BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
1. Gelieve all instructies te lezen voor gebruik van deze ventilator.
2. Gebruik deze ventilator alleen op de manier zoals wordt
beschreven in de instructies. Andere niet aan te raden
gebruiksmanieren kunnen leiden tot brand, elektrische schok
of letsel.
3. Sluit deze ventilator alleen aan op een enkelfasig stopcontact
met de stroom zoals deze staat vermeld op de typeplaat.
4. Sluit de stroom pas aan als het apparaat helemaal in elkaar is
gezet. Haal de stekker uit het stopcontact als u de ventilator van
de ene naar de andere plek verhuist, voordat u onderdelen erop
of eraf haalt en voordat u het apparaat gaat reinigen. Haal de
stroom van het apparaat als u het niet gebruikt. Trek niet aan het
stroomsnoer om de stekker uit het stopcontact te trekken.
5. Als de ventilator wordt gebruikt in de buurt van kinderen is
toezicht nodig. Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door
kinderen of andere personen zonder hulp of supervisie indien hun
lichamelijke, sensorische of geestelijke vermogens hen van een
veilig gebruik weerhouden.
6. Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden
gerepareerd door de producent, de servicedienst of een
gelijkwaardig erkend elektrobedrijf, om gevaar te voorkomen.
7. Rol het stroomsnoer helemaal uit. Een niet geheel uitgerold
stroomsnoer kan tot oververhitting leiden en daarmee brand.
Raak het stroomsnoer niet aan met natte handen. Plaats het
stroomsnoer zo dat niemand erover kan struikelen en van waaruit
het stopcontact toch makkelijk kan worden bereikt.
8. Gebruik niet een verlengsnoer of een variabele
snelheidsregelaar. Dit kan leiden tot oververhitting, brand of
elektrische schok.
9. Laat de ventilator niet werken zonder de beschermende voor-
en achtergril op hun plaats. Raak de draaiende bladen niet aan
met een lichaamsdeel. Dit kan leiden tot persoonlijk letsel of
schade.
10. Steek nooit vingers, potloden of andere voorwerpen door de
beschermingafdekking als de ventilator draait.
11. Laat de ventilator niet werken als deze beschadigd is of
schade lijkt te hebben, of als hij niet goed werkt. Haal de stekker
uit het stopcontact.
12. Gebruik de ventilator niet in de buurt van ontvlambare gassen
of substanties als oplosmiddelen, lakken, lijmen enz.
13. De ventilator is alleen ontworpen voor persoonlijk gebruik
binnenshuis en is niet bedoeld voor commercieel gebruik.
Gebruik de ventilator niet in de buurt van een badkuip, douche of
zwembad of op een andere plek waar water kan opspatten.
14. Dompel de ventilator niet onder water of in andere
vloeistoffen en giet geen water of andere vloeistoffen over de
ventilator.
15. Plaats de ventilator op een stevige, gladde en droge
ondergrond. Zorg dat de ventilator op een stabiele ondergrond
staat als hij in werking is zodat hij niet omvalt. Zorg ervoor dat
de ventilator stevig staat zodat hij niet kan kantelen of omvallen.
Houd een veilige afstand van andere voorwerpen van tenminste
50 cm.
16. Reinig de ventilator regelmatig via de reinigingsinstructies.
ONDERDELEN
1. Voorgril
2. Spinner
3. Bladen
4. Plastic moer
5. Achtergril
6. Motor kap
7. Snelheidsknop
8. Koppelingknop heen en weer draaien
9. Motorbehuizing
10. Kantelinstelknop
11. Stroomsnoer met stekker
12. Basis
MONTAGE-INSTRUCTIES
Monteren van Ventilatorblad en kappen
1. Maak de spinner met de klok mee los en de moer tegen de klok
in, verwijder ze allebei (Stappen 1, 2 en 3 Fig. 1).
2. Plaats de achtergril op de motorbehuizing zodat de hendel zich
bovenaan bevindt.
3. Schroef de plastic moer stevig vast om de achtergril te
bevestigen.
4. Verwijder de plastic afdekking van de motorbehuizing.
Installeer de ventilatorblad op de behuizing tot het de
bevestigingspen vindt. (Stappen 4 en 5 - Fig. 2).
5. Schroef de spinner tegen de klok in op de motorbehuizing voor
het blad.
6. Druk de voorgril op de achtergril tot de voorgril goed past, zet
beide grillen aan de rand vast en gebruik een schroevendraaien
om de bevestigingsschroef vast te zetten.
7. Maak beide grillen stevig vast met de schroeven en moeren
(Fig. 3).
BEDIENINGSINSTRUCTIES
Snelheidsknop
De snelheid van de ventilator regelt u met de snelheidsknop.
Het nummer op de knop geeft aan welke van de twee snelheden
actief is:
0 = Uit; 1 = Laag; 2 = Hoog
NEDERLANDS