Juno JB136D8 Handleiding

Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 3
Beschrijving van het product 7
Bedieningspaneel 7
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt
9
Dagelijks gebruik 10
Klokfuncties 12
Automatische programma's 14
Gebruik van de accessoires 16
Extra functies 16
Aanwijzingen en tips 19
Onderhoud en reiniging 30
Probleemoplossing 33
Montage 35
Energiezuinigheid 37
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een
verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor
toekomstig gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging, dan
dient dit geactiveerd te worden.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden
uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking
van dit apparaat altijd uit te buurt worden gehouden.
2
Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat
installeren en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op
te passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt.
Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de
stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de
lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken,
deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon
deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
Overtollige voedselresten moeten verwijderd worden
alvorens de pyrolytische reiniging te starten. Verwijder alle
onderdelen van de oven.
Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de voorkant
van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden.
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montage
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus
mag het apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
3
Wees altijd voorzichtig bij het
verplaatsen van het apparaat omdat
het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
Het apparaat is uitgerust met een
elektrisch koelsysteem. Het heeft
elektrische stroom nodig.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op
zo'n manier worden bevestigd dat het
niet zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen moeten
uit de houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Sluit de deur van het apparaat volledig
voordat u de stekker in het stopcontact
steekt.
Dit apparaat voldoet aan de EU-
richtlijnen.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar op
letsel, brandwonden,
elektrische schokken of een
explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
4
Oefen geen kracht uit op een
geopende deur.
Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-
luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
leg geen aluminiumfolie op de
bodem van de ruimte in het
apparaat.
plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen
of bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om
mee te koken. Het mag niet worden
gebruikt voor andere doeleinden, zoals
het verwarmen van een kamer.
Alle bereidingen moeten worden
uitgevoerd met gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een
meubelpaneel gemonteerd is (bijv. een
deur), zorg er dan voor dat de deur
nooit gesloten is als het apparaat in
werking is. Warmte en vocht kunnen
achter een gesloten meubelpaneel
ophopen en schade aan het apparaat,
de behuizing of de vloer veroorzaken.
Sluit het meubelpaneel niet tot het
apparaat volledig afgekoeld is na
gebruik.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel, brand en schade
aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat de
glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met een erkend
servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van het
apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Raadpleeg, als u een ovenspray
gebruikt, eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
Reinig niet het katalytisch email (indien
van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
Pyrolysereiniging
WAARSCHUWING! Risico op
letsel / Brand / Chemische
uitstoot (dampen) in
pyrolitische modus.
Voordat u de pyrolytische
zelfsreinigingsfunctie of de functie Het
eerste gebruik uitvoert, moet u eerst de
volgende items uit de binnenkant oven
verwijderen:
5
eventueel grote hoeveelheden
etensresten, olie of gemorst vet /
afzetttingen.
eventueel verwijderbare objecten
(inclusief plateaus, zijrails, etc., die
met het product zijn meegeleverd),
in het bijzonder potten en pannen
met antiaanbaklaag, ovenroosters,
kookgerei, etc.
Lees zorgvuldig alle instructies voor
pyrolytische reiniging.
Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat als de pyrolytische reiniging in
werking is.
Het apparaat wordt erg heet en er komt
hete lucht uit de ventilatieopeningen
aan de voorkant.
Pyrolytische reiniging wordt uitgevoerd
onder hoge temperaturen waarbij er
rook van kookresten en
constructiematerialen kan komen.
Daarom gelden de volgende
aanbevelingen voor consumenten:
zorg voor goede ventilatie tijdens
en na elke pyrolytische reiniging.
zorg tijdens en na het eerste
gebruik bij maximumtemperatuur
voor voldoende verluchting.
In tegenstelling tot mensen, kunnen
bepaalde vogels en reptielen zeer
gevoelig zijn voor mogelijke
rookgassen die tijdens het
reinigingsproces van alle pyrolytische
ovens worden uitgestoten.
Houd huisdieren (met name vogels)
uit de buurt van het apparaat
tijdens en na de pyrolytische
reiniging en gebruik eerst een
programma bij maximale
temperatuur in een goed
geventileerde ruimte.
Kleine huisdieren kunnen ook zeer
gevoelig zijn voor de plaatselijke
temperatuurwijzigingen in de nabijheid
van alle pyrolytische ovens wanneer de
pyrolytische reiniging in werking is.
Anti-aanbaklagen in potten en pannen,
schalen, keukengerei, enz. kunnen
worden beschadigd door de hoge
temperatuur van het pyrolytische
reinigingsproces van alle pyrolytische
ovens en kunnen mogelijk ook kleine
hoeveelheden schadelijke gassen
veroorzaken.
Rookgassen die vrijkomen uit alle
pyrolytische ovens / kookresten zoals
beschreven, zijn niet schadelijk voor
mensen, inclusief zuigelingen of
personen met medische aandoeningen.
Binnenverlichting
WAARSCHUWING! Gevaar
voor elektrische schokken!
De gloeilampen of halogeenlampen in
dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld
voor gebruik in huishoudelijke
apparaten. Gebruik deze niet voor
andere doeleinden.
Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat
af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in het apparaat vast komen te
zitten.
Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
6
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Algemeen overzicht
7
5
6
5
4
3
2
1
21
4
3
1
Bedieningspaneel
2
Elektronische tijdschakelklok
3
Verwarmingselement
4
Lampje
5
Ventilator
6
Verwijderbare inschuifrail
7
Roosterhoogtes
Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als schaal
om vet op te vangen.
BEDIENINGSPANEEL
Elektronische tijdschakelklok
21 3 4 5 6 7 8 9 10
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen.
Tip‐
toets
Functie Beschrijving
1
- WEERGAVE Toont de huidige instellingen van het apparaat.
2
AAN / UIT Het apparaat in- en uitschakelen
7
Tip‐
toets
Functie Beschrijving
3
OPTIES Om een ovenfunctie of een automatisch program‐
ma in te stellen.
4
MIJN FAVORIETE
PROGRAMMA
Het opslaan van uw favoriete programma's. Ge‐
bruik deze functie om uw favoriete programma
rechtstreeks te openen, ook als het apparaat is
uitgeschakeld.
5
TEMPERATUUR /
SNEL OPWAR‐
MEN
De temperatuur in de oven of de temperatuur van
de vleesthermometer instellen en controleren (in‐
dien aanwezig). Als u de knop drie seconden in‐
gedrukt houdt, wordt de functie Snel opwarmen in-
en uitgeschakeld. Rechtstreekse toegang tot de
temperatuurinstelling van de eerste ovenfunctie
wanneer het apparaat is uitgeschakeld.
6
OMHOOG, OM‐
LAAG
Omhoog of omlaag gaan in het menu.
7
OK De selectie of instelling bevestigen.
8
OVENVERLICH‐
TING
Het lampje in- of uitschakelen.
9
KLOK De klokfuncties instellen.
10
KOOKWEKKER De Kookwekker instellen.
Display
A B C
DEFG
A. Ovenfunctiesymbool
B. Display van temperatuur/tijd
C. Weergave Klok/restwarmte/
kookwekker
D. Restwarmte-indicatie
E. Indicatielampjes voor de klokfuncties
F. Opwarmindicatie/Indicatielampje
snelverhitting
G. Nummer van een ovenfunctie/het
programma
8
Andere indicaties op het display:
Sym‐
bool
Naam Beschrijving
Functies U kunt een ovenfunctie kiezen.
Automatisch programma U kunt een automatisch programma kie‐
zen.
Mijn favoriete programma Het programma Favoriet is in werking.
/
kg / g Een automatisch programma met gewicht‐
invoer is in werking.
/
u / min Een klokfunctie is in werking.
Temperatuur / Snel opwarmen De functie werkt.
Huishoudelijk De actuele temperatuur wordt aangege‐
ven.
Huishoudelijk U kunt deze temperatuur wijzigen.
Deurslot De functie deurvergrendeling is ingescha‐
keld.
Binnenverlichting U hebt het licht uitgeschakeld.
Kookwekker De kookwekker staat aan.
Voorverwarmindicatie
Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de
balkjes op het display branden. De
balkjes geven aan dat de temperatuur in
het apparaat toe- of afneemt.
Wanneer het apparaat de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, verdwijnen de
balkjes van het display.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER
GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Raadpleeg voor het instellen
van de dagtijd het hoofdstuk
"Klokfuncties".
Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud
en reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het
eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
Voorverwarmen
Warm het lege apparaat voor het eerste
gebruik voor.
9
1. Selecteer de functie Boven-/
onderwarmte en de
maximumtemperatuur.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie Multi hetelucht en de
maximumtemperatuur in.
4. Laat het apparaat 15 minuten werken.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg
dat er voldoende luchtcirculatie in de
ruimte is.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Het apparaat gebruiken
U kunt het apparaat gebruiken in:
de handmatige modus
automatische programma's
Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Multi Hetelucht Om op drie ovenniveaus te bakken of om voedsel te dro‐
gen.Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in dan voor Bo‐
ven-/onderwarmte.
Pizza Hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met intensief
bruineren en een krokantere korst. Stel de temperatuur
20 - 40°C lager in dan voor boven-/onderwarmte.
Lage Tempera‐
tuur Garen
Voor het bereiden van mals en sappig braadvlees.
Boven-/Onder‐
warmte
Voor het bakken en braden op een ovenniveau.
Bevroren Ge‐
rechten
Om kant-en-klaar-gerechten zoals patat, aardappelpar‐
tjes of loempia's krokant te maken.
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte
met botten op één niveau. Ook om te gratineren en te
bruinen.
Grill Intens Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoeveelhe‐
den en voor het maken van toast.
Grill Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
10
Ovenfunctie Applicatie
Multi Hetelucht
(Vochtig)
Voor het bakken van taarten, gebak, brood. Om tijdens
de bereiding energie te besparen. Deze functie moet
worden gebruikt in overeenstemming met de multihete‐
luchtkooktabel om de gewenste kookresultaten te berei‐
ken. Raadpleeg het hoofdstuk aanwijzingen en tips, mul‐
tiheteluchtkooktabel voor meer informatie over de aanbe‐
volen instellingen. Deze functie wordt gebruikt om de
energie-efficiëntieklasse vast te stellen overeenkomstig
EN 60350-1.
Warmhouden Om het voedsel warm te houden.
Ontdooien Deze functie kan gebruikt worden om bevroren voedsel
te ontdooien zoals groente en fruit. De ontdooitijd hangt
af van de hoeveelheid en dikte van het voedsel.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem
en het inmaken van voedsel.
ECO Braden Als u deze functie tijdens het koken gebruikt, kunt u het
energieverbruik optimaliseren. Voor meer informatie over
de aanbevolen instellingen raadpleegt u het hoofdstuk
'Aanwijzingen en tips' met de equivalente ovenfunctie
(Circulatiegrill).
Pyrolyse Automatische pyrolytische reiniging van de oven. Hier‐
door worden vuilresten in de oven verbrand.
De ovenfunctie instellen
1. Schakel het apparaat in met of .
Het display geeft de ingestelde
temperatuur, het symbool en het nummer
van de ovenfunctie weer.
2. Raak of aan om een
ovenfunctie in te stellen.
3. Raak aan. Anders start het
apparaat na vijf seconden
automatisch.
Als u het apparaat activeert en
geen ovenfunctie of
programma instelt, wordt het
apparaat na 20 seconden
automatisch uitgeschakeld.
Temperatuur wijzigen
Raak of om de temperatuur in
stappen van 5 °C te wijzigen.
Wanneer het apparaat de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, weerklinkt er
drie keer een geluidssignaal en gaat de
verwarmingsindicatie uit.
Temperatuur opvragen
U kunt de temperatuur in het apparaat
controleren wanneer de functie of het
programma in werking is.
1. Tik op .
Het temperatuur-/tijddisplay geeft de
temperatuur in het apparaat aan.
2. Raak aan om terug te keren naar
de ingestelde temperatuur. Het display
11
geeft dit na vijf seconden automatisch
weer.
Functie Snel opwarmen
Leg geen voedsel in de oven
wanneer de functie Snel
opwarmen is ingeschakeld.
De functie Snel opwarmen is niet bij elke
ovenfunctie beschikbaar. Als de Fouttoon
is ingeschakeld in het Instelmenu zal als
deze functie niet beschikbaar is voor de
ingestelde functie, er een geluidssignaal
klinken. Raadpleeg "Het instelmenu
gebruiken".
De functie Snel opwarmen verlaagt de
opwarmtijd.
Om deze functie te activeren, tik op en
houd meer dan drie seconden ingedrukt.
Als u de functie Snel opwarmen activeert,
gaan de balkjes op het display één
voor één knipperen en gaat branden
om aan te geven dat de functie werkt.
KLOKFUNCTIES
Tabel met klokfuncties
Klokfunctie Applicatie
DAGTIJD De tijd van de dag controleren of wijzigen. U kunt de dag‐
tijd alleen wijzigen als het apparaat aanstaat.
DUUR Instellen hoe lang het apparaat in werking is.
EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
TIJDUITSTEL Combineren van de functie TIJDSDUUR en EINDE.
QUICK START Het apparaat wordt op een later tijdstip met één aanraking
van de tiptoets met de benodigde instellingen gestart.
KOOKWEKKER Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft
geen invloed op de werking van de oven. U kunt de
KOOKWEKKER op elk gewenst moment instellen, ook als
het apparaat uit staat.
00:00 TIMER MET OP‐
TELFUNCTIE
Om de optelfunctie in te stellen; toont hoe lang het appa‐
raat in werking is. Deze functie heeft geen invloed op de
werking van het apparaat. Deze wordt onmiddellijk inge‐
schakeld wanneer de oven begint met opwarmen. De OP‐
TELTIMER is niet geactiveerd als TIJDSDUUR en EINDE
zijn ingesteld.
Dagtijd instellen en wijzigen
Wacht bij eerste aansluiting op de stroom
totdat het display en 12:00 weergeeft.
"12" knippert.
1. Raak of aan om het uur in te
stellen.
2. Raak of aan.
3. Raak of aan om de minuten in
te stellen.
4. Raak of aan.
Op het display verschijnt de nieuwe tijd.
Raak om de tijd van de dag te wijzigen
keer op keer aan totdat begint te
knipperen.
12
De DUUR instellen
1. Selecteer een ovenfunctie en de
temperatuur.
2. Raak herhaaldelijk aan totdat in
het display gaat knipperen.
3. Raak of aan om de minuten
van de TIJDSDUUR in te stellen.
4. Raak aan. Anders start de
TIJDSDUUR na vijf seconden
automatisch.
5. Gebruik of om de uren van de
TIJDSDUUR in te stellen.
6. Tik op . Anders start de
TIJDSDUUR na vijf seconden
automatisch.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal en knipperen
en de tijd
in het display. Het apparaat wordt
uitgeschakeld.
7. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
8. Schakel het apparaat uit.
Het EINDE instellen
1. Selecteer een ovenfunctie en de
temperatuur.
2. Raak herhaaldelijk aan totdat in
het display gaat knipperen.
3. Gebruik of om het EINDE in te
stellen en
of om te bevestigen.
U stelt eerst de minuten en dan de
uren in.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal en knipperen en de tijd
in het display. Het apparaat wordt
automatisch uitgeschakeld.
4. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
5. Schakel het apparaat uit.
De functie TIJDVERTRAGING
instellen
1. Stel een ovenfunctie en de
temperatuur in.
2. Raak herhaaldelijk aan totdat in
het display gaat knipperen.
3. Raak of aan om de minuten
van de DUUR in te stellen.
4. Tik op .
5. Gebruik of om de uren van de
DUUR in te stellen.
6. Raak aan en het apparaat schakelt
naar de instelling van de EINDE-
functie.
Op het display knippert
.
7. Gebruik of om het EINDE in te
stellen en of om te bevestigen.
U stelt eerst de minuten en dan de
uren in.
Het apparaat gaat later automatisch aan,
werkt voor de ingestelde
BEREIDINGSDUUR en stop aan op de
ingestelde EINDTIJD. Op de ingestelde
tijd klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal en knipperen en de tijd
in het display. Het apparaat wordt
automatisch uitgeschakeld.
8. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
9. Schakel het apparaat uit.
Wanneer de
tijdvertragingsfunctie wordt
ingeschakeld, geeft het display
het statische symbool van de
ovenfunctie weer, met een
punt en . De punt geeft aan
welke klokfunctie zich op het
display voor de klok-/
restwarmte bevindt.
SET+GO instellen
U kunt de functie SET+GO alleen
gebruiken als de DUUR is ingesteld.
13
1. Selecteer een ovenfunctie (of een
programma) en de temperatuur.
2. Stel de TIJDSDUUR in.
3. Raak herhaaldelijk aan totdat in
het display knippert.
4. Raak aan om de functie SET+GO
in te stellen.
Het display geeft en met een
indicatie weer. Deze indicatie wordt
weergegeven wanneer de klokfunctie
wordt geactiveerd.
5. Raak een sensorveld aan (behalve
AAN/UIT) om de functie SET+GO te
starten.
De KOOKWEKKER instellen
1. Tik op .
en "00" knipperen in het display.
2. Gebruik
om tussen de opties te
kiezen. U moet eerst seconden en dan
minuten en uren instellen.
3. Gebruik of om de
KOOKWEKKER in te stellen en
bevestig met .
4. Raak aan. Anders start de
KOOKWEKKER na vijf seconden
automatisch.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal en knipperen "00:00" en
in het display.
5. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
TIMER MET OPTELFUNCTIE
1. Om de Optelfunctie te resetten, tik
herhaaldelijk op tot in het
display knippert.
2. Raak aan totdat op het display
"00:00" staat en de timer met
optelfunctie weer opnieuw begint te
tellen.
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Er zijn 20 automatische programma's.
Gebruik een automatisch programma of
een recept als u geen kennis over of
ervaring in het bereiden van een gerecht
hebt. Het display toont de
standaardkooktijd voor alle automatische
programma's.
Automatische programma's
Programmanummer Programmanaam
1 GEBRADEN VLEES
2 GEROOSTERD VARKENSVLEES
3 GEROOSTERD KALFSVLEES
4 GEROOSTERD LAMSVLEES
5 GEROOSTERD WILD
6 HELE KIP
14
Programmanummer Programmanaam
7 VISFILET
8 PIZZA
9 QUICHE LORRAINE
10 CITROENCAKE
11 KWARKTAART
12 GOOIT
13 VOLKORENBROOD
14 DEEG LATEN RIJZEN
15 AARDAPPELGRATIN
16 LASAGNE
17 CANNELLONI
18 KANT-EN-KLARE TAART
19 AFBAKPIZZA
20 KANT-EN-KLARE AARDAPPELGERECHTEN
Automatische programma's
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik op .
Het display geeft , een symbool en
nummer van het automatische programma
weer.
3. Raak of aan om het
automatische programma te kiezen.
4. Tik op of wacht vijf seconden tot
het apparaat automatisch start.
5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal. Het symbool
knippert.
6. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
7. Schakel het apparaat uit.
Automatische programma's met
gewichtinvoer
Als u het gewicht van het vlees instelt,
berekent het apparaat de braadtijd.
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik op .
3. Raak of aan om het
gewichtprogramms in te stellen.
Op het display verschijnt: de kooktijd,
duursymbool, , een standaard gewicht,
een maateenheid (kg, g).
4. Raak aan. Anders worden de
instellingen na vijf seconden
automatisch opgeslagen.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
5. U kunt het standaardgewicht wijzigen
met of . Tik op .
6. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal. knippert.
7. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
8. Schakel het apparaat uit.
15
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De accessoires plaatsen
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
zorg ervoor dat de pootjes omlaag staan.
Bakplaat / Diepe pan:
Schuif de bakplaat / diepe pan tussen de
geleidestangen van de roostersteun.
Bakrooster en bakplaat / diepe pan
samen:
Plaats de bakplaat / diepe pan tussen de
geleiders van de inschuifrails en het
bakrooster op de geleiders erboven.
Kleine inkepingen bovenaan
verhogen de veiligheid. Deze
inkepingen zorgen er ook voor
dat ze niet omkantelen. De
hoge rand rond het rooster
voorkomt dat het kookgerei van
het rooster afglijdt.
EXTRA FUNCTIES
Gebruik van de functie Mijn
favoriet programma
Gebruik deze functie voor het opslaan van
uw favoriete temperatuur- en
tijdinstellingen van een ovenfunctie of
programma.
1. Stel de temperatuur en tijd voor een
ovenfunctie of programma in.
2. Raak gedurende langer dan drie
seconden aan. Er klinkt een
geluidssignaal.
3. Schakel het apparaat uit.
Voor het inschakelen van de functie
raakt u aan. Het apparaat start het
programma Favoriet.
16
Wanneer de functie in
werking is, kunt u de tijd en
temperatuur veranderen.
Voor het uitschakelen van de functie
raakt u aan. Het apparaat beëindigt
het programma Favoriet.
Gebruik van het Kinderslot
Het kinderslot voorkomt dat het apparaat
per ongeluk in werking wordt gesteld.
Als de pyrolysefunctie actief is,
wordt de deur vergrendeld. Er
verschijnt een melding op het
display als u een tiptoets
aanraakt.
1. Om de functie te activeren, deactiveer
het apparaat met . Stel geen
ovenfunctie in.
2. Houd
en gedurende ten minste 2
seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidssignaal.
SAFE verschijnt op het display. De deur
blijft vergrendeld.
Om het Kinderslot te deactiveren, herhaal
stap 2.
Gebruik van de
Functievergrendeling
U kunt de functie alleen inschakelen als
het apparaat in werking is.
Toetsblokkering voorkomt dat een
ovenfunctie per ongeluk wordt
ingeschakeld.
1. Om de functie te activeren, schakel het
apparaat in.
2. Schakel een ovenfunctie of instelling
in.
3. Houd en gedurende ten minste
2 seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidssignaal.
Loc verschijnt op het display.
Om de Functievergrendeling te
deactiveren, herhaal stap 3.
Als de pyrolysefunctie actief is,
wordt de deur vergrendeld. Er
verschijnt een melding op het
display als u een tiptoets
aanraakt.
U kunt het apparaat
uitschakelen als de
toetsblokkering aan is. Als u
het apparaat uit zet, wordt de
toetsblokkering uitgeschakeld.
Gebruik van het
instellingenmenu
U kunt het instellingenmenu alleen
instellen wanneer de oven is
uitgeschakeld.
Het instellingenmenu laat u toe om
functies in het hoofdmenu te activeren en
deactiveren. Het display toont SET en het
nummer van de instelling.
Beschrijving In te stellen waarde
1 QUICK START AAN/UIT
2 RESTWARMTE-INDICATIE AAN/UIT
3 REINIGINGSHERINNERING AAN/UIT
4
TOETSVOLUME
1)
KLIKKEN / PIEPEN / UIT
5 FOUTTOON AAN/UIT
17
Beschrijving In te stellen waarde
6 ONDERHOUDSMENU -
7 INSTELLINGEN RESETTEN JA / NEE
1)
Het geluid van de tiptoets AAN / UIT kan niet worden uitgeschakeld.
1. Als het apparaat uitstaat, houdt 3
seconden ingedrukt.
Het display geeft "SET1" weer en "1"
knippert.
2. Raak of aan om de instelling te
bevestigen.
3. Tik op .
4. Raak of aan om de waarde van
de instelling te wijzigen.
5. Tik op .
Raak om het Instellingenmenu te verlaten
aan of houd vast.
Automatische uitschakeling
Om veiligheidsredenen wordt het apparaat
na een tijdje automatisch uitgeschakeld
als een ovenfunctie werkt en u geen
instellingen wijzigt.
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
30 - 115 12.5
120 - 195 8.5
200 - 245 5.5
250 - maximum 1.5
Na een automatische uitschakeling, raakt
u een tiptoets aan om het apparaat weer
in werking te stellen.
De automatische uitschakeling
werkt niet met de functies: licht,
langzaam garen, duur, einde,
tijduitstel.
Helderheid van het display
Er zijn twee standen voor de helderheid
van het display:
Helderheid 's nachts - wanneer het
apparaat uit staat, is de helderheid van
het display tussen 22:00 en 06:00
lager.
Helderheid overdag:
als het apparaat aan staat.
als u tijdens helderheid 's nachts
een tiptoets aanraakt (behalve
AAN/UIT), keert het display
gedurende 10 seconden terug naar
helderheid voor overdag.
als het apparaat uit staat en u de
kookwekker hebt ingesteld.
Wanneer de kookwekker eindigt,
keert het display terug naar
helderheid voor 's nachts.
Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van de oven koel te
houden. Na het uitschakelen van de oven
blijft de ventilatie doorgaan totdat de oven
is afgekoeld.
Veiligheidsthermostaat
Een onjuiste bediening van het apparaat
of defecte componenten kunnen
gevaarlijke oververhitting veroorzaken.
Om dit te voorkomen is de oven voorzien
van een veiligheidsthermostaat die de
stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de
temperatuur is gedaald, wordt de oven
automatisch weer ingeschakeld.
18
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en baktijden
in de tabellen zijn slechts als
richtlijn bedoeld. Deze zijn
afhankelijk van de recepten en
de kwaliteit en de hoeveelheid
van de gebruikte ingrediënten.
Algemene informatie
Het apparaat heeft vijf inzetniveaus. Tel
de inzetniveaus vanaf de bodem van
het apparaat.
Het apparaat heeft een speciaal
systeem dat de lucht circuleert en voor
doorlopende recycling van stoom zorgt.
Dankzij dit systeem is het mogelijk om
voedsel te bereiden in een atmosfeer
met stoom en worden de gerechten
zacht van binnen en knapperig van
buiten. Bovendien worden de
bereidingstijd en het energieverbruik tot
een minimum beperkt.
Vocht kan in het apparaat of op de
glazen deurpanelen condenseren. Dit
is normaal. Ga altijd iets terug staan
van het apparaat als u de deur van het
apparaat tijdens de werking opent. Om
de condens te verminderen, dient u het
apparaat 10 minuten te laten
voorverwarmen.
Veeg na elk gebruik het vocht van het
apparaat.
Plaats geen voorwerpen direct op de
bodem van het apparaat en bedek de
bodem tijdens de bereiding niet met
aluminiumfolie. Dit kan de
bakresultaten veranderen en de
emaillelaag beschadigen.
Voor de bereiding van gebak
De ovendeur mag pas worden geopend
als driekwart van de baktijd is
verstreken.
Als u twee bakplaten tegelijkertijd
gebruikt, dient u één niveau ertussen
leeg te laten.
Voor de bereiding van vlees en
vis
Gebruik een diepe bak voor erg vet
voedsel om te oven te behoeden voor
blijvende vetvlekken.
Laat het vlees ongeveer 15 minuten
rusten voordat u het aansnijdt, zodat
het vleessap er niet uit stroomt.
Om te veel rook tijdens het braden in
de oven te vermijden, kunt u een beetje
water in de lekbak gieten. Om rook te
vermijden, voegt u water toe wanneer
het is opgedroogd.
Bereidingstijden
De bereidingsduur is afhankelijk van het
soort voedsel, de samenstelling en het
volume.
Houd in eerste instantie het
bereidingsproces in de gaten. Zoek bij het
gebruik van dit apparaat de beste
instellingen (temperatuur, bereidingsduur,
etc.) voor uw kookgerei, recepten en
hoeveelheden.
19
Bak- en braadschema
Taart
Gerecht Boven-/onderwarmte Multi hetelucht Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Schuim‐
taart
170 2 160 3 (2 en 4) 45 - 60 In een
cakevorm
Zand‐
taartdeeg
170 2 160 3 (2 en 4) 20 - 30 In een
cakevorm
Kwark‐
taart met
karne‐
melk
170 1 165 2 80 - 100 In een
cakevorm
van 26
cm
Appelge‐
bak (ap‐
pel‐
taart)
1)
170 2 160 2 (links
en
rechts)
80 - 100 In twee
cakevor‐
men van
20 cm op
een bak‐
rooster
Strudel 175 3 150 2 60 - 80 Op een
bakplaat
Confituur‐
taart
170 2 165 2 (links
en
rechts)
30 - 40 In een
cakevorm
van 26
cm
Cake,
zacht
170 2 150 2 40 - 50 In een
cakevorm
van 26
cm
Kerstge‐
bak /
Rijkgevul‐
de vruch‐
tencake
1)
160 2 150 2 90 - 120 In een
cakevorm
van 20
cm
Pruimen‐
taart
1)
175 1 160 2 50 - 60 In een
brood‐
vorm
Cakejes -
één ni‐
veau
1)
170 3 150 - 160 3 20 - 30 Op een
bakplaat
20
Gerecht Boven-/onderwarmte Multi hetelucht Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Cakejes -
twee ni‐
veaus
1)
- - 140 - 150 2 en 4 25 - 35 Op een
bakplaat
Cakejes -
drie ni‐
veaus
1)
- - 140 - 150 1, 3 en 5 30 - 45 Op een
bakplaat
Koekjes /
geba‐
kreepjes -
één ni‐
veau
140 3 140 - 150 3 25 - 45 Op een
bakplaat
Koekjes /
geba‐
kreepjes -
twee ni‐
veaus
- - 140 - 150 2 en 4 35 - 40 Op een
bakplaat
Koekjes /
geba‐
kreepjes -
drie ni‐
veaus
- - 140 - 150 1, 3 en 5 35 - 45 Op een
bakplaat
Schuim‐
gebakjes
- één ni‐
veau
120 3 120 3 80 - 100 Op een
bakplaat
Schuim‐
gebakjes
- twee ni‐
veaus
1)
- - 120 2 en 4 80 - 100 Op een
bakplaat
Brood‐
jes
1)
190 3 190 3 12 - 20 Op een
bakplaat
Eclairs -
één ni‐
veau
190 3 170 3 25 - 35 Op een
bakplaat
Eclairs-
twee ni‐
veaus
- - 170 2 en 4 35 - 45 Op een
bakplaat
21
Gerecht Boven-/onderwarmte Multi hetelucht Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Taartjes 180 2 170 2 45 - 70 In een
cakevorm
van 20
cm
Rijkgevul‐
de vruch‐
tencake
160 1 150 2 110 - 120 In een
cakevorm
van 24
cm
Victoria‐
taart met
jamvul‐
ling
1)
170 1 160 2 (links
en
rechts)
30 - 50 In een
cakevorm
van 20
cm
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
Brood en pizza
Gerecht Boven-/onderwarmte Multi hetelucht Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Wit‐
brood
1)
190 1 190 1 60 - 70 1 - 2
stuks,
500 gram
per stuk
Rogge‐
brood
190 1 180 1 30 - 45 In een
brood‐
vorm
Brood‐
jes
1)
190 2 180 2 (2 en 4) 25 - 40 6 - 8
broodjes
op een
bakplaat
Pizza
1)
230 - 250 1 230 - 250 1 10 - 20 Op een
bakplaat
of in een
braadpan
Scones
1)
200 3 190 3 10 - 20 Op een
bakplaat
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
22
Flans
Gerecht Boven-/onderwarmte Multi hetelucht Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Pasta‐
taart
200 2 180 2 40 - 50 In een
vorm
Hartige
groenten‐
taart
200 2 175 2 45 - 60 In een
vorm
Qui‐
ches
1)
180 1 180 1 50 - 60 In een
vorm
Lasag‐
ne
1)
180 - 190 2 180 - 190 2 25 - 40 In een
vorm
Cannello‐
ni
1)
180 - 190 2 180 - 190 2 25 - 40 In een
vorm
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
Vlees
Gerecht Boven-/onderwarmte Multi hetelucht Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Rund‐
vlees
200 2 190 2 50 - 70 Op een
bakroos‐
ter
Varkens‐
rug
180 2 180 2 90 - 120 Op een
bakroos‐
ter
Kalfs‐
vlees
190 2 175 2 90 - 120 Op een
bakroos‐
ter
Engelse
rosbief,
rood
210 2 200 2 50 - 60 Op een
bakroos‐
ter
Engelse
rosbief,
medium
210 2 200 2 60 - 70 Op een
bakroos‐
ter
23
Gerecht Boven-/onderwarmte Multi hetelucht Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Engelse
rosbief,
doorbak‐
ken
210 2 200 2 70 - 75 Op een
bakroos‐
ter
Varkens‐
schouder
180 2 170 2 120 - 150 Met
zwoerd
Varkens‐
schenkel
180 2 160 2 100 - 120 2 stuks
Lams‐
vlees
190 2 175 2 110 - 130 Bout
Kip 220 2 200 2 70 - 85 Heel
Kalkoen 180 2 160 2 210 - 240 Heel
Eend 175 2 220 2 120 - 150 Heel
Gans 175 2 160 1 150 - 200 Heel
Konijn 190 2 175 2 60 - 80 In stuk‐
ken ge‐
sneden
Haas 190 2 175 2 150 - 200 In stuk‐
ken ge‐
sneden
Fazant 190 2 175 2 90 - 120 Heel
Vis
Gerecht Boven-/onderwarmte Multi hetelucht Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Forel /
Zeebra‐
sem
190 2 175 2 40 - 55 3 - 4 vis‐
sen
Tonijn /
zalm
190 2 175 2 35 - 60 4 - 6 filets
Grill
Verwarm de lege oven 3
minuten voor.
24
Varkensvlees
Gerecht Gewicht (kg) Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Schouderstuk,
nekstuk, hamlap
1 - 1.5 160 - 180 90 - 120 1 of 2
Kotelet, ribbetje 1 - 1.5 170 - 180 60 - 90 1 of 2
Gehaktbrood 0.75 - 1 160 - 170 50 - 60 1 of 2
Varkensschenkel
(voorgekookt)
0.75 - 1 150 - 170 90 - 120 1 of 2
Kalfsvlees
Gerecht Gewicht (kg) Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Geroosterd
kalfsvlees
1 160 - 180 90 - 120 1 of 2
Kalfsschenkel 1.5 - 2 160 - 180 120 - 150 1 of 2
Lamsvlees
Gerecht Gewicht (kg) Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Lamsbout, ge‐
roosterd lams‐
vlees
1 - 1.5 150 - 170 100 - 120 1 of 2
Lamsrug, medi‐
um
1 - 1.5 160 - 180 40 - 60 1 of 2
Gevogelte
Gerecht Gewicht (kg) Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Stukken gevo‐
gelte
0,2 - 0,25 elk 200 - 220 30 - 50 1 of 2
Halve kip 0,4 - 0,5 elk 190 - 210 35 - 50 1 of 2
Kip, haantje 1 - 1.5 190 - 210 50 - 70 1 of 2
Eend 1.5 - 2 180 - 200 80 - 100 1 of 2
Gans 3.5 - 5 160 - 180 120 - 180 1 of 2
Turkije 2.5 - 3.5 160 - 180 120 - 150 1 of 2
Turkije 4 - 6 140 - 160 150 - 240 1 of 2
26
Vis (gestoomd)
Gerecht Gewicht (kg) Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Hele vis 1 - 1.5 210 - 220 40 - 60 1 of 2
Multi Hetelucht (Vochtig)
Volg voor de beste resultaten
de bereidingstijden op die
hieronder in de tabel staan.
Tijdens de bereiding mag u de
deur van het apparaat enkel
openen als het noodzakelijk is.
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Pastagratin 190 - 200 45 - 55 2
Aardappelgratin 160 - 170 60 - 75 2
Moussaka 180 - 200 75 - 90 2
Lasagne 160 - 170 55 - 70 2
Cannelloni 170 - 190 65 - 75 2
Broodpudding 150 - 160 75 - 90 2
Rijstpudding 170 - 190 45 - 60 2
Appeltaart 150 - 160 75 - 85 2
Witbrood 180 - 190 50 - 60 2
Lage Temperatuur Garen
Gebruik deze functie voor malse, magere
stukken vlees en vis. Deze functie is niet
geschikt voor suddervlees of een vet
varkensbraadstuk.
In de eerste 10 minuten kunt u een
oventemperatuur instellen tussen 80°C en
150°C. De standaard is 90°C. Nadat de
temperatuur is ingesteld, blijft de oven
werken bij 80°C. Gebruik de automatische
lage temperatuur garen niet voor
gevogelte.
Altijd zonder deksel garen als u
gebruik maakt van de functie.
1. Braad het vlees aan in een pan op de
kookplaat op een zeer hoge stand
gedurende 1 - 2 minuten aan elke
kant.
2. Plaats het vlees in een diepe braadpan
in de oven op het bakrooster.
3. Selecteer de functie Lage temperatuur
garen .
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Biefstuk 1000 – 1.500 g 120 120 - 150 1
27
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Runderbiefstuk 1000 – 1.500 g 120 90 - 150 3
Geroosterd
kalfsvlees
1000 – 1.500 g 120 120 - 150 1
Steaks 200 – 300 g 120 20 - 40 3
Ontdooien
Gerecht Gewicht
(g)
Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip 1000 100 - 140 20 - 30 Leg de kip op een omge‐
keerde onderschotel in
een groot bord. Halver‐
wege de bereidingstijd
omdraaien.
Vlees 1000 100 - 140 20 - 30 Halverwege de berei‐
dingstijd omdraaien.
Vlees 500 90 - 120 20 - 30 Halverwege de berei‐
dingstijd omdraaien.
Forel 150 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien 300 30 - 40 10 - 20 -
Boter 250 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 200 80 - 100 10 - 15 Room kan ook met nog
licht bevroren deeltjes
goed worden geklopt.
Gebak 1400 60 60 -
Inmaken - Onderwarmte
Gebruik alleen weckpotten van
dezelfde afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een
draai- of bajonetsluiting en metalen
bakken.
Gebruik het eerste rooster van de
bodem van deze functie.
Zet niet meer dan zes weckflessen van
1 liter op het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit
ze af met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet
raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat,
zodat er voldoende vocht in de oven
ontstaat.
Als de vloeistof in de weckpotten begint
te borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij
weckpotten van 1 liter), stop de oven of
verlaag de temperatuur tot 100 °C
(raadpleeg de tabel).
28
Zachte vruchten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be‐
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Aardbeien / bosbes‐
sen / frambozen / rij‐
pe kruisbessen
160 - 170 35 - 45 -
Steenvruchten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be‐
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Peren / kweeperen /
pruimen
160 - 170 35 - 45 10 - 15
Groenten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be‐
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Wortelen
1)
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Komkommers 160 - 170 50 - 60 -
Gemengde augur‐
ken
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Koolrabi / erwten /
asperges
160 - 170 50 - 60 15 - 20
1)
Na uitschakeling in de oven laten staan.
