Canon PIXMA MP280 Handleiding

Categorie
Multifunctionals
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Deze handleiding gebruiken
Deze handleiding afdrukken
MC-4706-V1.00
Basis Handleiding
Een overzicht van dit
product.
Uitgebreide Handleiding
Een gedetailleerde
beschrijving van dit product.
Problemen oplossen
Pagina 1 van 736 pagina'sCanon MP280 series Online handleiding
Deze handleiding gebruiken
Deze handleiding afdrukken
MP-4506-V1.00
Uitgebreide Handleiding
Inhoud
Overzicht van het apparaat
Hoofdonderdelen
LED-display en basishandelingen
Kopiëren
Documenten kopiëren
Foto's kopiëren
Passend op papierformaat
Scannen
Gescande gegevens opslaan op de computer
Afdrukken vanaf de computer
Foto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
Documenten afdrukken
Webpagina's afdrukken (Easy-WebPrint EX)
Verschillende softwaretoepassingen starten
Papier/originelen plaatsen
Papier plaatsen
Originelen plaatsen
Routineonderhoud
Vage afdrukken of onjuiste kleuren
Een FINE-inktpatroon vervangen
Het apparaat reinigen
Bijlage
Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het
product en het gebruik van afbeeldingen
Tips over het gebruik van uw apparaat
Pagina 2 van 736 pagina'sMP280 series Basis Handleiding
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Overzicht van het apparaat
Overzicht van het apparaat
In dit gedeelte worden de namen van de onderdelen weergegeven en de basishandelingen die u moet
kennen voordat u het apparaat gebruikt.
Hoofdonderdelen
Vooraanzicht
Achteraanzicht
Binnenaanzicht
Bedieningspaneel
LED-display en basishandelingen
Naar boven
Pagina 3 van 736 pagina'sOverzicht van het apparaat
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Overzicht van het apparaat
> Hoofdonderdelen
C001
Hoofdonderdelen
Vooraanzicht
Achteraanzicht
Binnenaanzicht
Bedieningspaneel
Vooraanzicht
(1)
Documentklep
Open deze klep als u een origineel op de glasplaat wilt plaatsen.
(2)
Papiersteun
Trek de steun uit en kantel hem iets achterover als u papier in de achterste lade wilt plaatsen.
(3)
Achterste lade
Plaats in deze lade het papier dat u voor het apparaat wilt gebruiken (u kunt verschillende formaten of
soorten papier gebruiken). Er kunnen twee of meer vellen papier van hetzelfde formaat en type tegelijk
worden geplaatst. Het papier wordt automatisch met één vel tegelijk ingevoerd.
Zie
Papier plaatsen.
(4)
Papiergeleiders
Schuif de geleiders tegen beide zijden van de stapel papier aan.
(5)
Papieruitvoerlade
Deze lade wordt automatisch geopend als het afdrukken of kopiëren wordt gestart en er afgedrukt papier
wordt uitgevoerd.
(6)
Verlengstuk van de uitvoerlade
Open het verlengstuk als u de afdrukken wilt ondersteunen. U kunt het verlengstuk zowel bij het afdrukken
als het kopiëren gebruiken.
Pagina 4 van 736 pagina'sHoofdonderdelen
(7)
Glasplaat
Plaats hier het origineel dat u wilt kopiëren of scannen.
(8)
Bedieningspaneel
Gebruik het bedieningspaneel om de apparaatinstellingen te wijzigen of het apparaat te bedienen.
Zie
Bedieningspaneel.
Opmerking
De LED-display en de lampjes op het bedieningspaneel (met uitzondering van het lampje
AAN/UIT
) gaan uit als het apparaat gedurende ongeveer vijf minuten niet wordt gebruikt.
Druk op een willekeurige knop (met uitzondering van de knop AAN (ON)) of voer een
afdruktaak uit als u ze weer wilt inschakelen.
Achteraanzicht
(9)
USB-poort
Sluit hier de USB-kabel aan om het apparaat met een computer te verbinden.
Belangrijk
Raak het metalen omhulsel niet aan.
De USB-kabel mag niet worden losgekoppeld of aangesloten terwijl het apparaat bezig is
met afdrukken of het scannen van originelen met de computer.
(10)
Netsnoeraansluiting
Hier kunt u het meegeleverde netsnoer aansluiten.
Binnenaanzicht
Pagina 5 van 736 pagina'sHoofdonderdelen
(11)
Vergrendelingsklepjes voor inktpatronen
Hiermee klikt u de FINE-inktpatronen vast.
(12)
FINE-patroonhouder
Plaats de FINE-inktpatronen in deze houder.
De kleuren-FINE-cartridge moet in de linkersleuf worden geplaatst ( ) en de zwarte FINE-cartridge in de
rechtersleuf (
).
(13)
FINE-inktpatronen
Een vervangbare inktpatroon met geïntegreerde printkop en inkttank.
Opmerking
Meer informatie over het installeren van FINE-inktpatronen kunt u vinden in de gedrukte
handleiding:
Aan de Slag-gids
.
(14)
Scaneenheid (klep)
Deze eenheid wordt gebruikt voor het scannen van originelen. Open deze klep als u de FINE-inktpatronen
wilt vervangen of vastgelopen papier uit het apparaat wilt verwijderen. Als u de scaneenheid (klep) opent,
moet de documentklep gesloten blijven.
(15)
Steun voor scaneenheid
Hiermee kunt u de scaneenheid (klep) open houden.
Belangrijk
Het gebied (A) in de onderstaande afbeelding kan met inktspatten zijn bedekt. Dit heeft geen
gevolgen voor de prestaties van het apparaat.
Raak het gebied (A) niet aan. Als u het toch aanraakt, drukt de printer mogelijk niet goed meer
af.
Bedieningspaneel
Pagina 6 van 736 pagina'sHoofdonderdelen
(1)
Knop AAN (ON) / lampje POWER (AAN/UIT)
Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten. De documentklep moet gesloten zijn als het apparaat wordt
aangezet.
Belangrijk
De stekker uit het stopcontact halen
Zet eerst het apparaat uit en controleer vervolgens of het
AAN/UIT
-lampje uit is voordat u
de stekker uit het stopcontact haalt. Als de stekker uit het stopcontact wordt gehaald
terwijl het
AAN/UIT
-lampje nog brandt of knippert, kan het apparaat mogelijk niet meer
accuraat afdrukken omdat de printkop niet wordt beschermd.
Opmerking
AAN/UIT- en Alarm-lampjes
U kunt de status van het apparaat controleren aan de hand van het
AAN/UIT
-lampje en het
Alarm
-lampje.
- Het
AAN/UIT
-lampje brandt niet: het apparaat is uitgeschakeld.
- Het
AAN/UIT-lampje brandt groen: het apparaat is klaar voor gebruik.
- Het
AAN/UIT
-lampje knippert groen: het apparaat is bezig met initialiseren of
uitschakelen.
-
Alarm-lampje brandt of knippert oranje: er is een fout opgetreden en het apparaat is niet
klaar voor gebruik. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte
Problemen oplossen
in
de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
- Het groene AAN/UIT
-lampje en het oranje
Alarm
-lampje knipperen beurtelings: er is
mogelijk een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het
ondersteuningscentrum. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte
Problemen
oplossen
in de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
(2)
LED (Light Emitting Diode)
In dit display worden het aantal kopieën, de onderhoudscode of de bedieningsstatus (zoals een foutcode)
weergegeven.
(3)
[+]-knop
Hiermee wordt het aantal kopieën opgegeven.
(4)
Inktlampjes
Deze branden of knipperen oranje, bijvoorbeeld wanneer de inkt bijna op is. Het linkerlampje geeft de status
van de kleuren-FINE-inktpatroon en het rechterlampje de status van de zwarte-FINE-inktpatroon aan.
(5)
Knop Papier (Paper)
Hiermee selecteert u het paginaformaat en mediumtype.
(6)
Knop SCANNEN (SCAN)
Hiermee scant u een origineel om dit op de computer op te slaan.
(7)
Knop Stoppen/herstellen (Stop/Reset)
Pagina 7 van 736 pagina'sHoofdonderdelen
Hiermee annuleert u handelingen. U kunt ook tijdens het afdrukken, kopiëren of scannen op deze knop
drukken als u de taak wilt annuleren.
(8)
Knop Kleur (Color)
*
Hiermee wordt het kopiëren in kleur gestart. U kunt ook op deze knop drukken om de selectie van een
instellingsitem te voltooien.
(9)
Knop Zwart (Black)
*
Hiermee start u kopiëren in zwart-wit. U kunt ook op deze knop drukken om de selectie van een
instellingsitem te voltooien.
(10)
Knop en lampje Passend op pag (Fit to Page)
Hiermee schakelt u de kopieerfunctie Passend op papier in. Wanneer de kopieerfunctie Passend op papier
is ingeschakeld, begint het lampje
Passend op pag (Fit to Page)
te branden. Het origineel wordt
automatisch vergroot of verkleind gekopieerd, zodat dit op het geselecteerde papierformaat past. Wanneer
de functie Passend op papier is uitgeschakeld, kunt u kopiëren op hetzelfde formaat als het origineel.
(11)
Knop
(Onderhoud)
Hiermee specificeert u de onderhoudscode.
(12)
Papierlampje
Brandt om het paginaformaat en mediumtype aan te geven dat is geselecteerd met de knop
Papier
(Paper)
.
(13)
Alarm-lampje
Dit lampje brandt of knippert oranje als er een fout optreedt, bijvoorbeeld als het papier of de inkt op is.
* In de softwaretoepassingen of handleidingen worden de knoppen
Zwart (Black)
en
Kleur (Color)
gezamenlijk de knop " Start" of "OK" genoemd.
Naar boven
Pagina 8 van 736 pagina'sHoofdonderdelen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Overzicht van het apparaat
> LED-display en basishandelingen
C002
LED-display en basishandelingen
U kunt het apparaat gebruiken om zonder computer kopieën te maken of onderhoudshandelingen uit te
voeren.
In dit gedeelte worden de LED-display en de basishandelingen op het bedieningspaneel beschreven.
Het getal
1
wordt gewoonlijk in de LED-display weergegeven wanneer het apparaat wordt aangezet.
De status van het apparaat wordt als volgt in de LED-display aangegeven.
Apparaatstatus LED-display
Bezig met kopiëren
Aantal kopieën (knipperend)
Bezig met afdrukken, scannen of
het uitvoeren van onderhoud
(knipperend in volgorde)
Er is een fout opgetreden
De letter
E
en een getal worden beurtelings weergegeven.
Meer informatie over foutcodes kunt u vinden in het gedeelte '
Problemen oplossen
' in de online handleiding:
Uitgebreide
Handleiding
.
De letter
P
en een getal worden beurtelings weergegeven.
er is mogelijk een fout opgetreden waarvoor u contact moet
opnemen met het ondersteuningscentrum.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte
Problemen
oplossen
in de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
De scaneenheid (klep) is open
(knipperend)
Aantal exemplaren
Wanneer het kopiëren begint, wordt het aantal exemplaren weergegeven in de LED-display. Tijdens het
kopiëren wordt het getal in de LED-display knipperend weergegeven en met één verminderd om het
aantal resterende kopieën aan te geven.
Telkens wanneer u op de knop [
+
] drukt, neemt het getal op het LED-scherm met één toe. Wanneer
F
wordt weergegeven, is het aantal exemplaren ingesteld op 20. Druk nogmaals op de knop [
+] om terug
te gaan naar 1.
Pagina 9 van 736 pagina'sLED-display en basishandelingen
Onderhoudscodes
Als u onderhoud aan het apparaat wilt uitvoeren, drukt u herhaaldelijk op de knop (Onderhoud) totdat
de gewenste code wordt weergegeven op de LED-display. Druk vervolgens op de knop
Zwart (Black)
of
Kleur (Color)
.
Onderhoudscode
Bewerking
Zie
Hiermee drukt u het controleraster
voor de spuitopeningen af.
Controleraster voor de spuitopeningen
afdrukken
Hiermee reinigt u de printkop. De printkop reinigen
Hiermee voert u een dieptereiniging
van de printkop uit.
Een diepte-reiniging van de printkop
uitvoeren
Hiermee drukt u het uitlijningsblad voor
de printkop af.
De printkop uitlijnen
Hiermee scant u het uitlijningsblad
voor automatische uitlijning van de
printkop.
De printkop uitlijnen
Hiermee drukt u de huidige
aanpassingswaarden van de
printkoppositie af.
De printkop uitlijnen
Hiermee reinigt u de papierinvoerrol. De papierinvoerrol reinigen
Hiermee reinigt u de binnenkant van
het apparaat.
Het binnenste van het apparaat reinigen
(Reiniging onderste plaat)
Hiermee schakelt u tussen het
papierformaat A4 en Letter (8,5 x 11
inch). Deze bewerking heeft
betrekking op het papier in de
achterste lade.
(Deze instelling wordt gebruikt bij het
maken van kopieën.)
Overschakelen tussen het papierformaat
A4 en Letter (8,5 x 11 inch)
Hiermee stelt u het apparaat zodanig
in dat papierschuring wordt
voorkomen.
Raadpleeg 'Papier vertoont vlekken/
Papieroppervlak vertoont krassen' in het
gedeelte 'Problemen oplossen' in de
online handleiding:
Uitgebreide
Handleiding
.
Foutcodes
Als er een fout optreedt, wordt de foutcode aangegeven door beurtelings de letter
E
en een getal in de
LED-display weer te geven.
Bijv. "E, 1, 6"
(knipperend in volgorde)
Opmerking
Meer informatie over foutcodes kunt u vinden in het gedeelte '
Problemen oplossen
' in de online
handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
Als een foutcode met de letter
P
wordt weergegeven, is er mogelijk een fout opgetreden waarvoor
u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte 'Problemen oplossen
' in de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
Pagina 10 van 736 pagina'sLED-display en basishandelingen
Naar boven
Pagina 11 van 736 pagina'sLED-display en basishandelingen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Kopiëren
Kopiëren
U kunt naast standaardkopieën ook grotere of kleinere kopieën van het origineel maken, aangepast aan
het paginaformaat. U kunt ook foto's kopiëren zonder randen.
Documenten kopiëren
Overschakelen tussen het papierformaat A4 en Letter (8,5 x 11 inch)
Foto's kopiëren
Passend op papierformaat
Naar boven
Pagina 12 van 736 pagina'sKopiëren
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Kopiëren
> Documenten kopiëren
C021
Documenten kopiëren
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een document van A4- of Letter-formaat op gewoon papier kunt
afdrukken.
Raadpleeg voor de bediening de opmerkingen en de bedieningsprocedure die op de referentiepagina
worden beschreven.
U moet het volgende voorbereiden:
Originelen om te kopiëren. Zie
Originelen die u kunt plaatsen
.
Papier om op af te drukken. Zie Mediumtypen die u kunt gebruiken
.
1.
Bereid het kopiëren voor.
(1)
Zet het apparaat aan.
Zie
Bedieningspaneel.
(2)
Plaats papier.
Zie Normaal papier/fotopapier plaatsen
.
Er wordt gewoon papier van A4- of Letter-formaat in de achterste lade geplaatst.
(3)
Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade
uit.
Pagina 13 van 736 pagina'sDocumenten kopiëren
(4)
Plaats een origineel op de glasplaat.
Raadpleeg
Originelen plaatsen.
Plaats het origineel MET DE TE KOPIËREN ZIJDE NAAR BENEDEN en lijn het uit met de positiemarkering
zoals hieronder wordt weergegeven.
Sluit de documentklep voorzichtig.
Opmerking
Raadpleeg
Originelen plaatsen
voor meer informatie over de typen en de staat van
originelen die u kunt kopiëren en over het plaatsen van originelen.
Tekens en lijnen die met een lichtgekleurde of markeerstift zijn gemaakt, worden mogelijk
niet goed gekopieerd.
2.
Begin met kopiëren.
(1)
Druk herhaaldelijk op de knop [
+
] om het aantal exemplaren op te geven
(maximaal 20 kopieën).
1 t/m 9 kopieën maken of 20 kopieën maken
Zorg dat het gewenste aantal wordt weergegeven in de LED-display.
Pagina 14 van 736 pagina'sDocumenten kopiëren
Telkens wanneer u op de knop [
+] drukt, neemt het getal op het LED-scherm met één toe. Wanneer
F
wordt
weergegeven, is het aantal exemplaren ingesteld op 20. Druk nogmaals op de knop [
+] om terug te gaan
naar 1.
10 t/m 19 kopieën maken
(1)
Zorg dat
F
wordt weergegeven in de LED-display.
(2)
Plaats niet meer dan het gewenste aantal te kopiëren vellen.
(2)
Druk herhaaldelijk op de knop
Papier (Paper)
om het paginaformaat en
mediumtype te selecteren.
Het
Papier (Paper)
-lampje geeft het geselecteerde paginaformaat en mediumtype aan.
In dit voorbeeld selecteren we gewoon A4-papier of papier van 8,5 x 11 inches.
Opmerking
U kunt de volgende paginaformaten en mediatypen selecteren.
- Gewoon papier A4 of 8,5 x 11 inch
- Fotopapier A4 of 8,5 x 11 inch
- Fotopapier 10 x 15 cm of 4 x 6 inch
U kunt in de achterste lade wisselen tussen papierformaten A4 en Letter (8,5 x 11 inch),
ongeacht het formaat dat wordt aangegeven op het bedieningspaneel.
Zie
Overschakelen tussen het papierformaat A4 en Letter (8,5 x 11 inch)
.
Wanneer de functie Passend op papierformaat is ingeschakeld, kunt u het origineel
automatisch vergroot of verkleind kopiëren, zodat het op het geselecteerde paginaformaat
past. In dit geval wordt het origineel gekopieerd met randen op gewoon papier en zonder
randen op het fotopapier.
Annuleer de functie Passend op papierformaat als u het origineel in hetzelfde formaat wilt
kopiëren.
Zie Passend op papierformaat
.
(3)
Druk op de knop
Kleur (Color)
voor kleurenkopieën of op de knop
Zwart (Black)
voor zwart-witkopieën.
Het apparaat begint met kopiëren.
Tijdens het kopiëren wordt het getal in de LED-display knipperend weergegeven en met één verminderd om
het aantal resterende kopieën aan te geven.
Verwijder de originelen van de glasplaat nadat het kopiëren is voltooid.
10 t/m 19 kopieën maken
Er wordt een foutmelding weergegeven dat het papier op is ('E, 0, 2' wordt weergegeven op de LED-
display) wanneer al het geplaatste papier is verbruikt. Druk op de knop Stoppen/herstellen (Stop/
Reset) om de fout op te heffen.
Opmerking
U kunt de afdrukkwaliteit alleen instellen op 'Snel' (snelheid heeft prioriteit) wanneer
gewoon papier van A4- of Letter-formaat is geselecteerd als papierformaat en
mediumtype.
De afdrukkwaliteit instellen op 'Snel' (snelheid heeft prioriteit)
1. Houd de knop
Kleur (Color)
of
Zwart (Black)
in (3) van stap 2 ten minste 2 seconden
ingedrukt.
Het LED-display knippert één keer.
* Wanneer u de knop
Kleur (Color)
of
Zwart (Black)
minder dan 2 seconden ingedrukt
houdt, begint het apparaat te kopiëren in de afdrukkwaliteit 'Standaard'.
2. Laat de knop los.
Het apparaat begint met kopiëren.
Wanneer de afdrukkwaliteit is ingesteld op 'Snel' heeft de afdruksnelheid prioriteit boven
kwaliteit. Om prioriteit te geven aan kwaliteit drukt u minder dan 2 seconden op de knop
Kleur (Color)
of
Zwart (Black)
om te kopiëren met de afdrukkwaliteit 'Standaard'.
Belangrijk
Open de documentklep niet en verplaats het origineel niet totdat het kopiëren is voltooid.
Pagina 15 van 736 pagina'sDocumenten kopiëren
Opmerking
Druk op de knop
Stoppen/herstellen (Stop/Reset)
om het kopiëren te annuleren.
Overschakelen tussen het papierformaat A4 en Letter (8,5 x 11
inch)
U kunt overschakelen tussen het papierformaat A4 en Letter (8,5 x 11 inch). Deze bewerking heeft
betrekking op het papier in de achterste lade.
Deze instelling komt van pas wanneer u gewoonlijk papier van Letter-formaat in de achterste lade
plaatst, ongeacht of op het bedieningspaneel papierformaat A4 wordt aangegeven of andersom.
1.
Druk herhaaldelijk op de knop (Onderhoud) totdat
d
wordt weergegeven.
2.
Druk op de knop
Zwart (Black)
om A4 te selecteren of druk op de knop
Kleur
(Color)
om Letter (8,5 x 11 inch) te selecteren.
Opmerking
Wanneer u overschakelt naar papierformaat A4 of Letter (8,5 x 11 inch), plaatst u papier van
het geselecteerde formaat, ongeacht het formaat dat wordt aangegeven op het
bedieningspaneel.
- Wanneer het paginaformaat is ingesteld op A4 plaatst u gewoon papier A4 of fotopapier A4.
- Wanneer het paginaformaat is ingesteld op Letter (8,5 x 11 inch) plaatst u gewoon papier of
fotopapier van Letter-formaat.
Naar boven
Pagina 16 van 736 pagina'sDocumenten kopiëren
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Kopiëren
> Foto's kopiëren
C023
Foto's kopiëren
In dit gedeelte worden de handelingen beschreven voor het kopiëren van afgedrukte foto's op fotopapier
van 10 x 15 cm/4 x 6 inch.
U moet het volgende voorbereiden:
Afgedrukte foto's.
Fotopapier voor het afdrukken. Zie
Mediumtypen die u kunt gebruiken
.
1.
Bereid het kopiëren van een foto voor.
(1)
Zet het apparaat aan.
Zie
Bedieningspaneel.
(2)
Plaats papier.
Zie Normaal papier/fotopapier plaatsen
.
In dit voorbeeld plaatsen we fotopapier van 10 x 15 cm / 4 x 6 inch in de achterste papierlade.
(3)
Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade
uit.
(4)
Plaats een foto op de glasplaat.
Raadpleeg
Originelen plaatsen.
2.
Begin met kopiëren.
(1)
Druk enkele keren op de knop [
+
] om het aantal kopieën in te stellen.
Zie stap 2 in
Documenten kopiëren.
(2)
Druk herhaaldelijk op de knop
Papier (Paper)
om het paginaformaat en
mediumtype te selecteren.
Het
Papier (Paper)
-lampje geeft het geselecteerde paginaformaat en mediumtype aan.
In dit voorbeeld selecteren we fotopapier van 10 x 15 cm/4 x 6 inch.
Opmerking
U kunt de volgende paginaformaten en mediatypen selecteren.
- Normaal papier A4 of 8,5 x 11 inch
- Fotopapier A4 of 8,5 x 11 inch
Pagina 17 van 736 pagina'sFoto's kopiëren
- Fotopapier 10 x 15 cm of 4 x 6 inch
U kunt in de achterste lade wisselen tussen papierformaten A4 en Letter (8,5 x 11 inch),
ongeacht het formaat dat wordt aangegeven op het bedieningspaneel.
Zie
Overschakelen tussen het papierformaat A4 en Letter (8,5 x 11 inch)
.
Wanneer de functie Passend op papierformaat is ingeschakeld, kunt u het origineel
automatisch vergroot of verkleind kopiëren, zodat het op het geselecteerde paginaformaat
past. In dit geval wordt het origineel gekopieerd met randen op gewoon papier en zonder
randen op het fotopapier.
Annuleer de functie Passend op papierformaat als u het origineel in hetzelfde formaat wilt
kopiëren.
Zie Passend op papierformaat
.
(3)
Druk op de knop
Kleur (Color)
voor kleurenkopieën of op de knop
Zwart (Black)
voor zwart-witkopieën.
Het apparaat begint met kopiëren.
Verwijder de foto van de glasplaat nadat het kopiëren is voltooid.
Belangrijk
Open de documentklep niet en verplaats de foto niet totdat het kopiëren is voltooid.
Opmerking
Druk op de knop
Stoppen/herstellen (Stop/Reset)
om het kopiëren te annuleren.
Naar boven
Pagina 18 van 736 pagina'sFoto's kopiëren
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Kopiëren > Passend op papierformaat
C024
Passend op papierformaat
Met de functie Passend op papierformaat kunt u het origineel automatisch vergroot of verkleind kopiëren,
zodat het op het geselecteerde paginaformaat past.
1.
Bereid het kopiëren voor.
Zie stap 1 in
Documenten kopiëren.
2.
Druk enkele keren op de knop [
+
] om het aantal kopieën in te stellen.
Zie stap 2 in
Documenten kopiëren.
3.
Druk herhaaldelijk op de knop
Papier (Paper)
om het paginaformaat en
mediumtype te selecteren.
Opmerking
Wanneer gewoon papier is geselecteerd als mediumtype, wordt het origineel met randen
gekopieerd.
Wanneer fotopapier is geselecteerd als mediumtype, wordt het origineel gekopieerd zonder
randen zodat de pagina volledig wordt opgevuld.
Bij kopiëren zonder randen kan de afbeelding aan de randen enigszins worden afgekapt omdat
de gekopieerde afbeelding wordt vergroot om de hele pagina te vullen.
4.
Druk op de knop
Passend op pag (Fit to Page)
.
Het lampje
Passend op pag (Fit to Page)
gaat branden en de functie Passend op papier wordt ingeschakeld.
Het origineel wordt automatisch vergroot of verkleind gekopieerd zodat het past op het geselecteerde
papierformaat.
Opmerking
Druk nogmaals op de knop
Passend op pag (Fit to Page)
om de kopieerfunctie Passend op
papierformaat te annuleren en het origineel in hetzelfde formaat te kopiëren.
5.
Druk op de knop
Kleur (Color)
voor kleurenkopieën of op de knop
Zwart (Black)
voor zwart-witkopieën.
Het apparaat begint passend op het papierformaat te kopiëren.
Verwijder de originelen van de glasplaat nadat het kopiëren is voltooid.
Belangrijk
Open de documentklep niet en verplaats het origineel niet totdat het kopiëren is voltooid.
Opmerking
U kunt de afdrukkwaliteit alleen instellen op 'Snel' (snelheid heeft prioriteit) wanneer gewoon
papier van A4- of Letter-formaat is geselecteerd als papierformaat en mediumtype. Druk op de
knop
Kleur (Color)
of
Zwart (Black)
en houd deze in stap 5 minimaal 2 seconden ingedrukt
Pagina 19 van 736 pagina'sPassend op papierformaat
om de printkwaliteit in te stellen op 'Snel'.
Zie
De afdrukkwaliteit instellen op 'Snel' (snelheid heeft prioriteit)
.
Druk op de knop
Stoppen/herstellen (Stop/Reset)
om het kopiëren te annuleren.
Naar boven
Pagina 20 van 736 pagina'sPassend op papierformaat
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Scannen
Scannen
Gescande gegevens kunt u op uw computer opslaan en met behulp van de meegeleverde toepassing
bewerken of verwerken.
Gescande gegevens opslaan op de computer
Het scannen voorbereiden met het bedieningspaneel
Gescande gegevens opslaan op de computer
Naar boven
Pagina 21 van 736 pagina'sScannen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Scannen
> Gescande gegevens opslaan op de computer
C041
Gescande gegevens opslaan op de computer
In dit gedeelte wordt beschreven hoe originelen kunt scannen met behulp van het bedieningspaneel op
het apparaat en hoe u deze kunt opslaan op de computer volgens de opgegeven instellingen met MP
Navigator EX.
Raadpleeg de online handleiding voor meer informatie over scannen vanaf de computer:
Uitgebreide
Handleiding
.
Belangrijk
Canon is niet aansprakelijk voor enige schade of verlies van gegevens om welke reden dan ook,
ook niet binnen de garantieperiode van het apparaat.
Het scannen voorbereiden met het bedieningspaneel
Controleer het volgende voordat u originelen gaat scannen:
Zijn de vereiste toepassingen geïnstalleerd (MP Drivers en MP Navigator EX)?
Installeer MP Drivers en MP Navigator EX vanaf de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM)
als de
software nog niet is geïnstalleerd of is verwijderd. U installeert MP Drivers en MP Navigator EX door
MP Drivers en MP Navigator EX te selecteren bij Custom Install.
Zijn de instellingen voor het opslaan van gescande gegevens opgegeven met MP Navigator EX?
Wanneer u gescande gegevens met het bedieningspaneel opslaat op de computer, kunt u de
instellingen voor het opslaan van gescande gegevens opgeven in de Voorkeuren (Preferences) van
MP Navigator EX.
Raadpleeg de online handleiding voor meer informatie over de instellingen:
Uitgebreide
Handleiding
.
Voldoet het origineel dat u wilt scannen aan de eisen voor originelen die op de glasplaat worden
geplaatst?
Zie
Originelen die u kunt plaatsen
voor meer informatie.
Is het apparaat correct aangesloten op een computer?
Controleer handmatig of de verbinding tussen het apparaat en de computer goed vast zit.
Gescande gegevens opslaan op de computer
1.
Bereid het scannen voor.
(1)
Zet het apparaat aan.
Zie
Bedieningspaneel.
(2)
Plaats een origineel op de glasplaat.
Raadpleeg
Originelen plaatsen.
Opmerking
Tekens en lijnen die met een lichtgekleurde of markeerstift zijn gemaakt, worden mogelijk
niet goed gescand.
2.
Druk op de knop
SCANNEN (SCAN)
om te beginnen met scannen.
MP Navigator EX wordt gestart en de gescande gegevens worden opgeslagen op de computer volgens de
instellingen die zijn opgegeven met MP Navigator EX.
Belangrijk
Schakel het apparaat niet uit terwijl een bewerking wordt uitgevoerd.
De USB-kabel mag niet worden losgekoppeld of aangesloten terwijl het apparaat bezig is met
het scannen van originelen.
Open de documentklep niet en verplaats het origineel niet totdat het scannen is voltooid.
Pagina 22 van 736 pagina'sGescande gegevens opslaan op de computer
Opmerking
Het is het mogelijk dat de positie of het formaat van het origineel niet correct wordt gescand,
afhankelijk van het type.
Raadpleeg in dat geval de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding om de instellingen
Documenttype (Document Type) en Documentformaat (Document Size) van MP Navigator EX te
wijzigen in overeenstemming met het origineel en scan het opnieuw.
Als het scherm voor programmaselectie wordt weergegeven:
Mogelijk wordt het scherm waarin u een programma kunt selecteren weergegeven nadat u
stap 2 hebt uitgevoerd.
Als het scherm voor programmaselectie verschijnt, selecteert u MP Navigator EX Ver4.0 en
klikt u op OK.
Volg de onderstaande procedure als u MP Navigator EX automatisch wilt starten zonder het
scherm voor programmaselectie weer te geven.
- Als u Windows 7 of Windows Vista gebruikt, raadpleegt u het gedeelte Voor Windows-
gebruikers in
Problemen oplossen
in de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
- Als u Windows XP gebruikt, selecteert u in het scherm voor programmaselectie MP Navigator
EX Ver4.0 als toepassing die u wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje Voor deze actie
altijd dit programma gebruiken (Always use this program for this action) in en klikt u op OK.
Naar boven
Pagina 23 van 736 pagina'sGescande gegevens opslaan op de computer
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Afdrukken vanaf de computer
Afdrukken vanaf de computer
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u documenten of foto's afdrukt met behulp van een computer.
Met Easy-PhotoPrint EX, dat bij het apparaat is geleverd, kunt u eenvoudig foto's die u hebt gemaakt met
uw digitale camera afdrukken.
Foto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
Diverse functies van Easy-PhotoPrint EX gebruiken
Documenten afdrukken
Webpagina's afdrukken (Easy-WebPrint EX)
Verschillende softwaretoepassingen starten
Solution Menu EX
Easy-WebPrint EX
Naar boven
Pagina 24 van 736 pagina'sAfdrukken vanaf de computer
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Afdrukken vanaf de computer
> Foto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
C051
Foto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
Druk afbeeldingsgegevens op uw computer af met het bij het apparaat geleverde Easy-PhotoPrint EX.
In dit gedeelte worden de handelingen beschreven voor het zonder marges afdrukken van foto's op
fotopapier van 10 x 15 cm/4 x 6 inch.
Raadpleeg de online handleiding voor informatie over Easy-PhotoPrint EX:
Uitgebreide Handleiding
.
Opmerking
Installeer Easy-PhotoPrint EX vanaf de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM) als de software nog
niet is geïnstalleerd of is verwijderd. Selecteer Easy-PhotoPrint EX in Aangepaste installatie
(Custom Install) om Easy-PhotoPrint EX te installeren.
1. Bereid het afdrukken voor.
(1)
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Zie
Bedieningspaneel.
(2)
Plaats papier.
Zie Normaal papier/fotopapier plaatsen
.
In dit voorbeeld plaatsen we fotopapier van 10 x 15 cm/4 x 6 inch in de achterste papierlade.
(3)
Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade
uit.
2.
Start Easy-PhotoPrint EX vanuit Solution Menu EX.
(1)
Start Solution Menu EX.
Zie
Solution Menu EX
.
Klik hier: Solution Menu EX
(2)
Klik op (Photo Print) in het menu Photo Print.
Easy-PhotoPrint EX wordt gestart en het bewerkingsscherm van Photo Print wordt weergegeven.
Opmerking
Naast het afdrukken van foto's zijn er functies voor het maken van albums, kalenders en
andere foto-items beschikbaar.
Zie Diverse functies van Easy-PhotoPrint EX gebruiken
.
Pagina 25 van 736 pagina'sFoto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
3.
Selecteer een foto die u wilt afdrukken.
(1)
Selecteer de map waarin de afbeeldingen zijn opgeslagen.
(2)
Klik op de afbeelding die u wilt afdrukken.
Het aantal exemplaren wordt weergegeven als "1" en de afbeelding die u hebt geselecteerd, wordt
weergegeven in daarvoor bestemde gedeelte (A). U kunt twee of meer afbeeldingen tegelijk selecteren.
Opmerking
Klik op
(pijl omhoog) om het aantal exemplaren te wijzigen als u twee of meer
exemplaren wilt afdrukken.
Als u de selectie wilt opheffen, klikt u op de afbeelding die u wilt annuleren in het gebied
met geselecteerde afbeeldingen (A) en klikt u op (Geïmporteerde afbeelding
verwijderen (Delete Imported Image)) (B). U kunt ook
(pijl omlaag) gebruiken om het
aantal exemplaren te verlagen tot nul.
Tevens kunt u de geselecteerde afbeeldingen nog corrigeren of verbeteren voordat u ze
afdrukt.
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
U kunt een afbeelding van een video vastleggen en afdrukken.
Zie Diverse functies van Easy-PhotoPrint EX gebruiken
.
(3)
Klik op Papier selecteren (Select Paper).
4. Selecteer het geplaatste papier.
(1)
Controleer of de naam van uw apparaat is geselecteerd in Printer.
(2)
Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in Papierformaat (Paper
Size) en Mediumtype (Media Type).
In dit voorbeeld selecteren we 10x15cm 4"x6" (4"x6" 10x15cm) bij Papierformaat (Paper Size) en het type
geplaatste fotopapier bij Mediumtype (Media Type).
Opmerking
Als u niet het juiste mediumtype selecteert, drukt het apparaat mogelijk niet af met de juiste
afdrukkwaliteit.
(3)
Klik op Opmaak/Afdrukken (Layout/Print).
Pagina 26 van 736 pagina'sFoto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
5.
Selecteer een opmaak en start het afdrukken.
(1)
Selecteer de opmaak van de foto.
In dit voorbeeld selecteren we Geen randen (volledig) (Borderless (full)).
Het afdrukvoorbeeld wordt weergegeven in de geselecteerde opmaak, zodat u het vereiste resultaat kunt
controleren.
Opmerking
U kunt de afdrukrichting van de foto wijzigen of foto's bijsnijden.
Raadpleeg de online handleiding voor meer informatie over de bediening:
Uitgebreide
Handleiding
.
(2)
Klik op Afdrukken (Print).
Opmerking
Druk op de knop
Stoppen/herstellen (Stop/Reset) op het apparaat of op Afdrukken
annuleren (Cancel Printing) in de printerstatusmonitor als u een actieve afdruktaak wilt
annuleren.
Als u de printerstatusmonitor wilt weergeven, klikt u op het printerpictogram op de taakbalk. In
Windows Vista of Windows XP klikt u in de taakbalk op Canon XXX Printer (waarbij '
XXX
' de
naam van uw apparaat is).
Naar boven
Pagina 27 van 736 pagina'sFoto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Afdrukken vanaf de computer
> Foto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
> Diverse functies van Easy-
PhotoPrint EX gebruiken
C052
Diverse functies van Easy-PhotoPrint EX gebruiken
In dit gedeelte maakt u kennis met een paar handige functies van Easy-PhotoPrint EX.
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
Uw eigen afdrukken maken
U kunt een album of kalender maken met uw eigen foto's.
Album
Kalender (Calendar)
Stickers Opmaak afdrukken (Layout Print)
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt videoframes vastleggen en afbeeldingen maken.
Naar boven
Pagina 28 van 736 pagina'sDiverse functies van Easy-PhotoPrint EX gebruiken
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Afdrukken vanaf de computer
> Documenten afdrukken
C053
Documenten afdrukken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een A4-document op normaal papier kunt afdrukken.
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
Opmerking
De bewerkingen kunnen variëren, afhankelijk van uw toepassing. Raadpleeg de
instructiehandleiding van uw toepassing voor meer informatie over de bewerkingen.
De schermen in dit gedeelte hebben betrekking op het afdrukken in het besturingssysteem Windows
7 Home Premium (hierna 'Windows 7' genoemd).
1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Zie
Bedieningspaneel.
2.
Plaats papier.
Zie Normaal papier/fotopapier plaatsen
.
In dit voorbeeld plaatsen we gewoon A4-papier in de achterste lade.
3.
Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade uit.
4.
Maak (of open) een document met behulp van een geschikte softwaretoepassing.
5.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
(1)
Selecteer Afdrukken (Print) in het menu Bestand (File) of op de werkbalk van de
toepassing.
Het dialoogvenster Afdrukken (Print) wordt weergegeven.
(2)
Controleer of de naam van uw apparaat is geselecteerd.
Opmerking
Selecteer de naam van uw apparaat als een andere apparaatnaam is geselecteerd.
(3)
Klik op Voorkeuren (Preferences) (of Eigenschappen (Properties)).
6.
Geef de vereiste afdrukinstellingen op.
(1)
Selecteer Zakelijk document (Business Document) in Veelgebruikte instellingen
(Commonly Used Settings).
Pagina 29 van 736 pagina'sDocumenten afdrukken
Opmerking
Als een afdrukobject zoals Zakelijk document (Business Document) of Foto afdrukken
(Photo Printing) is geselecteerd in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings),
worden de items in Extra functies (Additional Features) automatisch geselecteerd. De
toepasselijke instellingen voor het afdrukobject (zoals het mediumtype en de
afdrukkwaliteit) worden ook weergegeven.
(2)
Controleer de weergegeven instellingen.
Controleer nu of Normaal papier (Plain Paper) is geselecteerd in Mediumtype (Media Type), Standaard
(Standard) is geselecteerd in Afdrukkwaliteit (Print Quality), en of A4 is geselecteerd in Papierformaat
printer (Printer Paper Size).
Opmerking
Als u twee of meer exemplaren opgeeft in Aantal (Copies), worden de afgedrukte
pagina's gesorteerd.
De instellingen kunnen worden gewijzigd.
U moet nadat u Papierformaat printer (Printer Paper Size) hebt gewijzigd, wel controleren
of de instelling voor Paginaformaat (Page Size) op het tabblad Pagina-instelling (Page
Setup) overeenkomt met de instelling in de toepassing.
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
Als u niet het juiste mediumtype selecteert, drukt het apparaat mogelijk niet af met de juiste
afdrukkwaliteit.
(3)
Klik op OK.
Opmerking
Voor meer informatie over de functies van het printerstuurprogramma klikt u op Help of
Instructies (Instructions) om de online Help of de online handleiding weer te geven:
Uitgebreide Handleiding
. De knop Instructies (Instructions) wordt alleen weergegeven op de
tabbladen Snel instellen (Quick Setup), Afdruk (Main) en Onderhoud (Maintenance) wanneer
de online handleiding op uw computer is geïnstalleerd.
U kunt de gewijzigde instellingen een naam geven en deze toevoegen aan Veelgebruikte
instellingen (Commonly Used Settings).
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
Als het selectievakje Altijd afdrukken met huidige instellingen (Always Print with Current
Settings) is ingeschakeld, worden de huidige instellingen toegepast vanaf de volgende
afdruktaak. Sommige toepassingen beschikken niet over deze functie.
Schakel het selectievakje Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) in als u het voorbeeld wilt
bekijken en de afdrukresultaten wilt controleren. Sommige toepassingen beschikken niet over
een afdrukvoorbeeldfunctie.
U kunt gedetailleerde afdrukinstellingen opgeven op het tabblad Afdruk (Main) of Pagina-
instelling (Page Setup).
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
7.
Start het afdrukken.
Pagina 30 van 736 pagina'sDocumenten afdrukken
Klik op Afdrukken (Print) (of OK) om het afdrukken te starten.
Opmerking
Er wordt een bericht weergegeven over het plaatsen van enveloppen als u op enveloppen
gaat afdrukken. Dit bericht wordt niet meer weergegeven als u het selectievakje Dit bericht niet
meer weergeven. (Do not show this message again.) inschakelt.
Raadpleeg
Enveloppen plaatsen voor meer informatie over het afdrukken van enveloppen.
Druk op de knop
Stoppen/herstellen (Stop/Reset) op het apparaat of op Afdrukken
annuleren (Cancel Printing) in de printerstatusmonitor als u een actieve afdruktaak wilt
annuleren.
Als u de printerstatusmonitor wilt weergeven, klikt u op het printerpictogram op de taakbalk. In
het besturingssysteem Windows Vista (hierna 'Windows Vista genoemd) of Windows XP klikt
u in de taakbalk op Canon XXX Printer (waarbij '
XXX
' de naam van uw apparaat is).
Als evenwijdige lijnen niet correct worden afgedrukt of als u niet tevreden bent over de
afdrukresultaten, moet u de positie van de printkop aanpassen.
Raadpleeg De printkop uitlijnen
.
Naar boven
Pagina 31 van 736 pagina'sDocumenten afdrukken
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Afdrukken vanaf de computer
> Webpagina's afdrukken (Easy-WebPrint EX)
C054
Webpagina's afdrukken (Easy-WebPrint EX)
Met Easy-WebPrint EX kunt u snel en eenvoudig internetpagina's afdrukken in Internet Explorer.
U kunt bij het afdrukken van internetpagina's automatisch het formaat aanpassen zodat de pagina's op
de breedte van het papier passen zonder dat de randen af worden gekapt, of een voorbeeldweergave
bekijken en de gewenste pagina's afdrukken.
Voor Easy-WebPrint EX is Internet Explorer 7 of recenter vereist.
Belangrijk
Het is onwettig om auteursrechtelijk beschermd werk van anderen te reproduceren of te bewerken
zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, behalve voor persoonlijk gebruik, gebruik
binnenshuis of ander gebruik binnen het beperkte bereik dat wordt gespecificeerd in het
auteursrecht. Daarnaast kan het reproduceren of bewerken van foto's van mensen inbreuk maken
op het portretrecht.
Opmerking
Raadpleeg Easy-WebPrint EX
voor informatie over het installeren of starten van Easy-WebPrint EX.
Met de fragmentfunctie kunt u bijvoorbeeld fragmenten maken van bepaalde delen van internetpagina's
en deze bewerken om af te drukken.
Raadpleeg de online Help voor details over het gebruik van Easy-WebPrint EX. Klik op de werkbalk op
Easy-WebPrint EX (A) en selecteer Help in de vervolgkeuzelijst om de online Help weer te geven.
Pagina 32 van 736 pagina'sWebpagina's afdrukken (Easy-WebPrint EX)
Naar boven
Pagina 33 van 736 pagina'sWebpagina's afdrukken (Easy-WebPrint EX)
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Afdrukken vanaf de computer
> Verschillende softwaretoepassingen starten
C055
Verschillende softwaretoepassingen starten
In dit onderdeel wordt Solution Menu EX beschreven, dat gebruikt wordt om de softwaretoepassingen te
openen die met het apparaat zijn meegeleverd. Tevens is informatie inbegrepen over Easy-WebPrint EX,
een softwaretoepassing voor het afdrukken van webpagina's.
Solution Menu EX
Solution Menu EX is een softwaretoepassing van waaruit u snel toegang hebt tot andere
softwaretoepassingen die bij het apparaat zijn geleverd, tot handleidingen en tot online
productinformatie.
Opmerking
Installeer Solution Menu EX, de online handleiding of andere bijgeleverde softwaretoepassingen die
u wilt gebruiken vanaf de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM)
wanneer die nog niet zijn
geïnstalleerd of zijn verwijderd. Selecteer ze bij Aangepaste installatie (Custom Install) om ze te
installeren.
De menu's worden weergegeven in het categoriemenu in het hoofdvenster van Solution Menu EX. Klik
op een menu in het categoriemenu om pictogrammen weer te geven voor functies die in dat menu
beschikbaar zijn in het gebied met functiepictogrammen in het hoofdvenster.
Hoeveel en welke pictogrammen of menu's worden weergegeven in het hoofdvenster varieert,
afhankelijk van uw apparaat en uw regio.
* Het onderstaande scherm is voor Windows 7.
(A) Hoofdvenster
(B) Gebied met functiepictogrammen
(C) Categoriemenu
(D) Bureau-accessoire
(E) Snelmenu waaraan u de pictogrammen van veelgebruikte functies kunt toevoegen
(F) Accessoirepictogram waarmee u het hoofdvenster kunt weergeven, het snelmenu kunt weergeven of
verbergen enzovoort.
Foto's afdrukken (Photo Print)
Hiermee drukt u foto's af die met een digitale camera zijn genomen.
Scanner gebruiken (Use Scanner)
Scan foto's of documenten.
Canon-webservice (Canon Web Service)
Download content of materialen vanaf de website om af te drukken.
Pagina 34 van 736 pagina'sVerschillende softwaretoepassingen starten
Help en instellingen (Help & Settings)
Geef de online Help van Solution Menu EX of de online handleiding van het apparaat weer. Stel Solution
Menu EX of het apparaat in.
Toepassing starten (Start Application)
Start de bijgeleverde softwaretoepassingen, zoals Easy-PhotoPrint EX en My Printer.
U kunt met My Printer het setup-venster van het printerstuurprogramma weergeven en lezen welke actie
u moet ondernemen als u problemen met de werking ondervindt.
Online winkelen (Online Shopping)
Schaf verbruiksartikelen zoals inkt aan op de website.
Informatie (Information)
Hiermee vindt u nuttige informatie over het apparaat.
Opmerking
De computer moet verbinding hebben met internet om toegang te krijgen tot de website voor nuttige
informatie en dergelijke.
Raadpleeg de online Help voor details over het gebruik van Solution Menu EX. Selecteer het menu
Help en instellingen (Help & Settings) en klik vervolgens op
(Solution Menu EX Help (Solution
Menu EX's Help)) om de online Help weer te geven.
Softwaretoepassingen starten vanuit Solution Menu EX
Vanuit Solution Menu EX kunt u een softwaretoepassing starten en hebt u tevens rechtstreeks
toegang tot een functie van de softwaretoepassing.
Met de volgende procedure wordt Solution Menu EX gestart. Hierna kunt u bijvoorbeeld een van de
functies van Easy-PhotoPrint EX selecteren, zoals Foto's afdrukken (Photo Print).
1. Start Solution Menu EX.
Dubbelklik op
(Solution Menu EX) op het bureaublad.
Klik hier: Solution Menu EX
Opmerking
Tenzij de standaardinstelling is gewijzigd, wordt Solution Menu EX automatisch gestart
wanneer u de computer opstart.
Als u Solution Menu EX wilt starten vanuit het menuStart menu, selecteert u Alle programma's
(All Programs), Canon Utilities, Solution Menu EX en vervolgens Solution Menu EX.
Als het hoofdvenster van Solution Menu EX niet wordt weergegeven nadat u Solution Menu EX
hebt gestart, klikt u op
(accessoirepictogram) en selecteert u Hoofdvenster tonen (Show
Main Screen).
2.
Selecteer de functie van een softwaretoepassing die u wilt starten.
(1)
Klik op het menu Foto's afdrukken (Photo Print).
(2)
Klik op (Foto's afdrukken (Photo Print)).
Easy-PhotoPrint EX wordt gestart en het bewerkingsscherm van Photo Print wordt weergegeven.
Pagina 35 van 736 pagina'sVerschillende softwaretoepassingen starten
Opmerking
Naast het afdrukken van foto's zijn er functies voor het maken van albums, kalenders en
andere foto-items beschikbaar.
Raadpleeg
Foto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
voor details over het gebruik van de functies
van Easy-PhotoPrint EX.
Easy-WebPrint EX
Wanneer Easy-WebPrint EX is geïnstalleerd, wordt een werkbalk toegevoegd aan Internet Explorer. De
werkbalk is beschikbaar wanneer Internet Explorer is geopend.
Opmerking
Easy-WebPrint EX installeren
Als Easy-WebPrint EX niet is geïnstalleerd, worden de richtlijnen voor de installatie van Easy-
WebPrint EX mogelijk weergegeven in het systeemvak van de taakbalk.
Klik om Easy-WebPrint EX te installeren op de weergegeven richtlijnen en volg de instructies op het
scherm.
U kunt Easy-WebPrint EX ook installeren vanaf de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM)
.
Selecteer Easy-WebPrint EX bij Aangepaste installatie (Custom Install) om Easy-WebPrint EX te
installeren.
Voor de installatie van Easy-WebPrint EX op uw computer is Internet Explorer 7 of hoger vereist en
moet de computer zijn aangesloten op internet.
Naar boven
Pagina 36 van 736 pagina'sVerschillende softwaretoepassingen starten
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Papier/originelen plaatsen
Papier/originelen plaatsen
In dit gedeelte wordt beschreven welke soorten papier of originelen u kunt plaatsen, hoe u afdrukpapier
in de achterste lade plaatst en hoe u originelen plaatst om te kopiëren of te scannen.
Papier plaatsen
Normaal papier/fotopapier plaatsen
Enveloppen plaatsen
Mediumtypen die u kunt gebruiken
Mediumtypen die u niet kunt gebruiken
Originelen plaatsen
Originelen plaatsen
Originelen die u kunt plaatsen
Naar boven
Pagina 37 van 736 pagina'sPapier/originelen plaatsen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Papier/originelen plaatsen > Papier plaatsen
C073
Papier plaatsen
Normaal papier/fotopapier plaatsen
Enveloppen plaatsen
Mediumtypen die u kunt gebruiken
Mediumtypen die u niet kunt gebruiken
Normaal papier/fotopapier plaatsen
Belangrijk
Als u normaal papier verkleint tot 10 x 15 cm/4 x 6 inch, 101,6 x 203,2 mm/4 x 8 inch, 13 x 18 cm/5 x
7 inch of 55,0 x 91,0 mm/2,16 x 3,58 inch (kaartformaat) voor een proefafdruk, kan het papier
vastlopen.
Opmerking
Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's.
Zie Mediumtypen die u kunt gebruiken
voor meer informatie over papier van het merk Canon.
U kunt normaal kopieerpapier gebruiken.
Raadpleeg
Mediumtypen die u kunt gebruiken
voor het paginaformaat en het papiergewicht dat u
kunt gebruiken voor dit apparaat.
1.
Bereid het papier voor.
Lijn de randen van het papier uit. Als de randen van het papier zijn omgekruld, maakt u deze plat.
Opmerking
Lijn de randen van het papier netjes uit voordat u het papier plaatst. Als u dit niet doet, kan het
papier vastlopen.
Als het papier gekruld is, buigt u de gekrulde hoeken in de tegenovergestelde richting naar
elkaar toe totdat het papier plat is.
Meer informatie over hoe u gekruld papier plat maakt, kunt u vinden in het gedeelte
Problemen
oplossen
in de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
2. Plaats papier.
(1)
Open de papiersteun, til deze omhoog en duw deze naar achteren.
(2)
Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade
uit.
Pagina 38 van 736 pagina'sPapier plaatsen
(3)
Schuif de papiergeleiders (A) open en plaats het papier in het midden van de
achterste lade MET DE AFDRUKZIJDE NAAR U TOE GERICHT.
(4)
Schuif de papiergeleiders (A) tegen de zijkanten van de papierstapel aan.
Schuif de papiergeleiders niet te hard. Dan wordt het papier misschien niet goed ingevoerd.
Belangrijk
Plaats het papier altijd in de lengterichting (B). Wanneer u het papier in de breedterichting
plaatst (C), kan het papier vastlopen.
Pagina 39 van 736 pagina'sPapier plaatsen
Opmerking
Plaats het papier niet hoger dan de limietmarkering (D).
Opmerking
Het apparaat kan geluid maken bij het invoeren van het papier.
Na het plaatsen van papier
Selecteer bij het kopiëren het papierformaat en de papiersoort die u in de printer hebt geplaatst
met het bedieningspaneel op het apparaat.
Zie
Kopiëren
.
Wanneer u afdrukt met een computer, selecteert u het formaat en type van het geplaatste
papier in Papierformaat printer (Printer Paper Size) en Mediumtype (Media Type) in het
printerstuurprogramma.
Zie
Documenten afdrukken
.
Naar boven
Pagina 40 van 736 pagina'sPapier plaatsen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Papier/originelen plaatsen > Papier plaatsen > Enveloppen plaatsen
C074
Enveloppen plaatsen
U kunt afdrukken op DL-enveloppen (Europa) en #10-enveloppen (VS).
Het adres wordt automatisch geroteerd en afgedrukt aan de hand van de richting van de envelop, zoals
opgegeven in het printerstuurprogramma.
Belangrijk
U kunt alleen met een computer afdrukken op enveloppen.
De volgende enveloppen kunt u niet gebruiken. Ze kunnen in het apparaat vast blijven zitten of
werkt het apparaat mogelijk niet meer naar behoren.
- Enveloppen met een reliëf of een behandeld oppervlak
- Enveloppen met een dubbele (of zelfklevende) klep
- Enveloppen waarvan de lijmkleppen al vochtig zijn gemaakt en plakken
Opmerking
Er wordt een bericht weergegeven over het plaatsen van enveloppen als u op enveloppen gaat
afdrukken. Dit bericht wordt niet meer weergegeven als u het selectievakje Dit bericht niet meer
weergeven. (Do not show this message again.) inschakelt.
1.
Bereid enveloppen voor.
Druk de hoeken en randen van de enveloppen omlaag om deze zo plat mogelijk
te maken.
Als de enveloppen gekruld zijn, houdt u de tegenoverliggende hoeken vast en
buigt u deze voorzichtig in de tegengestelde richting.
Als de klep van de envelop is gevouwen, maakt u deze plat.
Gebruik een pen om de bovenrand van de envelop in de invoerrichting plat te
strijken en de vouw scherper te maken.
Hierboven ziet u een zijaanzicht van de bovenrand van de envelop.
Belangrijk
De enveloppen kunnen vastlopen in het apparaat als ze niet plat zijn of als de hoeken niet zijn
uitgelijnd. Zorg ervoor dat het papier niet meer dan 3 mm / 0,1 inch is opgekruld of opgebold.
2.
Plaats enveloppen.
Pagina 41 van 736 pagina'sEnveloppen plaatsen
(1)
Open de papiersteun.
Til de papiersteun niet omhoog.
(2)
Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade
uit.
(3)
Schuif de papiergeleiders (A) open en plaats de enveloppen in het midden van
de achterste lade MET DE ADRESZIJDE NAAR U TOE GERICHT.
De gevouwen klep van de envelop bevindt zich naar beneden gericht aan de linkerzijde.
Er kunnen maximaal 10 enveloppen tegelijk worden geplaatst.
(4)
Schuif de papiergeleiders (A) tegen de zijkanten van de enveloppen aan.
Schuif de papiergeleiders niet te hard. De enveloppen worden dan misschien niet goed ingevoerd.
(B) Achterzijde
(C) Adreszijde
Opmerking
Plaats de enveloppen niet hoger dan de markering van de maximumcapaciteit (D).
Pagina 42 van 736 pagina'sEnveloppen plaatsen
3.
Geef de instellingen op met het printerstuurprogramma.
(1)
Selecteer Envelop (Envelope) bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used
Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
(2)
Selecteer DL Env. of Comm. Env. #10 in het venster Envelopformaat instellen
(Envelope Size Setting).
(3)
Selecteer Liggend (Landscape) in Afdrukstand (Orientation).
Belangrijk
Als u het envelopformaat of de afdrukstand niet correct opgeeft, wordt het adres
ondersteboven of 90 graden gedraaid afgedrukt.
Opmerking
Het apparaat kan geluid maken bij het invoeren van enveloppen.
Als ondersteboven is afgedrukt, opent u het printerstuurprogramma. Selecteer Envelop
(Envelope) in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings), selecteer vervolgens het
selectievakje 180 graden roteren (Rotate 180 degrees) onder Extra functies (Additional
Features).
Zie
Documenten afdrukken voor meer informatie over de instellingen in het
printerstuurprogramma.
Naar boven
Pagina 43 van 736 pagina'sEnveloppen plaatsen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Papier/originelen plaatsen > Papier plaatsen > Mediumtypen die u kunt gebruiken
C075
Mediumtypen die u kunt gebruiken
Kies voor het beste afdrukresultaat papier dat geschikt is om op af te drukken. Canon levert diverse
papiersoorten waarmee u het plezier van het afdrukken kunt verhogen, zoals stickers, en papiersoorten
voor foto's of documenten. Het verdient aanbeveling uw belangrijke foto's af te drukken op papier van het
merk Canon.
Mediumtypen
Verkrijgbare papiersoorten
Normaal papier (inclusief gerecycled papier)
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Normaal papier (Plain Paper)
- Maximaal aantal vellen -
Achterste lade: ongeveer 100 vellen
- Maximale belasting papieruitvoerlade -
Ongeveer 50 vel
Opmerking
Het correct invoeren van papier verloopt wellicht niet goed bij de maximumcapaciteit,
afhankelijk van de papiersoort of de omgevingsomstandigheden (zeer hoge of lage
temperaturen of luchtvochtigheid). Plaats in dergelijke gevallen per keer niet meer dan
ongeveer de helft van de maximumcapaciteit (u kunt 100% gerecycled papier gebruiken).
Dit papier kan worden gebruikt om te kopiëren wanneer het mediumtype wordt
geselecteerd met de knop
Papier (Paper)
op het bedieningspaneel. U kunt alleen normaal
papier van het formaat A4 of Letter selecteren.
Enveloppen
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Envelop (Envelope)
- Maximaal aantal vellen -
Achterste lade: 10 enveloppen
- Maximale belasting papieruitvoerlade -
Wij adviseren u de vorige afgedrukte envelop uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u
verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen.
Papier van het merk Canon
Raadpleeg de instructiehandleiding bij het papier voor gedetailleerde informatie over de bedrukbare
zijde en notities over de behandeling van papier. Bezoek onze website voor informatie over de
papierformaten die voor de verschillende papiersoorten van het merk Canon beschikbaar zijn.
Opmerking
Het modelnummer van origineel Canon-papier wordt tussen haakjes vermeld.
In sommige landen of regio's is bepaald papier van Canon mogelijk niet beschikbaar. In de Verenigde
Staten wordt papier niet op modelnummer verkocht. In dat geval koopt u het papier op naam.
Voor het afdrukken van foto's:
Professioneel Foto Platinum <PT-101>
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Professioneel Foto Platinum (Photo Paper Pro Platinum)
Pagina 44 van 736 pagina'sMediumtypen die u kunt gebruiken
Glanzend Fotopapier 'voor frequent gebruik' <GP-501>
*1
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Foto Glans Papier (Glossy Photo Paper)
Foto Glans Papier <GP-502>
*1
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Foto Glans Papier (Glossy Photo Paper)
Glossy Foto Papier Extra II <PP-201>
*1
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Glossy Foto Papier Extra II (Photo Paper Plus Glossy II)
Photo Paper Plus Halfglans <SG-201>
*1
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Photo Paper Plus Halfglans (Photo Paper Plus Semi-gloss)
Matglans Foto Papier <MP-101>
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Matglans Foto Papier (Matte Photo Paper)
- Maximaal aantal vellen -
Achterste lade:
10 vellen voor A4, Letter/8,5 inch x 11 inch, 13 x 18 cm/5 inch x 7 inch en 20 x 25 cm/8 inch x 10
inch
20 vellen voor 10 x 15 cm/4 x 6 inch
- Maximale belasting papieruitvoerlade -
Wij adviseren u het vorige afgedrukte vel uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder
gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen.
*1
Dit papier kan worden gebruikt om te kopiëren wanneer het mediumtype wordt geselecteerd
met de knop
Papier (Paper)
op het bedieningspaneel. U kunt alleen fotopapier van het formaat
A4 of Letter en fotopapier van 10 x 15 cm/4 x 6 inch selecteren.
Opmerking
Wanneer u papier in stapels plaatst, kan de afdrukzijde bij het invoeren worden
gemarkeerd of wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd. Laad in dit geval niet meer
dan één vel tegelijk (behalve voor Matglans Foto Papier <MP-101>).
Voor het afdrukken van zakelijke documenten:
High Resolution Paper <HR-101N>
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: High Resolution Paper
- Maximaal aantal vellen -
Achterste lade: 80 vellen
- Maximale belasting papieruitvoerlade -
50 vel
Voor het maken van uw eigen afdrukken:
T-Shirt Transfers <TR-301>
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: T-Shirt Transfers
Fotostickers <PS-101>
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Foto Glans Papier (Glossy Photo Paper)
Pagina 45 van 736 pagina'sMediumtypen die u kunt gebruiken
- Maximaal aantal vellen -
Achterste lade: 1 vel
- Maximale belasting papieruitvoerlade -
Wij adviseren u het vorige afgedrukte vel uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder
gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen.
Opmerking
Het opgeven van afdrukinstellingen is heel eenvoudig met het programma Easy-PhotoPrint
EX dat u vindt op de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM) . Installeer het programma op uw
computer.
Paginaformaten
U kunt de volgende paginaformaten gebruiken.
Standaardformaten:
Letter (215,9 x 279,4 mm / 8,5 x 11 inch)
Legal (215,9 x 355,6 mm / 8,5 x 14 inch)
A5 (148,0 x 210,0 mm / 5,83 x 8,27 inch)
A4 (210,0 x 297,0 mm / 8,27 x 11,69 inch)
B5 (182,0 x 257,0 mm / 7,17 x 10,12 inch)
4" x 6" (10 x 15 cm / 4,00 x 6,00 inch)
4" x 8" (101,6 x 203,2 mm / 4,00 x 8,00 inch)
5" x 7" (13 x 18 cm / 5,00 x 7,00 inch)
8" x 10" (20 x 25 cm / 8,00 x 10,00 inch)
L (89,0 x 127,0 mm / 3,50 x 5,00 inch)
2L (127,0 x 178,0 mm / 5,00 x 7,01 inch)
Hagaki (100,0 x 148,0 mm / 3,94 x 5,83 inch)
Hagaki 2 (200,0 x 148,0 mm / 7,87 x 5,83 inch)
Comm. Env. #10 (104,6 x 241,3 mm / 4,12 x 9,50 inch)
DL Env. (110,0 x 220,0 mm / 4,33 x 8,66 inch)
Choukei 3 (120,0 x 235,0 mm / 4,72 x 9,25 inch)
Choukei 4 (90,0 x 205,0 mm / 3,54 x 8,07 inch)
Youkei 4 (105,0 x 235,0 mm / 4,13 x 9,25 inch)
Youkei 6 (98,0 x 190,0 mm / 3,86 x 7,48 inch)
Kaart (55,0 x 91,0 mm / 2,16 x 3,58 inch)
Breed (101,6 x 180,6 mm / 4,00 x 7,10 inch)
Afwijkende formaten:
U kunt ook een aangepast formaat opgeven binnen het volgende bereik.
Minimumformaat: 55,0 x 91,0 mm / 2,17 x 3,58 inch
Maximumformaat: 215,9 x 676,0 mm / 8,50 x 26,61 inch
Papiergewicht
64 tot 105 g/m
2
(behalve Canon-papier)
Gebruik geen zwaarder of lichter papier dan dit (met uitzondering van papier van het merk Canon),
anders kan het papier in de printer vast komen te zitten.
Opmerkingen over het opslaan van papier
Neem alleen het benodigde aantal vellen papier uit de verpakking, vlak voordat u gaat afdrukken.
Wanneer u niet afdrukt, verwijdert u niet-gebruikt papier uit de achterste lade, stopt u dat terug in het
pak en legt u het ergens vlak neer om te voorkomen dat het gaat omkrullen. Vermijd bij het opslaan
bovendien hitte, vochtigheid en rechtstreeks zonlicht.
Opmerkingen over papier voor afdrukken zonder marges
Dubbelzijdig afdrukken is niet beschikbaar voor het randloos afdrukken van volledige pagina's.
Afdrukken zonder marges op de volledige pagina is niet mogelijk op enveloppen en papier van het
formaat Legal, A5 of B5.
Geen randen afdrukken op gewoon papier is alleen mogelijk wanneer u afdrukt vanaf een
computer.
Pagina 46 van 736 pagina'sMediumtypen die u kunt gebruiken
Dit kan echter leiden tot een lagere afdrukkwaliteit. Wij raden aan om gewoon papier te gebruiken
voor een proefafdruk.
Naar boven
Pagina 47 van 736 pagina'sMediumtypen die u kunt gebruiken
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Papier/originelen plaatsen > Papier plaatsen > Mediumtypen die u niet kunt gebruiken
C076
Mediumtypen die u niet kunt gebruiken
De onderstaande soorten papier mogen niet worden gebruikt. Het gebruik van dergelijke papiersoorten
levert niet alleen een onbevredigend resultaat op, maar kan ook leiden tot vastlopen of slecht
functioneren van het apparaat.
Gevouwen, gekruld of gekreukt papier
Vochtig papier
Papier dat te dun is (dat minder weegt dan 64 g/m
2
)
Papier dat te dik is (dat meer weegt dan 105 g/m
2
, behalve Canon-papier)
Papier dat dunner is dan een briefkaart, inclusief gewoon papier of papier van een notitieblok dat
kleiner is gemaakt (wanneer u afdrukt op papier dat kleiner is dan A5)
Briefkaarten
Kaarten waarop foto's of stickers zijn geplakt
Enveloppen met een dubbele (of zelfklevende) klep
Enveloppen met een reliëf of een behandeld oppervlak
Enveloppen waarvan de lijmkleppen al vochtig zijn gemaakt en plakken
Willekeurig papier met gaatjes
Papier dat niet rechthoekig is
Papier dat is ingebonden met nietjes of lijm
Voorgelijmd papier
Papier versierd met glitters, enzovoort
Naar boven
Pagina 48 van 736 pagina'sMediumtypen die u niet kunt gebruiken
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Papier/originelen plaatsen > Originelen plaatsen
C077
Originelen plaatsen
Originelen plaatsen
Originelen die u kunt plaatsen
Originelen plaatsen
Plaats originelen die u wilt kopiëren of scannen op de glasplaat.
Belangrijk
Let erop dat u de documentklep sluit nadat u het origineel hebt geplaatst, voordat u begint met
kopiëren of scannen.
Wanneer u met een softwaretoepassing scant vanaf een computer, moet u het origineel op een
andere manier plaatsen.
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
1. Plaats een origineel op de glasplaat.
(1)
Open de documentklep.
Belangrijk
Leg geen voorwerpen op de documentklep. Deze kunnen in de achterste lade vallen als de
documentklep wordt geopend en ervoor zorgen dat het apparaat niet meer naar behoren
werkt.
(2)
Plaats het origineel MET DE TE SCANNEN ZIJDE NAAR BENEDEN op de
glasplaat.
Lijn de hoek van het origineel uit met de positiemarkering .
Belangrijk
Let op het volgende wanneer u het origineel op de glasplaat legt.
- Plaats geen voorwerpen die zwaarder zijn dan 2,0 kg op de glasplaat.
- Oefen geen druk van meer dan 2,0 kg uit op de glasplaat, bijvoorbeeld bij het aandrukken van
het origineel.
Als u het bovenstaande niet in acht neemt, kan er een storing optreden in de scanner of kan
de glasplaat breken.
Het grijze gedeelte (A) (1 mm / 0,04 inch van de randen van de glasplaat) kan niet worden
gescand.
Pagina 49 van 736 pagina'sOriginelen plaatsen
Voor de beste afdrukkwaliteit wordt door het apparaat een marge aan iedere zijde van het
papier vrijgelaten. Het eigenlijke afdrukgebied is het gebied binnen deze marges.
(B) 3,0 mm / 0,12 inch
(C) 5,0 mm / 0,20 inch
(D) 3,4 mm / 0,13 inch (6,4 mm / 0,25 inch papier met het formaat Letter en Legal)
(E) 3,4 mm / 0,13 inch (6,4 mm / 0,25 inch papier met het formaat Letter en Legal)
2.
Sluit de documentklep voorzichtig.
Naar boven
Pagina 50 van 736 pagina'sOriginelen plaatsen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Papier/originelen plaatsen > Originelen plaatsen > Originelen die u kunt plaatsen
C079
Originelen die u kunt plaatsen
U kunt de volgende originelen kopiëren of scannen.
Typen
originelen:
Tekstdocumenten, tijdschriften of kranten
Afgedrukte foto, ansichtkaart, visitekaartje of schijf (bd/dvd/cd,
enzovoort)
Formaat (B x L):
Maximaal 216 x 297 mm / 8,5 x 11,7 inch
Opmerking
Bij het plaatsen van een dik origineel zoals een boek kunt u de documentklep van het apparaat
verwijderen.
Meer informatie over hoe de documentklep verwijdert of bevestigt, kunt u vinden in de online
handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
Naar boven
Pagina 51 van 736 pagina'sOriginelen die u kunt plaatsen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Routineonderhoud
Routineonderhoud
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het apparaat kunt reinigen als het afdrukresultaat vaag is, hoe u
FINE-cartridges kunt vervangen als ze op raken en wat u moet doen als het papier niet correct wordt
ingevoerd.
Vage afdrukken of onjuiste kleuren
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
De printkop reinigen
Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren
De printkop uitlijnen
Een FINE-inktpatroon vervangen
Vervangingsprocedure
De inktstatus controleren
Het apparaat reinigen
De papierinvoerrol reinigen
Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat)
De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen
Naar boven
Pagina 52 van 736 pagina'sRoutineonderhoud
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Routineonderhoud > Vage afdrukken of onjuiste kleuren
C093
Vage afdrukken of onjuiste kleuren
Als de afdrukresultaten onduidelijk zijn of de kleuren niet correct worden afgedrukt, zijn de
spuitopeningen van de printkop (FINE-inktpatronen) waarschijnlijk verstopt. Voer de onderstaande
procedure uit om het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken, de conditie van de
spuitopeningen van de printkop te controleren en vervolgens de printkop te reinigen.
Als evenwijdige lijnen niet correct worden afgedrukt of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten,
kan de afdrukkwaliteit mogelijk worden verbeterd door de printkop uit te lijnen.
Belangrijk
Spoel FINE-inktpatronen niet af en veeg ze niet schoon. Dit kan problemen met de FINE-inktpatronen
veroorzaken.
Opmerking
Voordat u onderhoud verricht
Controleer of er nog inkt in de FINE-inktpatroon zit.
Zie
De inktstatus controleren
.
Controleer of de FINE-inktpatronen correct zijn geïnstalleerd.
Zie
Vervangingsprocedure
.
Controleer of de oranje beschermtape aan de onderzijde van de FINE-inktpatroon is verwijderd.
Zie
Vervangingsprocedure
.
Als het
Alarm
-lampje oranje brandt of knippert, raadpleegt u het gedeelte '
Problemen oplossen
' in
de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
Stel de afdrukkwaliteit hoger in via de instellingen van het printerstuurprogramma. Hierdoor kunnen
de afdrukresultaten verbeteren.
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
Onduidelijke of ongelijkmatige afdrukresultaten:
Stap 1
Zie
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken
.
Zie Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
.
Druk na het reinigen van de
printkop het controleraster voor
spuitopeningen af en controleer dit.
Als er lijnen ontbreken of er horizontale witte strepen
voorkomen in dit raster:
Stap 2
Zie De printkop reinigen.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop
tweemaal hebt gereinigd:
Stap 3
Zie Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren
.
Als het probleem niet is opgelost, schakelt u het apparaat
uit en voert u de diepte-reiniging van de printkop 24 uur
later nogmaals uit.
Als het probleem hiermee nog steeds niet is verholpen:
Stap 4
Raadpleeg Een FINE-inktpatroon vervangen
.
Pagina 53 van 736 pagina'sVage afdrukken of onjuiste kleuren
Opmerking
Als het probleem nog steeds niet is verholpen na het vervangen van de FINE-inktpatroon, neemt u
contact op met het ondersteuningscentrum.
Als de afdrukresultaten niet gelijkmatig zijn (de evenwijdige lijnen
zijn bijvoorbeeld niet correct afgedrukt):
Raadpleeg De printkop uitlijnen
.
Opmerking
U kunt het onderhoud ook vanaf uw computer uitvoeren.
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
Naar boven
Pagina 54 van 736 pagina'sVage afdrukken of onjuiste kleuren
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Routineonderhoud
>
Vage afdrukken of onjuiste kleuren > Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken
C094
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken
Druk het controleraster voor spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de
spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Opmerking
Als de inkt bijna op is, wordt het controleraster niet goed afgedrukt. Vervang de FINE-inktpatroon
die bijna leeg is.
Raadpleeg Een FINE-inktpatroon vervangen
.
U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-
formaat
1. Controleer of het apparaat aan staat.
2.
Plaats een vel normaal papier van A4- of Letter-formaat in de achterste lade.
3. Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade uit.
4.
Druk het controleraster voor de spuitopeningen af.
(1)
Druk op de knop
(Onderhoud) om
A
weer te geven.
(2)
Druk op de knop
Zwart (Black)
of
Kleur (Color)
.
Het controleraster voor de spuitopening wordt afgedrukt.
5.
Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen.
Zie Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
.
Naar boven
Pagina 55 van 736 pagina'sControleraster voor de spuitopeningen afdrukken
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Routineonderhoud
>
Vage afdrukken of onjuiste kleuren > Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
C095
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop.
1.
Controleer het raster (1) op ontbrekende lijnen en (2) de aanwezigheid van
horizontale witte strepen.
(1)
Kijk of er lijnen ontbreken in dit raster.
Als dat het geval is, is een reiniging noodzakelijk.
Zie
De printkop reinigen
.
(A) Goed
(B) Niet goed (er ontbreken lijnen)
(2)
Kijk of er horizontale witte strepen aanwezig zijn in dit raster.
Als dat het geval is, is een reiniging noodzakelijk.
Zie
De printkop reinigen
.
(A) Goed
(B) Niet goed (horizontale witte strepen aanwezig)
Naar boven
Pagina 56 van 736 pagina'sControleraster voor de spuitopeningen bekijken
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Routineonderhoud
>
Vage afdrukken of onjuiste kleuren
> De printkop reinigen
C096
De printkop reinigen
De printkop moet worden gereinigd als er in het afgedrukte controleraster voor de spuitopeningen lijnen
ontbreken of horizontale witte strepen worden weergegeven. Door een reiniging uit te voeren worden de
spuitopeningen vrij gemaakt en de toestand van de printkop hersteld. Bij het reinigen van de printkop
wordt inkt verbruikt. Reinig de printkop daarom alleen als het echt nodig is.
1. Controleer of het apparaat aan staat.
2.
Reinig de printkop.
(1)
Druk herhaaldelijk op de knop (Onderhoud) totdat
H
wordt weergegeven.
(2)
Druk op de knop
Zwart (Black)
of
Kleur (Color)
.
De reiniging van de printkop wordt gestart.
Voer geen andere handelingen uit tot het apparaat klaar is met het reinigen van de printkop. Dit duurt 1 tot 2
minuten.
3.
Controleer de conditie van de printkop.
Als de reiniging is voltooid, wordt in de LED-display de stand-bymodus voor kopiëren weergegeven.
Als u de conditie van de printkop wilt controleren, drukt u het controleraster voor de spuitopeningen af.
Zie Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken
.
Opmerking
Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd, voert u de
diepte-reiniging van de printkop uit.
Zie
Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren
.
Naar boven
Pagina 57 van 736 pagina'sDe printkop reinigen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Routineonderhoud
>
Vage afdrukken of onjuiste kleuren > Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren
C097
Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd door de normale reiniging van de printkop, moet u een diepte-
reiniging van de printkop uitvoeren. Bij een diepte-reiniging van de printkop wordt meer inkt verbruikt dan
bij een normale reiniging. Het is daarom raadzaam de diepte-reiniging alleen uit te voeren als het echt
nodig is.
1. Controleer of het apparaat aan staat.
2.
Voer de diepte-reiniging van de printkop uit.
(1)
Druk herhaaldelijk op de knop (Onderhoud) totdat
y
wordt weergegeven.
(2)
Druk op de knop
Zwart (Black)
of
Kleur (Color)
.
De diepte-reiniging van de printkop wordt gestart.
Voer geen andere handelingen uit tot het apparaat klaar is met de diepte-reiniging van de printkop. Dit duurt
ongeveer 2 minuten.
3.
Controleer de conditie van de printkop.
Als de dieptereiniging is voltooid, wordt in de LED-display de stand-bymodus voor kopiëren weergegeven.
Als u de conditie van de printkop wilt controleren, drukt u het controleraster voor de spuitopeningen af.
Zie Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken
.
Als het probleem niet is opgelost, schakelt u het apparaat uit en voert u de diepte-reiniging van de printkop 24 uur
later nogmaals uit.
Als het probleem dan nog niet is opgelost, vervangt u de FINE-inktpatroon door een nieuwe patroon.
Raadpleeg Een FINE-inktpatroon vervangen
.
Als het probleem nog steeds niet is verholpen na het vervangen van de FINE-inktpatroon, neemt u contact op met
het ondersteuningscentrum.
Naar boven
Pagina 58 van 736 pagina'sEen diepte-reiniging van de printkop uitvoeren
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Routineonderhoud
>
Vage afdrukken of onjuiste kleuren
> De printkop uitlijnen
C098
De printkop uitlijnen
Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u
de positie van de printkop aan te passen.
Opmerking
Als de inkt bijna op is, wordt het uitlijningsblad niet correct afgedrukt. Vervang de FINE-inktpatroon
die bijna leeg is.
Raadpleeg Een FINE-inktpatroon vervangen
.
U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-
formaat (inclusief gerecycled papier)*
* Gebruik papier dat wit en schoon is aan beide kanten.
1.
Controleer of het apparaat aan staat.
2. Plaats een vel normaal papier van A4- of Letter-formaat in de achterste lade.
3.
Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade uit.
4. Druk het uitlijningsblad af.
(1)
Druk enkele keren op de knop (Onderhoud) totdat
u
(kleine letter 'u') wordt
weergegeven.
(2)
Druk op de knop
Zwart (Black)
of
Kleur (Color)
.
Het uitlijningsblad wordt afgedrukt.
Pagina 59 van 736 pagina'sDe printkop uitlijnen
Belangrijk
Raak de afdruk op het uitlijningsblad niet aan.
Voorkom dat het uitlijningsblad vuil wordt. Als het blad vlekken vertoont of gekreukt is,
wordt het mogelijk niet juist gescand.
5.
Scan het uitlijningsblad om de positie van de printkop aan te passen.
(1)
Plaats het uitlijningsblad voor de printkop op de glasplaat.
Plaats het uitlijningsblad voor de printkop MET DE BEDRUKTE ZIJDE OMLAAG en zorg dat de markering
in de linkerbovenhoek van het blad is uitgelijnd met de positiemarkering
.
(2)
Sluit de documentklep voorzichtig en controleer of
U
(hoofdletter 'U') wordt
weergegeven op het LED-display en druk vervolgens op de knop
Zwart (Black)
of
Kleur (Color)
.
Pagina 60 van 736 pagina'sDe printkop uitlijnen
Het uitlijningsblad wordt gescand en de stand van de printkoppen wordt automatisch aangepast.
Wanneer de stand van de printkoppen is aangepast, keert het LED-display terug naar de stand-bymodus
voor kopiëren. Haal het uitlijningsblad voor de printkop van de glasplaat.
Belangrijk
Open de documentklep of verplaats het uitlijningsblad pas wanneer het aanpassen van de
positie van de printkoppen is voltooid.
Als de stand van de printkoppen niet kon worden aangepast, wordt de foutcode
weergegeven op het LED-display.
Druk op de knop
Stoppen/herstellen (Stop/Reset) om de fout op te heffen en raadpleeg
vervolgens
Problemen oplossen
in de online
Uitgebreide Handleiding voor meer informatie.
Opmerking
Als u nog steeds niet tevreden bent over de afdrukresultaten nadat de printkoppositie is
aangepast op de hiervoor omschreven wijze, kunt u de printkoppositie aanpassen vanaf de
computer.
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
Zorg dat
L
wordt weergegeven op het LED-display en druk vervolgens op de knop
Zwart
(Black) of
Kleur (Color)
om de huidige instelwaarden van de printkoppen af te drukken en te
controleren.
Naar boven
Pagina 61 van 736 pagina'sDe printkop uitlijnen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Routineonderhoud
> Een FINE-inktpatroon vervangen
C091
Een FINE-inktpatroon vervangen
Wanneer de inkt opraakt of zich fouten voordoen, wordt er een foutcode weergegeven op het LED-display
om u op de hoogte te brengen van het probleem.
Raadpleeg het gedeelte Er wordt een foutcode weergegeven op het LED-display in
Problemen oplossen in de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
Opmerking
Meer informatie over geschikte FINE-inktpatronen kunt u vinden in de gedrukte handleiding:
Aan de
Slag-gids
.
Vervangingsprocedure
Volg onderstaande procedure wanneer u de FINE-cartridges moet vervangen.
Belangrijk
Werken met FINE-inktpatronen
Raak de elektrische contactpunten (A) of spuitopeningen van de printkop (B) van de FINE-
inktpatroon niet aan. Als u het toch aanraakt, drukt de printer mogelijk niet goed meer af.
Vervang een FINE-inktpatroon direct nadat u de patroon hebt verwijderd. Laat het apparaat niet
staan zonder FINE-inktpatroon.
Gebruik nieuwe FINE-inktpatronen ter vervanging. De spuitopeningen kunnen verstopt raken als u
gebruikte FINE-inktpatronen plaatst.
Daarnaast weet u met dergelijke patronen niet goed wanneer u de patronen moet vervangen.
Wanneer een FINE-inktpatroon is geplaatst, mag u deze niet uit het apparaat verwijderen of aan de
lucht blootstellen. Hierdoor kan de FINE-inktpatroon uitdrogen of werkt het apparaat niet meer naar
behoren als de inktpatroon opnieuw wordt geplaatst. Voor een optimale afdrukkwaliteit moet u de
FINE-inktpatroon binnen zes maanden na het eerste gebruik opmaken.
Opmerking
Als de inkt van een FINE-inktpatroon opraakt, kunt u nog een korte tijd afdrukken met de kleuren- of
zwarte-FINE-inktpatroon, afhankelijk van de resterende inkt. De afdrukkwaliteit kan echter lager zijn
in vergelijking met afdrukken met beide patronen. Het is raadzaam nieuwe FINE-inktpatronen te
gebruiken voor een optimale kwaliteit.
Laat de lege FINE-inktpatroon zitten als u gaat afdrukken, zelfs als u slechts één soort inkt gebruikt.
Als de kleuren-FINE-inktpatroon of de zwarte-FINE-inktpatroon ontbreekt, treedt er een fout op en
kan het apparaat niet afdrukken.
Raadpleeg de online handleiding voor informatie over het configureren van deze instelling:
Uitgebreide Handleiding
.
Mogelijk wordt toch kleureninkt verbruikt wanneer u een document in zwart-wit afdrukt of wanneer
u hebt aangegeven een zwart-witafdruk te willen maken.
Ook bij reiniging en dieptereiniging van de printkop worden zowel de kleureninkt als de zwarte inkt
verbruikt. Dat nodig is om het apparaat goed te laten werken. Vervang de FINE-inktpatroon direct
door een nieuwe patroon zodra de inkt op is.
Raadpleeg
Tips over het gebruik van uw apparaat
voor details.
Pagina 62 van 736 pagina'sEen FINE-inktpatroon vervangen
1.
Zorg dat de printer is ingeschakeld en open de papieruitvoerlade.
2. Til de scannereenheid (klep) omhoog en houd de klep open met de steun voor de
scannereenheid (C).
De FINE-patroonhouder schuift naar de vervangingspositie.
Let op
Houd de FINE-patroonhouder niet vast om deze te stoppen of te verplaatsen. Raak de FINE-
patroonhouder niet aan voordat deze helemaal stilstaat.
Belangrijk
Mogelijk zijn er inktresten achtergebleven in het binnenste van het apparaat. Zorg dat u geen
inkt op uw handen of in uw kleren krijgt als u FINE-inktpatronen vervangt. U kunt de binnenzijde
van de machine gemakkelijk schoonwrijven met bijvoorbeeld een tissue.
Raadpleeg de gedrukte handleiding voor meer informatie over schoonmaken:
Aan de Slag-
gids
.
Leg geen voorwerpen op de documentklep. Deze kunnen in de achterste lade vallen als de
documentklep wordt geopend en ervoor zorgen dat het apparaat niet meer naar behoren
werkt.
Als u de scaneenheid (klep) opent, moet de documentklep gesloten blijven.
Raak geen metalen delen of andere delen aan binnen in het apparaat.
Als de scaneenheid (klep) langer dan 10 minuten heeft opengestaan, wordt de FINE-
cartridgehouder naar de rechterzijde verplaatst. In dit geval moet u de scaneenheid (klep)
sluiten en weer openen.
3.
Verwijder de lege FINE-inktpatroon.
(1)
Druk op de lipjes en open het vergrendelingsklepje van de inktpatroon.
(2)
Verwijder de FINE-inktpatroon.
Belangrijk
Wees voorzichtig met FINE-inktpatronen om vlekken op kleding en dergelijke te voorkomen.
Houd bij het weggooien van lege FINE-inktpatronen rekening met de plaatselijke regelgeving met
betrekking tot afvalverwerking.
Pagina 63 van 736 pagina'sEen FINE-inktpatroon vervangen
4.
Bereid de nieuwe FINE-inktpatroon voor.
(1)
Neem de nieuwe FINE-inktpatroon uit de verpakking en verwijder de oranje
beschermtape (D) voorzichtig.
Belangrijk
Als u schudt met een FINE-inktpatroon, kunt u inkt morsen en vlekken op uw handen en
dergelijke krijgen. Ga voorzichtig te werk met FINE-inktpatronen.
Zorg dat er geen vlekken op uw handen en dergelijke komen door de inkt op de verwijderde
beschermtape.
Plaats de beschermtape niet terug nadat u deze hebt verwijderd. Houd bij het weggooien
rekening met de lokale wet- en regelgeving met betrekking tot de afvalverwerking.
Raak de elektrische contactpunten of spuitopeningen van de printkop van de FINE-inktpatroon
niet aan. Als u het toch aanraakt, drukt de printer mogelijk niet goed meer af.
5.
Plaats de FINE-inktpatroon.
(1)
Plaats een nieuwe FINE-inktpatroon in de FINE-patroonhouder.
De kleuren-FINE-inktpatroon moet in de linkersleuf en de zwarte-FINE-inktpatroon in de rechtersleuf worden
geplaatst.
(2)
Sluit het vergrendelingsklepje van de inktpatroon om de FINE-inktpatroon vast te
klikken.
Duw het vergrendelingsklepje van de inktpatroon naar beneden tot het vastklikt.
(3)
Controleer of het vergrendelingsklepje van de inktpatroon correct is gesloten.
Opmerking
Als het sluitklepje van de inktcartridge niet correct is gesloten, drukt u op het sluitklepje
Pagina 64 van 736 pagina'sEen FINE-inktpatroon vervangen
totdat het vastklikt.
(E) Correct gesloten
(F) Niet correct gesloten (het klepje staat schuin)
Belangrijk
Het apparaat kan alleen afdrukken maken als zowel de zwarte- als de kleuren-FINE-inktpatroon
is geplaatst. Plaats dus beide FINE-inktpatronen.
6.
Til de scaneenheid (klep) een beetje omhoog en leg de steun van de scaneenheid
terug op zijn oorspronkelijke plaats. Sluit de scaneenheid (klep) voorzichtig.
Let op
Houd de scannereenheid (klep) goed vast wanneer u de steun van de scannereenheid op zijn
oorspronkelijke plaats legt en zorg dat uw vingers niet bekneld raken.
Opmerking
Als het
Alarm
-lampje oranje brandt of knippert als u de scaneenheid (klep) hebt gesloten,
raadpleegt u het gedeelte "
Problemen oplossen
" in de online handleiding:
Uitgebreide
Handleiding
.
Het apparaat reinigt de printkop automatisch zodra u begint met afdrukken nadat u de FINE-
inktpatroon hebt vervangen. Voer geen andere handelingen uit tot het apparaat klaar is met het
reinigen van de printkop.
Pas de positie van de printkop aan als evenwijdige lijnen niet correct worden afgedrukt of als
de positie van de printkop niet goed is uitgelijnd.
Raadpleeg De printkop uitlijnen
.
Naar boven
Pagina 65 van 736 pagina'sEen FINE-inktpatroon vervangen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Routineonderhoud
>
Een FINE-inktpatroon vervangen
> De inktstatus controleren
C092
De inktstatus controleren
U kunt de inktstatus controleren via de
Inkt (Ink)
-lampjes op het bedieningspaneel of op het
computerscherm.
Opmerking
De inktvoorraaddetector is op het apparaat bevestigd en bepaalt de resterende inktvoorraad. De
voorraad wordt als vol beschouwd wanneer u een nieuwe FINE-inktpatroon hebt geïnstalleerd.
Daarna wordt de resterende inktvoorraad bepaald. Als u een gebruikte FINE-inktpatroon installeert,
is de aangegeven inktvoorraad mogelijk niet correct. In dat geval moet u de informatie over de
inktvoorraad slechts zien als een benadering.
Wanneer de inkt opraakt of zich fouten voordoen, wordt er een foutcode weergegeven op het LED-
display om u op de hoogte te brengen van het probleem.
Raadpleeg het gedeelte Er wordt een foutcode weergegeven op het LED-display in
Problemen
oplossen
in de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
Via de inktlampjes op het bedieningspaneel
Controleer dat de LED-display in de stand-bymodus voor kopiëren staat. U kunt de inktstatus
controleren met de
inkt
lampjes.
(1)
Alarm
-lampje
(2) Kleureninkt (Color Ink)
-lampje
(3)
Zwarte inkt (Black Ink)
-lampje
Het lampje voor kleureninkt of zwarte inkt brandt
De inkt is bijna op. Bereid een nieuwe inktpatroon voor.
Het lampje voor kleureninkt of zwarte inkt knippert en het Alarm-lampje brandt
Er is een fout opgetreden.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte
Problemen oplossen in de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
* Bij sommige typen fouten brandt het
Alarm
-lampje niet.
Op het computerscherm
U kunt de inktstatus controleren met de printerstatusmonitor.
Er wordt een symbool weergegeven in het onderdeel (A) als er informatie is over het resterende
inktniveau.
Voorbeeld:
De inkt is bijna op. Bereid een nieuwe inktpatroon voor.
Pagina 66 van 736 pagina'sDe inktstatus controleren
Opmerking
Tijdens het afdrukken kan er een foutbericht worden weergegeven. Bevestig het bericht en
voer de juiste handelingen uit.
Volg onderstaande procedure om het bevestigingsscherm te openen.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Zie de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
2.
Klik op Printerstatus weergeven (View Printer Status) op het tabblad Onderhoud
(Maintenance).
Klik op het menu Inktdetails (Ink Details) om de informatie over de FINE-cartridges te controleren.
Opmerking
Terwijl u afdrukt, kunt u ook de printerstatusmonitor weergeven door op het printerpictogram
op de taakbalk te klikken. In Windows Vista of Windows XP klikt u in de taakbalk op Canon XXX
Printer (waarbij '
XXX
' de naam van uw apparaat is).
Naar boven
Pagina 67 van 736 pagina'sDe inktstatus controleren
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Routineonderhoud
> Het apparaat reinigen
Het apparaat reinigen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het binnenste van het apparaat kunt reinigen.
De papierinvoerrol reinigen
Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat)
De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen
Naar boven
Pagina 68 van 736 pagina'sHet apparaat reinigen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Routineonderhoud
>
Het apparaat reinigen > De papierinvoerrol reinigen
C099
De papierinvoerrol reinigen
Als de papierinvoerrol vies is of er papierstof op ligt, wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd.
Reinig in dat geval de papierinvoerrol. Als u de papierinvoerrol reinigt, slijt deze. Reinig de rol daarom
alleen als dat nodig is.
U moet het volgende voorbereiden: drie vellen gewoon papier van A4- of Letter-
formaat
1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en verwijder alle papier uit de achterste lade.
2.
Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade uit.
3. Reinig de papierinvoerrol zonder papier.
(1)
Druk herhaaldelijk op de knop (Onderhoud) totdat
b
wordt weergegeven.
(2)
Druk op de knop
Zwart (Black)
of
Kleur (Color)
.
Tijdens het reinigen draait de papierinvoerrol enkele malen rond.
4.
Reinig de papierinvoerrol met papier.
(1)
Controleer of de papierinvoerrol gestopt is met draaien en plaats drie vellen
gewoon papier van A4- of Letter-formaat in de achterste lade.
(2)
Controleer of
b
wordt weergegeven in de LED-display en druk vervolgens op de
knop
Zwart (Black)
of
Kleur (Color)
.
Het apparaat begint met de reiniging. Het reinigen is voltooid als het papier wordt uitgeworpen.
Opmerking
Druk nadat de reiniging is voltooid op de knop
Stoppen/herstellen (Stop/Reset)
om de
stand-bymodus van de LED-display weer te geven.
Als het probleem nog steeds niet is verholpen na het reinigen van de papierinvoerrol, neemt u contact op met het
ondersteuningscentrum.
Naar boven
Pagina 69 van 736 pagina'sDe papierinvoerrol reinigen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Routineonderhoud
>
Het apparaat reinigen > Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste
plaat)
C101
Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste
plaat)
Hiermee verwijdert u vlekken van de binnenkant van het apparaat. Als het binnenste van het apparaat vuil
wordt, kan bedrukt papier ook vuil worden. Daarom raden we u aan de binnenkant van het apparaat
regelmatig te reinigen.
Belangrijk
Voer geen enkele andere bewerking uit terwijl de onderste plaat wordt gereinigd.
U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-
formaat*
* Zorg ervoor dat u een nieuw vel papier gebruikt.
1.
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en verwijder alle papier uit de achterste lade.
2.
Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade uit.
3.
Vouw een vel normaal papier van het formaat A4 of Letter in de breedte dubbel en
vouw het papier weer open.
4.
Plaats alleen dit vel papier in de achterste lade met de geopende zijde naar boven.
5.
Reinig de binnenkant van het apparaat.
(1)
Druk herhaaldelijk op de knop (Onderhoud) totdat
J
wordt weergegeven.
(2)
Druk op de knop
Zwart (Black)
of
Kleur (Color)
.
Het papier reinigt het binnenste van het apparaat terwijl het wordt doorgevoerd.
Controleer het gevouwen gedeelte van het uitgevoerde papier. Als dit inktvlekken bevat, moet u de onderste
plaat opnieuw reinigen.
Pagina 70 van 736 pagina'sHet binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat)
Opmerking
Gebruik een nieuw vel papier wanneer u de onderste plaat opnieuw reinigt.
Als het probleem zich blijft voordoen nadat u de onderste plaat nogmaals hebt gereinigd, zijn de uitstekende
delen aan de binnenkant van het apparaat mogelijk vuil.
Zie
De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen om deze te reinigen.
Naar boven
Pagina 71 van 736 pagina'sHet binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat)
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Routineonderhoud
>
Het apparaat reinigen
> De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen
C102
De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen
Let op
Schakel het apparaat altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat
reinigen.
Als er inktresten aanwezig zijn op de uitstekende delen binnen in het apparaat, reinigt u deze delen met
bijvoorbeeld een wattenstaafje.
Naar boven
Pagina 72 van 736 pagina'sDe uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud > Bijlage
Bijlage
Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het gebruik van
afbeeldingen
Tips over het gebruik van uw apparaat
Naar boven
Pagina 73 van 736 pagina'sBijlage
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Bijlage
> Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het gebruik van afbeeldingen
Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en
het gebruik van afbeeldingen
Het maken van kopieën en het scannen, afdrukken of het gebruiken van reproducties van de volgende
documenten kan illegaal zijn.
Deze lijst is niet volledig. Raadpleeg in geval van twijfel een jurist uit uw rechtsgebied.
Papiergeld
Postwissels
Stortingsbewijzen
Postzegels (gestempeld of
ongestempeld)
Identificatiebewijzen of insignes
Bepaalde service- of
wisseldocumenten
Cheques of wissels die door
overheidsinstanties zijn
uitgegeven
Rijbewijzen en
eigendomsbewijzen
Travellercheques
Voedselbonnen
Paspoorten
Immigratiepapieren
Belastingzegels (gestempeld of
ongestempeld)
Obligaties of andere schuldbekentenissen
Aandelencertificaten
Werken/kunstwerken die vallen onder het
auteursrecht, zonder toestemming van de
rechthebbende
Naar boven
Pagina 74 van 736 pagina'sWettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het gebruik ...
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Bijlage
> Tips over het gebruik van uw apparaat
C112
Tips over het gebruik van uw apparaat
Dit gedeelte bevat tips over het gebruik van uw apparaat en het maken van optimale afdrukken.
Inkt wordt voor verschillende toepassingen gebruikt.
Hoe wordt de inkt, naast afdrukken, gebruikt voor andere
toepassingen?
Inkt kan, naast afdrukken, voor verschillende toepassingen worden gebruikt. De inkt wordt niet
alleen gebruikt voor het maken van afdrukken, maar ook voor het reinigen van de printkop. Dit zorgt
ervoor dat de optimale afdrukkwaliteit behouden blijft.
Het apparaat heeft een functie voor het automatisch reinigen van de spuitopeningen waaruit de inkt
wordt gespoten, zodat verstopping wordt voorkomen. Tijdens de reinigingsprocedure wordt inkt uit
de spuitopeningen gepompt. De hoeveelheid inkt die gebruikt wordt voor het reinigen van de
spuitopeningen, wordt tot een minimum beperkt.
Wordt er kleureninkt gebruikt voor het maken van zwart-witte
afdrukken?
Wanneer u afdrukt in zwart-wit, wordt mogelijk andere inkt dan zwart gebruikt, afhankelijk van het
type afdrukpapier en de instellingen van het printerstuurprogramma. Er kan dus kleureninkt worden
gebruikt voor het maken van zwart-witte afdrukken.
Afdrukken op speciaal papier: hoe kunt u altijd afdrukken met een
optimale afdrukkwaliteit?
Tip: controleer de apparaatstatus voordat u gaat afdrukken.
Is de printkop in orde?
Als de spuitopeningen verstopt zijn, worden afdrukken vaag en wordt er papier verspild. Het is
raadzaam de printkop te controleren door het controleraster voor de spuitopeningen af te
drukken.
Zie
Vage afdrukken of onjuiste kleuren
.
Zijn er inktresten achtergebleven in het binnenste van het apparaat?
Nadat het apparaat grote hoeveelheden papier of afdrukken zonder marges heeft geproduceerd,
kan het gebied waar het papier doorheen wordt gevoerd, besmeurd raken met inkt. Maak het
binnenste van het apparaat schoon door een reiniging van de onderste plaat uit te voeren.
Zie
Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat)
.
Tip: controleer de juiste plaatsing van het papier.
Is het papier in de juiste richting geplaatst?
Pagina 75 van 736 pagina's
Tips over het gebruik van uw apparaat
Het papier in de achterste lade moet met de afdrukzijde naar u toe worden geplaatst.
Is het papier gekruld?
Gekruld papier kan papierstoringen veroorzaken. Strijk gekruld papier eerst glad voordat u het
opnieuw in het apparaat plaatst.
Zie het gedeelte
Problemen oplossen in de online handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
Tip: vergeet niet de papierinstellingen op te geven nadat het
papier is geplaatst.
Selecteer het geplaatste papier in Mediumtype (Media Type) van het printerstuurprogramma of met
de knop
Papier (Paper)
op het bedieningspaneel. Als het type papier niet is geselecteerd, worden
er mogelijk geen goede afdrukresultaten geproduceerd.
Zie Kopiëren
,
Afdrukken vanaf de computer
en Mediumtypen die u kunt gebruiken.
Er zijn verschillende soorten papier: papier met een speciale coating voor het optimaal afdrukken
van foto’s en papier dat geschikt is voor documenten. De optie Mediumtype (Media Type) in het
printerstuurprogramma heeft verschillende instellingen die u vooraf voor elk type papier kunt
instellen (zoals inkt gebruiken, inkt spuiten, de afstand vanaf de spuitopeningen), zodat u op elke
papiersoort afdrukken met een optimale beeldkwaliteit kunt maken. De knop
Papier (Paper)
op het
bedieningspaneel, die wordt gebruikt voor het kopiëren, heeft ook enkele instellingen die lijken op
Mediumtype (Media Type) van het printerstuurprogramma. U kunt afdrukken met de voor elk type
geplaatst papier verschillende instellingen van Mediumtype (Media Type) van het
printerstuurprogramma of met de knop
Papier (Paper)
op het bedieningspaneel.
Gebruik de knop Stoppen/herstellen (Stop/Reset) als u het
afdrukken wilt annuleren.
Tip: druk nooit op de knop AAN.
Als u tijdens het afdrukken op de knop
AAN (ON)
drukt, worden de afdrukgegevens die vanaf een
computer worden verzonden in de wachtrij van het apparaat geplaatst en kunt u mogelijk niet meer
afdrukken.
Druk op de knop Stoppen/herstellen (Stop/Reset) als u het afdrukken wilt annuleren.
Opmerking
Als u afdrukt vanaf een computer, lukt het soms niet het afdrukken te annuleren door op de
knop
Stoppen/herstellen (Stop/Reset) te drukken. Open in dat geval het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma om de overbodige afdruktaken uit de
printerstatusmonitor te verwijderen.
Maatregelen die u moet treffen voor het gebruik of vervoer van
het apparaat.
Tip: het apparaat mag niet verticaal of schuin worden gebruikt of
vervoerd.
Als het apparaat verticaal of schuin wordt gebruikt of vervoerd, kan het apparaat beschadigen of kan
er inkt uit het apparaat lekken.
Let erop dat het apparaat niet verticaal of schuin wordt gebruikt of vervoerd.
Pagina 76 van 736 pagina's
Tips over het gebruik van uw apparaat
Tip: leg geen voorwerpen op de documentklep.
Leg geen voorwerpen op de documentklep. Deze kunnen in de achterste lade vallen als de
documentklep wordt geopend en ervoor zorgen dat het apparaat niet meer naar behoren werkt.
Zorg er ook voor dat u het apparaat op een locatie plaatst waar geen objecten in het apparaat
kunnen vallen.
Tip: kies de plek waar u het apparaat wilt neerzetten zorgvuldig.
Plaats het apparaat op een afstand van ten minste 15 cm/5,91 inch van andere elektrische
apparatuur, zoals TL-lampen. Als het apparaat hier te dichtbij staat, wordt de goede werking wellicht
gehinderd door ruis van de lamp.
De optimale afdrukkwaliteit behouden.
Voor een optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat de printkop niet uitdroogt of verstopt raakt. Volg
altijd de volgende stappen voor een optimale afdrukkwaliteit.
Verwijder als volgt de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
1. Druk op de knop
AAN (ON)
om het apparaat uit te zetten.
2. Controleer of het
AAN/UIT
-lampje uit is.
3. Haal de stekker uit het stopcontact.
Als u op de knop
AAN (ON)
drukt om het apparaat uit te zetten, wordt de printkop
(spuitopeningen) automatisch bedekt om uitdrogen te voorkomen. Als u de stekker uit het
stopcontact haalt voordat het
AAN/UIT
-lampje is gedoofd, wordt de printkop niet correct bedekt.
Dit kan uitdroging of verstoppingen veroorzaken.
Volg altijd deze procedure als u de stekker uit het stopcontact verwijdert.
Druk regelmatig af
Als een viltstift een lange tijd niet wordt gebruikt, droogt de punt uit en wordt de stift onbruikbaar,
ook als het dopje op de viltstift is geplaatst. Hetzelfde geldt voor de printkop als het apparaat een
lange tijd niet wordt gebruikt.
Het is daarom raadzaam het apparaat ten minste één keer per maand te gebruiken.
Opmerking
Afhankelijk van het type papier kan de inkt vervagen als het afdrukgebied met een merk- of
Pagina 77 van 736 pagina's
Tips over het gebruik van uw apparaat
markeerstift is aangeraakt of uitlopen als het afdrukgebied met water of transpiratievocht in
aanraking is geweest.
De kleuren zijn ongelijkmatig en de afdrukresultaten zijn
onduidelijk.
Tip: druk het controleraster voor de spuitopeningen af indien de
openingen verstopt zijn.
Als de spuitopeningen van de printkop verstopt zijn, kunnen de kleuren ongelijkmatig en de
afdrukresultaten onduidelijk worden.
In dat geval
Druk het controleraster voor de spuitopeningen af
Controleer het controleraster om te zien of de spuitopeningen verstopt zijn.
Zie Vage afdrukken of onjuiste kleuren
.
Naar boven
Pagina 78 van 736 pagina's
Tips over het gebruik van uw apparaat
MC-4746-V1.00
Basis Handleiding
Afdrukken
Scannen
Kopiëren
Problemen oplossen
Deze handleiding gebruiken
Deze handleiding afdrukken
Onderhoud
De apparaatinstellingen wijzigen
Bijlage
Wanneer u deze online
handleiding weergeeft in een
taalomgeving anders dan Engels,
worden mogelijk Engelse
beschrijvingen weergegeven.
Afdrukken
Afdrukken vanaf een computer
Afdrukken met de meegeleverde software
Wat is Easy-PhotoPrint EX?
Foto's afdrukken
Easy-PhotoPrint EX openen
Een foto selecteren
Papier selecteren
Afdrukken
Een album maken
Easy-PhotoPrint EX openen
Papier en indeling selecteren
Een foto selecteren
Bewerken
Afdrukken
Kalenders afdrukken
Easy-PhotoPrint EX openen
Papier en indeling selecteren
Een foto selecteren
Bewerken
Afdrukken
Stickers afdrukken
Easy-PhotoPrint EX openen
Papier en indeling selecteren
Een foto selecteren
Bewerken
Afdrukken
Opmaak afdrukken
Easy-PhotoPrint EX openen
Papier en indeling selecteren
Een foto selecteren
Bewerken
Afdrukken
Foto's corrigeren en verbeteren
De functie Automatische fotocorrectie gebruiken
De functie Correctie rode ogen gebruiken
De functie Helderheid gezicht gebruiken
Pagina 79 van 736 pagina'sMP280 series Uitgebreide Handleiding
De functie Gezicht scherper maken gebruiken
De functie Gezicht digitaal effenen gebruiken
De functie Vlekken verwijderen gebruiken
Afbeeldingen aanpassen
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance Images)
Afbeeldingen maken op basis van video's
Venster Videoframe vastleggen/Film afdrukken
Afbeeldingen downloaden van sites waarop foto's
worden gedeeld
Venster Foto's importeren van sites waarop foto's
worden gedeeld
Vragen en antwoorden
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of
kopiëren)?
Welke zijde van de weergegeven afbeelding wordt
het eerst afgedrukt?
Hoe kan ik met gelijke marges afdrukken?
Wat is "O1" of "O4"?
Instellingen voor Photo Print
Levendige foto's afdrukken
Ruis in foto's reduceren
Foto's bijsnijden (Photo Print)
Een datum op foto's afdrukken (Photo Print)
Meerdere foto's op één pagina afdrukken
Een index afdrukken
Pasfoto's afdrukken (ID Photo Print)
Fotogegevens afdrukken
Foto's opslaan
Opgeslagen bestanden openen
Overige instellingen
Indeling wijzigen
Achtergrond wijzigen
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Foto's in kader plaatsen
Een datum op foto's afdrukken
Opmerkingen aan foto's toevoegen
Tekst aan foto's toevoegen
Opslaan
Feestdagen instellen
Kalenderweergave instellen
Opgeslagen bestanden openen
Afdrukken met andere toepassingen
Verschillende afdrukmethoden
Pagina 80 van 736 pagina'sMP280 series Uitgebreide Handleiding
Afdrukken met de basisinstellingen
Een paginaformaat en afdrukstand opgeven
Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven
De nietmarge instellen
Afdrukken zonder marges starten
Passend op papier afdrukken
Afdrukken op schaal
Pagina-indeling afdrukken
Poster afdrukken
Boekje afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken
Stempel/achtergrond afdrukken
Een stempel registreren
Afbeeldingsgegevens registreren die u als
achtergrond wilt gebruiken
Een envelop afdrukken
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken
Papierformaat instellen (aangepast formaat)
De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens
corrigeren
Een combinatie van afdrukkwaliteit en
halftoningmethode selecteren
Een kleurendocument monochroom afdrukken
Kleurcorrectie opgeven
Een optimale foto van afbeeldingsgegevens
afdrukken
De kleuren aanpassen met het
printerstuurprogramma
Afdrukken met ICC-profielen
De kleurbalans aanpassen
De helderheid aanpassen
De intensiteit aanpassen
Het contrast aanpassen
Een illustratie simuleren
Afbeeldingsgegevens weergeven in een enkele kleur
Afbeeldingsgegevens weergeven in levendige
kleuren
Gekartelde randen verwijderen
Kleureigenschappen wijzigen om kleuren te
verbeteren
Ruis in foto's reduceren
Overzicht van het printerstuurprogramma
Procedures van het printerstuurprogramma
Canon IJ-printerstuurprogramma
XPS-printerstuurprogramma
Het eigenschappenvenster van het
printerstuurprogramma openen
Tabblad Onderhoud
Canon IJ-statusmonitor
Pagina 81 van 736 pagina'sMP280 series Uitgebreide Handleiding
Canon IJ-afdrukvoorbeeld
Scannen
Scannen
Afbeeldingen scannen
Afbeeldingen scannen
Voordat u gaat scannen
Documenten plaatsen
Scannen met het bedieningspaneel van het apparaat
Gescande gegevens naar de computer sturen met het
bedieningspaneel van het apparaat
Bijlage: Diverse scaninstellingen
Opgeven hoe gereageerd moet worden op
opdrachten van het bedieningspaneel met gebruik
van MP Navigator EX
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
Wat is MP Navigator EX (meegeleverde
scannersoftware)?
We gaan scannen
MP Navigator EX starten
Eenvoudig scannen met Automatische scan
Foto's en documenten scannen
Meerdere documenten tegelijk scannen
Afbeeldingen scannen die groter zijn dan de
glasplaat (Assistent voor samenvoegen)
Eenvoudig scannen met eenmaal klikken
Handige functies van MP Navigator EX
Afbeeldingen automatisch corrigeren/verbeteren
Afbeeldingen handmatig corrigeren/verbeteren
Afbeeldingen aanpassen
Afbeeldingen zoeken
Afbeeldingen classificeren in categorieën
Afbeeldingen in MP Navigator EX gebruiken
Opslaan
Opslaan als PDF-bestanden
PDF-bestanden maken/bewerken
Documenten afdrukken
Foto's afdrukken
Via e-mail verzenden
Bestanden bewerken
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
PDF-bestanden die met een wachtwoord zijn
beveiligd openen of bewerken
Schermen van MP Navigator EX
Scherm voor navigatiemodus
Tabblad Documenten of afbeeldingen scannen/
importeren (Scan/Import Documents or Images)
Tabblad Afbeeldingen op de computer weergeven en
Pagina 82 van 736 pagina'sMP280 series Uitgebreide Handleiding
gebruiken (View & Use Images on your Computer)
Tabblad Aangepaste scan met eenmaal klikken
(Custom Scan with One-click)
Scherm Automatische scan (Auto Scan) (venster
Scan/Import. (Scan/Import))
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings)
(Automatische scan)
Scherm Foto's/documenten (plaat) (Photos/
Documents (Platen)) (Venster Scan/Import. (Scan/
Import))
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings)
(foto's/documenten)
Dialoogvenster Opslaan (Save)
Dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as
PDF file)
Dialoogvenster PDF-instellingen (PDF Settings)
Venster Toon & gebruik (View & Use)
Venster PDF-bestand maken/bewerken (Create/Edit
PDF file)
Dialoogvenster Document afdrukken
Dialoogvenster Foto afdrukken (Print Photo)
Dialoogvenster Via e-mail verzenden (Send via E-
mail)
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance Images)
Scherm voor modus Eenmaal klikken
Dialoogvenster Automatische scan (Auto Scan)
Dialoogvenster Opslaan (Save) (scherm voor modus
Eenmaal klikken)
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings)
(scherm voor modus Eenmaal klikken)
Dialoogvenster Opslaan (Save)
Dialoogvenster Exif-instellingen (Exif Settings)
Dialoogvenster PDF
Dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as
PDF file)
Dialoogvenster Verzenden (Mail)
Dialoogvenster OCR
Dialoogvenster Aangepast (Custom)
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
Tabblad Algemeen (General)
Tabblad Instellingen scannerknop (Scanner Button
Settings) (Opslaan op pc)
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings)
(instellingen scannerknoppen)
Bijlage: Andere bestanden openen dan gescande
afbeeldingen
Afbeeldingen openen die op een computer zijn
opgeslagen
Scannen met andere toepassingssoftware
Wat is ScanGear (scannerstuurprogramma)?
Pagina 83 van 736 pagina'sMP280 series Uitgebreide Handleiding
Scannen met geavanceerde instellingen met ScanGear
(scannerstuurprogramma)
ScanGear (scannerstuurprogramma) starten
Scannen in de Basismodus
Scannen in de Geavanceerde modus
Scannen in de automatische scanmodus
Meerdere documenten tegelijk scannen met
ScanGear (scannerstuurprogramma)
Afbeeldingen corrigeren en kleuren aanpassen met
ScanGear (scannerstuurprogramma)
Afbeeldingen corrigeren (Beeld verscherpen, Stof en
krassen reduceren, Correctie van vervaging,
enzovoort)
Kleuren aanpassen met een kleurenpatroon
Verzadiging en kleurbalans aanpassen
Helderheid en contrast aanpassen
Histogram aanpassen
Tintcurve aanpassen
Drempel instellen
Schermen van ScanGear (scannerstuurprogramma)
Tabblad Basismodus (Basic Mode)
Tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode)
Instellingen voor invoer (Input Settings)
Instellingen voor uitvoer (Output Settings)
Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
Knoppen voor kleuraanpassing
Tabblad Automatische scanmodus (Auto Scan
Mode)
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
Tabblad Scanner
Tabblad Voorbeeld (Preview)
Tabblad Scannen (Scan)
Tabblad Kleurinstellingen (Color Settings)
Bijlage: handige informatie over scannen
Bijsnijdkaders aanpassen
Resolutie
Bestandsindelingen
Kleurafstemming
Andere scanmethoden
Scannen met WIA-stuurprogramma
Scannen via het Configuratiescherm (alleen Windows
XP)
Kopiëren
Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat
Kopiëren
Kopieën maken
Kopieën verkleinen of vergroten
Pagina 84 van 736 pagina'sMP280 series Uitgebreide Handleiding
Handige kopieerfuncties gebruiken
Overschakelen tussen het papierformaat A4 en
Letter
Kopiëren zonder marges (Kopie zonder marges)
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als er een fout optreedt
Het apparaat kan niet worden ingeschakeld
Er wordt een foutcode weergegeven op het LED-display
Alarm-lampje brandt oranje
Het groene AAN/UIT-lampje en oranje alarmlampje
knipperen beurtelings
LED-display geeft geen beeld
Kan MP Drivers niet installeren
Kan de toepassing niet installeren
Easy-WebPrint EX wordt niet gestart of het menu Easy-
WebPrint EX wordt niet weergegeven
Kan geen goede verbinding maken met een computer met
een USB-kabel
Afdruk- of scansnelheid is laag/USB Hi-Speed-verbinding
werkt niet/Het bericht 'Dit apparaat kan sneller werken'
wordt weergegeven
Afdrukresultaten niet naar behoren
De afdruktaak wordt niet voltooid
Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste
kleuren/Witte strepen
Kleuren zijn onduidelijk
Lijnen worden verkeerd afgedrukt
Afgedrukt papier krult om of vertoont inktvlekken
Papier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen
Vegen op de achterzijde van het papier
Er worden verticale lijnen afgedrukt op de zijde van de
afdruk
Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen
De afdruktaak wordt niet gestart
Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid
Het apparaat beweegt maar er wordt geen inkt toegevoerd
De afdruksnelheid is lager dan verwacht
FINE-patroonhouder schuift niet naar de vervangingspositie
Het papier wordt niet correct ingevoerd
Papierstoringen
Papier is vastgelopen in de papieruitvoeropening of de
achterste lade
In andere gevallen
Er wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
Foutcode: B200 Er is een printerfout opgetreden. Zet de
printer uit en verwijder het netsnoer van de printer uit het
stopcontact. Neem vervolgens contact op met het
ondersteuningscentrum. wordt weergegeven
Pagina 85 van 736 pagina'sMP280 series Uitgebreide Handleiding
Foutcode: **** Er is een printerfout opgetreden. Zet de
printer uit en weer aan. Als de fout zich blijft voordoen,
raadpleegt u de gebruikershandleiding voor meer
informatie. wordt weergegeven
Er wordt een foutbericht weergegeven over het netsnoer
dat wordt losgekoppeld
Schrijffout/Uitvoerfout/Communicatiefout
Andere foutberichten
Het venster Inkjetprinter/Scanner/Fax - Extended Survey
Program wordt weergegeven
Voor Windows-gebruikers
De printerstatusmonitor wordt niet weergegeven
Altijd MP Navigator EX starten wanneer de knop
SCANNEN (SCAN) op het apparaat wordt ingedrukt
Problemen met scannen
De scanner werkt niet
ScanGear (scannerstuurprogramma) start niet
Er verschijnt een foutbericht en het scherm van ScanGear
(scannerstuurprogramma) wordt niet weergegeven
Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht
De gescande afbeelding wordt omringd door extra
witruimte
Er kunnen niet meerdere documenten tegelijk worden
gescand
Scannen in de automatische scanmodus werkt niet goed
Lage scansnelheid
Er wordt een bericht weergegeven dat er onvoldoende
geheugen is
De computer loopt vast tijdens het scannen
De scanner werkt niet nadat een upgrade van Windows
is uitgevoerd
Problemen met software
Het e-mailprogramma dat u wilt gebruiken, wordt niet
weergegeven in het scherm waarin u het e-
mailprogramma kunt selecteren
De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind
afgedrukt
De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind
weergegeven op het computerscherm
De gescande afbeelding kan niet worden geopend
Problemen met MP Navigator EX
Kan niet scannen met de juiste afmetingen
Bij scannen vanaf het bedieningspaneel kan de positie of
het formaat van de afbeelding niet goed worden
vastgesteld
Document is juist geplaatst, maar de gescande
afbeelding is scheef
Document is juist geplaatst, maar de afdrukstand in de
gescande afbeelding is gewijzigd
Als u het probleem niet kunt oplossen
Veelgestelde vragen
Instructies voor gebruik (printerbesturingsbestand)
Pagina 86 van 736 pagina'sMP280 series Uitgebreide Handleiding
Algemene opmerkingen (scannerstuurprogramma)
Easy-PhotoPrint EX gebruiken
Werken met MP Navigator EX
Pagina 87 van 736 pagina'sMP280 series Uitgebreide Handleiding
Uitgebreide Handleiding
> Deze handleiding gebruiken
Deze handleiding gebruiken
Werken met het deelvenster Inhoud
Werken met het toelichtingsvenster
Deze handleiding afdrukken
Trefwoorden gebruiken om documenten te vinden
Documenten registreren in Mijn handleiding
Symbolen in dit document
Handelsmerken en licenties
Naar boven
Pagina 88 van 736 pagina'sDeze handleiding gebruiken
Uitgebreide Handleiding
> Deze handleiding gebruiken > Werken met het deelvenster Inhoud
Werken met het deelvenster Inhoud
Wanneer u op een titel van een document in het deelvenster Inhoud links van de online handleiding klikt,
worden de documenten met die titel weergegeven in het toelichtingsvenster aan de rechterkant.
Wanneer u op
links van
klikt, worden de titels van onderliggende documenten weergegeven.
Opmerking
Klik op
om het deelvenster Inhoud te sluiten of weer te geven.
Naar boven
Pagina 89 van 736 pagina'sWerken met het deelvenster Inhoud
Uitgebreide Handleiding
> Deze handleiding gebruiken
> Werken met het toelichtingsvenster
Werken met het toelichtingsvenster
Toelichtingsvenster
(1) Klik op de groene tekens om naar het bijbehorende document te gaan.
(2) De cursor wordt naar het begin van dit document verplaatst.
Venster dat gebruikt wordt in toelichting van de bewerking
In deze online handleiding wordt de toelichting weergegeven met een venster wanneer het Windows 7
Home Premium-besturingssysteem (hieronder Windows 7 genaamd) wordt gebruikt.
Naar boven
Pagina 90 van 736 pagina'sWerken met het toelichtingsvenster
Uitgebreide Handleiding
> Deze handleiding gebruiken
> Deze handleiding afdrukken
Deze handleiding afdrukken
Klik op
om het deelvenster Afdrukken links van de online handleiding weer te geven.
Opmerking
Klik op
om het deelvenster Afdrukken te sluiten of weer te geven.
Wanneer u op klikt en vervolgens op Pagina-instelling (Page Setup), wordt het dialoogvenster
Pagina-instelling (Page Setup) weergegeven. Vervolgens kunt u gemakkelijk instellen op welk
papier u wilt afdrukken.
Klik op
en vervolgens op Afdrukinstellingen (Print Settings) om het dialoogvenster Afdrukken
(Print) weer te geven. Als het dialoogvenster wordt weergegeven, selecteert u de printer die moet
worden gebruikt voor het afdrukken. Op het tabblad Afdrukinst. (Print Setup) kunt u ook kiezen welke
printer moet worden gebruikt.
Nadat u de te gebruiken printer hebt geselecteerd, klikt u op Eigenschappen... (Properties...) om de
afdrukinstellingen op te geven.
Klik op
en klik vervolgens op Optie-instellingen (Option Settings) om het dialoogvenster Optie-
instellingen (Option Settings) weer te geven. Nu kunt u de afdruktaken instellen.
Titel en paginanummer van het document afdrukken (Print document title and page number)
Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de naam van de handleiding en het
paginanummer afgedrukt in de koptekst (het begin van het document).
Achtergrondkleur en afbeeldingen afdrukken (Print background color and images)
Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de achtergrondkleur en afbeeldingen afgedrukt.
Sommige afbeeldingen worden altijd afgedrukt, ongeacht de instelling van dit selectievakje.
Aantal pagina's controleren voor het afdrukken (Check number of pages to be printed before
printing)
Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het dialoogvenster Bevestiging paginateller voor
afdrukken (Print Page Count Confirmation) weergegeven voordat het afdrukken wordt gestart. In
dit dialoogvenster kunt u controleren hoeveel pagina's worden afgedrukt.
Selecteer op het tabblad Docum. select. (Document Selection) de afdrukmethode voor het document. De
volgende vier afdrukmethoden zijn beschikbaar:
Pagina 91 van 736 pagina'sDeze handleiding afdrukken
Huidig document afdrukken
Geselecteerde documenten afdrukken
Mijn handleiding afdrukken
Alle documenten afdrukken
Opmerking
U kunt het af te drukken type selecteren en vervolgens gemakkelijk de afdrukinstellingen opgeven
op het tabblad Afdrukinst. (Print Setup).
Huidig document afdrukken
U kunt het huidige document afdrukken.
1.
Selecteer in Doel selecteren (Select Target) de optie Huidig document (Current
Document)
De titel van het huidige document wordt weergegeven in de lijst Documenten die afgedrukt moeten
worden (Documents to Be Printed).
Opmerking
Als u Gekoppelde documenten afdrukken (Print linked documents) selecteert, kunt u ook
documenten afdrukken die zijn gekoppeld aan het huidige document. De gekoppelde
documenten worden toegevoegd aan de lijst Documenten die afgedrukt moeten worden
(Documents to Be Printed).
Klik op Afdrukvoorbeeld (Print Preview) om de afdrukresultaten te bekijken voordat u het
document daadwerkelijk afdrukt.
2.
Klik op het tabblad Afdrukinst. (Print Setup)
Selecteer op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) de printer die u wilt gebruiken en geef
eenvoudige afdrukinstellingen op, voor zover nodig.
3.
Klik op Afdrukken starten (Start Printing)
Er wordt een bericht weergegeven om te bevestigen hoeveel pagina's worden weergegeven.
4.
Voer het afdrukken uit
Bevestig het aantal af te drukken pagina's en klik op Ja (Yes).
De weergegeven documenten worden afgedrukt.
Geselecteerde documenten afdrukken
U kunt de gewenste documenten selecteren en afdrukken.
1.
Selecteer in Doel selecteren (Select Target) de optie Geselecteerde documenten
(Selected Documents)
De titels van alle documenten worden weergegeven in de lijst Documenten die afgedrukt moeten
worden (Documents to Be Printed).
2.
Selecteer de documenten die u wilt afdrukken
Schakel in de lijst Documenten die afgedrukt moeten worden (Documents to Be Printed) de
selectievakjes in voor de titels van de documenten die u wilt afdrukken.
Opmerking
Wanneer u het selectievakje Documenten in lagere hiërarchieën automatisch selecteren
(Automatically select documents in lower hierarchies) inschakelt, worden de selectievakjes
van alle titels van documenten in lagere hiërarchieën ingeschakeld.
Pagina 92 van 736 pagina'sDeze handleiding afdrukken
Klik op Alles selecteren (Select All) als u de selectievakjes van alle titels van documenten wilt
inschakelen.
Klik op Alles wissen (Clear All) als u de selectie van alle titels van documenten ongedaan wilt
maken.
Klik op Afdrukvoorbeeld (Print Preview) om de afdrukresultaten te bekijken voordat u het
document daadwerkelijk afdrukt.
3.
Klik op het tabblad Afdrukinst. (Print Setup)
Selecteer op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) de printer die u wilt gebruiken en geef
eenvoudige afdrukinstellingen op, voor zover nodig.
4.
Klik op Afdrukken starten (Start Printing)
Er wordt een bericht weergegeven om te bevestigen hoeveel pagina's worden weergegeven.
5.
Voer het afdrukken uit
Bevestig het aantal af te drukken pagina's en klik op Ja (Yes).
Alle documenten waarvan het selectievakje is ingeschakeld, worden afgedrukt.
Mijn handleiding afdrukken
U kunt alle documenten in Mijn handleiding selecteren en afdrukken.
Zie '
Documenten registreren in Mijn handleiding
' voor meer informatie over Mijn handleiding.
1.
Selecteer in Doel selecteren (Select Target) de optie Mijn handleiding (My Manual)
De titels van alle documenten die zijn geregistreerd in Mijn handleiding, worden weergegeven in de
lijst Documenten die afgedrukt moeten worden (Documents to Be Printed).
2.
Selecteer de documenten die u wilt afdrukken
Schakel in de lijst Documenten die afgedrukt moeten worden (Documents to Be Printed) de
selectievakjes in voor de titels van de documenten die u wilt afdrukken.
Opmerking
Klik op Alles selecteren (Select All) als u de selectievakjes van alle titels van documenten wilt
inschakelen.
Klik op Alles wissen (Clear All) als u de selectie van alle titels van documenten ongedaan wilt
maken.
Klik op Afdrukvoorbeeld (Print Preview) om de afdrukresultaten te bekijken voordat u het
document daadwerkelijk afdrukt.
3.
Klik op het tabblad Afdrukinst. (Print Setup)
Selecteer op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) de printer die u wilt gebruiken en geef
eenvoudige afdrukinstellingen op, voor zover nodig.
4.
Klik op Afdrukken starten (Start Printing)
Er wordt een bericht weergegeven om te bevestigen hoeveel pagina's worden weergegeven.
5.
Voer het afdrukken uit
Bevestig het aantal af te drukken pagina's en klik op Ja (Yes).
Alle documenten waarvan het selectievakje is ingeschakeld, worden afgedrukt.
Alle documenten afdrukken
U kunt alle documenten van de online handleiding afdrukken.
Pagina 93 van 736 pagina'sDeze handleiding afdrukken
1.
Selecteer in Doel selecteren (Select Target) de optie Alle documenten (All
Documents)
De titels van alle documenten worden weergegeven in de lijst Documenten die afgedrukt moeten
worden (Documents to Be Printed) en de selectievakjes worden automatisch ingeschakeld.
Opmerking
Als u het selectievakje van de titel van een document wist, wordt dat document niet afgedrukt.
Klik op Alles selecteren (Select All) als u de selectievakjes van alle titels van documenten wilt
inschakelen.
Klik op Alles wissen (Clear All) als u de selectie van alle titels van documenten ongedaan wilt
maken.
Klik op Afdrukvoorbeeld (Print Preview) om de afdrukresultaten te bekijken voordat u het
document daadwerkelijk afdrukt.
2.
Klik op het tabblad Afdrukinst. (Print Setup)
Selecteer op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) de printer die u wilt gebruiken en geef
eenvoudige afdrukinstellingen op, voor zover nodig.
3.
Klik op Afdrukken starten (Start Printing)
Er wordt een bericht weergegeven om te bevestigen hoeveel pagina's worden weergegeven.
4.
Voer het afdrukken uit
Bevestig het aantal af te drukken pagina's en klik op Ja (Yes).
Alle documenten worden afgedrukt.
Belangrijk
Het afdrukken van alle documenten kost veel papier. Controleer het aantal af te drukken
pagina's dat wordt weergegeven in het dialoogvenster Bevestiging paginateller voor afdrukken
(Print Page Count Confirmation) voordat u gaat afdrukken.
In het dialoogvenster Afdrukvoorbeeld (Print Preview) kunt u het afdrukken schalen naar de
papierbreedte en het zoompercentage instellen. Als de afdrukgegevens echter groter zijn dan
het papier als gevolg van het nieuwe zoompercentage, wordt dat deel van het document niet
afgedrukt op het papier.
Naar boven
Pagina 94 van 736 pagina'sDeze handleiding afdrukken
Uitgebreide Handleiding
> Deze handleiding gebruiken
> Trefwoorden gebruiken om documenten te vinden
Trefwoorden gebruiken om documenten te vinden
U kunt een trefwoord invoeren om te zoeken naar een bepaald document.
Alle documenten in de weergegeven online handleiding worden doorzocht.
1.
Klik op
Het deelvenster Zoeken wordt links van de online handleiding weergegeven.
Opmerking
Klik op
om het deelvenster Zoeken te sluiten of weer te geven.
2.
Voer een trefwoord in
Voer in het vak Sleutelwoord (Keyword) een trefwoord in voor het onderwerp waarnaar u wilt zoeken.
Scheid trefwoorden met een spatie als u meerdere trefwoorden wilt invoeren.
Opmerking
U kunt maximaal 10 trefwoorden of 255 tekens invoeren.
Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
Het programma kan ook zoeken naar trefwoorden die spaties bevatten.
Hieronder wordt beschreven hoe u gemakkelijk en snel een te lezen document kunt vinden
door trefwoorden in te voeren.
Leren hoe u een functie die u gebruikt moet bedienen:
Typ de naam van het menu op het bedieningspaneel van dit apparaat of op de computer
(bijvoorbeeld Kader wissen).
Een toelichting van de bediening voor een bepaald doel vinden:
Typ de functie en het item dat u wilt afdrukken (bijvoorbeeld: kalender afdrukken).
3.
Klik op Zoeken starten (Start Searching)
Pagina 95 van 736 pagina's
Trefwoorden gebruiken om documenten te vinden
De zoekopdracht wordt gestart en de titels van documenten die het trefwoord bevatten, worden
weergegeven in de lijst met zoekresultaten.
Wanneer u een zoekopdracht met meerdere trefwoorden invoert, worden de zoekresultaten als volgt
weergegeven:
[Documenten die volledig overeenkomen] ([Documents Containing Perfect Match])
Documenten die de volledige gezochte tekenreeks (inclusief spaties) bevatten, precies zoals
ingevoerd (exacte overeenkomst)
[Documenten met alle sleutelwoorden] ([Documents Containing All Keywords])
Documenten die alle ingevoerde trefwoorden bevatten
[Documenten met een aantal sleutelwoorden] ([Documents Containing Any Keyword])
Documenten die ten minste één van de ingevoerde trefwoorden bevatten
4.
Geef het document dat u wilt lezen weer
Dubbelklik in de lijst met zoekresultaten op de titel van het document dat u wilt lezen (of selecteer dit
onderwerp en druk op Enter).
De documenten van die titel worden weergegeven en de trefwoorden die gevonden zijn op die
documenten, worden gemarkeerd.
Opmerking
De zoekgeschiedenis blijft bestaan wanneer u het ingevoerde trefwoord wijzigt en meerdere
zoekopdrachten uitvoert. Als u de zoekgeschiedenis wilt verwijderen, klikt u op
rechts van
Sleutelwoord (Keyword) en selecteert u Geschiedenis wissen (Clear History), wat wordt
weergegeven.
Naar boven
Pagina 96 van 736 pagina's
Trefwoorden gebruiken om documenten te vinden
Uitgebreide Handleiding
> Deze handleiding gebruiken > Documenten registreren in Mijn handleiding
Documenten registreren in Mijn handleiding
Registreer de meest bekeken documenten als documenten in Mijn handleiding zodat u deze
documenten snel kunt raadplegen.
1.
Het document weergeven
Geef het document weer dat u wilt toevoegen aan Mijn handleiding.
2.
Klik op
Het deelvenster Mijn handleiding wordt links van de on line handleiding weergegeven.
Opmerking
Klik op
om het deelvenster Mijn handleiding te sluiten of weer te geven.
3.
Registreer het document in Mijn handleiding
Klik op Toevoegen (Add).
De titel van het weergegeven document wordt toegevoegd aan Lijst van mijn handleiding (List of My
Manual).
Opmerking
U kunt ook met de volgende methoden documenten toevoegen aan Mijn handleiding. Als u een
document toevoegt aan Mijn handleiding, wordt het teken
weergegeven bij de pictogrammen
voor het document in het deelvenster Inhoud.
Dubbelklik in de lijst Onlangs weergegeven documenten (Recently Displayed Documents)
op de titel van het document dat u wilt toevoegen aan Mijn handleiding (of selecteer het
document en druk op Enter om de titel weer te geven) en klik vervolgens op Toevoegen
(Add).
Klik met de rechtermuisknop op de titel van het document in het deelvenster Inhoud of klik
met de rechtermuisknop in het toelichtingsvenster en selecteer vervolgens Toevoegen aan
Pagina 97 van 736 pagina'sDocumenten registreren in Mijn handleiding
Mijn handleiding (Add to My Manual) in het contextmenu.
Selecteer in het deelvenster Inhoud de titel van het document dat u wilt toevoegen aan Mijn
handleiding en klik vervolgens op Toevoegen aan Mijn handleiding (Add to My Manual)
rechtsonder in het scherm.
4.
Geef Mijn handleiding weer
Als u dubbelklikt op de titel van een document in de Lijst van mijn handleiding (List of My Manual) of
als u de titel van het document selecteert en op Enter drukt, wordt dat document weergegeven in het
toelichtingsvenster.
Opmerking
Als u een document uit de Lijst van mijn handleiding (List of My Manual) wilt verwijderen,
selecteert u de titel van dat document in de lijst en klikt u op Verwijderen (Delete) (of drukt u op
de toets Delete).
Naar boven
Pagina 98 van 736 pagina'sDocumenten registreren in Mijn handleiding
Uitgebreide Handleiding
> Deze handleiding gebruiken > Symbolen in dit document
Symbolen in dit document
Waarschuwing
Instructies die u moet volgen om te voorkomen dat er als gevolg van een onjuiste bediening van het
apparaat gevaarlijke situaties ontstaan die mogelijk tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de dood kunnen
leiden. Deze instructies zijn essentieel voor een veilige werking van het apparaat.
Let op
Instructies die u moet volgen om lichamelijk letsel of materiële schade als gevolg van een onjuiste
bediening van het apparaat te voorkomen. Deze instructies zijn essentieel voor een veilige werking van
het apparaat.
Belangrijk
Instructies met belangrijke informatie. Vergeet deze aanwijzingen niet te lezen.
Opmerking
De instructies bevatten opmerkingen bij handelingen en extra toelichtingen.
Naar boven
Pagina 99 van 736 pagina'sSymbolen in dit document
Uitgebreide Handleiding
> Deze handleiding gebruiken > Handelsmerken en licenties
Handelsmerken en licenties
Microsoft is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation.
Windows is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Windows Vista is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Internet Explorer is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Macintosh en Mac zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc., in de VS en andere landen.
Bonjour is een handelsmerk van Apple Inc., gedeponeerd in de VS en andere landen.
Adobe, Adobe Photoshop, Adobe RGB en Adobe RGB (1998) zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Opmerking
De officiële naam van Windows Vista is Microsoft Windows Vista-besturingssysteem.
Exif Print
Dit apparaat ondersteunt Exif Print.
Exif Print is een standaard voor het verbeteren van de communicatie tussen digitale camera's en
printers. Wanneer u een digitale camera aansluit die geschikt is voor Exif Print, worden de camera-
afbeeldingsgegevens van het moment van de opname gebruikt en geoptimaliseerd, wat resulteert in
afdrukken van een zeer hoge kwaliteit.
Naar boven
Pagina 100 van 736 pagina'sHandelsmerken en licenties
Uitgebreide Handleiding
> Afdrukken vanaf een computer
Afdrukken vanaf een computer
Afdrukken met de meegeleverde software
Afdrukken met andere toepassingen
Naar boven
Pagina 101 van 736 pagina'sAfdrukken vanaf een computer
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met de meegeleverde software
Afdrukken met de meegeleverde software
Wat is Easy-PhotoPrint EX?
Foto's afdrukken
Een album maken
Kalenders afdrukken
Stickers afdrukken
Opmaak afdrukken
Foto's corrigeren en verbeteren
Afbeeldingen maken op basis van video's
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Vragen en antwoorden
Instellingen voor Photo Print
Overige instellingen
Naar boven
Pagina 102 van 736 pagina'sAfdrukken met de meegeleverde software
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Wat is Easy-
PhotoPrint EX?
A000
Wat is Easy-PhotoPrint EX?
U kunt met Easy-PhotoPrint EX op eenvoudige wijze albums, kalenders en stickers maken door foto's te
selecteren die met een digitale camera zijn gemaakt.
U kunt ook heel gemakkelijk foto's zonder rand afdrukken.
Belangrijk
Easy-PhotoPrint EX kan alleen worden gebruikt voor Canon-inkjetprinters. Sommige compacte
Canon-fotoprinters, waaronder de SELPHY CP series, worden niet ondersteund.
Als er geen printer is geïnstalleerd die Easy-PhotoPrint EX ondersteunt, kunt u items die u maakt
niet afdrukken.
Als Easy-PhotoPrint EX wordt geïnstalleerd op een computer waarop Easy-LayoutPrint is
geïnstalleerd, wordt Easy-LayoutPrint vervangen door Easy-PhotoPrint EX.
Opmerking
Raadpleeg de Help van Easy-PhotoPrint EX voor beschrijvingen van de vensters van Easy-
PhotoPrint EX.
Klik op Help in een scherm of dialoogvenster, of selecteer Help bij Easy-PhotoPrint EX... (Easy-
PhotoPrint EX Help...) in het menu Help. De Help wordt weergegeven.
Informatie over Exif Print
Easy-PhotoPrint EX ondersteunt 'Exif Print'. Exif Print is een standaard voor het verbeteren van de
communicatie tussen digitale camera's en printers.
Wanneer u een digitale camera aansluit die geschikt is voor Exif Print, worden de afbeeldingsgegevens
van het moment van de opname gebruikt en geoptimaliseerd, wat resulteert in afdrukken van een zeer
hoge kwaliteit.
Pagina 103 van 736 pagina'sWat is Easy-PhotoPrint EX?
Easy-PhotoPrint EX openen vanuit andere toepassingen
Easy-PhotoPrint EX kan worden geopend vanuit andere toepassingen.
Raadpleeg de handleiding van het programma voor meer informatie over de procedure voor het openen
van Easy-PhotoPrint EX.
MP Navigator EX versie 1.00 of later ondersteunt de volgende functies.
- Photo Print
- Album
ZoomBrowser EX versie 6.0 of later ondersteunt de volgende functies.
- Photo Print
- Album
ZoomBrowser EX versie 5.8 of later ondersteunt de volgende functie.
- Album
Digital Photo Professional versie 3.2 of later ondersteunt de volgende functie.
- Photo Print
Belangrijk
De volgende beperkingen zijn van toepassing als u Easy-PhotoPrint EX opent vanuit Digital
Photo Professional:
Menu en Openen (Open) worden niet weergegeven in het gedeelte met knoppen voor
stappen aan de linkerzijde van het scherm.
U kunt afbeeldingen niet corrigeren/verbeteren.
De weergavevolgorde van afbeeldingen kan niet worden gewijzigd.
Bewerkte afbeeldingen kunnen niet worden opgeslagen.
Alleen ICC-profiel inschakelen (Enable ICC Profile) kan worden geselecteerd voor
Kleurcorrectie voor afdrukken (Color correction for printing) op het tabblad Geavanceerd
(Advanced) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences). U kunt daarom de functies
Vivid Photo en Ruisreductie in foto (Photo Noise Reduction) niet gebruiken.
Solution Menu EX versie 1.0.0 of later ondersteunt de volgende functies.
- Photo Print
- Album
- Kalender (Calendar)
- Opmaak afdrukken (Layout Print)
Belangrijk
Als u Easy-PhotoPrint EX start door een functie te selecteren in Solution Menu EX, wordt Menu
niet weergegeven in het gedeelte met knoppen voor stappen aan de linkerzijde van het
scherm.
Ondersteunde indelingen voor afbeeldingen/videogegevens (extensies)
BMP (.bmp)
JPEG (.jpg, .jpeg)
TIFF (.tif, .tiff)
PICT (.pict, .pct)
Easy-PhotoPrint-afbeeldingsbestanden (.epp)
MOV (.mov)
Belangrijk
Alleen video's in de MOV-indeling die zijn opgenomen met een digitale camera van Canon worden
ondersteund.
Wanneer u een afbeelding selecteert en er bevindt zich een TIFF-bestand in de geselecteerde map,
wordt de afbeelding wellicht niet correct weergegeven of wordt Easy-PhotoPrint EX wellicht
afgesloten, afhankelijk van de TIFF-indeling. Verplaats in dergelijke gevallen het TIFF-bestand naar
een andere map of sla het bestand op met een andere gegevensindeling en selecteer de map
Pagina 104 van 736 pagina'sWat is Easy-PhotoPrint EX?
opnieuw.
Opmerking
De miniaturen van bestanden in niet-ondersteunde indelingen worden weergegeven als
(vraagteken).
Als Easy-PhotoPrint EX wordt geopend vanuit Digital Photo Professional, worden alle
afbeeldingsbestanden die worden ondersteund door Digital Photo Professional weergegeven.
Bestandsindelingen (extensies) die worden ondersteund door Easy-PhotoPrint EX
Easy-PhotoPrint EX Photo Print-bestand (.el6)
Easy-PhotoPrint EX Albumbestand (.el1)
Easy-PhotoPrint EX Stickerbestand (.el2)
Easy-PhotoPrint EX Kalenderbestand (.el4)
Easy-PhotoPrint EX Indelingsbestand (.el5)
Naar boven
Pagina 105 van 736 pagina'sWat is Easy-PhotoPrint EX?
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
afdrukken
A010
Foto's afdrukken
Met Easy-PhotoPrint EX kunt u uw favoriete foto's in verschillende indelingen afdrukken.
U kunt ook heel gemakkelijk foto's zonder rand maken.
Tijdens het afdrukken kunnen automatisch de meest geschikte correcties op de foto's toegepast.
Stappen
1.
Easy-PhotoPrint EX openen
2.
Een foto selecteren
3.
Papier selecteren
4.
Afdrukken
Probeer dit
Foto's corrigeren en verbeteren
Afbeeldingen maken op basis van video's
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Levendige foto's afdrukken
Ruis in foto's reduceren
Foto's bijsnijden (Photo Print)
Een datum op foto's afdrukken (Photo Print)
Meerdere foto's op één pagina afdrukken
Een index afdrukken
Pasfoto's afdrukken (ID Photo Print)
Fotogegevens afdrukken
Foto's opslaan
Opgeslagen bestanden openen
Vragen en antwoorden
Pagina 106 van 736 pagina'sFoto's afdrukken
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Welke zijde van de weergegeven afbeelding wordt het eerst afgedrukt?
Hoe kan ik met gelijke marges afdrukken?
Naar boven
Pagina 107 van 736 pagina'sFoto's afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
afdrukken
> Easy-PhotoPrint EX openen
A011
Easy-PhotoPrint EX openen
1.
Open het menu Start en selecteer Alle programma's (All Programs) > Canon
Utilities > Easy-PhotoPrint EX > Easy-PhotoPrint EX.
Easy-PhotoPrint EX wordt gestart en Menu wordt weergegeven.
Naar boven
Pagina 108 van 736 pagina'sEasy-PhotoPrint EX openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
afdrukken
> Een foto selecteren
A012
Een foto selecteren
1.
Klik bij Menu op Photo Print.
Het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) verschijnt.
Belangrijk
De miniaturen van de afbeeldingen in de map kunnen als volgt worden weergegeven:
- De afbeelding wordt weergegeven met een zwarte lijn langs de rand.
- Een rand van de afbeelding lijkt bijgesneden.
Dergelijke afbeeldingen worden echter vergroot of als voorbeeld normaal weergegeven, en dit
is niet van invloed op het afdrukresultaat.
2.
Selecteer in de mappenstructuur de map met de afbeelding die u wilt afdrukken.
De afbeeldingen in de map worden weergegeven als miniaturen.
Belangrijk
Als Easy-PhotoPrint EX wordt geopend vanuit een andere toepassing (MP Navigator EX,
ZoomBrowser EX of Digital Photo Professional), wordt het gedeelte met de mappenstructuur
niet weergegeven.
De afbeeldingen die worden geselecteerd in de toepassing, worden weergegeven als
miniaturen.
Opmerking
U kunt ook vastgelegde videoframes gebruiken.
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt ook afbeeldingen gebruiken die u hebt gedownload van fotodeelsites op internet.
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Pagina 109 van 736 pagina'sEen foto selecteren
3.
Klik op de afbeelding die u wilt afdrukken.
Het aantal exemplaren wordt als '1' weergegeven onder de aangeklikte afbeelding, terwijl de
geselecteerde afbeelding wordt weergegeven in het daarvoor bestemde gedeelte.
Opmerking
Als u een afbeelding wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, selecteert u
de afbeelding en klikt u op de knop (Geïmporteerde afbeelding verwijderen).
Als u alle afbeeldingen wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, klikt u op
de knop (Alle geïmporteerde afbeeldingen verwijderen).
Als u twee of meer exemplaren van een afbeelding wilt afdrukken, klikt u op
(pijl omhoog)
totdat het gewenste aantal exemplaren is bereikt. Als u het aantal exemplaren in het vak wilt
verlagen, klikt u op
(pijl omlaag).
U kunt de volgorde van de foto's wijzigen met de lijst in de rechterbovenhoek van het venster.
U kunt voor de afdrukvolgorde kiezen uit Sort. op datum (Sort by Date) en Sort. op naam (Sort by
Name).
Opmerking
U kunt de geselecteerde afbeeldingen nog corrigeren of verbeteren voordat u ze afdrukt.
Foto's corrigeren en verbeteren
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Naar boven
Pagina 110 van 736 pagina'sEen foto selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
afdrukken
> Papier selecteren
A013
Papier selecteren
1.
Klik op Papier selecteren (Select Paper).
Het venster Papier selecteren (Select Paper) verschijnt.
2.
Geef de instellingen op voor de volgende items op basis van de printer en het papier:
Printer
Papierbron (Paper Source)
Papierformaat (Paper Size)
Mediumtype (Media Type)
Opmerking
De papierformaten en mediumtypen variëren per printer. Raadpleeg de Help voor meer
informatie.
De papierbronnen variëren per printer en mediumtype.
Opmerking
U kunt foto's afdrukken met levendiger kleuren, of de ruis in de foto verminderen.
Levendige foto's afdrukken
Ruis in foto's reduceren
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Papier selecteren (Select Paper).
Naar boven
Pagina 111 van 736 pagina'sPapier selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
afdrukken
> Afdrukken
A014
Afdrukken
1.
Klik op Opmaak/Afdrukken (Layout/Print).
Het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) wordt weergegeven.
Belangrijk
De miniaturen van de afbeeldingen in de map kunnen als volgt worden weergegeven:
- De afbeelding wordt weergegeven met een zwarte lijn langs de rand.
- Een rand van de afbeelding lijkt bijgesneden.
Dergelijke afbeeldingen worden echter vergroot of als voorbeeld normaal weergegeven, en dit
is niet van invloed op het afdrukresultaat.
2.
Selecteer de gewenste indeling.
Kies een indeling zonder rand wanneer u foto's zonder rand wilt afdrukken.
Opmerking
De getoonde indelingen variëren per printer, papierformaat en mediumtype.
3.
Klik op Afdrukken (Print).
Belangrijk
De afdrukinstellingen voor foto's worden verwijderd wanneer u Easy-PhotoPrint EX sluit zonder de
instellingen op te slaan. We raden u aan de afgedrukte afbeelding op te slaan wanneer u deze later
opnieuw wilt afdrukken.
Foto's opslaan
Wanneer u een indeling met randen kiest, is het mogelijk dat de marges links en rechts of boven
Pagina 112 van 736 pagina'sAfdrukken
en onder niet gelijk zijn.
Hoe kan ik met gelijke marges afdrukken?
Opmerking
U kunt afbeeldingen bijsnijden of de datum op foto's afdrukken.
Foto's bijsnijden (Photo Print)
Een datum op foto's afdrukken (Photo Print)
U kunt de geselecteerde afbeeldingen nog corrigeren of verbeteren voordat u ze afdrukt.
Foto's corrigeren en verbeteren
U kunt geavanceerde instellingen voor Photo Print (aantal exemplaren, afdrukkwaliteit en
dergelijke) opgeven in het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Als u het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wilt weergeven, klikt u op
(Instellingen) of
selecteert u Voorkeuren... (Preferences...) in het menu Bestand (File).
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print).
Naar boven
Pagina 113 van 736 pagina'sAfdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Een album
maken
A020
Een album maken
Met Easy-PhotoPrint EX kunt u uw eigen persoonlijke fotoalbum maken.
Stappen
1.
Easy-PhotoPrint EX openen
2.
Papier en indeling selecteren
3.
Een foto selecteren
4.
Bewerken
5.
Afdrukken
Probeer dit
Foto's corrigeren en verbeteren
Afbeeldingen maken op basis van video's
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Indeling wijzigen
Achtergrond wijzigen
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Foto's in kader plaatsen
Een datum op foto's afdrukken
Opmerkingen aan foto's toevoegen
Tekst aan foto's toevoegen
Opslaan
Pagina 114 van 736 pagina'sEen album maken
Opgeslagen bestanden openen
Vragen en antwoorden
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Wat is "O1" of "O4"?
Naar boven
Pagina 115 van 736 pagina'sEen album maken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Een album
maken
> Easy-PhotoPrint EX openen
A021
Easy-PhotoPrint EX openen
1.
Open het menu Start en selecteer Alle programma's (All Programs) > Canon
Utilities > Easy-PhotoPrint EX > Easy-PhotoPrint EX.
Easy-PhotoPrint EX wordt gestart en Menu wordt weergegeven.
Naar boven
Pagina 116 van 736 pagina'sEasy-PhotoPrint EX openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Een album
maken
> Papier en indeling selecteren
A022
Papier en indeling selecteren
1.
Klik bij Menu op Album.
Het venster Pagina-instelling (Page Setup) verschijnt.
2.
Stel de volgende items in bij het gedeelte Algemene instellingen (General Settings):
Papierformaat (Paper Size)
Afdrukstand (Orientation)
Omslag (Cover)
Album met dubbele pagina's (Double page album)
Paginanummer (Page number)
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over de papierformaten die u kunt selecteren.
In het dialoogvenster Omslagopties (Cover Options) kunt u aangeven of u afbeeldingen wilt
weergeven op de binnenkant van het voorblad of de achterzijde van het album. U opent het
dialoogvenster Omslagopties (Cover Options) door Voorzijde (Front) of Voor & achter (Front &
Back) te selecteren voor Omslag (Cover) en te klikken op Opties... (Options...).
Schakel het selectievakje Album met dubbele pagina's (Double page album) in voor een
gespreide pagina-indeling (met een model voor twee pagina's). In een album met dubbele
pagina's kunt u een afbeelding op de linker- en rechterpagina's schikken.
U kunt de paginanummers (positie, lettertype en dergelijke) aanpassen in het dialoogvenster
Instellingen paginanummer (Page Number Settings). Als u het dialoogvenster Instellingen
paginanummer (Page Number Settings) wilt weergeven, schakelt u het selectievakje
Paginanummer (Page number) in en klikt u op Instellingen... (Settings...).
U kunt de marges voor het voorblad en de achteromslag en de pagina's aan de binnenkant
aanpassen in het dialoogvenster Marge-instellingen (Margin Settings). Klik op Marges...
(Margins...) om het dialoogvenster Marge-instellingen (Margin Settings) weer te geven.
Pagina 117 van 736 pagina'sPapier en indeling selecteren
3.
Selecteer het thema dat u wilt gebruiken bij Thema (Theme) onder
Voorbeeldindeling (Sample Layout).
4.
Als u de indeling wilt wijzigen, klikt u op Indeling... (Layout...).
Het dialoogvenster Opmaak wijzigen (Change Layout) wordt weergegeven.
In het dialoogvenster Opmaak wijzigen (Change Layout) kunt u de indeling wijzigen of de datum
(waarop de foto is genomen) afdrukken op de foto.
Opmerking
De indelingen die u kunt selecteren zijn afhankelijk van de instellingen voor Papierformaat
(Paper Size), Afdrukstand (Orientation), Album met dubbele pagina's (Double page album) en
het type pagina dat u hebt geselecteerd (voorblad, binnenste pagina's of achteromslag).
In het dialoogvenster Datuminstellingen (Date Settings) kunt u de positie, grootte, kleur en
dergelijke van de datum aanpassen. Als u het dialoogvenster Datuminstellingen (Date
Settings) wilt weergeven, schakelt u het selectievakje Afdrukdatum (Print date) in het
dialoogvenster Opmaak wijzigen (Change Layout) in en klikt u op Datuminstellingen... (Date
Settings...).
5.
Als u de achtergrond wilt wijzigen, klikt u op Achtergrond... (Background...).
Het dialoogvenster Achtergrond wijzigen (Change Background) wordt weergegeven.
In het dialoogvenster Achtergrond wijzigen (Change Background) kunt u een effen kleur of een
afbeeldingsbestand als achtergrond instellen.
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Pagina-instelling (Page Setup).
Naar boven
Pagina 118 van 736 pagina'sPapier en indeling selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Een album
maken
> Een foto selecteren
A023
Een foto selecteren
1.
Klik op Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) verschijnt.
2.
Selecteer in de mappenstructuur de map met de afbeelding die u wilt afdrukken.
De afbeeldingen in de map worden weergegeven als miniaturen.
Belangrijk
Als Easy-PhotoPrint EX wordt geopend vanuit een andere toepassing (MP Navigator EX of
ZoomBrowser EX), wordt het gedeelte met de mappenstructuur niet weergegeven.
De afbeeldingen die worden geselecteerd in de toepassing, worden weergegeven als
miniaturen.
Opmerking
U kunt ook vastgelegde videoframes gebruiken.
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt ook afbeeldingen gebruiken die u hebt gedownload van fotodeelsites op internet.
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
3.
Selecteer de afbeelding(en) die u wilt afdrukken en klik op een van de onderstaande
knoppen.
Als u op het voorblad wilt afdrukken, klikt u op
(Importeren naar voorblad).
Als u op de binnenste pagina's wilt afdrukken, klikt u op
(Importeren naar binnenste pagina's).
Pagina 119 van 736 pagina'sEen foto selecteren
Als u op de achteromslag wilt afdrukken, klikt u op
(Importeren naar achteromslag).
De geselecteerde afbeelding(en) worden weergegeven in het vak voor geselecteerde afbeeldingen.
U kunt de afbeelding(en) die u wilt afdrukken ook selecteren door deze naar het vak voor
geselecteerde afbeeldingen te slepen.
Opmerking
Als u een afbeelding wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, selecteert u
de afbeelding en klikt u op de knop (Geïmporteerde afbeelding verwijderen).
Als u alle afbeeldingen wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, klikt u op
de knop (Alle geïmporteerde afbeeldingen verwijderen).
Opmerking
U kunt de geselecteerde afbeeldingen nog corrigeren of verbeteren voordat u ze afdrukt.
Foto's corrigeren en verbeteren
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Naar boven
Pagina 120 van 736 pagina'sEen foto selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Een album
maken
> Bewerken
A024
Bewerken
1.
Klik op Bewerken (Edit).
Het venster Bewerken (Edit) verschijnt.
2.
Bewerk uw album indien nodig.
Indeling wijzigen
Achtergrond wijzigen
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Foto's in kader plaatsen
Een datum op foto's afdrukken
Opmerkingen aan foto's toevoegen
Tekst aan foto's toevoegen
Belangrijk
De wijzigingen worden verwijderd wanneer u Easy-PhotoPrint EX sluit zonder het bewerkte album
op te slaan. We raden u aan het item op te slaan wanneer u dit later verder wilt bewerken.
De paginanummers op het voorblad en de achteromslag van het album worden als volgt
weergegeven:
O1: Voorblad
Pagina 121 van 736 pagina'sBewerken
O2: Binnenkant voorblad
O3: Binnenzijde achteromslag
O4: Achteromslag
"O2"/"O3" wordt alleen weergegeven wanneer het selectievakje Binnenkant voorblad leeg laten
(Leave the inside of front cover blank)/Binnenkant achteromslag leeg laten (Leave the inside of
back cover blank) is ingeschakeld in het dialoogvenster Omslagopties (Cover Options).
Opslaan
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Bewerken (Edit).
Naar boven
Pagina 122 van 736 pagina'sBewerken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Een album
maken
> Afdrukken
A025
Afdrukken
1.
Klik op Afdrukinstellingen (Print Settings).
Het venster Afdrukinstellingen (Print Settings) verschijnt.
2.
Geef de instellingen op voor de volgende items op basis van de printer en het papier:
Printer
Mediumtype (Media Type)
Aantal (Copies)
Papierbron (Paper Source)
Afdrukkwaliteit (Print Quality)
Afdrukken zonder marges (Borderless Printing)
Opmerking
De mediumtypen variëren per printer en papierformaat.
Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) wordt weergegeven als de geselecteerde printer en
het geselecteerde mediumtype dubbelzijdig afdrukken ondersteunen. Schakel dit selectievakje
in om op beide zijden van het papier af te drukken.
De optie Automatisch (Automatic) wordt weergegeven als u het selectievakje Dubbelzijdig
afdrukken (Duplex Printing) inschakelt nadat u een printer hebt geselecteerd die automatisch
dubbelzijdig afdrukken ondersteunt en een mediumtype dat dubbelzijdig afdrukken
ondersteunt. Schakel dit selectievakje in om automatisch op beide zijden van het papier af te
drukken.
De papierbronnen variëren per printer en mediumtype.
U kunt een aangepaste afdrukkwaliteit instellen in het dialoogvenster Instellingen
afdrukkwaliteit (Print Quality Settings). Als u het dialoogvenster Instellingen afdrukkwaliteit
(Print Quality Settings) wilt openen, selecteert u Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print
Pagina 123 van 736 pagina'sAfdrukken
Quality) en klikt u op Kwaliteitsinstellingen... (Quality Settings...).
Schakel het selectievakje Afdrukken zonder marges (Borderless Printing) in om elke pagina
van het album op een volledige pagina zonder marges af te drukken.
U kunt het afdrukbereik en de hoeveelheid uitbreiding voor afdrukken zonder randen opgeven
in het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings). Klik op Geavanceerd... (Advanced...)
om het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings) weer te geven.
3.
Klik op Afdrukken (Print).
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afdrukinstellingen (Print Settings).
Naar boven
Pagina 124 van 736 pagina'sAfdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Kalenders
afdrukken
A040
Kalenders afdrukken
Met Easy-PhotoPrint EX kunt u uw eigen kalenders maken met uw favoriete foto's.
Stappen
1.
Easy-PhotoPrint EX openen
2.
Papier en indeling selecteren
3.
Een foto selecteren
4.
Bewerken
5.
Afdrukken
Probeer dit
Foto's corrigeren en verbeteren
Afbeeldingen maken op basis van video's
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Indeling wijzigen
Achtergrond wijzigen
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Foto's in kader plaatsen
Een datum op foto's afdrukken
Tekst aan foto's toevoegen
Kalenderweergave instellen
Feestdagen instellen
Pagina 125 van 736 pagina'sKalenders afdrukken
Opslaan
Opgeslagen bestanden openen
Vragen en antwoorden
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Naar boven
Pagina 126 van 736 pagina'sKalenders afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Kalenders
afdrukken
> Easy-PhotoPrint EX openen
A041
Easy-PhotoPrint EX openen
1.
Open het menu Start en selecteer Alle programma's (All Programs) > Canon
Utilities > Easy-PhotoPrint EX > Easy-PhotoPrint EX.
Easy-PhotoPrint EX wordt gestart en Menu wordt weergegeven.
Naar boven
Pagina 127 van 736 pagina'sEasy-PhotoPrint EX openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Kalenders
afdrukken
> Papier en indeling selecteren
A042
Papier en indeling selecteren
1.
Klik bij Menu op Kalender (Calendar).
Het venster Pagina-instelling (Page Setup) verschijnt.
2.
Stel de volgende items in bij het gedeelte Algemene instellingen (General Settings):
Papierformaat (Paper Size)
Afdrukstand (Orientation)
Beginnen bij (Start from)
Periode (Period)
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over de papierformaten die u kunt selecteren.
U kunt feestdagen aan uw kalender toevoegen.
Feestdagen instellen
3.
Selecteer een indeling voor Ontwerp (Design).
Geef indien nodig geavanceerde instellingen op voor de kalender en kies een achtergrond.
Opmerking
U kunt de kalenderweergave aanpassen (de kleur van de datums en de dagen van de week,
positie en formaat van de kalender enz.).
Kalenderweergave instellen
In het dialoogvenster Achtergrond wijzigen (Change Background) kunt u een effen kleur of een
afbeeldingsbestand als achtergrond selecteren. Klik op Achtergrond... (Background...) om het
dialoogvenster Achtergrond wijzigen (Change Background) weer te geven.
Pagina 128 van 736 pagina'sPapier en indeling selecteren
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Pagina-instelling (Page Setup).
Naar boven
Pagina 129 van 736 pagina'sPapier en indeling selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Kalenders
afdrukken
> Een foto selecteren
A043
Een foto selecteren
1.
Klik op Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) verschijnt.
2.
Selecteer in de mappenstructuur de map met de afbeelding die u wilt afdrukken.
De afbeeldingen in de map worden weergegeven als miniaturen.
Opmerking
U kunt ook vastgelegde videoframes gebruiken.
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt ook afbeeldingen gebruiken die u hebt gedownload van fotodeelsites op internet.
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
3.
Selecteer de afbeelding(en) die u wilt afdrukken en klik op de knop (Importeren
naar binnenste pagina's).
De geselecteerde afbeelding(en) worden weergegeven in het vak voor geselecteerde afbeeldingen.
U kunt de afbeelding(en) die u wilt afdrukken ook selecteren door deze naar het vak voor
geselecteerde afbeeldingen te slepen.
Opmerking
Als u een afbeelding wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, selecteert u
de afbeelding en klikt u op de knop (Geïmporteerde afbeelding verwijderen).
Als u alle afbeeldingen wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, klikt u op
Pagina 130 van 736 pagina'sEen foto selecteren
de knop (Alle geïmporteerde afbeeldingen verwijderen).
Opmerking
U kunt de geselecteerde afbeeldingen nog corrigeren of verbeteren voordat u ze afdrukt.
Foto's corrigeren en verbeteren
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Naar boven
Pagina 131 van 736 pagina'sEen foto selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Kalenders
afdrukken
> Bewerken
A044
Bewerken
1.
Klik op Bewerken (Edit).
Het venster Bewerken (Edit) verschijnt.
2.
Bewerk de kalender indien nodig.
Indeling wijzigen
Achtergrond wijzigen
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Foto's in kader plaatsen
Een datum op foto's afdrukken
Tekst aan foto's toevoegen
Kalenderweergave instellen
Feestdagen instellen
Belangrijk
De wijzigingen worden verwijderd wanneer u Easy-PhotoPrint EX sluit zonder de bewerkte kalender
op te slaan. We raden u aan het item op te slaan wanneer u dit later verder wilt bewerken.
Opslaan
Opmerking
Pagina 132 van 736 pagina'sBewerken
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Bewerken (Edit).
Naar boven
Pagina 133 van 736 pagina'sBewerken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Kalenders
afdrukken
> Afdrukken
A045
Afdrukken
1.
Klik op Afdrukinstellingen (Print Settings).
Het venster Afdrukinstellingen (Print Settings) verschijnt.
2.
Geef de instellingen op voor de volgende items op basis van de printer en het papier:
Printer
Mediumtype (Media Type)
Aantal (Copies)
Papierbron (Paper Source)
Afdrukkwaliteit (Print Quality)
Afdrukken zonder marges (Borderless Printing)
Opmerking
De mediumtypen variëren per printer en papierformaat.
Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) wordt weergegeven als de geselecteerde printer en
het geselecteerde mediumtype dubbelzijdig afdrukken ondersteunen. Schakel dit selectievakje
in om op beide zijden van het papier af te drukken.
De optie Automatisch (Automatic) wordt weergegeven als u het selectievakje Dubbelzijdig
afdrukken (Duplex Printing) inschakelt nadat u een printer hebt geselecteerd die automatisch
dubbelzijdig afdrukken ondersteunt en een mediumtype dat dubbelzijdig afdrukken
ondersteunt. Schakel dit selectievakje in om automatisch op beide zijden van het papier af te
drukken.
De papierbronnen variëren per printer en mediumtype.
U kunt een aangepaste afdrukkwaliteit instellen in het dialoogvenster Instellingen
afdrukkwaliteit (Print Quality Settings). Als u het dialoogvenster Instellingen afdrukkwaliteit
(Print Quality Settings) wilt openen, selecteert u Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print
Pagina 134 van 736 pagina'sAfdrukken
Quality) en klikt u op Kwaliteitsinstellingen... (Quality Settings...).
U kunt het afdrukbereik en de hoeveelheid uitbreiding voor afdrukken zonder randen opgeven
in het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings). Klik op Geavanceerd... (Advanced...)
om het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings) weer te geven.
3.
Klik op Afdrukken (Print).
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afdrukinstellingen (Print Settings).
Naar boven
Pagina 135 van 736 pagina'sAfdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Stickers
afdrukken
A050
Stickers afdrukken
U kunt uw favoriete foto's op speciale stickervellen afdrukken.
Stappen
1.
Easy-PhotoPrint EX openen
2.
Papier en indeling selecteren
3.
Een foto selecteren
4.
Bewerken
5.
Afdrukken
Probeer dit
Foto's corrigeren en verbeteren
Afbeeldingen maken op basis van video's
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Een datum op foto's afdrukken
Tekst aan foto's toevoegen
Opslaan
Opgeslagen bestanden openen
Vragen en antwoorden
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Pagina 136 van 736 pagina'sStickers afdrukken
Naar boven
Pagina 137 van 736 pagina'sStickers afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Stickers
afdrukken
> Easy-PhotoPrint EX openen
A051
Easy-PhotoPrint EX openen
1.
Open het menu Start en selecteer Alle programma's (All Programs) > Canon
Utilities > Easy-PhotoPrint EX > Easy-PhotoPrint EX.
Easy-PhotoPrint EX wordt gestart en Menu wordt weergegeven.
Naar boven
Pagina 138 van 736 pagina'sEasy-PhotoPrint EX openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Stickers
afdrukken
> Papier en indeling selecteren
A052
Papier en indeling selecteren
1.
Klik bij Menu op Stickers.
Het venster Pagina-instelling (Page Setup) verschijnt.
2.
Stel de volgende items in bij het gedeelte Algemene instellingen (General Settings):
Papierformaat (Paper Size)
Afdrukstand (Orientation)
Afdrukdatum (Print date)
Dezelfde afbeelding gebruiken in alle kaders (Use the same image in all frames)
Opmerking
Andere papierformaten dan Fotostickers (Photo Stickers) kunnen niet worden geselecteerd.
In het dialoogvenster Datuminstellingen (Date Settings) kunt u de positie, grootte, kleur en
dergelijke van de datum aanpassen. Als u het dialoogvenster Datuminstellingen (Date
Settings) wilt weergeven, schakelt u het selectievakje Afdrukdatum (Print date) in en klikt u op
Datuminstellingen... (Date Settings...).
Schakel het selectievakje Dezelfde afbeelding gebruiken in alle kaders (Use the same image
in all frames) in als u dezelfde afbeelding wilt gebruiken in alle kaders van de pagina.
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Pagina-instelling (Page Setup).
Naar boven
Pagina 139 van 736 pagina'sPapier en indeling selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Stickers
afdrukken
> Een foto selecteren
A053
Een foto selecteren
1.
Klik op Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) verschijnt.
2.
Selecteer in de mappenstructuur de map met de afbeelding die u wilt afdrukken.
De afbeeldingen in de map worden weergegeven als miniaturen.
Opmerking
U kunt ook vastgelegde videoframes gebruiken.
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt ook afbeeldingen gebruiken die u hebt gedownload van fotodeelsites op internet.
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
3.
Selecteer de afbeelding(en) die u wilt afdrukken en klik op de knop (Importeren
naar binnenste pagina's).
De geselecteerde afbeelding(en) worden weergegeven in het vak voor geselecteerde afbeeldingen.
U kunt de afbeelding(en) die u wilt afdrukken ook selecteren door deze naar het vak voor
geselecteerde afbeeldingen te slepen.
Opmerking
Als u een afbeelding wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, selecteert u
de afbeelding en klikt u op de knop (Geïmporteerde afbeelding verwijderen).
Als u alle afbeeldingen wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, klikt u op
Pagina 140 van 736 pagina'sEen foto selecteren
de knop (Alle geïmporteerde afbeeldingen verwijderen).
Opmerking
U kunt de geselecteerde afbeeldingen nog corrigeren of verbeteren voordat u ze afdrukt.
Foto's corrigeren en verbeteren
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Naar boven
Pagina 141 van 736 pagina'sEen foto selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Stickers
afdrukken
> Bewerken
A054
Bewerken
1.
Klik op Bewerken (Edit).
Het venster Bewerken (Edit) verschijnt.
2.
Bewerk de stickers indien nodig.
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Een datum op foto's afdrukken
Tekst aan foto's toevoegen
Belangrijk
De wijzigingen worden verwijderd wanneer u Easy-PhotoPrint EX sluit zonder de bewerkte stickers
op te slaan. We raden u aan het item op te slaan wanneer u dit later verder wilt bewerken.
Opslaan
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Bewerken (Edit).
Naar boven
Pagina 142 van 736 pagina'sBewerken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Stickers
afdrukken
> Afdrukken
A055
Afdrukken
1.
Klik op Afdrukinstellingen (Print Settings).
Het venster Afdrukinstellingen (Print Settings) verschijnt.
2.
Geef de instellingen op voor de volgende items op basis van de printer en het papier:
Printer
Mediumtype (Media Type)
Aantal (Copies)
Papierbron (Paper Source)
Afdrukkwaliteit (Print Quality)
Afdrukken zonder marges (Borderless Printing)
Opmerking
De mediumtypen variëren per printer en papierformaat.
De papierbronnen variëren per printer en mediumtype.
U kunt een aangepaste afdrukkwaliteit instellen in het dialoogvenster Instellingen
afdrukkwaliteit (Print Quality Settings). Als u het dialoogvenster Instellingen afdrukkwaliteit
(Print Quality Settings) wilt openen, selecteert u Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print
Quality) en klikt u op Kwaliteitsinstellingen... (Quality Settings...).
In het dialoogvenster Afdrukpositie aanpassen (Adjust Print Position) kunt u de afdrukpositie
op stickers aanpassen. Klik op Afdrukpositie... (Print Position...) om het dialoogvenster
Afdrukpositie aanpassen (Adjust Print Position) te openen.
U kunt het afdrukbereik en de hoeveelheid uitbreiding voor afdrukken zonder randen opgeven
in het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings). Klik op Geavanceerd... (Advanced...)
om het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings) weer te geven.
Pagina 143 van 736 pagina'sAfdrukken
3.
Klik op Afdrukken (Print).
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afdrukinstellingen (Print Settings).
Naar boven
Pagina 144 van 736 pagina'sAfdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Opmaak
afdrukken
A150
Opmaak afdrukken
U kunt tekst toevoegen aan uw favoriete foto's en deze afdrukken in verschillende indelingen.
Stappen
1.
Easy-PhotoPrint EX openen
2.
Papier en indeling selecteren
3.
Een foto selecteren
4.
Bewerken
5.
Afdrukken
Probeer dit
Foto's corrigeren en verbeteren
Afbeeldingen maken op basis van video's
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Indeling wijzigen
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Een datum op foto's afdrukken
Tekst aan foto's toevoegen
Opslaan
Opgeslagen bestanden openen
Vragen en antwoorden
Pagina 145 van 736 pagina'sOpmaak afdrukken
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Naar boven
Pagina 146 van 736 pagina'sOpmaak afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Opmaak
afdrukken
> Easy-PhotoPrint EX openen
A151
Easy-PhotoPrint EX openen
1.
Open het menu Start en selecteer Alle programma's (All Programs) > Canon
Utilities > Easy-PhotoPrint EX > Easy-PhotoPrint EX.
Easy-PhotoPrint EX wordt gestart en Menu wordt weergegeven.
Naar boven
Pagina 147 van 736 pagina'sEasy-PhotoPrint EX openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Opmaak
afdrukken
> Papier en indeling selecteren
A152
Papier en indeling selecteren
1.
Klik bij Menu op Opmaak afdrukken (Layout Print).
Het venster Pagina-instelling (Page Setup) verschijnt.
2.
Stel de volgende items in bij het gedeelte Algemene instellingen (General Settings):
Papierformaat (Paper Size)
Afdrukstand (Orientation)
Datum afdrukken (Print date)
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over de papierformaten die u kunt selecteren.
In het dialoogvenster Datuminstellingen (Date Settings) kunt u de positie, grootte, kleur en
dergelijke van de datum aanpassen. Als u het dialoogvenster Datuminstellingen (Date
Settings) wilt weergeven, schakelt u het selectievakje Afdrukdatum (Print date) in en klikt u op
Datuminstellingen... (Date Settings...).
3.
Selecteer een indeling bij Indelingen (Layouts).
Opmerking
De indelingen kunnen variëren, afhankelijk van de Afdrukstand (Orientation).
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Pagina-instelling (Page Setup).
Pagina 148 van 736 pagina'sPapier en indeling selecteren
Naar boven
Pagina 149 van 736 pagina'sPapier en indeling selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Opmaak
afdrukken
> Een foto selecteren
A153
Een foto selecteren
1.
Klik op Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) verschijnt.
2.
Selecteer in de mappenstructuur de map met de afbeelding die u wilt afdrukken.
De afbeeldingen in de map worden weergegeven als miniaturen.
Opmerking
U kunt ook vastgelegde videoframes gebruiken.
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt ook afbeeldingen gebruiken die u hebt gedownload van fotodeelsites op internet.
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
3.
Selecteer de afbeelding(en) die u wilt afdrukken en klik op de knop (Importeren
naar binnenste pagina's).
De geselecteerde afbeelding(en) worden weergegeven in het vak voor geselecteerde afbeeldingen.
U kunt de afbeelding(en) die u wilt afdrukken ook selecteren door deze naar het vak voor
geselecteerde afbeeldingen te slepen.
Opmerking
Als u een afbeelding wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, selecteert u
de afbeelding en klikt u op de knop (Geïmporteerde afbeelding verwijderen).
Als u alle afbeeldingen wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, klikt u op
Pagina 150 van 736 pagina'sEen foto selecteren
de knop (Alle geïmporteerde afbeeldingen verwijderen).
Opmerking
U kunt de geselecteerde afbeeldingen nog corrigeren of verbeteren voordat u ze afdrukt.
Foto's corrigeren en verbeteren
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Naar boven
Pagina 151 van 736 pagina'sEen foto selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Opmaak
afdrukken
> Bewerken
A154
Bewerken
1.
Klik op Bewerken (Edit).
Het venster Bewerken (Edit) verschijnt.
2.
Bewerk de opmaak indien nodig.
Indeling wijzigen
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Een datum op foto's afdrukken
Tekst aan foto's toevoegen
Belangrijk
De wijzigingen worden verwijderd wanneer u Easy-PhotoPrint EX sluit zonder de bewerkte opmaak
op te slaan. We raden u aan het item op te slaan wanneer u dit later verder wilt bewerken.
Opslaan
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Bewerken (Edit).
Pagina 152 van 736 pagina'sBewerken
Naar boven
Pagina 153 van 736 pagina'sBewerken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Opmaak
afdrukken
> Afdrukken
A155
Afdrukken
1.
Klik op Afdrukinstellingen (Print Settings).
Het venster Afdrukinstellingen (Print Settings) verschijnt.
2.
Geef de instellingen op voor de volgende items op basis van de printer en het papier:
Printer
Mediumtype (Media Type)
Aantal (Copies)
Papierbron (Paper Source)
Afdrukkwaliteit (Print Quality)
Afdrukken zonder marges (Borderless Printing)
Opmerking
De mediumtypen variëren per printer en papierformaat.
Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) wordt weergegeven als de geselecteerde printer en
het geselecteerde mediumtype dubbelzijdig afdrukken ondersteunen. Schakel dit selectievakje
in om op beide zijden van het papier af te drukken.
De optie Automatisch (Automatic) wordt weergegeven als u het selectievakje Dubbelzijdig
afdrukken (Duplex Printing) inschakelt nadat u een printer hebt geselecteerd die automatisch
dubbelzijdig afdrukken ondersteunt en een mediumtype dat dubbelzijdig afdrukken
ondersteunt. Schakel dit selectievakje in om automatisch op beide zijden van het papier af te
drukken.
De papierbronnen variëren per printer en mediumtype.
U kunt een aangepaste afdrukkwaliteit instellen in het dialoogvenster Instellingen
afdrukkwaliteit (Print Quality Settings). Als u het dialoogvenster Instellingen afdrukkwaliteit
(Print Quality Settings) wilt openen, selecteert u Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print
Pagina 154 van 736 pagina'sAfdrukken
Quality) en klikt u op Kwaliteitsinstellingen... (Quality Settings...).
Schakel het selectievakje Afdrukken zonder marges (Borderless Printing) in als u foto's zonder
rand wilt afdrukken.
U kunt het afdrukbereik en de hoeveelheid uitbreiding voor afdrukken zonder randen opgeven
in het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings). Klik op Geavanceerd... (Advanced...)
om het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings) weer te geven.
3.
Klik op Afdrukken (Print).
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afdrukinstellingen (Print Settings).
Naar boven
Pagina 155 van 736 pagina'sAfdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren
A060
Foto's corrigeren en verbeteren
U kunt afbeeldingen corrigeren en verbeteren.
Klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images)
of Bewerken (Edit) of in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) van Photo Print. U kunt de volgende
correcties en verbeteringen aanbrengen in het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance Images).
Belangrijk
Als u in Photo Print de optie ICC-profiel inschakelen (Enable ICC Profile) selecteert op het tabblad
Geavanceerd (Advanced) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences), kunt u geen
afbeeldingen corrigeren/verbeteren.
Opmerking
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ' voor meer informatie
over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
Automatische fotocorrectie
Deze functie analyseert de geselecteerde scène automatisch en past geschikte correcties toe.
De functie Automatische fotocorrectie gebruiken
De functie Correctie rode ogen
U kunt rode ogen, die kunnen voorkomen wanneer een flitser is gebruikt, corrigeren.
De functie Correctie rode ogen gebruiken
De functie Helderheid gezicht
U kunt gezichten die als gevolg van een lichte achtergrond donker lijken, helderder maken.
De functie Helderheid gezicht gebruiken
De functie Gezicht scherper maken
U kunt onscherpe gezichten op een foto scherper maken.
De functie Gezicht scherper maken gebruiken
De functie Gezicht digitaal effenen
U kunt de huid verbeteren door oneffenheden en rimpels te verwijderen.
De functie Gezicht digitaal effenen gebruiken
De functie Vlekken verwijderen
U kunt moedervlekjes verwijderen.
De functie Vlekken verwijderen gebruiken
Pagina 156 van 736 pagina'sFoto's corrigeren en verbeteren
Afbeeldingen aanpassen
U kunt de helderheid en het contrast in de hele afbeelding aanpassen of de hele afbeelding scherper
maken.
U kunt ook de contouren van onderwerpen vager maken of de basiskleur verwijderen.
Afbeeldingen aanpassen
Naar boven
Pagina 157 van 736 pagina'sFoto's corrigeren en verbeteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren > De functie Automatische fotocorrectie gebruiken
A066
De functie Automatische fotocorrectie gebruiken
Deze functie analyseert de geselecteerde scène automatisch en past geschikte correcties toe.
Belangrijk
De functie Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix) is niet beschikbaar voor Photo Print. Met
Photo Print kunt u automatisch geschikte correcties toepassen op alle foto's die u afdrukt door
Automatische fotocorrectie inschakelen (Enable Auto Photo Fix) te selecteren bij Kleurcorrectie voor
afdrukken (Color correction for printing) op het tabblad Geavanceerd (Advanced) in het
dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Als u het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wilt weergeven, klikt u op de knop
(Instellingen) in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) of selecteert u Voorkeuren...
(Preferences...) uit het menu Bestand (File).
Wanneer een afbeelding is gecorrigeerd met Automatische fotocorrectie en is opgeslagen, kan
deze niet nogmaals worden gecorrigeerd met Automatische fotocorrectie.
De functie Automatische fotocorrectie is mogelijk niet beschikbaar voor foto's die zijn bewerkt met
toepassingen, digitale camera's en dergelijke van andere fabrikanten.
1.
Selecteer foto's in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) en klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren).
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook
weergeven door te klikken op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Opmaak/
Afdrukken (Layout/Print) of Bewerken (Edit). In dat geval kan alleen de afbeelding worden
gecorrigeerd/verbeterd die in het voorbeeld wordt weergegeven.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
Pagina 158 van 736 pagina'sDe functie Automatische fotocorrectie gebruiken
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
2.
Selecteer de afbeelding die u wilt corrigeren in de lijst met miniaturen in het venster
Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
De afbeelding wordt weergegeven in Voorbeeld.
Opmerking
Als slechts één afbeelding is geselecteerd, verschijnt de lijst met miniaturen niet in het
voorbeeldgedeelte.
3.
Zorg dat Auto is geselecteerd.
4.
Klik op Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix) en vervolgens op OK.
De volledige foto wordt automatisch gecorrigeerd en de aanduiding
(Correctie/verbetering) wordt
weergegeven in de linkerbovenhoek van de afbeelding.
Opmerking
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de correctie naast elkaar weer te
geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image) als u de bewerking
ongedaan wilt maken.
Als u de correctie op alle geselecteerde afbeeldingen tegelijk wilt toepassen, schakelt u het
selectievakje Op alle afbeeldingen toepassen (Apply to all images) in.
Schakel het selectievakje Voorrang geven aan Exif-info (Prioritize Exif Info) in om correcties toe
te passen die voornamelijk zijn gebaseerd op de instellingen die waren geselecteerd op het
moment van vastleggen.
Schakel dit selectievakje uit om correcties toe te passen op basis van de resultaten van de
afbeeldingsanalyse. Deze instelling wordt aanbevolen.
5.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt gecorrigeerde afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Als u alleen de gewenste afbeelding wilt opslaan, klikt u op Geselecteerde afbeelding opslaan
(Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle gecorrigeerde
afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
Gecorrigeerde afbeeldingen kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/
Exif.
6.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De correcties gaan verloren als u het programma afsluit voordat u gecorrigeerde afbeeldingen
hebt opgeslagen.
Naar boven
Pagina 159 van 736 pagina'sDe functie Automatische fotocorrectie gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren
> De functie Correctie rode ogen gebruiken
A061
De functie Correctie rode ogen gebruiken
U kunt rode ogen, die kunnen voorkomen wanneer een flitser is gebruikt, corrigeren.
U kunt de functie voor het corrigeren van rode ogen handmatig of automatisch uitvoeren.
Opmerking
Met Photo Print kunt u rode ogen automatisch corrigeren tijdens het afdrukken. Als u rode ogen
automatisch wilt corrigeren, selecteert u Automatische fotocorrectie inschakelen (Enable Auto
Photo Fix) in Kleurcorrectie voor afdrukken (Color correction for printing) op het tabblad
Geavanceerd (Advanced) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) en schakelt u het
selectievakje Correctie rode ogen inschakelen (Enable Red-Eye Correction) in.
1.
Selecteer foto's in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) en klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren).
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook
weergeven door te klikken op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Opmaak/
Afdrukken (Layout/Print) of Bewerken (Edit). In dat geval kan alleen de afbeelding worden
gecorrigeerd/verbeterd die in het voorbeeld wordt weergegeven.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
2.
Selecteer de afbeelding die u wilt corrigeren in de lijst met miniaturen in het venster
Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
De afbeelding wordt weergegeven in Voorbeeld.
Pagina 160 van 736 pagina'sDe functie Correctie rode ogen gebruiken
Opmerking
Als slechts één afbeelding is geselecteerd, verschijnt de lijst met miniaturen niet in het
voorbeeldgedeelte.
Automatische correctie
3.
Zorg dat Auto is geselecteerd.
4.
Klik op Correctie rode ogen (Red-Eye Correction).
5.
Klik op OK.
Het rode-ogeneffect wordt verwijderd en de aanduiding (Correctie/verbetering) wordt
weergegeven in de linkerbovenhoek van de afbeelding.
Belangrijk
Afhankelijk van de afbeelding is het mogelijk dat ook gebieden buiten de ogen worden
gecorrigeerd.
Opmerking
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de correctie naast elkaar weer te
geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image) als u de bewerking
ongedaan wilt maken.
Als u de correctie op alle geselecteerde afbeeldingen tegelijk wilt toepassen, schakelt u het
selectievakje Op alle afbeeldingen toepassen (Apply to all images) in.
Handmatige correctie
3.
Klik op Handmatig (Manual) en vervolgens op Corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance).
4.
Klik op Correctie rode ogen (Red-Eye Correction).
Opmerking
U kunt het niveau van het effect wijzigen met de schuifregelaar onder Correctie rode ogen
(Red-Eye Correction).
Pagina 161 van 736 pagina'sDe functie Correctie rode ogen gebruiken
Beweeg de cursor over de afbeelding. De vorm van de muisaanwijzer verandert in
(Penseel).
5.
Versleep de cursor om het gebied te selecteren dat u wilt corrigeren en klik op de
knop OK die op de afbeelding verschijnt.
Het rode-ogeneffect wordt verwijderd en de aanduiding (Correctie/verbetering) wordt
weergegeven in de linkerbovenhoek van de afbeelding.
Opmerking
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de correctie naast elkaar weer te
geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Omgedaan maken (Undo) als u de bewerking ongedaan wilt maken.
6.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt gecorrigeerde afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Als u alleen de gewenste afbeelding wilt opslaan, klikt u op Geselecteerde afbeelding opslaan
(Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle gecorrigeerde
afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
Gecorrigeerde afbeeldingen kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/
Exif.
7.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De correcties gaan verloren als u het programma afsluit voordat u gecorrigeerde afbeeldingen
hebt opgeslagen.
Naar boven
Pagina 162 van 736 pagina'sDe functie Correctie rode ogen gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren
> De functie Helderheid gezicht gebruiken
A062
De functie Helderheid gezicht gebruiken
U kunt gezichten die als gevolg van een lichte achtergrond donker lijken, helderder maken.
Opmerking
U kunt donkere foto's als gevolg van een lichte achtergrond automatisch lichter maken door
Automatische fotocorrectie te selecteren.
Als de correctie niet voldoende is uitgevoerd, wordt aanbevolen om de functie Helderheid gezicht
toe te passen.
De functie Automatische fotocorrectie gebruiken
1.
Selecteer foto's in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) en klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren).
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook
weergeven door te klikken op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Opmaak/
Afdrukken (Layout/Print) of Bewerken (Edit). In dat geval kan alleen de afbeelding worden
gecorrigeerd/verbeterd die in het voorbeeld wordt weergegeven.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
2.
Selecteer de afbeelding die u wilt corrigeren in de lijst met miniaturen in het venster
Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
De afbeelding wordt weergegeven in Voorbeeld.
Opmerking
Pagina 163 van 736 pagina'sDe functie Helderheid gezicht gebruiken
Als slechts één afbeelding is geselecteerd, verschijnt de lijst met miniaturen niet in het
voorbeeldgedeelte.
3.
Klik op Handmatig (Manual) en vervolgens op Corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance).
4.
Klik op Helderheid gezicht (Face Brightener).
Opmerking
U kunt het niveau van het effect wijzigen met de schuifregelaar onder Helderheid gezicht (Face
Brightener).
Beweeg de cursor over de afbeelding. De vorm van de muisaanwijzer verandert in (Kruis).
5.
Versleep de cursor om het gebied te selecteren dat u wilt corrigeren en klik op de
knop OK die op de afbeelding verschijnt.
De gehele afbeelding wordt bijgewerkt zodat het geselecteerde gedeelte met het gezicht helderder
wordt en de aanduiding
(Correctie/verbetering) wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van de
afbeelding.
Opmerking
U kunt de rechthoek ook draaien door het geselecteerde gedeelte te verslepen.
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de correctie naast elkaar weer te
geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Omgedaan maken (Undo) als u de bewerking ongedaan wilt maken.
6.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt gecorrigeerde afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Pagina 164 van 736 pagina'sDe functie Helderheid gezicht gebruiken
Als u alleen de gewenste afbeelding wilt opslaan, klikt u op Geselecteerde afbeelding opslaan
(Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle gecorrigeerde
afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
Gecorrigeerde afbeeldingen kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/
Exif.
7.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De correcties gaan verloren als u het programma afsluit voordat u gecorrigeerde afbeeldingen
hebt opgeslagen.
Naar boven
Pagina 165 van 736 pagina'sDe functie Helderheid gezicht gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren
> De functie Gezicht scherper maken gebruiken
A063
De functie Gezicht scherper maken gebruiken
U kunt onscherpe gezichten op een foto scherper maken.
U kunt de functie voor het verscherpen van gezichten handmatig of automatisch uitvoeren.
1.
Selecteer foto's in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) en klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren).
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook
weergeven door te klikken op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Opmaak/
Afdrukken (Layout/Print) of Bewerken (Edit). In dat geval kan alleen de afbeelding worden
gecorrigeerd/verbeterd die in het voorbeeld wordt weergegeven.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
2.
Selecteer de afbeelding die u wilt corrigeren in de lijst met miniaturen in het venster
Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
De afbeelding wordt weergegeven in Voorbeeld.
Opmerking
Als slechts één afbeelding is geselecteerd, verschijnt de lijst met miniaturen niet in het
voorbeeldgedeelte.
Automatische correctie
Pagina 166 van 736 pagina'sDe functie Gezicht scherper maken gebruiken
3.
Zorg dat Auto is geselecteerd.
4.
Klik op Gezicht scherper maken (Face Sharpener).
Opmerking
U kunt het niveau van het effect wijzigen met de schuifregelaar onder Gezicht scherper maken
(Face Sharpener).
5.
Klik op OK.
Het gezicht wordt scherper gemaakt en de aanduiding (Correctie/Verbetering) wordt
weergegeven in de linkerbovenhoek van de afbeelding.
Opmerking
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de correctie naast elkaar weer te
geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image) als u de bewerking
ongedaan wilt maken.
Als u de correctie op alle geselecteerde afbeeldingen tegelijk wilt toepassen, schakelt u het
selectievakje Op alle afbeeldingen toepassen (Apply to all images) in.
Handmatige correctie
3.
Klik op Handmatig (Manual) en vervolgens op Corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance).
4.
Klik op Gezicht scherper maken (Face Sharpener).
Opmerking
U kunt het niveau van het effect wijzigen met de schuifregelaar onder Gezicht scherper maken
(Face Sharpener).
Beweeg de cursor over de afbeelding. De vorm van de muisaanwijzer verandert in (Kruis).
5.
Versleep de cursor om het gebied te selecteren dat u wilt corrigeren en klik op de
knop OK die op de afbeelding verschijnt.
Pagina 167 van 736 pagina'sDe functie Gezicht scherper maken gebruiken
De gezichtsdelen in en rond het geselecteerde gebied worden scherper gemaakt en de
aanduiding
(Correctie/Verbetering) wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van de
afbeelding.
Opmerking
U kunt de rechthoek ook draaien door het geselecteerde gedeelte te verslepen.
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de correctie naast elkaar weer te
geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Omgedaan maken (Undo) als u de bewerking ongedaan wilt maken.
6.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt gecorrigeerde afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Als u alleen de gewenste afbeelding wilt opslaan, klikt u op Geselecteerde afbeelding opslaan
(Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle gecorrigeerde
afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
Gecorrigeerde afbeeldingen kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/
Exif.
7.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De correcties gaan verloren als u het programma afsluit voordat u gecorrigeerde afbeeldingen
hebt opgeslagen.
Naar boven
Pagina 168 van 736 pagina'sDe functie Gezicht scherper maken gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren
> De functie Gezicht digitaal effenen gebruiken
A064
De functie Gezicht digitaal effenen gebruiken
U kunt de huid verbeteren door oneffenheden en rimpels te verwijderen.
U kunt de functie voor het digitaal effenen van het gezicht handmatig of automatisch uitvoeren.
1.
Selecteer foto's in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) en klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren).
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook
weergeven door te klikken op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Opmaak/
Afdrukken (Layout/Print) of Bewerken (Edit). In dat geval kan alleen de afbeelding worden
gecorrigeerd/verbeterd die in het voorbeeld wordt weergegeven.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
2.
Selecteer de afbeelding die u wilt verbeteren in de lijst met miniaturen in het venster
Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
De afbeelding wordt weergegeven in Voorbeeld.
Opmerking
Als slechts één afbeelding is geselecteerd, verschijnt de lijst met miniaturen niet in het
voorbeeldgedeelte.
Automatisch verbeteren
Pagina 169 van 736 pagina'sDe functie Gezicht digitaal effenen gebruiken
3.
Zorg dat Auto is geselecteerd.
4.
Klik op Gezicht digitaal effenen (Digital Face Smoothing).
Opmerking
U kunt het niveau van het effect wijzigen met de schuifregelaar onder Gezicht digitaal effenen
(Digital Face Smoothing).
5.
Klik op OK.
Het gezicht wordt bijgewerkt en de aanduiding (Correctie/verbetering) wordt weergegeven in de
linkerbovenhoek van de afbeelding.
Opmerking
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de verbetering naast elkaar weer
te geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image) als u de verbetering
ongedaan wilt maken.
Als u de verbetering op alle geselecteerde afbeeldingen tegelijk wilt toepassen, schakelt u het
selectievakje Op alle afbeeldingen toepassen (Apply to all images) in.
Handmatig verbeteren
3.
Klik op Handmatig (Manual) en vervolgens op Corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance).
4.
Klik op Gezicht digitaal effenen (Digital Face Smoothing).
Opmerking
U kunt het niveau van het effect wijzigen met de schuifregelaar onder Gezicht digitaal effenen
(Digital Face Smoothing).
Beweeg de cursor over de afbeelding. De vorm van de muisaanwijzer verandert in (Kruis).
5.
Versleep de cursor om het gebied te selecteren dat u wilt verbeteren en klik op de
knop OK die op de afbeelding verschijnt.
Pagina 170 van 736 pagina'sDe functie Gezicht digitaal effenen gebruiken
Het deel van het gezicht in en rond het geselecteerde gedeelte wordt bijgewerkt en de aanduiding
(Correctie/verbetering) wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van de afbeelding.
Opmerking
U kunt de rechthoek ook draaien door het geselecteerde gedeelte te verslepen.
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de verbetering naast elkaar weer
te geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Omgedaan maken (Undo) als u de bewerking ongedaan wilt maken.
6.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt verbeterde afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Als u alleen de gewenste afbeelding wilt opslaan, klikt u op Geselecteerde afbeelding opslaan
(Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle gecorrigeerde
afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
Verbeterde afbeeldingen kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/
Exif.
7.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De verbeteringen gaan verloren als u het programma afsluit voordat u verbeterde afbeeldingen
hebt opgeslagen.
Naar boven
Pagina 171 van 736 pagina'sDe functie Gezicht digitaal effenen gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren
> De functie Vlekken verwijderen gebruiken
A065
De functie Vlekken verwijderen gebruiken
U kunt moedervlekjes verwijderen.
1.
Selecteer foto's in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) en klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren).
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook
weergeven door te klikken op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Opmaak/
Afdrukken (Layout/Print) of Bewerken (Edit). In dat geval kan alleen de afbeelding worden
gecorrigeerd/verbeterd die in het voorbeeld wordt weergegeven.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
2.
Selecteer de afbeelding die u wilt verbeteren in de lijst met miniaturen in het venster
Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
De afbeelding wordt weergegeven in Voorbeeld.
Opmerking
Als slechts één afbeelding is geselecteerd, verschijnt de lijst met miniaturen niet in het
voorbeeldgedeelte.
3.
Klik op Handmatig (Manual) en vervolgens op Corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance).
Pagina 172 van 736 pagina'sDe functie Vlekken verwijderen gebruiken
4.
Klik Vlekken verwijderen (Blemish Remover).
Opmerking
Beweeg de cursor over de afbeelding. De vorm van de muisaanwijzer verandert in (Kruis).
5.
Versleep de cursor om het gebied te selecteren dat u wilt verbeteren en klik op de
knop OK die op de afbeelding verschijnt.
Vlekjes in en rond het geselecteerde gebied worden bijgewerkt en de aanduiding
(Correctie/
verbetering) wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van de afbeelding.
Opmerking
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de verbetering naast elkaar weer
te geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Omgedaan maken (Undo) als u de bewerking ongedaan wilt maken.
6.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt verbeterde afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Als u alleen de gewenste afbeelding wilt opslaan, klikt u op Geselecteerde afbeelding opslaan
(Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle gecorrigeerde
afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
Verbeterde afbeeldingen kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/
Exif.
7.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
Pagina 173 van 736 pagina'sDe functie Vlekken verwijderen gebruiken
De verbeteringen gaan verloren als u het programma afsluit voordat u verbeterde afbeeldingen
hebt opgeslagen.
Naar boven
Pagina 174 van 736 pagina'sDe functie Vlekken verwijderen gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren > Afbeeldingen aanpassen
A067
Afbeeldingen aanpassen
U kunt de helderheid, het contrast en dergelijke van afbeeldingen aanpassen.
1.
Selecteer foto's in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) en klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren).
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook
weergeven door te klikken op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Opmaak/
Afdrukken (Layout/Print) of Bewerken (Edit). In dat geval kan alleen de afbeelding worden
gewijzigd die in het voorbeeld wordt weergegeven.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
2.
Selecteer de afbeelding die u wilt wijzigen in de lijst met miniaturen in het venster
Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
De afbeelding wordt weergegeven in Voorbeeld.
Opmerking
Als slechts één afbeelding is geselecteerd, verschijnt de lijst met miniaturen niet in het
voorbeeldgedeelte.
3.
Klik op Handmatig (Manual) en vervolgens op Aanpassen (Adjust).
4.
Verplaats de schuifregelaar van het item dat u wilt aanpassen en stel het niveau van
Pagina 175 van 736 pagina'sAfbeeldingen aanpassen
het effect in.
U kunt de volgende eigenschappen aanpassen:
Helderheid (Brightness)
Contrast
Scherpte (Sharpness)
Vervagen (Blur)
Doorschijnendheid verwijderen (Show-through Removal)
Opmerking
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de wijziging naast elkaar weer te
geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Geavanceerd (Advanced) als u fijne aanpassingen wilt aanbrengen in de helderheid en
kleurtoon van de afbeelding. Raadpleeg '
Geavanceerd (Advanced)
' in de beschrijving van het
venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) voor meer informatie.
Klik op Standaard (Defaults) als u aanpassingen ongedaan wilt maken.
5.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt aangepaste afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Als u alleen de gewenste afbeelding wilt opslaan, klikt u op Geselecteerde afbeelding opslaan
(Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle gecorrigeerde
afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
Aangepaste afbeeldingen kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/
Exif.
6.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De aanpassingen gaan verloren als u het programma afsluit voordat u aangepaste
afbeeldingen hebt opgeslagen.
Naar boven
Pagina 176 van 736 pagina'sAfbeeldingen aanpassen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren > Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
A068
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance
Images)
In dit venster kunt u afbeeldingen corrigeren en verbeteren.
Klik om het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) weer te geven op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) of
Bewerken (Edit) of in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) van Photo Print.
(1)
Taakgebied
(2) Werkbalk
(1) Taakgebied
Op de tabbladen Auto en Handmatig (Manual) zijn verschillende taken en instellingen beschikbaar.
Klik op de tab Auto of Handmatig (Manual) om het betreffende tabblad te openen.
Tabblad Auto
Met de functies op het tabblad Auto kunt u correcties en verbeteringen op de afbeelding in zijn geheel
toepassen.
Pagina 177 van 736 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix)
Hiermee worden automatische fotocorrecties toegepast.
Belangrijk
De functie Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix) is niet beschikbaar voor Photo Print. Met
Photo Print kunt u automatisch geschikte correcties toepassen op alle foto's die u afdrukt door
Automatische fotocorrectie inschakelen (Enable Auto Photo Fix) te selecteren bij Kleurcorrectie
voor afdrukken (Color correction for printing) op het tabblad Geavanceerd (Advanced) in het
dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Als u het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wilt weergeven, klikt u op de knop
(Instellingen) in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) of selecteert u Voorkeuren...
(Preferences...) uit het menu Bestand (File).
Voorrang geven aan Exif-info (Prioritize Exif Info)
Schakel dit selectievakje in om correcties toe te passen die voornamelijk zijn gebaseerd op de
instellingen die waren geselecteerd op het moment van vastleggen.
Schakel dit selectievakje uit om correcties toe te passen op basis van de resultaten van de
afbeeldingsanalyse. Deze instelling wordt aanbevolen.
Opmerking
Exif is een standaardindeling waarmee u verschillende opnamegegevens kunt toevoegen
aan afbeeldingen van digitale camera's (JPEG).
Bij Photo Print kunt u geschikte correcties ook toepassen op basis van Exif-informatie door
Automatische fotocorrectie inschakelen (Enable Auto Photo Fix) te selecteren bij
Kleurcorrectie voor afdrukken (Color correction for printing) op het tabblad Geavanceerd
(Advanced) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) en het selectievakje Voorrang
geven aan Exif-info (Prioritize Exif Info) aan te vinken.
Correctie rode ogen (Red-Eye Correction)
Hiermee worden rode ogen gecorrigeerd.
Opmerking
Bij Photo Print kunt u rode ogen ook automatisch corrigeren door Automatische fotocorrectie
inschakelen (Enable Auto Photo Fix) te selecteren bij Kleurcorrectie voor afdrukken (Color
correction for printing) op het tabblad Geavanceerd (Advanced) van het dialoogvenster
Voorkeuren (Preferences) en het selectievakje Correctie rode ogen inschakelen (Enable Red-
Eye Correction) in te schakelen.
Gezicht scherper maken (Face Sharpener)
Pagina 178 van 736 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
Hiermee kunt u onscherpe gezichten verscherpen.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Gezicht digitaal effenen (Digital Face Smoothing)
Hiermee kunt u de huid verbeteren door oneffenheden en rimpels te verwijderen.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Op alle afbeeldingen toepassen (Apply to all images)
Wanneer u deze optie selecteert, worden alle afbeeldingen in de miniaturenlijst automatisch
gecorrigeerd/verbeterd.
OK
Hiermee past u het geselecteerde effect toe op de geselecteerde afbeelding of op alle
afbeeldingen.
Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image)
Hiermee annuleert u alle correcties en verbeteringen die u op de geselecteerde afbeelding hebt
toegepast.
Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image)
Hiermee slaat u de (geselecteerde) gecorrigeerde/verbeterde afbeelding op.
Alle gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images)
Hiermee slaat u alle gecorrigeerde/verbeterde afbeeldingen op die worden weergegeven in de lijst
met miniaturen.
Afsluiten (Exit)
Klik hierop om het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) af te
sluiten.
Tabblad Handmatig
Het tabblad Handmatig (Manual) heeft twee menu's: Aanpassen (Adjust) en Corrigeren/verbeteren
(Correct/Enhance).
Gebruik Aanpassen (Adjust) om de helderheid en het contrast aan te passen of om de hele afbeelding
scherper te maken.
Gebruik Corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance) als u specifieke gedeelten wilt corrigeren/verbeteren.
Aanpassen
Helderheid (Brightness)
De algemene helderheid van de afbeelding wordt aangepast.
Pagina 179 van 736 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
Verplaats de schuifregelaar naar links om de afbeelding donkerder te maken en naar rechts om
deze lichter te maken.
Contrast
Het contrast van de afbeelding wordt aangepast. Als de afbeelding flets is vanwege gebrek aan
contrast, kunt u het contrastniveau aanpassen.
Verplaats de schuifregelaar naar links om het contrast van de afbeelding te verlagen en naar rechts
om het te verhogen.
Scherpte (Sharpness)
Versterkt de contouren van onderwerpen om de afbeelding scherper te maken. Pas de scherpte
aan als de foto onscherp is of tekst vaag leesbaar is.
Verplaats de schuifregelaar naar rechts om de afbeelding scherper te maken.
Vervagen (Blur)
Vervaagt de contouren van onderwerpen om de afbeelding een zachtere uitstraling te geven.
Verplaats de schuifregelaar naar rechts om de afbeelding te vervagen.
Doorschijnendheid verwijderen (Show-through Removal)
Verwijdert doorschijnendheid van tekst of de basiskleur door de achterkant. Pas het niveau van
doorschijnendheid aan om te voorkomen dat tekst of de basiskleur van de achterkant van een dun
document doorschijnt op de voorkant.
Verplaats de schuifregelaar naar rechts om doorschijnendheid meer te verwijderen.
Geavanceerd (Advanced)
Hiermee opent u het dialoogvenster Geavanceerde aanpassing (Advanced Adjustment) waar u fijne
aanpassingen kunt aanbrengen in de helderheid en kleurtoon van de afbeelding.
Voor Helderheid/contrast (Brightness/Contrast) en Toon (Tone) selecteert u een kleur bij Kanaal
(Channel) als u alleen Rood (Red), Groen (Green) of Blauw (Blue) wilt aanpassen. Selecteer Model
(Master) als u de drie kleuren tegelijk wilt aanpassen.
Helderheid/contrast (Brightness/Contrast)
De helderheid en het contrast van een afbeelding aanpassen.
Verplaats de schuifregelaar Helderheid (Brightness) naar links om de afbeelding donkerder te
maken en naar rechts om deze lichter te maken.
Verplaats de schuifregelaar Contrast naar links om het contrast van de afbeelding te verlagen
en naar rechts om het contrast te verhogen.
Toon (Tone)
U kunt de helderheidsbalans aanpassen door Hoge lichten (Highlight) (het lichtste niveau),
Schaduwen (Shadow) (het donkerste niveau) of Middentonen (Midtone) (de kleur in het midden
van Hoge lichten (Highlight) en Schaduwen (Shadow)) op te geven.
Verplaats de schuifregelaar Hoge lichten (Highlight) naar links om de afbeelding lichter te
maken.
Verplaats de schuifregelaar Middentonen (Midtone) naar links om de afbeelding lichter te maken
en naar rechts om deze donkerder te maken.
Pagina 180 van 736 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
Verplaats de schuifregelaar Schaduwen (Shadow) naar rechts om de afbeelding donkerder te
maken.
Kleurbalans (Color Balance)
Hiermee past u de levendigheid en kleurtoon van de afbeelding aan.
Verplaats de schuifregelaar Kleurbalans (Color Balance) naar links of naar rechts om de
bijbehorende kleur te benadrukken.
Opmerking
Dit zijn de complementaire kleuren (als de twee kleuren van een kleurenpaar worden
gemengd, ontstaat een grijstint). U kunt de natuurlijke kleuren van een fotosituatie
reproduceren door de te veel benadrukte kleur te verminderen en de complementaire kleur
te verhogen. Overkleuring is het fenomeen waarbij een bepaalde kleur de gehele foto
beïnvloedt als gevolg van weersomstandigheden of sterke omgevingskleuren.
Het is vaak lastig om de afbeelding helemaal te corrigeren door slechts één kleurenpaar
aan te passen. Het beste kunt u een gedeelte op de foto zoeken dat wit zou moeten zijn, en
alle drie de kleurenparen zo aanpassen dat dit gedeelte wit wordt.
Standaard (Defaults)
Hiermee maakt u alle aanpassingen ongedaan.
Sluiten (Close)
Hiermee sluit u het dialoogvenster Geavanceerde aanpassing (Advanced Adjustment).
Opmerking
De waarden voor Helderheid (Brightness) en Contrast die zijn ingesteld via Aanpassen
(Adjust) veranderen niet als de helderheid en de kleurtoon worden aangepast in het
dialoogvenster Geavanceerde aanpassing (Advanced Adjustment).
Standaard (Defaults)
Hiermee herstelt u de standaardwaarden voor alle aanpassingen (helderheid, contrast, scherpte,
vervagen en doorschijnendheid verwijderen).
Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image)
Hiermee annuleert u alle correcties, verbeteringen en aanpassingen die op de geselecteerde
afbeelding zijn toegepast.
Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image)
Hiermee slaat u de (geselecteerde) gecorrigeerde/verbeterde/aangepaste afbeelding op.
Alle gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images)
Hiermee slaat u alle gecorrigeerde/verbeterde/aangepaste afbeeldingen op die worden
weergegeven in de lijst met miniaturen.
Afsluiten (Exit)
Klik hierop om het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) af te
sluiten.
Corrigeren/verbeteren
Pagina 181 van 736 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
Correctie rode ogen (Red-Eye Correction)
Hiermee corrigeert u rode ogen in het geselecteerde gebied.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Opmerking
Voor Photo Print worden rode ogen tijdens het afdrukken automatisch gecorrigeerd als
Automatische fotocorrectie inschakelen (Enable Auto Photo Fix) is geselecteerd in
Kleurcorrectie voor afdrukken (Color correction for printing) op het tabblad Geavanceerd
(Advanced) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) en het selectievakje Correctie
rode ogen inschakelen (Enable Red-Eye Correction) is ingeschakeld. Schakel het
selectievakje uit als u handmatig wilt corrigeren.
Helderheid gezicht (Face Brightener)
Hiermee wordt de hele afbeelding gecorrigeerd om het deel van het gezicht in en rond het
geselecteerde deel helderder te maken.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Gezicht scherper maken (Face Sharpener)
Hiermee wordt de hele afbeelding gecorrigeerd om het deel van het gezicht in en rond het
geselecteerde deel scherper te maken.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Gezicht digitaal effenen (Digital Face Smoothing)
Hiermee kunt u de huid verbeteren door oneffenheden en rimpels uit het geselecteerde deel te
verwijderen.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Vlekken verwijderen (Blemish Remover)
Hiermee verwijdert u moedervlekken uit het geselecteerde deel.
OK
Hiermee past u het geselecteerde effect toe op het opgegeven gebied.
Ongedaan maken (Undo)
Hiermee wordt de laatste correctie/verbetering geannuleerd.
Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image)
Hiermee annuleert u alle correcties, verbeteringen en aanpassingen die op de geselecteerde
afbeelding zijn toegepast.
Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image)
Hiermee slaat u de (geselecteerde) gecorrigeerde/verbeterde/aangepaste afbeelding op.
Alle gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images)
Pagina 182 van 736 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
Hiermee slaat u alle gecorrigeerde/verbeterde/aangepaste afbeeldingen op die worden
weergegeven in de lijst met miniaturen.
Afsluiten (Exit)
Klik hierop om het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) af te
sluiten.
(2) Werkbalk
Werkbalk
(Inzoomen/Uitzoomen)
Hiermee vergroot of verkleint u het voorbeeld van de afbeelding.
(Volledig scherm)
Hiermee geeft u de hele afbeelding weer in Voorbeeld.
(Vergelijken)
Hiermee geeft u het venster Afbeeldingen vergelijken (Compare Images) weer. U kunt hier de
afbeeldingen voor en na de correctie/verbetering/aanpassing naast elkaar vergelijken.
De afbeelding voor de correctie/verbetering/aanpassing wordt links weergegeven, terwijl de
afbeelding na de correctie/verbetering/aanpassing rechts wordt weergegeven.
Naar boven
Pagina 183 van 736 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Afbeeldingen
maken op basis van video's
A160
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt videoframes vastleggen en afbeeldingen maken.
Belangrijk
Deze functie wordt alleen ondersteund door Windows XP of later. De functie wordt echter niet
ondersteund door de 64-bits versies van Windows XP.
Deze functie is niet beschikbaar als ZoomBrowser EX 6.5 of later (meegeleverd bij digitale
camera's van Canon die video-opnamen in de MOV-indeling ondersteunen) niet is geïnstalleerd.
Video's worden mogelijk niet vloeiend afgespeeld, afhankelijk van uw omgeving.
Als de kleurtint van een video wordt gewijzigd via de instellingen van het grafische stuurprogramma
(grafische kaart) of het hulpprogramma, wordt deze wijziging niet weerspiegeld in frames die
worden vastgelegd van de video. Daarom kunnen kleurtinten verschillen tussen video's en
vastgelegde frames.
1.
Klik in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) op
(Frames van
video vastleggen).
Het venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture) en het dialoogvenster Video selecteren
(Select Video) worden weergegeven.
Opmerking
U kunt het venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture) ook weergeven door te
klikken op (Frames van video vastleggen) in het dialoogvenster Afbeelding toevoegen
(Add Image). U geeft het dialoogvenster Afbeelding toevoegen (Add Image) weer door de
pagina waaraan u afbeeldingen wilt toevoegen te selecteren in het venster Bewerken (Edit) en
te klikken op (Afbeelding toevoegen).
Raadpleeg '
Venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdrukken (Movie
Print)
' voor informatie over het venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture).
Pagina 184 van 736 pagina'sAfbeeldingen maken op basis van video's
2.
Selecteer in het dialoogvenster Video selecteren (Select Video) de map met de
video waarvan u frames wilt vastleggen.
De video's in de map worden weergegeven als miniaturen.
Opmerking
Alleen video's in de MOV-indeling die zijn opgenomen met een digitale camera van Canon
worden weergegeven.
De geselecteerde video wordt afgespeeld.
3.
Selecteer de video waarvan u frames wilt vastleggen en klik op OK.
De geselecteerde video wordt afgespeeld in het voorbeeldgebied van het venster Videoframes
vastleggen (Video Frame Capture).
Opmerking
(Pauzeren) wordt weergegeven terwijl een video wordt afgespeeld, terwijl
(Afspelen) wordt weergegeven wanneer een video is gestopt.
Gebruik
(Pauzeren) en
(Frame achteruit/Frame vooruit) om het
frame weer te geven dat u wilt vastleggen.
4.
Geef het frame weer dat u wilt vastleggen en klik op (Vastleggen).
Het vastgelegde frame wordt weergegeven in het gedeelte Vastgelegd(e) frame(s) (Captured
frame(s)).
Belangrijk
U kunt maximaal 150 frames van één video vastleggen.
5.
Selecteer de afbeelding(en) die u wilt opslaan en klik op Opslaan (Save).
Wanneer het dialoogvenster Opslaan (Save) wordt weergegeven, geeft u de opslaglocatie en
bestandsnaam op en klikt u op Opslaan (Save).
Opmerking
Vastgelegde frames kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/Exif.
Pagina 185 van 736 pagina'sAfbeeldingen maken op basis van video's
6.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De vastgelegde frames worden verwijderd als u het venster sluit voordat u ze opslaat.
Opmerking
U kunt automatisch meerdere frames van een video vastleggen.
Geef het gedeelte Inst. autom. frames vastleg. (Auto Frame Capture Settings) weer en gebruik
(Starttijd instellen/Eindtijd instellen) in het voorbeeldgebied om de gewenste tijdsduur
in te stellen. Selecteer een vastlegmethode in het gedeelte Inst. autom. frames vastleg. (Auto
Frame Capture Settings) en klik op Vastleggen (Capture).
U kunt vastgelegde frames corrigeren in het venster Vastgelegde frames corrigeren (Correct
Captured Frames). U geeft het venster Vastgelegde frames corrigeren (Correct Captured Frames)
weer door de afbeelding(en) die u wilt corrigeren te selecteren in het gedeelte Vastgelegd(e)
frame(s) (Captured frame(s)) en te klikken op
(Afbeelding corrigeren).
Als het venster Film afdrukken (Movie Print) wordt weergegeven via Solution Menu EX, kunt u de
vastgelegde frames afdrukken.
Als u frames wilt afdrukken, geeft u de printer en het medium op in het gedeelte Afdrukken (Print) en
klikt u op Afdrukken (Print).
Als u afdrukt vanuit het venster Film afdrukken (Movie Print), worden afbeeldingen automatisch
bijgesneden. Daardoor worden afbeeldingen zo afgedrukt dat de linker- en rechterzijde is
afgesneden.
Als u de uitsnede wilt aanpassen voordat u gaat afdrukken, slaat u het vastgelegde frame op en
drukt u dit af met een functie van Easy-PhotoPrint EX.
U kunt de opgeslagen frames samen met andere afbeeldingen gebruiken om albums, kalenders
en dergelijke te maken met Easy-PhotoPrint EX.
Naar boven
Pagina 186 van 736 pagina'sAfbeeldingen maken op basis van video's
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Afbeeldingen
maken op basis van video's > Venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdrukken (Movie Print)
A161
Venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film
afdrukken (Movie Print)
In deze vensters kunt u videoframes vastleggen en opslaan als afbeelding.
In het venster Film afdrukken (Movie Print) kunt u de vastgelegde frames afdrukken.
Belangrijk
Deze functie wordt alleen ondersteund door Windows XP of later. De functie wordt echter niet
ondersteund door de 64-bits versies van Windows XP.
Deze functie is niet beschikbaar als ZoomBrowser EX 6.5 of later (meegeleverd bij digitale
camera's van Canon die video-opnamen in de MOV-indeling ondersteunen) niet is geïnstalleerd.
Als de kleurtint van een video wordt gewijzigd via de instellingen van het grafische stuurprogramma
(grafische kaart) of het hulpprogramma, wordt deze wijziging niet weerspiegeld in frames die
worden vastgelegd van de video. Daarom kunnen kleurtinten verschillen tussen video's en
vastgelegde frames.
U geeft het venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture) weer door te klikken op
(Frames van video vastleggen) in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) of het
dialoogvenster Afbeelding toevoegen (Add Image). U geeft het dialoogvenster Afbeelding toevoegen (Add
Image) weer door de pagina waaraan u afbeeldingen wilt toevoegen te selecteren in het venster
Bewerken (Edit) en te klikken op
(Afbeelding toevoegen).
U geeft het venster Film afdrukken (Movie Print) weer door Foto's afdrukken (Photo Print) te selecteren in
Solution Menu EX en te klikken op het pictogram Film afdrukken (Movie Print).
Opmerking
In de volgende beschrijvingen wordt het venster Film afdrukken (Movie Print) dat wordt
weergegeven via Solution Menu EX, als voorbeeld gebruikt. Het weergegeven venster verschilt,
afhankelijk van de manier waarop Easy-PhotoPrint EX is gestart.
(1)
Instellingen en bedieningsknoppen
Pagina 187 van 736 pagina'sVenster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdrukken ...
(2)
Voorbeeldgebied
(3)
Gedeelte Vastgelegd(e) frame(s)
(1) Instellingen en bedieningsknoppen
Gedeelte Afdrukken (Print)
U kunt de vastgelegde frames afdrukken.
Opmerking
Deze functie is alleen beschikbaar als het venster Film afdrukken (Movie Print) is weergegeven via
Solution Menu EX.
Mediumtype (Media Type)
Hier wordt het mediumtype weergegeven dat is opgegeven in het dialoogvenster Afdrukinstellingen
(Print Settings).
Paginaformaat (Page Size)
Hier wordt het papierformaat weergegeven dat is opgegeven in het dialoogvenster
Afdrukinstellingen (Print Settings).
Afdrukinstel. (Print Settings)
Geeft het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings) weer waarin u de basisinstellingen voor
afdrukken kunt opgeven (printer/media selecteren en dergelijke).
Afdrukken (Print)
Start het afdrukken van de frames die zijn geselecteerd in het gedeelte Vastgelegd(e) frame(s)
(Captured frame(s)).
Gedeelte Inst. autom. frames vastleg. (Auto Frame Capture Settings)
U kunt meerdere frames vastleggen volgens de geselecteerde instellingen.
Opmerking
U kunt het gedeelte Inst. autom. frames vastleg. (Auto Frame Capture Settings) weergeven
/verbergen met
(Pijl omlaag/Pijl omhoog).
Pagina 188 van 736 pagina'sVenster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdrukken ...
Starttijd (Start time)/Eindtijd (End time)
Toont de starttijd/eindtijd van het deel van de video waarvan u frames wilt vastleggen.
Aantal frames (Total captures)
Toont het aantal frames dat moet worden vastgelegd.
Vastlegmethode
U hebt de keuze uit Alle frames (All frames), frame(s), sec. int. en frame int..
Vastleggen (Capture)
Legt frames vast volgens de instellingen.
U kunt maximaal 150 frames van één video tegelijk vastleggen.
Video selecteren (Select Video)
Geeft het dialoogvenster Video selecteren (Select Video) weer.
Selecteer een map en selecteer vervolgens de video waarvan u frames wilt vastleggen.
Opslaan (Save)
Slaat de frames op die zijn geselecteerd in het gedeelte Vastgelegd(e) frame(s) (Captured frame(s)).
Afsluiten (Exit)
Klik hierop om het venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdrukken (Movie
Print) te sluiten.
(2) Voorbeeldgebied
De video die is geselecteerd in het dialoogvenster Video selecteren (Select Video) wordt weergegeven in
het voorbeeldgebied.
(Frame achteruit/Frame vooruit)
Klik hierop om één frame achteruit of vooruit te gaan en te pauzeren.
U kunt ook tijdens het afspelen op deze knoppen klikken om één frame achteruit of vooruit te gaan en
te pauzeren.
(Afspelen/Pauzeren)
Speelt de video af of pauzeert de video.
(Pauzeren) wordt weergegeven terwijl een video wordt afgespeeld, terwijl
(Afspelen) wordt weergegeven wanneer een video is gestopt.
(Stoppen)
Stopt de video.
(Vastleggen)
Legt het huidige frame vast en geeft de afbeelding weer in het gedeelte Vastgelegd(e) frame(s)
(Captured frame(s)).
U kunt ook frames vastleggen tijdens het afspelen.
(Dempen/Geluid weergeven)
Schakelt het geluid UIT/IN.
Afspeelschuifregelaar
Geeft de voortgang van de videoweergave aan.
De huidige afspeeltijd wordt links van de schuifregelaar weergegeven.
(Starttijd instellen/Eindtijd instellen)
Hiermee stelt u de starttijd/eindtijd in van het deel van de video waarvan u automatisch frames wilt
vastleggen.
Opmerking
Deze knoppen worden alleen weergegeven als het gedeelte Inst. autom. frames vastleg. (Auto
Frame Capture Settings) wordt weergegeven.
Pagina 189 van 736 pagina'sVenster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdrukken ...
Schuifregelaar voor tijdsduur
Geeft de tijdsduur aan die is ingesteld met (Starttijd instellen/Eindtijd instellen).
U kunt de starttijd/eindtijd ook instellen door
(Startpunt/Eindpunt), onder de schuifregelaar, te
verplaatsen.
Opmerking
Deze schuifregelaar wordt alleen weergegeven als het gedeelte Inst. autom. frames vastleg.
(Auto Frame Capture Settings) wordt weergegeven.
(3) Gedeelte Vastgelegd(e) frame(s)
Hier worden de miniaturen van de vastgelegde frames weergegeven.
Dubbelklik op een miniatuur om het venster Inzoomen (Zoom In) weer te geven waarin u de details van
de afbeelding kunt controleren.
(Alle frames selecteren)
Selecteert alle afbeeldingen die worden weergegeven in het gedeelte Vastgelegd(e) frame(s)
(Captured frame(s)).
Als u een afbeelding selecteert, wordt er een vinkje weergegeven in het selectievakje van de
afbeelding.
(Alle vinkjes wissen)
Annuleert de selectie van alle afbeeldingen in het gedeelte Vastgelegd(e) frame(s) (Captured
frame(s)).
(Afbeelding corrigeren)
Geeft het venster Vastgelegde frames corrigeren (Correct Captured Frames) weer, waarin u alle
afbeeldingen kunt corrigeren die zijn geselecteerd in het gedeelte Vastgelegd(e) frame(s) (Captured
frame(s)).
Opmerking
Als een frame is vastgelegd waarin het onderwerp of de camera aanzienlijk heeft bewogen, kan
de afbeelding mogelijk niet correct worden gecorrigeerd.
(1) Taakgebied
Ruisreductie (Noise Reduction)
Vermindert ruis (toonvariaties die zich kunnen voordoen in beelden die zijn gemaakt met een
Pagina 190 van 736 pagina'sVenster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdrukken ...
digitale camera op een donkere locatie zoals een nachtelijke scène).
Resoluties verbeteren (Enhance resolutions)
Schakel dit selectievakje in om rafelige of kartelige randen in afbeeldingen te verminderen.
Toepassen op alle frames (Apply to all frames)
Schakel dit selectievakje in als u alle afbeeldingen wilt corrigeren die worden weergegeven in de
lijst met miniaturen.
OK
Past Ruisreductie (Noise Reduction) toe op de geselecteerde afbeeldingen of op alle
afbeeldingen. Ruis wordt verminderd om afbeeldingen levendiger te maken.
Opmerking
Correctie kan enige tijd duren, afhankelijk van uw omgeving.
Als het selectievakje Resoluties verbeteren (Enhance resolutions) is ingeschakeld, worden
Ruisreductie (Noise Reduction) en Resoluties verbeteren (Enhance resolutions) tegelijk
toegepast.
Gesel. frames herstellen (Reset Selected Frames)
Hiermee annuleert u alle correcties die zijn toegepast op de geselecteerde afbeeldingen.
Afsluiten (Exit)
Sluit het venster Vastgelegde frames corrigeren (Correct Captured Frames) en keert terug naar
het venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture) of Film afdrukken (Movie Print).
De bronafbeeldingen worden overschreven door de gecorrigeerde afbeeldingen.
(2) Werkbalk
(Frame verkleinen/vergroten)
Verkleint of vergroot de weergegeven afbeelding.
(Hele frame)
Hiermee geeft u de hele afbeelding weer in Voorbeeld.
(Vergelijken)
Geeft het venster Vastgelegde frames vergelijken (Compare Captured Frames) weer. Hier kunt u
de afbeeldingen voor en na de correctie naast elkaar vergelijken.
De afbeelding voor de correctie wordt links weergegeven, terwijl de afbeelding na de correctie
rechts wordt weergegeven.
Pagina 191 van 736 pagina'sVenster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdrukken ...
Sorteren op tijd (Sort by Time)
Geeft de vastgelegde frames weer in de volgorde van de tijdcode.
Opmerking
Raadpleeg '
Afbeeldingen maken op basis van video's ' voor meer informatie over hoe u
afbeeldingen maakt van video's.
Naar boven
Pagina 192 van 736 pagina'sVenster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdrukken ...
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Afbeeldingen
downloaden van fotodeelsites
A170
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
U kunt zoeken naar afbeeldingen op internetsites voor het delen van foto's en de afbeeldingen
downloaden die u wilt afdrukken.
Belangrijk
Voor het gebruik van deze functie is een internetverbinding vereist. Aan de internetverbinding zijn de
gebruikelijke kosten verbonden.
Voor het gebruik van deze functie worden de naam van uw product, informatie over het
besturingssysteem, regio-informatie en de informatie dat u hebt geklikt op de knop
(Foto's
importeren van fotodeelsites) verzameld en naar Canon verzonden.
De functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige regio's.
Het is wettelijk niet toegestaan om auteursrechtelijk beschermd werk van een andere persoon te
reproduceren of te bewerken zonder toestemming van de eigenaar van het copyright, behalve voor
persoonlijk gebruik, gebruik thuis of ander gebruik dat valt binnen de beperkingen die zijn
vastgelegd in het copyright.
Daarnaast kan het reproduceren of bewerken van foto's van personen een inbreuk vormen op het
portretrecht.
Wanneer u het werk van anderen gebruikt, moet u mogelijk toestemming voor het gebruik van het
werk vragen aan de eigenaar van het copyright, behalve voor persoonlijk gebruik, gebruik thuis of
ander gebruik dat valt binnen de beperkingen die zijn vastgelegd in het copyright. Raadpleeg
hiervoor de informatie op de webpagina van het werk op de fotodeelsite.
Lees ook de servicevoorwaarden van de fotodeelsite voordat u het werk van anderen gebruikt.
Canon is niet aansprakelijk voor copyrightproblemen als gevolg van het gebruik van deze functie.
Deze functie wordt alleen ondersteund door Windows XP of later.
Dit product gebruikt de Flickr-API maar wordt niet onderschreven en is niet gecertificeerd door
Flickr.
1.
Klik in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) op
(Foto's
importeren van fotodeelsites).
Het venster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo Sharing Sites) wordt
weergegeven.
Pagina 193 van 736 pagina'sAfbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Opmerking
U kunt het venster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo Sharing
Sites) ook weergeven door te klikken op (Foto's importeren van fotodeelsites) in het
dialoogvenster Afbeelding toevoegen (Add Image). U geeft het dialoogvenster Afbeelding
toevoegen (Add Image) weer door de pagina waaraan u afbeeldingen wilt toevoegen te
selecteren in het venster Bewerken (Edit) en te klikken op
(Afbeelding toevoegen).
Wanneer u klikt op
(Foto's importeren van fotodeelsites), wordt er een bericht
weergegeven over gemaakte werken en eigendomsrechten.
U sluit het bericht door het selectievakje Dit bericht niet meer weergeven (Do not show this
message again) in te schakelen.
Raadpleeg '
Venster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo Sharing
Sites)
' voor meer informatie over het venster Foto's importeren van fotodeelsites (Import
Photos from Photo Sharing Sites).
2.
Geef de zoektekst op in het vak Zoeken (Search).
3.
Stel Sorteren op (Sort by), Aantal resultaten per pagina (Number of Results per
Page) en Type licentie (License Type) in.
4.
Klik op Zoeken starten (Start Search).
Het zoeken wordt gestart en de afbeeldingen die overeenkomen met de zoektekst worden
weergegeven in het venster met miniaturen.
Belangrijk
Bepaalde afbeeldingen, zoals afbeeldingen in andere indelingen dan JPEG, worden niet
weergegeven.
Opmerking
Klik op
(Terug naar de vorige pagina) als u de vorige pagina wilt weergeven. Klik op
(Naar de volgende pagina gaan) als u de volgende pagina wilt weergeven.
U kunt ook een paginanummer invoeren in het invoervak en klikken op Weergave (View) om
die pagina weer te geven.
Het aantal zoekresultaten (afbeeldingen) kan klein zijn, afhankelijk van de taal van de
zoektekst. In dat geval kunt u het aantal zoekresultaten mogelijk vergroten door een Engelse
zoektekst in te voeren.
5.
Selecteer de afbeelding(en) die u wilt downloaden.
De geselecteerde afbeelding(en) worden weergegeven in het gedeelte Selectie (Selections).
Opmerking
U kunt maximaal 300 afbeeldingen selecteren.
Klik op
(Alle geselecteerde afbeeldingen deselecteren) als u de selectie van alle
afbeeldingen in het gedeelte Selectie (Selections) wilt opheffen.
Klik op
(Geselecteerde afbeelding deselecteren) als u de selectie van de geselecteerde
afbeelding in het gedeelte Selectie (Selections) wilt opheffen.
6.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Gesel.
afbeeldingen opsl. (Save Selected Images).
Wanneer het dialoogvenster Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image)/Gesel.
afbeeldingen opsl. (Save Selected Images) wordt weergegeven, geeft u de locatie en de
bestandsnaam op en klikt u op Opslaan (Save).
De geselecteerde afbeeldingen worden opgeslagen.
Opmerking
Pagina 194 van 736 pagina'sAfbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Als u alleen bepaalde afbeeldingen wilt opslaan, selecteert u deze in het gedeelte Selectie
(Selections) en klikt u op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image). Als u alle
afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Gesel. afbeeldingen opsl. (Save Selected Images).
Gedownloade afbeeldingen kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/
Exif.
7.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De zoekresultaten (afbeeldingen) worden verwijderd als u het venster sluit voordat u ze
opslaat.
Naar boven
Pagina 195 van 736 pagina'sAfbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Afbeeldingen
downloaden van fotodeelsites
> Venster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo Sharing Sites)
A171
Venster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos
from Photo Sharing Sites)
In dit venster kunt u zoeken naar afbeeldingen op internetsites voor het delen van foto's en de
afbeeldingen downloaden die u wilt afdrukken.
Belangrijk
Voor het gebruik van deze functie is een internetverbinding vereist. Aan de internetverbinding zijn de
gebruikelijke kosten verbonden.
Deze functie wordt alleen ondersteund door Windows XP of later.
Dit product gebruikt de Flickr-API maar wordt niet onderschreven en is niet gecertificeerd door
Flickr.
U geeft het venster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo Sharing Sites) weer
door te klikken op (Foto's importeren van fotodeelsites) in het venster Afbeeldingen selecteren
(Select Images) of het dialoogvenster Afbeelding toevoegen (Add Image). U geeft het dialoogvenster
Afbeelding toevoegen (Add Image) weer door de pagina waaraan u afbeeldingen wilt toevoegen te
selecteren in het venster Bewerken (Edit) en te klikken op
(Afbeelding toevoegen).
(1)
Instellingen en bedieningsknoppen
(2) Werkbalk
(3)
Venster met miniaturen
(4)
Gedeelte Selectie
(1) Instellingen en bedieningsknoppen
Fotodeelsites (Photo Sharing Sites)
Hier wordt de naam van de fotodeelsite weergegeven.
Zoeken (Search)
Voer de zoektekst in.
Pagina 196 van 736 pagina'sVenster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo ...
Opmerking
U kunt ook op
(Pijl omlaag) klikken om maximaal 20 resultaten uit de zoekgeschiedenis
weer te geven en hieruit een selectie te maken.
Scheid trefwoorden met een spatie als u meerdere trefwoorden wilt invoeren.
Sorteren op (Sort by)
Geef aan hoe u de zoekresultaten wilt sorteren in het venster met miniaturen. Selecteer Populariteit
(Popularity) of Datum (Date).
U kunt de instelling niet wijzigen nadat u een zoekopdracht hebt uitgevoerd.
Aantal resultaten per pagina (Number of Results per Page)
Selecteer het aantal afbeeldingen dat wordt weergegeven in het venster met miniaturen, waarbij u de
keuze hebt uit 10, 20 en 30.
U kunt de instelling niet wijzigen nadat u een zoekopdracht hebt uitgevoerd.
Type licentie (License Type)
Selecteer het type licentie van de afbeeldingen die u wilt zoeken. U hebt de keuze uit Alle types (All
types), CC-licentie (niet-commercieel) (CC license (Non-Commercial)) en CC-licentie (overig) (CC
license (Others)).
Selecteer Alle types (All types) als u alle afbeeldingen wilt weergeven, ongeacht het type licentie.
Selecteer CC-licentie (niet-commercieel) (CC license (Non-Commercial)) als u afbeeldingen met
een CC-licentie wilt weergeven die alleen mogen worden gebruikt voor niet-commerciële
doeleinden. Selecteer CC-licentie (overig) (CC license (Others)) als u afbeeldingen met een andere
CC-licentie wilt weergeven.
Opmerking
Het type licentie verschilt per afbeelding. Wijs een afbeelding aan om een scherminfo weer te
geven waarin u het licentietype kunt controleren.
Type licentie
(License Type)
Type licentie
Waarschuwingen/voorwaarden voor gebruik
(U moet aan de onderstaande voorwaarden voldoen
wanneer u afbeeldingen met een CC-licentie wilt
gebruiken, behalve voor persoonlijk gebruik of
thuisgebruik.)
Alle types (All
types)
Alle rechten
voorbehouden
Het is niet toegestaan afbeeldingen te kopiëren
zonder toestemming van de maker, behalve voor
persoonlijk of thuisgebruik of voor gebruik met een
vergelijkbaar beperkt doel. Het kopiëren van
portretten (foto's van personen) kan een inbreuk
vormen op het portretrecht.
Naamsvermelding
- Niet-
commercieel (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- U mag het werk niet gebruiken voor commerciële
doeleinden.
Naamsvermelding
- Niet-
commercieel -
Geen afgeleide
werken (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- U mag het werk niet gebruiken voor commerciële
doeleinden.
- U mag het werk niet wijzigen.
Naamsvermelding
- Niet-
commercieel -
Gelijk delen (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- U mag het werk niet gebruiken voor commerciële
doeleinden.
- Ook al is uw creatie gebaseerd op het werk van
anderen, u moet er dezelfde voorwaarden op
toepassen als de voorwaarden die de licentiehouder
voor het oorspronkelijke werk heeft bepaald.
Naamsvermelding
(CC-licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
Pagina 197 van 736 pagina'sVenster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo ...
Naamsvermelding
- Geen afgeleide
werken (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- U mag het werk niet wijzigen.
Naamsvermelding
- Gelijk delen (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- Ook al is uw creatie gebaseerd op het werk van
anderen, u moet er dezelfde voorwaarden op
toepassen als de voorwaarden die de licentiehouder
voor het oorspronkelijke werk heeft bepaald.
CC-licentie (niet-
commercieel)
(CC license
(Non-
Commercial))
Naamsvermelding
- Niet-
commercieel (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- U mag het werk niet gebruiken voor commerciële
doeleinden.
Naamsvermelding
- Niet-
commercieel -
Geen afgeleide
werken (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- U mag het werk niet gebruiken voor commerciële
doeleinden.
- U mag het werk niet wijzigen.
Naamsvermelding
- Niet-
commercieel -
Gelijk delen (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- U mag het werk niet gebruiken voor commerciële
doeleinden.
- Ook al is uw creatie gebaseerd op het werk van
anderen, u moet er dezelfde voorwaarden op
toepassen als de voorwaarden die de licentiehouder
voor het oorspronkelijke werk heeft bepaald.
CC-licentie
(overig) (CC
license (Others))
Naamsvermelding
(CC-licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
Naamsvermelding
- Geen afgeleide
werken (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- U mag het werk niet wijzigen.
Naamsvermelding
- Gelijk delen (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- Ook al is uw creatie gebaseerd op het werk van
anderen, u moet er dezelfde voorwaarden op
toepassen als de voorwaarden die de licentiehouder
voor het oorspronkelijke werk heeft bepaald.
Zoeken starten (Start Search)
Zoekt naar afbeeldingen en geeft de afbeeldingen die overeenkomen met de zoektekst weer in het
venster met miniaturen.
Belangrijk
Bepaalde afbeeldingen, zoals afbeeldingen in andere indelingen dan JPEG, worden niet
weergegeven.
Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image)
Slaat de geselecteerde afbeelding in het gedeelte Selectie (Selections) op.
Gesel. afbeeldingen opsl. (Save Selected Images)
Slaat alle afbeeldingen op die worden weergegeven in het gedeelte Selectie (Selections).
Afsluiten (Exit)
Klik op deze knop om het venster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo
Sharing Sites) te sluiten.
Pagina 198 van 736 pagina'sVenster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo ...
(2) Werkbalk
(Alle afbeeldingen selecteren)
Selecteert alle afbeeldingen op de pagina die wordt weergegeven in het venster met miniaturen.
Als u een afbeelding selecteert, wordt er een vinkje weergegeven in het selectievakje van de
afbeelding.
Opmerking
U kunt maximaal 300 afbeeldingen selecteren.
(Alle vinkjes wissen)
Annuleert alle selecties van afbeeldingen op de pagina die wordt weergegeven in het venster met
miniaturen.
(Terug naar de vorige pagina/Naar de volgende pagina gaan)
Hiermee geeft u de vorige/volgende pagina weer.
Invoervak voor paginanummer/Totaal aantal pagina's/
Weergave (View)
Voer een paginanummer in en klik op Weergave (View) om de pagina weer te geven.
Schuifregelaar miniatuurformaat
Alle afbeeldingen in het venster met miniaturen worden vergroot of verkleind.
Verplaats de schuifregelaar naar rechts om de afbeeldingen te vergroten en naar links om ze te
verkleinen.
(3) Venster met miniaturen
Hier worden de miniaturen van de zoekresultaten (afbeeldingen) weergegeven. De titel wordt
weergegeven onder elke miniatuur.
Klik op de miniatuur of het selectievakje als u een afbeelding wilt selecteren.
Belangrijk
Als de zoekopdracht meer dan 4000 afbeeldingen oplevert, worden vanwege de beperkingen van
fotodeelsites dezelfde afbeeldingen als die op de pagina met de 4001e afbeelding weergegeven
op alle eropvolgende pagina's.
Als Aantal resultaten per pagina (Number of Results per Page) bijvoorbeeld is ingesteld op 20, zijn
de afbeeldingen die worden weergegeven op pagina 201 gelijk aan de afbeeldingen op pagina 202
en de eropvolgende pagina's.
Opmerking
Wijs een miniatuur aan om de titel, het licentietype en andere gegevens weer te geven.
Klik met de rechtermuisknop op een miniatuur en selecteer Webpagina van werk openen (Open
web page of work) in het weergegeven menu om een browser te openen en de pagina weer te
geven van de fotodeelsite waarop de afbeelding is opgeslagen.
(4) Gedeelte Selectie
Hier worden miniaturen weergegeven van de afbeeldingen die zijn geselecteerd in het venster met
miniaturen en wordt het aantal afbeeldingen aangegeven (aantal geselecteerde afbeeldingen/aantal
zoekresultaten).
(Alle geselecteerde afbeeldingen deselecteren)
Annuleert de selectie van alle afbeeldingen in het gedeelte Selectie (Selections).
(Geselecteerde afbeelding deselecteren)
Annuleert de selectie van afbeeldingen die zijn geselecteerd in het gedeelte Selectie (Selections).
Opmerking
Pagina 199 van 736 pagina'sVenster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo ...
Raadpleeg '
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
' voor meer informatie over hoe u
afbeeldingen downloadt van fotodeelsites.
Naar boven
Pagina 200 van 736 pagina'sVenster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo ...
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Vragen en
antwoorden
A200
Vragen en antwoorden
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Welke zijde van de weergegeven afbeelding wordt het eerst afgedrukt?
Hoe kan ik met gelijke marges afdrukken?
Wat is "O1" of "O4"?
Naar boven
Pagina 201 van 736 pagina'sVragen en antwoorden
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Vragen en
antwoorden > Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
A095
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Als u een bestand dat is gemaakt en opgeslagen met Easy-PhotoPrint EX wilt verplaatsen (of kopiëren)
van de ene map naar de andere, moet u ook de map verplaatsen (of kopiëren) die automatisch is
gemaakt toen het bestand werd opgeslagen.
Als u bijvoorbeeld een bestand opslaat met de naam "MyAlbum.el1", wordt automatisch een map
"MyAlbum.el1.Data" gemaakt in de map waarin het bestand "MyAlbum.el1" zich bevindt. Als u het bestand
"MyAlbum.el1" naar een andere map wilt verplaatsen (of kopiëren), moet u ook de map
"MyAlbum.el1.Data" verplaatsen. De map "MyAlbum.el1.Data" bevat de foto's die in het album worden
gebruikt.
Opmerking
De pictogrammen variëren, afhankelijk van de items.
Belangrijk
Wijzig de naam van de map Data niet, anders kunt u geen foto's weergeven die u hebt bewerkt met
Easy-PhotoPrint EX.
Naar boven
Pagina 202 van 736 pagina'sHoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Vragen en
antwoorden
> Welke zijde van de weergegeven afbeelding wordt het eerst afgedrukt?
A096
Welke zijde van de weergegeven afbeelding wordt het eerst
afgedrukt?
Zoals hieronder wordt weergegeven, wordt het afdrukken gestart aan de linkerkant van de afbeelding die
in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) wordt weergegeven.
Het papier wordt uitgevoerd in de richting die door de pijl wordt aangegeven.
Raadpleeg de handleiding van de printer voor meer informatie over het plaatsen van papier voor
afdrukken op de voorzijde/achterzijde en dergelijke.
Naar boven
Pagina 203 van 736 pagina'sWelke zijde van de weergegeven afbeelding wordt het eerst afgedrukt?
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Vragen en
antwoorden
> Hoe kan ik met gelijke marges afdrukken?
A097
Hoe kan ik met gelijke marges afdrukken?
Wanneer u een indeling met randen kiest, is het mogelijk dat de marges links en rechts of boven en
onder niet gelijk zijn, afhankelijk van de afbeelding en de printer.
Als u altijd wilt afdrukken met gelijke marges, schakelt u het selectievakje Altijd bijsnijden wanneer u een
indeling met marges selecteert (Always crop images when selecting a layout with margins) in op het
tabblad Geavanceerd (Advanced) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Als u het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wilt weergeven, klikt u op de knop
(Instellingen)
in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) of selecteert u Voorkeuren... (Preferences...) uit het menu
Bestand (File).
Snijd de foto bij om gelijke marges te krijgen.
Foto's bijsnijden (Photo Print)
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar als Photo Print is geselecteerd.
Naar boven
Pagina 204 van 736 pagina'sHoe kan ik met gelijke marges afdrukken?
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Vragen en
antwoorden > Wat is "O1" of "O4"?
A098
Wat is "O1" of "O4"?
Wanneer een album wordt afgedrukt, worden labels als "O1" en "O4" afgedrukt als paginanummers.
De "O1" en "O4" staan respectievelijk voor voorblad en achteromslag.
O1: Voorblad
O2: Binnenkant voorblad
O3: Binnenzijde achteromslag
O4: Achteromslag
Opmerking
"O2"/"O3" wordt alleen weergegeven wanneer het selectievakje Binnenkant voorblad leeg laten
(Leave the inside of front cover blank)/Binnenkant achteromslag leeg laten (Leave the inside of
back cover blank) is ingeschakeld in het dialoogvenster Omslagopties (Cover Options).
Naar boven
Pagina 205 van 736 pagina'sWat is "O1" of "O4"?
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
A101
Instellingen voor Photo Print
Levendige foto's afdrukken
Ruis in foto's reduceren
Foto's bijsnijden (Photo Print)
Een datum op foto's afdrukken (Photo Print)
Meerdere foto's op één pagina afdrukken
Een index afdrukken
Pasfoto's afdrukken (ID Photo Print)
Fotogegevens afdrukken
Foto's opslaan
Opgeslagen bestanden openen
Naar boven
Pagina 206 van 736 pagina'sInstellingen voor Photo Print
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Levendige foto's afdrukken
A071
Levendige foto's afdrukken
Schakel het selectievakje Vivid Photo in het venster Papier selecteren (Select Paper) in als u de kleuren
in een foto wilt verlevendigen voordat u deze afdrukt.
Belangrijk
Deze functie is alleen beschikbaar voor printers die Vivid Photo ondersteunen.
Deze functie is niet beschikbaar als ICC-profiel inschakelen (Enable ICC Profile) is geselecteerd
op het tabblad Geavanceerd (Advanced) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Opmerking
Als u Vivid Photo selecteert, is dit alleen van invloed op de afdruk. De oorspronkelijke afbeelding of
het afdrukvoorbeeld blijft ongewijzigd.
Naar boven
Pagina 207 van 736 pagina'sLevendige foto's afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Ruis in foto's reduceren
A072
Ruis in foto's reduceren
Een foto die op een donkere locatie (bijvoorbeeld 's nachts) met een digitale camera is gemaakt, kan
ruis bevatten.
Schakel het selectievakje Ruisreductie in foto (Photo Noise Reduction) in het venster Papier selecteren
(Select Paper) in om ruis in de foto te verminderen en de afgedrukte foto's helderder te maken.
Belangrijk
Deze functie is niet beschikbaar als ICC-profiel inschakelen (Enable ICC Profile) is geselecteerd
op het tabblad Geavanceerd (Advanced) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Opmerking
Bij veel ruis wijzigt u Normaal (Normal) in Krachtig (Strong).
Deze functie heeft alleen effect op het afdrukresultaat. De oorspronkelijke afbeelding of het
afdrukvoorbeeld blijft ongewijzigd.
Naar boven
Pagina 208 van 736 pagina'sRuis in foto's reduceren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Foto's bijsnijden (Photo Print)
A073
Foto's bijsnijden (Photo Print)
Bij het bijsnijden van foto's selecteert u het deel dat u wilt behouden en wordt de rest verwijderd.
Klik op
(Afbeelding bijsnijden) in het scherm Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) of dubbelklik op de
voorbeeldafbeelding.
Versleep de witte vierkantjes in de afbeelding om het gedeelte dat u wilt bijsnijden aan te passen en klik
op OK.
Opmerking
U kunt het bijsnijdgebied ook verplaatsen door de cursor in het witte kader te plaatsen en dit te
verslepen. Versleep de witte lijnen om het bijsnijdgebied te vergroten of verkleinen.
Schakel het selectievakje De regel van drie (The Rule of Thirds) in om witte streepjeslijnen weer te
geven. U kunt een evenwichtige compositie maken door een van de kruispunten (witte vierkantjes)
of witte streepjeslijnen naar het hoofdonderwerp van de foto te verslepen.
Het bijsnijden heeft alleen effect op het afdrukresultaat. De oorspronkelijke afbeelding wordt niet
bijgesneden.
Pagina 209 van 736 pagina'sFoto's bijsnijden (Photo Print)
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Bijsnijden (Crop).
Naar boven
Pagina 210 van 736 pagina'sFoto's bijsnijden (Photo Print)
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Een datum op foto's afdrukken (Photo Print)
A074
Een datum op foto's afdrukken (Photo Print)
Als u de datum waarop de foto is gemaakt op de foto wilt afdrukken, klikt u op de knop
(Datuminstellingen) in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) en schakelt u vervolgens het
selectievakje Afdrukdatum (Print date) in het dialoogvenster Datuminstellingen (Date Settings) in.
Opmerking
De datum wordt weergegeven volgens de datumnotatie die is ingesteld in uw besturingssysteem
(mm-dd-jjjj, enzovoort).
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het instellen van de datum.
Naar boven
Pagina 211 van 736 pagina'sEen datum op foto's afdrukken (Photo Print)
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Meerdere foto's op één pagina afdrukken
A076
Meerdere foto's op één pagina afdrukken
U kunt meerdere foto's op één pagina afdrukken door een indeling met meerdere foto's te selecteren in
het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print).
Opmerking
Zie het volgende onderwerp voor meer informatie over het selecteren van foto's.
Een foto selecteren
De aantallen foto's en indelingen kunnen per mediumtype variëren.
De foto's worden als volgt gerangschikt.
Voorbeeld: Geen randen (x4) (Borderless (x4))
U kunt de afdrukvolgorde wijzigen bij Afdrukvolgorde (Printing Order) op het tabblad Afdrukken
(Print) in het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
U kunt hier kiezen uit Op datum (By Date), Op naam (By Name) en Op selectie (By Selection).
Als u het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wilt weergeven, klikt u op
(Instellingen) of
selecteert u Voorkeuren... (Preferences...) in het menu Bestand (File).
Naar boven
Pagina 212 van 736 pagina'sMeerdere foto's op één pagina afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Een index afdrukken
A077
Een index afdrukken
U kunt een index afdrukken van geselecteerde foto's. Op een indexafdruk worden de miniaturen van de
foto's weergegeven op één pagina. Dit is een handige manier om uw foto's te beheren.
Als u een index wilt afdrukken, selecteert u Index uit de indelingen in het venster Opmaak/Afdrukken
(Layout/Print).
Belangrijk
U kunt geen index afdrukken als u een van de volgende papierformaten hebt geselecteerd.
- Creditcard (Credit Card)
U kunt maximaal 80 afbeeldingen afdrukken op één pagina.
Opmerking
Zie het volgende onderwerp voor meer informatie over het selecteren van foto's.
Een foto selecteren
De foto's worden als volgt gerangschikt.
Voorbeeld: Index (x20)
U kunt de afdrukvolgorde wijzigen bij Afdrukvolgorde (Printing Order) op het tabblad Afdrukken
(Print) in het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
U kunt hier kiezen uit Op datum (By Date), Op naam (By Name) en Op selectie (By Selection).
Pagina 213 van 736 pagina'sEen index afdrukken
Als u het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wilt weergeven, klikt u op
(Instellingen) of
selecteert u Voorkeuren... (Preferences...) in het menu Bestand (File).
Naar boven
Pagina 214 van 736 pagina'sEen index afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Pasfoto's afdrukken (ID Photo Print)
A078
Pasfoto's afdrukken (ID Photo Print)
U kunt verschillende pasfoto's afdrukken.
Belangrijk
De foto is mogelijk niet geschikt als een officiële pasfoto.
Raadpleeg voor meer informatie de instantie waarvoor u de foto wilt gebruiken.
Als u pasfoto's wilt afdrukken, selecteert u 10x15cm 4"x6" (4"x6" 10x15cm) bij Papierformaat (Paper Size)
in het venster Papier selecteren (Select Paper) en selecteert u een indeling voor de pasfoto uit de
indelingen in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print).
Opmerking
Het aantal frames per pagina varieert naargelang de grootte van de pasfoto die u maakt. Controleer
het aantal frames in de layouts dat in het scherm Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) worden
weergegeven en geef vervolgens het aantal exemplaren op in het scherm Afbeeldingen selecteren
(Select Images).
U kunt twee of meer afbeeldingen selecteren en verschillende soorten pasfoto's op een pagina
afdrukken.
Zie het volgende onderwerp voor meer informatie over het selecteren van foto's.
Een foto selecteren
De foto's worden als volgt gerangschikt.
Voorbeeld: ID-foto 3.5 x 4.5cm (ID Photo 3.5x4.5cm)
Pagina 215 van 736 pagina'sPasfoto's afdrukken (ID Photo Print)
U kunt de afdrukvolgorde wijzigen bij Afdrukvolgorde (Printing Order) op het tabblad Afdrukken
(Print) in het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
U kunt hier kiezen uit Op datum (By Date), Op naam (By Name) en Op selectie (By Selection).
Als u het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wilt weergeven, klikt u op
(Instellingen) of
selecteert u Voorkeuren... (Preferences...) in het menu Bestand (File).
Pasfoto's kunnen alleen worden afgedrukt op papier van 10x15cm 4"x6" (4"x6" 10x15cm).
Naar boven
Pagina 216 van 736 pagina'sPasfoto's afdrukken (ID Photo Print)
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Fotogegevens afdrukken
A079
Fotogegevens afdrukken
U kunt de foto en de Exif-informatie naast elkaar afdrukken.
Als u ze wilt afdrukken, selecteert u Letter 8.5"x11" of A4 bij Papierformaat (Paper Size) in het venster
Papier selecteren (Select Paper) en selecteert u Opnamegegevens (Captured Info) bij de indelingen in
het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print).
Opmerking
Zie het volgende onderwerp voor meer informatie over het selecteren van foto's.
Een foto selecteren
Deze functie is alleen beschikbaar voor de papierformaten Letter 8.5"x11" en A4.
Naar boven
Pagina 217 van 736 pagina'sFotogegevens afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Foto's opslaan
A092
Foto's opslaan
U kunt bewerkte foto's opslaan. De gegevens over het bijsnijden en de indeling kunnen worden
opgeslagen.
Klik op Opslaan (Save) in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print).
Wanneer het dialoogvenster Opslaan als (Save As) wordt weergegeven, geeft u de locatie en de
bestandsnaam op en klikt u op Opslaan (Save).
Belangrijk
Als u een opgeslagen bestand bewerkt en opnieuw opslaat, wordt het bestand overschreven.
Als u een bestand opnieuw wilt opslaan onder een nieuwe naam of op een andere locatie,
selecteert u Opslaan als (Save As...) in het menu Bestand (File) en slaat u het bestand op.
Opmerking
Opslaan (Save) wordt niet weergegeven in de vensters Afbeeldingen selecteren (Select Images) en
Papier selecteren (Select Paper).
Naar boven
Pagina 218 van 736 pagina'sFoto's opslaan
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Opgeslagen bestanden openen
A093
Opgeslagen bestanden openen
U kunt bestanden openen die zijn gemaakt met Easy-PhotoPrint EX.
1.
Klik bij Menu op Bibliotheek (Library).
Het dialoogvenster Openen (Open) wordt weergegeven.
U kunt bestanden die zijn gemaakt en opgeslagen met Easy-PhotoPrint EX bekijken in de
pictogramweergave (alleen voor Windows 7/Windows Vista) of de miniatuurweergave.
Belangrijk
Wanneer u de 64-bits versie van Windows 7, Windows Vista of Windows XP gebruikt, kan de
inhoud van bestanden niet worden weergegeven in de Verkenner.
2.
Selecteer het bestand dat u wilt openen en klik op Openen (Open).
Het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) wordt weergegeven.
3.
Bewerk het bestand indien nodig.
Opmerking
De volgende bestandsindeling (extensie) wordt ondersteund door Easy-PhotoPrint EX.
- Easy-PhotoPrint EX Photo Print-bestand (.el6)
U kunt bestanden die zijn gemaakt met Easy-PhotoPrint EX niet alleen openen via Bibliotheek
(Library) in Menu, maar ook op de volgende manieren.
- Klik op Openen (Open) in het gedeelte met knoppen voor stappen van elk scherm en selecteer het
bestand dat u wilt bewerken.
- Dubbelklik op het bestand.
- Klik in het menu Bestand (File) op Openen... (Open...) en selecteer het bestand dat u wilt
Pagina 219 van 736 pagina'sOpgeslagen bestanden openen
bewerken.
U kunt een onlangs geopend bestand ook openen door op de bestandsnaam te klikken in het
menu Bestand (File).
Naar boven
Pagina 220 van 736 pagina'sOpgeslagen bestanden openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Overige
instellingen
A102
Overige instellingen
Indeling wijzigen
Achtergrond wijzigen
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Foto's in kader plaatsen
Een datum op foto's afdrukken
Opmerkingen aan foto's toevoegen
Tekst aan foto's toevoegen
Opslaan
Feestdagen instellen
Kalenderweergave instellen
Opgeslagen bestanden openen
Naar boven
Pagina 221 van 736 pagina'sOverige instellingen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Indeling wijzigen
A080
Indeling wijzigen
U kunt de indeling van elke pagina afzonderlijk wijzigen.
Selecteer de pagina waarvan u de opmaak wilt veranderen in het venster Bewerken (Edit) en klik
vervolgens op
(Opmaak wijzigen).
Selecteer de opmaak die u wilt gebruiken in het dialoogvenster Opmaak wijzigen (Change Layout) en
klik op OK.
Album
Belangrijk
Als de nieuwe opmaak een ander aantal kaders bevat dan de huidige opmaak, gebeurt het
volgende:
Als het aantal kaders
is verhoogd
:
De afbeeldingen van de volgende pagina's worden naar voren gehaald
om alle kaders in de nieuwe opmaak te vullen.
Als het aantal kaders
is verlaagd
:
Pagina's met de nieuwe opmaak worden toegevoegd tot alle
afbeeldingen op de pagina's met de huidige opmaak passen.
Als u voor het voorblad of de achteromslag een andere indeling kiest die minder kaders bevat,
worden afbeeldingen die niet in de nieuwe opmaak passen verwijderd, te beginnen met de
afbeelding die als laatste is toegevoegd aan de eerdere opmaakpagina.
Opmerking
De indelingen die u kunt selecteren, zijn afhankelijk van Papierformaat (Paper Size), Afdrukstand
(Orientation) of het type pagina dat u hebt geselecteerd (voorblad, binnenste pagina's of
achteromslag).
Schakel het selectievakje Toepassen op alle pagina's (Apply to all pages) in als u de indeling van
alle pagina's wilt wijzigen in de nieuwe indeling.
Kalender
Pagina 222 van 736 pagina'sIndeling wijzigen
Belangrijk
De opmaak van alle pagina's wordt gewijzigd in de geselecteerde opmaak.
Alle afbeeldingen die niet in de nieuwe opmaak passen, worden op de laatste pagina verzameld.
Opmerking
De indelingen die u kunt selecteren, zijn afhankelijk van het Papierformaat (Paper Size) en de
Afdrukstand (Orientation).
Opmaak afdrukken
Belangrijk
Als de nieuwe opmaak een ander aantal kaders bevat dan de huidige opmaak, gebeurt het
volgende:
Als het aantal kaders
is verhoogd
:
De afbeeldingen van de volgende pagina's worden naar voren gehaald
om alle kaders in de nieuwe opmaak te vullen.
Als het aantal kaders
is verlaagd
:
Pagina's met de nieuwe opmaak worden toegevoegd tot alle
afbeeldingen op de pagina's met de huidige opmaak passen.
Opmerking
De indelingen die u kunt selecteren, zijn afhankelijk van het Papierformaat (Paper Size) en de
Afdrukstand (Orientation).
Schakel het selectievakje Toepassen op alle pagina's (Apply to all pages) in als u de indeling van
alle pagina's wilt wijzigen in de nieuwe indeling.
Pagina 223 van 736 pagina'sIndeling wijzigen
Naar boven
Pagina 224 van 736 pagina'sIndeling wijzigen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Achtergrond wijzigen
A081
Achtergrond wijzigen
U kunt de achtergrond van elke pagina wijzigen.
Belangrijk
U kunt de achtergrond voor Stickers en Opmaak afdrukken (Layout Print) niet wijzigen.
Klik op Achtergrond... (Background...) in het scherm Pagina-instelling (Page Setup) of selecteer de
pagina waarvan u de achtergrond wilt veranderen in het venster Bewerken (Edit) en klik vervolgens op
(Achtergrond wijzigen).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Selecteer het gewenste achtergrondtype in het dialoogvenster Achtergrond wijzigen (Change
Background).
Als Selecteren uit voorbeelden (Select from samples) is geselecteerd
Selecteer de afbeelding die wilt gebruiken bij Voorbeelden (Samples) en klik op OK.
Pagina 225 van 736 pagina'sAchtergrond wijzigen
Opmerking
Selecteren uit voorbeelden (Select from samples) wordt alleen weergegeven als Album is
geselecteerd.
Op onze website zijn verschillende achtergronden beschikbaar naast de opgeslagen
achtergronden in de toepassing.
Klik op Achtergronden zoeken... (Search backgrounds...) om naar de Canon-website te gaan waar u
gratis extra materiaal kunt downloaden.
Voor toegang tot de website is een internetverbinding vereist. Aan de internetverbinding zijn de
gebruikelijke kosten verbonden.
Sluit Easy-PhotoPrint EX af voordat u achtergronden installeert.
Als Enkele kleur (Single color) is geselecteerd
Selecteer de gewenste kleur bij Standaardkleur (Standard color) of Aangepaste kleur (Custom color) en
klik op OK.
Als Afbeeldingsbestand (Image file) is geselecteerd
Stel Pad afbeeldingsbestand (Image File Path) en Indeling afbeelding (Image Layout) in en klik op OK.
Pagina 226 van 736 pagina'sAchtergrond wijzigen
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het instellen van de achtergrond in het
dialoogvenster Achtergrond wijzigen (Change Background).
Naar boven
Pagina 227 van 736 pagina'sAchtergrond wijzigen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Foto's toevoegen
A082
Foto's toevoegen
U kunt foto's aan pagina's toevoegen.
Selecteer de pagina waaraan u foto's wilt toevoegen in het venster Bewerken (Edit) en klik vervolgens op
(Afbeelding toevoegen).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Selecteer de map met de afbeelding die u wilt toevoegen in de mappenstructuur links in het
dialoogvenster Afbeelding toevoegen (Add Image) en selecteer de afbeelding die u wilt toevoegen in het
venster met miniaturen aan de rechterkant.
Opmerking
Klik op een afbeelding om die te selecteren (de achtergrond wordt blauw) of om de selectie op te
heffen (de achtergrond wordt wit). U kunt ook meerdere afbeeldingen selecteren.
U kunt ook vastgelegde videoframes gebruiken.
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt ook afbeeldingen gebruiken die u hebt gedownload van fotodeelsites op internet.
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Selecteer een optie bij Toevoegen aan (Add to) en klik op OK.
Belangrijk
U kunt maximaal 20 afbeeldingen tegelijk toevoegen.
U kunt dezelfde afbeelding niet meerdere malen tegelijk toevoegen. Voeg de afbeeldingen een voor
een toe.
U kunt maximaal 99 identieke afbeeldingen aan alle pagina's samen toevoegen.
Als het aantal pagina's toeneemt doordat u afbeeldingen toevoegt, kunt u geen afbeeldingen
toevoegen na pagina 400.
Opmerking
Pagina 228 van 736 pagina'sFoto's toevoegen
U kunt alle afbeeldingen tegelijk selecteren of het weergaveformaat en de volgorde van de
miniaturen wijzigen in het dialoogvenster Afbeelding toevoegen (Add Image). Raadpleeg de Help
voor meer informatie.
Naar boven
Pagina 229 van 736 pagina'sFoto's toevoegen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Positie van foto's verwisselen
A083
Positie van foto's verwisselen
U kunt de positie van afbeeldingen verwisselen.
Klik op
(Afbeeldingsposities wisselen) in het venster Bewerken (Edit).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Selecteer de twee afbeeldingen die u wilt verwisselen en klik op Wisselen (Swap).
Wanneer u klaar bent met het verwisselen van foto's, klikt u op Terug naar Bewerken (Back to Edit).
Naar boven
Pagina 230 van 736 pagina'sPositie van foto's verwisselen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Foto's vervangen
A084
Foto's vervangen
U kunt een afbeelding vervangen door een andere afbeelding.
Selecteer de afbeelding die u wilt vervangen in het venster Bewerken (Edit) en klik vervolgens op
(Geselecteerde afbeelding vervangen).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Selecteer de map met de vervangende afbeelding in de mappenstructuur links in het dialoogvenster
Afbeelding vervangen (Replace Image). Selecteer de vervangende afbeelding in het venster met
miniaturen rechts in het venster en klik op OK.
Als u een afbeelding wilt kiezen die al is geïmporteerd, klikt u op de tab Geïmporteerde afbeeldingen
(Imported Images), selecteert u de gewenste afbeelding in het venster met miniaturen en klikt u op OK.
Belangrijk
Het is niet mogelijk meerdere afbeeldingen te selecteren in het dialoogvenster Afbeelding
vervangen (Replace Image).
Opmerking
Als u meerdere afbeeldingen selecteert in het venster Bewerken (Edit) en de vervangingsfunctie
gebruikt, worden alle afbeeldingen die zijn geselecteerd in het venster Bewerken (Edit) vervangen
door de afbeelding die is geselecteerd in het dialoogvenster Afbeelding vervangen (Replace
Image).
Wanneer afbeeldingen worden vervangen, worden de volgende instellingen van de oude
afbeelding overgenomen in de nieuwe afbeelding.
- Positie
- Formaat
- Kader
- Positie en formaat van de datum
Informatie over uitsnede en stand wordt niet overgenomen.
U kunt in het dialoogvenster Afbeelding vervangen (Replace Image) het weergaveformaat en de
volgorde van de miniaturen wijzigen. Raadpleeg de Help voor meer informatie.
Pagina 231 van 736 pagina'sFoto's vervangen
Naar boven
Pagina 232 van 736 pagina'sFoto's vervangen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
A085
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
U kunt de positie, de hoek en het formaat van foto's wijzigen.
Selecteer de afbeelding waarvan u de positie of afmetingen wilt wijzigen in het venster Bewerken (Edit)
en klik op de knop (Afbeelding bewerken) of dubbelklik op de afbeelding.
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Stel de opties Middenpositie (Center Position), Draaien (Rotation) en Formaat (Size) in en klik op OK.
Opmerking
U kunt de positie en het formaat van een afbeelding ook wijzigen door de afbeelding te verslepen in
het venster Bewerken (Edit).
Selecteer een afbeelding in het venster Bewerken (Edit), klik op (Vrij draaien) en versleep een
hoek van de afbeelding om deze te draaien.
Raadpleeg de Help voor meer informatie over de positie en afmetingen van afbeeldingen.
Naar boven
Pagina 233 van 736 pagina'sPositie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Foto's bijsnijden
A086
Foto's bijsnijden
Wanneer u een afbeelding bijsnijdt, selecteert u het deel dat u wilt behouden en wordt de rest
verwijderd.
Selecteer de afbeelding die u wilt bijsnijden in het venster Bewerken (Edit) en klik vervolgens op
(Afbeelding bewerken) of dubbelklik op de afbeelding.
Klik op de tab Bijsnijden (Crop) in het dialoogvenster Afbeelding bewerken (Edit Image).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Versleep de witte vierkantjes in de afbeelding om het gedeelte dat u wilt bijsnijden aan te passen en klik
op OK.
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over bijsnijden.
Naar boven
Pagina 234 van 736 pagina'sFoto's bijsnijden
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Foto's in kader plaatsen
A087
Foto's in kader plaatsen
U kunt kaders toevoegen aan afbeeldingen.
Belangrijk
U kunt geen kaders om foto's plaatsen voor Stickers en Opmaak afdrukken (Layout Print).
Selecteer de afbeelding die u in een kader wilt plaatsen in het venster Bewerken (Edit) en klik vervolgens
op
(Afbeelding bewerken) of dubbelklik op de afbeelding.
Klik op de tab Kader (Frame) in het dialoogvenster Afbeelding bewerken (Edit Image).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Selecteer het kader dat u wilt gebruiken bij Kaders (Frames) en klik op OK.
Belangrijk
U kunt geen datums afdrukken op omkaderde foto's.
Opmerking
Pagina 235 van 736 pagina'sFoto's in kader plaatsen
Schakel het selectievakje Toepassen op alle afbeeldingen op de pagina (Apply to all images in the
page) in als u hetzelfde kader tegelijkertijd wilt toevoegen aan alle foto's op een geselecteerde
pagina.
Op onze website zijn verschillende kaders beschikbaar naast de opgeslagen kaders in de
toepassing.
Klik op Kaders zoeken... (Search frames...) om naar de Canon-website te gaan waar u gratis extra
materiaal kunt downloaden.
Voor toegang tot de website is een internetverbinding vereist. Aan de internetverbinding zijn de
gebruikelijke kosten verbonden.
Sluit Easy-PhotoPrint EX af voordat u kaders installeert.
Kaders zoeken... (Search frames...) wordt alleen weergegeven als Album is geselecteerd.
Raadpleeg de Help voor meer informatie over kaders.
Naar boven
Pagina 236 van 736 pagina'sFoto's in kader plaatsen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Een datum op foto's afdrukken
A088
Een datum op foto's afdrukken
U kunt een datum afdrukken op afbeeldingen.
Selecteer de afbeelding waarop u een datum wilt afdrukken in het venster Bewerken (Edit) en klik op de
knop (Afbeelding bewerken) of dubbelklik op de afbeelding.
Klik op de tab Datum (Date) in het dialoogvenster Afbeelding bewerken (Edit Image).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Schakel het selectievakje Datum weergeven (Show date) in.
Stel Tekstrichting (Text Orientation), Positie (Position), Lettertypeformaat (Font Size) en Kleur (Color) in
en klik op OK.
Belangrijk
U kunt geen datums afdrukken op omkaderde afbeeldingen.
Opmerking
De datum wordt weergegeven volgens de datumnotatie die is ingesteld in uw besturingssysteem
(mm-dd-jjjj, enzovoort).
Pagina 237 van 736 pagina'sEen datum op foto's afdrukken
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het instellen van de datum.
Naar boven
Pagina 238 van 736 pagina'sEen datum op foto's afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Opmerkingen aan foto's toevoegen
A089
Opmerkingen aan foto's toevoegen
U kunt opmerkingen toevoegen aan foto's en deze in uw album weergeven. De naam van de foto, de
opnamedatum en opmerkingen worden weergegeven (van boven naar beneden) in een
opmerkingenvak.
Belangrijk
U kunt geen opmerkingen toevoegen aan Kalender (Calendar), Stickers en Opmaak afdrukken
(Layout Print).
Selecteer de afbeelding waaraan u een opmerking wilt toevoegen in het venster Bewerken (Edit) en klik
op de knop (Afbeelding bewerken) of dubbelklik op de afbeelding.
Klik op de tab Opmerkingen (Comments) in het dialoogvenster Afbeelding bewerken (Edit Image).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Pagina 239 van 736 pagina'sOpmerkingen aan foto's toevoegen
Schakel het selectievakje Opmerkingenvak weergeven (Show comment box) in.
Schakel de selectievakjes in van de items die u wilt weergeven en voer de opmerkingen in.
Selecteer de tekengrootte, kleur, positie en dergelijke van de opmerkingen en klik op OK.
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over opmerkingen.
Naar boven
Pagina 240 van 736 pagina'sOpmerkingen aan foto's toevoegen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Tekst aan foto's toevoegen
A090
Tekst aan foto's toevoegen
U kunt tekst aan foto's toevoegen.
Klik op
(Tekst toevoegen) in het venster Bewerken (Edit) en sleep de muis over het gedeelte waar
u de tekst wilt plaatsen.
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Selecteer de tab Tekst (Text) in het dialoogvenster Tekstvak bewerken (Edit Text Box) en voer de tekst in,
en klik op OK.
Opmerking
In het dialoogvenster Tekstvak bewerken (Edit Text Box) kunt u de positie, hoek en grootte van de
tekst wijzigen. U kunt ook de kleur en omlijning van het tekstvak instellen. Raadpleeg de Help voor
meer informatie.
Als u de ingevoerde tekst wilt wijzigen, selecteert u het tekstvak en klikt u op
(Tekstvak
bewerken). Het dialoogvenster Tekstvak bewerken (Edit Text Box) wordt weergegeven. U kunt de
tekst nu wijzigen.
Naar boven
Pagina 241 van 736 pagina's
Tekst aan foto's toevoegen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Opslaan
A091
Opslaan
U kunt bewerkte items opslaan.
Klik op Opslaan (Save) in het venster Bewerken (Edit) of het venster Afdrukinstellingen (Print Settings).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Wanneer het dialoogvenster Opslaan als (Save As) wordt weergegeven, geeft u de locatie en de
bestandsnaam op en klikt u op Opslaan (Save).
Belangrijk
Als u een opgeslagen bestand bewerkt en opnieuw opslaat, wordt het bestand overschreven.
Als u een bestand opnieuw wilt opslaan onder een nieuwe naam of op een andere locatie,
selecteert u Opslaan als (Save As...) in het menu Bestand (File) en slaat u het bestand op.
Opmerking
Opslaan (Save) wordt niet weergegeven in de vensters Pagina-instelling (Page Setup) en
Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Naar boven
Pagina 242 van 736 pagina'sOpslaan
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Feestdagen instellen
A099
Feestdagen instellen
U kunt feestdagen aan uw kalender toevoegen.
Klik op Feestdgn instellen... (Set Holidays...) in het venster Pagina-instelling (Page Setup) van Kalender
(Calendar) of klik op (Periode/Feestdagen instellen) in het venster Bewerken (Edit) en klik op
Feestdgn instellen... (Set Holidays...) in het dialoogvenster Algemene kalenderinstellingen (Calendar
General Settings) om het dialoogvenster Instellingen feestdag (Holiday Settings) weer te geven.
Als u een feestdag wilt toevoegen, klikt u op Toevoegen... (Add...). Het dialoogvenster Feestdag
toevoegen/bewerken (Add/Edit Holiday) wordt weergegeven. Als u een opgeslagen feestdag wilt
bewerken, selecteert u deze en klikt u op Bewerken... (Edit...).
Als u een feestdag wilt verwijderen, selecteert u deze en klikt u op Verwijderen (Delete). Als u alle
opgeslagen feestdagen in uw kalenderperiode wilt verwijderen, klikt u op Wissen (Clear).
In het dialoogvenster Feestdag toevoegen/bewerken (Add/Edit Holiday) dat wordt weergegeven wanneer
u op Toevoegen... (Add...) of op Bewerken... (Edit...) klikt, kunt u de naam en de datum van de feestdag
opgeven.
Pagina 243 van 736 pagina'sFeestdagen instellen
Voer de naam in bij Naam feestdag (Holiday Name) en geef de datum op.
Schakel het selectievakje Instellen als feestdag (Set as Holiday) in om die dag als feestdag weer te
geven in uw kalender.
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over elk dialoogvenster.
Naar boven
Pagina 244 van 736 pagina'sFeestdagen instellen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Kalenderweergave instellen
A100
Kalenderweergave instellen
U kunt de weergave van de kalender (lettertypen, lijnen, kleuren, positie, grootte en dergelijke)
aanpassen.
Klik op Instellingen... (Settings...) in het venster Pagina-instelling (Page Setup) van Kalender (Calendar),
of selecteer een kalender in het venster Bewerken (Edit) en klik op
(Kalender instellen) om het
dialoogvenster Kalenderinstellingen (Calendar Settings) weer te geven.
Belangrijk
Het tabblad Positie en formaat (Position & Size) wordt alleen weergegeven als het dialoogvenster
Kalenderinstellingen (Calendar Settings) wordt geopend vanuit het venster Bewerken (Edit).
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het dialoogvenster Kalenderinstellingen (Calendar
Settings).
Naar boven
Pagina 245 van 736 pagina'sKalenderweergave instellen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Opgeslagen bestanden openen
A103
Opgeslagen bestanden openen
U kunt bestanden openen die zijn gemaakt met Easy-PhotoPrint EX.
1.
Klik bij Menu op Bibliotheek (Library).
Het dialoogvenster Openen (Open) wordt weergegeven.
U kunt bestanden die zijn gemaakt en opgeslagen met Easy-PhotoPrint EX bekijken in de
pictogramweergave (alleen voor Windows 7/Windows Vista) of de miniatuurweergave.
Belangrijk
Wanneer u de 64-bits versie van Windows 7, Windows Vista of Windows XP gebruikt, kan de
inhoud van bestanden niet worden weergegeven in de Verkenner.
2.
Selecteer het bestand dat u wilt openen en klik op Openen (Open).
Het venster Bewerken (Edit) verschijnt.
3.
Bewerk het bestand indien nodig.
Opmerking
Zie de volgende onderwerpen voor meer informatie over bewerkingsprocedures.
Album
Bewerken
Kalender Bewerken
Stickers
Bewerken
Opmaak afdrukken
Bewerken
Opmerking
Pagina 246 van 736 pagina'sOpgeslagen bestanden openen
De volgende bestandsindelingen (extensies) worden ondersteund door Easy-PhotoPrint EX.
- Easy-PhotoPrint EX Albumbestand (.el1)
- Easy-PhotoPrint EX Stickerbestand (.el2)
- Easy-PhotoPrint EX Kalenderbestand (.el4)
- Easy-PhotoPrint EX Indelingsbestand (.el5)
U kunt bestanden die zijn gemaakt met Easy-PhotoPrint EX niet alleen openen via Bibliotheek
(Library) in Menu, maar ook op de volgende manieren.
- Klik op Openen (Open) in het gedeelte met knoppen voor stappen van elk scherm en selecteer het
bestand dat u wilt bewerken.
- Dubbelklik op het bestand.
- Klik in het menu Bestand (File) op Openen... (Open...) en selecteer het bestand dat u wilt
bewerken.
U kunt een onlangs geopend bestand ook openen door op de bestandsnaam te klikken in het
menu Bestand (File).
Naar boven
Pagina 247 van 736 pagina'sOpgeslagen bestanden openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen
Afdrukken met andere toepassingen
Verschillende afdrukmethoden
De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
Overzicht van het printerstuurprogramma
Naar boven
Pagina 248 van 736 pagina'sAfdrukken met andere toepassingen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
> Verschillende
afdrukmethoden
Verschillende afdrukmethoden
Afdrukken met de basisinstellingen
Een paginaformaat en afdrukstand opgeven
Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven
De nietmarge instellen
Afdrukken zonder marges starten
Passend op papier afdrukken
Afdrukken op schaal
Pagina-indeling afdrukken
Poster afdrukken
Boekje afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken
Stempel/achtergrond afdrukken
Een stempel registreren
Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken
Een envelop afdrukken
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken
Papierformaat instellen (aangepast formaat)
Naar boven
Pagina 249 van 736 pagina'sVerschillende afdrukmethoden
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden > Afdrukken met de basisinstellingen
P000
Afdrukken met de basisinstellingen
U kunt de volgende eenvoudige instelprocedure gebruiken om op de juiste manier af te drukken met dit
apparaat:
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer een veelgebruikt profiel
Selecteer een geschikt afdrukprofiel bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op
het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
Wanneer u een afdrukprofiel selecteert, worden voor Extra functies (Additional Features),
Mediumtype (Media Type) en Papierformaat printer (Printer Paper Size) automatisch de vooraf
ingestelde waarden toegepast.
3.
Selecteer de afdrukkwaliteit
Selecteer bij Afdrukkwaliteit (Print Quality), Hoog (High), Standaard (Standard) of Snel (Fast),
afhankelijk van het gewenste afdrukresultaat.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Wanneer u het document afdrukt, worden de gewenste instellingen voor het document gebruikt.
Belangrijk
Als u het selectievakje Altijd afdrukken met huidige instellingen (Always Print with Current Settings)
inschakelt, worden alle instellingen op de tabbladen Snel instellen (Quick Setup), Afdruk (Main),
Pagina-instelling (Page Setup) en Effecten (Effects) opgeslagen en kunt u de volgende keer
afdrukken met dezelfde instellingen. (Het tabblad Effecten (Effects) is niet beschikbaar als het XPS-
printerstuurprogramma wordt gebruikt.)
Klik op Opslaan... (Save...) om de aangebrachte instellingen op te slaan. Raadpleeg '
Een
veelgebruikt afdrukprofiel registreren ' voor instructies over het opslaan van instellingen.
Pagina 250 van 736 pagina'sAfdrukken met de basisinstellingen
Naar boven
Pagina 251 van 736 pagina'sAfdrukken met de basisinstellingen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden > Een paginaformaat en afdrukstand opgeven
P400
Een paginaformaat en afdrukstand opgeven
Het papierformaat en de afdrukstand worden in principe bepaald door de toepassing. Als de instellingen
voor Paginaformaat (Page Size) en Afdrukstand (Orientation) op het tabblad Pagina-instelling (Page
Setup) hetzelfde zijn als de instellingen in de toepassing, hoeft u deze niet te wijzigen op het tabblad
Pagina-instelling (Page Setup).
Als u deze instellingen niet in de toepassing kunt opgeven, geeft u als volgt een paginaformaat en
afdrukstand op:
U kunt het paginaformaat en de Afdrukstand (Orientation) ook instellen op het tabblad Snel instellen
(Quick Setup).
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer het papierformaat
Selecteer een paginaformaat in de lijst Paginaformaat (Page Size) op het tabblad Pagina-instelling
(Page Setup).
3.
Stel Afdrukstand (Orientation) in
Selecteer Staand (Portrait) of Liggend (Landscape) voor Afdrukstand (Orientation). Schakel het
selectievakje 180 graden roteren (Rotate 180 degrees) in als u de afdrukgegevens 180 graden wilt
draaien.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Het document wordt met het geselecteerde paginaformaat en de geselecteerde afdrukstand
afgedrukt.
Opmerking
Als Normaal formaat (Normal-size) is geselecteerd voor Pagina-indeling (Page Layout), wordt het
Pagina 252 van 736 pagina'sEen paginaformaat en afdrukstand opgeven
selectievakje Grote documenten die de printer niet kan afdrukken automatisch verkleinen
(Automatically reduce large document that the printer cannot output) weergegeven.
Gewoonlijk kunt u het selectievakje Grote documenten die de printer niet kan afdrukken
automatisch verkleinen (Automatically reduce large document that the printer cannot output)
ingeschakeld laten. Als u niet wilt dat grote documenten die de printer niet kan afdrukken
automatisch worden verkleind, kunt u tijdens het printen het selectievakje uitschakelen.
Naar boven
Pagina 253 van 736 pagina'sEen paginaformaat en afdrukstand opgeven
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden > Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven
P001
Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven
U geeft als volgt het aantal afdrukken en de afdrukvolgorde op:
U kunt ook het aantal exemplaren instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken
Geef bij Aantal (Copies) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) het aantal af te drukken
exemplaren op.
3.
Geef de afdrukvolgorde op
Schakel het selectievakje Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) in wanneer u
vanaf de laatste pagina op volgorde wilt afdrukken en schakel het selectievakje uit wanneer u vanaf
de eerste pagina wilt afdrukken.
Schakel het selectievakje Sorteren (Collate) in wanneer u meerdere exemplaren van een document
afdrukt en alle pagina's van elk exemplaar samen wilt afdrukken. Schakel dit selectievakje uit
wanneer u wilt dat alle pagina's met hetzelfde nummer bij elkaar worden gegroepeerd.
Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page):
/ Sorteren (Collate):
Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page):
/ Sorteren (Collate):
Pagina 254 van 736 pagina'sInstellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven
Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page):
/ Sorteren (Collate):
Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page):
/ Sorteren (Collate):
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Het opgegeven aantal exemplaren wordt in de gekozen volgorde afgedrukt.
Belangrijk
Als de toepassing waarmee het document is gemaakt dezelfde functie heeft, geeft u voorrang aan
de instellingen van het printerstuurprogramma. Als de afdrukresultaten echter niet naar wens zijn,
geeft u de functie-instellingen op in de toepassing. Als u het aantal exemplaren en de
afdrukvolgorde in zowel de toepassing als dit besturingsbestand opgeeft, is het mogelijk dat de
waarden van deze twee instellingen voor het aantal exemplaren worden vermenigvuldigd of dat de
opgegeven afdrukvolgorde niet wordt ingeschakeld.
Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) en Sorteren (Collate) zijn niet beschikbaar
voor selectie als Boekje (Booklet) bij Pagina-indeling (Page Layout) is geselecteerd.
Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) is niet beschikbaar voor selectie als
Poster bij Pagina-indeling (Page Layout) is geselecteerd.
Opmerking
Als u zowel Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) als Sorteren (Collate)
inschakelt, worden de exemplaren van een document vanaf de laatste pagina en per exemplaar
afgedrukt.
Deze instellingen kunnen worden gebruikt in combinatie met Normaal formaat (Normal-size),
Zonder marges (Borderless), Passend op papier (Fit-to-Page), Op schaal (Scaled), Pagina-
indeling (Page Layout) en Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing).
Naar boven
Pagina 255 van 736 pagina'sInstellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden
> De nietmarge instellen
P002
De nietmarge instellen
De procedure voor het instellen van de nietzijde en de breedte van de marge is als volgt:
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Geef op aan welke zijde de nietjes moeten komen
Controleer de positie van de nietmarge met Zijkant nieten (Staple Side) op het tabblad Pagina-
instelling (Page Setup).
De printer selecteert automatisch de beste nietpositie op basis van de instellingen voor Afdrukstand
(Orientation) en Pagina-indeling (Page Layout). Als u de instelling wilt wijzigen, selecteert u een
andere instelling in de lijst.
3.
Stel de breedte van de marge in
Klik zo nodig op Marge instellen... (Specify Margin...) om de breedte van de marge in te stellen en
klik vervolgens op OK.
Pagina 256 van 736 pagina'sDe nietmarge instellen
Opmerking
Het afdrukgebied wordt automatisch verkleind, afhankelijk van de positie van de nietmarge.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Wanneer u een document afdrukt, worden de opgegeven nietzijde en breedte van de marge
toegepast.
Belangrijk
Zijkant nieten (Staple Side) en Marge instellen... (Specify Margin...) zijn niet beschikbaar voor
selectie als:
Zonder marges (Borderless), Poster of Boekje (Booklet) is geselecteerd voor Pagina-indeling
(Page Layout).
Op schaal (Scaled) is geselecteerd bij Pagina-indeling (Page Layout). (Als Dubbelzijdig
afdrukken (Duplex Printing) ook is geselecteerd, kan alleen Zijkant nieten (Staple Side) worden
opgegeven.)
Naar boven
Pagina 257 van 736 pagina'sDe nietmarge instellen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden
> Afdrukken zonder marges starten
P003
Afdrukken zonder marges starten
Met de functie voor afdrukken zonder marges kunt u gegevens randloos afdrukken door de gegevens te
vergroten, zodat ze net buiten de randen van het papier vallen. Zonder deze functie worden de gegevens
met een marge afgedrukt. Als u gegevens, zoals een foto, zonder lege rand eromheen wilt afdrukken,
kiest u Afdrukken zonder marges.
De procedure voor het afdrukken zonder marges is als volgt:
U kunt afdrukken zonder marges ook instellen bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel
instellen (Quick Setup).
Afdrukken zonder marges instellen
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel afdrukken zonder marges in
Selecteer Zonder marges (Borderless) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad
Pagina-instelling (Page Setup).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
Wanneer een bericht verschijnt dat aangeeft dat u het mediumtype moet wijzigen, selecteert u een
Pagina 258 van 736 pagina'sAfdrukken zonder marges starten
mediumtype in de lijst en klikt u op OK.
3.
Controleer het papierformaat
Controleer de lijst Paginaformaat (Page Size). Als u het paginaformaat wilt wijzigen, selecteert u een
ander formaat in de lijst. In de lijst worden alleen formaten weergegeven die kunnen worden
gebruikt voor afdrukken zonder marge.
4.
Pas de hoeveelheid uitbreiding van het papier aan
Pas indien nodig met de schuifregelaar Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) de
hoeveelheid uitbreiding aan.
Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, wordt de hoeveelheid die buiten het papier valt
groter en wanneer u hem naar links schuift wordt de hoeveelheid kleiner.
De tweede positie van rechts is geschikt voor de meeste situaties.
Belangrijk
Als u de schuifregelaar helemaal rechts zet, is het mogelijk dat er vegen op de achterzijde van
het papier terechtkomen.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
De gegevens worden zonder marges op het papier afgedrukt.
Belangrijk
Als een paginaformaat is geselecteerd dat niet kan worden gebruikt voor het afdrukken zonder
marges, wordt het formaat automatisch gewijzigd in een formaat dat geschikt is voor het afdrukken
zonder marges.
U kunt niet zonder marges afdrukken als High Resolution Paper, T-Shirt Transfers of Envelop
(Envelope) is geselecteerd in de lijst Mediumtype (Media Type) op het tabblad Afdruk (Main).
Als Zonder marges (Borderless) is geselecteerd, zijn de instellingen van Papierformaat printer
(Printer Paper Size), Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) en Zijkant nieten (Staple Side), en de
knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) (Stempel... (Stamp...)) op het tabblad Pagina-
instelling (Page Setup) niet beschikbaar voor selectie.
Afhankelijk van het mediumtype dat wordt gebruikt bij het afdrukken zonder marges, kan de kwaliteit
van de afdruk aan de boven- en onderkant afnemen of kunnen vlekken ontstaan.
Wanneer de hoogte-breedteverhouding afwijkt van de afbeeldingsgegevens, is het mogelijk dat
een gedeelte niet wordt afgedrukt, afhankelijk van het formaat van het medium.
In dit geval verkleint u de afbeeldingsgegevens in de toepassingssoftware, zodat deze op het
papierformaat passen.
Opmerking
Als Normaal papier (Plain Paper) is geselecteerd bij Mediumtype (Media Type) op het tabblad
Afdruk (Main), wordt afdrukken zonder marges niet aanbevolen. Daarom verschijnt in dit geval een
bericht voor het selecteren van een mediumtype.
Als u gewoon papier gebruikt voor testafdrukken, selecteert u Normaal papier (Plain Paper) en klikt
u op OK.
Het bereik van het af te drukken document vergroten
Als u een grote hoeveelheid uitbreiding opgeeft, kunt u probleemloos afdrukken zonder marges. Het
gedeelte van het document dat buiten het papier valt, wordt echter niet afgedrukt. Onderwerpen aan de
rand van een foto worden daardoor mogelijk niet afgedrukt.
Maak eerst een proefafdruk zonder marges. Als u niet tevreden bent met het resultaat, vermindert u de
hoeveelheid uitbreiding. De hoeveelheid uitbreiding wordt kleiner wanneer u de schuifregelaar
Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) naar links schuift.
Pagina 259 van 736 pagina'sAfdrukken zonder marges starten
Belangrijk
Als de hoeveelheid uitbreiding wordt verminderd, kan een onverwachte marge ontstaan, afhankelijk
van het papierformaat.
Opmerking
Als de schuifregelaar Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) helemaal naar links is
geschoven, worden de afbeeldingsgegevens volledig afgedrukt.
Als u Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) selecteert op het tabblad Afdruk (Main), kunt u
controleren of u zonder marges wilt afdrukken voordat daadwerkelijk wordt afgedrukt.
Naar boven
Pagina 260 van 736 pagina'sAfdrukken zonder marges starten
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden > Passend op papier afdrukken
P004
Passend op papier afdrukken
De procedure voor het afdrukken van een document dat automatisch is verkleind of vergroot in
overeenstemming met het paginaformaat, is als volgt:
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel Passend op papier in
Selecteer Passend op papier (Fit-to-Page) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad
Pagina-instelling (Page Setup).
3.
Selecteer het papierformaat voor de gegevens
Geef bij Paginaformaat (Page Size) het paginaformaat op dat in de toepassing is ingesteld.
4.
Selecteer het papierformaat
Selecteer in de lijst Papierformaat printer (Printer Paper Size) het formaat van het papier dat voor het
afdrukken wordt gebruikt.
Pagina 261 van 736 pagina'sPassend op papier afdrukken
Als Papierformaat printer (Printer Paper Size) kleiner is dan het Paginaformaat (Page Size), wordt de
afbeelding van de pagina kleiner. Als Papierformaat printer (Printer Paper Size) groter is dan het
Paginaformaat (Page Size), wordt de afbeelding van de pagina groter.
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het
printerstuurprogramma.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Het document wordt bij het afdrukken vergroot of verkleind, zodat dit op het paginaformaat past.
Naar boven
Pagina 262 van 736 pagina'sPassend op papier afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden
> Afdrukken op schaal
P005
Afdrukken op schaal
De procedure voor het afdrukken van een document met pagina's die zijn vergroot of verkleind is als
volgt:
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel afdrukken op schaal in
Selecteer Op schaal (Scaled) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-
instelling (Page Setup).
3.
Selecteer het papierformaat voor de gegevens
Geef bij Paginaformaat (Page Size) het paginaformaat op dat in de toepassing is ingesteld.
4.
Stel de schaalverhouding op een van de volgende manieren in:
Selecteer een instelling voor Papierformaat printer (Printer Paper Size)
Als het papierformaat voor de printer kleiner is dan het Paginaformaat (Page Size), wordt de
Pagina 263 van 736 pagina'sAfdrukken op schaal
afbeelding van de pagina kleiner. Als het papierformaat voor de printer groter is dan het
Paginaformaat (Page Size), wordt de afbeelding van de pagina groter.
Geef een schaalfactor op
Typ een waarde in het vak Schaling (Scaling).
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van
het printerstuurprogramma.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
De afbeelding wordt met de opgegeven schaal afgedrukt.
Belangrijk
Als de toepassing waarin u het origineel hebt gemaakt een functie heeft voor afdrukken op schaal,
geeft u de instelling in deze toepassing op. U hoeft deze instelling dan niet in het
printerstuurprogramma op te geven.
Als Op schaal (Scaled) is geselecteerd, is Zijkant nieten (Staple Side) niet beschikbaar voor
Pagina 264 van 736 pagina'sAfdrukken op schaal
selectie (als Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) niet is geselecteerd).
Opmerking
Als u Op schaal (Scaled) selecteert, wordt het afdrukgebied van het document gewijzigd.
Naar boven
Pagina 265 van 736 pagina'sAfdrukken op schaal
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden
> Pagina-indeling afdrukken
P006
Pagina-indeling afdrukken
U kunt met de functie voor het afdrukken van een pagina-indeling meer dan een paginabeeld op een
enkel vel papier afdrukken.
De procedure voor het afdrukken van een pagina-indeling is als volgt:
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel Pagina-indeling afdrukken in
Selecteer Pagina-indeling (Page Layout) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad
Pagina-instelling (Page Setup).
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het
printerstuurprogramma.
3.
Selecteer het papierformaat
Selecteer in de lijst Papierformaat printer (Printer Paper Size) het formaat van het papier dat voor het
afdrukken wordt gebruikt.
Het instellen van de indeling van twee pagina's in het document van links naar rechts is nu voltooid.
Pagina 266 van 736 pagina'sPagina-indeling afdrukken
4.
Stel het aantal af te drukken pagina's op één vel en de paginavolgorde in
Klik zo nodig op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster
Pagina-indeling afdrukken (Page Layout Printing) en klik op OK.
Pagina's (Pages)
Als u het aantal pagina’s dat op één vel moet worden afgedrukt wilt wijzigen, selecteert u het
gewenste aantal pagina's in de lijst.
U kunt ook 2 pagina-afdruk (2-Page Print) of 4 pagina-afdruk (4-Page Print) instellen op het tabblad
Snel instellen (Quick Setup).
Paginavolgorde (Page Order)
Selecteer een pictogram in de lijst om de volgorde van de pagina's te wijzigen.
Paginarand (Page Border)
Schakel dit selectievakje in als u een paginarand rond elke documentpagina wilt afdrukken.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Als u het afdrukken start, wordt het opgegeven aantal pagina's in de opgegeven volgorde op elk vel
papier gerangschikt.
Naar boven
Pagina 267 van 736 pagina'sPagina-indeling afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden > Poster afdrukken
P401
Poster afdrukken
Met deze functie kunt u de afbeeldingsgegevens vergroten, over meerdere pagina's verdelen en deze
pagina's op afzonderlijke vellen papier afdrukken. Wanneer de pagina's aan elkaar worden geplakt,
vormen ze één grote afdruk zoals die van een poster.
De procedure voor het afdrukken van een poster is als volgt:
Instellingen opgeven voor Poster afdrukken
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel poster afdrukken in
Selecteer Poster in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page
Setup).
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het
printerstuurprogramma.
3.
Selecteer het papierformaat
Pagina 268 van 736 pagina'sPoster afdrukken
Selecteer in de lijst Papierformaat printer (Printer Paper Size) het formaat van het papier dat voor het
afdrukken wordt gebruikt.
Het instellen van het afdrukken van een poster in de indeling 2 bij 2 is nu voltooid.
4.
Stel het aantal af te drukken beeldscheidingen en het aantal af te drukken pagina's in
Klik zo nodig op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster
Poster afdrukken (Poster Printing) en klik op OK.
Beeldscheidingen (Image Divisions)
Selecteer het aantal scheidingen (verticaal x horizontaal). Naarmate het aantal scheidingen
toeneemt, neemt ook aantal af te drukken pagina's toe zodat er een grotere poster kan worden
gemaakt.
"Knippen/Plakken" afdrukken in marges (Print "Cut/Paste" in margins)
Schakel dit selectievakje uit om de woorden "Knippen" en "Plakken" weg te laten.
Opmerking
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma wordt
gebruikt.
Lijnen "Knippen/Plakken" afdrukken in marges (Print "Cut/Paste" lines in margins)
Schakel dit selectievakje uit om de kniplijnen weg te laten.
Paginabereik afdrukken (Print page range)
Hiermee geeft u het afdrukbereik op. Selecteer Alle (All) als u alle pagina’s wilt afdrukken.
Als u alleen een specifieke pagina wilt afdrukken, selecteert u Pagina's (Pages) en voert u het
nummer in van de pagina die u wilt afdrukken. Als u meerdere pagina’s wilt opgeven, moet u de
paginanummers scheiden door een komma of koppelteken.
Opmerking
U kunt ook het afdrukbereik opgeven door op de pagina's in het instellingenvoorbeeld te
klikken.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Het document wordt bij het afdrukken over meerdere pagina's verdeeld.
Als alles is afgedrukt, plakt u de pagina's aan elkaar om zo een poster te maken.
Alleen bepaalde pagina's afdrukken
Als de inkt vager wordt of opraakt tijdens het afdrukken, kunt u als volgt alleen bepaalde pagina's
opnieuw afdrukken:
1.
Stel het afdrukbereik in
Klik in het instellingenvoorbeeld links op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup)
achtereenvolgens op de pagina's die u niet wilt afdrukken.
De pagina's waarop u hebt geklikt, worden verborgen en alleen de af te drukken pagina's worden
weergegeven.
Pagina 269 van 736 pagina'sPoster afdrukken
Opmerking
U kunt de pagina's weer weergeven door er nogmaals op te klikken.
Klik met de rechtermuisknop op het instellingenvoorbeeld om Alle pagina's afdrukken (Print all
pages) of Alle pagina's verwijderen (Delete all pages) te selecteren.
2.
Voltooi de configuratie
Klik op OK wanneer u de gewenste pagina's hebt geselecteerd.
Alleen de opgegeven pagina's worden afgedrukt.
Belangrijk
Als Poster is geselecteerd, zijn Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing), Zijkant nieten (Staple
Side), en Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) in grijze letters weergegeven en
niet beschikbaar.
Omdat het document wordt vergroot bij het afdrukken van posters, kan het resultaat korrelig zijn.
Naar boven
Pagina 270 van 736 pagina'sPoster afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden
> Boekje afdrukken
P402
Boekje afdrukken
Met de functie voor boekjes kunt u afbeeldingsgegevens voor een boekje afdrukken. De gegevens
worden afgedrukt op beide zijden van het papier. Bij dit afdruktype wordt ervoor gezorgd dat de pagina's
in de juiste volgorde liggen (op paginanummer) wanneer het papier in het midden wordt gevouwen en
geniet.
De procedure voor het afdrukken van een boekje is als volgt:
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel het afdrukken van een boekje in
Selecteer Boekje (Booklet) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling
(Page Setup).
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld links op het scherm.
3.
Selecteer het papierformaat
Selecteer in de lijst Papierformaat printer (Printer Paper Size) het formaat van het papier dat voor het
afdrukken wordt gebruikt.
4.
Stel de nietmarge en de breedte van de marge in
Klik op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster Boekje
Pagina 271 van 736 pagina'sBoekje afdrukken
afdrukken (Booklet Printing) en klik op OK.
Nietmarge (Margin for stapling)
Selecteer aan welke zijde de nietmarge moet komen wanneer het boekje wordt voltooid.
Lege pagina invoegen (Insert blank page)
Als u één bladzijde leeg wilt laten, schakelt u het selectievakje in en selecteert u de pagina die u
leeg wilt laten.
Marge (Margin)
Voer de breedte van de marge in. De opgegeven breedte vanaf het midden van de pagina wordt de
nietmarge voor één pagina.
Paginarand (Page Border)
Schakel het selectievakje in als u een paginarand rond elke pagina van het document wilt
afdrukken.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Wanneer u het document afdrukt, wordt dit afgedrukt op één zijde van een vel papier. Wanneer het
afdrukken van de ene zijde is voltooid, stelt u het papier correct in aan de hand van het weergegeven
bericht en klikt u op OK.
Wanneer het afdrukken van de andere zijde is voltooid, vouwt u het papier in het midden van de
marge om het boekje te maken.
Belangrijk
Boekje (Booklet) kan niet worden geselecteerd als een ander mediumtype dan Normaal papier
(Plain Paper) is geselecteerd bij Mediumtype (Media Type) op het tabblad Afdruk (Main).
Als Boekje (Booklet) is geselecteerd, zijn Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing), Zijkant nieten
(Staple Side), Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) en Sorteren (Collate) niet
beschikbaar voor selectie.
Opmerking
De stempel en achtergrond worden niet afgedrukt op de lege vellen die zijn ingevoegd met behulp
van de functie Lege pagina invoegen (Insert blank page) van Boekje afdrukken.
Naar boven
Pagina 272 van 736 pagina'sBoekje afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden
> Dubbelzijdig afdrukken
P007
Dubbelzijdig afdrukken
De procedure voor het afdrukken van gegevens op beide zijden van een vel papier is als volgt:
U kunt dubbelzijdig afdrukken ook instellen bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel
instellen (Quick Setup).
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel dubbelzijdig afdrukken in
Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) op het tabblad Pagina-instelling
(Page Setup) in.
3.
Selecteer de indeling
Selecteer Normaal formaat (Normal-size) (of Passend op papier (Fit-to-Page), Op schaal (Scaled)
of Pagina-indeling (Page Layout)) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout).
4.
Geef op aan welke zijde de nietjes moeten komen
Het apparaat selecteert automatisch de beste optie voor Zijkant nieten (Staple Side) op basis van
de instellingen voor Afdrukstand (Orientation) en Pagina-indeling (Page Layout). Als u de instelling
wilt wijzigen, selecteert u een andere waarde in de lijst.
Pagina 273 van 736 pagina'sDubbelzijdig afdrukken
5.
Stel de breedte van de marge in
Klik zo nodig op Marge instellen... (Specify Margin...) om de breedte van de marge in te stellen en
klik vervolgens op OK.
6.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Wanneer u het document afdrukt, wordt dit eerst afgedrukt op één zijde van een vel papier. Nadat
één zijde is bedrukt, plaatst u het papier opnieuw, zoals in het bericht wordt weergegeven.
Klik vervolgens op OK om op de andere kant af te drukken.
Belangrijk
Wanneer een ander mediumtype dan Normaal papier (Plain Paper) is geselecteerd bij Mediumtype
(Media Type), is de optie Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) niet beschikbaar voor selectie.
Als Zonder marges (Borderless), Poster of Boekje (Booklet) is geselecteerd in de lijst Pagina-
indeling (Page Layout), zijn de opties Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) en Zijkant nieten
(Staple Side) niet beschikbaar voor selectie.
Opmerking
Als tijdens dubbelzijdig afdrukken vegen op de achterzijde van het papier ontstaan, voert u
Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning) uit via het tabblad Onderhoud (Maintenance).
Verwant onderwerp
De binnenkant van het apparaat reinigen
Naar boven
Pagina 274 van 736 pagina'sDubbelzijdig afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden > Stempel/achtergrond afdrukken
P403
Stempel/achtergrond afdrukken
De functie Stempel (Stamp) of Achtergrond (Background) is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald
printerstuurprogramma wordt gebruikt.
Met de functie Stempel (Stamp) kunt u een stempel bestaande uit tekst of een bitmap over of achter de
documentgegevens afdrukken. Verder kunt u hiermee de datum, tijd en gebruikersnaam afdrukken. Met
de functie Achtergrond (Background) kunt u een lichte illustratie achter de documentgegevens afdrukken.
De procedure voor het afdrukken van een stempel/achtergrond is als volgt:
Een stempel afdrukken
"VERTROUWELIJK", "BELANGRIJK" en andere stempels die vaak door bedrijven worden gebruikt, zijn
standaard aanwezig.
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) (Stempel... (Stamp...)) op het
tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)) wordt geopend.
Pagina 275 van 736 pagina'sStempel/achtergrond afdrukken
Opmerking
Bij het XPS-printerstuurprogramma verandert de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/
Background...) in de knop Stempel... (Stamp...) en is alleen de stempelfunctie beschikbaar.
3.
Selecteer een stempel
Schakel het selectievakje Stempel (Stamp) in en selecteer de gewenste stempel in de lijst.
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld links op het tabblad
Pagina-instelling (Page Setup).
4.
Stel de stempelinstellingen in
Geef desgewenst de volgende instellingen op en klik op OK.
De knop Stempel definiëren... (Define Stamp...)
Klik op deze knop als u de tekst, bitmap of positie van de stempel wilt wijzigen (raadpleeg '
Een
stempel registreren
').
Stempel over tekst plaatsen (Place stamp over text)
Schakel dit selectievakje in als u de stempel voorop het document wilt afdrukken.
Opmerking
De stempel krijgt prioriteit omdat deze over de documentgegevens heen wordt afgedrukt in de
gedeelten waar de stempel en de documentgegevens elkaar overlappen. Als dit selectievakje
niet is ingeschakeld, wordt de stempel achter de documentgegevens afgedrukt en in
overlappende gedeelten mogelijk niet weergegeven (afhankelijk van de gebruikte toepassing).
De functie Stempel over tekst plaatsen (Place stamp over text) is niet beschikbaar als het XPS-
printerstuurprogramma wordt gebruikt.
Als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt, wordt de stempel gewoonlijk op de
voorgrond afgedrukt.
Semitransparante stempel afdrukken (Print semitransparent stamp)
Schakel dit selectievakje in als u een semitransparante stempel op het document wilt afdrukken.
Deze functie is alleen beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
Alleen eerste pagina (Stamp first page only)
Schakel dit selectievakje in als u de stempel alleen op de eerste pagina wilt afdrukken.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Wanneer u de gegevens afdrukt, worden deze met de opgegeven stempel afgedrukt.
Een achtergrond afdrukken
Het programma bevat twee bitmapbestanden die als voorbeeld dienen.
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
Pagina 276 van 736 pagina'sStempel/achtergrond afdrukken
2.
Klik op Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) op het tabblad Pagina-
instelling (Page Setup)
Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) wordt geopend.
3.
Selecteer de achtergrond
Schakel het selectievakje Achtergrond (Background) in en selecteer de gewenste achtergrond in de
lijst.
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld links op het tabblad
Pagina-instelling (Page Setup).
4.
Stel de achtergrondinstellingen in
Geef desgewenst de volgende instellingen op en klik op OK.
De knop Achtergrond selecteren... (Select Background...)
Klik op deze knop als u een andere achtergrond wilt gebruiken of de opmaak of dichtheid van een
achtergrond wilt wijzigen (raadpleeg '
Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt
gebruiken
').
Achtergrond alleen op eerste pagina (Background first page only)
Schakel dit selectievakje in als u de achtergrond alleen op de eerste pagina wilt afdrukken.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Wanneer u de gegevens afdrukt, worden deze met de opgegeven achtergrond afgedrukt.
Belangrijk
Als Zonder marges (Borderless) is geselecteerd, is de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/
Background...) (Stempel... (Stamp...)) niet beschikbaar voor selectie.
Opmerking
De stempel en achtergrond worden niet afgedrukt op lege vellen die zijn ingevoegd met behulp van
de functie Lege pagina invoegen (Insert blank page) van Boekje afdrukken.
Verwante onderwerpen
Een stempel registreren
Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken
Naar boven
Pagina 277 van 736 pagina'sStempel/achtergrond afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden
>
Stempel/achtergrond afdrukken
> Een stempel registreren
P404
Een stempel registreren
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma wordt gebruikt.
U kunt een nieuwe stempel maken en registreren. U kunt ook bepaalde instellingen van een bestaande
stempel wijzigen en registreren. Stempels die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment
verwijderen.
De procedure voor het opslaan van een nieuwe stempel is als volgt:
Een nieuwe stempel registreren
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) (Stempel... (Stamp...)) op het
tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)) wordt geopend.
Opmerking
Pagina 278 van 736 pagina'sEen stempel registreren
Bij het XPS-printerstuurprogramma verandert de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/
Background...) in de knop Stempel... (Stamp...) en is alleen de stempelfunctie beschikbaar.
3.
Klik op Stempel definiëren... (Define Stamp...)
Het dialoogvenster Stempelinstellingen (Stamp Settings) wordt geopend.
4.
Configureer de stempel terwijl u het effect in het voorbeeldvenster bekijkt
Tabblad Stempel (Stamp)
Selecteer de gewenste Tekst (Text), Bitmap of Datum/tijd/gebruikersnaam (Date/Time/User
Name) voor Stempeltype (Stamp Type).
Als u Tekst (Text) registreert, moeten de tekens al zijn ingevoerd in Stempeltekst (Stamp
Text). Wijzig zo nodig de instellingen voor TrueType-lettertype (TrueType Font), Stijl (Style),
Grootte (Size) en Contour (Outline). U kunt de kleur van de stempel selecteren door op Kleur
selecteren... (Select Color...) te klikken.
Klik voor Bitmap op Bestand selecteren... (Select File...) en selecteer het te gebruiken
bitmapbestand (.bmp). Wijzig zo nodig de instellingen voor Grootte (Size) en Transparant wit
gebied (Transparent white area).
Voor Datum/tijd/gebruikersnaam (Date/Time/User Name) worden de aanmaaktijd en -datum
en de gebruikersnaam van het afgedrukte object weergegeven in Stempeltekst (Stamp Text).
Wijzig zo nodig de instellingen voor TrueType-lettertype (TrueType Font), Stijl (Style), Grootte
(Size) en Contour (Outline). U kunt de kleur van de stempel selecteren door op Kleur
selecteren... (Select Color...) te klikken.
Belangrijk
Stempeltekst (Stamp Text) is niet beschikbaar als Datum/tijd/gebruikersnaam (Date/Time/
User Name) is geselecteerd.
Tabblad Plaatsing (Placement)
Selecteer de stempelpositie in de lijst Positie (Position). U kunt ook Aangepast (Custom) in de
lijst Positie (Position) selecteren en de coördinaten opgeven voor X-positie (X-Position) en Y-
positie (Y-Position).
Daarnaast kunt u de stempelpositie wijzigen door de stempel naar het voorbeeldscherm te
slepen.
Als u de hoek van de stempelpositie wilt wijzigen, kunt u direct een waarde in het vak Afdrukstand
(Orientation) typen.
Pagina 279 van 736 pagina'sEen stempel registreren
5.
Sla de stempel op
Klik op de tab Instellingen opslaan (Save settings), typ een naam in het vak Naam (Title) en klik
vervolgens op Opslaan (Save).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
6.
Voltooi de configuratie
Klik op OK. Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)) wordt
opnieuw geopend.
De geregistreerde naam wordt weergegeven in de lijst Stempel (Stamp).
Stempelinstellingen wijzigen en registreren
1.
Selecteer de stempel waarvoor u de instellingen wilt wijzigen
Schakel het selectievakje Stempel (Stamp) in het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/
Background) (Stempel (Stamp)) in en selecteer vervolgens de naam van te wijzigen stempel in de
lijst Stempel (Stamp).
2.
Klik op Stempel definiëren... (Define Stamp...)
Het dialoogvenster Stempelinstellingen (Stamp Settings) wordt geopend.
3.
Configureer de stempel terwijl u het effect in het voorbeeldvenster bekijkt
4.
Sla de stempel op met overschrijven
Klik op Opslaan overschrijven (Save overwrite) op het tabblad Instellingen opslaan (Save settings).
Als u de stempel onder een andere naam wilt opslaan, typt u deze naam in het vak Naam (Title) en
klikt u op Opslaan (Save).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK. Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)) wordt
opnieuw geopend.
De geregistreerde naam wordt weergegeven in de lijst Stempel (Stamp).
Een stempel verwijderen
1.
Klik op Stempel definiëren... (Define Stamp...) in het dialoogvenster Stempel/
Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)).
Het dialoogvenster Stempelinstellingen (Stamp Settings) wordt geopend.
2.
Selecteer de stempel die u wilt verwijderen
Selecteer de naam van de stempel die u wilt verwijderen in de lijst Stempels (Stamps) op het
tabblad Instellingen opslaan (Save settings). Klik vervolgens op Verwijderen (Delete).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK. Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)) wordt
opnieuw geopend.
Naar boven
Pagina 280 van 736 pagina'sEen stempel registreren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden
>
Stempel/achtergrond afdrukken
> Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt
gebruiken
P405
Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt
gebruiken
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma wordt gebruikt.
U kunt een bitmapbestand (.bmp) selecteren en als een nieuwe achtergrond registreren. U kunt ook
bepaalde instellingen van een bestaande achtergrond wijzigen en registreren. Achtergronden die u niet
meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment verwijderen.
De procedure voor het opslaan van afbeeldingsgegevens voor een achtergrond is als volgt:
Een nieuwe achtergrond registreren
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) op het tabblad Pagina-
instelling (Page Setup)
Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) wordt geopend.
Pagina 281 van 736 pagina'sAfbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken
Opmerking
Bij het XPS-printerstuurprogramma is de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...)
vervangen door de knop Stempel... (Stamp...) en is de knop Achtergrond (Background) niet
beschikbaar.
3.
Klik op Achtergrond selecteren... (Select Background...)
Het dialoogvenster Achtergrondinstellingen (Background Settings) wordt geopend.
4.
Selecteer de afbeeldingsgegevens die u wilt opslaan op de achtergrond
Klik op Bestand selecteren... (Select File...). Selecteer het gewenste bitmapbestand (.bmp) en klik
op Openen (Open).
5.
Geef de volgende instellingen op wanneer u het voorbeeldvenster controleert:
Lay-outmethode (Layout Method)
Geef aan hoe de afbeeldingsgegevens moeten worden gerangschikt.
Als u Aangepast (Custom) selecteert, kunt u de coördinaten voor de X-positie (X-Position) en de Y-
positie (Y-Position) opgeven.
U kunt ook de positie van de achtergrond wijzigen door de afbeelding in het voorbeeldscherm te
verslepen.
Intensiteit (Intensity)
Stel de intensiteit van de achtergrond in met de schuifregelaar Intensiteit (Intensity). Voor een
lichtere achtergrond schuift u de regelaar naar links. Voor een donkerder achtergrond schuift u de
regelaar naar rechts. Als u de achtergrond wilt afdrukken met de intensiteit van de oorspronkelijke
bitmap, sleept u de schuifregelaar helemaal naar rechts.
6.
Sla de achtergrond op
Klik op de tab Instellingen opslaan (Save settings), typ een naam in het vak Naam (Title) en klik
vervolgens op Opslaan (Save).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
7.
Voltooi de configuratie
Klik op OK. Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) wordt opnieuw geopend.
De geregistreerde naam wordt weergegeven in de lijst Achtergrond (Background).
Achtergrondinstellingen wijzigen en registreren
1.
Selecteer de achtergrond waarvoor u de instellingen wilt wijzigen
Schakel het selectievakje Achtergrond (Background) in het dialoogvenster Stempel/Achtergrond
Pagina 282 van 736 pagina'sAfbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken
(Stamp/Background) in en kies vervolgens de naam van de achtergrond die u wilt wijzigen in de lijst
Achtergrond (Background).
2.
Klik op Achtergrond selecteren... (Select Background...)
Het dialoogvenster Achtergrondinstellingen (Background Settings) wordt geopend.
3.
Stel de items in op het tabblad Achtergrond (Background) terwijl u het
voorbeeldvenster bekijkt.
4.
Sla de achtergrond op
Klik op Opslaan overschrijven (Save overwrite) op het tabblad Instellingen opslaan (Save settings).
Als u de achtergrond onder een andere naam wilt opslaan, voert u deze naam in het vak Naam
(Title) in en klikt u op Opslaan (Save).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK. Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) wordt opnieuw geopend.
De geregistreerde naam wordt weergegeven in de lijst Achtergrond (Background).
Een overbodige achtergrond verwijderen
1.
Klik op Achtergrond selecteren... (Select Background...) in het dialoogvenster
Stempel/Achtergrond (Stamp/Background)
Het dialoogvenster Achtergrondinstellingen (Background Settings) wordt geopend.
2.
Selecteer de achtergrond die u wilt verwijderen
Selecteer de naam van de achtergrond die u wilt verwijderen uit de lijst Achtergronden
(Backgrounds) op het tabblad Instellingen opslaan (Save settings) en klik op Verwijderen (Delete).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK. Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) wordt opnieuw geopend.
Naar boven
Pagina 283 van 736 pagina'sAfbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden > Een envelop afdrukken
P406
Een envelop afdrukken
Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als
u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Papier plaatsen' in de Basis Handleiding voor meer informatie over het
plaatsen van enveloppen in het apparaat.
De procedure voor het afdrukken op enveloppen is als volgt:
1.
Klap de papiersteun uit.
2.
Plaats een envelop in het apparaat
Vouw de envelopflap naar beneden.
Plaats de envelop vertikaal in de achterste lade, met de adreszijde naar boven en de flap naar links
gericht.
3.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
4.
Selecteer het mediumtype
Selecteer Envelop (Envelope) bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het
tabblad Snel instellen (Quick Setup).
Pagina 284 van 736 pagina'sEen envelop afdrukken
5.
Selecteer het papierformaat
Wanneer het dialoogvenster Envelopformaat instellen (Envelope Size Setting) wordt weergegeven,
selecteert u Comm.Env. #10, DL Env., Youkei 4 105x235mm of Youkei 6 98x190mm en klikt u op
OK.
6.
Stel de afdrukstand in
Selecteer Liggend (Landscape) voor Afdrukstand (Orientation) om het adres horizontaal af te
drukken.
7.
Selecteer de afdrukkwaliteit
Selecteer naar wens Hoog (High) of Standaard (Standard) bij Afdrukkwaliteit (Print Quality).
8.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Wanneer u de afdruk uitvoert, worden de gegevens afgedrukt op de envelop.
Belangrijk
Wanneer u de afdruk op de envelop uitvoert, worden ondersteunende berichten weergegeven.
Als u de berichten wilt verbergen, schakelt u het selectievakje Dit bericht niet meer weergeven. (Do
not show this message again.) in.
Als u de berichten weer wilt weergeven, klikt u op de knop Printerstatus weergeven... (View Printer
Status...) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) en start u de Canon IJ-statusmonitor.
Klik vervolgens op Envelop afdrukken (Envelope Printing) vanuit Gidsbericht weergeven (Display
Guide Message) in het menu Optie (Option) en schakelt u de instelling in.
Naar boven
Pagina 285 van 736 pagina'sEen envelop afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden
> Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken
P009
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken
Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als
u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt.
U kunt de afdrukresultaten vóór het afdrukken bekijken en controleren.
De procedure voor het bekijken van een afdrukvoorbeeld is als volgt:
U kunt de weergave van het afdrukresultaat ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel het voorbeeld in
Schakel het selectievakje Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) in op het tabblad Afdruk (Main).
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Tijdens het afdrukken wordt het Canon IJ-voorbeeld geopend en worden de afdrukresultaten
weergegeven.
Verwant onderwerp
Canon IJ-afdrukvoorbeeld
Naar boven
Pagina 286 van 736 pagina'sAfdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Verschillende
afdrukmethoden > Papierformaat instellen (aangepast formaat)
P010
Papierformaat instellen (aangepast formaat)
U kunt de hoogte en breedte van het papier opgeven als u het formaat niet kunt selecteren bij
Paginaformaat (Page Size). Een dergelijk papierformaat wordt een aangepast formaat genoemd.
De procedure voor het opgeven van een aangepast papierformaat is als volgt:
U kunt een aangepast formaat ook instellen bij Papierformaat printer (Printer Paper Size) op het tabblad
Snel instellen (Quick Setup).
1.
Stel het aangepaste formaat in de toepassing in
Gebruik de functie Papierformaat in de toepassing om het aangepaste papierformaat op te geven.
Belangrijk
Als de toepassing waarmee het document is gemaakt een functie heeft voor het opgeven van
de hoogte en breedte, geeft u de waarden op met de toepassing. Als de toepassing deze
functie niet heeft of als het document niet correct wordt afgedrukt, gebruikt u het
printerstuurprogramma om de waarden in te stellen.
2.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
3.
Selecteer het papierformaat
Selecteer Aangepast... (Custom...) voor Paginaformaat (Page Size) op het tabblad Pagina-instelling
(Page Setup).
Het dialoogvenster Aangepast papierformaat (Custom Paper Size) wordt geopend.
Pagina 287 van 736 pagina'sPapierformaat instellen (aangepast formaat)
4.
Stel het aangepaste papierformaat in
Geef de Eenheden (Units) op en voer de Breedte (Width) en Hoogte (Height) van het te gebruiken
papier in. Klik vervolgens op OK.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Wanneer u de gegevens afdrukt, worden deze met het opgegeven papierformaat afgedrukt.
Naar boven
Pagina 288 van 736 pagina'sPapierformaat instellen (aangepast formaat)
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen > De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
Een kleurendocument monochroom afdrukken
Kleurcorrectie opgeven
Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken
De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma
Afdrukken met ICC-profielen
De kleurbalans aanpassen
De helderheid aanpassen
De intensiteit aanpassen
Het contrast aanpassen
Een illustratie simuleren
Afbeeldingsgegevens weergeven in een enkele kleur
Afbeeldingsgegevens weergeven in levendige kleuren
Gekartelde randen verwijderen
Kleureigenschappen wijzigen om kleuren te verbeteren
Ruis in foto's reduceren
Naar boven
Pagina 289 van 736 pagina'sDe afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
P011
Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode
selecteren
U kunt de gecombineerde weergavemethode voor het kwaliteitsniveau en de halftoningmethode gebruikt
afzonderlijk instellen.
De procedure voor het instellen van een afdrukkwaliteit en halftoningmethode is als volgt:
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer de afdrukkwaliteit
Selecteer Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print Quality) op het tabblad Afdruk (Main) en klik
op Instellen... (Set...).
Het dialoogvenster Aangepast (Custom) wordt geopend.
Pagina 290 van 736 pagina'sEen combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
3.
Stel de afdrukkwaliteit en halftoningmethode in
Verplaats de schuifregelaar Kwaliteit (Quality) naar het gewenste kwaliteitsniveau.
Selecteer de methode in Halftoning en klik op OK.
Opmerking
Halftonen zijn de kleurschakeringen tussen de donkerste kleur en de helderste kleur.
De kleurschakeringen worden bij het afdrukken vervangen door een verzameling kleine punten
die de halftonen voorstellen.
Als u Auto selecteert, worden de gegevens afgedrukt met de optimale halftoningmethode voor
de geselecteerde afdrukkwaliteit. Bij Dithering (Dither) worden de punten volgens vaste regels
gerangschikt om de halftonen te produceren. Bij Diffusie (Diffusion) worden de punten
willekeurig gerangschikt om halftonen te produceren.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
Wanneer u de gegevens afdrukt, worden het opgegeven kwaliteitsniveau en de opgegeven
halftoningmethode gebruikt.
Belangrijk
Bepaalde kwaliteitsniveaus en halftoningmethoden kunnen niet worden geselecteerd bij bepaalde
instellingen voor Mediumtype (Media Type).
Opmerking
Als een deel niet wordt afgedrukt, kunt u dit mogelijk oplossen door Diffusie (Diffusion) te
selecteren bij Halftoning.
Verwante onderwerpen
Kleurcorrectie opgeven
De kleurbalans aanpassen
De helderheid aanpassen
De intensiteit aanpassen
Het contrast aanpassen
Naar boven
Pagina 291 van 736 pagina'sEen combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Een kleurendocument monochroom afdrukken
P012
Een kleurendocument monochroom afdrukken
De procedure voor het monochroom afdrukken van een kleurendocument is als volgt:
U kunt afdrukken in grijstinten instellen ook bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel
instellen (Quick Setup).
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel afdrukken in grijstinten in
Schakel het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main)
in.
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Wanneer u de afdruk uitvoert, wordt het document geconverteerd naar grijstinten. Hierdoor kunt u
het kleurendocument monochroom afdrukken.
Belangrijk
Als het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) is ingeschakeld, worden de
afbeeldingsgegevens verwerkt als sRGB-gegevens. In dit geval kunnen de afgedrukte kleuren
verschillen van de kleuren in de oorspronkelijke afbeelding.
Pagina 292 van 736 pagina'sEen kleurendocument monochroom afdrukken
Wanneer u de functie Afdrukken in grijstinten gebruikt om Adobe RGB-gegevens af te drukken,
converteert u de gegevens naar sRGB-gegevens in een toepassing.
Opmerking
Bij Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) kan zowel kleureninkt als zwarte inkt worden
gebruikt.
Naar boven
Pagina 293 van 736 pagina'sEen kleurendocument monochroom afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Kleurcorrectie opgeven
P013
Kleurcorrectie opgeven
U kunt de methode voor kleurcorrectie aanpassen aan het type document dat u wilt afdrukken.
Normaal gesproken worden de kleuren aangepast met behulp van Canon Digital Photo Color, zodat de
gegevens worden afgedrukt met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven. Deze
methode is geschikt voor het afdrukken van sRGB-gegevens.
Als u zodanig wilt afdrukken dat de kleurruimte (Adobe RGB of sRGB) van de afbeeldingsgegevens
effectief wordt gebruikt, selecteert u ICM of ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching). Als u een
toepassing wilt gebruiken om een ICC-afdrukprofiel op te geven, selecteert u Geen (None).
De procedure voor het opgeven van de kleurcorrectie is als volgt:
U kunt kleurcorrectie ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken
(Photo Printing) te kiezen onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens
Kleur/intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen onder Extra
functies (Additional Features).
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/
Intensity) en klik op Instellen... (Set...).
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
3.
Selecteer de kleurcorrectie
Klik op de tab Afstemming (Matching), selecteer de instelling voor Kleurcorrectie (Color Correction)
die overeenkomt met uw doel en klik op OK.
Pagina 294 van 736 pagina'sKleurcorrectie opgeven
Driververgelijking (Driver Matching)
Door gebruik te maken van Canon Digital Photo Color kunt u sRGB-gegevens afdrukken met
kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven.
Driververgelijking (Driver Matching) is de standaardinstelling voor kleurcorrectie.
ICM/ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching)
Past de kleuren aan volgens een ICC-profiel tijdens het afdrukken.
Geef op welk invoerprofiel moet worden gebruikt.
Geen (None)
Er wordt geen kleurcorrectie uitgevoerd door het printerstuurprogramma. Selecteer deze instelling
als u een afzonderlijk gemaakt profiel ICC-afdrukprofiel in een toepassing gebruikt om gegevens af
te drukken.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
Wanneer u de gegevens afdrukt, worden deze met de opgegeven methode voor kleurcorrectie
afgedrukt.
Belangrijk
Als ICM in de toepassing is uitgeschakeld, is ICM niet beschikbaar voor Kleurcorrectie (Color
Correction) en is het mogelijk dat de afbeeldingsgegevens niet correct worden afgedrukt.
Als het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) is
ingeschakeld, is Kleurcorrectie (Color Correction) niet beschikbaar voor selectie.
Verwante onderwerpen
Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken
De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma
Afdrukken met ICC-profielen
Naar boven
Pagina 295 van 736 pagina'sKleurcorrectie opgeven
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
>
Kleurcorrectie opgeven
> Een optimale foto van afbeeldingsgegevens
afdrukken
P014
Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken
Wanneer mensen foto's afdrukken die met een digitale camera zijn gemaakt, krijgen zij soms het gevoel
dat de afgedrukte kleuren anders zijn dan de kleuren in de oorspronkelijke foto of de kleuren op het
scherm.
Om een afdruk te krijgen die de gewenste kleurtinten zo dicht mogelijk benadert, moet u een
afdrukmethode kiezen die geschikt is voor de gebruikte software of het doel van de afdruk.
Kleurbeheer
Digitale camera's, scanners, beeldschermen en printers verwerken kleuren niet op dezelfde manier. Met
kleurbeheer (kleurafstemming) kunnen 'kleuren' van verschillende apparaten via een
gemeenschappelijke kleurruimte worden verwerkt. Windows heeft een ingebouwd kleurbeheersysteem,
ICM.
Adobe RGB en sRGB zijn veelgebruikte kleurruimten. Adobe RGB is een bredere kleurruimte dan sRGB.
Met ICC-profielen kunnen de 'kleuren' van verschillende apparaten naar een gemeenschappelijke
kleurruimte worden geconverteerd. Door gebruik te maken van een ICC-profiel en kleurbeheer kunt u de
kleurruimte van afbeeldingsgegevens afstemmen op het kleurreproductiegebied dat de printer kan
produceren.
Een afdrukmethode kiezen die geschikt is voor de afbeeldingsgegevens
De aanbevolen afdrukmethode is afhankelijk van de kleurruimte (Adobe RGB of sRGB) van de
afbeeldingsgegevens of de toepassing die wordt gebruikt. Er zijn twee afdrukmethoden die vaak worden
gebruikt. Controleer de kleurruimte (Adobe GRB of sRGB) van de afbeeldingsgegevens en de
toepassing die wordt gebruikt, en selecteer vervolgens de geschikte afdrukmethode.
De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma
In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het afdrukken van sRGB-gegevens met behulp van
de kleurcorrectiefunctie van het printerstuurprogramma.
Afdrukken met Canon Digital Photo Color
De printer drukt gegevens af in kleurtinten waaraan veel mensen de voorkeur geven; de originele
kleuren van de afbeelding worden weergegeven en driedimensionale effecten en hoge, scherpe
contrasten worden gegenereerd.
Afdrukken door de bewerkingen en verbeteringen van een toepassing rechtstreeks toe te passen
Wanneer de gegevens worden afgedrukt, benadrukt de printer subtiele kleurverschillen tussen
donkere en lichte delen, waarbij de donkerste en lichtste gebieden intact blijven.
Wanneer de gegevens worden afgedrukt, past de printer het resultaat toe van gedetailleerde
aanpassingen die zijn aangebracht met een toepassing, zoals aanpassingen in de helderheid.
Afdrukken met ICC-profielen
In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het afdrukken door effectief gebruik te maken van de
kleurruimte van Adobe RGB of sRGB.
U kunt afdrukken met een gemeenschappelijke kleurruimte door de toepassing en het
printerstuurprogramma zo in te stellen dat het kleurbeheer overeenkomt met het ICC-invoerprofiel van de
afbeeldingsgegevens.
De methode voor het instellen van het printerstuurprogramma verschilt, afhankelijk van de toepassing
die wordt gebruikt.
Naar boven
Pagina 296 van 736 pagina'sEen optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
>
Kleurcorrectie opgeven
> De kleuren aanpassen met het
printerstuurprogramma
P015
De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma
U kunt de functie voor kleurcorrectie van het printerstuurprogramma zo instellen dat sRGB-gegevens
worden afgedrukt met kleurtinten waaraan veel mensen de voorkeur geven, door het gebruik van Canon
Digital Photo Color.
Als u afdrukt vanuit een toepassing die ICC-profielen kan identificeren en waarvoor u deze kunt opgeven,
gebruikt u een ICC-profiel voor afdrukken in de toepassing en selecteert u instellingen voor kleurbeheer.
De procedure voor het aanpassen van kleuren met het printerstuurprogramma is als volgt:
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer het mediumtype
Selecteer het type papier dat in het apparaat is geplaatst in de lijst Mediumtype (Media Type) op het
tabblad Afdruk (Main).
3.
Selecteer de afdrukkwaliteit
Selecteer bij Afdrukkwaliteit (Print Quality), Hoog (High), Standaard (Standard) of Snel (Fast),
afhankelijk van het gewenste afdrukresultaat.
4.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/Intensity) en klik op Instellen... (Set...).
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
5.
Selecteer de kleurcorrectie
Klik op de tab Afstemming (Matching) en selecteer Driververgelijking (Driver Matching) voor
Kleurcorrectie (Color Correction).
Pagina 297 van 736 pagina'sDe kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma
6.
Stel de andere items in
Klik zo nodig op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) en pas de kleurbalans (Cyaan
(Cyan), Magenta en Geel (Yellow)) en de instellingen voor Helderheid (Brightness), Intensiteit
(Intensity) en Contrast aan. Klik vervolgens op OK.
7.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
De kleuren van de gegevens worden bij het afdrukken aangepast.
Verwante onderwerpen
Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
Kleurcorrectie opgeven
De kleurbalans aanpassen
De helderheid aanpassen
De intensiteit aanpassen
Het contrast aanpassen
Naar boven
Pagina 298 van 736 pagina'sDe kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
>
Kleurcorrectie opgeven
> Afdrukken met ICC-profielen
P016
Afdrukken met ICC-profielen
Wanneer voor de afbeeldingsgegevens een ICC-invoerprofiel is opgegeven, kunt u afdrukken met
effectief gebruik van de kleurruimte (Adobe RGB of sRGB) van de gegevens.
De procedure voor het instellen van het printerstuurprogramma is afhankelijk van de toepassing die voor
het afdrukken wordt gebruikt.
Een ICC-profiel opgeven vanuit de toepassing en de gegevens afdrukken
Wanneer u het resultaat afdrukt van bewerkingen en verbeteringen die zijn aangebracht met Adobe
Photoshop, Canon Digital Photo Professional of een andere toepassing waarin u ICC-profielen voor
invoer en afdrukken kunt opgeven, kunt u bij het afdrukken effectief gebruikmaken van de kleurruimte van
het ICC-invoerprofiel dat in de afbeeldingsgegevens is opgegeven.
Als u deze afdrukmethode wilt gebruiken, moet u eerst met de toepassingopties voor kleurbeheer
selecteren en een ICC-invoerprofiel en een ICC-afdrukprofiel opgeven voor de afbeeldingsgegevens.
Ook als u afdrukt met een ICC-afdrukprofiel dat u zelf hebt gemaakt in de toepassing, moet u de opties
voor kleurbeheer selecteren in de toepassing.
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij de toepassing voor instructies.
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer het mediumtype
Selecteer het type papier dat in het apparaat is geplaatst in de lijst Mediumtype (Media Type) op het
tabblad Afdruk (Main).
3.
Selecteer de afdrukkwaliteit
Selecteer bij Afdrukkwaliteit (Print Quality), Hoog (High), Standaard (Standard) of Snel (Fast),
afhankelijk van het gewenste afdrukresultaat.
Pagina 299 van 736 pagina'sAfdrukken met ICC-profielen
4.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/Intensity) en klik op Instellen... (Set...).
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
5.
Selecteer de kleurcorrectie
Klik op de tab Afstemming (Matching) en selecteer Geen (None) voor Kleurcorrectie (Color
Correction).
6.
Stel de andere items in
Klik zo nodig op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) en pas de kleurbalans (Cyaan
(Cyan), Magenta en Geel (Yellow)) en de instellingen voor Helderheid (Brightness), Intensiteit
(Intensity) en Contrast aan. Klik vervolgens op OK.
7.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
Wanneer u afdrukt, wordt de kleurruimte van de afbeeldingsgegevens gebruikt.
Een ICC-profiel opgeven met het printerstuurprogramma en vervolgens afdrukken
Vanuit een toepassing die geen ICC-invoerprofielen kan identificeren of waarin u geen ICC-profiel kunt
opgeven kunt u afdrukken met de kleurruimte van het ICC-invoerprofiel (sRGB) van de gegevens.
Wanneer u Adobe RGB-gegevens afdrukt, kunt u de gegevens met de Adobe RGB-kleurruimte
afdrukken, zelfs als de toepassing Adobe RGB niet ondersteunt.
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer het mediumtype
Selecteer het type papier dat in het apparaat is geplaatst in de lijst Mediumtype (Media Type) op het
tabblad Afdruk (Main).
Pagina 300 van 736 pagina'sAfdrukken met ICC-profielen
3.
Selecteer de afdrukkwaliteit
Selecteer bij Afdrukkwaliteit (Print Quality), Hoog (High), Standaard (Standard) of Snel (Fast),
afhankelijk van het gewenste afdrukresultaat.
4.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/Intensity) en klik op Instellen... (Set...).
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
5.
Selecteer de kleurcorrectie
Klik op de tab Afstemming (Matching) en selecteer ICM of ICC-profielvergelijking (ICC Profile
Matching) voor Kleurcorrectie (Color Correction).
6.
Selecteer het invoerprofiel
Selecteer een Invoerprofiel (Input Profile) dat overeenkomt met de kleurruimte van de
afbeeldingsgegevens.
Voor sRGB-gegevens of gegevens zonder een ICC-invoerprofiel:
Pagina 301 van 736 pagina'sAfdrukken met ICC-profielen
Selecteer Standaard (Standard).
Voor Adobe RGB-gegevens:
Selecteer Adobe RGB (1998).
Belangrijk
Als er in de toepassing een invoerprofiel is opgegeven, wordt de instelling voor het
invoerprofiel in het printerstuurprogramma ongeldig.
Als er geen ICC-invoerprofielen op uw computer zijn geïnstalleerd, wordt Adobe RGB (1998)
niet weergegeven. U kunt ICC-profielen installeren vanaf de installatie-cd-rom die bij de printer
wordt geleverd.
7.
Stel de andere items in
Klik zo nodig op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) en pas de kleurbalans (Cyaan
(Cyan), Magenta en Geel (Yellow)) en de instellingen voor Helderheid (Brightness), Intensiteit
(Intensity) en Contrast aan. Klik vervolgens op OK.
8.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
Wanneer u afdrukt, wordt de kleurruimte van de afbeeldingsgegevens gebruikt.
Verwante onderwerpen
Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
Kleurcorrectie opgeven
De kleurbalans aanpassen
De helderheid aanpassen
De intensiteit aanpassen
Het contrast aanpassen
Naar boven
Pagina 302 van 736 pagina'sAfdrukken met ICC-profielen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> De kleurbalans aanpassen
P017
De kleurbalans aanpassen
U kunt de kleurtinten tijdens het afdrukken aanpassen.
Aangezien deze functie de kleurbalans van de afdruk aanpast door de inktverhoudingen van elke kleur te
wijzigen, wordt de gehele kleurbalans van het document gewijzigd. Gebruik de toepassing als u
uitgebreide wijzigingen wilt aanbrengen in de kleurbalans. Gebruik het printerbesturingsbestand alleen
als u kleine wijzigingen in de kleurbalans wilt aanbrengen.
In het volgende voorbeeld ziet u hoe de kleurbalans wordt gebruikt om de intensiteit van cyaan te
verhogen en die van geel te verlagen zodat de kleuren beter op elkaar zijn afgestemd.
Geen aanpassing Pas de kleurbalans aan
De procedure voor het aanpassen van de kleurbalans is als volgt:
U kunt de kleurbalans ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken
(Photo Printing) te kiezen onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens
Kleur/intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen onder Extra
functies (Additional Features).
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/
Intensity) en klik op Instellen... (Set...).
Pagina 303 van 736 pagina'sDe kleurbalans aanpassen
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
3.
Pas de kleurbalans aan
Er zijn afzonderlijke schuifregelaars voor Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow). Elke kleur wordt
krachtiger wanneer u de bijbehorende schuifregelaar naar rechts schuift en zwakker wanneer u de
schuifregelaar naar links schuift. Als bijvoorbeeld cyaan zwakker wordt, wordt de kleur rood sterker.
U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -
50 en 50. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de
linkerkant van het printerstuurprogramma.
Klik op OK nadat u alle kleuren hebt aangepast.
Belangrijk
Verschuif de schuifregelaar langzaam.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
Wanneer u het document afdrukt, wordt de aangepaste kleurbalans gebruikt.
Belangrijk
Als het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) is
ingeschakeld, zijn Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow) niet beschikbaar voor selectie.
Verwante onderwerpen
Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
Kleurcorrectie opgeven
De helderheid aanpassen
De intensiteit aanpassen
Het contrast aanpassen
Naar boven
Pagina 304 van 736 pagina'sDe kleurbalans aanpassen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> De helderheid aanpassen
P018
De helderheid aanpassen
U kunt de helderheid van afbeeldingsgegevens tijdens het afdrukken aanpassen.
Puur wit en zwart worden niet veranderd, maar de helderheid van de tussenliggende kleuren wordt wel
veranderd.
Het volgende voorbeeld toont het afdrukresultaat wanneer de helderheid is aangepast.
Licht (Light) is geselecteerd
Normaal (Normal) is geselecteerd
Donker (Dark) is geselecteerd
De procedure voor het aanpassen van de helderheid is als volgt:
U kunt de helderheid ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken
(Photo Printing) te kiezen onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens
Kleur/intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen onder Extra
functies (Additional Features).
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/
Intensity) en klik op Instellen... (Set...).
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
3.
Geef de helderheid op
Selecteer Licht (Light), Normaal (Normal) of Donker (Dark) bij Helderheid (Brightness) en klik op
Pagina 305 van 736 pagina'sDe helderheid aanpassen
OK. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van
het printerstuurprogramma.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
De opgegeven helderheid wordt bij het afdrukken gebruikt.
Verwante onderwerpen
Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
Kleurcorrectie opgeven
De kleurbalans aanpassen
De intensiteit aanpassen
Het contrast aanpassen
Naar boven
Pagina 306 van 736 pagina'sDe helderheid aanpassen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> De intensiteit aanpassen
P019
De intensiteit aanpassen
U kunt de kleuren van de beeldgegevens helderder of donkerder maken tijdens het afdrukken.
Het volgende voorbeeld laat zien wat er gebeurt wanneer de intensiteit wordt verhoogd: de kleuren van
de afbeeldingsgegevens worden donkerder afgedrukt.
Geen aanpassing
Hogere intensiteit
De procedure voor het aanpassen van de intensiteit is als volgt:
U kunt de intensiteit ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken (Photo
Printing) te kiezen onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens Kleur/
intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen onder Extra functies
(Additional Features).
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/Intensity) op het tabblad Afdruk (Main) en
klik op Instellen... (Set...).
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
3.
Pas de intensiteit aan
Wanneer u de schuifregelaar Intensiteit (Intensity) naar rechts verplaatst, worden de kleuren
donkerder. Wanneer u de schuifregelaar naar links verplaatst, worden de kleuren helderder.
Pagina 307 van 736 pagina'sDe intensiteit aanpassen
U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -
50 en 50. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de
linkerkant van het printerstuurprogramma.
Klik op OK nadat u alle kleuren hebt aangepast.
Belangrijk
Verschuif de schuifregelaar langzaam.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
Wanneer u het document afdrukt, wordt de aangepaste intensiteit gebruikt.
Verwante onderwerpen
Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
Kleurcorrectie opgeven
De kleurbalans aanpassen
De helderheid aanpassen
Het contrast aanpassen
Naar boven
Pagina 308 van 736 pagina'sDe intensiteit aanpassen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Het contrast aanpassen
P020
Het contrast aanpassen
U kunt het beeldcontrast tijdens het afdrukken aanpassen.
Wanneer u de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen groter en duidelijker
wilt maken, verhoogt u het contrast. Wanneer u echter de verschillen tussen de lichte en donkere
gebieden van afbeeldingen kleiner en minder duidelijk wilt maken, verlaagt u het contrast.
Geen aanpassing
Pas het contrast aan
De procedure voor het aanpassen van het contrast is als volgt:
U kunt het contrast ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken (Photo
Printing) te kiezen onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens Kleur/
intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen onder Extra functies
(Additional Features).
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/
Intensity) en klik op Instellen... (Set...).
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
3.
Pas het contrast aan
Wanneer u de schuifregelaar Contrast naar rechts schuift, wordt het contrast groter en wanneer u
Pagina 309 van 736 pagina'sHet contrast aanpassen
de schuifregelaar naar links schuift, wordt het contrast kleiner.
U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -
50 en 50. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de
linkerkant van het printerstuurprogramma.
Klik op OK nadat u alle kleuren hebt aangepast.
Belangrijk
Verschuif de schuifregelaar langzaam.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
Bij het afdrukken wordt het aangepaste contrast gebruikt.
Verwante onderwerpen
Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
Kleurcorrectie opgeven
De kleurbalans aanpassen
De helderheid aanpassen
De intensiteit aanpassen
Naar boven
Pagina 310 van 736 pagina'sHet contrast aanpassen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Een illustratie simuleren
P021
Een illustratie simuleren
Deze functie is niet beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
Met de functie Illustratie simuleren (Simulate Illustration) kunt u een full-colour afbeelding of een
afbeelding met 256 kleuren zo afdrukken dat het lijkt of deze met de hand is getekend. Deze functie voegt
diverse effecten toe aan het profiel en de kleuren van de oorspronkelijke afbeelding.
De procedure voor het gebruik van Illustratie simuleren (Simulate Illustration) is als volgt:
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel Illustratie simuleren (Simulate Illustration) in
Schakel zo nodig het selectievakje Illustratie simuleren (Simulate Illustration) op het tabblad
Effecten (Effects) in en pas het Contrast aan.
Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, wordt de afbeelding lichter en wanneer u de
schuifregelaar naar links schuift, wordt de afbeelding donkerder.
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het
printerstuurprogramma.
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
De afbeelding wordt als een met de hand getekende illustratie afgedrukt.
Pagina 311 van 736 pagina'sEen illustratie simuleren
Naar boven
Pagina 312 van 736 pagina'sEen illustratie simuleren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Afbeeldingsgegevens weergeven in een enkele kleur
P022
Afbeeldingsgegevens weergeven in een enkele kleur
Deze functie is niet beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
Met de functie Monochroomeffecten (Monochrome Effects) kunt u kleureffecten toepassen, zoals een foto
omzetten in sepiatinten.
De procedure voor het gebruik van Monochroomeffecten (Monochrome Effects) is als volgt:
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel Monochroomeffecten (Monochrome Effects) in
Schakel het selectievakje Monochroomeffecten (Monochrome Effects) op het tabblad Effecten
(Effects) in en selecteer de gewenste kleur.
Als u Kleur selecteren (Select Color) kiest, kunt u met de schuifregelaar Kleur (Color) de gewenste
kleur kiezen.
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het
printerstuurprogramma.
3.
Voltooi de configuratie
Pagina 313 van 736 pagina'sAfbeeldingsgegevens weergeven in een enkele kleur
Klik op OK.
Wanneer u de afbeelding afdrukt, wordt deze in een enkele kleur afgedrukt.
Belangrijk
Als het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) is
ingeschakeld, is Monochroomeffecten (Monochrome Effects) niet beschikbaar voor selectie.
Naar boven
Pagina 314 van 736 pagina'sAfbeeldingsgegevens weergeven in een enkele kleur
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Afbeeldingsgegevens weergeven in levendige kleuren
P023
Afbeeldingsgegevens weergeven in levendige kleuren
Deze functie is niet beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
Met de functie Vivid Photo kunt u afbeeldingsgegevens afdrukken in levendige kleuren.
Door de functie Vivid Photo worden de kleuren in achtergronden benadrukt, terwijl de huidskleur van
personen natuurlijk blijft. Met deze functie kunt u levendige kleuren nog levendiger maken.
De procedure voor het gebruik van Vivid Photo is als volgt:
U kunt levendige kleuren ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken
(Photo Printing) te kiezen onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens
Extra functies (Additional Features) te kiezen.
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel Vivid Photo in
Schakel het selectievakje Vivid Photo in op het tabblad Effecten (Effects).
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Wanneer u de afbeelding afdrukt, wordt deze met levendige kleuren afgedrukt.
Pagina 315 van 736 pagina'sAfbeeldingsgegevens weergeven in levendige kleuren
Naar boven
Pagina 316 van 736 pagina'sAfbeeldingsgegevens weergeven in levendige kleuren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Gekartelde randen verwijderen
P407
Gekartelde randen verwijderen
Deze functie is niet beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
Met de functie Image Optimizer kunt u de gekartelde randen verminderen die ontstaan wanneer u foto's
en afbeeldingen vergroot met behulp van een toepassing. Zo krijgt u mooie afdrukken met vloeiende
randen. Deze functie is vooral handig wanneer u afbeeldingen met een lage resolutie uit webpagina's
afdrukt.
De procedure voor het gebruik van Image Optimizer is als volgt:
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel Image Optimizer in
Schakel het selectievakje Image Optimizer in op het tabblad Effecten (Effects).
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Foto's en afbeeldingen worden gewijzigd en met vloeiende randen afgedrukt.
Opmerking
Afhankelijk van de toepassingssoftware of de resolutie van de afbeeldingsgegevens, heeft Image
Pagina 317 van 736 pagina'sGekartelde randen verwijderen
Optimizer mogelijk geen zichtbaar effect.
Bij het gebruik van Image Optimizer kan het afdrukken langzamer verlopen.
Naar boven
Pagina 318 van 736 pagina'sGekartelde randen verwijderen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Kleureigenschappen wijzigen om kleuren te verbeteren
P408
Kleureigenschappen wijzigen om kleuren te verbeteren
Deze functie is niet beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
De functie Photo Optimizer PRO corrigeert de kleuren van afbeeldingen die zijn gemaakt met een digitale
camera of van gescande afbeeldingen. De functie is speciaal ontworpen om kleurverschuiving,
overbelichting en onderbelichting te corrigeren.
De procedure voor het gebruik van Photo Optimizer PRO is als volgt:
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel Photo Optimizer PRO in
Schakel het selectievakje Photo Optimizer PRO in op het tabblad Effecten (Effects).
Normaal gesproken is het niet nodig om het selectievakje Op hele pagina toepassen (Apply
Throughout Page) in te schakelen.
De afbeeldingen op een pagina worden afzonderlijk geoptimaliseerd.
Opmerking
Schakel het selectievakje Op hele pagina toepassen (Apply Throughout Page) in als de af te
drukken afbeeldingsgegevens zijn bewerkt (bijvoorbeeld bijgesneden of geroteerd). In dit geval
wordt de hele pagina gezien als één enkele afbeelding die moet worden geoptimaliseerd.
Pagina 319 van 736 pagina'sKleureigenschappen wijzigen om kleuren te verbeteren
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
De kleuren van de foto’s worden bij het afdrukken gecorrigeerd.
Belangrijk
Photo Optimizer PRO werkt niet als:
Achtergrond (Background) is ingesteld in het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/
Background) van het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Stempel definiëren... (Define Stamp...) is geselecteerd in het dialoogvenster Stempel/
Achtergrond (Stamp/Background) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) en een bitmap
als stempel is opgegeven.
Opmerking
Afhankelijk van de afbeelding is het mogelijk dat Photo Optimizer PRO geen zichtbaar effect heeft.
Naar boven
Pagina 320 van 736 pagina'sKleureigenschappen wijzigen om kleuren te verbeteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Ruis in foto's reduceren
P024
Ruis in foto's reduceren
Deze functie is niet beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
U kunt met Ruisreductie in foto (Photo Noise Reduction) de ruis in foto's reduceren die kan ontstaan bij
het gebruik van een digitale camera. Op deze manier kunt u de kwaliteit van de digitale afdruk
verbeteren.
De procedure voor het gebruik van Ruisreductie in foto (Photo Noise Reduction) is als volgt:
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel Ruisreductie in foto (Photo Noise Reduction) in
Schakel het selectievakje Ruisreductie in foto (Photo Noise Reduction) op het tabblad Effecten
(Effects) in en selecteer Normaal (Normal) of Krachtig (Strong).
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
De afbeelding wordt met minder digitale cameraruis afgedrukt.
Pagina 321 van 736 pagina'sRuis in foto's reduceren
Opmerking
De aanbevolen instelling is in de meeste gevallen Normaal (Normal). Selecteer Krachtig (Strong)
als u met Normaal (Normal) niet het gewenste resultaat krijgt.
Afhankelijk van de gebruikte toepassing of de resolutie van de afbeeldingsgegevens, is het
mogelijk dat het reduceren van ruis geen zichtbaar effect heeft.
Wanneer u deze functie gebruikt voor andere afbeeldingen dan foto's gemaakt met een digitale
camera, kan de afbeelding vervormen.
Naar boven
Pagina 322 van 736 pagina'sRuis in foto's reduceren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen > Overzicht van het
printerstuurprogramma
Overzicht van het printerstuurprogramma
Procedures van het printerstuurprogramma
Canon IJ-printerstuurprogramma
XPS-printerstuurprogramma
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
Tabblad Onderhoud
Canon IJ-statusmonitor
Canon IJ-afdrukvoorbeeld
Naar boven
Pagina 323 van 736 pagina'sOverzicht van het printerstuurprogramma
MA-6361-V1.00
|
Instructies voor gebruik (printerbesturingsbestand)
|
Deze handleiding gebruiken
|
Deze handleiding
afdrukken
|
Verschillende afdrukmethoden
Afdrukken met de basisinstellingen
Een paginaformaat en afdrukstand opgeven
Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde
opgeven
De nietmarge instellen
Afdrukken zonder marges starten
Passend op papier afdrukken
Afdrukken op schaal
Pagina-indeling afdrukken
Poster afdrukken
Boekje afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken
Stempel/achtergrond afdrukken
Een envelop afdrukken
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken
Papierformaat instellen (aangepast formaat)
De afdrukkwaliteit wijzigen en
afbeeldingsgegevens corrigeren
Een combinatie van afdrukkwaliteit en
halftoningmethode selecteren
Een kleurendocument monochroom afdrukken
Kleurcorrectie opgeven
De kleurbalans aanpassen
De helderheid aanpassen
De intensiteit aanpassen
Het contrast aanpassen
Een illustratie simuleren
Afbeeldingsgegevens weergeven in een
enkele kleur
Afbeeldingsgegevens weergeven in levendige
kleuren
Gekartelde randen verwijderen
Kleureigenschappen wijzigen om kleuren te
verbeteren
Ruis in foto's reduceren
Apparaatinstellingen vanaf uw computer
wijzigen
Afdrukopties wijzigen
Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren
De te gebruiken inktpatroon instellen
De stroomvoorziening van het apparaat
beheren
Het geluidsvolume van het apparaat verlagen
De bedieningsmodus van het apparaat
wijzigen
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer
De printkoppen reinigen
De papierinvoerrollen reinigen
De positie van de printkop uitlijnen
De spuitopeningen van de printkop
controleren
De binnenkant van het apparaat reinigen
Overzicht van het printerstuurprogramma
Canon IJ-printerstuurprogramma
XPS-printerstuurprogramma
Het eigenschappenvenster van het
printerstuurprogramma openen
Tabblad Onderhoud
Canon IJ-statusmonitor
Canon IJ-afdrukvoorbeeld
MP Drivers bijwerken
De nieuwste versie van MP Drivers ophalen
Onnodige MP Drivers verwijderen
Voordat u MP Drivers installeert
MP Drivers installeren
Bijlage
Het afdrukdocument bewerken of opnieuw
afdrukken vanuit de afdrukgeschiedenis
Een ongewenste afdruktaak verwijderen
De printer delen in een netwerk
Pagina 324 van 736 pagina'sProcedures van het printerstuurprogramma
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Overzicht van het
printerstuurprogramma
> Canon IJ-printerstuurprogramma
P025
Canon IJ-printerstuurprogramma
Het Canon IJ-printerstuurprogramma is de software die op uw computer wordt geïnstalleerd voor het
afdrukken van gegevens op het apparaat.
Het Canon IJ-printerstuurprogramma converteert de afdrukgegevens die in de Windows-toepassing zijn
gemaakt, naar gegevens die de printer begrijpt en stuurt de geconverteerde gegevens naar de printer.
Aangezien de ondersteunde indeling van de afdrukgegevens per model verschilt, moet u een Canon IJ-
printerstuurprogramma gebruiken dat geschikt is voor het model dat u gebruikt.
Help voor het printerstuurprogramma gebruiken
In de Help worden de instellingen van het stuurprogramma beschreven. U kunt deze help openen via het
venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken van het Canon IJ-printerstuurprogramma.
Alle beschrijvingen van een tabblad weergeven...
Klik op de knop Help op een tabblad. Er wordt een dialoogvenster geopend met daarin een
beschrijving van alle items op het tabblad.
U kunt ook op de koppeling in de beschrijving van een item klikken om een beschrijving van het
gekoppelde dialoogvenster weer te geven.
Een beschrijving van elk item weergeven...
Klik met de rechtermuisknop op het item waarover u informatie wilt weergeven en klik op Wat is dit?
(What's This?).
U kunt ook klikken op de knop Help rechts op de titelbalk en vervolgens klikken op het item
waarover u meer informatie wilt weergeven.
Er wordt een beschrijving van het item weergegeven.
Verwant onderwerp
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
Naar boven
Pagina 325 van 736 pagina'sCanon IJ-printerstuurprogramma
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Overzicht van het
printerstuurprogramma
> Canon IJ-printerstuurprogramma > XPS-printerstuurprogramma
P416
XPS-printerstuurprogramma
De volgende twee printerstuurprogramma's kunnen worden geïnstalleerd voor Windows Vista SP1 of
later:
IJ-printerstuurprogramma
XPS-printerstuurprogramma
Het XPS-printerstuurprogramma is geschikt voor afdrukken met een toepassing die afdrukken met XPS
ondersteunt.
Belangrijk
Als u het XPS-printerstuurprogramma wilt gebruiken, moet het standaard IJ-printerstuurprogramma
al op de computer zijn geïnstalleerd.
Toepassingssoftware die bij de printer wordt geleverd, zoals Easy-PhotoPrint EX en My Printer, kan
niet worden gebruikt in combinatie met het XPS-printerstuurprogramma.
Het XPS-printerstuurprogramma installeren
Plaats de installatie-cd-rom die bij het apparaat is geleverd en selecteer XPS-printerstuurprogramma
(XPS Printer Driver) via Aangepaste installatie (Custom Install).
Het XPS-printerstuurprogramma gebruiken
Als u wilt afdrukken met het XPS-printerstuurprogramma, opent u het dialoogvenster Afdrukken (Print) in
de toepassing die u gebruikt en selecteert u 'de naam van uw printer XPS'.
Naar boven
Pagina 326 van 736 pagina'sXPS-printerstuurprogramma
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Overzicht van het
printerstuurprogramma
> Canon IJ-printerstuurprogramma
> Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
openen
P409
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
openen
U kunt het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen via de toepassing waarin u
werkt of via het menu Start van Windows.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via de toepassing openen
Volg onderstaande procedure om het afdrukprofiel in te stellen bij het afdrukken.
1.
Selecteer de opdracht voor het afdrukken in de toepassing die u gebruikt.
Meestal doet u dit door Afdrukken (Print) te kiezen in het menu Bestand (File) waardoor het
dialoogvenster Afdrukken (Print) wordt weergegeven.
2.
Selecteer de naam van uw printermodel en klik op Voorkeuren (Preferences) of
Eigenschappen (Properties)
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma verschijnt.
Opmerking
Afhankelijk van de toepassing die u gebruikt, kunnen de namen van opdrachten of menu's
verschillen en kan de procedure uit meer stappen bestaan. Raadpleeg de
gebruikershandleiding bij de toepassing voor meer informatie.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via het menu Start openen
Volg onderstaande procedure om onderhoudswerkzaamheden uit te voeren, zoals het reinigen van de
printkop, of om een afdrukprofiel in te stellen dat in alle toepassingen vrijwel hetzelfde is.
1.
Selecteer items in het menu Start zoals hieronder wordt aangegeven:
Als u Windows 7 gebruikt, selecteert u Start -> Apparaten en printers (Devices and Printers).
Als u Windows Vista gebruikt, selecteert u Start -> Configuratiescherm (Control Panel) ->
Hardware en geluiden (Hardware and Sound) -> Printers.
Als u Windows XP gebruikt, selecteert u Start -> Configuratiescherm (Control Panel) -> Printers
en andere hardware (Printers and Other Hardware) -> Printers en faxapparaten (Printers and
Faxes).
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw model en selecteer
Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Printing Preferences) in het weergegeven
menu.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma verschijnt.
Belangrijk
Als u het configuratievenster voor het printerstuurprogramma opent via Eigenschappen van
printer (Printer properties) (Windows 7) of Eigenschappen (Properties) (Windows Vista,
Windows XP), worden Windows-tabbladen zoals Poorten (Ports) (of Geavanceerd (Advanced))
weergegeven. Deze tabbladen verschijnen niet wanneer u het printerstuurprogramma opent
via Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Printing Preferences) of een toepassing. Raadpleeg
de gebruikershandleiding bij Windows voor meer informatie over de tabbladen met Windows-
Pagina 327 van 736 pagina'sHet eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
functies.
Naar boven
Pagina 328 van 736 pagina'sHet eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Overzicht van het
printerstuurprogramma
> Canon IJ-printerstuurprogramma > Tabblad Onderhoud
P410
Tabblad Onderhoud
Op het tabblad Onderhoud (Maintenance) kunt u onderhoudswerkzaamheden uitvoeren aan het
apparaat of de instellingen van het apparaat wijzigen.
Functies
De printkoppen reinigen
De papierinvoerrollen reinigen
De positie van de printkop uitlijnen
De spuitopeningen van de printkop controleren
De binnenkant van het apparaat reinigen
De te gebruiken inktpatroon instellen
De stroomvoorziening van het apparaat beheren
Verwante functies
Het geluidsvolume van het apparaat verlagen
De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen
Naar boven
Pagina 329 van 736 pagina's
Tabblad Onderhoud
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Overzicht van het
printerstuurprogramma
> Canon IJ-statusmonitor
P411
Canon IJ-statusmonitor
Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als
u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt.
De Canon IJ-statusmonitor is een toepassing die de status van de printer en de voortgang van het
afdrukken op het Windows-scherm weergeeft. U kunt aan de hand van de afbeeldingen, pictogrammen
en berichten zien wat de status van de printer is.
De Canon IJ-statusmonitor starten
De Canon IJ-statusmonitor wordt automatisch gestart wanneer gegevens naar de printer worden
gestuurd. De Canon IJ-statusmonitor wordt weergegeven als een knop op de taakbalk.
Klik op de knop van de statusmonitor die op de taakbalk wordt weergegeven. De Canon IJ-statusmonitor
verschijnt.
Opmerking
U kunt de Canon IJ-statusmonitor openen wanneer er niet wordt afgedrukt door het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
te openen en op Printerstatus weergeven...
(View Printer Status...) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) te klikken.
De informatie die op de Canon IJ-statusmonitor wordt weergegeven, kan afwijken naar gelang het
land of de regio waarin u het apparaat gebruikt.
Wanneer fouten optreden
De Canon IJ-statusmonitor wordt automatisch weergegeven wanneer er een fout optreedt (bijvoorbeeld
wanneer het papier op is of de inkt op raakt).
Voer in dergelijke gevallen de beschreven maatregelen uit.
Pagina 330 van 736 pagina'sCanon IJ-statusmonitor
Naar boven
Pagina 331 van 736 pagina'sCanon IJ-statusmonitor
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met andere toepassingen
>
Overzicht van het
printerstuurprogramma > Canon IJ-afdrukvoorbeeld
P412
Canon IJ-afdrukvoorbeeld
Canon IJ-afdrukvoorbeeld is een toepassing die de afdrukresultaten op het scherm laat zien, voordat er
daadwerkelijk wordt afgedrukt.
Hierbij worden de instellingen gebruikt die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven. Op deze
manier kunt u de indeling, de afdrukvolgorde en het aantal pagina's van een document controleren. U
kunt ook de instellingen voor het mediumtype wijzigen.
Als u eerst een afdrukvoorbeeld wilt zien, opent u het eigenschappenvenster van het
printerstuurprogramma , klikt u op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) of het tabblad Afdruk (Main) en
schakelt u het selectievakje Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) in.
Als u niet eerst een afdrukvoorbeeld wilt zien, schakelt u het selectievakje uit.
Belangrijk
Zie '
Het afdrukdocument bewerken of opnieuw afdrukken vanuit de afdrukgeschiedenis ' als u het
XPS-printerstuurprogramma gebruikt.
Verwant onderwerp
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken
Naar boven
Pagina 332 van 736 pagina'sCanon IJ-afdrukvoorbeeld
Uitgebreide Handleiding
> Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat
Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat
Kopiëren
Naar boven
Pagina 333 van 736 pagina'sAfdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat
> Kopiëren
Kopiëren
Kopieën maken
Kopieën verkleinen of vergroten
Handige kopieerfuncties gebruiken
Naar boven
Pagina 334 van 736 pagina'sKopiëren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat
>
Kopiëren
> Kopieën maken
U031
Kopieën maken
Raadpleeg Kopiëren
voor de basisprocedure voor kopiëren.
Kopieën verkleinen of vergroten
Handige kopieerfuncties gebruiken
Naar boven
Pagina 335 van 736 pagina'sKopieën maken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat
>
Kopiëren > Kopieën verkleinen of
vergroten
U033
Kopieën verkleinen of vergroten
Met de functie Passend op papierformaat kunt u het origineel automatisch vergroot of verkleind kopiëren,
zodat het op het geselecteerde paginaformaat past.
Opmerking
U kunt in de achterste lade wisselen tussen papierformaten A4 en Letter (8,5 x 11 inch), ongeacht
het formaat dat wordt aangegeven op het bedieningspaneel.
Overschakelen tussen het papierformaat A4 en Letter
1.
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
2.
Plaats normaal papier in de achterste lade.
3.
Plaats het origineel op de glasplaat.
4.
Druk meerdere malen op de knop
Papier (Paper)
om het papierformaat en het
mediumtype te selecteren op basis van het papier dat u in stap 2 hebt geplaatst.
Opmerking
Wanneer gewoon papier is geselecteerd als mediumtype, wordt het origineel met randen
gekopieerd. Wanneer fotopapier is geselecteerd als mediumtype, wordt het origineel
gekopieerd zonder randen zodat de pagina volledig wordt opgevuld.
5.
Druk op de knop
Passend op pag (Fit to Page)
.
Het lampje
Passend op pag (Fit to Page)
gaat branden.
Opmerking
Als u passend op pagina kopiëren wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op de knop
Passend
op pag (Fit to Page)
. Wanneer u drukt op de knop
Passend op pag (Fit to Page)
, gaat het
lampje
Passend op pag (Fit to Page)
uit en wordt de kopieerbewerking geannuleerd.
U kunt de knop
Passend op pag (Fit to Page)
alleen gebruiken in combinatie met de
kopieerfunctie.
6.
Geef het aantal kopieën op (maximaal 20).
1 tot 9 kopieën of 20 kopieën maken
Zorg dat het gewenste aantal wordt weergegeven in de LED-display. Telkens wanneer u op de knop
+ drukt, wordt het aantal op het LED-display met één verhoogd.
Wanneer het onderstaande wordt weergegeven op het LED-display, is het aantal exemplaren
ingesteld op 20. Druk nogmaals op de knop +
om terug te gaan naar 1.
10 tot 19 kopieën maken
1.
Druk herhaaldelijk op de knop
+ totdat het onderstaande wordt weergegeven op het LED-
display.
2.
Plaats niet meer dan het gewenste aantal te kopiëren vellen.
Pagina 336 van 736 pagina'sKopieën verkleinen of vergroten
Opmerking
Als u op de knop Stoppen/herstellen (Stop/Reset) drukt, wordt het aantal kopieën weer
ingesteld op 1.
7.
Druk op de knop
Kleur (Color)
als u in kleur wilt kopiëren of op de knop
Zwart
(Black)
als u in zwart-wit wilt kopiëren.
Het apparaat begint passend op het papierformaat te kopiëren.
Verwijder het origineel van de glasplaat wanneer het kopiëren is voltooid.
10 tot 19 kopieën maken
Er wordt een foutmelding weergegeven dat het papier op is wanneer al het geplaatste papier is
verbruikt. Druk op de knop
Stoppen/herstellen (Stop/Reset)
om de fout op te heffen.
Belangrijk
Open de documentklep niet en laat het origineel op de glasplaat liggen totdat het kopiëren is
voltooid.
Opmerking
Druk op de knop Stoppen/herstellen (Stop/Reset) om het kopiëren te annuleren.
De afdrukkwaliteit instellen op 'Snel' (snelheid heeft prioriteit)
U kunt de afdrukkwaliteit alleen instellen op 'Snel' (snelheid heeft prioriteit) wanneer gewoon papier
van A4- of Letter-formaat is geselecteerd als papierformaat en mediumtype.
1.
Druk in stap 7 op de knop
Kleur (Color)
of
Zwart (Black)
en houd deze ten minste twee
seconden ingedrukt.
Het LED-display knippert één keer.
2.
Laat de knop los.
Het apparaat begint met kopiëren.
Wanneer de afdrukkwaliteit is ingesteld op 'Snel' heeft de afdruksnelheid prioriteit boven kwaliteit.
Als u prioriteit wilt geven aan kwaliteit, houdt u de knop
Kleur (Color)
of
Zwart (Black)
minder dan
twee seconden ingedrukt om te kopiëren met de afdrukkwaliteit 'Standaard'.
Naar boven
Pagina 337 van 736 pagina'sKopieën verkleinen of vergroten
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat
>
Kopiëren > Handige kopieerfuncties
gebruiken
U036
Handige kopieerfuncties gebruiken
Overschakelen tussen het papierformaat A4 en Letter
In de achterste lade kunt u papier laden met het formaat A4 of Letter.
Overschakelen tussen het papierformaat A4 en Letter
Kopie zonder marges
U kunt afbeeldingen zo kopiëren dat deze de hele pagina vullen zonder marges.
Kopiëren zonder marges (Kopie zonder marges)
Naar boven
Pagina 338 van 736 pagina'sHandige kopieerfuncties gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat
>
Kopiëren
>
Handige kopieerfuncties
gebruiken
> Overschakelen tussen het papierformaat A4 en Letter
U097
Overschakelen tussen het papierformaat A4 en Letter
In de achterste lade kunt u papier laden met het formaat A4 of Letter.
Deze instelling komt van pas wanneer u gewoonlijk papier van Letter-formaat in de achterste lade
plaatst, ongeacht of op het bedieningspaneel papierformaat A4 wordt aangegeven of andersom.
1.
Druk herhaaldelijk op de knop
Onderhoud (Maintenance)
totdat het onderstaande
wordt weergegeven op het LED-display.
2.
Druk op de knop
Zwart (Black)
om A4 te selecteren of druk op de knop
Kleur
(Color)
om Letter te selecteren.
Opmerking
Wanneer u overschakelt naar het papierformaat A4 of Letter, plaatst u papier van het
geselecteerde formaat, ongeacht het formaat dat wordt aangegeven op het bedieningspaneel.
Wanneer het paginaformaat is ingesteld op A4 plaatst u gewoon papier A4 of fotopapier A4.
Wanneer het paginaformaat is ingesteld op Letter, plaatst u normaal papier of fotopapier van
Letter-formaat.
Deze instelling blijft behouden ook als het apparaat wordt uitgeschakeld.
Naar boven
Pagina 339 van 736 pagina'sOverschakelen tussen het papierformaat A4 en Letter
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat
>
Kopiëren
>
Handige kopieerfuncties
gebruiken > Kopiëren zonder marges (Kopie zonder marges)
U039
Kopiëren zonder marges (Kopie zonder marges)
U kunt afbeeldingen zo op fotopapier kopiëren dat deze de hele pagina vullen zonder marges.
1.
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
2.
Plaats fotopapier in de achterste lade.
3.
Druk op de knop
Papier (Paper)
om het papierformaat te selecteren.
Selecteer het papierformaat op basis van het papier dat in de achterste lade is geplaatst.
Opmerking
In de achterste lade kunt u papier laden met het formaat A4 of Letter.
Overschakelen tussen het papierformaat A4 en Letter
Wanneer het papierformaat voor normaal papier is geselecteerd, kunt u niet kopiëren zonder
marges.
4.
Druk op de knop
Passend op pag (Fit to Page)
.
Het lampje
Passend op pag (Fit to Page)
gaat branden.
Opmerking
Druk nogmaals op de knop
Passend op pag (Fit to Page)
om kopiëren zonder marges te
annuleren. Wanneer u drukt op de knop
Passend op pag (Fit to Page)
, gaat het lampje
Passend op pag (Fit to Page)
uit en wordt afdrukken zonder marges geannuleerd.
U kunt de knop
Passend op pag (Fit to Page)
alleen gebruiken in combinatie met de
kopieerfunctie.
5.
Geef het aantal kopieën op (maximaal 20).
1 tot 9 kopieën of 20 kopieën maken
Zorg dat het gewenste aantal wordt weergegeven in de LED-display. Telkens wanneer u op de knop
+ drukt, wordt het aantal op het LED-display met één verhoogd.
Wanneer het onderstaande wordt weergegeven op het LED-display, is het aantal exemplaren
ingesteld op 20. Druk nogmaals op de knop +
om terug te gaan naar 1.
10 tot 19 kopieën maken
1.
Druk herhaaldelijk op de knop
+ totdat het onderstaande wordt weergegeven op het LED-
display.
2.
Plaats niet meer dan het gewenste aantal te kopiëren vellen.
Pagina 340 van 736 pagina'sKopiëren zonder marges (Kopie zonder marges)
Opmerking
Als u op de knop Stoppen/herstellen (Stop/Reset) drukt, wordt het aantal kopieën weer
ingesteld op 1.
6.
Druk op de knop
Kleur (Color)
als u in kleur wilt kopiëren of op de knop
Zwart
(Black)
als u in zwart-wit wilt kopiëren.
Het apparaat begint met kopiëren zonder marges.
Verwijder het origineel van de glasplaat wanneer het kopiëren is voltooid.
10 tot 19 kopieën maken
Er wordt een foutmelding weergegeven dat het papier op is wanneer al het geplaatste papier is
verbruikt. Druk op de knop
Stoppen/herstellen (Stop/Reset)
om de fout op te heffen.
Belangrijk
Open de documentklep niet en laat het origineel op de glasplaat liggen totdat het kopiëren is
voltooid.
Opmerking
De afbeelding kan aan de randen enigszins worden afgekapt omdat de gekopieerde afbeelding
wordt vergroot om de hele pagina te vullen.
Druk op de knop Stoppen/herstellen (Stop/Reset) om het kopiëren te annuleren.
Naar boven
Pagina 341 van 736 pagina'sKopiëren zonder marges (Kopie zonder marges)
Uitgebreide Handleiding
> Scannen
Scannen
Afbeeldingen scannen
Scannen met het bedieningspaneel van het apparaat
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
Scannen met andere toepassingssoftware
Andere scanmethoden
Naar boven
Pagina 342 van 736 pagina'sScannen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
> Afbeeldingen scannen
Afbeeldingen scannen
Afbeeldingen scannen
Voordat u gaat scannen
Documenten plaatsen
Naar boven
Pagina 343 van 736 pagina'sAfbeeldingen scannen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Afbeeldingen scannen
> Afbeeldingen scannen
U046
Afbeeldingen scannen
U kunt afbeeldingen vanaf het apparaat scannen en gemakkelijk op een computer opslaan.
Daarnaast kunt u afbeeldingen met geavanceerde instellingen scannen vanaf een computer met behulp
van toepassingssoftware.
Selecteer de gewenste scanmethode.
Gescande gegevens naar de computer sturen met het bedieningspaneel van het apparaat
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
Scannen met andere toepassingssoftware
Naar boven
Pagina 344 van 736 pagina'sAfbeeldingen scannen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Afbeeldingen scannen
> Voordat u gaat scannen
U047
Voordat u gaat scannen
Zorg dat het origineel dat u wilt scannen voldoet aan de vereisten voor originelen die op de glasplaat
worden geplaatst.
Raadpleeg Documenten plaatsen
voor de eisen en aanwijzingen voor het plaatsen van originelen op de
glazen plaat.
Naar boven
Pagina 345 van 736 pagina'sVoordat u gaat scannen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Afbeeldingen scannen
> Documenten plaatsen
S005
Documenten plaatsen
Informatie over het plaatsen van documenten op de plaat van het apparaat. Plaats de documenten juist
op de plaat, afhankelijk van het type document dat u wilt scannen. Anders worden de documenten
mogelijk niet juist gescand.
Belangrijk
Leg geen voorwerpen op de documentklep. Deze kunnen in het apparaat vallen als de
documentklep wordt geopend. Het apparaat kan hierdoor beschadigd raken.
Zorg dat de documentklep tijdens het scannen is gesloten.
Documenten plaatsen
Plaats de documenten zoals hieronder beschreven om te zorgen dat het apparaat het documenttype en -
formaat automatisch detecteert.
Belangrijk
Wanneer u scant terwijl u het documentformaat hebt opgegeven in MP Navigator EX of ScanGear
(scannerstuurprogramma), lijnt u een bovenhoek van het document uit met de hoek met de pijl
(positiemarkering) op de glasplaat.
Foto's die in verschillende vormen zijn uitgesneden en documenten die kleiner zijn dan 3 vierkante
cm / 1,18 vierkante inch kunnen niet precies worden uitgesneden tijdens het scannen.
Reflecterende disclabels worden mogelijk niet correct gescand.
Voor foto's, ansichtkaarten, visitekaartjes of
bd's/dvd's/cd's
Voor tijdschriften, kranten of tekstdocumenten
Eén document plaatsen
Plaats het document met de te scannen zijde naar
beneden op de glasplaat, waarbij u 1 cm / 0,39
inch of meer ruimte vrij laat tussen de randen
(schuin gestreept gebied) van de glasplaat en van
het document. Delen die op het diagonaal
gestreepte gebied zijn geplaatst kunnen niet
worden gescand.
Plaats het document met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat en lijn een bovenhoek
van het document uit met de hoek bij de pijl
(positiemakering) op de glasplaat. Delen die op
het diagonaal gestreepte gebied zijn geplaatst
kunnen niet worden gescand.
Belangrijk
Pagina 346 van 736 pagina'sDocumenten plaatsen
Belangrijk
Grote documenten (zoals foto's op A4-
formaat) die alleen tegen de randen/pijl
(positiemarkering) van de plaat kunnen
worden geplaatst, worden mogelijk
opgeslagen als PDF-bestanden. Als u
bestanden in een ander formaat dan PDF
wilt opslaan, scant u door het
bestandsformaat op te geven.
Meerdere documenten plaatsen
Houd een ruimte vrij van 1 cm / 0,39 inch of meer
tussen de rand (schuin gestreept gebied) van de
glasplaat en het document en tussen de
documenten. Delen die op het diagonaal
gestreepte gebied zijn geplaatst kunnen niet
worden gescand.
meer dan 1 cm / 0,39 inch
Opmerking
U kunt maximaal 12 documenten plaatsen.
Als u documenten iets scheef plaatst (10
graden of minder), wordt de positie
automatisch gecorrigeerd.
Het gedeelte binnen 1 mm / 0,039 inch vanaf
de positiemarkering kan niet worden
gescand.
1 mm / 0,039 inch
Naar boven
Pagina 347 van 736 pagina'sDocumenten plaatsen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
> Scannen met het bedieningspaneel van het apparaat
Scannen met het bedieningspaneel van het apparaat
Gescande gegevens naar de computer sturen met het bedieningspaneel van het apparaat
Bijlage: Diverse scaninstellingen
Naar boven
Pagina 348 van 736 pagina'sScannen met het bedieningspaneel van het apparaat
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met het bedieningspaneel van het apparaat
> Gescande gegevens naar
de computer sturen met het bedieningspaneel van het apparaat
U051
Gescande gegevens naar de computer sturen met het
bedieningspaneel van het apparaat
U kunt gescande gegevens naar de computer sturen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat.
Het apparaat detecteert automatisch het type origineel dat op de glasplaat is geplaatst en de afbeelding
wordt met een geoptimaliseerd formaat en resolutie naar de computer verzonden.
Belangrijk
Plaats originelen op de juiste manier, in overeenstemming met het type. Als u dit niet doet, is het
mogelijk dat bepaalde originelen niet goed worden gescand.
Raadpleeg Documenten plaatsen
voor aanwijzingen voor het plaatsen van originelen op de glazen
plaat.
De volgende items kunnen worden gescand.
Foto's, briefkaarten, visitekaartjes, tijdschriften, kranten, tekstdocumenten en BD's/cd's/dvd's
De volgende items kunnen niet goed worden gescand.
Foto's op A4-formaat
Documenten kleiner dan 127 x 178 mm (5 x 7 inch), zoals pagina's van een pocket waarvan de
rug is afgesneden
Originelen die zijn afgedrukt op dun wit papier
Lange, smalle originelen, zoals panoramafoto's
Controleer het volgende voordat u gescande gegevens naar de computer verstuurt:
De vereiste toepassingen (MP Drivers en MP Navigator EX) zijn
geïnstalleerd.
Als de toepassingen (MP Drivers en MP Navigator EX) nog niet zijn geïnstalleerd, plaatst u de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM) in het schijfstation van de computer. Voer vervolgens een
Aangepaste installatie (Custom Install) uit en selecteer MP Drivers en MP Navigator EX om deze te
installeren.
Het apparaat is correct aangesloten op een computer.
Controleer of het apparaat correct is aangesloten op de computer.
Verwijder of plaats de USB-kabel niet terwijl u afbeeldingen scant met het apparaat of wanneer de
computer in de slaapstand of stand-by staat.
De bestemming en de bestandsnaam zijn opgegeven in MP Navigator
EX.
U kunt de bestemming en de bestandsnaam opgeven in MP Navigator EX. Raadpleeg
Tabblad
Instellingen scannerknop (Scanner Button Settings) (Opslaan op pc)
voor meer informatie over de
eerste instellingen en het selecteren van instellingen.
Opmerking
Wanneer u scant met het bedieningspaneel van het apparaat, wordt het documenttype
automatisch gedetecteerd en worden de instellingen voor documentformaat en resolutie
automatisch aangepast.
1.
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
2.
Plaats het origineel op de glasplaat.
Pagina 349 van 736 pagina'sGescande gegevens naar de computer sturen met het bedieningspaneel...
Opmerking
Raadpleeg Documenten plaatsen
voor aanwijzingen voor het plaatsen van originelen op de
glazen plaat.
3.
Druk op de knop
SCANNEN (SCAN)
.
Het scannen wordt gestart en de afbeeldingen worden doorgestuurd naar de computer op basis
van de instellingen die zijn opgegeven in MP Navigator EX.
Verwijder de originelen van de glasplaat nadat het scannen is voltooid.
4.
MP Navigator EX 4.0 opgeven
Als u Windows 7 of Windows Vista gebruikt:
Het programmakeuzescherm kan worden weergegeven wanneer u op de knop
SCANNEN (SCAN)
drukt. Selecteer in dit geval de optie MP Navigator EX Ver4.0 en klik op OK.
U kunt MP Navigator EX zo instellen dat de toepassing telkens wordt geopend wanneer u op de
knop
SCANNEN (SCAN)
drukt. Raadpleeg Voor Windows-gebruikers voor meer informatie.
Als u Windows XP gebruikt:
Het programmakeuzescherm kan worden weergegeven wanneer u voor het eerst op de knop
SCANNEN (SCAN)
drukt. Selecteer in dit geval de optie MP Navigator EX Ver4.0 als het programma
dat u wilt gebruiken en schakel het selectievakje Voor deze actie altijd dit programma gebruiken
(Always use this program for this action) in. Klik vervolgens op OK. Voortaan wordt MP Navigator EX
automatisch gestart.
Belangrijk
De positie of het formaat van de afbeelding wordt niet goed gescand, afhankelijk van het
origineel. Raadpleeg in dat geval
Foto's en documenten scannen
om de instellingen voor
Documenttype (Document Type) en Documentformaat (Document Size) van MP Navigator EX te
wijzigen, zodat deze overeenkomen met het origineel en scan dit met MP Navigator EX.
Als u originelen wilt scannen met geavanceerde instellingen of als u de gescande
afbeeldingen wilt bewerken of afdrukken:
Als u originelen scant vanaf een computer met MP Navigator EX, kunt u de gescande afbeeldingen
in MP Navigator EX bewerken. U kunt de afbeeldingen bijvoorbeeld optimaliseren of bijsnijden..
Daarnaast kunt u de gescande afbeeldingen bewerken of afdrukken met de meegeleverde
toepassingssoftware.
We gaan scannen
Opmerking
U kunt een WIA-compatibele toepassing en het Configuratiescherm (alleen Windows XP)
gebruiken om originelen te scannen met dit apparaat.
Raadpleeg Andere scanmethoden
voor meer informatie.
Raadpleeg Bestanden bewerken
als u een gescand document wilt converteren naar tekst.
Naar boven
Pagina 350 van 736 pagina'sGescande gegevens naar de computer sturen met het bedieningspaneel...
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met het bedieningspaneel van het apparaat
> Bijlage: Diverse
scaninstellingen
S010
Bijlage: Diverse scaninstellingen
Opgeven hoe gereageerd moet worden bij gebruik van het bedieningspaneel om te scannen
Opgeven hoe gereageerd moet worden op opdrachten van het bedieningspaneel met gebruik van
MP Navigator EX
Naar boven
Pagina 351 van 736 pagina'sBijlage: Diverse scaninstellingen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met het bedieningspaneel van het apparaat
> Bijlage: Diverse
scaninstellingen > Opgeven hoe gereageerd moet worden op opdrachten van het bedieningspaneel met gebruik van MP
Navigator EX
S007
Opgeven hoe gereageerd moet worden op opdrachten van het
bedieningspaneel met gebruik van MP Navigator EX
Met MP Navigator EX kunt u opgeven welke reactie moet volgen wanneer u scant via het
bedieningspaneel van het apparaat.
1.
Start MP Navigator EX.
MP Navigator EX starten
2.
Klik op Voorkeuren (Preferences).
Het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wordt geopend.
Opmerking
Het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) kan ook worden geopend door op Voorkeuren
(Preferences) te klikken in het scherm van de modus Eenmaal klikken.
3.
Geef op het tabblad Instellingen scannerknop (Scanner Button Settings) de optie
Acties (Actions) op.
Pagina 352 van 736 pagina'sOpgeven hoe gereageerd moet worden op opdrachten van het bedienin...
Opmerking
Zie de onderstaande onderwerpen voor meer informatie.
Tabblad Instellingen scannerknop (Scanner Button Settings) (Opslaan op pc)
4.
Klik op OK.
Wanneer u scant via het bedieningspaneel van het apparaat, wordt de bewerking volgens de
instellingen uitgevoerd.
Naar boven
Pagina 353 van 736 pagina'sOpgeven hoe gereageerd moet worden op opdrachten van het bedienin...
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
> Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
Wat is MP Navigator EX (meegeleverde scannersoftware)?
We gaan scannen
Handige functies van MP Navigator EX
Afbeeldingen in MP Navigator EX gebruiken
Schermen van MP Navigator EX
Bijlage: Andere bestanden openen dan gescande afbeeldingen
Naar boven
Pagina 354 van 736 pagina'sScannen met de meegeleverde toepassingssoftware
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Wat is MP Navigator EX
(meegeleverde scannersoftware)?
S101
Wat is MP Navigator EX (meegeleverde scannersoftware)?
MP Navigator EX is een toepassing waarmee u op eenvoudige wijze foto's en documenten kunt
scannen. De toepassing is ook geschikt voor beginners.
Belangrijk
MP Navigator EX kan wellicht niet worden gestart met het bedieningspaneel van het apparaat. Start
in dit geval de computer opnieuw op.
Gebruik de standaardlettergrootte van het besturingssysteem. Als u een andere lettergrootte instelt,
worden softwareschermen mogelijk niet correct weergegeven.
De mogelijkheden van deze software
Met deze software kunt u meerdere documenten tegelijk scannen of afbeeldingen scannen die groter
zijn dan de glasplaat. U kunt gescande afbeeldingen ook opslaan, toevoegen aan een e-mail of
afdrukken met de meegeleverde toepassingen.
Schermen
MP Navigator EX heeft twee soorten hoofdmenu's: het scherm voor de navigatiemodus en het scherm
voor de modus Eenmaal klikken.
Scherm voor navigatiemodus
U kunt verschillende taken starten vanaf het scherm voor de navigatiemodus, waaronder eenvoudig
scannen, scannen met ScanGear (scannerstuurprogramma) en afbeeldingen verbeteren/corrigeren.
Scherm voor modus Eenmaal klikken
U kunt in één handeling scannen, opslaan enzovoort door op het bijbehorende pictogram in het scherm
voor de modus Eenmaal klikken te klikken.
Pagina 355 van 736 pagina'sWat is MP Navigator EX (meegeleverde scannersoftware)?
Venster Scan/Import. (Scan/Import)
Gebruik het venster Scan/Import. (Scan/Import) om foto's en documenten te scannen.
Venster Toon & gebruik (View & Use)
In het venster Toon & gebruik (View & Use) kunt u bepalen wat u wilt doen met de gescande
afbeeldingen.
Opmerking
Raadpleeg '
Bestandsindelingen
' voor de gegevensindelingen (extensies) die worden ondersteund
door MP Navigator EX.
Naar boven
Pagina 356 van 736 pagina'sWat is MP Navigator EX (meegeleverde scannersoftware)?
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> We gaan scannen
S100
We gaan scannen
Scannen met behulp van MP Navigator EX
MP Navigator EX starten
MP Navigator EX starten
Scannen met eenvoudige bediening
Eenvoudig scannen met Automatische scan
Documenten, foto's, tijdschriften enzovoort, scannen vanaf de plaat
Foto's en documenten scannen
Twee of meer foto's (kleine documenten) tegelijk scannen
Meerdere documenten tegelijk scannen
Afbeeldingen scannen die groter zijn dan de glasplaat
Afbeeldingen scannen die groter zijn dan de glasplaat (Assistent voor samenvoegen)
Eenvoudig scannen naar behoefte (scannen en opslaan, als bijlage aan e-mail toevoegen,
enzovoort)
Eenvoudig scannen met eenmaal klikken
Naar boven
Pagina 357 van 736 pagina'sWe gaan scannen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
>
We gaan scannen
> MP
Navigator EX starten
S111
MP Navigator EX starten
MP Navigator EX starten
1.
Klik op het menu Start en vervolgens op Alle programma's (All Programs) > Canon
Utilities > MP Navigator EX 4.0 > MP Navigator EX 4.0.
MP Navigator EX wordt gestart.
Modus Eenmaal klikken starten
1.
Klik op (Modus wisselen) in de linkerbenedenhoek van het scherm.
Het scherm voor de modus Eenmaal klikken wordt weergegeven.
Pagina 358 van 736 pagina'sMP Navigator EX starten
Opmerking
Schakel het selectievakje Dit venster bij het opstarten weergeven (Show this window at startup)
in het scherm Navigatiemodus in als u de Navigatiemodus altijd wilt openen bij het opstarten.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, wordt het laatstgebruikte scherm geopend bij het
opstarten.
Naar boven
Pagina 359 van 736 pagina'sMP Navigator EX starten
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
>
We gaan scannen
>
Eenvoudig scannen met Automatische scan
S108
Eenvoudig scannen met Automatische scan
Documenten eenvoudig scannen door automatisch het documenttype te detecteren.
Belangrijk
De ondersteunde documenttypen zijn foto's, ansichtkaarten, visitekaartjes, tijdschriften,
tekstdocumenten en BD's/dvd's/cd's. Als u andere documenten wilt scannen, geeft u het
documenttype op.
Foto's en documenten scannen
1.
Plaats het document op de glasplaat.
Documenten plaatsen
2.
Start MP Navigator EX en open het venster voor de navigatiemodus.
MP Navigator EX starten
3.
Klik in Scan/Import. (Scan/Import) op Automatische scan (Auto Scan).
4.
Klik desgewenst op Opgeven... (Specify...).
Stel de voorkeuren in als u geschikte correcties wilt toepassen op basis van het documenttype.
Als u klaar bent met het opgeven van de instellingen, klikt u op OK.
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (Automatische scan)
5.
Klik op Scannen (Scan).
Pagina 360 van 736 pagina'sEenvoudig scannen met Automatische scan
Er wordt een bericht weergegeven over het plaatsen van documenten. Klik op Handleiding openen
(Open Manual) om deze handleiding te openen (als deze is geïnstalleerd).
Klik op OK om een scan te maken.
Opmerking
Klik op Annuleren (Cancel) om de scan te annuleren.
Wanneer het scannen is voltooid, wordt het dialoogvenster Scannen voltooid (Scan Complete)
geopend. Selecteer Scannen (Scan) of Afsluiten (Exit). Selecteer Scannen (Scan) om het volgende
document te scannen of selecteer Afsluiten (Exit) om te eindigen.
De gescande afbeeldingen worden weergegeven in het venster met miniaturen.
6.
Bewerk desgewenst de gescande afbeeldingen.
Gebruik de hulpmiddelen voor bijwerken om afbeeldingen te draaien, een deel van een afbeelding
te selecteren enzovoort.
Raadpleeg de bewerkingshulpmiddelen in '
Scherm Automatische scan (Auto Scan) (venster Scan/
Import. (Scan/Import))' voor meer informatie.
Opmerking
Selecteer eerst de afbeeldingen die u wilt bewerken. (Geselecteerde afbeeldingen worden in
een oranje kader geplaatst.) U kunt de muis verslepen of Shift + pijltoetsen gebruiken om
Pagina 361 van 736 pagina'sEenvoudig scannen met Automatische scan
meerdere afbeeldingen te selecteren. U kunt de afbeeldingen ook selecteren door ze te slepen
en neer te zetten in het gebied voor geselecteerde afbeeldingen.
7.
Sla de gescande afbeeldingen op.
Opslaan
Opslaan als PDF-bestanden
Naar boven
Pagina 362 van 736 pagina'sEenvoudig scannen met Automatische scan
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
>
We gaan scannen
> Foto's
en documenten scannen
S102
Foto's en documenten scannen
Foto's en documenten scannen die op de glasplaat zijn gelegd.
1.
Plaats het document op de glasplaat.
Documenten plaatsen
2.
Start MP Navigator EX en open het venster voor de navigatiemodus.
MP Navigator EX starten
3.
Klik in Scan/Import. (Scan/Import) op Foto's/documenten (plaat) (Photos/
Documents (Platen)).
4.
Selecteer bij Documenttype (Document Type) het type document dat u wilt
scannen.
Pagina 363 van 736 pagina'sFoto's en documenten scannen
Opmerking
Als u Tijdschrift (kleur) (Magazine(Color)) selecteert, wordt de functie voor moiré-reductie
geactiveerd en duurt het scannen langer dan normaal. U kunt de functie voor moiré-reductie
uitschakelen door het selectievakje Moiré-reductie (Descreen) in het dialoogvenster Scan-
instellingen (Scan Settings) uit te schakelen.
Selecteer Tekst (OCR) (Text(OCR)) om de tekst uit de afbeelding te halen en te converteren
naar tekst die u kunt bewerken met MP Navigator EX.
In kleur scannen in niet beschikbaar voor Tekst (OCR) (Text(OCR)). Als u in kleur wilt scannen,
opent u het dialoogvenster OCR in het scherm voor modus Eenmaal klikken en scant u met
Kleurenmodus (Color Mode) ingesteld op Kleur (Color).
5.
Klik op Opgeven... (Specify...) om het gewenste documentformaat en de gewenste
scanresolutie in te stellen.
Als u klaar bent met het opgeven van de instellingen, klikt u op OK.
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (foto's/documenten)
Belangrijk
Lijn bij het scannen van een groot document (zoals een foto op A4-formaat) de hoek van het
document uit met de hoek bij de pijl (positiemarkering) van de glasplaat en geef de
documentgrootte op in het dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings).
6.
Klik op Scannen (Scan).
Pagina 364 van 736 pagina'sFoto's en documenten scannen
Start met scannen.
Opmerking
Klik op Annuleren (Cancel) om de scan te annuleren.
Wanneer het scannen is voltooid, wordt het dialoogvenster Scannen voltooid (Scan Complete)
geopend. Selecteer Scannen (Scan) of Afsluiten (Exit). Selecteer Scannen (Scan) om het volgende
document te scannen of selecteer Afsluiten (Exit) om te eindigen.
De gescande afbeeldingen worden weergegeven in het venster met miniaturen.
7.
Bewerk desgewenst de gescande afbeeldingen.
Gebruik de hulpmiddelen voor bijwerken om afbeeldingen te draaien, een deel van een afbeelding
te selecteren enzovoort.
Raadpleeg de informatie over de bewerkingshulpmiddelen in het '
Scherm Foto's/documenten
(plaat) (Photos/Documents (Platen)) (Venster Scan/Import. (Scan/Import)) ' voor meer informatie.
Opmerking
Selecteer eerst de afbeeldingen die u wilt bewerken. (Geselecteerde afbeeldingen worden in
een oranje kader geplaatst.) U kunt de muis verslepen of Shift + pijltoetsen gebruiken om
meerdere afbeeldingen te selecteren. U kunt de afbeeldingen ook selecteren door ze te slepen
en neer te zetten in het gebied voor geselecteerde afbeeldingen.
Pagina 365 van 736 pagina'sFoto's en documenten scannen
8.
Sla de gescande afbeeldingen op.
Opslaan
Opslaan als PDF-bestanden
Naar boven
Pagina 366 van 736 pagina'sFoto's en documenten scannen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
>
We gaan scannen
>
Meerdere documenten tegelijk scannen
S105
Meerdere documenten tegelijk scannen
U kunt twee of meer foto's (kleine documenten) tegelijk scannen door Documentformaat (Document
Size) in te stellen op Autom. detecteren (meer documenten) (Auto Detect (Multiple Documents)) in het
dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) van MP Navigator EX.
Belangrijk
De volgende typen documenten worden mogelijk niet goed bijgesneden. Start in dat geval
ScanGear (scannerstuurprogramma), pas de bijsnijdkaders (scangebieden) aan in de volledige
afbeeldingsweergave en voer de scan opnieuw uit.
- Foto's die een witte (lichte) rand hebben
- Documenten die op wit papier zijn afgedrukt, handgeschreven tekst, visitekaartjes enzovoort
- Dunne documenten
- Dikke documenten
Meerdere documenten scannen in de volledige afbeeldingsweergave
1.
Plaats het document op de glasplaat.
Documenten plaatsen
2.
Start MP Navigator EX en open het venster voor de navigatiemodus.
MP Navigator EX starten
3.
Klik in Scan/Import. (Scan/Import) op Foto's/documenten (plaat) (Photos/
Documents (Platen)).
4.
Selecteer bij Documenttype (Document Type) het type document dat u wilt
scannen.
Pagina 367 van 736 pagina'sMeerdere documenten tegelijk scannen
5.
Klik op Opgeven... (Specify...).
Selecteer Autom. detecteren (meer documenten) (Auto Detect (Multiple Documents)) voor
Documentformaat (Document Size).
Als u klaar bent met het opgeven van de instellingen, klikt u op OK.
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (foto's/documenten)
6.
Klik op Scannen (Scan).
Pagina 368 van 736 pagina'sMeerdere documenten tegelijk scannen
Er worden meerdere documenten tegelijk gescand.
Opmerking
Klik op Annuleren (Cancel) om de scan te annuleren.
Wanneer het scannen is voltooid, wordt het dialoogvenster Scannen voltooid (Scan Complete)
geopend. Selecteer Scannen (Scan) of Afsluiten (Exit). Selecteer Scannen (Scan) om het volgende
document te scannen of selecteer Afsluiten (Exit) om te eindigen.
De gescande afbeeldingen worden weergegeven in het venster met miniaturen.
7.
Bewerk desgewenst de gescande afbeeldingen.
Gebruik de hulpmiddelen voor bijwerken om afbeeldingen te draaien, een deel van een afbeelding
te selecteren enzovoort.
Raadpleeg de informatie over de bewerkingshulpmiddelen in het '
Scherm Foto's/documenten
(plaat) (Photos/Documents (Platen)) (Venster Scan/Import. (Scan/Import)) ' voor meer informatie.
Opmerking
Selecteer eerst de afbeeldingen die u wilt bewerken. (Geselecteerde afbeeldingen worden in
een oranje kader geplaatst.) U kunt de muis verslepen of Shift + pijltoetsen gebruiken om
meerdere afbeeldingen te selecteren. U kunt de afbeeldingen ook selecteren door ze te slepen
en neer te zetten in het gebied voor geselecteerde afbeeldingen.
Pagina 369 van 736 pagina'sMeerdere documenten tegelijk scannen
8.
Sla de gescande afbeeldingen op.
Opslaan
Opslaan als PDF-bestanden
Opmerking
Als u de afbeeldingen wilt bekijken voordat u gaat scannen, gebruikt u ScanGear.
Meerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurprogramma)
Naar boven
Pagina 370 van 736 pagina'sMeerdere documenten tegelijk scannen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
>
We gaan scannen
>
Afbeeldingen scannen die groter zijn dan de glasplaat (Assistent voor samenvoegen)
S106
Afbeeldingen scannen die groter zijn dan de glasplaat
(Assistent voor samenvoegen)
U kunt met de Assistent voor samenvoegen de linker- en rechterhelft van een groot document
afzonderlijk scannen en deze tot één afbeelding samenvoegen. U kunt documenten scannen die
maximaal twee keer zo groot zijn als de glasplaat.
1.
Start MP Navigator EX en open het venster voor de navigatiemodus.
MP Navigator EX starten
Opmerking
U kunt in één handeling scannen, opslaan enzovoort door op het bijbehorende pictogram in
het scherm voor de modus Eenmaal klikken te klikken. De Assistent voor samenvoegen is ook
beschikbaar in het scherm voor de modus Eenmaal klikken, door het documentformaat te
wijzigen. Klik op het bijbehorende pictogram en selecteer de Assistent voor samenvoegen voor
Documentformaat (Document Size). Ga vervolgens verder met stap 5.
2.
Klik in Scan/Import. (Scan/Import) op Foto's/documenten (plaat) (Photos/
Documents (Platen)).
3.
Selecteer bij Documenttype (Document Type) het type document dat u wilt
scannen.
Pagina 371 van 736 pagina'sAfbeeldingen scannen die groter zijn dan de glasplaat (Assistent voor sa...
4.
Klik op Opgeven... (Specify...).
Selecteer Assistent voor samenvoegen bij Documentformaat (Document Size) en geef de gewenste
scanresolutie op.
Als u klaar bent met het opgeven van de instellingen, klikt u op OK.
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (foto's/documenten)
5.
Klik op Scannen (Scan).
Pagina 372 van 736 pagina'sAfbeeldingen scannen die groter zijn dan de glasplaat (Assistent voor sa...
Het venster Assistent voor samenvoegen (Stitch-assist) wordt geopend.
6.
Plaats de linkerhelft van het document met de bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat.
7.
Klik op Scannen (Scan).
De linkerhelft van het document wordt gescand en weergegeven in het dialoogvenster Assistent
voor samenvoegen (Stitch-assist).
Opmerking
Klik op Annuleren (Cancel) om de scan te annuleren.
Pagina 373 van 736 pagina'sAfbeeldingen scannen die groter zijn dan de glasplaat (Assistent voor sa...
8.
Plaats de rechterhelft van het document met de bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat.
9.
Klik op Scannen (Scan).
De rechterhelft van het document wordt gescand.
Opmerking
Klik op Annuleren (Cancel) om de scan te annuleren.
10.
Pas de gescande afbeelding desgewenst aan.
Gebruik de pictogrammen om de linker- en rechterhelft te wisselen, de afbeelding 180 graden te
draaien of de afbeelding te vergroten of verkleinen.
(Links en rechts wisselen)
De linker- en rechterhelft worden omgewisseld.
Belangrijk
Deze functie is niet beschikbaar tijdens het vergroten/verkleinen van de afbeelding.
180° roteren (Rotate 180°)
Pagina 374 van 736 pagina'sAfbeeldingen scannen die groter zijn dan de glasplaat (Assistent voor sa...
Hiermee word de rechter helft van de afbeelding 180 graden gedraaid.
Belangrijk
Deze functie is niet beschikbaar tijdens het vergroten/verkleinen van de afbeelding.
(Vergroten)
De weergegeven afbeelding wordt vergroot.
(Verkleinen)
De weergegeven afbeelding wordt verkleind.
(Volledig scherm)
Hiermee geeft u de hele afbeelding weer.
Opmerking
Vergroten/verkleinen heeft geen gevolgen voor het daadwerkelijke formaat van de gescande
afbeelding.
Als het document ondersteboven wordt gescand, wordt de afbeelding in het dialoogvenster
Assistent voor samenvoegen (Stitch-assist) ook ondersteboven weergegeven. Klik op 180°
roteren (Rotate 180°) om de afbeelding naar de juiste positie te draaien.
U kunt de rechterhelft van de afbeelding van rechts naar links of omhoog/omlaag slepen om
de positie aan te passen.
Als de linker- en rechterhelft niet overeenkomen omdat een document scheef ligt, plaatst u het
document correct en klikt u op Terug (Back) en scant u opnieuw.
11.
Klik op Volgende (Next).
12.
Sleep met de muis om het gebied dat moet worden opgeslagen te selecteren en klik
op OK.
De gecombineerde afbeelding wordt gemaakt.
Wanneer het scannen is voltooid, wordt het dialoogvenster Scannen voltooid (Scan Complete)
geopend. Selecteer Scannen (Scan) of Afsluiten (Exit). Selecteer Scannen (Scan) om het volgende
document te scannen of selecteer Afsluiten (Exit) om te eindigen.
De gescande afbeeldingen worden weergegeven in het venster met miniaturen.
Pagina 375 van 736 pagina'sAfbeeldingen scannen die groter zijn dan de glasplaat (Assistent voor sa...
13.
Sla de gescande afbeeldingen op.
Opslaan
Opslaan als PDF-bestanden
Naar boven
Pagina 376 van 736 pagina'sAfbeeldingen scannen die groter zijn dan de glasplaat (Assistent voor sa...
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
>
We gaan scannen
>
Eenvoudig scannen met eenmaal klikken
S104
Eenvoudig scannen met eenmaal klikken
U kunt in één handeling scannen, opslaan enzovoort door op het bijbehorende pictogram te klikken.
1.
Plaats het document op de glasplaat.
Documenten plaatsen
2.
Start MP Navigator EX.
MP Navigator EX starten
Het scherm voor de navigatiemodus of de modus voor eenmaal klikken van MP Navigator EX wordt
geopend.
Scherm voor navigatiemodus
Scherm voor modus Eenmaal klikken
Opmerking
Als het scherm voor de modus Eenmaal klikken is geopend, gaat u door naar stap 4.
3.
Klik op Eenmaal klikken (One-click).
Pagina 377 van 736 pagina'sEenvoudig scannen met eenmaal klikken
4.
Klik op het bijbehorende pictogram.
Tabblad Aangepaste scan met eenmaal klikken (Custom Scan with One-click)
Scherm voor modus Eenmaal klikken
5.
Selecteer bij Documenttype (Document Type) het type document dat u wilt
scannen.
6.
Stel het gewenste documentformaat en de gewenste scanresolutie in.
7.
Start het scannen.
Start met scannen.
Opmerking
Klik op Annuleren (Cancel) om de scan te annuleren.
Naar boven
Pagina 378 van 736 pagina'sEenvoudig scannen met eenmaal klikken
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Handige functies van MP
Navigator EX
S400
Handige functies van MP Navigator EX
Met MP Navigator EX kunt u gescande afbeeldingen op een mooie manier corrigeren/verbeteren en
opgeslagen afbeeldingen snel vinden.
Afbeeldingen automatisch corrigeren/verbeteren
Afbeeldingen automatisch corrigeren/verbeteren
Afbeeldingen handmatig corrigeren/verbeteren
Afbeeldingen handmatig corrigeren/verbeteren
Kleurkenmerken zoals helderheid en contrast aanpassen
Afbeeldingen aanpassen
Zoeken naar verloren afbeeldingen
Afbeeldingen zoeken
Afbeeldingen classificeren en sorteren
Afbeeldingen classificeren in categorieën
Naar boven
Pagina 379 van 736 pagina'sHandige functies van MP Navigator EX
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Handige functies van MP
Navigator EX
> Afbeeldingen automatisch corrigeren/verbeteren
S401
Afbeeldingen automatisch corrigeren/verbeteren
Met MP Navigator EX kunt u gescande afbeeldingen automatisch analyseren en corrigeren/verbeteren.
1.
Scan documenten in MP Navigator EX en sla ze op. Open vervolgens het venster
Toon & gebruik (View & Use) vanuit het scherm voor de navigatiemodus en
selecteer de foto's die u wilt corrigeren/verbeteren.
Opmerking
Zie '
We gaan scannen ' voor meer informatie over het scannen van afbeeldingen in MP
Navigator EX.
U kunt ook afbeeldingen selecteren die zijn opgeslagen op een computer.
Afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen
2.
Klik op Bewerken/converteren (Edit/Convert) en klik op Foto Afbeeldingen herstellen
(Fix photo images) in de lijst.
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt geopend.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook openen
door te klikken op (Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) op de werkbalk of in het
dialoogvenster Inzoomen (Zoom in). In dit geval kan alleen de doelafbeelding (met een oranje
kader) worden gecorrigeerd/verbeterd.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
3.
Selecteer de afbeelding die u wilt corrigeren/verbeteren in het venster met
miniaturen.
Pagina 380 van 736 pagina'sAfbeeldingen automatisch corrigeren/verbeteren
De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven in het voorbeeldgebied.
Opmerking
Als u één afbeelding hebt geselecteerd in het venster Toon & gebruik (View & Use), wordt de
lijst met miniaturen niet weergegeven en verschijnt alleen de voorbeeldafbeelding.
4.
Zorg dat Auto is geselecteerd.
5.
Klik op Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix), Gezicht scherper maken (Face
Sharpener) of Gezicht digitaal effenen (Digital Face Smoothing).
Belangrijk
Als u de afbeelding hebt gecorrigeerd met Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix) en hebt
opgeslagen, kunt u de afbeelding niet nogmaals corrigeren met Automatische fotocorrectie
(Auto Photo Fix). Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix) is mogelijk niet beschikbaar voor
afbeeldingen die zijn bewerkt met een toepassing, digitale camera enzovoort van andere
bedrijven.
Opmerking
De effectniveaus van Gezicht scherper maken (Face Sharpener) en Gezicht digitaal effenen
(Digital Face Smoothing) kunt u aanpassen met de schuifknop die wordt weergegeven
wanneer u op de betreffende knoppen drukt.
Pagina 381 van 736 pagina'sAfbeeldingen automatisch corrigeren/verbeteren
Als u Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix) toepast, worden donkere foto's met tegenlicht
automatisch gecorrigeerd. Als de foto onvoldoende wordt gecorrigeerd met Automatische
fotocorrectie (Auto Photo Fix), wordt aanbevolen Helderheid gezicht (Face Brightener) toe te
passen op het tabblad Handmatig (Manual).
Afbeeldingen handmatig corrigeren/verbeteren
6.
Klik op OK.
De gehele afbeelding wordt automatisch gecorrigeerd/verbeterd en de markering (Corrigeren/
verbeteren) wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van de miniatuur en de voorbeeldafbeelding.
Opmerking
Klik op Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image) om de correctie/
verbetering ongedaan te maken.
Selecteer Op alle afbeeldingen toepassen (Apply to all images) om alle geselecteerde
afbeeldingen te corrigeren/verbeteren.
7.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt gecorrigeerde/verbeterde afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Als u alleen bepaalde afbeeldingen wilt opslaan, selecteert u deze en klikt u op Geselecteerde
afbeelding opslaan (Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
De bestandsindeling van gecorrigeerde/verbeterde afbeeldingen is JPEG/Exif.
Adobe RGB-afbeeldingen worden opgeslagen als sRGB-afbeeldingen.
8.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De correcties/verbeteringen gaan verloren als u afsluit voordat de gecorrigeerde/verbeterde
afbeeldingen zijn opgeslagen.
Naar boven
Pagina 382 van 736 pagina'sAfbeeldingen automatisch corrigeren/verbeteren
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Handige functies van MP
Navigator EX
> Afbeeldingen handmatig corrigeren/verbeteren
S402
Afbeeldingen handmatig corrigeren/verbeteren
U kunt gescande afbeeldingen handmatig corrigeren of verbeteren.
1.
Scan documenten in MP Navigator EX en sla ze op. Open vervolgens het venster
Toon & gebruik (View & Use) vanuit het scherm voor de Navigatiemodus en
selecteer de foto's die u wilt corrigeren/verbeteren.
Opmerking
Zie '
We gaan scannen ' voor meer informatie over het scannen van afbeeldingen in MP
Navigator EX.
U kunt ook afbeeldingen selecteren die zijn opgeslagen op een computer.
Afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen
2.
Klik op Bewerken/converteren (Edit/Convert) en klik op Foto Afbeeldingen herstellen
(Fix photo images) in de lijst.
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt geopend.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook openen
door te klikken op (Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) op de werkbalk of in het
dialoogvenster Inzoomen (Zoom in). In dit geval kan alleen de doelafbeelding (met een oranje
kader) worden gecorrigeerd/verbeterd.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
3.
Selecteer de afbeelding die u wilt corrigeren/verbeteren in het venster met
miniaturen.
Pagina 383 van 736 pagina'sAfbeeldingen handmatig corrigeren/verbeteren
De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven in het voorbeeldgebied.
Opmerking
Als u één afbeelding hebt geselecteerd in het venster Toon & gebruik (View & Use), wordt de
lijst met miniaturen niet weergegeven en verschijnt alleen de voorbeeldafbeelding.
4.
Selecteer Handmatig (Manual) en klik vervolgens op Corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance).
5.
Klik op Helderheid gezicht (Face Brightener), Gezicht scherper maken (Face
Sharpener), Gezicht digitaal effenen (Digital Face Smoothing) of Vlekken verwijderen
(Blemish Remover).
Opmerking
Het niveau van de effecten Helderheid gezicht (Face Brightener), Gezicht scherper maken
(Face Sharpener) en Gezicht digitaal effenen (Digital Face Smoothing) kan worden gewijzigd
met de schuifknop die verschijnt wanneer u op de betreffende knoppen klikt.
Beweeg de cursor over de afbeelding. De vorm van de muisaanwijzer verandert in
(Kruis)
6.
Sleep om het gebied te selecteren dat u wilt corrigeren/verbeteren en klik op OK (dit
wordt op de afbeelding weergegeven).
Pagina 384 van 736 pagina'sAfbeeldingen handmatig corrigeren/verbeteren
Het gedeelte binnen en rond het geselecteerde gebied wordt gecorrigeerd/verbeterd en de
markering
(Corrigeren/verbeteren) wordt links boven de miniatuur en de voorbeeldafbeelding
weergegeven.
Opmerking
U kunt de rechthoek ook draaien door deze te verslepen.
Klik op Ongedaan maken (Undo) om de laatste correctie/verbetering ongedaan te maken.
Klik op Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image) om alle correcties,
verbeteringen en aanpassingen te annuleren die op de geselecteerde afbeelding zijn
toegepast.
7.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt gecorrigeerde/verbeterde afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Als u alleen bepaalde afbeeldingen wilt opslaan, selecteert u deze en klikt u op Geselecteerde
afbeelding opslaan (Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
De bestandsindeling van gecorrigeerde/verbeterde afbeeldingen is JPEG/Exif.
8.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De correcties/verbeteringen gaan verloren als u afsluit voordat de gecorrigeerde/verbeterde
afbeeldingen zijn opgeslagen.
Naar boven
Pagina 385 van 736 pagina'sAfbeeldingen handmatig corrigeren/verbeteren
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Handige functies van MP
Navigator EX
> Afbeeldingen aanpassen
S406
Afbeeldingen aanpassen
U kunt de helderheid, het contrast en dergelijke van afbeeldingen aanpassen.
1.
Scan documenten in MP Navigator EX en sla ze op. Open het venster Toon &
gebruik (View & Use) vanuit het scherm voor de navigatiemodus en selecteer de
foto's die u wilt aanpassen.
Opmerking
Zie '
We gaan scannen ' voor meer informatie over het scannen van afbeeldingen in MP
Navigator EX.
U kunt ook afbeeldingen selecteren die zijn opgeslagen op een computer.
Afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen
2.
Klik op Bewerken/converteren (Edit/Convert) en klik op Foto Afbeeldingen herstellen
(Fix photo images) in de lijst.
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt geopend.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook openen
door te klikken op (Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) op de werkbalk of in het
dialoogvenster Inzoomen (Zoom in). In dit geval kan alleen de doelafbeelding (met een oranje
kader) worden gecorrigeerd/verbeterd.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
3.
Selecteer de afbeelding die u wilt aanpassen in het venster met miniaturen.
De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven in het voorbeeldgebied.
Pagina 386 van 736 pagina'sAfbeeldingen aanpassen
Opmerking
Als u één afbeelding hebt geselecteerd in het venster Toon & gebruik (View & Use), wordt de
lijst met miniaturen niet weergegeven en verschijnt alleen de voorbeeldafbeelding.
4.
Selecteer Handmatig (Manual) en klik vervolgens op Aanpassen (Adjust).
5.
Verplaats de schuifregelaar van het item dat u wilt aanpassen en stel het niveau van
het effect in.
Als u een schuifregelaar verplaatst, wordt de markering (Corrigeren/verbeteren) weergegeven in
de linkerbovenhoek van de miniatuur en de voorbeeldafbeelding.
Opmerking
Klik op Geavanceerd (Advanced) als u fijne aanpassingen wilt aanbrengen in de helderheid en
kleurtoon van de afbeelding. Raadpleeg '
Geavanceerd (Advanced)
' in de beschrijving van het
venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) voor meer informatie.
Klik op Standaard (Defaults) als u aanpassingen ongedaan wilt maken.
Klik op Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image) om alle correcties,
verbeteringen en aanpassingen te annuleren die op de geselecteerde afbeelding zijn
toegepast.
6.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
Pagina 387 van 736 pagina'sAfbeeldingen aanpassen
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt aangepaste afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Als u alleen bepaalde afbeeldingen wilt opslaan, selecteert u deze en klikt u op Geselecteerde
afbeelding opslaan (Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
De aangepaste afbeeldingen hebben de bestandsindeling JPEG/Exif.
7.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De aanpassingen gaan verloren als u het programma afsluit voordat u aangepaste
afbeeldingen hebt opgeslagen.
Naar boven
Pagina 388 van 736 pagina'sAfbeeldingen aanpassen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Handige functies van MP
Navigator EX
> Afbeeldingen zoeken
S407
Afbeeldingen zoeken
In het venster Toon & gebruik (View & Use) van het scherm in de navigatiemodus kunt u zoeken naar
gescande afbeeldingen die op uw computer zijn opgeslagen, en deze openen in MP Navigator EX.
Geopende afbeeldingen kunt u afdrukken, bewerken, enzovoort.
Opmerking
U kunt afbeeldingen zoeken in Mijn vak (gesc./geïmp. afb.) (My Box (Scanned/Imported Images)),
Recent opgesl. afbeeldingen (Recently Saved Images) of een geselecteerde map en de
submappen daarvan.
Zie 'MP Navigator EX starten' om MP Navigator EX te starten.
Snel zoeken
In
(tekstvak) op de werkbalk kunt u een woord of zin die in de
bestandsnaam voorkomt, Exif-informatie of PDF-tekst van de afbeelding die u wilt opzoeken invoeren.
Klik vervolgens op (Zoeken). Voor Exif-informatie wordt de tekst in Gemaakt door (Maker), Model,
Beschrijving (Description) enOpmerking gebruiker (User Comment) doorzocht.
Geavanceerd zoeken
Klik op Zoeken (Search) links op het scherm om de zoekopties te openen. Geef informatie op over de
afbeelding die u wilt zoeken en klik op Zoeken starten (Start Search).
Pagina 389 van 736 pagina'sAfbeeldingen zoeken
Zoeken in (Search in)
Selecteer het station, de map of het netwerk bij Map opgeven (Specify Folder) als u weet waar u
moet zoeken.
Bestandsnaam (File Name)
Als u de bestandsnaam weet, geeft u deze op.
Woord of woordgroep in het bestand (A word or phrase in the file)
Voer een woord of een woordgroep in die voorkomt in de items die u hebt geselecteerd in Meer
geavanceerde opties (More Advanced Options).
Belangrijk
U kunt alleen zoeken naar PDF-bestanden die zijn gemaakt met MP Navigator EX. U kunt geen
PDF-bestanden zoeken die in andere toepassingen zijn gemaakt of bewerkt. Ook is het zoeken
naar PDF-bestanden alleen mogelijk wanneer het zoeken op sleutelwoorden is ingeschakeld.
Zie '
Dialoogvenster PDF-instellingen (PDF Settings)
' voor meer informatie over het maken van
PDF-bestanden waarin zoeken op sleutelwoorden is ingeschakeld.
U kunt niet zoeken in PDF-bestanden die met een wachtwoord zijn beveiligd.
Categorie (Category)
U kunt zoeken naar afbeeldingen op categorie.
Datum gewijzigd (Modified Date)
Voer de eerste en de laatste datum van een periode in als u wilt zoeken naar afbeeldingen die in
een bepaalde periode zijn bijgewerkt.
Datum opname (Shooting Date)
Als u wilt zoeken naar bestanden die in een bepaalde periode zijn opgenomen, geeft u de eerste en
laatste datum van de periode op.
Opmerking
De opnamedatum is de datum en de tijd waarop de gegevens zijn gemaakt. Deze maakt deel
uit van de Exif-informatie van de afbeelding.
Pagina 390 van 736 pagina'sAfbeeldingen zoeken
Meer geavanceerde opties (More Advanced Options)
Woord of woordgroep in het bestand (A word or phrase in the file)
Selecteer in Woord of woordgroep in het bestand (A word or phrase in the file) de items die u
wilt zoeken. Als u het selectievakje Exif-informatie (Exif information) inschakelt, wordt gezocht
naar tekst in Gemaakt door (Maker), Model, Beschrijving (Description) en Opmerking gebruiker
(User Comment). Als u het selectievakje PDF-tekst (PDF text) inschakelt, wordt gezocht naar
tekst in PDF-bestanden.
Belangrijk
U kunt niet zoeken in PDF-bestanden die met een wachtwoord zijn beveiligd.
In submappen zoeken (Search subfolders)
Schakel dit selectievakje in als u wilt zoeken in submappen.
Hoofdlettergevoelig (Case sensitive)
Schakel dit selectievakje in als u wilt zoeken naar tekst waarvan de hoofdletters en kleine letters
overeenkomen.
Aan alle criteria voldoen (Match all criteria)
Er wordt gezocht naar bestanden die voldoen aan alle opgegeven criteria.
Aan een van de criteria voldoen (Match any criteria)
Er wordt gezocht naar bestanden die voldoen aan ten minste een van de opgegeven criteria.
Zoeken starten (Start Search)
Hiermee start u het zoeken.
Verwant onderwerp
Venster Toon & gebruik (View & Use)
Naar boven
Pagina 391 van 736 pagina'sAfbeeldingen zoeken
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Handige functies van MP
Navigator EX
> Afbeeldingen classificeren in categorieën
S403
Afbeeldingen classificeren in categorieën
U kunt afbeeldingen die met MP Navigator EX zijn gescand, weergeven per categorie. U kunt
afbeeldingen die worden weergegeven in Niet-geclassificeerd (Unclassified) automatisch classificeren
en tevens aangepaste categorieën maken. U kunt een afbeelding slepen als u deze van de ene
categorie naar de andere wilt verplaatsen.
Opmerking
Als u de afbeeldingen hebt geclassificeerd in MP Navigator EX 2.0 of hoger en de toepassing
vervolgens bijwerkt naar de meest recente versie, worden de classificatiegegevens over de een-na-
laatste versie overgebracht wanneer u de toepassing voor het eerst opstart. Na de eerste keer
opstarten kunnen de classificatiegegevens niet meer worden overgezet.
1.
Scan documenten met MP Navigator EX en sla ze op. Vervolgens opent u het
venster Toon & gebruik (View & Use) in het scherm voor de navigatiemodus.
Opmerking
Zie '
We gaan scannen ' voor meer informatie over het scannen van afbeeldingen in MP
Navigator EX.
U kunt ook afbeeldingen selecteren die zijn opgeslagen op een computer.
Afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen
2.
Selecteer Categorieën (Categories) in
(Sorteren op).
Afbeeldingen worden automatisch gesorteerd op categorie en weergegeven in het venster met
miniaturen.
Pagina 392 van 736 pagina'sAfbeeldingen classificeren in categorieën
Afbeeldingen worden gesorteerd in de volgende categorieën.
Foto's: Portret (Portrait), Overig (Others)
Documenten: Visitekaartje (Business Card), Briefkaart (Postcard), Standaardformaat (Standard
Size), PDF-bestand (PDF File) en Overig (Others)
Aangepaste categorieën: hiermee geeft u uw aangepaste categorieën weer.
Zie '
Aangepaste categorieën maken
' voor meer informatie over het maken van aangepaste
categorieën.
Niet-geclassificeerd: hiermee geeft u afbeeldingen weer die niet zijn geclassificeerd.
Opmerking
Klik op Afbeeldingen classificeren (Classify Images) om de afbeeldingen die worden
weergegeven in Niet-geclassificeerd (Unclassified) automatisch te classificeren. Klik
opAnnuleren (Cancel) als u wilt stoppen.
Het classificeren kan even duren als er veel afbeeldingen geclassificeerd moeten worden.
Belangrijk
Als u afbeeldingen classificeert die zijn opgeslagen op verwisselbare media zoals een USB-
flashdrive of een externe vaste schijf, wordt de informatie over de classificatie verwijderd zodra u de
media verwijderd. De volgende keer worden deze afbeeldingen geclassificeerd als Niet-
geclassificeerd (Unclassified).
Afbeeldingen kunnen niet worden geclassificeerd wanneer Recent opgesl. afbeeldingen (Recently
Saved Images) is geselecteerd in het venster Toon & gebruik (View & Use).
Opmerking
Sommige afbeeldingen worden mogelijk niet juist gedetecteerd en daardoor niet in de juiste
categorieën geclassificeerd. Sleep in dat geval de afbeelding naar de juiste categorie.
Afbeeldingen die zijn opgeslagen in netwerkmappen, worden niet ingedeeld.
U kunt zoeken naar afbeeldingen op categorie. Zie ' Afbeeldingen zoeken' voor meer informatie.
Aangepaste categorieën maken
Pagina 393 van 736 pagina'sAfbeeldingen classificeren in categorieën
1.
Sorteer in het venster Toon & gebruik (View & Use) de afbeeldingen op categorie en
klik op Aangepaste categorieën bewerken (Edit Custom Categories).
Het dialoogvenster Aangepaste categorieën bewerken (Edit Custom Categories) wordt geopend.
2.
Klik op Toevoegen aan lijst (Add to List).
Het dialoogvenster Categorie toevoegen (Add Category) wordt geopend.
3.
Voer de Categorienaam (Category name) in en klik op OK.
Opmerking
U kunt maximaal 20 aangepaste categorieën maken.
Een categorienaam kan maximaal 50 enkelbyte-tekens lang zijn.
Dubbelklik op een gemaakte categorie om het dialoogvenster Categorienaam wijzigen (Change
Category Name) te openen, waarin u de categorienaam kunt wijzigen.
Als u een aangepaste categorie wilt verwijderen, selecteert u de categorie en klikt u op Verwijderen
(Delete).
Verwant onderwerp
Venster Toon & gebruik (View & Use)
Naar boven
Pagina 394 van 736 pagina'sAfbeeldingen classificeren in categorieën
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Afbeeldingen in MP
Navigator EX gebruiken
S500
Afbeeldingen in MP Navigator EX gebruiken
U kunt afbeeldingen scannen met MP Navigator EX en de opgeslagen afbeeldingen bewerken of
afdrukken.
Zie onderstaande onderwerpen voor meer informatie over het opslaan van gescande
afbeeldingen.
Gescande afbeeldingen opslaan op een computer
Opslaan
Gescande afbeeldingen opslaan als PDF-bestand
Opslaan als PDF-bestanden
Zie onderstaande onderwerpen voor meer informatie over het gebruiken van
afbeeldingen/bestanden.
PDF-bestanden maken van gescande afbeeldingen en deze bewerken
PDF-bestanden maken/bewerken
Meerdere gescande afbeeldingen tegelijk afdrukken of afdrukken met een bepaald formaat, een
bepaalde kwaliteit, enzovoort.
Documenten afdrukken
Gescande foto's afdrukken
Foto's afdrukken
Gescande afbeeldingen via e-mail verzenden
Via e-mail verzenden
Gescande afbeeldingen corrigeren/verbeteren of converteren naar tekst
Bestanden bewerken
Wachtwoorden instellen voor PDF-bestanden die u hebt gemaakt
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
PDF-bestanden die met een wachtwoord zijn beveiligd openen of bewerken
Naar boven
Pagina 395 van 736 pagina'sAfbeeldingen in MP Navigator EX gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
>
Afbeeldingen in MP
Navigator EX gebruiken > Opslaan
S112
Opslaan
U kunt afbeeldingen die met MP Navigator EX zijn gescand, opslaan op een computer.
1.
Schakel de selectievakjes in van de afbeeldingen die u wilt opslaan en klik op
Opslaan (Save).
2.
Geef de instellingen voor opslaan op in het dialoogvenster Opslaan (Save).
Geef de doelmap, de bestandsnaam en het bestandstype op.
Dialoogvenster Opslaan (Save)
Belangrijk
Wanneer Documenttype (Document Type) is ingesteld op Tekst (OCR) (Text(OCR)), kunt u
geen JPEG/Exif selecteren.
U kunt JPEG/Exif niet selecteren wanneer Zwart-wit (Black and White) is geselecteerd voor
Kleurenmodus (Color Mode) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van
ScanGear (scannerstuurprogramma).
Opmerking
Pagina 396 van 736 pagina'sOpslaan
De gescande afbeeldingen worden standaard opgeslagen in de volgende mappen.
Windows 7: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Windows Vista: map MP Navigator EX in de map Afbeeldingen (Pictures)
Windows XP: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
3.
Klik op Opslaan (Save).
De gescande afbeeldingen worden volgens de instellingen opgeslagen.
Als u de gescande afbeeldingen verder wilt gebruiken/bewerken met MP Navigator EX, klikt u op
Opslaglocatie openen (Open saved location) in het dialoogvenster Opslaan voltooid (Save
Complete).
PDF-bestanden maken/bewerken
Documenten afdrukken
Foto's afdrukken
Via e-mail verzenden
Bestanden bewerken
Naar boven
Pagina 397 van 736 pagina'sOpslaan
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
>
Afbeeldingen in MP
Navigator EX gebruiken > Opslaan als PDF-bestanden
S113
Opslaan als PDF-bestanden
U kunt afbeeldingen die zijn gescand met MP Navigator EX, opslaan als PDF-bestanden.
1.
Schakel de selectievakjes in van de afbeeldingen die u wilt opslaan en klik op
Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file).
2.
Geef in het dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file) de
instellingen op voor het opslaan.
Geef de bestandsnaam, het bestandstype en de doelmap op.
Dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
Pagina 398 van 736 pagina'sOpslaan als PDF-bestanden
Opmerking
De gescande afbeeldingen worden standaard opgeslagen in de volgende mappen.
Windows 7: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Windows Vista: map MP Navigator EX in de map Afbeeldingen (Pictures)
Windows XP: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
U kunt wachtwoorden instellen voor PDF-bestanden.
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
3.
Klik op Opslaan (Save).
De gescande afbeeldingen worden volgens de instellingen opgeslagen.
Als u de gescande afbeeldingen verder wilt gebruiken/bewerken met MP Navigator EX, klikt u op
Opslaglocatie openen (Open saved location) in het dialoogvenster Opslaan voltooid (Save
Complete).
PDF-bestanden maken/bewerken
Documenten afdrukken
Foto's afdrukken
Via e-mail verzenden
Bestanden bewerken
Naar boven
Pagina 399 van 736 pagina'sOpslaan als PDF-bestanden
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
>
Afbeeldingen in MP
Navigator EX gebruiken
> PDF-bestanden maken/bewerken
S501
PDF-bestanden maken/bewerken
U kunt PDF-bestanden maken/bewerken met MP Navigator EX. Scan documenten en sla ze op. Open
daarna het venster Toon & gebruik (View & Use) om PDF-bestanden te maken en pagina's toe te voegen
of te verwijderen, de paginavolgorde aan te passen, enzovoort.
Belangrijk
U kunt maximaal 99 pagina's tegelijk maken of bewerken met MP Navigator EX.
Opmerking
Zie '
We gaan scannen ' voor meer informatie over het scannen van afbeeldingen in MP Navigator
EX.
U kunt ook afbeeldingen selecteren die zijn opgeslagen op een computer.
Afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen
PDF-bestanden met MP Navigator EX maken/bewerken
1.
Selecteer afbeeldingen en klik op PDF.
Opmerking
U kunt PDF-, JPEG-, TIFF- en BMP-bestanden selecteren.
2.
Klik op PDF-bestand maken/bewerken (Create/Edit PDF file) in de lijst.
Belangrijk
U kunt alleen PDF-bestanden bewerken die zijn gemaakt met MP Navigator EX. U kunt geen
PDF-bestanden bewerken die in andere toepassingen zijn gemaakt. Het is evenmin mogelijk
Pagina 400 van 736 pagina'sPDF-bestanden maken/bewerken
PDF-bestanden te bewerken die in andere toepassingen zijn bewerkt.
Opmerking
Als u een PDF-bestand selecteert dat met een wachtwoord is beveiligd, wordt u gevraagd het
wachtwoord op te geven.
PDF-bestanden die met een wachtwoord zijn beveiligd openen of bewerken
3.
Voeg desgewenst pagina's toe of verwijder deze.
Klik op Pagina toevoegen (Add Page) als u een bestaand bestand wilt toevoegen en selecteer het
bestand. Als u een pagina wilt verwijderen, selecteert u de pagina en klikt u op Geselecteerde
pagina's verwijderen (Delete Selected Pages).
Opmerking
U kunt PDF-, JPEG-, TIFF- en BMP-bestanden toevoegen.
Als u een PDF-bestand toevoegt dat met een wachtwoord is beveiligd, wordt u gevraagd het
wachtwoord op te geven.
4.
Wijzig desgewenst de volgorde van de pagina's.
Gebruik de pictogrammen om de volgorde te wijzigen. U kunt ook de miniatuurafbeelding slepen
naar de doellocatie.
Opmerking
Zie '
Venster PDF-bestand maken/bewerken (Create/Edit PDF file)
' voor meer informatie over
het venster PDF-bestand maken/bewerken (Create/Edit PDF file).
5.
Klik op Geselecteerde pagina's opslaan (Save Selected Pages) of Alle pagina's
opslaan (Save All Pages).
Het dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file) wordt geopend.
Dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
Belangrijk
U kunt afbeeldingen die gescand zijn met 10501 of meer pixels in verticale en horizontale
richting niet opslaan.
Als een met wachtwoord beveiligd PDF-bestand wordt bewerkt, worden de wachtwoorden
verwijderd. In het dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file) kunt u de
wachtwoorden opnieuw instellen.
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
6.
Geef de instellingen voor opslaan op in het dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand
(Save as PDF file) en klik op Opslaan (Save).
Afbeeldingen worden volgens de opgegeven instellingen opgeslagen.
Pagina 401 van 736 pagina'sPDF-bestanden maken/bewerken
PDF-bestanden in een toepassing openen
U kunt PDF-bestanden die met MP Navigator EX zijn gemaakt openen in een aan PDF-bestanden
gekoppelde toepassing en ze bewerken of afdrukken.
1.
Selecteer de PDF-bestanden en klik op PDF.
Belangrijk
U kunt alleen PDF-bestanden selecteren die zijn gemaakt met MP Navigator EX. U kunt geen
PDF-bestanden selecteren die met andere toepassingen zijn gemaakt. Het is evenmin
mogelijk PDF-bestanden te selecteren die in andere toepassingen zijn bewerkt.
2.
Klik op PDF-bestand openen (Open PDF file) in de lijst.
De toepassing die in het besturingssysteem aan de bestandsextensie (.pdf) is gekoppeld, wordt
gestart.
Belangrijk
U kunt PDF-bestanden die met een wachtwoord zijn beveiligd, niet openen in toepassingen
die geen PDF-beveiliging ondersteunen.
Bestanden kunnen mogelijk niet worden geopend als er geen toepassing is geïnstalleerd die
kan worden gekoppeld aan PDF-bestanden.
3.
Gebruik de toepassing om het bestand te bewerken of af te drukken.
Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie
Belangrijk
In sommige toepassingen kunnen de opdrachten (afdrukken, bewerken, enzovoort) die alleen
met een wachtwoord kunnen worden uitgevoerd, verschillen van die in MP Navigator EX.
Naar boven
Pagina 402 van 736 pagina'sPDF-bestanden maken/bewerken
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
>
Afbeeldingen in MP
Navigator EX gebruiken > Documenten afdrukken
S502
Documenten afdrukken
U kunt meerdere gescande afbeeldingen tegelijk afdrukken, afdrukken met een bepaalde kwaliteit,
enzovoort, met MP Navigator EX.
1.
Scan documenten in MP Navigator EX en sla ze op. Open het venster Toon &
gebruik (View & Use) vanuit het scherm voor de navigatiemodus en selecteer de
gewenste afbeeldingen.
Opmerking
Zie '
We gaan scannen ' voor meer informatie over het scannen van afbeeldingen in MP
Navigator EX.
U kunt ook afbeeldingen selecteren die zijn opgeslagen op een computer.
Afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen
2.
Klik op Afdrukken (Print) en klik op Document afdrukken (Print Document) in de lijst.
Belangrijk
Als u een PDF-bestand selecteert dat met een wachtwoord is beveiligd, wordt u gevraagd het
wachtwoord op te geven.
PDF-bestanden die met een wachtwoord zijn beveiligd openen of bewerken
3.
Geef de gewenste afdrukinstellingen op.
Geef in het dialoogvenster het aantal afdrukken, de kwaliteit, schaal, enzovoort op.
Dialoogvenster Document afdrukken
Pagina 403 van 736 pagina'sDocumenten afdrukken
Belangrijk
Bij normaal formaat (100%) is het mogelijk dat bepaalde afbeeldingen klein worden afgedrukt
of dat sommige stukken zijn afgekapt. Selecteer in dit geval Auto om het formaat van de afdruk
in verhouding te brengen met het papierformaat.
4.
Klik op Afdrukken (Print).
Start met afdrukken.
Opmerking
Wanneer u een PDF-bestand met meer pagina's afdrukt met behulp van Document afdrukken
(Print Document), kan het afdrukken enige tijd duren. Dit is afhankelijk van uw computer. Volg
in dat geval de onderstaande stappen en wijzig de instellingen.
Windows 7:
1. Klik op Start en selecteer Apparaten en printers (Devices and Printers).
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik op
Printereigenschappen (Printer Properties).
Het eigenschappenvenster van de printer wordt geopend.
3. Klik op het tabblad Geavanceerd (Advanced).
4. Selecteer Afdrukdocumenten in wachtrij plaatsen (programma is eerder gereed) (Spool print
documents so program finishes printing faster).
5. Selecteer Afdrukken zodra de laatste pagina in de wachtrij is geplaatst (Start printing after
last page is spooled).
6. Nadat het document is afgedrukt, stelt u de instelling op het tabblad Geavanceerd
(Advanced) weer in op Afdrukken starten (Start printing immediately).
Windows Vista/Windows XP:
1. Selecteer in het menu Start de optie Configuratiescherm (Control Panel).
2. Klik op Printer (Windows XP: Printers en faxapparaten (Printers and Faxes)).
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik op Eigenschappen
(Properties).
Het eigenschappenvenster van de printer wordt geopend.
4. Klik op het tabblad Geavanceerd (Advanced).
5. Selecteer Afdrukdocumenten in wachtrij plaatsen (programma is eerder gereed) (Spool print
documents so program finishes printing faster).
6. Selecteer Afdrukken zodra de laatste pagina in de wachtrij is geplaatst (Start printing after
last page is spooled).
7. Nadat het document is afgedrukt, stelt u de instelling op het tabblad Geavanceerd
(Advanced) weer in op Afdrukken starten (Start printing immediately).
Als u wilt annuleren tijdens het spoolen, klikt u op Annuleren (Cancel). Als u het afdrukken wilt
annuleren, klikt u op Afdrukken annuleren (Cancel Printing) in het bevestigingsvenster voor de
printerstatus. Als u het bevestigingsvenster voor de printerstatus wilt openen, klikt u op het
printerpictogram op de taakbalk.
Naar boven
Pagina 404 van 736 pagina'sDocumenten afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
>
Afbeeldingen in MP
Navigator EX gebruiken
> Foto's afdrukken
S503
Foto's afdrukken
U kunt foto's afdrukken met MP Navigator EX of een toepassing die bij het apparaat is geleverd. Scan
documenten en sla ze op. Open daarna het venster Toon & gebruik (View & Use) om aan te geven hoe u
de foto's wilt afdrukken.
Opmerking
Zie '
We gaan scannen ' voor meer informatie over het scannen van afbeeldingen in MP Navigator
EX.
U kunt ook afbeeldingen selecteren die zijn opgeslagen op een computer.
Afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen
Wanneer u foto's afdrukt met Easy-PhotoPrint EX
Met Easy-PhotoPrint EX kunt u gescande foto's met hoge kwaliteit afdrukken of afbeeldingen opmaken
en afdrukken.
1.
Selecteer afbeeldingen en klik op Afdrukken (Print).
2.
Klik op Foto afdrukken (Print Photo) of Album afdrukken (Print Album) in de lijst.
Easy-PhotoPrint EX wordt gestart. Zie '
Afdrukken met de meegeleverde software
' voor details.
Opmerking
Als Easy-PhotoPrint EX niet is geïnstalleerd, kunt u afdrukken met MP Navigator EX.
Wanneer u foto's afdrukt met MP Navigator EX
1.
Selecteer afbeeldingen en klik op Afdrukken (Print).
Pagina 405 van 736 pagina'sFoto's afdrukken
2.
Klik op Foto afdrukken (Print Photo) in de lijst.
3.
Geef de gewenste afdrukinstellingen op.
Geef in het weergegeven dialoogvenster het papierformaat, het aantal afdrukken enzovoort op.
Dialoogvenster Foto afdrukken (Print Photo)
4.
Klik op Afdrukken (Print).
Start met afdrukken.
Opmerking
Als u wilt annuleren tijdens het spoolen, klikt u op Annuleren (Cancel). Als u het afdrukken wilt
annuleren, klikt u op Afdrukken annuleren (Cancel Printing) in het bevestigingsvenster voor de
printerstatus. Als u het bevestigingsvenster voor de printerstatus wilt openen, klikt u op het
printerpictogram op de taakbalk.
Naar boven
Pagina 406 van 736 pagina'sFoto's afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
>
Afbeeldingen in MP
Navigator EX gebruiken
> Via e-mail verzenden
S504
Via e-mail verzenden
U kunt gescande afbeeldingen via e-mail verzenden.
Belangrijk
MP Navigator EX is compatibel met de volgende e-mailprogramma's:
- Microsoft Outlook
- Windows Mail (Windows Vista)
- Outlook Express (Windows XP)
(Als een e-mailprogramma niet naar behoren functioneert, controleert u of de MAPI-instelling van
het mailprogramma is ingeschakeld. Raadpleeg de handleiding van het e-mailprogramma voor
meer informatie.)
Opmerking
Als geen e-mailsoftwareprogramma is geselecteerd, moet u de gescande en opgeslagen
afbeelding handmatig toevoegen aan een e-mail.
1.
Scan documenten in MP Navigator EX en sla ze op. Open het venster Toon &
gebruik (View & Use) vanuit het scherm voor de navigatiemodus en selecteer de
gewenste afbeeldingen.
Opmerking
U kunt alleen PDF- en JPEG-bestanden bij e-mails voegen.
Zie '
We gaan scannen ' voor meer informatie over het scannen van afbeeldingen in MP
Navigator EX.
U kunt ook afbeeldingen selecteren die zijn opgeslagen op een computer.
Afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen
2.
Klik op Verzenden (Send) en klik vervolgens op Toevoegen aan e-mail (Attach to E-
mail) in de lijst.
Pagina 407 van 736 pagina'sVia e-mail verzenden
3.
Selecteer de gewenste opties voor het e-mailprogramma en het opslaan van
bestanden.
Geef het e-mailprogramma, de doelmap en de bestandsnaam op.
Dialoogvenster Via e-mail verzenden (Send via E-mail)
Opmerking
U kunt een compressietype selecteren als u JPEG-afbeeldingen via e-mail verzendt. Klik op
Instellen... (Set...) om een dialoogvenster te openen en selecteer een van de volgende
compressietypes: Hoog (lage compressie) (High(Low Compression)), Standaard (Standard)
of Laag (hoge compressie) (Low(High Compression)).
4.
Klik op OK.
De bestanden worden opgeslagen volgens de instellingen en het e-mailprogramma start.
5.
Geef de geadresseerde op, voer het onderwerp en de berichttekst in en verzend het
bericht.
Raadpleeg de handleiding van het e-mailprogramma voor meer informatie.
Naar boven
Pagina 408 van 736 pagina'sVia e-mail verzenden
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
>
Afbeeldingen in MP
Navigator EX gebruiken
> Bestanden bewerken
S505
Bestanden bewerken
U kunt afbeeldingen bewerken of ze converteren naar tekst met MP Navigator EX of een toepassing bij
het apparaat. Scan documenten en sla ze op. Open daarna het venster Toon & gebruik (View & Use) om
aan te geven wat u wilt doen met de afbeeldingen.
Opmerking
Zie '
We gaan scannen ' voor meer informatie over het scannen van afbeeldingen in MP Navigator
EX.
U kunt ook afbeeldingen selecteren die zijn opgeslagen op een computer.
Afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen
Foto's corrigeren
U kunt afbeeldingen corrigeren en verbeteren in het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance Images).
1.
Selecteer afbeeldingen en klik op Bewerken/converteren (Edit/Convert).
2.
Klik op Foto Afbeeldingen herstellen (Fix photo images) in de lijst.
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt geopend.
3.
Afbeeldingen corrigeren/verbeteren in het venster Afbeeldingen corrigeren/
verbeteren (Correct/Enhance Images).
Opmerking
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
Zie de betreffende onderstaande onderwerpen voor het corrigeren/verbeteren van
Pagina 409 van 736 pagina'sBestanden bewerken
afbeeldingen.
Afbeeldingen automatisch corrigeren/verbeteren
Afbeeldingen handmatig corrigeren/verbeteren
Documenten converteren naar tekst
Tekst scannen in gescande tijdschriften en kranten en weergeven in Kladblok (geleverd bij Windows).
Belangrijk
PDF-bestanden kunnen niet worden omgezet in tekst.
1.
Selecteer afbeeldingen en klik op Bewerken/converteren (Edit/Convert).
2.
Klik op Converteren naar tekstbestand (Convert to text file) in de lijst.
Textedit (geleverd bij Windows) wordt gestart en bewerkbare tekst wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt alleen teksten in talen exporteren naar Kladblok (geleverd bij Windows) die
geselecteerd kunnen worden op het tabblad Algemeen (General) Klik op Instellen... (Set...) op
het tabblad Algemeen (General) en geef de taal op van het document dat u wilt scannen.
Als u meerdere documenten scant, kunt u de geëxporteerde tekst in één bestand verzamelen.
Tabblad Algemeen (General)
Tekst die wordt weergegeven in Kladblok (geleverd bij Windows) kan alleen als leidraad
worden gebruikt. Tekst in de afbeeldingen van de volgende documenttypen wordt mogelijk niet
correct gelezen.
- Documenten die tekst bevatten met een tekengrootte kleiner dan 8 of groter dan 40 punten
(op 300 dpi)
- Scheve documenten
- Documenten die omgekeerd zijn geplaatst of documenten met een onjuiste afdrukstand
(gedraaide tekens)
- Documenten met speciale lettertypen, effecten, cursieve letters of met de hand geschreven
tekst
- Documenten met een smalle regelafstand
- Documenten met kleuren op de achtergrond van tekst
- Documenten met meerdere talen
Naar boven
Pagina 410 van 736 pagina'sBestanden bewerken
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
>
Afbeeldingen in MP
Navigator EX gebruiken
> Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
S508
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
U kunt wachtwoorden instellen voor het openen, bewerken en afdrukken van PDF-bestanden.
U kunt twee wachtwoorden instellen: een om het bestand te openen en een om het bestand te
bewerken of af te drukken.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u wachtwoorden instelt voor afbeeldingen die zijn gescand naar het
venster Scan/Import. (Scan/Import) van MP Navigator EX en hoe u wachtwoorden instelt voor bestaande
bestanden via het venster Toon & gebruik (View & Use).
Belangrijk
Als u het wachtwoord vergeet, kunt u het bestand niet meer openen of bewerken. Bewaar uw
wachtwoorden op een veilige plaats, zodat u ze altijd kunt raadplegen.
U kunt PDF-bestanden die met een wachtwoord zijn beveiligd, niet openen in toepassingen die
geen PDF-beveiliging ondersteunen.
In sommige toepassingen kunnen de opdrachten (afdrukken, bewerken, enzovoort) die alleen met
een wachtwoord kunnen worden uitgevoerd, verschillen van die in MP Navigator EX.
U kunt in PDF-bestanden die met een wachtwoord zijn beveiligd geen tekst zoeken via het ' Venster
Toon & gebruik (View & Use)
'.
Wachtwoorden kunnen niet worden ingesteld als afbeeldingen automatisch worden opgeslagen
nadat ze zijn gescand.
1.
Open het scherm voor het instellen van wachtwoorden voor afbeeldingen die zijn
gescand in MP Navigator EX of voor bestaande bestanden.
Wachtwoorden instellen voor gescande afbeeldingen
1.
Scan documenten in het venster Scan/Import. (Scan/Import).
We gaan scannen
2.
Klik op Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file).
Het dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file) wordt geopend.
3.
Schakel het selectievakje Instellingen wachtwoordbeveiliging (Password security
settings) in.
Pagina 411 van 736 pagina'sWachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
Het dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging - Instellingen (Password Security -Settings) wordt
geopend.
Wachtwoorden instellen voor bestaande bestanden
1.
Selecteer de afbeeldings-/PDF-bestanden in het venster Toon & gebruik (View &
Use) en klik op PDF.
2.
Klik op PDF-bestand maken/bewerken (Create/Edit PDF file) in de lijst.
PDF-bestanden maken/bewerken
3.
Bewerk bestanden in het venster PDF-bestand maken/bewerken (Create/Edit
PDF file) en klik vervolgens op Geselecteerde pagina's opslaan (Save Selected
Pages) of Alle pagina's opslaan (Save All Pages).
Het dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file) wordt geopend.
4.
Schakel het selectievakje Instellingen wachtwoordbeveiliging (Password security
settings) in.
Het dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging - Instellingen (Password Security -Settings) wordt
geopend.
Opmerking
U kunt het dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging - Instellingen (Password Security -Settings)
ook openen door op Instellen... (Set...) te klikken en vervolgens Wachtwoordbeveiliging
Pagina 412 van 736 pagina'sWachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
(Password Security) te selecteren bij Beveiliging (Security) in het dialoogvenster PDF-
instellingen (PDF Settings).
2.
Schakel het selectievakje Wachtwoord vereist om document te openen (Require a
password to open the document) of Wachtwoord gebruiken om afdrukken en
bewerken van document en beveiligingsinstellingen te beperken (Use a password to
restrict printing and editing of the document and its security settings) in en geef een
wachtwoord op.
Belangrijk
U kunt een wachtwoord van maximaal 32 alfanumerieke enkel-byte tekens opgeven.
Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
Schakel beide selectievakjes in om het Wachtwoord voor openen document (Document Open
Password) en het Wachtwoord machtigingen (Permissions Password) in te stellen. U kunt niet
hetzelfde wachtwoord voor beide doeleinden gebruiken.
3.
Klik op OK.
Het dialoogvenster Het wachtwoord voor het openen van het document bevestigen (Confirm
Document Open Password) of Bevestig toestemmingenwachtwoord (Confirm Permissions
Password) wordt geopend.
Wachtwoord voor openen document
Wachtwoord machtigingen
Pagina 413 van 736 pagina'sWachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
4.
Geef het wachtwoord opnieuw op en klik op OK.
Het dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file) wordt opnieuw weergegeven.
Belangrijk
Als u het dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file) sluit zonder op Opslaan
(Save) te klikken, worden de instellingen in het dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging -
Instellingen (Password Security -Settings) verwijderd.
Wachtwoorden worden verwijderd zodra het bestand wordt bewerkt. Als u een bewerkt bestand
opslaat, moet u het wachtwoord opnieuw instellen.
Opmerking
Als u de wachtwoorden instelt via het dialoogvenster PDF-instellingen (PDF Settings), gaat u
terug naar het dialoogvenster PDF-instellingen (PDF Settings). Klik op OK. Het dialoogvenster
Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file) wordt opnieuw weergegeven.
5.
Klik op Opslaan (Save).
Bestanden worden volgens de instellingen opgeslagen.
Verwant onderwerp
PDF-bestanden die met een wachtwoord zijn beveiligd openen of bewerken
Naar boven
Pagina 414 van 736 pagina'sWachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
>
Afbeeldingen in MP
Navigator EX gebruiken
> PDF-bestanden die met een wachtwoord zijn beveiligd openen of bewerken
S509
PDF-bestanden die met een wachtwoord zijn beveiligd openen
of bewerken
Als u een PDF-bestand dat met een wachtwoord is beveiligd wilt openen of bewerken/afdrukken, moet u
een wachtwoord opgeven.
Hoe u het wachtwoord moet opgeven, hangt af van de bewerking. De volgende procedures dienen
alleen als voorbeeld.
Belangrijk
U kunt alleen PDF-bestanden openen, bewerken of afdrukken waarbij het wachtwoord is ingesteld
met MP Navigator EX. U kunt geen PDF-bestanden bewerken die in andere toepassingen zijn
bewerkt, of waarvan het wachtwoord is ingesteld met andere toepassingen. Alleen MP Navigator EX
versie 1.1 en 2.0 of later ondersteunt het openen, bewerken en afdrukken van PDF-bestanden die
met een wachtwoord zijn beveiligd.
Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
U kunt maximaal 99 pagina's tegelijk maken of bewerken met MP Navigator EX.
Een wachtwoord opgeven om een bestand te openen
1.
Selecteer in het venster Toon & gebruik (View & Use) het PDF-bestand dat u wilt
openen en klik op Inzoomen (Zoom in).
U kunt ook dubbelklikken op het PDF-bestand.
Opmerking
Alleen het Wachtwoord voor openen document (Document Open Password) is vereist. U hoeft
het Wachtwoord machtigingen (Permissions Password) niet op te geven.
Als het dialoogvenster Inzoomen (Zoom in) wordt geopend met een slotpictogram, klikt u op
Wachtwoord invoeren (Enter Password).
Pagina 415 van 736 pagina'sPDF-bestanden die met een wachtwoord zijn beveiligd openen of bewer...
2.
Het dialoogvenster Wachtwoord (Password) wordt geopend. Geef het wachtwoord
op en klik op OK.
Het PDF-bestand wordt geopend in het dialoogvenster Inzoomen (Zoom in).
Opmerking
Als u het bestand opnieuw wilt openen nadat u het dialoogvenster Inzoomen (Zoom in) hebt
gesloten, geeft u het wachtwoord opnieuw op.
Een wachtwoord (Wachtwoord machtigingen) opgeven om een bestand te bewerken of af
te drukken
1.
Selecteer PDF-bestanden in het venster Toon & gebruik (View & Use) en klik op
PDF of Afdrukken (Print).
Pagina 416 van 736 pagina'sPDF-bestanden die met een wachtwoord zijn beveiligd openen of bewer...
2.
Als u een PDF-bestand wilt maken of het bestand wilt bewerken, selecteert u PDF-
bestand maken/bewerken (Create/Edit PDF file) in de lijst. Als u het bestand wilt
afdrukken, klikt u op Document afdrukken (Print Document).
In het dialoogvenster Wachtwoord (Password) wordt u gevraagd een wachtwoord op te geven.
Opmerking
Als het Wachtwoord voor openen document (Document Open Password) ook is ingesteld,
moet u eerst het Wachtwoord voor openen document (Document Open Password) opgeven en
vervolgens het Wachtwoord machtigingen (Permissions Password).
3.
Geef het wachtwoord op en klik op OK.
Het bijbehorende dialoogvenster wordt geopend.
Belangrijk
Als een met wachtwoord beveiligd PDF-bestand wordt bewerkt, worden de wachtwoorden
verwijderd. Stel de wachtwoorden opnieuw in.
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
Verwant onderwerp
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
Naar boven
Pagina 417 van 736 pagina'sPDF-bestanden die met een wachtwoord zijn beveiligd openen of bewer...
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
S700
Schermen van MP Navigator EX
Informatie over de schermen en functies van MP Navigator EX.
Tabblad Documenten of afbeeldingen scannen/importeren (Scan/Import Documents or
Images)
Scherm Automatische scan (Auto Scan) (venster Scan/Import. (Scan/Import))
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (Automatische scan)
Scherm Foto's/documenten (plaat) (Photos/Documents (Platen)) (Venster Scan/Import. (Scan/Import))
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (foto's/documenten)
Dialoogvenster Opslaan (Save)
Dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
Tabblad Afbeeldingen op de computer weergeven en gebruiken (View & Use Images on
your Computer)
Venster Toon & gebruik (View & Use)
Venster PDF-bestand maken/bewerken (Create/Edit PDF file)
Dialoogvenster Document afdrukken
Dialoogvenster Foto afdrukken (Print Photo)
Dialoogvenster Via e-mail verzenden (Send via E-mail)
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
Tabblad Aangepaste scan met eenmaal klikken (Custom Scan with One-click)
/
Scherm
voor modus Eenmaal klikken
Dialoogvenster Automatische scan (Auto Scan)
Dialoogvenster Opslaan (Save) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
Dialoogvenster PDF
Dialoogvenster Verzenden (Mail)
Dialoogvenster OCR
Dialoogvenster Aangepast (Custom)
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
Tabblad Algemeen (General)
Tabblad Instellingen scannerknop (Scanner Button Settings) (Opslaan op pc)
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (instellingen scannerknoppen)
Naar boven
Pagina 418 van 736 pagina'sSchermen van MP Navigator EX
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Scherm voor navigatiemodus
S735
Scherm voor navigatiemodus
Dit is een van de opstartschermen van MP Navigator EX.
Selecteer een pictogram boven aan het scherm om het bijbehorende tabblad weer te geven. Gebruik de
tabbladen op basis van de handelingen die u wilt uitvoeren.
Scan/Import. (Scan/Import)
Scan foto's en documenten.
Tabblad Documenten of afbeeldingen scannen/importeren (Scan/Import Documents or Images)
Toon & gebruik (View & Use)
U kunt afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen en deze afdrukken of aan een e-
mail toevoegen. U kunt ze ook bewerken met een toepassing die bij het apparaat is geleverd.
Tabblad Afbeeldingen op de computer weergeven en gebruiken (View & Use Images on your
Computer)
Eenmaal klikken (One-click)
U kunt in één handeling scannen, opslaan enzovoort door op het bijbehorende pictogram te klikken.
Tabblad Aangepaste scan met eenmaal klikken (Custom Scan with One-click)
(Modus schakelen)
Ga naar het scherm voor de modus Eenmaal klikken. In het scherm van de modus Eenmaal klikken te
klikken kunt u in één handeling scannen, opslaan enzovoort door op het bijbehorende pictogram te
klikken.
Scherm voor modus Eenmaal klikken
Dit venster bij het opstarten weergeven (Show this window at startup)
Schakel dit selectievakje in om het hoofdmenu bij het opstarten te openen. Het laatst gebruikte
scherm wordt geopend als dit selectievakje niet is ingeschakeld.
Voorkeuren (Preferences)
Het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wordt geopend. In het dialoogvenster Voorkeuren
(Preferences) kunt u geavanceerde instellingen definiëren voor functies in MP Navigator EX.
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
(Handleiding)
Deze handleiding openen.
Pagina 419 van 736 pagina'sScherm voor navigatiemodus
Naar boven
Pagina 420 van 736 pagina'sScherm voor navigatiemodus
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Tabblad Documenten of afbeeldingen scannen/importeren (Scan/Import Documents or Images)
S702
Tabblad Documenten of afbeeldingen scannen/importeren
(Scan/Import Documents or Images)
Selecteer Scan/Import. (Scan/Import) in het scherm navigatiemodus om het tabblad Documenten of
afbeeldingen scannen/importeren (Scan/Import Documents or Images) weer te geven.
Scan foto's en documenten.
Automatische scan (Auto Scan)
Opent het venster Scan/Import. (Scan/Import) waarbij Automatische scan (Auto Scan) is geselecteerd.
Documenten eenvoudig scannen door automatisch het documenttype te detecteren.
Scherm Automatische scan (Auto Scan) (venster Scan/Import. (Scan/Import))
Foto's/documenten (plaat) (Photos/Documents (Platen))
Opent het venster Scan/Import. (Scan/Import) waarbij Foto's/documenten (plaat) (Photos/Documents
(Platen)) is geselecteerd.
Foto's en documenten scannen die op de glasplaat zijn gelegd.
Scherm Foto's/documenten (plaat) (Photos/Documents (Platen)) (Venster Scan/Import. (Scan/
Import))
(Modus schakelen)
Ga naar het scherm voor de modus Eenmaal klikken. In het scherm van de modus Eenmaal klikken te
klikken kunt u in één handeling scannen, opslaan enzovoort door op het bijbehorende pictogram te
klikken.
Scherm voor modus Eenmaal klikken
Dit venster bij het opstarten weergeven (Show this window at startup)
Schakel dit selectievakje in om het hoofdmenu bij het opstarten te openen. Het laatst gebruikte
scherm wordt geopend als dit selectievakje niet is ingeschakeld.
Voorkeuren (Preferences)
Het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wordt geopend. In het dialoogvenster Voorkeuren
(Preferences) kunt u geavanceerde instellingen definiëren voor functies in MP Navigator EX.
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
(Handleiding)
Deze handleiding openen.
Pagina 421 van 736 pagina's
Tabblad Documenten of afbeeldingen scannen/importeren (Scan/Import...
Naar boven
Pagina 422 van 736 pagina's
Tabblad Documenten of afbeeldingen scannen/importeren (Scan/Import...
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Tabblad Afbeeldingen op de computer weergeven en gebruiken (View & Use Images on your Computer)
S703
Tabblad Afbeeldingen op de computer weergeven en
gebruiken (View & Use Images on your Computer)
Selecteer Toon & gebruik (View & Use) op het scherm voor de navigatiemodus om het tabblad
Afbeeldingen op de computer weergeven en gebruiken (View & Use Images on your Computer) weer te
geven.
U kunt afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen en deze afdrukken of aan een e-mail
toevoegen. U kunt ze ook bewerken met een toepassing die bij het apparaat is geleverd.
Mijn vak (gesc./geïmp. afb.) (My Box (Scanned/Imported Images))
Hiermee opent u het venster Toon & gebruik (View & Use) openen waarbij Mijn vak (gesc./geïmp. afb.)
(My Box (Scanned/Imported Images)) is geselecteerd.
U kunt afbeeldingen die zijn opgeslagen in Mijn vak openen en gebruiken.
'Mijn vak' is een speciale map voor het opslaan van afbeeldingen die met MP Navigator EX zijn
gescand.
Opmerking
De gescande afbeeldingen worden standaard opgeslagen in de volgende mappen.
Windows 7: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Windows Vista: map MP Navigator EX in de map Afbeeldingen (Pictures)
Windows XP: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Map opgeven (Specify Folder)
Het venster Toon & gebruik (View & Use) openen met Map opgeven (Specify Folder) geselecteerd.
U kunt afbeeldingen die zijn opgeslagen in specifieke mappen openen en gebruiken.
Recent opgesl. afbeeldingen (Recently Saved Images)
Het venster Toon & gebruik (View & Use) openen met Recent opgesl. afbeeldingen (Recently Saved
Images) geselecteerd.
U kunt 'Gescande/geïmporteerde afbeeldingen' en afbeeldingen die zijn 'Toegevoegd aan e-mail' of
'Verzonden naar toepassing' openen en gebruiken.
Venster Toon & gebruik (View & Use)
(Modus schakelen)
Ga naar het scherm voor de modus Eenmaal klikken. In het scherm van de modus Eenmaal klikken te
Pagina 423 van 736 pagina's
Tabblad Afbeeldingen op de computer weergeven en gebruiken (View ...
klikken kunt u in één handeling scannen, opslaan enzovoort door op het bijbehorende pictogram te
klikken.
Scherm voor modus Eenmaal klikken
Dit venster bij het opstarten weergeven (Show this window at startup)
Schakel dit selectievakje in om het hoofdmenu bij het opstarten te openen. Het laatst gebruikte
scherm wordt geopend als dit selectievakje niet is ingeschakeld.
Voorkeuren (Preferences)
Het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wordt geopend. In het dialoogvenster Voorkeuren
(Preferences) kunt u geavanceerde instellingen definiëren voor functies in MP Navigator EX.
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
(Handleiding)
Deze handleiding openen.
Verwant onderwerp
Afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen
Naar boven
Pagina 424 van 736 pagina's
Tabblad Afbeeldingen op de computer weergeven en gebruiken (View ...
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Tabblad Aangepaste scan met eenmaal klikken (Custom Scan with One-click)
S704
Tabblad Aangepaste scan met eenmaal klikken (Custom Scan
with One-click)
Selecteer Eenmaal klikken (One-click) in het scherm voor de navigatiemodus om het tabblad
Aangepaste scan met eenmaal klikken (Custom Scan with One-click) weer te geven.
U kunt in één handeling scannen, opslaan enzovoort door op het bijbehorende pictogram te klikken.
Automatische scan (Auto Scan)
Documenten scannen door automatisch het documenttype te detecteren. De bestandsindeling wordt
automatisch ingesteld. Bestanden worden opgeslagen naar een computer.
Wanneer u op dit pictogram klikt, wordt het dialoogvenster Automatische scan (Auto Scan) geopend en
kunt u de instellingen voor opslaan opgeven.
Dialoogvenster Automatische scan (Auto Scan)
Opslaan naar computer (Save to PC)
Hiermee kunt u documenten en foto's scannen en ze opslaan op een computer. Het documenttype
kan automatisch worden gedetecteerd.
Wanneer u op dit pictogram klikt, wordt het dialoogvenster Opslaan (Save) geopend en kunt u de
instellingen voor scannen en opslaan opgeven.
Dialoogvenster Opslaan (Save) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
Documenten scannen en opslaan als PDF-bestanden.
Wanneer u op dit pictogram klikt, wordt het dialoogvenster PDF geopend en kunt u de instellingen voor
de toepassing en voor scannen/opslaan opgeven.
Dialoogvenster PDF
Toevoegen aan e-mail (Attach to E-mail)
Documenten of foto's scannen en ze toevoegen aan een e-mailbericht.
Wanneer u op dit pictogram klikt, wordt het dialoogvenster Verzenden (Mail) geopend en kunt u de
instellingen voor scannen/opslaan en voor het e-mailprogramma opgeven.
Dialoogvenster Verzenden (Mail)
OCR
Tekstdocumenten scannen en de tekst in de afbeelding weergeven in Kladblok (geleverd bij
Windows).
Wanneer u op dit pictogram klikt, wordt het dialoogvenster OCR geopend en kunt u de instellingen
Pagina 425 van 736 pagina's
Tabblad Aangepaste scan met eenmaal klikken (Custom Scan with One-...
voor de toepassing en voor scannen/opslaan opgeven.
Dialoogvenster OCR
Aangepast (Custom)
Documenten/foto's scannen en openen in een opgegeven toepassing. Het documenttype kan
automatisch worden gedetecteerd.
Wanneer u op dit pictogram klikt, wordt het dialoogvenster Aangepast (Custom) geopend en kunt u de
instellingen voor de toepassing en voor scannen/opslaan opgeven.
Dialoogvenster Aangepast (Custom)
Het scannen starten door op de knop te klikken (Start scanning by clicking the button)
Schakel dit selectievakje in en klik op een pictogram om meteen te beginnen met scannen
(Modus schakelen)
Overschakelen op de modus Eenmaal klikken. Het scherm voor de modus Eenmaal klikken wordt
weergegeven.
Scherm voor modus Eenmaal klikken
Dit venster bij het opstarten weergeven (Show this window at startup)
Schakel dit selectievakje in om het hoofdmenu bij het opstarten te openen. Het laatst gebruikte
scherm wordt geopend als dit selectievakje niet is ingeschakeld.
Voorkeuren (Preferences)
Het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wordt geopend. In het dialoogvenster Voorkeuren
(Preferences) kunt u geavanceerde instellingen definiëren voor functies in MP Navigator EX.
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
(Handleiding)
Deze handleiding openen.
Belangrijk
De volgende beperkingen zijn van toepassing als u scant terwijl Documenttype (Document Type) is
ingesteld op Auto-mode (Auto Mode) in het dialoogvenster Opslaan (Save) of Aangepast (Custom).
Als u tekst in de gescande afbeelding wilt omzetten in tekstgegevens, geeft u het Documenttype
(Document Type) op (selecteer niet de Auto-mode (Auto Mode)).
Verwant onderwerp
Eenvoudig scannen met eenmaal klikken
Naar boven
Pagina 426 van 736 pagina's
Tabblad Aangepaste scan met eenmaal klikken (Custom Scan with One-...
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Scherm Automatische scan (Auto Scan) (venster Scan/Import. (Scan/Import))
S744
Scherm Automatische scan (Auto Scan) (venster Scan/Import.
(Scan/Import))
Selecteer Scan/Import. (Scan/Import) in het scherm van de navigatiemodus en klik op Automatische
scan (Auto Scan) of klik op Automatische scan (Auto Scan) in het venster Scan/Import. (Scan/Import) om
het scherm Automatische scan (Auto Scan) (venster Scan/Import. (Scan/Import)) te openen.
Open dit venster als u documenten wilt scannen door automatisch het documenttype te detecteren.
(1)
Knoppen voor instellingen en bewerkingen
(2) Werkbalk
(3)
Venster met miniaturen
(4)
Gebied met geselecteerde afbeeldingen
Ondersteunde documenten
Foto's, ansichtkaarten, visitekaartjes, tijdschriften, kranten, tekstdocumenten en BD's/dvd's/cd's.
Belangrijk
De volgende documenttypen kunnen niet correct worden gescand. Als u andere documenten wilt
scannen, geeft u het documenttype op.
- Foto's op A4-formaat
- Tekstdocumenten kleiner dan 2L (127 mm x 178 mm) (5 inch x 7 inch), zoals pagina's van een
pocket waarvan de rug is afgesneden
- Documenten die zijn afgedrukt op dun wit papier
- Lange, smalle documenten, zoals panoramafoto's
Foto's en documenten scannen
Reflecterende disclabels worden mogelijk niet correct gescand.
Plaats de documenten juist op de plaat, afhankelijk van het type document dat u wilt scannen.
Anders worden de documenten mogelijk niet juist gescand.
Zie '
Documenten plaatsen
' voor meer informatie over het plaatsen van documenten.
Opmerking
Als u moiré wilt beperken, opent u het '
Scherm Foto's/documenten (plaat) (Photos/Documents
Pagina 427 van 736 pagina'sScherm Automatische scan (Auto Scan) (venster Scan/Import. (Scan/Im...
(Platen)) (Venster Scan/Import. (Scan/Import))' en stelt u Documenttype (Document Type) in op
Tijdschrift (kleur) (Magazine(Color)).
Knoppen voor instellingen en bewerkingen
(Toon & gebruik)
Klik hierop als u afbeeldingen en PDF-bestanden die op uw computer zijn opgeslagen wilt openen.
Het scherm Toon & gebruik (View & Use) wordt geopend.
Venster Toon & gebruik (View & Use)
Automatische scan (Auto Scan)
Hiermee geeft u het scherm weer voor het scannen van documenten door automatisch het
documenttype te detecteren.
Foto's/documenten (plaat) (Photos/Documents (Platen))
Klik hierop als u foto's, documenten, tijdschriften en andere materialen wilt scannen. Het scherm
voor het scannen van foto's en documenten wordt weergegeven.
Scherm Foto's/documenten (plaat) (Photos/Documents (Platen)) (Venster Scan/Import. (Scan/
Import))
Documenttype (Document Type)
Auto-mode (Auto Mode) is ingesteld.
Opgeven... (Specify...)
Geef aan of geschikte correcties moeten worden toegepast op basis van het documenttype.
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (Automatische scan)
Scannen (Scan)
Het scannen begint.
Wissen (Clear)
Alle afbeeldingen in het venster voor miniaturen verwijderen.
Opmerking
Afbeeldingen die niet op de computer zijn opgeslagen, worden verwijderd. Gebruik Opslaan
(Save) of een andere methode als u belangrijke afbeeldingen op de computer wilt opslaan,
voordat u op Wissen (Clear) klikt.
Opslaan (Save)
Sla de geselecteerde afbeeldingen op. Klik hierop om het dialoogvenster Opslaan (Save) te openen
en de instellingen voor opslaan op te geven.
Dialoogvenster Opslaan (Save)
Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
Sla de geselecteerde afbeeldingen als PDF-bestanden op. Klik hierop om het dialoogvenster
Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file) te openen en de instellingen voor opslaan op te geven.
Dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
Naar het hoofdmenu gaan (Jump to Main Menu)
Naar het hoofdmenu gaan
Werkbalk
Voorkeuren (Preferences)
Het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wordt geopend. In het dialoogvenster Voorkeuren
(Preferences) kunt u geavanceerde instellingen definiëren voor functies in MP Navigator EX.
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
(Handleiding)
Deze handleiding openen.
Pagina 428 van 736 pagina'sScherm Automatische scan (Auto Scan) (venster Scan/Import. (Scan/Im...
Bewerkingshulpmiddelen
(Alles selecteren)
Hiermee selecteert u alle afbeeldingen in het venster met miniaturen.
(Alles annuleren)
Hiermee annuleert u alle selecties in het venster met miniaturen.
(Linksom roteren)
Hiermee draait u de doelafbeelding (in het oranje kader) 90 graden linksom.
(Rechtsom roteren)
Hiermee draait u de doelafbeelding (in het oranje kader) 90 graden rechtsom.
(Omkeren)
Hiermee keert u de doelafbeelding (in het oranje kader) horizontaal om.
(Bijsnijden)
Hiermee snijdt u de doelafbeelding (in het oranje kader) bij. Met bijsnijden selecteert u het
gebied in een foto dat u wilt behouden en verwijdert u de rest. Klik op deze knop om het scherm
Uitsnijden (Crop) te openen en het bijsnijdkader aan te geven.
Inzoomen (Zoom in)
Hiermee vergroot u de doelafbeelding (in het oranje kader). U kunt de afbeelding ook vergroten
door erop te dubbelklikken.
(Weergaveformaat)
Hiermee wijzigt u het formaat van afbeeldingen in het venster voor miniaturen.
(Sorteren op)
Hiermee sorteert u de afbeeldingen in het venster voor miniaturen op categorie of op datum
(oplopend of aflopend).
Venster met miniaturen
Venster met miniaturen
Gescande afbeeldingen worden weergegeven.
Wanneer u het selectievakje van een afbeelding inschakelt, wordt de afbeelding weergegeven in het
gebied met geselecteerde afbeeldingen.
Opmerking
Miniaturen kunnen worden weergegeven als '?' wanneer er onvoldoende geheugen is om de
afbeeldingen weer te geven.
Wanneer afbeeldingen worden gesorteerd op Categorieën (Categories)
Alles sluiten (Close All) / Alles openen (Open All)
U kunt alle afbeeldingen in de weergegeven categorieën verbergen of weergeven.
Alles sluiten (Close All)
Hiermee verbergt u alle afbeeldingen.
Alles openen (Open All)
Hiermee geeft u alle afbeeldingen weer.
Opmerking
Als u op Alles sluiten (Close All) klikt, verandert de knop in Alles openen (Open All).
Pagina 429 van 736 pagina'sScherm Automatische scan (Auto Scan) (venster Scan/Import. (Scan/Im...
Gebied met geselecteerde afbeeldingen
(Alles annuleren)
Hiermee maakt u de selectie ongedaan van alle afbeeldingen in het gebied met geselecteerde
afbeeldingen.
(Selectie annuleren)
Hiermee maakt u de selectie ongedaan van de doelafbeelding (in het oranje kader) in het gebied
met geselecteerde afbeeldingen.
Gebied met geselecteerde afbeeldingen
Hier worden de afbeeldingen weergegeven die in het venster met miniaturen zijn geselecteerd.
Verwant onderwerp
Eenvoudig scannen met Automatische scan
Naar boven
Pagina 430 van 736 pagina'sScherm Automatische scan (Auto Scan) (venster Scan/Import. (Scan/Im...
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (Automatische scan)
S745
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings)
(Automatische scan)
Het dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings)wordt geopend wanneer u klikt op Opgeven...
(Specify...) in het venster Scan/Import. (Scan/Import).
Documenttype (Document Type)
Auto-mode (Auto Mode) is ingesteld.
Belangrijk
Plaats de documenten juist op de plaat, afhankelijk van het type document dat u wilt scannen.
Anders worden de documenten mogelijk niet juist gescand.
Zie '
Documenten plaatsen
' voor meer informatie over het plaatsen van documenten.
Aanbevolen beeldcorrectie (Recommended Image Correction)
Schakel dit selectievakje in om geschikte correcties automatisch toe te passen op basis van het
documenttype.
Belangrijk
Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, kunnen de bestanden alleen worden opgeslagen in
de indeling JPEG/Exif of PDF.
Het scannen duurt mogelijk langer dan gebruikelijk wanneer dit selectievakje is ingeschakeld.
De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat
geval het selectievakje uit en voer de scan uit.
Standaard (Defaults)
Standaardinstellingen herstellen.
Naar boven
Pagina 431 van 736 pagina'sDialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (Automatische scan)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Scherm Foto's/documenten (plaat) (Photos/Documents (Platen)) (Venster Scan/Import. (Scan/Import))
S708
Scherm Foto's/documenten (plaat) (Photos/Documents
(Platen)) (Venster Scan/Import. (Scan/Import))
Selecteer Scan/Import. (Scan/Import) in het scherm van de navigatiemodus en klik op Foto's/
documenten (plaat) (Photos/Documents (Platen)) of klik op Foto's/documenten (plaat) (Photos/
Documents (Platen)) in het venster Scan/Import. (Scan/Import) om het scherm Foto's/documenten
(plaat) (Photos/Documents (Platen)) (venster Scan/Import. (Scan/Import)) te openen.
Open dit venster als u documenten wilt scannen vanaf de glasplaat.
(1)
Knoppen voor instellingen en bewerkingen
(2) Werkbalk
(3)
Venster met miniaturen
(4)
Gebied met geselecteerde afbeeldingen
Knoppen voor instellingen en bewerkingen
(Toon & gebruik)
Klik hierop als u afbeeldingen en PDF-bestanden die op uw computer zijn opgeslagen wilt openen.
Het scherm Toon & gebruik (View & Use) wordt geopend.
Venster Toon & gebruik (View & Use)
Automatische scan (Auto Scan)
Klik hierop als u documenten wilt scannen door automatisch het documenttype te detecteren. Het
scherm voor scannen met automatische scan wordt weergegeven.
Scherm Automatische scan (Auto Scan) (venster Scan/Import. (Scan/Import))
Foto's/documenten (plaat) (Photos/Documents (Platen))
Hiermee opent u het scherm voor het scannen van foto's, documenten en ander drukwerk.
Documenttype (Document Type)
Selecteer het type document dat u wilt scannen.
Pagina 432 van 736 pagina'sScherm Foto's/documenten (plaat) (Photos/Documents (Platen)) (Venst...
Foto's scannen: Kleurenfoto (Color Photo) of Zwart-wit foto (Black and White Photo)
Tekstdocumenten scannen: Kleurendocument (Color Document), Zwart-wit document (Black and
White Document) of Tekst (OCR) (Text (OCR))
Tijdschriften scannen: Tijdschrift (kleur) (Magazine(Color))
Belangrijk
U kunt Documenttype (Document Type) niet selecteren als het selectievakje Scannerstuurpr.
gebruiken (Use the scanner driver) is ingeschakeld.
Opgeven... (Specify...)
Het documentformaat, de resolutie en andere geavanceerde scaninstellingen opgeven.
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (foto's/documenten)
Belangrijk
Opgeven... (Specify...) is niet beschikbaar als het selectievakje Scannerstuurpr. gebruiken (Use
the scanner driver) geselecteerd is.
Scannerstuurpr. gebruiken (Use the scanner driver)
Schakel dit selectievakje in als u wilt scannen met ScanGear (scannerstuurprogramma). Gebruik
ScanGear om tijdens het scannen afbeeldingen te corrigeren en kleuren aan te passen.
Scannen (Scan)
Het scannen begint.
Opmerking
Deze knop verandert in Scannerstuurprogramma openen (Open Scanner Driver) als u het
selectievakje Scannerstuurpr. gebruiken (Use the scanner driver) inschakelt.
Scannerstuurprogramma openen (Open Scanner Driver)
ScanGear wordt gestart.
Zie '
Schermen van ScanGear (scannerstuurprogramma)
' voor meer informatie over de schermen
van ScanGear.
Opmerking
Deze knop verandert in Scannen (Scan) als u het selectievakje Scannerstuurpr. gebruiken
(Use the scanner driver) inschakelt.
Wissen (Clear)
Alle afbeeldingen in het venster voor miniaturen verwijderen.
Opmerking
Afbeeldingen die niet op de computer zijn opgeslagen, worden verwijderd. Gebruik Opslaan
(Save) of een andere methode als u belangrijke afbeeldingen op de computer wilt opslaan,
voordat u op Wissen (Clear) klikt.
Opslaan (Save)
Sla de geselecteerde afbeeldingen op. Klik hierop om het dialoogvenster Opslaan (Save) te openen
en de instellingen voor opslaan op te geven.
Dialoogvenster Opslaan (Save)
Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
Sla de geselecteerde afbeeldingen als PDF-bestanden op. Klik hierop om het dialoogvenster
Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file) te openen en de instellingen voor opslaan op te geven.
Dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
Naar het hoofdmenu gaan (Jump to Main Menu)
Naar het hoofdmenu gaan
Werkbalk
Pagina 433 van 736 pagina'sScherm Foto's/documenten (plaat) (Photos/Documents (Platen)) (Venst...
Voorkeuren (Preferences)
Het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wordt geopend. In het dialoogvenster Voorkeuren
(Preferences) kunt u geavanceerde instellingen definiëren voor functies in MP Navigator EX.
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
(Handleiding)
Deze handleiding openen.
Bewerkingshulpmiddelen
(Alles selecteren)
Hiermee selecteert u alle afbeeldingen in het venster met miniaturen.
(Alles annuleren)
Hiermee annuleert u alle selecties in het venster met miniaturen.
(Linksom roteren)
Hiermee draait u de doelafbeelding (in het oranje kader) 90 graden linksom.
(Rechtsom roteren)
Hiermee draait u de doelafbeelding (in het oranje kader) 90 graden rechtsom.
(Omkeren)
Hiermee keert u de doelafbeelding (in het oranje kader) horizontaal om.
(Bijsnijden)
Hiermee snijdt u de doelafbeelding (in het oranje kader) bij. Met bijsnijden selecteert u het
gebied in een foto dat u wilt behouden en verwijdert u de rest. Klik op deze knop om het scherm
Uitsnijden (Crop) te openen en het bijsnijdkader aan te geven.
Inzoomen (Zoom in)
Hiermee vergroot u de doelafbeelding (in het oranje kader). U kunt de afbeelding ook vergroten
door erop te dubbelklikken.
(Weergaveformaat)
Hiermee wijzigt u het formaat van afbeeldingen in het venster voor miniaturen.
(Sorteren op)
Hiermee sorteert u de afbeeldingen in het venster voor miniaturen op categorie of op datum
(oplopend of aflopend).
Venster met miniaturen
Venster met miniaturen
Gescande afbeeldingen worden weergegeven.
Wanneer u het selectievakje van een afbeelding inschakelt, wordt de afbeelding weergegeven in het
gebied met geselecteerde afbeeldingen.
Opmerking
Miniaturen kunnen worden weergegeven als '?' wanneer er onvoldoende geheugen is om de
afbeeldingen weer te geven.
Wanneer afbeeldingen worden gesorteerd op Categorieën (Categories)
Alles sluiten (Close All) / Alles openen (Open All)
U kunt alle afbeeldingen in de weergegeven categorieën verbergen of weergeven.
Alles sluiten (Close All)
Hiermee verbergt u alle afbeeldingen.
Pagina 434 van 736 pagina'sScherm Foto's/documenten (plaat) (Photos/Documents (Platen)) (Venst...
Alles openen (Open All)
Hiermee geeft u alle afbeeldingen weer.
Opmerking
Als u op Alles sluiten (Close All) klikt, verandert de knop in Alles openen (Open All).
Gebied met geselecteerde afbeeldingen
(Alles annuleren)
Hiermee maakt u de selectie ongedaan van alle afbeeldingen in het gebied met geselecteerde
afbeeldingen.
(Selectie annuleren)
Hiermee maakt u de selectie ongedaan van de doelafbeelding (in het oranje kader) in het gebied
met geselecteerde afbeeldingen.
Gebied met geselecteerde afbeeldingen
Hier worden de afbeeldingen weergegeven die in het venster met miniaturen zijn geselecteerd.
Verwant onderwerp
Foto's en documenten scannen
Naar boven
Pagina 435 van 736 pagina'sScherm Foto's/documenten (plaat) (Photos/Documents (Platen)) (Venst...
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (foto's/documenten)
S713
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (foto's/
documenten)
Het dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings)wordt geopend wanneer u klikt op Opgeven...
(Specify...) in het venster Scan/Import. (Scan/Import).
In het dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) kunt u geavanceerde instellingen voor scannen
opgeven.
Documenttype (Document Type)
Selecteer het type document dat u wilt scannen.
Foto's scannen: Kleurenfoto (Color Photo) of Zwart-wit foto (Black and White Photo)
Tekstdocumenten scannen: Kleurendocument (Color Document), Zwart-wit document (Black and
White Document) of Tekst (OCR) (Text (OCR))
Tijdschriften scannen: Tijdschrift (kleur) (Magazine(Color))
Documentformaat (Document Size)
Selecteer het formaat van het document dat u wilt scannen.
Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waarin u het
documentformaat kunt opgeven. Selecteer een van de Eenheden (Units), voer de Breedte (Width) en
Hoogte (Height) in en klik op OK.
Belangrijk
Wanneer u Automatisch detecteren (Auto Detect) selecteert, wordt de afbeelding mogelijk niet
gescand op de juiste positie en het juiste formaat. Wijzig het formaat in dat geval in het werkelijke
documentformaat (zoals A4 of Letter). Lijn een hoek van het document uit met de hoek bij de pijl
(positiemarkering) van de glasplaat.
U kunt Autom. detecteren (meer documenten) (Auto Detect (Multiple Documents)) of Automatisch
detecteren (Auto Detect) niet selecteren wanneer het Documenttype (Document Type) is
ingesteld op Tekst (OCR) (Text(OCR)).
Pagina 436 van 736 pagina'sDialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (foto's/documenten)
Scanresolutie (Scanning Resolution)
Hier kunt u de resolutie selecteren waarmee documenten moeten worden gescand.
Resolutie
Opmerking
Wanneer Documenttype (Document Type) is ingesteld op Tekst (OCR) (Text(OCR)), kunt u de
volgende scanresoluties opgeven.
300 dpi / 400 dpi
Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix) / Automatische documentcorrectie (Auto Document
Fix)
Het item dat wordt weergegeven, varieert naargelang het Documenttype (Document Type).
Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix)
Dit wordt weergegeven wanneer Documenttype (Document Type) is ingesteld op Kleurenfoto
(Color Photo). Schakel dit selectievakje in om automatisch de opgenomen scène (landschap,
nachtscène, enzovoort) te analyseren en geschikte correcties toe te passen.
Automatische documentcorrectie (Auto Document Fix)
Dit wordt weergegeven wanneer Documenttype (Document Type) is ingesteld op
Kleurendocument (Color Document), Zwart-wit document (Black and White Document) of
Tijdschrift (kleur) (Magazine(Color)). Schakel dit selectievakje in om tekst in een document of
tijdschrift scherper te maken en zo de leesbaarheid ervan te verbeteren.
Belangrijk
Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, kunnen de bestanden alleen worden opgeslagen in
de indeling JPEG/Exif of PDF.
Het scannen duurt mogelijk langer dan gebruikelijk wanneer dit selectievakje is ingeschakeld.
U kunt dit selectievakje niet inschakelen wanneer het Documenttype (Document Type) is
ingesteld op Zwart-wit foto (Black and White Photo) of Tekst (OCR) (Text(OCR)).
De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat
geval het selectievakje uit en voer de scan uit.
Onteffenen (Descreen)
Schakel dit selectievakje in om moiré-patronen te reduceren.
Afgedrukte foto's en afbeeldingen worden weergegeven als een verzameling kleine puntjes. Moiré is
een verschijnsel waarbij ongelijkmatige gradatie of een streeppatroon zichtbaar is als foto's of
afbeeldingen met fijne punten worden gescand. Moiré-reductie (Descreen) is de functie waarmee u dit
effect kunt verkleinen.
Belangrijk
U kunt dit selectievakje niet inschakelen wanneer Documenttype (Document Type) is ingesteld
op Kleurenfoto (Color Photo), Zwart-wit foto (Black and White Photo) of Tekst (OCR) (Text(OCR)).
Opmerking
Het scannen neemt meer tijd in beslag als u Moiré-reductie (Descreen) inschakelt.
Beeld verscherpen (Unsharp Mask)
Schakel dit selectievakje in als u de contouren van de onderwerpen wilt benadrukken en het beeld wilt
verscherpen.
Belangrijk
Wanneer Documenttype (Document Type) is ingesteld op Tekst (OCR) (Text(OCR)), kunt u deze
instelling niet selecteren.
Schaduw van rugmarge verwijderen (Remove gutter shadow)
Schakel dit selectievakje in om schaduwen tussen pagina's bij het scannen van open boekjes te
corrigeren
Belangrijk
Pagina 437 van 736 pagina'sDialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (foto's/documenten)
U kunt dit selectievakje niet inschakelen als Automatisch detecteren (Auto Detect), Autom.
detecteren (meer documenten) (Auto Detect (Multiple Documents)) of als de Assistent voor
samenvoegen voor Documentformaat (Document Size) is geselecteerd.
Wanneer u scant, lijnt u een hoek van het document uit met de hoek bij de pijl (positiemarkering)
op de glasplaat.
Opmerking
Gebruik het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear
(scannerstuurprogramma) om schaduw van de rugmarge te corrigeren wanneer u documenten
scant van een niet-standaardformaat of wanneer aangepaste bijsnijdkaders zijn ingesteld.
Raadpleeg '
Schaduwcorrectie van rugmarge (Gutter Shadow Correction) ' voor meer informatie.
Doorschijnendheid beperken (Reduce Show-through)
Schakel dit selectievakje in om tekst in een document scherper te maken of om het doorschijnen van
tekst in en te voorkomen.
Belangrijk
U kunt dit selectievakje niet inschakelen wanneer Documenttype (Document Type) is ingesteld
op Kleurenfoto (Color Photo), Zwart-wit foto (Black and White Photo) of Tekst (OCR) (Text(OCR)).
Opmerking
Schakel dit selectievakje in als het Documenttype (Document Type) een tekstdocument is en als
de gescande afbeelding doorschijnend is.
Scheve documenten corrigeren (Correct slanted document)
Schakel dit selectievakje in als u de gescande tekst wilt detecteren en de hoek van het document te
corrigeren (binnen -0,1 en -10 graden of +0,1 en +10 graden)
Belangrijk
U kunt dit selectievakje niet inschakelen wanneer het Documenttype (Document Type) is
ingesteld op Kleurenfoto (Color Photo) of Zwart-wit foto (Black and White Photo).
U kunt dit selectievakje niet inschakelen als de Assistent voor samenvoegen is geselecteerd bij
Documentformaat (Document Size).
De helling van de volgende typen documenten wordt mogelijk niet gecorrigeerd wanneer de tekst
niet correct kan worden gedetecteerd.
- Documenten waarvan de tekstregels een hellingspercentage hebben van meer dan 10 graden
of waarvan de regels niet hetzelfde hellingspercentage hebben
- Documenten met zowel verticale als horizontale tekst
- Documenten met een zeer groot of zeer klein lettertype
- Documenten met weinig tekst
- Documenten met illustraties/afbeeldingen
- Met de hand geschreven documenten
- Documenten met zowel verticale als horizontale lijnen (tabellen)
Opmerking
Het scannen neemt meer tijd in beslag als u Scheve documenten corrigeren (Correct slanted
document) inschakelt.
Afdrukstand van tekstdocumenten detecteren en afbeeldingen roteren (Detect the orientation of
text documents and rotate images)
Schakel dit selectievakje in om de afdrukstand van het document af te leiden uit de gescande tekst en
de gescande afbeelding te roteren in de juiste afdrukstand. Selecteer de taal van het te scannen
document bij Documenttaal (Document Language).
Belangrijk
U kunt dit selectievakje niet inschakelen wanneer het Documenttype (Document Type) is
ingesteld op Kleurenfoto (Color Photo) of Zwart-wit foto (Black and White Photo).
U kunt dit selectievakje niet inschakelen als de Assistent voor samenvoegen is geselecteerd bij
Documentformaat (Document Size).
Afhankelijk van de taal van het document is het mogelijk dat deze functie niet goed werkt. Alleen
Pagina 438 van 736 pagina'sDialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (foto's/documenten)
tekstdocumenten geschreven in een taal die beschikbaar is voor selectie bij Documenttaal
(Document Language), worden ondersteund.
De afdrukstand van de volgende typen documenten wordt mogelijk niet gecorrigeerd wanneer de
tekst niet correct kan worden gedetecteerd. Selecteer in dat geval de gescande afbeelding in het
venster met miniaturen van het '
Scherm Foto's/documenten (plaat) (Photos/Documents (Platen))
(Venster Scan/Import. (Scan/Import))
' en roteer de afbeelding met de bewerkingshulpmiddelen.
- Resolutie ligt buiten het bereik van 300 dpi tot 600 dpi
- Tekengrootte ligt buiten het bereik van 8 punten tot 48 punten
- Documenten met speciale lettertypen, effecten, cursieve letters of met de hand geschreven tekst
- Documenten met achtergrondpatronen
Opmerking
Het scannen duurt langer dan gebruikelijk wanneer u Afdrukstand van tekstdocumenten
detecteren en afbeeldingen roteren (Detect the orientation of text documents and rotate images)
inschakelt.
Documenttaal (Document Language)
Selecteer de taal van het document dat u wilt scannen.
Belangrijk
U kunt dit selectievakje niet inschakelen wanneer het Documenttype (Document Type) is
ingesteld op Kleurenfoto (Color Photo) of Zwart-wit foto (Black and White Photo).
U kunt dit selectievakje niet inschakelen als de Assistent voor samenvoegen is geselecteerd bij
Documentformaat (Document Size).
Standaard (Defaults)
Standaardinstellingen herstellen.
Naar boven
Pagina 439 van 736 pagina'sDialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (foto's/documenten)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Opslaan (Save)
S716
Dialoogvenster Opslaan (Save)
Het dialoogvenster Opslaan (Save) wordt geopend wanneer u klikt op Opslaan (Save) in het venster
Scan/Import. (Scan/Import).
In het dialoogvenster Opslaan (Save) kunt u instellingen opgeven voor het opslaan van afbeeldingen op
een computer.
Opslaan in (Save in)
Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen.
Als u de map wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een andere map op te geven.
De gescande afbeeldingen worden standaard opgeslagen in de volgende mappen.
Windows 7: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Windows Vista: map MP Navigator EX in de map Afbeeldingen (Pictures)
Windows XP: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Bestandsnaam (File name)
Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan (maximaal 64 tekens). Wanneer u
meerdere bestanden opslaat, worden 4 cijfers aan elke bestandsnaam toegevoegd.
Type bestanden (Save as type)
Selecteer een bestandstype om de gescande afbeeldingen op te slaan.
Selecteer JPEG/Exif, TIFF of BMP.
Belangrijk
Wanneer Documenttype (Document Type) is ingesteld op Tekst (OCR) (Text(OCR)), kunt u geen
JPEG/Exif selecteren.
U kunt JPEG/Exif niet selecteren wanneer Zwart-wit (Black and White) is geselecteerd voor
Kleurenmodus (Color Mode) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van
ScanGear (scannerstuurprogramma).
Instellen... (Set...)
Wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op JPEG/Exif
U kunt een compressietype opgeven voor JPEG-bestanden. Selecteer Hoog (lage compressie)
(High(Low Compression)), Standaard (Standard) of Laag (hoge compressie) (Low(High
Compression)).
Opslaan in een submap met huidige datum (Save to a Subfolder with Current Date)
Hiermee maakt u een submap in de map die is opgegeven in Opslaan in (Save in) met de huidige
datum. Sla in deze submap gescande afbeeldingen op. Er wordt een submap met een naam als
'2010_01_01' (Jaar_Maand_Dag) gemaakt.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, worden bestanden rechtstreeks opgeslagen in de map die
is opgegeven in Opslaan in (Save in).
Pagina 440 van 736 pagina'sDialoogvenster Opslaan (Save)
Naar boven
Pagina 441 van 736 pagina'sDialoogvenster Opslaan (Save)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
S717
Dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
In het dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file) kunt u geavanceerde instellingen
opgeven als u gescande afbeeldingen wilt opslaan als PDF-bestand. U kunt meerdere documenten
opslaan als één PDF-bestand of u kunt pagina's toevoegen aan een PDF-bestand dat is gemaakt met
MP Navigator EX.
Belangrijk
U kunt afbeeldingen die gescand zijn met 10501 of meer pixels in verticale en horizontale richting
niet opslaan.
Indien geopend via het venster Scan/Import. (Scan/Import)
Indien geopend via het venster Toon & gebruik (View & Use)
Type bestanden (Save as type)
Pagina 442 van 736 pagina'sDialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
Selecteer een PDF-bestandstype om de gescande afbeeldingen op te slaan.
PDF
Sla elk van de geselecteerde afbeeldingen op als afzonderlijk PDF-bestand.
PDF (meerdere pagina's) (PDF(Multiple Pages))
Meerdere afbeeldingen als één PDF-bestand opslaan.
Opmerking
PDF (meerdere pagina's) (PDF(Multiple Pages)) wordt weergegeven wanneer er
meerdere afbeeldingen zijn geselecteerd.
PDF (pagina toevoegen) (PDF(Add Page))
De gescande afbeeldingen toevoegen aan een PDF-bestand. De afbeeldingen worden
toegevoegd aan het eind van het PDF-bestand. U kunt de pagina's van het PDF-bestand
waaraan de afbeeldingen worden toegevoegd, niet opnieuw rangschikken.
Belangrijk
Afbeeldingen kunnen alleen worden toegevoegd aan PDF-bestanden die zijn gemaakt met
MP Navigator EX. U kunt geen PDF-bestanden opgeven die met andere toepassingen zijn
gemaakt. Het is evenmin mogelijk PDF-bestanden op te geven die in andere
toepassingen zijn bewerkt.
Als het venster is geopend via het venster Toon & gebruik (View & Use), kan PDF (pagina
toevoegen) (PDF(Add Page)) niet worden geselecteerd.
Als een met wachtwoord beveiligd PDF-bestand wordt bewerkt, worden de wachtwoorden
verwijderd. Stel de wachtwoorden opnieuw in.
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
Instellen... (Set...)
Geef geavanceerde instellingen voor het maken van PDF-bestanden op. Zie ' Dialoogvenster PDF-
instellingen (PDF Settings)
' voor meer informatie.
Instellingen wachtwoordbeveiliging (Password security settings)
Schakel dit selectievakje in om het dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging - Instellingen (Password
Security -Settings) te openen, waarin u wachtwoorden kunt instellen voor het openen, bewerken en
afdrukken van PDF-bestanden.
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
Toevoegen aan (Add to)
Dit wordt weergegeven wanneer u PDF (pagina toevoegen) (PDF(Add Page)) selecteert bij Type
bestanden (Save as type) en het PDF-bestand opgeeft waaraan afbeeldingen worden toegevoegd.
Als u het bestand wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een ander bestand op te geven.
Belangrijk
Afbeeldingen kunnen alleen worden toegevoegd aan PDF-bestanden die zijn gemaakt met MP
Navigator EX. U kunt geen PDF-bestanden opgeven die met andere toepassingen zijn
gemaakt. Het is evenmin mogelijk PDF-bestanden op te geven die in andere toepassingen zijn
bewerkt.
Bestandsnaam (File name)
Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan (maximaal 64 tekens). Wanneer u
meerdere bestanden opslaat als aparte PDF-bestanden, worden vier cijfers aan elke
bestandsnaam toegevoegd.
Opslaan in (Save in)
Hier wordt de map weergegeven waarin de PDF-bestanden moeten worden opgeslagen. Als u de
map wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een andere map op te geven.
De gescande afbeeldingen worden standaard opgeslagen in de volgende mappen.
Windows 7: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Windows Vista: map MP Navigator EX in de map Afbeeldingen (Pictures)
Windows XP: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Opslaan in een submap met huidige datum (Save to a Subfolder with Current Date)
Pagina 443 van 736 pagina'sDialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
Hiermee maakt u een submap in de map die is opgegeven in Opslaan in (Save in) met de huidige
datum. Sla in deze submap gescande afbeeldingen op. Er wordt een submap met een naam als
'2010_01_01' (Jaar_Maand_Dag) gemaakt.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, worden bestanden rechtstreeks opgeslagen in de map
die is opgegeven in Opslaan in (Save in).
Naar boven
Pagina 444 van 736 pagina'sDialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX > Dialoogvenster PDF-instellingen (PDF Settings)
S736
Dialoogvenster PDF-instellingen (PDF Settings)
In het dialoogvenster PDF-instellingen (PDF Settings) kunt u het PDF-compressietype en andere
geavanceerde instellingen voor het maken van PDF-bestanden opgeven.
Belangrijk
Voor afbeeldingen met een resolutie buiten het bereik van 75 dpi tot 600 dpi is alleen de instelling
Beveiliging (Security) beschikbaar.
Zoeken op sleutelwoorden inschakelen (Enable keyword search)
Schakel dit selectievakje in als u tekens in een document wilt converteren naar tekstgegevens. U kunt
dan gemakkelijk zoeken op sleutelwoorden.
Documenttaal (Document Language)
Selecteer de taal van het document dat u wilt scannen.
Afdrukstand van tekstdocumenten detecteren en afbeeldingen roteren (Detect the orientation of
text documents and rotate images)
Schakel dit selectievakje in om de afdrukstand van het document af te leiden uit de gescande tekst en
de gescande afbeelding te roteren in de juiste afdrukstand.
Belangrijk
Afhankelijk van de taal van het document is het mogelijk dat deze functie niet goed werkt. Alleen
tekstdocumenten geschreven in een taal die beschikbaar is voor selectie bij Documenttaal
(Document Language), worden ondersteund.
De afdrukstand van de volgende typen documenten wordt mogelijk niet gecorrigeerd wanneer de
tekst niet correct kan worden gedetecteerd.
- Resolutie ligt buiten het bereik van 300 dpi tot 600 dpi
- Tekengrootte ligt buiten het bereik van 8 punten tot 48 punten
- Documenten met speciale lettertypen, effecten, cursieve letters of met de hand geschreven tekst
- Documenten met achtergrondpatronen
Scheve documenten corrigeren (Correct slanted document)
Schakel dit selectievakje in als u de gescande tekst wilt detecteren en de hoek van het document te
corrigeren (binnen -0,1 en -10 graden of +0,1 en +10 graden)
Belangrijk
De helling van de volgende typen documenten wordt mogelijk niet gecorrigeerd wanneer de tekst
niet correct kan worden gedetecteerd.
- Documenten waarvan de tekstregels een hellingspercentage hebben van meer dan 10 graden
of waarvan de regels niet hetzelfde hellingspercentage hebben
Pagina 445 van 736 pagina'sDialoogvenster PDF-instellingen (PDF Settings)
- Documenten met zowel verticale als horizontale tekst
- Documenten met een zeer groot of zeer klein lettertype
- Documenten met weinig tekst
- Documenten met illustraties/afbeeldingen
- Met de hand geschreven documenten
- Documenten met zowel verticale als horizontale lijnen (tabellen)
PDF-compressie (PDF Compression)
Selecteer een type compressie voor het opslaan.
Standaard (Standard)
Deze instelling wordt aanbevolen.
Hoog (High)
Hiermee wordt het bestand gecomprimeerd tijdens het opslaan, waardoor u de netwerk-/
serverbelasting kunt verminderen.
Belangrijk
Sterk gecomprimeerde PDF-afbeeldingen kunnen in kwaliteit afnemen als u ze herhaaldelijk
met een hoge compressie opslaat.
Belangrijk
Het compressietype kan niet worden ingesteld wanneer Kleurenmodus (Color Mode) is
ingesteld op Zwart-wit (Black and White).
Beveiliging (Security)
Hiermee kunt u wachtwoorden instellen voor het openen, bewerken en afdrukken van de gemaakte
PDF-bestanden.
Belangrijk
Deze functie is niet beschikbaar als afbeeldingen automatisch worden opgeslagen nadat ze zijn
gescand.
Opmerking
Selecteer Wachtwoordbeveiliging (Password Security) en geef wachtwoorden op in het
dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging - Instellingen (Password Security -Settings).
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
Naar boven
Pagina 446 van 736 pagina'sDialoogvenster PDF-instellingen (PDF Settings)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Venster Toon & gebruik (View & Use)
S711
Venster Toon & gebruik (View & Use)
Selecteer Toon & gebruik (View & Use) in het scherm voor de navigatiemodus en klik op Mijn vak (gesc./
geïmp. afb.) (My Box (Scanned/Imported Images)), Map opgeven (Specify Folder) of Recent opgesl.
afbeeldingen (Recently Saved Images) om het venster Toon & gebruik (View & Use) te openen.
Open dit venster om gescande afbeeldingen of op een computer opgeslagen afbeeldingen weer te
geven of te gebruiken.
(1)
Items voor weergave-instellingen
(2)
Knoppen voor afbeeldingsverwerking
(3) Werkbalk
(4)
Venster met miniaturen
(5)
Gebied met geselecteerde afbeeldingen
Belangrijk
Alleen PDF-bestanden die zijn gemaakt met MP Navigator EX worden weergegeven. U kunt geen
PDF-bestanden weergeven die met andere toepassingen zijn gemaakt. Het is evenmin mogelijk
PDF-bestanden weer te geven die in andere toepassingen zijn bewerkt.
Items voor weergave-instellingen
Scan/Import. (Scan/Import)
Klik hierop als u foto's, documenten, tijdschriften en andere materialen wilt scannen. Het venster
Pagina 447 van 736 pagina'sVenster Toon gebruik (View Use)
Scan/Import. (Scan/Import) wordt geopend.
Scherm Foto's/documenten (plaat) (Photos/Documents (Platen)) (Venster Scan/Import. (Scan/
Import))
Mijn vak (gesc./geïmp. afb.) (My Box (Scanned/Imported Images))
Hiermee geeft u de mappen met afbeeldingen (gerangschikt op jaar, jaar/maand en jaar/maand/
datum) in Mijn vak weer in een mapstructuur. Selecteer een map om de inhoud weer te geven in het
miniaturenvenster aan de rechterkant.
De datum van de afbeelding is de datum waarop deze is gescand, opgenomen of bijgewerkt.
Map opgeven (Specify Folder)
Geeft alle vaste schijven en mappen in een mapstructuur weer. Selecteer een map om de
afbeeldingen weer te geven in het venster met miniaturen rechts op het scherm.
Als u een map selecteert en aanklikt, wordt de mapnaam gemarkeerd en kunt u deze wijzigen.
Recent opgesl. afbeeldingen (Recently Saved Images)
Gescande/geïmporteerde afbeeldingen' en afbeeldingen die zijn 'toegevoegd aan e-mail' of
'verzonden naar toepassing', worden in een mapstructuur weergegeven, gesorteerd op datum.
Selecteer een maand/dag/jaar-map om de afbeeldingen op datum weer te geven in het venster met
miniaturen rechts.
De datum van de afbeelding is de datum waarop deze is gescand of verzonden.
Klik op Geschiedenis wissen (Clear History) om alle gegevens (datummappen en afbeeldingen)
die in Recent opgesl. afbeeldingen (Recently Saved Images) worden weergegeven, te wissen.
Opmerking
De afbeeldingsbestanden zelf worden niet verwijderd.
Zoeken (Search)
De geavanceerde zoekopties worden geopend.
Afbeeldingen zoeken
Naar het hoofdmenu gaan (Jump to Main Menu)
Naar het hoofdmenu gaan
Belangrijk
Naar het hoofdmenu gaan (Jump to Main Menu) wordt niet weergegeven als het venster
rechtstreeks vanuit Solution Menu EX wordt geopend.
Knoppen voor afbeeldingsverwerking
Knoppen voor afbeeldingsverwerking
Hier kunt u opgeven wat er moet gebeuren met de geselecteerde afbeeldingen. Zie de
onderstaande onderwerpen voor meer informatie over elke knop.
PDF-bestanden maken/bewerken
Documenten afdrukken
Foto's afdrukken
Via e-mail verzenden
Bestanden bewerken
Opmerking
De knoppen in het gebied met knoppen voor afbeeldingsverwerking worden weergegeven
wanneer de bijbehorende toepassingen zijn geïnstalleerd.
Werkbalk
Voorkeuren (Preferences)
Het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wordt geopend. In het dialoogvenster Voorkeuren
(Preferences) kunt u geavanceerde instellingen definiëren voor functies in MP Navigator EX.
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
Pagina 448 van 736 pagina'sVenster Toon gebruik (View Use)
(Handleiding)
Deze handleiding openen.
Bewerkingshulpmiddelen
(Alles selecteren)
Hiermee selecteert u alle afbeeldingen in het venster met miniaturen.
(Alles annuleren)
Hiermee annuleert u alle selecties in het venster met miniaturen.
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren)
Hiermee kunt u de doelafbeelding corrigeren (in het oranje kader) Klik op deze knop om het
dialoogvenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) te openen waarin
u afbeeldingen kunt corrigeren/verbeteren en de helderheid, het contrast, enzovoort kunt
aanpassen.
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
Belangrijk
Het corrigeren/verbeteren van afbeeldingen kan niet worden toegepast op PDF-bestanden
of zwart-wit binaire bestanden.
Inzoomen (Zoom in)
Hiermee vergroot u de doelafbeelding (in het oranje kader). U kunt de afbeelding ook vergroten
door erop te dubbelklikken. U kunt alle pagina's selecteren wanneer u een PDF-bestand
selecteert.
U kunt ook bestandsinformatie selecteren zoals de bestandsnaam, datum, grootte en
beveiligingsinstellingen. Voor PDF-bestanden waarvoor een Wachtwoord voor openen
document (Document Open Password) is ingesteld, wordt een vergrendelingspictogram
weergegeven.
PDF-bestanden die met een wachtwoord zijn beveiligd openen of bewerken
(Zoeken)
Voer een woord of een aantal woorden in uit de bestandsnaam, de Exif-informatie of de PDF-
tekst van de afbeelding waar u naar op zoek bent en klik op
(Zoeken). Voor Exif-informatie
wordt de tekst in Gemaakt door (Maker), Model, Beschrijving (Description) enOpmerking
gebruiker (User Comment) doorzocht.
Opmerking
U kunt afbeeldingen zoeken in Mijn vak (gesc./geïmp. afb.) (My Box (Scanned/Imported
Images)), Recent opgesl. afbeeldingen (Recently Saved Images) of een geselecteerde
map en de submappen daarvan.
(Vernieuwen)
Hiermee vernieuwt u de inhoud van het venster met miniaturen.
(Weergaveformaat)
Hiermee wijzigt u het formaat van afbeeldingen in het venster voor miniaturen.
(Sorteren op)
Hiermee sorteert u de afbeeldingen in het venster voor miniaturen op categorie, datum
(oplopend of aflopend) of naam (oplopend of aflopend).
Afbeeldingen kunnen alleen op categorie worden gesorteerd als Mijn vak (gesc./geïmp. afb.)
(My Box (Scanned/Imported Images)) of Map opgeven (Specify Folder) wordt weergegeven.
Venster met miniaturen
Pagina 449 van 736 pagina'sVenster Toon gebruik (View Use)
Venster met miniaturen
Gescande afbeeldingen worden weergegeven.
Wanneer u het selectievakje van een afbeelding inschakelt, wordt de afbeelding weergegeven in het
gebied met geselecteerde afbeeldingen.
Als u een afbeelding selecteert en de bestandsnaam aanklikt, wordt deze gemarkeerd en kunt u de
naam wijzigen.
U kunt een afbeelding verslepen om de volgende bewerkingen uit te voeren.
- Verplaatsen tussen categorieën binnen het venster met miniaturen
- Verplaatsen naar een categoriemap die wordt weergegeven in Mijn vak (gesc./geïmp. afb.) (My Box
(Scanned/Imported Images))
- Kopiëren naar een map die wordt weergegeven in Map opgeven (Specify Folder)
Belangrijk
U kunt de extensie (.jpg, .pdf en dergelijke) niet wijzigen als u een bestandsnaam wijzigt.
U kunt afbeeldingen niet verplaatsen of kopiëren naar de datummappen die worden
weergegeven in de mapstructuur in Mijn vak (gesc./geïmp. afb.) (My Box (Scanned/Imported
Images)) of Recent opgesl. afbeeldingen (Recently Saved Images).
Opmerking
Voor PDF-bestanden waarvoor een Wachtwoord voor openen document (Document Open
Password) is ingesteld, wordt een vergrendelingspictogram weergegeven.
Miniaturen kunnen worden weergegeven als '?' in de volgende gevallen.
- U opent niet-ondersteunde afbeeldingen
- Het bestandsformaat is te groot en er is onvoldoende geheugen beschikbaar om de
afbeelding weer te geven
- Het bestand is beschadigd
Wanneer afbeeldingen worden gesorteerd op Categorieën (Categories)
Gescande afbeeldingen worden per categorie weergegeven.
Opmerking
Sommige afbeeldingen worden mogelijk niet juist gedetecteerd en daardoor niet in de juiste
categorieën geclassificeerd. In dat geval versleept u de afbeelding van de ene naar de andere
categorie.
Categorienaam afbeeldingen: N (Geselecteerd: n)
Categorienaam
U beschikt over de volgende categorieën.
Foto's: Portret (Portrait), Overig (Others)
Documenten: Visitekaartje (Business Card), Briefkaart (Postcard), Standaardformaat
(Standard Size), PDF-bestand (PDF File) en Overig (Others)
Aangepaste categorieën: hiermee geeft u uw aangepaste categorieën weer.
Niet-geclassificeerd: hiermee geeft u afbeeldingen weer die niet zijn geclassificeerd.
Afbeeldingen: N (Images: N)
Het aantal afbeeldingen dat in die categorie is geclassificeerd wordt weergegeven.
(Geselecteerd: n) ((Selected: n))
Het aantal afbeeldingen waarvan het selectievakje is ingeschakeld wordt weergegeven.
Opmerking
Dit gedeelte wordt alleen weergegeven als een of meer afbeeldingen zijn
geselecteerd.
Pagina 450 van 736 pagina'sVenster Toon gebruik (View Use)
Alles sluiten (Close All) / Alles openen (Open All)
U kunt alle afbeeldingen in de weergegeven categorieën verbergen of weergeven.
Deze knop wordt alleen weergegeven als Mijn vak (gesc./geïmp. afb.) (My Box (Scanned/
Imported Images)) of Map opgeven (Specify Folder) wordt weergegeven.
Alles sluiten (Close All)
Hiermee verbergt u alle afbeeldingen.
Alles openen (Open All)
Hiermee geeft u alle afbeeldingen weer.
Opmerking
Direct nadat u het venster Toon & gebruik (View & Use) hebt geopend of afbeeldingen hebt
gesorteerd, worden alle afbeeldingen weergegeven en wordt Alles sluiten (Close All)
weergegeven.
Als u op Alles sluiten (Close All) klikt, verandert de knop in Alles openen (Open All).
Alle categorieën (All Categories) / Spec. categorieën (Specific Categories)
U kunt alle categorieën of alleen categorieën met afbeeldingen weergeven.
Deze knop wordt alleen weergegeven als Mijn vak (gesc./geïmp. afb.) (My Box (Scanned/
Imported Images)) of Map opgeven (Specify Folder) wordt weergegeven.
Alle categorieën (All Categories)
Hiermee worden alle categorieën en afbeeldingen weergegeven.
Spec. categorieën (Specific Categories)
Hiermee worden categorieën met afbeeldingen en de afbeeldingen in deze categorieën
weergegeven. Er worden meer afbeeldingen weergegeven in het venster met miniaturen.
Hierdoor kunt u afbeeldingen eenvoudiger vinden en verplaatsen.
Opmerking
Direct nadat u het venster Toon & gebruik (View & Use) hebt geopend, worden alle
categorieën die afbeeldingen bevatten, samen met de afbeeldingen weergegeven, en
wordt Alle categorieën (All Categories) weergegeven.
Klik op Alle categorieën (All Categories) om te schakelen naar Spec. categorieën (Specific
Categories).
Aangepaste categorieën bewerken (Edit Custom Categories)
Als Mijn vak (Gesc./Geïmp. Afbeeldingen) (My Box (Scanned/Imported Images)) of Map opgeven
(Specify Folder) wordt weergegeven, wordt het dialoogvenster Aangepaste categorieën
bewerken (Edit Custom Categories) geopend.
In het dialoogvenster Aangepaste categorieën bewerken (Edit Custom Categories) kunt u
categorieën toevoegen of verwijderen die worden weergegeven in Aangepaste categorieën
(Custom Categories).
Zie '
Afbeeldingen classificeren in categorieën
' voor meer informatie.
Afbeeldingen classificeren (Classify Images)
Van vaste schijven geïmporteerde afbeeldingen verschijnen in Niet-geclassificeerd
(Unclassified). Klik op Afbeeldingen classificeren (Classify Images) om ze automatisch in te
delen.
Deze knop wordt alleen weergegeven als Mijn vak (gesc./geïmp. afb.) (My Box (Scanned/
Imported Images)) of Map opgeven (Specify Folder) wordt weergegeven.
Opmerking
Het classificeren kan even duren als er veel afbeeldingen geclassificeerd moeten worden.
Gebied met geselecteerde afbeeldingen
(Alles annuleren)
Hiermee maakt u de selectie ongedaan van alle afbeeldingen in het gebied met geselecteerde
afbeeldingen.
Pagina 451 van 736 pagina'sVenster Toon gebruik (View Use)
(Selectie annuleren)
Hiermee maakt u de selectie ongedaan van de doelafbeelding (in het oranje kader) in het gebied
met geselecteerde afbeeldingen.
Gebied met geselecteerde afbeeldingen
Hier worden de afbeeldingen weergegeven die in het venster met miniaturen zijn geselecteerd.
Verwant onderwerp
Afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen
Naar boven
Pagina 452 van 736 pagina'sVenster Toon gebruik (View Use)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Venster PDF-bestand maken/bewerken (Create/Edit PDF file)
S715
Venster PDF-bestand maken/bewerken (Create/Edit PDF file)
Klik op PDF in het scherm Toon & gebruik (View & Use) en klik op PDF-bestand maken/bewerken
(Create/Edit PDF file) in de lijst om het dialoogvenster PDF-bestand maken/bewerken (Create/Edit PDF
file) te openen.
In het dialoogvenster PDF-bestand maken/bewerken (Create/Edit PDF file) kunt u pagina's toevoegen of
verwijderen en de volgorde wijzigen van pagina's in PDF-bestanden die zijn gemaakt met MP Navigator
EX.
Belangrijk
U kunt afbeeldingen die gescand zijn met 10501 of meer pixels in verticale en horizontale richting
niet opslaan.
Als een met wachtwoord beveiligd PDF-bestand wordt bewerkt, worden de wachtwoorden
verwijderd. Stel de wachtwoorden opnieuw in.
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
U kunt maximaal 99 pagina's tegelijk maken of bewerken met MP Navigator EX.
Pagina's opnieuw schikken (Rearrange Pages)
U kunt de geselecteerde afbeelding (in een oranje kader) verplaatsen.
Hiermee verplaatst u de geselecteerde afbeelding naar het begin.
Hiermee verplaatst u de geselecteerde afbeelding één pagina omhoog.
Hiermee verplaatst u de geselecteerde afbeelding één pagina omlaag.
Hiermee verplaatst u de geselecteerde afbeelding naar het einde.
Opmerking
Pagina 453 van 736 pagina'sVenster PDF-bestand maken/bewerken (Create/Edit PDF file)
U kunt de afbeelding ook slepen om de volgorde te wijzigen.
Geselecteerde pagina's verwijderen (Delete Selected Pages)
Hiermee verwijdert u de geselecteerde afbeelding.
Pagina toevoegen (Add Page)
Hiermee kunt u een bestaand PDF-bestand selecteren en toevoegen.
Opmerking
Als u een met wachtwoord beveiligd PDF-bestand wilt toevoegen, hebt u het wachtwoord nodig.
Ongedaan maken (Undo)
Hiermee annuleert u de laatste wijziging.
Herstellen (Reset)
Hiermee annuleert u alle aangebrachte wijzigingen.
Geselecteerde pagina's opslaan (Save Selected Pages)
Opent het dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file). Geef de gewenste instellingen
op. Alleen de geselecteerde pagina wordt opgeslagen.
Opmerking
Wanneer er meerdere pagina's zijn geselecteerd, wordt een PDF-bestand met meerdere
pagina's gemaakt.
Zie '
Dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
' voor meer informatie over het
dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file).
Alle pagina's opslaan (Save All Pages)
Opent het dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file). De instellingen voor opslaan
opgeven en alle pagina's in de lijst opslaan als één PDF-bestand of alle pagina's opslaan als aparte
PDF-bestanden.
Opmerking
Zie '
Dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
' voor meer informatie over het
dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file).
Voltooien (Finish)
Hiermee sluit u het dialoogvenster PDF-bestand maken/bewerken (Create/Edit PDF file).
Werkbalk
(Linksom roteren)
De pagina wordt 90 graden tegen de klok in gedraaid.
(Rechtsom roteren)
De pagina wordt 90 graden met de klok mee gedraaid.
(Voorbeeldmodus)
Hiermee schakelt u over op de voorbeeldmodus.
De geselecteerde pagina wordt weergegeven in het voorbeeldgebied.
Pagina 454 van 736 pagina'sVenster PDF-bestand maken/bewerken (Create/Edit PDF file)
(Vergroten)
De afbeelding in het voorbeeldgebied wordt vergroot.
(Verkleinen)
De afbeelding in het voorbeeldgebied wordt verkleind.
(Volledig scherm)
Hiermee geeft u de hele afbeelding weer.
(Miniatuurmodus)
Hiermee schakelt u over op de miniatuurmodus. De pagina's worden weergegeven in de
miniatuurweergave.
Naar boven
Pagina 455 van 736 pagina'sVenster PDF-bestand maken/bewerken (Create/Edit PDF file)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Document afdrukken
S718
Dialoogvenster Document afdrukken
Klik op Afdrukken (Print) in het venster Toon & gebruik (View & Use) en klik vervolgens op Document
afdrukken (Print Document) in de lijst om het dialoogvenster Document afdrukken te openen.
In het dialoogvenster Document afdrukken kunt u geavanceerde instellingen opgeven voor het afdrukken
van meerdere gescande afbeeldingen tegelijk.
Printer
Selecteer de printer die u wilt gebruiken.
Papierbron (Paper Source)
Selecteer de papierbron.
Pagina-indeling (Page Layout)
Selecteer een afdruktype.
Afdrukken op normaal formaat (Normal-size Printing)
Er wordt één afbeelding per vel afgedrukt.
Afdrukken op schaal (Scaled Printing)
U kunt afbeeldingen afdrukken op de geselecteerde schaal (vergroot of verkleind).
Passend op papierformaat (Fit-to-Page Printing)
De afbeelding wordt aangepast aan het papierformaat (vergroot of verkleind).
Afdrukken zonder marges (Borderless Printing)
De afbeelding wordt afgedrukt op een volledig vel papier, zonder marges.
Pagina-ind. afdr. (2 op 1) (Page Layout Printing (2 on 1))
Twee pagina's indelen en op een vel papier afdrukken.
Pagina-ind. afdr. (4 op 1) (Page Layout Printing (4 on 1))
Vier pagina's indelen en op een vel papier afdrukken.
Vergroten/verkleinen
Afbeeldingen bij het afdrukken vergroten of verkleinen.
(Vergroten/verkleinen)
Pagina 456 van 736 pagina'sDialoogvenster Document afdrukken
Een vergrote of verkleinde afbeelding afdrukken door een schaal op te geven in stappen van 1%.
Auto
Schaal wordt automatisch aangepast op basis van de gedetecteerde papierbreedte en het
geselecteerde papierformaat. De afbeelding kan 90 graden gedraaid worden afgedrukt,
afhankelijk van het formaat.
Schaal (Scale)
Selecteer een factor in de lijst.
Belangrijk
Bij normaal formaat (100%) is het mogelijk dat bepaalde afbeeldingen klein worden afgedrukt of
dat sommige stukken zijn afgekapt. Selecteer in dit geval Auto om het formaat van de afdruk in
verhouding te brengen met het papierformaat.
Papierformaat (Paper Size)
Selecteer het formaat van het papier waarop u afdrukt. Stel het formaat in op het formaat van het papier
dat in de printer is geladen.
Opmerking
De mogelijke papierformaten hangen af van de geselecteerde printer.
Mediumtype (Media Type)
Selecteer het type papier waarop u afdrukt. De geboden afdrukkwaliteit kan afhankelijk zijn van het
ingestelde papiertype.
Opmerking
De mogelijke papiersoorten zijn afhankelijk van de geselecteerde printer.
Afdrukkwaliteit (Print Quality)
Selecteer de afdrukkwaliteit.
Dichtheid
Klik op (dichtheidsaanpassing) om de afdrukdichtheid te selecteren.
Aantal
Klik op
(kopieerinstelling) om het aantal exemplaren te selecteren dat moet
worden afgedrukt.
Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing)
Schakel dit selectievakje in wanneer u het document in zwart-wit wilt afdrukken.
Afdrukvoorbeeld (Preview before printing)
Schakel dit selectievakje in om voorafgaand aan het afdrukken het resultaat weer te geven.
Standaard (Defaults)
Standaardinstellingen herstellen.
Afdrukken (Print)
Afdrukken starten met de opgegeven instellingen.
Opmerking
Als u wilt annuleren tijdens het spoolen, klikt u op Annuleren (Cancel). Als u het afdrukken wilt
annuleren, klikt u op Afdrukken annuleren (Cancel Printing) in het bevestigingsvenster voor de
printerstatus. Als u het bevestigingsvenster voor de printerstatus wilt openen, klikt u op het
printerpictogram op de taakbalk.
Naar boven
Pagina 457 van 736 pagina'sDialoogvenster Document afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Foto afdrukken (Print Photo)
S729
Dialoogvenster Foto afdrukken (Print Photo)
Klik op Afdrukken (Print) in het venster Toon & gebruik (View & Use) en klik op Foto afdrukken (Print
Photo) in de lijst om het dialoogvenster Foto afdrukken (Print Photo) te openen.
Belangrijk
Het dialoogvenster Foto afdrukken (Print Photo) wordt niet geopend als Easy-PhotoPrint EX is
geïnstalleerd. In dat geval wordt Easy-PhotoPrint EX gestart.
PDF-bestanden kunnen niet worden afgedrukt.
Opmerking
Dubbelklik op een afbeelding om deze weer te geven in een ander venster.
Printer
Selecteer de printer die u wilt gebruiken.
Eigenschappen... (Properties...)
Hiermee geeft u het scherm met geavanceerde printerinstellingen weer.
Papierformaat (Paper Size)
Selecteer het formaat van het papier waarop u afdrukt. Stel het formaat in op het formaat van het papier
dat in de printer is geladen.
Mediumtype (Media Type)
Selecteer het type papier waarop u afdrukt. De geboden afdrukkwaliteit kan afhankelijk zijn van het
ingestelde papiertype.
Pagina-indeling (Page Layout)
Selecteer een afdruktype.
Afdrukken op normaal formaat (Normal-size Printing)
Er wordt één afbeelding per vel afgedrukt.
Passend op papierformaat (Fit-to-Page Printing)
Pagina 458 van 736 pagina'sDialoogvenster Foto afdrukken (Print Photo)
De afbeelding wordt aangepast aan het papierformaat (vergroot of verkleind).
Afdrukken zonder marges (Borderless Printing)
Schakel dit selectievakje in om de afbeelding af te drukken op een gehele pagina, zonder marges.
Belangrijk
De instelling Pagina-indeling (Page Layout) wordt uitgeschakeld als u Afdrukken zonder marges
(Borderless Printing) selecteert.
Deze instelling is alleen beschikbaar voor printers die afdrukken zonder marges ondersteunen.
Afdrukstand (Orientation)
Geef de afdrukstand op.
Belangrijk
Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer Pagina-indeling (Page Layout) is ingesteld op
Afdrukken op normaal formaat (Normal-size Printing). Bij andere instellingen wordt de afbeelding
automatisch geroteerd zodat deze goed op het papier past.
Aantal (Copies)
Geef het aantal af te drukken exemplaren op.
Vivid Photo
Schakel dit selectievakje in om de afbeelding af te drukken met levendige kleuren.
Afdrukvoorbeeld (Preview before printing)
Schakel dit selectievakje in om voorafgaand aan het afdrukken het resultaat weer te geven.
Afdrukken (Print)
Start met afdrukken.
Opmerking
Alleen de afbeeldingen waarbij het selectievakje in het venster met miniaturen is ingeschakeld,
worden afgedrukt.
Sluiten (Close)
Hiermee sluit u het dialoogvenster zonder de foto af te drukken.
Naar boven
Pagina 459 van 736 pagina'sDialoogvenster Foto afdrukken (Print Photo)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Via e-mail verzenden (Send via E-mail)
S719
Dialoogvenster Via e-mail verzenden (Send via E-mail)
Klik op Verzenden (Send) in het venster Toon & gebruik (View & Use) en klik op Toevoegen aan e-mail
(Attach to E-mail) in de lijst om het dialoogvenster Via e-mail verzenden (Send via E-mail) te openen.
In het dialoogvenster Via e-mail verzenden (Send via E-mail) kunt u geavanceerde instellingen opgeven
voor het bijvoegen van afbeeldingen aan e-mailberichten.
Belangrijk
MP Navigator EX is compatibel met de volgende e-mailprogramma's:
- Microsoft Outlook
- Windows Mail (Windows Vista)
- Outlook Express (Windows XP)
(Als een e-mailprogramma niet naar behoren functioneert, controleert u of de MAPI-instelling van
het mailprogramma is ingeschakeld. Raadpleeg de handleiding van het e-mailprogramma voor
meer informatie.)
Opmerking
U kunt alleen PDF- en JPEG-bestanden bij e-mails voegen.
E-mailprogramma (Mail Program)
Het e-mailprogrammma dat is ingesteld op het tabblad Algemeen (General) van het dialoogvenster
Voorkeuren (Preferences) wordt weergegeven. Selecteer het gewenste e-mailprogramma.
Bestandsgrootte van bijlage aanpassen (Adjust attachment file size)
Als het bestandstype JPEG is, kunt u het formaat van afbeeldingen wijzigen door dit selectievakje in te
schakelen. Selecteer een formaat bij Grootte (Size).
Opslaan in (Save in)
Hier wordt de map weergegeven waarin de afbeeldingen moeten worden opgeslagen. Als u de map
wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een andere map op te geven. Indien het formaat is
gewijzigd, worden de afbeeldingen met het nieuwe formaat opgeslagen.
De gescande afbeeldingen worden standaard opgeslagen in de volgende mappen.
Windows 7: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Windows Vista: map MP Navigator EX in de map Afbeeldingen (Pictures)
Windows XP: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Bestandsnaam (File name)
Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt toevoegen (maximaal 64 tekens). Wanneer u
meerdere bestanden opslaat, worden 4 cijfers aan elke bestandsnaam toegevoegd.
Pagina 460 van 736 pagina'sDialoogvenster Via e-mail verzenden (Send via E-mail)
Instellen... (Set...)
U kunt een compressietype opgeven voor JPEG-bestanden.
Selecteer Hoog (lage compressie) (High(Low Compression)), Standaard (Standard) of Laag (hoge
compressie) (Low(High Compression)).
Naar boven
Pagina 461 van 736 pagina'sDialoogvenster Via e-mail verzenden (Send via E-mail)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
S712
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance
Images)
Klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Toon & gebruik (View & Use) of klik op
Foto Afbeeldingen herstellen (Fix photo images) bij de knoppen voor afbeeldingsverwerking om het
dialoogvenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) te openen.
U kunt in het dialoogvenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
geavanceerde instellingen definiëren, zoals instellingen voor het corrigeren en verbeteren van
afbeeldingen en het aanpassen van de helderheid en het contrast.
U kunt ook de bronafbeelding naast de bijgewerkte afbeelding weergeven om deze te vergelijken.
(1)
Taakgebied
(2) Werkbalk
Belangrijk
Het corrigeren/verbeteren van afbeeldingen kan niet worden toegepast op PDF-bestanden of zwart-
wit binaire bestanden.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook openen door
op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het dialoogvenster Inzoomen (Zoom in) te klikken.
Het corrigeren van grote afbeeldingen kan enige tijd duren.
Raadpleeg '
Venster Toon & gebruik (View & Use)
' voor meer informatie over het venster Toon &
gebruik (View & Use).
Taakgebied
Beschikbare taken en instellingen zijn verschillend op de tabbladen Auto en Handmatig (Manual).
Klik op de tab Auto of Handmatig (Manual) om het bijbehorende tabblad te openen.
Pagina 462 van 736 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
Tabblad Auto
Met de functies op het tabblad Auto kunt u correcties en verbeteringen op de afbeelding in zijn geheel
toepassen.
Zie '
Afbeeldingen automatisch corrigeren/verbeteren ' voor meer informatie.
Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix)
Hiermee worden automatische fotocorrecties toegepast.
Voorrang geven aan Exif-info (Prioritize Exif Info)
Schakel dit selectievakje in om correcties toe te passen die voornamelijk zijn gebaseerd op de
instellingen die waren geselecteerd op het moment van vastleggen.
Schakel dit selectievakje uit om correcties toe te passen op basis van de resultaten van de
afbeeldingsanalyse. Deze instelling wordt aanbevolen.
Opmerking
Exif is een standaardindeling waarmee verschillende opnamegegevens kunnen worden
toegevoegd aan beelden van digitale camera's (JPEG).
Gezicht scherper maken (Face Sharpener)
Hiermee kunt u onscherpe gezichten verscherpen.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Gezicht digitaal effenen (Digital Face Smoothing)
Hiermee kunt u de huid verbeteren door oneffenheden en rimpels te verwijderen.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Op alle afbeeldingen toepassen (Apply to all images)
Wanneer u deze optie selecteert, worden alle afbeeldingen in de miniaturenlijst automatisch
gecorrigeerd/verbeterd.
OK
Hiermee past u het geselecteerde effect toe op de geselecteerde afbeelding of op alle
afbeeldingen.
Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image)
Hiermee annuleert u alle correcties en verbeteringen die u op de geselecteerde afbeelding hebt
toegepast.
Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image)
Hiermee slaat u de (geselecteerde) gecorrigeerde/verbeterde afbeelding op.
Alle gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images)
Hiermee slaat u alle gecorrigeerde/verbeterde afbeeldingen op die worden weergegeven in de lijst
met miniaturen.
Afsluiten (Exit)
Pagina 463 van 736 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) sluiten.
Tabblad Handmatig
Het tabblad Handmatig (Manual) heeft twee menu's: Aanpassen (Adjust) en Corrigeren/verbeteren
(Correct/Enhance).
Gebruik Aanpassen (Adjust) om de helderheid en het contrast aan te passen of om de hele afbeelding
scherper te maken.
Gebruik Corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance) als u specifieke gedeelten wilt corrigeren/verbeteren.
Zie '
Afbeeldingen handmatig corrigeren/verbeteren ' voor meer informatie.
Aanpassing
Helderheid (Brightness)
De algemene helderheid van de afbeelding wordt aangepast.
Verplaats de schuifregelaar naar links om de afbeelding donkerder te maken en naar rechts om
deze lichter te maken.
Contrast
Het contrast van de afbeelding wordt aangepast. Als de afbeelding flets is vanwege gebrek aan
contrast, kunt u het contrastniveau aanpassen.
Verplaats de schuifregelaar naar links om het contrast van de afbeelding te verlagen en naar rechts
om het te verhogen.
Scherpte (Sharpness)
Versterkt de contouren van onderwerpen om de afbeelding scherper te maken. Pas de scherpte
aan als de foto onscherp is of tekst vaag leesbaar is.
Verplaats de schuifregelaar naar rechts om de afbeelding scherper te maken.
Vervagen (Blur)
Vervaagt de contouren van onderwerpen om de afbeelding een zachtere uitstraling te geven.
Verplaats de schuifregelaar naar rechts om de afbeelding te vervagen.
Doorschijnendheid verwijderen (Show-through Removal)
Verwijdert doorschijnendheid van tekst of de basiskleur door de achterkant. Pas het niveau van
doorschijnendheid aan om te voorkomen dat tekst of de basiskleur van de achterkant van een dun
document doorschijnt op de voorkant.
Verplaats de schuifregelaar naar rechts om doorschijnendheid meer te verwijderen.
Geavanceerd (Advanced)
Hiermee opent u het dialoogvenster Geavanceerde aanpassing (Advanced Adjustment) waar u
fijne aanpassingen kunt aanbrengen in de helderheid en kleurtoon van de afbeelding.
Voor Helderheid/contrast (Brightness/Contrast) en Toon (Tone) selecteert u een kleur bij Kanaal
(Channel) als u alleen Rood (Red), Groen (Green) of Blauw (Blue) wilt aanpassen. Selecteer Model
Pagina 464 van 736 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
(Master) als u de drie kleuren tegelijk wilt aanpassen.
Helderheid/contrast (Brightness/Contrast)
De helderheid en het contrast van een afbeelding aanpassen.
Verplaats de schuifregelaar Helderheid (Brightness) naar links om de afbeelding donkerder te
maken en naar rechts om deze lichter te maken.
Verplaats de schuifregelaar Contrast naar links om het contrast van de afbeelding te verlagen
en naar rechts om het contrast te verhogen.
Toon (Tone)
U kunt de helderheidsbalans aanpassen door Hoge lichten (Highlight) (het lichtste niveau),
Schaduwen (Shadow) (het donkerste niveau) of Middentonen (Midtone) (de kleur in het midden
van Hoge lichten (Highlight) en Schaduwen (Shadow)) op te geven.
Verplaats de schuifregelaar Hoge lichten (Highlight) naar links om de afbeelding lichter te
maken.
Verplaats de schuifregelaar Middentonen (Midtone) naar links om de afbeelding lichter te
maken en naar rechts om deze donkerder te maken.
Verplaats de schuifregelaar Schaduwen (Shadow) naar rechts om de afbeelding donkerder te
maken.
Kleurbalans (Color Balance)
Hiermee past u de levendigheid en kleurtoon van de afbeelding aan.
Verplaats de schuifregelaar Kleurbalans (Color Balance) naar links of naar rechts om de
bijbehorende kleur te benadrukken.
Opmerking
Dit zijn de complementaire kleuren (als de twee kleuren van een kleurenpaar worden
gemengd, ontstaat een grijstint). U kunt de natuurlijke kleuren van een fotosituatie
reproduceren door de te veel benadrukte kleur te verminderen en de complementaire
kleur te verhogen. 'Overkleuring' is het verschijnsel waarbij een bepaalde kleur de gehele
foto beïnvloedt als gevolg van de weersomstandigheden of sterke omgevingskleuren.
Het is vaak lastig om de afbeelding helemaal te corrigeren door slechts één kleurenpaar
aan te passen. Het beste kunt u een gedeelte op de foto zoeken dat wit zou moeten zijn,
en alle drie de kleurenparen zo aanpassen dat dit gedeelte wit wordt.
Standaard (Defaults)
Hiermee maakt u alle aanpassingen ongedaan.
Sluiten (Close)
Hiermee sluit u het dialoogvenster Geavanceerde aanpassing (Advanced Adjustment).
Opmerking
De waarden voor Helderheid (Brightness) en Contrast die zijn ingesteld via Aanpassen
(Adjust) veranderen niet als de helderheid en de kleurtoon worden aangepast in het
dialoogvenster Geavanceerde aanpassing (Advanced Adjustment).
Pagina 465 van 736 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
Standaard (Defaults)
Hiermee zet u alle instellingen (helderheid, contrast, scherpte, vervaging en doorschijnendheid)
terug op de standaardwaarden.
Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image)
Hiermee annuleert u alle correcties, verbeteringen en aanpassingen die op de geselecteerde
afbeelding zijn toegepast.
Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image)
Hiermee slaat u de (geselecteerde) gecorrigeerde/verbeterde/aangepaste afbeelding op.
Alle gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images)
Hiermee slaat u alle gecorrigeerde/verbeterde/aangepaste afbeeldingen op die worden
weergegeven in de lijst met miniaturen.
Afsluiten (Exit)
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) sluiten.
Correctie/verbetering
Helderheid gezicht (Face Brightener)
Hiermee wordt de hele afbeelding gecorrigeerd om het deel van het gezicht in en rond het
geselecteerde deel helderder te maken.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Gezicht scherper maken (Face Sharpener)
Hiermee wordt de hele afbeelding gecorrigeerd om het deel van het gezicht in en rond het
geselecteerde deel scherper te maken.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Gezicht digitaal effenen (Digital Face Smoothing)
Hiermee kunt u de huid verbeteren door oneffenheden en rimpels uit het geselecteerde deel te
verwijderen.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Vlekken verwijderen (Blemish Remover)
Hiermee verwijdert u moedervlekken uit het geselecteerde deel.
OK
Hiermee past u het geselecteerde effect toe op het opgegeven gebied.
Ongedaan maken (Undo)
Hiermee wordt de laatste correctie/verbetering geannuleerd.
Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image)
Hiermee annuleert u alle correcties en verbeteringen die u op de geselecteerde afbeelding hebt
Pagina 466 van 736 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
toegepast.
Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image)
Hiermee slaat u de (geselecteerde) gecorrigeerde/verbeterde afbeelding op.
Alle gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images)
Hiermee slaat u alle gecorrigeerde/verbeterde afbeeldingen op die worden weergegeven in de lijst
met miniaturen.
Afsluiten (Exit)
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) sluiten.
Werkbalk
Werkbalk
(Linksom roteren)
De afbeelding wordt 90 graden tegen de klok in gedraaid.
(Rechtsom roteren)
De afbeelding wordt 90 graden met de klok mee gedraaid.
(Omkeren)
De afbeelding wordt horizontaal omgekeerd.
(Bijsnijden)
Met bijsnijden selecteert u het gebied in een foto dat u wilt behouden en verwijdert u de rest.
Sleep het witte kader in het weergegeven venster om het te behouden gebied aan te geven.
Verplaats de cursor binnen het witte kader en sleep de aanwijzer om het gebied te verplaatsen.
Opmerking
Plaats de hoofdonderwerpen langs de witte stippellijnen of op de snijpunten om een
evenwichtig beeld te maken.
(Vergroten)
De weergegeven afbeelding wordt vergroot.
(Verkleinen)
De weergegeven afbeelding wordt verkleind.
(Volledig scherm)
Hiermee geeft u de hele afbeelding weer in Voorbeeld.
(Vergelijken)
Pagina 467 van 736 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
Hiermee opent u een venster waarin u de afbeeldingen van voor en na de correctie/verbetering
naast elkaar kunt vergelijken.
De bronafbeelding wordt links weergegeven en de gecorrigeerde afbeelding rechts.
Naar boven
Pagina 468 van 736 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX > Scherm voor modus Eenmaal klikken
S701
Scherm voor modus Eenmaal klikken
Klik op de knop
(Modus schakelen) links onder in het scherm voor de navigatiemodus om het
scherm voor de modus Eenmaal klikken weer te geven.
U kunt in één handeling scannen, opslaan enzovoort door op het bijbehorende pictogram te klikken.
Automatisch (Auto)
Documenten scannen door automatisch het documenttype te detecteren. De bestandsindeling wordt
automatisch ingesteld. Bestanden worden opgeslagen naar een computer.
Wanneer u op dit pictogram klikt, wordt het dialoogvenster Automatische scan (Auto Scan) geopend en
kunt u de instellingen voor opslaan opgeven.
Dialoogvenster Automatische scan (Auto Scan)
Opslaan (Save)
Hiermee kunt u documenten en foto's scannen en ze opslaan op een computer. Het documenttype
kan automatisch worden gedetecteerd.
Wanneer u op dit pictogram klikt, wordt het dialoogvenster Opslaan (Save) geopend en kunt u de
instellingen voor scannen en opslaan opgeven.
Dialoogvenster Opslaan (Save) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
PDF
Documenten scannen en opslaan als PDF-bestanden.
Wanneer u op dit pictogram klikt, wordt het dialoogvenster PDF geopend en kunt u de instellingen voor
de toepassing en voor scannen/opslaan opgeven.
Dialoogvenster PDF
Verzenden (Mail)
Documenten of foto's scannen en ze toevoegen aan een e-mailbericht.
Wanneer u op dit pictogram klikt, wordt het dialoogvenster Verzenden (Mail) geopend en kunt u de
instellingen voor scannen/opslaan en voor het e-mailprogramma opgeven.
Dialoogvenster Verzenden (Mail)
OCR
Tekstdocumenten scannen en de tekst in de afbeelding weergeven in Kladblok (geleverd bij
Windows).
Wanneer u op dit pictogram klikt, wordt het dialoogvenster OCR geopend en kunt u de instellingen
voor de toepassing en voor scannen/opslaan opgeven.
Dialoogvenster OCR
Aangepast (Custom)
Documenten/foto's scannen en openen in een opgegeven toepassing. Het documenttype kan
automatisch worden gedetecteerd.
Wanneer u op dit pictogram klikt, wordt het dialoogvenster Aangepast (Custom) geopend en kunt u de
instellingen voor de toepassing en voor scannen/opslaan opgeven.
Dialoogvenster Aangepast (Custom)
(Modus schakelen)
Naar navigatiemode schakelen. Het scherm van de navigatiemodus wordt weergegeven.
Pagina 469 van 736 pagina'sScherm voor modus Eenmaal klikken
Tabblad Aangepaste scan met eenmaal klikken (Custom Scan with One-click)
Voorkeuren (Preferences)
Het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wordt geopend. In het dialoogvenster Voorkeuren
(Preferences) kunt u geavanceerde instellingen definiëren voor functies in MP Navigator EX.
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
(Handleiding)
Deze handleiding openen.
Belangrijk
De volgende beperkingen zijn van toepassing als u scant terwijl Documenttype (Document Type) is
ingesteld op Auto-mode (Auto Mode) in het dialoogvenster Opslaan (Save) of Aangepast (Custom).
Als u tekst in de gescande afbeelding wilt omzetten in tekstgegevens, geeft u het Documenttype
(Document Type) op (selecteer niet de Auto-mode (Auto Mode)).
Verwant onderwerp
Eenvoudig scannen met eenmaal klikken
Naar boven
Pagina 470 van 736 pagina'sScherm voor modus Eenmaal klikken
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Automatische scan (Auto Scan)
S742
Dialoogvenster Automatische scan (Auto Scan)
Klik op Automatische scan (Auto Scan) op het tabblad Aangepaste scan met eenmaal klikken (Custom
Scan with One-click) of klik op Auto in het scherm voor de modus Eenmaal klikken om het
dialoogvenster Automatische scan (Auto Scan) te openen.
Ondersteunde documenten
Foto's, ansichtkaarten, visitekaartjes, tijdschriften, kranten, tekstdocumenten en bd's/dvd's/cd's.
Belangrijk
De volgende documenttypen kunnen niet correct worden gescand. Klik in dat geval op een ander
pictogram in het scherm van de modus Eenmaal klikken of op het tabblad Aangepaste scan met
eenmaal klikken (Custom Scan with One-click) en geef het documenttype of -formaat op.
- Foto's op A4-formaat
- Tekstdocumenten kleiner dan 2L (127 mm x 178 mm) (5 inch x 7 inch), zoals pagina's van een
pocket waarvan de rug is afgesneden
- Documenten die zijn afgedrukt op dun wit papier
- Lange, smalle documenten, zoals panoramafoto's
Reflecterende disclabels worden mogelijk niet correct gescand.
Plaats de documenten juist op de plaat, afhankelijk van het type document dat u wilt scannen.
Anders worden de documenten mogelijk niet juist gescand.
Zie '
Documenten plaatsen
' voor meer informatie over het plaatsen van documenten.
Opmerking
Als u moiré wilt beperken, klikt u op een ander pictogram in het scherm van de modus Eenmaal
klikken of op het tabblad Aangepaste scan met eenmaal klikken (Custom Scan with One-click) en
stelt u Documenttype (Document Type) in op Tijdschrift (Magazine).
Scan-instellingen (Scan Settings)
Aanbevolen beeldcorrectie (Recommended Image Correction)
Schakel dit selectievakje in om geschikte correcties automatisch toe te passen op basis van het
documenttype.
Pagina 471 van 736 pagina'sDialoogvenster Automatische scan (Auto Scan)
Belangrijk
Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, kunnen de bestanden alleen worden opgeslagen
in de indeling JPEG/Exif of PDF.
Het scannen duurt mogelijk langer dan gebruikelijk wanneer dit selectievakje is ingeschakeld.
De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in
dat geval het selectievakje uit en voer de scan uit.
Instellingen opslaan (Save Settings)
Bestandsnaam (File name)
Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan (maximaal 64 tekens). Wanneer u
meerdere bestanden opslaat, worden 4 cijfers aan elke bestandsnaam toegevoegd.
Type bestanden (Save as type)
Selecteer een bestandstype om de gescande afbeeldingen op te slaan.
Selecteer Auto, JPEG/Exif, TIFF, BMP of PDF.
Belangrijk
Als Type bestanden (Save as type) is ingesteld op Auto, kan de bestandsindeling verschillen,
afhankelijk van hoe u het document plaatst.
Zie '
Documenten plaatsen
' voor meer informatie over het plaatsen van documenten.
U kunt geen wachtwoorden instellen voor PDF-bestanden.
Opmerking
Wanneer u Auto selecteert, worden bestanden opgeslagen in de volgende indelingen, volgens
het documenttype.
Foto's, ansichtkaarten, bd's/dvd's/cd's en visitekaartjes: JPEG
Tijdschriften, kranten en tekstdocumenten: PDF
U kunt de bestandsindeling wijzigen via Instellen... (Set...).
Instellen... (Set...)
Wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op Auto
U kunt opgeven in welke bestandsindeling afbeeldingen moeten worden opgeslagen. Selecteer
een bestandsindeling voor items die zijn gedetecteerd als documenten en voor items die zijn
gedetecteerd als foto's.
Wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op JPEG/Exif
U kunt een compressietype opgeven voor JPEG-bestanden. Selecteer Hoog (lage compressie)
(High(Low Compression)), Standaard (Standard) of Laag (hoge compressie) (Low(High
Compression)).
Als Type bestanden (Save as type) is ingesteld op PDF
Geef geavanceerde instellingen voor het maken van PDF-bestanden op. Zie ' Dialoogvenster PDF-
instellingen (PDF Settings)
' voor meer informatie.
Opslaan in (Save in)
Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden
opgeslagen. Als u de map wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een andere map op te
geven.
De gescande afbeeldingen worden standaard opgeslagen in de volgende mappen.
Windows 7: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Windows Vista: map MP Navigator EX in de map Afbeeldingen (Pictures)
Windows XP: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Opslaan in een submap met huidige datum (Save to a Subfolder with Current Date)
Hiermee maakt u een submap in de map die is opgegeven in Opslaan in (Save in) met de huidige
datum. Sla in deze submap gescande afbeeldingen op. Er wordt een submap met een naam als
'2010_01_01' (Jaar_Maand_Dag) gemaakt.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, worden bestanden rechtstreeks opgeslagen in de map
Pagina 472 van 736 pagina'sDialoogvenster Automatische scan (Auto Scan)
die is opgegeven in Opslaan in (Save in).
Scannen starten door op de eenmaal-klikken-knop te klikken (Start scanning by clicking the one-
click button)
Schakel dit selectievakje in om het scannen te starten wanneer u op een pictogram klikt in de
modus Eenmaal klikken.
Belangrijk
Scannen starten door op de eenmaal-klikken-knop te klikken (Start scanning by clicking the
one-click button) wordt niet weergegeven als het dialoogvenster rechtstreeks vanuit Solution
Menu EX wordt geopend.
Pas toe (Apply)
Hiermee worden de opgegeven instellingen opgeslagen en toegepast.
Klik op Annuleren (Cancel) in plaats van Pas toe (Apply) om de opgegeven instellingen te
annuleren.
Annuleren (Cancel)
Hiermee worden de opgegeven instellingen geannuleerd. Het huidige scherm wordt gesloten.
Standaard (Defaults)
Hiermee zet u alle instellingen in het scherm terug op hun standaardwaarde.
Scannen (Scan)
Hiermee kunt u documenten scannen en opslaan met de opgegeven instellingen.
Wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op Auto, wordt een bevestiging weergegeven.
Klik op Handleiding openen (Open Manual) om deze handleiding te openen (als deze is
geïnstalleerd).
Naar boven
Pagina 473 van 736 pagina'sDialoogvenster Automatische scan (Auto Scan)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Opslaan (Save) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
S721
Dialoogvenster Opslaan (Save) (scherm voor modus Eenmaal
klikken)
Klik op Opslaan naar computer (Save to PC) op het tabblad Aangepaste scan met eenmaal klikken
(Custom Scan with One-click) of klik op Opslaan (Save) in het scherm voor de modus Eenmaal klikken
om het dialoogvenster Opslaan (Save) te openen.
Scan-instellingen (Scan Settings)
Documenttype (Document Type)
Selecteer het type document dat u wilt scannen. Als Auto-mode (Auto Mode) geselecteerd is, wordt
het documenttype automatisch herkend. In dat geval worden de Kleurenmodus (Color Mode), het
Documentformaat (Document Size) en de Resolutie (Resolution) ook automatisch ingesteld.
Belangrijk
In de Auto-mode (Auto Mode) worden de documenttypen foto's, ansichtkaarten, visitekaartjes,
tijdschriften, tekstdocumenten en bd's/dvd's/cd's ondersteund.
De volgende documenttypen kunnen niet goed worden gescand in de Auto-mode (Auto Mode).
In dat geval moet u het documenttype of -formaat opgeven.
- Foto's op A4-formaat
- Tekstdocumenten kleiner dan 2L (127 mm x 178 mm) (5 inch x 7 inch), zoals pagina's van
een pocket waarvan de rug is afgesneden
- Documenten die zijn afgedrukt op dun wit papier
- Lange, smalle documenten, zoals panoramafoto's
Reflecterende disclabels worden mogelijk niet correct gescand.
Plaats de documenten juist op de plaat, afhankelijk van het type document dat u wilt scannen.
Anders worden de documenten mogelijk niet juist gescand.
Pagina 474 van 736 pagina'sDialoogvenster Opslaan (Save) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
Zie '
Documenten plaatsen
' voor meer informatie over het plaatsen van documenten.
Opmerking
Voor moiré-reductie stelt u het Documenttype (Document Type) in op Tijdschrift (Magazine).
Kleurenmodus (Color Mode)
Selecteer hoe u het document wilt scannen.
Documentformaat (Document Size)
Selecteer het formaat van het document dat u wilt scannen.
Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waarin u het
documentformaat kunt opgeven. Selecteer een van de Eenheden (Units), voer de Breedte (Width) en
Hoogte (Height) in en klik op OK.
Belangrijk
Wanneer u Automatisch detecteren (Auto Detect) selecteert, wordt de afbeelding mogelijk niet
gescand op de juiste positie en het juiste formaat. Wijzig het formaat in dat geval in het
werkelijke documentformaat (zoals A4 of Letter). Lijn een hoek van het document uit met de
hoek bij de pijl (positiemarkering) van de glasplaat.
Resolutie (Resolution)
Hier kunt u de resolutie selecteren waarmee documenten moeten worden gescand.
Resolutie
Scannerstuurpr. gebruiken (Use the scanner driver)
Schakel dit selectievakje in om het scherm van ScanGear (scannerstuurprogramma) weer te geven
en geavanceerde instellingen voor het scannen te definiëren.
De instellingen Kleurenmodus (Color Mode), Documentformaat (Document Size), Resolutie
(Resolution) en andere instellingen in het dialoogvenster Opslaan (Save) worden uitgeschakeld.
Geef deze instellingen op in het scherm van ScanGear.
Opgeven... (Specify...)
Hiermee opent u het dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings), waarin u geavanceerde
scaninstellingen kunt opgeven.
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
Instellingen opslaan (Save Settings)
De afbeelding na het scannen automatisch opslaan op de computer (Automatically save the
image to your computer after scanning it)
Selecteer deze optie om de afbeeldingen na het scannen op de opgegeven manier op de computer
op te slaan.
De instellingen Bestandsnaam (File name), Type bestanden (Save as type) en Opslaan in (Save in)
worden weergegeven.
Belangrijk
Als u deze functie selecteert, kunt u geen wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen.
Bestandsnaam (File name)
Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan (maximaal 64 tekens). Wanneer u
meerdere bestanden opslaat, worden 4 cijfers aan elke bestandsnaam toegevoegd.
Type bestanden (Save as type)
Pagina 475 van 736 pagina'sDialoogvenster Opslaan (Save) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
Selecteer een bestandstype om de gescande afbeeldingen op te slaan.
Selecteer Auto, JPEG/Exif, TIFF of BMP. Auto wordt weergegeven wanneer Documenttype (Document
Type) is ingesteld op Auto-mode (Auto Mode). Wanneer u afbeeldingen opslaat als PDF-bestand,
selecteert u PDF, PDF (meerdere pagina's) (PDF(Multiple Pages)) of PDF (pagina toevoegen)
(PDF(Add Page)).
Belangrijk
Als Documenttype (Document Type) is ingesteld op Auto-mode (Auto Mode) en Type
bestanden (Save as type) op Auto, kan de bestandsindeling verschillen, afhankelijk van hoe u
het document plaatst.
Zie '
Documenten plaatsen
' voor meer informatie over het plaatsen van documenten.
U kunt geen afbeeldingen toevoegen aan PDF-bestanden die met een wachtwoord zijn
beveiligd.
U kunt JPEG/Exif niet selecteren als Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit
(Black and White).
Opmerking
Wanneer u Auto selecteert, worden bestanden opgeslagen in de volgende indelingen, volgens
het documenttype.
Foto's, ansichtkaarten, bd's/dvd's/cd's en visitekaartjes: JPEG
Tijdschriften, kranten en tekstdocumenten: PDF
U kunt de bestandsindeling wijzigen via Instellen... (Set...).
Afbeeldingen die als PDF-bestand zijn opgeslagen, worden in sommige toepassingen
mogelijk niet geopend. Selecteer in dat geval een andere optie dan Auto bij Type bestanden
(Save as type).
Als u JPEG/Exif selecteert en Documenttype (Document Type) niet is ingesteld op Auto-mode
(Auto Mode), kunt u het selectievakje JPEG/Exif-bestand in AdobeRGB opslaan (Save the JPEG
/Exif file in AdobeRGB) inschakelen.
Instellen... (Set...)
Wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op Auto
U kunt opgeven in welke bestandsindeling afbeeldingen moeten worden opgeslagen. Selecteer
een bestandsindeling voor items die zijn gedetecteerd als documenten en voor items die zijn
gedetecteerd als foto's.
Wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op JPEG/Exif
U kunt een compressietype opgeven voor JPEG-bestanden. Selecteer Hoog (lage compressie)
(High(Low Compression)), Standaard (Standard) of Laag (hoge compressie) (Low(High
Compression)).
Als Type bestanden (Save as type) is PDF, PDF (meerdere pagina's) (PDF(Multiple
Pages)) of PDF (pagina toevoegen) (PDF(Add Page))
Geef geavanceerde instellingen voor het maken van PDF-bestanden op. Zie ' Dialoogvenster PDF-
instellingen (PDF Settings)
' voor meer informatie.
Opslaan in (Save in)
Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden
opgeslagen. Als u de map wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een andere map op te
geven.
De gescande afbeeldingen worden standaard opgeslagen in de volgende mappen.
Windows 7: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Windows Vista: map MP Navigator EX in de map Afbeeldingen (Pictures)
Windows XP: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Opslaan in een submap met huidige datum (Save to a Subfolder with Current Date)
Hiermee maakt u een submap in de map die is opgegeven in Opslaan in (Save in) met de huidige
datum. Sla in deze submap gescande afbeeldingen op. Er wordt een submap met een naam als
'2010_01_01' (Jaar_Maand_Dag) gemaakt.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, worden bestanden rechtstreeks opgeslagen in de map
die is opgegeven in Opslaan in (Save in).
JPEG/Exif-bestand in AdobeRGB opslaan (Save the JPEG/Exif file in AdobeRGB)
Pagina 476 van 736 pagina'sDialoogvenster Opslaan (Save) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
Schakel dit selectievakje in om de afbeeldingen op te slaan met kleuren die overeenkomen met
Adobe RGB.
Belangrijk
Deze functie is alleen beschikbaar als Type bestanden (Save as type) is ingesteld op JPEG/
Exif en Documenttype (Document Type) niet is ingesteld op Auto-mode (Auto Mode).
Deze functie is niet beschikbaar wanneer het Adobe RGB-profiel niet is geïnstalleerd.
Opmerking
U kunt deze instelling niet selecteren als het selectievakje Scannerstuurpr. gebruiken (Use the
scanner driver) is ingeschakeld.
Als u een afbeelding opslaat terwijl het selectievakje JPEG/Exif-bestand in AdobeRGB opslaan
(Save the JPEG/Exif file in AdobeRGB) is ingeschakeld, wordt aan het begin van de
bestandsnaam een onderstrepingsteken toegevoegd. (Voorbeeld: _Image0001.jpg)
Dialoogvenster Opslaan openen na scannen van afbeelding (Exif-informatie invoeren) (Open the
save dialog box after scanning the image (Input Exif information))
Hiermee opent u het dialoogvenster Opslaan (Save) nadat de afbeeldingen zijn gescand, zodat u
instellingen voor opslaan kunt opgeven, zoals doelmap, bestandsnaam en Exif-informatie.
Dialoogvenster Opslaan (Save)
Opmerking
Als u wachtwoorden voor PDF-bestanden wilt instellen, selecteert u Dialoogvenster Opslaan
openen na scannen van afbeelding (Exif-informatie invoeren) (Open the save dialog box after
scanning the image (Input Exif information)). Nadat de afbeelding is gescand, kunt u de
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
Instellingen voor de toepassing (Application Settings)
Openen met (Open with)
U kunt selecteren of u nadat de afbeeldingen zijn opgeslagen het venster Toon & gebruik (View &
Use) of de Verkenner wilt openen.
Scannen starten door op de eenmaal-klikken-knop te klikken (Start scanning by clicking the one-
click button)
Schakel dit selectievakje in om het scannen te starten wanneer u op een pictogram klikt in de
modus Eenmaal klikken.
Pas toe (Apply)
Hiermee worden de opgegeven instellingen opgeslagen en toegepast.
Klik op Annuleren (Cancel) in plaats van Pas toe (Apply) om de opgegeven instellingen te
annuleren.
Annuleren (Cancel)
Hiermee worden de opgegeven instellingen geannuleerd. Het huidige scherm wordt gesloten.
Standaard (Defaults)
Hiermee zet u alle instellingen in het scherm terug op hun standaardwaarde.
Scannen (Scan)
Hiermee kunt u documenten scannen en opslaan met de opgegeven instellingen.
Wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op Auto, wordt een bevestiging weergegeven.
Klik op Handleiding openen (Open Manual) om deze handleiding te openen (als deze is
geïnstalleerd).
Naar boven
Pagina 477 van 736 pagina'sDialoogvenster Opslaan (Save) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
S734
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (scherm voor
modus Eenmaal klikken)
Het dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) wordt geopend als u in het scherm voor de modus
Eenmaal klikken op Opgeven... (Specify...) klikt.
In het dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) kunt u geavanceerde instellingen voor scannen
opgeven.
Opmerking
De weergegeven items zijn afhankelijk van het documenttype en de manier waarop het scherm is
geopend.
Documenttype (Document Type)
Selecteer het type document dat u wilt scannen. Als Auto-mode (Auto Mode) geselecteerd is, wordt het
documenttype automatisch herkend.
In dat geval worden de Kleurenmodus (Color Mode), het Documentformaat (Document Size)
enzovoort, ook automatisch ingesteld.
Belangrijk
Plaats de documenten juist op de plaat, afhankelijk van het type document dat u wilt scannen.
Anders worden de documenten mogelijk niet juist gescand.
Zie '
Documenten plaatsen
' voor meer informatie over het plaatsen van documenten.
Kleurenmodus (Color Mode)
Selecteer hoe u het document wilt scannen.
Kleur (Color)
In deze modus wordt de afbeelding opgebouwd met 256 niveaus (8-bits) van R(ood), G(roen) en
B(lauw).
Grijswaarden (Grayscale)
In deze modus wordt de afbeelding opgebouwd met 256 niveaus (8-bits) van zwart-wit.
Zwart-wit (Black and White)
In deze modus wordt de afbeelding opgebouwd uit zwart en wit. Het contrast in de afbeelding is
op bepaalde niveaus (drempelniveau) verdeeld in zwart en wit en wordt met twee kleuren
Pagina 478 van 736 pagina'sDialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (scherm voor modus E...
opgebouwd.
Documentformaat (Document Size)
Selecteer het formaat van het document dat u wilt scannen.
Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waarin u het
documentformaat kunt opgeven. Selecteer een van de Eenheden (Units), voer de Breedte (Width) en
Hoogte (Height) in en klik op OK.
Belangrijk
Wanneer u Automatisch detecteren (Auto Detect) selecteert, wordt de afbeelding mogelijk niet
gescand op de juiste positie en het juiste formaat. Wijzig het formaat in dat geval in het werkelijke
documentformaat (zoals A4 of Letter). Lijn een hoek van het document uit met de hoek bij de pijl
(positiemarkering) van de glasplaat.
Scanresolutie (Scanning Resolution)
Hier kunt u de resolutie selecteren waarmee documenten moeten worden gescand.
Resolutie
Aanbevolen beeldcorrectie (Recommended Image Correction) / Automatische fotocorrectie (Auto
Photo Fix) / Automatische documentcorrectie (Auto Document Fix)
Het item dat wordt weergegeven, varieert naargelang het Documenttype (Document Type).
Aanbevolen beeldcorrectie (Recommended Image Correction)
Dit wordt weergegeven wanneer Documenttype (Document Type) is ingesteld op Auto-mode (Auto
Mode). Schakel dit selectievakje in als u automatische fotocorrectie of automatische
documentcorrectie wilt toepassen op basis van het documenttype.
Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix)
Dit wordt weergegeven wanneer Documenttype (Document Type) is ingesteld op Foto (Photo).
Schakel dit selectievakje in om automatisch de opgenomen scène (landschap, nachtscène,
enzovoort) te analyseren en geschikte correcties toe te passen.
Automatische documentcorrectie (Auto Document Fix)
Dit wordt weergegeven als Documenttype (Document Type) is ingesteld op Tijdschrift (Magazine)
of Document. Schakel dit selectievakje in om tekst in een document of tijdschrift scherper te
maken en zo de leesbaarheid ervan te verbeteren.
Belangrijk
Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, kunnen de bestanden alleen worden opgeslagen in
de indeling JPEG/Exif of PDF.
Het scannen duurt mogelijk langer dan gebruikelijk wanneer dit selectievakje is ingeschakeld.
Deze functies zijn niet beschikbaar wanneer u het dialoogvenster Scan-instellingen (Scan
Settings) opent vanuit het dialoogvenster OCR.
Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix) is niet beschikbaar wanneer Kleurenmodus (Color
Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black and White) of Grijswaarden (Grayscale).
Automatische documentcorrectie (Auto Document Fix) is niet beschikbaar wanneer
Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black and White).
De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat
geval het selectievakje uit en voer de scan uit.
Onteffenen (Descreen)
Schakel dit selectievakje in om moiré-patronen te reduceren.
Afgedrukte foto's en afbeeldingen worden weergegeven als een verzameling kleine puntjes. Moiré is
een verschijnsel waarbij ongelijkmatige gradatie of een streeppatroon zichtbaar is als foto's of
afbeeldingen met fijne punten worden gescand. Moiré-reductie (Descreen) is de functie waarmee u dit
effect kunt verkleinen.
Pagina 479 van 736 pagina'sDialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (scherm voor modus E...
Opmerking
Het scannen neemt meer tijd in beslag als u Moiré-reductie (Descreen) inschakelt.
Beeld verscherpen (Unsharp Mask)
Schakel dit selectievakje in als u de contouren van de onderwerpen wilt benadrukken en het beeld wilt
verscherpen.
Schaduw van rugmarge verwijderen (Remove gutter shadow)
Schakel dit selectievakje in om schaduwen tussen pagina's bij het scannen van open boekjes te
corrigeren
Belangrijk
U kunt dit selectievakje niet inschakelen als Automatisch detecteren (Auto Detect), Autom.
detecteren (meer documenten) (Auto Detect (Multiple Documents)) of als de Assistent voor
samenvoegen voor Documentformaat (Document Size) is geselecteerd.
Wanneer u scant, lijnt u een hoek van het document uit met de hoek bij de pijl (positiemarkering)
op de glasplaat.
Opmerking
Gebruik het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear
(scannerstuurprogramma) om schaduw van de rugmarge te corrigeren wanneer u documenten
scant van een niet-standaardformaat of wanneer aangepaste bijsnijdkaders zijn ingesteld.
Raadpleeg '
Schaduwcorrectie van rugmarge (Gutter Shadow Correction) ' voor meer informatie.
Doorschijnendheid beperken (Reduce Show-through)
Schakel dit selectievakje in om tekst in een document scherper te maken of om het doorschijnen van
tekst in en te voorkomen.
Opmerking
Schakel dit selectievakje in als het Documenttype (Document Type) een tekstdocument is en als
de gescande afbeelding doorschijnend is.
Scheve documenten corrigeren (Correct slanted document)
Schakel dit selectievakje in als u de gescande tekst wilt detecteren en de hoek van het document te
corrigeren (binnen -0,1 en -10 graden of +0,1 en +10 graden)
Belangrijk
U kunt dit selectievakje niet inschakelen als de Assistent voor samenvoegen is geselecteerd bij
Documentformaat (Document Size).
De helling van de volgende typen documenten wordt mogelijk niet gecorrigeerd wanneer de tekst
niet correct kan worden gedetecteerd.
- Documenten waarvan de tekstregels een hellingspercentage hebben van meer dan 10 graden
of waarvan de regels niet hetzelfde hellingspercentage hebben
- Documenten met zowel verticale als horizontale tekst
- Documenten met een zeer groot of zeer klein lettertype
- Documenten met weinig tekst
- Documenten met illustraties/afbeeldingen
- Met de hand geschreven documenten
- Documenten met zowel verticale als horizontale lijnen (tabellen)
Opmerking
Het scannen neemt meer tijd in beslag als u Scheve documenten corrigeren (Correct slanted
document) inschakelt.
Afdrukstand van tekstdocumenten detecteren en afbeeldingen roteren (Detect the orientation of
text documents and rotate images)
Schakel dit selectievakje in om de afdrukstand van het document af te leiden uit de gescande tekst en
de gescande afbeelding te roteren in de juiste afdrukstand. Selecteer de taal van het te scannen
document bij Documenttaal (Document Language).
Pagina 480 van 736 pagina'sDialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (scherm voor modus E...
Belangrijk
U kunt dit selectievakje niet inschakelen als de Assistent voor samenvoegen is geselecteerd bij
Documentformaat (Document Size).
Afhankelijk van de taal van het document is het mogelijk dat deze functie niet goed werkt. Alleen
tekstdocumenten geschreven in een taal die beschikbaar is voor selectie bij Documenttaal
(Document Language), worden ondersteund.
De afdrukstand van de volgende typen documenten wordt mogelijk niet gecorrigeerd wanneer de
tekst niet correct kan worden gedetecteerd.
- Resolutie ligt buiten het bereik van 300 dpi tot 600 dpi
- Tekengrootte ligt buiten het bereik van 8 punten tot 48 punten
- Documenten met speciale lettertypen, effecten, cursieve letters of met de hand geschreven tekst
- Documenten met achtergrondpatronen
Opmerking
Het scannen duurt langer dan gebruikelijk wanneer u Afdrukstand van tekstdocumenten
detecteren en afbeeldingen roteren (Detect the orientation of text documents and rotate images)
inschakelt.
Documenttaal (Document Language)
Selecteer de taal van het document dat u wilt scannen.
Belangrijk
U kunt dit selectievakje niet inschakelen als de Assistent voor samenvoegen is geselecteerd bij
Documentformaat (Document Size).
Standaard (Defaults)
Standaardinstellingen herstellen.
Naar boven
Pagina 481 van 736 pagina'sDialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (scherm voor modus E...
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Opslaan (Save)
S731
Dialoogvenster Opslaan (Save)
Het dialoogvenster Opslaan (Save) wordt geopend wanneer u scant vanuit het dialoogvenster Opslaan
(Save) of Aangepast (Custom) in het scherm voor de modus Eenmaal klikken nadat u Dialoogvenster
Opslaan openen na scannen van afbeelding (Exif-informatie invoeren) (Open the save dialog box after
scanning the image (Input Exif information)) hebt geselecteerd.
U kunt het bestandstype en de bestemming opgeven terwijl u de miniaturen weergeeft.
Type bestanden (Save as type)
Selecteer een bestandstype om de gescande afbeeldingen op te slaan.
Selecteer JPEG/Exif, TIFF, BMP, PDF, PDF (meerdere pagina's) (PDF(Multiple Pages)) of PDF (pagina
toevoegen) (PDF(Add Page)).
PDF
Sla elk van de geselecteerde afbeeldingen op als afzonderlijk PDF-bestand.
PDF (meerdere pagina's) (PDF(Multiple Pages))
Meerdere afbeeldingen als één PDF-bestand opslaan.
Opmerking
PDF (meerdere pagina's) (PDF(Multiple Pages)) wordt weergegeven wanneer er meerdere
afbeeldingen zijn geselecteerd.
PDF (pagina toevoegen) (PDF(Add Page))
De gescande afbeeldingen toevoegen aan een PDF-bestand. De afbeeldingen worden
toegevoegd aan het eind van het PDF-bestand. U kunt de pagina's van het PDF-bestand waaraan
de afbeeldingen worden toegevoegd, niet opnieuw rangschikken.
Belangrijk
Afbeeldingen kunnen alleen worden toegevoegd aan PDF-bestanden die zijn gemaakt met
Pagina 482 van 736 pagina'sDialoogvenster Opslaan (Save)
MP Navigator EX. U kunt geen PDF-bestanden opgeven die met andere toepassingen zijn
gemaakt. Het is evenmin mogelijk PDF-bestanden op te geven die in andere toepassingen
zijn bewerkt.
Als een met wachtwoord beveiligd PDF-bestand wordt bewerkt, worden de wachtwoorden
verwijderd. Stel de wachtwoorden opnieuw in.
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
Belangrijk
PDF, PDF (meerdere pagina's) (PDF(Multiple Pages)) en PDF (pagina toevoegen) (PDF(Add
Page)) kunnen niet worden geselecteerd voor afbeeldingen die in het dialoogvenster Aangepast
(Custom) zijn gescand.
U kunt JPEG/Exif niet selecteren als Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black
and White).
Instellen... (Set...)
Wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op JPEG/Exif
U kunt een compressietype opgeven voor JPEG-bestanden. Selecteer Hoog (lage compressie)
(High(Low Compression)), Standaard (Standard) of Laag (hoge compressie) (Low(High
Compression)).
Als Type bestanden (Save as type) is PDF, PDF (meerdere pagina's) (PDF(Multiple
Pages)) of PDF (pagina toevoegen) (PDF(Add Page))
Geef geavanceerde instellingen voor het maken van PDF-bestanden op. Zie ' Dialoogvenster PDF-
instellingen (PDF Settings)
' voor meer informatie.
Exif-instellingen... (Exif Settings...)
Wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op JPEG/Exif, kunt u Exif-informatie opgeven voor
het bestand dat wordt opgeslagen.
Dialoogvenster Exif-instellingen (Exif Settings)
Instellingen wachtwoordbeveiliging (Password security settings)
Schakel dit selectievakje in om het dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging - Instellingen (Password
Security -Settings) te openen, waarin u wachtwoorden kunt instellen voor het openen, bewerken en
afdrukken van PDF-bestanden.
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
Opmerking
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op PDF,
PDF (meerdere pagina's) (PDF(Multiple Pages)) of PDF (pagina toevoegen) (PDF(Add Page)).
Toevoegen aan (Add to)
Dit wordt weergegeven wanneer u PDF (pagina toevoegen) (PDF(Add Page)) selecteert bij Type
bestanden (Save as type) en het PDF-bestand opgeeft waaraan afbeeldingen worden toegevoegd. Als
u het bestand wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een ander bestand op te geven.
Belangrijk
Afbeeldingen kunnen alleen worden toegevoegd aan PDF-bestanden die zijn gemaakt met MP
Navigator EX. U kunt geen PDF-bestanden opgeven die met andere toepassingen zijn gemaakt.
Het is evenmin mogelijk PDF-bestanden op te geven die in andere toepassingen zijn bewerkt.
90° links roteren (Rotate Left 90°) / 90° rechts roteren (Rotate Right 90°)
Gescande afbeeldingen 90 graden linksom of rechtsom draaien.
Selecteer de afbeelding die u wilt draaien en klik op 90° links roteren (Rotate Left 90°) of 90° rechts
roteren (Rotate Right 90°).
Bestandsnaam (File name)
Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan (maximaal 64 tekens). Wanneer u
meerdere bestanden opslaat, worden 4 cijfers aan elke bestandsnaam toegevoegd.
Opslaan in (Save in)
Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen.
Als u de map wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een andere map op te geven.
De gescande afbeeldingen worden standaard opgeslagen in de volgende mappen.
Pagina 483 van 736 pagina'sDialoogvenster Opslaan (Save)
Windows 7: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Windows Vista: map MP Navigator EX in de map Afbeeldingen (Pictures)
Windows XP: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Opslaan in een submap met huidige datum (Save to a Subfolder with Current Date)
Hiermee maakt u een submap in de map die is opgegeven in Opslaan in (Save in) met de huidige
datum. Sla in deze submap gescande afbeeldingen op. Er wordt een submap met een naam als
'2010_01_01' (Jaar_Maand_Dag) gemaakt.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, worden bestanden rechtstreeks opgeslagen in de map die
is opgegeven in Opslaan in (Save in).
Naar boven
Pagina 484 van 736 pagina'sDialoogvenster Opslaan (Save)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Exif-instellingen (Exif Settings)
S732
Dialoogvenster Exif-instellingen (Exif Settings)
U kunt Exif-informatie toevoegen aan het bestand dat u wilt opslaan. Exif is een standaardindeling
waarmee verschillende opnamegegevens kunnen worden toegevoegd aan beelden van digitale
camera's (JPEG). Wanneer u Exif-informatie opneemt in gescande afbeeldingen, kunt u deze samen
met afbeeldingen van digitale camera's organiseren en afdrukken.
Het dialoogvenster Exif-instellingen (Exif Settings) kan worden geopend wanneer bij Type bestanden
(Save as type) JPEG/Exif is geselecteerd.
Basisinformatie (Basic Information)
Hier wordt de informatie weergegeven die automatisch worden opgehaald vanaf het apparaat of uit de
software.
Geavanceerde informatie (Advanced Information)
Geeft informatie weer die wordt opgegeven aan de rechterkant van het scherm.
Gebied voor instellingen voor Geavanceerde informatie (Advanced Information)
U kunt Exif-informatie zoals de titel en de opnamedatum opgeven. Schakel de selectievakjes in van de
items die u wilt opgeven en selecteer informatie of geef deze op.
Deze instelling voor invoeritems automatisch toepassen (Apply the Same Setting of Input Items
Automatically)
Schakel dit selectievakje in om automatisch de informatie weer te geven die u voor de vorige
afbeelding hebt opgegeven.
Pas toe (Apply)
Klik nadat u de gewenste informatie hebt opgegeven op Pas toe (Apply) om deze aan de afbeelding
toe te voegen. De informatie verschijnt in Geavanceerde informatie (Advanced Information).
OK
De opgegeven informatie wordt aan de afbeelding toegevoegd en het scherm wordt gesloten. De
opgegeven informatie wordt opgeslagen.
Annuleren (Cancel)
Hiermee annuleert u de instellingen en sluit u het scherm.
Informatie is opgeslagen wanneer u op Annuleren (Cancel) klikt nadat u op Pas toe (Apply) hebt
geklikt.
Naar boven
Pagina 485 van 736 pagina'sDialoogvenster Exif-instellingen (Exif Settings)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX > Dialoogvenster PDF
S725
Dialoogvenster PDF
Klik op Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file) op het tabblad Aangepaste scan met eenmaal
klikken (Custom Scan with One-click) of klik op PDF in het scherm voor de modus Eenmaal klikken om
het dialoogvenster PDF te openen.
Scan-instellingen (Scan Settings)
Documenttype (Document Type)
Selecteer het type document dat u wilt scannen.
Kleurenmodus (Color Mode)
Selecteer hoe u het document wilt scannen.
Documentformaat (Document Size)
Selecteer het formaat van het document dat u wilt scannen.
Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waarin u het
documentformaat kunt opgeven. Selecteer een van de Eenheden (Units), voer de Breedte (Width) en
Hoogte (Height) in en klik op OK.
Pagina 486 van 736 pagina'sDialoogvenster PDF
Belangrijk
Wanneer u Automatisch detecteren (Auto Detect) selecteert, wordt de afbeelding mogelijk niet
gescand op de juiste positie en het juiste formaat. Wijzig het formaat in dat geval in het
werkelijke documentformaat (zoals A4 of Letter). Lijn een hoek van het document uit met de
hoek bij de pijl (positiemarkering) van de glasplaat.
Resolutie (Resolution)
Hier kunt u de resolutie selecteren waarmee documenten moeten worden gescand.
Resolutie
Opgeven... (Specify...)
Hiermee opent u het dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings), waarin u geavanceerde
scaninstellingen kunt opgeven.
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
Instellingen opslaan (Save Settings)
De afbeelding na het scannen automatisch opslaan op de computer (Automatically save the
image to your computer after scanning it)
Selecteer deze optie om de afbeeldingen na het scannen op de opgegeven manier op de computer
op te slaan.
De instellingen Bestandsnaam (File name), Type bestanden (Save as type) en Opslaan in (Save in)
worden weergegeven.
Belangrijk
Als u deze functie selecteert, kunt u geen wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen.
Bestandsnaam (File name)
Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan (maximaal 64 tekens). Wanneer u
meerdere bestanden opslaat, worden 4 cijfers aan elke bestandsnaam toegevoegd.
Type bestanden (Save as type)
Selecteer een bestandstype om de gescande afbeeldingen op te slaan.
Selecteer PDF, PDF (meerdere pagina's) (PDF(Multiple Pages)) of PDF (pagina toevoegen)
(PDF(Add Page)).
PDF
Sla elk van de geselecteerde afbeeldingen op als afzonderlijk PDF-bestand.
PDF (meerdere pagina's) (PDF(Multiple Pages))
Meerdere afbeeldingen als één PDF-bestand opslaan.
PDF (pagina toevoegen) (PDF(Add Page))
De gescande afbeeldingen toevoegen aan een PDF-bestand. De afbeeldingen worden
toegevoegd aan het eind van het PDF-bestand. U kunt de pagina's van het PDF-bestand
waaraan de afbeeldingen worden toegevoegd, niet opnieuw rangschikken.
Belangrijk
Afbeeldingen kunnen alleen worden toegevoegd aan PDF-bestanden die zijn gemaakt met
MP Navigator EX. U kunt geen PDF-bestanden opgeven die met andere toepassingen zijn
gemaakt. Het is evenmin mogelijk PDF-bestanden op te geven die in andere
toepassingen zijn bewerkt.
U kunt geen afbeeldingen toevoegen aan PDF-bestanden die met een wachtwoord zijn
beveiligd.
Opmerking
Zie '
PDF-bestanden maken/bewerken
' voor informatie over het verwijderen of opnieuw ordenen
van pagina's in opgeslagen PDF-bestanden.
Instellen... (Set...)
U kunt het PDF-compressietype en andere geavanceerde instellingen voor het maken van PDF-
Pagina 487 van 736 pagina'sDialoogvenster PDF
instellingen opgeven.
Dialoogvenster PDF-instellingen (PDF Settings)
Opslaan in (Save in)
Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden
opgeslagen. Als u de map wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een andere map op te
geven.
De gescande afbeeldingen worden standaard opgeslagen in de volgende mappen.
Windows 7: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Windows Vista: map MP Navigator EX in de map Afbeeldingen (Pictures)
Windows XP: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Toevoegen aan (Add to)
Dit wordt weergegeven wanneer u PDF (pagina toevoegen) (PDF(Add Page)) selecteert bij Type
bestanden (Save as type) en het PDF-bestand opgeeft waaraan afbeeldingen worden toegevoegd.
Als u het bestand wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een ander bestand op te geven.
Belangrijk
Afbeeldingen kunnen alleen worden toegevoegd aan PDF-bestanden die zijn gemaakt met MP
Navigator EX. U kunt geen PDF-bestanden opgeven die met andere toepassingen zijn
gemaakt. Het is evenmin mogelijk PDF-bestanden op te geven die in andere toepassingen zijn
bewerkt.
Opslaan in een submap met huidige datum (Save to a Subfolder with Current Date)
Hiermee maakt u een submap in de map die is opgegeven in Opslaan in (Save in) met de huidige
datum. Sla in deze submap gescande afbeeldingen op. Er wordt een submap met een naam als
'2010_01_01' (Jaar_Maand_Dag) gemaakt.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, worden bestanden rechtstreeks opgeslagen in de map
die is opgegeven in Opslaan in (Save in).
Het dialoogvenster voor opslaan openen na het scannen van de afbeelding (Open the save dialog
box after scanning the image)
Hiermee opent u het dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file) nadat de
afbeeldingen zijn gescand en geeft u instellingen op als de doelmap en bestandsnaam.
Dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
Opmerking
Als u wachtwoorden voor PDF-bestanden wilt instellen, selecteert u Het dialoogvenster voor
opslaan openen na het scannen van de afbeelding (Open the save dialog box after scanning
the image). Nadat de afbeelding is gescand, kunt u de wachtwoorden instellen in het
dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file).
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
Instellingen voor de toepassing (Application Settings)
Openen met (Open with)
Geef een toepassing op waarmee u de gescande afbeelding wilt openen. Sleep het pictogram van
een toepassing naar dit vak die de bestandsindeling ondersteunt die wordt weergegeven in Type
bestanden (Save as type). De opgegeven toepassing wordt gestart nadat de afbeeldingen zijn
gescand.
Belangrijk
Afhankelijk van de opgegeven toepassing worden de afbeeldingen mogelijk niet correct
weergegeven of wordt de toepassing niet gestart.
Herstellen (Reset)
De toepassingsinstelling annuleren.
Instellen... (Set...)
Hiermee kunt u een toepassing instellen die moet worden gestart.
Scannen starten door op de eenmaal-klikken-knop te klikken (Start scanning by clicking the one-
Pagina 488 van 736 pagina'sDialoogvenster PDF
click button)
Schakel dit selectievakje in om het scannen te starten wanneer u op een pictogram klikt in de
modus Eenmaal klikken.
Pas toe (Apply)
Hiermee worden de opgegeven instellingen opgeslagen en toegepast.
Klik op Annuleren (Cancel) in plaats van Pas toe (Apply) om de opgegeven instellingen te
annuleren.
Annuleren (Cancel)
Hiermee worden de opgegeven instellingen geannuleerd. Het huidige scherm wordt gesloten.
Standaard (Defaults)
Hiermee zet u alle instellingen in het scherm terug op hun standaardwaarde.
Scannen (Scan)
Hiermee kunt u documenten als PDF-bestanden scannen en opslaan met de opgegeven
instellingen.
Naar boven
Pagina 489 van 736 pagina'sDialoogvenster PDF
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
S730
Dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
Het dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file) wordt geopend wanneer u scant vanuit
het dialoogvenster PDF in het scherm voor de modus Eenmaal klikken nadat u Het dialoogvenster voor
opslaan openen na het scannen van de afbeelding (Open the save dialog box after scanning the image)
hebt geselecteerd.
In het dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file) kunt u instellingen opgeven voor het
opslaan van afbeeldingen op een computer.
Belangrijk
U kunt afbeeldingen die gescand zijn met 10501 of meer pixels in verticale en horizontale richting
niet opslaan.
Type bestanden (Save as type)
Selecteer een PDF-bestandstype om de gescande afbeeldingen op te slaan.
PDF
Sla elk van de geselecteerde afbeeldingen op als afzonderlijk PDF-bestand.
PDF (meerdere pagina's) (PDF(Multiple Pages))
Meerdere afbeeldingen als één PDF-bestand opslaan.
Opmerking
PDF (meerdere pagina's) (PDF(Multiple Pages)) wordt weergegeven wanneer er meerdere
afbeeldingen zijn geselecteerd.
PDF (pagina toevoegen) (PDF(Add Page))
De gescande afbeeldingen toevoegen aan een PDF-bestand. De afbeeldingen worden
toegevoegd aan het eind van het PDF-bestand. U kunt de pagina's van het PDF-bestand waaraan
de afbeeldingen worden toegevoegd, niet opnieuw rangschikken.
Pagina 490 van 736 pagina'sDialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
Belangrijk
Afbeeldingen kunnen alleen worden toegevoegd aan PDF-bestanden die zijn gemaakt met
MP Navigator EX. U kunt geen PDF-bestanden opgeven die met andere toepassingen zijn
gemaakt. Het is evenmin mogelijk PDF-bestanden op te geven die in andere toepassingen
zijn bewerkt.
PDF (pagina toevoegen) (PDF(Add Page)) kan niet worden geselecteerd voor gescande
afbeeldingen via het bedieningspaneel van het apparaat.
Als een met wachtwoord beveiligd PDF-bestand wordt bewerkt, worden de wachtwoorden
verwijderd. Stel de wachtwoorden opnieuw in.
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
Instellen... (Set...)
Geef geavanceerde instellingen voor het maken van PDF-bestanden op. Zie ' Dialoogvenster PDF-
instellingen (PDF Settings)
' voor meer informatie.
Instellingen wachtwoordbeveiliging (Password security settings)
Schakel dit selectievakje in om het dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging - Instellingen (Password
Security -Settings) te openen, waarin u wachtwoorden kunt instellen voor het openen, bewerken en
afdrukken van PDF-bestanden.
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
Toevoegen aan (Add to)
Dit wordt weergegeven wanneer u PDF (pagina toevoegen) (PDF(Add Page)) selecteert bij Type
bestanden (Save as type) en het PDF-bestand opgeeft waaraan afbeeldingen worden toegevoegd. Als
u het bestand wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een ander bestand op te geven.
Belangrijk
Afbeeldingen kunnen alleen worden toegevoegd aan PDF-bestanden die zijn gemaakt met MP
Navigator EX. U kunt geen PDF-bestanden opgeven die met andere toepassingen zijn gemaakt.
Het is evenmin mogelijk PDF-bestanden op te geven die in andere toepassingen zijn bewerkt.
90° links roteren (Rotate Left 90°) / 90° rechts roteren (Rotate Right 90°)
Gescande afbeeldingen 90 graden linksom of rechtsom draaien.
Selecteer de afbeelding die u wilt draaien en klik op 90° links roteren (Rotate Left 90°) of 90° rechts
roteren (Rotate Right 90°).
Bestandsnaam (File name)
Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan (maximaal 64 tekens). Wanneer u
meerdere bestanden opslaat, worden 4 cijfers aan elke bestandsnaam toegevoegd.
Opslaan in (Save in)
Hier wordt de map weergegeven waarin de PDF-bestanden moeten worden opgeslagen. Als u de
map wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een andere map op te geven.
De gescande afbeeldingen worden standaard opgeslagen in de volgende mappen.
Windows 7: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Windows Vista: map MP Navigator EX in de map Afbeeldingen (Pictures)
Windows XP: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Opslaan in een submap met huidige datum (Save to a Subfolder with Current Date)
Hiermee maakt u een submap in de map die is opgegeven in Opslaan in (Save in) met de huidige
datum. Sla in deze submap gescande afbeeldingen op. Er wordt een submap met een naam als
'2010_01_01' (Jaar_Maand_Dag) gemaakt.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, worden bestanden rechtstreeks opgeslagen in de map die
is opgegeven in Opslaan in (Save in).
Naar boven
Pagina 491 van 736 pagina'sDialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Verzenden (Mail)
S722
Dialoogvenster Verzenden (Mail)
Klik op Toevoegen aan e-mail (Attach to E-mail) op het tabblad Aangepaste scan met eenmaal klikken
(Custom Scan with One-click) of klik op Verzenden (Mail) in het scherm voor de modus Eenmaal klikken
om het dialoogvenster Verzenden (Mail) te openen.
Scan-instellingen (Scan Settings)
Documenttype (Document Type)
Selecteer het type document dat u wilt scannen.
Kleurenmodus (Color Mode)
Selecteer hoe u het document wilt scannen.
Documentformaat (Document Size)
Selecteer het formaat van het document dat u wilt scannen.
Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waarin u het
documentformaat kunt opgeven. Selecteer een van de Eenheden (Units), voer de Breedte (Width) en
Hoogte (Height) in en klik op OK.
Belangrijk
Wanneer u Automatisch detecteren (Auto Detect) selecteert, wordt de afbeelding mogelijk niet
Pagina 492 van 736 pagina'sDialoogvenster Verzenden (Mail)
gescand op de juiste positie en het juiste formaat. Wijzig het formaat in dat geval in het
werkelijke documentformaat (zoals A4 of Letter). Lijn een hoek van het document uit met de
hoek bij de pijl (positiemarkering) van de glasplaat.
Resolutie (Resolution)
Hier kunt u de resolutie selecteren waarmee documenten moeten worden gescand.
Resolutie
Scannerstuurpr. gebruiken (Use the scanner driver)
Schakel dit selectievakje in om het scherm van ScanGear (scannerstuurprogramma) weer te geven
en geavanceerde instellingen voor het scannen te definiëren.
De instellingen Kleurenmodus (Color Mode), Documentformaat (Document Size), Resolutie
(Resolution) en andere instellingen in het dialoogvenster Verzenden (Mail) worden uitgeschakeld.
Geef deze instellingen op in het scherm van ScanGear.
Opgeven... (Specify...)
Hiermee opent u het dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings), waarin u geavanceerde
scaninstellingen kunt opgeven.
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
Instellingen opslaan (Save Settings)
Bestandsgrootte (File Size)
Maak een keuze uit de formaten Klein (past in venster van 640 bij 480) (Small (fits in a 640 by 480
window)), Medium (past in 800 bij 600-venster) (Medium (fits in a 800 by 600 window)), Groot (past
in venster van 1024 bij 768) (Large (fits in a 1024 by 768 window)) en Origineel (Original).
Bestandsnaam (File name)
Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan (maximaal 64 tekens). Wanneer u
meerdere bestanden opslaat, worden 4 cijfers aan elke bestandsnaam toegevoegd.
Type bestanden (Save as type)
Selecteer een bestandstype om de gescande afbeeldingen op te slaan.
Selecteer JPEG/Exif, PDF of PDF (meerdere pagina's) (PDF(Multiple Pages)).
Belangrijk
U kunt geen wachtwoorden instellen voor PDF-bestanden.
U kunt JPEG/Exif niet selecteren als Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit
(Black and White).
Instellen... (Set...)
Wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op JPEG/Exif
U kunt een compressietype opgeven voor JPEG-bestanden. Selecteer Hoog (lage compressie)
(High(Low Compression)), Standaard (Standard) of Laag (hoge compressie) (Low(High
Compression)).
Als Type bestanden (Save as type) is ingesteld op PDF of PDF (meerdere pagina's)
(PDF(Multiple Pages))
Geef geavanceerde instellingen voor het maken van PDF-bestanden op. Zie ' Dialoogvenster PDF-
instellingen (PDF Settings)
' voor meer informatie.
Opslaan in (Save in)
Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden
opgeslagen. Als u de map wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een andere map op te
geven.
De gescande afbeeldingen worden standaard opgeslagen in de volgende mappen.
Windows 7: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Windows Vista: map MP Navigator EX in de map Afbeeldingen (Pictures)
Windows XP: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Opslaan in een submap met huidige datum (Save to a Subfolder with Current Date)
Pagina 493 van 736 pagina'sDialoogvenster Verzenden (Mail)
Hiermee maakt u een submap in de map die is opgegeven in Opslaan in (Save in) met de huidige
datum. Sla in deze submap gescande afbeeldingen op. Er wordt een submap met een naam als
'2010_01_01' (Jaar_Maand_Dag) gemaakt.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, worden bestanden rechtstreeks opgeslagen in de map
die is opgegeven in Opslaan in (Save in).
Instellingen voor bijlagen (Attachment Settings)
E-mailprogramma (Mail Program)
Hiermee geeft u een e-mailprogramma op.
Opmerking
Selecteer Toevoegen... (Add...) om het dialoogvenster E-mailprogramma selecteren (Select
Mail Program) te openen, waarin u een e-mailprogramma kunt selecteren. Als het gewenste e-
mailprogramma niet wordt weergegeven, klikt u op Toevoegen aan lijst (Add to List) en
selecteert u het programma.
Scannen starten door op de eenmaal-klikken-knop te klikken (Start scanning by clicking the one-
click button)
Schakel dit selectievakje in om het scannen te starten wanneer u op een pictogram klikt in de
modus Eenmaal klikken.
Belangrijk
Scannen starten door op de eenmaal-klikken-knop te klikken (Start scanning by clicking the
one-click button) wordt niet weergegeven als het dialoogvenster rechtstreeks vanuit Solution
Menu EX wordt geopend.
Pas toe (Apply)
Hiermee worden de opgegeven instellingen opgeslagen en toegepast.
Klik op Annuleren (Cancel) in plaats van Pas toe (Apply) om de opgegeven instellingen te
annuleren.
Annuleren (Cancel)
Hiermee worden de opgegeven instellingen geannuleerd. Het huidige scherm wordt gesloten.
Standaard (Defaults)
Hiermee zet u alle instellingen in het scherm terug op hun standaardwaarde.
Scannen (Scan)
Hiermee scant u documenten met de opgegeven instellingen.
Nadat het scannen is voltooid, worden bijlagebestanden gemaakt en opgeslagen. Als u een e-
mailprogramma gebruikt dat compatibel is met MP Navigator EX, wordt dit automatisch gestart en
wordt een nieuw berichtvenster geopend met de afbeelding als bijlage.
Naar boven
Pagina 494 van 736 pagina'sDialoogvenster Verzenden (Mail)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX > Dialoogvenster OCR
S724
Dialoogvenster OCR
Klik op OCR op het tabblad Aangepaste scan met eenmaal klikken (Custom Scan with One-click) of in
het scherm voor de modus Eenmaal klikken om het dialoogvenster OCR te openen.
Scan-instellingen (Scan Settings)
Documenttype (Document Type)
Selecteer het type document dat u wilt scannen.
Kleurenmodus (Color Mode)
Selecteer hoe u het document wilt scannen.
Documentformaat (Document Size)
Selecteer het formaat van het document dat u wilt scannen.
Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waarin u het
documentformaat kunt opgeven. Selecteer een van de Eenheden (Units), voer de Breedte (Width) en
Hoogte (Height) in en klik op OK.
Resolutie (Resolution)
Hier kunt u de resolutie selecteren waarmee documenten moeten worden gescand.
Resolutie
Pagina 495 van 736 pagina'sDialoogvenster OCR
Scannerstuurpr. gebruiken (Use the scanner driver)
Schakel dit selectievakje in om het scherm van ScanGear (scannerstuurprogramma) weer te geven
en geavanceerde instellingen voor het scannen te definiëren.
Kleurenmodus (Color Mode), Documentformaat (Document Size), Resolutie (Resolution) en andere
instellingen in het dialoogvenster OCR worden uitgeschakeld. Geef deze instellingen op in het
scherm van ScanGear.
Opgeven... (Specify...)
Hiermee opent u het dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings), waarin u geavanceerde
scaninstellingen kunt opgeven.
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
Opmerking
Wanneer u scheve documenten wilt corrigeren, selecteert u het selectievakje Scheve
documenten corrigeren (Correct slanted document) om de nauwkeurigheid van
tekstherkenning te verbeteren
Instellingen opslaan (Save Settings)
Bestandsnaam (File name)
Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan (maximaal 64 tekens). Wanneer u
meerdere bestanden opslaat, worden 4 cijfers aan elke bestandsnaam toegevoegd.
Type bestanden (Save as type)
Selecteer een bestandstype om de gescande afbeeldingen op te slaan.
Selecteer JPEG/Exif, TIFF of BMP.
Belangrijk
U kunt JPEG/Exif niet selecteren als Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit
(Black and White).
Instellen... (Set...)
Wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op JPEG/Exif
U kunt een compressietype opgeven voor JPEG-bestanden. Selecteer Hoog (lage compressie)
(High(Low Compression)), Standaard (Standard) of Laag (hoge compressie) (Low(High
Compression)).
Opslaan in (Save in)
Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden
opgeslagen. Als u de map wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een andere map op te
geven.
De gescande afbeeldingen worden standaard opgeslagen in de volgende mappen.
Windows 7: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Windows Vista: map MP Navigator EX in de map Afbeeldingen (Pictures)
Windows XP: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Opslaan in een submap met huidige datum (Save to a Subfolder with Current Date)
Hiermee maakt u een submap in de map die is opgegeven in Opslaan in (Save in) met de huidige
datum. Sla in deze submap gescande afbeeldingen op. Er wordt een submap met een naam als
'2010_01_01' (Jaar_Maand_Dag) gemaakt.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, worden bestanden rechtstreeks opgeslagen in de map
die is opgegeven in Opslaan in (Save in).
Instellingen voor de toepassing (Application Settings)
OCR met (OCR with)
Geef een OCR-toepassing op.
Als u MP Navigator EX opgeeft, wordt de tekst nadat de afbeelding gescand is in de afbeelding
geëxporteerd naar en weergegeven in Kladblok (geleverd bij Windows)
Pagina 496 van 736 pagina'sDialoogvenster OCR
Opmerking
U kunt alleen teksten in talen exporteren naar Kladblok (geleverd bij Windows) die
geselecteerd kunnen worden op het tabblad Algemeen (General) Klik op Instellen... (Set...) op
het tabblad Algemeen (General) en geef de taal op van het document dat u wilt scannen.
Als u meerdere documenten scant, kunt u de geëxporteerde tekst in één bestand verzamelen.
Tabblad Algemeen (General)
Tekst die wordt weergegeven in Kladblok (geleverd bij Windows) kan alleen als leidraad
worden gebruikt. Tekst in de afbeeldingen van de volgende documenttypen wordt mogelijk niet
correct gelezen.
- Documenten die tekst bevatten met een tekengrootte kleiner dan 8 of groter dan 40 punten
(op 300 dpi)
- Scheve documenten
- Documenten die omgekeerd zijn geplaatst of documenten met een onjuiste afdrukstand
(gedraaide tekens)
- Documenten met speciale lettertypen, effecten, cursieve letters of met de hand geschreven
tekst
- Documenten met een smalle regelafstand
- Documenten met kleuren op de achtergrond van tekst
- Documenten met meerdere talen
Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor de verdere procedure.
Herstellen (Reset)
De toepassingsinstelling annuleren.
Instellen... (Set...)
Hiermee kunt u een toepassing selecteren.
Belangrijk
Afhankelijk van de opgegeven toepassing wordt de tekst mogelijk niet juist geëxporteerd of
wordt de toepassing niet gestart.
Scannen starten door op de eenmaal-klikken-knop te klikken (Start scanning by clicking the one-
click button)
Schakel dit selectievakje in om het scannen te starten wanneer u op een pictogram klikt in de
modus Eenmaal klikken.
Belangrijk
Scannen starten door op de eenmaal-klikken-knop te klikken (Start scanning by clicking the
one-click button) wordt niet weergegeven als het dialoogvenster rechtstreeks vanuit Solution
Menu EX wordt geopend.
Pas toe (Apply)
Hiermee worden de opgegeven instellingen opgeslagen en toegepast.
Klik op Annuleren (Cancel) in plaats van Pas toe (Apply) om de opgegeven instellingen te
annuleren.
Annuleren (Cancel)
Hiermee worden de opgegeven instellingen geannuleerd. Het huidige scherm wordt gesloten.
Standaard (Defaults)
Hiermee zet u alle instellingen in het scherm terug op hun standaardwaarde.
Scannen (Scan)
Hiermee scant u documenten met de opgegeven instellingen.
Naar boven
Pagina 497 van 736 pagina'sDialoogvenster OCR
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Aangepast (Custom)
S726
Dialoogvenster Aangepast (Custom)
Klik op Aangepast (Custom) op het tabblad Aangepaste scan met eenmaal klikken (Custom Scan with
One-click) of in het scherm voor de modus Eenmaal klikken om het dialoogvenster Aangepast (Custom)
te openen.
Scan-instellingen (Scan Settings)
Documenttype (Document Type)
Selecteer het type document dat u wilt scannen. Als Auto-mode (Auto Mode) geselecteerd is, wordt
het documenttype automatisch herkend. In dat geval worden de Kleurenmodus (Color Mode), het
Documentformaat (Document Size) en de Resolutie (Resolution) ook automatisch ingesteld.
Belangrijk
In de Auto-mode (Auto Mode) worden de documenttypen foto's, ansichtkaarten, visitekaartjes,
tijdschriften, tekstdocumenten en bd's/dvd's/cd's ondersteund.
De volgende documenttypen kunnen niet goed worden gescand in de Auto-mode (Auto Mode).
In dat geval moet u het documenttype of -formaat opgeven.
- Foto's op A4-formaat
- Tekstdocumenten kleiner dan 2L (127 mm x 178 mm) (5 inch x 7 inch), zoals pagina's van
een pocket waarvan de rug is afgesneden
- Documenten die zijn afgedrukt op dun wit papier
- Lange, smalle documenten, zoals panoramafoto's
Reflecterende disclabels worden mogelijk niet correct gescand.
Plaats de documenten juist op de plaat, afhankelijk van het type document dat u wilt scannen.
Anders worden de documenten mogelijk niet juist gescand.
Zie '
Documenten plaatsen
' voor meer informatie over het plaatsen van documenten.
Pagina 498 van 736 pagina'sDialoogvenster Aangepast (Custom)
Opmerking
Voor moiré-reductie stelt u het Documenttype (Document Type) in op Tijdschrift (Magazine).
Kleurenmodus (Color Mode)
Selecteer hoe u het document wilt scannen.
Documentformaat (Document Size)
Selecteer het formaat van het document dat u wilt scannen.
Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waarin u het
documentformaat kunt opgeven. Selecteer een van de Eenheden (Units), voer de Breedte (Width) en
Hoogte (Height) in en klik op OK.
Belangrijk
Wanneer u Automatisch detecteren (Auto Detect) selecteert, wordt de afbeelding mogelijk niet
gescand op de juiste positie en het juiste formaat. Wijzig het formaat in dat geval in het
werkelijke documentformaat (zoals A4 of Letter). Lijn een hoek van het document uit met de
hoek bij de pijl (positiemarkering) van de glasplaat.
Resolutie (Resolution)
Hier kunt u de resolutie selecteren waarmee documenten moeten worden gescand.
Resolutie
Scannerstuurpr. gebruiken (Use the scanner driver)
Schakel dit selectievakje in om het scherm van ScanGear (scannerstuurprogramma) weer te geven
en geavanceerde instellingen voor het scannen te definiëren.
De instellingen Kleurenmodus (Color Mode), Documentformaat (Document Size), Resolutie
(Resolution) en andere instellingen in het dialoogvenster Aangepast (Custom) worden
uitgeschakeld. Geef deze instellingen op in het scherm van ScanGear.
Opgeven... (Specify...)
Hiermee opent u het dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings), waarin u geavanceerde
scaninstellingen kunt opgeven.
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
Instellingen opslaan (Save Settings)
De afbeelding na het scannen automatisch opslaan op de computer (Automatically save the
image to your computer after scanning it)
Selecteer deze optie om de afbeeldingen na het scannen op de opgegeven manier op de computer
op te slaan.
De instellingen Bestandsnaam (File name), Type bestanden (Save as type) en Opslaan in (Save in)
worden weergegeven.
Bestandsnaam (File name)
Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan (maximaal 64 tekens). Wanneer u
meerdere bestanden opslaat, worden 4 cijfers aan elke bestandsnaam toegevoegd.
Type bestanden (Save as type)
Selecteer een bestandstype om de gescande afbeeldingen op te slaan.
Selecteer Auto, JPEG/Exif, TIFF of BMP. Auto wordt weergegeven wanneer Documenttype (Document
Type) is ingesteld op Auto-mode (Auto Mode).
Belangrijk
Pagina 499 van 736 pagina'sDialoogvenster Aangepast (Custom)
Als Documenttype (Document Type) is ingesteld op Auto-mode (Auto Mode) en Type
bestanden (Save as type) op Auto, kan de bestandsindeling verschillen, afhankelijk van hoe u
het document plaatst.
Zie '
Documenten plaatsen
' voor meer informatie over het plaatsen van documenten.
U kunt JPEG/Exif niet selecteren als Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit
(Black and White).
Opmerking
Wanneer u Auto selecteert, worden bestanden opgeslagen in de volgende indelingen, volgens
het documenttype.
Foto's, ansichtkaarten, bd's/dvd's/cd's en visitekaartjes: JPEG
Tijdschriften, kranten en tekstdocumenten: PDF
U kunt de bestandsindeling wijzigen via Instellen... (Set...).
Afbeeldingen die als PDF-bestand zijn opgeslagen, worden in sommige toepassingen
mogelijk niet geopend. Selecteer in dat geval een andere optie dan Auto bij Type bestanden
(Save as type).
U kunt geen wachtwoorden instellen voor PDF-bestanden.
Als u JPEG/Exif selecteert en Documenttype (Document Type) niet is ingesteld op Auto-mode
(Auto Mode), kunt u het selectievakje JPEG/Exif-bestand in AdobeRGB opslaan (Save the JPEG
/Exif file in AdobeRGB) inschakelen.
Instellen... (Set...)
Wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op Auto
U kunt opgeven in welke bestandsindeling afbeeldingen moeten worden opgeslagen. Selecteer
een bestandsindeling voor items die zijn gedetecteerd als documenten en voor items die zijn
gedetecteerd als foto's.
Wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op JPEG/Exif
U kunt een compressietype opgeven voor JPEG-bestanden. Selecteer Hoog (lage compressie)
(High(Low Compression)), Standaard (Standard) of Laag (hoge compressie) (Low(High
Compression)).
Opslaan in (Save in)
Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden
opgeslagen. Als u de map wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een andere map op te
geven.
De gescande afbeeldingen worden standaard opgeslagen in de volgende mappen.
Windows 7: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Windows Vista: map MP Navigator EX in de map Afbeeldingen (Pictures)
Windows XP: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Opslaan in een submap met huidige datum (Save to a Subfolder with Current Date)
Hiermee maakt u een submap in de map die is opgegeven in Opslaan in (Save in) met de huidige
datum. Sla in deze submap gescande afbeeldingen op. Er wordt een submap met een naam als
'2010_01_01' (Jaar_Maand_Dag) gemaakt.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, worden bestanden rechtstreeks opgeslagen in de map
die is opgegeven in Opslaan in (Save in).
JPEG/Exif-bestand in AdobeRGB opslaan (Save the JPEG/Exif file in AdobeRGB)
Schakel dit selectievakje in om de afbeeldingen op te slaan met kleuren die overeenkomen met
Adobe RGB.
Belangrijk
Deze functie is alleen beschikbaar als Type bestanden (Save as type) is ingesteld op JPEG/
Exif en Documenttype (Document Type) niet is ingesteld op Auto-mode (Auto Mode).
Deze functie is niet beschikbaar wanneer het Adobe RGB-profiel niet is geïnstalleerd.
Opmerking
U kunt deze instelling niet selecteren als het selectievakje Scannerstuurpr. gebruiken (Use the
scanner driver) is ingeschakeld.
Als u een afbeelding opslaat terwijl het selectievakje JPEG/Exif-bestand in AdobeRGB opslaan
Pagina 500 van 736 pagina'sDialoogvenster Aangepast (Custom)
(Save the JPEG/Exif file in AdobeRGB) is ingeschakeld, wordt aan het begin van de
bestandsnaam een onderstrepingsteken toegevoegd. (Voorbeeld: _Image0001.jpg)
Dialoogvenster Opslaan openen na scannen van afbeelding (Exif-informatie invoeren) (Open the
save dialog box after scanning the image (Input Exif information))
Hiermee opent u het dialoogvenster Opslaan (Save) nadat de afbeeldingen zijn gescand, zodat u
instellingen voor opslaan kunt opgeven, zoals doelmap, bestandsnaam en Exif-informatie.
Dialoogvenster Opslaan (Save)
Instellingen voor de toepassing (Application Settings)
Openen met (Open with)
Geef een toepassing op waarmee u de gescande afbeelding wilt openen. Sleep het pictogram van
een toepassing naar dit vak die de bestandsindeling ondersteunt die wordt weergegeven in Type
bestanden (Save as type). De opgegeven toepassing wordt gestart nadat de afbeeldingen zijn
gescand.
Belangrijk
Afhankelijk van de opgegeven toepassing worden de afbeeldingen mogelijk niet correct
weergegeven of wordt de toepassing niet gestart.
Opmerking
Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor de verdere procedure.
Herstellen (Reset)
De toepassingsinstelling annuleren.
Instellen... (Set...)
Hiermee kunt u een toepassing instellen die moet worden gestart.
Scannen starten door op de eenmaal-klikken-knop te klikken (Start scanning by clicking the one-
click button)
Schakel dit selectievakje in om het scannen te starten wanneer u op een pictogram klikt in de
modus Eenmaal klikken.
Pas toe (Apply)
Hiermee worden de opgegeven instellingen opgeslagen en toegepast.
Klik op Annuleren (Cancel) in plaats van Pas toe (Apply) om de opgegeven instellingen te
annuleren.
Annuleren (Cancel)
Hiermee worden de opgegeven instellingen geannuleerd. Het huidige scherm wordt gesloten.
Standaard (Defaults)
Hiermee zet u alle instellingen in het scherm terug op hun standaardwaarde.
Scannen (Scan)
Hiermee kunt u documenten scannen en opslaan met de opgegeven instellingen.
Wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op Auto, wordt een bevestiging weergegeven.
Klik op Handleiding openen (Open Manual) om deze handleiding te openen (als deze is
geïnstalleerd).
Naar boven
Pagina 501 van 736 pagina'sDialoogvenster Aangepast (Custom)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
S705
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
Klik op Voorkeuren (Preferences) om het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) te openen.
Op de tabbladen Algemeen (General) en Instellingen scannerknop (Scanner Button Settings) in het
dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) kunt u algemene instellingen voor MP Navigator EX opgeven
en aangeven hoe er moet worden gereageerd als u scant via het bedieningspaneel.
Opmerking
Zie de onderstaande gedeelten voor meer informatie over elk tabblad.
Tabblad Algemeen (General)
Tabblad Instellingen scannerknop (Scanner Button Settings) (Opslaan op pc)
Naar boven
Pagina 502 van 736 pagina'sDialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Tabblad Algemeen (General)
S740
Tabblad Algemeen (General)
Op het tabblad Algemeen (General) kunt u algemene instellingen voor MP Navigator EX opgeven.
Productnaam (Product Name)
Hier wordt de productnaam weergegeven van het apparaat waarvoor MP Navigator EX momenteel is
geconfigureerd.
Als het weergegeven product niet het gewenste product is, selecteert u het gewenste product in de
lijst.
Opslaan in (Mijn vak) (Save in (My Box))
Hier wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Als u
de map wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een andere map op te geven.
De gescande afbeeldingen worden standaard opgeslagen in de volgende mappen.
Windows 7: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Windows Vista: map MP Navigator EX in de map Afbeeldingen (Pictures)
Windows XP: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Locatie van tijdelijke bestanden (Location of Temporary Files)
Hier wordt de map weergegeven waarin de afbeeldingen tijdelijk moeten worden opgeslagen. Als u
de map wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een andere map op te geven.
Belangrijk
Er kan een fout optreden als u de hoofdmap van het station waarin het besturingssysteem is
geïnstalleerd, opgeeft als bestemming. Zorg dat u een andere map opgeeft.
Er kan een fout optreden als u een netwerkmap opgeeft als bestemming. Zorg dat u een lokale
map opgeeft.
Uit te voeren toepassing (Application to run)
Hier worden de toepassingen weergegeven die vanuit MP Navigator EX kunnen worden gestart.
Pagina 503 van 736 pagina's
Tabblad Algemeen (General)
Installeer de toepassingen vanaf de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM) die u bij het apparaat hebt
ontvangen.
Bij Toevoegen aan e-mail (Attach to E-mail) kunt u een e-mailprogramma selecteren dat moet worden
gestart.
Bij PDF-bestand openen (Open PDF file) wordt de toepassing weergegeven die in het
besturingssysteem is gekoppeld aan de bestandsextensie .pdf.
Belangrijk
U kunt kiezen welke items worden geïnstalleerd vanaf de installatie-cd-rom (Setup CD-ROM)
door Aangepaste installatie (Custom Install) te selecteren. Als u via Aangepaste installatie
(Custom Install) aangeeft dat u enkele toepassingen niet wilt installeren, zijn de bijbehorende
functies van MP Navigator EX niet beschikbaar. Als u die functies wilt gebruiken, moet u de
bijbehorende toepassingen installeren.
Opmerking
Voor Converteren naar tekstbestand (Convert to text file) wordt Kladblok (geleverd bij Windows)
weergegeven. Klik op Instellen... (Set...) om een dialoogvenster te openen en geef vervolgens de
Documenttaal (Document Language) op en geef aan hoe u meerdere documenten wilt scannen.
Documenttaal (Document Language)
Geef de taal op van het document dat u wilt scannen. Alleen tekst geschreven in talen die
kunnen worden geselecteerd onder Documenttaal (Document Language) kunnen worden
geëxporteerd naar Kladblok.
Meerdere resultaten tekstconversie combineren (Combine multiple text conversion results)
Als u meerdere documenten scant, kunt u het selectievakje inschakelen om de resultaten van
de conversie (tekst) in één bestand te verzamelen.
Als het selectievakje is ingeschakeld, kunt u maximaal 99 pagina's tegelijk scannen.
Schakel het selectievakje uit als u elk resultaat van de conversie (tekst) in een apart bestand
wilt weergeven.
Als het selectievakje niet is ingeschakeld, kunt u maximaal 10 pagina's tegelijk scannen.
Naar boven
Pagina 504 van 736 pagina's
Tabblad Algemeen (General)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Tabblad Instellingen scannerknop (Scanner Button Settings) (Opslaan op pc)
S707
Tabblad Instellingen scannerknop (Scanner Button Settings)
(Opslaan op pc)
Op het tabblad Instellingen scannerknop (Scanner Button Settings) kunt u opgeven hoe er gereageerd
moet worden wanneer het bedieningspaneel van het apparaat gebruikt wordt om te scannen.
Gebeurtenis (Event)
Selecteer gebeurtenis (Select Event)
Opslaan naar computer (Save to PC) is ingesteld.
Documenttype (Document Type)
Automatische scan (Auto Scan) is ingesteld.
Acties (Actions)
Scan-instellingen (Scan Settings)
Documentformaat (Document Size)
Deze instelling wordt automatisch ingesteld.
Resolutie (Resolution)
Deze instelling wordt automatisch ingesteld.
Opgeven... (Specify...)
Geef aan of geschikte correcties moeten worden toegepast op basis van het documenttype.
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (instellingen scannerknoppen)
Pagina 505 van 736 pagina's
Tabblad Instellingen scannerknop (Scanner Button Settings) (Opslaan o...
Instellingen opslaan (Save Settings)
De afbeelding na het scannen automatisch opslaan op de computer (Automatically save the
image to your computer after scanning it)
Selecteer deze optie om de afbeeldingen na het scannen op de opgegeven manier op de computer
op te slaan.
De instellingen Bestandsnaam (File Name), Type bestanden (Save as type) en Opslaan in (Save in)
worden weergegeven.
Belangrijk
Als u deze functie selecteert, kunt u geen wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen.
Bestandsnaam (File Name)
Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan (maximaal 64 tekens).
Type bestanden (Save as type)
Selecteer een bestandstype om de gescande afbeeldingen op te slaan.
Selecteer Auto, JPEG/Exif of TIFF.
Belangrijk
Als Type bestanden (Save as type) is ingesteld op Auto, kan de bestandsindeling verschillen,
afhankelijk van hoe u het document plaatst.
Zie '
Documenten plaatsen
' voor meer informatie over het plaatsen van documenten.
Opmerking
Wanneer u Auto selecteert, worden bestanden opgeslagen in de volgende indelingen, volgens
het documenttype.
Foto's, ansichtkaarten, bd's/dvd's/cd's en visitekaartjes: JPEG
Tijdschriften, kranten en tekstdocumenten: PDF
U kunt de bestandsindeling wijzigen via Instellen... (Set...).
Instellen... (Set...)
Wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op Auto
Hiermee opent u het dialoogvenster Instellingen voor automatisch opslaan (Auto Save Settings),
waarin u de bestandsindeling en andere geavanceerde opslaginstellingen kunt opgeven. Selecteer
een bestandsindeling voor items die zijn gedetecteerd als documenten en voor items die zijn
gedetecteerd als foto's.
Als JPEG/Exif is geselecteerd
Klik op Instellen... (Set...) om een compressietype op te geven voor JPEG-bestanden. Selecteer
Hoog (lage compressie) (High(Low Compression)), Standaard (Standard) of Laag (hoge
compressie) (Low(High Compression)).
Als PDF is geselecteerd
Klik op Instellen... (Set..) om geavanceerde instellingen voor het maken van PDF-bestanden op
te geven. Zie '
Dialoogvenster PDF-instellingen (PDF Settings)
' voor meer informatie.
Wanneer Type bestanden (Save as type) is ingesteld op JPEG/Exif
U kunt een compressietype opgeven voor JPEG-bestanden. Selecteer Hoog (lage compressie)
(High(Low Compression)), Standaard (Standard) of Laag (hoge compressie) (Low(High
Pagina 506 van 736 pagina's
Tabblad Instellingen scannerknop (Scanner Button Settings) (Opslaan o...
Compression)).
Opslaan in (Save in)
Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden
opgeslagen. Als u de map wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een andere map op te
geven.
De gescande afbeeldingen worden standaard opgeslagen in de volgende mappen.
Windows 7: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Windows Vista: map MP Navigator EX in de map Afbeeldingen (Pictures)
Windows XP: map MP Navigator EX in de map Mijn afbeeldingen (My Pictures)
Opslaan in een submap met huidige datum (Save to a Subfolder with Current Date)
Hiermee maakt u een submap in de map die is opgegeven in Opslaan in (Save in) met de huidige
datum. Sla in deze submap gescande afbeeldingen op. Er wordt een submap met een naam als
'2010_01_01' (Jaar_Maand_Dag) gemaakt.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, worden bestanden rechtstreeks opgeslagen in de map
die is opgegeven in Opslaan in (Save in).
Het dialoogvenster voor opslaan openen na het scannen van de afbeelding (Open the save dialog
box after scanning the image)
Selecteer deze optie als u het dialoogvenster Opslaan wilt openen nadat de afbeeldingen zijn
gescand, zodat u instellingen voor opslaan kunt opgeven, zoals doelmap, bestandsnaam en Exif-
gegevens.
Dialoogvenster Opslaan (Save)
Opmerking
Als u wachtwoorden voor PDF-bestanden wilt instellen, selecteert u Het dialoogvenster voor
opslaan openen na het scannen van de afbeelding (Open the save dialog box after scanning
the image). Nadat de afbeelding is gescand, kunt u de wachtwoorden instellen in het
dialoogvenster Opslaan als PDF-bestand (Save as PDF file).
Wachtwoorden voor PDF-bestanden instellen
Naar boven
Pagina 507 van 736 pagina's
Tabblad Instellingen scannerknop (Scanner Button Settings) (Opslaan o...
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Schermen van MP
Navigator EX
> Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (instellingen scannerknoppen)
S743
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (instellingen
scannerknoppen)
Het dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) wordt geopend wanneer u in het dialoogvenster
Voorkeuren (Preferences) op het tabblad Instellingen scannerknop (Scanner Button Settings) op
Opgeven... (Specify...) klikt.
Documenttype (Document Type)
Automatische scan (Auto Scan) is ingesteld.
Belangrijk
Plaats de documenten juist op de plaat, afhankelijk van het type document dat u wilt scannen.
Anders worden de documenten mogelijk niet juist gescand.
Zie '
Documenten plaatsen
' voor meer informatie over het plaatsen van documenten.
Aanbevolen beeldcorrectie (Recommended Image Correction)
Schakel dit selectievakje in om geschikte correcties automatisch toe te passen op basis van het
documenttype.
Belangrijk
Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, kunnen de bestanden alleen worden opgeslagen in
de indeling JPEG/Exif of PDF.
Het scannen duurt mogelijk langer dan gebruikelijk wanneer dit selectievakje is ingeschakeld.
De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat
geval het selectievakje uit en voer de scan uit.
Standaard (Defaults)
Standaardinstellingen herstellen.
Naar boven
Pagina 508 van 736 pagina'sDialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (instellingen scannerkn...
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
> Bijlage: Andere bestanden
openen dan gescande afbeeldingen
S011
Bijlage: Andere bestanden openen dan gescande afbeeldingen
U kunt gescande afbeeldingen met behulp van MP Navigator EX opslaan of afdrukken.
Afbeeldingen gebruiken die op een computer zijn opgeslagen
Afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen
Naar boven
Pagina 509 van 736 pagina'sBijlage: Andere bestanden openen dan gescande afbeeldingen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
>
Bijlage: Andere bestanden
openen dan gescande afbeeldingen > Afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen
S507
Afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen
U kunt met MP Navigator EX afbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen en deze
afdrukken of aan een e-mail toevoegen. U kunt ze ook bewerken met een toepassing die bij het apparaat
is geleverd.
1.
Start MP Navigator EX en open het venster voor de navigatiemodus.
MP Navigator EX starten
2.
Selecteer Toon & gebruik (View & Use) in het scherm voor de navigatiemodus en
klik op Mijn vak (Gesc./Geïmp. Afbeeldingen) (My Box (Scanned/Imported Images)),
Map opgeven (Specify Folder) of Recent opgesl. afbeeldingen (Recently Saved
Images).
Klik op Mijn vak (Gesc./Geïmp. Afbeeldingen) (My Box (Scanned/Imported Images)) als u
afbeeldingen wilt openen die zijn opgeslagen in Mijn vak (Gesc./Geïmp. Afbeeldingen) (My Box
(Scanned/Imported Images)), klik op Map opgeven (Specify Folder) als u afbeeldingen wilt openen
die in een bepaalde map zijn opgeslagen of klik op Recent opgesl. afbeeldingen (Recently Saved
Images) als u recent opgeslagen afbeeldingen wilt openen.
Opmerking
Als het selectievakje Dit venster bij het opstarten weergeven (Show this window at startup) niet
is ingeschakeld, wordt het laatst gebruikte scherm geopend. Als het venster Scan/Import.
(Scan/Import) wordt weergegeven, klikt u op (Toon & gebruik) linksboven op het scherm.
Het scherm Toon & gebruik (View & Use) wordt geopend.
Zie '
Tabblad Afbeeldingen op de computer weergeven en gebruiken (View & Use Images on
your Computer)' voor meer informatie over het tabblad Afbeeldingen op de computer
weergeven en gebruiken (View & Use Images on your Computer).
3.
Klik op de map met de afbeeldingen die u wilt openen.
De afbeeldingen die in de map zijn opgeslagen, worden weergegeven in het venster met
miniaturen.
Pagina 510 van 736 pagina'sAfbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen
4.
Selecteer de afbeeldingen die u wilt gebruiken en selecteer vervolgens wat u ermee
wilt doen.
Zie onderstaande onderwerpen voor meer informatie over het gebruiken van afbeeldingen.
PDF-bestanden maken/bewerken
Documenten afdrukken
Foto's afdrukken
Via e-mail verzenden
Bestanden bewerken
Naar boven
Pagina 511 van 736 pagina'sAfbeeldingen openen die op een computer zijn opgeslagen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
> Scannen met andere toepassingssoftware
Scannen met andere toepassingssoftware
Wat is ScanGear (scannerstuurprogramma)?
Scannen met geavanceerde instellingen met ScanGear (scannerstuurprogramma)
Afbeeldingen corrigeren en kleuren aanpassen met ScanGear (scannerstuurprogramma)
Schermen van ScanGear (scannerstuurprogramma)
Bijlage: handige informatie over scannen
Naar boven
Pagina 512 van 736 pagina'sScannen met andere toepassingssoftware
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
> Wat is ScanGear
(scannerstuurprogramma)?
S201
Wat is ScanGear (scannerstuurprogramma)?
ScanGear (scannerstuurprogramma) is software die nodig is voor het scannen van documenten. U kunt
hiermee het uitvoerformaat opgeven en afbeeldingen corrigeren wanneer u documenten scant.
ScanGear kan worden gestart vanuit MP Navigator EX of andere toepassingen die compatibel zijn met
de standaardinterface die TWAIN wordt genoemd. (ScanGear is een met TWAIN compatibel
stuurprogramma.)
De mogelijkheden van deze software
Met deze software kunt u een voorbeeld van de scanresultaten bekijken of het documenttype en
uitvoerformaat instellen, enzovoort, tijdens het scannen van documenten. Het is handig als u in een
bepaalde kleurtint wilt scannen. U kunt namelijk voor het scannen diverse correcties aanbrengen en de
helderheid, het contrast, enzovoort, aanpassen.
Schermen
Er zijn drie modi: Basismodus, Geavanceerde modus en Automatische scanmodus.
U kunt tussen de modi schakelen door op een tabblad rechts boven op het scherm te klikken.
Opmerking
ScanGear wordt gestart in de laatst gebruikte modus.
De instellingen blijven niet behouden als u schakelt tussen modi.
Basismodus
Op het tabblad Basismodus (Basic Mode) kunt u gemakkelijk scannen aan de hand van drie eenvoudige
stappen (
,
en
).
Geavanceerde modus
Pagina 513 van 736 pagina'sWat is ScanGear (scannerstuurprogramma)?
Op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) kunt u de kleurenmodus, uitvoerresolutie,
helderheid, kleurtint en dergelijke voor de scan instellen.
Automatische scanmodus
Op het tabblad Automatische scanmodus (Auto Scan Mode) kunt u gemakkelijk scannen door het
document op de glasplaat te leggen en op Scannen (Scan) te klikken.
Naar boven
Pagina 514 van 736 pagina'sWat is ScanGear (scannerstuurprogramma)?
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
> Scannen met geavanceerde
instellingen met ScanGear (scannerstuurprogramma)
S200
Scannen met geavanceerde instellingen met ScanGear
(scannerstuurprogramma)
ScanGear (scannerstuurprogramma) starten
ScanGear (scannerstuurprogramma) starten
Documenten scannen nadat u eenvoudige afbeeldingscorrecties hebt aangebracht
Scannen in de Basismodus
Documenten scannen nadat u geavanceerde afbeeldingscorrecties hebt toegepast en de
helderheid/kleur hebt aangepast
Scannen in de Geavanceerde modus
Scannen met eenvoudige bediening
Scannen in de automatische scanmodus
Meerdere documenten tegelijk scannen nadat u afbeeldingscorrecties en kleuraanpassingen hebt
aangebracht
Meerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurprogramma)
Naar boven
Pagina 515 van 736 pagina'sScannen met geavanceerde instellingen met ScanGear (scannerstuurpro...
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Scannen met geavanceerde
instellingen met ScanGear (scannerstuurprogramma)
> ScanGear (scannerstuurprogramma) starten
S202
ScanGear (scannerstuurprogramma) starten
Met ScanGear (scannerstuurprogramma) kunt u bij het scannen afbeeldingscorrecties en
kleuraanpassingen aanbrengen. ScanGear kan vanuit MP Navigator EX of een toepassing worden
gestart.
Starten vanuit MP Navigator EX
Scherm Navigatiemodus
Volg deze stappen om ScanGear te starten vanuit het scherm voor de navigatiemodus van MP Navigator
EX.
1.
Start MP Navigator EX en open het venster voor de navigatiemodus.
MP Navigator EX starten
2.
Klik in Scan/Import. (Scan/Import) op Foto's/documenten (plaat) (Photos/
Documents (Platen)).
Het venster Scan/Import. (Scan/Import) wordt geopend.
3.
Schakel het selectievakje Scannerstuurpr. gebruiken (Use the scanner driver) in en
klik op Scannerstuurprogramma openen (Open Scanner Driver).
Het venster ScanGear wordt weergegeven.
Scherm voor modus Eenmaal klikken
Volg deze stappen om ScanGear te starten vanuit het scherm voor de modus Eenmaal klikken van MP
Navigator EX.
1.
Start MP Navigator EX en open het scherm voor de modus Eenmaal klikken.
MP Navigator EX starten
Pagina 516 van 736 pagina'sScanGear (scannerstuurprogramma) starten
2.
Klik op het bijbehorende pictogram.
Het bijbehorende dialoogvenster wordt geopend.
3.
Schakel het selectievakje Scannerstuurpr. gebruiken (Use the scanner driver) in bij
Scan-instellingen (Scan Settings) en klik op Scannen (Scan).
Het venster ScanGear wordt weergegeven.
Belangrijk
Scannerstuurpr. gebruiken (Use the scanner driver) wordt niet weergegeven in het
dialoogvenster Automatische scan (Auto Scan) of PDF.
Starten vanuit een toepassing
Ga (bijvoorbeeld) als volgt te werk om ScanGear te starten vanuit een toepassing.
De procedure varieert, afhankelijk van de toepassing. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor
meer informatie
1.
Start de toepassing.
2.
Selecteer Bron selecteren (Select Source) in het menu Bestand (File) van de
toepassing en selecteer het apparaat.
3.
Selecteer de opdracht voor het scannen van een document (bijvoorbeeld Scan/
Import. (Scan/Import) of Beeld inlezen (Acquire image)).
Het venster ScanGear wordt weergegeven.
Naar boven
Pagina 517 van 736 pagina'sScanGear (scannerstuurprogramma) starten
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Scannen met geavanceerde
instellingen met ScanGear (scannerstuurprogramma) > Scannen in de Basismodus
S203
Scannen in de Basismodus
Via het tabblad Basismodus (Basic Mode) kunt u gemakkelijk scannen aan de hand van de
weergegeven stappen.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een afzonderlijk document scant.
Raadpleeg '
Meerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurprogramma)
' voor
informatie over het scannen van meerdere documenten tegelijk.
Belangrijk
De volgende typen documenten worden mogelijk niet goed bijgesneden. Klik in dat geval op
(miniatuur) op de werkbalk om te schakelen naar de volledige weergave en te scannen.
- Foto's die een witte (lichte) rand hebben
- Documenten die op wit papier zijn afgedrukt, handgeschreven tekst, visitekaartjes enzovoort
- Dunne documenten
- Dikke documenten
De volgende typen documenten kunnen niet goed worden bijgesneden.
- Documenten die kleiner zijn dan 3 vierkante cm (1,18 inch)
- Foto's die in verschillende vormen zijn uitgesneden
1.
Plaats het document op de glasplaat en start ScanGear (scannerstuurprogramma).
Documenten plaatsen
ScanGear (scannerstuurprogramma) starten
2.
Selecteer bij Bron selecteren (Select Source) het type document dat u wilt scannen.
Opmerking
Wanneer u tijdschriften scant die veel kleurenfoto's bevatten, selecteert u Tijdschrift (kleur)
(Magazine(Color)).
Pagina 518 van 736 pagina'sScannen in de Basismodus
3.
Klik op Voorbeeld (Preview).
Er verschijnt een scanvoorbeeld van het document in het voorbeeldgebied
Opmerking
De kleuren worden aangepast aan het documenttype dat bij Bron selecteren (Select Source) is
geselecteerd.
4.
Selecteer Doel (Destination).
5.
Selecteer Uitvoerformaat (Output Size).
De beschikbare opties voor het uitvoerformaat zijn afhankelijk van wat u onder Doel (Destination)
hebt geselecteerd.
6.
Geef naar wens het scangebied (bijsnijdkader) op.
Pas de grootte en de positie van het bijsnijdkader (scangebied) aan in het voorbeeldgebied.
Bijsnijdkaders aanpassen
7.
Stel de gewenste Afbeeldingscorrecties (Image corrections) in.
8.
Klik op Scannen (Scan).
Start met scannen.
Opmerking
Klik op
(Informatie) om een dialoogvenster te openen waarin u de huidige scan-instellingen
(documenttype etc.) kunt controleren.
Wat er met ScanGear (stuurprogramma) gebeurt na het scannen kan worden opgegeven bij Status
van het dialoogvenster ScanGear na het scannen (Status of ScanGear dialog after scanning) op het
tabblad Scannen (Scan) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Tabblad Scannen (Scan)
Verwant onderwerp
Tabblad Basismodus (Basic Mode)
Naar boven
Pagina 519 van 736 pagina'sScannen in de Basismodus
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Scannen met geavanceerde
instellingen met ScanGear (scannerstuurprogramma) > Scannen in de Geavanceerde modus
S205
Scannen in de Geavanceerde modus
Op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) kunt u de kleurenmodus, uitvoerresolutie,
helderheid, kleurtint en dergelijke voor de scan instellen.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een afzonderlijk document scant.
Raadpleeg '
Meerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurprogramma)
' voor
informatie over het scannen van meerdere documenten tegelijk.
Belangrijk
De volgende typen documenten worden mogelijk niet goed bijgesneden. Klik in dat geval op
(miniatuur) op de werkbalk om te schakelen naar de volledige weergave en te scannen.
- Foto's die een witte (lichte) rand hebben
- Documenten die op wit papier zijn afgedrukt, handgeschreven tekst, visitekaartjes enzovoort
- Dunne documenten
- Dikke documenten
De volgende typen documenten kunnen niet goed worden bijgesneden.
- Documenten die kleiner zijn dan 3 vierkante cm (1,18 inch)
- Foto's die in verschillende vormen zijn uitgesneden
1.
Plaats het document op de glasplaat en start ScanGear (scannerstuurprogramma).
Documenten plaatsen
ScanGear (scannerstuurprogramma) starten
2.
Klik op de tab Geavanceerde modus (Advanced Mode).
Het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) wordt weergegeven.
Opmerking
De instellingen blijven niet behouden als u schakelt tussen modi.
Pagina 520 van 736 pagina'sScannen in de Geavanceerde modus
3.
Stel Instellingen voor invoer (Input Settings).
Instellingen voor invoer (Input Settings)
4.
Klik op Voorbeeld (Preview).
Er verschijnt een scanvoorbeeld van het document in het voorbeeldgebied
Opmerking
Als u scant zonder een voorbeeld weer te geven, wordt de functie voor het verminderen van het
doorschijnen van het document ingeschakeld. Deze functie is handig bij het scannen van
tijdschriften. Wanneer u echter foto's scant, kan de kleurtint van de gescande afbeelding
afwijken van die van het origineel, vanwege de functie voor het verminderen van het
doorschijnen van het document. Bekijk in dat geval eerst een voorbeeld.
5.
Stel de Instellingen voor uitvoer (Output Settings) in.
Instellingen voor uitvoer (Output Settings)
6.
Stel het bijsnijdkader (scangebied) in en breng desgewenst afbeeldingscorrecties en
kleuraanpassingen aan.
Bijsnijdkaders aanpassen
Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
Knoppen voor kleuraanpassing
7.
Klik op Scannen (Scan).
Start met scannen.
Opmerking
Klik op
(Informatie) om een dialoogvenster te openen waarin u de huidige scan-instellingen
(documenttype etc.) kunt controleren.
Wat er met ScanGear (stuurprogramma) gebeurt na het scannen kan worden opgegeven bij Status
van het dialoogvenster ScanGear na het scannen (Status of ScanGear dialog after scanning) op het
tabblad Scannen (Scan) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Tabblad Scannen (Scan)
Verwant onderwerp
Tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode)
Pagina 521 van 736 pagina'sScannen in de Geavanceerde modus
Naar boven
Pagina 522 van 736 pagina'sScannen in de Geavanceerde modus
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Scannen met geavanceerde
instellingen met ScanGear (scannerstuurprogramma) > Scannen in de automatische scanmodus
S207
Scannen in de automatische scanmodus
Via het tabblad Automatische scanmodus (Auto Scan Mode) kunt u gemakkelijk scannen door
automatisch het type document te detecteren dat op de glasplaat is geplaatst.
Belangrijk
De ondersteunde documenttypen zijn foto's, ansichtkaarten, visitekaartjes, tijdschriften,
tekstdocumenten en BD's/dvd's/cd's. Als u andere documenten wilt scannen, moet u het
documenttype opgeven op het tabblad Basismodus (Basic Mode) of Geavanceerde modus
(Advanced Mode).
Scannen in de Basismodus
Scannen in de Geavanceerde modus
1.
Plaats het document op de glasplaat en start ScanGear (scannerstuurprogramma).
Documenten plaatsen
ScanGear (scannerstuurprogramma) starten
2.
Klik op de tab Automatische scanmodus (Auto Scan Mode).
Het tabblad Automatische scanmodus (Auto Scan Mode) wordt weergegeven.
Opmerking
Schakel het selectievakje Aanbevolen beeldcorrectie uitvoeren (Execute recommended image
correction) in om automatisch geschikte correcties toe te passen op basis van het type
document dat wordt gescand.
3.
Klik op Scannen (Scan).
Start met scannen.
Opmerking
Wat er met ScanGear (stuurprogramma) gebeurt na het scannen kan worden opgegeven bij Status
Pagina 523 van 736 pagina'sScannen in de automatische scanmodus
van het dialoogvenster ScanGear na het scannen (Status of ScanGear dialog after scanning) op het
tabblad Scannen (Scan) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Tabblad Scannen (Scan)
Verwant onderwerp
Tabblad Automatische scanmodus (Auto Scan Mode)
Naar boven
Pagina 524 van 736 pagina'sScannen in de automatische scanmodus
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Scannen met geavanceerde
instellingen met ScanGear (scannerstuurprogramma)
> Meerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear
(scannerstuurprogramma)
S208
Meerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear
(scannerstuurprogramma)
U kunt twee of meer foto's (kleine documenten) op de glasplaat tegelijk scannen via het tabblad
Basismodus (Basic Mode) of Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear
(scannerstuurprogramma).
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u meerdere documenten kunt scannen vanaf het tabblad
Basismodus (Basic Mode).
Belangrijk
Als u meerdere documenten als één afbeelding wilt scannen, scant u in de volledige
afbeeldingsweergave.
De volgende typen documenten worden mogelijk niet goed bijgesneden. Pas in dat geval de
bijsnijdkaders (scangebieden) aan in de volledige afbeeldingsweergave en voer de scan uit.
- Foto's die een witte (lichte) rand hebben
- Documenten die op wit papier zijn afgedrukt, handgeschreven tekst, visitekaartjes enzovoort
- Dunne documenten
- Dikke documenten
Meerdere documenten scannen in de volledige afbeeldingsweergave
De volgende typen documenten kunnen niet goed worden bijgesneden.
- Documenten die kleiner zijn dan 3 vierkante cm (1,18 inch)
- Foto's die in verschillende vormen zijn uitgesneden
Opmerking
Raadpleeg 'Scannen in de automatische scanmodus
' om eenvoudig te scannen door het
documenttype automatisch te detecteren.
U kunt ook meerdere documenten tegelijk scannen vanaf het tabblad Geavanceerde modus
(Advanced Mode). Gebruik het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) als u geavanceerde
scaninstellingen wilt opgeven, zoals de kleurenmodus, uitvoerresolutie, helderheid van de
afbeelding en kleurtint.
Raadpleeg de toepasselijke gedeelten hieronder voor meer informatie over de tabbladen
Basismodus (Basic Mode) en Geavanceerde modus (Advanced Mode).
Tabblad Basismodus (Basic Mode)
Tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode)
1.
Plaats het document op de glasplaat en start ScanGear.
Documenten plaatsen
ScanGear (scannerstuurprogramma) starten
2.
Selecteer bij Bron selecteren (Select Source) het type document dat u wilt scannen.
Pagina 525 van 736 pagina'sMeerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurpro...
3.
Klik op Voorbeeld (Preview).
In het voorbeeldgebied worden miniaturen van de voorbeeldafbeeldingen weergegeven. De
afbeeldingen worden automatisch naar gelang het documentformaat bijgesneden (de
scangebieden worden aangegeven).
4.
Selecteer Doel (Destination).
5.
Selecteer Uitvoerformaat (Output Size).
6.
Pas de scangebieden (bijsnijdkaders) aan en stel indien gewenst
Afbeeldingscorrecties (Image corrections) in.
Opmerking
U kunt elke afbeelding afzonderlijk corrigeren. Selecteer het kader dat u wilt corrigeren.
U kunt in de miniaturenweergave maar één bijsnijdkader (scangebied) per afbeelding maken.
Als u meerdere bijsnijdkaders in een afbeelding wilt maken, moet u de scan in de volledige
afbeeldingsweergave uitvoeren.
Meerdere documenten scannen in de volledige afbeeldingsweergave
Pagina 526 van 736 pagina'sMeerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurpro...
7.
Selecteer de afbeeldingen die u wilt scannen.
Schakel de selectievakjes in voor de afbeeldingen die u wilt scannen.
8.
Klik op Scannen (Scan).
Meerdere documenten scannen in de volledige afbeeldingsweergave
Volg deze stappen als miniaturen niet correct worden weergegeven in de voorbeeldweergave of als u
meerdere documenten als één afbeelding wilt scannen.
Opmerking
De positie van scheef geplaatste documenten wordt niet gecorrigeerd in de volledige
afbeeldingsweergave.
1.
Nadat u een voorbeeld van de afbeeldingen hebt bekeken, klikt u op
(miniatuur)
op de werkbalk.
Schakel naar de volledige afbeeldingsweergave.
Opmerking
Als de volledige afbeelding wordt weergegeven, wordt het pictogram gewijzigd in
(volledige afbeelding).
2.
Pas de scangebieden (bijsnijdkaders) aan.
Pas de grootte en de positie van het bijsnijdkader (scangebied) aan in het voorbeeldgebied. U kunt
ook twee of meer bijsnijdkaders maken.
Als een gebied niet is opgegeven, wordt het document gescand op documentformaat (Automatisch
bijsnijden). Wanneer een gebied is geselecteerd, wordt alleen het geselecteerde gebied gescand.
Bijsnijdkaders aanpassen
3.
Selecteer Doel (Destination).
Pagina 527 van 736 pagina'sMeerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurpro...
4.
Selecteer Uitvoerformaat (Output Size).
5.
Stel de gewenste Afbeeldingscorrecties (Image corrections) in.
6.
Klik op Scannen (Scan).
De gebieden die zijn omkaderd door onderbroken lijnen, worden gescand.
Opmerking
Wat er met ScanGear (stuurprogramma) gebeurt na het scannen kan worden opgegeven bij Status
van het dialoogvenster ScanGear na het scannen (Status of ScanGear dialog after scanning) op het
tabblad Scannen (Scan) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Tabblad Scannen (Scan)
Naar boven
Pagina 528 van 736 pagina'sMeerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurpro...
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
> Afbeeldingen corrigeren en kleuren
aanpassen met ScanGear (scannerstuurprogramma)
S300
Afbeeldingen corrigeren en kleuren aanpassen met ScanGear
(scannerstuurprogramma)
In de volgende onderwerpen vindt u tips en weetjes over geavanceerde scantechnieken voor het
aanpassen van kleuren, helderheid enzovoort.
Onscherpe foto's scherper maken, stof en krassen reduceren en vervaagde kleuren corrigeren
Afbeeldingen corrigeren (Beeld verscherpen, Stof en krassen reduceren, Correctie van vervaging,
enzovoort)
Een voorbeeld bekijken en de kleur wijzigen van de afbeelding die wordt gescand
Kleuren aanpassen met een kleurenpatroon
Kleuren helderder maken die in de loop der tijd of als gevolg van overkleuring zijn vervaagd
Verzadiging en kleurbalans aanpassen
Afbeeldingen aanpassen die te donker of te licht zijn of te weinig contrast vertonen
Helderheid en contrast aanpassen
De kleurtint aanpassen met een histogram (een grafiek waarop de verdeling van de helderheid
wordt weergegeven)
Histogram aanpassen
De helderheid van de afbeelding aanpassen met een tintcurve (een grafiek waarop de balans van
de helderheid wordt weergegeven)
Tintcurve aanpassen
Tekens in tekstdocumenten verscherpen of doorschijneffecten reduceren
Drempel instellen
Naar boven
Pagina 529 van 736 pagina'sAfbeeldingen corrigeren en kleuren aanpassen met ScanGear (scannerst...
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Afbeeldingen corrigeren en kleuren
aanpassen met ScanGear (scannerstuurprogramma)
> Afbeeldingen corrigeren (Beeld verscherpen, Stof en krassen
reduceren, Correctie van vervaging, enzovoort)
S308
Afbeeldingen corrigeren (Beeld verscherpen, Stof en krassen
reduceren, Correctie van vervaging, enzovoort)
Met de functies voor Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings) op het tabblad Geavanceerde
modus (Advanced Mode) van ScanGear (scannerstuurprogramma) kunt u bij het scannen van
afbeeldingen de contouren van het onderwerp verscherpen, stof en krassen verminderen en vervaagde
kleuren corrigeren.
Items instellen
Klik op
(pijl) van een functie en selecteer een item in het keuzemenu.
Belangrijk
Gebruik deze functies niet voor afbeeldingen zonder moiré, stof/krassen of vervaagde kleuren. De
kleurtint kan dan nadelig beïnvloed worden.
Zie '
Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
' voor bijzonderheden en voorzorgsmaatregelen
van elke functie.
Opmerking
Raadpleeg '
Scannen in de Geavanceerde modus ' als u wilt scannen via het tabblad Geavanceerde
modus (Advanced Mode) van ScanGear.
Pagina 530 van 736 pagina'sAfbeeldingen corrigeren (Beeld verscherpen, Stof en krassen reduceren,...
De helderheid en kleurtint aanpassen
Stel Beeldaanpassing (Image Adjustment) in op Automatisch (Auto), Foto (Photo), Tijdschrift (Magazine),
Krant (Newspaper) of Document, afhankelijk van het documenttype.
Geen (None)
Automatisch (Auto)
Afbeeldingen verscherpen die niet helemaal scherp zijn
Stel Beeld verscherpen (Unsharp Mask) in op AAN (ON).
UIT (OFF) AAN (ON)
Gradaties en streeppatronen verminderen
Stel Moiré-reductie (Descreen) in op AAN (ON).
UIT (OFF) AAN (ON)
Opmerking
Afgedrukte foto's en afbeeldingen worden weergegeven als een verzameling kleine puntjes. Moiré
is een verschijnsel waarbij ongelijkmatige gradatie of een streeppatroon zichtbaar is als foto's of
afbeeldingen met fijne punten worden gescand. Moiré-reductie (Descreen) is de functie waarmee u
dit effect kunt verkleinen.
Stof en krassen reduceren
Stel Stof en krassen reduceren (Reduce Dust and Scratches) in op Laag (Low), Middel (Medium) of
Hoog (High), afhankelijk van de hoeveelheid stof en krassen.
Geen (None) Middel (Medium)
Pagina 531 van 736 pagina'sAfbeeldingen corrigeren (Beeld verscherpen, Stof en krassen reduceren,...
Foto's corrigeren die in de loop der tijd of als gevolg van overkleuring zijn vervaagd
Stel Correctie van vervaging (Fading Correction) in op Laag (Low), Middel (Medium) of Hoog (High),
afhankelijk van de mate van vervaging of overkleuring.
Geen (None) Middel (Medium)
Korreligheid verminderen
Stel Correctie van korreligheid (Grain Correction) in op Laag (Low), Middel (Medium) of Hoog (High),
afhankelijk van de mate van de korreligheid.
Geen (None) Middel (Medium)
Tegenlicht in afbeeldingen corrigeren
Stel Tegenlichtcorrectie (Backlight Correction) in op Laag (Low), Middel (Medium) of Hoog (High),
afhankelijk van de mate van tegenlicht.
Geen (None) Middel (Medium)
Schaduwen tussen pagina's corrigeren die zichtbaar zijn wanneer geopende boekjes
worden gescand
Stel Schaduwcorrectie van rugmarge (Gutter Shadow Correction) in op Laag (Low), Middel (Medium) of
Hoog (High), afhankelijk van de grootte van de schaduwen.
Geen (None) Middel (Medium)
Naar boven
Pagina 532 van 736 pagina'sAfbeeldingen corrigeren (Beeld verscherpen, Stof en krassen reduceren,...
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Afbeeldingen corrigeren en kleuren
aanpassen met ScanGear (scannerstuurprogramma) > Kleuren aanpassen met een kleurenpatroon
S301
Kleuren aanpassen met een kleurenpatroon
Met de functie Kleurenpatroon op het tabblad Basismodus (Basic Mode) van ScanGear
(scannerstuurprogramma) kunt u voorbeelden van kleurwijzigingen bekijken en natuurlijke kleuren
reproduceren.
Kleuraanpassing
Hiermee kunt u kleuren corrigeren die in de loop der tijd of als gevolg van overkleuring zijn vervaagd.
Pagina 533 van 736 pagina'sKleuren aanpassen met een kleurenpatroon
'Overkleuring' is het verschijnsel waarbij een bepaalde kleur de gehele foto beïnvloedt als gevolg van de
weersomstandigheden of sterke omgevingskleuren.
Klik op een pijl bij Kleuraanpassing (Color Adjustment) om de bijbehorende kleur te benadrukken.
Cyaan & rood, magenta & groen en geel & blauw zijn complementaire kleuren (als de twee kleuren van
een kleurenpaar worden gemengd, ontstaat een grijstint). U kunt de natuurlijke kleuren van een
fotosituatie reproduceren door de te veel benadrukte kleur te verminderen en de complementaire kleur te
verhogen.
Het beste kunt u een gedeelte op de foto zoeken dat wit zou moeten zijn, en de kleuren zo aanpassen
dat dit gedeelte wit wordt.
Er verschijnt een scanvoorbeeld van het document in het midden. De kleuren van het voorbeeld
veranderen met uw aanpassingen mee.
Hieronder ziet u een voorbeeld van het corrigeren van een blauwige afbeelding.
Omdat Blauw (Blue) en Groen (Green) te sterk zijn, klikt u op de pijlen bij de kleuren Geel (Yellow) en
Magenta om de kleur te corrigeren.
Voor
Na
Opmerking
Kleuraanpassingen worden alleen toegepast op het scangebied (bijsnijdkader) of het kader dat is
geselecteerd in de miniaturenweergave.
U kunt meerdere frames of bijsnijdkaders selecteren door de Ctrl-toets ingedrukt te houden terwijl
u deze selecteert.
U kunt ook een kleurtint kiezen uit het kleurenpatroon dat links in het scherm Kleurenpatroon (Color
Pattern) wordt weergegeven.
U kunt deze functie ook gebruiken om een afbeelding een bepaalde tint te geven. Met meer
magenta creëert u een warme tint, terwijl de afbeelding koeler wordt als u meer blauw toevoegt.
Naar boven
Pagina 534 van 736 pagina'sKleuren aanpassen met een kleurenpatroon
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Afbeeldingen corrigeren en kleuren
aanpassen met ScanGear (scannerstuurprogramma) > Verzadiging en kleurbalans aanpassen
S303
Verzadiging en kleurbalans aanpassen
Klik op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear (stuurprogramma) op
(Verzadiging/kleurbalans).
Opmerking
Klik op Standaard (Defaults) om alle aanpassingen in het huidige venster ongedaan te maken.
Verzadiging
De verzadiging (levendigheid) van de afbeelding aanpassen. U kunt kleuren helderder maken die in de
loop der tijd of door andere oorzaken zijn vervaagd.
Sleep
(schuifknop) onder Verzadiging (Saturation) naar links om de verzadiging van de afbeelding te
verminderen (de afbeelding donkerder te maken) of naar rechts om de verzadiging te vergroten (de
afbeelding lichter te maken). U kunt ook een waarde invoeren (-127 tot 127).
Minder verzadiging
Originele afbeelding
Meer verzadiging
Opmerking
Als u de verzadiging te veel vergroot, kan de natuurlijke kleurtint van de originele afbeelding verloren
gaan.
Pagina 535 van 736 pagina'sVerzadiging en kleurbalans aanpassen
Kleurbalans
Afbeeldingen met overkleuring aanpassen. 'Overkleuring' is het verschijnsel waarbij een bepaalde kleur
de gehele foto beïnvloedt als gevolg van de weersomstandigheden of sterke omgevingskleuren.
Sleep (schuifknop) onder Kleurbalans (Color Balance) naar links of naar rechts om de bijbehorende
kleur te benadrukken.
Cyaan en rood
Magenta en groen
Geel en blauw
Dit zijn de complementaire kleuren (als de twee kleuren van een kleurenpaar worden gemengd, ontstaat
een grijstint). U kunt de natuurlijke kleuren van een fotosituatie reproduceren door de te veel benadrukte
kleur te verminderen en de complementaire kleur te verhogen.
Het is vaak lastig om de afbeelding helemaal te corrigeren door slechts één kleurenpaar aan te passen.
Het beste kunt u een gedeelte op de foto zoeken dat wit zou moeten zijn, en alle drie de kleurenparen zo
aanpassen dat dit gedeelte wit wordt.
U kunt ook een waarde invoeren (-127 tot 127).
Hieronder ziet u een voorbeeld van een afbeelding waarin het kleurenpaar Cyaan en voor meer
informatie over bijsnijdkaders is aangepast.
Meer cyaan
Meer rood
Naar boven
Pagina 536 van 736 pagina'sVerzadiging en kleurbalans aanpassen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Afbeeldingen corrigeren en kleuren
aanpassen met ScanGear (scannerstuurprogramma) > Helderheid en contrast aanpassen
S304
Helderheid en contrast aanpassen
Klik op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear (stuurprogramma) op
(Helderheid/contrast).
Opmerking
Klik op
(pijl omlaag) om over te schakelen naar de gedetailleerde weergave. Klik op
(pijl
omhoog) om terug te keren naar de vorige weergave.
Klik op Standaard (Defaults) om alle aanpassingen in het huidige venster ongedaan te maken.
Kanaal
Iedere punt van een afbeelding is een mengsel van rood, groen en blauw in verschillende verhoudingen
(gradaties). Deze kleuren kunnen afzonderlijk worden aangepast als een 'kanaal'.
Model (Master)
Rood, groen en blauw aanpassen.
Rood (Red)
Het rode kanaal aanpassen.
Groen (Green)
Het groene kanaal aanpassen.
Blauw (Blue)
Pagina 537 van 736 pagina'sHelderheid en contrast aanpassen
Het blauwe kanaal aanpassen.
Opmerking
Alleen Grijswaarden (Grayscale) wordt weergegeven Kanaal (Channel) als de Kleurenmodus is
ingesteld op Grijswaarden (Grayscale).
Helderheid
Pas de helderheid van de afbeelding aan. Sleep (schuifknop) onder Helderheid (Brightness) naar
links om de afbeelding donkerder te maken en naar rechts om deze lichter te maken. U kunt ook een
waarde invoeren (-127 tot 127).
Donkerder
Originele afbeelding
Lichter
Opmerking
Als u de afbeelding te licht maakt kunnen de lichte gebieden verloren gaan, en als u de afbeelding
te donker maakt kan dit ten koste gaan van de schaduwgebieden.
Contrast
Het contrast is de mate van verschil tussen de lichte en donkere delen van een afbeelding. Wanneer u
het contrast verhoogt, verhoogt u het verschil, waardoor de afbeelding scherper wordt. Wanneer u het
contrast verlaagt, verlaagt u het verschil, waardoor de afbeelding zachter wordt.
Sleep
(schuifknop) onder Contrast naar links om het contrast van de afbeelding te verlagen en naar
rechts om dit te verhogen. U kunt ook een waarde invoeren (-127 tot 127).
Minder contrast
Originele afbeelding Meer contrast
Opmerking
Door het contrast te verhogen, geeft u zachte afbeeldingen een meer driedimensionale uitstraling.
Als u het contrast echter te veel verhoogt, kan dit ten koste gaan van lichte gebieden en
schaduwgebieden.
Naar boven
Pagina 538 van 736 pagina'sHelderheid en contrast aanpassen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Afbeeldingen corrigeren en kleuren
aanpassen met ScanGear (scannerstuurprogramma) > Histogram aanpassen
S305
Histogram aanpassen
Klik op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear (scannerstuurprogramma) op
(Histogram).
Opmerking
Klik op Standaard (Defaults) om alle aanpassingen in het huidige venster ongedaan te maken.
Kanaal
Iedere punt van een afbeelding is een mengsel van rood, groen en blauw in verschillende verhoudingen
(gradaties). Deze kleuren kunnen afzonderlijk worden aangepast als een 'kanaal'.
Model (Master)
Rood, groen en blauw aanpassen.
Rood (Red)
Het rode kanaal aanpassen.
Groen (Green)
Het groene kanaal aanpassen.
Blauw (Blue)
Het blauwe kanaal aanpassen.
Opmerking
Alleen Grijswaarden (Grayscale) wordt weergegeven Kanaal (Channel) als de Kleurenmodus is
ingesteld op Grijswaarden (Grayscale).
Histogrammen lezen
U kunt een histogram van een bepaald gebied zien voor elk Kanaal (Channel). Hoe hoger de piek van
het histogram, des te meer gegevens er op dat niveau zijn verspreid.
Pagina 539 van 736 pagina'sHistogram aanpassen
(1) Helder gebied (2) Donker gebied (3) Hele afbeelding
In het lichte gebied zijn
meer gegevens verdeeld.
In het schaduwgebied zijn
meer gegevens verdeeld.
De gegevens zijn gelijk verdeeld tussen
het lichte gebied en het schaduwgebied.
Histogrammen aanpassen (met de schuifknop)
Selecteer een Kanaal (Channel) en versleep de
(schuifknop voor zwartpunt) of de (schuifknop
voor witpunt) om het niveau op te geven dat moet worden ingesteld als schaduwgebied of licht gebied.
- Alle gedeelten links van
(schuifknop voor zwartpunt) worden zwart (niveau 0).
- De gedeelten bij
(schuifknop voor middenpunt) krijgen de kleur die exact tussen het zwartpunt en
het witpunt ligt.
- Alle gedeelten rechts van (schuifknop voor witpunt) worden wit (niveau 255).
Wanneer Beeldaanpassing (Image Adjustment) niet is ingesteld op Geen (None), worden de
wijzigingen die hieronder worden getoond, automatisch uitgevoerd.
De schuifknoppen voor zwartpunt en witpunt verslepen
Versleep de schuifknop voor zwartpunt of de schuifknop voor witpunt om de helderheid aan te passen.
Afbeeldingen waarin in het lichte gebied meer gegevens zijn verdeeld
Sleep de schuifknop zwartpunt naar het lichte gebied.
Afbeeldingen waarin in het schaduwgebied meer gegevens zijn verdeeld
Sleep de schuifknop witpunt naar het schaduwgebied.
Afbeeldingen waarin de gegevens gelijk zijn verdeeld
Sleep de schuifknop zwartpunt naar het lichte gebied en de schuifknop witpunt naar het schaduwgebied.
Pagina 540 van 736 pagina'sHistogram aanpassen
De schuifknop voor middenpunt verslepen
Versleep de schuifknop voor middenpunt om het niveau op te geven dat moet worden ingesteld als het
midden van het tintbereik.
Afbeeldingen waarin in het lichte gebied meer gegevens zijn verdeeld
Sleep de schuifknop voor middenpunt naar het lichte gebied.
Afbeeldingen waarin in het schaduwgebied meer gegevens zijn verdeeld
Sleep de schuifknop voor middenpunt naar het schaduwgebied.
Histogrammen aanpassen (met de pipetten)
Als u een Kanaal (Channel) selecteert en op de pipet voor zwartpunt, middenpunt of witpunt klikt,
verandert de muisaanwijzer in de voorbeeldweergave in een pipet. Klik op een van de pipetten onder het
histogram om de instelling te wijzigen.
- Het punt waarop u klikt met (pipet voor zwartpunt) wordt het donkerste punt. U kunt ook een
waarde invoeren (0 tot 245).
- Het punt waarop u klikt met (pipet voor middenpunt) wordt het midden van het toonbereik. U kunt
ook een waarde invoeren (5 tot 250).
- Het punt waarop u klikt met (pipet voor witpunt) wordt het helderste punt. U kunt ook een waarde
invoeren (10 tot 255).
- Klik op
(pipet) voor Grijsbalans (Gray Balance) en klik op het gebied waarvan u de kleur in de
voorbeeldafbeelding wilt aanpassen.
Het punt waarop u klikt, wordt ingesteld als achromatische kleurreferentie en de rest van de afbeelding
wordt hieraan aangepast. Als sneeuw er op een foto bijvoorbeeld blauwig uitziet, kunt u op het blauwige
gedeelte klikken om de hele afbeelding aan te passen en de natuurlijke kleuren te reproduceren.
Naar boven
Pagina 541 van 736 pagina'sHistogram aanpassen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Afbeeldingen corrigeren en kleuren
aanpassen met ScanGear (scannerstuurprogramma) > Tintcurve aanpassen
S306
Tintcurve aanpassen
Klik op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear (scannerstuurprogramma) op
(Tintcurve-instellingen).
Opmerking
Klik op Standaard (Defaults) om alle aanpassingen in het huidige venster ongedaan te maken.
Kanaal
Iedere punt van een afbeelding is een mengsel van rood, groen en blauw in verschillende verhoudingen
(gradaties). Deze kleuren kunnen afzonderlijk worden aangepast als een 'kanaal'.
Model (Master)
Rood, groen en blauw aanpassen.
Rood (Red)
Het rode kanaal aanpassen.
Groen (Green)
Het groene kanaal aanpassen.
Blauw (Blue)
Het blauwe kanaal aanpassen.
Opmerking
Alleen Grijswaarden (Grayscale) wordt weergegeven Kanaal (Channel) als de Kleurenmodus is
ingesteld op Grijswaarden (Grayscale).
Tintcurves lezen
Met ScanGear is het scannen van afbeeldingen via een scanner de invoer en de weergave op een
monitor de uitvoer. De tintcurve laat de balans van de tintinvoer en -uitvoer zien voor elk Kanaal
Pagina 542 van 736 pagina's
Tintcurve aanpassen
(Channel).
Tintcurve aanpassen
Selecteer een tintcurve in Tintcurve selecteren (Select Tone Curve). Kies uit Geen correctie (No
correction), Overbelichting (Overexposure), Onderbelichting (Underexposure), Veel contrast (High
contrast), Negatief/positief beeld omdraaien (Reverse the negative/positive image) en Aangepaste curve
bewerken (Edit custom curve).
Geen correctie (No correction) (geen aanpassing)
Overbelichting (Overexposure) (bolle curve)
De middentoongegevens van de invoerzijde worden naar het lichte gebied van de uitvoerzijde uitgerekt.
Dit geeft een beeld met heldere tinten bij weergave op een monitor.
Onderbelichting (Underexposure) (holle curve)
De middentoongegevens van de invoerzijde worden naar het schaduwgebied van de uitvoerzijde
uitgerekt. Dit geeft een beeld met donkere tinten bij weergave op een monitor.
Veel contrast (High contrast) (S-curve)
De lichte en schaduwgebieden van de invoerzijde verscherpt. Dit geeft een beeld met veel contrast.
Negatief/positief beeld omdraaien (Reverse the negative/positive image) (aflopende lijn)
De invoer- en uitvoerzijden worden omgedraaid. Dit geeft een beeld met negatief en positief omgekeerd.
Pagina 543 van 736 pagina's
Tintcurve aanpassen
Aangepaste curve bewerken (Edit custom curve)
U kunt bepaalde punten op de tintcurve slepen, zodat u de helderheid van de bijbehorende gebieden
naar wens kunt aanpassen.
Naar boven
Pagina 544 van 736 pagina's
Tintcurve aanpassen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Afbeeldingen corrigeren en kleuren
aanpassen met ScanGear (scannerstuurprogramma)
> Drempel instellen
S307
Drempel instellen
De helderheid van kleurenafbeeldingen en afbeeldingen in grijswaarden wordt uitgedrukt in een waarde
tussen 0 en 255. Bij het maken van zwart-wit afbeeldingen worden echter alle kleuren omgezet in zwart
(0) of wit (255). De drempel is de grenswaarde die bepaalt of een kleur zwart of wit wordt. Door het
drempelniveau aan te passen, kunt u de tekst in een document scherper maken en voorkomen dat tekst
op de achterzijde van het papier doorschijnt (wat vooral bij en gebeurt).
Deze functie is beschikbaar wanneer Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black and
White).
Klik op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear (scannerstuurprogramma) op
(Drempel).
Opmerking
Klik op Standaard (Defaults) om alle aanpassingen in het huidige venster ongedaan te maken.
Drempel aanpassen
Sleep
(schuifknop) naar rechts om de drempel te verhogen en zo het aantal zwarte gebieden te
vergroten. Sleep de schuifknop naar links om de waarde te verlagen en zo het aantal witte gebieden te
verhogen. U kunt ook een waarde invoeren (0 tot 255).
Naar boven
Pagina 545 van 736 pagina'sDrempel instellen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
> Schermen van ScanGear
(scannerstuurprogramma)
S800
Schermen van ScanGear (scannerstuurprogramma)
In de volgende onderwerpen worden de schermen en functies en het gebruik van ScanGear beschreven.
Tabblad Basismodus (Basic Mode)
Tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode)
Instellingen voor invoer (Input Settings)
Instellingen voor uitvoer (Output Settings)
Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
Knoppen voor kleuraanpassing
Tabblad Automatische scanmodus (Auto Scan Mode)
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
Tabblad Scanner
Tabblad Voorbeeld (Preview)
Tabblad Scannen (Scan)
Tabblad Kleurinstellingen (Color Settings)
Naar boven
Pagina 546 van 736 pagina'sSchermen van ScanGear (scannerstuurprogramma)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Schermen van ScanGear
(scannerstuurprogramma)
> Tabblad Basismodus (Basic Mode)
S801
Tabblad Basismodus (Basic Mode)
In deze modus kunt u eenvoudig scannen door de instructies op het scherm te volgen.
In dit gedeelte worden instellingen en functies beschreven die beschikbaar zijn op het tabblad
Basismodus (Basic Mode).
(1)
Knoppen voor instellingen en bewerkingen
(2) Werkbalk
(3)
Voorbeeldgebied
Opmerking
De weergegeven items zijn afhankelijk van het documenttype en de manier waarop het scherm is
geopend.
Knoppen voor instellingen en bewerkingen
Bron selecteren (Select Source)
Foto (kleur) (Photo(Color))
Kleurenfoto's scannen.
Tijdschrift (kleur) (Magazine(Color))
Kleurentijdschriften scannen.
Krant (grijswaarden) (Newspaper(Grayscale))
Tekst en lijntekeningen in zwart-wit scannen.
Document (grijswaarden) (Document(Grayscale))
Documenten en foto's in zwart-wit scannen.
Selecteer deze modus om zwart-witafbeeldingen met een hoge resolutie te maken.
Opmerking
Wanneer u een documenttype selecteert, is de functie Beeld verscherpen actief. De functie
Beeldaanpassing die afbeeldingen aanpast op basis van het documenttype, is ook actief.
Pagina 547 van 736 pagina's
Tabblad Basismodus (Basic Mode)
Als u Tijdschrift (kleur) (Magazine(Color)) selecteert, wordt de functie Moiré-reductie
geactiveerd.
Voorbeeldafbeelding weergeven (Display Preview Image)
Voorbeeld (Preview)
Een proefscan uitvoeren.
Opmerking
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wordt de scanner automatisch
gekalibreerd. Wacht even tot de voorbeeldafbeelding wordt weergegeven.
Doel (Destination)
Selecteer wat u wilt doen met de gescande afbeelding.
Afdrukken (Print)
Selecteer deze optie om de gescande afbeelding op een printer af te drukken.
Afbeeldingsweergave (Image display)
Selecteer deze optie om de gescande afbeelding weer te geven op het beeldscherm.
OCR
Selecteer deze optie om de gescande afbeelding te gebruiken in combinatie met OCR-
software.
OCR-software is software waarmee een als afbeelding gescande tekst wordt geconverteerd
naar een tekstbestand, zodat deze kan worden bewerkt in tekstverwerkers en andere
programma's.
Uitvoerformaat (Output Size)
Selecteer een uitvoerformaat.
De beschikbare opties voor het uitvoerformaat zijn afhankelijk van wat u onder Doel (Destination)
hebt geselecteerd.
Aanpasbaar (Flexible)
Hiermee kunt u de bijsnijdkaders naar wens aanpassen.
In miniaturenweergave
Sleep de muis over een miniatuur om een bijsnijdkader weer te geven. Wanneer een
bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt het gedeelte in het bijsnijdkader gescand. Als er geen
bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt elk kader afzonderlijk gescand.
In volledige afbeeldingsweergave
Wanneer er geen bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt het hele voorbeeldgebied gescand.
Wanneer een bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt het gedeelte in het bijsnijdkader
Pagina 548 van 736 pagina's
Tabblad Basismodus (Basic Mode)
gescand.
Papierformaat (zoals L of A4)
Papierformaat voor de uitvoer selecteren. Het gedeelte in het bijsnijdkader wordt gescand op
het formaat van het geselecteerde papierformaat. U kunt het bijsnijdkader vergroten of
verkleinen door dit te verslepen. Hierbij blijft de verhouding bewaard.
Beeldschermformaat (bijvoorbeeld 1024 x 768 pixels)
Het uitvoerformaat in pixels selecteren.
Een bijsnijdkader van het geselecteerde beeldschermformaat wordt weergegeven en alleen het
gedeelte in het bijsnijdkader wordt gescand. U kunt het bijsnijdkader vergroten of verkleinen
door dit te verslepen. Hierbij blijft de verhouding bewaard.
Toevoegen/verwijderen... (Add/Delete...)
Hiermee wordt het dialoogvenster Uitvoerformaat toevoegen/verwijderen (Add/Delete the Output
Size) geopend. Hierin kunt u aangepaste uitvoerformaten opgeven. U kunt deze optie selecteren
wanneer Doel (Destination) is ingesteld op Afdrukken (Print) of Afbeeldingsweergave (Image
display).
In het dialoogvenster Uitvoerformaat toevoegen/verwijderen (Add/Delete the Output Size) kunt u
meerdere uitvoerformaten opgeven en gelijktijdig opslaan. Opgeslagen items worden
toegevoegd aan de lijst Uitvoerformaat (Output Size) en kunnen samen met de vooraf
gedefinieerde items worden geselecteerd.
Toevoegen
Als u een formaat wilt toevoegen, geeft u de Naam van uitvoerformaat (Output Size Name),
Breedte (Width) en Hoogte (Height) op en klikt u vervolgens op Toevoegen (Add). U kunt voor
Eenheid (Unit) mm of inch (inches) selecteren als Doel (Destination) is ingesteld op Afdrukken
(Print), maar u kunt alleen pixels selecteren als Doel (Destination) is ingesteld op
Afbeeldingsweergave (Image display). De naam van het toegevoegde formaat wordt
weergegeven in de Lijst van uitvoerformaten (Output Size List). Klik op Opslaan (Save) om de
uitvoerformaten in de Lijst van uitvoerformaten (Output Size List) op te slaan
Verwijderen
Als u een item wilt verwijderen, selecteert u het in de Lijst van uitvoerformaten (Output Size List)
en klikt u op Verwijderen (Delete). Klik op Opslaan (Save) om de uitvoerformaten in de Lijst van
uitvoerformaten (Output Size List) op te slaan
Belangrijk
Vooraf gedefinieerde uitvoerformaten, zoals A4 en 1024 x 768 pixels, kunnen niet worden
verwijderd.
Opmerking
U kunt maximaal 10 items opslaan.
Er verschijnt een foutmelding als u een waarde buiten het instellingenbereik opgeeft. Geef
een waarde binnen het instellingenbereik op.
Opmerking
Als u wilt weten of het bijsnijdkader aanvankelijk wordt weergegeven voor een
voorbeeldweergave, raadpleegt u Kader van voorbeeldafbeelding bijsnijden (Cropping Frame
on Previewed Images) op het ' Tabblad Voorbeeld (Preview) ' (dialoogvenster Voorkeuren
(Preferences)).
Verhouding omkeren (Invert aspect ratio)
Pagina 549 van 736 pagina's
Tabblad Basismodus (Basic Mode)
Deze knop is beschikbaar wanneer een andere optie dan Aanpasbaar (Output Size) is geselecteerd
bij Uitvoerformaat (Flexible).
Klik op deze knop om het bijsnijdkader te draaien. Klik nogmaals op de knop om de oorspronkelijke
richting weer te herstellen.
Bijsnijdkaders aanpassen (Adjust cropping frames)
U kunt het scangebied aanpassen in het voorbeeldgebied.
Als een gebied niet is opgegeven, wordt het document gescand op documentformaat (Automatisch
bijsnijden). Als er een gebied is opgegeven, wordt alleen het gedeelte in het bijsnijdkader gescand.
Bijsnijdkaders aanpassen
Afbeeldingscorrecties (Image corrections)
Hiermee kunt u correcties toepassen op afbeeldingen.
Belangrijk
De beschikbare functies hangen af van het documenttype dat is geselecteerd bij Bron
selecteren (Select Source).
Automatische documentcorrectie (Auto Document Fix), Correctie van vervaging (Fading
correction) en Tegenlichtcorrectie (Backlight correction) zijn beschikbaar als Aanbevolen
(Recommended) is geselecteerd op het tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) van het
dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Automatische documentcorrectie (Auto Document Fix)
Maakt tekst in een document of tijdschrift scherper om zo de leesbaarheid ervan te verbeteren.
Belangrijk
Als dit selectievakje is ingeschakeld in ScanGear (scannerstuurprogramma), dat gestart is
vanuit MP Navigator EX, kunt u de bestanden uitsluitend opslaan in een JPEG/Exif- of PDF-
indeling.
Het scannen duurt mogelijk langer dan gebruikelijk wanneer dit selectievakje is
ingeschakeld.
De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast.
Schakel in dat geval het selectievakje uit en voer de scan uit.
Automatische documentcorrectie (Auto Document Fix) heeft mogelijk weinig effect als het
scangebied te klein is.
Correctie van vervaging (Fading correction)
Vervaagde foto's of foto's met een overkleuring corrigeren en scannen.
Tegenlichtcorrectie (Backlight correction)
Hiermee worden foto's gecorrigeerd die met tegenlicht zijn gemaakt.
Schaduwcorrectie van rugmarge (Gutter shadow correction)
Deze instelling wordt gebruikt om schaduwen tussen pagina's te corrigeren die kunnen
optreden wanneer geopende boekjes worden gescand.
Belangrijk
Zie '
Schaduwcorrectie van rugmarge (Gutter Shadow Correction)
' voor
voorzorgsmaatregelen over het gebruik van deze functie.
Kleurenpatroon... (Color Pattern...)
Hiermee kunt u de algehele kleur van de afbeelding aanpassen. U kunt vervaagde kleuren
vanwege overkleuring, enzovoort corrigeren en de natuurlijke kleuren herstellen en hier een
voorbeeld van weergeven.
Kleuren aanpassen met een kleurenpatroon
Belangrijk
Deze instelling is niet beschikbaar als u Kleurafstemming (Color Matching) selecteert op
het tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) van het dialoogvenster Voorkeuren
(Preferences).
Scannen (Perform Scan)
Pagina 550 van 736 pagina's
Tabblad Basismodus (Basic Mode)
Scannen (Scan)
Het scannen begint.
Opmerking
Wanneer het scannen begint, wordt de voortgang weergegeven. Klik op Annuleren
(Cancel) om de scan te annuleren.
Voorkeuren... (Preferences...)
Het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wordt geopend. Hier kunt u instellingen voor scannen
en voorbeeld opgeven.
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
Sluiten (Close)
Hiermee sluit u ScanGear.
Werkbalk
Werkbalk
U kunt voorbeeldafbeeldingen aanpassen of roteren. De knoppen die worden weergegeven op de
werkbalk, verschillen per weergave.
In miniaturenweergave
In volledige afbeeldingsweergave
(Miniatuur)/ (Hele afbeelding)
Hiermee wordt geschakeld tussen weergaven in het voorbeeldgebied.
Voorbeeldgebied
(Linksom roteren)
De voorbeeldafbeelding wordt 90 graden tegen de klok in gedraaid.
- Het resultaat is zichtbaar in de gescande afbeelding.
- Wanneer u de afbeelding opnieuw als voorbeeld weergeeft, wordt de oorspronkelijke staat
hersteld.
(Rechtsom roteren)
De afbeelding wordt 90 graden met de klok mee gedraaid.
- Het resultaat is zichtbaar in de gescande afbeelding.
- Wanneer u de afbeelding opnieuw als voorbeeld weergeeft, wordt de oorspronkelijke staat
hersteld.
(Automatisch bijsnijden)
Het bijsnijdkader weergeven en automatisch aanpassen aan de grootte van het document dat
wordt weergegeven in het voorbeeldgebied. Het scangebied wordt verkleind telkens wanneer u
op deze knop klikt als er in het bijsnijdkader bijsnijdgebieden zijn.
(Alle kaders selecteren)
Deze knop is beschikbaar wanneer twee of meer kaders worden weergegeven.
Het selectievakje van de afbeelding in de miniaturenweergave wordt ingeschakeld.
(Selectie alle kaders opheffen)
Deze knop is beschikbaar wanneer twee of meer kaders worden weergegeven.
Pagina 551 van 736 pagina's
Tabblad Basismodus (Basic Mode)
Het selectievakje van de afbeelding in de miniaturenweergave wordt uitgeschakeld.
(Alle kaders selecteren)
Deze knop is beschikbaar wanneer twee of meer kaders worden weergegeven.
Hiermee kunt u de afbeelding in de miniaturenweergave selecteren en de afbeelding wordt
omlijnd met een blauw kader.
(Alle bijsnijdkaders selecteren)
Deze knop is beschikbaar wanneer er twee of meer bijsnijdkaders zijn.
Alle bijsnijdkaders worden weergegeven met dikke onderbroken lijnen. De instellingen worden
toegepast op alle bijsnijdkaders.
(Bijsnijdkader verwijderen)
Hiermee verwijdert u het geselecteerde bijsnijdkader.
(Informatie)
Hier worden de versie van ScanGear en de huidige scaninstellingen (zoals documenttype)
weergegeven.
(Handleiding openen)
Deze pagina wordt weergegeven.
Voorbeeldgebied
Voorbeeldgebied
Hier wordt een testafbeelding weergegeven nadat u op Voorbeeld (Preview) hebt geklikt. U kunt ook
de resultaten controleren van de instellingen (afbeeldingscorrecties, kleuraanpassingen en
dergelijke) die zijn geconfigureerd in '
Knoppen voor instellingen en bewerkingen
'.
Als
(miniatuur) wordt weergegeven op de werkbalk
Er worden miniaturen weergegeven van afbeeldingen die zijn bijgesneden tot het documentformaat.
Alleen afbeeldingen waarvoor het selectievakje is ingeschakeld, worden gescand.
Opmerking
Als er van meerdere afbeeldingen een voorbeeld wordt weergegeven, worden verschillende
selectiestatussen met verschillende randen aangeduid.
- Kader met focus (dikke blauwe rand): de weergegeven instellingen worden toegepast.
- Geselecteerd kader (dunne blauwe rand): de instellingen worden gelijktijdig toegepast op het
kader met focus en het geselecteerde kader. U kunt meerdere afbeeldingen selecteren door
de Ctrl-toets ingedrukt te houden terwijl u ze selecteert.
Pagina 552 van 736 pagina's
Tabblad Basismodus (Basic Mode)
- Niet geselecteerd (geen rand): de instellingen worden niet toegepast.
Dubbelklik op een kader om in te zoomen op de afbeelding. Klik op
(volgend/vorig
kader) onder aan het scherm om het vorige of volgende kader weer te geven. Dubbelklik
opnieuw op het kader om terug te keren naar de weergave op de oorspronkelijke grootte.
Als
(volledige afbeelding) wordt weergegeven op de werkbalk
De items op de glasplaat worden gescand en als één afbeelding weergegeven. Alle gedeelten
binnen de bijsnijdkaders worden gescand.
Opmerking
U kunt het scangebied (bijsnijdkader) opgeven op de weergegeven afbeelding. U kunt in de
miniaturenweergave maar één bijsnijdkader per afbeelding maken. In de volledige
afbeeldingsweergave kunt u meerdere bijsnijdkaders maken.
Bijsnijdkaders aanpassen
Verwant onderwerp
Scannen in de Basismodus
Naar boven
Pagina 553 van 736 pagina's
Tabblad Basismodus (Basic Mode)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Schermen van ScanGear
(scannerstuurprogramma)
> Tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode)
S803
Tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode)
In deze modus kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven, zoals de kleurenmodus, uitvoerresolutie,
helderheid van de afbeelding en kleurtint.
In dit gedeelte worden instellingen en functies beschreven die beschikbaar zijn op het tabblad
Geavanceerde modus (Advanced Mode).
(1)
Knoppen voor instellingen en bewerkingen
(2) Werkbalk
(3)
Voorbeeldgebied
Opmerking
De weergegeven items zijn afhankelijk van het documenttype en de manier waarop het scherm is
geopend.
Knoppen voor instellingen en bewerkingen
Voorkeursinstellingen (Favorite Settings)
U kunt een groep instellingen (instellingen voor invoer of uitvoer, instellingen voor afbeeldingen en
knoppen voor kleuraanpassing) een naam geven en opslaan op het tabblad Geavanceerde modus
(Advanced Mode). Vervolgens kunt u deze instellingen laden wanneer u ze nodig hebt. Als u een
groep instellingen vaak gebruikt, is het handig deze op te slaan. U kunt hiermee ook de
standaardinstellingen opnieuw laden.
Selecteer Toevoegen/verwijderen... (Add/Delete...) in het keuzemenu. Het dialoogvenster Favoriete
instellingen toevoegen/verwijderen (Add/Delete Favorite Settings).
Pagina 554 van 736 pagina's
Tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode)
Geef een naam op bij Naam instelling (Setting Name) en klik op Toevoegen (Add). De naam wordt
weergegeven in de Lijst met voorkeursinstellingen (Favorite Settings List).
Wanneer u op Opslaan (Save) klikt, wordt het item weergegeven in de lijst Voorkeursinstellingen
(Favorite Settings) en kan het worden geselecteerd, samen met de vooraf gedefinieerde items.
Als u een item wilt verwijderen, selecteert u het item in de Lijst met voorkeursinstellingen (Favorite
Settings List) en klikt u op Verwijderen (Delete). Klik op Opslaan (Save) als u instellingen wilt
weergeven in de Lijst met voorkeursinstellingen (Favorite Settings List).
Opmerking
U kunt Toevoegen/verwijderen... (Add/Delete...) instellen in Voorkeursinstellingen (Favorite
Settings) nadat het voorbeeld is weergegeven.
U kunt maximaal 10 items opslaan.
Instellingen voor invoer (Input Settings)
Geef de instellingen voor invoer op, zoals het documenttype en -formaat.
Instellingen voor invoer (Input Settings)
Instellingen voor uitvoer (Output Settings)
Geef de instellingen voor uitvoer op, zoals de uitvoerresolutie en het formaat.
Instellingen voor uitvoer (Output Settings)
Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
Hier kunt u diverse functies voor afbeeldingscorrectie in- of uitschakelen.
Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
Knoppen voor kleuraanpassing
Met deze knoppen kunt u nauwkeurige correcties aanbrengen in de helderheid en de kleurtonen van
de afbeelding. U kunt de algemene helderheid of het contrast van de afbeelding aanpassen en de
waarden (histogram) of balans (tintcurve) aanpassen voor de lichte en donkere gedeelten.
Knoppen voor kleuraanpassing
In-/uitzoomen (Zoom)
Hiermee wordt ingezoomd op een afbeelding of het gedeelte binnen het bijsnijdkader. Wanneer op
de afbeelding is ingezoomd, verandert In-/uitzoomen (Zoom) in Ongedaan maken (Undo). Klik op
Ongedaan maken (Undo) om terug te keren naar de weergave op de oorspronkelijke grootte.
In miniaturenweergave
Wanneer meerdere afbeeldingen in de miniatuurweergave worden weergegeven, klikt u op deze
knop om in te zoomen op het geselecteerde frame. Klik op (volgend/vorig kader) onder aan
het scherm om het vorige of volgende kader weer te geven.
Opmerking
U kunt ook op een afbeelding inzoomen door op het kader te dubbelklikken. Dubbelklik
opnieuw op het kader om terug te keren naar de weergave op de oorspronkelijke grootte.
In volledige afbeeldingsweergave
Het gedeelte binnen het bijsnijdkader wordt opnieuw gescand met een sterkere vergroting.
Opmerking
Met In-/uitzoomen (Zoom) wordt de afbeelding opnieuw gescand en wordt er in het voorbeeld
Pagina 555 van 736 pagina's
Tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode)
een afbeelding met een hoge resolutie weergegeven.
Vergroten/Verkleinen (Enlarge/Reduce) op de werkbalk biedt u de mogelijkheid snel in of
uit te zoomen op de voorbeeldafbeelding. De resolutie van de afbeelding die wordt
weergegeven, is echter laag.
Voorbeeld (Preview)
Een proefscan uitvoeren.
Scannen (Scan)
Het scannen begint.
Opmerking
Wanneer het scannen begint, wordt de voortgang weergegeven. Klik op Annuleren (Cancel) om
de scan te annuleren.
Wanneer het scannen is voltooid, wordt er mogelijk een dialoogvenster weergegeven waarin u
wordt gevraagd de volgende actie te selecteren. Volg de aanwijzingen om te voltooien. Zie
Status van het dialoogvenster ScanGear na het scannen (Status of ScanGear dialog after
scanning) in '
Tabblad Scannen (Scan) ' (dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)) voor meer
informatie.
De verwerking van afbeeldingen kan enige tijd in beslag nemen als het totale formaat van de
gescande afbeeldingen een bepaalde grootte overschrijdt. In dat geval wordt er een
waarschuwingsbericht weergegeven. Het wordt aanbevolen de totale grootte te beperken. Voer
een scan uit in de volledige afbeeldingsweergave om door te gaan.
Voorkeuren... (Preferences...)
Het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wordt geopend. Hier kunt u instellingen voor scannen
en voorbeeld opgeven.
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
Sluiten (Close)
ScanGear (scannerstuurprogramma) sluiten.
Werkbalk
Werkbalk
U kunt voorbeeldafbeeldingen aanpassen of roteren. De knoppen die worden weergegeven op de
werkbalk, verschillen per weergave.
Pagina 556 van 736 pagina's
Tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode)
In miniaturenweergave
In volledige afbeeldingsweergave
(Miniatuur)/ (Hele afbeelding)
Hiermee wordt geschakeld tussen weergaven in het voorbeeldgebied.
Voorbeeldgebied
(Wissen)
Klik op deze knop om de voorbeeldafbeelding te verwijderen.
Hiermee worden ook de instellingen die met de werkbalk en kleuraanpassing zijn gemaakt,
ingesteld op de standaardwaarden.
(Bijsnijden)
Hiermee kunt u het scangebied bepalen door met de muis te slepen.
(Afbeelding verplaatsen)
Als een vergrote afbeelding te groot is om in het voorbeeldgebied te passen, kunt u op deze
knop klikken en de afbeelding op het scherm verplaatsen tot het gedeelte wordt weergegeven
dat u wilt bekijken. U kunt de afbeelding ook verplaatsen met de schuifbalken.
(Vergroten/verkleinen)
Klik op deze knop en klik vervolgens op de afbeelding om deze te vergroten (inzoomen). Rechts-
klik op de afbeelding om deze te verkleinen (uitzoomen).
(Linksom roteren)
De voorbeeldafbeelding wordt 90 graden tegen de klok in gedraaid.
- Het resultaat is zichtbaar in de gescande afbeelding.
- Wanneer u de afbeelding opnieuw als voorbeeld weergeeft, wordt de oorspronkelijke staat
hersteld.
(Rechtsom roteren)
De afbeelding wordt 90 graden met de klok mee gedraaid.
- Het resultaat is zichtbaar in de gescande afbeelding.
- Wanneer u de afbeelding opnieuw als voorbeeld weergeeft, wordt de oorspronkelijke staat
hersteld.
(Automatisch bijsnijden)
Het bijsnijdkader weergeven en automatisch aanpassen aan de grootte van het document dat
wordt weergegeven in het voorbeeldgebied. Het scangebied wordt verkleind telkens wanneer u
op deze knop klikt als er in het bijsnijdkader bijsnijdgebieden zijn.
(Alle kaders selecteren)
Deze knop is beschikbaar wanneer twee of meer kaders worden weergegeven.
Het selectievakje van de afbeelding in de miniaturenweergave wordt ingeschakeld.
(Selectie alle kaders opheffen)
Deze knop is beschikbaar wanneer twee of meer kaders worden weergegeven.
Het selectievakje van de afbeelding in de miniaturenweergave wordt uitgeschakeld.
Pagina 557 van 736 pagina's
Tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode)
(Alle kaders selecteren)
Deze knop is beschikbaar wanneer twee of meer kaders worden weergegeven.
Hiermee kunt u de afbeelding in de miniaturenweergave selecteren en de afbeelding wordt
omlijnd met een blauw kader.
(Alle bijsnijdkaders selecteren)
Deze knop is beschikbaar wanneer er twee of meer bijsnijdkaders zijn.
Alle bijsnijdkaders worden weergegeven met dikke onderbroken lijnen. De instellingen worden
toegepast op alle bijsnijdkaders.
(Bijsnijdkader verwijderen)
Hiermee verwijdert u het geselecteerde bijsnijdkader.
(Informatie)
Hier worden de versie van ScanGear en de huidige scaninstellingen (zoals documenttype)
weergegeven.
(Handleiding openen)
Deze pagina wordt weergegeven.
Voorbeeldgebied
Voorbeeldgebied
Hier wordt een testafbeelding weergegeven nadat u op Voorbeeld (Preview) hebt geklikt. U kunt ook
de resultaten controleren van de instellingen (afbeeldingscorrecties, kleuraanpassingen en
dergelijke) die zijn geconfigureerd in '
Knoppen voor instellingen en bewerkingen
'.
Als
(miniatuur) wordt weergegeven op de werkbalk
Er worden miniaturen weergegeven van afbeeldingen die zijn bijgesneden tot het documentformaat.
Alleen afbeeldingen waarvoor het selectievakje is ingeschakeld, worden gescand.
Opmerking
Als er van meerdere afbeeldingen een voorbeeld wordt weergegeven, worden verschillende
selectiestatussen met verschillende randen aangeduid.
- Kader met focus (dikke blauwe rand): de weergegeven instellingen worden toegepast.
- Geselecteerd kader (dunne blauwe rand): de instellingen worden gelijktijdig toegepast op het
kader met focus en het geselecteerde kader. U kunt meerdere afbeeldingen selecteren door
de Ctrl-toets ingedrukt te houden terwijl u ze selecteert.
- Niet geselecteerd (geen rand): de instellingen worden niet toegepast.
Pagina 558 van 736 pagina's
Tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode)
Als
(volledige afbeelding) wordt weergegeven op de werkbalk
De items op de glasplaat worden gescand en als één afbeelding weergegeven. Alle gedeelten
binnen de bijsnijdkaders worden gescand.
Opmerking
U kunt het scangebied (bijsnijdkader) opgeven op de weergegeven afbeelding. U kunt in de
miniaturenweergave maar één bijsnijdkader per afbeelding maken. In de volledige
afbeeldingsweergave kunt u meerdere bijsnijdkaders maken.
Bijsnijdkaders aanpassen
Verwant onderwerp
Scannen in de Geavanceerde modus
Naar boven
Pagina 559 van 736 pagina's
Tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Schermen van ScanGear
(scannerstuurprogramma)
> Instellingen voor invoer (Input Settings)
S804
Instellingen voor invoer (Input Settings)
Bij Instellingen voor invoer (Input Settings) kunt u de volgende opties instellen:
Bron selecteren (Select Source)
Het type document dat wordt gescand wordt weergegeven.
Papierformaat (Paper Size)
Selecteer het formaat van het document dat u wilt scannen. Deze instelling is alleen beschikbaar in de
volledige afbeeldingsweergave.
Als u een formaat selecteert, wordt het formaat van het voorbeeldgebied daaraan aangepast.
Belangrijk
Bepaalde toepassingen kunnen maar een beperkte hoeveelheid scangegevens ontvangen. Met
ScanGear (scannerstuurprogramma) kunt gegevens scannen van:
- 21000 pixels x 30000 pixels of minder
Als u het Papierformaat (Paper Size) wijzigt nadat het voorbeeld is weergegeven, wordt de
voorbeeldafbeelding verwijderd.
Opmerking
Als u niet zeker weet welk formaat u moet selecteren bij Papierformaat (Paper Size), stelt u het
Papierformaat (Paper Size) in op Volledige plaat (Full Platen), meet u het formaat van het
document en geeft u de waarden op bij (Breedte) en (Hoogte).
Kleurenmodus (Color Mode)
Selecteer hoe u het document wilt scannen.
Kleur (Color)
Selecteer deze modus om kleurendocumenten te scannen en kleurenafbeeldingen te maken. In
Pagina 560 van 736 pagina'sInstellingen voor invoer (Input Settings)
deze modus wordt de afbeelding opgebouwd met 256 niveaus (8-bits) van R(ood), G(roen) en
B(lauw).
Grijswaarden (Grayscale)
Selecteer deze modus om zwart-wit foto's te scannen of om zwart-wit afbeeldingen te maken. In
deze modus wordt de afbeelding opgebouwd met 256 niveaus (8-bits) van zwart-wit.
Zwart-wit (Black and White)
Selecteer deze modus om foto's en documenten in zwart-wit te scannen. In deze modus wordt de
afbeelding opgebouwd uit zwart en wit. Het contrast in de afbeelding is op bepaalde niveaus
(drempelniveau) verdeeld in zwart en wit en wordt met twee kleuren opgebouwd. Het
drempelniveau kan worden ingesteld met de knop
(Drempel).
Invoerformaat
In de miniaturenweergave wordt de grootte van het bijgesneden document weergegeven nadat u een
voorbeeld hebt bekeken.
In de volledige afbeeldingsweergave wordt Papierformaat (Paper Size) weergegeven voordat u een
voorbeeld hebt bekeken, en wordt het formaat van het bijsnijdkader (scangebied) weergegeven nadat
u een voorbeeld hebt bekeken.
U kunt het formaat van het bijsnijdkader aanpassen door de waarden op te geven bij (Breedte) en
(Hoogte).
Klik op
(Verhouding wijzigen) en wijzig dit in (Verhouding behouden) om de verhouding te
behouden wanneer u het formaat van het bijsnijdkader opgeeft.
Belangrijk
Instellingen voor het invoerformaat zijn alleen beschikbaar wanneer het Uitvoerformaat (Output
Size) in Instellingen voor uitvoer (Output Settings) is ingesteld op Aanpasbaar (Flexible). Als u
een ander formaat dan Aanpasbaar (Flexible) selecteert, wordt een bijsnijdkader weergegeven
dat is berekend op basis van Uitvoerformaat (Output Size) en Uitvoerresolutie (Output Resolution)
en met een vaste verhouding.
Opmerking
U kunt alleen waarden invoeren die binnen het bereik van het geselecteerde documentformaat
vallen. Het minimumformaat is 96 x 96 pixels wanneer Uitvoerresolutie (Output Resolution) 600
dpi is, geschaald op 100%.
Als u de afbeelding automatisch bijsnijdt in de volledige afbeeldingsweergave, wordt de
verhouding niet behouden, omdat het formaat prioriteit heeft.
Zie '
Bijsnijdkaders aanpassen
' voor meer informatie over bijsnijdkaders.
Naar boven
Pagina 561 van 736 pagina'sInstellingen voor invoer (Input Settings)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Schermen van ScanGear
(scannerstuurprogramma)
> Instellingen voor uitvoer (Output Settings)
S805
Instellingen voor uitvoer (Output Settings)
Bij Instellingen voor uitvoer (Output Settings) kunt u de volgende opties instellen:
Uitvoerresolutie (Output Resolution)
Selecteer de resolutie waarmee u wilt scannen.
Hoe hoger de resolutie (waarde), hoe gedetailleerder de afbeelding.
Selecteer een resolutie uit de weergegeven opties door op de knop te klikken, of voer een waarde in
tussen 25 dpi en 19200 dpi (met verhogingen van 1 dpi).
Resolutie
Uitvoerformaat (Output Size)
Selecteer een uitvoerformaat.
Selecteer Aanpasbaar (Flexible) om aangepaste afmetingen op te geven of selecteer een formaat voor
het afdrukken of weergeven van de afbeelding. Selecteer Toevoegen/verwijderen... (Add/Delete...) om
een aangepast formaat in te stellen en dit op te slaan als een nieuwe optie voor het uitvoerformaat.
Aanpasbaar (Flexible)
U kunt de uitvoerresolutie en schaal opgeven en het bijsnijdkader aanpassen.
In miniaturenweergave
Sleep de muis over een miniatuur om een bijsnijdkader weer te geven. Wanneer een
bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt het gedeelte in het bijsnijdkader gescand. Als er geen
bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt elk kader afzonderlijk gescand.
In volledige afbeeldingsweergave
Wanneer er geen bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt het hele voorbeeldgebied gescand.
Wanneer een bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt het gedeelte in het bijsnijdkader gescand.
Opmerking
Pagina 562 van 736 pagina'sInstellingen voor uitvoer (Output Settings)
Als u de gescande afbeelding wilt vergroten/verkleinen, voert u waarden in bij (Breedte)
en
(Hoogte) bij Instellingen voor uitvoer (Output Settings) of geeft u een waarde op in
procenten bij %. De maximumwaarde die beschikbaar is voor % is afhankelijk van wat er
voor Uitvoerresolutie (Output Resolution) is opgegeven. U kunt een % opgeven voor
maximaal 19200 dpi (de maximaal beschikbare uitvoerresolutie).
Papierformaat (bijvoorbeeld L) en Beeldschermformaat (bijvoorbeeld 1024 x 768 pixels)
(Breedte),
(Hoogte) en Schaal kunnen niet worden opgegeven. De voorbeeldafbeelding
wordt bijgesneden op basis van het geselecteerde uitvoerformaat en de opgegeven resolutie. Het
gedeelte in het bijsnijdkader wordt gescand met het formaat van het geselecteerde papier-/
beeldschermformaat. U kunt het bijsnijdkader vergroten of verkleinen door dit te verslepen. Hierbij
blijft de verhouding bewaard.
Toevoegen/verwijderen... (Add/Delete...)
Hiermee wordt het dialoogvenster Uitvoerformaat toevoegen/verwijderen (Add/Delete the Output
Size) geopend. Hierin kunt u aangepaste uitvoerformaten opgeven.
In het dialoogvenster Uitvoerformaat toevoegen/verwijderen (Add/Delete the Output Size) kunt u
meerdere uitvoerformaten opgeven en gelijktijdig opslaan. Opgeslagen items worden toegevoegd
aan de lijst Uitvoerformaat (Output Size) en kunnen samen met de vooraf gedefinieerde items
worden geselecteerd.
Toevoegen
Als u een formaat wilt toevoegen, selecteert u Afdrukken (Print) of Afbeeldingsweergave (Image
display) voor Doel (Destination), geeft u de Naam van uitvoerformaat (Output Size Name), Breedte
(Width) en Hoogte (Height) op en klikt u op Toevoegen (Add). U kunt voor Eenheid (Unit) mm of
inch (inches) selecteren als Doel (Destination) is ingesteld op Afdrukken (Print), maar u kunt
alleen pixels selecteren als Doel (Destination) is ingesteld op Afbeeldingsweergave (Image
display). De naam van het toegevoegde formaat wordt weergegeven in de Lijst van
uitvoerformaten (Output Size List).
Klik op Opslaan (Save) om de uitvoerformaten in de Lijst van uitvoerformaten (Output Size List) op
te slaan
Verwijderen
Als u een item wilt verwijderen, selecteert u het in de Lijst van uitvoerformaten (Output Size List) en
klikt u op Verwijderen (Delete). Klik op Opslaan (Save) om de uitvoerformaten in de Lijst van
uitvoerformaten (Output Size List) op te slaan
Belangrijk
Vooraf gedefinieerde uitvoerformaten, zoals A4 en 1024 x 768 pixels, kunnen niet worden
verwijderd.
Opmerking
U kunt maximaal 10 items opslaan voor elk doel.
Er verschijnt een foutmelding als u een waarde buiten het instellingenbereik opgeeft. Voer
een waarde in binnen het bereik dat in het bericht wordt vermeld.
Opmerking
Zie '
Bijsnijdkaders aanpassen
' voor meer informatie over bijsnijdkaders.
Als u wilt weten of het bijsnijdkader aanvankelijk wordt weergegeven voor een
Pagina 563 van 736 pagina'sInstellingen voor uitvoer (Output Settings)
voorbeeldweergave, raadpleegt u Kader van voorbeeldafbeelding bijsnijden (Cropping Frame on
Previewed Images) op het ' Tabblad Voorbeeld (Preview) ' (dialoogvenster Voorkeuren
(Preferences)).
(Lengte-breedteverhouding schakelen)
Deze knop is beschikbaar wanneer een andere optie dan Aanpasbaar (Output Size) is geselecteerd
bij Uitvoerformaat (Flexible).
Klik op deze knop om het bijsnijdkader te draaien. Klik nogmaals op de knop om de oorspronkelijke
richting weer te herstellen.
Gegevensgrootte (Data Size)
De bestandsgrootte van de voorbeeldafbeelding wanneer deze wordt opgeslagen in de BMP-indeling
wordt weergegeven.
Opmerking
Wanneer de bestandsgrootte een bepaald formaat overschrijdt, wordt de waarde rood
weergegeven. In dat geval wordt er een waarschuwingsbericht weergegeven wanneer u op
Scannen (Scan) klikt. Het wordt aanbevolen de instellingen aan te passen om Gegevensgrootte
(Data Size) te beperken. Voer een scan uit in de volledige afbeeldingsweergave om door te gaan.
Naar boven
Pagina 564 van 736 pagina'sInstellingen voor uitvoer (Output Settings)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Schermen van ScanGear
(scannerstuurprogramma)
> Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
S806
Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
Belangrijk
Gebruik deze functies niet voor afbeeldingen zonder moiré, stof/krassen of vervaagde kleuren. De
kleurtint kan dan nadelig beïnvloed worden.
Resultaten van afbeeldingscorrecties worden mogelijk niet weergegeven in de
voorbeeldafbeelding.
Opmerking
Welke instellingen u kunt selecteren, is afhankelijk van de instellingen voor de kleurenmodus.
Wanneer u Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings) gebruikt, kan het scannen langer duren.
Bij Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings) kunt u de volgende opties instellen:
Beeldaanpassing (Image Adjustment)
Wanneer Beeldaanpassing is ingeschakeld, wordt de helderheid van het opgegeven deel van de
afbeelding geoptimaliseerd. Afbeeldingen kunnen worden aangepast aan de hand van het
automatisch gedetecteerde documenttype of het opgegeven documenttype. Het resultaat van de
aanpassing is in de gehele afbeelding te zien.
Geen (None)
Beeldaanpassing wordt niet toegepast.
Automatisch (Auto)
Beeldaanpassing wordt toegepast door automatisch het documenttype te detecteren. Deze
instelling wordt aanbevolen.
Foto (Photo)
Hiermee wordt Beeldaanpassing (Image Adjustment) voor foto's toegepast.
Pagina 565 van 736 pagina'sInstellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
Tijdschrift (Magazine)
Hiermee wordt Beeldaanpassing (Image Adjustment) voor tijdschriften toegepast.
Krant (Newspaper)
Hiermee wordt Beeldaanpassing (Image Adjustment) voor kranten toegepast.
Document
Hiermee wordt Beeldaanpassing (Image Adjustment) voor tekstdocumenten toegepast.
Belangrijk
U kunt Beeldaanpassing (Image Adjustment) instellen nadat u het voorbeeld hebt bekeken.
U kunt deze instelling selecteren wanneer u Aanbevolen (Recommended) selecteert op het
tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Opmerking
Als de afbeelding niet correct wordt aangepast met Automatisch (Auto), moet u het documenttype
opgeven.
De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding na toepassing van de functie Beeldaanpassing.
Stel in dat geval Beeldaanpassing (Image Adjustment) in op Geen (None).
Beeld verscherpen (Unsharp Mask)
Als deze optie is ingesteld op AAN (ON), worden de contouren van de onderwerpen benadrukt om de
afbeelding te verscherpen.
Moiré-reductie (Descreen)
Afgedrukte foto's en afbeeldingen worden weergegeven als een verzameling kleine puntjes. Moiré is
een verschijnsel waarbij ongelijkmatige gradatie of een streeppatroon zichtbaar is als foto's of
afbeeldingen met fijne punten worden gescand. Moiré-reductie (Descreen) is de functie waarmee u dit
effect kunt verkleinen.
Opmerking
Zelfs wanneer Moiré-reductie (Descreen) is ingesteld op AAN (ON), is het mogelijk dat dit effect
niet helemaal wordt verwijderd als Beeld verscherpen (Unsharp Mask) ook is ingesteld op AAN
(ON). In dat geval moet u Beeld verscherpen (Unsharp Mask) instellen op UIT (OFF).
Als u Tijdschrift (kleur) (Magazine(Color)) selecteert bij Bron selecteren (Select Source) op het
tabblad Basismodus (Basic Mode), heeft dit hetzelfde effect als wanneer u Moiré-reductie
(Descreen) instelt op AAN (ON) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode).
Stof en krassen reduceren (Reduce Dust and Scratches)
Een gescande foto kan witte puntjes bevatten. Dit wordt veroorzaakt door stof of krassen. Gebruik deze
functie om dergelijke ruis te reduceren.
Geen (None)
Stof en krassen worden niet gereduceerd.
Laag (Low)
Selecteer deze optie om kleine stofdeeltjes en krasjes te verminderen. Grotere deeltjes en
krassen blijven mogelijk achter.
Middel (Medium)
Deze instelling wordt aanbevolen.
Hoog (High)
Selecteer deze optie om kleine en grote stofdeeltjes en krassen te reduceren. Het is echter
mogelijk dat het reductieproces zichtbaar blijft en dat ook fijnere delen van de afbeelding worden
verwijderd.
Belangrijk
Deze instelling heeft mogelijk geen effect bij bepaalde typen foto's.
Opmerking
Pagina 566 van 736 pagina'sInstellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
U wordt aanbevolen deze optie in te stellen op Geen (None) wanneer u gedrukte materialen
scant.
Correctie van vervaging (Fading Correction)
Gebruik deze functie om foto's te corrigeren die in de loop der tijd zijn vervaagd of waarbij overkleuring
is opgetreden. 'Overkleuring' is het verschijnsel waarbij een bepaalde kleur de gehele foto beïnvloedt
als gevolg van de weersomstandigheden of sterke omgevingskleuren.
Geen (None)
Er wordt geen correctie van vervaging toegepast.
Laag (Low)
Selecteer deze instelling om een lichte mate van vervaging of overkleuring te corrigeren.
Middel (Medium)
Deze instelling wordt aanbevolen.
Hoog (High)
Selecteer deze instelling om een hoge mate van vervaging en overkleuring te corrigeren. Dit kan
van invloed zijn op de tint van de afbeelding.
Belangrijk
U kunt Correctie van vervaging (Fading Correction) instellen nadat u het voorbeeld hebt bekeken.
U kunt deze instelling selecteren wanneer u Aanbevolen (Recommended) selecteert op het
tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Correctie van vervaging (Fading Correction) heeft mogelijk weinig effect als het scangebied te
klein is.
Correctie van korreligheid (Grain Correction)
Gebruik deze functie om korreligheid (grofheid) te reduceren in foto's die met hoge snelheid of
gevoelige film zijn genomen.
Geen (None)
Korreligheid wordt niet gereduceerd.
Laag (Low)
Selecteer deze instelling wanneer de foto iets korrelig is.
Middel (Medium)
Deze instelling wordt aanbevolen.
Hoog (High)
Selecteer deze instelling als de foto zeer korrelig is. Dit kan van invloed zijn op de gradatie en de
scherpte van de afbeelding.
Belangrijk
Correctie van korreligheid (Grain Correction) heeft mogelijk weinig effect als het scangebied te
klein is.
Tegenlichtcorrectie (Backlight Correction)
Gebruik deze functie om foto's te corrigeren die met tegenlicht zijn genomen.
Wanneer u de instelling voor Tegenlichtcorrectie (Backlight Correction) wijzigt, is het resultaat daarvan
zichtbaar in de voorbeeldweergave.
Geen (None)
Er wordt geen tegenlichtcorrectie toegepast.
Laag (Low)
Selecteer deze instelling om foto's met weinig tegenlicht te corrigeren. Dit heeft geen invloed op
het contrast van de afbeelding.
Middel (Medium)
Deze instelling wordt aanbevolen.
Pagina 567 van 736 pagina'sInstellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
Hoog (High)
Selecteer deze instelling om foto's met sterk tegenlicht te corrigeren. Dit kan van invloed zijn op
het contrast van de afbeelding.
Belangrijk
U kunt Tegenlichtcorrectie (Backlight Correction) instellen nadat u het voorbeeld hebt bekeken.
U kunt deze instelling selecteren wanneer u Aanbevolen (Recommended) selecteert op het
tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Tegenlichtcorrectie (Backlight Correction) heeft mogelijk weinig effect als het scangebied te klein
is.
Opmerking
Mogelijk is er ruis zichtbaar als Tegenlichtcorrectie (Backlight Correction) wordt toegepast. Als u
Correctie van korreligheid (Grain Correction) toepast en Beeld verscherpen (Unsharp Mask)
instelt op UIT (OFF), kunt u de ruispatronen mogelijk reduceren.
Schaduwcorrectie van rugmarge (Gutter Shadow Correction)
Gebruik deze functie om schaduw tussen pagina's te corrigeren wanneer u geopende boeken scant.
Wanneer u Schaduwcorrectie van rugmarge (Gutter Shadow Correction) instelt in de
voorbeeldweergave, is het resultaat van de instelling zichtbaar. Bekijk eerst een afdrukresultaat
voordat u gaat scannen. Afhankelijk van het type document en hoe hierop wordt gedrukt, kan het
afdrukresultaat namelijk variëren.
Onduidelijke of vervaagde tekst/lijnen als gevolg van gebogen pagina's, worden niet gecorrigeerd.
Geen (None)
Schaduw van rugmarge wordt niet gecorrigeerd.
Laag (Low)
Selecteer deze instelling wanneer het effectniveau met de instelling Middel (Medium) te sterk is.
Middel (Medium)
Deze instelling wordt aanbevolen.
Hoog (High)
Selecteer deze instelling wanneer het effectniveau met de instelling Middel (Medium) te zwak is.
Belangrijk
Plaats geen items op de glasplaat van 2 kg of meer. Oefen ook geen druk van meer dan 2 kg uit
op het document. Als u te hard drukt, werkt de scanner mogelijk niet goed of kunt u het glas
breken.
Lijn het document uit met de rand van de glasplaat. Wanneer u dit niet doet, wordt de schaduw
niet goed gecorrigeerd.
Afhankelijk van het document is het mogelijk dat schaduwen niet goed worden gecorrigeerd. Als
de pagina geen witte achtergrond heeft, is het mogelijk dat schaduwen niet goed worden
gedetecteerd of helemaal niet worden gedetecteerd.
Druk bij het scannen net zo hard op de rug als bij de voorbeeldscan. Als het boek niet gelijkmatig
is gebonden, wordt de schaduw niet goed gecorrigeerd.
Pagina 568 van 736 pagina'sInstellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
Hoe u het document moet plaatsen, is afhankelijk van het model en het document dat u wilt
scannen.
Opmerking
Bedek het document met een zwarte doek als er punten, strepen of gekleurde patronen op de
scan voorkomen. Dit kan het resultaat zijn van omgevingslicht dat tussen het document en de
glasplaat is binnengedrongen.
Als de schaduw niet goed is gecorrigeerd, past u het bijsnijdkader op de voorbeeldafbeelding
aan.
Bijsnijdkaders aanpassen
Naar boven
Pagina 569 van 736 pagina'sInstellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Schermen van ScanGear
(scannerstuurprogramma)
> Knoppen voor kleuraanpassing
S807
Knoppen voor kleuraanpassing
Met de knoppen voor kleuraanpassing kunt u fijne correcties aanbrengen aan de helderheid en
kleurtonen va de afbeelding. U kunt de algemene helderheid of het contrast van de afbeelding
aanpassen en de waarden (histogram) of balans (tintcurve) aanpassen voor de lichte en donkere
gedeelten.
Belangrijk
De knoppen voor kleuraanpassing zijn niet beschikbaar wanneer u Kleurafstemming (Color
Matching) selecteert op het tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) in het dialoogvenster
Voorkeuren (Preferences).
Opmerking
Welke instellingen u kunt selecteren, is afhankelijk van de instellingen voor de kleurenmodus.
Wanneer u de afbeelding aanpast met de knoppen voor kleuraanpassing, is het resultaat daarvan
zichtbaar in de voorbeeldweergave
Klik op een knop voor kleuraanpassing om de volgende opties in te stellen:
(Verzadiging/kleurbalans)
Hiermee past u de verzadiging (levendigheid) en kleurtoon van de afbeelding aan. Gebruik deze
functie om kleuren die in de loop van de tijd zijn vervaagd of overkleuringen te corrigeren. 'Overkleuring'
is het verschijnsel waarbij een bepaalde kleur de gehele foto beïnvloedt als gevolg van de
weersomstandigheden of sterke omgevingskleuren.
Verzadiging en kleurbalans aanpassen
(Helderheid/contrast)
De helderheid en het contrast van een afbeelding aanpassen. Als de afbeelding te donker of te licht is
Pagina 570 van 736 pagina'sKnoppen voor kleuraanpassing
of als de beeldkwaliteit te vlak is door gebrek aan contrast, kunt u de helderheid en het contrast
aanpassen.
Helderheid en contrast aanpassen
(Histogram)
In een histogram kunt u de gegevensconcentratie zien op elk helderheidsniveau van een afbeelding. U
kunt de donkerste niveaus (schaduwen) en helderste niveaus (lichtste gebieden) in een afbeelding
opgeven, de niveaus verlagen en de middentinten van een afbeelding uitbreiden.
Histogram aanpassen
(Tintcurve-instellingen)
De helderheid van een afbeelding aanpassen door het type grafiek (tintcurve) te selecteren die de
balans van de tintinvoer en -uitvoer aangeeft. U kunt subtiele aanpassingen opgeven voor de
helderheid van een bepaald gebied.
Tintcurve aanpassen
(Laatste controle)
De kleuraanpassingen voor een laatste keer controleren. De definitieve gesynthetiseerde tintcurve en
het histogram dat is afgeleid van de navolgende beeldverwerking worden weergegeven. U kunt geen
instellingen opgeven in dit scherm.
Voor een kleurenafbeelding selecteert u een kleur bij Kanaal (Channel) om alleen Rood (Red),
Groen (Green) of Blauw (Blue) in te schakelen. Selecteer Model (Master) om de drie kleuren
samen in te schakelen.
Als u de muisaanwijzer op de voorbeeldafbeelding plaatst, wordt het gedeelte vergroot en worden
de RGB-waarden (alleen L wanneer Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Grijswaarden
(Grayscale)) van voor en na de aanpassingen aan het gebied weergegeven.
(Drempel)
Stel de grens (de drempel) in waar zwart en wit worden gescheiden. Door het drempelniveau aan te
passen, kunt u de tekst in een document scherper maken en voorkomen dat tekst op de achterzijde
van het papier doorschijnt (wat vooral bij en gebeurt).
Drempel instellen
Aangepast (Custom)
U kunt een set met tintcurve- en drempelinstellingen voor de knoppen voor kleuraanpassing een
naam geven en deze set opslaan.
Selecteer Toevoegen/verwijderen... (Add/Delete...) in het keuzemenu. Als Kleurenmodus (Color Mode)
is ingesteld op een andere waarde dan Zwart-wit (Black and White), wordt het dialoogvenster Tintcurve
-instellingen toevoegen/verwijderen (Add/Delete Tone Curve Settings) geopend. Als Kleurenmodus
(Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black and White), wordt het dialoogvenster
Drempelinstellingen toevoegen/verwijderen (Add/Delete Threshold Settings) geopend.
Pagina 571 van 736 pagina'sKnoppen voor kleuraanpassing
Geef een naam op bij Naam instelling (Setting Name) en klik op Toevoegen (Add). De naam wordt
weergegeven in de Lijst met tintcurve-instellingen (Tone Curve Settings List) of de Lijst met
drempelinstellingen (Threshold Settings List).
Klik op Opslaan (Save) om op te slaan.
U kunt de opgeslagen tintcurve- en drempelinstellingen ook toepassen op een voorbeeldafbeelding.
Selecteer hiervoor het opgeslagen item in het vervolgkeuzemenu.
Als u een item wilt verwijderen, selecteert u het in de Lijst met tintcurve-instellingen (Tone Curve
Settings List) of de Lijst met drempelinstellingen (Threshold Settings List) en klikt u op Verwijderen
(Delete). Klik op Opslaan (Save) om de instellingen op te slaan die worden weergegeven in Lijst met
tintcurve-instellingen (Tone Curve Settings List) of Lijst met drempelinstellingen (Threshold Settings
List).
Opmerking
U kunt maximaal 20 items opslaan.
Standaard (Defaults)
Hiermee maakt u alle aanpassingen ongedaan (verzadiging/kleurbalans, helderheid/contrast,
histogram en tintcurve).
Naar boven
Pagina 572 van 736 pagina'sKnoppen voor kleuraanpassing
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Schermen van ScanGear
(scannerstuurprogramma)
> Tabblad Automatische scanmodus (Auto Scan Mode)
S813
Tabblad Automatische scanmodus (Auto Scan Mode)
In deze modus kunt u gemakkelijk scannen door eenvoudig documenten op de glasplaat te plaatsen en
op een knop te klikken.
Op het tabblad Automatische scanmodus (Auto Scan Mode) worden documenten automatisch
gedetecteerd. U hoeft geen bijsnijdkaders op te geven of afbeeldingen te corrigeren.
Ondersteunde documenten
Foto's, ansichtkaarten, visitekaartjes, tijdschriften, kranten, tekstdocumenten en BD's/dvd's/cd's.
Belangrijk
De volgende documenttypen kunnen niet correct worden gescand. In dat geval geeft u het
documenttype of -formaat op het tabblad Basismodus (Basic Mode) of het tabblad Geavanceerde
modus (Advanced Mode) op en scant u het document.
- Foto's op A4-formaat
- Tekstdocumenten kleiner dan 2L (127 mm x 178 mm) (5 inch x 7 inch), zoals pagina's van een
pocket waarvan de rug is afgesneden
- Documenten die zijn afgedrukt op dun wit papier
- Lange, smalle documenten, zoals panoramafoto's
Scannen in de Basismodus
Scannen in de Geavanceerde modus
Reflecterende disclabels worden mogelijk niet correct gescand.
Plaats de documenten juist op de plaat, afhankelijk van het type document dat u wilt scannen.
Anders worden de documenten mogelijk niet juist gescand.
Zie '
Documenten plaatsen
' voor meer informatie over het plaatsen van documenten.
Opmerking
Voer de scan uit vanaf het '
Tabblad Basismodus (Basic Mode)
' of het '
Tabblad Geavanceerde
modus (Advanced Mode)' om moiré te reduceren.
Documenten plaatsen (Placing Documents)
'
Documenten plaatsen
' wordt weergegeven.
Pagina 573 van 736 pagina's
Tabblad Automatische scanmodus (Auto Scan Mode)
Aanbevolen beeldcorrectie uitvoeren (Execute recommended image correction)
Schakel dit selectievakje in om geschikte correcties automatisch toe te passen op basis van het
documenttype.
Belangrijk
Als dit selectievakje is ingeschakeld in ScanGear (scannerstuurprogramma), dat gestart is vanuit
MP Navigator EX, kunt u de bestanden uitsluitend opslaan in een JPEG/Exif- of PDF-indeling.
Het scannen duurt mogelijk langer dan gebruikelijk wanneer dit selectievakje is ingeschakeld.
U kunt deze instelling selecteren wanneer u Aanbevolen (Recommended) selecteert op het
tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat
geval het selectievakje uit en voer de scan uit.
Gescande beelden weergeven (View scanned images)
Schakel dit selectievakje in om de miniaturen van de gescande afbeeldingen weer te geven in een
ander venster.
Scannen (Scan)
Het scannen begint.
Opmerking
Wanneer het scannen begint, wordt de voortgang weergegeven. Klik op Annuleren (Cancel) om
de scan te annuleren.
Wanneer het scannen is voltooid, wordt er mogelijk een dialoogvenster weergegeven waarin u
wordt gevraagd de volgende actie te selecteren. Volg de aanwijzingen om te voltooien. Zie Status
van het dialoogvenster ScanGear na het scannen (Status of ScanGear dialog after scanning) in '
Tabblad Scannen (Scan) ' (dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)) voor meer informatie.
Instructies (Instructions)
Deze pagina wordt weergegeven.
Voorkeuren... (Preferences...)
Het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wordt geopend. Hier kunt u instellingen voor scannen en
voorbeeld opgeven.
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
Sluiten (Close)
Hiermee sluit u ScanGear.
Verwant onderwerp
Scannen in de automatische scanmodus
Naar boven
Pagina 574 van 736 pagina's
Tabblad Automatische scanmodus (Auto Scan Mode)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Schermen van ScanGear
(scannerstuurprogramma)
> Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
S808
Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
Klik op Voorkeuren... (Preferences...) in het scherm van ScanGear (scannerstuurprogramma) op het
dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) te openen.
In het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) kunt u geavanceerde instellingen opgeven voor functies
van ScanGear via de tabbladen Scanner, Voorbeeld (Preview), Scannen (Scan) en Kleurinstellingen
(Color Settings).
Tabblad Scanner
Hier kunt u een map opgeven waarin de afbeeldingen tijdelijk worden opgeslagen. Daarnaast kunt u
hier een muziekbestand selecteren dat moet worden afgespeeld tijdens het scannen of wanneer het
scannen is voltooid.
Tabblad Scanner
Tabblad Voorbeeld (Preview)
Hier kunt u selecteren hoe u het voorbeeld wilt gebruiken wanneer ScanGear wordt gestart en hoe
bijsnijdkaders worden weergegeven nadat voorbeelden van afbeeldingen zijn weergegeven. U kunt ook
het bijsnijdformaat selecteren voor miniaturen van gescande documenten.
Tabblad Voorbeeld (Preview)
Tabblad Scannen (Scan)
Hier kunt u selecteren wat u met ScanGear wilt doen nadat u afbeeldingen hebt gescand.
Tabblad Scannen (Scan)
Tabblad Kleurinstellingen (Color Settings)
Hier kunt u aangeven hoe de kleuren moeten worden aangepast en de gammawaarde voor de monitor
opgeven.
Tabblad Kleurinstellingen (Color Settings)
Naar boven
Pagina 575 van 736 pagina'sDialoogvenster Voorkeuren (Preferences)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Schermen van ScanGear
(scannerstuurprogramma)
> Tabblad Scanner
S812
Tabblad Scanner
Op het tabblad Scanner kunt u de volgende instellingen opgeven.
Stille modus (Quiet Mode)
Schakel dit selectievakje in om het geluid van de scanner te reduceren door de scannerkop te
vertragen wanneer u documenten scant of een voorbeeld weergeeft.
Opmerking
Het scannen neemt meer tijd in beslag als u deze functie inschakelt.
Map voor tijdelijke bestanden (Select Folder Where Temporary Files are Saved)
Hier wordt de map weergegeven waarin de afbeeldingen tijdelijk moeten worden opgeslagen. Als u
de map wilt wijzigen, klikt u op Bladeren... (Browse...) om een andere map op te geven.
Geluidsinstellingen (Sound Settings)
U kunt het apparaat zodanig instellen dat er een geluidsbestand wordt afgespeeld tijdens het
scannen of wanneer het scannen is voltooid.
Schakel het selectievakje Muziek afspelen tijdens scannen (Play Music During Scanning) of
Geluidssignaal na voltooiing scan (Play Sound When Scanning is Completed) in, klik op Bladeren...
(Browse...) en geef een geluidsbestand op.
U kunt de volgende bestanden opgeven.
- MIDI-bestand (*.mid, *.rmi, *.midi)
- Audiobestand (*.wav, *.aif, *.aiff)
- MP3-bestand (*.mp3)
Kalibratie-instellingen (Calibration Settings)
Wanneer u voor Uitvoeren bij elke scan (Execute at Every Scan) AAN (ON) selecteert, wordt de scanner
telkens voor een voorbeeldweergave en scan gekalibreerd zodat de juiste kleurtinten in de gescande
afbeeldingen worden weergegeven.
Opmerking
Zelfs als Uitvoeren bij elke scan (Execute at Every Scan) is ingesteld op UIT (OFF), wordt de
Pagina 576 van 736 pagina's
Tabblad Scanner
scanner mogelijk automatisch gekalibreerd in bepaalde gevallen (bijvoorbeeld meteen nadat u
het apparaat hebt ingeschakeld).
Kalibratie kan enige tijd duren, afhankelijk van uw computer.
Naar boven
Pagina 577 van 736 pagina's
Tabblad Scanner
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Schermen van ScanGear
(scannerstuurprogramma) > Tabblad Voorbeeld (Preview)
S809
Tabblad Voorbeeld (Preview)
Op het tabblad Voorbeeld (Preview) kunt u de volgende instellingen opgeven.
Voorbeeld bij starten van ScanGear (Preview at Start of ScanGear)
Selecteer wat u wilt doen met Voorbeeld wanneer ScanGear (scannerstuurprogramma) wordt gestart.
Voorbeeld automatisch uitvoeren (Automatically Execute Preview)
ScanGear begint automatisch met een voorbeeldweergave bij het opstarten.
Opgeslagen voorbeeldafbeelding weergeven (Display Saved Preview Image)
De eerder bekeken voorbeeldafbeelding wordt weergegeven.
De instellingen voor de knoppen voor kleuraanpassing, de werkbalkinstellingen en de
instellingen voor het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) worden ook opgeslagen.
Geen (None)
Bij het opstarten wordt geen voorbeeldafbeelding weergegeven.
Opmerking
Selecteer Geen (None) als u de voorbeeldafbeelding niet wilt opslaan.
Kader van voorbeeldafbeelding bijsnijden (Cropping Frame on Previewed Images)
Selecteer hoe u het bijsnijdkader wilt weergeven nadat u een voorbeeld van de afbeelding hebt
bekeken.
Voorbeeldafbeeldingen automatisch bijsnijden (Execute Auto Cropping on Previewed Images)
Het bijsnijdkader wordt automatisch weergegeven in het documentformaat na de
voorbeeldweergave.
Het laatste kader van voorbeeldafbeeldingen weergeven (Display the Last Frame on Previewed
Images)
Na de voorbeeldweergave wordt er een bijsnijdkader weergegeven met dezelfde afmetingen als
Pagina 578 van 736 pagina's
Tabblad Voorbeeld (Preview)
het vorige bijsnijdkader dat u hebt gebruikt.
Geen (None)
Nadat het voorbeeld is bekeken, wordt er geen bijsnijdkader weergegeven.
Uitsnijdformaat voor filmminiatuur (Cropping Size for Thumbnail View)
Hiermee kunt u het uitsnijdformaat selecteren voor miniaturen van gescande documenten.
Groter (Larger)
Hiermee wordt 105% (in breedte en hoogte) weergegeven van het gedeelte dat voor het
standaardformaat wordt weergegeven.
Standaard (Standard)
Het standaardformaat.
Kleiner (Smaller)
Hiermee wordt 95% (in breedte en hoogte) weergegeven van het gedeelte dat wordt weergegeven
voor het standaardformaat.
Opmerking
Als u de instelling Uitsnijdformaat voor filmminiatuur (Cropping Size for Thumbnail View) wijzigt,
worden de voorbeeldafbeeldingen vernieuwd en bijgesneden tot het nieuwe formaat. Wanneer
de voorbeeldafbeeldingen worden vernieuwd, worden de kleuraanpassingen en andere
instellingen die zijn toegepast, hersteld naar de standaardwaarden.
Naar boven
Pagina 579 van 736 pagina's
Tabblad Voorbeeld (Preview)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Schermen van ScanGear
(scannerstuurprogramma)
> Tabblad Scannen (Scan)
S810
Tabblad Scannen (Scan)
Op het tabblad Scannen (Scan) kunt u de volgende instellingen opgeven.
Status van het dialoogvenster ScanGear na het scannen (Status of ScanGear dialog after
scanning)
Selecteer wat u wilt doen met ScanGear (scannerstuurprogramma) nadat afbeeldingen zijn gescand.
ScanGear automatisch sluiten (Close ScanGear automatically)
Selecteer deze optie wanneer u na het scannen wilt teruggaan naar de oorspronkelijke
toepassing.
ScanGear niet automatisch sluiten (Do not close ScanGear automatically)
Selecteer deze optie wanneer u na het scannen wilt teruggaan naar het scherm ScanGear om
nog een scan te maken.
Dialoogvenster weergeven om volgende actie te selecteren (Display the dialog to select next
action)
Selecteer deze optie om een scherm te openen en te selecteren wat er moet gebeuren als het
scannen is voltooid.
Opmerking
De instellingen ScanGear niet automatisch sluiten (Do not close ScanGear automatically) of
Pagina 580 van 736 pagina's
Tabblad Scannen (Scan)
Dialoogvenster weergeven om volgende actie te selecteren (Display the dialog to select next
action) worden mogelijk niet door alle toepassingen ondersteund.
Naar boven
Pagina 581 van 736 pagina's
Tabblad Scannen (Scan)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
>
Schermen van ScanGear
(scannerstuurprogramma)
> Tabblad Kleurinstellingen (Color Settings)
S811
Tabblad Kleurinstellingen (Color Settings)
Op het tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) kunt u de volgende instellingen opgeven.
Kleuraanpassing
Selecteer een van de volgende opties.
U kunt een instelling selecteren wanneer Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Kleur (Color) of
Grijswaarden (Grayscale).
Aanbevolen (Recommended)
Gebruik deze optie om een levendige reproductie van de tint van een document weer te geven op
het scherm. Deze instelling wordt aanbevolen.
Kleurafstemming (Color Matching)
Selecteer deze optie om de kleuren van de scanner, de monitor en de kleurenprinter op elkaar af
te stemmen, waardoor u de tijd en moeite bespaart van het handmatig afstemmen van de kleuren
van de printer en de monitor.
De knoppen voor kleuraanpassing (Color Adjustment) zijn niet beschikbaar.
Deze functie is beschikbaar wanneer de Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Kleur
(Color).
- Bron (scanner) (Source(Scanner)): een scannerprofiel selecteren.
- Doel (Target): een doelprofiel selecteren.
- Monitor: selecteer deze optie om een voorbeeldafbeelding weer te geven met een optimale
correctie voor het beeldscherm.
- Standaard (Defaults): hiermee worden de standaardinstellingen voor Kleurafstemming (Color
Matching) hersteld.
Geen (None)
Selecteer deze optie om de kleurcorrectie van ScanGear (scannerstuurprogramma) uit te
schakelen.
Opmerking
Kleurafstemming is beschikbaar wanneer ScanGear, de monitor, een toepassing die
Pagina 582 van 736 pagina's
Tabblad Kleurinstellingen (Color Settings)
kleurbeheer ondersteunt (zoals Adobe Photoshop) en de printer correct zijn ingesteld.
Raadpleeg de handleiding bij de monitor, printer en toepassing voor de instellingen.
Monitorgamma (Monitor Gamma)
Als u de gammawaarde van een beeldscherm instelt, kunt u de invoergegevens aanpassen aan de
helderheidskenmerken van het beeldscherm. Pas de waarde aan als de gammawaarde van uw
monitor niet overeenkomt met de standaardwaarde in ScanGear en de kleuren van de oorspronkelijke
afbeelding niet goed worden weergegeven op de monitor.
Klik op Standaard (Defaults) om de gammawaarde terug te zetten op de standaardwaarde (2,20).
Opmerking
Raadpleeg de handleiding van uw monitor voor de gammawaarde. Neem contact op met de
fabrikant als de gammawaarde niet in de handleiding staat vermeld.
Naar boven
Pagina 583 van 736 pagina's
Tabblad Kleurinstellingen (Color Settings)
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
> Bijlage: Handige informatie over
scannen
S012
Bijlage: handige informatie over scannen
Het bijsnijdkader (scangebied) aanpassen
Bijsnijdkaders aanpassen
De beste resolutie selecteren
Resolutie
Informatie over bestandsindelingen
Bestandsindelingen
Informatie over kleurafstemming
Kleurafstemming
De kleuren van het document en de monitor op elkaar afstemmen
Zie Monitorgamma (Monitor Gamma) in het volgende onderwerp.
Tabblad Kleurinstellingen (Color Settings)
Naar boven
Pagina 584 van 736 pagina'sBijlage: handige informatie over scannen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
> Bijlage: handige informatie over
scannen
> Bijsnijdkaders aanpassen
S802
Bijsnijdkaders aanpassen
U kunt het scangebied opgeven door een bijsnijdkader te maken op de afbeelding die wordt
weergegeven in het voorbeeldgebied van het scherm van ScanGear (scannerstuurprogramma).
Wanneer u op de knop Scannen (Scan) klikt, wordt alleen het gedeelte binnen het bijsnijdkader gescand
en doorgestuurd naar de toepassing.
Soorten bijsnijdkaders
(1) Actief bijsnijdkader (bewegende dikke stippellijnen)
De instellingen op het tabblad Basismodus (Basic Mode) of Geavanceerde modus (Advanced Mode)
worden toegepast.
(2) Geselecteerd bijsnijdkader (stilstaande dikke stippellijnen)
De instellingen worden gelijktijdig toegepast op het actieve bijsnijdkader en het geselecteerde
bijsnijdkader. U kunt meerdere bijsnijdkaders selecteren door de Ctrl-toets ingedrukt te houden terwijl u
ze selecteert.
(3) Niet-geselecteerd bijsnijdkader (stilstaande dunne stippellijnen)
De instellingen worden niet toegepast.
Opmerking
Het actieve bijsnijdkader en het geselecteerde bijsnijdkader worden weergegeven in de volledige
afbeeldingsweergave.
Oorspronkelijk bijsnijdkader
In miniaturenweergave
Bijsnijdkader wordt aanvankelijk niet weergegeven. Sleep de muis over een kader om een bijsnijdkader
te maken.
In volledige afbeeldingsweergave
Er wordt automatisch een bijsnijdkader (actief bijsnijdkader) rondom de voorbeeldafbeelding
weergegeven op basis van het documentformaat. U kunt het bijsnijdkader ook opgeven door de muis in
het voorbeeldgebied te slepen.
Opmerking
Bijsnijdkaders worden standaard ingesteld op basis van het documentformaat (Automatisch
uitsnijden). Zie Kader van voorbeeldafbeelding bijsnijden (Cropping Frame on Previewed Images)
in '
Tabblad Voorbeeld (Preview) ' (Dialoogvenster Voorkeuren (Preferences)) voor meer informatie.
Een bijsnijdkader aanpassen
Pagina 585 van 736 pagina'sBijsnijdkaders aanpassen
De aanwijzer verandert in
(pijl) wanneer deze boven een bijsnijdkader wordt geplaatst.
Als u nu op de muisknop klikt en de muisaanwijzer in de richting van de pijl sleept, wordt het
bijsnijdkader dienovereenkomstig vergroot of verkleind.
De aanwijzer verandert in
(vierrichtingspijl) wanneer deze binnen een bijsnijdkader wordt geplaatst.
Klik op de muisknop en sleep de muis om het hele bijsnijdkader te verplaatsen.
Opmerking
Op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) kunt u de grootte van het bijsnijdkader
opgeven door waarden in te voeren bij (Breedte) en (Hoogte) in Instellingen voor invoer
(Input Settings).
Instellingen voor invoer (Input Settings)
U kunt een bijsnijdkader 90 graden roteren door te klikken op (Lengte-breedteverhouding
schakelen). (Lengte-breedteverhouding schakelen) is echter niet beschikbaar wanneer
Uitvoerformaat (Output Size) is ingesteld op Aanpasbaar (Flexible).
Meerdere bijsnijdkaders maken
In miniaturenweergave
U kunt maar één bijsnijdkader per afbeelding maken.
In volledige afbeeldingsweergave
Klik en sleep de muisaanwijzer buiten de grenzen van het bestaande bijsnijdkader om een nieuw
bijsnijdkader in het voorbeeldgebied te maken. Het nieuwe bijsnijdkader wordt het actieve bijsnijdkader
en het eerste bijsnijdkader wordt het niet-geselecteerde bijsnijdkader.
Pagina 586 van 736 pagina'sBijsnijdkaders aanpassen
U kunt meerdere bijsnijdkaders maken en op elk daarvan verschillende scaninstellingen toepassen.
U kunt ook meerdere bijsnijdkaders selecteren door de Ctrl-toets ingedrukt te houden terwijl u ze
selecteert.
Als u meerdere bijsnijdkaders selecteert en de instellingen op het tabblad aan de rechterkant van
ScanGear wijzigt, worden deze instellingen op alle geselecteerde bijsnijdkaders toegepast.
Wanneer u een nieuw bijsnijdkader maakt, behoudt het kader de kenmerken van het laatste
bijsnijdkader.
Opmerking
U kunt maximaal 12 bijsnijdkaders maken.
Het scannen duurt langer dan gebruikelijk wanneer er meerdere bijsnijdkaders zijn geselecteerd.
Bijsnijdkaders verwijderen
In miniaturenweergave
Als u een bijsnijdkader wilt verwijderen, klikt u buiten het bijsnijdkader of op een afbeelding.
In volledige afbeeldingsweergave
U verwijdert een bijsnijdkader door het kader te selecteren en te klikken op
(Bijsnijdkader
verwijderen) op de werkbalk. U kunt ook op de toets Delete drukken.
Als er meerdere bijsnijdkaders zijn, worden alle geselecteerde bijsnijdkaders (actief bijsnijdkader
geselecteerd bijsnijdkader) gelijktijdig verwijderd.
Naar boven
Pagina 587 van 736 pagina'sBijsnijdkaders aanpassen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
> Bijlage: handige informatie over
scannen
> Resolutie
S309
Resolutie
Wat is resolutie?
De gegevens in de door u gescande afbeelding zijn een verzameling puntjes die informatie over
helderheid en kleur bevatten. De dichtheid van deze puntjes wordt 'resolutie' genoemd. De resolutie
bepaalt hoeveel details de afbeelding bevat. De resolutie wordt uitgedrukt in het aantal puntjes per inch
(dpi). Dpi is het aantal puntjes per inch (2,54 cm).
Hoe hoger de resolutie (waarde), des te gedetailleerder de afbeelding. Hoe lager de resolutie (waarde),
des te minder details in de afbeelding.
De resolutie instellen in MP Navigator EX
In MP Navigator EX kunt u de resolutie instellen met de optie Scanresolutie (Scanning Resolution) in het
dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings).
Afbeeldingen die op een beeldscherm worden weergegeven
Documenten/foto's die op een beeldscherm worden weergegeven, moeten worden gescand met een
resolutie van 150 dpi, die de normale monitorresolutie benadert.
Afbeeldingen die worden afgedrukt
Afbeeldingen die worden afgedrukt, moeten worden gescand met een resolutie die overeenkomt met de
resolutie van de printer.
Voorbeeld: Stel de resolutie in op 600 dpi als u wilt afdrukken op een zwart-witprinter van 600 dpi.
Als u een kleurenprinter gebruikt, kunt u de resolutie instellen op de helft van de resolutie van de printer.
Voorbeeld: Stel de resolutie in op 300 dpi als u gescand papier/foto's wilt afdrukken op een
kleurenprinter van 600 dpi. Het afdrukken duurt echter langer dan gewoonlijk als u op een printer met
een hoge resolutie de helft van de resolutie instelt voor het afdrukken.
Voorbeeld van de juiste resolutie bij afdrukken op schaal
Wanneer u een document zowel verticaal als horizontaal tweemaal zo groot afdrukt, wordt de resolutie
van het document gehalveerd. Als de resolutie van het oorspronkelijke document 300 dpi is, is de
resolutie van het vergrote document 150 dpi. Als u het document afdrukt op een 600 dpi kleurenprinter, is
het gebrek aan details duidelijk zichtbaar. In dat geval wordt, zelfs wanneer u het document tweemaal zo
groot afdrukt, de resolutie 300 dpi gebruikt wanneer u scant met een Scanresolutie (Scanning
Resolution) van 600 dpi en kunt u het document met voldoende kwaliteit afdrukken. Omgekeerd is het zo
dat als u een document op de helft van de grootte wilt afdrukken, het voldoende moet zijn om te scannen
met de helft van de resolutie.
Kleurenfoto's tweemaal zo groot afdrukken
Documentresolutie: 300
Afdrukken op dubbel formaat Afdrukresolutie: 300 dpi
Pagina 588 van 736 pagina'sResolutie
dpi
Scanresolutie: 600 dpi
Schaal: 200%
Scanresolutie/werkelijke scanresolutie: 600
dpi
De resolutie instellen in ScanGear (scannerstuurprogramma)
In ScanGear kunt u de resolutie opgeven bij Uitvoerresolutie (Output Resolution) in Instellingen voor
uitvoer (Output Settings) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode).
Voorbeeld van de juiste resolutie bij afdrukken op schaal
De scanresolutie wordt automatisch ingesteld, zodat de waarde die bij Uitvoerresolutie (Output
Resolution) is ingesteld als resolutie van de gescande afbeelding wordt gebruikt. Als u de
Uitvoerresolutie (Output Resolution) instelt op 300 dpi en op dubbele grootte scant, dan wordt het
document automatisch gescand op 600 dpi en zal de resolutie van de gescande afbeelding 300 dpi zijn.
U kunt het document met voldoende kwaliteit afdrukken op een 600 dpi kleurenprinter.
Foto's op L-formaat (89 mm x 127 mm) (3,5 inch x 5 inch) tweemaal zo groot afdrukken
Documentresolutie: 300
dpi
Uitvoerresolutie: 300 dpi
Schaal: 200%
Scannen op dubbel formaat
Werkelijke scanresolutie: 600
dpi
Afbeeldingsresolutie/afdrukresolutie: 300
dpi
Correcte resolutie-instellingen
Stel de resolutie in die hoort bij het gebruik van de gescande afbeelding.
Opmerking
Hoewel u de Uitvoerresolutie (Output Resolution) in ScanGear kunt wijzigen, kunt u het beste
scannen met de standaardwaarde.
Voor weergave op een beeldscherm: 150 dpi
Voor afdrukken: 300 dpi
Wanneer het Uitvoerformaat (Output Size) is ingesteld op Aanpasbaar (Flexible) op het tabblad
Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear (Bron selecteren (Select Source) is Plaat (Platen)
en de schaal is 100%)
Document
Gebruik
Kleurenmodus Uitvoerresolutie
Kleurenfoto
Kopiëren
(Afdrukken)
Kleur 300 dpi
Een briefkaart maken
Kleur
300 dpi
Op een computer opslaan
Kleur
75 dpi - 300 dpi
Op een website gebruiken of
toevoegen aan een e-mail
Kleur
75 dpi - 150 dpi
Zwart-wit foto
Op een computer opslaan
Grijswaarden
75 dpi - 300 dpi
Op een website gebruiken of
toevoegen aan een e-mail
Grijswaarden
75 dpi - 150 dpi
Tekstdocument
Kopiëren
Kleur, Grijswaarden of
Zwart-wit
300 dpi
Toevoegen aan e-mail Kleur, Grijswaarden of
Zwart-wit
150 dpi
Pagina 589 van 736 pagina'sResolutie
Tekst scannen met OCR
Kleur of grijswaarden
300 dpi - 400 dpi
Belangrijk
Als u de resolutie verdubbelt, wordt het bestand viermaal zo groot. Als het bestand te groot is,
vermindert de uitvoersnelheid aanzienlijk en kan er bijvoorbeeld een gebrek aan geheugen
ontstaan. Stel minimaal de resolutie in die hoort bij het gebruik van de gescande afbeelding.
Naar boven
Pagina 590 van 736 pagina'sResolutie
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
> Bijlage: handige informatie over
scannen
> Bestandsindelingen
S310
Bestandsindelingen
Bij het opslaan van gescande afbeeldingen kunt u een bestandsindeling kiezen. Geef de meest
geschikte indeling op, in overeenstemming met het gebruik van de afbeelding in een bepaalde
toepassing.
De beschikbare bestandsindelingen zijn afhankelijk van de toepassing en de computer (Windows of
Macintosh).
Zie hieronder voor de eigenschappen van iedere indeling voor afbeeldingsbestanden.
BMP (standaardbestandsextensie: .bmp)
Een standaardbestandsindeling van Windows.
BMP wordt vaak geselecteerd voor afbeeldingen die alleen in Windows worden gebruikt.
JPEG (standaardbestandsextensie: .jpg)
Een bestandsindeling die vaak wordt gebruikt op websites en voor digitale camera's.
JPEG beschikt over een hoge compressiegraad. De kwaliteit van JPEG-afbeeldingen neemt echter
enigszins af elke keer wanneer de afbeelding opnieuw wordt opgeslagen. De oorspronkelijke kwaliteit
kan dan niet meer worden hersteld.
JPEG is niet beschikbaar voor zwart-wit afbeeldingen.
Exif (standaardbestandsextensie: .jpg)
Een bestandsindeling die door veel digitale camera's wordt ondersteund.
Met deze indeling worden ook gegevens zoals de opnamedatum, het cameramodel, de sluitertijd, de
opnamemodus en opmerkingen opgeslagen in de JPEG-bestanden.
De versie van de bestandsindeling moet Exif 2.2 of hoger zijn voor afdrukken op een printer die
compatibel is met Direct Print.
TIFF (standaardbestandsextensie: .tif)
Een bestandsindeling met een relatief hoge mate van compatibiliteit tussen verschillende computers en
toepassingen. (Sommige TIFF-bestanden zijn niet compatibel.) TIFF is geschikt voor het bewerken van
opgeslagen afbeeldingen.
Opmerking
MP Navigator EX ondersteunt de volgende TIFF-bestandsindelingen.
- Binair zwart-wit zonder compressie
- RGB (8 bits per kanaal) zonder compressie
- YCC (8 bits per component) zonder compressie
- RGB (16 bits per kanaal) zonder compressie
- YCC (16 bits per component) zonder compressie
- Grijswaarden zonder compressie
PDF (standaardbestandsextensie: .pdf)
Een bestandsindeling die is ontwikkeld door Adobe Systems. Deze indeling is geschikt voor diverse
computers en besturingssystemen. PDF-bestanden kunnen daardoor worden uitgewisseld tussen
personen met verschillende besturingssystemen, lettertypen, enzovoort, ongeacht de verschillen.
Belangrijk
Pagina 591 van 736 pagina'sBestandsindelingen
Alleen PDF-bestanden die met MP Navigator EX zijn gemaakt, worden ondersteund. PDF-
bestanden die met andere toepassingen zijn gemaakt of bewerkt worden niet ondersteund.
Naar boven
Pagina 592 van 736 pagina'sBestandsindelingen
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Scannen met andere toepassingssoftware
> Bijlage: handige informatie over
scannen
> Kleurafstemming
S815
Kleurafstemming
Met kleurafstemming (Color Matching) worden apparaten aangepast (zie onderstaande afbeelding) om
ervoor te zorgen dat de kleuren van een afbeelding op een beeldscherm of een gedrukte afbeelding
overeenkomen met de kleuren van het originele document.
Voorbeeld: sRGB is geselecteerd als uitvoerprofiel (doel)
Invoerprofiel (Bron)
Scanner
ScanGear (scannerstuurprogramma)
Uitvoerprofiel (Doel)
sRGB
Besturingssysteem
Toepassing
Toepassing
Printerstuurprogramma
Monitor
Printer
ScanGear converteert de kleurruimte van de afbeelding van de kleurruimte van de scanner naar sRGB.
Wanneer de afbeelding wordt weergegeven op een monitor, wordt de kleurruimte van de afbeelding op
basis van de monitorinstellingen van het besturingssysteem en de instellingen voor de werkruimte van
de toepassing geconverteerd van sRGB naar de kleurruimte van de monitor.
Wanneer de afbeelding wordt afgedrukt, wordt de kleurruimte van de afbeelding op basis van de
afdrukinstellingen van de toepassing en de instellingen van het printerstuurprogramma geconverteerd
van sRGB naar de kleurruimte van de printer.
Naar boven
Pagina 593 van 736 pagina'sKleurafstemming
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
> Andere scanmethoden
Andere scanmethoden
Scannen met WIA-stuurprogramma
Scannen via het Configuratiescherm (alleen Windows XP)
Naar boven
Pagina 594 van 736 pagina'sAndere scanmethoden
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Andere scanmethoden
> Scannen met WIA-stuurprogramma
S604
Scannen met WIA-stuurprogramma
U kunt een afbeelding scannen vanuit een toepassing die compatibel is met WIA en de afbeelding in die
toepassing gebruiken.
WIA (Windows Imaging Acquisition) is een stuurprogrammamodel dat onderdeel is van Windows XP of
later. Hiermee kunt u documenten scannen zonder een toepassing te gebruiken. Scan documenten
vanuit een toepassing die compatibel is met TWAIN om geavanceerde instellingen voor het scannen op
te geven.
De procedure varieert, afhankelijk van de toepassing. De volgende procedures dienen alleen als
voorbeeld.
Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie
Scannen met WIA-stuurprogramma 2.0
Hieronder wordt een voorbeeld gegeven van scannen met Windows Faxen en scannen.
1.
Plaats het document op de glasplaat.
Documenten plaatsen
2.
Klik op Scannen... (Scan...) bij Nieuw (New) in het menu Bestand (File).
Het scherm met scaninstellingen wordt geopend.
3.
Geef de instellingen op.
Scanner
De momenteel ingestelde productnaam wordt weergegeven. Als u de scanner wilt wijzigen, klikt
u op Wijzigen... (Change...) en selecteert u het product dat u wilt gebruiken.
Profiel (Profile)
Selecteer de standaardwaarde, Foto (Photo (Default)), of Documenten (Documents), afhankelijk
van het document dat u wilt scannen. Als u een nieuw Profiel (Profile) wilt opslaan, selecteert u
Profiel toevoegen... (Add profile...). U kunt de details opgeven in het dialoogvenster Nieuw profiel
toevoegen (Add New Profile).
Bron (Source)
Selecteer een scannertype.
Papierformaat (Paper size)
Pagina 595 van 736 pagina'sScannen met WIA-stuurprogramma
Deze instelling is niet beschikbaar voor dit apparaat.
Kleurindeling (Color format)
Selecteer hoe u het document wilt scannen.
Bestandstype (File type)
Selecteer een bestandstype uit JPEG, BMP, PNG en TIFF.
Resolutie (DPI) (Resolution (DPI))
Geef de resolutie op. Geef een waarde op tussen 50 en 600 dpi. 300 dpi is standaard ingesteld.
Resolutie
Helderheid (Brightness)
Pas de helderheid aan met de schuifknop. Sleep de schuifknop naar links om de afbeelding
donkerder te maken en naar rechts om de afbeelding lichter te maken. U kunt ook een waarde
invoeren (-100 tot 100).
Contrast
Pas het contrast aan met de schuifknop. Als u de schuifknop naar links verplaatst wordt het
contrast van de afbeelding lager, waardoor de afbeelding zachter wordt. Als u de schuifknop naar
rechts verplaatst wordt het contrast van de afbeelding groter, waardoor de afbeelding scherper
wordt. U kunt ook een waarde invoeren (-100 tot 100).
Afbeeldingen als voorbeeld weergeven of afbeeldingen scannen als afzonderlijke bestanden
(Preview or scan images as separate files)
Schakel dit selectievakje in wanneer u meerdere afbeeldingen als afzonderlijke bestanden wilt
bekijken (in een voorbeeld) of scannen.
4.
Klik op Voorbeeld (Preview) om een voorbeeld van de afbeelding te bekijken.
De afbeelding wordt aan de rechterkant weergegeven.
5.
Klik op Scannen (Scan).
Wanneer het scannen is voltooid, verschijnt de gescande afbeelding in de toepassing.
Scannen met WIA-stuurprogramma 1.0
Hieronder wordt een voorbeeld gegeven van scannen met Paint.
1.
Plaats het document op de glasplaat.
Documenten plaatsen
2.
Klik op Van scanner of camera... (From scanner or camera) bij . (Selecteer
de opdracht om een document naar de toepassing te scannen.)
3.
Selecteer een afbeeldingstype dat overeenkomt met het document dat u wilt
scannen.
Opmerking
Pagina 596 van 736 pagina'sScannen met WIA-stuurprogramma
Als u wilt scannen met de waarden die zijn ingesteld bij De kwaliteit van de gescande foto
aanpassen (Adjust the quality of the scanned picture), selecteert u Aangepaste instellingen
(Custom Settings).
4.
Klik op De kwaliteit van de gescande foto aanpassen (Adjust the quality of the
scanned picture) en stel de gewenste voorkeuren in.
Helderheid (Brightness)
Pas de helderheid aan met de schuifknop. Sleep de schuifknop naar links om de afbeelding
donkerder te maken en naar rechts om de afbeelding lichter te maken. U kunt ook een waarde
invoeren (-127 tot 127).
Contrast
Pas het contrast aan met de schuifknop. Als u de schuifknop naar links verplaatst wordt het
contrast van de afbeelding lager, waardoor de afbeelding zachter wordt. Als u de schuifknop naar
rechts verplaatst wordt het contrast van de afbeelding groter, waardoor de afbeelding scherper
wordt. U kunt ook een waarde invoeren (-127 tot 127).
Resolutie (DPI) (Resolution (DPI))
Geef de resolutie op. Geef een waarde op tussen 50 en 600 dpi.
Resolutie
Type afbeelding (Picture type)
Selecteer het gewenste type scan voor uw document.
Herstellen (Reset)
Klik hierop om terug te gaan naar de oorspronkelijke instellingen.
5.
Klik op Voorbeeld (Preview) om een voorbeeld van de afbeelding te bekijken.
De afbeelding wordt aan de rechterkant weergegeven. Sleep om het scangebied op te geven.
6.
Klik op Scannen (Scan).
Wanneer het scannen is voltooid, verschijnt de gescande afbeelding in de toepassing.
Naar boven
Pagina 597 van 736 pagina'sScannen met WIA-stuurprogramma
Uitgebreide Handleiding
>
Scannen
>
Andere scanmethoden
> Scannen via het Configuratiescherm (alleen Windows XP)
S605
Scannen via het Configuratiescherm (alleen Windows XP)
U kunt afbeeldingen scannen via het Configuratiescherm van Windows XP met het WIA-
stuurprogramma.
1.
Klik op Start en selecteer Configuratiescherm (Control Panel).
2.
Klik op Printers en andere hardware (Printers and Other Hardware) > Scanners en
camera's (Scanners and Cameras) en dubbelklik op WIA Canon (modelnaam) (WIA
Canon (model name)).
Het dialoogvenster Wizard Scanner en camera (Scanner and Camera Wizard) verschijnt.
3.
Klik op Volgende (Next).
4.
Selecteer bij Type afbeelding (Picture type) het type document dat u wilt scannen.
Opmerking
Selecteer Aangepast (Custom) om te scannen met de waarden die eerder zijn ingesteld bij
Aangepaste instellingen (Custom settings).
5.
Klik op Aangepaste instellingen (Custom settings) en stel de gewenste voorkeuren
in.
Pagina 598 van 736 pagina'sScannen via het Configuratiescherm (alleen Windows XP)
Helderheid (Brightness)
Pas de helderheid aan met de schuifknop. Sleep de schuifknop naar links om de afbeelding
donkerder te maken en naar rechts om de afbeelding lichter te maken. U kunt ook een waarde
invoeren (-127 tot 127).
Contrast
Pas het contrast aan met de schuifknop. Als u de schuifknop naar links verplaatst wordt het
contrast van de afbeelding lager, waardoor de afbeelding zachter wordt. Als u de schuifknop naar
rechts verplaatst wordt het contrast van de afbeelding groter, waardoor de afbeelding scherper
wordt. U kunt ook een waarde invoeren (-127 tot 127).
Resolutie (DPI) (Resolution (DPI))
Geef de resolutie op. Geef een waarde op tussen 50 en 600 dpi.
Resolutie
Type afbeelding (Picture type)
Selecteer het gewenste type scan voor uw document.
Herstellen (Reset)
Klik hierop om terug te gaan naar de oorspronkelijke instellingen.
6.
Klik op Voorbeeld (Preview) om een voorbeeld van de afbeelding te bekijken.
De afbeelding wordt aan de rechterkant weergegeven. Sleep om het scangebied op te geven.
7.
Klik op Volgende (Next) en volg de instructies.
Naar boven
Pagina 599 van 736 pagina'sScannen via het Configuratiescherm (alleen Windows XP)
Uitgebreide Handleiding
> Onderhoud
Onderhoud
Het apparaat reinigen
De printkop uitlijnen
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer
Naar boven
Pagina 600 van 736 pagina'sOnderhoud
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud
> Het apparaat reinigen
Het apparaat reinigen
Reiniging
De buitenkant van het apparaat reinigen
De glasplaat en de documentklep reinigen
Naar boven
Pagina 601 van 736 pagina'sHet apparaat reinigen
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud
>
Het apparaat reinigen
> Reiniging
U059
Reiniging
In dit gedeelte wordt de reinigingsprocedure beschreven die noodzakelijk is voor het onderhoud van het
apparaat.
Belangrijk
Gebruik geen tissues, papieren handdoekjes, doeken met een grove structuur of soortgelijk
materiaal om de buitenkant van het apparaat te reinigen. Deze kunnen krassen veroorzaken.
Gebruik altijd een zachte doek.
Gebruik nooit vluchtige vloeistoffen zoals verdunners, wasbenzine, aceton of andere chemische
reinigingsmiddelen om het apparaat te reinigen. Deze kunnen de onderdelen van het apparaat
beschadigen.
De buitenkant van het apparaat reinigen
De glasplaat en de documentklep reinigen
Naar boven
Pagina 602 van 736 pagina'sReiniging
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud
>
Het apparaat reinigen > De buitenkant van het apparaat reinigen
U060
De buitenkant van het apparaat reinigen
Gebruik altijd een zachte doek, bijvoorbeeld een brillendoekje, en veeg vuilresten voorzichtig van het
oppervlak. Strijk eventuele kreukels in de doek zo nodig glad voordat u de doek gebruikt.
Belangrijk
Schakel het apparaat altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat
reinigen.
Gebruik geen tissues, papieren handdoekjes, doeken met een grove structuur of soortgelijk
materiaal omdat deze krassen kunnen veroorzaken.
Naar boven
Pagina 603 van 736 pagina'sDe buitenkant van het apparaat reinigen
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud
>
Het apparaat reinigen
> De glasplaat en de documentklep reinigen
U061
De glasplaat en de documentklep reinigen
Belangrijk
Schakel het apparaat altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat
reinigen.
Veeg de glasplaat (A) en de binnenkant van de documentklep (het witte gebied) (B) voorzichtig af met
een schone, zachte, pluisvrije doek. Zorg ervoor dat er geen restanten achterblijven, vooral niet op de
glasplaat.
Belangrijk
De binnenzijde van de documentklep (witte plaat) (B) raakt snel beschadigd. Veeg deze dus
voorzichtig af.
Naar boven
Pagina 604 van 736 pagina'sDe glasplaat en de documentklep reinigen
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud
> De printkop uitlijnen
De printkop uitlijnen
De printkop uitlijnen
Naar boven
Pagina 605 van 736 pagina'sDe printkop uitlijnen
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud
>
De printkop uitlijnen > De printkop uitlijnen
U096
De printkop uitlijnen
Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u
de positie van de printkop aan te passen.
Opmerking
Als de inkt bijna op is, wordt het uitlijningsblad niet correct afgedrukt. Vervang de FINE-inktpatroon
die bijna leeg is.
Routineonderhoud
1.
Controleer of het apparaat aan staat.
2.
Plaats een vel normaal papier van A4- of Letter-formaat in de achterste lade.
3.
Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade uit.
4.
Druk het uitlijningsblad af.
1.
Druk herhaaldelijk op de knop
Onderhoud (Maintenance) totdat het onderstaande wordt
weergegeven op het LED-display.
2.
Druk op de knop
Zwart (Black)
of
Kleur (Color)
.
Het uitlijningsblad wordt afgedrukt.
Belangrijk
Raak de afdruk op het uitlijningsblad niet aan.
Pagina 606 van 736 pagina'sDe printkop uitlijnen
Voorkom dat het uitlijningsblad vuil wordt. Als het blad vlekken vertoont of gekreukt is,
wordt het mogelijk niet juist gescand.
5.
Scan het uitlijningsblad om de positie van de printkop aan te passen.
1.
Plaats het uitlijningsblad voor de printkop op de glasplaat.
Plaats het uitlijningsblad voor de printkop MET DE BEDRUKTE ZIJDE OMLAAG en zorg dat de
markering
in de linkerbovenhoek van het blad is uitgelijnd met de positiemarkering (
).
2.
Sluit de documentklep voorzichtig, controleer of het onderstaande wordt weergegeven op het
LED-display en druk op de knop
Zwart (Black)
of
Kleur (Color)
.
Het uitlijningsblad wordt gescand en de stand van de printkoppen wordt automatisch
aangepast.
Wanneer de stand van de printkoppen is aangepast, keert het LED-display terug naar de stand-
bymodus voor kopiëren. Verwijder het blad van de glasplaat.
Belangrijk
Open de documentklep of verplaats het uitlijningsblad pas wanneer het scannen is
voltooid.
Als de stand van de printkoppen niet automatisch kan worden aangepast, wordt de
foutcode weergegeven op het LED-display.
Er wordt een foutcode weergegeven op het LED-display
Opmerking
Als u nog steeds niet tevreden bent over de afdrukresultaten nadat de printkoppositie is
aangepast op de hiervoor omschreven wijze, kunt u de printkoppositie aanpassen vanaf
de computer.
De positie van de printkop uitlijnen
Controleer of het onderstaande wordt weergegeven op het LED-display en druk
vervolgens op de knop
Zwart (Black)
of
Kleur (Color)
om de huidige instelwaarden voor
de positie van de printkoppen af te drukken.
Naar boven
Pagina 607 van 736 pagina'sDe printkop uitlijnen
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud > Onderhoud uitvoeren vanaf een computer
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer
De printkoppen reinigen
De papierinvoerrollen reinigen
De positie van de printkop uitlijnen
De spuitopeningen van de printkop controleren
De binnenkant van het apparaat reinigen
Naar boven
Pagina 608 van 736 pagina'sOnderhoud uitvoeren vanaf een computer
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud
>
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer
> De printkoppen reinigen
P026
De printkoppen reinigen
Met de functie Reiniging printkop kunt u verstopte spuitopeningen in de printkop weer vrijmaken. Reinig
de printkoppen wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt, ook al is er
genoeg inkt.
De procedure voor het reinigen van de printkoppen is als volgt:
Reiniging (Cleaning)
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Reiniging (Cleaning) op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
Het dialoogvenster Reiniging printkop (Print Head Cleaning) wordt geopend. Volg de instructies in
het dialoogvenster op.
Klik op Initiële controle-items (Initial Check Items) om de items te bekijken die u moet controleren
voordat u Reiniging (Cleaning) uitvoert.
3.
Voor de reiniging uit
Zorg dat het apparaat aan staat en klik vervolgens op Uitvoeren (Execute).
Het reinigen van de printkop wordt gestart.
4.
Voltooi de reiniging
Het dialoogvenster Controle spuitopening (Nozzle Check) wordt geopend na het
bevestigingsbericht.
5.
Controleer de resultaten
Klik op de knop Controleraster afdrukken (Print Check Pattern) om te controleren of de
afdrukkwaliteit is verbeterd. Klik op Annuleren (Cancel) als u deze controle niet wilt uitvoeren.
Als het eenmaal reinigen van de printkop het probleem niet oplost, herhaalt u het reinigingsproces.
Diepte-reiniging (Deep Cleaning)
Diepte-reiniging (Deep Cleaning) is grondiger dan een normale reiniging. U gebruikt deze functie als
een probleem met de printkop niet wordt opgelost nadat u de functie Reiniging (Cleaning) tweemaal
hebt uitgevoerd.
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Diepte-reiniging (Deep Cleaning) op het tabblad Onderhoud (Maintenance)
Het dialoogvenster Diepte-reiniging (Deep Cleaning) wordt geopend. Volg de instructies in het
dialoogvenster op.
Klik op Initiële controle-items (Initial Check Items) om de items te bekijken die u moet controleren
voordat u Diepte-reiniging (Deep Cleaning) uitvoert.
Pagina 609 van 736 pagina'sDe printkoppen reinigen
3.
Voer de diepte-reiniging uit
Zorg dat het apparaat aan staat en klik vervolgens op Uitvoeren (Execute).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
De diepte-reiniging wordt gestart.
4.
Voltooi de diepte-reiniging
Het dialoogvenster Controle spuitopening (Nozzle Check) wordt geopend na het
bevestigingsbericht.
5.
Controleer de resultaten
Klik op de knop Controleraster afdrukken (Print Check Pattern) om te controleren of de
afdrukkwaliteit is verbeterd. Klik op Annuleren (Cancel) als u deze controle niet wilt uitvoeren.
Belangrijk
Bij Reiniging (Cleaning) wordt een kleine hoeveelheid inkt gebruikt. Bij Diepte-reiniging (Deep
Cleaning) wordt meer inkt gebruikt dan bij Reiniging (Cleaning).
Wanneer u de printkoppen vaak reinigt, zal de inktvoorraad snel slinken. Voer daarom alleen een
reiniging uit wanneer dit noodzakelijk is.
Opmerking
Als na Diepte-reiniging (Deep Cleaning) geen verbetering optreedt, schakelt u het apparaat uit,
wacht u 24 uur en voert u Diepte-reiniging (Deep Cleaning) opnieuw uit. Raadpleeg
Het apparaat
beweegt maar er wordt geen inkt toegevoerd als er nog steeds geen verbetering optreedt.
Verwant onderwerp
De spuitopeningen van de printkop controleren
Naar boven
Pagina 610 van 736 pagina'sDe printkoppen reinigen
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud
>
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer > De papierinvoerrollen reinigen
P027
De papierinvoerrollen reinigen
Hiermee reinigt u de papierinvoerrol. U doet dit als er stukjes papier aan de papierinvoerrol vastzitten en
het papier niet goed wordt ingevoerd.
De procedure voor het reinigen van de papierinvoerrol is als volgt:
Reiniging rollen (Roller Cleaning)
1.
Bereid het apparaat voor
Verwijder al het papier uit de achterste lade.
2.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
3.
Klik op Reiniging rollen (Roller Cleaning) op het tabblad Onderhoud (Maintenance)
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
4.
Voer het reinigen van de papierinvoerrollen uit
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en klik op OK.
Het reinigen van de papierinvoerrol wordt gestart.
5.
Voltooi het reinigen van de papierinvoerrollen
Wanneer de rollen zijn gestopt, volgt u de aanwijzingen in het bericht, plaatst u drie vellen gewoon
papier in de achterste lade en klikt u op OK.
Het papier wordt uitgevoerd en het reinigen van de invoerrollen wordt voltooid.
Naar boven
Pagina 611 van 736 pagina'sDe papierinvoerrollen reinigen
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud
>
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer
> De positie van de printkop uitlijnen
P028
De positie van de printkop uitlijnen
Bij het uitlijnen van de printkoppen worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor
kleuren en lijnen beter worden afgedrukt.
Dit apparaat ondersteunt twee methoden voor het uitlijnen van de printkop: automatische uitlijning en
handmatige uitlijning.
Zie voor automatische uitlijning "De printkop uitlijnen" in de Basis Handleiding en voer vervolgens de
functie uit op het bedieningspaneel van het apparaat.
De procedure voor het handmatig uitlijnen van de printkop is als volgt:
Uitlijning printkop (Print Head Alignment)
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Aangepaste instellingen (Custom Settings) op het tabblad Onderhoud
(Maintenance).
Het dialoogvenster Aangepaste instellingen (Custom Settings) wordt geopend.
3.
Uitlijning printkop wijzigen in handmatig
Schakel het selectievakje Koppen handmatig uitlijnen (Align heads manually) in.
4.
Verzend de instellingen
Klik op Verzenden (Send) en vervolgens op OK in het bevestigingsbericht.
5.
Klik op Uitlijning printkop (Print Head Alignment) op het tabblad Onderhoud
(Maintenance)
Het dialoogvenster Uitlijning printkop starten (Start Print Head Alignment) wordt geopend.
6.
Plaats papier in het apparaat
Plaats drie vellen gewoon papier van A4- of Letter-formaat in de achterste lade.
7.
Voer het uitlijnen van de printkop uit
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en klik op Printkop uitlijnen (Align Print Head).
Volg de instructie in het bericht.
8.
Controleer het afgedrukte patroon
Voer de nummers van de patronen met de minste streepvorming in de bijbehorende vakken in.
Als u op de patronen met de minste streepvorming klikt in het voorbeeldvenster, worden
automatisch de nummers in de bijbehorende vakken geplaatst.
Pagina 612 van 736 pagina'sDe positie van de printkop uitlijnen
Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd.
Opmerking
Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale witte
strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
(A) Minder duidelijk zichtbare verticale witte strepen
(B) Duidelijk zichtbare verticale witte strepen
Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale witte
strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
(A) Minder duidelijk zichtbare horizontale witte strepen
(B) Duidelijk zichtbare horizontale witte strepen
9.
Bevestig het weergegeven bericht en klik op OK
Het tweede raster wordt afgedrukt.
Belangrijk
Open de scannereenheid (klep) niet wanneer er een afdruktaak wordt uitgevoerd.
10.
Controleer het afgedrukte patroon
Voer de nummers van de patronen met de minste streepvorming in de bijbehorende vakken in.
Als u op de patronen met de minste streepvorming klikt in het voorbeeldvenster, worden
automatisch de nummers in de bijbehorende vakken geplaatst.
Pagina 613 van 736 pagina'sDe positie van de printkop uitlijnen
Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd.
Opmerking
Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale witte
strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
(A) Minder duidelijk zichtbare verticale witte strepen
(B) Duidelijk zichtbare verticale witte strepen
11.
Bevestig het weergegeven bericht en klik op OK
Het derde raster wordt afgedrukt.
Belangrijk
Open de scannereenheid (klep) niet wanneer er een afdruktaak wordt uitgevoerd.
12.
Controleer het afgedrukte patroon
Voer de nummers van de patronen met de minst zichtbare horizontale strepen in de bijbehorende
vakken in.
Als u op de patronen met de minst zichtbare horizontale strepen klikt in het voorbeeldvenster,
worden automatisch de nummers in de bijbehorende vakken geplaatst.
Pagina 614 van 736 pagina'sDe positie van de printkop uitlijnen
Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd.
Opmerking
Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale witte
strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
(A) Minder duidelijk zichtbare horizontale witte strepen
(B) Duidelijk zichtbare horizontale witte strepen
Opmerking
Als u de huidige instelling wilt afdrukken en controleren, opent u het dialoogvenster Uitlijning
printkop starten (Start Print Head Alignment) en klikt u op Uitlijningswaarde afdrukken (Print
Alignment Value).
Naar boven
Pagina 615 van 736 pagina'sDe positie van de printkop uitlijnen
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud
>
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer > De spuitopeningen van de printkop
controleren
P029
De spuitopeningen van de printkop controleren
Met de functie Controle spuitopening kunt u controleren of de printkoppen goed functioneren. Hierbij
wordt een controleraster afgedrukt. Druk een controleraster af wanneer de afdruk vaag is of een
bepaalde kleur niet wordt afgedrukt.
De procedure voor het afdrukken van een controleraster is als volgt:
Controle spuitopening (Nozzle Check)
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Controle spuitopening (Nozzle Check) op het tabblad Onderhoud
(Maintenance)
Het dialoogvenster Controle spuitopening (Nozzle Check) wordt weergegeven.
Klik op Initiële controle-items (Initial Check Items) om de items weer te geven die u moet
controleren voordat u het controleraster voor spuitopeningen afdrukt.
3.
Plaats papier in het apparaat
Plaats een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat in de achterste lade.
4.
Druk een controleraster voor de spuitopeningen af
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en klik op Controleraster afdrukken (Print Check Pattern).
Het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen start.
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
Het dialoogvenster Rastercontrole (Pattern Check) wordt geopend.
5.
Controleer het afdrukresultaat
Controleer het afdrukresultaat. Klik op Afsluiten (Exit) als het afdrukresultaat normaal is.
Klik op Reiniging (Cleaning) om de printkop te reinigen als de afdruk vegen bevat of bepaalde
secties niet zijn afgedrukt.
Verwant onderwerp
De printkoppen reinigen
Naar boven
Pagina 616 van 736 pagina'sDe spuitopeningen van de printkop controleren
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud
>
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer > De binnenkant van het apparaat
reinigen
P030
De binnenkant van het apparaat reinigen
Voer een reiniging van de onderste plaat uit voordat u dubbelzijdig afdrukt, om te voorkomen dat er vegen
op de achterzijde van het papier ontstaan.
Voer ook een reiniging van de onderste plaat uit als er inktvegen op een afdruk voorkomen die niet
worden veroorzaakt door de afdrukgegevens.
De procedure voor het reinigen van de onderste plaat is als volgt:
Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning)
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning) op het tabblad Onderhoud
(Maintenance)
Het dialoogvenster Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning) wordt geopend.
3.
Plaats papier in het apparaat
Vouw het normale papier van A4- of Letter-formaat horizontaal doormidden en vervolgens weer uit,
zoals aangegeven in het dialoogvenster.
Plaats het papier in de lengte en met de punt van de vouw naar beneden gericht in de achterste
lade.
4.
Voer de reiniging van de onderste plaat uit
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en klik op Uitvoeren (Execute).
Het reinigen van de onderste plaat wordt gestart.
Naar boven
Pagina 617 van 736 pagina'sDe binnenkant van het apparaat reinigen
Uitgebreide Handleiding
> De apparaatinstellingen wijzigen
De apparaatinstellingen wijzigen
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen
Naar boven
Pagina 618 van 736 pagina'sDe apparaatinstellingen wijzigen
Uitgebreide Handleiding
>
De apparaatinstellingen wijzigen
> Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen
Afdrukopties wijzigen
Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren
De te gebruiken inktpatroon instellen
De stroomvoorziening van het apparaat beheren
Het geluidsvolume van het apparaat verlagen
De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen
Naar boven
Pagina 619 van 736 pagina'sApparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen
Uitgebreide Handleiding
>
De apparaatinstellingen wijzigen
>
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen
>
Afdrukopties wijzigen
P413
Afdrukopties wijzigen
U kunt de gedetailleerde instellingen voor het printerstuurprogramma wijzigen voor afdrukgegevens die
worden verzonden vanuit een toepassing.
Geef deze optie aan als u te maken hebt met afdrukproblemen, zoals een deel van beeldgegevens dat
wordt afgesneden.
De procedure voor het wijzigen van de afdrukopties is als volgt:
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Afdrukopties... (Print Options...) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup)
Het dialoogvenster Afdrukopties (Print Options) wordt geopend.
Opmerking
Als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt, zijn bepaalde functies niet beschikbaar.
3.
Wijzig de individuele instellingen
Wijzig desgewenst de instelling van elk item en klik op OK.
Het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) wordt opnieuw weergegeven.
Pagina 620 van 736 pagina'sAfdrukopties wijzigen
Naar boven
Pagina 621 van 736 pagina'sAfdrukopties wijzigen
Uitgebreide Handleiding
>
De apparaatinstellingen wijzigen
>
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen
> Een
veelgebruikt afdrukprofiel registreren
P417
Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren
U kunt een veelgebruikt afdrukprofiel registreren bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used
Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Afdrukprofielen die u niet meer nodig hebt, kunt u
op elk gewenst moment verwijderen.
De procedure voor het opslaan van een afdrukprofiel is als volgt:
Een afdrukprofiel registreren
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel de benodigde items in
Selecteer het afdrukprofiel dat u wilt gebruiken bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used
Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) en wijzig zo nodig de instellingen onder Extra
functies (Additional Features).
U kunt de gewenste items ook instellen op de tabbladen Afdruk (Main), Pagina-instelling (Page
Setup) en Effecten (Effects).
Opmerking
Het tabblad Effecten (Effects) is niet beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt
gebruikt.
3.
Klik op Opslaan... (Save...)
Het dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used Settings) wordt
geopend.
Pagina 622 van 736 pagina'sEen veelgebruikt afdrukprofiel registreren
4.
Sla de instellingen op
Geef een naam op in het veld Naam (Name) en stel de items desgewenst in via Opties...
(Options...). Klik vervolgens op OK.
Het afdrukprofiel wordt opgeslagen en het tabblad Snel instellen (Quick Setup) wordt opnieuw
weergegeven.
De naam en het pictogram worden toegevoegd aan de lijst Veelgebruikte instellingen (Commonly
Used Settings).
Belangrijk
Klik op Opties... (Options...) om het paginaformaat, de afdrukstand en het aantal exemplaren dat u
hebt ingesteld op te slaan, en controleer elk item.
Opmerking
Wanneer u het printerstuurprogramma opnieuw installeert of een upgrade van het stuurprogramma
uitvoert, worden de geregistreerde afdrukinstellingen verwijderd uit Veelgebruikte instellingen
(Commonly Used Settings).
U kunt de geregistreerde afdrukinstellingen niet opslaan en behouden. Als een profiel wordt
verwijderd, moet u de afdrukinstellingen opnieuw registreren.
Een afdrukprofiel verwijderen
1.
Selecteer het afdrukprofiel dat u wilt verwijderen
Selecteer het afdrukprofiel dat u wilt verwijderen uit de lijst Veelgebruikte instellingen (Commonly
Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
2.
Verwijder het afdrukprofiel
Klik op Verwijderen (Delete). Klik op OK in het bevestigingsbericht.
Het geselecteerde afdrukprofiel wordt verwijderd uit de lijst Veelgebruikte instellingen (Commonly
Used Settings).
Opmerking
Afdrukprofielen die in de begininstellingen zijn geregistreerd, kunnen niet worden verwijderd.
Naar boven
Pagina 623 van 736 pagina'sEen veelgebruikt afdrukprofiel registreren
Uitgebreide Handleiding
>
De apparaatinstellingen wijzigen
>
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen
> De te
gebruiken inktpatroon instellen
P033
De te gebruiken inktpatroon instellen
Met deze functie kunt u de meeste toepasselijke inktpatroon van de geïnstalleerde inktpatronen opgeven
voor een bepaald doel.
Als een van de inktpatronen leegraakt en niet onmiddellijk vervangen kan worden door een nieuwe, kunt
u de andere inktpatroon opgeven die nog inkt bevat en doorgaan met afdrukken.
U geeft als volgt de inktpatroon op:
Inktcartridge-instellingen (Ink Cartridge Settings)
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Inktcartridge-instellingen (Ink Cartridge Settings) op het tabblad Onderhoud
(Maintenance).
Het dialoogvenster Inktcartridge-instellingen (Ink Cartridge Settings) wordt weergegeven.
3.
Selecteer de te gebruiken inktpatroon
Selecteer de inktpatroon die u wilt gebruiken voor afdrukken en klik op OK.
De opgegeven inktpatroon wordt voor de volgende afdruktaak gebruikt.
Belangrijk
Als de volgende instellingen worden opgegeven, werkt Alleen zwart (Black Only) niet, doordat het
apparaat de kleurinktpatroon gebruikt om documenten af te drukken.
Iets anders dan Normaal papier (Plain Paper), Hagaki A, Hagaki of Envelop (Envelope) is
geselecteerd bij Mediumtype (Media Type) op het tabblad Afdruk (Main)
Zonder marges (Borderless) is geselecteerd in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het
tabblad Pagina-instelling (Page Setup)
Koppel een niet gebruikte inktpatroon niet los. Er kan niet worden afgedrukt als een van beide
inktpatronen losgekoppeld is.
Naar boven
Pagina 624 van 736 pagina'sDe te gebruiken inktpatroon instellen
Uitgebreide Handleiding
>
De apparaatinstellingen wijzigen
>
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen
> De
stroomvoorziening van het apparaat beheren
P414
De stroomvoorziening van het apparaat beheren
Met deze functie kunt u de stroomvoorziening van het apparaat vanuit het printerstuurprogramma
beheren.
De procedure voor het beheren van de stroomvoorziening is als volgt:
Printer uit (Power Off)
Met de functie Printer uit (Power Off) schakelt u het apparaat uit. Als u deze functie gebruikt, kunt u het
apparaat niet inschakelen vanuit het printerstuurprogramma.
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Voer het uitzetten van de printer uit
Klik op Printer uit (Power Off) op het tabblad Onderhoud (Maintenance). Klik op OK in het
bevestigingsbericht.
Het apparaat wordt uitgeschakeld en het tabblad Onderhoud (Maintenance) wordt opnieuw
weergegeven.
Naar boven
Pagina 625 van 736 pagina'sDe stroomvoorziening van het apparaat beheren
Uitgebreide Handleiding
>
De apparaatinstellingen wijzigen
>
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen
> Het
geluidsvolume van het apparaat verlagen
P034
Het geluidsvolume van het apparaat verlagen
U kunt er met deze functie voor zorgen dat de printer minder geluid maakt. Selecteer deze functie als u
wilt dat de printer 's nachts of in andere omstandigheden minder geluid maakt.
Wanneer u deze functie selecteert, kan het afdrukken langzamer verlopen.
De procedure voor het gebruiken van de stille modus is als volgt:
Stille modus (Quiet Mode)
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Stille modus (Quiet Mode) op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
Het dialoogvenster Stille modus (Quiet Mode) wordt geopend.
3.
Stel de stille modus in
Geef desgewenst een van de volgende items op:
Stille modus niet gebruiken (Do not use quiet mode)
Het geluid van de printer blijft op het normale volume staan.
Stille modus altijd gebruiken (Always use quiet mode)
Selecteer deze optie als u wilt dat de printer minder geluid maakt.
Stille modus gebruiken binnen de opgegeven tijd (Use quiet mode within specified time)
Het geluid van de printer wordt gedurende de opgegeven periode in de stille modus gezet.
Geef de Begintijd (Start time) en de Eindtijd (End time) op van de periode waarin de stille modus
actief moet zijn.
Belangrijk
U moet voor Begintijd (Start time) en Eindtijd (End time) verschillende tijden opgeven.
4.
Verzend de instellingen
Zorg dat het apparaat aan staat en klik op Verzenden (Send).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
De instellingen zijn geactiveerd.
Opmerking
Afhankelijk van de instellingen voor afdrukkwaliteit, kan de stille modus minder effect hebben.
Naar boven
Pagina 626 van 736 pagina'sHet geluidsvolume van het apparaat verlagen
Uitgebreide Handleiding
>
De apparaatinstellingen wijzigen
>
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen
> De
bedieningsmodus van het apparaat wijzigen
P035
De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen
Indien nodig kunt u schakelen tussen verschillende bedieningsmodi van het apparaat.
De procedure voor het configureren van de Aangepaste instellingen (Custom Settings) is als volgt:
Aangepaste instellingen (Custom Settings)
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en klik op Aangepaste instellingen (Custom
Settings) op het tabblad Onderhoud (Maintenance)
Het dialoogvenster Aangepaste instellingen (Custom Settings) wordt geopend.
Opmerking
Als het apparaat is uitgeschakeld of bi-directionele communicatie is uitgeschakeld, kan een
bericht verschijnen omdat de computer de apparaatstatus niet kan vaststellen.
Als dit gebeurt, klikt u op OK om de meest recente instellingen op de computer weer te geven.
3.
Geef desgewenst de volgende instellingen op:
Schuring van papier voorkomen (Prevent paper abrasion)
Bij het gebruik van een hoge dichtheid kan de ruimte tussen de printkop en het papier worden
vergroot om schuring van het papier te voorkomen.
Selecteer deze optie als u deze functie wilt gebruiken.
Koppen handmatig uitlijnen (Align heads manually)
De functie Uitlijning printkop (Print Head Alignment) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) is
normaliter ingesteld op automatische uitlijning. U kunt dit echter wijzigen in handmatige uitlijning.
Als u een automatische printkopuitlijning uitvoert en het afdrukresultaat nog steeds niet naar wens
is, kunt u
De positie van de printkop uitlijnen raadplegen en u handmatige uitlijning uitvoeren.
Schakel dit selectievakje in om de printkop handmatig uit te lijnen. Schakel dit selectievakje uit om
de printkop automatisch uit te lijnen.
Droogtijd inkt (Ink Drying Wait Time)
U kunt instellen hoe lang het apparaat moet wachten tot het afdrukken van de volgende pagina
begint. Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, is de wachttijd langer en wanneer u de
schuifregelaar naar links schuift, is de wachttijd korter.
Als het papier inktvlekken bevat, omdat de volgende pagina wordt uitgeworpen voordat de inkt op de
afgedrukte pagina heeft kunnen drogen, verhoogt u de droogtijd voor de inkt.
Wanneer u de droogtijd verlaagt, verloopt het afdrukken sneller.
4.
Verzend de instellingen
Klik op Verzenden (Send) en vervolgens op OK in het bevestigingsbericht.
Daarna worden de aangepaste instellingen in het apparaat gebruikt.
Naar boven
Pagina 627 van 736 pagina'sDe bedieningsmodus van het apparaat wijzigen
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als er een fout optreedt
Het apparaat kan niet worden ingeschakeld
Er wordt een foutcode weergegeven op het LED-display
LED-display geeft geen beeld
Kan MP Drivers niet installeren
Kan de toepassing niet installeren
Kan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-kabel
Afdrukresultaten niet naar behoren
De afdruktaak wordt niet gestart
Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid
Het apparaat beweegt maar er wordt geen inkt toegevoerd
De afdruksnelheid is lager dan verwacht
FINE-patroonhouder schuift niet naar de vervangingspositie
Het papier wordt niet correct ingevoerd
Papierstoringen
Er wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
Voor Windows-gebruikers
Problemen met scannen
Problemen met software
Problemen met MP Navigator EX
Als u het probleem niet kunt oplossen
Veelgestelde vragen
Instructies voor gebruik (printerbesturingsbestand)
Algemene opmerkingen (scannerstuurprogramma)
Naar boven
Pagina 628 van 736 pagina'sProblemen oplossen
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> Als er een fout optreedt
U302
Als er een fout optreedt
Als er een fout optreedt tijdens het afdrukken (het papier is bijvoorbeeld op of vastgelopen), wordt
automatisch een probleemoplossingsbericht weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht
worden beschreven. Afhankelijk van de versie van uw besturingssysteem kan het bericht er enigszins
anders uitzien.
Naar boven
Pagina 629 van 736 pagina'sAls er een fout optreedt
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> Het apparaat kan niet worden ingeschakeld
U303
Het apparaat kan niet worden ingeschakeld
Controle 1: Druk op de knop
AAN (ON)
.
Controle 2: Controleer of de stekker goed in de netsnoeraansluiting is
bevestigd en zet vervolgens het apparaat weer aan.
Controle 3: Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Wacht
ten minste vijf minuten en steek de stekker vervolgens weer in het
stopcontact en zet het apparaat weer aan.
Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Naar boven
Pagina 630 van 736 pagina'sHet apparaat kan niet worden ingeschakeld
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> Er wordt een foutcode weergegeven op het LED-display
U305
Er wordt een foutcode weergegeven op het LED-display
Alarm-lampje brandt oranje
Wanneer er een fout optreedt in het apparaat, gaat het
Alarm-lampje oranje branden en wordt de
foutcode als volgt weergegeven op het LED-display. Controleer welke foutcode op het LED-display
wordt weergegeven en neem de benodigde maatregelen om de fout te herstellen.
* Afhankelijk van de fout die zich heeft voorgedaan, brandt het lampje
Alarm
mogelijk niet.
Foutcode
Oorzaak
Actie
E, 0, 2
(LED-display)
Het papier is op./Het papier
wordt niet ingevoerd.
Plaats het papier correct in de
achterste lade en druk vervolgens op
de knop
Zwart (Black)
of
Kleur
(Color)
.
E, 0, 3
(LED-display)
De papieruitvoerlade is
gesloten./Papierstoring.
Open de papieruitvoerlade als deze
gesloten is. Het apparaat gaat verder
met afdrukken.
Als het probleem niet is verholpen
nadat u de papieruitvoerlade hebt
geopend of als de lade al open was,
kan er zich een papierstoring hebben
voorgedaan. Verwijder het
vastgelopen papier, plaats papier op
correcte wijze in de achterste lade en
druk vervolgens op de knop
Zwart
(Black)
of
Kleur (Color)
.
Papierstoringen
E, 0, 4
E, 0, 5
(LED-display)
De FINE-inktpatroon wordt
niet herkend.
De FINE-inktpatroon is mogelijk niet
correct geplaatst of is niet geschikt
voor dit apparaat.
Open de scaneenheid (klep) en
plaats de juiste FINE-inktpatroon.
Druk daarna op het
vergrendelingsklepje van de
inktpatroon totdat dit vastklikt en sluit
de scaneenheid (klep).
Als de fout hiermee niet is verholpen,
neemt u contact op met het
ondersteuningscentrum.
Pagina 631 van 736 pagina'sEr wordt een foutcode weergegeven op het LED-display
E, 0, 7
(LED-display)
De FINE-inktpatroon is niet
in de juiste positie
geplaatst.
Controleer of de FINE-inktpatronen in
de juiste positie zijn geplaatst.
Routineonderhoud
E, 0, 8
(LED-display)
Het absorptiekussen voor
inkt is bijna vol.
Druk op de knop
Zwart (Black)
of
Kleur (Color)
op het apparaat om
verder te gaan met afdrukken. Neem
contact op met het
ondersteuningscentrum.
E, 1, 3
(LED-display)
Het resterende inktniveau
kan niet worden
vastgesteld.
De inkt is wellicht op.
De functie voor het bepalen van de
resterende inktvoorraad wordt
uitgeschakeld aangezien de
inktvoorraad niet correct kan worden
bepaald.
Als u wilt doorgaan met afdrukken
zonder deze functie, drukt u minstens
5 seconden op de knop
Stoppen/Herstellen (Stop/Reset) op
het apparaat.
Voor de beste kwaliteit beveelt
Canon het gebruik van nieuwe,
originele Canon-cartridges aan.
Canon is niet aansprakelijk voor een
slechte werking of problemen
veroorzaakt door het voortzetten van
het afdrukken met een lege inkttank.
E, 1, 4
(LED-display)
De FINE-inktpatroon wordt
niet herkend.
De FINE-cartridge is mogelijk niet
geschikt voor deze printer.
Installeer de juiste FINE-inktpatroon.
Routineonderhoud
E, 1, 5
De FINE-inktpatroon wordt
niet herkend.
De FINE-inktpatroon is mogelijk niet
correct geïnstalleerd.
Open de scaneenheid (klep) en
plaats de FINE-inktpatroon volgens
de aanwijzingen.
Routineonderhoud
Pagina 632 van 736 pagina'sEr wordt een foutcode weergegeven op het LED-display
(LED-display)
E, 1, 6
(LED-display)
De inkt is op. De inkt is op.
Vervang de inktpatroon en sluit de
scannereenheid (klep).
Als er wordt afgedrukt en u wilt
doorgaan met afdrukken, drukt u
minstens 5 seconden op de knop
Stoppen/Herstellen (Stop/Reset) op
het apparaat terwijl de inktpatroon is
geïnstalleerd. Het afdrukken kan
worden voortgezet terwijl de inkt op
is.
De functie voor het bepalen van de
resterende inktvoorraad wordt
uitgeschakeld.
Vervang de lege inktpatroon direct na
het afdrukken. De afdrukkwaliteit is
niet voldoende als u de printer blijft
gebruiken wanneer de inkt op is.
E, 3, 0
(LED-display)
De grootte van het origineel
kan niet juist worden
gedetecteerd of het
document is te klein
wanneer de kopieerfunctie
Passend op pagina is
ingeschakeld.
Zorg dat het origineel aan de
eisen voldoet en correct is
geplaatst op de glasplaat.
Controleer of het origineel correct
en in de juiste richting op de
glasplaat is geplaatst.
E, 3, 1
(LED-display)
Het apparaat is niet
aangesloten op de
computer.
Sluit het apparaat aan op de
computer met een USB-kabel.
E, 5, 0
(LED-display)
Het uitlijningsblad voor de
printkop kan niet worden
gescand.
Druk op de knop Stoppen/herstellen
(Stop/Reset)
om de fout op te heffen
en voer de volgende stappen uit.
Controleer of het uitlijningsblad
correct en in de juiste richting op
de glasplaat is geplaatst.
Controleer of de glasplaat en het
uitlijningsblad niet vuil zijn.
Controleer of het type en formaat
van het geplaatste papier
geschikt is voor het automatische
uitlijnen van de printkop.
Plaats voor het automatisch
uitlijnen van de printkop altijd één
vel normaal papier in het formaat
A4 of Letter.
Controleer of de spuitopeningen
van de printkop verstopt zijn.
Druk het controleraster voor
spuitopeningen af om de status
Pagina 633 van 736 pagina'sEr wordt een foutcode weergegeven op het LED-display
van de printkop te controleren.
Routineonderhoud
Indien de fout zich blijft voordoen,
sluit u het apparaat aan op de
computer en lijnt u de printkop uit
met behulp van het
printerstuurprogramma.
De positie van de printkop uitlijnen
Het groene AAN/UIT-lampje en oranje alarmlampje knipperen beurtelings
Als het
AAN/UIT
-lampje en het
Alarm
-lampje afwisselend knipperen zoals hieronder wordt
getoond, en de onderstaande foutcode wordt weergegeven op het LED-display, is er mogelijk een
fout opgetreden waarvoor reparatie noodzakelijk is.
Foutcode
Actie
P, 0, 2
(LED-display)
Annuleer het afdrukken en zet het apparaat uit.
Verwijder het vastgelopen papier of
beschermende materiaal waardoor de
beweging van de FINE-patroonhouder wordt
belemmerd en zet het apparaat weer aan.
Belangrijk
Raak de interne onderdelen van het
apparaat niet aan. Als u deze toch
aanraakt, drukt de printer mogelijk niet
goed meer af.
Als het probleem hiermee niet is
verholpen, neemt u contact op met het
ondersteuningscentrum.
P, 1, 0
(LED-display)
Zet het apparaat uit en trek de stekker van het
apparaat uit het stopcontact.
Neem contact op met het
ondersteuningscentrum.
Andere gevallen dan de bovenstaande:
Zet het apparaat uit en trek de stekker van het
apparaat uit het stopcontact.
Steek de stekker van het apparaat weer in het
stopcontact en zet het apparaat weer aan.
Als het probleem hiermee niet is verholpen,
neemt u contact op met het
ondersteuningscentrum.
Naar boven
Pagina 634 van 736 pagina'sEr wordt een foutcode weergegeven op het LED-display
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> LED-display geeft geen beeld
U343
LED-display geeft geen beeld
Als het
AAN/UIT
-lampje niet brandt:
Het apparaat is niet ingeschakeld. Sluit het netsnoer aan en druk op de knop
AAN (ON)
.
Als het
AAN/UIT
-lampje brandt:
Mogelijk bevindt het LED-scherm zich in de schermbeveiligingsmodus. Druk op het
bedieningspaneel op een andere knop dan
AAN (ON)
.
Naar boven
Pagina 635 van 736 pagina'sLED-display geeft geen beeld
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen > Kan MP Drivers niet installeren
U308
Kan MP Drivers niet installeren
Indien de installatie ook niet wordt gestart nadat de
installatie-cd-rom
(Setup CD-ROM) in het cd-rom-station van uw computer is geplaatst:
Start de installatie met behulp van de volgende procedure.
1.
Klik op Start en vervolgens op Computer.
Klik in Windows XP op Start en vervolgens op Deze computer (My Computer).
2.
Dubbelklik in het weergegeven venster op het cd-rompictogram
.
Als de inhoud van de cd-rom wordt weergegeven, dubbelklikt u op MSETUP4.EXE.
Opmerking
Probeer het volgende als het cd-rom-pictogram niet wordt weergegeven:
Verwijder de cd-rom uit de computer en plaats de cd-rom opnieuw.
Start de computer opnieuw op.
Als het pictogram nog steeds niet wordt weergegeven, plaatst u een andere cd en controleert u
of deze wordt weergegeven. Als andere cd's wel worden weergegeven, is er een probleem met
de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM) . Neem in dat geval contact op met het
ondersteuningscentrum.
Als u niet verder komt dan het scherm Printeraansluiting (Printer
Connection):
Als u niet verder komt dan het scherm Printeraansluiting (Printer Connection), controleert u of de
Pagina 636 van 736 pagina'sKan MP Drivers niet installeren
USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort van het apparaat en is aangesloten op de
computer. Volg daarna de onderstaande procedure om MP Drivers opnieuw te installeren.
Opmerking
In Windows Vista kan de melding De printer wordt niet herkend. Controleer de aansluiting.
(The printer is not detected. Check the connection.) worden weergegeven; dit is afhankelijk van
de computer die u gebruikt. Volg in dit geval de onderstaande procedure om MP Drivers
opnieuw te installeren.
1.
Klik op Annuleren (Cancel).
2.
Klik op Opnieuw (Start Over) in het scherm Installatie mislukt (Installation
Failure).
3.
Klik in het volgende scherm op Terug (Back).
4.
Klik op Afsluiten (Exit) op het scherm PIXMA XXX (waarbij 'XXX' staat voor de
naam van uw apparaat) en verwijder de cd-rom.
5.
Zet het apparaat uit.
6.
Start de computer opnieuw op.
7.
Zorg ervoor dat er geen andere toepassingen worden uitgevoerd.
8.
Plaats de cd-rom opnieuw en voer vervolgens een Eenvoudige installatie (Easy
Install) uit om MP Drivers te installeren.
In andere gevallen:
Volg de procedure in de installatiehandleiding om MP Drivers opnieuw te installeren.
Als MP Drivers niet op de juiste wijze is geïnstalleerd, verwijdert u MP Drivers, start u de computer
opnieuw op en installeert u MP Drivers opnieuw.
Onnodige MP Drivers verwijderen
Als u MP Drivers opnieuw installeert, voert u een Aangepaste installatie (Custom Install) uit vanaf de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM)
en selecteert u de optie MP Drivers.
Opmerking
Als het installatieprogramma werd beëindigd als gevolg van een fout in Windows, is het
systeem mogelijk instabiel en kunnen de stuurprogramma's wellicht niet worden
geïnstalleerd. Start uw computer opnieuw op voordat u de installatie opnieuw uitvoert.
Naar boven
Pagina 637 van 736 pagina'sKan MP Drivers niet installeren
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> Kan de toepassing niet installeren
U347
Kan de toepassing niet installeren
Easy-WebPrint EX wordt niet gestart of het menu Easy-WebPrint EX wordt niet
weergegeven
Als Easy-WebPrint EX niet wordt gestart of als het menu niet wordt weergegeven in Internet
Explorer, controleert u het volgende.
Opmerking
U kunt Easy-WebPrint EX gebruiken met Internet Explorer 7 of later.
Controle 1: Wordt Canon Easy-WebPrint EX weergegeven in het menu
Werkbalken (Toolbars) in het menu Beeld (View) van Internet Explorer?
Als Canon Easy-WebPrint EX niet wordt weergegeven, is Easy-WebPrint EX niet op uw
computer geïnstalleerd. Voer een Aangepaste installatie (Custom Install) uit vanaf de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM) en selecteer Easy-WebPrint EX om dit op de computer te
installeren.
Opmerking
Als Easy-WebPrint EX niet op de computer is geïnstalleerd, wordt mogelijk een bericht
waarin wordt gevraagd of u dit wilt installeren weergegeven in het systeemvak van de
taakbalk. Klik op het bericht en volg de aanwijzingen op het scherm om Easy-WebPrint
EX te installeren.
U moet verbinding hebben met internet terwijl Easy-WebPrint EX wordt geïnstalleerd of
gedownload. De kosten van de verbinding zijn voor uw rekening.
Controle 2: Is Canon Easy-WebPrint EX geselecteerd in het menu Werkbalken
(Toolbars) in het menu Beeld (View) menu van Internet Explorer?
Als Canon Easy-WebPrint EX niet is geselecteerd, is Easy-WebPrint EX uitgeschakeld.
Selecteer Canon Easy-WebPrint EX om dit in te schakelen.
Naar boven
Pagina 638 van 736 pagina'sKan de toepassing niet installeren
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen > Kan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-
kabel
U309
Kan geen goede verbinding maken met een computer met een
USB-kabel
Afdruk- of scansnelheid is laag/USB Hi-Speed-verbinding werkt niet/Het bericht 'Dit
apparaat kan sneller werken' wordt weergegeven
Als uw systeemomgeving niet volledig compatibel is met Hi-Speed USB, werkt het apparaat
langzamer, op de snelheid van USB 1.1. In dit geval werkt het apparaat goed, maar kan de afdruk-
of scansnelheid afnemen door de lagere communicatiesnelheid.
Controle: Controleer het volgende om na te gaan of uw systeemomgeving een
Hi-Speed USB-verbinding ondersteunt.
Ondersteunt de USB-poort op uw computer Hi-Speed USB-verbindingen?
Ondersteunt de USB-kabel of USB-hub Hi-Speed USB-verbindingen?
Gebruik een voor Hi-Speed USB goedgekeurde kabel. Het is verstandig om geen
kabel te gebruiken die langer is dan 3 meter/10 feet.
Ondersteunt het besturingssysteem van uw computer Hi-Speed USB-verbindingen?
Zorg ervoor dat de meeste recente update voor uw computer is geïnstalleerd.
Werkt het Hi-Speed USB-stuurprogramma naar behoren?
Zorg ervoor dat de meest recente versie van het Hi-Speed USB-stuurprogramma dat
compatibel is met uw hardware op uw computer is geïnstalleerd.
Belangrijk
Voor meer informatie over Hi-Speed USB in uw systeemomgeving neemt u contact op
met de fabrikant van uw computer, USB-kabel of USB-hub.
Naar boven
Pagina 639 van 736 pagina'sKan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-kabel
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> Afdrukresultaten niet naar behoren
U310
Afdrukresultaten niet naar behoren
Als de afdrukresultaten witte strepen, verkeerd afgedrukte lijnen of ongelijkmatige kleuren vertonen, kunt
u het beste eerst controleren of de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit correct zijn.
Controle 1: Komen de instellingen voor het paginaformaat en
mediumtype overeen met het formaat en type papier dat is geplaatst?
Als deze instellingen onjuist zijn, kunt u geen goed afdrukresultaat verkrijgen.
Als u een foto of illustratie wilt afdrukken, kan de kwaliteit van de afgedrukte kleuren afnemen
wanneer de papiersoort onjuist is ingesteld.
Wanneer u afdrukt met een onjuiste instelling voor de papiersoort, kan het afgedrukte oppervlak
bovendien worden bekrast.
Wanneer u afdrukt zonder marges, kunnen de kleuren ongelijkmatig zijn, afhankelijk van de
combinatie van de instelling voor de papiersoort en het geplaatste papier.
Kopiëren met de bediening van het
apparaat
Controleren met het bedieningspaneel van het
apparaat.
Kopiëren
Afdrukken vanaf een computer
Bevestig de instellingen via het
printerstuurprogramma.
Afdrukken met de basisinstellingen
Controle 2: Controleer of de juiste afdrukkwaliteit is geselecteerd in het
printerstuurprogramma.
Selecteer een optie voor de afdrukkwaliteit die geschikt is voor het papier en de afbeelding die u
afdrukt. Als de afdruk vlekken of ongelijkmatige kleuren vertoont, verhoogt u de instelling voor de
afdrukkwaliteit en probeert u het opnieuw.
U kunt de instelling voor de afdrukkwaliteit controleren via het printerstuurprogramma.
De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
Controle 3: Als het probleem nog niet is opgelost, kunnen er andere
oorzaken zijn.
Zie ook de volgende gedeelten:
De afdruktaak wordt niet voltooid
Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/Witte strepen
Kleuren zijn onduidelijk
Lijnen worden verkeerd afgedrukt
Afgedrukt papier krult om of vertoont inktvlekken
Papier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen
Vegen op de achterzijde van het papier
Er worden verticale lijnen afgedrukt op de zijde van de afdruk
Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen
Naar boven
Pagina 640 van 736 pagina'sAfdrukresultaten niet naar behoren
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren
> De afdruktaak wordt niet voltooid
U311
De afdruktaak wordt niet voltooid
Controle 1: Is de omvang van de afdrukgegevens extreem groot?
Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Schakel in het
dialoogvenster dat wordt geopend het selectievakje Verlies van afdrukgegevens voorkomen (Prevent
loss of print data) in.
Controle 2: Is er voldoende ruimte op de vaste schijf van uw computer?
Verwijder onnodige bestanden om schijfruimte vrij te maken.
Naar boven
Pagina 641 van 736 pagina'sDe afdruktaak wordt niet voltooid
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren
> Geen afdrukresultaten/
Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/Witte strepen
U313
Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren
/Witte strepen
Geen afdrukresultaten
Onduidelijke afdrukken
Onjuiste kleuren
Witte strepen
Pagina 642 van 736 pagina'sGeen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/Witte st...
Controle 1: Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit
gecontroleerd?
Afdrukresultaten niet naar behoren
Controle 2: Is de FINE-inktpatroon correct geplaatst?
Als het vergrendelingsklepje van de inktpatroon niet goed is gesloten, wordt de inkt mogelijk niet
goed uitgespoten.
Open de scaneenheid (klep), open het vergrendelingsklepje van de inktpatroon en sluit het
vergrendelingsklepje.
Als u het vergrendelingsklepje van de inktpatroon sluit, drukt u op het vergrendelingsklepje tot het
vastklikt.
Controle 3: Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer
eventueel noodzakelijke onderhoud uit, zoals het reinigen van de
printkop.
Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de
spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Raadpleeg Routineonderhoud
voor het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen, het
reinigen van de printkop en het uitvoeren van een diepte-reiniging van de printkop.
Als het controleraster voor de spuitopeningen niet correct wordt afgedrukt:
nadat u de printkop hebt gereinigd, controleert u het patroon van het controleraster.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd:
Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
Als het probleem niet is opgelost na de diepte-reiniging van de printkop, zet u het apparaat uit
en voert u na 24 uur nogmaals een diepte-reiniging van de printkop uit.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de diepte-reiniging van de printkop tweemaal hebt
uitgevoerd:
De inkt is wellicht op. Vervang de FINE-inktpatroon.
Controle 4: Vervang een eventuele lege FINE-inktpatroon door een
nieuwe inktpatroon.
Pagina 643 van 736 pagina'sGeen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/Witte st...
Controle 5: Als u papier met één bedrukbare zijde gebruikt, controleer
dan of het paper met de bedrukbare zijde naar boven is geplaatst.
Als u afdrukt op de verkeerde zijde van dit soort papier, kunnen de afdrukken onduidelijk worden of
kan de kwaliteit minder worden.
Raadpleeg de instructiehandleiding bij het papier voor meer informatie over de bedrukbare zijde.
Controle 6: Is de glasplaat vuil?
Reinig de glasplaat.
De glasplaat en de documentklep reinigen
Raadpleeg ook de volgende gedeelten als u gaat kopiëren:
Controle 7: Zorg dat het origineel correct op de glasplaat is geplaatst.
Papier/originelen plaatsen
Controle 8: Is het origineel met de te kopiëren zijde omlaag op de
glasplaat geplaatst?
Controle 9: Hebt u een afdruk gekopieerd die met dit apparaat is
gemaakt?
Druk opnieuw af vanaf de computer.
De afdrukkwaliteit kan minder zijn als u een afdruk kopieert die met dit apparaat is gemaakt.
Naar boven
Pagina 644 van 736 pagina'sGeen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/Witte st...
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren
> Kleuren zijn onduidelijk
U314
Kleuren zijn onduidelijk
Controle 1: Is de kleurcorrectie ingeschakeld?
Bij het afdrukken van foto’s of andere afbeeldingen kan het inschakelen van de kleurcorrectie (in het
printerstuurprogramma) de kleuren verbeteren.
Selecteer in het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma de optie Vivid Photo op het
tabblad Effecten (Effects).
Controle 2: Is de FINE-inktpatroon correct geplaatst?
Als het vergrendelingsklepje van de inktpatroon niet goed is gesloten, wordt de inkt mogelijk niet
goed uitgespoten.
Open de scaneenheid (klep), open het vergrendelingsklepje van de inktpatroon en sluit het
vergrendelingsklepje.
Als u het vergrendelingsklepje van de inktpatroon sluit, drukt u op het vergrendelingsklepje tot het
vastklikt.
Controle 3: Vervang een eventuele lege FINE-inktpatroon door een
nieuwe inktpatroon.
Controle 4: Wordt het controleraster voor de spuitopeningen correct
afgedrukt?
Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de
spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Raadpleeg Routineonderhoud
voor het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen, het
reinigen van de printkop en het uitvoeren van een diepte-reiniging van de printkop.
Als het controleraster voor de spuitopeningen niet correct wordt afgedrukt:
nadat u de printkop hebt gereinigd, controleert u het patroon van het controleraster.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd:
Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
Als het probleem niet is opgelost na de diepte-reiniging van de printkop, zet u het apparaat uit
en voert u na 24 uur nogmaals een diepte-reiniging van de printkop uit.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de diepte-reiniging van de printkop tweemaal hebt
uitgevoerd:
De inkt is wellicht op. Vervang de FINE-inktpatroon.
Opmerking
De afgedrukte kleuren komen mogelijk niet overeen met de schermkleuren als gevolg van
fundamentele verschillen in de methoden die worden gebruikt om kleuren te produceren.
Instellingen voor kleurbeheer en omgevingsverschillen kunnen tevens de weergave van de kleuren
Pagina 645 van 736 pagina'sKleuren zijn onduidelijk
op het scherm beïnvloeden. Daarom kunnen de kleuren van de afdruk verschillen van die op het
scherm.
Naar boven
Pagina 646 van 736 pagina'sKleuren zijn onduidelijk
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren
> Lijnen worden verkeerd afgedrukt
U315
Lijnen worden verkeerd afgedrukt
Controle 1: Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit
gecontroleerd?
Afdrukresultaten niet naar behoren
Controle 2: Lijn de printkop uit.
Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient
u de positie van de printkop aan te passen.
De printkop uitlijnen
Opmerking
Als het probleem niet is opgelost na het uitlijnen van de printkop, voert u een handmatige
uitlijning van de printkop uit aan de hand van de aanwijzingen in De positie van de printkop
uitlijnen
.
Controle 3: Is de omvang van de afdrukgegevens extreem groot?
Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Schakel in het
dialoogvenster dat wordt geopend het selectievakje Verlies van afdrukgegevens voorkomen (Prevent
loss of print data) in.
Controle 4: Wordt de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge
gebruikt?
Als de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge wordt gebruikt, worden dunne lijnen mogelijk
niet afgedrukt. Probeer de lijnen in het document dikker te maken.
Naar boven
Pagina 647 van 736 pagina'sLijnen worden verkeerd afgedrukt
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren
> Afgedrukt papier krult om of
vertoont inktvlekken
U316
Afgedrukt papier krult om of vertoont inktvlekken
Afgedrukt papier vertoont inktvlekken
Afgedrukt papier krult om
Controle 1: Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit
gecontroleerd?
Afdrukresultaten niet naar behoren
Controle 2: Als de intensiteit te hoog is ingesteld, verlaagt u de instelling
Intensiteit (Intensity) in het printerstuurprogramma en probeert u
opnieuw af te drukken.
Als u normaal papier gebruikt voor het afdrukken van afbeeldingen met een hoge intensiteit,
absorbeert het papier mogelijk te veel inkt. Hierdoor kan het gaan golven en kan er papierschuring
ontstaan.
U kunt de intensiteit controleren via het printerstuurprogramma.
De intensiteit aanpassen
Controle 3: Wordt er fotopapier gebruikt voor het afdrukken van foto's?
Als u gegevens afdrukt met een hoge kleurverzadiging, zoals foto's of afbeeldingen met diepe
kleuren, raden wij het gebruik van Glossy Foto Papier Extra II (Photo Paper Plus Glossy II) of ander
speciaal papier van Canon aan.
Papier/originelen plaatsen
Naar boven
Pagina 648 van 736 pagina'sAfgedrukt papier krult om of vertoont inktvlekken
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren
> Papier vertoont vlekken/
Papieroppervlak vertoont krassen
U317
Papier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen
Papier vertoont vlekken
De randen van het papier vertonen vlekken Het papier vertoont vlekken
Papieroppervlak vertoont krassen
Controle 1: Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit
gecontroleerd?
Afdrukresultaten niet naar behoren
Controle 2: Wordt de juiste papiersoort gebruikt? Controleer het
volgende:
Controleer of het papier waarop u afdrukt geschikt is voor het doel waarvoor het gebruikt wordt.
Papier/originelen plaatsen
Controleer als u afdrukt zonder marges of het gebruikte papier voor dit doel geschikt is.
Als het gebruikte papier niet geschikt is voor afdrukken zonder marges, kan de afdrukkwaliteit
aan de boven- en onderkant van het papier afnemen.
Afdrukgebied
Controle 3: Herstel het gekrulde papier en plaats het papier opnieuw.
Voor normaal papier
Draai het papier om en plaats het zodanig dat het aan de andere kant bedrukt wordt.
Als het papier lange tijd in de achterste lade ligt, kan het ook gaan omkrullen. In dat geval kunt u
het papier het beste met de andere zijde naar boven in de lade plaatsen. Hiermee is het
probleem mogelijk verholpen.
Het is raadzaam ongebruikt papier weer in het pak te doen en het pak op een vlak oppervlak
neer te leggen.
Voor ander papier
Als het papier in de vier hoeken meer dan 3 mm (0,1 inch) (A) omhoog krult, kan de afdruk
vlekken vertonen of kan het papier onjuist worden ingevoerd. Volg in zulke gevallen de
onderstaande procedure om het gekrulde papier te corrigeren.
Pagina 649 van 736 pagina'sPapier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen
1.
Rol het papier op tegen de richting van de krul in, zoals hieronder wordt weergegeven.
2.
Controleer of het papier nu vlak is.
Het is raadzaam om teruggekruld papier met een vel tegelijk in te voeren.
Opmerking
Er zijn bepaalde mediumtypen die snel besmeurd raken of niet goed kunnen worden
ingevoerd, ook al krullen ze niet naar binnen. Volg in zulke gevallen de onderstaande
procedure om het papier maximaal 3 mm (0,1 inch) naar buiten te krullen (B) voordat u begint
met afdrukken. Hiermee wordt het afdrukresultaat mogelijk verbeterd.
(C) Afdrukzijde
Het is raadzaam om papier dat naar buiten krult met een vel tegelijk in te voeren.
Controle 4: Als u op dik papier afdrukt, selecteert u de instelling
Papierschuring voorkomen (Prevent paper abrasion).
Schakel de instelling Papierschuring voorkomen (Prevent paper abrasion) in om de afstand tussen
de printkop en het geplaatste papier groter te maken. Als u merkt dat de printkop over het papier
schuurt, zelfs wanneer het mediumtype juist is ingesteld voor het geplaatste papier, stelt u het
apparaat via het bedieningspaneel of de computer in op het voorkomen van papierschuring.
De afdruksnelheid kan afnemen als u de instelling Schuring van papier voorkomen (Prevent paper
abrasion) inschakelt.
* Schakel de instelling Papierschuring voorkomen (Prevent paper abrasion) uit nadat het afdrukken
is voltooid. Als u de instelling niet uitschakelt, blijft deze ingeschakeld voor alle volgende
afdruktaken.
Instellen met het bedieningspaneel
Druk herhaaldelijk op de knop
Onderhoud (Maintenance) totdat het onderstaande wordt
weergegeven op het LED-display. Druk vervolgens op de knop
Zwart (Black)
om de functie
Schuring van papier voorkomen in te schakelen.
Als u de functie Schuring van papier voorkomen wilt uitschakelen, drukt u herhaaldelijk op de
knop Onderhoud (Maintenance) totdat het bovenstaande wordt weergegeven op het LED-
display. Druk vervolgens op de knop
Kleur (Color)
.
Instellen via de computer
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma en schakel in Aangepaste
instellingen (Custom Settings) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) het selectievakje
Pagina 650 van 736 pagina'sPapier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen
Schuring van papier voorkomen (Prevent paper abrasion) in en klik op Verzenden (Send).
Raadpleeg
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
voor informatie
over het openen van het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Controle 5: Als de intensiteit te hoog is ingesteld, verlaagt u de instelling
Intensiteit (Intensity) in het printerstuurprogramma en probeert u
opnieuw af te drukken.
Als u normaal papier gebruikt voor het afdrukken van afbeeldingen met een hoge intensiteit,
absorbeert het papier mogelijk te veel inkt. Hierdoor kan het gaan golven en kan er papierschuring
ontstaan.
Bij het afdrukken vanaf de computer
Verlaag de Intensiteit (Intensity) in het printerstuurprogramma en probeer opnieuw af te
drukken.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
Klik hier: Printerstuurprogramma
* Sluit de actieve toepassing, voordat u hier klikt om het eigenschappenvenster van het
printerstuurprogramma te openen.
2.
Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Handmatig (Manual) voor
Kleur/Intensiteit (Color/Intensity) en klik vervolgens op Instellen (Set).
3.
Pas de intensiteit aan met behulp van de schuifregelaar Intensiteit (Intensity)
op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment).
Controle 6: Wordt het afdrukken uitgevoerd buiten het aanbevolen
afdrukgebied?
Als u buiten het aanbevolen afdrukgebied van het papier afdrukt, kunnen er vlekken ontstaan op de
onderste rand van het papier.
Wijzig het formaat van het origineel in uw toepassing.
Afdrukgebied
Controle 7: Is de glasplaat vuil?
Reinig de glasplaat.
De glasplaat en de documentklep reinigen
Controle 8: Is de papierinvoerrol vuil?
Reinig de papierinvoerrol.
Routineonderhoud
Opmerking
Het reinigen van de papierinvoerrol veroorzaakt slijtage van de rol. Reinig de rol daarom alleen
als dat nodig is.
Controle 9: Is het binnenste van het apparaat vuil?
Als u dubbelzijdig afdrukt, kunnen er inktvlekken in het binnenste van het apparaat achterblijven
waardoor de afdrukken besmeurd kunnen raken.
Maak de binnenzijde van het apparaat schoon door een reiniging van de onderste plaat uit te voeren.
Routineonderhoud
Opmerking
Pagina 651 van 736 pagina'sPapier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen
Stel het paginaformaat correct in om te voorkomen dat er vlekken aan de binnenkant van het
apparaat ontstaan.
Controle 10: Stel bij Droogtijd inkt (Ink Drying Wait Time) een langere
wachttijd in.
Op die manier geeft u het afgedrukte oppervlak voldoende tijd om te drogen, zodat er geen
inktvlekken en krassen ontstaan.
1.
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
2.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
3.
Klik op het tabblad Onderhoud (Maintenance) en vervolgens op Aangepaste
instellingen (Custom Settings).
4.
Stel de gewenste wachttijd in met behulp van de schuifregelaar Droogtijd inkt
(Ink Drying Wait Time) en klik op Verzenden (Send).
5.
Bevestig het bericht en klik op OK.
Controle 11: Wordt het papier bekrast door ander geplaatst papier?
Afhankelijk van het mediumtype kan het papier door ander geplaatst papier worden bekrast tijdens
de invoer vanuit de achterste lade. Plaats in dat geval maar een vel tegelijk.
Naar boven
Pagina 652 van 736 pagina'sPapier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren
> Vegen op de achterzijde van het
papier
U318
Vegen op de achterzijde van het papier
Controle 1: Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit
gecontroleerd?
Afdrukresultaten niet naar behoren
Controle 2: Maak de binnenzijde van het apparaat schoon door een
reiniging van de onderste plaat uit te voeren.
Routineonderhoud
Opmerking
Als u zonder marges, dubbelzijdig of teveel afdrukt, kunnen er inktvlekken in het binnenste van
de printer achterblijven.
Naar boven
Pagina 653 van 736 pagina'sVegen op de achterzijde van het papier
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren
> Er worden verticale lijnen
afgedrukt op de zijde van de afdruk
U319
Er worden verticale lijnen afgedrukt op de zijde van de afdruk
Controle 1: Hebt u de instellingen voor papiersoort en afdrukkwaliteit
gecontroleerd?
Afdrukresultaten niet naar behoren
Controle 2: Is het juiste papierformaat geplaatst?
De verticale lijnen worden mogelijk afgedrukt in de marge als het formaat van het geplaatste papier
groter is dan het opgegeven formaat.
Stel het juiste papierformaat in voor het geplaatste papier.
Afdrukresultaten niet naar behoren
Opmerking
De richting van het verticale lijnenpatroon hangt af van de afbeeldingsgegevens en de
afdrukinstelling.
Dit apparaat voert indien nodig een automatische reiniging uit om te voorkomen dat afdrukken
vuil worden. Bij het reinigen wordt een klein beetje inkt uitgespoten.
De inkt wordt gewoonlijk op het absorptiekussen gespoten. Als u echter papier plaatst dat
groter is dan het opgegeven formaat, kan de inkt op het papier terechtkomen.
Naar boven
Pagina 654 van 736 pagina'sEr worden verticale lijnen afgedrukt op de zijde van de afdruk
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren
> Kleuren zijn ongelijkmatig of
vertonen strepen
U320
Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen
Kleuren zijn ongelijkmatig
Kleuren zijn gestreept
Controle 1: Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit
gecontroleerd?
Afdrukresultaten niet naar behoren
Controle 2: Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer
eventueel noodzakelijk onderhoud uit, zoals het reinigen van de
printkop.
Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de
spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Raadpleeg Routineonderhoud
voor het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen, het
reinigen van de printkop en het uitvoeren van een diepte-reiniging van de printkop.
Als het controleraster voor de spuitopeningen niet correct wordt afgedrukt:
nadat u de printkop hebt gereinigd, controleert u het patroon van het controleraster.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd:
Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
Pagina 655 van 736 pagina'sKleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen
Als het probleem niet is opgelost na de diepte-reiniging van de printkop, zet u het apparaat uit
en voert u na 24 uur nogmaals een diepte-reiniging van de printkop uit.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de diepte-reiniging van de printkop tweemaal hebt
uitgevoerd:
De inkt is wellicht op. Vervang de FINE-inktpatroon.
Controle 3: Lijn de printkop uit.
De printkop uitlijnen
Opmerking
Als het probleem niet is opgelost na het uitlijnen van de printkop, voert u een handmatige
uitlijning van de printkop uit aan de hand van de aanwijzingen in De positie van de printkop
uitlijnen
.
Naar boven
Pagina 656 van 736 pagina'sKleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> De afdruktaak wordt niet gestart
U321
De afdruktaak wordt niet gestart
Controle 1: Controleer of de stekker goed is aangesloten en zet het
apparaat vervolgens aan.
Het apparaat is bezig met initialiseren zolang het
AAN/UIT
-lampje groen knippert. Wacht totdat het
AAN/UIT
-lampje stopt met knipperen en groen blijft branden.
Opmerking
Als u omvangrijke gegevens afdrukt, bijvoorbeeld een foto of afbeelding, kan het langer duren
voordat met afdrukken wordt gestart. Zolang het
AAN/UIT
-lampje groen knippert, is de
computer bezig met het verwerken van gegevens en het versturen van gegevens naar het
apparaat. Wacht totdat het afdrukken wordt gestart.
Controle 2: Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op het
apparaat en de computer.
Controleer het volgende als het apparaat met een USB-kabel op de computer is aangesloten:
Als u een doorschakelapparaat zoals een USB-hub gebruikt, maakt u dit los en sluit u het
apparaat rechtstreeks aan op de computer. Probeer opnieuw af te drukken. Als het afdrukken
normaal wordt gestart, is er een probleem met het doorschakelapparaat. Neem contact op met
de verkoper van uw doorschakelapparaat voor meer informatie.
Er kan ook een probleem met de USB-kabel zijn. Vervang de USB-kabel en probeer nogmaals
af te drukken.
Controle 3: Start de computer opnieuw op als u afdrukt vanaf de
computer.
Verwijder eventuele overbodige afdruktaken.
Een ongewenste afdruktaak verwijderen
Controle 4: Controleer of de naam van het apparaat is geselecteerd in
het dialoogvenster Afdrukken.
Het apparaat drukt niet goed af als u een printerstuurprogramma voor een andere printer gebruikt.
Controleer of de naam van uw apparaat printer is geselecteerd in het dialoogvenster Afdrukken.
Opmerking
Selecteer Als standaardprinter instellen (Set as Default Printer) als u het apparaat wilt instellen
als standaardprinter.
Controle 5: Configureer de printerpoort op de juiste wijze.
Zorg dat de printerpoort correct is geconfigureerd.
1.
Meld u aan bij een gebruikersaccount met beheerdersrechten.
2.
Selecteer Apparaten en printers (Devices and Printers) in het menu Start.
In Windows Vista selecteert u het menu Start > Configuratiescherm (Control Panel) > Hardware
en geluiden (Hardware and Sound) > Printers.
In Windows XP selecteert u Start > Configuratiescherm (Control Panel) > Printers en andere
hardware (Printers and Other Hardware) > Printers en faxapparaten (Printers and Faxes).
Pagina 657 van 736 pagina'sDe afdruktaak wordt niet gestart
3.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Canon XXX Printer (waarbij 'XXX'
de naam van uw apparaat is) en selecteer Eigenschappen van printer (Printer
properties).
In Windows Vista of Windows XP klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram Canon XXX
Printer (waarbij 'XXX' de naam van uw apparaat is) en selecteert u Eigenschappen (Properties).
4.
Klik op het tabblad Poorten (Ports) om de poortinstellingen te bevestigen.
Zorg dat voor Afdrukken naar de volgende poort(en) (Print to the following port(s)) een poort met
de naam USBnnn (waarbij 'n' een getal is) is geselecteerd, waarbij Canon XXX Printer wordt
weergegeven in de kolom Printer.
Als de instelling juist is:
Installeer MP Drivers opnieuw.
Het afdrukken wordt niet gestart, zelfs niet als de poort USBnnn is geselecteerd:
Start Canon My Printer vanaf de taakbalk en selecteer Diagnose en herstel printer
(Diagnose and Repair Printer). Volg de instructies op het scherm om de juiste
printerpoort in te stellen en selecteer Canon XXX Printer.
Als het probleem hiermee niet is verholpen, installeert u MP Drivers opnieuw.
Controle 6: Is de omvang van de afdrukgegevens extreem groot?
Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Schakel in het
dialoogvenster dat wordt geopend het selectievakje Verlies van afdrukgegevens voorkomen (Prevent
loss of print data) in.
Naar boven
Pagina 658 van 736 pagina'sDe afdruktaak wordt niet gestart
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid
U322
Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid
Controle 1: Heeft het apparaat gedurende lange tijd voortdurend
afgedrukt?
Als het apparaat gedurende langere tijd doorlopend heeft afgedrukt, kan de printkop oververhit
raken. Om de printkop te beschermen, kan het apparaat aan het einde van een regel gedurende
een bepaalde tijd stoppen en vervolgens het afdrukken weer hervatten.
Onderbreek in dit geval de afdruktaak op een geschikt moment en schakel het apparaat vervolgens
gedurende ten minste 15 minuten uit.
Ook als het apparaat gedurende een bepaalde periode doorlopend afbeeldingen of foto's met felle
kleuren heeft afgedrukt, kan het afdrukken worden stopgezet om de printkop te beschermen. In dat
geval wordt het afdrukken niet automatisch hervat. Schakel het apparaat ten minste 15 minuten uit.
Let op
De printkop en het omringende gebied kunnen extreem heet worden in het apparaat. Raak de
printkop en de nabijgelegen onderdelen niet aan.
Controle 2: Is er papier geplaatst?
Controleer of er papier in de achterste lade geplaatst is.
Plaats nieuw papier als het papier op is.
Controle 3: Bevatten de af te drukken documenten veel foto's of
illustraties?
Als u omvangrijke gegevens afdrukt zoals foto's of afbeeldingen, hebben het apparaat en de
computer tijd nodig om deze te verwerken, zodat het soms lijkt alsof het apparaat is gestopt.
Ook als u gegevens afdrukt waarbij voortdurend veel inkt op normaal papier wordt gebruikt, zal het
apparaat af en toe een pauze inlassen. Wacht in beide gevallen totdat dit proces is voltooid.
Opmerking
Als u een document afdrukt met een groot afdrukgebied of meerdere exemplaren van een
document, wordt het afdrukken soms stopgezet om de inkt te laten drogen.
Controle 4: Als de kopieertaak stopt voordat deze is voltooid, probeert u
opnieuw te kopiëren.
Als er tijdens het kopiëren enkele fouten zijn opgetreden, stopt het apparaat na enige tijd met de
kopieertaak.
Naar boven
Pagina 659 van 736 pagina'sKopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> Het apparaat beweegt maar er wordt geen inkt toegevoerd
U323
Het apparaat beweegt maar er wordt geen inkt toegevoerd
Controle 1: Zijn de spuitopeningen van de printkop verstopt?
Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de
spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Raadpleeg Routineonderhoud
voor het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen, het
reinigen van de printkop en het uitvoeren van een diepte-reiniging van de printkop.
Als het controleraster voor de spuitopeningen niet correct wordt afgedrukt:
nadat u de printkop hebt gereinigd, controleert u het patroon van het controleraster.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd:
Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
Als het probleem niet is opgelost na de diepte-reiniging van de printkop, zet u het apparaat uit
en voert u na 24 uur nogmaals een diepte-reiniging van de printkop uit.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de diepte-reiniging van de printkop tweemaal hebt
uitgevoerd:
De inkt is wellicht op. Vervang de FINE-inktpatroon.
Controle 2: Is de FINE-inktpatroon correct geplaatst?
Als het vergrendelingsklepje van de inktpatroon niet goed is gesloten, wordt de inkt mogelijk niet
goed uitgespoten.
Open de scaneenheid (klep), open het vergrendelingsklepje van de inktpatroon en sluit het
vergrendelingsklepje.
Als u het vergrendelingsklepje van de inktpatroon sluit, drukt u op het vergrendelingsklepje tot het
vastklikt.
Controle 3: Vervang een eventuele lege FINE-inktpatroon door een
nieuwe inktpatroon.
Naar boven
Pagina 660 van 736 pagina'sHet apparaat beweegt maar er wordt geen inkt toegevoerd
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> De afdruksnelheid is lager dan verwacht
U324
De afdruksnelheid is lager dan verwacht
Controle 1: Wordt het afdrukken uitgevoerd in de Stille modus (Quiet
Mode)?
De afdruksnelheid wordt verlaagd als u op de computer de Stille modus (Quiet Mode) hebt
ingeschakeld. Schakel de Stille modus (Quiet Mode) uit als u sneller wilt printen.
Het geluidsvolume van het apparaat verlagen
Controle 2: Is de afdrukkwaliteit te hoog ingesteld?
Verhoog de instellingen voor de afdruksnelheid in het printerstuurprogramma. Als u de snelheid
verhoogt, verloopt het afdrukken sneller.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
Klik hier: Printerstuurprogramma
* Sluit de actieve toepassing, voordat u hier klikt om het eigenschappenvenster van het
printerstuurprogramma te openen.
2.
Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Snel (Fast) voor de instelling
Afdrukkwaliteit (Print Quality).
Afhankelijk van het mediumtype is het mogelijk dat de optie Snel (Fast) niet beschikbaar is.
Opmerking
Als u de snelheid verhoogt, kan de afdrukkwaliteit afnemen.
De afdruksnelheid zal niet altijd merkbaar verbeteren als u de bovenstaande instructies volgt. Dit is
afhankelijk van uw systeemomgeving.
Naar boven
Pagina 661 van 736 pagina'sDe afdruksnelheid is lager dan verwacht
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> FINE-patroonhouder schuift niet naar de vervangingspositie
U325
FINE-patroonhouder schuift niet naar de vervangingspositie
Controle 1: Is het
AAN/UIT
-lampje uit?
Controleer of het
AAN/UIT
-lampje groen brandt.
De FINE-patroonhouder kan zich uitsluitend verplaatsen wanneer de printer is ingeschakeld. Als het
AAN/UIT
-lampje uit is, sluit u de scaneenheid (klep) en zet u het apparaat aan.
Het apparaat is bezig met initialiseren zolang het
AAN/UIT
-lampje groen knippert. Wacht totdat het
AAN/UIT
-lampje stopt met knipperen en continu groen blijft branden voordat u de scaneenheid
(klep) weer opent.
Controle 2: Wordt er een foutcode weergegeven op het LED-display?
Sluit de scaneenheid (klep), controleer welke foutcode wordt weergegeven en neem de juiste
maatregelen om het probleem op te lossen. Open de klep vervolgens opnieuw. Raadpleeg
Er wordt
een foutcode weergegeven op het LED-display voor meer informatie over het oplossen van
problemen.
Controle 3: Heeft de scaneenheid (klep) langer dan 10 minuten
opengestaan?
Als de scaneenheid (klep) langer dan 10 minuten heeft opengestaan, wordt de FINE-patroonhouder
naar de rechterzijde verplaatst om te voorkomen dat de printkop uitdroogt. Sluit de scaneenheid
(klep) en open deze opnieuw zodat de FINE-patroonhouder naar de positie voor vervanging
beweegt.
Controle 4: Heeft het apparaat gedurende lange tijd voortdurend
afgedrukt?
Sluit de scaneenheid (klep), wacht een tijdje en open de scaneenheid opnieuw.
Als het apparaat gedurende lange tijd voortdurend heeft afgedrukt, beweegt de FINE-patroonhouder
mogelijk niet naar de positie voor vervanging omdat de printkop oververhit kan raken.
Opmerking
Als de scaneenheid (klep) tijdens het afdrukken wordt geopend, wordt de FINE-patroonhouder naar
rechts verplaatst. Sluit de scaneenheid (klep) en open deze pas weer nadat het afdrukken is
voltooid.
Naar boven
Pagina 662 van 736 pagina'sFINE-patroonhouder schuift niet naar de vervangingspositie
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> Het papier wordt niet correct ingevoerd
U326
Het papier wordt niet correct ingevoerd
Controle 1: Let op het volgende bij het plaatsen van papier in de printer.
Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u het papier uitwaaieren voordat u het papier
plaatst.
Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u de vellen precies op elkaar leggen voordat u het
papier in de printer plaatst.
Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u ervoor zorgen dat de stapel papier de
maximumcapaciteit van het apparaat niet overschrijdt.
Bij de maximumcapaciteit kan het papier mogelijk niet correct worden ingevoerd, afhankelijk
van de papiersoort of de omgevingsomstandigheden (zeer hoge of lage temperaturen en
luchtvochtigheid). Plaats in dergelijke gevallen per keer niet meer vellen dan de helft van de
maximumcapaciteit.
Plaats het papier altijd in de lengterichting, ongeacht de afdrukrichting.
Wanneer u het papier in de achterste lade laadt, plaatst u het papier met de afdrukzijde naar
BOVEN en schuift u de papiergeleiders tegen de zijkanten van het papier.
Papier/originelen plaatsen
Controle 2: Controleer of het papier waarop u afdrukt, niet te dik of
gekruld is.
Papier/originelen plaatsen
Controle 3: Let op het volgende bij het plaatsen van enveloppen in de
printer.
Raadpleeg Papier/originelen plaatsen
wanneer u enveloppen afdrukt en bereid de enveloppen voor
voordat u begint met afdrukken.
Plaats de enveloppen nadat u deze hebt voorbereid in de lengterichting in de printer. Als u de
enveloppen in de breedterichting plaatst, worden ze niet goed ingevoerd.
Controle 4: Controleer of zich geen vreemde voorwerpen in de
achterste lade bevinden.
Pagina 663 van 736 pagina'sHet papier wordt niet correct ingevoerd
Raadpleeg Papierstoringen
om het papier te verwijderen als het papier in de achterste lade scheurt.
Als er vreemde voorwerpen in de achterste lade zitten, zet u het apparaat uit, haalt u de stekker uit
het stopcontact en verwijdert u het voorwerp.
Controle 5: Reinig de papierinvoerrol.
Routineonderhoud
Opmerking
Het reinigen van de papierinvoerrol veroorzaakt slijtage van de rol. Reinig de rol daarom alleen
als dat nodig is.
Naar boven
Pagina 664 van 736 pagina'sHet papier wordt niet correct ingevoerd
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen > Papierstoringen
U328
Papierstoringen
Opmerking
Als u het apparaat uit moet schakelen om papier te verwijderen dat tijdens het afdrukken is
vastgelopen, drukt u op de knop Stoppen/herstellen (Stop/Reset) om afdruktaken te annuleren
voordat u het apparaat uitschakelt.
Papier is vastgelopen in de papieruitvoeropening of de achterste lade
In andere gevallen
Naar boven
Pagina 665 van 736 pagina'sPapierstoringen
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Papierstoringen > Papier is vastgelopen in de papieruitvoeropening of
de achterste lade
U349
Papier is vastgelopen in de papieruitvoeropening of de
achterste lade
Verwijder het papier aan de hand van de volgende procedure.
1.
Trek het papier langzaam uit de achterste lade of de papieruitvoeropening. (Kies de
manier die het gemakkelijkst is.)
Opmerking
Als het papier scheurt en er een stuk papier in het apparaat achterblijft, schakelt u het apparaat
uit, opent u de scaneenheid (klep) en verwijdert u het stuk papier.
Raak de interne onderdelen van het apparaat niet aan.
Nadat u al het papier hebt verwijderd, sluit u de scaneenheid (klep) en schakelt u het apparaat
weer in.
Als u het papier niet kunt verwijderen, schakelt u het apparaat uit en vervolgens weer in. Het
papier wordt dan mogelijk automatisch uitgevoerd.
2.
Plaats het papier opnieuw en druk op de knop
Stoppen/herstellen (Stop/Reset)
op het apparaat.
Als u het apparaat bij stap 1 hebt uitgeschakeld, zijn alle afdruktaken in de wachtrij geannuleerd.
Druk de taken zo nodig opnieuw af.
Opmerking
Controleer tijdens het opnieuw plaatsen van het papier of u papier gebruikt dat geschikt is voor
afdrukken en of u het papier correct plaatst.
Papier/originelen plaatsen
Het wordt aanbevolen ander papier dan papier van A5-formaat te gebruiken om documenten
met foto's of afbeeldingen af te drukken, omdat de afdruk kan omkrullen en kan vastlopen
tijdens het uitvoeren.
Neem contact op met het ondersteuningscentrum als u het papier niet kunt verwijderen, het papier in het
apparaat scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd.
Naar boven
Pagina 666 van 736 pagina'sPapier is vastgelopen in de papieruitvoeropening of de achterste lade
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Papierstoringen
> In andere gevallen
U353
In andere gevallen
Voer de volgende controles uit:
Controle 1: Bevinden zich vreemde voorwerpen bij de
papieruitvoeropening?
Controle 2: Bevinden zich vreemde voorwerpen in de achterste lade?
Als er vreemde voorwerpen in de achterste lade zitten, zet u het apparaat uit, haalt u de stekker uit
het stopcontact en verwijdert u het voorwerp.
Controle 3: Is het papier gekruld?
Controle 3: Herstel het gekrulde papier en plaats het papier opnieuw.
Naar boven
Pagina 667 van 736 pagina'sIn andere gevallen
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> Er wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
U331
Er wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
Foutcode: B200 Er is een printerfout opgetreden. Zet de printer uit en verwijder het netsnoer van de
printer uit het stopcontact. Neem vervolgens contact op met het ondersteuningscentrum. (Error Number:
B200 A printer error has occurred. Turn the printer off and unplug the power cord of the printer from the
power supply. Then contact the service center.) wordt weergegeven
Foutcode: **** Er is een printerfout opgetreden. Zet de printer uit en weer aan. Als de fout zich blijft
voordoen, raadpleegt u de gebruikershandleiding voor meer informatie. (Error Number: **** A printer
error has occurred. Turn the printer off and then on again. If this doesn't clear the error, see the user's
guide for more detail.) wordt weergegeven
Er wordt een foutbericht weergegeven over het netsnoer dat wordt losgekoppeld
Schrijffout/Uitvoerfout/Communicatiefout
Andere foutberichten
Het venster Inkjetprinter/Scanner/Fax - Extended Survey Program (Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended
Survey Program) wordt weergegeven
Foutcode: B200 Er is een printerfout opgetreden. Zet de printer uit en verwijder het
netsnoer van de printer uit het stopcontact. Neem vervolgens contact op met het
ondersteuningscentrum. (Error Number: B200 A printer error has occurred. Turn the
printer off and unplug the power cord of the printer from the power supply. Then contact
the service center.) wordt weergegeven
Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Foutcode: **** Er is een printerfout opgetreden. Zet de printer uit en weer aan. Als de fout
zich blijft voordoen, raadpleegt u de gebruikershandleiding voor meer informatie. (Error
Number: **** A printer error has occurred. Turn the printer off and then on again. If this
doesn't clear the error, see the user's guide for more detail.) wordt weergegeven
****' staat voor een alfanumerieke tekencombinatie en is afhankelijk van de opgetreden fout.
5100 wordt weergegeven
Controleer of de beweging van de FINE-patroonhouder wordt geblokkeerd.
Annuleer het afdrukken vanaf de computer en zet het apparaat uit. Verwijder het vastgelopen
papier of beschermende materiaal waardoor de beweging van de FINE-patroonhouder wordt
belemmerd en zet het apparaat weer aan.
Belangrijk
Raak de interne onderdelen van het apparaat niet aan. Als u deze toch aanraakt, drukt de
printer mogelijk niet goed meer af.
Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het
ondersteuningscentrum.
Een viercijferige alfanumerieke code en 'Er is een printerfout opgetreden' wordt
weergegeven
Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan.
Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het
ondersteuningscentrum.
Er wordt een foutbericht weergegeven over het netsnoer dat wordt losgekoppeld
Pagina 668 van 736 pagina'sEr wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
Mogelijk is de stekker uit het stopcontact getrokken terwijl het apparaat nog was ingeschakeld.
Controleer het foutbericht dat op de computer wordt weergegeven en klik op OK.
Het apparaat begint af te drukken.
Raadpleeg
Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer
voor informatie over het
loskoppelen van het netsnoer.
Schrijffout/Uitvoerfout/Communicatiefout
Controle 1: Als het AAN/UIT
-lampje uit is, controleert u of de stekker in het
stopcontact zit en zet u het apparaat vervolgens aan.
Het apparaat is bezig met initialiseren zolang het
AAN/UIT
-lampje groen knippert. Wacht totdat
het
AAN/UIT
-lampje stopt met knipperen en groen blijft branden.
Controle 2: Controleer of de printerpoort correct is geconfigureerd in het
printerstuurprogramma.
* In de volgende instructies verwijst
XXX
naar de naam van uw apparaat.
1.
Meld u aan bij een gebruikersaccount met beheerdersrechten.
2.
Selecteer Apparaten en printers (Devices and Printers) in het menu Start.
In Windows Vista selecteert u het menu Start > Configuratiescherm (Control Panel) >
Hardware en geluiden (Hardware and Sound) > Printers.
In Windows XP selecteert u Start > Configuratiescherm (Control Panel) > Printers en
andere hardware (Printers and Other Hardware) > Printers en faxapparaten (Printers and
Faxes).
3.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Canon XXX Printer en selecteer
Eigenschappen van printer (Printer properties).
In Windows Vista of Windows XP klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram Canon
XXX Printer (waarbij 'XXX' de naam van uw apparaat is) en selecteert u Eigenschappen
(Properties).
4.
Klik op het tabblad Poorten (Ports) om de poortinstellingen te bevestigen.
Zorg dat voor Afdrukken naar de volgende poort(en) (Print to the following port(s)) een
poort met de naam USBnnn (waarbij 'n' een getal is) is geselecteerd, waarbij Canon XXX
Printer wordt weergegeven in de kolom Printer.
Als de instelling juist is:
Installeer MP Drivers opnieuw.
Het afdrukken wordt niet gestart, zelfs niet als de poort USBnnn is geselecteerd:
Start Canon My Printer vanaf de taakbalk en selecteer Diagnose en herstel printer
(Diagnose and Repair Printer). Volg de instructies op het scherm om de juiste
printerpoort in te stellen en selecteer Canon XXX Printer.
Als het probleem hiermee niet is verholpen, installeert u MP Drivers opnieuw.
Controle 3: Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op het apparaat en
de computer.
Controleer het volgende als het apparaat met een USB-kabel op de computer is aangesloten:
Als u een doorschakelapparaat zoals een USB-hub gebruikt, maakt u dit los en sluit u
het apparaat rechtstreeks aan op de computer. Probeer opnieuw af te drukken. Als het
afdrukken normaal wordt gestart, is er een probleem met het doorschakelapparaat.
Neem contact op met de verkoper van uw doorschakelapparaat voor meer informatie.
Er kan ook een probleem met de USB-kabel zijn. Vervang de USB-kabel en probeer
nogmaals af te drukken.
Controle 4: Controleer of MP Drivers correct is geïnstalleerd.
Maak de installatie van MP Drivers ongedaan volgens de procedure die is beschreven in
Onnodige MP Drivers verwijderen . Plaats de installatie-cd-rom (Setup CD-ROM)
in het
schijfstation van de computer, voer een Aangepaste installatie (Custom Install) uit en
Pagina 669 van 736 pagina'sEr wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
selecteer vervolgens MP Drivers om deze opnieuw te installeren.
Controle 5: Controleer de status van het apparaat op uw computer.
Volg de onderstaande procedure om de status van het apparaat te controleren.
1.
Klik achtereenvolgens op Configuratiescherm (Control Panel), Hardware en geluiden
(Hardware and Sound) en Apparaatbeheer (Device Manager).
Als het venster Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) wordt geopend, volgt u
de aanwijzingen op het scherm.
Klik in Windows XP achtereenvolgens opConfiguratiescherm (Control Panel), Prestaties
en onderhoud (Performance and Maintenance) en Systeem (System). Klik vervolgens op
Apparaatbeheer (Device Manager) op het tabblad Hardware.
2.
Dubbelklik op USB-controllers (Universal Serial Bus controllers) en vervolgens op
Ondersteuning voor USB-afdrukken (USB Printing Support).
Als Ondersteuning voor USB-afdrukken (USB Printing Support) niet wordt weergegeven,
controleert u of het apparaat goed op de computer is aangesloten.
Controle 3: Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op het apparaat en de
computer.
3.
Klik op de tab Algemeen (General) en controleer of er geen problemen met het
apparaat worden weergegeven.
Als er een apparaatfout wordt weergegeven, raadpleegt u de Windows Help om de fout te
verhelpen.
Andere foutberichten
Controle: Controleer het volgende als er een foutbericht buiten de
printerstatusmonitor wordt weergegeven.
'Kan niet spoolen wegens onvoldoende schijfruimte' ("Could not spool successfully
due to insufficient disk space")
Verwijder onnodige bestanden om schijfruimte vrij te maken.
'Kan niet spoolen wegens onvoldoende geheugen' ("Could not spool successfully due
to insufficient memory")
Verhoog de hoeveelheid geheugen door andere actieve toepassingen te sluiten.
Als u nog steeds niet kunt afdrukken, start u uw computer opnieuw op en probeert u
vervolgens nogmaals af te drukken.
'Kan printerstuurprogramma niet vinden' ("Printer driver could not be found")
Verwijder het printerstuurprogramma volgens de procedure in
Onnodige MP Drivers
verwijderen
en installeer het stuurprogramma opnieuw.
'Afdrukken Toepassingsnaam – Bestandsnaam mislukt' ("Could not print Application
name - File name")
Probeer nogmaals af te drukken nadat de huidige taak is voltooid.
Het venster Inkjetprinter/Scanner/Fax - Extended Survey Program (Inkjet Printer/Scanner/
Fax Extended Survey Program) wordt weergegeven
Als Inkjetprinter/Scanner/Fax - Extended Survey Program is geïnstalleerd, verschijnt er een
bevestigingsvenster waarin wordt gevraagd of u ermee akkoord gaat dat drie maanden en zes
maanden na de installatie gegevens over printer- en programmagebruik worden verzonden.
Daarna verschijnt het bevestigingsvenster gedurende ongeveer vier jaar om de zes maanden.
Lees de instructies op het scherm en voer de onderstaande procedure uit.
Pagina 670 van 736 pagina'sEr wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
Indien u wilt deelnemen aan het enquêteprogramma:
Klik op Akkoord (Agree) en volg de aanwijzingen op het scherm. De gebruiksgegevens van de
printer worden via internet verstuurd. Als u de aanwijzingen op het scherm hebt opgevolgd,
worden de gegevens vanaf de volgende keer automatisch verzonden en wordt het
bevestigingsvenster niet meer weergegeven.
Opmerking
Wanneer deze gegevens worden verzonden, kan een waarschuwingsvenster voor
internetbeveiliging worden weergegeven. Controleer in dit geval of de programmanaam
'IJPLMUI.exe' is en geef vervolgens toestemming.
Als u het selectievakje Vanaf de volgende keer automatisch verzenden (Send
automatically from the next time) uitschakelt, worden de gegevens de volgende keer niet
automatisch verzonden en wordt de volgende keer een bevestigingsvenster
weergegeven. Raadpleeg
De instelling voor het bevestigingsvenster wijzigen:
als u de
gegevens automatisch wilt verzenden.
Indien u niet wilt deelnemen aan het enquêteprogramma:
Klik op Do not agree. Het bevestigingsvenster wordt gesloten en de enquête wordt
overgeslagen. Het bevestigingsvenster wordt na twee maanden opnieuw weergegeven.
Inkjetprinter/Scanner/Fax - Extended Survey Program verwijderen:
Als u Inkjetprinter/Scanner/Fax - Extended Survey Program wilt verwijderen, klikt u op
Verwijderen (Uninstall) en volgt u de aanwijzingen op het scherm.
De instelling voor het bevestigingsvenster wijzigen:
1.
Selecteer items in het menu Start zoals hieronder wordt aangegeven.
In Windows 7 of Windows Vista selecteert u het menu Start > Configuratiescherm
(Control Panel) > Een programma verwijderen (Uninstall a program).
In Windows XP selecteert u het menu Start > Configuratiescherm (Control Panel)
> Software (Add or Remove Programs).
Opmerking
In Windows 7 of Windows Vista wordt wellicht een bevestigings-/
waarschuwingsvenster weergegeven bij het installeren, verwijderen of
starten van software.
Dit dialoogvenster verschijnt wanneer beheerdersrechten zijn vereist voor
het uitvoeren van een taak.
Als u bent aangemeld bij een beheerdersaccount, volgt u de aanwijzingen
op het scherm.
Pagina 671 van 736 pagina'sEr wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
2.
Selecteer Canon Inkjetprinter/Scanner/Fax - Extended Survey Program (Canon Inkjet
Printer/Scanner/Fax - Extended Survey Program).
3.
Selecteer Wijzigen (Change).
Als u Ja (Yes) selecteert nadat u de aanwijzingen op het scherm hebt opgevolgd, wordt
het bevestigingsvenster weergegeven bij de volgende enquête.
Als u Nee (No) selecteert, worden de gegevens automatisch verzonden.
Opmerking
Als u Verwijderen (Uninstall) (of (Remove)) selecteert, wordt Inkjetprinter/Scanner/
Fax - Extended Survey Program verwijderd. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Naar boven
Pagina 672 van 736 pagina'sEr wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> Voor Windows-gebruikers
U333
Voor Windows-gebruikers
De printerstatusmonitor wordt niet weergegeven
Controle: Is de printerstatusmonitor ingeschakeld?
Controleer of Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) is geselecteerd in het menu
Optie (Option) van de printerstatusmonitor.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
2.
Ga naar het tabblad Onderhoud (Maintenance) en klik op Printerstatus weergeven
(View Printer Status).
3.
Selecteer Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) in het menu Optie
(Option) als dit nog niet is geselecteerd.
Als u Windows 7 of Windows Vista gebruikt:
Altijd MP Navigator EX starten wanneer de knop
SCANNEN (SCAN)
op het apparaat wordt
ingedrukt
Controle: Controleer wat er gebeurt wanneer u op de knop
SCANNEN (SCAN)
op
het apparaat drukt.
Volg de onderstaande procedure om de reactie van uw computer te controleren.
Als u Windows 7 gebruikt:
1.
Meld u aan bij een gebruikersaccount met beheerdersrechten.
2.
Selecteer Apparaten en printers (Devices and Printers) in het menu Start.
3.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Canon XXX Printer (waarbij 'XXX'
de naam van uw apparaat is) en selecteer Scaneigenschappen (Scan properties).
Als het scherm Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) verschijnt, klikt u
op Ja (Yes).
4.
Klik in het venster Eigenschappen van WIA Canon XXX ser (WIA Canon XXX ser
Properties) (waarbij 'XXX' de naam van uw apparaat is) op de tab Gebeurtenissen
(Events).
5.
Selecteer bij Acties (Actions) de optie Uitvoeren (Start this program) en selecteer
vervolgens MP Navigator EX Ver4.0 in het keuzemenu.
Selecteer een gebeurtenis in het keuzemenu Selecteer een gebeurtenis (Select an
event) en selecteer vervolgens MP Navigator EX Ver4.0 voor elke gebeurtenis. Klik op
Annuleren (Cancel) als MP Navigator EX Ver4.0 al is ingesteld voor elke gebeurtenis.
6.
Klik op OK.
Pagina 673 van 736 pagina'sVoor Windows-gebruikers
Als u Windows Vista gebruikt:
1.
Meld u aan bij een gebruikersaccount met beheerdersrechten.
2.
Klik op Start en selecteer Configuratiescherm (Control Panel) > Hardware en
geluiden (Hardware and Sound) > Scanners en camera's (Scanners and
Cameras).
3.
Selecteer WIA Canon XXX ser (waarbij 'XXX' de naam van uw apparaat is) en klik
op de knop Eigenschappen (Properties).
Als het scherm Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) verschijnt, klikt u
op Doorgaan (Continue).
4.
Klik in het venster Eigenschappen van WIA Canon XXX ser (WIA Canon XXX ser
Properties) (waarbij 'XXX' de naam van uw apparaat is) op de tab Gebeurtenissen
(Events).
5.
Selecteer bij Acties (Actions) de optie Uitvoeren (Start this program) en selecteer
vervolgens MP Navigator EX Ver4.0 in het keuzemenu.
Selecteer een gebeurtenis in het keuzemenu Selecteer een gebeurtenis (Select an
event) en selecteer vervolgens MP Navigator EX Ver4.0 voor elke gebeurtenis. Klik op
Annuleren (Cancel) als MP Navigator EX Ver4.0 al is ingesteld voor elke gebeurtenis.
6.
Klik op OK.
Naar boven
Pagina 674 van 736 pagina'sVoor Windows-gebruikers
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen > Problemen met scannen
S901
Problemen met scannen
De scanner werkt niet
ScanGear (scannerstuurprogramma) start niet
Er verschijnt een foutbericht en het scherm van ScanGear (scannerstuurprogramma) wordt niet
weergegeven
Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht
De gescande afbeelding wordt omringd door extra witruimte
Er kunnen niet meerdere documenten tegelijk worden gescand
Scannen in de automatische scanmodus werkt niet goed
Lage scansnelheid
Er wordt een bericht weergegeven dat er onvoldoende geheugen is
De computer loopt vast tijdens het scannen
De scanner werkt niet nadat een upgrade van Windows is uitgevoerd
Naar boven
Pagina 675 van 736 pagina'sProblemen met scannen
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen > Problemen met scannen
> De scanner werkt niet
S902
De scanner werkt niet
Controle 1: zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Controle 2: sluit de USB-kabel aan op een andere USB-poort van de
computer.
Controle 3: als de USB-kabel is aangesloten op een USB-hub, maakt u de
kabel los van de USB-hub en sluit u deze aan op een USB-poort van de
computer.
Controle 4: start de computer opnieuw op.
Naar boven
Pagina 676 van 736 pagina'sDe scanner werkt niet
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen > Problemen met scannen
> ScanGear (scannerstuurprogramma) start
niet
S903
ScanGear (scannerstuurprogramma) start niet
Controle 1: zorg dat MP Drivers is geïnstalleerd.
Als dit niet is geïnstalleerd, plaatst u de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM) in het schijfstation van de
computer. Selecteer vervolgens Aangepaste installatie (Custom Install) en installeer MP Drivers.
Controle 2: selecteer Bron selecteren (Select Source) in het menu Bestand
(File) van de toepassing en selecteer het apparaat.
Belangrijk
Selecteer niet de modelnaam waar WIA in staat.
Opmerking
Deze bewerking kan per toepassing verschillen.
Controle 3: start vanuit een TWAIN-compatibele toepassing.
Naar boven
Pagina 677 van 736 pagina'sScanGear (scannerstuurprogramma) start niet
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen > Problemen met scannen
> Er verschijnt een foutbericht en het scherm
van ScanGear (scannerstuurprogramma) wordt niet weergegeven
S904
Er verschijnt een foutbericht en het scherm van ScanGear
(scannerstuurprogramma) wordt niet weergegeven
Controle 1: zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Controle 2: zet het apparaat uit, sluit de USB-kabel opnieuw aan en sluit
het netsnoer weer aan.
Controle 3: sluit de USB-kabel aan op een andere USB-poort van de
computer.
Controle 4: als de USB-kabel is aangesloten op een USB-hub, verwijdert u
de kabel uit de USB-hub en sluit u deze aan op een USB-poort van de
computer.
Controle 5: zorg dat MP Drivers is geïnstalleerd.
Als dit niet is geïnstalleerd, plaatst u de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM) in het schijfstation van de
computer. Selecteer vervolgens Aangepaste installatie (Custom Install) en installeer MP Drivers.
Controle 6: selecteer Bron selecteren (Select Source) in het menu Bestand
(File) van de toepassing en selecteer het apparaat.
Opmerking
Deze bewerking kan per toepassing verschillen.
Controle 7: zorg dat u een toepassing gebruikt die compatibel is met
TWAIN.
U kunt ScanGear (scannerstuurprogramma) niet openen vanuit toepassingen die TWAIN niet
ondersteunen.
Controle 8: sluit ScanGear af als het met een andere toepassing wordt
uitgevoerd.
Naar boven
Pagina 678 van 736 pagina'sEr verschijnt een foutbericht en het scherm van ScanGear (scannerstuu...
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen > Problemen met scannen
> Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is
slecht
S905
Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht
Controle 1: verhoog de scanresolutie.
Resolutie
Controle 2: stel de schaal in op 100%.
In bepaalde toepassingen worden te kleine afbeeldingen niet duidelijk weergegeven.
Controle 3: als moiré (streeppatroon) ontstaat, neemt u de volgende
maatregelen en probeert u het opnieuw.
Selecteer op het tabblad Basismodus (Basic Mode) van ScanGear (scannerstuurprogramma) bij
Bron selecteren (Magazine(Color)) de optie Tijdschrift (kleur) (Select Source).
Tabblad Basismodus (Basic Mode)
Stel op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear de optie Moiré-reductie
(Descreen) in Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings) in op AAN (ON).
Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
Opmerking
Als moiré optreedt wanneer u een afgedrukte digitale foto scant, neemt u de bovenstaande
maatregelen en scant u opnieuw.
Als u MP Navigator EX gebruikt, stelt u Documenttype (Document Type) in op Tijdschrift (kleur)
(Magazine(Color)) of schakelt u in het dialoogvenster Scan-instellingen (Descreen) de optie Moiré-
reductie (Scan Settings) in en scant u opnieuw.
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (foto's/documenten)
Controle 4: controleer de kleurdiepte van het beeldscherm.
Windows 7:
Selecteer via het menu Start achtereenvolgens Configuratiescherm (Control Panel) > Vormgeving
aan persoonlijke voorkeur aanpassen (Appearance and Personalization) > Schermresolutie
aanpassen (Adjust screen resolution) > Geavanceerde instellingen (Advanced settings).
Stel op het tabblad Monitor van het weergegeven dialoogvenster Kleuren (Colors) in op Hoge
kleuren (16 bits) (High Color (16 bit)) of Ware kleuren (32 bits) (True Color (32 bit)).
Windows Vista:
Selecteer in het menu Start de optie Configuratiescherm (Control Panel) > Vormgeving aan
persoonlijke voorkeur aanpassen (Appearance and Personalization) > Schermresolutie aanpassen
(Adjust screen resolution) om het dialoogvenster Beeldscherminstellingen (Display Settings) te
openen. Stel de kleurdiepte in op Gemiddeld (16 bits) (Medium (16 bit)) of Hoogst (32 bits) (Highest
(32 bit)).
Windows XP:
Selecteer in het menu Start de optie Configuratiescherm (Control Panel) > Beeldscherm (Display)
om het dialoogvenster Beeldschermeigenschappen (Display Properties) te openen. Stel op het
tabblad Instellingen (Settings) Kleurkwaliteit (Color quality) in op Gemiddeld (16 bits) (Medium (16
bit)) of Hoogst (32 bits) (Highest (32 bit)).
Controle 5: maak de glasplaat en de documentklep schoon.
De glasplaat en de documentklep reinigen
Controle 6: als het document in slechte staat is (vuil, vervaagd), gebruikt u
Stof en krassen reduceren (Reduce Dust and Scratches), Correctie van
Pagina 679 van 736 pagina'sScankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht
vervaging (Fading Correction), Correctie van korreligheid (Grain
Correction) en dergelijke in Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear.
Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
Controle 7: als de kleurtint van afbeeldingen afwijkt van het originele
document, neemt u de volgende maatregelen en probeert u het opnieuw.
Stel op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear de optie
Beeldaanpassing (Image Adjustment) in Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings) in op
Geen (None).
Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
Stel op het tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) in het dialoogvenster Voorkeuren
(Preferences) van ScanGear Kleurafstemming (Color Matching) in.
Tabblad Kleurinstellingen (Color Settings)
Naar boven
Pagina 680 van 736 pagina'sScankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen > Problemen met scannen
> De gescande afbeelding wordt omringd door
extra witruimte
S906
De gescande afbeelding wordt omringd door extra witruimte
Controle: geef het scangebied op.
Klik op
(automatisch bijsnijden) in de volledige afbeeldingsweergave van ScanGear
(scannerstuurprogramma) om automatisch het bijsnijdkader (scangebied) voor het toepasselijke
documentformaat weer te geven.
U kunt het scangebied ook handmatig opgeven in de miniatuurweergave, of wanneer er witte marges
rond het document zijn (bijvoorbeeld op foto's) of wanneer u aangepaste bijsnijdkaders wilt maken.
Bijsnijdkaders aanpassen
Naar boven
Pagina 681 van 736 pagina'sDe gescande afbeelding wordt omringd door extra witruimte
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen > Problemen met scannen > Er kunnen niet meerdere documenten tegelijk
worden gescand
S907
Er kunnen niet meerdere documenten tegelijk worden gescand
Controle 1: controleer of de documenten correct op de glasplaat zijn
geplaatst.
Documenten plaatsen
Controle 2: scan elk item afzonderlijk.
Bepaalde toepassingen bieden geen ondersteuning voor het scannen van meerdere documenten.
Naar boven
Pagina 682 van 736 pagina'sEr kunnen niet meerdere documenten tegelijk worden gescand
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen > Problemen met scannen
> Scannen in de automatische scanmodus
werkt niet goed
S916
Scannen in de automatische scanmodus werkt niet goed
Controle 1: controleer of de documenten correct op de glasplaat zijn
geplaatst.
Documenten plaatsen
Controle 2: mogelijk wordt scannen van meerdere afbeeldingen niet
ondersteund.
Bepaalde toepassingen bieden geen ondersteuning voor het scannen van meerdere documenten. Scan
in dat geval elk document afzonderlijk.
Naar boven
Pagina 683 van 736 pagina'sScannen in de automatische scanmodus werkt niet goed
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen > Problemen met scannen
> Lage scansnelheid
S908
Lage scansnelheid
Controle 1: als u de afbeelding wilt weergeven op een monitor, stelt u de
uitvoerresolutie in op ongeveer 150 dpi. Voor afdrukken stelt u de resolutie
in op ongeveer 300 dpi.
Resolutie
Controle 2: stel Correctie van vervaging (Fading Correction), Correctie van
korreligheid (Grain Correction) en dergelijke in op Geen (None).
Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings)
Controle 3: schakel in MP Navigator EX het selectievakje Scheve
documenten corrigeren (Correct slanted document) / Afdrukstand van
tekstdocumenten detecteren en afbeeldingen roteren (Detect the
orientation of text documents and rotate images) uit en scan het document
opnieuw.
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (foto's/documenten)
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
Naar boven
Pagina 684 van 736 pagina'sLage scansnelheid
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen > Problemen met scannen
> Er wordt een bericht weergegeven dat er
onvoldoende geheugen is
S909
Er wordt een bericht weergegeven dat er onvoldoende
geheugen is
Controle 1: sluit andere toepassingen en probeer het opnieuw.
Controle 2: verlaag de resolutie of het uitvoerformaat en voer de scan
opnieuw uit.
Resolutie
Naar boven
Pagina 685 van 736 pagina'sEr wordt een bericht weergegeven dat er onvoldoende geheugen is
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen > Problemen met scannen
> De computer loopt vast tijdens het scannen
S910
De computer loopt vast tijdens het scannen
Controle 1: start de computer opnieuw op, verlaag de uitvoerresolutie in
ScanGear (scannerstuurprogramma) en scan het document nogmaals.
Controle 2: verwijder onnodige bestanden om voldoende ruimte op de
vaste schijf vrij te maken en voer de scan opnieuw uit.
Er kan een foutbericht worden weergegeven als er onvoldoende vasteschijfruimte is om de afbeelding te
scannen en op te slaan doordat de afbeelding te groot is (bijvoorbeeld bij het scannen van een groot
document bij een hoge resolutie).
Controle 3: geef bij Locatie van tijdelijke bestanden (Location of Temporary
Files) in MP Navigator EX een map op een station met voldoende vrije
ruimte op.
Tabblad Algemeen (General)
Controle 4: mogelijk zijn er meerdere apparaten aangesloten op USB-
poorten.
Verbreek de verbinding van andere apparaten.
Naar boven
Pagina 686 van 736 pagina'sDe computer loopt vast tijdens het scannen
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen > Problemen met scannen
> De scanner werkt niet nadat een upgrade
van Windows is uitgevoerd
S911
De scanner werkt niet nadat een upgrade van Windows is
uitgevoerd
Controle: koppel de USB-kabel los. Verwijder vervolgens MP Drivers en MP
Navigator EX en installeer deze opnieuw.
Stap 1: verwijder MP Drivers.
Raadpleeg '
Onnodige MP Drivers verwijderen ' voor meer informatie.
Stap 2: verwijder MP Navigator EX.
1.
Klik op het menu Start en vervolgens op Alle programma's (All Programs) > Canon Utilities >
MP Navigator EX 4.0 > MP Navigator EX 4.0 verwijderen (MP Navigator EX 4.0 Uninstall).
Opmerking
In Windows 7 of Windows Vista wordt wellicht een bevestigings-/waarschuwingsvenster
weergegeven bij het installeren, verwijderen of starten van software.
Dit dialoogvenster verschijnt wanneer beheerdersrechten zijn vereist voor het uitvoeren
van een taak.
Als u bent aangemeld bij een beheerdersaccount, volgt u de aanwijzingen op het scherm.
2.
Klik op Ja (Yes) wanneer u om bevestiging wordt gevraagd.
3.
Klik op OK wanneer het verwijderen is voltooid.
MP Navigator EX is verwijderd.
Stap 3: installeer MP Drivers en MP Navigator EX opnieuw.
Plaats de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM) in het schijfstation van de computer en selecteer
Aangepaste installatie (Custom Install) en installeer MP Drivers en MP Navigator EX opnieuw.
Naar boven
Pagina 687 van 736 pagina'sDe scanner werkt niet nadat een upgrade van Windows is uitgevoerd
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> Problemen met software
S930
Problemen met software
Het e-mailprogramma dat u wilt gebruiken, wordt niet weergegeven in het scherm waarin u het e-
mailprogramma kunt selecteren
De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind afgedrukt
De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind weergegeven op het computerscherm
De gescande afbeelding kan niet worden geopend
Naar boven
Pagina 688 van 736 pagina'sProblemen met software
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Problemen met software
> Het e-mailprogramma dat u wilt gebruiken,
wordt niet weergegeven in het scherm waarin u het e-mailprogramma kunt selecteren
S931
Het e-mailprogramma dat u wilt gebruiken, wordt niet
weergegeven in het scherm waarin u het e-mailprogramma
kunt selecteren
Controle 1: mogelijk ondersteunt MP Navigator EX het e-mailprogramma
niet.
De volgende e-mailprogramma's worden ondersteund. (Afbeeldingen worden automatisch aan het e-
mailbericht toegevoegd.)
- Microsoft Outlook
- Windows Mail (Windows Vista)
- Outlook Express (Windows XP)
Controle 2: als een e-mailprogramma niet naar behoren functioneert,
controleert u of de MAPI-instelling van het e-mailprogramma is
ingeschakeld.
Raadpleeg de handleiding van het e-mailprogramma voor meer informatie.
Controle 3: als u een ander e-mailprogramma gebruikt dan de
bovenstaande programma's, selecteert u Geen (handmatig toevoegen)
(None (Attach Manually)) wanneer u wordt gevraagd een programma te
kiezen en voegt u de gescande afbeelding handmatig toe.
Naar boven
Pagina 689 van 736 pagina'sHet e-mailprogramma dat u wilt gebruiken, wordt niet weergegeven in ...
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Problemen met software
> De gescande afbeelding wordt vergroot of
verkleind afgedrukt
S932
De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind afgedrukt
Controle: geef de afdrukgrootte op in de toepassing.
Naar boven
Pagina 690 van 736 pagina'sDe gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind afgedrukt
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Problemen met software
> De gescande afbeelding wordt vergroot of
verkleind weergegeven op het computerscherm
S933
De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind
weergegeven op het computerscherm
Controle 1: wijzig de weergave-instelling in de toepassing.
Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie Als u vragen hebt, kunt u contact
opnemen met de fabrikant van de toepassing.
Opmerking
U kunt het afbeeldingsformaat niet verkleinen in Paint. Als u het weergaveformaat wilt verkleinen,
opent u de afbeeldingen in een toepassing.
Controle 2: wijzig de resolutie-instelling in ScanGear
(scannerstuurprogramma) en voer de scan opnieuw uit.
Hoe hoger de resolutie, hoe groter de afbeelding.
Resolutie
Naar boven
Pagina 691 van 736 pagina'sDe gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind weergegeven op he...
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Problemen met software
> De gescande afbeelding kan niet worden
geopend
S934
De gescande afbeelding kan niet worden geopend
Controle: als de bestandsindeling niet door de toepassing wordt
ondersteund, scant u de afbeelding opnieuw en slaat u deze op in een
veelgebruikte bestandsindeling, zoals JPEG.
Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie Als u vragen hebt, kunt u contact
opnemen met de fabrikant van de toepassing.
Naar boven
Pagina 692 van 736 pagina'sDe gescande afbeelding kan niet worden geopend
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> Problemen met MP Navigator EX
S940
Problemen met MP Navigator EX
Kan niet scannen met de juiste afmetingen
Bij scannen vanaf het bedieningspaneel kan de positie of het formaat van de afbeelding niet goed
worden vastgesteld
Document is juist geplaatst, maar de gescande afbeelding is scheef
Document is juist geplaatst, maar de afdrukstand in de gescande afbeelding is gewijzigd
Naar boven
Pagina 693 van 736 pagina'sProblemen met MP Navigator EX
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Problemen met MP Navigator EX
> Kan niet scannen met de juiste
afmetingen
S941
Kan niet scannen met de juiste afmetingen
Controle 1: controleer of de documenten correct op de glasplaat zijn
geplaatst.
Documenten plaatsen
Controle 2: stel Documentformaat (Document Size) in op het
daadwerkelijke documentformaat en probeer het opnieuw.
Als u geen overeenkomend formaat kunt vinden, scant u het document op een groter formaat en snijdt u
de afbeelding bij.
Zie de werkbalk (
(Bijsnijden)) in het '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance
Images)
' voor meer informatie.
Naar boven
Pagina 694 van 736 pagina'sKan niet scannen met de juiste afmetingen
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Problemen met MP Navigator EX
> Bij scannen vanaf het
bedieningspaneel kan de positie of het formaat van de afbeelding niet goed worden vastgesteld
S942
Bij scannen vanaf het bedieningspaneel kan de positie of het
formaat van de afbeelding niet goed worden vastgesteld
Controle 1: controleer of de documenten correct op de glasplaat zijn
geplaatst.
Documenten plaatsen
Controle 2: controleer of de instellingen correct zijn voor het document.
Als u met Automatische scan (Auto Scan) niet correct kunt scannen, geeft u het documenttype en -
formaat op.
Foto's en documenten scannen
Naar boven
Pagina 695 van 736 pagina'sBij scannen vanaf het bedieningspaneel kan de positie of het formaat v...
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Problemen met MP Navigator EX
> Document is juist geplaatst, maar de
gescande afbeelding is scheef
S943
Document is juist geplaatst, maar de gescande afbeelding is
scheef
Controle: schakel in MP Navigator EX het selectievakje Scheve
documenten corrigeren (Correct slanted document) uit en scan het
document opnieuw.
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (foto's/documenten)
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
Naar boven
Pagina 696 van 736 pagina'sDocument is juist geplaatst, maar de gescande afbeelding is scheef
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen >
Problemen met MP Navigator EX
> Document is juist geplaatst, maar de
afdrukstand in de gescande afbeelding is gewijzigd
S944
Document is juist geplaatst, maar de afdrukstand in de
gescande afbeelding is gewijzigd
Controle: schakel in MP Navigator EX het selectievakje Afdrukstand van
tekstdocumenten detecteren en afbeeldingen roteren (Detect the
orientation of text documents and rotate images) uit en scan het document
opnieuw.
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (foto's/documenten)
Dialoogvenster Scan-instellingen (Scan Settings) (scherm voor modus Eenmaal klikken)
Naar boven
Pagina 697 van 736 pagina'sDocument is juist geplaatst, maar de afdrukstand in de gescande afbeel...
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> Als u het probleem niet kunt oplossen
U151
Als u het probleem niet kunt oplossen
Als u het probleem niet kunt oplossen met een van de suggesties in dit hoofdstuk, neemt u contact op
met de verkoper van het apparaat of met het ondersteuningscentrum.
Het ondersteuningspersoneel van Canon is opgeleid voor het verschaffen van technische
ondersteuning aan klanten.
Let op
Schakel het apparaat onmiddellijk uit als het een ongewoon geluid, rook of geur produceert. Trek
de stekker uit het stopcontact en neem contact op met de verkoper of het ondersteuningscentrum.
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren of uit elkaar te halen.
Als klanten proberen het apparaat te repareren of uit elkaar te halen, vervalt elke garantie, ongeacht
de geldigheidsduur van de garantie.
Verzamel de volgende gegevens voordat u contact opneemt met het ondersteuningscentrum:
Productnaam:
* De naam van het apparaat staat vermeld op het voorblad van de installatiehandleiding.
Serienummer: raadpleeg de installatiehandleiding
Details van het probleem
Wat u hebt gedaan om het probleem op te lossen en wat daarvan het resultaat was
Naar boven
Pagina 698 van 736 pagina'sAls u het probleem niet kunt oplossen
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> Veelgestelde vragen
U340
Veelgestelde vragen
Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/Witte strepen
Het apparaat beweegt maar er wordt geen inkt toegevoerd
Kan MP Drivers niet installeren
De afdruktaak wordt niet gestart
Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid
Schrijffout/Uitvoerfout/Communicatiefout
Afdrukresultaten niet naar behoren
Papierstoringen
Het papier wordt niet correct ingevoerd
Naar boven
Pagina 699 van 736 pagina'sVeelgestelde vragen
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> Instructies voor gebruik (printerbesturingsbestand)
P036
Instructies voor gebruik (printerbesturingsbestand)
Voor deze versie van het printerbesturingsbestand gelden de volgende beperkingen. Houd bij het
gebruik van het printerbesturingsbestand rekening met het volgende.
Beperkingen van het printerstuurprogramma
In sommige toepassingen is de instelling Aantal (Copies) op het tabblad Pagina-instelling (Page
Setup) van het printerstuurprogramma niet beschikbaar voor selectie.
Gebruik in dit geval de instelling voor het aantal exemplaren in het dialoogvenster Afdrukken (Print)
van de toepassing.
Als de geselecteerde Taal (Language) in het dialoogvenster Info (About) niet overeenkomt met de
taal van het besturingssysteem, wordt het venster van het stuurprogramma mogelijk niet goed
weergegeven.
Wijzig geen instellingen van de items op het tabblad Geavanceerd (Advanced) van de
printereigenschappen. Als u deze wijzigt, werken de volgende functies niet goed.
Als Afdrukken naar bestand (Print to file) in het dialoogvenster Afdrukken (Print) van de toepassing is
geselecteerd en EMF-spooling met deze toepassing (bijvoorbeeld Adobe PhotoShop LE en MS
Photo Editor) niet mogelijk is, werken de volgende functies ook niet.
Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) op het tabblad Afdruk (Main)
Verlies van afdrukgegevens voorkomen (Prevent loss of print data) in het dialoogvenster
Afdrukopties (Print Options)
Pagina-indeling (Page Layout), Poster, Boekje (Booklet), Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing),
Marge instellen... (Specify Margin...), Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page),
Sorteren (Collate) en Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) (Stempel... (Stamp...)) op het
tabblad Pagina-instelling (Page Setup)
Aangezien de resolutie in het voorbeeld afwijkt van de resolutie in de afdruk, kunnen tekst en lijnen
in het voorbeeld er anders uitzien dan in de uiteindelijke afdruk.
In sommige toepassingen wordt het afdrukken in meerdere afdruktaken onderverdeeld.
Verwijder al deze taken als u het afdrukken wilt annuleren.
Als afbeeldingsgegevens niet correct worden weergegeven, opent u het dialoogvenster Afdrukopties
(Print Options) via het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) en wijzigt u de instelling van ICM
uitschakelen in de toepassingssoftware vereist (Disable ICM required from the application
software). Hiermee kunt u het probleem mogelijk verhelpen.
Opmerking
De optie ICM uitschakelen in de toepassingssoftware vereist (Disable ICM required from the
application software) kan niet worden gebruikt als het XPS-printerstuurprogramma wordt
gebruikt.
Opmerkingen over toepassingen
Voor Microsoft Word (Microsoft Corporation) gelden de volgende beperkingen.
Als Microsoft Word dezelfde afdrukfuncties heeft als het printerstuurprogramma, stelt u deze in
Word in.
Als u Passend op papier (Fit-to-Page), Op schaal (Scaled) of Pagina-indeling (Page Layout) in de
lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) selecteert, heeft
de geselecteerde functie mogelijk geen effect. Dit is afhankelijk van de versie van Word.
Pagina 700 van 736 pagina'sInstructies voor gebruik (printerbesturingsbestand)
Als dit gebeurt, volgt u onderstaande procedure.
1.
Open het dialoogvenster Afdrukken (Print) van Word.
2.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma, geef de Pagina-indeling
(Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) op en klik op OK.
3.
Sluit het dialoogvenster Afdrukken (Print) zonder het afdrukken te starten.
4.
Open het dialoogvenster Afdrukken (Print) van Word opnieuw.
5.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma opnieuw en klik op OK.
6.
Start het afdrukken.
Als bitmap afdrukken is ingeschakeld in Adobe Illustrator (Adobe Systems Inc), kan het afdrukken
lang duren of worden bepaalde gegevens mogelijk niet afgedrukt. Start het afdrukken pas nadat u
het selectievakje Bitmap afdrukken (Bitmap Printing) in het dialoogvenster Afdrukken (Print) hebt
uitgeschakeld.
Naar boven
Pagina 701 van 736 pagina'sInstructies voor gebruik (printerbesturingsbestand)
Uitgebreide Handleiding
> Problemen oplossen
> Algemene opmerkingen (scannerstuurprogramma)
S004
Algemene opmerkingen (scannerstuurprogramma)
ScanGear (scannerstuurprogramma) kent de volgende beperkingen. Denk hieraan wanneer u het
programma gebruikt.
Beperkingen van het scannerstuurprogramma
Als u het NTFS-bestandssysteem gebruikt, wordt de TWAIN-gegevensbron wellicht niet
opgeroepen. Dit komt doordat de TWAIN-module niet naar de winnt-map kan worden geschreven
vanwege beveiligingsredenen. Neem contact op met de beheerder voor meer informatie.
Sommige computers (waaronder laptops) die zijn aangesloten op het apparaat, worden wellicht niet
correct geactiveerd vanuit de stand-by-modus. Start in dit geval de computer opnieuw op.
Sluit niet twee of meer apparaten of multifunctionele printers met een scannerfunctie tegelijk aan op
dezelfde computer. Wanneer meerdere scanapparaten zijn aangesloten, kunt u niet scannen vanaf
het bedieningspaneel en kunnen fouten optreden bij de toegang tot de apparaten.
Gebruik de standaardlettergrootte van het besturingssysteem. Als u een andere lettergrootte instelt,
worden softwareschermen mogelijk niet correct weergegeven.
Het scannen kan mislukken als de computer uit de slaap- of standby-stand is gehaald. Volg in dat
geval de onderstaande stappen en probeer het opnieuw.
1. Zet het apparaat uit.
2. Sluit ScanGear, maak de USB-kabel los van de computer en sluit de kabel opnieuw aan.
3. Schakel het apparaat in.
ScanGear kan niet vanuit meerdere toepassingen tegelijk worden geopend. ScanGear kan niet twee
keer worden geopend binnen een toepassing als het al is geopend.
Sluit het venster van ScanGear voordat u de toepassing sluit.
Zorg dat bij het scannen van grote afbeeldingen met een hoge resolutie voldoende schijfruimte
beschikbaar is. Er is bijvoorbeeld ten minste 300 MB vrije ruimte vereist om een A4-document in
kleur te scannen met 600 dpi.
ScanGear en het WIA-stuurprogramma kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Zet de computer niet in de slaapmodus of slaapstand tijdens het scannen.
De kalibratie kan even duren als het apparaat is aangesloten via USB 1.1.
Toepassingen met beperkingen in het gebruik
Als u Media Center (meegeleverd met Windows XP Media Center Edition 2005) start, kunt u mogelijk
het bedieningspaneel op het apparaat niet gebruiken. Start in dit geval de computer opnieuw op.
U kunt geen afbeeldingen scannen met de versie van Media Center in Windows 7, Windows Vista
en Windows XP Media Center Edition 2005. Scan met andere toepassingen, zoals MP Navigator EX.
In sommige toepassingen wordt het venster met de miniaturen van de gescande afbeeldingen
automatisch gesloten als u het selectievakje Gescande beelden weergeven (View scanned
images) op het tabblad Automatische scanmodus (Auto Scan Mode) van ScanGear inschakelt.
De TWAIN-gebruikersinterface wordt in bepaalde programma's verborgen. Raadpleeg in dat geval
de handleiding van de toepassing en wijzig de instellingen naar wens.
Sommige toepassingen bieden geen ondersteuning voor het doorlopend scannen van meerdere
documenten. In sommige gevallen wordt alleen de eerste afbeelding geaccepteerd, of meerdere
afbeeldingen worden gescand als één afbeelding.
Als u gescande afbeeldingen wilt importeren in Microsoft Office 2000, slaat u ze eerst op met MP
Pagina 702 van 736 pagina'sAlgemene opmerkingen (scannerstuurprogramma)
Navigator EX en importeert u vervolgens de opgeslagen bestanden via het menu Invoegen (Insert).
Als u afbeeldingen die net zo groot zijn als de glasplaat scant in Microsoft Office 2003 (bijvoorbeeld
in Word, Excel of PowerPoint), klikt u op Aangepast (Custom Insert) in het venster Afbeelding van
scanner of camera invoegen (Insert Picture from Scanner or Camera). Anders worden de
afbeeldingen mogelijk niet goed gescand.
Als u afbeeldingen scant in Microsoft Office 2007 (bijvoorbeeld in Word, Excel of PowerPoint),
gebruikt u Microsoft Mediagalerie.
Het is mogelijk dat afbeeldingen in bepaalde toepassingen niet goed worden gescand. Vergroot in
dat geval het virtuele geheugen van het besturingssysteem en probeer het opnieuw.
Als het afbeeldingsformaat te groot is (zoals wanneer u grote afbeeldingen scant met een hoge
resolutie), reageert de computer wellicht niet of blijft de voortgangsbalk op 0% staan afhankelijk van
de toepassing. Annuleer in dat geval de bewerking (bijvoorbeeld door op Annuleren (Cancel) te
klikken op de voortgangsbalk) en vergroot het virtuele geheugen van het besturingssysteem of
verklein de afbeeldingsgrootte/resolutie en probeer het opnieuw. U kunt ook proberen de afbeelding
eerst te scannen met MP Navigator EX en vervolgens op te slaan en te openen in de toepassing.
Naar boven
Pagina 703 van 736 pagina'sAlgemene opmerkingen (scannerstuurprogramma)
Uitgebreide Handleiding > Bijlage
Bijlage
Afdrukgebied
De documentklep loskoppelen/vastmaken
Het afdrukdocument bewerken of opnieuw afdrukken vanuit de afdrukgeschiedenis
Een ongewenste afdruktaak verwijderen
MP Drivers bijwerken
Online handleidingen verwijderen
Het apparaat vervoeren
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer
De printer delen in een netwerk
Naar boven
Pagina 704 van 736 pagina'sBijlage
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> Afdrukgebied
U504
Afdrukgebied
Voor de beste afdrukkwaliteit wordt door het apparaat een marge aan iedere zijde van het papier
vrijgelaten. Het eigenlijke afdrukgebied is het gebied binnen deze marges.
Aanbevolen afdrukgebied : Canon raadt u aan binnen dit gebied af te drukken.
Afdrukbaar gebied : In dit gebied is afdrukken mogelijk.
Als u hier afdrukt, kan de afdrukkwaliteit of de precisie van de papierinvoer echter afnemen.
Opmerking
Afdrukken zonder marges
U kunt afdrukken zonder marges maken met behulp van de functie Afdrukken zonder marges.
Als u afdrukt zonder marges, wordt de afbeelding aan de randen mogelijk enigszins
bijgesneden omdat de afgedrukte afbeelding zodanig is vergroot dat de hele pagina wordt
gevuld.
Dubbelzijdig afdrukken is niet beschikbaar als u afdrukt zonder marges.
Gebruik voor afdrukken zonder marges het volgende papier:
Foto Glans Papier 'voor frequent gebruik' GP-501*
Foto Glans Papier GP-502*
Photo Paper Plus Halfglans SG-201*
Professioneel Foto Platinum PT-101*
Glossy Foto Papier Extra II PP-201
Matglans Foto Papier MP-101*
* Dit papier kan uitsluitend worden gebruikt bij het afdrukken vanaf een computer.
Als u zonder marges afdrukt op een andere papiersoort, kan de afdrukkwaliteit aanzienlijk
afnemen en/of kunnen afdrukken een andere kleurtint krijgen.
Zonder marges afdrukken op normaal papier kan de kwaliteit van afdrukken negatief
beïnvloeden. Gebruik normaal papier alleen voor testafdrukken. Zonder marges afdrukken op
normaal papier is alleen mogelijk wanneer u afdrukt vanaf uw computer.
Afdrukken zonder marges is niet mogelijk op enveloppen en papier van het formaat Legal, A5 of
B5.
Afhankelijk van het type papier bestaat bij afdrukken zonder marges de kans dat de
afdrukkwaliteit aan de boven- en onderrand van het papier afneemt of dat er vlekken op het
papier ontstaan.
Letter, Legal
Enveloppen
Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen
Naar boven
Pagina 705 van 736 pagina'sAfdrukgebied
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
>
Afdrukgebied
> Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen
U502
Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen
Formaat
Afdrukgebied (breedte x hoogte)
A5*
141,2 x 202,0 mm / 5,56 x 7,95 inch
A4
203,2 x 289,0 mm / 8,00 x 11,38 inch
B5*
175,2 x 249,0 mm / 6,90 x 9,80 inch
10 x 15 cm / 4 x 6 inch
94,8 x 144,4 mm / 3,73 x 5,69 inch
10 x 20 cm / 4 x 8 inch*
94,8 x 195,2 mm / 3,73 x 7,69 inch
13 x 18 cm / 5 x 7 inch*
120,2 x 169,8 mm / 4,73 x 6,69 inch
20 x 25 cm / 8 x 10 inch*
196,4 x 246,0 mm / 7,73 x 9,69 inch
Breed*
94,8 x 172,6 mm / 3,73 x 6,80 inch
* Dit paginaformaat kan uitsluitend worden gebruikt bij het afdrukken vanaf een computer.
Aanbevolen afdrukgebied
Afdrukbaar gebied
Naar boven
Pagina 706 van 736 pagina'sAndere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
>
Afdrukgebied
> Letter, Legal
U503
Letter, Legal
Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte)
Letter 203,2 x 271,4 mm / 8,00 x 10,69 inch
Legal*
203,2 x 347,6 mm / 8,00 x 13,69 inch
* Dit paginaformaat kan uitsluitend worden gebruikt bij het afdrukken vanaf een computer.
Aanbevolen afdrukgebied
Afdrukbaar gebied
Naar boven
Pagina 707 van 736 pagina'sLetter, Legal
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
>
Afdrukgebied
> Enveloppen
U505
Enveloppen
Formaat
Aanbevolen afdrukgebied (breedte x hoogte)
Europees DL* 103,2 x 179,5 mm / 4,06 x 7,07 inch
US Comm. Env. #10*
98,0 x 200,8 mm / 3,86 x 7,91 inch
* Dit paginaformaat kan uitsluitend worden gebruikt bij het afdrukken vanaf een computer.
Aanbevolen afdrukgebied
Naar boven
Pagina 708 van 736 pagina'sEnveloppen
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> De documentklep loskoppelen/vastmaken
U514
De documentklep loskoppelen/vastmaken
De documentklep loskoppelen:
Houd de documentklep verticaal.
De documentklep vastmaken:
Plaats beide scharnieren (A) van de documentklep verticaal in de houder (B) totdat ze stoppen om
de documentklep vast te maken, zoals hieronder is aangegeven.
Naar boven
Pagina 709 van 736 pagina'sDe documentklep loskoppelen/vastmaken
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> Het afdrukdocument bewerken of opnieuw afdrukken vanuit de afdrukgeschiedenis
P048
Het afdrukdocument bewerken of opnieuw afdrukken vanuit de
afdrukgeschiedenis
Deze functie is niet beschikbaar als het standaard IJ-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
In het Canon IJ XPS-voorbeeldvenster kunt u het afdrukdocument bewerken of de afdrukgeschiedenis
van het document weergeven om het opnieuw af te drukken.
De procedure voor het gebruiken van het Canon IJ XPS-voorbeeld is als volgt:
Afdrukken (Print)
Documenten combineren (Combine Documents)
Document verwijderen (Delete Document)
Documenten opnieuw instellen (Reset Documents)
Miniaturen weergeven (View Thumbnails)
Document verplaatsen
Pagina verplaatsen
Pagina verwijderen (Delete Page)
Opmerking
Klik op
Miniaturen weergeven (View Thumbnails) om alle afdrukpagina’s weer te geven van het
afdrukdocument dat u hebt geselecteerd in de lijst Documentnaam (Document Name).
Als u de afdrukpagina’s wilt verbergen, klikt u opnieuw op Miniaturen weergeven (View
Thumbnails).
Een afdruktaak bewerken en afdrukken
Pagina 710 van 736 pagina'sHet afdrukdocument bewerken of opnieuw afdrukken vanuit de afdrukg...
Als u meerdere documenten of pagina’s wilt afdrukken, kunt u documenten combineren, de
afdrukvolgorde van de documenten of pagina’s wijzigen, en documenten of pagina's verwijderen.
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel het voorbeeld in
Schakel het selectievakje Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) in op het tabblad Snel instellen
(Quick Setup) of Afdruk (Main).
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Het Canon IJ XPS-voorbeeld wordt vóór het afdrukken weergegeven. U kunt hierin de
afdrukresultaten zien.
4.
Afdrukdocumenten en afdrukpagina’s bewerken
Afdrukdocumenten combineren
U kunt meerdere afdrukdocumenten combineren tot één document.
Als u meerdere afdrukdocumenten wilt selecteren, houdt u de Ctrl-toets ingedrukt en klikt u op de
documenten die u wilt combineren. U kunt ook de Shift-toets ingedrukt houden en de pijltoetsen
(omhoog en omlaag) gebruiken.
Door afdrukdocumenten te combineren, voorkomt u dat lege pagina’s worden ingevoegd
wanneer u dubbelzijdig afdrukt of een pagina-indeling afdrukt.
Selecteer in de lijst Documentnaam (Document Name) de documenten die u wilt combineren.
Selecteer in het menu Bewerken (Edit) de optie Documenten (Documents) en vervolgens
Documenten combineren (Combine Documents) om de documenten in de opgegeven volgorde
te combineren. Wanneer u documenten combineert, worden de documenten die u vóór het
combineren hebt geselecteerd uit de lijst verwijderd en wordt het gecombineerde document aan
de lijst toegevoegd.
De volgorde van afdrukdocumenten of afdrukpagina’s wijzigen
Als u de volgorde van afdrukdocumenten wilt wijzigen, gaat u naar de lijst Documentnaam
(Document Name) en selecteert u het afdrukdocument dat u wilt verplaatsen. Vervolgens
selecteert u in het menu Bewerken (Edit) de optie Documenten (Documents) en dan
Document verplaatsen (Move Document), waarna u het gewenste item selecteert.
Als u de volgorde van de afdrukpagina’s wilt wijzigen, klikt u op Miniaturen weergeven (View
Thumbnails) in het menu Optie (Option) en selecteert u de afdrukpagina die u wilt
verplaatsen. Vervolgens selecteert u in het menu Bewerken (Edit) de optie Pagina's (Pages)
en dan Pagina verplaatsen (Move Page), waarna u het gewenste item selecteert.
Afdrukdocumenten en afdrukpagina’s verwijderen
Als u een afdrukdocument wilt verwijderen, selecteert u het gewenste document in de lijst
Documentnaam (Document Name) en kiest u in het menu Bewerken (Edit) de optie
Document en vervolgens Document verwijderen (Delete Document).
Als u een afdrukpagina wilt verwijderen, klikt u op Miniaturen weergeven (View Thumbnails) in
het menu Optie (Option) en selecteert u de afdrukpagina die u wilt verwijderen. Vervolgens
selecteert u in het menu Bewerken (Edit) de optie Pagina's (Pages) en dan Pagina
verwijderen (Delete Page).
Na het bewerken van de afdrukdocumenten of afdrukpagina’s, kunt u desgewenst de
afdrukinstellingen wijzigen op het tabblad Pagina-informatie (Page Information), Indeling (Layout) of
Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment).
Belangrijk
Als u de documenten in de lijst wilt weergeven, opent u het voorbeeldvenster en voert u de
afdruktaak opnieuw uit.
Als u de afdrukdocumenten wilt terugbrengen naar de originele staat, voordat ze in het
voorbeeldvenster werden bewerkt, selecteert u in het menu Bewerken (Edit) de optie
Documenten (Documents) en vervolgens Documenten opnieuw instellen (Reset Documents).
Als de documenten die u wilt combineren verschillende afdrukinstellingen hebben, wordt
Pagina 711 van 736 pagina'sHet afdrukdocument bewerken of opnieuw afdrukken vanuit de afdrukg...
mogelijk een bericht weergegeven.
Lees dit bericht voordat u de documenten combineert.
Als de documenten die u wilt combineren verschillende instellingen hebben voor het
papierformaat voor de uitvoer en u dubbelzijdig afdrukken of pagina-indeling afdrukken wilt
gebruiken, levert de printer voor bepaalde afdrukpagina's mogelijk niet het verwachte
afdrukresultaat.
Bekijk het voorbeeld voordat u een document afdrukt.
Afhankelijk van de afdrukinstellingen van het afdrukdocument zijn bepaalde functies mogelijk
niet beschikbaar in het Canon IJ XPS-voorbeeld.
Opmerking
U kunt de naam in Documentnaam (Document Name) naar wens aanpassen.
5.
Afdrukken
Klik op Afdrukken (Print).
Bij het afdrukken worden de opgegeven instellingen gebruikt.
Opnieuw afdrukken vanuit de afdrukgeschiedenis
Wanneer u op Afdrukgeschiedenis opslaan (Save Print History) klikt in het menu Bestand (File) om de
instelling in te schakelen, wordt het document dat via het voorbeeldvenster is afgedrukt, opgeslagen,
zodat u het opnieuw kunt afdrukken met dezelfde instellingen.
1.
De afdrukgeschiedenis weergeven
Selecteer Start -> Alle programma's (All Programs) -> 'Naam van uw apparaatmodel' ("Your model
name") -> XPS van afdrukgeschiedenis weergeven (View Print History XPS).
Het opgeslagen afdrukdocument wordt in het voorbeeldvenster weergegeven.
Belangrijk
Als u het aantal registraties in de afdrukgeschiedenis wilt beperken, klikt u op Maximumaantal
geschiedenisitems (History Entry Limit) in het menu Bestand (File).
Als het maximumaantal registraties wordt overschreden, worden de oudste registraties uit de
geschiedenis verwijderd.
2.
Een afdrukdocument selecteren
Selecteer in de lijst Documentnaam (Document Name) het document dat u wilt afdrukken.
3.
Afdrukken
Klik op Afdrukken (Print).
Verwant onderwerp
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken
Naar boven
Pagina 712 van 736 pagina'sHet afdrukdocument bewerken of opnieuw afdrukken vanuit de afdrukg...
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> Een ongewenste afdruktaak verwijderen
P037
Een ongewenste afdruktaak verwijderen
Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als
u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt.
Wanneer de printer niet start met afdrukken, is het mogelijk dat de geannuleerde of niet-uitgevoerde
afdrukgegevens in de wachtrij blijven staan.
U kunt de ongewenste afdruktaak met behulp van de Canon IJ-statusmonitor verwijderen.
1.
Geef de Canon IJ-statusmonitor weer
Klik op de knop van de statusmonitor die op de taakbalk wordt weergegeven.
De Canon IJ-statusmonitor verschijnt.
2.
Geef de afdruktaken weer
Klik op Afdrukrij weergeven... (Display Print Queue...).
Het venster met de afdrukwachtrij wordt geopend.
3.
Verwijder de afdruktaken
Selecteer Alle documenten annuleren (Cancel All Documents) in het menu Printer.
Klik op Ja (Yes) in het bevestigingsbericht.
Het verwijderen van de afdruktaak is voltooid.
Belangrijk
Gebruikers die geen toegangsrechten hebben voor printerbeheer, kunnen de afdruktaak van een
andere gebruiker niet verwijderen.
Opmerking
Als u deze bewerking uitvoert, worden alle afdruktaken verwijderd. Als de afdrukwachtrij ook
gewenste afdruktaken bevatte, moet u het afdrukproces opnieuw starten.
Naar boven
Pagina 713 van 736 pagina'sEen ongewenste afdruktaak verwijderen
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> MP Drivers bijwerken
MP Drivers bijwerken
De nieuwste versie van MP Drivers ophalen
Onnodige MP Drivers verwijderen
Voordat u MP Drivers installeert
MP Drivers installeren
Naar boven
Pagina 714 van 736 pagina'sMP Drivers bijwerken
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
>
MP Drivers bijwerken > De nieuwste versie van MP Drivers ophalen
P038
De nieuwste versie van MP Drivers ophalen
De MP Drivers omvatten een printerstuurprogramma en een scannerstuurprogramma (ScanGear).
Door MP Drivers bij te werken naar de nieuwste versie, kunt u onopgeloste problemen mogelijk
verhelpen.
U kunt vanaf onze website de nieuwste versie van MP Drivers voor uw model downloaden.
Belangrijk
U kunt MP Drivers gratis downloaden, maar de kosten van de internetverbinding zijn voor uw eigen
rekening.
Verwijder de oudere versie voordat u de nieuwste versie van MP Drivers installeert.
Zie
Onnodige MP Drivers verwijderen
voor informatie over het verwijderen van MP Drivers.
Verwante onderwerpen
Voordat u MP Drivers installeert
MP Drivers installeren
Naar boven
Pagina 715 van 736 pagina'sDe nieuwste versie van MP Drivers ophalen
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
>
MP Drivers bijwerken > Onnodige MP Drivers verwijderen
P039
Onnodige MP Drivers verwijderen
De MP Drivers die u niet meer nodig hebt, kunt u verwijderen.
Sluit alle actieve toepassingen voordat u MP Drivers gaat verwijderen.
De procedure voor het verwijderen van MP Drivers is als volgt:
Als er een verwijderprogramma is
1.
Start het verwijderprogramma
Als u Windows 7 of Windows Vista gebruikt: selecteer het menu Start -> Alle programma's (All
Programs) -> 'Naam van uw apparaatmodel' ("Your model name") -> Verwijderprogramma voor
MP Drivers (MP Drivers Uninstaller).
Als u Windows XP gebruikt: selecteer Start -> Alle programma's (All Programs) -> 'Naam van uw
apparaatmodel' ("Your model name") -> Verwijderprogramma voor MP Drivers (MP Drivers
Uninstaller).
Het dialoogvenster Verwijderprogramma voor MP Drivers (MP Drivers Uninstaller) wordt
weergegeven.
Belangrijk
In Windows 7 of Windows Vista wordt wellicht een bevestigings-/waarschuwingsvenster
weergegeven bij het starten, installeren of verwijderen van software.
Dit dialoogvenster verschijnt wanneer beheerdersrechten zijn vereist voor het uitvoeren van
een taak.
Als u bent aangemeld bij een beheerdersaccount, klikt u op Ja (Yes) (of Doorgaan (Continue)
of Toestaan (Allow)) om door te gaan.
Voor sommige toepassingen is een beheerdersaccount vereist om door te gaan. Als u bent
aangemeld bij een standaardaccount, schakelt u over naar een beheerdersaccount en start u
de bewerking opnieuw.
2.
Voer het verwijderprogramma uit
Klik op Uitvoeren (Execute). Klik op Ja (Yes) in het bevestigingsbericht.
Klik op Voltooien (Complete) wanneer alle bestanden zijn verwijderd.
De MP Drivers zijn verwijderd.
Belangrijk
Wanneer u de MP Drivers verwijdert, worden het printerstuurprogramma en het
scannerstuurprogramma (ScanGear) verwijderd.
Als er geen verwijderprogramma is
Volg de onderstaande stappen als er geen verwijderprogramma in het menu Start van Windows 7 of
Windows Vista aanwezig is:
1.
Selecteer de printer die u wilt verwijderen
Als u Windows 7 gebruikt, selecteert u Start -> Apparaten en printers (Devices and Printers).
Klik op het model dat u wilt verwijderen en druk op de Alt-toets op het toetsenbord. Klik in het
menu Bestand (File) op Apparaat verwijderen (Remove device).
Als u Windows Vista gebruikt, selecteert u Start -> Configuratiescherm (Control Panel) ->
Hardware en geluiden (Hardware and Sound) -> Printers.
Pagina 716 van 736 pagina'sOnnodige MP Drivers verwijderen
Klik op het model dat u wilt verwijderen en druk op de Alt-toets op het toetsenbord. Klik in het
menu Bestand (File) op Verwijderen (Delete).
2.
Verwijder de printer
Als u Windows 7 gebruikt, klikt u op Ja (Yes) in het bevestigingsbericht. Als vervolgens het
dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) wordt weergegeven, klikt u op
Ja (Yes).
Het pictogram wordt verwijderd.
Als u Windows Vista gebruikt, klikt u in het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer (User
Account Control) op Doorgaan (Continue). Klik vervolgens op Ja (Yes) in het bevestigingsbericht.
Het pictogram wordt verwijderd.
3.
Selecteer het printerstuurprogramma dat u wilt verwijderen
Als u Windows 7 gebruikt, klikt u op het gewenste pictogram in Printers en faxapparaten (Printers
and Faxes).
Klik op Eigenschappen van afdrukserver (Print server properties) op de werkbalk en klik
vervolgens op de tab Stuurprogramma’s (Drivers). Klik op de knop Stuurprogramma-instellingen
wijzigen (Change Driver Settings) als deze wordt weergegeven.
Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) wordt weergegeven,
klikt u op Ja (Yes).
Klik in de lijst Geïnstalleerde printerstuurprogramma's (Installed printer drivers) op de printer die
u wilt verwijderen.
Als u Windows Vista gebruikt, drukt u op de Alt-toets. Selecteer in het menu Bestand (File) de
optie Als administrator uitvoeren (Run as administrator) en klik op Eigenschappen van server...
(Server Properties...).
Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) wordt weergegeven,
klikt u op Doorgaan (Continue).
Klik op de tab Stuurprogramma's (Drivers). Klik in de lijst Geïnstalleerde
printerstuurprogramma's (Installed printer drivers) op de printer die u wilt verwijderen.
4.
Verwijder het printerstuurpogramma
Als u op Verwijderen... (Remove...) klikt, wordt het dialoogvenster Stuurprogramma en pakket
verwijderen (Remove Driver And Package) weergegeven.
Selecteer Stuurprogramma en pakket verwijderen. (Remove driver and driver package.) en klik op
OK.
Klik op Ja (Yes) in het bevestigingsbericht.
Nadat de gegevens zijn verzameld, klikt u in het dialoogvenster Stuurprogrammapakket verwijderen
(Remove Driver Package) op Verwijderen (Delete).
5.
Klik op OK
Het verwijderen van het printerstuurprogramma is voltooid.
Belangrijk
U kunt het printerstuurprogramma mogelijk niet verwijderen uit de lijst Geïnstalleerde
printerstuurprogramma's (Installed printer drivers).
In dit geval moet u de computer opnieuw opstarten en het nogmaals proberen.
Naar boven
Pagina 717 van 736 pagina'sOnnodige MP Drivers verwijderen
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
>
MP Drivers bijwerken > Voordat u MP Drivers installeert
P040
Voordat u MP Drivers installeert
In dit onderwerp worden de items beschreven die u moet controleren voordat u MP Drivers installeert. U
moet dit gedeelte ook raadplegen als MP Drivers niet kan worden geïnstalleerd.
Controleer de apparaatstatus
Sluit het apparaat aan op de computer. Voor meer informatie over het aansluiten raadpleegt u het
hoofdstuk 'De software installeren' in de Aan de Slag-gids.
Schakel het apparaat uit.
De instellingen van de computer controleren
Sluit alle actieve toepassingen.
Meld u in Windows Vista of Windows 7 aan als gebruiker met een beheerdersaccount.
Meld u in Windows XP aan als de beheerder van de computer.
Belangrijk
Verwijder de oudere versie voordat u de nieuwste versie van MP Drivers installeert. Raadpleeg
Onnodige MP Drivers verwijderen
voor informatie over het verwijderen van MP Drivers.
Verwante onderwerpen
De nieuwste versie van MP Drivers ophalen
MP Drivers installeren
Naar boven
Pagina 718 van 736 pagina'sVoordat u MP Drivers installeert
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
>
MP Drivers bijwerken
> MP Drivers installeren
P041
MP Drivers installeren
U kunt vanaf onze website de nieuwste versie van MP Drivers voor uw model downloaden.
De procedure voor het installeren van MP Drivers is als volgt:
1.
Schakel het apparaat uit
2.
Start het installatieprogramma
Dubbelklik op het pictogram van het bestand dat u hebt gedownload.
Het installatieprogramma wordt gestart.
Belangrijk
In Windows 7 of Windows Vista wordt wellicht een bevestigings-/waarschuwingsvenster
weergegeven bij het starten, installeren of verwijderen van software.
Dit dialoogvenster verschijnt wanneer beheerdersrechten zijn vereist voor het uitvoeren van
een taak.
Als u bent aangemeld bij een beheerdersaccount, klikt u op Ja (Yes) (of Doorgaan (Continue)
of Toestaan (Allow)) om door te gaan.
Voor sommige toepassingen is een beheerdersaccount vereist om door te gaan. Als u bent
aangemeld bij een standaardaccount, schakelt u over naar een beheerdersaccount en start u
de bewerking opnieuw.
3.
MP Drivers installeren
Klik in het venster Welkom (Welcome) op Volgende (Next).
Wanneer het venster Licentieovereenkomst (License Agreement) wordt weergegeven, leest u de
inhoud en klikt u op Ja (Yes). Als u niet akkoord gaat met de voorwaarden van de
softwarelicentieovereenkomst, kunt u deze software niet installeren.
De installatie van MP Drivers wordt gestart.
Wanneer het venster Installatie voltooid (Installation Complete) wordt weergegeven, controleert u of
het apparaat met een kabel op de computer is aangesloten.
Als u de verbindingspoort voor het apparaat handmatig wilt selecteren, schakelt u het selectievakje
Printerpoort selecteren (Select printer port) in en klikt u op Handmatige selectie (Manual selection).
Selecteer de bestemming in het venster Poort selecteren (Select Port) en klik op OK.
4.
Voltooi de installatie
Klik op Voltooien (Complete).
Schakel het apparaat in en wacht totdat de verbinding wordt herkend.
De installatie van MP Drivers is nu voltooid.
Afhankelijk van de omgeving die u gebruikt, wordt wellicht een bericht weergegeven dat u de computer
opnieuw moet opstarten. Start de computer opnieuw op om de installatie te voltooien.
Belangrijk
U kunt MP Drivers gratis downloaden, maar de kosten van de internetverbinding zijn voor uw eigen
rekening.
Verwijder de oudere versie voordat u de nieuwste versie van MP Drivers installeert. Raadpleeg
Onnodige MP Drivers verwijderen
voor informatie over het verwijderen van MP Drivers.
Verwante onderwerpen
De nieuwste versie van MP Drivers ophalen
Pagina 719 van 736 pagina'sMP Drivers installeren
Onnodige MP Drivers verwijderen
Voordat u MP Drivers installeert
Naar boven
Pagina 720 van 736 pagina'sMP Drivers installeren
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> Online handleidingen verwijderen
U509
Online handleidingen verwijderen
Voer de volgende procedure uit als u alle geïnstalleerde online handleidingen van de computer wilt
verwijderen.
Sluit alle geopende online handleidingen voordat u de online handleidingen verwijdert.
1.
Klik op Start > Alle programma's (All Programs) > Canon XXX Manual (waarbij XXX
de naam van uw apparaat is) > Verwijderen (Uninstall).
2.
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
Opmerking
Klik bij de vraag of u de computer opnieuw wilt opstarten op OK. De computer wordt opnieuw
opgestart.
Naar boven
Pagina 721 van 736 pagina'sOnline handleidingen verwijderen
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> Het apparaat vervoeren
U510
Het apparaat vervoeren
Als u het apparaat verplaatst, moet u het apparaat weer inpakken met het oorspronkelijke
verpakkingsmateriaal.
Als u het originele verpakkingsmateriaal niet meer hebt, verpakt u het apparaat voorzichtig en zorgvuldig
met beschermend materiaal in een stevige doos.
Belangrijk
Het apparaat mag nooit schuin, verticaal of ondersteboven worden opgeslagen of vervoerd, omdat
er anders inkt kan lekken en het apparaat beschadigd kan raken.
1.
Zet het apparaat uit.
2.
Controleer of het
AAN/UIT
-lampje uit is en haal de stekker uit het stopcontact.
Belangrijk
Als het
AAN/UIT
-lampje brandt of groen knippert, mag u de stekker niet uit het stopcontact
halen. Dit kan namelijk storingen of schade veroorzaken waardoor u niet meer met het
apparaat kunt afdrukken.
3.
Trek de papiersteun en de verlenging van de uitvoerlade uit en sluit vervolgens de
papieruitvoerlade.
4.
Koppel de printerkabel los van de computer en het apparaat en trek vervolgens de
stekker van het apparaat uit het stopcontact.
5.
Zet met plakband alle kleppen van het apparaat vast, zodat deze tijdens het vervoer
niet kunnen opengaan. Verpak het apparaat vervolgens in de plastic zak.
6.
Pak het apparaat in het beschermende materiaal in.
Belangrijk
U kunt de reeds geplaatste FINE-inktpatronen beter niet uit het apparaat verwijderen.
Opmerking
Wanneer u het apparaat opstuurt via een verzendbedrijf, vermeldt u de tekst 'BREEKBAAR' of
'VOORZICHTIG' op de doos.
Naar boven
Pagina 722 van 736 pagina'sHet apparaat vervoeren
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
U511
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
openen
U kunt het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen via de toepassing waarin u
werkt of via het menu Start van Windows.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via de toepassing openen
Volg onderstaande procedure om de afdrukinstellingen op te geven voor het afdrukken.
1.
Selecteer de opdracht voor het afdrukken in het programma dat u gebruikt.
Meestal doet u dit door Afdrukken (Print) te kiezen in het menu Bestand (File) waardoor het
dialoogvenster Afdrukken (Print) wordt weergegeven.
2.
Selecteer de naam van uw printermodel en klik op Voorkeuren (Preferences) of
Eigenschappen (Properties).
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma wordt geopend.
Opmerking
Afhankelijk van de toepassing die u gebruikt, kunnen de namen van opdrachten of
menu's verschillen en kan de procedure uit meer stappen bestaan. Raadpleeg de
gebruikershandleiding bij de toepassing voor meer informatie.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via het menu Start openen
Volg onderstaande procedure om onderhoudswerkzaamheden uit te voeren, zoals het reinigen
van de printkop, of afdrukinstellingen op te geven die in alle toepassingen vrijwel hetzelfde zijn.
1.
Selecteer items in het menu Start zoals hieronder wordt aangegeven.
In Windows 7 selecteert u Apparaten en printers (Devices and Printers) in het menu Start.
In Windows Vista selecteert u het menu Start > Configuratiescherm (Control Panel) >
Hardware en geluiden (Hardware and Sound) > Printers.
In Windows XP selecteert u Start > Configuratiescherm (Control Panel) > Printers en andere
hardware (Printers and Other Hardware) > Printers en faxapparaten (Printers and Faxes).
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw model en selecteer
Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Printing Preferences) in het weergegeven menu.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma wordt geopend.
Belangrijk
Als u het configuratievenster voor het printerstuurprogramma opent via Eigenschappen
van printer (Printer properties) (Windows 7) of Eigenschappen (Properties) (Windows
Vista of Windows XP), worden Windows-tabbladen zoals Poorten (Ports) of
Geavanceerd (Advanced) weergegeven. Deze tabbladen verschijnen niet wanneer u het
printerstuurprogramma opent via Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Printing
Preferences) of een toepassing. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij Windows voor
meer informatie over de tabbladen met Windows-functies.
Naar boven
Pagina 723 van 736 pagina'sHet eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer
U516
Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer
Volg de onderstaande procedure om de stekker uit het stopcontact te trekken.
Belangrijk
Wanneer u het netsnoer loskoppelt, drukt u op de knop
AAN (ON)
en controleert u daarna of het
AAN/UIT
-lampje uit is. Als u de stekker uit het stopcontact trekt terwijl het apparaat nog is
ingeschakeld, kan de printkop uitdrogen of verstopt raken en kan de afdrukkwaliteit minder worden.
1.
Druk op de knop
AAN (ON)
om het apparaat uit te zetten.
2.
Controleer of het
AAN/UIT
-lampje uit is.
3.
Trek het netsnoer uit het stopcontact.
De specificaties van het netsnoer verschillen per land of regio.
Naar boven
Pagina 724 van 736 pagina'sKennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> De printer delen in een netwerk
P042
De printer delen in een netwerk
Wanneer meerdere computers in een netwerkomgeving worden gebruikt, kunt u de printer aansluiten op
één computer en de printer vanaf de andere computers in het netwerk gebruiken.
De computers in een netwerk hoeven niet noodzakelijkerwijs dezelfde versie van Windows te hebben.
Instellingen op de afdrukserver
Dit is de procedure voor het instellen van een computer waarop een printer direct met een USB-
kabel is aangesloten:
Instellingen op de client-pc
Dit is de procedure voor het instellen van computers die deze printer via het netwerk gebruiken:
Bij het uitvoeren van een afdruktaak worden de gegevens via de afdrukserver naar de printer
gezonden.
Belangrijk
Wanneer een document vanaf een clientsysteem naar een gedeelde printer wordt afgedrukt en een
fout optreedt, wordt het foutbericht van de Canon IJ-statusmonitor zowel op het clientsysteem als de
afdrukserver weergegeven. Bij normale afdruktaken wordt de Canon IJ-statusmonitor alleen op het
clientsysteem weergegeven.
Opmerking
Installeer het stuurprogramma van de installatie-cd-rom die bij het apparaat wordt geleverd op het
afdrukserversysteem en op elk van de clientsystemen volgens de methode voor het
besturingssysteem.
Verwant onderwerp
Beperkingen bij het delen van printers
Naar boven
Pagina 725 van 736 pagina'sDe printer delen in een netwerk
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
>
De printer delen in een netwerk > Instellingen op de afdrukserver
P043
Instellingen op de afdrukserver
Wanneer u de printer in een netwerk wilt gebruiken, moet u de printer op het afdrukserversysteem op
delen instellen.
De procedure voor het instellen van de afdrukserversystemen is als volgt:
1.
Installeer het printerbesturingsbestand op het afdrukserversysteem
Voor meer informatie over de installatie raadpleegt u het hoofdstuk 'De software installeren' in Aan
de Slag-gids.
2.
Selecteer items in het menu Start zoals hieronder wordt aangegeven:
Als u Windows 7 gebruikt, selecteert u Start -> Apparaten en printers (Devices and Printers).
Als u Windows Vista gebruikt, selecteert u Start -> Configuratiescherm (Control Panel) ->
Hardware en geluiden (Hardware and Sound) -> Printers.
Als u Windows XP gebruikt, selecteert u Start -> Configuratiescherm (Control Panel) -> Printers
en andere hardware (Printers and Other Hardware) -> Printers en faxapparaten (Printers and
Faxes).
Het venster Apparaten en printers (Devices and Printers) (Windows 7), Printers (Windows Vista) of
Printers en faxapparaten (Printers and Faxes) (Windows XP) wordt weergegeven.
3.
Klik op het pictogram van het printermodel dat moet worden gedeeld
Als u Windows 7 gebruikt, drukt u op de Alt-toets op uw toetsenbord en selecteert u
Eigenschappen van printer (Printer properties) -> Delen (Sharing) in het menu Bestand (File) dat
wordt weergegeven.
Als u Windows Vista gebruikt, drukt u op de Alt-toets op uw toetsenbord en selecteert u Als
administrator uitvoeren (Run as administrator) -> Delen... (Sharing...) in het menu Bestand (File)
dat wordt weergegeven.
Als u Windows XP gebruikt, selecteert u de optie Delen... (Sharing...) in het menu Bestand (File).
Belangrijk
In Windows 7 of Windows Vista wordt wellicht een bevestigings-/waarschuwingsvenster
weergegeven bij het starten, installeren of verwijderen van software.
Dit dialoogvenster verschijnt wanneer beheerdersrechten zijn vereist voor het uitvoeren van
een taak.
Als u bent aangemeld bij een beheerdersaccount, klikt u op Ja (Yes) (of Doorgaan (Continue)
of Toestaan (Allow)) om door te gaan.
Voor sommige toepassingen is een beheerdersaccount vereist om door te gaan. Als u bent
aangemeld bij een standaardaccount, schakelt u over naar een beheerdersaccount en start u
de bewerking opnieuw.
Opmerking
In Windows XP wordt wellicht een bericht weergegeven dat de gebruiker het beste de wizard
Netwerk instellen kan gebruiken om de functie voor delen in te stellen.
Als dit bericht wordt weergegeven, selecteert u de optie dat u de wizard niet wilt gebruiken en
stelt u delen in.
4.
Stel delen in
Selecteer Deze printer delen (Share this printer) op het tabblad Delen (Sharing) om zo nodig een
Pagina 726 van 736 pagina'sInstellingen op de afdrukserver
gedeelde naam in te stellen en klik op OK.
Het instellen van het afdrukserversysteem voltooid. Vervolgens stelt u de clientsystemen in.
Naar boven
Pagina 727 van 736 pagina'sInstellingen op de afdrukserver
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
>
De printer delen in een netwerk
> Instellingen op de client-pc
P044
Instellingen op de client-pc
Na het instellen van het afdrukserversysteem, stelt u het clientsysteem in.
De procedure voor het instellen van de clientsystemen is als volgt:
Als u Windows 7 of Windows Vista gebruikt:
1.
Installeer het printerbesturingsbestand op de clientsystemen
Raadpleeg '
MP Drivers installeren ' voor installatie-instructies.
Opmerking
Tijdens de installatie wordt een venster weergegeven met het verzoek de printer in te
schakelen. Klik op Handmatige selectie (Manual Selection) en selecteer de juiste poort om de
installatie te voltooien.
2.
Start de wizard
Als u Windows 7 gebruikt, selecteert u Start -> Apparaten en printers (Devices and Printers) ->
Een printer toevoegen (Add a printer).
Als u Windows Vista gebruikt, selecteert u Start -> Netwerk (Network) -> Een printer toevoegen
(Add Printer).
Het venster Printer toevoegen (Add Printer) wordt weergegeven.
3.
Voeg een printer toe
Selecteer Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer toevoegen (Add a network, wireless
or Bluetooth printer), klik op het pictogram van de printer die u op het afdrukserversysteem als
gedeelde printer hebt ingesteld en klik opVolgende (Next).
Opmerking
Als het pictogram van de printer niet wordt weergegeven, controleert u of de printer is
aangesloten op de afdrukserver.
Het kan enige tijd duren voordat het pictogram van de printer wordt weergegeven.
4.
Voltooi de configuratie
Voer de bewerking uit die wordt beschreven op het scherm en klik op Voltooien (Finish).
Als u Windows 7 gebruikt, wordt het pictogram voor de gedeelde printer weergegeven in het
venster Apparaten en printers (Devices and Printers).
Als u Windows Vista gebruikt, wordt het pictogram voor de gedeelde printer weergegeven in het
venster Printers.
Het instellen van de clientsystemen is voltooid. U kunt de printer nu in het netwerk delen.
Als u Windows XP gebruikt
1.
Installeer het printerbesturingsbestand op de clientsystemen
Raadpleeg '
MP Drivers installeren ' voor installatie-instructies.
Opmerking
Pagina 728 van 736 pagina'sInstellingen op de client-pc
Tijdens de installatie wordt een venster weergegeven met het verzoek de printer in te
schakelen. Klik op Handmatige selectie (Manual Selection) en selecteer de juiste poort om de
installatie te voltooien.
2.
Start de wizard
Selecteer Start -> Configuratiescherm (Control Panel) -> Printers en andere hardware (Printers and
Other Hardware) -> Printers en faxapparaten (Printers and Faxes) -> Een printer toevoegen (Add a
printer).
Klik in het venster De wizard Printer toevoegen (Welcome to the Add Printer Wizard) op Volgende
(Next).
3.
Voeg een printer toe
Selecteer Netwerkprinter, of een printer die met een andere computer is verbonden (A network
printer, or a printer attached to another computer) en klik op Volgende (Next).
Klik in het venster Een printer opgeven (Specify a Printer) op Volgende (Next) en zoek naar het
afdrukserversysteem.
Klik op het pictogram van de printer die u op het afdrukserversysteem als gedeelde printer hebt
ingesteld en klik op Volgende (Next).
Opmerking
Als het pictogram van de printer niet wordt weergegeven, controleert u of de printer is
aangesloten op de afdrukserver.
4.
Voltooi de configuratie
Voer de bewerking uit die wordt beschreven op het scherm en klik op Voltooien (Finish).
In het venster Printers en faxapparaten (Printers and Faxes) wordt het pictogram voor de gedeelde
printer weergegeven.
Het instellen van de clientsystemen is voltooid. U kunt de printer nu in het netwerk delen.
Naar boven
Pagina 729 van 736 pagina'sInstellingen op de client-pc
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
>
De printer delen in een netwerk > Beperkingen bij het delen van printers
P415
Beperkingen bij het delen van printers
Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als
u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt.
Bij het gebruik van een printer in een netwerk gelden bepaalde beperkingen. Lees de beperkingen voor
de omgeving waarin u werkt.
Als u een printer in een netwerk deelt
Er kan een bericht worden weergegeven dat het afdrukken is voltooid. Als u wilt dat het bericht niet
meer wordt weergegeven, volgt u de onderstaande procedure.
Als u Windows 7 gebruikt:
Selecteer in het venster Apparaten en printers (Devices and Printers) van de clientcomputer de
gewenste printer in de lijst Printers en faxapparaten (Printers and Faxes) en open Eigenschappen
van afdrukserver (Print server properties).
Schakel het selectievakje Informatieve meldingen voor netwerkprinters weergeven (Show
information notifications for network printers) op het tabblad Geavanceerd (Advanced) uit en start
de computer opnieuw op.
Als u Windows Vista gebruikt:
Druk op de Alt-toets vanuit het venster Printers op het clientsysteem. Open Als administrator
uitvoeren (Run as administrator) -> Eigenschappen van server... (Server Properties...) vanuit het
menu Bestand (File) dat wordt weergegeven.
Schakel Informatieve meldingen voor netwerkprinters weergeven (Show informational
notifications for network printers) op het tabblad Geavanceerd (Advanced) uit en start de computer
opnieuw op.
Als u Windows XP gebruikt:
Open Eigenschappen van server (Server Properties) via het menu Bestand (File) van het venster
Printers en faxapparaten (Printer and Faxes) op het afdrukserversysteem.
Schakel Waarschuwing geven als er externe documenten worden afgedrukt (Notify when remote
documents are printed) op het tabblad Geavanceerd (Advanced) uit en start de computer opnieuw
op.
De functie voor bidirectionele communicatie is uitgeschakeld en de juiste printerstatus wordt
wellicht niet herkend.
Als de gebruiker van een clientcomputer de eigenschappen van het printerstuurprogramma opent
(om de eigenschappen in Windows 7 weer te geven, drukt u op de Alt-toets en selecteert u
Eigenschappen van printer (Printer properties) in het menu Bestand (File)) en vervolgens op OK klikt
terwijl Bidirectionele ondersteuning inschakelen (Enable bidirectional support) is uitgeschakeld op
het tabblad Poorten (Ports), wordt de functie voor bidirectionele communicatie op de afdrukserver
mogelijk ook uitgeschakeld.
Controleer in dit geval of het selectievakje Bidirectionele ondersteuning inschakelen (Enable
bidirectional support) is ingeschakeld op het afdrukserversysteem en het clientsysteem.
Als u afdrukt vanaf een clientsysteem, kunt u Canon IJ-afdrukvoorbeeld niet gebruiken.
Als de functies op het tabblad Onderhoud (Maintenance) niet goed kunnen worden ingesteld vanaf
een clientsysteem, zijn deze functies mogelijk niet voor selectie beschikbaar. Wijzig de instellingen
in dit geval vanaf de afdrukserver.
Als u de instellingen van de afdrukserver wijzigt, moet u het pictogram van de gedeelde printer
verwijderen van het clientsysteem en geef de gedeelde instellingen opnieuw op in het
clientsysteem.
Pagina 730 van 736 pagina'sBeperkingen bij het delen van printers
Wanneer hetzelfde printerstuurprogramma op het afdrukserversysteem en het
clientsysteem (als de lokale printer) is geïnstalleerd
Het is mogelijk dat de "net crawl"-functie automatisch een netwerkprinterpictogram op het
clientsysteem maakt.
Naar boven
Pagina 731 van 736 pagina'sBeperkingen bij het delen van printers
Uitgebreide Handleiding > Easy-PhotoPrint EX gebruiken
A001
Easy-PhotoPrint EX gebruiken
--- Creatieve kunstwerken maken van uw foto's ---
U kunt met Easy-PhotoPrint EX op eenvoudige wijze albums, kalenders en stickers maken door foto's te
selecteren die met een digitale camera zijn gemaakt.
U kunt ook heel gemakkelijk foto's zonder rand afdrukken.
Easy-PhotoPrint EX openen
Klik hier:
Easy-PhotoPrint EX
Opmerking
Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer informatie over het gebruik van Easy-PhotoPrint EX.
Afdrukken met de meegeleverde software
Maak een persoonlijk fotoalbum
Met Easy-PhotoPrint EX maakt u heel gemakkelijk een persoonlijk fotoalbum!
U hoeft alleen maar de gewenste foto's te selecteren, een indeling te selecteren, het papier in de printer
te plaatsen en af te drukken. Nadat u de afgedrukte pagina's hebt ingebonden, hebt u een uniek album
met uw herinneringen!
U kunt de indeling en de achtergrond wijzigen en
opmerkingen aan de foto's toevoegen.
U kunt ook de grootte en de afdrukstand
selecteren.
U kunt foto's schikken op de linker- en
rechterpagina's.
KIJK!
Selecteer een thema (achtergrondontwerp) om een album met één thema te maken.
Decoreer onderdelen met tekst en kaders
U kunt tekst aan foto's toevoegen. Voeg een beschrijving toe aan een foto in een album en plaats er een
kader omheen om de sfeer van de foto te versterken.
Pagina 732 van 736 pagina'sEasy-PhotoPrint EX gebruiken
KIJK!
Selecteer Album om tekst en kaders toe te voegen. U kunt geen foto's decoreren met Photo Print.
Maak een kalender met uw favoriete foto's
Met Easy-PhotoPrint EX maakt u heel gemakkelijk kalenders. Maak uw eigen kalender met uw favoriete
foto's. Dan wordt het pas spannend om de kalenderpagina's om te slaan.
U kunt alle soorten foto's gebruiken.
U kunt ook kalenders maken voor twee, zes of twaalf
maanden.
Maak stickers
Met Easy-PhotoPrint EX maakt u heel gemakkelijk stickers.
Maak stickers van uw favoriete foto's en deel ze uit aan uw vrienden.
KIJK!
U kunt tekst aan foto's toevoegen.
Pagina 733 van 736 pagina'sEasy-PhotoPrint EX gebruiken
Naar boven
Pagina 734 van 736 pagina'sEasy-PhotoPrint EX gebruiken
Uitgebreide Handleiding > Werken met MP Navigator EX
S001
Werken met MP Navigator EX
MP Navigator EX is een toepassing waarmee u op eenvoudige wijze foto's en documenten kunt
scannen. De toepassing is ook geschikt voor beginners.
MP Navigator EX starten
Klik hier:
MP Navigator EX
Opmerking
Zie '
We gaan scannen
' voor meer informatie over scannen met MP Navigator EX.
Foto's en documenten scannen
U kunt eenvoudig scannen door te navigeren door de schermen van MP Navigator EX. U kunt gescande
afbeeldingen ook opslaan of afdrukken met behulp van MP Navigator EX.
Kleine documenten tegelijkertijd scannen
U kunt een aantal kleine documenten (foto's, kaarten en dergelijke) tegelijkertijd scannen. Dit is handig,
omdat u dan niet meerdere keren hoeft te scannen.
Grote documenten scannen
Met MP Navigator EX kunt u gemakkelijk documenten scannen die groter zijn dan de plaat. U kunt de
linker- en rechterhelft van een document afzonderlijk scannen en deze tot één afbeelding.
Pagina 735 van 736 pagina'sWerken met MP Navigator EX
Scannen met eenmaal klikken
In de modus voor eenmaal klikken wordt MP Navigator EX uitgevoerd van scannen tot opslaan, met één
klik op een pictogram. Met de modus voor eenmaal klikken kunt u ook afbeeldingen scannen en opslaan
als PDF-bestand, of afbeeldingen automatisch als e-mailbijlage toevoegen.
Scannen en foto's corrigeren/verbeteren
Met MP Navigator EX kunt u eenvoudig foto's corrigeren/verbeteren. U hoeft geen andere toepassingen te
gebruiken.
Zie '
Scannen met de meegeleverde toepassingssoftware
' voor meer informatie over het gebruik van MP
Navigator EX.
Naar boven
Pagina 736 van 736 pagina'sWerken met MP Navigator EX
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463
  • Page 464 464
  • Page 465 465
  • Page 466 466
  • Page 467 467
  • Page 468 468
  • Page 469 469
  • Page 470 470
  • Page 471 471
  • Page 472 472
  • Page 473 473
  • Page 474 474
  • Page 475 475
  • Page 476 476
  • Page 477 477
  • Page 478 478
  • Page 479 479
  • Page 480 480
  • Page 481 481
  • Page 482 482
  • Page 483 483
  • Page 484 484
  • Page 485 485
  • Page 486 486
  • Page 487 487
  • Page 488 488
  • Page 489 489
  • Page 490 490
  • Page 491 491
  • Page 492 492
  • Page 493 493
  • Page 494 494
  • Page 495 495
  • Page 496 496
  • Page 497 497
  • Page 498 498
  • Page 499 499
  • Page 500 500
  • Page 501 501
  • Page 502 502
  • Page 503 503
  • Page 504 504
  • Page 505 505
  • Page 506 506
  • Page 507 507
  • Page 508 508
  • Page 509 509
  • Page 510 510
  • Page 511 511
  • Page 512 512
  • Page 513 513
  • Page 514 514
  • Page 515 515
  • Page 516 516
  • Page 517 517
  • Page 518 518
  • Page 519 519
  • Page 520 520
  • Page 521 521
  • Page 522 522
  • Page 523 523
  • Page 524 524
  • Page 525 525
  • Page 526 526
  • Page 527 527
  • Page 528 528
  • Page 529 529
  • Page 530 530
  • Page 531 531
  • Page 532 532
  • Page 533 533
  • Page 534 534
  • Page 535 535
  • Page 536 536
  • Page 537 537
  • Page 538 538
  • Page 539 539
  • Page 540 540
  • Page 541 541
  • Page 542 542
  • Page 543 543
  • Page 544 544
  • Page 545 545
  • Page 546 546
  • Page 547 547
  • Page 548 548
  • Page 549 549
  • Page 550 550
  • Page 551 551
  • Page 552 552
  • Page 553 553
  • Page 554 554
  • Page 555 555
  • Page 556 556
  • Page 557 557
  • Page 558 558
  • Page 559 559
  • Page 560 560
  • Page 561 561
  • Page 562 562
  • Page 563 563
  • Page 564 564
  • Page 565 565
  • Page 566 566
  • Page 567 567
  • Page 568 568
  • Page 569 569
  • Page 570 570
  • Page 571 571
  • Page 572 572
  • Page 573 573
  • Page 574 574
  • Page 575 575
  • Page 576 576
  • Page 577 577
  • Page 578 578
  • Page 579 579
  • Page 580 580
  • Page 581 581
  • Page 582 582
  • Page 583 583
  • Page 584 584
  • Page 585 585
  • Page 586 586
  • Page 587 587
  • Page 588 588
  • Page 589 589
  • Page 590 590
  • Page 591 591
  • Page 592 592
  • Page 593 593
  • Page 594 594
  • Page 595 595
  • Page 596 596
  • Page 597 597
  • Page 598 598
  • Page 599 599
  • Page 600 600
  • Page 601 601
  • Page 602 602
  • Page 603 603
  • Page 604 604
  • Page 605 605
  • Page 606 606
  • Page 607 607
  • Page 608 608
  • Page 609 609
  • Page 610 610
  • Page 611 611
  • Page 612 612
  • Page 613 613
  • Page 614 614
  • Page 615 615
  • Page 616 616
  • Page 617 617
  • Page 618 618
  • Page 619 619
  • Page 620 620
  • Page 621 621
  • Page 622 622
  • Page 623 623
  • Page 624 624
  • Page 625 625
  • Page 626 626
  • Page 627 627
  • Page 628 628
  • Page 629 629
  • Page 630 630
  • Page 631 631
  • Page 632 632
  • Page 633 633
  • Page 634 634
  • Page 635 635
  • Page 636 636
  • Page 637 637
  • Page 638 638
  • Page 639 639
  • Page 640 640
  • Page 641 641
  • Page 642 642
  • Page 643 643
  • Page 644 644
  • Page 645 645
  • Page 646 646
  • Page 647 647
  • Page 648 648
  • Page 649 649
  • Page 650 650
  • Page 651 651
  • Page 652 652
  • Page 653 653
  • Page 654 654
  • Page 655 655
  • Page 656 656
  • Page 657 657
  • Page 658 658
  • Page 659 659
  • Page 660 660
  • Page 661 661
  • Page 662 662
  • Page 663 663
  • Page 664 664
  • Page 665 665
  • Page 666 666
  • Page 667 667
  • Page 668 668
  • Page 669 669
  • Page 670 670
  • Page 671 671
  • Page 672 672
  • Page 673 673
  • Page 674 674
  • Page 675 675
  • Page 676 676
  • Page 677 677
  • Page 678 678
  • Page 679 679
  • Page 680 680
  • Page 681 681
  • Page 682 682
  • Page 683 683
  • Page 684 684
  • Page 685 685
  • Page 686 686
  • Page 687 687
  • Page 688 688
  • Page 689 689
  • Page 690 690
  • Page 691 691
  • Page 692 692
  • Page 693 693
  • Page 694 694
  • Page 695 695
  • Page 696 696
  • Page 697 697
  • Page 698 698
  • Page 699 699
  • Page 700 700
  • Page 701 701
  • Page 702 702
  • Page 703 703
  • Page 704 704
  • Page 705 705
  • Page 706 706
  • Page 707 707
  • Page 708 708
  • Page 709 709
  • Page 710 710
  • Page 711 711
  • Page 712 712
  • Page 713 713
  • Page 714 714
  • Page 715 715
  • Page 716 716
  • Page 717 717
  • Page 718 718
  • Page 719 719
  • Page 720 720
  • Page 721 721
  • Page 722 722
  • Page 723 723
  • Page 724 724
  • Page 725 725
  • Page 726 726
  • Page 727 727
  • Page 728 728
  • Page 729 729
  • Page 730 730
  • Page 731 731
  • Page 732 732
  • Page 733 733
  • Page 734 734
  • Page 735 735
  • Page 736 736

Canon PIXMA MP280 Handleiding

Categorie
Multifunctionals
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor