[27] BREAKER (automatische zekering). Druk - na het wegne-
men van de foutoorzaak - de BREAKER weer in en breng
het apparaat weer onder spanning. De BREAKER vervangt
de gebruikelijke smeltzekeringen.
Opgelet
U moet - alvorens de BREAKER-schakelaar
$
in te drukken - het apparaat uitschakelen
(POWER-schakelaar op OFF (uit) zetten)!
"EFFECTS LOOP"-aansluitingen (effectenlus)
[28] RETURN CHANNEL A/B: De ongebalanceerde ¼" aanslui-
tingen worden gebruikt om een mono- of stereosignaal van
een externe effecteneenheid terug naar de BTX te voeren.
Routeer - bij gebruik van een stereo-effect-proces- =
sor - het rechter deel van het effectsignaal naar
RETURN CHANNEL A en het linker deel van het
effectsignaal naar RETURN CHANNEL B.
Routeer - bij gebruik van een mono-effect-proces- =
sor - het effectsignaal uitsluitend naar RETURN
CHANNEL A.
[29] SEND aansluiting: Gebruik deze ¼ TS-aansluiting om een
audiosignaal van de BTX naar een effectenprocessor te
sturen.
"INSERT CHANNEL"-deel (inkomend kanaal)
[30] POWER AMP INPUT: Deze ongebalanceerde aansluiting
wordt gebruikt om een monosignaal toe te voeren aan
versterker A alsmede een aan versterker B. Dit scheidt het
interne signaalpad van de versterkers.
[31] PREAMP OUTPUT: Deze ongebalanceerde aansluiting
wordt gebruikt om het voorversterkersignaal af te tappen
en toe te voeren aan een externe versterker.
In de BI-AMP modus wordt het laagfrequente deel =
van het signaal via de PREAMP A/LOW OUTPUT
gestuurd, terwijl het hoogfrequentie deel van het
signaal via de PREAMP B/HIGH OUTPUT wordt
gestuurd.
Sluit - in de tweekanaalmodus - = PREAMP A/LOW
OUTPUT aan op het rechterkanaal van de versterk-
er en de PREAMP B/HIGH OUTPUT op het linker
kanaal.
"LINE OUTPUT"-functies (lijnuitgang)
[32] STEREO/MONO: Deze schakelaar stelt de routering van
het LINE-signaal tussen de 'natte' (met effecten) en 'droge'
(zonder effecten). De schakelaar werkt alleen als de toets
PRE/POST is ingedrukt ('POST') [33]!
In de monomodus voert LINE-kanaal A het 'natte' =
signaal met alle externe effecten en LINE-kanaal B
voert het 'droge' signaal met het interne signaalpad.
In de stereomodus voeren beide LINE-uitgangen het =
'natte' signaal met alle externe stereo-effecten.
[33] PRE/POST-toets: Gebruik deze toets om het soort signaal
te kiezen, dat u naar een mengpaneel of opneemapparaat
wilt sturen.
Als deze toets is:
uitgetrokken (PRE EQ (vooreffenaar) en effecten), =
dan zal de BTX geen voorversterkingfuncties
(TONE/EQ/EFFECTS) op het audiosignaal uitvo-
eren.
ingedrukt (POST EQ (na-effenaar) en effecten), =
dan zal de BTX alle voorversterkingfuncties op het
audiosignaal uitvoeren.
[34] BAL: De interne signalen van kanalen A en B worden naar
deze gebalanceerde XLR-aansluiting gestuurd. Het soort
signaal hangt af van de instelling van de regelingen [32] en
[33].
[35] BAL/UNBAL: De interne signalen van kanalen A en B worden
naar deze ongebalanceerde ¼" TS-aansluitingen gestuurd.
U kunt deze uitgangen ook aansluiten op een willekeurige
gebalanceerde lijningang. Het soort signaal hangt af van de
instelling van de regelingen [32] en [33].
[36] "TUNER OUTPUT"-aansluiting: Gebruik deze ¼" TS-aan-
sluiting om de BTX36000 aan te sluiten op een elektronische
stemmer. Er is ook een aansluiting TUNER OUTPUT {3}
op het frontpaneel van het apparaat.
Beide "TUNER OUTPUT"-aansluitingen kunnen ook worden
gebruikt voor het aansluiten van een podiummonitor: het
inkomende signaal wordt dan voor de MUTE-functie langs
gerouteerd zodat het signaal altijd naar de luidspreker van
de monitor wordt gevoerd. Dit betekent voorts dat het signaal
niet wordt beïnvloed door geluid- of niveau-instellingen.
[37] Sluit de meegeleverde voetschakelaar aan op de aanslui-
ting FOOTSWITCH. Schakelaar 1 activeert en deactiveert de
grafische effenaar. Schakelaar 2 zet de effectenlus aan
en uit.
Toepassingen
Gebruiksmodi
Monobrugmodus
Deze modus wordt het meest gebruikt op uw BUGERA-versterker.
De spanning op beide kanalen wordt - bij gebruik in de mono-
brugmodus - opgeteld en toegevoerd aan een enkel luidspre-
kersysteem. Er is respectievelijk één inkomend en één uitgaand
signaal, en uitsluitend de regelingen van kanaal A (en niet van
kanaal B) worden gebruikt. De monobrugmodus is actief als de
toets [21] oplicht.
Voorbeelden:
Aansturen van een enkele 8 Ohm luidspreker =
Aansturen van een enkele 4 Ohm luidspreker. =
Monobrugmodus
Als de versterker gedurende langere periode
$
wordt overstuurd, kan het uitgaande signaal
incidenteel gedurende enkele seconden vers-
tommen. Onder bepaalde omstandigheden zal
overmatig oversturen leiden tot activering
van de automatische zekering. Vergewis u er
daarom doorlopend van - om oversturen van
de versterker te voorkomen - dat het juiste
volumeniveau wordt toegepast.
BTX36000
(Mono bridge mode)