Yamaha RX-V563 de handleiding

Categorie
Ontvanger
Type
de handleiding
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
Nl
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3
Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur,
motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8
Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst.
Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11
Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan
de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel
met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt
bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op
C
SYSTEM OFF te
drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker
uit het stopcontact te halen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
............................. 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
............... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
21 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met
C
SYSTEM OFF. In deze
toestand is het toestel ontworpen om een zeer kleine
hoeveelheid stroom te verbruiken.
Dit symbool stemt overeen met de
EU-richtlijn 2002/96/EC
Dit symbool betekent dat elektrische en
elektronische apparaten aan het einde van
hun levensduur moeten worden aangeboden
voor gescheiden afvalverzameling.
Leef de plaatselijke voorschriften na en bied
uw oude producten niet aan bij het gewone
huisvuil.
1 Nl
VOORBEREIDINGEN
INLEIDING
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
APPENDIX
Nederlands
Kenmerken ............................................................. 2
Van start ................................................................. 3
Snelstartgids ........................................................... 4
Voorbereiding: Controleer de onderdelen ................ 4
Stap 1: Instellen van uw luidsprekers ....................... 5
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en andere componenten aan
.... 6
Stap 3: Druk op de SCENE 1 toets ........................... 7
Wat wilt u doen met dit toestel? ............................... 8
Aansluitingen ......................................................... 9
Achterpaneel ............................................................. 9
Luidsprekers opstellen ............................................ 10
Aansluiten van luidsprekers .................................... 11
Informatie over aansluitingen en stekkers .............. 13
Informatie over HDMI™ ........................................ 14
Stroomschema audio- en videosignalen ................. 15
Aansluiten van videocomponenten ......................... 16
Aansluiten van andere componenten ...................... 17
Aansluiten van audiocomponenten ......................... 19
Aansluiten van een Yamaha iPod™ universeel
dock of Bluetooth™ adapter .............................. 20
Gebruiken van de REMOTE IN/OUT aansluitingen
... 20
Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen
op het voorpaneel ............................................... 21
Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 21
Aansluiten van het netsnoer .................................... 22
Aan en uit zetten van dit toestel .............................. 23
Display voorpaneel ................................................. 24
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen
aan uw kamer ................................................... 26
Gebruiken van het AUTO SETUP ......................... 26
Selecteren van de SCENE sjablonen .................. 30
Selecteren van het gewenste SCENE sjabloon ....... 30
Uw eigen SCENE sjablonen maken ....................... 33
Gebruiken van de afstandsbediening voor de SCENE functie
... 34
Weergave .............................................................. 35
Basisbediening ........................................................ 35
Selecteren van audio ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT) ............................................. 36
Selecteren van de MULTI CH INPUT component
... 36
Weergeven van de huidige status van dit toestel
op een beeldscherm ............................................ 37
Gebruiken van een hoofdtelefoon ........................... 37
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ...... 37
Weergeven van videomateriaal als achtergrond
bij audiomateriaal ............................................... 38
Tonen van informatie over de signaalbron ............. 38
Gebruiken van de slaaptimer .................................. 39
Geluidsveldprogramma’s .................................... 40
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 40
Gebruiken van audiofuncties .............................. 43
Genieten van een hoge geluidskwaliteit ................. 43
Toonregeling ........................................................... 43
Instellen luidsprekerniveaus ................................... 43
Selecteren van de nacht-luisterfunctie .................... 44
FM/AM afstemmen ............................................. 45
Automatisch afstemmen ......................................... 45
Handmatig afstemmen ............................................ 45
Automatisch voorprogrammeren ............................ 46
Handmatig voorprogrammeren ............................... 46
Selecteren van voorkeuzezenders ........................... 47
Omwisselen van voorkeuzezenders ........................ 47
Radio Data Systeem afstemmen
(Alleen modellen voor Europa en Rusland)
......48
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 48
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY SEEK functie) ................ 49
Gebruiken van de dataservice voor verbetering
van het gebruik van andere netwerken
(Enhanced Other Networks; EON) ..................... 50
Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een
draagbare audiospeler met een USB aansluiting
...51
Bediening weergave ................................................ 51
Gebruiken van een iPod™ ...................................53
Bedienen van een iPod™ ........................................ 53
Gebruiken van Bluetooth™ componenten .........55
Verbinding tot stand brengen (“pairing”) tussen de
Bluetooth™ adapter en uw Bluetooth™ component
... 55
Weergave van een Bluetooth™ component ........... 55
Opnemen ...............................................................56
SET MENU ...........................................................57
Gebruiken van het SET MENU .............................. 58
1 SOUND MENU ................................................... 59
2 INPUT MENU ..................................................... 65
3 OPTION MENU .................................................. 67
Afstandsbedieningsfuncties .................................71
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
... 71
Instellen van afstandsbedieningscodes ................... 73
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone) ...74
Aansluiten Zone 2 ................................................... 74
Bediening Zone 2 .................................................... 75
Geavanceerde setup .............................................77
Oplossen van problemen ......................................78
Woordenlijst .........................................................88
Technische gegevens .............................................91
Index ......................................................................92
(aan het eind van deze handleiding)
Voorpaneel.....................................................................i
Afstandsbediening .................................................. ii
Lijst met afstandsbedieningscodes ....................... iii
Inhoud
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
AANVULLENDE INFORMATIE
APPENDIX
Over deze handleiding
y geeft een bedieningstip aan.
Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met
de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als
de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van
die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op
de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd
werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn
als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het
product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
•“
M
SPEAKERS” of “
3
DVD” (voorbeeld) geeft de naam
aan van een onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de
bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie
van de verschillende onderdelen.
•Het ” symbool met bladzijdenummer(s) geeft de
bijbehorende bladzijde(n) aan.
Kenmerken
2 Nl
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen
[Modellen voor de V.S. en Canada]
(1 kHz, 0,9% THV, 8 )
90 W/kanaal
[Overige modellen]
(1 kHz, 0,9% THV, 6 )
90 W/kanaal
SCENE selectiefunctie
Stel SCENE ‘sjablonen’ (voorgeprogrammeerde instellingen)
in voor allerlei situaties
Mogelijkheid tot het aanpassen van SCENE sjablonen
Decoders en DSP schakelingen
Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de creatie van
multikanaals surroundweergave
Compressed Music Enhancer stand
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix, Discrete, DTS Neo:6,
DTS 96/24 decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/
Dolby Pro Logic IIx decoder
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
Radio-ontvangers
FM/AM ontvangst
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor
Europa)
HDMI (High-Definition Multimedia Interface)
HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition
video (inclusief 1080p videosignalen) en multikanaals digitale
audio
DOCK aansluiting
DOCK aansluiting voor een Yamaha iPod universeel dock
(bijvoorbeeld een YDS-10, los verkrijgbaar) of Bluetooth
adapter (bijvoorbeeld de YBA-10, los verkrijgbaar).
USB functies
USB poort voor aansluiting van USB geheugenapparatuur of
een draagbare audiospeler met een USB aansluiting
Geschikt voor MP3, WMA en WAV
Overige kenmerken
YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) voor
automatische instelling van de luidsprekers
192-kHz/24-bits D/A converter
DIRECT stand voor weergave van hoge kwaliteit met alle
signaalbronnen
6 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals
signalen
OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal
kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem
Component video in-/uitgangsaansluitingen
(3 COMPONENT VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT)
S-video in-/uitgangsaansluitingen
Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
Slaaptimer
Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
iPod bediening mogelijk
Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes
Zone 2 aangepaste installatie mogelijk
Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van Yamaha
Corporation.
iPod™
“iPod” is een handelsmerk van Apple, Inc., geregistreerd in de
V.S. en andere landen.
DTS-ES | NEO:6 | 96/24. De productnamen “DTS” en “DTS-ES |
NEO:6” zijn gedeponeerde handelsmerken van DTS, Inc.
“96/24” is een handelsmerk van DTS, Inc.
Bluetooth™
Bluetooth is een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG en
wordt door Yamaha gebruikt in overeenstemming met een
licentie-overeenkomst.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Kenmerken
Van start
3 Nl
INLEIDING
Nederlands
Meegeleverde accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad
ontvangen hebt.
Afstandsbediening
Batterijen (2) (AAA, R03, UM-4)
Optimalisatie-microfoon
AM ringantenne
FM binnenantenne
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening
1 Verwijder de klep van het batterijvak.
2
Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA, R03,
UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de goede
kant op zoals aangegeven in het batterijvak.
3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Vervang alle batterijen als u merkt dat het bereik van de
afstandsbediening afneemt.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie
op de verpakking aandachtig door, want de verschillende
soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u de
afstandsbedieningscode opnieuw programmeren.
Van start
Let op
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke
gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het
stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de
VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen en
kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of
er tegenin naar de correcte stand met een gewone
schroevendraaier.
De voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
..................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
....... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
230-
240V
VOLTAGE
SELECTOR
Aanduiding voltage
Opmerkingen
1
3
2
Snelstartgids
4 Nl
Hieronder wordt de makkelijkste manier beschreven
waarop u van films op DVD kunt gaan genieten in uw
eigen thuisbioscoop.
Breng de volgende onderdelen in gereedheid.
Luidsprekers
Voor-luidspreker ................................x 2
Midden-luidspreker ............................x 1
Surround-luidspreker ........................x 4
Kies magnetisch afgeschermde luidsprekers.
Minimaal heeft u in ieder geval twee
voor-luidsprekers nodig. Hieronder staan de andere
luidsprekers gerangschikt op volgorde van
belangrijkheid:
1. Twee surround-luidsprekers
2. Midden-luidspreker
3. Eén (of twee) surround achter-luidspreker(s)
Actieve subwoofer .................................x 1
Kies een actieve subwoofer (een subwoofer met
eigen versterking) met een RCA (tulpstekker)
ingangsaansluiting.
Luidsprekerkabel ...................................x 7
Subwooferkabel ......................................x 1
Kies een mono kabel of snoer met een RCA (tulp)
stekker.
DVD-speler ..............................................x 1
Kies een DVD-speler met een coaxiaal digitale
audio uitgangsaansluiting en met een composiet
video uitgangsaansluiting.
Beeldscherm............................................x 1
Kies een TV, projector of ander beeldscherm met
een composiet video ingangsaansluiting.
Videokabel ..............................................x 2
Kies een RCA (tulpstekker) composiet
videokabel.
Coaxiaal digitale audiokabel .................x 1
Snelstartgids
Rechter
voor-luidspreker
Subwoofer
Linker
surround-luidspreker
Linker
voor-luidspreker Rechter
surround-luidspreker
Midden-luidspreker
DVD-speler
Beeldscherm
Rechter surround
achter-luidspreker
Linker surround
achter-luidspreker
Geniet van uw DVD’s!
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
Stap 3: Druk op de SCENE 1 toets
P. 6
P. 7
P. 5
Voorbereiding: Controleer de
onderdelen
Snelstartgids
5 Nl
INLEIDING
Nederlands
Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit
toestel.
1 Stel uw luidsprekers en uw subwoofer op in
de kamer.
2 Sluit luidsprekerkabels aan op elk van de
luidsprekers.
De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd,
misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de
afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op
de “+” (rood) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–”
(zwarte) aansluitingen.
3 Verbind elk van de luidsprekerkabels met de
corresponderende luidsprekeraansluiting op
dit toestel.
1 Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als
die van de subwoofer allebei uit het stopcontact
gehaald zijn.
2 Draai de blootliggende draadjes van de
luidsprekerkabels netjes in elkaar om kortsluiting te
voorkomen.
3 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
elkaar niet kunnen raken.
4 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
nergens contact kunnen maken met metalen
onderdelen van dit toestel.
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen,
“+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit.
Voor- en midden-luidsprekers
Surround en surround achter-luidsprekers
4
Verbind de subwooferkabel met de
ingangsaansluiting van de subwoofer en met de
SUBWOOFER OUTPUT aansluiting van dit toestel.
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
LR
SURROUND
LR
FRONT B
LR
FRONT ACENTER
LR
SURROUND BACK/BI-AMP
SINGLE
SWITCHED
MONITOR
OUT
L
R
DTV/CBL DVRDVD
MD/
CD-R
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
OUT
IN
DTV/CBL DVRDVD
OUT
OUT
+12V
15mA MAX.
IN
IN
MONITOR
OUT
DTV/CBL DVRDVD
OUT S VIDEOIN
CD
L
R
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
SURROUND
CENTER
MULTI CH INPUTAUDIO
VIDEO
OUTPUT
ZONE 2
OUT
FRONT(6CH)
SB(8CH)
1
2
3
DTV/CBL
DTV/CBL MD/CD-R
OUT
DTV/CBL
DVR
DVD
DVD
OPTICAL
4
MD/CD-R
COAXIAL
DVD
P
R
P
B
YP
R
P
B
Y
MONITOR OUT
AM
GND
FM
75
UNBAL.
COMPONENT VIDEO ANTENNA
SPEAKERS
HDMI
REMOTE
TRIGGER
OUT
DIGITAL INPUT
DIGITAL
OUTPUT
VIDEO
DOCK
IN1 IN2
AC OUTLETS
LR
SURROUND
LR
FRONT B
LR
FRONT ACENTER
LR
SURROUND BACK/BI-AMP
SINGLE
SUB
WOOFER
OUTPUT
SPEAKERS
12 3 4
Naar de rechter
voor-luidspreker
Naar de linker
voor-luidspreker
Los Inbrengen Vast
Naar de
midden-luidspreker
Naar de rechter
surround
achter-luidspreker
Naar de linker
surround achter-
luidspreker
Naar de linker
surround-
luidspreker
Naar de rechter
surround-
luidspreker
SUBWOOFER
OUTPUT aansluiting
Subwooferkabel
Ingangsaansluiting
AV-receiver
Subwoofer
Snelstartgids
6 Nl
1 Verbind de coaxiaal digitale audiokabel met
de coaxiaal digitale audio
uitgangsaansluiting van uw DVD-speler en
met de DVD DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluiting van dit toestel.
2 Verbind de videokabel met de composiet
video uitgangsaansluiting van uw
DVD-speler en met de DVD VIDEO aansluiting
van dit toestel.
3 Verbind de videokabel met de video
ingangsaansluiting van uw beeldscherm en
met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van
dit toestel.
4 Doe de stekker van dit toestel en de stekkers
van de andere apparatuur in het stopcontact.
y
Dit toestel is voorzien van AC OUTLET(S)
(netstroomaansluiting(en)) via welke andere componenten van
stroom kunnen worden voorzien (met uitzondering van modellen
voor Korea). Zie bladzijde 22 voor details.
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
LR
SURROUND
LR
FRONT B
LR
FRONT ACENTER
LR
SURROUND BACK/BI-AMP
SINGLE
SWITCHED
MONITOR
OUT
L
R
DTV/CBL DVRDVD
MD/
CD-R
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
OUT
IN
DTV/CBL DVRDVD
OUT
OUT
+12V
15mA MAX.
IN
IN
MONITOR
OUT
DTV/CBL DVRDVD
OUT S VIDEOIN
CD
L
R
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
SURROUND
CENTER
MULTI CH INPUTAUDIO
VIDEO
OUTPUT
ZONE 2
OUT
FRONT(6CH)
SB(8CH)
1
2
3
DTV/CBL
DTV/CBL CD
OUT
DTV/CBL
DVR
DVD
DVD
OPTICAL
COAXIAL
DVD
P
R
P
B
YP
R
P
B
Y
MONITOR OUT
AM
GND
FM
75
UNBAL.
COMPONENT VIDEO ANTENNA
SPEAKERS
HDMI
REMOTE
TRIGGER
OUT
DIGITAL INPUT
VIDEO
IN1 IN2
AC OUTLETS
4
MD/CD-R
DIGITAL
OUTPUT
DOCK
MONITOR
OUT
DTV/CBL DVRDVD
OUTIN
MONITOR
OUT
DTV/CBL DVRDVD
OUT S VIDEOIN
VIDEO
1
2
3
DTV/CBL CDDVD
OPTICAL
COAXIAL
DIGITAL INPUT
VIDEO
Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit
toestel als die van de DVD-speler allebei
uit het stopcontact gehaald zijn.
Coaxiaal digitale
audio uitgangs-
aansluiting
Coaxiaal digitale
audiokabel
DVD DIGITAL INPUT
COAXIAL aansluiting
DVD-speler AV-receiver
Composiet video
uitgangsaansluiting
Videokabel
DVD VIDEO aansluiting
DVD-speler AV-receiver
Voor andere aansluitingen
Gebruiken van andere
luidsprekercombinaties P. 11
Aansluiten van een videocomponent
P. 16
Aansluiten van een DVD-speler P. 17
Aansluiten van een DVD-recorder P. 18
Aansluiten van een ‘set-top box’
(apart aansluitkastje; ontvanger of
decoder) P. 18
Aansluiten van een CD-speler en een
CD-recorder/MD-recorder P. 19
Aansluiten van een multiformaat-speler of
externe decoder P. 19
Aansluiten van een Yamaha iPod/Bluetooth
dock P. 20
Aansluiten van de REMOTE IN/OUT
aansluitingen P. 20
Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel P. 21
Aansluiten van een FM/AM antenne P. 21
Gebruiken van de USB aansluiting op het
voorpaneel P. 51
Beeldscherm
AV-receiver
Video
ingangs-
aansluiting
VIDEO MONITOR OUT
aansluiting
Videokabel
Snelstartgids
7 Nl
INLEIDING
Nederlands
1 Zet het beeldscherm aan en stel het
beeldscherm in op weergave van de signalen
van dit toestel.
2 Druk op
T
SCENE 1.
Dit toestel wordt ingeschakeld. De melding “DVD
Viewing” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen en dit toestel zal zijn eigen instellingen
automatisch aanpassen aan DVD weergave.
y
De indicator van de SCENE toets zal oplichten wanneer dit
toestel in de SCENE stand staat.
3 Begin met het afspelen van de DVD op uw
DVD-speler.
4 Verdraai
L
VOLUME om het volume te
regelen.
Wanneer u een andere signaalbron of een ander
geluidsveldprogramma selecteert, wordt de SCENE functie
uitgeschakeld en zal de indicator van de geselecteerde SCENE
toets uit gaan.
Over de SCENE functie
Door op een SCENE toets te drukken kunt u dit toestel aan
zetten en uw favoriete signaalbron en
geluidsveldprogramma oproepen op basis van het SCENE
sjabloon dat is toegewezen aan de SCENE toets. De
SCENE sjablonen zijn vooringestelde combinaties van
signaalbronnen en geluidsveldprogramma’s.
y
Als u een Yamaha product aansluit dat geschikt is voor SCENE
bedieningssignalen, kan dit toestel de component in kwestie
automatisch in werking stellen en de weergave laten beginnen.
Raadpleeg de handleiding van de DVD-speler in kwestie voor
meer informatie.
Gebruiken van de andere SCENE toetsen
*1
U moet van tevoren een kabeltelevisie- of satellietontvanger
aansluiten op dit toestel. Zie bladzijde 16 voor details.
*2
U dient van tevoren de meegeleverde FM en AM antennes aan
te sluiten op dit toestel. Zie bladzijde 21 voor details.
*3
U moet van tevoren afstemmen op de gewenste radiozender.
Zie de bladzijden 45 t/m 47 voor informatie over het
afstemmen.
*4
Voor de best mogelijke ontvangst dient u de aangesloten AM
ringantenne correct te richten, of dient u de positie van het
uiteinde van de FM binnenantenne aan te passen.
y
Als de door u gewenste omstandigheden hier niet bij staan, kunt u
de SCENE instellingen voor de SCENE toetsen zelf selecteren en
aanpassen. Zie bladzijde 30 voor details.
Stap 3: Druk op de SCENE 1 toets
Opmerking
Standaard
SCENE
toets
Naam en omschrijving van het
SCENE sjabloon
SCENE
1
DVD Movie Viewing
signaalbron: DVD
geluidsveldprogramma: Movie Dramatic
Voor wanneer u naar een film wilt kijken via de
aangesloten DVD-speler.
SCENE
2
Music Disc Listening
signaalbron: DVD
geluidsveldprogramma: 2ch Stereo
Voor wanneer u wilt luisteren naar een
muziekdisc in de aangesloten DVD-speler.
SCENE
3
TV Viewing
*1
signaalbron: DTV/CBL
geluidsveldprogramma: STRAIGHT
Voor wanneer u naar een televisieprogramma
wilt kijken.
SCENE
4
Radio Listening
*2, *3, *4
signaalbron: TUNER
geluidsveldprogramma: 7ch Enhancer
Voor wanneer u wilt luisteren naar een
muziekprogramma van een FM radiozender.
Opmerkingen
Snelstartgids
8 Nl
Wanneer u klaar bent met dit toestel...
Druk op
A
MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel om dit toestel uit (standby) te zetten.
Het toestel gaat nu (standby). Wanneer het toestel uit
(standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein
beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de
infraroodsignalen van de afstandsbediening. Om het
toestel weer aan te zetten wanneer het uit (standby) staat,
drukt u op
A
MAIN ZONE ON/OFF (of op
G
POWER).
Zie bladzijde 23 voor details.
Wat wilt u doen met dit toestel?
Aanpassen van de SCENE
instellingen
Gebruiken van diverse SCENE instellingen
P. 30
Uw eigen SCENE instellingen maken
P. 33
Gebruiken van diverse
signaalbronnen
Basisbediening van dit toestel P. 35
Luisteren naar FM/AM radioprogramma’s
P. 45
Uw draagbare USB apparatuur gebruiken
met dit toestel P. 51
Uw iPod gebruiken met dit toestel P. 53
Uw Bluetooth componenten gebruiken met
dit toestel P. 55
Gebruiken van diverse
weergavefuncties
Gebruiken van diverse
geluidsveldprogramma’s P. 40
Gebruiken van de directe weergavefunctie
voor een hoge geluidskwaliteit P. 43
Aanpassen van de
geluidsveldprogramma’s P. 42
Wijzigen van de instellingen van dit
toestel
Automatisch aanpassen van de
luidsprekerinstellingen aan uw kamer
(AUTO SETUP) P. 26
Handmatig wijzigen van de diverse
instellingen van dit toestel P. 57
Instellen van de afstandsbediening P. 71
Aanpassen van de geavanceerde
instellingen P. 77
Extra functies
Automatisch uitschakelen van dit toestel
P. 39
Aansluitingen
9 Nl
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluitingen
Achterpaneel
LR
SURROUND
LR
FRONT B
LR
FRONT ACENTER
LR
SURROUND BACK/BI-AMP
SINGLE
SWITCHED
MONITOR
OUT
L
R
DTV/CBL DVRDVD
MD/
CD-R
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
OUT
IN
DTV/CBL DVRDVD
OUT
OUT
+12V
15mA MAX.
IN
IN
MONITOR
OUT
DTV/CBL DVRDVD
OUT S VIDEOIN
CD
L
R
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
SURROUND
CENTER
MULTI CH INPUTAUDIO
VIDEO
OUTPUT
ZONE 2
OUT
FRONT(6CH)
SB(8CH)
1
2
3
DTV/CBL
DTV/CBL
MD/CD-R
4
MD/CD-R
OUT
DTV/CBL
DVR
DVD
DVD
OPTICAL
COAXIAL
DVD
P
R
P
B
YP
R
P
B
Y
MONITOR OUT
AM
GND
FM
75
UNBAL.
COMPONENT VIDEO ANTENNA
SPEAKERS
HDMI
REMOTE
TRIGGER
OUT
DIGITAL INPUT
DIGITAL
OUTPUT
VIDEO
DOCK
IN1 IN2
AC OUTLETS
1
2 4 53 6 7
EA D FCB08 9
Naam
Bladzijde
1 HDMI aansluitingen 14
2 DIGITAL INPUT aansluitingen 13
3 DIGITAL OUTPUT aansluiting 13
4 COMPONENT VIDEO aansluitingen 13
5 DOCK aansluiting 20
6 Luidspreker-aansluitingen 11
7 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en
Algemene modellen)
3
8 REMOTE IN/OUT aansluitingen 20
9
TRIGGER OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting voor
aangepaste installaties.
0 AUDIO aansluitingen 13
A VIDEO aansluitingen 13
B MULTI CH INPUT aansluitingen 19
C ZONE 2 OUT aansluitingen 74
D SUBWOOFER OUTPUT aansluiting 11
E ANTENNA aansluitingen 21
F AC OUTLET(S) 22
10 Nl
Aansluitingen
Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke
afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere
reden niet mogelijk is om een midden-luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met
een volledig systeem.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten.
Linker en rechter surround achter-luidsprekers (SBL en SBR)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet
alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe
hi-fi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal.
De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de
subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte
om weerkaatsing via de wanden te verminderen.
Luidsprekers opstellen
FR
FL
SBR
SBL
SL
SR
C
SW
60˚
30˚
SBR
SBL
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
30 cm of meer
11 Nl
Aansluitingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal dit toestel de signaalbronnen niet correct kunnen weergeven.
Aansluiten van luidsprekers
Let op
Voor u de luidsprekers aansluit moet u ervoor zorgen dat de stekker uit het stopcontact gehaald is.
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. Als de
luidsprekerdraden kortsluiting maken, zal “CHECK SP WIRES” verschijnen op het display op het voorpaneel
wanneer u dit toestel aan zet.
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de
luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
LR
SURROUND
LR
FRONT B
LR
FRONT ACENTER
LR
SURROUND BACK/BI-AMP
SINGLE
SWITCHED
MONITOR
OUT
L
R
DTV/CBL DVRDVD
MD/
CD-R
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
OUT
IN
DTV/CBL DVRDVD
OUT
OUT
+12V
15mA MAX.
IN
IN
MONITOR
OUT
DTV/CBL DVRDVD
OUT S VIDEOIN
CD
L
R
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
SURROUND
CENTER
MULTI CH INPUTAUDIO
VIDEO
OUTPUT
ZONE 2
OUT
FRONT(6CH)
SB(8CH)
1
2
3
DTV/CBL
DTV/CBL MD/CD-R
OUT
DTV/CBL
DVR
DVD
DVD
OPTICAL
COAXIAL
DVD
P
R
P
B
YP
R
P
B
Y
MONITOR OUT
AM
GND
FM
75
UNBAL.
COMPONENT VIDEO ANTENNA
SPEAKERS
HDMI
REMOTE
TRIGGER
OUT
DIGITAL INPUT
VIDEO
IN1 IN2
AC OUTLETS
4
MD/CD-R
DIGITAL
OUTPUT
DOCK
Voor-luidsprekers
(FRONT A)
Surround-luidsprekers
Subwoofer
Rechts
Midden-
luidspreker
Wanneer u één enkele surround
achter-luidspreker gebruikt, dient u deze
te verbinden met de linker SURROUND
BACK aansluiting (SINGLE).
Links
Links
LinksRechts
Rechts
FRONT B aansluitingen
Hierop kunt u een alternatief
voor-luidsprekersysteem aansluiten
(FRONT B).
Surround achter-luidsprekers
12 Nl
Aansluitingen
Voor u apparatuur gaat verbinden met
de SPEAKERS aansluiting
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden
naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of
gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de
afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+”
(rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker.
Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte)
aansluitingen.
Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het
uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en
draai vervolgens de blootliggende draadjes
netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen.
Apparatuur verbinden met de FRONT A
aansluitingen
1 Maak de knop los.
2 Steek het blote uiteinde van de
luidsprekerdraad in het gat van de
aansluiting.
3 Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
Aansluiten met bananenstekkers
(uitgezonderd modellen voor Europa, Rusland,
Korea en Azië)
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische
verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten
van luidsprekerkabels. Draai eerst de knop vast en steek
vervolgens de bananenstekker in het gat bovenin de
aansluiting.
Gebruiken van bi-amp
(tweevoudige versterking) aansluitingen
Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of
dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een
enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw
luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading
of dubbele versterkeraansluitingen.
Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te
maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK
aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat
aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
mogelijk te maken, dient u “BI-AMP” in te stellen op
“ON” in de “Geavanceerde setup” (zie bladzijde 77).
Wanneer u conventionele luidsprekeraansluitingen maakt, moet
u ervoor zorgen dat de kortsluitplaatjes of -bruggen op de juiste
manier op de aansluitingen worden geïnstalleerd. Raadpleeg de
handleiding van de luidsprekers in kwestie voor details.
Wanneer u dubbele (bi-) versterkeraansluitingen gebruikt, kunt
u geen surround achter-luidsprekers gebruiken.
10 mm
1
2
3
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Bananenstekker
Let op
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF
(Laag doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter)
crossovers van elkaar te scheiden.
Opmerking
LR
FRONT A
LR
SURROUND BACK/BI-AMP
SINGLE
Dit toestel
Links
Rechts
Voor-luidsprekers
13 Nl
Aansluitingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Gebruik een bepaald type audio- en/of video-aansluitingen waarmee uw signaalbronnen ook zijn uitgerust.
Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
audio-aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluiting
Voor digitale audiosignalen via een coaxiaal digitale
audiokabel.
DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS ingangssignalen. Optische ingangsaansluitingen
zijn geschikt voor digitale signalen met een maximale
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden
van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen
audiosignalen die binnenkomen via de digitale
ingangsaansluitingen niet via de analoge AUDIO OUT (REC)
uitgangsaansluitingen worden weergegeven.
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(P
B
, P
R
) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven
via aparte draden in speciale component videokabels.
Het signaal voor het in-beeld display (OSD) wordt niet
gereproduceerd via de DVR OUT (REC) aansluitingen.
Informatie over aansluitingen en stekkers
VIDEO S VIDEO
COMPONENT VIDEO
P
R
P
B
Y
PB
PR
Y
S
V
COAXIAL
DIGITAL AUDIO
AUDIO
OPTICAL
DIGITAL AUDIO
R
L
C
O
R
L
Linker en
rechter
analoge
audiostekkers
Optisch
digitale
audiostekker
Coaxiaal
digitale
audiostekker
Composiet
videostekker
Component
videostekkers
Audio-aansluitingen en stekkers Video-aansluitingen en stekkers
(Rood)(Wit) (Oranje) (Geel) (Rood) (Blauw) (Groen)
S-videostekker
Opmerkingen
Opmerking
PR PB Y PR PB Y
Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT
Uitgang
(MONITOR OUT)
Ingang
COMPONENT
VIDEO
VIDEO
S VIDEO
Door
Video conversie ON
(zie bladzijde 67)
14 Nl
Aansluitingen
HDMI compatibiliteit met dit toestel
Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type
DVD-speler, dat er geen video- en audiosignalen worden
gereproduceerd.
Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting
controleren (zie bladzijde 38).
HDMI aansluiting en stekker
y
We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan
5 meter en die duidelijk is voorzien van het HDMI logo.
Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting
DVI-D aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere
DVI apparatuur.
Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit
toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI
componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er
gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave
worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan
de HDMI IN DVD of HDMI IN DTV/CBL aansluiting van dit
toestel kunnen niet digitaal worden gereproduceerd via de
HDMI OUT aansluiting.
Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat
dit toestel geen verbinding meer met de component tot stand
kan brengen.
Informatie over HDMI™
Audiosignaaltypen
Audiosignaal
formaten
Compatibele
HDMI
componenten
2-kanaals Lineair
PCM
2ch, 32-192 kHz,
16/20/24 bit
CD, DVD-Video,
DVD-Audio, enz.
Multikanaals Lineair
PCM
8-kanaals, 32-192 kHz,
16/20/24 bits
DVD-Audio, enz.
Bitstroom Dolby Digital, DTS DVD-Video, enz.
De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op
de volgende standaarden en normen:
HDMI Versie 1.2a (High-Definition Multimedia
Interface Specification Versie 1.2a) gelicenseerd
door HDMI Licensing, LLC.
HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection
System) gelicenseerd door Digital Content
Protection, LLC.
Opmerkingen
Opmerkingen
HDMI
HDMI stekker
15 Nl
Aansluitingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Stroomschema audiosignalen
2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS
signalen die binnenkomen via de HDMI IN DVD of HDMI IN
DTV/CBL aansluiting kunnen alleen worden gereproduceerd
via de HDMI OUT aansluiting wanneer “SUPPORT AUDIO”
is ingesteld op “Other” (zie bladzijde 64).
Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen
worden niet gereproduceerd via de AUDIO en DIGITAL
OUTPUT uitgangsaansluitingen.
Stroomschema videosignalen
Wanneer videosignalen binnenkomen via de HDMI,
COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen,
zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven:
1. HDMI
2. COMPONENT VIDEO
3. S VIDEO
4. VIDEO
Wanneer er digitale videosignalen binnenkomen via de HDMI
IN DVD of HDMI IN DTV/CBL aansluiting, zal de
video-conversiefunctie niet werken.
Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN DVD
of HDMI IN DTV/CBL aansluiting kunnen niet worden
gereproduceerd via de analoge video uitgangsaansluitingen.
Stroomschema audio- en videosignalen
Opmerkingen
HDMI
AUDIO
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
UitgangIngang
Analoog
uitgangssignaal
Digitaal uitgangssignaal
Opmerkingen
S VIDEO
VIDEO
COMPONENT
VIDEO
HDMI
Door
UitgangIngang
Video conversie ON (zie bladzijde 67)
16 Nl
Aansluitingen
Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT
aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting
of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit
toestel.
y
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt
laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting van
dit toestel. Gebruik de “SUPPORT AUDIO” parameter in het
“SOUND MENU” om de component te selecteren die de HDMI
audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 64).
Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten
beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI
audio-/videosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan.
In een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig
knipperen.
Wanneer u uw beeldscherm of projector via HDMI aansluit, zal
het in-beeld display niet verschijnen. Sluit in een dergelijk
geval het beeldscherm of de projector aan via component,
S-video of gewone video aansluitingen.
Verbind de signaalbronnen met de HDMI IN DVD of HDMI IN
DTV/CBL aansluiting om de videobeelden weer te laten geven
op de het beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting.
Aansluiten van videocomponenten
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van andere
componenten uit het stopcontact
gehaald zijn.
Opmerkingen
MONITOR
OUT
DTV/CBL DVRDVD
D
/
-R
OUT
(REC)
OUTIN
DTV/CBL DVRDVD
OUT
M
AX.
IN
MONITOR
OUT
DTV/CBL DVRDVD
OUT S VIDEOIN
CD
L
R
SUB
WOOFER
W
O
SURROUND
CENTER
MULTI CH INPUTAUDIO
VIDEO
OUTPUT
ZONE 2
OUT
FRONT(6CH)
SB(8CH)
1
2
3
DTV/CBL
DTV/CBL MD/CD-R
OUT
DTV/CBL
DVR
V
D
DVD
OPTICAL
COAXIAL
DVD
P
R
P
B
YP
R
P
B
Y
MONITOR OUT
COMPONENT VIDEO
HDMI
O
TE
G
ER
U
T
DIGITAL INPUT
VIDEO
IN1 IN2
4
MD/CD-R
DIGITAL
OUTPUT
MONITOR
OUT
MONITOR
OUT
S VIDEO
VIDEO
OUT
P
R
P
B
Y
MONITOR OUT
COMPONENT VIDEO
HDMI
VIDEO
PR PB
V
S
Y
TV (of projector)
Video ingang
Component
video ingang
S-video ingang
HDMI ingang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
(Eén voor de videoverbinding en één voor de
audioverbinding)
17 Nl
Aansluitingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “OFF
(zie bladzijde 67) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen
gebruiken als u gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten
(zie bladzijde 16). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met
de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u
uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON”
(zie bladzijde 67), worden de omgezette videosignalen alleen
gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Om iets
op te nemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort
video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
Om een digitale verbinding te maken met een andere
component dan de component die standaard is toegewezen aan
de DIGITAL INPUT aansluiting, dient u de corresponderende
instelling te selecteren voor “OPTICAL IN” of “COAXIAL IN”
bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 65).
Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT
(OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT
(COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen.
Aansluiten van een DVD-speler
Aansluiten van andere componenten
Opmerkingen
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van andere
componenten uit het stopcontact
gehaald zijn.
MONITOR
OUT
L
R
DTV/CBL DVRDVD
MD/
CD-R
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
OUT
IN
DTV/CBL DVRDVD
OUT
OUT
+12V
15mA MAX.
IN
IN
MONITOR
OUT
DTV/CBL DVRDVD
OUT S VIDEOIN
CD
L
R
SUB
WOOFER
W
O
SURROUND
CENTER
MULTI CH INPUTAUDIO
VIDEO
OUTPUT
ZONE 2
OUT
FRONT(6CH)
SB(8CH)
1
2
3
DTV/CBL
DTV/CBL MD/CD-R
OUT
DTV/CBL
DVR
DVD
DVD
OPTICAL
COAXIAL
DVD
P
R
P
B
YP
R
P
B
Y
MONITOR OUT
COMPONENT VIDEO
HDMI
REMOTE
TRIGGER
OUT
DIGITAL INPUT
VIDEO
IN1 IN2
4
MD/CD-R
DIGITAL
OUTPUT
L
R
DVD
DVD DVD
S VIDEO
AUDIO
VIDEO
1
DVD
DVD
COAXIAL
DVD
P
R
P
B
Y
COMPONENT VIDEO
HDMI DIGITAL INPUT
VIDEO
IN1
LR
C
V
S
PR PB Y
DVD-speler
HDMI uitgang
Component video
uitgang
S-video uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
(Eén voor de videoverbinding en één voor de
audioverbinding)
Coaxiale uitgang
18 Nl
Aansluitingen
Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder
Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
MONITOR
OUT
L
R
DTV/CBL DVRDVD
MD/
CD-R
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
OUT
IN
DTV/CBL DVRDVD
OUT
OUT
+12V
15mA MAX.
IN
IN
MONITOR
OUT
DTV/CBL DVRDVD
OUT S VIDEOIN
CD
L
R
SUB
WOOFER
W
O
SURROUND
CENTER
MULTI CH INPUTAUDIO
VIDEO
OUTPUT
ZONE 2
OUT
FRONT(6CH)
SB(8CH)
1
2
3
DTV/CBL
DTV/CBL MD/CD-R
OUT
DTV/CBL
DVR
DVD
DVD
DVD
P
R
P
B
YP
R
P
B
Y
MONITOR OUT
COMPONENT VIDEO
HDMI
REMOTE
TRIGGER
OUT
DIGITAL INPUT
VIDEO
IN1 IN2
MD/CD R
DIGITAL
OUTPUT
L
R
DVR
OUT
IN
DVR
OUTIN
DVR
OUT S VIDEOIN
AUDIO
VIDEO
DVR
P
R
P
B
Y
COMPONENT VIDEO
VIDEO
V
R
L
R
L
S
S
V
PR PB Y
S-video ingang
S-video uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
Audio ingang
Video ingang
Component video uitgang
DVD-recorder,
PVR of videorecorder
MONITOR
OUT
L
R
DTV/CBL DVRDVD
MD/
CD-R
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
OUT
IN
DTV/CBL DVRDVD
OUT
OUT
+12V
15mA MAX.
IN
IN
MONITOR
OUT
DTV/CBL DVRDVD
OUT S VIDEOIN
CD
L
R
SUB
WOOFER
W
O
SURROUND
CENTER
MULTI CH INPUTAUDIO
VIDEO
OUTPUT
ZONE 2
OUT
FRONT(6CH)
SB(8CH)
1
2
3
DTV/CBL
DTV/CBL MD/CD-R
OUT
DTV/CBL
DVR
DVD
DVD
OPTICAL
COAXIAL
DVD
P
R
P
B
YP
R
P
B
Y
MONITOR OUT
COMPONENT VIDEO
HDMI
REMOTE
TRIGGER
OUT
DIGITAL INPUT
VIDEO
IN1 IN2
4
MD/CD-R
DIGITAL
OUTPUT
L
R
DTV/CBL
DTV/CBL DTV/CBL
S VIDEO
AUDIO
VIDEO
DTV/CBL
DTV/CBL
P
R
P
B
Y
COMPONENT VIDEO
HDMI DIGITAL INPUT
VIDEO
IN2
2
DTV/CBL
OPTICAL
O
V
L R
S
PR PB Y
Satellietontvanger,
kabel-tv ontvanger of
HDTV-decoder
HDMI uitgang Component video uitgang
Audio uitgang
S-video uitgang
Video uitgang
Optische uitgang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
(Eén voor de videoverbinding en
één voor de audioverbinding)
19 Nl
Aansluitingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Sluit de audiocomponenten als volgt aan.
Aansluiten van een CD-speler en een
CD-recorder/MD-recorder
Wanneer u uw CD-speler zowel via analoge als via digitale
verbindingen aansluit, zal het via de DIGITAL INPUT
aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
Om een digitale verbinding te maken met een andere
component dan de component die standaard is toegewezen aan
elk van de DIGITAL INPUT aansluitingen, dient u de
corresponderende instelling te selecteren bij
“I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 65).
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND en SUBWOOFER)
voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound processor of voorversterker.
Als u “INPUT CH” instelt op “8ch” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 67), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn toegewezen aan “FRONT”
via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 67) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op
dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 36), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
*1
De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als “FRONT” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 67).
Aansluiten van audiocomponenten
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van andere
componenten uit het stopcontact
gehaald zijn.
Opmerking
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
Opmerkingen
MONITOR
OUT
L
R
DTV/CBL DVRDVD
MD/
CD-R
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
OUT
IN
DTV/CBL DVRDVD
OUT
OUT
+12V
15mA MAX.
IN
IN
DTV/CBL DVRDVD
OUTIN
CD
L
R
SUB
WOOFER
SURROUND
CENTER
MULTI CH INPUTAUDIO
VIDEO
FRONT(6CH)
SB(8CH)
1
2
3
DTV/CBL
DTV/CBL CD
OUTDVD
DVD
OPTICAL
COAXIAL
DVD
P
R
P
B
YP
R
P
MONITOR OUT
COMPONENT VIDEO
HDMI
REMOTE
TRIGGER
OUT
DIGITAL INPUT
VIDEO
IN1 IN2
4
MD/CD-R
DIGITAL
OUTPUT
L
R
MD/
CD-R
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
CD
AUDIO
3
CD
OPTICAL
DIGITAL INPUT
4
MD/CD-R
DIGITAL
OUTPUT
L
R
O
O
R
L
L
R
CD-spelerCD-recorder of
MD-recorder
Audio
uitgang
Optische uitgangAudio ingang
Audio
uitgang
Optische ingang
SB(8CH)
FRONT(6CH)
CENTER
SURROUND
SUB
WOOFER
L
R
L
R
SB(8CH)
FRONT(6CH)
CENTER
SURROUND
SUB
WOOFER
L
R
MULTI CH INPUT
MULTI CH INPUT
L R LR
L R LRL R
*1
Subwoofer uitgang
Multiformaat-speler/Externe decoder
(5.1-kanaals uitgangen)
Middenkanaal uitgang
Surroundkanaal
uitgang
Voorkanaal uitgang
Multiformaat-speler/Externe decoder
(7.1-kanaals uitgangen)
Voorkanaal uitgang
Subwoofer uitgang
Middenkanaal uitgang
Surround-achter uitgang
Surroundkanaal
uitgang
20 Nl
Aansluitingen
Dit toestel is uitgerust met een DOCK aansluiting op het
achterpaneel waarop u een Yamaha iPod universeel dock
(zoals de YDS-10, los verkrijgbaar) of een Bluetooth
adapter (zoals de YBA-10, los verkrijgbaar) kunt
aansluiten. Verbind een Yamaha iPod universeel dock of
Bluetooth adapter met de DOCK aansluiting op het
achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor
bedoelde kabel.
Wanneer de componenten in kwestie Yamaha producten
zijn en afstandsbedieningssignalen kunnen doorgeven,
kunt u de REMOTE IN en REMOTE OUT aansluitingen
als volgt verbinden met de in- en uitgangsaansluitingen
voor afstandsbediening door middel van analoge mono
ministekkerkabels.
y
Als de componenten geschikt zijn voor SCENE
bedieningssignalen, kan dit toestel de componenten in kwestie
automatisch in werking stellen en de weergave laten beginnen
wanneer u één van de SCENE toetsen gebruikt. Raadpleeg de
handleidingen van de apparatuur voor details omtrent de
geschiktheid daarvan voor SCENE bedieningssignalen.
Als de met de REMOTE OUT aansluiting verbonden
component geen Yamaha product is, dient u “SCENE IR” in het
geavanceerde setup menu in te stellen op “OFF”
(zie bladzijde 77).
Aansluiten van een Yamaha iPod™
universeel dock of Bluetooth™
adapter
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van andere
componenten uit het stopcontact
gehaald zijn.
R
SURROUND BA
C
DTV/CBL
DVR
Y
AM
GND
ANTENNA
DOCK
DOCK
Yamaha iPod universeel
dock of Bluetooth adapter
Gebruiken van de REMOTE IN/OUT
aansluitingen
OUT
+12V
15mA MAX.
IN
REMOTE
OUT
IN
REMOTE
Yamaha component
(CD of DVD-speler
enz.)
Afstandsbedi
ening in
Afstandsbedi
ening uitgang
Infraroodontvanger
of Yamaha
component
21 Nl
Aansluitingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten
op dit toestel.
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
Wanneer er audiosignalen binnenkomen via de AUDIO
aansluitingen en via de DOCK aansluiting, zal aan deze
signalen als volgt de voorkeur worden gegeven:
1. DOCK
2. AUDIO
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier
met de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken
zorgen deze antennes voor een voldoende sterke
ontvangst.
y
Zie bladzijde 22 voor informatie over het aansluiten van de
meegeleverde AM ringantenne.
De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of
service-centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
Let op
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten uit of zeer laag zetten voor u de
aansluitingen gaat maken.
Opmerkingen
SPEAKERS
PHONES
SILENT CINEMA
ON/OFF
A/B/OFF
l
PRESET/TUNING/CH
h
A/B/C/D/E
BAND
ZONE 2
ON/OFF
EDIT
PRESET/TUNING
MEMORY
ZONE
CONTROL
TUNING AUTO/MAN'L
OPTIMIZER MIC
AUDIO SELECT
DIRECTSTRAIGHT
EFFECT
TONE CONTROL
l INPUT hl PROGRAM h
VOLUME
SCENE
1234
MAIN ZONE
SYSTEM OFF
VIDEO L AUDIO R
VIDEO AUX USB
VIDEO L AUDIO R
VIDEO AUX
V
L
R
Spelcomputer of
videocamera
Video uitgang Audio uitgang
Aansluiten van de FM en AM
antennes
Opmerkingen
CENTE
R
O
SUB
WOOFER
P
UT
AM
GND
FM
75
UNBAL.
ANTENNA
DOCK
AM
GND
FM
75
UNBAL.
ANTENNA
FM
binnenantenne
(meegeleverd)
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden.
Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een
metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
AM
ringantenne
(meegeleverd)
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met
plastic geïsoleerd draad dat
u bijvoorbeeld uit een raam
naar buiten spant.
22 Nl
Aansluitingen
Aansluiten van de draad van de AM
ringantenne
y
De draden van de AM ringantenne hebben geen specifieke
polariteit en het maakt daarom niet uit welk uiteinde u
verbindt met de AM of GND aansluiting.
In elkaar zetten van de meegeleverde AM
ringantenne
Wat voor soort AM ringantenne wordt meegeleverd hangt
mede af van het model in kwestie.
Pas wanneer alle verbindingen tot stand zijn gebracht kunt
u de stekker in het stopcontact steken.
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Model voor Australië.................... 1 netstroomaansluiting
Model voor Korea.......................................................Geen
Overige modellen........................2 netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u
daarop aangesloten componenten van stroom voorzien.
Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze
netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) wordt
(worden) van stroom voorzien wanneer dit toestel is
ingeschakeld. De stroomvoorziening voor deze
netstroomaansluiting(en) wordt echter uitgeschakeld
wanneer dit toestel uit (standby) wordt gezet. Voor
informatie omtrent het maximale vermogen of het totale
stroomverbruik voor de componenten die op deze
aansluiting(en) kunnen worden aangesloten, verwijzen we
u naar “Technische gegevens” op bladzijde 91.
Opmerking
Doe het hendeltje
open
Inbrengen Doe het hendeltje
weer dicht
Aansluiten van het netsnoer
SWITCHED
AC OUTLETS
SWITCHED
AC OUTLETS
Netsnoer
23 Nl
Aansluitingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aan zetten van dit toestel
Druk op
A
MAIN ZONE ON/OFF (of
G
POWER)
om dit toestel aan te zetten.
y
Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
Uit (standby) zetten van dit toestel
Druk op
A
MAIN ZONE ON/OFF
(of
H
STANDBY) om dit toestel uit (standby) te
zetten.
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog
steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd
kan worden op de infraroodsignalen van de
afstandsbediening.
y
U kunt de hoofdzone en zone 2 tegelijk uit (standby) zetten door
op CSYSTEM OFF te drukken.
Aan en uit zetten van dit toestel
24 Nl
Aansluitingen
1 HDMI indicator
Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde
signaalbron binnenkomt via de HDMI IN aansluitingen
(zie bladzijde 14).
2 DOCK indicator
Licht op wanneer u uw iPod plaatst in een Yamaha
iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare
YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit
toestel (zie bladzijde 20) en wanneer V-AUX is
geselecteerd als signaalbron.
Knippert wanneer de aangesloten Yamaha Bluetooth
adapter (zoals de YBA-10, los verkrijgbaar) en een
Bluetooth component verbinding aan het maken zijn
(‘pairing’) (zie bladzijde 55), of wanneer de Bluetooth
adapter aan het zoeken is naar een Bluetooth
component (zie bladzijde 55).
Licht op terwijl de aangesloten Yamaha Bluetooth
adapter is verbonden met de Bluetooth component
(zie bladzijde 20).
3 ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer stand is
geselecteerd (zie bladzijde 40).
4 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
5 YPAO indicator
Licht op wanneer u de “AUTO SETUP” doet en wanneer
de via de “AUTO SETUP” ingestelde
luidspreker-instellingen zonder wijzigingen worden
gebruikt (zie bladzijde 26).
6 Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM
afstemfunctie staat (zie de bladzijden 45 t/m 47).
7 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
8 MUTE indicator en VOLUME niveau indicator
De MUTE indicator knippert wanneer de MUTE
functie (geluid tijdelijk uit) wordt gebruikt
(zie bladzijde 37).
Geeft het huidige volumeniveau aan.
9 PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
0 Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
A Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
(zie bladzijde 37).
B SP A B indicators
Licht op om aan te geven welke set voor-luidsprekers in
werking is (zie bladzijde 35).
SP A: De FRONT A luidsprekers zijn geactiveerd.
SP B: De FRONT B luidsprekers zijn geactiveerd.
C ZONE2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 is ingeschakeld
(zie bladzijde 75).
Display voorpaneel
MUTE
ms
dB
ft
VOL.
dB
PCM
96/24
VIRTUAL
AUTO
YPAO
MEMORY
TUNED
STEREO
EONCTRTPTYPSHOLDPTY
SLEEP
USB
MULTI CH
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD CD
MD/CD-R
TUNER
MATRIX DISCRETE
ES
DOCK ENHANCER
SILENT
CINEMA
ZONE 2
SP
A B
96
24
q
PL x
LFE
LL C R
SL SB SR
SBRSBL
q
EX
q
DIGITAL PLUS
G
HFECB DA09
12345678
25 Nl
Aansluitingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
D CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een geluidsveldprogramma
selecteert (zie bladzijde 41).
VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is
(zie bladzijde 41).
SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd
(zie bladzijde 41).
E Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
F SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld
(zie bladzijde 39).
G Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor Europa en Rusland)
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data
Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
PS, PTY, RT en CT
Deze lichten op aan de hand van de geselecteerde
weergavefunctie voor het Radio Data Systeem.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden
ontvangen.
H Ingangskanaal en luidspreker indicators
Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige
digitale ingangssignaal bestaat.
Licht op of knippert aan de hand van de
luidsprekerinstellingen wanneer dit toestel in de
automatische instelfunctie staat (zie bladzijde 26)
of in de “SP LEVEL” instelfunctie voor de
luidsprekerniveaus (zie bladzijde 61).
Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
y
Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere
componenten, zie bladzijde 73.
Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
zeer koude plekken
– stoffige plekken
Indicators ingangskanalen
LFE
LL C R
SL SB SR
SBRSBL
LFE indicator
Opmerkingen
30º 30º
Ongeveer 6 m
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
26 Nl
Dit toestel maakt gebruik van YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen
lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden.
Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “AUTO
SETUP” procedure luide testtonen worden geproduceerd.
Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de
ruimte zo stil mogelijk is tijdens de “AUTO SETUP”
procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk
dat de resultaten tegenvallen.
y
U kunt de “AUTO SETUP” beginnen via het systeemmenu op het
in-beeld display, of via het display op het voorpaneel. In deze
handleiding worden de aanduidingen op het in-beeld display
gebruikt om de “AUTO SETUP” procedure te illustreren.
1 U moet de volgende punten controleren.
Controleer de volgende punten voor u de automatische
instelfunctie gaat gebruiken.
De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten.
Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op
dit toestel.
Dit toestel en het beeldscherm moeten aan staan.
Dit toestel is ingesteld als de videosignaalbron
van het aangesloten beeldscherm.
De aangesloten subwoofer moet aan staan en het
volumeniveau moet ongeveer op halve kracht
(of iets minder) zijn ingesteld.
De regeling voor de crossover frequentie van de
aangesloten subwoofer moet op de maximum
waarde zijn ingesteld.
De FRONT A luidsprekers zijn geselecteerd als
voorluidsprekersysteem (zie bladzijde 35).
De kamer moet voldoende stil zijn.
2 Verbind de meegeleverde
optimalisatie-microfoon met de OPTIMIZER
MIC aansluiting op het voorpaneel.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
3 Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de microfoonkop
naar boven.
y
Het verdient aanbeveling een statief (o.i.d.) te gebruiken om de
optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als
waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek
zit. U kunt de bevestigingsschroef van een statief (o.i.d.)
gebruiken om de optimalisatie-microfoon daarop vast te zetten.
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
Gebruiken van het AUTO SETUP
Opmerkingen
Opmerking
VOLUME
MIN
MAX
MIN MAX
CROSSOVER
HIGH CUT
Bedieningsorganen van een subwoofer (voorbeeld)
O
/MAN'L
ZONE
CONTROL
OPTIMIZER MIC
AUDIO SELECT
VIDEO L AUDIO R
VIDEO AUX USB
Optimalisatie-
microfoon
AUTO SETUP
SETUP;;;;;;;AUTO
. START
Automatic
Processing
of all item
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Start
p
p
Optimalisatie-microfoon
27 Nl
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
4 Zorg ervoor dat “SETUP” is ingesteld op
“AUTO” en dat de aanwijzer bij “START”
staat.
y
U kunt ook de volgende instelmethoden selecteren. Druk in
dit geval op
7
k, selecteer “SETUP”, druk op
7
l / h om
één van de volgende mogelijkheden te kiezen en selecteer
vervolgens “START”.
Keuzes: AUTO, RELOAD, UNDO, DEFAULT
Selecteer “AUTO” om automatisch de hele
“AUTO SETUP” procedure te laten doen.
Selecteer “RELOAD” om de laatste
“AUTO SETUP” instellingen opnieuw te laden en
de vorige instellingen te negeren.
Selecteer “UNDO” om de laatste “AUTO SETUP”
instellingen te annuleren en de vorige instellingen
te herstellen.
Selecteer “DEFAULT” om de
“AUTO SETUP” parameters terug te zetten op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
“RELOAD” of “UNDO” is alleen beschikbaar wanneer u de
“AUTO SETUP” procedure al eens eerder gedaan heeft en
de resultaten daarvan bevestigd heeft.
5 Druk op
7
n, selecteer “START” en druk
vervolgens op
7
ENTER om de setup
procedure te laten beginnen.
De volgende melding zal op het in-beeld display
verschijnen.
6 Druk op
7
ENTER om de automatische
instelprocedure te laten beginnen.
Dit toestel begint met de automatische
instelprocedure (setup). Er worden luide testtonen
geproduceerd via de diverse luidsprekers tijdens de
automatische setup. Wanneer alle items zijn
ingesteld, zal het resultatenscherm verschijnen op het
in-beeld display.
Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de
automatische setup bezig is.
Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de
automatische setup uitvoert. Het zal ongeveer 3 minuten
duren voor dit toestel de automatische setup heeft
voltooid.
Dit toestel voert de volgende controles uit:
Luidsprekerbedrading/volumeniveau
WIRING/LEVEL
Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en
de polariteit van elk van de luidsprekers. Controleert
en regelt tevens het volumeniveau van elk van de
luidsprekers.
Luidsprekerafstand DISTANCE
Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot
de luisterplek en stelt de timing voor elk van de
kanalen af.
Luidsprekerafmetingen SIZE
Controleert de frequentierespons van elk van de
luidsprekers en stelt de juiste lage
frequentie-crossover voor elk van de kanalen in.
Opmerking
Voor u verder gaat met de volgende handeling
Wanneer u de volgende handeling uitvoert, zal dit
toestel beginnen met de automatische setup. Voor zo
exact mogelijke metingen moet u zich zo stil mogelijk
houden en bij een wand blijven waar geen luidsprekers
in de buurt zijn. We raden u aan de luisterruimte te
verlaten terwijl de automatische instelfunctie bezig is.
NOTICE
output. 
Loudtesttonesare
 
Pleasekeepquiet
orleavetheroom.
Press[ENTER]
Opmerkingen
28 Nl
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
Het display verandert als volgt.
De resultaten zoals getoond onder “RESULT” zijn als
volgt.
Aantal luidsprekers SP
Toont het aantal luidsprekers dat is aangesloten op dit
toestel in deze volgorde:
Voor/Achter/Subwoofer
Luidsprekerafstand DIST
Toont de afstand van de luidsprekers tot de luisterplek in
deze volgorde:
Kleinste luidsprekerafstand/Grootste luidsprekerafstand
Luidsprekerniveau LVL
Toont het uitgangsniveau van de luidsprekers in deze
volgorde:
Laagste luidspreker uitgangsniveau/Hoogste luidspreker
uitgangsniveau
Als de melding “E-9:INTERNAL ERROR” verschijnt tijdens
het testen, dient u opnieuw te beginnen vanaf stap 4.
Als u bij stap 4 “RELOAD” heeft geselecteerd zullen er geen
testtonen worden geproduceerd.
Als er iets mis gaat tijdens de “AUTO SETUP” procedure, zal
de setup procedure worden geannuleerd en zal er een
foutmelding verschijnen. Zie Als er een foutmelding
verschijnt” op bladzijde 29 voor details.
Wanneer dit toestel eventueel problemen detecteert tijdens de
“AUTO SETUP” procedure, zal de melding “WARNING” en
het aantal waarschuwingen verschijnen (zie bladzijde 29).
7 Druk op
8
k en
8
ENTER om de resultaten
in detail te bekijken.
8 Druk herhaaldelijk op
8
l / h om heen en
weer te schakelen tussen schermen met
setup resultaten.
y
Als u niet tevreden bent met de resultaten of als u de diverse
parameters met de hand wilt instellen, kunt u de “MANUAL
SETUP” (zie bladzijde 57) doen.
De afstanden bij de “DISTANCE” resultaten kunnen groter
zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de
karakteristieken van uw luidsprekers.
9 Druk op
8
ENTER om terug te keren naar
het resultatenscherm.
Opmerkingen
AUTO SETUP
SETUP;;;;;;;AUTO
. START
Automatic
Processing
of all item
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Start
p
p
AUTO SETUP
RESULT
SP : 3/2/0.1
DIST: 3.2/3.5m
LVL : -2/+2dB
. SET CANCEL
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
>
INITIALIZING
. WIRING/LEVEL
DISTANCE
SIZE 
WAITING;;;
;;;;;;;;;;
[]:Exit
[
AUTO SETUP
Opmerking
Resultaten voor de
luidspreker-aansluitingen en -bedrading
Resultaten voor de luidsprekerafstand
tot de luisterplek
Resultaten voor de
luidspreker-afmetingen
Resultaten voor het
luidspreker-uitgangsniveau
AUTO SETUP
. RESULT
SP : 3/2/0.1
DIST: 3.2/3.5m
LVL : -2/+2dB
SET CANCEL
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Detail
>
29 Nl
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
10 Druk op
7
n en druk vervolgens op
7
l / h
om “SET” of “CANCEL” te selecteren.
Keuzes: SET, CANCEL
Selecteer “SET” om de “AUTO SETUP” resultaten
te bevestigen.
Selecteer “CANCEL” om de “AUTO SETUP”
resultaten te annuleren.
11 Druk op
7
ENTER om uw keuze te
bevestigen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
12 Druk op
K
MENU om het “SET MENU” te
verlaten.
13 Maak de optimalisatie-microfoon los van dit
toestel.
De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand
tegen warmte. Houd deze uit de zon en plaats hem
niet bovenop dit toestel.
y
Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers, de
opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw
luisterruimte, moet u de “AUTO SETUP” opnieuw uitvoeren om
uw systeem opnieuw te optimaliseren.
Als er een foutmelding verschijnt
Druk op
7
k / n / l / h, selecteer “RETRY” of
“EXIT” en druk dan op
7
ENTER.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin “E-8:USER
CANCEL” verschijnt op het in-beeld display.
Keuzes: RETRY, EXIT
Selecteer “RETRY” om de “AUTO SETUP” procedure
opnieuw te proberen.
Selecteer “EXIT” om de “AUTO SETUP” procedure
af te sluiten.
Als “WARNING” verschijnt
Wanneer dit toestel een probleem detecteert tijdens de
“AUTO SETUP” procedure, zal “WARNING”
verschijnen in het resultatendisplay. Controleer de
waarschuwingen en meldingen en corrigeer aan de hand
daarvan uw luidspreker-instellingen.
Waarschuwingen verschillen in die zin van foutmeldingen dat ze
de “AUTO SETUP” procedure niet annuleren.
1 Zorg ervoor dat “WARNING” wordt
aangewezen en druk vervolgens op
7
ENTER om gedetailleerde informatie
betreffende de waarschuwing te bekijken.
Het getal rechts van “WARNING” geeft het aantal
waarschuwingen aan.
2 Druk herhaaldelijk op
7
l / h om heen en
weer te schakelen tussen schermen met
waarschuwingen.
y
Voor details omtrent de diverse waarschuwingen
verwijzen we u naar de “AUTO SETUP” paragraaf in het
hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 82.
Wanneer de waarschuwing in kwestie niet van toepassing
is op een bepaalde luidspreker, zal in plaats daarvan “–
–”
worden getoond.
3 Druk op
7
ENTER om terug te keren naar
het resultatenscherm.
SET MENU
TOP MENU
.;AUTO SETUP
;MANUAL SETUP
.A;SIGNAL INFO
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
ERROR
. E-8:USER CANCEL
Can't detect
signal at MIC
RETRY EXIT
[ ]/[ ]:Select
[ENTER]:Enter
>
Opmerking
AUTO SETUP
. WARNING(2)
RESULT
SP : 3/2/0.1
DIST: 3.2/3.5m
LVL : -2/+2dB
SET CANCEL
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Detail
>
WARNING
W-1:OUT OF PHASE
Reverse channel
AAAAFLAAAAA---
AAACENTER
AAAASLAAAAA---
AAAASBLAAAA---
[ ]/[ ]:Select
[ENTER]:Return
SELECTEREN VAN DE SCENE SJABLONEN
30 Nl
Dit toestel heeft 16 SCENE ‘sjablonen’ of sets van
voorgeprogrammeerde instellingen voor allerlei
standaardsituaties waarin dit toestel gebruikt kan worden.
Als fabrieksinstellingen zijn de volgende SCENE sjablonen
(instellingen) toegewezen aan de SCENE toetsen:
SCENE 1: DVD Movie Viewing
SCENE 2: Music Disc Listening
SCENE 3: TV Viewing
SCENE 4: Radio Listening
Als u gebruik wilt maken van andere SCENE sjablonen,
kunt u de gewenste SCENE sjablonen selecteren uit het
SCENE sjabloonarchief en deze vervolgens toewijzen aan
de SCENE toetsen op het voorpaneel en de
afstandsbediening.
1 Houd de gewenste TSCENE (of
5
SCENE)
toets tenminste 3 seconden ingedrukt.
De indicator van de geselecteerde SCENE toets op het
voorpaneel begint nu te knipperen en de naam van het
SCENE sjabloon dat daar op dit moment aan is toegewezen
zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
2 Druk op
R
INPUT l / h (of druk op
4
AMP
en dan op 7l / h) om het gewenste
sjabloon te selecteren.
3 Druk nog eens op de TSCENE
(of
5
SCENE) toets om uw keuze te
bevestigen.
Het geselecteerde SCENE sjabloon wordt nu
toegewezen aan de toets.
Wanneer de gewenste SCENE sjablonen zijn toegewezen aan de
SCENE toetsen, moet u de signaalbron voor het SCENE sjabloon
instellen op de afstandsbediening. Zie bladzijde 34 voor details.
Selecteren van de SCENE sjablonen
Selecteren van het gewenste
SCENE sjabloon
1
SCENE sjabloonarchief
(Voorbeeld)
Selecteer het gewenste
SCENE sjabloon
Wijs het
SCENE sjabloon
toe aan de
SCENE toets
1
1
1
of
Afstandsbediening
Knippert
3 seconden
3 seconden
Voorpaneel
DVD MovieView
Opmerking
l INPUT h
AMP
ENTER
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
DVD Viewing
1
1
of
AfstandsbedieningVoorpaneel
31 Nl
Selecteren van de SCENE sjablonen
BASISBEDIENING
Nederlands
Welk SCENE sjabloon wilt u selecteren?
*
Wanneer er een iPod is aangesloten op het Yamaha iPod universeel dock of een Bluetooth component op de Bluetooth adapter, zal dit
toestel de audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting weergeven.
y
U kunt ook uw eigen SCENE sjablonen maken door de voorgeprogrammeerde instellingen van de SCENE sjablonen te wijzigen. Zie
bladzijde 33 voor details.
Opmerking
1
2
3
4
Radio Listening
CD Hi-fi Listening
CD Listening
CD Music Listening
Dock Listening
DVD Live Viewing
DVD Movie Viewing
DVD Viewing
Disc Hi-fi Listening
Music Disc Listening
Disc Listening
DVR Viewing
TV Viewing
Game Playing
DVD
V-AUX
*
DTV/CBL
TUNER (FM/AM)
DOCK
CD
DVD
DVR
Videobronnen
(DVD video,
opgenomen beelden)
TV programma’s
Videospelletjes
iPod of Bluetooth
component
Radioprogramma’s
Muziekdiscs
(CD, SACD of DVD-Audio)
SCENE sjablonen
Welke component wilt u
laten weergeven?
Welke signaalbron wilt u
laten weergeven?
Standaard
SCENE toetsen
TV Sports Viewing
USB Audio Listening
USB
USB geheugenapparaat
of draagbare USB
audiospeler
32 Nl
Selecteren van de SCENE sjablonen
Beschrijvingen voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen
De afbeeldingen van de SCENE toets in de volgende tabel geven de toegewezen SCENE toetsen in de
standaardinstelling aan.
*
Wanneer de aangesloten DVD-speler of CD-speler geschikt is voor SCENE stuursignalen en is verbonden met de REMOTE OUT
aansluiting van dit toestel, dan kan dit toestel de DVD-speler of CD-speler in kwestie aansturen via de SCENE functie.
SCENE sjabloon Signaalbron Weergavefunctie Kenmerken
DVD Viewing
DVD
*
STRAIGHT
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u algemeen materiaal
weergeeft met uw DVD-speler.
DVD Movie Viewing
DVD
*
MOVIE
Movie Dramatic
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met
uw DVD-speler.
DVD Live Viewing
DVD
*
MUSIC
Pop/Rock
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u live muziekbeelden
weergeeft met uw DVD-speler.
DVR Viewing
DVR MOVIE
Movie Dramatic
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met
uw digitale videorecorder.
Disc Hi-fi Listening
DVD
*
DIRECT
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u hi-fi muziekdiscs
afspeelt met uw DVD-speler.
Music Disc
Listening
DVD
*
STEREO
2ch Stereo
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt
met uw DVD-speler.
Disc Listening
DVD
*
STEREO
7ch Stereo
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek afspeelt met
uw DVD-speler als achtergrondmuziek.
CD Hi-fi Listening
CD
*
DIRECT
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u hi-fi muziekdiscs
afspeelt met uw CD-speler.
CD Listening
CD
*
STEREO
7ch Stereo
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt
met uw CD-speler als achtergrondmuziek.
CD Music Listening
CD
*
STEREO
2ch Stereo
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek afspeelt met
uw CD-speler.
Radio Listening
TUNER MUSIC ENHANCER
7ch Enhancer
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar FM of AM
radioprogramma’s luistert.
Dock Listening
DOCK MUSIC ENHANCER
7ch Enhancer
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek wilt
weergeven van uw iPod die is aangesloten via een Yamaha
iPod universeel dock of van een Bluetooth component die is
verbonden via de Bluetooth adapter.
USB Audio
Listening
USB MUSIC ENHANCER
7ch Enhancer
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek laat
weergeven van uw USB geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
TV Viewing
DTV/CBL STRAIGHT
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar algemene
programma’s op uw TV kijkt.
TV Sports Viewing
DTV/CBL ENTERTAINMENT
TV Sports
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar
sportprogramma’s op uw TV kijkt.
Game Playing
V-AUX ENTERTAINMENT
Game
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u videospelletjes wilt
spelen.
11
2
14
13
33 Nl
Selecteren van de SCENE sjablonen
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt voor elk van de SCENE toetsen uw eigen SCENE
sjabloon maken. U kunt gebruik maken van de
16 voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen om uw eigen
SCENE sjablonen vast te leggen.
Aanpassen van de
voorgeprogrammeerde SCENE
sjablonen
Gebruik deze functie om de voorgeprogrammeerde
SCENE sjablonen aan te passen.
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2 Houd de gewenste
5
SCENE toets
3 seconden lang ingedrukt.
Het bewerkingsscherm voor het SCENE sjabloon zal
op het beeldscherm verschijnen.
Wanneer het SCENE sjabloon dat u wilt bewerken niet is
toegewezen aan één van de
5
SCENE toetsen, dient u net
zo vaak op
4
AMP te drukken en dan op 7l / h tot het
gewenste SCENE sjabloon op het menuscherm verschijnt.
3 Druk op
4
AMP en dan op
7
k / n om de
gewenste instelling van het SCENE sjabloon
te selecteren en gebruik vervolgens
7
l / h
om de gewenste waarde in te stellen.
U kunt de volgende instellingen van een SCENE
sjabloon wijzigen:
INPUT: De signaalbron
MODE: De ingeschakelde
geluidsveldprogramma’s,
STRAIGHT of DIRECT functie
(zie de bladzijden 41 en 43)
NIGHT: De nacht-luisterfunctie
(zie bladzijde 44)
SYSTEM: Houd de huidige instelling voor de
nacht-luisterfunctie.
CINEMA: Stelt de nacht-luisterfunctie in op
CINEMA.
MUSIC: Stelt de nacht-luisterfunctie in op
MUSIC.
4 Druk nog eens op de
5
SCENE toets om uw
wijziging te bevestigen.
y
Er zal een asterisk (*) bij de naam van het originele SCENE
sjabloon verschijnen.
Wanneer de gewenste SCENE sjablonen zijn toegewezen aan de
5
SCENE
toetsen, moet u de signaalbron voor het SCENE sjabloon
instellen op de afstandsbediening. Zie bladzijde 34 voor details.
U kunt voor elk van de
5
SCENE toetsen een aangepast
SCENE sjabloon aanmaken, maar als u een ander aangepast
SCENE sjabloon aanmaakt, zal dit toestel het oude aangepaste
SCENE sjabloon vervangen door het nieuwe.
Het nieuw aangemaakte sjabloon is alleen beschikbaar voor de
oorspronkelijk geselecteerde
5
SCENE toets.
SCENE sjablonen een nieuwe naam geven
Selecteer de naam van het gewenste SCENE
sjabloon bij stap 3 onder “Aanpassen van de
voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen” en
druk vervolgens op
7
ENTER.
Druk op 7k / n om het gewenste teken te selecteren.
Druk op
7l / h om een “_” (onderstreping) te
plaatsen onder de spatie of onder een teken.
Druk op
8
RETURN om de nieuwe naam te
annuleren.
Druk op
7
ENTER om de nieuwe naam definitief te
maken.
Uw eigen SCENE sjablonen maken
Opmerking
: DVD Viewing
: DVD
SCENE
INPUT
SCENE : DVD Viewing
1
SCENE sjabloonarchief
(Voorbeeld)
Selecteer een SCENE
sjabloon
Toewijzen aan de
SCENE toets
Maak uw eigen SCENE
sjabloon
AMP
1
3 seconden
Opmerkingen
1
34 Nl
Selecteren van de SCENE sjablonen
Bedienen van signaalbronnen in de
SCENE functie
U kunt zowel dit toestel als de signaalbron bedienen met
deze afstandsbediening. U moet wel van tevoren voor elke
signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen
(zie bladzijde 73).
1 Druk op de gewenste
5
SCENE toets op de
afstandsbediening.
2 Druk op de gewenste toetsen in het met een
sterretje (*) aangegeven gebied hieronder om
de signaalbron voor het geselecteerde
SCENE sjabloon te bedienen.
*
Deze toetsen bedienen de signaalbron. Zie bladzijde 72 voor
details omtrent de functies van de toetsen.
Instellen van de signaalbron voor een
aangepast SCENE sjabloon op de
afstandsbediening
Als u de signaalbron veranderd heeft voor het
geselecteerde SCENE sjabloon, moet u de nieuwe
signaalbron voor het SCENE sjabloon instellen op de
afstandsbediening om de component in kwestie correct te
kunnen bedienen.
Houd de
5
SCENE toets en de gewenste
ingangskeuzetoets (
3
) 3 seconden ingedrukt.
y
Druk nog eens op de
5
SCENE toets om de signaalbron te
kunnen bedienen.
Gebruiken van de afstandsbediening voor de SCENE functie
Opmerking
REC
SUR. DECODE
NIGHT
STRAIGHT DIRECT
PARAMETER
MULTI CH IN AUDIO SEL
SLEEP
ENHANCER
l PROG h
TV MUTE
TV INPUT
TV VOL
TV CH
POWER
AMP
STANDBY
POWER
MUTE
POWER
8
10
7
09
65
4321
ENT
DVD
V-AUX/DOCK
BC
DTV/CBL DVR
CD MD/CD-R TUNER
SRCH MODE
MENU
VOLUME
TITLE
ENTER
BAND LEVEL
DISPLAY
RETURN
MEMORY
AVTV
SCENE
4321
USB
C D
A B
FREQ/TEXT EON
MODE - PTY SEEK - START
SCENE toetsen
*
WEERGAVE
35 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2 Druk net zo vaak op de
M
SPEAKERS toets
tot u de voor-luidsprekers die u wilt
gebruiken geselecteerd heeft.
De corresponderende luidspreker indicators zullen
oplichten op het display op het voorpaneel.
3 Druk herhaaldelijk op
R
INPUT l / h
(of druk op één van de ingangskeuzetoetsen
(
3
)) om de gewenste signaalbron te
selecteren.
De naam van de op dit moment geselecteerde
signaalbron wordt een paar seconden lang op het
display getoond.
4 Start de weergave op de geselecteerde
component of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 45 voor details omtrent het
afstemmen op FM/AM radiozenders.
5 Verdraai
L
VOLUME (of druk op
L
VOLUME +/–) om het volume op het
gewenste niveau in te stellen.
6 Druk herhaaldelijk op
O
PROGRAM l / h
(of druk op
4
AMP en dan herhaaldelijk op
A
PROG l / h) om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma
zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
Zie bladzijde 40 voor details over geluidsveldprogramma’s.
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet
alleen op basis van de naam van het programma.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 36).
Wanneer er PCM signalen met een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz binnenkomen, zal dit
toestel automatisch overschakelen naar de “STRAIGHT” stand
(zie bladzijde 41).
Om informatie te laten weergeven op het in-beeld display over de op
dit moment geselecteerde signaalbron, zie bladzijde 38 voor details.
Een korte wegwijzer
Weergave
Let op
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS
gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet
geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw
luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw
CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s.
Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
Basisbediening
USB
MULTI CH
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD CD
MD/CD-R
TUNER
INPUT:DVD
Op dit moment geselecteerde
signaalbron
Beschikbare signaalbronnen
Opmerkingen
Wanneer u...
Zie
bladzijde
Genieten van een hoge geluidskwaliteit 43
De klankkleur (toon) van de voor-luidsprekers wilt
regelen
43
Parameters van geluidsveldprogramma’s wilt
wijzigen
42
Nachts naar materiaal met een hoog dynamisch
bereik (harde geluiden) wilt luisteren
44
Een hoofdtelefoon wilt gebruiken 37
Een decoder wilt selecteren om bronmateriaal mee
weer te geven
41
Dit toestel zichzelf automatisch uit (standby) wilt
laten zetten
39
Movie Dramatic
Op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogramma
36 Nl
Weergave
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen.
Gebruik deze functie (selecteren van audio
ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een andere
ingangsaansluiting wanneer er meerdere aansluitingen
beschikbaar zijn voor de signaalbron in kwestie.
y
In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan.
U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via “AUDIO
SELECT” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 68).
Druk herhaaldelijk op
S
AUDIO SELECT
(of druk op
4
AMP en dan op
E
AUDIO SEL) om
de gewenste instelling voor de audio
ingangsaansluiting selectie te kiezen.
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen
(OPTICAL, COAXIAL en HDMI) zijn toegewezen. Daarnaast zal
HDMI niet beschikbaar zijn als instelling voor de selectiefunctie voor
de audio ingangsaansluiting als de HDMI IN DVD en HDMI IN
DTV/CBL aansluitingen niet worden gebruikt. Gebruik “I/O
ASSIGNMENT” in het “INPUT MENU” om de ingangsaansluiting
in kwestie opnieuw toe te wijzen (zie bladzijde 65).
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 19).
Druk herhaaldelijk op
R
INPUT l / h (of op
4
AMP en dan op
D
MULTI CH IN) en selecteer
MULTI CH.
“MULTI CH” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
y
Gebruik het “MULTI CH SET” menu in het “INPUT MENU” om
de parameters voor MULTI CH INPUT in te stellen
(zie bladzijde 67).
De ingangssignalen worden versterkt en direct weergegeven,
zonder bewerking van het geluid. Daarom kunt u geen
geluidsveldprogramma’s gebruiken of de nacht-luisterfunctie enz.
wanneer MULTI CH is geselecteerd als signaalbron.
Selecteren van audio
ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT)
AUDIO SELECT Functie
AUTO
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) HDMI
(2) Digitale signalen
(3) Analoge signalen
HDMI
Er zullen alleen HDMI signalen worden
geselecteerd. Als er geen HDMI signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden
weergegeven.
COAX/OPT
Er zullen alleen digitale signalen worden
geselecteerd. Als er geen signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden
weergegeven.
ANALOG
Er zullen alleen analoge signalen worden
geselecteerd. Als er geen analoge signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden
weergegeven.
Opmerking
USB
MULTI CH
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD CD
MD/CD-R
TUNER
A.SEL:AUTO
Huidige instelling selectiefunctie audio
ingangsaansluiting
Beschikbare signaalbronnen
Selecteren van de MULTI CH
INPUT component
Opmerking
37 Nl
Weergave
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt de bedieningsinformatie voor dit toestel laten
weergeven op een beeldscherm.
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2 Druk op
M
DISPLAY.
Het in-beeld display toont het huidige statusscherm.
y
U kunt de tijd dat de huidige status op het in-beeld display
getoond wordt regelen met behulp van de “OSD-AMP”
parameter in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 68).
Het signaal voor het in-beeld display wordt niet gereproduceerd
via de DVR VIDEO OUT aansluitingen en wordt dus ook niet
opgenomen.
U kunt een hoofdtelefoon met een analoge
stereostekker aansluiten op de PHONES
aansluiting op het voorpaneel.
y
Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT
CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld
(zie bladzijde 41).
Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen.
Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
Druk op
I
MUTE om de geluidsweergave
tijdelijk uit te schakelen. Druk nog eens op
I
MUTE om de geluidsweergave te hervatten.
y
U kunt ook
L
VOLUME verdraaien, of op
L
VOLUME +/
drukken, om de geluidsweergave te hervatten.
U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de
“MUTE TYPE” parameter in het “SOUND MENU”
(zie bladzijde 63).
De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer
de geluidsweergave weer wordt hervat.
Weergeven van de huidige status
van dit toestel op een beeldscherm
Opmerking

[DISPLAY]:STATUSOFF
 

NIGHT:CINEMA(MID)
A.SEL:HDMI
INPUT:DVD
MovieSpacious
MOVIE
DVDMovieViewing
STATUSVOL:-40dB
Gebruiken van een hoofdtelefoon
Opmerkingen
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
38 Nl
Weergave
U kunt videobeelden van een videobron combineren met geluid van
een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke muziek luisteren
terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen (
4
) om de
gewenste videobron te selecteren en kies
vervolgens de audiobron.
y
U kunt ook “MULTI CH” selecteren als geluidssignaalbron
(zie bladzijde 36). Druk op
4
AMP en druk vervolgens op
D
MULTI CH IN.
Stel de “BGV” parameter in het “MULTI CH SET” menu in op
de gewenste instelling om de standaard signaalbron voor
achtergrondvideo te selecteren voor de MULTI CH INPUT
signaalbron (zie bladzijde 67).
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1
Druk op
4
AMP
en druk vervolgens op
K
MENU
.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
2
Druk herhaaldelijk op
7
n
om “SIGNAL INFO”
te selecteren en druk dan op
7
ENTER
.
De audio-informatie over de signaalbron zal op het
in-beeld display verschijnen.
3
Druk op
7
l / h
om heen en weer te schakelen
tussen de audio en video informatiedisplays.
4 Druk op
K
MENU om het “SET MENU” te
verlaten.
Audio informatie
“––” verschijnt wanneer dit toestel de bijbehorende informatie
niet kan weergeven.
Video informatie
“––” verschijnt wanneer dit toestel de bijbehorende informatie
niet kan weergeven.
HDMI fouten en meldingen
Weergeven van videomateriaal als
achtergrond bij audiomateriaal
Tonen van informatie over de signaalbron
Audiobronnen
Videobronnen
DVD
V-AUX
DTV/CBL DVR
CD MD/CD-R TUNER
USB
DVD
SET MENU
TOP MENU
.;AUTO SETUP
;MANUAL SETUP
.A;SIGNAL INFO
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
Informatie Beschrijving
FORMAT
Signaalformattering. Wanneer het toestel geen
digitaal signaal kan detecteren, wordt er
automatisch overgeschakeld naar analoog.
SAMPLING
Het aantal metingen per seconden van een
continu signaal om een digitaal signaal te
kunnen maken.
CHANNEL
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal
(voor/surround/LFE). Bijvoorbeeld een
multikanaals soundtrack met 3 voorkanalen,
2 surroundkanalen en een LFE kanaal, zal
worden getoond als “3/2/0.1”.
BITRATE
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde
een bepaald meetpunt passeert.
FLAG
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of
PCM signalen is meegecodeerd en die dit
toestel in staat stelt automatisch van decoder te
wisselen.
Opmerking
Informatie Beschrijving
HDMI SIGNAL
Het soort videosignalen ontvangen van de
signaalbron en gereproduceerd via de
HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
HDMI RES.
Resolutie van de HDMI signalen die
worden ontvangen of gereproduceerd via
de HDMI IN/OUT aansluitingen van dit
toestel.
HDMI ERROR
(Alleen wanneer
er een fout wordt
gedetecteerd)
Foutmelding voor HDMI bronnen of
aangesloten HDMI apparatuur. Zie
“HDMI fouten en meldingen” voor
details.
Opmerking
Melding Oorzaak
DEVICE OVER
Er zijn teveel HDMI componenten
aangesloten.
HDCP ERROR
HDCP verificatie mislukt.
OUT OF RES.
Het aangesloten beeldscherm is niet geschikt
voor de resolutie van het video
ingangssignaal.
39 Nl
Weergave
BASISBEDIENING
Nederlands
Met deze functie kunt de hoofdzone zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd.
Druk herhaaldelijk op
4
AMP en vervolgens
herhaaldelijk op
R
SLEEP om de gewenste tijd in
te stellen.
Met elke druk op
R
SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator zal
oplichten op het display op het voorpaneel en het display
keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma.
y
Om de slaaptimer te annuleren dient u net zo vaak op
4
AMP
en vervolgens op
R
SLEEP te drukken tot “SLEEP OFF” op
het display op het voorpaneel verschijnt.
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met
A
MAIN ZONE
ON/OFF (of
H
STANDBY) de hoofdzone van het toestel uit
(standby) te zetten.
Gebruiken van de slaaptimer
SLEEP 120min SLEEP 90min
SLEEP 60minSLEEP 30minSLEEP OFF
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
40 Nl
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale
decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals
weergave van vrijwel elke stereo of multikanaals
geluidsbron.
Druk op
O
PROGRAM
l
/
h
(of op
4
AMP
en
druk vervolgens herhaaldelijk op
A
PROG
l
/
h
).
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
op het display op het voorpaneel verschijnen.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 36).
Wanneer er PCM signalen met een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz binnenkomen, zal dit
toestel automatisch overschakelen naar de “STRAIGHT” stand
(zie bladzijde 41).
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet
alleen op basis van de naam van het programma.
De geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld aan de
hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de variaties
waarnemen in de weerkaatsingen die u uit alle richtingen bereiken.
Geluidsveldprogramma’s
Opmerkingen
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
Categorie Programma Kenmerken
MUSIC
Pop/Rock
CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft u de indruk dat u lijfelijk aanwezig bent bij
een pop, rock of jazz concert. Het geluidsveld reproduceert een zeer grote zaal, waarbij de
nadruk ligt op de vocalen van het centrale podium, op de solo-instrumenten en de ritmesectie.
Hall
CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is bij uitstek geschikt voor klassieke en orkestrale
muziek. Dit programma maakt gebruik van gegevens die zijn verzameld in een grote concertzaal
in Muenchen. Hierdoor kunt u genieten van mooie, verfijnde natrillingen en een majestueuze sfeer.
Jazz
CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is bij uitstek geschikt voor jazz en fusion. Het
maakt gebruik van gegevens die zijn verzameld in een beroemde jazzclub in New York.
Hierdoor kunt u genieten van heldere natrillingen.
ENTERTAINMENT
Game
CINEMA DSP verwerking. Hierdoor kunt u profiteren van de spannende en dynamische
geluidseffecten die zo karakteristiek zijn voor computer- en videospellen. Dit programma geeft u
een gevoel van diepte door middel van de omhullende driedimensionale geluidsvelden waarin het
spel zich afspeelt en biedt bioscoopachtige geluidseffecten voor de videostukjes in de spellen.
TV Sports
CINEMA DSP verwerking. Hiermee kunt u genieten van sportuitzendingen in stereo en van
amusementsprogramma’s met live geluid. Bij sportprogramma’s zal het begeleidende
commentaar duidelijk vanuit het midden komen, terwijl de geluiden van het publiek en de
sfeergeluiden uit het stadion u zullen omhullen zodat u het gevoel krijgt dat u er echt bij bent.
MOVIE
Movie Spacious
CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is geschikt voor films met veel spectaculaire
geluidseffecten en het gaat dan ook heel goed samen met breedbeeldweergave. Het
programma zorgt voor een weergave over een zeer groot dynamisch bereik, van fluisterende
geluidseffecten tot bulderend lawaai.
Movie Dramatic
CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is ook geschikt voor films met de nadruk op
driedimensionale geluidseffecten. Natrillingen worden gemiddeld onderdrukt, maar de
geluidseffecten en de achtergrondmuziek worden weergegeven op een zachte, driedimensionale
manier, gecentreerd op de heldere weergave in het midden van de stemmen van de acteurs.
STEREO
2ch Stereo
Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen of geeft 2-kanaals materiaal onveranderd weer.
7ch Stereo
CINEMA DSP verwerking. Gebruik van dit programma vergroot de luisterplek. Dit
geluidsveld is geschikt voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen.
MUSIC
ENHANCER
2ch Enhancer
7ch Enhancer
Kies deze programma’s om kunstmatig gecomprimeerde signalen (zoals MP3 bestanden) in
2-kanaals of 7-kanaals stereo weer te laten geven. Dit programma verbetert de
geluidsweergave door de vanwege zogenaamde compressie-artefacten ontbrekende
harmonische signalen te regenereren.
Opmerking
41 Nl
Geluidsveldprogramma’s
BASISBEDIENING
Nederlands
Genieten van 2-kanaals materiaal met de
standaard decoders
Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen
ook via meerdere kanalen worden weergegeven.
Druk op
4
AMP en vervolgens herhaaldelijk op
O
SUR. DECODE om een decoder te selecteren.
U kunt kiezen uit de volgende decoders, afhankelijk van
het materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke
voorkeuren.
Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers
(Virtual CINEMA DSP)
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder
surround-luidsprekers door virtuele luidsprekers te
creëren.
Als u “SUR. L/R SP” op “NONE” (zie bladzijde 60)
instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden
ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP programma
selecteert (zie bladzijde 40).
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op “NONE”
(zie bladzijde 60):
wanneer “7ch Stereo” (zie bladzijde 40) is geselecteerd.
wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
Luisteren naar multikanaals materiaal en
geluidsveldprogramma’s met een
hoofdtelefoon (SILENT CINEMA)
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en
DTS materiaal, te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de
PHONES aansluiting terwijl u luistert met een CINEMA
DSP programma (uitgezonderd 7ch) (zie bladzijde 40).
Indien ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator
oplichten op het display op het voorpaneel.
Luisteren naar onbewerkte weergave
(‘Straight’ (rechtstreekse)
weergavefunctie)
Wanneer dit toestel in de “STRAIGHT” staat zal
multikanaals materiaal rechtstreeks via de diverse kanalen
worden weergegeven zonder verdere toevoeging van
effecten. Tweekanaals stereomateriaal zal alleen via de
linker en rechter voor-luidsprekers worden weergegeven.
Druk op
P
STRAIGHT (of op
4
AMP en druk
vervolgens op
B
STRAIGHT) om “STRAIGHT”
te selecteren.
Om de “STRAIGHT” functie uit te schakelen dient u nog
eens op
P
STRAIGHT (of op
4
AMP en dan op
B
STRAIGHT) te drukken zodat “STRAIGHT”
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
Decoder Functies
Pro Logic
Dolby Pro Logic verwerking voor
elk bronmateriaal
PLII Movie
PLIIx Movie
Dolby Pro Logic II verwerking voor
filmmateriaal
PLII Music
PLIIx Music
Dolby Pro Logic II verwerking voor
muziekmateriaal
PLII Game
PLIIx Game
Dolby Pro Logic II verwerking voor
spelmateriaal
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal
Neo:6 Music
DTS verwerking voor
muziekmateriaal
Opmerking
42 Nl
Geluidsveldprogramma’s
Wijzigen van geluidsveld instellingen
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de
weergave beter wilt proberen aan te passen aan de
specifieke omstandigheden in uw kamer.
1 Druk terwijl u naar een signaalbron luistert
op
4
AMP en vervolgens op
Q
PARAMETER.
2 Druk op 7k / n tot u de gewenste parameter
die u wilt instellen geselecteerd heeft.
3 Druk op 7l / h om de huidige waarde voor
deze parameter te wijzigen.
U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de “MEMORY
GUARD” beveiliging in het “OPTION MENU” is ingesteld op
“ON” (zie bladzijde 68).
y
De begininstellingen voor elk van de parameters worden vet
aangegeven.
Voor Pop/Rock, Hall, Jazz, Game, TV Sports,
Movie Spacious en Movie Dramatic:
DSP niveau DSP LEVEL
Functie: Regelt het effectniveau.
Instelmogelijkheden:
MIN, MID, MAX
Voor 2ch Enhancer en 7ch Enhancer
Effectniveau EFFECT LEVEL
Functie: Regelt het effectniveau.
Instelmogelijkheden:
LOW, HIGH
Voor Pro Logic II Music en Pro Logic IIx Music:
Panorama PANORAMA
Functie: Stuurt stereosignalen naar de
surround-luidsprekers zowel als naar de
voor-luidsprekers voor een omhullend
effect.
Instelmogelijkheden:
OFF, ON
Dimensie DIMENSION
Functie: Zorgt voor een graduele aanpassing van
het geluidsveld naar voren of naar
achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren),
de begininstelling is STD (standaard).
Midden breedte CT WIDTH
Functie: Regelt het middengeluidsveld via alle
drie de voor-luidsprekers. Een grotere
waarde breidt het middenveld uit in de
richting van de linker en rechter
voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt
alleen maar weergegeven via de
midden-luidspreker) t/m 7 (het
middenkanaal wordt helemaal via de
linker en rechter voor-luidsprekers
weergegeven), de begininstelling is 3.
Voor Neo:6 Music
Middenbeeld C.IMAGE
Functie: Regelt het volume van de linker en
rechter voorkanalen in samenhang met
het middenkanaal om het middenkanaal
meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 t/m 1,0, de begininstelling is 0.3.
Opmerking
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
43 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Gebruik de DIRECT functie om te luisteren naar de
kwalitatief hoogstaande weergave van de geselecteerde
bron. Wanneer de DIRECT functie is ingeschakeld, geeft
dit toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min
mogelijk tussenliggende schakelingen.
Druk op
Q
DIRECT (of op
4
AMP en dan op
C
DIRECT) om
DIRECT te selecteren.
De “TONE CONTROL” en “SOUND MENU”
(zie bladzijde 59) instellingen (behalve voor de instelling van de
luidsprekerniveaus) staan buiten werking.
Het display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder.
y
Wanneer de DIRECT weergavefunctie in werking is, wordt het
display op het voorpaneel alleen ingeschakeld wanneer dat nodig
is.
Gebruik deze functie om de weergave van de lage tonen
en die van de hoge tonen voor de linker en rechter
luidsprekerkanalen te regelen.
y
De instellingen voor de luidsprekers en die voor de hoofdtelefoon
worden apart opgeslagen.
1 Druk herhaaldelijk op
N
TONE CONTROL
om de weergave van de hoge tonen
(TREBLE) of de weergave van de lage tonen
(BASS) te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op
O
PROGRAM l / h
om de weergave van de hoge tonen
(TREBLE) of de weergave van de lage tonen
(BASS) te selecteren.
Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer bij die van de andere past.
TONE CONTROL staat buiten werking wanneer dit toestel in
de DIRECT stand staat, of wanneer MULTI CH is geselecteerd
als signaalbron.
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook
mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH
INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn
gemaakt via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 26) en “SP
LEVEL” (zie bladzijde 61) methodes.
1 Druk herhaaldelijk op
4
AMP, dan op
6
LEVEL op de afstandsbediening en
vervolgens op
7
k / n tot u de luidspreker
geselecteerd heeft die u wilt instellen.
y
In plaats van “SB L” en “SB R”, zal “SUR.B” worden
getoond indien “SUR.B L/R SP” is ingesteld op “SMLx1”
of “LRGx1” (zie bladzijde 60).
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede
af van de luidsprekerinstellingen.
Wanneer het beeldscherm is ingeschakeld, zal het
“SP LEVEL” instelmenu op het scherm verschijnen.
2 Druk op
7
l / h om het uitgangsniveau
(volume) van de luidspreker te regelen.
Druk op
7
h om de ingestelde waarde te
verhogen.
Druk op
7
l om de ingestelde waarde te
verlagen.
Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB
3 Druk op
6
LEVEL om het display met de
instelling van het luidsprekerniveau uit te
schakelen.
Gebruiken van audiofuncties
Genieten van een hoge
geluidskwaliteit
Opmerkingen
Toonregeling
Opmerkingen
Instellen luidsprekerniveaus
Opmerking
Display Ingestelde luidspreker
FRONT L
Linker voor-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
SWFR
Subwoofer
SUR. L
Linker surround-luidspreker
SUR. R
Rechter surround-luidspreker
SB L
Linker surround achter-luidspreker
SB R
Rechter surround achter-luidspreker
44 Nl
Gebruiken van audiofuncties
De nacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage
volumes, zoals ’s nachts, toch alles te kunnen verstaan.
1 Druk op
4
AMP en vervolgens herhaaldelijk
op
P
NIGHT om “NIGHT:CINEMA” of
“NIGHT:MUSIC” te selecteren.
Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, OFF
Selecteer “NIGHT:CINEMA” wanneer u naar een
film gaat kijken om het dynamisch bereik van de
soundtrack te verminderen en de gesproken tekst
beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u naar
muziek wilt luisteren om alle geluiden beter
verstaanbaar te maken.
Selecteer “OFF” als u deze functie niet wilt
gebruiken.
y
Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de
NIGHT indicator oplichten op het display op het
voorpaneel.
2 Druk op
7
l / h om het effectniveau te
regelen terwijl “NIGHT:CINEMA” of
“NIGHT:MUSIC” wordt aangegeven op het
display op het voorpaneel.
Keuzes: MIN, MID, MAX
Selecteer “MIN” voor minimale compressie.
Selecteer “MID” voor standaard compressie.
Selecteer “MAX” voor maximale compressie.
y
De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen
worden apart opgeslagen.
In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties niet
gebruiken:
wanneer de DIRECT functie (zie bladzijde 43) is
ingeschakeld.
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 36).
wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt mede
af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor
surroundweergave.
Selecteren van de
nacht-luisterfunctie
Opmerkingen
Effect.Lvl:MID
FM/AM AFSTEMMEN
45 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed
wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders automatisch of met de hand
voorprogrammeren.
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
1 Druk net zo vaak op RINPUT l / h tot
“TUNER” verschijnt op het display op het
voorpaneel.
2 Druk op
E
BAND om de radioband te kiezen
(FM of AM (MG)).
3 Druk op ITUNING AUTO/MAN’L zodat de
AUTO indicator op het display oplicht.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet automatisch afstemmen. Druk op
D
PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te
schakelen.
4 Druk één keer op
G
PRESET/TUNING/CH
l / h om het automatisch afstemmen te
laten beginnen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen.
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de
ontvangst te verbeteren.
1 Druk net zo vaak op RINPUT l / h tot
“TUNER” verschijnt op het display op het
voorpaneel.
2 Druk op
E
BAND om de radioband te kiezen
(FM of AM (MG)).
3 Druk op ITUNING AUTO/MAN’L zodat de
AUTO indicator van het display verdwijnt.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet handmatig afstemmen. Druk op
D
PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te
schakelen.
4 Druk op
G
PRESET/TUNING/CH l / h om
met de hand af te stemmen op de gewenste
zender.
y
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend te
laten veranderen.
FM/AM afstemmen
Automatisch afstemmen
AUTO
AFM 88.90MHz
Licht op
Geen dubbele punt (:)
TUNED
AFM 88.90MHz
Licht op
Handmatig afstemmen
Opmerking
AFM 88.90MHz
Geen dubbele punt (:)
46 Nl
FM/AM afstemmen
U kunt maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch laten
voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden
gevonden. U kunt vervolgens gemakkelijk via de
bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
1 Druk net zo vaak op RINPUT l / h tot
“TUNER” verschijnt op het display op het
voorpaneel.
2 Druk op
E
BAND en selecteer “FM” als
radioband.
3 Houd HMEMORY tenminste 3 seconden
ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en
AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer
5 seconden zal het automatisch voorprogrammeren
beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere
frequenties.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
y
U kunt de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer selecteren
waaronder de eerst gevonden zender zal worden opgeslagen door
eerst op
F
A/B/C/D/E en vervolgens op
GPRESET/TUNING/CH l / h te drukken.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een
zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te
stemmen zoals beschreven bij “Handmatig voorprogrammeren”
elders op deze bladzijde.
Alleen Radio Data Systeem zenders worden automatisch
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren
(alleen modellen voor Europa en Rusland).
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders
(A1 t/m E8: 8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren.
1 Stem automatisch of met de hand af op een
zender.
Zie bladzijde 45 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
2 Druk op HMEMORY.
De MEMORY indicator knippert ongeveer
30 seconden lang op het display op het voorpaneel.
3 Druk herhaaldelijk op
F
A/B/C/D/E en
GPRESET/TUNING/CH l / h om de
gewenste voorkeuzezender (A1 t/m E8) te
selecteren terwijl de MEMORY indicator
knippert.
Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt
op het display.
4 Druk op HMEMORY terwijl de MEMORY
indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
Automatisch voorprogrammeren
Opmerkingen
AUTO
MEMORY
A1:FM 88.90MHz
Knippert
Knippert
Handmatig voorprogrammeren
Opmerkingen
MEMORY
A3:FM 88.90MHz
Voorkeuzegroep en
voorkeuzenummer
Knippert
Dubbele punt (:)
TUNED
A1:FM 88.90MHz
De getoonde zender is opgeslagen als A1.
47 Nl
FM/AM afstemmen
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
y
Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening,
moet u eerst op
4
TUNER drukken om “TUNER” als
signaalbron te selecteren.
1 Druk herhaaldelijk op
F
A/B/C/D/E
(of
7
A/B/C/D/E l / h) om de gewenste
voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
2 Druk op
G
PRESET/TUNING/CH l / h
(of
7
PRESET/CH k / n) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
y
U kunt het nummer van de gewenste voorkeuzezender (1 t/m 8)
ook direct invoeren met de cijfertoetsen op de afstandsbediening.
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
1
Selecteer voorkeuzezender “E1” met
F
A/B/C/D/E
en
G
PRESET/TUNING/CH
l
/
h
.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” elders op
deze bladzijde.
2 Houd
D
PRESET/TUNING tenminste
3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
3
Selecteer voorkeuzezender “A5” met
F
A/B/C/D/E
en
G
PRESET/TUNING/CH
l
/
h
.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
4 Druk nog eens op
D
PRESET/TUNING.
“EXCHANGE E1–A5” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen wanneer de twee
voorkeuzezenders van plaats wisselen.
Selecteren van voorkeuzezenders
E1:FM 88.90MHz
Omwisselen van voorkeuzezenders
MEMORY
E1:FM 88.90MHz
Knippert
Knippert
MEMORY
A5:FM 88.90MHz
Knippert
Knippert
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA EN RUSLAND)
48 Nl
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden
gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service
naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok Tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service
andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok
Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op
het display op het voorpaneel.
U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen
selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem
indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan
even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens
heeft ontvangen van de zender in kwestie.
U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data
Systeem functies selecteren.
Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
Bij slechte ontvangst kunt u op
I
TUNING AUTO/MAN’L op
het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator verdwijnt van
het display op het voorpaneel.
Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie
is geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op
het voorpaneel.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data
Systeem zenders met behulp van de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 46).
U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen
op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender.
2 Druk herhaaldelijk op
0
INFO op de
afstandsbediening om de gewenste Radio
Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor
het ontvangen Radio Data Systeem programma
weer te laten geven.
Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te
laten geven.
Radio Data Systeem afstemmen
(Alleen modellen voor Europa en Rusland)
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Opmerkingen
CTRTPTYPS
Frequentiedisplay
05NL_03_Basic_RX-V563_G.fm Page 48 Wednesday, May 21, 2008 3:34 PM
Black process 45.0° 240.0 LPI
49 Nl
Radio Data Systeem afstemmen (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
BASISBEDIENING
Nederlands
Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te
selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zenders door middel van het programmatype.
y
Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio
Data Systeem zenders voor te programmeren (zie bladzijde 46).
1 Druk op
3
TUNER op de afstandsbediening
om “TUNER” als signaalbron te selecteren.
2 Druk op
0
PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of
“NEWS” zal gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
0
PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
3 Druk op
7
PRESET/CH k / n op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
Selecteren van een Radio Data
Systeem programmatype
(PTY SEEK functie)
Knippert
NEWS
Programmatype Beschrijving
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rock muziek
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
Licht op
POP M
50 Nl
Radio Data Systeem afstemmen (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
4 Druk op
0
PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl het toestel naar een
geschikte zender zoekt.
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u
nog eens op
0
PTY SEEK START op de
afstandsbediening te drukken.
Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op
0
PTY SEEK START drukken om te
zoeken naar een andere zender met een programma van
het gewenste type.
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON (Enhanced Other
Networks) gegevensservice van het Radio Data Systeem netwerk.
Wanneer u één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes
(NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit
toestel automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare
voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden naar een
programma van het geselecteerde type. Wanneer de geplande EON
service begint, zal dit toestel automatisch overschakelen naar de lokale
zender die de EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen
naar de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
1
Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender.
2 Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display, dient u
af te stemmen op een ander Radio Data Systeem
programma waarbij de EON indicator wel gaat branden.
3 Druk herhaaldelijk op
0
EON op de
afstandsbediening om één van de 4 Radio
Data Systeem programmatypes (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
y
Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
0
EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van
het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
Opmerkingen
POP M
PTY HOLD
Knippert Licht op
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van
andere netwerken
(Enhanced Other Networks; EON)
Opmerkingen
EON
NEWS
Licht op
GEBRUIKEN VAN USB GEHEUGENAPPARATUUR OF EEN DRAAGBARE AUDIOSPELER MET EEN USB AANSLUITING
51 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Gebruik deze functie om te kunnen luisteren naar WAV (alleen PCM formaat), MP3 en WMA bestanden op USB
geheugenapparatuur of draagbare USB audiospelers die zijn aangesloten op de USB poort op het voorpaneel van dit
toestel.
Ondersteunde USB apparatuur
Dit toestel biedt ondersteuning voor USB
massa-opslagapparaten (met uitzondering van USB harde
schijven) die gebruik maken van FAT16 of FAT32
formattering.
Alleen de eerste partitie (32 GB of minder) wordt weergegeven
in het in-beeld display. U kunt geen bestanden selecteren in
andere partities.
Er kunnen maximaal 8 mapniveaus met 500 muziekbestanden
per map worden herkend.
Het is mogelijk dat sommige apparaten niet naar behoren
functioneren, ook al voldoen ze aan de eisen.
Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden
niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing
bevatten.
Aansluiten van USB
geheugenapparatuur of een draagbare
USB audiospeler
Sluit de USB stekker van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler aan op de USB poort op het
voorpaneel van dit toestel.
Volg de onderstaande procedures om van de muziek op uw
USB apparaat of draagbare USB audiospeler te kunnen
genieten.
1 Druk herhaaldelijk op
R
INPUT l / h (of op
3
USB) en selecteer USB.
De cursor links van de USB indicator zal oplichten op
het display op het voorpaneel en het eerder
weergegeven materiaal zal automatisch worden
weergegeven.
2 Druk op
M
DISPLAY om de hoogste USB
bestandenlijst te tonen.
De USB bestandenlijst verschijnt in het in-beeld
display.
y
•“i” in de rechter hoek van een menuregel geeft aan dat er
een submenu beschikbaar is op het volgende menuniveau.
Wanneer dit toestel in de bovenste map in de
mappenstructuur is, zal de melding “Root” verschijnen
naast “USB”.
Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een draagbare
audiospeler met een USB aansluiting
Opmerkingen
SPEAKERS
PHONES
SILENT CINEMA
ON/OFF
A/B/OFF
l
PRESET/TUNING/CH
h
A/B/C/D/E
BAND
ZONE 2
ON/OFF
EDIT
PRESET/TUNING
MEMORY
ZONE
CONTROL
TUNING AUTO/MAN'L
OPTIMIZER MIC
AUDIO SELECT
DIRECTSTRAIGHT
EFFECT
TONE CONTROL
l INPUT hl PROGRAM h
VOLUME
SCENE
1234
MAIN ZONE
SYSTEM OFF
VIDEO L AUDIO R
VIDEO AUX USB
USB
USB
geheugenapparaat of
draagbare USB
audiospeler
Bediening weergave
USB
MULTI CH
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD CD
MD/CD-R
TUNER
INPUT:USB
Licht op
Ellis Margellis >
Frankie Zipper >
Hall in Call >
Jackie Pastarius >
Jmiel >
Jean-Luc Ponta >
Jim Hallo >
1/7
USB Root
52 Nl
Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting
3 Druk op
7
k / n / l / h op de
afstandsbediening om het gewenste bestand
te selecteren.
Druk op
7
k / n om het gewenste bestand/de
gewenste map te selecteren.
Druk op
7
ENTER of
7
h om de gewenste map
te openen.
Druk op
7
l om terug te keren naar het vorige
mapniveau.
4 Druk op
7
ENTER om het gewenste bestand
weer te laten geven.
y
U kunt met
0
b / a vooruit/terug springen en met
9
h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het
menu in het in-beeld display.
U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave
bepalen via de “USB PLAY STYLE” parameters in het
“OPTION MENU” (zie bladzijde 70).
U kunt de weergave op het display op het voorpaneel kiezen via
“FL SCROLL” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 68).
Het weergave-informatiedisplay
[1] Naam van de artiest
[2] Titel van het album
[3] Titel van het muziekstuk
[4] Verstreken tijd
Wanneer de verstreken tijd langer is dan “99:59”, zal in
plaats van de tijd “--:--” worden aangegeven.
[5] (weergave) pictogram
[6] (alles herhalen),
(een enkel item herhalen) pictogrammen
Wanneer “REPEAT” voor de “USB PLAY STYLE” in het
“OPTION MENU” (zie bladzijde 70) is ingesteld op “OFF”,
zal er geen pictogram verschijnen in de rechter bovenhoek
terwijl er bestanden of mappen worden weergegeven.
[7] (willekeurige weergave) pictogram
Wanneer “SHUFFLE” voor de “USB PLAY STYLE” in het
“OPTION MENU” (zie bladzijde 70) is ingesteld op “OFF”,
zal er geen pictogram verschijnen in de rechter bovenhoek
terwijl er bestanden of mappen worden weergegeven.
Opmerking
USB [Play]
FrankieZipper
. Made-to-orderaaaaaAA
;RoadtoIndiaaaAAAA
.A
00:00
All
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
All
1
GEBRUIKEN VAN EEN IPOD™
53 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Wanneer uw iPod is geplaatst in een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met
de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 20), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw
iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van
gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 20).
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
y
Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen
verwijzen we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 85.
Wanneer uw iPod in een op dit toestel aangesloten Yamaha iPod universeel dock is geplaatst, zal dit toestel signaal beginnen uit te
wisselen met uw iPod.
Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display
op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten.
Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen
kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via het in-beeld
display van dit toestel (menufunctie) of zonder dit hulpmiddel (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie).
Afstandsbediening Bedienen van een iPod met de
eenvoudige afstandsbedieningsfunctie
U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop,
overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde
afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het
in-beeld display van dit toestel.
y
U kunt de op uw iPod (alleen bepaalde modellen) opgeslagen
foto’s of videoclips bekijken.
U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
Gebruiken van een iPod™
Opmerkingen
Bedienen van een iPod™
Druk voor u de volgende handelingen gaat uitvoeren op
3
V-AUX/DOCK.
Toets Functie
7 ENTER Volgende menu
k Menu op
n Menu neer
l Vorige menu
h Volgende menu
9 ll Terug zoeken (ingedrukt houden)
hh
Vooruit zoeken
(ingedrukt houden)
b Terug springen
a Vooruit springen
s Stop
e Pauze (Menu bedieningsfunctie)
Weergave/Pauze
(Eenvoudige afstandsbedieningsfunctie)
p Weergave (Menu bedieningsfunctie)
Weergave/Pauze
(Eenvoudige afstandsbedieningsfunctie)
K MENU Vorige menu
M DISPLAY Display
54 Nl
Gebruiken van een iPod™
Bedienen van een iPod met de
menufunctie
U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod bedienen
met de meegeleverde afstandsbediening wanneer u dit toestel en
en beeldscherm aansluit via de S VIDEO of VIDEO aansluiting.
U kunt via het in-beeld display door de muziekstukken op uw
iPod bladeren. U kunt bovendien instellingen voor uw iPod
aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren.
y
De naam van het weergegeven muziekstuk zal op het display op
het voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met
de “FL SCROLL” instelling in het “OPTION MENU”
(zie bladzijde 68).
U kunt de tijd dat het iPod menu en de weergave-informatie op
het in-beeld display getoond wordt regelen met behulp van de
“OSD-SOURCE” instelling in het “OPTION MENU”
(zie bladzijde 68).
U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
Het Yamaha logo zal verschijnen op het display van uw iPod.
Sommige tekens kunnen niet worden weergegeven op het
display op het voorpaneel of in het in-beeld display van dit
toestel. Dergelijke tekens worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
De “Settings” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via het
in-beeld display. Druk herhaaldelijk op
7
ENTER
om heen en weer
te schakelen tussen de diverse “Settings” parameterinstellingen.
U kunt niet met het in-beeld display bladeren door eventueel op uw iPod
opgeslagen foto’s of videoclips. Gebruik de eenvoudige
afstandsbedieningsfunctie om de foto’s of videoclips op uw iPod te bekijken.
1 Druk op
3
V-AUX/DOCK en druk vervolgens
op
M
DISPLAY.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
2
Druk op
7
k / n / l / h
om het iPod menu te
bedienen en druk vervolgens op
7
ENTER
om
het geselecteerde muziekstuk weer te laten geven.
Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten),
Albums (albums), Songs (songs),
Genres (genres), Composers (componisten),
Settings (instellingen)
Playlists > Songs
Artists > Albums > Songs
Albums > Songs
Songs
Genres > Artists > Albums > Songs
Composers > Albums > Songs
Settings > Shuffle, Repeat
Willekeurige weergave Shuffle
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, Songs, Albums
Selecteer “Off om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
Selecteer “Albums” om dit toestel albums in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
y
Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off staat, zal
” verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl de muziekstukken
of albums in willekeurige volgorde worden weergegeven.
Herhaalde weergave Repeat
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, One, All
Selecteer “Off om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten
herhalen.
Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken
te laten herhalen.
y
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off staat, zal
” of ” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het
muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald.
Het weergave-informatiedisplay
[1] Weergavestatus
[2] Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten
[3] Naam artiest
[4] Songtitel
[5] Voortgangsbalk
[6] Verstreken tijd
[7] Pictogrammen willekeurige en herhaalde
weergave
[8] (weergave), (pauze),
(vooruit zoeken) en (terug zoeken)
[9] Titel van het album
[10] Resterende tijd
Opmerkingen
>
>
>
>
>
>
>
Playlists
Artists
Albums
Songs
Genres
Composers
Settings
iPod Top
1 All
iPod[Play]
1/9

FrankieZipper
Made-to-order
RoadtoIndia



||;;;;;;;;;;;;;;;;;;
0:51-7:44
All
[2]
[7]
[8]
[9]
[10]
[3]
[4]
[5]
[6]
[1]
GEBRUIKEN VAN BLUETOOTH™ COMPONENTEN
55 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt een Yamaha Bluetooth adapter (zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) aansluiten op de DOCK aansluiting van dit
toestel en zo luisteren naar de naar de muziek die op uw Bluetooth component (bijvoorbeeld een draagbare muziekspeler)
is opgeslagen zonder bedrading tussen dit toestel en de Bluetooth component. U moet van tevoren zorgen dat er een
verbinding tot stand is gebracht (“pairing”) tussen de aangesloten Bluetooth adapter en uw Bluetooth component.
Er moet eerst een verbinding tot stand worden gebracht
(“pairing”) tussen de op dit toestel aangesloten Bluetooth
adapter en een Bluetooth component die voor het eerst
gebruikt wordt, of waarvoor de verbindingsgegevens gewist
zijn. Met “pairing” wordt de verwezen naar het registreren
van een Bluetooth component voor Bluetooth communicatie.
y
Het tot stand brengen van de verbinding (“pairing”) hoeft alleen
de eerste keer dat u een bepaalde Bluetooth component met de
Bluetooth adapter gebruikt te gebeuren.
Om de verbinding tot stand te brengen (“pairing”) zijn er
handelingen nodig op zowel dit toestel als op de component
waarmee u de Bluetooth verbinding wilt maken. Raadpleeg indien
nodig de handleidingen van de andere betrokken apparatuur.
Er zijn twee manieren om een dergelijke verbinding tot
stand te brengen: koppelen door middel van “START
PAIRING” in het “SET MENU” en “quick pairing”.
Pairing via het “SET MENU”
Gebruik deze functie om de verbinding tot stand te brengen
(“pairing”) met behulp van het beeldscherm. Selecteer “START
PAIRING” bil “INPUT MENU”. Zie bladzijde 69 voor details.
Quick pairing
1 Druk herhaaldelijk op
R
INPUT
l / h
(of op
3
V-AUX/DOCK) en selecteer
“V-AUX” als signaalbron.
2 Zet de Bluetooth component waarmee u
verbinding wilt maken aan.
3 Houd
E
BAND (of
6
BAND) 3 seconden lang
ingedrukt om het maken van de verbinding
(“pairing”) te laten beginnen.
Wanneer de Bluetooth adapter hiermee begint, zal eventjes de
melding “Searching...” verschijnen. Terwijl de Bluetooth
adapter nog verbinding aan het zoeken of aan het maken is, zal
de DOCK indicator op het display op het voorpaneel knipperen.
y
Druk nog eens op
E
BAND (of
6
BAND) om het tot stand
brengen van de verbinding (“pairing”) te annuleren.
Als er geen Bluetooth adapter is aangesloten op de DOCK
aansluiting van dit toestel, zal “No BT adapter” verschijnen
op het display op het voorpaneel.
4 Controleer of de Bluetooth component de
Bluetooth adapter kan detecteren.
Als de Bluetooth component de Bluetooth adapter
detecteert (vindt), zal (bijvoorbeeld) “YBA-10
YAMAHA” verschijnen in de lijst met Bluetooth
apparaten.
5 Selecteer de Bluetooth adapter in de lijst met
Bluetooth apparaten en voer het wachtwoord
“0000” in op de Bluetooth component.
Wanneer de verbinding met succes tot stand is
gebracht, zal de melding “Completed” verschijnen op
het display op het voorpaneel.
De Yamaha Bluetooth adapter kan de verbindingsgegevens
bewaren van maximaal acht Bluetooth componenten. Wanneer er
vervolgens een verbinding tot stand wordt gebracht (“pairing”)
met een negende apparaat, dan zullen de verbindingsgegevens
voor de langst niet gebruikte eerder geregistreerde component
door de nieuwe gegevens worden vervangen.
1 Druk herhaaldelijk op
R
INPUT
l / h (of op
3
V-AUX/DOCK) en selecteer “V-AUX” als
signaalbron.
2 Begin de weergave op uw Bluetooth
component.
Wanneer de aangesloten Bluetooth adapter de
Bluetooth component detecteert, zullen de melding
“BT connected” en de DOCK indicator verschijnen
op het display op het voorpaneel.
y
Wanneer u op
7
ENTER drukt, zal de aangesloten Bluetooth
adapter op zoek gaan naar de laatst gebruikte Bluetooth
component om daar verbinding mee te maken. Als de Bluetooth
adapter de Bluetooth component niet kan vinden, zal “Not
found” verschijnen op het display op het voorpaneel.
Druk op
8
RETURN om de verbinding tussen de Bluetooth en
de Bluetooth component te verbreken.
Gebruiken van Bluetooth™ componenten
Verbinding tot stand brengen
(“pairing”) tussen de Bluetooth™
adapter en uw Bluetooth™ component
Als beveiliging geldt er een limiet van 8 minuten voor het tot stand
brengen van de verbinding (“pairing”). Wij bevelen u aan alle instructies
goed te lezen en te zorgen dat u ze goed begrijpt voor u begint.
Opmerking
Opmerking
Weergave van een Bluetooth™
component
OPNEMEN
56 Nl
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de
handleidingen van de betreffende componenten.
Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
De TONE CONTROL (zie bladzijde 43) en VOLUME instellingen, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 43) en de
geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 40) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit
toestel.
Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd
via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Als uw signaalbron alleen digitaal is aangesloten, kunt u daarvan niet opnemen.
S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van
videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting)
alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw DVD-recorder.
Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal.
Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven en opgenomen.
Wanneer u opname-apparatuur heeft aangesloten op dit toestel, dient u de apparatuur in kwestie ingeschakeld te houden zolang u dit
toestel gebruikt. Als de apparatuur in kwestie wordt uitgeschakeld, kan de weergave van andere componenten gestoord worden.
Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s,
radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
1 Zet alle aangesloten componenten aan.
2 Druk herhaaldelijk op
R
INPUT
l / h
(of druk op één van de ingangskeuzetoetsen
(
3
)) om de signaalbron waarvan u wilt
opnemen te selecteren.
3 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
4 Start de opname op de opnemende
component.
Opnemen
Opmerkingen
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat het
materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
SET MENU
57 Nl
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Met behulp van het “SET MENU” (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop
het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op
basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Automatische setup AUTO SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 26).
Handmatige setup MANUAL SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Geluidsmenu 1 SOUND MENU
Ingangsmenu 2 INPUT MENU
SET MENU
Parameter Kenmerken
Bladzijde
A)SPEAKER SET
Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage
tonen, de crossover frequentie en de locatie van de voor-luidsprekers die zijn aangesloten
op de FRONT B aansluitingen.
59
B)SP LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
61
C)SP DISTANCE
Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
62
D)CENTER GEQ
Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker.
62
E)LFE LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
62
F)DYNAMIC RANGE
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
63
G)AUDIO SET
Regelt de verlaging van het volume, de vertraging, het maximum volumeniveau en het
beginvolume.
63
H)HDMI SET
Hiermee kunt u kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of
via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
64
I)EXTD SUR.
Gebruik deze functie om te profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals
signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES
decoder en de aangesloten surround achter-luidsprekers.
64
Parameter Kenmerken
Bladzijde
A)I/O ASSIGNMENT
Toewijzen van in- en uitgangsaansluitingen van dit toestel aan de daarmee verbonden
componenten.
65
B)INPUT RENAME
Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven.
66
C)VOLUME TRIM
Instellen van het uitgangsniveau van elke signaalbron.
66
D)DECODER MODE
Selecteren van de decoderfunctie voor de signaalbronnen die zijn aangesloten op de
DIGITAL INPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
66
E)MULTI CH SET
Selecteren welke videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave
van signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen.
67
58 Nl
SET MENU
Optiemenu 3 OPTION MENU
Signaalinformatie SIGNAL INFO
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 38).
Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en
de instellingen te verrichten.
y
U kunt de “SET MENU” parameters wijzigen terwijl het toestel
geluid aan het weergeven is.
1 Druk op
4
AMP en vervolgens op
K
MENU
om het “SET MENU” te openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
2 Druk op
7
k / n en selecteer “MANUAL
SETUP”.
3 Druk op
7
ENTER om de “MANUAL SETUP”
te openen.
Het “MANUAL SETUP” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
4 Gebruik
7
k / n / l / h en
7
ENTER om de
parameter te selecteren en te wijzigen.
Druk op
7
k / n om het gewenste menu of de
gewenste parameter te selecteren.
Druk op
7
l / h om de huidige waarde voor
deze parameter te wijzigen.
Druk op
7
ENTER om het gewenste menu te
openen of de gewenste parameter te bevestigen.
Druk op
8
RETURN om terug te keren naar het
vorige menuniveau.
5 Druk op
K
MENU om de “SET MENU” te
verlaten.
Parameter Kenmerken
Bladzijde
A)DISPLAY SET
Regelen van de helderheid van het display op het voorpaneel en de manier waarop de iPod
informatie wordt getoond.
67
B)MEMORY GUARD
Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere “SET MENU”
instellingen.
68
C)AUDIO SELECT
Standaard instellen van een bepaalde audio ingangsaansluiting selectiefunctie voor de op de
DIGITAL INPUT aangesloten signaalbronnen wanneer u dit toestel aan zet.
68
D)PARAM. INI
Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s.
69
E)BLUETOOTH SET
Breng de verbinding tot stand (pairing) tussen de aangesloten Yamaha Bluetooth adapter
(zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) en een Bluetooth component (zie bladzijde 55).
69
F)USB PLAY STYLE
Regelen van de weergavestijl van een USB signaalbron.
70
Gebruiken van het SET MENU
SET MENU
TOPAMENU
.;AUTO SETUP
.A;MANUAL SETUP
;SIGNAL INFO
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
SET MENU
TOPAMENU
;AUTO SETUP
.A;MANUAL SETUP
;SIGNAL INFO
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
;MANUAL SETUP
. 1 SOUND MENU
2 INPUT MENU
3 OPTION MENU
[ ]/[ ]:Up/Down
p
p
[ENTER]:Enter
59 Nl
SET MENU
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-
instellingen wijzigen of compenseren voor vertragingen
bij het verwerken van videosignalen bij gebruik van LCD
monitoren of projectoren.
Luidspreker-instellingen A)SPEAKER SET
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-
instellingen wijzigen.
FRONT B luidspreker-instelling FRONT B
Gebruik deze functie om de locatie van de met de FRONT
B aansluitingen verbonden luidsprekers te bepalen.
Keuzes: FRONT, ZONE B
Selecteer “FRONT” om de SPEAKERS A en B set aan
of uit te zetten wanneer de met de FRONT B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw eerste
luisterruimte bevinden.
Selecteer “ZONE B” als de met de FRONT B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een
andere kamer (‘zone’) bevinden. Als SPEAKERS A
wordt uitgeschakeld en SPEAKERS B wordt
ingeschakeld, zullen alle luidsprekers in de hoofdzone
(eerste luisterruimte/woonkamer) worden
uitgeschakeld en zal er alleen via de FRONT B
aansluitingen geluid worden weergegeven.
Als u een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting van dit
toestel doet, zal het geluid worden weergegeven via zowel de
hoofdtelefoon als de FRONT B aansluitingen wanneer
“FRONT B” is ingesteld op “ZONE B”.
Als er een DSP programma is ingeschakeld wanneer
“FRONT B” op “ZONE B” is ingesteld, zal het toestel
automatisch in de Virtual CINEMA DSP stand gaan
(zie bladzijde 41).
Voor-luidsprekers FRONT SP
Keuzes: SMALL, LARGE
Wanneer de voor-luidsprekers groot zijn
Selecteer “LARGE” (groot).
Wanneer de voor-luidsprekers klein zijn
Selecteer “SMALL” (klein).
Wanneer “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRONT”
(zie bladzijde 60), kunt u alleen “LARGE” kiezen bij “FRONT
SP”. Als “FRONT SP” van tevoren op een andere instelling dan
“LARGE” is gezet, zal dit toestel die instelling automatisch
veranderen naar “LARGE”.
Midden-luidspreker CENTER SP
Keuzes: NONE, SML, LRG
Wanneer de midden-luidspreker groot is
Selecteer “LRG” (groot).
Wanneer de midden-luidspreker klein is
Selecteer “SML” (klein).
Wanneer u geen gebruik maakt van een
midden-luidspreker
Selecteer “NONE” (geen). De signalen voor het
middenkanaal zullen naar de linker en rechter voor-
luidsprekers worden gestuurd.
1 SOUND MENU
Opmerkingen
;MANUAL SETUP
1 SOUND MENU 1/2
. A)SPEAKER SET
B)SP LEVEL
C)SP DISTANCE
D)CENTER GEQ
E)LFE LEVEL
[ ]/[ ]:Up/Down
p
p
[ENTER]:Enter
;MANUAL SETUP
1 SOUND MENU 2/2
. F)DYNAMIC RANGE
G)AUDIO SET
H)HDMI SET
I)EXTD SUR.
[ ]/[ ]:Up/Down
p
p
[ENTER]:Enter
1 SOUND MENU
A)SPEAKER SET
FRONT B;;;;FRONT
[ ]/[ ]:Up/Down
[ ]/[ ]:Select
p
[
p
p
De woofer van de luidsprekerbox is 16 cm of groter:
groot
De woofer van de luidsprekerbox is kleiner dan 16 cm:
klein
Opmerking
1 SOUND MENU
A)SPEAKER SET
FRONT SP
SMALL >LARGE
1 SOUND MENU
A)SPEAKER SET
CENTER SP
NONE >SML LRG
60 Nl
SET MENU
Linker/rechter surround-luidsprekers
SUR. L/R SP
Keuzes: NONE, SML, LRG
Wanneer de surround-luidsprekers groot zijn
Selecteer “LRG” (groot).
Wanneer de surround-luidsprekers klein zijn
Selecteer “SML” (klein).
Wanneer u geen gebruik maakt van surround-
luidsprekers
Selecteer “NONE” (geen). Dit toestel wordt in de
Virtual CINEMA DSP stand gezet (zie bladzijde 41).
Linker/rechter surround achter-luidsprekers
SUR.B L/R SP
Keuzes: NONE, SMLx1, SMLx2, LRGx1, LRGx2
Wanneer de linker en rechter surround achter-
luidsprekers groot zijn
Selecteer “LRGx2” (groot x 2).
Wanneer de enkele surround achter-
luidspreker groot is
Selecteer “LRGx1” (groot x 1).
Wanneer de linker en rechter surround achter-
luidsprekers klein zijn
Selecteer “SMLx2” (klein x 2).
Wanneer de enkele surround achter-
luidspreker klein is
Selecteer “SMLx1” (klein x 1).
Wanneer u geen gebruik maakt van surround
achter-luidsprekers
Selecteer “NONE” (geen). De signalen voor het
surround-achterkanaal zullen naar de linker en rechter
surround-luidsprekers worden gestuurd.
LFE Bass out LFE/BASS OUT
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die
de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen
weergeven.
Keuzes: SWFR, FRNT, BOTH
Wanneer er een subwoofer is aangesloten op
dit toestel en u een natuurlijke weergave van
de lage tonen wilt
Selecteer “SWFR” (subwoofer). Zowel de LFE
signalen als de lage tonen in de signalen voor andere
luidsprekers die zijn ingesteld op “SML”
(of “SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd.
Wanneer er een subwoofer is aangesloten op
dit toestel en u een rijke weergave van de lage
tonen wilt
Selecteer “BOTH” (beide). De lage tonen worden voor
elke signaalbron weergegeven door de subwoofer.
Zowel de LFE signalen als de lage tonen in de signalen
voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML”
(of “SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd.
De lage tonen in de linker en rechter voorkanalen
zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers en de
subwoofer worden gedirigeerd, ongeacht de “FRONT
SP” instelling (zie bladzijde 59).
Wanneer u geen gebruik maakt van een
subwoofer
Selecteer “FRNT” (voor). De LFE signalen, de lage
tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage
tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op
“SML” (of “SMALL”) zullen allemaal gedirigeerd
worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers,
ongeacht de “FRONT SP” instelling (zie bladzijde 59).
1 SOUND MENU
A)SPEAKER SET
SUR. L/R SP
NONE >SML LRG
1 SOUND MENU
A)SPEAKER SET
SUR.B L/R SP
NONE SMLx1 >SMLx2
1 SOUND MENU
A)SPEAKER SET
LFE/BASS OUT
SWFR FRNT>BOTH
61 Nl
SET MENU
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Crossover CROSS OVER
Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen
voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of
“SMALL”) via “SPEAKER SET” (zie bladzijde 59). Alle
frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen naar
de subwoofer of voor-luidsprekers worden gedirigeerd aan
de hand van de “LFE/BASS OUT” instelling bij
“SPEAKER SET” (zie bladzijde 59).
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
Subwooferfase SUBWOOFER PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden
weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer
omschakelen.
Keuzes: NORMAL, REVERSE
Selecteer “NORMAL” als u de fase voor uw
subwoofer niet wilt omkeren.
Selecteer “REVERSE” om de fase voor uw subwoofer
om te keren.
Luidsprekerniveau B)SP LEVEL
Gebruik deze functie om met de hand het uitgangsniveau
van elk van de luidsprekers in te stellen.
Instelbereik: –10 t/m +10 dB
Instelstap: 1 dB
Begininstelling: 0 dB
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af
van de luidsprekerinstellingen.
In plaats van “SBL” en “SBR”, zal “SUR.B” worden getoond
indien “SUR.B L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1”
(zie bladzijde 60).
1 SOUND MENU
A)SPEAKER SET
CROSSOVER
FREQ;;;80Hz
1 SOUND MENU
A)SPEAKER SET
SUBWOOFER PHASE
>NORMAL REVERSE
SP LEVEL Ingestelde luidspreker
FR.L
Linker voor-luidspreker
FR.R
Rechter voor-luidspreker
CNTR
Midden-luidspreker
SWFR
Subwoofer
SUR.L
Linker surround-luidspreker
SUR.R
Rechter surround-luidspreker
SBL
Linker surround achter-luidspreker
SBR
Rechter surround achter-luidspreker
Opmerkingen
1 SOUND MENU
B)SP LEVEL 1/2
-
__________
+
. FR.L
FR.R
CNTR
SWFR
1 SOUND MENU
B)SP LEVEL 2/2
-
__________
+
.SUR.L
SUR.R
SBL
SBR
62 Nl
SET MENU
Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes
vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op
hetzelfde moment op de luisterplek arriveert.
Eenheid UNIT
Keuzes: meters (m), feet (ft)
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft)
[Overige modellen]: meters (m)
Selecteer “meters” om de afstanden van de
luidsprekers in meters in te kunnen voeren.
Selecteer “feet” om de afstanden van de luidsprekers in
feet (voeten) in te kunnen voeren.
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1,0 t/m 80.0 ft)
Instelstap: 0,10 m (0.5 ft)
Begininstelling:
FRONT L/FRONT R/SWFR: 3,00 m (10.0 ft)
CENTER: 2,60 m (8.5 ft)
SUR. L/SUR. R/SB L/SB R: 2,40 m (8.0 ft)
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af
van de luidsprekerinstellingen.
In plaats van “SB L” en “SB R”, zal “SUR.B” worden getoond
indien “SUR.B L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1”
(zie bladzijde 60).
Equalizer voor de midden-luidspreker
D)CENTER GEQ
Gebruik deze functie om de ingebouwde
5-frequentiebanden (100 Hz, 300 Hz, 1 kHz, 3 kHz en
10 kHz) grafische equalizer zo in te stellen dat de
toonkleur van de midden-luidspreker overeenkomt met
die van de voor-luidsprekers. U kunt de instelling
verrichten terwijl u luistert naar de op dit moment
geselecteerde signaalbron, of naar een testtoon.
Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling: 0 dB
Testtoon
TEST
Gebruik deze functie om instellingen te verrichten voor
“CENTER GEQ” terwijl u luistert naar een testtoon.
Keuzes: OFF, ON
Selecteer “OFF” om de testtoon te stoppen en de op dit
moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven.
Selecteer “ON” om de midden- en linker voor-
luidsprekers testtonen te laten produceren.
Niveau Lage Frequentie Effecten
E)LFE LEVEL
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen
aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het
LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten
met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling
werkt wanneer het ingangssignaal een LFE kanaal bevat.
Instelbereik: –20 t/m 0 dB
Instelstap: 1 dB
Luidspreker
SPEAKER
Stelt het LFE luidsprekerniveau in.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in.
Afhankelijk van de instellingen bij “LFE/BASS OUT”
(zie bladzijde 60) is het mogelijk dat sommige signalen niet via
de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting worden gereproduceerd.
SP DISTANCE Ingestelde luidspreker
FRONT L
Linker voor-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
SWFR
Subwoofer
SUR. L
Linker surround-luidspreker
SUR. R
Rechter surround-luidspreker
SB L
Linker surround achter-luidspreker
SB R
Rechter surround achter-luidspreker
Opmerkingen
1 SOUND MENU
C)SP DISTANCE 1/2
. UNIT;;;;;;meters
FRONT L;;;;3.00m
FRONT R;;;;3.00m
CENTER;;;;;2.60m
SWFR;;;;;;;3.00m
[ ]/[ ]:Up/Down
[ ]/[ ]:Adjust
p
p
p
[
1 SOUND MENU
C)SP DISTANCE 2/2
. SUR. L;;;;;2.40m
SUR. R;;;;;2.40m
SB L;;;;;;;2.40m
SB R;;;;;;;2.40m
[ ]/[ ]:Up/Down
[ ]/[ ]:Adjust
p
p
p
[
Opmerking
1 SOUND MENU
D)CENTER GEQ
TEST >OFF ON
. 100Hz ;;;;;; 0dB
300Hz ;;;;;; 0dB
1kHz ;;;;;; 0dB
3kHz ;;;;;; 0dB
10kHz ;;;;;; 0dB
[ ]/[ ]:Up/Down
p
p
p
[
[ ]/[ ]:Adjust
E)LFE LEVEL
. SPEAKER;;;;;;0dB
HEADPHONE;;;;0dB
[ ]/[ ]:Up/Down
p
p
p
[
[ ]/[ ]:Adjust
1 SOUND MENU
63 Nl
SET MENU
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Dynamisch bereik F)DYNAMIC RANGE
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
Luidspreker
SPEAKER
Stelt de compressie voor de luidsprekers in.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Stelt de compressie voor de hoofdtelefoon in.
Keuzes: MIN, STD, MAX
Selecteer “MIN” (minimum) als u regelmatig bij een
laag volume wilt luisteren.
Selecteer “STD” (standaard) voor algemeen gebruik.
Selecteer “MAX” (maximum) om het grootste
dynamische bereik te behouden.
Audio instellingen G)AUDIO SET
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid
MUTE TYPE
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt
(zie bladzijde 37).
Keuzes: FULL, –20dB
Selecteer “FULL” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
Audio vertraging A.DELAY
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Instelbereik: 0 t/m 160 ms
Instelstap: 1 ms
Maximum volume MAX VOL.
Gebruik deze functie om het maximum volume in te
stellen. Deze functie is nuttig om te voorkomen dat er per
ongeluk hele harde geluiden worden weergegeven. Het
oorspronkelijke volumebereik is bijvoorbeeld –80 dB t/m
+16 dB. Maar wanneer “MAX VOL.” is ingesteld op
–5 dB, wordt het volumebereik –80 dB t/m –5 dB.
Instelbereik: –30 dB t/m +10 dB, +16 dB
Instelstap: 5 dB
De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de
“Initial Volume” instelling. Als bijvoorbeeld “INIT.VOL.” is
ingesteld op –20 dB en “MAX VOL.” is ingesteld op –30 dB, dan
zal het volume automatisch worden ingesteld op –30 dB wanneer
u de volgende keer het toestel weer aan zet.
Beginvolume INIT.VOL.
Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume moet
worden wanneer dit toestel aan wordt gezet.
Keuzes: OFF, MUTE, –80 dB t/m +16 dB
Instelstap: 1 dB
De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de
“INIT.VOL.” instelling.
F)DYNAMIC RANGE
. SPEAKER;;;;;;MAX
HEADPHONE;;;;MAX
[ ]/[ ]:Up/Down
p
p
p
[
[ ]/[ ]:Adjust
1 SOUND MENU
G)AUDIO SET
. MUTE TYPE;;;FULL
A.DELAY;;;;;;0ms
MAX VOL.;;;+16dB
INIT.VOL.;;;;OFF
[ ]/[ ]:Up/Down
p
p
p
[
[ ]/[ ]:Select
1 SOUND MENU
Opmerking
Opmerking
64 Nl
SET MENU
HDMI instelling H)HDMI SET
Gebruik deze functie om de component te selecteren die
de HDMI audiosignalen moet weergeven.
Audio ondersteuning SUPPORT AUDIO
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI
audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of
via een andere HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel.
Dit toestel geeft audio en videosignalen die binnenkomen via de
HDMI ingangsaansluitingen alleen door via de HDMI
uitgangsaansluiting wanneer dit toestel aan staat, ook al is
“SUPPORT AUDIO” ingesteld op “Other”.
Welke audio/videosignalen kunnen worden weergegeven hangt
mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm.
Raadpleeg de handleidingen van alle aangesloten componenten.
Uitgebreid surround I)EXTD SUR.
Uitgebreide decoder selectiefunctie
Met deze functie kunt u een bepaalde uitgebreide
decoderfunctie instellen voor signaalbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen
wanneer u dit toestel aan zet.
Keuzes: AUTO, LAST
Selecteer “AUTO” als u dit toestel automatisch het
soort digitale audio ingangssignaal wilt laten
detecteren en de juiste decoder wilt laten selecteren.
Kies “LAST” om het toestel automatisch de
decoderfunctie in te laten schakelen die het laatst voor
“EXTD SUR.” ingesteld is.
Uitgebreide decoder specificatie
Gebruik deze functie om te profiteren van 6.1/7.1-kanaals
weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp
van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES
decoder en de aangesloten surround achter-luidsprekers.
Keuze Functies
RX-V563
Voor weergave van HDMI audiosignalen met dit
toestel. De HDMI audiosignalen die
binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen
van dit toestel worden niet gereproduceerd via de
HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van
dit toestel.
Other
Voor weergave van HDMI audiosignalen weer te
laten geven door een andere HDMI component
die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
Opmerkingen
H)HDMI SET
SUPPORT AUDIO:
RX-V563
[ ]/[ ]:Select
p
[
[ENTER]:Return
1 SOUND MENU
Keuze Functies
AUTO
Schakelt de optimale decoder in voor
weergave van signalen via 6.1/7.1 kanalen
wanneer dit toestel een signalering daarvoor
(‘vlag’) in het ingangssignaal herkent.
PLIIxMovie
(wanneer er
2 surround achter-
luidsprekers
worden gebruikt)
Geeft Dolby Digital of DTS signalen weer
met 7.1 kanalen met behulp van de Pro Logic
IIx movie decoder.
PLIIxMusic
Geeft Dolby Digital of DTS signalen weer
met 6.1/7.1 kanalen met behulp van de Pro
Logic IIx music decoder.
EX/ES
Geeft Dolby Digital of DTS signalen weer
via 6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX
of DTS-ES decoder.
OFF
Er worden geen decoders gebruikt om
6.1/7.1 kanalen te creëren.
I)EXTD SUR.
. >AUTO LAST
EXTD SUR.;;;;;;AUTO
[ ]/[ ]:Select
p
[
[ENTER]:Return
1 SOUND MENU
65 Nl
SET MENU
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Via dit menu kunt u de ingangsaansluitingen toewijzen
aan andere apparatuur, de decoderfunctie wijzigen of een
signaalbron een andere naam geven.
Toewijzen van in- en uitgangsaansluitingen
A)INPUT ASSIGNMENT
U kunt de ingangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer er ingangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren als signaalbron met RINPUT l / h
(of met de ingangskeuzetoetsen (3)).
Voor de COAXIAL INPUT aansluiting 1
COAXIAL IN (1)
Keuzes: (1) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR
Voor de OPTICAL INPUT aansluitingen 2 en 3
OPTICAL IN (2)
OPTICAL IN (3)
Keuzes: (2) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR
(3) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR
U kunt een bepaald item niet meer dan één keer selecteren.
Voor OPTICAL OUTPUT aansluiting 4
OPTICAL OUT (4)
Keuzes: (4) MD/CD-R, DTV/CBL, V-AUX, DVR
Voor de HDMI aansluitingen 1 en 2
HDMI IN [1]
HDMI IN [2]
Keuzes: [1] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR
[2] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR
2 INPUT MENU
Opmerking
;MANUAL SETUP
2 INPUT MENU
. A)I/O ASSIGNMENT
B)INPUT RENAME
C)VOLUME TRIM
D)DECODER MODE
E)MULTI CH SET
[ ]/[ ]:Up/Down
p
p
[ENTER]:Enter
A)I/O ASSIGNMENT
COAXIAL IN
. (1);;;;; DVD
( DVD )
p
[
[ ]/[ ]:Select
2 INPUT MENU
A)I/O ASSIGNMENT
OPTICAL IN
. (2);;;;;DTV/CBL
(DTV/CBL )
(3);;;;; CD
(CD)
p
[
[ ]/[ ]:Select
2 INPUT MENU
A)I/O ASSIGNMENT
OPTICAL OUT
. (4);;;;;MD/CD-R
(MD/CD-R )
p
[
[ ]/[ ]:Select
2 INPUT MENU
A)I/O ASSIGNMENT
HDMI IN
. [IN1];;; DVD
( DVD )
[IN2];;;DTV/CBL
(DTV/CBL )
p
[
[ ]/[ ]:Select
2 INPUT MENU
66 Nl
SET MENU
Signaalbronnen nieuwe namen geven
B)INPUT RENAME
Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen
zoals die op het in-beeld display op het voorpaneel
verschijnen veranderen.
1 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen (
3
)
of
D
MULTI CH IN om de signaalbron
waarvan u de naam wilt veranderen te
selecteren.
2 Druk op
4
AMP en dan op
7
l / h op de
afstandsbediening om de “_” (onderstreping)
onder de spatie of het teken dat u wilt
bewerken te plaatsen.
3 Kies met
7
k / n het teken dat u wilt
gebruiken en ga vervolgens met
7
l / h
naar het volgende teken.
U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
Druk op
7
n om de tekens als volgt te laten veranderen,
of druk op
7
k om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen:
A t/m Z, spatie, 0 t/m 9, spatie, a t/m z, spatie, symbolen
(#, *, –, +, enz.)
4 Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
5 Druk op
7
ENTER om de “INPUT RENAME”
te verlaten.
Volume op elkaar afstemmen
C)VOLUME TRIM
Gebruik deze functie om het uitgangsvolume van elk van
de signaalbronnen in te stellen. Dit komt van pas wanneer
u wilt vermijden dat het volume plotseling verandert
wanneer u overschakelt naar een andere signaalbron.
Keuzes: CD, MD/CD-R, TUNER, DVD,
DTV/CBL, V-AUX, DVR, DOCK, USB,
MULTI CH
Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
U kunt de instelling voor DOCK alleen wijzigen wanneer er een
iPod zit in een op dit toestel aangesloten Yamaha Universeel
Dock.
Decoderfunctie D)DECODER MODE
Decoder keuzefunctie
Met deze functie kunt u een bepaalde decoderfunctie
standaard instellen voor signaalbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen
wanneer u dit toestel aan zet.
Keuzes: AUTO, LAST
Selecteer “AUTO” als u dit toestel automatisch het
soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
decoderfunctie wilt laten selecteren.
Kies “LAST” om het toestel automatisch de
decoderfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is.
DTS decoder voorrangsinstelling
Keuzes: AUTO, DTS
Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
Selecteer “DTS” wanneer u een DTS-CD wilt laten
weergeven.
Opmerkingen
B)INPUT RENAME
DVD -> DVD
[ ]/[ ]:Position
p
[
[ ]/[ ]:Chara.
p
p
2 INPUT MENU
MULTI CH IN
DVD
V-AUX/DOCK
DTV/CBL DVR
CD MD/CD-R
TUNER
USB
of
Opmerking
C)VOLUME TRIM
DVD
DVD ;;;;;0.0dB
[ ]/[ ]:Adjust
p
[
[RETURN]:Exit
2 INPUT MENU
D)DECODER MODE
. >AUTO LAST
CD ;;;;AUTO
DVD ;;;;AUTO
DTV/CBL ;;;;AUTO
[ ]/[ ]:Up/Down
p
p
[ ]/[ ]:Select
p
[
2 INPUT MENU
67 Nl
SET MENU
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Multikanaals ingangsinstelling
E)MULTI CH SET
Achtergrondvideo BGV
Gebruik deze functie om te kiezen welke
videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven
bij weergave van signalen die binnenkomen via de
MULTI CH INPUT aansluitingen.
Keuzes: DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR, LAST
y
Selecteer “LAST” om dit toestel automatisch de laatst
geselecteerde videobron als achtergrondvideo te laten gebruiken.
Ingangskanalen INPUT CH
Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen
wordt van de externe decoder (zie bladzijde 19).
Keuzes: 6CH, 8CH
Als de aangesloten component gescheiden
6-kanaals audiosignalen produceert.
Selecteer “6CH”.
Als de aangesloten component gescheiden
8-kanaals audiosignalen produceert.
Selecteer “8CH”. Stel “FRONT” (zie hieronder) in
voor de analoge audio-aansluitingen via welke de
linker en rechter voorkanalen van de aangesloten
worden ontvangen.
Linker en rechter voorkanalen
ingangsaansluiting FRONT
Als u “8CH” heeft ingesteld bij “INPUT CH”, kunt u de
analoge audio-aansluitingen selecteren waarop de linker
en rechter voorkanalen van de op dit toestel aangesloten
externe decoder zullen binnenkomen.
Keuzes: DVD, DTV/CBL, DVR, V-AUX
De “FRONT” parameter komt alleen beschikbaar wanneer u
“INPUT CH” instelt op “8CH”.
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen.
Display instellingen A)DISPLAY SET
Dimmer DIMMER
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: –4 t/m 0
Instelstap: 1
Druk op
7
l
om het display op het voorpaneel te dimmen.
Druk op
7
h om het display op het voorpaneel
helderder te maken.
Video conversie VIDEO CONV.
Gebruik deze functie om in te stellen of videosignalen die
binnenkomen via de VIDEO en S VIDEO aansluitingen
moeten worden omgezet.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer “ON” om composiet signalen om te zetten in
S-Videosignalen en vice versa, of om composiet en
S-Videosignalen om te zetten in component videosignalen.
Selecteer “OFF” om geen signalen om te laten zetten.
Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te
zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom.
De geconverteerde videosignalen worden alleen
gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen.
Wanneer u een videobron wilt opnemen moet u gebruik maken
van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen alle betrokken
componenten.
Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component videosignalen,
kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw
videorecorder.
Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet
video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of
worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke
gevallen “VIDEO CONV.” op “OFF”.
Wanneer er videosignalen die niet standaard genoemd kunnen
worden binnenkomen (zoals videosignalen van een spelcomputer),
is het mogelijk dat dit toestel de signalen niet zal kunnen
omzetten, ook al heeft u “VIDEO CONV.” ingesteld op “ON”.
Opmerking
E)MULTI CH SET
BGV;;;;;;;;;LAST
INPUT CH;;;;;6CH
[ ]/[ ]:Select
p
[
2 INPUT MENU
E)MULTI CH SET
BGV;;;;;;;;;LAST
INPUT CH;;;;;8CH
FRONT;;;;;;;;DVD
[ ]/[ ]:Select
p
[
2 INPUT MENU
3 OPTION MENU
Opmerkingen
;MANUAL SETUP
3 OPTION MENU 1/2
E)BLUETOOTH SET
p
p
. A)DISPLAY SET
B)MEMORY GUARD
C)AUDIO SELECT
D)PARAM. INI
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
;MANUAL SETUP
3 OPTION MENU 2/2
p
p
. F)USB PLAY STYLE
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
A)DISPLAY SET 1/2
. DIMMER;;;;;;;;;0
VIDEO CONV;;;;ON
FL SCROLL;;;CONT
[ ]/[ ]:Up/Down
p
p
p
[
[ ]/[ ]:Select
3 OPTION MENU
A)DISPLAY SET 2/2
. OSD SHIFT;;;;;;0
OSD-SOURCE;;;30s
OSD-AMP;;;;;;30s
[ ]/[ ]:Up/Down
p
p
p
[
[ ]/[ ]:Select
3 OPTION MENU
68 Nl
SET MENU
Scrollen over het display op het voorpaneel
FL SCROLL
Gebruik deze functie om te bepalen of de informatie
(zoals de songtitel of de naam van een kanaal) volledig
over het display op het voorpaneel moet worden
weergegeven door eroverheen te blijven bewegen, of dat
alleen de eerste 14 letters en cijfers daarvan weergegeven
moeten worden nadat de volledige naam of titel één keer
over het display is geschoven wanneer “DOCK” is
geselecteerd als signaalbron.
Keuzes: CONT, ONCE
Selecteer “CONT” om de bedieningsstatus doorlopend
weer te laten geven op het display op het voorpaneel.
Selecteer “ONCE” om de bedieningsstatus met de
eerste 14 alfanumerieke tekens op het display op het
voorpaneel te laten zien.
OSD (in-beeld display) vershuiven OSD SHIFT
Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD
(in-beeld display) instellen.
Instelbereik: –5 (naar beneden) t/m +5 (naar boven)
Instelstap: 1
Begininstelling: 0
Druk op
7
l om het in-beeld display lager op het
scherm weer te geven.
Druk op
7
h om het in-beeld display hoger op het
scherm weer te geven.
Signaalbronfunctie weergavetijd in-beeld display
OSD-SOURCE
Via deze functie kunt u bepalen hoe lang de iPod menu
nog moet worden weergegeven op het in-beeld display
(OSD) nadat u een handeling heeft uitgevoerd.
Keuzes: ON, 10s, 30s
Selecteer “ON” om het in-beeld display voortdurend
weer te laten geven tijdens een handeling.
Selecteer “10s” om het in-beeld display 10 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
Selecteer “30s” om het in-beeld display 30 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
Versterkerfunctie weergavetijd in-beeld display
OSD-AMP
Hiermee kunt u instellen hoe lang de status nog
weergegeven zal worden wanneer u een bepaalde
handeling heeft uitgevoerd.
Keuzes: ON, 10s, 30s
Selecteer “ON” om het in-beeld display voortdurend te
laten weergeven tijdens een handeling.
Selecteer “10s” om het in-beeld display 10 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
Selecteer “30s” om het in-beeld display 30 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellingen per
abuis gewijzigd worden.
Keuzes: OFF, ON
Selecteer “OFF” om de “MEMORY GUARD” functie
uit te schakelen.
Kies “ON” om de inhoud van het geheugen te
beveiligen:
geluidsveldprogrammaparameters
alle “SET MENU” onderdelen
alle luidsprekerniveaus
SCENE sjabloonparameters
Wanneer “MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”, kunt u
geen andere “SET MENU” items meer selecteren of instellen.
Audio selectie C)AUDIO SELECT
Met deze functie kunt u een bepaalde audio
ingangsaansluiting standaard instellen voor de
signaalbronnen wanneer u dit toestel aan zet.
Keuzes: AUTO, LAST
Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
Kies “LAST” om het toestel automatisch de
ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is (zie bladzijde 36).
Opmerking
B)MEMORY GUARD
>OFF ON
[ ]/[ ]:Select
p
[
3 OPTION MENU
C)AUDIO SELECT
>AUTO LAST
[ ]/[ ]:Select
p
[
3 OPTION MENU
69 Nl
SET MENU
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Parameters initialiseren D)PARAM. INI
Met deze functie kunt u alle parameters voor de
geluidsveldprogramma’s terugzetten op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Keuzes: NO, YES
Selecteer “NO” om het initialiseren van de parameters
te annuleren en terug te keren naar het vorige
menuscherm.
Selecteer “YES” en druk op
7
ENTER om alle
geluidsveldparameters terug te zetten op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch
terughalen nadat u de parameters voor de
geluidsveldprogramma’s heeft geïnitialiseerd.
U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren.
U kunt geen geluidsveldprogrammagroepen initialiseren
wanneer de “MEMORY GUARD” beveiliging is ingesteld op
“ON”.
Bluetooth instelling E)BLUETOOTH SET
Gebruik deze functie om de aangesloten Yamaha
Bluetooth adapter (zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) te
laten beginnen met het tot stand brengen van een
verbinding met uw Bluetooth component (pairing). Voor
details omtrent het tot stand brengen van de verbinding
(pairing) verwijzen we u naar “Verbinding tot stand
brengen (“pairing”) tussen de Bluetooth™ adapter en uw
Bluetooth™ component” op bladzijde 55.
1
7
ENTER om het tot stand brengen van de
verbinding (pairing) te laten beginnen.
De aangesloten Bluetooth adapter begint te zoeken
naar Bluetooth apparatuur. “Searching...” zal
verschijnen op het beeldscherm.
2 Controleer of de Bluetooth component de
Bluetooth adapter kan detecteren.
Als de Bluetooth component de Bluetooth adapter
detecteert (vindt), zal (bijvoorbeeld) “YBA-10
YAMAHA” verschijnen in de lijst met Bluetooth
apparaten.
3 Selecteer de Bluetooth adapter in de lijst met
Bluetooth apparaten en voer het wachtwoord
“0000” in op de Bluetooth component.
Wanneer de verbinding met succes tot stand is
gebracht, zal de melding “Pairing completed”
verschijnen.
y
Om het tot stand brengen van de verbinding (pairing) te
annuleren, dient u op
8
RETURN te drukken om “START
PAIRING” af te sluiten.
4 Druk op
8
RETURN om de “START
PAIRING” te verlaten.
Als de aangesloten Bluetooth adapter geen Bluetooth
componenten kan vinden, zal “Not found” verschijnen.
Als er geen Bluetooth adapter is aangesloten op dit toestel, zal
“No BT adapter” verschijnen.
Opmerkingen
D)PARAM. INI
>NO YES
[ ]/[ ]:Select
[ENTER]:Return
p
[
3 OPTION MENU
Als beveiliging geldt er een limiet van 8 minuten voor
het tot stand brengen van de verbinding (“pairing”).
Wij bevelen u aan alle instructies goed te lezen en te
zorgen dat u ze goed begrijpt voor u begint.
Opmerkingen
3 OPTION MENU
E)BLUETOOTH SET
. START PAIRING
[ENTER]:Enter
70 Nl
SET MENU
USB weergavefuncties
F)USB PLAY STYLE
Met deze functie kunt u de weergavestijl aanpassen aan
uw persoonlijke voorkeur. U kunt bestanden in een
willekeurige volgorde laten weergeven, of een bepaald
bestand of een reeks bestanden laten herhalen.
Herhaalde weergave REPEAT
Met deze functie kunt u dit toestel een bestand of een
reeks bestanden laten herhalen.
Keuzes: OFF, SINGLE, ALL
Selecteer “OFF” om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “SINGLE” om dit toestel één bestand te laten
herhalen.
Selecteer “ALL” om dit toestel een reeks bestanden te
laten herhalen.
Willekeurige weergave SHUFFLE
Met deze functie kunt u dit toestel bestanden of mappen in
willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: OFF, ON
Selecteer “OFF” om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “ON” om dit toestel bestanden of mappen in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
F)USB PLAY STYLE
. REPEAT.......OFF
SHUFFLE......OFF
[ ]/[ ]:Up/Down
[ ]/[ ]:Select
p
[
3 OPTION MENU
p
p
Afstandsbedieningsfuncties
71 Nl
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van Yamaha en van andere fabrikanten
aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de
diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 73).
Bedienen van dit toestel
Druk op
4
AMP om dit toestel te bedienen.
*1
Deze toetsen bedienen altijd dit toestel.
*2
Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer
4
AMP is
ingedrukt.
Bedienen van een TV
Druk op
3
DTV/CBL om uw TV te kunnen bedienen.
Om uw TV te kunnen bedienen, moet u de juiste
afstandsbedieningscode instellen voor DTV/CBL
(zie bladzijde 73).
*1
Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht of u
3
DTV/CBL indrukt of niet.
*2
Deze toetsen bedienen uw TV alleen wanneer
3
DTV/CBL is
ingedrukt. Zie voor details de “Digitale TV/Kabel TV” kolom
op bladzijde 72.
y
U kunt meer dan één TV bedienen door de bijbehorende
afstandsbedieningscode in te stellen voor een andere set
bedieningstoetsen dan
3
DTV/CBL. In een dergelijk geval kunt
u de toetsen die hierboven zijn aangegeven (*1 en *2) gebruiken
wanneer u de ingangskeuzetoets indrukt.
Afstandsbedieningsfuncties
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
Opmerkingen
REC
SUR. DECODE
NIGHT
STRAIGHT DIRECT
PARAMETER
MULTI CH IN AUDIO SEL
SLEEP
ENHANCER
l PROG h
TV MUTE
TV INPUT
TV VOL
TV CH
POWER
AMP
STANDBY
POWER
MUTE
POWER
8
10
7
09
65
4321
ENT
DVD
V-AUX/DOCK
C D
AB
DTV/CBL DVR
CD MD/CD-R TUNER
VOLUME
TITLE
ENTER
BAND LEVEL
DISPLAY
AVTV
SCENE
4321
USB
MENU
RETURN
MEMORY
FREQ/TEXT EON
MODE - PTY SEEK - START
AMP
*2
*1
Opmerkingen
Afstandsbediening Digitale TV/Kabel TV
TV POWER
Hiermee schakelt u de stroom in of uit.
TV CH +/– Wijzigt het kanaalnummer.
TV VOL +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het
volume.
TV INPUT
Wijzigt de signaalbron.
TV MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave
tijdelijk uit.
REC
SUR. DECODE
NIGHT
STRAIGHT
MULTI CH IN AUDIO SEL
SLEEP
ENHANCER
l
PROG
h
TV MUTE
TV INPUT
TV VOL
TV CH
POWER
AMP
STANDBY
POWER
MUTE
POWER
8
10
7
09
65
4321
ENT
DVD
V-AUX/DOCK
DTV/CBL DVR
CD MD/CD-R TUNER
VOLUME
TITLE
ENTER
BAND LEVEL
DISPLAY
AVTV
SCENE
4321
USB
DIRECT
PARAMETER
C D
AB
MENU
RETURN
MEMORY
FREQ/TEXT EON
MODE - PTY SEEK - START
DTV/CBL
*2
*1
72 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
Bedienen van andere componenten
Druk op één van de ingangskeuzetoetsen (3) of A t/m D
om andere componenten te bedienen. U moet wel van
tevoren voor elke signaalbron de juiste
afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 73). De
volgende tabel toont de functies van de bedieningstoetsen
voor het bedienen van andere componenten die zijn
toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen. Het is mogelijk
dat sommige toetsen niet het verwachte effect hebben op
de geselecteerde component.
y
De afstandsbediening heeft 13 standen (sets bedieningstoetsen)
om 13 verschillende componenten te kunnen bedienen.
Wanneer u op toetsen van één van de optionele sets
bedieningstoetsen (A t/m D) drukt, kunt u de gewenste
component bedienen zonder de signaalbron waar dit toestel op
ingesteld staat te veranderen.
*1
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
*2
Deze toetsen bedienen uw DVD-recorder alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor DVR (zie bladzijde 73).
TV MUTE
TV INPUT
TV VOL
TV CH
POWER
AMP
STANDBY
POWER
MUTE
POWER
DVD
V-AUX/DOCK
C D
AB
DTV/CBL DVR
CD MD/CD-R TUNER
AVTV
SCENE
4321
USB
REC
SUR. DECODE
NIGHT
STRAIGHT DIRECT
PARAMETER
MULTI CH IN AUDIO SEL
SLEEP
ENHANCER
l
PROG
h
8
10
7
09
65
4321
ENT
MENU
VOLUME
TITLE
ENTER
BAND LEVEL
DISPLAY
RETURN
MEMORY
FREQ/TEXT EON
MODE - PTY SEEK - START
[2]
[8]
[9]
[7]
[3]
[4]
[6]
[5]
[1]
Afstandsbediening
DVD-speler/
recorder
Videorecorder
Digitale TV/
Kabel TV
LD-speler CD-speler
MD/CD-
recorder
Tuner
[1] AV POWER Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *2 Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *1
[2] TITLE Titel Band
[3] PRESET/CH k
Hoger
VCR volgende
kanaal
Hoger
Volgende
voorkeuzezender
(1-8)/Hogere
frequentie
PRESET/CH n Lager
VCR vorige
kanaal
Lager
Vorige
voorkeuzezender
(1-8)/Lagere
frequentie
A/B/C/D/E l Links Links
Vorige
voorkeuzezender
(A-E)
A/B/C/D/E h Rechts Rechts
Volgende
voorkeuzezender
(A-E)
ENTER Enter Enter Vasthouden
[4] RETURN Terug Terug Geheugen
[5] REC Disc overslaan
(speler)
Opname
(recorder)
Opname Rec *2 Disc overslaan Opname
p Weergave Weergave Weergave *2 Weergave Weergave Weergave
w Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken *2 Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken Informatie
f Vooruit zoeken Vooruit zoeken
Vooruit zoeken *2
Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken
e Pauze Pauze Pauze *2 Pauze Pauze Pauze
b Terug springen Terug springen
Terug springen *2
Terug springen Terug springen Terug springen
Lager
audioprogramma
a Vooruit springen Vooruit springen
Vooruit springen *2
Vooruit springen Vooruit springen Vooruit springen
Hoger
audioprogramma
s Stop Stop Stop *2 Stop Stop Stop
[6] 1-9, 0, +10
Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen
Voorkeuzezenders
(1-8)
[7] MENU Menu Menu Zoekfunctie
[8] DISPLAY Display Display Display Display Display Display Display
[9] ENT Titel/Index Enter Enter Hoofdstuk/Tijd Index Index Enter
Opmerkingen
73 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld.
Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het
eind van deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Het is mogelijk dat u uw Yamaha component niet zult kunnen
bedienen, ook al is er een Yamaha afstandsbedieningscode
voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een
dergelijk geval een andere Yamaha afstandsbedieningscode in te
stellen.
1 Houd de ingangskeuzetoets (
3
) op de
afstandsbediening voor de set
bedieningstoetsen die u wilt instellen
ingedrukt en houd tegelijkertijd
2
AV
POWER tenminste 3 seconden ingedrukt.
2 Voer met de cijfertoetsen (0 t/m 9) (
F
) de vier
cijfers van de afstandsbedieningscode voor
de component in kwestie in.
Wanneer de instelling met succes is verlopen, zal
“RemoteSetup OK” verschijnen; wanneer dit echter
niet het geval is, zal “RemoteSetup NG” op het
display op het voorpaneel verschijnen.
Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw
component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste
gevonden heeft.
Als u bij stap 2 niet binnen 30 seconden op een toets drukt, zal
de insteprocedure worden geannuleerd. Herhaal in een dergelijk
geval de instelprocedure.
Instellen van
afstandsbedieningscodes
Signaalbron
Componentencategorie
Fabrikant
Standaard
code
CD CD
Yamah a
5013
MD/CD-R CD-R
Yamah a
5001
TUNER TUNER
Yamah a
5007
DVD DVD
Yamah a
2000
DTV/CBL
V-AUX TUNER
Yamah a
5011
DVR DVR
Yamah a
2011
USB TUNER
Yamah a
5012
A TUNER
Yamah a
5009
B TUNER
Yamah a
5017
C TUNER
Yamah a
5009
D TUNER
Yamah a
5017
Opmerking
Opmerkingen
DVD
V-AUX/DOCK
C D
AB
DTV/CBL DVR
CD MD/CD-R
TUNER
USB
POWER
AV
Houd ingedrukt
3 seconden
ingerukt houden
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone)
74 Nl
Dit toestel stelt u in staat uw audiosysteem in meerdere ruimten (multi-zone) te gebruiken. De Zone 2 functie maakt het
mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de belangrijkste
luisterruimte en in een tweede ruimte (Zone 2). Met de meegeleverde afstandsbediening kunt u dit toestel ook vanuit de
andere ruimte bedienen.
Om ook in een andere ruimte gebruik te kunnen maken van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig:
Een infrarood ontvanger in de tweede ruimte.
Een infrarood zender in de eerste ruimte. Deze zender brengt de infraroodsignalen van de afstandsbediening in de
tweede ruimte over naar de eerste ruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld).
Een versterker en luidsprekers in de tweede ruimte.
y
Omdat er allerlei manieren zijn waarop dit toestel aangesloten en gebruikt kan worden in een installatie met weergave in meerdere
ruimten, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of service-centrum te raadplegen omtrent de Zone 2 aansluitingen
die het best zouden voldoen aan uw wensen.
Sommige Yamaha modellen kunnen direct worden verbonden met de REMOTE aansluitingen van dit toestel. Als u een dergelijk
product heeft, is het mogelijk dat u geen infraroodzender nodig heeft. Er kunnen maximaal 6 Yamaha componenten worden
aangesloten op de hieronder aangegeven manier.
Gebruiken van de externe versterker
Sluit de versterker/receiver in de tweede zone en andere componenten als volgt aan op dit toestel.
Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s.
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone)
Er kunnen alleen analoge signalen gebruikt worden in de tweede ruimte (zone). Een signaalbron waarnaar u ook in de
tweede ruimte wilt kunnen luisteren moet via de analoge AUDIO IN ingangsaansluitingen op dit toestel zijn aangesloten.
Aansluiten Zone 2
Opmerking
OUTOUT
IN
REMOTE
IN
REMOTE
OUT
IN
REMOTE
REMOTE
Dit toestel Yamaha component Yamaha component
Infraroodontvanger
Infraroodzender
DVD-speler
Versterker
Afstandsbediening
Infraroodontvanger
Tweede ruimte
(Zone 2)
Eerste ruimte
Dit toestel
Van de ZONE 2 OUT aansluitingen
Van de REMOTE OUT
aansluitingen
Van de REMOTE IN
aansluitingen
75 Nl
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone)
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
U kunt Zone 2 selecteren en bedienen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de
afstandsbediening. De beschikbare mogelijkheden zijn als
volgt:
Selecteren van de signaalbron voor Zone 2.
Afstemmen op FM of AM wanneer “TUNER” is
geselecteerd als de signaalbron voor Zone 2
(zie bladzijde 45).
U kunt luisteren naar de muziek op uw iPod indien
deze is geplaatst in een Yamaha iPod universeel dock
(zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel, en met “V-AUX”
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 53).
U kunt luisteren naar de muziek op uw Bluetooth
component wanneer deze is gekoppeld (“paired”) met
een Yamaha Bluetooth adapter (zoals de los
verkrijgbare YBA-10) verbonden met de DOCK
aansluiting van dit toestel, en met “V-AUX”
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 55).
U moet elk van deze stappen afronden terwijl de ZONE2
indicator knippert op het display op het voorpaneel. Doet u dat
niet, dan zal de Zone 2 functie automatisch worden geannuleerd
en keert het toestel terug naar de normale gebruiksfunctie.
Herhaal in een dergelijk geval de Zone 2 instelprocedure.
Bedienen van Zone 2 via het voorpaneel
Zone 2 aan zetten
Kies KZONE CONTROL om Zone 2 in te
schakelen.
Inschakelen van de Zone 2 bedieningsfunctie
Druk op KZONE CONTROL om Zone 2 te
kunnen bedienen.
De ZONE2 indicator knippert ongeveer 10 seconden lang
op het display op het voorpaneel.
Bediening Zone 2
Opmerking
ZONE2
Knippert
76 Nl
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone)
Zone 2 bedienen
Druk op RINPUT l / h om de gewenste
signaalbron te selecteren terwijl de ZONE2
indicator knippert op het display op het
voorpaneel.
Selecteer de “TUNER” (radio) als signaalbron om de
TUNER functies te kunnen gebruiken in Zone 2. Voor
details omtrent de bediening van de TUNER (radio),
zie “FM/AM afstemmen” op bladzijde 45.
Selecteer de “V-AUX” als signaalbron om de iPod
functies te kunnen gebruiken in Zone 2. Voor details
omtrent de bediening van de iPod (radio), zie
“Gebruiken van een iPod™” op bladzijde 53.
Selecteer “V-AUX” als signaalbron om de Bluetooth
functies te kunnen gebruiken in Zone 2. Voor details
omtrent de bediening van de Bluetooth component,
verwijzen we u naar “Gebruiken van Bluetooth™
componenten” op bladzijde 55.
Zone 2 uit (standby) zetten
Druk op
B
ZONE 2 ON/OFF om Zone 2 standby
(uit) te zetten.
y
Druk op CSYSTEM OFF om de hoofdzone en Zone 2 tegelijk
uit (standby) te zetten.
Bediening Zone 2 via de
afstandsbediening
Zone 2 aan zetten
Houd
4
AMP ingedrukt en druk zo op
G
POWER.
Zone 2 bedienen
Houd
4
AMP ingedrukt en druk zo op één van de
ingangskeuzetoetsen (
3
) om de gewenste
signaalbron voor Zone 2 te selecteren.
Zone 2 uit (standby) zetten
Houd
4
AMP ingedrukt en druk zo op
H
STANDBY om ZONE 2 uit (standby) te zetten.
Doe het volgende nadat u de Zone 2 bedieningsfunctie heeft
ingeschakeld.
POWER
AMP
Houd
ingedrukt
Geavanceerde setup
77 Nl
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het
display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu
biedt aanvullende handelingen om de manier waarop dit
toestel functioneert aan te passen. Verander de
begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op
basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Alleen
A
MAIN ZONE ON/OFF,
O
PROGRAM
l / h en
P
STRAIGHT functioneren terwijl u het uitgebreide
(geavanceerde) instelmenu gebruikt.
Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u
het uitgebreide instelmenu (de geavanceerde setup) aan het
gebruiken bent.
Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display
op het voorpaneel.
1 Druk op
C
SYSTEM OFF om dit toestel uit
(standby) te zetten.
2 Houd
N
TONE CONTROL ingedrukt en druk
vervolgens
A
MAIN ZONE ON/OFF in om
dit toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3 Druk op
O
PROGRAM
l / h tot u de
parameter die u wilt instellen geselecteerd
heeft.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
4 Druk herhaaldelijk op PSTRAIGHT om de
geselecteerde instelling te wijzigen.
5 Druk op
A
MAIN ZONE ON/OFF om uw
keuze te bevestigen en dit toestel uit
(standby) te zetten.
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
Bi-amp instelling BI-AMP
Gebruik deze functie om de ‘bi-amp’ (dubbele
versterking) functie aan of uit te zetten (zie bladzijde 12).
Keuzes: ON, OFF
Selecteer “ON” als u de bi-amp (dubbele versterking)
functie aan wilt zetten. “SUR.B L/R SP” wordt
automatisch ingesteld op “NONE” en dit toestel zal de
audiosignalen voor de voorkanalen reproduceren via de
SURROUND BACK/BI-AMP luidsprekeraansluitingen.
Selecteer “OFF” als u de bi-amp (dubbele versterking)
functie uit wilt zetten.
SCENE IR-code instelling SCENE IR
Gebruik deze functie om de afstandsbedieningssignalen
automatisch te laten reproduceren via de REMOTE OUT
aansluiting wanneer dit toestel in de SCENE stand staat.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer “ON” wanneer de met de REMOTE OUT
aansluiting verbonden component een Yamaha product
is dat geschikt is voor SCENE stuursignalen. Dit
toestel zal de signalen van de afstandsbediening
automatisch doorsturen naar de component in kwestie.
Selecteer “OFF” wanneer de met de REMOTE OUT
aansluiting verbonden component geen Yamaha
product is dat geschikt is voor SCENE stuursignalen.
Als er ruis of lawaai wordt geproduceerd wanneer u de SCENE
functie gebruikt, kunt u het beste “SCENE IR” instellen op “OFF”.
Afstemstap tuner TU
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en
Zuid Amerika.
Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
Initialiseren INIT.
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen
(zie bladzijde 87).
Keuzes: CANCEL, RESET
Select “CANCEL” om de instellingen van dit toestel
niet terug te zetten.
Select “RESET” om de instellingen van dit toestel
terug te zetten.
Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug,
inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het
uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
Geavanceerde setup
Opmerkingen
Opmerking
Opmerkingen
Oplossen van problemen
78 Nl
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder
vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of servicecentrum.
Algemeen
Oplossen van problemen
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
11
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
Geen geluid. In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
13-19
Er is geen geschikte audio
ingangsaansluiting selectiefunctie
ingesteld.
Stel een geschikte selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting in.
36
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “HDMI”,
“COAX/OPT” of “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
36
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”
terwijl er Dolby Digital of DTS materiaal
wordt afgespeeld.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO” of “COAX/OPT”.
36
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met
R
INPUT
l / h
(of met de ingangskeuzetoetsen (
3
)).
35
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
11
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn
niet op de juiste manier geselecteerd.
Selecteer de gewenste set voor-luidsprekers met
M
SPEAKERS.
35
Het volume staat uit. Zet het volume hoger.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op
I
MUTE of
L
VOLUME +/– om de
geluidsweergave te herstellen en het volume te
kunnen regelen.
37
Er worden signalen van een
broncomponent ontvangen die dit toestel
niet kan weergeven, zoals van een
CD-ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
De HDMI componenten die zijn
aangesloten op dit toestel bieden geen
ondersteuning voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
14
“SUPPORT AUDIO” is ingesteld op
“Other” en “HDMI” audiosignalen
worden niet weergegeven door dit toestel.
Zet “SUPPORT AUDIO” op “RX-V563” via de
“MANUAL SETUP”.
64
79 Nl
Oplossen van problemen
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het geluid valt
plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer
aan.
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op
I
MUTE of
L
VOLUME +/– om de
geluidsweergave te hervatten.
37
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
11-19
Onjuiste balans ingesteld via “SP
LEVEL”.
Wijzig de “SP LEVEL” instellingen.
43
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de midden-
luidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven,
terwijl alleen eventuele door het
programma toegevoegde effecten via de
voor- en surround-luidsprekers worden
geproduceerd.
Dit duidt niet op een storing.
Er klinkt geen geluid
uit de midden-
luidspreker.
“CENTER SP” in het “SPEAKER SET”
staat op “NONE”.
Zet “CENTER SP” op “SML” of “LRG”.
59
Eén van geluidsveldprogramma’s
(uitgezonderd 7ch Stereo) is geselecteerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
40
Er klinkt geen geluid
uit de surround-
luidsprekers.
“SUR. L/R SP” in het “SPEAKER SET”
staat op “NONE”.
Zet “SUR. L/R SP” op “SML” of “LRG”.
60
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt mono materiaal weergegeven.
Druk op
B
STRAIGHT zodat “STRAIGHT”
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
41
Er klinkt geen geluid
uit de surround
achter-luidsprekers.
“SUR. L/R SP” in het “SPEAKER SET”
is ingesteld op “NONE” en “SUR.B L/R
SP” is automatisch ingesteld op “NONE”.
Zet “SUR. L/R SP” en “SUR. B L/R SP” op een
andere instelling dan “NONE”.
60
“SUR.B L/R SP” in het “SPEAKER SET”
staat op “NONE”.
Zet “SUR.B L/R SP” op een andere instelling dan
“NONE”.
60
Geen geluid uit de
midden-, surround- of
surround achter-
luidsprekers wanneer
de FRONT B
luidsprekers zijn
ingeschakeld.
“FRONT B” in het “SPEAKER SET”
staat op “ZONE B”.
Zet “FRONT B” op “FRONT”.
59
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
“LFE/BASS OUT” staat op “FRNT” in
het “SPEAKER SET” terwijl er een Dolby
Digital of DTS signaal wordt
weergegeven.
Zet “LFE/BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”.
60
“LFE/BASS OUT” in het “SPEAKER
SET” staat op “SWFR” of “FRNT” terwijl
er een 2-kanaals bronsignaal wordt
weergegeven.
Zet “LFE/BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”.
60
Het bronsignaal bevat geen zeer lage
tonen.
Dit duidt niet op een storing.
80 Nl
Oplossen van problemen
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS bronnen
worden weergegeven.
(De Dolby Digital of DTS
indicator op het display
op het voorpaneel licht
niet op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
36
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan.
Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat
er iets mis is met de kabels.
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
U probeert het volume hoger te zetten dan
het ingestelde maximum volumeniveau.
Pas de “MAX VOL.” instelling aan.
63
De op de AUDIO OUT (REC)
aansluitingen van dit toestel aangesloten
component staat uit.
Zet de betreffende component aan.
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Dit duidt niet op een storing.
Er kan niet worden
opgenomen door analoge
opname-apparatuur die is
aangesloten op de AUDIO
OUT (REC) aansluitingen.
De signaalbron is niet aangesloten op de
analoge AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
15, 19
De
geluidsveldparameters en
sommige andere
instellingen van dit
toestel kunnen niet
worden gewijzigd.
“MEMORY GUARD” in het “OPTION
MENU” staat op “ON”.
Zet “MEMORY GUARD” op “OFF”.
68
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
Er klinkt geen geluid
uit de aangesloten
HDMI component.
De HDMI component accepteert geen
multikanaals audiosignalen.
Laat de multikanaals audiosignalen door de
broncomponent, zoals een DVD-speler, terugbrengen
tot 2-kanaals audiosignalen.
“CHECK SP WIRES”
zal op het display op
het voorpaneel
verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
11
U ondervindt storing
van digitale of andere
apparatuur die
radiogolven
gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Dit duidt niet op een storing.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
De video-
conversiefunctie doet
het niet.
Er komen digitale signalen binnen via de
HDMI aansluiting.
Schakel de met de HDMI IN aansluitingen verbonden
apparatuur uit.
15
81 Nl
Oplossen van problemen
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Tuner
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
FM
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de zender
te ver weg is of het ontvangstsignaal
dat binnenkomt via de antenne niet
sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
21
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
Stem met de hand af.
45
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
Stem met de hand af.
45
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer zenders voor.
46
AM
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af.
45
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Ruis of lawaai kan het gevolg zijn van
bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
82 Nl
Oplossen van problemen
AUTO SETUP
Voor AUTO SETUP
Tijdens AUTO SETUP
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Connect MIC!
De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
26
Unplug HP!
Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los.
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
E-1:NO FRONT SP
Er worden geen L/R voorkanaalsignalen
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R
voor-luidsprekers.
11
E-2:NO SUR.SP
Er wordt geen signaal voor een
surroundkanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
surround-luidspreker.
11
E-3:SBR->SBL
Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
Verbind de surround achter-luidspreker met
de LEFT SURROUND BACK SPEAKERS
aansluiting als u slechts een enkele
surround achter-luidspreker heeft.
11
E-4:NOISY
Teveel geluiden op de achtergrond. Probeer de “AUTO SETUP” onder stille
omstandigheden.
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals
air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt
van de optimalisatie-microfoon.
E-5:CHECK SUR.
Wel surround achter-luidsprekers
aangesloten, maar geen L/R surround-
luidsprekers.
Sluit uw surround-luidsprekers aan
wanneer u surround achter-luidsprekers
gebruikt.
11
E-6:NO MIC
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de “AUTO SETUP” procedure.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
26
E-7:NO SIGNAL
De optimalisatie-microfoon kan geen
testtonen detecteren.
Controleer de instelling van de microfoon.
26
Controleer de aansluiting en de opstelling
van de microfoon.
10, 11,
26
E-8:USER CANCEL
De “AUTO SETUP” procedure is
geannuleerd door iets dat de gebruiker
gedaan heeft.
Doe de “AUTO SETUP” nog eens.
26
E-9:INTERNAL ERROR
Er is een interne fout opgetreden. Doe de “AUTO SETUP” nog eens.
26
83 Nl
Oplossen van problemen
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Na AUTO SETUP
Als de “ERROR” of “WARNING” schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en
vervolgens de “AUTO SETUP” opnieuw uit te voeren.
Als de waarschuwingen “W-1”, “W-2” of “W-3” verschijnen, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet
optimaal zijn.
Als foutmelding “E-9” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend Yamaha service-centrum.
Waarschuwing Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
W-1:OUT OF PHASE
De polariteit van de luidspreker is niet
correct. Deze melding kan, afhankelijk van
de luidspreker in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct is aangesloten.
Controleer de polariteit van de luidspreker-
aansluitingen (+ of –).
12
W-2:OVER 24m (80ft)
De afstand tussen de dichtstbijzijnde
luidspreker en de verst verwijderde
luidspreker ligt buiten het instelbare bereik.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
W-3:LEVEL ERROR
Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers. (Er wordt geen correctie van
het niveau gemaakt.)
Als “SWFR: TOO LOUD” of “SWFR:
TOO LOW” verschijnt, dient u het
uitgangsniveau van de subwoofer in te
stellen.
26, 61
Verander de opstelling van de luidsprekers
zodat alle luidsprekers in vergelijkbare
omstandigheden verkeren.
Controleer de aansluitingen van de
luidspreker.
11
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare
kwaliteit.
Opmerkingen
84 Nl
Oplossen van problemen
USB
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De muziekbestanden
en mappen op het
USB apparaat kunnen
niet worden bekeken.
De muziekbestanden en mappen staan op
andere geheugenlocaties dan de primaire
FAT partitie.
Plaats muziekbestanden en mappen in de correcte
FAT partitie.
U probeert dieper dan 8 mapniveaus te
bekijken of een map met meer dan 500
bestanden.
Wijzig de gegevensstructuur op uw USB apparaat.
Het USB apparaat kan
niet worden herkend.
Het aangesloten USB apparaat is geen
USB massa opslag USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Dit toestel kan alleen USB massa opslag USB
geheugenapparaten (met uitzondering van USB harde
schijven) of draagbare USB audiospelers herkennen.
Vergeet ook niet dat het toestel toch niet in staat kan
blijken te zijn bepaalde USB apparaten te herken, ook
al zijn dit ogenschijnlijk geschikte apparaten zoals
hierboven vermeld.
51
Sommige apparaten kunnen makkelijker herkend
worden wan u ze aansluit voor u dit toestel aan zet.
23
De melding
“Disconnected”
(Niet aangesloten)
verschijnt ook al is er
wel degelijk een USB
apparaat
aangesloten.
Dit toestel heeft het USB apparaat
herkend als niet geschikt voor aansluiting
op het toestel.
Zet dit toestel uit en dan weer aan.
23
Statusmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Disconnected
Uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler is niet meer aangesloten
op de USB poort van dit toestel.
Controleer de verbindingen tussen dit toestel en uw
USB geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB geheugenapparaat
of draagbare USB audiospeler opnieuw aan op de
USB poort van dit toestel.
51
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
Access error
Dit toestel krijgt geen toegang tot uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Probeer een ander USB geheugenapparaat of andere
draagbare USB audiospeler.
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB geheugenapparaat
of draagbare USB audiospeler opnieuw aan op de
USB poort van dit toestel.
51
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
Unable to play
Er zijn geen geschikte gegevens
gevonden.
Probeer een ander USB geheugenapparaat of andere
draagbare USB audiospeler.
85 Nl
Oplossen van problemen
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
iPod
Wanneer er iets mis gaat met de gegevensoverdracht zonder dat er een melding verschijnt op het display op het voorpaneel of het
inbeeld display, dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (zie bladzijde 20).
Opmerking
Statusmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Loading...
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
iPod te herkennen.
Dit toestel is bezig songlijsten over te
nemen van uw iPod.
Connect error
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw iPod.
Zet dit toestel uit en sluit uw Yamaha iPod universeel
dock opnieuw aan op de DOCK aansluiting van dit
toestel.
20
Probeer uw iPod te resetten.
Unknown iPod
De gebruikte iPod wordt niet ondersteund
door dit toestel.
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and
Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
iPod connected
Uw iPod is correct geplaatst in een
Yamaha iPod universeel dock (de los
verkrijgbare YDS-10) verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel, en de
verbinding tussen uw iPod en dit toestel is
correct tot stand gebracht.
Disconnected
Uw iPod is verwijderd uit uw Yamaha
iPod universeel dock (de los verkrijgbare
YDS-10), verbonden met de DOCK
aansluiting van dit toestel.
Plaats uw iPod terug in uw Yamaha iPod universeel
dock (de los verkrijgbare YDS-10), verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel.
20
Unable to play
Dit toestel kan de op dit moment op uw
iPod opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Controleer of de muziekstukken op uw iPod
inderdaad weergegeven kunnen worden.
Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel
kunnen worden weergegeven.
86 Nl
Oplossen van problemen
Bluetooth
Statusmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Searching...
De Bluetooth adapter en de Bluetooth
component zijn bezig de verbinding tot
stand te brengen (pairing).
De Bluetooth adapter en de Bluetooth
component zijn bezig de verbinding tot
stand te brengen.
Completed
De verbinding is tot stand gebracht.
Not found
De Bluetooth adapter kan de Bluetooth
component niet vinden.
Canceled
Het tot stand brengen van de verbinding is
geannuleerd.
BT connected
De verbinding tussen de Yamaha
Bluetooth adapter (zoals een YBA-10,
los verkrijgbaar) en de Bluetooth
component is tot stand gebracht.
Disconnected
De Bluetooth component is losgekoppeld
van de Yamaha Bluetooth adapter
(zoals de los verkrijgbare YBA-10).
No BT adapter
De Bluetooth adapter is niet aangesloten
op de DOCK aansluiting.
Sluit de Yamaha Bluetooth adapter (zoals een YBA-10,
los verkrijgbaar) aan op de DOCK aansluiting.
20
87 Nl
Oplossen van problemen
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Afstandsbediening
Resetten van het systeem
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
1 Druk op
C
SYSTEM OFF op het voorpaneel
om dit toestel uit (standby) te zetten.
2 Houd
N
TONE CONTROL ingedrukt en druk
vervolgens
A
MAIN ZONE ON/OFF in om
dit toestel in te schakelen.
Het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het
display op het voorpaneel.
3 Druk op
O
PROGRAM l / h en selecteer
“INIT.”.
4 Druk herhaaldelijk op
P
STRAIGHT en
selecteer “RESET”.
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te
annuleren zonder wijzigingen aan te brengen.
5 Druk op
A
MAIN ZONE ON/OFF om uw
keuze te bevestigen en dit toestel uit
(standby) te zetten.
Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug,
inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het
uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van
kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt
ingeschakeld.
y
Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen
aan te brengen, kunt u op
P
STRAIGHT drukken tot u
“CANCEL” geselecteerd heeft, waarna u op
A
MAIN ZONE
ON/OFF drukt.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
25
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen.
3
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in
met behulp van de “Lijst met
afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze
handleiding.
73
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor
dezelfde fabrikant met behulp van de “Lijst met
afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze
handleiding.
73
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
Opmerkingen
Woordenlijst
88 Nl
Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Bij bi-amp dubbele versterkeraansluitingen worden twee
versterkers gebruikt voor een luidsprekerbox. De ene
versterker wordt aangesloten op de woofer (lage tonen)
van de box, terwijl de andere wordt aangesloten op het
gecombineerde gedeelte voor de midden- en hoge tonen.
In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers
slechts voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte
toonbereik geeft elk van de gebruikte versterkers minder
zwaar werk te doen en levert minder risico op dat de
weergave negatief wordt beïnvloed. De interne crossover-
schakeling van de leluidspreker taat uit een LPF (Laag
doorlaatfilter) en een HPF (Hoog doorlaatfilter). Zoals de
naam al suggereert kunnen de frequenties beneden een
bepaalde waarde het LPF gewoon passeren, maar zullen
frequenties boven die waarde niet worden doorgelaten. Op
dezelfde manier kunnen frequenties boven de ingestelde
waarde een HPF gewoon passeren.
CINEMA DSP
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen
oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken
deze systemen het best in een theatrale ruimte met een
heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale
akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de
muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis
van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de
Yamaha CINEMA DSP programma’s gebruik van de
origineel door Yamaha ontwikkelde
geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby
Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot
een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de
audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop
gerealiseerd kon worden.
Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB
en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat
het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal. U heeft een monitor met component
ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen
te kunnen weergeven.
Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met
3 voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surround-
stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen
met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal
speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE
(Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal
5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld).
Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende
geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische
bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid
door de digitale verwerking biedt de luisteraar een
ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u
zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot
5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien.
Dolby Digital EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt
bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen
samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit
de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten
moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital
Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een meer
dynamische en realistische weergave van bewegende
geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en
“fly-around” effecten.
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden
5-kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en
rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en
rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij
conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen
beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films en een “Game” stand voor
spelletjes.
Dolby Pro Logic IIx
Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die
gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van
2-kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er zijn drie
standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films (alleen 2-kanaals materiaal) en
een “Game” stand voor spelletjes.
Woordenlijst
89 Nl
Woordenlijst
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog
opnamesysteem voor de reproductie van realistische en
dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en rechts
(stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en
een surroundkanaal voor speciale geluidseffecten (mono). Het
surroundkanaal reproduceert geluid binnen een nauw
begrensd frequentiebereik. Dolby Surround wordt veel
gebruikt op videobanden en laserdiscs en ook wel bij TV en
kabelprogramma’s. De in dit toestel ingebouwde Dolby Pro
Logic decoder maakt gebruik van een digitale
signaalverwerking die automatisch het volume van de
verschillende kanalen stabiliseert om de richtingsgevoeligheid
en de weergave van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit voor
multikanaals weergave van DVD-Video en is volledig
compatibel met alle vroegere DTS decoders. “96” refereert aan
de 96 kHz bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een
normale waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de gebruikte
codelengte van 24 bits. DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die
vergelijkbaar is met die van de originele 96/24 masteropnamen,
en 96/24 5.1-kanaals weergave met video van hoge kwaliteit
voor muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-Video.
DTS Digital Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge
filmsoundtracks te vervangen door een 6.1-kanaals digitale
soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de
bioscoop. DTS, Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem
ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de
verbluffende DTS digitale surroundweergave. Dit systeem
produceert een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6.1 kanalen
(dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en rechts
surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als 0.1 geteld wordt
voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is uitgerust met een DTS-ES
decoder die 6.1-kanaals weergave mogelijk maakt door uit bestaand
5.1-kanaals bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
HDMI
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste
volledig door de elektronica industrie ondersteunde,
ongecomprimeerde en volledig digitale audiovisuele
interface. HDMI biedt ondersteuning voor standaard,
verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals
digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen
verzorgt tussen elke denkbare audiovisuele signaalbron
(zoals een externe ontvanger of AV receiver) en de audio/
video monitor (zoals een digitale televisie). HDMI geeft
alle ATSC HDTV standaarden door en biedt ondersteuning
voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg bandbreedte om
ruimte te bieden aan toekomstige verbeteringen en eisen.
Indien gebruikt in combinatie met HDCP (High-bandwidth
Digital Content Protection), biedt HDMI een veilige audio/video
interface die voldoet aan de beveiligingseisen van producenten
van weer te geven materialen en systeembeheerders. Voor meer
informatie omtrent HDMI raden we u aan een bezoek te brengen
aan de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”.
LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het
frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit
kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het
volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de
andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS
5.1/6.1-kanaals systeem.
MP3
Eén van de audiocompressietechnieken gebruikt voor
MPEG. Deze methode maakt gebruik van een
onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/11 te
verminderen (bij 128 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal
voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder.
Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het
volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals
bij weergave van digitale signalen met gescheiden
kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music”
stand voor muziek en een “Cinema” stand voor films.
PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
90 Nl
Woordenlijst
Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het
aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten de
bemonsteringsfrequentie genoemd en de gedetailleerdheid
waarmee het geluid in een numerieke waarde wordt omgezet, het
aantal kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat kan worden
weergegeven is gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie,
terwijl het dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en
het hardste geluid, bepaald wordt door het aantal kwantisatiebits.
In principe is het zo dat hoe hoger de bemonsteringsfrequentie is,
hoe groter het aantal tonen is dat kan worden weergegeven, en
hoe hoger het aantal kwantisatiebits is, hoe precieser het
geluidsniveau kan worden gereproduceerd.
SILENT CINEMA
Yamaha heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor
elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave via een
hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma’s
natuurgetrouw kunnen worden weergegeven.
S-videosignaal
In een S-video systeem wordt het videosignaal dat
normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een
C signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale
S-video aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO
aansluiting vermindert signaalverslechtering bij lange
verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
Virtual CINEMA DSP
Yamaha heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA
DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts
twee luidsprekers zonder midden-luidspreker.
WAV
Standaard Windows audiobestandsindeling waarbij
geluidssignalen direct worden omgezet in digitale
gegevens. De bestandsindeling specificeert geen aparte
compressiemethode (codering) zodat in principe de
gewenste methode erop kan worden toegepast. Standaard
is deze bestandsindeling compatibel met PCM signalen
(ongecomprimeerd) en met sommige
compressiemethoden, waaronder ADPCM.
WMA
Een door Microsoft Corporation ontwikkelde compressiemethode.
Deze methode maakt gebruik van een onomkeerbare
compressietechniek die een hoge compressie bereikt door onder
andere audiogegevens voor geluiden die niet meer onderscheiden
kunnen worden door het menselijk oor te verwijderen. Deze
techniek maakt het mogelijk de hoeveelheid gegevens tot
ongeveer 1/22 te verminderen (bij 64 kbps) terwijl de
geluidskwaliteit vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
Technische gegevens
91 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
AUDIO GEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
[Modellen voor de V.S. en Canada]
1 kHz, 0,9% THV, 8 ...................................................... 90 W
[Overige modellen]
1 kHz, 0,9% THV, 6 ...................................................... 90 W
Maximum vermogen voor Voor, Midden, Surround,
Surround-achter (JEITA)
[
Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen
]
1 kHz, 10% THV, 6 ..................................................... 115 W
Dynamisch vermogen
[Modellen voor de V.S. en Canada]
(IHF, 8/6/4/2 Ω) ............................................ 90/110/130/150 W
[Overige modellen]
(IHF, 6/4/2 ) .................................................... 100/110/125 W
Dynamisch bereik [Modellen voor de V.S. en Canada]
8 .................................................................................... 0,18 dB
Maximum ingangssignaal
CD, enz. Effect Aan, 1 kHz, 0,5% THV ................. 2,0 V of meer
Frequentierespons
CD, enz. naar L/R voor ....................... 10 Hz t/m 100 kHz, –3 dB
Totale harmonische vervorming
[Modellen voor de V.S. en Canada]
(1 kHz, 50 W, L/R voor, 8 Ω ) ......................... 0,06% of minder
[Overige modellen]
(1 kHz, 50 W, L/R voor, 6 Ω ) ......................... 0,06% of minder
Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
CD (200 mV) naar L/R voor, Effect Uit ..................98 dB of meer
CD (250 mV) naar L/R voor, Effect Uit ................100 dB of meer
Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 150 µV of minder
Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
CD, enz. (5,1 k kortgesloten) naar L/R voor
................................................................... 60 dB/45 dB of meer
Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ................................... ±10 dB/100 Hz
TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/20 kHz
Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
................................................................................... 400 mV/470
Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
CD, enz. ................................................................ 200 mV/47 k
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 k
Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
AUDIO OUT (REC) ............................................ 200 mV/1,2 k
SUBWOOFER OUTPUT ............................................ 4 V/1,2 k
Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F.
(FRONT SP, CENTER SP, SUR. L/R SP, SUR. B L/R SP:
SMALL/SML) ............................................................12 dB/oct.
L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
Videosignaaltype (Grijze achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
.......................................................................................... NTSC
[Overige modellen] ................................................................ PAL
Videosignaaltype (Videoconversie) ............................... NTSC/PAL
Signaalniveau
Composiet ..................................................................1 Vp-p/75
S-video ............................ 1 Vp-p/75 (Y), 0,286 Vp-p/75 (C)
Component ................... 1 Vp-p/75 (Y), 0,7 Vp-p/75 (PB/PR)
Signaal-ruis verhouding ............................................ 50 dB of meer
Maximum ingangsniveau ....................................... 1,5 Vp-p of meer
Frequentierespons (MONITOR OUT)
Component signaal ................................ 5 Hz t/m 60 MHz, –3 dB
FM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
.............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
50 dB Rustgevoeligheid (IHF, 100% mod.)
Mono ................................................................. 2,8 µV (20,2 dBf)
Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo .............................................................. 73 dB/70 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................ 0,5%/0,5%
Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75
AM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ................. 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
........................................................ 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] .......................................... 531 t/m 1611 kHz
ALGEMEEN
Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada] ... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Europa en Rusland] ... 230 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië]...... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Algemene modellen]
........................ 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ...................... 240 W/320 VA
[Algemene modellen] ......................................................... 260 W
[Overige modellen] ............................................................ 240 W
Stroomverbruik Uit (standby) ................................ 0,8 W of minder
Maximum stroomverbruik
[Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen]
7 kanalen, 10% THV .......................................................... 490 W
Netstroomaansluitingen
[Modellen voor Australië] .......................... 1 (100 W maximum)
[Modellen voor de V.S. en Canada]
........................................................ 2 (Totaal 100 W maximum)
[Modellen voor Azië, China, Europa en Rusland en algemene
modellen] ......................................... 2 (Totaal 50 W maximum)
Afmetingen (b x h x d)..................................... 435 x 151 x 352 mm
(17-1/8” x 5-15/16” x 13-7/8”)
Gewicht .................................................................................. 9,0 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
Technische gegevens
INDEX
92 Nl
Numerics
1 SOUND MENU, Handmatige setup
... 57
2 INPUT MENU, Handmatige setup ... 57
2ch Enhancer,
Geluidsveldprogramma’s ................ 40
2ch Stereo, Geluidsveldprogramma’s
.... 40
3 OPTION MENU ............................... 67
3 OPTION MENU, Handmatige setup
... 58
7ch Enhancer,
Geluidsveldprogramma’s ................ 40
7ch Stereo, Geluidsveldprogramma’s
.... 40
96/24 indicator ..................................... 24
A
A)DISPLAY SET, Optiemenu ............ 67
A)INPUT ASSIGNMENT,
Ingangsmenu .................................... 65
A)SPEAKER SET, Geluidsmenu ........ 59
A.DELAY, Audio instellingen ............ 63
Aansluiten van een Yamaha iPod
universeel dock ................................ 20
Aansluiting, AM antenne aansluiting
.... 21
Aansluiting, Audiocomponenten ......... 19
Aansluiting, CD-recorder ..................... 19
Aansluiting, CD-speler ........................ 19
Aansluiting, DVD-recorder ................. 18
Aansluiting, DVD-speler ..................... 17
Aansluiting, externe decoder ............... 19
Aansluiting, FM antenne ...................... 21
Aansluiting, HDMI .............................. 14
Aansluiting, MD-recorder .................... 19
Aansluiting, multiformaat-speler ......... 19
Aansluiting, Netsnoer .......................... 22
Aansluiting, PVR ................................. 18
Aansluiting, set-top boxen ................... 18
Aansluiting, Videocomponenten ......... 16
Aansluiting, videorecorder ................... 18
Aantal luidsprekers .............................. 28
Aantal luidsprekers,
Automatische setup resultaat ........... 28
AC OUTLET(S) (SWITCHED) .......... 22
Achtergrondvideo,
Multikanaals ingangsinstelling ........ 67
AFFAIRS, Radio Data System
programmatype ................................ 49
Afspelen van video op de achtergrond
... 38
Afstandsbediening,
Oplossen van problemen ................. 87
Afstemstap tuner, Geavanceerde setup
... 77
AM afstemmen .................................... 45
AM antenne aansluiten ........................ 21
Andere componenten bedienen,
Afstandsbediening ........................... 72
Andere componenten op afstand
bedienen ........................................... 72
Apparatuur verbinden met de
FRONT A aansluitingen .................. 12
AUDIO aansluitingen .......................... 13
Audio informatie .................................. 38
Audio ingangsaansluitingen selectie .... 36
Audio instellingen, Geluidsmenu .........63
Audio ondersteuning,
HDMI instelling ...............................64
AUDIO SELECT .................................36
Audio selectie, Optiemenu ...................68
Audio vertraging, Audio instellingen
....63
Audio-aansluitingen .............................13
Audiocomponenten, Aansluiting .........19
AUTO SETUP .....................................26
AUTO SETUP, Foutmelding ...............82
Automatisch afstemmen,
FM/AM afstemmen ..........................45
Automatisch voorprogrammeren,
FM/AM afstemmen ..........................46
B
B)INPUT RENAME, Ingangsmenu ....66
B)MEMORY GUARD, Optiemenu .....68
B)SPEAKER LEVEL, Geluidsmenu ...61
Bedienen van andere componenten,
Afstandsbediening ...........................72
Bedienen van dit toestel,
Afstandsbediening ...........................71
Bedienen van een TV ...........................71
Bediening USB weergave ....................51
Beginvolume, Audio instellingen ........63
BGV, Multikanaals ingangsinstelling
....67
BI-AMP, Geavanceerde setup ..............77
Bi-amp, Geavanceerde setup ................77
Bluetooth instelling, Optiemenu ..........69
C
C)AUDIO SELECT, Optiemenu .........68
C)SP DISTANCE, Geluidsmenu .........62
C)VOLUME TRIM, Ingangsmenu ......66
CD-recorder, Aansluiting .....................19
CD-speler, Aansluiting .........................19
CENTER SP,
Luidspreker-instellingen ..................59
CINEMA DSP indicator ......................25
CLASSICS, Radio Data System
programmatype ................................49
COAXIAL IN (1),
Ingangen toewijzen ..........................65
COAXIAL INPUT aansluitingen .........65
COAXIAL INPUT aansluitingen,
Ingangen toewijzen ..........................65
COMPONENT VIDEO aansluitingen
...13
Connect error,
iPod bediening statusmelding ..........85
Connect MIC!,
Automatische setup foutmelding .....82
CROSSOVER,
Luidspreker-instellingen ..................61
Crossover, Luidspreker-instellingen ....61
CT indicator .........................................25
CT WIDTH, Geluidsveldparameters ...42
CT, Radio Data Systeem informatie ....48
CULTURE, Radio Data System
programmatype ................................49
D
D)CENTER GEQ, Geluidsmenu ......... 62
D)DECODER MODE, Ingangsmenu
... 66
D)PARAM. INI, Optiemenu ............... 69
Decoder indicators ............................... 24
Decoder keuzefunctie, Decoderfunctie
... 66
Decoderfunctie, Ingangsmenu ............. 66
DIGITAL AUDIO COAXIAL
aansluitingen ................................... 13
DIGITAL AUDIO OPTICAL
aansluitingen ................................... 13
Dimensie, Geluidsveldparameter ........ 42
DIMENSION, Geluidsveldparameters
... 42
DIMMER, Display instellingen .......... 67
Dimmer, Display instellingen .............. 67
DIRECT ............................................... 43
Disconnected,
iPod bediening statusmelding ......... 85
Display instellingen, Optiemenu ......... 67
Display voorpaneel .............................. 24
DIST .................................................... 28
DIST, Automatische setup resultaat .... 28
DISTANCE ......................................... 27
DISTANCE, Automatische setup ........ 27
DOCK indicator .................................. 24
DRAMA, Radio Data System
programmatype ............................... 49
DSP LEVEL, Geluidsveldparameters
... 42
DSP niveau, Geluidsveldparameter ..... 42
DTS decoder voorrangsinstelling,
Decoderfunctie ................................ 66
DVD-recorder aansluiting ................... 18
DVD-speler aansluiting ....................... 17
Dynamisch bereik, Geluidsmenu ........ 63
E
E)EXTD SUR., Geluidsmenu ............. 64
E)LFE LEVEL, Geluidsmenu ............. 62
E)MULTI CH SET, Ingangsmenu ...... 67
E-1:NO FRONT SP,
Automatische setup foutmelding ..... 82
E-2:NO SURR.SP,
Automatische setup foutmelding ..... 82
E-3:SBR->SBL,
Automatische setup foutmelding ..... 82
E-4:NOISY,
Automatische setup foutmelding ..... 82
E-5:CHECK SUR.,
Automatische setup foutmelding ..... 82
E-6:NO MIC!,
Automatische setup foutmelding ..... 82
E-7:NO SIGNAL,
Automatische setup foutmelding ..... 82
E-8:USER CANCEL,
Automatische setup foutmelding ..... 82
E-9:INTERNAL ERROR,
Automatische setup foutmelding ..... 82
EDUCATE, Radio Data System
programmatype ............................... 49
Index
Index
93 Nl
Nederlands
AANVULLENDE
INFORMATIE
Eenheid, Luidsprekerafstand ...............62
Eenvoudige afstandsbedieningsfunctie,
iPod bedienen ..................................53
Effectniveau, Geluidsveldparameter ....42
ENHANCER indicator ........................24
EON dataservice,
Radio Data System afstemmen ........ 50
EON indicator ...................................... 25
Equalizer midden-luidspreker,
Geluidsmenu ....................................62
Externe decoder aansluiten ..................19
F
F)DYNAMIC RANGE, Geluidsmenu
... 63
Fabrieksinstellingen,
Geavanceerde setup ......................... 77
FL SCROLL, Display instellingen ......68
FM afstemmen .....................................45
FM antenne .......................................... 21
FM antenne aansluiten ......................... 21
FRONT B luidspreker-instelling,
Luidspreker-instellingen .................. 59
FRONT B, Luidspreker-instellingen ...59
FRONT SP, Luidspreker-instellingen
...59
FRONT,
Multikanaals ingangsinstelling ........ 67
G
G)AUDIO SET, Geluidsmenu ............. 63
Games, Geluidsveldprogramma’s ........ 40
Geheugen beveiliging, Optiemenu ......68
Geluid tijdelijk uitschakelen ................37
Geluidsmenu, Handmatige setup .........57
Geluidsveldprogramma’s met
hoofdtelefoon ................................... 41
H
H)HDMI SET, Geluidsmenu ...............64
Hall, Geluidsveldprogramma’s ............40
Handmatig afstemmen,
FM/AM afstemmen ......................... 45
Handmatig voorprogrammeren,
FM/AM afstemmen ......................... 46
Handmatige setup, SET MENU ...........57
HDMI indicator .................................... 24
HDMI instelling, Geluidsmenu ............ 64
HDMI, Aansluiting .............................. 14
HEADPHONE, Dynamisch bereik ...... 63
HEADPHONE,
Niveau Lage Frequentie Effecten .... 62
Herhaalde weergave ............................. 54
Herhaalde weergave, iPod bedienen .... 54
Hoofdtelefoon ......................................37
Hoofdtelefoon indicator ....................... 24
Hoofdtelefoon, Dynamisch bereik ....... 63
Hoofdtelefoon,
Niveau Lage Frequentie Effecten .... 62
Huidige status display ..........................37
I
I)EXTD SUR., Geluidsmenu ............... 64
Indicators ingangskanalen .................... 25
INFO,
Radio Data System programmatype
.... 49
Infrarood venster, Afstandsbediening
....25
Ingang voor,
Multikanaals ingangsinstellingen .....67
Ingangskanaal en luidspreker
indicators ..........................................25
Ingangskanalen,
Multikanaals ingangsinstelling ........67
Ingangsmenu, Handmatige setup .........57
INI.VOL., Audio instellingen ..............63
INPUT CH,
Multikanaals ingangsinstelling ........67
Inschakelen van de stroom ...................23
Instellen SCENE sjabloon signaalbron,
Afstandsbediening ............................34
Instellen van afstandsbedieningscodes
...73
Instelling luidsprekerniveau .................43
iPod bediening, Statusmelding .............85
iPod connected,
iPod bediening statusmelding ..........85
iPod gebruiken .....................................53
J
Jazz, Geluidsveldprogramma’s ............40
K
Kiezen voorkeuzezender,
FM/AM afstemmen ..........................47
Klok/tijd,
Radio Data Systeem informatie .......48
L
LFE/BASS OUT,
Luidspreker-instellingen ..................60
LFE/Bass out,
Luidspreker-instellingen ..................60
LIGHT M, Radio Data System
programmatype ................................49
Linker/rechter surround
achter-luidsprekers,
Luidspreker-instellingen ..................60
Linker/rechter surround-luidsprekers,
Luidspreker-instellingen ..................60
Loading...,
iPod bediening statusmelding ..........85
Luidspreker, Dynamisch bereik ...........63
Luidspreker,
Niveau Lage Frequentie Effecten ....62
Luidsprekerafmetingen ........................27
Luidsprekerafmetingen,
Automatische setup ..........................27
Luidsprekerafstand .........................27, 28
Luidsprekerafstand,
Automatische setup ..........................27
Luidsprekerafstand,
Automatische setup resultaat ...........28
Luidsprekerafstand, Geluidsmenu ........62
Luidsprekerafstanden,
Luidsprekerafstand ...........................62
Luidsprekerbedrading ..........................27
Luidsprekerbedrading,
Automatische setup ..........................27
Luidsprekerbedrading/volumeniveau,
Automatische setup ..........................27
Luidspreker-instellingen,
Geluidsmenu .................................... 59
Luidsprekerniveau ............................... 28
Luidsprekerniveau,
Automatische setup resultaat ........... 28
Luidsprekerniveau, Geluidsmenu ........ 61
LVL ..................................................... 28
LVL, Automatische setup resultaat ..... 28
M
M.O.R. M, Radio Data System
programmatype ................................ 49
MANUAL SETUP, SET MENU ........ 57
MAX VOL., Audio instellingen .......... 63
Maximum volume,
Audio instellingen ........................... 63
MD-recorder, Aansluiting ................... 19
Menu bedieningsfunctie,
iPod bedienen .................................. 54
Midden breedte,
Geluidsveldparameter ...................... 42
Midden-luidspreker,
Luidspreker-instellingen .................. 59
Middernacht luisterfunctie ................... 44
Movie Dramatic,
Geluidsveldprogramma’s ................ 40
Movie Spacious,
Geluidsveldprogramma’s ................ 40
MULTI CH INPUT aansluitingen ....... 19
MULTI CH INPUT
component selectie .......................... 36
Multiformaat-speler verbinding ........... 19
Multifunctioneel display ...................... 25
Multikanaals bronnen via
hoofdtelefoon .................................. 41
Multikanaals ingangsinstelling,
Ingangsmenu ................................... 67
MULTI-ZONE Gebruik ...................... 74
MUTE .................................................. 37
MUTE indicator ................................... 24
MUTE TYPE, Audio instellingen ....... 63
N
Neo:6 Music ........................................ 41
Netsnoer, Aansluiting .......................... 22
NEWS, Radio Data System
programmatype ................................ 49
Nieuwe naam, SCENE sjabloon .......... 33
Niveau Lage Frequentie Effecten,
Geluidsmenu .................................... 62
O
Omwisselen, Voorkeuzezender,
FM/AM afstemmen ......................... 47
Oplossen van problemen ..................... 78
OPTICAL IN (2) ................................. 65
OPTICAL IN (2),
Ingangen toewijzen ......................... 65
OPTICAL IN (3),
Ingangen toewijzen ......................... 65
OPTICAL INPUT toewijzing,
Ingangen toewijzen ......................... 65
Index
94 Nl
OPTICAL OUT (4),
Uitgangstoewijzing .......................... 65
Optiemenu, Handmatige setup ............. 58
Optimalisatie-microfoon ...................... 26
Optimalisatie-microfoon,
Automatische setup ......................... 26
Optimaliseren van de luidspreker-
instelling .......................................... 26
OPTIMIZER MIC aansluiting,
Automatische setup ......................... 26
OSD (in-beeld display) vershuiven,
Display instellingen ......................... 68
OSD SHIFT, Display instellingen ....... 68
OSD-AMP, Display instellingen ......... 68
OSD-SOURCE, Display instellingen
... 68
OTHER M, Radio Data System
programmatype ................................ 49
P
Panorama, Geluidsveldparameter ........ 42
PANORAMA, Geluidsveldparameters
...42
Parameter initialiseren, Optiemenu ...... 69
PCM indicator ...................................... 24
PHONES aansluiting ........................... 37
PLII Game ............................................ 41
PLII Movie ........................................... 41
PLII Music ........................................... 41
PLIIx Game .......................................... 41
PLIIx Movie ......................................... 41
PLIIx Music ......................................... 41
POP M, Radio Data System
programmatype ................................ 49
Pop/Rock, Geluidsveldprogramma’s ... 40
PRESET, Geavanceerde setup ............. 77
Pro Logic .............................................. 41
Programmaservice, Radio Data System
informatie ........................................ 48
Programmatype, Radio Data System
informatie ........................................ 48
PS indicator .......................................... 25
PS, Radio Data Systeem informatie ..... 48
PTY HOLD indicator ........................... 25
PTY indicator ....................................... 25
PTY SEEK functie,
Radio Data Systeem afstemmen ...... 49
PTY, Radio Data Systeem informatie
...48
PVR aansluiting ................................... 18
R
Radio Data Systeem afstemmen .......... 48
Radio Data System indicator ............... 25
Radiotekst,
Radio Data Systeem informatie ....... 48
Rechtstreeks ......................................... 41
REMOTE IN/OUT aansluitingen ........ 20
Resetten van het systeem ..................... 87
ROCK M, Radio Data System
programmatype ................................ 49
RT indicator ......................................... 25
RT, Radio Data Systeem informatie .... 48
S
S VIDEO aansluitingen ....................... 13
SB L/R SP, Luidspreker-instellingen
.... 60
SCENE 1 ................................................7
SCENE IR, Geavanceerde setup ..........77
SCENE IR-code instelling,
“Geavanceerde setup ........................77
SCENE sjabloon selectie .....................30
SCIENCE, Radio Data System
programmatype ................................49
Scrollen over het display op het
voorpaneel, Display instellingen ......68
Selectie, Audio ingangsaansluitingen
....36
Selectie, MULTI CH INPUT
component ........................................36
Selectie, Radio Data System
programmatype ................................49
Selectie, SCENE sjabloon ....................30
Selectie, Voorkeuzezender,
FM/AM afstemmen ..........................47
SET MENU ..........................................57
Set-top box aansluiting .........................18
Signaalbron indicators ..........................24
Signaalbron informatiedisplay .............38
Signaalbronfunctie weergavetijd in-beeld
display, Display-instellingen
................68
Signaalbronnen nieuwe namen geven,
Ingangsmenu ....................................66
SILENT CINEMA ...............................41
SILENT CINEMA indicator ................25
SIZE .....................................................27
SIZE, Automatische setup ....................27
Slaaptimer ............................................39
SLEEP indicator ...................................25
SP .........................................................28
SP A B indicators .................................24
SP, Automatische setup resultaat .........28
SPEAKER Dynamisch bereik ..............63
SPEAKER,
Niveau Lage Frequentie Effecten ....62
SPORT, Radio Data System
programmatype ................................49
STRAIGHT ..........................................41
Stroomschema audiosignalen ...............15
Stroomschema videosignalen ...............15
SUBWOOFER PHASE,
Luidspreker-instellingen ..................61
Subwooferfase,
Luidspreker-instellingen ..................61
SUPPORT AUDIO, HDMI instelling
...64
SUR. L/R SP,
Luidspreker-instellingen ..................60
T
Technische gegevens ............................91
TEST,
Equalizer midden-luidspreker ..........62
Testtoon,
Equalizer midden-luidspreker ..........62
Toewijzen van ingangsaansluitingen,
Ingangsmenu ....................................65
Toonregeling ........................................43
TU, Geavanceerde setup ......................77
Tuner (FM/AM radio),
Oplossen van problemen ..................81
Tuner (radio) indicators .......................24
TV Sports, Geluidsveldprogramma’s
....40
U
Uit (standby), Zone 2 ........................... 76
Uitgebreid surround, Geluidsmenu ..... 64
Uitschakelen van de stroom ................ 23
Unable to play, iPod bediening
statusmelding ................................... 85
UNIT, Luidsprekerafstand ................... 62
Unknown iPod, iPod bediening
statusmelding ................................... 85
Unplug HP!, Automatische setup
foutmelding ..................................... 82
USB geheugenapparaat gebruiken,
draagbare USB audiospeler gebruiken
... 51
USB weergavefuncties ........................ 70
USB, Oplossen van problemen ........... 84
Uw eigen SCENE sjablonen maken .... 33
V
VARIED, Radio Data System
programmatype ............................... 49
Verbetering gebruik andere netwerken,
Radio Data System afstemmen
.......... 50
Versterkerfunctie weergavetijd in-beeld
display, Display-instellingen ........... 68
VIDEO aansluitingen .......................... 13
VIDEO AUX aansluitingen,
Voorpaneel ...................................... 21
VIDEO CONV., Display instellingen
.... 67
Video conversie, Display instellingen
... 67
Video informatie .................................. 38
Video op de achtergrond ..................... 38
Video-aansluitingen ............................. 13
Videocomponenten, Aansluiting ......... 16
Videorecorder aansluiting ................... 18
Virtual CINEMA DSP ......................... 41
VIRTUAL indicator ............................ 25
VOLTAGE SELECTOR ....................... 3
VOLUME niveauaanduiding .............. 24
Volume Trim, Ingangsmenu ................ 66
Voorgeprogrammeerde SCENE
sjablonen ......................................... 32
Voorkeuzezenders omwisselen,
FM/AM afstemmen ......................... 47
Voor-luidsprekers,
Luidspreker-instellingen ................. 59
W
W-1:OUT OF PHASE,
Automatische setup foutmelding ..... 83
W-2:DISTANCE ERROR,
Automatische setup foutmelding ..... 83
W-3:LEVEL ERROR,
Automatische setup foutmelding ..... 83
Weergave met een hoge kwaliteit ....... 43
Weergave-informatiedisplay,
iPod bediening ................................. 54
Weergave-informatiedisplay,
USB bediening ................................ 52
Willekeurige weergave,
iPod bedienen .................................. 54
WIRING/LEVEL ................................ 27
WIRING/LEVEL,
Automatische setup ......................... 27
Index
95 Nl
Nederlands
AANVULLENDE
INFORMATIE
Y
Yamaha iPod universeel dock,
Aansluiting .......................................20
Yamaha Parametric Room Acoustic
Optimizer ......................................... 26
YPAO ...................................................26
YPAO (Yamaha Parametric Room
Acoustic Optimizer) ........................ 26
YPAO indicator ................................... 24
Z
Zone 2 ..................................................74
ZONE2 indicator ..................................24
M
SPEAKERS” of “
3
DVD
(voorbeeld) geeft de naam aan van een
onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het
bijgevoegde vel of de bladzijden aan
het eind van deze handleiding voor de
locatie van de verschillende
onderdelen.
96 Nl
Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland
Hartelijk dank dat u een Yamaha product heeft gekozen. Mocht uw Yamaha product onverhoopt service of reparatie onder de garantie behoeven, dan
verzoeken wij u contact op te nemen met de dealer van wie u het toestel in kwestie gekocht heeft. Als u problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met
de Yamaha vertegenwoordiging in uw land. De volledige gegevens hiervoor kunt u vinden op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of
http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.).
Wij garanderen dat dit product vrij is van fabricage- en materiaalfouten voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van de oorspronkelijke
aankoop. Yamaha zal, onder de hieronder vermelde voorwaarden, het defecte product, onderdeel of de defecte onderdelen laten repareren of, naar keuze van
Yamaha, vervangen, zonder kosten voor materiaal of arbeid in rekening te brengen. Yamaha behoudt zich het recht voor een product te vervangen door een
gelijkwaardig product van hetzelfde soort en/of dezelfde waarde en andere relevante kenmerken, indien het onderhavige model niet meer gefabriceerd
wordt of als reparatie niet economisch verantwoord wordt geacht.
Voorwaarden
1. Het defecte product MOET vergezeld zijn van de originele rekening of het oorspronkelijke reçu (met daarop vermeld de datum van aankoop,
productcode en de naam van de dealer) en van een verklaring waarin het mankement of de storing uiteengezet wordt. Bij afwezigheid van een dergelijk
onweerlegbaar bewijs van aankoop behoudt Yamaha zich het recht voor gratis service of reparatie te weigeren en kan het product op kosten van de klant
aan de klant worden geretourneerd.
2. Het product MOET zijn aangeschaft bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EER) of in Zwitserland.
3. Het product mag niet onderworpen zijn aan enige modificatie of verandering, behalve indien daartoe uitdrukkelijk schriftelijk toestemming is verkregen
van Yamaha.
4. Uitgesloten van deze garantie zijn:
a. Periodiek onderhoud en reparatie of vervanging van onderdelen als gevolg van normale slijtage.
b. Schade als resultaat van:
(1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of door onbevoegde derden.
(2) Ondeugdelijke verpakking of fouten bij het hanteren van het product wanneer het product van de klant vandaan onderweg is. Wij wijzen u erop
dat het de verantwoordelijkheid van de klant is ervoor zorg te dragen dat het product deugdelijk verpakt is wanneer het wordt geretourneerd om
nagezien of gerepareerd te worden.
(3) Oneigenlijk gebruik, daaronder begrepen, maar niet beperkt tot, (a) het product niet gebruiken voor de doeleinden waarvoor het normaal
gesproken bestemd is, of niet in overeenstemming met de door Yamaha verstrekte instructies voor correct gebruik, onderhoud en opslag van het
product, en (b) het product installeren of gebruiken op een wijze die niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen zoals die gelden in het
land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt.
(4) Ongelukken, blikseminslag, water, brand, ondeugdelijke ventilatie, lekkende batterijen of enige andere oorzaak waarop Yamaha geen invloed
heeft.
(5) Defecten van het systeem waarin dit product wordt gebruikt en/of incompatibiliteit met producten van derden.
(6) Gebruik van een niet door Yamaha in de EER en/of Zwitserland geïmporteerd product, waar dat product niet voldoet aan de technische of
veiligheidsnormen van het land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt en/of aan de standaard specificaties van het product zoals
verkocht door Yamaha in de EER en/of Zwitserland.
(7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn.
(De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website:
http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.)
5. Waar de garantie zoals die geldt in het land van aankoop verschilt van die in land waar het product gebruikt wordt, zal de garantie voor het land waar het
product gebruikt wordt worden toegepast.
6. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enig verlies of enige schade, zij het directe schade, gevolgschade of anderszins, met uitzondering van
reparatie of vervanging van het product.
7. Maakt u alstublieft reservekopieën van aangepaste instellingen of gegevens, want Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige wijziging aan of
verlies van dergelijke instellingen of gegevens.
8. Deze garantie doet niet af aan de rechten die de consument toegekend worden onder de toepasselijke nationale wetten en regelgeving, noch aan de
rechten die de consument kan laten gelden ten opzichte van de dealer als gevolg van hun verkoop/aankoop contract.
i
Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Voorpaneel/
Фронтальная панель
SPEAKERS
PHONES
SILENT CINEMA
A/B/OFF
l
PRESET/TUNING/CH
h
A/B/C/D/E
BAND
ZONE 2
ON/OFF
EDIT
PRESET/TUNING
MEMORY
ZONE
CONTROL
TUNING AUTO/MAN'L
OPTIMIZER MIC
AUDIO SELECT
DIRECTSTRAIGHT
EFFECT
TONE CONTROL
l INPUT hl PROGRAM h
VOLUME
SCENE
1234
MAIN ZONE
SYSTEM OFF
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
VIDEO AUX USB
ADEFG
L
BC KIHJ
MROQ STPN
The circled numbers and alphabets correspond to those in the Owner’s Manual.
Les nombres et lettres dans un cercle correspondent à ceux du mode d’emploi.
Die umkreisten Zahlen und Buchstaben entsprechen denen in der Bedienungsanleitung.
Inringade nummer och bokstäver motsvarar de som anges i bruksanvisningen.
I manuali e le lettere dell’alfabeto corrispondono a quelli nel Manuale di istruzioni.
Los números y las letras en el interior de círculos se corresponden con aquellos del manual de instrucciones.
De omcirkelde cijfers en letters corresponderen met die in de Gebruiksaanwijzing.
Цифры и буквы в кружках относятся к цифрам и буквам в Инструкции по эксплуатации.
带圆圈的数字和文字与说明书中的同类数字和文字相对应。
원 번호 및 원 알파벳은 사용 설명서 안의 표기와 일치합니다 .
Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Pannello anteriore/Panel delantero/Voorpaneel/
Фронтальная панель/ 前部面板 / 전변 패널
RX-V563
RTKAGLEF
SPEAKERS
PHONES
SILENT CINEMA
A/B/OFF
l
PRESET/TUNING/CH
h
A/B/C/D/E
BAND
ZONE 2
ON/OFF
EDIT
PRESET/TUNING
MEMORY
ZONE
CONTROL
TUNING AUTO/MAN'L
OPTIMIZER MIC
AUDIO SELECT
DIRECTSTRAIGHT
EFFECT
TONE CONTROL
l INPUT hl PROGRAM h
VOLUME
SCENE
1234
MAIN ZONE
SYSTEM OFF
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
VIDEO AUX USB
A DE FG
L
M RO Q S TP
B C
N
KIH J
00_Sheet_RX-V563_EX.book Page 1 Monday, January 7, 2008 5:30 PM
Black process 45.0° 240.0 LPI

Documenttranscriptie

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT. Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt. 1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel. 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel. 5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren. – brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. – voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt. 6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. 8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade. 9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek. 12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat. 13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert. 14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken. Nl 15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt bereiken. 17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont. 18 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op C SYSTEM OFF te drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. 19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte voltages zijn als volgt: Modellen voor Azië ............................. 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom Algemene modellen ............... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom 20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks. 21 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade. WAARSCHUWING OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN. Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het toestel uitschakelt met C SYSTEM OFF. In deze toestand is het toestel ontworpen om een zeer kleine hoeveelheid stroom te verbruiken. Dit symbool stemt overeen met de EU-richtlijn 2002/96/EC Dit symbool betekent dat elektrische en elektronische apparaten aan het einde van hun levensduur moeten worden aangeboden voor gescheiden afvalverzameling. Leef de plaatselijke voorschriften na en bied uw oude producten niet aan bij het gewone huisvuil. Inhoud Kenmerken ............................................................. 2 Van start ................................................................. 3 Snelstartgids ........................................................... 4 Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 48 Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype (PTY SEEK functie) ................ 49 Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van andere netwerken (Enhanced Other Networks; EON) ..................... 50 Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting ...51 Bediening weergave ................................................ 51 Gebruiken van een iPod™ ...................................53 VOORBEREIDINGEN Aansluitingen ......................................................... 9 Gebruiken van het AUTO SETUP ......................... 26 BASISBEDIENING Selecteren van het gewenste SCENE sjabloon ....... 30 Uw eigen SCENE sjablonen maken ....................... 33 Gebruiken van de afstandsbediening voor de SCENE functie ... 34 Weergave .............................................................. 35 Geluidsveldprogramma’s .................................... 40 Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 40 Gebruiken van audiofuncties .............................. 43 Genieten van een hoge geluidskwaliteit ................. 43 Toonregeling ........................................................... 43 Instellen luidsprekerniveaus ................................... 43 Selecteren van de nacht-luisterfunctie .................... 44 FM/AM afstemmen ............................................. 45 Gebruiken van het SET MENU .............................. 58 1 SOUND MENU ................................................... 59 2 INPUT MENU ..................................................... 65 3 OPTION MENU .................................................. 67 Afstandsbedieningsfuncties .................................71 Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten ... 71 Instellen van afstandsbedieningscodes ................... 73 Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone) ...74 Aansluiten Zone 2 ................................................... 74 Bediening Zone 2 .................................................... 75 Geavanceerde setup .............................................77 AANVULLENDE INFORMATIE Oplossen van problemen ......................................78 Woordenlijst .........................................................88 Technische gegevens .............................................91 Index ......................................................................92 APPENDIX (aan het eind van deze handleiding) Voorpaneel..................................................................... i Afstandsbediening .................................................. ii Lijst met afstandsbedieningscodes ....................... iii Over deze handleiding • y geeft een bedieningstip aan. • Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden. • Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit. • “M SPEAKERS” of “3 DVD” (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie van de verschillende onderdelen. • Het “☞ ” symbool met bladzijdenummer(s) geeft de bijbehorende bladzijde(n) aan. 1 Nl Nederlands Automatisch afstemmen ......................................... 45 Handmatig afstemmen ............................................ 45 Automatisch voorprogrammeren ............................ 46 Handmatig voorprogrammeren ............................... 46 Selecteren van voorkeuzezenders ........................... 47 Omwisselen van voorkeuzezenders ........................ 47 SET MENU ...........................................................57 APPENDIX Basisbediening ........................................................ 35 Selecteren van audio ingangsaansluitingen (AUDIO SELECT) ............................................. 36 Selecteren van de MULTI CH INPUT component ... 36 Weergeven van de huidige status van dit toestel op een beeldscherm ............................................ 37 Gebruiken van een hoofdtelefoon ........................... 37 Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ...... 37 Weergeven van videomateriaal als achtergrond bij audiomateriaal ............................................... 38 Tonen van informatie over de signaalbron ............. 38 Gebruiken van de slaaptimer .................................. 39 GEAVANCEERDE BEDIENING AANVULLENDE INFORMATIE Selecteren van de SCENE sjablonen .................. 30 Opnemen ...............................................................56 GEAVANCEERDE BEDIENING Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer ................................................... 26 Verbinding tot stand brengen (“pairing”) tussen de Bluetooth™ adapter en uw Bluetooth™ component ... 55 Weergave van een Bluetooth™ component ........... 55 BASISBEDIENING Achterpaneel ............................................................. 9 Luidsprekers opstellen ............................................ 10 Aansluiten van luidsprekers .................................... 11 Informatie over aansluitingen en stekkers .............. 13 Informatie over HDMI™ ........................................ 14 Stroomschema audio- en videosignalen ................. 15 Aansluiten van videocomponenten ......................... 16 Aansluiten van andere componenten ...................... 17 Aansluiten van audiocomponenten ......................... 19 Aansluiten van een Yamaha iPod™ universeel dock of Bluetooth™ adapter .............................. 20 Gebruiken van de REMOTE IN/OUT aansluitingen ... 20 Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel ............................................... 21 Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 21 Aansluiten van het netsnoer .................................... 22 Aan en uit zetten van dit toestel .............................. 23 Display voorpaneel ................................................. 24 Bedienen van een iPod™ ........................................ 53 Gebruiken van Bluetooth™ componenten .........55 VOORBEREIDINGEN Voorbereiding: Controleer de onderdelen ................ 4 Stap 1: Instellen van uw luidsprekers ....................... 5 Stap 2: Sluit uw DVD-speler en andere componenten aan .... 6 Stap 3: Druk op de SCENE 1 toets ........................... 7 Wat wilt u doen met dit toestel? ............................... 8 Radio Data Systeem afstemmen (Alleen modellen voor Europa en Rusland) ......48 INLEIDING INLEIDING Kenmerken Kenmerken Ingebouwde 7-kanaals eindversterker DOCK aansluiting ◆ Minimum RMS uitgangsvermogen [Modellen voor de V.S. en Canada] (1 kHz, 0,9% THV, 8 Ω) 90 W/kanaal [Overige modellen] (1 kHz, 0,9% THV, 6 Ω) 90 W/kanaal ◆ DOCK aansluiting voor een Yamaha iPod universeel dock (bijvoorbeeld een YDS-10, los verkrijgbaar) of Bluetooth adapter (bijvoorbeeld de YBA-10, los verkrijgbaar). SCENE selectiefunctie ◆ Stel SCENE ‘sjablonen’ (voorgeprogrammeerde instellingen) in voor allerlei situaties ◆ Mogelijkheid tot het aanpassen van SCENE sjablonen Decoders en DSP schakelingen ◆ Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de creatie van multikanaals surroundweergave ◆ Compressed Music Enhancer stand ◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder ◆ DTS/DTS-ES Matrix, Discrete, DTS Neo:6, DTS 96/24 decoder ◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/ Dolby Pro Logic IIx decoder ◆ Virtual CINEMA DSP ◆ SILENT CINEMA™ Radio-ontvangers ◆ FM/AM ontvangst ◆ Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa) HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition video (inclusief 1080p videosignalen) en multikanaals digitale audio Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. USB functies ◆ USB poort voor aansluiting van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting ◆ Geschikt voor MP3, WMA en WAV Overige kenmerken ◆ YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) voor automatische instelling van de luidsprekers ◆ 192-kHz/24-bits D/A converter ◆ DIRECT stand voor weergave van hoge kwaliteit met alle signaalbronnen ◆ 6 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals signalen ◆ OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem ◆ Component video in-/uitgangsaansluitingen (3 COMPONENT VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT) ◆ S-video in-/uitgangsaansluitingen ◆ Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen ◆ Slaaptimer ◆ Middernacht luisterfuncties voor film en muziek ◆ iPod bediening mogelijk ◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde afstandsbedieningscodes ◆ Zone 2 aangepaste installatie mogelijk ◆ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen DTS-ES | NEO:6 | 96/24. De productnamen “DTS” en “DTS-ES | NEO:6” zijn gedeponeerde handelsmerken van DTS, Inc. “96/24” is een handelsmerk van DTS, Inc. Bluetooth™ “SILENT CINEMA” is een handelsmerk van Yamaha Corporation. Bluetooth is een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG en wordt door Yamaha gebruikt in overeenstemming met een licentie-overeenkomst. iPod™ “iPod” is een handelsmerk van Apple, Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen. 2 Nl “HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC. Van start Van start ■ Meegeleverde accessoires ■ Inzetten van batterijen in de afstandsbediening ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 1 INLEIDING Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt. 3 Afstandsbediening Batterijen (2) (AAA, R03, UM-4) Optimalisatie-microfoon AM ringantenne FM binnenantenne 2 ■ VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) Let op De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen en kan brandgevaar opleveren. Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of er tegenin naar de correcte stand met een gewone schroevendraaier. De voltages zijn als volgt: Modellen voor Azië ..................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom Algemene modellen ....... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom VOLTAGE SELECTOR 230240V Aanduiding voltage 1 Verwijder de klep van het batterijvak. 2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA, R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de goede kant op zoals aangegeven in het batterijvak. 3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op zijn plaats. Opmerkingen • Vervang alle batterijen als u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. • Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken. • Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet. • Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende regelgeving in acht. • Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u de afstandsbedieningscode opnieuw programmeren. Nederlands 3 Nl Snelstartgids Snelstartgids Hieronder wordt de makkelijkste manier beschreven waarop u van films op DVD kunt gaan genieten in uw eigen thuisbioscoop. Beeldscherm Rechter voor-luidspreker Breng de volgende onderdelen in gereedheid. Subwoofer Linker voor-luidspreker Voorbereiding: Controleer de onderdelen Rechter surround-luidspreker Midden-luidspreker Rechter surround achter-luidspreker DVD-speler Linker surround achter-luidspreker Linker surround-luidspreker ❏ Luidsprekers ❏ Voor-luidspreker ................................x 2 ❏ Midden-luidspreker ............................x 1 ❏ Surround-luidspreker ........................x 4 Kies magnetisch afgeschermde luidsprekers. Minimaal heeft u in ieder geval twee voor-luidsprekers nodig. Hieronder staan de andere luidsprekers gerangschikt op volgorde van belangrijkheid: 1. Twee surround-luidsprekers 2. Midden-luidspreker 3. Eén (of twee) surround achter-luidspreker(s) ❏ Actieve subwoofer .................................x 1 Kies een actieve subwoofer (een subwoofer met eigen versterking) met een RCA (tulpstekker) ingangsaansluiting. Stap 1: Instellen van uw luidsprekers ☞ P. 5 Stap 2: Sluit uw DVD-speler en andere componenten aan ☞ P. 6 ❏ Luidsprekerkabel ...................................x 7 ❏ Subwooferkabel ......................................x 1 Kies een mono kabel of snoer met een RCA (tulp) stekker. ❏ DVD-speler ..............................................x 1 Kies een DVD-speler met een coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting en met een composiet video uitgangsaansluiting. ❏ Beeldscherm............................................x 1 Kies een TV, projector of ander beeldscherm met een composiet video ingangsaansluiting. ❏ Videokabel ..............................................x 2 Kies een RCA (tulpstekker) composiet videokabel. ❏ Coaxiaal digitale audiokabel .................x 1 Stap 3: Druk op de SCENE 1 toets ☞ P. 7 Geniet van uw DVD’s! 4 Nl Snelstartgids Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Stap 1: Instellen van uw luidsprekers Voor- en midden-luidsprekers Los Inbrengen INLEIDING Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit toestel. Vast SPEAKERS COAXIAL DTV/CBL IN2 1 OUT HDMI DVD 4 OPTICAL DVD DVD IN1 REMOTE DTV/CBL MD/CD-R MD/CD-R DIGITAL 2 3 OUTPUT DIGITAL INPUT COMPONENT VIDEO PB PR Y PR PB DOCK ANTENNA DTV/CBL Y IN AM DVR SURROUND BACK/BI-AMP OUT GND R R SURROUND L L SINGLE +12V 15mA MAX. VIDEO VIDEO MONITOR OUT FM AC OUTLETS 75 UNBAL. TRIGGER OUT DVD DTV/CBL IN DVR OUT MONITOR OUT L DVD DTV/CBL IN DVR OUT SWITCHED MONITOR S VIDEO OUT L CENTER R SUB WOOFER R IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) IN DVD DTV/CBL FRONT(6CH) SURROUND SB(8CH) OUT DVR CD AUDIO CENTER SUB WOOFER MULTI CH INPUT ZONE 2 OUT R FRONT A L R FRONT B L OUTPUT 1 Stel uw luidsprekers en uw subwoofer op in de kamer. 2 Sluit luidsprekerkabels aan op elk van de luidsprekers. Naar de midden-luidspreker Naar de rechter voor-luidspreker Naar de linker voor-luidspreker Surround en surround achter-luidsprekers De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rood) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen. 3 Naar de rechter surround achter-luidspreker Verbind elk van de luidsprekerkabels met de corresponderende luidsprekeraansluiting op dit toestel. 1 2 3 4 4 Naar de rechter surroundluidspreker Naar de linker surroundluidspreker Verbind de subwooferkabel met de ingangsaansluiting van de subwoofer en met de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting van dit toestel. Subwoofer AV-receiver SUBWOOFER OUTPUT aansluiting Ingangsaansluiting Subwooferkabel 5 Nl Nederlands 1 Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die van de subwoofer allebei uit het stopcontact gehaald zijn. 2 Draai de blootliggende draadjes van de luidsprekerkabels netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen. 3 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden elkaar niet kunnen raken. 4 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden nergens contact kunnen maken met metalen onderdelen van dit toestel. Naar de linker surround achterluidspreker Snelstartgids Stap 2: Sluit uw DVD-speler en andere componenten aan 3 SPEAKERS COAXIAL 1 OUT HDMI DVD 4 OPTICAL OPTICAL DTV/CBL DTV/CBL DVD DTV/CBL IN2 DVD IN1 REMOTE MD/CD-R CD CD DIGITAL 2 3 OUTPUT DIGITAL INPUT COMPONENT VIDEO PR PB Y Verbind de videokabel met de video ingangsaansluiting van uw beeldscherm en met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel. PR DOCK PB AV-receiver Beeldscherm ANTENNA DTV/CBL Y IN AM DVR SURROUND BACK/BI-AMP OUT GND R R SURROUND L L SINGLE +12V 15mA MAX. MONITOR OUT VIDEO VIDEO VIDEO FM AC OUTLETS 75 UNBAL. TRIGGER OUT DVD DTV/CBL IN DVR OUT MONITOR OUT L DVD DTV/CBL DTV/CBL IN IN OUT DVR DVR OUT SWITCHED MONITOR MONITOR SS VIDEO VIDEO OUT OUT L CENTER R SUB WOOFER R IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) IN DVD DTV/CBL OUT CD DVR FRONT(6CH) SURROUND SB(8CH) AUDIO CENTER SUB WOOFER MULTI CH INPUT ZONE 2 OUT R FRONT A L R FRONT B L OUTPUT Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die van de DVD-speler allebei uit het stopcontact gehaald zijn. 1 Verbind de coaxiaal digitale audiokabel met de coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting van uw DVD-speler en met de DVD DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting van dit toestel. DVD-speler AV-receiver Video ingangsaansluiting 4 Videokabel VIDEO MONITOR OUT aansluiting Doe de stekker van dit toestel en de stekkers van de andere apparatuur in het stopcontact. y Dit toestel is voorzien van AC OUTLET(S) (netstroomaansluiting(en)) via welke andere componenten van stroom kunnen worden voorzien (met uitzondering van modellen voor Korea). Zie bladzijde 22 voor details. ■ Voor andere aansluitingen • Gebruiken van andere luidsprekercombinaties ☞ P. 11 • Aansluiten van een videocomponent ☞ P. 16 Coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting • Aansluiten van een DVD-speler ☞ P. 17 • Aansluiten van een DVD-recorder ☞ P. 18 • Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder) ☞ P. 18 Coaxiaal digitale audiokabel 2 DVD DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting Verbind de videokabel met de composiet video uitgangsaansluiting van uw DVD-speler en met de DVD VIDEO aansluiting van dit toestel. DVD-speler AV-receiver • Aansluiten van een CD-speler en een CD-recorder/MD-recorder ☞ P. 19 • Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder ☞ P. 19 • Aansluiten van een Yamaha iPod/Bluetooth dock ☞ P. 20 • Aansluiten van de REMOTE IN/OUT aansluitingen ☞ P. 20 • Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel ☞ P. 21 • Aansluiten van een FM/AM antenne ☞ P. 21 • Gebruiken van de USB aansluiting op het voorpaneel ☞ P. 51 Composiet video uitgangsaansluiting 6 Nl Videokabel DVD VIDEO aansluiting Snelstartgids Stap 3: Druk op de SCENE 1 toets Zet het beeldscherm aan en stel het beeldscherm in op weergave van de signalen van dit toestel. 2 Druk op T SCENE 1. Dit toestel wordt ingeschakeld. De melding “DVD Viewing” zal op het display op het voorpaneel verschijnen en dit toestel zal zijn eigen instellingen automatisch aanpassen aan DVD weergave. Door op een SCENE toets te drukken kunt u dit toestel aan zetten en uw favoriete signaalbron en geluidsveldprogramma oproepen op basis van het SCENE sjabloon dat is toegewezen aan de SCENE toets. De SCENE sjablonen zijn vooringestelde combinaties van signaalbronnen en geluidsveldprogramma’s. y Als u een Yamaha product aansluit dat geschikt is voor SCENE bedieningssignalen, kan dit toestel de component in kwestie automatisch in werking stellen en de weergave laten beginnen. Raadpleeg de handleiding van de DVD-speler in kwestie voor meer informatie. ■ Gebruiken van de andere SCENE toetsen Standaard SCENE toets Naam en omschrijving van het SCENE sjabloon SCENE 1 DVD Movie Viewing – signaalbron: DVD – geluidsveldprogramma: Movie Dramatic Voor wanneer u naar een film wilt kijken via de aangesloten DVD-speler. SCENE 2 Music Disc Listening – signaalbron: DVD – geluidsveldprogramma: 2ch Stereo Voor wanneer u wilt luisteren naar een muziekdisc in de aangesloten DVD-speler. SCENE 3 TV Viewing *1 – signaalbron: DTV/CBL – geluidsveldprogramma: STRAIGHT Voor wanneer u naar een televisieprogramma wilt kijken. SCENE 4 Radio Listening *2, *3, *4 – signaalbron: TUNER – geluidsveldprogramma: 7ch Enhancer Voor wanneer u wilt luisteren naar een muziekprogramma van een FM radiozender. y De indicator van de SCENE toets zal oplichten wanneer dit toestel in de SCENE stand staat. 3 4 INLEIDING 1 ■ Over de SCENE functie Begin met het afspelen van de DVD op uw DVD-speler. Verdraai L VOLUME om het volume te regelen. Opmerkingen *1 U moet van tevoren een kabeltelevisie- of satellietontvanger aansluiten op dit toestel. Zie bladzijde 16 voor details. *2 U dient van tevoren de meegeleverde FM en AM antennes aan te sluiten op dit toestel. Zie bladzijde 21 voor details. *3 U moet van tevoren afstemmen op de gewenste radiozender. Zie de bladzijden 45 t/m 47 voor informatie over het afstemmen. *4 Voor de best mogelijke ontvangst dient u de aangesloten AM ringantenne correct te richten, of dient u de positie van het uiteinde van de FM binnenantenne aan te passen. y Opmerking 7 Nl Nederlands Wanneer u een andere signaalbron of een ander geluidsveldprogramma selecteert, wordt de SCENE functie uitgeschakeld en zal de indicator van de geselecteerde SCENE toets uit gaan. Als de door u gewenste omstandigheden hier niet bij staan, kunt u de SCENE instellingen voor de SCENE toetsen zelf selecteren en aanpassen. Zie bladzijde 30 voor details. Snelstartgids ■ Wanneer u klaar bent met dit toestel... Druk op A MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel om dit toestel uit (standby) te zetten. Wat wilt u doen met dit toestel? ■ Aanpassen van de SCENE instellingen • Gebruiken van diverse SCENE instellingen ☞ P. 30 • Uw eigen SCENE instellingen maken ☞ P. 33 ■ Gebruiken van diverse signaalbronnen • Basisbediening van dit toestel ☞ P. 35 • Luisteren naar FM/AM radioprogramma’s ☞ P. 45 Het toestel gaat nu (standby). Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. Om het toestel weer aan te zetten wanneer het uit (standby) staat, drukt u op A MAIN ZONE ON/OFF (of op G POWER). Zie bladzijde 23 voor details. • Uw draagbare USB apparatuur gebruiken met dit toestel ☞ P. 51 • Uw iPod gebruiken met dit toestel ☞ P. 53 • Uw Bluetooth componenten gebruiken met dit toestel ☞ P. 55 ■ Gebruiken van diverse weergavefuncties • Gebruiken van diverse geluidsveldprogramma’s ☞ P. 40 • Gebruiken van de directe weergavefunctie voor een hoge geluidskwaliteit ☞ P. 43 • Aanpassen van de geluidsveldprogramma’s ☞ P. 42 ■ Wijzigen van de instellingen van dit toestel • Automatisch aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (AUTO SETUP) ☞ P. 26 • Handmatig wijzigen van de diverse instellingen van dit toestel ☞ P. 57 • Instellen van de afstandsbediening ☞ P. 71 • Aanpassen van de geavanceerde instellingen ☞ P. 77 ■ Extra functies Automatisch uitschakelen van dit toestel ☞ P. 39 8 Nl Aansluitingen Aansluitingen Achterpaneel 1 2 3 4 5 6 7 VOORBEREIDINGEN SPEAKERS COAXIAL DTV/CBL DVD DTV/CBL IN2 DVD IN1 MD/CD-R MD/CD-R DIGITAL 2 3 OUTPUT DIGITAL INPUT COMPONENT VIDEO 1 OUT HDMI REMOTE 4 OPTICAL DVD PB PR Y PR DOCK PB ANTENNA DTV/CBL Y IN AM DVR SURROUND BACK/BI-AMP OUT GND R R SURROUND L L SINGLE +12V 15mA MAX. MONITOR OUT VIDEO VIDEO FM AC OUTLETS 75 UNBAL. TRIGGER OUT DVD DTV/CBL IN DVR OUT MONITOR OUT DVD DTV/CBL L L R R IN DVR OUT SWITCHED MONITOR S VIDEO OUT CENTER IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) DTV/CBL DVR CD AUDIO 89 SUB WOOFER FRONT(6CH) SURROUND SB(8CH) OUT IN DVD MULTI CH INPUT 0 A Naam B CENTER SUB WOOFER ZONE 2 OUT R FRONT A L R FRONT B L OUTPUT C D E F Bladzijde 1 HDMI aansluitingen 14 2 DIGITAL INPUT aansluitingen 13 3 DIGITAL OUTPUT aansluiting 13 4 COMPONENT VIDEO aansluitingen 13 5 DOCK aansluiting 20 6 Luidspreker-aansluitingen 11 7 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) 3 8 REMOTE IN/OUT aansluitingen 20 9 TRIGGER OUT aansluiting — Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste installaties. AUDIO aansluitingen 13 A VIDEO aansluitingen 13 B MULTI CH INPUT aansluitingen 19 C ZONE 2 OUT aansluitingen 74 D SUBWOOFER OUTPUT aansluiting 11 E ANTENNA aansluitingen 21 F AC OUTLET(S) 22 Nederlands 0 9 Nl Aansluitingen Luidsprekers opstellen Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP en multikanaals audio. C FR FL FR SW FL 30˚ SR C SL SR SL 60˚ SL 80˚ SBL SBR SR SBR SBL 30 cm of meer Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR) De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn. Midden-luidspreker (C) De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een midden-luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR) De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten. Linker en rechter surround achter-luidsprekers (SBL en SBR) De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer overgangen van voor naar achter. Subwoofer (SW) Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hi-fi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen. 10 Nl Aansluitingen Aansluiten van luidsprekers Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de aansluitingen niet kloppen, zal dit toestel de signaalbronnen niet correct kunnen weergeven. Wanneer u één enkele surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze te verbinden met de linker SURROUND BACK aansluiting (SINGLE). Surround achter-luidsprekers Rechts Links VOORBEREIDINGEN Let op • Voor u de luidsprekers aansluit moet u ervoor zorgen dat de stekker uit het stopcontact gehaald is. • Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. Als de luidsprekerdraden kortsluiting maken, zal “CHECK SP WIRES” verschijnen op het display op het voorpaneel wanneer u dit toestel aan zet. • Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan. Surround-luidsprekers Rechts Links SPEAKERS COAXIAL DVD DVD IN1 DTV/CBL IN2 1 OUT HDMI REMOTE DVD 4 OPTICAL DTV/CBL MD/CD-R MD/CD-R DIGITAL 2 3 OUTPUT DIGITAL INPUT COMPONENT VIDEO PB PR Y PR PB DOCK ANTENNA DTV/CBL Y IN AM DVR SURROUND BACK/BI-AMP OUT GND R R SURROUND L L SINGLE +12V 15mA MAX. VIDEO VIDEO MONITOR OUT FM AC OUTLETS 75 UNBAL. TRIGGER OUT DVD DTV/CBL IN DVR OUT MONITOR OUT DVD DTV/CBL L L R R IN DVR OUT SWITCHED MONITOR S VIDEO OUT CENTER IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) OUT IN DVD DTV/CBL AUDIO DVR CD SUB WOOFER FRONT(6CH) SB(8CH) SURROUND CENTER SUB WOOFER MULTI CH INPUT ZONE 2 OUT R FRONT A L R FRONT B L OUTPUT FRONT B aansluitingen Hierop kunt u een alternatief voor-luidsprekersysteem aansluiten (FRONT B). Middenluidspreker Subwoofer Links Rechts Voor-luidsprekers (FRONT A) Nederlands 11 Nl Aansluitingen ■ Voor u apparatuur gaat verbinden met de SPEAKERS aansluiting Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen. Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en draai vervolgens de blootliggende draadjes netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen. 10 mm ■ Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen Let op Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar te scheiden. Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading of dubbele versterkeraansluitingen. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u “BI-AMP” in te stellen op “ON” in de “Geavanceerde setup” (zie bladzijde 77). ■ Apparatuur verbinden met de FRONT A aansluitingen Voor-luidsprekers Links Rechts 2 1 Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) 3 1 Maak de knop los. R FRONT A L SURROUND BACK/BI-AMP R 2 3 L SINGLE Steek het blote uiteinde van de luidsprekerdraad in het gat van de aansluiting. Draai de draad vervolgens met de knop weer vast. Aansluiten met bananenstekkers (uitgezonderd modellen voor Europa, Rusland, Korea en Azië) Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten van luidsprekerkabels. Draai eerst de knop vast en steek vervolgens de bananenstekker in het gat bovenin de aansluiting. Bananenstekker 12 Nl Dit toestel Opmerking • Wanneer u conventionele luidsprekeraansluitingen maakt, moet u ervoor zorgen dat de kortsluitplaatjes of -bruggen op de juiste manier op de aansluitingen worden geïnstalleerd. Raadpleeg de handleiding van de luidsprekers in kwestie voor details. • Wanneer u dubbele (bi-) versterkeraansluitingen gebruikt, kunt u geen surround achter-luidsprekers gebruiken. Aansluitingen Informatie over aansluitingen en stekkers Gebruik een bepaald type audio- en/of video-aansluitingen waarmee uw signaalbronnen ook zijn uitgerust. Audio-aansluitingen en stekkers DIGITAL AUDIO R COAXIAL OPTICAL (Wit) (Rood) (Oranje) L R C AUDIO Linker en rechter analoge audiostekkers Coaxiaal digitale audiostekker VIDEO COMPONENT VIDEO PR PB Y S VIDEO (Geel) O Optisch digitale audiostekker V (Rood) S PR Composiet S-videostekker videostekker (Blauw) (Groen) PB Y Component videostekkers ■ Audio-aansluitingen ■ Video-aansluitingen Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de audio-aansluitingen van uw andere apparatuur. Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de ingangsaansluitingen van uw beeldscherm. AUDIO aansluitingen Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen. VIDEO aansluitingen Voor conventionele composiet videosignalen die worden overgebracht via composiet videokabels. DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluiting Voor digitale audiosignalen via een coaxiaal digitale audiokabel. DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen Voor digitale audiosignalen via optisch digitale audiokabels. VOORBEREIDINGEN DIGITAL AUDIO L Video-aansluitingen en stekkers S VIDEO aansluitingen Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale S-videokabels. COMPONENT VIDEO aansluitingen Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur (PB, PR) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale component videokabels. Opmerkingen • U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Optische ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een maximale bemonsteringsfrequentie van 96 kHz. • In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen audiosignalen die binnenkomen via de digitale ingangsaansluitingen niet via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT Uitgang (MONITOR OUT) Ingang COMPONENT VIDEO PR PB Y PR PB Y S VIDEO VIDEO Door Video conversie ON (zie bladzijde 67) Nederlands Opmerking Het signaal voor het in-beeld display (OSD) wordt niet gereproduceerd via de DVR OUT (REC) aansluitingen. 13 Nl Aansluitingen Informatie over HDMI™ ■ HDMI compatibiliteit met dit toestel Audiosignaaltypen Audiosignaal formaten Compatibele HDMI componenten 2-kanaals Lineair PCM 2ch, 32-192 kHz, 16/20/24 bit CD, DVD-Video, DVD-Audio, enz. Multikanaals Lineair 8-kanaals, 32-192 kHz, PCM 16/20/24 bits Bitstroom Dolby Digital, DTS HDMI DVD-Audio, enz. DVD-Video, enz. De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op de volgende standaarden en normen: • HDMI Versie 1.2a (High-Definition Multimedia Interface Specification Versie 1.2a) gelicenseerd door HDMI Licensing, LLC. • HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection System) gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC. Opmerkingen • Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-speler, dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd. • Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele HDMI of DVI apparatuur. • U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting controleren (zie bladzijde 38). 14 Nl ■ HDMI aansluiting en stekker HDMI stekker y • We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5 meter en die duidelijk is voorzien van het HDMI logo. • Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting ↔ DVI-D aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI apparatuur. Opmerkingen • Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt. • Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan de HDMI IN DVD of HDMI IN DTV/CBL aansluiting van dit toestel kunnen niet digitaal worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. • Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat dit toestel geen verbinding meer met de component tot stand kan brengen. Aansluitingen Stroomschema audio- en videosignalen ■ Stroomschema audiosignalen Ingang ■ Stroomschema videosignalen Uitgang Ingang Uitgang HDMI HDMI DIGITAL AUDIO (COAXIAL) DIGITAL AUDIO (OPTICAL) VOORBEREIDINGEN COMPONENT VIDEO AUDIO S VIDEO Digitaal uitgangssignaal VIDEO Door Analoog uitgangssignaal Opmerkingen • 2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen die binnenkomen via de HDMI IN DVD of HDMI IN DTV/CBL aansluiting kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting wanneer “SUPPORT AUDIO” is ingesteld op “Other” (zie bladzijde 64). • Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen worden niet gereproduceerd via de AUDIO en DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluitingen. Video conversie ON (zie bladzijde 67) Opmerkingen • Wanneer videosignalen binnenkomen via de HDMI, COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen, zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven: 1. HDMI 2. COMPONENT VIDEO 3. S VIDEO 4. VIDEO • Wanneer er digitale videosignalen binnenkomen via de HDMI IN DVD of HDMI IN DTV/CBL aansluiting, zal de video-conversiefunctie niet werken. • Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN DVD of HDMI IN DTV/CBL aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via de analoge video uitgangsaansluitingen. Nederlands 15 Nl Aansluitingen Aansluiten van videocomponenten Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel. Opmerkingen • Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audio-/videosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen. • Wanneer u uw beeldscherm of projector via HDMI aansluit, zal het in-beeld display niet verschijnen. Sluit in een dergelijk geval het beeldscherm of de projector aan via component, S-video of gewone video aansluitingen. • Verbind de signaalbronnen met de HDMI IN DVD of HDMI IN DTV/CBL aansluiting om de videobeelden weer te laten geven op de het beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT aansluiting. Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van andere componenten uit het stopcontact gehaald zijn. y Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. Gebruik de “SUPPORT AUDIO” parameter in het “SOUND MENU” om de component te selecteren die de HDMI audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 64). COAXIAL DVD VD IN1 DTV/CBL IN2 1 OUT HDMI OTE DVD 4 OPTICAL DTV/CBL MD/CD-R MD/CD-R DIGITAL 2 3 OUTPUT DIGITAL INPUT COMPONENT VIDEO PB PR Y PR PB DTV/CBL Y DVR MAX. GER UT MONITOR OUT VIDEO VIDEO DVD DTV/CBL IN DVR OUT MONITOR OUT DVD DTV/CBL IN MONITOR S VIDEO OUT DVR OUT L CENTER R D/ OUT -R (REC) IN DVD DTV/CBL CD AUDIO PB ZONE 2 OUT Component video ingang Y S V Video ingang S-video ingang TV (of projector) geeft aanbevolen verbindingen aan geeft alternatieve verbindingen aan (Eén voor de videoverbinding en één voor de audioverbinding) 16 Nl SUB WOOFER MULTI CH INPUT PR HDMI ingang WO FRONT(6CH) SURROUND SB(8CH) OUT DVR OUTPUT Aansluitingen Aansluiten van andere componenten Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van andere componenten uit het stopcontact gehaald zijn. Opmerkingen • Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 67) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 16). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen. ■ Aansluiten van een DVD-speler DVD-speler S-video uitgang HDMI uitgang Component video uitgang Coaxiale uitgang Audio uitgang Video uitgang R V L PR C COAXIAL DTV/CBL IN2 1 OUT HDMI DVD PB DTV/CBL MD/CD-R MD/CD-R DIGITAL 2 3 OUTPUT DIGITAL INPUT COMPONENT VIDEO PB PR S Y 4 OPTICAL DVD DVD IN1 REMOTE VOORBEREIDINGEN • Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 67), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Om iets op te nemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten. • Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL IN” of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 65). • Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Y PR PB DTV/CBL Y IN DVR OUT +12V 15mA MAX. VIDEO VIDEO TRIGGER OUT DVD DTV/CBL IN DVR OUT MONITOR OUT MONITOR OUT DVD DTV/CBL L L R R IN DVR OUT MONITOR S VIDEO OUT CENTER IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) IN DVD DTV/CBL AUDIO OUT DVR CD WO FRONT(6CH) SURROUND SB(8CH) SUB WOOFER MULTI CH INPUT ZONE 2 OUT OUTPUT geeft aanbevolen verbindingen aan geeft alternatieve verbindingen aan (Eén voor de videoverbinding en één voor de audioverbinding) Nederlands 17 Nl Aansluitingen ■ Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder DVD DVD IN1 DTV/CBL IN2 DTV/CBL MD/CD R MD/CD-R DIGITAL 2 3 OUTPUT DIGITAL INPUT COMPONENT VIDEO 1 OUT HDMI REMOTE DVD PB PR Y PR DTV/CBL Y PB IN DVR OUT +12V 15mA MAX. VIDEO VIDEO TRIGGER OUT MONITOR OUT DVD IN DTV/CBL DVR OUT MONITOR OUT DVD DTV/CBL L L R R IN DVR OUT MONITOR S VIDEO OUT CENTER IN IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) DVD DTV/CBL WO FRONT(6CH) SURROUND SB(8CH) OUT CD DVR AUDIO ZONE 2 OUT MULTI CH INPUT L S OUTPUT S-video ingang R S-video uitgang L R S V Video ingang Audio ingang Audio uitgang V SUB WOOFER PR PB Y Component video uitgang Video uitgang DVD-recorder, PVR of videorecorder ■ Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder) Satellietontvanger, kabel-tv ontvanger of HDTV-decoder HDMI uitgang Component video uitgang R S Optische uitgang S-video uitgang Audio uitgang Video uitgang L V O PR COAXIAL 1 OUT HDMI DVD DTV/CBL MD/CD-R MD/CD-R DIGITAL 2 3 OUTPUT DIGITAL INPUT COMPONENT VIDEO PB PR Y 4 OPTICAL DVD DTV/CBL IN2 DVD IN1 REMOTE PB PB PR Y DTV/CBL Y IN DVR OUT +12V 15mA MAX. VIDEO VIDEO TRIGGER OUT DVD DTV/CBL IN DVR OUT MONITOR OUT MONITOR OUT DTV/CBL DVD L L R R IN DVR OUT MONITOR S VIDEO OUT geeft aanbevolen verbindingen aan CENTER IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) IN DVD DTV/CBL AUDIO 18 Nl OUT DVR CD WO FRONT(6CH) SURROUND SB(8CH) SUB WOOFER MULTI CH INPUT ZONE 2 OUT OUTPUT geeft alternatieve verbindingen aan (Eén voor de videoverbinding en één voor de audioverbinding) Aansluitingen Aansluiten van audiocomponenten Sluit de audiocomponenten als volgt aan. Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van andere componenten uit het stopcontact gehaald zijn. ■ Aansluiten van een CD-speler en een CD-recorder/MD-recorder Opmerking • Wanneer u uw CD-speler zowel via analoge als via digitale verbindingen aansluit, zal het via de DIGITAL INPUT aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. • Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan elk van de DIGITAL INPUT aansluitingen, dient u de corresponderende instelling te selecteren bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 65). geeft aanbevolen verbindingen aan COAXIAL DTV/CBL IN2 Optische ingang O CD DTV/CBL MD/CD-R DIGITAL 3 2 OUTPUT DIGITAL INPUT COMPONENT VIDEO 1 OUT HDMI REMOTE 4 OPTICAL DVD DVD IN1 VOORBEREIDINGEN geeft alternatieve verbindingen aan DVD PB PR Y PR P IN OUT L +12V 15mA MAX. R Audio ingang TRIGGER OUT DVD DTV/CBL IN MONITOR OUT DVR OUT DVD L L O MONITOR OUT VIDEO VIDEO IN DTV/CBL DVR OUT Optische uitgang L L CENTER R R R CD-recorder of MD-recorder Audio uitgang R IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) IN DVD DTV/CBL FRONT(6CH) SURROUND SB(8CH) OUT CD DVR AUDIO SUB WOOFER MULTI CH INPUT Audio uitgang CD-speler ■ Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound processor of voorversterker. Als u “INPUT CH” instelt op “8ch” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 67), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn toegewezen aan “FRONT” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 67) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor- als de surroundkanalen. Opmerkingen • Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 36), zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren. • Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie. CENTER CENTER L L L R R SURROUND WOOFER MULTI CH INPUT SB(8CH) L R L R Multiformaat-speler/Externe decoder (7.1-kanaals uitgangen) De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als “FRONT” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 67). 19 Nl Nederlands Middenkanaal uitgang L SUB FRONT(6CH) Subwoofer uitgang R R Surroundkanaal uitgang L Voorkanaal uitgang R Subwoofer uitgang *1 L Surroundkanaal uitgang Voorkanaal uitgang Multiformaat-speler/Externe decoder (5.1-kanaals uitgangen) SURROUND MULTI CH INPUT SB(8CH) Middenkanaal uitgang SUB WOOFER FRONT(6CH) Surround-achter uitgang *1 R Aansluitingen Aansluiten van een Yamaha iPod™ universeel dock of Bluetooth™ adapter Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van andere componenten uit het stopcontact gehaald zijn. Gebruiken van de REMOTE IN/OUT aansluitingen Wanneer de componenten in kwestie Yamaha producten zijn en afstandsbedieningssignalen kunnen doorgeven, kunt u de REMOTE IN en REMOTE OUT aansluitingen als volgt verbinden met de in- en uitgangsaansluitingen voor afstandsbediening door middel van analoge mono ministekkerkabels. DVD IN1 Dit toestel is uitgerust met een DOCK aansluiting op het achterpaneel waarop u een Yamaha iPod universeel dock (zoals de YDS-10, los verkrijgbaar) of een Bluetooth adapter (zoals de YBA-10, los verkrijgbaar) kunt aansluiten. Verbind een Yamaha iPod universeel dock of Bluetooth adapter met de DOCK aansluiting op het achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor bedoelde kabel. REMOTE IN OUT +12V 15mA MAX. Afstandsbedi ening uitgang Infraroodontvanger Yamaha component (CD of DVD-speler of Yamaha enz.) component DOCK DTV/CBL Y DVR Afstandsbedi ening in ANTENNA AM SURROUND BAC GND R y Yamaha iPod universeel dock of Bluetooth adapter 20 Nl • Als de componenten geschikt zijn voor SCENE bedieningssignalen, kan dit toestel de componenten in kwestie automatisch in werking stellen en de weergave laten beginnen wanneer u één van de SCENE toetsen gebruikt. Raadpleeg de handleidingen van de apparatuur voor details omtrent de geschiktheid daarvan voor SCENE bedieningssignalen. • Als de met de REMOTE OUT aansluiting verbonden component geen Yamaha product is, dient u “SCENE IR” in het geavanceerde setup menu in te stellen op “OFF” (zie bladzijde 77). Aansluitingen Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten op dit toestel. Let op U moet het volume van dit toestel en de andere componenten uit of zeer laag zetten voor u de aansluitingen gaat maken. Aansluiten van de FM en AM antennes Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst. y Opmerkingen Opmerkingen • Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron. • Wanneer er audiosignalen binnenkomen via de AUDIO aansluitingen en via de DOCK aansluiting, zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven: 1. DOCK 2. AUDIO • De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden. • De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten. • Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of service-centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes. VOLUME VOORBEREIDINGEN Zie bladzijde 22 voor informatie over het aansluiten van de meegeleverde AM ringantenne. MAIN ZONE ON/OFF OPTIMIZER MIC SYSTEM OFF ZONE 2 ON/OFF EDIT PRESET/TUNING BAND l PRESET/TUNING/CH h A/B/C/D/E MEMORY TUNING AUTO/MAN'L ZONE CONTROL AM buitenantenne SCENE 1 l PHONES SPEAKERS A/B/OFF PROGRAM 2 3 STRAIGHT DIRECT h TONE CONTROL 4 l INPUT VIDEO AUX h AUDIO SELECT VIDEO EFFECT SILENT CINEMA L AUDIO USB R Gebruik 5 tot 10 meter met plastic geïsoleerd draad dat u bijvoorbeeld uit een raam naar buiten spant. AM ringantenne (meegeleverd) FM binnenantenne (meegeleverd) VIDEO AUX VIDEO L AUDIO R DOCK ANTENNA V Video uitgang L R AM GND Audio uitgang FM 75 UNBAL. O SUB WOOFER CENTER PUT Spelcomputer of videocamera Aarde (GND aansluiting) Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is. Nederlands 21 Nl Aansluitingen Aansluiten van de draad van de AM ringantenne Doe het hendeltje open Inbrengen Doe het hendeltje weer dicht Aansluiten van het netsnoer Pas wanneer alle verbindingen tot stand zijn gebracht kunt u de stekker in het stopcontact steken. y De draden van de AM ringantenne hebben geen specifieke polariteit en het maakt daarom niet uit welk uiteinde u verbindt met de AM of GND aansluiting. AC OUTLETS SWITCHED In elkaar zetten van de meegeleverde AM ringantenne Netsnoer ■ AC OUTLET(S) (SWITCHED) Model voor Australië .................... 1 netstroomaansluiting Model voor Korea .......................................................Geen Overige modellen........................2 netstroomaansluitingen Opmerking Wat voor soort AM ringantenne wordt meegeleverd hangt mede af van het model in kwestie. 22 Nl Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u daarop aangesloten componenten van stroom voorzien. Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) wordt (worden) van stroom voorzien wanneer dit toestel is ingeschakeld. De stroomvoorziening voor deze netstroomaansluiting(en) wordt echter uitgeschakeld wanneer dit toestel uit (standby) wordt gezet. Voor informatie omtrent het maximale vermogen of het totale stroomverbruik voor de componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden aangesloten, verwijzen we u naar “Technische gegevens” op bladzijde 91. Aansluitingen Aan en uit zetten van dit toestel ■ Aan zetten van dit toestel Druk op A MAIN ZONE ON/OFF (of G POWER) om dit toestel aan te zetten. y Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor het toestel geluid kan reproduceren. VOORBEREIDINGEN ■ Uit (standby) zetten van dit toestel Druk op A MAIN ZONE ON/OFF (of H STANDBY) om dit toestel uit (standby) te zetten. Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. y U kunt de hoofdzone en zone 2 tegelijk uit (standby) zetten door op CSYSTEM OFF te drukken. Nederlands 23 Nl Aansluitingen Display voorpaneel 1 2 DVR MULTI CH USB 3 V-AUX DOCK q EX q DIGITAL PLUS 96 ES 24 q PL x MATRIX DISCRETE SP AB 4 DTV/CBL DVD 5 MD/CD-R ENHANCER 6 CD 7 TUNER VOL. YPAO MEMORY VIRTUAL AUTO TUNED STEREO MUTE dB SLEEP PTY HOLD PS PTY RT CT EON 96/24 LFE ZONE 2 SILENT CINEMA ft ms dB PCM 9 8 0 A BC D 1 HDMI indicator Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde signaalbron binnenkomt via de HDMI IN aansluitingen (zie bladzijde 14). 2 DOCK indicator • Licht op wanneer u uw iPod plaatst in een Yamaha iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 20) en wanneer V-AUX is geselecteerd als signaalbron. • Knippert wanneer de aangesloten Yamaha Bluetooth adapter (zoals de YBA-10, los verkrijgbaar) en een Bluetooth component verbinding aan het maken zijn (‘pairing’) (zie bladzijde 55), of wanneer de Bluetooth adapter aan het zoeken is naar een Bluetooth component (zie bladzijde 55). • Licht op terwijl de aangesloten Yamaha Bluetooth adapter is verbonden met de Bluetooth component (zie bladzijde 20). E F L C R SL SB SR SBL SBR G H 6 Tuner (radio) indicators Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM afstemfunctie staat (zie de bladzijden 45 t/m 47). 7 96/24 indicator Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt. 8 MUTE indicator en VOLUME niveau indicator • De MUTE indicator knippert wanneer de MUTE functie (geluid tijdelijk uit) wordt gebruikt (zie bladzijde 37). • Geeft het huidige volumeniveau aan. 9 PCM indicator Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie) digitale audiosignalen weergeeft. 0 Decoder indicators Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten. 3 ENHANCER indicator Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer stand is geselecteerd (zie bladzijde 40). A Hoofdtelefoon indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (zie bladzijde 37). 4 Signaalbron indicators De corresponderende cursor licht op om aan te geven welke signaalbron op dit moment is geselecteerd. B SP A B indicators Licht op om aan te geven welke set voor-luidsprekers in werking is (zie bladzijde 35). SP A: De FRONT A luidsprekers zijn geactiveerd. SP B: De FRONT B luidsprekers zijn geactiveerd. 5 YPAO indicator Licht op wanneer u de “AUTO SETUP” doet en wanneer de via de “AUTO SETUP” ingestelde luidspreker-instellingen zonder wijzigingen worden gebruikt (zie bladzijde 26). 24 Nl C ZONE2 indicator Licht op wanneer Zone 2 is ingeschakeld (zie bladzijde 75). Aansluitingen D CINEMA DSP indicator Licht op wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 41). VIRTUAL indicator Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie bladzijde 41). ■ Gebruiken van de afstandsbediening De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. U moet de afstandsbediening goed op de afstandsbedieningssensor op dit toestel richten. Ongeveer 6 m 30º VOORBEREIDINGEN SILENT CINEMA indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 41). 30º E Multifunctioneel display Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen. F SLEEP indicator Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie bladzijde 39). G Radio Data Systeem indicators (Alleen modellen voor Europa en Rusland) PTY HOLD Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data Systeem zenders in de PTY SEEK functie. PS, PTY, RT en CT Deze lichten op aan de hand van de geselecteerde weergavefunctie voor het Radio Data Systeem. EON Licht op wanneer er EON gegevens worden ontvangen. H Ingangskanaal en luidspreker indicators LFE L C R SL SB SR SBL SBR LFE indicator 1 Infrarood venster Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen. y Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere componenten, zie bladzijde 73. Opmerkingen • Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening. • Laat de afstandsbediening niet vallen. • Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de verwarming of kachel – zeer koude plekken – stoffige plekken Indicators ingangskanalen Indicators ingangskanalen • Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale ingangssignaal bestaat. • Licht op of knippert aan de hand van de luidsprekerinstellingen wanneer dit toestel in de automatische instelfunctie staat (zie bladzijde 26) of in de “SP LEVEL” instelfunctie voor de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 61). Nederlands 25 Nl Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer Dit toestel maakt gebruik van YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden. Gebruiken van het AUTO SETUP 2 Opmerkingen Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. OPTIMIZER MIC • Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “AUTO SETUP” procedure luide testtonen worden geproduceerd. • Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de “AUTO SETUP” procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen. O/MAN'L ZONE CONTROL VIDEO AUX AUDIO SELECT VIDEO L AUDIO USB R y U kunt de “AUTO SETUP” beginnen via het systeemmenu op het in-beeld display, of via het display op het voorpaneel. In deze handleiding worden de aanduidingen op het in-beeld display gebruikt om de “AUTO SETUP” procedure te illustreren. 1 Optimalisatiemicrofoon Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen. U moet de volgende punten controleren. Opmerking AUTO SETUP Controleer de volgende punten voor u de automatische instelfunctie gaat gebruiken. ❏ ❏ ❏ VOLUME MIN MAX Automatic Processing of all item [ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Start 3 p ❏ SETUP;;;;;;;AUTO . START p ❏ ❏ De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten. Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit toestel. Dit toestel en het beeldscherm moeten aan staan. Dit toestel is ingesteld als de videosignaalbron van het aangesloten beeldscherm. De aangesloten subwoofer moet aan staan en het volumeniveau moet ongeveer op halve kracht (of iets minder) zijn ingesteld. De regeling voor de crossover frequentie van de aangesloten subwoofer moet op de maximum waarde zijn ingesteld. Plaats de optimalisatie-microfoon op uw normale luisterplek op een vlak en horizontaal oppervlak met de microfoonkop naar boven. Optimalisatie-microfoon CROSSOVER HIGH CUT MIN MAX Bedieningsorganen van een subwoofer (voorbeeld) ❏ ❏ 26 Nl De FRONT A luidsprekers zijn geselecteerd als voorluidsprekersysteem (zie bladzijde 35). De kamer moet voldoende stil zijn. y Het verdient aanbeveling een statief (o.i.d.) te gebruiken om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit. U kunt de bevestigingsschroef van een statief (o.i.d.) gebruiken om de optimalisatie-microfoon daarop vast te zetten. Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer 4 Zorg ervoor dat “SETUP” is ingesteld op “AUTO” en dat de aanwijzer bij “START” staat. y U kunt ook de volgende instelmethoden selecteren. Druk in dit geval op 7 k, selecteer “SETUP”, druk op 7 l / h om één van de volgende mogelijkheden te kiezen en selecteer vervolgens “START”. Opmerking “RELOAD” of “UNDO” is alleen beschikbaar wanneer u de “AUTO SETUP” procedure al eens eerder gedaan heeft en de resultaten daarvan bevestigd heeft. 5 Druk op 7 n, selecteer “START” en druk vervolgens op 7 ENTER om de setup procedure te laten beginnen. De volgende melding zal op het in-beeld display verschijnen. NOTICE Loudtesttonesare output.   Pleasekeepquiet orleavetheroom. Druk op 7 ENTER om de automatische instelprocedure te laten beginnen. Dit toestel begint met de automatische instelprocedure (setup). Er worden luide testtonen geproduceerd via de diverse luidsprekers tijdens de automatische setup. Wanneer alle items zijn ingesteld, zal het resultatenscherm verschijnen op het in-beeld display. Opmerkingen • Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de automatische setup bezig is. • Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de automatische setup uitvoert. Het zal ongeveer 3 minuten duren voor dit toestel de automatische setup heeft voltooid. VOORBEREIDINGEN Keuzes: AUTO, RELOAD, UNDO, DEFAULT • Selecteer “AUTO” om automatisch de hele “AUTO SETUP” procedure te laten doen. • Selecteer “RELOAD” om de laatste “AUTO SETUP” instellingen opnieuw te laden en de vorige instellingen te negeren. • Selecteer “UNDO” om de laatste “AUTO SETUP” instellingen te annuleren en de vorige instellingen te herstellen. • Selecteer “DEFAULT” om de “AUTO SETUP” parameters terug te zetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. 6 Dit toestel voert de volgende controles uit: Luidsprekerbedrading/volumeniveau WIRING/LEVEL Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en de polariteit van elk van de luidsprekers. Controleert en regelt tevens het volumeniveau van elk van de luidsprekers. Luidsprekerafstand DISTANCE Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot de luisterplek en stelt de timing voor elk van de kanalen af. Luidsprekerafmetingen SIZE Controleert de frequentierespons van elk van de luidsprekers en stelt de juiste lage frequentie-crossover voor elk van de kanalen in. Press[ENTER]   Voor u verder gaat met de volgende handeling Wanneer u de volgende handeling uitvoert, zal dit toestel beginnen met de automatische setup. Voor zo exact mogelijke metingen moet u zich zo stil mogelijk houden en bij een wand blijven waar geen luidsprekers in de buurt zijn. We raden u aan de luisterruimte te verlaten terwijl de automatische instelfunctie bezig is. Nederlands 27 Nl Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer Het display verandert als volgt. 7 Druk op 8 k en 8 ENTER om de resultaten in detail te bekijken. 8 Druk herhaaldelijk op 8 l / h om heen en weer te schakelen tussen schermen met setup resultaten. AUTO SETUP SETUP;;;;;;;AUTO . START p p Automatic Processing of all item [ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Start Resultaten voor de luidspreker-aansluitingen en -bedrading AUTO SETUP Resultaten voor de luidsprekerafstand tot de luisterplek INITIALIZING . WIRING/LEVEL DISTANCE SIZE  [ WAITING;;; ;;;;;;;;;; []:Exit Resultaten voor de luidspreker-afmetingen AUTO SETUP RESULT SP : 3/2/0.1 DIST: 3.2/3.5m LVL : -2/+2dB . >SET CANCEL [ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Enter Resultaten voor het luidspreker-uitgangsniveau De resultaten zoals getoond onder “RESULT” zijn als volgt. y Als u niet tevreden bent met de resultaten of als u de diverse parameters met de hand wilt instellen, kunt u de “MANUAL SETUP” (zie bladzijde 57) doen. Aantal luidsprekers SP Toont het aantal luidsprekers dat is aangesloten op dit toestel in deze volgorde: Voor/Achter/Subwoofer Luidsprekerafstand DIST Toont de afstand van de luidsprekers tot de luisterplek in deze volgorde: Kleinste luidsprekerafstand/Grootste luidsprekerafstand Luidsprekerniveau LVL Toont het uitgangsniveau van de luidsprekers in deze volgorde: Laagste luidspreker uitgangsniveau/Hoogste luidspreker uitgangsniveau Opmerkingen • Als de melding “E-9:INTERNAL ERROR” verschijnt tijdens het testen, dient u opnieuw te beginnen vanaf stap 4. • Als u bij stap 4 “RELOAD” heeft geselecteerd zullen er geen testtonen worden geproduceerd. • Als er iets mis gaat tijdens de “AUTO SETUP” procedure, zal de setup procedure worden geannuleerd en zal er een foutmelding verschijnen. Zie “Als er een foutmelding verschijnt” op bladzijde 29 voor details. • Wanneer dit toestel eventueel problemen detecteert tijdens de “AUTO SETUP” procedure, zal de melding “WARNING” en het aantal waarschuwingen verschijnen (zie bladzijde 29). 28 Nl Opmerking De afstanden bij de “DISTANCE” resultaten kunnen groter zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken van uw luidsprekers. 9 Druk op 8 ENTER om terug te keren naar het resultatenscherm. AUTO SETUP . RESULT SP : 3/2/0.1 DIST: 3.2/3.5m LVL : -2/+2dB CANCEL >SET [ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Detail Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer 10 11 Druk op 7 n en druk vervolgens op 7 l / h om “SET” of “CANCEL” te selecteren. Keuzes: SET, CANCEL • Selecteer “SET” om de “AUTO SETUP” resultaten te bevestigen. • Selecteer “CANCEL” om de “AUTO SETUP” resultaten te annuleren. Wanneer dit toestel een probleem detecteert tijdens de “AUTO SETUP” procedure, zal “WARNING” verschijnen in het resultatendisplay. Controleer de waarschuwingen en meldingen en corrigeer aan de hand daarvan uw luidspreker-instellingen. Opmerking Waarschuwingen verschillen in die zin van foutmeldingen dat ze de “AUTO SETUP” procedure niet annuleren. 1 SET MENU TOP MENU . ;AUTO SETUP ;MANUAL SETUP .A;SIGNAL INFO Zorg ervoor dat “WARNING” wordt aangewezen en druk vervolgens op 7 ENTER om gedetailleerde informatie betreffende de waarschuwing te bekijken. Het getal rechts van “WARNING” geeft het aantal waarschuwingen aan. VOORBEREIDINGEN Druk op 7 ENTER om uw keuze te bevestigen. Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen. ■ Als “WARNING” verschijnt AUTO SETUP p p [ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Enter 12 Druk op K MENU om het “SET MENU” te verlaten. 13 Maak de optimalisatie-microfoon los van dit toestel. De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte. Houd deze uit de zon en plaats hem niet bovenop dit toestel. . WARNING(2) RESULT SP : 3/2/0.1 DIST: 3.2/3.5m LVL : -2/+2dB CANCEL >SET [ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Detail 2 Druk herhaaldelijk op 7 l / h om heen en weer te schakelen tussen schermen met waarschuwingen. WARNING y W-1:OUT OF PHASE Reverse channel AAAAFLAAAAA--AAACENTER AAAASLAAAAA--AAAASBLAAAA--- Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers, de opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw luisterruimte, moet u de “AUTO SETUP” opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te optimaliseren. [ ]/[ ]:Select [ENTER]:Return ■ Als er een foutmelding verschijnt y • Voor details omtrent de diverse waarschuwingen verwijzen we u naar de “AUTO SETUP” paragraaf in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 82. • Wanneer de waarschuwing in kwestie niet van toepassing is op een bepaalde luidspreker, zal in plaats daarvan “– –” worden getoond. Druk op 7 k / n / l / h, selecteer “RETRY” of “EXIT” en druk dan op 7 ENTER. Het volgende scherm is een voorbeeld waarin “E-8:USER CANCEL” verschijnt op het in-beeld display. ERROR . E-8:USER CANCEL Can't detect signal at MIC >RETRY 3 Druk op 7 ENTER om terug te keren naar het resultatenscherm. EXIT [ ]/[ ]:Select [ENTER]:Enter Nederlands Keuzes: RETRY, EXIT • Selecteer “RETRY” om de “AUTO SETUP” procedure opnieuw te proberen. • Selecteer “EXIT” om de “AUTO SETUP” procedure af te sluiten. 29 Nl SELECTEREN VAN DE SCENE SJABLONEN Selecteren van de SCENE sjablonen Dit toestel heeft 16 SCENE ‘sjablonen’ of sets van voorgeprogrammeerde instellingen voor allerlei standaardsituaties waarin dit toestel gebruikt kan worden. Als fabrieksinstellingen zijn de volgende SCENE sjablonen (instellingen) toegewezen aan de SCENE toetsen: 2 Druk op R INPUT l / h (of druk op 4 AMP en dan op 7l / h) om het gewenste sjabloon te selecteren. l SCENE 1: DVD Movie Viewing SCENE 2: Music Disc Listening SCENE 3: TV Viewing SCENE 4: Radio Listening of AMP ENTER Selecteer het gewenste SCENE sjabloon Afstandsbediening DVD Viewing 1 Wijs het SCENE sjabloon toe aan de SCENE toets Selecteren van het gewenste SCENE sjabloon 1 Houd de gewenste TSCENE (of 5 SCENE) toets tenminste 3 seconden ingedrukt. De indicator van de geselecteerde SCENE toets op het voorpaneel begint nu te knipperen en de naam van het SCENE sjabloon dat daar op dit moment aan is toegewezen zal verschijnen op het display op het voorpaneel. 3 seconden 3 seconden of 1 Voorpaneel 1 Afstandsbediening 1 Knippert DVD MovieView 30 Nl h Voorpaneel Als u gebruik wilt maken van andere SCENE sjablonen, kunt u de gewenste SCENE sjablonen selecteren uit het SCENE sjabloonarchief en deze vervolgens toewijzen aan de SCENE toetsen op het voorpaneel en de afstandsbediening. SCENE sjabloonarchief (Voorbeeld) INPUT 3 Druk nog eens op de TSCENE (of 5 SCENE) toets om uw keuze te bevestigen. Het geselecteerde SCENE sjabloon wordt nu toegewezen aan de toets. 1 Voorpaneel of 1 Afstandsbediening Opmerking Wanneer de gewenste SCENE sjablonen zijn toegewezen aan de SCENE toetsen, moet u de signaalbron voor het SCENE sjabloon instellen op de afstandsbediening. Zie bladzijde 34 voor details. Selecteren van de SCENE sjablonen ■ Welk SCENE sjabloon wilt u selecteren? Welke signaalbron wilt u laten weergeven? Videobronnen (DVD video, opgenomen beelden) Welke component wilt u laten weergeven? DVD SCENE sjablonen Standaard SCENE toetsen DVD Viewing DVD Movie Viewing 1 DVD Live Viewing Muziekdiscs (CD, SACD of DVD-Audio) DVR DVR Viewing DVD Disc Hi-fi Listening Music Disc Listening 2 Disc Listening BASISBEDIENING CD CD Hi-fi Listening CD Listening CD Music Listening Radioprogramma’s TUNER (FM/AM) Radio Listening iPod of Bluetooth component DOCK Dock Listening USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler USB USB Audio Listening TV programma’s DTV/CBL TV Viewing 4 3 TV Sports Viewing Videospelletjes V-AUX* Game Playing Opmerking * Wanneer er een iPod is aangesloten op het Yamaha iPod universeel dock of een Bluetooth component op de Bluetooth adapter, zal dit toestel de audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting weergeven. y 31 Nl Nederlands U kunt ook uw eigen SCENE sjablonen maken door de voorgeprogrammeerde instellingen van de SCENE sjablonen te wijzigen. Zie bladzijde 33 voor details. Selecteren van de SCENE sjablonen ■ Beschrijvingen voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen De afbeeldingen van de SCENE toets in de volgende tabel geven de toegewezen SCENE toetsen in de standaardinstelling aan. SCENE sjabloon Signaalbron Weergavefunctie Kenmerken DVD Viewing DVD* STRAIGHT Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u algemeen materiaal weergeeft met uw DVD-speler. DVD Movie Viewing DVD* MOVIE Movie Dramatic Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met uw DVD-speler. DVD Live Viewing DVD* MUSIC Pop/Rock Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u live muziekbeelden weergeeft met uw DVD-speler. DVR Viewing DVR MOVIE Movie Dramatic Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met uw digitale videorecorder. Disc Hi-fi Listening DVD* DIRECT Music Disc Listening DVD* STEREO 2ch Stereo Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt met uw DVD-speler. Disc Listening DVD* STEREO 7ch Stereo Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek afspeelt met uw DVD-speler als achtergrondmuziek. CD Hi-fi Listening CD* DIRECT CD Listening CD* STEREO 7ch Stereo Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt met uw CD-speler als achtergrondmuziek. CD Music Listening CD* STEREO 2ch Stereo Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek afspeelt met uw CD-speler. Radio Listening TUNER MUSIC ENHANCER Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar FM of AM radioprogramma’s luistert. 7ch Enhancer DOCK MUSIC ENHANCER Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek wilt weergeven van uw iPod die is aangesloten via een Yamaha 7ch Enhancer 1 Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u hi-fi muziekdiscs afspeelt met uw DVD-speler. 2 Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u hi-fi muziekdiscs afspeelt met uw CD-speler. 4 1 Dock Listening iPod universeel dock of van een Bluetooth component die is verbonden via de Bluetooth adapter. USB Audio Listening USB TV Viewing DTV/CBL STRAIGHT TV Sports Viewing DTV/CBL ENTERTAINMENT TV Sports Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar sportprogramma’s op uw TV kijkt. Game Playing V-AUX ENTERTAINMENT Game Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u videospelletjes wilt spelen. MUSIC ENHANCER Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek laat weergeven van uw USB geheugenapparaat of draagbare USB 7ch Enhancer audiospeler. Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar algemene programma’s op uw TV kijkt. 3 1 * Wanneer de aangesloten DVD-speler of CD-speler geschikt is voor SCENE stuursignalen en is verbonden met de REMOTE OUT aansluiting van dit toestel, dan kan dit toestel de DVD-speler of CD-speler in kwestie aansturen via de SCENE functie. 32 Nl Selecteren van de SCENE sjablonen Uw eigen SCENE sjablonen maken 3 U kunt voor elk van de SCENE toetsen uw eigen SCENE sjabloon maken. U kunt gebruik maken van de 16 voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen om uw eigen SCENE sjablonen vast te leggen. ■ Aanpassen van de voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen • INPUT: • MODE: Maak uw eigen SCENE sjabloon SCENE : DVD Viewing SCENE : DVD Viewing INPUT : DVD SCENE sjabloonarchief (Voorbeeld) 4 Druk nog eens op de 5 SCENE toets om uw wijziging te bevestigen. BASISBEDIENING De signaalbron De ingeschakelde geluidsveldprogramma’s, STRAIGHT of DIRECT functie (zie de bladzijden 41 en 43) • NIGHT: De nacht-luisterfunctie (zie bladzijde 44) − SYSTEM: Houd de huidige instelling voor de nacht-luisterfunctie. − CINEMA: Stelt de nacht-luisterfunctie in op CINEMA. − MUSIC: Stelt de nacht-luisterfunctie in op MUSIC. Gebruik deze functie om de voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen aan te passen. Selecteer een SCENE sjabloon Druk op 4 AMP en dan op 7 k / n om de gewenste instelling van het SCENE sjabloon te selecteren en gebruik vervolgens 7 l / h om de gewenste waarde in te stellen. U kunt de volgende instellingen van een SCENE sjabloon wijzigen: 1 1 Toewijzen aan de SCENE toets y 1 2 Er zal een asterisk (*) bij de naam van het originele SCENE sjabloon verschijnen. Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. Houd de gewenste 5 SCENE toets 3 seconden lang ingedrukt. Het bewerkingsscherm voor het SCENE sjabloon zal op het beeldscherm verschijnen. AMP 1 3 seconden Opmerking Wanneer het SCENE sjabloon dat u wilt bewerken niet is toegewezen aan één van de 5 SCENE toetsen, dient u net zo vaak op 4 AMP te drukken en dan op 7l / h tot het gewenste SCENE sjabloon op het menuscherm verschijnt. Opmerkingen • Wanneer de gewenste SCENE sjablonen zijn toegewezen aan de 5 SCENE toetsen, moet u de signaalbron voor het SCENE sjabloon instellen op de afstandsbediening. Zie bladzijde 34 voor details. • U kunt voor elk van de 5 SCENE toetsen een aangepast SCENE sjabloon aanmaken, maar als u een ander aangepast SCENE sjabloon aanmaakt, zal dit toestel het oude aangepaste SCENE sjabloon vervangen door het nieuwe. • Het nieuw aangemaakte sjabloon is alleen beschikbaar voor de oorspronkelijk geselecteerde 5 SCENE toets. ■ SCENE sjablonen een nieuwe naam geven 33 Nl Nederlands Selecteer de naam van het gewenste SCENE sjabloon bij stap 3 onder “Aanpassen van de voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen” en druk vervolgens op 7 ENTER. • Druk op 7k / n om het gewenste teken te selecteren. • Druk op 7l / h om een “_” (onderstreping) te plaatsen onder de spatie of onder een teken. • Druk op 8 RETURN om de nieuwe naam te annuleren. • Druk op 7 ENTER om de nieuwe naam definitief te maken. Selecteren van de SCENE sjablonen Gebruiken van de afstandsbediening voor de SCENE functie ■ Bedienen van signaalbronnen in de SCENE functie U kunt zowel dit toestel als de signaalbron bedienen met deze afstandsbediening. U moet wel van tevoren voor elke signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 73). 1 2 Druk op de gewenste 5 SCENE toets op de afstandsbediening. Druk op de gewenste toetsen in het met een sterretje (*) aangegeven gebied hieronder om de signaalbron voor het geselecteerde SCENE sjabloon te bedienen. * POWER POWER STANDBY POWER TV AV USB A B MUTE CD MD/CD-R TUNER DVD DTV/CBL DVR V-AUX/DOCK C B D C AMP TV INPUT TV MUTE 1 2 TV CH TV VOL SCENE 3 4 SCENE toetsen SRCH MODE VOLUME MENU BAND LEVEL TITLE ENTER DISPLAY RETURN MEMORY REC FREQ/TEXT EON MODE - PTY SEEK - START l PROG h 1 2 3 4 STRAIGHT DIRECT NIGHT PARAMETER 5 6 ENHANCER SUR. DECODE 7 MULTI CH IN AUDIO SEL 9 0 10 8 SLEEP ENT Opmerking * Deze toetsen bedienen de signaalbron. Zie bladzijde 72 voor details omtrent de functies van de toetsen. 34 Nl ■ Instellen van de signaalbron voor een aangepast SCENE sjabloon op de afstandsbediening Als u de signaalbron veranderd heeft voor het geselecteerde SCENE sjabloon, moet u de nieuwe signaalbron voor het SCENE sjabloon instellen op de afstandsbediening om de component in kwestie correct te kunnen bedienen. Houd de 5 SCENE toets en de gewenste ingangskeuzetoets (3) 3 seconden ingedrukt. y Druk nog eens op de 5 SCENE toets om de signaalbron te kunnen bedienen. WEERGAVE Weergave Let op U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen. Basisbediening Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. 2 Druk net zo vaak op de M SPEAKERS toets tot u de voor-luidsprekers die u wilt gebruiken geselecteerd heeft. De corresponderende luidspreker indicators zullen oplichten op het display op het voorpaneel. 3 Druk herhaaldelijk op R INPUT l / h (of druk op één van de ingangskeuzetoetsen (3)) om de gewenste signaalbron te selecteren. De naam van de op dit moment geselecteerde signaalbron wordt een paar seconden lang op het display getoond. Beschikbare signaalbronnen MULTI CH DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R CD TUNER Verdraai LVOLUME (of druk op L VOLUME +/–) om het volume op het gewenste niveau in te stellen. 6 Druk herhaaldelijk op O PROGRAM l / h (of druk op 4 AMP en dan herhaaldelijk op A PROG l / h) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren. De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal op het display op het voorpaneel verschijnen. Zie bladzijde 40 voor details over geluidsveldprogramma’s. BASISBEDIENING 1 5 Movie Dramatic Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma Opmerkingen • Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma. • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. • Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 36). • Wanneer er PCM signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz binnenkomen, zal dit toestel automatisch overschakelen naar de “STRAIGHT” stand (zie bladzijde 41). • Om informatie te laten weergeven op het in-beeld display over de op dit moment geselecteerde signaalbron, zie bladzijde 38 voor details. USB INPUT:DVD Op dit moment geselecteerde signaalbron 4 Start de weergave op de geselecteerde component of stem af op een zender. • Raadpleeg de handleiding van de betreffende component. • Zie bladzijde 45 voor details omtrent het afstemmen op FM/AM radiozenders. ■ Een korte wegwijzer Wanneer u... Zie bladzijde 43 De klankkleur (toon) van de voor-luidsprekers wilt regelen 43 Parameters van geluidsveldprogramma’s wilt wijzigen 42 Nachts naar materiaal met een hoog dynamisch bereik (harde geluiden) wilt luisteren 44 Een hoofdtelefoon wilt gebruiken 37 Een decoder wilt selecteren om bronmateriaal mee weer te geven 41 Dit toestel zichzelf automatisch uit (standby) wilt laten zetten 39 35 Nl Nederlands Genieten van een hoge geluidskwaliteit Weergave Selecteren van audio ingangsaansluitingen (AUDIO SELECT) Selecteren van de MULTI CH INPUT component Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. Gebruik deze functie (selecteren van audio ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een andere ingangsaansluiting wanneer er meerdere aansluitingen beschikbaar zijn voor de signaalbron in kwestie. y • In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan. • U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via “AUDIO SELECT” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 68). Druk herhaaldelijk op S AUDIO SELECT (of druk op 4 AMP en dan op E AUDIO SEL) om de gewenste instelling voor de audio ingangsaansluiting selectie te kiezen. Beschikbare signaalbronnen MULTI CH DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R CD TUNER USB A.SEL:AUTO Huidige instelling selectiefunctie audio ingangsaansluiting AUDIO SELECT Functie AUTO Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: (1) HDMI (2) Digitale signalen (3) Analoge signalen HDMI Er zullen alleen HDMI signalen worden geselecteerd. Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. COAX/OPT Er zullen alleen digitale signalen worden geselecteerd. Als er geen signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. ANALOG Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd. Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. Opmerking Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen (OPTICAL, COAXIAL en HDMI) zijn toegewezen. Daarnaast zal HDMI niet beschikbaar zijn als instelling voor de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting als de HDMI IN DVD en HDMI IN DTV/CBL aansluitingen niet worden gebruikt. Gebruik “I/O ASSIGNMENT” in het “INPUT MENU” om de ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te wijzen (zie bladzijde 65). 36 Nl Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 19). Druk herhaaldelijk op R INPUT l / h (of op 4 AMP en dan op D MULTI CH IN) en selecteer MULTI CH. “MULTI CH” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. y Gebruik het “MULTI CH SET” menu in het “INPUT MENU” om de parameters voor MULTI CH INPUT in te stellen (zie bladzijde 67). Opmerking De ingangssignalen worden versterkt en direct weergegeven, zonder bewerking van het geluid. Daarom kunt u geen geluidsveldprogramma’s gebruiken of de nacht-luisterfunctie enz. wanneer MULTI CH is geselecteerd als signaalbron. Weergave Weergeven van de huidige status van dit toestel op een beeldscherm U kunt de bedieningsinformatie voor dit toestel laten weergeven op een beeldscherm. 1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. 2 Druk op M DISPLAY. Het in-beeld display toont het huidige statusscherm. Gebruiken van een hoofdtelefoon U kunt een hoofdtelefoon met een analoge stereostekker aansluiten op de PHONES aansluiting op het voorpaneel. y U kunt de tijd dat de huidige status op het in-beeld display getoond wordt regelen met behulp van de “OSD-AMP” parameter in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 68). Opmerking Het signaal voor het in-beeld display wordt niet gereproduceerd via de DVR VIDEO OUT aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen. y Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld (zie bladzijde 41). BASISBEDIENING STATUSVOL:-40dB DVDMovieViewing MOVIE MovieSpacious INPUT:DVD A.SEL:HDMI NIGHT:CINEMA(MID)    [DISPLAY]:STATUSOFF  Opmerkingen • Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen. • Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen. Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave Druk op I MUTE om de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk nog eens op I MUTE om de geluidsweergave te hervatten. y • U kunt ook LVOLUME verdraaien, of op LVOLUME +/– drukken, om de geluidsweergave te hervatten. • U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de “MUTE TYPE” parameter in het “SOUND MENU” (zie bladzijde 63). • De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer de geluidsweergave weer wordt hervat. Nederlands 37 Nl Weergave Weergeven van videomateriaal als achtergrond bij audiomateriaal ■ Audio informatie Informatie FORMAT Signaalformattering. Wanneer het toestel geen digitaal signaal kan detecteren, wordt er automatisch overgeschakeld naar analoog. SAMPLING Het aantal metingen per seconden van een continu signaal om een digitaal signaal te kunnen maken. CHANNEL Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”. Audiobronnen BITRATE Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een bepaald meetpunt passeert. Videobronnen FLAG Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of PCM signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat stelt automatisch van decoder te wisselen. U kunt videobeelden van een videobron combineren met geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar mooie landschapsopnamen. Gebruik de ingangskeuzetoetsen (4) om de gewenste videobron te selecteren en kies vervolgens de audiobron. USB CD MD/CD-R TUNER DVD DTV/CBL DVR Beschrijving V-AUX y • U kunt ook “MULTI CH” selecteren als geluidssignaalbron (zie bladzijde 36). Druk op 4 AMP en druk vervolgens op D MULTI CH IN. • Stel de “BGV” parameter in het “MULTI CH SET” menu in op de gewenste instelling om de standaard signaalbron voor achtergrondvideo te selecteren voor de MULTI CH INPUT signaalbron (zie bladzijde 67). Tonen van informatie over de signaalbron U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag) van het huidige ingangssignaal laten zien. 1 Druk op 4 AMP en druk vervolgens op K MENU. Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen. SET MENU Opmerking “–––” verschijnt wanneer dit toestel de bijbehorende informatie niet kan weergeven. ■ Video informatie Informatie Beschrijving HDMI SIGNAL Het soort videosignalen ontvangen van de signaalbron en gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. HDMI RES. Resolutie van de HDMI signalen die worden ontvangen of gereproduceerd via de HDMI IN/OUT aansluitingen van dit toestel. HDMI ERROR Foutmelding voor HDMI bronnen of aangesloten HDMI apparatuur. Zie “HDMI fouten en meldingen” voor details. (Alleen wanneer er een fout wordt gedetecteerd) TOP MENU . ;AUTO SETUP ;MANUAL SETUP .A;SIGNAL INFO 2 p p [ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Enter Druk herhaaldelijk op 7 n om “SIGNAL INFO” te selecteren en druk dan op 7 ENTER. De audio-informatie over de signaalbron zal op het in-beeld display verschijnen. 3 Druk op 7 l / h om heen en weer te schakelen tussen de audio en video informatiedisplays. 4 Druk op K MENU om het “SET MENU” te verlaten. 38 Nl Opmerking “–––” verschijnt wanneer dit toestel de bijbehorende informatie niet kan weergeven. HDMI fouten en meldingen Melding Oorzaak DEVICE OVER Er zijn teveel HDMI componenten aangesloten. HDCP ERROR HDCP verificatie mislukt. OUT OF RES. Het aangesloten beeldscherm is niet geschikt voor de resolutie van het video ingangssignaal. Weergave Gebruiken van de slaaptimer Met deze functie kunt de hoofdzone zichzelf uit (standby) laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Druk herhaaldelijk op 4 AMP en vervolgens herhaaldelijk op R SLEEP om de gewenste tijd in te stellen. Met elke druk op R SLEEP zal het display op het voorpaneel als volgt veranderen. SLEEP 120min SLEEP OFF SLEEP 30min SLEEP 90min SLEEP 60min BASISBEDIENING De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel en het display keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma. y • Om de slaaptimer te annuleren dient u net zo vaak op 4 AMP en vervolgens op R SLEEP te drukken tot “SLEEP OFF” op het display op het voorpaneel verschijnt. • U kunt de slaaptimer ook annuleren door met A MAIN ZONE ON/OFF (of H STANDBY) de hoofdzone van het toestel uit (standby) te zetten. Nederlands 39 Nl GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Geluidsveldprogramma’s Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Druk op O PROGRAM l / h (of op 4 AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op A PROG l / h). De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal op het display op het voorpaneel verschijnen. Opmerkingen • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. • Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 36). • Wanneer er PCM signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz binnenkomen, zal dit toestel automatisch overschakelen naar de “STRAIGHT” stand (zie bladzijde 41). y Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma. Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s Categorie MUSIC Programma Kenmerken Pop/Rock CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft u de indruk dat u lijfelijk aanwezig bent bij een pop, rock of jazz concert. Het geluidsveld reproduceert een zeer grote zaal, waarbij de nadruk ligt op de vocalen van het centrale podium, op de solo-instrumenten en de ritmesectie. Hall CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is bij uitstek geschikt voor klassieke en orkestrale muziek. Dit programma maakt gebruik van gegevens die zijn verzameld in een grote concertzaal in Muenchen. Hierdoor kunt u genieten van mooie, verfijnde natrillingen en een majestueuze sfeer. Jazz CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is bij uitstek geschikt voor jazz en fusion. Het maakt gebruik van gegevens die zijn verzameld in een beroemde jazzclub in New York. Hierdoor kunt u genieten van heldere natrillingen. Game CINEMA DSP verwerking. Hierdoor kunt u profiteren van de spannende en dynamische geluidseffecten die zo karakteristiek zijn voor computer- en videospellen. Dit programma geeft u een gevoel van diepte door middel van de omhullende driedimensionale geluidsvelden waarin het spel zich afspeelt en biedt bioscoopachtige geluidseffecten voor de videostukjes in de spellen. TV Sports CINEMA DSP verwerking. Hiermee kunt u genieten van sportuitzendingen in stereo en van amusementsprogramma’s met live geluid. Bij sportprogramma’s zal het begeleidende commentaar duidelijk vanuit het midden komen, terwijl de geluiden van het publiek en de sfeergeluiden uit het stadion u zullen omhullen zodat u het gevoel krijgt dat u er echt bij bent. Movie Spacious CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is geschikt voor films met veel spectaculaire geluidseffecten en het gaat dan ook heel goed samen met breedbeeldweergave. Het programma zorgt voor een weergave over een zeer groot dynamisch bereik, van fluisterende geluidseffecten tot bulderend lawaai. Movie Dramatic CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is ook geschikt voor films met de nadruk op driedimensionale geluidseffecten. Natrillingen worden gemiddeld onderdrukt, maar de geluidseffecten en de achtergrondmuziek worden weergegeven op een zachte, driedimensionale manier, gecentreerd op de heldere weergave in het midden van de stemmen van de acteurs. 2ch Stereo Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen of geeft 2-kanaals materiaal onveranderd weer. 7ch Stereo CINEMA DSP verwerking. Gebruik van dit programma vergroot de luisterplek. Dit geluidsveld is geschikt voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen. 2ch Enhancer 7ch Enhancer Kies deze programma’s om kunstmatig gecomprimeerde signalen (zoals MP3 bestanden) in 2-kanaals of 7-kanaals stereo weer te laten geven. Dit programma verbetert de geluidsweergave door de vanwege zogenaamde compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen te regenereren. ENTERTAINMENT MOVIE STEREO MUSIC ENHANCER Opmerking De geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de variaties waarnemen in de weerkaatsingen die u uit alle richtingen bereiken. 40 Nl Geluidsveldprogramma’s ■ Genieten van 2-kanaals materiaal met de standaard decoders Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen ook via meerdere kanalen worden weergegeven. Druk op 4 AMP en vervolgens herhaaldelijk op OSUR. DECODE om een decoder te selecteren. U kunt kiezen uit de volgende decoders, afhankelijk van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke voorkeuren. Decoder Functies Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal PLII Movie PLIIx Movie Dolby Pro Logic II verwerking voor filmmateriaal PLII Music PLIIx Music Dolby Pro Logic II verwerking voor muziekmateriaal PLII Game PLIIx Game Dolby Pro Logic II verwerking voor spelmateriaal Neo:6 Cinema DTS verwerking voor filmmateriaal Neo:6 Music DTS verwerking voor muziekmateriaal Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de CINEMA DSP programma’s zonder surround-luidsprekers door virtuele luidsprekers te creëren. Als u “SUR. L/R SP” op “NONE” (zie bladzijde 60) instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP programma selecteert (zie bladzijde 40). Opmerking In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in werking treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op “NONE” (zie bladzijde 60): – wanneer “7ch Stereo” (zie bladzijde 40) is geselecteerd. – wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. ■ Luisteren naar multikanaals materiaal en geluidsveldprogramma’s met een hoofdtelefoon (SILENT CINEMA) SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en DTS materiaal, te luisteren met een normale hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting terwijl u luistert met een CINEMA DSP programma (uitgezonderd 7ch) (zie bladzijde 40). Indien ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator oplichten op het display op het voorpaneel. BASISBEDIENING Pro Logic ■ Gebruiken van geluidsveldprogramma’s zonder surround-luidsprekers (Virtual CINEMA DSP) ■ Luisteren naar onbewerkte weergave (‘Straight’ (rechtstreekse) weergavefunctie) Wanneer dit toestel in de “STRAIGHT” staat zal multikanaals materiaal rechtstreeks via de diverse kanalen worden weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten. Tweekanaals stereomateriaal zal alleen via de linker en rechter voor-luidsprekers worden weergegeven. Druk op P STRAIGHT (of op 4 AMP en druk vervolgens op B STRAIGHT) om “STRAIGHT” te selecteren. Om de “STRAIGHT” functie uit te schakelen dient u nog eens op P STRAIGHT (of op 4 AMP en dan op B STRAIGHT) te drukken zodat “STRAIGHT” verdwijnt van het display op het voorpaneel. Nederlands 41 Nl Geluidsveldprogramma’s ■ Wijzigen van geluidsveld instellingen U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de weergave beter wilt proberen aan te passen aan de specifieke omstandigheden in uw kamer. 1 Druk terwijl u naar een signaalbron luistert op 4 AMP en vervolgens op Q PARAMETER. 2 Druk op 7k / n tot u de gewenste parameter die u wilt instellen geselecteerd heeft. 3 Druk op 7l / h om de huidige waarde voor deze parameter te wijzigen. y De begininstellingen voor elk van de parameters worden vet aangegeven. Voor Pop/Rock, Hall, Jazz, Game, TV Sports, Movie Spacious en Movie Dramatic: DSP niveau DSP LEVEL Functie: Regelt het effectniveau. Instelmogelijkheden: MIN, MID, MAX Voor 2ch Enhancer en 7ch Enhancer Opmerking U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de “MEMORY GUARD” beveiliging in het “OPTION MENU” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 68). Effectniveau EFFECT LEVEL Functie: Regelt het effectniveau. Instelmogelijkheden: LOW, HIGH Voor Pro Logic II Music en Pro Logic IIx Music: Panorama PANORAMA Functie: Stuurt stereosignalen naar de surround-luidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect. Instelmogelijkheden: OFF, ON Dimensie DIMENSION Functie: Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren. Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren), de begininstelling is STD (standaard). Midden breedte CT WIDTH Functie: Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers. Een grotere waarde breidt het middenveld uit in de richting van de linker en rechter voor-luidsprekers. Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-luidspreker) t/m 7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor-luidsprekers weergegeven), de begininstelling is 3. Voor Neo:6 Music Middenbeeld C.IMAGE Functie: Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken. Instelbereik: 0,0 t/m 1,0, de begininstelling is 0.3. 42 Nl GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES Gebruiken van audiofuncties Genieten van een hoge geluidskwaliteit Gebruik de DIRECT functie om te luisteren naar de kwalitatief hoogstaande weergave van de geselecteerde bron. Wanneer de DIRECT functie is ingeschakeld, geeft dit toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min mogelijk tussenliggende schakelingen. Druk op QDIRECT (of op 4 AMP en dan op C DIRECT) om “DIRECT” te selecteren. Opmerkingen Instellen luidsprekerniveaus U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt. Opmerking Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn gemaakt via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 26) en “SP LEVEL” (zie bladzijde 61) methodes. 1 Display y Wanneer de DIRECT weergavefunctie in werking is, wordt het display op het voorpaneel alleen ingeschakeld wanneer dat nodig is. Toonregeling Gebruik deze functie om de weergave van de lage tonen en die van de hoge tonen voor de linker en rechter luidsprekerkanalen te regelen. y De instellingen voor de luidsprekers en die voor de hoofdtelefoon worden apart opgeslagen. 1 2 Druk herhaaldelijk op N TONE CONTROL om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de lage tonen (BASS) te selecteren. Druk herhaaldelijk op O PROGRAM l / h om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de lage tonen (BASS) te selecteren. FRONT L Linker voor-luidspreker FRONT R Rechter voor-luidspreker CENTER Midden-luidspreker SWFR Subwoofer SUR. L Linker surround-luidspreker SUR. R Rechter surround-luidspreker SB L Linker surround achter-luidspreker SB R Rechter surround achter-luidspreker y • In plaats van “SB L” en “SB R”, zal “SUR.B” worden getoond indien “SUR.B L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie bladzijde 60). • Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen. • Wanneer het beeldscherm is ingeschakeld, zal het “SP LEVEL” instelmenu op het scherm verschijnen. Druk op 7 l / h om het uitgangsniveau (volume) van de luidspreker te regelen. • Druk op 7 h om de ingestelde waarde te verhogen. • Druk op 7 l om de ingestelde waarde te verlagen. • Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB 3 Druk op 6 LEVEL om het display met de instelling van het luidsprekerniveau uit te schakelen. 43 Nl Nederlands 2 Opmerkingen • Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet meer bij die van de andere past. • TONE CONTROL staat buiten werking wanneer dit toestel in de DIRECT stand staat, of wanneer MULTI CH is geselecteerd als signaalbron. Ingestelde luidspreker BASISBEDIENING • De “TONE CONTROL” en “SOUND MENU” (zie bladzijde 59) instellingen (behalve voor de instelling van de luidsprekerniveaus) staan buiten werking. • Het display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder. Druk herhaaldelijk op 4 AMP, dan op 6 LEVEL op de afstandsbediening en vervolgens op 7 k / n tot u de luidspreker geselecteerd heeft die u wilt instellen. Gebruiken van audiofuncties Selecteren van de nacht-luisterfunctie De nacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage volumes, zoals ’s nachts, toch alles te kunnen verstaan. 1 Druk op 4 AMP en vervolgens herhaaldelijk op P NIGHT om “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” te selecteren. Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, OFF • Selecteer “NIGHT:CINEMA” wanneer u naar een film gaat kijken om het dynamisch bereik van de soundtrack te verminderen en de gesproken tekst beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes. • Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u naar muziek wilt luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken. • Selecteer “OFF” als u deze functie niet wilt gebruiken. y Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel. 2 Druk op 7 l / h om het effectniveau te regelen terwijl “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” wordt aangegeven op het display op het voorpaneel. Effect.Lvl:MID Keuzes: MIN, MID, MAX • Selecteer “MIN” voor minimale compressie. • Selecteer “MID” voor standaard compressie. • Selecteer “MAX” voor maximale compressie. y De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen worden apart opgeslagen. Opmerkingen • In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties niet gebruiken: – wanneer de DIRECT functie (zie bladzijde 43) is ingeschakeld. – wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 36). – wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. • Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt mede af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor surroundweergave. 44 Nl FM/AM AFSTEMMEN FM/AM afstemmen Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders automatisch of met de hand voorprogrammeren. Automatisch afstemmen Handmatig afstemmen Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. 1 Druk net zo vaak op RINPUT l / h tot “TUNER” verschijnt op het display op het voorpaneel. Druk op E BAND om de radioband te kiezen (FM of AM (MG)). 3 Druk op ITUNING AUTO/MAN’L zodat de AUTO indicator op het display oplicht. Opmerking Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de ontvangst te verbeteren. 1 Druk net zo vaak op RINPUT l / h tot “TUNER” verschijnt op het display op het voorpaneel. 2 Druk op E BAND om de radioband te kiezen (FM of AM (MG)). 3 Druk op ITUNING AUTO/MAN’L zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. Licht op AUTO AFM 88.90MHz BASISBEDIENING 2 Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. Geen dubbele punt (:) Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet automatisch afstemmen. Druk op D PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te schakelen. 4 Druk één keer op GPRESET/TUNING/CH l / h om het automatisch afstemmen te laten beginnen. Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie waarop is afgestemd worden getoond op het display. Licht op AFM 88.90MHz Geen dubbele punt (:) Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet handmatig afstemmen. Druk op D PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te schakelen. 4 Druk op GPRESET/TUNING/CH l / h om met de hand af te stemmen op de gewenste zender. y Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend te laten veranderen. TUNED AFM 88.90MHz Nederlands 45 Nl FM/AM afstemmen Automatisch voorprogrammeren U kunt maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch laten voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden gevonden. U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de voorgeprogrammeerde zenders. 1 2 3 Druk net zo vaak op RINPUT l / h tot “TUNER” verschijnt op het display op het voorpaneel. Druk op E BAND en selecteer “FM” als radioband. Handmatig voorprogrammeren U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren. 1 Stem automatisch of met de hand af op een zender. Zie bladzijde 45 voor aanwijzingen over hoe u moet afstemmen op een zender. 2 Druk op HMEMORY. De MEMORY indicator knippert ongeveer 30 seconden lang op het display op het voorpaneel. 3 Druk herhaaldelijk op F A/B/C/D/E en GPRESET/TUNING/CH l / h om de gewenste voorkeuzezender (A1 t/m E8) te selecteren terwijl de MEMORY indicator knippert. Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt op het display. Houd HMEMORY tenminste 3 seconden ingedrukt. Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden zal het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties. Knippert Knippert MEMORY A3:FM 88.90MHz MEMORY AUTO A1:FM 88.90MHz Knippert Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde zender op het display getoond worden. y U kunt de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer selecteren waaronder de eerst gevonden zender zal worden opgeslagen door eerst op F A/B/C/D/E en vervolgens op GPRESET/TUNING/CH l / h te drukken. Opmerkingen • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals beschreven bij “Handmatig voorprogrammeren” elders op deze bladzijde. • Alleen Radio Data Systeem zenders worden automatisch opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren (alleen modellen voor Europa en Rusland). 46 Nl Voorkeuzegroep en Dubbele punt (:) voorkeuzenummer 4 Druk op HMEMORY terwijl de MEMORY indicator knippert. De radioband en de frequentie voor deze zender verschijnen op het display, samen met de door u geselecteerde voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer. TUNED A1:FM 88.90MHz De getoonde zender is opgeslagen als A1. Opmerkingen • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de frequentie van de zender opgeslagen. FM/AM afstemmen Selecteren van voorkeuzezenders U kunt op de gewenste zender afstemmen door eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die zender is opgeslagen te selecteren. y Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening, moet u eerst op 4 TUNER drukken om “TUNER” als signaalbron te selecteren. 1 U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender “E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”. 1 Selecteer voorkeuzezender “E1” met F A/B/C/D/E en GPRESET/TUNING/CH l / h. Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” elders op deze bladzijde. 2 Houd D PRESET/TUNING tenminste 3 seconden ingedrukt. De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Knippert Druk op GPRESET/TUNING/CH l / h (of 7 PRESET/CH k / n) om het gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren. De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer verschijnen op het display op het voorpaneel, samen met de radioband en de frequentie. BASISBEDIENING 2 Druk herhaaldelijk op F A/B/C/D/E (of 7 A/B/C/D/E l / h) om de gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren. De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het display op het voorpaneel en verandert met elke druk op de toets. Omwisselen van voorkeuzezenders MEMORY E1:FM 88.90MHz Knippert 3 E1:FM 88.90MHz y U kunt het nummer van de gewenste voorkeuzezender (1 t/m 8) ook direct invoeren met de cijfertoetsen op de afstandsbediening. Selecteer voorkeuzezender “A5” met F A/B/C/D/E en GPRESET/TUNING/CH l / h. De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Knippert MEMORY A5:FM 88.90MHz Knippert 4 Druk nog eens op D PRESET/TUNING. “EXCHANGE E1–A5” zal op het display op het voorpaneel verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van plaats wisselen. Nederlands 47 Nl 05NL_03_Basic_RX-V563_G.fm Page 48 Wednesday, May 21, 2008 3:34 PM RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA EN RUSLAND) Radio Data Systeem afstemmen (Alleen modellen voor Europa en Rusland) Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok Tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders. Tonen van Radio Data Systeem informatie 1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender. • Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data Systeem zenders met behulp van de automatische voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 46). • U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zender. 2 Druk herhaaldelijk op 0 INFO op de afstandsbediening om de gewenste Radio Data Systeem weergavefunctie te selecteren. Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op het display op het voorpaneel. Opmerkingen • U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender in kwestie. • U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data Systeem functies selecteren. • Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn. • Bij slechte ontvangst kunt u op I TUNING AUTO/MAN’L op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator verdwijnt van het display op het voorpaneel. • Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding “...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel. • Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_” (onderstreping). • Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel. 48 Nl Black process 45.0° 240.0 LPI PS PTY RT CT Frequentiedisplay • Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te laten geven. Radio Data Systeem afstemmen (Alleen modellen voor Europa en Rusland) Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype (PTY SEEK functie) Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders door middel van het programmatype. 3 Druk op 7 PRESET/CH k / n op de afstandsbediening om het gewenste programmatype te selecteren. De naam van het geselecteerde programmatype zal verschijnen op het display op het voorpaneel. y POP M Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio Data Systeem zenders voor te programmeren (zie bladzijde 46). 1 Licht op Druk op 3 TUNER op de afstandsbediening om “TUNER” als signaalbron te selecteren. Programmatype 2 NEWS Knippert y Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op 0PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken. NEWS Nieuws AFFAIRS Actualiteiten INFO Algemene informatie SPORT Sport EDUCATE Educatief DRAMA Theater CULTURE Cultuur SCIENCE Wetenschap VARIED Licht amusement POP M Populaire muziek ROCK M Rock muziek M.O.R. M Middle-of-the-road muziek (easy-listening) LIGHT M Licht klassiek CLASSICS Klassiek OTHER M Overige muziek BASISBEDIENING Druk op 0PTY SEEK MODE op de afstandsbediening om dit toestel in de PTY SEEK functie te zetten. De naam van het geselecteerde programmatype of “NEWS” zal gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Beschrijving Nederlands 49 Nl Radio Data Systeem afstemmen (Alleen modellen voor Europa en Rusland) 4 Druk op 0PTY SEEK START op de afstandsbediening om alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders af te zoeken. Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op het display op het voorpaneel en de PTY HOLD indicator licht op terwijl het toestel naar een geschikte zender zoekt. POP M PTY HOLD Knippert Licht op y Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u nog eens op 0PTY SEEK START op de afstandsbediening te drukken. Opmerkingen • Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden wordt die een programma van het geselecteerde type uitzendt. • Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u nog eens op 0PTY SEEK START drukken om te zoeken naar een andere zender met een programma van het gewenste type. Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van andere netwerken (Enhanced Other Networks; EON) Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON (Enhanced Other Networks) gegevensservice van het Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer de geplande EON service begint, zal dit toestel automatisch overschakelen naar de lokale zender die de EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden. Opmerkingen • U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON gegevensservice beschikbaar is. • De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt van een Radio Data Systeem zender. 1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender. 2 Controleer of de EON indicator brandt op het display op het voorpaneel. Als de EON indicator niet oplicht op het display, dient u af te stemmen op een ander Radio Data Systeem programma waarbij de EON indicator wel gaat branden. EON 3 Druk herhaaldelijk op 0 EON op de afstandsbediening om één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren. De naam van het geselecteerde programmatype zal verschijnen op het display op het voorpaneel. NEWS Licht op y Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op 0 EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF” verschijnt op het display op het voorpaneel. 50 Nl GEBRUIKEN VAN USB GEHEUGENAPPARATUUR OF EEN DRAAGBARE AUDIOSPELER MET EEN USB AANSLUITING Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting Gebruik deze functie om te kunnen luisteren naar WAV (alleen PCM formaat), MP3 en WMA bestanden op USB geheugenapparatuur of draagbare USB audiospelers die zijn aangesloten op de USB poort op het voorpaneel van dit toestel. ■ Ondersteunde USB apparatuur Dit toestel biedt ondersteuning voor USB massa-opslagapparaten (met uitzondering van USB harde schijven) die gebruik maken van FAT16 of FAT32 formattering. Opmerkingen Volg de onderstaande procedures om van de muziek op uw USB apparaat of draagbare USB audiospeler te kunnen genieten. 1 Druk herhaaldelijk op R INPUT l / h (of op 3 USB) en selecteer USB. De cursor links van de USB indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel en het eerder weergegeven materiaal zal automatisch worden weergegeven. Licht op MULTI CH ■ Aansluiten van USB geheugenapparatuur of een draagbare USB audiospeler OPTIMIZER MIC SYSTEM OFF EDIT PRESET/TUNING BAND l PRESET/TUNING/CH h A/B/C/D/E MEMORY TUNING AUTO/MAN'L ZONE CONTROL SCENE 1 l PHONES SILENT CINEMA SPEAKERS A/B/OFF TONE CONTROL PROGRAM 2 3 STRAIGHT DIRECT h 4 l INPUT VIDEO AUX h AUDIO SELECT VIDEO L AUDIO DVD MD/CD-R USB Root Ellis Margellis Frankie Zipper Hall in Call Jackie Pastarius Jmiel Jean-Luc Ponta Jim Hallo MAIN ZONE ZONE 2 ON/OFF DTV/CBL CD TUNER Druk op M DISPLAY om de hoogste USB bestandenlijst te tonen. De USB bestandenlijst verschijnt in het in-beeld display. VOLUME ON/OFF V-AUX INPUT:USB 2 Sluit de USB stekker van uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler aan op de USB poort op het voorpaneel van dit toestel. DVR USB BASISBEDIENING • Alleen de eerste partitie (32 GB of minder) wordt weergegeven in het in-beeld display. U kunt geen bestanden selecteren in andere partities. • Er kunnen maximaal 8 mapniveaus met 500 muziekbestanden per map worden herkend. • Het is mogelijk dat sommige apparaten niet naar behoren functioneren, ook al voldoen ze aan de eisen. • Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten. Bediening weergave > > > > > > > USB R 1/7 EFFECT USB USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler y • “i” in de rechter hoek van een menuregel geeft aan dat er een submenu beschikbaar is op het volgende menuniveau. • Wanneer dit toestel in de bovenste map in de mappenstructuur is, zal de melding “Root” verschijnen naast “USB”. Nederlands 51 Nl Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting 3 4 Druk op 7 k / n / l / h op de afstandsbediening om het gewenste bestand te selecteren. • Druk op 7 k / n om het gewenste bestand/de gewenste map te selecteren. • Druk op 7 ENTER of 7 h om de gewenste map te openen. • Druk op 7 l om terug te keren naar het vorige mapniveau. Druk op 7 ENTER om het gewenste bestand weer te laten geven. y • U kunt met 0 b / a vooruit/terug springen en met 9 h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu in het in-beeld display. • U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave bepalen via de “USB PLAY STYLE” parameters in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 70). • U kunt de weergave op het display op het voorpaneel kiezen via “FL SCROLL” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 68). ■ Het weergave-informatiedisplay USB [Play] [1] [2] [3] . [4] 00:00 All FrankieZipper Made-to-orderaaaaaAA ;RoadtoIndiaaaAAAA [5] [6] [7] .A [1] Naam van de artiest [2] Titel van het album [3] Titel van het muziekstuk [4] Verstreken tijd Opmerking Wanneer de verstreken tijd langer is dan “99:59”, zal in plaats van de tijd “--:--” worden aangegeven. [5] [6] (weergave) pictogram All 1 (alles herhalen), (een enkel item herhalen) pictogrammen Wanneer “REPEAT” voor de “USB PLAY STYLE” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 70) is ingesteld op “OFF”, zal er geen pictogram verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl er bestanden of mappen worden weergegeven. [7] (willekeurige weergave) pictogram Wanneer “SHUFFLE” voor de “USB PLAY STYLE” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 70) is ingesteld op “OFF”, zal er geen pictogram verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl er bestanden of mappen worden weergegeven. 52 Nl GEBRUIKEN VAN EEN IPOD™ Gebruiken van een iPod™ Wanneer uw iPod is geplaatst in een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 20), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 20). Opmerkingen • Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund. • Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn. y Bedienen van een iPod™ U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via het in-beeld display van dit toestel (menufunctie) of zonder dit hulpmiddel (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie). ■ Afstandsbediening Druk voor u de volgende handelingen gaat uitvoeren op 3 V-AUX/DOCK. Toets 7 ENTER Functie ■ Bedienen van een iPod met de eenvoudige afstandsbedieningsfunctie U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop, overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het in-beeld display van dit toestel. Volgende menu y k Menu op n Menu neer l Vorige menu • U kunt de op uw iPod (alleen bepaalde modellen) opgeslagen foto’s of videoclips bekijken. • U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen op uw iPod. h Volgende menu 9 ll BASISBEDIENING • Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen verwijzen we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 85. • Wanneer uw iPod in een op dit toestel aangesloten Yamaha iPod universeel dock is geplaatst, zal dit toestel signaal beginnen uit te wisselen met uw iPod. • Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten. • Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Terug zoeken (ingedrukt houden) hh Vooruit zoeken (ingedrukt houden) b Terug springen a Vooruit springen s Stop e Pauze (Menu bedieningsfunctie) Weergave/Pauze (Eenvoudige afstandsbedieningsfunctie) p Weergave (Menu bedieningsfunctie) Weergave/Pauze (Eenvoudige afstandsbedieningsfunctie) Vorige menu M DISPLAY Display Nederlands K MENU 53 Nl Gebruiken van een iPod™ ■ Bedienen van een iPod met de menufunctie U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod bedienen met de meegeleverde afstandsbediening wanneer u dit toestel en en beeldscherm aansluit via de S VIDEO of VIDEO aansluiting. U kunt via het in-beeld display door de muziekstukken op uw iPod bladeren. U kunt bovendien instellingen voor uw iPod aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren. y • De naam van het weergegeven muziekstuk zal op het display op het voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met de “FL SCROLL” instelling in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 68). • U kunt de tijd dat het iPod menu en de weergave-informatie op het in-beeld display getoond wordt regelen met behulp van de “OSD-SOURCE” instelling in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 68). Opmerkingen • U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen op uw iPod. • Het Yamaha logo zal verschijnen op het display van uw iPod. • Sommige tekens kunnen niet worden weergegeven op het display op het voorpaneel of in het in-beeld display van dit toestel. Dergelijke tekens worden vervangen door een “_” (onderstreping). • De “Settings” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via het in-beeld display. Druk herhaaldelijk op 7 ENTER om heen en weer te schakelen tussen de diverse “Settings” parameterinstellingen. • U kunt niet met het in-beeld display bladeren door eventueel op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. Gebruik de eenvoudige afstandsbedieningsfunctie om de foto’s of videoclips op uw iPod te bekijken. Willekeurige weergave Shuffle Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of albums in willekeurige volgorde laten weergeven. Keuzes: Off, Songs, Albums • Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen. • Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in willekeurige volgorde te laten weergeven. • Selecteer “Albums” om dit toestel albums in willekeurige volgorde te laten weergeven. y Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal “ ” verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl de muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden weergegeven. Herhaalde weergave Repeat Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een reeks muziekstukken laten herhalen. Keuzes: Off, One, All • Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen. • Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten herhalen. • Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken te laten herhalen. y Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal “ ” of “ ” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald. 1 All ■ Het weergave-informatiedisplay [1] iPod[Play] 1/9  FrankieZipper Made-to-order RoadtoIndia    ||;;;;;;;;;;;;;;;;;; 0:51-7:44 All 1 Druk op 3 V-AUX/DOCK en druk vervolgens op M DISPLAY. Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen. iPod Playlists Artists Albums Songs Genres Composers Settings 2 Top > > > > > > > Druk op 7 k / n / l / h om het iPod menu te bedienen en druk vervolgens op 7 ENTER om het geselecteerde muziekstuk weer te laten geven. Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten), Albums (albums), Songs (songs), Genres (genres), Composers (componisten), Settings (instellingen) • Playlists > Songs • Artists > Albums > Songs • Albums > Songs • Songs • Genres > Artists > Albums > Songs • Composers > Albums > Songs • Settings > Shuffle, Repeat 54 Nl [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [1] Weergavestatus [2] Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten [3] Naam artiest [4] Songtitel [5] Voortgangsbalk [6] Verstreken tijd [7] Pictogrammen willekeurige en herhaalde weergave [8] [9] (weergave), (pauze), (vooruit zoeken) en (terug zoeken) Titel van het album [10] Resterende tijd GEBRUIKEN VAN BLUETOOTH™ COMPONENTEN Gebruiken van Bluetooth™ componenten U kunt een Yamaha Bluetooth adapter (zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) aansluiten op de DOCK aansluiting van dit toestel en zo luisteren naar de naar de muziek die op uw Bluetooth component (bijvoorbeeld een draagbare muziekspeler) is opgeslagen zonder bedrading tussen dit toestel en de Bluetooth component. U moet van tevoren zorgen dat er een verbinding tot stand is gebracht (“pairing”) tussen de aangesloten Bluetooth adapter en uw Bluetooth component. Verbinding tot stand brengen (“pairing”) tussen de Bluetooth™ adapter en uw Bluetooth™ component Er moet eerst een verbinding tot stand worden gebracht (“pairing”) tussen de op dit toestel aangesloten Bluetooth adapter en een Bluetooth component die voor het eerst gebruikt wordt, of waarvoor de verbindingsgegevens gewist zijn. Met “pairing” wordt de verwezen naar het registreren van een Bluetooth component voor Bluetooth communicatie. Opmerking Als er geen Bluetooth adapter is aangesloten op de DOCK aansluiting van dit toestel, zal “No BT adapter” verschijnen op het display op het voorpaneel. Controleer of de Bluetooth component de Bluetooth adapter kan detecteren. Als de Bluetooth component de Bluetooth adapter detecteert (vindt), zal (bijvoorbeeld) “YBA-10 YAMAHA” verschijnen in de lijst met Bluetooth apparaten. 5 Selecteer de Bluetooth adapter in de lijst met Bluetooth apparaten en voer het wachtwoord “0000” in op de Bluetooth component. Wanneer de verbinding met succes tot stand is gebracht, zal de melding “Completed” verschijnen op het display op het voorpaneel. y • Het tot stand brengen van de verbinding (“pairing”) hoeft alleen de eerste keer dat u een bepaalde Bluetooth component met de Bluetooth adapter gebruikt te gebeuren. • Om de verbinding tot stand te brengen (“pairing”) zijn er handelingen nodig op zowel dit toestel als op de component waarmee u de Bluetooth verbinding wilt maken. Raadpleeg indien nodig de handleidingen van de andere betrokken apparatuur. Er zijn twee manieren om een dergelijke verbinding tot stand te brengen: koppelen door middel van “START PAIRING” in het “SET MENU” en “quick pairing”. ■ Pairing via het “SET MENU” Gebruik deze functie om de verbinding tot stand te brengen (“pairing”) met behulp van het beeldscherm. Selecteer “START PAIRING” bil “INPUT MENU”. Zie bladzijde 69 voor details. ■ Quick pairing Als beveiliging geldt er een limiet van 8 minuten voor het tot stand brengen van de verbinding (“pairing”). Wij bevelen u aan alle instructies goed te lezen en te zorgen dat u ze goed begrijpt voor u begint. Druk herhaaldelijk op R INPUT l / h (of op 3 V-AUX/DOCK) en selecteer “V-AUX” als signaalbron. 2 Zet de Bluetooth component waarmee u verbinding wilt maken aan. 3 Houd EBAND (of 6 BAND) 3 seconden lang ingedrukt om het maken van de verbinding (“pairing”) te laten beginnen. Wanneer de Bluetooth adapter hiermee begint, zal eventjes de melding “Searching...” verschijnen. Terwijl de Bluetooth adapter nog verbinding aan het zoeken of aan het maken is, zal de DOCK indicator op het display op het voorpaneel knipperen. y Druk nog eens op EBAND (of 6 BAND) om het tot stand brengen van de verbinding (“pairing”) te annuleren. Opmerking De Yamaha Bluetooth adapter kan de verbindingsgegevens bewaren van maximaal acht Bluetooth componenten. Wanneer er vervolgens een verbinding tot stand wordt gebracht (“pairing”) met een negende apparaat, dan zullen de verbindingsgegevens voor de langst niet gebruikte eerder geregistreerde component door de nieuwe gegevens worden vervangen. Weergave van een Bluetooth™ component 1 Druk herhaaldelijk op R INPUT l / h (of op 3 V-AUX/DOCK) en selecteer “V-AUX” als signaalbron. 2 Begin de weergave op uw Bluetooth component. Wanneer de aangesloten Bluetooth adapter de Bluetooth component detecteert, zullen de melding “BT connected” en de DOCK indicator verschijnen op het display op het voorpaneel. y • Wanneer u op 7 ENTER drukt, zal de aangesloten Bluetooth adapter op zoek gaan naar de laatst gebruikte Bluetooth component om daar verbinding mee te maken. Als de Bluetooth adapter de Bluetooth component niet kan vinden, zal “Not found” verschijnen op het display op het voorpaneel. • Druk op 8 RETURN om de verbinding tussen de Bluetooth en de Bluetooth component te verbreken. 55 Nl Nederlands 1 BASISBEDIENING 4 OPNEMEN Opnemen Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de handleidingen van de betreffende componenten. Opmerkingen • Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten. • De TONE CONTROL (zie bladzijde 43) en VOLUME instellingen, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 43) en de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 40) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal. • Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel. • Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Als uw signaalbron alleen digitaal is aangesloten, kunt u daarvan niet opnemen. • S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting) alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw DVD-recorder. • Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal. • Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden weergegeven en opgenomen. • Wanneer u opname-apparatuur heeft aangesloten op dit toestel, dient u de apparatuur in kwestie ingeschakeld te houden zolang u dit toestel gebruikt. Als de apparatuur in kwestie wordt uitgeschakeld, kan de weergave van andere componenten gestoord worden. • Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten. y Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint. Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen. 1 Zet alle aangesloten componenten aan. 2 Druk herhaaldelijk op R INPUT l / h (of druk op één van de ingangskeuzetoetsen (3 )) om de signaalbron waarvan u wilt opnemen te selecteren. 56 Nl 3 Start de weergave op de geselecteerde broncomponent of stem af op een zender. 4 Start de opname op de opnemende component. SET MENU SET MENU Met behulp van het “SET MENU” (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. ■ Automatische setup AUTO SETUP Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 26). ■ Handmatige setup MANUAL SETUP Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen. Geluidsmenu 1 SOUND MENU Parameter Bladzijde A)SPEAKER SET Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage tonen, de crossover frequentie en de locatie van de voor-luidsprekers die zijn aangesloten op de FRONT B aansluitingen. 59 B)SP LEVEL Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker. 61 C)SP DISTANCE Instellen van de vertraging voor elke luidspreker. 62 D)CENTER GEQ Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker. 62 E)LFE LEVEL Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen. 62 F)DYNAMIC RANGE Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen. 63 G)AUDIO SET Regelt de verlaging van het volume, de vertraging, het maximum volumeniveau en het beginvolume. 63 H)HDMI SET Hiermee kunt u kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting. 64 I)EXTD SUR. Gebruik deze functie om te profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder en de aangesloten surround achter-luidsprekers. 64 GEAVANCEERDE BEDIENING Kenmerken Ingangsmenu 2 INPUT MENU Parameter Kenmerken Bladzijde Toewijzen van in- en uitgangsaansluitingen van dit toestel aan de daarmee verbonden componenten. 65 B)INPUT RENAME Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven. 66 C)VOLUME TRIM Instellen van het uitgangsniveau van elke signaalbron. 66 D)DECODER MODE Selecteren van de decoderfunctie voor de signaalbronnen die zijn aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. 66 E)MULTI CH SET Selecteren welke videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen. 67 57 Nl Nederlands A)I/O ASSIGNMENT SET MENU Optiemenu 3 OPTION MENU Parameter Kenmerken Bladzijde A)DISPLAY SET Regelen van de helderheid van het display op het voorpaneel en de manier waarop de iPod informatie wordt getoond. 67 B)MEMORY GUARD Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere “SET MENU” instellingen. 68 C)AUDIO SELECT Standaard instellen van een bepaalde audio ingangsaansluiting selectiefunctie voor de op de DIGITAL INPUT aangesloten signaalbronnen wanneer u dit toestel aan zet. 68 D)PARAM. INI Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s. 69 E)BLUETOOTH SET Breng de verbinding tot stand (pairing) tussen de aangesloten Yamaha Bluetooth adapter (zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) en een Bluetooth component (zie bladzijde 55). 69 F)USB PLAY STYLE Regelen van de weergavestijl van een USB signaalbron. 70 ■ Signaalinformatie SIGNAL INFO Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 38). Gebruiken van het SET MENU 3 Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en de instellingen te verrichten. Druk op 7 ENTER om de “MANUAL SETUP” te openen. Het “MANUAL SETUP” scherm zal op het in-beeld display verschijnen. y U kunt de “SET MENU” parameters wijzigen terwijl het toestel geluid aan het weergeven is. 1 ;MANUAL SETUP . 1 SOUND MENU 2 INPUT MENU 3 OPTION MENU Druk op 4 AMP en vervolgens op K MENU om het “SET MENU” te openen. Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen. 4 Gebruik 7 k / n / l / h en 7 ENTER om de parameter te selecteren en te wijzigen. • Druk op 7 k / n om het gewenste menu of de gewenste parameter te selecteren. • Druk op 7 l / h om de huidige waarde voor deze parameter te wijzigen. • Druk op 7 ENTER om het gewenste menu te openen of de gewenste parameter te bevestigen. • Druk op 8 RETURN om terug te keren naar het vorige menuniveau. 5 Druk op K MENU om de “SET MENU” te verlaten. TOPAMENU . ;AUTO SETUP .A;MANUAL SETUP ;SIGNAL INFO p p [ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Enter 2 Druk op 7 k / n en selecteer “MANUAL SETUP”. SET MENU TOPAMENU ;AUTO SETUP .A;MANUAL SETUP ;SIGNAL INFO 58 Nl p p [ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Enter p p SET MENU [ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Enter SET MENU 1 SOUND MENU Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen of compenseren voor vertragingen bij het verwerken van videosignalen bij gebruik van LCD monitoren of projectoren. ;MANUAL SETUP De woofer van de luidsprekerbox is 16 cm of groter: groot De woofer van de luidsprekerbox is kleiner dan 16 cm: klein Voor-luidsprekers FRONT SP Keuzes: SMALL, LARGE ;MANUAL SETUP 1 SOUND MENU 1/2 1 SOUND MENU 2/2 1 SOUND MENU . F)DYNAMIC RANGE G)AUDIO SET H)HDMI SET I)EXTD SUR. A)SPEAKER SET FRONT SP p p [ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Enter p p . A)SPEAKER SET B)SP LEVEL C)SP DISTANCE D)CENTER GEQ E)LFE LEVEL [ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Enter SMALL ■ Luidspreker-instellingen A)SPEAKER SET Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen. FRONT B luidspreker-instelling FRONT B Gebruik deze functie om de locatie van de met de FRONT B aansluitingen verbonden luidsprekers te bepalen. Keuzes: FRONT, ZONE B >LARGE Wanneer de voor-luidsprekers groot zijn Selecteer “LARGE” (groot). Wanneer de voor-luidsprekers klein zijn Selecteer “SMALL” (klein). Opmerking 1 SOUND MENU A)SPEAKER SET p p [ ]/[ ]:Up/Down [p]/[[]:Select • Selecteer “FRONT” om de SPEAKERS A en B set aan of uit te zetten wanneer de met de FRONT B aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw eerste luisterruimte bevinden. • Selecteer “ZONE B” als de met de FRONT B aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een andere kamer (‘zone’) bevinden. Als SPEAKERS A wordt uitgeschakeld en SPEAKERS B wordt ingeschakeld, zullen alle luidsprekers in de hoofdzone (eerste luisterruimte/woonkamer) worden uitgeschakeld en zal er alleen via de FRONT B aansluitingen geluid worden weergegeven. Opmerkingen • Als u een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting van dit toestel doet, zal het geluid worden weergegeven via zowel de hoofdtelefoon als de FRONT B aansluitingen wanneer “FRONT B” is ingesteld op “ZONE B”. • Als er een DSP programma is ingeschakeld wanneer “FRONT B” op “ZONE B” is ingesteld, zal het toestel automatisch in de Virtual CINEMA DSP stand gaan (zie bladzijde 41). Midden-luidspreker CENTER SP Keuzes: NONE, SML, LRG GEAVANCEERDE BEDIENING FRONT B;;;;FRONT Wanneer “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRONT” (zie bladzijde 60), kunt u alleen “LARGE” kiezen bij “FRONT SP”. Als “FRONT SP” van tevoren op een andere instelling dan “LARGE” is gezet, zal dit toestel die instelling automatisch veranderen naar “LARGE”. 1 SOUND MENU A)SPEAKER SET CENTER SP NONE >SML LRG Wanneer de midden-luidspreker groot is Selecteer “LRG” (groot). Wanneer de midden-luidspreker klein is Selecteer “SML” (klein). Wanneer u geen gebruik maakt van een midden-luidspreker Selecteer “NONE” (geen). De signalen voor het middenkanaal zullen naar de linker en rechter voorluidsprekers worden gestuurd. Nederlands 59 Nl SET MENU Linker/rechter surround-luidsprekers SUR. L/R SP Keuzes: NONE, SML, LRG 1 SOUND MENU LFE Bass out LFE/BASS OUT Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen weergeven. Keuzes: SWFR, FRNT, BOTH A)SPEAKER SET SUR. L/R SP 1 SOUND MENU A)SPEAKER SET LFE/BASS OUT NONE >SML LRG Wanneer de surround-luidsprekers groot zijn Selecteer “LRG” (groot). Wanneer de surround-luidsprekers klein zijn Selecteer “SML” (klein). Wanneer u geen gebruik maakt van surroundluidsprekers Selecteer “NONE” (geen). Dit toestel wordt in de Virtual CINEMA DSP stand gezet (zie bladzijde 41). Linker/rechter surround achter-luidsprekers SUR.B L/R SP Keuzes: NONE, SMLx1, SMLx2, LRGx1, LRGx2 1 SOUND MENU A)SPEAKER SET SUR.B L/R SP NONE SMLx1 >SMLx2 Wanneer de linker en rechter surround achterluidsprekers groot zijn Selecteer “LRGx2” (groot x 2). Wanneer de enkele surround achterluidspreker groot is Selecteer “LRGx1” (groot x 1). Wanneer de linker en rechter surround achterluidsprekers klein zijn Selecteer “SMLx2” (klein x 2). Wanneer de enkele surround achterluidspreker klein is Selecteer “SMLx1” (klein x 1). Wanneer u geen gebruik maakt van surround achter-luidsprekers Selecteer “NONE” (geen). De signalen voor het surround-achterkanaal zullen naar de linker en rechter surround-luidsprekers worden gestuurd. 60 Nl SWFR FRNT>BOTH Wanneer er een subwoofer is aangesloten op dit toestel en u een natuurlijke weergave van de lage tonen wilt Selecteer “SWFR” (subwoofer). Zowel de LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd. Wanneer er een subwoofer is aangesloten op dit toestel en u een rijke weergave van de lage tonen wilt Selecteer “BOTH” (beide). De lage tonen worden voor elke signaalbron weergegeven door de subwoofer. Zowel de LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd. De lage tonen in de linker en rechter voorkanalen zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers en de subwoofer worden gedirigeerd, ongeacht de “FRONT SP” instelling (zie bladzijde 59). Wanneer u geen gebruik maakt van een subwoofer Selecteer “FRNT” (voor). De LFE signalen, de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) zullen allemaal gedirigeerd worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “FRONT SP” instelling (zie bladzijde 59). SET MENU Crossover CROSS OVER Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) via “SPEAKER SET” (zie bladzijde 59). Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen naar de subwoofer of voor-luidsprekers worden gedirigeerd aan de hand van de “LFE/BASS OUT” instelling bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 59). Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz, 120Hz, 160Hz, 200Hz 1 SOUND MENU ■ Luidsprekerniveau B)SP LEVEL Gebruik deze functie om met de hand het uitgangsniveau van elk van de luidsprekers in te stellen. Instelbereik: –10 t/m +10 dB Instelstap: 1 dB Begininstelling: 0 dB 1 SOUND MENU 1 SOUND MENU B)SP LEVEL 1/2 -__________+ . FR.L FR.R CNTR SWFR B)SP LEVEL 2/2 -__________+ .SUR.L SUR.R SBL SBR A)SPEAKER SET CROSSOVER SP LEVEL FREQ;;;80Hz Subwooferfase SUBWOOFER PHASE Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer omschakelen. Keuzes: NORMAL, REVERSE 1 SOUND MENU FR.L Linker voor-luidspreker FR.R Rechter voor-luidspreker CNTR Midden-luidspreker SWFR Subwoofer SUR.L Linker surround-luidspreker SUR.R Rechter surround-luidspreker SBL Linker surround achter-luidspreker SBR Rechter surround achter-luidspreker Opmerkingen >NORMAL REVERSE • Selecteer “NORMAL” als u de fase voor uw subwoofer niet wilt omkeren. • Selecteer “REVERSE” om de fase voor uw subwoofer om te keren. • Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen. • In plaats van “SBL” en “SBR”, zal “SUR.B” worden getoond indien “SUR.B L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie bladzijde 60). GEAVANCEERDE BEDIENING A)SPEAKER SET SUBWOOFER PHASE Ingestelde luidspreker Nederlands 61 Nl SET MENU ■ Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE ■ Equalizer voor de midden-luidspreker Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek arriveert. D)CENTER GEQ Gebruik deze functie om de ingebouwde 5-frequentiebanden (100 Hz, 300 Hz, 1 kHz, 3 kHz en 10 kHz) grafische equalizer zo in te stellen dat de toonkleur van de midden-luidspreker overeenkomt met die van de voor-luidsprekers. U kunt de instelling verrichten terwijl u luistert naar de op dit moment geselecteerde signaalbron, of naar een testtoon. 1 SOUND MENU 1 SOUND MENU C)SP DISTANCE 1/2 C)SP DISTANCE 2/2 1 SOUND MENU . SUR. L;;;;;2.40m SUR. R;;;;;2.40m SB L;;;;;;;2.40m SB R;;;;;;;2.40m p p p Eenheid UNIT Keuzes: meters (m), feet (ft) Begininstelling: [Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft) [Overige modellen]: meters (m) • Selecteer “meters” om de afstanden van de luidsprekers in meters in te kunnen voeren. • Selecteer “feet” om de afstanden van de luidsprekers in feet (voeten) in te kunnen voeren. Luidsprekerafstanden Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1,0 t/m 80.0 ft) Instelstap: 0,10 m (0.5 ft) Begininstelling: FRONT L/FRONT R/SWFR: 3,00 m (10.0 ft) CENTER: 2,60 m (8.5 ft) SUR. L/SUR. R/SB L/SB R: 2,40 m (8.0 ft) SP DISTANCE Ingestelde luidspreker Rechter voor-luidspreker CENTER Midden-luidspreker SWFR Subwoofer SUR. L Linker surround-luidspreker SUR. R Rechter surround-luidspreker SB L Linker surround achter-luidspreker SB R Rechter surround achter-luidspreker Opmerkingen • Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen. • In plaats van “SB L” en “SB R”, zal “SUR.B” worden getoond indien “SUR.B L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie bladzijde 60). 62 Nl Keuzes: OFF, ON • Selecteer “OFF” om de testtoon te stoppen en de op dit moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven. • Selecteer “ON” om de midden- en linker voorluidsprekers testtonen te laten produceren. ■ Niveau Lage Frequentie Effecten E)LFE LEVEL Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling werkt wanneer het ingangssignaal een LFE kanaal bevat. Instelbereik: –20 t/m 0 dB Instelstap: 1 dB 1 SOUND MENU E)LFE LEVEL . SPEAKER;;;;;;0dB HEADPHONE;;;;0dB [ ]/[ ]:Up/Down [p]/[[]:Adjust p FRONT R Testtoon TEST Gebruik deze functie om instellingen te verrichten voor “CENTER GEQ” terwijl u luistert naar een testtoon. p FRONT L Linker voor-luidspreker 0dB 0dB 0dB 0dB 0dB p D)CENTER GEQ TEST >OFF ON . 100Hz ;;;;;; 300Hz ;;;;;; 1kHz ;;;;;; 3kHz ;;;;;; 10kHz ;;;;;; [ ]/[ ]:Up/Down [p]/[[]:Adjust [ ]/[ ]:Up/Down [p]/[[]:Adjust p p . UNIT;;;;;;meters FRONT L;;;;3.00m FRONT R;;;;3.00m CENTER;;;;;2.60m SWFR;;;;;;;3.00m [ ]/[ ]:Up/Down [p]/[[]:Adjust Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB Instelstap: 0,5 dB Begininstelling: 0 dB Luidspreker SPEAKER Stelt het LFE luidsprekerniveau in. Hoofdtelefoon HEADPHONE Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in. Opmerking Afhankelijk van de instellingen bij “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 60) is het mogelijk dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting worden gereproduceerd. SET MENU ■ Dynamisch bereik F)DYNAMIC RANGE Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. 1 SOUND MENU F)DYNAMIC RANGE . SPEAKER;;;;;;MAX HEADPHONE;;;;MAX p p [ ]/[ ]:Up/Down [p]/[[]:Adjust Luidspreker SPEAKER Stelt de compressie voor de luidsprekers in. Hoofdtelefoon HEADPHONE Stelt de compressie voor de hoofdtelefoon in. Keuzes: MIN, STD, MAX • Selecteer “MIN” (minimum) als u regelmatig bij een laag volume wilt luisteren. • Selecteer “STD” (standaard) voor algemeen gebruik. • Selecteer “MAX” (maximum) om het grootste dynamische bereik te behouden. Maximum volume MAX VOL. Gebruik deze functie om het maximum volume in te stellen. Deze functie is nuttig om te voorkomen dat er per ongeluk hele harde geluiden worden weergegeven. Het oorspronkelijke volumebereik is bijvoorbeeld –80 dB t/m +16 dB. Maar wanneer “MAX VOL.” is ingesteld op –5 dB, wordt het volumebereik –80 dB t/m –5 dB. Instelbereik: –30 dB t/m +10 dB, +16 dB Instelstap: 5 dB Opmerking De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de “Initial Volume” instelling. Als bijvoorbeeld “INIT.VOL.” is ingesteld op –20 dB en “MAX VOL.” is ingesteld op –30 dB, dan zal het volume automatisch worden ingesteld op –30 dB wanneer u de volgende keer het toestel weer aan zet. Beginvolume INIT.VOL. Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume moet worden wanneer dit toestel aan wordt gezet. Keuzes: OFF, MUTE, –80 dB t/m +16 dB Instelstap: 1 dB Opmerking De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de “INIT.VOL.” instelling. GEAVANCEERDE BEDIENING ■ Audio instellingen G)AUDIO SET Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel wijzigen. 1 SOUND MENU G)AUDIO SET . MUTE TYPE;;;FULL A.DELAY;;;;;;0ms MAX VOL.;;;+16dB INIT.VOL.;;;;OFF p p [ ]/[ ]:Up/Down [p]/[[]:Select Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid MUTE TYPE U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet worden wanneer u deze functie gebruikt (zie bladzijde 37). Keuzes: FULL, –20dB • Selecteer “FULL” om de geluidsweergave helemaal te stoppen. • Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB te verlagen. Nederlands Audio vertraging A.DELAY U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren. Instelbereik: 0 t/m 160 ms Instelstap: 1 ms 63 Nl SET MENU ■ HDMI instelling H)HDMI SET Gebruik deze functie om de component te selecteren die de HDMI audiosignalen moet weergeven. ■ Uitgebreid surround I)EXTD SUR. 1 SOUND MENU I)EXTD SUR. . >AUTO LAST EXTD SUR.;;;;;;AUTO 1 SOUND MENU H)HDMI SET [p]/[[]:Select [ENTER]:Return SUPPORT AUDIO: RX-V563 [p]/[[]:Select [ENTER]:Return Audio ondersteuning SUPPORT AUDIO Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Keuze RX-V563 Other Functies Voor weergave van HDMI audiosignalen met dit toestel. De HDMI audiosignalen die binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen van dit toestel worden niet gereproduceerd via de HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Voor weergave van HDMI audiosignalen weer te laten geven door een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting. Uitgebreide decoder selectiefunctie Met deze functie kunt u een bepaalde uitgebreide decoderfunctie instellen voor signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet. Keuzes: AUTO, LAST • Selecteer “AUTO” als u dit toestel automatisch het soort digitale audio ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste decoder wilt laten selecteren. • Kies “LAST” om het toestel automatisch de decoderfunctie in te laten schakelen die het laatst voor “EXTD SUR.” ingesteld is. Uitgebreide decoder specificatie Gebruik deze functie om te profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder en de aangesloten surround achter-luidsprekers. Keuze AUTO Schakelt de optimale decoder in voor weergave van signalen via 6.1/7.1 kanalen wanneer dit toestel een signalering daarvoor (‘vlag’) in het ingangssignaal herkent. PLIIxMovie Geeft Dolby Digital of DTS signalen weer met 7.1 kanalen met behulp van de Pro Logic IIx movie decoder. Opmerkingen • Dit toestel geeft audio en videosignalen die binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen alleen door via de HDMI uitgangsaansluiting wanneer dit toestel aan staat, ook al is “SUPPORT AUDIO” ingesteld op “Other”. • Welke audio/videosignalen kunnen worden weergegeven hangt mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm. Raadpleeg de handleidingen van alle aangesloten componenten. 64 Nl Functies (wanneer er 2 surround achterluidsprekers worden gebruikt) PLIIxMusic Geeft Dolby Digital of DTS signalen weer met 6.1/7.1 kanalen met behulp van de Pro Logic IIx music decoder. EX/ES Geeft Dolby Digital of DTS signalen weer via 6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX of DTS-ES decoder. OFF Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1 kanalen te creëren. SET MENU 2 INPUT MENU Via dit menu kunt u de ingangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de decoderfunctie wijzigen of een signaalbron een andere naam geven. Voor OPTICAL OUTPUT aansluiting 4 OPTICAL OUT (4) Keuzes: (4) MD/CD-R, DTV/CBL, V-AUX, DVR 2 INPUT MENU A)I/O ASSIGNMENT OPTICAL OUT . (4);;;;;MD/CD-R (MD/CD-R ) ;MANUAL SETUP 2 INPUT MENU p p . A)I/O ASSIGNMENT B)INPUT RENAME C)VOLUME TRIM D)DECODER MODE E)MULTI CH SET [ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Enter ■ Toewijzen van in- en uitgangsaansluitingen A)INPUT ASSIGNMENT U kunt de ingangsaansluitingen toewijzen aan andere componenten als de begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer componenten te kunnen aansluiten. Wanneer er ingangsaansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt u de daarbij behorende component selecteren als signaalbron met RINPUT l / h (of met de ingangskeuzetoetsen (3)). [p]/[[]:Select Voor de HDMI aansluitingen 1 en 2 HDMI IN [1] HDMI IN [2] Keuzes: [1] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR [2] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR 2 INPUT MENU A)I/O ASSIGNMENT HDMI IN . [IN1];;; DVD ( DVD ) [IN2];;;DTV/CBL (DTV/CBL ) [p]/[[]:Select GEAVANCEERDE BEDIENING Voor de COAXIAL INPUT aansluiting 1 COAXIAL IN (1) Keuzes: (1) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR 2 INPUT MENU A)I/O ASSIGNMENT COAXIAL IN . (1);;;;; ( DVD DVD ) [p]/[[]:Select Voor de OPTICAL INPUT aansluitingen 2 en 3 OPTICAL IN (2) OPTICAL IN (3) Keuzes: (2) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR (3) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR 2 INPUT MENU A)I/O ASSIGNMENT OPTICAL IN . (2);;;;;DTV/CBL (DTV/CBL ) (3);;;;; CD ( CD ) Nederlands [p]/[[]:Select Opmerking U kunt een bepaald item niet meer dan één keer selecteren. 65 Nl SET MENU ■ Signaalbronnen nieuwe namen geven ■ Volume op elkaar afstemmen B)INPUT RENAME Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen zoals die op het in-beeld display op het voorpaneel verschijnen veranderen. C)VOLUME TRIM Gebruik deze functie om het uitgangsvolume van elk van de signaalbronnen in te stellen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het volume plotseling verandert wanneer u overschakelt naar een andere signaalbron. Keuzes: CD, MD/CD-R, TUNER, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR, DOCK, USB, MULTI CH Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB Instelstap: 1,0 dB Begininstelling: 0,0 dB 2 INPUT MENU B)INPUT RENAME DVD -> DVD p p [p]/[[]:Position [ ]/[ ]:Chara. 2 INPUT MENU 1 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen (3) of D MULTI CH IN om de signaalbron waarvan u de naam wilt veranderen te selecteren. C)VOLUME TRIM DVD DVD ;;;;;0.0dB [p]/[[]:Adjust [RETURN]:Exit USB CD MD/CD-R TUNER Opmerking of DVD DTV/CBL MULTI CH IN DVR V-AUX/DOCK U kunt de instelling voor DOCK alleen wijzigen wanneer er een iPod zit in een op dit toestel aangesloten Yamaha Universeel Dock. ■ Decoderfunctie D)DECODER MODE 2 Opmerkingen • U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke signaalbron. • Druk op 7 n om de tekens als volgt te laten veranderen, of druk op 7 k om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen: A t/m Z, spatie, 0 t/m 9, spatie, a t/m z, spatie, symbolen (#, *, –, +, enz.) 4 5 Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen van andere signaalbronnen wilt veranderen. Druk op 7 ENTER om de “INPUT RENAME” te verlaten. 66 Nl D)DECODER MODE . >AUTO CD DVD DTV/CBL LAST ;;;;AUTO ;;;;AUTO ;;;;AUTO [ ]/[ ]:Up/Down [p]/[[]:Select p Kies met 7 k / n het teken dat u wilt gebruiken en ga vervolgens met 7 l / h naar het volgende teken. 2 INPUT MENU p 3 Druk op 4 AMP en dan op 7 l / h op de afstandsbediening om de “_” (onderstreping) onder de spatie of het teken dat u wilt bewerken te plaatsen. Decoder keuzefunctie Met deze functie kunt u een bepaalde decoderfunctie standaard instellen voor signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet. Keuzes: AUTO, LAST • Selecteer “AUTO” als u dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste decoderfunctie wilt laten selecteren. • Kies “LAST” om het toestel automatisch de decoderfunctie in te laten schakelen die het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is. DTS decoder voorrangsinstelling Keuzes: AUTO, DTS • Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste ingangsfunctie wilt laten selecteren. • Selecteer “DTS” wanneer u een DTS-CD wilt laten weergeven. SET MENU ■ Multikanaals ingangsinstelling E)MULTI CH SET 2 INPUT MENU 3 OPTION MENU Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen. E)MULTI CH SET BGV;;;;;;;;;LAST INPUT CH;;;;;6CH ;MANUAL SETUP 3 OPTION MENU [p]/[[]:Select . DIMMER;;;;;;;;;0 VIDEO CONV;;;;ON FL SCROLL;;;CONT [p]/[[]:Select Als de aangesloten component gescheiden 6-kanaals audiosignalen produceert. Selecteer “6CH”. Als de aangesloten component gescheiden 8-kanaals audiosignalen produceert. Selecteer “8CH”. Stel “FRONT” (zie hieronder) in voor de analoge audio-aansluitingen via welke de linker en rechter voorkanalen van de aangesloten worden ontvangen. Linker en rechter voorkanalen ingangsaansluiting FRONT Als u “8CH” heeft ingesteld bij “INPUT CH”, kunt u de analoge audio-aansluitingen selecteren waarop de linker en rechter voorkanalen van de op dit toestel aangesloten externe decoder zullen binnenkomen. Keuzes: DVD, DTV/CBL, DVR, V-AUX Opmerking [ ]/[ ]:Up/Down [p]/[[]:Select Dimmer DIMMER Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel instellen. Instelbereik: –4 t/m 0 Instelstap: 1 • Druk op 7 l om het display op het voorpaneel te dimmen. • Druk op 7 h om het display op het voorpaneel helderder te maken. Video conversie VIDEO CONV. Gebruik deze functie om in te stellen of videosignalen die binnenkomen via de VIDEO en S VIDEO aansluitingen moeten worden omgezet. Keuzes: ON, OFF • Selecteer “ON” om composiet signalen om te zetten in S-Videosignalen en vice versa, of om composiet en S-Videosignalen om te zetten in component videosignalen. • Selecteer “OFF” om geen signalen om te laten zetten. Opmerkingen • Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom. • De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een videobron wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten. • Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een videorecorder worden omgezet naar component videosignalen, kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw videorecorder. • Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke gevallen “VIDEO CONV.” op “OFF”. • Wanneer er videosignalen die niet standaard genoemd kunnen worden binnenkomen (zoals videosignalen van een spelcomputer), is het mogelijk dat dit toestel de signalen niet zal kunnen omzetten, ook al heeft u “VIDEO CONV.” ingesteld op “ON”. 67 Nl Nederlands De “FRONT” parameter komt alleen beschikbaar wanneer u “INPUT CH” instelt op “8CH”. 2/2 GEAVANCEERDE BEDIENING BGV;;;;;;;;;LAST INPUT CH;;;;;8CH FRONT;;;;;;;;DVD A)DISPLAY SET . OSD SHIFT;;;;;;0 OSD-SOURCE;;;30s OSD-AMP;;;;;;30s p E)MULTI CH SET 3 OPTION MENU 1/2 p [ ]/[ ]:Up/Down [p]/[[]:Select p 2 INPUT MENU p 3 OPTION MENU p Ingangskanalen INPUT CH Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen wordt van de externe decoder (zie bladzijde 19). Keuzes: 6CH, 8CH [ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Enter p Selecteer “LAST” om dit toestel automatisch de laatst geselecteerde videobron als achtergrondvideo te laten gebruiken. 2/2 ■ Display instellingen A)DISPLAY SET A)DISPLAY SET y 3 OPTION MENU . F)USB PLAY STYLE p . A)DISPLAY SET B)MEMORY GUARD C)AUDIO SELECT D)PARAM. INI E)BLUETOOTH SET [ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Enter p Achtergrondvideo BGV Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen. Keuzes: DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR, LAST ;MANUAL SETUP 1/2 SET MENU Scrollen over het display op het voorpaneel FL SCROLL Gebruik deze functie om te bepalen of de informatie (zoals de songtitel of de naam van een kanaal) volledig over het display op het voorpaneel moet worden weergegeven door eroverheen te blijven bewegen, of dat alleen de eerste 14 letters en cijfers daarvan weergegeven moeten worden nadat de volledige naam of titel één keer over het display is geschoven wanneer “DOCK” is geselecteerd als signaalbron. Keuzes: CONT, ONCE • Selecteer “CONT” om de bedieningsstatus doorlopend weer te laten geven op het display op het voorpaneel. • Selecteer “ONCE” om de bedieningsstatus met de eerste 14 alfanumerieke tekens op het display op het voorpaneel te laten zien. OSD (in-beeld display) vershuiven OSD SHIFT Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD (in-beeld display) instellen. Instelbereik: –5 (naar beneden) t/m +5 (naar boven) Instelstap: 1 Begininstelling: 0 • Druk op 7 l om het in-beeld display lager op het scherm weer te geven. • Druk op 7 h om het in-beeld display hoger op het scherm weer te geven. Signaalbronfunctie weergavetijd in-beeld display OSD-SOURCE Via deze functie kunt u bepalen hoe lang de iPod menu nog moet worden weergegeven op het in-beeld display (OSD) nadat u een handeling heeft uitgevoerd. Keuzes: ON, 10s, 30s • Selecteer “ON” om het in-beeld display voortdurend weer te laten geven tijdens een handeling. • Selecteer “10s” om het in-beeld display 10 seconden nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen. • Selecteer “30s” om het in-beeld display 30 seconden nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen. Versterkerfunctie weergavetijd in-beeld display OSD-AMP Hiermee kunt u instellen hoe lang de status nog weergegeven zal worden wanneer u een bepaalde handeling heeft uitgevoerd. Keuzes: ON, 10s, 30s • Selecteer “ON” om het in-beeld display voortdurend te laten weergeven tijdens een handeling. • Selecteer “10s” om het in-beeld display 10 seconden nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen. • Selecteer “30s” om het in-beeld display 30 seconden nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen. 68 Nl ■ Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP programma instellingen en andere systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden. Keuzes: OFF, ON 3 OPTION MENU B)MEMORY >OFF GUARD ON [p]/[[]:Select • Selecteer “OFF” om de “MEMORY GUARD” functie uit te schakelen. • Kies “ON” om de inhoud van het geheugen te beveiligen: – geluidsveldprogrammaparameters – alle “SET MENU” onderdelen – alle luidsprekerniveaus – SCENE sjabloonparameters Opmerking Wanneer “MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”, kunt u geen andere “SET MENU” items meer selecteren of instellen. ■ Audio selectie C)AUDIO SELECT Met deze functie kunt u een bepaalde audio ingangsaansluiting standaard instellen voor de signaalbronnen wanneer u dit toestel aan zet. Keuzes: AUTO, LAST 3 OPTION MENU C)AUDIO SELECT >AUTO LAST [p]/[[]:Select • Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste ingangsfunctie wilt laten selecteren. • Kies “LAST” om het toestel automatisch de ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is (zie bladzijde 36). SET MENU ■ Parameters initialiseren D)PARAM. INI Met deze functie kunt u alle parameters voor de geluidsveldprogramma’s terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Keuzes: NO, YES ■ Bluetooth instelling E)BLUETOOTH SET 3 OPTION MENU E)BLUETOOTH SET . START PAIRING 3 OPTION MENU [ENTER]:Enter D)PARAM. INI >NO YES [p]/[[]:Select [ENTER]:Return • Selecteer “NO” om het initialiseren van de parameters te annuleren en terug te keren naar het vorige menuscherm. • Selecteer “YES” en druk op 7 ENTER om alle geluidsveldparameters terug te zetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Opmerkingen Als beveiliging geldt er een limiet van 8 minuten voor het tot stand brengen van de verbinding (“pairing”). Wij bevelen u aan alle instructies goed te lezen en te zorgen dat u ze goed begrijpt voor u begint. 1 7 ENTER om het tot stand brengen van de verbinding (pairing) te laten beginnen. De aangesloten Bluetooth adapter begint te zoeken naar Bluetooth apparatuur. “Searching...” zal verschijnen op het beeldscherm. 2 Controleer of de Bluetooth component de Bluetooth adapter kan detecteren. Als de Bluetooth component de Bluetooth adapter detecteert (vindt), zal (bijvoorbeeld) “YBA-10 YAMAHA” verschijnen in de lijst met Bluetooth apparaten. 3 Selecteer de Bluetooth adapter in de lijst met Bluetooth apparaten en voer het wachtwoord “0000” in op de Bluetooth component. Wanneer de verbinding met succes tot stand is gebracht, zal de melding “Pairing completed” verschijnen. GEAVANCEERDE BEDIENING • U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch terughalen nadat u de parameters voor de geluidsveldprogramma’s heeft geïnitialiseerd. • U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren. • U kunt geen geluidsveldprogrammagroepen initialiseren wanneer de “MEMORY GUARD” beveiliging is ingesteld op “ON”. Gebruik deze functie om de aangesloten Yamaha Bluetooth adapter (zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) te laten beginnen met het tot stand brengen van een verbinding met uw Bluetooth component (pairing). Voor details omtrent het tot stand brengen van de verbinding (pairing) verwijzen we u naar “Verbinding tot stand brengen (“pairing”) tussen de Bluetooth™ adapter en uw Bluetooth™ component” op bladzijde 55. y Om het tot stand brengen van de verbinding (pairing) te annuleren, dient u op 8 RETURN te drukken om “START PAIRING” af te sluiten. 4 Druk op 8 RETURN om de “START PAIRING” te verlaten. Opmerkingen 69 Nl Nederlands • Als de aangesloten Bluetooth adapter geen Bluetooth componenten kan vinden, zal “Not found” verschijnen. • Als er geen Bluetooth adapter is aangesloten op dit toestel, zal “No BT adapter” verschijnen. SET MENU ■ USB weergavefuncties F)USB PLAY STYLE Met deze functie kunt u de weergavestijl aanpassen aan uw persoonlijke voorkeur. U kunt bestanden in een willekeurige volgorde laten weergeven, of een bepaald bestand of een reeks bestanden laten herhalen. 3 OPTION MENU F)USB PLAY STYLE . REPEAT.......OFF SHUFFLE......OFF p p [ ]/[ ]:Up/Down [p]/[[]:Select Herhaalde weergave REPEAT Met deze functie kunt u dit toestel een bestand of een reeks bestanden laten herhalen. Keuzes: OFF, SINGLE, ALL • Selecteer “OFF” om deze functie uit te schakelen. • Selecteer “SINGLE” om dit toestel één bestand te laten herhalen. • Selecteer “ALL” om dit toestel een reeks bestanden te laten herhalen. Willekeurige weergave SHUFFLE Met deze functie kunt u dit toestel bestanden of mappen in willekeurige volgorde laten weergeven. Keuzes: OFF, ON • Selecteer “OFF” om deze functie uit te schakelen. • Selecteer “ON” om dit toestel bestanden of mappen in willekeurige volgorde te laten weergeven. 70 Nl Afstandsbedieningsfuncties Afstandsbedieningsfuncties Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van Yamaha en van andere fabrikanten aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 73). Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten ■ Bedienen van dit toestel Druk op 4 AMP om dit toestel te bedienen. POWER POWER STANDBY POWER TV AV USB A B MUTE CD MD/CD-R TUNER DVD DTV/CBL DVR V-AUX/DOCK C D ■ Bedienen van een TV Druk op 3 DTV/CBL om uw TV te kunnen bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscode instellen voor DTV/CBL (zie bladzijde 73). TV CH *1 TV INPUT AMP DTV/CBL SCENE 1 2 POWER STANDBY POWER TV AV USB A B MUTE CD MD/CD-R TUNER TV VOL TV MUTE AMP BAND LEVEL TITLE POWER 3 DVD DTV/CBL DVR V-AUX/DOCK C D AMP TV INPUT TV MUTE TV CH *1 4 TV VOL VOLUME MENU SCENE 1 ENTER 2 BAND LEVEL TITLE ENTER REC EON PROG h MODE - PTY SEEK - START ENHANCER SUR. DECODE 1 2 3 4 STRAIGHT DIRECT NIGHT PARAMETER 5 6 7 MULTI CH IN AUDIO SEL 9 0 DISPLAY RETURN MEMORY GEAVANCEERDE BEDIENING FREQ/TEXT l 4 VOLUME MENU DISPLAY RETURN MEMORY *2 3 10 REC *2 8 SLEEP ENT FREQ/TEXT l EON PROG h MODE - PTY SEEK - START ENHANCER SUR. DECODE 1 2 3 4 STRAIGHT DIRECT NIGHT PARAMETER 5 6 7 MULTI CH IN AUDIO SEL 9 0 10 8 SLEEP ENT Opmerkingen *1 *2 Deze toetsen bedienen altijd dit toestel. Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer 4 AMP is ingedrukt. Opmerkingen *1 Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht of u 3 DTV/CBL indrukt of niet. Afstandsbediening *2 Digitale TV/Kabel TV TV POWER Hiermee schakelt u de stroom in of uit. TV CH +/– Wijzigt het kanaalnummer. TV VOL +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume. TV INPUT Wijzigt de signaalbron. TV MUTE Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Deze toetsen bedienen uw TV alleen wanneer 3 DTV/CBL is ingedrukt. Zie voor details de “Digitale TV/Kabel TV” kolom op bladzijde 72. U kunt meer dan één TV bedienen door de bijbehorende afstandsbedieningscode in te stellen voor een andere set bedieningstoetsen dan 3 DTV/CBL. In een dergelijk geval kunt u de toetsen die hierboven zijn aangegeven (*1 en *2) gebruiken wanneer u de ingangskeuzetoets indrukt. 71 Nl Nederlands y Afstandsbedieningsfuncties ■ Bedienen van andere componenten Druk op één van de ingangskeuzetoetsen (3) of A t/m D om andere componenten te bedienen. U moet wel van tevoren voor elke signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 73). De volgende tabel toont de functies van de bedieningstoetsen voor het bedienen van andere componenten die zijn toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen. Het is mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect hebben op de geselecteerde component. [1] [2] POWER POWER TV AV USB STANDBY POWER A B MUTE CD MD/CD-R TUNER DVD DTV/CBL DVR V-AUX/DOCK C D AMP TV INPUT TV MUTE TV CH BAND LEVEL TITLE MENU [3] [4] y 1 • De afstandsbediening heeft 13 standen (sets bedieningstoetsen) om 13 verschillende componenten te kunnen bedienen. • Wanneer u op toetsen van één van de optionele sets bedieningstoetsen (A t/m D) drukt, kunt u de gewenste component bedienen zonder de signaalbron waar dit toestel op ingesteld staat te veranderen. RETURN MEMORY [8] DISPLAY [5] TV VOL 2 3 4 FREQ/TEXT [6] EON MODE - PTY SEEK - START l PROG h 1 2 3 4 STRAIGHT DIRECT NIGHT PARAMETER 5 6 7 ENHANCER SUR. DECODE MULTI CH IN AUDIO SEL 9 0 Afstandsbediening DVD-speler/ Digitale TV/ Videorecorder recorder Kabel TV LD-speler CD-speler MD/CDrecorder [1] AV POWER Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *1 [2] TITLE Titel Aan/uit *2 [7] ENTER REC SCENE Aan/uit *1 VOLUME 10 8 SLEEP ENT [9] Tuner Band [3] PRESET/CH k Hoger VCR volgende kanaal Hoger Volgende voorkeuzezender (1-8)/Hogere frequentie PRESET/CH n Lager VCR vorige kanaal Lager Vorige voorkeuzezender (1-8)/Lagere frequentie A/B/C/D/E l Links Links Vorige voorkeuzezender (A-E) A/B/C/D/E h Rechts Rechts Volgende voorkeuzezender (A-E) ENTER Enter Enter Vasthouden [4] RETURN Terug Terug Geheugen [5] REC Disc overslaan (speler) Opname (recorder) Opname Rec *2 p Weergave Weergave Weergave *2 w Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken *2 Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken f Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken *2 Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken e Pauze Pauze Pauze *2 Pauze Pauze b Terug springen Terug springen Terug springen *2 Terug springen Terug springen Terug springen a Vooruit springen Vooruit springen Vooruit springen *2 Vooruit springen Vooruit springen Vooruit springen s Stop Stop Stop *2 Stop Stop Stop Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Voorkeuzezenders (1-8) [6] 1-9, 0, +10 Weergave Pauze Disc overslaan Opname Weergave Weergave Menu Informatie Lager audioprogramma Hoger audioprogramma [7] MENU Menu [8] DISPLAY Display Display Display Display Display Display Display Zoekfunctie [9] ENT Titel/Index Enter Enter Hoofdstuk/Tijd Index Index Enter Opmerkingen *1 *2 Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft. Deze toetsen bedienen uw DVD-recorder alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor DVR (zie bladzijde 73). 72 Nl Afstandsbedieningsfuncties Instellen van afstandsbedieningscodes 1 U kunt andere componenten bedienen als u de bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld. Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes. Houd de ingangskeuzetoets (3) op de afstandsbediening voor de set bedieningstoetsen die u wilt instellen ingedrukt en houd tegelijkertijd 2 AV POWER tenminste 3 seconden ingedrukt. USB A B CD MD/CD-R TUNER DVD DTV/CBL DVR V-AUX/DOCK C D POWER Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes Signaalbron Componentencategorie Fabrikant Standaard code AV 3 seconden ingerukt houden CD CD Yamaha 5013 MD/CD-R CD-R Yamaha 5001 TUNER TUNER Yamaha 5007 DVD DVD Yamaha 2000 DTV/CBL — — — V-AUX TUNER Yamaha 5011 DVR DVR Yamaha 2011 USB TUNER Yamaha 5012 Opmerkingen A TUNER Yamaha 5009 B TUNER Yamaha 5017 C TUNER Yamaha 5009 D TUNER Yamaha 5017 • Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft. • Als u bij stap 2 niet binnen 30 seconden op een toets drukt, zal de insteprocedure worden geannuleerd. Herhaal in een dergelijk geval de instelprocedure. Houd ingedrukt 2 Voer met de cijfertoetsen (0 t/m 9) (F) de vier cijfers van de afstandsbedieningscode voor de component in kwestie in. Wanneer de instelling met succes is verlopen, zal “RemoteSetup OK” verschijnen; wanneer dit echter niet het geval is, zal “RemoteSetup NG” op het display op het voorpaneel verschijnen. GEAVANCEERDE BEDIENING Opmerking Het is mogelijk dat u uw Yamaha component niet zult kunnen bedienen, ook al is er een Yamaha afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een dergelijk geval een andere Yamaha afstandsbedieningscode in te stellen. Nederlands 73 Nl Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone) Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone) Dit toestel stelt u in staat uw audiosysteem in meerdere ruimten (multi-zone) te gebruiken. De Zone 2 functie maakt het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de belangrijkste luisterruimte en in een tweede ruimte (Zone 2). Met de meegeleverde afstandsbediening kunt u dit toestel ook vanuit de andere ruimte bedienen. Er kunnen alleen analoge signalen gebruikt worden in de tweede ruimte (zone). Een signaalbron waarnaar u ook in de tweede ruimte wilt kunnen luisteren moet via de analoge AUDIO IN ingangsaansluitingen op dit toestel zijn aangesloten. Aansluiten Zone 2 Om ook in een andere ruimte gebruik te kunnen maken van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig: • Een infrarood ontvanger in de tweede ruimte. • Een infrarood zender in de eerste ruimte. Deze zender brengt de infraroodsignalen van de afstandsbediening in de tweede ruimte over naar de eerste ruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld). • Een versterker en luidsprekers in de tweede ruimte. y • Omdat er allerlei manieren zijn waarop dit toestel aangesloten en gebruikt kan worden in een installatie met weergave in meerdere ruimten, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of service-centrum te raadplegen omtrent de Zone 2 aansluitingen die het best zouden voldoen aan uw wensen. • Sommige Yamaha modellen kunnen direct worden verbonden met de REMOTE aansluitingen van dit toestel. Als u een dergelijk product heeft, is het mogelijk dat u geen infraroodzender nodig heeft. Er kunnen maximaal 6 Yamaha componenten worden aangesloten op de hieronder aangegeven manier. REMOTE REMOTE IN Infraroodontvanger OUT Dit toestel REMOTE IN OUT Yamaha component REMOTE IN OUT Yamaha component ■ Gebruiken van de externe versterker Sluit de versterker/receiver in de tweede zone en andere componenten als volgt aan op dit toestel. Van de ZONE 2 OUT aansluitingen Versterker Eerste ruimte Tweede ruimte (Zone 2) Infraroodontvanger Afstandsbediening DVD-speler Dit toestel Infraroodzender Van de REMOTE OUT aansluitingen Van de REMOTE IN aansluitingen Opmerking Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s. 74 Nl Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone) Bediening Zone 2 U kunt Zone 2 selecteren en bedienen met de bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de afstandsbediening. De beschikbare mogelijkheden zijn als volgt: • Selecteren van de signaalbron voor Zone 2. • Afstemmen op FM of AM wanneer “TUNER” is geselecteerd als de signaalbron voor Zone 2 (zie bladzijde 45). • U kunt luisteren naar de muziek op uw iPod indien deze is geplaatst in een Yamaha iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, en met “V-AUX” geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 53). • U kunt luisteren naar de muziek op uw Bluetooth component wanneer deze is gekoppeld (“paired”) met een Yamaha Bluetooth adapter (zoals de los verkrijgbare YBA-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, en met “V-AUX” geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 55). ■ Bedienen van Zone 2 via het voorpaneel Zone 2 aan zetten Kies KZONE CONTROL om Zone 2 in te schakelen. Inschakelen van de Zone 2 bedieningsfunctie Druk op KZONE CONTROL om Zone 2 te kunnen bedienen. De ZONE2 indicator knippert ongeveer 10 seconden lang op het display op het voorpaneel. ZONE2 Knippert Opmerking GEAVANCEERDE BEDIENING U moet elk van deze stappen afronden terwijl de ZONE2 indicator knippert op het display op het voorpaneel. Doet u dat niet, dan zal de Zone 2 functie automatisch worden geannuleerd en keert het toestel terug naar de normale gebruiksfunctie. Herhaal in een dergelijk geval de Zone 2 instelprocedure. Nederlands 75 Nl Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone) Doe het volgende nadat u de Zone 2 bedieningsfunctie heeft ingeschakeld. Zone 2 bedienen Druk op RINPUT l / h om de gewenste signaalbron te selecteren terwijl de ZONE2 indicator knippert op het display op het voorpaneel. • Selecteer de “TUNER” (radio) als signaalbron om de TUNER functies te kunnen gebruiken in Zone 2. Voor details omtrent de bediening van de TUNER (radio), zie “FM/AM afstemmen” op bladzijde 45. • Selecteer de “V-AUX” als signaalbron om de iPod functies te kunnen gebruiken in Zone 2. Voor details omtrent de bediening van de iPod (radio), zie “Gebruiken van een iPod™” op bladzijde 53. • Selecteer “V-AUX” als signaalbron om de Bluetooth functies te kunnen gebruiken in Zone 2. Voor details omtrent de bediening van de Bluetooth component, verwijzen we u naar “Gebruiken van Bluetooth™ componenten” op bladzijde 55. Zone 2 uit (standby) zetten Druk op B ZONE 2 ON/OFF om Zone 2 standby (uit) te zetten. y Druk op CSYSTEM OFF om de hoofdzone en Zone 2 tegelijk uit (standby) te zetten. 76 Nl ■ Bediening Zone 2 via de afstandsbediening Zone 2 aan zetten Houd 4 AMP ingedrukt en druk zo op G POWER. Houd ingedrukt AMP POWER Zone 2 bedienen Houd 4 AMP ingedrukt en druk zo op één van de ingangskeuzetoetsen (3) om de gewenste signaalbron voor Zone 2 te selecteren. Zone 2 uit (standby) zetten Houd 4 AMP ingedrukt en druk zo op H STANDBY om ZONE 2 uit (standby) te zetten. Geavanceerde setup Geavanceerde setup Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. Opmerkingen • Alleen A MAIN ZONE ON/OFF, O PROGRAM l / h en P STRAIGHT functioneren terwijl u het uitgebreide (geavanceerde) instelmenu gebruikt. • Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu (de geavanceerde setup) aan het gebruiken bent. • Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel. Druk op C SYSTEM OFF om dit toestel uit (standby) te zetten. 2 Houd N TONE CONTROL ingedrukt en druk vervolgens A MAIN ZONE ON/OFF in om dit toestel in te schakelen. Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. 3 Druk op O PROGRAM l / h tot u de parameter die u wilt instellen geselecteerd heeft. De naam van de geselecteerde parameter verschijnt op het display op het voorpaneel. 4 Druk herhaaldelijk op PSTRAIGHT om de geselecteerde instelling te wijzigen. 5 Druk op A MAIN ZONE ON/OFF om uw keuze te bevestigen en dit toestel uit (standby) te zetten. y De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel de volgende keer aan zet. ■ SCENE IR-code instelling SCENE IR Gebruik deze functie om de afstandsbedieningssignalen automatisch te laten reproduceren via de REMOTE OUT aansluiting wanneer dit toestel in de SCENE stand staat. Keuzes: ON, OFF • Selecteer “ON” wanneer de met de REMOTE OUT aansluiting verbonden component een Yamaha product is dat geschikt is voor SCENE stuursignalen. Dit toestel zal de signalen van de afstandsbediening automatisch doorsturen naar de component in kwestie. • Selecteer “OFF” wanneer de met de REMOTE OUT aansluiting verbonden component geen Yamaha product is dat geschikt is voor SCENE stuursignalen. Opmerking Als er ruis of lawaai wordt geproduceerd wanneer u de SCENE functie gebruikt, kunt u het beste “SCENE IR” instellen op “OFF”. GEAVANCEERDE BEDIENING 1 ■ Bi-amp instelling BI-AMP Gebruik deze functie om de ‘bi-amp’ (dubbele versterking) functie aan of uit te zetten (zie bladzijde 12). Keuzes: ON, OFF • Selecteer “ON” als u de bi-amp (dubbele versterking) functie aan wilt zetten. “SUR.B L/R SP” wordt automatisch ingesteld op “NONE” en dit toestel zal de audiosignalen voor de voorkanalen reproduceren via de SURROUND BACK/BI-AMP luidsprekeraansluitingen. • Selecteer “OFF” als u de bi-amp (dubbele versterking) functie uit wilt zetten. ■ Afstemstap tuner TU (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied. Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50 • Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en Zuid Amerika. • Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden. ■ Initialiseren INIT. Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen (zie bladzijde 87). Keuzes: CANCEL, RESET • Select “CANCEL” om de instellingen van dit toestel niet terug te zetten. • Select “RESET” om de instellingen van dit toestel terug te zetten. Opmerkingen 77 Nl Nederlands • Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet. • De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. Oplossen van problemen Oplossen van problemen Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of servicecentrum. ■ Algemeen Probleem Het toestel gaat niet aan, of gaat direct weer uit (standby) zodra de stroom wordt ingeschakeld. Geen geluid. 78 Nl Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed aangesloten. Sluit het netsnoer op de juiste manier aan. — De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is aangesloten en dat de draden geen contact maken met andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen. 11 Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of een ontlading van statische elektriciteit). Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken. — In- of uitgangskabels niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. Er is geen geschikte audio ingangsaansluiting selectiefunctie ingesteld. Stel een geschikte selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting in. 36 De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting staat op “HDMI”, “COAX/OPT” of “ANALOG”. Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO”. 36 De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting staat op “ANALOG” terwijl er Dolby Digital of DTS materiaal wordt afgespeeld. Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO” of “COAX/OPT”. 36 Er is geen geschikte signaalbron geselecteerd. Selecteer een geschikte signaalbron met R INPUT l / h (of met de ingangskeuzetoetsen (3)). 35 De luidsprekers zijn niet goed aangesloten. Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan. 11 De te gebruiken voor-luidsprekers zijn niet op de juiste manier geselecteerd. Selecteer de gewenste set voor-luidsprekers met M SPEAKERS. 35 Het volume staat uit. Zet het volume hoger. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op I MUTE of L VOLUME +/– om de geluidsweergave te herstellen en het volume te kunnen regelen. 37 Er worden signalen van een broncomponent ontvangen die dit toestel niet kan weergeven, zoals van een CD-ROM. Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel door dit toestel kunnen worden gereproduceerd. — De HDMI componenten die zijn aangesloten op dit toestel bieden geen ondersteuning voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. 14 “SUPPORT AUDIO” is ingesteld op “Other” en “HDMI” audiosignalen worden niet weergegeven door dit toestel. Zet “SUPPORT AUDIO” op “RX-V563” via de “MANUAL SETUP”. 64 13-19 Oplossen van problemen Probleem Het geluid valt plotseling uit. Oorzaak Oplossing Zie bladzijde De beveiliging is in werking getreden vanwege kortsluiting enz. Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan. — De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld. Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op I MUTE of L VOLUME +/– om de geluidsweergave te hervatten. 37 Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. Onjuiste balans ingesteld via “SP LEVEL”. Wijzig de “SP LEVEL” instellingen. 43 Er wordt alleen flink geluid geproduceerd door de middenluidspreker. Wanneer er een mono bronsignaal wordt weergegeven met een CINEMA DSP programma, zal dit signaal via het middenkanaal worden weergegeven, terwijl alleen eventuele door het programma toegevoegde effecten via de voor- en surround-luidsprekers worden geproduceerd. Dit duidt niet op een storing. — Er klinkt geen geluid uit de middenluidspreker. “CENTER SP” in het “SPEAKER SET” staat op “NONE”. Zet “CENTER SP” op “SML” of “LRG”. 59 Eén van geluidsveldprogramma’s (uitgezonderd 7ch Stereo) is geselecteerd. Probeer een ander geluidsveldprogramma. 40 “SUR. L/R SP” in het “SPEAKER SET” staat op “NONE”. Zet “SUR. L/R SP” op “SML” of “LRG”. 60 Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand en er wordt mono materiaal weergegeven. Druk op B STRAIGHT zodat “STRAIGHT” verdwijnt van het display op het voorpaneel. 41 “SUR. L/R SP” in het “SPEAKER SET” is ingesteld op “NONE” en “SUR.B L/R SP” is automatisch ingesteld op “NONE”. Zet “SUR. L/R SP” en “SUR. B L/R SP” op een andere instelling dan “NONE”. 60 “SUR.B L/R SP” in het “SPEAKER SET” staat op “NONE”. Zet “SUR.B L/R SP” op een andere instelling dan “NONE”. 60 Geen geluid uit de midden-, surround- of surround achterluidsprekers wanneer de FRONT B luidsprekers zijn ingeschakeld. “FRONT B” in het “SPEAKER SET” staat op “ZONE B”. Zet “FRONT B” op “FRONT”. 59 Er klinkt geen geluid uit de subwoofer. “LFE/BASS OUT” staat op “FRNT” in het “SPEAKER SET” terwijl er een Dolby Digital of DTS signaal wordt weergegeven. Zet “LFE/BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”. 60 “LFE/BASS OUT” in het “SPEAKER SET” staat op “SWFR” of “FRNT” terwijl er een 2-kanaals bronsignaal wordt weergegeven. Zet “LFE/BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”. 60 Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen. Dit duidt niet op een storing. — Er klinkt alleen geluid uit de luidspreker aan één kant. Er klinkt geen geluid uit de surroundluidsprekers. AANVULLENDE INFORMATIE Er klinkt geen geluid uit de surround achter-luidsprekers. 11-19 Nederlands 79 Nl Oplossen van problemen Zie bladzijde Probleem Oorzaak Oplossing Er kunnen geen Dolby Digital of DTS bronnen worden weergegeven. (De Dolby Digital of DTS indicator op het display op het voorpaneel licht niet op.) De aangesloten component is niet correct ingesteld voor het produceren van Dolby Digital of DTS digitale signalen. Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en maak de vereiste instellingen. — De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting staat op “ANALOG”. Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO”. 36 U hoort een zeker gebrom. Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. — Het volume kan niet worden verhoogd, of het geluid klinkt vervormd. U probeert het volume hoger te zetten dan het ingestelde maximum volumeniveau. Pas de “MAX VOL.” instelling aan. 63 De op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen van dit toestel aangesloten component staat uit. Zet de betreffende component aan. — Geluidseffecten worden niet opgenomen. Het is niet mogelijk door het toestel toegevoegde effecten op te nemen met aangesloten opname-apparatuur. Dit duidt niet op een storing. — Er kan niet worden opgenomen door analoge opname-apparatuur die is aangesloten op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen. De signaalbron is niet aangesloten op de analoge AUDIO IN aansluitingen van dit toestel. Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN aansluitingen. De geluidsveldparameters en sommige andere instellingen van dit toestel kunnen niet worden gewijzigd. “MEMORY GUARD” in het “OPTION MENU” staat op “ON”. Zet “MEMORY GUARD” op “OFF”. 68 Het toestel functioneert niet naar behoren. De interne microcomputer is vastgelopen door een externe elektrische schok (bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading van statische elektriciteit) of door een te laag voltage van de stroomvoorziening. Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na ongeveer 30 seconden weer terug. — Er klinkt geen geluid uit de aangesloten HDMI component. De HDMI component accepteert geen multikanaals audiosignalen. Laat de multikanaals audiosignalen door de broncomponent, zoals een DVD-speler, terugbrengen tot 2-kanaals audiosignalen. — “CHECK SP WIRES” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. De luidsprekerbedrading maakt kortsluiting. Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste manier zijn aangesloten. 11 U ondervindt storing van digitale of andere apparatuur die radiogolven gegenereert. Dit toestel staat te dicht bij de digitale of hoogfrequente apparatuur. Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur vandaan. — De beeldweergave wordt gestoord. De videobron maakt gebruik van gescramblede of gecodeerde signalen om kopiëren tegen te gaan. Dit duidt niet op een storing. — Het toestel gaat plotseling uit (standby). De interne temperatuur is te hoog opgelopen en de oververhittingsbeveiliging is in werking getreden. Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor u het weer aan zet. — De videoconversiefunctie doet het niet. Er komen digitale signalen binnen via de HDMI aansluiting. Schakel de met de HDMI IN aansluitingen verbonden apparatuur uit. 15 80 Nl 15, 19 Oplossen van problemen ■ Tuner FM AM Oplossing Zie bladzijde Probleem Oorzaak Veel ruis in de FM stereo-ontvangst. Dit probleem is inherent aan FM stereo-uitzendingen wanneer de zender te ver weg is of het ontvangstsignaal dat binnenkomt via de antenne niet sterk genoeg is. Controleer de aansluitingen van de antenne. 21 Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. — Stem met de hand af. 45 Er is vervorming en ook een betere FM antenne zorgt niet voor een betere ontvangst. U ondervindt interferentie doordat hetzelfde signaal op verschillende manieren ontvangen wordt. Verander de opstelling van de antenne zodat u van deze interferentie geen last meer hebt. — Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. — Stem met de hand af. 45 Er kan niet langer worden afgestemd op eerder voorgeprogrammeerde zenders. Het toestel is te lang zonder stroom geweest. Programmeer zenders voor. 46 Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het signaal is te zwak of de antenne is los. Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. — Stem met de hand af. 45 U hoort doorlopend gekraak en gesis. Ruis of lawaai kan het gevolg zijn van bliksem, TL verlichting, motoren, thermostaten en andere elektrische apparatuur. Gebruik een buitenantenne en een goede aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren. — U hoort gezoem en gefluit. Er wordt in de buurt van het toestel een TV gebruikt. Zet dit toestel verder bij de TV vandaan. — AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 81 Nl Oplossen van problemen ■ AUTO SETUP Voor AUTO SETUP Foutmelding Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Connect MIC! De optimalisatie-microfoon is niet aangesloten. Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. 26 Unplug HP! Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los. — Tijdens AUTO SETUP Foutmelding Oorzaak Oplossing Zie bladzijde E-1:NO FRONT SP Er worden geen L/R voorkanaalsignalen gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de L/R voor-luidsprekers. 11 E-2:NO SUR.SP Er wordt geen signaal voor een surroundkanaal gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de surround-luidspreker. 11 E-3:SBR->SBL Er wordt alleen een rechter surround achterkanaal gedetecteerd. Verbind de surround achter-luidspreker met de LEFT SURROUND BACK SPEAKERS aansluiting als u slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft. 11 E-4:NOISY Teveel geluiden op de achtergrond. Probeer de “AUTO SETUP” onder stille omstandigheden. — Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt van de optimalisatie-microfoon. — E-5:CHECK SUR. Wel surround achter-luidsprekers aangesloten, maar geen L/R surroundluidsprekers. Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer u surround achter-luidsprekers gebruikt. 11 E-6:NO MIC De optimalisatie-microfoon is losgeraakt tijdens de “AUTO SETUP” procedure. Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. 26 E-7:NO SIGNAL De optimalisatie-microfoon kan geen testtonen detecteren. Controleer de instelling van de microfoon. 26 Controleer de aansluiting en de opstelling van de microfoon. 10, 11, 26 E-8:USER CANCEL De “AUTO SETUP” procedure is geannuleerd door iets dat de gebruiker gedaan heeft. Doe de “AUTO SETUP” nog eens. 26 E-9:INTERNAL ERROR Er is een interne fout opgetreden. Doe de “AUTO SETUP” nog eens. 26 82 Nl Oplossen van problemen Na AUTO SETUP Waarschuwing Zie bladzijde Oorzaak Oplossing W-1:OUT OF PHASE De polariteit van de luidspreker is niet correct. Deze melding kan, afhankelijk van de luidspreker in kwestie, ook verschijnen wanneer deze toch correct is aangesloten. Controleer de polariteit van de luidsprekeraansluitingen (+ of –). 12 W-2:OVER 24m (80ft) De afstand tussen de dichtstbijzijnde luidspreker en de verst verwijderde luidspreker ligt buiten het instelbare bereik. Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek. — W-3:LEVEL ERROR Er is teveel volumeverschil tussen de luidsprekers. (Er wordt geen correctie van het niveau gemaakt.) Als “SWFR: TOO LOUD” of “SWFR: TOO LOW” verschijnt, dient u het uitgangsniveau van de subwoofer in te stellen. 26, 61 Verander de opstelling van de luidsprekers zodat alle luidsprekers in vergelijkbare omstandigheden verkeren. — Controleer de aansluitingen van de luidspreker. 11 Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit. — Opmerkingen • Als de “ERROR” of “WARNING” schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en vervolgens de “AUTO SETUP” opnieuw uit te voeren. • Als de waarschuwingen “W-1”, “W-2” of “W-3” verschijnen, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet optimaal zijn. • Als foutmelding “E-9” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend Yamaha service-centrum. AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 83 Nl Oplossen van problemen ■ USB Oorzaak De muziekbestanden en mappen op het USB apparaat kunnen niet worden bekeken. De muziekbestanden en mappen staan op andere geheugenlocaties dan de primaire FAT partitie. Plaats muziekbestanden en mappen in de correcte FAT partitie. — U probeert dieper dan 8 mapniveaus te bekijken of een map met meer dan 500 bestanden. Wijzig de gegevensstructuur op uw USB apparaat. — Het USB apparaat kan niet worden herkend. Het aangesloten USB apparaat is geen USB massa opslag USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. Dit toestel kan alleen USB massa opslag USB geheugenapparaten (met uitzondering van USB harde schijven) of draagbare USB audiospelers herkennen. Vergeet ook niet dat het toestel toch niet in staat kan blijken te zijn bepaalde USB apparaten te herken, ook al zijn dit ogenschijnlijk geschikte apparaten zoals hierboven vermeld. 51 Sommige apparaten kunnen makkelijker herkend worden wan u ze aansluit voor u dit toestel aan zet. 23 Zet dit toestel uit en dan weer aan. 23 De melding “Disconnected” (Niet aangesloten) verschijnt ook al is er wel degelijk een USB apparaat aangesloten. Dit toestel heeft het USB apparaat herkend als niet geschikt voor aansluiting op het toestel. Statusmelding Oorzaak Disconnected Access error Unable to play 84 Nl Oplossing Zie bladzijde Probleem Oplossing Zie bladzijde Uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler is niet meer aangesloten op de USB poort van dit toestel. Controleer de verbindingen tussen dit toestel en uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. — Er is een probleem met het signaal dat dit toestel ontvangt van uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. Zet dit toestel uit en sluit uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler opnieuw aan op de USB poort van dit toestel. 51 Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler te resetten. — Dit toestel krijgt geen toegang tot uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. Probeer een ander USB geheugenapparaat of andere draagbare USB audiospeler. — Er is een probleem met het signaal dat dit toestel ontvangt van uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. Zet dit toestel uit en sluit uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler opnieuw aan op de USB poort van dit toestel. 51 Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler te resetten. — Er zijn geen geschikte gegevens gevonden. Probeer een ander USB geheugenapparaat of andere draagbare USB audiospeler. — Oplossen van problemen ■ iPod Opmerking Wanneer er iets mis gaat met de gegevensoverdracht zonder dat er een melding verschijnt op het display op het voorpaneel of het inbeeld display, dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (zie bladzijde 20). Statusmelding Loading... Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Dit toestel is bezig de verbinding met uw iPod te herkennen. Dit toestel is bezig songlijsten over te nemen van uw iPod. Connect error Er is een probleem met het signaal dat dit toestel ontvangt van uw iPod. Zet dit toestel uit en sluit uw Yamaha iPod universeel dock opnieuw aan op de DOCK aansluiting van dit toestel. 20 Probeer uw iPod te resetten. — Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund. — Unknown iPod De gebruikte iPod wordt niet ondersteund door dit toestel. iPod connected Uw iPod is correct geplaatst in een Yamaha iPod universeel dock (de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, en de verbinding tussen uw iPod en dit toestel is correct tot stand gebracht. Disconnected Uw iPod is verwijderd uit uw Yamaha iPod universeel dock (de los verkrijgbare YDS-10), verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel. Plaats uw iPod terug in uw Yamaha iPod universeel dock (de los verkrijgbare YDS-10), verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel. 20 Unable to play Dit toestel kan de op dit moment op uw iPod opgeslagen muziekstukken niet weergeven. Controleer of de muziekstukken op uw iPod inderdaad weergegeven kunnen worden. — Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel kunnen worden weergegeven. — AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 85 Nl Oplossen van problemen ■ Bluetooth Statusmelding Searching... Oorzaak Oplossing Zie bladzijde De Bluetooth adapter en de Bluetooth component zijn bezig de verbinding tot stand te brengen (pairing). De Bluetooth adapter en de Bluetooth component zijn bezig de verbinding tot stand te brengen. Completed De verbinding is tot stand gebracht. Not found De Bluetooth adapter kan de Bluetooth component niet vinden. Canceled Het tot stand brengen van de verbinding is geannuleerd. BT connected De verbinding tussen de Yamaha Bluetooth adapter (zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) en de Bluetooth component is tot stand gebracht. Disconnected De Bluetooth component is losgekoppeld van de Yamaha Bluetooth adapter (zoals de los verkrijgbare YBA-10). No BT adapter De Bluetooth adapter is niet aangesloten op de DOCK aansluiting. 86 Nl Sluit de Yamaha Bluetooth adapter (zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) aan op de DOCK aansluiting. 20 Oplossen van problemen ■ Afstandsbediening Probleem De afstandsbediening werkt niet of niet naar behoren. Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Te ver weg of onder te scherpe hoek gebruikt. De afstandsbediening werkt binnen een maximaal bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten opzichte van loodrecht op het voorpaneel. 25 Direct zonlicht of sterke verlichting (vooral van TL lampen enz.) valt op de sensor voor de afstandsbediening van dit toestel. Stel het toestel anders op. — De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen. 3 De afstandsbedieningscode is niet goed ingesteld. Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in met behulp van de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze handleiding. 73 Stel een andere afstandsbedieningscode in voor dezelfde fabrikant met behulp van de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze handleiding. 73 Ook als de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde modellen niet goed reageren op de afstandsbediening. ■ Resetten van het systeem Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Druk op C SYSTEM OFF op het voorpaneel om dit toestel uit (standby) te zetten. 2 Houd N TONE CONTROL ingedrukt en druk vervolgens A MAIN ZONE ON/OFF in om dit toestel in te schakelen. Het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. 3 Druk op O PROGRAM l / h en selecteer “INIT.”. 4 Druk herhaaldelijk op P STRAIGHT en selecteer “RESET”. Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren zonder wijzigingen aan te brengen. 5 Druk op A MAIN ZONE ON/OFF om uw keuze te bevestigen en dit toestel uit (standby) te zetten. y Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op P STRAIGHT drukken tot u “CANCEL” geselecteerd heeft, waarna u op A MAIN ZONE ON/OFF drukt. AANVULLENDE INFORMATIE 1 Opmerkingen • Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet. • De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. Nederlands 87 Nl Woordenlijst Woordenlijst ■ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen ■ Dolby Digital Bij bi-amp dubbele versterkeraansluitingen worden twee versterkers gebruikt voor een luidsprekerbox. De ene versterker wordt aangesloten op de woofer (lage tonen) van de box, terwijl de andere wordt aangesloten op het gecombineerde gedeelte voor de midden- en hoge tonen. In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers slechts voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte toonbereik geeft elk van de gebruikte versterkers minder zwaar werk te doen en levert minder risico op dat de weergave negatief wordt beïnvloed. De interne crossoverschakeling van de leluidspreker taat uit een LPF (Laag doorlaatfilter) en een HPF (Hoog doorlaatfilter). Zoals de naam al suggereert kunnen de frequenties beneden een bepaalde waarde het LPF gewoon passeren, maar zullen frequenties boven die waarde niet worden doorgelaten. Op dezelfde manier kunnen frequenties boven de ingestelde waarde een HPF gewoon passeren. Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surroundstereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te gebruiken is er een betere weergave van bewegende geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid door de digitale verwerking biedt de luisteraar een ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien. ■ CINEMA DSP Omdat de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best in een theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de Yamaha CINEMA DSP programma’s gebruik van de origineel door Yamaha ontwikkelde geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop gerealiseerd kon worden. ■ Component videosignaal In een component video systeem wordt het videosignaal gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een betere kleurweergave omdat elk van deze signalen onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het kleursignaal. U heeft een monitor met component ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen te kunnen weergeven. ■ Composiet videosignaal Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting op een videocomponent geeft deze drie elementen gecombineerd door. 88 Nl ■ Dolby Digital EX Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten moet Dolby Digital EX gebruikt worden met filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een meer dynamische en realistische weergave van bewegende geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en “fly-around” effecten. ■ Dolby Pro Logic II Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5-kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een “Movie” stand voor films en een “Game” stand voor spelletjes. ■ Dolby Pro Logic IIx Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een “Movie” stand voor films (alleen 2-kanaals materiaal) en een “Game” stand voor spelletjes. Woordenlijst ■ Dolby Surround ■ LFE 0.1 kanaal Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog opnamesysteem voor de reproductie van realistische en dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt gebruik van een digitale signaalverwerking die automatisch het volume van de verschillende kanalen stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave van bewegende geluidsbronnen te verbeteren. Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1-kanaals systeem. ■ DTS 96/24 DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVD-Video en is volledig compatibel met alle vroegere DTS decoders. “96” refereert aan de 96 kHz bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de gebruikte codelengte van 24 bits. DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals weergave met video van hoge kwaliteit voor muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-Video. ■ DTS Digital Surround Eén van de audiocompressietechnieken gebruikt voor MPEG. Deze methode maakt gebruik van een onomkeerbare compressietechniek die een hoge compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/11 te verminderen (bij 128 kbps) terwijl de geluidskwaliteit vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD. ■ Neo:6 Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder. Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals bij weergave van digitale signalen met gescheiden kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek en een “Cinema” stand voor films. ■ PCM (Lineair PCM) Lineair PCM is een signaalformaat voor het ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd voor opname. ■ HDMI Nederlands HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste volledig door de elektronica industrie ondersteunde, ongecomprimeerde en volledig digitale audiovisuele interface. HDMI biedt ondersteuning voor standaard, verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen verzorgt tussen elke denkbare audiovisuele signaalbron (zoals een externe ontvanger of AV receiver) en de audio/ video monitor (zoals een digitale televisie). HDMI geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige verbeteringen en eisen. Indien gebruikt in combinatie met HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI een veilige audio/video interface die voldoet aan de beveiligingseisen van producenten van weer te geven materialen en systeembeheerders. Voor meer informatie omtrent HDMI raden we u aan een bezoek te brengen aan de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”. AANVULLENDE INFORMATIE DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6.1-kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop. DTS, Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6.1 kanalen (dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en rechts surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als 0.1 geteld wordt voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren. ■ MP3 89 Nl Woordenlijst ■ Bemonsteringsfrequentie en aantal kwantisatiebits Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten de bemonsteringsfrequentie genoemd en de gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het hardste geluid, bepaald wordt door het aantal kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan worden gereproduceerd. ■ SILENT CINEMA Yamaha heeft een natuurlijk en realistisch DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden weergegeven. ■ S-videosignaal In een S-video systeem wordt het videosignaal dat normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit. ■ Virtual CINEMA DSP Yamaha heeft een Virtual CINEMA DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te profiteren van DSP surroundeffecten door middel van virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder midden-luidspreker. ■ WAV Standaard Windows audiobestandsindeling waarbij geluidssignalen direct worden omgezet in digitale gegevens. De bestandsindeling specificeert geen aparte compressiemethode (codering) zodat in principe de gewenste methode erop kan worden toegepast. Standaard is deze bestandsindeling compatibel met PCM signalen (ongecomprimeerd) en met sommige compressiemethoden, waaronder ADPCM. ■ WMA Een door Microsoft Corporation ontwikkelde compressiemethode. Deze methode maakt gebruik van een onomkeerbare compressietechniek die een hoge compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/22 te verminderen (bij 64 kbps) terwijl de geluidskwaliteit vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD. 90 Nl Technische gegevens Technische gegevens AUDIO GEDEELTE • Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround, surround-achter [Modellen voor de V.S. en Canada] 1 kHz, 0,9% THV, 8 Ω ...................................................... 90 W [Overige modellen] 1 kHz, 0,9% THV, 6 Ω ...................................................... 90 W • Maximum vermogen voor Voor, Midden, Surround, Surround-achter (JEITA) [Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen] 1 kHz, 10% THV, 6 Ω ..................................................... 115 W • Dynamisch vermogen [Modellen voor de V.S. en Canada] (IHF, 8/6/4/2 Ω) ............................................ 90/110/130/150 W [Overige modellen] (IHF, 6/4/2 Ω) .................................................... 100/110/125 W • Dynamisch bereik [Modellen voor de V.S. en Canada] 8 Ω .................................................................................... 0,18 dB • Maximum ingangssignaal CD, enz. Effect Aan, 1 kHz, 0,5% THV ................. 2,0 V of meer • Frequentierespons CD, enz. naar L/R voor ....................... 10 Hz t/m 100 kHz, –3 dB • Totale harmonische vervorming [Modellen voor de V.S. en Canada] (1 kHz, 50 W, L/R voor, 8 Ω ) ......................... 0,06% of minder [Overige modellen] (1 kHz, 50 W, L/R voor, 6 Ω ) ......................... 0,06% of minder • Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk) CD (200 mV) naar L/R voor, Effect Uit ..................98 dB of meer CD (250 mV) naar L/R voor, Effect Uit ................100 dB of meer • Restruis (IHF-A netwerk) L/R voor ............................................................ 150 µV of minder • Toonregeling (L/R voor) BASS versterking/drempel ................................... ±10 dB/100 Hz TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/20 kHz • Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting ................................................................................... 400 mV/470 Ω • Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie CD, enz. ................................................................ 200 mV/47 kΩ MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ • Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie AUDIO OUT (REC) ............................................ 200 mV/1,2 kΩ SUBWOOFER OUTPUT ............................................ 4 V/1,2 kΩ • Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz) H.P.F. (FRONT SP, CENTER SP, SUR. L/R SP, SUR. B L/R SP: SMALL/SML) ............................................................ 12 dB/oct. L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct. VIDEO GEDEELTE • Maximum ingangsniveau ....................................... 1,5 Vp-p of meer • Frequentierespons (MONITOR OUT) Component signaal ................................ 5 Hz t/m 60 MHz, –3 dB FM GEDEELTE • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz [Modellen voor Azië en Algemene modellen] .............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz [Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz • 50 dB Rustgevoeligheid (IHF, 100% mod.) Mono ................................................................. 2,8 µV (20,2 dBf) • Signaal-ruis verhouding (IHF) Mono/Stereo .............................................................. 73 dB/70 dB • Harmonische vervorming (1 kHz) Mono/Stereo ................................................................ 0,5%/0,5% • Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75 Ω AM GEDEELTE • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] ................. 530 t/m 1710 kHz [Modellen voor Azië en Algemene modellen] ........................................................ 530/531 t/m 1710/1611 kHz [Overige modellen] .......................................... 531 t/m 1611 kHz ALGEMEEN • Stroomvoorziening [Modellen voor de V.S. en Canada] ... 120 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Europa en Rusland] ... 230 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor Azië] ...... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom [Algemene modellen] ........................ 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom • Stroomverbruik [Modellen voor de V.S. en Canada] ...................... 240 W/320 VA [Algemene modellen] ......................................................... 260 W [Overige modellen] ............................................................ 240 W • Stroomverbruik Uit (standby) ................................ 0,8 W of minder • Maximum stroomverbruik [Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen] 7 kanalen, 10% THV .......................................................... 490 W • Netstroomaansluitingen [Modellen voor Australië] .......................... 1 (100 W maximum) [Modellen voor de V.S. en Canada] ........................................................ 2 (Totaal 100 W maximum) [Modellen voor Azië, China, Europa en Rusland en algemene modellen] ......................................... 2 (Totaal 50 W maximum) • Afmetingen (b x h x d) ..................................... 435 x 151 x 352 mm (17-1/8” x 5-15/16” x 13-7/8”) • Gewicht .................................................................................. 9,0 kg * Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden. 91 Nl Nederlands • Videosignaaltype (Grijze achtergrond) [Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen] .......................................................................................... NTSC [Overige modellen] ................................................................ PAL • Videosignaaltype (Videoconversie) ............................... NTSC/PAL • Signaal-ruis verhouding ............................................ 50 dB of meer AANVULLENDE INFORMATIE • Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz) CD, enz. (5,1 kΩ kortgesloten) naar L/R voor ................................................................... 60 dB/45 dB of meer • Signaalniveau Composiet ..................................................................1 Vp-p/75 Ω S-video ............................ 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,286 Vp-p/75 Ω (C) Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (PB/PR) INDEX Index ■ Numerics 1 SOUND MENU, Handmatige setup ... 57 2 INPUT MENU, Handmatige setup ... 57 2ch Enhancer, Geluidsveldprogramma’s ................ 40 2ch Stereo, Geluidsveldprogramma’s .... 40 3 OPTION MENU ............................... 67 3 OPTION MENU, Handmatige setup ... 58 7ch Enhancer, Geluidsveldprogramma’s ................ 40 7ch Stereo, Geluidsveldprogramma’s .... 40 96/24 indicator ..................................... 24 ■ A A)DISPLAY SET, Optiemenu ............ 67 A)INPUT ASSIGNMENT, Ingangsmenu .................................... 65 A)SPEAKER SET, Geluidsmenu ........ 59 A.DELAY, Audio instellingen ............ 63 Aansluiten van een Yamaha iPod universeel dock ................................ 20 Aansluiting, AM antenne aansluiting .... 21 Aansluiting, Audiocomponenten ......... 19 Aansluiting, CD-recorder ..................... 19 Aansluiting, CD-speler ........................ 19 Aansluiting, DVD-recorder ................. 18 Aansluiting, DVD-speler ..................... 17 Aansluiting, externe decoder ............... 19 Aansluiting, FM antenne ...................... 21 Aansluiting, HDMI .............................. 14 Aansluiting, MD-recorder .................... 19 Aansluiting, multiformaat-speler ......... 19 Aansluiting, Netsnoer .......................... 22 Aansluiting, PVR ................................. 18 Aansluiting, set-top boxen ................... 18 Aansluiting, Videocomponenten ......... 16 Aansluiting, videorecorder ................... 18 Aantal luidsprekers .............................. 28 Aantal luidsprekers, Automatische setup resultaat ........... 28 AC OUTLET(S) (SWITCHED) .......... 22 Achtergrondvideo, Multikanaals ingangsinstelling ........ 67 AFFAIRS, Radio Data System programmatype ................................ 49 Afspelen van video op de achtergrond ... 38 Afstandsbediening, Oplossen van problemen ................. 87 Afstemstap tuner, Geavanceerde setup ... 77 AM afstemmen .................................... 45 AM antenne aansluiten ........................ 21 Andere componenten bedienen, Afstandsbediening ........................... 72 Andere componenten op afstand bedienen ........................................... 72 Apparatuur verbinden met de FRONT A aansluitingen .................. 12 AUDIO aansluitingen .......................... 13 Audio informatie .................................. 38 Audio ingangsaansluitingen selectie .... 36 92 Nl Audio instellingen, Geluidsmenu .........63 Audio ondersteuning, HDMI instelling ...............................64 AUDIO SELECT .................................36 Audio selectie, Optiemenu ...................68 Audio vertraging, Audio instellingen ....63 Audio-aansluitingen .............................13 Audiocomponenten, Aansluiting .........19 AUTO SETUP .....................................26 AUTO SETUP, Foutmelding ...............82 Automatisch afstemmen, FM/AM afstemmen ..........................45 Automatisch voorprogrammeren, FM/AM afstemmen ..........................46 ■ B B)INPUT RENAME, Ingangsmenu ....66 B)MEMORY GUARD, Optiemenu .....68 B)SPEAKER LEVEL, Geluidsmenu ...61 Bedienen van andere componenten, Afstandsbediening ...........................72 Bedienen van dit toestel, Afstandsbediening ...........................71 Bedienen van een TV ...........................71 Bediening USB weergave ....................51 Beginvolume, Audio instellingen ........63 BGV, Multikanaals ingangsinstelling ....67 BI-AMP, Geavanceerde setup ..............77 Bi-amp, Geavanceerde setup ................77 Bluetooth instelling, Optiemenu ..........69 ■ C C)AUDIO SELECT, Optiemenu .........68 C)SP DISTANCE, Geluidsmenu .........62 C)VOLUME TRIM, Ingangsmenu ......66 CD-recorder, Aansluiting .....................19 CD-speler, Aansluiting .........................19 CENTER SP, Luidspreker-instellingen ..................59 CINEMA DSP indicator ......................25 CLASSICS, Radio Data System programmatype ................................49 COAXIAL IN (1), Ingangen toewijzen ..........................65 COAXIAL INPUT aansluitingen .........65 COAXIAL INPUT aansluitingen, Ingangen toewijzen ..........................65 COMPONENT VIDEO aansluitingen ...13 Connect error, iPod bediening statusmelding ..........85 Connect MIC!, Automatische setup foutmelding .....82 CROSSOVER, Luidspreker-instellingen ..................61 Crossover, Luidspreker-instellingen ....61 CT indicator .........................................25 CT WIDTH, Geluidsveldparameters ...42 CT, Radio Data Systeem informatie ....48 CULTURE, Radio Data System programmatype ................................49 ■ D D)CENTER GEQ, Geluidsmenu ......... 62 D)DECODER MODE, Ingangsmenu ... 66 D)PARAM. INI, Optiemenu ............... 69 Decoder indicators ............................... 24 Decoder keuzefunctie, Decoderfunctie ... 66 Decoderfunctie, Ingangsmenu ............. 66 DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluitingen ................................... 13 DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen ................................... 13 Dimensie, Geluidsveldparameter ........ 42 DIMENSION, Geluidsveldparameters ... 42 DIMMER, Display instellingen .......... 67 Dimmer, Display instellingen .............. 67 DIRECT ............................................... 43 Disconnected, iPod bediening statusmelding ......... 85 Display instellingen, Optiemenu ......... 67 Display voorpaneel .............................. 24 DIST .................................................... 28 DIST, Automatische setup resultaat .... 28 DISTANCE ......................................... 27 DISTANCE, Automatische setup ........ 27 DOCK indicator .................................. 24 DRAMA, Radio Data System programmatype ............................... 49 DSP LEVEL, Geluidsveldparameters ... 42 DSP niveau, Geluidsveldparameter ..... 42 DTS decoder voorrangsinstelling, Decoderfunctie ................................ 66 DVD-recorder aansluiting ................... 18 DVD-speler aansluiting ....................... 17 Dynamisch bereik, Geluidsmenu ........ 63 ■ E E)EXTD SUR., Geluidsmenu ............. 64 E)LFE LEVEL, Geluidsmenu ............. 62 E)MULTI CH SET, Ingangsmenu ...... 67 E-1:NO FRONT SP, Automatische setup foutmelding ..... 82 E-2:NO SURR.SP, Automatische setup foutmelding ..... 82 E-3:SBR->SBL, Automatische setup foutmelding ..... 82 E-4:NOISY, Automatische setup foutmelding ..... 82 E-5:CHECK SUR., Automatische setup foutmelding ..... 82 E-6:NO MIC!, Automatische setup foutmelding ..... 82 E-7:NO SIGNAL, Automatische setup foutmelding ..... 82 E-8:USER CANCEL, Automatische setup foutmelding ..... 82 E-9:INTERNAL ERROR, Automatische setup foutmelding ..... 82 EDUCATE, Radio Data System programmatype ............................... 49 Index Eenheid, Luidsprekerafstand ............... 62 Eenvoudige afstandsbedieningsfunctie, iPod bedienen .................................. 53 Effectniveau, Geluidsveldparameter .... 42 ENHANCER indicator ........................ 24 EON dataservice, Radio Data System afstemmen ........ 50 EON indicator ...................................... 25 Equalizer midden-luidspreker, Geluidsmenu .................................... 62 Externe decoder aansluiten .................. 19 ■ F F)DYNAMIC RANGE, Geluidsmenu ... 63 Fabrieksinstellingen, Geavanceerde setup ......................... 77 FL SCROLL, Display instellingen ...... 68 FM afstemmen ..................................... 45 FM antenne .......................................... 21 FM antenne aansluiten ......................... 21 FRONT B luidspreker-instelling, Luidspreker-instellingen .................. 59 FRONT B, Luidspreker-instellingen ... 59 FRONT SP, Luidspreker-instellingen ... 59 FRONT, Multikanaals ingangsinstelling ........ 67 ■ G G)AUDIO SET, Geluidsmenu ............. 63 Games, Geluidsveldprogramma’s ........ 40 Geheugen beveiliging, Optiemenu ...... 68 Geluid tijdelijk uitschakelen ................ 37 Geluidsmenu, Handmatige setup ......... 57 Geluidsveldprogramma’s met hoofdtelefoon ................................... 41 ■ H I I)EXTD SUR., Geluidsmenu ............... 64 Indicators ingangskanalen .................... 25 INFO, Radio Data System programmatype .... 49 J Jazz, Geluidsveldprogramma’s ............40 ■ K Kiezen voorkeuzezender, FM/AM afstemmen ..........................47 Klok/tijd, Radio Data Systeem informatie .......48 ■ L LFE/BASS OUT, Luidspreker-instellingen ..................60 LFE/Bass out, Luidspreker-instellingen ..................60 LIGHT M, Radio Data System programmatype ................................49 Linker/rechter surround achter-luidsprekers, Luidspreker-instellingen ..................60 Linker/rechter surround-luidsprekers, Luidspreker-instellingen ..................60 Loading..., iPod bediening statusmelding ..........85 Luidspreker, Dynamisch bereik ...........63 Luidspreker, Niveau Lage Frequentie Effecten ....62 Luidsprekerafmetingen ........................27 Luidsprekerafmetingen, Automatische setup ..........................27 Luidsprekerafstand .........................27, 28 Luidsprekerafstand, Automatische setup ..........................27 Luidsprekerafstand, Automatische setup resultaat ...........28 Luidsprekerafstand, Geluidsmenu ........62 Luidsprekerafstanden, Luidsprekerafstand ...........................62 Luidsprekerbedrading ..........................27 Luidsprekerbedrading, Automatische setup ..........................27 Luidsprekerbedrading/volumeniveau, Automatische setup ..........................27 ■ M M.O.R. M, Radio Data System programmatype ................................ 49 MANUAL SETUP, SET MENU ........ 57 MAX VOL., Audio instellingen .......... 63 Maximum volume, Audio instellingen ........................... 63 MD-recorder, Aansluiting ................... 19 Menu bedieningsfunctie, iPod bedienen .................................. 54 Midden breedte, Geluidsveldparameter ...................... 42 Midden-luidspreker, Luidspreker-instellingen .................. 59 Middernacht luisterfunctie ................... 44 Movie Dramatic, Geluidsveldprogramma’s ................ 40 Movie Spacious, Geluidsveldprogramma’s ................ 40 MULTI CH INPUT aansluitingen ....... 19 MULTI CH INPUT component selectie .......................... 36 Multiformaat-speler verbinding ........... 19 Multifunctioneel display ...................... 25 Multikanaals bronnen via hoofdtelefoon .................................. 41 Multikanaals ingangsinstelling, Ingangsmenu ................................... 67 MULTI-ZONE Gebruik ...................... 74 MUTE .................................................. 37 MUTE indicator ................................... 24 MUTE TYPE, Audio instellingen ....... 63 ■ N Neo:6 Music ........................................ 41 Netsnoer, Aansluiting .......................... 22 NEWS, Radio Data System programmatype ................................ 49 Nieuwe naam, SCENE sjabloon .......... 33 Niveau Lage Frequentie Effecten, Geluidsmenu .................................... 62 ■ O Omwisselen, Voorkeuzezender, FM/AM afstemmen ......................... 47 Oplossen van problemen ..................... 78 OPTICAL IN (2) ................................. 65 OPTICAL IN (2), Ingangen toewijzen ......................... 65 OPTICAL IN (3), Ingangen toewijzen ......................... 65 OPTICAL INPUT toewijzing, Ingangen toewijzen ......................... 65 93 Nl Nederlands ■ ■ Luidspreker-instellingen, Geluidsmenu .................................... 59 Luidsprekerniveau ............................... 28 Luidsprekerniveau, Automatische setup resultaat ........... 28 Luidsprekerniveau, Geluidsmenu ........ 61 LVL ..................................................... 28 LVL, Automatische setup resultaat ..... 28 AANVULLENDE INFORMATIE H)HDMI SET, Geluidsmenu ............... 64 Hall, Geluidsveldprogramma’s ............ 40 Handmatig afstemmen, FM/AM afstemmen ......................... 45 Handmatig voorprogrammeren, FM/AM afstemmen ......................... 46 Handmatige setup, SET MENU ........... 57 HDMI indicator .................................... 24 HDMI instelling, Geluidsmenu ............ 64 HDMI, Aansluiting .............................. 14 HEADPHONE, Dynamisch bereik ...... 63 HEADPHONE, Niveau Lage Frequentie Effecten .... 62 Herhaalde weergave ............................. 54 Herhaalde weergave, iPod bedienen .... 54 Hoofdtelefoon ...................................... 37 Hoofdtelefoon indicator ....................... 24 Hoofdtelefoon, Dynamisch bereik ....... 63 Hoofdtelefoon, Niveau Lage Frequentie Effecten .... 62 Huidige status display .......................... 37 Infrarood venster, Afstandsbediening ....25 Ingang voor, Multikanaals ingangsinstellingen .....67 Ingangskanaal en luidspreker indicators ..........................................25 Ingangskanalen, Multikanaals ingangsinstelling ........67 Ingangsmenu, Handmatige setup .........57 INI.VOL., Audio instellingen ..............63 INPUT CH, Multikanaals ingangsinstelling ........67 Inschakelen van de stroom ...................23 Instellen SCENE sjabloon signaalbron, Afstandsbediening ............................34 Instellen van afstandsbedieningscodes ...73 Instelling luidsprekerniveau .................43 iPod bediening, Statusmelding .............85 iPod connected, iPod bediening statusmelding ..........85 iPod gebruiken .....................................53 Index OPTICAL OUT (4), Uitgangstoewijzing .......................... 65 Optiemenu, Handmatige setup ............. 58 Optimalisatie-microfoon ...................... 26 Optimalisatie-microfoon, Automatische setup ......................... 26 Optimaliseren van de luidsprekerinstelling .......................................... 26 OPTIMIZER MIC aansluiting, Automatische setup ......................... 26 OSD (in-beeld display) vershuiven, Display instellingen ......................... 68 OSD SHIFT, Display instellingen ....... 68 OSD-AMP, Display instellingen ......... 68 OSD-SOURCE, Display instellingen ... 68 OTHER M, Radio Data System programmatype ................................ 49 ■ P Panorama, Geluidsveldparameter ........ 42 PANORAMA, Geluidsveldparameters ... 42 Parameter initialiseren, Optiemenu ...... 69 PCM indicator ...................................... 24 PHONES aansluiting ........................... 37 PLII Game ............................................ 41 PLII Movie ........................................... 41 PLII Music ........................................... 41 PLIIx Game .......................................... 41 PLIIx Movie ......................................... 41 PLIIx Music ......................................... 41 POP M, Radio Data System programmatype ................................ 49 Pop/Rock, Geluidsveldprogramma’s ... 40 PRESET, Geavanceerde setup ............. 77 Pro Logic .............................................. 41 Programmaservice, Radio Data System informatie ........................................ 48 Programmatype, Radio Data System informatie ........................................ 48 PS indicator .......................................... 25 PS, Radio Data Systeem informatie ..... 48 PTY HOLD indicator ........................... 25 PTY indicator ....................................... 25 PTY SEEK functie, Radio Data Systeem afstemmen ...... 49 PTY, Radio Data Systeem informatie ... 48 PVR aansluiting ................................... 18 ■ R Radio Data Systeem afstemmen .......... 48 Radio Data System indicator ............... 25 Radiotekst, Radio Data Systeem informatie ....... 48 Rechtstreeks ......................................... 41 REMOTE IN/OUT aansluitingen ........ 20 Resetten van het systeem ..................... 87 ROCK M, Radio Data System programmatype ................................ 49 RT indicator ......................................... 25 RT, Radio Data Systeem informatie .... 48 ■ S S VIDEO aansluitingen ....................... 13 SB L/R SP, Luidspreker-instellingen .... 60 94 Nl SCENE 1 ................................................7 SCENE IR, Geavanceerde setup ..........77 SCENE IR-code instelling, “Geavanceerde setup ........................77 SCENE sjabloon selectie .....................30 SCIENCE, Radio Data System programmatype ................................49 Scrollen over het display op het voorpaneel, Display instellingen ......68 Selectie, Audio ingangsaansluitingen ....36 Selectie, MULTI CH INPUT component ........................................36 Selectie, Radio Data System programmatype ................................49 Selectie, SCENE sjabloon ....................30 Selectie, Voorkeuzezender, FM/AM afstemmen ..........................47 SET MENU ..........................................57 Set-top box aansluiting .........................18 Signaalbron indicators ..........................24 Signaalbron informatiedisplay .............38 Signaalbronfunctie weergavetijd in-beeld display, Display-instellingen ................68 Signaalbronnen nieuwe namen geven, Ingangsmenu ....................................66 SILENT CINEMA ...............................41 SILENT CINEMA indicator ................25 SIZE .....................................................27 SIZE, Automatische setup ....................27 Slaaptimer ............................................39 SLEEP indicator ...................................25 SP .........................................................28 SP A B indicators .................................24 SP, Automatische setup resultaat .........28 SPEAKER Dynamisch bereik ..............63 SPEAKER, Niveau Lage Frequentie Effecten ....62 SPORT, Radio Data System programmatype ................................49 STRAIGHT ..........................................41 Stroomschema audiosignalen ...............15 Stroomschema videosignalen ...............15 SUBWOOFER PHASE, Luidspreker-instellingen ..................61 Subwooferfase, Luidspreker-instellingen ..................61 SUPPORT AUDIO, HDMI instelling ...64 SUR. L/R SP, Luidspreker-instellingen ..................60 ■ T Technische gegevens ............................91 TEST, Equalizer midden-luidspreker ..........62 Testtoon, Equalizer midden-luidspreker ..........62 Toewijzen van ingangsaansluitingen, Ingangsmenu ....................................65 Toonregeling ........................................43 TU, Geavanceerde setup ......................77 Tuner (FM/AM radio), Oplossen van problemen ..................81 Tuner (radio) indicators .......................24 TV Sports, Geluidsveldprogramma’s ....40 ■ U Uit (standby), Zone 2 ........................... 76 Uitgebreid surround, Geluidsmenu ..... 64 Uitschakelen van de stroom ................ 23 Unable to play, iPod bediening statusmelding ................................... 85 UNIT, Luidsprekerafstand ................... 62 Unknown iPod, iPod bediening statusmelding ................................... 85 Unplug HP!, Automatische setup foutmelding ..................................... 82 USB geheugenapparaat gebruiken, draagbare USB audiospeler gebruiken ... 51 USB weergavefuncties ........................ 70 USB, Oplossen van problemen ........... 84 Uw eigen SCENE sjablonen maken .... 33 ■ V VARIED, Radio Data System programmatype ............................... 49 Verbetering gebruik andere netwerken, Radio Data System afstemmen .......... 50 Versterkerfunctie weergavetijd in-beeld display, Display-instellingen ........... 68 VIDEO aansluitingen .......................... 13 VIDEO AUX aansluitingen, Voorpaneel ...................................... 21 VIDEO CONV., Display instellingen .... 67 Video conversie, Display instellingen ... 67 Video informatie .................................. 38 Video op de achtergrond ..................... 38 Video-aansluitingen ............................. 13 Videocomponenten, Aansluiting ......... 16 Videorecorder aansluiting ................... 18 Virtual CINEMA DSP ......................... 41 VIRTUAL indicator ............................ 25 VOLTAGE SELECTOR ....................... 3 VOLUME niveauaanduiding .............. 24 Volume Trim, Ingangsmenu ................ 66 Voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen ......................................... 32 Voorkeuzezenders omwisselen, FM/AM afstemmen ......................... 47 Voor-luidsprekers, Luidspreker-instellingen ................. 59 ■ W W-1:OUT OF PHASE, Automatische setup foutmelding ..... 83 W-2:DISTANCE ERROR, Automatische setup foutmelding ..... 83 W-3:LEVEL ERROR, Automatische setup foutmelding ..... 83 Weergave met een hoge kwaliteit ....... 43 Weergave-informatiedisplay, iPod bediening ................................. 54 Weergave-informatiedisplay, USB bediening ................................ 52 Willekeurige weergave, iPod bedienen .................................. 54 WIRING/LEVEL ................................ 27 WIRING/LEVEL, Automatische setup ......................... 27 Index ■ Y Yamaha iPod universeel dock, Aansluiting ....................................... 20 Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer ......................................... 26 YPAO ................................................... 26 YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) ........................ 26 YPAO indicator ................................... 24 ■ Z Zone 2 .................................................. 74 ZONE2 indicator .................................. 24 AANVULLENDE INFORMATIE 95 Nl Nederlands “M SPEAKERS” of “3 DVD” (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie van de verschillende onderdelen. Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland Hartelijk dank dat u een Yamaha product heeft gekozen. Mocht uw Yamaha product onverhoopt service of reparatie onder de garantie behoeven, dan verzoeken wij u contact op te nemen met de dealer van wie u het toestel in kwestie gekocht heeft. Als u problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met de Yamaha vertegenwoordiging in uw land. De volledige gegevens hiervoor kunt u vinden op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.). Wij garanderen dat dit product vrij is van fabricage- en materiaalfouten voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van de oorspronkelijke aankoop. Yamaha zal, onder de hieronder vermelde voorwaarden, het defecte product, onderdeel of de defecte onderdelen laten repareren of, naar keuze van Yamaha, vervangen, zonder kosten voor materiaal of arbeid in rekening te brengen. Yamaha behoudt zich het recht voor een product te vervangen door een gelijkwaardig product van hetzelfde soort en/of dezelfde waarde en andere relevante kenmerken, indien het onderhavige model niet meer gefabriceerd wordt of als reparatie niet economisch verantwoord wordt geacht. Voorwaarden 1. Het defecte product MOET vergezeld zijn van de originele rekening of het oorspronkelijke reçu (met daarop vermeld de datum van aankoop, productcode en de naam van de dealer) en van een verklaring waarin het mankement of de storing uiteengezet wordt. Bij afwezigheid van een dergelijk onweerlegbaar bewijs van aankoop behoudt Yamaha zich het recht voor gratis service of reparatie te weigeren en kan het product op kosten van de klant aan de klant worden geretourneerd. 2. Het product MOET zijn aangeschaft bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EER) of in Zwitserland. 3. Het product mag niet onderworpen zijn aan enige modificatie of verandering, behalve indien daartoe uitdrukkelijk schriftelijk toestemming is verkregen van Yamaha. 4. Uitgesloten van deze garantie zijn: a. Periodiek onderhoud en reparatie of vervanging van onderdelen als gevolg van normale slijtage. b. Schade als resultaat van: (1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of door onbevoegde derden. (2) Ondeugdelijke verpakking of fouten bij het hanteren van het product wanneer het product van de klant vandaan onderweg is. Wij wijzen u erop dat het de verantwoordelijkheid van de klant is ervoor zorg te dragen dat het product deugdelijk verpakt is wanneer het wordt geretourneerd om nagezien of gerepareerd te worden. (3) Oneigenlijk gebruik, daaronder begrepen, maar niet beperkt tot, (a) het product niet gebruiken voor de doeleinden waarvoor het normaal gesproken bestemd is, of niet in overeenstemming met de door Yamaha verstrekte instructies voor correct gebruik, onderhoud en opslag van het product, en (b) het product installeren of gebruiken op een wijze die niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen zoals die gelden in het land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt. (4) Ongelukken, blikseminslag, water, brand, ondeugdelijke ventilatie, lekkende batterijen of enige andere oorzaak waarop Yamaha geen invloed heeft. (5) Defecten van het systeem waarin dit product wordt gebruikt en/of incompatibiliteit met producten van derden. (6) Gebruik van een niet door Yamaha in de EER en/of Zwitserland geïmporteerd product, waar dat product niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen van het land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt en/of aan de standaard specificaties van het product zoals verkocht door Yamaha in de EER en/of Zwitserland. (7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn. (De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website: http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.) 5. Waar de garantie zoals die geldt in het land van aankoop verschilt van die in land waar het product gebruikt wordt, zal de garantie voor het land waar het product gebruikt wordt worden toegepast. 6. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enig verlies of enige schade, zij het directe schade, gevolgschade of anderszins, met uitzondering van reparatie of vervanging van het product. 7. Maakt u alstublieft reservekopieën van aangepaste instellingen of gegevens, want Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige wijziging aan of verlies van dergelijke instellingen of gegevens. 8. Deze garantie doet niet af aan de rechten die de consument toegekend worden onder de toepasselijke nationale wetten en regelgeving, noch aan de rechten die de consument kan laten gelden ten opzichte van de dealer als gevolg van hun verkoop/aankoop contract. 96 Nl ■ Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Voorpaneel/ Фронтальная панель A BC D E F G H IJ K L VOLUME MAIN ZONE ON/OFF OPTIMIZER MIC SYSTEM OFF ZONE 2 ON/OFF EDIT PRESET/TUNING BAND l PRESET/TUNING/CH h A/B/C/D/E MEMORY TUNING AUTO/MAN'L ZONE CONTROL SCENE 1 l PHONES SPEAKERS A/B/OFF PROGRAM TONE CONTROL 3 4 l STRAIGHT INPUT DIRECT VIDEO AUX h AUDIO SELECT EFFECT SILENT CINEMA M i 2 h N O P Q R S T VIDEO L AUDIO USB R 00_Sheet_RX-V563_EX.book Page 1 Monday, January 7, 2008 5:30 PM RTKAGLEF RX-V563 The circled numbers and alphabets correspond to those in the Owner’s Manual. Les nombres et lettres dans un cercle correspondent à ceux du mode d’emploi. Die umkreisten Zahlen und Buchstaben entsprechen denen in der Bedienungsanleitung. Inringade nummer och bokstäver motsvarar de som anges i bruksanvisningen. I manuali e le lettere dell’alfabeto corrispondono a quelli nel Manuale di istruzioni. Los números y las letras en el interior de círculos se corresponden con aquellos del manual de instrucciones. De omcirkelde cijfers en letters corresponderen met die in de Gebruiksaanwijzing. Цифры и буквы в кружках относятся к цифрам и буквам в Инструкции по эксплуатации. 带圆圈的数字和文字与说明书中的同类数字和文字相对应。 원 번호 및 원 알파벳은 사용 설명서 안의 표기와 일치합니다 . ■ Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Pannello anteriore/Panel delantero/Voorpaneel/ Фронтальная панель/ 前部面板 / 전변 패널 A BC D E F G H I J K L VOLUME MAIN ZONE ON/OFF OPTIMIZER MIC SYSTEM OFF ZONE 2 ON/OFF EDIT PRESET/TUNING BAND l PRESET/TUNING/CH h A/B/C/D/E MEMORY TUNING AUTO/MAN'L ZONE CONTROL SCENE 1 l PHONES SPEAKERS A/B/OFF PROGRAM TONE CONTROL 3 STRAIGHT DIRECT h 4 l INPUT VIDEO AUX h VIDEO AUDIO SELECT EFFECT SILENT CINEMA M Black process 45.0° 240.0 LPI 2 N O P Q R S T L AUDIO USB R
1 / 1

Yamaha RX-V563 de handleiding

Categorie
Ontvanger
Type
de handleiding