CENTRALE BEDIENING SC-SL4-AE, SC-SL4-BE
INSTALLATIEHANDLEIDING
PJZ012D091
Lees deze handleiding aandachtig door en volg de instructies op tijdens het uitvoeren van installatiewerkzaamheden. ●
Raadpleeg eveneens de installatiehandleidingen voor de binnen- en buitenapparatuur. ●
Het apparaat moet geïnstalleerd worden volgens de nationale bedradingwetgeving. ●
Het product is een precisietoestel, hanteer het dus met voldoende zorg om te vermijden dat het toestel beschadigd ●
wordt door vallen en erop te stappen.
Alvorens het aansluitingsblok aan te raken, schakel de stroomvoorziening uit. ●
Veiligheidsvoorschriften
Voor aanvang van de installatiewerkzaamheden dient u de “Veiligheidsvoorschriften” zorgvuldig door te lezen om ●
ervoor te zorgen dat u de installatie correct uitvoert.
De veiligheidsvoorschriften worden ingedeeld in “Waarschuwing ● ” en “opgelet ”.
WAARSCHUWING
: Wijst op een verhoogd risico dat ernstig letsel of de dood tot gevolg kan hebben indien de unit
niet correct geïnstalleerd wordt.
OPGELET
:
Wijst op een risico waarbij ernstige gevolgen kunnen optreden, die afhankelijk zijn van de omstandigheden.
Zorg ervoor dat u de instructies naleeft.
Voer na de installatie een proeoop uit, om vast te stellen dat zich tijdens de proeoop geen afwijkingen voordoen.
Leg de klant, aan de hand van de gebruikershandleiding, het gebruik van het apparaat uit. Verzoek de klant om deze
installatiehandleiding bij de hand te houden.
WAARSCHUWING
Laat het installatiewerk over aan de dealer of een deskundige vakman. Wanneer men de installatie eigenhandig ●
uitvoert kan dit leiden tot defecten met elektrische schok of brand als mogelijk gevolg.
Installeer het apparaat op correcte wijze aan de hand van de installatiehandleiding. Onvolledige installatie kan leiden ●
tot een elektrische schok of brand.
Gebruik voor het installeren van de unit uitsluitend de bijgeleverde toebehoren en speciale onderdelen. Het nalaten ●
hiervan kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Het elektrisch werk mag enkel door een bevoegde technicus worden uitgevoerd, volgens de <Elektrische ●
Standaards>, <Lokale wetgeving met betrekking tot elektriciteit> en bedradingspecicaties. Onvolledige installatie
kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Zorg er bij de bekabeling voor dat de aansluitingen stevig zijn en bevestig de omschreven kabels goed zodat de ●
aansluitingsverbindingen niet onderhevig zijn aan externe krachten. Onvolledige aansluiting kan leiden tot een
elektrische schok en brand.
OPGELET
Voer aarding uit. ●
Sluit de aarddraad niet aan op gasleidingen, waterleidingen, bliksemaeiders of een aarddraad die met telefoons verbonden is.
Onvolkomen aarding kan leiden tot elektrische schokken.
Installeer de centrale bediening niet op volgende plaatsen. ●
Plaatsen met oliedampen, olienevel en plaatsen waar er veel stoom is zoals een keuken, etc.1.
Plaatsen waar er zich bijtend gas bevindt aangezien er sulferdioxide ontstaat.2.
Plaatsen waar er zich apparaten bevinden die radiogolven uitzenden. 3.
Dit kan afwijkingen in het bedieningssysteem veroorzaken en abnormale werking.
Plaatsen met gevaar op lekkage van brandbaar gas. 4.
Plaatsen met vluchtige stoffen die kunnen ontbranden zoals thinner en benzine.
Indien er een gaslek zou zijn en het hoopt zich op rond de apparatuur zou het een ontsteking kunnen veroorzaken.
Geschikte Modellen 1 Alle modellen voor Super Link
Toebehoren 2 Controleer de volgende toebehoren.
Centrale bediening 1 apparaat
Gebruikershandleiding (CD-ROM)
1 apparaat
Kruiskopschroeven (M4)
4 stuks om op het besturingspaneel
te installeren (10 mm)
Installatiehandleiding
(dit document)
1 unit
4 stukken voor verankering in
een muur (40mm)
Installatiebeugel (voor) 1 stuks
Installatiebeugel (achter) 1 stuks
Kruiskopschroeven (M3)
4 stuks (8 mm) voor installatie
van de centrale bediening
Ronde knijpconnector
Grote maat × 2 stuks,
Kleine maat × 6 stuks
Bij SC-SL4-BE•
CD-ROM (Calculatiesoftware energieverbruik) 1 eenheid USB-Geheugen 1 eenheid
Installatie3
Installeer de centrale bediening nadat u de voedingstoevoer heeft uitgeschakeld, dit om elektrische schokken te
vermijden. Schik of bescherm de bedrading zodat er geen buitensporige kracht op de elektrische bedrading wordt uitgeoefend.
Installatieplaats
Installeer het toestel in een overdekte plaats die niet aan elektromagnetische golven, water, stof of vreemde substanties wordt blootgesteld.
Het bereik van de werkingstemperatuur van dit product is tussen 0°C en 40°C.
Installeer het apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur binnen deze waarden blijft.
Wanneer de werkingstemperatuur overschreden wordt, plaats dan een ventilator ter afkoeling.
Wee u er zich van bewust dat het gebruik van deze centrale bediening buiten het bereik van de werkingstemperatuur kan leiden tot
problemen met betrekking tot de werking.
Vereiste ruimte voor installatie
<Openingsruimte voor de installatie>
ø5x4
176
220
144
12
120
Installatiebeugel
(achter)
Platkopschroef
(M4)
Installatiebeugel
(voor)
Installatiebeugel
(achter)
In de muur
Binnenmuur
Maak een gat in de muur overeenkomstig bovenstaande
afbeelding.
Controleer de afmetingen die nodig zijn voor een correcte
installatie van het apparaat.
Steek de installatiebeugel (achter) in het gat in de
achterkant van de muur en maak de beugel vast.
Bevestig de installatiebeugel (voor) en installatiebeugel
(achter) overeenkomstig bovenstaande afbeelding.
De boven- en onderkant van de beugels zijn eenvoudig
te herkennen. Raadpleeg het teken “ UP” (omhoog)
zodat u de juiste kant naar boven installeert.
Elektrische bedrading4
Gebruik voor de veiligheid de ronde omlegklemmen met geïsoleerde koker om alle kabels met de centrale bediening te verbinden.
Voeraardinguit.Sluitdeaarddraadnietaanopgasleidingen,waterleidingen,bliksemaeidersofeenaarddraaddiemettelefoons
●
verbonden is.
Schakel de voeding niet in (lokale schakelaar) tot alle werkzaamheden voltooid zijn.
●
Wacht tenminste 2 minuten nadat de binnen- en buitenapparaten ingeschakeld zijn alvorens de voeding in te schakelen. ●
Behalve voor de centrale bediening op de afbeelding, worden alle onderdelen ter plaatse verkregen (kabels, schakelaar, relais, ●
elektriciteitsvoorziening, lampen, etc.).
Zorg ervoor dat u gemakkelijk bereikbare circuitbrekers in de bedrading van het gebouw installeert.
●
Gebruik de meegeleverde ronde omlegklemmen wanneer u kabels op het aansluitingspunt van de elektriciteitsvoorziening en het Super ●
Link aansluitingsblok.
Alvorens de kabels aan te sluiten, verwijder het deksel van het aansluitingblok. Nadat het werk voltooid is, bevestig het deksel van het
●
aansluitingsblok zoals voordien. Het deksel wordt gebruikt om elektrische schokken te voorkomen te wijten aan onopzettelijke aanraking.
Gebruik verbruik invoereenheid, noodstop invoereenheid en externe timer invoereenheid die beantwoorden aan de IEC Veiligheid Standaard.
●
Bedradingschema
Aardingwerk
De door de USB-geheugen verkregen
berekingsgegevens (toebehoren van SC-SL4-BE)
Signaalinvoer Noodstop
LAN
Aardingwerk
Handschakelaar
L1, L2
Signaalinvoer Verbruik (2 punten)
Stroompulsinvoer van gasmeter of wattmeter
(8punten) (in geval van SC-SL4-BE)
Voeding
Wisselstroom
100 tot 240V 50/60Hz.
Stroom-
toevoer
Stroom-
toevoer
3 Super Link Systemen
Uitvoer Besturing
Storingsuitgang
Specicaties bedrading
Netsnoer 1.25mm
2
Handschakelaar 10A
Super Link draadleiding
(Opmerking 1, Opmerking 2)
Gewapende kabel (tweeaderig, 0.75mm
2
- 1.25mm
2
).
Max. 1000m per snoer (Max. afstand: 1000m, Totale lengte kabel: 1000m)
De kabel voor besturingsuitvoer,
foutuitvoer, invoer noodstop en verbruik
Gewapende kabel (tweeaderig, 0.75mm
2
- 1.25mm
2
).
Maximale lengte: 200m per systeem
De kabel voor de gas- of wattmeter Gewapende kabel (tweeaderig, 0.75mm
2
- 1.25mm
2
).
Maximale lengte: 200m per systeem
Aardverbinding 0.75mm
2
- 6mm
2
Opmerking 1: Wanneer de centrale bediening in werking is, gebruik een afgeschermde kabel voor de Super Link draadleiding. Aard beide uiteinden van
de gewapende kabel. (Sluit de aarding voor de centrale bediening aan op Aardingsplaats “b” van “Systeembedrading” in het diagram)
Opmerking 2: Als de binnen- en buitenapparaten die met het netwerk verbonden zijn allen compatibele apparaten zijn met de Nieuwe Super Link, is een
totale kabellengte van 1500m per lijn mogelijk (maximale afstand: 1000m). Echter, gebruik een draaddiameter van 0.75mm
2
indien de totale
kabellengte 1000m overschrijdt. Voor meer informatie,gelieve uw vertegenwoordiger of verkoper te contacteren.
Systeembedrading
De achterzijden van de centrale bediening
Aardingplaats “a”
Aardingplaats “b” voor Super
systeem draadleiding
Aansluitingsblok (tweelagig)
LAN
De bovenste laag van het Aansluitingsblok (*)(1)
++(*1) (*1)
(*2)
(*4)
L1 L2
DO1DO1-DO2 DO2- COMDI1 COMDI2 COMDI3 A1 B1 A2 B2 A3 B3
(*3) (*3)
(*3)
Gebruik het aansluitingspunt voor de toebehoren
(S). (Idem voor A2, B2, A3, B3)
Super Link Systeem 2
Super Link Systeem 1
Voeding
Wisselstroom
AC100-240V
50/60Hz
Gebruik het
aansluitingspunt
voor toebehoren
(L).
Besturingsuitvoer
(O1)
Storingsuitgang
(O2)
Noodstop
ingang (I1)
Signaalinvoer
Verbruik(I2)
Signaalinvoer
Verbruik(I3)
Super Link
Systeem 3
Stroom-
toevoer
Stroom-
toevoer
(*1) Stroomtoevoer: Gelijkstroom 24V
Maximale stroomsterkte: 40mA
(*3) Geen-voltage a-contact invoer Contactcapaciteit: Gelijkstroom
12V, 10mA
(*2) Fabrieksinstelling van foutuitvoer (normale werking) is gesloten status. U kunt de “Open”
status kiezen voor defectuitvoer tijdens normale werking. Raadpleeg de gebruikshandleiding.
(*4) Wanneer u de nieuwe Super Link instelling kiest, werkt enkel
systeem 1.
De onderste laag van het Aansluitingsblok(2)
Stroominvoer van gasmeter of wattmeter (8punten)
(in geval van SC-SL4-BE)
COMPI1 COMPI2 COMPI3 COMPI4 COMPI5 COMPI6 COMPI7 COMPI8FGND FGND
Opgelet
Sluit de voedingskabel niet op een ander aansluitingspunt aan. ●
Wanneer u dit per ongeluk zou doen, kan schade aan de elektrische
onderdelen en schade door brand veroorzaakt worden, dit is heel gevaarlijk.
Controleer zorgvuldig de bedrading alvorens opnieuw in te schakelen.
De signaalingang Verbruik is voor twee punten gecongureerd. Voor ●
het congureren van een instelling op 3 niveaus, neemt u contact op
met uw verkoopvertegenwoordiger of dealer.
Verbind de gasmeter of de wattmeter die aan onderstaande specicaties voldoet. ●
de meter met pulstransmittor•
de meter met pulsduur van 100ms of meer•
Het energieverbruik dat door deze centrale bediening wordt berekend, ●
beantwoordt niet aan OIML, en er zijn geen garanties betreffende de resultaten
van de berekeningen.
Opmerking
Kies de nieuwe of vorige instelling van Super Link (SL) in de display van het hoofdapparaat. (Zie de gebruikshandleiding)
Het is nodig om het te wijzigen indien de netwerkinstelling voor Super Link vorige is. Hetzij het werkelijke verbindingsnetwerk nieuwe Super Link of vorige Super
Links is, hangt af van het type aangesloten binnenapparaat, buitenapparaat, etc. Vraag aan de vertegenwoordigers of verkopers meer informatie.
Wanneer u de nieuwe Super Link Communicatie-instelling kiest, kan 1 systeem tot een maximum van 128 apparaten aansluiten. Zorg ervoor dat u de bedrading
aan het Super Link systeem aansluit. Zorg ervoor dat u niet op het Super Link syteem 2 of 3 aansluit, het hoofdapparaat zal niet herkend worden.
Stroomschakelaar
De stroomschakelaar bevindt zich onderin de voorzijde van de centrale bediening. Nadat de installatie is voltooid zet
u de stroomschakelaar ON.
Houdt u er rekening mee dat de centrale bediening niet zal starten tenzij de stroomschakelaar ON staat.
(Deze staat af fabriek ON.)
Stroomschakelaar
Opmerking
Haal het beschermblad van het scherm wanneer u de centrale bediening aan de klant overhandigt. ●
Haal het beschermblad van de bovenste kast, alvorens u deze monteert. ●
Indien het scherm, na controle van de bedrading en schakelen van de stroomschakelaar, niet weergegeven wordt, neemt
u contact op met de winkel waar de centrale bediening werd gekocht. Dit product bestaat uit exclusieve onderdelen,
en u kunt het elektrische uitrusting niet wisselen. Demonteer niets anders dan wat er in deze handleiding wordt
aangegeven.
Overige informatie
Deze centrale bediening is elektronisch en onafhankelijk gemonteerd regelpaneel.•
Het cetrale bediengstype is automatische actie voor welke de fabricageafwijking en de afwijking van zijn werkingsbereik, werktijd, of werksequentie niet •
werden bekendgemaakt en getest werden volgens de standaard.
De acties van deze centrale bediening zijn volledige ontkoppeling bij werking, een ontstekingsvrij mechanisme die zelfs niet kortstondig kan hergesloten •
worden tegen de fout, eeb actie die enkel kan gereset worden door gebruik van een werktuig, en een actie die geen externe reservevoedingsbron voor zijn
bedoelde werking vereist.
Het nominale impulsvoltage (impuls met weerstand voltage) is 2500V.•
De oppervlakte van het aanraakscherm en het voorpaneel produceren een temperatuur van ongeveer 15°C.•
De omschrijvingen van besturingstypes zijn elektrische besturing, automatische besturing en besturing.•
De levensduur van de druktoetsen van het aanraakscherm is tien miljoen. De levensduur van de LCD is ongeveer 80.000 uren.•
Bij installatie op het besturingspaneel(1)
Gebruik het besturingspaneel met de afmetingen 300 mm • × 400 mm ×
120 mm of groter.
Vergrendel het besturingspaneel om personen tegen een elektrische •
schok te beschermen. Vermijd het gebruik van warmtehoudende
materialen en isolatiematerialen aangezien deze kunnen leiden tot
het opbouwen van warmte en de werking van de centrale bediening
negatief kunnen beïnvloeden.
Opgelet
Installeer geen apparaten in hetzelfde besturingspaneel die de ●
omgevingstemperatuur kunnen laten stijgen. Installeer ook geen
andere regelapparaten in hetzelfde besturingspaneel. Ze kunnen
tot de ontwikkeling van warmte leiden en leiden tot impulswerking.
Indien er meerdere centrale bedieningen in hetzelfde
besturingspaneel geïnstalleerd moeten worden, neem dan
corrigerende maatregelen, zoals het installeren van ventilators,
om ervoor te zorgen dat de temperatuur in het besturingspaneel
niet boven 40°C stijgt.
<Serviceruimte>
500
100
Voorzijde van de centrale
bediening 500 mm of groter
Onderzijde van de centrale
bediening 100 mm of groter
In het geval van insluiting in een wand(2)
Zorg ervoor dat u de aanwezige installatiebeugels gebruikt. Als alternatief
kunt u SLA3R-BX voor SC-SL3N gebruiken. Gebruik dit om personen
te vrijwaren van elektrische schokken. Controleer of er voldoende ruimte
beschikbaar is in de wand. Wanneer de binnenkant van de wand verdeeld
is en een holte heeft, maak dan meer dan 0.08m
3
ruimte vrij. Indien er een
scheiding is aan de linker-, rechter, boven- en onderzijde van de centrale
bediening, maak dan een ruimte die 105 mm of dieper is.
a (hoogte)(mm) b (breedte)(mm) c (diepte)(mm) ruimte(m
3
)
Bijvoorbeeld1
900 800 110 0.08
Bijvoorbeeld2
1800 400 110 0.08
Bijvoorbeeld3
1000 400 200 0.08
Minimum 600 of groter 400 of groter 110 of groter
<Geen scheiding> <Met scheiding>
105 mm of
groter
Materiaal
binnenmuren
Balk van
gebouw
Aansluitkabel
Scheiding
Binnenmuur
Centrale
bediening
Installatiepositie
Installeer de centrale bediening zodanig dat het midden van
het scherm zich op ooghoogte bevindt van personen die het
apparaat regelmatig gebruiken.
Aanbevolen wordt het scherm zodanig te positioneren dat het
midden binnen +10, -30 graden van de ooghoogte komt.
5cm
(30cm)
10°
Centrale bediening
30°
17cm
Installatieprocedure
(1) De bovenkast verwijderen
Verwijder de twee schroeven 1
door gebruik van een
kruisschroevendraaier
(Verlies de schroeven niet)
Duw de bovenste kast een 2
beetje naar voren en duw
omhoog. De bovenste kast kan
dan verwijderd worden.
Opgelet
Installeer niet naar
boven gericht of
als u zich op een
helling bevindt.
Toegestaan
Niet toegestaan Niet toegestaan
Veranker de draadleiding en voedingskabel op ●
voorhand in een muur.
Sluit de kabels op het aansluitingsblok aan. ●
Kijk het voltage na en sluit correct aan. ●
Installatieoverzicht(2)
Zorg ervoor dat u de aanwezige ●
installatiebeugels gebruikt.
Muur
LCD
Centrale
bediening
Installatiebeugel
(voor)
Installatiebeugel
(achter)
Bovenste
kast
M3-platkopschroeven ×
4 posities
Bevestig de centrale bediening met de M3-schroeven aan de •
voorzijde van het besturingspaneel of in een gat in de muur.
Bekabel afzonderlijk de voedingskabel en draadleiding om storingen •
te voorkomen.