HP Color LaserJet Managed MFP E87640du-E87660du series Installatie gids

Type
Installatie gids

Deze handleiding is ook geschikt voor

113,1 kg
249,3 lb
www.hp.com/videos/A3install
( (
support.hp.com
1.1 1.2
1
Installatiehandleiding voor de engine
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het werkgebied
vrij is van vuil en dat de vloer niet glad of nat is.
PAS OP: De printereenheid is zwaar. Vier personen
moeten deze optillen en installeren op de invoer
met twee cassettes (DCF) (Y1F98A), de invoer met
hoge capaciteit voor 2000vel (HCI voor 2000vel)
(Y1G21A) of de standaard (Y1G16A).
Pak de printer uit en laat deze acclimatiseren.
PAS OP: Voordat u de printer inschakelt, zorgt u ervoor dat de temperatuur in de ruimte en van de apparatuur ten minste 15°C (59°F) bedraagt.
OPMERKING: Laat de printer op de transportpallet staan totdat deze klaar is om te worden geïnstalleerd op een DCF, HCI voor 2000vel of standaard.
Verwijder de printer, belichtingstrommels, tonerafvaleenheid (TCU) en bijbehorende hardware uit
de doos. Na het uitpakken van de printer en benodigdheden laat u deze vier uur acclimatiseren.
OPMERKING: Als de printer en hardware waren opgeslagen bij een temperatuur lager dan
0°C(32°F), kan het langer duren voordat deze zijn geacclimatiseerd.
PAS OP: Verwijder de transporttape of beschermende verpakkingsmaterialen pas nadat de
printer is geïnstalleerd op een DCF, HCI voor 2000vel of standaard. (Stap 3.5)
OPMERKING: Belichtingstrommels worden opgeslagen in het uitvoerbakgebied onder de
automatische documentinvoer.
Trek het beschermende doorzichtige plastic omlaag tot de onderkant
van de printer om toegang mogelijk te maken tot punten voor
hetoptillen.
HP beveelt aan om de video
te bekijken voordat u de
installatie uitvoert.
HP Color LaserJet Managed Flow MFP
E87640-E87660
NJ
OE
3
2.1
2.2
3.1
3.2
2
3.4
3.3
3.5
Volg de aanwijzingen in de doos om de DCF, HCI of standaard
uit te pakken.
Plaats de DCF, HCI of standaard bij
de printer.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat
het werkgebied vrij is van vuil en dat
de vloer niet glad of nat is.
OPMERKING: Indien gewenst laat
u de stabilisatoren zakken om te
voorkomen dat de printer beweegt.
Installeer de twee zwarte herbruikbare grepen voor het optillen in de
handuitsparingen aan de linkerkant van de printer (1). Open twee staafjes
voor het optillen aan de rechterkant van de printer (2).
OPMERKING: Grepen voor het optillen worden aanbevolen maar worden
niet meegeleverd bij de printer (set grepen: JC82-00538A).
Til de printereenheid voorzichtig op en lijn de printer uit met de
uitlijningspennen en connector op het accessoire. Laat de printer
voorzichtig zakken op het accessoire.
PAS OP: De printereenheid is zwaar. Vier personen moeten deze
optillen en installeren op de DCF, de HCI of de standaard.
OPMERKING: Op de printer opent u elke klep en alle laden om te
controleren op transporttape en verpakkingsmaterialen. Verwijder alle
transporttape en beschermende verpakkingsmaterialen.
Verwijder de laden en installeer twee duimschroeven
(opzijgelegd in stap 2).
Verwijder de vergrendelingsschroef voor de
scanner en de rode sticker aan de linkerkant
van de printer.
WAARSCHUWING: De vergrendelingsschroef
voor de scanner moet worden verwijderd
voordat u de printer inschakelt.
Verwijder alle tape en verpakkingsmaterialen.
Zorgervoor dat u lade1, lade2 en lade3 controleert.
Installeer de printer op de DCF, HCI voor 2000vel of standaard.
Maak de DCF, HCI voor 2000vel of standaard klaar voor installatie.
PAS OP: Wees voorzichtig bij het optillen. Gebruik goede veilige methoden voor het optillen.
BELANGRIJK: Leg twee duimschroeven opzij voor het vastzetten van de HCI of standaard.
[
[
4
5
4.1
4.4
4.7
5.3
5.4 5.5
4.5
5.1
5.2
4.6
4.2
4.3
Installeer de tonercartridges.
Verwijder de verpakking van de tonercartridge.
PAS OP: Er wordt aanbevolen om de cartridge
in de zak te houden tijdens het schudden om te
voorkomen dat er tonerstof vrijkomt. Als u toner
op kleding krijgt, veegt u de toner met een droge
doek van de kleding en wast u de kleding in koud
water. Warm water xeert toner in stof.
Houd de tonercartridge
verticaal vast met de
blauwe kruisgreep
naar beneden gericht.
Vervolgens schudt u de
cartridge vijf keer hevig.
Verwijder de cartridge uit de plastic zak. Houd de cartridge onder een hoek van 45graden.
Vervolgens draait u de blauwe kruisgreep twee
volledige rotaties in de richting die is aangegeven
door de pijlen op de greep.
OPMERKING: Als u weerstand ondervindt binnen
in de cartridge, blijft u draaien totdat de kruisgreep
vlot draait.
Trek aan de blauwe kruisgreep terwijl u deze
draait om deze los te maken van de cartridge(1).
Vervolgens verwijdert u de kruisgreep uit de
cartridge (2). Gooi de kruisgreep weg (3).
Gebruik de kleurcodering op de printer om
de tonercartridge te installeren in de juiste
sleuf. Duw deze in om de cartridge volledig
te plaatsen.
OPMERKING: Herhaal de vorige stappen om
de resterende cartridges te installeren.
Installeer de belichtingstrommels.
PAS OP: Open de verpakking van een belichtingstrommel pas wanneer u klaar bent om deze
te installeren. Langdurige blootstelling aan fel licht kan de belichtingstrommel beschadigen en
problemen met de beeldkwaliteit veroorzaken.
Op de printer trekt u de verzegeling van
de reiniger voor de beeldtransferriem
(tussenliggende transferband) (rood pijlvormig
lipje) recht uit om deze te verwijderen.
Duw in op de sluiter van de reiniger voor de
tussenliggende transferband.
PAS OP: Controleer dat er geen stukken van de
verzegeling achterblijven.
Op de printer trekt u de vier verzegelingen van
de ontwikkeleenheden (rode langwerpige lipjes)
recht uit om deze te verwijderen.
Op de printer roteert u de vergrendelingshendel
voor elke belichtingstrommel omlaag.
5.6
5.105.9
7.16.1
7.2
5.8
5.7
6 7
Verwijder de belichtingstrommel uit de
schuimverpakking. Houd de belichtingstrommel
vast aan de grijs gemarkeerde greep met het
oranje kapje van de trommel naar beneden
gericht. Duw vervolgens op beide uiteinden
vanhet oranje kapje om het te verwijderen.
PAS OP: Raak het glanzende oppervlak van
de belichtingstrommel niet aan. Hetaanraken
van het trommeloppervlak kan de trommel
beschadigen en problemen met de
beeldkwaliteit veroorzaken.
OPMERKING: Er zijn drie
kleurenbelichtingstrommels en één
zwarte(K) belichtingstrommel. Zorg ervoor
dat de zwarte (K) belichtingstrommel wordt
geïnstalleerd in de juiste positie in de printer.
Kleurenbelichtingstrommels kunnen worden
geïnstalleerd in elke willekeurige kleurpositie
inde printer.
Lijn de sleuf aan de bovenkant van de
belichtingstrommel (1) uit met de geleider aan
de bovenkant van de opening in de printer (2).
Vervolgens plaatst u de belichtingstrommel
langzaam in de printer totdat deze volledig is
geplaatst.
PAS OP: Zorg ervoor dat de zwarte
trommeleenheid (K) wordt geïnstalleerd in de
zwarte locatie in de printer.
OPMERKING: Herhaal de vorige stappen om de
resterende trommels te installeren.
Op de printer roteert u de vergrendelingshendel
van elke belichtingstrommel omhoog.
Roteer de sluiter van elke tonervoorraad tegen de
klok in om deze te openen.
Houd de belichtingstrommel vast met één hand aan de onderkant en
één hand aan de greep aan de voorkant (1).
PAS OP: Gebruik de tonerafvalbuis niet als greep (2).
Installeer de tonerafvaleenheid (TCU).
Installeer het duplex-omdraaivak en de geleiders voor de papieruitleg.
Installeer de geleider voor het duplex-omdraaivak
met het streepjescode-etiket naar boven gericht.
Buig de geleider (1), installeer de voorste en
achterste pennen (2) op de tweede uitvoer en schuif
vervolgens de middelste pen omhoog om deze vast
te klikken in de desbetreende positie (3).
Installeer de geleiders voor de papieruitleg
op twee locaties op de eerste uitvoer.
8.1
8.4
9.1
9.2
8.2
8.3
9
8
9.3
9.4
Plaats papier in lade2.
OPMERKING: Er wordt papier gebruikt om conguratievellen af te drukken als dat nodig is (Letter of A4).
Duw omlaag op het blauwe lipje in de achterkant
van de lade. Tegelijkertijd knijpt u het blauwe lipje
in de voorkant van de lade in en schuift u om aan
te passen aan de goede papierlengte. Beide lipjes
zijn met een veer gespannen en vergrendelen
zodra ze worden losgelaten.
Knijp de zijkanten van het lipje in en schuif
vervolgens om de papierbreedte aan te passen.
Plaats het papier.
OPMERKING: A4- of Letter-papier moet met de lange
zijde van het papier aan de rechterkant van de lade
worden geplaatst, zoals weergegeven.
Initialiseer de printer.
PAS OP: Sluit de netwerkkabel niet aan op dit moment.
Sluit het netsnoer aan op de printer en het
wandstopcontact (1).
BELANGRIJK: Gebruik de aan-uitschakelaar van de
printer om de printer in te schakelen (2).
Volg de prompts op het bedieningspaneel om de
instellingen voor land/regio, taal, datum en tijd in
te stellen.
OPMERKING: Wacht 5-10minuten totdat de
printer de initialisatieprocessen automatisch heeft
voltooid.
Druk een conguratiepagina af om ervoor te
zorgen dat de printer goed werkt.
OPMERKING: Markeer de afgedrukte pagina met
een '1' om de eerste initialisatie aan te geven.
10
LPDC-controlelijst (Late Point Dierentiation Conguration) (automatisch).
PAS OP: De LPDC-procedure moet worden uitgevoerd door een getraind persoon tijdens het installatie-, staging- of instelproces van het apparaat.
OPMERKING: Als er geen internetverbinding beschikbaar is of het LPDC-proces niet mogelijk is via de netwerkverbinding, kan de snelheidslicentie worden
gedownload naar een USB-ashstation en handmatig worden geïnstalleerd. Ga naar stap 13.
OPMERKING: Wacht 24-48uur vanaf het moment dat het apparaat is verzonden tot wanneer de licentie beschikbaar wordt in de cloud. De snelheid kan pas
worden ingesteld wanneer de licentie beschikbaar is vanuit de cloud.
PAS OP: Zorg ervoor dat alleen het netsnoer is aangesloten. Sluit de netwerkkabel niet aan totdat u wordt opgedragen om dat te doen.
Gebruik de aan-uitschakelaar van de printer om de printer in te schakelen. Wacht totdat de instelwizard wordt weergegeven en congureer vervolgens elke
instelling.
• Laat de printer de initialisatie en interne communicatie voltooien.
Druk een conguratiepagina af om ervoor te zorgen dat de printer goed werkt en zorg ervoor dat de rmware juist is bijgewerkt.
Controleer dat de LPDC-status 'Niet gecongureerd (XX, XX, XX)' is.
PAS OP: Sla de volgende stap niet over.
Werk de printerrmware handmatig bij via een USB-ashstation (sluit geen netwerkkabel aan).
PAS OP: Zorg ervoor dat alle accessoires zijn geïnstalleerd voordat u het upgraden van de rmware uitvoert. Dit is de enige manier om de rmware op de
accessoires bij te werken. Accessoires worden mogelijk niet automatisch bijgewerkt als deze later worden bevestigd.
Wacht totdat de printer het proces voor het bijwerken van de rmware heeft voltooid. De printer wordt automatisch meerdere keren opnieuw geïnitialiseerd
(hetkan tot 30minuten duren voordat dit is voltooid, dus wees geduldig en onderbreek het rmwareproces niet).
Nadat de printer de status Gereed heeft bereikt, wacht u nog eens 2-5minuten om de printerrmware het kopiëren van de rmware naar alle PCA's te laten
voltooien.
Druk een conguratiepagina af. Zorg ervoor dat de rmware juist is bijgewerkt. Controleer dat de LPDC-status 'Niet gecongureerd (XX, XX, XX)' is.
Druk op de aan-uitknop
aan de voorkant van de printer en schakel vervolgens de hoofd-aan-uitschakelaar uit (bij het netsnoer).
OPMERKING: De snelheid van de printer kan niet worden gewijzigd nadat deze is ingesteld door de LPDC-licentie. Het serienummer van de printer wordt
vergrendeld op basis van de snelheidsinstelling die is besteld door de klant, en wordt geplaatst op HPI's site voor licentieactivering in de cloud.
Sluit de netwerkkabel aan op de printer.
Schakel de hoofd-aan-uitschakelaar (bij het netsnoer) in en druk vervolgens op de aan-uitknop aan de voorkant van de printer. Wacht totdat de printer de
status Gereed bereikt.
Zorg ervoor dat de printer een geldig IP-adres en een werkende internetverbinding heeft. Mogelijk moet er op dit moment een proxyserver worden gecongureerd
in de EWS of rechtstreeks worden ingevoerd in het menu van het bedieningspaneel.
Wacht totdat het LPDC-proces automatisch wordt gestart (binnen 10minuten na het tot stand brengen van een werkende internetverbinding).
OPMERKING: De printer start opnieuw op nadat het LPDC-proces is voltooid. De instelwizard van de printer wordt gestart.
Wanneer de instelwizard verschijnt, congureert u elk van de instellingen opnieuw.
Wacht ten minste 5minuten nadat de printer een status Gereed heeft bereikt om het LPDC-proces te laten voltooien.
PAS OP: Schakel de printer niet uit gedurende deze tijd.
Druk nog een conguratiepagina af. Zorg ervoor dat de LPDC is gecongureerd met de juiste licentiesnelheid en dat het modelnummer van de printer juist is.
Het productmodel van de printer wordt gewijzigd in het bestelde modelnummer. In de LPDC-status is het eerste cijfer tussen haakjes (x) '0', '1' of '2'. De '0' komt
overeen met de laagste snelheid, '1' is de gemiddelde snelheid en '2' is de hoogste snelheid. Dit bevestigt dat het LPDC-proces is voltooid.
OPMERKING: Als de automatische installatie mislukt, als er geen internetverbinding beschikbaar is of als het LPDC-proces niet mogelijk is via de
netwerkverbinding, kan de snelheidslicentie worden gedownload naar een USB-ashstation en handmatig worden geïnstalleerd.
11
LPDC-controlelijst (Late Point Dierentiation Conguration) (handmatig via USB-ashstation).
Zorg ervoor dat de netwerkkabel is losgekoppeld van de printer.
Schakel de hoofd-aan-uitschakelaar (bij het netsnoer) in en druk vervolgens op de aan-uitknop aan de voorkant van de printer om het apparaat in te schakelen.
Download de snelheidslicentie naar een USB-ashstation.
Met een pc met internetverbinding opent u een browser en gaat u naar de site HP Jet Advantage Management (JAM) Activation:
https://activation.jamanagement.hp.com.
• Selecteer het land/de regio.
• Selecteer SIGN IN (Aanmelden) in de Partner First Portal.
Typ de aanmeldgegevens van het HP Passport (inclusief de gebruikers-id en het wachtwoord).
• Selecteer Managed Print Specialist (Managed Print-specialist).
• Selecteer Technical Support (Technische ondersteuning).
• Selecteer Activate License (Licentie activeren).
Zoek naar License (Licentie).
• Voer het serienummer en productnummer van de printer in.
• Selecteer Submit (Verzenden).
Selecteer de knop Get License (Licentie ophalen) naast het serienummer van het apparaat om het LPDC-licentiebestand te downloaden.
OPMERKING: Als de licentie niet wordt gevonden, neemt u contact op met uw distributeur om ervoor te zorgen dat de informatie om de licentie te maken is
verzonden naar HP. Zodra HP de licentie heeft gemaakt, moet u 24-48uur wachten voordat de licentie beschikbaar wordt in de cloud.
PAS OP: Licenties moeten worden opgeslagen in de hoofddirectory van het USB-station met de opgegeven bestandsnaam.
Sla het bestand op in de hoofddirectory van het USB-ashstation dat in FAT32 is geformatteerd.
Terwijl de printer zich in de status Gereed bevindt, plaatst u het USB-ashstation in de USB-poort van de printer voor afdrukken zonder pc (formatter of HIP USB).
Zorg ervoor dat het bedieningspaneel bevestigt dat een USB-ashstation is geïnstalleerd (een snel bericht verschijnt op het bedieningspaneel). Vervolgens drukt
u op de aan-uitknop aan de voorkant van de printer om het apparaat uit te schakelen.
Druk op de aan-uitknop aan de voorkant van de printer om het apparaat in te schakelen. Vervolgens wacht u totdat de printer de status Gereed bereikt.
OPMERKING: Als het USB-ashstation niet wordt gedetecteerd, verwijdert u het USB-ashstation, schakelt u de printer uit, plaatst u het USB-ashstation opnieuw
en schakelt u vervolgens de printer in.
Wacht totdat het LPDC-proces automatisch wordt gestart (binnen 10minuten na het tot stand brengen van een werkende internetverbinding).
OPMERKING: De printer start opnieuw op nadat het LPDC-proces is voltooid. Vervolgens wordt de instelwizard van de printer gestart.
Wanneer de instelwizard verschijnt, congureert u elk van de instellingen opnieuw.
Wacht ten minste 5minuten nadat de printer een status Gereed heeft bereikt om het LPDC-proces te laten voltooien.
PAS OP: Schakel de printer niet uit gedurende deze tijd.
Druk nog een conguratiepagina af. Zorg ervoor dat de LPDC is gecongureerd met de juiste licentiesnelheid en dat het modelnummer van de printer juist is.
Het productmodel van de printer wordt gewijzigd in het bestelde modelnummer. In de LPDC-status is het eerste cijfer tussen haakjes (x) '0', '1' of '2'. De '0' komt
overeen met de laagste snelheid, '1' is de gemiddelde snelheid en '2' is de hoogste snelheid. Dit bevestigt dat het LPDC-proces is voltooid.
Sluit de netwerkkabel aan.
OPMERKING: Als de handmatige licentieoverdracht mislukt, neemt u contact op met uw distributeur voor ondersteuning.
12
12.1
12.2 12.3
Gebruik de streepjescode van het
modeltypeplaatje en installeer een nieuw
streepjescode-etiket aan de binnenkant van
de voorklep van de printer.
Installeer het typeplaatje.
Installeer het modeltypeplaatje en het streepjescode-etiket.
OPMERKING: De modeltypeplaatjes bevinden zich in de grote doos met de cd, het netsnoer, de lade-etiketten en andere items.
© Copyright 2019 HP Development Company, L.P.
www.hp.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

HP Color LaserJet Managed MFP E87640du-E87660du series Installatie gids

Type
Installatie gids
Deze handleiding is ook geschikt voor