normaal; dit is geen
storing van het product en ook geen brand.
19
Nederlands
Reiniging en onderhoud
Technische specificaties
Type Model
Nettogewicht
(kg)
Netto afmetingen (W x D X H)
(mm)
Binnenunit
AM015NNNDEH* 11,7 575 x 575 x 250
AM022NNNDEH* 12 575 x 575 x 250
AM028NNNDEH* 12 575 x 575 x 250
AM036NNNDEH* 12 575 x 575 x 250
AM045NNNDEH* 12 575 x 575 x 250
AM056NNNDEH* 12 575 x 575 x 250
AM060NNNDEH* 12 575 x 575 x 250
Informatie over het koelmiddel
Belangrijke informatie: regelgeving met betrekking tot het gebruikte koelmiddel
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen. Ventileer geen gas in de atmosfeer.
LET OP
Als het systeem 5 tCO
2
e of meer fluorhoudend broeikasgassen bevat, moet het ten minste een
keer elke 12 maanden op lekken worden gecontroleerd, volgens de regelgeving nr. 517/2014. Deze
activiteit mag uitsluitend door gediplomeerd personeel worden uitgevoerd. In het bovenstaande
geval moet de installateur (of erkend persoon die verantwoordelijk is voor de eindcontrole)
een onderhoudsboek verstrekken met alle informatie, overeenkomstig VERORDENING (EU)
Nr. 517/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 april 2014 aangaande
gefluoreerde broeikasgassen.
Type koelmiddel GWP-waarde
R-410A 2088
GWP: Global Warming Potential
Berekening tCO
2
e: kg x GWP/1000
20
Nederlands
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Stap 1 Installeren van de indoor unit
Bij de beslissing over de locatie van de airconditioner
dienen met de volgende beperkingen rekening te
worden gehouden.
1 Plaats het patroonblad op het plafond op de plaats
waar u de binnenunit wilt installeren.
OPMERKING
• Het diagram is van papier gemaakt en kan
licht krimpen of uitrekken door temperatuur of
vochtigheid. Zorg daarom ervoor dat de juiste
afmetingen tussen de markeringen worden
behouden, voordat de gaten worden geboord.
2 Steek bout ankers, met gebruik making van
bestaande plafondsteunen of bouw een geschikte
drager, zoals weergegeven in figuur.
Beton
Gat in anker
Gat in
aansluiting
Ophangbout(M8)-commercieel leverbaar
Invoegen
3 Installeer de ophangbouten, afhankelijk van het type
plafond.
Plafondsteun
LET OP
• Zorg dat het plafond sterk genoeg is om het gewicht van de
binnenunit te dragen. Voordat de unit wordt opgehangen,
test de sterkte van elk verbonden ophangbout.
• Bedraagt de lengte van de ophangbout meer dan 1,5
meter, dient u trillingen te voorkomen.
4 Schroef acht paar moeren en sluitringen op de
ophangbouten, waardoor er plek ontstaat voor het
ophangen van de binnenunit.
LET OP
• Allee ophangstaven moeten worden geïnstalleerd.
• Het is belangrijk om voldoende ruimte te laten in het
verlaagde plafond, om toegang voor onderhoud of
reparaties aan de drainagebuis verbinding te hebben,
de koelmiddelleiding verbinding, of om het apparaat
zonodig te verwijderen.
5 Hang de binnenunit aan de ophangbouten tussen
twee moeren op. Snijd een stootkussen uit en plaats
het op de ophangbouten om de sluitringen op hun
plaats te houden. Verwijder de stopper en draai de
moeren aan om het apparaat vast te zetten.
1
2
2
6 Controleer het niveau van de binnenunit met behulp
van een waterpas.
• Als u de binnenunit kantelt, werkt de interne
drijfschakelaar mogelijk slecht en kan water
lekken.
Niveau
21
Nederlands
Installatieprocedure
7 Het apparaat op de juiste positie instellen, rekening
houdend met de opstellingsruimte van het voorpaneel.
• Plaats het patroonblad op de binnenunit.
• Pas de ruimte tussen het plafond en de binnenunit
aan met behulp van een afstandsmeter.
• De binnenunit stevig bevestigen na het aanpassen van
het niveau van de unit met behulp van een waterpas.
• Verwijder het patroonblad, sluit de andere kabels
aan en installeer het voorpaneel.
Plafond
Binnenunit
23 mm
Afmetingensjabloon
Stap 2 Uitvoeren van gaslektesten
Controleer de verbindingslas van elke koelmiddelleiding
met een lek detector R-410A, om potentiële gaslekken
op de binnenunit te identificeren.
Vóór het trekken van het vacuüm en hercirculeren
van het koelgas moet u het hele systeem onder druk
zetten met stikstof (met behulp van een cilinder met
een drukregelaar) bij een druk boven 0,2 MPa en
onder 4 Mpa (meter), om lekken van het koelmiddel
op de koelmiddelverbindingen onmiddellijk te kunnen
detecteren.
Maak het vacuüm gedurende 15 minuten en zet het
systeem met stikstof onder druk.
Vloeistofkant
Gaskant
Contactblok
Stap 3 Isoleren van de
koelmiddelleidingen
Zodra u het systeem op lekken hebt gecontroleerd, kunt
u de leidingen en slang isoleren.
1 Om condensatie te voorkomen, plaats acrylonitril
butadieën rubber afzonderlijk rond elke
koelmiddelleiding.
Geen
opening
NBR
OPMERKING
• Zorg er altijd voor de naad van de leidingen naar
boven wijzen.
LET OP
• De isolatie in volledige overeenstemming met de
Europese verordening EEG / EG 2037/2000 waarbij
het gebruik van omhulsels isolatie zonder gebruik
van CFK gassen voor de gezondheid en het milieu
wordt geproduceerd.
2 Wind isolerende tape rond de leidingen en de
afvoerslang het voor het vermijden van het te veel
samendrukken van de isolatie.
Leidingisolatie
Isolatiebuis
Zorg ervoor dat u de isolatie laat
overlappen.
Binnenunit
LET OP
• Zorg ervoor dat u de isolatie goed wikkelt zonder
ruimte tussen te laten.
3 Rol isolerend tape rond de andere leidingen die naar
de buitenunit leiden.
4 De leidingen en elektrische kabels die de binnenunit
met de buitenunit verbinden, moeten aan de muur
met geschikte kanalen worden bevestigd.
22
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Installatieprocedure
LET OP
• Moet strak tegen het frame zitten, zonder enige
tussenruimte.
• Zorg ervoor dat alle koelmiddelaansluitingen
toegankelijk zijn voor eenvoudig onderhoud en
verwijdering.
• Installeer de isolatie zo dat deze niet breder wordt en
maak gebruik van tape op het verbindingsdeel om
dat voorkomen dat er vocht kan binnentreden.
• Wikkel de koelmiddelleiding met isolatietape
wanneer deze wordt blootgesteld aan zonlicht.
• Installeer de koelmiddelleiding zo dat de isolatie niet
dunner wordt bij het gebogen deel of de hanger van de
leiding.
• Voeg de extra isolatie toe als de isolatieplaat dunner
wordt.
a x 3
Hanger
Extra isolatie
a
Isolatie van
koelmiddelleiding
5 Selecteer de isolatie van de koelmiddelleiding.
• Isoleer de leiding van de gas kant en vloeibare
kant, wijzend op de dikte van de isolatie die
moeten verschillen afhankelijk van de buismaat.
• Standaard: Minder dan een binnentemperatuur
van 30°C, met een luchtvochtigheid van 85%. Als
de installatie in een vochtige omgeving wordt
geplaatst, gebruik dan een graad dikkere isolatie
volgens onderstaande tabel. Gebruik een dikkere als
de installatie in een ongunstige omgeving komt te
staan.
• De warmteweerstand temperatuur van de isolator
moet meer dan 120°C bedragen.
Leiding
Leidingafmeting
(mm)
Isolatietype (Verwarming/
Koeling)
Opmerkingen
Standaard
[30 °C, 85%]
Hoge
vochtigheid
[30 °C, meer
dan 85%]
EPDM, NBR
Vloeistofleiding
Ø6,35 tot Ø9,52 9 t
Interne
temperatuur
hoger dan
120 °C
Ø12,7 tot Ø50,80 13t
Gasleiding
ø6,35 13t 19t
Ø9,52 tot Ø25,40
19t
25t
Ø28,58 tot Ø44,45 32t
Ø50,80 25t 38t
• Gebruik dezelfde isolatie dat genomen is voor
hoge luchtvochtigheid condities bij het installeren
op de plaasten en condities als hieronder
aangegeven.
<Geologische omstandigheid>
Locaties met hoge luchtvochtigheid zoals kustlijnen, hete
bronnen, meer- of rivieroevers en nokken (als een deel van
het gebouw bedekt is met aarde en zand)
<Bestemmingslocatie>
Plafond van een restaurant, sauna, zwembad enz.
<Staat van het gebouw>
Vloeren die regelmatig aan vocht en koeling worden
blootgesteld zijn niet gedekt. Bijvoorbeeld, leidingen
geïnstalleerd in een gang van een slaapzaal en studio naast
een uitgang dat regelmatig open en dicht gaat.
Plaatsen (waar leidingen zijn geïnstalleerd) die erg vochtig
zijn wegens gebrek aan ventilatie.
• Koelmiddelleiding vóór EEV-kit en MCU of zonder
EEV-kit en MCU
U kunt contact maken met de gas- en
vloeistofleidingen maar er mag geen druk
worden uitgeoefend op de leidingen.
Gebruik bij contact met de gas- en
vloeistofleiding isolatie met dikteniveau 1.
• Koelmiddelleiding na EEV-kit en MCU
Plaats een speling van ten minste 10 mm
wanneer u de gas- en vloeistofleidingen
installeert.
Gebruik bij contact met de gas- en
vloeistofleiding isolatie met dikteniveau 1.
23
Nederlands
Installatieprocedure
Stap 4 De afvoerslang en de
afvoerpijp installeren
1 Duw de geleverde afvoerslang zo ver mogelijk over
de afvoermof.
2 Zet de metalen klem vast zoals in de afbeelding
weergegeven.
3 Wikkel de geleverde lange afdichtbekleding over de
metalen klem en afvoerslang om te isoleren en zet
vast met klemmen.
4 Isoleer de gehele afvoerleiding binnen het gebouw
(veld levering).
Als de afvoerslang niet voldoende schuin gelegd
kan worden, voorzie de slang dan met verhoogde
afvoerleiding (veld levering).
5 Schuif de afvoerslang tot aan de isolatie als de
afvoerslang op de afvoermof aangesloten wordt.
Metalen klem
Afvoeraansluiting
Afvoerslang
Groot afdichtingsblok
Zorg ervoor dat u de afvoerslang
en de hoofdleiding goed verbindt.
Afvoerbuis
Afvoerslang
Verbinding pvc-buis + VP25
(Buitendiameter: 32 mm,
binnendiameter: 25 mm)
Afvoerbuis
LET OP
Controleer of de binnenunit evenwijdig is aan het
plafond met behulp van de waterpas.
• Installeer de ventilatie om condensatie vlot af te
voeren.
Luchtventilatie
Plafond
• Als het nodig is om de hoogte van de afvoerbuis te
verhogen, dan de afvoerbuis recht binnen 300 mm
vanaf de ingang van de afvoerslang installeren.
Wordt het hoger dan 550 mm, dan kunnen er
waterlekken ontstaan.
Bandpakking
300 mm of
minder
300 tot 550
20 mm of meer
1/100 of meer
Afvoerslang
Plafond
• Geef de slang geen opwaartse helling voorbij de
aansluitopening. Dit veroorzaakt het teruglopen van
het water als de unit wordt gestopt en resulteert in
waterlekken.
Onderhoek
Plafond
• Gebruik geen kracht op de buizen van de unit
wanneer de afvoerslang wordt aangesloten. De slang
niet laten loshangen van zijn aansluiting op de unit.
Bevestig de slang zo dicht mogelijk bij de unit op een
muur, frame of andere ondersteuning.
Steunelementen
1 tot 1,5 m
1/100 of meer
Plafond
24
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
• Horizontaal installeren.
Binnenunit
Horizontaal zijn
Flexibele slang
• Max. Toegestane as ruimte.
Binnenunit
Max. 20 mm
• Max. toegestane buigingshoek.
Max. 30˚
Binnenunit
OPMERKING
• Bij installatie van een geconcentreerde afvoerbuis,
zie onderstaande figuur.
Hoofd-afvoerbuis
Hanger
Gecentraliseerde horizontale afvoerbuis
(meer dan 1/100 helling)
300 tot 550 mm
200mm of meer
1~1.5 m
Hoofdontluchter
Individu-
ele
• Als 3 of meer units zijn geïnstalleerd, installeert u de hoofdontluchter aan de voorzijde van de verste binnenunit
vanaf de hoofdafvoerbuis.
• Om te voorkomen dat er water terugstroomt naar de binnenunits, installeert u een individuele ontluchter aan de bovenzijde
van elke binnenunit.
De ontluchters moeten een T- of 7-vorm hebben om te voorkomen dat stof of andere vreemde stoffen kunnen
binnenkomen.
Het is mogelijk niet nodig om een ontluchter te installeren als de horizontale afvoerbuis zich in de juiste
helling bevindt.
25
Nederlands
Installatieprocedure
Stap 5 Het stroomsnoer en de
communicatiekabels aansluiten
Aansluiten van stroomsnoer en
communicatiekabel
• Voor het aansluiten van de bedrading dient u alle
stroom uit te schakelen.
• Sluit het stroomsnoer en de communicatiekabel aan
tussen de units binnen de maximale lengte om de
spanningsval onder de 10% te houden.
• De hulpstroomverbreker (ELCB, MCCB, ELB)
moet meer capaciteit hebben wanneer een groot
aantal binnenunits is aangesloten vanaf één
stroomverbreker.
• Sluit F3, F4 (voor communicatie) aan op
de communicatiekabel van de bedrade
afstandsbediening.
• Draai de elektrische draden met geschikt
gereedschap aan binnen de koppelgrens zodat ze
stevig vastzitten, en positioneer vervolgens de draden
op zo'n manier dat er geen buitendruk kan worden
uitgeoefend op de afdekkingen en andere onderdelen.
Als u dit nalaat, kan dit leiden tot oververhitting,
elektrische schok of brand.
• Om het product te beschermen tegen water en
mogelijke schokken, moet u het stroomsnoer en de
communicatiekabels van de buiten- en de binnenunit
binnen de ijzeren buis houden.
• Sluit het stroomsnoer aan op de
hulpstroomonderbreker (ELCB, MCCB, ELB).
• Houd een afstand van 50 mm of meer aan tussen het
stroomsnoer en de communicatiekabels.
• Stroomsnoeren van onderdelen van apparatuur voor
buitengebruik mogen niet lichter zijn dan flexibele
polychloropreen-mantelsnoeren. (Codetoekenning
IEC:60245 IEC 57 / CENELEC: H05RN-F of IEC:60245
IEC 66/CENELEC: H07RN-F)
• Schroeven op de klemmenstrook mogen niet
losgedraaid worden met het moment kleiner dan 12
kgf•cm.
• Als de binnenunit in een computerruimte wordt
geplaatst, maak dan gebruik van de dubbel
afgeschermde (aluminium tape / polyester
gevlochten + koper) kabel van het type FROHH2R.
220~240 V~
Buitenunit
ELB
MCCB
Binnenunit 1 Binnenunit 2 Binnenunit 3
Binnenunit 4
Binnenunit 5 Binnenunit 6
※ ELB : Noodzakelijke installatie
※ Plafond, aan de muur gemonteerde binnenunit.
EEV-kit
Bedrade
afstandsbediening
26
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Het kiezen van de juiste krimpkabelschoen
1 Kies de krimpkabelschoen op basis van de nominale afmeting van het stroomsnoer.
2 Bedek het aansluitdeel van het stroomsnoer en de krimpkabelschoen om het te isoleren.
Zilversoldeer
F E
L
D
d1
B
d2
t
B
2
R
Nominale
kabelafmetingen
(mm²)
Nominale
schroefafmetingen
(mm)
B D d1 E F L d2 t
Standaardafmeting
(mm)
Tolerantie
(mm)
Standaardafmeting
(mm)
Tolerantie
(mm)
Standaardafmeting
(mm)
Tolerantie
(mm)
Min. Min. Max.
Standaardafmeting
(mm)
Tolerantie
(mm)
Min.
1,5
4 6,6
± 0,2 3,4
+0,3
-0,2
1,7 ± 0,2 4,1 6 16 4,3
+0,2
0
0,7
4 8
2,5
4 6,6
± 0,2 4,2
+0,3
-0,2
2,3 ± 0,2 6 6 17, 5 4,3
+0,2
0
0,8
4 8,5
4 4 9,5 ± 0,2 5,6
+0,3
-0,2
3,4 ± 0,2 6 5 20 4,3
+0,2
0
0,9
27
Nederlands
Installatieprocedure
Specificaties van de klemmenblokken
(Eenheid: mm)
Wisselstroom: M4-schroef
Communicatie: M3.5 schroef
11
13
7, 5
9,0
18
13,8
Stroomtoevoer
(eenfasig)
MCCB ELB
Min : 198V
Max : 242V
XA
XA, 30 mA
0,1 s
Stroomsnoer Aardingskabel Communicatiekabel
2,5 mm² of
meer
2,5 mm² 0,75 tot 1,5 mm²
Bepaal de specificatie en maximumlengte van het
stroomsnoer middels formule 2.
1 Bepaal de capaciteit van ELB en MCCB middels
onderstaande formule.
De capaciteit van ELB, MCCB X[A] = 1,25 X 1,1 X ΣAi
OPMERKING
• X : de capaciteit van ELB, MCCB
• ΣAi:desomvandenominalestroomvanelkebinnenunit.
Nominale stroom
Model Nominale stroom (A)
AM015NNNDEH* 0,17
AM022NNNDEH* 0,17
AM028NNNDEH* 0,17
AM036NNNDEH* 0,19
AM045NNNDEH* 0,22
AM056NNNDEH* 0,27
AM060NNNDEH* 0,30
2 Bepaal de specificatie en de maximale lengte van
het stroomsnoer om de spanningsval tussen de
binnenunits onder de 10% te houden.
n
Coëf×35,6×Lk
× ik)
< 10% van de
ingangsspanning [V]
∑ (
1000×Ak
k=1
OPMERKING
• Coëf: 1,55
• Lk: afstand tussen elke binnenunit [m], Ak:
specificatie van stroomsnoer [mm
2
]
• ik: nominale stroom van elke unit [A]
Stap 6 Instellen van de binnenunit-
adressen en de installatie-opties
De adressen van de binnenunit en de installatie-opties
kunnen niet in één keer worden ingesteld: stel beide
apart in.
Algemene stappen voor het instellen van de
adressen en opties
Knop Temp Laag
Knop Temp Hoog
Knop Modus
Knop Fan Laag
Knop Fan Hoog
Instellen van de
optie waarden
De modus ingeven
voor het instellen
van de opties
OPMERKING
• Het scherm van de afstandsbediening en knoppen
kunnen, afhankelijk van het model, variëren.
1 Voer de modus in voor het instellen van de opties:
28
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
a Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening
en plaats deze opnieuw.
b Houdt de knoppen (Temp Hoog) en (Temp
Laag) gelijktijdig ingedrukt, plaats de batterijen
in de afstandsbediening.
c Wees er zeker van dat u in de goede modus bent
voor het instellen van de opties:
2 De optie waarden instellen.
LET OP
• Het totaal aantal beschikbare nummers bedraagt 24:
SEG1 tot SEG24.
• Omdat SEG1, SEG7, SEG13, en SEG19 de pagina
opties zijn gebruikt door de vorige modellen
afstandsbediening, worden de modi om in te stellen
voor deze opties automatisch overgeslagen.
• Stel een 2-cijferige waarde in voor elke optie paar in
de volgende volgorde: SEG2 en SEG3 SEG4 en SEG5
SEG6 en SEG8 SEG9 en SEG10 SEG11 en SEG12
SEG14 en SEG15 SEG16 en SEG17 SEG18 en
SEG20 SEG21 en SEG22 SEG23 en SEG24
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
0 X X X X X
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1 X X X X X
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2 X X X X X
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3 X X X X X
On (SEG1 tot SEG12) Off (SEG13 tot SEG24)
Neem de stappen die in de onderstaande tabel staan:
Stappen Scherm afstandsbediening
1 Instellen van de SEG2 en SEG3 waarden:
a Instellen van de SEG2 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG2
b Instellen van de SEG3 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG3
29
Nederlands
Installatieprocedure
Stappen Scherm afstandsbediening
2 Druk op de (Modus) knop. Cool en On verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
3 Instellen van de SEG4 en SEG5 waarden:
a Instellen van de SEG4 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG4
b Instellen van de SEG5 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG5
4 Druk op de (Modus) knop. Dry en On verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
5 Instellen van de SEG6 en SEG8 waarden:
a Instellen van de SEG6 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG6
b Instellen van de SEG8 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG8
6 Druk op de (Modus) knop. Fan en On verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
7 Instellen van de SEG9 en SEG10 waarden:
a Instellen van de SEG9 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG9
30
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Stappen Scherm afstandsbediening
b Instellen van de SEG10 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG10
8 Druk op de (Modus) knop. Heat en On verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
9 Instellen van de SEG11 en SEG12 waarden:
a Instellen van de SEG11 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG11
b Instellen van de SEG12 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG12
10 Druk op de (Modus) knop. Auto en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
11 Instellen van de SEG14 en SEG15 waarden:
a Instellen van de SEG14 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG14
b Instellen van de SEG15 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG15
12 Druk op de (Modus) knop. Cool en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
31
Nederlands
Installatieprocedure
Stappen Scherm afstandsbediening
13 Instellen van de SEG16 en SEG17 waarden:
a Instellen van de SEG16 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG16
b Instellen van de SEG17 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG17
14 Druk op de (Modus) knop. Dry en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
15 Instellen van de SEG18 en SEG20 waarden:
a Instellen van de SEG18 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG18
b Instellen van de SEG20 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG20
16 Druk op de (Modus) knop. Fan en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
17 Instellen van de SEG21 en SEG22 waarden:
a Instellen van de SEG21 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG21
b Instellen van de SEG22 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG22
32
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Stappen Scherm afstandsbediening
18 Druk op de (Modus) knop. Heat en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
19 Instellen van de SEG23 en SEG24 waarden:
a Instellen van de SEG23 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG23
b Instellen van de SEG24 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG24
3 Controleer of de optie waarden die u heeft ingesteld juist zijn door het herhaaldelijk indrukken van de (Modus)
knop
4 Bewaar de optie waarden in de binnenunit:
Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor van de binnenunit en druk vervolgens twee keer op
de (Aan/uit)-knop op de afstandsbediening. Wees er zeker van dat dit commando door de binnenunit wordt
ontvangen. Als het succesvol is ontvangen, hoort u een kort geluid vanaf de binnenunit. Als het commando niet is
ontvangen, druk dan nogmaals op de (Aan/uit)-knop.
5 Controleer of de airco werkt volgens de door u ingestelde optie waarden:
a Reset de binnenunit door het losmaken en vervolgens heraansluiten van de voedingskabel van de binnenunit
of door het indrukken van de RESET knop op de buitenunit.
b Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening, plaats deze opnieuw en druk vervolgens op de (Aan/uit)
knop van de afstandsbediening.
33
Nederlands
Installatieprocedure
Een adres van een binnenunit instellen (Hoofd/
RMC/MCU)
1 Wees er zeker van dat de stroom naar de binnenunit
wordt geleverd.
• Als de binnenunit niet is aangesloten, moet het
een stroomvoorziening bevatten.
2 Zorg ervoor dat het paneel of scherm aangesloten
is op de binnenunit, zodat deze de opties kan
ontvangen.
Binnenunit
3 Stel een adres (Hoofd/RMC/MCU-poort) in voor elke
binnenunit met behulp van de afstandsbediening,
volgens uw airconditioningssysteem.
• De binnenunit adressen (Hoofd/RMC/MCU-poort)
zijn standaard ingesteld op 0A0000-100000-
200000-300000.
OPMERKING
• Stel ook het adres van de MCU en binnenunits in met
Add-on
Adres wijzigen op S-NET Pro 2
(Meer informatie vindt u in de S-NET Pro 2 Help.)
• Van SEG13 tot SEG18 is voor het instellen van het
MCU-adres.
MCU-modellen die het adres kunnen instellen:
MCU-S∗NEK2N,MCU-S4NEK3N,MCU-S1NEK1N
Optie nr. voor een binnenunit adres: 0AXXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Functie Pagina Modus Hoofdadres instellen
100 tekens van
een binnenunit-
adres
10 tekens van een
binnenunit-adres
Het ene teken van
een binnenunit
Indicatie en
details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
0 A
0 Geen hoofdadres
0 tot 9
10
tekens
0 tot 9
Een
enkele
digit
0 tot 3
Een
enkele
digit
1
Hoofdadres
instelmodus
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Functie Pagina - RMC adres instellen - Groepskanaal (x16) Groepsadres
Indicatie en
details
Indicatie
Details
-
Indicatie
Details
-
Indicatie
Details
Indicatie
Details
1
0
Geen RMC adres
RMC1 0 tot F RMC2 0 tot F
1
RMC adres
instelmodus
34
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Optie SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
Functie Pagina -
Het MCU PORT-adres
instellen
10 cijfers van het
MCU-adres
1 cijfer van MCU MCU-poortadres
Indicatie en
details
Indicatie
Details
-
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
2
0
Geen MCU PORT
0~1
10
tekens
0~9 1 tekens A~F
PORT-
locatie
1
Adresinstelmodus
van MCU PORT
LET OP
• Als u A tot F invoert voor de optie SEG5 of SEG6,
wordt het hoofdadres van de binnenunit niet
gewijzigd.
• Als u 0 invoert voor SEG3, behoudt de binnenunit het
vorige hoofdadres ook al voert u de optiewaarde voor
SEG5 of SEG6 in.
• Als u 0 invoert voor SEG9, behoudt de binnenunit het
vorige RMC-adres ook al voert u de optiewaarde voor
SEG11 of SEG12 in.
• U kunt de optie SEG11 of SEG12 niet op hetzelfde
moment instellen op de F-waarde.
• Als de binnenunit is aangesloten op de MCU, kunt u
de SEG 15~18 instellen.
Vb.) Als u de binnenunit wil instellen op de 'A'-poort van
MCU #1.
(0A0000 – 100000 – 20101A -30000)
Het instellen van de installatieoptie van de
binnenunits (geschikt voor het bepalen van
elke installatielocatie)
1 Wees er zeker van dat de stroom naar de binnenunit
wordt geleverd.
• Als de binnenunit niet is aangesloten, moet het
een stroomvoorziening bevatten.
2 Zorg ervoor dat het paneel of scherm aangesloten
is op de binnenunit, zodat deze de opties kan
ontvangen
Binnenunit
3 Stel een adres in voor elke binnenunit met
behulp van de afstandsbediening, volgens uw
airconditioningssysteem.
• De binnenunitadressen zijn standaard ingesteld
op 020010-100000-200000-300000.
• De optie SEG20, afzonderlijke bediening met
de afstandsbediening, staat toe om meerdere
binnenunits afzonderlijk te bedienen met behulp
van de afstandsbediening.
35
Nederlands
Installatieprocedure
Installatie-opties voor de 02-serie
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
0 2 Drogen met verdamper
Gebruik van de externe
kamertemperatuursensor /
De werking van de ventilator
minimaliseren wanneer de
thermostaat is uitgeschakeld
Gebruik van centrale
regeling
Toerentellercompensatie
voor ventilator
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1
Gebruik van de
afvoerpomp
Gebruik van het
heetwatertoestel
-
EEV-stap als
de verwarming stopt
Verwijderen van dauw in
windvrije modus
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2
Gebruik van externe
regeling
De uitvoer van
externe bediening
instellen / Extern
verwarmingssignaal
/ Werkingssignaal
koeling / Signaal van
vrije bediening van
koeling
S-Plasma ion Zoemer regeling Uren filtergebruik
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3
Individuele
bediening van een
afstandsbediening
Verwarming instelling
compensatie /
Condenswater
verwijderen in
verwarmingsmodus
Aangepaste EEV-stap
van gestopte unit
tijdens olieterugvoer/
ontdooimodus.
Bewegingssensor
-
• Zelf als u het gebruik van de optie afvoerpomp (SEG8) op 0 instelt, wordt deze automatisch ingesteld op 2 (de
afvoer pomp wordt gebruikt met 3 minuten vertraging).
• Als u de optie maximale filter gebruikstijd (SEG18) instelt op een waarde anders dan 2 en 6, wordt deze automatisch
ingesteld op 2 (1000 uren).
• Als u een optie instelt met een waarde die buiten het bereik ligt zoals hierboven aangegeven, wordt de optie
automatisch standaard ingesteld op 0.
• De optie SEG5 (Gebruik van centrale regeling) wordt standaard ingesteld op 1 (Gebruik). U hoeft daarom de
optie SEG5 niet zelf meer in te stellen. Let op: ook als het centrale regelingssysteem niet is aangesloten,
worden geen fouten weergegeven. Als u wilt dat een bepaalde binnenunit niet wordt bediend door het centrale
regelingssysteem, stel de SEG-optie van de betreffende binnenunit dan in op 0 (Onbruik).
• De externe uitgang van SEG15 wordt gegenereerd via de MIM-B14-verbinding. (Raadpleeg de handleiding van de MIM-B14.)
• Als u de optie afzonderlijke bediening met de afstandsbediening (SEG20) instelt op een waarde anders dan 0 tot 4,
wordt deze automatisch ingesteld op 0 (binnen 1).
• Het uitgangsvermogen van het heetwatertoestel in SEG9 wordt gegenereerd uit het gedeelte met de warme spoel
van het klemmenbord in leidingmodellen.
Buitencommunicatie
(+) (-) COM2
DC 12 V
Bedrade
afstandsbediening
Wisselstroom WARME
SPOEL
L NCOM1
∗Hetuitgangsvermogenvandeaansluitingvande
warme spoel bedraagt AC 220 V / 230 V
(dezelfde als het ingangsvermogen van de
binnenunit)
36
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Installatieoptie 02-reeks (gedetailleerd)
Optie-nr.: 02XXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS
Drogen met
verdamper
Gebruik van de externe kamertemperatuursensor /
De werking van de ventilator minimaliseren wanneer de
thermostaat is uitgeschakeld
Gebruik van centrale
regeling
Toerentellercompensatie
voor ventilator
Instelling
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details
Gebruik van externe
kamertemperatuursensor
De werking van
de ventilator
minimaliseren wanneer
de thermostaat is
uitgeschakeld
0 2
0 Onbruik
0 Standaard Standaard
0 Onbruik
0 Onbruik
1 Gebruik Onbruik
2 Onbruik
Gebruik (verwarming)
(*2)
2
Gebruik
(5 min.)
(*1)
3 Gebruik
Gebruik (verwarming)
(*2)
4 Onbruik Gebruik (Koeling) (*2)
1
RPM
-compensatie
5 Gebruik Gebruik (Koeling) (*2)
4
Gebruik
(10 min.)
(*1)
6 Onbruik
Gebruik (Verwarming/
Koeling) (*2)
1 Gebruik
7 Gebruik
Gebruik (Verwarming/
Koeling) (*2)
8 Onbruik
Gebruik (Koeling
uiterst trage ventilator
) (*2)
2
KIT voor
hoog plafond
(alleen 4-wegs
model)
6
Gebruik
(30 min.)
(*1)
9 Gebruik
Gebruik (Koeling
uiterst trage ventilator
) (*2)
A Onbruik
Gebruik (Verwarming/
Koeling uiterst trage
ventilator ) (*2)
B Gebruik
Gebruik (Verwarming/
Koeling uiterst trage
ventilator ) (*2)
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg PAGINA
Gebruik van de
afvoerpomp
Gebruik van het
heetwatertoestel
-
EEV-Stap als de
verwarming stopt
Verwijderen van dauw in
windvrije modus
Instelling
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
-
Indicatie Details Indicatie Details
1
0 Onbruik 0 Onbruik 0 Standaard 0
(Standaard)
Houd
bladstatus
in windvrije
modus
1 Gebruik 1
Gebruik
(*3)
1
Aangepaste
instelling van
EEV-stap
1
Koelende
werking door
het blad te
openen
2
Wanneer een
binnenunit
stopt,
werkt de
afvoerpomp
gedurende 3
min.
3
Gebruik
(*3)
37
Nederlands
Installatieprocedure
Optie SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
Uitleg PAGINA
Gebruik van
externe regeling
De uitvoer van externe bediening
instellen / Extern verwarmingssignaal /
Werkingssignaal koeling /
Signaal van vrije bediening van koeling
S-Plasma ion Zoemer regeling Uren filtergebruik
Instelling
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
2
0 Onbruik 0
Externe regeling
(Thermostaat aan)
0 Onbruik 0
Zoemer
gebruiken
2 1000 uur1
Aan/Uit
regeling
1
Externe regeling (Werking
aan)
2
Extern verwarmingssignaal
(*4)
2
Regeling
uit
3
Extern verwarmingssignaal
(*4)
4
Bedieningssignaal koeling
(*5)
1 Gebruik 1
Zoemer
niet
gebruiken
6 2000 uur
3
Scherm
van Aan/
Uit
-regeling
5
Vrije bediening van koeling
(Thermostaat van koeling
aan) (*6)
6
Vrije bediening van koeling
(Koeling/Drogen Thermostaat
aan) (*6)
Optie SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
Uitleg PAGINA
Individuele
bediening van een
afstandsbediening
Verwarming instelling compensatie / Condenswater verwijderen
in verwarmingsmodus
Aangepaste EEV-stap
van gestopte unit
tijdens olieterugvoer/
ontdooimodus.
Bewegingssensor -
Instelling en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details
-
Verwarming instelling
compensatie
Condenswater
verwijderen in
verwarmingsmodus
3
0 of 1 kanaal 1
0 Standaard Onbruik
0 Standaard
0 Onbruik
1 2 °C Onbruik 1
Uitschakelen binnen 30
min. zonder beweging
2 kanaal 2
2 5 °C Onbruik 2
Uitschakelen binnen 60
min. zonder beweging
3 Standaard Gebruik (*7)
3
Uitschakelen binnen 120
min. zonder beweging
3 kanaal 3
4
Uitschakelen binnen 180
min. zonder beweging
4 2 °C Gebruik (*7)
1
Aangepaste
EEV-positie
5
Uitschakelen binnen 30
min. zonder beweging of
*geavanceerde functie
4 kanaal 4
6
Uitschakelen binnen 60
min. zonder beweging &
*geavanceerde functie
5 5 °C Gebruik (*7)
7
Uitschakelen binnen 120
min. zonder beweging &
*geavanceerde functie
8
Uitschakelen binnen 180
min. zonder beweging &
*geavanceerde functie
* Geavanceerde functie: Koelings-/verwarmingsstroom of energiebesparing met bewegingsdetectie.
(*1) Wanneer de koel- of droogmodus uitgeschakeld is. De binnenventilator werkt gedurende de ingestelde minuten.
(*2) De werking van de ventilator minimaliseren wanneer de thermostaat uitgeschakeld is
- De ventilator werkt gedurende 20 seconden met een interval van 5 minuten in de heat-modus.
- Ventilator stopt of werkt uiterst traag bij koelen wanneer de thermostaat uitgeschakeld is.
38
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
(*3)
1: De ventilator wordt continu ingeschakeld wanneer het heetwatertoestel ingeschakeld is;
3: De ventilator wordt uitgeschakeld wanneer het heetwatertoestel ingeschakeld is met een binnenunit voor alleen koelen
Binnenunit voor alleen koelen: Voor het gebruik van deze optie installeert u de schakelaar 'Modus selecteren'
(MCM-C200) op de buitenunit en herstelt u deze als koelmodus.
(*4) Als een van onderstaande punten 2 of 3 wordt gebruikt als Aan/Uit-signaal van de externe warmteopwekker, zal het
signaal voor de externe contactregeling niet worden uitgevoerd.
2: De ventilator wordt continu ingeschakeld wanneer de externe warmteopwekker ingeschakeld is,
3: De ventilator wordt uitgeschakeld wanneer de externe warmteopwekker ingeschakeld is met een binnenunit voor
alleen koelen
Binnenunit voor alleen koelen: Voor het gebruik van deze optie installeert u de schakelaar 'Modus selecteren'
(MCM-C200) op de buitenunit en herstelt u deze als koelmodus.
-
Als de ventilator is uitgeschakeld voor een binnenunit voor alleen koelen door het instellen van SEG9=3 of SEG15=3,
hebt u een externe sensor of sensor van bedrade afstandsbediening nodig om de exacte binnentemperatuur te bepalen.
(*5) Wanneer de binnenunit in koel- of droogmodus is, is het uitvoersignaal “AAN”.
(*6) Voor vrije bediening van de koeling is een besparende bediening vereist.
(*7) Deze functie kan uitsluitend worden gebruikt voor de 4-Richtingen-Cassette en de Mini 4-Richtingen-Cassette.
Als de airconditioner opereert in de verwarmingsmodus onmiddellijk na het einde van de koelmodus, wordt het
condenswater in de afvoerbak omgezet in waterstoom door de hitte van de warmtewisselaar van de binnenunit.
Aangezien de waterdamp kan condenseren op de binnenunit en in een woonruimte kan neervallen, gebruikt u deze
functie om de waterdamp uit de binnenunit te verwijderen door de ventilator te laten draaien (maximaal 20 minuten),
ook al is de binnenunit uitgeschakeld nadat de koelmodus is omgeschakeld naar de verwarmingsmodus
LET OP
Kanaal Binnenunit
Luchtstroom
Zijde voor afvoer
De elektronische verwarming dient
niet te worden geïnstalleerd
Zijde voor zuiging
• Installeer de elektronische verwarming niet in het
luchtstroomkanaal van de ventilator in de binnenunit.
Installatieoptie 05-reeks
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
0 5
Gebruik van
Automatische wisseling
voor alleen HR in
Automodus / Gebruik van
binnenunit van HR voor
alleen koelen
(Bij het instellen van SEG3)
Offset van standaard Offset
(Bij het instellen van
SEG3) Standaard
koeltemp. Offset
(Bij het instellen van
SEG3) Standaard
voor moduswijziging
Verwarming Koeling
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1
(Bij het instellen van
SEG3) Standaard voor
moduswijziging Koeling
Verwarming
(Bij het instellen van
SEG3) Tijd die nodig is
voor moduswijziging
Compensatie-optie voor een
lange buis of hoogteverschil
tussen binnenunits
MTFC (*3) -
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2 - - - -
Bedieningsvariabelen bij
gebruik van warm water/
externe verwarmer (*4)
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3 - - -
Geforceerde
ventilatorbediening voor
verwarming en koeling
-
39
Nederlands
Installatieprocedure
Installatieoptie 05-reeks (gedetailleerd)
Optie-nr.: 05XXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS
Gebruik van Automatische
wisseling voor alleen HR in
Automodus / Gebruik van
binnenunit van HR voor
alleen koelen
(Bij het instellen van SEG3)
Offset van standaard Offset
(Bij het instellen van SEG3)
Standaard koeltemp. Offset
(Bij het instellen van
SEG3) Standaard
voor moduswijziging
Verwarming→Koeling
Instelling en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0 5
0
Productoptie
volgen
0 0 °C 0 0 °C 0 1 °C
1 0,5 °C 1 0,5 °C 1 1,5 °C
1
Gebruik
Automatisch
wisselen
alleen voor
HR
2 1 °C 2 1 °C 2 2 °C
3 1,5 °C 3 1,5 °C 3 2,5 °C
4 2 °C 4 2 °C 4 3 °C
2
Gebruik
binnenunit
voor alleen
koelen voor
HR
5 2,5 °C 5 2,5 °C 5 3,5 °C
6 3 °C 6 3 °C 6 4 °C
7 3,5 °C 7 3,5 °C 7 4,5 °C
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg PAGINA
(Bij het instellen van
SEG3) Standaard voor
moduswijzigingKoeling→
Verwarming
(Bij het instellen van SEG3)
Tijd die nodig is voor
moduswijziging
Compensatie-optie voor een
lange buis of hoogteverschil
tussen binnenunits
MTFC (*3) -
Instelling en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details -
1
0 1 °C 0 5 min. 0 Standaard
0 Standaard -
1 1,5 °C 1 7 min.
1
(*1)
Hoogteverschil
is meer dan
30 m of (*2)
Afstand is
langer dan
110 m
2 2 °C 2 9min.
3 2,5 °C 3 11min.
4 3 °C 4 13min.
2
(*1)
Hoogteverschil
is 15~30 m of
(*2) Afstand is
50~110 m
2 Gebruik -
5 3,5 °C 5 15min.
6 4 °C 6 20min.
7 4,5 °C 7 30 min
40
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Optie SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
Uitleg
- - - - -
Bedieningsvariabelen bij gebruik van warm water/externe verwarmer (*4)
Instelling
en details
Indicatie Details
- - - -
Indicatie
Details
Schakel temp. voor verwarmer
Aan/Uit
Vertragingstijd voor
warmteopwekker aan
2
- - - -
0
Tegelijkertijd met thermostaat
aan
Geen vertraging
1
Tegelijkertijd met thermostaat
aan
10 minuten
2
Tegelijkertijd met thermostaat
aan
20 minuten
3 1,5 °C Geen vertraging
4 1,5 °C 10 minuten
5 1,5 °C 20 minuten
6 3,0 °C Geen vertraging
7 3,0 °C 10 minuten
8 3,0 °C 20 minuten
9 4,5 °C Geen vertraging
A 4,5 °C 10 minuten
B 4,5 °C 20 minuten
C 6,0 °C Geen vertraging
D 6,0 °C 10 minuten
E 6,0 °C 20 minuten
Optie SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
Uitleg PAGINA
- - -
Ventilatorbediening voor verwarming en koeling forceren
-
Instelling
en details
Indicatie Details
- - -
Indicatie
Details
-
Instelling koelventilator
Instelling
verwarmingsventilator
3
- - -
0 Onbruik Onbruik
-
1 Onbruik
Gebruik (Ventilator:
Gebruikersinstelling)
2 Onbruik Gebruik (Ventilator: Hoog)
3 Onbruik Gebruik (Ventilator: Laag)
4
Gebruik (Ventilator:
Gebruikersinstelling)
Onbruik
5
Gebruik (Ventilator:
Gebruikersinstelling)
Gebruik (Ventilator:
Gebruikersinstelling)
6
Gebruik (Ventilator:
Gebruikersinstelling)
Gebruik (Ventilator: Hoog)
7
Gebruik (Ventilator:
Gebruikersinstelling)
Gebruik (Ventilator: Laag)
8 Gebruik (Ventilator: Hoog) Onbruik
9 Gebruik (Ventilator: Hoog)
Gebruik (Ventilator:
Gebruikersinstelling)
A Gebruik (Ventilator: Hoog) Gebruik (Ventilator: Hoog)
B Gebruik (Ventilator: Hoog) Gebruik (Ventilator: Laag)
C Gebruik (Ventilator: Laag) Onbruik
D Gebruik (Ventilator: Laag)
Gebruik (Ventilator:
Gebruikersinstelling)
E Gebruik (Ventilator: Laag) Gebruik (Ventilator: Hoog)
F Gebruik (Ventilator: Laag) Gebruik (Ventilator: Laag)
41
Nederlands
Installatieprocedure
(*1) Hoogteverschil: Het verschil in hoogte tussen de overeenstemmende binnenunit en de binnenunit die
geïnstalleerd is op de laagste plaats. Bijvoorbeeld: als de binnenunit 40 meter hoger is geïnstalleerd dan de
binnenunit die geïnstalleerd is op de laagste plaats, selecteert u optie “1”.
(*2) Het verschil tussen de buislengte van de binnenunit die het verst van een buitenunit is geïnstalleerd en de
buislengte van de overeenstemmende binnenunit van een buitenunit.
Bijvoorbeeld: als de verste buislengte 100 m bedraagt en de overeenstemmende binnenunit zich op 40 m van
een buitenunit bevindt, selecteer dan optie “2”. (100 - 40 = 60m)
(*3) Voor optie MTFC, is de MTFC (Multi Tenant Function Controller)-kit vereist.
(*4) Bediening van de verwarmer wanneer de SEG9 van de installatieoptie van de 02-reeks is ingesteld op het
gebruik van warm water of wanneer SEG15 is ingesteld op het gebruik van de externe verwarming.
bv. 1) Instelling 02-reeks SEG9 ='1' / Instelling 05-reeks SEG18 = '0': Het heetwatertoestel wordt ingeschakeld
op hetzelfde ogenblik als de verwarmingsthermostaat ingeschakeld wordt, en wordt uitgeschakeld wanneer de
verwarmingsthermostaat wordt uitgeschakeld.
Voorbeeld2)Instelling02-reeksSEG15='2'/Instelling05-reeksSEG18='A':Kamertemp.≤ingesteldetemp.+f
(verwarmingscompensatietemp.)
De externe verwarmer wordt ingeschakeld wanneer de temperatuur gedurende 10 minuten op 4,5 °C wordt
behouden. Kamertemp. >
ngestelde temp. + f(verwarmingscompensatietemp.)
De externe verwarmer wordt uitgeschakeld wanneer de temperatuur wordt behouden op 4,5 °C + 1 °C (1 °C is
de Hysteresis voor Aan/Uit-selectie.)
Meer informatie over SEG 3, 4, 5, 6, 8, 9
Wanneer SEG3 is ingesteld op 1 en de HR-specifieke omschakelfunctie wordt uitgevoerd, werkt de binnenunit zoals
weergeven in onderstaande afbeelding:
C
Temperatuur
b
d
c
A
D
B
a
Ts
Ingestelde
temperatuur voor
Auto-modus
Referentietemper-
atuur voor koeling
Referentietemperatuur voor verwarming
Referentietemperatuur voor omschake-
ling van verwarming naar koeling
Referentietemperatuur voor
koeling
Koelingsthermostaat uit
Koelingsthermostaat aan
Verwarmingsthermostaat uit
Verwarmingsthermostaat aan
A: Ingesteld op SEG4 (˚C)
B: Ingesteld op SEG5 (˚C)
C: Ingesteld op SEG6 (˚C)
D: Ingesteld op SEG8 (˚C)
De modusomschakeling tussen de Cool- en Heat-modus wordt alleen gemaakt als de 'thermostaat uit'-stand wordt
gehandhaafd gedurende de tijdsperiode die is ingesteld met optie SEG9.
42
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Het afzonderlijk wijzigen van de adressen en opties
Als u de waarde van een specifieke optie wilt wijzigen zie de volgende tabel en volg de stappen in Algemene stappen
voor het instellen van de adressen en opties op pagina 27.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Functie Pagina Modus
Te wijzigen optie
type
Tientallen positie
van de optie
nummer
Eenheden positie
van de optie
nummer
Nieuwe waarde
Indicatie en
details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
0 D Optie type 0 tot F
Tientallen
positie
waarde
0 tot 9
Eenheden
positie
waarde
0 tot 9
Nieuwe
waarde
0 tot F
Voorbeeld: De optie Zoemerregeling (SEG17) van de installatie-opties wijzigen naar 1 ongebruik.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Functie Pagina Modus
Te wijzigen optie
type
Tientallen
positie van de
optie nummer
Eenheden
positie van de
optie nummer
Nieuwe
waarde
Indicatie
0 D 2 1 7 1
LET OP
• Als uw binnenunits zowel koeling als verwarming ondersteunen, is de gecombineerde werking (twee of meer
binnenunits werken tegelijkertijd in verschillende modi) niet mogelijk wanneer de binnenunits zijn aangesloten op
dezelfde buitenunit. Als u een binnenunit instelt als de hoofd-binnenunit met behulp van de afstandsbediening,
werkt de buitenunit automatisch in de huidige modus van de hoofd-binnenunit.
43
Nederlands
Installatieprocedure
Memo
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Samsung AM060NNNDEH/EU Handleiding

Type
Handleiding