4
nl
Veiligheidsaanwijzingen
R
Lees altijd de veiligheidsinstructies in de gebruiksaanwijzing en neem deze in acht.
W Gevaar voor elektrische schokken!
Sluit het apparaat aan, en gebruik het conform de informatie op het typeplaatje. Om gevaarlijke
situaties te vermijden mogen reparaties aan het apparaat alleen door onze servicedienst worden
uitgevoerd. Als het aansluitsnoer van deze machine beschadigd raakt, dient dit te worden vervangen
door een speciaal snoer dat verkrijgbaar is bij onze servicedienst. Trek bij storingen direct de
stekker uit het stopcontact of schakel de netspanning uit. Alleen een vakkundige montage volgens
deze handleiding garandeert een veilig gebruik. Bevestig losstaande meubels met een gewone
beugel aan de muur. Het apparaat bevat permanente magneten die elektronische implantaten zoals
pacemakers en insulinepompen kunnen beïnvloeden. Dragers van elektronische implantaten dienen
een minimumafstand van 10 cm tot de voorzijde van het apparaat aan te houden. Dit geldt ook bij het
uitnemen van de volgende onderdelen: melkreservoir, melksysteem, watertank en zetgroep.
Leveringsomvang (voor montage)
a
b Montagehandleiding
c Aansluitleiding
d Montagehoek
e Afstandhouder
f 5 Bevestigingsschroeven (zilver)
g 2 Bevestigingsschroeven (lang/zwart)
h 2 Bevestigingsschroeven (kort/zwart)
i 1 Stuk huls (zwart)
j 2 Stuks hulzen (wit)
Montage van het apparaat
de muur en de kastbodem of de achterwand van de kast erboven
moet een afstand van minstens 35 mm worden vrijgelaten. De
ventilatiesleuven en de aanzuigopeningen mogen niet worden
afgedekt. Neem ook de montagehandleidingen in acht van de
apparaten die zich boven of onder dit apparaat bevinden. Als het
apparaat boven een verwarmingslade wordt ingebouwd, dient men
een uitsparing van 590 mm hoog vrij te laten. Als het apparaat
direct onder een decoratief paneel wordt ingebouwd, moet
men erop letten dat een ventilatiespleet van minstens 200 cm²
voorhanden is. De ideale inbouwhoogte voor het volautomatische
apparaat, bedraagt 950 mm.
1
schade. Beschadigde apparaten mogen niet in gebruik worden
genomen.
2
in acht.
Belangrijk: voor de deur kunnen 2 openingshoeken worden
gekozen.
Afhankelijk van de gewenste openingshoek moet bij de montage
genomen indien deze zich niet aan de linkerkant bevindt.
= Inbouwafstand tot de wand links ten minste 350 mm.
= Inbouwafstand tot de wand links ten minste 100 mm.
Hiervoor de twee begrenzingen bij het bovenste en onderste
scharnier vervangen door speciaal accessoire nr. 00636455.
3 Maak de montagesjabloon aan de achterzijde van de
montagehandleiding los. Breng de montagesjabloon op de
voorzijde van de kast aan en schroef de montagehoek d
zoals in de afbeelding vast met 2 bevestigingsschroeven f.
Zorg dat de montagehoek zich zonder spleten tegen de
kastbodem en wand bevindt.
4 U op h. Sluit de aansluitkabel c
eerst aan op het stopcontact en vervolgens op het apparaat
(de kabel moet voelbaar vastklikken). De kabel mag niet klem
komen te zitten. Plaats het apparaat iets in de kast om het te
kunnen aansluiten.
Belangrijk: de afstand tussen het apparaat en de achterwand
moet ten minste 35 mm bedragen.
5 Schuif het apparaat tot aan de aanslag in de kast. Controleer
of het apparaat in het midden zit. Lijn het apparaat zo nodig
uit. Trek het apparaat hiervoor iets naar buiten, maak de juiste
afstandshouder e los en bevestig deze aan de linkerzijde
(boven en onder). Schuif het apparaat tot aan de aanslag in
de kast.
6 Pak de deur rechts van de uitloop vast en open deze.
Y. Trek de afdekking X linksonder
naar rechtsvoor en verwijder deze. Trek de toebehorenlade Z
naar buiten en leg deze terzijde.
7 Schroef het apparaat eerst zoals in de afbeelding met telkens
2 bevestigingsschroeven f en g evenals met de 2 hulzen j
vast. Schroef het vervolgens met 1 bevestigingsschroef f en
de huls i rechtsboven aan de kast vast.
8 Alleen voor de vakman
In zeldzame gevallen kan de deur van de volautomatische
espressomachine klemmen door kromtrekking van het
inbouwmeubel. De deur kan dan worden bijgesteld. Hiervoor
de scharnieren boven en onder afstellen:
I. Stel de diepte van de deur in door de schroeven V te
verdraaien.
II.
scharnier. Stel de helling en horizontale positie van de deur
in door de schroeven W te verdraaien.
III. Breng de scharnierdemping weer aan.
9 Breng de afdekking X aan en bevestig deze met de beide
zwarte bevestigingsschroeven h.
10 Breng de druppelschaal Y en toebehorenlade Z weer aan en
sluit de deur.