Sony CMT-CP33MD de handleiding

Categorie
Minidisc-spelers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Micro HiFi
Component
System
4-228-581-32(1)
©2000 Sony Corporation
CMT-CP33MD
Bedienungsanleitung
Gebruiksaanwijzing
DE
NL
2
NL
WAARSCHUWING
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht, om brandgevaar of elektrische schokken te
voorkomen.
Open de behuizing niet, om gevaar voor elektrische schokken te voorkomen. Laat alle reparaties aan deskundig
personeel over.
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product.
De “CLASS 1 LASER PRODUCT” aanduiding bevindt zich aan de achterkant van
het apparaat.
Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het apparaat.
IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE VERKOPER AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR
DIRECTE SCHADE, SECUNDAIRE SCHADE OF WAT VOOR SCHADE DAN OOK,
VOORTVLOEIEND UIT GEBRUIK VAN HET APPARAAT OF EEN DEFECT HIERIN, NOCH VOOR
HIERMEE SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF VERLIEZEN.
Voor de Klanten in Nederland
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien
maar inleveren als KCA.
Deze stereo-installatie is uitgerust met een ruisonderdrukkingssysteem van het Dolby* B-type.
* Dolby ruisonderdrukking geproduceerd onder licentie van: Dolby Laboratories Licensing Corporation.
DOLBY en het dubbel D symbool ; zijn handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation.
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van het systeem.......... 4
Stap 2: Instellen van de klok .................... 6
Stap 3: Voorprogrammeren van
radiozenders ........................................ 7
Basisbedieningen
Afspelen van een CD ................................ 9
Opnemen van een CD op een MD
of een tape ....................................... 10
Afspelen van een MD ............................. 14
Afspelen van een tape ............................. 15
Een tape opnemen op een MD
— TAPE-MD-synchroon-opname ... 16
Luisteren naar de radio
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders ........ 18
Opnemen van de radio
— Handmatige opname .................... 19
De CD-speler
Herhaald afspelen van muziekstukken op de
CD — REPEAT-afspeelfunctie........ 22
Muziekstukken op een CD in willekeurige
volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie ............ 23
3
NL
NL
Programmeren van muziekstukken op een
CD — PROGRAM-afspeelfunctie ... 23
Gebruik van het CD-display ................... 25
Invoeren van CD-titels
— CD-geheugen ............................... 26
Het MD-deck — Afspelen
Herhaald afspelen van muziekstukken op de
MD — REPEAT-afspeelfunctie....... 28
Muziekstukken op een MD in willekeurige
volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie ............ 28
Programmeren van muziekstukken
op een MD
— PROGRAM-afspeelfunctie ......... 29
Gebruik van het MD-display................... 30
Het MD-deck — Opnemen
Alvorens met het opnemen
te beginnen ....................................... 31
Uw favoriete muziekstukken van een CD
opnemen op een MD
— CD-MD-synchroon-opname ........ 32
Handmatig opnemen op een MD
— Handmatige opname .................... 34
Opnamestart met 6 seconden muziek uit
het buffergeheugen
— Tijdmachine-opname ................... 35
Aanbrengen van muziekstuknummers .... 37
Inlassen van een 3-seconden interval tussen
de muziekstukken — Smart Space ... 39
Instellen van het opnameniveau .............. 41
Mono-opnamen ....................................... 42
Het MD-deck — Monteren
Alvorens met het monteren
te beginnen ....................................... 44
Invoeren van MD-titels
— NAME-functie ............................. 45
Wissen van opnamen
— ERASE-functie ............................ 47
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken — MOVE-functie.... 51
Onderverdelen van opgenomen
muziekstukken
— DIVIDE-functie ........................... 52
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken
— COMBINE-functie ...................... 53
Ongedaan maken van de laatste wijziging
— UNDO-functie ............................. 55
Het tapedeck — Opnemen
Uw favoriete muziekstukken van een CD
opnemen op een tape
— CD-TAPE-synchroon-opname .... 56
Opnemen van een MD op een tape ......... 59
Handmatig opnemen op een tape
— Handmatige opname .................... 61
Overige functies
Geluidsregeling ....................................... 62
Toewijzing van een naam aan een
voorgeprogrammeerde zender
— Station Name ............................... 63
Gebruik van het radio-informatiesysteem
(RDS)*.............................................. 65
Inslapen met muziek
— SLEEP-timerfunctie .................... 65
Ontwaken met muziek
— DAILY-timerfunctie .................... 66
Radioprogramma’s opnemen met
de timer............................................. 68
Aansluiten van los
verkrijgbare componenten
Aansluiten van los verkrijgbare
AV-componenten ............................. 69
Aansluiten van buitenantennes ................ 70
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ............................ 71
Systeembeperkingen van MD’s .............. 73
Verhelpen van storingen ......................... 74
Zelfdiagnose-display ............................... 78
Technische gegevens............................... 81
Beschrijving van de onderdelen van de
afstandsbediening ............................. 83
Overzicht van de programmatypes
(PTY) ................................................ 85
Index ........................................................ 86
* Alleen Europees model
4
NL
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van het systeem
Volg de onderstaande procedure 1 t/m 4 om uw systeem met behulp van de bijgeleverde snoeren en
accessoires aan te sluiten.
4
3
2
1
1 Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de
SPEAKER-aansluitingen, zoals hieronder is
aangegeven.
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van
de antennes om ruis te voorkomen.
2 Sluit de FM/AM-antennes aan.
Installeer de AM-raamantenne en sluit deze
daarna aan.
Type aansluiting A
FM75
AM
U
ANTENNA
AM-raamantenne
Luidspreker (rechts)
FM-antenne
Luidspreker (links)
Zwart (#)
Rood (3)
Steek dit
gedeelte erin
AM-
raamantenne
Trek de FM-
draadantenne er
horizontaal uit
5
NL
Voorbereidingen
Type aansluiting B
AM
FM75
ANTENNA
U
U
Plaatsing van twee R6 (AA-
formaat) batterijen in de
afstandsbediening
e
E
e
E
Tip
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes
maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op
afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te
vernieuwen.
Opmerkingen
Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt
te gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om
mogelijke beschadiging door batterijlekkage te
voorkomen.
Zorg dat u de batterijen met de juiste polariteit
plaatst.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast
elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen naast
elkaar.
Gebruik geen batterij die lekt.
Indien de batterij lekt, dient u de batterijhouder te
reinigen en alle batterijen te vernieuwen.
AM-
raamantenne
Steek dit
gedeelte erin
3 Bij modellen met een spanningskiezer
stelt u VOLTAGE SELECTOR in op de
plaatselijke netspanning.
220V – 240V
110V – 120V
VOLTAGE
SELECTOR
4 Steek de stekker in het stopcontact.
Indien de stekker niet in het stopcontact past,
dient u de bijgeleverde adapter te
ontkoppelen (alleen bij modellen met een
adapter).
6
NL
Stap 2: Instellen van de
klok
Om de schakelklok te kunnen gebruiken, moet u
de klok vooraf op de juiste tijd instellen.
De klok van het Europese model werkt met
24 uren, en die van andere modellen met 12 uren.
Voor de afbeeldingen wordt de klok met 24 uren
gebruikt.
x
.
>
N
`/1
X
M
m
4,6
3,5
3,5
2
1
4
DISPLAY
CURSORT
1 Schakel het systeem in.
2 Druk op CLOCK/TIMER SET.
Het klokdisplay verschijnt en de uur-
indicatie begint te knipperen.
3 Druk op . of > om het uur in te
stellen.
4 Druk op ENTER/YES of CURSORt.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
5 Druk op . of > om de minuten in
te stellen.
6 Druk op ENTER/YES.
De klok begint te lopen.
Indien u zich hebt vergist
Druk herhaald op CURSORT of t totdat de
indicatie die u wilt veranderen knippert en
verander daarna de instelling.
Veranderen van de ingestelde
tijd
U kunt de ingestelde tijd veranderen terwijl het
systeem is uitgeschakeld.
1 Druk op DISPLAY om de klok te laten
verschijnen.
2 Druk op CLOCK/TIMER SET.
3 Herhaal de stappen 3 t/m 6 van “Instellen van
de klok”.
Tip
Tijdens de eerste 30 seconden van elke minuut
knippert de bovenste stip van de kolom, en tijdens de
laatste 30 seconden knippert de onderste stip.
7
NL
Voorbereidingen
Stap 3:
Voorprogrammeren van
radiozenders
U kunt 30 zenders voorprogrammeren: 20 FM-
zenders en 10 AM-zenders.
FUNCTION
STEREO/MONO
123
x
.
>
N
`/1
X
M
m
5,6
5
5
4
1 Druk op TUNER/BAND om “FM” of
“AM” te kiezen.
Door indrukken van TUNER/BAND wordt
het systeem ingeschakeld.
2 Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “AUTO” verschijnt.
3 Druk op TUNING + of –.
De frequentie-indicatie begint te veranderen
en stopt wanneer het systeem op een zender
is afgestemd. “TUNED” en “STEREO”
(voor een stereo-programma) verschijnen.
4 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
5 Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening totdat “P.Memory ?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES op de afstandsbediening.
Op het display verschijnt een preselectie-
nummer. De zenders worden opgeslagen
vanaf preselectie-nummer 1.
Preselectie-nummer
6 Druk op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt. De zender is nu in
het geheugen vastgelegd.
7 Herhaal de stappen 1 t/m 6 om andere
zenders in het geheugen vast te leggen.
wordt vervolgd
8
NL
Stap 3: Voorprogrammeren van
radiozenders (vervolg)
Om te stoppen met zoeken naar
frequenties
Druk op TUNING MODE.
Om af te stemmen op een zender
met een zwak signaal
Druk bij stap 2 herhaald op TUNING MODE
totdat de indicaties “AUTO” en “PRESET” van
het display verdwijnen, en druk daarna herhaald
op TUNING + or – om handmatig op de zender af
te stemmen.
Om het preselectie-nummer te
veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1. Druk na stap 5 op
. of > op de afstandsbediening om het
preselectie-nummer te kiezen waaronder u de
zender wilt vastleggen.
Om een voorgeprogrammeerde
zender te wissen
1 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening.
2 Druk herhaald op . of > totdat
“P.Erase ?” verschijnt.
Indien u alle voorgeprogrammeerde zenders
wilt wissen, kiest u “P.All Erase”.
3 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening.
4 Druk herhaald op . of > om het
preselectie-nummer te kiezen dat u wilt wissen.
5 Druk op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt.
Elke keer wanneer u een preselectie-nummer wist,
wordt het totale aantal preselectie-nummers met
één verminderd en worden alle preselectie-
nummers die volgen op het gewiste preselectie-
nummer opnieuw genummerd.
Om het AM-afsteminterval te
veranderen (behalve bij het
Europese model)
Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld
op 9 kHz (in bepaalde gebieden 10 kHz). Om het
AM-afsteminterval te veranderen, dient u eerst op
een willekeurige AM-zender af te stemmen en
daarna het systeem uit te schakelen. Terwijl u de
TAPE x toets ingedrukt houdt, schakelt u het
systeem weer in. Wanneer u het interval verandert,
worden alle voorgeprogrammeerde AM-zenders
gewist. Om het oorspronkelijke interval te
herstellen, dient u dezelfde procedure te herhalen.
Tips
Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt
getrokken of wanneer er een stroomstoring optreedt,
blijven de voorgeprogrammeerde zenders nog
ongeveer een dag in het geheugen bewaard.
U kunt de voorgeprogrammeerde zenders een naam
geven (zie blz. 63).
Wanneer er tijdens een FM-stereoprogramma ruis
optreedt, druk dan op STEREO/MONO totdat
“MONO” bewegend op het display verschijnt. Er is
dan geen stereo-effect, maar de ontvangst verbetert.
Druk opnieuw op de toets om het stereo-effect weer
in te schakelen.
9
NL
Voorbereidingen/Basisbedieningen
Basisbedieningen
Afspelen van een CD
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1
(spanning).
?/1 (spanning)
2 Druk op CD NX.
De disc-lade sluit en het afspelen begint.
De indicator op de CD NX toets licht
groen op.
Muziekstuknummer Afspeeltijd
Om Doe het volgende
Het afspelen te stoppen Druk op CD x.
Te pauzeren Druk op CD NX. De
indicator van de CD NX
toets licht oranje op. Druk
opnieuw om het afspelen te
hervatten.
Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw
op CD Z.
CD-indicator
1 Druk op CD Z en plaats een CD in de
disc-lade.
Met de labelkant
naar boven.
Wanneer u een
CD-single (8 cm
CD) afspeelt,
dient u deze op
de binnenste
cirkel van de
lade te plaatsen.
VOLUME FUNCTION
1
2
./>
m/M
CDx
Een muziekstuk te
kiezen
Druk herhaald op . of
>.
Een punt in een
muziekstuk te vinden
Houd tijdens het afspelen
m of M ingedrukt en
laat deze los wanneer het
gewenste punt is bereikt.
Aan het einde van de CD
“—OVER—” verschijnt.
De CD te verwijderen Druk op CD Z.
Het volume in te
stellen
Draai VOLUME.
wordt vervolgd
10
NL
Afspelen van een CD (vervolg)
Opnemen van een CD op
een MD of een tape
U kunt een CD digitaal opnemen op een MD of
analoog opnemen op een tape.
U kunt ook een programma van uw favoriete
muziekstukken opnemen (zie blz. 32 en 56).
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1
(spanning).
Opnemen op een MD
Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen
bevat, begint het opnemen na het laatst
opgenomen muziekstuk. Om de opnamen te
wissen, zie “Wissen van opnamen” op blz. 47.
?/1 (spanning)
MDZ
2,3
CDx
MDx
4
5,6
`/1
ENTER/YES
NAME EDIT
Tips
Indien u het systeem inschakelt terwijl er zich een
CD in de disc-lade bevindt, licht de CD-indicator
oranje op.
Indien er geen CD in de speler zit, verschijnt “CD
No Disc” op het display.
Wanneer u CD NX indrukt terwijl het systeem is
uitgeschakeld en er zich een CD in de disc-lade
bevindt, zal het systeem automatisch worden
ingeschakeld en beginnen met het afspelen van de
CD (Één-toets-weergavestart).
U kunt overschakelen van een andere bron naar de
CD-speler en het afspelen van een CD laten
beginnen door gewoon op CD NX te drukken
(Automatische bronkeuze).
Bij stap 2 kunt u beginnen met afspelen vanaf het
muziekstuk.
1 Druk herhaald op . of > totdat het
gewenste muziekstuk verschijnt.
2 Druk op CD NX.
In plaats daarvan kunt u ook de cijfertoetsen op de
afstandsbediening indrukken. Het afspelen begint
automatisch. Om muziekstuknummer 10 of hoger in
te voeren, drukt u achtereenvolgens op >10 en het
muziekstuknummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u
de toets 10/0.
Opmerkingen
Gebruik geen CD met plakband, etiketten of lijm
erop omdat de CD-speler hierdoor beschadigd kan
raken.
Forceer de disc-lade niet wanneer u deze sluit
omdat de CD-speler hierdoor beschadigd kan raken.
Druk op CD Z om de disc-lade te sluiten.
Wanneer u CD Z indrukt om de disc-lade te openen
of te sluiten terwijl u naar een andere geluidsbron
luistert, licht de CD-indicator oranje op, zelfs
wanneer er zich geen CD in de lade bevindt.
Om de CD-indicator uit te schakelen, drukt u
herhaaldelijk op FUNCTION om over te schakelen
op de functie CD.
11
NL
Basisbedieningen
Met het pijltje
naar het deck
gericht
2 Druk op CD Z en plaats een CD in de
disc-lade.
6 Druk opnieuw op ENTER/START.
Het opnemen begint.
Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de
CD-speler en het MD-deck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op CD x of MD x.
Tips
De muziekstuknummers van de CD worden
automatisch op de MD opgenomen.
Al naar gelang de disc worden soms ook de CD
TEXT-gegevens gekopieerd (behalve wanneer u
tegelijkertijd opneemt op een MD en een tape).
Indien “CD-TEXT” tijdens het opnemen knippert,
drukt u eerst op NAME EDIT op de
afstandsbediening en vervolgens op ENTER/YES
om de titel van het huidige muziekstuk op te nemen.
(Indien “CD-TEXT” brandt, wordt de titel
automatisch opgenomen.)
Opmerking
Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc
geplaatst of kunt u niet op de betreffende MD
opnemen (zie blz. 79).
Indien de MD tijdens het
opnemen vol raakt
In dit geval stoppen de CD-speler en het MD-deck
automatisch.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ? /1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd
te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
wordt vervolgd
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
Met de labelkant naar
boven en het schuifdeksel
aan de rechterkant
Met de labelkant
naar boven.
Wanneer u een
CD-single (8 cm
CD) afspeelt,
dient u deze op
de binnenste
cirkel van de
lade te plaatsen.
3 Druk op CD Z om de disc-lade te
sluiten.
4 Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “CD-MD SYNC” verschijnt.
5 Druk op ENTER/START.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler in de pauzestand
voor afspelen.
12
NL
Opnemen van een CD op een MD
of een tape (vervolg)
Opnemen op een tape
Hiervoor kunt u gebruikmaken van tape van
TYPE I (normale tape) of TYPE II (CrO2). Het
opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
?/1 (spanning)
TAPEnN
2,3
CDx
TAPEx
5,7 6
14
DOLBY
NR*
* Dit tapedeck is uitgerust met het Dolby B-type
ruisonderdrukkingssysteem.
1 Druk op TAPE Z en plaats een blanco
tape.
Met de kant waarop u wilt
opnemen naar u toe gericht
2 Druk op CD Z en plaats een CD in de
disc-lade.
Met de labelkant
naar boven.
Wanneer u een
CD-single (8 cm
CD) afspeelt,
dient u deze op
de binnenste
cirkel van de
lade te plaatsen.
3 Druk op CD Z om de disc-lade te
sluiten.
4 Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “CD-TAPE SYNC” verschijnt.
5 Druk op ENTER/START.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler staat in de
pauzestand voor afspelen.
6 Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant op te
nemen, of op h (of j) om op beide
kanten op te nemen.
7 Druk op ENTER/START.
Het opnemen begint.
Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de
CD-speler en het tapedeck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op CD x of TAPE x.
13
NL
Basisbedieningen
Tips
Wanneer u op de achterkant wilt opnemen, druk dan
op TAPE nN zodat bij stap 6 de linker indicator
oplicht.
Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, begin
dan altijd bij de voorkant. Indien u bij de achterkant
begint, zal de opname stoppen wanneer het einde
van de achterkant is bereikt.
Als u voor opname op beide kanten kiest en de
voorkant halverwege een muziekstuk ten einde is,
wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de
achterkant opnieuw opgenomen.
Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het
lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 5 op
DOLBY NR zodat “;” op het display verschijnt.
Opmerking
Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc of
tape geplaatst of kunt u niet op de betreffende tape
opnemen (zie blz. 80).
Tegelijkertijd opnemen op een
MD en een tape
1 Volg stap 1 van “Opnemen op een MD”
(zie blz. 10) en de stappen 1 t/m 3 van
“Opnemen op een tape” (zie blz. 12).
2 Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “DUAL SYNC” verschijnt.
3 Volg de stappen 5 t/m 7 van “Opnemen
op een tape”.
Om de opname te stoppen
Druk op CD x, MD x of TAPE x.
Tips
Wanneer tijdens het opnemen het einde van de MD
of de tape wordt bereikt, gaat het andere
opnamemedium gewoon door met opnemen.
Als u voor opname op beide kanten kiest en de
voorkant halverwege een muziekstuk ten einde is,
wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de
achterkant opnieuw opgenomen. In dit geval kan
het gehele muziekstuk ook opnieuw op de MD
worden opgenomen.
Opmerking
Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc of
tape geplaatst of kunt u niet op de betreffende tape
opnemen (zie blz. 79 en 80).
14
NL
Afspelen van een MD
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1
(spanning). U kunt een MD afspelen zoals een
CD.
?/1 (spanning)
2 Druk op MD NX.
Het afspelen begint.
De indicator op de MD NX toets licht
groen op.
Muziekstuknummer Afspeeltijd
Om Doe het volgende
Het afspelen te stoppen Druk op MD x.
Te pauzeren Druk op MD NX. De
indicator op de MD NX
toets licht oranje op. Druk
opnieuw om het afspelen te
hervatten.
VOLUME MDZ
2
./>
m/M
MDx
Met het pijltje
naar het deck
gericht
Een punt in een
muziekstuk te vinden
Het volume in te
stellen
MD-indicator
1 Plaats een MD.
Met de labelkant naar
boven en het schuifdeksel
aan de rechterkant
Een muziekstuk te
kiezen
Druk herhaald op . of
>.
Houd tijdens het afspelen
m of M ingedrukt en
laat deze los wanneer het
gewenste punt is bereikt.
De MD te verwijderen Druk op MD Z.
Draai VOLUME.
Alvorens een MD te plaatsen
Wanneer het systeem is ingeschakeld, dient u zich
ervan te verzekeren dat de MD-indicator uit is.
Indien de MD-indicator oranje oplicht, is er reeds
een andere MD geplaatst. Druk op MD Z en
verwijder de MD.
15
NL
Basisbedieningen
Afspelen van een tape
Hiervoor kunt u gebruikmaken van elk type tape,
TYPE I (normale tape), TYPE II (CrO2) of TYPE
IV (metalen tape) aangezien het tapedeck
automatisch het type tape vaststelt (ATS*).
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1
(spanning).
?/1 (spanning)
Tips
Wanneer u MD NX indrukt terwijl het systeem is
uitgeschakeld en er zich een MD in het systeem
bevindt, zal het systeem automatisch worden
ingeschakeld en beginnen met het afspelen van de
MD (Één-toets-weergavestart).
U kunt overschakelen van een andere bron naar het
MD-deck en het afspelen van een MD laten
beginnen door gewoon op MD NX te drukken
(Automatische bronkeuze).
• Bij stap 2 kunt u beginnen met afspelen vanaf het
muziekstuk.
1 Druk herhaald op . of > totdat het
gewenste muziekstuk verschijnt.
2 Druk op MD NX.
In plaats daarvan kunt u ook de cijfertoetsen op de
afstandsbediening indrukken.
Het afspelen begint automatisch. Om
muziekstuknummer 10 of hoger in te voeren, drukt
u achtereenvolgens op >10 (of tweemaal om 100 of
hoger in te voeren) en het muziekstuknummer. Om
0 in te voeren, gebruikt u de toets 10/0.
Opmerking
Gebruik geen MD waarvan het label buiten de rand
uitsteekt of waarop het label niet op de juiste plaats is
aangebracht. Door zulke labels kan het MD-deck
defect raken.
4
m/M
VOLUME
TAPEx
2
3
1
DOLBY
NR**
TAPEX
* ATS: Automatische tapekeuze
**Dit tapedeck is uitgerust met het Dolby B-type
ruisonderdrukkingssysteem.
1 Druk op TAPE Z en plaats een
voorbespeelde tape.
Met de kant die u wilt afspelen
naar u toe gericht
wordt vervolgd
16
NL
Afspelen van een tape (vervolg)
Een tape opnemen op
een MD
— TAPE-MD-synchroon-opname
U kunt een tape analoog opnemen op een MD.
Hiervoor kunt u gebruikmaken van tape van
TYPE I (normale tape), TYPE II (CrO2) of TYPE
IV (metalen tape).
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1
(spanning).
?/1 (spanning)
2 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie TAPE.
3 Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om één kant af te spelen
of op h (of j*) om beide kanten af
te spelen.
* Nadat deze reeks vijfmaal is herhaald, stopt
het tapedeck automatisch.
4 Druk op TAPE nN.
De rechter indicator op de TAPE nN
toets licht op en daarna begint het afspelen
van de band vanaf de voorkant.
Om de achterkant af te spelen, drukt u
opnieuw op TAPE nN. De linker
indicator licht op en daarna begint het
afspelen van de achterkant.
Om Doe het volgende
Het afspelen te stoppen Druk op TAPE x.
Te pauzeren Druk op TAPE X. De
indicator op de TAPE X
toets licht op. Druk opnieuw
om het afspelen te hervatten.
Snel vooruit of terug
te spoelen
Druk op m of M.
De cassette te
verwijderen of te
vervangen
Druk op TAPE Z.
Het volume in te stellen Draai VOLUME.
Tips
Wanneer u TAPE nN indrukt terwijl het
systeem is uitgeschakeld en er zich een tape in het
systeem bevindt, zal het systeem automatisch
worden ingeschakeld en beginnen methet afspelen
van de tape (Één-toets-weergavestart).
U kunt overschakelen van een andere bron naar het
tapedeck en het afspelen van een tape laten
beginnen door gewoon op TAPE nN te drukken
(Automatische bronkeuze).
Om te luisteren naar een tape die is opgenomen met
het ruisonderdrukkingssysteem Dolby, drukt u op
DOLBY NR zodat “;” op het display verschijnt.
Met het pijltje
naar het deck
gericht
2
MDx
TAPExMDZ
3
4,5
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
Met de labelkant naar
boven en het schuifdeksel
aan de rechterkant
17
NL
Basisbedieningen
Tips
Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen
bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen
muziekstuk.
Indien de functie Smart Space is geactiveerd en er
tijdens het opnemen gedurende ongeveer 3
seconden of langer (maar minder dan 30 seconden)
geen geluid wordt ingevoerd, vervangt het MD-
deck deze stilte door een niet-opgenomen interval
van circa 3 seconden en gaat het opnemen verder.
Indien er echter sprake is van ruis, wordt deze
functie soms niet geactiveerd.
Opmerking
Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc
geplaatst of kunt u niet op de betreffende MD
opnemen (zie blz. 79).
Indien de MD tijdens het
opnemen vol raakt
Het tapedeck en het MD-deck stoppen
automatisch.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ? /1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd
te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
2 Druk op TAPE Z en plaats een
voorbespeelde tape.
3 Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “TAPE-MD SYNC” verschijnt.
4 Druk op ENTER/START.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en het tapedeck staat in de
pauzestand voor afspelen.
Af te spelen kant van tape
>>> verschijnt voor de voorkant en <<< voor
de achterkant. Om de niet aangegeven kant
af te spelen, drukt u op TAPE x. Verwijder
de cassette om deze om te keren en volg
daarna opnieuw de stappen 3 en 4.
5 Druk opnieuw op ENTER/START.
Het opnemen begint.
Wanneer de opname is beëindigd, stoppen
het tapedeck en het MD-deck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op TAPE x of MD x.
18
NL
Luisteren naar de radio
— Afstemmen op voorgeprogrammeerde
zenders
Programmeer eerst de radiozenders in het
geheugen van de tuner (zie blz. 7).
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1
(spanning).
?/1 (spanning)
3 Druk op TUNING + of –¤øm de
gewenste voorgeprogrammeerde zender
te kiezen.
Het preselectie-nummer verschijnt bewegend
op het display, gevolgd door de frequentie.
Frequentie (of zendernaam* of RDS-
zendernaam**)
Wanneer u slechts één zender hebt
voorgeprogrammeerd, verschijnt “ONE
PRESET” op het display.
* De zendernaam verschijnt alleen indien u de
zender een naam hebt gegeven (zie blz. 63).
**Alleen Europees model
Om Doe het volgende
De radio uit te schakelen Druk op ?/1 om het
systeem uit te schakelen.
Het volume in te stellen Draai VOLUME.
Om het preselectie-nummer te
kiezen door gebruikmaking van
de cijfertoetsen op de
afstandsbediening
Druk bij stap 3 op de cijfertoetsen.
Om muziekstuknummer 10 of hoger in te voeren,
drukt u achtereenvolgens op >10 en het
preselectie-nummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u
de toets 10/0.
VOLUMESTEREO/MONO
1
2
3
1 Druk op TUNER/BAND om “FM” of
“AM” te kiezen.
2 Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “PRESET” verschijnt.
19
NL
Basisbedieningen
Luisteren naar niet
voorgeprogrammeerde
radiozenders
Druk bij stap 2 herhaald op TUNING MODE
totdat de indicaties “AUTO” en “PRESET” van
het display verdwijnen, en druk daarna op
TUNING + of – om op de gewenste zender af
te stemmen (Handmatige afstemming).
Druk bij stap 2 herhaald op TUNING MODE
totdat “AUTO” verschijnt en druk daarna op
TUNING + of –. De frequentie-indicatie begint
te lopen. Het doorlopen van de frequentieband
stopt wanneer het systeem op een zender is
afgestemd (Automatische afstemming).
Om de functie voor
automatische afstemming uit te
schakelen
Druk op TUNING MODE.
Tips
Wanneer u op TUNER/BAND drukt terwijl het
systeem is uitgeschakeld, wordt het systeem
automatisch ingeschakeld en wordt er afgestemd op
de laatst ontvangen zender (Één-toets-
weergavestart).
U kunt overschakelen van een andere bron naar de
tuner door gewoon op TUNER/BAND te drukken
(Automatische bronkeuze).
Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een los verkrijgbare
buitenantenne aan te sluiten (zie blz. 70).
Wanneer er tijdens een FM-stereoprogramma ruis
optreedt, druk dan op STEREO/MONO totdat
“MONO” bewegend op het display verschijnt. Er is
dan geen stereo-effect, maar de ontvangst verbetert.
Druk opnieuw op de toets om het stereo-effect weer
in te schakelen.
Opnemen van de radio
— Handmatige opname
U kunt een radioprogramma analoog opnemen op
een MD of een tape.
Opnemen op een MD
Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen
bevat, begint het opnemen na het laatst
opgenomen muziekstuk. Om de opnamen te
wissen, zie “Wissen van opnamen” op blz. 47.
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1
(spanning).
?/1 (spanning)
2
3
4
MDZ MDx
5
6
wordt vervolgd
20
NL
Opnemen van de radio (vervolg)
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
Met de labelkant naar
boven en het schuifdeksel
aan de rechterkant
Met het pijltje
naar het deck
gericht
2 Druk op TUNER/BAND om “FM” of
“AM” te kiezen.
3 Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “PRESET” verschijnt.
4 Druk op TUNING + of – om de
gewenste voorgeprogrammeerde zender
te kiezen.
Het preselectie-nummer verschijnt bewegend
op het display, gevolgd door de frequentie.
Frequentie (of zendernaam* of RDS-
zendernaam**)
Wanneer u slechts één zender hebt
voorgeprogrammeerd, verschijnt “ONE
PRESET” op het display.
U kunt de preselectie-nummers ook kiezen
door gebruikmaking van de cijfertoetsen op
de afstandsbediening.
* De zendernaam verschijnt alleen indien u de
zender een naam hebt gegeven (zie blz. 63).
**Alleen Europees model
5 Druk op MD REC z.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en “REC” verschijnt op het display.
6 Druk op MD NX.
Het opnemen begint.
Om de opname te stoppen
Druk op MD x.
Tips
Indien er tijdens het opnemen van een AM-
radioprogramma sprake is van ruis, verplaats dan de
AM-raamantenne om de ruis te onderdrukken of
sluit een aarddraad aan op de U aansluiting (zie
blz. 71).
U kunt de MD in mono opnemen. Voor
bijzonderheden, zie “Mono-opnamen” op blz. 42.
Om niet voorgeprogrammeerde zenders op te
nemen, drukt u bij stap 3 herhaald op TUNING
MODE totdat de indicaties “AUTO” en “PRESET”
van het display verdwijnen, en daarna drukt u op
TUNING + of – om op de gewenste zender af te
stemmen.
Opmerking
Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan er niet op de MD worden
opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna
het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af
te dekken (zie blz. 32).
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ? /1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd
te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
21
NL
Basisbedieningen
Opnemen op een tape
Hiervoor kunt u gebruikmaken van tape van
TYPE I (normale tape) of TYPE II (CrO2). Het
opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1
(spanning).
?/1 (spanning)
5 TAPEx
3,6
1
DOLBY NR*
7 TAPEnN
4
2
* Dit tapedeck is uitgerust met het Dolby B-type
ruisonderdrukkingssysteem.
1 Druk op TAPE Z en plaats een blanco
tape.
Met de kant waarop u wilt
opnemen naar u toe gericht
2 Druk op TUNER/BAND om “FM” of
“AM” te kiezen.
3 Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “PRESET” verschijnt.
4 Druk op TUNING + of – om de
gewenste voorgeprogrammeerde zender
te kiezen.
Het preselectie-nummer verschijnt bewegend
op het display, gevolgd door de frequentie.
Frequentie (of zendernaam* of RDS-
zendernaam**)
Wanneer u slechts één zender hebt
voorgeprogrammeerd, verschijnt “ONE
PRESET” op het display.
U kunt de preselectie-nummers ook kiezen
door gebruikmaking van de cijfertoetsen op
de afstandsbediening.
* De zendernaam verschijnt alleen indien u de
zender een naam hebt gegeven (zie blz. 63).
**Alleen Europees model
5 Druk op TAPE REC z.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en “REC” verschijnt op het display.
6 Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant op te
nemen, of op h (of j) om op beide
kanten op te nemen.
7 Druk op TAPE X.
Het opnemen begint.
wordt vervolgd
22
NL
Opnemen van de radio (vervolg)
Om de opname te stoppen
Druk op TAPE x.
Tips
Indien er tijdens het opnemen van een AM-
radioprogramma sprake is van ruis, verplaats dan de
AM-raamantenne om de ruis te onderdrukken of
sluit een aarddraad aan op de U aansluiting (zie
blz. 71).
Wanneer u op de achterkant wilt opnemen, druk dan
op TAPE nN zodat bij stap 6 de linker indicator
oplicht.
Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, begin
dan altijd bij de voorkant. Indien u bij de achterkant
begint, zal de opname stoppen wanneer het einde
van de achterkant is bereikt.
Om niet voorgeprogrammeerde zenders op te
nemen, drukt u bij stap 3 herhaald op TUNING
MODE totdat de indicaties “AUTO” en “PRESET”
van het display verdwijnen, en daarna drukt u op
TUNING + of – om op de gewenste zender af te
stemmen.
Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het
lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 5 op
DOLBY NR zodat “;” op het display verschijnt.
De CD-speler
Herhaald afspelen van
muziekstukken op de CD
— REPEAT-afspeelfunctie
Tijdens afspelen in normale, willekeurige of
geprogrammeerde volgorde kunt u de
muziekstukken op een CD herhaald afspelen.
REPEAT
, Druk tijdens het afspelen op REPEAT
totdat “REPEAT” of “REPEAT 1”
verschijnt.
REPEAT: Voor alle muziekstukken op de
CD.
REPEAT 1: Voor slechts één muziekstuk.
Om de REPEAT-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk op REPEAT totdat “REPEAT” of
“REPEAT 1” is verdwenen.
23
NL
Basisbedieningen/De CD-speler
Muziekstukken op een
CD in willekeurige
volgorde afspelen
SHUFFLE-afspeelfunctie
U kunt alle muziekstukken op een CD in
willekeurige volgorde afspelen.
213
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie CD.
2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“SHUFFLE” verschijnt.
3 Druk op CD NX.
Het afspelen in willekeurige volgorde begint.
Om de SHUFFLE-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“SHUFFLE” en “PGM” verdwijnen.
Tips
Tijdens afspelen in normale volgorde kunt u direct
overschakelen naar de SHUFFLE-afspeelfunctie
door “SHUFFLE” op het display te laten
verschijnen.
• Om een muziekstuk over te slaan, drukt u op >.
Programmeren van
muziekstukken op een
CD
PROGRAM-afspeelfunctie
U kunt een programma creëren van maximaal 25
muziekstukken in de volgorde waarin u deze wilt
afspelen. U kunt ook een synchroon-opname van
het programma op een MD of een tape maken (zie
blz. 32 en 56).
x
.
>
N
`/1
X
M
m
2
1
6
3
4
3
CLEAR
1 Druk op CD om over te schakelen op de
functie CD.
2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PGM” verschijnt.
3 Druk herhaald op . of > totdat
het gewenste muziekstuknummer op het
display verschijnt.
Gekozen
muziekstuknummer
Totale
afspeeltijd
wordt vervolgd
24
NL
Programmeren van
muziekstukken op een CD
(vervolg)
Controleren van de volgorde van
de geprogrammeerde
muziekstukken
Druk tijdens geprogrammeerd afspelen herhaald
op . of >.
Om Doe het volgende
Laatst
geprogrammeerde
muziekstuk
Totale afspeeltijd
5 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
6 Druk op N.
Het afspelen in geprogrammeerde volgorde
begint.
Alle muziekstukken worden in de
geprogrammeerde volgorde afgespeeld.
Controleren van het totale
aantal geprogrammeerde
muziekstukken
Druk in de stopstand op DISPLAY. Het totale
aantal geprogrammeerde muziekstukken
verschijnt, gevolgd door het laatst
geprogrammeerde muziekstuknummer en de totale
afspeeltijd van het programma.
Laatst
geprogrammeerde
muziekstuk
Totale afspeeltijd
van het
programma
4 Druk op ENTER/YES.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
“Step” verschijnt, gevolgd door het nummer
van het muziekstuk in de geprogrammeerde
volgorde. Het nummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk verschijnt,
gevolgd door de totale afspeeltijd van het
programma. Indien u een vergissing hebt
gemaakt, druk dan op CLEAR om het
nummer van het laatst geprogrammeerde
muziekstuk te wissen.
Druk op x wanneer de
PROGRAM-afspeelfunctie
zich in de stopstand bevindt.
Om het gewenste
muziekstuknummer te kiezen
door gebruikmaking van de
cijfertoetsen op de
afstandsbediening
Druk op de cijfertoetsen in plaats van de stappen 3
t/m 5 te volgen.
Om muziekstuknummer 10 of hoger in te voeren,
drukt u achtereenvolgens op >10 en het
muziekstuknummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u
de toets 10/0.
Tips
Uw programma blijft in het geheugen bewaard
nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma
nogmaals af te spelen, drukt u achtereenvolgens op
N.
Indien u probeert om 26 of meer muziekstukken
(onderdelen) te programmeren, verschijnt “Step
Full”.
Wanneer de totale afspeeltijd van uw CD-
programma meer dan 100 minuten is, of wanneer u
een muziekstuk kiest met nummer 21 of hoger,
verschijnt “--.--”.
Te stoppen met
geprogrammeerd
afspelen
Druk op x en druk daarna
herhaald op PLAY MODE
totdat “PGM” en “SHUFFLE”
zijn verdwenen.
Een muziekstuk toe
te voegen aan het
programma (in de
stopstand)
Volg de stappen 3 en 4.
Het gehele
programma te
wissen
25
NL
De CD-speler
Gebruik van het
CD-display
U kunt het totale aantal muziekstukken, de totale
afspeeltijd en de resterende afspeeltijd van het
huidige muziekstuk of van de CD controleren.
Wanneer er een CD TEXT-disc is geplaatst, kunt
u de gegevens controleren die op de disc zijn
opgenomen, zoals de titels of de namen van de
artiesten.
x
.
>
N
X
M
m
DISPLAY
, Druk op DISPLAY.
Elke keer wanneer u tijdens afspelen in
normale volgorde of in de stopstand deze
toets indrukt, verandert het display als volgt:
Tijdens afspelen in normale
volgorde
t Verstreken afspeeltijd van huidig
muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd van huidig
muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd van de CD*
r
Muziekstuktitel van huidig muziekstuk**
r
Klokdisplay
r
BASS-niveau
r
TREBLE-niveau
In de stopstand
t CD-stopstanddisplay
r
Titel van CD**
r
Naam van artiest**
r
Totaal aantal muziekstukken en totale
afspeeltijd
r
Klokdisplay
r
BASS-niveau
r
TREBLE-niveau
* Tijdens afspelen in geprogrammeerde volgorde
wordt de resterende afspeeltijd van het programma
aangegeven.
**Indien er een CD zonder titel is geplaatst,
verschijnt er niets. Indien de CD meer dan 50
muziekstukken bevat, wordt CD TEXT vanaf
muziekstuk 51 niet meer aangegeven.
26
NL
Invoeren van CD-titels
CD-geheugen
U kunt maximaal 50 CD’s een titel geven die kan
bestaan uit maximaal 20 tekens. Wanneer u een
CD met een titel plaatst, verschijnt de titel op het
display.
Opmerkingen
U kunt geen titel geven aan een CD waarbij “CD-
TEXT” op het display verschijnt.
Wanneer u CDs voor het eerst een titel
geeft, dient u vooraf altijd de handelingen te
verrichten die vermeld staan in Wissen
van alle disctitels die in het
systeemgeheugen zijn vastgelegd op
blz. 27.
x
.
>
N
`/1
X
M
m
1
4
7
2,3
5
4
CLEAR
PLAY MODE
CURSORT
1 Druk op CD om over te schakelen op de
functie CD.
Wacht totdat het totale aantal muziekstukken
en de totale afspeeltijd in de stopstand op het
display verschijnen. Indien “SHUFFLE” of
“PGM” op het display verschijnt, druk dan
herhaald op PLAY MODE totdat beide
indicaties zijn verdwenen.
Totale aantal
muziekstukken
Totale afspeeltijd
2 Druk op NAME EDIT.
De cursor begint te knipperen.
Cursor
3 Druk op CHARACTER om het
gewenste soort letter te laten
verschijnen.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
(spatie)* t A (hoofdletters) t
a (kleine letters) t 0 (cijfers) t
! (symbolen) t (spatie)* t
Het eerste teken kan geen spatie zijn.
* Om deze reden verschijnt “ ” (spatie) niet
op het display wanneer u als eerste teken een
spatie invoert.
27
NL
De CD-speler
4 Druk herhaald op . of > om het
gewenste teken te kiezen.
Om een spatie in te voeren
Druk op CURSORt zonder . of > in
te drukken.
Om een symbool in te voeren
U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken.
! ” # $ % & ’ ( ) + , – . / : ; < = > ? @ _ `
5 Druk op CURSORt .
Het teken dat u bij stap 4 hebt gekozen, stopt
met knipperen en de cursor gaat naar rechts.
Cursor
6 Herhaal de stappen 3 t/m 5 om de
volledige titel in te voeren.
Indien u zich hebt vergist
Druk op CURSORT of t totdat het teken
dat u wilt veranderen knippert, en herhaal
dan de stappen 3 t/m 5.
Om een teken te wissen
Druk op CLEAR terwijl het teken knippert.
U kunt geen tekens invoegen.
7 Druk op ENTER/YES om de titelinvoer
te beëindigen.
De disctitel is nu in het systeemgeheugen
vastgelegd en daarna verschijnt weer de
oorspronkelijke indicatie op het display.
Om de titelinvoerfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Controleren van de disctitels
1 Druk in de stopstand op MENU/NO.
2 Druk herhaald op . of > totdat “Name
Check ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
3 Druk herhaald op . of > om de disctitels
te kiezen die in het systeemgeheugen zijn
opgeslagen (001 t/m 050).
Om de huidige disctitel te
controleren
Druk in de stopstand op SCROLL.
Wissen van een disctitel
1 Druk in de stopstand op MENU/NO.
2 Druk herhaald op . of > totdat “Name
Erase ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
De disctitel verschijnt bewegend op het display.
“No Name” verschijnt indien er geen disctitel is
ingevoerd.
3 Druk opnieuw op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt en de disctitel is nu
gewist.
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk tijdens de stappen 1 en 2 op MENU/NO.
Wissen van alle disctitels die
in het systeemgeheugen zijn
vastgelegd
1 Druk in de stopstand op MENU/NO.
2 Druk herhaald op . of > totdat “All
Erase ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
“All Erase ??” verschijnt.
3 Druk opnieuw op ENTER/YES om de disctitels
te wissen.
“Complete !!” verschijnt en alle disctitels zijn
nu gewist.
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk tijdens de stappen 1 en 2 op MENU/NO.
Opmerking
Om ervan verzekerd te zijn dat de disctitels niet uit
het geheugen worden gewist, dient u het systeem ten
minste eenmaal per maand aan te sluiten op de
netspanning.
28
NL
Het MD-deck
— Afspelen
Herhaald afspelen van
muziekstukken op de
MD
REPEAT-afspeelfunctie
Tijdens afspelen in normale, willekeurige of
geprogrammeerde volgorde kunt u de
muziekstukken op een MD herhaald afspelen.
REPEAT
, Druk tijdens het afspelen op REPEAT
totdat “REPEAT” of “REPEAT 1”
verschijnt.
REPEAT: Voor alle muziekstukken op de
MD.
REPEAT 1*: Voor slechts één muziekstuk.
* Tijdens afspelen in willekeurige of
geprogrammeerde volgorde is herhaling van
één muziekstuk niet mogelijk.
Om de REPEAT-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk op REPEAT totdat “REPEAT” of
“REPEAT 1” is verdwenen.
Muziekstukken op een
MD in willekeurige
volgorde afspelen
SHUFFLE-afspeelfunctie
U kunt alle muziekstukken op een MD in
willekeurige volgorde afspelen.
213
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat “SHUFFLE” verschijnt.
3 Druk op MD NX.
Het afspelen in willekeurige volgorde begint.
Om de SHUFFLE-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk op MD x om de SHUFFLE-afspeelfunctie
uit te schakelen en druk daarna herhaald op PLAY
MODE totdat “SHUFFLE” en “PGM”
verdwijnen.
Tip
Om een muziekstuk over te slaan, drukt u op >.
29
NL
Het MD-deck
Afspelen
Programmeren van
muziekstukken op een
MD
PROGRAM-afspeelfunctie
U kunt een programma creëren van maximaal 25
muziekstukken in de volgorde waarin u deze wilt
afspelen.
x
.
>
N
`/1
X
M
m
2
3
1
3
6
4
CLEAR
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat “PGM” verschijnt.
3 Druk herhaald op . of > totdat
het gewenste muziekstuknummer op het
display verschijnt.
4 Druk op ENTER/YES.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
“Step” verschijnt, gevolgd door het nummer
van het muziekstuk in de geprogrammeerde
volgorde. Het nummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk verschijnt,
gevolgd door de totale afspeeltijd van het
programma. Indien u een vergissing hebt
gemaakt, druk dan op CLEAR om het
nummer van het laatst geprogrammeerde
muziekstuk te wissen.
Gekozen
muziekstuknummer
Totale
afspeeltijd
Laatst
geprogrammeerde
muziekstuk
Totale
afspeeltijd
5 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
6 Druk op N.
Het afspelen in geprogrammeerde volgorde
begint.
Alle muziekstukken worden in de
geprogrammeerde volgorde afgespeeld.
Controleren van het totale
aantal geprogrammeerde
muziekstukken
Druk in de stopstand op DISPLAY. Het totale
aantal geprogrammeerde onderdelen verschijnt.
Laatst
geprogrammeerde
muziekstuk
Totale aantal
geprogrammeerde
onderdelen
wordt vervolgd
30
NL
Programmeren van
muziekstukken op een MD
(vervolg)
Druk op x en druk daarna
herhaald op PLAY MODE
totdat “PGM” en “SHUFFLE”
zijn verdwenen.
Gebruik van het MD-
display
U kunt het totale aantal muziekstukken, de totale
afspeeltijd en de resterende afspeeltijd van de MD
controleren.
x
.
>
N
X
M
m
DISPLAY
, Druk op DISPLAY.
Elke keer wanneer u tijdens afspelen in
normale volgorde of in de stopstand deze
toets indrukt, verandert het display als volgt:
Tijdens afspelen in normale
volgorde
t Verstreken afspeeltijd en het
muziekstuknummer van huidig
muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd en het
muziekstuknummer van huidig
muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd van de MD
r
Muziekstuktitel van huidig muziekstuk*
1
r
Klokdisplay
r
BASS-niveau
r
TREBLE-niveau
Controleren van de volgorde van
de geprogrammeerde
muziekstukken
Druk tijdens geprogrammeerd afspelen herhaald
op . of >.
Om Doe het volgende
Te stoppen met
geprogrammeerd
afspelen
Volg de stappen 3 en 4.
Druk in de stopstand op
CLEAR. Bij elke druk op de
toets wordt het laatst
geprogrammeerde muziekstuk
gewist.
Om het gewenste
muziekstuknummer te kiezen
door gebruikmaking van de
cijfertoetsen op de
afstandsbediening
Druk op de cijfertoetsen in plaats van de stappen
3 t/m 5 te volgen.
Om muziekstuknummer 10 of hoger in te voeren,
drukt u achtereenvolgens op >10 (of tweemaal om
100 of hoger in te voeren) en het
muziekstuknummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u
de toets 10/0.
Tips
Uw programma blijft in het geheugen bewaard
nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma
nogmaals af te spelen, drukt u op N.
Indien u probeert om 26 of meer muziekstukken
(onderdelen) te programmeren, verschijnt
“ProgramFull!”.
Wanneer de totale afspeeltijd van uw MD-
programma meer dan 200 minuten is, verschijnt
“---.--”.
Een muziekstuk toe
te voegen aan het
programma (in de
stopstand)
Het laatst
geprogrammeerde
muziekstuk te
wissen
31
NL
Het MD-deck
Afspelen/
Opnemen
Het MD-deck
Opnemen
Alvorens met het
opnemen te beginnen
De MD (MiniDisc) maakt het mogelijk muziek
digitaal op te nemen en af te spelen met een
uitstekende geluidskwaliteit. Een ander kenmerk
van MD’s is het aanbrengen van
muziekstuknummers. Door het aanbrengen van
muziekstuknummers kunt u een bepaalde passage
later snel terugvinden en de opgenomen
muziekstukken gemakkelijk monteren. De manier
waarop de signalen worden opgenomen en de
muziekstuknummers worden vastgelegd verschilt
echter afhankelijk van de opnamebron.
Wanneer de opnamebron de
volgende is:
De CD-speler van dit systeem
Het MD-deck maakt een digitale opname.*
1
De muziekstuknummers worden automatisch
aangebracht zoals op de oorspronkelijke CD.
De tuner van dit systeem en
andere componenten die zijn
aangesloten op de VIDEO IN-
aansluiting (bijvoorbeeld een
videorecorder)
Het MD-deck maakt een analoge opname.*
2
Een muziekstuknummer wordt aangebracht aan
het begin van elke opname. Wanneer u echter
de opnamefunctie Level Synchro Recording
(zie blz. 37) inschakelt, worden er automatisch
muziekstuknummers aangebracht in
overeenstemming met het niveau van het
ingangssignaal.
*
1
Zie blz. 73 voor bijzonderheden over de
beperkingen op digitale opnamen.
*
2
Zelfs indien er een digitale component is
aangesloten op de VIDEO IN-aansluiting, zal het
MD-deck een analoge opname maken.
Opmerking betreffende de
muziekstuknummers op een MD
Op een MD worden de muziekstuknummers
(volgorde van de muziekstukken), de informatie over
het begin- en eindpunt van elk muziekstuk, enz.
opgenomen in het TOC*
3
-gebied, onafhankelijk van
de geluidsinformatie. Hierdoor kunt u opgenomen
muziekstukken snel monteren door de TOC-
informatie te wijzigen.
*
3
TOC: Table of Contents (Inhoudsopgave)
wordt vervolgd
In de stopstand
t Totaal aantal muziekstukken en totale
afspeeltijd*
2
r
Resterende opnametijd (alleen bij een
voor opnemen geschikte MD)
r
Disctitel (alleen bij een voorbespeelde
MD)*
3
r
Klokdisplay
r
BASS-niveau
r
TREBLE-niveau
*
1
“No Name” verschijnt indien er geen
muziekstuktitel is ingevoerd.
*
2
Wanneer de totale afspeeltijd van uw MD-
programma meer dan 200 minuten is, verschijnt
“---.--”.
*
3
“No Name” verschijnt indien er geen disctitel is
ingevoerd.
Tips
U kunt een muziekstuktitel op elk moment tijdens
het afspelen controleren. Wanneer u op SCROLL
drukt, verschijnt er een muziekstuktitel bewegend
op het display.
Om de bewegende muziekstuktitel stop te zetten,
drukt u op een willekeurig punt tijdens de
bewegende weergave op SCROLL. Om de
bewegende weergave te hervatten, drukt u opnieuw
op SCROLL.
Om een disctitel of een muziekstuktitel in te voeren,
zie “Invoeren van MD-titels” op blz. 45.
32
NL
Alvorens met het opnemen te
beginnen (vervolg)
Uw favoriete
muziekstukken van een
CD opnemen op een MD
CD-MD-synchroon-opname
Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u uw
favoriete muziekstukken op een CD kiezen en
deze vervolgens in de geprogrammeerde volgorde
opnemen op een MD door gebruikmaking van de
CD-synchroon-opnamefunctie. Indien de MD voor
een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het
opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk.
7
8,9
x
.
>
N
`/1
X
M
m
2
3
1
3
4
Nokje
Na het opnemen
, Druk op MD Z om de MD te
verwijderen of druk op ?/1 (spanning)
om het systeem uit te schakelen.
“TOC” licht op, of “TOC” of “STANDBY”
begint te knipperen. De inhoudsopgave
wordt bijgewerkt en de opname is voltooid.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd
te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
Beschermen van een
opgenomen MD
Om een MD te beschermen tegen abusievelijk
opnemen, schuift u het nokje aan de zijkant van de
MD open. Met het nokje in deze positie kan er niet
meer op de MD worden opgenomen. Om op de MD
te kunnen opnemen, schuift u het nokje weer dicht
om de opening af te dekken.
Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan er niet op de MD worden
opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna
het nokje aan de zijkant van de MD om de opening
af te dekken.
Verschuif het nokje
33
NL
Het MD-deck
Opnemen
De muziekstukken kiezen
1 Druk op CD op de afstandsbediening
om over te schakelen op de functie CD.
2 Druk herhaald op PLAY MODE op de
afstandsbediening totdat “PGM”
verschijnt.
3 Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
Opnemen op een MD
6 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
7 Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “CD-MD SYNC” verschijnt.
8 Druk op ENTER/START.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler in de pauzestand
voor afspelen.
9 Druk opnieuw op ENTER/START.
Het afspelen van de CD en het opnemen op
de MD beginnen. Wanneer de opname is
beëindigd, stoppen de CD-speler en het MD-
deck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op CD x of MD x.
Indien de MD tijdens het
opnemen vol raakt
In dit geval stoppen de CD-speler en het MD-deck
automatisch.
Om tegelijkertijd op een tape op
te nemen
Plaats een blanco tape en kies bij stap 7 van
“Opnemen op een MD” op deze bladzijde “DUAL
SYNC”.
wordt vervolgd
Gekozen
muziekstuknummer
Totale
afspeeltijd
4 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
“Step” verschijnt, gevolgd door het nummer
van het muziekstuk in de geprogrammeerde
volgorde. Het nummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk verschijnt,
gevolgd door de totale afspeeltijd van het
programma.
Laatst
geprogrammeerde
muziekstuk
Totale
afspeeltijd
5 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
34
NL
Handmatig opnemen op
een MD
Handmatige opname
Bij handmatig opnemen kunt u alleen de door u
gewenste muziekstukken van een CD opnemen of
ergens midden op een tape met opnemen
beginnen. U kunt ook een radioprogramma
opnemen.
Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen
bevat, begint het opnemen na het laatst
opgenomen muziekstuk.
3
2
4
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
2 Druk herhaald op FUNCTION om de
bron (bijvoorbeeld TUNER) te kiezen
die u wilt opnemen.
CD: Opnemen van de CD
TAPE: Opnemen van de tape
TUNER: Opnemen van de radio
3 Druk op MD REC z.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
4 Druk op MD NX.
Het opnemen begint.
Uw favoriete muziekstukken van
een CD opnemen op een MD
(vervolg)
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd
te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
Tip
De muziekstuknummers van de CD worden
automatisch op de MD opgenomen.
Opmerking
Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc
geplaatst of kunt u niet op de betreffende MD
opnemen (zie blz. 79).
Invoeren van titels tijdens het
opnemen
Wanneer “CD-TEXT” tijdens het opnemen oplicht
of knippert, kunt u de CD TEXT-gegevens als
volgt opnemen op de MD:
Automatisch tijdens het opnemen
Wanneer u opneemt op een nog lege of volledig
gewiste (zie blz. 48) MD en “CD TEXT”
brandt, worden de CD TEXT-gegevens
automatisch opgenomen.
Handmatig tijdens het opnemen
Wanneer “CD-TEXT” knippert, drukt u eerst
op NAME EDIT op de afstandsbediening en
vervolgens op ENTER/YES op de
afstandsbediening om de titel van het huidige
muziekstuk op te nemen.
Opmerkingen
Al naar gelang de disc worden de CD TEXT-
gegevens soms niet automatisch gekopieerd.
Wanneer u tegelijkertijd op een MD en een tape
opneemt, worden de CD TEXT-gegevens niet
opgenomen. Neem deze gegevens op nadat de
opname is voltooid (zie blz. 45).
35
NL
Het MD-deck
Opnemen
Opnamestart met 6
seconden muziek uit het
buffergeheugen
Tijdmachine-opname
Bij het opnemen van een FM-uitzending of een
satelliet-uitzending gaan de eerste paar seconden
van de uitzending vaak verloren omdat het even
kan duren voor u tot opnemen besluit en op de
opnametoets drukt. Om het verlies van dit
materiaal te voorkomen, zorgt de tijdmachine-
opnamefunctie ervoor dat voortdurend de meest
recente audiogegevens in een buffergeheugen
worden opgeslagen. Hierdoor kunt u steeds de
laatste 6 seconden aan audiogegevens (voor
mono-opnamen 12 seconden) opnemen die
voorafgaan aan het tijdstip waarop de eigenlijke
opname begint, zoals op de onderstaande
afbeelding is aangegeven:
Wanneer u bij stap 5
op ENTER/YES drukt
Einde van het
programma dat u
wilt opnemen
Tijd
6 sec.
Opgenomen
gedeelte
Begin van het
programma dat u
wilt opnemen
3
2
wordt vervolgd
5 Begin met het afspelen van de bron die
u wilt opnemen.
Wanneer u opneemt van de CD-speler van
dit systeem, worden de muziekstuknummers
automatisch aangebracht. Druk tijdens het
opnemen op MD REC z om op het
gewenste punt muziekstuknummers aan te
brengen. Indien u tijdens het opnemen van de
radio automatisch muziekstuknummers wilt
laten aanbrengen, zie “Aanbrengen van
muziekstuknummers” op blz. 37.
Om de opname te stoppen
Druk op MD x.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd
te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
Tips
U kunt het opnameniveau instellen op het gewenste
volume (zie blz. 41).
Tijdens het opnemen kunt u de resterende
opnametijd op de MD controleren door indrukken
van DISPLAY op de afstandsbediening.
Opmerking
Wanneer u tijdens het opnemen van een CD pauzeert,
wordt er op dat punt een nieuw muziekstuknummer
aangebracht. Bij het herhaald opnemen van één en
hetzelfde muziekstuk van dezelfde CD wordt er soms
slechts één muziekstuknummer aangebracht.
36
NL
Opnamestart met 6 seconden
muziek uit het buffergeheugen
(vervolg)
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd
te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
Opmerking
Het MD-deck begint met het opslaan van
audiogegevens wanneer het in de wachtstand voor
opnemen staat (stap 3) en u begint met het afspelen
van het programma. Indien er sinds het indrukken van
ENTER/YES op de afstandsbediening minder dan 6
seconden zijn verstreken, begint de tijdmachine-
opname met minder dan 6 seconden aan
audiogegevens.
.
>
`/1
M
m
5
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
2 Druk herhaald op FUNCTION om de
bron (bijvoorbeeld TUNER) te kiezen
die u wilt opnemen.
3 Druk op MD REC z.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
4 Begin met het afspelen van de bron die
u wilt opnemen.
5 Op het punt waar u met de opname wilt
beginnen, drukt u op ENTER/YES op
de afstandsbediening.
Het opnemen van het programma begint met
de 6 seconden aan audiogegevens uit het
buffergeheugen. Indien de MD voor een
gedeelte reeds opnamen bevat, begint het
opnemen na het laatst opgenomen
muziekstuk.
Om de tijdmachine-opname te
stoppen
Druk op MD x.
37
NL
Het MD-deck
Opnemen
Aanbrengen van
muziekstuknummers
U kunt muziekstuknummers als volgt aanbrengen:
Automatisch tijdens het opnemen
Tijdens het opnemen van de CD-speler van dit
systeem worden de muziekstuknummers
automatisch aangebracht zoals op de
oorspronkelijke bron. Gebruik de opnamemethode
Level Synchro Recording om tijdens het opnemen
van de tuner van dit systeem of componenten die
zijn aangesloten op de VIDEO IN-aansluiting,
automatisch de muziekstuknummers te laten
aanbrengen. Muziekstuknummers worden niet
automatisch aangebracht indien de opnamebron
veel ruis bevat (bijv. cassettetapes of radio-
uitzendingen) of tijdens opnemen met de
schakelklok.
Op een willekeurig punt tijdens het
opnemen
Tijdens het opnemen van elke willekeurige bron
kunt u op ieder gewenst tijdstip
muziekstuknummers aanbrengen.
Na het opnemen
Gebruik de DIVIDE-functie (zie blz. 52).
Automatisch aanbrengen van
muziekstuknummers tijdens
het opnemen
Level Synchro Recording
De opnamefunctie Level Synchro Recording is in
de fabriek op “On (Aan)” gezet zodat de
muziekstuknummers automatisch worden
aangebracht. Indien “LEVEL-SYNC” tijdens het
opnemen niet op het display verschijnt, schakel
dan als volgt Level Synchro Recording in. Een
muziekstuknummer wordt automatisch
aangebracht telkens wanneer het ingangssignaal
langer dan twee seconden beneden een bepaald
niveau blijft en daarna weer naar een hoger niveau
terugkeert.
Opmerking
Muziekstuknummers worden niet automatisch
aangebracht indien de opnamebron veel ruis bevat
(bijv. cassettetapes of radio-uitzendingen).
2
1
x
.
>
N
`/1
X
M
m
3,7 4,5,6
4,5,6
4,5,6
8
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie TUNER.
Voor het opnemen van andere componenten
die op dit systeem zijn aangesloten, kiest u
“VIDEO”.
2 Druk op MD REC z.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
3 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
4 Druk herhaald op . of > totdat
“Setup ?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
wordt vervolgd
38
NL
5 Druk herhaald op . of > totdat
“T.Mark Off” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
6 Druk herhaald op . of > totdat
“T.Mark LSync” verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES.
“LEVEL-SYNC” licht op.
7 Druk op MENU/NO.
8 Druk op N op de afstandsbediening.
Het opnemen begint.
Om de opname te stoppen
Druk op MD x.
Om de functie voor automatisch
aanbrengen van
muziekstuknummers uit te
schakelen
1 Druk tijdens de opnamepauze op MENU/NO
op de afstandsbediening.
2 Druk herhaald op . of > totdat “Setup ?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op
de afstandsbediening.
3 Druk herhaald op . of > totdat “T.Mark
LSync” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
4 Druk herhaald op . of > totdat “T.Mark
Off” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
“LEVEL-SYNC” gaat uit.
5 Druk op MENU/NO.
Wanneer “LEVEL-SYNC” uit is, worden
muziekstuknummers alleen aan het begin van elk
muziekstuk aangebracht.
Aanbrengen van
muziekstuknummers (vervolg)
Aanbrengen van
muziekstuknummers op
specifieke punten tijdens het
opnemen
Track Mark
Tijdens het opnemen kunt u op ieder gewenst
tijdstip muziekstuknummers aanbrengen, ongeacht
het soort geluidsbron.
MD REC z
, Wacht tijdens het opnemen totdat het
punt is bereikt waar u een
muziekstuknummer wilt toevoegen en
druk dan op MD REC z.
De muziekstukken die volgen op het
toegevoegde muziekstuknummer worden
opnieuw genummerd.
39
NL
Het MD-deck
Opnemen
1
2,6 3,4,5
3,4,5
3,4,5
7
x
.
>
N
`/1
X
M
m
1 Druk op MD REC z om over te
schakelen in de pauzestand voor
opnemen.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
wordt vervolgd
Uit
Aan
Uit
Inlassen van een
3-seconden interval
tussen de
muziekstukken
Smart Space
Tijdens het digitaal opnemen van een CD kunt u
met de functie Smart Space de stille passages
tussen muziekstukken automatisch laten
vervangen door een niet-opgenomen interval van
3 seconden. Wanneer bij andere soorten opnamen
de functie Smart Space is geactiveerd en er tijdens
het opnemen gedurende circa 3 seconden of langer
(maar minder dan 30 seconden) geen geluid wordt
ingevoerd, zal het MD-deck deze stilte vervangen
door een niet-opgenomen interval van circa
3 seconden en doorgaan met opnemen.
Geen geluidsinvoer gedurende
minder dan 30 seconden
Vervangen door niet-
opgenomen interval van circa
3 seconden en opnemen gaat
door
Auto Cut: Wanneer de functie Smart Space is
geactiveerd en er tijdens het opnemen gedurende
30 seconden of langer geen geluid wordt
ingevoerd, zal het MD-deck deze stilte vervangen
door een niet-opgenomen interval van circa
3 seconden en overschakelen in de pauzestand
voor opnemen.
Geen geluidsinvoer gedurende
30 seconden of langer
Aan
Vervangen door niet-
opgenomen interval van
3 seconden en opnemen wordt
tijdelijk stopgezet
40
NL
Inlassen van een 3-seconden
interval tussen de
muziekstukken (vervolg)
Om de functies Smart Space en
Auto Cut uit te schakelen
1 Druk tijdens de opnamepauze op MENU/NO
op de afstandsbediening.
2 Druk herhaald op . of > totdat “Setup ?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op
de afstandsbediening.
3 Druk herhaald op . of > totdat “S.Space
On” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
4 Druk herhaald op . of > totdat “S.Space
Off” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
5 Druk op MENU/NO.
Tip
De functies Smart Space en Auto Cut zijn in de
fabriek op “On (Aan)” gezet. Wanneer u het systeem
uitschakelt of de stekker uit het stopcontact trekt, zal
het MD-deck de laatste instelling (“S.Space On” of
“S.Space Off”) in het geheugen bewaren.
3 Druk herhaald op . of > totdat
“Setup ?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
4 Druk herhaald op . of > totdat
“S.Space Off” (of “S.Space On”)
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
5 Druk herhaald op . of > totdat
“S.Space On” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
6 Druk op MENU/NO.
7 Druk op N op de afstandsbediening.
Het opnemen begint.
8 Begin met het afspelen van de bron die
u wilt opnemen.
Wanneer er een lange stilte wordt ingevoerd,
verschijnt “Smart Space” en zal het MD-
deck deze stilte vervangen door een niet-
opgenomen interval van circa 3 seconden en
doorgaan met opnemen.
Wanneer er gedurende 30 seconden of langer
geen geluid wordt ingevoerd, verschijnt
“Auto Cut” en zal het MD-deck deze stilte
vervangen door een niet-opgenomen interval
van circa 3 seconden en overschakelen in de
pauzestand voor opnemen. Druk op N om
de opname opnieuw te laten beginnen.
Om de opname te stoppen
Druk op MD x.
41
NL
Het MD-deck
Opnemen
Instellen van het
opnameniveau
Wanneer u opneemt op een MD, kunt u het
opnameniveau instellen op het gewenste volume.
U kunt het opnameniveau niet alleen bij het
maken van een analoge opname instellen, maar
ook bij het maken van een digitale opname van
een CD, enz.
2
x
.
>
N
`/1
X
M
m
3,8 4,5,7
4,5,6
4,5,6
9
1 Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt opnemen en
begin met afspelen.
2 Controleer of het MD-deck zich in de
wachtstand voor opnemen bevindt. Zo
niet, druk dan op MD REC z.
3 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
4 Druk herhaald op . of > totdat
“Setup ?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
5 Druk herhaald op . of > totdat
“LevelAdjust?” verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES.
6 Druk op . of > om het
opnameniveau in te stellen.
Het opnameniveau kan worden ingesteld op
een waarde van –12 tot +12. Luister naar het
geluid en stel het niveau zo in dat op het
display in het luidste gedeelte (het gedeelte
met het hoogste afspeelniveau) niet de
indicatie “OVER” verschijnt. Tijdens het
instellen van het niveau verschijnt de
niveaumeter op het display. (Het linker
kanaal bevindt zich aan de bovenkant, en het
rechter kanaal bevindt zich aan de
onderkant.)
Stel het niveau zo in dat niet de
indicatie OVER verschijnt
wordt vervolgd
42
NL
Instellen van het opnameniveau
(vervolg)
Mono-opnamen
De stereo-ingangssignalen van FM-uitzendingen
e.d. kunnen in mono worden opgenomen. Bij het
opnemen in mono is de MD-opnametijd ongeveer
tweemaal zo lang als de normale (stereo-)
opnametijd (d.w.z. op een MD met een
opnametijd van 60 minuten kunt u 120 minuten
aan mono-geluid opnemen).
7
8
x
.
>
N
`/1
X
M
m
2
3,4,5
1
3,4,5
3,4,5
6
7 Druk op ENTER/YES.
8 Druk op MENU/NO.
9 Druk op x op de afstandsbediening.
Om de opname te stoppen
Druk op MD x.
Tips
U kunt het opnameniveau ook tijdens het opnemen
instellen.
Nadat het opnameniveau is ingesteld, blijft het
gehandhaafd totdat u het opnieuw instelt.
43
NL
Het MD-deck
Opnemen
1 Druk op MD op de afstandsbediening
om over te schakelen op de functie MD.
2 Druk in de stopstand op MENU/NO op
de afstandsbediening.
3 Druk herhaald op . of > totdat
“Setup ?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
4 Druk herhaald op . of > totdat
“Stereo Rec” (of “Mono Rec”)
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
5 Druk herhaald op . of > totdat
“Mono Rec” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
“MONO” licht op.
6 Druk herhaald op FUNCTION om de
bron (bijvoorbeeld TUNER) te kiezen
die u wilt opnemen.
7 Druk op MD REC z.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
8 Druk op MD NX.
Het opnemen begint. U zult het geluid horen
zoals het uit de geluidsbron komt (d.w.z. bij
het opnemen van een stereo-uitzending zult u
het geluid in stereo horen).
Om de opname te stoppen
Druk op MD x.
Om terug te keren naar stereo-
opname
1 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening
wanneer de MD-functie zich in de stopstand
bevindt.
2 Druk herhaald op . of > totdat “Setup ?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op
de afstandsbediening.
3 Druk herhaald op . of > totdat “Mono
Rec” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
4 Druk herhaald op . of > totdat “Stereo
Rec” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES. Het systeem schakelt terug naar stereo-
opname en “MONO” gaat uit.
44
NL
Het MD-deck
Monteren
Alvorens met het
monteren te beginnen
U kunt de op een MD opgenomen muziekstukken
monteren. Door gebruikmaking van de
montagefuncties kunt u de muziekstukken op de
MD opnieuw rangschikken.
Montagefuncties
NAME-functie Invoeren van MD-titels
(blz. 45)
Met deze functie kunt u uw discs en
muziekstukken een titel geven. Voor de titels
kunt u gebruikmaken van hoofdletters, kleine
letters, cijfers en symbolen.
ERASE-functie Wissen van opnamen
(blz. 47)
Met deze functie kunt u één enkel muziekstuk,
alle muziekstukken tegelijk of een gedeelte van
een muziekstuk wissen.
MOVE-functie Veranderen van de
volgorde van muziekstukken (blz. 51)
Met deze functie kunt u de nummering van
muziekstukken veranderen.
DIVIDE-functie Toevoegen van
muziekstuknummers (blz. 52)
Met deze functie kunt u muziekstuknummers
toevoegen. Hierdoor kunt u snel uw favoriete
passages terugvinden.
COMBINE-functie Samenvoegen van
opgenomen muziekstukken (blz. 53)
Met deze functie kunt u twee muziekstukken
samenvoegen tot één muziekstuk. Ook kunt u
hiermee niet-opeenvolgende muziekstukken
samenvoegen, zoals muziekstuknummer 1 en 4,
enz.
UNDO-functie Ongedaan maken van
de laatste wijziging (blz. 55)
Met deze functie kunt u de laatste wijziging
ongedaan maken en de oorspronkelijke inhoud
van de MD van vóór de montage wordt
hersteld.
Alvorens met het monteren te
beginnen
U kunt een MD alleen in de volgende situaties
monteren:
Wanneer de MD geschikt is voor opname.
Wanneer de MD normaal wordt afgespeeld.
Alvorens met het monteren te beginnen, dient u de
volgende punten te controleren:
1 Controleer het nokje van de te monteren
MD.
Indien de MD is beschermd tegen
abusievelijk opnemen, verschijnen
beurtelings “C11” en “Protected” en kan de
MD niet worden gemonteerd.
Verschuif het nokje om de opening af te
dekken.
2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PGM” en “SHUFFLE” beide zijn
verdwenen.
U kunt de MD alleen monteren tijdens
normaal afspelen. U kunt de MD niet
monteren tijdens afspelen in willekeurige of
geprogrammeerde volgorde.
Na het monteren
, Druk op MD Z om de MD te
verwijderen of druk op ?/1 (spanning)
om het systeem uit te schakelen.
“TOC” licht op, of “TOC” of “STANDBY”
begint te knipperen. De inhoudsopgave
(TOC: Table Of Contents) wordt bijgewerkt
en het monteren is beëindigd.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
monteren van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd
te zijn dat de montage volledig wordt uitgevoerd.
45
NL
Het MD-deck
Monteren
Invoeren van MD-titels
NAME-functie
U kunt als volgt titels samenstellen voor uw
opgenomen MD’s en muziekstukken.
Tijdens het opnemen
Indien “CD-TEXT” tijdens het opnemen van een
CD oplicht of knippert op het display, kunt u de
CD-disctitel opnemen op de MD (zie blz. 34). De
CD-disctitel wordt echter niet gekopieerd wanneer
u een CD tegelijkertijd op een MD en een tape
opneemt.
Na het opnemen
Gebruik de NAME-functie op deze bladzijde. U
kunt voor de disctitel en muziekstuktitels op één
MD in totaal ongeveer 1700 tekens invoeren.
x
.
>
N
`/1
X
M
m
CURSORT
2,3
7
4
5
4
1
CLEAR
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
Om een muziekstuk een titel te geven, drukt
u herhaald op . of > totdat het
gewenste muziekstuknummer verschijnt.
2 Druk op NAME EDIT.
De cursor begint te knipperen.
Cursor
3 Druk op CHARACTER om het
gewenste soort letter te laten
verschijnen.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
(spatie)* t A (hoofdletters) t
a (kleine letters) t 0 (cijfers) t
! (symbolen) t (spatie)* t
...
Het eerste teken kan geen spatie zijn.
* Om deze reden verschijnt “ ” (spatie) niet
op het display wanneer u als eerste teken een
spatie invoert.
4 Druk herhaald op . of > om het
gewenste teken te kiezen.
Om een spatie in te voeren
Druk op CURSORt zonder . of > in
te drukken.
Om een symbool in te voeren
U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken.
! ” # $ % & ’ ( ) + , – . / : ; < = > ? @ _ `
wordt vervolgd
46
NL
5 Druk op CURSORt.
Het teken dat u bij stap 4 hebt gekozen, stopt
met knipperen en de cursor gaat naar rechts.
Cursor
6 Herhaal de stappen 3 t/m 5 om de
volledige titel in te voeren.
Indien u zich hebt vergist
Druk op CURSORT of t totdat het teken
dat u wilt veranderen knippert, en herhaal
dan de stappen 3 t/m 5.
Om een teken te wissen
Druk op CLEAR terwijl het teken knippert.
U kunt geen tekens invoegen.
7 Druk op ENTER/YES om de titelinvoer
te beëindigen.
De titels die u hebt ingevoerd verschijnen in
volgorde op het scherm en het display keert
terug naar de oorspronkelijke indicatie.
Om de titelinvoerfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Opmerkingen
U kunt een muziekstuk ook een titel geven terwijl
dit wordt afgespeeld. Het afspelen wordt herhaald
totdat u klaar bent met het invoeren van de titel.
Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan de MD niet worden gemonteerd.
Verwijder de MD en verschuif daarna het nokje aan
de zijkant van de MD om de opening af te dekken
(zie blz. 32).
Kopiëren van een disc- of
muziekstuktitel
U kunt een disc- of muziekstuktitel ook kopiëren
en deze gebruiken als titel voor een ander
muziekstuk of als de disctitel op dezelfde disc.
1 Druk in de stopstand op MENU/NO.
2 Druk herhaald op . of > totdat “Name ?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
3 Druk herhaald op . of > totdat “Nm
Copy ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
4 Druk herhaald op . of > en kies “Disc”
(voor het kopiëren van de disctitel) of het
muziekstuknummer met de titel die u wilt
kopiëren en druk daarna op ENTER/YES.
Wanneer No Name verschijnt
De disc of het muziekstuk heeft geen titel.
5 Druk herhaald op . of > en kies het
muziekstuknummer waar u de titel naartoe wilt
kopiëren of kies “Disc” (voor het kopiëren als
disctitel) en druk daarna op ENTER/YES.
Wanneer Overwrite ?? verschijnt
De disc of het muziekstuk waar u de titel
naartoe wilt kopiëren, heeft reeds een titel. Om
verder te gaan en de titel te kopiëren, drukt u op
ENTER/YES.
Om de kopieerfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Controleren van de titels
Om de disctitels te controleren, drukt u in de
stopstand op SCROLL. Om de muziekstuktitel te
controleren, drukt u tijdens het afspelen op
SCROLL. De titel verschijnt bewegend op het
display. Druk op SCROLL om het bewegen van
de titels te laten stoppen. Druk nogmaals op de
toets om het bewegen weer te laten beginnen.
Invoeren van MD-titels (vervolg)
47
NL
Het MD-deck
Monteren
Wissen van de titels
1 Druk in de stopstand op MENU/NO.
2 Druk herhaald op . of > totdat “Name ?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
3 Druk herhaald op . of > totdat “Nm
Erase?” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
Indien u alle titels wilt wissen, drukt u eerst
herhaald op . of > totdat “Nm All Ers?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
“Nm All Ers??” verschijnt.
4 Druk herhaald op . of > totdat de titel
die u wilt wissen verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES.
Om alle titels te wissen, drukt u opnieuw op
ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt en de titel is nu
gewist.
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
toestand vóór het invoeren of
wissen van de titels
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het invoeren of wissen van een titel, door
gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55.
Wissen van opnamen
ERASE-functie
Met dit MD-deck kunt u ongewenste
muziekstukken snel en gemakkelijk wissen.Ook
kunt u gewiste opnamen herstellen door
gebruikmaking van de UNDO-functie. U kunt
gewiste opnamen echter niet herstellen nadat u
andere montagefuncties hebt gebruikt.
Er zijn drie mogelijkheden voor het wissen van
opgenomen materiaal:
Wissen van één muziekstuk (TRACK ERASE-
functie)
Wissen van alle muziekstukken (ALL ERASE-
functie)
Wissen van een gedeelte van een muziekstuk
(A-B ERASE-functie)
Wissen van één muziekstuk
TRACK ERASE-functie
U kunt een muziekstuk wissen door gewoon het
betreffende muziekstuknummer in te voeren.
Wanneer u een muziekstuk wist, vermindert het
totale aantal muziekstukken op de MD met één en
worden alle muziekstukken die volgen op het
gewiste muziekstuk opnieuw genummerd.
Voorbeeld: Wissen van muziekstuk 2
123
12 3
4
ACD
AC D
B
Wis muziekstuk 2
Muziekstuknummer
Oorspronke-
lijke muziek-
stukken
Na
ERASE
Bij het wissen van meerdere muziekstukken is het
raadzaam om te beginnen bij de muziekstukken
met de hoogste nummers, dit om te voorkomen dat
de nog niet gewiste muziekstuknummers opnieuw
worden genummerd.
wordt vervolgd
48
NL
Wissen van opnamen (vervolg)
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
toestand vóór ERASE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het wissen van de muziekstukken, door
gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55.
Opmerking
“Erase???” verschijnt wanneer het muziekstuk op een
ander deck werd opgenomen of gemonteerd en tegen
wissen is beveiligd. Om het muziekstuk te wissen,
drukt u op ENTER/YES terwijl “Erase???” op het
display wordt weergegeven.
Wissen van alle
muziekstukken
ALL ERASE-functie
U kunt de disctitel en alle opgenomen
muziekstukken en de titels daarvan in één keer
wissen.
x
.
>
N
`/1
X
M
m
2 3,4
3
3
1
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
x
.
>
N
`/1
X
M
m
1
3,4
2
3,5
3,4
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Druk herhaald op . of > totdat
“Tr Erase?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
4 Druk herhaald op . of > totdat
het gewenste muziekstuknummer
verschijnt.
5 Druk op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt enkele seconden en
het gekozen muziekstuk en de titel ervan zijn
nu gewist.
49
NL
Het MD-deck
Monteren
3 Druk herhaald op . of > totdat
“All Erase ?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
“All Erase ??” verschijnt.
4 Druk opnieuw op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt enkele seconden en
de disctitel en alle opgenomen
muziekstukken en de titels ervan zijn nu
gewist.
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
toestand vóór ERASE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het wissen van de muziekstukken, door
gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55.
Wissen van een gedeelte van
een muziekstuk
A-B ERASE-functie
U kunt op eenvoudige wijze een gedeelte van een
muziekstuk markeren en dit vervolgens wissen. U
kunt het gewenste gedeelte met intervallen van
een frame*, minuut of seconde verschuiven. Deze
functie is handig wanneer u na het opnemen van
een satelliet-uitzending of FM-uitzending
onnodige gedeelten wilt wissen.
* 1 frame is 1/86 seconde.
Voorbeeld: Wissen van een gedeelte van
muziekstuk 2
12
12
3
3
AB-A
B(A+C)C
B-B B-C
A
x
.
>
N
`/1
X
M
m
3 4,5,
8,9,
11
4,6,10 4,6,
10
1
2
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2 Wanneer tijdens het afspelen van een
MD het beginpunt van het te wissen
gedeelte is bereikt (punt A), drukt u op
X.
De MD wordt tijdelijk stopgezet.
3 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
4 Druk herhaald op . of > totdat
“A-B Erase ?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
5 Druk opnieuw op ENTER/YES.
“—Rehearsal—” en “Point A ok?”
verschijnen beurtelings terwijl het deck het
gekozen muziekstuk vanaf het begin tot aan
punt A afspeelt.
wordt vervolgd
Punt A Punt B
Muziekstuknummer
Oorspronke-
lijke muziek-
stukken
Na A-B
ERASE
50
NL
Wissen van opnamen (vervolg)
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
toestand vóór ERASE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het wissen van de muziekstukken, door
gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55.
Opmerking
Indien “Impossible” op het display verschijnt, kan het
aangegeven gedeelte niet worden gewist. Dit gebeurt
soms wanneer hetzelfde muziekstuk reeds al te vaak
werd gemonteerd. Dit is geen mechanische storing,
maar hangt samen met de technische beperkingen van
het MD-systeem.
6 Terwijl u luistert, drukt u herhaald op
. of > om het beginpunt van het
te wissen gedeelte (punt A) te vinden.
U kunt het beginpunt met intervallen van
1/86 seconde (1 frame) verschuiven.
Om het punt met intervallen van een seconde
of minuut te verschuiven, drukt u eerst op
m of M zodat de seconde of minuut gaat
knipperen en druk daarna op . of >.
7 Herhaal stap 6 totdat de positie van punt
A juist is.
8 Druk op ENTER/YES wanneer de
positie van punt A juist is.
“Point B Set” verschijnt op het display en er
wordt begonnen met het afspelen om het
eindpunt van het te wissen gedeelte (punt B)
in te stellen.
9 Ga door met afspelen totdat punt B is
bereikt en druk daarna op ENTER/YES.
“A-B Ers” en “Point B ok?” verschijnen
beurtelings en het deck herhaalt
achtereenvolgens de paar seconden vóór punt
A en na punt B.
10 Druk herhaald op . of > om punt
B te vinden.
De procedure is dezelfde als bij stap 6.
11 Druk op ENTER/YES wanneer de
positie van punt B juist is.
“Complete !!” verschijnt enkele seconden en
het gedeelte tussen punt A en B is nu gewist.
51
NL
Het MD-deck
Monteren
Verplaatsen van
opgenomen
muziekstukken
MOVE-functie
Met deze functie kunt u de volgorde van de
muziekstukken op de disc veranderen. Wanneer u
muziekstukken verplaatst, worden de
muziekstukken automatisch opnieuw genummerd.
Voorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk 3 naar
positie 2
123
1
23
4
4
AB C D
CBDA
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Druk herhaald op . of > totdat
“Move ?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES.
4 Druk herhaald op . of > totdat
het muziekstuknummer dat u wilt
verplaatsen verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES.
5 Druk herhaald op . of > totdat
het nummer van de nieuwe positie
verschijnt.
Na
MOVE
Oorspronkelijk
muziekstuknummer
Nieuwe positie van
muziekstuk
6 Druk op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt enkele seconden en
het gekozen muziekstuk is nu verplaatst.
Om de MOVE-functie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
volgorde van de muziekstukken
van vóór MOVE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke volgorde van de muziekstukken,
maar alleen onmiddellijk na het verplaatsen van de
opgenomen muziekstukken, door gebruikmaking
van de UNDO-functie op blz. 55.
Muziekstuknummer
Oorspronke-
lijke muziek-
stukken
x
.
>
N
`/1
X
M
m
2 3,4,6
3,4,5
3,4,5
1
52
NL
Onderverdelen van
opgenomen
muziekstukken
DIVIDE-functie
Met deze functie kunt u muziekstuknummers
aanbrengen nadat de opname is beëindigd. Het
totale aantal muziekstukken vermeerdert met één
en alle muziekstukken die volgen op de
onderverdeelde muziekstukken worden opnieuw
genummerd.
Voorbeeld: Muziekstuk 2 onderverdelen in twee
muziekstukken
12 3
123 4
A
AB C D
CBD
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Druk herhaald op . of > totdat
“Divide ?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES.
4 Druk herhaald op . of > totdat
het muziekstuknummer dat u wilt
onderverdelen verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
“—Rehearsal—” verschijnt en het gedeelte
dat moet worden onderverdeeld, wordt
herhaald afgespeeld.
5 Terwijl u meeluistert naar het geluid,
drukt u herhaald op . of > om
het gewenste punt van onderverdeling te
kiezen.
U kunt het punt verschuiven met intervallen
van 1/86 seconde (1 frame).
Om het punt met intervallen van een seconde
of minuut te verschuiven, drukt u eerst op
m of M zodat de seconde of minuut gaat
knipperen en druk daarna op . of >.
6 Druk op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt enkele seconden en
het nieuwe muziekstuk begint af te spelen.
Om de DIVIDE-functie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
situatie van vóór DIVIDE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het onderverdelen van de muziekstukken, door
gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55.
U kunt ook terugkeren naar de oorspronkelijke
situatie door gebruikmaking van de COMBINE-
functie op blz. 53.
Muziekstuknummer
Oorspronke-
lijke muziek-
stukken
Na
DIVIDE
x
.
>
N
`/1
X
M
m
2
3,4,5
1
3,4,6
3,4,5
Verdeel muziekstuk 2 in
de muziekstukken B en C
53
NL
Het MD-deck
Monteren
Opmerkingen
Wanneer u een muziekstuk met een titel
onderverdeelt (zie blz. 45), behoudt alleen het eerste
van de twee muziekstukken de titel.
Voorbeeld:
12
12
43
3
45
Andante
Andante
Adagio
Adagio
Allegro
Allegro
Samenvoegen van
opgenomen
muziekstukken
COMBINE-functie
Met deze functie kunt u twee muziekstukken
samenvoegen tot één muziekstuk. Het totale aantal
muziekstukken vermindert met één en alle
muziekstukken die volgen op de samengevoegde
muziekstukken worden opnieuw genummerd.
Met deze functie kunt u ook onnodige
muziekstuknummers wissen.
Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 3
en 1
12
12
43
3
A
ACBD
DCB
Het nieuwe muziekstuk heeft geen titel
Indien u als positie van onderverdeling het
beginpunt of eindpunt van een muziekstuk kiest,
verschijnt “Impossible”. Druk in dat geval op .
of > om een andere positie te kiezen.
Muziekstuknummer
Oorspronke-
lijke muziek-
stukken
Na
COMBINE
Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 1
en 4
12
12
43
3
4
5
A
BC D A
DCB
Oorspronke-
lijke muziek-
stukken
Na
COMBINE
wordt vervolgd
54
NL
4 Druk herhaald op . of > totdat
het nummer van het eerste van de twee
samen te voegen muziekstukken
verschijnt, en druk daarna op ENTER/
YES.
Om bijvoorbeeld de muziekstukken 4 en 1
samen te voegen, kiest u 4.
Eerst muziekstuk
5 Druk herhaald op . of > totdat
het nummer van het tweede van de twee
samen te voegen muziekstukken
verschijnt.
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken (vervolg)
Tweede van de
samen te voegen
muziekstukken
Nieuw
muziekstuknummer
6 Druk op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt enkele seconden en
de muziekstukken zijn nu samengevoegd.
Het afspelen begint.
Om de COMBINE-functie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
situatie van vóór COMBINE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het samenvoegen van de muziekstukken, door
gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55.
U kunt ook terugkeren naar de oorspronkelijke
situatie door gebruikmaking van de DIVIDE-
functie op blz. 52.
x
.
>
N
`/1
X
M
m
2 3,4,6
3,4,5
3,4,5
1
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Druk herhaald op . of > totdat
“Combine ?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
55
NL
Het MD-deck
Monteren
Opmerkingen
Indien beide samengevoegde muziekstukken van
een titel waren voorzien, zal de titel van het tweede
muziekstuk worden gewist.
Indien “Impossible” op het display verschijnt,
kunnen de muziekstukken niet worden
samengevoegd. Dit gebeurt soms wanneer hetzelfde
muziekstuk reeds al te vaak werd gemonteerd. Dit is
geen mechanische storing, maar hangt samen met
de technische beperkingen van het MD-systeem.
Ongedaan maken van de
laatste wijziging
UNDO-functie
Met deze functie kunt u de laatste wijziging
ongedaan maken zodat de oorspronkelijke inhoud
van de MD wordt hersteld.
Een wijziging door montage kan echter niet
ongedaan worden gemaakt indien u na de montage
één van de volgende handelingen hebt verricht:
Verrichten van een andere montage.
Indrukken van MD REC z of ENTER/START.
Bijwerken van de inhoudsopgave (TOC) door
uitschakelen van het systeem of verwijderen
van de MD.
De stekker uit het stopcontact trekken.
x
.
>
N
`/1
X
M
m
2
2
3,4
1
wordt vervolgd
56
NL
Ongedaan maken van de laatste
wijziging (vervolg)
Het tapedeck
Opnemen
Uw favoriete
muziekstukken van een
CD opnemen op een tape
CD-TAPE-synchroon-opname
Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u uw
favoriete muziekstukken op een CD kiezen en
deze vervolgens in de geprogrammeerde volgorde
opnemen op een tape door gebruikmaking van de
CD-synchroon-opnamefunctie. Hiermee kunt u de
volgorde van de muziekstukken veranderen en
ervoor zorgen dat de afspeeltijd op elk van beide
kanten van de tape voldoende is.
10,13 11
9 12
“Name Undo?”
“Erase Undo?”
1 Druk in de stopstand op MENU/NO
zodat “Edit Menu” verschijnt.
2 Druk herhaald op . of > totdat
“Undo ?” verschijnt.
Wanneer er geen wijzigingen zijn
aangebracht die u ongedaan kunt maken, zal
“Undo ?” niet verschijnen.
3 Druk op ENTER/YES.
Eén van de volgende meldingen verschijnt
op het display, afhankelijk van de laatste
wijziging.
Gemaakte wijziging Melding
Invoeren van een
muziekstuktitel of
MD-titel
Kopiëren van een
disctitel of een
muziekstuktitel
Wissen van een
bestaande titel
Wissen van één
muziekstuk
Wissen van alle
muziekstukken
Wissen van een
gedeelte van een
muziekstuk
Verplaatsen van een
muziekstuk
“Move Undo?”
Onderverdelen van
een muziekstuk
“Divide Undo?”
Samenvoegen van
muziekstukken
“CombineUndo?”
4 Druk opnieuw op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt enkele seconden en
de oorspronkelijke inhoud van de MD van
vóór de montage wordt hersteld.
Om de UNDO-functie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
57
NL
Het MD-deck
Monteren/Het tapedeck
Opnemen
x
.
>
N
`/1
X
M
m
2
3
6
1
3
4
De muziekstukken kiezen
1 Druk op CD op de afstandsbediening
om over te schakelen op de functie CD.
2 Druk herhaald op PLAY MODE op de
afstandsbediening totdat “PGM”
verschijnt.
3 Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
4 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
“Step” verschijnt, gevolgd door het nummer
van het muziekstuk in de geprogrammeerde
volgorde. Het nummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk verschijnt,
gevolgd door de totale afspeeltijd van het
programma.
Laatst geprogrammeerde
muziekstuk
Totale
afspeeltijd
5 Herhaal de stappen 3 en 4 om de
muziekstukken te kiezen die u wilt
opnemen op de kant waarop het
opnemen moet beginnen.
6 Druk op X op de afstandsbediening.
Aan het einde van de kant waarop het
opnemen begint, wordt de opname tijdelijk
stopgezet. “P” verschijnt en de indicatie van
de totale afspeelduur verandert in “0.00”.
7 Herhaal de stappen 3 en 4 om de
muziekstukken te kiezen die u wilt
opnemen op de achterkant.
Opnemen op een tape
8 Plaats een blanco tape.
9 Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “CD-TAPE SYNC” verschijnt.
wordt vervolgd
Gekozen
muziekstuknummer
Totale
afspeeltijd
58
NL
Uw favoriete muziekstukken van
een CD opnemen op een tape
(vervolg)
Indien de tape tijdens het
opnemen vol raakt
In dit geval stoppen de CD-speler en het tapedeck
automatisch.
Om tegelijkertijd op een MD op
te nemen
Plaats een voor opnemen geschikte MD en kies bij
stap 9 van “Opnemen op een tape” op blz. 57 de
optie “DUAL SYNC”.
Tip
Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het
lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 10 op
DOLBY NR zodat “;” op het display verschijnt.
Opmerking
Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc of
tape geplaatst of kunt u niet op de betreffende tape
opnemen (zie blz. 80).
10 Druk op ENTER/START.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler staat in de
pauzestand voor afspelen.
11 Druk op TAPE nN zodat de rechter
indicator oplicht om het opnemen te
laten beginnen vanaf de voorkant. Om
het opnemen te laten beginnen vanaf de
achterkant, drukt u opnieuw op TAPE
nN zodat de linker indicator oplicht.
12 Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant op te
nemen, of op h (of j) om op beide
kanten op te nemen.
Als u voor opname op beide kanten kiest en
de voorkant halverwege een muziekstuk ten
einde is, wordt het gehele muziekstuk vanaf
het begin van de achterkant opnieuw
opgenomen. Wanneer u het opnemen vanaf
de achterkant laat beginnen, wordt de
opname aan het einde van de achterkant
stopgezet, zelfs indien u h kiest.
13 Druk op ENTER/START.
Het afspelen van de CD en het opnemen op
de tape beginnen. Wanneer de opname is
beëindigd, stoppen de CD-speler en het
tapedeck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op CD x of TAPE x.
59
NL
Het tapedeck Opnemen
Opnemen van een MD op
een tape
U kunt een MD analoog opnemen op een tape,
met de muziekstukken in dezelfde volgorde als op
de oorspronkelijke MD.
U kunt ook een programma van uw favoriete
muziekstukken opnemen.
Opnemen van muziekstukken
in dezelfde volgorde als op de
oorspronkelijke MD
4,7 5
63
1 Plaats een blanco tape.
2 Plaats een MD.
3 Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “MD-TAPE SYNC” verschijnt.
4 Druk op ENTER/START.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en het MD-deck in de pauzestand
voor afspelen.
5 Druk op TAPE nN zodat de rechter
indicator oplicht om het opnemen te
laten beginnen vanaf de voorkant. Om
het opnemen te laten beginnen vanaf de
achterkant, drukt u opnieuw op TAPE
nN zodat de linker indicator oplicht.
6 Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant op te
nemen, of op h (of j) om op beide
kanten op te nemen.
Als u voor opname op beide kanten kiest en
de voorkant halverwege een muziekstuk ten
einde is, wordt het gehele muziekstuk vanaf
het begin van de achterkant opnieuw
opgenomen. Wanneer u het opnemen vanaf
de achterkant laat beginnen, wordt de
opname aan het einde van de achterkant
stopgezet, zelfs indien u h kiest.
7 Druk op ENTER/START.
Het afspelen van de MD en het opnemen op
de tape beginnen. Wanneer de opname is
beëindigd, stoppen het MD-deck en het
tapedeck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op MD x of TAPE x.
Indien de tape tijdens het
opnemen vol raakt
In dit geval stoppen het MD-deck en het tapedeck
automatisch.
wordt vervolgd
60
NL
Opnemen van een MD op een
tape (vervolg)
3 Druk herhaald op . of > totdat
het gewenste muziekstuknummer op het
display verschijnt.
Gekozen
muziekstuknummer
Totale
afspeeltijd
4 Druk op ENTER/YES.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
“Step” verschijnt, gevolgd door het nummer
van het muziekstuk in de geprogrammeerde
volgorde. Het nummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk verschijnt,
gevolgd door de totale afspeeltijd van het
programma.
Tip
Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het
lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 4 op
DOLBY NR zodat “;” op het display verschijnt.
Opmerking
Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc of
tape geplaatst of kunt u niet op de betreffende tape
opnemen (zie blz. 79 en 80).
Uw favoriete muziekstukken
van een MD opnemen
MD-TAPE-synchroon-opname
Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u uw
favoriete muziekstukken op een MD kiezen en
deze vervolgens in de geprogrammeerde volgorde
opnemen op een tape door gebruikmaking van de
MD-synchroon-opnamefunctie.
x
.
>
N
`/1
X
M
m
2
3
1
3
4
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat “PGM” verschijnt.
Laatst
geprogrammeerde
muziekstuk
Totale
afspeeltijd
5 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
6 Plaats een blanco tape.
7 Volg de stappen 3 t/m 7 van “Opnemen
van muziekstukken in dezelfde volgorde
als op de oorspronkelijke MD” (zie
blz. 59).
61
NL
Het tapedeck Opnemen
Handmatig opnemen op
een tape
Handmatige opname
Bij handmatig opnemen kunt u alleen de door u
gewenste muziekstukken van een CD of een MD
opnemen op een tape. U kunt ook een
radioprogramma opnemen.
Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
34
5
2
6
1 Plaats een blanco tape.
2 Druk herhaald op FUNCTION om de
bron (bijvoorbeeld TUNER) te kiezen
die u wilt opnemen.
CD: Opnemen van de CD
MD: Opnemen van de MD
TUNER: Opnemen van de radio
3 Druk op TAPE REC z.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
4 Druk op TAPE nN zodat de rechter
indicator oplicht om het opnemen te
laten beginnen vanaf de voorkant. Om
het opnemen te laten beginnen vanaf de
achterkant, drukt u opnieuw op TAPE
nN zodat de linker indicator oplicht.
5 Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant op te
nemen, of op h (of j) om op beide
kanten op te nemen.
Wanneer u het opnemen vanaf de achterkant
laat beginnen, wordt de opname aan het
einde van de achterkant stopgezet, zelfs
indien u h kiest.
6 Druk op TAPE X.
Het opnemen begint.
7 Begin met het afspelen van de bron die
u wilt opnemen.
Om Druk op
Te stoppen met opnemen TAPE x.
Te pauzeren TAPE X.
Tip
Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het
lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 3 op
DOLBY NR zodat “;” op het display verschijnt.
62
NL
Overige functies
Geluidsregeling
Niet alleen kunt u de lage en hoge tonen regelen,
maar ook kunt u de dynamische geluidsgenerator
(DSG) gebruiken om het geluid krachtiger te
maken.
BASS TREBLE DSG
Verkrijgen van een krachtiger
geluid
, Druk op DSG.
Wanneer DSG is ingeschakeld, licht “DSG”
op het display op.
Uitschakelen van DSG
Druk op DSG zodat “DSG” uitgaat.
Instellen van de lage tonen
, Draai BASS.
U kunt de lage tonen instellen in 9 stappen
(van MIN tot MAX).
Instellen van de hoge tonen
, Draai TREBLE.
U kunt de hoge tonen instellen in 9 stappen
(van MIN tot MAX).
Instellen van de lage en hoge
tonen door gebruikmaking van
de afstandsbediening
1 Druk op BASS/TRE om BASS of
TREBLE te kiezen.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
BASS y TREBLE
2 Wanneer BASS of TREBLE op het
display verschijnt, drukt u herhaald op
. of > totdat het gewenste niveau
wordt aangegeven.
63
NL
Overige functies
Toewijzing van een
naam aan een
voorgeprogrammeerde
zender
Station Name
Aan elke voorgeprogrammeerde zender kunt u een
naam (Station Name) van maximaal 12 tekens
toewijzen. De naam van de zender verschijnt op
het display wanneer u op de zender afstemt.
1
2
3
x
.
>
N
`/1
X
M
m
4,5
9
66
7
CURSORT
CLEAR
1 Druk op TUNER/BAND om “FM” of
“AM” te kiezen.
2 Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “PRESET” verschijnt.
3 Druk herhaald op TUNING + of –
totdat het preselectie-nummer van de
zender waaraan u een naam wilt
toewijzen, verschijnt.
4 Druk op NAME EDIT op de
afstandsbediening.
Het tekstinvoerscherm verschijnt en de
cursor knippert.
Cursor
5 Druk op CHARACTER op de
afstandsbediening om het gewenste
soort teken te laten verschijnen.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
(spatie)* t A (hoofdletters) t
a (kleine letters) t 0 (cijfers) t
! (symbolen) t (spatie)* t
...
Het eerste teken kan geen spatie zijn.
* Om deze reden verschijnt “ ” (spatie) niet
op het display wanneer u als eerste teken een
spatie invoert.
wordt vervolgd
64
NL
Toewijzing van een naam aan
een voorgeprogrammeerde
zender (vervolg)
Om de titelinvoerfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO op de afstandsbediening.
Om het preselectie-nummer en
de frequentie te controleren
De zendernaam verschijnt op het display wanneer
u hebt afgestemd op een zender met een naam.
Om het preselectie-nummer en de frequentie te
controleren, drukt u op DISPLAY op de
afstandsbediening. Het preselectie-nummer en de
frequentie verschijnen op het display, gevolg door
de zendernaam.
Om de zendernaam te wissen
1 Volg de stappen 1 t/m 4.
2 Druk herhaald op CLEAR op de
afstandsbediening om de naam te wissen.
3 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening.
6 Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening om het gewenste
teken te kiezen.
Om een spatie in te voeren
Druk op CURSORt zonder . of > in
te drukken.
Om een symbool in te voeren
U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken.
! ” # $ % & ’ ( ) + , – . / : ; < = > ? @ _ `
7 Druk op CURSORt op de
afstandsbediening.
Het teken dat u bij stap 6 hebt gekozen, stopt
met knipperen en de cursor gaat naar rechts.
Cursor
8 Herhaal de stappen 5 t/m 7 om de
volledige titel in te voeren.
Indien u zich hebt vergist
Druk op CURSORT of t totdat het teken
dat u wilt veranderen knippert, en herhaal
dan de stappen 5 t/m 7.
Om een teken te wissen
Druk op CLEAR op de afstandsbediening
terwijl het teken knippert. U kunt geen
tekens invoegen.
9 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening om de invoer van de
naam te beëindigen.
65
NL
Overige functies
Inslapen met muziek
SLEEP-timerfunctie
U kunt het systeem na verloop van een vooraf
ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen,
zodat u kunt inslapen met muziek. U kunt de
uitschakeltijd instellen in stappen van 10 minuten.
SLEEP
`/1
, Druk herhaald op SLEEP om de
gewenste tijd te kiezen.
Bij elke druk op deze toets verandert de
minuten-indicatie (de resterende tijd) als
volgt:
t SLEEP OFF t AUTO
10min T
...
T 80min T 90min T
Om de resterende tijd te
controleren
Druk eenmaal op SLEEP. De resterende tijd wordt
echter niet aangegeven wanneer “AUTO” is
ingesteld.
Om de uitschakeltijd te wijzigen
Kies de gewenste tijd door indrukken van SLEEP.
Om de SLEEP-timerfunctie uit te
schakelen
Druk herhaald op SLEEP totdat “SLEEP OFF”
verschijnt.
wordt vervolgd
Gebruik van het radio-
informatiesysteem (RDS)
(Alleen Europees model)
Wat is het radio-
informatiesysteem?
Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data
System) is een omroepdienst die radiozenders in
staat stelt om extra informatie uit te zenden naast
het gewone programmasignaal. RDS is alleen op
FM-zenders* beschikbaar.
Opmerking
RDS zal mogelijk niet juist werken indien de zender
waarop u hebt afgestemd het RDS-signaal niet juist
uitzendt of het signaal te zwak is.
* Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of
hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd
bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw
plaatselijke radiozenders voor details betreffende
RDS-diensten in uw gebied.
Ontvangen van RDS-
uitzendingen
, Kies gewoon een zender op de FM-
band.
Wanneer u afstemt op een zender die RDS-
diensten verzorgt, zal de zendernaam op het
display verschijnen.
Controleren van de RDS-
informatie
Bij elke druk op DISPLAY verandert het display
als volgt:
t Zendernaam*
r
Frequentie
r
Programmatype*
r
Klokdisplay
r
BASS-niveau
r
TREBLE-niveau
* Als er geen RDS informatie wordt ontvangen, kan
de zendernaam en het programmatype (zie blz. 85)
niet in het display worden aangegeven.
66
NL
Inslapen met muziek (vervolg)
Ontwaken met muziek
DAILY-timerfunctie
U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken met
muziek.
Zorg eerst dat de klok is ingesteld (zie blz. 6).
x
.
>
N
`/1
X
M
m
5,7
5,7
4,5,8
9
3
2
1 Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt afspelen.
CD: Plaats een CD. Om te beginnen bij
een bepaald muziekstuk dient u eerst een
programma samen te stellen (zie blz. 23).
MD: Plaats een MD. Om te beginnen bij
een bepaald muziekstuk dient u eerst een
programma samen te stellen (zie blz. 29).
Tape: Plaats een tape.
Radio: Stem af op een zender (zie blz. 7).
Wanneer u AUTO kiest
Wanneer het afspelen van de CD, MD of tape is
afgelopen, wordt het systeem automatisch
uitgeschakeld (na maximaal 100 minuten).
Wanneer de functie TUNER is gekozen, wordt het
systeem na 100 minuten uitgeschakeld.
Tip
U kunt de SLEEP-timerfunctie ook gebruiken
wanneer de klok niet is ingesteld.
Opmerking
Tijdens synchroon-opname op een MD of een tape
kan “AUTO” niet worden gekozen.
67
NL
Overige functies
2 Druk op VOLUME +/– om het volume
in te stellen.
3 Druk op CLOCK/TIMER SET.
“SET DAILY” verschijnt.
4 Druk op ENTER/YES.
“ON” licht op en de uur-indicatie begint te
knipperen.
5 Stel de starttijd voor afspelen in.
Druk herhaald op . of > om het uur in
te stellen en druk daarna op ENTER/YES.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk herhaald op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER/YES.
De uur-indicatie begint opnieuw te
knipperen.
6 Stel de stoptijd voor afspelen in volgens
de procedure bij stap 5.
7 Druk herhaald op . of > om de
gewenste geluidsbron te kiezen.
De indicatie verandert als volgt:
t TUNER y CD PLAY T
t TAPE PLAY y MD PLAY T
8 Druk op ENTER/YES.
De starttijd, de stoptijd en de geluidsbron
verschijnen beurtelings en daarna verschijnt
weer de oorspronkelijke indicatie.
9 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Om de instelling te veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
Om de instelling te controleren
of de timer te activeren
1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT.
2 Druk herhaald op . of > totdat “SEL
DAILY” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
Om de timer uit te schakelen
Druk op CLOCK/TIMER SELECT en druk
daarna herhaald op . of > totdat “TIMER
OFF” verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES.
Opmerkingen
U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd
met de opname-timerfunctie gebruiken.
Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de
spanning wordt ingeschakeld totdat het afspelen
begint (ongeveer 30 seconden vóór de ingestelde
tijd).
Indien het systeem is aangesloten op de netspanning
wanneer de inschakeltijd is aangebroken, begint de
ingestelde geluidsbron af te spelen.
De los verkrijgbare componenten die zijn
aangesloten op de VIDEO IN-aansluiting kunnen
niet als geluidsbron voor de DAILY-timerfunctie
worden gebruikt.
68
NL
Radioprogrammas
opnemen met de timer
Zorg dat u de radiozender hebt
voorgeprogrammeerd (zie blz. 7) en vooraf de
klok hebt ingesteld (zie blz. 6).
x
.
>
N
`/1
X
M
m
3,4,6
3,4,6
3,4,6
8
2
1 Stem af op de voorgeprogrammeerde
radiozender (zie blz. 18).
2 Druk op CLOCK/TIMER SET.
“SET DAILY” verschijnt.
3 Druk op . of > om “MD REC”
of “TAPE REC” te kiezen en druk
daarna op ENTER/YES.
“ON” licht op en de uur-indicatie begint te
knipperen.
4 Stel de starttijd voor opname in.
Druk herhaald op . of > om het uur in
te stellen en druk daarna op ENTER/YES.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk herhaald op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER/YES.
De uur-indicatie begint opnieuw te
knipperen.
5 Stel de stoptijd voor opname in volgens
de procedure bij stap 4.
6 Wanneer u opneemt op een MD, kiest u
eerst STEREO of MONO door
indrukken van . of > en daarna
drukt u op ENTER/YES.
De instellingen voor de timeropname
verschijnen en daarna keert de
oorspronkelijke indicatie terug.
7 Plaats een voor opnemen geschikte MD
of tape.
Indien de MD voor een gedeelte reeds
opnamen bevat, begint het opnemen na het
laatst opgenomen muziekstuk.
Bij gebruikmaking van een tape begint het
opnemen vanaf de voorkant. Plaats een tape
met de kant waarop u wilt opnemen naar u
toe gericht.
8 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
69
NL
Overige functies/Aansluiten van los verkrijgbare componenten
Om de instelling te veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
Om de instelling te controleren
of de timer te activeren
1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT.
2 Druk op . of > om “MD REC” of
“TAPE REC” te kiezen en druk daarna op
ENTER/YES.
Om de timer uit te schakelen
Druk op CLOCK/TIMER SELECT en druk
daarna herhaald op . of > totdat “TIMER
OFF” verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES.
Tip
Wanneer u van de radio opneemt, wordt de
zendernaam (zie blz. 63, of de frequentie indien aan
de zender geen naam is toegewezen) samen met de
starttijd en stoptijd automatisch opgenomen op de
MD.
Opmerkingen
De functies Smart Space en Level Synchro
Recording werken niet.
U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd
met de opname-timerfunctie gebruiken.
Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de
spanning wordt ingeschakeld totdat het opnemen
begint (ongeveer 30 seconden vóór de ingestelde
tijd).
Wanneer u voor de opname een geheel nieuwe MD
gebruikt, begint de opname pas na 15 seconden.
Indien de spanning niet eerder dan 30 seconden
vóór de ingestelde tijd is aangesloten, zal de
timeropname niet geactiveerd worden.
Tijdens de opname wordt het volume tot het
minimum verminderd.
Aansluiten van los
verkrijgbare
componenten
Aansluiten van los
verkrijgbare AV-
componenten
Om uw systeem te verbeteren, kunt u los
verkrijgbare componenten aansluiten. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van de betreffende
component.
Aansluiten van
audiocomponenten
Aansluiten van een MD-deck en
een tapedeck voor analoge
opnamen
U kunt een MD-deck en een tapedeck aansluiten
op het systeem door gebruikmaking van in de
handel verkrijgbare audiosnoeren. Zorg ervoor dat
de kleuren van de stekkers en de aansluitingen met
elkaar overeenkomen.
Naar de audio-ingangsaansluitingen op
het MD-deck of het tapedeck
wordt vervolgd
70
NL
Aansluiten van los verkrijgbare
AV-componenten (vervolg)
Aansluiten van
buitenantennes
Om de ontvangst te verbeteren, kunt u een
buitenantenne aansluiten.
FM-antenne
Sluit een in de handel verkrijgbare FM-
buitenantenne aan. In plaats daarvan kunt u ook
een TV-antenne gebruiken.
Type aansluiting A
FM75
AM
U
ANTENNA
Aansluiten van een
videorecorder
U kunt een videorecorder aansluiten op het
systeem door gebruikmaking van een in de handel
verkrijgbaar audiosnoer. Zorg ervoor dat de
kleuren van de stekkers en de aansluitingen met
elkaar overeenkomen. Om te luisteren naar de
videorecorder nadat u deze heeft aangesloten,
drukt u op FUNCTION totdat “VIDEO”
verschijnt.
Naar de audio-uitgangsaansluitingen op
de videorecorder
Aansluiten van een
hoofdtelefoon
Sluit de hoofdtelefoon aan op de PHONES-
aansluiting.
PHONES-aansluiting
IEC standaard
aansluitstekker
(niet bijgeleverd)
Type aansluiting B
FM75
AM
ANTENNA
U
U
Coaxiale kabel van
75 Ohm
(niet bijgeleverd)
71
NL
Aansluiten van los verkrijgbare componenten/Aanvullende informatie
AM-antenne
Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter aan
op de AM-antenneaansluiting. De bijgeleverde
AM-raamantenne blijft gewoon aangesloten.
Type aansluiting A
Geïsoleerde draad
(niet bijgeleverd)
Geïsoleerde draad
(niet bijgeleverd)
Aanvullende
informatie
Voorzorgsmaatregelen
Voor uw veiligheid
Het systeem blijft op de stroombron (netspanning)
aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit,
zelfs indien het systeem zelf is uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken.
Om de aansluiting van de stekker op het stopcontact
te verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek
nooit aan het snoer zelf.
Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het
systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopcontact en laat het systeem eerst door een
deskundige controleren alvorens het weer in
gebruik te nemen.
Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
Wanneer u de stekker van het systeem in het
stopcontact steekt, begint het systeem met het
opladen voor de afstandsbedienings- en
timerfuncties. Hierdoor zal de buitenkant van het
apparaat warm worden. Dit is normaal.
Installeren
Zorg dat de ventilatie van het systeem tijdens
gebruik is ingeschakeld.
Installeer het systeem op een plaats met voldoende
luchtcirculatie. U mag niets op het systeem
plaatsen.
Installeer het systeem op een plaats met voldoende
ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem
te voorkomen.
Installeer het systeem niet in een hellende positie.
Installeer het systeem niet:
– op uiterst warme of koude plaatsen
– op stoffige of vuile plaatsen
– in een zeer vochtige omgeving
– op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn
– op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht.
wordt vervolgd
FM75
AM
U
ANTENNA
Type aansluiting B
FM75
AM
ANTENNA
U
U
Belangrijk
Indien u een buitenantenne aansluit, dient u een
aarddraad aan te sluiten op de U aansluiting. Om
een gasexplosie te voorkomen, mag u de
aarddraad niet op een gasleiding aansluiten.
72
NL
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Opmerkingen over CDs
Alvorens u de CD gaat afspelen, dient u deze te
reinigen met een schoonmaakdoek. Veeg vanaf het
midden naar de rand.
Gebruik geen CD met plakband,
afdichtingsmaterialen of lijm erop omdat de speler
hierdoor beschadigd kan raken.
Gebruik geen oplosmiddelen zoals wasbenzine,
verfverdunner, in de handel verkrijgbare
schoonmaakmiddelen of antistatische spray
bestemd voor het schoonmaken van vinyl LP’s.
Stel de CD niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat
uw CD niet achter in een auto die in direct zonlicht
is geparkeerd.
Reiniging van de behuizing
Gebruik hiervoor een zachte doek, licht bevochtigd
met een oplossing van mild schoonmaakmiddel.
Alvorens u een cassette in het
tapedeck plaatst
Zorg dat eventuele lussen in de tape zijn
strakgetrokken. Anders zou de tape in het
mechanisme van het tapedeck verwikkeld kunnen
raken, met kans op beschadiging.
Bij gebruik van een tape van
langer dan 90 minuten
De tape kan gemakkelijk uitrekken. U mag de tape
niet te vaak stoppen, snel vooruit- of terugspoelen en
weer starten. De tape kan hierdoor namelijk in het
tapedeck verstrikt raken.
Beveiligen van uw tapeopnamen
Om een tape te beveiligen tegen abusievelijk wissen
of abusievelijk opnemen, breekt u het
wispreventienokje van kant A of B uit, zoals op de
afbeelding is aangegeven.
Bediening
Indien het systeem rechtstreeks van een koude naar
een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer
vochtige kamer is geplaatst, kan vocht uit de lucht
condenseren op de lens in de CD-speler of het MD-
deck. In dergelijke gevallen zal het systeem niet
juist werken. Verwijder de CD of MD en laat het
systeem ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat
de condens is verdampt.
Zorg dat u alle discs verwijdert wanneer u het
systeem gaat verplaatsen.
Indien u vragen of problemen hebt betreffende uw
systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Luidsprekersysteem
Dit luidsprekersysteem is niet magnetisch
afgeschermd. Hierdoor kan op sommige TV-
toestellen magnetische vervorming van het beeld
optreden. In dergelijke gevallen dient u de TV
eenmaal uit te schakelen en vervolgens na 15 tot 30
minuten weer in te schakelen.
Indien de storing hierdoor niet wordt
verholpen, dient u het luidsprekersysteem verder
van het TV-toestel te plaatsen. Plaats ook geen
voorwerpen waaraan magneten zijn bevestigd of
waarin magneten worden gebruikt in de nabijheid van
het luidsprekersysteem, zoals audiorekken, TV-
standers en speelgoed, dicht bij het TV-toestel. Deze
kunnen magnetische vervorming van het TV-beeld
veroorzaken ten gevolge van hun inwerking op het
systeem.
Opmerkingen over MDs
Indien u probeert het schuifdeksel te openen door
dit te forceren, kan de disc worden beschadigd.
Indien het schuifdeksel opengaat, moet u dit
onmiddellijk sluiten zonder daarbij de geplaatste
disc aan te raken.
Plak het label dat met de disc is bijgeleverd, alleen
op de aangegeven label-inkeping. Plak het label niet
rondom het schuifdeksel of op een andere plaats. De
vorm van de inkeping is afhankelijk van de disc.
Plaats
van label
Schuifdeksel
Veeg de beschermhoes van de disc schoon met een
droge doek.
Stel de MD niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat
uw MD niet achter in een auto die in direct zonlicht
is geparkeerd.
Tapesoort-
uitsparingen
Nokje van kant B Nokje van kant A
Kant A
Wis-
preventie-
nokje van
kant A
uitbreken
73
NL
Aanvullende informatie
Als u een aldus beveiligde tape later weer voor
opnemen wilt gebruiken, kunt u de ontstane
opening(en) met een stukje plakband afdekken. Let
evenwel op dat u de tapesoort-uitsparingen niet
afdekt, want hiermee wordt door het tapedeck
automatisch het type tape vastgesteld.
TYPE II (CrO
2
) TYPE I (normaal)
Tapesoort-uitsparingen
Reinigen van de tapekoppen
Reinig de tapekoppen na iedere 10 gebruiksuren.
Verontreinigde tapekoppen veroorzaken:
— vervorming van het geluid
— verminderde geluidssterkte
— af en toe wegvallend geluid
— onvolledig wissen van de tape
— tegenvallende opnameresultaten
Maak de tapekoppen schoon voor een belangrijke
opname of na het afspelen van een oude cassette.
Gebruik hiervoor een los verkrijgbare
reinigingscassette van het droge of het vloeistof-type.
Nadere bijzonderheden vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette.
Demagnetiseren van de
tapekoppen
Na elke 20 à 30 uur dient u de tapekoppen en de
metalen onderdelen die met de tape in aanraking
komen, te demagnetiseren met een los verkrijgbare
demagnetiseercassette. Nadere bijzonderheden vindt
u in de gebruiksaanwijzing van de
demagnetiseercassette.
Systeembeperkingen
van MDs
Het opnamesysteem in uw MD-deck heeft een
aantal beperkingen die hieronder zijn beschreven.
Deze beperkingen zijn echter inherent aan het
ontwerp van het MD-opnamesysteem en zijn niet
te wijten aan mechanische oorzaken.
Disc Full!! verschijnt voordat
de maximale opnametijd van de
MD is bereikt
Wanneer er 255 muziekstukken op de MD zijn
opgenomen, verschijnt “Disc Full!!”, ongeacht de
totale opnametijd. Op de MD kunnen maximaal 255
muziekstukken worden opgenomen. Om verder te
gaan met opnemen, dient u onnodige muziekstukken
te wissen of een andere voor opnemen geschikte MD
te gebruiken.
Disc Full!! verschijnt voordat
het maximale aantal
muziekstukken (255) is bereikt
In bepaalde gevallen kunnen de zachtere passages
binnen muziekstukken worden opgevat als pauzes
ertussen, zodat het aantal muziekstuknummers
toeneemt en “Disc Full!!” vroeger dan normaal
verschijnt.
De resterende opnametijd neemt
niet toe, ook niet na het wissen
van meerdere korte
muziekstukken
Muziekstukken die korter zijn dan 12 seconden tellen
niet mee, zodat het wissen ervan niet altijd tot meer
beschikbare opnametijd zal leiden.
Bepaalde muziekstukken laten
zich niet met andere
samenvoegen
Muziekstukken die korter zijn dan 8 seconden kunnen
soms niet met andere worden samengevoegd.
Gemonteerde muziekstukken kunnen soms ook niet
worden samengevoegd.
De totale opgenomen tijd plus de
resterende opnametijd op de MD
komen in totaal niet aan de
maximale opnametijd
Het opnemen wordt verricht in minimumeenheden
van 2 seconden, ongeacht de mogelijk kortere duur
van het opgenomen materiaal. De opgenomen inhoud
kan daarom korter zijn dan de maximale opnametijd.
Bovendien kan de beschikbare ruimte op de disc
verder beperkt worden door krassen.
wordt vervolgd
74
NL
Systeembeperkingen van MDs
(vervolg)
Verhelpen van storingen
Indien er tijdens het gebruik van dit systeem een
storing optreedt, raadpleeg dan de onderstaande
storingsgids.
Controleer eerst of de stekker van het systeem
goed in het stopcontact zit en of de luidsprekers
juist en stevig zijn aangesloten.
Indien een storing niet door u verholpen kan
worden, neem dan contact op met de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Algemeen
Er is geen geluid.
Draai VOLUME naar rechts.
Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten.
Controleer de luidsprekeraansluitingen (zie
blz. 4).
Het geluid komt van slechts één kanaal, of
het links/rechts-volume is niet
gebalanceerd.
Sluit de luidsprekersnoeren goed aan (zie
blz. 4).
Plaats de luidsprekers zo symmetrisch
mogelijk.
Sluit slechts één van de bijgeleverde
luidsprekers aan op elk stel
luidsprekeraansluitingen.
Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan.
Er is veel brom of ruis.
Zet het systeem verder weg van de bron van
de ruis.
Sluit het systeem aan op een ander
stopcontact.
Monteer een ruisfilter (in de handel
verkrijgbaar) op de elektriciteitsleiding.
0:00 (bij het Europese model) of
12:00 AM (bij de overige modellen)
knippert op het display.
Stel de klok en de timer opnieuw in (zie blz.
6, 66 en 68).
De timer kan niet worden ingesteld.
Stel de klok opnieuw in (zie blz. 6).
Tijdens het doorzoeken van
gemonteerde muziekstukken
kan het geluid soms wegvallen
Bij muziekstukken die door montage zijn
samengesteld, kan tijdens het gebruik van de
zoekfuncties het geluid soms wegvallen. Dit komt
omdat het snel opzoeken van de posities op de disc
tijd in beslag neemt wanneer de muziekstukken her en
der over de disc verspreid zijn.
De muziekstuknummers worden
niet correct aangebracht
Wanneer tijdens analoog opnemen “LEVEL-SYNC”
(blz. 37) op het display gaat branden, worden de
muziekstuknummers soms niet aan het begin van het
muziekstuk aangebracht indien:
het ingangssignaal tussen muziekstukken gedurende
minder dan twee seconden beneden een bepaald
vastgelegd niveau blijft.
het ingangssignaal in het midden van het
muziekstuk langer dan twee seconden beneden een
bepaald vastgelegd niveau blijft.
Overzicht van het één-generatie
kopieersysteem (Serial Copy
Management System)
Digitale audiocomponenten zoals CD’s, MD’s en
DAT’s, verwerken de muziek als een digitaal signaal
zodat u de muziek met een hoge kwaliteit kunt
kopiëren.
Teneinde muziekprogramma’s met copyright te
beschermen, maakt dit systeem gebruik van het
“Serial Copy Management System” waardoor u via
de digitaal-naar-digitaal-aansluitingen slechts één
kopie kunt maken van een opgenomen digitale bron.
U kunt alleen een eerste-generatie kopie*
maken via een digitaal-naar-digitaal-
aansluiting.
Dat wil zeggen:
1 U kunt een kopie maken van een in de handel
verkrijgbaar digitaal geluidsprogramma (bijv. een
CD of MD), maar u kunt geen tweede kopie maken
van de eerste-generatie kopie.
2 U kunt een kopie maken van een digitaal signaal
van een digitaal opgenomen analoog
geluidsprogramma (bijv. een analoge
grammofoonplaat of een muziekcassette) of van
een digitale satelliet-uitzending, maar u kunt geen
tweede kopie maken.
* Een eerste-generatie kopie is een digitale opname
van een digitaal signaal op een digitaal
opnameapparaat. Wanneer u bijvoorbeeld opneemt
van de CD-speler van dit systeem naar het MD-
deck, maakt u een eerste-generatie kopie.
75
NL
Aanvullende informatie
De timer werkt niet.
Druk op CLOCK/TIMER SELECT om de
timer in te stellen en de indicatie “DAILY” of
“REC” op het display te doen oplichten (zie
blz. 67 en 69).
Controleer de instelling en stel de juiste tijd in
(zie blz. 6, 66 en 68).
Schakel de SLEEP-timerfunctie uit (zie
blz. 65).
De afstandsbediening werkt niet.
Verwijder het obstakel.
Breng de afstandsbediening dichter naar het
systeem.
Richt de afstandsbediening naar de sensor op
het systeem.
Vernieuw de batterijen (formaat AA/R6).
Plaats het systeem op grotere afstand van de
TL-buisverlichting.
PROTECT en PUSH POWER
verschijnen beurtelings.
Druk op ?/1 (spanning) om het systeem uit te
schakelen. Schakel het systeem even later
weer in.
CD-speler
De CD-lade sluit niet.
Plaats de CD precies in het midden van de
lade.
Sluit de lade altijd door indrukken van CD Z.
Wanneer u probeert om de lade met uw hand
te sluiten, kan dit problemen met de CD-
speler veroorzaken.
De CD kan niet worden verwijderd.
Neem contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
De CD begint niet met afspelen.
Open de CD-lade en controleer of er een CD
is geplaatst.
Veeg de CD schoon (zie blz. 72).
Vervang de CD.
De CD is ondersteboven (met de labelkant
onderaan) geplaatst. Plaats de CD precies in
het midden van de lade.
Verwijder de CD en veeg het vocht van de
CD. Laat het systeem daarna een paar uur
ingeschakeld totdat het vocht is verdampt.
Druk op CD NX om het afspelen te laten
beginnen.
De CD slaat over.
Veeg de CD schoon (zie blz. 72).
Vervang de CD.
Verplaats het systeem zo mogelijk naar een
plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een
stabiele stander).
Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
standers.
Wanneer u naar een muziekstuk luistert met
lage klanken en een hoog volume, is de kans
aanwezig dat de CD door de trillingen van de
luidsprekers overslaat.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PGM” of “SHUFFLE” verdwijnt om terug te
keren naar normaal afspelen.
“—OVER—” verschijnt op het display.
Blijf op m drukken of druk op . om
terug te keren naar de gewenste positie voor
afspelen.
wordt vervolgd
76
NL
Verhelpen van storingen
(vervolg)
“—OVER—” verschijnt op het display.
Blijf op m drukken of druk op . om
terug te keren naar de gewenste positie voor
afspelen.
Tijdens het opnemen licht OVER op.
Stel het opnameniveau lager in (zie blz. 41).
De opname of montage zijn wel
uitgevoerd, maar de inhoudsopgave (TOC)
is niet bijgewerkt.
De opname- en montagegegevens van de MD
worden weggeschreven naar de MD wanneer
de MD wordt verwijderd. Daarom dient u de
MD na het opnemen of monteren altijd te
verwijderen (zie blz. 32 en 44).
Er kan niet worden opgenomen.
Verwijder de MD en schuif het nokje dicht
zodat de opening niet meer zichtbaar is (zie
blz. 32).
Sluit de los verkrijgbare A/V-component goed
aan (zie blz. 69).
Kies een andere geluidsbron.
Vervang de MD door een voor opnemen
geschikte MD of gebruik de ERASE-functie
om onnodige muziekstukken te wissen (zie
blz. 47).
Begin weer helemaal opnieuw met opnemen.
Het geluid van een door u opgenomen MD
is te laag (of te hoog).
Stel het opnameniveau opnieuw in (zie
blz. 41).
MD-deck
Een MD kan niet worden geplaatst.
Plaats de MD met het pijltje naar boven, in de
richting van het deck wijzend.
De toetsen werken niet.
Vervang de MD door een nieuw exemplaar.
Probeer de bedieningshandelingen opnieuw
nadat “TOC” of “STANDBY” is uitgegaan.
De MD begint niet met afspelen.
Vervang de MD.
Plaats de MD en laat het systeem een paar uur
ingeschakeld totdat het vocht is verdampt.
Druk op MD NX om het afspelen te laten
beginnen.
De MD slaat over.
Vervang de MD.
Verplaats het systeem zo mogelijk naar een
plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een
stabiele stander).
Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
standers.
Wanneer u naar een muziekstuk luistert met
lage klanken en een hoog volume, is de kans
aanwezig dat de MD door de trillingen van de
luidsprekers overslaat.
Plaats de disc en wacht 10 tot 20 minuten, met
het systeem ingeschakeld.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PGM” of “SHUFFLE” verdwijnt om terug te
keren naar normaal afspelen.
77
NL
Aanvullende informatie
Tapedeck
De tape neemt niet op.
Er is geen tape geplaatst. Plaats een tape.
Het wispreventienokje is verwijderd. Bedek
de ontstane opening met plakband (zie
blz. 73).
Het einde van de tape is bereikt.
De tape neemt niet op en speelt niet af, of
het geluidsniveau vermindert.
De koppen zijn vuil. Reinig deze.
De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie
blz. 73).
Oude opnamen worden niet afdoende
gewist.
De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie
blz. 73).
Er is veel wow of flutter, of het geluid valt
weg.
De aandrukassen of aandrijfrollen in het
tapedeck zijn vuil. Reinig deze met een
reinigingscassette (zie blz. 73).
De ruis neemt toe of de hoge frequenties
worden gewist.
De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie
blz. 73).
Los verkrijgbare componenten
Er is geen geluid.
Raadpleeg de algemene rubriek “Er is geen
geluid” op blz. 74 en controleer de toestand
van het systeem.
Sluit de component goed aan (zie blz. 69) en
controleer daarbij:
– of de snoeren goed zijn aangesloten, en
– of de stekkers van de snoeren er goed zijn
ingeduwd.
Schakel de aangesloten component in.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die is
meegeleverd met de aangesloten component
en begin met afspelen.
Het geluid is vervormd.
Stel het volume van de aangesloten
component lager in.
Tuner
Er is veel brom of ruis (“TUNED” of
“STEREO” knippert).
Stel de juiste golfband en frequentie in (zie
blz. 7).
Sluit de antenne goed aan (zie blz. 4).
Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt
zijn voor een goede ontvangst en installeer
daarna de antenne opnieuw.
Indien u geen goede ontvangst krijgt, is het
raadzaam om een in de handel verkrijgbare
buitenantenne aan te sluiten.
De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt
de signalen over de volle lengte. Daarom
moet u de antenne volledig uittrekken.
Plaats de antennes zo ver mogelijk van de
luidsprekersnoeren.
Indien de bijgeleverde AM-antenne is
losgeraakt van de kunststof stander, dient u
contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Schakel de elektrische apparatuur in de buurt
uit, indien mogelijk.
wordt vervolgd
78
NL
Verhelpen van storingen
(vervolg)
Zelfdiagnose-display
Dit systeem heeft een zelfdiagnose-displayfunctie
om u te waarschuwen wanneer het systeem niet
goed werkt. Op het display verschijnen beurtelings
een code van drie tekens en een melding waarmee
de storing wordt aangegeven. Raadpleeg de
onderstaande lijst om de storing te verhelpen.
Indien een storing niet door uzelf kan worden
verholpen, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
C11/Protected
De MD is beschermd tegen abusievelijk wissen.
cVerwijder de MD en schuif het nokje dicht
zodat de opening niet meer zichtbaar is (zie
blz. 32).
C12/Cannot Copy
U probeert een CD of MD met een voor dit
systeem ongeschikt formaat af te spelen, zoals
een CD-ROM.
cVerwijder de disc, schakel het systeem
eenmaal uit en schakel het vervolgens weer
in.
C13/REC Error
De opname werd niet goed uitgevoerd.
cBreng het systeem naar een plaats zonder
trillingen en neem daarna opnieuw op vanaf
het begin.
De MD is vuil of er zitten krassen op, of de MD
voldoet niet aan de normen.
cVervang de MD en neem daarna opnieuw op
vanaf het begin.
Een stereo FM-programma kan niet in
stereo worden ontvangen.
Druk op STEREO/MONO totdat “STEREO”
op het display verschijnt.
Zie “ Er is veel brom of ruis (“TUNED” of
“STEREO” knippert)” en controleer de
antenne.
Tijdens het opnemen op een MD is er
cyclische statische ruis te horen.
Stel de oriëntatie en positie van de antenne
zodanig af dat de ruis stopt.
Indien het systeem ook na het
nemen van de bovenstaande
maatregelen nog niet goed
werkt, dient u het systeem als
volgt opnieuw in te stellen:
Druk met een ballpoint, enz. op de RESET-
schakelaar op de onderkant van het systeem.
Het systeem is nu opnieuw ingesteld
(fabrieksinstellingen). Alle door u gemaakte
instellingen, zoals de voorgeprogrammeerde
zenders, klokinstelling, timerinstellingen en CD-
disctitels, zijn geannuleerd. U moet deze nu
opnieuw instellen.
79
NL
Aanvullende informatie
C13/Read Error
Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet
goed lezen.
cVerwijder de MD eenmaal en plaats deze
daarna opnieuw.
C14/Toc Error
Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet
goed lezen.
cVervang de MD.
cWis alle muziekstukken van de MD door
gebruikmaking van de ALL ERASE-functie
(zie blz. 48).
C41/Cannot Copy
De geluidsbron is een kopie van in de handel
verkrijgbare muzieksoftware of u probeert een
CD-R (voor opnemen geschikte CD) op te
nemen.
cHet “Serial Copy Management System”
voorkomt dat u een digitale kopie kunt maken
(zie blz. 74). U kunt geen CD-R opnemen.
Meldingen
Tijdens bediening kan er op het display één van de
onderstaande meldingen verschijnen of knipperen.
MD
Auto Cut
Tijdens digitaal opnemen is er een stilte van 30
seconden of meer ingevoerd waardoor het
opnemen door het MD-deck tijdelijk wordt
stopgezet.
Blank Disc
Er is een geheel nieuwe, voor opnemen
geschikte MD geplaatst of alle muziekstukken
op de MD zijn gewist.
Cannot Edit
Er zit een voorbespeelde MD in het deck.
U probeert te monteren in de stand voor
afspelen in geprogrammeerde of willekeurige
volgorde.
Cannot REC
Er zit een voorbespeelde MD in het deck.
De functie MD is ingesteld.
Cannot SYNC
Er zit geen disc in het MD-deck, of de MD is
beschermd tegen abusievelijk wissen.
Er is geen opnametijd meer over op de MD.
Complete !!
De MD-montage is voltooid.
Disc Full!!
Er is geen opnametijd meer over op de MD.
Eject
De MD wordt door het MD-deck verwijderd.
Impossible
U probeert een montagehandeling te
verrichten die niet mogelijk is.
Vanwege de beperkingen van het systeem
kunnen de muziekstukken op de MD niet
worden samengevoegd.
Name Full
Er is geen ruimte meer voor het opslaan van
muziekstuktitels of disctitels.
No Disc
Er zit geen disc in het MD-deck.
No Name
U probeert de titel van een disc of muziekstuk
weer te geven waarvoor geen titel is ingevoerd.
OVER
Het einde van de MD is bereikt terwijl u M
ingedrukt houdt en het systeem zich in de
pauzestand voor afspelen bevindt.
Push STOP!
Tijdens het afspelen hebt u op PLAY MODE
gedrukt.
Rehearsal
Ter bevestiging wordt het gedeelte van de MD
afgespeeld dat met de DIVIDE-functie
onderverdeeld zal worden.
Smart Space
Tijdens digitaal opnemen is er een stilte
ingevoerd van 3 seconden of meer, maar
minder dan 30 seconden.
wordt vervolgd
80
NL
Zelfdiagnose-display (vervolg)
CD
Cannot Edit
U probeert een titel in te voeren voor een CD
TEXT-disc.
Name Full
Er zijn reeds 50 disctitels in het systeem
ingevoerd.
OVER
Het einde van de CD is bereikt terwijl u tijdens
het afspelen of pauzeren M ingedrukt houdt.
TAPE
Cannot SYNC
Er zit geen tape in het tapedeck, of het
wispreventienokje is verwijderd.
No TAB
U kunt de tape niet opnemen omdat het
wispreventienokje is verwijderd.
NO TAPE
Er zit geen tape in het tapedeck.
Standby (knippert)
De met de timer gemaakte opnamen zijn
verloren gegaan en kunnen daarom niet meer
worden opgeslagen op de disc, of de functie
voor afspelen in geprogrammeerde volgorde
kan niet worden geactiveerd omdat het
programma verloren is gegaan.
Text Protect
Er zijn CD TEXT-gegevens die niet op een MD
opgenomen kunnen worden.
TOC Reading
Het MD-deck is bezig met het lezen van de
inhoudsopgave (TOC).
TOC Writing
Het MD-deck is bezig met het wegschrijven
van de opname- en montagegegevens.
Track End
Het einde van het muziekstuk is bereikt tijdens
het instellen van de positie van onderverdeling
met behulp van de DIVIDE-functie.
TUNER
Cannot Edit
U probeert een niet-voorgeprogrammeerde
zender een naam te geven of te wissen.
81
NL
Aanvullende informatie
Technische gegevens
Hoofdapparaat (HCD-CP33)
Versterker
Noord-Amerikaans model:
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
35 + 35 watt
(6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD)
Totale harmonische vervorming:
minder dan 0,07%
(6 ohm bij 1 kHz, 18 W)
Europees model:
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
30 + 30 watt
(6 ohm bij 1 kHz, DIN, 230 V)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
35 + 35 watt
(6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD,
230 V)
Muziek-uitgangsvermogen (referentie):
85 + 85 watt
Overige modellen:
De volgende waarden gemeten bij 230 V
wisselstroom, 60 Hz
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
28 + 28 watt
(6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
30 + 30 watt
(6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD)
De volgende waarden gemeten bij 220 V
wisselstroom, 60 Hz
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
24 + 24 watt
(6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
25 + 25 watt
(6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD)
Ingangen
VIDEO IN (tulpstekkers): spanning 250 mV, impedantie
47 kilohm
Uitgangen
LINE OUT (tulpstekkers): spanning 250 mV, impedantie
1 kilohm
PHONES (stereo-mini-aansluiting):
geschikt voor hoofdtelefoon van
8 ohm of meer.
SPEAKER: geschikt voor impedantie van 6 tot
16 ohm.
CD-speler
Systeem Compactdisc- en digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider-laser (λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Max. 44,6 µW*
*Deze waarde is gemeten op een
afstand van 200 mm van het
lensoppervlak van het optisch
blok, bij een diafragma van 7 mm.
Frequentiebereik 2 Hz – 20 kHz
MD-deck
Systeem MiniDisc digitaal audiosysteem
Laser Halfgeleider-laser (λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Max. 44,6 µW*
*Deze waarde is gemeten op een
afstand van 200 mm van het
lensoppervlak van het optisch
blok, bij een diafragma van 7 mm.
Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz
Frequentiebereik 5 Hz – 20 kHz
Tapedeck
Opnamesysteem 4-sporen 2-kanaals stereo
Frequentiebereik (DOLBY NR OFF)
40 – 13.000 Hz (± 3 dB) bij
gebruik van Sony TYPE I cassettes
40 – 14.000 Hz (± 3 dB) bij
gebruik van Sony TYPE II
cassettes
Wow en flutter ± 0,13% W. Peak (IEC)
0,07% W. RMS (NAB)
± 0,2% W. Peak (DIN)
wordt vervolgd
82
NL
Technische gegevens (vervolg)
Algemeen
Stroomvoorziening
Noord-Amerikaans model: 120 V wisselstroom, 60 Hz
Europees model: 230 V wisselstroom, 50/60 Hz
Australisch en Thais model:
220 – 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Overige modellen: 110 – 120 V of 220 – 240 V
wisselstroom, 50/60 Hz
Instelbaar met
spanningskeuzeschakelaar
Stroomverbruik 75 watt
Afmetingen (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen en
regelaars
Versterker/tuner/tapedeck/MD-deck/CD-speler:
ca. 190 × 252 × 345 mm
Gewicht
Versterker/tuner/tapedeck/MD-deck/CD-speler:
ca. 7,5 kg
Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1)
R6 (formaat AA) batterijen (2)
AM-raamantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Tuner
FM-stereo, FM/AM-superheterodyne tuner
FM-tuner
Afstembereik
Noord-Amerikaans model: 87,5 – 108,0 MHz
(100 kHz stap)
Reismodel: 76,0 – 108,0 MHz
(50 kHz stap)
Overige modellen: 87,5 – 108,0 MHz
(50 kHz stap)
Antenne FM-draadantenne
Antenneaansluitingen 75 ohm asymmetrisch
Middenfrequentie 10,7 MHz
AM-tuner
Afstembereik
Pan-Amerikaans model: 530 – 1.710 kHz
(met interval ingesteld op 10 kHz)
531 – 1.710 kHz
(met interval ingesteld op 9 kHz)
Europees model: 531 – 1.602 kHz
(met interval ingesteld op 9 kHz)
Overige modellen: 531 – 1.602 kHz
(met interval ingesteld op 9 kHz)
530 – 1.710 kHz
(met interval ingesteld op 10 kHz)
Antenne AM-raamantenne
Buitenantenneaansluitingen
Middenfrequentie 450 kHz
Luidspreker (SS-CCP33)
Luidsprekersysteem 2-weg, basreflex-type
Luidspreker-eenheden
Woofer: 12 cm diameter, conus-type
Tweeter: 2,5 cm diameter,
balansaandrijvingstype
Nominale impedantie 6 ohm
Afmetingen (b/h/d) ca. 150 × 252 × 255 mm
Gewicht ca. 2,6 kg netto per luidspreker
83
NL
Aanvullende informatie
Beschrijving van de
onderdelen van de
afstandsbediening
U kunt het systeem ook bedienen met de
bijgeleverde afstandsbediening.
Opmerking
De volgende handelingen kunnen niet met de
afstandsbediening worden verricht:
— instellen van TUNING MODE voor de tuner
— instellen van STEREO/MONO voor de tuner
— verwijderen van discs
— opnemen op MD of tape
— één-toets-weergavestart
x
.
>
N
`/1
X
M
m
1
2
3
4
5
6
1 ?/1 (spanning) schakelaar
2 CLOCK/TIMER SELECT-toets
Indrukken om de timerinstellingen te controleren,
of om de timer in of uit te schakelen (blz. 67 en
69).
CLOCK/TIMER SET-toets
Indrukken om de klok en timerfuncties in te
stellen (blz. 6, 67 en 68).
3 PLAY MODE-toets
Indrukken om normaal afspelen, afspelen in
willekeurige volgorde of afspelen in
geprogrammeerde volgorde te kiezen (blz. 23, 28,
29, 33 en 60).
REPEAT-toets
Indrukken om een muziekstuk of alle
muziekstukken herhaald af te spelen (blz. 22 en
28).
BASS/TRE-toets
Indrukken om de lage en hoge tonen te regelen
(blz. 62).
4 CURSORT/t, m/M toetsen
Indrukken om een naam te geven aan een CD,
MD en voorgeprogrammeerde zender, of om de
klok in te stellen (blz. 6, 27, 46 en 64).
Met de m/M toetsen kunt u snel het gewenste
punt in een muziekstuk vinden wanneer het MD-
deck zich in de pauzestand voor afspelen bevindt
of wanneer de CD-speler bezig is met afspelen of
pauzeren of wanneer het tapedeck bezig is met
snel vooruitspoelen of terugspoelen.
./> (AMS: Automatische
muzieksensor) toetsen
N (play) button
X (pauzeren) toets
x (stoppen) toets
5 VOLUME +/ toetsen
Indrukken om het volume in te stellen.
6 DSG-toets
Indrukken om een krachtiger geluid te verkrijgen
(blz. 62).
wordt vervolgd
84
NL
x
.
>
N
`/1
X
M
m
7
qa
0
8
9
qs
7 SLEEP-toets
Indrukken om de SLEEP-timer in te stellen
(blz. 65).
8 MENU/NO-toets
Indrukken om zenders voor te programmeren, om
de instellingen in “Edit Menu” of “Setup Menu”
in te voeren, of om de montagefunctie uit te
schakelen.
NAME EDIT/CHARACTER-toets
Indrukken om het tekstinvoerscherm op het
display te laten verschijnen en om het soort
tekens te kiezen dat u wilt invoeren (blz. 26, 45
en 63).
ENTER/YES-toets
Indrukken om de klok in te stellen, om af te
spelen in geprogrammeerde volgorde, en om het
voorprogrammeren van zenders of het monteren
te beëindigen.
9 Cijfertoetsen
Indrukken om muziekstuknummers van een CD,
MD of voorgeprogrammeerde zender te kiezen.
0 CLEAR-toets
Indrukken om de keuze te annuleren (blz. 24, 27,
30, 46 en 64).
qa SCROLL-toets
Indrukken om de disctitel of muziekstuktitel
bewegend op het display te laten verschijnen
(blz. 27, 31 en 46).
DISPLAY-toets
Indrukken om de verschillende gegevens te tonen
(blz. 24, 25, 29, 30 en 64).
qs De geluidsbrontoetsen
MD-toets
CD-toets
FUNCTION-toets
Indrukken om van geluidsbron te veranderen.
Bij elke druk op deze toets verandert de
geluidsbron als volgt:
t
MD
t
TAPE
t
CD
VIDEO
T
TUNER
T
BAND, TUNER-toets
Indrukken om de tuner voor de geluidsbron te
kiezen, of om de FM- of AM-band te kiezen.
TAPE-toets
Beschrijving van de onderdelen
van de afstandsbediening
(vervolg)
85
NL
Aanvullende informatie
Overzicht van de
programmatypes (PTY)
NEWS
Nieuwsbulletins.
AFFAIRS
Actualiteiten-programma’s die op de
achtergronden van het huidige nieuws
ingaan.
INFO
Uitzendingen over consumentenzaken,
medisch advies.
SPORT
Sportverslagen, uitslagen e.d.
EDUCATE
Educatieve programma’s, met
wetenswaardigheden, praktische tips en
advies op allerlei gebied.
DRAMA
Hoorspelen en radioseries.
CULTURE
Programma’s over nationale en regionale
cultuur, taal en sociale zaken.
SCIENCE
Programma’s over natuurwetenschappen en
technologie.
VARIED
Gevarieerd amusement, zoals interviews met
bekende persoonlijkheden, quizprogramma’s
en komedies.
POP M
Populaire muziek.
ROCK M
Rock muziek.
EASY M
Easy listening muziek.
LIGHT M
Lichte klassieke muziek voor een breed
publiek zowel vocale als instrumentale
muziek.
CLASSICS
Uitvoeringen van klassieke orkestwerken,
kamermuziek, opera, enz.
OTHER M
Muziek die niet is onder te brengen in één
van de andere muzikale categorieën, rhythm-
and-blues, reggae, enz.
WEATHER
Weerbericht.
FINANCE
Beursberichten, financieel en zakennieuws.
CHILDREN
Kinderprogramma’s.
SOCIAL
Programma’s over mensen en hun
bezigheden.
RELIGION
Programma’s over godsdienst en religieuze
zaken.
PHONE IN
Programma’s waarin luisteraars via de
telefoon of in een publiek forum kunnen
reageren.
TRAVEL
Programma’s over reizen. Niet voor
aankondigingen die met de TP/TA
verkeersinformatiefuncties te vinden zijn.
LEISURE
Programma’s over vrijetijdsbesteding en
hobbies als vissen, tuinieren, koken e.d.
JAZZ
Jazz en geïmproviseerde muziek.
COUNTRY
Country & western muziek.
NATION M
Programma’s met de nationale of
streekmuziek van een bepaald gebied.
OLDIES
Hits van vroeger.
FOLK M
Volksmuziekprogramma’s.
DOCUMENT
Programma's over verschijnselen en hun
achtergronden.
TEST
Testsignaal voor nooduitzendingen.
ALARM
Nooduitzendingen.
NONE
Ieder type uitzending dat niet onder een van
de bovengenoemde categorieën valt.
86
NL
Index
A
A-B ERASE-functie 49
Aansluiten
antennes 4
los verkrijgbare
componenten 69
luidsprekers 4
netspanning 5
Afspelen
CD 9, 22
MD 14, 28
muziekstukken herhaald
(REPEAT) 22, 28
muziekstukken in de
gewenste volgorde
(PROGRAM) 23, 29
muziekstukken in
willekeurige volgorde
(SHUFFLE) 23, 28
tape 15
Afsteminterval 8
Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
18
ALL ERASE-functie 48
Analoog opnemen 31
Antennes 4
Auto Cut 39
Automatisch afstemmen 19
Automatische bronkeuze 10, 15,
16, 19
B
Batterijen 5
Beveiligen van opnamen 32, 72
Bewaren van opnamen 32, 72
C
CD-geheugen 26
CD-MD-synchroon-opname 32
CD-TAPE-synchroon-opname
56
CD TEXT-gegevens 25, 34
COMBINE-functie 53
D
DAILY-timerfunctie 66
Digitaal opnemen 31
Display 25, 30
DIVIDE-functie 52
Dynamische geluidsgenerator
62
E, F
Eén-toets-weergavestart 10, 15,
16, 19
ERASE-functie 47
G
Geluid instellen 62
H
Handmatig afstemmen 19
I, J
Instellen
bedrijfsspanning 5
geluid 62
hoge tonen 62
lage tonen 62
opnameniveau 41
van de klok 6
volume 9, 14, 16, 18
K
Klok instellen 6
L
Level Synchro Recording 37
Los verkrijgbare componenten
69
Luidsprekers 4
Luisteren naar de radio 18
M
MD-TAPE-synchroon-opname
60
Meldingen 79
MOVE-functie 51
Muziekstuknummers
aanbrengen 37, 38
N
Na
monteren van een MD 44
opnemen op een MD 32
Naamgeving
CD 26
MD 45
voorgeprogrammeerde
zender 63
NAME-functie 45
Normaal afspelen 9, 14, 15
O
Opnemen
CD 10, 32, 56
handmatig opnemen 34, 61
MD 59
mono-opnamen 42
op MD 10, 19, 32
op tape 12, 21, 56
radioprogramma 19, 35, 68
timer-opname 68
P, Q
PROGRAM-afspeelfunctie 23,
29
Programmatypes 85
R
Radio-informatiesysteem (RDS)
65
Radiozenders
afstemmen 18
voorprogrammeren 7
REPEAT-afspeelfunctie 22, 28
87
NL
Aanvullende informatie
S
Serial Copy Management
System 74
SHUFFLE-afspeelfunctie 23,
28
SLEEP-timerfunctie 65
Smart Space 39
Station Name 63
Systeem opnieuw instellen 78
Systeembeperkingen 73
T
TAPE-MD-synchroon-opname
16
Tijdmachine-opname 35
Timer
inslapen met muziek 65
ontwaken met muziek 66
timer-opname 68
TRACK ERASE-functie 47
U
UNDO-functie 55
V
Verhelpen van storingen 74
Vóór
monteren van een MD 44
opnemen op een MD 31
Voorprogrammeren van
radiozenders 7
W, X, Y
Wissen
alle muziekstukken op een
MD 48
een gedeelte van een
muziekstuk 49
één muziekstuk 47
een muziekstuknummer 53
titels op een MD 47
Z
Zelfdiagnose-display 78

Documenttranscriptie

4-228-581-32(1) Micro HiFi Component System Bedienungsanleitung DE Gebruiksaanwijzing NL CMT-CP33MD ©2000 Sony Corporation WAARSCHUWING Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht, om brandgevaar of elektrische schokken te voorkomen. Open de behuizing niet, om gevaar voor elektrische schokken te voorkomen. Laat alle reparaties aan deskundig personeel over. Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast. Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. De “CLASS 1 LASER PRODUCT” aanduiding bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het apparaat. IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE VERKOPER AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR DIRECTE SCHADE, SECUNDAIRE SCHADE OF WAT VOOR SCHADE DAN OOK, VOORTVLOEIEND UIT GEBRUIK VAN HET APPARAAT OF EEN DEFECT HIERIN, NOCH VOOR HIERMEE SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF VERLIEZEN. Voor de Klanten in Nederland Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. Deze stereo-installatie is uitgerust met een ruisonderdrukkingssysteem van het Dolby* B-type. * Dolby ruisonderdrukking geproduceerd onder licentie van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. DOLBY en het dubbel D symbool ; zijn handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. Inhoudsopgave Voorbereidingen Stap 1: Aansluiten van het systeem .......... 4 Stap 2: Instellen van de klok .................... 6 Stap 3: Voorprogrammeren van radiozenders ........................................ 7 Een tape opnemen op een MD — TAPE-MD-synchroon-opname ... 16 Luisteren naar de radio — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders ........ 18 Opnemen van de radio — Handmatige opname .................... 19 Basisbedieningen Afspelen van een CD ................................ 9 Opnemen van een CD op een MD of een tape ....................................... 10 Afspelen van een MD ............................. 14 Afspelen van een tape ............................. 15 2NL De CD-speler Herhaald afspelen van muziekstukken op de CD — REPEAT-afspeelfunctie ........ 22 Muziekstukken op een CD in willekeurige volgorde afspelen — SHUFFLE-afspeelfunctie ............ 23 Programmeren van muziekstukken op een CD — PROGRAM-afspeelfunctie ... 23 Gebruik van het CD-display ................... 25 Invoeren van CD-titels — CD-geheugen ............................... 26 Het MD-deck — Afspelen Herhaald afspelen van muziekstukken op de MD — REPEAT-afspeelfunctie ....... 28 Muziekstukken op een MD in willekeurige volgorde afspelen — SHUFFLE-afspeelfunctie ............ 28 Programmeren van muziekstukken op een MD — PROGRAM-afspeelfunctie ......... 29 Gebruik van het MD-display ................... 30 Het MD-deck — Opnemen Alvorens met het opnemen te beginnen ....................................... 31 Uw favoriete muziekstukken van een CD opnemen op een MD — CD-MD-synchroon-opname ........ 32 Handmatig opnemen op een MD — Handmatige opname .................... 34 Opnamestart met 6 seconden muziek uit het buffergeheugen — Tijdmachine-opname ................... 35 Aanbrengen van muziekstuknummers .... 37 Inlassen van een 3-seconden interval tussen de muziekstukken — Smart Space ... 39 Instellen van het opnameniveau .............. 41 Mono-opnamen ....................................... 42 Het MD-deck — Monteren Alvorens met het monteren te beginnen ....................................... 44 Invoeren van MD-titels — NAME-functie ............................. 45 Wissen van opnamen — ERASE-functie ............................ 47 Verplaatsen van opgenomen muziekstukken — MOVE-functie .... 51 Onderverdelen van opgenomen muziekstukken — DIVIDE-functie ........................... 52 Samenvoegen van opgenomen muziekstukken — COMBINE-functie ...................... 53 Ongedaan maken van de laatste wijziging — UNDO-functie ............................. 55 Het tapedeck — Opnemen Uw favoriete muziekstukken van een CD opnemen op een tape — CD-TAPE-synchroon-opname .... 56 Opnemen van een MD op een tape ......... 59 Handmatig opnemen op een tape — Handmatige opname .................... 61 Overige functies Geluidsregeling ....................................... 62 Toewijzing van een naam aan een voorgeprogrammeerde zender — Station Name ............................... 63 Gebruik van het radio-informatiesysteem (RDS)* .............................................. 65 Inslapen met muziek — SLEEP-timerfunctie .................... 65 Ontwaken met muziek — DAILY-timerfunctie .................... 66 Radioprogramma’s opnemen met de timer ............................................. 68 NL Aansluiten van los verkrijgbare componenten Aansluiten van los verkrijgbare AV-componenten ............................. 69 Aansluiten van buitenantennes ................ 70 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ............................ 71 Systeembeperkingen van MD’s .............. 73 Verhelpen van storingen ......................... 74 Zelfdiagnose-display ............................... 78 Technische gegevens ............................... 81 Beschrijving van de onderdelen van de afstandsbediening ............................. 83 Overzicht van de programmatypes (PTY) ................................................ 85 Index ........................................................ 86 * Alleen Europees model 3NL Voorbereidingen Stap 1: Aansluiten van het systeem Volg de onderstaande procedure 1 t/m 4 om uw systeem met behulp van de bijgeleverde snoeren en accessoires aan te sluiten. AM-raamantenne FM-antenne Luidspreker (rechts) Luidspreker (links) 2 1 3 4 1 Sluit de luidsprekers aan. 2 Sluit de FM/AM-antennes aan. Sluit de luidsprekersnoeren aan op de SPEAKER-aansluitingen, zoals hieronder is aangegeven. Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes om ruis te voorkomen. Installeer de AM-raamantenne en sluit deze daarna aan. Type aansluiting A Trek de FMdraadantenne er horizontaal uit AMraamantenne A ENN ANT Zwart (#) 75Ω FM Rood (3) Steek dit gedeelte erin 4NL U AM Type aansluiting B Plaatsing van twee R6 (AAformaat) batterijen in de afstandsbediening e Steek dit gedeelte erin A ENN ANT AMraamantenne 75Ω FM U AM U E e E Tip Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te vernieuwen. Opmerkingen 3 Bij modellen met een spanningskiezer stelt u VOLTAGE SELECTOR in op de plaatselijke netspanning. 220V – 240V VOLTAGE SELECTOR 4 Steek de stekker in het stopcontact. Voorbereidingen 110V – 120V • Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om mogelijke beschadiging door batterijlekkage te voorkomen. • Zorg dat u de batterijen met de juiste polariteit plaatst. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast elkaar. • Gebruik geen verschillende soorten batterijen naast elkaar. • Gebruik geen batterij die lekt. • Indien de batterij lekt, dient u de batterijhouder te reinigen en alle batterijen te vernieuwen. Indien de stekker niet in het stopcontact past, dient u de bijgeleverde adapter te ontkoppelen (alleen bij modellen met een adapter). 5NL Stap 2: Instellen van de klok 3 Druk op . of > om het uur in te stellen. 4 Druk op ENTER/YES of CURSORt. Om de schakelklok te kunnen gebruiken, moet u de klok vooraf op de juiste tijd instellen. De klok van het Europese model werkt met 24 uren, en die van andere modellen met 12 uren. Voor de afbeeldingen wordt de klok met 24 uren gebruikt. `/1 1 2 4,6 De minuten-indicatie begint te knipperen. 5 Druk op . of > om de minuten in te stellen. 6 Druk op ENTER/YES. De klok begint te lopen. CURSORT 3,5 m M . > N X x 4 3,5 DISPLAY Indien u zich hebt vergist Druk herhaald op CURSORT of t totdat de indicatie die u wilt veranderen knippert en verander daarna de instelling. Veranderen van de ingestelde tijd U kunt de ingestelde tijd veranderen terwijl het systeem is uitgeschakeld. 1 Druk op DISPLAY om de klok te laten verschijnen. 2 Druk op CLOCK/TIMER SET. 3 Herhaal de stappen 3 t/m 6 van “Instellen van de klok”. 1 Schakel het systeem in. Tip 2 Druk op CLOCK/TIMER SET. Tijdens de eerste 30 seconden van elke minuut knippert de bovenste stip van de kolom, en tijdens de laatste 30 seconden knippert de onderste stip. Het klokdisplay verschijnt en de uurindicatie begint te knipperen. 6NL Stap 3: Voorprogrammeren van radiozenders U kunt 30 zenders voorprogrammeren: 20 FMzenders en 10 AM-zenders. 1 Druk op TUNER/BAND om “FM” of “AM” te kiezen. Door indrukken van TUNER/BAND wordt het systeem ingeschakeld. 2 Druk herhaald op TUNING MODE totdat “AUTO” verschijnt. 3 Druk op TUNING + of –. STEREO/MONO De frequentie-indicatie begint te veranderen en stopt wanneer het systeem op een zender is afgestemd. “TUNED” en “STEREO” (voor een stereo-programma) verschijnen. Druk op MENU/NO op de afstandsbediening. 5 Druk herhaald op . of > op de afstandsbediening totdat “P.Memory ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES op de afstandsbediening. 2 1 3 Op het display verschijnt een preselectienummer. De zenders worden opgeslagen vanaf preselectie-nummer 1. `/1 4 Voorbereidingen FUNCTION 4 5,6 Preselectie-nummer 5 m M . > N X x 6 Druk op ENTER/YES. “Complete !!” verschijnt. De zender is nu in het geheugen vastgelegd. 5 7 Herhaal de stappen 1 t/m 6 om andere zenders in het geheugen vast te leggen. wordt vervolgd 7NL Stap 3: Voorprogrammeren van radiozenders (vervolg) Om te stoppen met zoeken naar frequenties Druk op TUNING MODE. Om af te stemmen op een zender met een zwak signaal Druk bij stap 2 herhaald op TUNING MODE totdat de indicaties “AUTO” en “PRESET” van het display verdwijnen, en druk daarna herhaald op TUNING + or – om handmatig op de zender af te stemmen. Om het preselectie-nummer te veranderen Begin opnieuw vanaf stap 1. Druk na stap 5 op . of > op de afstandsbediening om het preselectie-nummer te kiezen waaronder u de zender wilt vastleggen. Om een voorgeprogrammeerde zender te wissen 1 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening. 2 Druk herhaald op . of > totdat “P.Erase ?” verschijnt. Indien u alle voorgeprogrammeerde zenders wilt wissen, kiest u “P.All Erase”. 3 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. 4 Druk herhaald op . of > om het preselectie-nummer te kiezen dat u wilt wissen. 5 Druk op ENTER/YES. “Complete !!” verschijnt. Elke keer wanneer u een preselectie-nummer wist, wordt het totale aantal preselectie-nummers met één verminderd en worden alle preselectienummers die volgen op het gewiste preselectienummer opnieuw genummerd. 8NL Om het AM-afsteminterval te veranderen (behalve bij het Europese model) Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (in bepaalde gebieden 10 kHz). Om het AM-afsteminterval te veranderen, dient u eerst op een willekeurige AM-zender af te stemmen en daarna het systeem uit te schakelen. Terwijl u de TAPE x toets ingedrukt houdt, schakelt u het systeem weer in. Wanneer u het interval verandert, worden alle voorgeprogrammeerde AM-zenders gewist. Om het oorspronkelijke interval te herstellen, dient u dezelfde procedure te herhalen. Tips • Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt getrokken of wanneer er een stroomstoring optreedt, blijven de voorgeprogrammeerde zenders nog ongeveer een dag in het geheugen bewaard. • U kunt de voorgeprogrammeerde zenders een naam geven (zie blz. 63). • Wanneer er tijdens een FM-stereoprogramma ruis optreedt, druk dan op STEREO/MONO totdat “MONO” bewegend op het display verschijnt. Er is dan geen stereo-effect, maar de ontvangst verbetert. Druk opnieuw op de toets om het stereo-effect weer in te schakelen. Basisbedieningen 2 Afspelen van een CD De disc-lade sluit en het afspelen begint. De indicator op de CD NX toets licht groen op. Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1 (spanning). ?/1 (spanning) FUNCTION VOLUME Druk op CD NX . 1 Muziekstuknummer Om Afspeeltijd Doe het volgende Het afspelen te stoppen Druk op CD x. Te pauzeren Een muziekstuk te kiezen Een punt in een muziekstuk te vinden CD-indicator ./> CDx m/M Druk op CD Zen plaats een CD in de disc-lade. Met de labelkant naar boven. Wanneer u een CD-single (8 cm CD) afspeelt, dient u deze op de binnenste cirkel van de lade te plaatsen. Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw op CD Z. De CD te verwijderen Het volume in te stellen Druk herhaald op . of >. Houd tijdens het afspelen m of M ingedrukt en laat deze los wanneer het gewenste punt is bereikt. Aan het einde van de CD “—OVER—” verschijnt. Druk op CD Z. Draai VOLUME. wordt vervolgd Voorbereidingen/Basisbedieningen 1 2 Druk op CD NX. De indicator van de CD NX toets licht oranje op. Druk opnieuw om het afspelen te hervatten. 9NL Afspelen van een CD (vervolg) Tips • Indien u het systeem inschakelt terwijl er zich een CD in de disc-lade bevindt, licht de CD-indicator oranje op. • Indien er geen CD in de speler zit, verschijnt “CD No Disc” op het display. • Wanneer u CD NX indrukt terwijl het systeem is uitgeschakeld en er zich een CD in de disc-lade bevindt, zal het systeem automatisch worden ingeschakeld en beginnen met het afspelen van de CD (Één-toets-weergavestart). • U kunt overschakelen van een andere bron naar de CD-speler en het afspelen van een CD laten beginnen door gewoon op CD NXte drukken (Automatische bronkeuze). • Bij stap 2 kunt u beginnen met afspelen vanaf het muziekstuk. 1 Druk herhaald op . of > totdat het gewenste muziekstuk verschijnt. 2 Druk op CD NX . In plaats daarvan kunt u ook de cijfertoetsen op de afstandsbediening indrukken. Het afspelen begint automatisch. Om muziekstuknummer 10 of hoger in te voeren, drukt u achtereenvolgens op >10 en het muziekstuknummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u de toets 10/0. Opnemen van een CD op een MD of een tape U kunt een CD digitaal opnemen op een MD of analoog opnemen op een tape. U kunt ook een programma van uw favoriete muziekstukken opnemen (zie blz. 32 en 56). Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1 (spanning). Opnemen op een MD Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. Om de opnamen te wissen, zie “Wissen van opnamen” op blz. 47. ?/1 (spanning) MDZ MDx Opmerkingen • Gebruik geen CD met plakband, etiketten of lijm erop omdat de CD-speler hierdoor beschadigd kan raken. • Forceer de disc-lade niet wanneer u deze sluit omdat de CD-speler hierdoor beschadigd kan raken. Druk op CD Zom de disc-lade te sluiten. • Wanneer u CD Zindrukt om de disc-lade te openen of te sluiten terwijl u naar een andere geluidsbron luistert, licht de CD-indicator oranje op, zelfs wanneer er zich geen CD in de lade bevindt. Om de CD-indicator uit te schakelen, drukt u herhaaldelijk op FUNCTION om over te schakelen op de functie CD. 4 5,6 2,3 `/1 ENTER/YES NAME EDIT 10NL CDx 1 Plaats een voor opnemen geschikte MD. Met de labelkant naar boven en het schuifdeksel aan de rechterkant 6 Druk opnieuw op ENTER/START. Het opnemen begint. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de CD-speler en het MD-deck automatisch. Om de opname te stoppen Met het pijltje naar het deck gericht 2 Druk op CD Zen plaats een CD in de disc-lade. Met de labelkant naar boven. Wanneer u een CD-single (8 cm CD) afspeelt, dient u deze op de binnenste cirkel van de lade te plaatsen. 3 4 Druk herhaald op SYNCHRO REC totdat “CD-MD SYNC” verschijnt. 5 Druk op ENTER/START. Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de CD-speler in de pauzestand voor afspelen. Tips • De muziekstuknummers van de CD worden automatisch op de MD opgenomen. • Al naar gelang de disc worden soms ook de CD TEXT-gegevens gekopieerd (behalve wanneer u tegelijkertijd opneemt op een MD en een tape). Indien “CD-TEXT” tijdens het opnemen knippert, drukt u eerst op NAME EDIT op de afstandsbediening en vervolgens op ENTER/YES om de titel van het huidige muziekstuk op te nemen. (Indien “CD-TEXT” brandt, wordt de titel automatisch opgenomen.) Opmerking Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc geplaatst of kunt u niet op de betreffende MD opnemen (zie blz. 79). Indien de MD tijdens het opnemen vol raakt In dit geval stoppen de CD-speler en het MD-deck automatisch. Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het opnemen van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ? /1drukt om het systeem uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC” of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd. Basisbedieningen Druk op CD Zom de disc-lade te sluiten. Druk op CD xof MD x. wordt vervolgd 11NL Opnemen van een CD op een MD of een tape (vervolg) Opnemen op een tape Hiervoor kunt u gebruikmaken van tape van TYPE I (normale tape) of TYPE II (CrO2). Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. ?/1 (spanning) 4 TAPEnN 1 TAPEx 2 Druk op CD Zen plaats een CD in de disc-lade. Met de labelkant naar boven. Wanneer u een CD-single (8 cm CD) afspeelt, dient u deze op de binnenste cirkel van de lade te plaatsen. 3 Druk op CD Zom de disc-lade te sluiten. 4 Druk herhaald op SYNCHRO REC totdat “CD-TAPE SYNC” verschijnt. 5 Druk op ENTER/START. Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de CD-speler staat in de pauzestand voor afspelen. 5,7 6 DOLBY NR* 2,3 CDx * Dit tapedeck is uitgerust met het Dolby B-type ruisonderdrukkingssysteem. 1 Druk op TAPE Zen plaats een blanco tape. Met de kant waarop u wilt opnemen naar u toe gericht 6 Druk herhaald op DIRECTION totdat g verschijnt om op één kant op te nemen, of op h (of j) om op beide kanten op te nemen. 7 Druk op ENTER/START. Het opnemen begint. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de CD-speler en het tapedeck automatisch. Om de opname te stoppen Druk op CD xof TAPE x. 12NL Tips Tips • Wanneer u op de achterkant wilt opnemen, druk dan op TAPE nN zodat bij stap 6 de linker indicator oplicht. • Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, begin dan altijd bij de voorkant. Indien u bij de achterkant begint, zal de opname stoppen wanneer het einde van de achterkant is bereikt. • Als u voor opname op beide kanten kiest en de voorkant halverwege een muziekstuk ten einde is, wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de achterkant opnieuw opgenomen. • Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 5 op DOLBY NR zodat “; ” op het display verschijnt. • Wanneer tijdens het opnemen het einde van de MD of de tape wordt bereikt, gaat het andere opnamemedium gewoon door met opnemen. • Als u voor opname op beide kanten kiest en de voorkant halverwege een muziekstuk ten einde is, wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de achterkant opnieuw opgenomen. In dit geval kan het gehele muziekstuk ook opnieuw op de MD worden opgenomen. Opmerking Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc of tape geplaatst of kunt u niet op de betreffende tape opnemen (zie blz. 79 en 80). Opmerking Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc of tape geplaatst of kunt u niet op de betreffende tape opnemen (zie blz. 80). Tegelijkertijd opnemen op een MD en een tape Volg stap 1 van “Opnemen op een MD” (zie blz. 10) en de stappen 1 t/m 3 van “Opnemen op een tape” (zie blz. 12). 2 Druk herhaald op SYNCHRO REC totdat “DUAL SYNC” verschijnt. 3 Volg de stappen 5 t/m 7 van “Opnemen op een tape”. Om de opname te stoppen Druk op CD x, MD xof TAPE x. Basisbedieningen 1 13NL 2 Afspelen van een MD Het afspelen begint. De indicator op de MD NXtoets licht groen op. Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1 (spanning). U kunt een MD afspelen zoals een CD. ?/1 (spanning) VOLUME Druk op MD NX . MDZ Muziekstuknummer Om Afspeeltijd Doe het volgende Het afspelen te stoppen Druk op MD x. Te pauzeren Een muziekstuk te kiezen Een punt in een muziekstuk te vinden MD-indicator 1 2 ./> MDx m/M Plaats een MD. Met de labelkant naar boven en het schuifdeksel aan de rechterkant Met het pijltje naar het deck gericht 14NL De MD te verwijderen Het volume in te stellen Druk op MD NX. De indicator op de MD NX toets licht oranje op. Druk opnieuw om het afspelen te hervatten. Druk herhaald op . of >. Houd tijdens het afspelen m of M ingedrukt en laat deze los wanneer het gewenste punt is bereikt. Druk op MD Z. Draai VOLUME. Alvorens een MD te plaatsen Wanneer het systeem is ingeschakeld, dient u zich ervan te verzekeren dat de MD-indicator uit is. Indien de MD-indicator oranje oplicht, is er reeds een andere MD geplaatst. Druk op MD Zen verwijder de MD. Tips • Wanneer u MD NX indrukt terwijl het systeem is uitgeschakeld en er zich een MD in het systeem bevindt, zal het systeem automatisch worden ingeschakeld en beginnen met het afspelen van de MD (Één-toets-weergavestart). • U kunt overschakelen van een andere bron naar het MD-deck en het afspelen van een MD laten beginnen door gewoon op MD NXte drukken (Automatische bronkeuze). • Bij stap 2 kunt u beginnen met afspelen vanaf het muziekstuk. 1 Druk herhaald op . of > totdat het gewenste muziekstuk verschijnt. 2 Druk op MD NX . In plaats daarvan kunt u ook de cijfertoetsen op de afstandsbediening indrukken. Het afspelen begint automatisch. Om muziekstuknummer 10 of hoger in te voeren, drukt u achtereenvolgens op >10 (of tweemaal om 100 of hoger in te voeren) en het muziekstuknummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u de toets 10/0. Afspelen van een tape Hiervoor kunt u gebruikmaken van elk type tape, TYPE I (normale tape), TYPE II (CrO2) of TYPE IV (metalen tape) aangezien het tapedeck automatisch het type tape vaststelt (ATS*). Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1 (spanning). ?/1 (spanning) TAPEX 4 1 TAPEx Opmerking Gebruik geen MD waarvan het label buiten de rand uitsteekt of waarop het label niet op de juiste plaats is aangebracht. Door zulke labels kan het MD-deck defect raken. 3 DOLBY NR** m/M VOLUME * ATS: Automatische tapekeuze ** Dit tapedeck is uitgerust met het Dolby B-type ruisonderdrukkingssysteem. 1 Basisbedieningen 2 Druk op TAPE Zen plaats een voorbespeelde tape. Met de kant die u wilt afspelen naar u toe gericht wordt vervolgd 15NL Afspelen van een tape (vervolg) 2 3 4 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie TAPE. Een tape opnemen op een MD — TAPE-MD-synchroon-opname Druk herhaald op DIRECTION totdat g verschijnt om één kant af te spelen of op h (of j*) om beide kanten af te spelen. U kunt een tape analoog opnemen op een MD. Hiervoor kunt u gebruikmaken van tape van TYPE I (normale tape), TYPE II (CrO2) of TYPE IV (metalen tape). * Nadat deze reeks vijfmaal is herhaald, stopt het tapedeck automatisch. Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning). Druk op TAPE nN. ?/1 (spanning) MDZ De rechter indicator op de TAPE nN toets licht op en daarna begint het afspelen van de band vanaf de voorkant. Om de achterkant af te spelen, drukt u opnieuw op TAPE nN. De linker indicator licht op en daarna begint het afspelen van de achterkant. Om 2 TAPEx Doe het volgende Het afspelen te stoppen Druk op TAPE x. Te pauzeren Druk op TAPE X. De indicator op de TAPE X toets licht op. Druk opnieuw om het afspelen te hervatten. Snel vooruit of terug te spoelen Druk op m of M. De cassette te verwijderen of te vervangen Druk op TAPE Z. 3 4,5 MDx Het volume in te stellen Draai VOLUME. 1 Plaats een voor opnemen geschikte MD. Tips • Wanneer u TAPE nN indrukt terwijl het systeem is uitgeschakeld en er zich een tape in het systeem bevindt, zal het systeem automatisch worden ingeschakeld en beginnen methet afspelen van de tape (Één-toets-weergavestart). • U kunt overschakelen van een andere bron naar het tapedeck en het afspelen van een tape laten beginnen door gewoon op TAPE nN te drukken (Automatische bronkeuze). • Om te luisteren naar een tape die is opgenomen met het ruisonderdrukkingssysteem Dolby, drukt u op DOLBY NR zodat “;” op het display verschijnt. 16NL Met de labelkant naar boven en het schuifdeksel aan de rechterkant Met het pijltje naar het deck gericht 2 Druk op TAPE Zen plaats een voorbespeelde tape. Tips • Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. • Indien de functie Smart Space is geactiveerd en er tijdens het opnemen gedurende ongeveer 3 seconden of langer (maar minder dan 30 seconden) geen geluid wordt ingevoerd, vervangt het MDdeck deze stilte door een niet-opgenomen interval van circa 3 seconden en gaat het opnemen verder. Indien er echter sprake is van ruis, wordt deze functie soms niet geactiveerd. Opmerking 3 Druk herhaald op SYNCHRO REC totdat “TAPE-MD SYNC” verschijnt. 4 Druk op ENTER/START. Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen en het tapedeck staat in de pauzestand voor afspelen. >>> verschijnt voor de voorkant en <<< voor de achterkant. Om de niet aangegeven kant af te spelen, drukt u op TAPE x. Verwijder de cassette om deze om te keren en volg daarna opnieuw de stappen 3 en 4. 5 Druk opnieuw op ENTER/START. Het opnemen begint. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen het tapedeck en het MD-deck automatisch. Indien de MD tijdens het opnemen vol raakt Het tapedeck en het MD-deck stoppen automatisch. Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het opnemen van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ? /1drukt om het systeem uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC” of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd. Basisbedieningen Af te spelen kant van tape Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc geplaatst of kunt u niet op de betreffende MD opnemen (zie blz. 79). Om de opname te stoppen Druk op TAPE xof MD x. 17NL Luisteren naar de radio 3 — Afstemmen op voorgeprogrammeerde Druk op TUNING + of –¤øm de gewenste voorgeprogrammeerde zender te kiezen. Het preselectie-nummer verschijnt bewegend op het display, gevolgd door de frequentie. zenders Programmeer eerst de radiozenders in het geheugen van de tuner (zie blz. 7). Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1 (spanning). ?/1 (spanning) STEREO/MONO VOLUME Frequentie (of zendernaam* of RDSzendernaam**) Wanneer u slechts één zender hebt voorgeprogrammeerd, verschijnt “ONE PRESET” op het display. * De zendernaam verschijnt alleen indien u de zender een naam hebt gegeven (zie blz. 63). ** Alleen Europees model 2 18NL 1 3 1 Druk op TUNER/BAND om “FM” of “AM” te kiezen. 2 Druk herhaald op TUNING MODE totdat “PRESET” verschijnt. Om Doe het volgende De radio uit te schakelen Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Het volume in te stellen Draai VOLUME. Om het preselectie-nummer te kiezen door gebruikmaking van de cijfertoetsen op de afstandsbediening Druk bij stap 3 op de cijfertoetsen. Om muziekstuknummer 10 of hoger in te voeren, drukt u achtereenvolgens op >10 en het preselectie-nummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u de toets 10/0. Luisteren naar niet voorgeprogrammeerde radiozenders • Druk bij stap 2 herhaald op TUNING MODE totdat de indicaties “AUTO” en “PRESET” van het display verdwijnen, en druk daarna op TUNING + of – om op de gewenste zender af te stemmen (Handmatige afstemming). • Druk bij stap 2 herhaald op TUNING MODE totdat “AUTO” verschijnt en druk daarna op TUNING + of –. De frequentie-indicatie begint te lopen. Het doorlopen van de frequentieband stopt wanneer het systeem op een zender is afgestemd (Automatische afstemming). Om de functie voor automatische afstemming uit te schakelen Opnemen van de radio — Handmatige opname U kunt een radioprogramma analoog opnemen op een MD of een tape. Opnemen op een MD Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. Om de opnamen te wissen, zie “Wissen van opnamen” op blz. 47. Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1 (spanning). ?/1 (spanning) 6 MDZ MDx Druk op TUNING MODE. Tips Basisbedieningen • Wanneer u op TUNER/BAND drukt terwijl het systeem is uitgeschakeld, wordt het systeem automatisch ingeschakeld en wordt er afgestemd op de laatst ontvangen zender (Één-toetsweergavestart). • U kunt overschakelen van een andere bron naar de tuner door gewoon op TUNER/BAND te drukken (Automatische bronkeuze). • Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde antennes opnieuw te richten of een los verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten (zie blz. 70). • Wanneer er tijdens een FM-stereoprogramma ruis optreedt, druk dan op STEREO/MONO totdat “MONO” bewegend op het display verschijnt. Er is dan geen stereo-effect, maar de ontvangst verbetert. Druk opnieuw op de toets om het stereo-effect weer in te schakelen. 3 2 4 5 wordt vervolgd 19NL Opnemen van de radio (vervolg) 1 5 Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen en “REC” verschijnt op het display. Plaats een voor opnemen geschikte MD. Met de labelkant naar boven en het schuifdeksel aan de rechterkant Druk op MD REC z. 6 Druk op MD NX . Het opnemen begint. Om de opname te stoppen Met het pijltje naar het deck gericht 2 Druk op TUNER/BAND om “FM” of “AM” te kiezen. 3 Druk herhaald op TUNING MODE totdat “PRESET” verschijnt. 4 Druk op TUNING + of – om de gewenste voorgeprogrammeerde zender te kiezen. Het preselectie-nummer verschijnt bewegend op het display, gevolgd door de frequentie. Druk op MD x. Tips • Indien er tijdens het opnemen van een AMradioprogramma sprake is van ruis, verplaats dan de AM-raamantenne om de ruis te onderdrukken of sluit een aarddraad aan op de U aansluiting (zie blz. 71). • U kunt de MD in mono opnemen. Voor bijzonderheden, zie “Mono-opnamen” op blz. 42. • Om niet voorgeprogrammeerde zenders op te nemen, drukt u bij stap 3 herhaald op TUNING MODE totdat de indicaties “AUTO” en “PRESET” van het display verdwijnen, en daarna drukt u op TUNING + of – om op de gewenste zender af te stemmen. Opmerking Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en “Protected” en kan er niet op de MD worden opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af te dekken (zie blz. 32). Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt Frequentie (of zendernaam* of RDSzendernaam**) Wanneer u slechts één zender hebt voorgeprogrammeerd, verschijnt “ONE PRESET” op het display. U kunt de preselectie-nummers ook kiezen door gebruikmaking van de cijfertoetsen op de afstandsbediening. * De zendernaam verschijnt alleen indien u de zender een naam hebt gegeven (zie blz. 63). ** Alleen Europees model 20NL Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het opnemen van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ? /1drukt om het systeem uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC” of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd. Opnemen op een tape Hiervoor kunt u gebruikmaken van tape van TYPE I (normale tape) of TYPE II (CrO2). Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1 (spanning). ?/1 (spanning) 7 5 1 TAPEnN 2 Druk op TUNER/BAND om “FM” of “AM” te kiezen. 3 Druk herhaald op TUNING MODE totdat “PRESET” verschijnt. 4 Druk op TUNING + of – om de gewenste voorgeprogrammeerde zender te kiezen. TAPEx Het preselectie-nummer verschijnt bewegend op het display, gevolgd door de frequentie. Frequentie (of zendernaam* of RDSzendernaam**) Wanneer u slechts één zender hebt voorgeprogrammeerd, verschijnt “ONE PRESET” op het display. U kunt de preselectie-nummers ook kiezen door gebruikmaking van de cijfertoetsen op de afstandsbediening. 2 4 * Dit tapedeck is uitgerust met het Dolby B-type ruisonderdrukkingssysteem. 1 * De zendernaam verschijnt alleen indien u de zender een naam hebt gegeven (zie blz. 63). ** Alleen Europees model Druk op TAPE Zen plaats een blanco tape. 5 Druk op TAPE REC z. Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor opnemen en “REC” verschijnt op het display. 6 Druk herhaald op DIRECTION totdat g verschijnt om op één kant op te nemen, of op h (of j) om op beide kanten op te nemen. 7 Druk op TAPE X. Met de kant waarop u wilt opnemen naar u toe gericht Basisbedieningen 3,6 DOLBY NR* Het opnemen begint. wordt vervolgd 21NL De CD-speler Opnemen van de radio (vervolg) Om de opname te stoppen Druk op TAPE x. Herhaald afspelen van muziekstukken op de CD — REPEAT-afspeelfunctie Tips • Indien er tijdens het opnemen van een AMradioprogramma sprake is van ruis, verplaats dan de AM-raamantenne om de ruis te onderdrukken of sluit een aarddraad aan op de U aansluiting (zie blz. 71). • Wanneer u op de achterkant wilt opnemen, druk dan op TAPE nN zodat bij stap 6 de linker indicator oplicht. • Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, begin dan altijd bij de voorkant. Indien u bij de achterkant begint, zal de opname stoppen wanneer het einde van de achterkant is bereikt. • Om niet voorgeprogrammeerde zenders op te nemen, drukt u bij stap 3 herhaald op TUNING MODE totdat de indicaties “AUTO” en “PRESET” van het display verdwijnen, en daarna drukt u op TUNING + of – om op de gewenste zender af te stemmen. • Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 5 op DOLBY NR zodat “; ” op het display verschijnt. Tijdens afspelen in normale, willekeurige of geprogrammeerde volgorde kunt u de muziekstukken op een CD herhaald afspelen. REPEAT , Druk tijdens het afspelen op REPEAT totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” verschijnt. REPEAT: Voor alle muziekstukken op de CD. REPEAT 1: Voor slechts één muziekstuk. Om de REPEAT-afspeelfunctie uit te schakelen Druk op REPEAT totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” is verdwenen. 22NL Muziekstukken op een CD in willekeurige volgorde afspelen — SHUFFLE-afspeelfunctie U kunt alle muziekstukken op een CD in willekeurige volgorde afspelen. Programmeren van muziekstukken op een CD — PROGRAM-afspeelfunctie U kunt een programma creëren van maximaal 25 muziekstukken in de volgorde waarin u deze wilt afspelen. U kunt ook een synchroon-opname van het programma op een MD of een tape maken (zie blz. 32 en 56). `/1 2 1 4 2 3 CLEAR M m 1 3 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie CD. . X 2 1 1 Druk op CD om over te schakelen op de functie CD. 2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PGM” verschijnt. 3 Druk herhaald op . of > totdat het gewenste muziekstuknummer op het display verschijnt. Druk op CD NX . Het afspelen in willekeurige volgorde begint. Om de SHUFFLE-afspeelfunctie uit te schakelen x Druk herhaald op PLAY MODE totdat “SHUFFLE” en “PGM” verdwijnen. Basisbedieningen/De CD-speler 3 Druk herhaald op PLAY MODE totdat “SHUFFLE” verschijnt. 3 6 > N Tips • Tijdens afspelen in normale volgorde kunt u direct overschakelen naar de SHUFFLE-afspeelfunctie door “SHUFFLE” op het display te laten verschijnen. • Om een muziekstuk over te slaan, drukt u op > . Gekozen muziekstuknummer Totale afspeeltijd wordt vervolgd 23NL Programmeren van muziekstukken op een CD (vervolg) Controleren van de volgorde van de geprogrammeerde muziekstukken 4 Druk tijdens geprogrammeerd afspelen herhaald op . of > . Druk op ENTER/YES. Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. “Step” verschijnt, gevolgd door het nummer van het muziekstuk in de geprogrammeerde volgorde. Het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk verschijnt, gevolgd door de totale afspeeltijd van het programma. Indien u een vergissing hebt gemaakt, druk dan op CLEAR om het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk te wissen. Laatst Totale afspeeltijd geprogrammeerde muziekstuk 5 Om nog meer muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. 6 Druk op N . Het afspelen in geprogrammeerde volgorde begint. Alle muziekstukken worden in de geprogrammeerde volgorde afgespeeld. Controleren van het totale aantal geprogrammeerde muziekstukken Druk in de stopstand op DISPLAY. Het totale aantal geprogrammeerde muziekstukken verschijnt, gevolgd door het laatst geprogrammeerde muziekstuknummer en de totale afspeeltijd van het programma. 24NL Laatst geprogrammeerde muziekstuk Totale afspeeltijd van het programma Om Doe het volgende Te stoppen met geprogrammeerd afspelen Druk op x en druk daarna herhaald op PLAY MODE totdat “PGM” en “SHUFFLE” zijn verdwenen. Een muziekstuk toe te voegen aan het programma (in de stopstand) Het gehele programma te wissen Volg de stappen 3 en 4. Druk op x wanneer de PROGRAM-afspeelfunctie zich in de stopstand bevindt. Om het gewenste muziekstuknummer te kiezen door gebruikmaking van de cijfertoetsen op de afstandsbediening Druk op de cijfertoetsen in plaats van de stappen 3 t/m 5 te volgen. Om muziekstuknummer 10 of hoger in te voeren, drukt u achtereenvolgens op >10 en het muziekstuknummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u de toets 10/0. Tips • Uw programma blijft in het geheugen bewaard nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma nogmaals af te spelen, drukt u achtereenvolgens op N. • Indien u probeert om 26 of meer muziekstukken (onderdelen) te programmeren, verschijnt “Step Full”. • Wanneer de totale afspeeltijd van uw CDprogramma meer dan 100 minuten is, of wanneer u een muziekstuk kiest met nummer 21 of hoger, verschijnt “--.--”. In de stopstand Gebruik van het CD-display U kunt het totale aantal muziekstukken, de totale afspeeltijd en de resterende afspeeltijd van het huidige muziekstuk of van de CD controleren. Wanneer er een CD TEXT-disc is geplaatst, kunt u de gegevens controleren die op de disc zijn opgenomen, zoals de titels of de namen van de artiesten. m M . > DISPLAY N X x t CD-stopstanddisplay r Titel van CD** r Naam van artiest** r Totaal aantal muziekstukken en totale afspeeltijd r Klokdisplay r BASS-niveau r TREBLE-niveau * Tijdens afspelen in geprogrammeerde volgorde wordt de resterende afspeeltijd van het programma aangegeven. ** Indien er een CD zonder titel is geplaatst, verschijnt er niets. Indien de CD meer dan 50 muziekstukken bevat, wordt CD TEXT vanaf muziekstuk 51 niet meer aangegeven. , Druk op DISPLAY. Elke keer wanneer u tijdens afspelen in normale volgorde of in de stopstand deze toets indrukt, verandert het display als volgt: t Verstreken afspeeltijd van huidig muziekstuk r Resterende afspeeltijd van huidig muziekstuk r Resterende afspeeltijd van de CD* r Muziekstuktitel van huidig muziekstuk** r Klokdisplay r BASS-niveau r TREBLE-niveau De CD-speler Tijdens afspelen in normale volgorde 25NL Invoeren van CD-titels 1 — CD-geheugen Druk op CD om over te schakelen op de functie CD. Wacht totdat het totale aantal muziekstukken en de totale afspeeltijd in de stopstand op het display verschijnen. Indien “SHUFFLE” of “PGM” op het display verschijnt, druk dan herhaald op PLAY MODE totdat beide indicaties zijn verdwenen. U kunt maximaal 50 CD’s een titel geven die kan bestaan uit maximaal 20 tekens. Wanneer u een CD met een titel plaatst, verschijnt de titel op het display. Opmerkingen • U kunt geen titel geven aan een CD waarbij “CDTEXT” op het display verschijnt. • Wanneer u CD’s voor het eerst een titel geeft, dient u vooraf altijd de handelingen te verrichten die vermeld staan in “Wissen van alle disctitels die in het systeemgeheugen zijn vastgelegd” op blz. 27. Totale aantal muziekstukken 2 `/1 Totale afspeeltijd Druk op NAME EDIT. De cursor begint te knipperen. PLAY MODE 7 2,3 Cursor CLEAR CURSORT 4 m M . > N X 1 x 5 4 3 Druk op CHARACTER om het gewenste soort letter te laten verschijnen. Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: (spatie)* t A (hoofdletters) t a (kleine letters) t 0 (cijfers) t ! (symbolen) t (spatie)* t … Het eerste teken kan geen spatie zijn. * Om deze reden verschijnt “ ” (spatie) niet op het display wanneer u als eerste teken een spatie invoert. 26NL 4 Druk herhaald op . of > om het gewenste teken te kiezen. Om een spatie in te voeren Druk op CURSORt zonder . of > in te drukken. Om een symbool in te voeren U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken. !”#$%&’() +, –./: ;<=>?@_ ` 5 Druk op CURSORt . Cursor Herhaal de stappen 3 t/m 5 om de volledige titel in te voeren. Indien u zich hebt vergist Druk op CURSORT of t totdat het teken dat u wilt veranderen knippert, en herhaal dan de stappen 3 t/m 5. Druk op ENTER/YES om de titelinvoer te beëindigen. De disctitel is nu in het systeemgeheugen vastgelegd en daarna verschijnt weer de oorspronkelijke indicatie op het display. Om de titelinvoerfunctie uit te schakelen Druk op MENU/NO. Om de huidige disctitel te controleren Wissen van een disctitel 1 Druk in de stopstand op MENU/NO. 2 Druk herhaald op . of > totdat “Name Erase ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. De disctitel verschijnt bewegend op het display. “No Name” verschijnt indien er geen disctitel is ingevoerd. 3 Druk opnieuw op ENTER/YES. “Complete !!” verschijnt en de disctitel is nu gewist. Om de wisfunctie uit te schakelen Druk tijdens de stappen 1 en 2 op MENU/NO. Wissen van alle disctitels die in het systeemgeheugen zijn vastgelegd 1 Druk in de stopstand op MENU/NO. 2 Druk herhaald op . of > totdat “All Erase ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. “All Erase ??” verschijnt. 3 Druk opnieuw op ENTER/YES om de disctitels te wissen. “Complete !!” verschijnt en alle disctitels zijn nu gewist. De CD-speler Om een teken te wissen Druk op CLEAR terwijl het teken knippert. U kunt geen tekens invoegen. 7 1 Druk in de stopstand op MENU/NO. 2 Druk herhaald op . of > totdat “Name Check ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 3 Druk herhaald op . of > om de disctitels te kiezen die in het systeemgeheugen zijn opgeslagen (001 t/m 050). Druk in de stopstand op SCROLL. Het teken dat u bij stap 4 hebt gekozen, stopt met knipperen en de cursor gaat naar rechts. 6 Controleren van de disctitels Om de wisfunctie uit te schakelen Druk tijdens de stappen 1 en 2 op MENU/NO. Opmerking Om ervan verzekerd te zijn dat de disctitels niet uit het geheugen worden gewist, dient u het systeem ten minste eenmaal per maand aan te sluiten op de netspanning. 27NL Het MD-deck — Afspelen Herhaald afspelen van muziekstukken op de MD — REPEAT-afspeelfunctie Tijdens afspelen in normale, willekeurige of geprogrammeerde volgorde kunt u de muziekstukken op een MD herhaald afspelen. Muziekstukken op een MD in willekeurige volgorde afspelen — SHUFFLE-afspeelfunctie U kunt alle muziekstukken op een MD in willekeurige volgorde afspelen. 1 2 3 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat “SHUFFLE” verschijnt. 3 Druk op MD NX. REPEAT , Druk tijdens het afspelen op REPEAT totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” verschijnt. Het afspelen in willekeurige volgorde begint. REPEAT: Voor alle muziekstukken op de MD. REPEAT 1*: Voor slechts één muziekstuk. * Tijdens afspelen in willekeurige of geprogrammeerde volgorde is herhaling van één muziekstuk niet mogelijk. Om de SHUFFLE-afspeelfunctie uit te schakelen Druk op MD x om de SHUFFLE-afspeelfunctie uit te schakelen en druk daarna herhaald op PLAY MODE totdat “SHUFFLE” en “PGM” verdwijnen. Tip Om de REPEAT-afspeelfunctie uit te schakelen NL 28 Druk op REPEAT totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” is verdwenen. Om een muziekstuk over te slaan, drukt u op >. Programmeren van muziekstukken op een MD — PROGRAM-afspeelfunctie 4 Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. “Step” verschijnt, gevolgd door het nummer van het muziekstuk in de geprogrammeerde volgorde. Het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk verschijnt, gevolgd door de totale afspeeltijd van het programma. Indien u een vergissing hebt gemaakt, druk dan op CLEAR om het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk te wissen. U kunt een programma creëren van maximaal 25 muziekstukken in de volgorde waarin u deze wilt afspelen. `/1 2 4 Laatst geprogrammeerde muziekstuk CLEAR . > N X Totale afspeeltijd M m 3 Druk op ENTER/YES. x 3 6 1 Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat “PGM” verschijnt. 3 Druk herhaald op . of > totdat het gewenste muziekstuknummer op het display verschijnt. Gekozen muziekstuknummer Totale afspeeltijd Om nog meer muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. 6 Druk op N. Het afspelen in geprogrammeerde volgorde begint. Alle muziekstukken worden in de geprogrammeerde volgorde afgespeeld. Controleren van het totale aantal geprogrammeerde muziekstukken Druk in de stopstand op DISPLAY. Het totale aantal geprogrammeerde onderdelen verschijnt. Laatst geprogrammeerde muziekstuk Het MD-deck — Afspelen 1 5 Totale aantal geprogrammeerde onderdelen wordt vervolgd 29NL Programmeren van muziekstukken op een MD (vervolg) Controleren van de volgorde van de geprogrammeerde muziekstukken Druk tijdens geprogrammeerd afspelen herhaald op . of >. Om Doe het volgende Te stoppen met geprogrammeerd afspelen Druk op x en druk daarna herhaald op PLAY MODE totdat “PGM” en “SHUFFLE” zijn verdwenen. Een muziekstuk toe te voegen aan het programma (in de stopstand) Volg de stappen 3 en 4. Het laatst geprogrammeerde muziekstuk te wissen Druk in de stopstand op CLEAR. Bij elke druk op de toets wordt het laatst geprogrammeerde muziekstuk gewist. Om het gewenste muziekstuknummer te kiezen door gebruikmaking van de cijfertoetsen op de afstandsbediening Druk op de cijfertoetsen in plaats van de stappen 3 t/m 5 te volgen. Om muziekstuknummer 10 of hoger in te voeren, drukt u achtereenvolgens op >10 (of tweemaal om 100 of hoger in te voeren) en het muziekstuknummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u de toets 10/0. Tips • Uw programma blijft in het geheugen bewaard nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma nogmaals af te spelen, drukt u op N. • Indien u probeert om 26 of meer muziekstukken (onderdelen) te programmeren, verschijnt “ProgramFull!”. • Wanneer de totale afspeeltijd van uw MDprogramma meer dan 200 minuten is, verschijnt “---.--”. 30NL Gebruik van het MDdisplay U kunt het totale aantal muziekstukken, de totale afspeeltijd en de resterende afspeeltijd van de MD controleren. m M . > DISPLAY N X x , Druk op DISPLAY. Elke keer wanneer u tijdens afspelen in normale volgorde of in de stopstand deze toets indrukt, verandert het display als volgt: Tijdens afspelen in normale volgorde t Verstreken afspeeltijd en het muziekstuknummer van huidig muziekstuk r Resterende afspeeltijd en het muziekstuknummer van huidig muziekstuk r Resterende afspeeltijd van de MD r Muziekstuktitel van huidig muziekstuk*1 r Klokdisplay r BASS-niveau r TREBLE-niveau In de stopstand t Totaal aantal muziekstukken en totale afspeeltijd*2 r Resterende opnametijd (alleen bij een voor opnemen geschikte MD) r Disctitel (alleen bij een voorbespeelde MD)*3 r Klokdisplay r BASS-niveau r TREBLE-niveau *1 “No Name” verschijnt indien er geen muziekstuktitel is ingevoerd. *2 Wanneer de totale afspeeltijd van uw MDprogramma meer dan 200 minuten is, verschijnt “---.--”. *3 “No Name” verschijnt indien er geen disctitel is ingevoerd. Tips • U kunt een muziekstuktitel op elk moment tijdens het afspelen controleren. Wanneer u op SCROLL drukt, verschijnt er een muziekstuktitel bewegend op het display. Om de bewegende muziekstuktitel stop te zetten, drukt u op een willekeurig punt tijdens de bewegende weergave op SCROLL. Om de bewegende weergave te hervatten, drukt u opnieuw op SCROLL. • Om een disctitel of een muziekstuktitel in te voeren, zie “Invoeren van MD-titels” op blz. 45. Het MD-deck — Opnemen Alvorens met het opnemen te beginnen De MD (MiniDisc) maakt het mogelijk muziek digitaal op te nemen en af te spelen met een uitstekende geluidskwaliteit. Een ander kenmerk van MD’s is het aanbrengen van muziekstuknummers. Door het aanbrengen van muziekstuknummers kunt u een bepaalde passage later snel terugvinden en de opgenomen muziekstukken gemakkelijk monteren. De manier waarop de signalen worden opgenomen en de muziekstuknummers worden vastgelegd verschilt echter afhankelijk van de opnamebron. Wanneer de opnamebron de volgende is: • De CD-speler van dit systeem – Het MD-deck maakt een digitale opname.*1 – De muziekstuknummers worden automatisch aangebracht zoals op de oorspronkelijke CD. *1 Zie blz. 73 voor bijzonderheden over de beperkingen op digitale opnamen. *2 Zelfs indien er een digitale component is aangesloten op de VIDEO IN-aansluiting, zal het MD-deck een analoge opname maken. Opmerking betreffende de muziekstuknummers op een MD Op een MD worden de muziekstuknummers (volgorde van de muziekstukken), de informatie over het begin- en eindpunt van elk muziekstuk, enz. opgenomen in het TOC*3 -gebied, onafhankelijk van de geluidsinformatie. Hierdoor kunt u opgenomen muziekstukken snel monteren door de TOCinformatie te wijzigen. Het MD-deck — Afspelen/ Opnemen • De tuner van dit systeem en andere componenten die zijn aangesloten op de VIDEO INaansluiting (bijvoorbeeld een videorecorder) – Het MD-deck maakt een analoge opname.*2 – Een muziekstuknummer wordt aangebracht aan het begin van elke opname. Wanneer u echter de opnamefunctie Level Synchro Recording (zie blz. 37) inschakelt, worden er automatisch muziekstuknummers aangebracht in overeenstemming met het niveau van het ingangssignaal. *3 TOC: Table of Contents (Inhoudsopgave) wordt vervolgd 31NL Alvorens met het opnemen te beginnen (vervolg) Na het opnemen , Druk op MD Z om de MD te verwijderen of druk op ?/1 (spanning) om het systeem uit te schakelen. “TOC” licht op, of “TOC” of “STANDBY” begint te knipperen. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt en de opname is voltooid. Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het opnemen van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC” of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd. Uw favoriete muziekstukken van een CD opnemen op een MD — CD-MD-synchroon-opname Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u uw favoriete muziekstukken op een CD kiezen en deze vervolgens in de geprogrammeerde volgorde opnemen op een MD door gebruikmaking van de CD-synchroon-opnamefunctie. Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. 7 8,9 Beschermen van een opgenomen MD • Om een MD te beschermen tegen abusievelijk opnemen, schuift u het nokje aan de zijkant van de MD open. Met het nokje in deze positie kan er niet meer op de MD worden opgenomen. Om op de MD te kunnen opnemen, schuift u het nokje weer dicht om de opening af te dekken. `/1 2 4 Nokje 3 m M . > N Verschuif het nokje X • Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en “Protected” en kan er niet op de MD worden opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af te dekken. 32NL 1 x 3 De muziekstukken kiezen 1 Druk op CD op de afstandsbediening om over te schakelen op de functie CD. 2 Druk herhaald op PLAY MODE op de afstandsbediening totdat “PGM” verschijnt. 3 Druk herhaald op . of > op de afstandsbediening totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. Opnemen op een MD 6 Plaats een voor opnemen geschikte MD. 7 Druk herhaald op SYNCHRO REC totdat “CD-MD SYNC” verschijnt. 8 Druk op ENTER/START. Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de CD-speler in de pauzestand voor afspelen. 9 Druk opnieuw op ENTER/START. Het afspelen van de CD en het opnemen op de MD beginnen. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de CD-speler en het MDdeck automatisch. Gekozen muziekstuknummer 4 Totale afspeeltijd Om de opname te stoppen Druk op CD x of MD x. Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. Indien de MD tijdens het opnemen vol raakt Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. “Step” verschijnt, gevolgd door het nummer van het muziekstuk in de geprogrammeerde volgorde. Het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk verschijnt, gevolgd door de totale afspeeltijd van het programma. In dit geval stoppen de CD-speler en het MD-deck automatisch. Om tegelijkertijd op een tape op te nemen Plaats een blanco tape en kies bij stap 7 van “Opnemen op een MD” op deze bladzijde “DUAL SYNC”. wordt vervolgd 5 Totale afspeeltijd Om nog meer muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. Het MD-deck — Opnemen Laatst geprogrammeerde muziekstuk 33NL Uw favoriete muziekstukken van een CD opnemen op een MD (vervolg) Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het opnemen van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC” of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd. Handmatig opnemen op een MD — Handmatige opname Bij handmatig opnemen kunt u alleen de door u gewenste muziekstukken van een CD opnemen of ergens midden op een tape met opnemen beginnen. U kunt ook een radioprogramma opnemen. Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. Tip De muziekstuknummers van de CD worden automatisch op de MD opgenomen. Opmerking Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc geplaatst of kunt u niet op de betreffende MD opnemen (zie blz. 79). Invoeren van titels tijdens het opnemen Wanneer “CD-TEXT” tijdens het opnemen oplicht of knippert, kunt u de CD TEXT-gegevens als volgt opnemen op de MD: • Automatisch tijdens het opnemen Wanneer u opneemt op een nog lege of volledig gewiste (zie blz. 48) MD en “CD TEXT” brandt, worden de CD TEXT-gegevens automatisch opgenomen. • Handmatig tijdens het opnemen Wanneer “CD-TEXT” knippert, drukt u eerst op NAME EDIT op de afstandsbediening en vervolgens op ENTER/YES op de afstandsbediening om de titel van het huidige muziekstuk op te nemen. Opmerkingen • Al naar gelang de disc worden de CD TEXTgegevens soms niet automatisch gekopieerd. • Wanneer u tegelijkertijd op een MD en een tape opneemt, worden de CD TEXT-gegevens niet opgenomen. Neem deze gegevens op nadat de opname is voltooid (zie blz. 45). 34NL 2 4 3 1 Plaats een voor opnemen geschikte MD. 2 Druk herhaald op FUNCTION om de bron (bijvoorbeeld TUNER) te kiezen die u wilt opnemen. • CD: Opnemen van de CD • TAPE: Opnemen van de tape • TUNER: Opnemen van de radio 3 Druk op MD REC z. Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen. 4 Druk op MD NX. Het opnemen begint. 5 Begin met het afspelen van de bron die u wilt opnemen. Wanneer u opneemt van de CD-speler van dit systeem, worden de muziekstuknummers automatisch aangebracht. Druk tijdens het opnemen op MD REC z om op het gewenste punt muziekstuknummers aan te brengen. Indien u tijdens het opnemen van de radio automatisch muziekstuknummers wilt laten aanbrengen, zie “Aanbrengen van muziekstuknummers” op blz. 37. Om de opname te stoppen Druk op MD x. Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het opnemen van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC” of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd. Opnamestart met 6 seconden muziek uit het buffergeheugen — Tijdmachine-opname Bij het opnemen van een FM-uitzending of een satelliet-uitzending gaan de eerste paar seconden van de uitzending vaak verloren omdat het even kan duren voor u tot opnemen besluit en op de opnametoets drukt. Om het verlies van dit materiaal te voorkomen, zorgt de tijdmachineopnamefunctie ervoor dat voortdurend de meest recente audiogegevens in een buffergeheugen worden opgeslagen. Hierdoor kunt u steeds de laatste 6 seconden aan audiogegevens (voor mono-opnamen 12 seconden) opnemen die voorafgaan aan het tijdstip waarop de eigenlijke opname begint, zoals op de onderstaande afbeelding is aangegeven: Wanneer u bij stap 5 op ENTER/YES drukt Tijd 6 sec. Tips • U kunt het opnameniveau instellen op het gewenste volume (zie blz. 41). • Tijdens het opnemen kunt u de resterende opnametijd op de MD controleren door indrukken van DISPLAY op de afstandsbediening. Opgenomen gedeelte Begin van het programma dat u wilt opnemen Wanneer u tijdens het opnemen van een CD pauzeert, wordt er op dat punt een nieuw muziekstuknummer aangebracht. Bij het herhaald opnemen van één en hetzelfde muziekstuk van dezelfde CD wordt er soms slechts één muziekstuknummer aangebracht. 2 3 Het MD-deck — Opnemen Opmerking Einde van het programma dat u wilt opnemen wordt vervolgd 35NL Opnamestart met 6 seconden muziek uit het buffergeheugen (vervolg) `/1 5 m M . > 1 Plaats een voor opnemen geschikte MD. 2 Druk herhaald op FUNCTION om de bron (bijvoorbeeld TUNER) te kiezen die u wilt opnemen. 3 Druk op MD REC z. Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen. 4 Begin met het afspelen van de bron die u wilt opnemen. 5 Op het punt waar u met de opname wilt beginnen, drukt u op ENTER/YES op de afstandsbediening. Het opnemen van het programma begint met de 6 seconden aan audiogegevens uit het buffergeheugen. Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. Om de tijdmachine-opname te stoppen Druk op MD x. 36NL Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het opnemen van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC” of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd. Opmerking Het MD-deck begint met het opslaan van audiogegevens wanneer het in de wachtstand voor opnemen staat (stap 3) en u begint met het afspelen van het programma. Indien er sinds het indrukken van ENTER/YES op de afstandsbediening minder dan 6 seconden zijn verstreken, begint de tijdmachineopname met minder dan 6 seconden aan audiogegevens. Aanbrengen van muziekstuknummers U kunt muziekstuknummers als volgt aanbrengen: • Automatisch tijdens het opnemen Tijdens het opnemen van de CD-speler van dit systeem worden de muziekstuknummers automatisch aangebracht zoals op de oorspronkelijke bron. Gebruik de opnamemethode Level Synchro Recording om tijdens het opnemen van de tuner van dit systeem of componenten die zijn aangesloten op de VIDEO IN-aansluiting, automatisch de muziekstuknummers te laten aanbrengen. Muziekstuknummers worden niet automatisch aangebracht indien de opnamebron veel ruis bevat (bijv. cassettetapes of radiouitzendingen) of tijdens opnemen met de schakelklok. 2 1 `/1 3,7 4,5,6 • Op een willekeurig punt tijdens het opnemen Tijdens het opnemen van elke willekeurige bron kunt u op ieder gewenst tijdstip muziekstuknummers aanbrengen. 4,5,6 m M . > X • Na het opnemen 4,5,6 8 N x Gebruik de DIVIDE-functie (zie blz. 52). 1 Automatisch aanbrengen van muziekstuknummers tijdens het opnemen — Level Synchro Recording Opmerking Muziekstuknummers worden niet automatisch aangebracht indien de opnamebron veel ruis bevat (bijv. cassettetapes of radio-uitzendingen). Voor het opnemen van andere componenten die op dit systeem zijn aangesloten, kiest u “VIDEO”. 2 Druk op MD REC z. Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen. 3 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening. 4 Druk herhaald op . of > totdat “Setup ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. wordt vervolgd Het MD-deck — Opnemen De opnamefunctie Level Synchro Recording is in de fabriek op “On (Aan)” gezet zodat de muziekstuknummers automatisch worden aangebracht. Indien “LEVEL-SYNC” tijdens het opnemen niet op het display verschijnt, schakel dan als volgt Level Synchro Recording in. Een muziekstuknummer wordt automatisch aangebracht telkens wanneer het ingangssignaal langer dan twee seconden beneden een bepaald niveau blijft en daarna weer naar een hoger niveau terugkeert. Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie TUNER. 37NL Aanbrengen van muziekstuknummers (vervolg) 5 6 Druk herhaald op . of > totdat “T.Mark Off” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. Druk herhaald op . of > totdat “T.Mark LSync” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. Aanbrengen van muziekstuknummers op specifieke punten tijdens het opnemen — Track Mark Tijdens het opnemen kunt u op ieder gewenst tijdstip muziekstuknummers aanbrengen, ongeacht het soort geluidsbron. “LEVEL-SYNC” licht op. 7 Druk op MENU/NO. 8 Druk op N op de afstandsbediening. Het opnemen begint. Om de opname te stoppen Druk op MD x. Om de functie voor automatisch aanbrengen van muziekstuknummers uit te schakelen 1 Druk tijdens de opnamepauze op MENU/NO op de afstandsbediening. 2 Druk herhaald op . of > totdat “Setup ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 3 Druk herhaald op . of > totdat “T.Mark LSync” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 4 Druk herhaald op . of > totdat “T.Mark Off” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. “LEVEL-SYNC” gaat uit. 5 Druk op MENU/NO. Wanneer “LEVEL-SYNC” uit is, worden muziekstuknummers alleen aan het begin van elk muziekstuk aangebracht. 38NL MD REC z , Wacht tijdens het opnemen totdat het punt is bereikt waar u een muziekstuknummer wilt toevoegen en druk dan op MD REC z. De muziekstukken die volgen op het toegevoegde muziekstuknummer worden opnieuw genummerd. Inlassen van een 3-seconden interval tussen de muziekstukken — Smart Space Tijdens het digitaal opnemen van een CD kunt u met de functie Smart Space de stille passages tussen muziekstukken automatisch laten vervangen door een niet-opgenomen interval van 3 seconden. Wanneer bij andere soorten opnamen de functie Smart Space is geactiveerd en er tijdens het opnemen gedurende circa 3 seconden of langer (maar minder dan 30 seconden) geen geluid wordt ingevoerd, zal het MD-deck deze stilte vervangen door een niet-opgenomen interval van circa 3 seconden en doorgaan met opnemen. 1 Geen geluidsinvoer gedurende minder dan 30 seconden `/1 Uit 2,6 3,4,5 Aan Vervangen door nietopgenomen interval van circa 3 seconden en opnemen gaat door 3,4,5 M > 3,4,5 7 N X x Geen geluidsinvoer gedurende 30 seconden of langer Uit 1 Druk op MD REC z om over te schakelen in de pauzestand voor opnemen. 2 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening. Aan Vervangen door nietopgenomen interval van 3 seconden en opnemen wordt tijdelijk stopgezet Het MD-deck — Opnemen Auto Cut: Wanneer de functie Smart Space is geactiveerd en er tijdens het opnemen gedurende 30 seconden of langer geen geluid wordt ingevoerd, zal het MD-deck deze stilte vervangen door een niet-opgenomen interval van circa 3 seconden en overschakelen in de pauzestand voor opnemen. m . wordt vervolgd 39NL Inlassen van een 3-seconden interval tussen de muziekstukken (vervolg) 3 Druk herhaald op . of > totdat “Setup ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 4 Druk herhaald op . of > totdat “S.Space Off” (of “S.Space On”) verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 5 Druk herhaald op . of > totdat “S.Space On” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 6 Druk op MENU/NO. 7 Druk op N op de afstandsbediening. Het opnemen begint. 8 Begin met het afspelen van de bron die u wilt opnemen. Wanneer er een lange stilte wordt ingevoerd, verschijnt “Smart Space” en zal het MDdeck deze stilte vervangen door een nietopgenomen interval van circa 3 seconden en doorgaan met opnemen. Wanneer er gedurende 30 seconden of langer geen geluid wordt ingevoerd, verschijnt “Auto Cut” en zal het MD-deck deze stilte vervangen door een niet-opgenomen interval van circa 3 seconden en overschakelen in de pauzestand voor opnemen. Druk op N om de opname opnieuw te laten beginnen. Om de opname te stoppen Druk op MD x. 40NL Om de functies Smart Space en Auto Cut uit te schakelen 1 Druk tijdens de opnamepauze op MENU/NO op de afstandsbediening. 2 Druk herhaald op . of > totdat “Setup ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 3 Druk herhaald op . of > totdat “S.Space On” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 4 Druk herhaald op . of > totdat “S.Space Off” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 5 Druk op MENU/NO. Tip De functies Smart Space en Auto Cut zijn in de fabriek op “On (Aan)” gezet. Wanneer u het systeem uitschakelt of de stekker uit het stopcontact trekt, zal het MD-deck de laatste instelling (“S.Space On” of “S.Space Off”) in het geheugen bewaren. Instellen van het opnameniveau 1 Tref de nodige voorbereidingen bij de geluidsbron die u wilt opnemen en begin met afspelen. Wanneer u opneemt op een MD, kunt u het opnameniveau instellen op het gewenste volume. U kunt het opnameniveau niet alleen bij het maken van een analoge opname instellen, maar ook bij het maken van een digitale opname van een CD, enz. 2 Controleer of het MD-deck zich in de wachtstand voor opnemen bevindt. Zo niet, druk dan op MD REC z. 3 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening. 4 Druk herhaald op . of > totdat “Setup ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 5 Druk herhaald op . of > totdat “LevelAdjust?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 6 Druk op . of > om het opnameniveau in te stellen. 2 `/1 Het opnameniveau kan worden ingesteld op een waarde van –12 tot +12. Luister naar het geluid en stel het niveau zo in dat op het display in het luidste gedeelte (het gedeelte met het hoogste afspeelniveau) niet de indicatie “OVER” verschijnt. Tijdens het instellen van het niveau verschijnt de niveaumeter op het display. (Het linker kanaal bevindt zich aan de bovenkant, en het rechter kanaal bevindt zich aan de onderkant.) 3,8 4,5,6 4,5,7 m M . > N X x 4,5,6 9 wordt vervolgd Het MD-deck — Opnemen Stel het niveau zo in dat niet de indicatie “OVER” verschijnt 41NL Instellen van het opnameniveau (vervolg) 7 Druk op ENTER/YES. 8 Druk op MENU/NO. 9 Druk op x op de afstandsbediening. Mono-opnamen De stereo-ingangssignalen van FM-uitzendingen e.d. kunnen in mono worden opgenomen. Bij het opnemen in mono is de MD-opnametijd ongeveer tweemaal zo lang als de normale (stereo-) opnametijd (d.w.z. op een MD met een opnametijd van 60 minuten kunt u 120 minuten aan mono-geluid opnemen). Om de opname te stoppen Druk op MD x. Tips • U kunt het opnameniveau ook tijdens het opnemen instellen. • Nadat het opnameniveau is ingesteld, blijft het gehandhaafd totdat u het opnieuw instelt. 8 7 `/1 2 3,4,5 3,4,5 m M . > N X 1 6 42NL x 3,4,5 1 Druk op MD op de afstandsbediening om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk in de stopstand op MENU/NO op de afstandsbediening. 3 Druk herhaald op . of > totdat “Setup ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 4 Druk herhaald op . of > totdat “Stereo Rec” (of “Mono Rec”) verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 5 Druk herhaald op . of > totdat “Mono Rec” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. Om terug te keren naar stereoopname 1 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening wanneer de MD-functie zich in de stopstand bevindt. 2 Druk herhaald op . of > totdat “Setup ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 3 Druk herhaald op . of > totdat “Mono Rec” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 4 Druk herhaald op . of > totdat “Stereo Rec” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. Het systeem schakelt terug naar stereoopname en “MONO” gaat uit. “MONO” licht op. 6 Druk herhaald op FUNCTION om de bron (bijvoorbeeld TUNER) te kiezen die u wilt opnemen. 7 Druk op MD REC z. Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen. 8 Druk op MD NX. Om de opname te stoppen Druk op MD x. Het MD-deck — Opnemen Het opnemen begint. U zult het geluid horen zoals het uit de geluidsbron komt (d.w.z. bij het opnemen van een stereo-uitzending zult u het geluid in stereo horen). 43NL Het MD-deck — Monteren Alvorens met het monteren te beginnen U kunt de op een MD opgenomen muziekstukken monteren. Door gebruikmaking van de montagefuncties kunt u de muziekstukken op de MD opnieuw rangschikken. Montagefuncties • NAME-functie — Invoeren van MD-titels (blz. 45) Met deze functie kunt u uw discs en muziekstukken een titel geven. Voor de titels kunt u gebruikmaken van hoofdletters, kleine letters, cijfers en symbolen. • ERASE-functie — Wissen van opnamen (blz. 47) Met deze functie kunt u één enkel muziekstuk, alle muziekstukken tegelijk of een gedeelte van een muziekstuk wissen. • MOVE-functie — Veranderen van de volgorde van muziekstukken (blz. 51) Met deze functie kunt u de nummering van muziekstukken veranderen. • DIVIDE-functie — Toevoegen van muziekstuknummers (blz. 52) Met deze functie kunt u muziekstuknummers toevoegen. Hierdoor kunt u snel uw favoriete passages terugvinden. • COMBINE-functie — Samenvoegen van opgenomen muziekstukken (blz. 53) Met deze functie kunt u twee muziekstukken samenvoegen tot één muziekstuk. Ook kunt u hiermee niet-opeenvolgende muziekstukken samenvoegen, zoals muziekstuknummer 1 en 4, enz. • UNDO-functie — Ongedaan maken van de laatste wijziging (blz. 55) Met deze functie kunt u de laatste wijziging ongedaan maken en de oorspronkelijke inhoud van de MD van vóór de montage wordt hersteld. 44NL Alvorens met het monteren te beginnen U kunt een MD alleen in de volgende situaties monteren: • Wanneer de MD geschikt is voor opname. • Wanneer de MD normaal wordt afgespeeld. Alvorens met het monteren te beginnen, dient u de volgende punten te controleren: 1 Controleer het nokje van de te monteren MD. Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en “Protected” en kan de MD niet worden gemonteerd. Verschuif het nokje om de opening af te dekken. 2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PGM” en “SHUFFLE” beide zijn verdwenen. U kunt de MD alleen monteren tijdens normaal afspelen. U kunt de MD niet monteren tijdens afspelen in willekeurige of geprogrammeerde volgorde. Na het monteren , Druk op MD Z om de MD te verwijderen of druk op ?/1 (spanning) om het systeem uit te schakelen. “TOC” licht op, of “TOC” of “STANDBY” begint te knipperen. De inhoudsopgave (TOC: Table Of Contents) wordt bijgewerkt en het monteren is beëindigd. Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het monteren van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC” of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de montage volledig wordt uitgevoerd. Invoeren van MD-titels 1 — NAME-functie U kunt als volgt titels samenstellen voor uw opgenomen MD’s en muziekstukken. Tijdens het opnemen Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. Om een muziekstuk een titel te geven, drukt u herhaald op . of > totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. 2 Druk op NAME EDIT. De cursor begint te knipperen. Indien “CD-TEXT” tijdens het opnemen van een CD oplicht of knippert op het display, kunt u de CD-disctitel opnemen op de MD (zie blz. 34). De CD-disctitel wordt echter niet gekopieerd wanneer u een CD tegelijkertijd op een MD en een tape opneemt. Na het opnemen Cursor Gebruik de NAME-functie op deze bladzijde. U kunt voor de disctitel en muziekstuktitels op één MD in totaal ongeveer 1700 tekens invoeren. 3 `/1 2,3 Druk op CHARACTER om het gewenste soort letter te laten verschijnen. Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: (spatie)* t A (hoofdletters) t a (kleine letters) t 0 (cijfers) t ! (symbolen) t (spatie)* t ... 7 Het eerste teken kan geen spatie zijn. * Om deze reden verschijnt “ ” (spatie) niet op het display wanneer u als eerste teken een spatie invoert. CLEAR CURSORT 4 m M . > N X 1 x 5 4 4 Druk herhaald op . of > om het gewenste teken te kiezen. Om een spatie in te voeren Druk op CURSORt zonder . of > in te drukken. wordt vervolgd Het MD-deck — Monteren Om een symbool in te voeren U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken. !”#$%&’() +,–./:;<=>?@_ ` 45NL Invoeren van MD-titels (vervolg) 5 Druk op CURSORt. Het teken dat u bij stap 4 hebt gekozen, stopt met knipperen en de cursor gaat naar rechts. Cursor 6 Herhaal de stappen 3 t/m 5 om de volledige titel in te voeren. Indien u zich hebt vergist Druk op CURSORT of t totdat het teken dat u wilt veranderen knippert, en herhaal dan de stappen 3 t/m 5. Om een teken te wissen Druk op CLEAR terwijl het teken knippert. U kunt geen tekens invoegen. 7 Druk op ENTER/YES om de titelinvoer te beëindigen. De titels die u hebt ingevoerd verschijnen in volgorde op het scherm en het display keert terug naar de oorspronkelijke indicatie. Kopiëren van een disc- of muziekstuktitel U kunt een disc- of muziekstuktitel ook kopiëren en deze gebruiken als titel voor een ander muziekstuk of als de disctitel op dezelfde disc. 1 Druk in de stopstand op MENU/NO. 2 Druk herhaald op . of > totdat “Name ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 3 Druk herhaald op . of > totdat “Nm Copy ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 4 Druk herhaald op . of > en kies “Disc” (voor het kopiëren van de disctitel) of het muziekstuknummer met de titel die u wilt kopiëren en druk daarna op ENTER/YES. Wanneer “No Name” verschijnt De disc of het muziekstuk heeft geen titel. 5 Druk herhaald op . of > en kies het muziekstuknummer waar u de titel naartoe wilt kopiëren of kies “Disc” (voor het kopiëren als disctitel) en druk daarna op ENTER/YES. Wanneer “Overwrite ??” verschijnt De disc of het muziekstuk waar u de titel naartoe wilt kopiëren, heeft reeds een titel. Om verder te gaan en de titel te kopiëren, drukt u op ENTER/YES. Om de kopieerfunctie uit te schakelen Druk op MENU/NO. Controleren van de titels Om de titelinvoerfunctie uit te schakelen Druk op MENU/NO. Opmerkingen • U kunt een muziekstuk ook een titel geven terwijl dit wordt afgespeeld. Het afspelen wordt herhaald totdat u klaar bent met het invoeren van de titel. • Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en “Protected” en kan de MD niet worden gemonteerd. Verwijder de MD en verschuif daarna het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af te dekken (zie blz. 32). 46NL Om de disctitels te controleren, drukt u in de stopstand op SCROLL. Om de muziekstuktitel te controleren, drukt u tijdens het afspelen op SCROLL. De titel verschijnt bewegend op het display. Druk op SCROLL om het bewegen van de titels te laten stoppen. Druk nogmaals op de toets om het bewegen weer te laten beginnen. Wissen van de titels 1 Druk in de stopstand op MENU/NO. 2 Druk herhaald op . of > totdat “Name ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 3 Druk herhaald op . of > totdat “Nm Erase?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. Indien u alle titels wilt wissen, drukt u eerst herhaald op . of > totdat “Nm All Ers?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. “Nm All Ers??” verschijnt. 4 Druk herhaald op . of > totdat de titel die u wilt wissen verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. Om alle titels te wissen, drukt u opnieuw op ENTER/YES. “Complete !!” verschijnt en de titel is nu gewist. Wissen van opnamen — ERASE-functie Met dit MD-deck kunt u ongewenste muziekstukken snel en gemakkelijk wissen.Ook kunt u gewiste opnamen herstellen door gebruikmaking van de UNDO-functie. U kunt gewiste opnamen echter niet herstellen nadat u andere montagefuncties hebt gebruikt. Er zijn drie mogelijkheden voor het wissen van opgenomen materiaal: • Wissen van één muziekstuk (TRACK ERASEfunctie) • Wissen van alle muziekstukken (ALL ERASEfunctie) • Wissen van een gedeelte van een muziekstuk (A-B ERASE-functie) Om de wisfunctie uit te schakelen Wissen van één muziekstuk Druk op MENU/NO. — TRACK ERASE-functie Om terug te keren naar de toestand vóór het invoeren of wissen van de titels Desgewenst kunt u terugkeren naar de oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk na het invoeren of wissen van een titel, door gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55. U kunt een muziekstuk wissen door gewoon het betreffende muziekstuknummer in te voeren. Wanneer u een muziekstuk wist, vermindert het totale aantal muziekstukken op de MD met één en worden alle muziekstukken die volgen op het gewiste muziekstuk opnieuw genummerd. Voorbeeld: Wissen van muziekstuk 2 Wis muziekstuk 2 Muziekstuknummer Oorspronkelijke muziekstukken 2 A 1 3 B 2 A 4 C D 3 C D Bij het wissen van meerdere muziekstukken is het raadzaam om te beginnen bij de muziekstukken met de hoogste nummers, dit om te voorkomen dat de nog niet gewiste muziekstuknummers opnieuw worden genummerd. wordt vervolgd Het MD-deck — Monteren Na ERASE 1 47NL Wissen van opnamen (vervolg) Om de wisfunctie uit te schakelen Druk op MENU/NO. `/1 Om terug te keren naar de toestand vóór ERASE 3,5 2 Desgewenst kunt u terugkeren naar de oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk na het wissen van de muziekstukken, door gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55. Opmerking 3,4 m M . > N X 3,4 x 1 1 Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te laten verschijnen. 3 Druk herhaald op . of > totdat “Tr Erase?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 4 Druk herhaald op . of > totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. “Erase???” verschijnt wanneer het muziekstuk op een ander deck werd opgenomen of gemonteerd en tegen wissen is beveiligd. Om het muziekstuk te wissen, drukt u op ENTER/YES terwijl “Erase???” op het display wordt weergegeven. Wissen van alle muziekstukken — ALL ERASE-functie U kunt de disctitel en alle opgenomen muziekstukken en de titels daarvan in één keer wissen. `/1 2 3 3,4 m M . > N X 3 x 1 5 Druk op ENTER/YES. “Complete !!” verschijnt enkele seconden en het gekozen muziekstuk en de titel ervan zijn nu gewist. 48NL 1 Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te laten verschijnen. 3 Druk herhaald op . of > totdat “All Erase ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. `/1 “All Erase ??” verschijnt. 4 3 Druk opnieuw op ENTER/YES. “Complete !!” verschijnt enkele seconden en de disctitel en alle opgenomen muziekstukken en de titels ervan zijn nu gewist. 4,6,10 2 1 Om de wisfunctie uit te schakelen Druk op MENU/NO. Om terug te keren naar de toestand vóór ERASE Desgewenst kunt u terugkeren naar de oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk na het wissen van de muziekstukken, door gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55. * 1 frame is 1/86 seconde. Voorbeeld: Wissen van een gedeelte van muziekstuk 2 Na A-B ERASE 2 A 3 B-A B-B B-C N X x 4,6, 10 Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. 2 Wanneer tijdens het afspelen van een MD het beginpunt van het te wissen gedeelte is bereikt (punt A), drukt u op X. 3 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te laten verschijnen. 4 Druk herhaald op . of > totdat “A-B Erase ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 5 Druk opnieuw op ENTER/YES. “—Rehearsal—” en “Point A ok?” verschijnen beurtelings terwijl het deck het gekozen muziekstuk vanaf het begin tot aan punt A afspeelt. wordt vervolgd 1 2 A 3 B(A+C) C Het MD-deck — Monteren Punt B Muziekstuknummer 1 M > De MD wordt tijdelijk stopgezet. U kunt op eenvoudige wijze een gedeelte van een muziekstuk markeren en dit vervolgens wissen. U kunt het gewenste gedeelte met intervallen van een frame*, minuut of seconde verschuiven. Deze functie is handig wanneer u na het opnemen van een satelliet-uitzending of FM-uitzending onnodige gedeelten wilt wissen. Oorspronkelijke muziekstukken m . 1 Wissen van een gedeelte van een muziekstuk — A-B ERASE-functie Punt A 4,5, 8,9, 11 49NL Wissen van opnamen (vervolg) Om de wisfunctie uit te schakelen Druk op MENU/NO. 6 Terwijl u luistert, drukt u herhaald op . of > om het beginpunt van het te wissen gedeelte (punt A) te vinden. U kunt het beginpunt met intervallen van 1/86 seconde (1 frame) verschuiven. Om het punt met intervallen van een seconde of minuut te verschuiven, drukt u eerst op m of M zodat de seconde of minuut gaat knipperen en druk daarna op . of >. 7 Herhaal stap 6 totdat de positie van punt A juist is. 8 Druk op ENTER/YES wanneer de positie van punt A juist is. “Point B Set” verschijnt op het display en er wordt begonnen met het afspelen om het eindpunt van het te wissen gedeelte (punt B) in te stellen. 9 Ga door met afspelen totdat punt B is bereikt en druk daarna op ENTER/YES. “A-B Ers” en “Point B ok?” verschijnen beurtelings en het deck herhaalt achtereenvolgens de paar seconden vóór punt A en na punt B. 10 Druk herhaald op . of > om punt B te vinden. De procedure is dezelfde als bij stap 6. 11 Druk op ENTER/YES wanneer de positie van punt B juist is. “Complete !!” verschijnt enkele seconden en het gedeelte tussen punt A en B is nu gewist. 50NL Om terug te keren naar de toestand vóór ERASE Desgewenst kunt u terugkeren naar de oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk na het wissen van de muziekstukken, door gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55. Opmerking Indien “Impossible” op het display verschijnt, kan het aangegeven gedeelte niet worden gewist. Dit gebeurt soms wanneer hetzelfde muziekstuk reeds al te vaak werd gemonteerd. Dit is geen mechanische storing, maar hangt samen met de technische beperkingen van het MD-systeem. Verplaatsen van opgenomen muziekstukken — MOVE-functie Met deze functie kunt u de volgorde van de muziekstukken op de disc veranderen. Wanneer u muziekstukken verplaatst, worden de muziekstukken automatisch opnieuw genummerd. 1 Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te laten verschijnen. 3 Druk herhaald op . of > totdat “Move ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 4 Druk herhaald op . of > totdat het muziekstuknummer dat u wilt verplaatsen verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 5 Druk herhaald op . of > totdat het nummer van de nieuwe positie verschijnt. Voorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk 3 naar positie 2 Muziekstuknummer Oorspronkelijke muziekstukken 1 2 A 4 C 2 1 Na MOVE 3 B D 4 3 A C B D `/1 2 3,4,6 Oorspronkelijk Nieuwe positie van muziekstuknummer muziekstuk 6 Druk op ENTER/YES. “Complete !!” verschijnt enkele seconden en het gekozen muziekstuk is nu verplaatst. 3,4,5 m M . > N X Om de MOVE-functie uit te schakelen Druk op MENU/NO. Om terug te keren naar de volgorde van de muziekstukken van vóór MOVE Desgewenst kunt u terugkeren naar de oorspronkelijke volgorde van de muziekstukken, maar alleen onmiddellijk na het verplaatsen van de opgenomen muziekstukken, door gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55. Het MD-deck — Monteren 1 x 3,4,5 51NL Onderverdelen van opgenomen muziekstukken — DIVIDE-functie Met deze functie kunt u muziekstuknummers aanbrengen nadat de opname is beëindigd. Het totale aantal muziekstukken vermeerdert met één en alle muziekstukken die volgen op de onderverdeelde muziekstukken worden opnieuw genummerd. 1 Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te laten verschijnen. 3 Druk herhaald op . of > totdat “Divide ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 4 Druk herhaald op . of > totdat het muziekstuknummer dat u wilt onderverdelen verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. Voorbeeld: Muziekstuk 2 onderverdelen in twee muziekstukken “—Rehearsal—” verschijnt en het gedeelte dat moet worden onderverdeeld, wordt herhaald afgespeeld. Muziekstuknummer Oorspronkelijke muziekstukken Na DIVIDE 1 2 A 3 B C D Verdeel muziekstuk 2 in de muziekstukken B en C 1 2 A 3 5 4 B C D U kunt het punt verschuiven met intervallen van 1/86 seconde (1 frame). Om het punt met intervallen van een seconde of minuut te verschuiven, drukt u eerst op m of M zodat de seconde of minuut gaat knipperen en druk daarna op . of >. `/1 2 3,4,6 Terwijl u meeluistert naar het geluid, drukt u herhaald op . of > om het gewenste punt van onderverdeling te kiezen. 6 Druk op ENTER/YES. “Complete !!” verschijnt enkele seconden en het nieuwe muziekstuk begint af te spelen. 3,4,5 m M . > N X 1 x 3,4,5 Om de DIVIDE-functie uit te schakelen Druk op MENU/NO. Om terug te keren naar de situatie van vóór DIVIDE Desgewenst kunt u terugkeren naar de oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk na het onderverdelen van de muziekstukken, door gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55. U kunt ook terugkeren naar de oorspronkelijke situatie door gebruikmaking van de COMBINEfunctie op blz. 53. 52NL Opmerkingen • Wanneer u een muziekstuk met een titel onderverdeelt (zie blz. 45), behoudt alleen het eerste van de twee muziekstukken de titel. Voorbeeld: 1 2 3 Andante Adagio 1 2 4 — COMBINE-functie Allegro 3 4 Samenvoegen van opgenomen muziekstukken 5 Andante Adagio Allegro Het nieuwe muziekstuk heeft geen titel • Indien u als positie van onderverdeling het beginpunt of eindpunt van een muziekstuk kiest, verschijnt “Impossible”. Druk in dat geval op . of > om een andere positie te kiezen. Met deze functie kunt u twee muziekstukken samenvoegen tot één muziekstuk. Het totale aantal muziekstukken vermindert met één en alle muziekstukken die volgen op de samengevoegde muziekstukken worden opnieuw genummerd. Met deze functie kunt u ook onnodige muziekstuknummers wissen. Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 3 en 1 Muziekstuknummer 1 OorspronkeA lijke muziekstukken 2 3 C 1 Na COMBINE 4 B 2 A C D 3 B D Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 1 en 4 Oorspronkelijke muziekstukken 1 2 1 Na COMBINE 2 B 3 B A 4 C 5 D 3 C 4 D A wordt vervolgd Het MD-deck — Monteren 53NL Samenvoegen van opgenomen muziekstukken (vervolg) 4 `/1 2 3,4,5 m M > N X 3,4,5 x 1 1 Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te laten verschijnen. 3 Om bijvoorbeeld de muziekstukken 4 en 1 samen te voegen, kiest u 4. 3,4,6 . Druk herhaald op . of > totdat het nummer van het eerste van de twee samen te voegen muziekstukken verschijnt, en druk daarna op ENTER/ YES. Druk herhaald op . of > totdat “Combine ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. Eerst muziekstuk 5 Druk herhaald op . of > totdat het nummer van het tweede van de twee samen te voegen muziekstukken verschijnt. Tweede van de Nieuw samen te voegen muziekstuknummer muziekstukken 6 Druk op ENTER/YES. “Complete !!” verschijnt enkele seconden en de muziekstukken zijn nu samengevoegd. Het afspelen begint. Om de COMBINE-functie uit te schakelen Druk op MENU/NO. Om terug te keren naar de situatie van vóór COMBINE Desgewenst kunt u terugkeren naar de oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk na het samenvoegen van de muziekstukken, door gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55. U kunt ook terugkeren naar de oorspronkelijke situatie door gebruikmaking van de DIVIDEfunctie op blz. 52. 54NL Opmerkingen • Indien beide samengevoegde muziekstukken van een titel waren voorzien, zal de titel van het tweede muziekstuk worden gewist. • Indien “Impossible” op het display verschijnt, kunnen de muziekstukken niet worden samengevoegd. Dit gebeurt soms wanneer hetzelfde muziekstuk reeds al te vaak werd gemonteerd. Dit is geen mechanische storing, maar hangt samen met de technische beperkingen van het MD-systeem. Ongedaan maken van de laatste wijziging — UNDO-functie Met deze functie kunt u de laatste wijziging ongedaan maken zodat de oorspronkelijke inhoud van de MD wordt hersteld. Een wijziging door montage kan echter niet ongedaan worden gemaakt indien u na de montage één van de volgende handelingen hebt verricht: • Verrichten van een andere montage. • Indrukken van MD REC z of ENTER/START. • Bijwerken van de inhoudsopgave (TOC) door uitschakelen van het systeem of verwijderen van de MD. • De stekker uit het stopcontact trekken. `/1 3,4 1 2 m M . > N X 2 x Het MD-deck — Monteren wordt vervolgd 55NL Ongedaan maken van de laatste wijziging (vervolg) 1 Druk in de stopstand op MENU/NO zodat “Edit Menu” verschijnt. 2 Druk herhaald op . of > totdat “Undo ?” verschijnt. Wanneer er geen wijzigingen zijn aangebracht die u ongedaan kunt maken, zal “Undo ?” niet verschijnen. 3 Druk op ENTER/YES. Eén van de volgende meldingen verschijnt op het display, afhankelijk van de laatste wijziging. Gemaakte wijziging Melding Invoeren van een muziekstuktitel of MD-titel Kopiëren van een disctitel of een muziekstuktitel Het tapedeck — Opnemen Uw favoriete muziekstukken van een CD opnemen op een tape — CD-TAPE-synchroon-opname Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u uw favoriete muziekstukken op een CD kiezen en deze vervolgens in de geprogrammeerde volgorde opnemen op een tape door gebruikmaking van de CD-synchroon-opnamefunctie. Hiermee kunt u de volgorde van de muziekstukken veranderen en ervoor zorgen dat de afspeeltijd op elk van beide kanten van de tape voldoende is. 10,13 11 “Name Undo?” Wissen van een bestaande titel Wissen van één muziekstuk Wissen van alle muziekstukken “Erase Undo?” Wissen van een gedeelte van een muziekstuk 4 Verplaatsen van een muziekstuk “Move Undo?” Onderverdelen van een muziekstuk “Divide Undo?” Samenvoegen van muziekstukken “CombineUndo?” Druk opnieuw op ENTER/YES. “Complete !!” verschijnt enkele seconden en de oorspronkelijke inhoud van de MD van vóór de montage wordt hersteld. Om de UNDO-functie uit te schakelen Druk op MENU/NO. 56NL 9 12 4 `/1 2 Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. “Step” verschijnt, gevolgd door het nummer van het muziekstuk in de geprogrammeerde volgorde. Het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk verschijnt, gevolgd door de totale afspeeltijd van het programma. 4 m M . > N X 3 x Laatst geprogrammeerde muziekstuk De muziekstukken kiezen 1 Druk op CD op de afstandsbediening om over te schakelen op de functie CD. 2 Druk herhaald op PLAY MODE op de afstandsbediening totdat “PGM” verschijnt. 3 Druk herhaald op . of > op de afstandsbediening totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. Totale afspeeltijd 5 Herhaal de stappen 3 en 4 om de muziekstukken te kiezen die u wilt opnemen op de kant waarop het opnemen moet beginnen. 6 Druk op X op de afstandsbediening. Aan het einde van de kant waarop het opnemen begint, wordt de opname tijdelijk stopgezet. “P” verschijnt en de indicatie van de totale afspeelduur verandert in “0.00”. 7 Herhaal de stappen 3 en 4 om de muziekstukken te kiezen die u wilt opnemen op de achterkant. Opnemen op een tape 8 Plaats een blanco tape. 9 Druk herhaald op SYNCHRO REC totdat “CD-TAPE SYNC” verschijnt. Het MD-deck — Monteren/Het tapedeck — Opnemen 3 6 1 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. wordt vervolgd Gekozen muziekstuknummer Totale afspeeltijd 57NL Uw favoriete muziekstukken van een CD opnemen op een tape (vervolg) 10 Druk op ENTER/START. Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de CD-speler staat in de pauzestand voor afspelen. 11 Druk op TAPE nN zodat de rechter indicator oplicht om het opnemen te laten beginnen vanaf de voorkant. Om het opnemen te laten beginnen vanaf de achterkant, drukt u opnieuw op TAPE nN zodat de linker indicator oplicht. 12 Druk herhaald op DIRECTION totdat g verschijnt om op één kant op te nemen, of op h (of j) om op beide kanten op te nemen. Als u voor opname op beide kanten kiest en de voorkant halverwege een muziekstuk ten einde is, wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de achterkant opnieuw opgenomen. Wanneer u het opnemen vanaf de achterkant laat beginnen, wordt de opname aan het einde van de achterkant stopgezet, zelfs indien u h kiest. 13 Druk op ENTER/START. Het afspelen van de CD en het opnemen op de tape beginnen. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de CD-speler en het tapedeck automatisch. Om de opname te stoppen Druk op CD x of TAPE x. 58NL Indien de tape tijdens het opnemen vol raakt In dit geval stoppen de CD-speler en het tapedeck automatisch. Om tegelijkertijd op een MD op te nemen Plaats een voor opnemen geschikte MD en kies bij stap 9 van “Opnemen op een tape” op blz. 57 de optie “DUAL SYNC”. Tip Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 10 op DOLBY NR zodat “;” op het display verschijnt. Opmerking Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc of tape geplaatst of kunt u niet op de betreffende tape opnemen (zie blz. 80). Opnemen van een MD op een tape U kunt een MD analoog opnemen op een tape, met de muziekstukken in dezelfde volgorde als op de oorspronkelijke MD. U kunt ook een programma van uw favoriete muziekstukken opnemen. Opnemen van muziekstukken in dezelfde volgorde als op de oorspronkelijke MD 4,7 4 Druk op ENTER/START. Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor opnemen en het MD-deck in de pauzestand voor afspelen. 5 Druk op TAPE nN zodat de rechter indicator oplicht om het opnemen te laten beginnen vanaf de voorkant. Om het opnemen te laten beginnen vanaf de achterkant, drukt u opnieuw op TAPE nN zodat de linker indicator oplicht. 6 Druk herhaald op DIRECTION totdat g verschijnt om op één kant op te nemen, of op h (of j) om op beide kanten op te nemen. 5 Als u voor opname op beide kanten kiest en de voorkant halverwege een muziekstuk ten einde is, wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de achterkant opnieuw opgenomen. Wanneer u het opnemen vanaf de achterkant laat beginnen, wordt de opname aan het einde van de achterkant stopgezet, zelfs indien u h kiest. Druk op ENTER/START. Het afspelen van de MD en het opnemen op de tape beginnen. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen het MD-deck en het tapedeck automatisch. Om de opname te stoppen Druk op MD x of TAPE x. 3 6 1 Plaats een blanco tape. 2 Plaats een MD. 3 Druk herhaald op SYNCHRO REC totdat “MD-TAPE SYNC” verschijnt. Indien de tape tijdens het opnemen vol raakt Het tapedeck — Opnemen 7 In dit geval stoppen het MD-deck en het tapedeck automatisch. wordt vervolgd 59NL Opnemen van een MD op een tape (vervolg) 3 Tip Druk herhaald op . of > totdat het gewenste muziekstuknummer op het display verschijnt. Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 4 op DOLBY NR zodat “;” op het display verschijnt. Opmerking Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc of tape geplaatst of kunt u niet op de betreffende tape opnemen (zie blz. 79 en 80). Uw favoriete muziekstukken van een MD opnemen Gekozen muziekstuknummer 4 Totale afspeeltijd Druk op ENTER/YES. Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. “Step” verschijnt, gevolgd door het nummer van het muziekstuk in de geprogrammeerde volgorde. Het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk verschijnt, gevolgd door de totale afspeeltijd van het programma. — MD-TAPE-synchroon-opname Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u uw favoriete muziekstukken op een MD kiezen en deze vervolgens in de geprogrammeerde volgorde opnemen op een tape door gebruikmaking van de MD-synchroon-opnamefunctie. `/1 2 4 . > N X 1 60NL Om nog meer muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. 6 Plaats een blanco tape. 7 Volg de stappen 3 t/m 7 van “Opnemen van muziekstukken in dezelfde volgorde als op de oorspronkelijke MD” (zie blz. 59). 3 x 1 Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat “PGM” verschijnt. Totale afspeeltijd 5 M m 3 Laatst geprogrammeerde muziekstuk Handmatig opnemen op een tape — Handmatige opname Bij handmatig opnemen kunt u alleen de door u gewenste muziekstukken van een CD of een MD opnemen op een tape. U kunt ook een radioprogramma opnemen. 3 Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor opnemen. 4 Druk op TAPE nN zodat de rechter indicator oplicht om het opnemen te laten beginnen vanaf de voorkant. Om het opnemen te laten beginnen vanaf de achterkant, drukt u opnieuw op TAPE nN zodat de linker indicator oplicht. 5 Druk herhaald op DIRECTION totdat g verschijnt om op één kant op te nemen, of op h (of j) om op beide kanten op te nemen. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. 3 4 Druk op TAPE REC z. 6 Wanneer u het opnemen vanaf de achterkant laat beginnen, wordt de opname aan het einde van de achterkant stopgezet, zelfs indien u h kiest. 6 Druk op TAPE X. Het opnemen begint. 2 5 1 Plaats een blanco tape. 2 Druk herhaald op FUNCTION om de bron (bijvoorbeeld TUNER) te kiezen die u wilt opnemen. Begin met het afspelen van de bron die u wilt opnemen. Om Druk op Te stoppen met opnemen TAPE x. Te pauzeren TAPE X. Tip Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 3 op DOLBY NR zodat “;” op het display verschijnt. Het tapedeck — Opnemen 7 • CD: Opnemen van de CD • MD: Opnemen van de MD • TUNER: Opnemen van de radio 61NL Overige functies Instellen van de lage tonen Geluidsregeling Niet alleen kunt u de lage en hoge tonen regelen, maar ook kunt u de dynamische geluidsgenerator (DSG) gebruiken om het geluid krachtiger te maken. BASS TREBLE DSG , Draai BASS. U kunt de lage tonen instellen in 9 stappen (van MIN tot MAX). Instellen van de hoge tonen , Draai TREBLE. U kunt de hoge tonen instellen in 9 stappen (van MIN tot MAX). Instellen van de lage en hoge tonen door gebruikmaking van de afstandsbediening 1 Druk op BASS/TRE om BASS of TREBLE te kiezen. Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: BASS y TREBLE Verkrijgen van een krachtiger geluid , Druk op DSG. Wanneer DSG is ingeschakeld, licht “DSG” op het display op. Uitschakelen van DSG Druk op DSG zodat “DSG” uitgaat. 62NL 2 Wanneer BASS of TREBLE op het display verschijnt, drukt u herhaald op . of > totdat het gewenste niveau wordt aangegeven. Toewijzing van een naam aan een voorgeprogrammeerde zender — Station Name 1 Druk op TUNER/BAND om “FM” of “AM” te kiezen. 2 Druk herhaald op TUNING MODE totdat “PRESET” verschijnt. 3 Druk herhaald op TUNING + of – totdat het preselectie-nummer van de zender waaraan u een naam wilt toewijzen, verschijnt. 4 Druk op NAME EDIT op de afstandsbediening. Aan elke voorgeprogrammeerde zender kunt u een naam (Station Name) van maximaal 12 tekens toewijzen. De naam van de zender verschijnt op het display wanneer u op de zender afstemt. Het tekstinvoerscherm verschijnt en de cursor knippert. Cursor 5 2 1 3 Druk op CHARACTER op de afstandsbediening om het gewenste soort teken te laten verschijnen. Het eerste teken kan geen spatie zijn. `/1 * Om deze reden verschijnt “ ” (spatie) niet op het display wanneer u als eerste teken een spatie invoert. 4,5 9 wordt vervolgd Overige functies Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: (spatie)* t A (hoofdletters) t a (kleine letters) t 0 (cijfers) t ! (symbolen) t (spatie)* t ... CLEAR CURSORT 6 m M . > N X 7 6 x 63NL Toewijzing van een naam aan een voorgeprogrammeerde zender (vervolg) 6 Druk herhaald op . of > op de afstandsbediening om het gewenste teken te kiezen. Om een spatie in te voeren Druk op CURSORt zonder . of > in te drukken. Om een symbool in te voeren U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken. !”#$%&’() +,–./: ;<=>?@_` 7 Druk op CURSORt op de afstandsbediening. Het teken dat u bij stap 6 hebt gekozen, stopt met knipperen en de cursor gaat naar rechts. Cursor 8 Herhaal de stappen 5 t/m 7 om de volledige titel in te voeren. Indien u zich hebt vergist Druk op CURSORT of t totdat het teken dat u wilt veranderen knippert, en herhaal dan de stappen 5 t/m 7. Om een teken te wissen Druk op CLEAR op de afstandsbediening terwijl het teken knippert. U kunt geen tekens invoegen. 9 64NL Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening om de invoer van de naam te beëindigen. Om de titelinvoerfunctie uit te schakelen Druk op MENU/NO op de afstandsbediening. Om het preselectie-nummer en de frequentie te controleren De zendernaam verschijnt op het display wanneer u hebt afgestemd op een zender met een naam. Om het preselectie-nummer en de frequentie te controleren, drukt u op DISPLAY op de afstandsbediening. Het preselectie-nummer en de frequentie verschijnen op het display, gevolg door de zendernaam. Om de zendernaam te wissen 1 Volg de stappen 1 t/m 4. 2 Druk herhaald op CLEAR op de afstandsbediening om de naam te wissen. 3 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. Gebruik van het radioinformatiesysteem (RDS) (Alleen Europees model) Wat is het radioinformatiesysteem? Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data System) is een omroepdienst die radiozenders in staat stelt om extra informatie uit te zenden naast het gewone programmasignaal. RDS is alleen op FM-zenders* beschikbaar. Inslapen met muziek — SLEEP-timerfunctie U kunt het systeem na verloop van een vooraf ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen, zodat u kunt inslapen met muziek. U kunt de uitschakeltijd instellen in stappen van 10 minuten. `/1 SLEEP Opmerking RDS zal mogelijk niet juist werken indien de zender waarop u hebt afgestemd het RDS-signaal niet juist uitzendt of het signaal te zwak is. * Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw plaatselijke radiozenders voor details betreffende RDS-diensten in uw gebied. Ontvangen van RDSuitzendingen , Kies gewoon een zender op de FMband. Controleren van de RDSinformatie Bij elke druk op DISPLAY verandert het display als volgt: t Zendernaam* r Frequentie r Programmatype* r Klokdisplay r BASS-niveau r TREBLE-niveau * Als er geen RDS informatie wordt ontvangen, kan de zendernaam en het programmatype (zie blz. 85) niet in het display worden aangegeven. Bij elke druk op deze toets verandert de minuten-indicatie (de resterende tijd) als volgt: t SLEEP OFF t AUTO 10min T ... T 80min T 90min T Om de resterende tijd te controleren Druk eenmaal op SLEEP. De resterende tijd wordt echter niet aangegeven wanneer “AUTO” is ingesteld. Om de uitschakeltijd te wijzigen Kies de gewenste tijd door indrukken van SLEEP. Om de SLEEP-timerfunctie uit te schakelen Druk herhaald op SLEEP totdat “SLEEP OFF” verschijnt. wordt vervolgd Overige functies Wanneer u afstemt op een zender die RDSdiensten verzorgt, zal de zendernaam op het display verschijnen. , Druk herhaald op SLEEP om de gewenste tijd te kiezen. 65NL Inslapen met muziek (vervolg) Ontwaken met muziek Wanneer u “AUTO” kiest — DAILY-timerfunctie Wanneer het afspelen van de CD, MD of tape is afgelopen, wordt het systeem automatisch uitgeschakeld (na maximaal 100 minuten). Wanneer de functie TUNER is gekozen, wordt het systeem na 100 minuten uitgeschakeld. U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken met muziek. Zorg eerst dat de klok is ingesteld (zie blz. 6). `/1 Tip U kunt de SLEEP-timerfunctie ook gebruiken wanneer de klok niet is ingesteld. Opmerking Tijdens synchroon-opname op een MD of een tape kan “AUTO” niet worden gekozen. 5,7 m M . > N X 9 3 4,5,8 5,7 x 2 1 Tref de nodige voorbereidingen bij de geluidsbron die u wilt afspelen. • CD: Plaats een CD. Om te beginnen bij een bepaald muziekstuk dient u eerst een programma samen te stellen (zie blz. 23). • MD: Plaats een MD. Om te beginnen bij een bepaald muziekstuk dient u eerst een programma samen te stellen (zie blz. 29). • Tape: Plaats een tape. • Radio: Stem af op een zender (zie blz. 7). 66NL 2 3 Druk op VOLUME +/– om het volume in te stellen. Druk op ENTER/YES. “ON” licht op en de uur-indicatie begint te knipperen. 5 Stel de starttijd voor afspelen in. Druk herhaald op . of > om het uur in te stellen en druk daarna op ENTER/YES. De minuten-indicatie begint te knipperen. Druk op ENTER/YES. De starttijd, de stoptijd en de geluidsbron verschijnen beurtelings en daarna verschijnt weer de oorspronkelijke indicatie. Druk op CLOCK/TIMER SET. “SET DAILY” verschijnt. 4 8 9 Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Om de instelling te veranderen Begin opnieuw vanaf stap 1. Om de instelling te controleren of de timer te activeren 1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT. 2 Druk herhaald op . of > totdat “SEL DAILY” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. Om de timer uit te schakelen Druk herhaald op . of > om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER/YES. De uur-indicatie begint opnieuw te knipperen. Stel de stoptijd voor afspelen in volgens de procedure bij stap 5. 7 Druk herhaald op . of > om de gewenste geluidsbron te kiezen. De indicatie verandert als volgt: t TUNER y CD PLAY T t TAPE PLAY y MD PLAY T Opmerkingen • U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd met de opname-timerfunctie gebruiken. • Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de spanning wordt ingeschakeld totdat het afspelen begint (ongeveer 30 seconden vóór de ingestelde tijd). • Indien het systeem is aangesloten op de netspanning wanneer de inschakeltijd is aangebroken, begint de ingestelde geluidsbron af te spelen. • De los verkrijgbare componenten die zijn aangesloten op de VIDEO IN-aansluiting kunnen niet als geluidsbron voor de DAILY-timerfunctie worden gebruikt. Overige functies 6 Druk op CLOCK/TIMER SELECT en druk daarna herhaald op . of > totdat “TIMER OFF” verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES. 67NL Radioprogramma’s opnemen met de timer 4 Stel de starttijd voor opname in. Druk herhaald op . of > om het uur in te stellen en druk daarna op ENTER/YES. De minuten-indicatie begint te knipperen. Zorg dat u de radiozender hebt voorgeprogrammeerd (zie blz. 7) en vooraf de klok hebt ingesteld (zie blz. 6). `/1 . > N X Druk herhaald op . of > om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER/YES. De uur-indicatie begint opnieuw te knipperen. 5 Stel de stoptijd voor opname in volgens de procedure bij stap 4. 6 Wanneer u opneemt op een MD, kiest u eerst STEREO of MONO door indrukken van . of > en daarna drukt u op ENTER/YES. M m 3,4,6 8 2 3,4,6 3,4,6 x De instellingen voor de timeropname verschijnen en daarna keert de oorspronkelijke indicatie terug. 7 1 Stem af op de voorgeprogrammeerde radiozender (zie blz. 18). 2 Druk op CLOCK/TIMER SET. Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. Bij gebruikmaking van een tape begint het opnemen vanaf de voorkant. Plaats een tape met de kant waarop u wilt opnemen naar u toe gericht. “SET DAILY” verschijnt. 3 Druk op . of > om “MD REC” of “TAPE REC” te kiezen en druk daarna op ENTER/YES. “ON” licht op en de uur-indicatie begint te knipperen. 68NL Plaats een voor opnemen geschikte MD of tape. 8 Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Om de instelling te veranderen Begin opnieuw vanaf stap 1. Om de instelling te controleren of de timer te activeren 1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT. 2 Druk op . of > om “MD REC” of “TAPE REC” te kiezen en druk daarna op ENTER/YES. Om de timer uit te schakelen Druk op CLOCK/TIMER SELECT en druk daarna herhaald op . of > totdat “TIMER OFF” verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES. Wanneer u van de radio opneemt, wordt de zendernaam (zie blz. 63, of de frequentie indien aan de zender geen naam is toegewezen) samen met de starttijd en stoptijd automatisch opgenomen op de MD. Opmerkingen • De functies Smart Space en Level Synchro Recording werken niet. • U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd met de opname-timerfunctie gebruiken. • Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de spanning wordt ingeschakeld totdat het opnemen begint (ongeveer 30 seconden vóór de ingestelde tijd). • Wanneer u voor de opname een geheel nieuwe MD gebruikt, begint de opname pas na 15 seconden. • Indien de spanning niet eerder dan 30 seconden vóór de ingestelde tijd is aangesloten, zal de timeropname niet geactiveerd worden. • Tijdens de opname wordt het volume tot het minimum verminderd. Aansluiten van los verkrijgbare AVcomponenten Om uw systeem te verbeteren, kunt u los verkrijgbare componenten aansluiten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de betreffende component. Aansluiten van audiocomponenten Aansluiten van een MD-deck en een tapedeck voor analoge opnamen U kunt een MD-deck en een tapedeck aansluiten op het systeem door gebruikmaking van in de handel verkrijgbare audiosnoeren. Zorg ervoor dat de kleuren van de stekkers en de aansluitingen met elkaar overeenkomen. Naar de audio-ingangsaansluitingen op het MD-deck of het tapedeck Overige functies/Aansluiten van los verkrijgbare componenten Tip Aansluiten van los verkrijgbare componenten wordt vervolgd 69NL Aansluiten van los verkrijgbare AV-componenten (vervolg) Aansluiten van een videorecorder U kunt een videorecorder aansluiten op het systeem door gebruikmaking van een in de handel verkrijgbaar audiosnoer. Zorg ervoor dat de kleuren van de stekkers en de aansluitingen met elkaar overeenkomen. Om te luisteren naar de videorecorder nadat u deze heeft aangesloten, drukt u op FUNCTION totdat “VIDEO” verschijnt. Aansluiten van buitenantennes Om de ontvangst te verbeteren, kunt u een buitenantenne aansluiten. FM-antenne Sluit een in de handel verkrijgbare FMbuitenantenne aan. In plaats daarvan kunt u ook een TV-antenne gebruiken. Type aansluiting A A ENN ANT 75Ω FM U AM IEC standaard aansluitstekker (niet bijgeleverd) Type aansluiting B A ENN Naar de audio-uitgangsaansluitingen op de videorecorder ANT 75Ω FM U Aansluiten van een hoofdtelefoon Sluit de hoofdtelefoon aan op de PHONESaansluiting. PHONES-aansluiting NL 70 AM U Coaxiale kabel van 75 Ohm (niet bijgeleverd) Aanvullende informatie AM-antenne Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter aan op de AM-antenneaansluiting. De bijgeleverde AM-raamantenne blijft gewoon aangesloten. Voorzorgsmaatregelen Type aansluiting A Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd) A ENN ANT AM Type aansluiting B Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd) Installeren A ENN ANT FM 75Ω U AM • Het systeem blijft op de stroombron (netspanning) aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het systeem zelf is uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het systeem geruime tijd niet te gebruiken. Om de aansluiting van de stekker op het stopcontact te verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek nooit aan het snoer zelf. • Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat het systeem eerst door een deskundige controleren alvorens het weer in gebruik te nemen. • Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend servicecentrum worden vernieuwd. • Wanneer u de stekker van het systeem in het stopcontact steekt, begint het systeem met het opladen voor de afstandsbedienings- en timerfuncties. Hierdoor zal de buitenkant van het apparaat warm worden. Dit is normaal. U Belangrijk Indien u een buitenantenne aansluit, dient u een aarddraad aan te sluiten op de U aansluiting. Om een gasexplosie te voorkomen, mag u de aarddraad niet op een gasleiding aansluiten. • Zorg dat de ventilatie van het systeem tijdens gebruik is ingeschakeld. Installeer het systeem op een plaats met voldoende luchtcirculatie. U mag niets op het systeem plaatsen. • Installeer het systeem op een plaats met voldoende ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem te voorkomen. • Installeer het systeem niet in een hellende positie. • Installeer het systeem niet: – op uiterst warme of koude plaatsen – op stoffige of vuile plaatsen – in een zeer vochtige omgeving – op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn – op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht. wordt vervolgd Aansluiten van los verkrijgbare componenten/Aanvullende informatie 75Ω FM U Voor uw veiligheid 71NL Voorzorgsmaatregelen (vervolg) Bediening • Indien het systeem rechtstreeks van een koude naar een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer vochtige kamer is geplaatst, kan vocht uit de lucht condenseren op de lens in de CD-speler of het MDdeck. In dergelijke gevallen zal het systeem niet juist werken. Verwijder de CD of MD en laat het systeem ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat de condens is verdampt. • Zorg dat u alle discs verwijdert wanneer u het systeem gaat verplaatsen. Indien u vragen of problemen hebt betreffende uw systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Luidsprekersysteem Dit luidsprekersysteem is niet magnetisch afgeschermd. Hierdoor kan op sommige TVtoestellen magnetische vervorming van het beeld optreden. In dergelijke gevallen dient u de TV eenmaal uit te schakelen en vervolgens na 15 tot 30 minuten weer in te schakelen. Indien de storing hierdoor niet wordt verholpen, dient u het luidsprekersysteem verder van het TV-toestel te plaatsen. Plaats ook geen voorwerpen waaraan magneten zijn bevestigd of waarin magneten worden gebruikt in de nabijheid van het luidsprekersysteem, zoals audiorekken, TVstanders en speelgoed, dicht bij het TV-toestel. Deze kunnen magnetische vervorming van het TV-beeld veroorzaken ten gevolge van hun inwerking op het systeem. Opmerkingen over MD’s • Indien u probeert het schuifdeksel te openen door dit te forceren, kan de disc worden beschadigd. Indien het schuifdeksel opengaat, moet u dit onmiddellijk sluiten zonder daarbij de geplaatste disc aan te raken. • Plak het label dat met de disc is bijgeleverd, alleen op de aangegeven label-inkeping. Plak het label niet rondom het schuifdeksel of op een andere plaats. De vorm van de inkeping is afhankelijk van de disc. Opmerkingen over CD’s • Alvorens u de CD gaat afspelen, dient u deze te reinigen met een schoonmaakdoek. Veeg vanaf het midden naar de rand. • Gebruik geen CD met plakband, afdichtingsmaterialen of lijm erop omdat de speler hierdoor beschadigd kan raken. • Gebruik geen oplosmiddelen zoals wasbenzine, verfverdunner, in de handel verkrijgbare schoonmaakmiddelen of antistatische spray bestemd voor het schoonmaken van vinyl LP’s. • Stel de CD niet bloot aan direct zonlicht of warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat uw CD niet achter in een auto die in direct zonlicht is geparkeerd. Reiniging van de behuizing Gebruik hiervoor een zachte doek, licht bevochtigd met een oplossing van mild schoonmaakmiddel. Alvorens u een cassette in het tapedeck plaatst Zorg dat eventuele lussen in de tape zijn strakgetrokken. Anders zou de tape in het mechanisme van het tapedeck verwikkeld kunnen raken, met kans op beschadiging. Bij gebruik van een tape van langer dan 90 minuten De tape kan gemakkelijk uitrekken. U mag de tape niet te vaak stoppen, snel vooruit- of terugspoelen en weer starten. De tape kan hierdoor namelijk in het tapedeck verstrikt raken. Beveiligen van uw tapeopnamen Om een tape te beveiligen tegen abusievelijk wissen of abusievelijk opnemen, breekt u het wispreventienokje van kant A of B uit, zoals op de afbeelding is aangegeven. Tapesoortuitsparingen Nokje van kant B Plaats van label Schuifdeksel • Veeg de beschermhoes van de disc schoon met een droge doek. • Stel de MD niet bloot aan direct zonlicht of warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat uw MD niet achter in een auto die in direct zonlicht is geparkeerd. 72NL Nokje van kant A Kant A Wispreventienokje van kant A uitbreken Als u een aldus beveiligde tape later weer voor opnemen wilt gebruiken, kunt u de ontstane opening(en) met een stukje plakband afdekken. Let evenwel op dat u de tapesoort-uitsparingen niet afdekt, want hiermee wordt door het tapedeck automatisch het type tape vastgesteld. TYPE II (CrO2) TYPE I (normaal) Tapesoort-uitsparingen Reinigen van de tapekoppen Reinig de tapekoppen na iedere 10 gebruiksuren. Verontreinigde tapekoppen veroorzaken: — vervorming van het geluid — verminderde geluidssterkte — af en toe wegvallend geluid — onvolledig wissen van de tape — tegenvallende opnameresultaten Maak de tapekoppen schoon voor een belangrijke opname of na het afspelen van een oude cassette. Gebruik hiervoor een los verkrijgbare reinigingscassette van het droge of het vloeistof-type. Nadere bijzonderheden vindt u in de gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette. Demagnetiseren van de tapekoppen Na elke 20 à 30 uur dient u de tapekoppen en de metalen onderdelen die met de tape in aanraking komen, te demagnetiseren met een los verkrijgbare demagnetiseercassette. Nadere bijzonderheden vindt u in de gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette. Systeembeperkingen van MD’s Het opnamesysteem in uw MD-deck heeft een aantal beperkingen die hieronder zijn beschreven. Deze beperkingen zijn echter inherent aan het ontwerp van het MD-opnamesysteem en zijn niet te wijten aan mechanische oorzaken. “Disc Full!!” verschijnt voordat de maximale opnametijd van de MD is bereikt Wanneer er 255 muziekstukken op de MD zijn opgenomen, verschijnt “Disc Full!!”, ongeacht de totale opnametijd. Op de MD kunnen maximaal 255 muziekstukken worden opgenomen. Om verder te gaan met opnemen, dient u onnodige muziekstukken te wissen of een andere voor opnemen geschikte MD te gebruiken. “Disc Full!!” verschijnt voordat het maximale aantal muziekstukken (255) is bereikt In bepaalde gevallen kunnen de zachtere passages binnen muziekstukken worden opgevat als pauzes ertussen, zodat het aantal muziekstuknummers toeneemt en “Disc Full!!” vroeger dan normaal verschijnt. De resterende opnametijd neemt niet toe, ook niet na het wissen van meerdere korte muziekstukken Muziekstukken die korter zijn dan 12 seconden tellen niet mee, zodat het wissen ervan niet altijd tot meer beschikbare opnametijd zal leiden. Muziekstukken die korter zijn dan 8 seconden kunnen soms niet met andere worden samengevoegd. Gemonteerde muziekstukken kunnen soms ook niet worden samengevoegd. De totale opgenomen tijd plus de resterende opnametijd op de MD komen in totaal niet aan de maximale opnametijd Aanvullende informatie Bepaalde muziekstukken laten zich niet met andere samenvoegen Het opnemen wordt verricht in minimumeenheden van 2 seconden, ongeacht de mogelijk kortere duur van het opgenomen materiaal. De opgenomen inhoud kan daarom korter zijn dan de maximale opnametijd. Bovendien kan de beschikbare ruimte op de disc verder beperkt worden door krassen. wordt vervolgd 73NL Systeembeperkingen van MD’s (vervolg) Verhelpen van storingen Tijdens het doorzoeken van gemonteerde muziekstukken kan het geluid soms wegvallen Indien er tijdens het gebruik van dit systeem een storing optreedt, raadpleeg dan de onderstaande storingsgids. Bij muziekstukken die door montage zijn samengesteld, kan tijdens het gebruik van de zoekfuncties het geluid soms wegvallen. Dit komt omdat het snel opzoeken van de posities op de disc tijd in beslag neemt wanneer de muziekstukken her en der over de disc verspreid zijn. De muziekstuknummers worden niet correct aangebracht Wanneer tijdens analoog opnemen “LEVEL-SYNC” (blz. 37) op het display gaat branden, worden de muziekstuknummers soms niet aan het begin van het muziekstuk aangebracht indien: • het ingangssignaal tussen muziekstukken gedurende minder dan twee seconden beneden een bepaald vastgelegd niveau blijft. • het ingangssignaal in het midden van het muziekstuk langer dan twee seconden beneden een bepaald vastgelegd niveau blijft. Overzicht van het één-generatie kopieersysteem (“Serial Copy Management System”) Digitale audiocomponenten zoals CD’s, MD’s en DAT’s, verwerken de muziek als een digitaal signaal zodat u de muziek met een hoge kwaliteit kunt kopiëren. Teneinde muziekprogramma’s met copyright te beschermen, maakt dit systeem gebruik van het “Serial Copy Management System” waardoor u via de digitaal-naar-digitaal-aansluitingen slechts één kopie kunt maken van een opgenomen digitale bron. U kunt alleen een eerste-generatie kopie* maken via een digitaal-naar-digitaalaansluiting. Dat wil zeggen: 1 U kunt een kopie maken van een in de handel verkrijgbaar digitaal geluidsprogramma (bijv. een CD of MD), maar u kunt geen tweede kopie maken van de eerste-generatie kopie. 2 U kunt een kopie maken van een digitaal signaal van een digitaal opgenomen analoog geluidsprogramma (bijv. een analoge grammofoonplaat of een muziekcassette) of van een digitale satelliet-uitzending, maar u kunt geen tweede kopie maken. * Een eerste-generatie kopie is een digitale opname van een digitaal signaal op een digitaal opnameapparaat. Wanneer u bijvoorbeeld opneemt van de CD-speler van dit systeem naar het MDdeck, maakt u een eerste-generatie kopie. 74NL Controleer eerst of de stekker van het systeem goed in het stopcontact zit en of de luidsprekers juist en stevig zijn aangesloten. Indien een storing niet door u verholpen kan worden, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Algemeen Er is geen geluid. • Draai VOLUME naar rechts. • Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten. • Controleer de luidsprekeraansluitingen (zie blz. 4). Het geluid komt van slechts één kanaal, of het links/rechts-volume is niet gebalanceerd. • Sluit de luidsprekersnoeren goed aan (zie blz. 4). • Plaats de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk. • Sluit slechts één van de bijgeleverde luidsprekers aan op elk stel luidsprekeraansluitingen. • Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan. Er is veel brom of ruis. • Zet het systeem verder weg van de bron van de ruis. • Sluit het systeem aan op een ander stopcontact. • Monteer een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar) op de elektriciteitsleiding. “0:00” (bij het Europese model) of “12:00 AM” (bij de overige modellen) knippert op het display. • Stel de klok en de timer opnieuw in (zie blz. 6, 66 en 68). De timer kan niet worden ingesteld. • Stel de klok opnieuw in (zie blz. 6). De timer werkt niet. • Druk op CLOCK/TIMER SELECT om de timer in te stellen en de indicatie “DAILY” of “REC” op het display te doen oplichten (zie blz. 67 en 69). • Controleer de instelling en stel de juiste tijd in (zie blz. 6, 66 en 68). • Schakel de SLEEP-timerfunctie uit (zie blz. 65). De afstandsbediening werkt niet. • Verwijder het obstakel. • Breng de afstandsbediening dichter naar het systeem. • Richt de afstandsbediening naar de sensor op het systeem. • Vernieuw de batterijen (formaat AA/R6). • Plaats het systeem op grotere afstand van de TL-buisverlichting. “PROTECT” en “PUSH POWER” verschijnen beurtelings. • Druk op ?/1 (spanning) om het systeem uit te schakelen. Schakel het systeem even later weer in. CD-speler De CD-lade sluit niet. • Plaats de CD precies in het midden van de lade. • Sluit de lade altijd door indrukken van CD Z. Wanneer u probeert om de lade met uw hand te sluiten, kan dit problemen met de CDspeler veroorzaken. De CD slaat over. • Veeg de CD schoon (zie blz. 72). • Vervang de CD. • Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele stander). • Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere afstand van het systeem, of plaats ze op aparte standers. Wanneer u naar een muziekstuk luistert met lage klanken en een hoog volume, is de kans aanwezig dat de CD door de trillingen van de luidsprekers overslaat. Het afspelen begint niet vanaf het eerste muziekstuk. • Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PGM” of “SHUFFLE” verdwijnt om terug te keren naar normaal afspelen. “—OVER—” verschijnt op het display. • Blijf op m drukken of druk op . om terug te keren naar de gewenste positie voor afspelen. wordt vervolgd Aanvullende informatie De CD kan niet worden verwijderd. • Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. De CD begint niet met afspelen. • Open de CD-lade en controleer of er een CD is geplaatst. • Veeg de CD schoon (zie blz. 72). • Vervang de CD. • De CD is ondersteboven (met de labelkant onderaan) geplaatst. Plaats de CD precies in het midden van de lade. • Verwijder de CD en veeg het vocht van de CD. Laat het systeem daarna een paar uur ingeschakeld totdat het vocht is verdampt. • Druk op CD NX om het afspelen te laten beginnen. 75NL Verhelpen van storingen (vervolg) MD-deck Een MD kan niet worden geplaatst. • Plaats de MD met het pijltje naar boven, in de richting van het deck wijzend. De toetsen werken niet. • Vervang de MD door een nieuw exemplaar. • Probeer de bedieningshandelingen opnieuw nadat “TOC” of “STANDBY” is uitgegaan. De MD begint niet met afspelen. • Vervang de MD. • Plaats de MD en laat het systeem een paar uur ingeschakeld totdat het vocht is verdampt. • Druk op MD NX om het afspelen te laten beginnen. De MD slaat over. • Vervang de MD. • Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele stander). • Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere afstand van het systeem, of plaats ze op aparte standers. Wanneer u naar een muziekstuk luistert met lage klanken en een hoog volume, is de kans aanwezig dat de MD door de trillingen van de luidsprekers overslaat. • Plaats de disc en wacht 10 tot 20 minuten, met het systeem ingeschakeld. Het afspelen begint niet vanaf het eerste muziekstuk. • Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PGM” of “SHUFFLE” verdwijnt om terug te keren naar normaal afspelen. 76NL “—OVER—” verschijnt op het display. • Blijf op m drukken of druk op . om terug te keren naar de gewenste positie voor afspelen. Tijdens het opnemen licht “OVER” op. • Stel het opnameniveau lager in (zie blz. 41). De opname of montage zijn wel uitgevoerd, maar de inhoudsopgave (TOC) is niet bijgewerkt. • De opname- en montagegegevens van de MD worden weggeschreven naar de MD wanneer de MD wordt verwijderd. Daarom dient u de MD na het opnemen of monteren altijd te verwijderen (zie blz. 32 en 44). Er kan niet worden opgenomen. • Verwijder de MD en schuif het nokje dicht zodat de opening niet meer zichtbaar is (zie blz. 32). • Sluit de los verkrijgbare A/V-component goed aan (zie blz. 69). • Kies een andere geluidsbron. • Vervang de MD door een voor opnemen geschikte MD of gebruik de ERASE-functie om onnodige muziekstukken te wissen (zie blz. 47). • Begin weer helemaal opnieuw met opnemen. Het geluid van een door u opgenomen MD is te laag (of te hoog). • Stel het opnameniveau opnieuw in (zie blz. 41). Tapedeck De tape neemt niet op. • Er is geen tape geplaatst. Plaats een tape. • Het wispreventienokje is verwijderd. Bedek de ontstane opening met plakband (zie blz. 73). • Het einde van de tape is bereikt. De tape neemt niet op en speelt niet af, of het geluidsniveau vermindert. • De koppen zijn vuil. Reinig deze. • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie blz. 73). Oude opnamen worden niet afdoende gewist. • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie blz. 73). Er is veel wow of flutter, of het geluid valt weg. • De aandrukassen of aandrijfrollen in het tapedeck zijn vuil. Reinig deze met een reinigingscassette (zie blz. 73). De ruis neemt toe of de hoge frequenties worden gewist. • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie blz. 73). Los verkrijgbare componenten Er is geen geluid. • Raadpleeg de algemene rubriek “Er is geen geluid” op blz. 74 en controleer de toestand van het systeem. • Sluit de component goed aan (zie blz. 69) en controleer daarbij: – of de snoeren goed zijn aangesloten, en – of de stekkers van de snoeren er goed zijn ingeduwd. • Schakel de aangesloten component in. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die is meegeleverd met de aangesloten component en begin met afspelen. Het geluid is vervormd. • Stel het volume van de aangesloten component lager in. Tuner wordt vervolgd Aanvullende informatie Er is veel brom of ruis (“TUNED” of “STEREO” knippert). • Stel de juiste golfband en frequentie in (zie blz. 7). • Sluit de antenne goed aan (zie blz. 4). • Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt zijn voor een goede ontvangst en installeer daarna de antenne opnieuw. Indien u geen goede ontvangst krijgt, is het raadzaam om een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. • De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de signalen over de volle lengte. Daarom moet u de antenne volledig uittrekken. • Plaats de antennes zo ver mogelijk van de luidsprekersnoeren. • Indien de bijgeleverde AM-antenne is losgeraakt van de kunststof stander, dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. • Schakel de elektrische apparatuur in de buurt uit, indien mogelijk. 77NL Verhelpen van storingen (vervolg) Een stereo FM-programma kan niet in stereo worden ontvangen. • Druk op STEREO/MONO totdat “STEREO” op het display verschijnt. • Zie “ Er is veel brom of ruis (“TUNED” of “STEREO” knippert)” en controleer de antenne. Tijdens het opnemen op een MD is er cyclische statische ruis te horen. • Stel de oriëntatie en positie van de antenne zodanig af dat de ruis stopt. Zelfdiagnose-display Dit systeem heeft een zelfdiagnose-displayfunctie om u te waarschuwen wanneer het systeem niet goed werkt. Op het display verschijnen beurtelings een code van drie tekens en een melding waarmee de storing wordt aangegeven. Raadpleeg de onderstaande lijst om de storing te verhelpen. Indien een storing niet door uzelf kan worden verholpen, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Indien het systeem ook na het nemen van de bovenstaande maatregelen nog niet goed werkt, dient u het systeem als volgt opnieuw in te stellen: Druk met een ballpoint, enz. op de RESETschakelaar op de onderkant van het systeem. Het systeem is nu opnieuw ingesteld (fabrieksinstellingen). Alle door u gemaakte instellingen, zoals de voorgeprogrammeerde zenders, klokinstelling, timerinstellingen en CDdisctitels, zijn geannuleerd. U moet deze nu opnieuw instellen. C11/Protected De MD is beschermd tegen abusievelijk wissen. cVerwijder de MD en schuif het nokje dicht zodat de opening niet meer zichtbaar is (zie blz. 32). C12/Cannot Copy U probeert een CD of MD met een voor dit systeem ongeschikt formaat af te spelen, zoals een CD-ROM. cVerwijder de disc, schakel het systeem eenmaal uit en schakel het vervolgens weer in. C13/REC Error De opname werd niet goed uitgevoerd. cBreng het systeem naar een plaats zonder trillingen en neem daarna opnieuw op vanaf het begin. De MD is vuil of er zitten krassen op, of de MD voldoet niet aan de normen. cVervang de MD en neem daarna opnieuw op vanaf het begin. 78NL C13/Read Error Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet goed lezen. cVerwijder de MD eenmaal en plaats deze daarna opnieuw. C14/Toc Error Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet goed lezen. cVervang de MD. cWis alle muziekstukken van de MD door gebruikmaking van de ALL ERASE-functie (zie blz. 48). C41/Cannot Copy De geluidsbron is een kopie van in de handel verkrijgbare muzieksoftware of u probeert een CD-R (voor opnemen geschikte CD) op te nemen. cHet “Serial Copy Management System” voorkomt dat u een digitale kopie kunt maken (zie blz. 74). U kunt geen CD-R opnemen. Meldingen Tijdens bediening kan er op het display één van de onderstaande meldingen verschijnen of knipperen. MD Auto Cut Tijdens digitaal opnemen is er een stilte van 30 seconden of meer ingevoerd waardoor het opnemen door het MD-deck tijdelijk wordt stopgezet. Cannot Edit • Er zit een voorbespeelde MD in het deck. • U probeert te monteren in de stand voor afspelen in geprogrammeerde of willekeurige volgorde. Cannot REC • Er zit een voorbespeelde MD in het deck. • De functie MD is ingesteld. Complete !! De MD-montage is voltooid. Disc Full!! Er is geen opnametijd meer over op de MD. Eject De MD wordt door het MD-deck verwijderd. Impossible • U probeert een montagehandeling te verrichten die niet mogelijk is. • Vanwege de beperkingen van het systeem kunnen de muziekstukken op de MD niet worden samengevoegd. Name Full Er is geen ruimte meer voor het opslaan van muziekstuktitels of disctitels. No Disc Er zit geen disc in het MD-deck. No Name U probeert de titel van een disc of muziekstuk weer te geven waarvoor geen titel is ingevoerd. —OVER— Het einde van de MD is bereikt terwijl u M ingedrukt houdt en het systeem zich in de pauzestand voor afspelen bevindt. Push STOP! Tijdens het afspelen hebt u op PLAY MODE gedrukt. —Rehearsal— Ter bevestiging wordt het gedeelte van de MD afgespeeld dat met de DIVIDE-functie onderverdeeld zal worden. Smart Space Tijdens digitaal opnemen is er een stilte ingevoerd van 3 seconden of meer, maar minder dan 30 seconden. wordt vervolgd Aanvullende informatie Blank Disc Er is een geheel nieuwe, voor opnemen geschikte MD geplaatst of alle muziekstukken op de MD zijn gewist. Cannot SYNC • Er zit geen disc in het MD-deck, of de MD is beschermd tegen abusievelijk wissen. • Er is geen opnametijd meer over op de MD. 79NL Zelfdiagnose-display (vervolg) Standby (knippert) De met de timer gemaakte opnamen zijn verloren gegaan en kunnen daarom niet meer worden opgeslagen op de disc, of de functie voor afspelen in geprogrammeerde volgorde kan niet worden geactiveerd omdat het programma verloren is gegaan. Text Protect Er zijn CD TEXT-gegevens die niet op een MD opgenomen kunnen worden. TOC Reading Het MD-deck is bezig met het lezen van de inhoudsopgave (TOC). TOC Writing Het MD-deck is bezig met het wegschrijven van de opname- en montagegegevens. Track End Het einde van het muziekstuk is bereikt tijdens het instellen van de positie van onderverdeling met behulp van de DIVIDE-functie. TUNER Cannot Edit U probeert een niet-voorgeprogrammeerde zender een naam te geven of te wissen. 80NL CD Cannot Edit U probeert een titel in te voeren voor een CD TEXT-disc. Name Full Er zijn reeds 50 disctitels in het systeem ingevoerd. —OVER— Het einde van de CD is bereikt terwijl u tijdens het afspelen of pauzeren M ingedrukt houdt. TAPE Cannot SYNC Er zit geen tape in het tapedeck, of het wispreventienokje is verwijderd. No TAB U kunt de tape niet opnemen omdat het wispreventienokje is verwijderd. NO TAPE Er zit geen tape in het tapedeck. Technische gegevens Hoofdapparaat (HCD-CP33) Versterker Noord-Amerikaans model: Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie): 35 + 35 watt (6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD) Totale harmonische vervorming: minder dan 0,07% (6 ohm bij 1 kHz, 18 W) Europees model: DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 30 + 30 watt (6 ohm bij 1 kHz, DIN, 230 V) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie): 35 + 35 watt (6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD, 230 V) Muziek-uitgangsvermogen (referentie): 85 + 85 watt Overige modellen: De volgende waarden gemeten bij 230 V wisselstroom, 60 Hz DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 28 + 28 watt (6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie): 30 + 30 watt (6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD) De volgende waarden gemeten bij 220 V wisselstroom, 60 Hz DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 24 + 24 watt (6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie): 25 + 25 watt (6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD) Ingangen VIDEO IN (tulpstekkers): spanning 250 mV, impedantie 47 kilohm Uitgangen LINE OUT (tulpstekkers): spanning 250 mV, impedantie 1 kilohm PHONES (stereo-mini-aansluiting): geschikt voor hoofdtelefoon van 8 ohm of meer. SPEAKER: geschikt voor impedantie van 6 tot 16 ohm. CD-speler Systeem Compactdisc- en digitaal audiosysteem Laser Halfgeleider-laser (λ=780 nm) Emissieduur: continu Laser-uitgangsvermogen Max. 44,6 µW* *Deze waarde is gemeten op een afstand van 200 mm van het lensoppervlak van het optisch blok, bij een diafragma van 7 mm. Frequentiebereik 2 Hz – 20 kHz MD-deck Systeem Laser MiniDisc digitaal audiosysteem Halfgeleider-laser (λ=780 nm) Emissieduur: continu Laser-uitgangsvermogen Max. 44,6 µW* *Deze waarde is gemeten op een afstand van 200 mm van het lensoppervlak van het optisch blok, bij een diafragma van 7 mm. Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz Frequentiebereik 5 Hz – 20 kHz Tapedeck Opnamesysteem Frequentiebereik wordt vervolgd Aanvullende informatie Wow en flutter 4-sporen 2-kanaals stereo (DOLBY NR OFF) 40 – 13.000 Hz (± 3 dB) bij gebruik van Sony TYPE I cassettes 40 – 14.000 Hz (± 3 dB) bij gebruik van Sony TYPE II cassettes ± 0,13% W. Peak (IEC) 0,07% W. RMS (NAB) ± 0,2% W. Peak (DIN) 81NL Technische gegevens (vervolg) Tuner FM-stereo, FM/AM-superheterodyne tuner FM-tuner Afstembereik Noord-Amerikaans model: 87,5 – 108,0 MHz (100 kHz stap) Reismodel: 76,0 – 108,0 MHz (50 kHz stap) Overige modellen: 87,5 – 108,0 MHz (50 kHz stap) Antenne FM-draadantenne Antenneaansluitingen 75 ohm asymmetrisch Middenfrequentie 10,7 MHz AM-tuner Afstembereik Pan-Amerikaans model: Europees model: Overige modellen: Antenne Middenfrequentie 530 – 1.710 kHz (met interval ingesteld op 10 kHz) 531 – 1.710 kHz (met interval ingesteld op 9 kHz) 531 – 1.602 kHz (met interval ingesteld op 9 kHz) 531 – 1.602 kHz (met interval ingesteld op 9 kHz) 530 – 1.710 kHz (met interval ingesteld op 10 kHz) AM-raamantenne Buitenantenneaansluitingen 450 kHz Luidspreker (SS-CCP33) Luidsprekersysteem Luidspreker-eenheden Woofer: Tweeter: Nominale impedantie Afmetingen (b/h/d) Gewicht 82NL 2-weg, basreflex-type 12 cm diameter, conus-type 2,5 cm diameter, balansaandrijvingstype 6 ohm ca. 150 × 252 × 255 mm ca. 2,6 kg netto per luidspreker Algemeen Stroomvoorziening Noord-Amerikaans model: 120 V wisselstroom, 60 Hz Europees model: 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Australisch en Thais model: 220 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Overige modellen: 110 – 120 V of 220 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Instelbaar met spanningskeuzeschakelaar Stroomverbruik 75 watt Afmetingen (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen en regelaars Versterker/tuner/tapedeck/MD-deck/CD-speler: ca. 190 × 252 × 345 mm Gewicht Versterker/tuner/tapedeck/MD-deck/CD-speler: ca. 7,5 kg Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1) R6 (formaat AA) batterijen (2) AM-raamantenne (1) FM-draadantenne (1) Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Beschrijving van de onderdelen van de afstandsbediening 1 ?/1 (spanning) schakelaar 2 CLOCK/TIMER SELECT-toets Indrukken om de timerinstellingen te controleren, of om de timer in of uit te schakelen (blz. 67 en 69). CLOCK/TIMER SET-toets U kunt het systeem ook bedienen met de bijgeleverde afstandsbediening. Opmerking Indrukken om de klok en timerfuncties in te stellen (blz. 6, 67 en 68). 3 PLAY MODE-toets De volgende handelingen kunnen niet met de afstandsbediening worden verricht: — instellen van TUNING MODE voor de tuner — instellen van STEREO/MONO voor de tuner — verwijderen van discs — opnemen op MD of tape — één-toets-weergavestart `/1 1 2 3 Indrukken om normaal afspelen, afspelen in willekeurige volgorde of afspelen in geprogrammeerde volgorde te kiezen (blz. 23, 28, 29, 33 en 60). REPEAT-toets Indrukken om een muziekstuk of alle muziekstukken herhaald af te spelen (blz. 22 en 28). BASS/TRE-toets Indrukken om de lage en hoge tonen te regelen (blz. 62). 4 CURSORT/t, m/M toetsen m M . > 4 N X 6 x 5 Indrukken om een naam te geven aan een CD, MD en voorgeprogrammeerde zender, of om de klok in te stellen (blz. 6, 27, 46 en 64). Met de m/M toetsen kunt u snel het gewenste punt in een muziekstuk vinden wanneer het MDdeck zich in de pauzestand voor afspelen bevindt of wanneer de CD-speler bezig is met afspelen of pauzeren of wanneer het tapedeck bezig is met snel vooruitspoelen of terugspoelen. ./> (AMS: Automatische muzieksensor) toetsen X (pauzeren) toets x (stoppen) toets 5 VOLUME +/– toetsen Indrukken om het volume in te stellen. 6 DSG-toets Indrukken om een krachtiger geluid te verkrijgen (blz. 62). wordt vervolgd Aanvullende informatie N (play) button 83NL Beschrijving van de onderdelen van de afstandsbediening (vervolg) 9 Cijfertoetsen Indrukken om muziekstuknummers van een CD, MD of voorgeprogrammeerde zender te kiezen. 0 CLEAR-toets `/1 Indrukken om de keuze te annuleren (blz. 24, 27, 30, 46 en 64). 7 qa SCROLL-toets 8 9 Indrukken om de disctitel of muziekstuktitel bewegend op het display te laten verschijnen (blz. 27, 31 en 46). DISPLAY-toets M m . > 0 qa qs De geluidsbrontoetsen N X Indrukken om de verschillende gegevens te tonen (blz. 24, 25, 29, 30 en 64). x MD-toets CD-toets qs FUNCTION-toets Indrukken om van geluidsbron te veranderen. Bij elke druk op deze toets verandert de geluidsbron als volgt: t MD t TAPE t CD VIDEO T 7 SLEEP-toets Indrukken om de SLEEP-timer in te stellen (blz. 65). 8 MENU/NO-toets Indrukken om zenders voor te programmeren, om de instellingen in “Edit Menu” of “Setup Menu” in te voeren, of om de montagefunctie uit te schakelen. NAME EDIT/CHARACTER-toets Indrukken om het tekstinvoerscherm op het display te laten verschijnen en om het soort tekens te kiezen dat u wilt invoeren (blz. 26, 45 en 63). ENTER/YES-toets Indrukken om de klok in te stellen, om af te spelen in geprogrammeerde volgorde, en om het voorprogrammeren van zenders of het monteren te beëindigen. 84NL TUNER T BAND, TUNER-toets Indrukken om de tuner voor de geluidsbron te kiezen, of om de FM- of AM-band te kiezen. TAPE-toets Overzicht van de programmatypes (PTY) WEATHER Weerbericht. NEWS Nieuwsbulletins. CHILDREN Kinderprogramma’s. AFFAIRS Actualiteiten-programma’s die op de achtergronden van het huidige nieuws ingaan. SOCIAL Programma’s over mensen en hun bezigheden. INFO Uitzendingen over consumentenzaken, medisch advies. SPORT Sportverslagen, uitslagen e.d. EDUCATE Educatieve programma’s, met wetenswaardigheden, praktische tips en advies op allerlei gebied. DRAMA Hoorspelen en radioseries. CULTURE Programma’s over nationale en regionale cultuur, taal en sociale zaken. SCIENCE Programma’s over natuurwetenschappen en technologie. VARIED Gevarieerd amusement, zoals interviews met bekende persoonlijkheden, quizprogramma’s en komedies. ROCK M Rock muziek. EASY M Easy listening muziek. LIGHT M Lichte klassieke muziek voor een breed publiek zowel vocale als instrumentale muziek. CLASSICS Uitvoeringen van klassieke orkestwerken, kamermuziek, opera, enz. OTHER M Muziek die niet is onder te brengen in één van de andere muzikale categorieën, rhythmand-blues, reggae, enz. RELIGION Programma’s over godsdienst en religieuze zaken. PHONE IN Programma’s waarin luisteraars via de telefoon of in een publiek forum kunnen reageren. TRAVEL Programma’s over reizen. Niet voor aankondigingen die met de TP/TA verkeersinformatiefuncties te vinden zijn. LEISURE Programma’s over vrijetijdsbesteding en hobbies als vissen, tuinieren, koken e.d. JAZZ Jazz en geïmproviseerde muziek. COUNTRY Country & western muziek. NATION M Programma’s met de nationale of streekmuziek van een bepaald gebied. OLDIES Hits van vroeger. FOLK M Volksmuziekprogramma’s. DOCUMENT Programma's over verschijnselen en hun achtergronden. TEST Testsignaal voor nooduitzendingen. ALARM Nooduitzendingen. NONE Ieder type uitzending dat niet onder een van de bovengenoemde categorieën valt. Aanvullende informatie POP M Populaire muziek. FINANCE Beursberichten, financieel en zakennieuws. 85NL Index A A-B ERASE-functie 49 Aansluiten antennes 4 los verkrijgbare componenten 69 luidsprekers 4 netspanning 5 Afspelen CD 9, 22 MD 14, 28 muziekstukken herhaald (REPEAT) 22, 28 muziekstukken in de gewenste volgorde (PROGRAM) 23, 29 muziekstukken in willekeurige volgorde (SHUFFLE) 23, 28 tape 15 Afsteminterval 8 Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders 18 ALL ERASE-functie 48 Analoog opnemen 31 Antennes 4 Auto Cut 39 Automatisch afstemmen 19 Automatische bronkeuze 10, 15, 16, 19 D DAILY-timerfunctie 66 Digitaal opnemen 31 Display 25, 30 DIVIDE-functie 52 Dynamische geluidsgenerator 62 E, F Eén-toets-weergavestart 10, 15, 16, 19 ERASE-functie 47 G Geluid instellen 62 H Handmatig afstemmen 19 I, J Instellen bedrijfsspanning 5 geluid 62 hoge tonen 62 lage tonen 62 opnameniveau 41 van de klok 6 volume 9, 14, 16, 18 K M MD-TAPE-synchroon-opname 60 Meldingen 79 MOVE-functie 51 Muziekstuknummers aanbrengen 37, 38 N Na monteren van een MD 44 opnemen op een MD 32 Naamgeving CD 26 MD 45 voorgeprogrammeerde zender 63 NAME-functie 45 Normaal afspelen 9, 14, 15 O Opnemen CD 10, 32, 56 handmatig opnemen 34, 61 MD 59 mono-opnamen 42 op MD 10, 19, 32 op tape 12, 21, 56 radioprogramma 19, 35, 68 timer-opname 68 P, Q Klok instellen 6 B Batterijen 5 Beveiligen van opnamen 32, 72 Bewaren van opnamen 32, 72 C CD-geheugen 26 CD-MD-synchroon-opname 32 CD-TAPE-synchroon-opname 56 CD TEXT-gegevens 25, 34 COMBINE-functie 53 86NL L Level Synchro Recording 37 Los verkrijgbare componenten 69 Luidsprekers 4 Luisteren naar de radio 18 PROGRAM-afspeelfunctie 23, 29 Programmatypes 85 R Radio-informatiesysteem (RDS) 65 Radiozenders afstemmen 18 voorprogrammeren 7 REPEAT-afspeelfunctie 22, 28 S Serial Copy Management System 74 SHUFFLE-afspeelfunctie 23, 28 SLEEP-timerfunctie 65 Smart Space 39 Station Name 63 Systeem opnieuw instellen 78 Systeembeperkingen 73 T TAPE-MD-synchroon-opname 16 Tijdmachine-opname 35 Timer inslapen met muziek 65 ontwaken met muziek 66 timer-opname 68 TRACK ERASE-functie 47 U UNDO-functie 55 V Verhelpen van storingen 74 Vóór monteren van een MD 44 opnemen op een MD 31 Voorprogrammeren van radiozenders 7 Wissen alle muziekstukken op een MD 48 een gedeelte van een muziekstuk 49 één muziekstuk 47 een muziekstuknummer 53 titels op een MD 47 Aanvullende informatie W, X, Y Z Zelfdiagnose-display 78 87NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176

Sony CMT-CP33MD de handleiding

Categorie
Minidisc-spelers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen

Andere documenten