Casio PX-S3000 de handleiding

Categorie
Muziekinstrumenten
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1/4GEBRUIKSAANWIJZING (Basisbediening)
GEBRUIKSAANWIJZING (Basisbediening)
Bewaar alle informatie voor eventuele naslag in de toekomst.
Lees aandachtig de afzonderlijke “Veiligheidsmaatregelen” en gebruik de Digitale Piano op de
juiste wijze.
Wanneer de Digitale Piano alleen op batterijspanning wordt gebruikt, kunnen de noten vervormd klinken bij
het spelen of weergeven van een melodie op maximaal volume. Dit komt door het verschil in vermogen bij
stroomvoorziening via de netadapter of de batterijen en wijst niet op een storing in de Digitale Piano. Als er
vervorming optreedt, schakel dan over op gebruik van de netadapter of verlaag het volumeniveau.
Deze gids geeft algemene informatie over de bediening van de
Digitale Piano. Voor meer gedetailleerde informatie wordt u
verwezen naar de gebruiksaanwijzing beschikbaar op de CASIO-
website die toegankelijk is via de nevenstaande QR-code of het
onderstaande webadres.
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/PX-S3000/
PX
-
S3000
NL
700 tonen voor toetsenbordspel
DEZE GIDS: Selecteren van een toon (pagina 2/4)
Automatische begeleiding
DEZE GIDS: Gebruik van automatische begeleiding
(pagina 2/4)
Opnemen van de uitvoeringen
Opslaan van de opnamen als MIDI-gegevens
DEZE GIDS: Gebruik van de MIDI-recorder voor het
opnemen van uitvoeringen (pagina 3/4)
Opslaan van de opnamen als geluidsbestanden
DEZE GIDS: Gebruik van de audiorecorder voor het
opnemen van uitvoeringen (pagina 3/4)
Registratiefunctie
DEZE GIDS: Registreren en oproepen van een
basisinstelling (Registratie) (pagina 3/4)
Bluetooth-verbindingsfunctie voor het
weergeven van een extern apparaat via de
luidsprekers van de Digitale Piano
DEZE GIDS: Gebruik van de Digitale Piano als een
Bluetooth-luidsprekersysteem (pagina 4/4)
Instelbaar aanslagvolume
DEZE GIDS: Veranderen van het aanslagvolume naar
de aanslagdruk (Aanslagvolume) (pagina 2/4)
Transponeren van de muzieksleutel
DEZE GIDS: Veranderen van de toonhoogte in
stappen van een halve toon (Transponeren)
(pagina 2/4)
Zaalsimulator en surroundeffecten
DEZE GIDS: Gebruik van de geluidsmoduseffecten
(Zaalsimulator/Nagalm en Surround) (pagina 2/4)
Duetmodus
DEZE GIDS: Splitsen van het toetsenbord voor duet-
spel (pagina 3/4)
Automatische arpeggioweergave
DEZE GIDS: Gebruik van de arpeggiator (pagina 2/4)
Ondersteunde functies
Gebruik van de netadapter
Let erop dat u alleen de netadapter gebruikt die voor deze
Digitale Piano wordt voorgeschreven. Het gebruik van een
ander type netadapter kan problemen veroorzaken.
BELANGRIJK!
Gebruik nooit de netadapter (JEITA standaard, met
een uniforme polariteitsstekker) die met deze Digitale
Piano meegeleverd wordt om een ander toestel aan te
sluiten dan deze Digitale Piano. Dit kan namelijk
resulteren in een defect.
Zorg ervoor dat u de stroom van de Digitale Piano
uitschakelt voordat u de aansluiting van de
netadapter tot stand brengt of verbreekt.
De netadapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit
is normaal en duidt niet op een defect.
Veranderen van de toonhoogte van de
noten die op het toetsenbord worden
gespeeld
DEZE GIDS: Gebruik van de toonhoogteregelaar
(pagina 2/4)
Twee knoppen voor het regelen van
tonen en effecten
DEZE GIDS: Gebruik van de knoppen (pagina 2/4)
Weergeven van MIDI-gegevens
DEZE GIDS: Luisteren naar melodieën (MIDI-
speler) (pagina 3/4)
Koppelen van een smartapparaat voor
extra bedieningsfuncties
DEZE GIDS: Koppelen aan een smartapparaat
(APP-functie) (pagina 4/4)
Andere nuttige voorzieningen
Afstellen van de geluidskarakteristieken van de
akoestische piano (Akoestieksimulator)
DSP-, zwevings- en helderheidseffecten
Afstellen van de toonhoogte (Stemmen,
Octaafverschuiving)
17 toonschalen waaronder gelijkzwevend
temperament (Toonschaalstemming)
Geluidsweergave via externe apparatuur
Aansluiten van een computer voor uitwisselen van
uitvoeringsinformatie (MIDI-gegevens)
Veelzijdige tonen (voor computermuziek)
CASIO-WEBSITE: “Gebruiksaanwijzing”,
“Aansluitgids voor Bluetooth, audioapparaat en
computer”
Oplossen van moeilijkheden
CASIO-WEBSITE: Gebruiksaanwijzing
Bijgeleverde accessoires
Muziekstandaard
Netadapter
Netsnoer
Pedaal
Losse blaadjes
Veiligheidsmaatregelen
Overige (garantie, enz.)
Meegeleverde items onder voorbehoud.
Los verkrijgbare accessoires
U kunt informatie betreffende de accessoires die los
verkrijgbaar zijn krijgen uit de CASIO-catalogus die
beschikbaar is bij uw winkelier en op de CASIO-
website die toegankelijk is via het onderstaande
webadres of QR-code.
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/
PX-S3000/
Voorbereidingen
Klaarmaken van de voeding
Voorgeschreven netadapter: AD-A12150LW
(JEITA standaardstekker)
Netadapter
dm DC 12V
Netsnoer
Stopcontact
Gebruik op batterijen
BELANGRIJK!
Zorg ervoor de stroom uit te schakelen voordat u de
batterijen inlegt.
Het wordt aan u overgelaten om zes los verkrijgbare
alkalibatterijen aan te schaffen.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht
wanneer de Digitale Piano ondersteboven wordt
gedraaid om de batterijen te plaatsen.
Wees voorzichtig dat uw vingers niet onder de
Digitale Piano klem komen te zitten waardoor u
letsel oploopt.
Let op dat de Digitale Piano niet valt of op andere
wijze aan een harde schok wordt blootgesteld.
Door een harde schok kunnen de volumeknop en
de klaviertoetsen worden beschadigd.
1.
Open het batterijdeksel aan de onderkant van de
Digitale Piano.
2.
Leg zes AA-formaat batterijen in het
batterijcompartiment.
Let erop dat de positieve + en negatieve - kanten van
de batterijen in de richting wijzen aangegeven op de
Digitale Piano.
3.
Steek de lipjes van het batterijdeksel in de gaten
aan de kant van het batterijcompartiment en sluit
vervolgens het deksel.
Aanduiding voor lege batterijen
Het bericht “LOW BATTERY” verschijnt op het display
wanneer de batterijen uitgeput raken. Vervang de batterijen
in dat geval.
BELANGRIJK!
Wanneer u de Digitale Piano gebruikt terwijl de
batterijen bijna leeg zijn, kan het instrument
plotseling worden uitgeschakeld. Hierdoor kunnen
de gegevens die het geheugen van de Digitale Piano
zijn opgeslagen, beschadigd raken of verloren gaan.
1.
Voordat u de stroom inschakelt, moet u de 2
volumeknop zo ver mogelijk in de richting draaien
aangegeven in de onderstaande afbeelding.
2.
Druk op de 1P (aan/uit) toets om de stroom in te
schakelen.
Het bericht “Welcome” verschijnt even gevolgd door de
aanduiding van de toonnaam. De Digitale Piano is nu
klaar voor gebruik.
Het is mogelijk dat de stroom niet wordt
ingeschakeld wanneer u de 1P (aan/uit) toets te
licht indrukt. Dit duidt niet op een defect. Als dit
gebeurt, moet u de 1P (aan/uit) toets steviger
indrukken.
3.
Gebruik de 2 volumeknop om het volume in te
stellen.
4.
Om de stroom uit te schakelen, houdt u de 1P
(aan/uit) toets ingedrukt totdat “Bye” op het display
verschijnt.
OPMERKING
Wanneer de 1P (aan/uit) toets wordt ingedrukt om de
stroom uit te schakelen, komt de Digitale Piano op
standby te staan. Er blijft nog kleine hoeveelheid stroom
in de Digitale Piano lopen wanneer deze in de standby-
toestand staat. Als u de Digitale Piano voor langere tijd
niet gebruikt of als er onweer in de buurt is, dient u de
stekker uit het stopcontact te trekken.
Stroom-aan waarschuwing
Wanneer de Digitale Piano bij gebruik met de netadapter
ongeveer zes minuten niet wordt bediend, zal de stroom-
aan waarschuwingsfunctie in werking treden en gaan de
lampjes van de tiptoetsen achter elkaar aan en uit om u
eraan te herinneren dat de stroom is ingeschakeld.
De lampjes van de toetsen keren terug naar de normale
toestand als u een toets aanraakt, iets op het toetsenbord
speelt of een andere bediening uitvoert. Om de stroom uit te
schakelen, houdt u de 1P (aan/uit) toets ingedrukt totdat
“Bye” op het display verschijnt.
Automatische stroomonderbreker
Deze Digitale Piano is ontworpen om automatisch
uitgeschakeld te worden om te voorkomen dat stroom wordt
verspild wanneer gedurende een vooringestelde tijd geen
bediening wordt uitgevoerd. De activeringstijd voor de
automatische stroomonderbreker is ongeveer vier uur bij
gebruik op netspanning of zes minuten bij gebruik op
batterijen.
U kunt de automatische stroomonderbreker uitschakelen
om te voorkomen dat de stroom tijdens een concert of op
een andere ongewenste tijd plotseling wordt
uitgeschakeld. Maak de volgende instelling voor de
FUNCTION-parameter om de automatische
stroomonderbreker uit te schakelen: “SYSTEM” 3 “Auto
Power Off” 3 “Off”. Zet de instelling terug op “On” om de
automatische stroomonderbreker weer in te schakelen.
Zie “Functie-instellingen maken (FUNCTION-modus)”
(pagina 4/4) voor informatie over de FUNCTION-
parameters.
In- en uitschakelen van de stroom
DAMPER PEDAL aansluiting
Sluit het meegeleverde demppedaal (SP-3) aan op de
cr DAMPER PEDAL aansluiting van de Digitale Piano.
Maak de volgende instelling voor de FUNCTION-parameter
om de functie van dit pedaal te veranderen: “PEDAL/
WHEEL” 3 “DAMPER PEDAL3 “Pedal Target”.
Zie “Functie-instellingen maken (FUNCTION-modus)”
(pagina 4/4) voor informatie over de FUNCTION-
parameters.
PEDAL UNIT aansluiting
CASIO-WEBSITE: Gebruiksaanwijzing
Gebruik de cs PEDAL UNIT aansluiting om een los
verkrijgbare pedaaleenheid (SP-34) aan te sluiten. U kunt
de pedalen dan gebruiken voor expressie die lijkt op die
beschikbaar is op een akoestische piano.
EXPRESSION/ASSIGNABLE aansluiting
CASIO-WEBSITE: Gebruiksaanwijzing
Gebruik de dl EXPRESSION/ASSIGNABLE aansluiting
om een los verkrijgbaar expressiepedaal of een CASIO
aanhoudpedaal (meegeleverde SP-3 of los verkrijgbaar
pedaal) aan te sluiten.
BELANGRIJK!
Voor informatie over de expessiepedalen die kunnen
worden aangesloten wordt u verwezen naar de
gebruiksaanwijzing die beschikbaar is op de CASIO-
website.
Door een hoofdtelefoon te gebruiken wordt het geluid van
de ingebouwde luidsprekers uitgeschakeld wat betekent dat
u zelfs ’s avonds laat kunt oefenen zonder anderen te
storen.
Zorg ervoor altijd het volumeniveau laag in te stellen
voordat u de hoofdtelefoon aansluit.
OPMERKING
Er wordt geen hoofdtelefoon meegeleverd met de
Digitale Piano.
Gebruik een los verkrijgbare hoofdtelefoon. Zie “Los
verkrijgbare accessoires” (deze pagina) voor informatie
over de verkrijgbare opties.
BELANGRIJK!
Luister niet voor lange tijd met een hoog volume via
de hoofdtelefoon. Dit kan namelijk resulteren in
gehoorschade.
Gebruikt u een hoofdtelefoon waarbij een
verloopstekker nodig is, let er dan op dat de
verloopstekker niet ingestoken blijft als u de
aansluiting van de hoofdtelefoon verbreekt. Mocht de
stekker ingestoken blijven, dan zal er geen geluid te
horen zijn via de luidsprekers.
Gebruik van een pedaal
Deze instelling
(getoonde
aanduiding):
Doet dit:
1. Sustain
(Standaardin-
stelling)
Noten die worden gespeeld terwijl het
pedaal is ingetrapt worden
aangehouden, ook als de klaviertoetsen
daarna worden losgelaten. Orgeltonen
en andere tonen die worden
aangehouden zolang de klaviertoetsen
worden aangeslagen, blijven klinken
zolang het pedaal wordt ingetrapt.
2. Sostenuto Alleen de noten van de klaviertoetsen
die aangeslagen zijn op het moment
van het intrappen van het pedaal
worden aangehouden totdat het pedaal
wordt losgelaten. Dit geldt ook wanneer
de klaviertoetsen worden losgelaten.
3. Soft Maakt de noten ietwat zachter en milder
terwijl het pedaal wordt ingetrapt.
4. Arpeggio
Hold
Wanneer de arpeggiator is
ingeschakeld, wordt het aanhouden van
het arpeggio toegepast zolang het
pedaal is ingetrapt.
5. Start/Stop Voert dezelfde bediening uit als de
8 START/STOP toets.
6. Fill-in Speelt een invulpatroon wanneer het
pedaal wordt ingetrapt terwijl een
automatische begeleiding wordt
weergegeven.
Gebruik van een hoofdtelefoon
Voorpaneel
Tiptoetsen
Bij het inschakelen van de Digitale Piano gaan alle tiptoetsen branden, met uitzondering van de 1P (aan/uit) toets. De
bovenstaande afbeelding toont de situatie wanneer alle toetsen en de bijbehorende opschriften branden. Tijdens normaal
gebruik zullen alleen de toetsen die zijn geactiveerd en de bijbehorende tekst branden of knipperen.
Algemene gids
cn
cm
1 2 3 4 5 6 7 8
9
bp
bk bl bm bn bo
co
bq br bs bt ck cl
C1
C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8A0
Achterkant
cpUSB-poort (USB)
cqUSB flash-drive poort (USB)
crDemppedaalaansluiting (DAMPER PEDAL)
csPedaaleenheid-aansluiting (PEDAL UNIT)
ctAudio-ingangsaansluiting (AUDIO IN)
dkLijnuitgangsaansluitingen
(LINE OUT R, L/MONO)
dlExpressie/toewijsbaar-aansluiting
(EXPRESSION/ASSIGNABLE)
dm12 V gelijkstroomaansluiting (DC 12V)
Klaarmaken van de muziekstandaard
Terugzetten van de standaard-
fabrieksinstellingen op de Digitale Piano
Zie “Terugzetten van de standaard-fabrieksinstellingen op
de Digitale Piano” (pagina 4/4) van deze gids.
1P (aan/uit) toets
2Volumeknop
3Modusselectietoets (RHYTHM, ACCOMP,
SONG)
4Intro, Gedeeltetoets (INTRO, PART)
5Normaal/invulpatroon, s toets
(NORMAL/FILL-IN, s)
6Variatie/invulpatroon, d toets
(VARIATION/FILL-IN, d)
7Synchro/eindpatroon, k toets
(SYNCHRO/ENDING, k)
8Start/stop, a toets (START/STOP, a)
9Display
bk, U toets
bl+, I toets
bmTempo, Invoertoets (TEMPO, ENTER)
bnGeluidsmodus, Demonstratietoets
(SOUND MODE, DEMO)
boOpnametoets (REC0)
bp^, Afsluiten, Functietoets
(^, EXIT, $ FUNCTION)
bq - cl Tooncategorie, Ritmecategorietoetsen
(TONE, RHYTHM)
bqD
SP, Banktoets (DSP
, BANK)
brTransponeren, Gebied 1 toets (TRANSPOSE, 1)
bsKnop, Gebied 2 toets (KNOB, 2)
btArpeggio, Gebied 3 toets (ARPEG., 3)
ckSplitsen, Gebied 4 toets (SPLIT, 4)
clLagen, Opslaantoets (LAYER, STORE)
cmKnop (K1), Knop (K2)
cnToonhoogteregelaar (PITCH BEND)
coHoofdtelefoonaansluitingen (PHONES)
cr cs ct dl dmcp cq dk
Muziekstandaard
Bij het inschakelen van de Digitale Piano gaan de tiptoetsen branden.
De gebruiksstatus van de Digitale Piano bepaalt welke toetsen en opschriften branden. Bijvoorbeeld, bij het inschakelen
van de Digitale Piano wordt automatisch de RHYTHM modus*
1
geactiveerd wat betekent dat de onderstaande toetsen en
opschriften gaan branden.
Wanneer de 3 modusselectietoets tweemaal wordt aangetipt, wordt de SONG modus*
1
ingeschakeld waardoor het
oplichten van de toetsen en opschriften als volgt verandert.
Alleen de ingeschakelde toetsen en de opschriften die de beschikbare functies aangeven branden of knipperen.
*1 Zie “Modusselectietoets” voor informatie over deze modi.
*2 In de afbeeldingen van deze gids wordt een niet brandend opschrift boven en/of onder een toets grijs weergegeven.
Oplichtende opschriften worden zwart weergegeven.
BELANGRIJK!
Om een tiptoets te bedienen, moet u deze stevig met een blote vinger aantippen. De tiptoetsen reageren niet als u
deze aanraakt terwijl u een handschoen draagt.
Als een tiptoets niet reageert, voert u de onderstaande stappen uit om de gevoeligheid van de tiptoetsen te
verhogen.
1.
Schakel de Digitale Piano uit.
2.
Houd de C8 klaviertoets ingedrukt (de toets helemaal rechts) en druk dan op de 1P (aan/uit) toets.
Blijf de C8 klaviertoets ingedrukt houden totdat het bericht Welcome” op het display verschijnt. U hoeft de 1P
(aan/uit) toets niet ingedrukt te blijven houden.
Automatische uitschakelfunctie voor de tiptoetslampjes (Paneellampjes-instelling)
Om stroom te besparen, kunt u instellen dat alle toetslampjes worden uitgeschakeld, met uitzondering van het lampje van de
3 modusselectietoets, wanneer het instrument een bepaalde tijd niet wordt bediend.
CASIO-WEBSITE: Gebruiksaanwijzing
Bediening van de tiptoetsen
3 Modusselectietoets
*
2
Modusselectietoets
Uw Digitale Piano heeft drie modi die hieronder worden beschreven.
Tip de 3 modusselectietoets enkele malen aan om de drie modi te doorlopen.
Een van de indicators boven of onder de modusselectietoets brandt om de geselecteerde modus aan te geven. De namen
van de andere modi zijn niet zichtbaar.
^ toets
U kunt de bp^ toets gebruiken om de vier verschillende functietypen voor de zes toetsen (bq t/m cl) rechts op het
voorpaneel van de Digitale Piano te doorlopen.
Tip bp^ enkele malen aan om de verschillende functietypen te doorlopen. Een van de indicators rechts naast de bp^ toets
brandt om het geselecteerde functietype aan te geven.
Voorbeeld: De toetsen bq t/m cl zijn ingesteld zoals hieronder is aangegeven wanneer “CTRL” is geselecteerd (brandt).
RHYTHM modus: Dit is de modus voor de basisbediening. In aanvulling op het normale toetsenbordspel kan deze modus
worden gebruikt voor de meeste andere bedieningsfuncties van de Digitale Piano.
ACCOMP modus: Deze modus is voor het spelen van automatische begeleiding met akkoorden. Zie “Gebruik van
automatische begeleiding” (pagina 2/4).
SONG modus: Gebruik deze modus om melodieën weer te geven. Zie “Luisteren naar melodieën (MIDI-speler)” (pagina
3/4).
Wanneer deze functienaam
brandt:
Kunnen de toetsen bq t/m cl worden gebruikt voor deze bediening:
TONE Selecteren van tooncategorie
RHYTHM Selecteren van ritmecategorie
CTRL DSP-selectie, veranderen van de transponeerinstelling, selecteren van de
knoppenset, veranderen van de arpeggiator/automatisch harmoniseren instelling,
veranderen van de splits- en lageninstelling
REG. Registratiebediening
Wordt vervolgd op de achterkant
PXS3000_A2_D.fm 1 ページ 2019年5月7日 火曜日 午後2時48分
2/4GEBRUIKSAANWIJZING (Basisbediening)
Uw Digitale Piano is voorzien van een grote verzameling
tonen. U kunt met één toon spelen of met twee tonen
tegelijk (lagenfunctie). U kunt ook verschillende tonen aan
het hoge bereik (rechterkant) en lage bereik (linkerkant) van
het toetsenbord toewijzen (splitsfunctie).
Selecteren van een toon
1.
Gebruik de bp^ toets om de instellingen te
doorlopen totdat de “^TONE” indicator rechts
naast de toets gaat branden.
De naam van de geselecteerde tooncategorie en de
toonnaam worden op het display getoond.
2.
Gebruik de TONE categorietoetsen bq t/m cl om
een tooncategorie te selecteren.
3.
Gebruik de bk en bl + toetsen om een toon te
selecteren.
Twee tonen gelaagd weergeven
1.
Gebruik de procedure onder “Selecteren van een
toon” om de eerste toon (Upper1 toon) te
selecteren.
2.
Gebruik de bp^ toets om de instellingen te
doorlopen totdat de “^CTRL” indicator rechts
naast de toets gaat branden.
3.
Tip cl LAYER aan om de lagenfunctie in te
schakelen wat wordt aangegeven door “LY” op het
display.
4.
Gebruik de bp^ toets om de instellingen te
doorlopen totdat de “^TONE” indicator rechts
naast de toets gaat branden. Volg daarna de
aanwijzingen onder “Selecteren van een toon” om
de Upper2 toon te selecteren.
OPMERKING
Om de lagenfunctie uit te schakelen, gebruikt u de bp^
toets om de instellingen te doorlopen totdat de “^CTRL”
indicator rechts naast de toets gaat branden. Tip daarna
cl LAYER aan zodat de “LY” indicator van het display
verdwijnt.
Selecteren van een toon
[
TONE
]
PIANO
T : 120
001 :GrPnoConce r t
Toonnaam Categorienaam
Upper1
Upper2
[
TONE
]
U2 STR I NGS
T : 120 LY
002 :
M
el low Str.1
Indicator voor ingeschakelde lagenfunctie
“Upper2” indicator
Splitsen van het toetsenbord tussen twee
verschillende tonen
1.
Gebruik de procedure onder “Selecteren van een
toon” om de eerste toon (Upper1 toon) te
selecteren.
2.
Gebruik de bp^ toets om de instellingen te
doorlopen totdat de “^CTRL” indicator rechts
naast de toets gaat branden.
3.
Tip ck SPLIT aan om de splitsfunctie in te
schakelen wat wordt aangegeven door “SP” op het
display.
4.
Gebruik de bp^ toets om de instellingen te
doorlopen totdat de “^TONE” indicator rechts
naast de toets gaat branden. Volg daarna de
aanwijzingen onder “Selecteren van een toon” om
de Lower toon te selecteren.
OPMERKING
Om de splitsfunctie en de lagenfunctie gelijktijdig te
gebruiken, voert u de bovenstaande procedure uit en
gaat dan door met de stappen 2 t/m 4 onder “Twee tonen
gelaagd weergeven”.
Om de splitsfunctie uit te schakelen, gebruikt u de bp^
toets om de instellingen te doorlopen totdat de “^CTRL”
indicator rechts naast de toets gaat branden. Tip daarna
ck SPLIT aan zodat de “SP” indicator van het display
verdwijnt.
1.
Houd de bp^ toets ingedrukt totdat “DEMO” onder
de bn DEMO toets begint te knipperen.
2.
Tip bn DEMO aan.
Het bn DEMO toetslampje en de “DEMO” indicator
gaan uit waarmee wordt aangegeven dat het apparaat
in de paraatstand voor demonstratieweergave staat.
Op het display wordt “1: Demo Song” aangegeven.
3.
Tip 8a of bm ENTER aan om de
demonstratieweergave te starten.
Hierna kunt u de demonstratieweergave pauzeren
en weer hervatten door 8a of bm ENTER aan
te tippen.
4.
Tip bp EXIT aan om de paraatstand voor
demonstratieweergave te verlaten.
Lower Upper1
[
TONE
]
LOTHERS
T : 120 SP
059 :Acous t i cBs 1
Indicator voor ingeschakelde splitsfunctie
“Lower” indicator
Luisteren naar
demonstratieweergave
Het aanslagvolume verandert het toonvolume overeenkomstig
de aanslagdruk (snelheid). Dit geeft u hetzelfde
uitdrukkingsvermogen als bij een akoestische piano.
Veranderen van de aanslagvolumegevoeligheid
1.
Houd de bp^ toets ingedrukt totdat “[FUNCTION]”
op het display verschijnt.
2.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om
“KEYBOARD” weer te geven en tip dan bm ENTER
aan.
3.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om “Touch
Response” weer te geven en tip dan bm ENTER
aan.
4.
Gebruik de bk en bl + toetsen of de cm knop (K1)
om de instelling te veranderen.
5.
Nadat u de gewenste instelling heeft geselecteerd,
houdt u bp EXIT ingedrukt totdat “[FUNCTION]”
van het display verdwijnt.
De transponeerfunctie laat u de algehele toonhoogte van de
Digitale Piano verhogen of verlagen in stappen van een
halve toon. U kunt deze functie gebruiken om de toon van
het toetsenbord te verhogen of verlagen en een stuk te
spelen in een toonaard die voor u meer geschikt is of om de
toonaard aan te passen aan de zanger enz.
Veranderen van de transponeerinstelling
1.
Gebruik de bp^ toets om de instellingen te
doorlopen totdat de “^CTRL” indicator rechts
naast de toets gaat branden.
2.
Tip br TRANSPOSE aan.
De waarde van de geselecteerde transponeerinstelling
wordt op het display getoond.
3.
Gebruik de bk en bl + toetsen om de instelling te
veranderen.
U kunt de toonhoogte van het toetsenbord
veranderen binnen het bereik van –12 t/m +12 halve
tonen.
Veranderen van het
aanslagvolume naar de
aanslagdruk (Aanslagvolume)
Deze instelling
(getoonde
aanduiding):
Doet dit:
Uitgescha-
keld
(Off) Aanslagvolume is uitgeschakeld.
Het geluidsvolume ligt vast
ongeacht de snelheid van het
aanslaan van de klaviertoetsen.
Licht (Light2)
Het is gemakkelijker om een
luider geluid te produceren, dus
de aanslag voelt lichter dan bij
“Normaal”.
(Light1)
Normaal (Normal) De gevoeligheid is normaal.
(Heavy1)
Het is moeilijker om een luider
geluid te produceren, dus de
aanslag voelt zwaarder dan bij
“Normaal”.
Zwaar (Heavy2)
[
FUNCT I ON
]
<
SOUND
>
[
FUNCT I ON
]
No r
m
al
+
Touch Res
p
onse
Veranderen van de toonhoogte in
stappen van een halve toon
(Transponeren)
[
CTRL
]
TRANSPOSE
T : 120
00
U kunt bn SOUND MODE gebruiken om de hieronder
beschreven effecten in en uit te schakelen.
Zaalsimulator/nagalm
Zaalsimulator en nagalm zijn beide effecten die de
nagalmklank van het geluid veranderen.
Zaalsimulator: Met het zaalsimulatoreffect worden de
ragfijne zuiverheid, optimale helderheid en andere
onderscheidende akoestische eigenschappen van
wereldberoemde concertzalen en andere bouwwerken
nagebootst.
Nagalm: Nagalm bootst een luisterruimte na, zoals een
kamer of zaal.
Surround
Het surroundeffect creëert een akoestiek die ervoor zorgt
dat het lijkt alsof het geluid van de luidsprekers vanuit
meerdere richtingen komt (virtuele surround). Dit effect is
sterk wanneer het geluid van een externe bron via de
luidsprekers van de Digitale Piano wordt weergegeven.
OPMERKING
Het surroundeffect wordt niet toegepast op het
uitgangssignaal van de co PHONES aansluitingen of de
dk LINE OUT R, L/MONO aansluitingen van de
Digitale Piano.
In- en uitschakelen van de zaalsimulator/
nagalm- en surroundeffecten
1.
Tip bn SOUND MODE aan.
Bij meermalen aantippen worden de instellingen
doorlopen en de huidige instelling wordt
aangegeven door de LED-lampjes zoals hieronder
is aangegeven.
Selecteren van het zaalsimulator/nagalmtype
1.
Houd bn SOUND MODE ingedrukt totdat “[SOUND
MODE]” op het display verschijnt en laat de toets
dan los.
2.
Nadat u gecontroleerd heeft dat “Hall/Rev. Type”
wordt aangegeven, tipt u bm ENTER aan.
3.
Gebruik de bk en bl + toetsen om het gewenste
zaalsimulator/nagalmtype te selecteren.
Zaalsimulator
Nagalm
4.
Nadat de gewenste instelling is gemaakt, tipt u
bp EXIT enkele malen aan totdat “[SOUND MODE]”
van het display verdwijnt.
Selecteren van het surroundtype
1.
Houd bn SOUND MODE ingedrukt totdat “[SOUND
MODE]” op het display verschijnt en laat de toets
dan los.
2.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om “Surround
Type” weer te geven en tip dan bm ENTER aan.
3.
Gebruik de bk en bl + toetsen om het gewenste
surroundtype (type 1 of type 2) te selecteren.
4.
Nadat de gewenste instelling is gemaakt, tipt u
bp EXIT enkele malen aan totdat “[SOUND MODE]”
van het display verdwijnt.
Gebruik van de
geluidsmoduseffecten
(Zaalsimulator/Nagalm en
Surround)
Zaalsimulator/
Nagalm
ingeschakeld
Surround
uitgeschakeld
(Standaardinstelling)
Zaalsimulator/
Nagalm
ingeschakeld
Surround
ingeschakeld
Zaalsimulator/
Nagalm
uitgeschakeld
Surround
uitgeschakeld
Type (getoonde
aanduiding)
Beschrijving
1. N.Y.Club Manhattan muziekclub
2. Opera Hall Uniek gevormde Sydney concertzaal
3. Berlin Hall Klassieke concertzaal van het
Berlijnse arenatype
4. BritishStadium Groot buitenstadion in de Londense
voorsteden
Type (getoonde
aanduiding)
Beschrijving
5. Room 1
Bootst de nagalm in een kamer na.
6. Room 2
7. Room 3
8. Large Room
9. Hall 1
Bootst de nagalm in een kleine zaal na.10. Hall 2
11. Hall 3
12. Stadium Bootst de nagalm in een stadion na.
De Digitale Piano heeft twee knoppen die u
kunt gebruiken om de toon-, effect- en andere
parameterinstellingen direct, dus in realtime,
te veranderen.
Selecteren van de functies
(knoppensets) die aan de knoppen
worden toegewezen
1.
Gebruik de bp^ toets om de
instellingen te doorlopen totdat de
^CTRL” indicator rechts naast de
toets gaat branden.
2.
Tip bs KNOB aan.
De naam van de geselecteerde knoppenset wordt op
het display getoond.
3.
Gebruik de bk en bl + toetsen om een
knoppenset te selecteren.
Voor informatie over de parameters die worden
toegewezen aan de cm knop (K1) en knop (K2)
door elke knoppenset wordt u verwezen naar de
gebruiksaanwijzing die beschikbaar is op de CASIO-
website.
U kunt de toonhoogte van de noten met de
toonhoogteregelaar geleidelijk omhoog en
omlaag verschuiven. Deze functie maakt het
mogelijk om het smorende effect van een
saxofoon of een elektrische gitaar te
reproduceren.
1.
Draai de cn PITCH BEND
toonhoogteregelaar aan de linkerkant
van het toetsenbord omhoog of omlaag
terwijl u een noot op het toetsenbord
aan het spelen bent.
De mate van toonbuiging hangt af van hoe ver u de
toonhoogteregelaar draait.
Raak de regelaar niet aan op het moment dat u het
instrument inschakelt.
Met de arpeggiator kunt u automatisch verschillende
arpeggio’s en andere frasen spelen door gewoonweg
klaviertoetsen aan te slaan op het toetsenbord. U kunt uit
een aantal verschillende arpeggio-opties kiezen, inclusief
het spelen van arpeggio’s van een akkoord, het automatisch
spelen van verschillende frasen en nog enkele andere
mogelijkheden.
Inschakelen van de arpeggiator
BELANGRIJK!
Als “AH” verschijnt in plaats van “AR” wanneer u de
bt ARPEG. toets aantipt in stap 2 van de
onderstaande procedure, moet u de functie wijzigen
die aan de bt ARPEG. toets is toegewezen. Om dit te
doen, maakt u de volgende instelling voor de
FUNCTION-parameter: “ARPEG./A.HARMO.” 3
“Type Select” 3 “Arpeggiator”. Zie “Functie-
instellingen maken (FUNCTION-modus)” (pagina 4/4)
voor informatie over de FUNCTION-parameters.
1.
Gebruik de bp^ toets om de instellingen te
doorlopen totdat de “^CTRL” indicator rechts
naast de toets gaat branden.
2.
Tip bt ARPEG. aan om de arpeggiator in te
schakelen. Op het display verschijnt “AR”.
Bij het spelen van een akkoord of enkelvoudige
noten op het toetsenbord wordt de geselecteerde
arpeggio weergegeven.
3.
Tip bt ARPEG. aan om de arpeggiator uit te
schakelen. “AR” verdwijnt van het display.
OPMERKING
Voor informatie over het selecteren van het
arpeggiatortype wordt u verwezen naar de
gebruiksaanwijzing die beschikbaar is op de CASIO-
website. Zie het afzonderlijke document “Ingebouwde
muziekgegevenslijsten” voor details over de
arpeggiatortypen.
Gebruik van de knoppen
Gebruik van de
toonhoogteregelaar
[
CTRL
]
KNOB
T : 120
01 :Fi l ter
Gebruik van de arpeggiator
[
CTRL
]
KNOB
T : 120 AR
01 :Fi l ter
Nadat u een ritmetype heeft geselecteerd, speelt de
automatische begeleidingsfunctie automatisch realistische
begeleidingen die passen bij de akkoorden die u speelt.
De automatische begeleidingen van deze Digitale Piano
bestaan uit een “ritmegedeelte” (drums en percussie) en
een “akkoordgedeelte” (diverse muziekinstrumenten).
Wanneer een automatische begeleiding wordt gespeeld,
kunt u alleen het ritmegedeelte laten klinken of u kunt beide
gedeelten tegelijkertijd laten klinken.
Selecteren van een ritme
1.
Gebruik de bp^ toets om de instellingen te
doorlopen totdat de “^RHYTHM” indicator rechts
naast de toets gaat branden.
De namen van de geselecteerde ritmecategorie en het
ritme worden op het display getoond.
2.
Gebruik de RHYTHM-categorietoetsen bq t/m cl
om een ritmecategorie te selecteren.
3.
Gebruik de bk en bl + toetsen om een ritme te
selecteren.
Weergeven van alleen het ritmegedeelte
1.
Gebruik de 3 modusselectietoets om de
instellingen te doorlopen totdat de “RHYTHM”
(RHYTHM modus) indicator gaat branden.
2.
Gebruik de procedure onder “Selecteren van een
ritme” om het gewenste ritme te selecteren.
3.
Tip 8 START/STOP aan.
De ritmeweergave begint.
De gele en rode LED boven de 8 START/STOP
toets knipperen in de maat van het ritme (geel voor
maatslag 1, rood voor de resterende maatslagen
van elke maat).
4.
Speel mee met het ritme.
5.
Tip 8 START/STOP nogmaals aan om het spelen
van het ritme te stoppen.
Spelen van automatische begeleiding met
akkoorden
1.
Gebruik de 3 modusselectietoets om de
instellingen te doorlopen totdat de “ACCOMP”
(ACCOMP modus) indicator gaat branden.
2.
Start de weergave van het ritmegedeelte.
Zie de stappen 2 en 3 onder “Weergeven van alleen
het ritmegedeelte” voor informatie over het
selecteren van een ritme en het starten met spelen
van het ritme.
3.
Speel akkoorden op het begeleidingstoetsenbord.
Hierdoor worden de bas- en harmoniegedeelten van de
automatische begeleiding toegevoegd aan het
ritmegedeelte.
Voorbeeld:
Aanslaan van D-F{-A-C op het
begeleidingstoetsenbord.
4
De begeleiding voor het D-F{-A-C akkoord (D7)
klinkt.
4.
Speel andere akkoorden met de linkerhand terwijl u
de melodie met uw rechterhand speelt.
Gebruik “CASIO Chord” of andere vereenvoudigde
akkoordinvoermodi om akkoorden te spelen. Zie
“Selecteren van een akkoordinvoermodus”.
5.
Tip 8 START/STOP aan om de automatische
begeleiding te stoppen.
Gebruik van automatische
begeleiding
Spelen van een begeleiding
[
RHYTH
M
]
POPS
T : 120
01 :E.Funk Po
p
Ritmenaam Categorienaam
F{3
Begeleidingstoetsenbord Melodietoetsenbord
Splitspunt
Instellen van het tempo
1.
Tip bm TEMPO aan.
De huidige tempowaarde wordt op het display getoond.
2.
Gebruik de bk en bl + toetsen om de gewenste
tempowaarde in te stellen.
U kunt een tempowaarde instellen in het bereik van
20 t/m 255.
3.
Tip bm TEMPO of bp EXIT aan om het
instelscherm te verlaten.
Selecteren van een akkoordinvoermodus
1.
Houd de bp^ toets ingedrukt totdat “[FUNCTION]”
op het display verschijnt.
De FUNCTION-modus wordt ingeschakeld.
2.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om
“ACCOMPANIMENT” weer te geven en tip dan
bm ENTER aan.
3.
Nadat u gecontroleerd heeft dat “Chord Mode”
wordt aangegeven, tipt u bm ENTER aan.
4.
Gebruik de bk en bl + toetsen of de cm knop (K1)
om de instelling te veranderen.
Voor informatie over de vingerzettingen op het
invoertoetsenbord voor de akkoordinvoermodus die
u gebruikt, wordt u verwezen naar de
gebruiksaanwijzing die beschikbaar is op de CASIO-
website.
5.
Houd bp EXIT ingedrukt totdat “[FUNCTION]” van
het display verdwijnt om de FUNCTION-modus te
verlaten.
[
TE
M
PO
]
T : 120
120
Deze instelling
(getoonde
aanduiding):
Selecteert deze
akkoordinvoermodus:
1. CASIO Chord CASIO CHORD
2. Fingered 1 FINGERED 1
3. Fingered 2 FINGERED 2
4. Fg On Bass FINGERED ON BASS
5. Fg Assist FINGERED ASSIST
6. Full Range FULL RANGE CHORD
De onderstaande begeleidingspatronen produceren alleen
metronoomgeluiden, zonder bas- of akkoordgedeelte. Dit is
ook het geval wanneer u een akkoord-vingerzetting uitvoert.
Meestal begint een muziekstuk met een intro, gaat dan over
in coupletten die worden afgewisseld met tussenspel en
andere veranderingen, waarna wordt teruggekeerd naar het
hoofdthema voordat het einde wordt bereikt. De
automatische begeleidingsfunctie van de Digitale Piano
biedt een scala aan begeleidingspatronen die geschikt zijn
voor het verloop van de muziekcompositie.
Normaal patroon en variatiepatroon
Dit zijn begeleidingspatronen die kunnen worden gebruikt in
een couplet of refrein van een muziekstuk. Een
variatiepatroon herhaalt één of meerdere maten.
Invulpatronen
Deze begeleidingspatronen worden gebruikt om korte één-
of twee-maats invulstukjes in een muziekstuk in te voegen.
Een invulpatroon begint te spelen zodra u een van de
invulpatroontoetsen (zie hieronder) aantipt. De
begeleidingsweergave keert terug naar het normale patroon
of variatiepatroon vanaf maatslag één nadat het één- of
twee-maats invulstukje is afgelopen.
Intropatroon
Dit is een begeleidingspatroon dat kan worden gebruikt bij
het begin van een muziekstuk. Het spelen van het normale
begeleidingspatroon begint nadat de maten van het
intropatroon zijn afgelopen.
Eindpatroon
Dit is een begeleidingspatroon dat kan worden gebruikt aan
het einde van een muziekstuk. Nadat er een meermaats
eindpatroon heeft geklonken, wordt de automatische
begeleiding beëindigd.
Gebruik de onderstaande procedure om de Digitale Piano in
te stellen om het spelen van de automatische begeleiding te
starten zodra u een klaviertoets aanslaat.
Activeren van het spelen van de automatische
begeleiding via invoer van een akkoord op het
toetsenbord
1.
Tip 7 SYNCHRO/ENDING aan terwijl de
automatische begeleiding is gestopt.
Het instrument komt in de paraatstand voor
gesynchroniseerd starten te staan wat wordt
aangegeven door het geel en rood knipperen van de
LED’s boven de 8 START/STOP toets.
•Tip 7 SYNCHRO/ENDING aan als u de
paraatstand voor gesynchroniseerd starten wilt
verlaten.
2.
Speel met uw vingers een akkoord op het
begeleidingstoetsenbord.
Hierdoor start de automatische begeleiding.
Metronoom-begeleidingspatronen
Dit ritmenummer: Selecteert dit metronoomgeluid:
BALLAD: 39 Er klinkt een klikgeluid bij alle
maatslagen.
BALLAD: 40 Er klinkt een belgeluid bij alle
maatslagen.
BALLAD:
41 t/m 48
Twee t/m negen maatslagen per
maat.
De eerste maatslag van elke maat is
een belgeluid terwijl de resterende
maatslagen klikgeluiden zijn.
Patroonvariaties van de automatische
begeleiding
Om dit
begeleidingspatroon
te selecteren:
Doe dit:
Normaal patroon Tip 5 NORMAL/FILL-IN aan.
Variatiepatroon Tip 6 VARIATION/FILL-IN aan.
Om dit
begeleidingspatroon
te selecteren:
Doe dit:
Normaal invulpatroon Tip 5 NORMAL/FILL-IN aan
terwijl een normaal patroon wordt
gespeeld.
Variatie-invulpatroon Tip 6 VARIATION/FILL-IN aan
terwijl een variatiepatroon wordt
gespeeld.
Om dit
begeleidingspatroon
te selecteren:
Doe dit:
Intropatroon Tip 4 INTRO aan.
Om dit
begeleidingspatroon
te selecteren:
Doe dit:
Eindpatroon Tip 7 SYNCHRO/ENDING
aan terwijl een automatische
begeleiding aan het spelen is.
Activeren van het spelen van de
automatische begeleiding via invoer van
een akkoord op het
begeleidingstoetsenbord
(Gesynchroniseerd starten)
Wordt vervolgd op blad 3/4
[Wordt vervolgd linksonder]
PXS3000_A2_D.fm 2 ページ 2019年5月7日 火曜日 午後2時48分
3/4GEBRUIKSAANWIJZING (Basisbediening)
U kunt het toetsenbord in het midden splitsen voor duet-spel
zodat de linker- en de rechterkant hetzelfde bereik hebben.
De duetmodus is de perfecte manier om les te geven
waarbij de leraar aan de linkerkant zit en de leerling
dezelfde melodie speelt op het rechter toetsenbord.
Pedaalfuncties tijdens het spelen van een duet
Als u de los verkrijgbare SP-34 pedaaleenheid gebruikt,
is het linker buitenste pedaal het demppedaal voor het
linker toetsenbord en het rechter buitenste pedaal is het
demppedaal voor het rechter toetsenbord. Alleen het
demppedaal voor het rechter toetsenbord ondersteunt
halverwege intrappen.
Om het meegeleverde SP-3 pedaal als een demppedaal
voor zowel het linker toetsenbord als het rechter
toetsenbord te gebruiken, moet u dit aansluiten op de
cr DAMPER PEDAL aansluiting. Halverwege intrappen
van het pedaal wordt in dit geval niet ondersteund.
Gebruik van de duetmodus
1.
Houd de bp^ toets ingedrukt totdat “[FUNCTION]”
op het display verschijnt.
De FUNCTION-modus wordt ingeschakeld.
2.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om
“KEYBOARD” weer te geven en tip dan bm ENTER
aan.
3.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om “DUET”
weer te geven en tip dan bm ENTER aan.
4.
Nadat u gecontroleerd heeft dat “Duet Mode” wordt
aangegeven, tipt u bm ENTER aan.
5.
Gebruik de bk en bl + toetsen om de instelling
voor de duetmodus te veranderen.
Selecteer “On” of “Pan” om de duetmodus te
gebruiken. Selecteer “Off” om de duetmodus te
verlaten en terug te keren naar normaal
toetsenbordspel.
6.
Houd bp EXIT ingedrukt totdat “[FUNCTION]” van
het display verdwijnt om de FUNCTION-modus te
verlaten.
Splitsen van het toetsenbord voor
duet-spel
C3 C4 C5 C6 C3 C4 C5
C6
Splitspunt
Linker toetsenbord Rechter toetsenbord
(midden C) (midden C)
Linker
demppedaal
Linker en rechter
demppedaal
Rechter demppedaal
(ondersteuning voor halverwege
intrappen)
Deze instelling
(getoonde
aanduiding):
Doet dit:
Off Verlaten van de duetmodus.
On Inschakelen van de duetmodus.
Pan De noten van het linker toetsenbord
worden via de linker luidspreker
weergegeven en de noten van het
rechter toetsenbord worden via de
rechter luidspreker weergegeven in de
duetmodus.
U kunt de registratiefunctie gebruiken om een basisinstelling
van de Digitale Piano (toon, ritme en andere instellingen) te
registreren. Een geregistreerde basisinstelling kan naar
vereist worden opgeroepen voor de uitvoering van een
bepaalde melodie enz.
OPMERKING
Registratiebewerkingen kunnen in de RHYTHM modus of
de ACCOMP modus worden verricht.
Registratiebewerkingen kunnen niet in de SONG modus
worden verricht of wanneer demonstratieweergave of
muziekvoorkeuzes actief zijn, of instellingen worden
gemaakt.
Opslaglocaties voor de basisinstellingen
De registratiegegevens van de basisinstellingen worden
opgeslagen in geheugenlocaties die verdeeld zijn in 24
banken. Elke bank heeft vier opslaggebieden, wat betekent
dat u 96 (24 banken × 4 gebieden) basisinstellingen kunt
registreren.
Gebruik de bq BANK toets om een bank te selecteren.
Selecteer een gebied met de br Gebied 1 t/m ck Gebied
4 toetsen.
Instelitems in het registratiegeheugen
Ritmenummer, modusselectie (ACCOMP modus of
RHYTHM modus), paraatstand voor gesynchroniseerd
starten, instellingen voor automatische begeleiding
(akkoordinvoermodus, volume van automatische
begeleiding)
•Tempo
Toonnummers (Upper1, Upper2, Lower), lagenfunctie in-/
uitschakelen, splitsfunctie in-/uitschakelen, DSP (type,
parameter), volume-instelling van toetsenbord,
instellingen voor gedeelten (volume, octaafverschuiving,
fijnstemming), duetinstelling
Splitspunt
Automatisch harmoniseren/arpeggiator (in-/uitschakelen,
type, andere instellingen)
Transponeren
Toonschaalinstellingen (type, basisnoot, toonschaal van
automatische begeleiding)
Instellingen voor aanslagvolume
Instellingen voor zwevingstype, helderheid
Zaalsimulator/nagalm (in-/uitschakelen, type, diepte),
surround (in-/uitschakelen, type)
Functie van demppedaal, functie van expressie/
toewijsbaar-pedaal, bereik van toonhoogteregelaar,
instellingen voor gedeelten (pedaaleenheid, demppedaal,
expressie/toewijsbaar-pedaal, toonhoogteregelaar)
Instellingen voor knoppen
Opslaan op externe apparatuur
De basisinstellingen die met de registratiefunctie zijn
opgeslagen kunnen in bankeenheden op een USB flash-
drive worden vastgelegd. Zie “USB flash-drive” (pagina 4/4).
Registreren en oproepen van een
basisinstelling (Registratie)
Gebied 1
Gebied 4
Bank 1 Basisinstelling 1-1
Basisinstelling 1-4
Bank 2 Basisinstelling 2-1
Basisinstelling 2-4
.
.
.
.
.
.
Bank 24 Basisinstelling 24-1
Basisinstelling 24-4
bq
br bs bt ck
Registreren van een basisinstelling
BELANGRIJK!
Wanneer in de onderstaande procedure een bank en
gebied worden opgegeven waarin reeds gegevens
zijn opgeslagen, worden die opgeslagen gegevens
gewist. Zie “Opslaglocaties voor de
basisinstellingen” voor informatie over de banken en
gebieden.
1.
Gebruik de 3 modusselectietoets om de
instellingen te doorlopen totdat de “RHYTHM” of
“ACCOMP” indicator gaat branden.
2.
Breng de Digitale Piano in de toestand van de
basisinstelling die u wilt registreren.
3.
Gebruik de bp^ toets om de instellingen te
doorlopen totdat de “^REG.” indicator rechts
naast de toets gaat branden.
4.
Selecteer de bank die u wilt gebruiken als de
registratiebestemming.
•Tip bq BANK aan om naar het volgende
banknummer te gaan.
Gebruik de bk en bl + toetsen om een
banknummer te selecteren.
5.
Selecteer het gebied waar u de basisinstelling wilt
opslaan.
Houd cl STORE ingedrukt en tip dan een gebiedtoets
aan van br Gebied 1 t/m ck Gebied 4.
“Sure?” verschijnt op het display.
•Tip bk aan als u besluit om de registratie van de
basisinstelling niet uit te voeren.
6.
Tip bl + aan om de basisinstelling te registreren.
Hiermee is de registratie voltooid en “Complete”
verschijnt op het display.
Oproepen van een geregistreerde
basisinstelling
1.
Gebruik de 3 modusselectietoets om de
instellingen te doorlopen totdat de “RHYTHM” of
“ACCOMP” indicator gaat branden.
2.
Gebruik de bp^ toets om de instellingen te
doorlopen totdat de “^REG.” indicator rechts
naast de toets gaat branden.
3.
Gebruik bq BANK of bk en bl + om de bank te
selecteren die de basisinstelling bevat die u wilt
oproepen.
4.
Tip een van de toetsen aan van br Gebied 1 t/m ck
Gebied 4 om het gebied te selecteren waar de
basisinstelling die u wilt oproepen zich bevindt.
De basisinstelling wordt opgeroepen.
De instellingen van de Digitale Piano veranderen
overeenkomstig de gegevens van de basisinstelling
die u heeft opgeroepen.
Registreren en oproepen van een
basisinstelling
[
REG I STRAT I ON
]
Bank : 02
Banknummer
[
STORE
]
2-1
NO YES
+
Su r e?
Banknummer - Gebiednummer
[
REG I STRAT I ON
]
AREA 1
Bank : 02
De MIDI-recorder neemt het toetsenbordspel van de Digitale
Piano op als MIDI-gegevens. De opgenomen gegevens
worden als de melodienummers 11 t/m 15 van de SONG
modus opgeslagen.
Er kunnen in totaal vijf opgenomen melodieën in het
geheugen zijn.
Drie-sporen multispooropname wordt ondersteund voor
elke melodie.
Er kunnen maximaal ongeveer 30.000 noten (totaal voor
de drie sporen) voor een enkele melodie worden
opgenomen.
BELANGRIJK!
CASIO COMPUTER CO., LTD. draagt geen
verantwoordelijkheid voor enige schade, verlies van
winsten of eisen van derden die ontstaan uit het
verlies van opgenomen gegevens die verloren raken
door defecten, reparaties of om ongeacht welke
andere reden.
Recordersporen en opgenomen gegevens
De MIDI-recorder van de Digitale Piano is een drie-sporen
multispoorrecorder.
De recordersporen bestaan uit een systeemspoor en twee
solosporen en de gegevens die kunnen worden opgenomen
hangen af van het type spoor.
Systeemspoor: Het systeemspoor kan worden gebruikt
om toetsenbordspel met automatische begeleiding op te
nemen. De lagen-, splits- en andere
toetsenbordinstellingen kunnen ook worden opgenomen.
Solospoor 1, solospoor 2: Een solospoor kan worden
gebruikt om toetsenbordspel dat gebruik maakt van een
enkele toon (Upper1) op te nemen.
Overdubben van deze sporen is mogelijk zoals hieronder is
getoond.
Opslaan op externe apparatuur
Nadat u een opname op de Digitale Piano heeft gemaakt,
kunt u de betreffende gegevens op een USB flash-drive
opslaan. Zie “USB flash-drive” (pagina 4/4).
BELANGRIJK!
Wanneer tijdens opnemen het resterende aantal
opneembare noten minder dan 100 wordt, begint het
lampje van de bo REC0 toets te knipperen. Het
lampje van de bo REC0 toets stopt met knipperen
en gaat uit wanneer het resterende aantal
opneembare noten nul wordt.
Mocht de stroom uitvallen tijdens de opname, dan
zullen alle gegevens van het spoor dat u aan het
opnemen bent gewist worden.
Voorbereidingen voor gebruik van de MIDI-
recorder
Uw Digitale Piano heeft twee recorders: een MIDI-recorder
en een audiorecorder. De MIDI-recorder kan worden
gebruikt wanneer de Digitale Piano in de MIDI-modus staat.
Als de Digitale Piano in de audiomodus staat, kunt u de
onderstaande procedure gebruiken om over te schakelen
naar de MIDI-modus. Bij gebruik van de oorspronkelijke
standaardinstellingen staat de Digitale Piano in de MIDI-
modus en hoeft u de onderstaande bediening niet uit te
voeren om de instelling te veranderen.
1.
Houd de bp^ toets ingedrukt totdat “[FUNCTION]”
op het display verschijnt.
De FUNCTION-modus wordt ingeschakeld.
2.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om “SONG
weer te geven en tip dan bm ENTER aan.
3.
Nadat u gecontroleerd heeft dat “Song Type” wordt
aangegeven, tipt u bm ENTER aan.
4.
Gebruik de bk en bl + toetsen om de instelling te
veranderen naar “MIDI”.
5.
Houd bp EXIT ingedrukt totdat “[FUNCTION]” van
het display verdwijnt om de FUNCTION-modus te
verlaten.
Gebruik van de MIDI-recorder
voor het opnemen van
uitvoeringen
Systeem Opnemen Weergave Weergave
Solo 1 (Leeg)
Opnemen Weergave
Solo 2 (Leeg) (Leeg)
Opnemen
Opnemen en weergeven van het
toetsenbordspel
Opnemen op het systeemspoor
1.
Maak de toon-, ritme-, effect-, tempo- en andere
instellingen die u tijdens het opnemen wilt
gebruiken.
2.
Tip bo REC0 aan.
Het instrument komt in de paraatstand voor opnemen te
staan wat wordt aangegeven door een rood
knipperende bo REC0.
•Tip bo REC0 nog een keer aan om het opnemen
te annuleren.
Als de MIDI-recorder reeds het maximaal
toegestane aantal melodieën heeft opgenomen,
verschijnt het bericht “Data Full” op het display en
verlaat de Digitale Piano de paraatstand voor
opnemen.
3.
Om te beginnen met opnemen, speelt u iets op het
toetsenbord.
bo REC0 stopt met knipperen en blijft rood branden
waarmee wordt aangegeven dat er een opname wordt
gemaakt.
In plaats van iets op het toetsenbord te spelen, kunt
u ook starten met ritmeweergave en beginnen met
opnemen door 8 START/STOP aan te tippen. In
dit geval wordt alleen het ritme opgenomen totdat u
iets op het toetsenbord speelt.
4.
Tip bo REC0 aan om te stoppen met opnemen.
De SONG modus wordt automatisch ingeschakeld
en wat u zojuist heeft opgenomen is geselecteerd
voor weergave.
5.
Tip 8a aan om de melodie die u zojuist heeft
opgenomen weer te geven.
Overdub-opname van een solospoor over een
opgenomen systeemspoor
OPMERKING
Als u de onderstaande procedure gebruikt meteen na het
volgen van de procedure onder “Opnemen op het
systeemspoor”, hoeft u de SONG modus niet in te
schakelen of een melodie te selecteren. Dat betekent dat
u de onderstaande stappen 1 en 2 kunt overslaan.
1.
Gebruik de 3 modusselectietoets om de
instellingen te doorlopen totdat de “SONG” (SONG
modus) indicator gaat branden.
2.
Gebruik de bk en bl + toetsen om het
melodienummer te selecteren van een MIDI-
recordermelodie die op het systeemspoor is
opgenomen.
De melodienummers 11 t/m 15 zijn voor de
melodieën opgenomen met de MIDI-recorder. Indien
nodig kunt u 8a aantippen om de melodie weer
te geven en de inhoud te controleren.
3.
Maak de tooninstelling en de andere instellingen
die u voor het opnemen wilt gebruiken.
4.
Tip bo REC0 aan.
Het instrument komt in de paraatstand voor opnemen te
staan wat wordt aangegeven door een rood
knipperende bo REC0.
5.
Houd de bo REC0 toets ingedrukt totdat “[MIDI
REC SETTING]” op het display verschijnt.
6.
Nadat u gecontroleerd heeft dat “Rec Track” wordt
aangegeven, tipt u bm ENTER aan.
7.
Gebruik de bk en bl + toetsen om een spoor te
selecteren.
Het display toont “Solo 1” of “Solo 2” afhankelijk van
het solospoor dat u selecteert.
8.
Om te beginnen met opnemen, speelt u iets op het
toetsenbord.
De weergave van het systeemspoor en de opname op
het solospoor dat u in de bovenstaande stap 7 heeft
geselecteerd zal nu gelijktijdig starten.
bo REC0 stopt met knipperen en blijft rood branden
waarmee wordt aangegeven dat er een opname wordt
gemaakt.
In plaats van iets op het toetsenbord te spelen, kunt
u ook starten met de weergave van het
systeemspoor en beginnen met opnemen op het
solospoor door 8 START/STOP aan te tippen. In
dit geval wordt er een rustpauze aan het begin van
het solospoor ingevoegd totdat er iets op het
toetsenbord wordt gespeeld.
9.
Tip bo REC0 aan om te stoppen met opnemen.
10.
Tip 8a aan om de melodie die u zojuist heeft
opgenomen weer te geven.
De inhoud van het systeemspoor en het solospoor
worden beide weergegeven.
Als u een overdub-opname op het andere solospoor
wilt maken, voert u de stappen 3 t/m 10 opnieuw uit
en selecteert dan het resterende (niet opgenomen)
solospoor in stap 7.
[
M
IDI REC SETTING
]
Sys t e
m
+
Rec Tr ack
1.
Gebruik de 3 modusselectietoets om de
instellingen te doorlopen totdat de “SONG” (SONG
modus) indicator gaat branden.
2.
Gebruik de bk en bl + toetsen om het
melodienummer te selecteren van de MIDI-
recordermelodie die u wilt wissen.
De melodienummers 11 t/m 15 zijn voor de
melodieën opgenomen met de MIDI-recorder. Indien
nodig kunt u 8a aantippen om de melodie weer
te geven en de inhoud te controleren.
3.
Houd de bo REC0 toets ingedrukt totdat “Song
Clear” op het display verschijnt.
4.
Tip bm ENTER aan.
“Sure?” verschijnt op het display.
5.
Tip bl + aan om de melodie te wissen. Tip bk aan
als u besluit om de procedure te verlaten zonder
iets te wissen.
De audiorecorder neemt het toetsenbordspel van de Digitale
Piano op als audiogegevens. De opnamen worden
opgeslagen als WAV-bestanden (lineaire PCM, 16-bit, 44,1
kHz, stereo) op de USB flash-drive in de USB flash-drive
poort van de Digitale Piano.
BELANGRIJK!
Gebruik een USB flash-drive die geformatteerd is op
FAT32 of exFAT.
Verwijder nooit de USB flash-drive terwijl de
audiorecorder bezig is met opnemen of weergeven.
Hierdoor kunnen de gegevens op de USB flash-drive
en de USB flash-drive poort beschadigd raken.
Voorbereidingen voor gebruik van de
audiorecorder
1.
Voer de onderstaande stappen uit om de Digitale
Piano in de audiomodus te zetten.
(1) Houd de bp^ toets ingedrukt totdat “[FUNCTION]”
op het display verschijnt en laat de toets dan los.
De FUNCTION-modus wordt ingeschakeld.
(2) Gebruik de bk U en bl I toetsen om “SONG”
weer te geven en tip dan bm ENTER aan.
(3) Nadat u gecontroleerd heeft dat “Song Type” wordt
aangegeven, tipt u bm ENTER aan.
(4) Gebruik de bk en bl + toetsen om de instelling te
veranderen naar “Audio”.
(5) Houd bp EXIT ingedrukt totdat “[FUNCTION]” van
het display verdwijnt om de FUNCTION-modus te
verlaten.
2.
Steek de USB flash-drive in de cq USB flash-drive
poort van de Digitale Piano.
Druk de USB flash-drive voorzichtig zo ver mogelijk
naar binnen. Gebruik niet te veel kracht bij het
insteken van de USB flash-drive.
Wanneer de Digitale Piano de USB flash-drive
detecteert, verschijnt het bericht “MOUNTING” op
het display. Voer geen bediening uit terwijl dit
bericht wordt getoond. Wacht totdat het bericht
verdwijnt.
Wissen van een MIDI-recordermelodie
Gebruik van de audiorecorder
voor het opnemen van
uitvoeringen
Zie “USB flash-drive” (pagina 4/4) voor de
voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een USB
flash-drive.
cq USB flash-drive
poort
USB flash-drive
Opnemen van een toetsenborduitvoering op
een USB flash-drive
1.
Voer de procedure uit onder “Voorbereidingen voor
gebruik van de audiorecorder”.
2.
Tip bo REC0 aan.
Het instrument komt in de paraatstand voor opnemen te
staan wat wordt aangegeven door een rood
knipperende bo REC0.
De Digital Piano schakelt over naar de RHYTHM
modus als deze in de SONG modus staat.
•Tip bo REC0 nog een keer aan om het opnemen
te annuleren.
3.
Om te beginnen met opnemen, speelt u iets op het
toetsenbord.
bo REC0 stopt met knipperen en blijft rood branden
waarmee wordt aangegeven dat er een opname wordt
gemaakt.
In plaats van iets op het toetsenbord te spelen, kunt
u ook starten met ritmeweergave en beginnen met
opnemen door 8 START/STOP aan te tippen.
4.
Tip bo REC0 aan om te stoppen met opnemen.
De opname wordt als een WAV-bestand op de USB
flash-drive opgeslagen.
De Digitale Piano schakelt automatisch over naar de
SONG modus met het bestand dat zojuist is
opgeslagen geselecteerd voor weergave.
5.
Tip 8a aan om de melodie die u zojuist heeft
opgenomen weer te geven.
Selecteren en weergeven van een bestand dat
met de audiorecorder is opgenomen
1.
Voer de procedure uit onder “Voorbereidingen voor
gebruik van de audiorecorder”.
2.
Gebruik de 3 modusselectietoets om de
instellingen te doorlopen totdat de “SONG” (SONG
modus) indicator gaat branden.
3.
Gebruik de bk en bl + toetsen om het bestand te
selecteren dat u wilt weergeven.
4.
Tip 8a aan om te beginnen met weergeven.
De weergave stopt automatisch wanneer het einde
van het bestand wordt bereikt. Tip 8a aan om
het weergeven voortijdig te stoppen.
Uw Digitale Piano heeft een MIDI-speler die de hieronder
beschreven typen MIDI-bestanden kan afspelen.
Luisteren naar melodieën (MIDI-
speler)
Type melodie Beschrijving
Gebruikersme-
lodieën
U kunt in totaal 10 melodieën aan het
geheugen van de Digitale Piano
toevoegen als gebruikersmelodieën
(melodienummer 1 t/m 10). Om de
gegevens van een gebruikersmelodie
toe te voegen (maximaal 320 KB per
melodie kan door deze Digitale Piano
worden weergegeven), slaat u de
melodiegegevens op een USB flash-
drive of smartapparaat op en brengt de
melodiegegevens dan over naar het
geheugen van de Digitale Piano. Zie
“USB flash-drive” (pagina 4/4) en
“Koppelen aan een smartapparaat
(APP-functie)” (pagina 4/4) voor details.
MIDI-recorder-
melodieën
Melodieën opgenomen met de MIDI-
recorder van de Digitale Piano. Zie
“Gebruik van de MIDI-recorder voor het
opnemen van uitvoeringen” (deze
pagina).
USB-geheugen-
melodieën
Standaard MIDI-bestanden (SMF-
formaat 0/1), CASIO MIDI-bestanden
(CMF-formaat) opgeslagen op een USB
flash-drive. Zie “Gebruik van een
computer voor het kopiëren van
algemene melodiegegevens naar een
USB flash-drive” (pagina 4/4) voor
informatie over het opslaan van
melodiegegevens.
Selecteren en weergeven van een melodie
1.
Als u een melodie wilt weergeven die op een USB
flash-drive is opgeslagen, steekt u de flash-drive in
de cq USB flash-drive poort van de Digitale Piano.
2.
Gebruik de 3 modusselectietoets om de
instellingen te doorlopen totdat de “SONG” (SONG
modus) indicator gaat branden.
3.
Gebruik de bk en bl + toetsen om een
melodienummer te selecteren.
Bij het selecteren van sommige melodieën verschijnt
het bericht “LOADING” op het display. Dit betekent
dat de gegevens worden geladen.
4.
Tip 8a aan om te beginnen met weergeven van
de geselecteerde melodie.
De gele en rode LED boven de 8a toets
knipperen in de maat van het ritme (geel voor
maatslag 1, rood voor de resterende maatslagen
van elke maat).
De onderstaande bediening is mogelijk terwijl de
weergave plaatsvindt.
Afspelen van een melodie met het geluid van
een hand gedempt (voor oefenen van het
gedempte gedeelte)
OPMERKING
Deze procedure kan worden gebruikt voor een
gebruikersmelodie of een melodie op een USB flash-
drive.
1.
Voer de stappen 1 en 2 uit onder “Selecteren en
weergeven van een melodie”.
2.
Als u wilt, kunt u de procedure onder “Instellen van
het tempo” (pagina 2/4) gebruiken om het tempo te
specificeren.
3.
Gebruik de 4 PART toets om het gedeelte te
selecteren dat u wilt dempen.
Bij meermalen indrukken van 4 PART worden de
instellingen voor het weergavegedeelte doorlopen.
Het geselecteerde weergavegedeelte(n) wordt
aangegeven door de “L” en “R” indicators die
onderaan in het midden van het display verschijnen.
4.
Tip 8a aan om te beginnen met weergeven.
Speel zelf het gedempte gedeelte mee met het
weergegeven gedeelte.
OPMERKING
Wanneer een standaard MIDI-bestand (SMF-formaat)
opgeslagen op een USB flash-drive wordt weergegeven,
wordt kanaal 3 toegewezen aan het linkerhandgedeelte
en kanaal 4 wordt toegewezen aan het
rechterhandgedeelte.
Melodienummer Type melodie
1 t/m 10 Gebruikersmelodieën
11 t/m 15 MIDI-recordermelodieën
16 t/m 999 USB-geheugenmelodieën
Om dit te doen: Voer deze bediening uit:
Weergave stoppen Tip 8a aan.
Weergave pauzeren Tip 7 k aan.
Afspeeltempo (snelheid)
veranderen.
Zie “Instellen van het tempo”
(pagina 2/4).
Eén maat vooruitspringen. Tip 6d aan.
Snel voorwaarts gaan Houd 6d ingedrukt.
Eén maat terugspringen. Tip 5s aan.
Snel terugwaarts gaan Houd 5s ingedrukt.
Deze
indicator
Betekent dit:
LR
Zowel het linkerhand- als het
rechterhandgedeelte worden weergegeven.
LR
Alleen het linkerhandgedeelte wordt
weergegeven, het rechterhandgedeelte is
gedempt.
LR
Alleen het rechterhandgedeelte wordt
weergegeven, het linkerhandgedeelte is
gedempt.
Zowel het linkerhand- als het
rechterhandgedeelte zijn gedempt.
Wordt vervolgd op de achterkant
PXS3000_A2_D.fm 3 ページ 2019年5月7日 火曜日 午後2時48分
4/4GEBRUIKSAANWIJZING (Basisbediening)
Met de FUNCTION-modus is het mogelijk om de functie-instellingen te maken via gebruik van een menu. Er zijn twee typen
menu-items: directory’s en parameters.
De onderstaande tabel toont een representatief voorbeeld van sommige menu-items die in de FUNCTION-modus
beschikbaar zijn. Items gemarkeerd met “(DIR)” in de tabel zijn directory’s, terwijl alle andere items parameters zijn.
Voor een lijst met alle directory’s en parameters die er in de FUNCTION-modus voorhanden zijn, wordt u verwezen naar de
gebruikersaanwijzing die beschikbaar is op de CASIO-website.
Functie-instellingen maken (FUNCTION-modus)
Directory: Een directory is een groep van meerdere parameters.
Parameter: Een parameter heeft een instelling die kan worden gewijzigd. Nadat u bijvoorbeeld de “Touch Response”
parameter heeft geselecteerd, kunt u de instelling ervan naar wens veranderen.
Naam van parameter of directory Display Instellingen
Geluid (DIR) SOUND
Akoestieksimulator (DIR) ACOUSTIC SIMU.
Snaarresonantie String Reso. Tone, Off, 1 - 4
Dempresonantie Damper Reso. Tone, Off, 1 - 4
Dempruis Damper Noise Tone, Off, 1 - 4
Toets-aan bedieningsruis Key On Noise Tone, Off, 1 - 4
Toets-uit bedieningsruis Key Off Noise Tone, Off, 1 - 4
Effect (DIR) EFFECT
Zwevingstype Chorus Type Tone, 1 - 12
Helderheid Brilliance –3 - +3
Toetsenbord (DIR) KEYBOARD
Aanslagvolume Touch Response Off, Light2, Light1, Normal,
Heavy1, Heavy2
Volume van toetsenbord Keyboard Volume 0 - 127
Volume van gedeelte (DIR) PART VOLUME
Upper1 gedeelte Upper1 Part 0 - 127
Upper2 gedeelte Upper2 Part 0 - 127
Lower gedeelte Lower Part 0 - 127
Octaafverschuiving van gedeelte (DIR) PART OCT SHIFT
Upper1 gedeelte Upper1 Part –2, –1, 0, +1, +2
...
...
...
Veranderen van de instellingen van de FUNCTION-parameters
1.
Houd de bp^ toets ingedrukt totdat “[FUNCTION]” op het display verschijnt.
De FUNCTION-modus wordt ingeschakeld en het hoofdmenu verschijnt.
Het hoofdmenuscherm van de FUNCTION-modus toont “[FUNCTION]” op de bovenste regel en de naam van de
geselecteerde directory op regel 2. De namen van de directory’s zijn altijd in hoofdletters.
2.
Laat de naam van de parameter waarvan u de instelling wilt veranderen op het display verschijnen.
Bijvoorbeeld, om de “Chorus Type” parameter op het display weer te geven, moet u als volgt door de verschillende
directory’s navigeren: “SOUND” (directory) 3 “EFFECT” (directory) 3 “Chorus Type” (parameter). Volg de
onderstaande procedure.
(1) Gebruik de bk U en bl I toetsen om “SOUND” weer te geven en tip dan bm ENTER aan.
Hiermee bent u in de “SOUND” directory.
(2) Gebruik de bk U en bl I toetsen om “EFFECT” weer te geven en tip dan bm ENTER aan.
Hiermee bent u in de “EFFECT” directory.
(3) Gebruik de bk U en bl I toetsen om “Chorus Type” weer te geven.
•Tip bp EXIT aan om de huidige directory te verlaten en terug te keren naar het bovenliggende niveau.
3.
Tip bm ENTER aan wanneer de parameternaam op het display wordt getoond.
Het bewerkingsscherm voor de instelling van de parameter verschijnt met de huidige instelling voor de parameter op
regel 3.
4.
Gebruik de bk en bl + toetsen of de cm knop (K1) om de instelling te veranderen.
5.
Nadat de gewenste instelling is geselecteerd, verlaat u het bewerkingsscherm door bp EXIT aan te tippen.
6.
Houd bp EXIT ingedrukt totdat “[FUNCTION]” van het display verdwijnt om de FUNCTION-modus te verlaten.
[
FUNCT I ON
]
<
SOUND
>
Naam van directory
[
FUNCT I ON
]
Tone
+
Cho r u s T
yp
e
Uw Digitale Piano ondersteunt het gebruik van een los
verkrijgbare USB flash-drive. U heeft de beschikking over de
volgende functies.
Weergeven van de melodiegegevens van een USB
flash-drive
Standaard-melodiegegevens (MIDI-bestanden) die met een
computer op een USB flash-drive zijn opgeslagen, kunnen
met uw Digitale Piano worden weergegeven.
Zie “Gebruik van een computer voor het kopiëren van
algemene melodiegegevens naar een USB flash-drive”
voor informatie over het opslaan van melodiegegevens
op een USB flash-drive.
Zie “Luisteren naar melodieën (MIDI-speler)” (pagina 3/4)
voor informatie over de bediening die gebruikt wordt voor
het weergeven van melodiegegevens.
Opnemen van een uitvoering op een USB flash-drive
Zie “Gebruik van de audiorecorder voor het opnemen van
uitvoeringen” (pagina 3/4) voor informatie over het opnemen
van de audiogegevens, geproduceerd door uw uitvoeringen
op de Digitale Piano, op een USB flash-drive.
Opslaan en importeren van gegevens
Gegevens die met uw Digitale Piano zijn opgenomen (MIDI-
recordermelodieën, geregistreerde basisinstellingen enz.)
kunnen op een USB flash-drive worden opgeslagen.
Gegevens die met de Digitale Piano zijn opgeslagen,
evenals andere gegevens die door de Digitale Piano worden
ondersteund (gebruikersmelodieën enz.), kunnen vanaf een
USB flash-drive worden geïmporteerd. Voor details wordt u
verwezen naar de gebruiksaanwijzing die beschikbaar is op
de CASIO-website.
BELANGRIJK!
Zorg ervoor de voorzorgsmaatregelen op te volgen
die worden gegeven in de documentatie die met de
USB flash-drive wordt meegeleverd.
Vermijd het gebruik van een USB flash-drive onder de
volgende omstandigheden. Dergelijke
omstandigheden kunnen de gegevens beschadigen
die opgeslagen zijn op de USB flash-drive.
Plaatsen die blootgesteld staan aan een hoge
temperatuur, een hoge vochtigheid of bijtende
gassen
Plaatsen die blootgesteld staan aan sterke
elektrostatische ladingen en digitale storing
Verwijder de USB flash-drive nooit terwijl er
gegevens naar geschreven of vanaf geladen worden.
Hierdoor kunnen de gegevens op de USB flash-drive
en de USB flash-drive poort beschadigd raken.
Steek nooit iets anders dan een USB flash-drive in de
USB flash-drive poort. Dit kan namelijk resulteren in
een defect.
Een USB flash-drive kan na lange tijd warm worden.
Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Als statische elektriciteit van uw hand of van een
USB flash-drive in aanraking komt met de USB flash-
drive poort kan dit problemen veroorzaken bij de
werking van de Digitale Piano. Mocht dit het geval
zijn, schakel de Digitale Piano dan uit en vervolgens
weer in.
Deze Digitale Piano ondersteunt USB flash-drives die
geformatteerd zijn op FAT32 of exFAT. Als uw USB flash-
drive op een ander bestandssysteem geformatteerd is,
formatteer deze dan opnieuw met de Windows
formatteerfunctie naar FAT32 of exFAT. Gebruik niet snel
formatteren.
USB flash-drive
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een
USB flash-drive en de USB flash-drive
poort
Auteursrechten
U kunt opnamen gebruiken voor uw eigen
persoonlijke gebruik. Het reproduceren van een
audiobestand of een muziekbestand zonder
toestemming van de eigenaar van de
auteursrechten is verboden onder de wetgeving
op auteursrechten en internationale
overeenkomsten. Ook is het ten strengste
verboden onder de wetgeving op auteursrechten
en internationale overeenkomsten om dergelijke
bestanden ter beschikking te stellen via het
internet of ze te distribueren aan derden, ongeacht
of dergelijke activiteiten plaatsvinden met of
zonder compensatie. CASIO COMPUTER CO.,
LTD. kan onder geen enkele omstandigheid
verantwoordelijk worden gesteld voor het gebruik
van deze Digitale Piano dat illegaal is onder de
wetgeving aangaande auteursrechten.
Ondersteunde USB flash-drives
Aansluiten van een USB flash-drive
Steek de USB flash-drive in de cq USB flash-drive poort
van de Digitale Piano zoals aangegeven in de onderstaande
afbeelding.
Druk de USB flash-drive voorzichtig zo ver mogelijk naar
binnen. Gebruik niet te veel kracht bij het insteken van de
USB flash-drive.
Wanneer de Digitale Piano de USB flash-drive detecteert,
verschijnt het bericht “MOUNTING” op het display. Voer
geen bediening uit terwijl dit bericht wordt getoond.
Wacht totdat het bericht verdwijnt.
Loskoppelen van een USB flash-drive
Nadat u gecontroleerd heeft dat het bericht “MOUNTING” of
“Wait” niet op het display wordt weergegeven (dit bericht
geeft aan dat er een lees- of schrijfbewerking plaatsvindt),
trekt u de USB flash-drive recht uit de USB flash-drive poort.
OPMERKING
Bij het koppelen van de USB flash-drive aan de Digitale
Piano wordt er een map genaamd MUSICDAT
aangemaakt in de hoofddirectory van de flash-drive als er
nog geen MUSICDAT-map in die directory bestaat.
Gebruik deze map voor het uitwisselen van gegevens
tussen de Digitale Piano en de USB flash-drive.
U kunt MIDI-bestanden met de onderstaande formaten
weergeven die zijn opgeslagen in de MUSICDAT-map.
Standaard MIDI-bestanden (SMF-formaat 0/1)
CASIO MIDI-bestanden (CMF-formaat)
1.
Sluit de USB flash-drive op uw computer aan.
2.
Maak in de hoofddirectory van de USB flash-drive
een map aan met de naam MUSICDAT.
Deze stap is niet nodig als er reeds een
MUSICDAT-map in de hoofddirectory van de USB
flash-drive is.
3.
Kopieer de melodiegegevens die u wilt weergeven
op de Digitale Piano naar de MUSICDAT-map.
Zie “Luisteren naar melodieën (MIDI-speler)”
(pagina 3/4) voor informatie over de bediening die
gebruikt wordt voor het weergeven van
melodiegegevens.
U kunt de APP-functie gebruiken om de Digitale Piano te
verbinden met een smartphone, tablet of ander
smartapparaat waarna u de beschikking heeft over de
onderstaande functies.
Besturing van de Digitale Piano vanaf een smartapparaat
(afstandsbediening van de piano)
Overbrengen van muziekgegevens vanaf een
smartapparaat
Downloaden van de app voor het
smartapparaat
Download de Chordana Play for Piano app van de CASIO-
website en installeer deze op het smartapparaat.
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/PX-
S3000/
Koppelen aan een smartapparaat
Nadat de Chordana Play for Piano app op het
smartapparaat is geïnstalleerd, gebruikt u een los
verkrijgbare USB-kabel om de USB-poort van het
smartapparaat te verbinden met de USB-poort van de
Digitale Piano.
Nadat het smartapparaat met de Digitale Piano is
verbonden, kan het smartapparaat worden gebruikt voor de
bediening van de piano. Zie de gebruikersdocumentatie van
de app voor details betreffende de bediening.
Aansluiten van een USB flash-drive op de
Digitale Piano en loskoppelen ervan
Gebruik van een computer voor het
kopiëren van algemene melodiegegevens
naar een USB flash-drive
cq USB flash-drive
poort
USB flash-drive
Koppelen aan een smartapparaat
(APP-functie)
Deze Digitale Piano kan als een Bluetooth-
luidsprekersysteem worden gebruikt. Nadat u de Digitale
Piano heeft gekoppeld met een extern apparaat dat
compatibel is met Bluetooth-audio, kunt u het geluid van het
externe apparaat via de luidsprekers van de Digitale Piano
weergeven.
BELANGRIJK!
Alvorens te beginnen met koppelen, moet u de
volumeniveaus van de Digitale Piano en het externe
apparaat verlagen.
Als het geluid van het externe apparaat dat via de
luidsprekers van de Digitale Piano wordt
weergegeven vervormd klinkt, moet u het
volumeniveau op het externe apparaat lager instellen.
Koppelen van de Digitale Piano met een
Bluetooth-audioapparaat
1.
Houd de bp^ toets ingedrukt totdat “[FUNCTION]”
op het display verschijnt.
De FUNCTION-modus wordt ingeschakeld.
2.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om “AUDIO IN”
weer te geven en tip dan bm ENTER aan.
3.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om
“BLUETOOTH” weer te geven en tip dan bm ENTER
aan.
4.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om “Pairing”
weer te geven en tip dan bm ENTER aan.
Het Bluetooth-pictogram ( ) van de Digitale Piano
begint te knipperen wat betekent dat het instrument in
de paraatstand staat om te koppelen.
Als de Bluetooth-functie van de Digitale Piano
uitgeschakeld is, zal deze automatisch worden
ingeschakeld.
5.
Op het Bluetooth-instelscherm dat op het externe
apparaat wordt weergegeven, schakelt u Bluetooth
in als dit uitgeschakeld is.
6.
Selecteer op het Bluetooth-instelscherm van het
externe apparaat het item “CASIO Privia” (deze
Digitale Piano).
Hiermee is de koppeling voltooid en verandert het
Bluetooth-pictogram ( ) van de Digitale Piano van
knipperen naar continu branden.
Het geluid van het externe apparaat wordt nu via de
luidsprekers van de Digitale Piano weergegeven.
7.
Houd bp EXIT ingedrukt totdat “[FUNCTION]” van
het display verdwijnt om de FUNCTION-modus te
verlaten.
OPMERKING
U hoeft de bovenstaande procedure maar eenmaal voor
een apparaat uit te voeren. Daarna zal de Digitale Piano
en het apparaat automatisch worden verbonden wanneer
de Bluetooth-functie op beide wordt ingeschakeld.
In de Digitale Piano kan de koppelingsinformatie voor in
totaal acht Bluetooth-audioapparaten worden
opgeslagen. Er kan echter maar één apparaat tegelijk
met de Digitale Piano verbonden zijn.
In- of uitschakelen van de Bluetooth-functie
van de Digitale Piano
1.
Voer de stappen 1 t/m 3 uit onder “Koppelen van de
Digitale Piano met een Bluetooth-audioapparaat”.
2.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om “Bluetooth
Audio” weer te geven en tip dan bm ENTER aan.
3.
Tip bk of bl + aan om de instelling op “On” of
“Off” te zetten.
Als de Digitale Piano een gekoppeld extern
apparaat vindt wanneer Bluetooth is ingeschakeld,
zal het Bluetooth-pictogram ( ) verschijnen. Het
pictogram wordt niet getoond wanneer Bluetooth
uitgeschakeld is.
4.
Houd bp EXIT ingedrukt totdat “[FUNCTION]” van
het display verdwijnt om de FUNCTION-modus te
verlaten.
U kunt de onderstaande procedure gebruiken om de
opgeslagen gegevens en instellingen van de Digitale Piano
terug te zetten op de oorspronkelijke standaard-
fabrieksinstellingen.
1.
Houd de bp^ toets ingedrukt totdat “[FUNCTION]”
op het display verschijnt.
2.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om “SYSTEM”
weer te geven en tip dan bm ENTER aan.
3.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om “Factory
Reset” weer te geven en tip dan bm ENTER aan.
“Sure?” verschijnt.
4.
Tip bl + aan om de Digitale Piano terug te zetten op
de standaardinstellingen die in de fabriek ingesteld
waren. Tip bk aan als u besluit om de procedure
te verlaten zonder de instellingen te veranderen.
Gebruik van de Digitale Piano als
een Bluetooth-
luidsprekersysteem
Terugzetten van de standaard-
fabrieksinstellingen op de Digitale
Piano
Model: PX-S3000BK
Toetsenbord: Pianotoetsenbord met 88 toetsen; Duet:
Instelbaar toonbereik (–2 t/m +2 octaven); Transponeren:
–12 tot 0 tot +12 halve tonen; Octaafverschuiving: –2 tot 0
tot +2 octaven
Geluidsbron: Aantal tonen: 700; Lagen; Splitsen; Maximale
polyfonie: 192 noten; Aanslagvolume
(5 gevoeligheidsniveaus, uit); Stemming: 415,5 Hz tot
440,0 Hz tot 465,9 Hz (eenheden van 0,1 Hz);
Temperament: Gelijkzwevende temperament plus 16
andere typen
Akoestieksimulator: Hamerrespons, toets-uit respons,
snaarresonantie, dempresonantie, dempruis, toets-aan
bedieningsruis, toets-uit bedieningsruis
Geluidsmodus: Zaalsimulator (4 typen), nagalm (8 typen),
surround (2 typen)
Overige effecten: Zweving (12 typen), DSP (ingebouwd in
sommige tonen + 100 voorkeuzes, bewerkbaar),
helderheid (–3 tot 0 tot 3)
Demonstratiemelodie: 6
Weergavefunctie (SONG-modus):
In de MIDI-modus: Weergave van gedownloade
(gebruikers) melodieën: opslaan van maximaal 10
melodieën in ingebouwd flash-geheugen (maximaal
ongeveer 320 KB* per melodie); Weergave van
melodieën van MIDI-recorder; Weergave van
melodiegegevens (SMF) van USB flash-drive; Dempen
van gedeelte: L, R, L+R
* Gebaseerd op 1 KB = 1024 bytes, 1 MB = 1024
2
bytes
In de audiomodus: Opname en weergave van
audiorecorder; Middenbereik annuleren
Melodievolume: Instelbaar (voor zowel MIDI-modus als
audiomodus)
MIDI-recorder: Realtime opname en weergave van MIDI-
gegevens; Aantal melodieën: 5; Aantal sporen: 3;
Capaciteit: Ongeveer 30.000 noten per melodie (totaal
van de drie sporen); Gegevensopslag: Ingebouwd flash-
geheugen
Audiorecorder: Realtime opname en weergave van
audiogegevens; Aantal melodieën: 99 (bestanden);
Bestandsformaat: WAV (lineaire PCM, 16-bit, 44,1 kHz,
stereo); Maximale opnametijd: Ongeveer 25 minuten per
bestand; Opnamemedium: USB flash-drive
Automatische begeleiding: Ingebouwde ritmes: 200; Eén-
toets voorkeuze: 200; Automatisch harmoniseren: 12
typen; Volumeniveau van automatische begeleiding:
Instelbaar
Muziekvoorkeuze: 310
Arpeggiator: 100 typen
Metronoom: Voorzien als ritmetype; Maatslagbel: Uit, 1 t/m
9 (maatslagen); Tempobereik: 20 t/m 255; Volumeniveau
van metronoom: Instelbaar (gelijk aan volumeniveau van
automatische begeleiding)
Registratiefunctie: Maximaal 96 sets (4 sets, 24 banken)
Pedalen: Met meegeleverd pedaal (SP-3): Omschakelbaar
tussen aanhouden (uit, aan), sostenuto (uit, aan), zacht
(uit, aan), arpeggio aanhoudfunctie (uit, aan), weergeven/
stoppen en invulpatroon; Met pedaaleenheid (los
verkrijgbaar SP-34): Aanhouden (uit, half, aan), sostenuto
(uit, aan), zacht (uit, aan); ondersteuning voor
expressiepedaal
Overige functies: Automatisch hervatten,
bedieningsvergrendeling
Bluetooth-verbinding: Bluetooth-versie: 5.0; Ondersteund
profiel: A2DP; Ondersteunde codecs: SBC; Draadloos
uitgangssignaal: Bluetooth-klasse 2;
Transmissiefrequentiebereik: 2402 t/m 2480 MHz;
Maximaal draadloos uitgangssignaal: 4 dBm
MIDI: 16-kanaals multi-klankkleuren ontvangst
Toonhoogteregelaar: Toonhoogtebereik: 0 t/m 24 halve
tonen
Knoppen: 2; Knoppensets (voorkeuzes voor
knoppenfunctie): 14
Ingangs-/uitgangsaansluitingen: PHONES-aansluitingen:
Stereo mini-aansluitingen (3,5 mm) × 2; Stroom: 12 V
gelijkstroom; AUDIO IN-aansluiting: Stereo mini-
aansluiting (3,5 mm) (ingangsimpedantie: 10 kΩ,
ingangsspanning: 200 mV); LINE OUT R, L/MONO-
aansluitingen: Standaardaansluitingen (6,3 mm) × 2
(uitgangsimpedantie: 2,3 kΩ, uitgangsspanning: 1,3 V
(RMS) MAX); USB-poort: Type B; USB flash-drive poort:
Type A; DAMPER PEDAL-aansluiting:
Standaardaansluiting (6,3 mm); EXPRESSION/
ASSIGNABLE-aansluiting: Standaardaansluiting
(6,3 mm); PEDAL UNIT-aansluiting: Bedrijfsspecifieke
aansluiting
Akoestiek: Versterkervermogen: 8 W + 8 W; Luidsprekers:
16 cm × 8 cm (ovaal) × 2
Stroomvoorziening: 2-weg stroomvoorziening
Batterijen: 6 AA-formaat alkalibatterijen
Bij continue werking: Ongeveer 2 uur
Weergave van ingebouwde demonstratiemelodieën op
alkalibatterijen
De feitelijke continue gebruiksduur kan korter zijn als
gevolg van de eigenschappen van de gebruikte batterijen.
Netadapter: AD-A12150LW
Automatische stroomonderbreker: Ongeveer vier uur
(gebruik met netadapter) of zes minuten (gebruik op
batterijen) na de laatste toetsbediening, functie kan
worden geannuleerd.
Stroomverbruik: 12 V = 15 W
Afmetingen: 132,2 (B) × 23,2 (D) × 10,2 (H) cm
Gewicht: Ongeveer 11,4 kg (zonder batterijen)
Wijzigingen in technische gegevens en ontwerp
voorbehouden.
Technische gegevens
Zorg ervoor de volgende voorzorgsmaatregelen te lezen en
in acht te nemen.
Plaats
Vermijd de volgende plaatsen voor dit product.
Plaatsen die blootgesteld staan aan het directe zonlicht
en een hoge vochtigheid
Plaatsen die blootgesteld staan aan
temperatuurextremen
Bij een radio, televisie, videodeck of tuner
De bovengenoemde toestellen veroorzaken geen
storingen in het product maar het product kan wel storing
veroorzaken in het beeld of het geluid van een toestel in
de onmiddellijke omgeving.
Onderhoud door de gebruiker
Gebruik nooit benzine, alcohol, verfverdunner of andere
chemische reinigingsmiddelen om het product te
reinigen.
Veeg het product of het toetsenbord af met een zachte
doek ietwat bevochtigd met een milde oplossing van
water en een mild neutraal reinigingsmiddel. Wring
overtollig water uit de doek voordat u het product gaat
afvegen.
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor
gebruik met dit product. Het gebruik van niet toegestane
accessoires kan het risico op brand, een elektrische schok
en persoonlijk letsel met zich meebrengen.
Voeglijnen
Er kunnen lijnen zichtbaar zijn aan de buitenkant van het
product. Dit zijn “voeglijnen” die het resultaat zijn van het
proces waarbij het plastic in een vorm wordt gegoten. Het
zijn geen breuken of krassen.
Etiquette aangaande muziekinstrumenten
Wees altijd bedacht op anderen wanneer u dit product
gebruikt. Wees in het bijzonder ’s avonds laat voorzichtig
om het volume op een niveau te houden dat het geluid
anderen niet stoort. Andere maatregelen die u kunt nemen
wanneer u ’s avonds laat speelt zijn het sluiten van het
venster en het gebruik van een hoofdtelefoon.
Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van de
netadapter
Steek nooit metaal, potloden of andere voorwerpen in de
12 V gelijkstroomaansluiting (DC 12V) van dit product. Dit
kan namelijk een ongeluk veroorzaken.
Gebruik het netsnoer dat bij dit product wordt geleverd
niet met een ander toestel.
Gebruik een stopcontact dat gemakkelijk te bereiken is
zodat u de netadapter er uit kunt halen wanneer een
probleem optreedt of als u dat om een andere reden moet
doen.
De netadapter is enkel bedoeld voor gebruik binnen.
Gebruik de netadapter niet op plaatsen waar deze
blootgesteld staat aan spatten of vocht. Plaats geen
bakken, zoals een bloemenvaas, met water op de
netadapter.
Dek de netadapter nooit af met een krant, een tafelkleed,
een gordijn of iets dergelijks.
Haal de netadapter uit het stopcontact als u van plan bent
de Digitale Piano voor langere tijd niet te gebruiken.
De netadapter kan niet gerepareerd worden. Als de
netadapter defect is of beschadigd raakt, moet u een
nieuwe aanschaffen.
Werkingsomgeving van de netadapter
Temperatuur: 0 t/m 40°C
Vochtigheid: 10% t/m 90% vochtigheid
Uitgangspolariteit:&
Bedieningsvoorzorgsmaatregelen
Op de onderkant van het product is een specificatielabel
bevestigd.
Belangrijk!
Lees de volgende belangrijke informatie voordat u dit
product in gebruik neemt.
Voordat u de AD-A12150LW netadapter met dit
apparaat gebruikt, dient u eerst te controleren of hij niet
beschadigd is. Controleer het netsnoer zorgvuldig op
breuken, blootliggende draden en andere ernstige
schade. Laat kinderen nooit een netadapter gebruiken
die ernstig beschadigd is.
Dit product is niet bedoeld voor kinderen onder 3 jaar.
Gebruik enkel de CASIO AD-A12150LW adapter.
De netadapter is geen speelgoed.
Zorg ervoor altijd de aansluiting van de netadapter op
het stopcontact te verbreken voordat u dit product
reinigt.
Betreffende de netadapter die met de Digitale
Piano wordt meegeleverd
Lees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen om
schade aan de netadapter en het netsnoer te voorkomen.
Trek nooit met geweld aan het snoer.
Trek nooit herhaaldelijk aan het snoer.
Draai het snoer nooit rond vlakbij de stekker of de
aansluiting.
Vergeet nooit de netadapter uit het stopcontact te
trekken voordat u de Digitale Piano verplaatst.
Maak eventueel lussen in het netsnoer, maar wikkel het
snoer nooit om de netadapter.
De namen van bedrijven en producten die in deze
handleiding worden gebruikt, kunnen geregistreerde
handelsmerken van derden zijn.
Dit kringloopsymbool betekent dat het verpakkingsmateriaal
voldoet aan de milieubeschermingsvoorschriften in Duitsland.
Manufacturer:
CASIO COMPUTER CO., LTD.
6-2, Hon-machi 1-chome,
Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan
Responsible within the European Union:
Casio Europe GmbH
Casio-Platz 1,
22848 Norderstedt, Germany
www.casio-europe.com
Verklaring van overeenkomst met de EU-richtlijnen
Het gedeeltelijk of in zijn geheel kopiëren van de
inhoud van deze handleiding is verboden. Met
uitzondering van uw eigen persoonlijke gebruik, is het
aanwenden van de inhoud van deze handleiding voor
niet-bedoelde doeleinden zonder de uitdrukkelijke
toestemming van CASIO verboden onder de
wetgeving inzake auteursrechten.
IN GEEN GEVAL ZAL CASIO AANSPRAKELIJK ZIJN
VOOR SCHADE IN ENIGE VORM (INCLUSIEF EN
ZONDER BEPERKINGEN DE SCHADE DOOR HET
VERLIES VAN WINSTEN, ONDERBREKINGEN VAN
ZAKELIJKE BELANGEN, VERLIES VAN
INFORMATIE) DIE VOORTKOMT UIT HET GEBRUIK
VAN OF DE ONMOGELIJKHEID TOT HET GEBRUIK
VAN DEZE HANDLEIDING OF DIT PRODUCT,
ZELFS ALS CASIO EROP ATTENT GEMAAKT IS
DAT DE MOGELIJKHEID OP DERGELIJKE SCHADE
BESTAAT.
De inhoud van deze handleiding is onder voorbehoud.
MA1905-C Printed in China
C
MA1905-A
PXS3000_A2_D.fm 4 ページ 2019年5月7日 火曜日 午後2時48分
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4

Casio PX-S3000 de handleiding

Categorie
Muziekinstrumenten
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor