14
N
AANWIJZINGEN VOOR HET ONDERHOUD EN DE REPARATIE
• De optimale omgevingstemperatuur voor het opladen van accu’s ligt tussen 4° C en max. 40° C.
• Slijp de messen bijv. met het PARKSIDE modelbouw- en graveerset of met een messenslijper.
• Bij een defect mes of een defect apparaat kunt u contact opnemen op met de genoemde
technische dienst in uw land.
VEILIG WERKEN
1. Controleer de netspanning. Controleer zorgvuldig of de voorhanden netspanning overeenkomt
met de vermelding op de typeplaat van het apparaat.
2. Apparaat altijd inschakelen vóór contact met materiaal. Schakel altijd het apparaat in
voordat het in contact komt met het te bewerken materiaal.
3. Houdt u uw werkplek in orde. Wanorde op de werkplek verhoogt het gevaar voor ongevallen.
4. Houdt u rekening met omgevingsinvloeden. Stelt u het gereedschap nooit bloot aan regen of
vocht en gebruikt u elektrische gereedschappen nooit in natte of vochtige omgeving. Zorgt u voor
goede verlichting. Gebruikt u elektrisch gereedschap nooit in de buurt van brandbare vloeistoffen
of gassen.
5. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken. Voorkomt u lichaamscontact met geleidende
delen zoals bijvoorbeeld buizen, verwarmingselementen, kachels, koelkasten.
6. Houdt elektrische gereedschappen altijd buiten bereik van kinderen! Zorgt u, dat andere
personen niet met het gereedschap in contact komen en houdt u vooral kinderen op afstand!
7. Bewaart u uw gereedschap altijd op een veilige plaats. Niet gebruikt gereedschap moet in
een droge, gesloten ruimte en buiten het bereik van kinderen worden bewaard.
8. Zorgt u, dat het gereedschap niet wordt overbelast. U werkt veiliger en beter binnen de
aangegeven vermogensgrenzen.
9. Gebruikt u het juiste gereedschap. Gebruikt u nooit te zwak gereedschap of voorzetelementen
voor te zwaar werk. Gebruikt u gereedschap niet voor doeleinden en werkzaamheden waarvoor
zij niet geconstrueerd zijn.
10. Draagt u veilige kleding. Draagt u geen wijde kleding of sieraden (zij kunnen door de bewe
gende delen worden ingetrokken). Bij werkzaamheden in de open lucht adviseren wij het dragen
van rubber handschoenen en veiligheidsschoenen. Draagt u bij lang haar een haarnet.
11. Draag een veiligheidsbril, een ademmasker of een gehoorbeveiliging. Draag bij
werkzaamheden met splinter-, spaander- en stofontwikkeling en bij bovenhoofds werk altijd een
veiligheidsbril, een ademmasker en - bij intensief werklawaai - ook een gehoorbeveiliging.
12. Voorzichtig met de kabel! Draagt u het gereedschap nooit aan de kabel en gebruikt u de kabel
niet om de stekker uit het stopcontact te trekken. Beschermt u de kabel tegen hitte, olie en
scherpe randen.
13. Beveiligt u het werkstuk! Plaatst u het werkstuk in een spaninrichting of een duimschroef.
Daardoor wordt het steviger vastgehouden dan in uw hand en u kunt de machine met beide
handen bedienen.
14. Zorgt u voor standveiligheid. Vermijdt u ongewone lichaamshoudingen. Zorgt u voor een
veilige stand en tevens voor een gelijkblijvend evenwicht.
15. Gaat u zorgvuldig met het gereedschap om. Houdt u uw gereedschap altijd bedrijfsklaar
(bijv. scherp) en schoon, zodat u vlot en veilig kunt werken. Neemt u de onderhoudsvoorschriften
en -intervallen in acht. Controleert u regelmatig de stekker en de kabel en laat u deze in geval
van schade direct door een vakman vervangen. Houdt u de handgrepen steeds droog en vrij van
vet en olie.
16. Na gebruik de stekker uit het stopcontact. Trekt u na gebruik, vóór onderhoud of bij vervan
ging van werktuigen zoals bijv. zaagblad, boor of elk ander werktuig, altijd eerst de stekker uit
het stopcontact.