NL
- 59 -
Wij wijzen erop dat onze apparaten overeen-
komstig hun bestemming niet ontworpen zijn voor
commercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik.
Wij zijn niet aansprakelijk indien het apparaat in
ambachtelijke of industriële bedrijven alsmede bij
gelijk te stellen activiteiten wordt gebruikt.
4. Technische gegevens
Stationair toerental n
0
.......................12.000 min
-1
Luchtsnelheid .......................................210 km/h
Max. looptijd ....................................... ca. 10 min
Beschermklasse ...............................................III
Geluidsvermogen L
WA
..............................79,5 dB
Geluidsdrukniveau L
pA
.............................68,5 dB
Onzekerheid K .............................................3 dB
Wisselaccu ........................18 V d. c. / 1500 mAh
............................optioneel 18 V d.c. / 3000 mAh)
Trilling a
hv
............................................. ≤ 2,5 m/s
2
Onzekerheid K ........................................1,5 m/s
2
Gewicht ......................................................1,5 kg
Laadtoestel
Netspanning ................................ 230 V ~ 50 Hz
Uitgang
Nominale spanning ............................... 21 V d. c.
Nominale stroom .................................. 3.000 mA
Het geluid van de machine kan 85 dB(A) over-
schrijden. In dit geval zijn geluidswerende maatre-
gelen voor de bediener vereist.
De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten
volgens een genormaliseerde testprocedure
en kan veranderen al naargelang van de wijze
waarop het elektrische gereedschap wordt gebru-
ikt en in uitzonderingsgevallen boven de opgege-
ven waarde liggen.
De vermelde trillingsemissiewaarde kan ook wor-
den gebruikt om voor begin van de werkzaamhe-
den de nadelige gevolgen te beoordelen.
Let op!
De vibratiewaarde zal op grond van het toepas-
singsgebied van het elektrische gereedschap ve-
randeren en kan in uitzonderingsgevallen boven
de opgegeven waarde liggen.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
•
Gebruik enkel intacte toestellen.
•
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
•
Pas uw manier van werken aan het toestel
aan.
•
Overbelast het toestel niet.
•
Laat het toestel indien nodig nazien.
•
Schakel het toestel uit als het niet wordt ge-
bruikt.
•
Draag handschoenen.
5. Vóór inbedrijfstelling
5.1 Montage blaaspijp (fi g. 3)
Motoreenheid (pos. 3) en blaaspijp (pos. 1) in-
eensteken.
5.2 Montage van de accu (fi g. 4a/4b)
Druk zoals te zien in fi g. 4a op de grendelknop
(fi g. 4a, pos. A) van de accu en schuif de accu in
de daartoe voorziene houder. Zodra de accu de
positie bereikt zoals getoond in fi g. 11 op het vast-
klikken van de grendelknop letten! De montage
van de accu gebeurt in omgekeerde volgorde.
5.3 Accu laden (fi g. 5)
1. Accupack het gereedschap uit nemen. Daar-
voor de zijdelingse grendelknop indrukken.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
kenplaatje overeenkomt met de voorhanden
zijnde netspanning. Steek de netstekker van
de lader (4) het stopcontact in. De groene
LED begint te knipperen.
3. Steek de accu (5) op de lader (4).
4. Onder punt „indicatie lader“ vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie op
de lader.
Tijdens het laden kan de accu wat warm worden.
Dat is echter normaal.
Mocht het laden van het accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan
•
of op het stopcontact de netspanning voor-
handen is
•
of een perfect contact aan de laadcontacten
voorhanden is.
Anl_GE_CL_18_Li_SPK7.indb 59Anl_GE_CL_18_Li_SPK7.indb 59 21.08.13 08:4221.08.13 08:42