Toro Dingo 320-D Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

FormNo.3373-542RevA
Wheelmaster320-Dcompacte
multifunctionelelader
Modelnr.:22337CP—Serienr.:312000001enhoger
Registreeruwproductopwww.Toro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3373-542*A
GEVAAR
Erkunnenondergrondseelektriciteitskabels,
gasleidingenen/oftelefoonlijnendoorhet
werkgebiedlopen.Alsudezeraaktkanditeen
schokofexplosietotgevolghebben.
Zorgdatdeondergrondsekabelsenleidingen
gemarkeerdwordenopdelocatieofinhet
werkgebiedenontwijkdegemarkeerde
gebieden.Neemcontactopmetdeplaatselijke
markeringsdienstofhetbetreffendenutsbedrijfom
delocatietelatenmarkeren(belbijvoorbeeldin
Australië1100voordenationalemarkeringsdienst).
Inleiding
Dezemachineiseencompactemultifunctioneleladerbedoeld
voorhetverplaatsenvangrondenanderematerialenvoor
landschapsverzorgingandbouwwerkzaamheden.Hetis
bedoeldvoorgebruikincombinatiemetallerleiwerktuigen
voorhetuitvoerenvanspecialefuncties.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweethoeude
machineopdejuistewijzemoetgebruikenenonderhouden
enomschadeaandemachineenletseltevoorkomen.Ubent
verantwoordelijkvoorhetjuisteenveiligegebruikvande
machine.
UkuntrechtstreekscontactopnemenmetTorovia
www.Toro.comvoorinformatieoverproductenen
accessoires,omeendealertevindenofomuwproductte
registreren.
Alsuservice,origineleToro-onderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmeteen
erkendeServiceDealerofmetdeklantenservicevanToro.U
dienthierbijaltijdhetmodelnummerenhetserienummer
vanhetproducttevermelden.Delocatievanhetplaatjemet
hetmodelnummerenhetserienummervanhetproductis
aangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninde
ruimtehieronder.
G014951
1
Figuur1
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
Dezehandleidingnoemteenaantalmogelijkegevarenen
bevateenaantalveiligheidsberichten(Figuur2)metde
volgendeveiligheidssymbolen,dieduidenopeengevaarlijke
situatiediezwaarlichamelijkletselofdedoodtotgevolg
kanhebbenwanneerdeveiligheidsvoorschriftennietinacht
wordengenomen.
Figuur2
1.Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingnog2woordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnischeinformatie
enOpmerkingduidtalgemeneinformatieaandiebijzondere
aandachtverdient.
Inhoud
Inleiding.......................................................................2
Veiligheid......................................................................3
Veiligebediening.....................................................3
Stabiliteitsgegevens..................................................7
Hellingsindicator....................................................8
Veiligheids-eninstructiestickers................................9
Montage......................................................................12
1Deklephendelplaatsen.........................................12
2Vloeistofpeilcontroleren......................................12
3Accumonteren....................................................12
4Toerentalinstellen(alleenCE)................................13
Algemeenoverzichtvandemachine................................14
Bedieningsorganen................................................14
©2012—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
2
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
GedruktindeVS.
Allerechtenvoorbehouden
Specicaties..........................................................17
Toebehoren/accessoires..........................................17
Gebruiksaanwijzing.......................................................18
Brandstoftankvullen...............................................18
Wateraftappenuithetbrandstoflter........................18
Hetmotoroliepeilcontroleren..................................19
Hetmotorkoelvloeistofpeilcontroleren.....................19
Vuilverwijderenvandetractie-eenheid......................20
Hetpeilvandehydraulischevloeistof
controleren........................................................20
Deparkeerremtesten..............................................20
Bandenspanningcontroleren...................................21
Motorstarten.........................................................21
Rijdenmetdetractie-eenheid...................................21
Detractie-eenheid/motorstoppen...........................21
Eenniet-werkendemachineverplaatsen.....................22
Decilindervergrendelingengebruiken.......................22
Werktuigengebruiken.............................................23
Demachinevastzettenvoortransport.......................24
Dedijsteunaanpassen.............................................24
Onderhoud..................................................................26
Aanbevolenonderhoudsschema..................................26
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud......................27
Deinspectieluikenopenen.......................................27
Smering...................................................................28
Detractie-eenheidsmeren.......................................28
Onderhoudmotor.....................................................28
Onderhoudvanhetluchtlter..................................28
Motoroliepeilcontroleren........................................29
Onderhoudbrandstofsysteem.....................................30
Brandstofltervervangen........................................30
Hetbrandstofsysteemontluchten.............................30
Brandstofaftappenuitdebrandstoftank....................31
Onderhoudelektrischsysteem....................................32
Onderhoudvandeaccu...........................................32
Onderhoudhydraulischsysteem..................................34
Hydraulischltervervangen....................................34
Hydraulischevloeistofverversen..............................34
Hydraulischeleidingencontroleren...........................35
Stalling........................................................................36
Problemen,oorzaakenremedie......................................37
Schema's......................................................................41
Veiligheid
Onjuistgebruikofonderhouddoordegebruikerof
eigenaarkanletselveroorzaken.Omhetrisicovan
letseltevermijden,dientuzichaandevolgende
veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet
veiligheidssymbool()teletten,datbetekent:
V oorzichtig
,
W aar schuwing
of
Gev aar
instructievoor
persoonlijkeveiligheid.Niet-nalevingvandeinstructie
kanleidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
Veiligebediening
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigofmogelijkdodelijkletsel
tevoorkomen.
WAARSCHUWING
Deuitlaatgassenvandemotorbevatten
koolmonoxide,eenreukloos,dodelijkgif.
Laatdemotornietbinnenshuisofineenafgesloten
ruimtedraaien.
Instructie
LeesofraadpleegdeGebruikershandleidingenander
instructiemateriaal.Alsdebestuurder(s)ofdemonteur(s)
detaalwaarindehandleidingisgeschreven,nietmachtig
is(zijn),moetdeeigenaarervoorzorgendatdezede
inhoudvanhetmateriaalbegrijpt.
Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,enweet
hoeudemachineveiligkuntgebruiken.
Allebestuurdersenmonteursmoeteninstructieshebben
ontvangen.Deeigenaarisverantwoordelijkvoorde
instructievandegebruikers.
Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruiken
ofonderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisenstellenaan
deleeftijdvandegenediemetdemachinewerkt.
Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukken,letselvanhemzelf/haarzelfofvananderen,
enschadeaaneigendom,diehij/zijkanvoorkomen.
3
Vóóringebruikname
GEVAAR
Erkunnenondergrondseelektriciteitskabels,
gasleidingenen/oftelefoonlijnendoorhet
werkgebiedlopen.Alsudezeraaktkanditeen
schokofexplosietotgevolghebben.
Zorgdatdeondergrondsekabelsenleidingen
gemarkeerdwordenopdelocatieofinhet
werkgebiedenontwijkdegemarkeerde
gebieden.Neemcontactopmetdeplaatselijke
markeringsdienstofhetbetreffendenutsbedrijfom
delocatietelatenmarkeren(belbijvoorbeeldin
Australië1100voordenationalemarkeringsdienst).
Inspecteerhetterreinomvasttestellenwelkeaccessoires
enwerktuigennodigzijnomgoedenveiligtewerken.
Gebruikalleendoordefabrikantgoedgekeurde
accessoiresenwerktuigen.
Draaggeschiktekledingenuitrusting,zoalseenhelm,
eenveiligheidsbril,langebroek,veiligheidsschoenenen
gehoorbescherming.Langhaar,lossekledingofsieraden
kunnenwordengegrependoorbewegendeonderdelen.
Inspecteerhetterreinwaaropudemaaimachinegaat
gebruikenenverwijdereventuelevoorwerpendiedoorde
machinekunnenwordenuitgeworpen.
Weesextravoorzichtigbijhethanterenvanbrandstof.
Dezestoffenzijnontvlambaarendedampenkunnentot
ontplofngkomen.
Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik.
Verwijdernooitdedopvandebrandstoftankenvul
nooitbrandstofbijterwijldemotorloopt.Laatde
motorafkoelenvoordatubrandstofbijvult.Niet
roken.
Umagdebrandstoftanknooitbinnenshuisbijvullen
ofaftappen.
Controleerofdedodemansknop,deveiligheidsschakelaars
endeveiligheidsschermenzijnbevestigdennaarbehoren
werken.Gebruikdemachineuitsluitendalsdezenaar
behorenwerkt.
Gebruiksaanwijzing
Laatdemotornooitlopenineenafgeslotenruimte.
Werkuitsluitendbijgoedlichtenblijfuitdebuurtvan
kuilenenverborgengevaren.
Controleerofalleaandrijvingenindeneutraalstandstaan
endeparkeerreminwerkingisgesteldvoordatude
motorstart.Demotormaguitsluitendwordengestartals
debestuurderopdestoelzit.
Verminderuwsnelheidenweesextravoorzichtigop
hellingen.Rijophellingenindeaanbevolenrichting.De
gazonomstandighedenkunnenvaninvloedzijnopde
stabiliteitvandemachine.
Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtigalsuopeen
hellingeenbochtmaaktofvanrichtingverandert.
Gebruikdemachinenooitalsdeveiligheidsschermen
nietstevigophunplaatszitten.Zorgervoordatalle
interlockschakelaarszijnaangebracht,correctzijn
afgesteldennaarbehorenwerken.
Verandernooitdestandvandetoerenregelaarvande
motorenlaatdemotorniettesneldraaien.
Stopdemachineopeenhorizontaaloppervlak,brengde
werktuigenomlaag,schakeldehulphydrauliekuit,stelde
parkeerreminwerkingenzetdemotorafvoordatude
bestuurderspositieomwelkeredenookverlaat.
Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvanbewegende
werktuigen.
Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdtomer
zekervantezijndatdewegvrijis.
Vervoergeenpassagiersenzorgervoordathuisdierenen
omstandersuitdebuurtblijven.
Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtigalsueen
bochtmaaktofwegenenvoetpadenoversteekt.
Gebruikdemachinenietalsuonderdeinvloedvan
alcoholofdrugsbent.
Weesvoorzichtigalsudemachineinlaadtopeen
aanhangerofeenvrachtwagenofuitlaadt.
Weesvoorzichtigbijhetnaderenvanblindehoeken,
struiken,bomen,enandereobjectendiehetzichtkunnen
belemmeren.
Leesdehandleidingenvanallewerktuigen.
Zorgervoordaterniemandinhetwerkgebiedisvoordat
udemachineingebruikneemt.Stopdemachineals
iemandhetwerkgebiedbinnenkomt.
Umageentractie-eenheidmetdraaiendemotornooit
onbeheerdachterlaten.Brengaltijddearmenvandelader
omlaag,zetdemotoraf,steldeparkeerreminwerking
enverwijderhetcontactsleuteltjevoordatudemachine
verlaat.
Overschrijdnooithetnominalewerkvermogen,omdatde
machineinstabielkanwordenwaardoorudecontrole
overdemachineverliest.
Vervoergeenladingalsdearmenzijnopgeheven.Zorg
ervoordatdeladingtijdenshetvervoerdichtbijdegrond
is.
Zorgervoordathetwerktuignietwordtoverbelast,en
houddeladingaltijdhorizontaalalsudearmenomhoog
brengt.Houtblokken,plankenenanderevoorwerpen
kunnenvandearmenvandeladerrollenenletsel
veroorzaken.
Treknooithardaandebedieningshendels,gebruikeen
geleidelijkebeweging.
Letophetverkeeralsuindebuurtvandeopenbareweg
werktofdezeoversteekt.
4
Raakgeenonderdelenaandietijdenshetgebruikheet
kunnenworden.Laatdezeeerstafkoelenvoordatu
dezeafsteltofonderhouds-ofreparatiewerkzaamheden
uitvoert.
Letopdatervoldoenderuimtebovendemachineis
(denkaantakken,deuropeningen,elektrischekabels)
voordatuondereenobjectrijdt,enzorgervoordatu
dezenietraakt.
Zorgervoordatudetractie-eenheidalleengebruiktin
gebiedenwaarergeenobstakelsdichtbijdebestuurder
zijn.Alsdebestuurdernietvoldoendeafstandhoudttot
bomen,murenenanderebarrièreskanditleidentotletsel
alsdetractie-eenheidtijdensgebruikachteruitrijdtterwijl
debestuurdernietvoldoendeopdeomgevinglet.Bedien
demachinealleeningebiedenwaarervoldoenderuimte
isomdebestuurderdemachineveiligkanmanoeuvreren.
Voordatugraafwerkverricht,moetuaangevenwaar
zichinhetwerkgebiedondergrondseleidingenenkabels
bevinden;gaopdieplaatsennietgraven.
Zorgdatuopdehoogtebentvandegemarkeerde
plaatsenopdemachinewaarlichaamsdelenbeklemd
kunnenrakenenhoudthandenenvoetenuitdebuurt
vandezeplaatsen.
Voordatutractie-eenheidmeteenwerktuigeraanbedient,
moetucontrolerenofhetwerktuigopdejuistewijzeis
bevestigd.
Plaatsuwvoetennietonderhetplatform.
Werkenophellingen
Hellingenzijndebelangrijksteoorzaakdatdebestuurderde
machtoverdemachineverliestendezeomkantelt.Ditkan
leidentoternstigofdodelijkeletsel.Allehellingenvereisen
bijzonderevoorzichtigheid.
Gebruikdemachinenietophellingenenheuvelswaarvan
dehellinghoekgroterisdandehoekendieworden
aanbevoleninhethoofdstukStabiliteitsgegevens
inStabiliteitsgegevens(bladz.7)eninde
Gebruikershandleidingvanhetwerktuig.Zieook
Hellingsindicator(bladz.8).
Rijheuvelopwaartsenheuvelafwaartsmetde
zwarekantvandemachinenaarbovengericht.
Veranderingenindegewichtsverdeling.Meteenlege
emmerisdeachterzijdevandemachinedezwarekant,
terwijlmeteenvolleemmerdevoorzijdedezwarekantis.
Demeesteanderewerktuigenzullenervoorzorgendat
hetgewichtvoornamelijkopdevoorkantvandemachine
rust.
