Canon PIXMA iP4840 de handleiding

Categorie
Labelprinters
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Deze handleiding gebruiken
Deze handleiding afdrukken
MC-5246-V1.00
Basis Handleiding
Een overzicht van dit
product.
Uitgebreide Handleiding
Een gedetailleerde
beschrijving van dit product.
Problemen oplossen
Pagina 1 van 489 pagina'sCanon iP4800 series Online handleiding
Deze handleiding gebruiken
Deze handleiding afdrukken
Informatie over het afdrukken van
disclabels
MP-5119-V1.00
Uitgebreide Handleiding
Inhoud
Overzicht van de printer
Hoofdonderdelen
Afdrukken
Foto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
Documenten afdrukken
Webpagina's afdrukken (Easy-WebPrint EX)
Verschillende softwaretoepassingen starten
Overige functies
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een
PictBridge-compatibel apparaat
Papier plaatsen
Papier plaatsen
Routineonderhoud
Inkttanks vervangen
Vage afdrukken of onjuiste kleuren
De papierinvoerrol reinigen
Het cassettekussentje reinigen
Het onderhoudsscherm openen
Bijlage
Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het
product en het gebruik van afbeeldingen
Tips over het gebruik van uw printer
Pagina 2 van 489 pagina'siP4800 series Basis Handleiding
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Overzicht van de printer
Overzicht van de printer
In dit gedeelte worden de namen van de printeronderdelen weergegeven en de bijbehorende functies
beschreven.
Hoofdonderdelen
Vooraanzicht
Achteraanzicht
Binnenaanzicht
Naar boven
Pagina 3 van 489 pagina'sOverzicht van de printer
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Overzicht van de printer
> Hoofdonderdelen
C001
Hoofdonderdelen
Vooraanzicht
Achteraanzicht
Binnenaanzicht
Vooraanzicht
(1)
Bovenklep
Open de bovenklep als u een inkttank wilt vervangen of vastgelopen papier wilt verwijderen uit de printer.
(2)
Papiergeleiders
Schuif de geleiders tegen beide zijden van de stapel papier aan.
(3)
Achterste lade
Plaats in deze lade fotopapier of enveloppen die u met de printer wilt gebruiken. Er kunnen twee of meer
vellen papier van hetzelfde formaat en type tegelijk worden geplaatst. Het papier wordt automatisch met
één vel tegelijk ingevoerd.
Zie
Papier plaatsen
.
(4)
Papiersteun
Open de steun en trek deze uit als u papier in de achterste lade wilt plaatsen.
(5)
Cassette
Plaats een vel normaal papier van A4-, B5-, A5- of Letter-formaat en voer de cassette in de printer in. Er
kunnen twee of meer vellen gewoon papier van hetzelfde formaat tegelijk worden geplaatst. Het papier
wordt automatisch met één vel tegelijk ingevoerd.
Zie
Papier plaatsen
.
(6)
Poort voor direct afdrukken
Sluit hier een PictBridge-compatibel apparaat aan, bijvoorbeeld een digitale camera, als u rechtstreeks vanaf
het apparaat wilt afdrukken.
Zie
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat
.
Waarschuwing
Pagina 4 van 489 pagina'sHoofdonderdelen
Sluit alleen PictBridge-compatibele apparaten op de Poort voor Direct afdrukken aan. Als u
andere apparaten op deze poort aansluit, kan dit brand, elektrische schokken of schade
aan de printer veroorzaken.
Belangrijk
Raak het metalen omhulsel niet aan.
(7)
Papieruitvoerlade
Het bedrukte papier wordt uitgevoerd. Open deze lade volledig voordat u gaat afdrukken.
(8)
Verlengstuk van de uitvoerlade
Open het verlengstuk en trek dit uit als u de afdrukken wilt ondersteunen. Open deze lade volledig wanneer
u gaat afdrukken.
(9)
Binnenklep
Sluit deze klep wanneer u afdrukt op papier.
(10)
Knop AAN (ON)
Druk op deze knop om de stroom in of uit te schakelen.
Belangrijk
De stekker uit het stopcontact halen
Zet eerst het apparaat uit en controleer vervolgens of het AAN/UIT
-lampje uit is voordat u
de stekker uit het stopcontact haalt. Als de stekker uit het stopcontact wordt gehaald
terwijl het AAN/UIT
-lampje nog brandt of knippert, kan de printer mogelijk niet meer
accuraat afdrukken omdat de printkop niet wordt beschermd.
Opmerking
Printer automatisch aan- of uitzetten
U kunt instellen dat de printer automatisch wordt aan- of uitgezet.
- Printer automatisch aan (Auto Power On): de printer wordt automatisch aangezet
wanneer gegevens naar de printer worden gestuurd.
- Printer automatisch uit (Auto Power Off): de printer wordt automatisch uitgezet wanneer
gedurende een bepaalde periode geen gegevens naar de printer zijn gestuurd.
U kunt dit instellen op het tabblad Onderhoud (Maintenance) van het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Raadpleeg de online handleiding voor meer informatie over de instellingen: Uitgebreide
Handleiding
.
(11)
AAN/UIT-lampje
Dit lampje knippert en brandt vervolgens groen wanneer de printer wordt aangezet.
Pagina 5 van 489 pagina'sHoofdonderdelen
(12)
Knop RESUME/CANCEL
Druk op deze knop om een afdruktaak die wordt uitgevoerd, te annuleren. U kunt op deze knop drukken
nadat u een printerprobleem hebt opgelost om de foutstatus van de printer op te heffen en het afdrukken te
hervatten.
(13)
Alarm-lampje
Dit lampje brandt of knippert oranje als er een fout optreedt, bijvoorbeeld als het papier of de inkt op is.
Opmerking
AAN/UIT- en alarmlampjes
U kunt de status van de printer controleren aan de hand van het
AAN/UIT
-lampje en het
Alarm
-lampje.
- Het
AAN/UIT
-lampje brandt niet: het apparaat is uitgeschakeld.
- Het
AAN/UIT
-lampje brandt groen: de printer is klaar voor gebruik.
- Het
AAN/UIT
-lampje knippert groen: de printer is bijna klaar voor gebruik of er wordt een
afdruktaak uitgevoerd.
-
Alarm
-lampje knippert oranje: er is een fout opgetreden en de printer is niet klaar voor
gebruik.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Problemen oplossen in de online
handleiding:
Uitgebreide Handleiding .
- Het groene
AAN/UIT
-lampje en het oranje
Alarm
-lampje knipperen beurtelings: er is
mogelijk een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het
ondersteuningscentrum.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Problemen oplossen in de online
handleiding:
Uitgebreide Handleiding .
Achteraanzicht
(14)
USB-poort
Sluit hier de USB-kabel aan om de printer met een computer te verbinden.
Belangrijk
Raak het metalen omhulsel niet aan.
De USB-kabel mag niet worden losgekoppeld of aangesloten terwijl de printer bezig is met
afdrukken.
(15)
Achterklep
Koppel de achterklep los wanneer u vastgelopen papier wilt verwijderen.
(16)
Netsnoeraansluiting
Hier kunt u het meegeleverde netsnoer aansluiten.
Binnenaanzicht
Pagina 6 van 489 pagina'sHoofdonderdelen
(17) Inktlampjes
Dit lampje brandt of knippert rood om de status van de inkttank aan te geven.
Zie
De inktstatus controleren
.
(18)
Printkophouder
Hier installeert u de printkop.
(19)
Printkopvergrendeling
Hiermee vergrendelt u de printkop.
Belangrijk
Trek deze vergrendeling niet omhoog na installatie van de printkop.
Opmerking
Raadpleeg voor meer informatie over het plaatsen van de printkop en inkttanks de gedrukte
handleiding:
Aan de Slag-gids
.
Naar boven
Pagina 7 van 489 pagina'sHoofdonderdelen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Afdrukken
Afdrukken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u documenten of foto's kunt afdrukken.
Met Easy-PhotoPrint EX, dat bij de printer is geleverd, kunt u eenvoudig foto's die u hebt gemaakt met uw
digitale camera afdrukken.
Foto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
Diverse functies van Easy-PhotoPrint EX gebruiken
Documenten afdrukken
Webpagina's afdrukken (Easy-WebPrint EX)
Verschillende softwaretoepassingen starten
Solution Menu EX
Easy-WebPrint EX
Naar boven
Pagina 8 van 489 pagina'sAfdrukken
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Afdrukken
> Foto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
C051
Foto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
Druk afbeeldingsgegevens op uw computer af met Easy-PhotoPrint EX, dat bij de printer is geleverd.
In dit gedeelte worden de handelingen beschreven voor het zonder marges afdrukken van foto's op
fotopapier van 10 x 15 cm / 4 x 6 inch.
Raadpleeg de online handleiding voor informatie over Easy-PhotoPrint EX: Uitgebreide Handleiding
.
Opmerking
Installeer Easy-PhotoPrint EX vanaf de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM)
als de software nog
niet is geïnstalleerd of is verwijderd. Selecteer Easy-PhotoPrint EX in Aangepaste installatie
(Custom Install) om Easy-PhotoPrint EX te installeren.
1. Bereid het afdrukken voor.
(1)
Zorg dat de printer is ingeschakeld.
Zie
Vooraanzicht
.
(2)
Plaats papier.
Zie
Papier plaatsen
.
In dit voorbeeld plaatsen we 10 x 15 cm / 4 x 6 inch in de achterste papierlade.
Opmerking
Plaats gewoon papier van A4- of Letter-formaat in de cassette. Plaats overige
papiersoorten en -formaten, zoals fotopapier, in de achterste lade.
(3)
Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade
uit.
2. Start Easy-PhotoPrint EX vanuit Solution Menu EX.
(1)
Start Solution Menu EX.
Zie
Solution Menu EX
.
Klik hier: Solution Menu EX
(2)
Klik op (Photo Print) in het menu Photo Print.
Easy-PhotoPrint EX wordt gestart en het bewerkingsscherm van Photo Print wordt weergegeven.
Pagina 9 van 489 pagina'sFoto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
Opmerking
Naast het afdrukken van foto's zijn er functies voor het maken van albums, kalenders en
andere foto-items beschikbaar.
Zie
Diverse functies van Easy-PhotoPrint EX gebruiken
.
3. Selecteer een foto die u wilt afdrukken.
(1)
Selecteer de map waarin de afbeeldingen zijn opgeslagen.
(2)
Klik op de afbeelding die u wilt afdrukken.
Het aantal exemplaren wordt weergegeven als "1" en de afbeelding die u hebt geselecteerd, wordt
weergegeven in daarvoor bestemde gedeelte (A). U kunt twee of meer afbeeldingen tegelijk selecteren.
Opmerking
Klik op
(pijl omhoog) om het aantal exemplaren te wijzigen als u twee of meer
exemplaren wilt afdrukken.
Als u de selectie wilt opheffen, klikt u op de afbeelding die u wilt annuleren in het gebied
met geselecteerde afbeeldingen (A) en klikt u op
(Geïmporteerde afbeelding
verwijderen (Delete Imported Image)) (B). U kunt ook
(pijl omlaag) gebruiken om het
aantal exemplaren te verlagen tot nul.
Tevens kunt u de geselecteerde afbeeldingen nog corrigeren of verbeteren voordat u ze
afdrukt.
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
U kunt een afbeelding van een video vastleggen en afdrukken.
Zie
Diverse functies van Easy-PhotoPrint EX gebruiken
.
(3)
Klik op Papier selecteren (Select Paper).
4. Selecteer het geplaatste papier.
(1)
Controleer of de naam van uw printer is geselecteerd bij Printer.
(2)
Controleer of Automatisch selecteren (Automatically Select) is geselecteerd bij
Papierbron (Paper Source).
Opmerking
Raadpleeg voor meer informatie over andere instellingen voor Papierbron (Paper Source)
de online handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
Pagina 10 van 489 pagina'sFoto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
(3)
Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in Papierformaat (Paper
Size) en Mediumtype (Media Type).
In dit voorbeeld selecteren we 10x15cm 4"x6" (4"x6" 10x15cm) bij Papierformaat (Paper Size) en het type
geplaatste fotopapier bij Mediumtype (Media Type).
Opmerking
Als u gewoon papier van A4- of Letter-formaat selecteert wanneer Automatisch
selecteren (Automatically Select) is geselecteerd bij Papierbron (Paper Source), wordt het
papier ingevoerd vanuit de cassette. Als u een ander formaat of type selecteert, zoals
fotopapier, wordt het papier ingevoerd vanuit de achterste lade.
Als u het verkeerde papierformaat en mediumtype selecteert, wordt het papier mogelijk
vanuit de verkeerde papierbron ingevoerd of drukt de printer mogelijk niet af met de juiste
afdrukkwaliteit.
(4)
Klik op Opmaak/Afdrukken (Layout/Print).
5. Selecteer een opmaak en start het afdrukken.
(1)
Selecteer de opmaak van de foto.
In dit voorbeeld selecteren we Geen randen (volledig) (Borderless (full)).
Het afdrukvoorbeeld wordt weergegeven in de geselecteerde opmaak, zodat u het vereiste resultaat kunt
controleren.
Opmerking
U kunt de afdrukrichting van de foto wijzigen of foto's bijsnijden.
Raadpleeg de online handleiding voor meer informatie over de bediening: Uitgebreide
Handleiding
.
(2)
Klik op Afdrukken (Print).
Opmerking
Als u een actieve afdruktaak wilt annuleren, drukt u op de knop
RESUME/CANCEL
op de
printer of klikt u op Afdrukken annuleren (Cancel Printing) op de printerstatusmonitor. Nadat
een afdruktaak is geannuleerd, kunnen nog lege vellen papier worden uitgevoerd.
Als u de printerstatusmonitor wilt weergeven, klikt u op het printerpictogram op de taakbalk. In
Windows Vista of Windows XP klikt u in de taakbalk op Canon XXX (waarbij '
XXX
' de naam
Pagina 11 van 489 pagina'sFoto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
van uw printer is).
Naar boven
Pagina 12 van 489 pagina'sFoto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Afdrukken
>
Foto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
> Diverse functies van Easy-PhotoPrint EX gebruiken
C052
Diverse functies van Easy-PhotoPrint EX gebruiken
In dit gedeelte maakt u kennis met een paar handige functies van Easy-PhotoPrint EX.
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
Uw eigen afdrukken maken
U kunt een album of kalender maken met uw eigen foto's.
Album
Kalender (Calendar)
Stickers
Opmaak afdrukken (Layout Print)
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt videoframes vastleggen en afbeeldingen maken.
Naar boven
Pagina 13 van 489 pagina'sDiverse functies van Easy-PhotoPrint EX gebruiken
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Afdrukken
> Documenten afdrukken
C053
Documenten afdrukken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een A4-document op gewoon papier kunt afdrukken.
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
Opmerking
De bewerkingen kunnen variëren, afhankelijk van uw toepassing. Raadpleeg de
instructiehandleiding van uw toepassing voor meer informatie over de bewerkingen.
De schermen in dit gedeelte hebben betrekking op het afdrukken in het besturingssysteem Windows
7 Home Premium (hierna 'Windows 7' genoemd).
1. Zorg dat de printer is ingeschakeld.
Zie
Vooraanzicht
.
2. Plaats papier.
Zie
Papier plaatsen
.
Controleer nu of er gewoon A4-papier in de cassette is geplaatst.
Opmerking
Plaats gewoon papier van A4-, B5-, A5- of Letter-formaat in de cassette en overige soorten
en formaten papier, zoals fotopapier, in de achterste lade.
3. Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade uit.
4. Maak (of open) een document met behulp van een geschikte softwaretoepassing.
5. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
(1)
Selecteer Afdrukken (Print) in het menu Bestand (File) of op de werkbalk van de
toepassing.
Het dialoogvenster Afdrukken (Print) wordt weergegeven.
(2)
Controleer of de naam van uw printer is geselecteerd.
Opmerking
Selecteer de naam van uw printer als een andere printernaam is geselecteerd.
(3)
Klik op Voorkeuren (Preferences) (of Eigenschappen (Properties)).
Pagina 14 van 489 pagina'sDocumenten afdrukken
6.
Geef de vereiste afdrukinstellingen op.
(1)
Selecteer Zakelijk document (Business Document) in Veelgebruikte instellingen
(Commonly Used Settings).
Opmerking
Als een afdrukobject zoals Zakelijk document (Business Document) of Foto afdrukken
(Photo Printing) is geselecteerd in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings),
worden de items in Extra functies (Additional Features) automatisch geselecteerd. De
toepasselijke instellingen voor het afdrukobject (zoals het mediumtype en de
afdrukkwaliteit) worden ook weergegeven.
(2)
Controleer de weergegeven instellingen.
Controleer nu of Normaal papier (Plain Paper) is geselecteerd in Mediumtype (Media Type), Standaard
(Standard) is geselecteerd in Afdrukkwaliteit (Print Quality), of A4 is geselecteerd in Papierformaat printer
(Printer Paper Size), en of Automatisch selecteren (Automatically Select) is geselecteerd in Papierbron
(Paper Source).
Opmerking
Als u twee of meer exemplaren opgeeft in Aantal (Copies), worden de afgedrukte
pagina's gesorteerd.
De instellingen kunnen worden gewijzigd.
U moet nadat u Papierformaat printer (Printer Paper Size) hebt gewijzigd, wel controleren
of de instelling voor Paginaformaat (Page Size) op het tabblad Pagina-instelling (Page
Setup) overeenkomt met de instelling in de toepassing.
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
Als u gewoon papier van A4-, B5-, A5- of Letter-formaat selecteert wanneer Automatisch
selecteren (Automatically Select) is geselecteerd bij Papierbron (Paper Source), wordt het
papier ingevoerd vanuit de cassette. Als u een ander formaat of type selecteert, zoals
fotopapier, wordt het papier ingevoerd vanuit de achterste lade.
Als u het verkeerde papierformaat en mediumtype selecteert, wordt het papier mogelijk
vanuit de verkeerde papierbron ingevoerd of drukt de printer mogelijk niet af met de juiste
afdrukkwaliteit.
(3)
Klik op OK.
Opmerking
Voor meer informatie over de functies van het printerstuurprogramma klikt u op Help of
Instructies (Instructions) om de online Help of de online handleiding weer te geven:
Uitgebreide Handleiding
. De knop Instructies (Instructions) wordt alleen weergegeven op de
tabbladen Snel instellen (Quick Setup), Afdruk (Main) en Onderhoud (Maintenance) wanneer
de online handleiding op uw computer is geïnstalleerd.
U kunt de gewijzigde instellingen een naam geven en deze toevoegen aan Veelgebruikte
instellingen (Commonly Used Settings).
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
Als het selectievakje Altijd afdrukken met huidige instellingen (Always Print with Current
Pagina 15 van 489 pagina'sDocumenten afdrukken
Settings) is ingeschakeld, worden de huidige instellingen toegepast vanaf de volgende
afdruktaak. Sommige toepassingen beschikken niet over deze functie.
Schakel het selectievakje Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) in als u het voorbeeld wilt
bekijken en de afdrukresultaten wilt controleren. Sommige toepassingen beschikken niet over
een afdrukvoorbeeldfunctie.
U kunt gedetailleerde afdrukinstellingen opgeven op het tabblad Afdruk (Main) of Pagina-
instelling (Page Setup).
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
7.
Start het afdrukken.
Klik op Afdrukken (Print) (of OK) om het afdrukken te starten.
Opmerking
Als u een actieve afdruktaak wilt annuleren, drukt u op de knop
RESUME/CANCEL
op de
printer of klikt u op Afdrukken annuleren (Cancel Printing) op de printerstatusmonitor. Nadat
een afdruktaak is geannuleerd, kunnen nog lege vellen papier worden uitgevoerd.
Als u de printerstatusmonitor wilt weergeven, klikt u op het printerpictogram op de taakbalk. In
het besturingssysteem Windows Vista (hierna 'Windows Vista genoemd) of Windows XP klikt
u in de taakbalk op Canon XXX (waarbij '
XXX
' de naam van uw printer is).
Als evenwijdige lijnen niet correct worden afgedrukt of als u niet tevreden bent over de
afdrukresultaten, moet u de positie van de printkop aanpassen.
Raadpleeg
De printkop uitlijnen
.
Naar boven
Pagina 16 van 489 pagina'sDocumenten afdrukken
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Afdrukken
> Webpagina's afdrukken (Easy-WebPrint EX)
C054
Webpagina's afdrukken (Easy-WebPrint EX)
Met Easy-WebPrint EX kunt u snel en eenvoudig internetpagina's afdrukken in Internet Explorer.
U kunt bij het afdrukken van internetpagina's automatisch het formaat aanpassen zodat de pagina's op
de breedte van het papier passen zonder dat de randen af worden gekapt, of een voorbeeldweergave
bekijken en de gewenste pagina's afdrukken.
Voor Easy-WebPrint EX is Internet Explorer 7 of recenter vereist.
Belangrijk
Het is onwettig om auteursrechtelijk beschermd werk van anderen te reproduceren of te bewerken
zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, behalve voor persoonlijk gebruik, gebruik
binnenshuis of ander gebruik binnen het beperkte bereik dat wordt gespecificeerd in het
auteursrecht. Daarnaast kan het reproduceren of bewerken van foto's van mensen inbreuk maken
op het portretrecht.
Opmerking
Raadpleeg
Easy-WebPrint EX
voor informatie over het installeren of starten van Easy-WebPrint EX.
Met de fragmentfunctie kunt u bijvoorbeeld fragmenten maken van bepaalde delen van internetpagina's
en deze bewerken om af te drukken.
Raadpleeg de online Help voor details over het gebruik van Easy-WebPrint EX. Klik op de werkbalk op
Easy-WebPrint EX (A) en selecteer Help in de vervolgkeuzelijst om de online Help weer te geven.
Pagina 17 van 489 pagina'sWebpagina's afdrukken (Easy-WebPrint EX)
Naar boven
Pagina 18 van 489 pagina'sWebpagina's afdrukken (Easy-WebPrint EX)
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Afdrukken
> Verschillende softwaretoepassingen starten
C055
Verschillende softwaretoepassingen starten
In dit onderdeel wordt Solution Menu EX beschreven, dat gebruikt wordt om de softwaretoepassingen te
openen die met de printer zijn meegeleverd. Tevens is informatie inbegrepen over Easy-WebPrint EX,
een softwaretoepassing voor het afdrukken van webpagina's.
Solution Menu EX
Solution Menu EX is een softwaretoepassing van waaruit u snel toegang hebt tot andere
softwaretoepassingen die bij de printer zijn geleverd, tot handleidingen en tot online productinformatie.
Opmerking
Installeer Solution Menu EX, de online handleiding of andere bijgeleverde softwaretoepassingen die
u wilt gebruiken vanaf de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM)
wanneer die nog niet zijn
geïnstalleerd of zijn verwijderd. Selecteer ze bij Aangepaste installatie (Custom Install) om ze te
installeren.
De menu's worden weergegeven in het categoriemenuonderdeel van het hoofdscherm van Solution
Menu EX. Klik op een menu in het categoriemenuonderdeel om pictogrammen weer te geven voor
functies die in dat menu beschikbaar zijn in het functiepictogramonderdeel van het hoofdscherm.
Hoeveel en welke pictogrammen of menu's worden weergegeven in het hoofdvenster varieert,
afhankelijk van uw printer en uw regio.
* Het onderstaande scherm is voor Windows 7.
(A) Hoofdscherm
(B) Functiepictogramonderdeel
(C) Categoriemenuonderdeel
(D) Bureaubladaccessoire
(E) Snelmenu waaraan u de pictogrammen van veelgebruikte functies kunt toevoegen
(F) Accessoirepictogram waarmee u het hoofdscherm kunt weergeven, het snelmenu kunt weergeven of
verbergen, enzovoort.
Foto's afdrukken (Photo Print)
Hiermee drukt u foto's af die met een digitale camera zijn genomen.
Canon-webservice (Canon Web Service)
Download content of materialen vanaf de website om af te drukken.
CREATIVE PARK PREMIUM
CREATIVE PARK PREMIUM is een service voor premium inhoud die uitsluitend beschikbaar is voor
gebruikers van originele Canon-inkten voor dit apparaat.
Pagina 19 van 489 pagina'sVerschillende softwaretoepassingen starten
Zorg dat voor alle kleuren originele Canon-inkttanks correct zijn geïnstalleerd.
Help en instellingen (Help & Settings)
Geef de online Help van Solution Menu EX of de online handleiding van de printer weer. Stel Solution
Menu EX of de printer in.
Toepassing starten (Start Application)
Start de bijgeleverde softwaretoepassingen, zoals Easy-PhotoPrint EX en My Printer.
U kunt met My Printer het setup-venster van het printerstuurprogramma weergeven en lezen welke actie
u moet ondernemen als u problemen met de werking ondervindt.
Online winkelen (Online Shopping)
Schaf verbruiksartikelen zoals inkt aan op de website.
Informatie (Information)
Hiermee vindt u nuttige informatie over de printer.
Opmerking
De computer moet over een internetverbinding beschikken om nuttige informatie, enzovoort, op de
website te kunnen vinden.
Raadpleeg de online Help voor details over het gebruik van Solution Menu EX. Selecteer het menu
Help en instellingen (Help & Settings) en klik vervolgens op
(Solution Menu EX Help (Solution
Menu EX's Help)) om de online Help weer te geven.
Softwaretoepassingen starten vanuit Solution Menu EX
Vanuit Solution Menu EX kunt u een softwaretoepassing starten en hebt u tevens rechtstreeks
toegang tot een functie van de softwaretoepassing.
Met de volgende procedure wordt Solution Menu EX gestart. Hierna kunt u bijvoorbeeld een van de
functies van Easy-PhotoPrint EX selecteren, zoals Foto's afdrukken (Photo Print).
1. Start Solution Menu EX.
Dubbelklik op
(Solution Menu EX) op het bureaublad.
Klik hier: Solution Menu EX
Opmerking
Tenzij de standaardinstelling is gewijzigd, wordt Solution Menu EX automatisch gestart
wanneer u de computer opstart.
Als u Solution Menu EX wilt starten vanuit het menuStart menu, selecteert u Alle programma's
(All Programs), Canon Utilities, Solution Menu EX en vervolgens Solution Menu EX.
Als het hoofdvenster van Solution Menu EX niet wordt weergegeven nadat u Solution Menu EX
hebt gestart, klikt u op
(accessoirepictogram) en selecteert u Hoofdvenster tonen (Show
Main Screen).
2. Selecteer de functie van een softwaretoepassing die u wilt starten.
(1)
Klik op het menu Photo Print.
(2)
Klik op (Photo Print).
Easy-PhotoPrint EX wordt gestart en het bewerkingsscherm van Photo Print wordt weergegeven.
Pagina 20 van 489 pagina'sVerschillende softwaretoepassingen starten
Opmerking
Naast het afdrukken van foto's zijn er functies voor het maken van albums, kalenders en
andere foto-items beschikbaar.
Raadpleeg
Foto's afdrukken (Easy-PhotoPrint EX)
voor details over het gebruik van de functies
van Easy-PhotoPrint EX.
Easy-WebPrint EX
Wanneer Easy-WebPrint EX is geïnstalleerd, wordt een taakbalk toegevoegd aan Internet Explorer. De
taakbalk is beschikbaar wanneer Internet Explorer is geopend.
Opmerking
Easy-WebPrint EX installeren
Als Easy-WebPrint EX niet is geïnstalleerd, worden de richtlijnen voor de installatie van Easy-
WebPrint EX mogelijk weergegeven in het systeemvak van de taakbalk.
Klik om Easy-WebPrint EX te installeren op de weergegeven richtlijnen en volg de instructies op het
scherm.
U kunt Easy-WebPrint EX ook installeren vanaf de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM) .
Selecteer Easy-WebPrint EX bij Aangepaste installatie (Custom Install) om Easy-WebPrint EX te
installeren.
Voor de installatie van Easy-WebPrint EX op uw computer is Internet Explorer 7 of hoger vereist en
moet de computer zijn aangesloten op internet.
Naar boven
Pagina 21 van 489 pagina'sVerschillende softwaretoepassingen starten
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Overige functies
Overige functies
In dit gedeelte wordt de functie beschreven waarmee u foto's kunt afdrukken vanaf een PictBridge-
compatibel apparaat zoals een digitale camera die is aangesloten via een USB-kabel.
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat
Naar boven
Pagina 22 van 489 pagina'sOverige functies
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Overige functies
> Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat
C063
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-
compatibel apparaat
U kunt een PictBridge-compatibel apparaat op deze printer aansluiten met een USB-kabel die is
aanbevolen door de fabrikant van het apparaat en opgeslagen foto's rechtstreeks afdrukken.
Voor meer informatie over het afdrukken van opgeslagen foto's via de aansluiting op het PictBridge-
compatibele apparaat raadpleegt u de online handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
Raadpleeg de instructiehandleiding die bij het apparaat is geleverd voor meer informatie over de
afdrukinstellingen op het PictBridge-compatibele apparaat.
Apparaten die u kunt aansluiten:
Elk PictBridge-compatibel apparaat kan op deze printer worden aangesloten. De fabrikant of het model
zijn niet van belang, zolang het compatibel is met de PictBridge-standaard.
Opmerking
PictBridge is de standaard voor het rechtstreeks afdrukken van uw foto's zonder daarbij een
computer te gebruiken. U kunt bijvoorbeeld een digitale camera, camcorder of mobiele telefoon met
camera aansluiten.
(PictBridge) Apparaten die compatibel zijn met PictBridge, kunt u herkennen aan deze
markering.
Indeling afdrukbare beeldgegevens:
Deze printer accepteert PNG-bestanden en afbeeldingen* die zijn gemaakt met een digitale camera die
voldoet aan het Design rule for Camera File system.
* Compatibel met Exif 2.2/2.21
Naar boven
Pagina 23 van 489 pagina'sFoto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel app...
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Papier plaatsen
Papier plaatsen
In dit gedeelte wordt beschreven welke soorten papier u kunt plaatsen en hoe u afdrukpapier in de
achterste lade of cassette plaatst.
Papier plaatsen
Papierbronnen voor het laden van papier
Papier plaatsen in de cassette
Papier plaatsen in de achterste lade
Fotopapier plaatsen
Enveloppen plaatsen
Mediumtypen die u kunt gebruiken
Mediumtypen die u niet kunt gebruiken
Naar boven
Pagina 24 van 489 pagina'sPapier plaatsen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Papier plaatsen > Papier plaatsen
C071
Papier plaatsen
Papierbronnen voor het laden van papier
Papier plaatsen in de cassette
Papier plaatsen in de achterste lade
Mediumtypen die u kunt gebruiken
Mediumtypen die u niet kunt gebruiken
Papierbronnen voor het laden van papier
De printer heeft twee papierbronnen om papier in te voeren, een achterste lade en een cassette.
U kunt het papier, afhankelijk van het formaat en de soort, in één van de papierbronnen plaatsen. Papier
wordt ingevoerd vanuit de cassette of de achterste lade, afhankelijk van het geselecteerde papierformaat
of mediumtype.
Zie Mediumtypen die u kunt gebruiken
.
Opmerking
Selecteer tijdens het afdrukken het juiste paginaformaat en mediumtype. Als u het verkeerde
papierformaat en mediumtype selecteert, wordt het papier mogelijk vanuit de verkeerde papierbron
ingevoerd of drukt de printer mogelijk niet af met de juiste afdrukkwaliteit.
Zie
Papier plaatsen in de cassette of Papier plaatsen in de achterste lade
voor meer informatie over
het plaatsen van papier in elk papierbron.
Normaal papier in de cassette plaatsen
Wanneer u gewoon papier met A4-, B5-, A5- of Letter-formaat gebruikt, plaatst u dit in de cassette.
De printer voert het papier automatisch in vanuit de cassette wanneer u tijdens het afdrukken
gewoon papier (van A4-, B5-, A5- of Letter-formaat) selecteert in de afdrukinstellingen van het
printerstuurprogramma.
Raadpleeg voor meer informatie over het wijzigen van de instelling voor de papierbron de online
handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
Fotopapier / enveloppen plaatsen in de achterste lade
Wanneer u fotopapier gebruikt, plaatst u dit in de achterste lade.
De printer voert het papier automatisch in vanuit de achterste lade wanneer u tijdens het afdrukken
andere mediumtypen dan gewoon papier, zoals fotopapier, selecteert in de afdrukinstellingen van
het printerstuurprogramma.
Wanneer u gewoon papier met een ander formaat dan A4, B5, A5, of Letter gebruikt, plaatst u dit
ook in de achterste lade.
Pagina 25 van 489 pagina'sPapier plaatsen
Naar boven
Pagina 26 van 489 pagina'sPapier plaatsen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Papier plaatsen > Papier plaatsen > Papier plaatsen in de cassette
C072
Papier plaatsen in de cassette
U kunt alleen gewoon papier met A4-, B5-, A5- of Letter-formaat in de cassette plaatsen.
Plaats andere formaten of typen papier in de achterste lade.
Zie Mediumtypen die u kunt gebruiken
.
Opmerking
Advies voor afdrukken op gewoon papier
Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's.
Zie
Mediumtypen die u kunt gebruiken voor meer informatie over papier van het merk Canon.
U kunt normaal kopieerpapier gebruiken.
Zie
Mediumtypen die u kunt gebruiken
voor het paginaformaat en het papiergewicht dat u kunt
gebruiken voor deze printer.
1. Bereid het papier voor.
Lijn de randen van het papier uit. Als de randen van het papier zijn omgekruld, maakt u deze plat.
Opmerking
Lijn de randen van het papier netjes uit voordat u het papier plaatst. Als u dit niet doet, kan het
papier vastlopen.
Als het papier gekruld is, buigt u de gekrulde hoeken in de tegenovergestelde richting naar
elkaar toe totdat het papier plat is.
Meer informatie over hoe u gekruld papier plat maakt, kunt u vinden in het gedeelte
Problemen
oplossen
in de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
2. Bereid de cassette voor.
(1)
Trek de cassette uit de printer.
(2)
Verwijder de klep van de cassette.
(3)
Trek het lipje (A) naar u toe om de cassette te ontgrendelen en uit te trekken.
Pagina 27 van 489 pagina'sPapier plaatsen in de cassette
3. Plaats papier.
(1)
Schuif de papiergeleider (B) naar de markering van het paginaformaat.
De papiergeleider (B) stopt wanneer deze is uitgelijnd met de markering voor het paginaformaat.
(2)
Laad de papierstapel MET DE AFDRUKZIJDE NAAR BENEDEN en DE
VOORSTE RAND NAAR DE ACHTERKANT, en lijn de rechterrand van de
papierstapel uit tegen de rechterrand van de cassette.
Opmerking
Er kan enige ruimte zijn tussen de papiergeleider (B) en de papierstapel.
(3)
Schuif de papiergeleider (C) links om deze volledig uit te lijnen met de zijde van
de papierstapel.
Opmerking
Plaats het papier niet hoger dan de limietmarkering (D).
Pagina 28 van 489 pagina'sPapier plaatsen in de cassette
(4)
Plaats de klep weer op de cassette.
(5)
Plaats de cassette in de printer.
Druk de cassette helemaal in de printer.
(E) De cassette steekt uit de printer wanneer de cassette correct is geplaatst.
Pagina 29 van 489 pagina'sPapier plaatsen in de cassette
Opmerking
Forceer de cassette niet verder de printer in. Hiermee kunt u de printer of de cassette
beschadigen.
4. Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade uit.
Opmerking
Na het plaatsen van papier
Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in Papierformaat printer (Printer Paper
Size) en Mediumtype (Media Type) in het printerstuurprogramma.
Zie
Documenten afdrukken
.
Naar boven
Pagina 30 van 489 pagina'sPapier plaatsen in de cassette
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Papier plaatsen > Papier plaatsen > Papier plaatsen in de achterste lade
C073
Papier plaatsen in de achterste lade
U kunt fotopapier of enveloppen in de achterste lade plaatsen.
Fotopapier plaatsen
Belangrijk
Als u gewoon papier verkleint tot 10 x 15 cm / 4 x 6 inch, 101,6 x 203,2 mm / 4 x 8 inch, 13 x
18 cm /5 x 7 inch of 55,0 x 91,0 mm / 2,16 x 3,58 inch (kaartformaat) voor een proefafdruk,
kan het papier vastlopen.
1. Bereid het papier voor.
Zie stap 1 bij Papier plaatsen in de cassette
.
Lijn de randen van het papier uit. Als de randen van het papier zijn omgekruld, maakt u deze plat.
2. Plaats papier.
(1)
Open de papiersteun en trek deze uit.
(2)
Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade
uit.
(3)
Schuif de papiergeleiders (A) open en plaats het papier in het midden van de
achterste lade MET DE AFDRUKZIJDE NAAR U TOE GERICHT.
(4)
Schuif de papiergeleiders (A) tegen de zijkanten van de papierstapel aan.
Schuif de papiergeleiders niet te hard. Dan wordt het papier misschien niet goed ingevoerd.
Pagina 31 van 489 pagina'sPapier plaatsen in de achterste lade
Belangrijk
Plaats het papier altijd in de lengterichting (B). Wanneer u het papier in de breedterichting
plaatst (C), kan het papier vastlopen.
Opmerking
Plaats het papier niet hoger dan de limietmarkering (D).
Opmerking
Na het plaatsen van papier
Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in Papierformaat printer (Printer Paper
Size) en Mediumtype (Media Type) in het printerstuurprogramma.
Zie
Documenten afdrukken
.
Pagina 32 van 489 pagina'sPapier plaatsen in de achterste lade
Naar boven
Pagina 33 van 489 pagina'sPapier plaatsen in de achterste lade
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Papier plaatsen > Papier plaatsen
>
Papier plaatsen in de achterste lade > Enveloppen plaatsen
C074
Enveloppen plaatsen
U kunt afdrukken op DL-enveloppen (Europa) en #10-enveloppen (VS).
Het adres wordt automatisch geroteerd en afgedrukt aan de hand van de richting van de envelop,
zoals opgegeven in het printerstuurprogramma.
Belangrijk
De volgende enveloppen kunt u niet gebruiken. De enveloppen kunnen in de printer vast blijven
zitten of ervoor zorgen dat de printer niet goed meer functioneert.
- Enveloppen met een reliëf of een behandeld oppervlak
- Enveloppen met een dubbele (of zelfklevende) klep
- Enveloppen waarvan de lijmkleppen al vochtig zijn gemaakt en plakken
1. Bereid enveloppen voor.
Druk de hoeken en randen van de enveloppen omlaag om deze zo plat mogelijk
te maken.
Als de enveloppen gekruld zijn, houdt u de tegenoverliggende hoeken vast en
buigt u deze voorzichtig in de tegengestelde richting.
Als de klep van de envelop is gevouwen, maakt u deze plat.
Gebruik een pen om de bovenrand van de envelop in de invoerrichting plat te
strijken en de vouw scherper te maken.
Hierboven ziet u een zijaanzicht van de bovenrand van de envelop.
Belangrijk
De enveloppen kunnen vastlopen in het apparaat als ze niet plat zijn of als de hoeken niet zijn
uitgelijnd. Zorg ervoor dat het papier niet meer dan 3 mm / 0,1 inch is opgekruld of opgebold.
2. Plaats enveloppen.
(1)
Open de papiersteun en trek deze uit.
Zie (1) van stap 2 in
Fotopapier plaatsen.
(2)
Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade
uit.
Zie (2) van stap 2 in
Fotopapier plaatsen.
Pagina 34 van 489 pagina'sEnveloppen plaatsen
(3)
Schuif de papiergeleiders (A) open en plaats de enveloppen in het midden van
de achterste lade MET DE ADRESZIJDE NAAR U TOE GERICHT.
De gevouwen klep van de envelop bevindt zich naar beneden gericht aan de linkerzijde.
Er kunnen maximaal 10 enveloppen tegelijk worden geplaatst.
(4)
Schuif de papiergeleiders (A) tegen de zijkanten van de enveloppen aan.
Schuif de papiergeleiders niet te hard. De enveloppen worden dan misschien niet goed ingevoerd.
(B) Achterzijde
(C) Adreszijde
Opmerking
Plaats de enveloppen niet hoger dan de markering van de maximumcapaciteit (D).
3. Geef de instellingen op met het printerstuurprogramma.
(1)
Selecteer Envelop (Envelope) bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used
Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
(2)
Selecteer DL Env. of Comm. Env. #10 in het venster Envelopformaat instellen
(Envelope Size Setting).
(3)
Selecteer Liggend (Landscape) in Afdrukstand (Orientation).
Belangrijk
Als u het envelopformaat of de afdrukstand niet correct opgeeft, wordt het adres
ondersteboven of 90 graden gedraaid afgedrukt.
Opmerking
Als ondersteboven is afgedrukt, opent u het printerstuurprogramma. Selecteer Envelop
(Envelope) in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings), selecteer vervolgens het
Pagina 35 van 489 pagina'sEnveloppen plaatsen
selectievakje 180 graden roteren (Rotate 180 degrees) onder Extra functies (Additional
Features).
Zie Documenten afdrukken voor meer informatie over de instellingen in het
printerstuurprogramma.
Naar boven
Pagina 36 van 489 pagina'sEnveloppen plaatsen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Papier plaatsen > Papier plaatsen > Mediumtypen die u kunt gebruiken
C075
Mediumtypen die u kunt gebruiken
Kies voor het beste afdrukresultaat papier dat geschikt is om op af te drukken. Canon levert diverse
papiersoorten waarmee u het plezier van het afdrukken kunt verhogen, zoals stickers, en papiersoorten
voor foto's of documenten. Het verdient aanbeveling uw belangrijke foto's af te drukken op papier van het
merk Canon.
Mediumtypen
Verkrijgbare papiersoorten
Normaal papier (inclusief gerecycled papier)
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Normaal papier (Plain Paper)
- Maximaal aantal vellen -
Achterste lade: ongeveer 150 vellen
*1
Cassette: ongeveer 150 vel voor A4, B5, A5 en Letter/8,5x11 inch
- Maximale belasting papieruitvoerlade -
Ongeveer 50 vel
*
1
Gewoon papier van A4-, B5-, A5- of Letter-formaat kan alleen worden geplaatst als Achterste
lade (Rear tray) is geselecteerd in Papierbroninstelling voor normaal papier (Paper Source
setting for Plain Paper).
Opmerking
Het correct invoeren van papier verloopt wellicht niet goed bij de maximumcapaciteit,
afhankelijk van de papiersoort of de omgevingsomstandigheden (zeer hoge of lage
temperaturen of luchtvochtigheid). Plaats in dergelijke gevallen per keer niet meer dan
ongeveer de helft van de maximumcapaciteit (u kunt 100% gerecycled papier gebruiken).
Enveloppen
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Envelop (Envelope)
- Maximaal aantal vellen -
Achterste lade: 10 enveloppen
- Maximale belasting papieruitvoerlade -
Wij adviseren u de vorige afgedrukte envelop uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u
verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen.
Opmerking
Als u enveloppen via de cassette invoert, kunt u de printer beschadigen. Plaats dit papier
altijd in de achterste lade.
Papier van het merk Canon
Raadpleeg de instructiehandleiding bij het papier voor gedetailleerde informatie over de bedrukbare
zijde en notities over de behandeling van papier. Bezoek onze website voor informatie over de
papierformaten die voor de verschillende papiersoorten van het merk Canon beschikbaar zijn.
Opmerking
Het modelnummer van origineel Canon-papier wordt tussen haakjes vermeld.
In sommige landen of regio's is bepaald papier van Canon mogelijk niet beschikbaar. In de Verenigde
Staten wordt papier niet op modelnummer verkocht. In dat geval koopt u het papier op naam.
Pagina 37 van 489 pagina'sMediumtypen die u kunt gebruiken
Voor meer informatie over het instellen van het paginaformaat en het mediumtype wanneer u foto's
afdrukt vanaf een PictBridge-compatibel apparaat of een mobiele telefoon, raadpleegt u de online
handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
Voor het afdrukken van foto's:
Professioneel Foto Platinum <PT-101>
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Professioneel Foto Platinum (Photo Paper Pro Platinum)
Glanzend Fotopapier 'voor frequent gebruik' <GP-501>
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Foto Glans Papier (Glossy Photo Paper)
Foto Glans Papier <GP-502>
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Foto Glans Papier (Glossy Photo Paper)
Glossy Foto Papier Extra II <PP-201>
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Glossy Foto Papier Extra II (Photo Paper Plus Glossy II)
Photo Paper Plus Halfglans <SG-201>
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Photo Paper Plus Halfglans (Photo Paper Plus Semi-gloss)
Matglans Foto Papier <MP-101>
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Matglans Foto Papier (Matte Photo Paper)
- Maximaal aantal vellen -
Achterste lade:
10 vellen voor A4, Letter / 8,5 inch x 11 inch, 13 x 18 cm / 5 inch x 7 inch en 20 x 25 cm / 8 inch x
10 inch
20 vellen voor 10 x 15 cm / 4 inch x 6 inch
- Maximale belasting papieruitvoerlade -
Wij adviseren u het vorige afgedrukte vel uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder
gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen.
Opmerking
Als u dit papier via de cassette invoert, kunt u de printer beschadigen. Plaats dit papier
altijd in de achterste lade.
Wanneer u papier in stapels plaatst, kan de afdrukzijde bij het invoeren worden
gemarkeerd of wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd. Laad in dit geval niet meer
dan één vel tegelijk (behalve voor Matglans Foto Papier <MP-101>).
Voor het afdrukken van zakelijke documenten:
High Resolution Paper <HR-101N>
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: High Resolution Paper
- Maximaal aantal vellen -
Achterste lade: 80 vellen
- Maximale belasting papieruitvoerlade -
50 vel
Opmerking
Als u dit papier via de cassette invoert, kunt u de printer beschadigen. Plaats dit papier
Pagina 38 van 489 pagina'sMediumtypen die u kunt gebruiken
altijd in de achterste lade.
Voor het maken van uw eigen afdrukken:
T-Shirt Transfers <TR-301>
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: T-Shirt Transfers
Fotostickers <PS-101>
- Instellingen van Mediumtype -
Printerstuurprogramma: Foto Glans Papier (Glossy Photo Paper)
- Maximaal aantal vellen -
Achterste lade: 1 vel
- Maximale belasting papieruitvoerlade -
Wij adviseren u het vorige afgedrukte vel uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder
gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen.
Opmerking
Als u dit papier via de cassette invoert, kunt u de printer beschadigen. Plaats dit papier
altijd in de achterste lade.
Het opgeven van afdrukinstellingen is heel eenvoudig met het programma Easy-PhotoPrint
EX dat u vindt op de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM)
. Installeer het programma op uw
computer.
Paginaformaten
U kunt de volgende paginaformaten gebruiken.
Opmerking
U kunt alleen gewoon papier met de volgende formaten in de cassette plaatsen:
A4-, B5-, A5- en Letter-formaat
U kunt geen gewoon papier met andere formaten in de cassette plaatsen. Plaats dergelijke
papierformaten in de achterste lade.
Standaardformaten:
Letter (215,9 x 279,4 mm / 8,50 x 11,00 inch)
Legal (215,9 x 355,6 mm / 8,50 x 14,00 inch)
A5 (148,0 x 210,0 mm / 5,83 x 8,27 inch)
A4 (210,0 x 297,0 mm / 8,27 x 11,69 inch)
B5 (182,0 x 257,0 mm / 7,17 x 10,12 inch)
4" x 6" (10 x 15 cm / 4,00 x 6,00 inch)
4" x 8" (101,6 x 203,2 mm / 4,00 x 8,00 inch)
5" x 7" (13 x 18 cm / 5,00 x 7,00 inch)
8" x 10" (20 x 25 cm / 8,00 x 10,00 inch)
L (89,0 x 127,0 mm / 3,50 x 5,00 inch)
2L (127,0 x 178,0 mm / 5,00 x 7,01 inch)
Hagaki (100,0 x 148,0 mm / 3,94 x 5,83 inch)
Hagaki 2 (200,0 x 148,0 mm / 7,87 x 5,83 inch)
Comm. Env. #10 (104,6 x 241,3 mm / 4,12 x 9,50 inch)
DL Env. (110,0 x 220,0 mm / 4,33 x 8,66 inch)
Choukei 3 (120,0 x 235,0 mm / 4,72 x 9,25 inch)
Choukei 4 (90,0 x 205,0 mm / 3,54 x 8,07 inch)
Youkei 4 (105,0 x 235,0 mm / 4,13 x 9,25 inch)
Youkei 6 (98,0 x 190,0 mm / 3,86 x 7,48 inch)
Kaart (55,0 x 91,0 mm / 2,16 x 3,58 inch)
Breed (101,6 x 180,6 mm / 4,00 x 7,10 inch)
Afwijkende formaten:
Pagina 39 van 489 pagina'sMediumtypen die u kunt gebruiken
U kunt ook een aangepast formaat opgeven binnen het volgende bereik.
Minimumformaat: 55,0 x 91,0 mm / 2,17 x 3,58 inch (achterste lade)
Maximumformaat: 215,9 x 676,0 mm / 8,50 x 26,61 inch (achterste lade)
Papiergewicht
64 tot 105 g/m
2
(behalve Canon-papier)
Gebruik geen zwaarder of lichter papier dan dit (met uitzondering van papier van het merk Canon),
anders kan het papier in de printer vast komen te zitten.
Opmerkingen over het opslaan van papier
Neem alleen het benodigde aantal vellen papier uit de verpakking, vlak voordat u gaat afdrukken.
Wanneer u niet afdrukt, verwijdert u niet-gebruikt papier uit de achterste lade, stopt u dat terug in het
pak en legt u het ergens vlak neer om te voorkomen dat het gaat omkrullen. Vermijd bij het opslaan
bovendien hitte, vochtigheid en rechtstreeks zonlicht.
Opmerkingen over papier voor afdrukken zonder marges
Dubbelzijdig afdrukken is niet beschikbaar voor het randloos afdrukken van volledige pagina's.
Afdrukken zonder marges op de volledige pagina is niet mogelijk op enveloppen en papier van het
formaat Legal, A5 of B5.
U kunt gewoon papier gebruiken voor afdrukken zonder marges op de volledige pagina.
Dit kan echter leiden tot een lagere afdrukkwaliteit. Wij raden aan om gewoon papier te gebruiken
voor een proefafdruk.
Naar boven
Pagina 40 van 489 pagina'sMediumtypen die u kunt gebruiken
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Papier plaatsen > Papier plaatsen > Mediumtypen die u niet kunt gebruiken
C076
Mediumtypen die u niet kunt gebruiken
De onderstaande soorten papier mogen niet worden gebruikt. Het gebruik van dergelijke papiersoorten
levert niet alleen een onbevredigend resultaat op, maar kan ook leiden tot vastlopen of slecht
functioneren van de printer.
Gevouwen, gekruld of gekreukt papier
Vochtig papier
Papier dat te dun is (dat minder weegt dan 64 g/m
2
)
Papier dat te dik is (dat meer weegt dan 105 g/m
2
, behalve Canon-papier)
Papier dat dunner is dan een briefkaart, inclusief gewoon papier of papier van een notitieblok dat
kleiner is gemaakt (wanneer u afdrukt op papier dat kleiner is dan A5)
Briefkaarten
Kaarten waarop foto's of stickers zijn geplakt
Enveloppen met een dubbele (of zelfklevende) klep
Enveloppen met een reliëf of een behandeld oppervlak
Enveloppen waarvan de lijmkleppen al vochtig zijn gemaakt en plakken
Willekeurig papier met gaatjes
Papier dat niet rechthoekig is
Papier dat is ingebonden met nietjes of lijm
Voorgelijmd papier
Papier versierd met glitters, enzovoort
Naar boven
Pagina 41 van 489 pagina'sMediumtypen die u niet kunt gebruiken
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Routineonderhoud
Routineonderhoud
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u inkttanks vervangt als ze op raken, hoe u de printer reinigt als het
afdrukresultaat vaag is en wat u moet doen als het papier niet correct wordt ingevoerd.
Inkttanks vervangen
Vervangingsprocedure
De inktstatus controleren
Vage afdrukken of onjuiste kleuren
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
De printkop reinigen
Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren
De printkop uitlijnen
De papierinvoerrol reinigen
Het cassettekussentje reinigen
Het onderhoudsscherm openen
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
Naar boven
Pagina 42 van 489 pagina'sRoutineonderhoud
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Routineonderhoud > Inkttanks vervangen
C091
Inkttanks vervangen
Wanneer de inkt opraakt of zich fouten voordoen, knippert het Alarm
-lampje oranje om u op de hoogte te
brengen van het probleem.
Zie voor meer informatie 'Vier keer:' in 'Alarmlampje knippert oranje' in het gedeelte
Problemen oplossen
van de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
en voer de juiste actie uit.
Opmerking
Meer informatie over geschikte inkttanks kunt u vinden in de gedrukte handleiding:
Aan de Slag-gids
.
Zie
Vage afdrukken of onjuiste kleuren als de afdrukken vaag worden of als er witte strepen
verschijnen terwijl er toch voldoende inkt in de inkttanks zit.
Vervangingsprocedure
Volg onderstaande procedure wanneer u de inkttanks moet vervangen.
Belangrijk
Omgaan met inkt
Plaats meteen een nieuwe inkttank terug zodra u er een verwijdert. Laat de printer nooit staan met
verwijderde inkttanks.
Gebruik nieuwe inkttanks ter vervanging. De spuitopeningen kunnen verstopt raken als u gebruikte
inkttanks plaatst. Daarnaast weet u met dergelijke inkttanks niet goed wanneer u de inkttanks moet
vervangen.
Zodra u een inkttank hebt geplaatst, moet u deze niet uit de printer verwijderen of aan de lucht
blootstellen. Hierdoor kan de inkttank uitdrogen, of werkt de printer niet meer naar behoren als de
inkttank opnieuw wordt geplaatst. Voor een optimale afdrukkwaliteit moet u de inkttank binnen zes
maanden na het eerste gebruik opmaken.
Opmerking
Mogelijk wordt toch kleureninkt verbruikt wanneer u een document in zwart-wit afdrukt of wanneer
u hebt aangegeven een zwart-witafdruk te willen maken.
Beide soorten inkt worden ook verbruikt bij reiniging en diepte-reiniging van de printkop, dat nodig is
om de printer goed te laten werken. Wanneer een inkttank op is, moet u deze meteen vervangen
door een nieuwe.
Raadpleeg
Tips over het gebruik van uw printer voor details.
1. Zorg dat de printer is ingeschakeld en open de papieruitvoerlade voorzichtig.
2. Open de bovenklep.
De printkophouder schuift naar de vervangingspositie.
Pagina 43 van 489 pagina'sInkttanks vervangen
Houd de printkop niet vast om deze te stoppen of te verplaatsen. Raak de printkophouder niet
aan voordat deze helemaal stilstaat.
Belangrijk
Leg geen voorwerpen op de bovenklep. Deze kunnen in de achterste lade vallen als de
bovenklep wordt geopend en ervoor zorgen dat de printer niet meer naar behoren werkt.
Raak geen metalen delen of andere delen aan binnen in de printer.
Als de bovenklep langer dan 10 minuten heeft opengestaan, wordt de printkophouder naar de
rechterzijde verplaatst. In dit geval moet u de bovenklep sluiten en weer openen.
Open niet de binnenklep (A) bij het vervangen van de inkttank. Als de binnenklep (A) open is
na het vervangen van de inkttank, moet u deze sluiten.
3. Verwijder de inkttank waarvan het lampje snel knippert.
Druk op het lipje (B) en til de inkttank op om deze te verwijderen.
Raak de printkopvergrendeling (C) niet aan.
Belangrijk
Wees voorzichtig met de inkttank om vlekken op kleding en dergelijke te voorkomen.
Houd bij het weggooien van lege inkttanks rekening met de plaatselijke regelgeving met
betrekking tot afvalverwerking.
Opmerking
Verwijder niet twee of meer inkttanks tegelijk. Vervang inkttanks één voor één als u twee of
meer inkttanks vervangt.
Zie De inktstatus controleren
voor meer informatie over de knippersnelheden van de
inktlampjes.
4. Bereid de nieuwe inkttank voor.
(1)
Neem de nieuwe inkttank uit de verpakking, verwijder de oranje tape (
)
volledig en verwijder vervolgens de folie (
) volledig.
Pagina 44 van 489 pagina'sInkttanks vervangen
Belangrijk
Ga voorzichtig met de inkttanks om. Laat de inkttanks niet vallen en oefen er geen
overmatige druk op uit.
Als er oranje tape achterblijft in het L-vormige luchtgat (D), kan er inkt spatten of drukt de
printer mogelijk niet correct af.
(2)
Houd de inkttank vast met het oranje beschermkapje (E) omhoog en zorg ervoor
dat u het L-vormige luchtgat (D) niet blokkeert.
(3)
Draai het oranje beschermkapje (E) langzaam 90 graden om het te verwijderen.
Belangrijk
Pagina 45 van 489 pagina'sInkttanks vervangen
Druk de zijkanten van de inkttank niet in. Als u de zijkanten van de inkttank indrukt en het L-
vormige luchtgat (D) is geblokkeerd, kan er inkt spatten.
Raak de binnenkant van het oranje beschermkapje (E) of de geopende inktopening (F) niet
aan. Als u deze aanraakt, kunt u inktvlekken op uw handen krijgen.
Plaats het beschermkapje (E) niet terug nadat u dit hebt verwijderd. Houd bij het
weggooien rekening met de lokale wet- en regelgeving met betrekking tot de
afvalverwerking.
5. De nieuwe inkttank installeren.
(1)
Plaats de voorkant van de inkttank schuin in de printkop.
Controleer of de positie van de inkttank overeenkomt met die op het label.
(2)
Druk op de aanduiding (Drukken) op de inkttank totdat de inkttank stevig vast
zit.
Controleer of de inktlampjes rood gaan branden.
Belangrijk
U kunt niet afdrukken als de inkttank op de verkeerde positie is geplaatst. U moet de inkttank
installeren op de positie die is aangegeven op het label van de printkophouder.
De printer kan pas worden gebruikt als alle inkttanks zijn geïnstalleerd. Zorg dat alle inkttanks
zijn geïnstalleerd.
6. Sluit de bovenklep.
Opmerking
Als het
Alarm
-lampje blijft knipperen nadat u de bovenklep hebt gesloten, raadpleegt u 'Alarm-
lampje knippert oranje' in het gedeelte ' Problemen oplossen ' in de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding .
De printer reinigt de printkop automatisch zodra u begint met afdrukken nadat u de inkttank hebt
vervangen. Voer geen andere handelingen uit tot de printer klaar is met het reinigen van de
printkop. Het
AAN/UIT
-lampje knippert groen terwijl de reiniging wordt uitgevoerd.
Pas de positie van de printkop aan als evenwijdige lijnen niet correct worden afgedrukt of als
de positie van de printkop niet goed is uitgelijnd.
Raadpleeg
De printkop uitlijnen
.
Pagina 46 van 489 pagina'sInkttanks vervangen
Naar boven
Pagina 47 van 489 pagina'sInkttanks vervangen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Routineonderhoud
>
Inkttanks vervangen > De inktstatus controleren
C092
De inktstatus controleren
U kunt de inktstatus controleren met de inktlampjes of op het computerscherm.
Met de inktlampjes
1. Zorg dat de printer is ingeschakeld en open de papieruitvoerlade voorzichtig.
2. Open de bovenklep.
Zie stap 2 bij
Vervangingsprocedure
.
3. Controleer de inktlampjes.
Sluit de bovenklep nadat u de status van de inktlampjes hebt gecontroleerd.
Het inktlampje brandt
De inkttank is niet correct geïnstalleerd.
Het inktlampje knippert
Langzaam knipperen (ongeveer om de 3 seconden)
..... Herhaalt
De inkttank is bijna leeg. Bereid een nieuwe inkttank voor.
Snel knipperen (ongeveer om de seconde)
...... Herhaalt
- De inkttank is niet in de verkeerde positie geplaatst.
Of
- De inkt is op.
Plaats de inkttank op de juiste positie, zoals aangegeven op het etiket van de printkophouder. Als de positie
juist is, maar het inktlampje knippert, is er een fout opgetreden en kan er niet met de printer worden
afgedrukt. Controleer het
Alarm
lampje op de printer.
Zie het gedeelte
Problemen oplossen in de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding .
Het inktlampje is uit
De inkttank is niet goed geplaatst of de functie voor het detecteren van de resterende hoeveelheid inkt is
uitgeschakeld. Als de inkttank niet goed is geplaatst, drukt u op de aanduiding
(Drukken) op de inkttank
totdat de inkttank stevig vast zit. Als u geen klik hoort ten teken dat de inkttank op zijn plaats zit, moet u
controleren of het oranje beschermkapje van de onderzijde van de inkttank is verwijderd.
Als het de inktlampje nog steeds niet brandt nadat de inkttank opnieuw is geplaatst, is er een fout
opgetreden en kan er niet met de printer worden afgedrukt. Controleer het
Alarm
lampje op de printer.
Pagina 48 van 489 pagina'sDe inktstatus controleren
Zie het gedeelte
Problemen oplossen in de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding .
Op het computerscherm
U kunt de inktstatus controleren met de printerstatusmonitor.
Er wordt een symbool weergegeven in het onderdeel (A) als er informatie is over het resterende
inktniveau.
Voorbeeld:
De inkt is bijna op. Bereid een nieuwe inkttank voor.
Opmerking
Tijdens het afdrukken kan er een foutbericht worden weergegeven. Bevestig het bericht en
voer de juiste handelingen uit.
Volg onderstaande procedure om het bevestigingsscherm te openen.
1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Zie
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
.
2. Klik op Printerstatus weergeven (View Printer Status) op het tabblad Onderhoud
(Maintenance).
Klik op het menu Inktdetails (Ink Details) om de informatie over de inkttanks te controleren.
Opmerking
Terwijl u afdrukt, kunt u ook de printerstatusmonitor weergeven door op het printerpictogram
op de taakbalk te klikken. In Windows Vista of XP klikt u in de taakbalk op Canon XXX (waarbij '
XXX
' de naam van uw printer is).
Naar boven
Pagina 49 van 489 pagina'sDe inktstatus controleren
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Routineonderhoud > Vage afdrukken of onjuiste kleuren
C093
Vage afdrukken of onjuiste kleuren
Als de afdrukresultaten onduidelijk zijn of de kleuren niet correct worden afgedrukt, zijn de
spuitopeningen van de printkop waarschijnlijk verstopt. Voer de onderstaande procedure uit om het
controleraster voor de spuitopeningen af te drukken, de conditie van de spuitopeningen van de printkop
te controleren en vervolgens de printkop te reinigen.
Als evenwijdige lijnen niet correct worden afgedrukt of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten,
kan de afdrukkwaliteit mogelijk worden verbeterd door de printkop uit te lijnen.
Belangrijk
Spoel de printkop en inkttanks niet af en veeg ze niet schoon. Dit kan allerlei problemen met de
printkop en inkttanks veroorzaken.
Opmerking
Voordat u onderhoud verricht
Zorg ervoor dat u het oranje beschermtape niet op de inkttank laat zitten.
Zie het gedeelte
Problemen oplossen in de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding .
Open de bovenklep en controleer of de lampjes van alle inkttanks rood branden.
Zie
De inktstatus controleren als dit niet het geval is en voer de juiste bewerking uit.
Stel de afdrukkwaliteit hoger in via de instellingen van het printerstuurprogramma. Hierdoor kunnen
de afdrukresultaten verbeteren.
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
Onduidelijke of ongelijkmatige afdrukresultaten:
Stap 1
Zie
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken
.
Zie
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
.
Druk na het reinigen van de
printkop het controleraster voor
spuitopeningen af en controleer dit.
Als er lijnen ontbreken of er horizontale witte strepen
voorkomen in dit raster:
Stap 2
Zie
De printkop reinigen
.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop
tweemaal hebt gereinigd:
Stap 3
Zie
Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren
.
Opmerking
Als u de procedure tot en met stap 3 hebt uitgevoerd en het probleem niet is opgelost, schakelt u de
printer uit en voert u de diepte-reiniging van de printkop 24 uur later nogmaals uit.
Indien de fout zich blijft voordoen, is de printkop mogelijk beschadigd. Neem contact op met het
ondersteuningscentrum.
Als de afdrukresultaten niet gelijkmatig zijn (de evenwijdige lijnen
zijn bijvoorbeeld niet correct afgedrukt):
Pagina 50 van 489 pagina'sVage afdrukken of onjuiste kleuren
Raadpleeg
De printkop uitlijnen
.
Naar boven
Pagina 51 van 489 pagina'sVage afdrukken of onjuiste kleuren
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Routineonderhoud
>
Vage afdrukken of onjuiste kleuren > Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken
C094
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken
Druk het controleraster voor spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de
spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-
formaat
Opmerking
Als de inkt bijna op is, wordt het controleraster niet goed afgedrukt. Vervang de inkttank die bijna
leeg is.
Zie
Inkttanks vervangen
.
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken zonder computer
U kunt het controleraster voor de spuitopeningen ook vanaf de printer zelf afdrukken met de knop
RESUME/CANCEL
.
1. Zorg dat de printer is ingeschakeld en een of meer vellen gewoon papier van A4- of Letter-
formaat in de cassette zijn geplaatst.
2. Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade uit.
Als de binnenklep is geopend, sluit u deze.
3. Houd de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL)
ingedrukt tot het
AAN/UIT
-lampje
tweemaal groen knippert en laat het dan meteen los.
Het controleraster voor de spuitopening wordt afgedrukt.
Voer geen andere taken uit tot de printer het controleraster heeft afgedrukt.
Controleer het patroon van het controleraster en voer de vereiste handeling uit.
Zie stap 1 in Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
.
1. Controleer of het apparaat aan staat.
2. Zorg dat er een of meer vellen gewoon papier van het formaat A4 of Letter in de
cassette zijn geplaatst.
3. Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade uit.
Belangrijk
Als de binnenklep is geopend, sluit u deze.
4.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Zie
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
.
5. Druk het controleraster voor de spuitopeningen af.
(1)
Klik op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
(2)
Klik op Controle spuitopening (Nozzle Check).
Pagina 52 van 489 pagina'sControleraster voor de spuitopeningen afdrukken
(3)
Bevestig het bericht en klik op Controleraster afdrukken (Print Check Pattern).
Het controleraster voor de spuitopening wordt afgedrukt.
Voer geen andere taken uit tot de printer het controleraster heeft afgedrukt.
Opmerking
Klik op Initiële controle-items (Initial Check Items) om de items te bekijken die u moet
controleren voordat u het controleraster voor de spuitopeningen afdrukt.
6. Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen.
Zie
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
.
Naar boven
Pagina 53 van 489 pagina'sControleraster voor de spuitopeningen afdrukken
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Routineonderhoud
>
Vage afdrukken of onjuiste kleuren > Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
C095
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop.
1. Controleer het raster (1) op ontbrekende lijnen en (2) de aanwezigheid van
horizontale witte strepen.
Als er lijnen ontbreken in het raster (1):
Maak de spuitopeningen van de printkoppen van de inktgroep Zwart (Black) schoon (PGBK).
(A) Goed
(B) Niet goed (er ontbreken lijnen)
Als er horizontale witte strepen voorkomen in raster (2):
Maak de spuitopeningen van de printkoppen van de inktgroep Kleur (Color) schoon (C, M, Y, BK).
(A) Goed
(B) Niet goed (horizontale witte strepen aanwezig)
Als het raster ontbrekende lijnen (1) bevat en er horizontale witte strepen (2) zijn in het patroon
(2):
Maak de spuitopeningen van de printkoppen van de inktgroep Alle kleuren (All Colors) schoon.
2. Voer de vereiste actie uit.
Wanneer reiniging niet noodzakelijk is:
Klik op Afsluiten (Exit) in het dialoogvenster Rastercontrole (Pattern Check) om de weergave van
het controleraster voor de spuitopeningen af te sluiten.
Wanneer reiniging noodzakelijk is:
(1)
Klik op Reiniging (Cleaning).
Pagina 54 van 489 pagina'sControleraster voor de spuitopeningen bekijken
(2)
Zorg dat er een of meer vellen gewoon papier van het formaat A4 of Letter in de
cassette zijn geplaatst.
Voer de procedure uit bij (3) in stap 5 in
De printkop reinigen om de printkop te reinigen.
Naar boven
Pagina 55 van 489 pagina'sControleraster voor de spuitopeningen bekijken
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Routineonderhoud
>
Vage afdrukken of onjuiste kleuren > De printkop reinigen
C096
De printkop reinigen
De printkop moet worden gereinigd als er in het afgedrukte controleraster voor de spuitopeningen lijnen
ontbreken of horizontale witte strepen worden weergegeven. Door een reiniging uit te voeren worden de
spuitopeningen vrij gemaakt en de toestand van de printkop hersteld. Bij het reinigen van de printkop
wordt inkt verbruikt. Reinig de printkop daarom alleen als het echt nodig is.
U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-
formaat
Opmerking
De printkop reinigen zonder computer
U kunt ook de printkop (spuitopeningen van alle inktkleuren) reinigen vanaf de printer zelf met de
knop
RESUME/CANCEL
.
1. Controleer of het apparaat aan staat.
2. Houd de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL)
ingedrukt tot het
AAN/UIT
-lampje
één keer groen knippert en laat de knop dan onmiddellijk los.
De printer start met het reinigen van de printkop.
Wanneer het
AAN/UIT
-lampje groen knippert en vervolgens blijft branden, is de reiniging voltooid.
Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om de conditie van de printkop na het reinigen
te controleren.
Zie
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
.
Als u op Reiniging (Cleaning) klikt in het dialoogvenster Rastercontrole (Pattern Check), dat wordt
weergegeven na het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen (Zie
Wanneer reiniging
noodzakelijk is: ), begint de printer met het reinigen van de printkop. Zorg dat er een of meer vellen papier
van A4- of Letter-formaat in de cassette zijn geplaatst en ga naar (3) in stap 5.
1. Controleer of het apparaat aan staat.
2.
Zorg dat er een of meer vellen gewoon papier van het formaat A4 of Letter in de
cassette zijn geplaatst.
3. Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade uit.
Belangrijk
Als de binnenklep is geopend, sluit u deze.
4. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Zie
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
.
5.
Reinig de printkop.
(1)
Klik op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
(2)
Klik op Reiniging (Cleaning).
Pagina 56 van 489 pagina'sDe printkop reinigen
(3)
Selecteer de inktgroep die u wilt reinigen.
Opmerking
Deze printer heeft twee soorten zwarte inkt: PGBK (pigmentinkt) en BK (kleurstofinkt).
Controleer het controleraster voor de spuitopeningen en klik op Zwart (Black) als er lijnen
ontbreken in PGBK, of klik op Kleur (Color) als er horizontale witte strepen aanwezig zijn in
BK.
Zie
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
voor meer informatie over het
controleraster voor de spuitopeningen.
(4)
Klik op Uitvoeren (Execute).
Wanneer het
AAN/UIT
-lampje groen gaat knipperen, wordt de printkop gereinigd.
Voer geen andere handelingen uit tot de printer klaar is met het reinigen van de printkop. Dit duurt ongeveer
1 minuut.
Opmerking
Klik op Initiële controle-items (Initial Check Items) om de items te bekijken die u moet
controleren voordat u de diepte-reiniging van de printkop uitvoert.
(5)
Bevestig het bericht en klik op Controleraster afdrukken (Print Check Pattern).
Het controleraster voor de spuitopening wordt afgedrukt.
Voer geen andere taken uit tot de printer het controleraster heeft afgedrukt.
6. Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen.
Zie
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
.
Opmerking
Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd, voert u de
diepte-reiniging van de printkop uit.
Zie
Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren
.
Pagina 57 van 489 pagina'sDe printkop reinigen
Naar boven
Pagina 58 van 489 pagina'sDe printkop reinigen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Routineonderhoud
>
Vage afdrukken of onjuiste kleuren > Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren
C097
Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd door de normale reiniging van de printkop, moet u een diepte-
reiniging van de printkop uitvoeren. Bij een diepte-reiniging van de printkop wordt meer inkt verbruikt dan
bij een normale reiniging. Het is daarom raadzaam de diepte-reiniging alleen uit te voeren als het echt
nodig is.
U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-
formaat
1. Controleer of het apparaat aan staat.
2. Zorg dat er een of meer vellen gewoon papier van het formaat A4 of Letter in de
cassette zijn geplaatst.
3. Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade uit.
Belangrijk
Als de binnenklep is geopend, sluit u deze.
4. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Zie
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
.
5. Voer de diepte-reiniging van de printkop uit.
(1)
Klik op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
(2)
Klik op Diepte-reiniging (Deep Cleaning).
(3)
Selecteer de inktgroep waarvoor u een diepte-reiniging wilt uitvoeren.
Opmerking
Deze printer heeft twee soorten zwarte inkt: PGBK (pigmentinkt) en BK (kleurstofinkt).
Controleer het controleraster voor de spuitopeningen en klik op Zwart (Black) als er lijnen
ontbreken in PGBK, of klik op Kleur (Color) als er horizontale witte strepen aanwezig zijn in
BK.
Zie
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
voor meer informatie over het
controleraster voor de spuitopeningen.
Pagina 59 van 489 pagina'sEen diepte-reiniging van de printkop uitvoeren
(4)
Klik op Uitvoeren (Execute).
Opmerking
Klik op Initiële controle-items (Initial Check Items) om de items te bekijken die u moet
controleren voordat u de diepte-reiniging van de printkop uitvoert.
(5)
Bevestig het bericht en klik op OK.
Wanneer het
AAN/UIT
-lampje groen gaat knipperen, wordt de dieptereiniging van de printkop uitgevoerd.
Voer geen andere handelingen uit tot de printer klaar is met de diepte-reiniging van de printkop. Dit duurt 2
tot 30 minuten.
(6)
Bevestig het bericht en klik op Controleraster afdrukken (Print Check Pattern).
Het controleraster voor de spuitopening wordt afgedrukt.
Voer geen andere taken uit tot de printer het controleraster heeft afgedrukt.
6. Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen.
Zie stap 1 in Controleraster voor de spuitopeningen bekijken
.
Als een bepaalde kleur niet goed wordt afgedrukt, vervangt u de inkttank van de desbetreffende kleur.
Zie
Inkttanks vervangen
.
Als het probleem niet is opgelost, schakelt u het apparaat uit en voert u de diepte-reiniging van de printkop 24 uur
later nogmaals uit.
Indien de fout zich blijft voordoen, is de printkop mogelijk beschadigd. Neem contact op met het
ondersteuningscentrum.
Naar boven
Pagina 60 van 489 pagina'sEen diepte-reiniging van de printkop uitvoeren
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Routineonderhoud
>
Vage afdrukken of onjuiste kleuren
> De printkop uitlijnen
C098
De printkop uitlijnen
Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u
de positie van de printkop aan te passen.
U moet het volgende voorbereiden: een vel bijgeleverd papier van A4- of Letter-
formaat of Canon Matglans Foto Papier MP-101
Opmerking
Als de inkt bijna op is, wordt het uitlijningsblad niet correct afgedrukt.
Vervang de inkttank die bijna leeg is.
Zie
Inkttanks vervangen
.
Als het meegeleverde papier (Canon Matglans MP-101) op is of het gespecificeerde Canon-papier
niet direct verkrijgbaar is, kunt u gewoon papier gebruiken en de printkop handmatig uitlijnen.
Zie de online handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
Het uitlijningspatroon voor de printkop wordt alleen in zwart en blauw afgedrukt.
De printkop uitlijnen zonder computer
U kunt de printkop ook uitlijnen vanaf de printer zelf met de knop
RESUME/CANCEL
.
1. Controleer of het apparaat is ingeschakeld en plaats een vel meegeleverd papier van A4- of
Letter-formaat of Canon Matglans Foto Papier MP-101 in de achterste lade. Het papier in de
achterste lade moet met de afdrukzijde (wittere zijde) naar u toe worden geplaatst.
2. Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade uit.
Als de binnenklep is geopend, sluit u deze.
3. Houd de knop
RESUME/CANCEL
ingedrukt tot het
AAN/UIT
-lampje viermaal groen knippert en laat
de knop dan onmiddellijk los.
Het controlevel voor uitlijning van de printkop wordt afgedrukt en de positie van de printkop wordt
automatisch uitgelijnd.
Voer geen andere bewerkingen uit tot de printer het controleraster voor uitlijning van de printkop
heeft afgedrukt.
1. Controleer of het apparaat aan staat.
2. Plaats een vel meegeleverd papier van A4- of Letter-formaat of Canon Matglans
Foto Papier MP-101 in de achterste lade.
Plaats het papier in de achterste lade met de afdrukzijde (de wittere zijde) naar u toe.
Belangrijk
U kunt de cassette niet gebruiken voor automatische uitlijning van de printkop. Zorg dat u
papier in de achterste lade plaatst.
3. Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade uit.
Belangrijk
Als de binnenklep is geopend, sluit u deze.
4. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Zie
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
.
Pagina 61 van 489 pagina'sDe printkop uitlijnen
5.
Pas de positie van de printkop aan.
(1)
Klik op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
(2)
Klik op Uitlijning printkop (Print Head Alignment).
(3)
Bevestig het bericht en klik op Printkop uitlijnen (Align Print Head).
Het controlevel voor de uitlijning van de printkop wordt afgedrukt en de positie van de printkop wordt
automatisch uitgelijnd.
Voer geen andere bewerkingen uit tot de printer het controleraster voor uitlijning van de printkop heeft
afgedrukt. Dit duurt ongeveer 5 minuten.
Opmerking
Als het automatisch aanpassen van de printkoppositie is mislukt, gaat het Alarm
lampje
knipperen.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte 'Elf keer' onder 'Alarm-lampje knippert oranje' in '
Problemen oplossen ' in de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding .
Als u nog steeds niet tevreden bent over de afdrukresultaten nadat de printkoppositie is
aangepast op de hiervoor omschreven wijze, moet u de printkoppositie handmatig uitlijnen.
Zie de online handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
Naar boven
Pagina 62 van 489 pagina'sDe printkop uitlijnen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Routineonderhoud > De papierinvoerrol reinigen
C099
De papierinvoerrol reinigen
Als de papierinvoerrol vies is of er papierstof op ligt, wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd.
Reinig in dat geval de papierinvoerrol. Als u de papierinvoerrol reinigt, slijt deze. Reinig de rol daarom
alleen als dat nodig is.
U moet het volgende voorbereiden: drie vellen gewoon papier van A4- of Letter-
formaat
1. Controleer of het apparaat aan staat.
2. Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade uit.
Belangrijk
Als de binnenklep is geopend, sluit u deze.
3. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Zie
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
.
4.
Selecteer Reiniging rollen (Roller Cleaning).
(1)
Klik op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
(2)
Klik op Reiniging rollen (Roller Cleaning).
(3)
Selecteer de papierbron die u wilt reinigen (Achterste lade (Rear Tray) of
Cassette).
(4)
Klik op OK.
5. Reinig de papierinvoerrol zonder papier.
(1)
Volg de aanwijzingen in het bericht om het papier te verwijderen uit de
Pagina 63 van 489 pagina'sDe papierinvoerrol reinigen
papierbron die u hebt geselecteerd bij (3) in stap 4.
(2)
Klik op OK.
Tijdens het reinigen draait de papierinvoerrol enkele malen rond.
6. Reinig de papierinvoerrol met papier.
(1)
Controleer of de papierinvoerrol gestopt is met draaien en volg de aanwijzingen
in het bericht om drie of meer vellen gewoon papier van A4- of Letter-formaat te
plaatsen in de papierbron die u hebt geselecteerd bij (3) in stap 4.
(2)
Bevestig het bericht en klik op OK.
De printer begint met de reiniging.
Het reinigen is voltooid als het papier wordt uitgeworpen.
Voer geen andere handelingen uit tot de printer klaar is met het reinigen van de papierinvoerrol.
(3)
Klik op OK in het voltooiingsbericht.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de papierinvoerrol hebt gereinigd in de achterste lade, zet u het
apparaat uit, haalt u de stekker uit het stopcontact en veegt u de papierinvoerrol (A) in het midden van de
achterste lade schoon met een bijvoorbeeld een vochtig wattenstaafje. Draai de roller handmatig in de richting
van de pijl (B) tijdens het reinigen. Raak de rol niet aan met uw vingers. Gebruik een wattenstaafje om de rol te
draaien.
Als het probleem nog steeds niet is verholpen na het reinigen van de papierinvoerrol, neemt u contact op met het
ondersteuningscentrum.
Naar boven
Pagina 64 van 489 pagina'sDe papierinvoerrol reinigen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Routineonderhoud > Het cassettekussentje reinigen
C100
Het cassettekussentje reinigen
Als het kussentje op de cassette besmeurd is geraakt met papierstof of vuil, kunnen twee of meer vellen
papier tegelijk worden uitgevoerd. Volg de onderstaande procedure om het kussentje van de cassette te
reinigen.
U moet het volgende voorbereiden: wattenstaafje
1. Haal de cassette uit de printer en verwijder al het papier.
2. Maak het kussentje (A) van links naar rechts schoon met een vochtig wattenstaafje.
Belangrijk
Nadat u het vuile kussentje hebt schoongemaakt, laat u dit volledig drogen.
Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Naar boven
Pagina 65 van 489 pagina'sHet cassettekussentje reinigen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
> Routineonderhoud > Het onderhoudsscherm openen
C150
Het onderhoudsscherm openen
U kunt onderhoudshandelingen uitvoeren via het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
openen
Opmerking
Zorg dat de printer is ingeschakeld en dat deze op een computer is aangesloten.
1. Klik op de knop Start en daarna op Apparaten en Printers (Devices and Printers).
Wanneer u Windows Vista gebruikt:
Klik op Configuratiescherm (Control Panel) en vervolgens op Printer onder Hardware en geluiden
(Hardware and Sound).
Wanneer u Windows XP gebruikt:
Klik op Configuratiescherm (Control Panel), en vervolgens op Printers en andere hardware (Printers and
Other Hardware), en Printers en faxapparaten (Printers and Faxes).
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Canon XXX (waarbij '
XXX
' de naam
van uw printer is) en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Printing
Preferences).
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma ook openen vanuit uw
toepassing of via My Printer op het bureaublad.
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
Naar boven
Pagina 66 van 489 pagina'sHet onderhoudsscherm openen
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud > Bijlage
Bijlage
Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het gebruik van
afbeeldingen
Tips over het gebruik van uw printer
Naar boven
Pagina 67 van 489 pagina'sBijlage
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Bijlage
> Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het gebruik van afbeeldingen
Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en
het gebruik van afbeeldingen
Het afdrukken van de volgende documenten kan onrechtmatig zijn.
Deze lijst is niet volledig. Raadpleeg in geval van twijfel een jurist uit uw rechtsgebied.
Papiergeld
Postwissels
Stortingsbewijzen
Postzegels (gestempeld of
ongestempeld)
Identificatiebewijzen of insignes
Bepaalde service- of
wisseldocumenten
Cheques of wissels die door
overheidsinstanties zijn
uitgegeven
Rijbewijzen en
eigendomsbewijzen
Travellercheques
Voedselbonnen
Paspoorten
Immigratiepapieren
Belastingzegels (gestempeld of
ongestempeld)
Obligaties of andere schuldbekentenissen
Aandelencertificaten
Werken/kunstwerken die vallen onder het
auteursrecht, zonder toestemming van de
rechthebbende
Naar boven
Pagina 68 van 489 pagina'sWettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het ge...
Uitgebreide Handleiding Problemen oplossen
Inhoud
>
Bijlage
> Tips over het gebruik van uw printer
C112
Tips over het gebruik van uw printer
Dit gedeelte bevat tips over het gebruik van uw printer en het maken van optimale afdrukken.
Inkt wordt voor verschillende toepassingen gebruikt.
Hoe wordt de inkt, naast afdrukken, gebruikt voor andere
toepassingen?
Inkt kan, naast afdrukken, voor verschillende toepassingen worden gebruikt. De inkt wordt niet
alleen gebruikt voor het maken van afdrukken, maar ook voor het reinigen van de printkop. Dit zorgt
ervoor dat de optimale afdrukkwaliteit behouden blijft.
De printer heeft een functie voor het automatisch reinigen van de spuitopeningen waaruit de inkt
wordt gespoten, zodat verstopping wordt voorkomen. Tijdens de reinigingsprocedure wordt inkt uit
de spuitopeningen gepompt. De hoeveelheid inkt die gebruikt wordt voor het reinigen van de
spuitopeningen, wordt tot een minimum beperkt.
Wordt er kleureninkt gebruikt voor het maken van zwart-witte
afdrukken?
Wanneer u afdrukt in zwart-wit, wordt mogelijk andere inkt dan zwart gebruikt, afhankelijk van het
type afdrukpapier en de instellingen van het printerstuurprogramma. Er kan dus kleureninkt worden
gebruikt voor het maken van zwart-witte afdrukken.
Waarom heeft de printer twee zwarte inkttanks?
De printer bevat twee soorten zwarte inkt: kleurstofinkt (BK) en pigmentinkt (PGBK).
De kleurstofinkt wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het afdrukken van foto's, illustraties en dergelijke,
terwijl de pigmentinkt wordt gebruikt voor tekstdocumenten. Beide inkten worden voor verschillende
doeleinden gebruikt. Als de ene inkt op is, wordt daarom niet in plaats daarvan de andere inkt
gebruikt. Als een van beide inkten op is, moet de inkttank worden vervangen.
Deze twee inkten worden automatisch gebruikt, afhankelijk van het type afdrukpapier en de
instellingen van het printerstuurprogramma. U kunt het gebruik van deze inkten niet zelf wijzigen.
Het inktlampje geeft aan wanneer de inkt opraakt.
De inkttank bestaat uit het gedeelte waar de inkt is opgeslagen (A) en het gedeelte met de met inkt
doordrenkte spons (B).
Wanneer de inkt in (A) opraakt, knippert het inktlampje langzaam om aan te geven dat de inkt bijna
op is. Wanneer vervolgens de inkt in (B) opraakt, knippert het inktlampje snel om u op de hoogte te
brengen dat de inkt moet worden vervangen.
Zie
Inkttanks vervangen
.
Afdrukken op speciaal papier: hoe kunt u altijd afdrukken met een
optimale afdrukkwaliteit?
Tip: controleer de printerstatus voordat u gaat afdrukken.
Pagina 69 van 489 pagina's
Tips over het gebruik van uw printer
Is de printkop in orde?
Als de spuitopeningen verstopt zijn, worden afdrukken vaag en wordt er papier verspild. Het is
raadzaam de printkop te controleren door het controleraster voor de spuitopeningen af te
drukken.
Zie Vage afdrukken of onjuiste kleuren
.
Zijn er inktresten achtergebleven in het binnenste van de printer?
Nadat het apparaat grote hoeveelheden papier of afdrukken zonder marges heeft geproduceerd,
kan het gebied waar het papier doorheen wordt gevoerd, besmeurd raken met inkt. Maak het
binnenste van de printer schoon door de functie Reiniging onderste plaat (Bottom Plate
Cleaning) uit te voeren.
Zie de online handleiding: Uitgebreide Handleiding
.
Tip: controleer de juiste plaatsing van het papier.
Is het papier in de juiste richting geplaatst?
Als u papier in de achterste lade of cassette laadt, moet u de richting van het papier controleren.
Achterste lade
Cassette
Het papier in de achterste lade moet met
de afdrukzijde naar u toe worden
geplaatst.
Het papier in de cassette moet met de afdrukzijde
naar beneden worden geplaatst.
Is het papier gekruld?
Gekruld papier kan papierstoringen veroorzaken. Strijk gekruld papier eerst glad voordat u het
opnieuw in het apparaat plaatst.
Zie het gedeelte
Problemen oplossen
in de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
Tip: vergeet niet de papierinstellingen op te geven nadat het
papier is geplaatst.
Nadat u het papier hebt geplaatst, moet u het geladen papier selecteren bij Mediumtype (Media
Type) in het printerstuurprogramma. Als het type papier niet is geselecteerd, worden er mogelijk
geen goede afdrukresultaten geproduceerd.
Zie Mediumtypen die u kunt gebruiken.
Er zijn verschillende soorten papier: papier met een speciale coating voor het optimaal afdrukken
van foto’s en papier dat geschikt is voor documenten. De optie Mediumtype (Media Type) in het
printerstuurprogramma heeft verschillende instellingen die u vooraf voor elk type papier kunt
instellen (zoals inkt gebruiken, inkt spuiten, de afstand vanaf de spuitopeningen), zodat u op elke
papiersoort afdrukken met een optimale beeldkwaliteit kunt maken. U kunt afdrukken met
verschillende instellingen bij Mediumtype (Media Type) die geschikt zijn voor elk type geladen
papier.
Gebruik de knop RESUME/CANCEL als u het afdrukken wilt
annuleren.
Tip: druk nooit op de knop AAN.
Als u tijdens het afdrukken op de knop
AAN (ON)
drukt, worden de afdrukgegevens die vanaf een
computer worden verzonden in de wachtrij van de printer geplaatst en kunt u mogelijk niet meer
Pagina 70 van 489 pagina's
Tips over het gebruik van uw printer
afdrukken.
Druk op de knop
RESUME/CANCEL
als u het afdrukken wilt annuleren.
Opmerking
Als u afdrukt vanaf een computer, lukt het soms niet het afdrukken te annuleren door op de
knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL)
te drukken. Open in dat geval het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma om de overbodige afdruktaken uit de
printerstatusmonitor te verwijderen.
Maatregelen die u moet treffen voor het gebruiken of vervoeren
van het apparaat.
Tip: de printer mag niet verticaal of schuin worden gebruikt of
vervoerd.
Als de printer verticaal of schuin wordt gebruikt of vervoerd, kan de printer beschadigd raken of kan
er inkt uit de printer lekken.
Let erop dat de printer niet verticaal of schuin wordt gebruikt of vervoerd.
Tip: leg geen voorwerpen op de bovenklep.
Leg geen voorwerpen op de bovenklep. Deze kunnen in de achterste lade vallen als de bovenklep
wordt geopend en ervoor zorgen dat de printer niet meer naar behoren werkt.
Zorg er ook voor dat u de printer op een locatie plaatst waar geen objecten in het apparaat kunnen
vallen.
Tip: kies de plek waar u de printer wilt neerzetten zorgvuldig.
Plaats de printer op een afstand van ten minste 15 cm / 5,91 inch van andere elektrische
apparatuur, zoals TL-lampen. Als de printer hier te dicht bij staat, wordt de goede werking wellicht
gehinderd door ruis van de lamp.
De optimale afdrukkwaliteit behouden.
Voor een optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat de printkop niet uitdroogt of verstopt raakt. Volg
altijd de volgende stappen voor een optimale afdrukkwaliteit.
Verwijder als volgt de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Pagina 71 van 489 pagina's
Tips over het gebruik van uw printer
1. Druk op de knop
AAN (ON)
om de printer uit te zetten.
2. Controleer of het
AAN/UIT
-lampje uit is.
3. Haal de stekker uit het stopcontact.
Als u op de knop
AAN (ON)
drukt om het apparaat uit te zetten, wordt de printkop
(spuitopeningen) automatisch bedekt om uitdrogen te voorkomen. Als u de stekker uit het
stopcontact haalt voordat het
AAN/UIT
-lampje is gedoofd, wordt de printkop niet correct bedekt.
Dit kan uitdroging of verstoppingen veroorzaken.
Volg altijd deze procedure als u de stekker uit het stopcontact verwijdert.
Druk regelmatig af
Als een viltstift een lange tijd niet wordt gebruikt, droogt de punt uit en wordt de stift onbruikbaar,
ook als het dopje op de viltstift is geplaatst. Hetzelfde geldt voor de printkop als de printer een
lange tijd niet wordt gebruikt.
Het is daarom raadzaam de printer ten minste één keer per maand te gebruiken.
Opmerking
Afhankelijk van het type papier kan de inkt vervagen als het afdrukgebied met een merk- of
markeerstift is aangeraakt of uitlopen als het afdrukgebied met water of transpiratievocht in
aanraking is geweest.
Het lampje op de printer knippert: wat kan ik doen?
Alarmlampje brandt of knippert oranje.
(A)
Alarm
lampje knippert
(B) Alarm
lampje is uit
(C) Alarm
lampje knippert herhaaldelijk
Er is een printerfout opgetreden.
Zie het gedeelte '
Problemen oplossen
' in de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding en los
de fout op.
Het groene AAN/UIT-lampje en oranje Alarmlampje knipperen
beurtelings.
Er is een fout opgetreden waardoor de printer moet worden gerepareerd. Neem contact op met
het ondersteuningscentrum.
De kleuren zijn ongelijkmatig en de afdrukresultaten zijn
onduidelijk.
Tip: druk het controleraster voor de spuitopeningen af indien de
openingen verstopt zijn.
Als de spuitopeningen van de printkop verstopt zijn, kunnen de kleuren ongelijkmatig en de
afdrukresultaten onduidelijk worden.
Pagina 72 van 489 pagina's
Tips over het gebruik van uw printer
In dat geval
Druk het controleraster voor de spuitopeningen af
Controleer het controleraster om te zien of de spuitopeningen verstopt zijn.
Zie
Vage afdrukken of onjuiste kleuren
.
Naar boven
Pagina 73 van 489 pagina's
Tips over het gebruik van uw printer
MC-5279-V1.00
Basis Handleiding
Afdrukken
Problemen oplossen
Deze handleiding gebruiken
Deze handleiding afdrukken
Informatie over het afdrukken van
disclabels
Onderhoud
De printerinstellingen wijzigen
Bijlage
Wanneer u deze online
handleiding weergeeft in een
taalomgeving anders dan Engels,
worden mogelijk Engelse
beschrijvingen weergegeven.
Afdrukken
Afdrukken vanaf een computer
Afdrukken met de meegeleverde software
Wat is Easy-PhotoPrint EX?
Foto's afdrukken
Easy-PhotoPrint EX openen
Een foto selecteren
Papier selecteren
Afdrukken
Een album maken
Easy-PhotoPrint EX openen
Papier en indeling selecteren
Een foto selecteren
Bewerken
Afdrukken
Labels op discs afdrukken
Kalenders afdrukken
Easy-PhotoPrint EX openen
Papier en indeling selecteren
Een foto selecteren
Bewerken
Afdrukken
Stickers afdrukken
Easy-PhotoPrint EX openen
Papier en indeling selecteren
Een foto selecteren
Bewerken
Afdrukken
Opmaak afdrukken
Easy-PhotoPrint EX openen
Papier en indeling selecteren
Een foto selecteren
Bewerken
Afdrukken
Premium inhoud afdrukken
Easy-PhotoPrint EX openen
Papier en indeling selecteren
Pagina 74 van 489 pagina'siP4800 series Uitgebreide Handleiding
Een foto selecteren
Bewerken
Afdrukken
Foto's corrigeren en verbeteren
De functie Automatische fotocorrectie gebruiken
De functie Correctie rode ogen gebruiken
De functie Helderheid gezicht gebruiken
De functie Gezicht scherper maken gebruiken
De functie Gezicht digitaal effenen gebruiken
De functie Vlekken verwijderen gebruiken
Afbeeldingen aanpassen
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance Images)
Afbeeldingen maken op basis van video's
Venster Videoframe vastleggen/Film afdrukken
Afbeeldingen downloaden van sites waarop foto's
worden gedeeld
Venster Foto's importeren van sites waarop foto's
worden gedeeld
Vragen en antwoorden
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of
kopiëren)?
Welke zijde van de weergegeven afbeelding wordt
het eerst afgedrukt?
Hoe kan ik met gelijke marges afdrukken?
Wat is "O1" of "O4"?
Instellingen voor Photo Print
Labels op discs rechtstreeks afdrukken
Levendige foto's afdrukken
Ruis in foto's reduceren
Foto's bijsnijden (Photo Print)
Een datum op foto's afdrukken (Photo Print)
Meerdere foto's op één pagina afdrukken
Een index afdrukken
Pasfoto's afdrukken (ID Photo Print)
Fotogegevens afdrukken
Foto's opslaan
Opgeslagen bestanden openen
Overige instellingen
Indeling wijzigen
Achtergrond wijzigen
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Foto's in kader plaatsen
Een datum op foto's afdrukken
Pagina 75 van 489 pagina'siP4800 series Uitgebreide Handleiding
Opmerkingen aan foto's toevoegen
Tekst aan foto's toevoegen
Opslaan
Feestdagen instellen
Kalenderweergave instellen
Opgeslagen bestanden openen
Afdrukken met andere toepassingen
Verschillende afdrukmethoden
Afdrukken met de basisinstellingen
Een paginaformaat en afdrukstand opgeven
Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven
De nietmarge instellen
Afdrukken zonder marges starten
Passend op papier afdrukken
Afdrukken op schaal
Pagina-indeling afdrukken
Poster afdrukken
Boekje afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken
Stempel/achtergrond afdrukken
Een stempel registreren
Afbeeldingsgegevens registreren die u als
achtergrond wilt gebruiken
Een envelop afdrukken
Van papierbron wisselen zodat deze overeenkomt
met het doel
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken
Papierformaat instellen (aangepast formaat)
De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens
corrigeren
Een combinatie van afdrukkwaliteit en
halftoningmethode selecteren
Een kleurendocument monochroom afdrukken
Kleurcorrectie opgeven
Een optimale foto van afbeeldingsgegevens
afdrukken
De kleuren aanpassen met het
printerstuurprogramma
Afdrukken met ICC-profielen
De kleurbalans aanpassen
De helderheid aanpassen
De intensiteit aanpassen
Het contrast aanpassen
Een illustratie simuleren
Afbeeldingsgegevens weergeven in een enkele kleur
Afbeeldingsgegevens weergeven in levendige
kleuren
Gekartelde randen verwijderen
Kleureigenschappen wijzigen om kleuren te
Pagina 76 van 489 pagina'siP4800 series Uitgebreide Handleiding
verbeteren
Ruis in foto's reduceren
Overzicht van het printerbesturingsbestand
Procedures van het printerstuurprogramma
Canon IJ-printerstuurprogramma
XPS-printerstuurprogramma
Het eigenschappenvenster van het
printerstuurprogramma openen
Tabblad Onderhoud
Canon IJ-statusmonitor
Canon IJ-afdrukvoorbeeld
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een compatibel apparaat
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-
compatibel apparaat
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-
compatibel apparaat
Informatie over PictBridge-afdrukinstellingen
Instellingen op een PictBridge-compatibel apparaat
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als er een fout optreedt
Kan de printer niet inschakelen
Alarm-lampje knippert oranje
Het groene AAN/UIT-lampje en oranje Alarm-lampje
knipperen beurtelings
Kan het printerstuurprogramma niet installeren
Kan de toepassing niet installeren
Easy-WebPrint EX wordt niet gestart of het menu Easy-
WebPrint EX wordt niet weergegeven
Kan geen goede verbinding maken met de computer
Afdruksnelheid is laag/USB Hi-Speed-verbinding werkt
niet/Het bericht 'Dit apparaat kan sneller werken' wordt
weergegeven
Afdrukresultaten niet naar behoren
De afdruktaak wordt niet voltooid
Een deel van de pagina wordt niet afgedrukt
Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste
kleuren/Witte strepen
Lijnen worden verkeerd afgedrukt
Lijn of afbeelding wordt niet of slechts gedeeltelijk
afgedrukt
Afgedrukt papier krult om of vertoont inktvlekken
Papier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen
Vegen op de achterzijde van het papier
Er worden verticale lijnen afgedrukt op de zijde van de
afdruk
Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen
De afdruktaak wordt niet gestart
Pagina 77 van 489 pagina'siP4800 series Uitgebreide Handleiding
Afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid
De printer beweegt, maar er wordt geen inkt toegevoerd
De afdruksnelheid is lager dan verwacht
Printkophouder beweegt niet naar de positie voor vervangen
Het papier wordt niet correct ingevoerd
Papier wordt niet ingevoerd vanuit de papierbron die is
opgegeven met het printerstuurprogramma
Papierstoringen
Papier is vastgelopen in de papieruitvoeropening of de
achterste lade
Papier is vastgelopen in de transporteenheid van de
printer
Het vastgelopen papier is niet verwijderd bij automatisch
dubbelzijdig afdrukken
In andere gevallen
Er wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
Foutcode: B200 Er is een printerfout opgetreden. Zet de
printer uit en verwijder het netsnoer van de printer uit het
stopcontact. Neem vervolgens contact op met het
ondersteuningscentrum. wordt weergegeven
Foutcode: **** Er is een printerfout opgetreden. Zet de
printer uit en weer aan. Als de fout zich blijft voordoen,
raadpleegt u de gebruikershandleiding voor meer
informatie. wordt weergegeven
Er wordt een fout betreffende het automatisch
dubbelzijdig afdrukken weergegeven
Er wordt een fout betreffende het automatisch uitlijnen
van de printkop weergegeven
Er wordt een foutbericht weergegeven over het netsnoer
dat wordt losgekoppeld
Schrijffout/Uitvoerfout/Communicatiefout
Andere foutberichten
Het venster Inkjetprinter/Scanner/Fax - Extended Survey
Program wordt weergegeven
Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt
Voor Windows-gebruikers
De printerstatusmonitor wordt niet weergegeven
Er wordt een foutbericht weergegeven op een PictBridge-
compatibel apparaat
Kan de inhoud in CREATIVE PARK PREMIUM niet gebruiken
Als u het probleem niet kunt oplossen
Veelgestelde vragen
Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma)
Easy-PhotoPrint EX gebruiken
Pagina 78 van 489 pagina'siP4800 series Uitgebreide Handleiding
Uitgebreide Handleiding > Deze handleiding gebruiken
Deze handleiding gebruiken
Werken met het deelvenster Inhoud
Werken met het toelichtingsvenster
Deze handleiding afdrukken
Trefwoorden gebruiken om documenten te vinden
Documenten registreren in Mijn handleiding
Symbolen in dit document
Handelsmerken en licenties
Naar boven
Pagina 79 van 489 pagina'sDeze handleiding gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Deze handleiding gebruiken > Werken met het deelvenster Inhoud
Werken met het deelvenster Inhoud
Wanneer u op een titel van een document in het deelvenster Inhoud links van de online handleiding klikt,
worden de documenten met die titel weergegeven in het toelichtingsvenster aan de rechterkant.
Wanneer u op
links van
klikt, worden de titels van onderliggende documenten weergegeven.
Opmerking
Klik op
om het deelvenster Inhoud te sluiten of weer te geven.
Naar boven
Pagina 80 van 489 pagina'sWerken met het deelvenster Inhoud
Uitgebreide Handleiding
>
Deze handleiding gebruiken > Werken met het toelichtingsvenster
Werken met het toelichtingsvenster
Toelichtingsvenster
(1) Klik op de groene tekens om naar het bijbehorende document te gaan.
(2) De cursor wordt naar het begin van dit document verplaatst.
Venster dat gebruikt wordt in toelichting van de bewerking
In deze online handleiding wordt de toelichting weergegeven met een venster wanneer het Windows 7
Home Premium-besturingssysteem (hieronder Windows 7 genaamd) wordt gebruikt.
Naar boven
Pagina 81 van 489 pagina'sWerken met het toelichtingsvenster
Uitgebreide Handleiding
>
Deze handleiding gebruiken > Deze handleiding afdrukken
Deze handleiding afdrukken
Klik op
om het deelvenster Afdrukken links van de online handleiding weer te geven.
Opmerking
Klik op
om het deelvenster Afdrukken te sluiten of weer te geven.
Wanneer u op klikt en vervolgens op Pagina-instelling (Page Setup), wordt het dialoogvenster
Pagina-instelling (Page Setup) weergegeven. Vervolgens kunt u gemakkelijk instellen op welk
papier u wilt afdrukken.
Klik op
en vervolgens op Afdrukinstellingen (Print Settings) om het dialoogvenster Afdrukken
(Print) weer te geven. Als het dialoogvenster wordt weergegeven, selecteert u de printer die moet
worden gebruikt voor het afdrukken. Op het tabblad Afdrukinst. (Print Setup) kunt u ook kiezen welke
printer moet worden gebruikt.
Nadat u de te gebruiken printer hebt geselecteerd, klikt u op Eigenschappen... (Properties...) om de
afdrukinstellingen op te geven.
Klik op
en klik vervolgens op Optie-instellingen (Option Settings) om het dialoogvenster Optie-
instellingen (Option Settings) weer te geven. Nu kunt u de afdruktaken instellen.
Titel en paginanummer van het document afdrukken (Print document title and page number)
Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de naam van de handleiding en het
paginanummer afgedrukt in de koptekst (het begin van het document).
Achtergrondkleur en afbeeldingen afdrukken (Print background color and images)
Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de achtergrondkleur en afbeeldingen afgedrukt.
Sommige afbeeldingen worden altijd afgedrukt, ongeacht de instelling van dit selectievakje.
Aantal pagina's controleren voor het afdrukken (Check number of pages to be printed before
printing)
Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het dialoogvenster Bevestiging paginateller voor
afdrukken (Print Page Count Confirmation) weergegeven voordat het afdrukken wordt gestart. In
dit dialoogvenster kunt u controleren hoeveel pagina's worden afgedrukt.
Selecteer op het tabblad Docum. select. (Document Selection) de afdrukmethode voor het document. De
volgende vier afdrukmethoden zijn beschikbaar:
Pagina 82 van 489 pagina'sDeze handleiding afdrukken
Huidig document afdrukken
Geselecteerde documenten afdrukken
Mijn handleiding afdrukken
Alle documenten afdrukken
Opmerking
U kunt het af te drukken type selecteren en vervolgens gemakkelijk de afdrukinstellingen opgeven
op het tabblad Afdrukinst. (Print Setup).
Huidig document afdrukken
U kunt het huidige document afdrukken.
1.
Selecteer in Doel selecteren (Select Target) de optie Huidig document (Current
Document).
De titel van het huidige document wordt weergegeven in de lijst Documenten die afgedrukt moeten
worden (Documents to Be Printed).
Opmerking
Als u Gekoppelde documenten afdrukken (Print linked documents) selecteert, kunt u ook
documenten afdrukken die zijn gekoppeld aan het huidige document. De gekoppelde
documenten worden toegevoegd aan de lijst Documenten die afgedrukt moeten worden
(Documents to Be Printed).
Klik op Afdrukvoorbeeld (Print Preview) om de afdrukresultaten te bekijken voordat u het
document daadwerkelijk afdrukt.
2.
Klik op het tabblad Afdrukinst. (Print Setup)
Selecteer op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) de printer die u wilt gebruiken en geef
eenvoudige afdrukinstellingen op, voor zover nodig.
3.
Klik op Afdrukken starten (Start Printing).
Er wordt een bericht weergegeven om te bevestigen hoeveel pagina's worden weergegeven.
4.
Voer het afdrukken uit
Bevestig het aantal af te drukken pagina's en klik op Ja (Yes).
De weergegeven documenten worden afgedrukt.
Geselecteerde documenten afdrukken
U kunt de gewenste documenten selecteren en afdrukken.
1.
Selecteer in Doel selecteren (Select Target) de optie Geselecteerde documenten
(Selected Documents).
De titels van alle documenten worden weergegeven in de lijst Documenten die afgedrukt moeten
worden (Documents to Be Printed).
2.
Selecteer de documenten die u wilt afdrukken
Schakel in de lijst Documenten die afgedrukt moeten worden (Documents to Be Printed) de
selectievakjes in voor de titels van de documenten die u wilt afdrukken.
Opmerking
Wanneer u het selectievakje Documenten in lagere hiërarchieën automatisch selecteren
(Automatically select documents in lower hierarchies) inschakelt, worden de selectievakjes
van alle titels van documenten in lagere hiërarchieën ingeschakeld.
Pagina 83 van 489 pagina'sDeze handleiding afdrukken
Klik op Alles selecteren (Select All) als u de selectievakjes van alle titels van documenten wilt
inschakelen.
Klik op Alles wissen (Clear All) als u de selectie van alle titels van documenten ongedaan wilt
maken.
Klik op Afdrukvoorbeeld (Print Preview) om de afdrukresultaten te bekijken voordat u het
document daadwerkelijk afdrukt.
3.
Klik op het tabblad Afdrukinst. (Print Setup)
Selecteer op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) de printer die u wilt gebruiken en geef
eenvoudige afdrukinstellingen op, voor zover nodig.
4.
Klik op Afdrukken starten (Start Printing).
Er wordt een bericht weergegeven om te bevestigen hoeveel pagina's worden weergegeven.
5.
Voer het afdrukken uit
Bevestig het aantal af te drukken pagina's en klik op Ja (Yes).
Alle documenten waarvan het selectievakje is ingeschakeld, worden afgedrukt.
Mijn handleiding afdrukken
U kunt alle documenten in Mijn handleiding selecteren en afdrukken.
Zie '
Documenten registreren in Mijn handleiding ' voor meer informatie over Mijn handleiding.
1.
Selecteer in Doel selecteren (Select Target) de optie Mijn handleiding (My Manual).
De titels van alle documenten die zijn geregistreerd in Mijn handleiding, worden weergegeven in de
lijst Documenten die afgedrukt moeten worden (Documents to Be Printed).
2.
Selecteer de documenten die u wilt afdrukken
Schakel in de lijst Documenten die afgedrukt moeten worden (Documents to Be Printed) de
selectievakjes in voor de titels van de documenten die u wilt afdrukken.
Opmerking
Klik op Alles selecteren (Select All) als u de selectievakjes van alle titels van documenten wilt
inschakelen.
Klik op Alles wissen (Clear All) als u de selectie van alle titels van documenten ongedaan wilt
maken.
Klik op Afdrukvoorbeeld (Print Preview) om de afdrukresultaten te bekijken voordat u het
document daadwerkelijk afdrukt.
3.
Klik op het tabblad Afdrukinst. (Print Setup)
Selecteer op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) de printer die u wilt gebruiken en geef
eenvoudige afdrukinstellingen op, voor zover nodig.
4.
Klik op Afdrukken starten (Start Printing).
Er wordt een bericht weergegeven om te bevestigen hoeveel pagina's worden weergegeven.
5.
Voer het afdrukken uit
Bevestig het aantal af te drukken pagina's en klik op Ja (Yes).
Alle documenten waarvan het selectievakje is ingeschakeld, worden afgedrukt.
Alle documenten afdrukken
U kunt alle documenten van de online handleiding afdrukken.
Pagina 84 van 489 pagina'sDeze handleiding afdrukken
1.
Selecteer in Doel selecteren (Select Target) de optie Alle documenten (All
Documents).
De titels van alle documenten worden weergegeven in de lijst Documenten die afgedrukt moeten
worden (Documents to Be Printed) en de selectievakjes worden automatisch ingeschakeld.
Opmerking
Als u het selectievakje van de titel van een document wist, wordt dat document niet afgedrukt.
Klik op Alles selecteren (Select All) als u de selectievakjes van alle titels van documenten wilt
inschakelen.
Klik op Alles wissen (Clear All) als u de selectie van alle titels van documenten ongedaan wilt
maken.
Klik op Afdrukvoorbeeld (Print Preview) om de afdrukresultaten te bekijken voordat u het
document daadwerkelijk afdrukt.
2.
Klik op het tabblad Afdrukinst. (Print Setup)
Selecteer op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) de printer die u wilt gebruiken en geef
eenvoudige afdrukinstellingen op, voor zover nodig.
3.
Klik op Afdrukken starten (Start Printing).
Er wordt een bericht weergegeven om te bevestigen hoeveel pagina's worden weergegeven.
4.
Voer het afdrukken uit
Bevestig het aantal af te drukken pagina's en klik op Ja (Yes).
Alle documenten worden afgedrukt.
Belangrijk
Het afdrukken van alle documenten kost veel papier. Controleer het aantal af te drukken
pagina's dat wordt weergegeven in het dialoogvenster Bevestiging paginateller voor afdrukken
(Print Page Count Confirmation) voordat u gaat afdrukken.
In het dialoogvenster Afdrukvoorbeeld (Print Preview) kunt u het afdrukken schalen naar de
papierbreedte en het zoompercentage instellen. Als de afdrukgegevens echter groter zijn dan
het papier als gevolg van het nieuwe zoompercentage, wordt dat deel van het document niet
afgedrukt op het papier.
Naar boven
Pagina 85 van 489 pagina'sDeze handleiding afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Deze handleiding gebruiken > Trefwoorden gebruiken om documenten te vinden
Trefwoorden gebruiken om documenten te vinden
U kunt een trefwoord invoeren om te zoeken naar een bepaald document.
Alle documenten in de weergegeven online handleiding worden doorzocht.
1.
Klik op
Het deelvenster Zoeken wordt links van de online handleiding weergegeven.
Opmerking
Klik op
om het deelvenster Zoeken te sluiten of weer te geven.
2.
Voer een trefwoord in
Voer in het vak Sleutelwoord (Keyword) een trefwoord in voor het onderwerp waarnaar u wilt zoeken.
Scheid trefwoorden met een spatie als u meerdere trefwoorden wilt invoeren.
Opmerking
U kunt maximaal 10 trefwoorden of 255 tekens invoeren.
Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
Het programma kan ook zoeken naar trefwoorden die spaties bevatten.
Hieronder wordt beschreven hoe u gemakkelijk en snel een te lezen document kunt vinden
door trefwoorden in te voeren.
Leren hoe u een functie die u gebruikt moet bedienen:
Typ de naam van het menu op het bedieningspaneel van dit apparaat of op de computer
(bijvoorbeeld Kader wissen).
Een toelichting van de bediening voor een bepaald doel vinden:
Typ de functie en het item dat u wilt afdrukken (bijvoorbeeld: kalender afdrukken).
3.
Klik op Zoeken starten (Start Searching)
Pagina 86 van 489 pagina's
Trefwoorden gebruiken om documenten te vinden
De zoekopdracht wordt gestart en de titels van documenten die het trefwoord bevatten, worden
weergegeven in de lijst met zoekresultaten.
Wanneer u een zoekopdracht met meerdere trefwoorden invoert, worden de zoekresultaten als volgt
weergegeven:
[Documenten die volledig overeenkomen] ([Documents Containing Perfect Match])
Documenten die de volledige gezochte tekenreeks (inclusief spaties) bevatten, precies zoals
ingevoerd (exacte overeenkomst)
[Documenten met alle sleutelwoorden] ([Documents Containing All Keywords])
Documenten die alle ingevoerde trefwoorden bevatten
[Documenten met een aantal sleutelwoorden] ([Documents Containing Any Keyword])
Documenten die ten minste één van de ingevoerde trefwoorden bevatten
4.
Geef het document dat u wilt lezen weer
Dubbelklik in de lijst met zoekresultaten op de titel van het document dat u wilt lezen (of selecteer dit
onderwerp en druk op Enter).
De documenten van die titel worden weergegeven en de trefwoorden die gevonden zijn op die
documenten, worden gemarkeerd.
Opmerking
De zoekgeschiedenis blijeft bestaan wanneer u het ingevoerde trefwoord wijzigt en meerdere
zoekopdrachten uitvoert. Als u de zoekgeschiedenis wilt verwijderen, klikt u op
rechts van
Sleutelwoord (Keyword) en selecteert u Geschiedenis wissen (Clear History), wat wordt
weergegeven.
Naar boven
Pagina 87 van 489 pagina's
Trefwoorden gebruiken om documenten te vinden
Uitgebreide Handleiding
>
Deze handleiding gebruiken > Documenten registreren in Mijn handleiding
Documenten registreren in Mijn handleiding
Registreer de meest bekeken documenten als documenten in Mijn handleiding zodat u deze
documenten snel kunt raadplegen.
1.
Het document weergeven
Geef het document weer dat u wilt toevoegen aan Mijn handleiding.
2.
Klik op
Het deelvenster Mijn handleiding wordt links van de on line handleiding weergegeven.
Opmerking
Klik op
om het deelvenster Mijn handleiding te sluiten of weer te geven.
3.
Registreer het document in Mijn handleiding
Klik op Toevoegen (Add).
De titel van het weergegeven document wordt toegevoegd aan Lijst van mijn handleiding (List of My
Manual).
Opmerking
U kunt ook met de volgende methoden documenten toevoegen aan Mijn handleiding. Als u een
document toevoegt aan Mijn handleiding, wordt het teken weergegeven bij de pictogrammen
voor het document in het deelvenster Inhoud.
Dubbelklik in de lijst Onlangs weergegeven documenten (Recently Displayed Documents)
op de titel van het document dat u wilt toevoegen aan Mijn handleiding (of selecteer het
document en druk op Enter om de titel weer te geven) en klik vervolgens op Toevoegen
(Add).
Klik met de rechtermuisknop op de titel van het document in het deelvenster Inhoud of klik
met de rechtermuisknop in het toelichtingsvenster en selecteer vervolgens Toevoegen aan
Pagina 88 van 489 pagina'sDocumenten registreren in Mijn handleiding
Mijn handleiding (Add to My Manual) in het contextmenu.
Selecteer in het deelvenster Inhoud de titel van het document dat u wilt toevoegen aan Mijn
handleiding en klik vervolgens op Toevoegen aan Mijn handleiding (Add to My Manual)
rechtsonder in het scherm.
4.
Geef Mijn handleiding weer
Als u dubbelklikt op de titel van een document in de Lijst van mijn handleiding (List of My Manual) of
als u de titel van het document selecteert en op Enter drukt, wordt dat document weergegeven in het
toelichtingsvenster.
Opmerking
Als u een document uit de Lijst van mijn handleiding (List of My Manual) wilt verwijderen,
selecteert u de titel van dat document in de lijst en klikt u op Verwijderen (Delete) (of drukt u op
de toets Delete).
Naar boven
Pagina 89 van 489 pagina'sDocumenten registreren in Mijn handleiding
Uitgebreide Handleiding
>
Deze handleiding gebruiken > Symbolen in dit document
Symbolen in dit document
Waarschuwing
Instructies die u moet volgen om te voorkomen dat er als gevolg van een onjuiste bediening van het
apparaat gevaarlijke situaties ontstaan die mogelijk tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de dood kunnen
leiden. Deze instructies zijn essentieel voor een veilige werking van het apparaat.
Let op
Instructies die u moet volgen om lichamelijk letsel of materiële schade als gevolg van een onjuiste
bediening van het apparaat te voorkomen. Deze instructies zijn essentieel voor een veilige werking van
het apparaat.
Belangrijk
Instructies met belangrijke informatie. Vergeet deze aanwijzingen niet te lezen.
Opmerking
De instructies bevatten opmerkingen bij handelingen en extra toelichtingen.
Naar boven
Pagina 90 van 489 pagina'sSymbolen in dit document
Uitgebreide Handleiding
>
Deze handleiding gebruiken > Handelsmerken en licenties
Handelsmerken en licenties
Microsoft is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation.
Windows is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Windows Vista is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Internet Explorer is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Macintosh en Mac zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc., in de VS en andere landen.
Bonjour is een handelsmerk van Apple Inc., gedeponeerd in de VS en andere landen.
Adobe, Adobe Photoshop, Adobe RGB en Adobe RGB (1998) zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Opmerking
De officiële naam van Windows Vista is Microsoft Windows Vista-besturingssysteem.
Exif Print
Deze printer ondersteunt Exif Print.
Exif Print is een standaard voor het verbeteren van de communicatie tussen digitale camera's en
printers. Wanneer u een digitale camera aansluit die geschikt is voor Exif Print, worden de camera-
afbeeldingsgegevens van het moment van de opname gebruikt en geoptimaliseerd, wat resulteert in
afdrukken van een zeer hoge kwaliteit.
Naar boven
Pagina 91 van 489 pagina'sHandelsmerken en licenties
Uitgebreide Handleiding > Afdrukken vanaf een computer
Afdrukken vanaf een computer
Afdrukken met de meegeleverde software
Afdrukken met andere toepassingen
Naar boven
Pagina 92 van 489 pagina'sAfdrukken vanaf een computer
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer > Afdrukken met de meegeleverde software
Afdrukken met de meegeleverde software
Wat is Easy-PhotoPrint EX?
Foto's afdrukken
Een album maken
Labels op discs afdrukken
Kalenders afdrukken
Stickers afdrukken
Opmaak afdrukken
Premium inhoud afdrukken
Foto's corrigeren en verbeteren
Afbeeldingen maken op basis van video's
Afbeeldingen downloaden van sites waarop foto's worden gedeeld
Vragen en antwoorden
Instellingen voor Photo Print
Overige instellingen
Naar boven
Pagina 93 van 489 pagina'sAfdrukken met de meegeleverde software
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Wat is Easy-
PhotoPrint EX?
A000
Wat is Easy-PhotoPrint EX?
U kunt met Easy-PhotoPrint EX op eenvoudige wijze albums, kalenders en stickers maken door foto's te
selecteren die met een digitale camera zijn gemaakt.
U kunt ook heel gemakkelijk foto's zonder rand afdrukken.
Belangrijk
Easy-PhotoPrint EX kan alleen worden gebruikt voor Canon-inkjetprinters. Sommige compacte
Canon-fotoprinters, waaronder de SELPHY CP series, worden niet ondersteund.
Als er geen printer is geïnstalleerd die Easy-PhotoPrint EX ondersteunt, kunt u items die u maakt
niet afdrukken.
Als Easy-PhotoPrint EX wordt geïnstalleerd op een computer waarop Easy-LayoutPrint is
geïnstalleerd, wordt Easy-LayoutPrint vervangen door Easy-PhotoPrint EX.
Opmerking
Raadpleeg de Help van Easy-PhotoPrint EX voor beschrijvingen van de vensters van Easy-
PhotoPrint EX.
Klik op Help in een scherm of dialoogvenster, of selecteer Help bij Easy-PhotoPrint EX... (Easy-
PhotoPrint EX Help...) in het menu Help. De Help wordt weergegeven.
Informatie over Exif Print
Easy-PhotoPrint EX ondersteunt 'Exif Print'. Exif Print is een standaard voor het verbeteren van de
communicatie tussen digitale camera's en printers.
Wanneer u een digitale camera aansluit die geschikt is voor Exif Print, worden de afbeeldingsgegevens
van het moment van de opname gebruikt en geoptimaliseerd, wat resulteert in afdrukken van een zeer
hoge kwaliteit.
Pagina 94 van 489 pagina'sWat is Easy-PhotoPrint EX?
Easy-PhotoPrint EX openen vanuit andere toepassingen
Easy-PhotoPrint EX kan worden geopend vanuit andere toepassingen.
Raadpleeg de handleiding van het programma voor meer informatie over de procedure voor het openen
van Easy-PhotoPrint EX.
MP Navigator EX versie 1.0 of later ondersteunt de volgende functies.
- Photo Print
- Album
ZoomBrowser EX versie 6.0 of later ondersteunt de volgende functies.
- Photo Print
- Album
ZoomBrowser EX versie 5.8 of later ondersteunt de volgende functie.
- Album
Digital Photo Professional versie.3.2 of later ondersteunt de volgende functie.
- Photo Print
Belangrijk
De volgende beperkingen zijn van toepassing als u Easy-PhotoPrint EX opent vanuit Digital
Photo Professional:
Menu en Openen (Open) worden niet weergegeven in het gedeelte met knoppen voor
stappen aan de linkerzijde van het scherm.
U kunt afbeeldingen niet corrigeren/verbeteren.
De weergavevolgorde van afbeeldingen kan niet worden gewijzigd.
Bewerkte afbeeldingen kunnen niet worden opgeslagen.
Alleen ICC-profiel inschakelen (Enable ICC Profile) kan worden geselecteerd voor
Kleurcorrectie voor afdrukken (Color correction for printing) op het tabblad Geavanceerd
(Advanced) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences). U kunt daarom de functies
Vivid Photo en Ruisreductie in foto (Photo Noise Reduction) niet gebruiken.
Solution Menu EX versie 1.0.0 of later ondersteunt de volgende functies.
- Photo Print
- Album
- Disclabel (Disc Label)
- Kalender (Calendar)
- Opmaak afdrukken (Layout Print)
- Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print)
Belangrijk
Als u Easy-PhotoPrint EX start door een functie te selecteren in Solution Menu EX, wordt Menu
niet weergegeven in het gedeelte met knoppen voor stappen aan de linkerzijde van het
scherm.
Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) wordt niet weergegeven bij Menu in
Easy-PhotoPrint EX.
Als u premium inhoud wilt afdrukken, start u Easy-PhotoPrint EX vanuit Solution Menu EX.
Houd bij gebruik van Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) rekening met de
volgende punten.
Als u wilt afdrukken met Easy-PhotoPrint EX, moet u de exclusieve inhoud downloaden en
installeren.
Raadpleeg ' Premium inhoud downloaden ' voor meer informatie over het downloaden van
de inhoud.
U mag de gedownloade of afgedrukte inhoud alleen voor persoonlijke doeleinden
gebruiken.
U mag de inhoud niet voor commerciële doeleinden gebruiken.
Ondersteunde indelingen voor afbeeldingen/videogegevens (extensies)
BMP (.bmp)
JPEG (.jpg, .jpeg)
TIFF (.tif, .tiff)
Pagina 95 van 489 pagina'sWat is Easy-PhotoPrint EX?
PICT (.pict, .pct)
Easy-PhotoPrint-afbeeldingsbestanden (.epp)
MOV ( .mov)
Belangrijk
Alleen video's in de MOV-indeling die zijn opgenomen met een digitale camera van Canon worden
ondersteund.
Wanneer u een afbeelding selecteert en er bevindt zich een TIFF-bestand in de geselecteerde map,
wordt de afbeelding wellicht niet correct weergegeven of wordt Easy-PhotoPrint EX wellicht
afgesloten, afhankelijk van de TIFF-indeling. Verplaats in dergelijke gevallen het TIFF-bestand naar
een andere map of sla het bestand op met een andere gegevensindeling en selecteer de map
opnieuw.
Opmerking
De miniaturen van bestanden in niet-ondersteunde indelingen worden weergegeven als
(vraagteken).
Als Easy-PhotoPrint EX wordt geopend vanuit Digital Photo Professional, worden alle
afbeeldingsbestanden die worden ondersteund door Digital Photo Professional weergegeven.
Bestandsindelingen (extensies) die worden ondersteund door Easy-PhotoPrint EX
Easy-PhotoPrint EX Photo Print-bestand (.el6)
Easy-PhotoPrint EX Albumbestand (.el1)
Easy-PhotoPrint EX Stickerbestand (.el2)
Easy-PhotoPrint EX Kalenderbestand (.el4)
Easy-PhotoPrint EX Indelingsbestand (.el5)
Bestand met premium inhoud voor Easy-PhotoPrint EX (.el7)
CD-LabelPrint-gegevens (.cld)
Naar boven
Pagina 96 van 489 pagina'sWat is Easy-PhotoPrint EX?
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
afdrukken
A010
Foto's afdrukken
Met Easy-PhotoPrint EX kunt u uw favoriete foto's in verschillende indelingen afdrukken.
U kunt ook heel gemakkelijk foto's zonder rand maken.
Tijdens het afdrukken kunnen automatisch de meest geschikte correcties op de foto's toegepast.
Stappen
1.
Easy-PhotoPrint EX openen
2.
Een foto selecteren
3.
Papier selecteren
4.
Afdrukken
Probeer dit
Foto's corrigeren en verbeteren
Afbeeldingen maken op basis van video's
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Labels op discs rechtstreeks afdrukken
Levendige foto's afdrukken
Ruis in foto's reduceren
Foto's bijsnijden (Photo Print)
Een datum op foto's afdrukken (Photo Print)
Meerdere foto's op één pagina afdrukken
Een index afdrukken
Pasfoto's afdrukken (ID Photo Print)
Fotogegevens afdrukken
Foto's opslaan
Opgeslagen bestanden openen
Pagina 97 van 489 pagina'sFoto's afdrukken
Vragen en antwoorden
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Welke zijde van de weergegeven afbeelding wordt het eerst afgedrukt?
Hoe kan ik met gelijke marges afdrukken?
Naar boven
Pagina 98 van 489 pagina'sFoto's afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
afdrukken
> Easy-PhotoPrint EX openen
A011
Easy-PhotoPrint EX openen
1.
Open het menu Start en selecteer Alle programma's (All Programs) > Canon
Utilities > Easy-PhotoPrint EX > Easy-PhotoPrint EX.
Easy-PhotoPrint EX wordt gestart en Menu wordt weergegeven.
Naar boven
Pagina 99 van 489 pagina'sEasy-PhotoPrint EX openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
afdrukken > Een foto selecteren
A012
Een foto selecteren
1.
Klik bij Menu op Photo Print.
Het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) verschijnt.
Belangrijk
De miniaturen van de afbeeldingen in de map kunnen als volgt worden weergegeven:
- De afbeelding wordt weergegeven met een zwarte lijn langs de rand.
- Een rand van de afbeelding lijkt bijgesneden.
Dergelijke afbeeldingen worden echter vergroot of als voorbeeld normaal weergegeven, en dit
is niet van invloed op het afdrukresultaat.
2.
Selecteer in de mappenstructuur de map met de afbeelding die u wilt afdrukken.
De afbeeldingen in de map worden weergegeven als miniaturen.
Belangrijk
Als Easy-PhotoPrint EX wordt geopend vanuit een andere toepassing (MP Navigator EX,
ZoomBrowser EX of Digital Photo Professional), wordt het gedeelte met de mappenstructuur
niet weergegeven.
De afbeeldingen die worden geselecteerd in de toepassing, worden weergegeven als
miniaturen.
Opmerking
U kunt ook vastgelegde videoframes gebruiken.
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt ook afbeeldingen gebruiken die u hebt gedownload van fotodeelsites op internet.
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Pagina 100 van 489 pagina'sEen foto selecteren
3.
Klik op de afbeelding die u wilt afdrukken.
Het aantal exemplaren wordt als '1' weergegeven onder de aangeklikte afbeelding, terwijl de
geselecteerde afbeelding wordt weergegeven in het daarvoor bestemde gedeelte.
Opmerking
Als u een afbeelding wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, selecteert u
de afbeelding en klikt u op de knop (Geïmporteerde afbeelding verwijderen).
Als u alle afbeeldingen wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, klikt u op
de knop (Alle geïmporteerde afbeeldingen verwijderen).
Als u twee of meer exemplaren van een afbeelding wilt afdrukken, klikt u op (pijl omhoog)
totdat het gewenste aantal exemplaren is bereikt. Als u het aantal exemplaren in het vak wilt
verlagen, klikt u op
(pijl omlaag).
U kunt de volgorde van de foto's wijzigen met de lijst in de rechterbovenhoek van het venster.
U kunt voor de afdrukvolgorde kiezen uit Sort. op datum (Sort by Date) en Sort. op naam (Sort by
Name).
Opmerking
U kunt de geselecteerde afbeeldingen nog corrigeren of verbeteren voordat u ze afdrukt.
Foto's corrigeren en verbeteren
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Naar boven
Pagina 101 van 489 pagina'sEen foto selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
afdrukken > Papier selecteren
A013
Papier selecteren
1.
Klik op Papier selecteren (Select Paper).
Het venster Papier selecteren (Select Paper) verschijnt.
2.
Geef de instellingen op voor de volgende items op basis van de printer en het papier:
Printer
Papierbron (Paper Source)
Papierformaat (Paper Size)
Mediumtype (Media Type)
Opmerking
De papierformaten en mediumtypen variëren per printer. Raadpleeg de Help voor meer
informatie.
De papierbronnen variëren per printer en mediumtype.
Opmerking
U kunt rechtstreeks op een afdrukbare disc afdrukken door Afdrukbare disc (Printable Disc) te
kiezen bij Papierformaat (Paper Size).
Labels op discs rechtstreeks afdrukken
U kunt foto's afdrukken met levendiger kleuren, of de ruis in de foto verminderen.
Levendige foto's afdrukken
Ruis in foto's reduceren
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Papier selecteren (Select Paper).
Pagina 102 van 489 pagina'sPapier selecteren
Naar boven
Pagina 103 van 489 pagina'sPapier selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
afdrukken > Afdrukken
A014
Afdrukken
1.
Klik op Opmaak/Afdrukken (Layout/Print).
Het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) wordt weergegeven.
Belangrijk
De miniaturen van de afbeeldingen in de map kunnen als volgt worden weergegeven:
- De afbeelding wordt weergegeven met een zwarte lijn langs de rand.
- Een rand van de afbeelding lijkt bijgesneden.
Dergelijke afbeeldingen worden echter vergroot of als voorbeeld normaal weergegeven, en dit
is niet van invloed op het afdrukresultaat.
2.
Selecteer de gewenste indeling.
Kies een indeling zonder rand wanneer u foto's zonder rand wilt afdrukken.
Opmerking
De getoonde indelingen variëren per printer, papierformaat en mediumtype.
3.
Klik op Afdrukken (Print).
Belangrijk
De afdrukinstellingen voor foto's worden verwijderd wanneer u Easy-PhotoPrint EX sluit zonder de
instellingen op te slaan. We raden u aan de afgedrukte afbeelding op te slaan wanneer u deze later
opnieuw wilt afdrukken.
Foto's opslaan
Wanneer u een indeling met randen kiest, is het mogelijk dat de marges links en rechts of boven
Pagina 104 van 489 pagina'sAfdrukken
en onder niet gelijk zijn.
Hoe kan ik met gelijke marges afdrukken?
Opmerking
U kunt afbeeldingen bijsnijden of de datum op foto's afdrukken.
Foto's bijsnijden (Photo Print)
Een datum op foto's afdrukken (Photo Print)
U kunt de geselecteerde afbeeldingen nog corrigeren of verbeteren voordat u ze afdrukt.
Foto's corrigeren en verbeteren
U kunt geavanceerde instellingen voor Photo Print (aantal exemplaren, afdrukkwaliteit en
dergelijke) opgeven in het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Als u het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wilt weergeven, klikt u op (Instellingen) of
selecteert u Voorkeuren... (Preferences...) in het menu Bestand (File).
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print).
Naar boven
Pagina 105 van 489 pagina'sAfdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Een album
maken
A020
Een album maken
Met Easy-PhotoPrint EX kunt u uw eigen persoonlijke fotoalbum maken.
Stappen
1.
Easy-PhotoPrint EX openen
2.
Papier en indeling selecteren
3.
Een foto selecteren
4.
Bewerken
5.
Afdrukken
Probeer dit
Foto's corrigeren en verbeteren
Afbeeldingen maken op basis van video's
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Indeling wijzigen
Achtergrond wijzigen
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Foto's in kader plaatsen
Een datum op foto's afdrukken
Opmerkingen aan foto's toevoegen
Tekst aan foto's toevoegen
Opslaan
Pagina 106 van 489 pagina'sEen album maken
Opgeslagen bestanden openen
Vragen en antwoorden
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Wat is "O1" of "O4"?
Naar boven
Pagina 107 van 489 pagina'sEen album maken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Een album
maken > Easy-PhotoPrint EX openen
A021
Easy-PhotoPrint EX openen
1.
Open het menu Start en selecteer Alle programma's (All Programs) > Canon
Utilities > Easy-PhotoPrint EX > Easy-PhotoPrint EX.
Easy-PhotoPrint EX wordt gestart en Menu wordt weergegeven.
Naar boven
Pagina 108 van 489 pagina'sEasy-PhotoPrint EX openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Een album
maken
> Papier en indeling selecteren
A022
Papier en indeling selecteren
1.
Klik bij Menu op Album.
Het venster Pagina-instelling (Page Setup) verschijnt.
2.
Stel de volgende items in bij het gedeelte Algemene instellingen (General Settings):
Papierformaat (Paper Size)
Afdrukstand (Orientation)
Omslag (Cover)
Album met dubbele pagina's (Double page album)
Paginanummer (Page number)
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over de papierformaten die u kunt selecteren.
In het dialoogvenster Omslagopties (Cover Options) kunt u aangeven of u afbeeldingen wilt
weergeven op de binnenkant van het voorblad of de achterzijde van het album. U opent het
dialoogvenster Omslagopties (Cover Options) door Voorzijde (Front) of Voor & achter (Front &
Back) te selecteren voor Omslag (Cover) en te klikken op Opties... (Options...).
Schakel het selectievakje Album met dubbele pagina's (Double page album) in voor een
gespreide pagina-indeling (met een model voor twee pagina's). In een album met dubbele
pagina's kunt u een afbeelding op de linker- en rechterpagina's schikken.
U kunt de paginanummers (positie, lettertype en dergelijke) aanpassen in het dialoogvenster
Instellingen paginanummer (Page Number Settings). Als u het dialoogvenster Instellingen
paginanummer (Page Number Settings) wilt weergeven, schakelt u het selectievakje
Paginanummer (Page number) in en klikt u op Instellingen... (Settings...).
U kunt de marges voor het voorblad en de achteromslag en de pagina's aan de binnenkant
aanpassen in het dialoogvenster Marge-instellingen (Margin Settings). Klik op Marges...
(Margins...) om het dialoogvenster Marge-instellingen (Margin Settings) weer te geven.
Pagina 109 van 489 pagina'sPapier en indeling selecteren
3.
Selecteer het thema dat u wilt gebruiken bij Thema (Theme) onder
Voorbeeldindeling (Sample Layout).
4.
Als u de indeling wilt wijzigen, klikt u op Indeling... (Layout...).
Het dialoogvenster Opmaak wijzigen (Change Layout) wordt weergegeven.
In het dialoogvenster Opmaak wijzigen (Change Layout) kunt u de indeling wijzigen of de datum
(waarop de foto is genomen) afdrukken op de foto.
Opmerking
De indelingen die u kunt selecteren zijn afhankelijk van de instellingen voor Papierformaat
(Paper Size), Afdrukstand (Orientation), Album met dubbele pagina's (Double page album) en
het type pagina dat u hebt geselecteerd (voorblad, binnenste pagina's of achteromslag).
In het dialoogvenster Datuminstellingen (Date Settings) kunt u de positie, grootte, kleur en
dergelijke van de datum aanpassen. Als u het dialoogvenster Datuminstellingen (Date
Settings) wilt weergeven, schakelt u het selectievakje Afdrukdatum (Print date) in het
dialoogvenster Opmaak wijzigen (Change Layout) in en klikt u op Datuminstellingen... (Date
Settings...).
5.
Als u de achtergrond wilt wijzigen, klikt u op Achtergrond... (Background...).
Het dialoogvenster Achtergrond wijzigen (Change Background) wordt weergegeven.
In het dialoogvenster Achtergrond wijzigen (Change Background) kunt u een effen kleur of een
afbeeldingsbestand als achtergrond instellen.
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Pagina-instelling (Page Setup).
Naar boven
Pagina 110 van 489 pagina'sPapier en indeling selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Een album
maken
> Een foto selecteren
A023
Een foto selecteren
1.
Klik op Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) verschijnt.
2.
Selecteer in de mappenstructuur de map met de afbeelding die u wilt afdrukken.
De afbeeldingen in de map worden weergegeven als miniaturen.
Belangrijk
Als Easy-PhotoPrint EX wordt geopend vanuit een andere toepassing (MP Navigator EX of
ZoomBrowser EX), wordt het gedeelte met de mappenstructuur niet weergegeven.
De afbeeldingen die worden geselecteerd in de toepassing, worden weergegeven als
miniaturen.
Opmerking
U kunt ook vastgelegde videoframes gebruiken.
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt ook afbeeldingen gebruiken die u hebt gedownload van fotodeelsites op internet.
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
3.
Selecteer de afbeelding(en) die u wilt afdrukken en klik op een van de onderstaande
knoppen.
Als u op het voorblad wilt afdrukken, klikt u op (Importeren naar voorblad).
Als u op de binnenste pagina's wilt afdrukken, klikt u op (Importeren naar binnenste pagina's).
Pagina 111 van 489 pagina'sEen foto selecteren
Als u op de achteromslag wilt afdrukken, klikt u op
(Importeren naar achteromslag).
De geselecteerde afbeeldingen worden weergegeven in het vak voor geselecteerde afbeeldingen.
U kunt de afbeelding(en) die u wilt afdrukken ook selecteren door deze naar het vak voor
geselecteerde afbeeldingen te slepen.
Opmerking
Als u een afbeelding wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, selecteert u
de afbeelding en klikt u op de knop (Geïmporteerde afbeelding verwijderen).
Als u alle afbeeldingen wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, klikt u op
de knop (Alle geïmporteerde afbeeldingen verwijderen).
Opmerking
U kunt de geselecteerde afbeeldingen nog corrigeren of verbeteren voordat u ze afdrukt.
Foto's corrigeren en verbeteren
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Naar boven
Pagina 112 van 489 pagina'sEen foto selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Een album
maken
> Bewerken
A024
Bewerken
1.
Klik op Bewerken (Edit).
Het venster Bewerken (Edit) verschijnt.
2.
Bewerk uw album indien nodig.
Indeling wijzigen
Achtergrond wijzigen
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Foto's in kader plaatsen
Een datum op foto's afdrukken
Opmerkingen aan foto's toevoegen
Tekst aan foto's toevoegen
Belangrijk
De wijzigingen worden verwijderd wanneer u Easy-PhotoPrint EX sluit zonder het bewerkte album
op te slaan. We raden u aan het item op te slaan wanneer u dit later verder wilt bewerken.
De paginanummers op het voorblad en de achteromslag van het album worden als volgt
weergegeven:
O1: Voorblad
Pagina 113 van 489 pagina'sBewerken
O2: Binnenkant voorblad
O3: Binnenzijde achteromslag
O4: Achteromslag
"O2"/"O3" wordt alleen weergegeven wanneer het selectievakje Binnenkant voorblad leeg laten
(Leave the inside of front cover blank)/Binnenkant achteromslag leeg laten (Leave the inside of
back cover blank) is ingeschakeld in het dialoogvenster Omslagopties (Cover Options).
Opslaan
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Bewerken (Edit).
Naar boven
Pagina 114 van 489 pagina'sBewerken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Een album
maken
> Afdrukken
A025
Afdrukken
1.
Klik op Afdrukinstellingen (Print Settings).
Het venster Afdrukinstellingen (Print Settings) verschijnt.
2.
Geef de instellingen op voor de volgende items op basis van de printer en het papier:
Printer
Mediumtype (Media Type)
Aantal (Copies)
Papierbron (Paper Source)
Afdrukkwaliteit (Print Quality)
Afdrukken zonder marges (Borderless Printing)
Opmerking
De mediumtypen variëren per printer en papierformaat.
Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) wordt weergegeven als de geselecteerde printer en
het geselecteerde mediumtype dubbelzijdig afdrukken ondersteunen. Schakel dit selectievakje
in om op beide zijden van het papier af te drukken.
De optie Automatisch (Automatic) wordt weergegeven als u het selectievakje Dubbelzijdig
afdrukken (Duplex Printing) inschakelt nadat u een printer hebt geselecteerd die automatisch
dubbelzijdig afdrukken ondersteunt en een mediumtype dat dubbelzijdig afdrukken
ondersteunt. Schakel dit selectievakje in om automatisch op beide zijden van het papier af te
drukken.
De papierbronnen variëren per printer en mediumtype.
U kunt een aangepaste afdrukkwaliteit instellen in het dialoogvenster Instellingen
afdrukkwaliteit (Print Quality Settings). Als u het dialoogvenster Instellingen afdrukkwaliteit
(Print Quality Settings) wilt openen, selecteert u Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print
Pagina 115 van 489 pagina'sAfdrukken
Quality) en klikt u op Kwaliteitsinstellingen... (Quality Settings...).
Schakel het selectievakje Afdrukken zonder marges (Borderless Printing) in om elke pagina
van het album op een volledige pagina zonder marges af te drukken.
U kunt het afdrukbereik en de hoeveelheid uitbreiding voor afdrukken zonder randen opgeven
in het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings). Klik op Geavanceerd... (Advanced...)
om het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings) weer te geven.
3.
Klik op Afdrukken (Print).
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afdrukinstellingen (Print Settings).
Naar boven
Pagina 116 van 489 pagina'sAfdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Labels op discs
afdrukken
A004
Labels op discs afdrukken
Start Easy-PhotoPrint EX en selecteer Disclabel (Disc Label) in Menu om CD-LabelPrint te starten. Met
CD-LabelPrint kunt u eenvoudig afdrukken op bedrukbare discs (BD's, dvd's, cd's).
Voor meer informatie over het gebruik van CD-LabelPrint, installeert u CD-LabelPrint en raadpleegt u de
gebruikershandleiding als volgt. Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Alle programma's (All
Programs) > CD-LabelPrint > Handleiding (Manual).
Belangrijk
Disclabel (Disc Label) wordt niet weergegeven in Menu als CD-LabelPrint niet op uw computer is
geïnstalleerd.
Naar boven
Pagina 117 van 489 pagina'sLabels op discs afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Kalenders
afdrukken
A040
Kalenders afdrukken
Met Easy-PhotoPrint EX kunt u uw eigen kalenders maken met uw favoriete foto's.
Stappen
1.
Easy-PhotoPrint EX openen
2.
Papier en indeling selecteren
3.
Een foto selecteren
4.
Bewerken
5.
Afdrukken
Probeer dit
Foto's corrigeren en verbeteren
Afbeeldingen maken op basis van video's
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Indeling wijzigen
Achtergrond wijzigen
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Foto's in kader plaatsen
Een datum op foto's afdrukken
Tekst aan foto's toevoegen
Kalenderweergave instellen
Feestdagen instellen
Pagina 118 van 489 pagina'sKalenders afdrukken
Opslaan
Opgeslagen bestanden openen
Vragen en antwoorden
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Naar boven
Pagina 119 van 489 pagina'sKalenders afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Kalenders
afdrukken
> Easy-PhotoPrint EX openen
A041
Easy-PhotoPrint EX openen
1.
Open het menu Start en selecteer Alle programma's (All Programs) > Canon
Utilities > Easy-PhotoPrint EX > Easy-PhotoPrint EX.
Easy-PhotoPrint EX wordt gestart en Menu wordt weergegeven.
Naar boven
Pagina 120 van 489 pagina'sEasy-PhotoPrint EX openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Kalenders
afdrukken > Papier en indeling selecteren
A042
Papier en indeling selecteren
1.
Klik bij Menu op Kalender (Calendar).
Het venster Pagina-instelling (Page Setup) verschijnt.
2.
Stel de volgende items in bij het gedeelte Algemene instellingen (General Settings):
Papierformaat (Paper Size)
Afdrukstand (Orientation)
Beginnen bij (Start from)
Periode (Period)
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over de papierformaten die u kunt selecteren.
U kunt feestdagen aan uw kalender toevoegen.
Feestdagen instellen
3.
Selecteer een indeling voor Ontwerpen (Design).
Geef indien nodig geavanceerde instellingen op voor de kalender en kies een achtergrond.
Opmerking
U kunt de kalenderweergave aanpassen (de kleur van de datums en de dagen van de week,
positie en formaat van de kalender enz.).
Kalenderweergave instellen
In het dialoogvenster Achtergrond wijzigen (Change Background) kunt u een effen kleur of een
afbeeldingsbestand als achtergrond selecteren. Klik op Achtergrond... (Background...) om het
dialoogvenster Achtergrond wijzigen (Change Background) weer te geven.
Pagina 121 van 489 pagina'sPapier en indeling selecteren
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Pagina-instelling (Page Setup).
Naar boven
Pagina 122 van 489 pagina'sPapier en indeling selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Kalenders
afdrukken > Een foto selecteren
A043
Een foto selecteren
1.
Klik op Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) verschijnt.
2.
Selecteer in de mappenstructuur de map met de afbeelding die u wilt afdrukken.
De afbeeldingen in de map worden weergegeven als miniaturen.
Opmerking
U kunt ook vastgelegde videoframes gebruiken.
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt ook afbeeldingen gebruiken die u hebt gedownload van fotodeelsites op internet.
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
3.
Selecteer de afbeelding(en) die u wilt afdrukken en klik op de knop (Importeren
naar binnenste pagina's).
De geselecteerde afbeeldingen worden weergegeven in het vak voor geselecteerde afbeeldingen.
U kunt de afbeelding(en) die u wilt afdrukken ook selecteren door deze naar het vak voor
geselecteerde afbeeldingen te slepen.
Opmerking
Als u een afbeelding wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, selecteert u
de afbeelding en klikt u op de knop (Geïmporteerde afbeelding verwijderen).
Als u alle afbeeldingen wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, klikt u op
Pagina 123 van 489 pagina'sEen foto selecteren
de knop (Alle geïmporteerde afbeeldingen verwijderen).
Opmerking
U kunt de geselecteerde afbeeldingen nog corrigeren of verbeteren voordat u ze afdrukt.
Foto's corrigeren en verbeteren
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Naar boven
Pagina 124 van 489 pagina'sEen foto selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Kalenders
afdrukken > Bewerken
A044
Bewerken
1.
Klik op Bewerken (Edit).
Het venster Bewerken (Edit) verschijnt.
2.
Bewerk de kalender indien nodig.
Indeling wijzigen
Achtergrond wijzigen
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Foto's in kader plaatsen
Een datum op foto's afdrukken
Tekst aan foto's toevoegen
Kalenderweergave instellen
Feestdagen instellen
Belangrijk
De wijzigingen worden verwijderd wanneer u Easy-PhotoPrint EX sluit zonder de bewerkte kalender
op te slaan. We raden u aan het item op te slaan wanneer u dit later verder wilt bewerken.
Opslaan
Opmerking
Pagina 125 van 489 pagina'sBewerken
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Bewerken (Edit).
Naar boven
Pagina 126 van 489 pagina'sBewerken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Kalenders
afdrukken > Afdrukken
A045
Afdrukken
1.
Klik op Afdrukinstellingen (Print Settings).
Het venster Afdrukinstellingen (Print Settings) verschijnt.
2.
Geef de instellingen op voor de volgende items op basis van de printer en het papier:
Printer
Mediumtype (Media Type)
Aantal (Copies)
Papierbron (Paper Source)
Afdrukkwaliteit (Print Quality)
Afdrukken zonder marges (Borderless Printing)
Opmerking
De mediumtypen variëren per printer en papierformaat.
Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) wordt weergegeven als de geselecteerde printer en
het geselecteerde mediumtype dubbelzijdig afdrukken ondersteunen. Schakel dit selectievakje
in om op beide zijden van het papier af te drukken.
De optie Automatisch (Automatic) wordt weergegeven als u het selectievakje Dubbelzijdig
afdrukken (Duplex Printing) inschakelt nadat u een printer hebt geselecteerd die automatisch
dubbelzijdig afdrukken ondersteunt en een mediumtype dat dubbelzijdig afdrukken
ondersteunt. Schakel dit selectievakje in om automatisch op beide zijden van het papier af te
drukken.
De papierbronnen variëren per printer en mediumtype.
U kunt een aangepaste afdrukkwaliteit instellen in het dialoogvenster Instellingen
afdrukkwaliteit (Print Quality Settings). Als u het dialoogvenster Instellingen afdrukkwaliteit
(Print Quality Settings) wilt openen, selecteert u Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print
Pagina 127 van 489 pagina'sAfdrukken
Quality) en klikt u op Kwaliteitsinstellingen... (Quality Settings...).
U kunt het afdrukbereik en de hoeveelheid uitbreiding voor afdrukken zonder randen opgeven
in het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings). Klik op Geavanceerd... (Advanced...)
om het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings) weer te geven.
3.
Klik op Afdrukken (Print).
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afdrukinstellingen (Print Settings).
Naar boven
Pagina 128 van 489 pagina'sAfdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Stickers
afdrukken
A050
Stickers afdrukken
U kunt uw favoriete foto's op speciale stickervellen afdrukken.
Stappen
1.
Easy-PhotoPrint EX openen
2.
Papier en indeling selecteren
3.
Een foto selecteren
4.
Bewerken
5.
Afdrukken
Probeer dit
Foto's corrigeren en verbeteren
Afbeeldingen maken op basis van video's
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Een datum op foto's afdrukken
Tekst aan foto's toevoegen
Opslaan
Opgeslagen bestanden openen
Vragen en antwoorden
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Pagina 129 van 489 pagina'sStickers afdrukken
Naar boven
Pagina 130 van 489 pagina'sStickers afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Stickers
afdrukken
> Easy-PhotoPrint EX openen
A051
Easy-PhotoPrint EX openen
1.
Open het menu Start en selecteer Alle programma's (All Programs) > Canon
Utilities > Easy-PhotoPrint EX > Easy-PhotoPrint EX.
Easy-PhotoPrint EX wordt gestart en Menu wordt weergegeven.
Naar boven
Pagina 131 van 489 pagina'sEasy-PhotoPrint EX openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Stickers
afdrukken > Papier en indeling selecteren
A052
Papier en indeling selecteren
1.
Klik bij Menu op Stickers.
Het venster Pagina-instelling (Page Setup) verschijnt.
2.
Stel de volgende items in bij het gedeelte Algemene instellingen (General Settings):
Papierformaat (Paper Size)
Afdrukstand (Orientation)
Afdrukdatum (Print date)
Dezelfde afbeelding gebruiken in alle kaders (Use the same image in all frames)
Opmerking
Andere papierformaten dan Fotostickers (Photo Stickers) kunnen niet worden geselecteerd.
In het dialoogvenster Datuminstellingen (Date Settings) kunt u de positie, grootte, kleur en
dergelijke van de datum aanpassen. Als u het dialoogvenster Datuminstellingen (Date
Settings) wilt weergeven, schakelt u het selectievakje Afdrukdatum (Print date) in en klikt u op
Datuminstellingen... (Date Settings...).
Schakel het selectievakje Dezelfde afbeelding gebruiken in alle kaders (Use the same image
in all frames) in als u dezelfde afbeelding wilt gebruiken in alle kaders van de pagina.
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Pagina-instelling (Page Setup).
Naar boven
Pagina 132 van 489 pagina'sPapier en indeling selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Stickers
afdrukken > Een foto selecteren
A053
Een foto selecteren
1.
Klik op Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) verschijnt.
2.
Selecteer in de mappenstructuur de map met de afbeelding die u wilt afdrukken.
De afbeeldingen in de map worden weergegeven als miniaturen.
Opmerking
U kunt ook vastgelegde videoframes gebruiken.
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt ook afbeeldingen gebruiken die u hebt gedownload van fotodeelsites op internet.
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
3.
Selecteer de afbeelding(en) die u wilt afdrukken en klik op de knop (Importeren
naar binnenste pagina's).
De geselecteerde afbeeldingen worden weergegeven in het vak voor geselecteerde afbeeldingen.
U kunt de afbeelding(en) die u wilt afdrukken ook selecteren door deze naar het vak voor
geselecteerde afbeeldingen te slepen.
Opmerking
Als u een afbeelding wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, selecteert u
de afbeelding en klikt u op de knop (Geïmporteerde afbeelding verwijderen).
Als u alle afbeeldingen wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, klikt u op
Pagina 133 van 489 pagina'sEen foto selecteren
de knop (Alle geïmporteerde afbeeldingen verwijderen).
Opmerking
U kunt de geselecteerde afbeeldingen nog corrigeren of verbeteren voordat u ze afdrukt.
Foto's corrigeren en verbeteren
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Naar boven
Pagina 134 van 489 pagina'sEen foto selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Stickers
afdrukken > Bewerken
A054
Bewerken
1.
Klik op Bewerken (Edit).
Het venster Bewerken (Edit) verschijnt.
2.
Bewerk de stickers indien nodig.
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Een datum op foto's afdrukken
Tekst aan foto's toevoegen
Belangrijk
De wijzigingen worden verwijderd wanneer u Easy-PhotoPrint EX sluit zonder de bewerkte stickers
op te slaan. We raden u aan het item op te slaan wanneer u dit later verder wilt bewerken.
Opslaan
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Bewerken (Edit).
Naar boven
Pagina 135 van 489 pagina'sBewerken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Stickers
afdrukken > Afdrukken
A055
Afdrukken
1.
Klik op Afdrukinstellingen (Print Settings).
Het venster Afdrukinstellingen (Print Settings) verschijnt.
2.
Geef de instellingen op voor de volgende items op basis van de printer en het papier:
Printer
Mediumtype (Media Type)
Aantal (Copies)
Papierbron (Paper Source)
Afdrukkwaliteit (Print Quality)
Afdrukken zonder marges (Borderless Printing)
Opmerking
De mediumtypen variëren per printer en papierformaat.
De papierbronnen variëren per printer en mediumtype.
U kunt een aangepaste afdrukkwaliteit instellen in het dialoogvenster Instellingen
afdrukkwaliteit (Print Quality Settings). Als u het dialoogvenster Instellingen afdrukkwaliteit
(Print Quality Settings) wilt openen, selecteert u Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print
Quality) en klikt u op Kwaliteitsinstellingen... (Quality Settings...).
In het dialoogvenster Afdrukpositie aanpassen (Adjust Print Position) kunt u de afdrukpositie
op stickers aanpassen. Klik op Afdrukpositie... (Print Position...) om het dialoogvenster
Afdrukpositie aanpassen (Adjust Print Position) te openen.
U kunt het afdrukbereik en de hoeveelheid uitbreiding voor afdrukken zonder randen opgeven
in het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings). Klik op Geavanceerd... (Advanced...)
om het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings) weer te geven.
Pagina 136 van 489 pagina'sAfdrukken
3.
Klik op Afdrukken (Print).
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afdrukinstellingen (Print Settings).
Naar boven
Pagina 137 van 489 pagina'sAfdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Opmaak
afdrukken
A150
Opmaak afdrukken
U kunt tekst toevoegen aan uw favoriete foto's en deze afdrukken in verschillende indelingen.
Stappen
1.
Easy-PhotoPrint EX openen
2.
Papier en indeling selecteren
3.
Een foto selecteren
4.
Bewerken
5.
Afdrukken
Probeer dit
Foto's corrigeren en verbeteren
Afbeeldingen maken op basis van video's
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Indeling wijzigen
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Een datum op foto's afdrukken
Tekst aan foto's toevoegen
Opslaan
Opgeslagen bestanden openen
Vragen en antwoorden
Pagina 138 van 489 pagina'sOpmaak afdrukken
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Naar boven
Pagina 139 van 489 pagina'sOpmaak afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Opmaak
afdrukken
> Easy-PhotoPrint EX openen
A151
Easy-PhotoPrint EX openen
1.
Open het menu Start en selecteer Alle programma's (All Programs) > Canon
Utilities > Easy-PhotoPrint EX > Easy-PhotoPrint EX.
Easy-PhotoPrint EX wordt gestart en Menu wordt weergegeven.
Naar boven
Pagina 140 van 489 pagina'sEasy-PhotoPrint EX openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Opmaak
afdrukken > Papier en indeling selecteren
A152
Papier en indeling selecteren
1.
Klik bij Menu op Opmaak afdrukken (Layout Print).
Het venster Pagina-instelling (Page Setup) verschijnt.
2.
Stel de volgende items in bij het gedeelte Algemene instellingen (General Settings):
Papierformaat (Paper Size)
Afdrukstand (Orientation)
Afdrukdatum (Print date)
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over de papierformaten die u kunt selecteren.
In het dialoogvenster Datuminstellingen (Date Settings) kunt u de positie, grootte, kleur en
dergelijke van de datum aanpassen. Als u het dialoogvenster Datuminstellingen (Date
Settings) wilt weergeven, schakelt u het selectievakje Afdrukdatum (Print date) in en klikt u op
Datuminstellingen... (Date Settings...).
3.
Selecteer een indeling bij Indelingen (Layouts).
Opmerking
De indelingen kunnen variëren, afhankelijk van de Afdrukstand (Orientation).
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Pagina-instelling (Page Setup).
Pagina 141 van 489 pagina'sPapier en indeling selecteren
Naar boven
Pagina 142 van 489 pagina'sPapier en indeling selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Opmaak
afdrukken > Een foto selecteren
A153
Een foto selecteren
1.
Klik op Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) verschijnt.
2.
Selecteer in de mappenstructuur de map met de afbeelding die u wilt afdrukken.
De afbeeldingen in de map worden weergegeven als miniaturen.
Opmerking
U kunt ook vastgelegde videoframes gebruiken.
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt ook afbeeldingen gebruiken die u hebt gedownload van fotodeelsites op internet.
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
3.
Selecteer de afbeelding(en) die u wilt afdrukken en klik op de knop (Importeren
naar binnenste pagina's).
De geselecteerde afbeeldingen worden weergegeven in het vak voor geselecteerde afbeeldingen.
U kunt de afbeelding(en) die u wilt afdrukken ook selecteren door deze naar het vak voor
geselecteerde afbeeldingen te slepen.
Opmerking
Als u een afbeelding wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, selecteert u
de afbeelding en klikt u op de knop (Geïmporteerde afbeelding verwijderen).
Als u alle afbeeldingen wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, klikt u op
Pagina 143 van 489 pagina'sEen foto selecteren
de knop (Alle geïmporteerde afbeeldingen verwijderen).
Opmerking
U kunt de geselecteerde afbeeldingen nog corrigeren of verbeteren voordat u ze afdrukt.
Foto's corrigeren en verbeteren
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Naar boven
Pagina 144 van 489 pagina'sEen foto selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Opmaak
afdrukken > Bewerken
A154
Bewerken
1.
Klik op Bewerken (Edit).
Het venster Bewerken (Edit) verschijnt.
2.
Bewerk de opmaak indien nodig.
Indeling wijzigen
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Een datum op foto's afdrukken
Tekst aan foto's toevoegen
Belangrijk
De wijzigingen worden verwijderd wanneer u Easy-PhotoPrint EX sluit zonder de bewerkte opmaak
op te slaan. We raden u aan het item op te slaan wanneer u dit later verder wilt bewerken.
Opslaan
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Bewerken (Edit).
Pagina 145 van 489 pagina'sBewerken
Naar boven
Pagina 146 van 489 pagina'sBewerken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Opmaak
afdrukken > Afdrukken
A155
Afdrukken
1.
Klik op Afdrukinstellingen (Print Settings).
Het venster Afdrukinstellingen (Print Settings) verschijnt.
2.
Geef de instellingen op voor de volgende items op basis van de printer en het papier:
Printer
Mediumtype (Media Type)
Aantal (Copies)
Papierbron (Paper Source)
Afdrukkwaliteit (Print Quality)
Afdrukken zonder marges (Borderless Printing)
Opmerking
De mediumtypen variëren per printer en papierformaat.
Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) wordt weergegeven als de geselecteerde printer en
het geselecteerde mediumtype dubbelzijdig afdrukken ondersteunen. Schakel dit selectievakje
in om op beide zijden van het papier af te drukken.
De optie Automatisch (Automatic) wordt weergegeven als u het selectievakje Dubbelzijdig
afdrukken (Duplex Printing) inschakelt nadat u een printer hebt geselecteerd die automatisch
dubbelzijdig afdrukken ondersteunt en een mediumtype dat dubbelzijdig afdrukken
ondersteunt. Schakel dit selectievakje in om automatisch op beide zijden van het papier af te
drukken.
De papierbronnen variëren per printer en mediumtype.
U kunt een aangepaste afdrukkwaliteit instellen in het dialoogvenster Instellingen
afdrukkwaliteit (Print Quality Settings). Als u het dialoogvenster Instellingen afdrukkwaliteit
(Print Quality Settings) wilt openen, selecteert u Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print
Pagina 147 van 489 pagina'sAfdrukken
Quality) en klikt u op Kwaliteitsinstellingen... (Quality Settings...).
Schakel het selectievakje Afdrukken zonder marges (Borderless Printing) in als u foto's zonder
rand wilt afdrukken.
U kunt het afdrukbereik en de hoeveelheid uitbreiding voor afdrukken zonder randen opgeven
in het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings). Klik op Geavanceerd... (Advanced...)
om het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings) weer te geven.
3.
Klik op Afdrukken (Print).
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afdrukinstellingen (Print Settings).
Naar boven
Pagina 148 van 489 pagina'sAfdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Premium inhoud
afdrukken
A180
Premium inhoud afdrukken
Gebruik Easy-PhotoPrint EX als u inhoud die u van de Canon-website hebt gedownload, wilt bewerken
en afdrukken.
Belangrijk
Deze functie wordt alleen ondersteund door Windows XP of later.
Houd bij gebruik van Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) rekening met de
volgende punten.
Als u wilt afdrukken met Easy-PhotoPrint EX, moet u de exclusieve inhoud downloaden en
installeren.
Raadpleeg ' Premium inhoud downloaden ' voor meer informatie over het downloaden van de
inhoud.
U mag de gedownloade of afgedrukte inhoud alleen voor persoonlijke doeleinden gebruiken.
U mag de inhoud niet voor commerciële doeleinden gebruiken.
Stappen
1.
Easy-PhotoPrint EX openen
2.
Papier en indeling selecteren
3.
Een foto selecteren
4.
Bewerken
5.
Afdrukken
Probeer dit
Foto's corrigeren en verbeteren
Afbeeldingen maken op basis van video's
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Pagina 149 van 489 pagina'sPremium inhoud afdrukken
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Tekst aan foto's toevoegen
Opslaan
Opgeslagen bestanden openen
Vragen en antwoorden
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Naar boven
Pagina 150 van 489 pagina'sPremium inhoud afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Premium inhoud
afdrukken
> Easy-PhotoPrint EX openen
A181
Easy-PhotoPrint EX openen
1.
Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Alle programma's (All Programs) >
Canon Utilities > Solution Menu EX en klik op Solution Menu EX.
Solution Menu EX wordt gestart.
2.
Selecteer Photo Print en klik daarna op het pictogram Premium inhoud afdrukken
(PREMIUM Contents Print).
Easy-PhotoPrint EX wordt gestart en het venster Pagina-instelling (Page Setup) van Premium
inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) wordt weergegeven.
Pagina 151 van 489 pagina'sEasy-PhotoPrint EX openen
Opmerking
In werkelijkheid worden de indelingen voor het geselecteerde Type inhoud (Contents Type)
weergegeven in plaats van het grijze vak hierboven.
U kunt in plaats daarvan ook Canon-webservice (Canon Web Service) in Solution Menu EX
selecteren en klikken op het pictogram Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print)
om Easy-PhotoPrint EX te starten.
Belangrijk
Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) wordt niet weergegeven bij Menu in Easy-
PhotoPrint EX.
Als u premium inhoud wilt afdrukken, start u Easy-PhotoPrint EX vanuit Solution Menu EX via de
bovenstaande stappen.
Houd bij gebruik van Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) rekening met de
volgende punten.
Als u wilt afdrukken met Easy-PhotoPrint EX, moet u de exclusieve inhoud downloaden en
installeren.
Raadpleeg ' Premium inhoud downloaden ' voor meer informatie over het downloaden van de
inhoud.
Naar boven
Pagina 152 van 489 pagina'sEasy-PhotoPrint EX openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Premium inhoud
afdrukken > Papier en indeling selecteren
A182
Papier en indeling selecteren
1.
Stel de volgende items in bij het gedeelte Algemene instellingen (General Settings)
van het venster Pagina-instelling (Page Setup).
Papierformaat (Paper Size)
Type inhoud (Contents Type)
Als andere inhoud dan Kalenders (Calendars) is geselecteerd voor Type inhoud (Contents
Type)
2.
Selecteer een indeling bij Indelingen (Layouts).
Belangrijk
De indeling wordt niet weergegeven als het toegestane aantal afdrukken is overschreden of
als de gebruiksperiode is verstreken.
Opmerking
(Kan niet afdrukken) wordt weergegeven rechts onder de miniaturen (verkleinde
afbeeldingen) van indelingen die het geselecteerde papierformaat niet ondersteunen. Als u
klikt op zo'n miniatuur, wordt er een dialoogvenster weergegeven waarin u het papierformaat
kunt wijzigen.
Klik met de rechtermuisknop op een miniatuur en selecteer Eigenschappen... (Properties...) in
het weergegeven menu om het toegestane aantal afdrukken, de gebruiksperiode, de
ondersteunde papierformaten en dergelijke van de geselecteerde indeling weer te geven.
Als Kalenders (Calendars) is geselecteerd voor Type inhoud (Contents Type)
2.
Stel de volgende items in bij het gedeelte Ontwerpinstellingen (Design Settings).
Ontwerp (Design)
Afdrukstand (Orientation)
3.
Selecteer een indeling bij Indelingen (Layouts).
Belangrijk
De indeling wordt niet weergegeven als het toegestane aantal afdrukken is overschreden of
als de gebruiksperiode is verstreken.
Opmerking
De weergegeven indelingen hangen af van het Ontwerp (Design) en de Afdrukstand
(Orientation).
(Kan niet afdrukken) wordt weergegeven rechts onder de miniaturen (verkleinde
afbeeldingen) van indelingen die het geselecteerde papierformaat niet ondersteunen. Als u
klikt op zo'n miniatuur, wordt er een dialoogvenster weergegeven waarin u het papierformaat
kunt wijzigen.
Klik met de rechtermuisknop op een miniatuur en selecteer Eigenschappen... (Properties...) in
het weergegeven menu om het toegestane aantal afdrukken, de gebruiksperiode, de
Pagina 153 van 489 pagina'sPapier en indeling selecteren
ondersteunde papierformaten en dergelijke van de geselecteerde indeling weer te geven.
4.
Stel de volgende items in bij het gedeelte Kalenderinstellingen (Calendar Settings).
Beginnen bij (Start from)
Periode (Period)
Opmerking
U kunt de weergavestijl van de dagen van de week instellen in het dialoogvenster
Kalenderinstellingen (Calendar Settings). Klik op Geavanceerd... (Advanced...) om het
dialoogvenster Kalenderinstellingen (Calendar Settings) weer te geven.
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Pagina-instelling (Page Setup).
Naar boven
Pagina 154 van 489 pagina'sPapier en indeling selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Premium inhoud
afdrukken > Een foto selecteren
A183
Een foto selecteren
Belangrijk
Het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) wordt niet altijd weergegeven, afhankelijk van
de geselecteerde inhoud. Ga in dat geval verder naar ' Bewerken
'.
1.
Klik op Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) verschijnt.
Opmerking
In werkelijkheid worden afbeeldingen weergegeven in plaats van het grijze vak hierboven.
2.
Selecteer Afbeeldingen uit premium inhoud (PREMIUM Contents Images) of Lokale
afbeeldingen (Local Images) bij Weergave (View).
Opmerking
Of Weergave (View) wordt weergegeven, hangt af van de geselecteerde inhoud.
3.
Selecteer in de mappenstructuur de map met de afbeelding die u wilt afdrukken.
De afbeeldingen in de map worden weergegeven als miniaturen.
Opmerking
De mappenstructuur wordt alleen weergegeven als er lokale afbeeldingen beschikbaar zijn.
U kunt ook vastgelegde videoframes gebruiken, afhankelijk van de geselecteerde inhoud.
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt ook afbeeldingen gebruiken die u hebt gedownload van fotodeelsites op internet,
afhankelijk van de geselecteerde inhoud.
Pagina 155 van 489 pagina'sEen foto selecteren
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
4.
Selecteer de afbeelding(en) die u wilt afdrukken en klik op de knop
(Importeren naar binnenste pagina's).
De geselecteerde afbeeldingen worden weergegeven in het vak voor geselecteerde afbeeldingen.
U kunt de afbeelding(en) die u wilt afdrukken ook selecteren door deze naar het vak voor
geselecteerde afbeeldingen te slepen.
Opmerking
Als u een afbeelding wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, selecteert u
de afbeelding en klikt u op de knop (Geïmporteerde afbeelding verwijderen).
Als u alle afbeeldingen wilt verwijderen uit de lijst met geselecteerde afbeeldingen, klikt u op
de knop (Alle geïmporteerde afbeeldingen verwijderen).
Opmerking
U kunt de geselecteerde afbeeldingen corrigeren of verbeteren voordat u ze afdrukt, afhankelijk van
de geselecteerde inhoud.
Foto's corrigeren en verbeteren
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Naar boven
Pagina 156 van 489 pagina'sEen foto selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Premium inhoud
afdrukken > Bewerken
A184
Bewerken
Belangrijk
Het venster Bewerken (Edit) wordt niet altijd weergegeven, afhankelijk van de geselecteerde
inhoud. Ga in dat geval verder naar ' Afdrukken
'.
1.
Klik op Bewerken (Edit).
Het venster Bewerken (Edit) verschijnt.
Opmerking
In werkelijkheid wordt de inhoud die u maakt weergegeven in plaats van de grijze vakken
hierboven.
2.
Bewerk de inhoud zo nodig.
Opmerking
De beschikbare bewerkingsfuncties hangen af van de geselecteerde inhoud.
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Tekst aan foto's toevoegen
Belangrijk
Pagina 157 van 489 pagina'sBewerken
De wijzigingen worden verwijderd wanneer u Easy-PhotoPrint EX sluit zonder het bewerkte item op
te slaan. We raden u aan het item op te slaan wanneer u dit later verder wilt bewerken.
Opslaan
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Bewerken (Edit).
Naar boven
Pagina 158 van 489 pagina'sBewerken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Premium inhoud
afdrukken > Afdrukken
A185
Afdrukken
1.
Klik op Afdrukinstellingen (Print Settings).
Het venster Afdrukinstellingen (Print Settings) verschijnt.
Opmerking
In werkelijkheid wordt de inhoud die u hebt gemaakt weergegeven in plaats van het grijze vak
hierboven.
2.
Geef de instellingen op voor de volgende items op basis van de printer en het papier:
Printer
Mediumtype (Media Type)
Aantal (Copies)
Papierbron (Paper Source)
Afdrukkwaliteit (Print Quality)
Afdrukken zonder marges (Borderless Printing)
Opmerking
De weergegeven mediumtypen hangen af van de geselecteerde inhoud, de printer en het
papierformaat.
De papierbronnen variëren per printer en mediumtype.
U kunt een aangepaste afdrukkwaliteit instellen in het dialoogvenster Instellingen
afdrukkwaliteit (Print Quality Settings). Als u het dialoogvenster Instellingen afdrukkwaliteit
(Print Quality Settings) wilt openen, selecteert u Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print
Quality) en klikt u op Kwaliteitsinstellingen... (Quality Settings...).
Schakel het selectievakje Afdrukken zonder marges (Borderless Printing) als u elke pagina van
het item op een volledige pagina zonder marges wilt afdrukken.
U kunt het afdrukbereik en de hoeveelheid uitbreiding voor afdrukken zonder randen opgeven
Pagina 159 van 489 pagina'sAfdrukken
in het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings). Klik op Geavanceerd... (Advanced...)
om het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings) weer te geven.
3.
Klik op Afdrukken (Print).
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Afdrukinstellingen (Print Settings).
Naar boven
Pagina 160 van 489 pagina'sAfdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren
A060
Foto's corrigeren en verbeteren
U kunt afbeeldingen corrigeren en verbeteren.
Klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images)
of Bewerken (Edit) of in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) van Photo Print. U kunt de volgende
correcties en verbeteringen aanbrengen in het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance Images).
Belangrijk
Als u in Photo Print de optie ICC-profiel inschakelen (Enable ICC Profile) selecteert op het tabblad
Geavanceerd (Advanced) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences), kunt u geen
afbeeldingen corrigeren/verbeteren.
Opmerking
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ' voor meer informatie
over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
Automatische fotocorrectie
Deze functie analyseert de geselecteerde scène automatisch en past geschikte correcties toe.
De functie Automatische fotocorrectie gebruiken
De functie Correctie rode ogen
U kunt rode ogen, die kunnen voorkomen wanneer een flitser is gebruikt, corrigeren.
De functie Correctie rode ogen gebruiken
De functie Helderheid gezicht
U kunt gezichten die als gevolg van een lichte achtergrond donker lijken, helderder maken.
De functie Helderheid gezicht gebruiken
De functie Gezicht scherper maken
U kunt onscherpe gezichten op een foto scherper maken.
De functie Gezicht scherper maken gebruiken
De functie Gezicht digitaal effenen
U kunt de huid verbeteren door oneffenheden en rimpels te verwijderen.
De functie Gezicht digitaal effenen gebruiken
De functie Vlekken verwijderen
U kunt moedervlekjes verwijderen.
De functie Vlekken verwijderen gebruiken
Pagina 161 van 489 pagina'sFoto's corrigeren en verbeteren
Afbeeldingen aanpassen
U kunt de helderheid en het contrast in de hele afbeelding aanpassen of de hele afbeelding scherper
maken.
U kunt ook de contouren van onderwerpen vager maken of de basiskleur verwijderen.
Afbeeldingen aanpassen
Naar boven
Pagina 162 van 489 pagina'sFoto's corrigeren en verbeteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren > De functie Automatische fotocorrectie gebruiken
A066
De functie Automatische fotocorrectie gebruiken
Deze functie analyseert de geselecteerde scène automatisch en past geschikte correcties toe.
Belangrijk
De functie Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix) is niet beschikbaar voor Photo Print. Met
Photo Print kunt u automatisch geschikte correcties toepassen op alle foto's die u afdrukt door
Automatische fotocorrectie inschakelen (Enable Auto Photo Fix) te selecteren bij Kleurcorrectie voor
afdrukken (Color correction for printing) op het tabblad Geavanceerd (Advanced) in het
dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Als u het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wilt weergeven, klikt u op de knop
(Instellingen) in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) of selecteert u Voorkeuren...
(Preferences...) uit het menu Bestand (File).
Wanneer een afbeelding is gecorrigeerd met Automatische fotocorrectie en is opgeslagen, kan
deze niet nogmaals worden gecorrigeerd met Automatische fotocorrectie.
De functie Automatische fotocorrectie is mogelijk niet beschikbaar voor foto's die zijn bewerkt met
toepassingen, digitale camera's en dergelijke van andere fabrikanten.
1.
Selecteer foto's in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) en klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren).
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook
weergeven door te klikken op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Opmaak/
Afdrukken (Layout/Print) of Bewerken (Edit). In dat geval kan alleen de afbeelding worden
gecorrigeerd/verbeterd die in het voorbeeld wordt weergegeven.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
Pagina 163 van 489 pagina'sDe functie Automatische fotocorrectie gebruiken
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
2.
Selecteer de afbeelding die u wilt corrigeren in de lijst met miniaturen in het venster
Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
De afbeelding wordt weergegeven in Voorbeeld.
Opmerking
Als slechts één afbeelding is geselecteerd, verschijnt de lijst met miniaturen niet in het
voorbeeldgedeelte.
3.
Zorg dat Auto is geselecteerd.
4.
Klik op Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix) en vervolgens op OK.
De volledige foto wordt automatisch gecorrigeerd en de aanduiding (Correctie/verbetering) wordt
weergegeven in de linkerbovenhoek van de afbeelding.
Opmerking
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de correctie naast elkaar weer te
geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image) als u de bewerking
ongedaan wilt maken.
Als u de correctie op alle geselecteerde afbeeldingen tegelijk wilt toepassen, schakelt u het
selectievakje Op alle afbeeldingen toepassen (Apply to all images) in.
Schakel het selectievakje Voorrang geven aan Exif-info (Prioritize Exif Info) in om correcties toe
te passen die voornamelijk zijn gebaseerd op de instellingen die waren geselecteerd op het
moment van vastleggen.
Schakel dit selectievakje uit om correcties toe te passen op basis van de resultaten van de
afbeeldingsanalyse. Deze instelling wordt aanbevolen.
5.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt gecorrigeerde afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Als u alleen de gewenste afbeelding wilt opslaan, klikt u op Geselecteerde afbeelding opslaan
(Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle gecorrigeerde
afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
Gecorrigeerde afbeeldingen kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/
Exif.
6.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De correcties gaan verloren als u het programma afsluit voordat u gecorrigeerde afbeeldingen
hebt opgeslagen.
Naar boven
Pagina 164 van 489 pagina'sDe functie Automatische fotocorrectie gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren > De functie Correctie rode ogen gebruiken
A061
De functie Correctie rode ogen gebruiken
U kunt rode ogen, die kunnen voorkomen wanneer een flitser is gebruikt, corrigeren.
U kunt de functie voor het corrigeren van rode ogen handmatig of automatisch uitvoeren.
Opmerking
Met Photo Print kunt u rode ogen automatisch corrigeren tijdens het afdrukken. Als u rode ogen
automatisch wilt corrigeren, selecteert u Automatische fotocorrectie inschakelen (Enable Auto
Photo Fix) in Kleurcorrectie voor afdrukken (Color correction for printing) op het tabblad
Geavanceerd (Advanced) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) en schakelt u het
selectievakje Correctie rode ogen inschakelen (Enable Red-Eye Correction) in.
1.
Selecteer foto's in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) en klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren).
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook
weergeven door te klikken op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Opmaak/
Afdrukken (Layout/Print) of Bewerken (Edit). In dat geval kan alleen de afbeelding worden
gecorrigeerd/verbeterd die in het voorbeeld wordt weergegeven.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
2.
Selecteer de afbeelding die u wilt corrigeren in de lijst met miniaturen in het venster
Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
De afbeelding wordt weergegeven in Voorbeeld.
Pagina 165 van 489 pagina'sDe functie Correctie rode ogen gebruiken
Opmerking
Als slechts één afbeelding is geselecteerd, verschijnt de lijst met miniaturen niet in het
voorbeeldgedeelte.
Automatische correctie
3.
Zorg dat Auto is geselecteerd.
4.
Klik op Correctie rode ogen (Red-Eye Correction).
5.
Klik op OK.
Het rode-ogeneffect wordt verwijderd en de aanduiding (Correctie/verbetering) wordt
weergegeven in de linkerbovenhoek van de afbeelding.
Belangrijk
Afhankelijk van de afbeelding is het mogelijk dat ook gebieden buiten de ogen worden
gecorrigeerd.
Opmerking
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de correctie naast elkaar weer te
geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image) als u de bewerking
ongedaan wilt maken.
Als u de correctie op alle geselecteerde afbeeldingen tegelijk wilt toepassen, schakelt u het
selectievakje Op alle afbeeldingen toepassen (Apply to all images) in.
Handmatige correctie
3.
Klik op Handmatig (Manual) en vervolgens op Corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance).
4.
Klik op Correctie rode ogen (Red-Eye Correction).
Opmerking
U kunt het niveau van het effect wijzigen met de schuifregelaar onder Correctie rode ogen
(Red-Eye Correction).
Pagina 166 van 489 pagina'sDe functie Correctie rode ogen gebruiken
Beweeg de cursor over de afbeelding. De vorm van de muisaanwijzer verandert in
(Penseel).
5.
Versleep de cursor om het gebied te selecteren dat u wilt corrigeren en klik op de
knop OK die op de afbeelding verschijnt.
Het rode-ogeneffect wordt verwijderd en de aanduiding (Correctie/verbetering) wordt
weergegeven in de linkerbovenhoek van de afbeelding.
Opmerking
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de correctie naast elkaar weer te
geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Omgedaan maken (Undo) als u de bewerking ongedaan wilt maken.
6.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt gecorrigeerde afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Als u alleen de gewenste afbeelding wilt opslaan, klikt u op Geselecteerde afbeelding opslaan
(Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle gecorrigeerde
afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
Gecorrigeerde afbeeldingen kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/
Exif.
7.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De correcties gaan verloren als u het programma afsluit voordat u gecorrigeerde afbeeldingen
hebt opgeslagen.
Naar boven
Pagina 167 van 489 pagina'sDe functie Correctie rode ogen gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren > De functie Helderheid gezicht gebruiken
A062
De functie Helderheid gezicht gebruiken
U kunt gezichten die als gevolg van een lichte achtergrond donker lijken, helderder maken.
Opmerking
U kunt donkere foto's als gevolg van een lichte achtergrond automatisch lichter maken door
Automatische fotocorrectie te selecteren.
Als de correctie niet voldoende is uitgevoerd, wordt aanbevolen om de functie Helderheid gezicht
toe te passen.
De functie Automatische fotocorrectie gebruiken
1.
Selecteer foto's in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) en klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren).
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook
weergeven door te klikken op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Opmaak/
Afdrukken (Layout/Print) of Bewerken (Edit). In dat geval kan alleen de afbeelding worden
gecorrigeerd/verbeterd die in het voorbeeld wordt weergegeven.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
2.
Selecteer de afbeelding die u wilt corrigeren in de lijst met miniaturen in het venster
Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
De afbeelding wordt weergegeven in Voorbeeld.
Opmerking
Pagina 168 van 489 pagina'sDe functie Helderheid gezicht gebruiken
Als slechts één afbeelding is geselecteerd, verschijnt de lijst met miniaturen niet in het
voorbeeldgedeelte.
3.
Klik op Handmatig (Manual) en vervolgens op Corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance).
4.
Klik op Helderheid gezicht (Face Brightener).
Opmerking
U kunt het niveau van het effect wijzigen met de schuifregelaar onder Helderheid gezicht (Face
Brightener).
Beweeg de cursor over de afbeelding. De vorm van de muisaanwijzer verandert in (Kruis).
5.
Versleep de cursor om het gebied te selecteren dat u wilt corrigeren en klik op de
knop OK die op de afbeelding verschijnt.
De gehele afbeelding wordt bijgewerkt zodat het geselecteerde gedeelte met het gezicht helderder
wordt en de aanduiding
(Correctie/verbetering) wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van de
afbeelding.
Opmerking
U kunt de rechthoek ook draaien door het geselecteerde gedeelte te verslepen.
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de correctie naast elkaar weer te
geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Omgedaan maken (Undo) als u de bewerking ongedaan wilt maken.
6.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt gecorrigeerde afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Pagina 169 van 489 pagina'sDe functie Helderheid gezicht gebruiken
Als u alleen de gewenste afbeelding wilt opslaan, klikt u op Geselecteerde afbeelding opslaan
(Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle gecorrigeerde
afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
Gecorrigeerde afbeeldingen kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/
Exif.
7.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De correcties gaan verloren als u het programma afsluit voordat u gecorrigeerde afbeeldingen
hebt opgeslagen.
Naar boven
Pagina 170 van 489 pagina'sDe functie Helderheid gezicht gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren > De functie Gezicht scherper maken gebruiken
A063
De functie Gezicht scherper maken gebruiken
U kunt onscherpe gezichten op een foto scherper maken.
U kunt de functie voor het verscherpen van gezichten handmatig of automatisch uitvoeren.
1.
Selecteer foto's in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) en klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren).
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook
weergeven door te klikken op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Opmaak/
Afdrukken (Layout/Print) of Bewerken (Edit). In dat geval kan alleen de afbeelding worden
gecorrigeerd/verbeterd die in het voorbeeld wordt weergegeven.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
2.
Selecteer de afbeelding die u wilt corrigeren in de lijst met miniaturen in het venster
Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
De afbeelding wordt weergegeven in Voorbeeld.
Opmerking
Als slechts één afbeelding is geselecteerd, verschijnt de lijst met miniaturen niet in het
voorbeeldgedeelte.
Automatische correctie
Pagina 171 van 489 pagina'sDe functie Gezicht scherper maken gebruiken
3.
Zorg dat Auto is geselecteerd.
4.
Klik op Gezicht scherper maken (Face Sharpener).
Opmerking
U kunt het niveau van het effect wijzigen met de schuifregelaar onder Gezicht scherper maken
(Face Sharpener).
5.
Klik op OK.
Het gezicht wordt scherper gemaakt en de aanduiding (Correctie/Verbetering) wordt
weergegeven in de linkerbovenhoek van de afbeelding.
Opmerking
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de correctie naast elkaar weer te
geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image) als u de bewerking
ongedaan wilt maken.
Als u de correctie op alle geselecteerde afbeeldingen tegelijk wilt toepassen, schakelt u het
selectievakje Op alle afbeeldingen toepassen (Apply to all images) in.
Handmatige correctie
3.
Klik op Handmatig (Manual) en vervolgens op Corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance).
4.
Klik op Gezicht scherper maken (Face Sharpener).
Opmerking
U kunt het niveau van het effect wijzigen met de schuifregelaar onder Gezicht scherper maken
(Face Sharpener).
Beweeg de cursor over de afbeelding. De vorm van de muisaanwijzer verandert in (Kruis).
5.
Versleep de cursor om het gebied te selecteren dat u wilt corrigeren en klik op de
knop OK die op de afbeelding verschijnt.
Pagina 172 van 489 pagina'sDe functie Gezicht scherper maken gebruiken
De gezichtsdelen in en rond het geselecteerde gebied worden scherper gemaakt en de
aanduiding (Correctie/Verbetering) wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van de
afbeelding.
Opmerking
U kunt de rechthoek ook draaien door het geselecteerde gedeelte te verslepen.
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de correctie naast elkaar weer te
geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Omgedaan maken (Undo) als u de bewerking ongedaan wilt maken.
6.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt gecorrigeerde afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Als u alleen de gewenste afbeelding wilt opslaan, klikt u op Geselecteerde afbeelding opslaan
(Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle gecorrigeerde
afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
Gecorrigeerde afbeeldingen kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/
Exif.
7.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De correcties gaan verloren als u het programma afsluit voordat u gecorrigeerde afbeeldingen
hebt opgeslagen.
Naar boven
Pagina 173 van 489 pagina'sDe functie Gezicht scherper maken gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren > De functie Gezicht digitaal effenen gebruiken
A064
De functie Gezicht digitaal effenen gebruiken
U kunt de huid verbeteren door oneffenheden en rimpels te verwijderen.
U kunt de functie voor het digitaal effenen van het gezicht handmatig of automatisch uitvoeren.
1.
Selecteer foto's in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) en klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren).
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook
weergeven door te klikken op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Opmaak/
Afdrukken (Layout/Print) of Bewerken (Edit). In dat geval kan alleen de afbeelding worden
gecorrigeerd/verbeterd die in het voorbeeld wordt weergegeven.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
2.
Selecteer de afbeelding die u wilt verbeteren in de lijst met miniaturen in het venster
Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
De afbeelding wordt weergegeven in Voorbeeld.
Opmerking
Als slechts één afbeelding is geselecteerd, verschijnt de lijst met miniaturen niet in het
voorbeeldgedeelte.
Automatisch verbeteren
Pagina 174 van 489 pagina'sDe functie Gezicht digitaal effenen gebruiken
3.
Zorg dat Auto is geselecteerd.
4.
Klik op Gezicht digitaal effenen (Digital Face Smoothing).
Opmerking
U kunt het niveau van het effect wijzigen met de schuifregelaar onder Gezicht digitaal effenen
(Digital Face Smoothing).
5.
Klik op OK.
Het gezicht wordt bijgewerkt en de aanduiding (Correctie/verbetering) wordt weergegeven in de
linkerbovenhoek van de afbeelding.
Opmerking
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de verbetering naast elkaar weer
te geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image) als u de verbetering
ongedaan wilt maken.
Als u de verbetering op alle geselecteerde afbeeldingen tegelijk wilt toepassen, schakelt u het
selectievakje Op alle afbeeldingen toepassen (Apply to all images) in.
Handmatig verbeteren
3.
Klik op Handmatig (Manual) en vervolgens op Corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance).
4.
Klik op Gezicht digitaal effenen (Digital Face Smoothing).
Opmerking
U kunt het niveau van het effect wijzigen met de schuifregelaar onder Gezicht digitaal effenen
(Digital Face Smoothing).
Beweeg de cursor over de afbeelding. De vorm van de muisaanwijzer verandert in (Kruis).
5.
Versleep de cursor om het gebied te selecteren dat u wilt verbeteren en klik op de
knop OK die op de afbeelding verschijnt.
Pagina 175 van 489 pagina'sDe functie Gezicht digitaal effenen gebruiken
Het deel van het gezicht in en rond het geselecteerde gedeelte wordt bijgewerkt en de aanduiding
(Correctie/verbetering) wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van de afbeelding.
Opmerking
U kunt de rechthoek ook draaien door het geselecteerde gedeelte te verslepen.
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de verbetering naast elkaar weer
te geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Omgedaan maken (Undo) als u de bewerking ongedaan wilt maken.
6.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt verbeterde afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Als u alleen de gewenste afbeelding wilt opslaan, klikt u op Geselecteerde afbeelding opslaan
(Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle gecorrigeerde
afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
Verbeterde afbeeldingen kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/
Exif.
7.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De verbeteringen gaan verloren als u het programma afsluit voordat u verbeterde afbeeldingen
hebt opgeslagen.
Naar boven
Pagina 176 van 489 pagina'sDe functie Gezicht digitaal effenen gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren > De functie Vlekken verwijderen gebruiken
A065
De functie Vlekken verwijderen gebruiken
U kunt moedervlekjes verwijderen.
1.
Selecteer foto's in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) en klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren).
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook
weergeven door te klikken op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Opmaak/
Afdrukken (Layout/Print) of Bewerken (Edit). In dat geval kan alleen de afbeelding worden
gecorrigeerd/verbeterd die in het voorbeeld wordt weergegeven.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
2.
Selecteer de afbeelding die u wilt verbeteren in de lijst met miniaturen in het venster
Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
De afbeelding wordt weergegeven in Voorbeeld.
Opmerking
Als slechts één afbeelding is geselecteerd, verschijnt de lijst met miniaturen niet in het
voorbeeldgedeelte.
3.
Klik op Handmatig (Manual) en vervolgens op Corrigeren/verbeteren (Correct/
Enhance).
Pagina 177 van 489 pagina'sDe functie Vlekken verwijderen gebruiken
4.
Klik Vlekken verwijderen (Blemish Remover).
Opmerking
Beweeg de cursor over de afbeelding. De vorm van de muisaanwijzer verandert in (Kruis).
5.
Versleep de cursor om het gebied te selecteren dat u wilt verbeteren en klik op de
knop OK die op de afbeelding verschijnt.
Vlekjes in en rond het geselecteerde gebied worden bijgewerkt en de aanduiding (Correctie/
verbetering) wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van de afbeelding.
Opmerking
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de verbetering naast elkaar weer
te geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Omgedaan maken (Undo) als u de bewerking ongedaan wilt maken.
6.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt verbeterde afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Als u alleen de gewenste afbeelding wilt opslaan, klikt u op Geselecteerde afbeelding opslaan
(Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle gecorrigeerde
afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
Verbeterde afbeeldingen kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/
Exif.
7.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
Pagina 178 van 489 pagina'sDe functie Vlekken verwijderen gebruiken
De verbeteringen gaan verloren als u het programma afsluit voordat u verbeterde afbeeldingen
hebt opgeslagen.
Naar boven
Pagina 179 van 489 pagina'sDe functie Vlekken verwijderen gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren > Afbeeldingen aanpassen
A067
Afbeeldingen aanpassen
U kunt de helderheid, het contrast en dergelijke van afbeeldingen aanpassen.
1.
Selecteer foto's in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) en klik op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren).
Het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) ook
weergeven door te klikken op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Opmaak/
Afdrukken (Layout/Print) of Bewerken (Edit). In dat geval kan alleen de afbeelding worden
gewijzigd die in het voorbeeld wordt weergegeven.
Zie '
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
' voor meer
informatie over het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
2.
Selecteer de afbeelding die u wilt wijzigen in de lijst met miniaturen in het venster
Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images).
De afbeelding wordt weergegeven in Voorbeeld.
Opmerking
Als slechts één afbeelding is geselecteerd, verschijnt de lijst met miniaturen niet in het
voorbeeldgedeelte.
3.
Klik op Handmatig (Manual) en vervolgens op Aanpassen (Adjust).
4.
Verplaats de schuifregelaar van het item dat u wilt aanpassen en stel het niveau van
Pagina 180 van 489 pagina'sAfbeeldingen aanpassen
het effect in.
U kunt de volgende eigenschappen aanpassen:
Helderheid (Brightness)
Contrast
Scherpte (Sharpness)
Vervagen (Blur)
Doorschijnendheid verwijderen (Show-through Removal)
Opmerking
Klik op
(Vergelijken) om de afbeeldingen van voor en na de wijziging naast elkaar weer te
geven, zodat u het verschil kunt zien.
Klik op Geavanceerd (Advanced) als u fijne aanpassingen wilt aanbrengen in de helderheid en
kleurtoon van de afbeelding. Raadpleeg ' Geavanceerd (Advanced)
' in de beschrijving van het
venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) voor meer informatie.
Klik op Standaard (Defaults) als u aanpassingen ongedaan wilt maken.
5.
Klik op Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image) of op Alle
gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
U kunt aangepaste afbeeldingen opslaan als nieuwe bestanden.
Opmerking
Als u alleen de gewenste afbeelding wilt opslaan, klikt u op Geselecteerde afbeelding opslaan
(Save Selected Image). Als u alle afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Alle gecorrigeerde
afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images).
Aangepaste afbeeldingen kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/
Exif.
6.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De aanpassingen gaan verloren als u het programma afsluit voordat u aangepaste
afbeeldingen hebt opgeslagen.
Naar boven
Pagina 181 van 489 pagina'sAfbeeldingen aanpassen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Foto's
corrigeren en verbeteren > Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images)
A068
Venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance
Images)
In dit venster kunt u afbeeldingen corrigeren en verbeteren.
Klik om het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) weer te geven op
(Afbeeldingen corrigeren/verbeteren) in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) of
Bewerken (Edit) of in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) van Photo Print.
(1)
Taakgebied
(2) Werkbalk
(1) Taakgebied
Op de tabbladen Auto en Handmatig (Manual) zijn verschillende taken en instellingen beschikbaar.
Klik op de tab Auto of Handmatig (Manual) om het betreffende tabblad te openen.
Tabblad Auto
Met de functies op het tabblad Auto kunt u correcties en verbeteringen op de afbeelding in zijn geheel
toepassen.
Pagina 182 van 489 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Ima...
Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix)
Hiermee worden automatische fotocorrecties toegepast.
Belangrijk
De functie Automatische fotocorrectie (Auto Photo Fix) is niet beschikbaar voor Photo Print. Met
Photo Print kunt u automatisch geschikte correcties toepassen op alle foto's die u afdrukt door
Automatische fotocorrectie inschakelen (Enable Auto Photo Fix) te selecteren bij Kleurcorrectie
voor afdrukken (Color correction for printing) op het tabblad Geavanceerd (Advanced) in het
dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Als u het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wilt weergeven, klikt u op de knop
(Instellingen) in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) of selecteert u Voorkeuren...
(Preferences...) uit het menu Bestand (File).
Voorrang geven aan Exif-info (Prioritize Exif Info)
Schakel dit selectievakje in om correcties toe te passen die voornamelijk zijn gebaseerd op de
instellingen die waren geselecteerd op het moment van vastleggen.
Schakel dit selectievakje uit om correcties toe te passen op basis van de resultaten van de
afbeeldingsanalyse. Deze instelling wordt aanbevolen.
Opmerking
Exif is een standaardindeling waarmee u verschillende opnamegegevens kunt toevoegen
aan afbeeldingen van digitale camera's (JPEG).
Bij Photo Print kunt u geschikte correcties ook toepassen op basis van Exif-informatie door
Automatische fotocorrectie inschakelen (Enable Auto Photo Fix) te selecteren bij
Kleurcorrectie voor afdrukken (Color correction for printing) op het tabblad Geavanceerd
(Advanced) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) en het selectievakje Voorrang
geven aan Exif-info (Prioritize Exif Info) aan te vinken.
Correctie rode ogen (Red-Eye Correction)
Hiermee worden rode ogen gecorrigeerd.
Opmerking
Bij Photo Print kunt u rode ogen ook automatisch corrigeren door Automatische fotocorrectie
inschakelen (Enable Auto Photo Fix) te selecteren bij Kleurcorrectie voor afdrukken (Color
correction for printing) op het tabblad Geavanceerd (Advanced) van het dialoogvenster
Voorkeuren (Preferences) en het selectievakje Correctie rode ogen inschakelen (Enable Red-
Eye Correction) in te schakelen.
Gezicht scherper maken (Face Sharpener)
Pagina 183 van 489 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Ima...
Hiermee kunt u onscherpe gezichten verscherpen.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Gezicht digitaal effenen (Digital Face Smoothing)
Hiermee kunt u de huid verbeteren door oneffenheden en rimpels te verwijderen.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Op alle afbeeldingen toepassen (Apply to all images)
Wanneer u deze optie selecteert, worden alle afbeeldingen in de miniaturenlijst automatisch
gecorrigeerd/verbeterd.
OK
Hiermee past u het geselecteerde effect toe op de geselecteerde afbeelding of op alle
afbeeldingen.
Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image)
Hiermee annuleert u alle correcties en verbeteringen die u op de geselecteerde afbeelding hebt
toegepast.
Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image)
Hiermee slaat u de (geselecteerde) gecorrigeerde/verbeterde afbeelding op.
Alle gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images)
Hiermee slaat u alle gecorrigeerde/verbeterde afbeeldingen op die worden weergegeven in de lijst
met miniaturen.
Afsluiten (Exit)
Klik hierop om het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) af te
sluiten.
Tabblad Handmatig
Het tabblad Handmatig (Manual) heeft twee menu's: Aanpassen (Adjust) en Corrigeren/verbeteren
(Correct/Enhance).
Gebruik Aanpassen (Adjust) om de helderheid en het contrast aan te passen of om de hele afbeelding
scherper te maken.
Gebruik Corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance) als u specifieke gedeelten wilt corrigeren/verbeteren.
Aanpassen
Helderheid (Brightness)
De algemene helderheid van de afbeelding wordt aangepast.
Pagina 184 van 489 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Ima...
Verplaats de schuifregelaar naar links om de afbeelding donkerder te maken en naar rechts om
deze lichter te maken.
Contrast
Het contrast van de afbeelding wordt aangepast. Als de afbeelding flets is vanwege gebrek aan
contrast, kunt u het contrastniveau aanpassen.
Verplaats de schuifregelaar naar links om het contrast van de afbeelding te verlagen en naar rechts
om het te verhogen.
Scherpte (Sharpness)
Versterkt de contouren van onderwerpen om de afbeelding scherper te maken. Pas de scherpte
aan als de foto onscherp is of tekst vaag leesbaar is.
Verplaats de schuifregelaar naar rechts om de afbeelding scherper te maken.
Vervagen (Blur)
Vervaagt de contouren van onderwerpen om de afbeelding een zachtere uitstraling te geven.
Verplaats de schuifregelaar naar rechts om de afbeelding te vervagen.
Doorschijnendheid verwijderen (Show-through Removal)
Verwijdert doorschijnendheid van tekst of de basiskleur door de achterkant. Pas het niveau van
doorschijnendheid aan om te voorkomen dat tekst of de basiskleur van de achterkant van een dun
document doorschijnt op de voorkant.
Verplaats de schuifregelaar naar rechts om doorschijnendheid meer te verwijderen.
Geavanceerd (Advanced)
Hiermee opent u het dialoogvenster Geavanceerde aanpassing (Advanced Adjustment) waar u fijne
aanpassingen kunt aanbrengen in de helderheid en kleurtoon van de afbeelding.
Voor Helderheid/contrast (Brightness/Contrast) en Toon (Tone) selecteert u een kleur bij Kanaal
(Channel) als u alleen Rood (Red), Groen (Green) of Blauw (Blue) wilt aanpassen. Selecteer Model
(Master) als u de drie kleuren tegelijk wilt aanpassen.
Helderheid/contrast (Brightness/Contrast)
De helderheid en het contrast van een afbeelding aanpassen.
Verplaats de schuifregelaar Helderheid (Brightness) naar links om de afbeelding donkerder te
maken en naar rechts om deze lichter te maken.
Verplaats de schuifregelaar Contrast naar links om het contrast van de afbeelding te verlagen
en naar rechts om het contrast te verhogen.
Toon (Tone)
U kunt de helderheidsbalans aanpassen door Hoge lichten (Highlight) (het lichtste niveau),
Schaduwen (Shadow) (het donkerste niveau) of Middentonen (Midtone) (de kleur in het midden
van Hoge lichten (Highlight) en Schaduwen (Shadow)) op te geven.
Verplaats de schuifregelaar Hoge lichten (Highlight) naar links om de afbeelding lichter te
maken.
Verplaats de schuifregelaar Middentonen (Midtone) naar links om de afbeelding lichter te maken
en naar rechts om deze donkerder te maken.
Pagina 185 van 489 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Ima...
Verplaats de schuifregelaar Schaduwen (Shadow) naar rechts om de afbeelding donkerder te
maken.
Kleurbalans (Color Balance)
Hiermee past u de levendigheid en kleurtoon van de afbeelding aan.
Verplaats de schuifregelaar Kleurbalans (Color Balance) naar links of naar rechts om de
bijbehorende kleur te benadrukken.
Opmerking
Dit zijn de complementaire kleuren (als de twee kleuren van een kleurenpaar worden
gemengd, ontstaat een grijstint). U kunt de natuurlijke kleuren van een fotosituatie
reproduceren door de te veel benadrukte kleur te verminderen en de complementaire kleur
te verhogen. Overkleuring is het fenomeen waarbij een bepaalde kleur de gehele foto
beïnvloedt als gevolg van weersomstandigheden of sterke omgevingskleuren.
Het is vaak lastig om de afbeelding helemaal te corrigeren door slechts één kleurenpaar
aan te passen. Het beste kunt u een gedeelte op de foto zoeken dat wit zou moeten zijn, en
alle drie de kleurenparen zo aanpassen dat dit gedeelte wit wordt.
Standaard (Defaults)
Hiermee maakt u alle aanpassingen ongedaan.
Sluiten (Close)
Hiermee sluit u het dialoogvenster Geavanceerde aanpassing (Advanced Adjustment).
Opmerking
De waarden voor Helderheid (Brightness) en Contrast die zijn ingesteld via Aanpassen
(Adjust) veranderen niet als de helderheid en de kleurtoon worden aangepast in het
dialoogvenster Geavanceerde aanpassing (Advanced Adjustment).
Standaard (Defaults)
Hiermee herstelt u de standaardwaarden voor alle aanpassingen (helderheid, contrast, scherpte,
vervagen en doorschijnendheid verwijderen).
Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image)
Hiermee annuleert u alle correcties, verbeteringen en aanpassingen die op de geselecteerde
afbeelding zijn toegepast.
Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image)
Hiermee slaat u de (geselecteerde) gecorrigeerde/verbeterde/aangepaste afbeelding op.
Alle gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images)
Hiermee slaat u alle gecorrigeerde/verbeterde/aangepaste afbeeldingen op die worden
weergegeven in de lijst met miniaturen.
Afsluiten (Exit)
Klik hierop om het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) af te
sluiten.
Corrigeren/verbeteren
Pagina 186 van 489 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Ima...
Correctie rode ogen (Red-Eye Correction)
Hiermee corrigeert u rode ogen in het geselecteerde gebied.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Opmerking
Voor Photo Print worden rode ogen tijdens het afdrukken automatisch gecorrigeerd als
Automatische fotocorrectie inschakelen (Enable Auto Photo Fix) is geselecteerd in
Kleurcorrectie voor afdrukken (Color correction for printing) op het tabblad Geavanceerd
(Advanced) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) en het selectievakje Correctie
rode ogen inschakelen (Enable Red-Eye Correction) is ingeschakeld. Schakel het
selectievakje uit als u handmatig wilt corrigeren.
Helderheid gezicht (Face Brightener)
Hiermee wordt de hele afbeelding gecorrigeerd om het deel van het gezicht in en rond het
geselecteerde deel helderder te maken.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Gezicht scherper maken (Face Sharpener)
Hiermee wordt de hele afbeelding gecorrigeerd om het deel van het gezicht in en rond het
geselecteerde deel scherper te maken.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Gezicht digitaal effenen (Digital Face Smoothing)
Hiermee kunt u de huid verbeteren door oneffenheden en rimpels uit het geselecteerde deel te
verwijderen.
Geef met de schuifregelaar het niveau van het effect op.
Vlekken verwijderen (Blemish Remover)
Hiermee verwijdert u moedervlekken uit het geselecteerde deel.
OK
Hiermee past u het geselecteerde effect toe op het opgegeven gebied.
Ongedaan maken (Undo)
Hiermee wordt de laatste correctie/verbetering geannuleerd.
Geselecteerde afbeelding herstellen (Reset Selected Image)
Hiermee annuleert u alle correcties, verbeteringen en aanpassingen die op de geselecteerde
afbeelding zijn toegepast.
Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image)
Hiermee slaat u de (geselecteerde) gecorrigeerde/verbeterde/aangepaste afbeelding op.
Alle gecorrigeerde afbeeldingen opslaan (Save All Corrected Images)
Pagina 187 van 489 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Ima...
Hiermee slaat u alle gecorrigeerde/verbeterde/aangepaste afbeeldingen op die worden
weergegeven in de lijst met miniaturen.
Afsluiten (Exit)
Klik hierop om het venster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Images) af te
sluiten.
(2) Werkbalk
Werkbalk
(Inzoomen/Uitzoomen)
Hiermee vergroot of verkleint u het voorbeeld van de afbeelding.
(Volledig scherm)
Hiermee geeft u de hele afbeelding weer in Voorbeeld.
(Vergelijken)
Hiermee geeft u het venster Afbeeldingen vergelijken (Compare Images) weer. U kunt hier de
afbeeldingen voor en na de correctie/verbetering/aanpassing naast elkaar vergelijken.
De afbeelding voor de correctie/verbetering/aanpassing wordt links weergegeven, terwijl de
afbeelding na de correctie/verbetering/aanpassing rechts wordt weergegeven.
Naar boven
Pagina 188 van 489 pagina'sVenster Afbeeldingen corrigeren/verbeteren (Correct/Enhance Ima...
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software > Afbeeldingen
maken op basis van video's
A160
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt videoframes vastleggen en afbeeldingen maken.
Belangrijk
Deze functie wordt alleen ondersteund door Windows XP of later. De functie wordt echter niet
ondersteund door de 64-bits versies van Windows XP.
Deze functie is niet beschikbaat als ZoomBrowser EX 6.5 of later (meegeleverd bij digitale
camera's van Canon die video-opnamen in de MOV-indeling ondersteunen) niet is geïnstalleerd.
Video's worden mogelijk niet vloeiend afgespeeld, afhankelijk van uw omgeving.
Als de kleurtint van een video wordt gewijzigd via de instellingen van het grafische stuurprogramma
(grafische kaart) of het hulpprogramma, wordt deze wijziging niet weerspiegeld in frames die
worden vastgelegd van de video. Daarom kunnen kleurtinten verschillen tussen video's en
vastgelegde frames.
1.
Klik in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) op
(Frames van
video vastleggen).
Het venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture) en het dialoogvenster Video selecteren
(Select Video) worden weergegeven
Opmerking
U kunt het venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture) ook weergeven door te
klikken op (Frames van video vastleggen) in het dialoogvenster Afbeelding toevoegen
(Add Image). U geeft het dialoogvenster Afbeelding toevoegen (Add Image) weer door de
pagina waaraan u afbeeldingen wilt toevoegen te selecteren in het venster Bewerken (Edit) en
te klikken op
(Afbeelding toevoegen).
Raadpleeg ' Venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdrukken (Movie
Print)
' voor informatie over het venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture).
Pagina 189 van 489 pagina'sAfbeeldingen maken op basis van video's
2.
Selecteer in het dialoogvenster Video selecteren (Select Video) de map met de
video waarvan u frames wilt vastleggen.
De video's in de map worden weergegeven als miniaturen.
Opmerking
Alleen video's in de MOV-indeling die zijn opgenomen met een digitale camera van Canon
worden weergegeven.
De geselecteerde video wordt afgespeeld.
3.
Selecteer de video waarvan u frames wilt vastleggen en klik op OK.
De geselecteerde video wordt afgespeeld in het voorbeeldgebied van het venster Videoframes
vastleggen (Video Frame Capture).
Opmerking
(Pauzeren) wordt weergegeven terwijl een video wordt afgespeeld, terwijl
(Afspelen) wordt weergegeven wanneer een video is gestopt.
Gebruik
(Pauzeren) en
(Frame achteruit/Frame vooruit) om het
frame weer te geven dat u wilt vastleggen.
4.
Geef het frame weer dat u wilt vastleggen en klik op (Vastleggen).
Het vastgelegde frame wordt weergegeven in het gedeelte Vastgelegd(e) frame(s) (Captured
frame(s)).
Belangrijk
U kunt maximaal 150 frames van één video vastleggen.
5.
Selecteer de afbeelding(en) die u wilt opslaan en klik op Opslaan (Save).
Wanneer het dialoogvenster Opslaan (Save) wordt weergegeven, geeft u de opslaglocatie en
bestandsnaam op en klikt u op Opslaan (Save).
Opmerking
Vastgelegde frames kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/Exif.
Pagina 190 van 489 pagina'sAfbeeldingen maken op basis van video's
6.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De vastgelegde frames worden verwijderd als u het venster sluit voordat u ze opslaat.
Opmerking
U kunt automatisch meerdere frames van een video vastleggen.
Geef het gedeelte Inst. autom. frames vastleg. (Auto Frame Capture Settings) weer en gebruik
(Starttijd instellen/Eindtijd instellen) in het voorbeeldgebied om de gewenste tijdsduur
in te stellen. Selecteer een vastlegmethode in het gedeelte Inst. autom. frames vastleg. (Auto
Frame Capture Settings) en klik op Vastleggen (Capture).
U kunt vastgelegde frames corrigeren in het venster Vastgelegde frames corrigeren (Correct
Captured Frames). U geeft het venster Vastgelegde frames corrigeren (Correct Captured Frames)
weer door de afbeelding(en) die u wilt corrigeren te selecteren in het gedeelte Vastgelegd(e)
frame(s) (Captured frame(s)) en te klikken op
(Afbeelding corrigeren).
Als het venster Film afdrukken (Movie Print) wordt weergegeven via Solution Menu EX, kunt u de
vastgelegde frames afdrukken.
Als u frames wilt afdrukken, geeft u de printer en het medium op in het gedeelte Afdrukken (Print) en
klikt u op Afdrukken (Print).
Als u afdrukt vanuit het venster Film afdrukken (Movie Print), worden afbeeldingen automatisch
bijgesneden. Daardoor worden afbeeldingen zo afgedrukt dat de linker- en rechterzijde is
afgesneden.
Als u de uitsnede wilt aanpassen voordat u gaat afdrukken, slaat u het vastgelegde frame op en
drukt u dit af met een functie van Easy-PhotoPrint EX.
U kunt de opgeslagen frames samen met andere afbeeldingen gebruiken om albums, kalenders
en dergelijke te maken met Easy-PhotoPrint EX.
Naar boven
Pagina 191 van 489 pagina'sAfbeeldingen maken op basis van video's
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Afbeeldingen
maken op basis van video's > Venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdrukken (Movie Print)
A161
Venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film
afdrukken (Movie Print)
In deze vensters kunt u videoframes vastleggen en opslaan als afbeelding.
In het venster Film afdrukken (Movie Print) kunt u de vastgelegde frames afdrukken.
Belangrijk
Deze functie wordt alleen ondersteund door Windows XP of later. De functie wordt echter niet
ondersteund door de 64-bits versies van Windows XP.
Deze functie is niet beschikbaat als ZoomBrowser EX 6.5 of later (meegeleverd bij digitale
camera's van Canon die video-opnamen in de MOV-indeling ondersteunen) niet is geïnstalleerd.
Als de kleurtint van een video wordt gewijzigd via de instellingen van het grafische stuurprogramma
(grafische kaart) of het hulpprogramma, wordt deze wijziging niet weerspiegeld in frames die
worden vastgelegd van de video. Daarom kunnen kleurtinten verschillen tussen video's en
vastgelegde frames.
U geeft het venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture) weer door te klikken op
(Frames van video vastleggen) in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) of het
dialoogvenster Afbeelding toevoegen (Add Image). U geeft het dialoogvenster Afbeelding toevoegen (Add
Image) weer door de pagina waaraan u afbeeldingen wilt toevoegen te selecteren in het venster
Bewerken (Edit) en te klikken op (Afbeelding toevoegen).
U geeft het venster Film afdrukken (Movie Print) weer door Foto's afdrukken (Photo Print) te selecteren in
Solution Menu EX en te klikken op het pictogram Film afdrukken (Movie Print).
Opmerking
In de volgende beschrijvingen wordt het venster Film afdrukken (Movie Print) dat wordt
weergegeven via Solution Menu EX, als voorbeeld gebruikt. Het weergegeven venster verschilt,
afhankelijk van de manier waarop Easy-PhotoPrint EX is gestart.
(1)
Instellingen en bedieningsknoppen
Pagina 192 van 489 pagina'sVenster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdru...
(2)
Voorbeeldgebied
(3)
Gedeelte Vastgelegd(e) frame(s)
(1) Instellingen en bedieningsknoppen
Gedeelte Afdrukken (Print)
U kunt de vastgelegde frames afdrukken.
Opmerking
Deze functie is alleen beschikbaar als het venster Film afdrukken (Movie Print) is weergegeven via
Solution Menu EX.
Mediumtype (Media Type)
Hier wordt het mediumtype weergegeven dat is opgegeven in het dialoogvenster Afdrukinstellingen
(Print Settings).
Paginaformaat (Page Size)
Hier wordt het papierformaat weergegeven dat is opgegeven in het dialoogvenster
Afdrukinstellingen (Print Settings).
Afdrukinstel. (Print Settings)
Geeft het dialoogvenster Afdrukinstellingen (Print Settings) weer waarin u de basisinstellingen voor
afdrukken kunt opgeven (printer/media selecteren en dergelijke).
Afdrukken (Print)
Start het afdrukken van de frames die zijn geselecteerd in het gedeelte Vastgelegd(e) frame(s)
(Captured frame(s)).
Gedeelte Inst. autom. frames vastleg. (Auto Frame Capture Settings)
U kunt meerdere frames vastleggen volgens de geselecteerde instellingen.
Opmerking
U kunt het gedeelte Inst. autom. frames vastleg. (Auto Frame Capture Settings) weergeven
/verbergen met (Pijl omlaag/Pijl omhoog).
Pagina 193 van 489 pagina'sVenster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdru...
Starttijd (Start time)/Eindtijd (End time)
Toont de starttijd/eindtijd van het deel van de video waarvan u frames wilt vastleggen.
Aantal frames (Total captures)
Toont het aantal frames dat moet worden vastgelegd.
Vastlegmethode
U hebt de keuze uit Alle frames (All frames), frame(s), sec. int. en frame int..
Vastleggen (Capture)
Legt frames vast volgens de instellingen.
U kunt maximaal 150 frames van één video tegelijk vastleggen.
Video selecteren (Select Video)
Geeft het dialoogvenster Video selecteren (Select Video) weer.
Selecteer een map en selecteer vervolgens de video waarvan u frames wilt vastleggen.
Opslaan (Save)
Slaat de frames op die zijn geselecteerd in het gedeelte Vastgelegd(e) frame(s) (Captured frame(s)).
Afsluiten (Exit)
Klik hierop om het venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdrukken (Movie
Print) te sluiten.
(2) Voorbeeldgebied
De video die is geselecteerd in het dialoogvenster Video selecteren (Select Video) wordt weergegeven in
het voorbeeldgebied.
(Frame achteruit/Frame vooruit)
Klik hierop om één frame achteruit of vooruit te gaan en te pauzeren.
U kunt ook tijdens het afspelen op deze knoppen klikken om één frame achteruit of vooruit te gaan en
te pauzeren.
(Afspelen/Pauzeren)
Speelt de video af of pauzeert de video.
(Pauzeren) wordt weergegeven terwijl een video wordt afgespeeld, terwijl
(Afspelen) wordt weergegeven wanneer een video is gestopt.
(Stoppen)
Stopt de video.
(Vastleggen)
Legt het huidige frame vast en geeft de afbeelding weer in het gedeelte Vastgelegd(e) frame(s)
(Captured frame(s)).
U kunt ook frames vastleggen tijdens het afspelen.
(Dempen/Geluid weergeven)
Schakelt het geluid UIT/IN.
Afspeelschuifregelaar
Geeft de voortgang van de videoweergave aan.
De huidige afspeeltijd wordt links van de schuifregelaar weergegeven.
(Starttijd instellen/Eindtijd instellen)
Hiermee stelt u de starttijd/eindtijd in van het deel van de video waarvan u automatisch frames wilt
vastleggen.
Opmerking
Deze knoppen worden alleen weergegeven als het gedeelte Inst. autom. frames vastleg. (Auto
Frame Capture Settings) wordt weergegeven.
Pagina 194 van 489 pagina'sVenster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdru...
Schuifregelaar voor tijdsduur
Geeft de tijdsduur aan die is ingesteld met (Starttijd instellen/Eindtijd instellen).
U kunt de starttijd/eindtijd ook instellen door (Startpunt/Eindpunt), onder de schuifregelaar, te
verplaatsen.
Opmerking
Deze schuifregelaar wordt alleen weergegeven als het gedeelte Inst. autom. frames vastleg.
(Auto Frame Capture Settings) wordt weergegeven.
(3) Gedeelte Vastgelegd(e) frame(s)
Hier worden de miniaturen van de vastgelegde frames weergegeven.
Dubbelklik op een miniatuur om het venster Inzoomen (Zoom in) weer te geven waarin u de details van
de afbeelding kunt controleren.
(Alle frames selecteren)
Selecteert alle afbeeldingen die worden weergegeven in het gedeelte Vastgelegd(e) frame(s)
(Captured frame(s)).
Als u een afbeelding selecteert, wordt er een vinkje weergegeven in het selectievakje van de
afbeelding.
(Alle vinkjes wissen)
Annuleert de selectie van alle afbeeldingen in het gedeelte Vastgelegd(e) frame(s) (Captured
frame(s)).
(Afbeelding corrigeren)
Geeft het venster Vastgelegde frames corrigeren (Correct Captured Frames) weer, waarin u alle
afbeeldingen kunt corrigeren die zijn geselecteerd in het gedeelte Vastgelegd(e) frame(s) (Captured
frame(s)).
Opmerking
Als een frame is vastgelegd waarin het onderwerp of de camera aanzienlijk heeft bewogen, kan
de afbeelding mogelijk niet correct worden gecorrigeerd.
(1) Taakgebied
Ruisreductie (Noise Reduction)
Vermindert ruis (toonvariaties die zich kunnen voordoen in beelden die zijn gemaakt met een
Pagina 195 van 489 pagina'sVenster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdru...
digitale camera op een donkere locatie zoals een nachtelijke scène).
Resoluties verbeteren (Enhance resolutions)
Schakel dit selectievakje in om rafelige of kartelige randen in afbeeldingen te verminderen.
Toepassen op alle frames (Apply to all frames)
Schakel dit selectievakje in als u alle afbeeldingen wilt corrigeren die worden weergegeven in de
lijst met miniaturen.
OK
Past Ruisreductie (Noise Reduction) toe op de geselecteerde afbeeldingen of op alle
afbeeldingen. Ruis wordt verminderd om afbeeldingen levendiger te maken.
Opmerking
Correctie kan enige tijd duren, afhankelijk van uw omgeving.
Als het selectievakje Resoluties verbeteren (Enhance resolutions) is ingeschakeld, worden
Ruisreductie (Noise Reduction) en Resoluties verbeteren (Enhance resolutions) tegelijk
toegepast.
Gesel. frames herstellen (Reset Selected Frames)
Hiermee annuleert u alle correcties die zijn toegepast op de geselecteerde afbeeldingen.
Afsluiten (Exit)
Sluit het venster Vastgelegde frames corrigeren (Correct Captured Frames) en keert terug naar
het venster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture) of Film afdrukken (Movie Print).
De bronafbeeldingen worden overschreven door de gecorrigeerde afbeeldingen.
(2) Werkbalk
(Frame verkleinen/vergroten)
Verkleint of vergroot de weergegeven afbeelding.
(Hele frame)
Hiermee geeft u de hele afbeelding weer in Voorbeeld.
(Vergelijken)
Geeft het venster Vastgelegde frames vergelijken (Compare Captured Frames) weer. Hier kunt u
de afbeeldingen voor en na de correctie naast elkaar vergelijken.
De afbeelding voor de correctie wordt links weergegeven, terwijl de afbeelding na de correctie
rechts wordt weergegeven.
Pagina 196 van 489 pagina'sVenster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdru...
Sorteren op tijd (Sort by Time)
Geeft de vastgelegde frames weer in de volgorde van de tijdcode.
Opmerking
Raadpleeg ' Afbeeldingen maken op basis van video's
' voor meer informatie over hoe u
afbeeldingen maakt van video's.
Naar boven
Pagina 197 van 489 pagina'sVenster Videoframes vastleggen (Video Frame Capture)/Film afdru...
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software > Afbeeldingen
downloaden van fotodeelsites
A170
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
U kunt zoeken naar afbeeldingen op internetsites voor het delen van foto's en de afbeeldingen
downloaden die u wilt afdrukken.
Belangrijk
Voor het gebruik van deze functie is een internetverbinding vereist. Aan de internetverbinding zijn de
gebruikelijke kosten verbonden.
Voor het gebruik van deze functie worden de naam van uw product, informatie over het
besturingssysteem, regio-informatie en de informatie dat u hebt geklikt op de knop
(Foto's
importeren van fotodeelsites) verzameld en naar Canon verzonden.
De functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige regio's.
Het is wettelijk niet toegestaan om auteursrechtelijk beschermd werk van een andere persoon te
reproduceren of te bewerken zonder toestemming van de eigenaar van het copyright, behalve voor
persoonlijk gebruik, gebruik thuis of ander gebruik dat valt binnen de beperkingen die zijn
vastgelegd in het copyright.
Daarnaast kan het reproduceren of bewerken van foto's van personen een inbreuk vormen op het
portretrecht.
Wanneer u het werk van anderen gebruikt, moet u mogelijk toestemming voor het gebruik van het
werk vragen aan de eigenaar van het copyright, behalve voor persoonlijk gebruik, gebruik thuis of
ander gebruik dat valt binnen de beperkingen die zijn vastgelegd in het copyright. Raadpleeg
hiervoor de informatie op de webpagina van het werk op de fotodeelsite.
Lees ook de servicevoorwaarden van de fotodeelsite voordat u het werk van anderen gebruikt.
Canon is niet aansprakelijk voor copyrightproblemen als gevolg van het gebruik van deze functie.
Deze functie wordt alleen ondersteund door Windows XP of later.
Dit product gebruikt de Flickr-API maar wordt niet onderschreven en is niet gecertificeerd door
Flickr.
1.
Klik in het venster Afbeeldingen selecteren (Select Images) op
(Foto's
importeren van fotodeelsites).
Het venster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo Sharing Sites) wordt
weergegeven.
Pagina 198 van 489 pagina'sAfbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Opmerking
U kunt het venster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo Sharing
Sites) ook weergeven door te klikken op (Foto's importeren van fotodeelsites) in het
dialoogvenster Afbeelding toevoegen (Add Image). U geeft het dialoogvenster Afbeelding
toevoegen (Add Image) weer door de pagina waaraan u afbeeldingen wilt toevoegen te
selecteren in het venster Bewerken (Edit) en te klikken op (Afbeelding toevoegen).
Wanneer u klikt op
(Foto's importeren van fotodeelsites), wordt er een bericht
weergegeven over gemaakte werken en eigendomsrechten.
U sluit het bericht door het selectievakje Dit bericht niet meer weergeven (Do not show this
message again.) in te schakelen.
Raadpleeg ' Venster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo Sharing
Sites)
' voor meer informatie over het venster Foto's importeren van fotodeelsites (Import
Photos from Photo Sharing Sites).
2.
Geef de zoektekst op in het vak Zoeken (Search).
3.
Stel Sorteren op (Sort by), Aantal resultaten per pagina (Number of Results per
Page) en Type licentie (License Type) in.
4.
Klik op Zoeken starten (Start Search).
Het zoeken wordt gestart en de afbeeldingen die overeenkomen met de zoektekst worden
weergegeven in het venster met miniaturen.
Belangrijk
Bepaalde afbeeldingen, zoals afbeeldingen in andere indelingen dan JPEG, worden niet
weergegeven.
Opmerking
Klik op
(Terug naar de vorige pagina) als u de vorige pagina wilt weergeven. Klik op
(Naar de volgende pagina gaan) als u de volgende pagina wilt weergeven.
U kunt ook een paginanummer invoeren in het invoervak en klikken op Weergave (View) om
die pagina weer te geven.
Het aantal zoekresultaten (afbeeldingen) kan klein zijn, afhankelijk van de taal van de
zoektekst. In dat geval kunt u het aantal zoekresultaten mogelijk vergroten door een Engelse
zoektekst in te voeren.
5.
Selecteer de afbeelding(en) die u wilt downloaden.
De geselecteerde afbeeldingen worden weergegeven in het gedeelte Selectie (Selections).
Opmerking
U kunt maximaal 300 afbeeldingen selecteren.
Klik op
(Alle geselecteerde afbeeldingen deselecteren) als u de selectie van alle
afbeeldingen in het gedeelte Selectie (Selections) wilt opheffen.
Klik op
(Geselecteerde afbeelding deselecteren) als u de selectie van de geselecteerde
afbeelding in het gedeelte Selectie (Selections) wilt opheffen.
6.
Klik op Gesel. afbeelding opsl. (Save Selected Image) of op Gesel. afbeeldingen
opsl. (Save Selected Images).
Als het dialoogvenster Geselecteerde afbeelding opslaan (Save Selected Image)/Geselecteerde
afbeeldingen opslaan (Save Selected Images) wordt weergegeven, geeft u de locatie en de
bestandsnaam op en klikt u op Opslaan (Save).
De geselecteerde afbeeldingen worden opgeslagen.
Opmerking
Pagina 199 van 489 pagina'sAfbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Als u alleen bepaalde afbeeldingen wilt opslaan, selecteert u deze in het gedeelte Selectie
(Selections) en klikt u op Gesel. afbeelding opsl. (Save Selected Image). Als u alle
afbeeldingen wilt opslaan, klikt u op Gesel. afbeeldingen opsl. (Save Selected Images).
Gedownloade afbeeldingen kunnen alleen worden opgeslagen in de gegevensindeling JPEG/
Exif.
7.
Klik op Afsluiten (Exit).
Belangrijk
De zoekresultaten (afbeeldingen) worden verwijderd als u het venster sluit voordat u ze
opslaat.
Naar boven
Pagina 200 van 489 pagina'sAfbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Afbeeldingen
downloaden van fotodeelsites > Venster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo Sharing Sites)
A171
Venster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos
from Photo Sharing Sites)
In dit venster kunt u zoeken naar afbeeldingen op internetsites voor het delen van foto's en de
afbeeldingen downloaden die u wilt afdrukken.
Belangrijk
Voor het gebruik van deze functie is een internetverbinding vereist. Aan de internetverbinding zijn de
gebruikelijke kosten verbonden.
Deze functie wordt alleen ondersteund door Windows XP of later.
Dit product gebruikt de Flickr-API maar wordt niet onderschreven en is niet gecertificeerd door
Flickr.
U geeft het venster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo Sharing Sites) weer
door te klikken op (Foto's importeren van fotodeelsites) in het venster Afbeeldingen selecteren
(Select Images) of het dialoogvenster Afbeelding toevoegen (Add Image). U geeft het dialoogvenster
Afbeelding toevoegen (Add Image) weer door de pagina waaraan u afbeeldingen wilt toevoegen te
selecteren in het venster Bewerken (Edit) en te klikken op (Afbeelding toevoegen).
(1)
Instellingen en bedieningsknoppen
(2) Werkbalk
(3)
Venster met miniaturen
(4)
Gedeelte Selectie
(1) Instellingen en bedieningsknoppen
Fotodeelsites (Photo Sharing Sites)
Hier wordt de naam van de fotodeelsite weergegeven.
Zoeken (Search)
Voer de zoektekst in.
Pagina 201 van 489 pagina'sVenster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from ...
Opmerking
U kunt ook op
(Pijl omlaag) klikken om maximaal twintig resultaten uit de zoekgeschiedenis
weer te geven en hieruit een selectie te maken.
Scheid trefwoorden met een spatie als u meerdere trefwoorden wilt invoeren.
Sorteren op (Sort by)
Geef aan hoe u de zoekresultaten wilt sorteren in het venster met miniaturen. Selecteer Populariteit
(Popularity) of Datum (Date).
U kunt de instelling niet wijzigen nadat u een zoekopdracht hebt uitgevoerd.
Aantal resultaten per pagina (Number of Results per Page)
Selecteer het aantal afbeeldingen dat wordt weergegeven in het venster met miniaturen, waarbij u de
keuze hebt uit 10, 20 en 30.
U kunt de instelling niet wijzigen nadat u een zoekopdracht hebt uitgevoerd.
Type licentie (License Type)
Selecteer het type licentie van de afbeeldingen die u wilt zoeken. U hebt de keuze uit Alle types (All
types), CC-licentie (niet-commercieel) (CC license (Non-Commercial)) en CC-licentie (overig) (CC
license (Others)).
Selecteer Alle types (All types) als u alle afbeeldingen wilt weergeven, ongeacht het type licentie.
Selecteer CC-licentie (niet-commercieel) (CC license (Non-Commercial)) als u afbeeldingen met
een CC-licentie wilt weergeven die alleen mogen worden gebruikt voor niet-commerciële
doeleinden. Selecteer CC-licentie (overig) (CC license (Others)) als u afbeeldingen met een andere
CC-licentie wilt weergeven.
Opmerking
Het type licentie verschilt per afbeelding. Wijs een afbeelding aan om een scherminfo weer te
geven waarin u het licentietype kunt controleren.
Type licentie
(License Type)
Type licentie Waarschuwingen/voorwaarden voor gebruik
(U moet aan de onderstaande voorwaarden voldoen
wanneer u afbeeldingen met een CC-licentie wilt
gebruiken, behalve voor persoonlijk gebruik of
thuisgebruik.)
Alle types (All
types)
Alle rechten
voorbehouden
Het is niet toegestaan afbeeldingen te kopiëren
zonder toestemming van de maker, behalve voor
persoonlijk of thuisgebruik of voor gebruik met een
vergelijkbaar beperkt doel. Het kopiëren van
portretten (foto's van personen) kan een inbreuk
vormen op het portretrecht.
Naamsvermelding
- Niet-
commercieel (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- U mag het werk niet gebruiken voor commerciële
doeleinden.
Naamsvermelding
- Niet-
commercieel -
Geen afgeleide
werken (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- U mag het werk niet gebruiken voor commerciële
doeleinden.
- U mag het werk niet wijzigen.
Naamsvermelding
- Niet-
commercieel -
Gelijk delen (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- U mag het werk niet gebruiken voor commerciële
doeleinden.
- Ook al is uw creatie gebaseerd op het werk van
anderen, u moet er dezelfde voorwaarden op
toepassen als de voorwaarden die de licentiehouder
voor het oorspronkelijke werk heeft bepaald.
Naamsvermelding
(CC-licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
Pagina 202 van 489 pagina'sVenster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from ...
Naamsvermelding
- Geen afgeleide
werken (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- U mag het werk niet wijzigen.
Naamsvermelding
- Gelijk delen (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- Ook al is uw creatie gebaseerd op het werk van
anderen, u moet er dezelfde voorwaarden op
toepassen als de voorwaarden die de licentiehouder
voor het oorspronkelijke werk heeft bepaald.
CC-licentie (niet-
commercieel)
(CC license
(Non-
Commercial))
Naamsvermelding
- Niet-
commercieel (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- U mag het werk niet gebruiken voor commerciële
doeleinden.
Naamsvermelding
- Niet-
commercieel -
Geen afgeleide
werken (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- U mag het werk niet gebruiken voor commerciële
doeleinden.
- U mag het werk niet wijzigen.
Naamsvermelding
- Niet-
commercieel -
Gelijk delen (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- U mag het werk niet gebruiken voor commerciële
doeleinden.
- Ook al is uw creatie gebaseerd op het werk van
anderen, u moet er dezelfde voorwaarden op
toepassen als de voorwaarden die de licentiehouder
voor het oorspronkelijke werk heeft bepaald.
CC-licentie
(overig) (CC
license (Others))
Naamsvermelding
(CC-licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
Naamsvermelding
- Geen afgeleide
werken (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- U mag het werk niet wijzigen.
Naamsvermelding
- Gelijk delen (CC-
licentie)
- U moet de titel en licentiehouder van het
oorspronkelijke werk weergeven bij uw creatie.
- Ook al is uw creatie gebaseerd op het werk van
anderen, u moet er dezelfde voorwaarden op
toepassen als de voorwaarden die de licentiehouder
voor het oorspronkelijke werk heeft bepaald.
Zoeken starten (Start Search)
Zoekt naar afbeeldingen en geeft de afbeeldingen die overeenkomen met de zoektekst weer in het
venster met miniaturen.
Belangrijk
Bepaalde afbeeldingen, zoals afbeeldingen in andere indelingen dan JPEG, worden niet
weergegeven.
Gesel. afbeelding opsl. (Save Selected Image)
Slaat de geselecteerde afbeelding in het gedeelte Selectie (Selections) op.
Gesel. afbeeldingen opsl. (Save Selected Images)
Slaat alle afbeeldingen op die worden weergegeven in het gedeelte Selectie (Selections).
Afsluiten (Exit)
Klik op deze knop om het venster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from Photo
Sharing Sites) te sluiten.
Pagina 203 van 489 pagina'sVenster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from ...
(2) Werkbalk
(Alle afbeeldingen selecteren)
Selecteert alle afbeeldingen op de pagina die wordt weergegeven in het venster met miniaturen.
Als u een afbeelding selecteert, wordt er een vinkje weergegeven in het selectievakje van de
afbeelding.
Opmerking
U kunt maximaal 300 afbeeldingen selecteren.
(Alle vinkjes wissen)
Annuleert alle selecties van afbeeldingen op de pagina die wordt weergegeven in het venster met
miniaturen.
(Terug naar de vorige pagina/Naar de volgende pagina gaan)
Hiermee geeft u de vorige/volgende pagina weer.
Invoervak voor paginanummer/Totaal aantal pagina's/
Weergave (View)
Voer een paginanummer in en klik op Weergave (View) om de pagina weer te geven.
Schuifregelaar miniatuurformaat
Alle afbeeldingen in het venster met miniaturen worden vergroot of verkleind.
Verplaats de schuifregelaar naar rechts om de afbeeldingen te vergroten en naar links om ze te
verkleinen.
(3) Venster met miniaturen
Hier worden de miniaturen van de zoekresultaten (afbeeldingen) weergegeven. De titel wordt
weergegeven onder elke miniatuur.
Klik op de miniatuur of het selectievakje als u een afbeelding wilt selecteren.
Belangrijk
Als de zoekopdracht meer dan 4.000 afbeeldingen oplevert, worden vanwege de beperkingen van
fotodeelsites dezelfde afbeeldingen als die op de pagina met de 4.001e afbeelding weergegeven
op alle eropvolgende pagina's.
Als Aantal resultaten per pagina (Number of Results per Page) bijvoorbeeld is ingesteld op 20, zijn
de afbeeldingen die worden weergegeven op pagina 201 gelijk aan de afbeeldingen op pagina 202
en de eropvolgende pagina's.
Opmerking
Wijs een miniatuur aan om de titel, het licentietype en andere gegevens weer te geven.
Klik met de rechtermuisknop op een miniatuur en selecteer Webpagina van werk openen (Open
web page of work) in het weergegeven menu om een browser te openen en de pagina weer te
geven van de fotodeelsite waarop de afbeelding is opgeslagen.
(4) Gedeelte Selectie
Hier worden miniaturen weergegeven van de afbeeldingen die zijn geselecteerd in het venster met
miniaturen en wordt het aantal afbeeldingen aangegeven (aantal geselecteerde afbeeldingen/aantal
zoekresultaten).
(Alle geselecteerde afbeeldingen deselecteren)
Annuleert de selectie van alle afbeeldingen in het gedeelte Selectie (Selections).
(Geselecteerde afbeelding deselecteren)
Annuleert de selectie van afbeeldingen die zijn geselecteerd in het gedeelte Selectie (Selections).
Opmerking
Pagina 204 van 489 pagina'sVenster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from ...
Raadpleeg ' Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
' voor meer informatie over hoe u
afbeeldingen downloadt van fotodeelsites.
Naar boven
Pagina 205 van 489 pagina'sVenster Foto's importeren van fotodeelsites (Import Photos from ...
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software > Vragen en
antwoorden
A200
Vragen en antwoorden
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Welke zijde van de weergegeven afbeelding wordt het eerst afgedrukt?
Hoe kan ik met gelijke marges afdrukken?
Wat is "O1" of "O4"?
Naar boven
Pagina 206 van 489 pagina'sVragen en antwoorden
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Vragen en
antwoorden > Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
A095
Hoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Als u een bestand dat is gemaakt en opgeslagen met Easy-PhotoPrint EX wilt verplaatsen (of kopiëren)
van de ene map naar de andere, moet u ook de map verplaatsen (of kopiëren) die automatisch is
gemaakt toen het bestand werd opgeslagen.
Als u bijvoorbeeld een bestand opslaat met de naam "MyAlbum.el1", wordt automatisch een map
"MyAlbum.el1.Data" gemaakt in de map waarin het bestand "MyAlbum.el1" zich bevindt. Als u het bestand
"MyAlbum.el1" naar een andere map wilt verplaatsen (of kopiëren), moet u ook de map
"MyAlbum.el1.Data" verplaatsen. De map "MyAlbum.el1.Data" bevat de foto's die in het album worden
gebruikt.
Opmerking
De pictogrammen variëren, afhankelijk van de items.
Belangrijk
Wijzig de naam van de map Data niet, anders kunt u geen foto's weergeven die u hebt bewerkt met
Easy-PhotoPrint EX.
Als voor Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) afbeeldingen uit premium inhoud
worden gebruikt en u het bestand opslaat en naar een andere computer verplaatst, kunt u het
bestand niet openen.
Naar boven
Pagina 207 van 489 pagina'sHoe kan ik het opgeslagen bestand verplaatsen (of kopiëren)?
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Vragen en
antwoorden > Welke zijde van de weergegeven afbeelding wordt het eerst afgedrukt?
A096
Welke zijde van de weergegeven afbeelding wordt het eerst
afgedrukt?
Zoals hieronder wordt weergegeven, wordt het afdrukken gestart aan de linkerkant van de afbeelding die
in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) wordt weergegeven.
Het papier wordt uitgevoerd in de richting die door de pijl wordt aangegeven.
Raadpleeg de handleiding van de printer voor meer informatie over het plaatsen van papier voor
afdrukken op de voorzijde/achterzijde en dergelijke.
Naar boven
Pagina 208 van 489 pagina'sWelke zijde van de weergegeven afbeelding wordt het eerst afged...
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Vragen en
antwoorden > Hoe kan ik met gelijke marges afdrukken?
A097
Hoe kan ik met gelijke marges afdrukken?
Wanneer u een indeling met randen kiest, is het mogelijk dat de marges links en rechts of boven en
onder niet gelijk zijn, afhankelijk van de afbeelding en de printer.
Als u altijd wilt afdrukken met gelijke marges, schakelt u het selectievakje Altijd bijsnijden wanneer u een
indeling met marges selecteert (Always crop images when selecting a layout with margins) in op het
tabblad Geavanceerd (Advanced) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Als u het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wilt weergeven, klikt u op de knop (Instellingen)
in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) of selecteert u Voorkeuren... (Preferences...) uit het menu
Bestand (File).
Snijd de foto bij om gelijke marges te krijgen.
Foto's bijsnijden (Photo Print)
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar als Photo Print is geselecteerd.
Naar boven
Pagina 209 van 489 pagina'sHoe kan ik met gelijke marges afdrukken?
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Vragen en
antwoorden > Wat is "O1" of "O4"?
A098
Wat is "O1" of "O4"?
Wanneer een album wordt afgedrukt, worden labels als "O1" en "O4" afgedrukt als paginanummers.
De "O1" en "O4" staan respectievelijk voor voorblad en achteromslag.
O1: Voorblad
O2: Binnenkant voorblad
O3: Binnenzijde achteromslag
O4: Achteromslag
Opmerking
"O2"/"O3" wordt alleen weergegeven wanneer het selectievakje Binnenkant voorblad leeg laten
(Leave the inside of front cover blank)/Binnenkant achteromslag leeg laten (Leave the inside of
back cover blank) is ingeschakeld in het dialoogvenster Omslagopties (Cover Options).
Naar boven
Pagina 210 van 489 pagina'sWat is "O1" of "O4"?
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
A101
Instellingen voor Photo Print
Labels op discs rechtstreeks afdrukken
Levendige foto's afdrukken
Ruis in foto's reduceren
Foto's bijsnijden (Photo Print)
Een datum op foto's afdrukken (Photo Print)
Meerdere foto's op één pagina afdrukken
Een index afdrukken
Pasfoto's afdrukken (ID Photo Print)
Fotogegevens afdrukken
Foto's opslaan
Opgeslagen bestanden openen
Naar boven
Pagina 211 van 489 pagina'sInstellingen voor Photo Print
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Labels op discs rechtstreeks afdrukken
A070
Labels op discs rechtstreeks afdrukken
Met Photo Print kunt u labels op afdrukbare discs afdrukken.
Als u de details wilt bewerken, keert u terug naar Menu en selecteert u Disclabel (Disc Label) om af te
drukken/te bewerken met CD-LabelPrint. Raadpleeg ' Labels op discs afdrukken
' voor meer informatie.
Opmerking
Raadpleeg ' Een foto selecteren ' om eerst de bewerkingen in het venster Afbeeldingen selecteren
(Select Images) te voltooien.
Belangrijk
Plaats de disclade pas als het bericht wordt weergegeven dat u een afdrukbare disc moet laden.
Als u een afdrukbare disc plaatst terwijl het apparaat in bedrijf is, kan het apparaat beschadigen.
1.
Selecteer Afdrukbare disc (Printable Disc) bij Papierformaat (Paper Size) in het
venster Papier selecteren (Select Paper).
Geef de instellingen op voor Printer en Mediumtype (Media Type) op basis van de printer en de
afdrukbare disc die u gebruikt.
Opmerking
Als Afdrukbare disc (Printable Disc) is geselecteerd voor Papierformaat (Paper Size), kunt u
alleen Disclade (Disc tray) selecteren bij Papierbron (Paper Source).
2.
Klik op Opmaak/Afdrukken (Layout/Print).
Het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) wordt weergegeven.
Pagina 212 van 489 pagina'sLabels op discs rechtstreeks afdrukken
3.
Selecteer de gewenste indeling.
4.
Voer de titel in en geef de details van de indeling op in Geavanceerd (Advanced).
Opmerking
De items die u kunt instellen, kunnen verschillen afhankelijk van de geselecteerde indeling.
5.
Klik op Afdrukken (Print).
Volg de aanwijzingen in het bericht om een afdrukbare disc te plaatsen en start daarna het
afdrukken.
Het afdrukken begint bij de bovenkant van de afbeelding die wordt weergegeven in Voorbeeld.
Opmerking
U kunt de afdrukpositie op de afdrukbare disc wijzigen in het dialoogvenster Aanpassen (Adjust).
Klik op
(Afdrukgebied/afdrukpositie aanpassen) om het dialoogvenster Aanpassen (Adjust) te
openen.
U kunt geavanceerde instellingen voor Photo Print (aantal exemplaren, afdrukkwaliteit en
dergelijke) opgeven in het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences). Als u het dialoogvenster
Voorkeuren (Preferences) wilt weergeven, klikt u op (Instellingen) of selecteert u Voorkeuren...
(Preferences...) in het menu Bestand (File).
Naar boven
Pagina 213 van 489 pagina'sLabels op discs rechtstreeks afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Levendige foto's afdrukken
A071
Levendige foto's afdrukken
Schakel het selectievakje Vivid Photo in het venster Papier selecteren (Select Paper) in als u de kleuren
in een foto wilt verlevendigen voordat u deze afdrukt.
Belangrijk
Deze functie is alleen beschikbaar voor printers die Vivid Photo ondersteunen.
Deze functie is niet beschikbaar als ICC-profiel inschakelen (Enable ICC Profile) is geselecteerd
op het tabblad Geavanceerd (Advanced) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Opmerking
Als u Vivid Photo selecteert, is dit alleen van invloed op de afdruk. De oorspronkelijke afbeelding of
het afdrukvoorbeeld blijft ongewijzigd.
Naar boven
Pagina 214 van 489 pagina'sLevendige foto's afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Ruis in foto's reduceren
A072
Ruis in foto's reduceren
Een foto die op een donkere locatie (bijvoorbeeld 's nachts) met een digitale camera is gemaakt, kan
ruis bevatten.
Schakel het selectievakje Ruisreductie in foto (Photo Noise Reduction) in het venster Papier selecteren
(Select Paper) in om ruis in de foto te verminderen en de afgedrukte foto's helderder te maken.
Belangrijk
Deze functie is niet beschikbaar als ICC-profiel inschakelen (Enable ICC Profile) is geselecteerd
op het tabblad Geavanceerd (Advanced) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
Opmerking
Bij veel ruis wijzigt u Normaal (Normal) in Sterk (Strong).
Deze functie heeft alleen effect op het afdrukresultaat. De oorspronkelijke afbeelding of het
afdrukvoorbeeld blijft ongewijzigd.
Naar boven
Pagina 215 van 489 pagina'sRuis in foto's reduceren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Foto's bijsnijden (Photo Print)
A073
Foto's bijsnijden (Photo Print)
Bij het bijsnijden van foto's selecteert u het deel dat u wilt behouden en wordt de rest verwijderd.
Klik op
(Afbeelding bijsnijden) in het scherm Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) of dubbelklik op de
voorbeeldafbeelding.
Versleep de witte vierkantjes in de afbeelding om het gedeelte dat u wilt bijsnijden aan te passen en klik
op OK.
Opmerking
U kunt het bijsnijdgebied ook verplaatsen door de cursor in het witte kader te plaatsen en dit te
verslepen. Versleep de witte lijnen om het bijsnijdgebied te vergroten of verkleinen.
Schakel het selectievakje De regel van drie (The Rule of Thirds) in om witte streepjeslijnen weer te
geven. U kunt een evenwichtige compositie maken door een van de kruispunten (witte vierkantjes)
of witte streepjeslijnen naar het hoofdonderwerp van de foto te verslepen.
Het bijsnijden heeft alleen effect op het afdrukresultaat. De oorspronkelijke afbeelding wordt niet
bijgesneden.
Pagina 216 van 489 pagina'sFoto's bijsnijden (Photo Print)
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het venster Bijsnijden (Crop).
Naar boven
Pagina 217 van 489 pagina'sFoto's bijsnijden (Photo Print)
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Een datum op foto's afdrukken (Photo Print)
A074
Een datum op foto's afdrukken (Photo Print)
Als u de datum waarop de foto is gemaakt op de foto wilt afdrukken, klikt u op de knop
(Datuminstellingen) in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) en schakelt u vervolgens het
selectievakje Afdrukdatum (Print date) in het dialoogvenster Datuminstellingen (Date Settings) in.
Opmerking
De datum wordt weergegeven volgens de datumnotatie die is ingesteld in uw besturingssysteem
(mm-dd-jjjj, enzovoort).
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het instellen van de datum.
Naar boven
Pagina 218 van 489 pagina'sEen datum op foto's afdrukken (Photo Print)
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Meerdere foto's op één pagina afdrukken
A076
Meerdere foto's op één pagina afdrukken
U kunt meerdere foto's op één pagina afdrukken door een indeling met meerdere foto's te selecteren in
het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print).
Opmerking
Zie het volgende onderwerp voor meer informatie over het selecteren van foto's.
Een foto selecteren
De aantallen foto's en indelingen kunnen per mediumtype variëren.
De foto's worden als volgt gerangschikt.
Voorbeeld: Geen randen (x4) (Borderless (x4))
U kunt de afdrukvolgorde wijzigen bij Afdrukvolgorde (Printing Order) op het tabblad Afdrukken
(Print) in het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
U kunt hier kiezen uit Op datum (By Date), Op naam (By Name) en Op selectie (By Selection).
Als u het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wilt weergeven, klikt u op (Instellingen) of
selecteert u Voorkeuren... (Preferences...) in het menu Bestand (File).
Naar boven
Pagina 219 van 489 pagina'sMeerdere foto's op één pagina afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Een index afdrukken
A077
Een index afdrukken
U kunt een index afdrukken van geselecteerde foto's. Op een indexafdruk worden de miniaturen van de
foto's weergegeven op één pagina. Dit is een handige manier om uw foto's te beheren.
Als u een index wilt afdrukken, selecteert u Index uit de indelingen in het venster Opmaak/Afdrukken
(Layout/Print).
Belangrijk
U kunt geen index afdrukken als u een van de volgende papierformaten hebt geselecteerd.
- Creditcard (Credit Card)
- Afdrukbare disc (Printable Disc)
U kunt maximaal 80 afbeeldingen afdrukken op één pagina.
Opmerking
Zie het volgende onderwerp voor meer informatie over het selecteren van foto's.
Een foto selecteren
De foto's worden als volgt gerangschikt.
Voorbeeld: Index (x20)
U kunt de afdrukvolgorde wijzigen bij Afdrukvolgorde (Printing Order) op het tabblad Afdrukken
(Print) in het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
U kunt hier kiezen uit Op datum (By Date), Op naam (By Name) en Op selectie (By Selection).
Pagina 220 van 489 pagina'sEen index afdrukken
Als u het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wilt weergeven, klikt u op (Instellingen) of
selecteert u Voorkeuren... (Preferences...) in het menu Bestand (File).
Naar boven
Pagina 221 van 489 pagina'sEen index afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Pasfoto's afdrukken (ID Photo Print)
A078
Pasfoto's afdrukken (ID Photo Print)
U kunt verschillende pasfoto's afdrukken.
Belangrijk
De foto is mogelijk niet geschikt als een officiële pasfoto.
Raadpleeg voor meer informatie de instantie waarvoor u de foto wilt gebruiken.
Als u pasfoto's wilt afdrukken, selecteert u 10x15cm 4"x6" (4"x6" 10x15cm) bij Papierformaat (Paper Size)
in het venster Papier selecteren (Select Paper) en selecteert u een indeling voor de pasfoto uit de
indelingen in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print).
Opmerking
Het aantal frames per pagina varieert naargelang de grootte van de pasfoto die u maakt. Controleer
het aantal frames in de layouts dat in het scherm Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) worden
weergegeven en geef vervolgens het aantal exemplaren op in het scherm Afbeeldingen selecteren
(Select Images).
U kunt twee of meer afbeeldingen selecteren en verschillende soorten pasfoto's op een pagina
afdrukken.
Zie het volgende onderwerp voor meer informatie over het selecteren van foto's.
Een foto selecteren
De foto's worden als volgt gerangschikt.
Voorbeeld: ID-foto 3.5 x 4.5cm (ID Photo 3.5x4.5cm)
Pagina 222 van 489 pagina'sPasfoto's afdrukken (ID Photo Print)
U kunt de afdrukvolgorde wijzigen bij Afdrukvolgorde (Printing Order) op het tabblad Afdrukken
(Print) in het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences).
U kunt hier kiezen uit Op datum (By Date), Op naam (By Name) en Op selectie (By Selection).
Als u het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) wilt weergeven, klikt u op (Instellingen) of
selecteert u Voorkeuren... (Preferences...) in het menu Bestand (File).
Pasfoto's kunnen alleen worden afgedrukt op papier van 10x15cm 4"x6" (4"x6" 10x15cm).
Naar boven
Pagina 223 van 489 pagina'sPasfoto's afdrukken (ID Photo Print)
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Fotogegevens afdrukken
A079
Fotogegevens afdrukken
U kunt de foto en de Exif-informatie naast elkaar afdrukken.
Als u ze wilt afdrukken, selecteert u Letter 8.5"x11" of A4 bij Papierformaat (Paper Size) in het venster
Papier selecteren (Select Paper) en selecteert u Opnamegegevens (Captured Info) bij de indelingen in
het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print).
Opmerking
Zie het volgende onderwerp voor meer informatie over het selecteren van foto's.
Een foto selecteren
Deze functie is alleen beschikbaar voor de papierformaten Letter 8.5"x11" en A4.
Naar boven
Pagina 224 van 489 pagina'sFotogegevens afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Foto's opslaan
A092
Foto's opslaan
U kunt bewerkte foto's opslaan. De gegevens over het bijsnijden en de indeling kunnen worden
opgeslagen.
Klik op Opslaan (Save) in het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print).
Wanneer het dialoogvenster Opslaan als (Save As) wordt weergegeven, geeft u de locatie en de
bestandsnaam op en klikt u op Opslaan (Save).
Belangrijk
Als u een opgeslagen bestand bewerkt en opnieuw opslaat, wordt het bestand overschreven.
Als u een bestand opnieuw wilt opslaan onder een nieuwe naam of op een andere locatie,
selecteert u Opslaan als (Save As...) in het menu Bestand (File) en slaat u het bestand op.
Opmerking
Opslaan (Save) wordt niet weergegeven in de vensters Afbeeldingen selecteren (Select Images) en
Papier selecteren (Select Paper).
Naar boven
Pagina 225 van 489 pagina'sFoto's opslaan
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Instellingen voor
Photo Print
> Opgeslagen bestanden openen
A093
Opgeslagen bestanden openen
U kunt bestanden openen die zijn gemaakt met Easy-PhotoPrint EX.
1.
Klik bij Menu op Bibliotheek (Library).
Het dialoogvenster Openen (Open) wordt weergegeven.
U kunt bestanden die zijn gemaakt en opgeslagen met Easy-PhotoPrint EX bekijken in de
pictogramweergave (alleen voor Windows 7/Windows Vista) of de miniatuurweergave.
Belangrijk
Wanneer u de 64-bits versie van Windows 7, Windows Vista of Windows XP gebruikt, kan de
inhoud van bestanden niet worden weergegeven in de Verkenner.
2.
Selecteer het bestand dat u wilt openen en klik op Openen (Open).
Het venster Opmaak/Afdrukken (Layout/Print) wordt weergegeven.
3.
Bewerk het bestand indien nodig.
Opmerking
De volgende bestandsindeling (extensie) wordt ondersteund door Easy-PhotoPrint EX.
- Easy-PhotoPrint EX Photo Print-bestand (.el6)
U kunt bestanden die zijn gemaakt met Easy-PhotoPrint EX niet alleen openen via Bibliotheek
(Library) in Menu, maar ook op de volgende manieren.
- Klik op Openen (Open) in het gedeelte met knoppen voor stappen van elk scherm en selecteer het
bestand dat u wilt bewerken.
- Dubbelklik op het bestand.
- Klik in het menu Bestand (File) op Openen... (Open...) en selecteer het bestand dat u wilt
Pagina 226 van 489 pagina'sOpgeslagen bestanden openen
bewerken.
U kunt een onlangs geopend bestand ook openen door op de bestandsnaam te klikken in het
menu Bestand (File).
Naar boven
Pagina 227 van 489 pagina'sOpgeslagen bestanden openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
> Overige
instellingen
A102
Overige instellingen
Indeling wijzigen
Achtergrond wijzigen
Foto's toevoegen
Positie van foto's verwisselen
Foto's vervangen
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Foto's bijsnijden
Foto's in kader plaatsen
Een datum op foto's afdrukken
Opmerkingen aan foto's toevoegen
Tekst aan foto's toevoegen
Opslaan
Feestdagen instellen
Kalenderweergave instellen
Opgeslagen bestanden openen
Naar boven
Pagina 228 van 489 pagina'sOverige instellingen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Indeling wijzigen
A080
Indeling wijzigen
U kunt de indeling van elke pagina afzonderlijk wijzigen.
Belangrijk
Voor Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) kunt u de indelingen niet wijzigen.
Selecteer de pagina waarvan u de opmaak wilt veranderen in het venster Bewerken (Edit) en klik
vervolgens op (Opmaak wijzigen).
Selecteer de opmaak die u wilt gebruiken in het dialoogvenster Opmaak wijzigen (Change Layout) en
klik op OK.
Album
Belangrijk
Als de nieuwe opmaak een ander aantal kaders bevat dan de huidige opmaak, gebeurt het
volgende:
Als het aantal kaders
is verhoogd
:
De afbeeldingen van de volgende pagina's worden naar voren gehaald
om alle kaders in de nieuwe opmaak te vullen.
Als het aantal kaders
is verlaagd
:
Pagina's met de nieuwe opmaak worden toegevoegd tot alle
afbeeldingen op de pagina's met de huidige opmaak passen.
Als u voor het voorblad of de achteromslag een andere indeling kiest die minder kaders bevat,
worden afbeeldingen die niet in de nieuwe opmaak passen verwijderd, te beginnen met de
afbeelding die als laatste is toegevoegd aan de eerdere opmaakpagina.
Opmerking
De indelingen die u kunt selecteren, zijn afhankelijk van Papierformaat (Paper Size), Afdrukstand
(Orientation) of het type pagina dat u hebt geselecteerd (voorblad, binnenste pagina's of
achteromslag).
Schakel het selectievakje Toepassen op alle pagina's (Apply to all pages) in als u de indeling van
Pagina 229 van 489 pagina'sIndeling wijzigen
alle pagina's wilt wijzigen in de nieuwe indeling.
Kalender
Belangrijk
De opmaak van alle pagina's wordt gewijzigd in de geselecteerde opmaak.
Alle afbeeldingen die niet in de nieuwe opmaak passen, worden op de laatste pagina verzameld.
Opmerking
De indelingen die u kunt selecteren, zijn afhankelijk van het Papierformaat (Paper Size) en de
Afdrukstand (Orientation).
Opmaak afdrukken
Belangrijk
Als de nieuwe opmaak een ander aantal kaders bevat dan de huidige opmaak, gebeurt het
volgende:
Als het aantal kaders
is verhoogd
:
De afbeeldingen van de volgende pagina's worden naar voren gehaald
om alle kaders in de nieuwe opmaak te vullen.
Als het aantal kaders
is verlaagd
:
Pagina's met de nieuwe opmaak worden toegevoegd tot alle
afbeeldingen op de pagina's met de huidige opmaak passen.
Pagina 230 van 489 pagina'sIndeling wijzigen
Opmerking
De indelingen die u kunt selecteren, zijn afhankelijk van het Papierformaat (Paper Size) en de
Afdrukstand (Orientation).
Schakel het selectievakje Toepassen op alle pagina's (Apply to all pages) in als u de indeling van
alle pagina's wilt wijzigen in de nieuwe indeling.
Naar boven
Pagina 231 van 489 pagina'sIndeling wijzigen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Achtergrond wijzigen
A081
Achtergrond wijzigen
U kunt de achtergrond van elke pagina wijzigen.
Belangrijk
U kunt de achtergrond voor Stickers, Opmaak afdrukken (Layout Print) en Premium inhoud
afdrukken (PREMIUM Contents Print) niet wijzigen.
Klik op Achtergrond... (Background...) in het scherm Pagina-instelling (Page Setup) of selecteer de
pagina waarvan u de achtergrond wilt veranderen in het venster Bewerken (Edit) en klik vervolgens op
(Achtergrond wijzigen).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Selecteer het gewenste achtergrondtype in het dialoogvenster Achtergrond wijzigen (Change
Background).
Als Selecteren uit voorbeelden (Select from samples) is geselecteerd
Selecteer de afbeelding die wilt gebruiken bij Voorbeelden (Samples) en klik op OK.
Pagina 232 van 489 pagina'sAchtergrond wijzigen
Opmerking
Selecteren uit voorbeelden (Select from samples) wordt alleen weergegeven als Album is
geselecteerd.
Op onze website zijn verschillende achtergronden beschikbaar naast de opgeslagen
achtergronden in de toepassing.
Klik op Achtergronden zoeken... (Search backgrounds...) om naar de Canon-website te gaan waar u
gratis extra materiaal kunt downloaden.
Voor toegang tot de website is een internetverbinding vereist. Aan de internetverbinding zijn de
gebruikelijke kosten verbonden.
Sluit Easy-PhotoPrint EX af voordat u achtergronden installeert.
Als Enkele kleur (Single color) is geselecteerd
Selecteer de gewenste kleur bij Standaardkleur (Standard color) of Aangepaste kleur (Custom color) en
klik op OK.
Als Afbeeldingsbestand (Image file) is geselecteerd
Stel Pad afbeeldingsbestand (Image File Path) en Indeling afbeelding (Image Layout) in en klik op OK.
Pagina 233 van 489 pagina'sAchtergrond wijzigen
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het instellen van de achtergrond in het
dialoogvenster Achtergrond wijzigen (Change Background).
Naar boven
Pagina 234 van 489 pagina'sAchtergrond wijzigen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen > Foto's toevoegen
A082
Foto's toevoegen
U kunt foto's aan pagina's toevoegen.
Selecteer de pagina waaraan u foto's wilt toevoegen in het venster Bewerken (Edit) en klik vervolgens op
(Afbeelding toevoegen).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Selecteer de map met de afbeelding die u wilt toevoegen in de mappenstructuur links in het
dialoogvenster Afbeelding toevoegen (Add Image) en selecteer de afbeelding die u wilt toevoegen in het
venster met miniaturen aan de rechterkant.
Opmerking
Klik op een afbeelding om die te selecteren (de achtergrond wordt blauw) of om de selectie op te
heffen (de achtergrond wordt wit). U kunt ook meerdere afbeeldingen selecteren.
U kunt ook vastgelegde videoframes gebruiken.
Afbeeldingen maken op basis van video's
U kunt ook afbeeldingen gebruiken die u hebt gedownload van fotodeelsites op internet.
Afbeeldingen downloaden van fotodeelsites
Of Weergave (View) wordt weergegeven voor Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents
Print), hangt af van de geselecteerde inhoud. Hier kunt u aangeven of u afbeeldingen wilt
selecteren uit Afbeeldingen uit premium inhoud (PREMIUM Contents Images) of Lokale
afbeeldingen (Local Images).
Voor Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) wordt de mappenstructuur niet
weergegeven als er geen lokale afbeeldingen beschikbaar zijn voor de geselecteerde inhoud.
Selecteer een optie bij Toevoegen aan (Add to) en klik op OK.
Belangrijk
U kunt maximaal 20 afbeeldingen tegelijk toevoegen.
U kunt dezelfde afbeelding niet meerdere malen tegelijk toevoegen. Voeg de afbeeldingen een voor
een toe.
Pagina 235 van 489 pagina'sFoto's toevoegen
U kunt maximaal 99 identieke afbeeldingen aan alle pagina's samen toevoegen.
Als het aantal pagina's toeneemt doordat u afbeeldingen toevoegt, kunt u geen afbeeldingen
toevoegen na pagina 400.
Voor Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) kunnen geen afbeeldingen worden
toegevoegd als de geselecteerde indeling geen ongebruikt kader bevat.
Opmerking
U kunt alle afbeeldingen tegelijk selecteren of het weergaveformaat en de volgorde van de
miniaturen wijzigen in het dialoogvenster Afbeelding toevoegen (Add Image). Raadpleeg de Help
voor meer informatie.
Naar boven
Pagina 236 van 489 pagina'sFoto's toevoegen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Positie van foto's verwisselen
A083
Positie van foto's verwisselen
U kunt de positie van afbeeldingen verwisselen.
Klik op
(Afbeeldingsposities wisselen) in het venster Bewerken (Edit).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Selecteer de twee afbeeldingen die u wilt verwisselen en klik op Wisselen (Swap).
Wanneer u klaar bent met het verwisselen van foto's, klikt u op Terug naar Bewerken (Back to Edit).
Naar boven
Pagina 237 van 489 pagina'sPositie van foto's verwisselen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Foto's vervangen
A084
Foto's vervangen
U kunt een afbeelding vervangen door een andere afbeelding.
Selecteer de afbeelding die u wilt vervangen in het venster Bewerken (Edit) en klik vervolgens op
(Geselecteerde afbeelding vervangen).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Selecteer de map met de vervangende afbeelding in de mappenstructuur links in het dialoogvenster
Afbeelding vervangen (Replace Image). Selecteer de vervangende afbeelding in het venster met
miniaturen rechts in het venster en klik op OK.
Als u een afbeelding wilt kiezen die al is geïmporteerd, klikt u op de tab Geïmporteerde afbeeldingen
(Imported Images), selecteert u de gewenste afbeelding in het venster met miniaturen en klikt u op OK.
Belangrijk
Het is niet mogelijk meerdere afbeeldingen te selecteren in het dialoogvenster Afbeelding
vervangen (Replace Image).
Opmerking
Als u meerdere afbeeldingen selecteert in het venster Bewerken (Edit) en de vervangingsfunctie
gebruikt, worden alle afbeeldingen die zijn geselecteerd in het venster Bewerken (Edit) vervangen
door de afbeelding die is geselecteerd in het dialoogvenster Afbeelding vervangen (Replace
Image).
Wanneer afbeeldingen worden vervangen, worden de volgende instellingen van de oude
afbeelding overgenomen in de nieuwe afbeelding.
- Positie
- Formaat
- Kader
- Positie en formaat van de datum
Informatie over uitsnede en stand wordt niet overgenomen.
Of Weergave (View) wordt weergegeven voor Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents
Print), hangt af van de geselecteerde inhoud. Hier kunt u aangeven of u afbeeldingen wilt
selecteren uit Afbeeldingen uit premium inhoud (PREMIUM Contents Images) of Lokale
Pagina 238 van 489 pagina'sFoto's vervangen
afbeeldingen (Local Images).
Voor Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) wordt de mappenstructuur niet
weergegeven als er geen lokale afbeeldingen beschikbaar zijn voor de geselecteerde inhoud.
U kunt in het dialoogvenster Afbeelding vervangen (Replace Image) het weergaveformaat en de
volgorde van de miniaturen wijzigen. Raadpleeg de Help voor meer informatie.
Naar boven
Pagina 239 van 489 pagina'sFoto's vervangen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
A085
Positie, hoek en formaat van foto's wijzigen
U kunt de positie, de hoek en het formaat van foto's wijzigen.
Belangrijk
Als voor Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) afbeeldingen uit premium inhoud
worden gebruikt, is deze functie mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de geselecteerde
afbeelding.
Selecteer de afbeelding waarvan u de positie of afmetingen wilt wijzigen in het venster Bewerken (Edit)
en klik op de knop (Afbeelding bewerken) of dubbelklik op de afbeelding.
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Stel de opties Middenpositie (Center Position), Draaien (Rotation) en Formaat (Size) in en klik op OK.
Opmerking
U kunt de positie en het formaat van een afbeelding ook wijzigen door de afbeelding te verslepen in
het venster Bewerken (Edit).
Pagina 240 van 489 pagina'sPositie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Selecteer een afbeelding in het venster Bewerken (Edit), klik op (Vrij draaien) en versleep een
hoek van de afbeelding om deze te draaien.
Voor Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) kunt u (Vrij draaien) niet
gebruiken.
Raadpleeg de Help voor meer informatie over de positie en afmetingen van afbeeldingen.
Naar boven
Pagina 241 van 489 pagina'sPositie, hoek en formaat van foto's wijzigen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Foto's bijsnijden
A086
Foto's bijsnijden
Wanneer u een afbeelding bijsnijdt, selecteert u het deel dat u wilt behouden en wordt de rest
verwijderd.
Belangrijk
Als voor Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) afbeeldingen uit premium inhoud
worden gebruikt, is deze functie mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de geselecteerde
afbeelding.
Selecteer de afbeelding die u wilt bijsnijden in het venster Bewerken (Edit) en klik vervolgens op
(Afbeelding bewerken) of dubbelklik op de afbeelding.
Klik op de tab Bijsnijden (Crop) in het dialoogvenster Afbeelding bewerken (Edit Image).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Versleep de witte vierkantjes in de afbeelding om het gedeelte dat u wilt bijsnijden aan te passen en klik
op OK.
Opmerking
Pagina 242 van 489 pagina'sFoto's bijsnijden
Raadpleeg de Help voor meer informatie over bijsnijden.
Naar boven
Pagina 243 van 489 pagina'sFoto's bijsnijden
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Foto's in kader plaatsen
A087
Foto's in kader plaatsen
U kunt kaders toevoegen aan afbeeldingen.
Belangrijk
U kunt geen kaders om foto's plaatsen voor Stickers, Opmaak afdrukken (Layout Print) en Premium
inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print).
Selecteer de afbeelding die u in een kader wilt plaatsen in het venster Bewerken (Edit) en klik vervolgens
op (Afbeelding bewerken) of dubbelklik op de afbeelding.
Klik op de tab Kader (Frame) in het dialoogvenster Afbeelding bewerken (Edit Image).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Selecteer het kader dat u wilt gebruiken bij Kaders (Frames) en klik op OK.
Belangrijk
U kunt geen datums afdrukken op omkaderde foto's.
Pagina 244 van 489 pagina'sFoto's in kader plaatsen
Opmerking
Schakel het selectievakje Toepassen op alle afbeeldingen op de pagina (Apply to all images in the
page) in als u hetzelfde kader tegelijkertijd wilt toevoegen aan alle foto's op een geselecteerde
pagina.
Op onze website zijn verschillende kaders beschikbaar naast de opgeslagen kaders in de
toepassing.
Klik op Kaders zoeken... (Search frames...) om naar de Canon-website te gaan waar u gratis extra
materiaal kunt downloaden.
Voor toegang tot de website is een internetverbinding vereist. Aan de internetverbinding zijn de
gebruikelijke kosten verbonden.
Sluit Easy-PhotoPrint EX af voordat u kaders installeert.
Kaders zoeken... (Search frames...) wordt alleen weergegeven als Album is geselecteerd.
Raadpleeg de Help voor meer informatie over kaders.
Naar boven
Pagina 245 van 489 pagina'sFoto's in kader plaatsen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Een datum op foto's afdrukken
A088
Een datum op foto's afdrukken
U kunt een datum afdrukken op afbeeldingen.
Belangrijk
Voor Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) kunt u geen datums afdrukken.
Selecteer de afbeelding waarop u een datum wilt afdrukken in het venster Bewerken (Edit) en klik op de
knop (Afbeelding bewerken) of dubbelklik op de afbeelding.
Klik op de tab Datum (Date) in het dialoogvenster Afbeelding bewerken (Edit Image).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Schakel het selectievakje Datum weergeven (Show date) in.
Stel Tekstrichting (Text Orientation), Positie (Position), Lettertypeformaat (Font Size) en Kleur (Color) in
en klik op OK.
Belangrijk
U kunt geen datums afdrukken op omkaderde afbeeldingen.
Pagina 246 van 489 pagina'sEen datum op foto's afdrukken
Opmerking
De datum wordt weergegeven volgens de datumnotatie die is ingesteld in uw besturingssysteem
(mm-dd-jjjj, enzovoort).
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het instellen van de datum.
Naar boven
Pagina 247 van 489 pagina'sEen datum op foto's afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Opmerkingen aan foto's toevoegen
A089
Opmerkingen aan foto's toevoegen
U kunt opmerkingen toevoegen aan foto's en deze in uw album weergeven. De naam van de foto, de
opnamedatum en opmerkingen worden weergegeven (van boven naar beneden) in een
opmerkingenvak.
Belangrijk
U kunt geen opmerkingen toevoegen aan Kalender (Calendar), Stickers, Opmaak afdrukken
(Layout Print) en Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print).
Selecteer de afbeelding waaraan u een opmerking wilt toevoegen in het venster Bewerken (Edit) en klik
op de knop (Afbeelding bewerken) of dubbelklik op de afbeelding.
Klik op de tab Opmerkingen (Comments) in het dialoogvenster Afbeelding bewerken (Edit Image).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Pagina 248 van 489 pagina'sOpmerkingen aan foto's toevoegen
Schakel het selectievakje Opmerkingenvak weergeven (Show comment box) in.
Schakel de selectievakjes in van de items die u wilt weergeven en voer de opmerkingen in.
Selecteer de tekengrootte, kleur, positie en dergelijke van de opmerkingen en klik op OK.
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over opmerkingen.
Naar boven
Pagina 249 van 489 pagina'sOpmerkingen aan foto's toevoegen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Tekst aan foto's toevoegen
A090
Tekst aan foto's toevoegen
U kunt tekst aan foto's toevoegen.
Belangrijk
Voor Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) kunt u geen tekst invoeren in de
volgende gevallen.
De geselecteerde indeling bevat geen tekstvak.
(Tekst toevoegen) is uitgeschakeld.
Klik op
(Tekst toevoegen) in het venster Bewerken (Edit) en sleep de muis over het gedeelte waar
u de tekst wilt plaatsen.
Als u voor Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print) tekst wilt invoeren in een vooraf
ingesteld tekstvak, selecteert u het tekstvak en klikt u op (Tekstvak bewerken).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Selecteer de tab Tekst (Text) in het dialoogvenster Tekstvak bewerken (Edit Text Box) en voer de tekst in,
en klik op OK.
Opmerking
In het dialoogvenster Tekstvak bewerken (Edit Text Box) kunt u de positie, hoek en grootte van de
tekst wijzigen. U kunt ook de kleur en omlijning van het tekstvak instellen. Raadpleeg de Help voor
Pagina 250 van 489 pagina's
Tekst aan foto's toevoegen
meer informatie.
Als u de ingevoerde tekst wilt wijzigen, selecteert u het tekstvak en klikt u op
(Tekstvak
bewerken). Het dialoogvenster Tekstvak bewerken (Edit Text Box) wordt weergegeven. U kunt de
tekst nu wijzigen.
Naar boven
Pagina 251 van 489 pagina's
Tekst aan foto's toevoegen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Opslaan
A091
Opslaan
U kunt bewerkte items opslaan.
Klik op Opslaan (Save) in het venster Bewerken (Edit) of het venster Afdrukinstellingen (Print Settings).
Opmerking
De vensters voor het afdrukken van albums worden gebruikt als voorbeelden in de volgende
beschrijvingen. De vensters kunnen verschillen afhankelijk van wat u maakt.
Wanneer het dialoogvenster Opslaan als (Save As) wordt weergegeven, geeft u de locatie en de
bestandsnaam op en klikt u op Opslaan (Save).
Belangrijk
Als u een opgeslagen bestand bewerkt en opnieuw opslaat, wordt het bestand overschreven.
Als u een bestand opnieuw wilt opslaan onder een nieuwe naam of op een andere locatie,
selecteert u Opslaan als (Save As...) in het menu Bestand (File) en slaat u het bestand op.
Opmerking
Opslaan (Save) wordt niet weergegeven in de vensters Pagina-instelling (Page Setup) en
Afbeeldingen selecteren (Select Images).
Naar boven
Pagina 252 van 489 pagina'sOpslaan
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Feestdagen instellen
A099
Feestdagen instellen
U kunt feestdagen aan uw kalender toevoegen.
Klik op Feestdgn instellen... (Set Holidays...) in het venster Pagina-instelling (Page Setup) van Kalender
(Calendar) of klik op (Periode/Feestdagen instellen) in het venster Bewerken (Edit) en klik op
Feestdgn instellen... (Set Holidays...) in het dialoogvenster Algemene kalenderinstellingen (Calendar
General Settings) om het dialoogvenster Instellingen feestdag (Holiday Settings) weer te geven.
Als u een feestdag wilt toevoegen, klikt u op Toevoegen... (Add...). Het dialoogvenster Feestdag
toevoegen/bewerken (Add/Edit Holiday) wordt weergegeven. Als u een opgeslagen feestdag wilt
bewerken, selecteert u deze en klikt u op Bewerken... (Edit...).
Als u een feestdag wilt verwijderen, selecteert u deze en klikt u op Verwijderen (Delete). Als u alle
opgeslagen feestdagen in uw kalenderperiode wilt verwijderen, klikt u op Wissen (Clear).
In het dialoogvenster Feestdag toevoegen/bewerken (Add/Edit Holiday) dat wordt weergegeven wanneer
u op Toevoegen... (Add...) of op Bewerken... (Edit...) klikt, kunt u de naam en de datum van de feestdag
opgeven.
Pagina 253 van 489 pagina'sFeestdagen instellen
Voer de naam in bij Naam feestdag (Holiday Name) en geef de datum op.
Schakel het selectievakje Instellen als feestdag (Set as Holiday) in om die dag als feestdag weer te
geven in uw kalender.
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over elk dialoogvenster.
Naar boven
Pagina 254 van 489 pagina'sFeestdagen instellen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Kalenderweergave instellen
A100
Kalenderweergave instellen
U kunt de weergave van de kalender (lettertypen, lijnen, kleuren, positie, grootte en dergelijke)
aanpassen.
Klik op Instellingen... (Settings...) in het venster Pagina-instelling (Page Setup) van Kalender (Calendar),
of selecteer een kalender in het venster Bewerken (Edit) en klik op (Kalender instellen) om het
dialoogvenster Kalenderinstellingen (Calendar Settings) weer te geven.
Belangrijk
Het tabblad Positie en formaat (Position & Size) wordt alleen weergegeven als het dialoogvenster
Kalenderinstellingen (Calendar Settings) wordt geopend vanuit het venster Bewerken (Edit).
Opmerking
Raadpleeg de Help voor meer informatie over het dialoogvenster Kalenderinstellingen (Calendar
Settings).
Naar boven
Pagina 255 van 489 pagina'sKalenderweergave instellen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
>
Afdrukken met de meegeleverde software
>
Overige
instellingen
> Opgeslagen bestanden openen
A103
Opgeslagen bestanden openen
U kunt bestanden openen die zijn gemaakt met Easy-PhotoPrint EX.
1.
Klik bij Menu op Bibliotheek (Library).
Het dialoogvenster Openen (Open) wordt weergegeven.
U kunt bestanden die zijn gemaakt en opgeslagen met Easy-PhotoPrint EX bekijken in de
pictogramweergave (alleen voor Windows 7/Windows Vista) of de miniatuurweergave.
Belangrijk
Wanneer u de 64-bits versie van Windows 7, Windows Vista of Windows XP gebruikt, kan de
inhoud van bestanden niet worden weergegeven in de Verkenner.
2.
Selecteer het bestand dat u wilt openen en klik op Openen (Open).
Het venster Bewerken (Edit) verschijnt.
Belangrijk
Bestanden die zijn opgeslagen met Premium inhoud afdrukken (PREMIUM Contents Print)
kunnen niet worden geopend via Bibliotheek (Library).
3.
Bewerk het bestand indien nodig.
Opmerking
Zie de volgende onderwerpen voor meer informatie over bewerkingsprocedures.
Album
Bewerken
Kalender Bewerken
Pagina 256 van 489 pagina'sOpgeslagen bestanden openen
Stickers Bewerken
Opmaak afdrukken Bewerken
Opmerking
De volgende bestandsindelingen (extensies) worden ondersteund door Easy-PhotoPrint EX.
- Easy-PhotoPrint EX Albumbestand (.el1)
- Easy-PhotoPrint EX Stickerbestand (.el2)
- Easy-PhotoPrint EX Kalenderbestand (.el4)
- Easy-PhotoPrint EX Indelingsbestand (.el5)
- Bestand met premium inhoud voor Easy-PhotoPrint EX (.el7)
- CD-LabelPrint-gegevens (.cld)
U kunt bestanden die zijn gemaakt met Easy-PhotoPrint EX niet alleen openen via Bibliotheek
(Library) in Menu, maar ook op de volgende manieren.
- Klik op Openen (Open) in het gedeelte met knoppen voor stappen van elk scherm en selecteer het
bestand dat u wilt bewerken.
- Dubbelklik op het bestand.
- Klik in het menu Bestand (File) op Openen... (Open...) en selecteer het bestand dat u wilt
bewerken.
U kunt een onlangs geopend bestand ook openen door op de bestandsnaam te klikken in het
menu Bestand (File).
Naar boven
Pagina 257 van 489 pagina'sOpgeslagen bestanden openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen
Afdrukken met andere toepassingen
Verschillende afdrukmethoden
De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
Overzicht van het printerbesturingsbestand
Naar boven
Pagina 258 van 489 pagina'sAfdrukken met andere toepassingen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen
> Verschillende
afdrukmethoden
Verschillende afdrukmethoden
Afdrukken met de basisinstellingen
Een paginaformaat en afdrukstand opgeven
Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven
De nietmarge instellen
Afdrukken zonder marges starten
Passend op papier afdrukken
Afdrukken op schaal
Pagina-indeling afdrukken
Poster afdrukken
Boekje afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken
Stempel/achtergrond afdrukken
Een stempel registreren
Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken
Een envelop afdrukken
Van papierbron wisselen zodat deze overeenkomt met het doel
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken
Papierformaat instellen (aangepast formaat)
Naar boven
Pagina 259 van 489 pagina'sVerschillende afdrukmethoden
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden > Afdrukken met de basisinstellingen
P000
Afdrukken met de basisinstellingen
U kunt de volgende eenvoudige instelprocedure gebruiken om op de juiste manier af te drukken met
deze printer:
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer een veelgebruikt profiel
Selecteer een geschikt afdrukprofiel bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op
het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
Wanneer u een afdrukprofiel selecteert, worden voor Extra functies (Additional Features),
Mediumtype (Media Type) en Papierformaat printer (Printer Paper Size) automatisch de vooraf
ingestelde waarden toegepast.
3.
Selecteer de afdrukkwaliteit
Selecteer bij Afdrukkwaliteit (Print Quality), Hoog (High), Standaard (Standard) of Snel (Fast),
afhankelijk van het gewenste afdrukresultaat.
4.
Selecteer de papierbron
Selecteer Automatisch selecteren (Automatically Select), Achterste lade (Rear Tray), Cassette,
Doorl. autom. invoer (Continuous Autofeed) of Papiertoewijzing (Paper Allocation) bij Papierbron
(Paper Source).
Belangrijk
De beschikbare instellingen voor papierbron zijn afhankelijk van de papiersoort en het
papierformaat.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Pagina 260 van 489 pagina'sAfdrukken met de basisinstellingen
Wanneer u het document afdrukt, worden de gewenste instellingen voor het document gebruikt.
Belangrijk
Als u het selectievakje Altijd afdrukken met huidige instellingen (Always Print with Current Settings)
inschakelt, worden alle instellingen op de tabbladen Snel instellen (Quick Setup), Afdruk (Main),
Pagina-instelling (Page Setup) en Effecten (Effects) opgeslagen en kunt u de volgende keer
afdrukken met dezelfde instellingen. (Het tabblad Effecten (Effects) is niet beschikbaar als het XPS-
printerstuurprogramma wordt gebruikt.)
Klik op Opslaan... (Save...) om de aangebrachte instellingen op te slaan. Raadpleeg ' Een
veelgebruikt afdrukprofiel registreren ' voor instructies over het opslaan van instellingen.
Naar boven
Pagina 261 van 489 pagina'sAfdrukken met de basisinstellingen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden > Een paginaformaat en afdrukstand opgeven
P400
Een paginaformaat en afdrukstand opgeven
Het papierformaat en de afdrukstand worden in principe bepaald door de toepassing. Als de instellingen
voor Paginaformaat (Page Size) en Afdrukstand (Orientation) op het tabblad Pagina-instelling (Page
Setup) hetzelfde zijn als de instellingen in de toepassing, hoeft u deze niet te wijzigen op het tabblad
Pagina-instelling (Page Setup).
Als u deze instellingen niet in de toepassing kunt opgeven, geeft u als volgt een paginaformaat en
afdrukstand op:
U kunt het paginaformaat en de Afdrukstand (Orientation) ook instellen op het tabblad Snel instellen
(Quick Setup).
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer het papierformaat
Selecteer een paginaformaat in de lijst Paginaformaat (Page Size) op het tabblad Pagina-instelling
(Page Setup).
3.
Stel Afdrukstand (Orientation) in
Selecteer Staand (Portrait) of Liggend (Landscape) voor Afdrukstand (Orientation). Schakel het
selectievakje 180 graden roteren (Rotate 180 degrees) in als u de afdrukgegevens 180 graden wilt
draaien.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Het document wordt met het geselecteerde paginaformaat en de geselecteerde afdrukstand
afgedrukt.
Opmerking
Als Normaal formaat (Normal-size) is geselecteerd voor Pagina-indeling (Page Layout), wordt het
Pagina 262 van 489 pagina'sEen paginaformaat en afdrukstand opgeven
selectievakje Grote documenten die de printer niet kan afdrukken automatisch verkleinen
(Automatically reduce large document that the printer cannot output) weergegeven.
Gewoonlijk kunt u het selectievakje Grote documenten die de printer niet kan afdrukken
automatisch verkleinen (Automatically reduce large document that the printer cannot output)
ingeschakeld laten. Als u niet wilt dat grote documenten die de printer niet kan afdrukken
automatisch worden verkleind, kunt u tijdens het printen het selectievakje uitschakelen.
Naar boven
Pagina 263 van 489 pagina'sEen paginaformaat en afdrukstand opgeven
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden > Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven
P001
Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven
U geeft als volgt het aantal afdrukken en de afdrukvolgorde op:
U kunt ook het aantal exemplaren instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken
Geef bij Aantal (Copies) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) het aantal af te drukken
exemplaren op.
3.
Geef de afdrukvolgorde op
Schakel het selectievakje Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) in wanneer u
vanaf de laatste pagina op volgorde wilt afdrukken en schakel het selectievakje uit wanneer u vanaf
de eerste pagina wilt afdrukken.
Schakel het selectievakje Sorteren (Collate) in wanneer u meerdere exemplaren van een document
afdrukt en alle pagina's van elk exemplaar samen wilt afdrukken. Schakel dit selectievakje uit
wanneer u wilt dat alle pagina's met hetzelfde nummer bij elkaar worden gegroepeerd.
Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page):
/ Sorteren (Collate):
Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page):
/ Sorteren (Collate):
Pagina 264 van 489 pagina'sInstellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven
Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page):
/ Sorteren (Collate):
Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page):
/ Sorteren (Collate):
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Het opgegeven aantal exemplaren wordt in de gekozen volgorde afgedrukt.
Belangrijk
Als de toepassing waarmee het document is gemaakt dezelfde functie heeft, geeft u voorrang aan
de instellingen van het printerbesturingsbestand. Als de afdrukresultaten echter niet naar wens zijn,
geeft u de functie-instellingen op in de toepassing. Als u het aantal exemplaren en de
afdrukvolgorde in zowel de toepassing als dit besturingsbestand opgeeft, is het mogelijk dat de
waarden van deze twee instellingen voor het aantal exemplaren worden vermenigvuldigd of dat de
opgegeven afdrukvolgorde niet wordt ingeschakeld.
Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) en Sorteren (Collate) zijn niet beschikbaar
voor selectie als Boekje (Booklet) bij Pagina-indeling (Page Layout) is geselecteerd.
Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) is niet beschikbaar voor selectie als
Poster bij Pagina-indeling (Page Layout) is geselecteerd.
Opmerking
Als u zowel Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) als Sorteren (Collate)
inschakelt, worden de exemplaren van een document vanaf de laatste pagina en per exemplaar
afgedrukt.
Deze instellingen kunnen worden gebruikt in combinatie met Normaal formaat (Normal-size),
Zonder marges (Borderless), Passend op papier (Fit-to-Page), Op schaal (Scaled), Pagina-
indeling (Page Layout) en Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing).
Naar boven
Pagina 265 van 489 pagina'sInstellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden > De nietmarge instellen
P002
De nietmarge instellen
De procedure voor het instellen van de nietzijde en de breedte van de marge is als volgt:
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Geef op aan welke zijde de nietjes moeten komen
Controleer de positie van de nietmarge met Zijkant nieten (Staple Side) op het tabblad Pagina-
instelling (Page Setup).
De printer selecteert automatisch de beste nietpositie op basis van de instellingen voor Afdrukstand
(Orientation) en Pagina-indeling (Page Layout). Als u de instelling wilt wijzigen, selecteert u een
andere instelling in de lijst.
3.
Stel de breedte van de marge in
Klik zo nodig op Marge instellen... (Specify Margin...) om de breedte van de marge in te stellen en
klik vervolgens op OK.
Pagina 266 van 489 pagina'sDe nietmarge instellen
Opmerking
Het afdrukgebied wordt automatisch verkleind, afhankelijk van de positie van de nietmarge.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Wanneer u een document afdrukt, worden de opgegeven nietzijde en breedte van de marge
toegepast.
Belangrijk
Zijkant nieten (Staple Side) en Marge instellen... (Specify Margin...) zijn niet beschikbaar voor
selectie als:
Zonder marges (Borderless), Poster of Boekje (Booklet) is geselecteerd voor Pagina-indeling
(Page Layout).
Op schaal (Scaled) is geselecteerd bij Pagina-indeling (Page Layout). (Als Dubbelzijdig
afdrukken (Duplex Printing) ook is geselecteerd, kan alleen Zijkant nieten (Staple Side) worden
opgegeven.)
Naar boven
Pagina 267 van 489 pagina'sDe nietmarge instellen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden > Afdrukken zonder marges starten
P003
Afdrukken zonder marges starten
Met de functie voor afdrukken zonder marges kunt u gegevens randloos afdrukken door de gegevens te
vergroten, zodat ze net buiten de randen van het papier vallen. Zonder deze functie worden de gegevens
met een marge afgedrukt. Als u gegevens, zoals een foto, zonder lege rand eromheen wilt afdrukken,
kiest u Afdrukken zonder marges.
De procedure voor het afdrukken zonder marges is als volgt:
U kunt afdrukken zonder marges ook instellen bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel
instellen (Quick Setup).
Afdrukken zonder marges instellen
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel afdrukken zonder marges in
Selecteer Zonder marges (Borderless) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad
Pagina-instelling (Page Setup).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
Wanneer een bericht verschijnt dat aangeeft dat u het mediumtype moet wijzigen, selecteert u een
Pagina 268 van 489 pagina'sAfdrukken zonder marges starten
mediumtype in de lijst en klikt u op OK.
3.
Controleer het papierformaat
Controleer de lijst Paginaformaat (Page Size). Als u het paginaformaat wilt wijzigen, selecteert u een
ander formaat in de lijst. In de lijst worden alleen formaten weergegeven die kunnen worden
gebruikt voor afdrukken zonder marge.
4.
Pas de hoeveelheid uitbreiding van het papier aan
Pas indien nodig met de schuifregelaar Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) de
hoeveelheid uitbreiding aan.
Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, wordt de hoeveelheid die buiten het papier valt
groter en wanneer u hem naar links schuift wordt de hoeveelheid kleiner.
De tweede positie van rechts is geschikt voor de meeste situaties.
Belangrijk
Als u de schuifregelaar helemaal rechts zet, is het mogelijk dat er vegen op de achterzijde van
het papier terechtkomen.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
De gegevens worden zonder marges op het papier afgedrukt.
Belangrijk
Als een paginaformaat is geselecteerd dat niet kan worden gebruikt voor het afdrukken zonder
marges, wordt het formaat automatisch gewijzigd in een formaat dat geschikt is voor het afdrukken
zonder marges.
U kunt niet zonder marges afdrukken als High Resolution Paper, T-Shirt Transfers of Envelop
(Envelope) is geselecteerd in de lijst Mediumtype (Media Type) op het tabblad Afdruk (Main).
Als Zonder marges (Borderless) is geselecteerd, zijn de instellingen van Papierformaat printer
(Printer Paper Size), Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) en Zijkant nieten (Staple Side), en de
knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) (Stempel... (Stamp...)) op het tabblad Pagina-
instelling (Page Setup) niet beschikbaar voor selectie.
Afhankelijk van het mediumtype dat wordt gebruikt bij het afdrukken zonder marges, kan de kwaliteit
van de afdruk aan de boven- en onderkant afnemen of kunnen vlekken ontstaan.
Wanneer de hoogte-breedteverhouding afwijkt van de afbeeldingsgegevens, is het mogelijk dat
een gedeelte niet wordt afgedrukt, afhankelijk van het formaat van het medium.
In dit geval verkleint u de afbeeldingsgegevens in de toepassingssoftware, zodat deze op het
papierformaat passen.
Opmerking
Als Normaal papier (Plain Paper) is geselecteerd bij Mediumtype (Media Type) op het tabblad
Afdruk (Main), wordt afdrukken zonder marges niet aanbevolen. Daarom verschijnt in dit geval een
bericht voor het selecteren van een mediumtype.
Als u gewoon papier gebruikt voor testafdrukken, selecteert u Normaal papier (Plain Paper) en klikt
u op OK.
Het bereik van het af te drukken document vergroten
Als u een grote hoeveelheid uitbreiding opgeeft, kunt u probleemloos afdrukken zonder marges. Het
gedeelte van het document dat buiten het papier valt, wordt echter niet afgedrukt. Onderwerpen aan de
rand van een foto worden daardoor mogelijk niet afgedrukt.
Maak eerst een proefafdruk zonder marges. Als u niet tevreden bent met het resultaat, vermindert u de
hoeveelheid uitbreiding. De hoeveelheid uitbreiding wordt kleiner wanneer u de schuifregelaar
Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) naar links schuift.
Pagina 269 van 489 pagina'sAfdrukken zonder marges starten
Belangrijk
Als de hoeveelheid uitbreiding wordt verminderd, kan een onverwachte marge ontstaan, afhankelijk
van het papierformaat.
Opmerking
Als de schuifregelaar Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) helemaal naar links is
geschoven, worden de afbeeldingsgegevens volledig afgedrukt.
Als u Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) selecteert op het tabblad Afdruk (Main), kunt u
controleren of u zonder marges wilt afdrukken voordat daadwerkelijk wordt afgedrukt.
Naar boven
Pagina 270 van 489 pagina'sAfdrukken zonder marges starten
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden > Passend op papier afdrukken
P004
Passend op papier afdrukken
De procedure voor het afdrukken van een document dat automatisch is verkleind of vergroot in
overeenstemming met het paginaformaat, is als volgt:
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel Passend op papier in
Selecteer Passend op papier (Fit-to-Page) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad
Pagina-instelling (Page Setup).
3.
Selecteer het papierformaat voor de gegevens
Geef bij Paginaformaat (Page Size) het paginaformaat op dat in de toepassing is ingesteld.
4.
Selecteer het papierformaat
Selecteer in de lijst Papierformaat printer (Printer Paper Size) het formaat van het papier dat voor het
afdrukken wordt gebruikt.
Pagina 271 van 489 pagina'sPassend op papier afdrukken
Als Papierformaat printer (Printer Paper Size) kleiner is dan het Paginaformaat (Page Size), wordt de
afbeelding van de pagina kleiner. Als Papierformaat printer (Printer Paper Size) groter is dan het
Paginaformaat (Page Size), wordt de afbeelding van de pagina groter.
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het
printerstuurprogramma.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Het document wordt bij het afdrukken vergroot of verkleind, zodat dit op het paginaformaat past.
Naar boven
Pagina 272 van 489 pagina'sPassend op papier afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden > Afdrukken op schaal
P005
Afdrukken op schaal
De procedure voor het afdrukken van een document met pagina's die zijn vergroot of verkleind is als
volgt:
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel afdrukken op schaal in
Selecteer Op schaal (Scaled) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-
instelling (Page Setup).
3.
Selecteer het papierformaat voor de gegevens
Geef bij Paginaformaat (Page Size) het paginaformaat op dat in de toepassing is ingesteld.
4.
Stel de schaalverhouding op een van de volgende manieren in:
Selecteer een instelling voor Papierformaat printer (Printer Paper Size)
Als het papierformaat voor de printer kleiner is dan het Paginaformaat (Page Size), wordt de
Pagina 273 van 489 pagina'sAfdrukken op schaal
afbeelding van de pagina kleiner. Als het papierformaat voor de printer groter is dan het
Paginaformaat (Page Size), wordt de afbeelding van de pagina groter.
Geef een schaalfactor op
Typ een waarde in het vak Schaling (Scaling).
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van
het printerstuurprogramma.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
De afbeelding wordt met de opgegeven schaal afgedrukt.
Belangrijk
Als de toepassing waarin u het origineel hebt gemaakt een functie heeft voor afdrukken op schaal,
geeft u de instelling in deze toepassing op. U hoeft deze instelling dan niet in het
printerstuurprogramma op te geven.
Als Op schaal (Scaled) is geselecteerd, is Zijkant nieten (Staple Side) niet beschikbaar voor
Pagina 274 van 489 pagina'sAfdrukken op schaal
selectie (als Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) niet is geselecteerd).
Opmerking
Als u Op schaal (Scaled) selecteert, wordt het afdrukgebied van het document gewijzigd.
Naar boven
Pagina 275 van 489 pagina'sAfdrukken op schaal
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden > Pagina-indeling afdrukken
P006
Pagina-indeling afdrukken
U kunt met de functie voor het afdrukken van een pagina-indeling meer dan een paginabeeld op een
enkel vel papier afdrukken.
De procedure voor het afdrukken van een pagina-indeling is als volgt:
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel Pagina-indeling afdrukken in
Selecteer Pagina-indeling (Page Layout) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad
Pagina-instelling (Page Setup).
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het
printerstuurprogramma.
3.
Selecteer het papierformaat
Selecteer in de lijst Papierformaat printer (Printer Paper Size) het formaat van het papier dat voor het
afdrukken wordt gebruikt.
Het instellen van de indeling van twee pagina's in het document van links naar rechts is nu voltooid.
Pagina 276 van 489 pagina'sPagina-indeling afdrukken
4.
Stel het aantal af te drukken pagina's op één vel en de paginavolgorde in
Klik zo nodig op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster
Pagina-indeling afdrukken (Page Layout Printing) en klik op OK.
Pagina's (Pages)
Als u het aantal pagina’s dat op één vel moet worden afgedrukt wilt wijzigen, selecteert u het
gewenste aantal pagina's in de lijst.
U kunt ook 2 pagina-afdruk (2-Page Print) of 4 pagina-afdruk (4-Page Print) instellen op het tabblad
Snel instellen (Quick Setup).
Paginavolgorde (Page Order)
Selecteer een pictogram in de lijst om de volgorde van de pagina's te wijzigen.
Paginarand (Page Border)
Schakel dit selectievakje in als u een paginarand rond elke documentpagina wilt afdrukken.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Als u het afdrukken start, wordt het opgegeven aantal pagina's in de opgegeven volgorde op elk vel
papier gerangschikt.
Naar boven
Pagina 277 van 489 pagina'sPagina-indeling afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden > Poster afdrukken
P401
Poster afdrukken
Met deze functie kunt u de afbeeldingsgegevens vergroten, over meerdere pagina's verdelen en deze
pagina's op afzonderlijke vellen papier afdrukken. Wanneer de pagina's aan elkaar worden geplakt,
vormen ze één grote afdruk zoals die van een poster.
De procedure voor het afdrukken van een poster is als volgt:
Instellingen opgeven voor Poster afdrukken
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel poster afdrukken in
Selecteer Poster in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page
Setup).
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het
printerstuurprogramma.
3.
Selecteer het papierformaat
Pagina 278 van 489 pagina'sPoster afdrukken
Selecteer in de lijst Papierformaat printer (Printer Paper Size) het formaat van het papier dat voor het
afdrukken wordt gebruikt.
Het instellen van het afdrukken van een poster in de indeling 2 bij 2 is nu voltooid.
4.
Stel het aantal af te drukken beeldscheidingen en het aantal af te drukken pagina's in
Klik zo nodig op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster
Poster afdrukken (Poster Printing) en klik op OK.
Beeldscheidingen (Image Divisions)
Selecteer het aantal scheidingen (verticaal x horizontaal). Naarmate het aantal scheidingen
toeneemt, neemt ook aantal af te drukken pagina's toe zodat er een grotere poster kan worden
gemaakt.
"Knippen/Plakken" afdrukken in marges (Print "Cut/Paste" in margins)
Schakel dit selectievakje uit om de woorden "Knippen" en "Plakken" weg te laten.
Opmerking
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma wordt
gebruikt.
Lijnen "Knippen/Plakken" afdrukken in marges (Print "Cut/Paste" lines in margins)
Schakel dit selectievakje uit om de kniplijnen weg te laten.
Paginabereik afdrukken (Print page range)
Hiermee geeft u het afdrukbereik op. Selecteer Alle (All) als u alle pagina’s wilt afdrukken.
Als u alleen een specifieke pagina wilt afdrukken, selecteert u Pagina's (Pages) en voert u het
nummer in van de pagina die u wilt afdrukken. Als u meerdere pagina’s wilt opgeven, moet u de
paginanummers scheiden door een komma of koppelteken.
Opmerking
U kunt ook het afdrukbereik opgeven door op de pagina's in het instellingenvoorbeeld te
klikken.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Het document wordt bij het afdrukken over meerdere pagina's verdeeld.
Als alles is afgedrukt, plakt u de pagina's aan elkaar om zo een poster te maken.
Alleen bepaalde pagina's afdrukken
Als de inkt vager wordt of opraakt tijdens het afdrukken, kunt u als volgt alleen bepaalde pagina's
opnieuw afdrukken:
1.
Stel het afdrukbereik in
Klik in het instellingenvoorbeeld links op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup)
achtereenvolgens op de pagina's die u niet wilt afdrukken.
De pagina's waarop u hebt geklikt, worden verborgen en alleen de af te drukken pagina's worden
weergegeven.
Pagina 279 van 489 pagina'sPoster afdrukken
Opmerking
U kunt de pagina's weer weergeven door er nogmaals op te klikken.
Klik met de rechtermuisknop op het instellingenvoorbeeld om Alle pagina's afdrukken (Print all
pages) of Alle pagina's verwijderen (Delete all pages) te selecteren.
2.
Voltooi de configuratie
Klik op OK wanneer u de gewenste pagina's hebt geselecteerd.
Alleen de opgegeven pagina's worden afgedrukt.
Belangrijk
Als Poster is geselecteerd, zijn Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing), Zijkant nieten (Staple
Side), en Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) in grijze letters weergegeven en
niet beschikbaar.
Omdat het document wordt vergroot bij het afdrukken van posters, kan het resultaat korrelig zijn.
Naar boven
Pagina 280 van 489 pagina'sPoster afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden > Boekje afdrukken
P402
Boekje afdrukken
Met de functie voor boekjes kunt u afbeeldingsgegevens voor een boekje afdrukken. De gegevens
worden afgedrukt op beide zijden van het papier. Bij dit afdruktype wordt ervoor gezorgd dat de pagina's
in de juiste volgorde liggen (op paginanummer) wanneer het papier in het midden wordt gevouwen en
geniet.
De procedure voor het afdrukken van een boekje is als volgt:
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel het afdrukken van een boekje in
Selecteer Boekje (Booklet) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling
(Page Setup).
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld links op het scherm.
3.
Selecteer het papierformaat
Selecteer in de lijst Papierformaat printer (Printer Paper Size) het formaat van het papier dat voor het
afdrukken wordt gebruikt.
4.
Stel de nietmarge en de breedte van de marge in
Klik op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster Boekje
Pagina 281 van 489 pagina'sBoekje afdrukken
afdrukken (Booklet Printing) en klik op OK.
Nietmarge (Margin for stapling)
Selecteer aan welke zijde de nietmarge moet komen wanneer het boekje wordt voltooid.
Lege pagina invoegen (Insert blank page)
Als u één bladzijde leeg wilt laten, schakelt u het selectievakje in en selecteert u de pagina die u
leeg wilt laten.
Marge (Margin)
Voer de breedte van de marge in. De opgegeven breedte vanaf het midden van de pagina wordt de
nietmarge voor één pagina.
Paginarand (Page Border)
Schakel het selectievakje in als u een paginarand rond elke pagina van het document wilt
afdrukken.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Wanneer u afdrukt, wordt het document automatisch eerst op één zijde van het papier afgedrukt en
vervolgens op de andere zijde.
Wanneer het afdrukken is voltooid, vouwt u het papier in het midden van de marge om het boekje te
maken.
Belangrijk
Boekje (Booklet) kan niet worden geselecteerd als een ander mediumtype dan Normaal papier
(Plain Paper), Hagaki A of Hagaki is geselecteerd bij Mediumtype (Media Type) op het tabblad
Afdruk (Main).
Als Boekje (Booklet) is geselecteerd, zijn Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing), Zijkant nieten
(Staple Side), Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) en Sorteren (Collate) niet
beschikbaar voor selectie.
Opmerking
De stempel en achtergrond worden niet afgedrukt op de lege vellen die zijn ingevoegd met behulp
van de functie Lege pagina invoegen (Insert blank page) van Boekje afdrukken.
Naar boven
Pagina 282 van 489 pagina'sBoekje afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden > Dubbelzijdig afdrukken
P007
Dubbelzijdig afdrukken
De procedure voor het afdrukken van gegevens op beide zijden van een vel papier is als volgt:
U kunt dubbelzijdig afdrukken ook instellen bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel
instellen (Quick Setup).
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
U kunt ook dubbelzijdig afdrukken zonder dat u het papier zelf hoeft om te draaien.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken instellen
Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) op het tabblad Pagina-instelling
(Page Setup) in en controleer of het selectievakje Automatisch (Automatic) is ingeschakeld.
3.
Selecteer de indeling
Selecteer Normaal formaat (Normal-size) (of Passend op papier (Fit-to-Page), Op schaal (Scaled)
of Pagina-indeling (Page Layout)) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout).
4.
Stel het afdrukgebied in
Pagina 283 van 489 pagina'sDubbelzijdig afdrukken
Wanneer u dubbelzijdig afdrukken uitvoert, wordt het afdrukgebied van het document iets kleiner
dan normaal en is het mogelijk dat het document niet op één pagina past.
Klik op Afdrukgebied instellen... (Print Area Setup...) en selecteer een van de volgende
verwerkingsmethoden.
Afdrukken op normaal formaat (Use normal-size printing)
Afdrukken zonder de pagina te verkleinen.
Gereduceerd afdrukken (Use reduced printing)
De pagina enigszins verkleind afdrukken.
5.
Geef op aan welke zijde de nietjes moeten komen
De printer selecteert automatisch de beste optie voor Zijkant nieten (Staple Side) op basis van de
instellingen voor Afdrukstand (Orientation) en Pagina-indeling (Page Layout). Als u de instelling wilt
wijzigen, selecteert u een andere waarde in de lijst.
6.
Stel de breedte van de marge in
Klik zo nodig op Marge instellen... (Specify Margin...) om de breedte van de marge in te stellen en
klik vervolgens op OK.
7.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Wanneer u het afdrukken start, wordt het dubbelzijdig afdrukken gestart.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
U kunt het dubbelzijdig afdrukken handmatig uitvoeren.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel dubbelzijdig afdrukken in
Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) in en schakel het selectievakje
Automatisch (Automatic) uit op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Pagina 284 van 489 pagina'sDubbelzijdig afdrukken
3.
Selecteer de indeling
Selecteer Normaal formaat (Normal-size) (of Passend op papier (Fit-to-Page), Op schaal (Scaled)
of Pagina-indeling (Page Layout)) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout).
4.
Geef op aan welke zijde de nietjes moeten komen
De printer selecteert automatisch de beste optie voor Zijkant nieten (Staple Side) op basis van de
instellingen voor Afdrukstand (Orientation) en Pagina-indeling (Page Layout). Als u de instelling wilt
wijzigen, selecteert u een andere waarde in de lijst.
5.
Stel de breedte van de marge in
Klik zo nodig op Marge instellen... (Specify Margin...) om de breedte van de marge in te stellen en
klik vervolgens op OK.
6.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Wanneer u het document afdrukt, wordt dit eerst afgedrukt op één zijde van een vel papier. Nadat
één zijde is bedrukt, plaatst u het papier opnieuw, zoals in het bericht wordt weergegeven.
Klik vervolgens op OK om op de andere kant af te drukken.
Belangrijk
Als een ander mediumtype dan Normaal papier (Plain Paper), Hagaki A of Hagaki is geselecteerd
in de lijst Mediumtype (Media Type), is de optie Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) niet
beschikbaar voor selectie.
Als Zonder marges (Borderless), Poster of Boekje (Booklet) is geselecteerd in de lijst Pagina-
indeling (Page Layout), zijn de opties Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) en Zijkant nieten
(Staple Side) niet beschikbaar voor selectie.
Nadat de voorzijde is afgedrukt, wordt gewacht met de achterzijde totdat de inkt droog is (het
afdrukken wordt tijdelijk onderbroken). Raak het papier niet aan. U kunt de droogtijd van de inkt
wijzigen bij Aangepaste instellingen (Custom Settings) op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
Wanneer u automatisch dubbelzijdig op Hagaki afdrukt, drukt u eerst het adres en vervolgens het
bericht af.
Opmerking
Gebruik bij het automatisch dubbelzijdig afdrukken geen gewoon papier dat kleiner is dan A5.
Selecteer ook geen ander mediumtype dan Normaal papier (Plain Paper), Hagaki A of Hagaki in de
lijst Mediumtype (Media Type).
Pagina 285 van 489 pagina'sDubbelzijdig afdrukken
Als tijdens dubbelzijdig afdrukken vegen op de achterzijde van het papier ontstaan, voert u
Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning) uit via het tabblad Onderhoud (Maintenance).
Verwant onderwerp
De binnenkant van de printer reinigen
Naar boven
Pagina 286 van 489 pagina'sDubbelzijdig afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden > Stempel/achtergrond afdrukken
P403
Stempel/achtergrond afdrukken
De functie Stempel (Stamp) of Achtergrond (Background) is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald
printerstuurprogramma wordt gebruikt.
Met de functie Stempel (Stamp) kunt u een stempel bestaande uit tekst of een bitmap over of achter de
documentgegevens afdrukken. Verder kunt u hiermee de datum, tijd en gebruikersnaam afdrukken. Met
de functie Achtergrond (Background) kunt u een lichte illustratie achter de documentgegevens afdrukken.
De procedure voor het afdrukken van een stempel/achtergrond is als volgt:
Een stempel afdrukken
"VERTROUWELIJK", "BELANGRIJK" en andere stempels die vaak door bedrijven worden gebruikt, zijn
standaard aanwezig.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) (Stempel... (Stamp...)) op het
tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)) wordt geopend.
Pagina 287 van 489 pagina'sStempel/achtergrond afdrukken
Opmerking
Bij het XPS-printerstuurprogramma verandert de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/
Background...) in de knop Stempel... (Stamp...) en is alleen de stempelfunctie beschikbaar.
3.
Selecteer een stempel
Schakel het selectievakje Stempel (Stamp) in en selecteer de gewenste stempel in de lijst.
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld links op het tabblad
Pagina-instelling (Page Setup).
4.
Stel de stempelinstellingen in
Geef desgewenst de volgende instellingen op en klik op OK.
De knop Stempel definiëren... (Define Stamp...)
Klik op deze knop als u de tekst, bitmap of positie van de stempel wilt wijzigen (raadpleeg ' Een
stempel registreren
').
Stempel over tekst plaatsen (Place stamp over text)
Schakel dit selectievakje in als u de stempel voorop het document wilt afdrukken.
Opmerking
De stempel krijgt prioriteit omdat deze over de documentgegevens heen wordt afgedrukt in de
gedeelten waar de stempel en de documentgegevens elkaar overlappen. Als dit selectievakje
niet is ingeschakeld, wordt de stempel achter de documentgegevens afgedrukt en in
overlappende gedeelten mogelijk niet weergegeven (afhankelijk van de gebruikte toepassing).
De functie Stempel over tekst plaatsen (Place stamp over text) is niet beschikbaar als het XPS-
printerstuurprogramma wordt gebruikt.
Als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt, wordt de stempel gewoonlijk op de
voorgrond afgedrukt.
Semitransparante stempel afdrukken (Print semitransparent stamp)
Schakel dit selectievakje in als u een semitransparante stempel op het document wilt afdrukken.
Deze functie is alleen beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
Alleen eerste pagina (Stamp first page only)
Schakel dit selectievakje in als u de stempel alleen op de eerste pagina wilt afdrukken.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Wanneer u de gegevens afdrukt, worden deze met de opgegeven stempel afgedrukt.
Een achtergrond afdrukken
Het programma bevat twee bitmapbestanden die als voorbeeld dienen.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
Pagina 288 van 489 pagina'sStempel/achtergrond afdrukken
2.
Klik op Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) op het tabblad Pagina-
instelling (Page Setup)
Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) wordt geopend.
3.
Selecteer de achtergrond
Schakel het selectievakje Achtergrond (Background) in en selecteer de gewenste achtergrond in de
lijst.
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld links op het tabblad
Pagina-instelling (Page Setup).
4.
Stel de achtergrondinstellingen in
Geef desgewenst de volgende instellingen op en klik op OK.
De knop Achtergrond selecteren... (Select Background...)
Klik op deze knop als u een andere achtergrond wilt gebruiken of de opmaak of dichtheid van een
achtergrond wilt wijzigen (raadpleeg ' Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt
gebruiken
').
Achtergrond alleen op eerste pagina (Background first page only)
Schakel dit selectievakje in als u de achtergrond alleen op de eerste pagina wilt afdrukken.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Wanneer u de gegevens afdrukt, worden deze met de opgegeven achtergrond afgedrukt.
Belangrijk
Als Zonder marges (Borderless) is geselecteerd, is de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/
Background...) (Stempel... (Stamp...)) niet beschikbaar voor selectie.
Opmerking
De stempel en achtergrond worden niet afgedrukt op lege vellen die zijn ingevoegd met behulp van
de functie Lege pagina invoegen (Insert blank page) van Boekje afdrukken.
Verwante onderwerpen
Een stempel registreren
Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken
Naar boven
Pagina 289 van 489 pagina'sStempel/achtergrond afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden
>
Stempel/achtergrond afdrukken > Een stempel registreren
P404
Een stempel registreren
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma wordt gebruikt.
U kunt een nieuwe stempel maken en registreren. U kunt ook bepaalde instellingen van een bestaande
stempel wijzigen en registreren. Stempels die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment
verwijderen.
De procedure voor het opslaan van een nieuwe stempel is als volgt:
Een nieuwe stempel registreren
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) (Stempel... (Stamp...)) op het
tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)) wordt geopend.
Opmerking
Pagina 290 van 489 pagina'sEen stempel registreren
Bij het XPS-printerstuurprogramma verandert de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/
Background...) in de knop Stempel... (Stamp...) en is alleen de stempelfunctie beschikbaar.
3.
Klik op Stempel definiëren... (Define Stamp...)
Het dialoogvenster Stempelinstellingen (Stamp Settings) wordt geopend.
4.
Configureer de stempel terwijl u het effect in het voorbeeldvenster bekijkt
Tabblad Stempel (Stamp)
Selecteer de gewenste Tekst (Text), Bitmap of Datum/tijd/gebruikersnaam (Date/Time/User
Name) voor Stempeltype (Stamp Type).
Als u Tekst (Text) registreert, moeten de tekens al zijn ingevoerd in Stempeltekst (Stamp
Text). Wijzig zo nodig de instellingen voor TrueType-lettertype (TrueType Font), Stijl (Style),
Grootte (Size) en Contour (Outline). U kunt de kleur van de stempel selecteren door op Kleur
selecteren... (Select Color...) te klikken.
Klik voor Bitmap op Bestand selecteren... (Select File...) en selecteer het te gebruiken
bitmapbestand (.bmp). Wijzig zo nodig de instellingen voor Grootte (Size) en Transparant wit
gebied (Transparent white area).
Voor Datum/tijd/gebruikersnaam (Date/Time/User Name) worden de aanmaaktijd en -datum
en de gebruikersnaam van het afgedrukte object weergegeven in Stempeltekst (Stamp Text).
Wijzig zo nodig de instellingen voor TrueType-lettertype (TrueType Font), Stijl (Style), Grootte
(Size) en Contour (Outline). U kunt de kleur van de stempel selecteren door op Kleur
selecteren... (Select Color...) te klikken.
Belangrijk
Stempeltekst (Stamp Text) is niet beschikbaar als Datum/tijd/gebruikersnaam (Date/Time/
User Name) is geselecteerd.
Tabblad Plaatsing (Placement)
Selecteer de stempelpositie in de lijst Positie (Position). U kunt ook Aangepast (Custom) in de
lijst Positie (Position) selecteren en de coördinaten opgeven voor X-positie (X-Position) en Y-
positie (Y-Position).
Daarnaast kunt u de stempelpositie wijzigen door de stempel naar het voorbeeldscherm te
slepen.
Als u de hoek van de stempelpositie wilt wijzigen, kunt u direct een waarde in het vak Afdrukstand
(Orientation) typen.
Pagina 291 van 489 pagina'sEen stempel registreren
5.
Sla de stempel op
Klik op de tab Instellingen opslaan (Save settings), typ een naam in het vak Naam (Title) en klik
vervolgens op Opslaan (Save).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
6.
Voltooi de configuratie
Klik op OK. Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)) wordt
opnieuw geopend.
De geregistreerde naam wordt weergegeven in de lijst Stempel (Stamp).
Stempelinstellingen wijzigen en registreren
1.
Selecteer de stempel waarvoor u de instellingen wilt wijzigen
Schakel het selectievakje Stempel (Stamp) in het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/
Background) (Stempel (Stamp)) in en selecteer vervolgens de naam van te wijzigen stempel in de
lijst Stempel (Stamp).
2.
Klik op Stempel definiëren... (Define Stamp...)
Het dialoogvenster Stempelinstellingen (Stamp Settings) wordt geopend.
3.
Configureer de stempel terwijl u het effect in het voorbeeldvenster bekijkt
4.
Sla de stempel op met overschrijven
Klik op Opslaan overschrijven (Save overwrite) op het tabblad Instellingen opslaan (Save settings).
Als u de stempel onder een andere naam wilt opslaan, typt u deze naam in het vak Naam (Title) en
klikt u op Opslaan (Save).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK. Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)) wordt
opnieuw geopend.
De geregistreerde naam wordt weergegeven in de lijst Stempel (Stamp).
Een stempel verwijderen
1.
Klik op Stempel definiëren... (Define Stamp...) in het dialoogvenster Stempel/
Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)).
Het dialoogvenster Stempelinstellingen (Stamp Settings) wordt geopend.
2.
Selecteer de stempel die u wilt verwijderen
Selecteer de naam van de stempel die u wilt verwijderen in de lijst Stempels (Stamps) op het
tabblad Instellingen opslaan (Save settings). Klik vervolgens op Verwijderen (Delete).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK. Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)) wordt
opnieuw geopend.
Naar boven
Pagina 292 van 489 pagina'sEen stempel registreren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden
>
Stempel/achtergrond afdrukken > Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt
gebruiken
P405
Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt
gebruiken
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma wordt gebruikt.
U kunt een bitmapbestand (.bmp) selecteren en als een nieuwe achtergrond registreren. U kunt ook
bepaalde instellingen van een bestaande achtergrond wijzigen en registreren. Achtergronden die u niet
meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment verwijderen.
De procedure voor het opslaan van afbeeldingsgegevens voor een achtergrond is als volgt:
Een nieuwe achtergrond registreren
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) op het tabblad Pagina-
instelling (Page Setup)
Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) wordt geopend.
Pagina 293 van 489 pagina'sAfbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebrui...
Opmerking
Bij het XPS-printerstuurprogramma is de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...)
vervangen door de knop Stempel... (Stamp...) en is de knop Achtergrond (Background) niet
beschikbaar.
3.
Klik op Achtergrond selecteren... (Select Background...)
Het dialoogvenster Achtergrondinstellingen (Background Settings) wordt geopend.
4.
Selecteer de afbeeldingsgegevens die u wilt opslaan op de achtergrond
Klik op Bestand selecteren... (Select File...). Selecteer het gewenste bitmapbestand (.bmp) en klik
op Openen (Open).
5.
Geef de volgende instellingen op wanneer u het voorbeeldvenster controleert:
Lay-outmethode (Layout Method)
Geef aan hoe de afbeeldingsgegevens moeten worden gerangschikt.
Als u Aangepast (Custom) selecteert, kunt u de coördinaten voor de X-positie (X-Position) en de Y-
positie (Y-Position) opgeven.
U kunt ook de positie van de achtergrond wijzigen door de afbeelding in het voorbeeldscherm te
verslepen.
Intensiteit (Intensity)
Stel de intensiteit van de achtergrond in met de schuifregelaar Intensiteit (Intensity). Voor een
lichtere achtergrond schuift u de regelaar naar links. Voor een donkerder achtergrond schuift u de
regelaar naar rechts. Als u de achtergrond wilt afdrukken met de intensiteit van de oorspronkelijke
bitmap, sleept u de schuifregelaar helemaal naar rechts.
6.
Sla de achtergrond op
Klik op de tab Instellingen opslaan (Save settings), typ een naam in het vak Naam (Title) en klik
vervolgens op Opslaan (Save).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
7.
Voltooi de configuratie
Klik op OK. Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) wordt opnieuw geopend.
De geregistreerde naam wordt weergegeven in de lijst Achtergrond (Background).
Achtergrondinstellingen wijzigen en registreren
1.
Selecteer de achtergrond waarvoor u de instellingen wilt wijzigen
Schakel het selectievakje Achtergrond (Background) in het dialoogvenster Stempel/Achtergrond
Pagina 294 van 489 pagina'sAfbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebrui...
(Stamp/Background) in en kies vervolgens de naam van de achtergrond die u wilt wijzigen in de lijst
Achtergrond (Background).
2.
Klik op Achtergrond selecteren... (Select Background...)
Het dialoogvenster Achtergrondinstellingen (Background Settings) wordt geopend.
3.
Stel de items in op het tabblad Achtergrond (Background) terwijl u het
voorbeeldvenster bekijkt.
4.
Sla de achtergrond op
Klik op Opslaan overschrijven (Save overwrite) op het tabblad Instellingen opslaan (Save settings).
Als u de achtergrond onder een andere naam wilt opslaan, voert u deze naam in het vak Naam
(Title) in en klikt u op Opslaan (Save).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK. Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) wordt opnieuw geopend.
De geregistreerde naam wordt weergegeven in de lijst Achtergrond (Background).
Een overbodige achtergrond verwijderen
1.
Klik op Achtergrond selecteren... (Select Background...) in het dialoogvenster
Stempel/Achtergrond (Stamp/Background)
Het dialoogvenster Achtergrondinstellingen (Background Settings) wordt geopend.
2.
Selecteer de achtergrond die u wilt verwijderen
Selecteer de naam van de achtergrond die u wilt verwijderen uit de lijst Achtergronden
(Backgrounds) op het tabblad Instellingen opslaan (Save settings) en klik op Verwijderen (Delete).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK. Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) wordt opnieuw geopend.
Naar boven
Pagina 295 van 489 pagina'sAfbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebrui...
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden > Een envelop afdrukken
P406
Een envelop afdrukken
Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als
u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Papier plaatsen' in de Basis Handleiding voor meer informatie over het
plaatsen van enveloppen in de printer.
De procedure voor het afdrukken op enveloppen is als volgt:
1.
Plaats een envelop in de printer
Vouw de envelopflap naar beneden.
Plaats de envelop verticaal in de achterste lade, met de adreszijde naar boven en de flap naar links
gericht.
2.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
3.
Selecteer het mediumtype
Selecteer Envelop (Envelope) bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het
tabblad Snel instellen (Quick Setup).
4.
Selecteer het papierformaat
Pagina 296 van 489 pagina'sEen envelop afdrukken
Wanneer het dialoogvenster Envelopformaat instellen (Envelope Size Setting) wordt weergegeven,
selecteert u Comm.Env. #10, DL Env., Youkei 4 105x235mm of Youkei 6 98x190mm en klikt u op
OK.
5.
Stel de afdrukstand in
Selecteer Liggend (Landscape) voor Afdrukstand (Orientation) om het adres horizontaal af te
drukken.
6.
Selecteer de afdrukkwaliteit
Selecteer naar wens Hoog (High) of Standaard (Standard) bij Afdrukkwaliteit (Print Quality).
7.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Wanneer u de afdruk uitvoert, worden de gegevens afgedrukt op de envelop.
Belangrijk
Wanneer u de afdruk op de envelop uitvoert, worden ondersteunende berichten weergegeven.
Als u de berichten wilt verbergen, schakelt u het selectievakje Dit bericht niet meer weergeven. (Do
not show this message again.) in.
Als u de berichten weer wilt weergeven, klikt u op de knop Printerstatus weergeven... (View Printer
Status...) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) en start u de Canon IJ-statusmonitor.
Klik vervolgens op Envelop afdrukken (Envelope Printing) vanuit Gidsbericht weergeven (Display
Guide Message) in het menu Optie (Option) en schakelt u de instelling in.
Naar boven
Pagina 297 van 489 pagina'sEen envelop afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden > Van papierbron wisselen zodat deze overeenkomt met het doel
P008
Van papierbron wisselen zodat deze overeenkomt met het doel
Deze printer heeft twee papierbronnen, een achterste lade en een cassette.
U kunt het afdrukken vereenvoudigen door een papierbron te selecteren die overeenkomt met uw
afdrukomgeving en doelstellingen.
De procedure voor het instellen van de papierbron is als volgt:
U kunt ook de papierbron instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer de papierbron
Selecteer de papierbron die geschikt is voor uw doel in de lijst Papierbron (Paper Source) op het
tabblad Afdruk (Main).
Automatisch selecteren (Automatically Select)
Normaal papier waarvoor Paginaformaat (Page Size) is ingesteld op Letter 8.5"x11", A5, A4 of B5
wordt ingevoerd vanuit de cassette. Normaal papier in andere formaten en andere papiersoorten
dan gewoon papier worden ingevoerd vanuit de achterste lade.
Achterste lade (Rear Tray)
Het papier wordt altijd vanuit de achterste lade ingevoerd.
Cassette
Papier wordt altijd ingevoerd vanuit de cassette.
Belangrijk
Normaal papier dat niet het formaat Letter 8.5"x11", A5, A4 of B5 heeft, en andere
papiersoorten dan gewoon papier kunnen niet vanuit de cassette worden ingevoerd.
Doorl. autom. invoer (Continuous Autofeed)
Wanneer het papier in de geselecteerde papierbron op raakt, schakelt de printer automatisch over
Pagina 298 van 489 pagina'sVan papierbron wisselen zodat deze overeenkomt met het doel
naar de andere papierbron.
Als u grote hoeveelheden gegevens afdrukt, plaatst u gewoon papier van hetzelfde formaat in de
achterste lade en de cassette. Als het papier in één papierbron op raakt, schakelt de printer
vervolgens automatisch over naar de andere papierbron en hoeft u dus minder vaak papier te
plaatsen.
Belangrijk
Doorl. autom. invoer (Continuous Autofeed) is niet beschikbaar wanneer ander papier dan
Normaal papier (Plain Paper) is geselecteerd bij Mediumtype (Media Type).
Het papier wordt ingevoerd vanuit de papierbron die is gebruikt tijdens de laatste keer dat
Doorl. autom. invoer (Continuous Autofeed) was geselecteerd en het afdrukken werd voltooid.
Laad daarom hetzelfde papier in de achterste lade en de cassette.
Papiertoewijzing (Paper Allocation)
Wanneer het mediumtype voor de afdrukgegevens gewoon papier is en het papierformaat
overeenkomt met de instellingen voor papiertoewijzing, wordt het papier automatisch vanuit de
cassette ingevoerd. Als dit niet het geval is, wordt het papier ingevoerd vanuit de achterste lade.
Als u de instellingen voor papiertoewijzing wilt wijzigen, klikt u op Papiertoewijzing... (Paper
Allocation...), geeft u het Papierformaat (Paper Size) van het papier in de cassette op en klikt u op
OK.
Wanneer u papier dat vaak wordt gebruikt, zoals gewoon papier, in de cassette plaatst, worden
andere soorten papier vanuit de achterste lade ingevoerd, dus hoeft u minder vaak papier te
plaatsen.
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Bij het afdrukken wordt het papier in de opgegeven papierbron gebruikt.
Naar boven
Pagina 299 van 489 pagina'sVan papierbron wisselen zodat deze overeenkomt met het doel
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden > Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken
P009
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken
Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als
u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt.
U kunt de afdrukresultaten vóór het afdrukken bekijken en controleren.
De procedure voor het bekijken van een afdrukvoorbeeld is als volgt:
U kunt de weergave van het afdrukresultaat ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel het voorbeeld in
Schakel het selectievakje Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) in op het tabblad Afdruk (Main).
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Tijdens het afdrukken wordt het Canon IJ-voorbeeld geopend en worden de afdrukresultaten
weergegeven.
Verwant onderwerp
Canon IJ-afdrukvoorbeeld
Naar boven
Pagina 300 van 489 pagina'sAfdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Verschillende
afdrukmethoden > Papierformaat instellen (aangepast formaat)
P010
Papierformaat instellen (aangepast formaat)
U kunt de hoogte en breedte van het papier opgeven als u het formaat niet kunt selecteren bij
Paginaformaat (Page Size). Een dergelijk papierformaat wordt een aangepast formaat genoemd.
De procedure voor het opgeven van een aangepast papierformaat is als volgt:
U kunt een aangepast formaat ook instellen bij Papierformaat printer (Printer Paper Size) op het tabblad
Snel instellen (Quick Setup).
1.
Stel het aangepaste formaat in de toepassing in
Gebruik de functie Papierformaat in de toepassing om het aangepaste papierformaat op te geven.
Belangrijk
Als de toepassing waarmee het document is gemaakt een functie heeft voor het opgeven van
de hoogte en breedte, geeft u de waarden op met de toepassing. Als de toepassing deze
functie niet heeft of als het document niet correct wordt afgedrukt, gebruikt u het
printerbesturingsbestand om de waarden in te stellen.
2.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
3.
Selecteer het papierformaat
Selecteer Aangepast... (Custom...) voor Paginaformaat (Page Size) op het tabblad Pagina-instelling
(Page Setup).
Het dialoogvenster Aangepast papierformaat (Custom Paper Size) wordt geopend.
Pagina 301 van 489 pagina'sPapierformaat instellen (aangepast formaat)
4.
Stel het aangepaste papierformaat in
Geef de Eenheden (Units) op en voer de Breedte (Width) en Hoogte (Height) van het te gebruiken
papier in. Klik vervolgens op OK.
5.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Wanneer u de gegevens afdrukt, worden deze met het opgegeven papierformaat afgedrukt.
Naar boven
Pagina 302 van 489 pagina'sPapierformaat instellen (aangepast formaat)
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen > De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
Een kleurendocument monochroom afdrukken
Kleurcorrectie opgeven
Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken
Het ICC-profiel interpreteren
De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma
Afdrukken met ICC-profielen
De kleurbalans aanpassen
De helderheid aanpassen
De intensiteit aanpassen
Het contrast aanpassen
Een illustratie simuleren
Afbeeldingsgegevens weergeven in een enkele kleur
Afbeeldingsgegevens weergeven in levendige kleuren
Gekartelde randen verwijderen
Kleureigenschappen wijzigen om kleuren te verbeteren
Ruis in foto's reduceren
Naar boven
Pagina 303 van 489 pagina'sDe afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
P011
Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode
selecteren
U kunt de gecombineerde weergavemethode voor het kwaliteitsniveau en de halftoningmethode gebruikt
afzonderlijk instellen.
De procedure voor het instellen van een afdrukkwaliteit en halftoningmethode is als volgt:
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer de afdrukkwaliteit
Selecteer Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print Quality) op het tabblad Afdruk (Main) en klik
op Instellen... (Set...).
Het dialoogvenster Aangepast (Custom) wordt geopend.
Pagina 304 van 489 pagina'sEen combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
3.
Stel de afdrukkwaliteit en halftoningmethode in
Verplaats de schuifregelaar Kwaliteit (Quality) naar het gewenste kwaliteitsniveau.
Selecteer de methode in Halftoning en klik op OK.
Opmerking
Halftonen zijn de kleurschakeringen tussen de donkerste kleur en de helderste kleur.
De kleurschakeringen worden bij het afdrukken vervangen door een verzameling kleine punten
die de halftonen voorstellen.
Als u Auto selecteert, worden de gegevens afgedrukt met de optimale halftoningmethode voor
de geselecteerde afdrukkwaliteit. Bij Dithering (Dither) worden de punten volgens vaste regels
gerangschikt om de halftonen te produceren. Bij Diffusie (Diffusion) worden de punten
willekeurig gerangschikt om halftonen te produceren.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
Wanneer u de gegevens afdrukt, worden het opgegeven kwaliteitsniveau en de opgegeven
halftoningmethode gebruikt.
Belangrijk
Bepaalde kwaliteitsniveaus en halftoningmethoden kunnen niet worden geselecteerd bij bepaalde
instellingen voor Mediumtype (Media Type).
Opmerking
Als een deel niet wordt afgedrukt, kunt u dit mogelijk oplossen door Diffusie (Diffusion) te
selecteren bij Halftoning.
Verwante onderwerpen
Kleurcorrectie opgeven
De kleurbalans aanpassen
De helderheid aanpassen
De intensiteit aanpassen
Het contrast aanpassen
Naar boven
Pagina 305 van 489 pagina'sEen combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Een kleurendocument monochroom afdrukken
P012
Een kleurendocument monochroom afdrukken
De procedure voor het monochroom afdrukken van een kleurendocument is als volgt:
U kunt afdrukken in grijstinten instellen ook bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel
instellen (Quick Setup).
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel afdrukken in grijstinten in
Schakel het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main)
in.
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Wanneer u de afdruk uitvoert, wordt het document geconverteerd naar grijstinten. Hierdoor kunt u
het kleurendocument monochroom afdrukken.
Belangrijk
Als het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) is ingeschakeld, worden de
afbeeldingsgegevens verwerkt als sRGB-gegevens. In dit geval kunnen de afgedrukte kleuren
verschillen van de kleuren in de oorspronkelijke afbeelding.
Pagina 306 van 489 pagina'sEen kleurendocument monochroom afdrukken
Wanneer u de functie Afdrukken in grijstinten gebruikt om Adobe RGB-gegevens af te drukken,
converteert u de gegevens naar sRGB-gegevens in een toepassing.
Opmerking
Bij Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) kan zowel kleureninkt als zwarte inkt worden
gebruikt.
Naar boven
Pagina 307 van 489 pagina'sEen kleurendocument monochroom afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Kleurcorrectie opgeven
P013
Kleurcorrectie opgeven
U kunt de methode voor kleurcorrectie aanpassen aan het type document dat u wilt afdrukken.
Normaal gesproken worden de kleuren aangepast met behulp van Canon Digital Photo Color, zodat de
gegevens worden afgedrukt met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven. Deze
methode is geschikt voor het afdrukken van sRGB-gegevens.
Als u zodanig wilt afdrukken dat de kleurruimte (Adobe RGB of sRGB) van de afbeeldingsgegevens
effectief wordt gebruikt, selecteert u ICM of ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching). Als u een
toepassing wilt gebruiken om een ICC-afdrukprofiel op te geven, selecteert u Geen (None).
De procedure voor het opgeven van de kleurcorrectie is als volgt:
U kunt kleurcorrectie ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken
(Photo Printing) te kiezen onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens
Kleur/intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen onder Extra
functies (Additional Features).
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/
Intensity) en klik op Instellen... (Set...).
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
3.
Selecteer de kleurcorrectie
Klik op de tab Afstemming (Matching), selecteer de instelling voor Kleurcorrectie (Color Correction)
die overeenkomt met uw doel en klik op OK.
Pagina 308 van 489 pagina'sKleurcorrectie opgeven
Driververgelijking (Driver Matching)
Door gebruik te maken van Canon Digital Photo Color kunt u sRGB-gegevens afdrukken met
kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven.
Driververgelijking (Driver Matching) is de standaardinstelling voor kleurcorrectie.
ICM/ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching)
Past de kleuren aan volgens een ICC-profiel tijdens het afdrukken.
Geef op welk invoerprofiel moet worden gebruikt.
Geen (None)
Er wordt geen kleurcorrectie uitgevoerd door het printerbesturingsbestand. Selecteer deze instelling
als u een afzonderlijk gemaakt ICC-afdrukprofiel of een profiel voor speciaal Canon-papier in een
toepassing gebruikt om gegevens af te drukken.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
Wanneer u de gegevens afdrukt, worden deze met de opgegeven methode voor kleurcorrectie
afgedrukt.
Belangrijk
Als ICM in de toepassing is uitgeschakeld, is ICM niet beschikbaar voor Kleurcorrectie (Color
Correction) en is het mogelijk dat de afbeeldingsgegevens niet correct worden afgedrukt.
Als het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) is
ingeschakeld, is Kleurcorrectie (Color Correction) niet beschikbaar voor selectie.
Verwante onderwerpen
Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken
Het ICC-profiel interpreteren
De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma
Afdrukken met ICC-profielen
Naar boven
Pagina 309 van 489 pagina'sKleurcorrectie opgeven
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
>
Kleurcorrectie opgeven
> Een optimale foto van afbeeldingsgegevens
afdrukken
P014
Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken
Wanneer mensen foto's afdrukken die met een digitale camera zijn gemaakt, krijgen zij soms het gevoel
dat de afgedrukte kleuren anders zijn dan de kleuren in de oorspronkelijke foto of de kleuren op het
scherm.
Om een afdruk te krijgen die de gewenste kleurtinten zo dicht mogelijk benadert, moet u een
afdrukmethode kiezen die geschikt is voor de gebruikte software of het doel van de afdruk.
Kleurbeheer
Digitale camera's, scanners, beeldschermen en printers verwerken kleuren niet op dezelfde manier. Met
kleurbeheer (kleurafstemming) kunnen 'kleuren' van verschillende apparaten via een
gemeenschappelijke kleurruimte worden verwerkt. Windows heeft een ingebouwd kleurbeheersysteem,
ICM.
Adobe RGB en sRGB zijn veelgebruikte kleurruimten. Adobe RGB is een bredere kleurruimte dan sRGB.
Met ICC-profielen kunnen de 'kleuren' van verschillende apparaten naar een gemeenschappelijke
kleurruimte worden geconverteerd. Door gebruik te maken van een ICC-profiel en kleurbeheer kunt u de
kleurruimte van afbeeldingsgegevens afstemmen op het kleurreproductiegebied dat de printer kan
produceren.
Een afdrukmethode kiezen die geschikt is voor de afbeeldingsgegevens
De aanbevolen afdrukmethode is afhankelijk van de kleurruimte (Adobe RGB of sRGB) van de
afbeeldingsgegevens of de toepassing die wordt gebruikt. Er zijn twee afdrukmethoden die vaak worden
gebruikt. Controleer de kleurruimte (Adobe GRB of sRGB) van de afbeeldingsgegevens en de
toepassing die wordt gebruikt, en selecteer vervolgens de geschikte afdrukmethode.
De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma
In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het afdrukken van sRGB-gegevens met behulp van
de kleurcorrectiefunctie van het printerbesturingsbestand.
Afdrukken met Canon Digital Photo Color
De printer drukt gegevens af in kleurtinten waaraan veel mensen de voorkeur geven; de originele
kleuren van de afbeelding worden weergegeven en driedimensionale effecten en hoge, scherpe
contrasten worden gegenereerd.
Afdrukken door de bewerkingen en verbeteringen van een toepassing rechtstreeks toe te passen
Wanneer de gegevens worden afgedrukt, benadrukt de printer subtiele kleurverschillen tussen
donkere en lichte delen, waarbij de donkerste en lichtste gebieden intact blijven.
Wanneer de gegevens worden afgedrukt, past de printer het resultaat toe van gedetailleerde
aanpassingen die zijn aangebracht met een toepassing, zoals aanpassingen in de helderheid.
Afdrukken met ICC-profielen
In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het afdrukken door effectief gebruik te maken van de
kleurruimte van Adobe RGB of sRGB.
U kunt afdrukken met een gemeenschappelijke kleurruimte door de toepassing en het
printerbesturingsbestand zo in te stellen dat het kleurbeheer overeenkomt met het ICC-invoerprofiel van
de afbeeldingsgegevens.
De methode voor het instellen van het printerbesturingsbestand verschilt, afhankelijk van de toepassing
die wordt gebruikt.
Verwant onderwerp
Het ICC-profiel interpreteren
Pagina 310 van 489 pagina'sEen optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken
Naar boven
Pagina 311 van 489 pagina'sEen optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
>
Kleurcorrectie opgeven > De kleuren aanpassen met het
printerstuurprogramma
P015
De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma
U kunt de functie voor kleurcorrectie van het printerstuurprogramma zo instellen dat sRGB-gegevens
worden afgedrukt met kleurtinten waaraan veel mensen de voorkeur geven, door het gebruik van Canon
Digital Photo Color.
Als u afdrukt vanuit een toepassing die ICC-profielen kan identificeren en waarvoor u deze kunt opgeven,
gebruikt u een ICC-profiel voor afdrukken in de toepassing en selecteert u instellingen voor kleurbeheer.
De procedure voor het aanpassen van kleuren met het printerstuurprogramma is als volgt:
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer het mediumtype
Selecteer het type papier dat in de printer is geplaatst in de lijst Mediumtype (Media Type) op het
tabblad Afdruk (Main).
3.
Selecteer de afdrukkwaliteit
Selecteer bij Afdrukkwaliteit (Print Quality), Hoog (High), Standaard (Standard) of Snel (Fast),
afhankelijk van het gewenste afdrukresultaat.
4.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/Intensity) en klik op Instellen... (Set...).
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
5.
Selecteer de kleurcorrectie
Klik op de tab Afstemming (Matching) en selecteer Driververgelijking (Driver Matching) voor
Kleurcorrectie (Color Correction).
Pagina 312 van 489 pagina'sDe kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma
6.
Stel de andere items in
Klik zo nodig op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) en pas de kleurbalans (Cyaan
(Cyan), Magenta en Geel (Yellow)) en de instellingen voor Helderheid (Brightness), Intensiteit
(Intensity) en Contrast aan. Klik vervolgens op OK.
7.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
De kleuren van de gegevens worden bij het afdrukken aangepast.
Verwante onderwerpen
Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
Kleurcorrectie opgeven
De kleurbalans aanpassen
De helderheid aanpassen
De intensiteit aanpassen
Het contrast aanpassen
Naar boven
Pagina 313 van 489 pagina'sDe kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
>
Kleurcorrectie opgeven > Afdrukken met ICC-profielen
P016
Afdrukken met ICC-profielen
Wanneer voor de afbeeldingsgegevens een ICC-invoerprofiel is opgegeven, kunt u afdrukken met
effectief gebruik van de kleurruimte (Adobe RGB of sRGB) van de gegevens.
De procedure voor het instellen van het printerstuurprogramma is afhankelijk van de toepassing die voor
het afdrukken wordt gebruikt.
Een ICC-profiel opgeven vanuit de toepassing en de gegevens afdrukken
Wanneer u het resultaat afdrukt van bewerkingen en verbeteringen die zijn aangebracht met Adobe
Photoshop, Canon Digital Photo Professional of een andere toepassing waarin u ICC-profielen voor
invoer en afdrukken kunt opgeven, kunt u bij het afdrukken effectief gebruikmaken van de kleurruimte van
het ICC-invoerprofiel dat in de afbeeldingsgegevens is opgegeven.
Als u deze afdrukmethode wilt gebruiken, moet u eerst met de toepassingopties voor kleurbeheer
selecteren en een ICC-invoerprofiel en een ICC-afdrukprofiel opgeven voor de afbeeldingsgegevens.
Ook als u afdrukt met een ICC-afdrukprofiel dat u zelf hebt gemaakt of één voor speciaal Canon-papier in
de toepassing, moet u de opties voor kleurbeheer selecteren in de toepassing.
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij de toepassing voor instructies.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer het mediumtype
Selecteer het type papier dat in de printer is geplaatst in de lijst Mediumtype (Media Type) op het
tabblad Afdruk (Main).
3.
Selecteer de afdrukkwaliteit
Selecteer bij Afdrukkwaliteit (Print Quality), Hoog (High), Standaard (Standard) of Snel (Fast),
afhankelijk van het gewenste afdrukresultaat.
Pagina 314 van 489 pagina'sAfdrukken met ICC-profielen
4.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/Intensity) en klik op Instellen... (Set...).
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
5.
Selecteer de kleurcorrectie
Klik op de tab Afstemming (Matching) en selecteer Geen (None) voor Kleurcorrectie (Color
Correction).
6.
Stel de andere items in
Klik zo nodig op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) en pas de kleurbalans (Cyaan
(Cyan), Magenta en Geel (Yellow)) en de instellingen voor Helderheid (Brightness), Intensiteit
(Intensity) en Contrast aan. Klik vervolgens op OK.
7.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
Wanneer u afdrukt, wordt de kleurruimte van de afbeeldingsgegevens gebruikt.
Een ICC-profiel opgeven met het printerstuurprogramma en vervolgens afdrukken
Vanuit een toepassing die geen ICC-invoerprofielen kan identificeren of waarin u geen ICC-profiel kunt
opgeven kunt u afdrukken met de kleurruimte van het ICC-invoerprofiel (sRGB) van de gegevens.
Wanneer u Adobe RGB-gegevens afdrukt, kunt u de gegevens met de Adobe RGB-kleurruimte
afdrukken, zelfs als de toepassing Adobe RGB niet ondersteunt.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer het mediumtype
Selecteer het type papier dat in de printer is geplaatst in de lijst Mediumtype (Media Type) op het
tabblad Afdruk (Main).
Pagina 315 van 489 pagina'sAfdrukken met ICC-profielen
3.
Selecteer de afdrukkwaliteit
Selecteer bij Afdrukkwaliteit (Print Quality), Hoog (High), Standaard (Standard) of Snel (Fast),
afhankelijk van het gewenste afdrukresultaat.
4.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/Intensity) en klik op Instellen... (Set...).
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
5.
Selecteer de kleurcorrectie
Klik op de tab Afstemming (Matching) en selecteer ICM of ICC-profielvergelijking (ICC Profile
Matching) voor Kleurcorrectie (Color Correction).
6.
Selecteer het invoerprofiel
Selecteer een Invoerprofiel (Input Profile) dat overeenkomt met de kleurruimte van de
afbeeldingsgegevens.
Voor sRGB-gegevens of gegevens zonder een ICC-invoerprofiel:
Pagina 316 van 489 pagina'sAfdrukken met ICC-profielen
Selecteer Standaard (Standard).
Voor Adobe RGB-gegevens:
Selecteer Adobe RGB (1998).
Belangrijk
Als er in de toepassing een invoerprofiel is opgegeven, wordt de instelling voor het
invoerprofiel in het printerstuurprogramma ongeldig.
Als er geen ICC-invoerprofielen op uw computer zijn geïnstalleerd, wordt Adobe RGB (1998)
niet weergegeven. U kunt ICC-profielen installeren vanaf de installatie-cd-rom die bij de printer
wordt geleverd.
7.
De render-intentie selecteren
Selecteer de methode voor kleuraanpassing in Render-intentie (Rendering Intent).
Verzadiging (Saturation)
Met deze methode worden afbeeldingen nog levendiger gereproduceerd dan met de methode
Perceptueel (Perceptual).
Perceptueel (Perceptual)
Met deze methode worden afbeeldingen gereproduceerd met kleurtinten die bij de meeste
mensen de voorkeur hebben. Selecteer deze method als u foto's wilt afdrukken.
Relatief colorimetrisch (Relative Colorimetric)
Wanneer afbeeldingsgegevens worden geconverteerd naar de kleurruimte van de printer,
worden met deze methode de afbeeldingsgegevens zo geconverteerd dat de gereproduceerde
kleuren ongeveer overeenkomen met de gedeelde kleurregio's. Selecteer deze methode om
afbeeldingsgegevens af te drukken met kleuren die dicht bij de oorspronkelijke kleuren liggen.
Absoluut colorimetrisch (Absolute Colorimetric)
Als Relatief colorimetrisch (Relative Colorimetric) is geselecteerd, worden witte plekken
gereproduceerd als witte plekken in het papier (de achtergrondkleur). Als echter Absoluut
colorimetrisch (Absolute Colorimetric) is geselecteerd, hangt het af van de afbeeldingsgegevens
hoe de witte plekken worden gereproduceerd.
Belangrijk
Als u Windows XP SP2 of Windows XP SP3 gebruikt, is deze functie uitgeschakeld.
8.
Stel de andere items in
Klik zo nodig op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) en pas de kleurbalans (Cyaan
(Cyan), Magenta en Geel (Yellow)) en de instellingen voor Helderheid (Brightness), Intensiteit
(Intensity) en Contrast aan. Klik vervolgens op OK.
9.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
Wanneer u afdrukt, wordt de kleurruimte van de afbeeldingsgegevens gebruikt.
Verwante onderwerpen
Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
Kleurcorrectie opgeven
De kleurbalans aanpassen
De helderheid aanpassen
De intensiteit aanpassen
Het contrast aanpassen
Pagina 317 van 489 pagina'sAfdrukken met ICC-profielen
Naar boven
Pagina 318 van 489 pagina'sAfdrukken met ICC-profielen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> De kleurbalans aanpassen
P017
De kleurbalans aanpassen
U kunt de kleurtinten tijdens het afdrukken aanpassen.
Aangezien deze functie de kleurbalans van de afdruk aanpast door de inktverhoudingen van elke kleur te
wijzigen, wordt de gehele kleurbalans van het document gewijzigd. Gebruik de toepassing als u
uitgebreide wijzigingen wilt aanbrengen in de kleurbalans. Gebruik het printerstuurprogramma alleen
als u kleine wijzigingen in de kleurbalans wilt aanbrengen.
In het volgende voorbeeld ziet u hoe de kleurbalans wordt gebruikt om de intensiteit van cyaan te
verhogen en die van geel te verlagen zodat de kleuren beter op elkaar zijn afgestemd.
Geen aanpassing
Pas de kleurbalans aan
De procedure voor het aanpassen van de kleurbalans is als volgt:
U kunt de kleurbalans ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken
(Photo Printing) te kiezen onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens
Kleur/intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen onder Extra
functies (Additional Features).
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/
Intensity) en klik op Instellen... (Set...).
Pagina 319 van 489 pagina'sDe kleurbalans aanpassen
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
3.
Pas de kleurbalans aan
Er zijn afzonderlijke schuifregelaars voor Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow). Elke kleur wordt
krachtiger wanneer u de bijbehorende schuifregelaar naar rechts schuift en zwakker wanneer u de
schuifregelaar naar links schuift. Als bijvoorbeeld cyaan zwakker wordt, wordt de kleur rood sterker.
U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -
50 en 50. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de
linkerkant van het printerstuurprogramma.
Klik op OK nadat u alle kleuren hebt aangepast.
Belangrijk
Verschuif de schuifregelaar langzaam.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
Wanneer u het document afdrukt, wordt de aangepaste kleurbalans gebruikt.
Belangrijk
Als het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) is
ingeschakeld, zijn Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow) niet beschikbaar voor selectie.
Verwante onderwerpen
Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
Kleurcorrectie opgeven
De helderheid aanpassen
De intensiteit aanpassen
Het contrast aanpassen
Naar boven
Pagina 320 van 489 pagina'sDe kleurbalans aanpassen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> De helderheid aanpassen
P018
De helderheid aanpassen
U kunt de helderheid van afbeeldingsgegevens tijdens het afdrukken aanpassen.
Puur wit en zwart worden niet veranderd, maar de helderheid van de tussenliggende kleuren wordt wel
veranderd.
Het volgende voorbeeld toont het afdrukresultaat wanneer de helderheid is aangepast.
Licht (Light) is geselecteerd Normaal (Normal) is geselecteerd Donker (Dark) is geselecteerd
De procedure voor het aanpassen van de helderheid is als volgt:
U kunt de helderheid ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken
(Photo Printing) te kiezen onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens
Kleur/intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen onder Extra
functies (Additional Features).
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/
Intensity) en klik op Instellen... (Set...).
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
3.
Geef de helderheid op
Selecteer Licht (Light), Normaal (Normal) of Donker (Dark) bij Helderheid (Brightness) en klik op
Pagina 321 van 489 pagina'sDe helderheid aanpassen
OK. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van
het printerstuurprogramma.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
De opgegeven helderheid wordt bij het afdrukken gebruikt.
Verwante onderwerpen
Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
Kleurcorrectie opgeven
De kleurbalans aanpassen
De intensiteit aanpassen
Het contrast aanpassen
Naar boven
Pagina 322 van 489 pagina'sDe helderheid aanpassen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> De intensiteit aanpassen
P019
De intensiteit aanpassen
U kunt de kleuren van de beeldgegevens helderder of donkerder maken tijdens het afdrukken.
Het volgende voorbeeld laat zien wat er gebeurt wanneer de intensiteit wordt verhoogd: de kleuren van
de afbeeldingsgegevens worden donkerder afgedrukt.
Geen aanpassing
Hogere intensiteit
De procedure voor het aanpassen van de intensiteit is als volgt:
U kunt de intensiteit ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken (Photo
Printing) te kiezen onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens Kleur/
intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen onder Extra functies
(Additional Features).
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/Intensity) op het tabblad Afdruk (Main) en
klik op Instellen... (Set...).
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
3.
Pas de intensiteit aan
Wanneer u de schuifregelaar Intensiteit (Intensity) naar rechts verplaatst, worden de kleuren
donkerder. Wanneer u de schuifregelaar naar links verplaatst, worden de kleuren helderder.
Pagina 323 van 489 pagina'sDe intensiteit aanpassen
U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -
50 en 50. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de
linkerkant van het printerstuurprogramma.
Klik op OK nadat u alle kleuren hebt aangepast.
Belangrijk
Verschuif de schuifregelaar langzaam.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
Wanneer u het document afdrukt, wordt de aangepaste intensiteit gebruikt.
Verwante onderwerpen
Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
Kleurcorrectie opgeven
De kleurbalans aanpassen
De helderheid aanpassen
Het contrast aanpassen
Naar boven
Pagina 324 van 489 pagina'sDe intensiteit aanpassen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Het contrast aanpassen
P020
Het contrast aanpassen
U kunt het beeldcontrast tijdens het afdrukken aanpassen.
Wanneer u de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen groter en duidelijker
wilt maken, verhoogt u het contrast. Wanneer u echter de verschillen tussen de lichte en donkere
gebieden van afbeeldingen kleiner en minder duidelijk wilt maken, verlaagt u het contrast.
Geen aanpassing
Pas het contrast aan
De procedure voor het aanpassen van het contrast is als volgt:
U kunt het contrast ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken (Photo
Printing) te kiezen onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens Kleur/
intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen onder Extra functies
(Additional Features).
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Selecteer de handmatige kleuraanpassing
Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Handmatig (Manual) voor Kleur/Intensiteit (Color/
Intensity) en klik op Instellen... (Set...).
Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend.
3.
Pas het contrast aan
Wanneer u de schuifregelaar Contrast naar rechts schuift, wordt het contrast groter en wanneer u
Pagina 325 van 489 pagina'sHet contrast aanpassen
de schuifregelaar naar links schuift, wordt het contrast kleiner.
U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -
50 en 50. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de
linkerkant van het printerstuurprogramma.
Klik op OK nadat u alle kleuren hebt aangepast.
Belangrijk
Verschuif de schuifregelaar langzaam.
4.
Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
Bij het afdrukken wordt het aangepaste contrast gebruikt.
Verwante onderwerpen
Een combinatie van afdrukkwaliteit en halftoningmethode selecteren
Kleurcorrectie opgeven
De kleurbalans aanpassen
De helderheid aanpassen
De intensiteit aanpassen
Naar boven
Pagina 326 van 489 pagina'sHet contrast aanpassen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Een illustratie simuleren
P021
Een illustratie simuleren
Deze functie is niet beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
Met de functie Illustratie simuleren (Simulate Illustration) kunt u een full-colour afbeelding of een
afbeelding met 256 kleuren zo afdrukken dat het lijkt of deze met de hand is getekend. Deze functie voegt
diverse effecten toe aan het profiel en de kleuren van de oorspronkelijke afbeelding.
De procedure voor het gebruik van Illustratie simuleren (Simulate Illustration) is als volgt:
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel Illustratie simuleren (Simulate Illustration) in
Schakel zo nodig het selectievakje Illustratie simuleren (Simulate Illustration) op het tabblad
Effecten (Effects) in en pas het Contrast aan.
Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, wordt de afbeelding lichter en wanneer u de
schuifregelaar naar links schuift, wordt de afbeelding donkerder.
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het
printerstuurprogramma.
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
De afbeelding wordt als een met de hand getekende illustratie afgedrukt.
Pagina 327 van 489 pagina'sEen illustratie simuleren
Naar boven
Pagina 328 van 489 pagina'sEen illustratie simuleren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Afbeeldingsgegevens weergeven in een enkele kleur
P022
Afbeeldingsgegevens weergeven in een enkele kleur
Deze functie is niet beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
Met de functie Monochroomeffecten (Monochrome Effects) kunt u kleureffecten toepassen, zoals een foto
omzetten in sepiatinten.
De procedure voor het gebruik van Monochroomeffecten (Monochrome Effects) is als volgt:
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel Monochroomeffecten (Monochrome Effects) in
Schakel het selectievakje Monochroomeffecten (Monochrome Effects) op het tabblad Effecten
(Effects) in en selecteer de gewenste kleur.
Als u Kleur selecteren (Select Color) kiest, kunt u met de schuifregelaar Kleur (Color) de gewenste
kleur kiezen.
De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het
printerstuurprogramma.
3.
Voltooi de configuratie
Pagina 329 van 489 pagina'sAfbeeldingsgegevens weergeven in een enkele kleur
Klik op OK.
Wanneer u de afbeelding afdrukt, wordt deze in een enkele kleur afgedrukt.
Belangrijk
Als het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) is
ingeschakeld, is Monochroomeffecten (Monochrome Effects) niet beschikbaar voor selectie.
Naar boven
Pagina 330 van 489 pagina'sAfbeeldingsgegevens weergeven in een enkele kleur
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Afbeeldingsgegevens weergeven in levendige kleuren
P023
Afbeeldingsgegevens weergeven in levendige kleuren
Deze functie is niet beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
Met de functie Vivid Photo kunt u afbeeldingsgegevens afdrukken in levendige kleuren.
Door de functie Vivid Photo worden de kleuren in achtergronden benadrukt, terwijl de huidskleur van
personen natuurlijk blijft. Met deze functie kunt u levendige kleuren nog levendiger maken.
De procedure voor het gebruik van Vivid Photo is als volgt:
U kunt levendige kleuren ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken
(Photo Printing) te kiezen onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens
Extra functies (Additional Features) te kiezen.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel Vivid Photo in
Schakel het selectievakje Vivid Photo in op het tabblad Effecten (Effects).
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Wanneer u de afbeelding afdrukt, wordt deze met levendige kleuren afgedrukt.
Pagina 331 van 489 pagina'sAfbeeldingsgegevens weergeven in levendige kleuren
Naar boven
Pagina 332 van 489 pagina'sAfbeeldingsgegevens weergeven in levendige kleuren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Gekartelde randen verwijderen
P407
Gekartelde randen verwijderen
Deze functie is niet beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
Met de functie Image Optimizer kunt u de gekartelde randen verminderen die ontstaan wanneer u foto's
en afbeeldingen vergroot met behulp van een toepassing. Zo krijgt u mooie afdrukken met vloeiende
randen. Deze functie is vooral handig wanneer u afbeeldingen met een lage resolutie uit webpagina's
afdrukt.
De procedure voor het gebruik van Image Optimizer is als volgt:
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel Image Optimizer in
Schakel het selectievakje Image Optimizer in op het tabblad Effecten (Effects).
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Foto's en afbeeldingen worden gewijzigd en met vloeiende randen afgedrukt.
Opmerking
Afhankelijk van de toepassingssoftware of de resolutie van de afbeeldingsgegevens, heeft Image
Pagina 333 van 489 pagina'sGekartelde randen verwijderen
Optimizer mogelijk geen zichtbaar effect.
Bij het gebruik van Image Optimizer kan het afdrukken langzamer verlopen.
Naar boven
Pagina 334 van 489 pagina'sGekartelde randen verwijderen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Kleureigenschappen wijzigen om kleuren te verbeteren
P408
Kleureigenschappen wijzigen om kleuren te verbeteren
Deze functie is niet beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
De functie Photo Optimizer PRO corrigeert de kleuren van afbeeldingen die zijn gemaakt met een digitale
camera of van gescande afbeeldingen. De functie is speciaal ontworpen om kleurverschuiving,
overbelichting en onderbelichting te corrigeren.
De procedure voor het gebruik van Photo Optimizer PRO is als volgt:
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel Photo Optimizer PRO in
Schakel het selectievakje Photo Optimizer PRO in op het tabblad Effecten (Effects).
Normaal gesproken is het niet nodig om het selectievakje Op hele pagina toepassen (Apply
Throughout Page) in te schakelen.
De afbeeldingen op een pagina worden afzonderlijk geoptimaliseerd.
Opmerking
Schakel het selectievakje Op hele pagina toepassen (Apply Throughout Page) in als de af te
drukken afbeeldingsgegevens zijn bewerkt (bijvoorbeeld bijgesneden of geroteerd). In dit geval
wordt de hele pagina gezien als één enkele afbeelding die moet worden geoptimaliseerd.
Pagina 335 van 489 pagina'sKleureigenschappen wijzigen om kleuren te verbeteren
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
De kleuren van de foto’s worden bij het afdrukken gecorrigeerd.
Belangrijk
Photo Optimizer PRO werkt niet als:
Achtergrond (Background) is ingesteld in het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/
Background) van het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Stempel definiëren... (Define Stamp...) is geselecteerd in het dialoogvenster Stempel/
Achtergrond (Stamp/Background) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) en een bitmap
als stempel is opgegeven.
Opmerking
Afhankelijk van de afbeelding is het mogelijk dat Photo Optimizer PRO geen zichtbaar effect heeft.
Naar boven
Pagina 336 van 489 pagina'sKleureigenschappen wijzigen om kleuren te verbeteren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
> Ruis in foto's reduceren
P024
Ruis in foto's reduceren
Deze functie is niet beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
U kunt met Ruisreductie in foto (Photo Noise Reduction) de ruis in foto's reduceren die kan ontstaan bij
het gebruik van een digitale camera. Op deze manier kunt u de kwaliteit van de digitale afdruk
verbeteren.
De procedure voor het gebruik van Ruisreductie in foto (Photo Noise Reduction) is als volgt:
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel Ruisreductie in foto (Photo Noise Reduction) in
Schakel het selectievakje Ruisreductie in foto (Photo Noise Reduction) op het tabblad Effecten
(Effects) in en selecteer Normaal (Normal) of Krachtig (Strong).
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
De afbeelding wordt met minder digitale cameraruis afgedrukt.
Pagina 337 van 489 pagina'sRuis in foto's reduceren
Opmerking
De aanbevolen instelling is in de meeste gevallen Normaal (Normal). Selecteer Krachtig (Strong)
als u met Normaal (Normal) niet het gewenste resultaat krijgt.
Afhankelijk van de gebruikte toepassing of de resolutie van de afbeeldingsgegevens, is het
mogelijk dat het reduceren van ruis geen zichtbaar effect heeft.
Wanneer u deze functie gebruikt voor andere afbeeldingen dan foto's gemaakt met een digitale
camera, kan de afbeelding vervormen.
Naar boven
Pagina 338 van 489 pagina'sRuis in foto's reduceren
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen
> Overzicht van het
printerbesturingsbestand
Overzicht van het printerbesturingsbestand
Procedures van het printerstuurprogramma
Canon IJ-printerstuurprogramma
XPS-printerstuurprogramma
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
Tabblad Onderhoud
Canon IJ-statusmonitor
Canon IJ-afdrukvoorbeeld
Naar boven
Pagina 339 van 489 pagina'sOverzicht van het printerbesturingsbestand
MA-6959-V1.00
|
Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma)
|
Deze handleiding gebruiken
|
Deze handleiding afdrukken
|
Verschillende afdrukmethoden
Afdrukken met de basisinstellingen
Een paginaformaat en afdrukstand opgeven
Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde
opgeven
De nietmarge instellen
Afdrukken zonder marges starten
Passend op papier afdrukken
Afdrukken op schaal
Pagina-indeling afdrukken
Poster afdrukken
Boekje afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken
Stempel/achtergrond afdrukken
Een envelop afdrukken
Van papierbron wisselen zodat deze
overeenkomt met het doel
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken
Papierformaat instellen (aangepast formaat)
De afdrukkwaliteit wijzigen en
afbeeldingsgegevens corrigeren
Een combinatie van afdrukkwaliteit en
halftoningmethode selecteren
Een kleurendocument monochroom afdrukken
Kleurcorrectie opgeven
De kleurbalans aanpassen
De helderheid aanpassen
De intensiteit aanpassen
Het contrast aanpassen
Een illustratie simuleren
Afbeeldingsgegevens weergeven in een
enkele kleur
Afbeeldingsgegevens weergeven in levendige
kleuren
Gekartelde randen verwijderen
Kleureigenschappen wijzigen om kleuren te
verbeteren
Ruis in foto's reduceren
Printerinstellingen vanaf de computer
wijzigen
Afdrukopties wijzigen
Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren
De papierbron instellen voor normaal papier
De stroomvoorziening van de printer beheren
Het geluid van de printer reduceren
De bedieningsmodus van de printer
aanpassen
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer
De printkoppen reinigen
De papierinvoerrollen reinigen
De positie van de printkop uitlijnen
De spuitopeningen van de printkop
controleren
De binnenkant van de printer reinigen
Overzicht van het printerstuurprogramma
Canon IJ-printerstuurprogramma
XPS-printerstuurprogramma
Het eigenschappenvenster van het
printerstuurprogramma openen
Tabblad Onderhoud
Canon IJ-statusmonitor
Canon IJ-afdrukvoorbeeld
De printerstuurprogramma's bijwerken
Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen
Het onnodige printerstuurprogramma
verwijderen
Voordat u het printerstuurprogramma
installeert
Het printerstuurprogramma installeren
Bijlage
Het afdrukdocument bewerken of opnieuw
afdrukken vanuit de afdrukgeschiedenis
Een ongewenste afdruktaak verwijderen
De printer delen in een netwerk
Pagina 340 van 489 pagina'sProcedures van het printerstuurprogramma
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Overzicht van het
printerbesturingsbestand > Canon IJ-printerstuurprogramma
P025
Canon IJ-printerstuurprogramma
Het Canon IJ-printerstuurprogramma is de software die op uw computer wordt geïnstalleerd voor het
afdrukken van gegevens met deze printer.
Het Canon IJ-printerstuurprogramma converteert de afdrukgegevens die in de Windows-toepassing zijn
gemaakt, naar gegevens die de printer begrijpt en stuurt de geconverteerde gegevens naar de printer.
Aangezien de ondersteunde indeling van de afdrukgegevens per model verschilt, moet u een Canon IJ-
printerstuurprogramma gebruiken dat geschikt is voor het model dat u gebruikt.
Help voor het printerstuurprogramma gebruiken
In de Help worden de instellingen van het stuurprogramma beschreven. U kunt deze help openen via het
venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken van het Canon IJ-printerstuurprogramma.
Alle beschrijvingen van een tabblad weergeven...
Klik op de knop Help op een tabblad. Er wordt een dialoogvenster geopend met daarin een
beschrijving van alle items op het tabblad.
U kunt ook op de koppeling in de beschrijving van een item klikken om een beschrijving van het
gekoppelde dialoogvenster weer te geven.
Een beschrijving van elk item weergeven...
Klik met de rechtermuisknop op het item waarover u informatie wilt weergeven en klik op Wat is dit?
(What's This?).
U kunt ook klikken op de knop Help rechts op de titelbalk en vervolgens klikken op het item
waarover u meer informatie wilt weergeven.
Er wordt een beschrijving van het item weergegeven.
Verwant onderwerp
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
Naar boven
Pagina 341 van 489 pagina'sCanon IJ-printerstuurprogramma
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Overzicht van het
printerbesturingsbestand
>
Canon IJ-printerstuurprogramma > XPS-printerstuurprogramma
P416
XPS-printerstuurprogramma
De volgende twee printerstuurprogramma's kunnen worden geïnstalleerd voor Windows Vista SP1 of
later:
IJ-printerstuurprogramma
XPS-printerstuurprogramma
Het XPS-printerstuurprogramma is geschikt voor afdrukken met een toepassing die afdrukken met XPS
ondersteunt.
Belangrijk
Als u het XPS-printerstuurprogramma wilt gebruiken, moet het standaard IJ-printerstuurprogramma
al op de computer zijn geïnstalleerd.
Easy-PhotoPrint EX, My Printer en andere toepassingen die bij de printer worden geleverd,
ondersteunen het XPS-printerstuurprogramma niet.
Het XPS-printerstuurprogramma installeren
Plaats de installatie-cd-rom (Setup CD-ROM) die bij de printer is geleverd en selecteer XPS-
printerstuurprogramma (XPS Printer Driver) via Aangepaste installatie (Custom Install) om het
stuurprogramma te installeren.
Het XPS-printerstuurprogramma gebruiken
Als u wilt afdrukken met het XPS-printerstuurprogramma, opent u het dialoogvenster Afdrukken (Print) in
de toepassing die u gebruikt en selecteert u 'de naam van uw printer XPS'.
Naar boven
Pagina 342 van 489 pagina'sXPS-printerstuurprogramma
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Overzicht van het
printerbesturingsbestand
>
Canon IJ-printerstuurprogramma
> Het eigenschappenvenster van het
printerstuurprogramma openen
P409
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
openen
U kunt het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen via de toepassing waarin u
werkt of via het menu Start van Windows.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via de toepassing openen
Volg onderstaande procedure om het afdrukprofiel in te stellen bij het afdrukken.
1.
Selecteer de opdracht voor het afdrukken in de toepassing die u gebruikt.
Meestal doet u dit door Afdrukken (Print) te kiezen in het menu Bestand (File) waardoor het
dialoogvenster Afdrukken (Print) wordt weergegeven.
2.
Selecteer de naam van uw printermodel en klik op Voorkeuren (Preferences) of
Eigenschappen (Properties)
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma verschijnt.
Opmerking
Afhankelijk van de toepassing die u gebruikt, kunnen de namen van opdrachten of menu's
verschillen en kan de procedure uit meer stappen bestaan. Raadpleeg de
gebruikershandleiding bij de toepassing voor meer informatie.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via het menu Start openen
Volg onderstaande procedure om onderhoudswerkzaamheden uit te voeren, zoals het reinigen van de
printkop, of om een afdrukprofiel in te stellen dat in alle toepassingen vrijwel hetzelfde is.
1.
Selecteer items in het menu Start zoals hieronder wordt aangegeven:
Als u Windows 7 gebruikt, selecteert u Start -> Apparaten en printers (Devices and Printers).
Als u Windows Vista gebruikt, selecteert u Start -> Configuratiescherm (Control Panel) ->
Hardware en geluiden (Hardware and Sound) -> Printers.
Als u Windows XP gebruikt, selecteert u Start -> Configuratiescherm (Control Panel) -> Printers
en andere hardware (Printers and Other Hardware) -> Printers en faxapparaten (Printers and
Faxes).
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw model en selecteer
Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Printing Preferences) in het weergegeven
menu.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma verschijnt.
Belangrijk
Als u het configuratievenster voor het printerstuurprogramma opent via Eigenschappen van
printer (Printer properties) (Windows 7) of Eigenschappen (Properties) (Windows Vista,
Windows XP), worden Windows-tabbladen zoals Poorten (Ports) (of Geavanceerd (Advanced))
weergegeven. Deze tabbladen verschijnen niet wanneer u het printerstuurprogramma opent
via Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Printing Preferences) of een toepassing. Raadpleeg
de gebruikershandleiding bij Windows voor meer informatie over de tabbladen met Windows-
Pagina 343 van 489 pagina'sHet eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
functies.
Naar boven
Pagina 344 van 489 pagina'sHet eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Overzicht van het
printerbesturingsbestand
>
Canon IJ-printerstuurprogramma > Tabblad Onderhoud
P410
Tabblad Onderhoud
Op het tabblad Onderhoud (Maintenance) kunt u onderhoudswerkzaamheden uitvoeren aan de printer of
de instellingen van de printer wijzigen.
Functies
De printkoppen reinigen
De papierinvoerrollen reinigen
De positie van de printkop uitlijnen
De spuitopeningen van de printkop controleren
De papierbron instellen voor normaal papier
De binnenkant van de printer reinigen
De stroomvoorziening van de printer beheren
Verwante functies
Het geluid van de printer reduceren
De bedieningsmodus van de printer aanpassen
Naar boven
Pagina 345 van 489 pagina's
Tabblad Onderhoud
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Overzicht van het
printerbesturingsbestand > Canon IJ-statusmonitor
P411
Canon IJ-statusmonitor
Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als
u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt.
De Canon IJ-statusmonitor is een toepassing die de status van de printer en de voortgang van het
afdrukken op het Windows-scherm weergeeft. U kunt aan de hand van de afbeeldingen, pictogrammen
en berichten zien wat de status van de printer is.
De Canon IJ-statusmonitor starten
De Canon IJ-statusmonitor wordt automatisch gestart wanneer gegevens naar de printer worden
gestuurd. De Canon IJ-statusmonitor wordt weergegeven als een knop op de taakbalk.
Klik op de knop van de statusmonitor die op de taakbalk wordt weergegeven. De Canon IJ-statusmonitor
verschijnt.
Opmerking
U kunt de Canon IJ-statusmonitor openen wanneer er niet wordt afgedrukt door het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma te openen en op Printerstatus weergeven...
(View Printer Status...) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) te klikken.
De informatie die op de Canon IJ-statusmonitor wordt weergegeven, kan afwijken naar gelang het
land of de regio waarin u de printer gebruikt.
Wanneer fouten optreden
De Canon IJ-statusmonitor wordt automatisch weergegeven wanneer er een fout optreedt (bijvoorbeeld
wanneer het papier op is of de inkt op raakt).
Voer in dergelijke gevallen de beschreven maatregelen uit.
Pagina 346 van 489 pagina'sCanon IJ-statusmonitor
Naar boven
Pagina 347 van 489 pagina'sCanon IJ-statusmonitor
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
Overzicht van het
printerbesturingsbestand > Canon IJ-afdrukvoorbeeld
P412
Canon IJ-afdrukvoorbeeld
Canon IJ-afdrukvoorbeeld is een toepassing die de afdrukresultaten op het scherm laat zien, voordat er
daadwerkelijk wordt afgedrukt.
Hierbij worden de instellingen gebruikt die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven. Op deze
manier kunt u de indeling, de afdrukvolgorde en het aantal pagina's van een document controleren. U
kunt ook de instelling voor het mediumtype en de papierbron wijzigen.
Als u eerst een afdrukvoorbeeld wilt zien, opent u het eigenschappenvenster van het
printerstuurprogramma
, klikt u op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) of het tabblad Afdruk (Main) en
schakelt u het selectievakje Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) in.
Als u niet eerst een afdrukvoorbeeld wilt zien, schakelt u het selectievakje uit.
Belangrijk
Zie "
Het afdrukdocument bewerken of opnieuw afdrukken vanuit de afdrukgeschiedenis " als u het
XPS-printerstuurprogramma gebruikt.
Verwant onderwerp
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken
Naar boven
Pagina 348 van 489 pagina'sCanon IJ-afdrukvoorbeeld
Uitgebreide Handleiding > Informatie over het afdrukken van disclabels
Informatie over het afdrukken van disclabels
Een disclabel afdrukken
Problemen oplossen
Naar boven
Pagina 349 van 489 pagina'sInformatie over het afdrukken van disclabels
Uitgebreide Handleiding
>
Informatie over het afdrukken van disclabels
> Een disclabel afdrukken
Een disclabel afdrukken
Voorbereidingen
Waarschuwingen wanneer u afdrukt op een disclabel
De disclade bevestigen/verwijderen
Afdrukken op een disclabel
Met CD-LabelPrint afdrukken vanaf de computer
Afdrukgebied
Naar boven
Pagina 350 van 489 pagina'sEen disclabel afdrukken
Uitgebreide Handleiding
>
Informatie over het afdrukken van disclabels
>
Een disclabel afdrukken
> Voorbereidingen
D018
Voorbereidingen
Voor het bedrukken van afdrukbare discs hebt u het volgende nodig:
Disclade
Op de bovenzijde staat een 'G'.
Adapter voor discs van 8 cm / 3,15 inch
Alleen nodig bij het bedrukken afdrukbare discs van 8 cm / 3,15 inch.
Bij verzending bevestigd aan de disclade.
Afdrukbare discs
Gebruik een afdrukbare disc van 12 cm / 4,72 inch of 8 cm / 3,15 inch met een labeloppervlak dat
met een inkjetprinter kan worden bedrukt.
Het verschil tussen een 'bedrukbare disc' en een normale bd, dvd of cd is dat het labeloppervlak een
speciale bewerking heeft ondergaan en daardoor kan worden bedrukt met een inkjetprinter.
Naar boven
Pagina 351 van 489 pagina'sVoorbereidingen
Uitgebreide Handleiding
>
Informatie over het afdrukken van disclabels
>
Een disclabel afdrukken
> Waarschuwingen
wanneer u afdrukt op een disclabel
D001
Waarschuwingen wanneer u afdrukt op een disclabel
Gebruik alleen de disclade die bij deze printer is geleverd. Op de bovenzijde staat een 'G".
Druk niet af op afdrukbare discs die niet geschikt zijn voor inkjetprinters. De inkt droogt niet en de
inkt kan problemen veroorzaken bij de disc zelf of bij apparaten waarin de disc wordt geplaatst.
Druk niet af op het opnameoppervlak van afdrukbare discs. Als u dat wel doet, worden de gegevens
onleesbaar die op de discs zijn opgenomen.
Houd de afdrukbare discs aan de randen vast. Raak de labelzijde (afdrukoppervlak) en het
opnameoppervlak niet aan.
Verwijder voordat u een afdrukbare disc in de disclade plaatst eventueel stof of ander vuil uit de
disclade. Wanneer een disc in een niet-gereinigde disclade wordt geplaatst, kunnen er krassen op
het opnameoppervlak van de disc ontstaan.
Laat het afdrukoppervlak na het afdrukken op natuurlijke wijze drogen. Gebruik geen haardroger of
direct zonlicht om de inkt te drogen. Raak het bedrukte oppervlak pas aan als de inkt helemaal
droog is.
Bevestig de disclade niet als de printer in bedrijf is.
Verwijder de disclade niet terwijl een afdrukbare disc wordt bedrukt. Hierdoor kan de printer, de
disclade of de disc beschadigd raken.
Zorg ervoor dat de reflectoren van de disclade schoon blijven en dat er geen krassen op komen.
Anders wordt de afdrukbare disc mogelijk niet door de printer herkend wanneer de disc wordt
geladen of worden de afgedrukte gegevens niet goed uitgelijnd. Als de reflectoren op de disclade
vuil worden, veegt u de reflectoren voorzichtig met een zachte, droge doek schoon zodat er geen
krassen op de reflecteren komen.
De disclade kan vuil worden bij gebruik van andere software dan CD-LabelPrint of Easy-PhotoPrint
EX.
Gebruik altijd de adapter voor discs van 8 cm / 3,15 inch voor het bedrukken van afdrukbare discs
van 8 cm / 3,15 inch.
Sluit altijd de binnenklep nadat u een afdrukbare disc hebt bedrukt.
Om de afdrukkwaliteit op het beste niveau te houden, wordt het aanbevolen om na elke tien discs te
stoppen met afdrukken wanneer er meer dan tien discs achter elkaar worden bedrukt.
U stopt het afdrukken door de disclade los te koppelen van de printer en de binnenklep te sluiten.
Na ongeveer drie minuten opent u de binnenklep, koppelt u de disclade weer aan de printer en
hervat u het afdrukken.
Naar boven
Pagina 352 van 489 pagina'sWaarschuwingen wanneer u afdrukt op een disclabel
Uitgebreide Handleiding
>
Informatie over het afdrukken van disclabels
>
Een disclabel afdrukken > De disclade
bevestigen/verwijderen
D013
De disclade bevestigen/verwijderen
De disclade bevestigen
Belangrijk
Plaats geen disclade totdat het bericht wordt weergegeven dat u de afdrukbare disc moet
laden. Daardoor kan de printer beschadigd raken.
1.
Open de papieruitvoerlade (A).
2.
Controleer of het bericht wordt weergegeven dat u de afdrukbare disc moet laden voordat
u de binnenklep (B) opent.
3.
Plaats de afdrukbare disc op de juiste manier in de disclade.
Belangrijk
Controleer of er geen vuil op de disclade zit voordat u een afdrukbare disc in de disclade
plaatst.
Raak het te bedrukken oppervlak van de disc en de reflectoren (C) in de disclade niet
aan wanneer u een afdrukbare disc in de disclade plaatst.
Afdrukbare disc van 12 cm / 4,72 inch
1. Plaats de afdrukbare disc in de disclade met het te bedrukken oppervlak naar
boven.
Pagina 353 van 489 pagina'sDe disclade bevestigen/verwijderen
Afdrukbare disc van 8 cm / 3,15 inch
1.
Zorg ervoor dat de nokjes aan beide zijden van de adapter voor discs van 8 cm / 3,
15 inch samenvallen met de uitsparingen in de disclade.
2. Plaats de afdrukbare disc van 8 cm / 3,15 inch in de disclade met het te bedrukken
oppervlak naar boven.
4.
Bevestig de disclade op de printer.
Opmerking
De disclade kan worden uitgeworpen nadat een bepaalde periode is verstreken. Als dit
gebeurt, volgt u de aanwijzingen op het scherm om de disclade te plaatsen.
5.
Houd de disclade recht terwijl u deze plaatst. Schuif de disclade door totdat de pijl (
) op
de binnenklep bijna samenvalt met de pijl ( ) op de disclade.
(D) Houd de disclade horizontaal wanneer u de lade plaatst.
(E) Breng de pijl (
) op de disclade op één lijn met de pijl ( ) op de binnenklep.
Belangrijk
Schuif de disclade niet voorbij de pijl ( ) op de binnenklep.
Pagina 354 van 489 pagina'sDe disclade bevestigen/verwijderen
De disclade verwijderen
1.
Trek de disclade naar buiten.
2.
Sluit de binnenklep.
Belangrijk
Als de binnenklep open is, kunt u niet afdrukken omdat het papier dan niet juist wordt
ingevoerd. Controleer of de binnenklep is gesloten.
3.
Verwijder de afdrukbare disc uit de disclade.
Belangrijk
Raak het bedrukte oppervlak van de disc niet aan wanneer u deze uit de disclade
verwijdert.
Opmerking
Laat het bedrukte oppervlak lang genoeg drogen voordat u de disc verwijdert. Als u op
de disclade of op de transparante delen van de binnen- of buitenrand van de afdrukbare
disc afdrukresten ziet, laat u het bedrukte oppervlak drogen en veegt u vervolgens de
afdrukresten weg.
Afdrukbare disc van 12 cm / 4,72 inch
1. Verwijder de afdrukbare disc uit de disclade.
Pagina 355 van 489 pagina'sDe disclade bevestigen/verwijderen
Afdrukbare disc van 8 cm / 3,15 inch
1. Verwijder de discadapter van 8 cm / 3,15 inch uit de disclade.
2. Verwijder de afdrukbare disc van 8 cm / 3,15 inch uit de disclade.
Belangrijk
De disclade kan niet worden gebruikt als deze is vervormd. Bewaar de disclade daarom op
een vlakke plaats.
Naar boven
Pagina 356 van 489 pagina'sDe disclade bevestigen/verwijderen
Uitgebreide Handleiding
>
Informatie over het afdrukken van disclabels
>
Een disclabel afdrukken > Afdrukken op een
disclabel
D002
Afdrukken op een disclabel
De meegeleverde disclade maakt het mogelijk afbeeldingen af te drukken op afdrukbare discs (bd, dvd,
cd enzovoort).
CD-LabelPrint is gebundelde software waarmee u gegevens kunt bewerken en wijzigen voordat u gaat
afdrukken. Installeer de software op de computer als u deze wilt gebruiken.
Met CD-LabelPrint afdrukken vanaf de computer
Opmerking
U wordt aangeraden eerst een proefafdruk te maken op een afdrukbare disc die u niet nodig hebt.
Naar boven
Pagina 357 van 489 pagina'sAfdrukken op een disclabel
Uitgebreide Handleiding
>
Informatie over het afdrukken van disclabels
>
Een disclabel afdrukken
> Met CD-LabelPrint
afdrukken vanaf de computer
D007
Met CD-LabelPrint afdrukken vanaf de computer
CD-LabelPrint is gebundelde software waarmee u gegevens kunt bewerken en wijzigen voordat u
gaat afdrukken. Installeer de software op de computer als u deze wilt gebruiken. Om deze software
te installeren, plaatst u de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM)
in het schijfstation van de computer,
voert u een Aangepaste installatie (Custom Install) uit en selecteert u CD-LabelPrint.
Raadpleeg de handleiding van CD-LabelPrint voor informatie over afdrukken met CD-LabelPrint.
Klik op Start > Alle programma's (All Programs) > CD-LabelPrint > Manual.
Naar boven
Pagina 358 van 489 pagina'sMet CD-LabelPrint afdrukken vanaf de computer
Uitgebreide Handleiding
>
Informatie over het afdrukken van disclabels
>
Een disclabel afdrukken > Afdrukgebied
D015
Afdrukgebied
Afdrukbare discs
Het afdrukgebied van de afdrukbare disc is het gebied tussen de binnen- en buitendiameter van
het label, minus 1 mm / 0,03 inch aan beide zijden.
Aanbevolen afdrukgebied
Naar boven
Pagina 359 van 489 pagina'sAfdrukgebied
Uitgebreide Handleiding
>
Informatie over het afdrukken van disclabels
> Problemen oplossen
Problemen oplossen
Er wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
Kan niet afdrukken op het disclabel
Naar boven
Pagina 360 van 489 pagina'sProblemen oplossen
Uitgebreide Handleiding
>
Informatie over het afdrukken van disclabels
>
Problemen oplossen > Er wordt een bericht
weergegeven op het computerscherm
D009
Er wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
Er worden fouten weergegeven over het bedrukken van discs
Controle 1: Als de binnenste klep is gesloten wanneer u begint met het
bedrukken van disclabels.
Open de binnenklep, plaats de disclade nogmaals op de juiste manier en druk op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) .
Open of sluit de binnenklep niet als er een afdruktaak wordt uitgevoerd. Als u dit wel doet, kan
de printer beschadigd raken.
Controle 2: Is de disclade correct geplaatst?
Open de binnenklep, plaats de disclade nogmaals op de juiste manier en druk op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) .
Controleer of u de disclade gebruikt die met de printer is meegeleverd (op de bovenzijde staat
een 'G').
Zie
De disclade bevestigen/verwijderen voor meer informatie over het plaatsen van de
disclade.
Controle 3: Is de afdrukbare disc op de disclade geplaatst?
Plaats de afdrukbare disc op de juiste manier op de disclade, bevestig de disclade nogmaals
en druk op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL)
.
Controleer of u de disclade gebruikt die met de printer is meegeleverd (op de bovenzijde staat
een 'G').
Zie
De disclade bevestigen/verwijderen voor meer informatie over het plaatsen van de
disclade.
Controle 4: Er kan een niet-herkende disc zijn geplaatst.
Canon raadt u aan discs te gebruiken die speciaal zijn behandeld om te worden bedrukt met
een inkjetprinter.
Controle 5: Is de afdrukbare disc op de disclade reeds bedrukt?
Als u discs in de disclade plaatst die al zijn bedrukt, wordt de disclade mogelijk uitgeworpen.
Probeer in dit geval nogmaals af te drukken nadat u het selectievakje Afdrukbare disc in de
disclade detecteren (Detects a printable disc in the disc tray) hebt uitgeschakeld bij
Aangepaste instellingen (Custom Settings) in op het tabblad Onderhoud (Maintenance) in het
printerstuurprogramma en klik op Verzenden (Send). Nadat de afdruk is gemaakt, schakelt u
het selectievakje Afdrukbare disc in de disclade detecteren (Detects a printable disc in the
disc tray) in en klikt u op Verzenden (Send).
Opmerking
Als het selectievakje Afdrukbare disc in de disclade detecteren (Detects a printable disc
in the disc tray) is uitgeschakeld, wordt het afdrukken mogelijk gestart zonder dat de
afdrukbare disc is geplaatst. Door het selectievakje in te schakelen wordt voorkomen dat
de disclade vuil raakt.
Naar boven
Pagina 361 van 489 pagina'sEr wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
Uitgebreide Handleiding
>
Informatie over het afdrukken van disclabels
>
Problemen oplossen > Kan niet afdrukken op
het disclabel
D010
Kan niet afdrukken op het disclabel
Het afdrukken op het disclabel wordt niet gestart
De disclade wordt niet goed ingevoerd
Disclade geblokkeerd
Het afdrukken op het disclabel wordt niet gestart
Controle 1: Is de disclade correct geplaatst?
Open de binnenklep, plaats de disclade nogmaals op de juiste manier en druk op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) .
Gebruik de disclade die bij deze printer is meegeleverd (op de bovenzijde staat een 'G').
Zie
De disclade bevestigen/verwijderen voor meer informatie over het plaatsen van de
disclade.
Controle 2: Is de afdrukbare disc op de disclade geplaatst?
Plaats de afdrukbare disc op de juiste manier op de disclade en druk op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) .
Controleer of u de disclade gebruikt die met de printer is meegeleverd (op de bovenzijde staat
een 'G').
Zie
De disclade bevestigen/verwijderen voor meer informatie over het plaatsen van de
disclade.
Controle 3: Als het afdrukken van disclabels stopt voordat dit is voltooid,
probeert u de bewerking nogmaals uit te voeren.
Als een bepaalde periode is verstreken tijdens het bedrukken van een disclabel, stopt de
printer met initialiseren.
De printer gaat verder met initialiseren als u op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/
CANCEL)
drukt.
Probeer de bewerking nogmaals door de aanwijzingen op het scherm te volgen.
De disclade wordt niet goed ingevoerd
Controle 1: Is de disclade correct geplaatst?
Plaats de disclade nogmaals op de juiste manier en druk op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) .
Controleer of u de disclade gebruikt die met de printer is meegeleverd (op de bovenzijde staat
een 'G').
Zie
De disclade bevestigen/verwijderen voor meer informatie over het plaatsen van de
disclade.
Controle 2: Er kan een niet-herkende disc zijn geplaatst.
Canon raadt u aan discs te gebruiken die speciaal zijn behandeld om te worden bedrukt met
een inkjetprinter.
Controle 3: Is de afdrukbare disc op de disclade reeds bedrukt?
Als u discs in de disclade plaatst die al zijn bedrukt, wordt de disclade mogelijk uitgeworpen.
Probeer in dit geval nogmaals af te drukken nadat u het selectievakje Afdrukbare disc in de
disclade detecteren (Detects a printable disc in the disc tray) hebt uitgeschakeld bij
Pagina 362 van 489 pagina'sKan niet afdrukken op het disclabel
Aangepaste instellingen (Custom Settings) in op het tabblad Onderhoud (Maintenance) in het
printerstuurprogramma en klik op Verzenden (Send). Nadat de afdruk is gemaakt, schakelt u
het selectievakje Afdrukbare disc in de disclade detecteren (Detects a printable disc in the
disc tray) in en klikt u op Verzenden (Send).
Opmerking
Als u het selectievakje Afdrukbare disc in de disclade detecteren (Detects a printable
disc in the disc tray) uitgeschakeld laat en het bedrukken van een andere afdrukbare
disc start, wordt het afdrukken mogelijk gestart zonder dat de afdrukbare disc is
geplaatst. Door het selectievakje in te schakelen wordt voorkomen dat de disclade vuil
raakt.
Disclade geblokkeerd
Trek de disclade voorzichtig naar buiten.
Als de disclade niet uit de printer kan worden getrokken, schakelt u de printer uit en vervolgens
weer in. De disclade wordt nu automatisch uitgeworpen.
Nadat de disclade naar buiten is getrokken, plaatst u de disclade (met op de bovenzijde een 'G')
opnieuw en probeert u nogmaals af te drukken. Plaats de afdrukbare disc op de juiste manier.
De disclade bevestigen/verwijderen
Als de disclade nog steeds vastzit, controleert u of er een probleem met de afdrukbare disc is.
De disclade wordt niet goed ingevoerd
Naar boven
Pagina 363 van 489 pagina'sKan niet afdrukken op het disclabel
Uitgebreide Handleiding > Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een compatibel apparaat
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een compatibel apparaat
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat
Naar boven
Pagina 364 van 489 pagina'sFoto's rechtstreeks afdrukken vanaf een compatibel apparaat
Uitgebreide Handleiding
>
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een compatibel apparaat
> Foto's rechtstreeks afdrukken
vanaf een PictBridge-compatibel apparaat
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel
apparaat
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat
Informatie over PictBridge-afdrukinstellingen
Naar boven
Pagina 365 van 489 pagina'sFoto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel ap...
Uitgebreide Handleiding
>
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een compatibel apparaat
> Foto's rechtstreeks afdrukken
vanaf een PictBridge-compatibel apparaat > Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat
U052
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel
apparaat
U kunt een PictBridge-compatibel apparaat, zoals een digitale camera, een camcorder of een mobiele
telefoon, aansluiten met een door de fabrikant van het apparaat aanbevolen USB-kabel, zodat u
opgeslagen foto's rechtstreeks kunt afdrukken zonder daarbij een computer te gebruiken.
Opmerking
Wanneer u foto's afdrukt terwijl de PictBridge-compatibele printer is aangesloten, raden we u aan
de netspanningsadapter te gebruiken die bij het apparaat is geleverd. Als u de accu van het
apparaat gebruikt, moet die volledig zijn opgeladen.
Afhankelijk van het merk en het type van het apparaat moet u mogelijk een afdrukmodus selecteren
die compatibel is met PictBridge voordat u het apparaat aansluit. U moet het apparaat mogelijk ook
handmatig inschakelen of de afspeelmodus selecteren nadat u het apparaat hebt aangesloten op
de printer.
Voer de benodigde handelingen uit op het PictBridge-compatibele apparaat voordat u het aansluit
op deze printer. Raadpleeg hiervoor de instructiehandleiding van het apparaat.
1.
Zorg dat de printer is ingeschakeld.
2.
Plaats papier.
3.
Controleer of het PictBridge-compatibele apparaat is uitgeschakeld.
4.
Sluit het PictBridge-compatibele apparaat aan op de printer. Gebruik hiervoor een
USB-kabel (A) die wordt aanbevolen door de fabrikant van het apparaat.
Het PictBridge-compatibele apparaat wordt automatisch ingeschakeld.
Zet het apparaat handmatig aan als het niet automatisch wordt ingeschakeld.
Wanneer de printer correct is aangesloten op een met PictBridge-compatibel apparaat, wordt op het
LCD-display van de printer een bericht weergegeven dat het apparaat is verbonden. Raadpleeg de
instructiehandleiding van het apparaat.
Pagina 366 van 489 pagina'sFoto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel ap...
5.
Geef de afdrukinstellingen zoals de papiersoort en indeling op.
U kunt instellingen opgeven via het menu op het LCD-scherm van uw PictBridge-compatibele
apparaat. Selecteer het papierformaat en de papiersoort die u in de printer hebt geplaatst.
Instellingen op een PictBridge-compatibel apparaat
6.
Begin met afdrukken vanaf uw PictBridge-compatibele apparaat.
Belangrijk
Koppel de USB-kabel nooit los tijdens het afdrukken, tenzij dat expliciet is toegestaan voor het
PictBridge-compatibele apparaat. Volg de aanwijzingen in de instructiehandleiding van het
apparaat wanneer u de USB-kabel tussen het PictBridge-compatibele apparaat en de printer
loskoppelt.
Naar boven
Pagina 367 van 489 pagina'sFoto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel ap...
Uitgebreide Handleiding
>
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een compatibel apparaat
> Foto's rechtstreeks afdrukken
vanaf een PictBridge-compatibel apparaat > Informatie over PictBridge-afdrukinstellingen
U053
Informatie over PictBridge-afdrukinstellingen
Instellingen op een PictBridge-compatibel apparaat
In dit gedeelte wordt de PictBridge-functie van de printer beschreven. Raadpleeg de
instructiehandleiding van het apparaat voor informatie over de afdrukinstellingen van een met
PictBridge-compatibel apparaat.
Opmerking
In de volgende beschrijving worden de namen van instellingen gebruikt van PictBridge-
compatibele apparaten van het merk Canon. De namen van de instellingen kunnen afwijken,
afhankelijk van het merk of model van uw apparaat.
Mogelijk zijn niet alle hieronder beschreven instellingen beschikbaar op bepaalde apparaten.
Wanneer u geen afdrukinstellingen kunt wijzigen op een printer, worden afbeeldingen als
volgt afgedrukt:
Papierformaat: 101,6 x 152,4 mm/4 x 6 inch
Papiersoort: Foto
Indeling: 1-up, Zonder marges
Datum/bestandsnummer afdrukken: niet afgedrukt
Afbeelding optimaliseren: De functie Photo Optimizer Pro wordt gebruikt om foto's optimaal af
te drukken.
U kunt de volgende instellingen gebruiken wanneer u afdrukt vanaf een PictBridge-compatibel
apparaat.
Papierformaat
10 x 15 cm / 4 x 6 inch, 5 x 7 inch*1, 20 x 25 cm / 8 x 10 inch, A4, 8,5 x 11
inch (Letter), 10,1 x 18 cm / 4 x 7,1 inch*2
*1 Kan alleen worden geselecteerd op bepaalde PictBridge-compatibele
apparaten van het merk Canon. (Kan mogelijk niet worden geselecteerd,
afhankelijk van het apparaat.)
*2 Op een PictBridge-compatibel apparaat van een ander merk dan
Canon kan Hi Vision worden weergegeven.
Papiersoort
Standaard: Glossy Foto Papier Extra II PP-201
Foto:
Glossy Foto Papier Extra II PP-201/Glanzend Fotopapier 'voor frequent
gebruik' GP-501/Glossy Foto Papier GP-502/Photo Paper Plus
Halfglans SG-201/Fotostickers*
* Als u afdrukt op stickervellen, selecteert u 10 x 15 cm/4" x 6" (4" x 6"/
10 x 15 cm) bij Papierformaat (Paper size). Stel Indeling (Layout) niet
in op Zonder marges (Borderless).
Snelle foto:
Professioneel Foto Platinum PT-101
Gewoon:
A4/Letter
Als Papiersoort (Paper type) is ingesteld op Gewoon (Plain), is
afdrukken zonder marges uitgeschakeld, ook al is Indeling (Layout)
ingesteld op Zonder marges (Borderless).
Indeling Standaard (zonder marges), Index, Met marges, Zonder marges, N-up (2,
4 , 9, 16)*1, 20-up*2, 35-up*3
*1 Indeling compatibel met papier van A4- of Letter-formaat en
bovenstaande Canon-stickers.
A4/Letter: 4-up
Fotostickers: 2-up, 4-up, 9-up, 16-up.
*2 Als u met een PictBridge-compatibel apparaat van Canon items
selecteert met een 'i'-markering, kunt u opnamegegevens (Exif Data)
afdrukken in een lijstindeling (20-up) of op de marges van de
Pagina 368 van 489 pagina'sInformatie over PictBridge-afdrukinstellingen
geselecteerde gegevens (1-up). (Deze functie is mogelijk niet
beschikbaar met sommige PictBridge-compatibele apparaten van
Canon.)
*3 Afgedrukt in 35 mm filmindeling (indeling afdrukken). Alleen
beschikbaar met een PictBridge-compatibel apparaat van Canon. (Deze
functie is mogelijk niet beschikbaar met sommige PictBridge-compatibele
apparaten van Canon.)
Afdrukdatum en
bestandsnummer
Standaard (Uit: Niet afdrukken), Datum, Bestandsnummer, Beide, Uit
Afbeelding
optimaliseren
Standaard*1, Aan (Exif Print), Uit, NR (ruisreductie)*2, Levendig*2,
Gezicht*2, Rode ogen*2
*1 Foto's worden geoptimaliseerd voor afdrukken met de functie Photo
Optimizer Pro.
*2 Kan alleen worden geselecteerd op bepaalde PictBridge-compatibele
apparaten van het merk Canon. (Kan mogelijk niet worden geselecteerd,
afhankelijk van het apparaat.)
Bijsnijden
Standaard (Uit: niet bijsnijden), Aan (instellingen van camera volgen), Uit
Naar boven
Pagina 369 van 489 pagina'sInformatie over PictBridge-afdrukinstellingen
Uitgebreide Handleiding > Onderhoud
Onderhoud
De printer reinigen
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer
Naar boven
Pagina 370 van 489 pagina'sOnderhoud
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud > De printer reinigen
De printer reinigen
Reiniging
De buitenkant van de printer reinigen
De uitstekende delen binnen in de printer reinigen
Naar boven
Pagina 371 van 489 pagina'sDe printer reinigen
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud > De printer reinigen
> Reiniging
U059
Reiniging
In dit gedeelte wordt de reinigingsprocedure beschreven die noodzakelijk is voor het onderhoud van de
printer.
Belangrijk
Gebruik voor het reinigen geen tissues, papieren handdoekjes, doeken met een grove structuur of
soortgelijk materiaal omdat deze krassen kunnen veroorzaken. Poeder of dunne draadjes van
tissues en papier kunnen bovendien in de printer achterblijven en problemen veroorzaken,
bijvoorbeeld een verstopte printkop of slechte afdrukresultaten. Gebruik altijd een zachte doek.
Gebruik nooit vluchtige vloeistoffen zoals verdunners, wasbenzine, aceton of andere chemische
reinigingsmiddelen om de printer te reinigen. Deze middelen kunnen storingen veroorzaken of de
printer beschadigen.
De buitenkant van de printer reinigen
De uitstekende delen binnen in de printer reinigen
Naar boven
Pagina 372 van 489 pagina'sReiniging
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud > De printer reinigen > De buitenkant van de printer reinigen
U060
De buitenkant van de printer reinigen
Gebruik altijd een zachte doek, bijvoorbeeld een brillendoekje, en veeg vuilresten voorzichtig van het
oppervlak. Strijk eventuele kreukels in de doek zo nodig glad voordat u de doek gebruikt.
Belangrijk
Schakel de printer altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat
reinigen.
Gebruik geen tissues, papieren handdoekjes, doeken met een grove structuur of soortgelijk
materiaal omdat deze krassen kunnen veroorzaken.
Naar boven
Pagina 373 van 489 pagina'sDe buitenkant van de printer reinigen
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud > De printer reinigen > De uitstekende delen binnen in de printer reinigen
U063
De uitstekende delen binnen in de printer reinigen
Als er inktresten zijn achtergebleven op de uitstekende delen binnen in de printer, kunt u deze met
bijvoorbeeld een wattenstaafje schoonmaken.
Belangrijk
Schakel de printer altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat
reinigen.
Naar boven
Pagina 374 van 489 pagina'sDe uitstekende delen binnen in de printer reinigen
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud
> Onderhoud uitvoeren vanaf een computer
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer
De printkoppen reinigen
De papierinvoerrollen reinigen
De positie van de printkop uitlijnen
Handmatig uitlijnen van de printkop
De spuitopeningen van de printkop controleren
De binnenkant van de printer reinigen
Naar boven
Pagina 375 van 489 pagina'sOnderhoud uitvoeren vanaf een computer
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud >
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer
> De printkoppen reinigen
P026
De printkoppen reinigen
Met de functie Reiniging printkop kunt u verstopte spuitopeningen in de printkop weer vrijmaken. Reinig
de printkoppen wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt, ook al is er
genoeg inkt.
De procedure voor het reinigen van de printkoppen is als volgt:
Reiniging (Cleaning)
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Reiniging (Cleaning) op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
Het dialoogvenster Reiniging printkop (Print Head Cleaning) wordt geopend. Volg de instructies in
het dialoogvenster op.
Klik op Initiële controle-items (Initial Check Items) om de items te bekijken die u moet controleren
voordat u Reiniging (Cleaning) uitvoert.
3.
Voor de reiniging uit
Zorg dat de printer is ingeschakeld en klik op Uitvoeren (Execute).
Het reinigen van de printkop wordt gestart.
4.
Voltooi de reiniging
Het dialoogvenster Controle spuitopening (Nozzle Check) wordt geopend na het
bevestigingsbericht.
5.
Controleer de resultaten
Klik op de knop Controleraster afdrukken (Print Check Pattern) om te controleren of de
afdrukkwaliteit is verbeterd. Klik op Annuleren (Cancel) als u deze controle niet wilt uitvoeren.
Als het eenmaal reinigen van de printkop het probleem niet oplost, herhaalt u het reinigingsproces.
Diepte-reiniging (Deep Cleaning)
Diepte-reiniging (Deep Cleaning) is grondiger dan een normale reiniging. U gebruikt deze functie als
een probleem met de printkop niet wordt opgelost nadat u de functie Reiniging (Cleaning) tweemaal
hebt uitgevoerd.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Diepte-reiniging (Deep Cleaning) op het tabblad Onderhoud (Maintenance)
Het dialoogvenster Diepte-reiniging (Deep Cleaning) wordt geopend. Volg de instructies in het
dialoogvenster op.
Klik op Initiële controle-items (Initial Check Items) om de items te bekijken die u moet controleren
voordat u Diepte-reiniging (Deep Cleaning) uitvoert.
Pagina 376 van 489 pagina'sDe printkoppen reinigen
3.
Voer de diepte-reiniging uit
Zorg dat de printer is ingeschakeld en klik op Uitvoeren (Execute).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
De diepte-reiniging wordt gestart.
4.
Voltooi de diepte-reiniging
Het dialoogvenster Controle spuitopening (Nozzle Check) wordt geopend na het
bevestigingsbericht.
5.
Controleer de resultaten
Klik op de knop Controleraster afdrukken (Print Check Pattern) om te controleren of de
afdrukkwaliteit is verbeterd. Klik op Annuleren (Cancel) als u deze controle niet wilt uitvoeren.
Belangrijk
Bij Reiniging (Cleaning) wordt een kleine hoeveelheid inkt gebruikt. Bij Diepte-reiniging (Deep
Cleaning) wordt meer inkt gebruikt dan bij Reiniging (Cleaning).
Wanneer u de printkoppen vaak reinigt, zal de inktvoorraad snel slinken. Voer daarom alleen een
reiniging uit wanneer dit noodzakelijk is.
Opmerking
Als na Diepte-reiniging (Deep Cleaning) geen verbetering optreedt, schakelt u de printer uit, wacht
u 24 uur en voert u Diepte-reiniging (Deep Cleaning) opnieuw uit. Als er nog steeds geen
verbetering optreedt, is de inkt mogelijk op of is de printkop versleten. Zie De printer beweegt, maar
er wordt geen inkt toegevoerd voor informatie over de te nemen maatregelen.
Verwant onderwerp
De spuitopeningen van de printkop controleren
Naar boven
Pagina 377 van 489 pagina'sDe printkoppen reinigen
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud >
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer
> De papierinvoerrollen reinigen
P027
De papierinvoerrollen reinigen
Hiermee reinigt u de papierinvoerrol. U doet dit als er stukjes papier aan de papierinvoerrol vastzitten en
het papier niet goed wordt ingevoerd.
De procedure voor het reinigen van de papierinvoerrol is als volgt:
Reiniging rollen (Roller Cleaning)
1.
Bereid de printer voor
Verwijder alle vellen papier uit de papierbron vanwaar papier niet goed kan worden ingevoerd.
2.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
3.
Klik op Reiniging rollen (Roller Cleaning) op het tabblad Onderhoud (Maintenance)
Het dialoogvenster Reiniging rollen (Roller Cleaning) wordt weergegeven.
4.
Selecteer Achterste lade (Rear Tray) of Cassette en klik op OK
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
5.
Voer het reinigen van de papierinvoerrollen uit
Zorg dat de printer is ingeschakeld en klik op OK.
Het reinigen van de papierinvoerrol wordt gestart.
6.
Voltooi het reinigen van de papierinvoerrollen
Wanneer de rollen zijn gestopt, volgt u de instructie in het bericht, plaatst u drie vellen gewoon
papier in de geselecteerde papierbron en klikt u op OK.
Het papier wordt uitgevoerd en het reinigen van de invoerrollen wordt voltooid.
Naar boven
Pagina 378 van 489 pagina'sDe papierinvoerrollen reinigen
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud >
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer
> De positie van de printkop uitlijnen
P028
De positie van de printkop uitlijnen
Bij het uitlijnen van de printkoppen worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor
kleuren en lijnen beter worden afgedrukt.
Deze printer ondersteunt twee methoden voor het uitlijnen van de printkop: automatische uitlijning en
handmatige uitlijning. Normaal gesproken staat de printer ingesteld op automatische uitlijning.
Als het afdrukresultaat na een automatische printkopuitlijning niet naar wens is, ziet u '
Handmatig
uitlijnen van de printkop ' en voert u handmatige uitlijning uit. U kunt een handmatige uitlijning uitvoeren
door te klikken op Aangepaste instellingen (Custom Settings) op het tabblad Onderhoud (Maintenance)
en vervolgens het selectievakje Koppen handmatig uitlijnen (Align heads manually) in te schakelen.
De procedure voor het uitlijnen is van de printkop is als volgt:
Uitlijning printkop (Print Head Alignment)
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Uitlijning printkop (Print Head Alignment) op het tabblad Onderhoud
(Maintenance)
Het dialoogvenster Uitlijning printkop starten (Start Print Head Alignment) wordt geopend.
3.
Plaats het papier in de printer
Plaats een vel Matglans Foto Papier (MP-101) van A4- of Letter-formaat in de achterste lade.
Opmerking
De mediatypen en aantallen vellen die u kunt gebruiken zijn anders als u de handmatige
uitlijning van koppen heeft geselecteerd.
4.
Voer het uitlijnen van de printkop uit
Zorg dat de printer aan staat en klik op Printkop uitlijnen (Align Print Head).
Volg de instructie in het bericht.
Opmerking
Als u de huidige instelling wilt afdrukken en controleren, opent u het dialoogvenster Uitlijning
printkop starten (Start Print Head Alignment) en klikt u op Uitlijningswaarde afdrukken (Print
Alignment Value).
Naar boven
Pagina 379 van 489 pagina'sDe positie van de printkop uitlijnen
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud >
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer
> Handmatig uitlijnen van de printkop
U065
Handmatig uitlijnen van de printkop
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de printkop handmatig kunt uitlijnen.
Als het automatisch uitlijnen van de printkop niet het gewenste resultaat oplevert, kunt u de volgende
procedure uitvoeren om de printkop handmatig uit te lijnen voor een nauwkeuriger resultaat.
Raadpleeg Routineonderhoud voor meer informatie over het automatisch uitlijnen van de printkop.
Opmerking
Sluit de binnenklep als deze is geopend.
Het uitlijningspatroon voor de printkop wordt alleen in zwart en blauw afgedrukt.
1.
Zorg dat de printer is ingeschakeld.
2.
Plaats drie vellen papier van A4- of Letter-formaat in de cassette.
3.
Open de papieruitvoerlade en trek de verlenging van de uitvoerlade uit.
4.
Druk het patroon af.
1.
Open het dialoogvenster Printereigenschappen.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via het menu Start openen
2.
Klik op het tabblad Onderhoud (Maintenance) en vervolgens op Aangepaste instellingen
(Custom Settings).
3.
Schakel het selectievakje Koppen handmatig uitlijnen (Align heads manually) in en klik op
Verzenden (Send).
4.
Bevestig het weergegeven bericht en klik op OK.
5.
Klik op Uitlijning printkop (Print Head Alignment) op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
6.
Bevestig het bericht dat wordt weergegeven en klik op Printkop uitlijnen (Align Print Head).
Belangrijk
Open de bovenklep niet als er een afdruktaak wordt uitgevoerd.
Opmerking
Als u de huidige instelling wilt controleren, klikt u op Uitlijningswaarde afdrukken (Print
Alignment Value) en drukt u het raster af.
7. Nadat het raster is voltooid, klikt u op Ja (Yes).
Het dialoogvenster voor het invoeren van een waarde voor printkopuitlijning wordt
weergegeven.
5.
Kijk naar de eerste afdruk en pas vervolgens de positie van de printkop aan.
1.
Controleer de afgedrukte rasters en selecteer in kolom A het nummer van het raster met de
minst waarneembare verticale strepen.
Pagina 380 van 489 pagina'sHandmatig uitlijnen van de printkop
Opmerking
Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale
witte strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
(A) Minder duidelijk zichtbare verticale witte strepen
(B) Duidelijk zichtbare verticale witte strepen
2.
Herhaal deze procedure totdat u als laatste het nummer van het raster in kolom G hebt
geselecteerd en klik op OK.
Selecteer voor kolom F en G de instellingen die de minst waarneembare horizontale strepen
veroorzaken.
Opmerking
Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale
witte strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
(C) Minder duidelijk zichtbare horizontale witte strepen
(D) Duidelijk zichtbare horizontale witte strepen
3.
Bevestig het weergegeven bericht en klik op OK.
Het tweede raster wordt afgedrukt.
Pagina 381 van 489 pagina'sHandmatig uitlijnen van de printkop
Belangrijk
Open de bovenklep niet als er een afdruktaak wordt uitgevoerd.
6.
Kijk naar de tweede afdruk en pas vervolgens de positie van de printkop aan.
1.
Controleer de afgedrukte rasters en selecteer in kolom H het nummer van het raster met de
minst waarneembare verticale strepen.
Opmerking
Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale
witte strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
(E) Minder duidelijk zichtbare verticale witte strepen
(F) Duidelijk zichtbare verticale witte strepen
2.
Herhaal deze procedure totdat u als laatste het nummer van het raster in kolom Q hebt
geselecteerd en klik op OK.
3.
Bevestig het weergegeven bericht en klik op OK.
Het derde raster wordt afgedrukt.
Belangrijk
Open de bovenklep niet als er een afdruktaak wordt uitgevoerd.
7.
Kijk naar de derde afdruk en pas vervolgens de positie van de printkop aan.
1.
Controleer de afgedrukte rasters en selecteer in kolom A het nummer van het raster met de
minst waarneembare horizontale strepen.
Pagina 382 van 489 pagina'sHandmatig uitlijnen van de printkop
Opmerking
Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale
witte strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
(G) Minder zichtbare horizontale witte strepen
(H) Beter zichtbare horizontale witte strepen
2.
Herhaal deze procedure totdat u als laatste het nummer van het raster in kolom J hebt
geselecteerd en klik op OK.
3.
Bevestig het weergegeven bericht en klik op OK.
Het handmatig uitlijnen van de printkop is voltooid.
Naar boven
Pagina 383 van 489 pagina'sHandmatig uitlijnen van de printkop
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud >
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer
> De spuitopeningen van de printkop
controleren
P029
De spuitopeningen van de printkop controleren
Met de functie Controle spuitopening kunt u controleren of de printkoppen goed functioneren. Hierbij
wordt een controleraster afgedrukt. Druk een controleraster af wanneer de afdruk vaag is of een
bepaalde kleur niet wordt afgedrukt.
De procedure voor het afdrukken van een controleraster is als volgt:
Controle spuitopening (Nozzle Check)
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Controle spuitopening (Nozzle Check) op het tabblad Onderhoud
(Maintenance)
Het dialoogvenster Controle spuitopening (Nozzle Check) wordt weergegeven.
Klik op Initiële controle-items (Initial Check Items) om de items weer te geven die u moet
controleren voordat u het controleraster voor spuitopeningen afdrukt.
3.
Plaats het papier in de printer
Plaats een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat in de cassette.
4.
Druk een controleraster voor de spuitopeningen af
Zorg dat de printer is ingeschakeld en klik op Controleraster afdrukken (Print Check Pattern).
Het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen start.
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
Het dialoogvenster Rastercontrole (Pattern Check) wordt geopend.
5.
Controleer het afdrukresultaat
Controleer het afdrukresultaat. Klik op Afsluiten (Exit) als het afdrukresultaat normaal is.
Klik op Reiniging (Cleaning) om de printkop te reinigen als de afdruk vegen bevat of bepaalde
secties niet zijn afgedrukt.
Verwant onderwerp
De printkoppen reinigen
Naar boven
Pagina 384 van 489 pagina'sDe spuitopeningen van de printkop controleren
Uitgebreide Handleiding
>
Onderhoud >
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer
> De binnenkant van de printer
reinigen
P030
De binnenkant van de printer reinigen
Voer een reiniging van de onderste plaat uit voordat u dubbelzijdig afdrukt, om te voorkomen dat er vegen
op de achterzijde van het papier ontstaan.
Voer ook een reiniging van de onderste plaat uit als er inktvegen op een afdruk voorkomen die niet
worden veroorzaakt door de afdrukgegevens.
De procedure voor het reinigen van de onderste plaat is als volgt:
Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning)
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning) op het tabblad Onderhoud
(Maintenance)
Het dialoogvenster Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning) wordt geopend.
3.
Plaats het papier in de printer
Vouw het normale papier van A4- of Letter-formaat horizontaal doormidden en vervolgens weer uit,
zoals aangegeven in het dialoogvenster.
Plaats het papier in de lengte en met de punt van de vouw naar beneden gericht in de achterste
lade.
4.
Voer de reiniging van de onderste plaat uit
Zorg dat de printer is ingeschakeld en klik op Uitvoeren (Execute).
Het reinigen van de onderste plaat wordt gestart.
Naar boven
Pagina 385 van 489 pagina'sDe binnenkant van de printer reinigen
Uitgebreide Handleiding > De printerinstellingen wijzigen
De printerinstellingen wijzigen
Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen
Naar boven
Pagina 386 van 489 pagina'sDe printerinstellingen wijzigen
Uitgebreide Handleiding
>
De printerinstellingen wijzigen > Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen
Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen
Afdrukopties wijzigen
Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren
De papierbron instellen voor normaal papier
De stroomvoorziening van de printer beheren
Het geluid van de printer reduceren
De bedieningsmodus van de printer aanpassen
Naar boven
Pagina 387 van 489 pagina'sPrinterinstellingen vanaf de computer wijzigen
Uitgebreide Handleiding
>
De printerinstellingen wijzigen > Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen
> Afdrukopties
wijzigen
P413
Afdrukopties wijzigen
U kunt de gedetailleerde instellingen voor het printerstuurprogramma wijzigen voor afdrukgegevens die
worden verzonden vanuit een toepassing.
Schakel dit selectievakje in als een deel van de afbeeldingsgegevens wordt afgesneden, de papierbron
tijdens het afdrukken verschilt van de instellingen in het stuurprogramma, of als het afdrukken mislukt.
De procedure voor het wijzigen van de afdrukopties is als volgt:
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Afdrukopties... (Print Options...) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup)
Het dialoogvenster Afdrukopties (Print Options) wordt geopend.
Opmerking
Als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt, zijn bepaalde functies niet beschikbaar.
3.
Wijzig de individuele instellingen
Wijzig desgewenst de instelling van elk item en klik op OK.
Het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) wordt opnieuw weergegeven.
Pagina 388 van 489 pagina'sAfdrukopties wijzigen
Naar boven
Pagina 389 van 489 pagina'sAfdrukopties wijzigen
Uitgebreide Handleiding
>
De printerinstellingen wijzigen > Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen
> Een
veelgebruikt afdrukprofiel registreren
P417
Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren
U kunt een veelgebruikt afdrukprofiel registreren bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used
Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Afdrukprofielen die u niet meer nodig hebt, kunt u
op elk gewenst moment verwijderen.
De procedure voor het opslaan van een afdrukprofiel is als volgt:
Een afdrukprofiel registreren
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel de benodigde items in
Selecteer het afdrukprofiel dat u wilt gebruiken bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used
Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) en wijzig zo nodig de instellingen onder Extra
functies (Additional Features).
U kunt de gewenste items ook instellen op de tabbladen Afdruk (Main), Pagina-instelling (Page
Setup) en Effecten (Effects).
Opmerking
Het tabblad Effecten (Effects) is niet beschikbaar als het XPS-printerstuurprogramma wordt
gebruikt.
3.
Klik op Opslaan... (Save...)
Het dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used Settings) wordt
geopend.
Pagina 390 van 489 pagina'sEen veelgebruikt afdrukprofiel registreren
4.
Sla de instellingen op
Geef een naam op in het veld Naam (Name) en stel de items desgewenst in via Opties...
(Options...). Klik vervolgens op OK.
Het afdrukprofiel wordt opgeslagen en het tabblad Snel instellen (Quick Setup) wordt opnieuw
weergegeven.
De naam en het pictogram worden toegevoegd aan de lijst Veelgebruikte instellingen (Commonly
Used Settings).
Belangrijk
Klik op Opties... (Options...) om het paginaformaat, de afdrukstand en het aantal exemplaren dat u
hebt ingesteld op te slaan, en controleer elk item.
Opmerking
Wanneer u het printerstuurprogramma opnieuw installeert of een upgrade van het stuurprogramma
uitvoert, worden de geregistreerde afdrukinstellingen verwijderd uit Veelgebruikte instellingen
(Commonly Used Settings).
U kunt de geregistreerde afdrukinstellingen niet opslaan en behouden. Als een profiel wordt
verwijderd, moet u de afdrukinstellingen opnieuw registreren.
Een afdrukprofiel verwijderen
1.
Selecteer het afdrukprofiel dat u wilt verwijderen
Selecteer het afdrukprofiel dat u wilt verwijderen uit de lijst Veelgebruikte instellingen (Commonly
Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
2.
Verwijder het afdrukprofiel
Klik op Verwijderen (Delete). Klik op OK in het bevestigingsbericht.
Het geselecteerde afdrukprofiel wordt verwijderd uit de lijst Veelgebruikte instellingen (Commonly
Used Settings).
Opmerking
Afdrukprofielen die in de begininstellingen zijn geregistreerd, kunnen niet worden verwijderd.
Naar boven
Pagina 391 van 489 pagina'sEen veelgebruikt afdrukprofiel registreren
Uitgebreide Handleiding
>
De printerinstellingen wijzigen > Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen > De papierbron
instellen voor normaal papier
P032
De papierbron instellen voor normaal papier
Als u Automatisch selecteren (Automatically Select) selecteert bij Papierbron (Paper Source), kunt u het
printerstuurprogramma gebruiken om de papierbron voor normaal papier te selecteren.
De procedure voor het instellen van de papierbron is als volgt:
Papierbroninstelling voor normaal papier (Paper Source Setting for Plain
Paper)
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Papierbroninstelling voor normaal papier (Paper Source Setting for Plain
Paper) op het tabblad Onderhoud (Maintenance)
Het dialoogvenster Papierbroninstelling voor normaal papier (Paper Source Setting for Plain Paper)
wordt weergegeven.
Opmerking
Als de printer uit staat of bidirectionele communicatie is uitgeschakeld, kan een bericht
verschijnen omdat de computer de printerstatus niet kan vaststellen.
Als dit gebeurt, klikt u op OK om de meest recente instellingen op de computer weer te geven.
3.
Verzend de instellingen
Selecteer de papierbron voor normaal papier en klik vervolgens op de knop Verzenden (Send).
De geselecteerde instellingen zijn geactiveerd.
Belangrijk
Bij de beschrijvingen in de handleiding van de printer wordt ervan uitgegaan dat het gewone papier
wordt ingevoerd vanuit de cassette. Wanneer u de papierbroninstelling wijzigt, kunt u 'cassette' in
alle gevallen vervangen door de nieuwe papierbron.
Naar boven
Pagina 392 van 489 pagina'sDe papierbron instellen voor normaal papier
Uitgebreide Handleiding
>
De printerinstellingen wijzigen > Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen
> De
stroomvoorziening van de printer beheren
P414
De stroomvoorziening van de printer beheren
Met deze functie kunt u de stroomvoorziening van de printer vanuit het printerstuurprogramma beheren.
De procedure voor het beheren van de stroomvoorziening is als volgt:
Printer uit (Power Off)
Met de functie Printer uit (Power Off) schakelt u de printer uit. Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u de
printer niet inschakelen vanuit het printerstuurprogramma.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Voer het uitzetten van de printer uit
Klik op Printer uit (Power Off) op het tabblad Onderhoud (Maintenance). Klik op OK in het
bevestigingsbericht.
De printer wordt uitgeschakeld en het tabblad Onderhoud (Maintenance) wordt opnieuw
weergegeven.
Printer automatisch aan/uit (Auto Power)
De functie Printer autom. uit (Auto Power Off) schakelt de printer automatisch uit wanneer gedurende
een bepaalde periode geen afdrukgegevens van de computer zijn ontvangen.
De functie Printer autom. aan (Auto Power On) schakelt automatisch de printer in als er afdrukgegevens
worden ontvangen.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Zorg dat de printer is ingeschakeld en klik op Printer automatisch aan/uit (Auto
Power) op het tabblad Onderhoud (Maintenance)
Het dialoogvenster Printer automatisch aan/uit (Auto Power Settings) wordt weergegeven.
Opmerking
Als de printer uit staat of bidirectionele communicatie is uitgeschakeld, kan een bericht
verschijnen omdat de computer de printerstatus niet kan vaststellen.
Als dit gebeurt, klikt u op OK om de meest recente instellingen op de computer weer te geven.
3.
Geef desgewenst de volgende instellingen op:
Printer autom. aan (Auto Power On)
Als u Inschakelen (Enable) selecteert in de lijst, wordt de printer ingeschakeld als er
afdrukgegevens worden ontvangen.
Printer autom. uit (Auto Power Off)
Geef een tijd op in de lijst. Als deze tijd is verstreken zonder dat er afdrukgegevens worden
ontvangen, wordt de printer automatisch uitgeschakeld.
Pagina 393 van 489 pagina'sDe stroomvoorziening van de printer beheren
4.
Verzend de instellingen
Klik op Verzenden (Send). Klik op OK in het bevestigingsbericht.
Het tabblad Onderhoud (Maintenance) wordt opnieuw weergegeven.
De functie Printer automatisch aan/uit is hierna ingeschakeld. Als u deze functie wilt uitschakelen,
selecteert u Uitschakelen (Disable) op dezelfde manier in de lijst.
Opmerking
Als de printer wordt uitgeschakeld, verschilt het bericht van statusmonitor afhankelijk van de
instelling bij Printer autom. aan (Auto Power On).
Wanneer Printer autom. aan (Auto Power On) is ingeschakeld, wordt een bericht weergegeven dat
de printer stand-by is. Wanneer Printer autom. aan (Auto Power On) is uitgeschakeld, wordt een
bericht weergegeven dat de printer offline is.
Naar boven
Pagina 394 van 489 pagina'sDe stroomvoorziening van de printer beheren
Uitgebreide Handleiding
>
De printerinstellingen wijzigen > Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen > Het geluid van
de printer reduceren
P034
Het geluid van de printer reduceren
U kunt er met deze functie voor zorgen dat de printer minder geluid maakt. Selecteer deze functie als u
wilt dat de printer 's nachts of in andere omstandigheden minder geluid maakt.
Wanneer u deze functie selecteert, kan het afdrukken langzamer verlopen.
De procedure voor het gebruiken van de stille modus is als volgt:
Stille modus (Quiet Mode)
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Stille modus (Quiet Mode) op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
Het dialoogvenster Stille modus (Quiet Mode) wordt geopend.
3.
Stel de stille modus in
Geef desgewenst een van de volgende items op:
Stille modus niet gebruiken (Do not use quiet mode)
Het geluid van de printer blijft op het normale volume staan.
Stille modus altijd gebruiken (Always use quiet mode)
Selecteer deze optie als u wilt dat de printer minder geluid maakt.
Stille modus gebruiken binnen de opgegeven tijd (Use quiet mode within specified time)
Het geluid van de printer wordt gedurende de opgegeven periode in de stille modus gezet.
Geef de Begintijd (Start time) en de Eindtijd (End time) op van de periode waarin de stille modus
actief moet zijn.
Belangrijk
U moet voor Begintijd (Start time) en Eindtijd (End time) verschillende tijden opgeven.
4.
Verzend de instellingen
Zorg dat de printer aan staat en klik op Verzenden (Send).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
De instellingen zijn geactiveerd.
Opmerking
De effecten van de stille modus kunnen misschien minder zijn, afhankelijk van de instellingen voor
de papierbron en de afdrukkwaliteit.
Naar boven
Pagina 395 van 489 pagina'sHet geluid van de printer reduceren
Uitgebreide Handleiding
>
De printerinstellingen wijzigen > Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen
> De
bedieningsmodus van de printer aanpassen
P035
De bedieningsmodus van de printer aanpassen
Indien nodig kunt u schakelen tussen verschillende bedieningsmodi van de printer.
De procedure voor het configureren van de Aangepaste instellingen (Custom Settings) is als volgt:
Aangepaste instellingen (Custom Settings)
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Zorg dat de printer is ingeschakeld en klik op Aangepaste instellingen (Custom
Settings) op het tabblad Onderhoud (Maintenance)
Het dialoogvenster Aangepaste instellingen (Custom Settings) wordt geopend.
Opmerking
Als de printer uit staat of bidirectionele communicatie is uitgeschakeld, kan een bericht
verschijnen omdat de computer de printerstatus niet kan vaststellen.
Als dit gebeurt, klikt u op OK om de meest recente instellingen op de computer weer te geven.
3.
Geef desgewenst de volgende instellingen op:
Schuring van papier voorkomen (Prevent paper abrasion)
Bij het gebruik van een hoge dichtheid kan de ruimte tussen de printkop en het papier worden
vergroot om schuring van het papier te voorkomen.
Selecteer deze optie als u deze functie wilt gebruiken.
Koppen handmatig uitlijnen (Align heads manually)
De functie Uitlijning printkop (Print Head Alignment) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) is
normaliter ingesteld op automatische uitlijning. U kunt dit echter wijzigen in handmatige uitlijning.
Als het afdrukresultaat na een automatische printkopuitlijning niet naar wens is, ziet u '
Handmatig
uitlijnen van de printkop
' en voert u handmatige uitlijning uit.
Schakel dit selectievakje in om de printkop handmatig uit te lijnen. Schakel dit selectievakje uit om
de printkop automatisch uit te lijnen.
Droogtijd inkt (Ink Drying Wait Time)
U kunt instellen hoe lang de printer moet wachten tot het afdrukken van de volgende pagina begint.
Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, is de wachttijd langer en wanneer u de
schuifregelaar naar links schuift, is de wachttijd korter.
Als het papier inktvlekken bevat, omdat de volgende pagina wordt uitgeworpen voordat de inkt op de
afgedrukte pagina heeft kunnen drogen, verhoogt u de droogtijd voor de inkt.
Wanneer u de droogtijd verlaagt, verloopt het afdrukken sneller.
4.
Verzend de instellingen
Klik op Verzenden (Send) en vervolgens op OK in het bevestigingsbericht.
Nadat u dit hebt gedaan, worden de aangepaste instellingen voor de printer gebruikt.
Naar boven
Pagina 396 van 489 pagina'sDe bedieningsmodus van de printer aanpassen
Uitgebreide Handleiding > Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als er een fout optreedt
Kan de printer niet inschakelen
Alarm-lampje knippert oranje
Het groene AAN/UIT-lampje en oranje Alarm-lampje knipperen beurtelings
Kan het printerstuurprogramma niet installeren
Kan de toepassing niet installeren
Kan geen goede verbinding maken met de computer
Afdrukresultaten niet naar behoren
De afdruktaak wordt niet gestart
Afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid
De printer beweegt, maar er wordt geen inkt toegevoerd
De afdruksnelheid is lager dan verwacht
Printkophouder beweegt niet naar de positie voor vervangen
Het papier wordt niet correct ingevoerd
Papier wordt niet ingevoerd vanuit de papierbron die is opgegeven met het printerstuurprogramma
Papierstoringen
Er wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt
Voor Windows-gebruikers
Er wordt een foutbericht weergegeven op een PictBridge-compatibel apparaat
Kan de inhoud in CREATIVE PARK PREMIUM niet gebruiken
Als u het probleem niet kunt oplossen
Veelgestelde vragen
Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma)
Naar boven
Pagina 397 van 489 pagina'sProblemen oplossen
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen
> Als er een fout optreedt
U302
Als er een fout optreedt
Als er een fout optreedt tijdens het afdrukken (het papier is bijvoorbeeld op of vastgelopen), wordt
automatisch een probleemoplossingsbericht weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht
worden beschreven. Afhankelijk van de versie van uw besturingssysteem kan het bericht er enigszins
anders uitzien.
Naar boven
Pagina 398 van 489 pagina'sAls er een fout optreedt
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen > Kan de printer niet inschakelen
U303
Kan de printer niet inschakelen
Controle 1: Druk op de knop AAN (ON)
.
Controle 2: Controleer of de stekker goed in de netsnoeraansluiting is
bevestigd en zet vervolgens de printer weer aan.
Controle 3: Haal de stekker van de printer uit het stopcontact en wacht
ten minste tien minuten. Steek daarna de stekker weer in het
stopcontact en zet de printer weer aan.
Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Naar boven
Pagina 399 van 489 pagina'sKan de printer niet inschakelen
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen > Alarm-lampje knippert oranje
U329
Alarm-lampje knippert oranje
Als er een printerfout optreedt, knippert het
alarm-lampje oranje, zoals hieronder wordt weergegeven.
Het type fout kan worden bepaald aan de hand van het aantal malen dat het lampje knippert. Tel het
aantal malen dat het lampje knippert en neem de juiste maatregelen om de fout te corrigeren.
(A) Tel het aantal malen dat het lampje knippert
(B) Knippert herhaaldelijk
Aantal malen/Oorzaak
Actie
Twee keer:
Papier is op./Het papier wordt niet ingevoerd.
Plaats het papier weer in de achterste lade of de
cassette en druk op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) .
Drie keer:
De papieruitvoerlade is gesloten./Papierstoringen.
Open de papieruitvoerlade als deze gesloten is.
De printer hervat het afdrukken.
Als het probleem niet is verholpen nadat u de
papieruitvoerlade hebt geopend of als de lade al
open was, kan er zich een papierstoring hebben
voorgedaan. Verwijder het vastgelopen papier,
plaats het papier opnieuw correct in de printer en
druk op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN
(RESUME/CANCEL)
op de printer.
Papierstoringen
Vier keer:
De inkttank is niet correct geplaatst./De inkt is
wellicht op.
Als het lampje op de inkttank niet brandt, is de
inkttank mogelijk niet correct geplaatst.
Installeer de juiste inkttank.
Als het lampje op de inkttank knippert, is de
inkt wellicht op.
Aanbevolen wordt de inkttank te vervangen.
Als de printer bezig is met een afdruktaak en u wilt
doorgaan met afdrukken, drukt u op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL)
terwijl de inkttank is geïnstalleerd. U kunt hierdoor
toch afdrukken. Aanbevolen wordt de inkttank na
het afdrukken te vervangen. Als u de printer blijft
gebruiken wanneer de inkttank leeg is, kan de
printer beschadigd raken.
Routineonderhoud
Opmerking
Raadpleeg Routineonderhoud als er
meerdere inktlampjes knipperen en
controleer de status van elke inkttank.
Pagina 400 van 489 pagina'sAlarm-lampje knippert oranje
Vijf keer:
Printkop is niet geïnstalleerd./Printkop is defect.
Volg de aanwijzingen in de installatiehandleiding
voor het installeren van de printkop.
Als de printkop reeds is geïnstalleerd, verwijdert u
de printkop en installeert u deze opnieuw.
Als het probleem nog steeds niet is verholpen, is
de printkop mogelijk beschadigd. Neem contact
op met het ondersteuningscentrum.
Zes keer:
De binnenklep is geopend.
Wanneer u begint met afdrukken op papier, sluit u
de binnenklep voordat u op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL)
op
de printer drukt.
Zeven keer:
De inkttank is niet in de juiste positie geplaatst.
Sommige inkttanks zijn niet op de juiste plaats
geïnstalleerd. (De lampjes op de inkttank
knipperen.)
Er zijn meerdere inkttanks met dezelfde kleur
geïnstalleerd. (De lampjes op de inkttank
knipperen.)
Controleer of de inkttanks op de juiste plaatsen
zijn geïnstalleerd.
Routineonderhoud
Acht keer:
Het absorptiekussen voor inkt is bijna vol.
Absorptiekussen inkt bijna vol.
Druk op de printer op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL)
om
het afdrukken te hervatten. Neem contact op met
het ondersteuningscentrum.
Negen keer:
De printer heeft geen reactie ontvangen van de
digitale camera./De aangesloten digitale camera
of camcorder is niet compatibel met deze printer.
Controleer het apparaat dat is aangesloten op
de printer. Rechtstreeks afdrukken van foto's is
alleen mogelijk met een PictBridge-
compatibel apparaat.
Er treedt een time-out in de communicatie op
als het afdrukken of het verzenden van
gegevens te lang duurt. Het afdrukken kan
hierdoor worden afgebroken. Als dat het geval
is, koppelt u de USB-kabel los en sluit u deze
weer aan.
Wanneer u afdrukt vanaf een met PictBridge-
compatibel apparaat, moet u, afhankelijk van
het merk en het type van het apparaat,
mogelijk een afdrukmodus selecteren die
compatibel is met PictBridge voordat u het
apparaat aansluit op de printer. U moet het
apparaat mogelijk ook handmatig inschakelen
of de afspeelmodus selecteren nadat u de
printer hebt aangesloten. Voer de vereiste
bewerkingen uit volgens de handleiding bij het
apparaat voordat u het apparaat aansluit.
Indien de fout zich blijft voordoen, controleert u
of u een andere foto kunt afdrukken.
Tien keer:
Dubbelzijdig afdrukken is niet mogelijk.
Het formaat van het papier is mogelijk niet
compatibel met automatisch dubbelzijdig
afdrukken. De mediumformaten die geschikt zijn
voor automatisch dubbelzijdig afdrukken zijn A4,
Letter, A5 en B5. Zorg dat papier met een correct
formaat in de printer is geplaatst. Als u op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL)
drukt, wordt het papier uitgevoerd en wordt het
afdrukken opnieuw gestart vanaf de voorzijde van
het volgende vel papier. Er wordt niet afgedrukt op
de achterzijde van het uitgevoerde papier.
Elf keer:
De spuitopeningen van de printkop zijn
Pagina 401 van 489 pagina'sAlarm-lampje knippert oranje
De automatische uitlijning van de printkop is
mislukt.
verstopt.
Druk op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN
(RESUME/CANCEL)
om het foutbericht te
verwijderen en druk het controleraster voor
spuitopeningen af om de status van de
printkop te controleren.
Routineonderhoud
Er is papier van een ander formaat dan A4 of
Letter in de achterste lade geplaatst.
Druk op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN
(RESUME/CANCEL)
om het foutbericht te
verwijderen, plaats een vel bijgeleverd papier
(papier voor uitlijning van de printkop) of
Matglans Foto Papier MP-101 van Canon van
het formaat A4/Letter met de afdrukzijde
(wittere zijde) naar BOVEN in de achterste
lade.
Plaats voor automatische uitlijning van de
printkop altijd papier in de achterste lade.
De papieruitvoerlade is blootgesteld aan een
sterke lichtbron.
Druk op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN
(RESUME/CANCEL)
om het foutbericht te
sluiten en pas vervolgens uw werkomgeving
en/of de positie van de printer aan, zodat de
papieruitvoerlade niet langer rechtstreeks
wordt blootgesteld aan sterk licht.
Als het probleem nog steeds niet is verholpen
nadat u de vorige handelingen hebt uitgevoerd en
u nogmaals de printkop hebt uitgelijnd, drukt u op
de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/
CANCEL)
om het foutbericht te
verwijderen en voert u vervolgens een handmatige
uitlijning van de printkop uit.
Handmatig uitlijnen van de printkop
Twaalf keer:
Kan de inhoud op CREATIVE PARK PREMIUM niet
afdrukken.
U kunt de inhoud op CREATIVE PARK PREMIUM
niet afdrukken.
Wanneer u de inhoud afdrukt op CREATIVE PARK
PREMIUM, bevestigt u het bericht op het
computerscherm, controleert u of voor alle kleuren
de originele Canon-inkttanks correct zijn
geïnstalleerd en start u het afdrukken opnieuw.
Dertien keer:
De inktvoorraad kan niet worden vastgesteld.
Het resterende inktniveau van de volgende inkt
kan niet juist worden vastgesteld. (Het lampje op
de inkttank knippert.)
Vervang de inkttank en sluit de bovenklep.
Routineonderhoud
Afdrukken met een inkttank die leeg is geweest,
kan de printer beschadigen.
Als u wilt doorgaan met afdrukken terwijl de inkt
op is, moet u de functie voor het vaststellen van
het resterende inktniveau uitschakelen. Houd de
knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/
CANCEL)
op de printer minstens 5
seconden ingedrukt.
Hierdoor wordt het uitschakelen van de functie
voor het detecteren van het resterende inktniveau
in het geheugen opgeslagen. Canon is niet
aansprakelijk voor een slechte werking van of
schade aan de printer veroorzaakt door opnieuw
gevulde inkttanks.
Opmerking
Pagina 402 van 489 pagina'sAlarm-lampje knippert oranje
Als de functie voor het detecteren van de
resterende hoeveelheid inkt is
uitgeschakeld, wordt op de
printerstatusmonitor de grijze inkttank
weergegeven.
Routineonderhoud
Veertien keer:
De inkttank kan niet worden herkend.
De inkttank is mogelijk niet compatibel met
deze printer. (Het lampje op de inkttank brandt
niet.)
Installeer de juiste inkttank.
Routineonderhoud
De juiste inkttank is niet geïnstalleerd.
Het afdrukken kan niet worden uitgevoerd
omdat de inkttank niet compatibel is met deze
printer.
Installeer de juiste inkttank.
Routineonderhoud
Als u het afdrukken wilt hervatten, drukt u op de
knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/
CANCEL)
op de printer.
Vijftien keer:
De inkttank kan niet worden herkend.
Er heeft zich een fout voorgedaan met een
inkttank. (Het lampje op de inkttank brandt niet.)
Vervang de inkttank.
Routineonderhoud
Zestien keer:
De inkt is op.
De inkt is op. (Het lampje op de inkttank knippert.)
Vervang de inkttank en sluit de bovenklep.
Routineonderhoud
Wanneer u in deze situatie afdrukt, kan de printer
beschadigd raken.
Als u wilt doorgaan met afdrukken terwijl de inkt
op is, moet u de functie voor het vaststellen van
het resterende inktniveau uitschakelen. Houd de
knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/
CANCEL)
op de printer minstens 5
seconden ingedrukt.
Hierdoor wordt het uitschakelen van de functie
voor het detecteren van het resterende inktniveau
in het geheugen opgeslagen. Canon is niet
aansprakelijk voor een slechte werking of
problemen veroorzaakt door het voortzetten van
het afdrukken met een lege inkttank.
Opmerking
Als de functie voor het detecteren van de
resterende hoeveelheid inkt is
uitgeschakeld, wordt op de
printerstatusmonitor de grijze inkttank
weergegeven.
Routineonderhoud
Negentien keer:
Een niet-ondersteunde USB-hub is aangesloten.
Als een PictBridge-compatibel apparaat is
aangesloten via een USB-hub, verwijdert u de hub
en sluit u de printer rechtstreeks aan.
Naar boven
Pagina 403 van 489 pagina'sAlarm-lampje knippert oranje
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen > Het groene AAN/UIT-lampje en oranje Alarm-lampje knipperen
beurtelings
U330
Het groene AAN/UIT-lampje en oranje Alarm-lampje knipperen
beurtelings
Er is een printerprobleem opgetreden.
Koppel de printerkabel los van de printer, schakel de printer uit en trek vervolgens de stekker van de
printer uit het stopcontact.
Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan.
Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Naar boven
Pagina 404 van 489 pagina'sHet groene AAN/UIT-lampje en oranje Alarm-lampje knipperen be...
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen > Kan het printerstuurprogramma niet installeren
U308
Kan het printerstuurprogramma niet installeren
Indien de installatie ook niet wordt gestart nadat de installatie-cd-rom
(Setup CD-ROM) in het cd-rom-station van uw computer is geplaatst:
Start de installatie met behulp van de volgende procedure.
1.
Klik op Start en vervolgens op Computer.
Klik in Windows XP op Start en vervolgens op Deze computer (My Computer).
2.
Dubbelklik in het weergegeven venster op het cd-rompictogram
.
Als de inhoud van de cd-rom wordt weergegeven, dubbelklikt u op MSETUP4.EXE.
Opmerking
Probeer het volgende als het cd-rom-pictogram niet wordt weergegeven:
Verwijder de cd-rom uit de computer en plaats de cd-rom opnieuw.
Start de computer opnieuw op.
Als het pictogram nog steeds niet wordt weergegeven, plaatst u een andere cd en controleert u
of deze wordt weergegeven. Als andere cd's wel worden weergegeven, is er een probleem met
de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM) . Neem in dat geval contact op met het
ondersteuningscentrum.
Als u niet verder komt dan het scherm Printeraansluiting (Printer
Connection):
Als u niet verder komt dan het scherm Printeraansluiting (Printer Connection), controleert u of de
Pagina 405 van 489 pagina'sKan het printerstuurprogramma niet installeren
USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort van de printer en is aangesloten op de computer.
Volg daarna de onderstaande procedure om MP Drivers opnieuw te installeren.
Opmerking
In Windows Vista kan de melding De printer wordt niet herkend. Controleer de aansluiting.
(The printer is not detected. Check the connection.) worden weergegeven; dit is afhankelijk van
de computer die u gebruikt. Volg in dit geval de onderstaande procedure om MP Drivers
opnieuw te installeren.
1.
Klik op Annuleren (Cancel).
2.
Klik op Opnieuw (Start Over) in het scherm Installatie mislukt (Installation
Failure).
3.
Klik in het volgende scherm op Terug (Back).
4.
Klik op Afsluiten (Exit) op het scherm PIXMA XXX (waarbij "XXX" staat voor de
naam van uw printer) en verwijder de cd-rom.
5.
Zet de printer uit.
6.
Start de computer opnieuw op.
7.
Zorg ervoor dat er geen andere toepassingen worden uitgevoerd.
8.
Plaats de cd-rom opnieuw en selecteer Eenvoudige installatie (Easy Install) om
het printerstuurprogramma te installeren.
In andere gevallen:
Volg de procedure in de installatiehandleiding om het programma correct te installeren.
Als het stuurprogramma niet op de juiste wijze is geïnstalleerd, verwijdert u het
printerstuurprogramma, start u de computer opnieuw op en installeert u het stuurprogramma
opnieuw.
Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen
Als u het printerstuurprogramma opnieuw installeert, selecteert u Aangepaste installatie (Custom
Install) op de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM)
en selecteert u daarna IJ-printerstuurprogramma
(IJ Printer Driver).
Opmerking
Als het installatieprogramma werd beëindigd als gevolg van een fout in Windows, is het
systeem mogelijk instabiel en kan het stuurprogramma wellicht niet worden geïnstalleerd.
Start uw computer opnieuw op voordat u de installatie opnieuw uitvoert.
Naar boven
Pagina 406 van 489 pagina'sKan het printerstuurprogramma niet installeren
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen > Kan de toepassing niet installeren
U347
Kan de toepassing niet installeren
Easy-WebPrint EX wordt niet gestart of het menu Easy-WebPrint EX wordt niet
weergegeven
Als Easy-WebPrint EX niet wordt gestart of als het menu niet wordt weergegeven in Internet
Explorer, controleert u het volgende.
Opmerking
U kunt Easy-WebPrint EX gebruiken met Internet Explorer 7 of later.
Controle 1: Wordt Canon Easy-WebPrint EX weergegeven in het menu
Werkbalken (Toolbars) in het menu Beeld (View) van Internet Explorer?
Als Canon Easy-WebPrint EX niet wordt weergegeven, is Easy-WebPrint EX niet op uw
computer geïnstalleerd. Voer een Aangepaste installatie (Custom Install) uit vanaf de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM)
en selecteer Easy-WebPrint EX om dit op de computer te
installeren.
Opmerking
Als Easy-WebPrint EX niet op de computer is geïnstalleerd, wordt mogelijk een bericht
waarin wordt gevraagd of u dit wilt installeren weergegeven in het systeemvak van de
taakbalk. Klik op het bericht en volg de aanwijzingen op het scherm om Easy-WebPrint
EX te installeren.
U moet verbinding hebben met internet terwijl Easy-WebPrint EX wordt geïnstalleerd of
gedownload. De kosten van de verbinding zijn voor uw rekening.
Controle 2: Is Canon Easy-WebPrint EX geselecteerd in het menu Werkbalken
(Toolbars) in het menu Beeld (View) menu van Internet Explorer?
Als Canon Easy-WebPrint EX niet is geselecteerd, is Easy-WebPrint EX uitgeschakeld.
Selecteer Canon Easy-WebPrint EX om dit in te schakelen.
Naar boven
Pagina 407 van 489 pagina'sKan de toepassing niet installeren
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen > Kan geen goede verbinding maken met de computer
U309
Kan geen goede verbinding maken met de computer
Afdruksnelheid is laag/USB Hi-Speed-verbinding werkt niet/Het bericht 'Dit apparaat kan
sneller werken' wordt weergegeven
Als uw systeemomgeving niet volledig compatibel is met Hi-Speed USB, werkt de printer
langzamer, op de snelheid van USB 1.1. In dit geval werkt de printer goed, maar kan de
afdruksnelheid afnemen door de lagere communicatiesnelheid.
Controle: Controleer het volgende om na te gaan of uw systeemomgeving een
Hi-Speed USB-verbinding ondersteunt.
Ondersteunt de USB-poort op uw computer Hi-Speed USB-verbindingen?
Ondersteunt de USB-kabel of USB-hub Hi-Speed USB-verbindingen?
Gebruik een voor Hi-Speed USB goedgekeurde kabel. Het is verstandig om geen
kabel te gebruiken die langer is dan 3 meter/10 feet.
Ondersteunt het besturingssysteem van uw computer Hi-Speed USB-verbindingen?
Zorg ervoor dat de meeste recente update voor uw computer is geïnstalleerd.
Werkt het Hi-Speed USB-stuurprogramma naar behoren?
Zorg ervoor dat de meest recente versie van het Hi-Speed USB-stuurprogramma dat
compatibel is met uw hardware op uw computer is geïnstalleerd.
Belangrijk
Voor meer informatie over Hi-Speed USB in uw systeemomgeving neemt u contact op
met de fabrikant van uw computer, USB-kabel of USB-hub.
Naar boven
Pagina 408 van 489 pagina'sKan geen goede verbinding maken met de computer
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen
> Afdrukresultaten niet naar behoren
U310
Afdrukresultaten niet naar behoren
Als de afdrukresultaten witte strepen, verkeerd afgedrukte lijnen of ongelijkmatige kleuren vertonen, kunt
u het beste eerst controleren of de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit correct zijn.
Controle 1: Komen de instellingen voor het paginaformaat en
mediumtype overeen met het formaat en type papier dat is geplaatst?
Als deze instellingen onjuist zijn, kunt u geen goed afdrukresultaat verkrijgen.
Als u een foto of illustratie wilt afdrukken, kan de kwaliteit van de afgedrukte kleuren afnemen
wanneer de papiersoort onjuist is ingesteld.
Wanneer u afdrukt met een onjuiste instelling voor de papiersoort, kan het afgedrukte oppervlak
bovendien worden bekrast.
Wanneer u afdrukt zonder marges, kunnen de kleuren ongelijkmatig zijn, afhankelijk van de
combinatie van de instelling voor de papiersoort en het geplaatste papier.
De methode waarmee u de instellingen voor het papier en de afdrukkwaliteit bevestigt, is afhankelijk
van de taken die u uitvoert met de printer.
Rechtstreeks afdrukken vanaf een
PictBridge-compatibel apparaat
Bevestig de instellingen via het PictBridge-
compatibele apparaat.
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge
-compatibel apparaat
Afdrukken vanaf een computer
Bevestig de instellingen via het
printerstuurprogramma.
Afdrukken met de basisinstellingen
Controle 2: Controleer of de juiste afdrukkwaliteit is geselecteerd.
Raadpleeg hiertoe de tabel bij Controle 1.
Selecteer een optie voor de afdrukkwaliteit die geschikt is voor het papier en de afbeelding die u
afdrukt. Als de afdruk vlekken of ongelijkmatige kleuren vertoont, verhoogt u de instelling voor de
afdrukkwaliteit en probeert u het opnieuw.
Opmerking
U kunt de instelling voor de afdrukkwaliteit niet wijzigen wanneer u afdrukt vanaf een PictBridge
-compatibel apparaat.
Controle 3: Als het probleem nog niet is opgelost, kunnen er andere
oorzaken zijn.
Zie ook de volgende gedeelten:
De afdruktaak wordt niet voltooid
Een deel van de pagina wordt niet afgedrukt
Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/Witte strepen
Lijnen worden verkeerd afgedrukt
Lijn of afbeelding wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt
Afgedrukt papier krult om of vertoont inktvlekken
Papier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen
Vegen op de achterzijde van het papier
Er worden verticale lijnen afgedrukt op de zijde van de afdruk
Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen
Pagina 409 van 489 pagina'sAfdrukresultaten niet naar behoren
Naar boven
Pagina 410 van 489 pagina'sAfdrukresultaten niet naar behoren
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren
> De afdruktaak wordt niet voltooid
U311
De afdruktaak wordt niet voltooid
Controle 1: Is de omvang van de afdrukgegevens extreem groot?
Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Schakel in het
dialoogvenster dat wordt geopend het selectievakje Verlies van afdrukgegevens voorkomen (Prevent
loss of print data) in.
Controle 2: Is er voldoende ruimte op de vaste schijf van uw computer?
Verwijder onnodige bestanden om schijfruimte vrij te maken.
Naar boven
Pagina 411 van 489 pagina'sDe afdruktaak wordt niet voltooid
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren
> Een deel van de pagina wordt niet
afgedrukt
U312
Een deel van de pagina wordt niet afgedrukt
Controle: Als u automatisch dubbelzijdig afdrukt, kan het probleem
worden veroorzaakt door het onderstaande.
Wanneer u automatisch dubbelzijdig afdrukken gebruikt, is het afdrukgebied boven aan de pagina 2
mm/0,08 inch smaller dan normaal.
Dit betekent dat de onderzijde van de pagina mogelijk niet wordt afgedrukt. U voorkomt dit door
Gereduceerd afdrukken (Use reduced printing) te selecteren in het printerstuurprogramma.
Belangrijk
Bij gereduceerd afdrukken kan de opmaak worden beïnvloed afhankelijk van uw document.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
Klik hier:
Printerstuurprogramma
* Sluit de actieve toepassing, voordat u hier klikt om het eigenschappenvenster van het
printerstuurprogramma te openen.
2.
Klik op Afdrukgebied instellen (Print Area Setup) op het tabblad Pagina-instelling
(Page Setup) en selecteer Gereduceerd afdrukken (Use reduced printing).
Naar boven
Pagina 412 van 489 pagina'sEen deel van de pagina wordt niet afgedrukt
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren
> Geen afdrukresultaten/
Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/Witte strepen
U313
Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren
/Witte strepen
Geen afdrukresultaten
Onduidelijke afdrukken
Onjuiste kleuren
Witte strepen
Pagina 413 van 489 pagina'sGeen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/Wi...
Controle 1: Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit
gecontroleerd?
Afdrukresultaten niet naar behoren
Controle 2: Controleer de status van de inkttanks. Vervang de inkttank
als de inkt op is.
Routineonderhoud
Controle 3: Is de oranje tape of beschermende folie verwijderd?
Controleer of alle beschermende folie is verwijderd en of het L-vormige luchtgat vrij is zoals is
weergegeven bij (A).
Als de oranje tape is achtergebleven zoals bij (B), trekt u aan de oranje tape en verwijdert u deze.
Controle 4: Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer
eventueel noodzakelijke onderhoud uit, zoals het reinigen van de
printkop.
Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de
spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Raadpleeg Routineonderhoud voor het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen, het
reinigen van de printkop en het uitvoeren van een diepte-reiniging van de printkop.
Als het controleraster voor de spuitopeningen niet correct wordt afgedrukt:
Controleer of de inkttank van een bepaalde kleur niet leeg is.
Als het controleraster voor de spuitopeningen niet correct wordt afgedrukt ook al is er voldoende
inkt, voert u een reiniging van de printkop uit en drukt u het controleraster voor de
spuitopeningen opnieuw af.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd:
Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
Als het probleem niet is opgelost na de diepte-reiniging van de printkop, zet u de printer uit en
voert u na 24 uur nogmaals een diepte-reiniging van de printkop uit.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de diepte-reiniging van de printkop tweemaal hebt
uitgevoerd:
Pagina 414 van 489 pagina'sGeen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/Wi...
Als het probleem nog niet is verholpen na een dieptereiniging van de printkop, is de printkop
mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Controle 5: Als u papier met één bedrukbare zijde gebruikt, controleer
dan of het paper met de bedrukbare zijde naar boven is geplaatst.
Als u afdrukt op de verkeerde zijde van dit soort papier, kunnen de afdrukken onduidelijk worden of
kan de kwaliteit minder worden.
Raadpleeg de instructiehandleiding bij het papier voor meer informatie over de bedrukbare zijde.
Naar boven
Pagina 415 van 489 pagina'sGeen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/Wi...
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren > Lijnen worden verkeerd afgedrukt
U315
Lijnen worden verkeerd afgedrukt
Controle 1: Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit
gecontroleerd?
Afdrukresultaten niet naar behoren
Controle 2: Lijn de printkop uit.
Als de printkop na de installatie verkeerd is uitgelijnd, kunnen rechte lijnen verkeerd worden
afgedrukt. Nadat de printkop is geïnstalleerd, moet u deze uitlijnen.
Routineonderhoud
Opmerking
Als het probleem niet is opgelost nadat de printkop is uitgelijnd, voert u een handmatige
uitlijning van de printkop uit aan de hand van de aanwijzingen in Handmatig uitlijnen van de
printkop
.
Naar boven
Pagina 416 van 489 pagina'sLijnen worden verkeerd afgedrukt
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren > Lijn of afbeelding wordt niet of
slechts gedeeltelijk afgedrukt
U152
Lijn of afbeelding wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt
Controle 1: Is de omvang van de afdrukgegevens extreem groot?
Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Schakel in het
dialoogvenster dat wordt geopend het selectievakje Verlies van afdrukgegevens voorkomen (Prevent
loss of print data) in.
Controle 2: Wordt de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge
gebruikt?
Als de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge wordt gebruikt, worden dunne lijnen mogelijk
niet afgedrukt. Volg de instructies bij Controle 1 of probeer de lijnen in het document dikker te
maken.
Naar boven
Pagina 417 van 489 pagina'sLijn of afbeelding wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren > Afgedrukt papier vertoont
inktvlekken of krult om
U316
Afgedrukt papier krult om of vertoont inktvlekken
Afgedrukt papier vertoont inktvlekken
Afgedrukt papier krult om
Controle 1: Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit
gecontroleerd?
Afdrukresultaten niet naar behoren
Controle 2: Als de intensiteit te hoog is ingesteld, verlaagt u de instelling
Intensiteit (Intensity) in het printerstuurprogramma en probeert u
opnieuw af te drukken.
Als u normaal papier gebruikt voor het afdrukken van afbeeldingen met een hoge intensiteit,
absorbeert het papier mogelijk te veel inkt. Hierdoor kan het gaan golven en kan er papierschuring
ontstaan.
U kunt de intensiteit controleren via het printerstuurprogramma.
De intensiteit aanpassen
Controle 3: Wordt er fotopapier gebruikt voor het afdrukken van foto's?
Als u gegevens afdrukt met een hoge kleurverzadiging, zoals foto's of afbeeldingen met diepe
kleuren, raden wij het gebruik van Glossy Foto Papier Extra II (Photo Paper Plus Glossy II) of ander
speciaal papier van Canon aan.
Papier plaatsen
Naar boven
Pagina 418 van 489 pagina'sAfgedrukt papier krult om of vertoont inktvlekken
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren
> Papier vertoont vlekken/
Papieroppervlak vertoont krassen
U317
Papier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen
Papier vertoont vlekken
De randen van het papier vertonen vlekken Het papier vertoont vlekken
Papieroppervlak vertoont krassen
Controle 1: Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit
gecontroleerd?
Afdrukresultaten niet naar behoren
Controle 2: Wordt de juiste papiersoort gebruikt? Controleer het
volgende:
Controleer of het papier waarop u afdrukt geschikt is voor het doel waarvoor het gebruikt wordt.
Papier plaatsen
Controleer als u afdrukt zonder marges of het gebruikte papier voor dit doel geschikt is.
Als het gebruikte papier niet geschikt is voor afdrukken zonder marges, kan de afdrukkwaliteit
aan de boven- en onderkant van het papier afnemen.
Afdrukgebied
Controle 3: Herstel het gekrulde papier en plaats het papier opnieuw.
Voor normaal papier
Draai het papier om en plaats het zodanig dat het aan de andere kant bedrukt wordt.
Als het papier lange tijd in de achterste lade ligt, kan het ook gaan omkrullen. In dat geval kunt u
het papier het beste met de andere zijde naar boven in de lade plaatsen. Hiermee is het
probleem mogelijk verholpen.
Het is raadzaam ongebruikt papier weer in het pak te doen en het pak op een vlak oppervlak
neer te leggen.
Voor ander papier
Als het papier in de vier hoeken meer dan 3 mm / 0,1 inch (A) omhoog krult, kan de afdruk
vlekken vertonen of kan het papier onjuist worden ingevoerd. Volg in zulke gevallen de
onderstaande procedure om het gekrulde papier te corrigeren.
Pagina 419 van 489 pagina'sPapier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen
1. Rol het papier op tegen de richting van de krul in, zoals hieronder wordt weergegeven.
2. Controleer of het papier nu vlak is.
Het is raadzaam om teruggekruld papier met een vel tegelijk in te voeren.
Opmerking
Er zijn bepaalde mediumtypen die snel besmeurd raken of niet goed kunnen worden
ingevoerd, ook al krullen ze niet naar binnen. Volg in zulke gevallen de onderstaande
procedure om het papier maximaal 3 mm / 0,1 inch naar buiten te krullen (B) voordat u begint
met afdrukken. Hiermee wordt het afdrukresultaat mogelijk verbeterd.
(C) Afdrukzijde
Het is raadzaam om papier dat naar buiten krult met een vel tegelijk in te voeren.
Controle 4: Als u op dik papier afdrukt, selecteert u de instelling
Schuring van papier voorkomen (Prevent paper abrasion).
Schakel de instelling Schuring van papier voorkomen (Prevent paper abrasion) in om de afstand
tussen de printkop en het geplaatste papier groter te maken. Als u merkt dat de printkop over het
papier schuurt, zelfs wanneer het mediumtype juist is ingesteld voor het geplaatste papier, stelt u de
printer vanaf de computer in op het voorkomen van papierschuring.
De afdruksnelheid kan afnemen als u de instelling Schuring van papier voorkomen (Prevent paper
abrasion) inschakelt.
* Schakel de instelling Schuring van papier voorkomen (Prevent paper abrasion) uit nadat het
afdrukken is voltooid. Als u de instelling niet uitschakelt, blijft deze ingeschakeld voor alle volgende
afdruktaken.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma en schakel in Aangepaste
instellingen (Custom Settings) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) het selectievakje Schuring
van papier voorkomen (Prevent paper abrasion) in en klik op Verzenden (Send).
Raadpleeg Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
voor informatie over
het openen van het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Controle 5: Als de intensiteit te hoog is ingesteld, verlaagt u de instelling
Intensiteit (Intensity) in het printerstuurprogramma en probeert u
opnieuw af te drukken.
Als u normaal papier gebruikt voor het afdrukken van afbeeldingen met een hoge intensiteit,
absorbeert het papier mogelijk te veel inkt. Hierdoor kan het gaan golven en kan er papierschuring
ontstaan.
Verlaag de Intensiteit (Intensity) in het printerstuurprogramma en probeer opnieuw af te drukken.
Pagina 420 van 489 pagina'sPapier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
Klik hier:
Printerstuurprogramma
* Sluit de actieve toepassing, voordat u hier klikt om het eigenschappenvenster van het
printerstuurprogramma te openen.
2.
Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Handmatig (Manual) voor Kleur/
Intensiteit (Color/Intensity) en klik vervolgens op Instellen (Set).
3.
Pas de intensiteit aan met behulp van de schuifregelaar Intensiteit (Intensity) op
het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment).
Controle 6: Wordt het afdrukken uitgevoerd buiten het aanbevolen
afdrukgebied?
Als u buiten het aanbevolen afdrukgebied van het papier afdrukt, kunnen er vlekken ontstaan op de
onderste rand van het papier.
Wijzig het formaat van het origineel in uw toepassing.
Afdrukgebied
Controle 7: Is de papierinvoerrol vuil?
Reinig de papierinvoerrol.
Routineonderhoud
Opmerking
Het reinigen van de papierinvoerrol veroorzaakt slijtage van de rol. Reinig de rol daarom alleen
als dat nodig is.
Controle 8: is het binnenste van de printer vuil?
Als u dubbelzijdig afdrukt, kunnen er inktvlekken aan de binnenkant van de printer achterblijven
waardoor de afdrukken besmeurd kunnen raken.
Maak de binnenkant van de printer schoon door een reiniging van de onderste plaat uit te voeren.
De binnenkant van de printer reinigen
Opmerking
Stel het paginaformaat correct in om te voorkomen dat er vlekken aan de binnenkant van de
printer ontstaan.
Controle 9: Stel bij Droogtijd inkt (Ink Drying Wait Time) een langere
wachttijd in.
Op die manier geeft u het afgedrukte oppervlak voldoende tijd om te drogen, zodat er geen
inktvlekken en krassen ontstaan.
1.
Zorg dat de printer is ingeschakeld.
2.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
3.
Klik op het tabblad Onderhoud (Maintenance) en vervolgens op Aangepaste
instellingen (Custom Settings).
4.
Stel de gewenste wachttijd in met behulp van de schuifregelaar Droogtijd inkt
Pagina 421 van 489 pagina'sPapier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen
(Ink Drying Wait Time) en klik op Verzenden (Send).
5.
Bevestig het bericht en klik op OK.
Controle 10: Wordt het papier bekrast door ander geplaatst papier?
Afhankelijk van het mediumtype kan het papier door ander geplaatst papier worden bekrast tijdens
de invoer vanuit de achterste lade. Plaats in dat geval maar een vel tegelijk.
Naar boven
Pagina 422 van 489 pagina'sPapier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren > Vegen op de achterzijde van het
papier
U318
Vegen op de achterzijde van het papier
Controle 1: Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit
gecontroleerd?
Afdrukresultaten niet naar behoren
Controle 2: Maak de binnenkant van de printer schoon door een
reiniging van de onderste plaat uit te voeren.
De binnenkant van de printer reinigen
Opmerking
Als u zonder marges, dubbelzijdig of teveel afdrukt, kunnen er inktvlekken in het binnenste van
de printer achterblijven.
Naar boven
Pagina 423 van 489 pagina'sVegen op de achterzijde van het papier
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren
> Er worden verticale lijnen
afgedrukt op de zijde van de afdruk
U319
Er worden verticale lijnen afgedrukt op de zijde van de afdruk
Controle 1: Hebt u de instellingen voor papiersoort en afdrukkwaliteit
gecontroleerd?
Afdrukresultaten niet naar behoren
Controle 2: Is het juiste papierformaat geplaatst?
De verticale lijnen worden mogelijk afgedrukt in de marge als het formaat van het geplaatste papier
groter is dan het opgegeven formaat.
Stel het juiste papierformaat in voor het geplaatste papier.
Afdrukresultaten niet naar behoren
Opmerking
De richting van het verticale lijnenpatroon hangt af van de afbeeldingsgegevens en de
afdrukinstelling.
Deze printer voert zo nodig een automatische reiniging uit om te voorkomen dat afdrukken vuil
worden. Bij het reinigen wordt een klein beetje inkt uitgespoten.
De inkt wordt gewoonlijk op het absorptiekussen gespoten. Als u echter papier plaatst dat
groter is dan het opgegeven formaat, kan de inkt op het papier terechtkomen.
Naar boven
Pagina 424 van 489 pagina'sEr worden verticale lijnen afgedrukt op de zijde van de afdruk
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen >
Afdrukresultaten niet naar behoren
> Kleuren zijn ongelijkmatig of
vertonen strepen
U320
Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen
Kleuren zijn ongelijkmatig
Kleuren zijn gestreept
Controle 1: Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit
gecontroleerd?
Afdrukresultaten niet naar behoren
Controle 2: Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer
eventueel noodzakelijk onderhoud uit, zoals het reinigen van de
printkop.
Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de
spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Raadpleeg Routineonderhoud voor het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen, het
reinigen van de printkop en het uitvoeren van een diepte-reiniging van de printkop.
Als het controleraster voor de spuitopeningen niet correct wordt afgedrukt:
Controleer of de inkttank van een bepaalde kleur niet leeg is.
Als het controleraster voor de spuitopeningen niet correct wordt afgedrukt ook al is er voldoende
inkt, voert u een reiniging van de printkop uit en drukt u het controleraster voor de
Pagina 425 van 489 pagina'sKleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen
spuitopeningen opnieuw af.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd:
Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
Als het probleem niet is opgelost na de diepte-reiniging van de printkop, zet u de printer uit en
voert u na 24 uur nogmaals een diepte-reiniging van de printkop uit.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de diepte-reiniging van de printkop tweemaal hebt
uitgevoerd:
Als het probleem nog niet is verholpen na een dieptereiniging van de printkop, is de printkop
mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Controle 3: Lijn de printkop uit.
Routineonderhoud
Opmerking
Als het probleem niet is opgelost nadat de printkop is uitgelijnd, voert u een handmatige
uitlijning van de printkop uit aan de hand van de aanwijzingen in Handmatig uitlijnen van de
printkop
.
Naar boven
Pagina 426 van 489 pagina'sKleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen > De afdruktaak wordt niet gestart
U321
De afdruktaak wordt niet gestart
Controle 1: Controleer of de stekker goed is aangesloten en zet de
printer vervolgens aan.
De printer is bezig met initialiseren zolang het
AAN/UIT
-lampje groen knippert. Wacht totdat het
AAN/UIT
-lampje stopt met knipperen en groen blijft branden.
Opmerking
Als u omvangrijke gegevens afdrukt, bijvoorbeeld een foto of afbeelding, kan het langer duren
voordat met afdrukken wordt gestart. Zolang het
AAN/UIT
-lampje groen knippert, is de
computer bezig met het verwerken van gegevens en het versturen van gegevens naar de
printer. Wacht totdat het afdrukken wordt gestart.
Controle 2: Controleer de status van de inkttanks. Vervang de inkttank
als de inkt op is.
Controle 3: Open de bovenklep en controleer of de inktlampjes rood
knipperen.
Als er nog voldoende inkt is maar het inktlampje knippert rood, is er mogelijk een inkttank op de
verkeerde positie geïnstalleerd.
Routineonderhoud
Controle 4: Open de bovenklep en controleer of de inktlampjes rood
branden.
Als het inktlampje niet brandt, drukt u op de aanduiding
op de inkttank totdat de inkttank op zijn
plaats klikt.
Controle 5: Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de
printer en de computer.
Controleer, als de printer met een USB-kabel op de computer is aangesloten, het volgende:
Als u een doorschakelapparaat zoals een USB-hub gebruikt, maakt u dit los en sluit u de printer
rechtstreeks aan op de computer. Probeer opnieuw af te drukken. Als het afdrukken normaal
wordt gestart, is er een probleem met het doorschakelapparaat. Neem contact op met de
verkoper van uw doorschakelapparaat voor meer informatie.
Er kan ook een probleem met de USB-kabel zijn. Vervang de USB-kabel en probeer nogmaals
af te drukken.
Controle 6: Start de computer opnieuw op als u afdrukt vanaf de
computer.
Verwijder eventuele overbodige afdruktaken.
Een ongewenste afdruktaak verwijderen
Controle 7: Controleer of de binnenklep is gesloten.
Als de binnenklep is geopend, sluit u de binnenklep en drukt u op
HERVATTEN/ANNULEREN
(RESUME/CANCEL)
op de printer.
Pagina 427 van 489 pagina'sDe afdruktaak wordt niet gestart
Controle 8: Controleer of de naam van uw printer is geselecteerd in het
dialoogvenster Afdrukken.
De printer drukt niet goed af als u een printerstuurprogramma voor een andere printer gebruikt.
Controleer of de naam van uw printer is geselecteerd in het dialoogvenster Afdrukken.
Opmerking
Selecteer Als standaardprinter instellen (Set as Default Printer) als u de printer wilt instellen
als standaardprinter.
Controle 9: Configureer de printerpoort op de juiste wijze.
Zorg dat de printerpoort correct is geconfigureerd.
1.
Meld u aan bij een gebruikersaccount met beheerdersrechten.
2.
Selecteer Apparaten en printers (Devices and Printers) in het menu Start.
In Windows Vista selecteert u het menu Start > Configuratiescherm (Control Panel) > Hardware
en geluiden (Hardware and Sound) > Printers.
In Windows XP selecteert u Start > Configuratiescherm (Control Panel) > Printers en andere
hardware (Printers and Other Hardware) > Printers en faxapparaten (Printers and Faxes).
3.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Canon XXX (waarbij 'XXX' de
naam van uw printer is) en selecteer Eigenschappen van printer (Printer
properties).
In Windows Vista of Windows XP klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram Canon XXX
(waarbij 'XXX' de naam van uw printer is) en selecteert u Eigenschappen (Properties).
4.
Klik op het tabblad Poorten (Ports) om de poortinstellingen te bevestigen.
Zorg dat voor Afdrukken naar de volgende poort(en) (Print to the following port(s)) een poort met
de naam USBnnn (waarbij 'n' een getal is) is geselecteerd waarbij Canon XXX in de kolom
Printer wordt weergegeven.
Als de instelling juist is:
Als het probleem hiermee niet is verholpen, installeert u het printerstuurprogramma
opnieuw.
Het afdrukken wordt niet gestart, zelfs niet als de poort USBnnn is geselecteerd:
Start Canon My Printer vanaf de taakbalk en selecteer Diagnose en herstel printer
(Diagnose and Repair Printer). Volg de instructies op het scherm om de juiste
printerpoort in te stellen en selecteer Canon XXX.
Als het probleem hiermee niet is verholpen, installeert u het printerstuurprogramma
opnieuw.
Controle 10: Is de omvang van de afdrukgegevens extreem groot?
Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Schakel in het
dialoogvenster dat wordt geopend het selectievakje Verlies van afdrukgegevens voorkomen (Prevent
loss of print data) in.
Naar boven
Pagina 428 van 489 pagina'sDe afdruktaak wordt niet gestart
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen
> Afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid
U322
Afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid
Controle 1: Is de binnenste klep geopend tijdens het afdrukken op
papier?
Sluit de binnenklep en druk op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL)
.
Een pagina met afdrukgegevens die verstuurt wordt op het moment van de foutmelding, wordt
gewist. Druk deze pagina opnieuw af.
Controle 2: Heeft de printer gedurende lange tijd voortdurend
afgedrukt?
Als de printer gedurende langere tijd doorlopend heeft afgedrukt, kan de printkop oververhit raken.
Om de printkop te beschermen, kan de printer aan het einde van een regel gedurende een
bepaalde tijd stoppen en vervolgens het afdrukken weer hervatten.
Onderbreek in dit geval de afdruktaak op een geschikt moment en schakel de printer vervolgens
gedurende ten minste 15 minuten uit.
Ook als de printer gedurende een bepaalde periode doorlopend afbeeldingen of foto's met felle
kleuren heeft afgedrukt, kan het afdrukken worden stopgezet om de printkop te beschermen. In dat
geval wordt het afdrukken niet automatisch hervat. Schakel de printer ten minste 15 minuten uit.
Let op
De printkop en het omringende gebied kunnen extreem heet worden in de printer. Raak de
printkop en de nabijgelegen onderdelen niet aan.
Controle 3: Is er papier geplaatst?
Controleer of er papier in de achterste lade of cassette geplaatst is.
Plaats nieuw papier als het papier op is.
Controle 4: Bevatten de af te drukken documenten veel foto's of
illustraties?
Als u omvangrijke gegevens afdrukt zoals foto's of afbeeldingen, hebben de printer en de computer
tijd nodig om deze gegevens te verwerken. Hierdoor lijkt het soms alsof de printer is gestopt.
Ook als u gegevens afdrukt waarbij voortdurend veel inkt op normaal papier wordt gebruikt, zal de
printer af en toe een pauze inlassen. Wacht in beide gevallen totdat dit proces is voltooid.
Opmerking
Als u een document afdrukt met een groot afdrukgebied of meerdere exemplaren van een
document, wordt het afdrukken soms stopgezet om de inkt te laten drogen.
Naar boven
Pagina 429 van 489 pagina'sAfdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen
> De printer beweegt, maar er wordt geen inkt toegevoerd
U323
De printer beweegt, maar er wordt geen inkt toegevoerd
Controle 1: Zijn de spuitopeningen van de printkop verstopt?
Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de
spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Raadpleeg Routineonderhoud voor het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen, het
reinigen van de printkop en het uitvoeren van een diepte-reiniging van de printkop.
Als het controleraster voor de spuitopeningen niet correct wordt afgedrukt:
Controleer of de inkttank van een bepaalde kleur niet leeg is.
Als het controleraster voor de spuitopeningen niet correct wordt afgedrukt ook al is er voldoende
inkt, voert u een reiniging van de printkop uit en drukt u het controleraster voor de
spuitopeningen opnieuw af.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd:
Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
Als het probleem niet is opgelost na de diepte-reiniging van de printkop, zet u de printer uit en
voert u na 24 uur nogmaals een diepte-reiniging van de printkop uit.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de diepte-reiniging van de printkop tweemaal hebt
uitgevoerd:
Als het probleem nog niet is verholpen na een dieptereiniging van de printkop, is de printkop
mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Controle 2: Is de inkt op?
Open de bovenklep en controleer de status van het inktlampje.
Routineonderhoud
Controle 3: Is de oranje tape of beschermende folie verwijderd?
Controleer of alle beschermende folie is verwijderd en of het L-vormige luchtgat vrij is zoals is
weergegeven bij (A).
Als de oranje tape is achtergebleven zoals bij (B), trekt u aan de oranje tape en verwijdert u deze.
Naar boven
Pagina 430 van 489 pagina'sDe printer beweegt, maar er wordt geen inkt toegevoerd
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen
> De afdruksnelheid is lager dan verwacht
U324
De afdruksnelheid is lager dan verwacht
Controle 1: Wordt het afdrukken uitgevoerd in de Stille modus (Quiet
Mode)?
De afdruksnelheid wordt verlaagd als u op de computer de Stille modus (Quiet Mode) hebt
ingeschakeld. Schakel de Stille modus (Quiet Mode) uit als u sneller wilt printen.
Het geluid van de printer reduceren
Controle 2: Is de afdrukkwaliteit te hoog ingesteld?
Verhoog de instellingen voor de afdruksnelheid in het printerstuurprogramma. Als u de snelheid
verhoogt, verloopt het afdrukken sneller.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
Klik hier:
Printerstuurprogramma
* Sluit de actieve toepassing, voordat u hier klikt om het eigenschappenvenster van het
printerstuurprogramma te openen.
2.
Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Snel (Fast) voor de instelling
Afdrukkwaliteit (Print Quality).
Afhankelijk van het mediumtype is het mogelijk dat de optie Snel (Fast) niet beschikbaar is.
Opmerking
Als u de snelheid verhoogt, kan de afdrukkwaliteit afnemen.
De afdruksnelheid zal niet altijd merkbaar verbeteren als u de bovenstaande instructies volgt. Dit is
afhankelijk van uw systeemomgeving.
Naar boven
Pagina 431 van 489 pagina'sDe afdruksnelheid is lager dan verwacht
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen
> Printkophouder beweegt niet naar de positie voor vervangen
U325
Printkophouder beweegt niet naar de positie voor vervangen
Controle 1: Is het AAN/UIT-lampje uit?
Controleer of het
AAN/UIT
-lampje groen brandt.
De printkophouder kan zich uitsluitend verplaatsen wanneer de printer is ingeschakeld. Als het
AAN/UIT
-lampje uit is, sluit u de bovenklep en zet u de printer aan.
De printer is bezig met initialiseren zolang het
AAN/UIT
-lampje groen knippert. Wacht totdat het
AAN/UIT
-lampje stopt met knipperen en groen blijft branden voordat u de bovenklep weer opent.
Controle 2: Knippert het alarm-lampje?
Sluit de bovenklep, controleer hoe vaak het
alarm
-lampje knippert, voer de juiste handelingen uit om
het probleem op te lossen en open de klep vervolgens opnieuw. Raadpleeg Alarm-lampje knippert
oranje
voor informatie over het oplossen van het probleem.
Controle 3: Heeft de bovenklep langer dan 10 minuten opengestaan?
Als de bovenklep langer dan 10 minuten heeft opengestaan, wordt de printkophouder naar de
rechterzijde verplaatst om te voorkomen dat de printkop uitdroogt. Sluit de bovenklep en open deze
opnieuw, zodat de printkophouder naar de positie voor vervanging beweegt.
Controle 4: Heeft de printer gedurende lange tijd voortdurend
afgedrukt?
Sluit de bovenklep, wacht een poosje en open de klep opnieuw.
Als de printer gedurende lange tijd voortdurend heeft afgedrukt, beweegt de printkophouder mogelijk
niet naar de positie voor vervanging omdat de printkop oververhit kan raken.
Opmerking
Als de bovenklep tijdens het afdrukken wordt geopend, wordt de printkophouder naar rechts
verplaatst. Sluit de bovenklep en open deze pas weer nadat het afdrukken is voltooid.
Naar boven
Pagina 432 van 489 pagina'sPrintkophouder beweegt niet naar de positie voor vervangen
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen
> Het papier wordt niet correct ingevoerd
U326
Het papier wordt niet correct ingevoerd
Controle 1: Let op het volgende bij het plaatsen van papier in de printer.
Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u het papier uitwaaieren voordat u het papier
plaatst.
Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u de vellen precies op elkaar leggen voordat u het
papier in de printer plaatst.
Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u ervoor zorgen dat de stapel papier de
maximumcapaciteit van het apparaat niet overschrijdt.
Bij de maximumcapaciteit kan het papier mogelijk niet correct worden ingevoerd, afhankelijk
van de papiersoort of de omgevingsomstandigheden (zeer hoge of lage temperaturen en
luchtvochtigheid). Plaats in dergelijke gevallen per keer niet meer vellen dan de helft van de
maximumcapaciteit.
Plaats het papier in de achterste lade of in de cassette altijd in de lengterichting, ongeacht de
afdrukrichting.
Wanneer u het papier in de achterste lade laadt, plaatst u het papier met de afdrukzijde naar
BOVEN en schuift u de papiergeleiders tegen de zijkanten van het papier.
Wanneer u papier in de cassette plaatst, verschuift u de papiergeleider aan de voorzijde zodat
deze is uitgelijnd met de bijbehorende markering voor papierformaat. Plaats het papier met de
afdrukzijde OMLAAG, lijn de rechterrand van de papierstapel uit met de rechterrand van de
cassette en verschuif de papiergeleider aan de linkerzijde zodat deze is uitgelijnd met de
linkerzijde van de papierstapel.
Papier plaatsen
Controle 2: Controleer of het papier waarop u afdrukt, niet te dik of
gekruld is.
Papier plaatsen
Controle 3: Let op het volgende bij het plaatsen van enveloppen in de
printer.
Als u wilt afdrukken op enveloppen, raadpleegt u Papier plaatsen en bereidt u de enveloppen voor.
Plaats de enveloppen nadat u deze hebt voorbereid in de lengterichting in de printer. Als u de
enveloppen in de breedterichting plaatst, worden ze niet goed ingevoerd.
Controle 4: Bevestig de papierbroninstelling.
* Als u de instelling voor de papierbron niet hebt gewijzigd nadat u deze printer hebt aangeschaft, is
de cassette de papierbron voor gewoon papier.
Instellen via het printerstuurprogramma:
Van papierbron wisselen zodat deze overeenkomt met het doel
Voor meer informatie over de papierbron voor normaal papier als de Papierbron (Paper Source)
op de printer is ingesteld op Automatisch selecteren (Automatically Select):
De papierbron instellen voor normaal papier
Pagina 433 van 489 pagina'sHet papier wordt niet correct ingevoerd
Controle 5: Verwijder het vreemde voorwerp uit de cassette.
Controle 6: Controleer of zich geen vreemde voorwerpen in de
achterste lade bevinden.
Raadpleeg Papierstoringen om het papier te verwijderen als het papier in de achterste lade scheurt.
Als er vreemde voorwerpen in de achterste lade zitten, schakelt u de printer uit, haalt u de stekker uit
het stopcontact en verwijdert u het voorwerp.
Controle 7: Controleer of de binnenklep volledig is gesloten.
Het papier wordt niet correct ingevoerd als de binnenste papierklep ook maar een beetje is
geopend.
Overzicht van de printer
Controle 8: Reinig de papierinvoerrol.
Routineonderhoud
Opmerking
Het reinigen van de papierinvoerrol veroorzaakt slijtage van de rol. Reinig de rol daarom alleen
als dat nodig is.
Controle 9: Als er twee of meer vellen tegelijk worden ingevoerd vanuit
de cassette, moet u de binnenzijde van de cassette reinigen.
Zie Routineonderhoud voor meer informatie over het reinigen van de binnenkant van de cassette.
Controle 10: Is de achterklep volledig gesloten?
Er kan papier vastlopen als de achterste klep niet volledig is gesloten. Druk op de achterste klep tot
deze volledig is gesloten.
Raadpleeg
Overzicht van de printer voor de locatie van de achterste klep.
Pagina 434 van 489 pagina'sHet papier wordt niet correct ingevoerd
Naar boven
Pagina 435 van 489 pagina'sHet papier wordt niet correct ingevoerd
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen > Papier wordt niet ingevoerd vanuit de papierbron die is opgegeven met
het printerstuurprogramma
U327
Papier wordt niet ingevoerd vanuit de papierbron die is
opgegeven met het printerstuurprogramma
Controle: Is de papierbroninstelling tussen de toepassing en het
printerstuurprogramma inconsistent?
Wijzig de instelling van de toepassing die overeenkomt met de instelling van het
printerstuurprogramma of klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page
Setup) in het printerstuurprogramma en selecteer Instelling voor papierbron van de toepassing
uitschakelen (Disable the paper source setting of the application software) in het scherm
Afdrukopties (Print Options).
Wanneer de papierbroninstelling tussen de toepassing en het printerstuurprogramma inconsistent
is, gaat de instelling van de toepassing voor.
Naar boven
Pagina 436 van 489 pagina'sPapier wordt niet ingevoerd vanuit de papierbron die is opgegeve...
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen > Papierstoringen
U328
Papierstoringen
Opmerking
Als u tijdens het afdrukken de printer moet uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen, moet u
de afdruktaken annuleren voordat u de printer uitzet.
Papier is vastgelopen in de papieruitvoeropening of de achterste lade
Papier is vastgelopen in de transporteenheid van de printer
Het vastgelopen papier is niet verwijderd bij automatisch dubbelzijdig afdrukken
In andere gevallen
Naar boven
Pagina 437 van 489 pagina'sPapierstoringen
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen > Papierstoringen
> Papier is vastgelopen in de papieruitvoeropening of
de achterste lade
U349
Papier is vastgelopen in de papieruitvoeropening of de
achterste lade
Verwijder het papier aan de hand van de volgende procedure.
1.
Trek het papier langzaam uit de achterste lade of de papieruitvoeropening. (Kies de
manier die het gemakkelijkst is.)
Opmerking
Als het papier scheurt en er een stuk papier in de printer achterblijft, opent u de bovenklep en
verwijdert u het stuk papier.
Raak de interne onderdelen van de printer niet aan.
Nadat u al het papier hebt verwijderd, sluit u de bovenklep, zet u de printer uit en zet u de printer
weer aan.
Als u het papier niet kunt verwijderen, zet u de printer uit en vervolgens weer aan. Het papier
wordt dan mogelijk automatisch uitgevoerd.
2.
Plaats het papier weer in de printer en druk op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN
(RESUME/CANCEL)
.
Als u de printer bij stap 1 hebt uitgezet, zijn alle afdruktaken in de wachtrij geannuleerd. Druk de
taken zo nodig opnieuw af.
Opmerking
Controleer tijdens het opnieuw plaatsen van het papier of u papier gebruikt dat geschikt is voor
afdrukken en of u het papier correct plaatst.
Papier plaatsen
Het wordt aanbevolen ander papier dan papier van A5-formaat te gebruiken om documenten
met foto's of afbeeldingen af te drukken, omdat de afdruk kan omkrullen en kan vastlopen
tijdens het uitvoeren.
Neem contact op met het ondersteuningscentrum als u het papier niet kunt verwijderen, het papier in de
printer scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd.
Naar boven
Pagina 438 van 489 pagina'sPapier is vastgelopen in de papieruitvoeropening of de achterste l...
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen > Papierstoringen > Papier is vastgelopen in de transporteenheid van de
printer
U350
Papier is vastgelopen in de transporteenheid van de printer
Verwijder het papier aan de hand van de volgende procedure.
1.
Koppel de achterklep los.
2.
Trek het papier er langzaam uit.
Opmerking
Raak de interne onderdelen van de printer niet aan.
Als u het papier niet kunt verwijderen, zet u de printer uit en vervolgens weer aan. Het papier
wordt dan mogelijk automatisch uitgevoerd.
3.
Maak de achterklep vast.
Druk tegen de linkerkant van de achterste klep tot deze volledig is gesloten.
Het papier kon niet worden verwijderd in stap 2:
4.
Verwijder de cassette.
5.
Trek het papier er langzaam uit.
Pagina 439 van 489 pagina'sPapier is vastgelopen in de transporteenheid van de printer
6.
Als er papier uit de cassette steekt, verwijdert u het papier, maakt u er een nette
stapel van en plaatst u dit opnieuw in de cassette.
Als u het vastgelopen papier er niet uit heeft gehaald in stap 1 tot en met 5 bij automatisch
dubbelzijdig afdrukken, controleert u het transport gedeelte voor dubbelzijdig afdrukken.
Het vastgelopen papier is niet verwijderd bij automatisch dubbelzijdig afdrukken
Opmerking
Let erop dat u de juiste papiersoort gebruikt en het papier correct in de printer plaatst wanneer
u het papier opnieuw plaatst.
Papier plaatsen
7.
Plaats de cassette weer in de printer en druk op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL)
.
Als u de printer bij stap 2 hebt uitgezet, zijn alle afdruktaken in de wachtrij geannuleerd. Druk de
taken zo nodig opnieuw af.
Neem contact op met het ondersteuningscentrum als u het papier niet kunt verwijderen, het papier in de
printer scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd.
Naar boven
Pagina 440 van 489 pagina'sPapier is vastgelopen in de transporteenheid van de printer
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen > Papierstoringen > Het vastgelopen papier is niet verwijderd bij
automatisch dubbelzijdig afdrukken
U351
Het vastgelopen papier is niet verwijderd bij automatisch
dubbelzijdig afdrukken
Voordat u het vastgelopen papier verwijdert, raadpleegt u Papier is vastgelopen in de transporteenheid
van de printer om het papier uit de transporteenheid te verwijderen. Als de papierstoring nog steeds niet
is verholpen, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure.
1.
Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact.
2.
Verwijder de cassette.
Als het papier in de achterste lade is geplaatst, verwijdert u het papier uit de achterste lade en sluit
u de achterste lade.
3.
Zet de printer rechtop op de linkerzijde.
4.
Trek het vastgelopen papier er langzaam uit zodat het niet scheurt.
Opmerking
Zet de printer direct weer in de oorspronkelijke positie nadat u het vastgelopen papier hebt
verwijderd.
5.
Lijn het papier uit voordat u het opnieuw in de cassette plaatst.
Plaats indien nodig opnieuw papier in de achterste lade.
Opmerking
Let erop dat u de juiste papiersoort gebruikt en het papier correct in de printer plaatst wanneer
u het papier opnieuw plaatst.
Papier plaatsen
6.
Plaats de cassette nogmaals in de printer.
7.
Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan.
Alle afdruktaken in de wachtrij worden geannuleerd. Druk de taken zo nodig opnieuw af.
Neem contact op met het ondersteuningscentrum als u het papier niet kunt verwijderen, het papier in de
printer scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd.
Naar boven
Pagina 441 van 489 pagina'sHet vastgelopen papier is niet verwijderd bij automatisch dubbelzij...
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen > Papierstoringen > In andere gevallen
U353
In andere gevallen
Voer de volgende controles uit:
Controle 1: Bevinden zich vreemde voorwerpen bij de
papieruitvoeropening?
Controle 2: Bevinden zich vreemde voorwerpen in de achterste lade?
Als er vreemde voorwerpen in de achterste lade zitten, schakelt u de printer uit, haalt u de stekker uit
het stopcontact en verwijdert u het voorwerp.
Controle 3: Is de achterklep volledig gesloten?
Controle 4: Is het papier gekruld?
Controle 3: Herstel het gekrulde papier en plaats het papier opnieuw.
Naar boven
Pagina 442 van 489 pagina'sIn andere gevallen
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen
> Er wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
U331
Er wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
Foutcode: B200 Er is een printerfout opgetreden. Zet de printer uit en verwijder het netsnoer van de
printer uit het stopcontact. Neem vervolgens contact op met het ondersteuningscentrum. (Error Number:
B200 A printer error has occurred. Turn the printer off and unplug the power cord of the printer from the
power supply. Then contact the service center.) wordt weergegeven
Foutcode: **** Er is een printerfout opgetreden. Zet de printer uit en weer aan. Als de fout zich blijft
voordoen, raadpleegt u de gebruikershandleiding voor meer informatie. (Error Number: **** A printer
error has occurred. Turn the printer off and then on again. If this doesn't clear the error, see the user's
guide for more detail.) wordt weergegeven
Er wordt een fout betreffende het automatisch dubbelzijdig afdrukken weergegeven
Er wordt een fout betreffende het automatisch uitlijnen van de printkop weergegeven
Er wordt een foutbericht weergegeven over het netsnoer dat wordt losgekoppeld
Schrijffout/Uitvoerfout/Communicatiefout
Andere foutberichten
Het venster Inkjetprinter/Scanner/Fax - Extended Survey Program wordt weergegeven
Foutcode: B200 Er is een printerfout opgetreden. Zet de printer uit en verwijder het
netsnoer van de printer uit het stopcontact. Neem vervolgens contact op met het
ondersteuningscentrum. (Error Number: B200 A printer error has occurred. Turn the
printer off and unplug the power cord of the printer from the power supply. Then contact
the service center.) wordt weergegeven
Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact.
Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Foutcode: **** Er is een printerfout opgetreden. Zet de printer uit en weer aan. Als de fout
zich blijft voordoen, raadpleegt u de gebruikershandleiding voor meer informatie. (Error
Number: **** A printer error has occurred. Turn the printer off and then on again. If this
doesn't clear the error, see the user's guide for more detail.) wordt weergegeven
****' staat voor een alfanumerieke tekencombinatie en is afhankelijk van de opgetreden fout.
5100 of 5110 wordt weergegeven
Bevestig of de verplaatsing van de printkophouder is geblokkeerd.
Annuleer het afdrukken vanaf de computer en zet de printer uit. Verwijder het vastgelopen
papier of beschermend materiaal waardoor de beweging van de printkophouder wordt
belemmerd, en schakel de printer weer in.
Belangrijk
Raak de interne onderdelen van de printer niet aan. Als u deze toch aanraakt, drukt de
printer mogelijk niet goed meer af.
Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het
ondersteuningscentrum.
Een viercijferige alfanumerieke code en 'Er is een printerfout opgetreden' wordt
weergegeven
Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact.
Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan.
Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het
ondersteuningscentrum.
Pagina 443 van 489 pagina'sEr wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
Er wordt een fout betreffende het automatisch dubbelzijdig afdrukken weergegeven
Controle: Raadpleeg Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt
en voer de
juiste handelingen uit.
Er wordt een fout betreffende het automatisch uitlijnen van de printkop weergegeven
Controle: Raadpleeg Elf keer:
in
Alarm-lampje knippert oranje
en voer de juiste
handelingen uit.
Er wordt een foutbericht weergegeven over het netsnoer dat wordt losgekoppeld
Mogelijk is de stekker uit het stopcontact getrokken terwijl de printer nog was ingeschakeld.
Controleer het foutbericht dat op de computer wordt weergegeven en klik op OK.
De printer begint met afdrukken.
Raadpleeg Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer
voor informatie over het
loskoppelen van het netsnoer.
Schrijffout/Uitvoerfout/Communicatiefout
Controle 1: Als het AAN/UIT-lampje uit is, controleert u of de stekker in het
stopcontact zit en zet u de printer vervolgens aan.
De printer is bezig met initialiseren zolang het
AAN/UIT
-lampje groen knippert. Wacht totdat
het
AAN/UIT
-lampje stopt met knipperen en groen blijft branden.
Controle 2: Controleer of de printerpoort correct is geconfigureerd in het
printerstuurprogramma.
* In de volgende instructies verwijst ' XXX
' naar de naam van uw printer.
1.
Meld u aan bij een gebruikersaccount met beheerdersrechten.
2.
Selecteer Apparaten en printers (Devices and Printers) in het menu Start.
In Windows Vista selecteert u het menu Start > Configuratiescherm (Control Panel) >
Hardware en geluiden (Hardware and Sound) > Printers.
In Windows XP selecteert u Start > Configuratiescherm (Control Panel) > Printers en
andere hardware (Printers and Other Hardware) > Printers en faxapparaten (Printers and
Faxes).
3.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Canon XXX en selecteer vervolgens
Eigenschappen van printer (Printer properties).
In Windows Vista of Windows XP klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram Canon
XXX (waarbij 'XXX' de naam van uw printer is) en selecteert u Eigenschappen
(Properties).
4.
Klik op het tabblad Poorten (Ports) om de poortinstellingen te bevestigen.
Zorg dat voor Afdrukken naar de volgende poort(en) (Print to the following port(s)) een
poort met de naam USBnnn (waarbij 'n' een getal is) is geselecteerd waarbij Canon XXX
in de kolom Printer wordt weergegeven.
Als de instelling juist is:
Installeer het printerstuurprogramma opnieuw:
Het afdrukken wordt niet gestart, zelfs niet als de poort USBnnn is geselecteerd:
Start Canon My Printer vanaf de taakbalk en selecteer Diagnose en herstel printer
(Diagnose and Repair Printer). Volg de instructies op het scherm om de juiste
printerpoort in te stellen en selecteer Canon XXX.
Als het probleem hiermee niet is verholpen, installeert u het
printerstuurprogramma opnieuw.
Pagina 444 van 489 pagina'sEr wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
Controle 3: Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de printer en de
computer.
Controleer, als de printer met een USB-kabel op de computer is aangesloten, het volgende:
Als u een doorschakelapparaat zoals een USB-hub gebruikt, maakt u dit los en sluit u
de printer rechtstreeks aan op de computer. Probeer opnieuw af te drukken. Als het
afdrukken normaal wordt gestart, is er een probleem met het doorschakelapparaat.
Neem contact op met de verkoper van uw doorschakelapparaat voor meer informatie.
Er kan ook een probleem met de USB-kabel zijn. Vervang de USB-kabel en probeer
nogmaals af te drukken.
Controle 4: Controleer of het printerstuurprogramma correct is geïnstalleerd.
Verwijder het printerstuurprogramma aan de hand van de procedure in Het onnodige
printerstuurprogramma verwijderen . Plaats vervolgens de
installatie-cd-rom (Setup CD-ROM)
in
het cd-station van de computer, selecteer Aangepaste installatie (Custom Install) en
selecteer IJ-printerstuurprogramma (IJ Printer Driver) om het stuurprogramma opnieuw te
installeren.
Controle 5: Controleer de status van het apparaat op uw computer.
Volg de onderstaande procedure om de status van het apparaat te controleren.
1.
Klik achtereenvolgens op Configuratiescherm (Control Panel), Hardware en geluiden
(Hardware and Sound) en Apparaatbeheer (Device Manager).
Als het venster Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) wordt geopend, volgt u
de aanwijzingen op het scherm.
Klik in Windows XP achtereenvolgens opConfiguratiescherm (Control Panel), Prestaties
en onderhoud (Performance and Maintenance) en Systeem (System). Klik vervolgens op
Apparaatbeheer (Device Manager) op het tabblad Hardware.
2.
Dubbelklik op USB-controllers (Universal Serial Bus controllers) en vervolgens op
Ondersteuning voor USB-afdrukken (USB Printing Support).
Als Ondersteuning voor USB-afdrukken (USB Printing Support) niet wordt weergegeven,
controleert u of de printer correct op de computer is aangesloten.
Controle 3: Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de printer en de
computer.
3.
Klik op de tab Algemeen (General) en controleer of er geen problemen met het
apparaat worden weergegeven.
Als er een apparaatfout wordt weergegeven, raadpleegt u de Windows Help om de fout te
verhelpen.
Andere foutberichten
Controle: Controleer het volgende als er een foutbericht buiten de
printerstatusmonitor wordt weergegeven.
'Kan niet spoolen wegens onvoldoende schijfruimte' ("Could not spool successfully
due to insufficient disk space")
Verwijder onnodige bestanden om schijfruimte vrij te maken.
'Kan niet spoolen wegens onvoldoende geheugen' ("Could not spool successfully due
to insufficient memory")
Verhoog de hoeveelheid geheugen door andere actieve toepassingen te sluiten.
Als u nog steeds niet kunt afdrukken, start u uw computer opnieuw op en probeert u
vervolgens nogmaals af te drukken.
'Kan printerstuurprogramma niet vinden' ("Printer driver could not be found")
Verwijder het printerstuurprogramma aan de hand van de procedure in Het onnodige
printerstuurprogramma verwijderen en installeer het programma vervolgens opnieuw.
'Afdrukken Toepassingsnaam – Bestandsnaam mislukt' ("Could not print Application
name - File name")
Probeer nogmaals af te drukken nadat de huidige taak is voltooid.
Pagina 445 van 489 pagina'sEr wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
Het venster Inkjetprinter/Scanner/Fax - Extended Survey Program wordt weergegeven
Als Inkjetprinter/Scanner/Fax - Extended Survey Program is geïnstalleerd, verschijnt er een
bevestigingsvenster waarin wordt gevraagd of u ermee akkoord gaat dat drie maanden en zes
maanden na de installatie gegevens over printer- en programmagebruik worden verzonden.
Daarna verschijnt het bevestigingsvenster gedurende ongeveer vier jaar om de zes maanden.
Lees de instructies op het scherm en voer de onderstaande procedure uit.
Indien u wilt deelnemen aan het enquêteprogramma:
Klik op Akkoord (Agree) en volg de aanwijzingen op het scherm. De gebruiksgegevens van de
printer worden via internet verstuurd. Als u de aanwijzingen op het scherm hebt opgevolgd,
worden de gegevens vanaf de volgende keer automatisch verzonden en wordt het
bevestigingsvenster niet meer weergegeven.
Opmerking
Wanneer deze gegevens worden verzonden, kan een waarschuwingsvenster voor
internetbeveiliging worden weergegeven. Controleer in dit geval of de programmanaam
'IJPLMUI.exe' is en geef vervolgens toestemming.
Als u het selectievakje Vanaf de volgende keer automatisch verzenden (Send
automatically from the next time) uitschakelt, worden de gegevens de volgende keer niet
automatisch verzonden en wordt de volgende keer een bevestigingsvenster
weergegeven. Raadpleeg
De instelling voor het bevestigingsvenster wijzigen: als u de
gegevens automatisch wilt verzenden.
Indien u niet wilt deelnemen aan het enquêteprogramma:
Klik op Niet akkoord (Do not agree). Het bevestigingsvenster wordt gesloten en de enquête
wordt overgeslagen. Het bevestigingsvenster wordt na twee maanden opnieuw weergegeven.
Inkjetprinter/Scanner/Fax - Extended Survey Program verwijderen:
Als u Inkjetprinter/Scanner/Fax - Extended Survey Program wilt verwijderen, klikt u op
Verwijderen (Uninstall) en volgt u de aanwijzingen op het scherm.
De instelling voor het bevestigingsvenster wijzigen:
1.
Selecteer items in het menu Start zoals hieronder wordt aangegeven.
In Windows 7 of Windows Vista selecteert u het menu Start > Configuratiescherm
(Control Panel) > Een programma verwijderen (Uninstall a program).
In Windows XP selecteert u het menu Start > Configuratiescherm (Control Panel)
> Software (Add or Remove Programs).
Opmerking
Pagina 446 van 489 pagina'sEr wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
In Windows 7 of Windows Vista wordt wellicht een bevestigings-/
waarschuwingsvenster weergegeven bij het installeren, verwijderen of
starten van software.
Dit dialoogvenster verschijnt wanneer beheerdersrechten zijn vereist voor
het uitvoeren van een taak.
Als u bent aangemeld bij een beheerdersaccount, volgt u de aanwijzingen
op het scherm.
2. Selecteer Canon Inkjetprinter/Scanner/Fax - Extended Survey Program (Canon Inkjet
Printer/Scanner/Fax - Extended Survey Program).
3.
Selecteer Wijzigen (Change).
Als u Ja (Yes) selecteert nadat u de aanwijzingen op het scherm hebt opgevolgd, wordt
het bevestigingsvenster weergegeven bij de volgende enquête.
Als u Nee (No) selecteert, worden de gegevens automatisch verzonden.
Opmerking
Als u Verwijderen (Uninstall) (of (Remove)) selecteert, wordt Inkjetprinter/Scanner/
Fax - Extended Survey Program verwijderd. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Naar boven
Pagina 447 van 489 pagina'sEr wordt een bericht weergegeven op het computerscherm
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen > Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt
U332
Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt
Controle: Is het paginaformaat of soort afdrukmateriaal juist?
Controleer of het huidige papierformaat geschikt is voor automatisch dubbelzijdig afdrukken.
De mediumformaten die geschikt zijn voor automatisch dubbelzijdig afdrukken zijn A4, Letter, A5
en B5.
Plaats papier met een geschikt formaat in de printer en druk op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL)
.
Controleer of de instelling bij Paginaformaat of Papierformaat overeenkomt met het
daadwerkelijke formaat van het papier met een formaat dat geschikt is voor automatisch
dubbelzijdig afdrukken.
Controleer eerst de instelling bij Paginaformaat in de toepassing van waaruit u afdrukt.
Controleer vervolgens de instelling voor Paginaformaat (Page Size) op het tabblad Pagina-
instelling (Page Setup) in het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Opmerking
Mogelijk wordt automatisch dubbelzijdig afdrukken in bepaalde versies van een
toepassing niet ondersteund.
Controleer of het geplaatste papier geschikt is voor automatisch dubbelzijdig afdrukken op het
tabblad Afdruk (Main) van het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Volg de onderstaande procedure om te schakelen naar handmatig dubbelzijdig afdrukken.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma, schakel het selectievakje
Automatisch (Automatic) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) uit en druk opnieuw af.
Als u handmatig dubbelzijdig afdrukt, moet u met het volgende rekening houden.
Als u drie of meer pagina's van een document wilt afdrukken met handmatig dubbelzijdig
afdrukken, wordt eerst de ene kant van alle vellen papier bedrukt. Draai daarna de stapel
papier om en plaats het papier opnieuw in de printer. Vervolgens wordt de andere kant van
alle vellen papier bedrukt. Wijzig de volgorde van de papieren in de stapel niet.
De procedure voor het omdraaien van het papier is afhankelijk van de nietzijde en de
afdrukrichting. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Naar boven
Pagina 448 van 489 pagina'sAutomatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen
> Voor Windows-gebruikers
U333
Voor Windows-gebruikers
De printerstatusmonitor wordt niet weergegeven
Controle: Is de printerstatusmonitor ingeschakeld?
Controleer of Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) is geselecteerd in het menu
Optie (Option) van de printerstatusmonitor.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
2.
Ga naar het tabblad Onderhoud (Maintenance) en klik op Printerstatus weergeven
(View Printer Status).
3.
Selecteer Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) in het menu Optie
(Option) als dit nog niet is geselecteerd.
Naar boven
Pagina 449 van 489 pagina'sVoor Windows-gebruikers
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen
> Er wordt een foutbericht weergegeven op een PictBridge-compatibel
apparaat
U334
Er wordt een foutbericht weergegeven op een PictBridge-
compatibel apparaat
Hieronder volgen de foutberichten die kunnen worden weergegeven wanneer u rechtstreeks vanaf een
PictBridge-compatibel apparaat afdrukt, evenals de maatregelen die u kunt nemen om de problemen op
te lossen.
Opmerking
In dit gedeelte worden de fouten beschreven die kunnen worden weergegeven op PictBridge-
compatibele apparaten van het merk Canon. De foutberichten en procedures kunnen afwijken,
afhankelijk van het apparaat dat u gebruikt. Controleer voor PictBridge-compatibele apparaten van
andere merken dan Canon de status van het
Alarm
-lampje en voer de juiste handelingen uit om de
fout te verhelpen. Zie
Alarm-lampje knippert oranje
voor meer informatie.
Raadpleeg ook de gebruikershandleiding van het PictBridge-compatibele apparaat voor informatie
over de fouten die op dit apparaat worden weergegeven en de bijbehorende oplossingen. Neem
contact op met de fabrikant voor andere problemen met het apparaat.
Foutbericht op het PictBridge-compatibele
apparaat
Actie
Printer bezig
Als de printer afdrukt vanaf de computer of bezig is
met opwarmen, wacht u tot deze taak is voltooid.
De printer begint automatisch met afdrukken
zodra de afdruktaak is voltooid.
Geen Papier Plaats papier en selecteer Doorgaan (Continue)*
in de display van het PictBridge-compatibele
apparaat.
* Als u het afdrukken wilt hervatten, kunt u ook op
de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/
CANCEL)
op de printer drukken in plaats
van Doorgaan (Continue) te selecteren.
Papierfout Open de papieruitvoerlade als deze gesloten is.
De printer hervat het afdrukken. Sluit de
binnenklep als deze open is en selecteer Stoppen
(Stop) op het scherm van uw PictBridge-
compatibele apparaat om te stoppen met
afdrukken.
Papierstoring Selecteer Stoppen (Stop) op het scherm van het
PictBridge-compatibele apparaat om te stoppen
met afdrukken.
Verwijder het vastgelopen papier, plaats nieuw
papier en druk vervolgens op de knop
HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL)
op
de printer en probeer opnieuw af te drukken.
Printerklep open
Sluit de bovenklep van de printer.
Geen printkop De printkop is defect of niet geïnstalleerd.
Zie Vijf keer: in
Alarm-lampje knippert oranje en
voer de juiste handelingen uit.
Afvaltank vol/Absorptiekussen inkt vol
Het absorptiekussen is bijna vol.
Zie Acht keer: in
Alarm-lampje knippert oranje en
voer de juiste handelingen uit.
Pagina 450 van 489 pagina'sEr wordt een foutbericht weergegeven op een PictBridge-compati...
Geen inkt'/Fout met inktcassette De inkttank is niet correct geplaatst of leeg.
Controleer hoe vaak het
Alarm
-lampje knippert en
neem de juiste maatregelen om het probleem op
te lossen.
Alarm-lampje knippert oranje
Inktfout
Er is een inkttank geïnstalleerd die ooit leeg is
geweest.
Zie
Dertien keer:
in
Alarm-lampje knippert oranje
en voer de juiste handelingen uit.
Hardwarefout Er hebben zich fouten voorgedaan met een
inkttank.
Vervang de inkttank.
Routineonderhoud
Naar boven
Pagina 451 van 489 pagina'sEr wordt een foutbericht weergegeven op een PictBridge-compati...
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen
> Kan de inhoud in CREATIVE PARK PREMIUM niet gebruiken
U150
Kan de inhoud in CREATIVE PARK PREMIUM niet gebruiken
Geen toegang tot CREATIVE PARK PREMIUM
Controle 1: Is de stroom ingeschakeld?
Als de stroom is uitgeschakeld, wordt er een foutbericht op het computerscherm
weergegeven. Volg de instructies op het computerscherm, schakel de printer in en open
CREATIVE PARK PREMIUM nogmaals.
Controle 2: Is de printer aangesloten op de computer?
Als de printer niet is aangesloten op de computer, wordt er een foutbericht op het
computerscherm weergegeven. Volg de instructies op het computerscherm, sluit de printer
goed aan op de computer en open CREATIVE PARK PREMIUM nogmaals.
Controle 3: Zijn de inkttanks correct geïnstalleerd?
Als originele Canon-inkttanks niet correct zijn geïnstalleed, wordt er een foutbericht
weergegeven op het computerscherm. Volg de instructies op het computerscherm, zorg dat
originele Canon-inkttanks correct zijn geïnstalleerd voor alle kleuren en ga daarna opnieuw
naar CREATIVE PARK PREMIUM.
Controle 4: Worden er bewerkingen door de printer uitgevoerd?
Als er bewerkingen door de printer worden uitgevoerd, wordt er een foutbericht weergegeven
op het computerscherm. Volg de instructies op het computerscherm, controleer of de
bewerking is voltooid en open CREATIVE PARK PREMIUM nogmaals.
Controle 5: Is het printerstuurprogramma geïnstalleerd?
Als het printerstuurprogramma niet is geïnstalleerd, wordt het menu van CREATIVE PARK
PREMIUM niet weergegeven in Solution Menu EX. Installeer het printerstuurprogramma en
open CREATIVE PARK PREMIUM nogmaals.
Controle 6: Is de printer geselecteerd in Solution Menu EX?
Als de printer niet is geselecteerd in Solution Menu EX, wordt het menu van CREATIVE PARK
PREMIUM niet weergegeven in Solution Menu EX. Selecteer de printer voor Model selecteren
(Select Model) in Solution Menu EX instellingen (Solution Menu EX's Settings) in het menu
Help en instellingen (Help & Settings) en open vervolgens CREATIVE PARK PREMIUM.
Controle 7: Is bidirectionele ondersteuning voor het printerstuurprogramma
ingeschakeld?
Als bidirectionele ondersteuning voor het printerstuurprogramma niet is ingeschakeld, wordt
er een foutbericht op het computerscherm weergegeven. Volg de instructies op het
computerscherm, controleer of bidirectionele ondersteuning voor het printerstuurprogramma
is ingeschakeld en open CREATIVE PARK PREMIUM nogmaals.
Opmerking
Als u bidirectionele ondersteuning voor het printerstuurprogramma wilt inschakelen,
schakelt u het selectievakje Bi-directionele ondersteuning inschakelen (Enable
bidirectional support) in op het tabblad Poorten in Eigenschappen (Properties) van het
printerstuurprogramma.
Controle 8: Hebt u toegang tot internet?
Als u CREATIVE PARK PREMIUM wilt openen, moet u een internetverbinding hebben.
Controleer of u verbinding met internet hebt en open CREATIVE PARK PREMIUM nogmaals.
Pagina 452 van 489 pagina'sKan de inhoud in CREATIVE PARK PREMIUM niet gebruiken
Kan de inhoud op CREATIVE PARK PREMIUM niet afdrukken
Controle 1: Is Easy-PhotoPrint EX geïnstalleerd?
Als Easy-PhotoPrint EX niet is geïnstalleerd, kunt u de inhoud in CREATIVE PARK PREMIUM
niet afdrukken. Installeer Easy-PhotoPrint EX, selecteer het afdrukmenu van de inhoud in
Solution Menu EX en druk vervolgens de inhoud in CREATIVE PARK PREMIUM af.
Controle 2: Hebt u de inhoud in CREATIVE PARK PREMIUM gedownload en
geïnstalleerd?
Voordat u de inhoud in CREATIVE PARK PREMIUM afdrukt, downloadt en installeert u de
inhoud op uw computer en start u het afdrukken opnieuw. De inhoud wordt niet weergegeven
als het aantal kopieën de afdruklimiet overschrijdt of de geldigheidsduur is verstreken. Open
CREATIVE PARK PREMIUM om de afdruklimiet of de geldigheidsduur van de inhoud te
controleren.
Controle 3: Probeert u inhoud af te drukken waarvoor een groter papierformaat
nodig is dan het formaat dat door de printer wordt ondersteund?
Als u probeert inhoud af te drukken waarvoor een groter formaat papier nodig is dan de printer
kan ondersteunen, wordt er een fout weergegeven op het computerscherm. Volg de
instructies op het computerscherm en controleer vervolgens of het papierformaat geschikt is
voor de inhoud.
Controle 4: Zijn de inkttanks correct geïnstalleerd?
Als originele Canon-inkttanks niet correct zijn geïnstalleed, wordt er een foutbericht
weergegeven op het computerscherm. Volg de instructies op het computerscherm, zorg dat
originele Canon-inkttanks correct zijn geïnstalleerd voor alle kleuren en druk de inhoud
daarna opnieuw af met CREATIVE PARK PREMIUM.
Controle 5: Worden er bewerkingen door de printer uitgevoerd?
Als er bewerkingen door de printer worden uitgevoerd, wordt er een foutbericht weergegeven
op het computerscherm. Volg de instructies op het computerscherm, controleer of de
bewerking is voltooid en druk vervolgens de inhoud in CREATIVE PARK PREMIUM nogmaals
af.
Controle 6: Is het printerstuurprogramma geïnstalleerd?
Als het printerstuurprogramma niet is geïnstalleerd, kunt u de inhoud in CREATIVE PARK
PREMIUM niet afdrukken. Installeer het printerstuurprogramma en druk vervolgens de inhoud
in CREATIVE PARK PREMIUM nogmaals af.
Controle 7: Is de printer geselecteerd in Solution Menu EX?
Als de printer niet is geselecteerd in Solution Menu EX, wordt het menu van CREATIVE PARK
PREMIUM niet weergegeven in Solution Menu EX. Selecteer de printer voor Model selecteren
(Select Model) in Solution Menu EX instellingen (Solution Menu EX's Settings) in het menu
Help en instellingen (Help & Settings) en druk vervolgens de inhoud op CREATIVE PARK
PREMIUM af.
Controle 8: Is bidirectionele ondersteuning voor het printerstuurprogramma
ingeschakeld?
Als bidirectionele ondersteuning voor het printerstuurprogramma niet is ingeschakeld, wordt
er een foutbericht op het computerscherm weergegeven. Volg de instructies op het
computerscherm, controleer of bidirectionele ondersteuning voor het printerstuurprogramma
is ingeschakeld en druk de inhoud in CREATIVE PARK PREMIUM nogmaals af.
Opmerking
Als u bidirectionele ondersteuning voor het printerstuurprogramma wilt inschakelen,
schakelt u het selectievakje Bi-directionele ondersteuning inschakelen (Enable
bidirectional support) in op het tabblad Poorten (Ports) in Eigenschappen (Properties)
van het printerstuurprogramma.
Naar boven
Pagina 453 van 489 pagina'sKan de inhoud in CREATIVE PARK PREMIUM niet gebruiken
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen > Als u het probleem niet kunt oplossen
U151
Als u het probleem niet kunt oplossen
Als u het probleem niet kunt oplossen met een van de suggesties in dit hoofdstuk, neemt u contact op
met de verkoper van de printer of met het ondersteuningscentrum.
Het ondersteuningspersoneel van Canon is opgeleid voor het verschaffen van technische
ondersteuning aan klanten.
Let op
Schakel de printer onmiddellijk uit als deze een ongewoon geluid, rook of geur produceert. Trek de
stekker uit het stopcontact en neem contact op met de verkoper of het ondersteuningscentrum.
Probeer de printer nooit zelf te repareren of uit elkaar te halen.
Alle garanties vervallen als een klant de printer zelf probeert te repareren of uit elkaar te halen,
ongeacht de geldigheidsduur van de garantie.
Verzamel de volgende gegevens voordat u contact opneemt met het ondersteuningscentrum:
Productnaam:
* De naam van de printer staat vermeld op het voorblad van de installatiehandleiding.
Serienummer: raadpleeg de installatiehandleiding
Details van het probleem
Wat u hebt gedaan om het probleem op te lossen en wat daarvan het resultaat was
Naar boven
Pagina 454 van 489 pagina'sAls u het probleem niet kunt oplossen
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen
> Veelgestelde vragen
U340
Veelgestelde vragen
Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/Witte strepen
De printer beweegt, maar er wordt geen inkt toegevoerd
Kan het printerstuurprogramma niet installeren
De afdruktaak wordt niet gestart
Afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid
Schrijffout/Uitvoerfout/Communicatiefout
Afdrukresultaten niet naar behoren
Papierstoringen
Het papier wordt niet correct ingevoerd
Naar boven
Pagina 455 van 489 pagina'sVeelgestelde vragen
Uitgebreide Handleiding
>
Problemen oplossen > Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma)
P036
Instructies voor gebruik (Printerstuurprogramma)
Voor deze versie van het printerstuurprogramma gelden de volgende beperkingen. Houd bij het gebruik
van het printerstuurprogramma rekening met het volgende.
Beperkingen van het printerstuurprogramma
Afhankelijk van het type document dat wordt afgedrukt, is het mogelijk dat de methode voor
papierinvoer die in het printerstuurprogramma is ingesteld niet goed werkt.
Open in dit geval het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via het dialoogvenster
Afdrukken (Print) van de toepassing en controleer de instelling voor Papierbron (Paper Source) op
het tabblad Afdruk (Main).
In sommige toepassingen is de instelling Aantal (Copies) op het tabblad Pagina-instelling (Page
Setup) van het printerstuurprogramma niet beschikbaar voor selectie.
Gebruik in dit geval de instelling voor het aantal exemplaren in het dialoogvenster Afdrukken (Print)
van de toepassing.
Als de geselecteerde Taal (Language) in het dialoogvenster Info (About) niet overeenkomt met de
taal van het besturingssysteem, wordt het venster van het stuurprogramma mogelijk niet goed
weergegeven.
Wijzig geen instellingen van de items op het tabblad Geavanceerd (Advanced) van de
printereigenschappen. Als u deze wijzigt, werken de volgende functies niet goed.
Als Afdrukken naar bestand (Print to file) in het dialoogvenster Afdrukken (Print) van de toepassing is
geselecteerd en EMF-spooling met deze toepassing (bijvoorbeeld Adobe PhotoShop LE en MS
Photo Editor) niet mogelijk is, werken de volgende functies ook niet.
Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) op het tabblad Afdruk (Main)
Verlies van afdrukgegevens voorkomen (Prevent loss of print data) in het dialoogvenster
Afdrukopties (Print Options)
Pagina-indeling (Page Layout), Poster, Boekje (Booklet), Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing),
Marge instellen... (Specify Margin...), Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page),
Sorteren (Collate) en Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) (Stempel... (Stamp...)) op het
tabblad Pagina-instelling (Page Setup)
Aangezien de resolutie in het voorbeeld afwijkt van de resolutie in de afdruk, kunnen tekst en lijnen
in het voorbeeld er anders uitzien dan in de uiteindelijke afdruk.
In sommige toepassingen wordt het afdrukken in meerdere afdruktaken onderverdeeld.
Verwijder al deze taken als u het afdrukken wilt annuleren.
Als afbeeldingsgegevens niet correct worden weergegeven, opent u het dialoogvenster Afdrukopties
(Print Options) via het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) en wijzigt u de instelling van ICM
uitschakelen in de toepassingssoftware vereist (Disable ICM required from the application
software). Hiermee kunt u het probleem mogelijk verhelpen.
Opmerking
De optie ICM uitschakelen in de toepassingssoftware vereist (Disable ICM required from the
application software) kan niet worden gebruikt als het XPS-printerstuurprogramma wordt
gebruikt.
Opmerkingen over toepassingen
Voor Microsoft Word (Microsoft Corporation) gelden de volgende beperkingen.
Pagina 456 van 489 pagina'sInstructies voor gebruik (printerstuurprogramma)
Als Microsoft Word dezelfde afdrukfuncties heeft als het printerstuurprogramma, stelt u deze in
Word in.
Als u Passend op papier (Fit-to-Page), Op schaal (Scaled) of Pagina-indeling (Page Layout) in de
lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) selecteert, heeft
de geselecteerde functie mogelijk geen effect. Dit is afhankelijk van de versie van Word.
Als dit gebeurt, volgt u onderstaande procedure.
1. Open het dialoogvenster Afdrukken (Print) van Word.
2.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma, geef de Pagina-indeling
(Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) op en klik op OK.
3. Sluit het dialoogvenster Afdrukken (Print) zonder het afdrukken te starten.
4. Open het dialoogvenster Afdrukken (Print) van Word opnieuw.
5.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma opnieuw en klik op OK.
6.
Start het afdrukken.
Als het Bitmap afdrukken is ingeschakeld in Adobe Illustrator (Adobe Systems Inc), kan het
afdrukken lang duren of worden bepaalde gegevens mogelijk niet afgedrukt. Start het afdrukken pas
nadat u het selectievakje Bitmap afdrukken (Bitmap Printing) in het dialoogvenster Afdrukken (Print)
hebt uitgeschakeld.
Naar boven
Pagina 457 van 489 pagina'sInstructies voor gebruik (printerstuurprogramma)
Uitgebreide Handleiding
> Bijlage
Bijlage
Afdrukgebied
Het afdrukdocument bewerken of opnieuw afdrukken vanuit de afdrukgeschiedenis
Een ongewenste afdruktaak verwijderen
Het ICC-profiel interpreteren
Het printerbesturingsbestand bijwerken
Online handleidingen verwijderen
De printer vervoeren
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer
De printer delen in een netwerk
Premium inhoud downloaden
Naar boven
Pagina 458 van 489 pagina'sBijlage
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> Afdrukgebied
U504
Afdrukgebied
De beste afdrukkwaliteit wordt verkregen door aan alle zijden van het papier een marge vrij te laten. Het
eigenlijke afdrukgebied is het gebied binnen deze marges.
Aanbevolen afdrukgebied : Canon raadt u aan binnen dit gebied af te drukken.
Afdrukgebied : In dit gebied is afdrukken mogelijk.
Als u hier afdrukt, kan de afdrukkwaliteit of de precisie van de papierinvoer echter afnemen.
Opmerking
Afdrukken zonder marges
U kunt afdrukken zonder marges maken met behulp van de functie Afdrukken zonder marges.
Als u afdrukt zonder marges, wordt de afbeelding aan de randen mogelijk enigszins
bijgesneden omdat de afgedrukte afbeelding zodanig is vergroot dat de hele pagina wordt
gevuld.
Dubbelzijdig afdrukken is niet beschikbaar als u afdrukt zonder marges.
Gebruik voor afdrukken zonder marges het volgende papier:
Glanzend Fotopapier 'voor frequent gebruik' GP-501
Glossy Foto Papier GP-502
Photo Paper Plus Halfglans SG-201
Professioneel Foto Platinum PT-101
Glossy Foto Papier Extra II PP-201
Matglans Foto Papier MP-101*
* Dit papier kan uitsluitend worden gebruikt bij het afdrukken vanaf een computer.
Als u zonder marges afdrukt op een andere papiersoort, kan de afdrukkwaliteit aanzienlijk
afnemen en/of kunnen afdrukken een andere kleurtint krijgen.
Zonder marges afdrukken op normaal papier kan de kwaliteit van afdrukken negatief
beïnvloeden. Gebruik normaal papier alleen voor testafdrukken. Zonder marges afdrukken op
normaal papier is alleen mogelijk wanneer u afdrukt vanaf uw computer.
Afdrukken zonder marges is niet mogelijk op enveloppen en papier van het formaat Legal, A5 of
B5.
Afhankelijk van het type papier bestaat bij afdrukken zonder marges de kans dat de
afdrukkwaliteit aan de boven- en onderrand van het papier afneemt of dat er vlekken op het
papier ontstaan.
Wanneer u automatisch dubbelzijdig afdrukken gebruikt, is de bovenmarge van het afdrukgebied 2
mm/0,08 inch kleiner.
Letter, Legal
Enveloppen
Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen
Naar boven
Pagina 459 van 489 pagina'sAfdrukgebied
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
>
Afdrukgebied
> Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen
U502
Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen
Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte)
A5*
141,2 x 202,0 mm / 5,56 x 7,95 inch
A4
203,2 x 289,0 mm / 8,00 x 11,38 inch
B5*
175,2 x 249,0 mm / 6,90 x 9,80 inch
10 x 15 cm / 4 x 6 inch 94,8 x 144,4 mm / 3,73 x 5,69 inch
10 x 20 cm / 4 x 8 inch* 94,8 x 195,2 mm / 3,73 x 7,69 inch
13 x 18 cm / 5 x 7 inch* 120,2 x 169,8 mm / 4,73 x 6,69 inch
20 x 25 cm / 8 x 10 inch 196,4 x 246,0 mm / 7,73 x 9,69 inch
Breed
94,8 x 172,6 mm / 3,73 x 6,80 inch
* Dit paginaformaat kan uitsluitend worden gebruikt bij het afdrukken vanaf een computer.
Aanbevolen afdrukgebied
Afdrukgebied
Naar boven
Pagina 460 van 489 pagina'sAndere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
>
Afdrukgebied
> Letter, Legal
U503
Letter, Legal
Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte)
Letter
203,2 x 271,4 mm / 8,00 x 10,69 inch
Legal*
203,2 x 347,6 mm / 8,00 x 13,69 inch
* Dit paginaformaat kan uitsluitend worden gebruikt bij het afdrukken vanaf een computer.
Aanbevolen afdrukgebied
Afdrukgebied
Naar boven
Pagina 461 van 489 pagina'sLetter, Legal
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
>
Afdrukgebied
> Enveloppen
U505
Enveloppen
Formaat Aanbevolen afdrukgebied (breedte x hoogte)
Europees DL*
103,2 x 179,6 mm / 4,06 x 7,07 inch
US Comm. Env. #10* 98,0 x 200,9 mm / 3,86 x 7,91 inch
* Dit paginaformaat kan uitsluitend worden gebruikt bij het afdrukken vanaf een computer.
Aanbevolen afdrukgebied
Naar boven
Pagina 462 van 489 pagina'sEnveloppen
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> Het afdrukdocument bewerken of opnieuw afdrukken vanuit de afdrukgeschiedenis
P048
Het afdrukdocument bewerken of opnieuw afdrukken vanuit de
afdrukgeschiedenis
Deze functie is niet beschikbaar als het standaard IJ-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
In het Canon IJ XPS-voorbeeldvenster kunt u het afdrukdocument bewerken of de afdrukgeschiedenis
van het document weergeven om het opnieuw af te drukken.
De procedure voor het gebruiken van het Canon IJ XPS-voorbeeld is als volgt:
Afdrukken (Print)
Documenten combineren (Combine Documents)
Document verwijderen (Delete Document)
Documenten opnieuw instellen (Reset Documents)
Miniaturen weergeven (View Thumbnails)
Document verplaatsen
Pagina verplaatsen
Pagina verwijderen (Delete Page)
Opmerking
Klik op
Miniaturen weergeven (View Thumbnails) om alle afdrukpagina’s weer te geven van het
afdrukdocument dat u hebt geselecteerd in de lijst Documentnaam (Document Name).
Als u de afdrukpagina’s wilt verbergen, klikt u opnieuw op Miniaturen weergeven (View
Thumbnails).
Een afdruktaak bewerken en afdrukken
Pagina 463 van 489 pagina'sHet afdrukdocument bewerken of opnieuw afdrukken vanuit de af...
Als u meerdere documenten of pagina’s wilt afdrukken, kunt u documenten combineren, de
afdrukvolgorde van de documenten of pagina’s wijzigen, en documenten of pagina's verwijderen.
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel het voorbeeld in
Schakel het selectievakje Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) in op het tabblad Snel instellen
(Quick Setup) of Afdruk (Main).
3.
Voltooi de configuratie
Klik op OK.
Het Canon IJ XPS-voorbeeld wordt vóór het afdrukken weergegeven. U kunt hierin de
afdrukresultaten zien.
4.
Afdrukdocumenten en afdrukpagina’s bewerken
Afdrukdocumenten combineren
U kunt meerdere afdrukdocumenten combineren tot één document.
Als u meerdere afdrukdocumenten wilt selecteren, houdt u de Ctrl-toets ingedrukt en klikt u op de
documenten die u wilt combineren. U kunt ook de Shift-toets ingedrukt houden en de pijltoetsen
(omhoog en omlaag) gebruiken.
Door afdrukdocumenten te combineren, voorkomt u dat lege pagina’s worden ingevoegd
wanneer u dubbelzijdig afdrukt of een pagina-indeling afdrukt.
Selecteer in de lijst Documentnaam (Document Name) de documenten die u wilt combineren.
Selecteer in het menu Bewerken (Edit) de optie Documenten (Documents) en vervolgens
Documenten combineren (Combine Documents) om de documenten in de opgegeven volgorde
te combineren. Wanneer u documenten combineert, worden de documenten die u vóór het
combineren hebt geselecteerd uit de lijst verwijderd en wordt het gecombineerde document aan
de lijst toegevoegd.
De volgorde van afdrukdocumenten of afdrukpagina’s wijzigen
Als u de volgorde van afdrukdocumenten wilt wijzigen, gaat u naar de lijst Documentnaam
(Document Name) en selecteert u het afdrukdocument dat u wilt verplaatsen. Vervolgens
selecteert u in het menu Bewerken (Edit) de optie Documenten (Documents) en dan
Document verplaatsen (Move Document), waarna u het gewenste item selecteert.
Als u de volgorde van de afdrukpagina’s wilt wijzigen, klikt u op Miniaturen weergeven (View
Thumbnails) in het menu Optie (Option) en selecteert u de afdrukpagina die u wilt
verplaatsen. Vervolgens selecteert u in het menu Bewerken (Edit) de optie Pagina's (Pages)
en dan Pagina verplaatsen (Move Page), waarna u het gewenste item selecteert.
Afdrukdocumenten en afdrukpagina’s verwijderen
Als u een afdrukdocument wilt verwijderen, selecteert u het gewenste document in de lijst
Documentnaam (Document Name) en kiest u in het menu Bewerken (Edit) de optie
Document en vervolgens Document verwijderen (Delete Document).
Als u een afdrukpagina wilt verwijderen, klikt u op Miniaturen weergeven (View Thumbnails) in
het menu Optie (Option) en selecteert u de afdrukpagina die u wilt verwijderen. Vervolgens
selecteert u in het menu Bewerken (Edit) de optie Pagina's (Pages) en dan Pagina
verwijderen (Delete Page).
Na het bewerken van de afdrukdocumenten of afdrukpagina’s, kunt u desgewenst de
afdrukinstellingen wijzigen op het tabblad Pagina-informatie (Page Information), Indeling (Layout) of
Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment).
Belangrijk
Als u de documenten in de lijst wilt weergeven, opent u het voorbeeldvenster en voert u de
afdruktaak opnieuw uit.
Als u de afdrukdocumenten wilt terugbrengen naar de originele staat, voordat ze in het
voorbeeldvenster werden bewerkt, selecteert u in het menu Bewerken (Edit) de optie
Documenten (Documents) en vervolgens Documenten opnieuw instellen (Reset Documents).
Als de documenten die u wilt combineren verschillende afdrukinstellingen hebben, wordt
Pagina 464 van 489 pagina'sHet afdrukdocument bewerken of opnieuw afdrukken vanuit de af...
mogelijk een bericht weergegeven.
Lees dit bericht voordat u de documenten combineert.
Als de documenten die u wilt combineren verschillende instellingen hebben voor het
papierformaat voor de uitvoer en u dubbelzijdig afdrukken of pagina-indeling afdrukken wilt
gebruiken, levert de printer voor bepaalde afdrukpagina's mogelijk niet het verwachte
afdrukresultaat.
Bekijk het voorbeeld voordat u een document afdrukt.
Afhankelijk van de afdrukinstellingen van het afdrukdocument zijn bepaalde functies mogelijk
niet beschikbaar in het Canon IJ XPS-voorbeeld.
Opmerking
U kunt de naam in Documentnaam (Document Name) naar wens aanpassen.
5.
Afdrukken
Klik op Afdrukken (Print).
Bij het afdrukken worden de opgegeven instellingen gebruikt.
Opnieuw afdrukken vanuit de afdrukgeschiedenis
Wanneer u op Afdrukgeschiedenis opslaan (Save Print History) klikt in het menu Bestand (File) om de
instelling in te schakelen, wordt het document dat via het voorbeeldvenster is afgedrukt, opgeslagen,
zodat u het opnieuw kunt afdrukken met dezelfde instellingen.
1.
De afdrukgeschiedenis weergeven
Selecteer Start -> Alle programma's (All Programs) -> 'Naam van uw apparaatmodel' ("Your model
name") -> XPS van afdrukgeschiedenis weergeven (View Print History XPS).
Het opgeslagen afdrukdocument wordt in het voorbeeldvenster weergegeven.
Belangrijk
Als u het aantal registraties in de afdrukgeschiedenis wilt beperken, klikt u op Maximumaantal
geschiedenisitems (History Entry Limit) in het menu Bestand (File).
Als het maximumaantal registraties wordt overschreden, worden de oudste registraties uit de
geschiedenis verwijderd.
2.
Een afdrukdocument selecteren
Selecteer in de lijst Documentnaam (Document Name) het document dat u wilt afdrukken.
3.
Afdrukken
Klik op Afdrukken (Print).
Verwant onderwerp
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken
Naar boven
Pagina 465 van 489 pagina'sHet afdrukdocument bewerken of opnieuw afdrukken vanuit de af...
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> Een ongewenste afdruktaak verwijderen
P037
Een ongewenste afdruktaak verwijderen
Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als
u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt.
Als de printer niet start met afdrukken, is het mogelijk dat geannuleerde of niet-uitgevoerde afdruktaken
in de wachtrij blijven staan.
U kunt de ongewenste afdruktaak met behulp van de Canon IJ-statusmonitor verwijderen.
1.
Geef de Canon IJ-statusmonitor weer
Klik op de knop van de statusmonitor die op de taakbalk wordt weergegeven.
De Canon IJ-statusmonitor verschijnt.
2.
Geef de afdruktaken weer
Klik op Afdrukrij weergeven... (Display Print Queue...).
Het venster met de afdrukwachtrij wordt geopend.
3.
Verwijder de afdruktaken
Selecteer Alle documenten annuleren (Cancel All Documents) in het menu Printer.
Klik op Ja (Yes) in het bevestigingsbericht.
Het verwijderen van de afdruktaak is voltooid.
Belangrijk
Gebruikers die geen toegangsrechten hebben voor printerbeheer, kunnen de afdruktaak van een
andere gebruiker niet verwijderen.
Opmerking
Als u deze bewerking uitvoert, worden alle afdruktaken verwijderd. Als de afdrukwachtrij ook
gewenste afdruktaken bevatte, moet u het afdrukproces opnieuw starten.
Naar boven
Pagina 466 van 489 pagina'sEen ongewenste afdruktaak verwijderen
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken vanaf een computer
> Afdrukken met andere toepassingen >
De afdrukkwaliteit
wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren
>
Kleurcorrectie opgeven > Het ICC-profiel interpreteren
P049
Het ICC-profiel interpreteren
Als u het printerprofiel moet opgeven, selecteert u het ICC-profiel voor het papier waarop u gaat
afdrukken.
Het ICC-profiel dat voor deze printer is geïnstalleerd, ziet er als volgt uit.
(1) is de modelnaam van de printer.
(2) is het mediumtype. Deze notatie komt overeen met de volgende mediumtypen:
GL: Glossy Foto Papier Extra II
PT: Professioneel Foto Platinum
SG: Photo Paper Plus Halfglans
MP: Matglans Foto Papier
(3) is de afdrukkwaliteit.
De afdrukkwaliteit is verdeeld over vijf niveaus, uiteenlopend van hoge snelheid tot hoge kwaliteit.
Naarmate de waarde toeneemt, wordt de afdrukkwaliteit hoger. Deze waarde komt overeen met de
schuifregelaar Kwaliteit (Quality) in het dialoogvenster Aangepast (Custom) van het
printerstuurprogramma.
Naar boven
Pagina 467 van 489 pagina'sHet ICC-profiel interpreteren
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> Het printerbesturingsbestand bijwerken
Het printerbesturingsbestand bijwerken
Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen
Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen
Voordat u het printerstuurprogramma installeert
Het printerstuurprogramma installeren
Naar boven
Pagina 468 van 489 pagina'sHet printerbesturingsbestand bijwerken
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> De printerstuurprogramma's bijwerken > Het nieuwste printerstuurprogramma
ophalen
P038
Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen
Door het printerstuurprogramma bij te werken naar de nieuwste versie, kunt u onopgeloste problemen
mogelijk verhelpen.
U kunt de versie van het printerstuurprogramma controleren via de knop Info... (About...) op het tabblad
Onderhoud (Maintenance).
Ga naar onze website en download het nieuwste printerstuurprogramma voor uw model.
Belangrijk
U kunt het printerstuurprogramma gratis downloaden, maar de kosten van de internetverbinding
zijn voor uw eigen rekening.
Verwijder de oudere versie voordat u het nieuwste printerstuurprogramma installeert.
Raadpleeg Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen
voor informatie over het verwijderen
van het printerstuurprogramma.
Verwante onderwerpen
Voordat u het printerstuurprogramma installeert
Het printerstuurprogramma installeren
Naar boven
Pagina 469 van 489 pagina'sHet nieuwste printerstuurprogramma ophalen
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> De printerstuurprogramma's bijwerken > Het onnodige printerstuurprogramma
verwijderen
P039
Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen
Wanneer u een printerstuurprogramma niet meer nodig hebt, kunt u dit verwijderen.
Sluit eerst alle actieve toepassingen voordat u het printerstuurprogramma gaat verwijderen.
De procedure voor het verwijderen van het overbodige printerstuurprogramma is als volgt:
Als er een verwijderprogramma is
1.
Start het verwijderprogramma
Als u Windows 7 of Windows Vista gebruikt: selecteer Start -> Alle programma's (All Programs) -
> 'Naam van uw apparaatmodel' ("Your model name") -> Verwijderprogramma voor
printerstuurprogramma (Printer Driver Uninstaller).
Als u Windows XP gebruikt: selecteer Start -> Alle programma's (All Programs) -> 'Naam van uw
apparaatmodel' ("Your model name") -> Verwijderprogramma voor printerstuurprogramma
(Printer Driver Uninstaller).
Het dialoogvenster Verwijderprogramma voor printerstuurprogramma (Printer Driver Uninstaller)
wordt weergegeven.
Belangrijk
In Windows 7 of Windows Vista wordt wellicht een bevestigings-/waarschuwingsvenster
weergegeven bij het starten, installeren of verwijderen van software.
Dit dialoogvenster verschijnt wanneer beheerdersrechten zijn vereist voor het uitvoeren van
een taak.
Als u bent aangemeld bij een beheerdersaccount, klikt u op Ja (Yes) (of Doorgaan (Continue)
of Toestaan (Allow)) om door te gaan.
Voor sommige toepassingen is een beheerdersaccount vereist om door te gaan. Als u bent
aangemeld bij een standaardaccount, schakelt u over naar een beheerdersaccount en start u
de bewerking opnieuw.
2.
Voer het verwijderprogramma uit
Klik op Uitvoeren (Execute). Klik op Ja (Yes) in het bevestigingsbericht.
Klik op Voltooien (Complete) wanneer alle bestanden zijn verwijderd.
Het verwijderen van het printerstuurprogramma is voltooid.
Als er geen verwijderprogramma is
Volg de onderstaande stappen als er geen verwijderprogramma in het menu Start van Windows 7 of
Windows Vista aanwezig is:
1.
Selecteer de printer die u wilt verwijderen
Als u Windows 7 gebruikt, selecteert u Start -> Apparaten en printers (Devices and Printers).
Klik op het model dat u wilt verwijderen en druk op de Alt-toets op het toetsenbord. Klik in het
menu Bestand (File) op Apparaat verwijderen (Remove device).
Als u Windows Vista gebruikt, selecteert u Start -> Configuratiescherm (Control Panel) ->
Hardware en geluiden (Hardware and Sound) -> Printers.
Klik op het model dat u wilt verwijderen en druk op de Alt-toets op het toetsenbord. Klik in het
menu Bestand (File) op Verwijderen (Delete).
Pagina 470 van 489 pagina'sHet onnodige printerstuurprogramma verwijderen
2.
Verwijder de printer
Als u Windows 7 gebruikt, klikt u op Ja (Yes) in het bevestigingsbericht. Als vervolgens het
dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) wordt weergegeven, klikt u op
Ja (Yes).
Het pictogram wordt verwijderd.
Als u Windows Vista gebruikt, klikt u in het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer (User
Account Control) op Doorgaan (Continue). Klik vervolgens op Ja (Yes) in het bevestigingsbericht.
Het pictogram wordt verwijderd.
3.
Selecteer het printerstuurprogramma dat u wilt verwijderen
Als u Windows 7 gebruikt, klikt u op het gewenste pictogram in Printers en faxapparaten (Printers
and Faxes).
Klik op Eigenschappen van afdrukserver (Print server properties) op de werkbalk en klik
vervolgens op de tab Stuurprogramma’s (Drivers). Klik op de knop Stuurprogramma-instellingen
wijzigen (Change Driver Settings) als deze wordt weergegeven.
Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) wordt weergegeven,
klikt u op Ja (Yes).
Klik in de lijst Geïnstalleerde printerstuurprogramma's (Installed printer drivers) op de printer die
u wilt verwijderen.
Als u Windows Vista gebruikt, drukt u op de Alt-toets. Selecteer in het menu Bestand (File) de
optie Als administrator uitvoeren (Run as administrator) en klik op Eigenschappen van server...
(Server Properties...).
Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) wordt weergegeven,
klikt u op Doorgaan (Continue).
Klik op de tab Stuurprogramma's (Drivers). Klik in de lijst Geïnstalleerde
printerstuurprogramma's (Installed printer drivers) op de printer die u wilt verwijderen.
4.
Verwijder het printerstuurprogramma
Als u op Verwijderen... (Remove...) klikt, wordt het dialoogvenster Stuurprogramma en pakket
verwijderen (Remove Driver And Package) weergegeven.
Selecteer Stuurprogramma en pakket verwijderen. (Remove driver and driver package.) en klik op
OK.
Klik op Ja (Yes) in het bevestigingsbericht.
Nadat de gegevens zijn verzameld, klikt u in het dialoogvenster Stuurprogrammapakket verwijderen
(Remove Driver Package) op Verwijderen (Delete).
5.
Klik op OK
Het verwijderen van het printerstuurprogramma is voltooid.
Belangrijk
U kunt het printerstuurprogramma mogelijk niet verwijderen uit de lijst Geïnstalleerde
printerstuurprogramma's (Installed printer drivers).
In dit geval moet u de computer opnieuw opstarten en het nogmaals proberen.
Naar boven
Pagina 471 van 489 pagina'sHet onnodige printerstuurprogramma verwijderen
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> De printerstuurprogramma's bijwerken > Voordat u het printerstuurprogramma
installeert
P040
Voordat u het printerstuurprogramma installeert
Hier leest u wat u moet controleren voordat u het printerstuurprogramma gaat installeren. U moet dit
gedeelte ook raadplegen als het printerstuurprogramma niet kan worden geïnstalleerd.
De printerstatus controleren
Sluit de printer op de computer aan. Voor meer informatie over het aansluiten raadpleegt u het
hoofdstuk 'De software installeren' in de Aan de Slag-gids.
Zet de printer uit.
De instellingen van de computer controleren
Sluit alle actieve toepassingen.
Meld u in Windows Vista of Windows 7 aan als gebruiker met een beheerdersaccount.
Meld u in Windows XP aan als de beheerder van de computer.
Belangrijk
Verwijder de oudere versie voordat u het nieuwste printerstuurprogramma installeert. Raadpleeg
Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen
voor informatie over het verwijderen van het
printerstuurprogramma.
Verwante onderwerpen
Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen
Het printerstuurprogramma installeren
Naar boven
Pagina 472 van 489 pagina'sVoordat u het printerstuurprogramma installeert
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> De printerstuurprogramma's bijwerken > Het printerstuurprogramma installeren
P041
Het printerstuurprogramma installeren
U kunt vanaf onze website het nieuwste printerstuurprogramma voor uw model downloaden.
De procedure voor het installeren van het printerstuurprogramma is als volgt:
1.
Zet de printer uit
2.
Start het installatieprogramma
Dubbelklik op het pictogram van het bestand dat u hebt gedownload.
Het installatieprogramma wordt gestart.
Belangrijk
In Windows 7 of Windows Vista wordt wellicht een bevestigings-/waarschuwingsvenster
weergegeven bij het starten, installeren of verwijderen van software.
Dit dialoogvenster verschijnt wanneer beheerdersrechten zijn vereist voor het uitvoeren van
een taak.
Als u bent aangemeld bij een beheerdersaccount, klikt u op Ja (Yes) (of Doorgaan (Continue)
of Toestaan (Allow)) om door te gaan.
Voor sommige toepassingen is een beheerdersaccount vereist om door te gaan. Als u bent
aangemeld bij een standaardaccount, schakelt u over naar een beheerdersaccount en start u
de bewerking opnieuw.
3.
Het printerstuurprogramma installeren
Klik in het venster Welkom (Welcome) op Volgende (Next).
Wanneer het venster Licentieovereenkomst (License Agreement) wordt weergegeven, leest u de
inhoud en klikt u op Ja (Yes). Als u niet akkoord gaat met de voorwaarden van de
softwarelicentieovereenkomst, kunt u deze software niet installeren.
De installatie van het printerstuurprogramma wordt gestart.
Wanneer het venster Installatie voltooid (Installation Complete) wordt weergegeven, controleert u of
de printer met een kabel op de computer is aangesloten.
Als u de verbindingspoort voor de printer handmatig wilt selecteren, schakelt u het selectievakje
Printerpoort selecteren (Select printer port) in en klikt u op Handmatige selectie (Manual Selection).
Selecteer de bestemming in het venster Poort selecteren (Select Port) en klik op OK.
4.
Voltooi de installatie
Klik op Voltooien (Complete).
Zet de printer aan en wacht tot de verbinding wordt herkend.
De installatie van het printerstuurprogramma is nu voltooid.
Afhankelijk van de omgeving die u gebruikt, wordt wellicht een bericht weergegeven dat u de computer
opnieuw moet opstarten. Start de computer opnieuw op om de installatie te voltooien.
Belangrijk
U kunt het printerstuurprogramma gratis downloaden, maar de kosten van de internetverbinding
zijn voor uw eigen rekening.
Verwijder de oudere versie voordat u het nieuwste printerstuurprogramma installeert. Raadpleeg
Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen
voor informatie over het verwijderen van het
printerstuurprogramma.
Verwante onderwerpen
Pagina 473 van 489 pagina'sHet printerstuurprogramma installeren
Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen
Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen
Voordat u het printerstuurprogramma installeert
Naar boven
Pagina 474 van 489 pagina'sHet printerstuurprogramma installeren
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> Online handleidingen verwijderen
U509
Online handleidingen verwijderen
Voer de volgende procedure uit als u alle geïnstalleerde online handleidingen van de computer wilt
verwijderen.
Sluit alle geopende online handleidingen voordat u de online handleidingen verwijdert.
1.
Klik op Start > Alle programma's (All Programs) > Canon XXX Manual (waarbij
XXX
de
naam van uw printer is) > Verwijderen (Uninstall).
2.
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
Opmerking
Klik bij de vraag of u de computer opnieuw wilt opstarten op OK. De computer wordt opnieuw
opgestart.
Naar boven
Pagina 475 van 489 pagina'sOnline handleidingen verwijderen
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> De printer vervoeren
U510
De printer vervoeren
Als u de printer verplaatst, moet u de printer weer inpakken met het oorspronkelijke
verpakkingsmateriaal.
Als u het originele verpakkingsmateriaal niet meer hebt, verpakt u de printer zorgvuldig met
beschermend materiaal en plaatst u het apparaat in een stevige doos.
Belangrijk
De printer mag nooit schuin, verticaal of ondersteboven worden opgeslagen of vervoerd, omdat er
dan inkt uit de printer kan lekken waardoor het apparaat beschadigd kan raken.
1.
Zet de printer uit.
2.
Controleer of het
AAN/UIT
-lampje uit is en haal de stekker van de printer uit het
stopcontact.
Belangrijk
Als het
AAN/UIT
-lampje brandt of groen knippert, mag u de stekker niet uit het stopcontact
halen. Dit kan namelijk storingen of schade veroorzaken waardoor u niet meer met de printer
kunt afdrukken.
3.
Trek de papiersteun en de verlenging van de uitvoerlade uit en sluit vervolgens de
papieruitvoerlade.
4.
Koppel de printerkabel los van de computer en de printer en trek vervolgens de
stekker van de printer uit het stopcontact.
5.
Zet met plakband alle kleppen van de printer vast, zodat deze tijdens het vervoer niet
kunnen opengaan. Verpak de printer vervolgens in de plastic zak.
6.
Bevestig het beschermende materiaal aan de printer wanneer u de printer in de
doos plaatst.
Belangrijk
Verwijder de printkop en inkttanks niet uit de printer wanneer u deze vervoert.
Opmerking
Wanneer u de printer opstuurt via een verzendbedrijf, vermeldt u de tekst 'BREEKBAAR' of
'VOORZICHTIG' op de doos.
Naar boven
Pagina 476 van 489 pagina'sDe printer vervoeren
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
U511
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
openen
U kunt het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen via de toepassing waarin u
werkt of via het menu Start van Windows.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via de toepassing openen
Volg onderstaande procedure om de afdrukinstellingen op te geven voor het afdrukken.
1.
Selecteer de opdracht voor het afdrukken in het programma dat u gebruikt.
Meestal doet u dit door Afdrukken (Print) te kiezen in het menu Bestand (File) waardoor het
dialoogvenster Afdrukken (Print) wordt weergegeven.
2.
Selecteer de naam van uw printermodel en klik op Voorkeuren (Preferences) of
Eigenschappen (Properties).
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma wordt geopend.
Opmerking
Afhankelijk van de toepassing die u gebruikt, kunnen de namen van opdrachten of
menu's verschillen en kan de procedure uit meer stappen bestaan. Raadpleeg de
gebruikershandleiding bij de toepassing voor meer informatie.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via het menu Start openen
Volg onderstaande procedure om onderhoudswerkzaamheden uit te voeren, zoals het reinigen
van de printkop, of afdrukinstellingen op te geven die in alle toepassingen vrijwel hetzelfde zijn.
1.
Selecteer items in het menu Start zoals hieronder wordt aangegeven.
In Windows 7 selecteert u Apparaten en printers (Devices and Printers) in het menu Start.
In Windows Vista selecteert u het menu Start > Configuratiescherm (Control Panel) >
Hardware en geluiden (Hardware and Sound) > Printers.
In Windows XP selecteert u Start > Configuratiescherm (Control Panel) > Printers en andere
hardware (Printers and Other Hardware) > Printers en faxapparaten (Printers and Faxes).
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw model en selecteer
Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Printing Preferences) in het weergegeven menu.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma wordt geopend.
Belangrijk
Als u het configuratievenster voor het printerstuurprogramma opent via Eigenschappen
van printer (Printer properties) (Windows 7) of Eigenschappen (Properties) (Windows
Vista of Windows XP), worden Windows-tabbladen zoals Poorten (Ports) of
Geavanceerd (Advanced) weergegeven. Deze tabbladen verschijnen niet wanneer u het
printerstuurprogramma opent via Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Printing
Preferences) of een toepassing. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij Windows voor
meer informatie over de tabbladen met Windows-functies.
Naar boven
Pagina 477 van 489 pagina'sHet eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer
U516
Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer
Volg de onderstaande procedure om de stekker uit het stopcontact te trekken.
Belangrijk
Wanneer u het netsnoer loskoppelt, drukt u op de knop
AAN (ON)
en controleert u daarna of het
AAN/UIT
-lampje uit is. Als u de stekker uit het stopcontact trekt terwijl de printer nog is
ingeschakeld, kan de printkop uitdrogen of verstopt raken en kan de afdrukkwaliteit minder worden.
1.
Druk op de knop
AAN (ON)
om de printer uit te zetten.
2.
Controleer of het
AAN/UIT
-lampje uit is.
3.
Trek het netsnoer uit het stopcontact.
De specificaties van het netsnoer verschillen per land of regio.
Naar boven
Pagina 478 van 489 pagina'sKennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> De printer delen in een netwerk
P042
De printer delen in een netwerk
Wanneer meerdere computers in een netwerkomgeving worden gebruikt, kunt u de printer aansluiten op
één computer en de printer vanaf de andere computers in het netwerk gebruiken.
De computers in een netwerk hoeven niet noodzakelijkerwijs dezelfde versie van Windows te hebben.
Instellingen op de afdrukserver
Dit is de procedure voor het instellen van een computer waarop een printer direct met een USB-
kabel is aangesloten:
Instellingen op de client-pc
Dit is de procedure voor het instellen van computers die deze printer via het netwerk gebruiken:
Bij het uitvoeren van een afdruktaak worden de gegevens via de afdrukserver naar de printer
gezonden.
Belangrijk
Wanneer een document vanaf een clientsysteem naar een gedeelde printer wordt afgedrukt en een
fout optreedt, wordt het foutbericht van de Canon IJ-statusmonitor zowel op het clientsysteem als de
afdrukserver weergegeven. Bij normale afdruktaken wordt de Canon IJ-statusmonitor alleen op het
clientsysteem weergegeven.
Opmerking
Installeer het stuurprogramma van de installatie-cd-rom die bij de printer wordt geleverd op het
afdrukserversysteem en op elk van de clientsystemen volgens de methode voor het
besturingssysteem.
Verwant onderwerp
Beperkingen bij het delen van printers
Naar boven
Pagina 479 van 489 pagina'sDe printer delen in een netwerk
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
>
De printer delen in een netwerk
> Instellingen op de afdrukserver
P043
Instellingen op de afdrukserver
Wanneer u de printer in een netwerk wilt gebruiken, moet u de printer op het afdrukserversysteem op
delen instellen.
De procedure voor het instellen van de afdrukserversystemen is als volgt:
1.
Installeer het printerbesturingsbestand op het afdrukserversysteem
Voor meer informatie over de installatie raadpleegt u het hoofdstuk 'De software installeren' in Aan
de Slag-gids.
2.
Selecteer items in het menu Start zoals hieronder wordt aangegeven:
Als u Windows 7 gebruikt, selecteert u Start -> Apparaten en printers (Devices and Printers).
Als u Windows Vista gebruikt, selecteert u Start -> Configuratiescherm (Control Panel) ->
Hardware en geluiden (Hardware and Sound) -> Printers.
Als u Windows XP gebruikt, selecteert u Start -> Configuratiescherm (Control Panel) -> Printers
en andere hardware (Printers and Other Hardware) -> Printers en faxapparaten (Printers and
Faxes).
Het venster Apparaten en printers (Devices and Printers) (Windows 7), Printers (Windows Vista) of
Printers en faxapparaten (Printers and Faxes) (Windows XP) wordt weergegeven.
3.
Klik op het pictogram van het printermodel dat moet worden gedeeld
Als u Windows 7 gebruikt, drukt u op de Alt-toets op uw toetsenbord en selecteert u
Eigenschappen van printer (Printer properties) -> Delen (Sharing) in het menu Bestand (File) dat
wordt weergegeven.
Als u Windows Vista gebruikt, drukt u op de Alt-toets op uw toetsenbord en selecteert u Als
administrator uitvoeren (Run as administrator) -> Delen... (Sharing...) in het menu Bestand (File)
dat wordt weergegeven.
Als u Windows XP gebruikt, selecteert u de optie Delen... (Sharing...) in het menu Bestand (File).
Belangrijk
In Windows 7 of Windows Vista wordt wellicht een bevestigings-/waarschuwingsvenster
weergegeven bij het starten, installeren of verwijderen van software.
Dit dialoogvenster verschijnt wanneer beheerdersrechten zijn vereist voor het uitvoeren van
een taak.
Als u bent aangemeld bij een beheerdersaccount, klikt u op Ja (Yes) (of Doorgaan (Continue)
of Toestaan (Allow)) om door te gaan.
Voor sommige toepassingen is een beheerdersaccount vereist om door te gaan. Als u bent
aangemeld bij een standaardaccount, schakelt u over naar een beheerdersaccount en start u
de bewerking opnieuw.
Opmerking
In Windows XP wordt wellicht een bericht weergegeven dat de gebruiker het beste de wizard
Netwerk instellen kan gebruiken om de functie voor delen in te stellen.
Als dit bericht wordt weergegeven, selecteert u de optie dat u de wizard niet wilt gebruiken en
stelt u delen in.
4.
Stel delen in
Selecteer Deze printer delen (Share this printer) op het tabblad Delen (Sharing) om zo nodig een
Pagina 480 van 489 pagina'sInstellingen op de afdrukserver
gedeelde naam in te stellen en klik op OK.
Het instellen van het afdrukserversysteem voltooid. Vervolgens stelt u de clientsystemen in.
Naar boven
Pagina 481 van 489 pagina'sInstellingen op de afdrukserver
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
>
De printer delen in een netwerk
> Instellingen op de client-pc
P044
Instellingen op de client-pc
Na het instellen van het afdrukserversysteem, stelt u het clientsysteem in.
De procedure voor het instellen van de clientsystemen is als volgt:
Als u Windows 7 of Windows Vista gebruikt:
1.
Installeer het printerstuurprogramma op de clientsystemen
Zie "
Het printerstuurprogramma installeren " voor installatie-instructies.
Opmerking
Tijdens de installatie wordt een venster weergegeven met het verzoek de printer in te
schakelen. Klik op Handmatige selectie (Manual Selection) en selecteer de juiste poort om de
installatie te voltooien.
2.
Start de wizard
Als u Windows 7 gebruikt, selecteert u Start -> Apparaten en printers (Devices and Printers) ->
Een printer toevoegen (Add a printer).
Als u Windows Vista gebruikt, selecteert u Start -> Netwerk (Network) -> Een printer toevoegen
(Add Printer).
Het venster Printer toevoegen (Add Printer) wordt weergegeven.
3.
Voeg een printer toe
Selecteer Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer toevoegen (Add a network, wireless
or Bluetooth printer), klik op het pictogram van de printer die u op het afdrukserversysteem als
gedeelde printer hebt ingesteld en klik opVolgende (Next).
Opmerking
Als het pictogram van de printer niet wordt weergegeven, controleert u of de printer is
aangesloten op de afdrukserver.
Het kan enige tijd duren voordat het pictogram van de printer wordt weergegeven.
4.
Voltooi de configuratie
Voer de bewerking uit die wordt beschreven op het scherm en klik op Voltooien (Finish).
Als u Windows 7 gebruikt, wordt het pictogram voor de gedeelde printer weergegeven in het
venster Apparaten en printers (Devices and Printers).
Als u Windows Vista gebruikt, wordt het pictogram voor de gedeelde printer weergegeven in het
venster Printers.
Het instellen van de clientsystemen is voltooid. U kunt de printer nu in het netwerk delen.
Als u Windows XP gebruikt
1.
Installeer het printerstuurprogramma op de clientsystemen
Zie "
Het printerstuurprogramma installeren " voor installatie-instructies.
Opmerking
Pagina 482 van 489 pagina'sInstellingen op de client-pc
Tijdens de installatie wordt een venster weergegeven met het verzoek de printer in te
schakelen. Klik op Handmatige selectie (Manual Selection) en selecteer de juiste poort om de
installatie te voltooien.
2.
Start de wizard
Selecteer Start -> Configuratiescherm (Control Panel) -> Printers en andere hardware (Printers and
Other Hardware) -> Printers en faxapparaten (Printers and Faxes) -> Een printer toevoegen (Add a
printer).
Klik in het venster De wizard Printer toevoegen (Welcome to the Add Printer Wizard) op Volgende
(Next).
3.
Voeg een printer toe
Selecteer Netwerkprinter, of een printer die met een andere computer is verbonden (A network
printer, or a printer attached to another computer) en klik op Volgende (Next).
Klik in het venster Een printer opgeven (Specify a Printer) op Volgende (Next) en zoek naar het
afdrukserversysteem.
Klik op het pictogram van de printer die u op het afdrukserversysteem als gedeelde printer hebt
ingesteld en klik op Volgende (Next).
Opmerking
Als het pictogram van de printer niet wordt weergegeven, controleert u of de printer is
aangesloten op de afdrukserver.
4.
Voltooi de configuratie
Voer de bewerking uit die wordt beschreven op het scherm en klik op Voltooien (Finish).
In het venster Printers en faxapparaten (Printers and Faxes) wordt het pictogram voor de gedeelde
printer weergegeven.
Het instellen van de clientsystemen is voltooid. U kunt de printer nu in het netwerk delen.
Naar boven
Pagina 483 van 489 pagina'sInstellingen op de client-pc
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
>
De printer delen in een netwerk
> Beperkingen bij het delen van printers
P415
Beperkingen bij het delen van printers
Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als
u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt.
Bij het gebruik van een printer in een netwerk gelden bepaalde beperkingen. Lees de beperkingen voor
de omgeving waarin u werkt.
Als u een printer in een netwerk deelt
Er kan een bericht worden weergegeven dat het afdrukken is voltooid. Als u wilt dat het bericht niet
meer wordt weergegeven, volgt u de onderstaande procedure.
Als u Windows 7 gebruikt:
Selecteer in het venster Apparaten en printers (Devices and Printers) van de clientcomputer de
gewenste printer in de lijst Printers en faxapparaten (Printers and Faxes) en open Eigenschappen
van afdrukserver (Print server properties).
Schakel het selectievakje Informatieve meldingen voor netwerkprinters weergeven (Show
information notifications for network printers) op het tabblad Geavanceerd (Advanced) uit en start
de computer opnieuw op.
Als u Windows Vista gebruikt:
Druk op de Alt-toets vanuit het venster Printers op het clientsysteem. Open Als administrator
uitvoeren (Run as administrator) -> Eigenschappen van server... (Server Properties...) vanuit het
menu Bestand (File) dat wordt weergegeven.
Schakel Informatieve meldingen voor netwerkprinters weergeven (Show informational
notifications for network printers) op het tabblad Geavanceerd (Advanced) uit en start de computer
opnieuw op.
Als u Windows XP gebruikt:
Open Eigenschappen van server (Server Properties) via het menu Bestand (File) van het venster
Printers en faxapparaten (Printer and Faxes) op het afdrukserversysteem.
Schakel Waarschuwing geven als er externe documenten worden afgedrukt (Notify when remote
documents are printed) op het tabblad Geavanceerd (Advanced) uit en start de computer opnieuw
op.
De functie voor bidirectionele communicatie is uitgeschakeld en de juiste printerstatus wordt
wellicht niet herkend.
Als de gebruiker van een clientcomputer de eigenschappen van het printerstuurprogramma opent
(om de eigenschappen in Windows 7 weer te geven, drukt u op de Alt-toets en selecteert u
Eigenschappen van printer (Printer properties) in het menu Bestand (File)) en vervolgens op OK klikt
terwijl Bidirectionele ondersteuning inschakelen (Enable bidirectional support) is uitgeschakeld op
het tabblad Poorten (Ports), wordt de functie voor bidirectionele communicatie op de afdrukserver
mogelijk ook uitgeschakeld.
Controleer in dit geval of het selectievakje Bidirectionele ondersteuning inschakelen (Enable
bidirectional support) is ingeschakeld op het afdrukserversysteem en het clientsysteem.
Als u afdrukt vanaf een clientsysteem, kunt u Canon IJ-afdrukvoorbeeld niet gebruiken.
Als de functies op het tabblad Onderhoud (Maintenance) niet goed kunnen worden ingesteld vanaf
een clientsysteem, zijn deze functies mogelijk niet voor selectie beschikbaar. Wijzig de instellingen
in dit geval vanaf de afdrukserver.
Als u de instellingen van de afdrukserver wijzigt, moet u het pictogram van de gedeelde printer
verwijderen van het clientsysteem en geef de gedeelde instellingen opnieuw op in het
clientsysteem.
Pagina 484 van 489 pagina'sBeperkingen bij het delen van printers
Wanneer hetzelfde printerstuurprogramma op het afdrukserversysteem en het
clientsysteem (als de lokale printer) is geïnstalleerd
Het is mogelijk dat de "net crawl"-functie automatisch een netwerkprinterpictogram op het
clientsysteem maakt.
Naar boven
Pagina 485 van 489 pagina'sBeperkingen bij het delen van printers
Uitgebreide Handleiding
>
Bijlage
> Premium inhoud downloaden
A006
Premium inhoud downloaden
Via Solution Menu EX kunt u naar de website CREATIVE PARK PREMIUM gaan en inhoud downloaden
die u kunt afdrukken met Easy-PhotoPrint EX en andere toepassingen.
Belangrijk
U mag de gedownloade of afgedrukte inhoud alleen voor persoonlijke doeleinden gebruiken.
U mag de inhoud niet voor commerciële doeleinden gebruiken.
1.
Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Alle programma's (All Programs) >
Canon Utilities > Solution Menu EX en klik op Solution Menu EX.
Solution Menu EX wordt gestart.
2.
Selecteer Canon-webservice (Canon Web Service) en klik op het pictogram
CREATIVE PARK PREMIUM.
De website CREATIVE PARK PREMIUM wordt weergegeven.
Belangrijk
Voor toegang tot de website is een internetverbinding vereist. Aan de internetverbinding zijn de
gebruikelijke kosten verbonden.
3.
Selecteer een categorie.
4.
Selecteer en download de inhoud die u wilt afdrukken.
Opmerking
Welke toepassing u moet gebruiken om af te drukken hangt af van de gedownloade inhoud.
U moet de gedownloade inhoud installeren als u deze wilt afdrukken met Easy-PhotoPrint EX.
Raadpleeg ' Premium inhoud afdrukken
' voor meer informatie over het afdrukken van de
gedownloade inhoud met Easy-PhotoPrint EX.
Naar boven
Pagina 486 van 489 pagina'sPremium inhoud downloaden
Uitgebreide Handleiding
> Easy-PhotoPrint EX gebruiken
A001
Easy-PhotoPrint EX gebruiken
--- Creatieve kunstwerken maken van uw foto's ---
U kunt met Easy-PhotoPrint EX op eenvoudige wijze albums, kalenders en stickers maken door foto's te
selecteren die met een digitale camera zijn gemaakt.
U kunt ook heel gemakkelijk foto's zonder rand afdrukken.
Easy-PhotoPrint EX openen
Klik hier: Easy-PhotoPrint EX
Opmerking
Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer informatie over het gebruik van Easy-PhotoPrint EX.
Afdrukken met de meegeleverde software
Maak een persoonlijk fotoalbum
Met Easy-PhotoPrint EX maakt u heel gemakkelijk een persoonlijk fotoalbum!
U hoeft alleen maar de gewenste foto's te selecteren, een indeling te selecteren, het papier in de printer
te plaatsen en af te drukken. Nadat u de afgedrukte pagina's hebt ingebonden, hebt u een uniek album
met uw herinneringen!
U kunt de indeling en de achtergrond wijzigen en
opmerkingen aan de foto's toevoegen.
U kunt ook de grootte en de afdrukstand
selecteren.
U kunt foto's schikken op de linker- en
rechterpagina's.
KIJK!
Selecteer een thema (achtergrondontwerp) om een album met één thema te maken.
Decoreer onderdelen met tekst en kaders
U kunt tekst aan foto's toevoegen. Voeg een beschrijving toe aan een foto in een album en plaats er een
kader omheen om de sfeer van de foto te versterken.
Pagina 487 van 489 pagina'sEasy-PhotoPrint EX gebruiken
KIJK!
Selecteer Album om tekst en kaders toe te voegen. U kunt geen foto's decoreren met Photo Print.
Maak een kalender met uw favoriete foto's
Met Easy-PhotoPrint EX maakt u heel gemakkelijk kalenders. Maak uw eigen kalender met uw favoriete
foto's. Dan wordt het pas spannend om de kalenderpagina's om te slaan.
U kunt alle soorten foto's gebruiken.
U kunt ook kalenders maken voor twee, zes of twaalf
maanden.
Maak stickers
Met Easy-PhotoPrint EX maakt u heel gemakkelijk stickers.
Maak stickers van uw favoriete foto's en deel ze uit aan uw vrienden.
KIJK!
U kunt tekst aan foto's toevoegen.
Pagina 488 van 489 pagina'sEasy-PhotoPrint EX gebruiken
Naar boven
Pagina 489 van 489 pagina'sEasy-PhotoPrint EX gebruiken
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463
  • Page 464 464
  • Page 465 465
  • Page 466 466
  • Page 467 467
  • Page 468 468
  • Page 469 469
  • Page 470 470
  • Page 471 471
  • Page 472 472
  • Page 473 473
  • Page 474 474
  • Page 475 475
  • Page 476 476
  • Page 477 477
  • Page 478 478
  • Page 479 479
  • Page 480 480
  • Page 481 481
  • Page 482 482
  • Page 483 483
  • Page 484 484
  • Page 485 485
  • Page 486 486
  • Page 487 487
  • Page 488 488
  • Page 489 489

Canon PIXMA iP4840 de handleiding

Categorie
Labelprinters
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor