Aeg-Electrolux BP7314001M Handleiding

Type
Handleiding
BP7314001
NL
OVEN GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG
mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot
aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge
kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en
van flessenhouders tot waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg.com/shop
2
INHOUD
4 Veiligheidsinformatie
8 Beschrijving van het product
10 Voor het eerste gebruik
11 Bedieningspaneel
13 Dagelijks gebruik
15 Klokfuncties
17 Automatische programma's
19 Gebruik van de accessoires
22 Extra functies
24 Onderhoud en reiniging
28 Problemen oplossen
29 Technische gegevens
30 Milieubescherming
In deze gebruiksaanwijzing worden de
volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke
veiligheid en informatie over het voorkomen
van schade aan het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
Inhoud
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken:
Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
Uit respect voor het milieu
Voor de correcte werking van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie
of foutief gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen
met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan er-
varing en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of
lichamelijk letsel.
WAARSCHUWING: Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur
openstaat of als het apparaat in gebruik is, omdat deze heet wordt. Gevaar voor letsel of
ander permanent lichamelijk letsel.
Gebruik het kinderslot of de toetsblokkering als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit
voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
Algemene veiligheid
Verander de specificaties van dit product niet. Risico op letsel en beschadiging van het
apparaat.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
Montage
Alleen een bevoegd elektricien mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact
op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te
voorkomen.
Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport. Sluit geen beschadigd
apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het
voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie on-
geldig maken.
Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken tijdens de
installatie.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit omhoog aan de handgreep.
4 Veiligheidsinformatie
De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat vol-
ledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactope-
ning hebben met een minimale breedte van 3mm.
U dient te beschikken over de juiste isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekerin-
gen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
Zorg dat de keukenkast de benodigde afmetingen heeft voordat u met de installatie be-
gint.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht.
Het apparaat kan niet op een voetstuk worden geplaatst.
Ingebouwde ovens en ingebouwde fornuizen worden bevestigd met een speciaal aan-
sluitsysteem. Om schade aan het apparaat te voorkomen dient u alleen een apparaat te
gebruiken met apparaten van dezelfde fabrikant.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
Dit apparaat moet worden geaard.
Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroom-
voorziening in uw woning.
Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum.
Zorg ervoor dat de stekker (indien van toepassing) en kabel niet knakken of beschadigd
raken achter het apparaat.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker -
indien van toepassing.
Gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet
voor commerciële of industriële doeleinden.
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Zo voorkomt u lichamelijk
letsel of schade aan eigendommen.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
De binnenkant van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. U kunt zich branden. Raak
de verwarmingselementen in het apparaat niet aan. Gebruik handschoenen wanneer u
accessoires of ovenschalen e.d plaatst of verwijdert.
Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan de
emaille van de oven te voorkomen.
Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als deze aan staat.
Er kan hete stoom ontsnappen. Hierdoor kunnen brandwonden ontstaan.
Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen:
Plaats geen voorwerpen direct op de vloer van het apparaat en dek het niet af met
aluminiumfolie.
Veiligheidsinformatie
5
Plaats geen water direct op het apparaat.
Haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
Verkleuring van het emaille heeft geen effect op de werking van het apparaat, het is dus
geen defect in de zin van het recht op garantie.
Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
De deur dient altijd gesloten te worden bij het koken, ook tijdens het grillen.
Onderhoud en reiniging
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhouds-
handelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Er kunnen
brandwonden ontstaan. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten
kunnen brand veroorzaken.
Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
Gebruik een diepe bakplaat voor vochtige taarten om te voorkomen dat het fruitsap per-
manente vlekken maakt.
Voor uw persoonlijke veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen dient u het appa-
raat alleen met water en zeep te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of bij-
tende producten.
Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen,
schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars
Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een ovenspray gebruikt.
Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schra-
per. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplinte-
ren.
Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze te
vervangen. Neem contact op met het servicecentrum.
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
Reinig het katalytisch email niet (indien van toepassing).
Brandgevaar
Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-
luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de
deur.
Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare produc-
ten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het ap-
paraat.
Pyrolytische reiniging
Laat het apparaat tijdens het Pyrolytisch reinigen niet onbeheerd achter.
Probeer de deur niet te openen en schakel de stroom niet uit tijdens de pyrolytische rei-
niging.
6 Veiligheidsinformatie
Houd kinderen uit de buurt tijdens de pyrolytische reiniging. Het apparaat wordt zeer
heet Er kunnen brandwonden ontstaan.
Tijdens de pyrolytische reiniging kan hardnekkig vuil het email verkleuren. Verkleuring
van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat.
Ovenlampje
Het type gloeilampje of halogeenlampje dat voor dit apparaat wordt gebruikt, is alleen
geschikt voor huishoudelijke apparaten. Gebruik het niet voor de verlichting in huis.
Vervang de lampjes indien nodig alleen door nieuwe lampjes met hetzelfde vermogen die
specifiek bedoeld zijn voor huishoudelijke apparaten.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt. Er
bestaat risico op een elektrische schok.
Service-afdeling
Alleen een bevoegd servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met
de service-afdeling.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Afvalverwerking van het apparaat
Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen
Trek de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer door en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in het
apparaat opgesloten raken. Er bestaat een gevaar voor verstikking.
Veiligheidsinformatie
7
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Algemeen overzicht
2
1
10
4
3
5
6
7
8
9
5
4
3
2
1
1
Bedieningspaneel
2
Elektronische tijdschakelklok
3
Aansluiting voor de kerntemperatuursensor
4
Verwarmingselement
5
Ovenlampje
6
Ventilator
7
Verwarmingselement achterwand
8
Onderwarmte
9
Reksteunen, verwijderbaar
10
Rekstanden
8 Beschrijving van het product
Accessoires
Bakrooster
Voor servies, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Combischaal
Voor gebak en koekjes. Voor braden en roos-
teren of als schaal om vet op te vangen.
Kerntemperatuursensor
Voor het vaststellen van het gaarpunt van
het gerecht.
Beschrijving van het product 9
Telescopische geleiders
Voor roosters en bakplaten.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Eerste reiniging
Verwijder alle onderdelen van het apparaat.
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Eerste aansluiting op het elektriciteitsnet
Na de eerste aansluiting op het elektriciteitsnet, blijven alle symbolen op het display enkele
seconden branden. In de volgende seconden toont het display de softwareversie.
De dagtijd voor het eerst instellen
Als de softwareversie uit gaat, verschijnen "h" en "12:00" op het scherm.
De dagtijd instellen:
1. Raak
of aan om de uren in te stellen.
2. Raak
of aan.
3. Raak
of aan om de minuten in te stellen.
4. Raak
of aan.
Het display Temperatuur/Tijd geeft de nieuwe tijd weer.
De dagtijd wijzigen
U kunt de dagtijd alleen wijzigen als het apparaat uit staat.
Raak
aan. knippert op het display. Als u de nieuwe dagtijd wilt instellen, volgt u de
bovenstaande procedure.
10 Voor het eerste gebruik
BEDIENINGSPANEEL
Elektronische tijdschakelklok
1
2 3 4 5 6 7 8 9 10
Gebruik de sensorvelden om het apparaat te bedienen.
Sensorveld Functie Beschrijving
1
- DISPLAY Toont de huidige instellingen van het apparaat.
2
AAN/UIT Het apparaat in- en uitschakelen.
3
OPTIES Een ovenfunctie of programma instellen.
Rechtstreekse toegang tot de ovenfunctie wan-
neer het apparaat is uitgeschakeld.
4
FAVORIET U kunt uw favoriete programma opslaan. Gebruik
deze functie om uw favoriete programma recht-
streeks te openen, ook als het apparaat is uitge-
schakeld.
5
TEMPERATUUR / SNEL
OPWARMEN
De temperatuur in de oven of de temperatuur
van de kerntemperatuursensor instellen en con-
troleren. Als u de knop drie seconden ingedrukt
houdt, wordt de functie Snel opwarmen in- en
uitgeschakeld.
Rechtstreekse toegang tot de temperatuurin-
stelling van de eerste ovenfunctie wanneer het
apparaat is uitgeschakeld.
6
OMHOOG, OMLAAG Een ovenfunctie of klokfunctie kiezen en de kook-
wekker, een temperatuur of de dagtijd instellen.
7
OK De selectie of instelling bevestigen.
8
OVENVERLICHTING De ovenlamp in- of uitschakelen.
9
KLOK De klokfunctie instellen.
Bedieningspaneel 11
Sensorveld Functie Beschrijving
10
KOOKWEKKER De timer met aftelfunctie instellen.
Display
6
1 2 3
5 47
1
Ovenfunctiesymbool
2
Display Temperatuur/tijd
3
Display van de klok/restwarmte (ook de kookwekker en dagtijd)
4
Restwarmte-indicatie
5
Indicatie voor de klokfuncties (zie de tabel "Klokfuncties")
6
Voorverwarmindicatie
7
Nummer van de ovenfunctie/het programma
Andere indicatoren van het scherm
Symbolen Naam Beschrijving
Functie U kunt een ovenfunctie kiezen.
Automatisch programma U kunt een ovenprogramma kiezen.
Mijn favoriete programma Het favoriete programma is in werking.
/
kg/gr Een ovenprogramma met gewichtinvoer is in werking.
/
u/min Een klokfunctie is in werking.
Temperatuur / snel opwar-
men
De functie werkt.
Temperatuur U kunt de temperatuur bekijken of wijzigen.
Kerntemperatuursensor De kerntemperatuursensor bevindt zich in de aanslui-
ting voor de kerntemperatuursensor.
Deurslot De functie deurvergrendeling is in werking.
Ovenlampje Het ovenverlichting is uit.
Kookwekker De kookwekker staat aan.
12 Bedieningspaneel
Voorverwarmindicatie
Als u een ovenfunctie instelt, lichten de balkjes in het display één voor één op. De balkjes
geven aan dat de temperatuur in het apparaat toe- of afneemt.
Wanneer het apparaat de ingestelde temperatuur heeft bereikt, verdwijnt de voorverwar-
mindicatie van het display.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
U kunt het apparaat gebruiken in:
handmatige modus -u stelt de ovenfunctie, de temperatuur en de kooktijd handmatig
in.
automatische programma's -voor het bereiden van een gerecht als u geen kennis of er-
varing met koken hebt.
De ovenfunctie instellen
1. Raak aan.
Het display geeft een vooraf ingestelde temperatuur, een symbool en het nummer van
de ovenfunctie aan. knippert op het display.
2. Raak
of aan om een ovenfunctie in te stellen.
3. Raak
aan. Anders start het apparaat na vijf seconden automatisch.
Als u het apparaat met of activeert en geen ovenfunctie of programma instelt, wordt
het apparaat na 20 seconden automatisch uitgeschakeld.
Ovenfunctie Toepassing
1 Multi hetelucht Voor het maximaal bakken op drie niveaus tegelijkertijd. Stel
de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
Conventioneel (boven-/onderwarmte). En om voedsel te dro-
gen.
2 Pizza hetelucht Voor het bakken op één niveau van gerechten die een inten-
sievere bruining en knapperigheid van de bodem nodig heb-
ben. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in
dan bij boven-/onderwarmte.
3 Lage temperatuur
garen
Voor het bereiden van zeer mager en mals gebraden voedsel.
4 Boven + onder-
warmte
Voor het bakken en braden op een ovenniveau.
5 Bevroren gerech-
ten
Voor diepvriesmaaltijden, zoals ovenfrites, aardappelkroket-
ten, loempia's.
6 Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte met
botten op één niveau. Ook om te gratineren en te bruinen.
Dagelijks gebruik 13
Ovenfunctie Toepassing
7 Grill intens Voor het grillen van plat voedsel in grotere hoeveelheden.
Om brood te roosteren.
8 Grill Voor het grillen van plat voedsel in het midden van het roos-
ter. Om brood te roosteren.
9 Warmhouden Om het voedsel warm te houden.
10 Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
11 Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem en
het bewaren van voedsel.
12 ECO Braden Dankzij ECO-functies kunt u het energieverbruik tijdens het
koken optimaliseren. Het is daarom nodig om de kooktijd
eerst in te stellen. Voor meer informatie over de aanbevolen
instellingen raadpleegt u de kooktabellen met de equivalente
normale ovenfunctie.
13 Pyrolytische reini-
ging
Automatische pyrolytische schoonmaakfunctie van de oven.
De oventemperatuur bedraagt ca. 500°. Hierdoor worden
vuilresten in de oven verbrand. Deze kunnen daarna wanneer
de oven is afgekoeld met een doek worden verwijderd.
Oventemperatuur wijzigen
Raak / aan om de temperatuur in stappen van 5 °C te wijzigen.
Wanneer het apparaat de ingestelde temperatuur heeft bereikt, weerklinkt er drie keer een
geluidssignaal en gaat de verwarmingsindicatie uit.
De oventemperatuur controleren
U kunt de temperatuur in het apparaat controleren wanneer de functie of het programma
in werking is.
1. Raak
aan.
Het temperatuur-/tijddisplay geeft de temperatuur in het apparaat aan.
Als u de oventemperatuur wilt wijzigen raakt u nog een keer aan en gebruikt u of
.
2. Raak
aan om terug te keren naar de ingestelde temperatuur. Het display geeft dit
na vijf seconden automatisch weer.
Functie Snel opwarmen
De functie Snel opwarmen verkort de opwarmtijd.
Leg geen voedsel in de oven wanneer de functie Snel opwarmen is ingeschakeld.
De functie Snel opwarmen activeren: Raak
gedurende langer dan drie seconden aan.
Als u de functie Snel opwarmen activeert, gaan de balkjes op het display
één voor één
branden om aan te geven dat de functie werkt.
14 Dagelijks gebruik
De functie Snel opwarmen is niet bij elke ovenfunctie beschikbaar. Er is een geluidssignaal
te horen als de functe Snel opwarmen niet voor de ingestelde functie beschikbaar is.
Energie besparen
Het apparaat beschikt over enkele functies waarmee u tijdens het dagelijks koken
energie kunt besparen:
Restwarmte:
De ovenfunctie of het programma is in werking: de verwarmingselementen worden
10% eerder uitgeschakeld (de lamp en ventilator blijven wel in werking). Voorwaarde:
de kooktijd is langer dan 30 minuten of u gebruikt de klokfuncties (duur, einde, tijd-
vertraging).
De oven staat uit: u kunt de warmte gebruiken om het eten warm te houden. De indi-
catie: het display voor de klok/restwarmte geeft de resterende temperatuur weer. De
balkjes geven de afnemende temperatuur aan.
Ovenlamp uit - raak
aan om de ovenlamp tijdens het koken uit te schakelen.
Display uit - schakel het apparaat zo nodig uit. Raak
en tegelijkertijd aan totdat
het display uit gaat (of aan).
Eco-functies - raadpleeg "Ovenfunctie".
KLOKFUNCTIES
SYMBOOL FUNCTIE BESCHRIJVING
TIMER MET OPTEL-
FUNCTIE
Tellen instellen. Er wordt weergegeven hoe lang het apparaat
in werking is. Deze functie is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
DAGTIJD De tijd van de dag controleren. Voor het wijzigen van de dag-
tijd raadpleegt u 'De dagtijd instellen'.
DUUR Instellen hoe lang het apparaat in werking is.
EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. Berei-
dingsduur en einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt (tijd-
vertraging), als het apparaat op een later tijdstip automatisch
wordt in- en uitgeschakeld.
SET+GO Het apparaat wordt op een later tijdstip met één aanraking
van het sensorveld met de benodigde instellingen gestart.
Timer met optelfunctie
Gebruik de timer met optelfunctie om bij te houden hoe lang het apparaat in werking is.
Deze gaat onmiddellijk aan wanneer het apparaat met opwarmen begint.
De timer met optelfunctie resetten: Raak
herhaaldelijk aan totdat in het display
knippert. Raak
aan totdat op het display "00:00" staat en de timer met optelfunctie
weer opnieuw begint te tellen.
Klokfuncties
15
U kunt de timer met optelfunctie niet gebruiken als Duur of Einde is ingesteld.
De duur instellen
1. Activeer het apparaat en stel een ovenfunctie en de temperatuur in.
2. Raak
herhaaldelijk aan totdat het
display
weergeeft.
knippert op het display.
3. Raak
of aan om de minuten van
de DUUR in te stellen.
4. Raak
aan om te bevestigen
5. Raak
of aan om de uren van de DUUR in te stellen.
Als u het of sensorveld tijdens het instellen van de uren voor de DUUR aanraakt,
gaat het apparaat naar de instelling van de functie EINDE.
6. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende twee minuten een ge-
luidssignaal.
Het symbool
en de tijdinstelling knipperen in het display. Het apparaat wordt uitge-
schakeld.
Raak een sensorveld aan of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen.
7. Schakel het apparaat uit.
Het EINDE instellen
1. Activeer het apparaat en stel een ovenfunctie en de temperatuur in.
2. Raak
herhaaldelijk aan totdat het display weergeeft.
knippert op het display.
3. Gebruik
of om het EINDE (eerst minuten en dan uren) in te stellen en raak
of aan om te bevestigen.
4. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende twee minuten een ge-
luidssignaal.
Het symbool
en de tijdinstelling knipperen in het display. Het apparaat wordt uitge-
schakeld.
5. Raak een sensorveld aan, of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen.
6. Schakel het apparaat uit.
SET+GO instellen
Het apparaat wordt op een later tijdstip met één aanraking van het sensorveld met de be-
nodigde instellingen gestart.
1. Stel een ovenfunctie (of programma) en temperatuur in (zie "De ovenfunctie instellen"
en "De oventemperatuur wijzigen").
2. Stel de DUUR in (zie "De duur instellen").
3. Raak
herhaaldelijk aan totdat in het display knippert.
4. Raak
aan om de functie SET+GO in te stellen.
16 Klokfuncties
Het display geeft en met een punt weer. Deze punt wordt weergegeven wan-
neer de klokfunctie wordt geactiveerd.
5. Raak een sensorveld aan (behalve AAN/UIT) om de functie SET+GO te starten.
U kunt de functie SET+GO alleen gebruiken als de DUUR is ingesteld.
Resultaat controleren (alleen geselecteerde modellen)
Als u de functie EINDE of DUUR instelt, weerklinkt er 2 minuten voor het einde van de
kooktijd een geluidssignaal en gaat de lamp aan. Het apparaat gaat over op de instelling
van de functie EINDE of DUUR. Tijdens deze twee minuten kunt u de kookresultaten contro-
leren en zo nodig de EIND- of DUUR-tijd instellen.
De tijdvertragingsfunctie instellen
DUUR en EINDE kunnen tegelijkertijd worden gebruikt, wanneer de oven op een later
tijdstip automatisch wordt in- en uitgeschakeld. In dit geval wordt de DUUR
eerst inge-
steld, en dan EINDE
(zie "De DUUR instellen" en "Het EINDE instellen").
Wanneer de tijdvertragingsfunctie wordt ingeschakeld, geeft het display het statische sym-
bool van de ovenfunctie
weer, met een punt en . De punt geeft aan welke klokfunctie
zich op het display voor de klok-/restwarmte bevindt.
De TIMER MET AFTELFUNCTIE instellen
Gebruik de kookwekker om de tijd af te tellen (maximaal 23 uur 59 minuten). Deze functie
heeft geen invloed op de werking van de oven. U kunt de kookwekker op elk gewenst mo-
ment instellen, ook als het apparaat uit staat.
1. Raak
aan.
en "00" knipperen in het display.
2. Gebruik
of om de TIMER MET
AFTELFUNCTIE in te stellen. U moet eerst
seconden en dan minuten en uren in-
stellen.
3. Raak
aan. Anders start de TIMER
MET AFTELFUNCTIE na vijf seconden au-
tomatisch.
4. Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal en knipperen "00:00" en
in het display.
5. Raak een sensorveld aan of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen.
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Automatische programma's 17
Er zijn 20 automatische programma's en recepten. Gebruik een automatisch programma of
een recept als u geen kennis over of ervaring in het bereiden van een gerecht hebt. U vindt
de recepten voor de automatische programma's in het "Receptenboek".
Er zijn drie soorten automatische programma's:
Automatische recepten
Automatische programma's met gewichtinvoer
Automatische programma's met kerntemperatuursensor;
Automatische recepten
Een automatisch recept instellen:
1. Raak
twee keer aan totdat het display weergeeft.
Het display geeft het symbool en nummer van het automatische programma weer.
2. Raak
of aan om de automatische recepten te kiezen.
3. Raak
aan. Anders start het automatische recept na vijf seconden automatisch.
4. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende twee minuten een ge-
luidssignaal. Het symbool
knippert.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
5. Raak een sensorveld aan of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen.
Automatische programma's met gewichtinvoer
Als u het gewicht van het vlees instelt, zal het apparaat de braadtijd berekenen.
1. Raak
herhaaldelijk aan totdat het display weergeeft.
2. Raak
of aan om het gewichtprogramma in te stellen (zie "Receptenboek").
Op het display verschijnt: kooktijd, duursymbool,
, een standaard gewicht, een
maateenheid (kg, gr).
3. Raak
aan. Anders worden de instellingen na vijf seconden automatisch opgesla-
gen.
4. Het apparaat start. Het symbool van de gewichtseenheid knippert in het display. Gedu-
rende deze tijd kunt u de standaard gewichtswaarde wijzigen met
of . Raak
aan.
5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende twee minuten een ge-
luidssignaal.
knippert.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
6. Raak een sensorveld aan of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen.
Automatische programma's met kerntemperatuursensor
De kerntemperatuur van het gerecht is standaard en kan in programma's met de kerntem-
peratuursensor niet worden veranderd. Het programma eindigt wanneer het apparaat de
ingestelde kerntemperatuur heeft bereikt.
1. Raak
herhaaldelijk aan totdat het display weergeeft.
2. Installeer de kerntemperatuursensor (zie "De kerntemperatuursensor").
3. Raak
of aan om het programma van de kerntemperatuursensor in te stellen.
18 Automatische programma's
Wanneer er een programma met kerntemperatuursensor wordt ingesteld, geeft het
display de kooktijd en
en weer.
4. Raak
aan. Anders worden de instellingen na vijf seconden automatisch opgesla-
gen.
5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende twee minuten een ge-
luidssignaal.
knippert.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
6. Raak een sensorveld aan, of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
De kerntemperatuursensor
De kerntemperatuursensor meet de kerntemperatuur van het vlees. Wanneer het vlees de
ingestelde temperatuur heeft bereikt, wordt het apparaat uitgeschakeld.
Er kunnen twee temperaturen worden ingesteld:
De oventemperatuur: zie de tabel voor braden in het receptenboek.
De kerntemperatuur: zie de tabel voor de kerntemperatuursensor in het receptenboek.
Gebruik alleen de meegeleverde kerntemperatuursensor of originele vervangende onderde-
len.
1. Schakel het apparaat in.
2. Steek de punt van de kerntemperatuur-
sensor (met het symbool
op de
hendel) in het midden van het vlees.
3. Steek de stekker van de kerntempera-
tuursensor in de aansluiting op de voor-
kant van het apparaat.
Het display geeft een knipperend sym-
bool
en de standaardinstelling voor
de kerntemperatuur weer. De tempera-
tuur bedraagt 60° C bij het eerste ge-
bruik, en de laatst ingestelde waarde bij
elk volgend gebruik.
4. Raak
of aan om de kerntempe-
ratuur in te stellen.
5. Raak
aan. Anders worden de instellingen na 5 seconden automatisch opgeslagen.
U kunt de kerntemperatuur alleen instellen wanneer het symbool knippert. Als het dis-
play een statisch symbool
weergeeft voordat u de kerntemperatuur instelt, moet u
en of gebruiken om een nieuwe waarde in te stellen.
Gebruik van de accessoires 19
6. Selecteer de ovenfunctie en, indien nodig, de oventemperatuur.
Het display geeft de huidige kerntemperatuur en
(de verhouding tussen de inge-
stelde oventemperatuur en de huidige oventemperatuur) weer.
De kerntemperatuursensor moet gedurende het kookproces in het vlees blijven en de stek-
ker moet in het stopcontact blijven.
Terwijl het apparaat de geschatte tijdsduur berekent, wordt de waarde van de timer met
optelfunctie op het display timer/restwarmte. Wanneer de eerste berekening is voltooid,
geeft het display timer/restwarmte -, en vervolgens de geschatte kooktijd weer.
Het apparaat blijft de kookduur berekenen. Het display wordt regelmatig bijgewerkt met de
nieuwe duur.
7. Wanneer het vlees de ingestelde kerntemperatuur heeft bereikt, knippert de kerntem-
peratuur en
. Er weerklinkt gedurende twee minuten een geluidssignaal.
Raak een sensorveld aan om het geluidssignaal uit te schakelen.
8. Haal de stekker van de kerntemperatuursensor uit het stopcontact en haal het vlees uit
het apparaat.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de kerntemperatuursensor. Het is erg warm. Er be-
staat gevaar voor brandwonden.
9. Schakel het apparaat uit.
Wanneer u de kerntemperatuursensor in de aansluiting plaatst, annuleert u de instellingen
voor de klokfuncties.
Wanneer u kookt met de kerntemperatuursensor, kunt u de temperatuur in het display
temperatuur/tijd wijzigen. Nadat u de kerntemperatuursensor in de aansluiting hebt ge-
plaatst en een ovenfunctie en -temperatuur hebt ingesteld, geeft het display de huidige
kerntemperatuur weer.
Raak
telkens opnieuw aan om drie andere temperaturen te zien:
De huidige kerntemperatuur
De ingestelde oventemperatuur
De huidige oventemperatuur.
De ingestelde kerntemperatuur wijzigt naar de huidige kerntemperatuur en de huidige
oventemperatuur wijzigt naar de ingestelde oventemperatuur.
20 Gebruik van de accessoires
Ovenaccessoires plaatsen
De diepe pan en het bakrooster hebben zijranden.
Deze randen en de vorm van de geleidestangen
bieden kantelbeveiliging voor de ovenaccessoires.
Het rooster en de diepe pan samen plaatsen
Plaats het rooster op de diepe pan. Plaats de diepe
pan tussen de geleidestangen van een van de
ovenniveaus.
Telescopische geleiders - Ovenaccessoires plaatsen
Plaats de bakplaat of de diepe pan op de telesco-
pische geleiders.
Plaats de bakplaat of de schaal op de telescopi-
sche geleiders. Bevestig de gaatjes in de randen
op de bevestigingspennen van de telescopische
geleiders.
Door de verhoogde lijst die om het bakrooster
loopt, zijn de schalen bovendien beveiligd tegen
wegglijden.
Gebruik van de accessoires 21
Het rooster en de diepe pan samen plaatsen
Plaats het rooster op de diepe pan. Plaats het
rooster en de diepe pan op de telescopische gelei-
ders.
EXTRA FUNCTIES
Functie Favoriet
Gebruik deze functie om uw favoriete temperatuur- en tijdinstellingen voor een ovenfunc-
tie of programma op te slaan.
1. Stel de temperatuur en tijd voor een ovenfunctie of programma in.
2. Raak
gedurende langer dan drie seconden aan.
Er klinkt een geluidssignaal.
3. Schakel het apparaat uit.
Functie Favoriet gebruiken:
Raak voor het inschakelen van de functie
aan. Het apparaat start uw favoriete pro-
gramma.
Raak voor het uitschakelen van de functie
aan. Het apparaat stopt uw favoriete pro-
gramma.
Wanneer de functie in werking is, kunt u de tijd en temperatuur veranderen.
Kinderslot
Het kinderslot voorkomt dat het apparaat per ongeluk in werking wordt gesteld.
Inschakelen/uitschakelen van het kinderslot:
1. Schakel het apparaat uit met
. Stel geen ovenfunctie in.
2. Houd
en gedurende ten minste 2 seconden samen ingedrukt. Er klinkt een ge-
luidssignaal.
SAFE gaat aan/uit op het display.
Als de oven beschikt over de functie voor pyrolysereiniging, wordt de deur vergrendeld.
SAFE gaat aan in het display wanneer u een tiptoets aanraakt.
Toetsenblokkering
U kunt de functie alleen inschakelen als het apparaat in werking is. Toetsblokkering voor-
komt dat een ovenfunctie per ongeluk wordt ingeschakeld.
Inschakelen/uitschakelen van de toetsblokkering:
1. Schakel het apparaat in.
22 Extra functies
2. Schakel een ovenfunctie of instelling in.
3. Houd
en gedurende ten minste 2 seconden samen ingedrukt. Er klinkt een ge-
luidssignaal.
Loc gaat aan/uit op het display.
U kunt het apparaat uitschakelen als de toetsblokkering aan is. Als u het apparaat uit zet,
wordt de Toetsblokkering uitgeschakeld.
Als de oven beschikt over de functie voor pyrolysereiniging, wordt de deur vergrendeld.
Loc gaat aan in het display wanneer u een tiptoets aanraakt.
instelmenu
Het menu met instellingen laat u functies aan het hoofdmenu toevoegen of eruit verwijde-
ren (bijvoorbeeld: u stelt de restwarmte-indicatie in of uit). Het instellingenmenu heeft
maximaal acht instellingen (van SET1 tot SET8). Het aantal instellingen verschilt per model.
Raadpleeg de onderstaande tabel om de mogelijke waarde voor elke instelling te bekijken.
Instellingen
Indicatie van het instellingen-
menu
Beschrijving In te stellen waarde
SET1 QUICK START ON/OFF
SET2 RESTWARMTE-INDICATIE ON/OFF
SET3 REINIGINGSHERINNERING ON/OFF
SET4 TOETSTOON CLIC/BEEP/OFF
SET5 FOUTTOON ON/OFF
SET6 ONDERHOUDSMENU ---
SET7 INSTELLINGEN RESETTEN YES/NO
SET8
1)
TIJD VERLENGEN ON/OFF
1) Alleen geselecteerde modellen
U kunt het instellingenmenu alleen instellen wanneer het apparaat is uitgeschakeld.
Het instellingenmenu inschakelen:
1. Schakel het apparaat zo nodig uit
.
2. Raak
gedurende drie seconden aan.
Het display geeft "SET1" weer en "1" knippert.
3. Raak
/ aan om de instelling te bevestigen.
4. Raak
aan.
5. Raak
/ aan om de waarde van de instelling te wijzigen.
6. Raak
aan.
Automatische uitschakeling
Om veiligheidsredenen wordt het apparaat na een tijdje automatisch uitgeschakeld:
Als een ovenfunctie in werking is.
Extra functies
23
Als u de oventemperatuur niet verandert.
Oventemperatuur Uitschakeltijd
30 °C -120 °C 12,5 u.
120 °C - 200 °C 8,5 u.
200 °C -250 °C 5,5 u.
250 °C -maximum °C 3,0 u.
Na een automatische uitschakeling, raakt u een sensorveld aan om het apparaat weer in
werking te stellen.
De automatische uitschakeling werkt met alle ovenfuncties, behalve de lamp, bereiden op
lade temperatuur, kerntemperatuursensor, duur, einde en tijdsvertraging.
Helderheid van het display
Er zijn twee standen voor de helderheid van het display:
Helderheid 's nachts - wanneer het apparaat uit staat, is de helderheid van het display
tussen 22:00 en 06:00 lager.
Helderheid overdag:
Als het apparaat aan staat;
Als u een sensorveld tijdens helderheid 's nachts aanraakt (behalve AAN/UIT), keert het
display gedurende 10 seconden terug naar helderheid voor overdag;
Als het apparaat uit staat en u de timer met aftelfunctie hebt ingesteld. Wanneer de
timer met aftelfunctie eindigt, keert het display terug naar helderheid voor 's nachts.
Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de op-
pervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat kan de
ventilatie doorgaan totdat het apparaat is afgekoeld.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Opmerkingen over schoonmaken:
Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje.
Gebruik voor de metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van het apparaat na elk gebruik. Verontreinigingen laten zich dan
het makkelijkst verwijderen en kunnen niet aanbranden.
Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
Maak alle toebehoren na elk gebruik schoon (met een zachte doek en een warm sopje en
een reinigingsmiddel) en laat ze drogen.
24 Onderhoud en reiniging
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoon gemaakt met een agressieve
reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of afwasautomaat. Dit kan de anti-
aanbaklaag beschadigen.
Pyrolytische reiniging
1. Verwijder alle onderdelen van het apparaat.
De pyrolytische reinigingsprocedure kan niet worden gestart:
Als u de inschuifrails of de telescopische geleiders (indien aanwezig) niet verwijdert, ver-
schijnt er op het display "C1"
Als u de stekker van de kerntemperatuursensor niet uit het stopcontact verwijdert, geeft
het display "C2" weer
Als u de ovendeur niet correct sluit, geeft het display "C3" weer .
2. Grove vervuilingen dienen handmatig verwijderd te worden.
3. Stel de functie Pyrolytische reiniging in
(zie "Ovenfuncties").
4. Raak
aan om de functie Pyrolytische reiniging te activeren.
5. Raak
of aan om de duur van de reinigingsprocedure in te stellen:
P1 1:00 voor een lage vuilgraad
P2 1:30 voor een normale vuilgraad
P3 2:30 voor een hoge vuilgraad.
Raak
aan om te bevestigen.
U kunt de Einde-functie gebruiken om de start van het reinigingsproces uit te stellen.
De deur wordt vergrendeld tijdens de pyrolytische reiniging. Het symbool
en de balkjes
van de verwarmingsindicatie lichten op totdat de deur weer is ontgrendeld.
De deur wordt ontgrendeld wanneer de temperatuur in de oven onder de veiligheidvoor-
waarde ligt en de pyrolitische reiniging is voltooid.
Het lampje brandt niet tijdens de pyrolytische reiniging.
Reinigingsherinnering
Het symbool voor de reinigingsherinnering knippert gedurende 10 seconden op het display
telkens als u het toestel hebt uitgeschakeld om u eraan te herinneren dat pyrolytische
reiniging is vereist.
De reinigingsherinnering verdwijnt van het display:
Na het einde van de pyrolytische reinigingsfunctie
Als u het uitschakelt in de basisinstellingen (zie "Basisinstellingen")
Geleiderails
U kunt de geleiderails verwijderen om de zijwanden te reinigen.
Onderhoud en reiniging
25
Verwijderen van de geleiderails
1. Trek de geleiderails bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Trek de geleiderails van de achterkant
van de zijwand om ze te verwijderen.
Om de geleiderails te installeren volgt u de
procedure in omgekeerde volgorde.
Geldig bij de telescopische geleiders:
De pinnetjes op de telescopische geleiders
moeten naar voren wijzen!
Ovenlampje
WAARSCHUWING!
Er bestaat risico op elektrische schokken.
De ovenlamp en het afdekglas kunnen heet zijn.
Voordat u het ovenlampje vervangt:
Schakel het apparaat uit.
Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit.
LET OP!
Leg een doek op de bodem van de binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt schade aan
het afdekglas en de ovenruimte.
Het ovenlampje vervangen:
1. Het afdekglas van het lampje bevindt zich in de bovenkant.
Draai het afdekglas naar links om het te verwijderen.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang indien nodig de ovenlamp met een 300 °C hittebestendige ovenlamp.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
1
2
26 Onderhoud en reiniging
Het lampje vervangen:
1. U kunt de afdekking van het lampglas aan de linkerkant van de binnenruimte vinden.
Verwijder de inschuifrails aan de linkerkant.
2. Gebruik een smal, stomp voorwerp (bij-
voorbeeld een theelepel) om het afdek-
glas te verwijderen. Reinig het afdek-
glas.
3. Vervang de lamp zo nodig met een ge-
schikte tegen 300°C bestendige lamp.
Gebruik hetzelfde lamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
5. Installeer de inschuifrails aan de linker-
kant.
Deur en glasplaten
Verwijder de deur om deze te reinigen.
LET OP!
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
De deur verwijderen
1. Zet de deur helemaal open.
2. Duw de klemhendels (A) volledig op de
twee scharnieren.
3. Sluit de deur in de eerste openingsstand
(ca. 70°).
4. Pak de deur aan de zijkanten met beide
handen vast en trek deze onder een op-
waartse hoek weg.
Om de deur te installeren volgt u de proce-
dure in omgekeerde volgorde.
Het aantal glasplaten verschilt voor de verschillende modellen.
LET OP!
Plaats de deur met de buitenkant omlaag op een zachte en egale ondergrond om krassen te
voorkomen.
Verwijderen en reinigen van de glasplaten
1. Verwijder de deur.
A
A
Onderhoud en reiniging 27
2. Deurafdekking (B) aan de bovenkant van
de deur aan beide kanten vastpakken en
naar binnen drukken om de klemsluiting
te ontgrendelen.
3. Trek de deur naar voor om deze te ver-
wijderen.
4. Houd de glasplaten aan de bovenkant
vast en trek deze een voor een omhoog
uit de geleiding
5. Reinigen van de glasplaten.
Om de platen te installeren volgt u de proce-
dure in omgekeerde volgorde. Plaats de
kleinste glasplaat eerst, daarna de grotere
glasplaten.
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De oven wordt niet warm. Het apparaat is uitgeschakeld Schakel het apparaat in
De oven wordt niet warm. De dagtijd is niet ingesteld Stel de klok in. Zie "De dagtijd
voor het eerst instellen".
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden zijn
niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellingen
juist zijn
De oven wordt niet warm. De automatische uitschakeling
is actief
Raadpleeg "Automatisch uit-
schakelen"
De oven wordt niet warm. De zekering is uitgeschakeld Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekering steeds opnieuw
wordt uitgeschakeld, neem dan
contact op met een erkend
elektricien
Het ovenlampje brandt niet. Het ovenlampje is kapot. Het ovenlampje vervangen.
Op het display verschijnt C1 U wilt de pyrolytische reiniging
starten, maar u hebt de rek-
steunen (of telescopische gelei-
ders) niet verwijderd.
Verwijder de reksteunen (of te-
lescopische geleiders) uit de
oven.
B
28 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Op het display verschijnt C2 U wilt de pyrolytische reiniging,
warmhoudfunctie of ontdooi-
functie starten maar u hebt de
kerntemperatuursensor niet uit
de aansluiting gehaald.
Haal de stekker van de kern-
temperatuursensor uit de aan-
sluiting.
Op het display verschijnt C3 U wilt de pyrolytische reiniging
starten maar u heeft de oven-
deur niet goed gesloten.
Sluit de deur goed.
Op het display verschijnt F102 De deurvergrendeling is defect Sluit de deur correct
Schakel het apparaat uit via
de huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de zeke-
ringkast en schakel deze
weer in
Neem contact op met de
klantenservice, wanneer
‘F102’ opnieuw wordt weer-
gegeven
Het display toont een foutcode
die niet in deze lijst voorkomt
Er is een elektronicafout Schakel het apparaat uit via
de huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de zeke-
ringkast en schakel deze
weer in
Neem contact op met de
klantenservice, wanneer de
foutcode opnieuw wordt
weergegeven
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de
klantenservice.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Het typeplaatje be-
vindt zich aan de voorkant van de binnenkant van het apparaat.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
TECHNISCHE GEGEVENS
Spanning 220-240 V
Frequentie 50 Hz
Technische gegevens 29
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt
waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u
contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal
Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en geschikt voor hergebruik Kunststofonder-
delen worden aangeduid met internationale afkortingen, zoals PE, PS, etc. Gooi het verpak-
kingsmateriaal weg in de daarvoor bestemde containers van uw vuilnisophaaldienst.
30 Milieubescherming
31
www.aeg.com/shop 892945531-F-262011
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Aeg-Electrolux BP7314001M Handleiding

Type
Handleiding