Siemens GI81NSCE0/01 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

nl
97
Inhoudsopgave
Veiligheid.......................................98
Algemene aanwijzingen .................98
Bestemming van het apparaat.......98
Inperking van de gebruikers ..........98
Veiliger transport ............................99
Veilige installatie.............................99
Veilig gebruik................................100
Beschadigd apparaat...................102
Het voorkomen van materiële
schade .........................................104
Milieubescherming en bespa-
ring...............................................104
Afvoeren van de verpakking ........104
Energie besparen.........................104
Opstellen en aansluiten..............105
Leveringsomvang .........................105
Criteria voor de opstellocatie .......105
Apparaat monteren ......................106
Het apparaat voor het eerste ge-
bruik voorbereiden .......................106
Apparaat elektrisch aansluiten.....106
Uw apparaat leren kennen..........106
Apparaat.......................................106
Bedieningspaneel.........................106
Uitrusting.....................................107
Klep van het vriesvak ...................107
Accessoires..................................107
De Bediening in essentie............107
Apparaat inschakelen...................107
Opmerkingen bij het gebruik .......107
Machine uitschakelen...................107
Temperatuur instellen...................108
Extra functies ..............................108
Automatisch Supervriezen............108
Handmatig Supervriezen..............108
Alarm............................................109
Deuralarm.....................................109
Temperatuuralarm ........................109
Vriesvak.......................................109
Invriescapaciteit............................109
Vriesvakvolume volledig gebrui-
ken................................................110
Tips voor het inkopen van diep-
vrieskost .......................................110
Tips voor het bewaren van le-
vensmiddelen in het vriesvak.......110
Kleinere hoeveelheid levensmid-
delen snel bevriezen ....................110
Tips voor het bevriezen van ver-
se levensmiddelen .......................110
Houdbaarheid van de diepvries-
waren bij −18°C..........................111
Ontdooimethodes voor diep-
vrieswaren ....................................111
Ontdooien....................................112
Ontdooien in het vriesvak ............112
Reiniging en onderhoud.............112
Apparaat voorbereiden voor rei-
niging............................................112
Apparaat schoonmaken...............112
Onderdelen eruit halen ................113
Storingen verhelpen ...................114
Functiestoringen...........................114
Apparaatzelftest uitvoeren............117
Opslaan en afvoeren...................117
Apparaat buiten gebruik stellen ...117
Afvoeren van uw oude apparaat..117
Servicedienst...............................118
Productnummer (E-nr.) en pro-
ductienummer (FD) ......................118
Technische gegevens.................119
nl Veiligheid
98
Veiligheid
Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht.
Algemene aanwijzingen
Hier vindt u algemene informatie over deze gebruiksaanwijzing.
¡ Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
¡ Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor de gebruiker van het
apparaat.
¡ Neem de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen in acht.
¡ Bewaar de gebruiksaanwijzing en de productinformatie voor la-
ter gebruik of voor volgende eigenaren.
¡ Sluit het apparaat in geval van transportschade niet aan.
Bestemming van het apparaat
Om het apparaat veilig en op de juiste manier te gebruiken dient
u de aanwijzingen over het correcte gebruik van het apparaat in
acht te nemen.
Dit apparaat is uitsluitend voor de inbouw bedoeld.
Gebruik het apparaat uitsluitend:
¡ volgens deze gebruiksaanwijzing.
¡ om levensmiddelen te bevriezen en voor de bereiding van ijs-
blokjes.
¡ voor huishoudelijk gebruik en in gesloten ruimtes binnen de hui-
selijke omgeving.
¡ tot een hoogte van 2000m boven zeeniveau.
Inperking van de gebruikers
Voorkom risico's voor kinderen en kwetsbare personen.
Dit apparaat kan worden bediend door kinderen vanaf 8 jaar en
door personen met fysieke, sensorische of geestelijke beperkin-
gen of met gebrekkige ervaring en/of kennis, indien zij onder toe-
zicht staan of zijn geïnstrueerd in het veilige gebruik van het appa-
raat en de daaruit resulterende gevaren hebben begrepen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Veiligheid nl
99
Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet worden uitgevoerd
door kinderen indien deze niet onder toezicht staan.
Kinderen vanaf 3 jaar en jonger dan 8 jaar mogen de koelkast/
diepvriezer vullen en legen.
Veiliger transport
Houd de veiligheidsaanwijzingen aan wanneer u het apparaat
transporteert.
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Het hoge gewicht van het apparaat kan bij het optillen letsels
veroorzaken.
Het apparaat niet alleen optillen.
Veilige installatie
Houd deze veiligheidsaanwijzingen in acht bij de installatie van
het apparaat.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
¡ Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk.
Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de
gegevens op het typeplaatje.
Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet
met wisselstroom aansluiten.
Het randaardesysteem van de elektrische huisinstallatie
moet conform de elektrotechnische voorschriften zijn geïn-
stalleerd.
Nooit het apparaat via een externe schakelinrichting voe-
den, bijvoorbeeld een tijdschakelaar of besturing op af-
stand.
Wanneer het apparaat is ingebouwd, moet de netstekker
van de netaansluitkabel vrij toegankelijk zijn, of wanneer
vrije toegang niet mogelijk is, moet in de vast geplaatste
elektrische installatie een alpolige scheidingsinrichting vol-
gens de installatievoorschriften worden ingebouwd.
nl Veiligheid
100
Bij het opstellen van het apparaat erop letten dat het net-
snoer niet wordt afgeklemd of beschadigd.
¡ Een beschadigde isolatie van het netsnoer is gevaarlijk.
Nooit het aansluitsnoer met warmtebronnen in contact bren-
gen.
WAARSCHUWING‒Kans op explosie!
Wanneer de ventilatie-openingen van het apparaat zijn geslo-
ten, dan kan bij een lek van het koude circuit een brandbaar
gas-luchtmengsel ontstaan.
Sluit ventilatie-openingen in de behuizing van het apparaat
of in de inbouwbehuizing niet af.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
¡ Het gebruik van een verlengd netsnoer en niet-toegestane
adapters is gevaarlijk.
Geen verlengsnoeren of meervoudige stopcontacten gebrui-
ken.
Als het netsnoer te kort is, contact opnemen met de servi-
cedienst.
Alleen door de fabrikant goedgekeurde adapters gebruiken.
¡ Draagbare mobiele meervoudige stopcontacten of draagbare
netvoedingen kunnen oververhit raken en tot brand leiden.
Draagbare mobiele meervoudige stopcontacten of draagba-
re netvoedingen niet aan de achterkant van de apparaten
plaatsen.
Veilig gebruik
Neem bij gebruik van het apparaat de veiligheidsaanwijzingen in
acht.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een elektrische schok veroorzaken.
Gebruik het apparaat alleen in gesloten ruimtes.
Stel het apparaat nooit bloot aan grote hitte en vochtigheid.
Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken om het
apparaat te reinigen.
Veiligheid nl
101
WAARSCHUWING‒Kans op verstikking!
¡ Kinderen kunnen verpakkingsmateriaal over het hoofd trekken
en hierin verstrikt raken en stikken.
Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen houden.
Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spelen.
¡ Kinderen kunnen kleine onderdelen inademen of inslikken en
hierdoor stikken.
Kleine onderdelen uit de buurt van kinderen houden.
Kinderen niet met kleine onderdelen laten spelen.
WAARSCHUWING‒Kans op explosie!
¡ Mechanische inrichtingen of andere middelen kunnen de kou-
dekringloop beschadigen, brandbaar koudemiddel kan lekken
en exploderen.
Gebruik voor het versnellen van het ontdooien geen andere
mechanische inrichtingen of andere middelen dan diegene
die door de fabrikant zijn aanbevolen.
¡ Producten met brandbare drijfgassen en explosieve stoffen
kunnen exploderen, bijv. spuitbussen.
Bewaar geen producten met brandbare drijfgassen en ex-
plosieve stoffen in het apparaat.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Elektrische apparaten binnenin het apparaat kunnen tot een
brand leiden, bijv. verwarmingsapparaten of elektrische ijsbe-
reiders.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat.
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
¡ Flessen of blikjes met koolzuurhoudende drank kunnen bar-
sten.
Geen flessen of blikjes met koolzuurhoudende drank in het
vriesvak bewaren.
¡ Letsel aan de ogen door lekkend brandbaar koudemiddel en
schadelijke gassen.
De buizen van de koudemiddelkringloop en de isolatie niet
beschadigen.
nl Veiligheid
102
WAARSCHUWING‒Kans op koude-brandwonden!
Contact met diepvrieswaren en koude oppervlakken kan tot
brandwonden door koude leiden.
Nooit diepvrieswaren in de mond nemen nadat deze uit het
vriesvak werden genomen.
Vermijd langer contact van de huid met diepvrieswaren, ijs
en oppervlakken van het vriesvak.
VOORZICHTIG‒Kans op gevaar voor de gezondheid!
Houd de volgende aanwijzingen aan om verontreiniging van
levensmiddelen te voorkomen.
Wanneer de deur langere tijd wordt geopend, kan dit leiden
tot een aanzienlijke temperatuurstijging in de vakken van
het apparaat.
Maak de oppervlakken, die met levensmiddelen en toegan-
kelijke afvoersystemen in contact komen, regelmatig
schoon.
Wanneer het koel-/vriesapparaat langere tijd leeg staat, het
apparaat uitschakelen, ontdooien, reinigen en de deur open
laten, om schimmelvorming te voorkomen.
Beschadigd apparaat
Neem deze veiligheidsvoorschriften in acht als uw apparaat be-
schadigd is.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
¡ Een beschadigd apparaat of een beschadigd netsnoer is ge-
vaarlijk.
Nooit een beschadigd apparaat gebruiken.
Nooit een apparaat met gescheurd of gebroken oppervlak
gebruiken.
Nooit aan het netsnoer trekken, om het apparaat van het
elektriciteitsnet te scheiden. Altijd aan de stekker van het
netsnoer trekken.
Wanneer het apparaat of het netsnoer is beschadigd, dan
direct de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen
of de zekering in de meterkast uitschakelen.
Veiligheid nl
103
"Contact opnemen met de servicedienst." →Pagina118
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties
aan het apparaat uitvoeren.
¡ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties
aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden
gebruikt voor reparatie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet
het ter vermijding van risico's worden vervangen door de fa-
brikant, de servicedienst of een andere gekwalificeerde per-
soon.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Bij beschadiging van de leidingen kunnen brandbaar koude-
middel en schadelijke gassen ontsnappen en ontsteken.
Houd vuur en ontstekingsbronnen uit de buurt van het ap-
paraat.
Ventileer de ruimte.
"Het apparaat uitschakelen." →Pagina107
De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken of
de zekering in de meterkast uitschakelen.
"Neem contact op met de service-afdeling." →Pagina118
nl Het voorkomen van materiële schade
104
Het voorkomen van materiële schade
Het voorkomen van mate-
riële schade
Het voorkomen van materiële schade
Ter voorkoming van materiële scha-
de, aan het apparaat, de accessoires
of keukenvoorwerpen dient u de aan-
wijzingen in acht te nemen.
LET OP!
¡ Door het gebruik van de plint, la-
den of apparaatdeuren als zitvlak
of opstapje kan het apparaat be-
schadigd raken.
Niet op de plint, laden of deuren
staat of leunen.
¡ Door verontreinigingen met olie of
vet kunnen kunststofdelen en
deurafdichtingen poreus worden.
Houd kunststofdelen en deuraf-
dichtingen olie- en vetvrij.
Milieubescherming en besparing
Milieubescherming en be-
sparing
Milieubescherming en besparing
Bescherm het milieu door het appa-
raat op een hulpbronnenbesparende
manier te gebruiken en herbruikbare
materialen op de juiste manier af te
voeren.
Afvoeren van de verpakking
De verpakkingsmaterialen zijn milieu-
vriendelijk en kunnen worden herge-
bruikt.
De afzonderlijke componenten op
soort gescheiden afvoeren.
Energie besparen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, ver-
bruikt uw apparaat minder stroom.
Keuze van de opstellingslocatie
Houd deze aanwijzing aan wanneer u
het apparaat plaatst.
¡ Stel het apparaat niet bloot aan di-
rect zonlicht.
¡ Plaats het apparaat zo ver moge-
lijk van radiatoren, fornuis en ande-
re warmtebronnen:
Houd 30mm afstand aan tot
elektrische- of gasfornuizen.
Houd 300mm afstand aan tot
olie- en kolenfornuizen.
¡ Een nisdiepte van 560 mm gebrui-
ken.
¡ Nooit de externe ventilatie-opening
afdekken of dicht maken.
Energie besparen bij het gebruik.
Houd deze aanwijzing aan wanneer u
uw apparaat gebruikt.
Opmerking:De plaatsing van de uit-
rustingsonderdelen heeft geen in-
vloed op het energieverbruik van het
apparaat.
¡ Open het apparaat slechts kort.
¡ Nooit de ventilatie-openingen bin-
nenin, of de ventilatieroosters aan
de buitenzijde afdekken of dicht
maken.
¡ Transporteer gekoelde levensmid-
delen in een koeltas en leg ze snel
in het apparaat.
¡ Warm voedsel en dranken eerst la-
ten afkoelen, daarna in het appa-
raat plaatsen.
¡ Laat altijd wat ruimte tussen de le-
vensmiddelen en de achterwand.
¡ Verpak de levensmiddelen lucht-
dicht.
¡ Open het vriesvak slechts kort en
sluit het zorgvuldig.
Opstellen en aansluiten nl
105
Opstellen en aansluiten
Opstellen en aansluiten
Opstellen en aansluiten
Waar en hoe u het apparaat het bes-
te opstelt, komt u hier te weten. Bo-
vendien komt u te weten hoe u het
apparaat op het elektriciteitsnet aan-
sluit.
Leveringsomvang
Controleer na het uitpakken alle on-
derdelen op transportschade en de
volledigheid van de levering.
Neem bij klachten met uw dealer of
onze "servicedienst" →Pagina118
contact op.
De levering bestaat uit:
¡ Inbouw
¡ Uitrusting en accessoires
1
¡ Montagemateriaal
¡ Montagehandleiding
¡ Gebruiksaanwijzing
¡ Klantenservice overzicht
¡ Garantiebijlage
2
¡ Energielabel
¡ Informatie over energieverbruik en
geluiden
Criteria voor de opstellocatie
Houd deze aanwijzing aan wanneer u
het apparaat plaatst.
WAARSCHUWING
Kans op explosie!
Wanneer het apparaat in een te klei-
ne ruimte staat, kan er bij een lek van
het koudecircuit een brandbaar gas-
luchtmengsel ontstaan.
Stel het apparaat uitsluitend op in
een ruimte, welke tenminste een
volume heeft van 1m
3
per 8g
koudemiddel. De hoeveelheid van
het koudemiddel staat op het type-
plaatje. →Fig.
1
/
4
Het gewicht van het apparaat kan af-
hankelijk van het model tot 70 bedra-
gen.
De ondergrond moet stabiel genoeg
zijn om het gewicht van het apparaat
te dragen.
Toegestane ruimtetemperatuur
De toegestane kamertemperatuur is
afhankelijk van de klimaatklasse van
het apparaat.
De klimaatklasse vindt u op het type-
plaatje. →Fig.
1
/
4
Klimaatklas-
se
Toegestane ruimtetempe-
ratuur
SN 10°C…32°C
N 16°C…32°C
ST 16°C…38°C
T 16°C…43°C
Het apparaat is volledig functioneel
binnen de toegestane binnentempe-
ratuur.
Wanneer u een apparaat van de kli-
maatklasse SN gebruikt bij lagere ka-
mertemperaturen, dan kunnen be-
schadigingen aan het apparaat tot
een kamertemperatuur van 5°C wor-
den uitgesloten.
Nismaten
Neem de nisafmetingen in acht als u
uw apparaat in de nis inbouwt. Bij af-
wijkingen kunnen problemen optre-
den tijdens de installatie van het ap-
paraat.
Nisdiepte
Bouw het apparaat in de aanbevolen
nisdiepte van 560 mm in.
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
2
Niet in alle landen
nl Uw apparaat leren kennen
106
Bij een kleinere nisdiepte wordt het
energieverbruik iets hoger. De nis-
diepte moet minimaal 550 mm be-
dragen.
Nisbreedte
Voor het apparaat is een meubelnis
met een binnenbreedte van minimaal
560 mm nodig.
Side-by-side-opstelling
Als u naast dit apparaat een ander
apparaat met vriesvak wilt gebruiken,
moet u tussen de apparaten mini-
maal een tussenafstand van 150 mm
aanhouden.
Als u de minimale tussenafstand niet
in acht neemt, kunt u dit apparaat al-
leen naast 556 mm brede apparaten
zonder vriesvak opstellen.
Apparaat monteren
Het apparaat conform meegelever-
de montagehandleiding monteren.
Het apparaat voor het eerste
gebruik voorbereiden
1. Haal het informatiemateriaal er uit.
2. Verwijder de beschermfolie en
transportborgingen, bijv. plakstrips
en karton.
3. "Het apparaat voor de eerste keer
reinigen." →Pagina112
Apparaat elektrisch aanslui-
ten
1. De netstekker van het aansluit-
snoer van het apparaat in een
stopcontact in de omgeving van
het apparaat steken.
De aansluitgegevens van het ap-
paraat staan op het typeplaatje.
→Fig.
1
/
4
2. De netstekker op vastheid contro-
leren.
a Het apparaat is nu gereed voor ge-
bruik.
Uw apparaat leren kennen
Uw apparaat leren ken-
nen
Uw apparaat leren kennen
Lees meer over de onderdelen van
uw apparaat.
Apparaat
Hier vindt u een overzicht van de on-
derdelen van uw apparaat.
→Fig.
1
1
Bedieningselementen
2
Vriesvaklegplateau
3
Klep van het vriesvak
4
Typeplaatje
Opmerking:Verschillen tussen uw
apparaat en de afbeeldingen zijn mo-
gelijk op basis van uitrusting en
grootte.
Bedieningspaneel
Via het bedieningsveld kunt u alle
functies van uw apparaat instellen en
informatie krijgen over de gebruiks-
toestand.
→Fig.
2
1
schakelt het alarmsignaal uit.
2
/ stelt de temperatuur van het
vriesvak in.
3
Toont de ingestelde temperatuur van
het vriesvak in°C.
4
schakelt Supervriezen in of uit.
5
schakelt het apparaat in of uit.
Uitrusting nl
107
Uitrusting
Uitrusting
Uitrusting
Hier krijgt u een overzicht van de ac-
cessoires behorende bij uw apparaat
en de manier waarop ze worden ge-
bruikt.
De uitrusting van uw apparaat is mo-
delafhankelijk.
Klep van het vriesvak
Bewaar op het legplateau achter de
klep van het vriesvak vaak gebruikte
of kortstondig te bewaren levensmid-
delen.
Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires.
Deze zijn op het apparaat afgestemd.
De accessoires van het apparaat zijn
afhankelijk van het model.
Koude-accu
Gebruik de koude-accu voor het tij-
delijk koel houden van levensmidde-
len, bijv. in een koeltas.
Tip:Dekoude-accu vertraagt bij
hetuitvallen van destroom of bij een
storing hetverwarmen van deopge-
slagen diepvrieswaren.
IJsblokjesschaal
Gebruik de ijsblokjesschaal om ijs-
blokjes te maken.
IJsblokjes maken
1. De ijsblokjesschaal voor ¾ met
water vullen en in het vriesvak
plaatsen.
Vastgevroren ijsblokjesschaal al-
leen met een bot voorwerp, bijv.
steel van een lepel, losmaken.
2. Om deijsblokjesschaal los tema-
ken de ijsblokjesschaal iets torde-
ren of kort onder stromend water
houden.
De Bediening in essentie
De Bediening in essentie
De Bediening in essentie
Hier wordt de bediening van het ap-
paraat in essentie beschreven.
Apparaat inschakelen
1. indrukken.
a Het apparaat begint te koelen.
a Er weerklinkt een waarschuwings-
signaal en brandt omdat het
vriesvak nog te warm is.
2. Het waarschuwingssignaal met
uitschakelen.
a gaat uit zodra de ingestelde
temperatuur is bereikt.
3. "De gewenste temperatuur instel-
len." →Pagina108
Opmerkingen bij het gebruik
¡ Wanneer u het apparaat heeft in-
geschakeld, duurt het tot enkele
uren voordat de ingestelde tempe-
ratuur wordt bereikt.
Geen levensmiddelen in het appa-
raat doen voordat de temperatuur
is bereikt.
¡ De kopzijden van de behuizing
worden tijdelijk licht verwarmd. Dit
voorkomt vorming van condenswa-
ter in de zone van de deurafdich-
ting.
¡ Wanneer u de deur sluit, kan een
onderdruk ontstaan. De deur gaat
dan alleen moeilijker open. Wacht
een ogenblik tot de onderdruk
wordt gecompenseerd.
Machine uitschakelen
indrukken.
a Het apparaat koelt niet meer.
nl Extra functies
108
Temperatuur instellen
Nadat u het apparaat heeft ingescha-
keld, kunt u de temperatuur instellen.
Vriesvaktemperatuur instellen
Zo vaak op / drukken tot de
temperatuurindicatie de gewenste
temperatuur toont.
De aanbevolen temperatuur in het
vriesvak bedraagt −18°C.
Extra functies
Extra functies
Extra functies
Kom te weten over welke instelbare
extra functies uw apparaat beschikt.
Automatisch Supervriezen
Het automatisch Supervriezen scha-
kelt bij het inruimen van warme le-
vensmiddelen automatisch in.
Bij het automatisch Supervriezen
koelt het vriesvak duidelijk op een la-
gere temperatuur dan bij de normale
werking.
Als het automatische Supervriezen is
ingeschakeld, brandt en er kun-
nen meer geluiden ontstaan.
Het apparaat schakelt na het verstrij-
ken van het automatisch Supervrie-
zen op normale werking.
Automatisch Supervriezen
annuleren
indrukken.
a De voordien ingestelde tempera-
tuur wordt op indicatie aangege-
ven.
Handmatig Supervriezen
Bij het Supervriezen koelt het vries-
vak zo koud mogelijk.
Schakel Supervriezen 4 tot 6 uur
voor het inladen van een hoeveelheid
levensmiddelen vanaf 2 kg in het
vriesvak in.
Om het invriesvermogen te benutten,
gebruikt u Supervriezen.
→"Voorwaarden voor invriesvermo-
gen", Pagina110
Opmerking:Als Supervriezen is inge-
schakeld, kan er meer geluid ont-
staan.
Handmatig Supervriezen
inschakelen
indrukken.
a brandt.
Opmerking:Na ca. 60 uur schakelt
het apparaat over op de normale
werking.
Handmatig Supervriezen
uitschakelen
indrukken.
a De voordien ingestelde tempera-
tuur wordt op indicatie aangege-
ven.
Alarm nl
109
Alarm
Alarm
Alarm
Uw apparaat beschikt over alarm-
functies.
Deuralarm
Als de deur van het apparaat langere
tijd open staat wordt het deuralarm
ingeschakeld.
Deuralarm uitschakelen
De apparaatdeur sluiten of op
drukken.
a Het waarschuwingssignaal is uitge-
schakeld.
Temperatuuralarm
Wanneer het te warm is in het vries-
vak, wordt het temperatuuralarm ge-
activeerd.
VOORZICHTIG
Kans op gevaar voor de gezond-
heid!
Bij het ontdooien kunnen bacteriën
zich vermeerderen en kunnen de
diepvrieswaren bederven.
Half of geheel ontdooide diepvries-
waren niet opnieuw invriezen.
Het voedsel pas na koken of bra-
den opnieuw invriezen.
De maximale bewaartijd niet meer
ten volle benutten.
Het temperatuuralarm kan in de
volgende gevallen inschakelen:
¡ Het apparaat wordt in gebruik ge-
nomen.
Levensmiddelen pas in het appa-
raat inruimen wanneer de ingestel-
de temperatuur is bereikt.
¡ De deur van het vriesvak is te lang
geopend.
Controleer of het diepvriesproduct
deels of geheel is ontdooid.
Temperatuuralarm uitschakelen
indrukken.
a Het waarschuwingssignaal is uitge-
schakeld.
a Vanaf dit moment wordt dewarm-
ste temperatuur opnieuw bepaald
en inhetgeheugen opgeslagen.
a brandt als de ingestelde tem-
peratuur opnieuw is bereikt.
Vriesvak
Vriesvak
Vriesvak
In het vriesvak kunt u diepvrieswaren
bewaren, levensmiddelen bevriezen
en ijsblokjes maken.
De temperatuur is van −16°C tot
−24°C instelbaar.
Langdurig bewaren van levensmidde-
len moet opeen temperatuur van –
18°C of lager gebeuren.
Door het invriezen kunt u bederfelijke
levensmiddelen gedurende lange tijd
bewaren. De lage temperaturen ver-
tragen of stoppen het bederven.
De tijd die nodig isom verse
levensmiddelen volledig diep tevriezen
isafhankelijk van verschillende
factoren:
¡ Ingestelde temperatuur
¡ Levensmiddel (grootte en soort)
¡ Bewaarde hoeveelheid
¡ Reeds bewaarde hoeveelheid le-
vensmiddelen
Invriescapaciteit
Het invriesvermogen geeft aan welke
hoeveelheid levensmiddelen in hoe-
veel uur tot in de kern kan worden in-
gevroren.
Informatie over het invriesvermogen
vindt u op het typeplaatje. →Fig.
1
/
4
nl Vriesvak
110
Voorwaarden voor invriesvermogen
1. Ca. 24 uur vóór het inladen van
verse levensmiddelen, Supervrie-
zen inschakelen.
→"Handmatig Supervriezen in-
schakelen", Pagina108
2. Eerst het bovenste vak vullen met
levensmiddelen. Daar bevriezen de
levensmiddelen het snelst.
3. Wanneer het bovenste vak niet
groot genoeg is, de resterende
hoeveelheid in het vak eronder in-
ruimen.
Vriesvakvolume volledig ge-
bruiken
Kom te weten hoe u de maximale
hoeveelheid diepvriesproducten in
het vriesvak onderbrengt.
1. "Alle uitrustingsdelen verwijderen."
→Pagina113
2. Levensmiddelen rechtstreeks op
de legplateaus en de bodem van
het vriesvak bewaren.
Tips voor het inkopen van
diepvrieskost
Neem de tips in acht als u diepvries-
kost inkoopt.
¡ Op onbeschadigde verpakking let-
ten.
¡ Op de houdbaarheidsdatum letten.
¡ De temperatuur in de supermarkt-
vriezer moet –18°C of kouder
zijn.
¡ De diepvriesketen niet onderbre-
ken. Diepvriesproducten liefst in
een koeltas transporteren en snel
in het vriesvak leggen.
Tips voor het bewaren van le-
vensmiddelen in het vriesvak
Neem de tips in acht als u levens-
middelen in het vriesvak inruimt.
¡ Om grotere hoeveelheden verse
levensmiddelen snel en voorzichtig
in te vriezen, deze in de bovenste
diepvrieslade leggen.
¡ De levensmiddelen naast elkaar in
de vakken of diepvriesladen leg-
gen.
¡ In te vriezen levensmiddelen niet in
aanraking brengen met ingevroren
levensmiddelen.
¡ Voor een goede luchtcirculatie in
het apparaat de diepvrieslade tot
aan de aanslag inschuiven.
Kleinere hoeveelheid levens-
middelen snel bevriezen
Neem de aanwijzingen in acht als u
een kleinere hoeveelheid levensmid-
delen snel wilt bevriezen.
1. De levensmiddelen van rechts be-
ginnend in de tweede diepvriesla-
de van onderen leggen.
2. De levensmiddelen over een groot
oppervlak verdelen.
Tips voor het bevriezen van
verse levensmiddelen
Neem de tips in acht als u verse le-
vensmiddelen invriest.
¡ Alleen verse en onberispelijke le-
vensmiddelen bevriezen.
¡ Levensmiddelen per portie invrie-
zen.
¡ Bereide levensmiddelen zijn beter
geschikt dan rauw eetbare levens-
middelen.
¡ Groente vóór het invriezen wassen,
kleiner maken en blancheren.
Vriesvak nl
111
¡ Fruit vóór het invriezen wassen,
ontpitten en eventueel schillen,
eventueel suiker of ascorbinezuur-
oplossing toevoegen.
¡ Voor het invriezen geschikte le-
vensmiddelen zijn bijv. bakwaren,
vis en zeevruchten, vlees, wild en
gevogelte, eieren zonder schaal,
kaas, boter, kwark, kant-en-klaar-
gerechten en etensresten.
¡ Voor het invriezen ongeschikte le-
vensmiddelen zijn bijv. kropsla, ra-
dijsjes, eieren met schaal, druiven,
rode appels en peren, yoghurt, zu-
re room, crème fraîche en mayo-
naise.
Diepvrieswaren verpakken
Geschikt verpakkingsmateriaal en de
juiste soort verpakking behouden in
hoge mate de productkwaliteit en
vermijden vriesbrand.
1. De levensmiddelen in de verpak-
king leggen.
2. De lucht eruit drukken.
3. De verpakking luchtdicht afsluiten
om te voorkomen dat de levens-
middelen hun smaak verliezen of
uitdrogen.
4. De verpakking met de inhoud van
de invriesdatum voorzien.
Houdbaarheid van de diep-
vrieswaren bij −18°C
Neem de bewaartijden in acht als u
levensmiddelen invriest.
Product Bewaartijd
Vis, worst, klaargemaakte
gerechten, brood en ban-
ket
Tot 6 maanden
Gevogelte, vlees Tot 8 maanden
Groente, fruit Tot 12 maanden
De erop gedrukte vrieskalender geeft
de maximale bewaartijd in maanden
aan bij een constante temperatuur
van –18°C.
Ontdooimethodes voor diep-
vrieswaren
Om de productkwaliteit zo goed mo-
gelijk te behouden, de ontdooimetho-
de aan levensmiddel en gebruiksdoel
aanpassen.
VOORZICHTIG
Kans op gevaar voor de gezond-
heid!
Bij het ontdooien kunnen bacteriën
zich vermeerderen en kunnen de
diepvrieswaren bederven.
Half of geheel ontdooide diepvries-
waren niet opnieuw invriezen.
Het voedsel pas na koken of bra-
den opnieuw invriezen.
De maximale bewaartijd niet meer
ten volle benutten.
¡ In het koelvak dierlijke levensmid-
delen ontdooien, bijv. vis, vlees,
kaas en kwark.
¡ Bij kamertemperatuur brood ont-
dooien.
¡ In de magnetron, in de oven of op
het fornuis levensmiddelen voor di-
recte consumptie bereiden.
nl Ontdooien
112
Ontdooien
Ontdooien
Ontdooien
Houdt u de informatie aan, wanneer
u uw apparaat wilt ontdooien.
Ontdooien in het vriesvak
Door hetvolledig automatische “NoF-
rost”-systeem blijft hetvriesvak vorst-
vrij. Ontdooien isniet nodig.
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat
zorgvuldig om er voor te zorgen dat
het lang goed blijft werken.
De reiniging van ontoegankelijke
plaatsen moet door de servicedienst
worden uitgevoerd. Aan de reiniging
door de servicedienst kunnen kosten
verbonden zijn.
Apparaat voorbereiden voor
reiniging
Informatie over de wijze waarop u uw
apparaat voorbereid voor reiniging
1. "Het apparaat uitschakelen."
→Pagina107
2. Haal de stekker van het apparaat
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
3. Alle levensmiddelen eruit halen en
op een koele plaats bewaren.
Indien beschikbaar koelelementen
op de levensmiddelen leggen.
4. "Neem alle uitrustingsdelen uit het
apparaat." →Pagina113
Apparaat schoonmaken
Maak het apparaat schoon zoals
voorgeschreven, zodat het niet door
een verkeerde reiniging of onge-
schikte schoonmaakmiddelen be-
schadigd raakt.
WAARSCHUWING
Kans op elektrische schok!
¡ Binnendringend vocht kan een
schok veroorzaken.
Geen stoomreiniger of hoge-
drukreiniger gebruiken om het
apparaat te reinigen.
¡ Vloeistof in de verlichting of in de
bedieningselementen kan gevaar-
lijk zijn.
Het spoelwater mag niet in de
verlichting of in de bedienings-
elementen terechtkomen.
LET OP!
¡ Ongeschikte reinigingsmiddelen
kunnen de oppervlakken van het
apparaat beschadigen.
Geen harde schuur- of afwas-
sponsjes gebruiken.
Geen scherpe of schurende rei-
nigingsmiddelen gebruiken.
Geen sterk alcoholhoudende rei-
nigingsmiddelen gebruiken.
¡ Wanneer u uitrustingsdelen en ac-
cessoires in de vaatwasser reinigt,
kunnen deze vervormen of verkleu-
ren.
Nooit uitrustingsdelen en acces-
soires in de vaatwasser reinigen.
1. "Apparaat voorbereiden voor reini-
ging." →Pagina112
2. Het apparaat, de uitrustingsdelen
en de deurafdichting met een vaat-
doek, lauwwarm water en een
beetje pH-neutraal afwasmiddel rei-
nigen.
3. Met een zachte, droge doek gron-
dig nadrogen.
Reiniging en onderhoud nl
113
4. Plaats de uitrustingsdelen in het
apparaat.
5. Het apparaat elektrisch aansluiten.
6. "Het apparaat inschakelen."
→Pagina107
7. Doe de levensmiddelen in het ap-
paraat.
Onderdelen eruit halen
Neem wanneer u de uitrustingsdelen
grondig wilt reinigen deze uit het ap-
paraat.
Klep van het vriesvak verwijderen
De klep van het vriesvak openen
en van de houder losmaken.
→Fig.
3
Vriesvaklegplateau verwijderen
Het vriesvaklegplateau uittrekken
en verwijderen.
→Fig.
4
Diepvrieslade verwijderen
1. De diepvrieslade tot aan de aan-
slag uittrekken.
2. De diepvrieslade vooraan optillen
en eruit halen ⁠.
→Fig.
5
nl Storingen verhelpen
114
Storingen verhelpen
Storingen verhelpen
Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhelpen. Raadpleeg voordat u
contact opneemt met de klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
WAARSCHUWING
Kans op elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat
uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden gebruikt voor repa-
ratie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het ter vermijding
van risico's worden vervangen door de fabrikant, de servicedienst of een an-
dere gekwalificeerde persoon.
Functiestoringen
Storing Oorzaak Probleemoplossing
Apparaat werkt niet.
Er brandt geen enkele indi-
catie.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Controleer of de netstekker van de
stroomkabel volledig in het stop-
contact is gestoken.
De zekering is geactiveerd.
Controleer de zekeringen.
De stroom is uitgevallen. 1. Controleer of er stroom is.
2. Koude-accu's, indien voorhanden,
op de dievrieswaren leggen.
Apparaat koelt niet, indica-
ties en verlichting branden.
Het presentatielicht is inge-
schakeld.
"Voer de apparaatzelftest uit."
→Pagina117
a Na het verstrijken van de apparaat-
zelftest gaat het apparaat weer over
op normale werking.
De koelmachine schakelt va-
ker en langer in.
Het apparaat is te vaak geo-
pend.
Open de apparaatdeur niet onno-
dig.
Ventilatieroosters aan de
buitenkant zijn afgedekt.
Verwijder blokkades voor de exter-
ne ventilatieroosters.
Automatisch Supervriezen
schakelt niet in.
Geen fout. Apparaat beslist
zelfstandig of het automa-
tisch Supervriezen nodig is
en schakelt het automatisch
in of uit.
Geen handeling vereist.Geen hande-
ling vereist.
Storingen verhelpen nl
115
Storing Oorzaak Probleemoplossing
of verschijnt op het tem-
peratuurdisplay.
De elektronica heeft een
fout geconstateerd.
1. "Schakel het apparaat uit."
→Pagina107
2. Koppel het apparaat los van de voe-
dingspanning.
Haal stekker van het netsnoer uit
het stopcontact trekken of schakel
de zekering in de meterkast uit.
3. Sluit het apparaat na 5minuten
weer aan.
4. Verschijnt de melding nog steeds,
neem dan contact op met de servi-
cedienst.
Het nummer van de servicedienst
vindt u in het bijgevoegde overzicht
van servicediensten.
De temperatuurindicatie
knippert.
Verschillende oorzaken zijn
mogelijk.
Druk op .
a Schakel het alarm uit.
Deur van het apparaat is
open.
Sluit de deur van het apparaat.
Ventilatieroosters aan de
buitenkant zijn afgedekt.
Verwijder blokkades voor de exter-
ne ventilatieroosters.
Er zijn grotere hoeveelheden
verse levensmiddelen inge-
ruimd.
Overschrijd het vriesvermogen niet.
→"Invriescapaciteit", Pagina109
Temperatuurindicatie knip-
pert, waarschuwingssignaal
weerklinkt en brandt.
Verschillende oorzaken zijn
mogelijk.
Druk op .
a Schakel het alarm uit.
Deur van het apparaat is
open.
Sluit de deur van het apparaat.
Ventilatieroosters aan de
buitenkant zijn afgedekt.
Verwijder blokkades voor de exter-
ne ventilatieroosters.
Er zijn grotere hoeveelheden
verse levensmiddelen inge-
ruimd.
Overschrijd het vriesvermogen niet.
→"Invriescapaciteit", Pagina109
nl Storingen verhelpen
116
Storing Oorzaak Probleemoplossing
Temperatuur wijkt erg af van
deinstelling.
Verschillende oorzaken zijn
mogelijk.
1. "Schakel het apparaat uit."
→Pagina107
2. "Schakel het apparaat na ca. 5 mi-
nuten opnieuw in." →Pagina107
Als de temperatuur te hoog
is, controleer dan de tempe-
ratuur na een paar uur op-
nieuw.
Als de temperatuur te laag is,
controleer de temperatuur
dan de volgende dag op-
nieuw.
Het apparaat bromt, borrelt,
zoemt, gorgelt, klikt, of
maakt knakgeluiden.
Geen storing. Een motor
draait, bijv. koelaggregaat,
ventilator. Er stroomt koude-
middel door de buizen. Mo-
tor, schakelaars of magneet-
ventielen schakelen in- of uit.
Het automatische ontdooi-
systeem treedt in werking.
Geen handeling vereist.Geen hande-
ling vereist.
Apparaat produceert gelui-
den.
Uitrustingsdelen wiebelen of
klemmen.
Controleer de uitneembare uitrus-
tingsdelen en zet ze eventueel op-
nieuw in het apparaat.
Serviesgoed raakt elkaar.
Zet het serviesgoed verder uit el-
kaar.
Supervriezen is ingescha-
keld.
Geen handeling vereist.Geen hande-
ling vereist.
Het apparaat ruikt onaange-
naam.
Er zijn verschillende oorza-
ken mogelijk, bijv. bedorven
levensmiddelen of gemorste
vloeistoffen in het apparaat.
1. Gooi alle bedorven levensmiddelen
weg.
2. "Bereid het apparaat voor om te rei-
nigen." →Pagina112
3. "Reinig het apparaat."
→Pagina112
4. Reinig alle levensmiddelenverpak-
kingen.
5. Verpak sterk ruikende levensmid-
delen luchtdicht om geurvorming te
voorkomen.
6. Controleer na 24 uur opnieuw of er
luchtjes zijn ontstaan.
Opslaan en afvoeren nl
117
Apparaatzelftest uitvoeren
1. "Het apparaat uitschakelen."
→Pagina107
2. "Het apparaat na 5minuten op-
nieuw inschakelen." →Pagina107
a De apparaatzelftest start.
a Tijdens de apparaatzelftest weer-
klinkt tussendoor een lang akoes-
tisch signaal.
a Als na het einde van de apparaat-
zelftest 2 akoestische signalen
weerklinken en de temperatuurindi-
catie de ingestelde temperatuur
toont, is uw apparaat in orde. Het
apparaat gaat over op de normale
werking.
a Als na het einde van de apparaat-
zelftest 5 akoestische signalen
weerklinken en gedurende 10
seconden knippert, contact opne-
men met de service.
Opslaan en afvoeren
Opslaan en afvoeren
Opslaan en afvoeren
Hier krijgt u uitleg over de manier
waarop u het apparaat voorbereidt
voor de opslag. Daarnaast leggen we
u uit hoe u oude apparaten dient af
te voeren.
Apparaat buiten gebruik stel-
len
1. "Het apparaat uitschakelen."
→Pagina107
2. Haal de stekker van het apparaat
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
3. Alle levensmiddelen verwijderen.
4. "Het apparaat reinigen."
→Pagina112
5. Om de ventilatie van het interieur
te waarborgen het apparaat geo-
pend laten.
Afvoeren van uw oude appa-
raat
Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen op-
nieuw worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Kans op gevaar voor de gezond-
heid!
Kinderen kunnen zich in het apparaat
opsluiten en in levensgevaar gera-
ken.
Om te voorkomen dat kinderen in
het apparaat kruipen legplateaus
en lades niet uit het apparaat ne-
men.
Kinderen uit de buurt van een af-
gedankt apparaat houden.
WAARSCHUWING
Kans op brand!
Bij beschadiging van de leidingen
kunnen brandbaar koudemiddel en
schadelijke gassen ontsnappen en
ontsteken.
De buizen van de koudemiddel-
kringloop en de isolatie niet be-
schadigen.
1. De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken.
2. Het netsnoer doorknippen.
3. Het apparaat milieuvriendelijk af-
voeren.
Bij uw dealer en uw gemeente- of
deelraadskantoor kunt u informatie
verkrijgen over de actuele afvoer-
methoden.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Euro-
pese richtlijn 2012/19/EU be-
treffende afgedankte elektri-
nl Servicedienst
118
sche en elektronische appara-
tuur (waste electrical and elec-
tronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan
voor de in de EU geldige terug-
neming en verwerking van oude
apparaten.
Servicedienst
Servicedienst
Servicedienst
Als u vragen hebt, een storing aan
het apparaat niet zelf kunt verhelpen
of als het apparaat moet worden ge-
repareerd, neem dan contact op met
onze servicedienst.
Veel problemen kunt u via de infor-
matie voor het verhelpen van storin-
gen in deze gebruiksaanwijzing of op
onze website zelf verhelpen. Als dit
niet het geval is, neem dan contact
op met onze servicedienst.
We vinden altijd een passende oplos-
sing en proberen onnodig bezoek
van de servicetechnicus te vermijden.
We zorgen ervoor dat het apparaat
zowel binnen de garantieperiode als
na het verstrijken van de fabrieksga-
rantie met originele reserveonderde-
len door geschoolde servicetechnici
wordt gerepareerd.
Om veiligheidsredenen mag alleen
geschoold vakpersoneel reparaties
aan het apparaat uitvoeren. De ga-
rantieclaim vervalt indien reparaties
of ingrepen worden uitgevoerd door
personen die daartoe niet door ons
zijn gemachtigd, dan wel indien onze
apparaten worden voorzien van ver-
vangende onderdelen, aanvullende
onderdelen of accessoires die geen
originele onderdelen zijn en daardoor
een defect wordt veroorzaakt.
Originele vervangende onderdelen
die relevant zijn voor de werking in
overeenstemming met de desbetref-
fende Ecodesign-verordening kunt u
voor de duur van ten minste 10 jaar
vanaf het moment van in de handel
brengen van het apparaat binnen de
Europese Economische Ruimte bij
onze servicedienst verkrijgen.
Opmerking:Het inschakelen van de
servicedienst is in het kader van de
plaatselijk geldende fabrieksgarantie-
voorwaarden gratis. De minimumduur
van de garantie (fabrieksgarantie
voor particuliere gebruikers) in de Eu-
ropese Economische Ruimte be-
draagt 2 jaar in overeenstemming
met de geldende plaatselijke garan-
tievoorwaarden. De garantievoor-
waarden doen geen afbreuk aan
eventuele andere rechten of claims
die u op grond van het plaatselijke
recht heeft.
Gedetailleerde informatie over de ga-
rantieperiode en garantievoorwaar-
den in uw land kunt u opvragen bij
onze servicedienst, uw dealer of op
onze website.
Als u contact opneemt met de servi-
cedienst, hebt u het productnummer
(E-Nr.) en het productienummer (FD)
van het apparaat nodig.
De contactgegevens van de service-
dienst vindt u in de meegeleverde
servicedienstlijst of op onze website.
Productnummer (E-nr.) en
productienummer (FD)
Het productnummer (E-Nr.) en het
productienummer (FD) vindt u op het
typeplaatje van het apparaat.
→Fig.
1
/
4
Om uw apparaatgegevens en de ser-
vicedienst-telefoonnummers snel te-
rug te kunnen vinden, kunt u de ge-
gevens noteren.
Technische gegevens nl
119
Technische gegevens
Technische gegevens
Technische gegevens
Koudemiddel, netto inhoud en overi-
ge technische gegevens bevinden
zich op het typeplaatje.
→Fig.
1
/
4
Overige informatie over uw model
vindt u op het internet onder https://
energylabel.bsh-group.com
1
. Dit we-
badres bevat een link naar de officië-
le EU-productdatabase EPREL, waar-
van de URL ten tijde van het drukken
nog niet was gepubliceerd. Volg dan
de aanwijzingen bij het zoeken naar
het model op. De modelidentificatie
bestaat uit het teken voor de slash
van het E-nummer (E-Nr.) op het ty-
peplaatje. Alternatief vindt u de mo-
delidentificatie ook in de eerste regel
van het EU-energielabel.
1
Geldt alleen voor landen in de Europese Economische Ruimte

Documenttranscriptie

nl Inhoudsopgave Veiligheid....................................... 98 Algemene aanwijzingen ................. 98 Bestemming van het apparaat ....... 98 Inperking van de gebruikers .......... 98 Veiliger transport ............................ 99 Veilige installatie............................. 99 Veilig gebruik................................ 100 Beschadigd apparaat................... 102 Het voorkomen van materiële schade ......................................... 104 Milieubescherming en besparing............................................... 104 Afvoeren van de verpakking ........ 104 Energie besparen ......................... 104 Opstellen en aansluiten .............. 105 Leveringsomvang ......................... 105 Criteria voor de opstellocatie ....... 105 Apparaat monteren ...................... 106 Het apparaat voor het eerste gebruik voorbereiden ....................... 106 Apparaat elektrisch aansluiten..... 106 Uw apparaat leren kennen.......... 106 Apparaat....................................... 106 Bedieningspaneel......................... 106 Uitrusting..................................... 107 Klep van het vriesvak ................... 107 Accessoires .................................. 107 De Bediening in essentie............ 107 Apparaat inschakelen................... 107 Opmerkingen bij het gebruik ....... 107 Machine uitschakelen................... 107 Temperatuur instellen................... 108 Extra functies .............................. 108 Automatisch Supervriezen............ 108 Handmatig Supervriezen .............. 108 Alarm............................................ 109 Deuralarm..................................... 109 Temperatuuralarm ........................ 109 Vriesvak ....................................... 109 Invriescapaciteit............................ 109 Vriesvakvolume volledig gebruiken................................................ 110 Tips voor het inkopen van diepvrieskost ....................................... 110 Tips voor het bewaren van levensmiddelen in het vriesvak....... 110 Kleinere hoeveelheid levensmiddelen snel bevriezen .................... 110 Tips voor het bevriezen van verse levensmiddelen ....................... 110 Houdbaarheid van de diepvrieswaren bij −18 °C .......................... 111 Ontdooimethodes voor diepvrieswaren .................................... 111 Ontdooien .................................... 112 Ontdooien in het vriesvak ............ 112 Reiniging en onderhoud ............. 112 Apparaat voorbereiden voor reiniging............................................ 112 Apparaat schoonmaken ............... 112 Onderdelen eruit halen ................ 113 Storingen verhelpen ................... 114 Functiestoringen ........................... 114 Apparaatzelftest uitvoeren............ 117 Opslaan en afvoeren................... 117 Apparaat buiten gebruik stellen ... 117 Afvoeren van uw oude apparaat .. 117 Servicedienst............................... 118 Productnummer (E-nr.) en productienummer (FD) ...................... 118 Technische gegevens................. 119 97 nl Veiligheid Veiligheid Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht. Algemene aanwijzingen Hier vindt u algemene informatie over deze gebruiksaanwijzing. ¡ Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. ¡ Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor de gebruiker van het apparaat. ¡ Neem de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen in acht. ¡ Bewaar de gebruiksaanwijzing en de productinformatie voor later gebruik of voor volgende eigenaren. ¡ Sluit het apparaat in geval van transportschade niet aan. Bestemming van het apparaat Om het apparaat veilig en op de juiste manier te gebruiken dient u de aanwijzingen over het correcte gebruik van het apparaat in acht te nemen. Dit apparaat is uitsluitend voor de inbouw bedoeld. Gebruik het apparaat uitsluitend: ¡ volgens deze gebruiksaanwijzing. ¡ om levensmiddelen te bevriezen en voor de bereiding van ijsblokjes. ¡ voor huishoudelijk gebruik en in gesloten ruimtes binnen de huiselijke omgeving. ¡ tot een hoogte van 2000 m boven zeeniveau. Inperking van de gebruikers Voorkom risico's voor kinderen en kwetsbare personen. Dit apparaat kan worden bediend door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met fysieke, sensorische of geestelijke beperkingen of met gebrekkige ervaring en/of kennis, indien zij onder toezicht staan of zijn geïnstrueerd in het veilige gebruik van het apparaat en de daaruit resulterende gevaren hebben begrepen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. 98 Veiligheid nl Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet worden uitgevoerd door kinderen indien deze niet onder toezicht staan. Kinderen vanaf 3 jaar en jonger dan 8 jaar mogen de koelkast/ diepvriezer vullen en legen. Veiliger transport Houd de veiligheidsaanwijzingen aan wanneer u het apparaat transporteert. WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel! Het hoge gewicht van het apparaat kan bij het optillen letsels veroorzaken. ▶ Het apparaat niet alleen optillen. Veilige installatie Houd deze veiligheidsaanwijzingen in acht bij de installatie van het apparaat. WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok! ¡ Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk. ▶ Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de gegevens op het typeplaatje. ▶ Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet met wisselstroom aansluiten. ▶ Het randaardesysteem van de elektrische huisinstallatie moet conform de elektrotechnische voorschriften zijn geïnstalleerd. ▶ Nooit het apparaat via een externe schakelinrichting voeden, bijvoorbeeld een tijdschakelaar of besturing op afstand. ▶ Wanneer het apparaat is ingebouwd, moet de netstekker van de netaansluitkabel vrij toegankelijk zijn, of wanneer vrije toegang niet mogelijk is, moet in de vast geplaatste elektrische installatie een alpolige scheidingsinrichting volgens de installatievoorschriften worden ingebouwd. 99 nl Veiligheid ▶ Bij het opstellen van het apparaat erop letten dat het netsnoer niet wordt afgeklemd of beschadigd. ¡ Een beschadigde isolatie van het netsnoer is gevaarlijk. ▶ Nooit het aansluitsnoer met warmtebronnen in contact brengen. WAARSCHUWING ‒ Kans op explosie! Wanneer de ventilatie-openingen van het apparaat zijn gesloten, dan kan bij een lek van het koude circuit een brandbaar gas-luchtmengsel ontstaan. ▶ Sluit ventilatie-openingen in de behuizing van het apparaat of in de inbouwbehuizing niet af. WAARSCHUWING ‒ Kans op brand! ¡ Het gebruik van een verlengd netsnoer en niet-toegestane adapters is gevaarlijk. ▶ Geen verlengsnoeren of meervoudige stopcontacten gebruiken. ▶ Als het netsnoer te kort is, contact opnemen met de servicedienst. ▶ Alleen door de fabrikant goedgekeurde adapters gebruiken. ¡ Draagbare mobiele meervoudige stopcontacten of draagbare netvoedingen kunnen oververhit raken en tot brand leiden. ▶ Draagbare mobiele meervoudige stopcontacten of draagbare netvoedingen niet aan de achterkant van de apparaten plaatsen. Veilig gebruik Neem bij gebruik van het apparaat de veiligheidsaanwijzingen in acht. WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok! Binnendringend vocht kan een elektrische schok veroorzaken. ▶ Gebruik het apparaat alleen in gesloten ruimtes. ▶ Stel het apparaat nooit bloot aan grote hitte en vochtigheid. ▶ Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken om het apparaat te reinigen. 100 Veiligheid nl WAARSCHUWING ‒ Kans op verstikking! ¡ Kinderen kunnen verpakkingsmateriaal over het hoofd trekken en hierin verstrikt raken en stikken. ▶ Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen houden. ▶ Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spelen. ¡ Kinderen kunnen kleine onderdelen inademen of inslikken en hierdoor stikken. ▶ Kleine onderdelen uit de buurt van kinderen houden. ▶ Kinderen niet met kleine onderdelen laten spelen. WAARSCHUWING ‒ Kans op explosie! ¡ Mechanische inrichtingen of andere middelen kunnen de koudekringloop beschadigen, brandbaar koudemiddel kan lekken en exploderen. ▶ Gebruik voor het versnellen van het ontdooien geen andere mechanische inrichtingen of andere middelen dan diegene die door de fabrikant zijn aanbevolen. ¡ Producten met brandbare drijfgassen en explosieve stoffen kunnen exploderen, bijv. spuitbussen. ▶ Bewaar geen producten met brandbare drijfgassen en explosieve stoffen in het apparaat. WAARSCHUWING ‒ Kans op brand! Elektrische apparaten binnenin het apparaat kunnen tot een brand leiden, bijv. verwarmingsapparaten of elektrische ijsbereiders. ▶ Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat. WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel! ¡ Flessen of blikjes met koolzuurhoudende drank kunnen barsten. ▶ Geen flessen of blikjes met koolzuurhoudende drank in het vriesvak bewaren. ¡ Letsel aan de ogen door lekkend brandbaar koudemiddel en schadelijke gassen. ▶ De buizen van de koudemiddelkringloop en de isolatie niet beschadigen. 101 nl Veiligheid WAARSCHUWING ‒ Kans op koude-brandwonden! Contact met diepvrieswaren en koude oppervlakken kan tot brandwonden door koude leiden. ▶ Nooit diepvrieswaren in de mond nemen nadat deze uit het vriesvak werden genomen. ▶ Vermijd langer contact van de huid met diepvrieswaren, ijs en oppervlakken van het vriesvak. VOORZICHTIG ‒ Kans op gevaar voor de gezondheid! Houd de volgende aanwijzingen aan om verontreiniging van levensmiddelen te voorkomen. ▶ Wanneer de deur langere tijd wordt geopend, kan dit leiden tot een aanzienlijke temperatuurstijging in de vakken van het apparaat. ▶ Maak de oppervlakken, die met levensmiddelen en toegankelijke afvoersystemen in contact komen, regelmatig schoon. ▶ Wanneer het koel-/vriesapparaat langere tijd leeg staat, het apparaat uitschakelen, ontdooien, reinigen en de deur open laten, om schimmelvorming te voorkomen. Beschadigd apparaat Neem deze veiligheidsvoorschriften in acht als uw apparaat beschadigd is. WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok! ¡ Een beschadigd apparaat of een beschadigd netsnoer is gevaarlijk. ▶ Nooit een beschadigd apparaat gebruiken. ▶ Nooit een apparaat met gescheurd of gebroken oppervlak gebruiken. ▶ Nooit aan het netsnoer trekken, om het apparaat van het elektriciteitsnet te scheiden. Altijd aan de stekker van het netsnoer trekken. ▶ Wanneer het apparaat of het netsnoer is beschadigd, dan direct de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen. 102 Veiligheid nl ▶ "Contact opnemen met de servicedienst." → Pagina 118 ▶ Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat uitvoeren. ¡ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. ▶ Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat uitvoeren. ▶ Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden gebruikt voor reparatie van het apparaat. ▶ Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het ter vermijding van risico's worden vervangen door de fabrikant, de servicedienst of een andere gekwalificeerde persoon. WAARSCHUWING ‒ Kans op brand! Bij beschadiging van de leidingen kunnen brandbaar koudemiddel en schadelijke gassen ontsnappen en ontsteken. ▶ Houd vuur en ontstekingsbronnen uit de buurt van het apparaat. ▶ Ventileer de ruimte. ▶ "Het apparaat uitschakelen." → Pagina 107 ▶ De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken of de zekering in de meterkast uitschakelen. ▶ "Neem contact op met de service-afdeling." → Pagina 118 103 nl Het voorkomen van materiële schade Het voorkomen van materiële schade Het voorkomen van materiële schade Ter voorkoming van materiële schade, aan het apparaat, de accessoires of keukenvoorwerpen dient u de aanwijzingen in acht te nemen. Het voorkomen van materiële schade LET OP! ¡ Door het gebruik van de plint, laden of apparaatdeuren als zitvlak of opstapje kan het apparaat beschadigd raken. ▶ Niet op de plint, laden of deuren staat of leunen. ¡ Door verontreinigingen met olie of vet kunnen kunststofdelen en deurafdichtingen poreus worden. ▶ Houd kunststofdelen en deurafdichtingen olie- en vetvrij. Milieubescherming en besparing Milieubescherming en besparing Bescherm het milieu door het apparaat op een hulpbronnenbesparende manier te gebruiken en herbruikbare materialen op de juiste manier af te voeren. Milieubescherming en besparing Afvoeren van de verpakking De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kunnen worden hergebruikt. ▶ De afzonderlijke componenten op soort gescheiden afvoeren. Energie besparen Als u deze aanwijzingen opvolgt, verbruikt uw apparaat minder stroom. Keuze van de opstellingslocatie Houd deze aanwijzing aan wanneer u het apparaat plaatst. 104 ¡ Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht. ¡ Plaats het apparaat zo ver mogelijk van radiatoren, fornuis en andere warmtebronnen: – Houd 30 mm afstand aan tot elektrische- of gasfornuizen. – Houd 300 mm afstand aan tot olie- en kolenfornuizen. ¡ Een nisdiepte van 560 mm gebruiken. ¡ Nooit de externe ventilatie-opening afdekken of dicht maken. Energie besparen bij het gebruik. Houd deze aanwijzing aan wanneer u uw apparaat gebruikt. Opmerking: De plaatsing van de uitrustingsonderdelen heeft geen invloed op het energieverbruik van het apparaat. ¡ Open het apparaat slechts kort. ¡ Nooit de ventilatie-openingen binnenin, of de ventilatieroosters aan de buitenzijde afdekken of dicht maken. ¡ Transporteer gekoelde levensmiddelen in een koeltas en leg ze snel in het apparaat. ¡ Warm voedsel en dranken eerst laten afkoelen, daarna in het apparaat plaatsen. ¡ Laat altijd wat ruimte tussen de levensmiddelen en de achterwand. ¡ Verpak de levensmiddelen luchtdicht. ¡ Open het vriesvak slechts kort en sluit het zorgvuldig. Opstellen en aansluiten Opstellen en aansluiten Opstellen en aansluiten Waar en hoe u het apparaat het beste opstelt, komt u hier te weten. Bovendien komt u te weten hoe u het apparaat op het elektriciteitsnet aansluit. Opstellen en aansluiten Leveringsomvang Controleer na het uitpakken alle onderdelen op transportschade en de volledigheid van de levering. Neem bij klachten met uw dealer of onze "servicedienst" → Pagina 118 contact op. De levering bestaat uit: ¡ Inbouw ¡ Uitrusting en accessoires1 ¡ Montagemateriaal ¡ Montagehandleiding ¡ Gebruiksaanwijzing ¡ Klantenservice overzicht ¡ Garantiebijlage2 ¡ Energielabel ¡ Informatie over energieverbruik en geluiden Criteria voor de opstellocatie Houd deze aanwijzing aan wanneer u het apparaat plaatst. WAARSCHUWING Kans op explosie! Wanneer het apparaat in een te kleine ruimte staat, kan er bij een lek van het koudecircuit een brandbaar gasluchtmengsel ontstaan. ▶ Stel het apparaat uitsluitend op in een ruimte, welke tenminste een volume heeft van 1 m3 per 8 g 1 Afhankelijk van de apparaatuitvoering 2 Niet in alle landen nl koudemiddel. De hoeveelheid van het koudemiddel staat op het typeplaatje. → Fig. 1 / 4 Het gewicht van het apparaat kan afhankelijk van het model tot 70 bedragen. De ondergrond moet stabiel genoeg zijn om het gewicht van het apparaat te dragen. Toegestane ruimtetemperatuur De toegestane kamertemperatuur is afhankelijk van de klimaatklasse van het apparaat. De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje. → Fig. 1 / 4 Klimaatklasse SN N ST T Toegestane ruimtetemperatuur 10 °C…32 °C 16 °C…32 °C 16 °C…38 °C 16 °C…43 °C Het apparaat is volledig functioneel binnen de toegestane binnentemperatuur. Wanneer u een apparaat van de klimaatklasse SN gebruikt bij lagere kamertemperaturen, dan kunnen beschadigingen aan het apparaat tot een kamertemperatuur van 5 °C worden uitgesloten. Nismaten Neem de nisafmetingen in acht als u uw apparaat in de nis inbouwt. Bij afwijkingen kunnen problemen optreden tijdens de installatie van het apparaat. Nisdiepte Bouw het apparaat in de aanbevolen nisdiepte van 560 mm in. 105 nl Uw apparaat leren kennen Bij een kleinere nisdiepte wordt het energieverbruik iets hoger. De nisdiepte moet minimaal 550 mm bedragen. 2. De netstekker op vastheid contro- leren. a Het apparaat is nu gereed voor gebruik. Nisbreedte Voor het apparaat is een meubelnis met een binnenbreedte van minimaal 560 mm nodig. Side-by-side-opstelling Als u naast dit apparaat een ander apparaat met vriesvak wilt gebruiken, moet u tussen de apparaten minimaal een tussenafstand van 150 mm aanhouden. Als u de minimale tussenafstand niet in acht neemt, kunt u dit apparaat alleen naast 556 mm brede apparaten zonder vriesvak opstellen. Apparaat monteren ▶ Het apparaat conform meegelever- de montagehandleiding monteren. Het apparaat voor het eerste gebruik voorbereiden 1. Haal het informatiemateriaal er uit. 2. Verwijder de beschermfolie en transportborgingen, bijv. plakstrips en karton. 3. "Het apparaat voor de eerste keer reinigen." → Pagina 112 Apparaat elektrisch aansluiten 1. De netstekker van het aansluit- snoer van het apparaat in een stopcontact in de omgeving van het apparaat steken. De aansluitgegevens van het apparaat staan op het typeplaatje. → Fig. 1 / 4 106 Uw apparaat leren kennen Uw apparaat leren kennen Lees meer over de onderdelen van uw apparaat. Uw apparaat leren kennen Apparaat Hier vindt u een overzicht van de onderdelen van uw apparaat. → Fig. 1 1 2 3 4 Bedieningselementen Vriesvaklegplateau Klep van het vriesvak Typeplaatje Opmerking: Verschillen tussen uw apparaat en de afbeeldingen zijn mogelijk op basis van uitrusting en grootte. Bedieningspaneel Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw apparaat instellen en informatie krijgen over de gebruikstoestand. → Fig. 2 1 2 3 4 5 schakelt het alarmsignaal uit. / stelt de temperatuur van het vriesvak in. Toont de ingestelde temperatuur van het vriesvak in °C. schakelt Supervriezen in of uit. schakelt het apparaat in of uit. Uitrusting nl Uitrusting De Bediening in essentie Uitrusting De Bediening in essentie Hier krijgt u een overzicht van de accessoires behorende bij uw apparaat en de manier waarop ze worden gebruikt. De uitrusting van uw apparaat is modelafhankelijk. Uitrusting Klep van het vriesvak Bewaar op het legplateau achter de klep van het vriesvak vaak gebruikte of kortstondig te bewaren levensmiddelen. Accessoires Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn op het apparaat afgestemd. De accessoires van het apparaat zijn afhankelijk van het model. Koude-accu Gebruik de koude-accu voor het tijdelijk koel houden van levensmiddelen, bijv. in een koeltas. Tip: De koude-accu vertraagt bij het uitvallen van de stroom of bij een storing het verwarmen van de opgeslagen diepvrieswaren. IJsblokjesschaal Gebruik de ijsblokjesschaal om ijsblokjes te maken. IJsblokjes maken 1. De ijsblokjesschaal voor ¾ met water vullen en in het vriesvak plaatsen. Vastgevroren ijsblokjesschaal alleen met een bot voorwerp, bijv. steel van een lepel, losmaken. 2. Om de ijsblokjesschaal los te maken de ijsblokjesschaal iets torderen of kort onder stromend water houden. Hier wordt de bediening van het apparaat in essentie beschreven. De Bediening in essentie Apparaat inschakelen 1. indrukken. a Het apparaat begint te koelen. a Er weerklinkt een waarschuwingssignaal en brandt omdat het vriesvak nog te warm is. 2. Het waarschuwingssignaal met uitschakelen. a gaat uit zodra de ingestelde temperatuur is bereikt. 3. "De gewenste temperatuur instellen." → Pagina 108 Opmerkingen bij het gebruik ¡ Wanneer u het apparaat heeft ingeschakeld, duurt het tot enkele uren voordat de ingestelde temperatuur wordt bereikt. Geen levensmiddelen in het apparaat doen voordat de temperatuur is bereikt. ¡ De kopzijden van de behuizing worden tijdelijk licht verwarmd. Dit voorkomt vorming van condenswater in de zone van de deurafdichting. ¡ Wanneer u de deur sluit, kan een onderdruk ontstaan. De deur gaat dan alleen moeilijker open. Wacht een ogenblik tot de onderdruk wordt gecompenseerd. Machine uitschakelen ▶ indrukken. a Het apparaat koelt niet meer. 107 nl Extra functies Temperatuur instellen Handmatig Supervriezen Nadat u het apparaat heeft ingeschakeld, kunt u de temperatuur instellen. Bij het Supervriezen koelt het vriesvak zo koud mogelijk. Schakel Supervriezen 4 tot 6 uur voor het inladen van een hoeveelheid levensmiddelen vanaf 2 kg in het vriesvak in. Om het invriesvermogen te benutten, gebruikt u Supervriezen. → "Voorwaarden voor invriesvermogen", Pagina 110 Opmerking: Als Supervriezen is ingeschakeld, kan er meer geluid ontstaan. Vriesvaktemperatuur instellen ▶ Zo vaak op / drukken tot de temperatuurindicatie de gewenste temperatuur toont. De aanbevolen temperatuur in het vriesvak bedraagt −18 °C. Extra functies Extra functies Kom te weten over welke instelbare extra functies uw apparaat beschikt. Extra functies Automatisch Supervriezen Het automatisch Supervriezen schakelt bij het inruimen van warme levensmiddelen automatisch in. Bij het automatisch Supervriezen koelt het vriesvak duidelijk op een lagere temperatuur dan bij de normale werking. Als het automatische Supervriezen is ingeschakeld, brandt en er kunnen meer geluiden ontstaan. Het apparaat schakelt na het verstrijken van het automatisch Supervriezen op normale werking. Automatisch Supervriezen annuleren ▶ indrukken. a De voordien ingestelde temperatuur wordt op indicatie aangegeven. 108 Handmatig Supervriezen inschakelen ▶ indrukken. a brandt. Opmerking: Na ca. 60 uur schakelt het apparaat over op de normale werking. Handmatig Supervriezen uitschakelen ▶ indrukken. a De voordien ingestelde temperatuur wordt op indicatie aangegeven. Alarm Alarm Alarm Uw apparaat beschikt over alarmfuncties. Alarm Deuralarm Als de deur van het apparaat langere tijd open staat wordt het deuralarm ingeschakeld. Deuralarm uitschakelen ▶ De apparaatdeur sluiten of op drukken. a Het waarschuwingssignaal is uitgeschakeld. Temperatuuralarm Wanneer het te warm is in het vriesvak, wordt het temperatuuralarm geactiveerd. VOORZICHTIG Kans op gevaar voor de gezondheid! Bij het ontdooien kunnen bacteriën zich vermeerderen en kunnen de diepvrieswaren bederven. ▶ Half of geheel ontdooide diepvrieswaren niet opnieuw invriezen. ▶ Het voedsel pas na koken of braden opnieuw invriezen. ▶ De maximale bewaartijd niet meer ten volle benutten. Het temperatuuralarm kan in de volgende gevallen inschakelen: ¡ Het apparaat wordt in gebruik genomen. Levensmiddelen pas in het apparaat inruimen wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt. ¡ De deur van het vriesvak is te lang geopend. Controleer of het diepvriesproduct deels of geheel is ontdooid. nl Temperatuuralarm uitschakelen ▶ indrukken. a Het waarschuwingssignaal is uitgeschakeld. a Vanaf dit moment wordt de warmste temperatuur opnieuw bepaald en in het geheugen opgeslagen. a brandt als de ingestelde temperatuur opnieuw is bereikt. Vriesvak Vriesvak In het vriesvak kunt u diepvrieswaren bewaren, levensmiddelen bevriezen en ijsblokjes maken. De temperatuur is van −16 °C tot −24 °C instelbaar. Langdurig bewaren van levensmiddelen moet op een temperatuur van – 18 °C of lager gebeuren. Door het invriezen kunt u bederfelijke levensmiddelen gedurende lange tijd bewaren. De lage temperaturen vertragen of stoppen het bederven. Vriesvak De tijd die nodig is om verse levensmiddelen volledig diep te vriezen is afhankelijk van verschillende factoren: ¡ ¡ ¡ ¡ Ingestelde temperatuur Levensmiddel (grootte en soort) Bewaarde hoeveelheid Reeds bewaarde hoeveelheid levensmiddelen Invriescapaciteit Het invriesvermogen geeft aan welke hoeveelheid levensmiddelen in hoeveel uur tot in de kern kan worden ingevroren. Informatie over het invriesvermogen vindt u op het typeplaatje. → Fig. 1 / 4 109 nl Vriesvak Voorwaarden voor invriesvermogen 1. Ca. 24 uur vóór het inladen van verse levensmiddelen, Supervriezen inschakelen. → "Handmatig Supervriezen inschakelen", Pagina 108 2. Eerst het bovenste vak vullen met levensmiddelen. Daar bevriezen de levensmiddelen het snelst. 3. Wanneer het bovenste vak niet groot genoeg is, de resterende hoeveelheid in het vak eronder inruimen. Vriesvakvolume volledig gebruiken Kom te weten hoe u de maximale hoeveelheid diepvriesproducten in het vriesvak onderbrengt. 1. "Alle uitrustingsdelen verwijderen." → Pagina 113 2. Levensmiddelen rechtstreeks op de legplateaus en de bodem van het vriesvak bewaren. Tips voor het inkopen van diepvrieskost Neem de tips in acht als u diepvrieskost inkoopt. ¡ Op onbeschadigde verpakking letten. ¡ Op de houdbaarheidsdatum letten. ¡ De temperatuur in de supermarktvriezer moet –18 °C of kouder zijn. ¡ De diepvriesketen niet onderbreken. Diepvriesproducten liefst in een koeltas transporteren en snel in het vriesvak leggen. 110 Tips voor het bewaren van levensmiddelen in het vriesvak Neem de tips in acht als u levensmiddelen in het vriesvak inruimt. ¡ Om grotere hoeveelheden verse levensmiddelen snel en voorzichtig in te vriezen, deze in de bovenste diepvrieslade leggen. ¡ De levensmiddelen naast elkaar in de vakken of diepvriesladen leggen. ¡ In te vriezen levensmiddelen niet in aanraking brengen met ingevroren levensmiddelen. ¡ Voor een goede luchtcirculatie in het apparaat de diepvrieslade tot aan de aanslag inschuiven. Kleinere hoeveelheid levensmiddelen snel bevriezen Neem de aanwijzingen in acht als u een kleinere hoeveelheid levensmiddelen snel wilt bevriezen. 1. De levensmiddelen van rechts beginnend in de tweede diepvrieslade van onderen leggen. 2. De levensmiddelen over een groot oppervlak verdelen. Tips voor het bevriezen van verse levensmiddelen Neem de tips in acht als u verse levensmiddelen invriest. ¡ Alleen verse en onberispelijke levensmiddelen bevriezen. ¡ Levensmiddelen per portie invriezen. ¡ Bereide levensmiddelen zijn beter geschikt dan rauw eetbare levensmiddelen. ¡ Groente vóór het invriezen wassen, kleiner maken en blancheren. Vriesvak ¡ Fruit vóór het invriezen wassen, ontpitten en eventueel schillen, eventueel suiker of ascorbinezuuroplossing toevoegen. ¡ Voor het invriezen geschikte levensmiddelen zijn bijv. bakwaren, vis en zeevruchten, vlees, wild en gevogelte, eieren zonder schaal, kaas, boter, kwark, kant-en-klaargerechten en etensresten. ¡ Voor het invriezen ongeschikte levensmiddelen zijn bijv. kropsla, radijsjes, eieren met schaal, druiven, rode appels en peren, yoghurt, zure room, crème fraîche en mayonaise. Diepvrieswaren verpakken Geschikt verpakkingsmateriaal en de juiste soort verpakking behouden in hoge mate de productkwaliteit en vermijden vriesbrand. 1. De levensmiddelen in de verpakking leggen. 2. De lucht eruit drukken. 3. De verpakking luchtdicht afsluiten om te voorkomen dat de levensmiddelen hun smaak verliezen of uitdrogen. 4. De verpakking met de inhoud van de invriesdatum voorzien. Houdbaarheid van de diepvrieswaren bij −18 °C nl De erop gedrukte vrieskalender geeft de maximale bewaartijd in maanden aan bij een constante temperatuur van –18°C. Ontdooimethodes voor diepvrieswaren Om de productkwaliteit zo goed mogelijk te behouden, de ontdooimethode aan levensmiddel en gebruiksdoel aanpassen. VOORZICHTIG Kans op gevaar voor de gezondheid! Bij het ontdooien kunnen bacteriën zich vermeerderen en kunnen de diepvrieswaren bederven. ▶ Half of geheel ontdooide diepvrieswaren niet opnieuw invriezen. ▶ Het voedsel pas na koken of braden opnieuw invriezen. ▶ De maximale bewaartijd niet meer ten volle benutten. ¡ In het koelvak dierlijke levensmiddelen ontdooien, bijv. vis, vlees, kaas en kwark. ¡ Bij kamertemperatuur brood ontdooien. ¡ In de magnetron, in de oven of op het fornuis levensmiddelen voor directe consumptie bereiden. Neem de bewaartijden in acht als u levensmiddelen invriest. Product Vis, worst, klaargemaakte gerechten, brood en banket Gevogelte, vlees Groente, fruit Bewaartijd Tot 6 maanden Tot 8 maanden Tot 12 maanden 111 nl Ontdooien Ontdooien Ontdooien Houdt u de informatie aan, wanneer u uw apparaat wilt ontdooien. Ontdooien Ontdooien in het vriesvak Door het volledig automatische “NoFrost”-systeem blijft het vriesvak vorstvrij. Ontdooien is niet nodig. Reiniging en onderhoud Reiniging en onderhoud Reinig en onderhoud uw apparaat zorgvuldig om er voor te zorgen dat het lang goed blijft werken. De reiniging van ontoegankelijke plaatsen moet door de servicedienst worden uitgevoerd. Aan de reiniging door de servicedienst kunnen kosten verbonden zijn. Reiniging en onderhoud Apparaat voorbereiden voor reiniging Informatie over de wijze waarop u uw apparaat voorbereid voor reiniging 1. "Het apparaat uitschakelen." → Pagina 107 2. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken of de zekering in de meterkast uitschakelen. 3. Alle levensmiddelen eruit halen en op een koele plaats bewaren. Indien beschikbaar koelelementen op de levensmiddelen leggen. 4. "Neem alle uitrustingsdelen uit het apparaat." → Pagina 113 112 Apparaat schoonmaken Maak het apparaat schoon zoals voorgeschreven, zodat het niet door een verkeerde reiniging of ongeschikte schoonmaakmiddelen beschadigd raakt. WAARSCHUWING Kans op elektrische schok! ¡ Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken. ▶ Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken om het apparaat te reinigen. ¡ Vloeistof in de verlichting of in de bedieningselementen kan gevaarlijk zijn. ▶ Het spoelwater mag niet in de verlichting of in de bedieningselementen terechtkomen. LET OP! ¡ Ongeschikte reinigingsmiddelen kunnen de oppervlakken van het apparaat beschadigen. ▶ Geen harde schuur- of afwassponsjes gebruiken. ▶ Geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen gebruiken. ▶ Geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen gebruiken. ¡ Wanneer u uitrustingsdelen en accessoires in de vaatwasser reinigt, kunnen deze vervormen of verkleuren. ▶ Nooit uitrustingsdelen en accessoires in de vaatwasser reinigen. 1. "Apparaat voorbereiden voor reini- ging." → Pagina 112 2. Het apparaat, de uitrustingsdelen en de deurafdichting met een vaatdoek, lauwwarm water en een beetje pH-neutraal afwasmiddel reinigen. 3. Met een zachte, droge doek grondig nadrogen. Reiniging en onderhoud nl 4. Plaats de uitrustingsdelen in het apparaat. 5. Het apparaat elektrisch aansluiten. 6. "Het apparaat inschakelen." → Pagina 107 7. Doe de levensmiddelen in het ap- paraat. Onderdelen eruit halen Neem wanneer u de uitrustingsdelen grondig wilt reinigen deze uit het apparaat. Klep van het vriesvak verwijderen ▶ De klep van het vriesvak openen en van de houder losmaken. → Fig. 3 Vriesvaklegplateau verwijderen ▶ Het vriesvaklegplateau uittrekken en verwijderen. → Fig. 4 Diepvrieslade verwijderen 1. De diepvrieslade tot aan de aanslag uittrekken. 2. De diepvrieslade vooraan optillen en eruit halen ⁠. → Fig. 5 113 nl Storingen verhelpen Storingen verhelpen Storingen verhelpen Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhelpen. Raadpleeg voordat u contact opneemt met de klantenservice de informatie over het verhelpen van storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten. Storingen verhelpen WAARSCHUWING Kans op elektrische schok! Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. ▶ Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat uitvoeren. ▶ Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden gebruikt voor reparatie van het apparaat. ▶ Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het ter vermijding van risico's worden vervangen door de fabrikant, de servicedienst of een andere gekwalificeerde persoon. Functiestoringen Storing Apparaat werkt niet. Er brandt geen enkele indicatie. Oorzaak De stekker zit niet goed in het stopcontact. Probleemoplossing ▶ Controleer of de netstekker van de stroomkabel volledig in het stopcontact is gestoken. De zekering is geactiveerd. ▶ Controleer de zekeringen. De stroom is uitgevallen. 1. Controleer of er stroom is. 2. Koude-accu's, indien voorhanden, op de dievrieswaren leggen. Apparaat koelt niet, indicaties en verlichting branden. Het presentatielicht is ingeschakeld. ▶ "Voer de apparaatzelftest uit." Ventilatieroosters aan de buitenkant zijn afgedekt. ▶ Verwijder blokkades voor de exter- → Pagina 117 a Na het verstrijken van de apparaatzelftest gaat het apparaat weer over op normale werking. De koelmachine schakelt va- Het apparaat is te vaak geo- ▶ Open de apparaatdeur niet onnoker en langer in. pend. dig. Automatisch Supervriezen schakelt niet in. 114 ne ventilatieroosters. Geen fout. Apparaat beslist Geen handeling vereist.Geen handezelfstandig of het automaling vereist. tisch Supervriezen nodig is en schakelt het automatisch in of uit. Storingen verhelpen nl Storing of verschijnt op het temperatuurdisplay. Oorzaak De elektronica heeft een fout geconstateerd. De temperatuurindicatie knippert. Verschillende oorzaken zijn ▶ Druk op . mogelijk. a Schakel het alarm uit. ▶ Sluit de deur van het apparaat. Deur van het apparaat is open. ▶ Verwijder blokkades voor de exterVentilatieroosters aan de buitenkant zijn afgedekt. ne ventilatieroosters. Er zijn grotere hoeveelheden verse levensmiddelen ingeruimd. Temperatuurindicatie knip- Verschillende oorzaken zijn pert, waarschuwingssignaal mogelijk. weerklinkt en brandt. Deur van het apparaat is open. Ventilatieroosters aan de buitenkant zijn afgedekt. Probleemoplossing 1. "Schakel het apparaat uit." → Pagina 107 2. Koppel het apparaat los van de voedingspanning. Haal stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken of schakel de zekering in de meterkast uit. 3. Sluit het apparaat na 5 minuten weer aan. 4. Verschijnt de melding nog steeds, neem dan contact op met de servicedienst. Het nummer van de servicedienst vindt u in het bijgevoegde overzicht van servicediensten. ▶ Overschrijd het vriesvermogen niet. → "Invriescapaciteit", Pagina 109 ▶ Druk op . a Schakel het alarm uit. ▶ Sluit de deur van het apparaat. ▶ Verwijder blokkades voor de exter- ne ventilatieroosters. Er zijn grotere hoeveelheden ▶ Overschrijd het vriesvermogen niet. verse levensmiddelen inge→ "Invriescapaciteit", Pagina 109 ruimd. 115 nl Storingen verhelpen Storing Oorzaak Temperatuur wijkt erg af van Verschillende oorzaken zijn de instelling. mogelijk. Probleemoplossing 1. "Schakel het apparaat uit." → Pagina 107 2. "Schakel het apparaat na ca. 5 minuten opnieuw in." → Pagina 107 ‒ Als de temperatuur te hoog is, controleer dan de temperatuur na een paar uur opnieuw. ‒ Als de temperatuur te laag is, controleer de temperatuur dan de volgende dag opnieuw. Het apparaat bromt, borrelt, Geen storing. Een motor Geen handeling vereist.Geen handezoemt, gorgelt, klikt, of draait, bijv. koelaggregaat, ling vereist. maakt knakgeluiden. ventilator. Er stroomt koudemiddel door de buizen. Motor, schakelaars of magneetventielen schakelen in- of uit. Het automatische ontdooisysteem treedt in werking. Apparaat produceert gelui- Uitrustingsdelen wiebelen of ▶ Controleer de uitneembare uitrusden. klemmen. tingsdelen en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat. Serviesgoed raakt elkaar. ▶ Zet het serviesgoed verder uit el- kaar. Supervriezen is ingeschakeld. Het apparaat ruikt onaange- Er zijn verschillende oorzanaam. ken mogelijk, bijv. bedorven levensmiddelen of gemorste vloeistoffen in het apparaat. 116 Geen handeling vereist.Geen handeling vereist. 1. Gooi alle bedorven levensmiddelen weg. 2. "Bereid het apparaat voor om te reinigen." → Pagina 112 3. "Reinig het apparaat." → Pagina 112 4. Reinig alle levensmiddelenverpakkingen. 5. Verpak sterk ruikende levensmiddelen luchtdicht om geurvorming te voorkomen. 6. Controleer na 24 uur opnieuw of er luchtjes zijn ontstaan. Opslaan en afvoeren Apparaatzelftest uitvoeren 1. "Het apparaat uitschakelen." → Pagina 107 2. "Het apparaat na 5 minuten op- nieuw inschakelen." → Pagina 107 a De apparaatzelftest start. a Tijdens de apparaatzelftest weerklinkt tussendoor een lang akoestisch signaal. a Als na het einde van de apparaatzelftest 2 akoestische signalen weerklinken en de temperatuurindicatie de ingestelde temperatuur toont, is uw apparaat in orde. Het apparaat gaat over op de normale werking. a Als na het einde van de apparaatzelftest 5 akoestische signalen weerklinken en gedurende 10 seconden knippert, contact opnemen met de service. nl 5. Om de ventilatie van het interieur te waarborgen het apparaat geopend laten. Afvoeren van uw oude apparaat Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen opnieuw worden gebruikt. WAARSCHUWING Kans op gevaar voor de gezondheid! Kinderen kunnen zich in het apparaat opsluiten en in levensgevaar geraken. ▶ Om te voorkomen dat kinderen in het apparaat kruipen legplateaus en lades niet uit het apparaat nemen. ▶ Kinderen uit de buurt van een afgedankt apparaat houden. Opslaan en afvoeren Opslaan en afvoeren Hier krijgt u uitleg over de manier waarop u het apparaat voorbereidt voor de opslag. Daarnaast leggen we u uit hoe u oude apparaten dient af te voeren. Opslaan en afvoeren Apparaat buiten gebruik stellen 1. "Het apparaat uitschakelen." → Pagina 107 2. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken of de zekering in de meterkast uitschakelen. 3. Alle levensmiddelen verwijderen. 4. "Het apparaat reinigen." → Pagina 112 WAARSCHUWING Kans op brand! Bij beschadiging van de leidingen kunnen brandbaar koudemiddel en schadelijke gassen ontsnappen en ontsteken. ▶ De buizen van de koudemiddelkringloop en de isolatie niet beschadigen. 1. De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken. 2. Het netsnoer doorknippen. 3. Het apparaat milieuvriendelijk af- voeren. Bij uw dealer en uw gemeente- of deelraadskantoor kunt u informatie verkrijgen over de actuele afvoermethoden. Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektri117 nl Servicedienst sche en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten. Servicedienst Servicedienst Als u vragen hebt, een storing aan het apparaat niet zelf kunt verhelpen of als het apparaat moet worden gerepareerd, neem dan contact op met onze servicedienst. Veel problemen kunt u via de informatie voor het verhelpen van storingen in deze gebruiksaanwijzing of op onze website zelf verhelpen. Als dit niet het geval is, neem dan contact op met onze servicedienst. We vinden altijd een passende oplossing en proberen onnodig bezoek van de servicetechnicus te vermijden. We zorgen ervoor dat het apparaat zowel binnen de garantieperiode als na het verstrijken van de fabrieksgarantie met originele reserveonderdelen door geschoolde servicetechnici wordt gerepareerd. Om veiligheidsredenen mag alleen geschoold vakpersoneel reparaties aan het apparaat uitvoeren. De garantieclaim vervalt indien reparaties of ingrepen worden uitgevoerd door personen die daartoe niet door ons zijn gemachtigd, dan wel indien onze apparaten worden voorzien van vervangende onderdelen, aanvullende onderdelen of accessoires die geen originele onderdelen zijn en daardoor een defect wordt veroorzaakt. Originele vervangende onderdelen die relevant zijn voor de werking in overeenstemming met de desbetreffende Ecodesign-verordening kunt u voor de duur van ten minste 10 jaar Servicedienst 118 vanaf het moment van in de handel brengen van het apparaat binnen de Europese Economische Ruimte bij onze servicedienst verkrijgen. Opmerking: Het inschakelen van de servicedienst is in het kader van de plaatselijk geldende fabrieksgarantievoorwaarden gratis. De minimumduur van de garantie (fabrieksgarantie voor particuliere gebruikers) in de Europese Economische Ruimte bedraagt 2 jaar in overeenstemming met de geldende plaatselijke garantievoorwaarden. De garantievoorwaarden doen geen afbreuk aan eventuele andere rechten of claims die u op grond van het plaatselijke recht heeft. Gedetailleerde informatie over de garantieperiode en garantievoorwaarden in uw land kunt u opvragen bij onze servicedienst, uw dealer of op onze website. Als u contact opneemt met de servicedienst, hebt u het productnummer (E-Nr.) en het productienummer (FD) van het apparaat nodig. De contactgegevens van de servicedienst vindt u in de meegeleverde servicedienstlijst of op onze website. Productnummer (E-nr.) en productienummer (FD) Het productnummer (E-Nr.) en het productienummer (FD) vindt u op het typeplaatje van het apparaat. → Fig. 1 / 4 Om uw apparaatgegevens en de servicedienst-telefoonnummers snel terug te kunnen vinden, kunt u de gegevens noteren. Technische gegevens nl Technische gegevens Technische gegevens Koudemiddel, netto inhoud en overige technische gegevens bevinden zich op het typeplaatje. → Fig. 1 / 4 Overige informatie over uw model vindt u op het internet onder https:// energylabel.bsh-group.com1. Dit webadres bevat een link naar de officiële EU-productdatabase EPREL, waarvan de URL ten tijde van het drukken nog niet was gepubliceerd. Volg dan de aanwijzingen bij het zoeken naar het model op. De modelidentificatie bestaat uit het teken voor de slash van het E-nummer (E-Nr.) op het typeplaatje. Alternatief vindt u de modelidentificatie ook in de eerste regel van het EU-energielabel. Technische gegevens 1 Geldt alleen voor landen in de Europese Economische Ruimte 119
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120

Siemens GI81NSCE0/01 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor