Aeg-Electrolux BP7004001M Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

BP7004001
BP7304151
NL Gebruiksaanwijzing
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
5. BEDIENINGSPANEEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
6. DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
7. KLOKFUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
8. AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
9. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
10. EXTRA FUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
11. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
12. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
13. PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren
uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen
maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd
om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2
www.aeg.com
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor in-
stallatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente inva-
liditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en door mensen met beperkte licha-
melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan van een volwassene of van iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen
jonger dan 3 jaar moeten niet zonder toezicht in de
buurt van het apparaat worden gelaten.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het ap-
paraat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveili-
ging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het ap-
paraat installeren en de kabel vervangen.
Van binnen wordt het apparaat heet als het in werk-
ing is. Raak de verwarmingselementen in het appa-
NEDERLANDS 3
raat niet aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen om
accessoires of kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te ple-
gen.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur
schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken
op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen bre-
ken.
Overtollige voedselresten moeten verwijderd worden
alvorens de pyrolytische reiniging te starten. Verwij-
der alle onderdelen van de oven.
Gebruik uitsluitend de vleesthermometer die aanbe-
volen is voor dit apparaat.
Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrail in de omge-
keerde volgorde.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabri-
kant, een erkende serviceverlener of een gekwalifi-
ceerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke
situaties te voorkomen.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voor-
dat u de lamp vervangt om elektrische schokken te
voorkomen.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatie-
technicus mag het apparaat in-
stalleren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
4
www.aeg.com
Trek het apparaat nooit aan de hand-
greep van zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt geïn-
stalleerd.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van de-
zelfde hoogte.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromon-
teur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangeslo-
ten op een geaard stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met
de stroomvoorziening. Zo niet, neem
dan contact op met een elektromon-
teur.
Gebruik altijd een correct geïnstal-
leerd, schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Neem contact op met
de service-afdeling of een elektro-
monteur om een beschadigde hoofd-
kabel te vervangen.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen on-
der stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden beves-
tigd dat het niet zonder gereedschap
kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcon-
tact als de installatie is voltooid. Zorg
ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het ap-
paraat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-appa-
raten: stroomonderbrekers, zekerin-
gen (schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd), aardlek-
schakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een iso-
latieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet af-
gesloten kan worden. Het isolatieap-
paraat moet een contactopening heb-
ben met een minimale breedte van 3
mm.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden,
elektrische schokken of een ex-
plosie.
Gebruik dit apparaat in een huishou-
delijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopenin-
gen niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na ge-
bruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het ap-
paraat aan staat. Er kan hete lucht ont-
snappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een geopen-
de deur.
Het apparaat mag niet worden ge-
bruikt als werkblad of aanrecht.
Houd de deur van het apparaat altijd
dicht als het apparaat in werking is.
Open de deur van het apparaat voor-
zichtig. Als u alcoholische toevoegin-
gen gebruikt, kan er alcohol-lucht-
mengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlamba-
re producten in, bij of op het appa-
raat.
NEDERLANDS 5
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa-
raat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
– zet geen kookgerei of andere voor-
werpen direct op de bodem van het
apparaat.
- leg geen aluminiumfolie op de bo-
dem van het apparaat.
- Plaats geen water direct in het hete
apparaat.
- Haal vochtige schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met ko-
ken.
- Wees voorzichtig bij het verwijderen
of bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat. Dit is geen defect dat
geldt voor het recht op garantie.
Gebruik een diepe braadpan voor
vochtige taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afge-
koeld. Er bestaat een risico dat de
glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem con-
tact op met de service-afdeling.
Wees voorzichtig bij het verwijderen
van de deur uit het apparaat. De deur
is zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Resterend vet of voedsel in het appa-
raat kan brand veroorzaken.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Ge-
bruik geen schuurmiddelen, schuur-
sponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray ge-
bruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
Reinig niet het katalytisch emaille (in-
dien van toepassing) met een schoon-
maakmiddel.
Pyrolytische reiniging
WAARSCHUWING!
Risico op letsel / Brand / Chemi-
sche uitstoot (dampen) in pyroli-
tische modus.
Voordat u de pyrolytische zelfsreini-
gingsfunctie of het apparaat voor het
eerst gebruikt, moet u eerst de vol-
gende items uit de binnenkant oven
verwijderen:
Eventueel grote hoeveelheden
etensresten, olie of gemorst vet / af-
zetttingen
Eventueel verwijderbare objecten
(inclusief plateaus, zijrails, etc., die
met het product zijn meegeleverd),
in het bijzonder potten en pannen
met antiaanbaklaag, ovenroosters,
kookgerei, etc.
Lees zorgvuldig alle instructies voor
pyrolytische reiniging.
Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat als de pyrolytische reiniging
in werking is. Het apparaat wordt erg
heet en er komt hete lucht uit de ven-
tilatieopeningen aan de voorkant.
Pyrolytische reiniging wordt uitge-
voerd onder hoge temperaturen waar-
bij er rook van kookresten en con-
structiematerialen kan komen. Daarom
moeten de consumenten:
Zorg tijdens en na het eerste ge-
bruik bij maximumtemperatuur voor
voldoende verluchting.
Zorg voor goede ventilatie tijdens
en na elke pyrolytische reiniging.
In tegenstelling tot mensen, kunnen
bepaalde vogels en reptielen zeer ge-
voelig zijn voor mogelijke rookgassen
die tijdens het reinigingsproces van al-
le pyrolytische ovens worden uitgesto-
ten.
Houd huisdieren (met name vogels)
uit de buurt van het apparaat tijdens
6
www.aeg.com
en na de pyrolytische reiniging en
gebruik eerst een programma bij
maximale temperatuur in een goed
geventileerde ruimte.
Kleine huisdieren kunnen ook zeer ge-
voelig zijn voor de plaatselijke tempe-
ratuurwijzigingen in de nabijheid van
alle pyrolytische ovens.
Anti-aanbaklagen in potten en pan-
nen, schalen, keukengerei, enz. kun-
nen worden beschadigd door de hoge
temperatuur van het pyrolytische reini-
gingsproces van alle pyrolytische
ovens en kunnen mogelijk ook kleine
hoeveelheden schadelijke chemische
gassen veroorzaken.
Rookgassen die vrijkomen uit alle py-
rolytische ovens / kookresten zoals be-
schreven, zijn niet schadelijk voor
mensen, inclusief zuigelingen of per-
sonen met medische aandoeningen.
2.4 Binnenverlichting
De gloeilampen of halogeenlampen in
dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld
voor gebruik in huishoudelijke appara-
ten. Gebruik deze niet voor andere
doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schok-
ken!
Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te voorko-
men dat kinderen en huisdieren opge-
sloten raken in het apparaat.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
21
10
4
3
5
6
7
8
9
5
4
3
2
1
1
Bedieningspaneel
2
Elektronische tijdschakelklok
3
Opening voor kerntemperatuursen-
sor
4
Verwarmingselement
5
Lampje
6
Ventilator
7
Verwarmingselement achterwand
8
Onderwarmte
9
Rekframe, verwijderbaar
10
Rekstanden
NEDERLANDS 7
3.1 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, cake bakblikken en
braadvormen.
Bakplaat
Voor cake en koekjes.
Combi schaal
Voor cake en koekjes. Voor braden en
roosteren of als schaal om vet op te van-
gen.
Vleesthermometer
Voor het vaststellen van het gaarpunt
van het gerecht.
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
4.1 Eerste reiniging
Verwijder alle onderdelen van het ap-
paraat.
Reinig het apparaat voor het eerste
gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud
en reiniging".
4.2 Dagtijd instellen en
wijzigen
Na de eerste aansluiting op het elektrici-
teitsnet, blijven alle symbolen op het dis-
play enkele seconden branden. In de
volgende seconden toont het display de
softwareversie.
Als de weergave van de softwareversie
uit gaat, verschijnt h en 12:00 op het
scherm.
De dagtijd instellen:
1.
Raak of aan om het uur in te
stellen.
8
www.aeg.com
2.
Raak of aan.
3.
Raak of aan om de minuten
in te stellen.
4.
Raak of aan.
Het display Temperatuur/Tijd geeft de
nieuwe tijd weer.
De dagtijd wijzigen
U kunt de dagtijd alleen wijzigen als het
apparaat uit staat. Raak
aan. knip-
pert op het display. Als u de nieuwe
dagtijd wilt instellen, volgt u de boven-
staande procedure.
5. BEDIENINGSPANEEL
5.1 Elektronische tijdschakelklok
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat
te bedienen.
Tiptoets -functie Omschrijving
1
- WEERGAVE Toont de huidige instellingen van het
apparaat.
