Whirlpool KP9I96(X)/DE Gebruikershandleiding

Categorie
Ovens
Type
Gebruikershandleiding
Gebruiksaanwijzing
KOOKPLAAT
NL
Inhoud
Installatie, 19-20
Plaatsing
Elektrische aansluiting
Technische kenmerken
Afvalverwijdering
Beschrijving van het apparaat, 21-22
Algemeen aanzicht
Bedieningspaneel
De inductie-elementen
Starten en gebruik, 23-30
Inschakelen kookplaat
Inschakelen kookzones
Medium functie
Boosterfunctie
Uitschakelen kookzones
Programmering kookduur
De timer
Blokkering van het bedieningspaneel
Uitschakelen kookplaat
Demo modus
Praktische tips voor het gebruik van het apparaat
Veiligheidsmechanismen
Praktische kooktips
Kooktips
De elektronische programmeur, 31
Voorzorgsmaatregelen en advies, 32
Algemene veiligheidsmaatregelen
Onderhoud en verzorging, 33-34
De elektrische stroom afsluiten
Reinigen van het apparaat
Het demonteren/monteren van de ovendeur
Onderhoud gaskranen
English, 35
GB
Nederlands, 18
NL
Deutsch, 1
DE
KP9I96/DE
NL
19
Installatie
! Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele
raadpleging in de toekomst. Wanneer u het product
weggeeft, verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit
boekje bij het apparaat te bewaren zodat alle nodige
informatie voorhanden blijft.
! Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door: er staat
belangrijke informatie in over installatie, gebruik en
veiligheid.
De volgende aanwijzingen zijn voor de erkende
installateur bestemd, zodat deze de technische
installatie, afstelling en onderhoud op de meest
correcte manier en volgens de geldende normen
uitvoert.
Belangrijk : alle afstellings-, onderhouds-, enz.
werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd bij een
elektrisch uitgeschakelde kookplaat. Wanneer het
noodzakelijk mocht zijn hem elektrisch ingeschakeld
te houden, dient men de nodige
voorzorgsmaatregelen te nemen.
Het fornuis heeft de volgende technische kenmerken:
Klasse: 1
Plaatsing
De algemene afmetingen van het fornuis worden
aangeduid op bladzijde.
Voor een goede werking van de in een meubel
geïnstalleerde apparatuur, moeten de
minimumafstanden die worden weergegeven worden
gerespecteerd. Daarbij moeten de oppervlakken in de
nabijheid en de achterwand bestand zijn tegen een
overtemperatuur van 65°C. In het onderste gedeelte
van het fornuis bevinden zich 4 instelbare
schroefpootjes die het waterpas stellen van het
fornuis, indien nodig, mogelijk maken.
Het is noodzakelijk dat het apparaat op een vlakke
ondergrond staat. Vervormingen veroorzaakt door een
slechte plaatsing kunnen de kenmerken en prestaties
van het apparaat zelf in negatieve zin veranderen.
Elektrische aansluiting
HET IS VERPLICHT HET APPARAAT OP DE
AARDLEIDING AAN TE SLUITEN.
De kookplaat is erop gemaakt met wisselstroom te
werken bij een toevoerspanning en -frequentie die op
het herkenningsplaatje zijn aangegeven (dat zich
onder de kookplaat of aan het einde van de
gebruiksaanwijzing bevindt). Verzeker u ervan dat de
plaatselijke toevoerspanning dezelfde is als die op het
herkenningsplaatje aangegeven is. Het apparaat is
niet uitgerust met een stroomkabel, aangezien deze
berekend moet worden op grond van de gebruikte
elektrische aansluiting (zie het volgende
aansluitingsschema). Gebruik een rubberen kabel van
het type H05VV-F. Open het klemmenbord volgens de
aanwijzingen in de volgende figuur:
Voer de volgende werkzaamheden uit om de
stroomkabel aan te sluiten:
draai de schroef van de trekontlasting "V" en de
schroeven van de contacten los.
bevestig de kabeltjes volgens het volgende schema
onder de schroefkoppen.
2
1
1
2
3
4
5
V
bevestig de stroomkabel in de daarvoor bestemde
aansluitclip en sluit het deksel.
Aansluiting van de stroomkabel op het
elektriciteitsnet
Monteer op de kabel een genormaliseerde stekker die
geschikt is voor de belasting die op het
herkenningsplaatje staat aangegeven. In geval van
een rechtstreekse aansluiting op het elektriciteitsnet,
moet een eenpolige schakelaar met een minimum
opening tussen de contacten van 3 mm, die op de
belasting berekend is en die aan de heersende
normen voldoet, tussen het apparaat en het
elektriciteitsnet gemonteerd worden (de aardkabel
mag niet door de schakelaar onderbroken worden).
De stroomkabel moet zodanig geplaatst zijn dat deze
op geen enkel punt een temperatuur bereikt die 50°C
hoger is dan de omgevingstemperatuur.
Alvorens de aansluiting uit te voeren dient men zich
ervan te verzekeren dat:
20
NL
de begrenzende afsluitklep en de huishoudelijke
installatie geschikt zijn voor de stroombelasting van
de apparatuur (zie het herkenningsplaatje);
de toevoerinstallatie, volgens de normen en
wetsbepalingen, voorzien is van een efficiënte
aardleiding;
wanneer de kookplaat geïnstalleerd is het
eenvoudig is bij de stekker of de eenpolige
schakelaar te komen.
* De toepassing van de simultaneïteitscoëfficiënt
voldoet aan de norm
Electrical
connection
Power supply
voltage
Fuse
Cross
section
230V~50Hz 32* A 3x4 mm²
400V -2N~50Hz 32 A 4x4 mm²
400V 3+N~50Hz 25 A5x2.5 mm²
230V -2~50Hz 32* A 3x4 mm²
230V -3~50Hz 25 A 4x2.
5 mm²
230V -2+2N~50Hz 25* A5x2.5 mm²
TYPEPLAATJE
Elektrische
aansluitingen
spanning 230/400V~ 50Hz of
maximaal opgenomen vermogen
10.300W
Deze apparatuur voldoet aan de
volgende EU voorschriften: :
2006/95/EEG van 12/12/06
(Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen -
89/336/EEG van 03/05/89
(Elektromagnetische
Compatibiliteit) en daaropvolgende
wijzigingen - 93/68/EEG van
22/07/93 en daaropvolgende
wijzigingen. 2002/96/EG
Afvalverwijdering
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt
u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal
hergebruikt kan worden.
De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(AEEA), voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet
met het normale afval mag worden meegegeven.
De verwijderde apparaten moeten apart worden
opgehaald om het terugwinnen en recyclen van de
materialen waaruit ze bestaan te optimaliseren en
te voorkomen dat er eventuele schade voortvloeit
voor de gezondheid en het milieu. Het symbool van
de afvalemmer met een kruis staat op alle
producten om de consument eraan te herinneren
dat dit gescheiden afval is. Om meer informatie te
verkrijgen betreffende een juiste verwijdering van
huishoudapparaten kan de consument zich richten
tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de
verkopers.
NL
21
Beschrijving
van het apparaat
Algemeen aanzicht
120-180 mm
760
600
KEUZEKNOP voor de ELEKTRISCHE OVEN
(keuzeschakelaar van de bereidin
g
sfuncties)
TIMER
THERMOSTAATKNOP voor de
ELEKTRISCHE OVEN
(instelling van de temperatuurstanden)
CONTROLELAMPJE
22
NL
Bedieningspaneel
Controlelampje
ON/OFF
Controlelampje
BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL
Toets
BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL
Toets
TOENAME TIJD*
Controlelampje
GEPROGRAMMEERDE KOOKZONE*
Display
PROGRAMMERINGSTIMER*
Toets
PROGRAMMERINGSTIMER
Toets
AFNAME TIJD*
Aanwijzers
STROOMSTERKTE
en RESTERENDE WARMTE
Toets
ON/OFF
Aanwijzing
KOOKZONE
Controlelampje
TIMER*
Toets
BOOSTER*
Toets
MEDIUM*
Controlelampje
BOOSTER*
Toets
TOENAME VERMOGEN
Toets
AFNAME VERMOGEN
Toets TOENAME VERMOGEN om de kookplaat
aan te zetten en het vermogen ervan te regelen
(zie Starten en gebruik).
Toets AFNAME VERMOGEN om het vermogen te
regelen en de kookplaat uit te zetten (zie Starten
en gebruik).
Aanwijzing KOOKZONE, geeft de
overeenkomende kookzone aan.
AanwijzerVERMOGEN: geeft het bereikte
warmteniveau aan.
Toets ON/OFF voor het in- en uitschakelen van het
apparaat.
Controlelampje ON/OFF: geeft aan of het apparaat
in- of uitgeschakeld is.
Toets PROGRAMMERINGSTIMER om de
programmering van de kookduur te regelen (zie
Starten en gebruik).
Display PROGRAMMERINGSTIMER: toont de
keuzes betreffende de programmering aan (zie
Starten en gebruik).
Controlelampjes GEPROGRAMMEERD
KOOKGEDEELTE: tonen de kookgedeeltes aan
als u een programmering start (zie Starten en
gebruik).
Toets BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL om te
voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan de
regeling van het kookvlak worden uitgevoerd (zie
Starten en gebruik).
Controlelampje BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL: toont dat de blokkering
van het bedieningspaneel heeft plaatsgevonden
(zie Starten en gebruik).
BOOSTER toets om het extra vermogen - 3000 W
- van de kookzone in te schakelen (zie Starten en
gebruik).
BOOSTER controlelampje, geeft aan dat het
'booster' extra vermogen actief is.
Controlelampje TIMER geeft aan dat de timer
actief is.
MEDIUM toets, om de kookzone in te schakelen
op het middelmatige niveau 8 (zie Starten en
gebruik).
Toets TOENAME TIJD om de tijd van de timer of
van de programmering toe te laten nemen (zie
Starten en gebruik).
Toets AFNAME TIJD om de tijd van de timer of
van de programmering af te laten nemen (zie
Starten en gebruik).
De inductie-elementen
Het inductiesysteem is het snelste kooksysteem dat er
bestaat.
Verschillend van de traditionele technologie, wordt
met de inductiekookzone de glasplaat niet verwarmd.
De pan zelf, die op de kookplaat staat, wordt een
verwarmingselement: de warmte ontstaat rechtstreeks
binnenin de pan, die een bodem van ferromagnetisch
materiaal moet hebben.
Kookgedeeltes
Vermogen
(in W)
Linksachter
I 1400 600 als Linksvoor*
Rechtsachter
I 2200 B 3000* - 1600 als Linkssachter*
Linksvoor
I 2200 B 3000* - 1600 als Rechtsvoor*
Rechtsvoor
I 1400 B 2000* 600 als Rechtsachter*
Totaal vermogen
7200
Legenda:
I = kookzone met eenvoudige inductie
B = booster: de kookzone kan beschikken over een
extra vermogen van 3000 W
* = het maximale vermogen wordt beperkt terwijl de
booster in het kookgedeelte erachter actief is (zie
Starten en gebruik).
NL
23
Starten en gebruik
De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat vetvlekjes
achter op het glas. Voordat u het apparaat gebruikt raden wij
u aan de vlekken te verwijderen met een speciaal niet-
schurend schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste paar uur
dat u het apparaat gebruikt kan het zijn dat u een rubbergeur
ruikt. Deze zal echter snel wegtrekken.
Als de kookplaat elektrisch wordt aangesloten hoort u na
enkele seconden een kort geluidssignaal afgaan. Alleen dan
kunt u de kookplaat aanzetten.
Geluiden normale werking kookplaat:
Zoemen: geluid geproduceerd door het trillen van de
metalen onderdelen waarvan de inductor en de pan zijn
gemaakt en wordt gevormd door het elektromagnetische
veld dat noodzakelijk is voor de verwarming. Dit neemt toe
bij het toenemen van het vermogen van de inductor.
Zacht fluiten: dit hoort u als een lege pan op de
kookplaat wordt gezet. Het geluid verdwijnt zodra u voedsel
of water in de pan doet.
Knetteren: dit geluid wordt geproduceerd door het trillen
van het materiaal van de bodem van de pan als er
parasitaire stromingen plaatsvinden gevormd door het
elektromagnetische veld (inductie). De intensiteit kan
variëren aan de hand van het materiaal waarmee de bodem
van de pan gemaakt is en wordt minder naarmate de
afmetingen van de pan toenemen.
Hard fluiten: u hoort dit geluid als de twee inductoren op
dezelfde verticale lijn tegelijkertijd op maximum vermogen
werken en/of als op de grootste de boosterfunctie is
ingesteld en de ander op zelfregeling staat. Het geluid
wordt minder als u het vermogen van de zelfregelende
inductor lager zet. Dit doet zich vooral voor als de bodem
van de pan bestaat uit verschillende lagen van
verschillende materialen.
Geluid van de ventilator: voor een juist gebruik van de
kookplaat en om de veiligheid van het elektronische
gedeelte te behoeden voor eventuele oververhitting is het
noodzakelijk de ventilator in te schakelen. De ventilator
draait op maximaal vermogen als de grote inductor op
maximaal vermogen staat of als de boosterfunctie is
ingeschakeld. In alle andere gevallen draait hij op
middelmatig vermogen aan de hand van de waargenomen
temperatuur. Het is bovendien mogelijk dat de ventilator
blijft draaien nadat u de kookplaat heeft uitgezet, als de
waargenomen temperatuur zeer hoog is.
De genoemde geluiden zijn het resultaat van de
inductietechnologie en zijn niet noodzakelijkerwijs
functioneringsdefecten.
Inschakelen kookplaat
Druk ongeveer 1 seconde op de knop voor het
inschakelen van de kookplaat.
Inschakelen kookzones
Voor het inschakelen van een kookzone stelt u de gewenste
stroomsterkte in met de toetsen
- en +.
Houd de toets
+: seconden lang uitgedrukt: het
vermogen van de kookzone gaat onmiddellijk naar het
hoogste niveau (16).
Houd de toets
-: seconden lang uitgedrukt: het vermogen
van de kookzone daalt naar het laagste niveau 2 (functie
langzaam koken).
Medium functie
Door op de toets
m
m
ed i u m
mm
ed i u med i u m
te drukken gaat de kookzone naar het
middelste vermogensniveau 8.
Booster functie
Om de verwarmingstijd te versnellen kunt u in enkele
kookzones de booster functie activeren door op de
b
b
oosterbbooostosterer
.
toets te drukken. Het controlelampje boven de toets gaat aan.
Deze functie verhoogt het vermogen tot 2000 W of 3000 W,
aan de hand van de grootte van de gekozen kookzone.
De boosterfunctie stopt na 4 minuten automatisch. Zolang de
booster van een van de kookzones actief is, zal het gedeelte
daarvoor of daarachter slechts over een beperkt vermogen
beschikken (bv.: als in de kookzone links achter de booster
actief is, zal het vermogen in de kookzone links voor
verminderen). Voor verdere informatie kunt u de Technische
beschrijving van de modellen raadplegen.
Uitschakelen kookgedeeltes
Voor het uitschakelen van een kookzone:
Druk op de toets
-: het vermogen van de kookzone wordt
langzaam minder totdat het uitgaat.
U kunt ook tegelijkertijd op de toetsen
- en +: drukken:
het vermogen gaat onmiddellijk terug naar 0 en het
kookgedeelte gaat uit.
Programmering kookduur
Als u lang op de toetsen en drukt kunt u de
minuten van de timer snel laten toenemen.
Alle kookgedeeltes kunnen tegelijkertijd geprogrammeerd
worden voor een tijdsduur van tussen de 1 en de 99 minuten.
1. Kies het kookgedeelte door middel van de betreffende
selectietoets.
2. Regel de temperatuur.
3. Druk op de programmeertoets
.
3. Stel de gewenste kookduur in door middel van de toetsen
en .
24
NL
4. Bevestig door op de toets te drukken.
De timer begint gelijk met aftellen. Het einde van de
geprogrammeerde kooktijd wordt aangegeven door een
geluidssignaal (van 1 minuut) waarna het kookgedeelte
uitgaat.
Herhaal de hierboven beschreven procedure voor iedere
kookplaat die u wilt programmeren.
Visualisatie bij een meervoudige programmering.
Indien een of meer kookplaten zijn geprogrammeerd vertoont
het display de resterende tijd van de kookplaat die als eerste
eindigt, terwijl hij de positie ervan aanduidt door middel van
het betreffende controlelampje dat knippert. De
controlelampjes van de andere geprogrammeerde kookplaten
zijn aan.
Om de resterende tijd van de andere geprogrammeerde
kookplaten te visualiseren moet u een aantal keren op de
toets
drukken: met de klok mee zullen, de een na de
ander, de tijden van alle geprogrammeerde kookplaten worden
getoond, te beginnen met de kookplaat linksvoor.
Het wijzigen van een programmering
1. Druk een aantal keer op de toets
totdat de tijd van de
kookplaat die u wilt wijzigen verschijnt.
2. Druk op de toetsen
en voor het instellen van de
nieuwe tijd.
3. Bevestig door op de toets
te drukken.
Om een programmering te annuleren moet u bovenstaande
handelingen uitvoeren. Bij punt 2 drukt u op de toets
: de
duur vermindert langzaamaan tot aan de uitschakeling 0. De
programmering wordt gewist en het display verlaat de
programmeringsmodus.
De timer
De kookplaat moet aan zijn.
Met de timer kunt u een duur tot aan 99 minuten instellen.
1. Druk op de toets programmering
totdat het
controlelampje van de timer aangaat.
2. Stel de gewenste kookduur in door middel van de toetsen
en .
3. Bevestig door op de toets
te drukken.
De timer begint gelijk met aftellen. Als de tijd verstreken is
hoort u voor de duur van 1 minuut een geluidssignaal.
Blokkering van het bedieningspaneel
Als de kookplaat in werking is kunt u het bedieningspaneel
blokkeren om een ongewenst aanraken te vermijden
(kinderen, schoonmaakhandelingen, enz.). Door op de toets
te drukken zal het bedieningspaneel worden
geblokkeerd. Het controlelampje boven de toets gaat aan.
Als u het bedieningspaneel weer wilt gebruiken (bv. als u wilt
stoppen met koken) moet u de blokkering uitschakelen: druk
even op de toets
. Het controlelampje gaat uit en het
bedieningspaneel wordt weer geactiveerd.
Uitschakelen kookplaat
Druk op de toets ; het apparaat gaat uit.
Als het bedieningspaneel is geblokkeerd, blijft dit ook
geblokkeerd nadat u de kookplaat opnieuw inschakelt. Als u
de kookplaat opnieuw wilt inschakelen moet u eerst het
bedieningspaneel deblokkeren.
Demo modus
Het is mogelijk een demomodus in te stellen waarbij het
bedieningspaneel normaal functioneert (de opdrachten
betreffende de programmering inbegrepen), maar waarbij de
verwarmingselementen niet aangaan. Om de demo modus te
activeren moet de kookplaat aanstaan en alle
stralingselementen uit:
Druk tegelijkertijd 6 seconden lang op de toetsen
en
. Zodra de 6 seconden zijn verstreken zullen de
controlelampjes ON/OFF en BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL een seconde lang knipperen. Laat de
toetsen
en los en druk op de toets ;
het display toont om de beurt de tekst DE en MO en het
kookvlak gaat uit;
de volgende keer dat u de kookplaat inschakelt zal hij zich
in de demo modus bevinden.
Om deze modus te verlaten volgt u de boven beschreven
procedure. Het display toont om de beurt de tekst DE en OF
en het kookvlak gaat uit. Als u het kookvlak weer inschakelt
zal het gewoon functioneren.
Praktische tips voor het gebruik van
het apparaat
Gebruik pannen die gemaakt zijn van materiaal dat geschikt
is voor inductie (ferromagnetisch materiaal). Wij raden het
gebruik aan van pannen van: gietijzer, geëmailleerd staal of
speciaal inductie roestvrij staal. U kunt zelf testen of een pan
geschikt is door hem uit te proberen met een magneet.
NL
25
*
GESCHIKTE MATERIALEN
ONGESCHIKTE MATERIALEN
Gietijzer
Ge‘mailleerd staal
Speciaal roestvrij staal
Koper,
Aluminium, Glas, Terracotta,
Aardewerk, Niet magnetisch roestvrij staal
Om optimale resultaten te bereiken met de kookplaat:
Gebruik alleen pannen met een dikke, platte bodem zodat
ze perfect aansluiten op het verwarmingsvlak.
Gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat
geheel te bedekken zodat alle beschikbare hitte wordt
benut.
Houd de bodem van de pannen altijd goed schoon en
droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit
verlengt de levensduur van zowel de pannen als het
kookvlak zelf.
Vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook op een
gasfornuis heeft gebruikt: de warmteconcentratie van
gasbranders kan de bodem van pannen vervormen,
waardoor ze niet goed meer aansluiten.
Veiligheidssystemen
Pannensensor
Ieder kookgedeelte is voorzien van een systeem dat
waarneemt of er een pan op staat. De plaat straalt alleen
warmte uit als er een pan van de juiste afmetingen op staat.
Het knipperende display met de aanwijzer van de
stroomsterkte kan aangeven:
dat de pan niet geschikt is
dat de pan een te kleine diameter heeft
dat de pan niet goed aansluit
Aanwijzers van de resterende warmte
Ieder kookgedeelte is voorzien van een aanwijzer
van de resterende warmte. Deze aanwijzer geeft aan
welke kookzones nog heet zijn. Als het
vermogensdisplay
toont dan is het kookgedeelte
nog warm. Het is bijvoorbeeld mogelijk een gerecht
warm te houden of boter of chocolade te laten
smelten. Met het afkoelen van het kookgedeelte zal
het vermogensdisplay
tonen. Het display gaat uit
wanneer de kookzone voldoende is afgekoeld.
Oververhitting
In het geval van oververhitting van de elektronische
onderdelen gaat de kookplaat automatisch uit en verschijnt
op het display
F gevolgd door een knipperend nummer. Deze
boodschap verdwijnt en u kunt de kookplaat weer gebruiken
zodra de temperatuur tot op een acceptabel niveau is gezakt.
Veiligheidsschakelaar
Het apparaat beschikt over een veiligheidsschakelaar die de
kookgedeeltes automatisch uitschakelt als de tijdslimiet voor
een bepaald vermogensniveau is bereikt. Tijdens deze
veiligheidsonderbreking vertoont het display het cijfer 0.
B.v.: de kookplaat rechtsachter staat op 5, terwijl de plaat
linksvoor op 2 staat. De plaat rechtsachter zal automatisch na
7 en half uur uitgaan, de plaat linksvoor na 9 en half uur.
Vermogens niveau Be grenz ing van de w erk ingsduur
in uren
1 10
2 9,5
3 9
4 8,5
5 7,5
6 7
7 6,5
8 6
9 5,5
10 5
11 4
12 3,5
13 3
14 2,5
15 2
16 1
Gel uidssignaal
Enkele storingen, zoals:
een voorwerp (pan, bestek, enz.) dat meer dan 10
seconden op het bedieningspaneel ligt,
gemors op het bedieningspaneel,
een lange druk op een toets, kunnen een geluidssignaal
veroorzaken. Verwijder de oorzaak van de storing en het
geluidssignaal houdt op. Als de oorzaak van de storing niet
wordt verwijderd blijft het geluidssignaal gaan en wordt het
kookvlak uitgeschakeld.
26
NL
Praktische kooktips
¡§
¡S
Koken met een
snelkookpan
Snelkookpan
Frituren
Koken op zeer hoog vuur
¡¢
¡£
Grillen
Koken
Koken op hoog
vuur
¡
¡
¡
¡O
Crêpes
Koken op hoog vuur en bruin bakken
(Braadstukken, biefstukken, kalfslappen,
visfilets, gebakken eieren)
ª
Snel indikken (vloeibare sauzen)
Koken van water (pasta, rijst, groente)
Melk
§
Langzaam indikken (gebonden sauzen)
S
Koken op middelmatig vuur
¢
Au bain-marie koken
Koken met snelkookpan, na het sissen
£
Koken op
laag vuur
Koken op laag vuur
(stoofschotels)
Opwarmen van gerechten
Koken op zeer
laag vuur
¡
Chocoladesaus
Warm houden van gerechten
NL
27
De oven biedt negen combinatiemogelijkheden voor
de elektrische warmte-elementen; als voor het te
koken gerecht de meest geschikte combinatie wordt
gekozen zullen uiterst precieze resultaten mogelijk
zijn.
De verschillende functies worden verkregen door de
knop van de keuzeschakelaar
in de volgende
standen te draaien:
Symbool Functie Vermogen
0
0) Uit -
1) Verhittingselement
minigrill -+ onder
2350 W
2) Verhittingselement onder 1300 W
3) Verhittingselement
minigrill
1050 W
4) Verhittingselement grill 2000 W
5) Maxigrill 3050 W
6) Maxigrill + ventilatie 3100 W
7) Verhittingselement onder
+ ventilatie
1350 W
8) Verhittingselement
circulatie + ventilatie
2850 W
9) Snel ontdooien 50 W
Na instelling van de gewenste verwarmingsmethode,
de knop van de thermostaat
op de gewenste
temperatuur instellen.
Voor het op normale wijze conventionele koken
(roosteren, biscuits, enz.) de functie
gebruiken
(boven- en onderwarmte).
De te bereiden gerechten pas in de oven plaatsen
als de vooraf ingestelde temperatuur is bereikt en
bij voorkeur slechts één niveau gebruiken.
Als daarentegen een sterkere verwarming van de
gerechten van onderen of van boven is gewenst, de
keuzeschakelaar in de stand
(onderwarmte), of
(bovenwarmte) plaatsen
Bij de functie
wordt het gerecht gebakken met
behulp van vooraf door een verwarmingselement
opgewarmde lucht die vervolgens door een
ventilator in de oven in circulatie wordt gebracht.
De oven komt zeer snel op temperatuur en de
gerechten kunnen daarom direct vanaf het begin in
de koude oven worden geplaatst. Voorts bestaat de
mogelijkheid om tegelijkertijd op twee verschillende
niveaus te bakken.
Bij de functie snel ontdooien
worden geen
verwarmingselementen gebruikt, maar uitsluitend
de ovenverlichting en de ventilator.
Bij het grillen wordt een hoog
verwarmingsvermogen gebruikt, wat het
onmiddellijke roosteren van de buitenoppervlakken
van de gerechten mogelijk maakt en speciaal
geschikt is voor vleessoorten die van binnen zacht
moeten blijven.
Voor het koken met de grill moet de keuzeschakelar
op één van de volgende standen worden gezet:
(grill), (maxigrill), (maxigrill+ventilator).
Bij het grillen is het van belang dat de ovendeur
gesloten blijft. De thermostaatknop verder niet op
een temperatuur van meer dan 200°C
instellen.
Ovenverlichting
De ovenverlichting gaat branden zodra de
keuzeschakelaar
op een willekeurige stand wordt
gezet.
Controlelampje
De oven is voorzien van een controlelampje, dat
uitgaat zodra de ingestelde temperatuur is bereikt. Op
dit punt betekent het aan en uit gaan van het lampje
dat de thermostaat aan het werk is de temperatuur
van de oven constant te houden.
28
NL
Braadspit - draaispit
Om het braadspit te gebruiken moet u als volgt te
werk gaan: prik het vlees dat u klaar wilt maken op
dwarsspies in de lengterichting en zorg ervoor dat het
vlees tussen de beide speciale verstelbare vorken
klem komt te zitten.
Doe de steunen A en B in de gaten in de
vetopvangbak E, laat de gleuf van de stang precies
in de opening C vallen en zet het rooster op de
eerste geleider van de bodem van de oven af
gerekend; steek de stang nu in het gat van het
draaispit en schuif de gleuf naar voren in de opening
D. Stel het draaispit in werking door de
keuzeschakelaar op één van de volgende standen te
draaien:
Ventilator
Teneinde de warmte aan de buitenkant te verminderen
hebben enkle modellen een verkoelende ventilator die
in werking treedt als u aan de keuzeknop van de
programmas draait. Gedurende het koken is de
ventilator altijd aan en u kunt een luchtstroom voelen
die tussen het voorpaneel en de ovendeur uit komt. .
N.B.: Aan het einde van de kooktijd blijf de ventilator
werken totdat de oven voldoende is afgekoeld ook al
staat de k
nop op 0.
In Fast cooking gaat de ventilator automatisch aan
als de oven warm is.
Houd de ovendeur na het gebruik van de oven nog
even half open staan: zo koelt hij sneller af. Het
proces wordt door een supplementaire thermostaat
gecontroleerd en kan zich in een of meer cycles
afspelen.
NL
29
Kooktips
De bereidingstijden kunnen variëren afhankelijk van de aard van de gerechten, het feit of zij gelijkmatig gaar
moeten worden en de omvang ervan. In eerste instantie moet dan ook voor de kortste kooktijden worden gekozen
om later, indien nodig voor langere tijden te kiezen.
Boven- en onderwarmte
Soort gerecht
Temperatuur
°C
Bereidingstijd
(minuten)
Soort gerecht
Temperatu-
ur °C
Bereidingstijd
(uren)
Gebak
Vruchtentaart
Schuimgebak
Cake van biscuitdeeg
Luchtig biscuitgebak
Cake-taart
Chocoladetaart
Italiaans zout brood "focaccia"
Beignets
Koekjes van bladerdeeg
Tompoezen
Kruimeldeeg
130
130
150
160
160
170
170
200
200
200
200
60-70
30-40
20-30
40-50
40-50
30-40
40-50
15-20
15-20
15-20
15-20
Vlees
Kalkoen (4-8 kg.)
Ganzenvlees (4-5 kg.)
Eend (2-4 kg.)
Kapoen (2½-3 kg.)
Rundvlees- goulash (1-1½ kg.)
Lamsbout
Gebraden haas (2 kg.)
Gebraden fazant
Kip (1-1½ kg.)
Vis
160
160
170
170
160
160
160
160
170
200
3-
4-
1½-2½
2-
3-
1-
1-
1-
1-
15-25 minuten
GRILL
Soort gerecht
Bereidingstijd
(minuten)
Roosterstanden
Karbonade (0.5 kg.)
Worstjes
Gegrilde kip (1 kg)
Kalfsvlees gebraden aan het spit (0.6 kg.)
Kip aan het spit (1 kg.)
60
15
60
60
60
3
e
geleider
2
e
geleider
1
e
geleider
-
-
La 1ª guida è quella in posizione più bassa.
30
NL
Hete lucht
Soort gerecht
Geleider vanaf
de bodem
Hoeveelheid
kg.
Temperatuur
°C
Bereidingstijd
(minuten)
Gebak
* Met geklopt deeg, in bakvorm
* Met geklopt deeg, zonder bakvorm
Kruimeldeeg, taartbodem
Kruimeldeeg met vochtige vulling
KKruimeldeeg met droge vulling
* Met natuurlijk gerezen deeg
Klein gebak
1-3
1-3-4
1-3-4
1-3
1-3-4
1-3
1-3-4
1
1
0.5
1.5
1
1
0.5
175
175
175
175
175
175
160
60
50
30
70
45
50
30
Vlees
Op het rooster bereid vlees
Kalfsvlees
Rundvlees
Engelse rosbief
Varkensvlees
Kip
In de braadslede bereid vlees
Kalfsvlees
Rundvlees
Varkensvlees
Kip
Kalkoen in stukken
Eend
Stoofschotels
Rundvleesstoofschotel
Kalfsvleesstoofschotel
2
2
2
2
2
1-3
1-3
1-3
1-3
1-3
1-3
1
1
1
1
1
1
1-1.5
1
1
1
1-1.5
1.5
1-1.5
1
1
180
180
220
180
200
160
160
160
180
180
180
175
175
60
70
50
70
70
80
90
90
90
120
120
120
110
Vis
Visfilet, vislapjes, kabeljauw, wijting,
tong
Makreel, tarbot, zalm
Oesters
1-3
1.3
1-3
1
1
180
180
180
30
45
20
Ovengerechten
Ovengerecht met deegwaren
Ovengerecht met groenten
* Zoete en hartige soufflés
* Gewone pizza's en dubbelgevouwen
pizza's
Toast
1-3
1-3
1-3
1-3-4
1-3-4
2
2
0.75
0.5
0.5
185
185
180
200
190
60
50
50
30
15
Ontdooien
Kant-en-klaar maaltijden
Vlees
Vlees
Vlees
1-3
1-3
1-3
1-3
1
0.5
0.75
1
200
50
50
50
45
50
70
110
Opmerkingen:
1) Koken zonder voorverwarming van de oven met uitzondering van de gerechten waar een sterretje voor staat.
2) De in de tabel aangegeven geleider geniet de voorkeur als op meerdere roosterstanden wordt gekookt.
3) De gegeven tijden hebben betrekking op het koken op één roosterstand, bij het koken op meerdere
roosterstanden moet u 5-10 minuten bij de tijden optellen.
4) Voor het braden van rundvlees, kalfsvlees, varkensvlees en kalkoenvlees met bot of rollades moeten 20 minuten
bij de tijden worden opgeteld.
NL
31
De elektronische
programmeur
Deze maakt het mogelijk de oven of grill te
programmeren in de functies:
uitgestelde start met vastgestelde kooktijd;
onmiddelijke start met vastgestelde kooktijd;
timer.
Functies van de knoppen:
: timer
: kooktijd
: einde kooktijd
: handmatig omschakelen
- : instelling tijd achteruit
+ : instelling tijd vooruit
Het gelijkzetten van het klokje
Na het aansluiten aan het net of na uitvallen van de
stroom knippert op de display 0.00
druk gelijktijdig op de knoppen
en
vervolgens (binnen de 4 seconden) zet u de klok
gelijk met de knoppen
- en + .
Met de knop
+ gaat de tijd vooruit.
Met de knop
- gaat de tijd achteruit.
Op dezelfde wijze kunt u eventuele verdere
gelijkzettingen uitvoeren.
Handmatig gebruik van de oven
Nadat u de klok gelijk heeft gezet gaat de
programmeur automatisch in de handmatige positie.
N.B.: Voor het oproepen van de handmatige functie
na een "automatische" kooktijd drukt u tegelijkertijd op
de knoppen
en .
Uitgestelde start met vastgestelde kooktijd
De kooktijd en het einde van de kooktijd worden
ingesteld. Laten we aannemen dat het uur op de
display 10:00 uur aangeeft.
1. Zet de ovenknop op de gewenste funtie en
temperatuur (b.v.: statische oven, 200°C).
2. Druk op de knop
en stel vervolgens (binnen de
4 seconden) met de knoppen - en + de gewenste
kooktijd in. Laten we een kooktijd van 30 minuten
nemen; u ziet:
Als u de knop loslaat verschijnt na 4 seconden de
huidige tijd met het symbool
en de letter A
(AUTO).
3. Druk op de knop
en vervolgens op de knoppen
en voor het instellen van het einde van de kooktijd,
laten we zeggen 13:00
4. Als u de knop loslaat verschijnt na 4 seconden de
huidigen tijd op de display:
De letter "AUTO" geeft aan dat de programmering
van de kooktijd en het einde van de kooktijd in de
automatische functie is ingesteld. De oven gaat
automatisch aan om 12:30 en gaat uit na 30 minuten.
Als de oven aan is verschijnt het verlichte pannetje
gedurende de gehele kooktijd. U kunt met de
knop
op ieder willekeurig moment de ingestelde
kooktijd zien; met de knop
kunt u het einde van de
kooktijd zien.
Aan het einde van de kooktijd hoort u een
geluidssignaal; om dit af te zetten drukt u op een
willekeurige knop, behalve op de
knoppen - en + .
Onmiddelijke start met vastgestelde kooktijd
Door alleen de kooktijd vast in te stellen (punten 1 en
2 van paragraaf "Uitgestelde start met vastgestelde
kooktijd") begint deze onmiddelijk.
Het ongedaan maken van een reeds ingesteld
programma
Druk op de toets
Laat hem los en breng met de
toets - de tijd weer terug op:
en druk verlogens op de knop voor handmatige
functie
.
Timer
Met de timer stelt u een tijd in waarvandaan het
terugtellen begint. Deze functie heeft niets te maken
met het aan of uitgaan van de oven, hij geeft alleen
een geluidssignaal als de tijd verlopen is.
Druk op de knop
, er verschijnt:
Stel de gewenste tijdsduur in met de knoppen - en +
Zodra u de knop loslaat begint de tijd af te tellen; op
de display verschijnt de huidige tijd
Als de tijd is afgelopen hoort u een geluidssignaal, dat
kan worden afgezet door op een willekeurige knop te
drukken (behalve de knoppen
- en + ) ; het symbool
gaat uit.
Correctie/ongedaanmaken van de instelling
De instelling kan op ieder willekeurig moment
worden veranderd. Druk op de betreffende knop en
op de knop of .
Als de kooktijd ongedaan wordt gemaakt wordt
automatisch ook het einde hiervan ongedaan
gemaakt en viceversa.
Bij geprogrammeerd functioneren accepteert de
oven geen einde kooktijd die eerder is dan het
begin kooktijd dat door het apparaat zelf is gesteld.
32
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens
de geldende internationale veiligheidsvoorschriften.
Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw
veiligheid en u dient ze derhalve goed door te
nemen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel
gebruik binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden
geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg
gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of
onweer.
Raak het apparaat niet blootsvoets aan of met natte
handen of voeten.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag
uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en
alleen volgens de instructies die beschreven staan in
deze handleiding. Gebruik het kookvlak niet om
voorwerpen op te plaatsen en ook niet als snijplank.
Het glaskeramische kookvlak is bestand tegen
mechanische stoten. Het kan echter worden
beschadigd (of barsten) als het wordt geraakt door
een puntig object, bijvoorbeeld door gereedschap.
Als dit gebeurt moet u onmiddellijk het apparaat
afsluiten van de elektrische stroom en contact
opnemen met de Technische Dienst.
Als het oppervlak van de kookplaat gebarsten is
moet u het apparaat uitschakelen om te voorkomen
dat u een elektrische schok krijgt.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine
keukenapparaten op warme delen van de kookplaat
terechtkomen.
Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte
aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat u
het uitschakelt. De resterende warmte wordt
aangeduid door een aanwijzer (zie Starten en gebruik).
Houd voorwerpen die kunnen smelten op afstand van
de kookplaat, zoals bv. plastic, aluminium of
suikerhoudende etenswaren. Let vooral op plastic of
aluminium verpakkingen en folie:
als u ze op het nog warme of lauwe kookvlak neerlegt,
kunt u zware schade aanrichten.
Richt de handvaten van de pannen altijd naar de
binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per
ongeluk tegenaan stoot.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het
snoer te trekken, maar altijd door de stekker beet te
pakken.
Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud uit
als de stekker nog in het stopcontact zit.
Plaats geen metalen voorwerpen (messen, lepels,
deksels enz.) op de kookplaat aangezien zij heet
kunnen worden.
Mededeling voor dragers van een pacemaker of
een ander actief ingeplant medisch apparaat:
De kookplaat voldoet aan alle geldende normen
betreffende elektromagnetische storing.
Dit product is aldus in volkomen overeenstemming
met de voorschriften van de wet (richtlijn 89/336/EEG).
Het ontwerp is zodanig gepland dat het geen
storingen veroorzaakt bij andere elektrische
apparaten die worden gebruikt, mits ook dezen
voldoen aan bovengenoemde normen.
De inductieplaat creëert elektromagnetische velden
op korte afstand.
Teneinde ieder risico van storing tussen de kookplaat
en de pacemaker te vermijden moet deze laatste ook
voldoen aan de geldende normen.
Wat dat betreft kunnen wij slechts de conformiteit van
ons eigen product garanderen. Voor informatie
omtrent conformiteit of eventuele problemen
verzoeken wij u zich tot uw behandelende arts te
wenden of tot de fabrikant van de pacemaker.
Plaats geen metalen voorwerpen (messen, lepels,
deksels enz.) op de kookplaat aangezien zij heet
kunnen worden.
Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
NL
33
Onderhoud en verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Reinigen van het apparaat
! Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende
middelen, zoals sprays voor barbecues en ovens,
vlekkenmiddelen, roestverwijderende producten,
schoonmaakmiddelen in poedervorm of
schuursponzen: deze kunnen het oppervlak
onherstelbaar krassen.
! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
Binnenkant ovendeur:
Gebruik voor het reinigen van de glazen ovendeuren
geen schurende of ruwe materialen of scherpe
metalen schrapertjes. Hiermee kan het oppervlak
worden gekrast waardoor het glas uiteindelijk kan
barsten.
Binnenkant oven *
De binnenkant van de oven is bedekt met een
speciaal soort microporeus email dat bij een
normale kooktemperatuur tussen 200 en 300°C
oxideert en alle onvermijdbare vet en andere
afzettingen volkomen elimineert. Het reinigen wordt
hierdoor bijzonder vergemakkelijkt: het is
voldoende regelmatig, na het koken, de
binnenwanden van de oven met een vochtige doek
schoon te vegen van eventueel stof dat zich
gedurende het koken kan hebben neergezet, zodat
de zelfreiniging van de oven intact blijft.
Als er iets is overgekookt of het vuil is niet geheel
geëlimineerd (b.v. bij grillen als de temperatuur, die
nodig is voo het perfect functioneren van het
zelfreinigende email, niet bereikt is), dan is het
raadzaam de oven leeg te laten werken met
maximum temperatuur totdat ieder restje vet of
ander vuil verdwenen is.
Als na veelvuldig gebruik van de oven toch vuil op
de zelfreinigende wanden is afgezet, waarschijnlijk
te wijten aan het niet in acht nemen van de
onderhoudsnormen, moet een grondige
reinigingsbeurt plaats vinden, met warm water en
een zachte doek (geen wasmiddelen gebruiken),
waarna gespoeld en zorgvuldig gedroogd moet
worden.
Gebruik nooit scherpe voorwerpen aangezien die
de zelfreinigende wanden kunnen beschadigen.
Als de zelfreinigende wanden in de oven
beschadigd worden, of onbruikbaar gemaakt, door
gebrek aan onderhoud of door verkeerd onderhoud
of na vele jaren gebruik, dan kunt u een
zelfreinigende wanden-kit bestellen voor het
opnieuw bedekken van de oven. U wendt zich dan
tot onze bevoegde Technische Dienst. Buitenkant
oven:
Reinig altijd als de oven koud is.
Het roestvrije staal en vooral de zones met de
geserigrafeerde symbolen mogen in geen geval
worden gereinigd met schurende of oplosmiddelen;
gebruik alleen een natte lap met een lauw sop van
vloeibaar wasmiddel.
Roestvrij staal kan permanent gevlekt raken als het
voor lange tijd in contact is met kalkhoudend water
of aggressieve wasmiddelen (fosforhoudend).
Het is dus altijd noodzakelijk met ruim water te
spoelen en nauwkeurig af te drogen na het
reinigen.
Belangrijk: het reinigen moet in horizontale
ric
hting worden uitgevoerd, zoals de richting van
de satinering.
Na het reinigen kunt u eventueel nog met een
speciaal glansmiddel voor roestvrij staal
behandelen.
Belangrijk: gebruik geen schuurmiddelen,
aggressieve wasmiddelen of zuurhoudende middelen.
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
34
NL
Het demonteren/monteren van de
ovendeur
Teneinde het schoonmaken van de binnenkant van de
oven te vergemakkelijken kunt u de ovendeur
verwijderen door als volgt te werk te gaan:
Open de deur en zet de twee hendeltjes B
omhoog;
Sluit de deur gedeeltelijk; u kunt de deur nu
oplichten door de sluitveren A uit te trekken zoals
aangegeven in afbeelding.
Het weer monteren van de deur:
Met de deur in vertikale positie steekt u de 2
sluitveren A in de openingen;
Let erop dat het punt D perfect wordt aangehaakt
aan de rand van de opening (beweeg de deur
voorzichtig naar voren en naar achteren);
Houd de deur geheel open, zet de 2 hendeltjes B
omlaag en sluit de deur.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of
vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk hem
te vervangen.
! Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.
Vervanging van de ovenlamp
Controleren of het apparaat niet op het elektriciteitsnet
is aangesloten.
Vanuit de binnenkant van de oven de glazen
beschermkap losschroeven, de lamp losdraaien en
vervangen door een vergelijkbare uitvoering bestand
tegen hoge temperaturen (300°C) en met de volgende
eigenschappen:
- Spanning 230 V
- Vermogen 25 W
- Fitting E 14.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing KOOKPLAAT Inhoud NL DE Deutsch, 1 NL GB Nederlands, 18 English, 35 Installatie, 19-20 Plaatsing Elektrische aansluiting Technische kenmerken Afvalverwijdering Beschrijving van het apparaat, 21-22 Algemeen aanzicht Bedieningspaneel De inductie-elementen Starten en gebruik, 23-30 KP9I96/DE Inschakelen kookplaat Inschakelen kookzones Medium functie Boosterfunctie Uitschakelen kookzones Programmering kookduur De timer Blokkering van het bedieningspaneel Uitschakelen kookplaat “Demo” modus Praktische tips voor het gebruik van het apparaat Veiligheidsmechanismen Praktische kooktips Kooktips De elektronische programmeur, 31 Voorzorgsmaatregelen en advies, 32 Algemene veiligheidsmaatregelen Onderhoud en verzorging, 33-34 De elektrische stroom afsluiten Reinigen van het apparaat Het demonteren/monteren van de ovendeur Onderhoud gaskranen Installatie ! Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele raadpleging in de toekomst. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren zodat alle nodige informatie voorhanden blijft. ! Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door: er staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid. De volgende aanwijzingen zijn voor de erkende installateur bestemd, zodat deze de technische installatie, afstelling en onderhoud op de meest correcte manier en volgens de geldende normen uitvoert. Belangrijk : alle afstellings-, onderhouds-, enz. werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd bij een elektrisch uitgeschakelde kookplaat. Wanneer het noodzakelijk mocht zijn hem elektrisch ingeschakeld te houden, dient men de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen. Het fornuis heeft de volgende technische kenmerken: Klasse: 1 Plaatsing De algemene afmetingen van het fornuis worden aangeduid op bladzijde. Voor een goede werking van de in een meubel geïnstalleerde apparatuur, moeten de minimumafstanden die worden weergegeven worden gerespecteerd. Daarbij moeten de oppervlakken in de nabijheid en de achterwand bestand zijn tegen een overtemperatuur van 65°C. In het onderste gedeelte van het fornuis bevinden zich 4 instelbare schroefpootjes die het waterpas stellen van het fornuis, indien nodig, mogelijk maken. Het is noodzakelijk dat het apparaat op een vlakke ondergrond staat. Vervormingen veroorzaakt door een slechte plaatsing kunnen de kenmerken en prestaties van het apparaat zelf in negatieve zin veranderen. Elektrische aansluiting NL HET IS VERPLICHT HET APPARAAT OP DE AARDLEIDING AAN TE SLUITEN. De kookplaat is erop gemaakt met wisselstroom te werken bij een toevoerspanning en -frequentie die op het herkenningsplaatje zijn aangegeven (dat zich onder de kookplaat of aan het einde van de gebruiksaanwijzing bevindt). Verzeker u ervan dat de plaatselijke toevoerspanning dezelfde is als die op het herkenningsplaatje aangegeven is. Het apparaat is niet uitgerust met een stroomkabel, aangezien deze berekend moet worden op grond van de gebruikte elektrische aansluiting (zie het volgende aansluitingsschema). Gebruik een rubberen kabel van het type H05VV-F. Open het klemmenbord volgens de aanwijzingen in de volgende figuur: Voer de volgende werkzaamheden uit om de stroomkabel aan te sluiten: • draai de schroef van de trekontlasting "V" en de schroeven van de contacten los. • bevestig de kabeltjes volgens het volgende schema onder de schroefkoppen. 2 1 1 2 3 4 5 V • bevestig de stroomkabel in de daarvoor bestemde aansluitclip en sluit het deksel. Aansluiting van de stroomkabel op het elektriciteitsnet Monteer op de kabel een genormaliseerde stekker die geschikt is voor de belasting die op het herkenningsplaatje staat aangegeven. In geval van een rechtstreekse aansluiting op het elektriciteitsnet, moet een eenpolige schakelaar met een minimum opening tussen de contacten van 3 mm, die op de belasting berekend is en die aan de heersende normen voldoet, tussen het apparaat en het elektriciteitsnet gemonteerd worden (de aardkabel mag niet door de schakelaar onderbroken worden). De stroomkabel moet zodanig geplaatst zijn dat deze op geen enkel punt een temperatuur bereikt die 50°C hoger is dan de omgevingstemperatuur. Alvorens de aansluiting uit te voeren dient men zich ervan te verzekeren dat: 19 NL • de begrenzende afsluitklep en de huishoudelijke installatie geschikt zijn voor de stroombelasting van de apparatuur (zie het herkenningsplaatje); • de toevoerinstallatie, volgens de normen en wetsbepalingen, voorzien is van een efficiënte aardleiding; • wanneer de kookplaat geïnstalleerd is het eenvoudig is bij de stekker of de eenpolige schakelaar te komen. Electrical connection Power supply voltage Fuse Cross section 230V~50Hz 32* A 3x4 mm² 400V -2N~50Hz 32 A 4x4 mm² 400V 3+N~50Hz 25 A 5x2.5 mm² 230V -2~50Hz 32* A 3x4 mm² 230V -3~50Hz 25 A 4x2.5 mm² 230V -2+2N~50Hz 25* A 5x2.5 mm² * De toepassing van de simultaneïteitscoëfficiënt voldoet aan de norm 20 TYPEPLAATJE Elektrische aansluitingen spanning 230/400V~ 50Hz of maximaal opgenomen vermogen 10.300W Deze apparatuur voldoet aan de volgende EU voorschriften: : 2006/95/EEG van 12/12/06 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen 89/336/EEG van 03/05/89 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen - 93/68/EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen. 2002/96/EG Afvalverwijdering • Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval mag worden meegegeven. De verwijderde apparaten moeten apart worden opgehaald om het terugwinnen en recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te optimaliseren en te voorkomen dat er eventuele schade voortvloeit voor de gezondheid en het milieu. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op alle producten om de consument eraan te herinneren dat dit gescheiden afval is. Om meer informatie te verkrijgen betreffende een juiste verwijdering van huishoudapparaten kan de consument zich richten tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkopers. Beschrijving van het apparaat Algemeen aanzicht 760 NL 60 120-180 mm 0 CONTROLELAMPJE THERMOSTAATKNOP voor de ELEKTRISCHE OVEN (instelling van de temperatuurstanden) TIMER KEUZEKNOP voor de ELEKTRISCHE OVEN (keuzeschakelaar van de bereidingsfuncties) 21 NL Bedieningspaneel Display PROGRAMMERINGSTIMER* Toets MEDIUM* Controlelampje GEPROGRAMMEERDE KOOKZONE* Controlelampje BOOSTER* Toets TOENAME TIJD* Aanwijzing KOOKZONE Aanwijzers STROOMSTERKTE en RESTERENDE WARMTE Toets ON/OFF Controlelampje ON/OFF Controlelampje BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL Toets AFNAME VERMOGEN Toets TOENAME VERMOGEN Toets BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL Toets BOOSTER* Toets PROGRAMMERINGSTIMER Controlelampje TIMER* • Toets TOENAME VERMOGEN om de kookplaat aan te zetten en het vermogen ervan te regelen (zie Starten en gebruik). • Toets AFNAME VERMOGEN om het vermogen te regelen en de kookplaat uit te zetten (zie Starten en gebruik). • Aanwijzing KOOKZONE, geeft de overeenkomende kookzone aan. • AanwijzerVERMOGEN: geeft het bereikte warmteniveau aan. • Toets ON/OFF voor het in- en uitschakelen van het apparaat. • Controlelampje ON/OFF: geeft aan of het apparaat in- of uitgeschakeld is. • Toets PROGRAMMERINGSTIMER om de programmering van de kookduur te regelen (zie Starten en gebruik). • Display PROGRAMMERINGSTIMER: toont de keuzes betreffende de programmering aan (zie Starten en gebruik). • Controlelampjes GEPROGRAMMEERD KOOKGEDEELTE: tonen de kookgedeeltes aan als u een programmering start (zie Starten en gebruik). De inductie-elementen Het inductiesysteem is het snelste kooksysteem dat er bestaat. Verschillend van de traditionele technologie, wordt met de inductiekookzone de glasplaat niet verwarmd. De pan zelf, die op de kookplaat staat, wordt een verwarmingselement: de warmte ontstaat rechtstreeks binnenin de pan, die een bodem van ferromagnetisch materiaal moet hebben. 22 Toets AFNAME TIJD* • Toets BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL om te voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan de regeling van het kookvlak worden uitgevoerd (zie Starten en gebruik). • Controlelampje BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL: toont dat de blokkering van het bedieningspaneel heeft plaatsgevonden (zie Starten en gebruik). • BOOSTER toets om het extra vermogen - 3000 W - van de kookzone in te schakelen (zie Starten en gebruik). • BOOSTER controlelampje, geeft aan dat het 'booster' extra vermogen actief is. • Controlelampje TIMER geeft aan dat de timer actief is. • MEDIUM toets, om de kookzone in te schakelen op het middelmatige niveau 8 (zie Starten en gebruik). • Toets TOENAME TIJD om de tijd van de timer of van de programmering toe te laten nemen (zie Starten en gebruik). • Toets AFNAME TIJD om de tijd van de timer of van de programmering af te laten nemen (zie Starten en gebruik). Kookgedeeltes Links ac hter Rechtsachter Links voor Rechts voor Totaal vermogen Vermogen (in W) I 1400 – 600 als Linksvoor* I 2200 – B 3000* - 1600 als Linkssachter* I 2200 – B 3000* - 1600 als Rechtsvoor* I 1400 – B 2000* – 600 als Rechtsachter* 7200 Legenda: I = kookzone met eenvoudige inductie B = booster: de kookzone kan beschikken over een extra vermogen van 3000 W * = het maximale vermogen wordt beperkt terwijl de booster in het kookgedeelte erachter actief is (zie Starten en gebruik). Starten en gebruik  De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat vetvlekjes achter op het glas. Voordat u het apparaat gebruikt raden wij u aan de vlekken te verwijderen met een speciaal nietschurend schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste paar uur dat u het apparaat gebruikt kan het zijn dat u een rubbergeur ruikt. Deze zal echter snel wegtrekken.  Als de kookplaat elektrisch wordt aangesloten hoort u na enkele seconden een kort geluidssignaal afgaan. Alleen dan kunt u de kookplaat aanzetten. Geluiden normale werking kookplaat: • Zoemen: geluid geproduceerd door het trillen van de metalen onderdelen waarvan de inductor en de pan zijn gemaakt en wordt gevormd door het elektromagnetische veld dat noodzakelijk is voor de verwarming. Dit neemt toe bij het toenemen van het vermogen van de inductor. • Zacht fluiten: dit hoort u als een lege pan op de kookplaat wordt gezet. Het geluid verdwijnt zodra u voedsel of water in de pan doet. • Knetteren: dit geluid wordt geproduceerd door het trillen van het materiaal van de bodem van de pan als er parasitaire stromingen plaatsvinden gevormd door het elektromagnetische veld (inductie). De intensiteit kan variëren aan de hand van het materiaal waarmee de bodem van de pan gemaakt is en wordt minder naarmate de afmetingen van de pan toenemen. • Hard fluiten: u hoort dit geluid als de twee inductoren op dezelfde verticale lijn tegelijkertijd op maximum vermogen werken en/of als op de grootste de boosterfunctie is ingesteld en de ander op zelfregeling staat. Het geluid wordt minder als u het vermogen van de zelfregelende inductor lager zet. Dit doet zich vooral voor als de bodem van de pan bestaat uit verschillende lagen van verschillende materialen. • Geluid van de ventilator: voor een juist gebruik van de kookplaat en om de veiligheid van het elektronische gedeelte te behoeden voor eventuele oververhitting is het noodzakelijk de ventilator in te schakelen. De ventilator draait op maximaal vermogen als de grote inductor op maximaal vermogen staat of als de boosterfunctie is ingeschakeld. In alle andere gevallen draait hij op middelmatig vermogen aan de hand van de waargenomen temperatuur. Het is bovendien mogelijk dat de ventilator blijft draaien nadat u de kookplaat heeft uitgezet, als de waargenomen temperatuur zeer hoog is. De genoemde geluiden zijn het resultaat van de inductietechnologie en zijn niet noodzakelijkerwijs functioneringsdefecten. Inschakelen kookplaat Druk ongeveer 1 seconde op de knop voor het inschakelen van de kookplaat. : seconden lang uitgedrukt: het NL vermogen van de kookzone gaat onmiddellijk naar het hoogste niveau (16). - • Houd de toets : seconden lang uitgedrukt: het vermogen van de kookzone daalt naar het laagste niveau 2 (functie langzaam koken). Medium functie Door op de toets m edium te drukken gaat de kookzone naar het middelste vermogensniveau 8. Booster functie Om de verwarmingstijd te versnellen kunt u in enkele kookzones de booster functie activeren door op de b oooster oster ost er . toets te drukken. Het controlelampje boven de toets gaat aan. Deze functie verhoogt het vermogen tot 2000 W of 3000 W, aan de hand van de grootte van de gekozen kookzone. De boosterfunctie stopt na 4 minuten automatisch. Zolang de booster van een van de kookzones actief is, zal het gedeelte daarvoor of daarachter slechts over een beperkt vermogen beschikken (bv.: als in de kookzone links achter de booster actief is, zal het vermogen in de kookzone links voor verminderen). Voor verdere informatie kunt u de Technische beschrijving van de modellen raadplegen. Uitschakelen kookgedeeltes Voor het uitschakelen van een kookzone: - • Druk op de toets : het vermogen van de kookzone wordt langzaam minder totdat het uitgaat. • U kunt ook tegelijkertijd op de toetsen - + en : drukken: het vermogen gaat onmiddellijk terug naar 0 en het kookgedeelte gaat uit. Programmering kookduur  Als u lang op de toetsen en drukt kunt u de minuten van de timer snel laten toenemen.  Alle kookgedeeltes kunnen tegelijkertijd geprogrammeerd worden voor een tijdsduur van tussen de 1 en de 99 minuten. 1. Kies het kookgedeelte door middel van de betreffende selectietoets. 2. Regel de temperatuur. . 3. Stel de gewenste kookduur in door middel van de toetsen Voor het inschakelen van een kookzone stelt u de gewenste - + en + 3. Druk op de programmeertoets Inschakelen kookzones stroomsterkte in met de toetsen • Houd de toets en . . 23 NL 4. Bevestig door op de toets Blokkering van het bedieningspaneel te drukken. De timer begint gelijk met aftellen. Het einde van de geprogrammeerde kooktijd wordt aangegeven door een geluidssignaal (van 1 minuut) waarna het kookgedeelte uitgaat. Herhaal de hierboven beschreven procedure voor iedere kookplaat die u wilt programmeren. Als de kookplaat in werking is kunt u het bedieningspaneel blokkeren om een ongewenst aanraken te vermijden (kinderen, schoonmaakhandelingen, enz.). Door op de toets te drukken zal het bedieningspaneel worden Visualisatie bij een meervoudige programmering. Indien een of meer kookplaten zijn geprogrammeerd vertoont het display de resterende tijd van de kookplaat die als eerste eindigt, terwijl hij de positie ervan aanduidt door middel van het betreffende controlelampje dat knippert. De controlelampjes van de andere geprogrammeerde kookplaten zijn aan. Om de resterende tijd van de andere geprogrammeerde kookplaten te visualiseren moet u een aantal keren op de drukken: met de klok mee zullen, de een na de toets ander, de tijden van alle geprogrammeerde kookplaten worden getoond, te beginnen met de kookplaat linksvoor. totdat de tijd van de kookplaat die u wilt wijzigen verschijnt. 2. Druk op de toetsen en voor het instellen van de nieuwe tijd. 3. Bevestig door op de toets te drukken. : de duur vermindert langzaamaan tot aan de uitschakeling 0. De programmering wordt gewist en het display verlaat de programmeringsmodus. De timer De kookplaat moet aan zijn. Met de timer kunt u een duur tot aan 99 minuten instellen. 1. Druk op de toets programmering totdat het controlelampje van de timer aangaat. 2. Stel de gewenste kookduur in door middel van de toetsen en . 3. Bevestig door op de toets te drukken. De timer begint gelijk met aftellen. Als de tijd verstreken is hoort u voor de duur van 1 minuut een geluidssignaal. 24 . Het controlelampje gaat uit en het Uitschakelen kookplaat Druk op de toets ; het apparaat gaat uit. Als het bedieningspaneel is geblokkeerd, blijft dit ook geblokkeerd nadat u de kookplaat opnieuw inschakelt. Als u de kookplaat opnieuw wilt inschakelen moet u eerst het bedieningspaneel deblokkeren. Het is mogelijk een demomodus in te stellen waarbij het bedieningspaneel normaal functioneert (de opdrachten betreffende de programmering inbegrepen), maar waarbij de verwarmingselementen niet aangaan. Om de “demo” modus te activeren moet de kookplaat aanstaan en alle stralingselementen uit: en • Druk tegelijkertijd 6 seconden lang op de toetsen Om een programmering te annuleren moet u bovenstaande handelingen uitvoeren. Bij punt 2 drukt u op de toets even op de toets bedieningspaneel wordt weer geactiveerd. “Demo” modus Het wijzigen van een programmering 1. Druk een aantal keer op de toets geblokkeerd. Het controlelampje boven de toets gaat aan. Als u het bedieningspaneel weer wilt gebruiken (bv. als u wilt stoppen met koken) moet u de blokkering uitschakelen: druk . Zodra de 6 seconden zijn verstreken zullen de controlelampjes ON/OFF en BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL een seconde lang knipperen. Laat de toetsen en los en druk op de toets ; • het display toont om de beurt de tekst DE en MO en het kookvlak gaat uit; • de volgende keer dat u de kookplaat inschakelt zal hij zich in de “demo” modus bevinden. Om deze modus te verlaten volgt u de boven beschreven procedure. Het display toont om de beurt de tekst DE en OF en het kookvlak gaat uit. Als u het kookvlak weer inschakelt zal het gewoon functioneren. Praktische tips voor het gebruik van het apparaat  Gebruik pannen die gemaakt zijn van materiaal dat geschikt is voor inductie (ferromagnetisch materiaal). Wij raden het gebruik aan van pannen van: gietijzer, geëmailleerd staal of speciaal inductie roestvrij staal. U kunt zelf testen of een pan geschikt is door hem uit te proberen met een magneet. GESCHIKTE MATERIALEN ONGESCHIKTE MATERIALEN tonen. Het display gaat uit het vermogensdisplay wanneer de kookzone voldoende is afgekoeld. Oververhitting * Gietijzer Ge‘mailleerd staal Speciaal roestvrij staal Koper, Aluminium, Glas, Terracotta, Aardewerk, Niet magnetisch roestvrij staal Om optimale resultaten te bereiken met de kookplaat: • Gebruik alleen pannen met een dikke, platte bodem zodat ze perfect aansluiten op het verwarmingsvlak. In het geval van oververhitting van de elektronische onderdelen gaat de kookplaat automatisch uit en verschijnt F op het display gevolgd door een knipperend nummer. Deze boodschap verdwijnt en u kunt de kookplaat weer gebruiken zodra de temperatuur tot op een acceptabel niveau is gezakt. Veiligheidsschakelaar • Gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat geheel te bedekken zodat alle beschikbare hitte wordt benut. • Houd de bodem van de pannen altijd goed schoon en droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit verlengt de levensduur van zowel de pannen als het kookvlak zelf. • Vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook op een gasfornuis heeft gebruikt: de warmteconcentratie van gasbranders kan de bodem van pannen vervormen, waardoor ze niet goed meer aansluiten. Veiligheidssystemen Pannensensor Ieder kookgedeelte is voorzien van een systeem dat waarneemt of er een pan op staat. De plaat straalt alleen warmte uit als er een pan van de juiste afmetingen op staat. Het knipperende display met de aanwijzer van de stroomsterkte kan aangeven: • dat de pan niet geschikt is • dat de pan een te kleine diameter heeft • dat de pan niet goed aansluit Aanwijzers van de resterende warmte Ieder kookgedeelte is voorzien van een aanwijzer van de resterende warmte. Deze aanwijzer geeft aan welke kookzones nog heet zijn. Als het toont dan is het kookgedeelte vermogensdisplay nog warm. Het is bijvoorbeeld mogelijk een gerecht warm te houden of boter of chocolade te laten smelten. Met het afkoelen van het kookgedeelte zal Het apparaat beschikt over een veiligheidsschakelaar die de kookgedeeltes automatisch uitschakelt als de tijdslimiet voor een bepaald vermogensniveau is bereikt. Tijdens deze veiligheidsonderbreking vertoont het display het cijfer “0”. B.v.: de kookplaat rechtsachter staat op 5, terwijl de plaat linksvoor op 2 staat. De plaat rechtsachter zal automatisch na 7 en half uur uitgaan, de plaat linksvoor na 9 en half uur. Vermogensniveau 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Begrenzing van de werkingsduur in uren 10 9,5 9 8,5 7,5 7 6,5 6 5,5 5 4 3,5 3 2,5 2 1 Geluidssignaal Enkele storingen, zoals: • een voorwerp (pan, bestek, enz.) dat meer dan 10 seconden op het bedieningspaneel ligt, • gemors op het bedieningspaneel, • een lange druk op een toets, kunnen een geluidssignaal veroorzaken. Verwijder de oorzaak van de storing en het geluidssignaal houdt op. Als de oorzaak van de storing niet wordt verwijderd blijft het geluidssignaal gaan en wordt het kookvlak uitgeschakeld. 25 NL Koken op laag vuur Koken op middelmatig vuur Koken op hoog vuur Koken op zeer hoog vuur Praktische kooktips Koken op zeer laag vuur NL 26 ¡§ ¡S ¡¢ ¡£ ¡™ ¡¡ ¡O ª • ¶ § S ¢ £ ™ ¡ Koken met een snelkookpan Snelkookpan Frituren Grillen Koken Crêpes Koken op hoog vuur en bruin bakken (Braadstukken, biefstukken, kalfslappen, visfilets, gebakken eieren) Snel indikken (vloeibare sauzen) Koken van water (pasta, rijst, groente) Melk Langzaam indikken (gebonden sauzen) Au bain-marie koken Koken op laag vuur (stoofschotels) Chocoladesaus Koken met snelkookpan, na het sissen Opwarmen van gerechten Warm houden van gerechten De oven biedt negen combinatiemogelijkheden voor de elektrische warmte-elementen; als voor het te koken gerecht de meest geschikte combinatie wordt gekozen zullen uiterst precieze resultaten mogelijk zijn. De verschillende functies worden verkregen door de in de volgende knop van de keuzeschakelaar standen te draaien: Symbool 0 Functie Vermogen 0) Uit - 1) Verhittingselement minigrill -+ onder 2350 W 2) Verhittingselement onder 1300 W 3) Verhittingselement minigrill 1050 W 4) Verhittingselement grill 2000 W 5) Maxigrill 3050 W 6) Maxigrill + ventilatie 3100 W 7) Verhittingselement onder + ventilatie 1350 W 8) Verhittingselement circulatie + ventilatie 2850 W 9) Snel ontdooien 50 W wordt het gerecht gebakken met • Bij de functie behulp van vooraf door een verwarmingselement opgewarmde lucht die vervolgens door een ventilator in de oven in circulatie wordt gebracht. De oven komt zeer snel op temperatuur en de gerechten kunnen daarom direct vanaf het begin in de koude oven worden geplaatst. Voorts bestaat de mogelijkheid om tegelijkertijd op twee verschillende niveaus te bakken. worden geen • Bij de functie “snel ontdooien” verwarmingselementen gebruikt, maar uitsluitend de ovenverlichting en de ventilator. • Bij het grillen wordt een hoog verwarmingsvermogen gebruikt, wat het onmiddellijke roosteren van de buitenoppervlakken van de gerechten mogelijk maakt en speciaal geschikt is voor vleessoorten die van binnen zacht moeten blijven. Voor het koken met de grill moet de keuzeschakelar op één van de volgende standen worden gezet: (grill), (maxigrill), (maxigrill+ventilator). Bij het grillen is het van belang dat de ovendeur gesloten blijft. De thermostaatknop verder niet op een temperatuur van meer dan 200°C instellen. Ovenverlichting De ovenverlichting gaat branden zodra de keuzeschakelaar gezet. op een willekeurige stand wordt Controlelampje De oven is voorzien van een controlelampje, dat uitgaat zodra de ingestelde temperatuur is bereikt. Op dit punt betekent het aan en uit gaan van het lampje dat de thermostaat aan het werk is de temperatuur van de oven constant te houden. Na instelling van de gewenste verwarmingsmethode, de knop van de thermostaat temperatuur instellen. op de gewenste • Voor het op normale wijze conventionele koken (roosteren, biscuits, enz.) de functie gebruiken (boven- en onderwarmte). De te bereiden gerechten pas in de oven plaatsen als de vooraf ingestelde temperatuur is bereikt en bij voorkeur slechts één niveau gebruiken. Als daarentegen een sterkere verwarming van de gerechten van onderen of van boven is gewenst, de keuzeschakelaar in de stand (onderwarmte), of (bovenwarmte) plaatsen 27 NL NL Braadspit - draaispit Om het braadspit te gebruiken moet u als volgt te werk gaan: prik het vlees dat u klaar wilt maken op dwarsspies in de lengterichting en zorg ervoor dat het vlees tussen de beide speciale verstelbare vorken klem komt te zitten. Doe de steunen “A” en “B” in de gaten in de vetopvangbak “E”, laat de gleuf van de stang precies in de opening “C” vallen en zet het rooster op de eerste geleider van de bodem van de oven af gerekend; steek de stang nu in het gat van het draaispit en schuif de gleuf naar voren in de opening “D”. Stel het draaispit in werking door de keuzeschakelaar op één van de volgende standen te draaien: 28 Ventilator Teneinde de warmte aan de buitenkant te verminderen hebben enkle modellen een verkoelende ventilator die in werking treedt als u aan de keuzeknop van de programma’s draait. Gedurende het koken is de ventilator altijd aan en u kunt een luchtstroom voelen die tussen het voorpaneel en de ovendeur uit komt. . N.B.: Aan het einde van de kooktijd blijf de ventilator werken totdat de oven voldoende is afgekoeld ook al staat de knop op “0”. In „Fast cooking“ gaat de ventilator automatisch aan als de oven warm is. Houd de ovendeur na het gebruik van de oven nog even half open staan: zo koelt hij sneller af. Het proces wordt door een supplementaire thermostaat gecontroleerd en kan zich in een of meer cycles afspelen. Kooktips De bereidingstijden kunnen variëren afhankelijk van de aard van de gerechten, het feit of zij gelijkmatig gaar moeten worden en de omvang ervan. In eerste instantie moet dan ook voor de kortste kooktijden worden gekozen om later, indien nodig voor langere tijden te kiezen. Boven- en onderwarmte Temperatuur Bereidingstijd °C (minuten) Soort gerecht Gebak Vruchtentaart Schuimgebak Cake van biscuitdeeg Luchtig biscuitgebak Cake-taart Chocoladetaart Italiaans zout brood "focaccia" Beignets Koekjes van bladerdeeg Tompoezen Kruimeldeeg 130 130 150 160 160 170 170 200 200 200 200 60-70 30-40 20-30 40-50 40-50 30-40 40-50 15-20 15-20 15-20 15-20 Soort gerecht Temperatuur °C Bereidingstijd (uren) Vlees Kalkoen (4-8 kg.) Ganzenvlees (4-5 kg.) Eend (2-4 kg.) Kapoen (2½-3 kg.) Rundvlees- goulash (1-1½ kg.) Lamsbout Gebraden haas (2 kg.) Gebraden fazant Kip (1-1½ kg.) 160 160 170 170 160 160 160 160 170 3-4½ 4-4½ 1½-2½ 2-2½ 3-3½ 1-1½ 1-1½ 1-1½ 1-1½ Vis 200 15-25 minuten GRILL Soort gerecht Bereidingstijd (minuten) Roosterstanden Karbonade (0.5 kg.) Worstjes Gegrilde kip (1 kg) Kalfsvlees gebraden aan het spit (0.6 kg.) Kip aan het spit (1 kg.) 60 15 60 60 60 3e geleider 2e geleider 1e geleider - La 1ª guida è quella in posizione più bassa. 29 NL Hete lucht NL Soort gerecht Gebak * Met geklopt deeg, in bakvorm * Met geklopt deeg, zonder bakvorm Kruimeldeeg, taartbodem Kruimeldeeg met vochtige vulling KKruimeldeeg met droge vulling * Met natuurlijk gerezen deeg Klein gebak Vlees Op het rooster bereid vlees Kalfsvlees Rundvlees Engelse rosbief Varkensvlees Kip In de braadslede bereid vlees Kalfsvlees Rundvlees Varkensvlees Kip Kalkoen in stukken Eend Stoofschotels Rundvleesstoofschotel Kalfsvleesstoofschotel Vis Visfilet, vislapjes, kabeljauw, wijting, tong Makreel, tarbot, zalm Oesters Ovengerechten Ovengerecht met deegwaren Ovengerecht met groenten * Zoete en hartige soufflés * Gewone pizza's en dubbelgevouwen pizza's Toast Ontdooien Kant-en-klaar maaltijden Vlees Vlees Vlees Geleider vanaf de bodem Hoeveelheid kg. Temperatuur Bereidingstijd °C (minuten) 1-3 1-3-4 1-3-4 1-3 1-3-4 1-3 1-3-4 1 1 0.5 1.5 1 1 0.5 175 175 175 175 175 175 160 60 50 30 70 45 50 30 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1-1.5 180 180 220 180 200 60 70 50 70 70 1-3 1-3 1-3 1-3 1-3 1-3 1 1 1 1-1.5 1.5 1-1.5 160 160 160 180 180 180 80 90 90 90 120 120 1 1 1 1 175 175 120 110 1-3 1.3 1-3 1 1 180 180 180 30 45 20 1-3 1-3 1-3 1-3-4 1-3-4 2 2 0.75 0.5 0.5 185 185 180 200 190 60 50 50 30 15 1-3 1-3 1-3 1-3 1 0.5 0.75 1 200 50 50 50 45 50 70 110 Opmerkingen: 1) Koken zonder voorverwarming van de oven met uitzondering van de gerechten waar een sterretje voor staat. 2) De in de tabel aangegeven geleider geniet de voorkeur als op meerdere roosterstanden wordt gekookt. 3) De gegeven tijden hebben betrekking op het koken op één roosterstand, bij het koken op meerdere roosterstanden moet u 5-10 minuten bij de tijden optellen. 4) Voor het braden van rundvlees, kalfsvlees, varkensvlees en kalkoenvlees met bot of rollades moeten 20 minuten bij de tijden worden opgeteld. 30 De elektronische programmeur Deze maakt het mogelijk de oven of grill te programmeren in de functies: • uitgestelde start met vastgestelde kooktijd; • onmiddelijke start met vastgestelde kooktijd; • timer. Functies van de knoppen: : timer : kooktijd : einde kooktijd : handmatig omschakelen - : instelling tijd achteruit + : instelling tijd vooruit Het gelijkzetten van het klokje Na het aansluiten aan het net of na uitvallen van de stroom knippert op de display 0.00 en • druk gelijktijdig op de knoppen vervolgens (binnen de 4 seconden) zet u de klok gelijk met de knoppen - en + . Met de knop + gaat de tijd vooruit. Met de knop - gaat de tijd achteruit. Op dezelfde wijze kunt u eventuele verdere gelijkzettingen uitvoeren. Handmatig gebruik van de oven Nadat u de klok gelijk heeft gezet gaat de programmeur automatisch in de handmatige positie. N.B.: Voor het oproepen van de handmatige functie na een "automatische" kooktijd drukt u tegelijkertijd op en . de knoppen Uitgestelde start met vastgestelde kooktijd De kooktijd en het einde van de kooktijd worden ingesteld. Laten we aannemen dat het uur op de display 10:00 uur aangeeft. 1. Zet de ovenknop op de gewenste funtie en temperatuur (b.v.: statische oven, 200°C). en stel vervolgens (binnen de 2. Druk op de knop 4 seconden) met de knoppen - en + de gewenste kooktijd in. Laten we een kooktijd van 30 minuten nemen; u ziet: Als u de knop loslaat verschijnt na 4 seconden de huidige tijd met het symbool en de letter “A” (AUTO). en vervolgens op de knoppen 3. Druk op de knop en voor het instellen van het einde van de kooktijd, laten we zeggen 13:00 4. Als u de knop loslaat verschijnt na 4 seconden de huidigen tijd op de display: De letter "AUTO" geeft aan dat de programmering van de kooktijd en het einde van de kooktijd in de automatische functie is ingesteld. De oven gaat automatisch aan om 12:30 en gaat uit na 30 minuten. Als de oven aan is verschijnt het verlichte pannetje gedurende de gehele kooktijd. U kunt met de op ieder willekeurig moment de ingestelde knop kunt u het einde van de kooktijd zien; met de knop kooktijd zien. Aan het einde van de kooktijd hoort u een geluidssignaal; om dit af te zetten drukt u op een willekeurige knop, behalve op de knoppen - en + . Onmiddelijke start met vastgestelde kooktijd Door alleen de kooktijd vast in te stellen (punten 1 en 2 van paragraaf "Uitgestelde start met vastgestelde kooktijd") begint deze onmiddelijk. Het ongedaan maken van een reeds ingesteld programma Laat hem los en breng met de Druk op de toets toets - de tijd weer terug op: en druk verlogens op de knop voor handmatige functie . Timer Met de timer stelt u een tijd in waarvandaan het terugtellen begint. Deze functie heeft niets te maken met het aan of uitgaan van de oven, hij geeft alleen een geluidssignaal als de tijd verlopen is. Druk op de knop , er verschijnt: Stel de gewenste tijdsduur in met de knoppen - en + Zodra u de knop loslaat begint de tijd af te tellen; op de display verschijnt de huidige tijd Als de tijd is afgelopen hoort u een geluidssignaal, dat kan worden afgezet door op een willekeurige knop te drukken (behalve de knoppen - en + ) ; het symbool gaat uit. Correctie/ongedaanmaken van de instelling • De instelling kan op ieder willekeurig moment worden veranderd. Druk op de betreffende knop en op de knop of . • Als de kooktijd ongedaan wordt gemaakt wordt automatisch ook het einde hiervan ongedaan gemaakt en viceversa. • Bij geprogrammeerd functioneren accepteert de oven geen einde kooktijd die eerder is dan het begin kooktijd dat door het apparaat zelf is gesteld. 31 NL Voorzorgsmaatregelen en advies NL  Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze derhalve goed door te nemen. Algemene veiligheidsmaatregelen • Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik binnenshuis. • Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of onweer. • Raak het apparaat niet blootsvoets aan of met natte handen of voeten. • Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen volgens de instructies die beschreven staan in deze handleiding. Gebruik het kookvlak niet om voorwerpen op te plaatsen en ook niet als snijplank. • Het glaskeramische kookvlak is bestand tegen mechanische stoten. Het kan echter worden beschadigd (of barsten) als het wordt geraakt door een puntig object, bijvoorbeeld door gereedschap. Als dit gebeurt moet u onmiddellijk het apparaat afsluiten van de elektrische stroom en contact opnemen met de Technische Dienst. • Als het oppervlak van de kookplaat gebarsten is moet u het apparaat uitschakelen om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt. • Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op warme delen van de kookplaat terechtkomen. • Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat u het uitschakelt. De resterende warmte wordt aangeduid door een aanwijzer (zie Starten en gebruik). • Houd voorwerpen die kunnen smelten op afstand van de kookplaat, zoals bv. plastic, aluminium of suikerhoudende etenswaren. Let vooral op plastic of aluminium verpakkingen en folie: als u ze op het nog warme of lauwe kookvlak neerlegt, kunt u zware schade aanrichten. 32 • Richt de handvaten van de pannen altijd naar de binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per ongeluk tegenaan stoot. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker beet te pakken. • Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact zit. • Plaats geen metalen voorwerpen (messen, lepels, deksels enz.) op de kookplaat aangezien zij heet kunnen worden. • Mededeling voor dragers van een pacemaker of een ander actief ingeplant medisch apparaat: De kookplaat voldoet aan alle geldende normen betreffende elektromagnetische storing. Dit product is aldus in volkomen overeenstemming met de voorschriften van de wet (richtlijn 89/336/EEG). Het ontwerp is zodanig gepland dat het geen storingen veroorzaakt bij andere elektrische apparaten die worden gebruikt, mits ook dezen voldoen aan bovengenoemde normen. De inductieplaat creëert elektromagnetische velden op korte afstand. Teneinde ieder risico van storing tussen de kookplaat en de pacemaker te vermijden moet deze laatste ook voldoen aan de geldende normen. Wat dat betreft kunnen wij slechts de conformiteit van ons eigen product garanderen. Voor informatie omtrent conformiteit of eventuele problemen verzoeken wij u zich tot uw behandelende arts te wenden of tot de fabrikant van de pacemaker. • Plaats geen metalen voorwerpen (messen, lepels, deksels enz.) op de kookplaat aangezien zij heet kunnen worden. • Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen. Onderhoud en verzorging De elektrische stroom afsluiten Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat. Reinigen van het apparaat ! Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende middelen, zoals sprays voor barbecues en ovens, vlekkenmiddelen, roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het oppervlak onherstelbaar krassen. ! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat. Binnenkant ovendeur: Gebruik voor het reinigen van de glazen ovendeuren geen schurende of ruwe materialen of scherpe metalen schrapertjes. Hiermee kan het oppervlak worden gekrast waardoor het glas uiteindelijk kan barsten. Binnenkant oven * • De binnenkant van de oven is bedekt met een speciaal soort microporeus email dat bij een normale kooktemperatuur tussen 200 en 300°C oxideert en alle onvermijdbare vet en andere afzettingen volkomen elimineert. Het reinigen wordt hierdoor bijzonder vergemakkelijkt: het is voldoende regelmatig, na het koken, de binnenwanden van de oven met een vochtige doek schoon te vegen van eventueel stof dat zich gedurende het koken kan hebben neergezet, zodat de zelfreiniging van de oven intact blijft. • Als er iets is overgekookt of het vuil is niet geheel geëlimineerd (b.v. bij grillen als de temperatuur, die nodig is voo het perfect functioneren van het zelfreinigende email, niet bereikt is), dan is het raadzaam de oven leeg te laten werken met maximum temperatuur totdat ieder restje vet of ander vuil verdwenen is. • Als na veelvuldig gebruik van de oven toch vuil op de zelfreinigende wanden is afgezet, waarschijnlijk te wijten aan het niet in acht nemen van de onderhoudsnormen, moet een grondige reinigingsbeurt plaats vinden, met warm water en een zachte doek (geen wasmiddelen gebruiken), waarna gespoeld en zorgvuldig gedroogd moet worden. • Gebruik nooit scherpe voorwerpen aangezien die de zelfreinigende wanden kunnen beschadigen. • Als de zelfreinigende wanden in de oven beschadigd worden, of onbruikbaar gemaakt, door gebrek aan onderhoud of door verkeerd onderhoud of na vele jaren gebruik, dan kunt u een zelfreinigende wanden-kit bestellen voor het opnieuw bedekken van de oven. U wendt zich dan tot onze bevoegde Technische Dienst. Buitenkant oven: • Reinig altijd als de oven koud is. • Het roestvrije staal en vooral de zones met de geserigrafeerde symbolen mogen in geen geval worden gereinigd met schurende of oplosmiddelen; gebruik alleen een natte lap met een lauw sop van vloeibaar wasmiddel. Roestvrij staal kan permanent gevlekt raken als het voor lange tijd in contact is met kalkhoudend water of aggressieve wasmiddelen (fosforhoudend). Het is dus altijd noodzakelijk met ruim water te spoelen en nauwkeurig af te drogen na het reinigen. Belangrijk: het reinigen moet in horizontale richting worden uitgevoerd, zoals de richting van de satinering. • Na het reinigen kunt u eventueel nog met een speciaal glansmiddel voor roestvrij staal behandelen. Belangrijk: gebruik geen schuurmiddelen, aggressieve wasmiddelen of zuurhoudende middelen. * Slechts op enkele modellen aanwezig. 33 NL NL Het demonteren/monteren van de ovendeur Teneinde het schoonmaken van de binnenkant van de oven te vergemakkelijken kunt u de ovendeur verwijderen door als volgt te werk te gaan: Onderhoud gaskranen Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk hem te vervangen. ! Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant bevoegde installateur. • Open de deur en zet de twee hendeltjes “B” omhoog; • Sluit de deur gedeeltelijk; u kunt de deur nu oplichten door de sluitveren “A” uit te trekken zoals aangegeven in afbeelding. Het weer monteren van de deur: • Met de deur in vertikale positie steekt u de 2 sluitveren “A” in de openingen; • Let erop dat het punt “D” perfect wordt aangehaakt aan de rand van de opening (beweeg de deur voorzichtig naar voren en naar achteren); • Houd de deur geheel open, zet de 2 hendeltjes “B” omlaag en sluit de deur. 34 Vervanging van de ovenlamp Controleren of het apparaat niet op het elektriciteitsnet is aangesloten. Vanuit de binnenkant van de oven de glazen beschermkap losschroeven, de lamp losdraaien en vervangen door een vergelijkbare uitvoering bestand tegen hoge temperaturen (300°C) en met de volgende eigenschappen: - Spanning 230 V - Vermogen 25 W - Fitting E 14.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Whirlpool KP9I96(X)/DE Gebruikershandleiding

Categorie
Ovens
Type
Gebruikershandleiding