Alsudearmenvandeladeromhoogbrengtopeen
helling,zalditinvloedhebbenopdestabiliteitvande
machine.Indienmogelijkmoetudearmenvandelader
omlaaghoudenalsuopeenhellingrijdt.
Alsueenwerktuigopeenhellingverwijdert,zal
deachterkantvandemachinezwaarworden.
RaadpleeghethoofdstukStabiliteitsgegevensin
Stabiliteitsgegevens(bladz.7)omtebepalenofhet
werktuigzonderenigerisicokanwordenverwijderdop
eenhelling.
Verwijderobstakelszoalsstenen,boomtakken,en
dergelijkeuithetwerkgebied.Letopkuilen,vorenof
bulten,omdatdekansbestaatdatdemachineomslaatop
ongelijkterrein.Inhooggraszijnobstakelsnietaltijd
zichtbaar.
GebruikuitsluitenddoorTorogoedgekeurdewerktuigen.
Werktuigenkunnenveranderingindestabiliteitende
gebruikseigenschappenbrengenendemachineminder
stabielmaken.Degarantiekankomentevervallenals
werktuigenwordengebruiktdienietzijngoedgekeurd.
Gaopeenhellingaltijdlangzaamenbehoedzaamtewerk.
Verandernietplotselingdesnelheidofderijrichtingvan
demachine.
Nietstartenofstoppenopeenhelling.Alsde
tractie-eenheidgripverliest,rijddehellingdanlangzaam
ineenrechtelijnaf.
Maakgeenbochtenopeenhelling.Alsueenbochtmoet
maken,moetuditlangzaamdoenendezwarekantvan
demachineheuvelopwaartsgerichthouden.
Werknietindebuurtvansteilehellingen,greppelsof
dijken.Demachinekanplotselingomslaanalseenwiel
overderandvaneenklipofgreppelkomtofalseenrand
afbrokkelt.
Werknietopnatgras.Alsdemachinegripverliest,kan
dezegaanglijden.
Parkeerdetractie-eenheidalleenopeenhellingofheuvel
nadatuhetwerktuigtotopdegrondhebtgebrachtende
wielenhebtvastgezet.
Probeernietomdetractie-eenheidinevenwichtte
houdendooruwvoetopdegrondtezetten.
Onderhoudenopslag
Schakeldehulphydrauliekuit,brenghetwerktuigomlaag,
steldeparkeerreminwerking,zetdemotorafenhaalhet
sleuteltjeuithetcontact.Wachttotdatallebewegende
delentotstilstandzijngekomenvoordatudemachine
afstelt,reinigtofrepareert.
Verwijdergrasenvuilvandewerktuigen,deaandrijvingen,
degeluiddempersendemotorombrandtevoorkomen.
Neemgemorsteolieofbrandstofmeteenop.
Laatdemachineeerstafkoelenvoordatudezeopslaat.
Parkeerdemachinenietindenabijheidvaneenopen
vuur.
Umagbrandstofnietopslaanindenabijheidvaneen
openvuurofbinnenshuisaftappenuitdebrandstoftank.
Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak.Laat
personeeldatnietbekendismetdeinstructies,nooit
onderhoudswerkzaamhedenaandemachineuitvoeren.
Plaatsonderdelenopkriksteunenindienditnodigis.
5
Haalvoorzichtigdedrukvanonderdelenmetopgeslagen
energie.
Maakdeaccukabelslosvoordatureparatiewerkzaamhe-
denuitvoert.Maakeerstdeminpoolvandeacculosen
daarnadepluspool.Sluiteerstdepluspoolvandeaccu
aanendaarnademinpool.
Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvanbewegende
onderdelen.Stelindienmogelijkdemachinenietafterwijl
demotorloopt.
Laaddeaccuopineenopen,goedgeventileerderuimte;
doeditnietindebuurtvanvonkenenopenvuur.Haal
deopladeruithetstopcontactvoordatudezeaansluitop
oflosmaaktvandeaccu.Draagbeschermendekledingen
gebruikgeïsoleerdgereedschap.
Zorgervoordatalleonderdeleningoedestaatverkeren
enallebevestigingselementenstevigvastzitten.Vervang
versletenofbeschadigdestickers.
Alshetvooronderhouds-ofreparatiewerkzaamheden
nodigisdatdelaadarmenomhoogstaan,kuntudearmen
indeopgehevenstandvergrendelenmetdehydraulische
cilindervergrendelingen.
Zorgervoordatdeboutenenmoerenstevigzijn
vastgedraaid.Houddemachineingoedeconditie.
Knoeinooitmetdeveiligheidsvoorzieningen.
Houddemachinevrijvangras,bladerenenander
opgehooptvuil.Neemgemorsteolieofbrandstofmeteen
op.Laatdemachineafkoelenvoordatudezeopslaat.
Weesextravoorzichtigbijhethanterenvanbrandstof.
Dezestoffenzijnontvlambaarendedampenkunnentot
ontplofngkomen.
Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik.
Verwijdernooitdedopvandebrandstoftankenvul
nooitbrandstofbijterwijldemotorloopt.Laatde
motorafkoelenvoordatubrandstofbijvult.Niet
roken.
Vuldebrandstoftanknooitbinnenshuisbij.
Slademachineofeenbrandstofvatnooitopineen
ruimtewaarinzicheenopenvuurbevindt,zoalseen
waakvlamvaneenboilerofeenfornuis.
Vuleenvatnooitalsditzichineenvoertuig,
achterbakoflaadbakvaneenvrachtautobevindt,
maarzetditeerstopdegrond.
Zorgervoordatdevulpijptijdenshetvullen
voortdurendincontactmetdetankis.
Alsueenvoorwerpraakt,moetustoppenendemachine
controleren.Voerallenoodzakelijkereparatiesuitvoordat
udemachineweeringebruikneemt.
GebruikaltijdorigineleToro-onderdelenzodatde
originelestandaardenwordengehandhaafd.
Accuzuurisgiftigenkanbrandwondenveroorzaken.
Voorkomcontactmetdehuid,ogenenkleding.Bescherm
uwgezicht,ogenenkledingalsuwerkzaamhedenverricht
aandeaccu.
Accugassenkunnenontploffen.Houdsigaretten,vonken
enopenvuuruitdebuurtvandeaccu.
Houdlichaamenhandenuitdebuurtvankleinelekgaten
ofspuitmondenwaaruitonderhogedrukhydraulische
vloeistofontsnapt.Ukuntlekkeninhethydraulische
systeemopsporenmetbehulpvankartonofpapier;doe
ditnooitmetuwhanden.Hydraulischevloeistofdie
onderdrukontsnapt,kandoordehuidheendringenen
letselveroorzakenendientbinnenenkeleurenoperatief
tewordenverwijderddooreengespecialiseerdechirurg
omdatandersgangreenkanontstaan.
6
Stabiliteitsgegevens
Devolgendetabelbevatdeaanbevolenmaximalehellingshoekvoordetractie-eenheidindeaangegevenstanden.Alsde
hellinghoekgroterisdandevermeldehellinghoek,kandemachineinstabielworden.Bijdegegevensindetabelwordtervan
uitgegaandatdearmenvandeladervolledigomlaagzijn.Alsdearmenvandeladeromhoogstaan,kanditdestabiliteit
beïnvloeden.
Degebruikershandleidingvanelkwerktuigvermeldtdriestabiliteitswaarden,éénperhellingshoek.Omtebepalenwatde
maximalehellingshoekisdieukuntnementerwijlhetwerktuiggemonteerdis,zoektudehellingshoekdieovereenkomtmet
destabiliteitswaardenvanhetwerktuig.Bijvoorbeeld:Alsdewaardevoor'Voorzijdeheuvelopwaarts''B'is,dewaardevoor
'Achterzijdeheuvelopwaarts''D'endewaardevoor'zijkantheuvelopwaarts''C',kuntuvolgensdetabelvooruiteenhelling
van18°nemen,achterwaartseenhellingvan10°enzijwaartseenhellingvan14°.
Maximaalaanbevolenhellingshoekbij
gebruikmet:
Voorzijdeheu-
velopwaarts
Achterzijde
heuvelop-
waarts
Zijkantheu-
velopwaarts
Conguratie
Machinezonderwerktuig
20°17°
Tractie-eenheidmetcontragewicht,zonderwerktuig
21°17°
Machinemeteenwerktuigwaaraaneenvandevolgendestabiliteitswaarden
perhellingshoekistoegekend:*
A
25°25°20°
B
18°19°18°
C15°16°14°
D
10°10°
E
7
Hellingsindicator
G01 1841
Figuur3
Dezepaginamagwordengekopieerdvoorpersoonlijkgebruik.
1.RaadpleeghethoofdstukStabiliteitsgegevensomdemaximalehellingshoektebepalenwaarbijdemachineveiligkan
wordengebruikt.Gebruikdehellingsindicatoromdehellingshoektebepalenvoordatudemachineopeenhellinggaat
gebruiken.Gebruikdemachinenietophellingendiesteilerzijndandemaximalehellingshoekdieinhethoofdstuk
Stabiliteitsgegevensisaangegeven.Langsdebetreffendelijnvandeaanbevolenhellingshoekvouwen.
2.Lijndezeranduitmeteenverticaaloppervlak,bijvoorbeeldeenboom,gebouwofhek.
3.Voorbeeldvanhetvergelijkenvandehellingshoekmetdegevouwenrand.
8
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderenbevindenzich
bijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenenstickers.
100-1701
1.LedematenkunnenbekneldrakenMonteerdevergrendelingvandecilinderenleesdeinstructiesvoordatuservice-of
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
2.Waarschuwing-Verwijderhetcontactsleuteltjeenlaatdearmenvandeladerzakkenvoordatudemachineverlaat.
3.HandenkunnenwordengesnedenWachttotdatdebewegendeonderdelentotstilstandzijngekomen.
4.Ledematenvanomstanderskunnenbekneldraken/wordenafgesnedenHoudomstandersopeenveiligeafstandvande
machine.
5.Gevaaropontplofngenelektrischeschok-Graafnietopplaatsenmetondergrondsegas-ofelektriciteitsleidingen.
108-9733
1.Waarschuwing-Leesde
Gebruikershandleiding.
4.Hefarm-omhoog
7.Bakkantelen-naar
beneden
10.Motor-Lopen
2.Kantelgevaar-
Stapnietvanhet
bestuurdersplatformmetde
ladinggeheven.Gebruik
demachinealtijdmet
dezwarekantvande
machinehellingopwaarts,
houdladingenlaagbijde
grond,demaximalelading
bedraagt234kg.
5.Wielaandrijving-vooruit8.Bakkantelen-naarboven
11.Motor-Afzetten
3.Hefarm-omlaag
6.Wielaandrijving-achteruit
9.Motor-Starten
114–9600
93-6686
1.Hydraulischevloeistof
2.LeesdeGebruikershandleiding.
9
100-1702
1.Waarschuwing-leesdeGebruikershandleiding;maximaal
draagvermogenvan234kg.
100-1703
1.Toerentalschakelaar
100-1704
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
3.Startdemotor.
2.Schakeldehulphydraulica
inNeutraal.
93-7814
1.Risicoomgegrepenteworden,riemBlijfuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.
100-8821
1.Ledematenkunnenbekneldrakenenhandenworden
gesnedenBlijfopeenveiligeafstandvandevoorzijde
vandemachinealsdearmenvandeladerzijnopgeheven.
100-8822
1.WaarschuwingHetisniettoegestaanpassagierste
vervoeren.
98-8235
1.Snel
3.Langzaam
2.Tractie-aandrijving
98-8219
1.Snel
3.Langzaam
2.Gashendel
100-1692
1.Reminwerkinggesteld3.Remuitgeschakeld
2.Parkeerrem
10
93-9084
1.Hefpunt
2.Bevestigingspunt
106–5976
1.Motorkoelvloeistofonder
druk
3.Waarschuwing-Raakhet
heteoppervlaknietaan.
2.ExplosiegevaarLeesde
Gebruikershandleiding.
4.WaarschuwingLeesde
Gebruikershandleiding.
98-3555
1.Leesdeinstructiesalvorensservice-ofonderhoudswerk-
zaamhedenuittevoerenaandeaccu.
2.Bevatlood;nietweggooien.
3.RisicovanexplosieDraagoogbescherming.
4.Risicovanbijtendevloeistof/chemischebrandwonden-
Afspoelenmetwatereneerstehulpverlenen.
5.BrandgevaarGeenvonkenofvuurennietroken
6.GiftigHoudkinderenopveiligeafstandvandeaccu.
108-4723
1.Hulphydrauliek
3.Neutraal(uit)
2.Vergrendeldachteruit
(uitsparing)
4.Vooruit
98-4387
1.Waarschuwing-Draaggehoorbescherming.
11
Montage
1
Deklephendelplaatsen
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1Klephendeltoerentalschakelaar
Procedure
1.Verwijderdemoerwaarmeedeboutendeborgringaan
detoerentalhendelzijnbevestigd.Gooidemoerweg.
2.Bevestigdehendelaandetoerentalschakelaarmetde
boutendeborgring.Gatewerkzoalsin
Figuur4.
Figuur4
1.Klephendel
toerentalschakelaar
2.Kleptoerentalschakelaar
2
Vloeistofpeilcontroleren
Geenonderdelenvereist
Procedure
Voordatudemotorvoorheteerststart,dientuhetpeilvan
demotorolie,dehydraulischevloeistofendekoelvloeistofte
controleren.ZiehethoofdstukBedieningvooraanvullende
informatie.
3
Accumonteren
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1
Onderhoudsvrijeaccu
Procedure
Detractie-eenheidwordtgeleverdzonderaccu.Uwverdeler
leverteenonderhoudsvrijeaccubijhetproduct.
WAARSCHUWING
Accupolenofmetalengereedschappenkunnen
kortsluitingmakenmetmetalenonderdelen,
waardoorvonkenkunnenontstaan.Hierdoor
kunnenaccugassentotontplofngkomenen
lichamelijkletselveroorzaken.
Zorgervoordatbijhetverwijderenofinstalleren
vandeaccudeaccupolennietinaanraking
komenmetmetalenonderdelenvande
tractie-eenheid.
Voorkomdatmetalengereedschappen
kortsluitingveroorzakentussendeaccupolenen
metalenonderdelenvandetractie-eenheid.
1.Draaidevierboutenloswaarmeehetaccudekselis
bevestigdenverwijderhetdeksel(Figuur5).
Figuur5
1.Accudeksel5.Moer
2.Bout6.Pluskabel
3.Accu7.Minkabel
4.Stangen
2.Verwijderdemoerenenstangenwaarmeedeaccuzal
wordenbevestigd(
Figuur5).
3.Laaddeaccu10tot15minutenopbij25tot30Aof
30minutenbij4–6A.Deaccunietteveropladen.
12
WAARSCHUWING
Bijhetopladenproduceertdeaccugassendie
totontplofngkunnenkomen.
Rooknooitindebuurtvandeaccuenzorg
ervoordatergeenvonkenofvlammenvlakbij
deaccukomen.
4.Zodradeaccuvolledigisopgeladen,haaltude
acculaderuithetstopcontactenmaaktuvervolgensde
oplaadkabelslosvandeaccuklemmen.
5.Plaatsdeaccuophetplatform(
Figuur5).
6.Bevestigdeaccuinhetchassismetdestangenen
moerendieueerderverwijderdhebt(Figuur5).
7.Verbinddepluskabel(rood)metdepositieve(+)
accupool(
Figuur5).Schuifhetrubberenkapjeoverde
accupoolheen.
WAARSCHUWING
Alsaccukabelsverkeerdwordenverbonden,
kanditschadeaandemachineendekabels
totgevolghebbenenvonkenveroorzaken.
Hierdoorkunnenaccugassentotontplofng
komenenlichamelijkletselveroorzaken.
Maakaltijddeminkabel(zwart)vande
acculosvoordatudepluskabel(rood)
losmaakt.
Sluitaltijddepluskabel(rood)vandeaccu
aanvoordatudeminkabel(zwart)aansluit.
8.Verbinddeminkabel(zwart)metdenegatieve(-)
accupool(Figuur5).
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccukabelsgeen
contactmakenmetelkaarofmetscherperanden.
9.Plaatshetaccudeksel(Figuur5).
4
Toerentalinstellen(alleenCE)
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1Aluminiumbuis
Procedure
AlsudezemachineafsteltvoorgebruikindeEuropese
Gemeenschap(CE)moetuhettoerentalblijvendafstellenop
maximaal3200tpm.Doeditalsvolgt:
1.Startdemotorenlaatdeze5tot10minutenophalf
gaswarmdraaien.
Belangrijk:Demotormoetwarmzijnalsudeze
afstellingwiltuitvoeren.
2.ZetdegashendelopSnel.
3.Gebruikeentoerentellerendegasinstelschroefvande
motor(Figuur6),omhetmotortoerentalintestellen
opmaximaal3200tpm.Draaivervolgensdeborgmoer
vandeinstelschroefvast.
Belangrijk:Alsu3200tpmoverschrijdt,voldoet
demotornietaandeEG-normenenkandeze
wettelijknietgebruiktofverkochtwordeninde
EuropeseGemeenschap.
Figuur6
1.Gasinstelschroef
2.Aluminiumbuis
4.Zetdemotoraf.
5.Schuifeenaluminiumbuisoverdegasinstelschroefen
deborgmoer(Figuur6)enkrimpzeoverdeschroef
zodatdezenietopnieuwkanwordenafgesteld.
Belangrijk:Debuismoetvolledigoverde
borgmoergeschovenzijnzodatuernietmeerbij
kunt.
6.Sluithetachtersteinspectieluikenmaakhetvastmet
degreepbevestiging.
13
Algemeenoverzichtvandemachine
G005939
1
2
3
4
5
20
17
6
18
7
8
13
14
15
12
11
21
9
18
16
4
14
19
10
22
Figuur7
1.Montageplaat7.Wiel
13.Schakelbord
19.Parkeerremhendel
2.Kantelcilinder
8.Hefcilinder
14.Hijspunten20.Radiateurvuldop
3.Hydraulischehulpkoppelin-
gen
9.Bestuurdersplatform
(afneembaarcontragewicht
nietafgebeeld)
15.Handgreep21.Dijsteun
4.Armenvandelader10.Inspectieluikachterzijde
(open)
16.Accu
22.Stroomverdeelregelaar
5.Voorsteinspectieluik11.Motor
17.Controlelampjes
6.Brandstoftank12.Luchtlter18.Sleepkleppen
Bedieningsorganen
Zorgervoordatuvertrouwdbentmetallebedieningsorganen
(Figuur8)voordatudemotorstartendemachinegebruikt.
G006057
631524
78
Figuur8
1.Tractiebedieninghendels5.Toerentalhendel
2.Kantelhendelwerktuig
6.Gashendel
3.Laadarmhendel
7.Contactschakelaar
4.Hendelvoor
hulphydrauliek
8.Urenteller
Contactschakelaar
Decontactschakelaarwaarmeeudemotorstartenafzet,
heeftdriestanden:stop,lopenenstart.
Omdemotortestartendraaituhetsleuteltjenaarde
standdraaien.Degloeibougiegaatbranden.Wanneer
hetgloeibougielampjedooft,kuntudesleutelopstart
draaien.Alsuhetsleuteltjeloslaatalsdemotorstart,zal
ditautomatischterugkerennaarLopen.
Omdemotoraftezetten,draaituhetsleuteltjeopUit.
Gashendel
Zetdehendelnaarvorenomhetmotortoerentalteverhogen
ennaarachterenomhettoerentalteverlagen.
Tractiebedieninghendels
Omvooruitterijdenbeweegtudetractiebedieninghen-
delsnaarvoren.Omachteruitterijdenbeweegtude
tractiebedieninghendelsnaarachteren.
Omrechtterijdenbeweegtudebeide
tractiebedieninghendelsgelijk.
14
Omtekerenbeweegtudehendelaandekantwaaru
naartoewiltdraaienachteruitnaardeneutraalstandterwijl
udeanderehendelingeschakeldhoudt.
Opmerking:Hoeverderuderijhendelsbeweegt(in
beiderichtingen),destesnellerzaldetractie-eenheidin
degewensterichtingrijden.
Omtevertragenoftestoppenbeweegtude
tractiebedieninghendelsnaardeneutraalstand.
Kantelhendelwerktuig
Omhetwerktuignaarvorentekantelen,beweegtude
hendellangzaamnaarvoren.
Omhetwerktuignaarachterentekantelen,beweegtude
hendellangzaamnaarachteren.
Laadarmhendel
Omdearmenomlaagtebrengen,beweegtude
laadarmhendellangzaamnaarvoren.
Omdearmenomhoogtebrengen,beweegtude
laadarmhendellangzaamnaarachteren.
Vergrendelingvanklepvanlader
Metdezeladerklepvergrendelingkuntudehendelvoor
delaadarm/hetwerktuigzovergrendelendatdezeniet
naarvorenkanbewegen.Ditvoorkomtdatiemand
perongelukdearmenvandeladerneerlaattijdens
onderhoudswerkzaamheden.Udientdearmenvandelader
tevergrendelentelkenswanneerudemachinetotstilstand
brengtterwijldearmenzijnopgeheven.
Omdevergrendelinginteschakelentrektudezeterugen
helemaalnaaronderentottegendehendels(g.13).
Opmerking:Udientdehendelsnaarachterentebewegen
omdeladerklepvergrendelinginofuitteschakelen.
Figuur9
1.Laadvergrendeling
ingeschakeld
2.Laadvergrendeling
uitgeschakeld
Hendelvoorhulphydrauliek
Omeenhydraulischwerktuignaarvorentelatenbewegen
trektudehendelvoordehulphydraulieklangzaamnaar
bovenenvervolgensnaarachteren.
Omeenhydraulischwerktuignaarachterentelaten
bewegentrektudehendelvoordehulphydrauliek
langzaamnaarbovenenvervolgensdruktuhemnaar
voren.Dezestandwordtookdepalstandgenoemd
omdatdeaanwezigheidvandebestuurdernietvereistis.
Toerentalhendel
WAARSCHUWING
Alsudetoerentalhendelbedientterwijlde
tractie-eenheidbeweegt,zaldetractie-eenheid
ofwelplotselingstoppenofsnelversnellen.Alsu
detractie-eenheidgebruiktmetdetoerentalhendel
ineentussenpositiezaldetractie-eenheid
onregelmatigwerkenenmogelijkbeschadigd
raken.Ukuntdecontroleoverdetractie-eenheid
verliezenenuzelfofomstandersverwonden.
Beweegdetoerentalhendelnietalsde
tractie-eenheidinbewegingis.
Gebruikdetractie-eenheidnietmetde
toerentalregelaarineentussenpositie(een
anderestanddanvolledignaarvorenofvolledig
naarachteren).
Beweegdetoerentalhendelnaarvorenomde
tractieaandrijving,laadarmenenwerktuigkantelingop
hogesnelheidteschakelenendehulphydraulicaoplage
snelheid.
Beweegdetoerentalhendelnaarachterenomde
tractieaandrijving,laadarmenenwerktuigkantelingop
lagesnelheidteschakelenendehulphydraulicaophoge
snelheid.
Urenteller
Deurentellergeefthetaantalurenweerdatdemachinein
bedrijfisgeweest.
Na50bedrijfsurenendaarnaomde75bedrijfsuren(datisna
50,125,200,etc.)toontdeurentellerSVClinksonderaanop
hetschermomueraanteherinnerendeolietevervangenen
hetnodigeonderhouduittevoeren.Omde400bedrijfsuren
(400,800,1200etc.)toontdeurentellerSVCrechtsonderaan
ophetschermomuteherinnerenaanhetonderhoud
gebaseerdopeen400-uurschema.Dezemededelingen
verschijnendrieuurvoordeonderhoudsintervalophet
schermenwordendaarnagedurendezesuurmetregelmatige
tussenpozenherhaald.
15
Stroomverdeelregelaar
Hethydraulischesysteemvandetractie-eenheid(de
tractieaandrijving,laadarmenenwerktuigkanteling)beschikt
overeenhydraulischcircuitdatafgescheidenisvande
hulphydraulicadievermogenleverenaandewerktuigen.De
tweesystemendelenweldezelfdehydraulischepompen.
Metdestroomverdeelregelaar(Figuur10)kuntude
snelheidvandehydraulicavandetractie-eenheidinstellen
doorhydraulischestroomafteleidennaarhetcircuitvan
dehulphydraulica.Destroomverdelerlaattoeomde
vloeistofstroominverschillendemateteverdelenomde
tractie-eenheidafteremmen.Hoemeerhydraulischestroom
unaardehulphydraulicaleidt,hoetragerdehydraulicavande
tractie-eenheidzullenwerken.
Figuur10
1.Stroomverdeelregelaar
4.10-tot11-uurstand
2.Knop5.9-uurstand
3.12-uurstand
Beweegdestroomverdeelregelaarnaarde12-uurstandom
dehydraulicavandetractie-eenheidmaximaalvermogen
tegeven.
Gebruikdezeinstellingomdetractie-eenheidsnelte
latenwerken.
Beweegdestroomverdeelregelaartussende12-ende
9-uurstandomdehydraulicavandetractie-eenheidte
vertragenendesnelheidjnaftestellen.
Gebruikeeninstellingindezezonebijhydraulische
werktuigenwaarbijuzowelhetwerktuiggebruiktalsde
hydraulicavandetractie-eenheidbedient(grondboor,
booreenheid,hydraulischmesengrondfrees).
Beweegderegelaarnaarde9-uurstandomalle
hydraulischestroomnaardehulphydraulicavanhet
werktuigteleiden.
Indezeinstellingwerkendehydraulicavande
tractie-eenheidniet.Gebruikdezeinstellingbij
hydraulischewerktuigendiedehydraulicavande
tractie-eenheidnietnodighebben.Erbestaanopdit
momentgeenwerktuigendiede9-uurstandvereisen.De
sleuvengraverwerktechterhetbestemeteeninstellingin
debuurtvande9-uurstand,zodatdeeenheidzichtraag
voortbeweegttijdenshetgraven.
Opmerking:Destroomverdeelregelaarkanopzijnplaats
wordengehoudendoordeknopopderegelaarrechtsomte
draaientothijdeschijfraakt(
Figuur10).
Parkeerrem
Detractie-eenheidbeschiktovereenparkeerrem(Figuur11).
Draaideremhendelomlaagomdeparkeerreminteschakelen
endeachterwielentevergrendelenalsudetractie-eenheid
stoptopeenhellingofonbeheerdachterlaat.Beweegde
hendelnaarbovenvoordatumetdetractie-eenheidrijdt.
Figuur11
1.Parkeerremhendel-aan2.Parkeerremhendel-uit
Controlelampjes
Decontrolelampjeswaarschuwenubijeensysteemstoringen,
inhetgevalvanhetgloeibougielampje,datdegloeibougies
ingeschakeldzijn.Figuur12toontdeviercontrolelampjes.
Figuur12
1.Oliedruklampje
3.Motortemperatuurlampje
2.Acculampje4.Lampjegloeibougies
Motortemperatuurlampje
Alshetmotortemperatuurlampjebrandt,isdemotor
oververhit.Zetdemotorafenlaatdetractie-eenheid
afkoelen.Controleerhetpeilvandekoelvloeistofen
deriemennaardeventilatorendewaterpomp.Vulde
koelvloeistofbijindiennodigenvervangversletenof
doorslippenderiemen.Alshetprobleemnietopgelostis,
neemdancontactopmetuwerkendeToro-verdelervoor
eendiagnoseenherstelling.
Oliedruklampje
Ditlampjegaatenkelesecondenbrandentelkensalsu
demotorstart.Alshetoliedruklampjebrandtterwijlde
motorloopt,isdemotoroliedruktelaag.Zetdemotoraf
enlaatdetractie-eenheidafkoelen.Controleerhetoliepeil
envulhetcarterindiennodigmetolie.Alshetprobleem
nietopgelostis,neemdancontactopmetuwerkende
Toro-verdelervooreendiagnoseenherstelling.
16
Acculampje
Ditlampjegaatenkelesecondenbrandentelkensalsude
motorstart.Alshetacculampjebrandtterwijldemotor
loopt,danisdealternator,deaccuofhetelektrische
systeemdefect.Neemvooreendiagnoseenherstellingen
contactopmetuwerkendeToro-verdeler.
Lampjegloeibougies
Ditlampjebrandtvoordatudemotorstartalsdesleutel
naardraaienbeweegt.Hetgloeibougielampjeblijfttot10
secondenbranden,watbetekentdatdegloeibougiesde
motoraanhetverwarmenzijn.Alshetgloeibougielampje
brandtterwijldemotorloopt,zijndegloeibougiesdefect.
Neemvooreendiagnoseenherstellingencontactopmet
uwerkendeToro-verdeler.
Specicaties
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnenzondervoorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
breedte103cm
Lengte152cm
Hoogte125cm
Gewicht(zonderwerktuigofcontragewicht)
783kg
Bedrijfscapaciteit(metbestuurdervan90kg,destandaardbakenzonderhetcontragewicht)
238kg
Kantelcapaciteit(metbestuurdervan90kg,destandaardbakenzonderhetcontragewicht)
476kg
Wielbasis71cm
Storthoogte(metstandaardbak)
120cm
Bereik-volledigomhooggebracht(metstandaardbak)
66cm
Hoogtetotscharnierpen(smallebakinnormalestand)
168cm
Toebehoren/accessoires
EenselectievandoorTorogoedgekeurdewerktuigenenaccessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetdemachineomde
mogelijkhedendaarvanteverbeterenenuittebreiden.Neemcontactopmeteenerkendeservicedealerofverdelerofbezoek
www.Toro.comvooreenlijstvanallegoedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
Belangrijk:GebruikuitsluitenddoorTorogoedgekeurdewerktuigen.Anderewerktuigenkunnenzorgenvooreen
onveiligewerkomgevingofschadeaandetractie-eenheidveroorzaken.
17
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Belangrijk:Controleervoordatudemachinegaatgebruikenhetpeilvandebrandstof,olieenkoelvloeistof;
verwijdervuiluitdetractie-eenheid;testdeparkeerremencontroleerdebandendruk.Zorgervoordathet
werkgebiedvrijisvanmensenenvanvuil.Umoetookdelocatiesvanalleelektriciteits-engasleidingenkennen
engemarkeerdhebben.
VOORZICHTIG
Uzouvanhetplatformkunnenvallenenernstiggewondrakenbijhetwerk.
Beweegdebedieningshendelsalleenalsumetbeidevoetenophetplatformstaatenuwhandenvaste
greepopdehendelshebben.
Brandstoftankvullen
Demotorlooptopschone,versedieselmeteenminimaal
cetaangetalvan40.Koopbrandstofinhoeveelhedendie
binnen30dagenkunnenwordengebruiktzodatualtijdverse
brandstofheeft.
Gebruikzomerdieselbrandstof(nr.2-D)bijtemperaturen
boven-7°Cenwinterdieselbrandstof(nr.1-Dof
nr.1-D/2-D-mengsel)bijtemperaturenbeneden-7°C.
Gebruikvanwinterdieselbrandstofbijlageretemperaturen
geefteenlagervlampuntenstolpunt,waardoorstarten
makkelijkerwordtendekansopchemischescheidingvande
brandstofdoorlagetemperatuurverkleindwordt.
Gebruikvanzomerdieselbrandstofboven-7°Cleidttoteen
langerlevenvandeonderdelenvandebrandstofpomp.
Belangrijk:Gebruikgeenkerosineofbenzineinplaats
vandieselbrandstof.Alsudezewaarschuwingnietin
achtneemt,kanditleidentotbeschadigingvande
motor.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlak,laatde
armenvandeladerneerenzetdemotoraf.
2.Verwijderhetsleuteltjeenlaatdemotorafkoelen.
3.Reinigdeomgevingvandetankdopenverwijderde
tankdop.
4.Vuldetankmetdieselbrandstoftotongeveer25mm
vanafdebovenkantvandetank(nietdeonderkantvan
devulbuis).
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenzijn
dieselbrandstofenbrandstofdampen
uiterstontvlambaarenexplosief.Brandof
explosievanbrandstofkanbrandwondenof
materiëleschadeveroorzaken.
Gebruikeentrechteroftuit;brandstof
uitsluitendindeopenluchtbijeen
afgezetteofkoudemotorbijvullen.
Eventueelgemorstebrandstofopnemen.
Vuldebrandstoftankniethelemaal.Vul
debrandstoftankbijmetbrandstoftot
maximaal6mmtot13mmvanafde
onderkantvandevulbuis.Ditgeeftde
brandstofindetankruimteomuitte
zetten.
Rooknooitwanneerumetbrandstofbezig
bentenhouddebrandstofwegvanopen
vlammenofvonken.
Bewaardebrandstofinschone,veiligeen
goedgekeurdecontainersenzorgervoor
datdedopopzijnplaatsblijft.
5.Plaatsdedopvandebrandstoftankterug.Neem
gemorstebrandstofop.
Opmerking:Vuldebrandstoftanknaelkgebruikindien
ditmogelijkis.Ditbeperktmogelijkecondensvorminginde
brandstoftanktoteenminimum.
Wateraftappenuithet
brandstoflter
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Verwijderdagelijkswaterofandervuiluithetbrandstoflter.
1.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithetcontact.
2.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
3.Draaihetaftapventieltothetwateruithetlterloopt
(
Figuur13).
18
Opmerking:Hetbrandstoflterbevindtzichbijde
onderkantvandebrandstoftank.
Figuur13
1.Brandstoflter2.Aftapventiel
4.Sluitdeklep.
5.Sluithetinspectieluikaandeachterzijde.
Hetmotoroliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlak,laatde
armenvandeladerneerenzetdemotoraf.
2.Verwijderhetsleuteltjeenlaatdemotorafkoelen.
3.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
4.Maakdeomgevingvandeoliepeilstokschoon
(Figuur14).
G005936
4
123
Figuur14
1.Dopvanvulbuis
3.Oliepeilstok
2.Klepdeksel4.Metalendeel
5.Trekdepeilstokuitenveeghetmetalendeelmeteen
doekschoon(Figuur14).
6.Schuifdepeilstokhelemaalindebuis(
Figuur14).
7.Trekdepeilstokuitencontroleerhetoliepeilophet
metalendeel.
8.Alshetoliepeiltelaagis,reinigtudeomgevingvande
vulbuisenverwijdertudedop(
Figuur14).
9.Gietlangzaamnietmeerdandeaanbevolenhoeveelheid
olie(dieselmotoroliemetonderhoudsclassicatievan
hetAmericanPetroleumInstitutevanCH-4,CI-4
ofhoger;raadpleegDemotorolievervangeninhet
hoofdstukOnderhoud)inhetklepdekselomhetpeil
totdebovenstemarkeringopdepeilstoktebrengen.
Belangrijk:Gietnietteveelolieinhetcarter;
hierdoorkandemotorwordenbeschadigd.
10.Plaatsdedopvandevulbuisendepeilstokterug.
Hetmotorkoelvloeistofpeil
controleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Hetkoelsysteembevateenmengselmeteen50/50
verhoudingvanwaterenpermanenteethyleenglycol-antivries.
Controleerhetkoelvloeistofpeilelkedagvóórhetstartenvan
demotor.
WAARSCHUWING
Alsdemotorheeftgelopen,zaldekoelvloeistofin
deradiateurheetzijnenonderdrukstaan.Alsude
dopverwijdert,kanerkoelvloeistofuitspuitenen
ernstigebrandwondenveroorzaken.
Verwijderderadiateurdopnietomhetpeilvan
dekoelvloeistoftecontroleren.
Verwijderderadiateurdopnooitalsdemotor
warmis.Laatdemotorminstens15minuten
afkoelenoftotdatderadiateurdopzoveris
afgekoelddatudezekuntaanrakenzonderuw
handtebranden.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlak,laatde
armenvandeladerneerenzetdemotoraf.
2.Verwijderhetsleuteltjeenlaatdemotorafkoelen.
3.Verwijderdevuldopvanderadiateurencontroleerhet
koelvloeistofniveau(
Figuur15).
Dekoelvloeistofdienttotdevulbuistereiken.
Figuur15
1.Radiateurdop
4.Alshetpeiltelaagis,gietdankoelvloeistofbijtotde
onderkantvandevulbuis.
Belangrijk:gietderadiateurniettevol.
5.Plaatsdevuldopterugopderadiateurenzorgdathij
vastzit.
19
Vuilverwijderenvande
tractie-eenheid
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Belangrijk:Demotorlatenlopenmeteengeblokkeerde
radiateurleidttotbeschadigingvandemotordoor
oververhitting.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlak,breng
dearmenvandeladeromhoogenschakelde
cilindervergrendelingin.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithetcontact.
3.Verwijderhetvoorsteinspectieluik.
4.Verwijdervuilvanhetrooster.
5.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
6.Veeghetvuilvanhetluchtlter.
7.Verwijdervuilophopingindemotormeteenborstel
ofblazervoorelkgebruik.
Belangrijk:Ukuntvuilbetereruitblazen
daneruitwassen.Alsutochwatergebruikt,
zorgerdanvoordatergeenwaterinde
buurtvanhetelektrischeenhethydraulische
systeemkomt.Gebruikgeenhogedrukreiniger.
Hogedrukreinigingkanhetelektrischeen
hydraulischesysteembeschadigenofdesmering
aantasten.
8.Plaatshetvoorsteenachtersteinspectieluikterugen
bevestigze.
9.Verwijderdecilindervergrendelingenenbewaarze.
Brengdearmenvandeladernaarbeneden.
Hetpeilvandehydraulische
vloeistofcontroleren
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren
Controleerhethydraulischevloeistofpeilvoordatdemotor
voorheteerstgestartwordtenvervolgensomde25
bedrijfsuren.
Inhoudhydraulischetank:56l
RaadpleegHydraulischevloeistofverversen(bladz.34)voor
informatieoverdehydraulischevloeistof.
1.Verwijderhetwerktuig,indienereenisgemonteerd.
2.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlak,breng
dearmenvandeladeromhoogenschakelde
cilindervergrendelingin.
3.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaatde
motorafkoelen.
4.Verwijderhetvoorsteinspectieluik.
5.Reinigdeomgevingvandevulbuisvandehydraulische
tank(
Figuur16).
6.Verwijderdedopvandevulbuisencontroleerhet
vloeistofpeilopdepeilstok(Figuur16).
Hetvloeistofpeilmoettussendemarkeringenopde
peilstokstaan.
Figuur16
1.Dopvanvulbuis2.Peilstok
7.Alshetpeiltelaagstaat,vultuvloeistofbijtothet
correctepeil.
8.Plaatsdedopterugopdevulbuis.
9.Plaatshetvoorsteinspectieluik.
10.Verwijderdecilindervergrendelingenenbewaarze.
Brengdearmenvandeladernaarbeneden.
Deparkeerremtesten
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Zetdeparkeerremhendelindeingeschakeldestand
(Figuur17).
Figuur17
1.Parkeerremhendel-aan2.Parkeerremhendel-uit
2.Startdemotor.
3.Beweegdetractieaandrijfhendelslangzaamvooruitof
achteruit.
4.Alsdetractie-eenheidbeweegt,neemdancontactop
metuwerkendeToro-verdelervooronderhoud.
20
Bandenspanningcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Zorgervoordatdebandenspanningvolgensspecicatieis.
Debandenspanningkanhetbestbijkoudebandenworden
gecontroleerd.
Druk:103-138kPa
Opmerking:Gebruikeenlagerebandenspanning(103kPa)
opmulleondergrondvoorbeteretractieindelossegrond.
1
G003793
Figuur18
1.Ventiel
Motorstarten
1.Gaophetplatformstaan.
2.Controleerofdehulphydrauliekhendelzichinde
neutraalstandbevindt.
3.ZetdegashendelhalverwegetussenLangzaam
(schildpad)enSnel(haas).
4.Brengdesleutelinhetcontactendraaiopdestand
lopen.
Opmerking:Delampjesvandeaccu,oliedruken
gloeibougiesgaanbranden.
5.Wanneerhetgloeibougielampjedooft,kuntudesleutel
opstartdraaien.Laathetsleuteltjeloszodrademotor
aanslaat.
Opmerking:Alsdemotorwarmis,hoeftuniette
wachtentothetlampjedooft.
Belangrijk:Steldestartmotortelkensniet
langerdan10secondeninwerking.Alsde
motornietwilstarten,moetunaelkepoging
demotor30secondenlatenafkoelen.Indienu
dezeinstructiesnietopvolgt,kandestartmotor
doorbranden.
6.Zetdegashendelindegewenstestand.
Belangrijk:Alsdemotoropvolletoeren
draaitterwijlhethydraulischesysteemkoudis
(bijvoorbeeldalsdeomgevingstemperatuurrond
ofonderhetvriespuntis),kanerschadeaanhet
hydraulischesysteemontstaan.Alsudemotor
startinkoudeweersomstandigheden,moetude
motor2tot5minutenhalfgaslatenlopenvoordat
udegashendelopSnel(haas)zet.
Opmerking:Alsdebuitentemperatuuronderhet
vriespuntis,slademachinedanineengarageop.Zo
blijftdemachinewarmerenkandezemakkelijker
starten.
Rijdenmetdetractie-eenheid
Metdegashendelregeltudesnelheidvandemotor,
oftewelhettoerental(inomwentelingenperminuut).Zetde
gashendelopsnel(konijn)omdebesteprestatiesteverkrijgen.
Opmerking:Ukuntdegasinstellinggebruikenommet
lageresnelhedentewerken.
Ommetdetractie-eenheidterijdendientudevolgende
handelingenuittevoerenzoalsvereist:
Omvooruitterijdenbeweegtudetractiebedieninghendels
naarvoren.
Omachteruitterijdenbeweegtudetractiebedieninghen-
delsnaarachteren.
Omrechtterijdenbeweegtudebeide
tractiebedieninghendelsgelijk.
Omtekerenbeweegtudehendelaandekantwaaru
naartoewiltdraaienterugachteruitnaardeneutraalstand
terwijludeanderehendelingeschakeldhoudt.
Omtevertragenoftestoppenbeweegtude
tractiebedieninghendelsnaardeneutraalstand.
Opmerking:Hoeverderuderijhendelsbeweegt(inbeide
richtingen),destesnellerzaldetractie-eenheidindegewenste
richtingrijden.
Detractie-eenheid/motor
stoppen
1.Beweegdetractiebedieninghendelsnaarde
neutraalstand.
2.Zetdegashendeloplangzaam(schildpad).
3.Laatdearmenvandeladerneertotopdegrond.
4.DraaihetcontactsleuteltjeopUit.
Opmerking:Alsdemotorzwaarbelastisgeweest
ofheetis,moetudezenogeenminuutlatendraaien
voordatuhetcontactsleuteltjenaarUitdraait.De
motorkandanafkoelenvoordatdezewordtafgezet.In
eennoodgevalkandemotordirectwordenafgezet.
5.Verwijderhetsleuteltje.
21
VOORZICHTIG
Dekansbestaatdateenkindofongeoefende
omstanderdemachineprobeerttebedienen
endaarbijletseloploopt.
Verwijderaltijdhetcontactsleuteltjewanneer
udemachineachterlaat,ookalishetslechts
vooreenpaarseconden.
Eenniet-werkendemachine
verplaatsen
Belangrijk:Umagdemachinenietslepenoftrekken
zonderdatueerstdesleepkleppenhebtgeopend,omdat
andershethydraulischesysteemwordtbeschadigd.
1.Zetdemotoraf.
2.Verwijderdeplugdiedesleepkleppenbedektonderde
brandstoftanks(Figuur19).
Figuur19
1.Sleepklep
2.Plug
3.Draaidecontramoerenopdesleepkleppenlos.
4.Draaielkeklepmeteeninbussleuteleenslaglinksom
omzeteopenen.
5.Sleepdetractie-eenheidindiennodig.
Belangrijk:Rijdnietsnellerdan5kmperuurals
udemachinesleept.
6.Alsdetractie-eenheidgerepareerdis,sluitude
sleepkleppenendraaitudecontramoerenvast.
Belangrijk:Draaidesleepkleppenniettevast.
7.Plaatsdeplugsterug.
Decilindervergrendelingen
gebruiken
WAARSCHUWING
Alsdearmenvandeladerindeopgehevenstand
staan,kunnendezeomlaagkomenwaardoor
iemanddieeronderstaatbekneldkanraken.
Plaatsdecilindervergrendelingenvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoertwaarbijde
armenvandeladeromhoogmoetenstaan.
Cilindervergrendelingenaanbrengen
1.Startdemotor.
2.Brengdearmenvandeladervolledigomhoog.
3.Zetdemotoraf.
4.Plaatseencilindervergrendelingvoordelaadarmover
elkehefcilinderstang(Figuur20).
5.Bevestigelkecilindervergrendelingvoordelaadarm
meteengaffelpenenR-pen(Figuur20).
Figuur20
1.Cilindervergrendeling4.Gaffelpen
2.Hefcilinder5.Hefcilinderstang
3.R-pen
6.Laatdelaadarmenzakkenterwijldemotor
uitgeschakeldis.
Cilindervergrendelingverwijderen/op-
slaan
1.Startdemotor.
2.Brengdearmenvandeladervolledigomhoog.
3.Zetdemotoraf.
4.VerwijderdegaffelpenendeR-penwaarmeede
cilindervergrendelingenbevestigdzijn.
5.Verwijderdecilindervergrendelingen.
6.Brengdearmenvandeladeromlaag.
7.Brengdecilindervergrendelingenaanoverde
hydraulischeslangenenbevestigzemetde
gaffelpennenenR-pennen(
Figuur21).
22
Figuur21
1.Hydraulischeslangen3.R-pen
2.Cilindervergrendelingen4.Gaffelpen
Werktuigengebruiken
Eenwerktuigbevestigen
Belangrijk:GebruikuitsluitenddoorToro
goedgekeurdewerktuigen.Werktuigen
kunnenveranderingindestabiliteitende
gebruikseigenschappenbrengenendemachineminder
stabielmaken.Degarantieopdemachinekankomen
tevervallenalswerktuigenwordengebruiktdienietzijn
goedgekeurd.
Belangrijk:Voordatuhetwerktuigmonteert,moetu
ervoorzorgendatdebevestigingsplatenvrijvanvuilzijn
endepennenonbelemmerdronddraaien.Alsdepennen
nietvrijronddraaien,moetenzegesmeerdworden.
1.Plaatshetwerktuigopeenhorizontaaloppervlaken
zorgervoordaterachterhetwerktuiggenoegruimte
voordemachineis.
2.Startdemotor.
3.Kanteldebevestigingsplaatvoorhetwerktuignaar
voren.
4.Plaatsdebevestigingsplaatindebovenstelipvande
ontvangerplaatophetwerktuig(
Figuur22).
Figuur22
1.Bevestigingsplaat
2.Ontvangerplaat
5.Brengdearmenvandeladeromhoogterwijlu
tegelijkertijddebevestigingsplaatnaarachterenkantelt.
Belangrijk:Umoethetwerktuigomhoog
brengentotdathetvrijisvandegrond,ende
bevestigingsplaathelemaalnaarachterenkantelen.
6.Zetdemotoraf.
7.Zetdesnelkoppelingspennenvastenzorgervoordat
dezevolledigindebevestigingsplatenzitten(Figuur23).
Belangrijk:Indiendepennennietkunnen
ronddraaienalszezijnvastgezet,isde
bevestigingsplaatnietpreciesrechttegenoverde
openingenindeontvangerplaatvanhetwerktuig
geplaatst.Controleerdeontvangerplaatenmaak
dezezonodigschoon.
Figuur23
1.Snelkoppelingspennen
(vastgezet)
3.Vastgezet
2.Nietvastgezet
WAARSCHUWING
Alsdesnelkoppelingspennennietvolledig
indebevestigingsplatenzitten,bestaatde
kansdathetwerktuigvandemachinevalt,
waardooruofeenomstanderbekneldkan
raken.
Zorgervoordatdesnelkoppelingspennen
volledigindebevestigingsplatenzitten.
23
Hydraulischeslangenaansluiten
Alshetwerktuighydraulischwordtbediend,moetude
hydraulischeslangenalsvolgtaansluiten:
1.Zetdemotoraf.
2.Beweegdehendelvoordehulphydraulieknaarvoren,
naarachterenenterugindeneutraalstandomdedruk
opdehydraulischekoppelingenopteheffen.
3.Beweegdehulphydrauliekhendelnaarvoreninde
palstand.
4.Verwijderdebeschermplatenvandehydraulische
koppelingenopdemachine.
5.Zorgervoordatalleongerechtighedenzijnverwijderd
vandehydraulischeaansluitingen.
6.Drukdemannelijkeaansluitingvanhetwerktuiginhet
vrouwelijkaansluitingopdemachine.
Opmerking:Alsueerstdemannelijkeaansluiting
vanhetwerktuigbevestigt,heftudedrukinhet
werktuigop.
WAARSCHUWING
Hydraulischevloeistofdieonderdruk
ontsnapt,kandoordehuidheendringen
enletselveroorzaken.Vloeistofdieinde
huidisgeïnjecteerd,dientbinnenenkele
urenoperatieftewordenverwijderddoor
eenartsdiebekendismetdezevormvan
verwondingen,omdatandersgangreenkan
ontstaan.
Houdlichaamenhandenuitdebuurtvan
kleinelekgatenofspuitmondenwaaruit
onderhogedrukhydraulischevloeistof
ontsnapt.
Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem
opsporenmetbehulpvankartonofpapier;
doeditnooitmetuwhanden.
VOORZICHTIG
Hydraulischekoppelingen,hydraulische
leidingen/kleppenenhydraulischevloeistof
kunnenheetzijn.Ukuntzichverbrandenals
uheteonderdelenaanraakt.
Draaghandschoenenalsuwerktaande
hydraulischekoppelingen.
Laatdemachineafkoelenvoordatude
hydraulischeonderdelenaanraakt.
Zorgervoordatunietinaanrakingkomt
metgemorstehydraulischevloeistof.
7.Drukdevrouwelijkeaansluitingvanhetwerktuiginde
mannelijkeaansluitingopdemachine.
8.Trekaandeslangenomtecontrolerenofdeaansluiting
betrouwbaaris.
9.Zetdehendelvandehulphydrauliekindeneutraalstand.
Eenwerktuigverwijderen
1.Laathetwerktuigneeropdegrond.
2.Zetdemotoraf.
3.Maakdesnelkoppelingspennenlosdoordezenaar
buitentedraaien.
4.Alshetwerktuighydraulischwordtbediend,beweegt
udehendelvoordehulphydraulieknaarvoren,naar
achterenenterugindeneutraalstandomdedrukop
dehydraulischekoppelingenopteheffen.
5.Alshetwerktuighydraulischwordtbediend,schuiftu
dekraagopdehydraulischekoppelingterugenmaakt
udezelos.
Belangrijk:Koppeldeslangenvanhetwerktuig
aanelkaaromtevoorkomendathethydraulische
systeemtijdensdeopslagwordtverontreinigd.
6.Monteerdebeschermplatenopdehydraulische
koppelingenopdemachine.
7.Startdemotor,kanteldebevestigingsplaatnaarvoren
enrijdemachineachteruitvanhetwerktuigvandaan.
Demachinevastzettenvoor
transport
Alsudemachinevervoertopeenaanhanger,moetualtijd
alsvolgttewerkgaan:
Belangrijk:Umagmetdemachinenietwerkenof
rijdenopdeopenbareweg.
1.Brengdearmenvandeladeromlaag.
2.Zetdemotoraf.
3.Bevestigdetractie-eenheidmetkettingenof
riemenaandeaanhangwagenengebruikhierbij
debevestigingsogen(
Figuur7)omdeachterzijde
vandetractie-eenheidtebevestigenendearmen
vandelader/montageplaatomdevoorzijdevande
tractie-eenheidtebevestigen.
Dedijsteunaanpassen
Omdedijsteun(Figuur24)aantepassenzetudeknoppen
losenbeweegtuhetsteunstuknaarbovenofbenedenopde
gewenstehoogte.Ukuntdesteunnogverderafstellendoor
demoerwaarmeehetsteunstukaandeafstelplaatisbevestigd
lostezettenendeplaatnaarbovenofnaarbenedente
bewegen.Draaiallebevestigingengoedvastalsuklaarbent.
24
G006054
3
2
1
4
5
6
Figuur24
1.Beugeldijsteun4.Knopenplattering
2.Afstelplaat5.Slotbout
3.Dijsteunstuk6.Borgmoerenplattering
25
Onderhoud
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste8bedrijfsuren
Hydraulischltervervangen.
Draaidewielmoerenvastmeteentorsievan68Nm.
Nadeeerste50bedrijfsuren
Verversdemotorolieenvervanghetlter.
Bijelkgebruikofdagelijks
Wateraftappenuithetbrandstoflter.
Motoroliepeilcontroleren.
Koelvloeistofpeilcontroleren.
Verwijdervuilvandetractie-eenheid
Testdeparkeerrem
Debandenspanningcontroleren.
Detractie-eenheidsmeren
Controlerenofhetbevestigingsmateriaalgoedvastzit.
Omde25bedrijfsuren
Hetpeilvandehydraulischevloeistofcontroleren.
Controleerdehydraulischeleidingenoplekkages,losgeraakteaansluitingen,kinken,
loszittendesteunen,slijtage,beschadigingenalsgevolgvanweersinvloedenen
deinwerkingvanchemicaliën.
Omde75bedrijfsuren
Vervangdemotorolieenhetlter(vakeralsdemachinewordtgebruiktinzeer
stofgeofzanderigeomstandigheden).
Accuzuurcontroleren.(alleenvervangaccu)
Controleerdeaansluitingenvandeaccukabels.
Omde100bedrijfsuren
Draaidewielmoerenvastmeteentorsievan68Nm.
Omde200bedrijfsuren
Vervanghetvoorlter.
Omde400bedrijfsuren
Hydraulischltervervangen.
Omde600bedrijfsuren
Vervanghetveiligheidslter
Omde1500bedrijfsuren
Vervangallebewegendehydraulischeslangen.
Jaarlijks
Brandstofltervervangen.
Hydraulischevloeistofverversen.
Jaarlijksofvóórstalling
Beschadigdelakbijwerken
Belangrijk:Ziede
Ge br uik er shandleiding v an de motor
voorverdereonderhoudsprocedures.
VOORZICHTIG
Alsuhetsleuteltjeinhetcontactlaat,bestaatdekansdatiemanddemotorperongelukstartwaardooruen
andereomstandersernstigletselkunnenoplopen.
Verwijderhetsleuteltjeuithetcontactvoordatuonderhoudswerkzaamhedenuitvoertaandemachine.
26
Procedures
voorafgaandeaan
onderhoud
Deinspectieluikenopenen
Hetvoorsteinspectieluikverwijderen.
1.Brengdelaadarmenomhoogenbrengde
cilindervergrendelingenaan.
Opmerking:Alsuhetvoorsteinspectieluikmoet
verwijderenzonderdelaadarmenomhoogtebrengen,
weesdanuiterstvoorzichtigomhetdekselende
hydraulischeslangenniettebeschadigenterwijluhet
dekselvanonderdearmenhaalt.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithetcontact.
3.Zetdetweeborglippenlos(
Figuur25,bovenstelip
linksgetoond).
Figuur25
4.Trekhetdekselvandetractie-eenheid.
5.Alsuklaarbent,plaatstuhetvoorsteinspectieluik
terugenbevestigtuhetmetdetweeborglippen.
Inspectieluikaandeachterzijde
openen.
1.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithetcontact.
2.Zetdetweeborglippenbovenaanhetachterste
inspectieluiklos(Figuur26).
Figuur26
1.Inspectieluikachterzijde3.Bout
2.Borglippen
3.Verwijderdeboutnaastderechterborglip(Figuur26).
4.Gebruikdehandgreepomhetdekselomhoogen
achteruittetrekkenenhetteopenen(Figuur26).
5.Alsuklaarbent,sluituhetachtersteinspectieluik
doorhetnaarboventezwaaienenhetopzijnplaats
tebrengen.
6.Bevestighetmetdetweeborglippeneneenbout.
27
Smering
Detractie-eenheidsmeren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Smeerallescharnierpuntenomde8bedrijfsurenen
onmiddellijknaelkereinigingsbeurt.
Typevet:vetvooralgemenedoeleinden.
1.Brengdearmenvandeladeromlaagenzetdemotor
af.Verwijderhetsleuteltje.
2.Reinigdesmeernippelsmeteendoek.
3.Sluiteensmeerpistoolaanopelkesmeernippel
(Figuur27enFiguur28).
Figuur27
Figuur28
4.Pompvetindenippelstotdaterwatvetbijdelagers
naarbuitenkomt(ongeveer3maalpompen).
5.Overtolligvetwegvegen.
Onderhoudmotor
Onderhoudvanhetluchtlter
Voorlter:Vervangomde200bedrijfsurenofvakerin
stofgeomstandigheden.
Veiligheidslter:vervangomde600bedrijfsuren.
Opmerking:Hetluchtltermoetvakereen
onderhoudsbeurtkrijgenalsdemachinewordtgebruiktin
buitengewoonstofgeofzanderigeomstandigheden.
Filtersvervangen
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren
Omde600bedrijfsuren
1.Brengdearmenvandeladeromlaag,zetdemotoraf
enhaalhetsleuteltjeuithetcontact.
2.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
3.Maakdesluitingenophetluchtlterlosentrekhet
luchtlterdekselvandeluchtlterbehuizing(
Figuur29).
Figuur29
1.Sluitingen4.Voorlter
2.Luchtlterdeksel5.Veiligheidslter
3.Luchtlterbehuizing6.Stofkap
4.Knijpindezijkantenvandestofkapomdezeteopenen
enslahetstoferuit.
5.Reinigdebinnenkantvanhetluchtlterdekselmet
perslucht.
6.Schuifhetltervoorzichtiguitdeluchtlterbehuizing
(
Figuur29).Zorgervoordatunietmethetltertegen
dezijkantvandeluchtlterbehuizingstoot.
Belangrijk:Probeerhetvoorlterniettereinigen.
7.Verwijderhetveiligheidslteruitsluitendalsuditwilt
vervangen.
Belangrijk:Probeernooiteenveiligheidslterte
reinigen.Alshetveiligheidsltervuilis,betekent
ditdathetvoorlterisbeschadigd,enmoetu
beideltersvervangen.
28
8.Inspecteereennieuwlteropbeschadigingdooreen
fellelichtbronopdebuitenkantvanhetlterterichten
enerdoorheentekijken.Gateninhetlterzijn
herkenbaaralslichteplekken.Controleerhetlterop
scheuren,eenvettigoppervlakofbeschadigingvande
rubberenafdichting.Alshetlterisbeschadigd,moet
uhetnietgebruiken.
9.Alsuhetveiligheidsltervervangt,schuifdan
voorzichtighetnieuwelterindelterbehuizing
(Figuur29).
Belangrijk:Umagdemotornooitlatenlopen
zonderdatbeideluchtlterszijngemonteerd,
omdatandersdemotorschadekanoplopen.
10.Schuifhetvoorlterophetveiligheidslter(Figuur29).
Zorgervoordathetltervolledigvastzitdoorde
buitenringvanhetltertijdensdemontageaante
drukken.
Belangrijk:Druknietophetzachtemiddenvan
hetlter.
11.Monteerhetluchtlterdekselmetdekantmethet
opschriftUPnaarbovengerichtenmaakdesluitingen
vast(Figuur29).
12.Sluitdemotorkap.
Motoroliepeilcontroleren
Verversdemotorolieenhetlternadeeerste50bedrijfsuren
endaarnaomde75bedrijfsuren.
Opmerking:Verversdeolievakeralshetvoertuiginzeer
stofgeofzanderigeomstandighedenwordtgebruikt.
Typeolie:Detergentvoordieselmotoren(API
onderhoudsklasseCH-4,CI-4ofhoger)
Carterinhoud:metlter,3,2l
Viscositeit:
Bijtemperaturenboven-18°Cgebruiktu15W-40(bij
voorkeur)of10W-30.
Gebruik5W-30voortemperaturenonderC.
Olieverversenenolieltervervangen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste50bedrijfsuren
Omde75bedrijfsuren
1.Startdemotorenlaatdezevijfminutenlopen.Warme
oliekanbeterwordenafgetapt.
2.Parkeerdetractie-eenheidzodatdeaftapkantietslager
staatdandeanderekantzodatalleoliekanweglopen.
3.Brengdearmenvandeladeromlaag,legblokken
onderdewielen,zetdemotorafenverwijderhet
contactsleuteltje.
VOORZICHTIG
Onderdelenkunnenheetzijnalsde
tractie-eenheidheeftgedraaid.Ukuntzich
verbrandenalsuheteonderdelenaanraakt.
Laatdetractie-eenheidafkoelenvoordat
uonderhoudswerkzaamhedenuitvoertof
onderdelenonderdemotorkapaanraakt.
4.Plaatseenopvangbakonderdeaftapplug(Figuur30).
Figuur30
1.Klem
2.Olieaftapbuis
3.Plug
5.Zetdeklemlosenverwijderdeplug(Figuur30).
6.Alsalleolieisafgetapt,kuntudeaftapplugweer
terugplaatsenendeklemvastzetten.
Opmerking:Geefdeafgewerkteolieafbijeen
erkendrecyclingcentrum.
7.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
8.Verwijderhetoudelterenveegdepakkingvanhet
ltertussenstuk(
Figuur31)schoon.
Figuur31
1.Olielter
3.Tussenstuk
2.Pakking
9.Vuldemotormetnieuweolievanhetjuistetypeviade
middelsteopeningvanhetlter.Houdopmetvullen
alsdeoliedeonderkantvandeschroefdraadbereikt.
10.Wachteenoftweeminutenzodathetltermateriaalde
oliekanopnemenengietdaarnadeovertolligeolieaf.
11.Smeereendunlaagjeschoneolieopderubberen
pakkingvanhetnieuwelter(
Figuur31).
29
12.Plaatshetnieuwelterophetltertussenstuk.Draai
hetolielterrechtsomtotdatderubberenpakking
contactmaaktmethetltertussenstuk.Draaihetlter
vervolgensnogeens1/2slag(Figuur31).
13.Verwijderdevuldopengietlangzaamongeveer
80%vandegespeciceerdehoeveelheidolieinhet
klepdeksel.
14.Controleerhetoliepeil;zie
Hetmotoroliepeilcontroleren(bladz.19).
15.Gietlangzaamextraoliebijtotdathetoliepeilde
bovenstemarkeringopdepeilstokbereikt.
16.Plaatsdevuldopterug.
17.Sluithetinspectieluikaandeachterzijde.
Onderhoud
brandstofsysteem
Brandstofltervervangen
Onderhoudsinterval:Jaarlijks
Vervanghetbrandstoflterjaarlijks.
Belangrijk:Monteernooiteenvuillter.
1.Brengdearmenvandeladeromlaag,zetdemotoraf
enhaalhetsleuteltjeuithetcontact.
2.Sluitdebrandstofkleponderaandebrandstoftank
(
Figuur34).
3.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
4.Openhetaftapventiel(Figuur32)enlaatdebrandstof
uithetbrandstoflterineengeschiktehouderlopen.
Gooiopdejuistemanierweg.
Figuur32
1.Aftapventiel2.Brandstoflter
5.Verwijderhetbrandstofltermeteenltersleutel
(Figuur32).
6.Maakhetmontageoppervlakschoon.
7.Smeerschonemotorolieopdepakkingvanhetnieuwe
lter.Schroefhetnieuweltermetdehandaantotde
pakkingdebehuizingraakt.Draaidannogeenhalve
slagvaster.
8.Opendebrandstofkleponderaandebrandstoftank
(Figuur34).
9.Laathetbrandstofsysteemuitlekken;raadpleegHet
brandstofsysteemlatenuitlekken.
10.Startdemotorencontroleeropolielekkages.
Hetbrandstofsysteem
ontluchten
Laatdeluchtuithetbrandstofsysteemindevolgende
gevallen:
Eennieuwetractie-eenheidofeenopgeslageneenheid
voordeeerstekeer(terug)starten.
30
Nadatdemotorisgestoptomdatdebrandstofopwas.
Nadateronderhoudisuitgevoerdaancomponentenvan
hetbrandstofsysteem.
1.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
2.Plaatseenopvangbakonderhetbrandstoflterom
gelektebrandstofoptevangen.
3.Opendeontluchtschroefbovenaanhetbrandstoflter
omdehoudermetbrandstoftevullen(
Figuur33).
Figuur33
1.Brandstoflter2.Ontluchtschroef
4.Sluitdeontluchtschroefalsdebrandstofbestendig
loopt.
5.Zoekaandelinkerkantvandemotorde
ontluchtingsplugbovenaandebrandstonjectiepomp
ensluiteenslangaandienaareenopvangbakleidt.
6.Opendeontluchtingsplugenprobeerdemotorte
startentotdatdebrandstofineenregelmatigestroom
lekt.
7.Sluitdeontluchtingsplug.
8.Sluithetinspectieluikaandeachterzijde.
Brandstofaftappenuitde
brandstoftank
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbrandstofuiterst
ontvlambaarenzeerexplosief.Brandofexplosie
vanbrandstofkanbrandwondenbijuofanderenen
materiëleschadeveroorzaken.
Tapdebrandstofafuitdebrandstoftanks
wanneerdemotorkoudis.Doeditbuitenop
eenopenterrein.Eventueelgemorstebrandstof
opnemen.
Rooknooitalsubenzineaftaptenblijfuitde
buurtvanopenvuurofalsdekansbestaat
datbenzinedampendooreenvonkkunnen
ontbranden.
1.Parkeerdetractie-eenheidopeenhorizontaaloppervlak
zodatallebenzinekanweglopenuitdebrandstoftanks.
2.Brengdearmenvandeladeromlaag,zetdemotoraf
enhaalhetsleuteltjeuithetcontact.
3.Sluitdebrandstofklepindeslangonderaande
brandstoftank(Figuur34).
1
2
G003795
Figuur34
1.Brandstofklep,open2.Brandstofklep,gesloten
4.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
5.Maakdeslangklemophetbrandstoflterlosenschuif
dezeoverdebrandstofslangwegvanhetlter.
6.Trekdebrandstoeidingvanhetbrandstoflter,
opendebrandstofklepenlaatdebrandstofineen
brandstofblikofeenopvangbaklopen.
7.Plaatsdebrandstofslangophetlter.
8.Schuifdeslangklemdichtophetlteromde
brandstofslangvasttezetten.
9.Sluithetinspectieluikaandeachterzijde.
10.Opendebrandstofklepindeslangonderaande
brandstoftank,zoalsgetoondin
Figuur34.
Opmerking:Omdatdetanknutochleegis,isditeen
uitstekendmomentomhetbrandstofltertevervangen.
31
Onderhoudelektrisch
systeem
Onderhoudvandeaccu
Belangrijk:Deaccudiebijuwproductgelverd
werd,iseenonderhoudsvrijeaccu.Udientdeze
onderhoudsstappendus
niet
uittevoeren.Dithoofdstuk
beschrijftdeproceduresvoorhetonderhoudvaneen
standaardzuur-loodaccudieutervervangingkunt
gebruikenalshetorigineelversletenis.
Controleerhetelektrolytpeilindeaccuomde75bedrijfsuren.
Houddeaccualtijdschoonenvollediggeladen.Veegde
accubehuizingschoonmeteentissue.Alsdeaccupolenzijn
geoxideerd,moetudezeschoonmakenmeteenoplossingvan
vierdelenwaterenééndeelzuiveringszout.Brengeenlaagje
vetopdeaccupolenaanomcorrosieteverminderen.
Specicaties:12V ,450A(koudestart)
Zuurpeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Omde75bedrijfsuren(alleen
vervangaccu)
1.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithetcontact.
2.Verwijderhetdeksel(Figuur35).
Figuur35
1.Accudeksel5.Moer
2.Bout6.Pluskabel
3.Accu7.Minkabel
4.Stangen
3.Kijkaandezijkantvandeaccu.Hetzuurpeilmoettot
aandebovenstestreepstaan(Figuur36).Hetpeilmag
nietnietonderdeonderstestreepkomen(
Figuur36).
2
3
1
G003794
Figuur36
1.Vuldoppen
3.Onderstestreep
2.Bovenstestreep
4.Alshetzuurpeiltelaagis,moetubijvullenmetde
vereistehoeveelheidgedistilleerdwater;zieAccu
bijvullenmetwater.
Accubijvullenmetwater
Ukuntdeaccuhetbestbijvullenmetgedistilleerdwater
voordatudetractie-eenheidgaatgebruiken.Hetwater
vermengtzichdangoedmethetaccuzuur.
GEVAAR
Accuzuurbevatzwavelzuur;ditiseendodelijkgif
daternstigebrandwondenveroorzaakt.
Umagaccuzuurnooitinslikkenenmoet
elkcontactmethuid,ogenofkleding
vermijden.Draageenveiligheidsbrilen
rubberhandschoenenomuwogenenhandente
beschermen.
Vuldeaccualleenbijopplaatsenwaarschoon
wateraanwezigisomindiennodiguwhuidaf
tespoelen.
1.Verwijderdemoerenenstangenwaarmeedeaccu
wordtbevestigd(
Figuur35).
2.Maakdeminkabel(zwart)dienaardenegatieve(-)
accupoolleidtlos(
Figuur35).
32
WAARSCHUWING
Alsaccukabelsverkeerdwordenverbonden,
kanditschadeaandemachineendekabels
totgevolghebbenenvonkenveroorzaken.
Hierdoorkunnenaccugassentotontplofng
komenenlichamelijkletselveroorzaken.
Maakaltijddeminkabel(zwart)vande
acculosvoordatudepluskabel(rood)
losmaakt.
Sluitaltijddepluskabel(rood)vandeaccu
aanvoordatudeminkabel(zwart)aansluit.
3.Maakdepluskabel(rood)dienaardepositieve(+)
accupoolleidtlos(Figuur35).
4.Verwijderdeaccuvanhetplatform.
Belangrijk:Vuldeaccunooitmetgedistilleerd
wateralsdeaccunogindemachinezit.Er
zoudanaccuzuuropandereonderdelenkunnen
komen,wattotcorrosiekanleiden.
5.Maakdebovenkantvandeaccuschoonmeteentissue.
6.Verwijderdevuldoppenvandeaccu(Figuur36).
7.Gietlangzaamgedistilleerdwaterinelkecelvande
accutotdathetzuurpeildeBovenstestreep(Figuur36)
opdeaccubehuizingbereikt.
Belangrijk:Deaccuniettevolvullen;uitgelopen
accuzuur(zwavelzuur)kanernstigecorrosieen
beschadigingvanhetchassisveroorzaken.
8.Wachtnahetbijvullenvandeaccucellenvijftottien
minuten.Vulindiennodiggedestilleerdwaterbijtotdat
hetzuurpeildeBovenstestreep(Figuur36)opde
accubehuizingbereikt.
9.Plaatsdevuldoppenopdeaccu.
Accuopladen
WAARSCHUWING
Bijhetopladenproduceertdeaccugassendietot
ontplofngkunnenkomen.
Rooknooitindebuurtvandeaccuenzorgervoor
datergeenvonkenofvlammenvlakbijdeaccu
komen.
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccualtijdvolledig
geladenis(soortelijkgewicht1,265).Ditisvooral
belangrijkombeschadigingvandeaccutevoorkomen
bijtemperaturenbenedenC.
1.Controleerhetzuurpeil;zieZuurpeilcontroleren.
2.Zorgervoordatdevuldoppenopdeaccuzijngeplaatst.
3.Laaddeaccu10tot15minutenopbij25tot30Aof
30minutenbij4–6A(
Figuur37).Deaccuniettever
opladen.
1
2
3
4
G003792
Figuur37
1.Pluspoolvandeaccu
3.Rode(+)oplaadkabel
2.Minpoolvandeaccu
4.Zwarte(-)oplaadkabel
4.Zodradeaccuvolledigisopgeladen,haaltude
acculaderuithetstopcontactenmaaktuvervolgensde
oplaadkabelslosvandeaccuklemmen(Figuur37).
Accumonteren
1.Plaatsdeaccuophetplatform(Figuur35).
2.Bevestigdeaccuinhetchassismetdestangenen
moerendieueerderverwijderdhebt(Figuur35).
3.Verbinddepluskabel(rood)metdepositieve(+)
accupool(
Figuur35).Schuifhetrubberenkapjeover
deaccupoolheen.
4.Verbinddeminkabel(zwart)metdenegatieve(-)
accupool(Figuur35).
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccukabelsgeen
contactmakenmetelkaarofmetscherperanden.
5.Plaatshetaccudeksel(Figuur35).
33
Onderhoudhydraulisch
systeem
Hydraulischltervervangen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste8bedrijfsuren
Omde400bedrijfsuren
Belangrijk:Gebruiktervervanginggeenlter
voormotorolieomdatditernstigeschadeaanhet
hydraulischesysteemkanveroorzaken.
Vervanghethydraulischelternadeeerste8bedrijfsurenen
daarnaomde400bedrijfsuren.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
2.Brengdearmenvandeladeromhoogenbreng
decilindervergrendelingenaan,zetdemotorafen
verwijderhetcontactsleuteltje.
3.Verwijderhetvoorsteinspectieluik.
4.Plaatseenopvangbakonderhetlter.
5.Verwijderhetoudelter(
Figuur38)enveeghet
oppervlakvandepakkingvanhetltertussenstuk
schoon.
Figuur38
1.Hydraulischlter
6.Smeereendunlaagjehydraulischevloeistofopde
rubberenpakkingvanhetnieuwelter(Figuur38).
7.Monteerhetnieuwehydraulischelterophet
ltertussenstuk(Figuur38).Draaihetlterrechtsom
totdatderubberenpakkingcontactmaaktmethet
ltertussenstuk.Draaihetltervervolgensnogeens
1/2slag.
8.Neemgemorstevloeistofop.
9.Startdemotorenlaatdezeongeveer2minutenlopen
omluchtuithetsysteemteverwijderen.
10.Zetdemotorafencontroleeroplekkages.
WAARSCHUWING
Hydraulischevloeistofdieonderdruk
ontsnapt,kandoordehuidheendringen
enletselveroorzaken.Vloeistofdieinde
huidisgeïnjecteerd,dientbinnenenkele
urenoperatieftewordenverwijderddoor
eenartsdiebekendismetdezevormvan
verwondingen,omdatandersgangreenkan
ontstaan.
Houdlichaamenhandenuitdebuurtvan
kleinelekgatenofspuitmondenwaaruit
onderhogedrukhydraulischevloeistof
ontsnapt.
Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem
opsporenmetbehulpvankartonofpapier;
doeditnooitmetuwhanden.
11.Controleerhetpeilvande
vloeistofdehydraulischetank(zie
Hetpeilvandehydraulischevloeistofcontroleren(bladz.20))
envoegvloeistoftoetothetpeilopdemarkeringop
depeilstolstaat.Vuldetankniettevol.
12.Plaatshetvoorsteinspectieluik.
13.Verwijderdecilindervergrendelingenenbewaarze.
Brengdearmenvandeladernaarbeneden.
Hydraulischevloeistof
verversen
Onderhoudsinterval:Jaarlijks
Specicatiehydraulischevloeistof:
Gebruikslechtséénvandevolgendevloeistoffeninhet
hydraulischesysteem:
ToroPremiumtransmissie-/hydraulische
tractorvloeistof(vraaguwerkendeToro-dealerommeer
informatie)
ToroPremiumAllSeasonhydraulischevloeistof
(vraaguwerkendeToro-dealerommeerinformatie)
AlsgeenvandebovenstaandeToro-vloeistoffen
verkrijgbaaris,kuntueenandereUniversalTractor
HydraulicFluid(UTHF)gebruiken,maarhet
maguitsluitendgaanomeenconventioneel,
petroleumgebaseerdproduct.Despecicatiesmoeten
binnenhetvermeldebereikvallenvooralleonderstaande
materiaaleigenschappenendevloeistofmoetvoldoen
aandevermeldeindustriestandaarden.Vraaguw
olieleverancierofdeolievoldoetaandezespecicaties.
Opmerking:Toroaanvaardtgeenenkele
aansprakelijkheidvoorschadediewordtveroorzaaktdoor
gebruikvanverkeerdevervangendevloeistoffen.Gebruik
daaromuitsluitendproductenvangerenommeerde
fabrikantendiegarantstaanvoordedoorhenaanbevolen
vloeistoffen.
34
Materiaaleigenschappen
cStbij40°C:55tot62 Viscositeit,ASTMD445
cStbij100°C:9,1tot9,8
ViscositeitsindexASTMD2270
140tot152
Stolpunt,ASTMD97-37tot-43°C
Industriestandaarden
APIGL-4,AGCOPoweruid821XL,FordNewHolland
FNHA-2-C-201,00,KubotaUDT,JohnDeereJ20C,Vickers
35VQ25enVolvoWB-101/BM.
Opmerking:Veelhydraulischevloeistoffenzijnbijna
kleurloos,zodathetmoeilijkislekkagesoptesporen.Er
iseenrodekleurstofvoordevloeistofinhethydraulisch
systeemverkrijgbaarinesjesvan20ml.Eénesjeis
voldoendevoor15-22literhydraulischevloeistof.Ukunt
dezekleurstofbestellenbijeenerkendeToro-dealermet
onderdeelnr.44-2500.
1.Plaatsdetractie-eenheidopeenhorizontaaloppervlak.
2.Brengdelaadarmenomhoogenbrengde
cilindervergrendelingenaan.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithetcontact.
4.Verwijderhetvoorsteinspectieluik.
5.Plaatseengroteopvangbakonderdetractie-eenheid
meteeninhoudvanminstens56l.
6.Verwijderdeaftappluguitdeonderkantvande
hydraulischetankenlaatallevloeistofweglekken.
7.Plaatsdeaftapplug.
8.Vuldehydraulischetankmetongeveer
56literhydraulischevloeistof,zie
Hetpeilvandehydraulischevloeistofcontroleren(bladz.20).
Opmerking:Geefdeoudeolieafbijeenerkend
inzamelcentrum.
9.Plaatsdemotorkap.
10.Verwijderdecilindervergrendelingenenbewaarze.
Brengdearmenvandeladernaarbeneden.
Hydraulischeleidingen
controleren
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren
Omde1500bedrijfsuren
Omde25bedrijfsurenmoetudehydraulischeleidingenen
slangencontrolerenoplekkages,losgeraakteaansluitingen,
kinken,loszittendesteunen,slijtage,beschadigingenals
gevolgvanweersinvloedenendeinwerkingvanchemicaliën.
Vervangallebewegendehydraulischeslangenomde1500
bedrijfsurenofomde2jaar,waarbijdekortsteperiodemoet
wordenaangehouden.Voerallenoodzakelijkereparatiesuit
voordatudemachineweeringebruikneemt.
WAARSCHUWING
Hydraulischevloeistofdieonderdrukontsnapt,kan
doordehuidheendringenenletselveroorzaken.
Vloeistofdieindehuidisgeïnjecteerd,dientbinnen
enkeleurenoperatieftewordenverwijderddooreen
artsdiebekendismetdezevormvanverwondingen,
omdatandersgangreenkanontstaan.
Houdlichaamenhandenuitdebuurtvankleine
lekgatenofspuitmondenwaaruitonderhoge
drukhydraulischevloeistofontsnapt.
Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem
opsporenmetbehulpvankartonofpapier;doe
ditnooitmetuwhanden.
35
Stalling
1.Brengdearmenvandeladeromlaag,zetdemotoraf
enhaalhetsleuteltjeuithetcontact.
2.Verwijdervuilenroetvandebuitenkantvandegehele
machine,metnamevandemotor.Veegvuilenkaf
vanderadiateur.
Belangrijk:Ukuntdetractie-eenheidwassen
meteenmildreinigingsmiddelenwater.Wasde
tractie-eenheidnooitmeteenhogedrukreiniger.
Gebruiknietteveelwater,vooralnietinde
buurtvanhetbedieningspaneel,demotor,de
hydraulischepompenendeaccu.
3.Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtlter.
4.Smeerdetractie-eenheid,zieDetractie-eenheid
smeren.
5.Laathetwateruithetbrandstoflterlopen;raadpleeg
Wateraftappenuithetbrandstoflter.
6.Draaidewielmoerenvastmeteentorsievan68Nm.
7.Hetpeilvandehydraulischevloeistofcontroleren;Zie
Hetpeilvandehydraulischevloeistofcontroleren.
8.Controleerdebandenspanning;zieBandenspanning
controleren.
9.Laaddeaccuop;zieOnderhoudvandeaccu.
10.Spoeldebrandstoftankommetverse,schone
dieselbrandstof.
11.Controleerallebouten,schroevenenmoerenendraai
dezevast.Vervangofrepareerbeschadigdedelen.
12.Werkallekrassenenbeschadigingenvandelakbij.
Bijwerklakisverkrijgbaarbijeenerkendeservicedealer.
13.Controleerdeantivriesbeschermingenvulderadiateur
meteenmengselmeteen50/50-verhoudingvanwater
enpermanenteethyleenglycol-antivries.Raadpleegde
Gebruikershandleidingvanuwmotorofneemcontactop
metuwerkendeservicedealervoorinformatieoverde
controleenhetonderhoudvanhetkoelsysteem.
14.Staldetractie-eenheidineenschone,drogegarageof
opslagruimte.Verwijderhetsleuteltjeuithetcontacten
bewaarhetopeenlogischeplaats.
15.Dekdetractie-eenheidafomdezetebeschermenen
schoontehouden.
Belangrijk:Alsudetractie-eenheidgaatgebruiken
naeenperiodevanopslag,dientudeaccuteladen;
raadpleegOnderhoudvandeaccu.
36
Problemen,oorzaakenremedie
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Deelektrischeaansluitingenzijn
gecorrodeerdofzittenlos.
1.Controlerenofdeelektrische
aansluitingengoedcontactmaken.
2.Doorgebrandeoflossezekering.2.Zekeringgoedinzettenofvervangen.
3.Accuisleeg.
3.Accuopladenofvervangen.
4.Relaisofschakelaarisbeschadigd.
4.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
5.Eenbeschadigdestartmotorof
startmotorsolenoïde.
5.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Destartmotorslaatnietaan
6.Inwendigemotoronderdelen
vastgelopen.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Onjuistestartprocedure.
1.ZieDemotorstartenenstoppen
2.Debrandstoftankisleeg.2.Vullenmetversebrandstof.
3.Debrandstofafsluitklepisgesloten.3.Opendebrandstofafsluitklep.
4.Vuil,water,oudeofverkeerdebrandstof
inhetbrandstofsysteem.
4.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.Tankvullen
metversebrandstof.
5.Verstoptebrandstofslang.5.Reinigenofvervangen.
6.Erzitluchtindebrandstof.6.Ontluchtdespuitmondenencontroleer
opluchtlekkagebijdeaansluitingenvan
debrandstofslangendeaansluitingen
tussendebrandstoftankendemotor.
7.Defectegloeibougies.7.Controleerdezekering,degloeibougies
endebedrading.
8.Verminderdestartsnelheid.
8.Controleerdeaccu,deviscositeitvan
deolieendestartmotor(neemcontact
opmeteenerkendeservicedealer).
9.Deluchtlterszijnvuil.9.Geefdeluchtlterseen
onderhoudsbeurt.
10
.
Hetbrandstoflterisverstopt.10
.
Brandstofltervervangen.
11
.
Onjuistebrandstofklassevoorgebruik
inkoudweer.
11
.
Brandstofsysteemaftappenen
brandstofltervervangen.Verse
brandstofvanjuisteklassebijvullen
voordetemperatuuromstandigheden.
Umoetmogelijkdevolledige
tractie-eenheidverwarmen.
12
.
Lagecompressie.12
.
Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
13
.
Deinjectiespuitmondenzijn
beschadigd.
13
.
Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
14
.
Detimingvandeinjectiepompisniet
correct.
14
.
Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
15
.
Deinjectiepompisdefect.
15
.
Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Demotordraait,maarstartniet.
16
.
DeETR-solenoïdeisdefect.
16
.
Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
37
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Deontluchtingvandebrandstoftank
wordtbelemmerd.
1.Draaidedoplos.Alsdemotorwel
looptmetdedoplos,moetudedop
vervangen.
2.Vuilofwaterinhetbrandstofsysteem.2.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.Tankvullen
metversebrandstof.
3.Hetbrandstoflterisverstopt.3.Brandstofltervervangen.
4.Erzitluchtindebrandstof.4.Ontluchtdespuitmondenencontroleer
opluchtlekkagebijdeaansluitingenvan
debrandstofslangendeaansluitingen
tussendebrandstoftankendemotor.
5.Onjuistebrandstofklassevoorgebruik
inkoudweer.
5.Brandstofsysteemaftappenen
brandstofltervervangen.Verse
brandstofvanjuisteklassebijvullen
voordetemperatuuromstandigheden.
6.Hetschermvandevonkenvangeris
verstopt.
6.Schermvandevonkenvangerreinigen
ofvervangen.
Demotorstart,maarblijftnietlopen.
7.Debrandstofpompisbeschadigd.
7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Vuil,water,oudeofverkeerdebrandstof
inhetbrandstofsysteem.
1.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.Tankvullen
metversebrandstof.
2.Demotorraaktoververhit.2.RaadpleegMotorraaktoververhit.
3.Erzitluchtindebrandstof.3.Ontluchtdespuitmondenencontroleer
opluchtlekkagebijdeaansluitingenvan
debrandstofslangendeaansluitingen
tussendebrandstoftankendemotor.
4.Deinjectiespuitmondenzijn
beschadigd.
4.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
5.Lagecompressie5.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
6.Detimingvandeinjectiepompisniet
correct.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
7.Overmatigeafzettingvankoolstof.
7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Demotorloopt,maarkloptofhapert.
8.Interneslijtageofschade.
8.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Deontluchtingvandebrandstoftank
wordtbelemmerd.
1.Draaidedoplos.Alsdemotorwel
looptmetdedoplos,moetudedop
vervangen.
2.Vuil,water,oudeofverkeerdebrandstof
inhetbrandstofsysteem.
2.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.Tankvullen
metversebrandstof.
3.Deluchtlterszijnvuil.3.Geefdeluchtlterseen
onderhoudsbeurt.
4.Hetbrandstoflterisverstopt.4.Brandstofltervervangen.
5.Erzitluchtindebrandstof.5.Ontluchtdespuitmondenencontroleer
opluchtlekkagebijdeaansluitingenvan
debrandstofslangendeaansluitingen
tussendebrandstoftankendemotor.
6.Debrandstofpompisbeschadigd.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Motorlooptnietstationair.
7.Lagecompressie7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
38
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Meerkoelvloeistofnodig.1.Koelvloeistofcontrolerenenbijvullen.
2.Luchtstroomnaarderadiateuris
belemmerd.
2.Bijelkgebruikradiateurscherm
controlerenenreinigen.
3.Verkeerdoliepeilinhetcarter.
3.Vullenofaftappentotdathetoliepeilde
Vol-markeringbereikt.
4.Machineistezwaarbelast.4.Deladingverminderen;meteenlagere
snelheidrijden.
5.Verkeerdebrandstofinhet
brandstofsysteem.
5.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.Tankvullen
metversebrandstof.
6.Dethermostaatisbeschadigd.6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
7.Deriemvandeventilatorislosofstuk.
7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
8.Deinjectietimingisonjuist.8.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Demotorraaktoververhit.
9.Dekoelvloeistofpompisbeschadigd.
9.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Verkeerdoliepeilinhetcarter.
2.Vullenofaftappentotdathetoliepeilde
Vol-markeringbereikt.
3.Deluchtlterszijnvuil.3.Geefdeluchtlterseen
onderhoudsbeurt.
4.Vuil,water,oudeofverkeerdebrandstof
inhetbrandstofsysteem.
4.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.Tankvullen
metversebrandstof.
5.Demotorraaktoververhit.5.RaadpleegMotorraaktoververhit.
6.Hetschermvandevonkenvangeris
verstopt.
6.Schermvandevonkenvangerreinigen
ofvervangen.
7.Erzitluchtindebrandstof.7.Ontluchtdespuitmondenencontroleer
opluchtlekkagebijdeaansluitingenvan
debrandstofslangendeaansluitingen
tussendebrandstoftankendemotor.
8.Lagecompressie8.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
9.Deontluchtingvandebrandstoftank
wordtbelemmerd.
9.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
10
.
Detimingvandeinjectiepompisniet
correct.
10
.
Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Demotorverliestvermogen.
11
.
Deinjectiepompisbeschadigd.11
.
Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Machineistezwaarbelast.1.Deladingverminderen;meteenlagere
snelheidrijden.
2.Deluchtlterszijnvuil.2.Geefdeluchtlterseen
onderhoudsbeurt.
3.Verkeerdebrandstofinhet
brandstofsysteem.
3.Brandstofsysteemaftappenen
opnieuwvullenmetdejuistebrandstof.
4.Detimingvandeinjectiepompisniet
correct.
4.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
5.Deinjectiepompisbeschadigd.5.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Overmatigezwarterookuitdeuitlaat.
6.Deinjectiespuitmondenzijn
beschadigd.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
39
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.HetsleuteltjeisnaardestandStart
gedraaidvoordathetlampjevande
gloeibougiesuitwas.
1.DraaihetsleuteltjenaardestandLopen
enlaathetlampjevandegloeibougies
uitgaanvoordatudemotorstart.
2.Detemperatuurvandemotoristelaag.2.Thermostaatcontroleren.
3.Degloeibougieswerkenniet.
3.Controleerdezekering,degloeibougies
endebedrading.
4.Detimingvandeinjectiepompisniet
correct.
4.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
5.Deinjectiespuitmondenzijn
beschadigd.
5.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Overmatigewitterookuitdeuitlaat.
6.Lagecompressie6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Deparkeerremisinwerkingisgesteld.1.Zetdeparkeerremvrij.
2.Peilvanhydraulischevloeistofiste
laag.
2.Hydraulischevloeistofbijvulleninhet
reservoir.
3.Desleepkleppenzijnopen.
3.Sleepkleppensluiten.
4.Dehendelvandestroomverdeelklep
bevindtzichinde9-uurstand.
4.Beweegdehendelnaarde12-uurstand
totde10-uurstand.
5.Deaandrijfkoppelingvande
tractiepompislosofdefect.
5.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
6.Pompen/ofwielmotorbeschadigd.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
7.Deregelklepisbeschadigd.7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Detractie-eenheidrijdtniet.
8.Deontlastklepisbeschadigd.8.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
40
Schema's
Elektrischschema(Rev.A)
41
Hydraulischschema(Rev.A)
42
Opmerkingen:
43
TorogarantieCompactUtilityEquipment
Eenbeperktegarantiegedurendeeenjaar
CUE-producten
Voorwaardenenproductenwaarvoordegarantiegeldt
TheT oro®Companyendehieraangelieerdeonderneming,Toro
WarrantyCompany,biedenkrachtenseenovereenkomsttussenbeide
ondernemingengezamenlijkdegarantiedatuwToroCompactUtility
Equipment(hierna:het'product')vrijisvanmateriaalgebrekenof
fabricagefouten.Devolgendeperiodenzijnvantoepassingvanafde
datumvanaankoop:
Producten
Garantieperiode
Laders,sleuvengravers,stronkenfrezen,
hakmachines,houtkloofmachinesen
werktuigen
1jaarof1000bedrijfsuren,
waarbijdekortsteperiode
moetwordenaangehouden
Kohler-motoren3jaar
Alleanderemotoren2jaar
Ineengevalwaarindegarantievantoepassingis,zullenwijhetproduct
kosteloosreparerenenooknietdekostenvandiagnose,arbeiden
onderdeleninrekeningbrengen.
Aanwijzingenvooraanvraagvangarantieservice
AlsuvanmeningbentdateenT oro-productmateriaalgebrekenof
fabricagefoutenvertoont,moetudezeprocedurevolgen:
1.NeemcontactopmeteenerkendeToroservicedealervoorservice
aanuwCompactUtilityEquipment.Bezoekonzewebsiteop
www.Toro.comomeendealerbijuindebuurttevinden.Ukuntook
gratisbellennaarToroCustomerCareDepartmentop888-865-5676
(klantenindeVS)of888-865-5691(klanteninCanada).
2.Brenghetproductmetuwaankoopbewijs(kwitantie)naarde
servicedealer.
3.Alsuomwatvoorredendanookontevredenbentoverhet
onderzoekvandeservicedealerofdeverleendehulp,verzoeken
wijucontactoptenemenmet:
LCBCustomerCareDepartment
ToroWarrantyCompany
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420-1196,VS
Gratis:888-865-5676(klantenindeVS)
Gratis:888-865-5691(klanteninCanada)
Plichtenvandeeigenaar
UdientuwT oro-productteonderhoudenzoalswordtbeschrevenin
deGebruikershandleiding.Ditroutineonderhoudisvooruwrekening,
ongeachtofditwordtuitgevoerddoordedealerofdooruzelf.Degarantie
opvervangingsonderdelenvolgenshetvereisteonderhoudgeldttotde
geplandevervangdatumvanhetbetreffendeonderdeel.Indienude
vereisteonderhouds-enafstelwerkzaamhedennietuitvoert,kande
garantiewordenafgewezen.
Zakenengevallendienietonderdegarantievallen
Nietallestoringenofdefectenvanhetproductdieplaatsvindentijdensde
garantieperiodezijnmateriaalgebrekenoffabricagefouten.Buitendeze
uitdrukkelijkegarantievallen:
Defectenalsgevolgvanhetgebruikvananderedanoriginele
Toro-onderdelen,ofalsgevolgvandemontageengebruikvan
additionele,gewijzigdeofniet-goedgekeurdeaccessoires.
Defectenalsgevolgvannalatigheidomdevereisteonderhouds-
en/ofafstelwerkzaamhedenteverrichten.
Defectenalsgevolgvanverkeerd,achteloosofroekeloosgebruik
vanhetproduct
Onderdelendieonderhevigzijnaanslijtagedoorgebruik,tenzij
dezegebrekenvertonen.Voorbeeldenvanonderdelendieslijtenof
wordenverbruikttijdenseennormaalgebruikvanhetproductzijn
ondermeer,maarnietuitsluitend:tanden,gloeibougies,banden,
rupsbanden,lters,kettingen,enz.
Defectenveroorzaaktdoorexterneinvloeden.Externeinvloeden
zijnondermeer,maarnietuitsluitend;weersomstandigheden,
wijzevanopslag,verontreiniging,gebruikvanniet-goedgekeurde
koelvloeistoffen,smeermiddelen,additievenofchemicaliën,enz.
Normaleslijtage.Normaleslijtagebestaatondermeer,maarniet
uitsluitenduit:afgebladderdeverfoppervlakken,beschadigde
stickers,krassenopruiten,enz.
Onderdelenwaarvooreenafzonderlijkegarantievandefabrikant
geldt
Ophaal-enaeverkosten
Algemenevoorwaarden
Opgrondvandezegarantiemogenreparatiesuitsluitendworden
uitgevoerddooreenerkendeT oroCompactUtilityEquipment(CUE)
servicedealer.
TheToro®CompanyendeToroWarrantyCompanyzijnniet
aansprakelijkvoorindirecteofbijkomendeschadedanwel
gevolgschadeinsamenhangmethetgebruikvandeToroproducten
dieonderdezegarantievallen,inclusiefdekostenofuitgaven
voordeleveringvanvervangendmateriaalofdienstengedurende
eenredelijkeperiodevanonbruikbaarheidofbuitengebruikstelling
tijdensdeuitvoeringvanreparatiewerkzaamhedenopgrondvan
dezegarantie.Alleimplicietegarantiesvanverkoopbaarheid
ofgeschiktheidvoorgebruikzijnbeperkttotdeduurvandeze
uitdrukkelijkegarantie.Sommigelandenstaanuitsluitingenvan
bijkomendeschadeofgevolgschadeofbeperkingenopdeduurvan
deimplicietegarantieniettoe,zodatbovengenoemdeuitsluitingen
enbeperkingeninuwgevalmogelijknietvantoepassingzijn.
Dezegarantiegeeftuspeciekejuridischerechten;daarnaastkuntu
beschikkenoverandererechtendieperlandkunnenverschillen.
Metuitzonderingvandemotorgarantieendeemissiewaarnaarhieronder,
indienvantoepassing,wordtverwezen,bestaatergeenandere
uitdrukkelijkegarantie.Hetemissiecontrolesysteemopuwproductkan
vallenonderdedekkingvaneenafzonderlijkegarantiedievoldoetaan
deeisenvandeAmerikaanseEnvironmentalProtectionAgency(EPA)
ofdeCaliforniaAirResourcesBoard(CARB).Debeperkingenvande
bedrijfsurendiehierbovenzijngenoemd,geldennietvoordegarantie
ophetemissiecontrolesysteem.Ziedegarantieverklaringvoorhet
emissiecontrolesysteemindeGebruikershandleidingvanuwproductof
inhetdocumentatiemateriaalvandefabrikantvandemotorvoornadere
bijzonderheden.
AnderelandendandeVSofCanada
KopersvanToro-productendiezijngeëxporteerduitdeVerenigdeStatenofCanada,moetencontactopnemenmethunT oroDistributeur(Dealer)
voordegarantiebepalingdieinhunland,provincieofstaatvantoepassingzijn.GelievecontactoptenemenmetdeT oroimporteuralsuomwatvoor
redendanookontevredenbentoverdedienstenvanuwDistributeurofmoeilijkinformatieoverdegarantiekuntverkrijgen.Alsalleanderemiddelen
tekortschieten,kuntzichwendentotdeToroWarrantyCompany.
374-0261RevB
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Toro Dingo 320-D Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor