Documenttranscriptie
4-228-581-32(1)
Micro HiFi
Component
System
Bedienungsanleitung
DE
Gebruiksaanwijzing
NL
CMT-CP33MD
©2000 Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht, om brandgevaar of elektrische schokken te
voorkomen.
Open de behuizing niet, om gevaar voor elektrische schokken te voorkomen. Laat alle reparaties aan deskundig
personeel over.
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product.
De “CLASS 1 LASER PRODUCT” aanduiding bevindt zich aan de achterkant van
het apparaat.
Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het apparaat.
IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE VERKOPER AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR
DIRECTE SCHADE, SECUNDAIRE SCHADE OF WAT VOOR SCHADE DAN OOK,
VOORTVLOEIEND UIT GEBRUIK VAN HET APPARAAT OF EEN DEFECT HIERIN, NOCH VOOR
HIERMEE SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF VERLIEZEN.
Voor de Klanten in Nederland
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien
maar inleveren als KCA.
Deze stereo-installatie is uitgerust met een ruisonderdrukkingssysteem van het Dolby* B-type.
* Dolby ruisonderdrukking geproduceerd onder licentie van: Dolby Laboratories Licensing Corporation.
DOLBY en het dubbel D symbool ; zijn handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation.
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van het systeem .......... 4
Stap 2: Instellen van de klok .................... 6
Stap 3: Voorprogrammeren van
radiozenders ........................................ 7
Een tape opnemen op een MD
— TAPE-MD-synchroon-opname ... 16
Luisteren naar de radio
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders ........ 18
Opnemen van de radio
— Handmatige opname .................... 19
Basisbedieningen
Afspelen van een CD ................................ 9
Opnemen van een CD op een MD
of een tape ....................................... 10
Afspelen van een MD ............................. 14
Afspelen van een tape ............................. 15
2NL
De CD-speler
Herhaald afspelen van muziekstukken op de
CD — REPEAT-afspeelfunctie ........ 22
Muziekstukken op een CD in willekeurige
volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie ............ 23
Programmeren van muziekstukken op een
CD — PROGRAM-afspeelfunctie ... 23
Gebruik van het CD-display ................... 25
Invoeren van CD-titels
— CD-geheugen ............................... 26
Het MD-deck — Afspelen
Herhaald afspelen van muziekstukken op de
MD — REPEAT-afspeelfunctie ....... 28
Muziekstukken op een MD in willekeurige
volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie ............ 28
Programmeren van muziekstukken
op een MD
— PROGRAM-afspeelfunctie ......... 29
Gebruik van het MD-display ................... 30
Het MD-deck — Opnemen
Alvorens met het opnemen
te beginnen ....................................... 31
Uw favoriete muziekstukken van een CD
opnemen op een MD
— CD-MD-synchroon-opname ........ 32
Handmatig opnemen op een MD
— Handmatige opname .................... 34
Opnamestart met 6 seconden muziek uit
het buffergeheugen
— Tijdmachine-opname ................... 35
Aanbrengen van muziekstuknummers .... 37
Inlassen van een 3-seconden interval tussen
de muziekstukken — Smart Space ... 39
Instellen van het opnameniveau .............. 41
Mono-opnamen ....................................... 42
Het MD-deck — Monteren
Alvorens met het monteren
te beginnen ....................................... 44
Invoeren van MD-titels
— NAME-functie ............................. 45
Wissen van opnamen
— ERASE-functie ............................ 47
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken — MOVE-functie .... 51
Onderverdelen van opgenomen
muziekstukken
— DIVIDE-functie ........................... 52
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken
— COMBINE-functie ...................... 53
Ongedaan maken van de laatste wijziging
— UNDO-functie ............................. 55
Het tapedeck — Opnemen
Uw favoriete muziekstukken van een CD
opnemen op een tape
— CD-TAPE-synchroon-opname .... 56
Opnemen van een MD op een tape ......... 59
Handmatig opnemen op een tape
— Handmatige opname .................... 61
Overige functies
Geluidsregeling ....................................... 62
Toewijzing van een naam aan een
voorgeprogrammeerde zender
— Station Name ............................... 63
Gebruik van het radio-informatiesysteem
(RDS)* .............................................. 65
Inslapen met muziek
— SLEEP-timerfunctie .................... 65
Ontwaken met muziek
— DAILY-timerfunctie .................... 66
Radioprogramma’s opnemen met
de timer ............................................. 68
NL
Aansluiten van los
verkrijgbare componenten
Aansluiten van los verkrijgbare
AV-componenten ............................. 69
Aansluiten van buitenantennes ................ 70
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ............................ 71
Systeembeperkingen van MD’s .............. 73
Verhelpen van storingen ......................... 74
Zelfdiagnose-display ............................... 78
Technische gegevens ............................... 81
Beschrijving van de onderdelen van de
afstandsbediening ............................. 83
Overzicht van de programmatypes
(PTY) ................................................ 85
Index ........................................................ 86
* Alleen Europees model
3NL
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van het systeem
Volg de onderstaande procedure 1 t/m 4 om uw systeem met behulp van de bijgeleverde snoeren en
accessoires aan te sluiten.
AM-raamantenne
FM-antenne
Luidspreker (rechts)
Luidspreker (links)
2
1
3
4
1 Sluit de luidsprekers aan.
2 Sluit de FM/AM-antennes aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de
SPEAKER-aansluitingen, zoals hieronder is
aangegeven.
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van
de antennes om ruis te voorkomen.
Installeer de AM-raamantenne en sluit deze
daarna aan.
Type aansluiting A
Trek de FMdraadantenne er
horizontaal uit
AMraamantenne
A
ENN
ANT
Zwart (#)
75Ω
FM
Rood (3)
Steek dit
gedeelte erin
4NL
U
AM
Type aansluiting B
Plaatsing van twee R6 (AAformaat) batterijen in de
afstandsbediening
e
Steek dit
gedeelte erin
A
ENN
ANT
AMraamantenne
75Ω
FM
U
AM
U
E
e
E
Tip
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes
maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op
afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te
vernieuwen.
Opmerkingen
3 Bij modellen met een spanningskiezer
stelt u VOLTAGE SELECTOR in op de
plaatselijke netspanning.
220V – 240V
VOLTAGE
SELECTOR
4 Steek de stekker in het stopcontact.
Voorbereidingen
110V – 120V
• Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt
te gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om
mogelijke beschadiging door batterijlekkage te
voorkomen.
• Zorg dat u de batterijen met de juiste polariteit
plaatst.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast
elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen naast
elkaar.
• Gebruik geen batterij die lekt.
• Indien de batterij lekt, dient u de batterijhouder te
reinigen en alle batterijen te vernieuwen.
Indien de stekker niet in het stopcontact past,
dient u de bijgeleverde adapter te
ontkoppelen (alleen bij modellen met een
adapter).
5NL
Stap 2: Instellen van de
klok
3
Druk op . of > om het uur in te
stellen.
4
Druk op ENTER/YES of CURSORt.
Om de schakelklok te kunnen gebruiken, moet u
de klok vooraf op de juiste tijd instellen.
De klok van het Europese model werkt met
24 uren, en die van andere modellen met 12 uren.
Voor de afbeeldingen wordt de klok met 24 uren
gebruikt.
`/1
1
2
4,6
De minuten-indicatie begint te knipperen.
5
Druk op . of > om de minuten in
te stellen.
6
Druk op ENTER/YES.
De klok begint te lopen.
CURSORT
3,5
m
M
.
>
N
X
x
4
3,5
DISPLAY
Indien u zich hebt vergist
Druk herhaald op CURSORT of t totdat de
indicatie die u wilt veranderen knippert en
verander daarna de instelling.
Veranderen van de ingestelde
tijd
U kunt de ingestelde tijd veranderen terwijl het
systeem is uitgeschakeld.
1 Druk op DISPLAY om de klok te laten
verschijnen.
2 Druk op CLOCK/TIMER SET.
3 Herhaal de stappen 3 t/m 6 van “Instellen van
de klok”.
1
Schakel het systeem in.
Tip
2
Druk op CLOCK/TIMER SET.
Tijdens de eerste 30 seconden van elke minuut
knippert de bovenste stip van de kolom, en tijdens de
laatste 30 seconden knippert de onderste stip.
Het klokdisplay verschijnt en de uurindicatie begint te knipperen.
6NL
Stap 3:
Voorprogrammeren van
radiozenders
U kunt 30 zenders voorprogrammeren: 20 FMzenders en 10 AM-zenders.
1
Druk op TUNER/BAND om “FM” of
“AM” te kiezen.
Door indrukken van TUNER/BAND wordt
het systeem ingeschakeld.
2
Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “AUTO” verschijnt.
3
Druk op TUNING + of –.
STEREO/MONO
De frequentie-indicatie begint te veranderen
en stopt wanneer het systeem op een zender
is afgestemd. “TUNED” en “STEREO”
(voor een stereo-programma) verschijnen.
Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
5
Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening totdat “P.Memory ?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES op de afstandsbediening.
2 1 3
Op het display verschijnt een preselectienummer. De zenders worden opgeslagen
vanaf preselectie-nummer 1.
`/1
4
Voorbereidingen
FUNCTION
4
5,6
Preselectie-nummer
5
m
M
.
>
N
X
x
6
Druk op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt. De zender is nu in
het geheugen vastgelegd.
5
7
Herhaal de stappen 1 t/m 6 om andere
zenders in het geheugen vast te leggen.
wordt vervolgd
7NL
Stap 3: Voorprogrammeren van
radiozenders (vervolg)
Om te stoppen met zoeken naar
frequenties
Druk op TUNING MODE.
Om af te stemmen op een zender
met een zwak signaal
Druk bij stap 2 herhaald op TUNING MODE
totdat de indicaties “AUTO” en “PRESET” van
het display verdwijnen, en druk daarna herhaald
op TUNING + or – om handmatig op de zender af
te stemmen.
Om het preselectie-nummer te
veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1. Druk na stap 5 op
. of > op de afstandsbediening om het
preselectie-nummer te kiezen waaronder u de
zender wilt vastleggen.
Om een voorgeprogrammeerde
zender te wissen
1 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening.
2 Druk herhaald op . of > totdat
“P.Erase ?” verschijnt.
Indien u alle voorgeprogrammeerde zenders
wilt wissen, kiest u “P.All Erase”.
3 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening.
4 Druk herhaald op . of > om het
preselectie-nummer te kiezen dat u wilt wissen.
5 Druk op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt.
Elke keer wanneer u een preselectie-nummer wist,
wordt het totale aantal preselectie-nummers met
één verminderd en worden alle preselectienummers die volgen op het gewiste preselectienummer opnieuw genummerd.
8NL
Om het AM-afsteminterval te
veranderen (behalve bij het
Europese model)
Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld
op 9 kHz (in bepaalde gebieden 10 kHz). Om het
AM-afsteminterval te veranderen, dient u eerst op
een willekeurige AM-zender af te stemmen en
daarna het systeem uit te schakelen. Terwijl u de
TAPE x toets ingedrukt houdt, schakelt u het
systeem weer in. Wanneer u het interval verandert,
worden alle voorgeprogrammeerde AM-zenders
gewist. Om het oorspronkelijke interval te
herstellen, dient u dezelfde procedure te herhalen.
Tips
• Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt
getrokken of wanneer er een stroomstoring optreedt,
blijven de voorgeprogrammeerde zenders nog
ongeveer een dag in het geheugen bewaard.
• U kunt de voorgeprogrammeerde zenders een naam
geven (zie blz. 63).
• Wanneer er tijdens een FM-stereoprogramma ruis
optreedt, druk dan op STEREO/MONO totdat
“MONO” bewegend op het display verschijnt. Er is
dan geen stereo-effect, maar de ontvangst verbetert.
Druk opnieuw op de toets om het stereo-effect weer
in te schakelen.
Basisbedieningen
2
Afspelen van een CD
De disc-lade sluit en het afspelen begint.
De indicator op de CD NX
toets licht
groen op.
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1
(spanning).
?/1 (spanning)
FUNCTION VOLUME
Druk op CD NX
.
1
Muziekstuknummer
Om
Afspeeltijd
Doe het volgende
Het afspelen te stoppen Druk op CD x.
Te pauzeren
Een muziekstuk te
kiezen
Een punt in een
muziekstuk te vinden
CD-indicator
./> CDx
m/M
Druk op CD Zen plaats een CD in de
disc-lade.
Met de labelkant
naar boven.
Wanneer u een
CD-single (8 cm
CD) afspeelt,
dient u deze op
de binnenste
cirkel van de
lade te plaatsen.
Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw
op CD Z.
De CD te verwijderen
Het volume in te
stellen
Druk herhaald op . of
>.
Houd tijdens het afspelen
m of M ingedrukt en
laat deze los wanneer het
gewenste punt is bereikt.
Aan het einde van de CD
“—OVER—” verschijnt.
Druk op CD Z.
Draai VOLUME.
wordt vervolgd
Voorbereidingen/Basisbedieningen
1
2
Druk op CD NX. De
indicator van de CD NX
toets licht oranje op. Druk
opnieuw om het afspelen te
hervatten.
9NL
Afspelen van een CD (vervolg)
Tips
• Indien u het systeem inschakelt terwijl er zich een
CD in de disc-lade bevindt, licht de CD-indicator
oranje op.
• Indien er geen CD in de speler zit, verschijnt “CD
No Disc” op het display.
• Wanneer u CD NX
indrukt terwijl het systeem is
uitgeschakeld en er zich een CD in de disc-lade
bevindt, zal het systeem automatisch worden
ingeschakeld en beginnen met het afspelen van de
CD (Één-toets-weergavestart).
• U kunt overschakelen van een andere bron naar de
CD-speler en het afspelen van een CD laten
beginnen door gewoon op CD NXte drukken
(Automatische bronkeuze).
• Bij stap 2 kunt u beginnen met afspelen vanaf het
muziekstuk.
1 Druk herhaald op .
of >
totdat het
gewenste muziekstuk verschijnt.
2 Druk op CD NX
.
In plaats daarvan kunt u ook de cijfertoetsen op de
afstandsbediening indrukken. Het afspelen begint
automatisch. Om muziekstuknummer 10 of hoger in
te voeren, drukt u achtereenvolgens op >10 en het
muziekstuknummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u
de toets 10/0.
Opnemen van een CD op
een MD of een tape
U kunt een CD digitaal opnemen op een MD of
analoog opnemen op een tape.
U kunt ook een programma van uw favoriete
muziekstukken opnemen (zie blz. 32 en 56).
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1
(spanning).
Opnemen op een MD
Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen
bevat, begint het opnemen na het laatst
opgenomen muziekstuk. Om de opnamen te
wissen, zie “Wissen van opnamen” op blz. 47.
?/1 (spanning)
MDZ
MDx
Opmerkingen
• Gebruik geen CD met plakband, etiketten of lijm
erop omdat de CD-speler hierdoor beschadigd kan
raken.
• Forceer de disc-lade niet wanneer u deze sluit
omdat de CD-speler hierdoor beschadigd kan raken.
Druk op CD Zom de disc-lade te sluiten.
• Wanneer u CD Zindrukt om de disc-lade te openen
of te sluiten terwijl u naar een andere geluidsbron
luistert, licht de CD-indicator oranje op, zelfs
wanneer er zich geen CD in de lade bevindt.
Om de CD-indicator uit te schakelen, drukt u
herhaaldelijk op FUNCTION om over te schakelen
op de functie CD.
4 5,6 2,3
`/1
ENTER/YES
NAME EDIT
10NL
CDx
1
Plaats een voor opnemen geschikte MD.
Met de labelkant naar
boven en het schuifdeksel
aan de rechterkant
6
Druk opnieuw op ENTER/START.
Het opnemen begint.
Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de
CD-speler en het MD-deck automatisch.
Om de opname te stoppen
Met het pijltje
naar het deck
gericht
2
Druk op CD Zen plaats een CD in de
disc-lade.
Met de labelkant
naar boven.
Wanneer u een
CD-single (8 cm
CD) afspeelt,
dient u deze op
de binnenste
cirkel van de
lade te plaatsen.
3
4
Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “CD-MD SYNC” verschijnt.
5
Druk op ENTER/START.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler in de pauzestand
voor afspelen.
Tips
• De muziekstuknummers van de CD worden
automatisch op de MD opgenomen.
• Al naar gelang de disc worden soms ook de CD
TEXT-gegevens gekopieerd (behalve wanneer u
tegelijkertijd opneemt op een MD en een tape).
Indien “CD-TEXT” tijdens het opnemen knippert,
drukt u eerst op NAME EDIT op de
afstandsbediening en vervolgens op ENTER/YES
om de titel van het huidige muziekstuk op te nemen.
(Indien “CD-TEXT” brandt, wordt de titel
automatisch opgenomen.)
Opmerking
Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc
geplaatst of kunt u niet op de betreffende MD
opnemen (zie blz. 79).
Indien de MD tijdens het
opnemen vol raakt
In dit geval stoppen de CD-speler en het MD-deck
automatisch.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ? /1drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd
te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
Basisbedieningen
Druk op CD Zom de disc-lade te
sluiten.
Druk op CD xof MD x.
wordt vervolgd
11NL
Opnemen van een CD op een MD
of een tape (vervolg)
Opnemen op een tape
Hiervoor kunt u gebruikmaken van tape van
TYPE I (normale tape) of TYPE II (CrO2). Het
opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
?/1 (spanning)
4
TAPEnN
1
TAPEx
2
Druk op CD Zen plaats een CD in de
disc-lade.
Met de labelkant
naar boven.
Wanneer u een
CD-single (8 cm
CD) afspeelt,
dient u deze op
de binnenste
cirkel van de
lade te plaatsen.
3
Druk op CD Zom de disc-lade te
sluiten.
4
Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “CD-TAPE SYNC” verschijnt.
5
Druk op ENTER/START.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler staat in de
pauzestand voor afspelen.
5,7
6
DOLBY
NR*
2,3
CDx
* Dit tapedeck is uitgerust met het Dolby B-type
ruisonderdrukkingssysteem.
1
Druk op TAPE Zen plaats een blanco
tape.
Met de kant waarop u wilt
opnemen naar u toe gericht
6
Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant op te
nemen, of op h (of j) om op beide
kanten op te nemen.
7
Druk op ENTER/START.
Het opnemen begint.
Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de
CD-speler en het tapedeck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op CD xof TAPE x.
12NL
Tips
Tips
• Wanneer u op de achterkant wilt opnemen, druk dan
op TAPE nN
zodat bij stap 6 de linker indicator
oplicht.
• Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, begin
dan altijd bij de voorkant. Indien u bij de achterkant
begint, zal de opname stoppen wanneer het einde
van de achterkant is bereikt.
• Als u voor opname op beide kanten kiest en de
voorkant halverwege een muziekstuk ten einde is,
wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de
achterkant opnieuw opgenomen.
• Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het
lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 5 op
DOLBY NR zodat “;
” op het display verschijnt.
• Wanneer tijdens het opnemen het einde van de MD
of de tape wordt bereikt, gaat het andere
opnamemedium gewoon door met opnemen.
• Als u voor opname op beide kanten kiest en de
voorkant halverwege een muziekstuk ten einde is,
wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de
achterkant opnieuw opgenomen. In dit geval kan
het gehele muziekstuk ook opnieuw op de MD
worden opgenomen.
Opmerking
Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc of
tape geplaatst of kunt u niet op de betreffende tape
opnemen (zie blz. 79 en 80).
Opmerking
Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc of
tape geplaatst of kunt u niet op de betreffende tape
opnemen (zie blz. 80).
Tegelijkertijd opnemen op een
MD en een tape
Volg stap 1 van “Opnemen op een MD”
(zie blz. 10) en de stappen 1 t/m 3 van
“Opnemen op een tape” (zie blz. 12).
2
Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “DUAL SYNC” verschijnt.
3
Volg de stappen 5 t/m 7 van “Opnemen
op een tape”.
Om de opname te stoppen
Druk op CD x, MD xof TAPE x.
Basisbedieningen
1
13NL
2
Afspelen van een MD
Het afspelen begint.
De indicator op de MD NXtoets licht
groen op.
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1
(spanning). U kunt een MD afspelen zoals een
CD.
?/1 (spanning)
VOLUME
Druk op MD NX
.
MDZ
Muziekstuknummer
Om
Afspeeltijd
Doe het volgende
Het afspelen te stoppen Druk op MD x.
Te pauzeren
Een muziekstuk te
kiezen
Een punt in een
muziekstuk te vinden
MD-indicator
1
2
./> MDx
m/M
Plaats een MD.
Met de labelkant naar
boven en het schuifdeksel
aan de rechterkant
Met het pijltje
naar het deck
gericht
14NL
De MD te verwijderen
Het volume in te
stellen
Druk op MD NX. De
indicator op de MD NX
toets licht oranje op. Druk
opnieuw om het afspelen te
hervatten.
Druk herhaald op . of
>.
Houd tijdens het afspelen
m of M ingedrukt en
laat deze los wanneer het
gewenste punt is bereikt.
Druk op MD Z.
Draai VOLUME.
Alvorens een MD te plaatsen
Wanneer het systeem is ingeschakeld, dient u zich
ervan te verzekeren dat de MD-indicator uit is.
Indien de MD-indicator oranje oplicht, is er reeds
een andere MD geplaatst. Druk op MD Zen
verwijder de MD.
Tips
• Wanneer u MD NX
indrukt terwijl het systeem is
uitgeschakeld en er zich een MD in het systeem
bevindt, zal het systeem automatisch worden
ingeschakeld en beginnen met het afspelen van de
MD (Één-toets-weergavestart).
• U kunt overschakelen van een andere bron naar het
MD-deck en het afspelen van een MD laten
beginnen door gewoon op MD NXte drukken
(Automatische bronkeuze).
• Bij stap 2 kunt u beginnen met afspelen vanaf het
muziekstuk.
1 Druk herhaald op .
of >
totdat het
gewenste muziekstuk verschijnt.
2 Druk op MD NX
.
In plaats daarvan kunt u ook de cijfertoetsen op de
afstandsbediening indrukken.
Het afspelen begint automatisch. Om
muziekstuknummer 10 of hoger in te voeren, drukt
u achtereenvolgens op >10 (of tweemaal om 100 of
hoger in te voeren) en het muziekstuknummer. Om
0 in te voeren, gebruikt u de toets 10/0.
Afspelen van een tape
Hiervoor kunt u gebruikmaken van elk type tape,
TYPE I (normale tape), TYPE II (CrO2) of TYPE
IV (metalen tape) aangezien het tapedeck
automatisch het type tape vaststelt (ATS*).
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1
(spanning).
?/1 (spanning)
TAPEX
4 1
TAPEx
Opmerking
Gebruik geen MD waarvan het label buiten de rand
uitsteekt of waarop het label niet op de juiste plaats is
aangebracht. Door zulke labels kan het MD-deck
defect raken.
3 DOLBY
NR**
m/M
VOLUME
* ATS: Automatische tapekeuze
** Dit tapedeck is uitgerust met het Dolby B-type
ruisonderdrukkingssysteem.
1
Basisbedieningen
2
Druk op TAPE Zen plaats een
voorbespeelde tape.
Met de kant die u wilt afspelen
naar u toe gericht
wordt vervolgd
15NL
Afspelen van een tape (vervolg)
2
3
4
Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie TAPE.
Een tape opnemen op
een MD
— TAPE-MD-synchroon-opname
Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om één kant af te spelen
of op h (of j*) om beide kanten af
te spelen.
U kunt een tape analoog opnemen op een MD.
Hiervoor kunt u gebruikmaken van tape van
TYPE I (normale tape), TYPE II (CrO2) of TYPE
IV (metalen tape).
* Nadat deze reeks vijfmaal is herhaald, stopt
het tapedeck automatisch.
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1
(spanning).
Druk op TAPE nN.
?/1 (spanning)
MDZ
De rechter indicator op de TAPE nN
toets licht op en daarna begint het afspelen
van de band vanaf de voorkant.
Om de achterkant af te spelen, drukt u
opnieuw op TAPE nN. De linker
indicator licht op en daarna begint het
afspelen van de achterkant.
Om
2
TAPEx
Doe het volgende
Het afspelen te stoppen Druk op TAPE x.
Te pauzeren
Druk op TAPE X. De
indicator op de TAPE X
toets licht op. Druk opnieuw
om het afspelen te hervatten.
Snel vooruit of terug
te spoelen
Druk op m of M.
De cassette te
verwijderen of te
vervangen
Druk op TAPE Z.
3 4,5
MDx
Het volume in te stellen Draai VOLUME.
1
Plaats een voor opnemen geschikte MD.
Tips
• Wanneer u TAPE nN indrukt terwijl het
systeem is uitgeschakeld en er zich een tape in het
systeem bevindt, zal het systeem automatisch
worden ingeschakeld en beginnen methet afspelen
van de tape (Één-toets-weergavestart).
• U kunt overschakelen van een andere bron naar het
tapedeck en het afspelen van een tape laten
beginnen door gewoon op TAPE nN te drukken
(Automatische bronkeuze).
• Om te luisteren naar een tape die is opgenomen met
het ruisonderdrukkingssysteem Dolby, drukt u op
DOLBY NR zodat “;” op het display verschijnt.
16NL
Met de labelkant naar
boven en het schuifdeksel
aan de rechterkant
Met het pijltje
naar het deck
gericht
2
Druk op TAPE Zen plaats een
voorbespeelde tape.
Tips
• Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen
bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen
muziekstuk.
• Indien de functie Smart Space is geactiveerd en er
tijdens het opnemen gedurende ongeveer 3
seconden of langer (maar minder dan 30 seconden)
geen geluid wordt ingevoerd, vervangt het MDdeck deze stilte door een niet-opgenomen interval
van circa 3 seconden en gaat het opnemen verder.
Indien er echter sprake is van ruis, wordt deze
functie soms niet geactiveerd.
Opmerking
3
Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “TAPE-MD SYNC” verschijnt.
4
Druk op ENTER/START.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en het tapedeck staat in de
pauzestand voor afspelen.
>>> verschijnt voor de voorkant en <<< voor
de achterkant. Om de niet aangegeven kant
af te spelen, drukt u op TAPE x. Verwijder
de cassette om deze om te keren en volg
daarna opnieuw de stappen 3 en 4.
5
Druk opnieuw op ENTER/START.
Het opnemen begint.
Wanneer de opname is beëindigd, stoppen
het tapedeck en het MD-deck automatisch.
Indien de MD tijdens het
opnemen vol raakt
Het tapedeck en het MD-deck stoppen
automatisch.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ? /1drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd
te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
Basisbedieningen
Af te spelen kant van tape
Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc
geplaatst of kunt u niet op de betreffende MD
opnemen (zie blz. 79).
Om de opname te stoppen
Druk op TAPE xof MD x.
17NL
Luisteren naar de radio
3
— Afstemmen op voorgeprogrammeerde
Druk op TUNING + of –¤øm de
gewenste voorgeprogrammeerde zender
te kiezen.
Het preselectie-nummer verschijnt bewegend
op het display, gevolgd door de frequentie.
zenders
Programmeer eerst de radiozenders in het
geheugen van de tuner (zie blz. 7).
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1
(spanning).
?/1 (spanning)
STEREO/MONO VOLUME
Frequentie (of zendernaam* of RDSzendernaam**)
Wanneer u slechts één zender hebt
voorgeprogrammeerd, verschijnt “ONE
PRESET” op het display.
* De zendernaam verschijnt alleen indien u de
zender een naam hebt gegeven (zie blz. 63).
** Alleen Europees model
2
18NL
1
3
1
Druk op TUNER/BAND om “FM” of
“AM” te kiezen.
2
Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “PRESET” verschijnt.
Om
Doe het volgende
De radio uit te schakelen
Druk op ?/1 om het
systeem uit te schakelen.
Het volume in te stellen
Draai VOLUME.
Om het preselectie-nummer te
kiezen door gebruikmaking van
de cijfertoetsen op de
afstandsbediening
Druk bij stap 3 op de cijfertoetsen.
Om muziekstuknummer 10 of hoger in te voeren,
drukt u achtereenvolgens op >10 en het
preselectie-nummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u
de toets 10/0.
Luisteren naar niet
voorgeprogrammeerde
radiozenders
• Druk bij stap 2 herhaald op TUNING MODE
totdat de indicaties “AUTO” en “PRESET” van
het display verdwijnen, en druk daarna op
TUNING + of – om op de gewenste zender af
te stemmen (Handmatige afstemming).
• Druk bij stap 2 herhaald op TUNING MODE
totdat “AUTO” verschijnt en druk daarna op
TUNING + of –. De frequentie-indicatie begint
te lopen. Het doorlopen van de frequentieband
stopt wanneer het systeem op een zender is
afgestemd (Automatische afstemming).
Om de functie voor
automatische afstemming uit te
schakelen
Opnemen van de radio
— Handmatige opname
U kunt een radioprogramma analoog opnemen op
een MD of een tape.
Opnemen op een MD
Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen
bevat, begint het opnemen na het laatst
opgenomen muziekstuk. Om de opnamen te
wissen, zie “Wissen van opnamen” op blz. 47.
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1
(spanning).
?/1 (spanning)
6
MDZ
MDx
Druk op TUNING MODE.
Tips
Basisbedieningen
• Wanneer u op TUNER/BAND drukt terwijl het
systeem is uitgeschakeld, wordt het systeem
automatisch ingeschakeld en wordt er afgestemd op
de laatst ontvangen zender (Één-toetsweergavestart).
• U kunt overschakelen van een andere bron naar de
tuner door gewoon op TUNER/BAND te drukken
(Automatische bronkeuze).
• Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een los verkrijgbare
buitenantenne aan te sluiten (zie blz. 70).
• Wanneer er tijdens een FM-stereoprogramma ruis
optreedt, druk dan op STEREO/MONO totdat
“MONO” bewegend op het display verschijnt. Er is
dan geen stereo-effect, maar de ontvangst verbetert.
Druk opnieuw op de toets om het stereo-effect weer
in te schakelen.
3
2
4
5
wordt vervolgd
19NL
Opnemen van de radio (vervolg)
1
5
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en “REC” verschijnt op het display.
Plaats een voor opnemen geschikte MD.
Met de labelkant naar
boven en het schuifdeksel
aan de rechterkant
Druk op MD REC z.
6
Druk op MD NX
.
Het opnemen begint.
Om de opname te stoppen
Met het pijltje
naar het deck
gericht
2
Druk op TUNER/BAND om “FM” of
“AM” te kiezen.
3
Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “PRESET” verschijnt.
4
Druk op TUNING + of – om de
gewenste voorgeprogrammeerde zender
te kiezen.
Het preselectie-nummer verschijnt bewegend
op het display, gevolgd door de frequentie.
Druk op MD x.
Tips
• Indien er tijdens het opnemen van een AMradioprogramma sprake is van ruis, verplaats dan de
AM-raamantenne om de ruis te onderdrukken of
sluit een aarddraad aan op de U aansluiting (zie
blz. 71).
• U kunt de MD in mono opnemen. Voor
bijzonderheden, zie “Mono-opnamen” op blz. 42.
• Om niet voorgeprogrammeerde zenders op te
nemen, drukt u bij stap 3 herhaald op TUNING
MODE totdat de indicaties “AUTO” en “PRESET”
van het display verdwijnen, en daarna drukt u op
TUNING + of – om op de gewenste zender af te
stemmen.
Opmerking
Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan er niet op de MD worden
opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna
het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af
te dekken (zie blz. 32).
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Frequentie (of zendernaam* of RDSzendernaam**)
Wanneer u slechts één zender hebt
voorgeprogrammeerd, verschijnt “ONE
PRESET” op het display.
U kunt de preselectie-nummers ook kiezen
door gebruikmaking van de cijfertoetsen op
de afstandsbediening.
* De zendernaam verschijnt alleen indien u de
zender een naam hebt gegeven (zie blz. 63).
** Alleen Europees model
20NL
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ? /1drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd
te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
Opnemen op een tape
Hiervoor kunt u gebruikmaken van tape van
TYPE I (normale tape) of TYPE II (CrO2). Het
opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ? /1
(spanning).
?/1 (spanning)
7 5
1
TAPEnN
2
Druk op TUNER/BAND om “FM” of
“AM” te kiezen.
3
Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “PRESET” verschijnt.
4
Druk op TUNING + of – om de
gewenste voorgeprogrammeerde zender
te kiezen.
TAPEx
Het preselectie-nummer verschijnt bewegend
op het display, gevolgd door de frequentie.
Frequentie (of zendernaam* of RDSzendernaam**)
Wanneer u slechts één zender hebt
voorgeprogrammeerd, verschijnt “ONE
PRESET” op het display.
U kunt de preselectie-nummers ook kiezen
door gebruikmaking van de cijfertoetsen op
de afstandsbediening.
2
4
* Dit tapedeck is uitgerust met het Dolby B-type
ruisonderdrukkingssysteem.
1
* De zendernaam verschijnt alleen indien u de
zender een naam hebt gegeven (zie blz. 63).
** Alleen Europees model
Druk op TAPE Zen plaats een blanco
tape.
5
Druk op TAPE REC z.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en “REC” verschijnt op het display.
6
Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant op te
nemen, of op h (of j) om op beide
kanten op te nemen.
7
Druk op TAPE X.
Met de kant waarop u wilt
opnemen naar u toe gericht
Basisbedieningen
3,6
DOLBY NR*
Het opnemen begint.
wordt vervolgd
21NL
De CD-speler
Opnemen van de radio (vervolg)
Om de opname te stoppen
Druk op TAPE x.
Herhaald afspelen van
muziekstukken op de CD
— REPEAT-afspeelfunctie
Tips
• Indien er tijdens het opnemen van een AMradioprogramma sprake is van ruis, verplaats dan de
AM-raamantenne om de ruis te onderdrukken of
sluit een aarddraad aan op de U aansluiting (zie
blz. 71).
• Wanneer u op de achterkant wilt opnemen, druk dan
op TAPE nN
zodat bij stap 6 de linker indicator
oplicht.
• Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, begin
dan altijd bij de voorkant. Indien u bij de achterkant
begint, zal de opname stoppen wanneer het einde
van de achterkant is bereikt.
• Om niet voorgeprogrammeerde zenders op te
nemen, drukt u bij stap 3 herhaald op TUNING
MODE totdat de indicaties “AUTO” en “PRESET”
van het display verdwijnen, en daarna drukt u op
TUNING + of – om op de gewenste zender af te
stemmen.
• Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het
lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 5 op
DOLBY NR zodat “;
” op het display verschijnt.
Tijdens afspelen in normale, willekeurige of
geprogrammeerde volgorde kunt u de
muziekstukken op een CD herhaald afspelen.
REPEAT
, Druk tijdens het afspelen op REPEAT
totdat “REPEAT” of “REPEAT 1”
verschijnt.
REPEAT: Voor alle muziekstukken op de
CD.
REPEAT 1: Voor slechts één muziekstuk.
Om de REPEAT-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk op REPEAT totdat “REPEAT” of
“REPEAT 1” is verdwenen.
22NL
Muziekstukken op een
CD in willekeurige
volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie
U kunt alle muziekstukken op een CD in
willekeurige volgorde afspelen.
Programmeren van
muziekstukken op een
CD — PROGRAM-afspeelfunctie
U kunt een programma creëren van maximaal 25
muziekstukken in de volgorde waarin u deze wilt
afspelen. U kunt ook een synchroon-opname van
het programma op een MD of een tape maken (zie
blz. 32 en 56).
`/1
2
1
4
2 3
CLEAR
M
m
1
3
Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie CD.
.
X
2
1
1
Druk op CD om over te schakelen op de
functie CD.
2
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PGM” verschijnt.
3
Druk herhaald op .
of >
totdat
het gewenste muziekstuknummer op het
display verschijnt.
Druk op CD NX
.
Het afspelen in willekeurige volgorde begint.
Om de SHUFFLE-afspeelfunctie
uit te schakelen
x
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“SHUFFLE” en “PGM” verdwijnen.
Basisbedieningen/De CD-speler
3
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“SHUFFLE” verschijnt.
3
6
>
N
Tips
• Tijdens afspelen in normale volgorde kunt u direct
overschakelen naar de SHUFFLE-afspeelfunctie
door “SHUFFLE” op het display te laten
verschijnen.
• Om een muziekstuk over te slaan, drukt u op >
.
Gekozen
muziekstuknummer
Totale
afspeeltijd
wordt vervolgd
23NL
Programmeren van
muziekstukken op een CD
(vervolg)
Controleren van de volgorde van
de geprogrammeerde
muziekstukken
4
Druk tijdens geprogrammeerd afspelen herhaald
op .
of >
.
Druk op ENTER/YES.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
“Step” verschijnt, gevolgd door het nummer
van het muziekstuk in de geprogrammeerde
volgorde. Het nummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk verschijnt,
gevolgd door de totale afspeeltijd van het
programma. Indien u een vergissing hebt
gemaakt, druk dan op CLEAR om het
nummer van het laatst geprogrammeerde
muziekstuk te wissen.
Laatst
Totale afspeeltijd
geprogrammeerde
muziekstuk
5
Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
6
Druk op N
.
Het afspelen in geprogrammeerde volgorde
begint.
Alle muziekstukken worden in de
geprogrammeerde volgorde afgespeeld.
Controleren van het totale
aantal geprogrammeerde
muziekstukken
Druk in de stopstand op DISPLAY. Het totale
aantal geprogrammeerde muziekstukken
verschijnt, gevolgd door het laatst
geprogrammeerde muziekstuknummer en de totale
afspeeltijd van het programma.
24NL
Laatst
geprogrammeerde
muziekstuk
Totale afspeeltijd
van het
programma
Om
Doe het volgende
Te stoppen met
geprogrammeerd
afspelen
Druk op x en druk daarna
herhaald op PLAY MODE
totdat “PGM” en “SHUFFLE”
zijn verdwenen.
Een muziekstuk toe
te voegen aan het
programma (in de
stopstand)
Het gehele
programma te
wissen
Volg de stappen 3 en 4.
Druk op x wanneer de
PROGRAM-afspeelfunctie
zich in de stopstand bevindt.
Om het gewenste
muziekstuknummer te kiezen
door gebruikmaking van de
cijfertoetsen op de
afstandsbediening
Druk op de cijfertoetsen in plaats van de stappen 3
t/m 5 te volgen.
Om muziekstuknummer 10 of hoger in te voeren,
drukt u achtereenvolgens op >10 en het
muziekstuknummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u
de toets 10/0.
Tips
• Uw programma blijft in het geheugen bewaard
nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma
nogmaals af te spelen, drukt u achtereenvolgens op
N.
• Indien u probeert om 26 of meer muziekstukken
(onderdelen) te programmeren, verschijnt “Step
Full”.
• Wanneer de totale afspeeltijd van uw CDprogramma meer dan 100 minuten is, of wanneer u
een muziekstuk kiest met nummer 21 of hoger,
verschijnt “--.--”.
In de stopstand
Gebruik van het
CD-display
U kunt het totale aantal muziekstukken, de totale
afspeeltijd en de resterende afspeeltijd van het
huidige muziekstuk of van de CD controleren.
Wanneer er een CD TEXT-disc is geplaatst, kunt
u de gegevens controleren die op de disc zijn
opgenomen, zoals de titels of de namen van de
artiesten.
m
M
.
>
DISPLAY
N
X
x
t CD-stopstanddisplay
r
Titel van CD**
r
Naam van artiest**
r
Totaal aantal muziekstukken en totale
afspeeltijd
r
Klokdisplay
r
BASS-niveau
r
TREBLE-niveau
* Tijdens afspelen in geprogrammeerde volgorde
wordt de resterende afspeeltijd van het programma
aangegeven.
** Indien er een CD zonder titel is geplaatst,
verschijnt er niets. Indien de CD meer dan 50
muziekstukken bevat, wordt CD TEXT vanaf
muziekstuk 51 niet meer aangegeven.
, Druk op DISPLAY.
Elke keer wanneer u tijdens afspelen in
normale volgorde of in de stopstand deze
toets indrukt, verandert het display als volgt:
t Verstreken afspeeltijd van huidig
muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd van huidig
muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd van de CD*
r
Muziekstuktitel van huidig muziekstuk**
r
Klokdisplay
r
BASS-niveau
r
TREBLE-niveau
De CD-speler
Tijdens afspelen in normale
volgorde
25NL
Invoeren van CD-titels
1
— CD-geheugen
Druk op CD om over te schakelen op de
functie CD.
Wacht totdat het totale aantal muziekstukken
en de totale afspeeltijd in de stopstand op het
display verschijnen. Indien “SHUFFLE” of
“PGM” op het display verschijnt, druk dan
herhaald op PLAY MODE totdat beide
indicaties zijn verdwenen.
U kunt maximaal 50 CD’s een titel geven die kan
bestaan uit maximaal 20 tekens. Wanneer u een
CD met een titel plaatst, verschijnt de titel op het
display.
Opmerkingen
• U kunt geen titel geven aan een CD waarbij “CDTEXT” op het display verschijnt.
• Wanneer u CD’s voor het eerst een titel
geeft, dient u vooraf altijd de handelingen te
verrichten die vermeld staan in “Wissen
van alle disctitels die in het
systeemgeheugen zijn vastgelegd” op
blz. 27.
Totale aantal
muziekstukken
2
`/1
Totale afspeeltijd
Druk op NAME EDIT.
De cursor begint te knipperen.
PLAY MODE
7
2,3
Cursor
CLEAR
CURSORT
4
m
M
.
>
N
X
1
x
5
4
3
Druk op CHARACTER om het
gewenste soort letter te laten
verschijnen.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
(spatie)* t A (hoofdletters) t
a (kleine letters) t 0 (cijfers) t
! (symbolen) t
(spatie)* t …
Het eerste teken kan geen spatie zijn.
* Om deze reden verschijnt “ ” (spatie) niet
op het display wanneer u als eerste teken een
spatie invoert.
26NL
4
Druk herhaald op .
of >
om het
gewenste teken te kiezen.
Om een spatie in te voeren
Druk op CURSORt zonder .
of >
in
te drukken.
Om een symbool in te voeren
U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken.
!”#$%&’() +, –./: ;<=>?@_ `
5
Druk op CURSORt .
Cursor
Herhaal de stappen 3 t/m 5 om de
volledige titel in te voeren.
Indien u zich hebt vergist
Druk op CURSORT of t totdat het teken
dat u wilt veranderen knippert, en herhaal
dan de stappen 3 t/m 5.
Druk op ENTER/YES om de titelinvoer
te beëindigen.
De disctitel is nu in het systeemgeheugen
vastgelegd en daarna verschijnt weer de
oorspronkelijke indicatie op het display.
Om de titelinvoerfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om de huidige disctitel te
controleren
Wissen van een disctitel
1 Druk in de stopstand op MENU/NO.
2 Druk herhaald op .
of >
totdat “Name
Erase ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
De disctitel verschijnt bewegend op het display.
“No Name” verschijnt indien er geen disctitel is
ingevoerd.
3 Druk opnieuw op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt en de disctitel is nu
gewist.
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk tijdens de stappen 1 en 2 op MENU/NO.
Wissen van alle disctitels die
in het systeemgeheugen zijn
vastgelegd
1 Druk in de stopstand op MENU/NO.
2 Druk herhaald op .
of >
totdat “All
Erase ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
“All Erase ??” verschijnt.
3 Druk opnieuw op ENTER/YES om de disctitels
te wissen.
“Complete !!” verschijnt en alle disctitels zijn
nu gewist.
De CD-speler
Om een teken te wissen
Druk op CLEAR terwijl het teken knippert.
U kunt geen tekens invoegen.
7
1 Druk in de stopstand op MENU/NO.
2 Druk herhaald op .
of >
totdat “Name
Check ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
3 Druk herhaald op .
of >
om de disctitels
te kiezen die in het systeemgeheugen zijn
opgeslagen (001 t/m 050).
Druk in de stopstand op SCROLL.
Het teken dat u bij stap 4 hebt gekozen, stopt
met knipperen en de cursor gaat naar rechts.
6
Controleren van de disctitels
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk tijdens de stappen 1 en 2 op MENU/NO.
Opmerking
Om ervan verzekerd te zijn dat de disctitels niet uit
het geheugen worden gewist, dient u het systeem ten
minste eenmaal per maand aan te sluiten op de
netspanning.
27NL
Het MD-deck
— Afspelen
Herhaald afspelen van
muziekstukken op de
MD — REPEAT-afspeelfunctie
Tijdens afspelen in normale, willekeurige of
geprogrammeerde volgorde kunt u de
muziekstukken op een MD herhaald afspelen.
Muziekstukken op een
MD in willekeurige
volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie
U kunt alle muziekstukken op een MD in
willekeurige volgorde afspelen.
1
2 3
1
Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2
Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat “SHUFFLE” verschijnt.
3
Druk op MD NX.
REPEAT
, Druk tijdens het afspelen op REPEAT
totdat “REPEAT” of “REPEAT 1”
verschijnt.
Het afspelen in willekeurige volgorde begint.
REPEAT: Voor alle muziekstukken op de
MD.
REPEAT 1*: Voor slechts één muziekstuk.
* Tijdens afspelen in willekeurige of
geprogrammeerde volgorde is herhaling van
één muziekstuk niet mogelijk.
Om de SHUFFLE-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk op MD x om de SHUFFLE-afspeelfunctie
uit te schakelen en druk daarna herhaald op PLAY
MODE totdat “SHUFFLE” en “PGM”
verdwijnen.
Tip
Om de REPEAT-afspeelfunctie
uit te schakelen
NL
28
Druk op REPEAT totdat “REPEAT” of
“REPEAT 1” is verdwenen.
Om een muziekstuk over te slaan, drukt u op >.
Programmeren van
muziekstukken op een
MD — PROGRAM-afspeelfunctie
4
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
“Step” verschijnt, gevolgd door het nummer
van het muziekstuk in de geprogrammeerde
volgorde. Het nummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk verschijnt,
gevolgd door de totale afspeeltijd van het
programma. Indien u een vergissing hebt
gemaakt, druk dan op CLEAR om het
nummer van het laatst geprogrammeerde
muziekstuk te wissen.
U kunt een programma creëren van maximaal 25
muziekstukken in de volgorde waarin u deze wilt
afspelen.
`/1
2
4
Laatst
geprogrammeerde
muziekstuk
CLEAR
.
>
N
X
Totale
afspeeltijd
M
m
3
Druk op ENTER/YES.
x
3
6
1
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2
Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat “PGM” verschijnt.
3
Druk herhaald op . of > totdat
het gewenste muziekstuknummer op het
display verschijnt.
Gekozen
muziekstuknummer
Totale
afspeeltijd
Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
6
Druk op N.
Het afspelen in geprogrammeerde volgorde
begint.
Alle muziekstukken worden in de
geprogrammeerde volgorde afgespeeld.
Controleren van het totale
aantal geprogrammeerde
muziekstukken
Druk in de stopstand op DISPLAY. Het totale
aantal geprogrammeerde onderdelen verschijnt.
Laatst
geprogrammeerde
muziekstuk
Het MD-deck — Afspelen
1
5
Totale aantal
geprogrammeerde
onderdelen
wordt vervolgd
29NL
Programmeren van
muziekstukken op een MD
(vervolg)
Controleren van de volgorde van
de geprogrammeerde
muziekstukken
Druk tijdens geprogrammeerd afspelen herhaald
op . of >.
Om
Doe het volgende
Te stoppen met
geprogrammeerd
afspelen
Druk op x en druk daarna
herhaald op PLAY MODE
totdat “PGM” en “SHUFFLE”
zijn verdwenen.
Een muziekstuk toe
te voegen aan het
programma (in de
stopstand)
Volg de stappen 3 en 4.
Het laatst
geprogrammeerde
muziekstuk te
wissen
Druk in de stopstand op
CLEAR. Bij elke druk op de
toets wordt het laatst
geprogrammeerde muziekstuk
gewist.
Om het gewenste
muziekstuknummer te kiezen
door gebruikmaking van de
cijfertoetsen op de
afstandsbediening
Druk op de cijfertoetsen in plaats van de stappen
3 t/m 5 te volgen.
Om muziekstuknummer 10 of hoger in te voeren,
drukt u achtereenvolgens op >10 (of tweemaal om
100 of hoger in te voeren) en het
muziekstuknummer. Om 0 in te voeren, gebruikt u
de toets 10/0.
Tips
• Uw programma blijft in het geheugen bewaard
nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma
nogmaals af te spelen, drukt u op N.
• Indien u probeert om 26 of meer muziekstukken
(onderdelen) te programmeren, verschijnt
“ProgramFull!”.
• Wanneer de totale afspeeltijd van uw MDprogramma meer dan 200 minuten is, verschijnt
“---.--”.
30NL
Gebruik van het MDdisplay
U kunt het totale aantal muziekstukken, de totale
afspeeltijd en de resterende afspeeltijd van de MD
controleren.
m
M
.
>
DISPLAY
N
X
x
, Druk op DISPLAY.
Elke keer wanneer u tijdens afspelen in
normale volgorde of in de stopstand deze
toets indrukt, verandert het display als volgt:
Tijdens afspelen in normale
volgorde
t Verstreken afspeeltijd en het
muziekstuknummer van huidig
muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd en het
muziekstuknummer van huidig
muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd van de MD
r
Muziekstuktitel van huidig muziekstuk*1
r
Klokdisplay
r
BASS-niveau
r
TREBLE-niveau
In de stopstand
t Totaal aantal muziekstukken en totale
afspeeltijd*2
r
Resterende opnametijd (alleen bij een
voor opnemen geschikte MD)
r
Disctitel (alleen bij een voorbespeelde
MD)*3
r
Klokdisplay
r
BASS-niveau
r
TREBLE-niveau
*1 “No Name” verschijnt indien er geen
muziekstuktitel is ingevoerd.
*2 Wanneer de totale afspeeltijd van uw MDprogramma meer dan 200 minuten is, verschijnt
“---.--”.
*3 “No Name” verschijnt indien er geen disctitel is
ingevoerd.
Tips
• U kunt een muziekstuktitel op elk moment tijdens
het afspelen controleren. Wanneer u op SCROLL
drukt, verschijnt er een muziekstuktitel bewegend
op het display.
Om de bewegende muziekstuktitel stop te zetten,
drukt u op een willekeurig punt tijdens de
bewegende weergave op SCROLL. Om de
bewegende weergave te hervatten, drukt u opnieuw
op SCROLL.
• Om een disctitel of een muziekstuktitel in te voeren,
zie “Invoeren van MD-titels” op blz. 45.
Het MD-deck
— Opnemen
Alvorens met het
opnemen te beginnen
De MD (MiniDisc) maakt het mogelijk muziek
digitaal op te nemen en af te spelen met een
uitstekende geluidskwaliteit. Een ander kenmerk
van MD’s is het aanbrengen van
muziekstuknummers. Door het aanbrengen van
muziekstuknummers kunt u een bepaalde passage
later snel terugvinden en de opgenomen
muziekstukken gemakkelijk monteren. De manier
waarop de signalen worden opgenomen en de
muziekstuknummers worden vastgelegd verschilt
echter afhankelijk van de opnamebron.
Wanneer de opnamebron de
volgende is:
• De CD-speler van dit systeem
– Het MD-deck maakt een digitale opname.*1
– De muziekstuknummers worden automatisch
aangebracht zoals op de oorspronkelijke CD.
*1 Zie blz. 73 voor bijzonderheden over de
beperkingen op digitale opnamen.
*2 Zelfs indien er een digitale component is
aangesloten op de VIDEO IN-aansluiting, zal het
MD-deck een analoge opname maken.
Opmerking betreffende de
muziekstuknummers op een MD
Op een MD worden de muziekstuknummers
(volgorde van de muziekstukken), de informatie over
het begin- en eindpunt van elk muziekstuk, enz.
opgenomen in het TOC*3 -gebied, onafhankelijk van
de geluidsinformatie. Hierdoor kunt u opgenomen
muziekstukken snel monteren door de TOCinformatie te wijzigen.
Het MD-deck — Afspelen/
Opnemen
• De tuner van dit systeem en
andere componenten die zijn
aangesloten op de VIDEO INaansluiting (bijvoorbeeld een
videorecorder)
– Het MD-deck maakt een analoge opname.*2
– Een muziekstuknummer wordt aangebracht aan
het begin van elke opname. Wanneer u echter
de opnamefunctie Level Synchro Recording
(zie blz. 37) inschakelt, worden er automatisch
muziekstuknummers aangebracht in
overeenstemming met het niveau van het
ingangssignaal.
*3 TOC: Table of Contents (Inhoudsopgave)
wordt vervolgd
31NL
Alvorens met het opnemen te
beginnen (vervolg)
Na het opnemen
, Druk op MD Z om de MD te
verwijderen of druk op ?/1 (spanning)
om het systeem uit te schakelen.
“TOC” licht op, of “TOC” of “STANDBY”
begint te knipperen. De inhoudsopgave
wordt bijgewerkt en de opname is voltooid.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd
te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
Uw favoriete
muziekstukken van een
CD opnemen op een MD
— CD-MD-synchroon-opname
Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u uw
favoriete muziekstukken op een CD kiezen en
deze vervolgens in de geprogrammeerde volgorde
opnemen op een MD door gebruikmaking van de
CD-synchroon-opnamefunctie. Indien de MD voor
een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het
opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk.
7 8,9
Beschermen van een
opgenomen MD
• Om een MD te beschermen tegen abusievelijk
opnemen, schuift u het nokje aan de zijkant van de
MD open. Met het nokje in deze positie kan er niet
meer op de MD worden opgenomen. Om op de MD
te kunnen opnemen, schuift u het nokje weer dicht
om de opening af te dekken.
`/1
2
4
Nokje
3
m
M
.
>
N
Verschuif het nokje
X
• Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan er niet op de MD worden
opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna
het nokje aan de zijkant van de MD om de opening
af te dekken.
32NL
1
x
3
De muziekstukken kiezen
1
Druk op CD op de afstandsbediening
om over te schakelen op de functie CD.
2
Druk herhaald op PLAY MODE op de
afstandsbediening totdat “PGM”
verschijnt.
3
Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
Opnemen op een MD
6
Plaats een voor opnemen geschikte MD.
7
Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “CD-MD SYNC” verschijnt.
8
Druk op ENTER/START.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler in de pauzestand
voor afspelen.
9
Druk opnieuw op ENTER/START.
Het afspelen van de CD en het opnemen op
de MD beginnen. Wanneer de opname is
beëindigd, stoppen de CD-speler en het MDdeck automatisch.
Gekozen
muziekstuknummer
4
Totale
afspeeltijd
Om de opname te stoppen
Druk op CD x of MD x.
Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Indien de MD tijdens het
opnemen vol raakt
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
“Step” verschijnt, gevolgd door het nummer
van het muziekstuk in de geprogrammeerde
volgorde. Het nummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk verschijnt,
gevolgd door de totale afspeeltijd van het
programma.
In dit geval stoppen de CD-speler en het MD-deck
automatisch.
Om tegelijkertijd op een tape op
te nemen
Plaats een blanco tape en kies bij stap 7 van
“Opnemen op een MD” op deze bladzijde “DUAL
SYNC”.
wordt vervolgd
5
Totale
afspeeltijd
Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
Het MD-deck — Opnemen
Laatst
geprogrammeerde
muziekstuk
33NL
Uw favoriete muziekstukken van
een CD opnemen op een MD
(vervolg)
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd
te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
Handmatig opnemen op
een MD — Handmatige opname
Bij handmatig opnemen kunt u alleen de door u
gewenste muziekstukken van een CD opnemen of
ergens midden op een tape met opnemen
beginnen. U kunt ook een radioprogramma
opnemen.
Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen
bevat, begint het opnemen na het laatst
opgenomen muziekstuk.
Tip
De muziekstuknummers van de CD worden
automatisch op de MD opgenomen.
Opmerking
Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc
geplaatst of kunt u niet op de betreffende MD
opnemen (zie blz. 79).
Invoeren van titels tijdens het
opnemen
Wanneer “CD-TEXT” tijdens het opnemen oplicht
of knippert, kunt u de CD TEXT-gegevens als
volgt opnemen op de MD:
• Automatisch tijdens het opnemen
Wanneer u opneemt op een nog lege of volledig
gewiste (zie blz. 48) MD en “CD TEXT”
brandt, worden de CD TEXT-gegevens
automatisch opgenomen.
• Handmatig tijdens het opnemen
Wanneer “CD-TEXT” knippert, drukt u eerst
op NAME EDIT op de afstandsbediening en
vervolgens op ENTER/YES op de
afstandsbediening om de titel van het huidige
muziekstuk op te nemen.
Opmerkingen
• Al naar gelang de disc worden de CD TEXTgegevens soms niet automatisch gekopieerd.
• Wanneer u tegelijkertijd op een MD en een tape
opneemt, worden de CD TEXT-gegevens niet
opgenomen. Neem deze gegevens op nadat de
opname is voltooid (zie blz. 45).
34NL
2
4
3
1
Plaats een voor opnemen geschikte MD.
2
Druk herhaald op FUNCTION om de
bron (bijvoorbeeld TUNER) te kiezen
die u wilt opnemen.
• CD: Opnemen van de CD
• TAPE: Opnemen van de tape
• TUNER: Opnemen van de radio
3
Druk op MD REC z.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
4
Druk op MD NX.
Het opnemen begint.
5
Begin met het afspelen van de bron die
u wilt opnemen.
Wanneer u opneemt van de CD-speler van
dit systeem, worden de muziekstuknummers
automatisch aangebracht. Druk tijdens het
opnemen op MD REC z om op het
gewenste punt muziekstuknummers aan te
brengen. Indien u tijdens het opnemen van de
radio automatisch muziekstuknummers wilt
laten aanbrengen, zie “Aanbrengen van
muziekstuknummers” op blz. 37.
Om de opname te stoppen
Druk op MD x.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd
te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
Opnamestart met 6
seconden muziek uit het
buffergeheugen
— Tijdmachine-opname
Bij het opnemen van een FM-uitzending of een
satelliet-uitzending gaan de eerste paar seconden
van de uitzending vaak verloren omdat het even
kan duren voor u tot opnemen besluit en op de
opnametoets drukt. Om het verlies van dit
materiaal te voorkomen, zorgt de tijdmachineopnamefunctie ervoor dat voortdurend de meest
recente audiogegevens in een buffergeheugen
worden opgeslagen. Hierdoor kunt u steeds de
laatste 6 seconden aan audiogegevens (voor
mono-opnamen 12 seconden) opnemen die
voorafgaan aan het tijdstip waarop de eigenlijke
opname begint, zoals op de onderstaande
afbeelding is aangegeven:
Wanneer u bij stap 5
op ENTER/YES drukt
Tijd
6 sec.
Tips
• U kunt het opnameniveau instellen op het gewenste
volume (zie blz. 41).
• Tijdens het opnemen kunt u de resterende
opnametijd op de MD controleren door indrukken
van DISPLAY op de afstandsbediening.
Opgenomen
gedeelte
Begin van het
programma dat u
wilt opnemen
Wanneer u tijdens het opnemen van een CD pauzeert,
wordt er op dat punt een nieuw muziekstuknummer
aangebracht. Bij het herhaald opnemen van één en
hetzelfde muziekstuk van dezelfde CD wordt er soms
slechts één muziekstuknummer aangebracht.
2
3
Het MD-deck — Opnemen
Opmerking
Einde van het
programma dat u
wilt opnemen
wordt vervolgd
35NL
Opnamestart met 6 seconden
muziek uit het buffergeheugen
(vervolg)
`/1
5
m
M
.
>
1
Plaats een voor opnemen geschikte MD.
2
Druk herhaald op FUNCTION om de
bron (bijvoorbeeld TUNER) te kiezen
die u wilt opnemen.
3
Druk op MD REC z.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
4
Begin met het afspelen van de bron die
u wilt opnemen.
5
Op het punt waar u met de opname wilt
beginnen, drukt u op ENTER/YES op
de afstandsbediening.
Het opnemen van het programma begint met
de 6 seconden aan audiogegevens uit het
buffergeheugen. Indien de MD voor een
gedeelte reeds opnamen bevat, begint het
opnemen na het laatst opgenomen
muziekstuk.
Om de tijdmachine-opname te
stoppen
Druk op MD x.
36NL
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd
te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
Opmerking
Het MD-deck begint met het opslaan van
audiogegevens wanneer het in de wachtstand voor
opnemen staat (stap 3) en u begint met het afspelen
van het programma. Indien er sinds het indrukken van
ENTER/YES op de afstandsbediening minder dan 6
seconden zijn verstreken, begint de tijdmachineopname met minder dan 6 seconden aan
audiogegevens.
Aanbrengen van
muziekstuknummers
U kunt muziekstuknummers als volgt aanbrengen:
• Automatisch tijdens het opnemen
Tijdens het opnemen van de CD-speler van dit
systeem worden de muziekstuknummers
automatisch aangebracht zoals op de
oorspronkelijke bron. Gebruik de opnamemethode
Level Synchro Recording om tijdens het opnemen
van de tuner van dit systeem of componenten die
zijn aangesloten op de VIDEO IN-aansluiting,
automatisch de muziekstuknummers te laten
aanbrengen. Muziekstuknummers worden niet
automatisch aangebracht indien de opnamebron
veel ruis bevat (bijv. cassettetapes of radiouitzendingen) of tijdens opnemen met de
schakelklok.
2
1
`/1
3,7
4,5,6
• Op een willekeurig punt tijdens het
opnemen
Tijdens het opnemen van elke willekeurige bron
kunt u op ieder gewenst tijdstip
muziekstuknummers aanbrengen.
4,5,6
m
M
.
>
X
• Na het opnemen
4,5,6
8
N
x
Gebruik de DIVIDE-functie (zie blz. 52).
1
Automatisch aanbrengen van
muziekstuknummers tijdens
het opnemen — Level Synchro Recording
Opmerking
Muziekstuknummers worden niet automatisch
aangebracht indien de opnamebron veel ruis bevat
(bijv. cassettetapes of radio-uitzendingen).
Voor het opnemen van andere componenten
die op dit systeem zijn aangesloten, kiest u
“VIDEO”.
2
Druk op MD REC z.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
3
Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
4
Druk herhaald op . of > totdat
“Setup ?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
wordt vervolgd
Het MD-deck — Opnemen
De opnamefunctie Level Synchro Recording is in
de fabriek op “On (Aan)” gezet zodat de
muziekstuknummers automatisch worden
aangebracht. Indien “LEVEL-SYNC” tijdens het
opnemen niet op het display verschijnt, schakel
dan als volgt Level Synchro Recording in. Een
muziekstuknummer wordt automatisch
aangebracht telkens wanneer het ingangssignaal
langer dan twee seconden beneden een bepaald
niveau blijft en daarna weer naar een hoger niveau
terugkeert.
Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie TUNER.
37NL
Aanbrengen van
muziekstuknummers (vervolg)
5
6
Druk herhaald op . of > totdat
“T.Mark Off” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
Druk herhaald op . of > totdat
“T.Mark LSync” verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES.
Aanbrengen van
muziekstuknummers op
specifieke punten tijdens het
opnemen — Track Mark
Tijdens het opnemen kunt u op ieder gewenst
tijdstip muziekstuknummers aanbrengen, ongeacht
het soort geluidsbron.
“LEVEL-SYNC” licht op.
7
Druk op MENU/NO.
8
Druk op N op de afstandsbediening.
Het opnemen begint.
Om de opname te stoppen
Druk op MD x.
Om de functie voor automatisch
aanbrengen van
muziekstuknummers uit te
schakelen
1 Druk tijdens de opnamepauze op MENU/NO
op de afstandsbediening.
2 Druk herhaald op . of > totdat “Setup ?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op
de afstandsbediening.
3 Druk herhaald op . of > totdat “T.Mark
LSync” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
4 Druk herhaald op . of > totdat “T.Mark
Off” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
“LEVEL-SYNC” gaat uit.
5 Druk op MENU/NO.
Wanneer “LEVEL-SYNC” uit is, worden
muziekstuknummers alleen aan het begin van elk
muziekstuk aangebracht.
38NL
MD REC z
, Wacht tijdens het opnemen totdat het
punt is bereikt waar u een
muziekstuknummer wilt toevoegen en
druk dan op MD REC z.
De muziekstukken die volgen op het
toegevoegde muziekstuknummer worden
opnieuw genummerd.
Inlassen van een
3-seconden interval
tussen de
muziekstukken — Smart Space
Tijdens het digitaal opnemen van een CD kunt u
met de functie Smart Space de stille passages
tussen muziekstukken automatisch laten
vervangen door een niet-opgenomen interval van
3 seconden. Wanneer bij andere soorten opnamen
de functie Smart Space is geactiveerd en er tijdens
het opnemen gedurende circa 3 seconden of langer
(maar minder dan 30 seconden) geen geluid wordt
ingevoerd, zal het MD-deck deze stilte vervangen
door een niet-opgenomen interval van circa
3 seconden en doorgaan met opnemen.
1
Geen geluidsinvoer gedurende
minder dan 30 seconden
`/1
Uit
2,6
3,4,5
Aan
Vervangen door nietopgenomen interval van circa
3 seconden en opnemen gaat
door
3,4,5
M
>
3,4,5
7
N
X
x
Geen geluidsinvoer gedurende
30 seconden of langer
Uit
1
Druk op MD REC z om over te
schakelen in de pauzestand voor
opnemen.
2
Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
Aan
Vervangen door nietopgenomen interval van
3 seconden en opnemen wordt
tijdelijk stopgezet
Het MD-deck — Opnemen
Auto Cut: Wanneer de functie Smart Space is
geactiveerd en er tijdens het opnemen gedurende
30 seconden of langer geen geluid wordt
ingevoerd, zal het MD-deck deze stilte vervangen
door een niet-opgenomen interval van circa
3 seconden en overschakelen in de pauzestand
voor opnemen.
m
.
wordt vervolgd
39NL
Inlassen van een 3-seconden
interval tussen de
muziekstukken (vervolg)
3
Druk herhaald op . of > totdat
“Setup ?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
4
Druk herhaald op . of > totdat
“S.Space Off” (of “S.Space On”)
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
5
Druk herhaald op . of > totdat
“S.Space On” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
6
Druk op MENU/NO.
7
Druk op N op de afstandsbediening.
Het opnemen begint.
8
Begin met het afspelen van de bron die
u wilt opnemen.
Wanneer er een lange stilte wordt ingevoerd,
verschijnt “Smart Space” en zal het MDdeck deze stilte vervangen door een nietopgenomen interval van circa 3 seconden en
doorgaan met opnemen.
Wanneer er gedurende 30 seconden of langer
geen geluid wordt ingevoerd, verschijnt
“Auto Cut” en zal het MD-deck deze stilte
vervangen door een niet-opgenomen interval
van circa 3 seconden en overschakelen in de
pauzestand voor opnemen. Druk op N om
de opname opnieuw te laten beginnen.
Om de opname te stoppen
Druk op MD x.
40NL
Om de functies Smart Space en
Auto Cut uit te schakelen
1 Druk tijdens de opnamepauze op MENU/NO
op de afstandsbediening.
2 Druk herhaald op . of > totdat “Setup ?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op
de afstandsbediening.
3 Druk herhaald op . of > totdat “S.Space
On” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
4 Druk herhaald op . of > totdat “S.Space
Off” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
5 Druk op MENU/NO.
Tip
De functies Smart Space en Auto Cut zijn in de
fabriek op “On (Aan)” gezet. Wanneer u het systeem
uitschakelt of de stekker uit het stopcontact trekt, zal
het MD-deck de laatste instelling (“S.Space On” of
“S.Space Off”) in het geheugen bewaren.
Instellen van het
opnameniveau
1
Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt opnemen en
begin met afspelen.
Wanneer u opneemt op een MD, kunt u het
opnameniveau instellen op het gewenste volume.
U kunt het opnameniveau niet alleen bij het
maken van een analoge opname instellen, maar
ook bij het maken van een digitale opname van
een CD, enz.
2
Controleer of het MD-deck zich in de
wachtstand voor opnemen bevindt. Zo
niet, druk dan op MD REC z.
3
Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
4
Druk herhaald op . of > totdat
“Setup ?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
5
Druk herhaald op . of > totdat
“LevelAdjust?” verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES.
6
Druk op . of > om het
opnameniveau in te stellen.
2
`/1
Het opnameniveau kan worden ingesteld op
een waarde van –12 tot +12. Luister naar het
geluid en stel het niveau zo in dat op het
display in het luidste gedeelte (het gedeelte
met het hoogste afspeelniveau) niet de
indicatie “OVER” verschijnt. Tijdens het
instellen van het niveau verschijnt de
niveaumeter op het display. (Het linker
kanaal bevindt zich aan de bovenkant, en het
rechter kanaal bevindt zich aan de
onderkant.)
3,8
4,5,6
4,5,7
m
M
.
>
N
X
x
4,5,6
9
wordt vervolgd
Het MD-deck — Opnemen
Stel het niveau zo in dat niet de
indicatie “OVER” verschijnt
41NL
Instellen van het opnameniveau
(vervolg)
7
Druk op ENTER/YES.
8
Druk op MENU/NO.
9
Druk op x op de afstandsbediening.
Mono-opnamen
De stereo-ingangssignalen van FM-uitzendingen
e.d. kunnen in mono worden opgenomen. Bij het
opnemen in mono is de MD-opnametijd ongeveer
tweemaal zo lang als de normale (stereo-)
opnametijd (d.w.z. op een MD met een
opnametijd van 60 minuten kunt u 120 minuten
aan mono-geluid opnemen).
Om de opname te stoppen
Druk op MD x.
Tips
• U kunt het opnameniveau ook tijdens het opnemen
instellen.
• Nadat het opnameniveau is ingesteld, blijft het
gehandhaafd totdat u het opnieuw instelt.
8
7
`/1
2
3,4,5
3,4,5
m
M
.
>
N
X
1
6
42NL
x
3,4,5
1
Druk op MD op de afstandsbediening
om over te schakelen op de functie MD.
2
Druk in de stopstand op MENU/NO op
de afstandsbediening.
3
Druk herhaald op . of > totdat
“Setup ?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
4
Druk herhaald op . of > totdat
“Stereo Rec” (of “Mono Rec”)
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
5
Druk herhaald op . of > totdat
“Mono Rec” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
Om terug te keren naar stereoopname
1 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening
wanneer de MD-functie zich in de stopstand
bevindt.
2 Druk herhaald op . of > totdat “Setup ?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op
de afstandsbediening.
3 Druk herhaald op . of > totdat “Mono
Rec” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
4 Druk herhaald op . of > totdat “Stereo
Rec” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES. Het systeem schakelt terug naar stereoopname en “MONO” gaat uit.
“MONO” licht op.
6
Druk herhaald op FUNCTION om de
bron (bijvoorbeeld TUNER) te kiezen
die u wilt opnemen.
7
Druk op MD REC z.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
8
Druk op MD NX.
Om de opname te stoppen
Druk op MD x.
Het MD-deck — Opnemen
Het opnemen begint. U zult het geluid horen
zoals het uit de geluidsbron komt (d.w.z. bij
het opnemen van een stereo-uitzending zult u
het geluid in stereo horen).
43NL
Het MD-deck
— Monteren
Alvorens met het
monteren te beginnen
U kunt de op een MD opgenomen muziekstukken
monteren. Door gebruikmaking van de
montagefuncties kunt u de muziekstukken op de
MD opnieuw rangschikken.
Montagefuncties
• NAME-functie — Invoeren van MD-titels
(blz. 45)
Met deze functie kunt u uw discs en
muziekstukken een titel geven. Voor de titels
kunt u gebruikmaken van hoofdletters, kleine
letters, cijfers en symbolen.
• ERASE-functie — Wissen van opnamen
(blz. 47)
Met deze functie kunt u één enkel muziekstuk,
alle muziekstukken tegelijk of een gedeelte van
een muziekstuk wissen.
• MOVE-functie — Veranderen van de
volgorde van muziekstukken (blz. 51)
Met deze functie kunt u de nummering van
muziekstukken veranderen.
• DIVIDE-functie — Toevoegen van
muziekstuknummers (blz. 52)
Met deze functie kunt u muziekstuknummers
toevoegen. Hierdoor kunt u snel uw favoriete
passages terugvinden.
• COMBINE-functie — Samenvoegen van
opgenomen muziekstukken (blz. 53)
Met deze functie kunt u twee muziekstukken
samenvoegen tot één muziekstuk. Ook kunt u
hiermee niet-opeenvolgende muziekstukken
samenvoegen, zoals muziekstuknummer 1 en 4,
enz.
• UNDO-functie — Ongedaan maken van
de laatste wijziging (blz. 55)
Met deze functie kunt u de laatste wijziging
ongedaan maken en de oorspronkelijke inhoud
van de MD van vóór de montage wordt
hersteld.
44NL
Alvorens met het monteren te
beginnen
U kunt een MD alleen in de volgende situaties
monteren:
• Wanneer de MD geschikt is voor opname.
• Wanneer de MD normaal wordt afgespeeld.
Alvorens met het monteren te beginnen, dient u de
volgende punten te controleren:
1
Controleer het nokje van de te monteren
MD.
Indien de MD is beschermd tegen
abusievelijk opnemen, verschijnen
beurtelings “C11” en “Protected” en kan de
MD niet worden gemonteerd.
Verschuif het nokje om de opening af te
dekken.
2
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PGM” en “SHUFFLE” beide zijn
verdwenen.
U kunt de MD alleen monteren tijdens
normaal afspelen. U kunt de MD niet
monteren tijdens afspelen in willekeurige of
geprogrammeerde volgorde.
Na het monteren
, Druk op MD Z om de MD te
verwijderen of druk op ?/1 (spanning)
om het systeem uit te schakelen.
“TOC” licht op, of “TOC” of “STANDBY”
begint te knipperen. De inhoudsopgave
(TOC: Table Of Contents) wordt bijgewerkt
en het monteren is beëindigd.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
monteren van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
of “STANDBY” knippert), dit om ervan verzekerd
te zijn dat de montage volledig wordt uitgevoerd.
Invoeren van MD-titels
1
— NAME-functie
U kunt als volgt titels samenstellen voor uw
opgenomen MD’s en muziekstukken.
Tijdens het opnemen
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
Om een muziekstuk een titel te geven, drukt
u herhaald op . of > totdat het
gewenste muziekstuknummer verschijnt.
2
Druk op NAME EDIT.
De cursor begint te knipperen.
Indien “CD-TEXT” tijdens het opnemen van een
CD oplicht of knippert op het display, kunt u de
CD-disctitel opnemen op de MD (zie blz. 34). De
CD-disctitel wordt echter niet gekopieerd wanneer
u een CD tegelijkertijd op een MD en een tape
opneemt.
Na het opnemen
Cursor
Gebruik de NAME-functie op deze bladzijde. U
kunt voor de disctitel en muziekstuktitels op één
MD in totaal ongeveer 1700 tekens invoeren.
3
`/1
2,3
Druk op CHARACTER om het
gewenste soort letter te laten
verschijnen.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
(spatie)* t A (hoofdletters) t
a (kleine letters) t 0 (cijfers) t
! (symbolen) t
(spatie)* t ...
7
Het eerste teken kan geen spatie zijn.
* Om deze reden verschijnt “ ” (spatie) niet
op het display wanneer u als eerste teken een
spatie invoert.
CLEAR
CURSORT
4
m
M
.
>
N
X
1
x
5
4
4
Druk herhaald op . of > om het
gewenste teken te kiezen.
Om een spatie in te voeren
Druk op CURSORt zonder . of > in
te drukken.
wordt vervolgd
Het MD-deck — Monteren
Om een symbool in te voeren
U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken.
!”#$%&’() +,–./:;<=>?@_ `
45NL
Invoeren van MD-titels (vervolg)
5
Druk op CURSORt.
Het teken dat u bij stap 4 hebt gekozen, stopt
met knipperen en de cursor gaat naar rechts.
Cursor
6
Herhaal de stappen 3 t/m 5 om de
volledige titel in te voeren.
Indien u zich hebt vergist
Druk op CURSORT of t totdat het teken
dat u wilt veranderen knippert, en herhaal
dan de stappen 3 t/m 5.
Om een teken te wissen
Druk op CLEAR terwijl het teken knippert.
U kunt geen tekens invoegen.
7
Druk op ENTER/YES om de titelinvoer
te beëindigen.
De titels die u hebt ingevoerd verschijnen in
volgorde op het scherm en het display keert
terug naar de oorspronkelijke indicatie.
Kopiëren van een disc- of
muziekstuktitel
U kunt een disc- of muziekstuktitel ook kopiëren
en deze gebruiken als titel voor een ander
muziekstuk of als de disctitel op dezelfde disc.
1 Druk in de stopstand op MENU/NO.
2 Druk herhaald op . of > totdat “Name ?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
3 Druk herhaald op . of > totdat “Nm
Copy ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
4 Druk herhaald op . of > en kies “Disc”
(voor het kopiëren van de disctitel) of het
muziekstuknummer met de titel die u wilt
kopiëren en druk daarna op ENTER/YES.
Wanneer “No Name” verschijnt
De disc of het muziekstuk heeft geen titel.
5 Druk herhaald op . of > en kies het
muziekstuknummer waar u de titel naartoe wilt
kopiëren of kies “Disc” (voor het kopiëren als
disctitel) en druk daarna op ENTER/YES.
Wanneer “Overwrite ??” verschijnt
De disc of het muziekstuk waar u de titel
naartoe wilt kopiëren, heeft reeds een titel. Om
verder te gaan en de titel te kopiëren, drukt u op
ENTER/YES.
Om de kopieerfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Controleren van de titels
Om de titelinvoerfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Opmerkingen
• U kunt een muziekstuk ook een titel geven terwijl
dit wordt afgespeeld. Het afspelen wordt herhaald
totdat u klaar bent met het invoeren van de titel.
• Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan de MD niet worden gemonteerd.
Verwijder de MD en verschuif daarna het nokje aan
de zijkant van de MD om de opening af te dekken
(zie blz. 32).
46NL
Om de disctitels te controleren, drukt u in de
stopstand op SCROLL. Om de muziekstuktitel te
controleren, drukt u tijdens het afspelen op
SCROLL. De titel verschijnt bewegend op het
display. Druk op SCROLL om het bewegen van
de titels te laten stoppen. Druk nogmaals op de
toets om het bewegen weer te laten beginnen.
Wissen van de titels
1 Druk in de stopstand op MENU/NO.
2 Druk herhaald op . of > totdat “Name ?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
3 Druk herhaald op . of > totdat “Nm
Erase?” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
Indien u alle titels wilt wissen, drukt u eerst
herhaald op . of > totdat “Nm All Ers?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
“Nm All Ers??” verschijnt.
4 Druk herhaald op . of > totdat de titel
die u wilt wissen verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES.
Om alle titels te wissen, drukt u opnieuw op
ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt en de titel is nu
gewist.
Wissen van opnamen
— ERASE-functie
Met dit MD-deck kunt u ongewenste
muziekstukken snel en gemakkelijk wissen.Ook
kunt u gewiste opnamen herstellen door
gebruikmaking van de UNDO-functie. U kunt
gewiste opnamen echter niet herstellen nadat u
andere montagefuncties hebt gebruikt.
Er zijn drie mogelijkheden voor het wissen van
opgenomen materiaal:
• Wissen van één muziekstuk (TRACK ERASEfunctie)
• Wissen van alle muziekstukken (ALL ERASEfunctie)
• Wissen van een gedeelte van een muziekstuk
(A-B ERASE-functie)
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Wissen van één muziekstuk
Druk op MENU/NO.
— TRACK ERASE-functie
Om terug te keren naar de
toestand vóór het invoeren of
wissen van de titels
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het invoeren of wissen van een titel, door
gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55.
U kunt een muziekstuk wissen door gewoon het
betreffende muziekstuknummer in te voeren.
Wanneer u een muziekstuk wist, vermindert het
totale aantal muziekstukken op de MD met één en
worden alle muziekstukken die volgen op het
gewiste muziekstuk opnieuw genummerd.
Voorbeeld: Wissen van muziekstuk 2
Wis muziekstuk 2
Muziekstuknummer
Oorspronkelijke muziekstukken
2
A
1
3
B
2
A
4
C
D
3
C
D
Bij het wissen van meerdere muziekstukken is het
raadzaam om te beginnen bij de muziekstukken
met de hoogste nummers, dit om te voorkomen dat
de nog niet gewiste muziekstuknummers opnieuw
worden genummerd.
wordt vervolgd
Het MD-deck — Monteren
Na
ERASE
1
47NL
Wissen van opnamen (vervolg)
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
`/1
Om terug te keren naar de
toestand vóór ERASE
3,5
2
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het wissen van de muziekstukken, door
gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55.
Opmerking
3,4
m
M
.
>
N
X
3,4
x
1
1
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2
Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3
Druk herhaald op . of > totdat
“Tr Erase?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
4
Druk herhaald op . of > totdat
het gewenste muziekstuknummer
verschijnt.
“Erase???” verschijnt wanneer het muziekstuk op een
ander deck werd opgenomen of gemonteerd en tegen
wissen is beveiligd. Om het muziekstuk te wissen,
drukt u op ENTER/YES terwijl “Erase???” op het
display wordt weergegeven.
Wissen van alle
muziekstukken — ALL ERASE-functie
U kunt de disctitel en alle opgenomen
muziekstukken en de titels daarvan in één keer
wissen.
`/1
2
3
3,4
m
M
.
>
N
X
3
x
1
5
Druk op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt enkele seconden en
het gekozen muziekstuk en de titel ervan zijn
nu gewist.
48NL
1
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2
Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3
Druk herhaald op . of > totdat
“All Erase ?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
`/1
“All Erase ??” verschijnt.
4
3
Druk opnieuw op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt enkele seconden en
de disctitel en alle opgenomen
muziekstukken en de titels ervan zijn nu
gewist.
4,6,10
2
1
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
toestand vóór ERASE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het wissen van de muziekstukken, door
gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55.
* 1 frame is 1/86 seconde.
Voorbeeld: Wissen van een gedeelte van
muziekstuk 2
Na A-B
ERASE
2
A
3
B-A
B-B
B-C
N
X
x
4,6,
10
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2
Wanneer tijdens het afspelen van een
MD het beginpunt van het te wissen
gedeelte is bereikt (punt A), drukt u op
X.
3
Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
4
Druk herhaald op . of > totdat
“A-B Erase ?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
5
Druk opnieuw op ENTER/YES.
“—Rehearsal—” en “Point A ok?”
verschijnen beurtelings terwijl het deck het
gekozen muziekstuk vanaf het begin tot aan
punt A afspeelt.
wordt vervolgd
1
2
A
3
B(A+C)
C
Het MD-deck — Monteren
Punt B
Muziekstuknummer
1
M
>
De MD wordt tijdelijk stopgezet.
U kunt op eenvoudige wijze een gedeelte van een
muziekstuk markeren en dit vervolgens wissen. U
kunt het gewenste gedeelte met intervallen van
een frame*, minuut of seconde verschuiven. Deze
functie is handig wanneer u na het opnemen van
een satelliet-uitzending of FM-uitzending
onnodige gedeelten wilt wissen.
Oorspronkelijke muziekstukken
m
.
1
Wissen van een gedeelte van
een muziekstuk — A-B ERASE-functie
Punt A
4,5,
8,9,
11
49NL
Wissen van opnamen (vervolg)
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
6
Terwijl u luistert, drukt u herhaald op
. of > om het beginpunt van het
te wissen gedeelte (punt A) te vinden.
U kunt het beginpunt met intervallen van
1/86 seconde (1 frame) verschuiven.
Om het punt met intervallen van een seconde
of minuut te verschuiven, drukt u eerst op
m of M zodat de seconde of minuut gaat
knipperen en druk daarna op . of >.
7
Herhaal stap 6 totdat de positie van punt
A juist is.
8
Druk op ENTER/YES wanneer de
positie van punt A juist is.
“Point B Set” verschijnt op het display en er
wordt begonnen met het afspelen om het
eindpunt van het te wissen gedeelte (punt B)
in te stellen.
9
Ga door met afspelen totdat punt B is
bereikt en druk daarna op ENTER/YES.
“A-B Ers” en “Point B ok?” verschijnen
beurtelings en het deck herhaalt
achtereenvolgens de paar seconden vóór punt
A en na punt B.
10 Druk herhaald op . of > om punt
B te vinden.
De procedure is dezelfde als bij stap 6.
11 Druk op ENTER/YES wanneer de
positie van punt B juist is.
“Complete !!” verschijnt enkele seconden en
het gedeelte tussen punt A en B is nu gewist.
50NL
Om terug te keren naar de
toestand vóór ERASE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het wissen van de muziekstukken, door
gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55.
Opmerking
Indien “Impossible” op het display verschijnt, kan het
aangegeven gedeelte niet worden gewist. Dit gebeurt
soms wanneer hetzelfde muziekstuk reeds al te vaak
werd gemonteerd. Dit is geen mechanische storing,
maar hangt samen met de technische beperkingen van
het MD-systeem.
Verplaatsen van
opgenomen
muziekstukken
— MOVE-functie
Met deze functie kunt u de volgorde van de
muziekstukken op de disc veranderen. Wanneer u
muziekstukken verplaatst, worden de
muziekstukken automatisch opnieuw genummerd.
1
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2
Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3
Druk herhaald op . of > totdat
“Move ?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES.
4
Druk herhaald op . of > totdat
het muziekstuknummer dat u wilt
verplaatsen verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES.
5
Druk herhaald op . of > totdat
het nummer van de nieuwe positie
verschijnt.
Voorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk 3 naar
positie 2
Muziekstuknummer
Oorspronkelijke muziekstukken
1
2
A
4
C
2
1
Na
MOVE
3
B
D
4
3
A
C
B
D
`/1
2
3,4,6
Oorspronkelijk
Nieuwe positie van
muziekstuknummer muziekstuk
6
Druk op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt enkele seconden en
het gekozen muziekstuk is nu verplaatst.
3,4,5
m
M
.
>
N
X
Om de MOVE-functie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
volgorde van de muziekstukken
van vóór MOVE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke volgorde van de muziekstukken,
maar alleen onmiddellijk na het verplaatsen van de
opgenomen muziekstukken, door gebruikmaking
van de UNDO-functie op blz. 55.
Het MD-deck — Monteren
1
x
3,4,5
51NL
Onderverdelen van
opgenomen
muziekstukken
— DIVIDE-functie
Met deze functie kunt u muziekstuknummers
aanbrengen nadat de opname is beëindigd. Het
totale aantal muziekstukken vermeerdert met één
en alle muziekstukken die volgen op de
onderverdeelde muziekstukken worden opnieuw
genummerd.
1
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2
Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3
Druk herhaald op . of > totdat
“Divide ?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES.
4
Druk herhaald op . of > totdat
het muziekstuknummer dat u wilt
onderverdelen verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
Voorbeeld: Muziekstuk 2 onderverdelen in twee
muziekstukken
“—Rehearsal—” verschijnt en het gedeelte
dat moet worden onderverdeeld, wordt
herhaald afgespeeld.
Muziekstuknummer
Oorspronkelijke muziekstukken
Na
DIVIDE
1
2
A
3
B
C
D
Verdeel muziekstuk 2 in
de muziekstukken B en C
1
2
A
3
5
4
B
C
D
U kunt het punt verschuiven met intervallen
van 1/86 seconde (1 frame).
Om het punt met intervallen van een seconde
of minuut te verschuiven, drukt u eerst op
m of M zodat de seconde of minuut gaat
knipperen en druk daarna op . of >.
`/1
2
3,4,6
Terwijl u meeluistert naar het geluid,
drukt u herhaald op . of > om
het gewenste punt van onderverdeling te
kiezen.
6
Druk op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt enkele seconden en
het nieuwe muziekstuk begint af te spelen.
3,4,5
m
M
.
>
N
X
1
x
3,4,5
Om de DIVIDE-functie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
situatie van vóór DIVIDE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het onderverdelen van de muziekstukken, door
gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55.
U kunt ook terugkeren naar de oorspronkelijke
situatie door gebruikmaking van de COMBINEfunctie op blz. 53.
52NL
Opmerkingen
• Wanneer u een muziekstuk met een titel
onderverdeelt (zie blz. 45), behoudt alleen het eerste
van de twee muziekstukken de titel.
Voorbeeld:
1
2
3
Andante Adagio
1
2
4
— COMBINE-functie
Allegro
3
4
Samenvoegen van
opgenomen
muziekstukken
5
Andante Adagio Allegro
Het nieuwe muziekstuk heeft geen titel
• Indien u als positie van onderverdeling het
beginpunt of eindpunt van een muziekstuk kiest,
verschijnt “Impossible”. Druk in dat geval op .
of > om een andere positie te kiezen.
Met deze functie kunt u twee muziekstukken
samenvoegen tot één muziekstuk. Het totale aantal
muziekstukken vermindert met één en alle
muziekstukken die volgen op de samengevoegde
muziekstukken worden opnieuw genummerd.
Met deze functie kunt u ook onnodige
muziekstuknummers wissen.
Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 3
en 1
Muziekstuknummer
1
OorspronkeA
lijke muziekstukken
2
3
C
1
Na
COMBINE
4
B
2
A
C
D
3
B
D
Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 1
en 4
Oorspronkelijke muziekstukken
1
2
1
Na
COMBINE
2
B
3
B
A
4
C
5
D
3
C
4
D
A
wordt vervolgd
Het MD-deck — Monteren
53NL
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken (vervolg)
4
`/1
2
3,4,5
m
M
>
N
X
3,4,5
x
1
1
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2
Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3
Om bijvoorbeeld de muziekstukken 4 en 1
samen te voegen, kiest u 4.
3,4,6
.
Druk herhaald op . of > totdat
het nummer van het eerste van de twee
samen te voegen muziekstukken
verschijnt, en druk daarna op ENTER/
YES.
Druk herhaald op . of > totdat
“Combine ?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
Eerst muziekstuk
5
Druk herhaald op . of > totdat
het nummer van het tweede van de twee
samen te voegen muziekstukken
verschijnt.
Tweede van de
Nieuw
samen te voegen muziekstuknummer
muziekstukken
6
Druk op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt enkele seconden en
de muziekstukken zijn nu samengevoegd.
Het afspelen begint.
Om de COMBINE-functie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
situatie van vóór COMBINE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het samenvoegen van de muziekstukken, door
gebruikmaking van de UNDO-functie op blz. 55.
U kunt ook terugkeren naar de oorspronkelijke
situatie door gebruikmaking van de DIVIDEfunctie op blz. 52.
54NL
Opmerkingen
• Indien beide samengevoegde muziekstukken van
een titel waren voorzien, zal de titel van het tweede
muziekstuk worden gewist.
• Indien “Impossible” op het display verschijnt,
kunnen de muziekstukken niet worden
samengevoegd. Dit gebeurt soms wanneer hetzelfde
muziekstuk reeds al te vaak werd gemonteerd. Dit is
geen mechanische storing, maar hangt samen met
de technische beperkingen van het MD-systeem.
Ongedaan maken van de
laatste wijziging
— UNDO-functie
Met deze functie kunt u de laatste wijziging
ongedaan maken zodat de oorspronkelijke inhoud
van de MD wordt hersteld.
Een wijziging door montage kan echter niet
ongedaan worden gemaakt indien u na de montage
één van de volgende handelingen hebt verricht:
• Verrichten van een andere montage.
• Indrukken van MD REC z of ENTER/START.
• Bijwerken van de inhoudsopgave (TOC) door
uitschakelen van het systeem of verwijderen
van de MD.
• De stekker uit het stopcontact trekken.
`/1
3,4
1
2
m
M
.
>
N
X
2
x
Het MD-deck — Monteren
wordt vervolgd
55NL
Ongedaan maken van de laatste
wijziging (vervolg)
1
Druk in de stopstand op MENU/NO
zodat “Edit Menu” verschijnt.
2
Druk herhaald op . of > totdat
“Undo ?” verschijnt.
Wanneer er geen wijzigingen zijn
aangebracht die u ongedaan kunt maken, zal
“Undo ?” niet verschijnen.
3
Druk op ENTER/YES.
Eén van de volgende meldingen verschijnt
op het display, afhankelijk van de laatste
wijziging.
Gemaakte wijziging
Melding
Invoeren van een
muziekstuktitel of
MD-titel
Kopiëren van een
disctitel of een
muziekstuktitel
Het tapedeck
— Opnemen
Uw favoriete
muziekstukken van een
CD opnemen op een tape
— CD-TAPE-synchroon-opname
Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u uw
favoriete muziekstukken op een CD kiezen en
deze vervolgens in de geprogrammeerde volgorde
opnemen op een tape door gebruikmaking van de
CD-synchroon-opnamefunctie. Hiermee kunt u de
volgorde van de muziekstukken veranderen en
ervoor zorgen dat de afspeeltijd op elk van beide
kanten van de tape voldoende is.
10,13 11
“Name Undo?”
Wissen van een
bestaande titel
Wissen van één
muziekstuk
Wissen van alle
muziekstukken
“Erase Undo?”
Wissen van een
gedeelte van een
muziekstuk
4
Verplaatsen van een
muziekstuk
“Move Undo?”
Onderverdelen van
een muziekstuk
“Divide Undo?”
Samenvoegen van
muziekstukken
“CombineUndo?”
Druk opnieuw op ENTER/YES.
“Complete !!” verschijnt enkele seconden en
de oorspronkelijke inhoud van de MD van
vóór de montage wordt hersteld.
Om de UNDO-functie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
56NL
9
12
4
`/1
2
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
“Step” verschijnt, gevolgd door het nummer
van het muziekstuk in de geprogrammeerde
volgorde. Het nummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk verschijnt,
gevolgd door de totale afspeeltijd van het
programma.
4
m
M
.
>
N
X
3
x
Laatst geprogrammeerde
muziekstuk
De muziekstukken kiezen
1
Druk op CD op de afstandsbediening
om over te schakelen op de functie CD.
2
Druk herhaald op PLAY MODE op de
afstandsbediening totdat “PGM”
verschijnt.
3
Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
Totale
afspeeltijd
5
Herhaal de stappen 3 en 4 om de
muziekstukken te kiezen die u wilt
opnemen op de kant waarop het
opnemen moet beginnen.
6
Druk op X op de afstandsbediening.
Aan het einde van de kant waarop het
opnemen begint, wordt de opname tijdelijk
stopgezet. “P” verschijnt en de indicatie van
de totale afspeelduur verandert in “0.00”.
7
Herhaal de stappen 3 en 4 om de
muziekstukken te kiezen die u wilt
opnemen op de achterkant.
Opnemen op een tape
8
Plaats een blanco tape.
9
Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “CD-TAPE SYNC” verschijnt.
Het MD-deck — Monteren/Het tapedeck — Opnemen
3
6
1
Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
wordt vervolgd
Gekozen
muziekstuknummer
Totale
afspeeltijd
57NL
Uw favoriete muziekstukken van
een CD opnemen op een tape
(vervolg)
10 Druk op ENTER/START.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler staat in de
pauzestand voor afspelen.
11 Druk op TAPE nN zodat de rechter
indicator oplicht om het opnemen te
laten beginnen vanaf de voorkant. Om
het opnemen te laten beginnen vanaf de
achterkant, drukt u opnieuw op TAPE
nN zodat de linker indicator oplicht.
12 Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant op te
nemen, of op h (of j) om op beide
kanten op te nemen.
Als u voor opname op beide kanten kiest en
de voorkant halverwege een muziekstuk ten
einde is, wordt het gehele muziekstuk vanaf
het begin van de achterkant opnieuw
opgenomen. Wanneer u het opnemen vanaf
de achterkant laat beginnen, wordt de
opname aan het einde van de achterkant
stopgezet, zelfs indien u h kiest.
13 Druk op ENTER/START.
Het afspelen van de CD en het opnemen op
de tape beginnen. Wanneer de opname is
beëindigd, stoppen de CD-speler en het
tapedeck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op CD x of TAPE x.
58NL
Indien de tape tijdens het
opnemen vol raakt
In dit geval stoppen de CD-speler en het tapedeck
automatisch.
Om tegelijkertijd op een MD op
te nemen
Plaats een voor opnemen geschikte MD en kies bij
stap 9 van “Opnemen op een tape” op blz. 57 de
optie “DUAL SYNC”.
Tip
Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het
lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 10 op
DOLBY NR zodat “;” op het display verschijnt.
Opmerking
Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc of
tape geplaatst of kunt u niet op de betreffende tape
opnemen (zie blz. 80).
Opnemen van een MD op
een tape
U kunt een MD analoog opnemen op een tape,
met de muziekstukken in dezelfde volgorde als op
de oorspronkelijke MD.
U kunt ook een programma van uw favoriete
muziekstukken opnemen.
Opnemen van muziekstukken
in dezelfde volgorde als op de
oorspronkelijke MD
4,7
4
Druk op ENTER/START.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en het MD-deck in de pauzestand
voor afspelen.
5
Druk op TAPE nN zodat de rechter
indicator oplicht om het opnemen te
laten beginnen vanaf de voorkant. Om
het opnemen te laten beginnen vanaf de
achterkant, drukt u opnieuw op TAPE
nN zodat de linker indicator oplicht.
6
Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant op te
nemen, of op h (of j) om op beide
kanten op te nemen.
5
Als u voor opname op beide kanten kiest en
de voorkant halverwege een muziekstuk ten
einde is, wordt het gehele muziekstuk vanaf
het begin van de achterkant opnieuw
opgenomen. Wanneer u het opnemen vanaf
de achterkant laat beginnen, wordt de
opname aan het einde van de achterkant
stopgezet, zelfs indien u h kiest.
Druk op ENTER/START.
Het afspelen van de MD en het opnemen op
de tape beginnen. Wanneer de opname is
beëindigd, stoppen het MD-deck en het
tapedeck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op MD x of TAPE x.
3
6
1
Plaats een blanco tape.
2
Plaats een MD.
3
Druk herhaald op SYNCHRO REC
totdat “MD-TAPE SYNC” verschijnt.
Indien de tape tijdens het
opnemen vol raakt
Het tapedeck — Opnemen
7
In dit geval stoppen het MD-deck en het tapedeck
automatisch.
wordt vervolgd
59NL
Opnemen van een MD op een
tape (vervolg)
3
Tip
Druk herhaald op . of > totdat
het gewenste muziekstuknummer op het
display verschijnt.
Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het
lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 4 op
DOLBY NR zodat “;” op het display verschijnt.
Opmerking
Indien “Cannot SYNC” verschijnt, is er geen disc of
tape geplaatst of kunt u niet op de betreffende tape
opnemen (zie blz. 79 en 80).
Uw favoriete muziekstukken
van een MD opnemen
Gekozen
muziekstuknummer
4
Totale
afspeeltijd
Druk op ENTER/YES.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
“Step” verschijnt, gevolgd door het nummer
van het muziekstuk in de geprogrammeerde
volgorde. Het nummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk verschijnt,
gevolgd door de totale afspeeltijd van het
programma.
— MD-TAPE-synchroon-opname
Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u uw
favoriete muziekstukken op een MD kiezen en
deze vervolgens in de geprogrammeerde volgorde
opnemen op een tape door gebruikmaking van de
MD-synchroon-opnamefunctie.
`/1
2
4
.
>
N
X
1
60NL
Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
6
Plaats een blanco tape.
7
Volg de stappen 3 t/m 7 van “Opnemen
van muziekstukken in dezelfde volgorde
als op de oorspronkelijke MD” (zie
blz. 59).
3
x
1
Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2
Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat “PGM” verschijnt.
Totale
afspeeltijd
5
M
m
3
Laatst
geprogrammeerde
muziekstuk
Handmatig opnemen op
een tape — Handmatige opname
Bij handmatig opnemen kunt u alleen de door u
gewenste muziekstukken van een CD of een MD
opnemen op een tape. U kunt ook een
radioprogramma opnemen.
3
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
4
Druk op TAPE nN zodat de rechter
indicator oplicht om het opnemen te
laten beginnen vanaf de voorkant. Om
het opnemen te laten beginnen vanaf de
achterkant, drukt u opnieuw op TAPE
nN zodat de linker indicator oplicht.
5
Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant op te
nemen, of op h (of j) om op beide
kanten op te nemen.
Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
3
4
Druk op TAPE REC z.
6
Wanneer u het opnemen vanaf de achterkant
laat beginnen, wordt de opname aan het
einde van de achterkant stopgezet, zelfs
indien u h kiest.
6
Druk op TAPE X.
Het opnemen begint.
2
5
1
Plaats een blanco tape.
2
Druk herhaald op FUNCTION om de
bron (bijvoorbeeld TUNER) te kiezen
die u wilt opnemen.
Begin met het afspelen van de bron die
u wilt opnemen.
Om
Druk op
Te stoppen met opnemen
TAPE x.
Te pauzeren
TAPE X.
Tip
Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen in het
lage bereik wilt verminderen, druk dan na stap 3 op
DOLBY NR zodat “;” op het display verschijnt.
Het tapedeck — Opnemen
7
• CD: Opnemen van de CD
• MD: Opnemen van de MD
• TUNER: Opnemen van de radio
61NL
Overige functies
Instellen van de lage tonen
Geluidsregeling
Niet alleen kunt u de lage en hoge tonen regelen,
maar ook kunt u de dynamische geluidsgenerator
(DSG) gebruiken om het geluid krachtiger te
maken.
BASS
TREBLE
DSG
, Draai BASS.
U kunt de lage tonen instellen in 9 stappen
(van MIN tot MAX).
Instellen van de hoge tonen
, Draai TREBLE.
U kunt de hoge tonen instellen in 9 stappen
(van MIN tot MAX).
Instellen van de lage en hoge
tonen door gebruikmaking van
de afstandsbediening
1
Druk op BASS/TRE om BASS of
TREBLE te kiezen.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
BASS y TREBLE
Verkrijgen van een krachtiger
geluid
, Druk op DSG.
Wanneer DSG is ingeschakeld, licht “DSG”
op het display op.
Uitschakelen van DSG
Druk op DSG zodat “DSG” uitgaat.
62NL
2
Wanneer BASS of TREBLE op het
display verschijnt, drukt u herhaald op
. of > totdat het gewenste niveau
wordt aangegeven.
Toewijzing van een
naam aan een
voorgeprogrammeerde
zender — Station Name
1
Druk op TUNER/BAND om “FM” of
“AM” te kiezen.
2
Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “PRESET” verschijnt.
3
Druk herhaald op TUNING + of –
totdat het preselectie-nummer van de
zender waaraan u een naam wilt
toewijzen, verschijnt.
4
Druk op NAME EDIT op de
afstandsbediening.
Aan elke voorgeprogrammeerde zender kunt u een
naam (Station Name) van maximaal 12 tekens
toewijzen. De naam van de zender verschijnt op
het display wanneer u op de zender afstemt.
Het tekstinvoerscherm verschijnt en de
cursor knippert.
Cursor
5
2 1
3
Druk op CHARACTER op de
afstandsbediening om het gewenste
soort teken te laten verschijnen.
Het eerste teken kan geen spatie zijn.
`/1
* Om deze reden verschijnt “ ” (spatie) niet
op het display wanneer u als eerste teken een
spatie invoert.
4,5
9
wordt vervolgd
Overige functies
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
(spatie)* t A (hoofdletters) t
a (kleine letters) t 0 (cijfers) t
! (symbolen) t
(spatie)* t ...
CLEAR
CURSORT
6
m
M
.
>
N
X
7
6
x
63NL
Toewijzing van een naam aan
een voorgeprogrammeerde
zender (vervolg)
6
Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening om het gewenste
teken te kiezen.
Om een spatie in te voeren
Druk op CURSORt zonder . of > in
te drukken.
Om een symbool in te voeren
U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken.
!”#$%&’() +,–./: ;<=>?@_`
7
Druk op CURSORt op de
afstandsbediening.
Het teken dat u bij stap 6 hebt gekozen, stopt
met knipperen en de cursor gaat naar rechts.
Cursor
8
Herhaal de stappen 5 t/m 7 om de
volledige titel in te voeren.
Indien u zich hebt vergist
Druk op CURSORT of t totdat het teken
dat u wilt veranderen knippert, en herhaal
dan de stappen 5 t/m 7.
Om een teken te wissen
Druk op CLEAR op de afstandsbediening
terwijl het teken knippert. U kunt geen
tekens invoegen.
9
64NL
Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening om de invoer van de
naam te beëindigen.
Om de titelinvoerfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO op de afstandsbediening.
Om het preselectie-nummer en
de frequentie te controleren
De zendernaam verschijnt op het display wanneer
u hebt afgestemd op een zender met een naam.
Om het preselectie-nummer en de frequentie te
controleren, drukt u op DISPLAY op de
afstandsbediening. Het preselectie-nummer en de
frequentie verschijnen op het display, gevolg door
de zendernaam.
Om de zendernaam te wissen
1 Volg de stappen 1 t/m 4.
2 Druk herhaald op CLEAR op de
afstandsbediening om de naam te wissen.
3 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening.
Gebruik van het radioinformatiesysteem (RDS)
(Alleen Europees model)
Wat is het radioinformatiesysteem?
Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data
System) is een omroepdienst die radiozenders in
staat stelt om extra informatie uit te zenden naast
het gewone programmasignaal. RDS is alleen op
FM-zenders* beschikbaar.
Inslapen met muziek
— SLEEP-timerfunctie
U kunt het systeem na verloop van een vooraf
ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen,
zodat u kunt inslapen met muziek. U kunt de
uitschakeltijd instellen in stappen van 10 minuten.
`/1
SLEEP
Opmerking
RDS zal mogelijk niet juist werken indien de zender
waarop u hebt afgestemd het RDS-signaal niet juist
uitzendt of het signaal te zwak is.
* Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of
hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd
bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw
plaatselijke radiozenders voor details betreffende
RDS-diensten in uw gebied.
Ontvangen van RDSuitzendingen
, Kies gewoon een zender op de FMband.
Controleren van de RDSinformatie
Bij elke druk op DISPLAY verandert het display
als volgt:
t Zendernaam*
r
Frequentie
r
Programmatype*
r
Klokdisplay
r
BASS-niveau
r
TREBLE-niveau
* Als er geen RDS informatie wordt ontvangen, kan
de zendernaam en het programmatype (zie blz. 85)
niet in het display worden aangegeven.
Bij elke druk op deze toets verandert de
minuten-indicatie (de resterende tijd) als
volgt:
t SLEEP OFF t AUTO
10min T ... T 80min T 90min T
Om de resterende tijd te
controleren
Druk eenmaal op SLEEP. De resterende tijd wordt
echter niet aangegeven wanneer “AUTO” is
ingesteld.
Om de uitschakeltijd te wijzigen
Kies de gewenste tijd door indrukken van SLEEP.
Om de SLEEP-timerfunctie uit te
schakelen
Druk herhaald op SLEEP totdat “SLEEP OFF”
verschijnt.
wordt vervolgd
Overige functies
Wanneer u afstemt op een zender die RDSdiensten verzorgt, zal de zendernaam op het
display verschijnen.
, Druk herhaald op SLEEP om de
gewenste tijd te kiezen.
65NL
Inslapen met muziek (vervolg)
Ontwaken met muziek
Wanneer u “AUTO” kiest
— DAILY-timerfunctie
Wanneer het afspelen van de CD, MD of tape is
afgelopen, wordt het systeem automatisch
uitgeschakeld (na maximaal 100 minuten).
Wanneer de functie TUNER is gekozen, wordt het
systeem na 100 minuten uitgeschakeld.
U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken met
muziek.
Zorg eerst dat de klok is ingesteld (zie blz. 6).
`/1
Tip
U kunt de SLEEP-timerfunctie ook gebruiken
wanneer de klok niet is ingesteld.
Opmerking
Tijdens synchroon-opname op een MD of een tape
kan “AUTO” niet worden gekozen.
5,7
m
M
.
>
N
X
9
3
4,5,8
5,7
x
2
1
Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt afspelen.
• CD: Plaats een CD. Om te beginnen bij
een bepaald muziekstuk dient u eerst een
programma samen te stellen (zie blz. 23).
• MD: Plaats een MD. Om te beginnen bij
een bepaald muziekstuk dient u eerst een
programma samen te stellen (zie blz. 29).
• Tape: Plaats een tape.
• Radio: Stem af op een zender (zie blz. 7).
66NL
2
3
Druk op VOLUME +/– om het volume
in te stellen.
Druk op ENTER/YES.
“ON” licht op en de uur-indicatie begint te
knipperen.
5
Stel de starttijd voor afspelen in.
Druk herhaald op . of > om het uur in
te stellen en druk daarna op ENTER/YES.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk op ENTER/YES.
De starttijd, de stoptijd en de geluidsbron
verschijnen beurtelings en daarna verschijnt
weer de oorspronkelijke indicatie.
Druk op CLOCK/TIMER SET.
“SET DAILY” verschijnt.
4
8
9
Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Om de instelling te veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
Om de instelling te controleren
of de timer te activeren
1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT.
2 Druk herhaald op . of > totdat “SEL
DAILY” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
Om de timer uit te schakelen
Druk herhaald op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER/YES.
De uur-indicatie begint opnieuw te
knipperen.
Stel de stoptijd voor afspelen in volgens
de procedure bij stap 5.
7
Druk herhaald op . of > om de
gewenste geluidsbron te kiezen.
De indicatie verandert als volgt:
t TUNER y CD PLAY T
t TAPE PLAY y MD PLAY T
Opmerkingen
• U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd
met de opname-timerfunctie gebruiken.
• Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de
spanning wordt ingeschakeld totdat het afspelen
begint (ongeveer 30 seconden vóór de ingestelde
tijd).
• Indien het systeem is aangesloten op de netspanning
wanneer de inschakeltijd is aangebroken, begint de
ingestelde geluidsbron af te spelen.
• De los verkrijgbare componenten die zijn
aangesloten op de VIDEO IN-aansluiting kunnen
niet als geluidsbron voor de DAILY-timerfunctie
worden gebruikt.
Overige functies
6
Druk op CLOCK/TIMER SELECT en druk
daarna herhaald op . of > totdat “TIMER
OFF” verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES.
67NL
Radioprogramma’s
opnemen met de timer
4
Stel de starttijd voor opname in.
Druk herhaald op . of > om het uur in
te stellen en druk daarna op ENTER/YES.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Zorg dat u de radiozender hebt
voorgeprogrammeerd (zie blz. 7) en vooraf de
klok hebt ingesteld (zie blz. 6).
`/1
.
>
N
X
Druk herhaald op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER/YES.
De uur-indicatie begint opnieuw te
knipperen.
5
Stel de stoptijd voor opname in volgens
de procedure bij stap 4.
6
Wanneer u opneemt op een MD, kiest u
eerst STEREO of MONO door
indrukken van . of > en daarna
drukt u op ENTER/YES.
M
m
3,4,6
8
2
3,4,6
3,4,6
x
De instellingen voor de timeropname
verschijnen en daarna keert de
oorspronkelijke indicatie terug.
7
1
Stem af op de voorgeprogrammeerde
radiozender (zie blz. 18).
2
Druk op CLOCK/TIMER SET.
Indien de MD voor een gedeelte reeds
opnamen bevat, begint het opnemen na het
laatst opgenomen muziekstuk.
Bij gebruikmaking van een tape begint het
opnemen vanaf de voorkant. Plaats een tape
met de kant waarop u wilt opnemen naar u
toe gericht.
“SET DAILY” verschijnt.
3
Druk op . of > om “MD REC”
of “TAPE REC” te kiezen en druk
daarna op ENTER/YES.
“ON” licht op en de uur-indicatie begint te
knipperen.
68NL
Plaats een voor opnemen geschikte MD
of tape.
8
Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Om de instelling te veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
Om de instelling te controleren
of de timer te activeren
1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT.
2 Druk op .
of >
om “MD REC” of
“TAPE REC” te kiezen en druk daarna op
ENTER/YES.
Om de timer uit te schakelen
Druk op CLOCK/TIMER SELECT en druk
daarna herhaald op .
of >
totdat “TIMER
OFF” verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES.
Wanneer u van de radio opneemt, wordt de
zendernaam (zie blz. 63, of de frequentie indien aan
de zender geen naam is toegewezen) samen met de
starttijd en stoptijd automatisch opgenomen op de
MD.
Opmerkingen
• De functies Smart Space en Level Synchro
Recording werken niet.
• U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd
met de opname-timerfunctie gebruiken.
• Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de
spanning wordt ingeschakeld totdat het opnemen
begint (ongeveer 30 seconden vóór de ingestelde
tijd).
• Wanneer u voor de opname een geheel nieuwe MD
gebruikt, begint de opname pas na 15 seconden.
• Indien de spanning niet eerder dan 30 seconden
vóór de ingestelde tijd is aangesloten, zal de
timeropname niet geactiveerd worden.
• Tijdens de opname wordt het volume tot het
minimum verminderd.
Aansluiten van los
verkrijgbare AVcomponenten
Om uw systeem te verbeteren, kunt u los
verkrijgbare componenten aansluiten. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van de betreffende
component.
Aansluiten van
audiocomponenten
Aansluiten van een MD-deck en
een tapedeck voor analoge
opnamen
U kunt een MD-deck en een tapedeck aansluiten
op het systeem door gebruikmaking van in de
handel verkrijgbare audiosnoeren. Zorg ervoor dat
de kleuren van de stekkers en de aansluitingen met
elkaar overeenkomen.
Naar de audio-ingangsaansluitingen op
het MD-deck of het tapedeck
Overige functies/Aansluiten van los verkrijgbare componenten
Tip
Aansluiten van los
verkrijgbare
componenten
wordt vervolgd
69NL
Aansluiten van los verkrijgbare
AV-componenten (vervolg)
Aansluiten van een
videorecorder
U kunt een videorecorder aansluiten op het
systeem door gebruikmaking van een in de handel
verkrijgbaar audiosnoer. Zorg ervoor dat de
kleuren van de stekkers en de aansluitingen met
elkaar overeenkomen. Om te luisteren naar de
videorecorder nadat u deze heeft aangesloten,
drukt u op FUNCTION totdat “VIDEO”
verschijnt.
Aansluiten van
buitenantennes
Om de ontvangst te verbeteren, kunt u een
buitenantenne aansluiten.
FM-antenne
Sluit een in de handel verkrijgbare FMbuitenantenne aan. In plaats daarvan kunt u ook
een TV-antenne gebruiken.
Type aansluiting A
A
ENN
ANT
75Ω
FM
U
AM
IEC standaard
aansluitstekker
(niet bijgeleverd)
Type aansluiting B
A
ENN
Naar de audio-uitgangsaansluitingen op
de videorecorder
ANT
75Ω
FM
U
Aansluiten van een
hoofdtelefoon
Sluit de hoofdtelefoon aan op de PHONESaansluiting.
PHONES-aansluiting
NL
70
AM
U
Coaxiale kabel van
75 Ohm
(niet bijgeleverd)
Aanvullende
informatie
AM-antenne
Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter aan
op de AM-antenneaansluiting. De bijgeleverde
AM-raamantenne blijft gewoon aangesloten.
Voorzorgsmaatregelen
Type aansluiting A
Geïsoleerde draad
(niet bijgeleverd)
A
ENN
ANT
AM
Type aansluiting B
Geïsoleerde draad
(niet bijgeleverd)
Installeren
A
ENN
ANT
FM
75Ω
U
AM
• Het systeem blijft op de stroombron (netspanning)
aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit,
zelfs indien het systeem zelf is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken.
Om de aansluiting van de stekker op het stopcontact
te verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek
nooit aan het snoer zelf.
• Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het
systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopcontact en laat het systeem eerst door een
deskundige controleren alvorens het weer in
gebruik te nemen.
• Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
• Wanneer u de stekker van het systeem in het
stopcontact steekt, begint het systeem met het
opladen voor de afstandsbedienings- en
timerfuncties. Hierdoor zal de buitenkant van het
apparaat warm worden. Dit is normaal.
U
Belangrijk
Indien u een buitenantenne aansluit, dient u een
aarddraad aan te sluiten op de U aansluiting. Om
een gasexplosie te voorkomen, mag u de
aarddraad niet op een gasleiding aansluiten.
• Zorg dat de ventilatie van het systeem tijdens
gebruik is ingeschakeld.
Installeer het systeem op een plaats met voldoende
luchtcirculatie. U mag niets op het systeem
plaatsen.
• Installeer het systeem op een plaats met voldoende
ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem
te voorkomen.
• Installeer het systeem niet in een hellende positie.
• Installeer het systeem niet:
– op uiterst warme of koude plaatsen
– op stoffige of vuile plaatsen
– in een zeer vochtige omgeving
– op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn
– op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht.
wordt vervolgd
Aansluiten van los verkrijgbare componenten/Aanvullende informatie
75Ω
FM
U
Voor uw veiligheid
71NL
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Bediening
• Indien het systeem rechtstreeks van een koude naar
een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer
vochtige kamer is geplaatst, kan vocht uit de lucht
condenseren op de lens in de CD-speler of het MDdeck. In dergelijke gevallen zal het systeem niet
juist werken. Verwijder de CD of MD en laat het
systeem ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat
de condens is verdampt.
• Zorg dat u alle discs verwijdert wanneer u het
systeem gaat verplaatsen.
Indien u vragen of problemen hebt betreffende uw
systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Luidsprekersysteem
Dit luidsprekersysteem is niet magnetisch
afgeschermd. Hierdoor kan op sommige TVtoestellen magnetische vervorming van het beeld
optreden. In dergelijke gevallen dient u de TV
eenmaal uit te schakelen en vervolgens na 15 tot 30
minuten weer in te schakelen.
Indien de storing hierdoor niet wordt
verholpen, dient u het luidsprekersysteem verder
van het TV-toestel te plaatsen. Plaats ook geen
voorwerpen waaraan magneten zijn bevestigd of
waarin magneten worden gebruikt in de nabijheid van
het luidsprekersysteem, zoals audiorekken, TVstanders en speelgoed, dicht bij het TV-toestel. Deze
kunnen magnetische vervorming van het TV-beeld
veroorzaken ten gevolge van hun inwerking op het
systeem.
Opmerkingen over MD’s
• Indien u probeert het schuifdeksel te openen door
dit te forceren, kan de disc worden beschadigd.
Indien het schuifdeksel opengaat, moet u dit
onmiddellijk sluiten zonder daarbij de geplaatste
disc aan te raken.
• Plak het label dat met de disc is bijgeleverd, alleen
op de aangegeven label-inkeping. Plak het label niet
rondom het schuifdeksel of op een andere plaats. De
vorm van de inkeping is afhankelijk van de disc.
Opmerkingen over CD’s
• Alvorens u de CD gaat afspelen, dient u deze te
reinigen met een schoonmaakdoek. Veeg vanaf het
midden naar de rand.
• Gebruik geen CD met plakband,
afdichtingsmaterialen of lijm erop omdat de speler
hierdoor beschadigd kan raken.
• Gebruik geen oplosmiddelen zoals wasbenzine,
verfverdunner, in de handel verkrijgbare
schoonmaakmiddelen of antistatische spray
bestemd voor het schoonmaken van vinyl LP’s.
• Stel de CD niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat
uw CD niet achter in een auto die in direct zonlicht
is geparkeerd.
Reiniging van de behuizing
Gebruik hiervoor een zachte doek, licht bevochtigd
met een oplossing van mild schoonmaakmiddel.
Alvorens u een cassette in het
tapedeck plaatst
Zorg dat eventuele lussen in de tape zijn
strakgetrokken. Anders zou de tape in het
mechanisme van het tapedeck verwikkeld kunnen
raken, met kans op beschadiging.
Bij gebruik van een tape van
langer dan 90 minuten
De tape kan gemakkelijk uitrekken. U mag de tape
niet te vaak stoppen, snel vooruit- of terugspoelen en
weer starten. De tape kan hierdoor namelijk in het
tapedeck verstrikt raken.
Beveiligen van uw tapeopnamen
Om een tape te beveiligen tegen abusievelijk wissen
of abusievelijk opnemen, breekt u het
wispreventienokje van kant A of B uit, zoals op de
afbeelding is aangegeven.
Tapesoortuitsparingen
Nokje van kant B
Plaats
van label
Schuifdeksel
• Veeg de beschermhoes van de disc schoon met een
droge doek.
• Stel de MD niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat
uw MD niet achter in een auto die in direct zonlicht
is geparkeerd.
72NL
Nokje van kant A
Kant A
Wispreventienokje van
kant A
uitbreken
Als u een aldus beveiligde tape later weer voor
opnemen wilt gebruiken, kunt u de ontstane
opening(en) met een stukje plakband afdekken. Let
evenwel op dat u de tapesoort-uitsparingen niet
afdekt, want hiermee wordt door het tapedeck
automatisch het type tape vastgesteld.
TYPE II (CrO2)
TYPE I (normaal)
Tapesoort-uitsparingen
Reinigen van de tapekoppen
Reinig de tapekoppen na iedere 10 gebruiksuren.
Verontreinigde tapekoppen veroorzaken:
— vervorming van het geluid
— verminderde geluidssterkte
— af en toe wegvallend geluid
— onvolledig wissen van de tape
— tegenvallende opnameresultaten
Maak de tapekoppen schoon voor een belangrijke
opname of na het afspelen van een oude cassette.
Gebruik hiervoor een los verkrijgbare
reinigingscassette van het droge of het vloeistof-type.
Nadere bijzonderheden vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette.
Demagnetiseren van de
tapekoppen
Na elke 20 à 30 uur dient u de tapekoppen en de
metalen onderdelen die met de tape in aanraking
komen, te demagnetiseren met een los verkrijgbare
demagnetiseercassette. Nadere bijzonderheden vindt
u in de gebruiksaanwijzing van de
demagnetiseercassette.
Systeembeperkingen
van MD’s
Het opnamesysteem in uw MD-deck heeft een
aantal beperkingen die hieronder zijn beschreven.
Deze beperkingen zijn echter inherent aan het
ontwerp van het MD-opnamesysteem en zijn niet
te wijten aan mechanische oorzaken.
“Disc Full!!” verschijnt voordat
de maximale opnametijd van de
MD is bereikt
Wanneer er 255 muziekstukken op de MD zijn
opgenomen, verschijnt “Disc Full!!”, ongeacht de
totale opnametijd. Op de MD kunnen maximaal 255
muziekstukken worden opgenomen. Om verder te
gaan met opnemen, dient u onnodige muziekstukken
te wissen of een andere voor opnemen geschikte MD
te gebruiken.
“Disc Full!!” verschijnt voordat
het maximale aantal
muziekstukken (255) is bereikt
In bepaalde gevallen kunnen de zachtere passages
binnen muziekstukken worden opgevat als pauzes
ertussen, zodat het aantal muziekstuknummers
toeneemt en “Disc Full!!” vroeger dan normaal
verschijnt.
De resterende opnametijd neemt
niet toe, ook niet na het wissen
van meerdere korte
muziekstukken
Muziekstukken die korter zijn dan 12 seconden tellen
niet mee, zodat het wissen ervan niet altijd tot meer
beschikbare opnametijd zal leiden.
Muziekstukken die korter zijn dan 8 seconden kunnen
soms niet met andere worden samengevoegd.
Gemonteerde muziekstukken kunnen soms ook niet
worden samengevoegd.
De totale opgenomen tijd plus de
resterende opnametijd op de MD
komen in totaal niet aan de
maximale opnametijd
Aanvullende informatie
Bepaalde muziekstukken laten
zich niet met andere
samenvoegen
Het opnemen wordt verricht in minimumeenheden
van 2 seconden, ongeacht de mogelijk kortere duur
van het opgenomen materiaal. De opgenomen inhoud
kan daarom korter zijn dan de maximale opnametijd.
Bovendien kan de beschikbare ruimte op de disc
verder beperkt worden door krassen.
wordt vervolgd
73NL
Systeembeperkingen van MD’s
(vervolg)
Verhelpen van storingen
Tijdens het doorzoeken van
gemonteerde muziekstukken
kan het geluid soms wegvallen
Indien er tijdens het gebruik van dit systeem een
storing optreedt, raadpleeg dan de onderstaande
storingsgids.
Bij muziekstukken die door montage zijn
samengesteld, kan tijdens het gebruik van de
zoekfuncties het geluid soms wegvallen. Dit komt
omdat het snel opzoeken van de posities op de disc
tijd in beslag neemt wanneer de muziekstukken her en
der over de disc verspreid zijn.
De muziekstuknummers worden
niet correct aangebracht
Wanneer tijdens analoog opnemen “LEVEL-SYNC”
(blz. 37) op het display gaat branden, worden de
muziekstuknummers soms niet aan het begin van het
muziekstuk aangebracht indien:
• het ingangssignaal tussen muziekstukken gedurende
minder dan twee seconden beneden een bepaald
vastgelegd niveau blijft.
• het ingangssignaal in het midden van het
muziekstuk langer dan twee seconden beneden een
bepaald vastgelegd niveau blijft.
Overzicht van het één-generatie
kopieersysteem (“Serial Copy
Management System”)
Digitale audiocomponenten zoals CD’s, MD’s en
DAT’s, verwerken de muziek als een digitaal signaal
zodat u de muziek met een hoge kwaliteit kunt
kopiëren.
Teneinde muziekprogramma’s met copyright te
beschermen, maakt dit systeem gebruik van het
“Serial Copy Management System” waardoor u via
de digitaal-naar-digitaal-aansluitingen slechts één
kopie kunt maken van een opgenomen digitale bron.
U kunt alleen een eerste-generatie kopie*
maken via een digitaal-naar-digitaalaansluiting.
Dat wil zeggen:
1 U kunt een kopie maken van een in de handel
verkrijgbaar digitaal geluidsprogramma (bijv. een
CD of MD), maar u kunt geen tweede kopie maken
van de eerste-generatie kopie.
2 U kunt een kopie maken van een digitaal signaal
van een digitaal opgenomen analoog
geluidsprogramma (bijv. een analoge
grammofoonplaat of een muziekcassette) of van
een digitale satelliet-uitzending, maar u kunt geen
tweede kopie maken.
* Een eerste-generatie kopie is een digitale opname
van een digitaal signaal op een digitaal
opnameapparaat. Wanneer u bijvoorbeeld opneemt
van de CD-speler van dit systeem naar het MDdeck, maakt u een eerste-generatie kopie.
74NL
Controleer eerst of de stekker van het systeem
goed in het stopcontact zit en of de luidsprekers
juist en stevig zijn aangesloten.
Indien een storing niet door u verholpen kan
worden, neem dan contact op met de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Algemeen
Er is geen geluid.
• Draai VOLUME naar rechts.
• Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten.
• Controleer de luidsprekeraansluitingen (zie
blz. 4).
Het geluid komt van slechts één kanaal, of
het links/rechts-volume is niet
gebalanceerd.
• Sluit de luidsprekersnoeren goed aan (zie
blz. 4).
• Plaats de luidsprekers zo symmetrisch
mogelijk.
• Sluit slechts één van de bijgeleverde
luidsprekers aan op elk stel
luidsprekeraansluitingen.
• Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan.
Er is veel brom of ruis.
• Zet het systeem verder weg van de bron van
de ruis.
• Sluit het systeem aan op een ander
stopcontact.
• Monteer een ruisfilter (in de handel
verkrijgbaar) op de elektriciteitsleiding.
“0:00” (bij het Europese model) of
“12:00 AM” (bij de overige modellen)
knippert op het display.
• Stel de klok en de timer opnieuw in (zie blz.
6, 66 en 68).
De timer kan niet worden ingesteld.
• Stel de klok opnieuw in (zie blz. 6).
De timer werkt niet.
• Druk op CLOCK/TIMER SELECT om de
timer in te stellen en de indicatie “DAILY” of
“REC” op het display te doen oplichten (zie
blz. 67 en 69).
• Controleer de instelling en stel de juiste tijd in
(zie blz. 6, 66 en 68).
• Schakel de SLEEP-timerfunctie uit (zie
blz. 65).
De afstandsbediening werkt niet.
• Verwijder het obstakel.
• Breng de afstandsbediening dichter naar het
systeem.
• Richt de afstandsbediening naar de sensor op
het systeem.
• Vernieuw de batterijen (formaat AA/R6).
• Plaats het systeem op grotere afstand van de
TL-buisverlichting.
“PROTECT” en “PUSH POWER”
verschijnen beurtelings.
• Druk op ?/1 (spanning) om het systeem uit te
schakelen. Schakel het systeem even later
weer in.
CD-speler
De CD-lade sluit niet.
• Plaats de CD precies in het midden van de
lade.
• Sluit de lade altijd door indrukken van CD Z.
Wanneer u probeert om de lade met uw hand
te sluiten, kan dit problemen met de CDspeler veroorzaken.
De CD slaat over.
• Veeg de CD schoon (zie blz. 72).
• Vervang de CD.
• Verplaats het systeem zo mogelijk naar een
plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een
stabiele stander).
• Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
standers.
Wanneer u naar een muziekstuk luistert met
lage klanken en een hoog volume, is de kans
aanwezig dat de CD door de trillingen van de
luidsprekers overslaat.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
• Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PGM” of “SHUFFLE” verdwijnt om terug te
keren naar normaal afspelen.
“—OVER—” verschijnt op het display.
• Blijf op m drukken of druk op . om
terug te keren naar de gewenste positie voor
afspelen.
wordt vervolgd
Aanvullende informatie
De CD kan niet worden verwijderd.
• Neem contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
De CD begint niet met afspelen.
• Open de CD-lade en controleer of er een CD
is geplaatst.
• Veeg de CD schoon (zie blz. 72).
• Vervang de CD.
• De CD is ondersteboven (met de labelkant
onderaan) geplaatst. Plaats de CD precies in
het midden van de lade.
• Verwijder de CD en veeg het vocht van de
CD. Laat het systeem daarna een paar uur
ingeschakeld totdat het vocht is verdampt.
• Druk op CD NX om het afspelen te laten
beginnen.
75NL
Verhelpen van storingen
(vervolg)
MD-deck
Een MD kan niet worden geplaatst.
• Plaats de MD met het pijltje naar boven, in de
richting van het deck wijzend.
De toetsen werken niet.
• Vervang de MD door een nieuw exemplaar.
• Probeer de bedieningshandelingen opnieuw
nadat “TOC” of “STANDBY” is uitgegaan.
De MD begint niet met afspelen.
• Vervang de MD.
• Plaats de MD en laat het systeem een paar uur
ingeschakeld totdat het vocht is verdampt.
• Druk op MD NX om het afspelen te laten
beginnen.
De MD slaat over.
• Vervang de MD.
• Verplaats het systeem zo mogelijk naar een
plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een
stabiele stander).
• Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
standers.
Wanneer u naar een muziekstuk luistert met
lage klanken en een hoog volume, is de kans
aanwezig dat de MD door de trillingen van de
luidsprekers overslaat.
• Plaats de disc en wacht 10 tot 20 minuten, met
het systeem ingeschakeld.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
• Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PGM” of “SHUFFLE” verdwijnt om terug te
keren naar normaal afspelen.
76NL
“—OVER—” verschijnt op het display.
• Blijf op m drukken of druk op . om
terug te keren naar de gewenste positie voor
afspelen.
Tijdens het opnemen licht “OVER” op.
• Stel het opnameniveau lager in (zie blz. 41).
De opname of montage zijn wel
uitgevoerd, maar de inhoudsopgave (TOC)
is niet bijgewerkt.
• De opname- en montagegegevens van de MD
worden weggeschreven naar de MD wanneer
de MD wordt verwijderd. Daarom dient u de
MD na het opnemen of monteren altijd te
verwijderen (zie blz. 32 en 44).
Er kan niet worden opgenomen.
• Verwijder de MD en schuif het nokje dicht
zodat de opening niet meer zichtbaar is (zie
blz. 32).
• Sluit de los verkrijgbare A/V-component goed
aan (zie blz. 69).
• Kies een andere geluidsbron.
• Vervang de MD door een voor opnemen
geschikte MD of gebruik de ERASE-functie
om onnodige muziekstukken te wissen (zie
blz. 47).
• Begin weer helemaal opnieuw met opnemen.
Het geluid van een door u opgenomen MD
is te laag (of te hoog).
• Stel het opnameniveau opnieuw in (zie
blz. 41).
Tapedeck
De tape neemt niet op.
• Er is geen tape geplaatst. Plaats een tape.
• Het wispreventienokje is verwijderd. Bedek
de ontstane opening met plakband (zie
blz. 73).
• Het einde van de tape is bereikt.
De tape neemt niet op en speelt niet af, of
het geluidsniveau vermindert.
• De koppen zijn vuil. Reinig deze.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie
blz. 73).
Oude opnamen worden niet afdoende
gewist.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie
blz. 73).
Er is veel wow of flutter, of het geluid valt
weg.
• De aandrukassen of aandrijfrollen in het
tapedeck zijn vuil. Reinig deze met een
reinigingscassette (zie blz. 73).
De ruis neemt toe of de hoge frequenties
worden gewist.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie
blz. 73).
Los verkrijgbare componenten
Er is geen geluid.
• Raadpleeg de algemene rubriek “Er is geen
geluid” op blz. 74 en controleer de toestand
van het systeem.
• Sluit de component goed aan (zie blz. 69) en
controleer daarbij:
– of de snoeren goed zijn aangesloten, en
– of de stekkers van de snoeren er goed zijn
ingeduwd.
• Schakel de aangesloten component in.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die is
meegeleverd met de aangesloten component
en begin met afspelen.
Het geluid is vervormd.
• Stel het volume van de aangesloten
component lager in.
Tuner
wordt vervolgd
Aanvullende informatie
Er is veel brom of ruis (“TUNED” of
“STEREO” knippert).
• Stel de juiste golfband en frequentie in (zie
blz. 7).
• Sluit de antenne goed aan (zie blz. 4).
• Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt
zijn voor een goede ontvangst en installeer
daarna de antenne opnieuw.
Indien u geen goede ontvangst krijgt, is het
raadzaam om een in de handel verkrijgbare
buitenantenne aan te sluiten.
• De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt
de signalen over de volle lengte. Daarom
moet u de antenne volledig uittrekken.
• Plaats de antennes zo ver mogelijk van de
luidsprekersnoeren.
• Indien de bijgeleverde AM-antenne is
losgeraakt van de kunststof stander, dient u
contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
• Schakel de elektrische apparatuur in de buurt
uit, indien mogelijk.
77NL
Verhelpen van storingen
(vervolg)
Een stereo FM-programma kan niet in
stereo worden ontvangen.
• Druk op STEREO/MONO totdat “STEREO”
op het display verschijnt.
• Zie “ Er is veel brom of ruis (“TUNED” of
“STEREO” knippert)” en controleer de
antenne.
Tijdens het opnemen op een MD is er
cyclische statische ruis te horen.
• Stel de oriëntatie en positie van de antenne
zodanig af dat de ruis stopt.
Zelfdiagnose-display
Dit systeem heeft een zelfdiagnose-displayfunctie
om u te waarschuwen wanneer het systeem niet
goed werkt. Op het display verschijnen beurtelings
een code van drie tekens en een melding waarmee
de storing wordt aangegeven. Raadpleeg de
onderstaande lijst om de storing te verhelpen.
Indien een storing niet door uzelf kan worden
verholpen, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Indien het systeem ook na het
nemen van de bovenstaande
maatregelen nog niet goed
werkt, dient u het systeem als
volgt opnieuw in te stellen:
Druk met een ballpoint, enz. op de RESETschakelaar op de onderkant van het systeem.
Het systeem is nu opnieuw ingesteld
(fabrieksinstellingen). Alle door u gemaakte
instellingen, zoals de voorgeprogrammeerde
zenders, klokinstelling, timerinstellingen en CDdisctitels, zijn geannuleerd. U moet deze nu
opnieuw instellen.
C11/Protected
De MD is beschermd tegen abusievelijk wissen.
cVerwijder de MD en schuif het nokje dicht
zodat de opening niet meer zichtbaar is (zie
blz. 32).
C12/Cannot Copy
U probeert een CD of MD met een voor dit
systeem ongeschikt formaat af te spelen, zoals
een CD-ROM.
cVerwijder de disc, schakel het systeem
eenmaal uit en schakel het vervolgens weer
in.
C13/REC Error
De opname werd niet goed uitgevoerd.
cBreng het systeem naar een plaats zonder
trillingen en neem daarna opnieuw op vanaf
het begin.
De MD is vuil of er zitten krassen op, of de MD
voldoet niet aan de normen.
cVervang de MD en neem daarna opnieuw op
vanaf het begin.
78NL
C13/Read Error
Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet
goed lezen.
cVerwijder de MD eenmaal en plaats deze
daarna opnieuw.
C14/Toc Error
Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet
goed lezen.
cVervang de MD.
cWis alle muziekstukken van de MD door
gebruikmaking van de ALL ERASE-functie
(zie blz. 48).
C41/Cannot Copy
De geluidsbron is een kopie van in de handel
verkrijgbare muzieksoftware of u probeert een
CD-R (voor opnemen geschikte CD) op te
nemen.
cHet “Serial Copy Management System”
voorkomt dat u een digitale kopie kunt maken
(zie blz. 74). U kunt geen CD-R opnemen.
Meldingen
Tijdens bediening kan er op het display één van de
onderstaande meldingen verschijnen of knipperen.
MD
Auto Cut
Tijdens digitaal opnemen is er een stilte van 30
seconden of meer ingevoerd waardoor het
opnemen door het MD-deck tijdelijk wordt
stopgezet.
Cannot Edit
• Er zit een voorbespeelde MD in het deck.
• U probeert te monteren in de stand voor
afspelen in geprogrammeerde of willekeurige
volgorde.
Cannot REC
• Er zit een voorbespeelde MD in het deck.
• De functie MD is ingesteld.
Complete !!
De MD-montage is voltooid.
Disc Full!!
Er is geen opnametijd meer over op de MD.
Eject
De MD wordt door het MD-deck verwijderd.
Impossible
• U probeert een montagehandeling te
verrichten die niet mogelijk is.
• Vanwege de beperkingen van het systeem
kunnen de muziekstukken op de MD niet
worden samengevoegd.
Name Full
Er is geen ruimte meer voor het opslaan van
muziekstuktitels of disctitels.
No Disc
Er zit geen disc in het MD-deck.
No Name
U probeert de titel van een disc of muziekstuk
weer te geven waarvoor geen titel is ingevoerd.
—OVER—
Het einde van de MD is bereikt terwijl u M
ingedrukt houdt en het systeem zich in de
pauzestand voor afspelen bevindt.
Push STOP!
Tijdens het afspelen hebt u op PLAY MODE
gedrukt.
—Rehearsal—
Ter bevestiging wordt het gedeelte van de MD
afgespeeld dat met de DIVIDE-functie
onderverdeeld zal worden.
Smart Space
Tijdens digitaal opnemen is er een stilte
ingevoerd van 3 seconden of meer, maar
minder dan 30 seconden.
wordt vervolgd
Aanvullende informatie
Blank Disc
Er is een geheel nieuwe, voor opnemen
geschikte MD geplaatst of alle muziekstukken
op de MD zijn gewist.
Cannot SYNC
• Er zit geen disc in het MD-deck, of de MD is
beschermd tegen abusievelijk wissen.
• Er is geen opnametijd meer over op de MD.
79NL
Zelfdiagnose-display (vervolg)
Standby (knippert)
De met de timer gemaakte opnamen zijn
verloren gegaan en kunnen daarom niet meer
worden opgeslagen op de disc, of de functie
voor afspelen in geprogrammeerde volgorde
kan niet worden geactiveerd omdat het
programma verloren is gegaan.
Text Protect
Er zijn CD TEXT-gegevens die niet op een MD
opgenomen kunnen worden.
TOC Reading
Het MD-deck is bezig met het lezen van de
inhoudsopgave (TOC).
TOC Writing
Het MD-deck is bezig met het wegschrijven
van de opname- en montagegegevens.
Track End
Het einde van het muziekstuk is bereikt tijdens
het instellen van de positie van onderverdeling
met behulp van de DIVIDE-functie.
TUNER
Cannot Edit
U probeert een niet-voorgeprogrammeerde
zender een naam te geven of te wissen.
80NL
CD
Cannot Edit
U probeert een titel in te voeren voor een CD
TEXT-disc.
Name Full
Er zijn reeds 50 disctitels in het systeem
ingevoerd.
—OVER—
Het einde van de CD is bereikt terwijl u tijdens
het afspelen of pauzeren M ingedrukt houdt.
TAPE
Cannot SYNC
Er zit geen tape in het tapedeck, of het
wispreventienokje is verwijderd.
No TAB
U kunt de tape niet opnemen omdat het
wispreventienokje is verwijderd.
NO TAPE
Er zit geen tape in het tapedeck.
Technische gegevens
Hoofdapparaat (HCD-CP33)
Versterker
Noord-Amerikaans model:
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
35 + 35 watt
(6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD)
Totale harmonische vervorming:
minder dan 0,07%
(6 ohm bij 1 kHz, 18 W)
Europees model:
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
30 + 30 watt
(6 ohm bij 1 kHz, DIN, 230 V)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
35 + 35 watt
(6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD,
230 V)
Muziek-uitgangsvermogen (referentie):
85 + 85 watt
Overige modellen:
De volgende waarden gemeten bij 230 V
wisselstroom, 60 Hz
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
28 + 28 watt
(6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
30 + 30 watt
(6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD)
De volgende waarden gemeten bij 220 V
wisselstroom, 60 Hz
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
24 + 24 watt
(6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
25 + 25 watt
(6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD)
Ingangen
VIDEO IN (tulpstekkers): spanning 250 mV, impedantie
47 kilohm
Uitgangen
LINE OUT (tulpstekkers): spanning 250 mV, impedantie
1 kilohm
PHONES (stereo-mini-aansluiting):
geschikt voor hoofdtelefoon van
8 ohm of meer.
SPEAKER:
geschikt voor impedantie van 6 tot
16 ohm.
CD-speler
Systeem
Compactdisc- en digitaal
audiosysteem
Laser
Halfgeleider-laser (λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Max. 44,6 µW*
*Deze waarde is gemeten op een
afstand van 200 mm van het
lensoppervlak van het optisch
blok, bij een diafragma van 7 mm.
Frequentiebereik
2 Hz – 20 kHz
MD-deck
Systeem
Laser
MiniDisc digitaal audiosysteem
Halfgeleider-laser (λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Max. 44,6 µW*
*Deze waarde is gemeten op een
afstand van 200 mm van het
lensoppervlak van het optisch
blok, bij een diafragma van 7 mm.
Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz
Frequentiebereik
5 Hz – 20 kHz
Tapedeck
Opnamesysteem
Frequentiebereik
wordt vervolgd
Aanvullende informatie
Wow en flutter
4-sporen 2-kanaals stereo
(DOLBY NR OFF)
40 – 13.000 Hz (± 3 dB) bij
gebruik van Sony TYPE I cassettes
40 – 14.000 Hz (± 3 dB) bij
gebruik van Sony TYPE II
cassettes
± 0,13% W. Peak (IEC)
0,07% W. RMS (NAB)
± 0,2% W. Peak (DIN)
81NL
Technische gegevens (vervolg)
Tuner
FM-stereo, FM/AM-superheterodyne tuner
FM-tuner
Afstembereik
Noord-Amerikaans model: 87,5 – 108,0 MHz
(100 kHz stap)
Reismodel:
76,0 – 108,0 MHz
(50 kHz stap)
Overige modellen:
87,5 – 108,0 MHz
(50 kHz stap)
Antenne
FM-draadantenne
Antenneaansluitingen
75 ohm asymmetrisch
Middenfrequentie
10,7 MHz
AM-tuner
Afstembereik
Pan-Amerikaans model:
Europees model:
Overige modellen:
Antenne
Middenfrequentie
530 – 1.710 kHz
(met interval ingesteld op 10 kHz)
531 – 1.710 kHz
(met interval ingesteld op 9 kHz)
531 – 1.602 kHz
(met interval ingesteld op 9 kHz)
531 – 1.602 kHz
(met interval ingesteld op 9 kHz)
530 – 1.710 kHz
(met interval ingesteld op 10 kHz)
AM-raamantenne
Buitenantenneaansluitingen
450 kHz
Luidspreker (SS-CCP33)
Luidsprekersysteem
Luidspreker-eenheden
Woofer:
Tweeter:
Nominale impedantie
Afmetingen (b/h/d)
Gewicht
82NL
2-weg, basreflex-type
12 cm diameter, conus-type
2,5 cm diameter,
balansaandrijvingstype
6 ohm
ca. 150 × 252 × 255 mm
ca. 2,6 kg netto per luidspreker
Algemeen
Stroomvoorziening
Noord-Amerikaans model: 120 V wisselstroom, 60 Hz
Europees model:
230 V wisselstroom, 50/60 Hz
Australisch en Thais model:
220 – 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Overige modellen:
110 – 120 V of 220 – 240 V
wisselstroom, 50/60 Hz
Instelbaar met
spanningskeuzeschakelaar
Stroomverbruik
75 watt
Afmetingen (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen en
regelaars
Versterker/tuner/tapedeck/MD-deck/CD-speler:
ca. 190 × 252 × 345 mm
Gewicht
Versterker/tuner/tapedeck/MD-deck/CD-speler:
ca. 7,5 kg
Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1)
R6 (formaat AA) batterijen (2)
AM-raamantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Beschrijving van de
onderdelen van de
afstandsbediening
1 ?/1 (spanning) schakelaar
2 CLOCK/TIMER SELECT-toets
Indrukken om de timerinstellingen te controleren,
of om de timer in of uit te schakelen (blz. 67 en
69).
CLOCK/TIMER SET-toets
U kunt het systeem ook bedienen met de
bijgeleverde afstandsbediening.
Opmerking
Indrukken om de klok en timerfuncties in te
stellen (blz. 6, 67 en 68).
3 PLAY MODE-toets
De volgende handelingen kunnen niet met de
afstandsbediening worden verricht:
— instellen van TUNING MODE voor de tuner
— instellen van STEREO/MONO voor de tuner
— verwijderen van discs
— opnemen op MD of tape
— één-toets-weergavestart
`/1
1
2
3
Indrukken om normaal afspelen, afspelen in
willekeurige volgorde of afspelen in
geprogrammeerde volgorde te kiezen (blz. 23, 28,
29, 33 en 60).
REPEAT-toets
Indrukken om een muziekstuk of alle
muziekstukken herhaald af te spelen (blz. 22 en
28).
BASS/TRE-toets
Indrukken om de lage en hoge tonen te regelen
(blz. 62).
4 CURSORT/t, m/M toetsen
m
M
.
>
4
N
X
6
x
5
Indrukken om een naam te geven aan een CD,
MD en voorgeprogrammeerde zender, of om de
klok in te stellen (blz. 6, 27, 46 en 64).
Met de m/M toetsen kunt u snel het gewenste
punt in een muziekstuk vinden wanneer het MDdeck zich in de pauzestand voor afspelen bevindt
of wanneer de CD-speler bezig is met afspelen of
pauzeren of wanneer het tapedeck bezig is met
snel vooruitspoelen of terugspoelen.
./> (AMS: Automatische
muzieksensor) toetsen
X (pauzeren) toets
x (stoppen) toets
5 VOLUME +/– toetsen
Indrukken om het volume in te stellen.
6 DSG-toets
Indrukken om een krachtiger geluid te verkrijgen
(blz. 62).
wordt vervolgd
Aanvullende informatie
N (play) button
83NL
Beschrijving van de onderdelen
van de afstandsbediening
(vervolg)
9 Cijfertoetsen
Indrukken om muziekstuknummers van een CD,
MD of voorgeprogrammeerde zender te kiezen.
0 CLEAR-toets
`/1
Indrukken om de keuze te annuleren (blz. 24, 27,
30, 46 en 64).
7
qa SCROLL-toets
8
9
Indrukken om de disctitel of muziekstuktitel
bewegend op het display te laten verschijnen
(blz. 27, 31 en 46).
DISPLAY-toets
M
m
.
>
0
qa
qs De geluidsbrontoetsen
N
X
Indrukken om de verschillende gegevens te tonen
(blz. 24, 25, 29, 30 en 64).
x
MD-toets
CD-toets
qs
FUNCTION-toets
Indrukken om van geluidsbron te veranderen.
Bij elke druk op deze toets verandert de
geluidsbron als volgt:
t MD
t TAPE
t CD
VIDEO T
7 SLEEP-toets
Indrukken om de SLEEP-timer in te stellen
(blz. 65).
8 MENU/NO-toets
Indrukken om zenders voor te programmeren, om
de instellingen in “Edit Menu” of “Setup Menu”
in te voeren, of om de montagefunctie uit te
schakelen.
NAME EDIT/CHARACTER-toets
Indrukken om het tekstinvoerscherm op het
display te laten verschijnen en om het soort
tekens te kiezen dat u wilt invoeren (blz. 26, 45
en 63).
ENTER/YES-toets
Indrukken om de klok in te stellen, om af te
spelen in geprogrammeerde volgorde, en om het
voorprogrammeren van zenders of het monteren
te beëindigen.
84NL
TUNER T
BAND, TUNER-toets
Indrukken om de tuner voor de geluidsbron te
kiezen, of om de FM- of AM-band te kiezen.
TAPE-toets
Overzicht van de
programmatypes (PTY)
WEATHER
Weerbericht.
NEWS
Nieuwsbulletins.
CHILDREN
Kinderprogramma’s.
AFFAIRS
Actualiteiten-programma’s die op de
achtergronden van het huidige nieuws
ingaan.
SOCIAL
Programma’s over mensen en hun
bezigheden.
INFO
Uitzendingen over consumentenzaken,
medisch advies.
SPORT
Sportverslagen, uitslagen e.d.
EDUCATE
Educatieve programma’s, met
wetenswaardigheden, praktische tips en
advies op allerlei gebied.
DRAMA
Hoorspelen en radioseries.
CULTURE
Programma’s over nationale en regionale
cultuur, taal en sociale zaken.
SCIENCE
Programma’s over natuurwetenschappen en
technologie.
VARIED
Gevarieerd amusement, zoals interviews met
bekende persoonlijkheden, quizprogramma’s
en komedies.
ROCK M
Rock muziek.
EASY M
Easy listening muziek.
LIGHT M
Lichte klassieke muziek voor een breed
publiek zowel vocale als instrumentale
muziek.
CLASSICS
Uitvoeringen van klassieke orkestwerken,
kamermuziek, opera, enz.
OTHER M
Muziek die niet is onder te brengen in één
van de andere muzikale categorieën, rhythmand-blues, reggae, enz.
RELIGION
Programma’s over godsdienst en religieuze
zaken.
PHONE IN
Programma’s waarin luisteraars via de
telefoon of in een publiek forum kunnen
reageren.
TRAVEL
Programma’s over reizen. Niet voor
aankondigingen die met de TP/TA
verkeersinformatiefuncties te vinden zijn.
LEISURE
Programma’s over vrijetijdsbesteding en
hobbies als vissen, tuinieren, koken e.d.
JAZZ
Jazz en geïmproviseerde muziek.
COUNTRY
Country & western muziek.
NATION M
Programma’s met de nationale of
streekmuziek van een bepaald gebied.
OLDIES
Hits van vroeger.
FOLK M
Volksmuziekprogramma’s.
DOCUMENT
Programma's over verschijnselen en hun
achtergronden.
TEST
Testsignaal voor nooduitzendingen.
ALARM
Nooduitzendingen.
NONE
Ieder type uitzending dat niet onder een van
de bovengenoemde categorieën valt.
Aanvullende informatie
POP M
Populaire muziek.
FINANCE
Beursberichten, financieel en zakennieuws.
85NL
Index
A
A-B ERASE-functie 49
Aansluiten
antennes 4
los verkrijgbare
componenten 69
luidsprekers 4
netspanning 5
Afspelen
CD 9, 22
MD 14, 28
muziekstukken herhaald
(REPEAT) 22, 28
muziekstukken in de
gewenste volgorde
(PROGRAM) 23, 29
muziekstukken in
willekeurige volgorde
(SHUFFLE) 23, 28
tape 15
Afsteminterval 8
Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
18
ALL ERASE-functie 48
Analoog opnemen 31
Antennes 4
Auto Cut 39
Automatisch afstemmen 19
Automatische bronkeuze 10, 15,
16, 19
D
DAILY-timerfunctie 66
Digitaal opnemen 31
Display 25, 30
DIVIDE-functie 52
Dynamische geluidsgenerator
62
E, F
Eén-toets-weergavestart 10, 15,
16, 19
ERASE-functie 47
G
Geluid instellen 62
H
Handmatig afstemmen 19
I, J
Instellen
bedrijfsspanning 5
geluid 62
hoge tonen 62
lage tonen 62
opnameniveau 41
van de klok 6
volume 9, 14, 16, 18
K
M
MD-TAPE-synchroon-opname
60
Meldingen 79
MOVE-functie 51
Muziekstuknummers
aanbrengen 37, 38
N
Na
monteren van een MD 44
opnemen op een MD 32
Naamgeving
CD 26
MD 45
voorgeprogrammeerde
zender 63
NAME-functie 45
Normaal afspelen 9, 14, 15
O
Opnemen
CD 10, 32, 56
handmatig opnemen 34, 61
MD 59
mono-opnamen 42
op MD 10, 19, 32
op tape 12, 21, 56
radioprogramma 19, 35, 68
timer-opname 68
P, Q
Klok instellen 6
B
Batterijen 5
Beveiligen van opnamen 32, 72
Bewaren van opnamen 32, 72
C
CD-geheugen 26
CD-MD-synchroon-opname 32
CD-TAPE-synchroon-opname
56
CD TEXT-gegevens 25, 34
COMBINE-functie 53
86NL
L
Level Synchro Recording 37
Los verkrijgbare componenten
69
Luidsprekers 4
Luisteren naar de radio 18
PROGRAM-afspeelfunctie 23,
29
Programmatypes 85
R
Radio-informatiesysteem (RDS)
65
Radiozenders
afstemmen 18
voorprogrammeren 7
REPEAT-afspeelfunctie 22, 28
S
Serial Copy Management
System 74
SHUFFLE-afspeelfunctie 23,
28
SLEEP-timerfunctie 65
Smart Space 39
Station Name 63
Systeem opnieuw instellen 78
Systeembeperkingen 73
T
TAPE-MD-synchroon-opname
16
Tijdmachine-opname 35
Timer
inslapen met muziek 65
ontwaken met muziek 66
timer-opname 68
TRACK ERASE-functie 47
U
UNDO-functie 55
V
Verhelpen van storingen 74
Vóór
monteren van een MD 44
opnemen op een MD 31
Voorprogrammeren van
radiozenders 7
Wissen
alle muziekstukken op een
MD 48
een gedeelte van een
muziekstuk 49
één muziekstuk 47
een muziekstuknummer 53
titels op een MD 47
Aanvullende informatie
W, X, Y
Z
Zelfdiagnose-display 78
87NL