Casio PX-S5000 Handleiding

Categorie
Digitale piano's
Type
Handleiding
PX-S
5000
Voorbereidingen
Klaarmaken van de voeding
In- en uitschakelen van de stroom
Gebruik van een pedaal Gebruik van een hoofdtelefoon
Spelen op de Digitale Piano
Selecteren van één enkele
toon
Twee tonen gelaagd laten
klinken
Splitsen van het toetsenbord
tussen twee tonen
Gebruik van de metronoom
Veranderen van de toonhoogte
Toevoegen van diepte
aan de noten
Specificeren van het tempo Veranderen van de
toonhoogte in stappen van een
halve toon (Transponeren)
Fijnstemmen van een
toonhoogte (Stemming)
Gebruik van zweving
Veranderen van de nagalm
en sfeer van het geluid
Luisteren met
automatische weergave Opnemen van uitvoeringen terwijl deze plaatsvinden
Gebruik van de
geluidsmoduseffecten
(Zaalsimulator/Nagalm en
Surround)
Weergeven van
melodieën uit de
muziekbibliotheek
Gebruik van de MIDI-recorder
voor het opnemen of
weergeven van uitvoeringen
Gebruik van de audiorecorder
voor het opnemen van
uitvoeringen
Aansluiten van een
smartapparaat
Gebruik van de speciale app
Wanneer de Digitale Piano alleen op batterijspanning wordt gebruikt, kunnen de noten vervormd klinken bij het spelen of
weergeven van een melodie op maximaal volume. Dit komt door het verschil in vermogen bij stroomvoorziening via de
netadapter of de batterijen en wijst niet op een storing in de Digitale Piano. Als er vervorming optreedt, schakel dan over op
gebruik van de netadapter of verlaag het volumeniveau.
Omslag
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
NL-1
Betreffende de muziekpartituurgegevens
U kunt muziekpartituurgegevens als een PDF-bestand downloaden van de CASIO-website. Daarna kunt u de muziekpartituur op
uw smartapparaat bekijken. U kunt rechtstreeks vanaf de inhoudsopgave van het PDF-bestand naar de gewenste muziekpartituur
springen en u kunt de muziekpartituur ook uitprinten.
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/PX-S5000/
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor gebruik met deze Digitale Piano.
Het gebruik van niet erkende accessoires kan resulteren in brand, een elektrische schok of persoonlijk letsel.
U kunt informatie betreffende de accessoires die los verkrijgbaar zijn krijgen uit de CASIO-catalogus die beschikbaar is bij
uw winkelier en van de CASIO-website.
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/PX-S5000/
Het gedeeltelijk of in zijn geheel kopiëren van de inhoud van deze handleiding is verboden. Met uitzondering van uw eigen
persoonlijke gebruik, is het aanwenden van de inhoud van deze handleiding voor niet-bedoelde doeleinden zonder de
uitdrukkelijke toestemming van CASIO verboden onder de wetgeving inzake auteursrechten.
IN GEEN GEVAL ZAL CASIO AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR SCHADE IN ENIGE VORM (INCLUSIEF EN ZONDER
BEPERKINGEN DE SCHADE DOOR HET VERLIES VAN WINSTEN, ONDERBREKINGEN VAN ZAKELIJKE
BELANGEN, VERLIES VAN INFORMATIE) DIE VOORTKOMT UIT HET GEBRUIK VAN OF DE ONMOGELIJKHEID TOT
HET GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING OF DIT PRODUCT, ZELFS ALS CASIO EROP ATTENT GEMAAKT IS DAT
DE MOGELIJKHEID OP DERGELIJKE SCHADE BESTAAT.
De inhoud van deze handleiding is onder voorbehoud.
Het product kan er in werkelijkheid anders uitzien dan zoals is aangegeven in de afbeeldingen van deze
gebruiksaanwijzing.
Het Bluetooth®-woordmerk en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken die eigendom zijn van Bluetooth SIG, Inc. en elk
gebruik van dergelijke merken door CASIO COMPUTER CO., LTD. is onder licentie. Andere handelsmerken en
handelsnamen zijn eigendom van de respectieve eigenaars.
De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden gebruikt, kunnen geregistreerde handelsmerken van
derden zijn.
NL-2
Overzicht en instellingen NL-3
Algemene gids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-3
Klaarmaken van de voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-5
In- en uitschakelen van de stroom . . . . . . . . . . . . . .NL-7
Automatische stroomonderbreker . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-7
Gebruik van een pedaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-8
Gebruik van een hoofdtelefoon. . . . . . . . . . . . . . . . .NL-8
Gebruik van de bijgeleverde draadloze
MIDI- en audio-adapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-9
Gemeenschappelijke bediening voor alle
functies NL-9
Bediening van de tiptoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-9
Invoeren van melodienummers met de
melodieselectie-klaviertoetsen (10 toetsen). . . . .NL-10
Meldtonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-11
Luisteren naar demonstratieweergave NL-11
Noten spelen met verschillende tonen NL-12
Selecteren van een toon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-12
Selecteren van één enkele toon . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-12
Twee tonen gelaagd laten klinken. . . . . . . . . . . . . . . .NL-12
Splitsen van het toetsenbord tussen twee tonen. . . . .NL-13
Gebruik van de metronoom. . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-14
Specificeren van het tempo. . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-15
Veranderen van het aanslagvolume naar
de aanslagdruk (Aanslagvolume) . . . . . . . . . . . .NL-16
Veranderen van de toonhoogte in stappen
van een halve toon (Transponeren). . . . . . . . . . .NL-17
Fijnstemmen van een toonhoogte (Stemming) . . . .NL-17
Veranderen van de toonhoogte in eenheden van
een octaaf (Octaafverschuiving) . . . . . . . . . . . . .NL-18
Gebruik van de geluidsmoduseffecten
(Zaalsimulator/Nagalm en Surround). . . . . . . . . .NL-18
Gebruik van zweving. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-20
Gebruik van helderheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-20
Aanpassen van de geluidskarakteristieken van
de akoestische piano (Akoestieksimulator) . . . . .NL-21
Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel. . . . . .NL-23
Veranderen van de toonschaalstemming
(Temperament) van het toetsenbord . . . . . . . . . .NL-25
Luisteren naar melodieën NL-26
Weergeven van melodieën uit de
muziekbibliotheek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-26
Weergeven van MIDI-gegevens (MIDI-speler) . . . .NL-28
Weergeven van MP3-audiobestanden . . . . . . . . . .NL-29
Opnemen/weergeven van uitvoeringen NL-30
Gebruik van de MIDI-recorder voor het opnemen
of weergeven van uitvoeringen . . . . . . . . . . . . . .NL-30
Het maken van een opname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-31
Weergeven van de opgenomen inhoud . . . . . . . . . . .NL-33
Gebruik van de audiorecorder voor het opnemen
van uitvoeringen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-33
USB flash-drive NL-35
Ondersteunde USB flash-drives . . . . . . . . . . . . . . . NL-35
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een
USB flash-drive en de USB Type A poort . . . . . . NL-36
Aansluiten van een USB flash-drive op de
Digitale Piano en loskoppelen ervan . . . . . . . . . . NL-36
Formatteren van een USB flash-drive . . . . . . . . . . NL-37
Gebruik van een USB flash-drive . . . . . . . . . . . . . .NL-38
Gebruik van een computer voor het kopiëren van
algemene melodiegegevens naar een
USB flash-drive . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-40
Weergeven van standaard audiogegevens
(WAV-bestanden) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-40
Instellingen maken NL-41
Instellen van het volume van het Upper1
gedeelte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-41
Maken van de instellingen voor het Upper2
gedeelte en het Lower gedeelte . . . . . . . . . . . . . NL-42
Instellen van de volumebalans . . . . . . . . . . . . . . . . NL-43
Gebruik van Middenbereik annuleren. . . . . . . . . . . NL-44
MIDI-instellingen maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-44
Veranderen van de pedaalfuncties. . . . . . . . . . . . . NL-45
Opslaan van instrumentinstellingen
(Automatisch hervatten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-45
Overige instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-46
Fabrieksreset (Initialisatie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-48
Gebruik van de draadloosfunctie NL-49
Weergeven van audio van een smartapparaat
(Bluetooth-audiokoppeling) . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-49
Verbinding met een apparaat geschikt voor
Bluetooth Low Energy MIDI. . . . . . . . . . . . . . . . . NL-50
In-/uitschakelen van de draadloosfunctie . . . . . . . .NL-51
Afstellen van het volume van de meldtoon bij
in-/uitschakelen van de draadloosfunctie . . . . . .NL-51
Gebruik van de speciale app NL-52
Downloaden van de app voor smartapparaten. . . . NL-52
Verbinden met een smartapparaat . . . . . . . . . . . . . NL-52
Gebruik van externe apparaten aangesloten
via een kabel NL-54
Weergeven van het geluid van de
Digitale Piano via een versterker
of andere geluidsapparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . NL-54
Aansluiten op een computer of een
smartapparaat met MIDI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-54
Oplossen van moeilijkheden NL-56
Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-58
Referentie NL-60
Technische gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-60
Bedieningsvoorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . NL-62
Toonlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-63
Muziekbibliotheeklijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-64
Toetsenbordfunctielijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-65
MIDI Implementation Chart
Inhoudsopgave
NL-3
Voorpaneel
Overzicht en instellingen
Algemene gids
1P (aan/uit) toets
2Volumeknop
3Functietoets (FUNCTION)
4Geluidsmodustoets (SOUND MODE)
5Metronoomtoets (METRONOME)
6a toets
70 (opname) toets
8Vleugeltoets (GRAND PIANO)
9Hoofdtelefoonaansluitingen (PHONES)
*1 Bluetooth-indicator
Als bij de oorspronkelijke standaardinstellingen de stroom
wordt ingeschakeld zonder dat de draadloze MIDI- en audio-
adapter is aangesloten, zal de Bluetooth-indicator even gaan
knipperen om u erop attent te maken dat de draadloze MIDI-
en audio-adapter niet is aangesloten.
*2 Tiptoetsen
De toetsen 3 t/m 8 zijn tiptoetsen waarvan de lampjes
gaan branden wanneer de stroom wordt ingeschakeld.
*3 Namen van toetsenbordnoten en toonhoogten
De namen van de toetsenbordnoten en de toonhoogten die in
deze handleiding worden gebruikt, volgen de internationale
standaard. Midden C is C4, de laagste C is C1 en de hoogste
C is C8. De onderstaande afbeelding toont de nootnamen van
de klaviertoetsen van C4 t/m C5.
9
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8A0
1 2 345678
*3
*2
Voorkant
Bluetooth®
indicator *1
C4 D4 E4 F4 G4 A4 B4 C5
C{4E}4F{4A}4B}4
NL-4
Overzicht en instellingen
Achterkant
Klaarmaken van de muziekstandaard
bk USB Type B poort
bl USB Type A poort
bm Demppedaalaansluiting (DAMPER PEDAL)
bn Pedaaleenheid-aansluiting (PEDAL UNIT)
bo Lijnuitgangsaansluitingen (LINE OUT R, L/MONO)
bp 12 V gelijkstroomaansluiting (DC 12V)
bk bv
bm bn bpbo
Muziekstandaard
NL-5
Overzicht en instellingen
Uw Digitale Piano maakt gebruik van een netadapter voor de
voeding.
Hoewel deze Digitale Piano ook op batterijen kan worden
gebruikt, verdient het toch aanbeveling om het instrument
met de netadapter te gebruiken.
Gebruik van de netadapter
Let erop dat u alleen de netadapter gebruikt die voor deze
Digitale Piano wordt voorgeschreven. Het gebruik van een
ander type netadapter kan rook of andere problemen
veroorzaken.
Gebruik nooit de netadapter (JEITA standaard, met een
uniforme polariteitsstekker) die met deze Digitale Piano
meegeleverd wordt om een ander toestel aan te sluiten
dan deze Digitale Piano. Dit kan namelijk resulteren in
een defect.
Zorg ervoor dat u de stroom van de Digitale Piano
uitschakelt voordat u de aansluiting van de netadapter
tot stand brengt of verbreekt.
De netadapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit is
normaal en duidt niet op een defect.
Neem de onderstaande belangrijke
voorzorgsmaatregelen in acht om schade aan het
netsnoer te voorkomen.
Tijdens het gebruik
Trek nooit met geweld aan het snoer.
Trek nooit herhaaldelijk aan het snoer.
Draai het snoer nooit rond vlakbij de stekker of de
aansluiting.
Wanneer het toestel wordt verplaatst
Vergeet nooit de netadapter uit het stopcontact te
trekken voordat u de Digitale Piano verplaatst.
Tijdens opslag
Maak lussen in en een bundeltje van het netsnoer maar
wind het snoer nooit om de netadapter.
Steek nooit metaal, potloden of andere voorwerpen in
de 12 V gelijkstroomaansluiting (DC 12V) van dit
product. Dit kan namelijk een ongeluk veroorzaken.
Gebruik het netsnoer dat bij dit product wordt geleverd
niet met een ander toestel.
Sluit de netadapter op een stopcontact aan dat zich
dicht in de buurt van de Digitale Piano bevindt. U kunt
de stekker dan meteen uit het stopcontact trekken als
er een probleem optreedt.
De netadapter is enkel bedoeld voor gebruik
binnenshuis. Zet de netadapter niet op een plaats waar
deze nat kan worden. Plaats ook nooit een vaas of een
andere bak met vloeistof op de netadapter.
Dek de netadapter niet af met een krant, tafelkleed,
gordijn of een of andere doek.
Als u de Digitale Piano voor langere tijd niet denkt te
gebruiken, dient u de stekker uit het stopcontact te
trekken.
De netadapter kan niet gerepareerd worden. Als de
netadapter defect is of beschadigd raakt, moet u een
nieuwe aanschaffen.
Werkingsomgeving van de netadapter
Temperatuur: 0 t/m 40°C
Vochtigheid: 10% tot 90% RV
Uitgangspolariteit: &
Klaarmaken van de voeding
Voorgeschreven netadapter: AD-A12150LW
(JEITA standaardstekker)
Stopcontact
Netadapter
bp DC 12V
Netsnoer
Overzicht en instellingen
NL-6
Gebruik op batterijen
Zorg ervoor de stroom uit te schakelen voordat u de
batterijen inlegt.
Gebruik los verkrijgbare AA-formaat alkalibatterijen of
AA-formaat oplaadbare nikkel-metaalhydride
batterijen.
Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht
wanneer de Digitale Piano ondersteboven wordt
gedraaid om de batterijen te plaatsen.
Wees voorzichtig dat uw vingers niet onder de
Digitale Piano klem komen te zitten waardoor u letsel
oploopt.
Let op dat de Digitale Piano niet valt of op andere
wijze aan een harde schok wordt blootgesteld. Door
een harde schok kunnen de volumeknop en de
klaviertoetsen worden beschadigd.
Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht bij
gebruik van oplaadbare batterijen.
Gebruik Panasonic Group AA-formaat eneloop oplaadbare
batterijen. Gebruik geen ander type batterijen.
Gebruik uitsluitend de voorgeschreven oplader om de
batterijen op te laden.
De oplaadbare batterijen moeten uit het product worden
gehaald wanneer deze worden opgeladen.
Voor informatie over het gebruik van eneloop-batterijen of
de speciale oplader hiervoor, dient u de documentatie en
voorzorgmaatregelen te lezen die worden meegeleverd en
de producten uitsluitend te gebruiken zoals aangegeven.
Vervang de batterijen ten minste eenmaal per jaar, zelfs als er
geen indicatie is voor zwakke batterijspanning. Lege
oplaadbare batterijen (eneloop) in het bijzonder kunnen
verslijten als ze in het product blijven. Neem oplaadbare
batterijen zo spoedig mogelijk uit het product wanneer ze leeg
zijn.
1.
Open het batterijdeksel aan de onderkant van
de Digitale Piano.
2.
Leg zes AA-formaat batterijen in het
batterijcompartiment.
Let erop dat de positieve + en negatieve - kanten van
de batterijen in de richting wijzen aangegeven op de
Digitale Piano.
3.
Steek de lipjes van het batterijdeksel in de
gaten aan de kant van het batterijcompartiment
en sluit vervolgens het deksel.
Instellen van het type batterijen
1.
Schakel de Digitale Piano in.
•ZieIn- en uitschakelen van de stroom” (pagina NL-7).
2.
Stel het type batterijen in door 3FUNCTION
ingedrukt te houden en dan op de F7
klaviertoets te drukken.
Eén toon: Alkalibatterijen
Twee tonen: Oplaadbare nikkel-metaalhydride
batterijen*
*Het volume en de geluidskwaliteit worden aangepast in
overeenstemming met de eigenschappen van de batterijen.
Aanduiding voor lege batterijen
De batterijspanning is laag wanneer de lampjes van alle
tiptoetsen, behalve het lampje van 3FUNCTION, beginnen
te knipperen. Wanneer dit gebeurt, moet u het volumeniveau
verlagen. Als het knipperen hierdoor niet stopt, vervangt u de
batterijen door nieuwe.
Wanneer u de Digitale Piano gebruikt terwijl de
batterijen bijna leeg zijn, kan het instrument plotseling
worden uitgeschakeld. Hierdoor kunnen de gegevens
die het geheugen van de Digitale Piano zijn
opgeslagen, beschadigd raken of verloren gaan.
Wanneer de batterijen uitgeput raken, kan dit
resulteren in een abnormale werking. In dit geval
moeten de batterijen door nieuwe worden vervangen.
Lipjes
NL-7
Overzicht en instellingen
1.
Voordat u de stroom inschakelt, moet u de 2
volumeknop zo ver mogelijk in de richting
draaien aangegeven in de onderstaande
afbeelding.
2.
Druk op de 1P (aan/uit) toets om de stroom
in te schakelen.
Bij het inschakelen van de stroom lichten de lampjes van
de tiptoetsen op het voorpaneel van links naar rechts op
(3FUNCTION t/m 8GRAND PIANO). De Digitale
Piano is klaar voor gebruik wanneer de lampjes van alle
tiptoetsen branden.
Nadat u op 1P (aan/uit) heeft gedrukt om de stroom
in te schakelen, mag u niet op een pedaal trappen
totdat de Digitale Piano klaar is voor gebruik (de
lampjes van alle tiptoetsen branden).
Het is mogelijk dat de stroom niet wordt ingeschakeld
wanneer u de 1P (aan/uit) toets te licht indrukt. Dit
duidt niet op een defect. Als dit gebeurt, moet u de
1P (aan/uit) toets steviger indrukken.
3.
Gebruik de 2 volumeknop om het volume in
te stellen.
4.
Om de stroom uit te schakelen, houdt u de
1P (aan/uit) toets ingedrukt totdat alle
lampjes van de tiptoetsen uit zijn.
Wanneer de 1P (aan/uit) toets wordt ingedrukt om de
stroom uit te schakelen, komt de Digitale Piano op standby
te staan. Er blijft nog kleine hoeveelheid stroom in de
Digitale Piano lopen wanneer deze in de standby-toestand
staat. Als u de Digitale Piano voor langere tijd niet gebruikt
of als er onweer in de buurt is, dient u de stekker uit het
stopcontact te trekken.
Als de stroom wordt uitgeschakeld, keren het toonnummer
en de andere instellingen gewoonlijk terug naar de
oorspronkelijke standaardinstellingen. U kunt Automatisch
hervatten (pagina NL-45) inschakelen waardoor de meeste
instellingen bewaard blijven wanneer de stroom wordt
uitgeschakeld.
Als Automatisch hervatten is uitgeschakeld, komen bij het
uitschakelen van de stroom alle instellingen op de
standaardinstellingen te staan, met uitzondering van de
instellingen voor de stemming (pagina NL-17), de
helderheid van de tiptoetsen (pagina NL-46) en het
batterijtype (pagina NL-46).
Stroom-aan waarschuwing
Wanneer de Digitale Piano bij gebruik met de netadapter
ongeveer zes minuten niet wordt bediend, zal de stroom-aan
waarschuwingsfunctie in werking treden en gaan de lampjes
van de tiptoetsen achter elkaar aan en uit om u eraan te
herinneren dat de stroom is ingeschakeld. De lampjes van de
toetsen keren terug naar de normale toestand (d.w.z. alle
lampjes branden) als u een toets aanraakt, iets op het
toetsenbord speelt of een andere bediening uitvoert.
Om de stroom uit te schakelen, houdt u de 1P (aan/uit)
toets ingedrukt totdat alle lampjes van de tiptoetsen uit zijn.
U kunt de stroom-aan waarschuwingsfunctie naar wens in-
of uitschakelen. Zie “Overige instellingen” (pagina NL-46).
Als u de Digitale Piano op batterijen gebruikt, zal de stroom
automatisch na ongeveer zes minuten worden
uitgeschakeld wanneer het instrument niet wordt bediend.
Zie “Automatische stroomonderbreker” (pagina NL-7).
Terugzetten op de oorspronkelijke standaard-
fabrieksinstellingen
U kunt de fabrieksresetfunctie (initialisatie) gebruiken om de
opgeslagen gegevens en instellingen van de Digitale Piano
terug te zetten op de oorspronkelijke standaard-
fabrieksinstellingen. Zie “Fabrieksreset (Initialisatie)” (pagina
NL-48) voor verdere informatie.
Deze Digitale Piano is ontworpen om automatisch
uitgeschakeld te worden om te voorkomen dat stroom wordt
verspild wanneer gedurende een vooringestelde tijd geen
bediening wordt uitgevoerd. De activeringstijd voor de
automatische stroomonderbreker is ongeveer vier uur bij
gebruik op netspanning of zes minuten bij gebruik op
batterijen.
U kunt de automatische stroomonderbreker uitschakelen
om ervoor te zorgen dat de stroom niet ineens wordt
uitgeschakeld tijdens een concert enz. Volg de
onderstaande procedure om de automatische
stroomonderbreker uit te schakelen.
In- of uitschakelen van de automatische
stroomonderbreker
1.
Houd 3FUNCTION ingedrukt en druk dan op
de B}0 klaviertoets.
Bij meermalen indrukken van de B}0 klaviertoets klinkt
er telkens een meldtoon en wordt de automatische
stroomonderbreker beurtelings in- en uitgeschakeld.
Zie “Meldtonen” (pagina NL-11) voor verdere
informatie.
2.
Laat 3FUNCTION los nadat de gewenste
instelling is gemaakt.
In- en uitschakelen van de stroom
Automatische stroomonderbreker
B}0
Overzicht en instellingen
NL-8
Sluit het meegeleverde pedaal (SP-3) aan op de
bm DAMPER PEDAL aansluiting.
Achterkant
Dit pedaal functioneert als een demppedaal bij gebruik van de
standaardinstellingen van de Digitale Piano. Zie “Veranderen
van de pedaalfuncties” (pagina NL-45) om over te schakelen
naar een andere functie (zacht, sostenuto enz.).
PEDAL UNIT-aansluiting
U kunt de los verkrijgbare 3-pedalen eenheid (SP-34)
aansluiten op de bn PEDAL UNIT aansluiting aan de
achterkant van de Digitale Piano. U kunt de pedalen dan
gebruiken voor expressie die lijkt op die beschikbaar is op een
akoestische piano.
SP-34 Pedaalfuncties
Demppedaal
Door het demppedaal in te trappen tijdens het spelen zullen
de noten die u aanslaat blijven nagalmen. Het SP-34 pedaal
ondersteunt ook half intrappen, dus wanneer het pedaal tot
halverwege wordt ingetrapt, wordt ook maar een gedeeltelijk
dempeffect uitgeoefend.
Zacht pedaal
Door op dit pedaal te trappen worden de op het toetsenbord
aangeslagen noten onderdrukt na het intrappen van het
pedaal waardoor de noten zachter klinken.
Sostenuto pedaal
Alleen de noten van de toetsen die aangeslagen zijn op het
moment van het intrappen van dit pedaal worden
aangehouden, totdat het pedaal wordt losgelaten. Dit geldt
ook wanneer de klaviertoetsen worden losgelaten.
Een afzonderlijk verkrijgbare pedaaleenheid kan gelijktijdig
met het meegeleverde pedaal worden gebruikt.
Door een hoofdtelefoon te gebruiken wordt het geluid van de
ingebouwde luidsprekers uitgeschakeld wat betekent dat u
zelfs ’s avonds laat kunt oefenen zonder anderen te storen.
Zorg ervoor altijd het volumeniveau laag in te stellen
voordat u de hoofdtelefoon aansluit op de 9PHONES
aansluitingen.
Er wordt geen hoofdtelefoon meegeleverd met de Digitale
Piano.
Gebruik een los verkrijgbare hoofdtelefoon. Zie pagina
NL-1 voor informatie over de verkrijgbare opties.
Luister niet voor lange tijd met een hoog volume via de
hoofdtelefoon. Dit kan namelijk resulteren in
gehoorschade.
Gebruikt u een hoofdtelefoon waarbij een
verloopstekker nodig is, let er dan op dat de
verloopstekker niet ingestoken blijft als u de
aansluiting van de hoofdtelefoon verbreekt. Mocht de
stekker ingestoken blijven, dan zal er geen geluid te
horen zijn via de luidsprekers.
Wanneer de hoofdtelefoon op de 9PHONES
aansluitingen wordt aangesloten, moet het snoer zijn
voorzien van een stereo mini-klinkstekker (mini-TRS-
klink). Andere typen stekkers kunnen niet worden
gebruikt.
Geluid weergeven via de luidsprekers terwijl een
hoofdtelefoon is aangesloten
Schakel de instelling “Luidsprekerweergave” onder “Overige
instellingen” (pagina NL-46) in om geluid via de luidsprekers
weer te geven terwijl er een stekker in een van de
9PHONES aansluitingen is gestoken.
Gebruik van de hoofdtelefoonmodus
Wanneer “Hoofdtelefoonmodus” onder “Overige instellingen
(pagina NL-46) is ingeschakeld, wordt de geluidskwaliteit van
de vleugeltoon van de Digitale Piano die via de hoofdtelefoon
wordt gehoord automatisch aangepast om de natuurlijke
ruimtelijkheid van het geluid te produceren dat u hoort
wanneer op een akoestische piano wordt gespeeld.
Gebruik van een pedaal
bm DAMPER PEDAL aansluiting
(Standaard-klinkaansluiting (TS-klink))
SP-3
Zacht pedaal
Sostenuto pedaal
Demppedaal
Gebruik van een hoofdtelefoon
9PHONES aansluitingen
(Stereo mini-klinkaansluiting (mini-TRS-klink))
NL-9
Om dit product te koppelen met een extern apparaat geschikt
voor Bluetooth® draadloze technologie, moet u de draadloze
MIDI- en audio-adapter in de bl USB Type A poort van de
Digitale Piano steken.
Schakel de Digitale Piano uit voordat de draadloze
MIDI- en audio-adapter wordt losgemaakt.
•ZieWeergeven van audio van een smartapparaat
(Bluetooth-audiokoppeling)” (pagina NL-49) voor de
verbinding met een extern apparaat geschikt voor
Bluetooth-audio.
•ZieVerbinding met een apparaat geschikt voor Bluetooth
Low Energy MIDI” (pagina NL-50) voor de verbinding met
een extern apparaat geschikt voor Bluetooth Low Energy
MIDI.
•ZieGebruik van de speciale app” (pagina NL-52) voor het
gebruik van de speciale app.
De draadloze MIDI- en audio-adapter is mogelijk niet
verkrijgbaar in sommige landen of gebieden.
Tenzij anders aangegeven, wordt bij alle procedures in
deze handleiding verondersteld dat de Digitale Piano in
de begintoestand staat (d.w.z. de toestand meteen na
het inschakelen van de stroom). Als u problemen
ondervindt bij het uitvoeren van een procedure,
schakelt u de stroom van de Digitale Piano uit en dan
weer in, en daarna probeert u de procedure opnieuw uit
te voeren.
Houd er rekening mee dat wanneer de Digitale Piano
tijdens een procedure wordt uitgeschakeld, eventuele
niet opgeslagen gegevens verloren gaan.
Bij het inschakelen van de Digitale Piano gaan de lampjes van
alle tiptoetsen op het voorpaneel branden.
Om een tiptoets te bedienen, moet u deze stevig met
een blote vinger aantippen. De tiptoetsen reageren niet
als u deze aanraakt terwijl u een handschoen draagt.
Als een tiptoets niet reageert, voert u de onderstaande
stappen uit om de gevoeligheid van de tiptoetsen te
verhogen.
(1) Schakel de Digitale Piano uit.
(2) Houd de C8 klaviertoets ingedrukt (de toets
helemaal rechts) en druk dan op de 1P (aan/uit)
toets.
Blijf de C8 klaviertoets ingedrukt houden totdat
de tiptoetsen achter elkaar van links naar rechts
gaan branden (van 3FUNCTION t/m
8GRAND PIANO). U hoeft de 1P (aan/uit)
toets niet ingedrukt te blijven houden.
Automatische uitschakelfunctie voor de
tiptoetslampjes (Paneellampjes-instelling)
Om stroom te besparen, kunt u instellen dat alle toetslampjes
worden uitgeschakeld, met uitzondering van het lampje van
3FUNCTION, wanneer het instrument een bepaalde tijd
niet wordt bediend. U kunt de tijd dat het instrument niet wordt
bediend en waarna de lampjes worden uitgeschakeld zelf
instellen, of u kunt instellen dat de lampjes altijd moeten
blijven branden (dit is standaardinstelling wanneer de
netadapter is aangesloten). Zie “Veranderen van de instelling
voor de paneellampjes” (pagina NL-47) voor informatie over
het maken van deze instellingen.
Gebruik van de bijgeleverde
draadloze MIDI- en audio-adapter
Draadloze MIDI- en audio-adapter
bl USB Type A poort
Gemeenschappelijke
bediening voor alle functies
Bediening van de tiptoetsen
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies
NL-10
•Tip 3FUNCTION aan om de tiptoetslampjes weer in te
schakelen.
Wanneer de Digitale Piano wordt ingeschakeld en alleen op
batterijspanning wordt gebruikt (geen stroomvoorziening
via de netadapter), komt de paneellampjes-instelling
automatisch op 60 seconden te staan om stroom te
besparen. Indien gewenst kunt u de paneellampjes-
instelling veranderen.
Bij het uitschakelen van de Digitale Piano, aansluiten van
de netadapter en opnieuw inschakelen van de stroom
wordt automatisch “Uit” geselecteerd voor de
paneellampjes-instelling (als Automatisch hervatten is
uitgeschakeld).
Beschikbare functies bij bediening van alleen de
tiptoetsen
Wanneer een tiptoets stevig wordt aangetipt en dan meteen
wordt losgelaten, wordt de functie uitgevoerd die aan de
tiptoets is toegewezen.
Bijvoorbeeld, bij aantippen van 8GRAND PIANO wordt de
GRAND PIANO CONCERT toon geselecteerd en bij
aantippen van 5METRONOME start (of stopt) de
metronoom.
Combinaties van tiptoets + klaviertoets
Er kunnen diverse instellingen voor de Digitale Piano worden
gemaakt door gebruik van een tiptoets (behalve de 70
(opname) toets) in combinatie met een klaviertoets. Als
voorbeeld wordt in de onderstaande procedure getoond hoe
de JAZZ ORGAN toon kan worden geselecteerd.
1.
Houd 8GRAND PIANO ingedrukt.
Totdat u 8GRAND PIANO loslaat in stap 3
hieronder, kunt u de klaviertoetsen gebruiken om
tonen te selecteren en andere instellingen te maken.
Zie “Toetsenbordfunctielijst” (pagina NL-65) voor
informatie over welke functies beschikbaar zijn terwijl
8GRAND PIANO wordt ingedrukt.
2.
Druk op de E2 klaviertoets.
De JAZZ ORGAN toon wordt geselecteerd en de
bevestigingstoon klinkt waarbij gebruik wordt gemaakt
van de JAZZ ORGAN toon.
3.
Laat 8GRAND PIANO los.
U kunt nu op het toetsenbord spelen met de JAZZ
ORGAN toon.
Bij demonstratieweergave (pagina NL-11) en in de
muziekbibliotheek (pagina NL-26) kunt u de melodieselectie-
klaviertoetsen (10 toetsen) gebruiken om melodieën te
selecteren.
1.
Houd 6a ingedrukt.
•Laat 6a niet los tot aan de onderstaande stap 3.
2.
Gebruik de klaviertoetsen C1 t/m A1 om een
melodienummer in te voeren.
Voer twee cijfers in voor het melodienummer.
3.
Laat 6a los nadat het melodienummer is
ingevoerd.
E2
Invoeren van melodienummers
met de melodieselectie-
klaviertoetsen (10 toetsen)
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
024579
13 68
C1 C{1D1 E1 F1 G1A}1F{1A1E}1
NL-11
Wanneer u een gecombineerde bediening van een tiptoets en
een klaviertoets uitvoert (pagina NL-10), klinkt er een
meldtoon op het moment dat u op de klaviertoets drukt om u
het resultaat van de bediening te laten weten. Hieronder
worden de diverse typen meldtonen beschreven.
Typen meldtonen
Meldtonensets
Uw Digitale Piano heeft drie verschillende meldtonensets
waaruit u kunt kiezen. Indien gewenst kunt u de meldtonen
ook uitschakelen. Zie “Overige instellingen” (pagina NL-46)
voor informatie over het veranderen van de meldtonenset.
1.
Houd 3FUNCTION ingedrukt.
Het DEMO lampje begint te knipperen en het
4SOUND MODE lampje gaat branden (de lampjes
van de andere toetsen gaan uit).
2.
Tip 4SOUND MODE aan.
De 6a en DEMO lampjes branden continu en de
weergave van de demonstratiemelodie begint (en de
lampjes van de toetsen, met uitzondering van 6a,
gaan uit). Nadat de demonstratiemelodie is weergegeven,
wordt er doorgegaan met de weergave van de melodieën
uit de muziekbibliotheek (pagina NL-26).
Tijdens demonstratieweergave is de onderstaande
bediening mogelijk.
Voor informatie over het invoeren van
melodienummers en de klaviertoetsen die u voor het
invoeren moet gebruiken, kunt u “Invoeren van
melodienummers met de melodieselectie-
klaviertoetsen (10 toetsen)” (pagina NL-10)
raadplegen. Zie de “Muziekbibliotheeklijst” (pagina
NL-64) voor een lijst van de melodieën.
3.
Tip 6a aan om de demonstratieweergave
te stoppen.
De toetslampjes die in de bovenstaande procedure zijn
uitgegaan, gaan weer branden.
Als de automatische stroomonderbreker is ingeschakeld,
wordt de stroom automatisch na de ingestelde tijdsduur
uitgeschakeld, ook wanneer er demonstratieweergave
plaatsvindt. Om dit te voorkomen, kunt u de procedure
onder “In- of uitschakelen van de automatische
stroomonderbreker” (pagina NL-7) gebruiken om de
automatische stroomonderbreker uit te schakelen.
Meldtonen
Dit type toon
klinkt: Wanneer dit gebeurt:
Ontvangst-toon De bediening van een klaviertoets is
ontvangen en wordt toegepast. Deze toon
klinkt als een instelling wordt ingeschakeld
(aangezet) wanneer u op de klaviertoets
drukt waarmee de instelling kan worden
ingeschakeld en uitgeschakeld.
Ongeldig-toon U heeft op de verkeerde klaviertoets
gedrukt. Deze toon laat u weten dat de
bediening ongeldig is.
Bovengrens- en
ondergrens-
toon
U drukt op een klaviertoets waardoor de
instelling hoger wordt dan de bovengrens
of lager dan de ondergrens.
Initialisatietoon De instellingen zijn teruggezet op de
oorspronkelijke standaardwaarden. Deze
toon klinkt wanneer u de plus (+) en min
(–) klaviertoetsen tegelijk indrukt, enz.
Optie-toon Een instellingsoptie wordt veranderd door
indrukken van een klaviertoets waarmee
de opties worden doorlopen. Het aantal
keren dat de toon klinkt hangt af van de
optie die wordt geselecteerd.
Uit-toon Een instelling wordt uitgeschakeld
(afgezet).
Referentietoon Wanneer u de plus (+) en min (–)
klaviertoetsen gebruikt om een
instelwaarde te veranderen, klinkt er een
referentietoon om aan te geven dat de
bediening van de klaviertoetsen resulteert
in de instelling van bepaalde typen
waarden. In geval van een geheel getal
(geen decimalen) klinkt de referentietoon
wanneer de instelling een waarde wordt
die een veelvoud is van 10 (10, 20 enz.).
In geval van een getal met decimalen
(zoals 440,2) klinkt de referentietoon
wanneer de instelling een waarde wordt
die een geheel getal is (440, 441 enz.).
Einde-toon De laatste klaviertoets wordt ingedrukt bij
de bediening voor een instelling die het
indrukken van meerdere klaviertoetsen
vereiste. Bijvoorbeeld, bij het invoeren van
een driecijferige tempo-instelling klinkt
deze toon wanneer u de klaviertoets voor
het derde cijfer indrukt.
Luisteren naar
demonstratieweergave
Om dit te doen: Voer deze bediening uit:
Doorgaan naar de
volgende melodie
Houd 6a ingedrukt en druk
dan op de B0 klaviertoets.
Teruggaan naar de
vorige melodie
Houd 6a ingedrukt en druk
dan op de B}0 klaviertoets.
Naar een specifieke
melodie springen
Houd 6a ingedrukt en druk
dan op een klaviertoets van
C2 t/m B6.
Naar een melodie
springen door het
nummer ervan in te
voeren
Houd 6a ingedrukt en voer
dan een melodienummer (0 t/m
60) in door op de klaviertoetsen
te drukken binnen het bereik van
C1 t/m A1.
Teruggaan naar de
eerste melodie
(demonstratiemelodie)
Houd 6a ingedrukt en druk
dan de B}0 en B0 klaviertoetsen
tegelijk in.
B}0
B0 C2 - B6
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
C1 - A1
NL-12
Uw Digitale Piano is voorzien van 22 tonen waaronder drie
vleugeltonen die aan het volledige toetsenbordbereik worden
toegewezen plus één bastoon die alleen aan het lage bereik
kan worden toegewezen. In aanvulling op het toewijzen van
één enkele toon aan het toetsenbord, kunt u ook twee
verschillende tonen gelaagd weergeven en het toetsenbord
kan worden gesplitst in een linker- en rechterzijde met
verschillende tonen voor beide zijden.
Selecteren van een toon met de klaviertoetsen
1.
Houd 8GRAND PIANO ingedrukt en druk
dan op een klaviertoets van A0 t/m F{2.
Bijvoorbeeld, bij indrukken van de B1 klaviertoets
wordt de HARPSICHORD toon geselecteerd en zal de
bevestigingstoon klinken waarbij gebruik wordt
gemaakt van de HARPSICHORD toon.
•ZieToonlijst” (pagina NL-63) voor informatie over de
toon die aan elke klaviertoets is toegewezen.
2.
Laat 8GRAND PIANO los.
Selecteren van een toon met de tiptoetsen
Bij aantippen van 8GRAND PIANO wordt de GRAND
PIANO CONCERT toon geselecteerd.
Als tonen op het moment gelaagd zijn (pagina NL-12) of als
het toetsenbord is verdeeld in twee tonen (pagina NL-13),
zullen bij het uitvoeren van de bovenstaande procedure om
een toon te selecteren, de laag- en splitsinstellingen komen
te vervallen.
Vleugeltonen
De eigenschappen van elk van de drie vleugeltonen worden
in de onderstaande tabel beschreven.
Met de lagenfunctie kunt u twee verschillende tonen
gelijktijdig laten klinken. De toon die op een andere toon wordt
gelaagd, is de “toon van het Upper2 gedeelte” en wordt in
deze handleiding de “Upper2 toon” genoemd. De toon waarop
de Upper2 toon wordt gelaagd, is de “toon van het Upper1
gedeelte” en wordt de “Upper1 toon” genoemd.
Twee tonen gelaagd weergeven
1.
Gebruik de procedure onder “Selecteren van
één enkele toon” (pagina NL-12) om de Upper1
toon te selecteren.
2.
Houd 8GRAND PIANO ingedrukt.
•Laat 8GRAND PIANO niet los tot aan de
onderstaande stap 5.
3.
Druk op de B}4 klaviertoets om de lagenfunctie
in te schakelen.
Bij meermalen indrukken van B}4 wordt de
lagenfunctie beurtelings in- en uitgeschakeld. Er klinkt
een meldtoon (pagina NL-11) om u te laten weten of
de lagenfunctie is ingeschakeld of uitgeschakeld.
4.
Druk op een klaviertoets binnen het bereik A0
t/m F{2 om de Upper2 toon te selecteren.
Bijvoorbeeld, bij indrukken van de C{2 klaviertoets
wordt STRINGS 1 als de Upper2 toon geselecteerd en
zal de bevestigingstoon klinken waarbij gebruik wordt
gemaakt van de STRINGS 1 toon.
•ZieToetsenbordfunctielijst” (pagina NL-65) voor
informatie over de toon die aan elke klaviertoets is
toegewezen.
5.
Laat 8GRAND PIANO los.
Wanneer nu op een klaviertoets wordt gedrukt om te
spelen, klinken de twee tonen (Upper1 en Upper2) die
u heeft geselecteerd gelijktijdig.
Schakel de lagenfunctie uit om weer terug te keren
naar het spelen met alleen de Upper1 toon.
U kunt het volume van het Upper2 gedeelte instellen en
andere instellingen voor het Upper2 gedeelte maken. Zie
Maken van de instellingen voor het Upper2 gedeelte en
het Lower gedeelte” (pagina NL-42) voor verdere
informatie.
•ZieInstellen van het volume van het Upper1 gedeelte
(pagina NL-41) voor informatie over het instellen van het
volume van het Upper1 gedeelte.
Noten spelen met
verschillende tonen
Selecteren van een toon
Selecteren van één enkele toon
Toonnaam Beschrijving
CONCERT Een volwaardige
concertvleugeltoon voor
dynamische en natuurlijke
veranderingen in de toon.
BRIGHT Een helder en duidelijk pianogeluid.
MELLOW Een warm, ingetogen pianogeluid.
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
A0 - F{2
Twee tonen gelaagd laten klinken
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
B}4
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
A0 - F{2
NL-13
Noten spelen met verschillende tonen
Uitschakelen van de lagenfunctie
Gebruik een van de onderstaande twee methoden om de
lagenfunctie van het toetsenbord uit te schakelen.
Houd 8GRAND PIANO ingedrukt en druk dan op de
B}4 klaviertoets.
Bij meermalen indrukken van B}4 wordt de lagenfunctie
beurtelings in- en uitgeschakeld. Nadat de meldtoon heeft
geklonken (pagina NL-11) die aangeeft dat de lagenfunctie
is uitgeschakeld, laat u 8GRAND PIANO los.
•Tip 8GRAND PIANO aan.
De lagenfunctie van het toetsenbord wordt uitgeschakeld
en de GRAND PIANO CONCERT toon wordt geselecteerd.
U kunt het lage bereik van het toetsenbord gebruiken om een
bastoon te laten klinken. Wanneer het toetsenbord in een
linker en rechter bereik wordt gesplitst, is de toon die aan het
lage bereik (linkerzijde) wordt toegewezen de “toon van het
Lower gedeelte” en deze wordt in deze handleiding de “Lower
toon” genoemd. De toon die aan het hoge bereik
(rechterzijde) wordt toegewezen, is de “toon van het Upper1
gedeelte” en deze wordt de “Upper1 toon” genoemd.
Elk van de 22 niet-bastonen kan aan het hoge bereik worden
toegewezen.
Gebruik van de splitsfunctie voor het spelen van
basnoten in het lage bereik
1.
Gebruik de procedure onder “Selecteren van
één enkele toon” (pagina NL-12) om de toon
van het hoge bereik (Upper1) te selecteren.
2.
Houd 8GRAND PIANO ingedrukt en druk
dan op de G2 klaviertoets.
De bastoon wordt aan het lage bereik toegewezen.
3.
Laat 8GRAND PIANO los.
U kunt het volume van het Lower gedeelte instellen en
andere instellingen voor het Lower gedeelte maken. Zie
Maken van de instellingen voor het Upper2 gedeelte en
het Lower gedeelte” (pagina NL-42) voor verdere
informatie.
Uitschakelen van de splitsfunctie
•Tip 8GRAND PIANO aan.
De splitsfunctie van het toetsenbord wordt uitgeschakeld en
de GRAND PIANO CONCERT toon wordt geselecteerd.
Splitsen van het toetsenbord tussen twee
tonen
BASS GRAND PIANO CONCERT
Splitspunt
Hoog bereikLaag bereik
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
G2
Noten spelen met verschillende tonen
NL-14
De metronoom laat een regelmatige maatslag klinken om het
tijdsverloop te markeren. Gebruik de metronoom wanneer u
bij muziekstudie wilt oefenen om het tempo vast te houden.
Starten of stoppen van de metronoom
1.
Tip 5METRONOME aan.
De metronoom start.
De LED’s boven de 6a toets knipperen geel
(eerste maatslag) en rood (resterende maatslagen) in
het tempo van de maatslagen van de metronoom.
U kunt het tempo, de maatslag en het volume van de
metronoom instellen. Zie de onderstaande informatie.
Specificeren van het tempo (pagina NL-15)
Veranderen van de maatslag van de metronoom
(pagina NL-14)
Instellen van het metronoomvolume (pagina NL-14)
2.
Tip 5METRONOME nogmaals aan om de
metronoom uit te schakelen.
Veranderen van de maatslag van de metronoom
1.
Houd 5METRONOME ingedrukt en druk dan
op een klaviertoets van C3 t/m A3.
De maatslaginstelling verandert overeenkomstig de
klaviertoets die u indrukt, zoals aangegeven in de
onderstaande tabel.
2.
Laat 5METRONOME los.
Instellen van het metronoomvolume
1.
Houd 5METRONOME ingedrukt en druk dan
op de B}2 of B2 klaviertoets.
U kunt een waarde voor het metronoomvolume
instellen binnen het bereik van 0 (geen geluid) t/m 42
(maximum). Wanneer u de B}2 en B2 klaviertoetsen
gebruikt om de instelling te veranderen, zal de
referentietoon (pagina NL-11) klinken als de waarde
een veelvoud van 10 (10, 20 enz.) bereikt.
2.
Laat 5METRONOME los.
Gebruik van de metronoom
Indrukken
van deze
toets:
Selecteert
deze
instelling:
Wat het volgende
betekent:
C3 Uit Er klinkt een klikgeluid bij
alle maatslagen.
C{3 1 Er klinkt een belgeluid bij
alle maatslagen.
D3 2
Deze toetsen specificeren
een maatslaginstelling van 2
t/m 9.
De eerste maatslag van elke
maat is een belgeluid terwijl
de resterende maatslagen
klikgeluiden zijn.
E}33
E3 4
F3 5
F{36
G3 7
A}38
A3 9
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
C3 - A3
Indrukken van
deze toets: Doet dit:
B}2 Verlaagt het metronoomvolume met één
niveau.
B2 Verhoogt het metronoomvolume met één
niveau.
B}2 + B2 Zet het metronoomvolume terug op de
oorspronkelijke standaardinstelling.
C1A0 C2 C4 C5 C6 C7 C8C3
B2B}2
NL-15
Noten spelen met verschillende tonen
Bij gebruik van de metronoom (pagina NL-14) of bij het
weergeven van een melodie van de muziekbibliotheek
(pagina NL-26) kunt u een tempo-instelling opgeven binnen
het bereik van 20 t/m 255 maatslagen per minuut. Gebruik de
onderstaande klaviertoetsen om de tempowaarde op te
geven.
Invoeren van een tempowaarde
1.
Houd 5METRONOME ingedrukt.
Laat 5METRONOME niet los tot aan de
onderstaande stap 3.
2.
Gebruik de klaviertoetsen van B0 t/m A}1 om
een tempowaarde in te voeren.
Er moeten drie cijfers voor de tempowaarde worden
ingevoerd. Om een waarde in te voeren die uit minder
dan drie cijfers bestaat, voert u nul (0) in voor het niet
gebruikte eerste cijfer. Om bijvoorbeeld een
tempowaarde van 80 bpm in te voeren, drukt u de
klaviertoetsen in deze volgorde in: B0 (0) 3 G1 (8)
3 B0 (0). De eindtoon (pagina NL-11) klinkt wanneer
u het derde cijfer invoert.
U kunt hier de A0 of B}0 klaviertoets gebruiken om het
tempo met elke druk op de toets met 1 te verhogen of
verlagen.
Bij gelijktijdig indrukken van de A0 en B}0
klaviertoetsen keert de tempowaarde terug naar de
oorspronkelijke standaardinstelling voor de huidige
melodie van de muziekbibliotheek (pagina NL-26).
3.
Laat 5METRONOME los nadat de gewenste
instelling is gemaakt.
De tempowaarde met één verhogen of verlagen
1.
Houd 5METRONOME ingedrukt en druk dan
naar vereist op de A0 of B}0 klaviertoets.
Bij meermalen indrukken van de A0 klaviertoets wordt
de waarde telkens met 1 verhoogd en bij indrukken
van de B}0 klaviertoets met 1 verlaagd.
U kunt ook de klaviertoetsen van B0 t/m A}1
gebruiken om een tempowaarde in te voeren.
2.
Laat 5METRONOME los.
U kunt het pedaal aangesloten op de bm DAMPER
PEDAL aansluiting ook zo instellen dat bij het meerdere
malen intrappen van het pedaal de tempowaarde verandert
overeenkomstig de timing van het intrappen van het
pedaal. Zie “Veranderen van de pedaalfuncties” (pagina
NL-45).
Instellen van de tempomarkering
1.
Houd 5METRONOME ingedrukt en druk dan
op een klaviertoets van A1 t/m F2.
Overeenkomstig de toets die wordt ingedrukt, komt het
tempo op de instelling te staan aangegeven in de
onderstaande tabel.
Specificeren van het tempo
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
013568
2479
A0 B0 C1 C{1D1 E1 F1 G1A}1F{1E}1B}0
Indrukken
van deze
toets:
Selecteert deze
instelling:
Tempo
(maatslagen per
minuut)
A1 Largo 46
B}1 Lento 52
B1 Adagio 56
C2 Andante 72
C{2 Moderato 96
D2 Allegretto 108
E}2 Allegro 132
E2 Vivace 160
F2 Presto 184
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
A1 - F2
Noten spelen met verschillende tonen
NL-16
Het aanslagvolume verandert het toonvolume
overeenkomstig de aanslagdruk (snelheid). Dit geeft u
hetzelfde uitdrukkingsvermogen als bij een akoestische piano.
Veranderen van de aanslagvolumegevoeligheid
1.
Houd 8GRAND PIANO ingedrukt en druk
dan op een klaviertoets van F{3 t/m B3.
De onderstaande tabel toont de instelling voor de
aanslagvolumegevoeligheid die aan elke klaviertoets
is toegewezen.
2.
Laat 8GRAND PIANO los.
Veranderen van het aanslagvolume
naar de aanslagdruk
(Aanslagvolume)
Sneller aanslaan geeft
luidere noten.
Langzamer aanslaan
geeft zachtere noten.
Probeer niet al te veel
druk uit te oefenen.
Indrukken
van deze
toets:
Selecteert
deze
instelling:
Wat het volgende betekent:
F{3 Uit Aanslagvolume is
uitgeschakeld. Het
geluidsvolume ligt vast
ongeacht de snelheid van het
aanslaan van de
klaviertoetsen.
G3 1: Licht Het is gemakkelijker om een
luider geluid te produceren,
dus de aanslag voelt lichter
dan bij “Normaal”.
A}3 2: Medium-
licht
A3 3: Normaal De gevoeligheid is normaal.
B}3 4: Medium-
zwaar
Het is moeilijker om een
luider geluid te produceren,
dus de aanslag voelt
zwaarder dan bij “Normaal”.
B3 5: Zwaar
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
F{3 - B3
NL-17
Noten spelen met verschillende tonen
De transponeerfunctie laat u de algehele toonhoogte van de
Digitale Piano verhogen of verlagen in stappen van een halve
toon.
U kunt deze functie gebruiken om de toon van het
toetsenbord te verhogen of verlagen en een stuk te spelen in
een toonaard die voor u meer geschikt is of om de toonaard
aan te passen aan de zanger enz.
Veranderen van de transponeerinstelling
1.
Houd 8GRAND PIANO ingedrukt en druk
dan op de E3 of F3 klaviertoets.
U kunt de toonhoogte van het toetsenbord veranderen
binnen het bereik van –12 t/m +12 halve tonen.
2.
Laat 8GRAND PIANO los nadat de gewenste
instelling is gemaakt.
Gebruik de stemmingsfunctie wanneer u de toonhoogte ietwat
wilt veranderen voor samenspel met een ander
muziekinstrument.
De stemmingsfunctie specificeert de frequentie van de A4
noot. U kunt de frequentie instellen in het bereik van
415,5 Hz t/m 465,9 Hz. De oorspronkelijke
standaardinstelling is 440,0 Hz.
U kunt de frequentie veranderen in stappen van 0,1 Hz.
Veranderen van de stemmingsinstelling
1.
Houd 3FUNCTION ingedrukt.
•Laat 3FUNCTION niet los tot aan de onderstaande
stap 3.
2.
Gebruik de onderstaande klaviertoetsen om de
stemming af te stellen.
*Er klinkt een referentietoon (pagina NL-11) wanneer de
instelwaarde een integer wordt (een geheel getal) zoals
440, 441 enz.
3.
Laat 3FUNCTION los nadat de gewenste
stemming is geselecteerd.
De ingestelde stemming blijft bewaard ook wanneer de
stroom wordt uitgeschakeld.
Veranderen van de toonhoogte in
stappen van een halve toon
(Transponeren)
Indrukken van deze
toets: Doet dit:
E3 Verlaagt de toonhoogte met één
halve toon.
F3 Verhoogt de toonhoogte met één
halve toon.
E3 + F3 Zet de toonhoogte terug op de
oorspronkelijke standaardinstelling.
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
E3 F3
Fijnstemmen van een toonhoogte
(Stemming)
Indrukken van deze
toets: Doet dit:
G4 Verlaagt de A4 frequentie met
0,1 Hz.*
A}4 Verhoogt de A4 frequentie met
0,1 Hz.*
A4 Stelt de A4 frequentie in op
440,0 Hz.
B}4 Stelt de A4 frequentie in op
442,0 Hz.
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
G4 B}4
A4
A}4
Noten spelen met verschillende tonen
NL-18
Met octaafverschuiving kunt u de toonhoogten van het
Upper1 gedeelte en het Upper2 gedeelte afzonderlijk, in
eenheden van een octaaf verhogen of verlagen.
Veranderen van de toonhoogte van het Upper1
gedeelte in eenheden van een octaaf
1.
Houd 8GRAND PIANO ingedrukt en druk
dan op de D3 of E}3 klaviertoets.
U kunt de octaaf verschuiven binnen het bereik van –2
t/m +2.
2.
Laat 8GRAND PIANO los nadat de gewenste
instelling is gemaakt.
Veranderen van de toonhoogte van het Upper2
gedeelte in eenheden van een octaaf
1.
Houd 8GRAND PIANO ingedrukt en druk
dan op de C{5 of D5 klaviertoets.
U kunt de octaaf verschuiven binnen het bereik van –2
t/m +2.
2.
Laat 8GRAND PIANO los nadat de gewenste
instelling is gemaakt.
Gebruik 4SOUND MODE om de hieronder beschreven
effecten in en uit te schakelen.
Zaalsimulator/Nagalm
Zaalsimulator en Nagalm zijn effecten die verschillende typen
nagalmklanken aan het geluid toevoegen.
Surround
Het surroundeffect creëert een akoestiek die ervoor zorgt dat
het lijkt alsof het geluid van de luidsprekers vanuit meerdere
richtingen komt (virtuele surround).
De standaardinstelling bij het inschakelen van de stroom is
Zaalsimulator/Nagalm ingeschakeld en Surround
uitgeschakeld.
Het surroundeffect wordt niet toegepast op het
uitgangssignaal van de 9PHONES aansluitingen of de
bo LINE OUT R, L/MONO aansluitingen van het
apparaat.
In- en uitschakelen van de zaalsimulator/nagalm-
en surroundeffecten
1.
Tip 4SOUND MODE aan.
Bij meermalen aantippen worden de instellingen
doorlopen en de huidige instelling wordt aangegeven
door de LED-lampjes zoals hieronder is aangegeven.
Veranderen van de toonhoogte in
eenheden van een octaaf
(Octaafverschuiving)
Indrukken van deze
toets: Doet dit:
D3 Verlaagt de toonhoogte van het
Upper1 gedeelte met één octaaf.
E}3 Verhoogt de toonhoogte van het
Upper1 gedeelte met één octaaf.
D3 + E}3 Zet de toonhoogte van het Upper1
gedeelte terug op de
oorspronkelijke standaardinstelling.
Indrukken van deze
toets: Doet dit:
C{5 Verlaagt de toonhoogte van het
Upper2 gedeelte met één octaaf.
D5 Verhoogt de toonhoogte van het
Upper2 gedeelte met één octaaf.
C{5 + D5 Zet de toonhoogte van het Upper2
gedeelte terug op de
oorspronkelijke standaardinstelling.
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
D3 E}3
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
D5C{5
Gebruik van de
geluidsmoduseffecten
(Zaalsimulator/Nagalm en Surround)
Zaalsimulator Met het zaalsimulatoreffect worden de
ragfijne zuiverheid, optimale helderheid
en andere onderscheidende akoestische
eigenschappen van wereldberoemde
concertzalen en andere bouwwerken
nagebootst.
Nagalm Met het nagalmeffect worden de
nagalmklanken geproduceerd die in
ruimten zoals kamers en zalen worden
gehoord.
Surround
Uit
Surround
Aan
Surround
Uit
Zaalsimulator/
Nagalm
Aan
Zaalsimulator/
Nagalm
Aan
Zaalsimulator/
Nagalm
Uit
NL-19
Noten spelen met verschillende tonen
Selecteren van het zaalsimulator/nagalmtype
1.
Houd 4SOUND MODE ingedrukt en druk
dan op een klaviertoets van A0 t/m A}1.
Zaalsimulator
Nagalm
2.
Laat 4SOUND MODE los.
Instellen van de diepte van het zaalsimulator/
nagalmeffect
1.
Voer stap 1 uit onder “Selecteren van het
zaalsimulator/nagalmtype” (pagina NL-19) om
een zaalsimulator/nagalmtype te selecteren.
2.
Houd 4SOUND MODE ingedrukt en gebruik
dan de onderstaande klaviertoetsen om de
diepte van het effect in te stellen.
De effectdiepte kan worden ingesteld op een waarde
in het bereik van 0 (geen effect) t/m 42 (maximale
diepte). Wanneer u de klaviertoetsen gebruikt om de
instelling te veranderen, zal de referentietoon (pagina
NL-11) klinken als de waarde een veelvoud van 10
bereikt.
3.
Laat 4SOUND MODE los nadat de gewenste
instelling is gemaakt.
Selecteren van het surroundtype
1.
Houd 4SOUND MODE ingedrukt en druk
dan op de D2 (surroundtype 1) of E}2
(surroundtype 2) klaviertoets.
2.
Laat 4SOUND MODE los.
Indrukken
van deze
toets:
Selecteert deze
instelling: Beschrijving
A0 N.Y. Club Muziekclub in Manhattan
B}0 Opera Hall Uniek gevormde Sydney
concertzaal
B0 Berlin Hall Arenatype klassieke
concertzaal in Berlijn
C1 British Stadium Groot buitenstadion buiten
Londen
Indrukken
van deze
toets:
Selecteert deze
instelling: Beschrijving
C{1 Kamer 1 Kamertype nagalm
D1 Kamer 2
E}1 Kamer 3
E1 Grote kamer
F1 Zaal 1 Kleine-zaaltype nagalm
F{1 Zaal 2
G1 Zaal 3
A}1 Stadion Stadiontype nagalm
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
A0 - A}1
Indrukken van
deze toets: Doet dit:
A1 Verlaagt de effectdiepte toegepast op
de ingebouwde geluidsbron met één
niveau.
B}1 Verhoogt de effectdiepte toegepast op
de ingebouwde geluidsbron met één
niveau.
A1 + B}1 Zet de effectdiepte toegepast op de
ingebouwde geluidsbron terug op de
oorspronkelijke standaardinstelling.
B1 Verlaagt de effectdiepte toegepast op
het draadloos audio-ingangssignaal
met één niveau.
C2 Verhoogt de effectdiepte toegepast op
het draadloos audio-ingangssignaal
met één niveau.
B1 + C2 Zet de effectdiepte toegepast op het
draadloos audio-ingangssignaal terug
op de oorspronkelijke
standaardinstelling.
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
A1 - C2
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
E}2D2
Noten spelen met verschillende tonen
NL-20
Zweving is een functie die diepte en breedte toevoegt aan de
noten.
Toepassen van een zwevingseffect op een toon
1.
Houd 4SOUND MODE ingedrukt en druk
dan op een klaviertoets van E2 t/m A}2.
2.
Laat 4SOUND MODE los.
De helderheidsfunctie kan worden gebruikt om het geluid
helderder of milder te maken.
Instellen van de helderheid
1.
Houd 4SOUND MODE ingedrukt en druk
dan op de A2 of B}2 klaviertoets.
U kunt een waarde opgeven in het bereik van –3 t/m
+3. Bij een waarde van +1 of hoger klinken de noten
helderder en bij een waarde van –1 of lager klinken de
noten milder.
2.
Laat 4SOUND MODE los nadat de gewenste
instelling is gemaakt.
Gebruik van zweving
Indrukken
van deze
toets:
Selecteert
deze
instelling:
Wat het volgende
betekent:
E2 Toon Specificeert de
begininstelling van elke
toon.
F2 1 Past lichte zweving toe.
F{2 2 Past middelmatige zweving
toe.
G2 3 Past sterke zweving toe.
A}2 4 Past een vegend flanger-
effect toe.
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
E2 - A}2
Gebruik van helderheid
Indrukken van deze
toets: Doet dit:
A2 Verlaagt de helderheidsinstelling
met 1.
B}2 Verhoogt de helderheidsinstelling
met 1.
A2 + B}2 Zet de helderheid terug op de
oorspronkelijke standaardinstelling.
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
B}2A2
NL-21
Noten spelen met verschillende tonen
De tonen van uw Digitale Piano hebben ingebouwde elementen die ze de nagalmkarakteristieken van een akoestische piano
geven. Gebruik de onderstaande procedure om de karakteristieken van de noten af te stellen.
Aanpassen van de geluidskarakteristieken van de akoestische piano
1.
Houd 4SOUND MODE ingedrukt.
Laat 4SOUND MODE niet los tot aan de onderstaande stap 3.
2.
Gebruik de klaviertoetsen die in de onderstaande tabel zijn aangegeven om het gewenste instelitem aan
te passen.
Voor elk instelitem drukt u op de klaviertoets die overeenkomt met de gewenste instelling. Bijvoorbeeld, om de instelling 4
voor Snaarresonantie te selecteren, drukt u op de F3 klaviertoets.
•ZieLijst van de instelitems voor het geluid van de akoestische piano (pagina NL-22) voor meer informatie over de
instelitems en de bijbehorende instellingen.
3.
Laat 4SOUND MODE los wanneer alle instellingen naar wens zijn.
Aanpassen van de geluidskarakteristieken van de akoestische piano
(Akoestieksimulator)
Instelitem Instelling
Toon Uit 1 2 3 4
Snaarresonantie C3 C{3D3E}3E3 F3
Dempresonantie F{3G3A}3A3B}3B3
Dempruis C4 C{4D4E}4E4 F4
Toets-aan bedieningsruis F{4G4A}4A4B}4B4
Toets-uit bedieningsruis C5 C{5D5E}5E5 F5
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
C3 - F3: Snaarresonantie
F{3 - B3: Dempresonantie
C4 - F4: Dempruis
C5 - F5: Toets-uit bedieningsruis
F{4 - B4: Toets-aan bedieningsruis
NL-22
Noten spelen met verschillende tonen
Lijst van de instelitems voor het geluid van de akoestische piano
Instelling Beschikbare instellingen
Snaarresonantie
Bij het spelen op een akoestische piano zullen de snaren die
harmonischen zijn van de gespeelde snaren resoneren. U kunt
een van de instellingen voor de snaarresonantie selecteren in de
kolom rechts hiernaast.
Toon: Specificeert de begininstelling van elke toon.
Uit: Schakelt de snaarresonantie uit.
1 t/m 4: Hoe groter de instelwaarde, des te sterker de
snaarresonantie.
Dempresonantie
Wanneer het demppedaal op een akoestische piano wordt
ingedrukt, worden alle 88 van de snaren geopend, waardoor alle
snaren die harmonischen zijn van de snaren die worden
gespeeld resoneren. U kunt een van de instellingen voor de
dempresonantie selecteren in de kolom rechts hiernaast.
Toon: Specificeert de begininstelling van elke toon.
Uit: Schakelt de dempresonantie uit.
1 t/m 4: Hoe groter de instelwaarde, des te sterker de
dempresonantie.
Dempruis
De dempruis is een metaalachtig klinkend geluid dat ontstaat
wanneer de demper van een akoestische piano zich scheidt van
het dradenpedaal wanneer het demppedaal wordt ingetrapt. U
kunt de instellingen in de kolom rechts hiernaast gebruiken om
het volume van de dempruis in te stellen.
Toon: Specificeert de begininstelling van elke toon.
Uit: Schakelt de dempruis uit.
1 t/m 4: Hoe groter de instelwaarde, des te groter het
volume van de ruis.
Toets-aan bedieningsruis
Wanneer de toetsen van een akoestische piano zeer licht
worden aangeslagen, worden er bedieningsgeluiden (ruis) van
het pianomechanisme geproduceerd zonder dat de hamers de
snaren bereiken. U kunt de instellingen in de kolom rechts
hiernaast gebruiken om het volume van de ruis in te stellen.
Toon: Specificeert de begininstelling van elke toon.
Uit: Schakelt de toets-aan bedieningsruis uit.
1 t/m 4: Hoe groter de instelwaarde, des te groter het
volume van de ruis.
Toets-uit bedieningsruis
Bij het loslaten van de klaviertoetsen van een akoestische piano
worden er bedieningsgeluiden (ruis) van het pianomechanisme
gegenereerd. U kunt de instellingen in de kolom rechts hiernaast
gebruiken om het volume van de ruis in te stellen.
Toon: Specificeert de begininstelling van elke toon.
Uit: Schakelt de toets-uit bedieningsruis uit.
1 t/m 4: Hoe groter de instelwaarde, des te groter het
volume van de ruis.
NL-23
Noten spelen met verschillende tonen
Afstellen van de timing vanaf het indrukken van
een klaviertoets totdat het geluid klinkt
(hamerrespons)
1.
Houd 8GRAND PIANO ingedrukt en druk
dan op een klaviertoets van C4 t/m F4.
2.
Laat 8GRAND PIANO los.
Afstellen van de timing vanaf het loslaten van
een klaviertoets totdat het geluid wordt gedempt
(toets-uit respons)
1.
Houd 8GRAND PIANO ingedrukt en druk
dan op een klaviertoets van F{4 t/m A4.
2.
Laat 8GRAND PIANO los.
U kunt het toetsenbord in het midden splitsen voor duet-spel
zodat de linker- en de rechterkant hetzelfde bereik hebben.
De duetmodus is de perfecte manier om les te geven waarbij
de leraar aan de linkerkant zit en de leerling dezelfde melodie
speelt op het rechter toetsenbord.
U kunt de bereiken van het linker en het rechter
toetsenbord veranderen van hun oorspronkelijke
standaardinstellingen in eenheden van een octaaf. Dit is
bijvoorbeeld handig als het oorspronkelijke bereik niet
voldoende is wanneer een persoon het gedeelte voor de
linkerhand en de andere persoon het gedeelte voor de
rechterhand aan het spelen is.
Zie “Veranderen van de octaven van de duet-
toetsenborden” (pagina NL-24) voor informatie over het
maken van de instellingen.
Pedaalfuncties tijdens het spelen van een duet
Als u de los verkrijgbare SP-34 pedaaleenheid gebruikt, is
het linker buitenste pedaal het demppedaal voor het linker
toetsenbord en het rechter buitenste pedaal is het
demppedaal voor het rechter toetsenbord. Alleen het
demppedaal voor het rechter toetsenbord ondersteunt
halverwege intrappen.
Om het meegeleverde SP-3 pedaal als een demppedaal
voor zowel het linker toetsenbord als het rechter
toetsenbord te gebruiken, moet u dit aansluiten op de
bm DAMPER PEDAL aansluiting. In de duetmodus werkt
dit pedaal als een demppedaal, ongeacht het effecttype dat
eraan is toegewezen met de procedure onder “Veranderen
van de pedaalfuncties” (pagina NL-45). Halverwege
intrappen van het pedaal wordt in dit geval niet
ondersteund.
Indrukken
van deze
toets:
Selecteert deze
instelling: Beschrijving
C4 Toon Stelt de standaardinstelling
voor elke toon in.
C{4 Uit Schakelt de hamerrespons
uit.
D4 Snel Verkort de tijd tussen het
indrukken van een
klaviertoets en het geluid
van de noot.
E}4 Ietwat sneller
E4 Ietwat
langzamer
Verlengt de tijd tussen het
indrukken van een
klaviertoets en het geluid
van de noot.
F4 Langzaam
Indrukken
van deze
toets:
Selecteert deze
instelling: Beschrijving
F{4 Toon Stelt de standaardinstelling
voor de toon in.
G4 Snel Verkort de tijd tussen het
loslaten van een
klaviertoets en het dempen
van de noot.
A}4 Normaal Standaardinstelling.
A4 Langzaam Verlengt de tijd tussen het
loslaten van een
klaviertoets en het dempen
van de noot.
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
C4 - F4
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
F{4 - A4
Splitsen van het toetsenbord voor
duet-spel
C3 C4 C5 C6 C3 C4 C5
C6
Splitspunt
Linker toetsenbord Rechter toetsenbord
(midden C) (midden C)
Linker demppedaal
Linker en rechter
demppedaal
Rechter demppedaal
(Ondersteuning voor
halverwege intrappen)
Noten spelen met verschillende tonen
NL-24
Gebruik van de duetmodus
1.
Houd 3FUNCTION ingedrukt en druk dan op
de B}5 klaviertoets.
Telkens wanneer de B}5 klaviertoets wordt ingedrukt om
deze instelling te veranderen, klinkt er een meldtoon om
de nieuw geselecteerde instelling aan te geven.
*Zie “Meldtonen” (pagina NL-11) voor verdere informatie.
2.
Laat 3FUNCTION los nadat de gewenste
instelling is gemaakt.
Sommige instellingen liggen vast en kunnen niet meer
worden veranderd in de duetmodus.
Zaalsimulator/nagalm (pagina NL-18), surround (pagina
NL-18) en zweving (pagina NL-20) zijn uitgeschakeld
wanneer de duetmodus op “Pan” is ingesteld.
Veranderen van de octaven van de duet-
toetsenborden
1.
Houd 3FUNCTION ingedrukt.
•Laat 3FUNCTION niet los tot aan de onderstaande
stap 3.
2.
Gebruik de onderstaande klaviertoetsen om de
octaven van het linker en het rechter
toetsenbord te veranderen.
U kunt de octaaf van elk toetsenbord verschuiven
binnen het bereik van –2 t/m +2.
Instellingsvoorbeeld
Door de C6 klaviertoets eenmaal in te drukken worden de
octaven van de toetsenborden ingesteld zoals hieronder is
aangegeven.
3.
Laat 3FUNCTION los wanneer de
octaafinstellingen van de toetsenborden naar
wens zijn.
Meldtoon*Instelling Beschrijving
Uit-toon Uit Duetmodus is uitgeschakeld.
Optie-toon × 1 Aan Duetmodus is ingeschakeld.
Optie-toon × 2 Pan De noten van het linker
toetsenbord worden via de
linker luidspreker
weergegeven en de noten
van het rechter toetsenbord
worden via de rechter
luidspreker weergegeven in
de duetmodus.
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
B}5
Indrukken
van deze
toets:
Doet dit:
B5 Verlaagt het linker toetsenbord één octaaf.
C6 Verhoogt het linker toetsenbord één octaaf.
B5 + C6 Zet het bereik van het linker toetsenbord
terug op de oorspronkelijke
standaardinstelling.
C{6 Verlaagt het rechter toetsenbord één octaaf.
D6 Verhoogt het rechter toetsenbord één octaaf.
C{6 + D6 Zet het bereik van het rechter toetsenbord
terug op de oorspronkelijke
standaardinstelling.
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
B5 - D6
C4 C5 C6 C7 C3 C4 C5
C6
Linker toetsenbord Rechter toetsenbord
1 octaaf hoger dan de
oorspronkelijke instelling
Onveranderd
NL-25
Noten spelen met verschillende tonen
U kunt de toonschaal van het toetsenbord veranderen van het
standaard gelijkzwevende temperament naar een andere
stemming die meer geschikt is voor het spelen van
bijvoorbeeld Indiase muziek, Arabische muziek, klassieke
muziek enz. U kunt kiezen uit de hieronder beschreven 17
voorkeuzetoonschalen.
Veranderen van de toonschaal
1.
Houd 3FUNCTION ingedrukt en druk dan op
een klaviertoets van C3 t/m E4.
Bij indrukken van een klaviertoets wordt er
overgeschakeld op de bijbehorende toonschaal zoals
in de onderstaande tabel is aangegeven.
2.
Laat 3FUNCTION los.
Instellen van de basisnoot van de toonschaal
1.
Houd 3FUNCTION ingedrukt en druk dan op
een klaviertoets van C2 t/m B2.
De noot van de klaviertoets die u indrukt, wordt de
basisnoot.
2.
Laat 3FUNCTION los.
Uitschakelen van uitgerekte pianostemming
Over het algemeen betekent uitgerekte pianostemming dat
hoge tonen hoger dan normaal en lage tonen lager dan
normaal worden gestemd.
1.
Houd 3FUNCTION ingedrukt en druk dan op
de F4 klaviertoets.
De uitgerekte pianostemming wordt uitgeschakeld.
Bij meermalen indrukken van F4 wordt omgeschakeld
tussen aan en uit.
2.
Laat 3FUNCTION los.
Veranderen van de
toonschaalstemming
(Temperament) van het toetsenbord
Toets
Instellingsnummer
Toonschaalnaam
C3 0 Gelijkzwevend temperament
C{31Pure Major
D3 2 Pure Minor
E}3 3 Pythagorean
E3 4 Kirnberger 3
F3 5 Werckmeister
F{3 6 Mean-Tone
G3 7 Rast
A}38Bayati
A3 9 Hijaz
B}3 10 Saba
B3 11 Dashti
C4 12 Chahargah
C{4 13 Segah
D4 14 Gurjari Todi
E}4 15 Chandrakauns
E4 16 Charukeshi
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
C3 D3 E}3E3 F3 G3A}3C{4D4 E4E}4C4A3 B}3B3F{3C{3
0 2 4 5 7 9 11 12 14 16
1 3 6 8 10 13 15
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
C2 - B2
F4
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
NL-26
Uw Digitale Piano kan MIDI-gegevens (inclusief ingebouwde
melodieën) en ook audiogegevens weergeven. Bij gebruik
van een USB flash-drive zijn er nog aanvullende functies
beschikbaar.
Afhankelijk van het type gegevens dat u wilt weergeven,
moet u het melodietype omschakelen tussen de MIDI-
modus en de audiomodus.
•ZieOpnemen/weergeven van uitvoeringen” (pagina
NL-30) voor opnemen.
Functies beschikbaar bij gebruik van alleen de Digitale
Piano
Bij gebruik met een USB flash-drive kunt u ook nog het
volgende doen:
*1 Type melodie: MIDI-modus
*2 Type melodie: Audiomodus
U kunt de muziekbibliotheek gebruiken voor uw luistergenot of
om pianomelodieën te oefenen.
De muziekbibliotheek bevat 60 melodieën, genummerd
1 t/m 60.
U kunt ook melodieën (gebruikersmelodieën) weergeven
en oefenen overgebracht van een smartphone of USB
flash-drive naar het geheugen van de Digitale Piano als de
melodieën 61 t/m 70 van de muziekbibliotheek.
U kunt gebruikersmelodieën toevoegen van een
smartapparaat of USB flash-drive verbonden met de
Digitale Piano. U kunt ook gebruikersmelodieën
verwijderen van een smartapparaat dat met de Digitale
Piano is verbonden. Zie “Gebruik van de speciale app
(pagina NL-52) en “USB flash-drive” (pagina NL-35)
voor details.
Voorbereiding voor gebruik van de
muziekbibliotheek
Als de Digitale Piano in de audiomodus staat, kunt u de
onderstaande procedure gebruiken om over te schakelen
naar de MIDI-modus.
1.
Houd 3FUNCTION ingedrukt en druk dan op
de E}6 klaviertoets.
2.
Laat 3FUNCTION los.
Luisteren naar melodieën
MIDI-gegevens*1
Ingebouwde
melodieën
(Muziekbibliotheek)
Melodieën van
MIDI-recorder
Weergave
Weergeven van
melodieën uit de
muziekbibliotheek
(pagina NL-26)
Weergeven van de
opgenomen inhoud
(pagina NL-33)
MIDI-gegevens*1 Audiogegevens*2
Gebrui-
kersme-
lodie
USB-
geheu-
genme-
lodie
WAV-
bestanden
(.WAV)
MP3-
bestanden
(.MP3)
Weergave
Weergeven van
MIDI-gegevens
(MIDI-speler)
(pagina NL-28)
Selecteren en
weergeven
van een
bestand dat
met de
audiorecorder
is opgenomen
(pagina NL-34)
Weergeven
van MP3-
audiobestan-
den
(pagina NL-29)
Weergeven van melodieën uit de
muziekbibliotheek
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
E}6
NL-27
Luisteren naar melodieën
Luisteren naar melodieën van de
muziekbibliotheek
1.
Voer de procedure uit onder “Voorbereiding
voor gebruik van de muziekbibliotheek
(pagina NL-26).
2.
Selecteer de gewenste melodie.
(1) Houd 6a ingedrukt en druk dan op een van de
onderstaande klaviertoetsen.
Voor informatie over het invoeren van
melodienummers en de klaviertoetsen die u voor
het invoeren moet gebruiken, kunt u “Invoeren van
melodienummers met de melodieselectie-
klaviertoetsen (10 toetsen)” (pagina NL-10)
raadplegen. Zie de “Muziekbibliotheeklijst” (pagina
NL-64) voor een lijst van de melodieën.
(2) Laat 6a los.
3.
Tip 6a aan om de melodieweergave te
starten.
De LED’s boven de 6a toets knipperen geel
(eerste maatslag) en rood (resterende maatslagen) in
het tempo van de maatslagen van de metronoom.
De weergave stopt automatisch wanneer het einde
van de melodie is bereikt. Tip 6a aan om de
melodieweergave te stoppen.
Als in stap 2 van de bovenstaande procedure een melodie
wordt geselecteerd, worden automatisch op de Digitale
Piano de instellingen gemaakt die geschikt zijn voor de
geselecteerde melodie en keren de instellingen voor het
weergavegedeelte (pagina NL-27) terug naar de
oorspronkelijke standaardinstellingen.
Gebruik van een melodie van de
muziekbibliotheek om deze te oefenen
U kunt het linkerhand- of rechterhandgedeelte van een
ingebouwde melodie uitschakelen en dit zelf meespelen op
het toetsenbord.
1.
Voer stap 1 en 2 uit onder “Luisteren naar
melodieën van de muziekbibliotheek” (pagina
NL-27) om de melodie te selecteren die u wilt
oefenen.
2.
Voer naar vereist de procedure uit onder
Specificeren van het tempo” (pagina NL-15)
om het tempo van de melodie in te stellen.
Bij sommige melodieën verandert het tempo
tussentijds als gevolg van de expressie in de
uitvoering.
3.
Selecteer het weergavegedeelte (linkerhand- of
rechterhandgedeelte).
(1) Houd 6a ingedrukt en druk dan op de
klaviertoets A0 (meest linkse witte toets).
Bij meermalen indrukken van de A0 klaviertoets
worden de onderstaande instellingen doorlopen.
Alleen L brandt: Linkerhandgedeelte wordt
weergegeven, rechterhandgedeelte is gedempt.
Alleen R brandt: Rechterhandgedeelte wordt
weergegeven, linkerhandgedeelte is gedempt.
L en R branden beide: Zowel het linkerhand- als het
rechterhandgedeelte wordt weergegeven.
(2) Laat 6a los.
4.
Tip 6a aan om de melodieweergave te
starten.
Speel zelf het gedempte gedeelte mee met het
weergegeven gedeelte.
U kunt tijdens weergeven ook de tempo-instelling
veranderen.
De weergave stopt automatisch wanneer het einde
van de melodie is bereikt. Tip 6a aan om de
melodieweergave te stoppen.
Indrukken
van deze
toets:
Doet dit:
C1 t/m A1 Selecteert de ingebouwde melodie
(melodienummers 1 t/m 60) of
gebruikersmelodie (melodienummers 61 t/m
70) die overeenkomt met het ingevoerde
melodienummer.
C2 t/m B6 Selecteert de ingebouwde melodie
(melodienummers 1 t/m 60) die overeenkomt
met de ingedrukte klaviertoets.
C7 t/m A7 Selecteert de gebruikersmelodie
(melodienummers 61 t/m 70) die
overeenkomt met de ingedrukte klaviertoets.
B0 Selecteert het volgende melodienummer.
B}0 Selecteert het vorige melodienummer.
B}0
B0
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
C2 - B6
C7 - A7C1 - A1
Luisteren naar melodieën
NL-28
Uw Digitale Piano heeft een MIDI-speler die de hieronder
beschreven typen MIDI-bestanden kan afspelen.
Afspeelbare melodieën
Voorbereiding voor gebruik van de MIDI-speler
Voer de onderstaande stappen uit om de Digitale Piano in de
MIDI-modus te zetten.
1.
Houd 3FUNCTION ingedrukt en druk dan op
de E}6 klaviertoets.
2.
Laat 3FUNCTION los.
Selecteren van een melodie op een USB flash-
drive en deze weergeven
1.
Voer de procedure uit onder “Voorbereiding
voor gebruik van de MIDI-speler” (pagina
NL-28).
2.
Steek de USB flash-drive die de melodie bevat
die u wilt weergeven in de bl USB Type A
poort van de Digitale Piano.
•ZieUSB flash-drive” (pagina NL-35) voor de
voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een USB flash-
drive.
3.
Houd 6a ingedrukt en druk dan op de B7
klaviertoets.
4.
Houd 6a ingedrukt en druk dan op een
van de onderstaande klaviertoetsen om de
melodie te selecteren waarnaar u wilt luisteren.
Voor informatie over het invoeren van nummers en de
klaviertoetsen die u voor het invoeren moet gebruiken,
kunt u “Invoeren van melodienummers met de
melodieselectie-klaviertoetsen (10 toetsen)” (pagina
NL-10) raadplegen.
De piano laat een meldtoon klinken als het ingevoerde
bestandsnummer niet bestaat.
5.
Laat 6a los.
6.
Tip 6a aan om te beginnen met
weergeven van de geselecteerde melodie.
De weergave stopt automatisch wanneer het einde
van de melodie wordt bereikt. Tip 6a aan om de
weergave van de melodie voortijdig te stoppen.
Weergeven van MIDI-gegevens
(MIDI-speler)
Type
melodie Beschrijving
Gebruikers-
melodieën
U kunt in totaal 10 melodieën aan het
geheugen van de Digitale Piano toevoegen
als gebruikersmelodieën (melodienummer
61 t/m 70). Om de gegevens van een
gebruikersmelodie toe te voegen (maximaal
100 KB per melodie kan door deze Digitale
Piano worden weergegeven), slaat u de
melodiegegevens op een USB flash-drive of
smartapparaat op en brengt de
melodiegegevens dan over naar het
geheugen van de Digitale Piano. Zie
Gebruik van een USB flash-drive” (pagina
NL-38) en “Gebruik van de speciale app
(pagina NL-52) voor details. Zie
Weergeven van melodieën uit de
muziekbibliotheek” (pagina NL-26) voor
informatie over de weergaveprocedure.
MIDI-recor-
dermelodie
Melodieën opgenomen met de MIDI-
recorder van de Digitale Piano. Zie “Gebruik
van de MIDI-recorder voor het opnemen of
weergeven van uitvoeringen” (pagina
NL-30).
USB-geheu-
genmelodieën
U kunt gemakkelijk standaard MIDI-
bestanden (SMF-formaat 0/1) of CASIO
MIDI-bestanden (CMF-formaat) weergeven
die op een USB flash-drive zijn opgeslagen
zonder deze in het geheugen van de
Digitale Piano te laden. Zie “Selecteren van
een melodie op een USB flash-drive en
deze weergeven” (pagina NL-28) voor
informatie over de weergaveprocedure. Zie
Gebruik van een computer voor het
kopiëren van algemene melodiegegevens
naar een USB flash-drive” (pagina NL-40)
voor details over de opslagprocedure.
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
E}6
Indrukken
van deze
toets:
Doet dit:
C1 t/m A1 Voert een nummer in van 00 t/m 99.
(Een nummer van 00 t/m 99 wordt
automatisch in oplopende volgorde van de
bestandsnaam aan elk bestand toegewezen.)
B0 Selecteert het volgende melodienummer.
B}0 Selecteert het vorige melodienummer.
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
B7
B}0
B0
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
C1 - A1
NL-29
Luisteren naar melodieën
Afspelen van een melodie met het geluid van één
hand gedempt (voor oefenen van het gedempte
gedeelte)
Deze procedure kan worden gebruikt voor een melodie op
een USB flash-drive.
1.
Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Selecteren van een
melodie op een USB flash-drive en deze
weergeven” (pagina NL-28) om de melodie te
selecteren die u wilt oefenen.
2.
Als u wilt, kunt u de procedure onder
Specificeren van het tempo” (pagina NL-15)
gebruiken om het tempo te specificeren.
3.
Selecteer het weergavegedeelte (linkerhand- of
rechterhandgedeelte).
(1) Houd 6a ingedrukt en druk dan op de
klaviertoets A0 (meest linkse witte toets).
Bij meermalen indrukken van de A0 klaviertoets
worden de onderstaande instellingen doorlopen.
Alleen L brandt: Linkerhandgedeelte wordt
weergegeven, rechterhandgedeelte is gedempt.
Alleen R brandt: Rechterhandgedeelte wordt
weergegeven, linkerhandgedeelte is gedempt.
L en R branden beide: Zowel het linkerhand- als het
rechterhandgedeelte wordt weergegeven.
(2) Laat 6a los.
4.
Tip 6a aan om de melodieweergave te
starten.
Speel zelf het gedempte gedeelte mee met het
weergegeven gedeelte.
U kunt tijdens weergeven ook de tempo-instelling
veranderen.
De weergave stopt automatisch wanneer het einde
van de melodie is bereikt. Tip 6a aan om de
melodieweergave te stoppen.
Wanneer een standaard MIDI-bestand (SMF-formaat)
opgeslagen op een USB flash-drive wordt weergegeven,
wordt kanaal 3 toegewezen aan het linkerhandgedeelte en
kanaal 4 wordt toegewezen aan het rechterhandgedeelte.
Uw Digitale Piano kan MP3-audiobestanden weergeven.
TAKE**.MP3 (** = 01-99) bestanden in de MUSICDAT-map
opgeslagen op een USB flash-drive.
De bestandsnaam van de MP3-gegevens die u wilt
weergeven moet worden veranderd naar het TAKE**.MP3
(** = 01-99) formaat en dan worden opgeslagen.
1.
Houd 3FUNCTION ingedrukt en druk dan op
de E6 toets om over te schakelen naar de
audiomodus.
2.
Laat 3FUNCTION los.
3.
Steek een USB flash-drive waarop melodieën
zijn opgeslagen in de bl USB Type A poort
van de Digitale Piano.
4.
Houd 6a ingedrukt en druk dan op de
volgende klaviertoetsen om de melodie te
selecteren waarnaar u wilt luisteren.
•ZieInvoeren van melodienummers met de
melodieselectie-klaviertoetsen (10 toetsen)” (pagina
NL-10) voor de toetsen die gebruikt worden voor het
invoeren van nummers en de invoermethode.
5.
Laat 6a los.
6.
Tip 6a aan om te beginnen met
weergeven.
De weergave stopt wanneer het einde is bereikt. Tip
6a aan om de weergave voortijdig te stoppen.
Als de WAV-bestandsnaam “TAKE**.WAV (** = 01-99)” en
de MP3-bestandsnaam “TAKE**.MP3 (** = 01-99)”
hetzelfde zijn, wordt het WAV-bestand weergegeven.
Weergeven van MP3-audiobestanden
Indrukken van
deze toets:
Actie wanneer toetsen worden
ingedrukt
C1 t/m A1 Voer met het toetsenbord het nummer in
van de TAKE**.MP3 (** = 01 t/m 99).
B1 Selecteert het volgende melodienummer.
B}0 Selecteert het vorige melodienummer.
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
E6
B}0
B0
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
C1 - A1
NL-30
Uw Digitale Piano kan MIDI-gegevens (inclusief ingebouwde melodieën) en ook audiogegevens opnemen/weergeven. Bij gebruik
van een USB flash-drive zijn er nog aanvullende functies beschikbaar.
Afhankelijk van het type gegevens dat u wilt opnemen/weergeven, moet u het melodietype omschakelen tussen de MIDI-modus
en de audiomodus.
Functies beschikbaar bij gebruik van alleen de Digitale Piano
Bij gebruik met een USB flash-drive kunt u ook nog het volgende doen:
*1 Type melodie: MIDI-modus
*2 Type melodie: Audiomodus
De MIDI-recorder neemt het toetsenbordspel van de Digitale Piano op als MIDI-gegevens.
CASIO COMPUTER CO., LTD. draagt geen verantwoordelijkheid voor enige schade, verlies van winsten of eisen van
derden die ontstaan uit het verlies van opgenomen gegevens die verloren raken door defecten, reparaties of om
ongeacht welke andere reden.
MIDI-recorder
Uw Digitale Piano heeft twee recorders: een MIDI-recorder en een audiorecorder. De MIDI-recorder neemt niet het geluid zelf op
(audiogegevens), maar neemt de informatie van de toetsenborduitvoering (indrukken en loslaten van toetsen, aanslagdruk enz.)
op als MIDI-gegevens.*
Er kan maximaal één opgenomen melodie in het geheugen zijn. Door een nieuwe opname te starten worden eventuele
gegevens gewist die eerder in het geheugen waren opgenomen.
Het linker spoor en het rechter spoor kunnen afzonderlijk worden opgenomen en tot een enkele melodie worden gecombineerd.
Er kunnen maximaal ongeveer 10.000 noten (totaal voor twee sporen) voor een enkele melodie worden opgenomen.
Opnemen/weergeven van uitvoeringen
MIDI-gegevens*1
Ingebouwde melodieën (Muziekbibliotheek) Melodieën van MIDI-recorder
Opnemen
Het maken van een opname (pagina NL-31)
Weergeven
Weergeven van melodieën uit de muziekbibliotheek
(pagina NL-26)
Weergeven van de opgenomen inhoud
(pagina NL-33)
MIDI-gegevens*1 Audiogegevens*2
Gebruikersmelodie USB-
geheugenmelodie WAV-bestanden (.WAV) MP3-bestanden (.MP3)
Opnemen
Opnemen van een
toetsenborduitvoering op een
USB flash-drive
(pagina NL-34)
Weergeven
Weergeven van MIDI-gegevens (MIDI-speler)
(pagina NL-28)
Selecteren en weergeven van
een bestand dat met de
audiorecorder is opgenomen
(pagina NL-34)
Weergeven van MP3-
audiobestanden
(pagina NL-29)
Gebruik van de MIDI-recorder voor het opnemen of weergeven van uitvoeringen
Spoor voor
linkerhandgedeelte
Opname van
toetsenborduitvoering Tijdens de weergave Wordt
gelijktijdig
weergegeven
Spoor voor
rechterhandgedeelte
Opname van
toetsenborduitvoering
NL-31
Opnemen/weergeven van uitvoeringen
*MIDI
MIDI is de afkorting voor “Musical Instrument Digital Interface”
(digitale interface voor muziekinstrumenten). Dit is een
universele standaard die het mogelijk maakt voor
muziekinstrumenten, computers en andere apparaten om
uitvoeringsinformatie met elkaar uit te wisselen (indrukken/
loslaten van klaviertoetsen, aanslagdruk enz.), ongeacht de
fabrikant van de apparatuur. De uitvoeringsgegevens worden
in dit geval “MIDI-gegevens” genoemd.
Opgenomen MIDI-gegevens
Bij het opnemen met de MIDI-recorder worden ook de
onderstaande bediening en instellingen in het geheugen van
de Digitale Piano opgenomen.
Toetsenbordspel en pedaalbediening
•Toon
•Tempo*
• Maatslag*
Lageninstelling (alleen spoor voor linkerhandgedeelte)
Splitsingsinstelling (alleen spoor voor linkerhandgedeelte)
Duet (alleen spoor voor linkerhandgedeelte)
Geluidsmodus (zaalsimulator/nagalmtype, zaalsimulator/
nagalmdiepte toegepast op de geluidsbron van de Digitale
Piano, en surroundtype), zweving, helderheid*
Instelling van akoestieksimulator*
• Toonschaal*
Uitgerekte stemming*
*Gemeenschappelijk voor beide sporen. De instellingen
gemaakt voor het spoor voor het linkerhandgedeelte
worden ook toegepast op het spoor voor het
rechterhandgedeelte.
Voorbereiding voor gebruik van de MIDI-recorder
Uw Digitale Piano heeft twee recorders: een MIDI-recorder en
een audiorecorder. Afhankelijk van het type gegevens dat u
wilt opnemen of weergeven, moet u eerst de MIDI-modus of
de audiomodus selecteren.
De MIDI-recorder kan worden gebruikt wanneer de Digitale
Piano in de MIDI-modus staat. Als de Digitale Piano in de
audiomodus staat, kunt u de onderstaande procedure
gebruiken om over te schakelen naar de MIDI-modus.
Bij gebruik van de oorspronkelijke standaardinstellingen
staat de Digitale Piano in de MIDI-modus en hoeft u de
onderstaande bediening niet uit te voeren om de instelling
te veranderen.
1.
Houd 3FUNCTION ingedrukt en druk dan op
de E}6 klaviertoets.
2.
Laat 3FUNCTION los.
Als tijdens het maken van een opname het aantal
resterende opneembare noten minder dan 100 wordt,
begint de indicator van het spoor (L of R) dat wordt
opgenomen sneller te knipperen. Het opnemen stopt
automatisch wanneer het aantal resterende
opneembare noten 0 wordt.
Mocht de stroom uitvallen tijdens de opname, dan
zullen alle gegevens van het spoor dat u aan het
opnemen bent gewist worden.
In de opname-paraatstand of tijdens het opnemen zelf
kunt u geen bediening op het toetsenbord uitvoeren
voor het maken van instellingen.
Lees “Voorbereiding voor gebruik van de MIDI-recorder
(pagina NL-31) voordat u de onderstaande bediening
uitvoert.
Snelgids: Eenvoudigste bediening voor het
opnemen van een uitvoering
1.
Tip 70 (opname) aan terwijl de 70
(opname) toets wit oplicht.
Het instrument komt in de opname-paraatstand te staan
wat wordt aangegeven door knipperende 70 (opname)
(rood) en 6a (wit) lampjes.
2.
Om te beginnen met opnemen, speelt u iets op
het toetsenbord.
Het 70 (opname) (rode) lampje verandert van
knipperen naar continu branden wat betekent dat er een
opname wordt gemaakt.
3.
Wanneer u klaar bent met opnemen, tipt u 70
(opname) of 6a aan.
Het 70 (opname) lampje wordt nu weer wit.
4.
Tip 6a aan om de opname weer te geven.
Met de bovenstaande procedure wordt wat u op het
toetsenbord speelt opgenomen op het spoor voor het
linkerhandgedeelte. Zie “Opnemen op het spoor voor het
linkerhandgedeelte” (pagina NL-32) voor verdere details
van de bediening.
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
E}6
Het maken van een opname
Opnemen/weergeven van uitvoeringen
NL-32
Opnemen op het spoor voor het
linkerhandgedeelte
1.
Afhankelijk van het spoor waarop wordt
opgenomen, maakt u de vereiste instellingen.
•ZieOpgenomen MIDI-gegevens” (pagina NL-31).
Als u een maatslag- en tempo-instelling wilt opgeven,
zie dan de onderstaande informatie voor het maken
van de instellingen.
Veranderen van de maatslag van de metronoom
(pagina NL-14)
Specificeren van het tempo” (pagina NL-15)
2.
Tip 70 (opname) aan terwijl de 70
(opname) toets wit oplicht.
Het instrument komt in de opname-paraatstand te staan
wat wordt aangegeven door knipperende 70 (opname)
(rood) en 6a (wit) lampjes.
De “L” indicator begint te knipperen. Dit betekent dat er
op het spoor voor het linkerhandgedeelte wordt
opgenomen.
•Tip 70 (opname) aan als u besluit om toch geen
opname te maken. Het 70 (opname) lampje wordt
nu weer wit.
3.
Tip 5METRONOME aan als u tijdens de
opname de metronoom wilt laten klinken.
4.
Om te beginnen met opnemen, speelt u iets op
het toetsenbord, trapt u op het pedaal of tipt u
6a aan.
Hierdoor verandert het 70 (opname) (rood) lampje van
knipperen naar continu branden.
5.
Wanneer u klaar bent met opnemen, tipt u 70
(opname) of 6a aan.
Het 70 (opname) lampje wordt nu weer wit.
6.
Tip 6a aan om de opname weer te geven.
Opnieuw vanaf het begin starten met opnemen
Als u een fout maakt en de opname wilt stoppen en
opnieuw vanaf het begin wilt starten met de opname, houdt
u 70 (opname) ingedrukt totdat het lampje begint te
knipperen. Alles wat tot nu toe op het spoor voor het
linkerhandgedeelte is opgenomen wordt verwijderd en het
instrument komt weer in de opname-paraatstand te staan.
Voer de aanwijzingen uit vanaf stap 4 van de bovenstaande
procedure om de opname opnieuw te starten.
Overdubben van een linkerhand-opname met een
opname op het spoor van het
rechterhandgedeelte
1.
Voer de stappen 1 en 2 uit onder “Opnemen op
het spoor voor het linkerhandgedeelte” (pagina
NL-32).
2.
Druk meermalen op 70 (opname) tot de “R”
en “L” indicators oplichten zoals hieronder is
beschreven.
“R” indicator knippert. Dit betekent dat er op het spoor
voor het rechterhandgedeelte wordt opgenomen.
De “L” indicator knippert niet meer. Dit betekent dat de
opname op het spoor voor het linkerhandgedeelte is
voltooid.
3.
Specificeer naar vereist of u wilt dat het spoor
voor het linkerhandgedeelte wel of niet wordt
weergegeven tijdens het opnemen.
(1) Houd 6a ingedrukt en druk dan op de
klaviertoets A0 (meest linkse witte toets).
Bij meermalen indrukken van de A0 klaviertoets gaat
de “L” indicator beurtelings aan en uit.
L brandt: Spoor voor het linkerhandgedeelte wordt
weergegeven tijdens het opnemen.
L brandt niet: Spoor voor het linkerhandgedeelte
wordt niet weergegeven tijdens het opnemen.
(2) Laat 6a los.
4.
Tip 5METRONOME aan als u tijdens de
opname de metronoom wilt laten klinken.
5.
Om te beginnen met opnemen, speelt u iets op
het toetsenbord, trapt u op het pedaal of tipt u
6a aan.
Hierdoor verandert het 70 (opname) (rood) lampje van
knipperen naar continu branden.
De instellingen die gemaakt zijn voor het spoor voor
het linkerhandgedeelte worden toegepast op de
maatslag en het tempo.
6.
Voer de procedure uit die begint met stap 5
onder “Opnemen op het spoor voor het
linkerhandgedeelte” (pagina NL-32).
Opnieuw vanaf het begin starten met overdubben
Als u een fout maakt en het overdubben wilt stoppen en
opnieuw vanaf het begin wilt starten met overdubben,
houdt u 70 (opname) ingedrukt totdat het lampje begint
te knipperen. Alles wat tot nu toe op het spoor voor het
rechterhandgedeelte is opgenomen wordt verwijderd en het
instrument komt weer in de opname-paraatstand te staan.
Voer de aanwijzingen uit vanaf stap 5 van de bovenstaande
procedure om het overdubben opnieuw te starten.
NL-33
Opnemen/weergeven van uitvoeringen
Wissen van alles dat op een spoor is opgenomen
1.
Tip 70 (opname) aan terwijl de 70
(opname) toets wit oplicht.
Het instrument komt in de opname-paraatstand te staan
wat wordt aangegeven door knipperende 70 (opname)
(rood) en 6a (wit) lampjes.
De “L” indicator zal nu knipperen. Als u de inhoud van
het spoor voor het linkerhandgedeelte wilt wissen,
gaat u direct door naar stap 3.
2.
Als u de inhoud van het spoor voor het
rechterhandgedeelte wilt wissen, houdt u 70
(opname) ingedrukt totdat de “R” indicator
begint te knipperen.
3.
Tip 6a aan.
Hierdoor verandert het 70 (opname) (rood) lampje van
knipperen naar continu branden.
4.
Houd 70 (opname) ingedrukt totdat het
lampje begint te knipperen.
De inhoud van het geselecteerde spoor wordt gewist.
5.
Tip 70 (opname) aan om de opname-
paraatstand te verlaten.
Als u meteen na het voltooien van de opname 6a
aantipt, wordt de opname weergegeven. Gebruik de
onderstaande procedure om een opname weer te geven als u
een melodie van de muziekbibliotheek heeft weergegeven of
de Digitale Piano heeft uitgeschakeld na het maken van de
opname.
Weergeven van de opname
1.
Houd 6a ingedrukt en druk dan op de B}7
klaviertoets.
2.
Laat 6a los.
3.
Tip 6a aan om te beginnen met
weergeven.
De weergave stopt automatisch wanneer het einde
van de opname wordt bereikt. Tip 6a aan om de
weergave voortijdig te stoppen.
De audiorecorder neemt het toetsenbordspel van de Digitale
Piano op als audiogegevens. De opnamen worden
opgeslagen als WAV-bestanden (lineaire PCM, 16-bit, 44,1
kHz, stereo) op de USB flash-drive in de bl USB Type A
poort van de Digitale Piano.
Verwijder nooit de USB flash-drive terwijl de
audiorecorder bezig is met opnemen of weergeven.
Hierdoor kunnen de gegevens op de USB flash-drive en
de USB flash-drive poort beschadigd raken.
Zie “USB flash-drive” (pagina NL-35) voor de
voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een USB flash-
drive.
Zie “Ondersteunde USB flash-drives” (pagina NL-35)
voor informatie over de typen formattering voor de
USB flash-drive die door uw Digitale Piano worden
ondersteund.
Voorbereiding voor gebruik van de
audiorecorder
1.
Voer de onderstaande stappen uit om de
Digitale Piano in de audiomodus te zetten.*
(1) Houd 3FUNCTION ingedrukt en druk dan op de
E6 klaviertoets.
(2) Laat 3FUNCTION los.
2.
Steek de USB flash-drive in de bl USB Type A
poort van de Digitale Piano.
Druk de USB flash-drive voorzichtig zo ver mogelijk
naar binnen. Gebruik niet te veel kracht bij het
insteken van de USB flash-drive.
Wanneer de Digitale Piano de USB flash-drive
herkent, gaan de LED’s boven 4SOUND MODE en
6a achter elkaar van links naar rechts branden.
Probeer geen bediening uit te voeren terwijl het
koppelingsproces plaatsvindt.
*Uw Digitale Piano heeft twee recorders: een MIDI-recorder
en een audiorecorder. Afhankelijk van het type gegevens
dat u wilt opnemen of weergeven, moet u eerst de MIDI-
modus of de audiomodus selecteren.
Weergeven van de opgenomen inhoud
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
B}7
Gebruik van de audiorecorder voor
het opnemen van uitvoeringen
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
E6
bl USB Type A poort
USB flash-drive
Opnemen/weergeven van uitvoeringen
NL-34
Opnemen van een toetsenborduitvoering op een
USB flash-drive
1.
Voer de procedure uit onder “Voorbereiding
voor gebruik van de audiorecorder” (pagina
NL-33).
2.
Tip 70 (opname) aan zodat de bijbehorende
LED wit oplicht.
Het instrument komt in de opname-paraatstand te staan
wat wordt aangegeven door knipperen van de 70
(opname) (rood) en 6a (wit) LED’s.
•Tip 70 (opname) nog een keer aan om het
opnemen te annuleren.
3.
Om te beginnen met opnemen, speelt u iets op
het toetsenbord of tipt u 6a aan.
De 70 (opname) LED verandert van rood knipperen
naar rood branden wat betekent dat er een opname
wordt gemaakt.
De maximaal toegestane opnametijd met de audiorecorder
is ongeveer 25 minuten waarna het opnemen automatisch
zal stoppen. 70 (opname) begint te knipperen om u erop
attent te maken dat de opnametijd bijna opgebruikt is, dus
stop zo spoedig mogelijk met opnemen zodra het knipperen
begint.
Als u een fout maakt en opnieuw vanaf het begin wilt
starten met de opname, houdt u 70 (opname) ingedrukt
tijdens het opnemen (na de bediening in stap 3 hierboven)
totdat het lampje knippert. De opname wordt dan verwijderd
en de Digitale Piano wacht totdat u het opnemen hervat
vanaf stap 3 hierboven.
4.
Tip 70 (opname) of 6a aan om het
opnemen te stoppen.
De 70 (opname) LED gaat weer wit branden.
De opname wordt als een WAV-bestand op de USB
flash-drive opgeslagen. De bestanden worden
automatisch namen toegekend in de volgorde
“TAKE01.WAV” t/m “TAKE99.WAV”.
Het opgeslagen bestand wordt automatisch
geselecteerd.
5.
Tip 6a aan om de melodie die u zojuist
heeft opgenomen weer te geven.
Bestanden opgenomen met de audiorecorder worden
opgeslagen met een bestandsnaam die volgt op het laatste
MP3- of WAV-audiobestand.
Selecteren en weergeven van een bestand dat
met de audiorecorder is opgenomen
1.
Voer de procedure uit onder “Voorbereiding
voor gebruik van de audiorecorder” (pagina
NL-33).
2.
Houd 6a ingedrukt en druk dan op een
van de onderstaande klaviertoetsen om de
melodie te selecteren waarnaar u wilt luisteren.
Voor informatie over het invoeren van nummers en de
klaviertoetsen die u voor het invoeren moet gebruiken,
kunt u “Invoeren van melodienummers met de
melodieselectie-klaviertoetsen (10 toetsen)” (pagina
NL-10) raadplegen.
3.
Laat 6a los.
4.
Tip 6a aan om te beginnen met
weergeven.
De weergave stopt automatisch wanneer het einde
van het bestand wordt bereikt. Tip 6a aan om
het weergeven voortijdig te stoppen.
In aanvulling op WAV-bestanden opgenomen met de
audiorecorder kunnen ook eventuele andere standaard
WAV-bestanden worden weergegeven. Zie “Weergeven
van standaard audiogegevens (WAV-bestanden) (pagina
NL-40) voor details.
Indrukken
van deze
toets:
Doet dit:
C1 t/m A1
Gebruik de cijfertoetsen om het TAKE
**
. WAV
(
**
= 01 t/m 99) nummer in te voeren.
B0 Selecteert het volgende melodienummer.
B}0 Selecteert het vorige melodienummer.
B}0
B0
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
C1 - A1
NL-35
Wissen van een bestand dat met de
audiorecorder is opgenomen
1.
Voer de procedure uit onder “Voorbereiding
voor gebruik van de audiorecorder” (pagina
NL-33).
2.
Houd 6a ingedrukt en druk dan op een
van de onderstaande klaviertoetsen om het
bestand te selecteren dat u wilt wissen.
Voor informatie over het invoeren van nummers en de
klaviertoetsen die u voor het invoeren moet gebruiken,
kunt u “Invoeren van melodienummers met de
melodieselectie-klaviertoetsen (10 toetsen)” (pagina
NL-10) raadplegen.
3.
Laat 6a los.
4.
Houd 3FUNCTION ingedrukt.
Laat 3FUNCTION niet los tot na de onderstaande
stap 6.
5.
Druk op de B}1 klaviertoets.
6.
Druk op de C1 klaviertoets.
Het wissen begint.
7.
Laat 3FUNCTION los.
Als de WAV-bestandsnaam “TAKE**.WAV (** = 01-99)” en
de MP3-bestandsnaam “TAKE**.MP3 (** = 01-99)”
hetzelfde zijn, worden het WAV-bestand en het MP3-
bestand beide gewist wanneer de wisfunctie voor
bestanden wordt gebruikt.
Uw Digitale Piano ondersteunt het gebruik van een los
verkrijgbare USB flash-drive. U heeft de beschikking over de
volgende functies.
Weergeven van de melodiegegevens van een USB flash-
drive
Standaard-melodiegegevens (MIDI-bestanden) die met een
computer op een USB flash-drive zijn opgeslagen, kunnen
met uw Digitale Piano worden weergegeven.
•ZieGebruik van een computer voor het kopiëren van
algemene melodiegegevens naar een USB flash-drive
(pagina NL-40) voor informatie over het opslaan van
melodiegegevens op een USB flash-drive.
•ZieWeergeven van MIDI-gegevens (MIDI-speler)” (pagina
NL-28) voor informatie over de bediening die gebruikt wordt
voor het weergeven van melodiegegevens.
Opnemen van een uitvoering op een USB flash-drive
Zie “Gebruik van de audiorecorder voor het opnemen van
uitvoeringen” (pagina NL-33) voor informatie over het
opnemen van de audiogegevens, geproduceerd door uw
uitvoeringen op de Digitale Piano, op een USB flash-drive.
Opslaan en importeren van gegevens
U kunt een MIDI-recordermelodie opgenomen met de MIDI-
recorder van de Digitale Piano opslaan op een USB flash-
drive en u kunt gegevens importeren opgeslagen met de
Digitale Piano en compatibele gegevens van de Digitale
Piano (gebruikersmelodieën enz.). Zie “Gebruik van een USB
flash-drive” (pagina NL-38) voor details.
Capaciteit: 32 GB of minder wordt aanbevolen
Gebruik een USB flash-drive met een FAT (FAT32 of
exFAT) indeling.
U kunt een USB flash-drive mogelijk niet gebruiken als
die wordt herkend als meerdere schijven op een
computer.
Een USB flash-drive die herkend wordt als een CD-
ROM op uw computer wordt niet ondersteund.
Een USB flash-drive met een anti-virus functie en/of
beveiligingsfuncties wordt niet ondersteund.
Indrukken
van deze
toets:
Doet dit:
C1 t/m A1
Gebruik de cijfertoetsen om het TAKE
**
. WAV
(
**
= 01 t/m 99) nummer in te voeren.
B0 Selecteert het volgende melodienummer.
B}0 Selecteert het vorige melodienummer.
B}0
B0
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
C1 - A1
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
B}1
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
C1
USB flash-drive
Ondersteunde USB flash-drives
USB flash-drive
NL-36
Zorg dat u de voorzorgsmaatregelen in acht neemt die
zijn beschreven in de documentatie die met de USB
flash-drive wordt meegeleverd.
Vermijd het gebruik van een USB flash-drive onder de
volgende omstandigheden. Dergelijke omstandigheden
kunnen de gegevens beschadigen die opgeslagen zijn
op de USB flash-drive.
Plaatsen die blootgesteld staan aan een hoge
temperatuur, een hoge vochtigheid of bijtende
gassen
Plaatsen die blootgesteld staan aan sterke
elektrostatische ladingen en elektrische storing
Verwijder de USB flash-drive nooit terwijl er gegevens
naar geschreven of vanaf geladen worden. Hierdoor
kunnen de gegevens op de USB flash-drive verminkt
worden en kan de bl USB Type A poort beschadigd
raken.
Een USB flash-drive kan na lange tijd warm worden. Dit
is normaal en duidt niet op een defect.
Als statische elektriciteit van uw hand of van een USB
flash-drive in aanraking komt met de bl USB Type A
poort kan dit problemen veroorzaken bij de werking
van de Digitale Piano. Mocht dit het geval zijn, schakel
de Digitale Piano dan uit en vervolgens weer in.
Steek nooit iets anders dan een USB-apparaat dat is
voorgeschreven voor gebruik met deze Digitale Piano
in de bl USB Type A poort. Dit zou namelijk kunnen
resulteren in een defect.
Bij het uitvoeren van een USB flash-drive bewerking of
wanneer de Digitale Piano wordt ingeschakeld terwijl
een USB flash-drive aangesloten is, dient de Digitale
Piano aanvankelijk een “koppelingsproces” uit te
voeren om de apparatuur voor te bereiden op het
uitwisselen van gegevens met de USB flash-drive. De
bewerkingen van de Digitale Piano worden kortstondig
gedeactiveerd terwijl dit koppelingsproces wordt
uitgevoerd. De LED’s boven 4SOUND MODE en
6a lichten achter elkaar van links naar rechts op
tijdens het koppelingsproces. Het kan 10 of 20
seconden of zelfs langer duren voordat het koppelen
van de USB flash-drive is uitgevoerd. Probeer geen
bewerkingen op de Digitale Piano uit te voeren terwijl
het koppelingsproces plaatsvindt. Het koppelen dient
elke keer wanneer een USB flash-drive op de Digitale
Piano wordt aangesloten te worden uitgevoerd.
Bij het koppelen van de USB flash-drive aan de Digitale
Piano wordt er een map genaamd MUSICDAT aangemaakt
in de hoofddirectory van de flash-drive als er nog geen
MUSICDAT map in die directory bestaat. Gebruik deze
map voor het uitwisselen van gegevens tussen de Digitale
Piano en de USB flash-drive.
Aansluiten van een USB flash-drive
1.
Steek de USB flash-drive in de bl USB Type A
poort van de Digitale Piano zoals aangegeven
in de onderstaande afbeelding.
Druk de USB flash-drive voorzichtig zo ver mogelijk
naar binnen. Gebruik niet te veel kracht bij het
insteken van de USB flash-drive.
Loskoppelen van een USB flash-drive
1.
Controleer of er geen bewerking voor het
uitwisselen van gegevens plaatsvindt en trek
de USB flash-drive dan recht uit de aansluiting.
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
van een USB flash-drive en de
USB Type A poort
Auteursrechten
U kunt opnamen gebruiken voor uw eigen persoonlijke
gebruik. Het reproduceren van een audiobestand of een
muziekbestand zonder toestemming van de eigenaar
van de auteursrechten is verboden onder de wetgeving
op auteursrechten en internationale overeenkomsten.
Ook is het ten strengste verboden onder de wetgeving
op auteursrechten en internationale overeenkomsten om
dergelijke bestanden ter beschikking te stellen via het
internet of ze te distribueren aan derden, ongeacht of
dergelijke activiteiten plaatsvinden met of zonder
compensatie. CASIO COMPUTER CO., LTD. kan onder
geen enkele omstandigheid verantwoordelijk worden
gesteld voor het gebruik van deze Digitale Piano dat
illegaal is onder de wetgeving aangaande
auteursrechten.
Aansluiten van een USB flash-
drive op de Digitale Piano en
loskoppelen ervan
bl USB Type A poort
USB flash-drive
NL-37
USB flash-drive
Formatteer een USB flash-drive op de Digitale Piano
voordat u deze voor de eerste maal gebruikt.
Bij het formatteren van een USB flash-drive worden alle
gegevens die erop zijn opgeslagen gewist. Voordat u
een USB flash-drive formatteert, moet u controleren of
er geen waardevolle gegevens op opgeslagen zijn.
De formatteerbewerking zoals uitgevoerd door deze
Digitale Piano is zogenaamd “snel formatteren”. Als u
alle gegevens op een USB flash-drive volledig wilt
wissen, dient u de flash-drive op een computer of
andere apparatuur te formatteren voordat u deze op de
Digitale Piano formatteert.
Bij een exFAT geformatteerde USB flash-drive is het
mogelijk dat het aantal importeerbare bestanden
beperkt is als er lange bestandsnamen zijn gebruikt.
Formatteren van een USB flash-drive
Schema van de mappenstructuur van de USB flash-drive
Bij het formatteren van een USB flash-drive op de Digitale
Piano worden automatisch de mappen gecreëerd die in het
onderstaande schema zijn aangegeven.
1.
Steek de USB flash-drive die geformatteerd
moet worden in de bl USB Type A poort van
de Digitale Piano.
2.
Houd 3FUNCTION ingedrukt.
Laat 3FUNCTION niet los tot aan de onderstaande
stap 5.
3.
Druk op de B1 klaviertoets.
De 6a LED (rechts) begint te knipperen waarmee
de paraatstand voor formatteren wordt aangegeven.
4.
Druk op de C1 klaviertoets.
Het formatteren begint. De LED’s boven 4SOUND
MODE en 6a lichten achter elkaar van links naar
rechts op tijdens het formatteren.
5.
Laat 3FUNCTION los wanneer het
formatteren begint.
Het achter elkaar oplichten van de LED’s stopt wanneer
het formatteren is voltooid.
Formatteren van een USB flash-drive
TAKE01.WAV
TAKE02.MP3
TAKE03.MP3
TAKE04.WAV
TAKE99.WAV
AAAA.MID
BBBB.CMF
\70
\62
\61
\RECORDER
\
\MUSICDAT
USB flash-drive
.MID-bestanden, .CMF-bestanden,
.WAV-bestanden, .MP3-bestanden
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
B1
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
C1
USB flash-drive
NL-38
In dit hoofdstuk wordt informatie verschaft over de volgende
functies.
Opslaan van een MIDI-recordermelodie op een USB flash-
drive
Importeren van gegevens (bestanden) van een USB flash-
drive naar het geheugen van de Digitale Piano
Wissen van importeerbare gegevens (bestanden) van de
Digitale Piano op een USB flash-drive
Gegevenstypen
De gegevenstypen die door uw Digitale Piano worden
ondersteund staan vermeld in de onderstaande tabel.
Digitale Piano 3 USB flash-drive
De onderstaande gegevens kunnen vanuit het geheugen van
de Digitale Piano op een USB flash-drive worden opgeslagen.
USB flash-drive 3 Digitale Piano
U kunt de onderstaande gegevenstypen importeren* vanaf
een USB flash-drive naar het geheugen van de Digitale Piano
en ook de gegevens op de USB flash-drive wissen.
*Audiogegevens kunnen worden gewist, maar ze kunnen
niet in het geheugen van de Digitale Piano worden
geïmporteerd.
Zelfs als een bestandsnaam een van de extensies heeft
die in de bovenstaande tabel is vermeld, kan het toch
gebeuren dat het bestand niet in het geheugen van de
Digitale Piano kan worden geïmporteerd als de
gegevens met een niet-compatibel apparaat enz. zijn
gemaakt.
Opslaan van MIDI-recordermelodieën op een
USB flash-drive
1.
Steek de USB flash-drive in de bl USB Type A
poort van de Digitale Piano.
2.
Als u gegevens in SMF (.MID) formaat wilt
opslaan, moet u de onderstaande bediening
uitvoeren.
(1) Zet de Digitale Piano in de MIDI-modus.
•ZieVoorbereiding voor gebruik van de MIDI-
speler” (pagina NL-28).
(2) Selecteer de gebruikersmelodie die overeenkomt
met de opslagbestemmingsmap (61 t/m 70).
Voor informatie over het invoeren van
melodienummers en de klaviertoetsen die u voor
het invoeren moet gebruiken, kunt u “Invoeren van
melodienummers met de melodieselectie-
klaviertoetsen (10 toetsen)” (pagina NL-10)
raadplegen.
3.
Houd 3FUNCTION ingedrukt.
•Laat 3FUNCTION niet los tot aan de onderstaande
stap 6.
4.
Druk op de G1 of A}1 klaviertoets.
De 4SOUND MODE LED (links) begint te knipperen
waarmee de paraatstand voor opslaan wordt
aangegeven.
G1: Opslaan als een SMF-formaat (.MID) bestand.
A}1: Opslaan als een CASIO-formaat (.MRF) bestand.
5.
Druk op de C1 klaviertoets.
Het opslaan begint. De LED’s boven 4SOUND MODE
en 6a lichten achter elkaar van links naar rechts op
tijdens het opslaan.
6.
Laat 3FUNCTION los wanneer het opslaan
begint.
Het achter elkaar oplichten van de LED’s stopt wanneer
het opslaan is voltooid.
Gebruik van een USB flash-drive
Gegevenstype Bestandsnaamextensie
MIDI-recordermelodie MRF, MID
Gegevenstype Bestandsnaamextensie
Gebruikersmelodie CMF, MID (SMF-formaat 0/1)
MIDI-recordermelodie MRF
Audiogegevens*WAV, MP3
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
A}1
G1
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
C1
NL-39
USB flash-drive
Laden van gegevens van een USB flash-drive
naar het geheugen van de Digitale Piano
1.
Kopieer de melodiegegevens die u in het
geheugen van de Digitale Piano wilt importeren
in een van de submappen van de “MUSICDAT”
map van de USB flash-drive.
Er kan slechts één melodie van elke submap worden
geïmporteerd. Als er meerdere bestanden in een
submap zijn, wordt het eerste bestand in de lijst van
bestandsnamen geïmporteerd.
2.
Steek de USB flash-drive in de bl USB Type A
poort van de Digitale Piano.
3.
Voer de onderstaande stappen uit om de
Digitale Piano in de MIDI-modus te zetten.
•ZieVoorbereiding voor gebruik van de MIDI-speler
(pagina NL-28).
4.
Selecteer de gebruikersmelodie
(melodienummers 61-70) of MIDI-
recordermelodie (melodienummer 71) die
overeenkomt met de gegevens die gelezen
moeten worden.
Voor informatie over het invoeren van
melodienummers en de klaviertoetsen die u voor het
invoeren moet gebruiken, kunt u “Invoeren van
melodienummers met de melodieselectie-
klaviertoetsen (10 toetsen)” (pagina NL-10)
raadplegen.
5.
Houd 3FUNCTION ingedrukt.
Laat 3FUNCTION niet los tot aan de onderstaande
stap 8.
6.
Druk op de A1 klaviertoets.
De 4SOUND MODE LED (rechts) begint te knipperen
waarmee de paraatstand voor importeren wordt
aangegeven.
7.
Druk op de C1 klaviertoets.
Het importeren begint. De LED’s boven 4SOUND
MODE en 6a lichten achter elkaar van links naar
rechts op tijdens het importeren.
8.
Laat 3FUNCTION los wanneer het
importeren begint.
Het achter elkaar oplichten van de LED’s stopt wanneer
het importeren is voltooid.
Wissen van gegevens op een USB flash-drive
Gebruik de onderstaande procedure om de volgende
gegevens op een USB flash-drive te wissen.
Melodieën opgeslagen in de volgende submappen die zich
in de MUSICDAT-map bevinden: 61 t/m 70, RECORDER
Audiogegevens TAKE**.WAV (** = 01-99) of TAKE**.MP3
(** = 01-99) opgeslagen in de MUSICDAT-map
1.
Steek de USB flash-drive in de bl USB Type A
poort van de Digitale Piano.
2.
Selecteer de gegevens die u wilt wissen.
YWissen van gebruikersmelodieën of MIDI-
recordermelodieën
(1) Zet de Digitale Piano in de MIDI-modus.
•ZieVoorbereiding voor gebruik van de MIDI-
speler” (pagina NL-28).
(2) Selecteer de gebruikersmelodie of MIDI-
recordermelodie die overeenkomt met de gegevens
die gewist moeten worden.
Voor informatie over het invoeren van
melodienummers en de klaviertoetsen die u voor
het invoeren moet gebruiken, kunt u “Invoeren van
melodienummers met de melodieselectie-
klaviertoetsen (10 toetsen)” (pagina NL-10)
raadplegen.
YWissen van audiogegevens
(1) Zet de Digitale Piano in de audiomodus.
•ZieVoorbereiding voor gebruik van de
audiorecorder” (pagina NL-33).
(2) Selecteer de audiogegevens die overeenkomen met
de gegevens die gewist moeten worden.
Voor informatie over het invoeren van de nummers
van de gegevens en de klaviertoetsen die u voor
het invoeren moet gebruiken, kunt u “Invoeren van
melodienummers met de melodieselectie-
klaviertoetsen (10 toetsen)” (pagina NL-10)
raadplegen.
3.
Houd 3FUNCTION ingedrukt.
•Laat 3FUNCTION niet los tot aan de onderstaande
stap 6.
Gegevenstype Submap
Gebruikersmelodieën (CMF, MID) 61 t/m 70
MIDI-recordermelodie (MRF) RECORDER
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
A1
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
C1
Als er WAV- en MP3-bestanden met dezelfde naam
zijn, zal bij gebruik van de wisfunctie voor bestanden
zowel het WAV-bestand als het MP3-bestand worden
gewist.
USB flash-drive
NL-40
4.
Druk op de B}1 klaviertoets.
De 6a LED (links) gaat branden waarmee de
paraatstand voor wissen wordt aangegeven.
5.
Druk op de C1 klaviertoets.
Het wissen begint. De LED’s boven 4SOUND MODE
en 6a lichten achter elkaar van links naar rechts op
tijdens het wissen.
6.
Laat 3FUNCTION los wanneer het wissen
begint.
Het achter elkaar oplichten van de LED’s stopt wanneer
het wissen is voltooid.
U kunt dezelfde bewerkingsfuncties gebruiken als die voor de
ingebouwde melodieën om bestanden van de onderstaande
formaten weer te geven die zijn opgeslagen in de MUSICDAT
map.
Standaard MIDI-bestanden (SMF formaat 0/1) of CASIO
MIDI-bestanden (CMF formaat)
1.
Sluit de USB flash-drive op uw computer aan.
2.
Maak in de hoofddirectory van de USB flash-
drive een map aan met de naam MUSICDAT.
Deze stap is niet nodig als er reeds een MUSICDAT
map is in de hoofddirectory van de USB flash-drive.
3.
Kopieer de melodiegegevens die u wilt
weergeven op de Digitale Piano naar de
MUSICDAT map.
•ZieWeergeven van MIDI-gegevens (MIDI-speler)
(pagina NL-28) voor informatie over de bediening die
gebruikt wordt voor het weergeven van
melodiegegevens.
Bij het uitvoeren van een opnamebewerking met de
audiorecorder van de Digitale Piano wordt op de USB flash-
drive een map aangemaakt met de naam MUSICDAT. WAV-
bestanden worden opgeslagen in de MUSICDAT map en
worden automatisch namen gegeven van TAKE01.WAV t/m
TAKE99.WAV. U kunt ook een USB flash-drive aansluiten op
een computer en de namen van de audiogegevensbestanden
(WAV) wijzigen naar het formaat “TAKEXX*.WAV” en ze
verplaatsen naar de MUSICDAT map. Daarna kunt u ze
weergeven op de Digitale Piano.
*XX = 01 t/m 99
Ondersteund WAV-formaat (lineaire PCM, 16-bit, 44,1 kHz,
stereo)
U kunt ook MP3-bestanden (.MP3) weergeven. Zie
Weergeven van MP3-audiobestanden” (pagina NL-29).
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
B}1
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
C1
Gebruik van een computer voor
het kopiëren van algemene
melodiegegevens naar een USB
flash-drive
Weergeven van standaard
audiogegevens (WAV-bestanden)
NL-41
Om het volume van het Upper1 gedeelte in te stellen, houdt u 8GRAND PIANO ingedrukt terwijl u de onderstaande
klaviertoetsen indrukt.
*1 U kunt het volume instellen binnen het bereik van 0 t/m 42. De referentietoon (pagina NL-11) klinkt telkens wanneer de waarde
een veelvoud van 10 bereikt (10, 20 enz.).
Instellingen maken
Instellen van het volume van het Upper1 gedeelte
Indrukken van deze
toets: Doet dit:
C3 Verlaagt het volume van het Upper1 gedeelte met 1.*1
C{3 Verhoogt het volume van het Upper1 gedeelte met 1.*1
C3 + C{3 Zet het volume van het Upper1 gedeelte terug op de oorspronkelijke standaardinstelling.
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
C3
C
{
3
NL-42
Instellingen maken
U kunt afzonderlijke instellingen voor het Upper2 gedeelte en het Lower (bas) gedeelte maken voor de volgende items: volume,
toonhoogte, demppedaaleffect in-/uitschakelen. Om deze instellingen te maken, houdt u 8GRAND PIANO ingedrukt terwijl u de
onderstaande klaviertoetsen indrukt.
*1 U kunt het volume instellen binnen het bereik van 0 t/m 42.
*2 De referentietoon (pagina NL-11) klinkt telkens wanneer de waarde een veelvoud van 10 bereikt (10, 20 enz.).
Maken van de instellingen voor het Upper2 gedeelte en het Lower gedeelte
Deze instelling:
Indrukken
van deze
toets:
Doet dit:
Upper2 volume
Regelt het volume van het Upper2 gedeelte.
B4 Verlaagt het volume van het Upper2 gedeelte met 1.*1*2
C5 Verhoogt het volume van het Upper2 gedeelte met 1.*1*2
B4 + C5 Zet het volume van het Upper2 gedeelte terug op de
oorspronkelijke standaardinstelling.
Upper2 ontstemmen
Verhoogt of verlaagt de toonhoogte van het Upper2
gedeelte, ten opzichte van het Upper1 gedeelte,
binnen het bereik van ±99 honderdsten.
E}5 Verlaagt de toonhoogte van het Upper2 gedeelte met één
honderdste.*2
E5 Verhoogt de toonhoogte van het Upper2 gedeelte met één
honderdste.*2
E}5 + E5 Maakt de toonhoogte van het Upper2 gedeelte gelijk aan de
toonhoogte van het Upper1 gedeelte (standaardinstelling).
Upper2 dempfunctie
Schakelt de toepassing van het demppedaaleffect op
het Upper2 gedeelte in en uit.
F5 Wisselen tussen ingeschakeld en uitgeschakeld.
Lower volume
Regelt het volume van het Lower gedeelte.
F{5 Verlaagt het volume van het Lower gedeelte met 1.*1*2
G5 Verhoogt het volume van het Lower gedeelte met 1.*1*2
F{5 + G5 Zet het volume van het Lower gedeelte terug op de
oorspronkelijke standaardinstelling.
Lower ontstemmen
Verhoogt of verlaagt de toonhoogte van het Lower
gedeelte, ten opzichte van het Upper1 gedeelte,
binnen het bereik van ±99 honderdsten.
A}5 Verlaagt de toonhoogte van het Lower gedeelte met één
honderdste.*2
A5 Verhoogt de toonhoogte van het Lower gedeelte met één
honderdste.*2
A}5 + A5 Maakt de toonhoogte van het Lower gedeelte gelijk aan de
toonhoogte van het Upper1 gedeelte (standaardinstelling).
Lower dempfunctie
Schakelt de toepassing van het demppedaaleffect op
het Lower gedeelte in en uit.
B}5 Wisselen tussen ingeschakeld en uitgeschakeld.
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
B4: Upper2 volume (–)
C5: Upper2 volume (+)
E}5: Upper2 ontstemmen (–)
F5: Upper2 dempfunctie
B}5: Lower dempfunctie
A5: Lower ontstemmen (+)
A}5: Lower ontstemmen (–)
G5: Lower volume (+)
F{5: Lower volume (–)
E5: Upper2 ontstemmen (+)
NL-43
Instellingen maken
In deze paragraaf kunt u de klaviertoetsen gebruiken om de volumeniveaus van het toetsenbordspel, de melodieweergave en het
externe audio-ingangssignaal in te stellen.
Om de instellingen te maken, houdt u 3FUNCTION ingedrukt terwijl u de onderstaande klaviertoetsen indrukt.
*1 De referentietoon (pagina NL-11) klinkt telkens wanneer de waarde een veelvoud van 10 bereikt (10, 20 enz.).
*2 Audio-ingangssignaal van audiogegevens (WAV-bestanden, MP3-bestanden) opgeslagen op een USB flash-drive.
Instellen van de volumebalans
Deze instelling:
Indrukken
van deze
toets:
Doet dit:
Toetsenbordvolume
Stelt het volume van het toetsenbordspel in ten
opzichte van het totale volumeniveau binnen het bereik
van 0 (gedempt) t/m 42 (maximum).
C5 Verlaagt het toetsenbordvolume met 1.*1
C{5 Verhoogt het toetsenbordvolume met 1.*1
C5 + C{5 Zet het toetsenbordvolume terug op de oorspronkelijke
standaardinstelling.
Volume van MIDI-melodie
Stelt het volume van de melodie (ingebouwde
melodieën, gebruikersmelodieën, MIDI-
recordermelodie, melodieën van USB flash-drive) in ten
opzichte van het totale volume binnen het bereik van 0
(gedempt) t/m 42 (maximum).
D5 Verlaagt het volume van de MIDI-melodie met 1.*1
E}5 Verhoogt het volume van de MIDI-melodie met 1.*1
D5 + E}5 Zet het volume van de MIDI-melodie terug op de
oorspronkelijke standaardinstelling.
Weergavevolume van audiomelodie
Stelt het weergavevolume van audiomelodieën*2 in ten
opzichte van het totale volumeniveau binnen het bereik
van 0 (gedempt) t/m 42 (maximum).
E5 Verlaagt het weergavevolume van de audiomelodie met
1.*1
F5 Verhoogt het weergavevolume van de audiomelodie met
1.*1
E5 + F5 Zet het weergavevolume van de audiomelodie terug op de
oorspronkelijke standaardinstelling.
Weergavevolume van draadloze audio
Stelt het weergavevolume van draadloze audio in ten
opzichte van het totale volumeniveau binnen het bereik
van 0 (gedempt) t/m 42 (maximum).
G5 Verlaagt het weergavevolume van draadloze audio met
1.*1
A}5 Verhoogt het weergavevolume van draadloze audio met
1.*1
G5 + A}5 Zet het weergavevolume van draadloze audio terug op de
oorspronkelijke standaardinstelling.
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
C5: Toetsenbordvolume (–)
C{5: Toetsenbordvolume (+)
E5: Volume van audiomelodie (–)E}5: Volume van MIDI-melodie (+)
D5: Volume van MIDI-melodie (–) F5: Volume van audiomelodie (+)
G5: Volume van draadloze audio (–)
A}5: Volume van draadloze audio (+)
NL-44
Instellingen maken
Door de functie voor het annuleren van het middenbereik in te schakelen wordt het vocale bereik geannuleerd van audiomelodieën
opgeslagen op een USB flash-drive of de audio ingevoerd via draadloze audio. Bij gebruik van deze functie wordt het geluid in het
midden van het audiospectrum geannuleerd, maar het is ook mogelijk dat iets anders kan wegvallen dan het vocale gedeelte. Hoe
het vocale gedeelte wordt geannuleerd, hangt af van het geluid dat binnenkomt.
Om de instelling voor het annuleren van het middenbereik te veranderen, houdt u 3FUNCTION ingedrukt terwijl u de
onderstaande klaviertoets indrukt.
Om de MIDI-instellingen te veranderen, houdt u 3FUNCTION ingedrukt terwijl u de onderstaande klaviertoetsen indrukt.
Gebruik van Middenbereik annuleren
Deze instelling:
Indrukken
van deze
toets:
Doet dit:
Middenbereik annuleren van audiomelodie
Annuleert het geluid in het middenbereik van een audiomelodie. F{5Bij meermalen indrukken wordt
omgeschakeld tussen aan en uit.
Middenbereik annuleren van draadloze audio
Annuleert het geluid in het middenbereik van draadloze audio. A5 Omschakelen tussen aan en uit.
MIDI-instellingen maken
Deze instelling:
Indrukken
van deze
toets:
Doet dit:
Lokale sturing
Wanneer deze instelling is uitgeschakeld, wordt de uitvoeringsinformatie
(MIDI-gegevens) door de Digitale Piano verzonden, maar wordt er geen
geluid door de Digitale Piano weergegeven. Deze optie wordt gebruikt
wanneer u alleen MIDI-gegevens naar een extern apparaat wilt
verzenden.
F6 Omschakelen tussen aan en uit.
Toetsenbordkanaal
Deze instelling specificeert een kanaal tussen 1 t/m 16 als het MIDI-
kanaal dat wordt gebruikt voor het verzenden van gegevens naar een
extern apparaat.
F{6 Verlaagt het toetsenbordkanaal met 1.
G6 Verhoogt het toetsenbordkanaal met 1.
F{6 + G6 Zet het toetsenbordkanaal terug op de
oorspronkelijke standaardinstelling (1).
Hi-Reso Velocity MIDI-uitvoer
Deze instelling specificeert in-/uitschakelen van de hoge-resolutie MIDI-
uitvoer van de aanslagdruk (snelheid) wanneer de klaviertoetsen worden
ingedrukt.
A}6 Wisselen tussen ingeschakeld en
uitgeschakeld.
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
F{5: Middenbereik annuleren van audiomelodie A5: Middenbereik annuleren van draadloze audio
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
F6: Lokale sturing
F{6: Toetsenbordkanaal (–)
G6: Toetsenbordkanaal (+)
A}6: Hi-Res Vel MIDI-uitvoer
NL-45
Instellingen maken
Een pedaal dat op de bm DAMPER PEDAL aansluiting van de Digitale Piano is aangesloten, functioneert als een demppedaal bij
gebruik van de oorspronkelijke standaardinstellingen van de Digitale Piano. Gebruik de onderstaande procedure om de functie van
het pedaal te veranderen.
Veranderen van de functie van het pedaal aangesloten op de DAMPER PEDAL aansluiting.
1.
Houd 3FUNCTION ingedrukt.
Laat 3FUNCTION niet los tot aan de onderstaande stap 3.
2.
Druk op de A6 klaviertoets.
Telkens wanneer de A6 klaviertoets wordt ingedrukt om deze instelling te veranderen, klinkt er een meldtoon om de nieuw
geselecteerde instelling aan te geven.
3.
Laat 3FUNCTION los nadat de gewenste instelling is gemaakt.
Wanneer Automatisch hervatten is ingeschakeld, worden de meeste instellingen opgeslagen, ook wanneer de Digitale Piano wordt
uitgeschakeld.
De volgende instellingen worden niet opgeslagen wanneer de stroom wordt uitgeschakeld, zelfs als Automatisch hervatten is
ingeschakeld: Duet-instellingen, instellingen voor melodieweergavegedeelte, lokale sturing, paneelvergrendeling (alleen Aan)
1.
Houd 3FUNCTION ingedrukt en druk dan op de A}7 toets.
Bij meermalen indrukken van de A}7 toets wordt de instelling omgeschakeld tussen aan en uit.
2.
Laat 3FUNCTION los wanneer u de gewenste instelling heeft.
Veranderen van de pedaalfuncties
Telling van
meldtoon
Bij deze
instelling: Doet het pedaal dit:
1 Demppedaal Noten die worden gespeeld terwijl het pedaal is ingetrapt worden aangehouden, ook als de
klaviertoetsen daarna worden losgelaten. Orgeltonen en andere tonen die worden
aangehouden zolang de klaviertoetsen worden aangeslagen, blijven klinken zolang het pedaal
wordt ingetrapt.
2 Sostenuto Alleen de noten van de toetsen die aangeslagen zijn op het moment van het intrappen van het
pedaal worden aangehouden, totdat het pedaal wordt losgelaten. Dit geldt ook wanneer de
klaviertoetsen worden losgelaten.
3 Zacht Maakt de noten ietwat zachter en milder terwijl het pedaal wordt ingetrapt.
4 Metronoom Starten en stoppen van de metronoom.
5 Tempo-instelling Bij meerdere malen intrappen van het pedaal verandert de tempowaarde overeenkomstig de
timing van het intrappen van het pedaal.
Opslaan van instrumentinstellingen (Automatisch hervatten)
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
A6
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
A}7
NL-46
Instellingen maken
Om de instellingen te veranderen die in de onderstaande tabel zijn aangegeven, houdt u 3FUNCTION ingedrukt terwijl u op de
aangegeven klaviertoetsen drukt.
Overige instellingen
Deze instelling:
Indrukken
van deze
toets:
Doet dit:
Helderheid tiptoetsen
Schakelt de instelling voor de helderheid van de tiptoetsen om tussen 1
(gedimd) en 2 (helder).
B6 Omschakelen van de instelling tussen 1
en 2.
Gevoeligheid tiptoetsen
Hiermee wordt de gevoeligheid van de tiptoetsen ingesteld binnen het
bereik van –1 (laag) tot 0 (standaardinstelling) tot +1 (hoog).
C7 Verlaagt de gevoeligheid van de
tiptoetsen met 1.
C{7 Verhoogt de gevoeligheid van de
tiptoetsen met 1.
Luidsprekerweergave
Wanneer Automatisch is geselecteerd, wordt er geen geluid via de
luidsprekers van de Digitale Piano weergegeven wanneer iets op de
9PHONES aansluiting is aangesloten (standaardinstelling).
Ongeacht of er iets op de 9PHONES aansluiting is aangesloten,
wordt bij selecteren van Aan altijd geluid via de luidsprekers
weergegeven. Er wordt geen geluid via de luidsprekers weergegeven
wanneer Uit wordt geselecteerd.
D7 Uit, Aan en Automatisch worden achter
elkaar doorlopen.
Uit: Uit-toon
Aan: Optie-toon × 1
Automatisch: Optie-toon × 2
Hoofdtelefoonmodus
Wanneer de modus is ingeschakeld, wordt de geluidskwaliteit van de
vleugeltoon die via de hoofdtelefoon wordt gehoord automatisch
aangepast om de natuurlijke ruimtelijkheid van het geluid te produceren
dat u hoort wanneer op een akoestische piano wordt gespeeld (pagina
NL-46).
E}7 Wisselen tussen ingeschakeld en
uitgeschakeld.
Batterijtype
Hiermee wordt het type batterijen ingesteld dat wordt gebruikt.
F7 Wisselen tussen alkalibatterij en
oplaadbare NiMH-batterij.
Alkalibatterij: 1 meldtoon
Oplaadbare NiMH-batterij: 2 meldtonen
Stroom-aan waarschuwing
Schakelt de stroom-aan waarschuwing in of uit (pagina NL-7).
F{7 Wisselen tussen ingeschakeld en
uitgeschakeld.
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
D7: Luidsprekerweergave uit/aan/automatisch
F{7: Stroom-aan waarschuwing uitschakelen/inschakelen
G7: Paneellampjes-instelling
E}7: Hoofdtelefoonmodus uit/aan
A7: Meldtoonvolume (–)
B}7: Meldtoonvolume (+)
B7: Selectie meldtonenset
C8: Paneelvergrendeling uit/aan/automatisch
C{7: Gevoeligheid tiptoetsen (+)
C7: Gevoeligheid tiptoetsen (–)
B6: Helderheid tiptoetsen gedimd/helder
F7: Batterijtype alkali/Ni-MH
NL-47
Instellingen maken
*Indrukken van een toets of pedaal wordt beschouwd als het begin van een uitvoering en zorgt ervoor dat de bedieningsfuncties
worden vergrendeld.
Veranderen van de instelling voor de paneellampjes
1.
Houd 3FUNCTION ingedrukt.
Laat 3FUNCTION niet los tot aan de onderstaande stap 3.
2.
Druk op de G7 klaviertoets.
Telkens wanneer de G7 klaviertoets wordt ingedrukt om deze instelling te veranderen, klinkt er een meldtoon om de nieuw
geselecteerde instelling aan te geven.
*Zie “Meldtonen” (pagina NL-11) voor verdere informatie.
3.
Laat 3FUNCTION los nadat de gewenste instelling is gemaakt.
Wanneer de Digitale Piano wordt ingeschakeld en alleen op batterijspanning wordt gebruikt (geen stroomvoorziening via de
netadapter), komt de paneellampjes-instelling automatisch op 60 seconden te staan om stroom te besparen. Indien gewenst
kunt u de paneellampjes-instelling veranderen.
Paneellampjes-instelling
Om stroom te besparen, kunt u instellen dat alle toetslampjes worden
uitgeschakeld, met uitzondering van het lampje van 3FUNCTION,
wanneer het instrument een bepaalde tijd niet wordt bediend. U kunt
deze tijd instellen op 5, 30, 60 of 120 seconden. U kunt deze instelling
ook uitschakelen, wat betekent dat de lampjes blijven branden.
G7 Zie “Veranderen van de instelling voor de
paneellampjes” (pagina NL-47).
Meldtoonvolume
Het meldtoonvolume kan worden ingesteld binnen het bereik van 0
(gedempt) t/m 10 (maximum).
A7 Verlaagt het meldtoonvolume met 1.
B}7 Verhoogt het meldtoonvolume met 1.
A7 + B}7 Zet het meldtoonvolume terug op de
oorspronkelijke standaardinstelling.
Selectie meldtonenset
Uw Digitale Piano laat u de resultaten van de bedieningshandelingen
weten aan de hand van meldtonen. U kunt kiezen uit drie verschillende
meldtonensets.
B7 Schakelt over op de volgende
meldtonenset (1, 2, 3).
Paneelvergrendeling
Wanneer Aan wordt geselecteerd, zijn de LED’s van alle tiptoetsen,
behalve 3FUNCTION, uit en alle bedieningsfuncties zijn
uitgeschakeld, met uitzondering van de onderstaande twee. Wanneer
Automatisch wordt geselecteerd, zijn de bedieningsfuncties alleen
tijdens uitvoeringen uitgeschakeld.*
Bediening van de 1P (aan/uit) toets. Bij het uitschakelen van de
Digitale Piano wordt de paneelvergrendeling geannuleerd.
Tiptoetsbediening voor het annuleren van de paneelvergrendeling.
C8 Uit, Aan en Automatisch worden achter
elkaar doorlopen. Zelfs als Aan wordt
geselecteerd, kunt u de instelling
veranderen door 3FUNCTION
ingedrukt te houden en tegelijk op de C8
klaviertoets te drukken.
Uit: Uit-toon
Aan: Optie-toon × 1
Automatisch: Optie-toon × 2
Meldtoon*Instelling Beschrijving
Uit-toon Uit De lampjes van de tiptoetsen blijven branden.
Optie-toon × 1 5 seconden Nadat er gedurende een bepaalde tijd geen bediening op het
voorpaneel is uitgevoerd, gaan de lampjes van alle tiptoetsen, met
uitzondering van 3FUNCTION, uit.
Optie-toon × 2 30 seconden
Optie-toon × 3 60 seconden
Optie-toon × 4 120 seconden
Deze instelling:
Indrukken
van deze
toets:
Doet dit:
NL-48
Instellingen maken
U kunt de onderstaande procedure gebruiken om de opgeslagen gegevens en instellingen van de Digitale Piano terug te zetten op
de oorspronkelijke standaard-fabrieksinstellingen.
1.
Houd 3FUNCTION ingedrukt.
2.
Druk op de A0 klaviertoets.
Het toestel komt in de paraatstand voor een fabrieksreset te staan en het 3FUNCTION lampje begint te knipperen.
In de onderstaande stap 3 wordt de initialisatie gestart. Als u besluit om de initialisatie te annuleren, laat u 3FUNCTION
los.
3.
Druk op de C1 klaviertoets om de initialisatie uit te voeren.
De initialisatie wordt gestart.
4.
Laat 3FUNCTION los.
Het duurt even voordat de initialisatie is voltooid. Wacht totdat de initialisatie volledig is voltooid. De lampjes van alle
tiptoetsen op het voorpaneel (3FUNCTION t/m 8GRAND PIANO) gaan branden wanneer de initialisatie is voltooid.
Fabrieksreset (Initialisatie)
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
C1 A0
NL-49
De draadloosfunctie kan worden gebruikt met de bijgeleverde draadloze MIDI- en audio-adapter.
Er zijn twee manieren om een draadloze verbinding te maken.
Bij gebruik van de bijgeleverde draadloze MIDI- en audio-adapter kan dit apparaat worden gekoppeld met een apparaat geschikt
voor Bluetooth-audio (smartapparaat) om geluid van een extern apparaat weer te geven via de luidsprekers van de Digitale Piano.
Stel bij het koppelen het volume van de Digitale Piano en het externe apparaat laag in.
Als het geluid van het externe apparaat vervormd klinkt, moet u het volume op het externe apparaat lager instellen.
Als gevolg van de eigenschappen van Bluetooth zal het geluid enigszins vertraagd zijn. Gebruik een kabel als dit een
probleem is.
Koppelen van de Digitale Piano met een apparaat geschikt voor Bluetooth-audio
1.
Sluit de draadloze MIDI- en audio-adapter aan op de bl USB Type A poort.
2.
Open het Bluetooth-instellingenscherm van het externe apparaat en schakel de Bluetooth-functie in als
deze uitgeschakeld is.
3.
Houd 3FUNCTION op de Digitale Piano ingedrukt en druk dan op de C{1 toets.
De Bluetooth-indicator op de Digitale Piano begint te knipperen om aan te geven dat de piano in de paraatstand voor
koppelen staat.
Als de instelling voor de draadloosfunctie op de Digitale Piano uitgeschakeld is, zal deze automatisch worden
ingeschakeld.
4.
Laat 3FUNCTION los.
5.
Selecteer “WU-BT10 AUDIO” op het instellingenscherm van het apparaat geschikt voor Bluetooth-audio
en koppel het apparaat met uw Digitale Piano.
Wanneer het koppelen is voltooid, stopt de Bluetooth-indicator van de Digitale Piano met knipperen en blijft deze branden,
en klinkt er een pianotoon als meldtoon.
Het geluid van het externe apparaat wordt weergegeven via de luidsprekers van de Digitale Piano.
Zowel de draadloosfunctie van de Digitale Piano als de Bluetooth-functie van het apparaat geschikt voor Bluetooth-audio moet
zijn ingeschakeld.
•ZieIn-/uitschakelen van de draadloosfunctie” (pagina NL-51) voor het veranderen van de instellingen van de draadloosfunctie
van de Digitale Piano.
De koppelingsinformatie van voorheen verbonden apparaten geschikt voor Bluetooth-audio wordt opgeslagen in de draadloze
MIDI- en audio-adapter. Eenmaal opgeslagen zal de Bluetooth-audiokoppeling automatisch worden uitgevoerd zonder dat de
bedieningshandelingen voor Bluetooth-audiokoppeling worden verricht.
Gebruik van de draadloosfunctie
Weergeven van audio van een smartapparaat (Bluetooth-audiokoppeling)
Draadloze MIDI- en audio-adapter
bl USB Type A poort
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
C{1
NL-50
Gebruik van de draadloosfunctie
Wissen van de koppelingsregistratie van een apparaat geschikt voor Bluetooth-audio
Door de volgende bediening uit te voeren wordt de koppeling tussen de Digitale Piano en het huidige apparaat geschikt voor
Bluetooth-audio ongedaan gemaakt. Als u een probleem ondervindt bij het koppelen met een apparaat geschikt voor Bluetooth-
audio, voert u de volgende stappen uit en probeert daarna opnieuw te koppelen. Zie “Weergeven van audio van een
smartapparaat (Bluetooth-audiokoppeling)” (pagina NL-49).
Nadat de onderstaande stappen zijn uitgevoerd om de koppelingsregistratie van het apparaat geschikt voor Bluetooth-audio te
wissen, moet u ook de koppelingsregistratie op het verbonden apparaat wissen.
1.
Sluit de draadloze MIDI- en audio-adapter aan op de bl USB Type A poort.
De instellingen voor Bluetooth-audiokoppeling kunnen niet worden gewist zonder dat de draadloze MIDI- en audio-adapter
is aangesloten.
2.
Houd 3FUNCTION ingedrukt.
3.
Druk op de F1 toets.
De Bluetooth-indicator van de Digitale Piano begint snel te knipperen om aan te geven dat de piano klaarstaat om de
Bluetooth-verbindingsgeschiedenis te wissen.
Het wissen kan hierna worden uitgevoerd. Laat 3FUNCTION los om te annuleren.
4.
Druk op de C1 toets om te wissen.
De Bluetooth-indicator gaat uit en de Bluetooth-verbinding wordt opgeheven.
5.
Laat 3FUNCTION los.
Volumeregeling van het Bluetooth-audio ingangsgeluid en gebruik van de functie Middenbereik annuleren
Wanneer geluid van een apparaat geschikt voor Bluetooth-audio via de luidsprekers van de Digitale Piano wordt weergegeven,
kan het volume van het geluid worden geregeld en kan de functie Middenbereik annuleren worden toegepast.
•ZieInstellen van de volumebalans” (pagina NL-43) voor informatie over het instellen van het volume van het Bluetooth-audio
ingangsgeluid.
•ZieGebruik van Middenbereik annuleren” (pagina NL-44) voor informatie over de functie Middenbereik annuleren.
De draadloze MIDI- en audio-adapter kan worden gebruikt om de Digitale Piano te verbinden met een apparaat geschikt voor
Bluetooth Low Energy MIDI (smartapparaat).
1.
Sluit de draadloze MIDI- en audio-adapter aan op de bl USB Type A poort.
2.
Selecteer “WU-BT10 MIDI” in het instellingenscherm van de applicatie die op het apparaat geschikt voor
Bluetooth Low Energy MIDI is geïnstalleerd (“Gebruik van de speciale app” (pagina NL-52)) en verbind
het apparaat met de Digitale Piano.
Bedien de Digitale Piano niet terwijl deze wacht op verbinding met het apparaat geschikt voor Bluetooth Low Energy
MIDI.
Zowel de draadloosfunctie van de Digitale Piano als de Bluetooth-functie van het apparaat geschikt voor Bluetooth Low Energy
MIDI moet ingeschakeld zijn.
•ZieIn-/uitschakelen van de draadloosfunctie” (pagina NL-51) voor het veranderen van de instellingen van de draadloosfunctie
van de Digitale Piano.
Telkens wanneer u een apparaat geschikt voor Bluetooth Low Energy MIDI gebruikt, moet u hiermee verbinding maken zoals
hierboven is beschreven.
Afhankelijk van het apparaat en de versie van het besturingssysteem kunnen er bij gelijktijdige verbinding via Bluetooth-audio en
Bluetooth Low Energy MIDI problemen ontstaan met de MIDI-functionaliteit. Als dit gebeurt, moet u de Bluetooth-
audioverbinding uitschakelen van het apparaat dat via Bluetooth-audio is verbonden.
Verbinding met een apparaat geschikt voor Bluetooth Low Energy MIDI
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
C1 F1
NL-51
Gebruik van de draadloosfunctie
1.
Sluit de draadloze MIDI- en audio-adapter aan op de bl USB Type A poort.
2.
Houd 3FUNCTION ingedrukt en druk dan op de D1 toets.
Bij meermalen indrukken van de toets wordt de draadloosfunctie beurtelings in- en uitgeschakeld en klinkt er een meldtoon.
Bij inschakelen gaat de Bluetooth-indicator branden wanneer de Digitale Piano met een extern apparaat wordt verbonden
dat reeds gekoppeld is. Bij uitschakelen gaat de indicator uit.
Als de draadloze MIDI- en audio-adapter niet is aangebracht wanneer de draadloosfunctie wordt ingeschakeld, gaat de
Bluetooth-indicator knipperen om een fout aan te geven.
3.
Laat 3FUNCTION los wanneer u de gewenste instelling heeft.
Betreffende de meldtonen
Er klinkt een meldtoon wanneer de status van de Bluetooth-verbinding verandert.
Om het volume van de meldtoon af te stellen, houdt u 3FUNCTION ingedrukt en drukt dan op de volgende klaviertoetsen.
*Het volume kan worden ingesteld in het bereik van 0 t/m 10.
In-/uitschakelen van de draadloosfunctie
Beschrijving van melding Meldtoon
Verbinding met een apparaat geschikt voor Bluetooth-
audio
Er wordt een pianogeluid met een oplopende melodie gespeeld.
Verbreken van verbinding met een apparaat geschikt
voor Bluetooth-audio
Er wordt een pianogeluid met een aflopende melodie gespeeld.
Verbinding met een apparaat geschikt voor Bluetooth
Low Energy MIDI
Er wordt een vibrafoongeluid met een oplopende melodie gespeeld.
Verbreken van verbinding met een apparaat geschikt
voor Bluetooth Low Energy MIDI
Er wordt een vibrafoongeluid met een aflopende melodie gespeeld.
Afstellen van het volume van de meldtoon bij in-/uitschakelen van de
draadloosfunctie
Indrukken van deze
toets: Doet dit:
E}1 Verlaagt het volume van de meldtoon met 1 stap*
E1 Verhoogt het volume van de meldtoon met 1 stap*
E}1 + E1 Zet het volume van het meldtoon terug op de standaardinstelling.
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
D1
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
E}1
E1
NL-52
Wanneer de Digitale Piano met een smartapparaat zoals een smartphone of tablet wordt verbonden, zijn de volgende functies
beschikbaar:
Besturing van de Digitale Piano vanaf het smartapparaat (afstandsbediening van de piano)
Overbrengen van muziekgegevens vanaf het smartapparaat naar de Digitale Piano
Gebruik van de lesfunctie van de app voor het smartapparaat met de Digitale Piano
Weergeven van muziek op de smartapparaat-app via de luidsprekers van de Digitale Piano
Download de CASIO MUSIC SPACE app van onze website en installeer de app op uw smartapparaat.
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/PX-S5000/
Er zijn twee mogelijkheden voor de verbinding: via Bluetooth of via een commercieel verkrijgbare USB-kabel.
Bij gebruik van de app voor smartapparaten (gemaakt door CASIO) mag u niet gelijktijdig een verbinding via Bluetooth
en via een USB-kabel maken.
Verbinden van de Digitale Piano met een smartapparaat via Bluetooth
U kunt met de draadloze MIDI- en audio-adapter een verbinding via Bluetooth maken.
1.
Zie “Downloaden van de app voor smartapparaten” (pagina NL-52) en installeer de app op het
smartapparaat.
2.
Sluit de draadloze MIDI- en audio-adapter aan op de bl USB Type A poort (pagina NL-9).
3.
Selecteer “WU-BT10 MIDI” op het verbinding-instelscherm op de app en maak verbinding met de
Digitale Piano. (Verbinden van een apparaat geschikt voor Bluetooth Low Energy MIDI)
Zie de instructies van de app voor verdere informatie.
Bluetooth-audiokoppeling wordt gebruikt voor Bluetooth-audioverbindingen. Zie “Weergeven van audio van een
smartapparaat (Bluetooth-audiokoppeling)” (pagina NL-49).
Gebruik van de speciale app
Downloaden van de app voor smartapparaten
Verbinden met een smartapparaat
Draadloze MIDI- en audio-adapter
Smartapparaat bl USB Type A poort
NL-53
Gebruik van de speciale app
Bedien de Digitale Piano niet terwijl de app van het smartapparaat verbinding aan het maken is.
Bij verbinding via Bluetooth kan er vervorming hoorbaar zijn afhankelijk van de verbindingstoestand en de
eigenschappen van het smartapparaat. Als er vervorming is, kunt u het volgende proberen:
Lees de instructies van de app voor de instellingen van de MIDI-weergavekwaliteit.
Als u met Wi-Fi verbonden bent, schakelt u dit uit.
Gebruik een kabel voor de verbinding.
Verbinden van de Digitale Piano met een smartapparaat met gebruik van een kabel
Voor informatie over de kabels die vereist zijn voor de verbinding raadpleegt u de verbindingsinstellingen in de CASIO MUSIC
SPACE app.
https://web.casio.com/app/en/music_space/support/connect.html
Bij verbinding met een USB-kabel is het mogelijk dat u een adapter nodig heeft in aanvulling op de commercieel verkrijgbare
USB-kabel.
De vereiste adapter hangt af van uw smartphone of tablet.
Sommige smartphones en tablets zijn niet geschikt voor verbinding met een USB-kabel.
1.
Zie “Downloaden van de app voor smartapparaten” (pagina NL-52) en installeer de app op het
smartapparaat.
2.
Verbind de bk USB Type B poort van de Digitale Piano met het smartapparaat met behulp van een
commercieel verkrijgbare USB-kabel.
Nadat u de Digitale Piano met een smartapparaat heeft verbonden, zijn er diverse bedieningsfuncties beschikbaar met de
apps op het smartapparaat. Zie de instructies van de app voor details betreffende de beschikbare functies.
Gebruik een USB-kabel van 2 meter of korter.
NL-54
Bij aansluiting op geluidsapparatuur zoals een versterker voor
muziekinstrumenten kunt u, afhankelijk van de luidsprekers
van de apparatuur, het geluid met hoger volume of een betere
geluidskwaliteit weergeven.
Schakel de externe apparatuur uit bij het tot stand
brengen van de aansluitingen. Nadat de aansluitingen
eenmaal tot stand zijn gebracht, dient u de
volumeniveaus van de Digitale Piano en de externe
apparatuur in de minimumstand te zetten telkens
wanneer u de stroom in- of uitschakelt.
Schakel na het maken van de aansluitingen eerst de
Digitale Piano in en daarna de externe apparatuur.
Als het geluid van Digitale Piano dat via de externe
apparatuur wordt weergegeven vervormd klinkt, moet u
het volume op de Digitale Piano verlagen.
Voor de aansluitingen kunnen commercieel verkrijgbare
kabels worden gebruikt.
Aansluiten van geluidsapparatuur
(Afbeelding )
LINE OUT R (rechts) is het geluid van het rechter kanaal en
LINE OUT L/MONO (links) is het geluid van het linker kanaal.
Verbind beide aansluitingen met een commercieel
verkrijgbare kabel zoals aangegeven in afbeelding . In de
meeste gevallen moet de ingangskeuzeschakelaar van de
geluidsapparatuur op de verbonden aansluitingen (bijv. AUX
IN) worden gezet.
Aansluiten op een muziekinstrumentversterker
(Afbeelding )
Als u alleen LINE OUT L/MONO aansluit, krijgt u een
monogeluid dat een mix is van beide kanalen. Gebruik een
commercieel verkrijgbare kabel om de verbinding tot stand te
brengen zoals aangegeven in afbeelding .
U kunt uitvoeringsinformatie (MIDI-gegevens) verzenden en
ontvangen door dit instrument met een computer of
smartapparaat te verbinden. MIDI-apps die op uw computer of
smartapparaat draaien kunnen worden gebruikt om uw
uitvoeringen op te nemen of MIDI-gegevens naar uw Digitale
Piano te sturen om weer te geven.
Besturingsomgeving van de computer
De computerspecificaties die vereist zijn voor het verzenden
en ontvangen van MIDI-gegevens zijn zoals hieronder
aangegeven. Controleer altijd eerst de computerspecificaties.
Ondersteund besturingssysteem
Windows 8.1*1
Windows 10*2
Windows 11
macOS 10.13, 10.14, 10.15, 11, 12
*1 Windows 8.1 (32-bit en 64-bit versies)
*2 Windows 10 (32-bit en 64-bit versies)
USB-poort
Zie het gedeelte “Compatibiliteit met besturingssysteem
(Windows/macOS)” op de onderstaande website voor de
meest recente ondersteuningsinformatie voor het
besturingssysteem.
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/PX-S5000/
Gebruik van externe
apparaten aangesloten via
een kabel
Weergeven van het geluid van de
Digitale Piano via een versterker
of andere geluidsapparatuur
INPUT 1
INPUT 2
Gitaarversterker,
toetsenbordversterker enz.
RIGHT (rechts-rood)
LEFT (links-wit)
Penstekkers
AUX IN aansluitingen enz. van de geluidsversterker
bo LINE OUT aansluitingen
(Standaard-klinkaansluiting
(TS-klink))
Aansluiten op een computer of
een smartapparaat met MIDI
NL-55
Gebruik van externe apparaten aangesloten via een kabel
Aansluiten op een computer
Wanneer de aansluitingen niet juist worden gemaakt,
kan dit betekenen dat u geen gegevens kunt verzenden
of ontvangen. Volg de onderstaande stappen voor het
maken van de aansluitingen.
1.
Schakel de Digitale Piano uit en start uw
computer op.
Start de muzieksoftware op uw computer nog niet.
2.
Verbind de bk USB Type B poort van de
Digitale Piano met een commercieel
verkrijgbare USB-kabel met uw computer.
Gebruik een kabel met een USB 2.0 of 1.1 A-B type
stekker.
3.
Schakel de Digitale Piano in.
Wanneer de aansluiting de eerste maal wordt
gemaakt, zal het stuurprogramma dat vereist is voor
het verzenden en ontvangen van MIDI-gegevens
automatisch op de computer worden geïnstalleerd.
4.
Start de muzieksoftware op uw computer.
5.
Selecteer “CASIO USB-MIDI” als het MIDI-
apparaat in de instellingen van de
muzieksoftware.
Zie de handleiding van de muzieksoftware voor
informatie over het selecteren van een MIDI-apparaat.
Zorg dat u de Digitale Piano inschakelt voordat u de
muzieksoftware op uw computer start.
Er worden geen MIDI-gegevens verzonden of
ontvangen wanneer melodieën worden weergegeven.
Nadat eenmaal een succesvolle verbinding is gemaakt,
kunt u de computer en de Digitale Piano in-/uitschakelen
zonder dat de USB-kabel wordt losgemaakt.
Voor gedetailleerde MIDI-specificaties van de Digitale
Piano en de laatste MIDI-ondersteuningsinformatie kunt u
de volgende website bezoeken:
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/PX-S5000/
•ZieMIDI-instellingen maken” (pagina NL-44) voor MIDI-
gerelateerde instellingen.
Verbinden met een smartapparaat
U kunt de Digitale Piano met een smartapparaat verbinden
dat met MIDI-apps werkt.
Zie de sectie “Compatibiliteit met besturingssysteem
(iOS/Android)” op de onderstaande website voor een lijst
met apparaten die kunnen worden gebruikt.
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/PX-S5000/
Wij raden het gebruik aan van apparaten die staan vermeld
in de sectie “Geteste apparaten (USB-MIDI verbinding)”.
Houd er rekening mee dat wij niet kunnen garanderen dat
de vermelde apparaten met alle MIDI-apps werken die op
het apparaat draaien.
Afhankelijk van de besturingsomgeving is het mogelijk dat
geen juiste verbinding kan worden gemaakt.
Zelfs als het apparaat is getest, kan het gebeuren dat dit
niet juist werkt als gevolg van upgrades voor het apparaat
of de besturingssysteemversie, enz.
NL-56
Er gebeurt niets wanneer ik een tiptoets aantip.
Er wordt geen geluid geproduceerd bij het aanslaan
van een klaviertoets.
De Digitale Piano laat een hard geluid klinken en
schakelt dan plotseling uit.
De toonhoogte van de Digitale Piano is anders.
Er gebeurt niets wanneer ik een pedaal indruk.
De tonen en/of effecten klinken vreemd. De intensiteit
van de noten verandert niet zelfs als ik de druk op de
klaviertoetsen verander. Uitschakelen en dan weer
inschakelen van de stroom lost het probleem niet op.
Oplossen van moeilijkheden
Oorzaak:
a. U draagt handschoenen of u tipt de toets met een
vingernagel of een pen aan.
b. De gevoeligheid van de tiptoetsen is niet goed ingesteld.
Maatregel:
a. Om een tiptoets te bedienen, moet u deze stevig met
een blote vinger aantippen.
b. Voer de onderstaande stappen uit om de gevoeligheid
van de tiptoetsen te verhogen.
(1) Schakel de Digitale Piano uit.
(2) Houd de C8 klaviertoets ingedrukt (de toets
helemaal rechts) en druk dan op de 1P (aan/uit)
toets.
Blijf de C8 klaviertoets ingedrukt houden totdat de
tiptoetsen achter elkaar van links naar rechts
gaan branden (van 3FUNCTION t/m
8GRAND PIANO). U hoeft de 1P (aan/uit)
toets niet ingedrukt te blijven houden.
Oorzaak:
a. De 2 volumeknop staat in de minimumstand.
b. De hoofdtelefoon of een adapterstekker is aangesloten
op één van de 9PHONES aansluitingen.
c. De MIDI lokale sturing is uitgeschakeld.
d. De luidsprekerweergave is uitgeschakeld.
Maatregel:
a. Draai aan de 2 volumeknop.
b. Haal de stekkers uit de 9PHONES aansluitingen.
c. Schakel de instelling voor lokale sturing in (pagina
NL-44).
d. Zet de instelling voor de luidsprekerweergave (NL-46)
op Aan of Automatisch.
Maatregel:
Vervang de batterijen door nieuwe of schakel over op
stroom van het lichtnet via de netadapter (pagina NL-5).
Oorzaak:
a. De huidige transponeerinstelling van het toetsenbord is
anders dan de standaardinstelling.
b. De stemmingsinstelling van de Digitale Piano is anders
dan “440,0Hz”.
c. Octaafverschuiving is ingeschakeld.
d. De huidige toonschaalinstelling is anders dan “Equal
Temperament” (gelijkzwevend temperament).
Maatregel:
a. Zet de transponeerfunctie (pagina NL-17) terug op de
oorspronkelijke standaardinstelling.
b. Verander de stemmingsinstelling naar “440,0Hz”
(pagina NL-17) en zet Upper2 ontstemmen en Lower
ontstemmen (pagina NL-42) op de
standaardinstellingen.
c. Verander de instelling van de octaafverschuiving naar 0
(pagina NL-18).
d. Verander de toonschaalinstelling naar “Equal
Temperament” (gelijkzwevend temperament).
Oorzaak:
Het pedaalsnoer is niet correct op de bm DAMPER
PEDAL aansluiting of de bn PEDAL UNIT aansluiting
aangesloten, of de stekker is niet volledig in de aansluitbus
gestoken.
Maatregel:
Controleer of het pedaalsnoer juist is aangesloten en de
stekker volledig in de aansluitbus zit.
Oorzaak:
De functie Automatisch hervatten is ingeschakeld.
Maatregel:
Schakel Automatisch hervatten (pagina NL-45) uit en
schakel daarna de stroom uit.
NL-57
Oplossen van moeilijkheden
Ik kan geen MIDI-gegevens verzenden of ontvangen bij
verbinding met een computer.
De kwaliteit en het volume van een toon klinken ietwat
anders afhankelijk van waar deze op het toetsenbord
gespeeld wordt.
Bij aantippen van een toets wordt de weergegeven noot
eventjes onderbroken of is er een subtiel verschil in
hoe de effecten worden toegepast.
Hoe kan ik een gebruikersmelodie wissen?
Maatregel:
a. Controleer of de USB-kabel aangesloten is op de
Digitale Piano en de computer, en of de juiste
apparatuur geselecteerd is met de muzieksoftware van
de computer.
b. Schakel de Digitale Piano uit en sluit dan de
muzieksoftware op uw computer af. Schakel de Digitale
Piano vervolgens opnieuw in en start dan de
muzieksoftware op uw computer weer.
Oorzaak:
Dit is een onvermijdelijk resultaat van het digitale
samplingproces* en duidt verder niet op een storing.
*Meerdere digitale monsters worden genomen voor het
lage, het midden en het hoge bereik van het
oorspronkelijke muziekinstrument. Daardoor kunnen er
zich kleine verschillen voordoen in de toonkwaliteit en
het toonvolume tussen de verschillende
samplingbereiken.
Oorzaak:
Dit gebeurt wanneer de geluiden van meerdere delen
tegelijkertijd klinken terwijl lagen worden gebruikt, de
duetmodus in werking is, een ingebouwde melodie wordt
weergegeven, een opname plaatsvindt, enz. Door onder
dergelijke omstandigheden een toets aan te tippen
verandert de bij de toon ingebouwde effectinstelling
waardoor noten tijdelijk onderbroken kunnen worden of
waardoor een subtiel verschil kan optreden in hoe de
effecten worden toegepast.
Maatregel:
Wissen van een gebruikersmelodie is mogelijk vanaf het
smartapparaat waarmee de Digitale Piano is verbonden.
Zie voor details de uitleg onder “Gebruik van de speciale
app” (pagina NL-52).
Oplossen van moeilijkheden
NL-58
Foutmeldingen
Indicators Oorzaak Maatregel
De USB flash-drive is niet juist in de bl USB
Type A poort van de Digitale Piano gestoken.
Steek de USB flash-drive op de juiste wijze in
de bl USB Type A poort.
De USB flash-drive werd verwijderd terwijl een
bewerking aan de gang was.
Verwijder de USB flash-drive niet terwijl een
bewerking plaatsvindt.
De USB flash-drive is beveiligd tegen
overschrijven.
Ontgrendel de beveiliging van de USB flash-
drive.
De USB flash-drive wordt beveiligd door
antivirus software.
Gebruik een USB flash-drive die niet beveiligd
wordt door antivirus software.
Er is geen bestand in de MUSICDAT-map dat
geladen of weergegeven kan worden.
Verplaats het bestand dat u wilt laden of
weergeven naar de MUSICDAT-map (pagina
NL-40).
U probeert gegevens op te slaan naar een USB
flash-drive terwijl er geen gegevens zijn die
kunnen worden opgeslagen.
Neem iets op voordat u een opslaanbewerking
uitvoert.
U probeert gegevens op te slaan met een naam
die reeds wordt gebruikt voor een ander alleen-
lezen bestand op de USB flash-drive.
Hernoem het bestand op de USB flash-drive
naar iets anders en ga dan de gegevens
opslaan.
Verwijder het alleen-lezen kenmerk van het
bestaande bestand op de USB flash-drive en
overschrijf het bestand met de nieuwe
gegevens.
Gebruik een andere USB flash-drive.
Er is niet genoeg ruimte beschikbaar op de USB
flash-drive.
Wis enkele van de bestanden op de USB flash-
drive om ruimte te maken voor nieuwe
gegevens of gebruik een andere USB flash-
drive.
U probeert de audiorecorder te gebruiken om
een opname te maken terwijl er reeds 99
melodieën zijn opgenomen. TAKE99.WAV
(pagina NL-34) of TAKE99.MP3 (pagina NL-29)
bestaat reeds in de MUSICDAT-map op de USB
flash-drive.
Gebruik een computer om de MUSICDAT-map
die TAKE**.WAV (** = 01-99) of TAKE**.MP3
(** = 01-99) bestanden bevat naar een andere
map of station te verplaatsen.
Er is geprobeerd om een bestand in SMF-
formaat 2 te lezen of weer te geven.
Het SMF-formaat dat door de Digitale Piano kan
worden gelezen of weergegeven is “0” of “1”.
Het bestand op de USB flash-drive is te groot
om op deze Digitale Piano weer te geven.
Uw Digitale Piano kan SMF-bestanden
weergeven die tot ongeveer 100 KB groot zijn.
NL-59
Oplossen van moeilijkheden
Hoewel ze niet zijn aangegeven in de bovenstaande afbeeldingen, lichten de “L” en “R” indicators boven de 70 (opname) ook
op bij alle fouten.
De gegevens op de USB flash-drive zijn
beschadigd.
Er is niet genoeg geheugen beschikbaar bij de
Digitale Piano om een melodierecordermelodie
te converteren naar SMF-gegevens en op te
slaan op de USB flash-drive.
Verminder de grootte van de
melodiegegevens.
Wis de gegevenssporen die kunnen worden
gewist.
Deze Digitale Piano ondersteunt niet de
bestandsversie van de USB flash-drive.
Gebruik een versie die de Digitale Piano
ondersteunt.
De huidige formattering van de USB flash-drive
is niet geschikt voor deze Digitale Piano.
Gebruik een computer of een ander apparaat
om de USB flash-drive te formatteren naar
iets dat compatibel is met de Digitale Piano
(pagina NL-37).
Gebruik een andere USB flash-drive.
De USB flash-drive is beschadigd. Gebruik een andere USB flash-drive.
De draadloze MIDI- en audio-adapter is niet op
de bl USB Type A poort aangesloten.
Sluit de draadloze MIDI- en audio-adapter aan
op de bl USB Type A poort.
Indicators Oorzaak Maatregel
NL-60
Referentie
Technische gegevens
Model PX-S5000BK
Toetsenbord Pianotoetsenbord met 88 toetsen
Duet Instelbaar toonbereik (–2 t/m +2 octaven)
Transponeren –12 tot 0 tot +12 halve tonen
Octaafverschuiving –2 tot 0 tot +2 octaven
Geluidsbron
Aantal tonen 23 (22 tonen voor volledig toetsenbord + 1 bastoon voor laag bereik)
Lagen (exclusief bastoon)
Splitsen (bastoon alleen in laag bereik)
Maximale polyfonie 192 noten
Aanslagvolume 5 gevoeligheidsniveaus, Uit
Stemming 415,5 Hz tot 440,0 Hz tot 465,9 Hz (eenheden van 0,1 Hz)
Temperament Gelijkzwevende temperamenten plus 16 andere typen
Akoestieksimulator Klaviertoets-uit simulator, hamerrespons, toets-uit respons, snaarresonantie,
dempresonantie, dempruis, toets-aan bedieningsruis, toets-uit bedieningsruis
Digitaal effect
Geluidsmodus Zaalsimulator (4 typen), nagalm (8 typen), surround (2 typen)
Overige effecten Zweving (4 typen), helderheid (–3 tot 0 tot +3), hoofdtelefoonmodus
Demonstratiemelodie 1
Muziekbibliotheek
Ingebouwde melodieën 60
Gebruikersmelodieën 10 (maximaal ongeveer 100 KB per melodie, ongeveer 1 MB voor 10 melodieën)*
*Gebaseerd op 1 KB = 1024 bytes, 1 MB = 10242 bytes
Melodievolume Instelbaar (instelling beïnvloedt ook de weergave van MIDI-recordermelodieën)
Gedeelte aan/uit L, R
MIDI-recorder Realtime opname en weergave van MIDI-gegevens
Aantal melodieën 1
Aantal sporen 2
Capaciteit Ongeveer 10.000 noten in totaal
Beveiliging van opgenomen gegevens Ingebouwd flash-geheugen
Volume van MIDI-recorder Instelbaar (instelling beïnvloedt ook de weergave van
muziekbibliotheekmelodieën)
Audiorecorder Realtime opname en weergave van audiogegevens
Aantal melodieën 99 (bestanden)
Bestandsformaat Opname/weergave: WAV (lineaire PCM, 16-bit, 44,1 kHz, stereo)
Alleen weergave: MP3 (MPEG-1 Audio Layer 3, 32–320 kbps/variabele bitrate
(VBR) compatibel, 44,1 kHz/48 kHz, mono/stereo)
Maximale opnametijd Ongeveer 25 minuten per bestand
Opnamemedium USB flash-drive
Metronoom
Maatslagbel Uit, 1 t/m 9 (maatslagen)
Tempobereik 20 t/m 255
Volumeniveau van metronoom Instelbaar
Pedalen
Toewijsbare functies van meegeleverd
SP-3 pedaal
Demper (uit, aan), sostenuto (uit, aan), zacht (uit, aan), metronoom (start, stop),
tempo-instelling
Los verkrijgbare SP-34 pedaaleenheid Demper (continu variabel), sostenuto (uit, aan), zacht (uit, aan)
Overige functies Automatisch hervatten
• Paneelvergrendeling
Meldtonen (selecteerbare sets 1, 2, 3; instelbaar volume)
MIDI 16-kanaals multi-klankkleuren ontvangst
NL-61
Referentie
*Gemeten waarden bij gebruik van eneloop-batterijen.
eneloop is een handelsmerk van Panasonic Corporation.
Wijzigingen in technische gegevens en ontwerp voorbehouden.
Ingangsaansluitingen/
uitgangsaansluitingen
PHONES-aansluitingen Stereo mini-klinkaansluiting (mini-TRS-klink) × 2
Stroomvoorziening 12 V gelijkstroom
LINE OUT R, L/MONO-aansluitingen Standaard-klinkaansluiting (TS-klink) × 2
Uitgangsimpedantie: 600 Ω
Uitgangsspanning: 1,3 V (RMS) MAX
USB-poort Type A, type B
DAMPER PEDAL-aansluiting Standaard-klinkaansluiting (TS-klink)
PEDAL UNIT-aansluiting Bedrijfsspecifieke aansluiting
Akoestiek
Versterkervermogen 8 W + 8 W
Luidsprekers 16 cm × 8 cm (ovaal) × 2
Stroomvoorziening 2-weg stroomvoorziening
Batterijen 6 AA-formaat alkalibatterijen of AA-formaat oplaadbare nikkel-metaalhydride
batterijen
Bij continue werking: Ongeveer 4 uur (alkalibatterijen) of ongeveer 4 uur (nikkel-
metaalhydride batterijen) continue werking*
De feitelijke continue gebruiksduur kan korter zijn als gevolg van de
eigenschappen van de gebruikte batterijen.
Netadapter AD-A12150LW
Automatische stroomonderbreker Ongeveer vier uur (gebruik met netadapter) of zes minuten (gebruik op batterijen)
na de laatste toetsbediening; functie kan worden geannuleerd.
Stroomverbruik 12 V=10 W
Afmetingen 132,2 (W) × 23,2 (D) × 10,2 (H) cm
Gewicht Ongeveer 11,5 kg (zonder batterijen)
Referentie
NL-62
Omgeving
Zet de Digitale Piano op een stabiele en vlakke
ondergrond. Als u de Digitale Piano op een tafel of andere
ondergrond zet in plaats van op de apart verkrijgbare
standaard, moet u er goed op letten dat de Digitale Piano
op een stabiele en vlakke ondergrond staat waarbij de
volledige onderkant op die ondergrond rust.
Om schimmelvorming te voorkomen moet u het product op
een goed geventileerde plaats opstellen waar de
temperatuur en vochtigheid in de onderstaande bereiken
vallen.
Aanbevolen temperatuurbereik: 15 tot 25°C
Aanbevolen vochtigheidsbereik: 40 tot 60% vochtigheid
Zet het product niet op een plaats die onderhevig is aan
sterke schommelingen in temperatuur en/of vochtigheid.
Hierdoor kunnen metalen onderdelen gaan roesten,
vervormen of barsten en kan de afwerking worden
aangetast.
Onderhoud door de gebruiker
Veeg het product met een zachte, droge doek schoon.
Gebruik geen tissue want dit kan krassen veroorzaken.
Hardnekkig vuil kan worden verwijderd met een zachte
doek bevochtigd met een verdunde oplossing van water en
een mild reinigingsmiddel. Wring de doek goed uit en veeg
ermee over het product. Hierna moet u met een andere
zachte, droge doek zorgvuldig navegen.
Gebruik geen sterke schoonmaakmiddelen,
chloormiddelen, ontsmettingsdoekjes of andere middelen
die benzeen, organische oplosmiddelen, alcohol of andere
bijtende stoffen bevatten. Dit kan namelijk resulteren in
verkleuring, vervorming, afbladeren van de afwerking,
barsten enz.
Steriliseren en desinfecteren
Nadat het product twee- of driemaal met een niet-
alcoholisch ontsmettingsdoekje is afgeveegd, gebruikt u
een zachte, droge doek om het product droog te vegen.
Als u het product niet droog veegt, kunnen er strepen
achterblijven.
Als het product door meerdere personen wordt gebruikt,
verdient het aanbeveling de handen te desinfecteren
voordat u het product gebruikt.
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires
Gebruik enkel accessoires die worden aanbevolen voor
gebruik met dit product. Het gebruik van niet erkende
accessoires kan resulteren in brand, een elektrische schok of
persoonlijk letsel.
Voeglijnen
Er kunnen lijnen zichtbaar zijn aan de buitenkant van het
product. Dit zijn “voeglijnen” die het resultaat zijn van het
proces waarbij het plastic in een vorm wordt gegoten. Het zijn
geen breuken of krassen.
Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van de
netadapter
Gebruik nooit de netadapter (JEITA standaard, met een
uniforme polariteitsstekker) die voor deze Digitale Piano
wordt voorgeschreven om een ander toestel dan deze
Digitale Piano op een stopcontact aan te sluiten.
Dit zou namelijk kunnen resulteren in een defect.
De netadapter kan niet worden gerepareerd. Als de
netadapter defect is of beschadigd raakt, moet u een
nieuwe aanschaffen.
Werkingsomgeving van de netadapter:
Temperatuur: 0 t/m 40°C
Vochtigheid: 10% t/m 90% vochtigheid
Uitgangspolariteit: &
Het gebruik van een ander type netadapter kan rook of
andere problemen veroorzaken.
Batterijen
Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht bij
gebruik van oplaadbare batterijen.
(Alleen modellen die geschikt zijn voor gebruik van
oplaadbare batterijen)
Gebruik Panasonic Group AA-formaat eneloop oplaadbare
batterijen.
Gebruik geen ander type batterijen.
Gebruik uitsluitend de voorgeschreven oplader om de
batterijen op te laden.
De oplaadbare batterijen moeten uit het product worden
gehaald wanneer deze worden opgeladen.
Voor informatie over het gebruik van eneloop-batterijen of
de speciale oplader hiervoor, dient u de documentatie en
voorzorgmaatregelen te lezen die worden meegeleverd en
de producten uitsluitend te gebruiken zoals aangegeven.
Vervang de batterijen ten minste eenmaal per jaar, zelfs als er
geen indicatie is voor zwakke batterijspanning. Lege
oplaadbare batterijen (eneloop) in het bijzonder kunnen
verslijten als ze in het product blijven. Neem oplaadbare
batterijen zo spoedig mogelijk uit het product wanneer ze leeg
zijn.
Betreffende het voorpaneel
Bediening op het voorpaneel terwijl dit stoffig of vuil is, kan
resulteren in krassen.
Veeg voor gebruik voorzichtig met een zachte, schone doek
over het paneel om stof en vuil te verwijderen.
Gebruik uw vingers voor bediening op het voorpaneel.
Gebruik niet uw vingernagels of scherpe voorwerpen want dit
kan resulteren in krassen in het oppervlak.
Bedieningsvoorzorgsmaatregelen
NL-63
Referentie
De BASS (LOWER) toon kan alleen aan het lage bereik van het toetsenbord worden toegewezen. Deze toon kan niet aan het
volledige toetsenbord worden toegewezen.
Toonlijst
Toonnaam Nootnaam van
klaviertoets
Verzenden en ontvangen Alleen ontvangen
Programma-
verandering Bankselectie MSB Programma-
verandering Bankselectie MSB
GRAND PIANO CONCERT A0 0 16 0 0
GRAND PIANO BRIGHT B}0 1 16 1 0
GRAND PIANO MELLOW B0 2 16 0 1
ROCK PIANO C1 316 1 1
JAZZ PIANO C{14 16 0 2
POP PIANO D1 516 1 2
MODERN PIANO E}16 16 1 3
DANCE PIANO E1 716 1 4
HONKY-TONK PIANO F1 8 16 3 0
PIANO PAD F{1 9 16 0 5
ELEC.PIANO G1 10 16 4 0
DIGITAL E.PIANO 1 A}111 16 5 0
DIGITAL E.PIANO 2 A1 12 16 5 1
60’S E.PIANO B}113 16 4 1
HARPSICHORD B1 14 16 6 0
VIBRAPHONE C2 15 16 11 0
STRINGS 1 C{216 16 49 0
STRINGS 2 D2 17 16 48 0
PIPE ORGAN E}218 16 19 0
JAZZ ORGAN E2 19 16 17 0
ELEC.ORGAN 1 F2 20 16 16 0
ELEC.ORGAN 2 F{221 16 16 1
BASS (LOWER) G2 22 16 32 0
BASS (LOWER) toetsenoverzicht
Toets Geluid
C1 - G{0 Ghost Note
A0 - C5 Normal Finger w/ Off Noise
C{5 - G9 Harmonics
Referentie
NL-64
*1 Nootnaam van klaviertoets
Muziekbibliotheeklijst
Nr. *1Titel
1 C2 Nocturne Op.9-2
2 C{2Fantaisie-Impromptu Op.66
3 D2 Étude Op.10-3 “Chanson de l’adieu”
4 E}2Étude Op.10-5 “Black Keys”
5 E2 Étude Op.10-12 “Revolutionary”
6F2 Étude Op.25-9 “Butterflies”
7F{2 Prélude Op.28-7
8G2 Valse Op.64-1 “Petit Chien
9A}2 Valse Op.64-2
10 A2 Moments Musicaux 3
11 B}2 Impromptu Op.90-2
12 B2 Marche Militaire 1 (Duet)
13 C3 Frühlingslied [Lieder Ohne Worte Heft 5]
14 C{3Fröhlicher Landmann [Album für die Jugend]
15 D3 Von fremden Ländern und Menschen
[Kinderszenen]
16 E}3Träumerei [Kinderszenen]
17 E3 Tambourin
18 F3 Menuet BWV Anh.114
[Clavierbüchlein der Anna Magdalena Bach]
19 F{3 Inventio 1 BWV 772
20 G3 Inventio 8 BWV 779
21 A}3 Inventio 13 BWV 784
22 A3 Praeludium 1 BWV 846
[Das Wohltemperierte Klavier 1]
23 B}3 Le Coucou
24 B3 Gavotte
25 C4 Sonatina Op.36-1 1st Mov.
26 C{4Sonatine Op.20-1 1st Mov.
27 D4 Sonate K.545 1st Mov.
28 E}4Sonate K.331 3rd Mov. “Turkish March”
29 E4 Rondo K.485
30 F4 Für Elise
31 F{4 Marcia alla Turca
32 G4 Sonate Op.13 “Pathétique” 1st Mov.
33 A}4 Sonate Op.13 “Pathétique” 2nd Mov.
34 A4 Sonate Op.13 “Pathétique” 3rd Mov.
35 B}4 Sonate Op.27-2 “Moonlight” 1st Mov.
36 B4 Rhapsodie 2
37 C5 Waltz Op.39-15 (Duet)
38 C{5Liebesträume 3
39 D5 Blumenlied
40 E}5La Prière d’une Vierge
41 E5 Csikos Post
42 F5 Humoresque Op.101-7
43 F{5 Melodie [Lyrische Stücke Heft 2]
44 G5 Sicilienne Op.78
45 A}5 Berceuse [Dolly] (Duet)
46 A5 Arabesque 1
47 B}5 La Fille aux Cheveux de Lin [Préludes]
48 B5 Passepied [Suite bergamasque]
49 C6 Gymnopédie 1
50 C{6Je Te Veux
51 D6 Salut d’Amour
52 E}6The Entertainer
53 E6 Maple Leaf Rag
54 F6 L’arabesque [25 Etüden Op.100]
55 F{6 La Styrienne [25 Etüden Op.100]
56 G6 Ave Maria [25 Etüden Op.100]
57 A}6 Le retour [25 Etüden Op.100]
58 A6 La chevaleresque [25 Etüden Op.100]
59 B}6 No.13 [Études de Mécanisme Op.849]
60 B6 No.26 [Études de Mécanisme Op.849]
Nr. *1Titel
NL-65
Referentie
Basisinstellingen zoals de stemming
Selecteer een toets terwijl u 3FUNCTION ingedrukt houdt.
Toetsenbordfunctielijst
Nootnaam Toegewezen functie
A0 Terug naar fabrieksinstellingen
B}0 Automatische stroomonderbreker uitschakelen/inschakelen
B0
C1 Uitvoeren
C{1
Draadloze MIDI- en audio-adapter
Draadloze audiokoppeling
D1 Draadloosfunctie uit/aan
E}1Volume van verbindingsmeldtoon
E1 +
F1 Verbindingsgeschiedenis wissen
F{1
G1
USB flash-drive
SMF opslaan
A}1 MRF opslaan
A1 Uploaden
B}1 Wissen
B1 Formatteren
C2
Basisnoot van toonschaalstemming
C
C{2C{
D2 D
E}2E}
E2 E
F2 F
F{2F{
G2 G
A}2A}
A2 A
B}2B}
B2 B
C3
Selectie van toonschaalstemming
Gelijkzwevend temperament
C{3 Pure Major
D3 Pure Minor
E}3 Pythagorean
E3 Kirnberger 3
F3 Werckmeister
F{3 Mean-Tone
G3 Rast
A}3 Bayati
A3 Hijaz
B}3 Saba
B3 Dashti
C4 Chahargah
C{4 Segah
D4 Gurjari Todi
E}4 Chandrakauns
E4 Charukeshi
F4 Uitgerekte stemming uit/aan
F{4
G4
Stemming
–0,1 Hz
A}4 +0,1 Hz
A4 Stemming 440,0 Hz
B}4 Stemming 442,0 Hz
B4
C5 Volume van toetsenbord
C{5+
D5 Volume van MIDI-melodie
E}5+
E5 Volume van audiomelodie
F5 +
F{5 Middenbereik annuleren van audiomelodie uit/aan
G5 Volume van draadloze audio
A}5+
A5 Middenbereik annuleren van draadloze audio uitschakelen/inschakelen
B}5
Duet
Duetmodus uit/aan/pan
B5 Octaafverschuiving linker toetsenbord
C6 +
C{6Octaafverschuiving rechter toetsenbord
D6 +
E}6Type melodie MIDI
E6 Audio
F6
MIDI-instellingen
Lokale sturing uit/aan
F{6Toetsenbordkanaal
G6 +
A}6 Hi-Reso Velocity MIDI OUT uitschakelen/inschakelen
A6 Pedaalfunctie
B}6
B6 Helderheid van tiptoetsen
C7 Gevoeligheid van tiptoetsen
C{7+
D7 Luidsprekerweergave uitschakelen/inschakelen/automatisch
E}7 Hoofdtelefoonmodus uit/aan
E7
F7 Batterijtype Alkali/Ni-MH
F{7 Stroom-aan waarschuwing uitschakelen/inschakelen
G7 Paneellampjes-instelling uit/5 seconden/30 seconden/60 seconden/120 seconden
A}7 Automatisch hervatten uitschakelen/inschakelen
A7 Meldtoonvolume
B}7+
B7 Selectie van meldtonenset
C8 Paneelvergrendeling uitschakelen/inschakelen/automatisch
A0
C1
C2
C3
C4
C5
C6
C7
C8
NL-66
Referentie
Wijzigen van instellingen zoals de geluidsmodus
Selecteer een toets terwijl u 4SOUND MODE ingedrukt houdt.
Nootnaam Toegewezen functie
A0
Geluidsmoduseffecten
N.Y.Club
B}0Operazaal
B0 Berlin Hall
C1 British Stadium
C{1 Kamer 1
D1 Kamer 2
E}1 Kamer 3
E1 Grote kamer
F1 Zaal 1
F{1 Zaal 2
G1 Zaal 3
A}1 Stadion
A1 Zaalsimulator/nagalmdiepte
B}1 +
B1 Draadloze zaalsimulator/nagalmdiepte
C2 +
C{2
D2 Surroundtype 1
E}2 2
E2
Zweving Zweving
Toon
F2 1
F{2 2
G2 3
A}2 4
A2 Helderheid
B}2+
B2
C3
Akoestieksimulator
Snaarresonantie
Toon
C{3uit
D3 1
E}3 2
E3 3
F3 4
F{3
Dempresonantie
Toon
G3 uit
A}3 1
A3 2
B}3 3
B3 4
C4
Dempruis
Toon
C{4uit
D4 1
E}4 2
E4 3
F4 4
F{4
Toets-aan bedieningsruis
Toon
G4 uit
A}4 1
A4 2
B}4 3
B4 4
C5
Toets-uit bedieningsruis
Toon
C{5uit
D5 1
E}5 2
E5 3
F5 4
F{5
G5
A}5
A5
B}5
B5
C6
C{6
D6
E}6
E6
F6
F{6
G6
A}6
A6
B}6
B6
C7
C{7
D7
E}7
E7
F7
F{7
G7
A}7
A7
B}7
B7
C8
A0
C1
C2
C3
C4
C5
C6
C7
C8
NL-67
Referentie
Wijzigen van de metronoom- en tempo-instellingen
Selecteer een toets terwijl u 5METRONOME ingedrukt houdt.
Nootnaam Toegewezen functie
A0
Tempo-instelling (10 toetsen)
B}0+
B0 0
C1 1
C{12
D1 3
E}14
E1 5
F1 6
F{17
G1 8
A}19
A1
Tempo-instelling (tempomarkeringen)
Largo
B}1 Lento
B1 Adagio
C2 Andante
C{2 Moderato
D2 Allegretto
E}2 Allegro
E2 Vivace
F2 Presto
F{2
G2
A}2
A2
B}2Volume van metronoom
B2 +
C3
Maatslag van metronoom
Uit
C{31
D3 2
E}33
E3 4
F3 5
F{36
G3 7
A}38
A3 9
B}3
B3
C4
C{4
D4
E}4
E4
F4
F{4
G4
A}4
A4
B}4
B4
C5
C{5
D5
E}5
E5
F5
F{5
G5
A}5
A5
B}5
B5
C6
C{6
D6
E}6
E6
F6
F{6
G6
A}6
A6
B}6
B6
C7
C{7
D7
E}7
E7
F7
F{7
G7
A}7
A7
B}7
B7
C8
A0
C1
C2
C3
C4
C5
C6
C7
C8
NL-68
Referentie
Selecteren van melodieën
Selecteer een toets terwijl u 6a ingedrukt houdt.
Nootnaam Toegewezen functie
A0 Selectie van melodieweergavegedeelte LR/L/R
B}0
Melodieselectie (10 toetsen)
B0 +
C1 0
C{11
D1 2
E}13
E1 4
F1 5
F{16
G1 7
A}18
A1 9
B}1
B1
C2
Muziekbibliotheek
Ingebouwde melodie
1 Nocturne Op.9-2
C{2 2 Fantaisie-Impromptu Op.66
D2 3 Étude Op.10-3 “Chanson de l’adieu”
E}2 4 Étude Op.10-5 “Black Keys”
E2 5 Étude Op.10-12 “Revolutionary”
F2 6 Étude Op.25-9 “Butterflies”
F{2 7 Prélude Op.28-7
G2 8 Valse Op.64-1 “Petit Chien”
A}2 9 Valse Op.64-2
A2 10 Moments Musicaux 3
B}2 11 Impromptu Op.90-2
B2 12 Marche Militaire 1 (Duet)
C3 13 Frühlingslied [Lieder Ohne Worte Heft 5]
C{3 14 Fröhlicher Landmann [Album für die Jugend]
D3 15 Von fremden Ländern und Menschen [Kinderszenen]
E}3 16 Träumerei [Kinderszenen]
E3 17 Tambourin
F3 18 Menuet BWV Anh.114 [Clavierbüchlein der Anna Magdalena Bach]
F{3 19 Inventio 1 BWV 772
G3 20 Inventio 8 BWV 779
A}3 21 Inventio 13 BWV 784
A3 22 Praeludium 1 BWV 846 [Das Wohltemperierte Klavier 1]
B}3 23 Le Coucou
B3 24 Gavotte
C4 25 Sonatina Op.36-1 1st Mov.
C{4 26 Sonatine Op.20-1 1st Mov.
D4 27 Sonate K.545 1st Mov.
E}4 28 Sonate K.331 3rd Mov. “Turkish March”
E4 29 Rondo K.485
F4 30 Für Elise
F{4 31 Marcia alla Turca
G4 32 Sonate Op.13 “Pathétique” 1st Mov.
A}4 33 Sonate Op.13 “Pathétique” 2nd Mov.
A4 34 Sonate Op.13 “Pathétique” 3rd Mov.
B}4 35 Sonate Op.27-2 “Moonlight” 1st Mov.
B4 36 Rhapsodie 2
C5 37 Waltz Op.39-15 (Duet)
C{5 38 Liebesträume 3
D5 39 Blumenlied
E}5 40 La Prière d’une Vierge
E5 41 Csikos Post
F5 42 Humoresque Op.101-7
F{5 43 Melodie [Lyrische Stücke Heft 2]
G5 44 Sicilienne Op.78
A}5 45 Berceuse [Dolly] (Duet)
A5 46 Arabesque 1
B}5 47 La Fille aux Cheveux de Lin [Préludes]
B5 48 Passepied [Suite bergamasque]
C6 49 Gymnopédie 1
C{6 50 Je Te Veux
D6 51 Salut d’Amour
E}6 52 The Entertainer
E6 53 Maple Leaf Rag
F6 54 L’arabesque [25 Etüden Op.100]
F{6 55 La Styrienne [25 Etüden Op.100]
G6 56 Ave Maria [25 Etüden Op.100]
A}6 57 Le retour [25 Etüden Op.100]
A6 58 La chevaleresque [25 Etüden Op.100]
B}6 59 No.13 [Études de Mécanisme Op.849]
B6 60 No.26 [Études de Mécanisme Op.849]
C7
Gebruikersmelodie
61 Gebruiker 1
C{7 62 Gebruiker 2
D7 63 Gebruiker 3
E}7 64 Gebruiker 4
E7 65 Gebruiker 5
F7 66 Gebruiker 6
F{7 67 Gebruiker 7
G7 68 Gebruiker 8
A}7 69 Gebruiker 9
A7 70 Gebruiker 10
B}7 Melodie van MIDI-recorder
B7 MIDI-melodie van USB-station (USB-geheugenmelodie)
C8
A0
C1
C2
C3
C4
C5
C6
C7
C8
NL-69
Referentie
Wijzigen van instellingen zoals de toon
Selecteer een toets terwijl u 8GRAND PIANO ingedrukt houdt.
Nootnaam Toegewezen functie
A0
Toonselectie
GRAND PIANO CONCERT
B}0 GRAND PIANO BRIGHT
B0 GRAND PIANO MELLOW
C1 ROCK PIANO
C{1 JAZZ PIANO
D1 POP PIANO
E}1 MODERN PIANO
E1 DANCE PIANO
F1 HONKY-TONK PIANO
F{1 PIANO PAD
G1 ELEC.PIANO
A}1 DIGITAL E.PIANO 1
A1 DIGITAL E.PIANO 2
B}1 60’S E.PIANO
B1 HARPSICHORD
C2 VIBRAPHONE
C{2 STRINGS 1
D2 STRINGS 2
E}2 PIPE ORGAN
E2 JAZZ ORGAN
F2 ELEC.ORGAN 1
F{2ELEC.ORGAN 2
G2 BASS (LOWER)
A}2
A2
B}2
B2
C3
Upper1 instellingen
Upper1 volume
C{3 +
D3 Upper1 octaafverschuiving
E}3 +
E3 Transponeren
F3 +
F{3
Aanslagvolume
uit
G3 Licht
A}3 Medium-licht
A3 Normaal
B}3 Medium-zwaar
B3 Zwaar
C4
Hamerrespons
Toon
C{4uit
D4 Snel
E}4 Matig snel
E4 Matig langzaam
F4 Langzaam
F{4
Toets-uit respons
Toon
G4 Snel
A}4 Normaal
A4 Langzaam
B}4
Lageninstellingen
Lagen uitschakelen/inschakelen
B4 Upper2 volume
C5 +
C{5Upper2 octaafverschuiving
D5 +
E}5Upper2 ontstemmen
E5 +
F5 Upper2 dempfunctie uitschakelen/inschakelen
F{5
Splitsinstellingen
Lower volume
G5 +
A}5Lower ontstemmen
A5 +
B}5 Lower dempfunctie uitschakelen/inschakelen
B5
C6
C{6
D6
E}6
E6
F6
F{6
G6
A}6
A6
B}6
B6
C7
C{7
D7
E}7
E7
F7
F{7
G7
A}7
A7
B}7
B7
C8
A0
C1
C2
C3
C4
C5
C6
C7
C8
Function Transmitted Recognized Remarks
Basic
Channel
1 - 16
1 - 16
1 - 16
1 - 16
Default
Changed
X
Pitch Bender
O
After
Touch
X
X
X
O
Key’s
Ch’s
Velocity
O
9nH v = 1 - 127
O
8nH v = 0 - 127, 9nH v = 0
O
9nH v = 1 - 127
O
8nH v = 0 - 127
Note ON
Note OFF
System
Common
X
X
X
X
X
X
: Song Pos
: Song Sel
: Tune
Notes
Aux
Messages
X
X
X
X
O
X
*3
*3
*3
O
O
X
O
O
X
: All Sound Off
:
Reset All Controller
: Local ON/OFF
: All Notes OFF
: Active Sense
: System Reset
System
Real Time
X
X
X
X
: Clock
: Commands
Model: PX-S5000 Version : 1.0
Mode 1 : OMNI ON, POLY
Mode 3 : OMNI OFF, POLY
Mode 2 : OMNI ON, MONO
Mode 4 : OMNI OFF, MONO
O : Yes
X : No
Mode
Mode 3
X
Mode 3
X
Default
Messages
Altered
Note
Number
0 - 127
0 - 127
12 - 120
True Voice
Control
Change
0, 32
1
5
6, 38
7
10
11
64
65
66
67
71
72
73
74
76
77
78
84
88
91
93
94
100, 101
Bank select LSB/MSB
Modulation
Portamento time
Data entry LSB/MSB
Volume
Pan
Expression
Hold 1
Portamento switch
Sostenuto
Soft pedal
Filter resonance
Release time
Attack time
Filter cutoff
Vibrato rate
Vibrato depth
Vibrato delay
Portamento control
High resolution velocity prefix
Reverb send level
Chorus send level
Delay send level
RPN LSB/MSB
O
X
X
O
O
X
X
O
X
O
O
X
X
X
X
X
X
X
X
O
X
X
X
X
*1
*3
*3
*2
*2
*2
*3
*3
*3
*3
*3
*3
*3
*1
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
*1
*1
System Exclusive
O
*1
O
*1
Program
Change
OO
0 - 127:True #
MIDI Implementation Chart
*1: Voor details over RPN en systeem-exclusieve meldingen, zie MIDI implementatie op
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/PX-S5000/
*2: Afhankelijk van de instelling van het pedaal aangesloten op de DAMPER PEDAL-aansluiting.
*3: Uitvoer samen met bepaalde bedieningsfuncties.
MA2209-A
PXS5000-D-2A
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Casio PX-S5000 Handleiding

Categorie
Digitale piano's
Type
Handleiding