Documenttranscriptie
Gebruik‐
saanwijzing
Notice d'utili‐
sation
Oven
JB131D8
Four
2
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie
2
Veiligheidsvoorschriften
3
Beschrijving van het product
6
Bedieningspaneel
7
Voordat u het apparaat voor de eerste 9
keer gebruikt
Dagelijks gebruik
9
Klokfuncties
11
Automatische programma's
Gebruik van de accessoires
Extra functies
Aanwijzingen en tips
Onderhoud en reiniging
Probleemoplossing
Montage
Energiezuinigheid
14
15
15
17
31
34
35
37
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een
verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor
toekomstig gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
•
•
•
•
•
•
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt
te worden gehouden, mits ze voortdurend onder toezicht
staan.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
3
•
•
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Algemene veiligheid
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat
installeren en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op
te passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de
stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de
lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken,
deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon
deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de voorkant
van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden.
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montage
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus
mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
4
•
•
•
•
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Installeer het apparaat op een veilige
en geschikte plaats die aan alle
installatie-eisen voldoet.
Het apparaat is uitgerust met een
elektrisch koelsysteem. Het heeft
elektrische stroom nodig.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
• De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op
zo'n manier worden bevestigd dat het
niet zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen moeten
uit de houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
• Dit apparaat voldoet aan de EUrichtlijnen.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel, brandwonden,
elektrische schokken of een
explosie.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
• De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
• Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Oefen geen kracht uit op een
geopende deur.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
• Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er alcoholluchtmengsel ontstaan.
5
• Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
• Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
– zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
– leg geen aluminiumfolie op de
bodem van de ruimte in het
apparaat.
– plaats geen water direct in het hete
apparaat.
– haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
– wees voorzichtig bij het verwijderen
of bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
• Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om
mee te koken. Het mag niet worden
gebruikt voor andere doeleinden, zoals
het verwarmen van een kamer.
• Alle bereidingen moeten worden
uitgevoerd met gesloten ovendeur.
• Als het apparaat achter een
meubelpaneel gemonteerd is (bijv. een
deur), zorg er dan voor dat de deur
nooit gesloten is als het apparaat in
werking is. Warmte en vocht kunnen
achter een gesloten meubelpaneel
ophopen en schade aan het apparaat,
de behuizing of de vloer veroorzaken.
Sluit het meubelpaneel niet tot het
apparaat volledig afgekoeld is na
gebruik.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel, brand en schade
aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat de
glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met een erkend
servicecentrum.
• Wees voorzichtig als u de deur van het
apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Raadpleeg, als u een ovenspray
gebruikt, eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
• Reinig niet het katalytisch email (indien
van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
Binnenverlichting
WAARSCHUWING! Gevaar
voor elektrische schokken.
• Het type gloeilampje of halogeenlampje
dat voor dit apparaat wordt gebruikt, is
alleen geschikt voor huishoudelijke
apparaten. Gebruik deze niet voor
andere doeleinden.
• Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
6
Servicedienst
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat
af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in het apparaat vast komen te
zitten.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Algemeen overzicht
1
2
3
7
5
4
3
2
1
4
5
1
2
3
4
5
6
7
Bedieningspaneel
Elektronische tijdschakelklok
Verwarmingselement
Lampje
Ventilator
Verwijderbare inschuifrail
Roosterhoogtes
6
Accessoires
• Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
• Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
• Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als schaal
om vet op te vangen.
7
BEDIENINGSPANEEL
Elektronische tijdschakelklok
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Gebruik de tiptoetsen om de oven te bedienen.
Tip‐
toets
1
2
3
4
5
6
7
8
-
-functie
Beschrijving
DISPLAY
Toont de huidige instellingen van de oven.
AAN/UIT
De oven in- en uitschakelen.
OPTIES
Om een verwarmingsfunctie of een automatisch
programma in te stellen.
MIJN FAVORIETE
PROGRAMMA
Het opslaan van uw favoriete programma's. Ge‐
bruik deze functie om uw favoriete programma
rechtstreeks te openen, ook als de oven is uitge‐
schakeld.
TEMPERATUUR /
SNEL OPWAR‐
MEN
De temperatuur in de oven of de temperatuur van
de vleesthermometer instellen en controleren (in‐
dien aanwezig). Als u de knop drie seconden in‐
gedrukt houdt, wordt de functie Snel opwarmen inen uitgeschakeld. Rechtstreekse toegang tot de
temperatuurinstelling van de eerste ovenfunctie
wanneer de oven is uitgeschakeld.
OMHOOG, OM‐
LAAG
Omhoog of omlaag gaan in het menu.
OK
De selectie of instelling bevestigen.
OVENVERLICH‐
TING
De ovenverlichting in- en uitschakelen.
8
Tip‐
toets
9
10
-functie
Beschrijving
KLOK
De klokfuncties instellen.
KOOKWEKKER
De Kookwekker instellen.
Display
A
B
G
C
F
E
D
A. Ovenfunctiesymbool
B. Display van temperatuur/tijd
C. Weergave Klok/restwarmte/
kookwekker
D. Restwarmte-indicatie
E. Indicatielampjes voor de klokfuncties
F. Opwarmindicatie/Snel opwarmenindicatie
G. Nummer van een ovenfunctie/het
programma
Andere indicaties op het display:
Sym‐
bool
/
/
Naam
Beschrijving
Functies
U kunt een ovenfunctie kiezen.
Automatisch programma
U kunt een automatisch programma kie‐
zen.
Mijn favoriete programma
Het programma Favoriet is in werking.
kg / g
Een automatisch programma met gewicht‐
invoer is in werking.
u / min
Een klokfunctie is in werking.
Temperatuur / Snel opwarmen
De functie werkt.
Huishoudelijk
De actuele temperatuur wordt aangege‐
ven.
Huishoudelijk
U kunt deze temperatuur wijzigen.
Binnenverlichting
U hebt het licht uitgeschakeld.
Kookwekker
De kookwekker staat aan.
9
Voorverwarmindicatie
Als u de verwarmingsfunctie inschakelt,
verschijnt . De balkjes geven aan dat de
temperatuur in de oven toe- of afneemt.
Wanneer de oven de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, verdwijnen de
balkjes van het display.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER
GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Raadpleeg voor het instellen
van de dagtijd het hoofdstuk
"Klokfuncties".
Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud
en reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het
eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
Voorverwarmen
Warm de lege oven voor het eerste
gebruik voor.
1. Stel de functie in:
en de
maximumtemperatuur.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie
en de
maximumtemperatuur in.
4. Laat de oven 15 minuten werken.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. De oven kan een vreemde geur
en rook afgeven tijdens voorverwarmen.
Zorg dat er voldoende luchtcirculatie in de
ruimte is.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Verwarmingsfuncties
Ovenfunctie
Hetelucht
Pizza Hete‐
lucht
Applicatie
Om op max. 3 rekstan‐
den tegelijk te bakken en
voedsel te drogen.
Stel de temperatuur 20 40 °C lager in dan voor
Boven + onderwarmte.
Voor het bakken van piz‐
za. Voor intensieve brui‐
ning en een knapperige
bodem.
Ovenfunctie
Lage Tempe‐
ratuur Garen
Applicatie
Voor het bereiden van
mals en sappig braad‐
vlees.
Voor het bakken en bra‐
den op een ovenniveau.
Boven + on‐
derwarmte
(Boven-/
Onderwarm‐
te)
10
Ovenfunctie
Applicatie
Bevroren Ge‐
rechten
Om kant-en-klaar-ge‐
rechten (bijv. patat, aard‐
appelpartjes of loempi‐
a's) krokant te maken.
Circulatiegrill
Grill Intens
Ovenfunctie
Hetelucht
(vochtig)
Voor het braden van gro‐
tere stukken vlees of ge‐
vogelte met botten op
één niveau. Voor gratine‐
ren en bruinen.
Voor het roosteren van
plat voedsel in grote hoe‐
veelheden en voor het
maken van toast.
Om plat voedsel te grillen
en brood te roosteren.
Grill
Applicatie
Deze functie is ontwor‐
pen om tijdens de berei‐
ding energie te besparen.
Zie 'Hints and tips' hoofd‐
stuk Hetelucht (vochtig)
voor bereidingsinstruc‐
ties. De ovendeur dient
tijdens de bereiding ge‐
sloten te zijn zodat de
functie niet wordt onder‐
broken en om ervoor te
zorgen dat de oven werkt
op de hoogst mogelijke
energie-efficiëntie. Bij het
gebruik van deze functie
kan de temparatuur in de
ruimte verschillen van de
ingestelde temperatuur.
De restwarmte wordt ge‐
bruikt.Het verwarmings‐
vermogen kan worden
verminderd. Zie voor al‐
gemene energiebespa‐
ringsaanbevelingen
'Energie-efficiëntie'
hoofdstuk Energiebespa‐
ring.Deze functie werd
gebruik om te voldoen
aan de energie-efficiën‐
tieklasse volgens EN
60350-1. Bij gebruik van
deze functie gaat de ver‐
lichting na 30 seconden
automatisch uit.
Om het voedsel warm te
houden.
Warm hou‐
den
Ontdooien
Om voedsel te ontdooien
(groenten en fruit). De
ontdooitijd hangt af van
de hoeveelheid en dikte
van het voedsel.
11
Ovenfunctie
Onderwarmte
Applicatie
Voor het bakken van
taarten met een knappe‐
rige bodem en het inma‐
ken van voedsel.
De verwarmingsfunctie instellen
1. Schakel de oven in met .
Het display geeft de ingestelde
temperatuur, het symbool en het nummer
van de verwarmingsfunctie weer.
of
om een
2. Druk op
verwarmingsfunctie in te stellen.
3. Druk op
. Anders start de oven na 5
seconden automatisch.
Als u de oven activeert en geen
verwarmingsfunctie of programma instelt,
wordt de oven na 20 seconden
automatisch uitgeschakeld.
Temperatuur wijzigen
Druk op
of
om de temperatuur in
stappen te wijzigen: 5 °C.
Als de oven een ingestelde temperatuur
heeft bereikt, klinkt er een signaal en
verdwijnt de opwarmaanduiding.
Temperatuur opvragen
U kunt de huidige temperatuur in de oven
controleren als de functie of het
programma in werking is.
1. Druk op .
Het display geeft de temperatuur in de
oven aan.
2. Druk op
of het display toont weer
na 5 seconden automatisch de
ingestelde temperatuur.
Snel opwarmen
Leg geen voedsel in de oven
wanneer de functie Snel
opwarmen is ingeschakeld.
De functie Snel opwarmen is maar op een
aantal ovenfuncties beschikbaar. Als de
fouttoon in het instellingenmenu
ingeschakeld staat, klinkt het signaal als
de functie Snel opwarmen voor de
ingestelde functie beschikbaar is.
Raadpleeg het menu 'De instellingen
gebruiken' in het hoofdstuk 'Overige
functies'.
De functie Snel opwarmen verkort de
opwarmtijd.
Om de functie Snel opwarmen in te
en houdt u deze
schakelen drukt u op
langer dan 3 seconden vast.
Als de functie Snel opwarmen is
ingeschakeld staat er op het display:
knipperende horizontale balken en
.
KLOKFUNCTIES
Tabel met klokfuncties
Klokfunctie
Applicatie
DAGTIJD
Met deze functie kunt u de dagtijd weergeven of verande‐
ren. U kunt de dagtijd alleen wijzigen als de oven aan‐
staat.
DUUR
Instellen hoe lang de oven in werking is.
EINDE
Instellen als de oven uitstaat.
12
Klokfunctie
00:00
Applicatie
VERTRAGINGS‐
TIJD
Om de functies BEREIDINGSDUUR en EINDE te combi‐
neren.
SET+GO
Om de oven op een later tijdstip met één aanraking van
het sensorveld met de benodigde instellingen aan te zet‐
ten.
KOOKWEKKER
Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft
geen invloed op de werking van de oven. U kunt de
KOOKWEKKER op elk gewenst moment instellen, ook als
de oven uit staat.
TIMER MET OP‐
TELFUNCTIE
Om de optelfunctie in te stellen; toont hoe lang de oven in
werking is. Deze functie heeft geen invloed op de werking
van de oven. Deze wordt onmiddellijk ingeschakeld wan‐
neer de oven begint met opwarmen. De OPTELTIMER is
niet ingeschakeld als TIJDSDUUR en EINDE zijn inge‐
steld.
Dagtijd instellen en wijzigen
Wacht bij eerste aansluiting op de stroom
totdat het display en 12:00 weergeeft.
"12" knippert.
1. Raak
of
aan om het uur in te
stellen.
2. Raak
of
aan.
3. Raak
of
aan om de minuten in
te stellen.
4. Raak
of
aan.
Op het display verschijnt de nieuwe tijd.
Raak om de tijd van de dag te wijzigen
keer op keer aan totdat
begint te
knipperen.
De BEREIDINGSDUUR instellen
1. Stel een verwarmingsfunctie en
temperatuur in.
2. Blijf op
drukken totdat
begint te
knipperen.
3. Raak
of
aan om de minuten
van de TIJDSDUUR in te stellen.
4. Druk op
, anders start de
TIJDSDUUR na vijf seconden
automatisch.
5. Gebruik
of
om de uren van de
TIJDSDUUR in te stellen.
6. Druk op
. Anders start de
TIJDSDUUR na vijf seconden
automatisch.
Wanneer de ingestelde tijdsduur eindigt,
klinkt er gedurende 2 minuten een
geluidssignaal en knipperen
en de tijd
in het display. De oven gaat uit.
7. Raak een tiptoets aan om het signaal
te stoppen.
8. Oven uitschakelen.
Het EINDE instellen
1. Selecteer een ovenfunctie en de
temperatuur.
2. Raak
herhaaldelijk aan totdat
in
het display gaat knipperen.
3. Gebruik
of
om het EINDE in te
stellen en
of
om te bevestigen.
U stelt eerst de minuten en dan de
uren in.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minuten een
en de tijd
geluidssignaal en knipperen
in het display. Het apparaat wordt
automatisch uitgeschakeld.
13
4. Raak een tiptoets aan om het signaal
te stoppen.
5. Schakel het apparaat uit.
SET+GO instellen
De functie TIJDVERTRAGING
instellen
1. Selecteer een ovenfunctie (of een
programma) en de temperatuur.
2. Stel de TIJDSDUUR in.
3. Raak
herhaaldelijk aan totdat
in
het display knippert.
4. Raak
aan om de functie SET+GO
in te stellen.
en
met een
Het display geeft
indicatie weer. Deze indicatie wordt
weergegeven wanneer de klokfunctie
wordt geactiveerd.
5. Raak een sensorveld aan (behalve
AAN/UIT) om de functie SET+GO te
starten.
1. Stel een ovenfunctie en de
temperatuur in.
2. Raak
herhaaldelijk aan totdat
in
het display gaat knipperen.
of
aan om de minuten
3. Raak
van de DUUR in te stellen.
4. Tik op
.
of
om de uren van de
5. Gebruik
DUUR in te stellen.
6. Raak
aan en het apparaat schakelt
naar de instelling van de EINDEfunctie.
Op het display knippert .
7. Gebruik
of
om het EINDE in te
stellen en
of
om te bevestigen.
U stelt eerst de minuten en dan de
uren in.
Het apparaat gaat later automatisch aan,
werkt voor de ingestelde
BEREIDINGSDUUR en stop aan op de
ingestelde EINDTIJD. Op de ingestelde
tijd klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal en knipperen
en de tijd
in het display. Het apparaat wordt
automatisch uitgeschakeld.
8. Raak een tiptoets aan om het signaal
te stoppen.
9. Schakel het apparaat uit.
Wanneer de
tijdvertragingsfunctie wordt
ingeschakeld, geeft het display
het statische symbool van de
ovenfunctie
weer, met een
punt en . De punt geeft aan
welke klokfunctie zich op het
display voor de klok-/
restwarmte bevindt.
U kunt de functie SET+GO alleen
gebruiken als de DUUR is ingesteld.
De KOOKWEKKER instellen
1. Tik op .
en "00" knipperen in het display.
2. Gebruik
om tussen de opties te
kiezen. U moet eerst seconden en dan
minuten en uren instellen.
of
om de
3. Gebruik
KOOKWEKKER in te stellen en
bevestig met .
4. Raak
aan. Anders start de
KOOKWEKKER na vijf seconden
automatisch.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal en knipperen "00:00" en
in het display.
5. Raak een tiptoets aan om het signaal
te stoppen.
TIMER MET OPTELFUNCTIE
1. Druk om de timer met optelfunctie te
resetten steeds maar weer op: totdat
het display tegelijkertijd
.
. Als het
2. Indrukken en vasthouden:
display "00:00" toont gaat de timer met
optelfunctie weer opnieuw tellen.
14
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Er zijn 20 automatische programma's.
Gebruik een automatisch programma of
een recept als u geen kennis over of
ervaring in het bereiden van een gerecht
hebt. Het display toont de
standaardkooktijd voor alle automatische
programma's.
Automatische programma's
Programmanaam
1
BIEFSTUK
2
GEROOSTERD VARKENSVLEES
3
GEROOSTERD KALFSVLEES
4
GEROOSTERD LAMSVLEES
5
GEROOSTERD WILD
6
HELE KIP
7
HELE VIS
8
PIZZA
9
QUICHE LORRAINE
10
CITROENCAKE
11
KWARKTAART
12
BROODJES
13
VOLKORENBROOD
14
DEEG LATEN RIJZEN
15
AARDAPPELGRATIN
16
LASAGNE
17
CANNELLONI
18
KANT-EN-KLARE TAART
19
AFBAKPIZZA
Programmanaam
20
KANT-EN-KLARE AARDAPPEL‐
GERECHTEN
Automatische programma's
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik op
.
Het display geeft , een symbool en
nummer van het automatische programma
weer.
of
aan om het
3. Raak
automatische programma te kiezen.
4. Tik op
of wacht vijf seconden tot
het apparaat automatisch start.
5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal. Het symbool
knippert.
6. Raak een tiptoets aan om het signaal
te stoppen.
7. Schakel het apparaat uit.
Automatische programma's met
gewichtinvoer
Als u het gewicht van het vlees instelt,
berekent het apparaat de braadtijd.
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik op
.
of
aan om het
3. Raak
gewichtprogramms in te stellen.
Op het display verschijnt: de kooktijd,
duursymbool, , een standaard gewicht,
een maateenheid (kg, g).
4. Raak
aan. Anders worden de
instellingen na vijf seconden
automatisch opgeslagen.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
5. U kunt het standaardgewicht wijzigen
met
of
. Tik op
.
6. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
klinkt er gedurende twee minuten een
knippert.
geluidssignaal.
15
7. Raak een tiptoets aan om het signaal
te stoppen.
8. Schakel het apparaat uit.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De accessoires plaatsen
Bakrooster en bakplaat /diepe
plaatsamen:
Plaats bakplaat /diepe plaat tussen de
geleiders van de inschuifrails en het
bakrooster op de geleiders erboven.
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
zorg ervoor dat de pootjes omlaag staan.
Bakplaat/ Diepe pan:
Kleine inkepingen bovenaan
verhogen de veiligheid. Deze
inkepingen zorgen er ook voor
dat ze niet omkantelen. De
hoge rand rond het rooster
voorkomt dat het kookgerei van
het rooster afglijdt.
Schuif de bakplaat /diepe pan tussen de
geleidestangen van de roostersteun.
EXTRA FUNCTIES
Gebruik van de functie Mijn
favoriet programma
Gebruik deze functie voor het opslaan van
uw favoriete temperatuur- en
tijdinstellingen van een ovenfunctie of
programma.
1. Stel de temperatuur en tijd voor een
ovenfunctie of programma in.
2. Raak
gedurende langer dan drie
seconden aan. Er klinkt een
geluidssignaal.
3. Schakel het apparaat uit.
16
• Voor het inschakelen van de functie
raakt u
aan. Het apparaat start het
programma Favoriet.
Wanneer de functie in
werking is, kunt u de tijd en
temperatuur veranderen.
• Voor het uitschakelen van de functie
raakt u
aan. Het apparaat beëindigt
het programma Favoriet.
Gebruik van het kinderslot
Het kinderslot voorkomt dat de oven per
ongeluk in werking wordt gesteld.
1. Deze functie kan ook in worden
geschakeld als de oven uitstaat. Stel
geen verwar,functie in.
2. Druk op
en houd 3 seconden
ingedrukt.
3. Houd
en
gedurende ten minste
2 seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidssignaal.
Op het display verschijnt SAFE.
Herhaal stap 3 om het kinderslot uit te
schakelen.
Toetsblokkering voorkomt dat een
ovenfunctie per ongeluk wordt
ingeschakeld.
1. Zet de oven aan om de functie in te
schakelen.
2. Schakel een ovenfunctie of -instelling
in.
3. Houd en
gedurende ten minste 2
seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een signaal.
Er verschijnt 'vergrendelt' op het display.
Herhaal stap 3 om de functievergrendeling
uit te schakelen.
U kunt de oven uitschakelen
als de functievergrendeling aan
is. Als u de oven uitzet,
schakelt de
functievergrendeling uit.
Gebruik van het instelmenu
Het instellingenmenu laat u toe om
functies in het hoofdmenu te activeren en
deactiveren. Het display toont SET en het
nummer van de instelling.
Gebruik van de
Functievergrendeling
U kunt de functie alleen inschakelen als
de oven in werking is.
Beschrijving
In te stellen waarde
1
QUICK START
AAN/UIT
2
RESTWARMTE-INDICATIE
AAN/UIT
3
TOETSVOLUME1)
KLIKKEN / PIEPEN / UIT
4
FOUTTOON
AAN/UIT
5
DEMO MODUS
Activeringscode: 2468
6
ONDERHOUDSMENU
-
7
INSTELLINGEN RESETTEN
JA / NEE
1) Het geluid van de tiptoets AAN / UIT kan niet worden uitgeschakeld.
1. Druk op
en houd 3 seconden
ingedrukt.
Het display geeft SET1 weer en "1"
knippert.
17
2. Druk op
of
om de instelling te
doen.
3. Druk op
.
4. Druk op
of
om de waarde van
de instelling te wijzigen.
5. Druk op
.
Druk om het Instelmenu te verlaten op
of houd
ingedrukt.
Automatische uitschakeling
Om veiligheidsredenen wordt het apparaat
na een tijdje automatisch uitgeschakeld
als een ovenfunctie werkt en u geen
instellingen wijzigt.
Temperatuur (°C)
Uitschakeltijd (u)
30 - 115
12.5
120 - 195
8.5
200 - 245
5.5
250 - maximum
1.5
Na een automatische uitschakeling, raakt
u een tiptoets aan om het apparaat weer
in werking te stellen.
De automatische uitschakeling
werkt niet met de functies: licht,
langzaam garen, duur, einde,
tijduitstel.
Helderheid van het display
• Helderheid 's nachts - wanneer het
apparaat uit staat, is de helderheid van
het display tussen 22:00 en 06:00
lager.
• Helderheid overdag:
– als het apparaat aan staat.
– als u tijdens helderheid 's nachts
een tiptoets aanraakt (behalve
AAN/UIT), keert het display
gedurende 10 seconden terug naar
helderheid voor overdag.
– als het apparaat uit staat en u de
kookwekker hebt ingesteld.
Wanneer de kookwekker eindigt,
keert het display terug naar
helderheid voor 's nachts.
Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van de oven koel te
houden. Na het uitschakelen van de oven
blijft de ventilatie doorgaan totdat de oven
is afgekoeld.
Veiligheidsthermostaat
Een onjuiste bediening van de oven of
defecte componenten kunnen gevaarlijke
oververhitting veroorzaken. Om dit te
voorkomen is de oven voorzien van een
veiligheidsthermostaat die de
stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de
temperatuur is gedaald, wordt de oven
automatisch weer ingeschakeld.
Er zijn twee standen voor de helderheid
van het display:
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en baktijden
in de tabellen zijn slechts als
richtlijn bedoeld. Deze zijn
afhankelijk van de recepten en
de kwaliteit en de hoeveelheid
van de gebruikte ingrediënten.
Kookadviezen
De oven heeft vijf rekniveaus.
Tel de rekniveaus vanaf de bodem van de
oven.
Uw oven kan anders bakken of roosteren
dan de oven die u tot nu toe gebruikt
heeft. In de onderstaande tabel vindt u de
standaardinstellingen voor temperatuur,
kooktijd en roosterniveau.
18
Als u voor een speciaal recept de
instelling niet kunt vinden, zoek dan naar
een soortgelijk recept.
Laat het vlees ongeveer 15 minuten
rusten voordat u het aansnijdt, zodat het
vleessap er niet uit stroomt.
De oven heeft een speciaal systeem dat
de lucht circuleert en voor doorlopende
recycling van stoom zorgt. Dankzij dit
systeem is het mogelijk om voedsel te
bereiden in een atmosfeer met stoom en
worden de gerechten zacht van binnen en
knapperig van buiten. Dit reduceert zowel
de bereidingstijd als het energieverbruik.
Om te veel rook tijdens het braden in de
oven te vermijden, kunt u een beetje water
in de lekbak gieten. Om rook te vermijden,
voegt u water toe wanneer het is
opgedroogd.
Voor de bereiding van gebak
De ovendeur mag pas worden geopend
als driekwart van de baktijd is verstreken.
Als u twee bakplaten tegelijkertijd
gebruikt, dient u één niveau ertussen leeg
te laten.
Voor de bereiding van vlees en vis
Gebruik een diepe bak voor erg vet
voedsel om te oven te behoeden voor
blijvende vetvlekken.
Bereidingstijden
De bereidingsduur is afhankelijk van het
soort voedsel, de samenstelling en het
volume.
Houd in eerste instantie het
bereidingsproces in de gaten. Zoek bij het
gebruik van dit apparaat de beste
instellingen (temperatuur, bereidingsduur,
etc.) voor uw kookgerei, recepten en
hoeveelheden.
Bakken en roosteren
Taart
Gerecht
Boven + onderwarmte
Hetelucht
Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Schuim‐
taart
170
2
160
3 (2 en 4)
45 - 60
In een
cakevorm
Zand‐
taartdeeg
170
2
160
3 (2 en 4)
20 - 30
In een
cakevorm
Kwark‐
taart met
karne‐
melk
170
1
165
2
80 - 100
In een
cakevorm
van 26
cm
Strudel
175
3
150
2
60 - 80
Op een
bakplaat
Geleitaart
170
2
165
2 (links
en
rechts)
30 - 40
In een
cakevorm
van 26
cm
19
Gerecht
Boven + onderwarmte
Hetelucht
Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Kerstge‐
bak /
Rijkgevul‐
de vruch‐
tencake
160
2
150
2
90 - 120
In een
cakevorm
van 20
cm.
Warm de
oven 10
minuten
voor
Pruimen‐
taart
175
1
160
2
50 - 60
In een
brood‐
vorm.
Warm de
oven 10
minuten
voor
Koekjes /
dee‐
greepjes
140
3
140 - 150
3
25 - 45
Op een
bakplaat
Schuim‐
gebakjes
- één ni‐
veau
120
3
120
3
80 - 100
Op een
bakplaat
Schuim‐
gebakjes
- twee ni‐
veaus
-
-
120
2 en 4
80 - 100
Op bak‐
plaat.
Warm de
oven 10
minuten
voor
Broodjes
190
3
190
3
12 - 20
Op bak‐
plaat.
Warm de
oven 10
minuten
voor
Eclairs één ni‐
veau
190
3
170
3
25 - 35
Op een
bakplaat
Eclairstwee ni‐
veaus
-
-
170
2 en 4
35 - 45
Op een
bakplaat
20
Gerecht
Boven + onderwarmte
Hetelucht
Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Taartjes
180
2
170
2
45 - 70
In een
cakevorm
van 20
cm
Vruchten‐
cake
160
1
150
2
110 - 120
In een
cakevorm
van 24
cm
Victoria‐
taart met
jamvul‐
ling
170
1
160
2 (links
en
rechts)
30 - 50
In een
cakevorm
van 20
cm
Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Brood en pizza
Gerecht
Boven + onderwarmte
Hetelucht
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Witbrood
190
1
190
1
60 - 70
1-2
stuks,
500 gram
per stuk.
Warm de
oven 10
minuten
voor
Rogge‐
brood
190
1
180
1
30 - 45
In een
brood‐
vorm
Broodjes
190
2
180
2 (2 en 4)
25 - 40
6-8
broodjes
op een
bakplaat.
Warm de
oven 10
minuten
voor
21
Gerecht
Boven + onderwarmte
Hetelucht
Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Pizza
230 - 250
1
230 - 250
1
10 - 20
Op een
bakplaat
of in een
braad‐
pan.
Warm de
oven 10
minuten
voor
Scones
200
3
190
3
10 - 20
Op bak‐
plaat.
Warm de
oven 10
minuten
voor
Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Flans
Gerecht
Boven + onderwarmte
Hetelucht
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Pasta
200
2
180
2
40 - 50
In een
vorm
Hartige
groenten‐
taart
200
2
175
2
45 - 60
In een
vorm
Quiches
180
1
180
1
50 - 60
In een
vorm.
Warm de
oven 10
minuten
voor
Lasagne
180 - 190
2
180 - 190
2
25 - 40
In een
vorm.
Warm de
oven 10
minuten
voor
22
Gerecht
Cannello‐
ni
Boven + onderwarmte
Hetelucht
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
180 - 190
2
180 - 190
2
Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
25 - 40
In een
vorm.
Warm de
oven 10
minuten
voor
Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Vlees
Gerecht
Boven + onderwarmte
Hetelucht
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Rund‐
vlees
200
2
190
2
50 - 70
Op een
bakroos‐
ter
Varkens‐
vlees
180
2
180
2
90 - 120
Op een
bakroos‐
ter
Kalfs‐
vlees
190
2
175
2
90 - 120
Op een
bakroos‐
ter
Engelse
rosbief,
rood
210
2
200
2
50 - 60
Op een
bakroos‐
ter
Engelse
rosbief,
medium
210
2
200
2
60 - 70
Op een
bakroos‐
ter
Engelse
rosbief,
gaar
210
2
200
2
70 - 75
Op een
bakroos‐
ter
Varkens‐
schouder
180
2
170
2
120 - 150
Met
zwoerd
Varkens‐
schenkel
180
2
160
2
100 - 120
2 stuks
Lams‐
vlees
190
2
175
2
110 - 130
Bout
Kip
220
2
200
2
70 - 85
Heel
23
Gerecht
Boven + onderwarmte
Hetelucht
Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Turkije
180
2
160
eend
175
2
220
2
210 - 240
Heel
2
120 - 150
Heel
gans
175
2
160
1
150 - 200
Heel
Konijn
190
2
175
2
60 - 80
In stuk‐
ken ge‐
sneden
Haas
190
2
175
2
150 - 200
In stuk‐
ken ge‐
sneden
fazant
190
2
175
2
90 - 120
Heel
Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Vis
Gerecht
Boven + onderwarmte
Hetelucht
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Forel/
Zeebra‐
sem
190
2
175
2
40 - 55
3 - 4 vis‐
sen
Tonijn /
zalm
190
2
175
2
35 - 60
4 - 6 filets
Grill
Stel de maximale temperatuur in.
Verwarm de oven 3 minuten voor.
Gebruik de vierde rekstand.
Gerecht
Hoeveelheid
Tijd (min)
Stuks
Hoeveel‐
heid (kg)
1e kant
2e kant
Tournedos
4
0.8
12 - 15
12 - 14
Biefstuk
4
0.6
10 - 12
6-8
Worstjes
8
-
12 - 15
10 - 12
Varkenskotelet
4
0.6
12 - 16
12 - 14
24
Gerecht
Hoeveelheid
Tijd (min)
Stuks
Hoeveel‐
heid (kg)
1e kant
2e kant
Kip (in 2 helften)
2
1
30 - 35
25 - 30
Vleesspiesen
4
-
10 - 15
10 - 12
Kippenborst
4
0.4
12 - 15
12 - 14
Hamburger
6
0.6
20 - 30
-
Visfilet
4
0.4
12 - 14
10 - 12
Geroosterde sandwiches
4-6
-
5-7
-
Geroosterd brood
4-6
-
2-4
2-3
Circulatiegrill
Gebruik de eerste of tweede rekstand.
Rundvlees
Oven voorverwarmen.
Om de baktijd te berekenen
vermenigvuldigt u de tijd die in de
onderstaande tabel wordt gegeven met de
centimeters van de dikte van de filet.
Gerecht
Tempera‐
tuur (°C)
Tijd (min)
Rosbief of
ossenhaas,
rood
190 - 200
5-6
Rosbief of
ossenhaas,
medium
180 - 190
6-8
Rosbief of
ossenhaas,
doorbakken
170 - 180
8 - 10
Gerecht
Tempera‐
tuur (°C)
Tijd (min)
Schouder‐
stuk, nek‐
stuk, ham 1
- 1,5 kg
160 - 180
90 - 120
Varkensvlees
Gerecht
Tempera‐
tuur (°C)
Tijd (min)
Karbonade,
sparerib 1 1,5 kg
170 - 180
60 - 90
Gehakt‐
brood 0,75 1 kg
160 - 170
50 - 60
Varkens‐
schenkel
(voorge‐
kookt) 0,75
- 1 kg
150 - 170
90 - 120
Gerecht
Tempera‐
tuur (°C)
Tijd (min)
Gebraden
kalfsvlees 1
kg
160 - 180
90 - 120
Kafsschen‐
kel 1,5 - 2
kg
160 - 180
120 - 150
Kalfsvlees
25
Lamsvlees
Gerecht
Tempera‐
tuur (°C)
Tijd (min)
Lamsbout,
lamsge‐
braad 1 1,5 kg
150 - 170
100 - 120
Lamsrug 1 1,5 kg
160 - 180
40 - 60
Gevogelte
Gerecht
Tempera‐
tuur (°C)
Tijd (min)
Eend 1,5 - 2
kg
180 - 200
80 - 100
Gans 3,5 5 kg
160 - 180
120 - 180
Kalkoen 2,5
- 3,5 kg
160 - 180
120 - 150
Kalkoen 4 6 kg
140 - 160
150 - 240
Gerecht
Tempera‐
tuur (°C)
Tijd (min)
Gevogelte‐
delen 0,2 0,25 kg elk
200 - 220
30 - 50
Gerecht
Tempera‐
tuur (°C)
Tijd (min)
Halve kip
0,4 - 0,5 kg
elk
190 - 210
35 - 50
Hele vis 1 1,5 kg
210 - 220
40 - 60
Kip, poular‐
de 1 - 1,5
kg
190 - 210
50 - 70
Vis (gestoomd)
Hetelucht (vochtig)
Volg voor de beste resultaten
de volgende aanwijzingen op
die hieronder in de tabel staan.
Gerecht
Accessoires
Tempera‐
tuur (°C)
Rooster‐
hoogte
Tijd (min)
Zoete brood‐
jes, 12 stuks
bakplaat of lekschaal
180
2
20 - 30
Broodjes, 9
stuks
bakplaat of lekschaal
180
2
30 - 40
Pizza, bevro‐
ren, 0,35 kg
bakrooster
220
2
10 - 15
Koninginnen‐
brood (opgerol‐
de cake met
jam)
bakplaat of lekschaal
170
2
25 - 35
Brownie
bakplaat of lekschaal
175
3
25 - 30
Soufflé, 6 stuks
keramieken vormpjes op
rooster
200
3
25 - 30
Luchtige flan‐
bodem
flanvorm op rooster
180
2
15 - 25
26
Gerecht
Accessoires
Tempera‐
tuur (°C)
Rooster‐
hoogte
Tijd (min)
Victoriataart
met jamvulling
ovenschaal op rooster
170
2
40 - 50
Gepocheerde
vis, 0,3 kg
bakplaat of lekschaal
180
3
20 - 25
Hele vis, 0,2 kg
bakplaat of lekschaal
180
3
25 - 35
Visfilets 0,3 kg
pizzavorm op rooster
180
3
25 - 30
Gepocheerd
vlees, 0,25 kg
bakplaat of lekschaal
200
3
35 - 45
Sjasliek, 0,5 kg
bakplaat of lekschaal
200
3
25 - 30
Koekjes, 16
stuks
bakplaat of lekschaal
180
2
20 - 30
Makronen, 20
stuks
bakplaat of lekschaal
180
2
25 - 35
Muffins, 12
stuks
bakplaat of lekschaal
170
2
30 - 40
Hartige pastei‐
tjes, 16 stuks
bakplaat of lekschaal
180
2
25 - 30
Zandkoekjes,
20 stuks
bakplaat of lekschaal
150
2
25 - 35
Taartjes, 8
stuks
bakplaat of lekschaal
170
2
20 - 30
Gepocheerde
groenten, 0,4
kg
bakplaat of lekschaal
180
3
35 - 45
Vegetarische
omelet
pizzavorm op rooster
200
3
25 - 30
Groenten, me‐
diterraans 0,7
kg
bakplaat of lekschaal
180
4
25 - 30
Lage Temperatuur Garen
Gebruik deze functie voor malse, magere
stukken vlees en vis. De functie is niet
geschikt voor stoofpotjes of vette
varkensbraadstukken.
In de eerste 10 minuten kunt u een
oventemperatuur instellen tussen 80°C en
150°C. De standaard is 90°C. Nadat de
temperatuur is ingesteld, blijft de oven
werken bij 80°C. Gebruik de automatische
lage temperatuur garen niet voor
gevogelte.
Altijd zonder deksel garen als u
gebruikmaakt van deze functie.
1. Braad het vlees aan in een pan op de
kookplaat op een zeer hoge stand
27
gedurende 1 - 2 minuten aan elke
kant.
2. Plaats het vlees samen met de hete
braadpan in de oven op het
bakrooster.
3. Selecteer de functie: Lage
Temperatuur Garen.
Stel de temperatuur in op 120 °C.
Gerecht
Tijd
(min)
Rooster‐
hoogte
Rosbief, 1 - 1,5
kg
120 150
1
Gerecht
Tijd
(min)
Rooster‐
hoogte
Runderfilet, 1 1,5 kg
90 - 150
3
Kalfsbraad‐
stuk, 1 - 1,5 kg
120 150
1
Steaks, 0,2 0,3 kg
20 - 40
3
Ontdooien
Gerecht
Hoe‐
veelheid
(kg)
Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip
1.0
100 - 140
20 - 30
Leg de kip op een omge‐
keerde onderschotel in
een groot bord. Halver‐
wege de bereidingstijd
omdraaien.
Vlees
1.0
100 - 140
20 - 30
Halverwege de berei‐
dingstijd omdraaien.
Vlees
0.5
90 - 120
20 - 30
Halverwege de berei‐
dingstijd omdraaien.
Forel
0.15
25 - 35
10 - 15
-
Aardbeien
0.3
30 - 40
10 - 20
-
Boter
0.25
30 - 40
10 - 15
-
Room
2 x 0,2
80 - 100
10 - 15
Room kan ook met nog
licht bevroren deeltjes
goed worden geklopt.
Gebak
1.4
60
60
-
Inmaken
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een draaiof bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik het eerste rooster van de bodem
van deze functie.
Zet niet meer dan zes wekflessen van 1
liter op het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit
ze af met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat,
zodat er voldoende vocht in de oven
ontstaat.
28
Als de vloeistof in de weckpotten begint te
borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij
weckpotten van 1 liter), stop de oven of
verlaag de temperatuur tot 100 °C
(raadpleeg de tabel).
Zachte vruchten
Gerecht
Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken
tot het parelen be‐
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Aardbeien / bosbes‐
sen / frambozen / rij‐
pe kruisbessen
160 - 170
35 - 45
-
Gerecht
Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken
tot het parelen be‐
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Peren / kweeperen /
pruimen
160 - 170
35 - 45
10 - 15
Gerecht
Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken
tot het parelen be‐
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Wortels 1)
160 - 170
50 - 60
5 - 10
Komkommers
160 - 170
50 - 60
-
Gemengde augur‐
ken
160 - 170
50 - 60
5 - 10
Koolrabi / erwten /
asperges
160 - 170
50 - 60
15 - 20
Steenvruchten
Groenten
1) Na uitschakeling in de oven laten staan.
Drogen
Gebruik hiervoor een met boterhampapier
of bakpapier belegde plaat.
laat het één nacht afkoelen om het drogen
te voltooien.
Stop de oven voor een beter resultaat
halverwege de droogtijd, open de deur en
Groenten
Gebruik voor één bakplaat de derde rekstand.
Gebruik voor 2 bakplaten de eerste en de vierde rekstand.
Gerecht
Temperatuur (°C)
Tijd (u)
Bonen
60 - 70
6-8
29
Gerecht
Temperatuur (°C)
Tijd (u)
Paprika's
60 - 70
5-6
Groente in het zuur
60 - 70
5-6
Paddenstoelen
50 - 60
6-8
Kruiden
40 - 50
2-3
Fruit
Gerecht
Temperatuur
(°C)
Tijd (u)
Pruimen
60 - 70
Abrikozen
Roosterhoogte
1 stand
2 standen
8 - 10
3
1/4
60 - 70
8 - 10
3
1/4
Schijfjes appel
60 - 70
6-8
3
1/4
Peren
60 - 70
6-9
3
1/4
Aanwijzingen voor testinstituten
Testen volgens IEC 60350-1.
Ge‐
recht
-functie
Acces‐
soires
Roo
ster
hoo
gte
Tem‐
pera‐
tuur
(°C)
Tijd (min)
Opmerkingen
Kleine
cake
Boven +
onder‐
warmte
Bak‐
plaat
3
170
20 - 30
Plaats per bak‐
plaat 20 kleine
cakjes.
Kleine
cake
Hetelucht /
Warme
lucht
Bak‐
plaat
3
150 160
20 - 35
Plaats per bak‐
plaat 20 kleine
cakjes.
Kleine
cake
Hetelucht /
Warme
lucht
Bak‐
plaat
2 en
4
150 160
20 - 35
Plaats per bak‐
plaat 20 kleine
cakjes.
Appel‐
taart
Boven +
onder‐
warmte
Bak‐
rooster
2
180
70 - 90
Gebruik 2 vor‐
men (20 cm dia‐
meter), diago‐
naal geplaatst.
Appel‐
taart
Hetelucht /
Warme
lucht
Bak‐
rooster
2
160
70 - 90
Gebruik 2 vor‐
men (20 cm dia‐
meter), diago‐
naal geplaatst.
30
Ge‐
recht
-functie
Acces‐
soires
Roo
ster
hoo
gte
Tem‐
pera‐
tuur
(°C)
Tijd (min)
Opmerkingen
Vetvrije
cake
Boven +
onder‐
warmte
Bak‐
rooster
2
170
40 - 50
Gebruik een ca‐
kevorm (26 cm
diameter).
Verwarm de
oven 10 minuten
voor.
Vetvrije
cake
Hetelucht /
Warme
lucht
Bak‐
rooster
2
160
40 - 50
Gebruik een ca‐
kevorm (26 cm
diameter).
Verwarm de
oven 10 minuten
voor.
Vetvrije
cake
Hetelucht /
Warme
lucht
Bak‐
rooster
2 en
4
160
40 - 60
Gebruik een ca‐
kevorm (26 cm
diameter). Dia‐
gonaal geplaatst.
Verwarm de
oven 10 minuten
voor.
Zand‐
taart‐
deeg
Hetelucht /
Warme
lucht
Bak‐
plaat
3
140 150
20 - 40
-
Zand‐
taart‐
deeg
Hetelucht /
Warme
lucht
Bak‐
plaat
2 en
4
140 150
25 - 45
-
Zand‐
taart‐
deeg
Boven +
onder‐
warmte
Bak‐
plaat
3
140 150
25 - 45
-
Geroo‐
sterd
brood
4-6
stuks
Grill
Bak‐
rooster
4
max.
2 - 3 minuten
eerste kant; 2
- 3 minuten
tweede kant
Verwarm de
oven 3 minuten
voor.
31
Ge‐
recht
-functie
Acces‐
soires
Roo
ster
hoo
gte
Tem‐
pera‐
tuur
(°C)
Tijd (min)
Opmerkingen
Runder‐
burger
6 stuks,
0,6 kg
Grill
Rooster
en lek‐
bak
4
max.
20 - 30
Plaats het roos‐
ter op het vierde
niveau en de lek‐
bak op het derde
niveau in de
oven. Draai het
voedsel halver‐
wege de berei‐
dingstijd om.
Verwarm de
oven 3 minuten
voor.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Opmerkingen over
schoonmaken
Maak de voorkant van de oven schoon
met een zachte doek, warm water en een
mild reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een
specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na elk
gebruik. Vetophoping of andere
voedingsresten kunnen brand
veroorzaken. Het gevaar is groter voor de
grillpan.
Reinig alle accessoires na elk gebruik en
laat ze drogen. Gebruik een zachte doek
met een warm sopje en een
reinigingsmiddel. De accessoires niet in
de afwasmachine reinigen.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen
niet worden schoongemaakt met een
agressief reinigingsmiddel, voorwerpen
met scherpe randen of een
afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
Vocht kan in de oven of op de glazen
deurpanelen condenseren. Om de
condensvorming te verminderen, laat u de
oven voor het bereiden 10 minuten
werken.Neem het vocht uit de ruimte na
ieder gebruik af.
Ovens van roestvrij staal of
aluminium
Maak de ovendeur alleen met een
vochtige doek of natte spons schoon.
Droog maken met een zachte doek.
Vermijd het gebruik van staalwol, zure of
schurende producten, deze kunnen de
oppervlakken van de oven beschadigen.
Maak het bedieningspaneel van de oven
net zo voorzichtig schoon
De afdichting van de deur
schoonmaken
Voer regelmatig een controle van de
deurafdichting uit. De afdichting van de
deur bevindt zich rondom het frame aan
de binnenkant van de oven. Gebruik de
oven niet als de afdichting van de deur is
beschadigd. Neem contact op met de
klantenservice.
32
Voor meer informatie over het
schoonmaken van de deurafdichting,
raadpleegt u de algemene informatie over
reiniging.
1. Open de deur volledig en houd vast
aan beide scharnieren.
Verwijderbare inschuifrails
Als u de binnenkant van de oven wilt
reinigen, verwijdert u de inschuifrails.
LET OP! Wees voorzichtig bij
het verwijderen van de
inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Til de hendels van beide scharnieren
volledig op en draai eraan.
2. Trek de geleider bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder deze.
1
2
Installeer de verwijderde accessoires in de
omgekeerde volgorde.
De deur verwijderen en
installeren
De ovendeur beschikt over drie glazen
panelen. U kunt de ovendeur en het
interne glazen paneel verwijderen om het
schoon te maken. Lees de volledige
instructie 'Verwijderen van installatiedeur'
voordat u de glasplaten verwijdert.
De ovendeur kan dichtslaan als
u de glasplaten probeert te
verwijderen als de deur nog
gemonteerd is.
LET OP! Gebruik de oven nooit
zonder de glasplaten.
3. Sluit de ovendeur halverwege tot de
eerste openingsstand. Til hem daarna
op en trek hem naar voren en
verwijder hem van zijn plek.
33
Als de reiniging is voltooid, installeert u de
glasplaten en de ovendeur.
Zorg ervoor dat u de glasplaten (A en B)
weer in de juiste volgorde terugplaatst.
Controleer de zijkant van het glazen
paneel op het symbool / de print. Ieder
glazen paneel is anders om het uit elkaar
halen en in elkaar zetten eenvoudiger te
maken.
Als de deur correct wordt geïnstalleerd,
klikt de rand van de deur.
A
B
4. Leg de deur op een zachte doek op
een stabiele ondergrond.
5. Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten
vastpakken en naar binnen drukken
om de klemsluiting te ontgrendelen.
2
B
1
6. Trek de deur naar voren om hem te
verwijderen.
7. Houd de glazen deurpanelen bij de
bovenkant vast en trek ze er
voorzichtig een voor een uit. Start bij
het bovenste paneel. Zorg dat het glas
volledig uit de geleiders schuift.
Zorg ervoor dat u het middelste ruitje
correct in de uitsparingen plaatst.
A
B
Het lampje vervangen
WAARSCHUWING! Gevaar
voor elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
8. Reinig de glasplaten met een sopje.
Droog de glasplaten voorzichtig af.
Reinig de glasplaten niet in de
vaatwasser.
1. Oven uitschakelen.
Wacht totdat de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de
ovenruimte.
34
LET OP! Houd de
halogeenlamp altijd met een
doek vast om te voorkomen dat
er vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300°C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
Het achterste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en
verwijder het.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Problemen oplossen
Probleem
Mogelijke oorzaak
oplossing
U kunt de oven niet inscha‐
kelen of bedienen.
De oven is niet aangesloten
op een stopcontact of is niet
goed geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed
is aangesloten op het stop‐
contact (zie het aansluitdia‐
gram indien beschikbaar).
De oven wordt niet warm.
De oven is uitgeschakeld.
Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm.
De klok is niet ingesteld.
Stel de klok in.
De oven wordt niet warm.
De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin‐
gen correct zijn.
De oven wordt niet warm.
De automatische uitschake‐
ling is actief.
Raadpleeg 'Automatisch uit‐
schakelen'.
De oven wordt niet warm.
Het kinderslot is geacti‐
veerd.
Raadpleeg 'Gebruik van het
Kinderslot'.
De oven wordt niet warm.
De zekering is doorgesla‐
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is.
Als de zekeringen keer op
keer doorslaan, neemt u
contact op met een erkende
installateur.
Het lampje brandt niet.
Het lampje is stuk.
Vervang het lampje.
Als de oven uit staat, toont
het display de tijd niet.
Het display is uitgeschakeld.
Raak
en
tegelijkertijd
aan om het display opnieuw
te activeren.
35
Probleem
Mogelijke oorzaak
oplossing
De bereiding van de gerech‐
ten duurt te lang of de ge‐
rechten worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of
te hoog.
Pas indien nodig de tempe‐
ratuur aan. Volg het advies
in de handleiding op.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het berei‐
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Het display toont een foutco‐
de die niet in deze tabel
staat.
Er is een elektrische fout.
•
•
Het apparaat staat aan maar
wordt niet warm. De ventila‐
tor werkt niet. Op het display
verschijnt "Demo".
De demofunctie is ingescha‐
keld.
Onderhoudsgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper ofeen erkende serviceafdeling.
Schakel de oven uit via
de huiszekering of de
veiligheidsschakelaar in
de zekeringkast en scha‐
kel deze weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer
de foutcode opnieuw
wordt weergegeven.
Raadpleeg het menu 'De in‐
stellingen gebruiken' in het
hoofdstuk 'Overige functies'.
Het typeplaatje bevindt zich aan de
voorkant van de binnenkant van de oven.
Verwijder het typeplaatje niet uit de
ovenruimte.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.)
.........................................
Productnummer (PNC)
.........................................
Serienummer (S.N.)
.........................................
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
36
Inbouw
548
21
min. 550
80
60
520
600
114
18
20
589
594
min. 560
595+-1
198
60
5
3
523
20
548
70
60
21
min. 550
20
520
18
590
114
min. 560
589
594
198
60
595+-1
5
3
20
523
37
Bevestiging van het apparaat
aan het kastje
Dit apparaat wordt geleverd met stekker
en netsnoer.
Kabel
A
B
Kabeltypes die van toepassing zijn op de
installatie of vervanging:
H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RRF, H05 VVF, H05 V2V2-F (T90), H05 BB-F
Voor het deel van de kabel raadpleegt u
het totale vermogen op het typeplaatje. U
kunt ook de tabel raadplegen:
Elektrische installatie
De fabrikant is niet
verantwoordelijk indien u deze
veiligheidsmaatregelen uit
hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie' niet
opvolgt.
Totaal vermogen
(W)
Deel van de kabel
(mm²)
maximaal 1380
3 x 0.75
maximaal 2300
3x1
maximaal 3680
3 x 1.5
De aardekabel (groene/gele kabel) moet 2
cm langer zijn dan de fase- en neutrale
kabels (blauwe en bruine kabels).
ENERGIEZUINIGHEID
Productkaart en informatie volgens EU 65-66/2014
Naam leverancier
Juno
Modelidentificatie
JB131D8
Energie-efficiëntie Index
81.2
Energie-efficiëntieklasse
A+
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand bo‐
ven + onderwarmte
0.93 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand hete‐
lucht
0.69 kWh/cyclus
Aantal ruimten
1
Warmtebron
Elektriciteit
Volume
72 l
Soort oven
Inbouwoven
Massa
29.3 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - deel 1: Reeksen, ovens,
stoomovens en grills - Methoden voor
prestatiemeting.
38
Energiebesparing
Deze oven bevat functies die u
helpen energie te besparen
tijdens het dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed
gesloten is als u de oven in werking stelt.
De deur niet openen tijdens de bereiding
met stoom. Houd het deurrubber schoon
en zorg ervoor dat het goed op zijn plaats
vastzit.
Gebruik metalen schalen om meer
energie te besparen.
Indien mogelijk de oven niet
voorverwarmen voordat u er voedsel in
plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer dan
30 minuten de oventemperatuur met
minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van
de bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt
ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Houd de onderbrekingen tussen het
bakken zo kort mogelijk als u een aantal
gerechten tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als een
programma met tijdselectie (Duur of
Einde) in werking is en de bereidingstijd
langer is dan 30 minuten, de
verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte te
gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het indicatielampje van de
restwarmte of temperatuur verschijnt op
het display.
Koken met de verlichting uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken
uit. Doe het aan als u het nodig heeft.
Hetelucht (vochtig)
Functie is ontworpen om tijdens de
bereiding energie te besparen.
Als u deze functie gebruikt, gaat de
verlichting na 30 seconden automatisch
uit. U kunt de verlichting weer inschakelen
maar deze handeling vermindert de
verwachte energiebesparingen.
Het display deactiveren
U kunt het display uitschakelen. Houd
en
tegelijkertijd ingedrukt. Herhaal
deze stap om het in te schakelen.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid
te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.