Drogen - Multi hetelucht
Gebruik hiervoor een met
boterhampapier of bakpapier belegde
plaat.
Stop de oven voor een beter resultaat
halverwege de droogtijd, open de deur
en laat het één nacht afkoelen om het
drogen te voltooien.
Groenten
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (u) Roosterhoogte
1 stand 2 standen
Bonen 60 - 70 6 - 8 3 1 / 4
Paprika's 60 - 70 5 - 6 3 1 / 4
Groente in het
zuur
60 - 70 5 - 6 3 1 / 4
29
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (u) Roosterhoogte
1 stand 2 standen
Paddenstoelen 50 - 60 6 - 8 3 1 / 4
Kruiden 40 - 50 2 - 3 3 1 / 4
Fruit
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (u) Roosterhoogte
1 stand 2 standen
Pruimen 60 - 70 8 - 10 3 1 / 4
Abrikozen 60 - 70 8 - 10 3 1 / 4
Schijfjes appel 60 - 70 6 - 8 3 1 / 4
Peren 60 - 70 6 - 9 3 1 / 4
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Opmerkingen over
schoonmaken
Maak de voorkant van de oven schoon
met een zachte doek en een warm
sopje.
Gebruik voor metalen oppervlakken
een specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na
elk gebruik. Vetophoping of andere
voedingsresten kunnen brand
veroorzaken. Het gevaar is groter voor
de grillpan.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek met een warm sopje en een
reinigingsmiddel.
Toebehoren met antiaanbaklaag
mogen niet worden schoongemaakt
met een agressief reinigingsmiddel,
voorwerpen met scherpe randen of een
afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
Apparaten van roestvrij staal of
aluminium
Maak de ovendeur alleen met
een vochtige doek of natte
spons schoon. Droog maken
met een zachte doek.
Vermijd het gebruik van
staalwol, zure of schurende
producten, deze kunnen de
oppervlakken van de oven
beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de oven
net zo voorzichtig schoon.
Verwijderbare inschuifrails
Als u de binnenkant van de oven wilt
reinigen, verwijdert u de inschuifrails.
LET OP! Wees voorzichtig bij
het verwijderen van de
inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
30
2. Trek de geleider bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder deze.
2
1
Installeer de verwijderde accessoires in de
omgekeerde volgorde.
Pyrolyse
LET OP! Verwijder alle
accessoires en uitneembare
bakplaatsteunen.
De
pyrolysereinigingsprocedure
kan niet worden gestart:
U heeft de ovendeur niet
helemaal gesloten. Bij
sommige modellen geeft de
display "C3" weer als deze
fout zich voordoet.
LET OP! Als er andere
apparaten in hetzelfde kastje
zijn geïnstalleerd, gebruik ze
dan niet tegelijk met de
pyrolytische functie. Dit kan
schade aan het apparaat
veroorzaken.
De deur wordt vergrendeld tijdens de
pyrolytische reiniging. Het symbool en
de balkjes van de verwarmingsindicatie
lichten op totdat de deur weer is
ontgrendeld. De deur wordt ontgrendeld
wanneer de temperatuur in de oven onder
de veiligheidvoorwaarde ligt en de
pyrolytische reiniging is voltooid.
Het lampje brandt niet tijdens de
pyrolytische reiniging.
1. Verwijder het ergste vuil met de hand.
2. Reinig de binnenkant van de deur met
heet water, zodat de resten niet
inbranden door de hete lucht.
3. Schakel het apparaat in.
4. Stel de pyrolytische functie in.
Raadpleeg de "Ovenfuncties".
5. Tik op .
6. Raak of aan om de duur in te
stellen van de reinigingsprocedure:
Optie Beschrijving
1 1:00 voor een
lage vuilgraad
2 1:30 voor een
gewone vuil‐
graad
3 2:30 voor een
hoge vuilgraad
U kunt de eindfunctie gebruiken om
het starten van de reinigingsprocedure
uit te stellen.
7. Raak aan om de Pyrolysefunctie in
te schakelen.
Reinigingsherinnering
Het symbool voor de reinigingsherinnering
knippert gedurende 10 seconden op het
display telkens als u het toestel hebt
uitgeschakeld om u eraan te herinneren
dat pyrolytische reiniging is vereist.
De reinigingsherinnering
gaat uit:
na het einde van de functie
pyrolytische reiniging.
als u het uitschakelt in de
basisinstellingen. Raadpleeg
het menu "De instellingen
gebruiken".
31
De ovendeur reinigen
De ovendeur heeft vier glazen panelen.U
kunt de ovendeur en interne glazen
panelen verwijderen om ze te reinigen.
De ovendeur kan dichtslaan als
u de glasplaten probeert te
verwijderen als de ovendeur
nog gemonteerd is.
LET OP! Gebruik het apparaat
nooit zonder de glasplaten.
1. Open de deur volledig en houd de
twee deurscharnieren vast.
2. Til de hendels op de twee scharnieren
omhoog en draai ze.
3. Sluit de ovendeur halverwege tot de
eerste openingsstand. Trek hem
daarna naar voren en haal hem uit zijn
zitting.
4.
Leg de deur op een zachte doek op
een stabiele ondergrond.
5. Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten
vastpakken en naar binnen drukken
om de klemsluiting te ontgrendelen.
1
2
B
6. Trek de deur naar voren om hem te
verwijderen.
7. Houd de glazen deurpanelen bij de
bovenkant vast en trek ze er
voorzichtig een voor een uit. Start bij
het bovenste paneel. Zorg dat het glas
volledig uit de geleiders schuift.
8. Reinig de glasplaten met een sopje.
Droog de glasplaten voorzichtig af.
Als u ze gereinigd hebt, monteer dan de
glasplaten en de ovendeur. Voer
32
bovenstaande stappen uit in de
omgekeerde volgorde.
Zorg ervoor dat u de glasplaten (A, B en
C) weer in de juiste volgorde terugplaatst.
Het middelste paneel (B) heeft een
decoratief frame. De bedrukte zone moet
naar de binnenkant van de deur gericht
zijn. Zorg ervoor dat het oppervlak van het
glasplaatframe (B) op de bedrukte zijde na
de installatie niet ruw aanvoelt.
A B C
Zorg ervoor dat u het middelste ruitje
correct in de uitsparingen plaatst.
A
B
C
Het lampje vervangen
Leg een doek op de bodem van de
binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt
schade aan het afdekglas en de
ovenruimte.
WAARSCHUWING! Gevaar
voor elektrocutie! Maak de
zekering los voordat u de lamp
vervangt.
De lamp en het afdekglas
kunnen heet zijn.
LET OP! Houd de
halogeenlamp altijd met een
doek vast om te voorkomen dat
er vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de
zekeringenkast, of schakel de
stroomonderbreker uit.
Het achterste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300°C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
33
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt de oven niet inscha‐
kelen of bedienen.
De oven is niet aangesloten
op een stopcontact of is niet
goed geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed
is aangesloten op het stop‐
contact (zie het aansluitdia‐
gram indien beschikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin‐
gen correct zijn.
De oven wordt niet warm. De automatische uitschake‐
ling is actief.
Raadpleeg 'Automatisch uit‐
schakelen'.
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geacti‐
veerd.
Raadpleeg 'Het kinderslot
gebruiken'.
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgesla‐
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is.
Als de zekeringen keer op
keer doorslaan, neemt u
contact op met een erkende
installateur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Als de oven uit staat, toont
het display de tijd niet.
Het display is uitgeschakeld.
Raak en tegelijkertijd
aan om het display opnieuw
te activeren.
De bereiding van de gerech‐
ten duurt te lang of de ge‐
rechten worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of
te hoog.
Pas indien nodig de tempe‐
ratuur aan. Volg het advies
in de handleiding op.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het berei‐
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Op het display verschijnt
'C3'.
De reinigingsfunctie werkt
niet. De deur is niet volledig
gesloten of het deurslot is
defect.
Sluit de deur volledig.
34
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
Op het display verschijnt
'F102'.
U heeft de deur niet hele‐
maal gesloten.
De deurvergrendeling is
stuk.
Sluit de deur volledig.
Schakel de oven uit via
de huiszekering of de
veiligheidsschakelaar in
de zekeringkast en scha‐
kel deze weer in.
Neem contact op met de
klantenservice, wanneer
'F102' opnieuw wordt
weergegeven.
Het display toont een foutco‐
de die niet in deze tabel
staat.
Er is een elektrische fout. Schakel de oven uit via
de huiszekering of de
veiligheidsschakelaar in
de zekeringkast en scha‐
kel deze weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer
de foutcode opnieuw
wordt weergegeven.
Het apparaat staat aan maar
wordt niet warm. De ventila‐
tor werkt niet. Op het display
verschijnt "Demo".
De demofunctie is ingescha‐
keld.
Raadpleeg het menu 'De in‐
stellingen gebruiken' in het
hoofdstuk 'Overige functies'.
Onderhoudgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich voor aan de
binnenkant van het apparaat. Verwijder
het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
35
Inbouw
16
573
21548
min. 550
20
600
min. 560
558
589
114
594
595 +/-1
3
5
558
21548
min. 550
20
589
114
16
573
590
min. 560
594
3
5
595 +/-1
Bevestiging van het apparaat
aan het kastje
Elektrische installatie
De fabrikant is niet
verantwoordelijk indien u deze
veiligheidsmaatregelen uit
hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie' niet
opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd met stekker
en netsnoer.
Kabel
Kabeltypes die van toepassing zijn op de
installatie of vervanging:
H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RRF, H05 VV-
F, H05 V2V2-F (T90), H05 BB-F
Voor het deel van de kabel raadpleegt u
het totale vermogen op het typeplaatje. U
kunt ook de tabel raadplegen:
Totaal vermogen
(W)
Deel van de kabel
(mm²)
maximaal 1380 3 x 0.75
maximaal 2300 3 x 1
maximaal 3680 3 x 1.5
De aardekabel (groene/gele kabel) moet 2
cm langer zijn dan de fase- en neutrale
kabels (blauwe en bruine kabels).
36
ENERGIEZUINIGHEID
Productkaart en informatie volgens EU 65-66/2014
Naam leverancier Juno
Modelidentificatie JB136D8
Energie-efficiëntie Index 81.2
Energie-efficiëntieklasse A+
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand bo‐
ven + onderwarmte
0.93 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand hete‐
lucht
0.69 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Elektriciteit
Volume 72 l
Soort oven Inbouwoven
Massa 36.1 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - deel 1: Reeksen, ovens,
stoomovens en grills - Methoden voor
prestatiemeting.
Energiebesparing
Deze oven bevat functies die u
helpen energie te besparen
tijdens het dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed
gesloten is als u het apparaat in werking
stelt. De deur niet openen tijdens de
bereiding met stoom. Houd het deurrubber
schoon en zorg ervoor dat het goed op
zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen schalen om meer
energie te besparen.
Indien mogelijk de oven niet
voorverwarmen voordat u er voedsel in
plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer dan
30 minuten de oventemperatuur met
minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van
de bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt
ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Houd de onderbrekingen tussen het
bakken zo kort mogelijk als u een aantal
gerechten tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als een
programma met tijdselectie (Duur of
Einde) in werking is en de bereidingstijd
langer is dan 30 minuten, de
verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte te
gebruiken en een maaltijd warm te
37
houden. Het indicatielampje van de
restwarmte of temperatuur verschijnt op
het display.
Koken met de verlichting uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken
uit. Doe het aan als u het nodig heeft.
Multi Hetelucht (Vochtig)
Functie is ontworpen om tijdens de
bereiding energie te besparen. Het
functioneert op zodanige wijze dat de
temperatuur in de ovenruimte tijdens een
kookcyclus kan verschillen van de
temperatuur die staat aangegeven op het
display. Kooktijden kunnen verschillend
zijn van de kooktijden in andere
programma's.
Wanneer u Multi hetelucht (vochtig)
gebruikt, wordt de lamp automatisch na 30
seconden uitgeschakeld. U kunt de
verlichting weer inschakelen maar deze
handeling vermindert de verwachte
energiebesparingen.
Het display deactiveren
U kunt het display uitschakelen. Houd
en tegelijkertijd ingedrukt. Herhaal
deze stap om het in te schakelen.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid
te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
38

Documenttranscriptie

2 INHOUDSOPGAVE Veiligheidsinformatie 2 Veiligheidsvoorschriften 3 Beschrijving van het product 7 Bedieningspaneel 7 Voordat u het apparaat voor de eerste 9 keer gebruikt Dagelijks gebruik 10 Klokfuncties 12 Automatische programma's Gebruik van de accessoires Extra functies Aanwijzingen en tips Onderhoud en reiniging Probleemoplossing Montage Energiezuinigheid 14 16 16 19 30 33 35 37 Wijzigingen voorbehouden. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet. Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging, dan dient dit geactiveerd te worden. Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden gehouden. 3 Algemene veiligheid • • • • • • • • • • Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren en de kabel vervangen. WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht. Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei te plaatsen of verwijderen. Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken. Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen. Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken. Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Overtollige voedselresten moeten verwijderd worden alvorens de pyrolytische reiniging te starten. Verwijder alle onderdelen van de oven. Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden. Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Montage WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. 4 • Wees altijd voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat omdat het zwaar is. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. • Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats. • Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht. • Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd. • De zijkanten van het apparaat moeten naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte. • Het apparaat is uitgerust met een elektrisch koelsysteem. Het heeft elektrische stroom nodig. Aansluiting op het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. • Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice. • Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat, met name niet als deze heet is. • De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. • Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. • De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm. • Sluit de deur van het apparaat volledig voordat u de stekker in het stopcontact steekt. • Dit apparaat voldoet aan de EUrichtlijnen. Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden, elektrische schokken of een explosie. • Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. • Schakel het apparaat telkens na gebruik uit. • Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat als het apparaat aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen. • Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water. 5 • Oefen geen kracht uit op een geopende deur. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. • Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcoholluchtmengsel ontstaan. • Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur. • Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • Om schade of verkleuring van het email te voorkomen: – zet geen kookgerei of andere voorwerpen direct op de bodem van het apparaat. – leg geen aluminiumfolie op de bodem van de ruimte in het apparaat. – plaats geen water direct in het hete apparaat. – haal vochthoudende schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken. – wees voorzichtig bij het verwijderen of bevestigen van accessoires. • Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet van invloed op de werking van het apparaat. • Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten. Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken. • Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer. • Alle bereidingen moeten worden uitgevoerd met gesloten ovendeur. • Als het apparaat achter een meubelpaneel gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan voor dat de deur nooit gesloten is als het apparaat in werking is. Warmte en vocht kunnen achter een gesloten meubelpaneel ophopen en schade aan het apparaat, de behuizing of de vloer veroorzaken. Sluit het meubelpaneel niet tot het apparaat volledig afgekoeld is na gebruik. Onderhoud en reiniging WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat. • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. • Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken. • Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met een erkend servicecentrum. • Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat verwijdert. De deur is zwaar! • Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat. • Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. • Raadpleeg, als u een ovenspray gebruikt, eerst de aanwijzingen op de verpakking. • Reinig niet het katalytisch email (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel. Pyrolysereiniging WAARSCHUWING! Risico op letsel / Brand / Chemische uitstoot (dampen) in pyrolitische modus. • Voordat u de pyrolytische zelfsreinigingsfunctie of de functie Het eerste gebruik uitvoert, moet u eerst de volgende items uit de binnenkant oven verwijderen: 6 • • • • • • – eventueel grote hoeveelheden etensresten, olie of gemorst vet / afzetttingen. – eventueel verwijderbare objecten (inclusief plateaus, zijrails, etc., die met het product zijn meegeleverd), in het bijzonder potten en pannen met antiaanbaklaag, ovenroosters, kookgerei, etc. Lees zorgvuldig alle instructies voor pyrolytische reiniging. Houd kinderen uit de buurt van het apparaat als de pyrolytische reiniging in werking is. Het apparaat wordt erg heet en er komt hete lucht uit de ventilatieopeningen aan de voorkant. Pyrolytische reiniging wordt uitgevoerd onder hoge temperaturen waarbij er rook van kookresten en constructiematerialen kan komen. Daarom gelden de volgende aanbevelingen voor consumenten: – zorg voor goede ventilatie tijdens en na elke pyrolytische reiniging. – zorg tijdens en na het eerste gebruik bij maximumtemperatuur voor voldoende verluchting. In tegenstelling tot mensen, kunnen bepaalde vogels en reptielen zeer gevoelig zijn voor mogelijke rookgassen die tijdens het reinigingsproces van alle pyrolytische ovens worden uitgestoten. – Houd huisdieren (met name vogels) uit de buurt van het apparaat tijdens en na de pyrolytische reiniging en gebruik eerst een programma bij maximale temperatuur in een goed geventileerde ruimte. Kleine huisdieren kunnen ook zeer gevoelig zijn voor de plaatselijke temperatuurwijzigingen in de nabijheid van alle pyrolytische ovens wanneer de pyrolytische reiniging in werking is. Anti-aanbaklagen in potten en pannen, schalen, keukengerei, enz. kunnen worden beschadigd door de hoge temperatuur van het pyrolytische reinigingsproces van alle pyrolytische ovens en kunnen mogelijk ook kleine hoeveelheden schadelijke gassen veroorzaken. • Rookgassen die vrijkomen uit alle pyrolytische ovens / kookresten zoals beschreven, zijn niet schadelijk voor mensen, inclusief zuigelingen of personen met medische aandoeningen. Binnenverlichting WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken! • De gloeilampen of halogeenlampen in dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden. • Voordat u het lampje vervangt, dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te halen. • Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties. Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg. • Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in het apparaat vast komen te zitten. Servicedienst • Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. • Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. 7 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT Algemeen overzicht 1 1 2 3 4 5 6 7 2 3 7 5 4 3 2 1 4 5 Bedieningspaneel Elektronische tijdschakelklok Verwarmingselement Lampje Ventilator Verwijderbare inschuifrail Roosterhoogtes 6 Accessoires • Grill-/braadpan Voor braden en roosteren of als schaal om vet op te vangen. • Bakrooster Voor kookgerei, bak- en braadvormen. • Bakplaat Voor gebak en koekjes. BEDIENINGSPANEEL Elektronische tijdschakelklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. Tip‐ toets 1 2 - Functie Beschrijving WEERGAVE Toont de huidige instellingen van het apparaat. AAN / UIT Het apparaat in- en uitschakelen 8 Tip‐ toets 3 4 5 6 7 8 9 10 Functie Beschrijving OPTIES Om een ovenfunctie of een automatisch program‐ ma in te stellen. MIJN FAVORIETE PROGRAMMA Het opslaan van uw favoriete programma's. Ge‐ bruik deze functie om uw favoriete programma rechtstreeks te openen, ook als het apparaat is uitgeschakeld. TEMPERATUUR / SNEL OPWAR‐ MEN De temperatuur in de oven of de temperatuur van de vleesthermometer instellen en controleren (in‐ dien aanwezig). Als u de knop drie seconden in‐ gedrukt houdt, wordt de functie Snel opwarmen inen uitgeschakeld. Rechtstreekse toegang tot de temperatuurinstelling van de eerste ovenfunctie wanneer het apparaat is uitgeschakeld. OMHOOG, OM‐ LAAG Omhoog of omlaag gaan in het menu. OK De selectie of instelling bevestigen. OVENVERLICH‐ TING Het lampje in- of uitschakelen. KLOK De klokfuncties instellen. KOOKWEKKER De Kookwekker instellen. Display A B G C F E D A. Ovenfunctiesymbool B. Display van temperatuur/tijd C. Weergave Klok/restwarmte/ kookwekker D. Restwarmte-indicatie E. Indicatielampjes voor de klokfuncties F. Opwarmindicatie/Indicatielampje snelverhitting G. Nummer van een ovenfunctie/het programma 9 Andere indicaties op het display: Sym‐ bool / / Naam Beschrijving Functies U kunt een ovenfunctie kiezen. Automatisch programma U kunt een automatisch programma kie‐ zen. Mijn favoriete programma Het programma Favoriet is in werking. kg / g Een automatisch programma met gewicht‐ invoer is in werking. u / min Een klokfunctie is in werking. Temperatuur / Snel opwarmen De functie werkt. Huishoudelijk De actuele temperatuur wordt aangege‐ ven. Huishoudelijk U kunt deze temperatuur wijzigen. Deurslot De functie deurvergrendeling is ingescha‐ keld. Binnenverlichting U hebt het licht uitgeschakeld. Kookwekker De kookwekker staat aan. Voorverwarmindicatie Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de balkjes op het display branden. De balkjes geven aan dat de temperatuur in het apparaat toe- of afneemt. Wanneer het apparaat de ingestelde temperatuur heeft bereikt, verdwijnen de balkjes van het display. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Raadpleeg voor het instellen van de dagtijd het hoofdstuk "Klokfuncties". Eerste reiniging Verwijder all accessoires en verwijderbare inschuifrails uit de oven. Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'. Reinig de oven en accessoires voor het eerste gebruik. Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails terug in de beginstand. Voorverwarmen Warm het lege apparaat voor het eerste gebruik voor. 10 1. Selecteer de functie Boven-/ onderwarmte en de maximumtemperatuur. 2. Laat het apparaat een uur werken. 3. Stel de functie Multi hetelucht en de maximumtemperatuur in. 4. Laat het apparaat 15 minuten werken. Accessoires kunnen heter worden dan normaal. Het apparaat kan een vreemde geur en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie in de ruimte is. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Het apparaat gebruiken U kunt het apparaat gebruiken in: • de handmatige modus • automatische programma's Ovenfuncties Ovenfunctie Applicatie Multi Hetelucht Om op drie ovenniveaus te bakken of om voedsel te dro‐ gen.Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in dan voor Bo‐ ven-/onderwarmte. Pizza Hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met intensief bruineren en een krokantere korst. Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in dan voor boven-/onderwarmte. Lage Tempera‐ tuur Garen Voor het bereiden van mals en sappig braadvlees. Boven-/Onder‐ warmte Voor het bakken en braden op een ovenniveau. Bevroren Ge‐ rechten Om kant-en-klaar-gerechten zoals patat, aardappelpar‐ tjes of loempia's krokant te maken. Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte met botten op één niveau. Ook om te gratineren en te bruinen. Grill Intens Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoeveelhe‐ den en voor het maken van toast. Grill Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren. 11 Ovenfunctie Applicatie Multi Hetelucht (Vochtig) Voor het bakken van taarten, gebak, brood. Om tijdens de bereiding energie te besparen. Deze functie moet worden gebruikt in overeenstemming met de multihete‐ luchtkooktabel om de gewenste kookresultaten te berei‐ ken. Raadpleeg het hoofdstuk aanwijzingen en tips, mul‐ tiheteluchtkooktabel voor meer informatie over de aanbe‐ volen instellingen. Deze functie wordt gebruikt om de energie-efficiëntieklasse vast te stellen overeenkomstig EN 60350-1. Warmhouden Om het voedsel warm te houden. Ontdooien Deze functie kan gebruikt worden om bevroren voedsel te ontdooien zoals groente en fruit. De ontdooitijd hangt af van de hoeveelheid en dikte van het voedsel. Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem en het inmaken van voedsel. ECO Braden Als u deze functie tijdens het koken gebruikt, kunt u het energieverbruik optimaliseren. Voor meer informatie over de aanbevolen instellingen raadpleegt u het hoofdstuk 'Aanwijzingen en tips' met de equivalente ovenfunctie (Circulatiegrill). Pyrolyse Automatische pyrolytische reiniging van de oven. Hier‐ door worden vuilresten in de oven verbrand. De ovenfunctie instellen Temperatuur wijzigen 1. Schakel het apparaat in met of . Het display geeft de ingestelde temperatuur, het symbool en het nummer van de ovenfunctie weer. of aan om een 2. Raak ovenfunctie in te stellen. 3. Raak aan. Anders start het apparaat na vijf seconden automatisch. Raak of om de temperatuur in stappen van 5 °C te wijzigen. Wanneer het apparaat de ingestelde temperatuur heeft bereikt, weerklinkt er drie keer een geluidssignaal en gaat de verwarmingsindicatie uit. Als u het apparaat activeert en geen ovenfunctie of programma instelt, wordt het apparaat na 20 seconden automatisch uitgeschakeld. Temperatuur opvragen U kunt de temperatuur in het apparaat controleren wanneer de functie of het programma in werking is. 1. Tik op . Het temperatuur-/tijddisplay geeft de temperatuur in het apparaat aan. 2. Raak aan om terug te keren naar de ingestelde temperatuur. Het display 12 geeft dit na vijf seconden automatisch weer. Functie Snel opwarmen Leg geen voedsel in de oven wanneer de functie Snel opwarmen is ingeschakeld. De functie Snel opwarmen is niet bij elke ovenfunctie beschikbaar. Als de Fouttoon is ingeschakeld in het Instelmenu zal als deze functie niet beschikbaar is voor de ingestelde functie, er een geluidssignaal klinken. Raadpleeg "Het instelmenu gebruiken". De functie Snel opwarmen verlaagt de opwarmtijd. Om deze functie te activeren, tik op en houd meer dan drie seconden ingedrukt. Als u de functie Snel opwarmen activeert, één gaan de balkjes op het display voor één knipperen en gaat branden om aan te geven dat de functie werkt. KLOKFUNCTIES Tabel met klokfuncties Klokfunctie 00:00 Applicatie DAGTIJD De tijd van de dag controleren of wijzigen. U kunt de dag‐ tijd alleen wijzigen als het apparaat aanstaat. DUUR Instellen hoe lang het apparaat in werking is. EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. TIJDUITSTEL Combineren van de functie TIJDSDUUR en EINDE. QUICK START Het apparaat wordt op een later tijdstip met één aanraking van de tiptoets met de benodigde instellingen gestart. KOOKWEKKER Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven. U kunt de KOOKWEKKER op elk gewenst moment instellen, ook als het apparaat uit staat. TIMER MET OP‐ TELFUNCTIE Om de optelfunctie in te stellen; toont hoe lang het appa‐ raat in werking is. Deze functie heeft geen invloed op de werking van het apparaat. Deze wordt onmiddellijk inge‐ schakeld wanneer de oven begint met opwarmen. De OP‐ TELTIMER is niet geactiveerd als TIJDSDUUR en EINDE zijn ingesteld. Dagtijd instellen en wijzigen Wacht bij eerste aansluiting op de stroom totdat het display en 12:00 weergeeft. "12" knippert. 1. Raak stellen. 2. Raak of aan om het uur in te of aan. 3. Raak of aan om de minuten in te stellen. 4. Raak of aan. Op het display verschijnt de nieuwe tijd. Raak om de tijd van de dag te wijzigen keer op keer aan totdat begint te knipperen. 13 De DUUR instellen 1. Selecteer een ovenfunctie en de temperatuur. 2. Raak herhaaldelijk aan totdat in het display gaat knipperen. of aan om de minuten 3. Raak van de TIJDSDUUR in te stellen. 4. Raak aan. Anders start de TIJDSDUUR na vijf seconden automatisch. 5. Gebruik of om de uren van de TIJDSDUUR in te stellen. . Anders start de 6. Tik op TIJDSDUUR na vijf seconden automatisch. Wanneer de ingestelde tijd eindigt, weerklinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal en knipperen en de tijd in het display. Het apparaat wordt uitgeschakeld. 7. Raak een tiptoets aan of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen. 8. Schakel het apparaat uit. Het EINDE instellen 1. Selecteer een ovenfunctie en de temperatuur. herhaaldelijk aan totdat in 2. Raak het display gaat knipperen. 3. Gebruik of om het EINDE in te stellen en of om te bevestigen. U stelt eerst de minuten en dan de uren in. Wanneer de ingestelde tijd eindigt, weerklinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal en knipperen en de tijd in het display. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld. 4. Raak een tiptoets aan of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen. 5. Schakel het apparaat uit. De functie TIJDVERTRAGING instellen 1. Stel een ovenfunctie en de temperatuur in. 2. Raak herhaaldelijk aan totdat in het display gaat knipperen. of aan om de minuten 3. Raak van de DUUR in te stellen. 4. Tik op . 5. Gebruik of om de uren van de DUUR in te stellen. aan en het apparaat schakelt 6. Raak naar de instelling van de EINDEfunctie. Op het display knippert . 7. Gebruik of om het EINDE in te stellen en of om te bevestigen. U stelt eerst de minuten en dan de uren in. Het apparaat gaat later automatisch aan, werkt voor de ingestelde BEREIDINGSDUUR en stop aan op de ingestelde EINDTIJD. Op de ingestelde tijd klinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal en knipperen en de tijd in het display. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld. 8. Raak een tiptoets aan of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen. 9. Schakel het apparaat uit. Wanneer de tijdvertragingsfunctie wordt ingeschakeld, geeft het display het statische symbool van de ovenfunctie weer, met een punt en . De punt geeft aan welke klokfunctie zich op het display voor de klok-/ restwarmte bevindt. SET+GO instellen U kunt de functie SET+GO alleen gebruiken als de DUUR is ingesteld. 14 1. Selecteer een ovenfunctie (of een programma) en de temperatuur. 2. Stel de TIJDSDUUR in. 3. Raak herhaaldelijk aan totdat in het display knippert. 4. Raak aan om de functie SET+GO in te stellen. Het display geeft en met een indicatie weer. Deze indicatie wordt weergegeven wanneer de klokfunctie wordt geactiveerd. 5. Raak een sensorveld aan (behalve AAN/UIT) om de functie SET+GO te starten. De KOOKWEKKER instellen 1. Tik op . en "00" knipperen in het display. 2. Gebruik om tussen de opties te kiezen. U moet eerst seconden en dan minuten en uren instellen. 3. Gebruik of om de KOOKWEKKER in te stellen en bevestig met . 4. Raak aan. Anders start de KOOKWEKKER na vijf seconden automatisch. Wanneer de ingestelde tijd eindigt, weerklinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal en knipperen "00:00" en in het display. 5. Raak een tiptoets aan of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen. TIMER MET OPTELFUNCTIE 1. Om de Optelfunctie te resetten, tik herhaaldelijk op tot in het display knippert. aan totdat op het display 2. Raak "00:00" staat en de timer met optelfunctie weer opnieuw begint te tellen. AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Er zijn 20 automatische programma's. Gebruik een automatisch programma of een recept als u geen kennis over of ervaring in het bereiden van een gerecht hebt. Het display toont de standaardkooktijd voor alle automatische programma's. Automatische programma's Programmanummer Programmanaam 1 GEBRADEN VLEES 2 GEROOSTERD VARKENSVLEES 3 GEROOSTERD KALFSVLEES 4 GEROOSTERD LAMSVLEES 5 GEROOSTERD WILD 6 HELE KIP 15 Programmanummer Programmanaam 7 VISFILET 8 PIZZA 9 QUICHE LORRAINE 10 CITROENCAKE 11 KWARKTAART 12 GOOIT 13 VOLKORENBROOD 14 DEEG LATEN RIJZEN 15 AARDAPPELGRATIN 16 LASAGNE 17 CANNELLONI 18 KANT-EN-KLARE TAART 19 AFBAKPIZZA 20 KANT-EN-KLARE AARDAPPELGERECHTEN Automatische programma's 1. Schakel het apparaat in. 2. Tik op . Het display geeft , een symbool en nummer van het automatische programma weer. 3. Raak of aan om het automatische programma te kiezen. 4. Tik op of wacht vijf seconden tot het apparaat automatisch start. 5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, klinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal. Het symbool knippert. 6. Raak een tiptoets aan of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen. 7. Schakel het apparaat uit. Automatische programma's met gewichtinvoer Als u het gewicht van het vlees instelt, berekent het apparaat de braadtijd. 1. Schakel het apparaat in. 2. Tik op . 3. Raak of aan om het gewichtprogramms in te stellen. Op het display verschijnt: de kooktijd, duursymbool, , een standaard gewicht, een maateenheid (kg, g). 4. Raak aan. Anders worden de instellingen na vijf seconden automatisch opgeslagen. Het apparaat wordt ingeschakeld. 5. U kunt het standaardgewicht wijzigen of . Tik op . met 6. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, klinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal. knippert. 7. Raak een tiptoets aan of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen. 8. Schakel het apparaat uit. 16 GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. De accessoires plaatsen Bakrooster en bakplaat / diepe pan samen: Plaats de bakplaat / diepe pan tussen de geleiders van de inschuifrails en het bakrooster op de geleiders erboven. Bakrooster: Plaats het rooster tussen de geleidestangen van de roostersteun en zorg ervoor dat de pootjes omlaag staan. Bakplaat / Diepe pan: Kleine inkepingen bovenaan verhogen de veiligheid. Deze inkepingen zorgen er ook voor dat ze niet omkantelen. De hoge rand rond het rooster voorkomt dat het kookgerei van het rooster afglijdt. Schuif de bakplaat / diepe pan tussen de geleidestangen van de roostersteun. EXTRA FUNCTIES Gebruik van de functie Mijn favoriet programma Gebruik deze functie voor het opslaan van uw favoriete temperatuur- en tijdinstellingen van een ovenfunctie of programma. 1. Stel de temperatuur en tijd voor een ovenfunctie of programma in. 2. Raak gedurende langer dan drie seconden aan. Er klinkt een geluidssignaal. 3. Schakel het apparaat uit. • Voor het inschakelen van de functie raakt u aan. Het apparaat start het programma Favoriet. 17 Wanneer de functie in werking is, kunt u de tijd en temperatuur veranderen. • Voor het uitschakelen van de functie raakt u aan. Het apparaat beëindigt het programma Favoriet. Gebruik van het Kinderslot Het kinderslot voorkomt dat het apparaat per ongeluk in werking wordt gesteld. Als de pyrolysefunctie actief is, wordt de deur vergrendeld. Er verschijnt een melding op het display als u een tiptoets aanraakt. 1. Om de functie te activeren, deactiveer het apparaat met . Stel geen ovenfunctie in. 2. Houd en gedurende ten minste 2 seconden samen ingedrukt. Er klinkt een geluidssignaal. SAFE verschijnt op het display. De deur blijft vergrendeld. Om het Kinderslot te deactiveren, herhaal stap 2. Gebruik van de Functievergrendeling U kunt de functie alleen inschakelen als het apparaat in werking is. 1. Om de functie te activeren, schakel het apparaat in. 2. Schakel een ovenfunctie of instelling in. 3. Houd en gedurende ten minste 2 seconden samen ingedrukt. Er klinkt een geluidssignaal. Loc verschijnt op het display. Om de Functievergrendeling te deactiveren, herhaal stap 3. Als de pyrolysefunctie actief is, wordt de deur vergrendeld. Er verschijnt een melding op het display als u een tiptoets aanraakt. U kunt het apparaat uitschakelen als de toetsblokkering aan is. Als u het apparaat uit zet, wordt de toetsblokkering uitgeschakeld. Gebruik van het instellingenmenu U kunt het instellingenmenu alleen instellen wanneer de oven is uitgeschakeld. Het instellingenmenu laat u toe om functies in het hoofdmenu te activeren en deactiveren. Het display toont SET en het nummer van de instelling. Toetsblokkering voorkomt dat een ovenfunctie per ongeluk wordt ingeschakeld. Beschrijving In te stellen waarde 1 QUICK START AAN/UIT 2 RESTWARMTE-INDICATIE AAN/UIT 3 REINIGINGSHERINNERING AAN/UIT 4 TOETSVOLUME1) KLIKKEN / PIEPEN / UIT 5 FOUTTOON AAN/UIT 18 Beschrijving In te stellen waarde 6 ONDERHOUDSMENU - 7 INSTELLINGEN RESETTEN JA / NEE 1) Het geluid van de tiptoets AAN / UIT kan niet worden uitgeschakeld. 1. Als het apparaat uitstaat, houdt 3 seconden ingedrukt. Het display geeft "SET1" weer en "1" knippert. 2. Raak of aan om de instelling te bevestigen. 3. Tik op . 4. Raak of aan om de waarde van de instelling te wijzigen. . 5. Tik op Raak om het Instellingenmenu te verlaten vast. aan of houd Automatische uitschakeling Om veiligheidsredenen wordt het apparaat na een tijdje automatisch uitgeschakeld als een ovenfunctie werkt en u geen instellingen wijzigt. Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u) 30 - 115 12.5 120 - 195 8.5 200 - 245 5.5 250 - maximum 1.5 Na een automatische uitschakeling, raakt u een tiptoets aan om het apparaat weer in werking te stellen. De automatische uitschakeling werkt niet met de functies: licht, langzaam garen, duur, einde, tijduitstel. Helderheid van het display Er zijn twee standen voor de helderheid van het display: • Helderheid 's nachts - wanneer het apparaat uit staat, is de helderheid van het display tussen 22:00 en 06:00 lager. • Helderheid overdag: – als het apparaat aan staat. – als u tijdens helderheid 's nachts een tiptoets aanraakt (behalve AAN/UIT), keert het display gedurende 10 seconden terug naar helderheid voor overdag. – als het apparaat uit staat en u de kookwekker hebt ingesteld. Wanneer de kookwekker eindigt, keert het display terug naar helderheid voor 's nachts. Koelventilator Als de oven in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van de oven koel te houden. Na het uitschakelen van de oven blijft de ventilatie doorgaan totdat de oven is afgekoeld. Veiligheidsthermostaat Een onjuiste bediening van het apparaat of defecte componenten kunnen gevaarlijke oververhitting veroorzaken. Om dit te voorkomen is de oven voorzien van een veiligheidsthermostaat die de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld. 19 AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten. Algemene informatie • Het apparaat heeft vijf inzetniveaus. Tel de inzetniveaus vanaf de bodem van het apparaat. • Het apparaat heeft een speciaal systeem dat de lucht circuleert en voor doorlopende recycling van stoom zorgt. Dankzij dit systeem is het mogelijk om voedsel te bereiden in een atmosfeer met stoom en worden de gerechten zacht van binnen en knapperig van buiten. Bovendien worden de bereidingstijd en het energieverbruik tot een minimum beperkt. • Vocht kan in het apparaat of op de glazen deurpanelen condenseren. Dit is normaal. Ga altijd iets terug staan van het apparaat als u de deur van het apparaat tijdens de werking opent. Om de condens te verminderen, dient u het apparaat 10 minuten te laten voorverwarmen. • Veeg na elk gebruik het vocht van het apparaat. • Plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek de bodem tijdens de bereiding niet met aluminiumfolie. Dit kan de bakresultaten veranderen en de emaillelaag beschadigen. Voor de bereiding van gebak • De ovendeur mag pas worden geopend als driekwart van de baktijd is verstreken. • Als u twee bakplaten tegelijkertijd gebruikt, dient u één niveau ertussen leeg te laten. Voor de bereiding van vlees en vis • Gebruik een diepe bak voor erg vet voedsel om te oven te behoeden voor blijvende vetvlekken. • Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten voordat u het aansnijdt, zodat het vleessap er niet uit stroomt. • Om te veel rook tijdens het braden in de oven te vermijden, kunt u een beetje water in de lekbak gieten. Om rook te vermijden, voegt u water toe wanneer het is opgedroogd. Bereidingstijden De bereidingsduur is afhankelijk van het soort voedsel, de samenstelling en het volume. Houd in eerste instantie het bereidingsproces in de gaten. Zoek bij het gebruik van dit apparaat de beste instellingen (temperatuur, bereidingsduur, etc.) voor uw kookgerei, recepten en hoeveelheden. 20 Bak- en braadschema Taart Gerecht Boven-/onderwarmte Multi hetelucht Tijd (min) Opmer‐ kingen Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Schuim‐ taart 170 2 160 3 (2 en 4) 45 - 60 In een cakevorm Zand‐ taartdeeg 170 2 160 3 (2 en 4) 20 - 30 In een cakevorm Kwark‐ taart met karne‐ melk 170 1 165 2 80 - 100 In een cakevorm van 26 cm Appelge‐ bak (ap‐ pel‐ 170 2 160 2 (links en rechts) 80 - 100 In twee cakevor‐ men van 20 cm op een bak‐ rooster Strudel 175 3 150 2 60 - 80 Op een bakplaat Confituur‐ taart 170 2 165 2 (links en rechts) 30 - 40 In een cakevorm van 26 cm Cake, zacht 170 2 150 2 40 - 50 In een cakevorm van 26 cm Kerstge‐ bak / Rijkgevul‐ de vruch‐ 160 2 150 2 90 - 120 In een cakevorm van 20 cm 175 1 160 2 50 - 60 In een brood‐ vorm 170 3 150 - 160 3 20 - 30 Op een bakplaat taart)1) tencake1) Pruimen‐ taart1) Cakejes één ni‐ veau1) 21 Gerecht Boven-/onderwarmte Multi hetelucht Tijd (min) Opmer‐ kingen Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte - - 140 - 150 2 en 4 25 - 35 Op een bakplaat - - 140 - 150 1, 3 en 5 30 - 45 Op een bakplaat Koekjes / geba‐ kreepjes één ni‐ veau 140 3 140 - 150 3 25 - 45 Op een bakplaat Koekjes / geba‐ kreepjes twee ni‐ veaus - - 140 - 150 2 en 4 35 - 40 Op een bakplaat Koekjes / geba‐ kreepjes drie ni‐ veaus - - 140 - 150 1, 3 en 5 35 - 45 Op een bakplaat Schuim‐ gebakjes - één ni‐ veau 120 3 120 3 80 - 100 Op een bakplaat Schuim‐ gebakjes - twee ni‐ - - 120 2 en 4 80 - 100 Op een bakplaat 190 3 190 3 12 - 20 Op een bakplaat Eclairs één ni‐ veau 190 3 170 3 25 - 35 Op een bakplaat Eclairstwee ni‐ veaus - - 170 2 en 4 35 - 45 Op een bakplaat Cakejes twee ni‐ veaus1) Cakejes drie ni‐ veaus1) veaus1) Brood‐ jes1) 22 Gerecht Boven-/onderwarmte Multi hetelucht Tijd (min) Opmer‐ kingen Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Taartjes 180 2 170 2 45 - 70 In een cakevorm van 20 cm Rijkgevul‐ de vruch‐ tencake 160 1 150 2 110 - 120 In een cakevorm van 24 cm Victoria‐ taart met jamvul‐ 170 1 160 2 (links en rechts) 30 - 50 In een cakevorm van 20 cm Tijd (min) Opmer‐ kingen ling1) 1) Verwarm de oven 10 minuten voor. Brood en pizza Gerecht Boven-/onderwarmte Multi hetelucht Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte 190 1 190 1 60 - 70 1-2 stuks, 500 gram per stuk Rogge‐ brood 190 1 180 1 30 - 45 In een brood‐ vorm Brood‐ 190 2 180 2 (2 en 4) 25 - 40 6-8 broodjes op een bakplaat Pizza1) 230 - 250 1 230 - 250 1 10 - 20 Op een bakplaat of in een braadpan Scones1) 200 3 190 3 10 - 20 Op een bakplaat Wit‐ brood1) jes1) 1) Verwarm de oven 10 minuten voor. 23 Flans Gerecht Boven-/onderwarmte Multi hetelucht Tijd (min) Opmer‐ kingen Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Pasta‐ taart 200 2 180 2 40 - 50 In een vorm Hartige groenten‐ taart 200 2 175 2 45 - 60 In een vorm Qui‐ 180 1 180 1 50 - 60 In een vorm 180 - 190 2 180 - 190 2 25 - 40 In een vorm 180 - 190 2 180 - 190 2 25 - 40 In een vorm Tijd (min) Opmer‐ kingen ches1) Lasag‐ ne1) Cannello‐ ni1) 1) Verwarm de oven 10 minuten voor. Vlees Gerecht Boven-/onderwarmte Multi hetelucht Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Rund‐ vlees 200 2 190 2 50 - 70 Op een bakroos‐ ter Varkens‐ rug 180 2 180 2 90 - 120 Op een bakroos‐ ter Kalfs‐ vlees 190 2 175 2 90 - 120 Op een bakroos‐ ter Engelse rosbief, rood 210 2 200 2 50 - 60 Op een bakroos‐ ter Engelse rosbief, medium 210 2 200 2 60 - 70 Op een bakroos‐ ter 24 Gerecht Boven-/onderwarmte Multi hetelucht Tijd (min) Opmer‐ kingen Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Engelse rosbief, doorbak‐ ken 210 2 200 2 70 - 75 Op een bakroos‐ ter Varkens‐ schouder 180 2 170 2 120 - 150 Met zwoerd Varkens‐ schenkel 180 2 160 2 100 - 120 2 stuks Lams‐ vlees 190 2 175 2 110 - 130 Bout Kip 220 2 200 2 70 - 85 Heel Kalkoen 180 2 160 2 210 - 240 Heel Eend 175 2 220 2 120 - 150 Heel Gans 175 2 160 1 150 - 200 Heel Konijn 190 2 175 2 60 - 80 In stuk‐ ken ge‐ sneden Haas 190 2 175 2 150 - 200 In stuk‐ ken ge‐ sneden Fazant 190 2 175 2 90 - 120 Heel Tijd (min) Opmer‐ kingen Vis Gerecht Boven-/onderwarmte Multi hetelucht Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Forel / Zeebra‐ sem 190 2 175 2 40 - 55 3 - 4 vis‐ sen Tonijn / zalm 190 2 175 2 35 - 60 4 - 6 filets Grill Verwarm de lege oven 3 minuten voor. 26 Varkensvlees Gerecht Gewicht (kg) Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐ hoogte Schouderstuk, nekstuk, hamlap 1 - 1.5 160 - 180 90 - 120 1 of 2 Kotelet, ribbetje 1 - 1.5 170 - 180 60 - 90 1 of 2 Gehaktbrood 0.75 - 1 160 - 170 50 - 60 1 of 2 Varkensschenkel (voorgekookt) 0.75 - 1 150 - 170 90 - 120 1 of 2 Gerecht Gewicht (kg) Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog‐ te Geroosterd kalfsvlees 1 160 - 180 90 - 120 1 of 2 Kalfsschenkel 1.5 - 2 160 - 180 120 - 150 1 of 2 Gerecht Gewicht (kg) Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog‐ te Lamsbout, ge‐ roosterd lams‐ vlees 1 - 1.5 150 - 170 100 - 120 1 of 2 Lamsrug, medi‐ um 1 - 1.5 160 - 180 40 - 60 1 of 2 Gerecht Gewicht (kg) Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog‐ te Stukken gevo‐ gelte 0,2 - 0,25 elk 200 - 220 30 - 50 1 of 2 Halve kip 0,4 - 0,5 elk 190 - 210 35 - 50 1 of 2 Kip, haantje 1 - 1.5 190 - 210 50 - 70 1 of 2 Eend 1.5 - 2 180 - 200 80 - 100 1 of 2 Gans 3.5 - 5 160 - 180 120 - 180 1 of 2 Turkije 2.5 - 3.5 160 - 180 120 - 150 1 of 2 Turkije 4-6 140 - 160 150 - 240 1 of 2 Kalfsvlees Lamsvlees Gevogelte 27 Vis (gestoomd) Gerecht Gewicht (kg) Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog‐ te Hele vis 1 - 1.5 210 - 220 40 - 60 1 of 2 Multi Hetelucht (Vochtig) Tijdens de bereiding mag u de deur van het apparaat enkel openen als het noodzakelijk is. Volg voor de beste resultaten de bereidingstijden op die hieronder in de tabel staan. Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster‐ hoogte Pastagratin 190 - 200 45 - 55 2 Aardappelgratin 160 - 170 60 - 75 2 Moussaka 180 - 200 75 - 90 2 Lasagne 160 - 170 55 - 70 2 Cannelloni 170 - 190 65 - 75 2 Broodpudding 150 - 160 75 - 90 2 Rijstpudding 170 - 190 45 - 60 2 Appeltaart 150 - 160 75 - 85 2 Witbrood 180 - 190 50 - 60 2 Lage Temperatuur Garen Gebruik deze functie voor malse, magere stukken vlees en vis. Deze functie is niet geschikt voor suddervlees of een vet varkensbraadstuk. In de eerste 10 minuten kunt u een oventemperatuur instellen tussen 80°C en 150°C. De standaard is 90°C. Nadat de temperatuur is ingesteld, blijft de oven werken bij 80°C. Gebruik de automatische lage temperatuur garen niet voor gevogelte. Altijd zonder deksel garen als u gebruik maakt van de functie. 1. Braad het vlees aan in een pan op de kookplaat op een zeer hoge stand gedurende 1 - 2 minuten aan elke kant. 2. Plaats het vlees in een diepe braadpan in de oven op het bakrooster. 3. Selecteer de functie Lage temperatuur garen . Gerecht Gewicht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog‐ te Biefstuk 1000 – 1.500 g 120 120 - 150 1 28 Gerecht Gewicht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog‐ te Runderbiefstuk 1000 – 1.500 g 120 90 - 150 3 Geroosterd kalfsvlees 1000 – 1.500 g 120 120 - 150 1 Steaks 200 – 300 g 120 20 - 40 3 Ontdooien Gerecht Gewicht (g) Ontdooitijd (min.) Nadooitijd (min) Opmerkingen Kip 1000 100 - 140 20 - 30 Leg de kip op een omge‐ keerde onderschotel in een groot bord. Halver‐ wege de bereidingstijd omdraaien. Vlees 1000 100 - 140 20 - 30 Halverwege de berei‐ dingstijd omdraaien. Vlees 500 90 - 120 20 - 30 Halverwege de berei‐ dingstijd omdraaien. Forel 150 25 - 35 10 - 15 - Aardbeien 300 30 - 40 10 - 20 - Boter 250 30 - 40 10 - 15 - Room 2 x 200 80 - 100 10 - 15 Room kan ook met nog licht bevroren deeltjes goed worden geklopt. Gebak 1400 60 60 - Inmaken - Onderwarmte • Gebruik alleen weckpotten van dezelfde afmetingen. • Gebruik geen weckpotten met een draai- of bajonetsluiting en metalen bakken. • Gebruik het eerste rooster van de bodem van deze functie. • Zet niet meer dan zes weckflessen van 1 liter op het bakrooster. • Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit ze af met een klem. • De weckpotten mogen elkaar niet raken. • Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat. • Als de vloeistof in de weckpotten begint te borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij weckpotten van 1 liter), stop de oven of verlaag de temperatuur tot 100 °C (raadpleeg de tabel). 29 Zachte vruchten Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken tot het parelen be‐ gint (min) Door blijven koken op 100 °C (min.) Aardbeien / bosbes‐ sen / frambozen / rij‐ pe kruisbessen 160 - 170 35 - 45 - Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken tot het parelen be‐ gint (min) Door blijven koken op 100 °C (min.) Peren / kweeperen / pruimen 160 - 170 35 - 45 10 - 15 Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken tot het parelen be‐ gint (min) Door blijven koken op 100 °C (min.) Wortelen 1) 160 - 170 50 - 60 5 - 10 Komkommers 160 - 170 50 - 60 - Gemengde augur‐ ken 160 - 170 50 - 60 5 - 10 Koolrabi / erwten / asperges 160 - 170 50 - 60 15 - 20 Steenvruchten Groenten 1) Na uitschakeling in de oven laten staan. Drogen - Multi hetelucht • Gebruik hiervoor een met boterhampapier of bakpapier belegde plaat. • Stop de oven voor een beter resultaat halverwege de droogtijd, open de deur en laat het één nacht afkoelen om het drogen te voltooien. Groenten Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (u) Bonen 60 - 70 Paprika's 60 - 70 Groente in het zuur 60 - 70 Roosterhoogte 1 stand 2 standen 6-8 3 1/4 5-6 3 1/4 5-6 3 1/4 30 Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (u) Paddenstoelen 50 - 60 Kruiden 40 - 50 Roosterhoogte 1 stand 2 standen 6-8 3 1/4 2-3 3 1/4 Temperatuur (°C) Tijd (u) Roosterhoogte Pruimen 60 - 70 Abrikozen Fruit Gerecht 1 stand 2 standen 8 - 10 3 1/4 60 - 70 8 - 10 3 1/4 Schijfjes appel 60 - 70 6-8 3 1/4 Peren 60 - 70 6-9 3 1/4 ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Opmerkingen over schoonmaken • Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek en een warm sopje. • Gebruik voor metalen oppervlakken een specifiek reinigingsmiddel. • Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Vetophoping of andere voedingsresten kunnen brand veroorzaken. Het gevaar is groter voor de grillpan. • Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger. • Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek met een warm sopje en een reinigingsmiddel. • Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoongemaakt met een agressief reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of een afwasautomaat. Dit kan de antiaanbaklaag beschadigen. Apparaten van roestvrij staal of aluminium Maak de ovendeur alleen met een vochtige doek of natte spons schoon. Droog maken met een zachte doek. Vermijd het gebruik van staalwol, zure of schurende producten, deze kunnen de oppervlakken van de oven beschadigen. Maak het bedieningspaneel van de oven net zo voorzichtig schoon. Verwijderbare inschuifrails Als u de binnenkant van de oven wilt reinigen, verwijdert u de inschuifrails. LET OP! Wees voorzichtig bij het verwijderen van de inschuifrails. 1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit de zijwand. 31 Het lampje brandt niet tijdens de pyrolytische reiniging. 2. Trek de geleider bij de achterkant uit de zijwand en verwijder deze. 1 2 Installeer de verwijderde accessoires in de omgekeerde volgorde. 1. Verwijder het ergste vuil met de hand. 2. Reinig de binnenkant van de deur met heet water, zodat de resten niet inbranden door de hete lucht. 3. Schakel het apparaat in. 4. Stel de pyrolytische functie in. Raadpleeg de "Ovenfuncties". 5. Tik op . 6. Raak of aan om de duur in te stellen van de reinigingsprocedure: Optie Beschrijving 1 1:00 voor een lage vuilgraad 2 1:30 voor een gewone vuil‐ graad 3 2:30 voor een hoge vuilgraad Pyrolyse LET OP! Verwijder alle accessoires en uitneembare bakplaatsteunen. De pyrolysereinigingsprocedure kan niet worden gestart: • U heeft de ovendeur niet helemaal gesloten. Bij sommige modellen geeft de display "C3" weer als deze fout zich voordoet. LET OP! Als er andere apparaten in hetzelfde kastje zijn geïnstalleerd, gebruik ze dan niet tegelijk met de pyrolytische functie. Dit kan schade aan het apparaat veroorzaken. De deur wordt vergrendeld tijdens de en pyrolytische reiniging. Het symbool de balkjes van de verwarmingsindicatie lichten op totdat de deur weer is ontgrendeld. De deur wordt ontgrendeld wanneer de temperatuur in de oven onder de veiligheidvoorwaarde ligt en de pyrolytische reiniging is voltooid. U kunt de eindfunctie gebruiken om het starten van de reinigingsprocedure uit te stellen. aan om de Pyrolysefunctie in 7. Raak te schakelen. Reinigingsherinnering Het symbool voor de reinigingsherinnering knippert gedurende 10 seconden op het telkens als u het toestel hebt display uitgeschakeld om u eraan te herinneren dat pyrolytische reiniging is vereist. De reinigingsherinnering gaat uit: • na het einde van de functie pyrolytische reiniging. • als u het uitschakelt in de basisinstellingen. Raadpleeg het menu "De instellingen gebruiken". 32 De ovendeur reinigen De ovendeur heeft vier glazen panelen.U kunt de ovendeur en interne glazen panelen verwijderen om ze te reinigen. De ovendeur kan dichtslaan als u de glasplaten probeert te verwijderen als de ovendeur nog gemonteerd is. LET OP! Gebruik het apparaat nooit zonder de glasplaten. 1. Open de deur volledig en houd de twee deurscharnieren vast. 4. Leg de deur op een zachte doek op een stabiele ondergrond. 5. Deurafdekking (B) aan de bovenkant van de deur aan beide kanten vastpakken en naar binnen drukken om de klemsluiting te ontgrendelen. 2 B 1 2. Til de hendels op de twee scharnieren omhoog en draai ze. 3. Sluit de ovendeur halverwege tot de eerste openingsstand. Trek hem daarna naar voren en haal hem uit zijn zitting. 6. Trek de deur naar voren om hem te verwijderen. 7. Houd de glazen deurpanelen bij de bovenkant vast en trek ze er voorzichtig een voor een uit. Start bij het bovenste paneel. Zorg dat het glas volledig uit de geleiders schuift. 8. Reinig de glasplaten met een sopje. Droog de glasplaten voorzichtig af. Als u ze gereinigd hebt, monteer dan de glasplaten en de ovendeur. Voer 33 Het lampje vervangen bovenstaande stappen uit in de omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat u de glasplaten (A, B en C) weer in de juiste volgorde terugplaatst. Het middelste paneel (B) heeft een decoratief frame. De bedrukte zone moet naar de binnenkant van de deur gericht zijn. Zorg ervoor dat het oppervlak van het glasplaatframe (B) op de bedrukte zijde na de installatie niet ruw aanvoelt. A B C Leg een doek op de bodem van de binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt schade aan het afdekglas en de ovenruimte. WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrocutie! Maak de zekering los voordat u de lamp vervangt. De lamp en het afdekglas kunnen heet zijn. LET OP! Houd de halogeenlamp altijd met een doek vast om te voorkomen dat er vetrestjes op de ovenlamp verbranden. 1. Schakel het apparaat uit. 2. Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit. Het achterste lampje Zorg ervoor dat u het middelste ruitje correct in de uitsparingen plaatst. A B C PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 1. Draai het afdekglas van de lamp naar rechts en verwijder het. 2. Reinig het afdekglas. 3. Vervang de lamp door een geschikte 300°C hittebestendige lamp. 4. Plaats het afdekglas terug. 34 Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak oplossing U kunt de oven niet inscha‐ kelen of bedienen. De oven is niet aangesloten op een stopcontact of is niet goed geïnstalleerd. Controleer of de oven goed is aangesloten op het stop‐ contact (zie het aansluitdia‐ gram indien beschikbaar). De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in. De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in. De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden zijn niet ingesteld. Zorg ervoor dat de instellin‐ gen correct zijn. De oven wordt niet warm. De automatische uitschake‐ ling is actief. Raadpleeg 'Automatisch uit‐ schakelen'. De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geacti‐ veerd. Raadpleeg 'Het kinderslot gebruiken'. De oven wordt niet warm. De zekering is doorgesla‐ gen. Controleer of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installateur. Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje. Als de oven uit staat, toont het display de tijd niet. Het display is uitgeschakeld. Raak en tegelijkertijd aan om het display opnieuw te activeren. De bereiding van de gerech‐ ten duurt te lang of de ge‐ rechten worden te snel gaar. De temperatuur is te laag of te hoog. Pas indien nodig de tempe‐ ratuur aan. Volg het advies in de handleiding op. Stoom en condens slaan neer op de gerechten en in de ovenruimte. Het gerecht heeft te lang in de oven gestaan. Laat gerechten na het berei‐ den niet langer dan 15 - 20 minuten in de oven staan. Op het display verschijnt 'C3'. De reinigingsfunctie werkt niet. De deur is niet volledig gesloten of het deurslot is defect. Sluit de deur volledig. 35 Probleem Mogelijke oorzaak oplossing Op het display verschijnt 'F102'. • • • • U heeft de deur niet hele‐ maal gesloten. De deurvergrendeling is stuk. • Het display toont een foutco‐ de die niet in deze tabel staat. Er is een elektrische fout. • • Het apparaat staat aan maar wordt niet warm. De ventila‐ tor werkt niet. Op het display verschijnt "Demo". De demofunctie is ingescha‐ keld. Onderhoudgegevens Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling. Sluit de deur volledig. Schakel de oven uit via de huiszekering of de veiligheidsschakelaar in de zekeringkast en scha‐ kel deze weer in. Neem contact op met de klantenservice, wanneer 'F102' opnieuw wordt weergegeven. Schakel de oven uit via de huiszekering of de veiligheidsschakelaar in de zekeringkast en scha‐ kel deze weer in. Neem contact op met de klantenservice wanneer de foutcode opnieuw wordt weergegeven. Raadpleeg het menu 'De in‐ stellingen gebruiken' in het hoofdstuk 'Overige functies'. Het typeplaatje bevindt zich voor aan de binnenkant van het apparaat. Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte. De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren: Model (MOD.) ......................................... Productnummer (PNC) ......................................... Serienummer (S.N.) ......................................... MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 36 Elektrische installatie Inbouw De fabrikant is niet verantwoordelijk indien u deze veiligheidsmaatregelen uit hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt. 548 21 558 min. 550 114 16 20 600 min. 560 589 594 573 595 +/-1 5 3 Dit apparaat wordt geleverd met stekker en netsnoer. Kabel Kabeltypes die van toepassing zijn op de installatie of vervanging: H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RRF, H05 VVF, H05 V2V2-F (T90), H05 BB-F 548 21 min. 550 20 590 558 16 114 min. 560 589 594 573 595 +/-1 5 3 Bevestiging van het apparaat aan het kastje A B Voor het deel van de kabel raadpleegt u het totale vermogen op het typeplaatje. U kunt ook de tabel raadplegen: Totaal vermogen (W) Deel van de kabel (mm²) maximaal 1380 3 x 0.75 maximaal 2300 3x1 maximaal 3680 3 x 1.5 De aardekabel (groene/gele kabel) moet 2 cm langer zijn dan de fase- en neutrale kabels (blauwe en bruine kabels). 37 ENERGIEZUINIGHEID Productkaart en informatie volgens EU 65-66/2014 Naam leverancier Juno Modelidentificatie JB136D8 Energie-efficiëntie Index 81.2 Energie-efficiëntieklasse A+ Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand bo‐ ven + onderwarmte 0.93 kWh/cyclus Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand hete‐ lucht 0.69 kWh/cyclus Aantal ruimten 1 Warmtebron Elektriciteit Volume 72 l Soort oven Inbouwoven Massa 36.1 kg EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke kookapparaten - deel 1: Reeksen, ovens, stoomovens en grills - Methoden voor prestatiemeting. Energiebesparing Deze oven bevat functies die u helpen energie te besparen tijdens het dagelijks koken. Algemene tips Zorg ervoor dat de ovendeur goed gesloten is als u het apparaat in werking stelt. De deur niet openen tijdens de bereiding met stoom. Houd het deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op zijn plaats vastzit. Gebruik metalen schalen om meer energie te besparen. Indien mogelijk de oven niet voorverwarmen voordat u er voedsel in plaatst. Verlaag bij een bereidingsduur langer dan 30 minuten de oventemperatuur met minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van de bereidingsduur voordat de kooktijd verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt ervoor dat het gerecht wordt voltooid. U kunt de restwarmte gebruiken om andere maaltijden op te warmen. Houd de onderbrekingen tussen het bakken zo kort mogelijk als u een aantal gerechten tegelijkertijd bereidt. Bereiding met hete lucht Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met hete lucht om energie te besparen. Restwarmte Bij sommige ovenfuncties worden, als een programma met tijdselectie (Duur of Einde) in werking is en de bereidingstijd langer is dan 30 minuten, de verwarmingselementen automatisch eerder uitgeschakeld. De lamp en ventilator blijven wel werken. Eten warm houden Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om de restwarmte te gebruiken en een maaltijd warm te 38 houden. Het indicatielampje van de restwarmte of temperatuur verschijnt op het display. Koken met de verlichting uitgeschakeld Schakel de verlichting tijdens het koken uit. Doe het aan als u het nodig heeft. Multi Hetelucht (Vochtig) Functie is ontworpen om tijdens de bereiding energie te besparen. Het functioneert op zodanige wijze dat de temperatuur in de ovenruimte tijdens een kookcyclus kan verschillen van de temperatuur die staat aangegeven op het display. Kooktijden kunnen verschillend zijn van de kooktijden in andere programma's. Wanneer u Multi hetelucht (vochtig) gebruikt, wordt de lamp automatisch na 30 seconden uitgeschakeld. U kunt de verlichting weer inschakelen maar deze handeling vermindert de verwachte energiebesparingen. Het display deactiveren U kunt het display uitschakelen. Houd en tegelijkertijd ingedrukt. Herhaal deze stap om het in te schakelen. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

Juno JB136D8 Handleiding

Type
Handleiding

in andere talen