2
AAN/UIT Het apparaat in- en uitschakelen
3
OPTIES Voor het instellen van een ovenfunctie,
een automatisch programma of een rei-
nigingsfunctie (alleen geselecteerde
modellen). Rechtstreekse toegang tot
de ovenfunctie wanneer het apparaat is
uitgeschakeld.
4
FAVORIET Het opslaan van uw favoriete program-
ma's. Gebruik deze functie om uw fa-
voriete programma rechtstreeks te
openen, ook als het apparaat is uitge-
schakeld.
NEDERLANDS 9
Tiptoets -functie Omschrijving
5
TEMPERATUUR /
SNEL OPWARMEN
De temperatuur in de oven of de tem-
peratuur van de vleesthermometer in-
stellen en controleren (indien aanwe-
zig). Als u de knop drie seconden inge-
drukt houdt, wordt de functie Snel op-
warmen in- en uitgeschakeld. Recht-
streekse toegang tot de temperatuurin-
stelling van de eerste ovenfunctie wan-
neer het apparaat is uitgeschakeld.
6
OMHOOG, OM-
LAAG
Omhoog of omlaag gaan in het menu.
7
OK De selectie of instelling bevestigen.
Omlaag gaan in het menu.
8
OVENVERLICH-
TING
Het in- of uitschakelen van de oven-
lamp.
9
KLOK De klokfuncties instellen.
10
KOOKWEKKER De Kookwekker instellen.
5.2 Display
ABC
DEFG
A)
Ovenfunctiesymbool
B)
Temperatuur/tijd
C)
Display van de klok/restwarmte (ook
de kookwekker en dagtijd)
D)
Restwarmte-indicatie
E)
Indicatie voor de klokfuncties (zie de
tabel "Klokfuncties")
F)
Voorverwarmindicatie
G)
Nummer van de ovenfunctie/het pro-
gramma
5.3 Overige aanduidingen op de display
Symbo-
len
Naam Beschrijving
Functies U kunt een ovenfunctie kiezen.
Automatisch pro-
gramma
U kunt een ovenprogramma kiezen.
Mijn favoriete pro-
gramma
Het programma Favoriet is in werking.
10
www.aeg.com
Symbo-
len
Naam Beschrijving
/
kg/gr Een ovenprogramma met een gewichtin-
voer is in werking.
/
u / min Een klokfunctie is in werking.
Temperatuur / Snel
opwarmen
De functie werkt.
Temperatuur U kunt de temperatuur bekijken of wijzigen.
Vleesthermometer De vleesthermometer bevindt zich in de
aansluiting voor de vleesthermometer.
Deurslot De functie deurvergrendeling is in werking.
Ovenlampje Het lampje is uit.
Kookwekker De kookwekker staat aan.
5.4 Voorverwarmindicatie
Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan
de balkjes op het display
branden.
De balkjes geven aan dat de tempera-
tuur in het apparaat toe- of afneemt.
Wanneer het apparaat de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, verdwijnen
de balkjes van het display.
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
U kunt het apparaat gebruiken in:
•de handmatige modus - u stelt de
verwarmingsfunctie, de temperatuur
en de kooktijd handmatig in.
automatische programma's - voor
het bereiden van een gerecht als u
geen kennis of ervaring met koken
hebt.
Ovenfunctie Applicatie
1 Multi hete-
lucht
Voor het bakken op maximaal 3 niveaus tegelij-
kertijd en het drogen van voedsel. Stel de tem-
peratuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven +
onderwarmte.
2 Pizza hete-
lucht
Om gerechten op één niveau te bakken met in-
tensief bruineren en een krokantere korst. Stel
de temperatuur 20 - 40 °C lager in dan voor Bo-
ven + onderwarmte.
3 Lage tempera-
tuur garen
Voor het bereiden van zeer mager en mals ge-
braden voedsel.
4 Conventionele
functie (Boven
+ Onderwarm-
te)
Voor het bakken en braden op 1 ovenniveau.
NEDERLANDS 11
Ovenfunctie Applicatie
5 Bevroren ge-
rechten
Voor kant-en-klaar gerechten zoals patat, aard-
appelkroketten, loempia's.
6 Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of
gevogelte met botten op 1 niveau. Ook om te
gratineren en te bruinen.
7 Grill intens Voor het grillen van plat voedsel in grote hoe-
veelheden. Voor het roosteren van brood.
8 Grill Om vlak voedsel te grillen en te toasten.
9 Warmhouden Om het voedsel warm te houden.
10 Ontdooien Om bevroren gerechten te ontdooien.
11 Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperi-
ge bodem en het bewaren van voedsel.
12 ECO Braden Dankzij ECO-functies kunt u het energieverbruik
tijdens het koken optimaliseren. Het is daarom
nodig om de kooktijd eerst in te stellen. Voor
meer informatie over de aanbevolen instellin-
gen raadpleegt u de kooktabellen met de equi-
valente normale ovenfunctie.
13 Pyrolytische
reiniging
Automatische pyrolytische reiniging van de
oven. De oventemperatuur bedraagt ca. 500 °C.
Hierdoor worden vuilresten in de oven ver-
brand. Deze kunnen nadat de oven is afgekoeld
met een doek worden verwijderd.
6.1 De ovenfunctie instellen
1.
Schakel het apparaat in met of
. Het display geeft de ingestelde
temperatuur, het symbool en het
nummer van de ovenfunctie weer.
2.
Raak of aan om een oven-
functie in te stellen.
3.
Raak aan. Anders start het appa-
raat na vijf seconden automatisch.
Als u het apparaat activeert en
geen ovenfunctie of programma
instelt, wordt het apparaat na 20
seconden automatisch uitge-
schakeld.
6.2 Temperatuur wijzigen
Raak / aan om de temperatuur in
stappen van 5 °C te wijzigen.
Wanneer het apparaat de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, weerklinkt er
drie keer een geluidssignaal en gaat de
verwarmingsindicatie uit.
6.3 Temperatuur opvragen
U kunt de temperatuur in het apparaat
controleren wanneer de functie of het
programma in werking is.
1.
Raak aan. Het temperatuur-/tijd-
display geeft de temperatuur in het
apparaat aan. Als u de oventempe-
ratuur wilt wijzigen, raakt u
nog
een keer aan en gebruikt u
of
.
2.
Raak aan om terug te keren naar
de ingestelde temperatuur. Het dis-
play geeft dit na vijf seconden auto-
matisch weer.
12
www.aeg.com
6.4 Functie Snel opwarmen
De functie Snel opwarmen verlaagt de
opwarmtijd.
De functie Snel opwarmen activeren:
Raak
gedurende langer dan drie se-
conden aan.
Als u de functie Snel opwarmen acti-
veert, gaan de balkjes op het display
één voor één knipperen en gaat
branden om aan te geven dat de functie
werkt.
Extra informatie:
Leg geen voedsel in de oven wanneer
de functie Snel opwarmen is ingescha-
keld.
De functie Snel opwarmen is niet bij
elke ovenfunctie beschikbaar. Er is een
geluidssignaal te horen als de functie
Snel opwarmen niet voor de ingestel-
de functie beschikbaar is.
6.5 Energie besparen
Het apparaat beschikt over
functies waarmee u tijdens het
dagelijks koken energie kunt
besparen:
Restwarmte:
Wanneer de verwarmings-
functie of een programma in
werking is, worden de ver-
warmingselementen 10%
eerder uitgeschakeld (de
lamp en ventilator blijven
werken). Deze functie werkt
alleen als de kooktijd langer
dan 30 minuten is. Anders
moet u de klokfuncties
(duur, eindtijd, tijdvertra-
ging) gebruiken. Deze toe-
passing werkt niet met de
grillfuncties.
Wanneer het apparaat uit is,
kunt u de warmte gebruiken
om het eten warm te hou-
den. Het display voor de
klok/restwarmte geeft de
resterende temperatuur
weer. De balkjes geven de
afnemende temperatuur
aan.
Koken met de lamp uit - raak
aan om de lamp tijdens het
koken uit te schakelen.
Het display uitschakelen - als
dit nodig is, kunt u het appa-
raat volledig uitschakelen.
Raak
en tegelijkertijd
aan totdat het display uit gaat.
Met deze procedure wordt het
apparaat ook ingeschakeld.
Eco-functies - raadpleeg
"Ovenfuncties".
7. KLOKFUNCTIES
SYM-
BOOL
FUNCTIE BESCHRIJVING
TIMER MET OP-
TELFUNCTIE
Tellen instellen. Er wordt weergegeven hoe lang
het apparaat in werking is. Deze functie heeft
geen invloed op de werking van het apparaat.
DAGTIJD De tijd van de dag controleren. Voor het wijzigen
van de dagtijd raadpleegt u 'De dagtijd instel-
len'.
DUUR Instellen hoe lang het apparaat in werking is.
EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgescha-
keld. Bereidingsduur en einde kunnen gelijktijdig
worden gebruikt (tijdvertraging), als het apparaat
op een later tijdstip automatisch wordt in- en uit-
geschakeld.
NEDERLANDS 13
SYM-
BOOL
FUNCTIE BESCHRIJVING
SET+GO Het apparaat wordt op een later tijdstip met één
aanraking van het sensorveld met de benodigde
instellingen gestart.
7.1 Timer met optelfunctie
Gebruik de timer met optelfunctie om
bij te houden hoe lang het apparaat in
werking is. Gaat onmiddellijk aan wan-
neer het apparaat met opwarmen be-
gint.
De timer met optelfunctie resetten:
Raak
aan. Raak aan totdat op het
display "00:00" staat en de timer met
optelfunctie weer opnieuw begint te tel-
len.
U kunt de timer met optelfunctie
niet gebruiken als Duur of Einde
is ingesteld.
7.2 De DUUR instellen
1.
Activeer het apparaat en stel een
ovenfunctie en de temperatuur in.
2.
Druk herhaaldelijk op totdat
op het display wordt weergegeven.
knippert op het display.
3.
Raak of aan om de minuten
van de DUUR in te stellen.
4.
Raak aan om te bevestigen.
5.
Gebruik of om de uren van
de DUUR in te stellen.
Als u tijdens het instellen van de
DUUR
of aanraakt, scha-
kelt het apparaat over naar de in-
stelling van de functie EINDE.
6.
Wanneer de ingestelde tijd is verlo-
pen, klinkt er gedurende twee minu-
ten een geluidssignaal.
en tijdinstelling knippert in het
display. Het apparaat wordt uitge-
schakeld.
Raak een tiptoets aan, of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
7.
Schakel het apparaat uit.
7.3 Het EINDE instellen
1.
Activeer het apparaat en stel een
ovenfunctie en de temperatuur in.
2.
Druk herhaaldelijk op totdat
op het display wordt weergegeven.
knippert op het display.
3.
Gebruik of om het EINDE
(eerst minuten en dan uren) in te
stellen en raak
of aan om te
bevestigen.
4.
Wanneer de ingestelde tijd is verlo-
pen, klinkt er gedurende twee minu-
ten een geluidssignaal.
Le symbole
et le réglage du
temps clignotent sur l'affichage. Het
apparaat wordt uitgeschakeld.
5.
Raak een tiptoets aan, of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
6.
Schakel het apparaat uit.
7.4 Controleer resultaat
(alleen geselecteerde
modellen)
Als u de functie EINDE of DUUR instelt,
weerklinkt er twee minuten voor het ein-
de van de kooktijd een geluidssignaal en
gaat de lamp aan. Het apparaat gaat
over op de instelling van de functie EIN-
DE of DUUR. Tijdens deze twee minuten
kunt u de kookresultaten controleren en
zo nodig de EIND- of DUUR-tijd instel-
len.
7.5 SET+GO instellen
1.
Stel een ovenfunctie (of programma)
en temperatuur in (zie "De oven-
functie instellen" en "De tempera-
tuur wijzigen").
2.
Stel de DUUR in (zie "De duur instel-
len").
3.
Raak herhaaldelijk aan totdat
in het display knippert.
14
www.aeg.com
4.
Raak aan om de functie SET
+GO in te stellen.
Het display geeft
en met een
indicatie weer. Deze indicatie wordt
weergegeven wanneer de klokfunc-
tie wordt geactiveerd.
5.
Raak een sensorveld aan (behalve
AAN/UIT) om de functie SET+GO te
starten.
U kunt de functie SET+GO alleen
gebruiken als de DUUR is inge-
steld.
7.6 De KOOKWEKKER
instellen
Gebruik de kookwekker om de tijd af te
tellen (maximaal 2 uur 30 minuten). Deze
functie heeft geen invloed op de werk-
ing van de oven. U kunt de KOOKWEK-
KER op elk gewenst moment instellen,
ook als het apparaat uit staat.
1.
Raak . aan en "00" knippert
op het display.
2.
Gebruik of om de KOOK-
WEKKER in te stellen. U moet eerst
seconden en dan minuten en uren
instellen.
3.
Raak aan. Anders start de
KOOKWEKKER na vijf seconden au-
tomatisch.
4.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minu-
ten een geluidssignaal en knipperen
"00:00" en
in het display.
5.
Raak een tiptoets aan, of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
7.7 De tijdvertragingsfunctie
instellen
De functies DUUR en EINDE kun-
nen tegelijkertijd worden gebruikt, wan-
neer de oven op een later tijdstip auto-
matisch wordt in- en uitgeschakeld. In
dit geval wordt de DUUR
eerst inge-
steld, en dan EINDE
(zie "De DUUR
instellen" en "Het EINDE instellen").
Wanneer de tijdvertragingsfunctie wordt
ingeschakeld, geeft het display het stati-
sche symbool van de ovenfunctie
weer, met een punt en . De punt
geeft aan welke klokfunctie zich op het
display voor de klok-/restwarmte be-
vindt.
8. AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
8.1 RECEPTEN
Het display toont de rekstand en
de standaardkooktijden voor alle
automatische recepten.
Het apparaat is voorzien van 20
automatische programma's en
recepten. Gebruik een automa-
tisch programma of een recept
als u geen kennis over of erva-
ring in het bereiden van een ge-
recht hebt. U vindt de recepten
voor de automatische program-
ma's in het "Receptenboek".
Er zijn drie soorten automatische
programma's:
Receptenautomaat
Automatische programma's met ge-
wichtinvoer
Automatische programma's met vlees-
thermometer
NEDERLANDS 15
8.2 Automatische programma's
Programmanummer Programmanaam
1 BIEFSTUK
2 GEROOSTERD VARKENSVLEES
3 GEROOSTERD KALFSVLEES
4 GEROOSTERD LAMSVLEES
5 GEROOSTERD WILD
6 HELE KIP
7 HELE VIS
8 PIZZA
9 QUICHE LORRAINE
10 CITROENCAKE
11 KWARKTAART
12 BROODJES
13 VOLKORENBROOD
14 DEEG LATEN RIJZEN
15 AARDAPPELGRATIN
16 LASAGNE
17 CANNELLONI
18 KANT-EN-KLARE TAART
19 AFBAKPIZZA
20 KANT-EN-KLARE AARDAPPELGERECHTEN
Op onze website vindt u de re-
cepten voor de automatische
programma's van dit apparaat.
Om het juiste Receptenboek te
vinden, controleer het product-
nummer op het classificatiepla-
tje op de voorzijde van het frame
van de binnenkant van het appa-
raat.
8.3 Receptenautomaat
Receptenautomaat instellen:
1.
Schakel het apparaat in.
2.
Raak aan. Het display geeft ,
een symbool en nummer van het au-
tomatische programma weer.
3.
Raak of aan om de recepten-
automaat te kiezen.
4.
Raak aan. Anders start de recep-
tenautomaat na vijf seconden auto-
matisch.
5.
Wanneer de ingestelde tijd is verlo-
pen, klinkt er gedurende twee minu-
ten een geluidssignaal.
knippert.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
6.
Raak een tiptoets aan, of open de
deur van het apparaat om het ge-
luidssignaal te stoppen.
8.4 Automatische
programma's met
gewichtinvoer
Als u het gewicht van het vlees instelt,
berekent het apparaat de braadtijd.
1.
Schakel het apparaat in.
2.
Raak aan.
16
www.aeg.com
3.
Raak of aan om het gewicht-
programma in te stellen (zie "Recep-
tenboek").
Op het display verschijnt: kooktijd,
duursymbool,
, een standaard
gewicht, een maateenheid (kg, gr).
4.
Raak aan. Anders worden de in-
stellingen na vijf seconden automa-
tisch opgeslagen.
5.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
Het symbool van de gewichtseen-
heid knippert in het display. Gedu-
rende deze tijd kunt u de standaard
gewichtswaarde wijzigen met
of
. Raak aan.
6.
Wanneer de ingestelde tijd is verlo-
pen, klinkt er gedurende twee minu-
ten een geluidssignaal.
knippert.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
7.
Raak een tiptoets aan, of open de
deur om het geluidssignaal te stop-
pen.
8.5 Automatische
programma's met
vleesthermometer
De kerntemperatuur van het gerecht is
standaard en kan in programma's met
de vleesthermometer niet worden veran-
derd. Het programma eindigt wanneer
het apparaat de ingestelde kerntempe-
ratuur heeft bereikt.
1.
Schakel het apparaat in.
2.
Raak herhaaldelijk aan totdat het
display
weergeeft.
3.
Installeer de vleesthermometer (zie
"De vleesthermometer").
4.
Raak of aan om het pro-
gramma's van de vleesthermometer
in te stellen.
Wanneer er een programma met
kerntemperatuursensor wordt inge-
steld, geeft het display de kooktijd
en
en weer.
5.
Raak aan. Anders worden de in-
stellingen na vijf seconden automa-
tisch opgeslagen.
6.
Wanneer de ingestelde tijd is verlo-
pen, klinkt er gedurende twee minu-
ten een geluidssignaal.
knippert.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
7.
Raak een tiptoets aan, of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
9. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
9.1 Vleesthermometer
De vleesthermometer meet de kerntem-
peratuur van het vlees. Wanneer het
vlees de ingestelde temperatuur heeft
bereikt, wordt het apparaat uitgescha-
keld.
Er worden twee temperaturen
ingesteld:
De oventemperatuur: zie de tabel
voor braden in het receptenboek.
De kerntemperatuur: zie de tabel voor
de kerntemperatuursensor in het re-
ceptenboek.
Gebruik alleen de meegeleverde
vleesthermometer of originele
vervangende onderdelen.
1.
Schakel het apparaat in.
2.
Steek de punt van de vleesthermo-
meter (met
op de hendel) in het
midden van het vlees.
NEDERLANDS 17
3.
Steek de stekker van de vleesther-
mometer in de aansluiting op de
voorkant van het apparaat. Het dis-
play geeft
weer, evenals de
standaard ingestelde kerntempera-
tuur. De temperatuur staat op 60 °C
tijdens het eerste gebruik, en op de
laatste ingestelde waarde tijdens elk
volgende gebruik.
4.
Raak of aan om de kerntem-
peratuur in te stellen.
5.
Raak aan. Anders worden de in-
stellingen na 5 seconden automa-
tisch opgeslagen.
Nuttige informatie:
U kunt de kerntemperatuur alleen in-
stellen wanneer het symbool
knippert. Als op het display
voor de kerntemperatuur wordt
weergegeven, gebruikt u
en
of om een nieuwe waarde in te
stellen.
6.
Selecteer de ovenfunctie en, indien
nodig, de oventemperatuur.
Het display geeft de huidige kern-
temperatuur en de temperatuurbalk
aan die de relatie toont tussen de in-
gestelde oventemperatuur en de
huidige oventemperatuur.
Nuttige informatie:
De vleesthermometer moet gedu-
rende de bereiding in het vlees blij-
ven en de stekker moet in het stop-
contact blijven.
Terwijl het apparaat de verwachte
duur berekent, wordt de waarde van
de functie voor de timer met optel-
functie in het display van de klok/
restwarmte weergegeven. Wanneer
de eerste berekening is voltooid,
geeft het display van de klok/rest-
warmte - en dan de benaderde
kooktijd weer. Het apparaat blijft de
duur tijdens het koken berekenen.
Het display wordt met tussenpozen
bijgewerkt met de nieuwe duur.
7.
Wanneer het vlees de ingestelde
kerntemperatuur heeft bereikt, gaan
de kerntemperatuur en
knippe-
ren. Er klinkt gedurende twee minu-
ten een geluidssignaal. Raak een
sensorveld aan om het geluidssig-
naal uit te schakelen.
8.
Haal de stekker van de kerntempera-
tuursensor uit het stopcontact en
haal het vlees uit de oven.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig bij het verwij-
deren van de kerntemperatuur-
sensor. De sensor is heet. Er be-
staat gevaar voor brandwonden.
9.
Schakel het apparaat uit.
Waneer u de kerntemperatuur-
sensor in het stopcontact van het
apparaat steekt, annuleert u de
instellingen voor de klokfuncties.
Wanneer u een gerecht met de kerntem-
peratuursensor bereidt, kunt u de in het
display voor de temperatuur/tijd weer-
gegeven temperatuur veranderen. Als u
de kerntemperatuursensor in het stop-
contact hebt aangesloten en een oven-
functie en temperatuur hebt ingesteld,
wordt de huidige kerntemperatuur op
het display weergegeven.
Raak
herhaaldelijk aan om drie
andere temperaturen te bekijken:
De ingestelde kerntemperatuur
De huidige oventemperatuur
De huidige kerntemperatuur
De ingestelde kerntemperatuur veran-
dert in de huidige kerntemperatuur en
de huidige oventemperatuur verandert
in de ingestelde oventemperatuur.
18
www.aeg.com
9.2 Accessoires plaatsen
Bakrooster en braadpan samen:
De braadpan en het bakrooster hebben
zijranden. Deze randen en de vorm van
de geleidestangen vormen een speciaal
accessoire om te zorgen dat het kookge-
rei niet verschuift.
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestan-
gen van de roostersteun en zorg ervoor
dat de pootjes omlaag staan.
Alle accessoires hebben links en
rechts bovenaan kleine inkepingen om
de veiligheid te verhogen. Deze inke-
pingen zorgen er ook voor dat ze niet
omkantelen.
Door de verhoogde lijst die om het
rooster loopt, is kookgerei beveiligd
tegen wegglijden.
10. EXTRA FUNCTIES
10.1 Functie Favoriet
Gebruik deze functie voor het opslaan
van uw favoriete temperatuur- en tijdin-
stellingen van een ovenfunctie of pro-
gramma.
1.
Stel de temperatuur en tijd voor een
ovenfunctie of programma in.
2.
Raak gedurende langer dan drie
seconden aan. Er klinkt een geluids-
signaal.
3.
Schakel het apparaat uit.
Gebruik van de functie Favoriet:
Voor het inschakelen van de functie
raakt u
aan. Het apparaat start het
programma Favoriet.
Voor het uitschakelen van de functie
raakt u
aan. Het apparaat beëin-
digt het programma Favoriet.
Wanneer de functie in werking is,
kunt u de tijd en temperatuur
veranderen.
10.2 Kinderslot
Het kinderslot voorkomt dat het appa-
raat per ongeluk in werking wordt ge-
steld.
Inschakelen/uitschakelen van het
kinderslot:
1.
Schakel het apparaat uit met .
Stel geen ovenfunctie in.
NEDERLANDS 19
2.
Houd en gedurende ten min-
ste 2 seconden samen ingedrukt. Er
klinkt een geluidssignaal.
SAFE gaat in het display aan of uit.
Als het apparaat beschikt over
de functie voor pyrolysereiniging,
wordt de deur vergrendeld. Er
verschijnt een melding op het
display als u een tiptoets aan-
raakt.
10.3 Toetsblokkering
U kunt de functie alleen inschakelen als
het apparaat in werking is. Toetsblokke-
ring voorkomt dat een ovenfunctie per
ongeluk wordt ingeschakeld.
Inschakelen/uitschakelen van de
toetsblokkering:
1.
Schakel het apparaat in.
2.
Schakel een ovenfunctie of instelling
in.
3.
Houd en gedurende ten min-
ste 2 seconden samen ingedrukt. Er
klinkt een geluidssignaal.
Loc gaat in het display aan of uit.
Nuttige informatie:
U kunt het apparaat uitschakelen als de
toetsblokkering aan is. Als u het appa-
raat uit zet, wordt de toetsblokkering uit-
geschakeld.
Als het apparaat beschikt over de functie
voor pyrolysereiniging, wordt de deur
vergrendeld. Er verschijnt een melding
op het display als u een tiptoets aan-
raakt.
10.4 Instelmenu
Het menu met instellingen laat u functies
aan het hoofdmenu toevoegen of eruit
verwijderen (bijvoorbeeld: u stelt de
restwarmte-indicatie in of uit). Het instel-
lingenmenu heeft maximaal acht instel-
lingen (van SET1 tot SET8). Het aantal in-
stellingen verschilt per model. Raad-
pleeg de onderstaande tabel om de mo-
gelijke waarde voor elke instelling te be-
kijken.
Instelmenu
Indicatie van het instel-
menu
Beschrijving In te stellen waarde
SET1 SET+GO ON / OFF
SET2 RESTWARMTE-INDICA-
TIE
ON / OFF
SET3 REINIGINGSHERINNE-
RING
ON / OFF
SET4
1)
TOETSVOLUME CLICK / BEEP / OFF
SET5 FOUTTOON ON / OFF
SET6 ONDERHOUDSMENU ---
SET7 INSTELLINGEN RESET-
TEN
YES / NO
SET8
2)
TIJD VERLENGEN ON / OFF
1)
Het geluid van de tiptoets aan/uit kan niet worden uitgeschakeld.
2)
Alleen geselecteerde modellen
U kunt het instellingenmenu al-
leen instellen wanneer het appa-
raat is uitgeschakeld.
Het instellingenmenu inschakelen:
1.
Schakel het apparaat zo nodig uit
.
2.
Raak gedurende drie seconden
aan.
20
www.aeg.com
Het display geeft "SET1" weer en
"1" knippert.
3.
Raak / aan om de instelling
te bevestigen.
4.
Raak aan.
5.
Raak / aan om de waarde
van de instelling te wijzigen.
6.
Raak aan.
10.5 Automatische
uitschakeling
Om veiligheidsredenen wordt het appa-
raat na een tijdje automatisch uitgescha-
keld:
Als een ovenfunctie in werking is.
Als u de oventemperatuur niet veran-
dert.
Temperatuur Uitschakeltijd instellen
30 °C - 115 °C 12,5 uur
120 °C - 195 °C 8,5 uur
200 °C - 245 °C 5,5 uur
250 °C - maximum °C 3,0 uur
Na een automatische uitschakeling,
raakt u een tiptoets aan om het apparaat
weer in werking te stellen.
Automatische uitschakeling
werkt bij alle ovenfuncties, met
uitzondering van Lampje, Lage
temperatuur, Vleesthermometer,
Duur, Einde en Tijdvertraging.
10.6 Helderheid van het
display
Er zijn twee standen voor de
helderheid van het display:
Helderheid 's nachts - wanneer het ap-
paraat uit staat, is de helderheid van
het display tussen 22:00 en 06:00 la-
ger.
Helderheid overdag:
Als het apparaat aan staat.
Als u tijdens helderheid 's nachts
een tiptoets aanraakt (behalve
AAN/UIT), keert het display gedu-
rende 10 seconden terug naar hel-
derheid voor overdag.
Als het apparaat uit staat en u de
kookwekker hebt ingesteld. Wan-
neer de kookwekker eindigt, keert
het display terug naar helderheid
voor 's nachts.
10.7 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat
koel te houden. Na het uitschakelen van
het apparaat kan de ventilatie doorgaan
totdat het apparaat is afgekoeld.
11. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
11.1 Binnenzijde van de deur
Bij bepaalde modellen vindt u het
volgende aan de binnenkant van de
deur:
De nummers van de ovenniveaus
Informatie over de verwarmingsfunc-
ties, aanbevolen rekstanden en tem-
peraturen voor karakteristieke gerech-
ten
De temperaturen en baktijden in
de tabellen zijn slechts als richt-
lijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk
van de recepten en de kwaliteit
en de hoeveelheid van de ge-
bruikte ingrediënten.
11.2 Bakken
Algemene aanwijzingen
Uw nieuwe oven kan een andere bak-/
braadverhouding hebben dan het ap-
NEDERLANDS 21
paraat dat u tot nu toe gebruikt heeft.
Pas uw normale instellingen (tempera-
tuur, gaartijden) en de rekstanden aan
de tabelwaarden aan.
Bij langere baktijden kunt u de oven
ca. 10 minuten voor het einde van de
baktijd uitschakelen en profiteren van
de restwarmte
Wanneer u bevroren gerechten ge-
bruikt, kunnen de bakplaten in de
oven tijdens het bakken vervormen.
Wanneer de bakplaten afkoelen, ver-
dwijnt de vervorming.
Aanwijzingen bij de baktabellen
De fabrikant raadt u aan de eerste
keer een lagere temperatuur in te stel-
len.
Als u geen concrete aanwijzingen kunt
vinden voor uw eigen recept, kijkt u
dan bij een soortgelijk product.
Bij het bereiden van cake op meerde-
re niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15
minuten langer zijn.
Als het gebak niet overal even hoog
is, wordt het gebak in het begin van
het bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de temperatuur-
instelling niet. De verschillen vermin-
deren tijdens het bakproces.
11.3 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de ca-
ke is niet voldoende ge-
bruind.
De rekstand is incorrect.
Plaats de cake op een la-
gere rekstand.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
De oventemperatuur is
te hoog.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur lager in.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Te korte baktijd.
Baktijd verlengen. U
kunt de baktijd niet
verlagen door een ho-
gere temperatuur in te
stellen.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
Minder vocht gebruiken.
Let op de kneedtijden,
vooral bij het gebruik
van keukenmachines.
De cake is te droog.
De oventemperatuur is
te laag.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur hoger
in.
De cake is te droog. Te lange baktijd.
De volgende keer dat u
een cake bakt, gebruikt
u een kortere baktijd.
De cake wordt ongelijk-
matig bruin.
De oventemperatuur is
te hoog en de baktijd te
kort.
De baktemperatuur la-
ger instellen en de bak-
tijd verlengen.
De cake wordt ongelijk-
matig bruin.
Het deeg is niet gelijk-
matig verdeeld.
Verdeel het deeg gelijk-
matig over de bakplaat.
22
www.aeg.com
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd.
De oventemperatuur is
te laag.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur een
beetje hoger in.
11.4 Bakken op één niveau:
Bakken in vormen
Verwar-
mingssoort
Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Tulband /
brioche
Multi hete-
lucht
1 150 - 160 50 - 70
Moskovisch
gebak/vruch-
tencake
Multi hete-
lucht
1 140 - 160 70 - 90
Fatless spon-
ge cake / Ca-
ke, zacht zon-
der vet
Multi hete-
lucht
2 140 - 150 35 - 50
Fatless spon-
ge cake / Ca-
ke, zacht zon-
der vet
Boven + On-
derwarmte
2 160 35 - 50
Taartbodem
van zandtaart-
deeg
Multi hete-
lucht
2
170 - 180
1)
10 - 25
Taartbodem -
roerdeeg
Multi hete-
lucht
2 150 - 170 20 - 25
Apple pie /
Appeltaart (2
vormen Ø 20
cm, diagonaal
geplaatst)
Multi hete-
lucht
2 160 60 - 90
Apple pie /
Appeltaart (2
vormen Ø 20
cm, diagonaal
geplaatst)
Boven + On-
derwarmte
1 180 70 - 90
Kwarktaart Boven + On-
derwarmte
1 170 - 190 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen.
NEDERLANDS 23
Gebak op bakplaat
Verwar-
mingssoort
Ovenfunctie Plaathoogte
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Vlechtbrood/
broodkrans
Boven + On-
derwarmte
3 170 - 190 30 - 40
Kerststol Boven + On-
derwarmte
2
160 - 180
1)
50 - 70
Brood (rog-
gebrood):
1.
Eerste
deel van
het bak-
proces.
2.
Tweede
deel van
het bak-
proces.
Boven + On-
derwarmte
1
1.
230
1)
2.
160 - 180
1.
20
2.
30 - 60
Roomsoezen/
tompoezen
Boven + On-
derwarmte
3
190 - 210
1)
20 - 35
Koninginnen-
brood (opge-
rolde cake
met jam)
Boven + On-
derwarmte
3
180 - 200
1)
10 - 20
Kruimeltaart
(droog)
Multi hete-
lucht
3 150 - 160 20 - 40
Amandelca-
ke/suikertaart
Boven + On-
derwarmte
3
190 - 210
1)
20 - 30
Vruchtentaart
(gemaakt van
gistdeeg/
roerdeeg)
2)
Multi hete-
lucht
3 150 35 - 55
Vruchtentaart
(gemaakt van
gistdeeg/
roerdeeg)
2)
Boven + On-
derwarmte
3 170 35 - 55
Vruchtentaart
met kruimel-
deeg
Multi hete-
lucht
3 160 - 170 40 - 80
24
www.aeg.com
Verwar-
mingssoort
Ovenfunctie Plaathoogte
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Gistcake met
delicate gar-
nering (bij-
voorbeeld
kwark, room,
puddingvul-
ling)
Boven + On-
derwarmte
3
160 - 180
1)
40 - 80
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik braadpan
Koekjes
Verwar-
mingssoort
Ovenfunctie Plaathoogte
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Zandkoekjes
Multi hete-
lucht
3 150 - 160 10 - 20
Short bread /
Zandtaart-
deeg/ Geba-
kreepjes
Multi hete-
lucht
3 140 20 - 35
Short bread /
Zandtaart-
deeg/ Geba-
kreepjes
Boven + On-
derwarmte
3
160
1)
20 - 30
Roerdeeg-
koekjes
Multi hete-
lucht
3 150 - 160 15 - 20
Eiwitgebak,
schuimgebak
Multi hete-
lucht
3 80 - 100 120 - 150
Bitterkoekjes
Multi hete-
lucht
3 100 - 120 30 - 50
Klein gerezen
gebak
Multi hete-
lucht
3 150 - 160 20 - 40
Klein blader-
deeggebak
Multi hete-
lucht
3
170 - 180
1)
20 - 30
Broodjes
Multi hete-
lucht
3
160
1)
10 - 25
Broodjes
Boven + On-
derwarmte
3
190 - 210
1)
10 - 25
Small cakes /
Kleine cakes
(20 stuks/bak-
plaat)
Multi hete-
lucht
3
150
1)
20 - 35
NEDERLANDS 25
Verwar-
mingssoort
Ovenfunctie Plaathoogte
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Small cakes /
Kleine cakes
(20 stuks/bak-
plaat)
Boven + On-
derwarmte
3
170
1)
20 - 30
1)
Oven voorverwarmen.
Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Ovenfunctie
Roosterhoog-
te
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Pastaschotel
Boven + On-
derwarmte
1 180 - 200 45 - 60
Lasagne
Boven + On-
derwarmte
1 180 - 200 25 - 40
Groentegra-
tin
1)
Circulatiegrill
of Multi hete-
lucht
1 160 - 170 15 - 30
Stokbroden
bedekt met
gesmolten
kaas
Circulatiegrill
of Multi hete-
lucht
1 160 - 170 15 - 30
Zoete oven-
schotels
Boven + On-
derwarmte
1 180 - 200 40 - 60
Visschotels
Boven + On-
derwarmte
1 180 - 200 30 - 60
Gevulde
groente
Circulatiegrill
of Multi hete-
lucht
1 160 - 170 30 - 60
1)
Oven voorverwarmen.
11.5 Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Verwar-
mingssoort
Multi hetelucht
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)Plaathoogte
2 rekposities 3 rekposities
Roomsoezen/
tompoezen
1 / 4 -
160 - 180
1)
25 - 45
Kruimeltaart 1 / 4 - 150 - 160 30 - 45
1)
Oven voorverwarmen.
26
www.aeg.com
Koekjes / small cakes / cakejes / gebak / broodjes
Verwar-
mingssoort
Multi hetelucht
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)Plaathoogte
2 rekposities 3 rekposities
Zandkoekjes 1 / 4 1 / 3 / 5 150 - 160 20 - 40
Short bread /
Zandtaart-
deeg/ Geba-
kreepjes
1 / 4 1 / 3 / 5 140 25 - 50
Roerdeeg-
koekjes
1 / 4 - 160 - 170 25 - 40
Koekjes ge-
maakt met ei-
witten /
schuimgebak
1 / 4 - 80 - 100 130 - 170
Bitterkoekjes 1 / 4 - 100 - 120 40 - 80
Klein gerezen
gebak
1 / 4 - 160 - 170 30 - 60
Klein blader-
deeggebak
1 / 4 -
170 - 180
1)
30 - 50
Broodjes 1 / 4 - 180 30 - 55
Small cakes /
Kleine cakes
(20 stuks/bak-
plaat)
1 / 4 -
150
1)
25 - 40
1)
Oven voorverwarmen.
11.6 Lage temperatuur garen
Gebruik deze functie voor het bereiden
van zachte, magere stukken vlees en vis
met kerntemperaturen lager dan 65 °C.
Lage temperatuur garen is niet geschikt
voor suddervlees of een vet varkens-
braadstuk. U kunt de vleesthermometer
gebruiken om te garanderen dat het
vlees de correcte kerntemperatuur heeft
(zie de tabel voor de vleesthermometer).
In de eerste 10 minuten kunt u een oven-
temperatuur instellen tussen 80°C en
150°C. De standaard is 90°C. Nadat de
temperatuur is ingesteld, blijft de oven
werken bij 80°C. Gebruik de automati-
sche lage temperatuur garen niet voor
gevogelte.
Bereid de gerechten als u deze
functie gebruikt altijd zonder
deksel.
1.
Braad het vlees aan in een pan op
de kookplaat op een zeer hoge
stand gedurende 1-2 minuten aan
elke kant.
2.
Plaats het vlees in een diepe braad-
pan in de oven op het bakrooster.
3.
Steek de vleesthermometer in het
vlees.
4.
Selecteer de functie Lage tempera-
tuur garen en stel de juiste eindkern-
temperatuur in.
NEDERLANDS 27
Gerecht Gewicht (g) Rekstand
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Biefstuk 1000 - 1500 1 120 120 - 150
Runderbief-
stuk
1000 - 1500 3 120 90 - 150
Geroosterd
kalfsvlees
1000 - 1500 1 120 120 - 150
Steaks 200 - 300 3 120 20 - 40
11.7 Pizza hetelucht
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd (min.)
Pizza (dunne
korst)
2
200 - 230
1)2)
15 - 20
Pizza (met uiteen-
lopende garne-
ring)
2 180 - 200 20 - 30
Taarten 1 180 - 200 40 - 55
Spinazietaart 1 160 - 180 45 - 60
Quiche Lorraine 1 170 - 190 45 - 55
Zwitserse flan 1 170 - 190 45 - 55
Appeltaart, be-
dekt
1 150 - 170 50 - 60
Groentetaart 1 160 - 180 50 - 60
Ongedesemd
brood
2
230 - 250
1)
10 - 20
Bladerdeegtaart
2
160 - 180
1)
45 - 55
Flammekuchen
(pizza-achtig ge-
recht uit de Elzas)
2
230 - 250
1)
12 - 20
Piroggen (Russi-
sche variant op
calzone)
2
180 - 200
1)
15 - 25
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik de braadpan.
11.8 Braden
Gebruik hittebestendig servies om te
braden (lees de instructies van de fa-
brikant).
Grote braadstukken kunt u direct in de
diepe braadpan braden (indien aan-
wezig) of op een rooster boven de
braadpan.
Braad mager vlees in een braadpan
met deksel. Op die manier blijft het
vlees sappiger.
Alle soorten vlees die een korst moe-
ten krijgen, kunt u in de braadschaal
zonder deksel braden.
Wij raden u aan vlees en vis vanaf 1 kg
in de oven te bereiden.
28
www.aeg.com
Giet een beetje vloeistof in de braad-
pan om het aanbranden van vleessap
of vet te voorkomen.
Indien nodig het braadstuk (na 1/2 -
2/3 van de gaartijd) keren.
Besprenkel grote braadstukken en ge-
vogelte diverse keren tijdens het bra-
den met het eigen vleessap. Hiermee
bereikt u een beter braadresultaat.
U kunt het apparaat ongeveer 10 mi-
nuten voor het einde van de berei-
dingstijd uitschakelen om de rest-
warmte te gebruiken.
11.9 Braden met circulatiegrill
Rundvlees
Soort vlees
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
Plaat-
hoogte
Tempera-
tuur °C
Tijd (min.)
Stoofvlees 1 - 1,5 kg
Boven +
Onder-
warmte
1 230 120 - 150
Biefstuk of os-
sehaas: rood
per cm
dikte
Circulatie-
grill
1
190 - 200
1)
5 - 6
Biefstuk of os-
sehaas: medi-
um
per cm
dikte
Circulatie-
grill
1
180 - 190
1)
6 - 8
Biefstuk of os-
sehaas: gaar
per cm
dikte
Circulatie-
grill
1
170 - 180
1)
8 - 10
1)
Oven voorverwarmen.
Varkensrug
Soort vlees
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
Plaat-
hoogte
Tempera-
tuur °C
Tijd (min.)
Schouder-
stuk / nek-
stuk / hamlap
1 - 1,5 kg
Circulatie-
grill
1 160 - 180 90 - 120
Kotelet / rib-
betje
1 - 1,5 kg
Circulatie-
grill
1 170 - 180 60 - 90
Gehaktbrood
750 g - 1
kg
Circulatie-
grill
1 160 - 170 50 - 60
Varkens-
schenkel
(voorgekookt)
750 g - 1
kg
Circulatie-
grill
1 150 - 170 90 - 120
Kalfsvlees
Soort
vlees
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
Plaathoog-
te
Tempera-
tuur °C
Tijd (min.)
Geroosterd
kalfsvlees
1 kg Circulatie-
grill
1 160 - 180 90 - 120
Kalfsschen-
kel
1,5 - 2 kg Circulatie-
grill
1 160 - 180 120 - 150
NEDERLANDS 29
Lamsvlees
Soort
vlees
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
Plaathoog-
te
Tempera-
tuur °C
Tijd (min.)
Lamsbout /
geroosterd
lamsvlees
1 - 1,5 kg Circulatie-
grill
1 150 - 170 100 - 120
Lamsrug 1 - 1,5 kg Circulatie-
grill
1 160 - 180 40 - 60
Wild
Soort
vlees
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
Plaathoog-
te
Tempera-
tuur °C
Tijd (min.)
Hazerug tot 1 kg Boven +
Onder-
warmte
1
230
1)
30 - 40
Reerug,
hertenrug
1,5 - 2 kg Boven +
Onder-
warmte
1 210 - 220 35 - 40
Reebout,
hertenbout
1,5 - 2 kg Boven +
Onder-
warmte
1 180 - 200 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen.
Gevogelte
Soort
vlees
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
Plaathoog-
te
Tempera-
tuur °C
Tijd (min.)
Stukken
gevogelte
200 – 250 g
p.p.
Circulatie-
grill
1 200 - 220 30 - 50
Halve kip 400 – 500 g
p.p.
Circulatie-
grill
1 190 - 210 35 - 50
Kip, haan-
tje
1 - 1,5 kg Circulatie-
grill
1 190 - 210 50 - 70
Eend 1,5 - 2 kg Circulatie-
grill
1 180 - 200 80 - 100
Gans 3,5 - 5 kg Circulatie-
grill
1 160 - 180 120 - 180
Kalkoen 2,5 - 3,5 kg Circulatie-
grill
1 160 - 180 120 - 150
Kalkoen 4 - 6 kg Circulatie-
grill
1 140 - 160 150 - 240
30
www.aeg.com
Vis (gestoomd)
Soort
vlees
Hoeveel-
heid
Ovenfunc-
tie
Plaathoog-
te
Tempera-
tuur °C
Tijd (min.)
Hele vis 1 - 1,5 kg Boven +
Onder-
warmte
1 210 - 220 40 - 60
11.10 Grill
Grill altijd met de maximale tempera-
tuurinstelling.
Rooster in de rekstand plaatsen, zoals
aangeraden in de grilleertabel.
Altijd de pan plaatsen om vet op te van-
gen op de eerste rekstand.
Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
Lege oven met grillfuncties altijd 5 minu-
ten voorverwarmen.
LET OP!
Tijdens het grillen moet de oven-
deur altijd gesloten zijn.
Grill
Gerecht Plaathoogte Huishoudelijk
Tijd (min.)
1e kant 2e kant
Biefstuk 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Runderfilet 3 230 20 - 30 20 - 30
Varkensrug 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Kalfsrug 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Lamsrug 3 210 - 230 25 - 35 20 - 25
Hele vis, 500 -
1000 g
3 / 4 210 - 230 15 - 30 15 - 30
Grill intens
Gerecht Plaathoogte
Tijd (min.)
1e kant 2e kant
Burgers / Burgers 4 8 - 10 6 - 8
Varkenshaas 4 10 - 12 6 - 10
Worstjes 4 10 - 12 6 - 8
Runderfilet / kalfs-
biefstukken
4 7 - 10 6 - 8
Toast / Geroo-
sterd brood
1)
5 1 - 3 1 - 3
Brood met iets er-
op
4 6 - 8 -
1)
Oven voorverwarmen.
NEDERLANDS 31
11.11 Kant-en-klaar gerecht
Multi hetelucht
Kant-en-klaar ge-
recht
Rekstand Temperatuur (°C) Tijd (min.)
Pizza, bevroren 2 200 - 220 15 - 25
American pizza,
bevroren
2 190 - 210 20 - 25
Pizza, gekoeld 2 210 - 230 13 - 25
Pizza snacks, be-
vroren
2 180 - 200 15 - 30
Patat, dun 3 200 - 220 20 - 30
Patat, dik 3 200 - 220 25 - 35
Aardappel partjes 3 220 - 230 20 - 35
Rösties 3 210 - 230 20 - 30
Lasagne/Cannel-
loni, vers
2 170 - 190 35 - 45
Pastaschotel, be-
vroren
2 160 - 180 40 - 60
Oven gegrati-
neerde kaas
3 170 - 190 20 - 30
Kippenvleugels 2 190 - 210 20 - 30
Diepvries- en kant-en-klaargerechten
Gerecht Ovenfuncties Rekstand
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Pizza, bevro-
ren
Boven + on-
derwarmte
3
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
Patat
1)
(300 -
600 g)
Boven + on-
derwarmte of
Circulatiegrill
3 200 - 220
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
Baguettes
Boven + on-
derwarmte
3
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
Vruchtentaar-
ten
Boven + on-
derwarmte
3
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens aan-
wijzingen van
de fabrikant
1)
Patat frites tijdens bakken 2 tot 3 keer omkeren
11.12 Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en
plaats het op een bord.
Bedek het bord niet met een kom of an-
der bord, aangezien het ontdooien hier-
door langer kan duren.
Gebruik het eerste ovenrek vanaf de on-
derkant.
32
www.aeg.com
Schotel
Ontdooitijd
(min.)
Verdere ont-
dooitijd (min.)
Opmerking
Kip 1000 g 100 - 140 20 - 30
Leg de kip op een om-
gekeerde onderschotel
in een groot bord. Hal-
verwege de berei-
dingstijd omdraaien.
Vlees, 1000 g 100 - 140 20 - 30
Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
Vlees, 500 g 90 - 120 20 - 30
Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
Forel, 150g 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien, 300g 30 - 40 10 - 20 -
Boter, 250g 30 - 40 10 - 15 -
Room, 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15
Room kan ook met nog
licht bevroren deeltjes
goed worden geklopt.
Taart, 1400 g 60 60 -
11.13 Inmaken
Let op:
Gebruik alleen weckpotten van dezelf-
de afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een
draai- of bajonetsluiting en metalen
bakken.
Gebruik het eerste rooster van de bo-
dem van deze functie.
Zet niet meer dan zes weckpotten van
één liter op de bakplaat.
Vul de glazen potten gelijkmatig en
sluit ze af met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet ra-
ken.
Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat,
zodat er voldoende vocht in de oven
ontstaat.
Zodra de vloeistof in de eerste weck-
potten begint te borrelen (na ca. 35 -
60 minuten bij 1 liter-glazen), schakelt
u de oven uit of verlaagt u de tempe-
ratuur tot 100 °C (zie tabel).
Bessen
In te maken eet-
waar
Temperatuur in
°C
Inmaken/wecken
tot het parelen
begint (min.)
Door blijven ko-
ken op 100 °C
(min.)
Aardbeien / bos-
bessen / frambo-
zen / rijpe kruis-
bessen
160 - 170 35 - 45 -
Steenvruchten
In te maken eet-
waar
Temperatuur in
°C
Inmaken/wecken
tot het parelen
begint (min.)
Door blijven ko-
ken op 100 °C
(min.)
Peren / kweepe-
ren / pruimen
160 - 170 35 - 45 10 - 15
NEDERLANDS 33
Groenten
In te maken eet-
waar
Temperatuur in
°C
Inmaken/wecken
tot het parelen
begint (min.)
Door blijven ko-
ken op 100 °C
(min.)
Wortelen
1)
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Komkommers 160 - 170 50 - 60 -
Gemengde pic-
kles
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Koolrabi / erw-
ten / asperges
160 - 170 50 - 60 15 - 20
1)
Na uitschakeling in de oven laten staan.
11.14 Drogen - Multi
hetelucht
Gebruik bakpapier om de ovenroosters
mee af te dekken.
Voor de beste resultaten schakelt u het
apparaat halverwege de bereidingstijd
uit. Open de deur en laat het apparaat
afkoelen. Hierna kunt u het droogproces
afronden.
Groenten
Voedsel om
te drogen
Plaathoogte
Temperatuur
(°C)
Tijd (u)
1 niveau 2 niveaus
Bonen 3 1 / 4 60 - 70 6- 8
Paprika's 3 1 / 4 60 - 70 5 - 6
Groente in
het zuur
3 1 / 4 60 - 70 5 - 6
Paddenstoe-
len
3 1 / 4 50 - 60 6 - 8
Kruiden 3 1 / 4 40 - 50 2 - 3
Fruit
Voedsel om
te drogen
Plaathoogte
Temperatuur
(°C)
Tijd (u)
1 niveau 2 niveaus
Pruimen 3 1 / 4 60 - 70 8 - 10
Abrikozen 3 1 / 4 60 - 70 8 - 10
Schijfjes appel 3 1 / 4 60 - 70 6 - 8
Peren 3 1 / 4 60 - 70 6 - 9
11.15 Tabel kerntemperatuursensor
Rundvlees
Gerecht Voedselkerntemperatuur °C
Rib- / Filletsteak: rood 45 - 50
34
www.aeg.com
Gerecht Voedselkerntemperatuur °C
Rib- / Filletsteak: medium 60 - 65
Rib- / Filletsteak: gaar 70 - 75
Varkensvlees
Gerecht Voedselkerntemperatuur °C
Schouderkarbonade / ham / varkens-
rug
80 - 82
Tussenribstuk, Kasselerrib 75 - 80
Gehaktbrood 75 - 80
Kalfsvlees
Gerecht Voedselkerntemperatuur °C
Geroosterd kalfsvlees 75 - 80
Kalfsschenkel 85 - 90
Schapenvlees / lamsvlees
Gerecht Voedselkerntemperatuur °C
Schapenbout 80 - 85
Schapenrug 80 - 85
Geroosterd lamsvlees / Lamsbraad-
stuk
70 - 75
Wild
Gerecht Voedselkerntemperatuur °C
Hazerug 70 - 75
Hazenpoot, hazenbout 70 - 75
Gehele haas 70 - 75
Reerug, hertenrug 70 - 75
Ree- /hertenrug 70 - 75
Vis
Gerecht Voedselkerntemperatuur °C
Zalm 65 - 70
Forellen 65 - 70
12. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
NEDERLANDS 35
Opmerkingen over schoonmaken:
Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
Gebruik voor metalen oppervlakken
een universeel reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van het apparaat
na elk gebruik. Vuil laat zich dan het
makkelijkst verwijderen en kan niet
aanbranden.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek met warm water en een schoon-
maakmiddel.
Accessoire met antiaanbaklaag mo-
gen niet worden schoongemaakt met
een agressief reinigingsmiddel, voor-
werpen met scherpe randen of een af-
wasautomaat. Dit kan de antiaanbak-
laag beschadigen.
12.1 Pyrolysereiniging
1.
Verwijder alle accessoires en verwij-
derbare inschuifrails.
Start de pyrolysereiniging niet
als:
U heeft de stekker van de
vleesthermometer niet uit de
aansluiting gehaald. Bij som-
mige modellen toont het dis-
play “C2” als deze fout ont-
staat.
U heeft de ovendeur niet hele-
maal gesloten. Bij sommige
modellen toont het display
“C3” als deze fout ontstaat.
2.
Verwijder de ergste voedselresten
met de hand.
3.
Stel de functie Pyrolytische reiniging
in (zie "Ovenfuncties").
4.
Raak of aan om de duur in te
stellen van de reinigingsprocedure:
1 - 1:00 voor een lage vuilgraad
2 - 1:30 voor een normale vuil-
graad
3 - 2:30 voor een hoge vuilgraad.
Raak
aan om de functie Pyrolyti-
sche reiniging te activeren.
Nuttige informatie:
U kunt de Einde-functie gebruiken om
de start van de reinigingsprocedure uit
te stellen.
De deur wordt vergrendeld tijdens de
pyrolytische reiniging. Het symbool
en de balkjes van de verwarmingsindica-
tie lichten op totdat de deur weer is ont-
grendeld.
De deur wordt ontgrendeld wanneer de
temperatuur in de oven onder de veilig-
heidvoorwaarde ligt en de pyrolitische
reiniging is voltooid.
Het lampje brandt niet tijdens de pyroly-
tische reiniging.
Reinigingsherinnering
Het symbool voor de reinigingsherinne-
ring knippert gedurende 10 seconden
op het display
telkens als u het toe-
stel hebt uitgeschakeld om u eraan te
herinneren dat pyrolytische reiniging is
vereist.
De reinigingsherinnering gaat
uit:
Na het einde van de functie
pyrolytische reiniging
als u het uitschakelt in de ba-
sisinstellingen (zie "Instellin-
genmenu");
36
www.aeg.com
12.2 Inschuifrail
Verwijderen van de inschuifrail
U kunt de inschuifrail verwijderen om de
zijwanden te reinigen.
1.
Trek de inschuifrail bij de voorkant
uit de zijwand.
1
2
2.
Trek de inschuifrail bij de achterkant
uit de zijwand en verwijder deze.
De inschuifrail installeren
Installeer de inschuifrail in de omgekeer-
de volgorde.
Geldig bij de telescopische ge-
leiders:
De pinnetjes op de telescopische
geleiders moeten naar voren wij-
zen.
12.3 Lamp
WAARSCHUWING!
Er bestaat risico op elektrische
schokken.
De lamp en het afdekglas kun-
nen heet zijn.
Voordat u het ovenlampje vervangt:
Schakel het apparaat uit.
Verwijder de zekeringen in de zekerin-
genkast, of schakel de stroomonder-
breker uit.
LET OP!
Leg een doek op de bodem van
de binnenkant van het apparaat.
Dit voorkomt schade aan het af-
dekglas en de ovenruimte.
Gebruik altijd hetzelfde lampty-
pe.
De lamp aan de bovenkant van de
binnenruimte vervangen.
1.
Draai het afdekglas van de lamp
naar rechts en verwijder het.
2.
Reinig het afdekglas.
3.
Vervang de lamp door een geschikte
tegen 300 °C hittebestendige oven-
lamp.
4.
Plaats het afdekglas terug.
Vervangen van de lamp links in de
ovenruimte.
1.
De linker inschuifrails verwijderen.
2.
Gebruik een smal, stomp voorwerp
(bijv. een theelepel) om het afdek-
glas te verwijderen. Reinig het af-
dekglas.
NEDERLANDS 37
3.
Vervang de lamp door een geschikte
300°C hittebestendige lamp.
4.
Plaats het afdekglas terug.
5.
De linker inschuifrails installeren.
12.4 De ovendeur reinigen
De deur en de glaspanelen verwijderen
U kunt de ovendeur en de interne glazen
panelen verwijderen om schoon te ma-
ken. Het aantal glasplaten verschilt per
model.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig bij het verwij-
deren van de deur uit het appa-
raat. De deur is zwaar.
A
A
1.
Open de deur helemaal.
2.
Duw de klemhendels (A) volledig op
de twee scharnieren.
3.
Sluit de ovendeur in de eerste ope-
ningsstand (in een hoek van onge-
veer 70°).
4.
Pak de deur aan de zijkanten met
beide handen vast en trek deze on-
der een opwaartse hoek weg van het
apparaat.
5.
Plaats de ovendeur met de buiten-
kant omlaag op een zachte en egale
ondergrond. Dit voorkomt krassen.
2
B
1
6.
Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten vast-
pakken en naar binnen drukken om
de klemsluiting te ontgrendelen.
7.
Trek de deur naar voor om deze te
verwijderen.
38
www.aeg.com
8.
Houd de glasplaten aan de boven-
kant vast en trek deze een voor een
omhoog uit de geleiding.
9.
Reinig de glasplaat met een sopje.
Droog de glasplaat voorzichtig af.
De deur en de glaspanelen
installeren
Als u de glaspanelen en de ovendeur
heeft schoongemaakt, plaatst u ze terug.
Voer bovenstaande stappen uit in de
omgekeerde volgorde. Plaats de kleinste
glasplaat eerst, daarna de grotere glas-
platen.
13. PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
Het apparaat wordt niet
warm.
Het apparaat is uitge-
schakeld.
Schakel het apparaat in.
Het apparaat wordt niet
warm.
De dagtijd is niet inge-
steld.
Stel de klok in. Zie 'Dag-
tijd instellen en wijzigen'.
Het apparaat wordt niet
warm.
De benodigde kookstan-
den zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de in-
stellingen correct zijn.
Het apparaat wordt niet
warm.
De automatische uit-
schakeling is actief.
Raadpleeg "Automatisch
uitschakelen".
Het apparaat wordt niet
warm.
De zekering is doorge-
brand.
Controleer of de zeke-
ring de oorzaak van de
storing is. Als de zekerin-
gen keer op keer door-
slaan, neem dan contact
op met een erkend in-
stallateur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Op het display verschijnt
C2.
U wilt de pyrolytische rei-
niging, warmhoudfunctie
of ontdooifunctie starten
maar u heeft de vlees-
thermometer niet uit de
aansluiting gehaald.
Haal de stekker van de
kerntemperatuursensor
uit de aansluiting.
Op het display verschijnt
C3.
U wilt de pyrolytische rei-
niging starten maar u
heeft de ovendeur niet
goed gesloten.
Sluit de deur volledig.
NEDERLANDS 39
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
Op het display verschijnt
F102.
Het deurslot is defect. Sluit de deur volledig.
Schakel het apparaat
uit via de huiszekering
of de veiligheidsscha-
kelaar in de zekering-
kast en schakel het ap-
paraat dan weer in.
Neem contact op met
de klantenservice,
wanneer "F102" op-
nieuw wordt weerge-
geven.
Het display toont een
foutcode die niet in deze
lijst voorkomt.
Er is een elektrische fout. Schakel het apparaat
uit via de huiszekering
of de veiligheidsscha-
kelaar in de zekering-
kast en schakel het ap-
paraat dan weer in.
Neem contact op met
de klantenservice wan-
neer de foutcode op-
nieuw wordt weerge-
geven.
Als u niet zelf het probleem kunt verhel-
pen, neem dan contact op met uw ver-
koper of de klantenservice.
De contactgegevens van het servicecen-
trum staan op het typeplaatje. Het type-
plaatje bevindt zich aan de voorkant van
de binnenkant van het apparaat.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
14. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het
symbool
. Gooi de verpakking in
een geschikte verzamelcontainer om
het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het
symbool
niet weg met het
huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u
in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
40
www.aeg.com
NEDERLANDS 41
42
www.aeg.com
NEDERLANDS 43
www.aeg.com/shop
892961885-A-372013
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Aeg-Electrolux BP7004001M Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor