Documenttranscriptie
SyncMaster P50HP, P50HP-2, P63FP, P63FP-2
PDP-scherm
Gebruikershandleiding
De kleur en het uiterlijk kunnen afwijken, afhankelijk van
het product. Ook kunnen de specificaties zonder
voorafgaand bericht worden gewijzigd om de prestaties te
verbeteren.
Veiligheidsinstructies
Symbolen
Opmerking
U moet deze veiligheidsvoorschriften volgen om te voorkomen dat u risico loopt en het apparaat beschadigd raakt.
Lees de instructies zorgvuldig en gebruik het product op de juiste manier.
Waarschuwing / Voorzichtig
Het niet opvolgen van de aanwijzingen die dit symbool aanduidt kan
resulteren in persoonlijk letsel of schade aan de apparatuur.
Opmerking
Verboden
Op ieder moment belangrijk
om te lezen en begrijpen
Niet demonteren
Haal de stekker uit het stopcontact
Niet aanraken
Geaard om een elektrische
schok te voorkomen
Stroom
Als uw computer gedurende langere tijd niet gebruikt wordt, stel hem dan
in op DPM.
Als u een schermbeveiliging gebruikt, stelt u deze in op de actieve
schermmodus.
De afbeeldingen zijn alleen ter referentie, en mogelijk niet in alle gevallen
(of landen) van toepassing.
Snelkoppeling naar instructies ter voorkoming van scherminbranding
Gebruik geen beschadigde voedingskabel of stekker, of een
beschadigd of loszittend stopcontact.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Raak de stekker bij het aansluiten of verwijderen niet met natte
handen aan.
•
Dit zou een elektrische schok kunnen veroorzaken.
Sluit de stekker aan op een geaard stopcontact.
•
Anders zou u een elektrische schok of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
1
Veiligheidsinstructies
Controleer of de stekker goed en stevig in het stopcontact zit.
•
Dit kan brand veroorzaken.
Buig de voedingskabel niet, trek er niet aan en plaats er geen
zware spullen op.
•
Dit kan brand veroorzaken.
Sluit niet meerdere apparaten aan op hetzelfde stopcontact.
•
Hierdoor kan, door oververhitting, brand ontstaan.
Verwijder het netsnoer niet tijdens het gebruik van het product.
•
Dit kan een elektrische schok veroorzaken waardoor het product beschadigd kan raken.
De stekker moet uit het stopcontact worden gehaald om het
apparaat te ontkoppelen. De stekker moet daarom goed bereikbaar zijn.
•
Anders kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
Gebruik alleen het door ons bedrijf geleverde netsnoer. Gebruik
geen netsnoeren die bij een ander product horen.
•
Dit zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken.
Installatie
Neem contact op met een geautoriseerd Servicecentrum als u de monitor
installeert in een omgeving waar veel stof, hoge of lage temperaturen of
hoge vochtigheid voorkomt, op een plaats waar gewerkt wordt met chemische oplossingen of waar de monitor 24 uur per dag in werking is, zoals
een vliegveld of treinstation.
Als u dit niet doet, kan er schade aan het apparaat ontstaan.
Zorg dat u het apparaat met minimaal twee personen optilt en
verplaatst.
•
Het apparaat zou kunnen vallen, wat zou kunnen leiden tot
persoonlijk letsel en/of beschadiging van het product.
Als u het product in een kast of op een rek plaatst, moet u ervoor
zorgen dat de voorzijde van de onderkant van het product niet
uitsteekt.
•
Anders kan het product vallen of persoonlijk letsel veroorzaken.
•
Zorg dat de kast of het rek groot genoeg is voor het product.
2
Veiligheidsinstructies
PLAATS GEEN KAARSEN, INSECTENWERENDE MIDDELEN, SIGARETTEN OF VERWARMINGSAPPARATUUR IN DE
BUURT VAN HET PRODUCT.
•
Dit kan brand veroorzaken.
Houd verwarmingsapparatuur zo veel mogelijk uit de buurt van
de voedingskabel en het product.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Plaats het apparaat niet op een slecht geventileerde plaats,
zoals in een boekenkast.
•
Dit zou kunnen resulteren in brand door oververhitting.
Wees voorzichtig bij het neerzetten van het product.
•
Dit kan schade aan het beeldscherm veroorzaken.
Plaats de voorzijde van het product niet op de vloer.
•
Dit kan schade aan het beeldscherm veroorzaken.
De muurbevestiging moet worden gemonteerd door een geautoriseerd installatiebedrijf.
•
Anders kan het product vallen en persoonlijk letsel veroorzaken.
•
Gebruik de aangegeven muurbevestiging.
Installeer het product op een goed geventileerde plaats. Er moet
minimaal 4 inch (10 cm) ruimte tussen het product en de muur zijn.
•
Anders zou er brand kunnen ontstaan als gevolg van oververhitting.
Houd het verpakkingsmateriaal buiten bereik van kinderen.
•
Kinderen kunnen letsel oplopen (stikken) als ze hiermee spelen.
Steun niet op de standaard en plaats geen voorwerpen op de
standaard wanneer u de hoogte van de monitor verstelt.
•
Dit kan schade aan het product of persoonlijk letsel veroorzaken.
Schoonmaken
U kunt het frame en het oppervlak van het TFT-PDP-scherm afnemen
met een zachte, licht vochtige doek.
3
Veiligheidsinstructies
Spuit geen reinigingsmiddelen rechtstreeks op het oppervlak
van het product.
•
Dit kan verkleuringen en vervaging van de structuur veroorzaken. Ook kan het oppervlak van het scherm losraken.
Reinig het product met een zachte doek met alleen een monitorreiniger.
•
Als u toch een ander reinigingsmiddel moet gebruiken, moet u
deze in een verhouding van 1:10 in water verdunnen.
Gebruik voor het reinigen van de stekkers en het stopcontact
een droge doek.
•
Anders kan er brand ontstaan.
Haal voor het reinigen van het product de stekker uit het stopcontact.
•
Anders kan er een elektrische schok of brand ontstaan.
Haal voor het reinigen van het product eerst de stekker uit het
stopcontact en reinig het met een zachte, droge doek.
•
Gebruik geen chemische middelen zoals was, benzeen, alcohol, verdunningsmiddelen, insectenwerende middelen, smeermiddelen of reinigingsmiddelen.
•
Hierdoor kan het uiterlijk van het oppervlak worden aangetast
en kunnen de indicatielabels op het product losraken.
De behuizing van het product is gevoelig voor krassen. Gebruik
daarom alleen het soort doek dat wordt voorgeschreven.
Spuit bij het reinigen van het product geen water rechtstreeks
op de behuizing.
•
Zorg ervoor dat er geen water in het product loopt en dat het
product niet nat wordt.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Overig
Dit product werkt op hoge spanning. Demonteer, repareer of
bewerk het product niet zelf.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
•
Neem contact op met een servicecentrum als het product gerepareerd moet worden.
Als er een vreemde geur, een vreemd geluid of rook uit het
product komt, moet u direct de stekker uit het stopcontact halen
en contact opnemen met een Servicecentrum.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
4
Veiligheidsinstructies
Stel het product niet bloot aan vocht, stof, rook of water en installeer het niet in een auto.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Als u het product laat vallen of als de behuizing kapot gaat, moet
u het product uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen.
Neem contact op met een Servicecentrum.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Raak bij onweer het netsnoer en de antennekabel niet aan.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Probeer het beeldscherm niet te verplaatsen door enkel aan het
snoer of de signaalkabel te trekken.
•
Anders kan het product vallen, wat schade aan de kabel kan
veroorzaken waardoor een elektrische schok, schade aan het
product of brand kan ontstaan.
U kunt het product niet optillen of verplaatsen door alleen het
netsnoer of de signaalkabels vast te houden.
•
Anders kan het product vallen, wat schade aan de kabel kan
veroorzaken waardoor een elektrische schok, schade aan het
product of brand kan ontstaan.
Voorkom dat de ventilatieopening wordt geblokkeerd door een
tafel of gordijn.
•
Anders zou er brand kunnen ontstaan als gevolg van oververhitting.
Plaats geen voorwerpen die water bevatten, vazen, bloempotten, geneesmiddelen of metalen voorwerpen op het product.
•
Als er water of vreemde voorwerpen in het product terechtkomen, moet u de stekker uit het stopcontact halen en contact
opnemen met een Servicecentrum.
•
Dit kan een defect, elektrische schok of brand veroorzaken.
Gebruik of bewaar geen brandbare sprays of licht ontvlambare
materialen in de buurt van het product.
•
Dit zou een explosie of brand kunnen veroorzaken.
Steek geen metalen voorwerpen, zoals pennen, munten, naalden en draad, of licht ontvlambare voorwerpen als lucifers of
papier in het product (bijvoorbeeld via de ventilatieopeningen, ingangen en uitgangen).
•
Als er water of vreemde voorwerpen in het product terechtkomen, moet u de stekker uit het stopcontact halen en contact
opnemen met een Servicecentrum.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
5
Veiligheidsinstructies
Als een stilstaand beeld lang wordt weergegeven, kan een nabeeld of vlek ontstaan.
•
Zet het product in de slaapstand of gebruik een bewegende
schermbeveiliging als u het product langere tijd niet gebruikt.
Stel een resolutie en frequentie in die geschikt zijn voor het
product.
•
Anders kan schade aan uw ogen ontstaan.
Zet bij het gebruik van een koptelefoon het volume niet te hard.
•
Dit kan uw gehoor beschadigen.
Ga niet te dicht bij het product zitten om vermoeide ogen te
voorkomen.
Neem minimaal vijf (5) minuten pauze nadat u de monitor één
(1) uur hebt gebruikt.
•
Hiermee voorkomt u dat uw ogen vermoeid raken.
Installeer het product niet op een instabiele plaats als een instabiel rek of een onregelmatig oppervlak of op een plaats die
blootstaat aan trillingen.
•
Het apparaat zou kunnen vallen, wat zou kunnen leiden tot
persoonlijk letsel en/of beschadiging van het product.
•
Als u het product gebruikt op een plaats die blootstaat aan trillingen, kan het product beschadigd raken, wat brand tot gevolg
kan hebben.
Schakel het product voordat u het gaat verplaatsen uit en haal
de stekker uit het stopcontact. Ontkoppel ook de antennekabel en
alle andere kabels die op het product zijn aangesloten.
•
Anders kan er een elektrische schok of brand ontstaan.
Voorkom dat kinderen aan het product gaan hangen of erop
klimmen.
•
Het product kan namelijk vallen, wat persoonlijk letsel of zelfs
de dood tot gevolg kan hebben.
Haal de stekker uit het stopcontact als u het product gedurende
langere tijd niet gebruikt.
•
Anders kan het product oververhit raken of ontbranden als gevolg van stofophoping. Ook kan als gevolg van een elektrische
schok of lekkage brand ontstaan.
Plaats geen zware voorwerpen, speelgoed of lekkernijen (bijvoorbeeld koekjes) op het product die de aandacht van kinderen
kunnen trekken.
6
Veiligheidsinstructies
•
Uw kinderen kunnen aan het product gaan hangen waardoor
het kan vallen, wat persoonlijk letsel of zelfs de dood tot gevolg
kan hebben.
Voorkom dat kinderen de batterij in hun mond stoppen als deze
uit de afstandsbediening wordt gehaald. Houd de batterij buiten
bereik van kinderen.
•
Neem direct contact op met uw arts als een kind een batterij in
zijn mond heeft gestopt.
Let bij het vervangen van de batterij op de juiste polariteit (+, -).
•
Anders kan de batterij beschadigd raken of brand, persoonlijk
letsel of schade veroorzaken als gevolg van lekkage van batterijvloeistof.
Gebruik alleen de aangegeven standaardbatterijen en gebruik
nooit tegelijkertijd een nieuwe en een gebruikte batterij.
•
Anders kunnen de batterijen beschadigd raken of brand, persoonlijk letsel of schade veroorzaken als gevolg van lekkage
van batterijvloeistof.
Batterijen (oplaadbaar en niet oplaadbaar) zijn geen standaard
afval en dienen ter recycling te worden aangeboden. Als verbruiker is de klant verantwoordelijk voor het op de juiste manier retourneren van gebruikte of oplaadbare batterijen.
•
De klant kan gebruikte of oplaadbare batterijen afgeven bij het
dichtstbijzijnde gemeentelijke afvaldepot of bij een winkel die
eenzelfde type batterijen verkoopt.
Plaats het product niet in direct zonlicht of in de buurt van
warmtebronnen zoals open vuur of een kachel.
•
Dit kan de levensduur van het product verkorten en brand tot
gevolg hebben.
Laat geen voorwerpen op het product vallen en oefen geen druk
uit op het product.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Gebruik geen luchtbevochtiger in de buurt van het product.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Raak in geval van een gaslek het product en de stekker niet
aan; zorg meteen voor ventilatie.
•
Een vonk kan een explosie of brand veroorzaken.
Als het product gedurende lange tijd ingeschakeld is, wordt het
beeldscherm heet. Raak het niet aan.
7
Veiligheidsinstructies
Houd de kleine accessoires buiten bereik van kinderen.
Wees voorzichtig bij het instellen van de hoek van het product
of de hoogte van de voet.
•
Uw hand of vingers kunnen klem raken.
•
Als u het product te ver kantelt, kan het vallen en persoonlijk
letsel veroorzaken.
Plaats het product niet op een plaats waar kinderen er gemakkelijk bij kunnen.
•
Anders kan het product vallen en persoonlijk letsel veroorzaken.
•
Het voorste deel ven het product is zwaar. Plaats het product
daarom op een vlakke en stabiele ondergrond.
Plaats geen zware voorwerpen op het product.
•
Dit kan persoonlijk letsel en/of schade aan het product veroorzaken.
8
Inleiding
Inhoud van de verpakking
Opmerking
Controleer of de volgende onderdelen bij uw plasmascherm zijn geleverd.
Neem contact op met uw verkoper als er onderdelen ontbreken.
Neem contact op met een plaatselijke dealer voor de aanschaf van accessoires.
De inhoud van de doos controleren
Verwijder het slot van de doos zoals wordt weergegeven in de bovenstaande afbeelding.
Til de doos op en houd Controleer de inhoud van Verwijder het piepschuim
deze vast aan de openinde doos.
en de beschermingslaag.
gen aan weerszijden van
de doos.
Opmerking
•
Nadat de doos is uitgepakt, dient u de inhoud te controleren.
•
Bewaar de doos om in de toekomst het product te kunnen vervoeren.
•
Nadat u het product hebt uitgepakt, kunt u het onderste gedeelte van de doos gebruiken
als tijdelijke ondergrond voor het testen of controleren van het product.
Uitpakken
9
Inleiding
Plasmascherm
Handleidingen
Handleiding voor snelle installatie
Garantiekaart
Gebruikershandleiding
(Niet op alle locaties verkrijgbaar)
Kabels
Netsnoer
D-Sub-kabel
Afstandsbediening
Batterijen (AAA x 2)
Overig
Ferrietkern voor netsnoer
(Niet op alle locaties verkrijgbaar)
Apart verkrijgbaar
DVI-kabel
Wandmontageset
NetWork-module
RGB-naar-BNC-kabel
BNC-naar-BNC-kabel
Ferrietkern
•
De ferrietkernen schermen de kabels af voor storingen.
•
Bij het aansluiten van een kabel opent u de ferrietkern en klikt
deze om de stekker heen.
10
Inleiding
Uw plasmascherm
Opmerking
Het PDP-apparaat kan de ontvangst van amateur- en AM-zenders storen.
Voorkant
SOURCE-knop [SOURCE]
Hiermee schakelt u tussen de PC- en Videomodus. U mag de bron alleen
veranderen voor externe apparaten die op dat moment op het plasmascherm zijn aangesloten.
[PC] → [DVI] → [AV] → [HDMI] → [MagicInfo] → [BNC] → [Component]
Opmerking
•
MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule is aangesloten.
•
De HDMI-poort en de netwerkmodule kunnen niet tegelijkertijd worden
aangesloten.
Enter-toets [ ]
Activeert een gemarkeerd menu-item.
MENU-knop [MENU]
Het schermmenu openen en sluiten. U kunt hiermee ook het schermmenu
afsluiten of terugkeren naar het vorige menu.
- VOL+
Sprint van de ene menuoptie naar de andere in horizontale richting of wijzigt de geselecteerde menuwaarden. Wanneer OSD niet wordt afgebeeld,
drukt u op de knop om het volume aan te passen.
SEL
Sprint van de ene menuoptie naar de andere in verticale richting of wijzigt
de geselecteerde menuwaarden.
Aan/uit-knop [
]
Gebruik deze knop om het plasmascherm aan en uit te zetten.
Controlelampje stroom
Wanneer deze groen knippert, is de modus PowerSaver ingeschakeld.
11
Inleiding
Opmerking
Zie het gedeelte PowerSaver in de handleiding voor meer informatie over
energiebesparingsfuncties. Om energie te besparen, kunt u het beste het
plasmascherm uitschakelen als u dit gedurende langere tijd niet gebruikt.
Sensor van afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op deze plek op het plasmascherm.
Achterkant
Opmerking
Voor meer informatie over kabelverbindingen raadpleegt u Kabels aansluiten onder Instellingen. De configuratie van de achterkant van het plasmascherm kan per model verschillen.
POWER IN
U sluit het netsnoer aan op het plasmascherm en op het stopcontact.
RS232C OUT/IN (RS232C seriële poort)
MDC (Multiple Display Control)-programmapoort
RGB IN (Pc-aansluiting (ingang))
•
Gebruik een D-Sub-kabel (15-pins DSub) - PC-modus (Analoge PC)
12
Inleiding
•
Verbind de RGB IN-poort van het beeldscherm via de RGB-naar-BNC-kabel aan
op de BNC-poort van de pc.
DVI IN (Videoaansluiting voor PC)
Verbind de [DVI IN]-poort van de monitor via
de HDMI-kabel met de DVI-poort van de pc.
DVI/RGB AUDIO IN (PC/DVI Aansluitingen voor
geluidsverbindingen (ingang))
L]
AV/COMPONENT AUDIO IN [R-AUDIO-
Sluit de poort van de dvd-speler, videorecorder (dvd / DTV Set-Top Box) aan op de poort
[R-AUDIO-L] van het plasmascherm.
DVI OUT
•
Een monitor aansluiten op een andere
monitor met een DVI-kabel.
•
Verbind de [DVI OUT]-poort van het
beeldscherm via de DVI-naar-HDMI-kabel met de [HDMI IN]-poort van het andere beeldscherm.
•
DVI-, HDMI- en netwerksignalen die via
de [DVI OUT]-poort zijn verzonden, worden op het tweede scherm weergegeven.
Dit is het scherm met de DVI IN-poort.
Opmerking
Er kunnen maximaal 6 Full HD of 10 HDbeeldschermen worden aangesloten (kan afwijken afhankelijk van het product).
AV IN [VIDEO]
Verbind de aansluiting AV IN [VIDEO] van
uw monitor door middel van een VIDEO-kabel met de video-uitgang van het externe
apparaat.
AUDIO OUT
Aansluitpunt
spreker.
13
hoofdtelefoon/externe
luid-
Inleiding
HDMI IN
Verbind het HDMI-aansluitpunt aan de achterkant van uw plasmascherm met het
HDMI-aansluitpunt op het digitale uitgangsapparaat met een HDMI-kabel.
Er kan maximaal 1,2 HDMI-kabel worden ondersteund.
BNC OUT [R, G, B, H, V] (BNC-aansluiting (uitgang))
BNC (analoge pc) aansluiting: de R, G, B, H,
V poorten aansluiten.
Hoeveel plasmaschermen er op de loopout
kunnen worden aangesloten, is afhankelijk
van de kabels, de signaalbron, enzovoort.
Wanneer er geen signaalverlies voor de kabels of de invoerbron optreedt, kunnen er
maximaal tien plasmaschermen worden
aangesloten.
BNC/COMPONENT IN [R/PR, G/Y, B/
PB, H, V] (BNC/componentaansluiting (ingang))
- Controleer tijdens BNC-invoer de onderstaande specificaties voor de ingangen.
•
[R/PR] --> Rode ingang
•
[G/Y] --> Groene ingang
•
[B/PB] --> Blauwe ingang
- Controleer tijdens Component-invoer de
onderstaande specificaties voor de ingangen.
•
[R/PR] --> Rode ingang
•
[G/Y] --> Groene ingang
•
[B/PB] --> Blauwe ingang
14
Inleiding
Kensington Lock
Het Kensington-slot is een vergrendeling
waarmee u het systeem fysiek kunt vastzetten voor gebruik in een openbare ruimte. Het
slot moet apart worden aangeschaft. Afhankelijk van de fabrikant, kan het uiterlijk en de
vergrendelingsmethode enigszins afwijken
van de afbeelding. Raadpleeg de handleiding bij het Kensington-slot voor correct gebruik.
Opmerking
De plaats van het Kensington-slot kan variëren afhankelijk van het model.
Diefstal
voorkomen
Kensington-slot
1.
met
het
Plaats het slot in de Kensington-sleuf
van de monitor
en draai deze in de
vergrendelingsrichting
.
2.
Sluit de kabel voor het Kensington-slot
aan.
3.
Bevestig het Kensington-slot aan een
tafel of ander zwaar, vaststaand object.
Opmerking
Zie Kabels aansluiten voor meer informatie over kabelverbindingen.
Afstandsbediening
Opmerking
De prestaties van de afstandsbediening kunnen worden beïnvloed door een tv of een ander
elektronisch apparaat dat actief is in de buurt van het plasmascherm. Hierdoor kan de frequentie van de afstandsbediening worden gestoord.
15
Inleiding
POWER
OFF
Cijfertoetsen
DEL
/ GUIDE-knop
- VOL +
SOURCE
D.MENU
TOOLS
Toetsen omhoog-omlaag, naar links-naar
rechts
INFO
KLEURTOETSEN
TTX/MIX
MTS/DUAL
ENTER/PRE-CH
MUTE
CH/P
TV
MENU
RETURN
EXIT
MagicInfo
1.
POWER
Hiermee schakelt u het product in.
2.
OFF
Hiermee schakelt u het product uit.
3. Cijfertoetsen
4. DEL
/ GUIDE-knop
Wordt gebruikt om het wachtwoord op te geven tijdens de
aanpassing van de OSD of bij gebruik van MagicInfo.
De knop "-" dient als selectieknop voor digitale kanalen.
Elektronische programmagids (EPG) weergeven
- Deze toets is niet beschikbaar voor dit plasmascherm.
5. - VOL +
Past het geluidsniveau aan.
6.
SOURCE
Druk op deze toets om naar de modus MagicInfo, de modus
PC of een aangesloten externe invoerbron te schakelen.
7.
D.MENU
DTV-menu weergeven
- Deze toets is niet beschikbaar voor dit plasmascherm.
8. TOOLS
Hiermee kunt u snel veelgebruikte functies selecteren.
16
Inleiding
- Deze toets is niet beschikbaar voor dit plasmascherm.
9. Toetsen omhoog-omlaag,
naar links-naar rechts
Springt van het ene item naar het andere in horizontale
richting, in verticale richting, of wijzigt de waarde van de geselecteerde menuoptie.
INFO
Informatie over het huidige beeld wordt linksboven op het
scherm weergegeven.
11. KLEURTOETSEN
Druk hierop om kanalen toe te voegen en te verwijderen en
om kanalen op te slaan in de lijst met voorkeurkanalen in de
kanalenlijst.
10.
- Deze toets is niet beschikbaar voor dit plasmascherm.
TTX/MIX
12.
Tv-kanalen bieden schriftelijke informatiediensten via teletekst.
- Teletekstknoppen
- Deze toets is niet beschikbaar voor dit plasmascherm.
13. MTS/DUAL
- Deze functie werkt niet voor dit plasmascherm.
MTSU kunt de modus MTS (Multichannel Television Stereo) selecteren.
FM Stereo
Type geluid
MTS/S_Mode
Standaard
Mono
Mono
Stereo
Mono ↔ Stereo
Handmatig
wijzigen
SAP
Mono ↔ SAP
Mono
DUALSTEREO/MONO, DUAL l/DUAL ll en MONO/NICAM
MONO/NICAM STEREO kunnen worden gebruikt tijdens
het tv-kijken, afhankelijk van het uitzendtype, door de knop
DUAL te gebruiken op de afstandsbediening.
14.
ENTER/PRE-CH
Met deze knop keert u terug naar het laatst gebruikte kanaal.
- Deze toets is niet beschikbaar voor dit plasmascherm.
15.
MUTE
Pauzeert (dempt) het geluid tijdelijk. Dit wordt weergegeven
linksonder in het scherm. De audio wordt hervat wanneer u
in de modus Mute (Dempen) op MUTE of - VOL + drukt.
16.
CH/P
Hiermee kunt u tv-kanalen selecteren in de modus TV.
- Deze toets is niet beschikbaar voor dit plasmascherm.
17. TV
Hiermee selecteert u rechtstreeks de tv-modus.
- Deze toets is niet beschikbaar voor dit plasmascherm.
17
Inleiding
18. MENU
Het schermmenu openen en sluiten, of het menu voor het
afstellen van het scherm sluiten.
19.
RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu.
20.
EXIT
Hiermee verlaat u het menuscherm.
21. MagicInfo
MagicInfo -snelstartknop
Opmerking
Deze toets is niet beschikbaar voor producten die MagicInfo niet ondersteunen.
Mechanische indeling (P50HP, P50HP-2)
Mechanische indeling
Bovenzijde plasmascherm
Installatie VESA-beugel
•
Let er bij het installeren van VESA op, dat u voldoet aan de internationale VESA-normen.
18
Inleiding
•
Informatie over en aankoop en installatie van de VESA-steun: Neem contact op met uw
dichtstbijzijnde SAMSUNG-distributeur om een bestelling te plaatsen. Nadat de bestelling
is geplaatst, zal een professioneel team de steun bij u komen installeren.
•
Er zijn ten minste twee personen nodig om het plasmascherm te verplaatsen.
•
SAMSUNG is niet verantwoordelijk voor schade aan het product of verwondingen die
tijdens het installeren door onvoorzichtigheid van de klant zijn veroorzaakt.
Afmetingen
Opmerking
Gebruik voor het bevestigen van de beugel aan de muur alleen kolomschroeven met een
diameter van 6 mm en een lengte van 8 tot 12 millimeter.
Installatie van de wandsteun
•
Neem contact op met een technicus alvorens de wandsteun te bevestigen.
•
SAMSUNG Electronics is niet verantwoordelijk voor enige schade aan het product of letsel
bij de klant wanneer de installatie wordt uitgevoerd door de klant.
•
Dit product is geschikt voor installatie aan cementen muren. Als het product aan een
gipsen of houten wand wordt geplaatst, blijft het mogelijk niet goed hangen.
Onderdelen
Gebruik alleen de componenten en accessoires die u bijgevoegd bij dit product vindt.
19
Inleiding
Wandsteun (1)
Scharnier (links 1, Kunstrechts 1)
stof
drager
(4)
Schroef Schroef Plug
(A)(11) (B)(4)
(11)
Montage van de wandsteun
Opmerking
Er zijn twee scharnieren (links en rechts). Gebruik een correcte ondergrond.
1.
Plaats de bevestigingsschroef en draai hem vast in de richting van de pijl.
Bevestig de muurbeugel daarna aan de wand.
2.
A-
Bevestigingsschroef
B-
Wandsteun
C-
Scharnier (Links)
D-
Scharnier (Rechts)
Controleer voordat u in de wand gaat boren of de lengte tussen de twee schroefgaten
aan de achterkant van het product juist is.
Als de afstand te klein of te groot is, maakt u alle of enkele van de vier schroeven van
de wandsteun los om de afstand aan te passen.
20
Inleiding
A3.
Afstand tussen de twee schroefgaten
Controleer het installatiediagram en markeer de boorpunten op de wand. Gebruik een
bit van 5,0 mm om gaten dieper dan 35 mm te boren. Plaats de pluggen in de betreffende
gaten. Plaats de gaten van de beugels en scharnieren voor de bijbehorende pluggaten,
plaats de 11 schroeven A in de gaten en draai deze vast.
Het product op de wandsteun bevestigen
De vorm van het product kan afhankelijk van het model variëren. (de montage van de kunststof drager en de schroeven zijn hetzelfde)
1.
Verwijder de 4 schroeven aan de achterkant van het product.
2.
Plaats de schroef B in de kunststof drager.
Opmerking
•
Monteer het product op de wandsteun en controleer dat het goed is bevestigd aan
de linker en rechter kunststof dragers.
•
Wees voorzichtig bij het installeren van het product op de steun. Vingers kunnen vast
komen te zitten in de gaten.
21
Inleiding
•
Controleer dat de wandsteun stevig is bevestigd aan de wand, anders blijft het product misschien niet goed zitten na installatie.
3.
Draai de vier schroeven uit stap 2 vast (kunststof drager + schroef B) in de gaten op de
achterkant van het product.
4.
Verwijder de veiligheidspin (3) en plaats de vier producthouders in de bijbehorende beugelgaten (1). Plaats het product (2) zo dat het stevig is bevestigd aan de beugel. Plaats
de veiligheidspin (3) opnieuw en draai deze stevig vast om het product veilig op de beugel
te monteren.
A-
Plasmascherm
B-
Wandsteun
C-
Muur
Aanpassing van de stand van de wandsteun
Zet de stand van de beugel op -2 ˚ voordat u deze aan de muur installeert.
1.
Bevestig het product aan de wandsteun.
22
Inleiding
2.
Houd het product bovenop in het midden vast en trek het naar voren (in de richting van
de pijl) om de stand aan te passen.
Opmerking
U kunt de stand van de beugel aanpassen tussen -2 ˚ en 15 ˚.
Zorg ervoor dat u het midden van het product gebruikt om de stand aan te passen, en niet
de linker- of rechterkant.
Mechanische indeling (P63FP, P63FP-2)
Mechanische indeling
Bovenzijde plasmascherm
23
Inleiding
Installatie VESA-beugel
•
Let er bij het installeren van VESA op, dat u voldoet aan de internationale VESA-normen.
•
Informatie over en aankoop en installatie van de VESA-steun: Neem contact op met uw
dichtstbijzijnde SAMSUNG-distributeur om een bestelling te plaatsen. Nadat de bestelling
is geplaatst, zal een professioneel team de steun bij u komen installeren.
•
Er zijn ten minste twee personen nodig om het plasmascherm te verplaatsen.
•
SAMSUNG is niet verantwoordelijk voor schade aan het product of verwondingen die
tijdens het installeren door onvoorzichtigheid van de klant zijn veroorzaakt.
Afmetingen
Opmerking
Gebruik voor het bevestigen van de beugel aan de muur alleen kolomschroeven met een
diameter van 6 mm en een lengte van 8 tot 12 millimeter.
Installatie van de wandsteun
•
Neem contact op met een technicus alvorens de wandsteun te bevestigen.
•
SAMSUNG Electronics is niet verantwoordelijk voor enige schade aan het product of letsel
bij de klant wanneer de installatie wordt uitgevoerd door de klant.
•
Dit product is geschikt voor installatie aan cementen muren. Als het product aan een
gipsen of houten wand wordt geplaatst, blijft het mogelijk niet goed hangen.
Onderdelen
Gebruik alleen de componenten en accessoires die u bijgevoegd bij dit product vindt.
24
Inleiding
Wandsteun (1)
Scharnier (links 1, Kunstrechts 1)
stof
drager
(4)
Schroef Schroef Plug
(A)(11) (B)(4)
(11)
Montage van de wandsteun
Opmerking
Er zijn twee scharnieren (links en rechts). Gebruik een correcte ondergrond.
1.
Plaats de bevestigingsschroef en draai hem vast in de richting van de pijl.
Bevestig de muurbeugel daarna aan de wand.
2.
A-
Bevestigingsschroef
B-
Wandsteun
C-
Scharnier (Links)
D-
Scharnier (Rechts)
Controleer voordat u in de wand gaat boren of de lengte tussen de twee schroefgaten
aan de achterkant van het product juist is.
Als de afstand te klein of te groot is, maakt u alle of enkele van de vier schroeven van
de wandsteun los om de afstand aan te passen.
25
Inleiding
A3.
Afstand tussen de twee schroefgaten
Controleer het installatiediagram en markeer de boorpunten op de wand. Gebruik een
bit van 5,0 mm om gaten dieper dan 35 mm te boren. Plaats de pluggen in de betreffende
gaten. Plaats de gaten van de beugels en scharnieren voor de bijbehorende pluggaten,
plaats de 11 schroeven A in de gaten en draai deze vast.
Het product op de wandsteun bevestigen
De vorm van het product kan afhankelijk van het model variëren. (de montage van de kunststof drager en de schroeven zijn hetzelfde)
1.
Verwijder de 4 schroeven aan de achterkant van het product.
26
Inleiding
2.
Plaats de schroef B in de kunststof drager.
Opmerking
•
Monteer het product op de wandsteun en controleer dat het goed is bevestigd aan
de linker en rechter kunststof dragers.
•
Wees voorzichtig bij het installeren van het product op de steun. Vingers kunnen vast
komen te zitten in de gaten.
•
Controleer dat de wandsteun stevig is bevestigd aan de wand, anders blijft het product misschien niet goed zitten na installatie.
3.
Draai de vier schroeven uit stap 2 vast (kunststof drager + schroef B) in de gaten op de
achterkant van het product.
4.
Verwijder de veiligheidspin (3) en plaats de vier producthouders in de bijbehorende beugelgaten (1). Plaats het product (2) zo dat het stevig is bevestigd aan de beugel. Plaats
de veiligheidspin (3) opnieuw en draai deze stevig vast om het product veilig op de beugel
te monteren.
27
Inleiding
A-
Plasmascherm
B-
Wandsteun
C-
Muur
Aanpassing van de stand van de wandsteun
Zet de stand van de beugel op -2 ˚ voordat u deze aan de muur installeert.
1.
Bevestig het product aan de wandsteun.
2.
Houd het product bovenop in het midden vast en trek het naar voren (in de richting van
de pijl) om de stand aan te passen.
Opmerking
U kunt de stand van de beugel aanpassen tussen -2 ˚ en 15 ˚.
Zorg ervoor dat u het midden van het product gebruikt om de stand aan te passen, en niet
de linker- of rechterkant.
28
Aansluitingen
Aansluiten op een computer
Er zijn verschillende manieren om de computer aan te sluiten op het
beeldscherm. Kies uit een van de volgende opties.
De D-sub-connector (analoog) op de videokaart gebruiken.
•
Sluit de D-sub aan op de 15-pins [RGB IN]-poort op de achterkant van
het plasmascherm en de 15-pins D-sub-poort op de computer.
De DVI-connector (Digitaal) op de videokaart gebruiken.
•
Sluit de DVI-kabel aan op de [DVI IN]-poort aan de achterkant van het
plasmascherm en de DVI-poort op de computer.
29
Aansluitingen
Via de HDMI-ingang (digitaal) op de grafische kaart.
•
Verbind de [HDMI IN]-poort van het plasmascherm via de HDMI-kabel
met de HDMI-poort van de pc.
Opmerking
Controleer bij gebruik van de HDMI-kabel naar de pc dat u HDMI hebt
geselecteerd in zowel Source List als Edit Name voordat u PC of DVI kiest
als apparaat zodat normaal beeld en geluid kan worden uitgevoerd op het
pc-scherm. Opmerking: geluid is alleen beschikbaar bij gebruik van de
aansluiting in optie
die volgt.
De BNC-connector (Analoog) op de videokaart gebruiken.
•
Verbind de [BNC/COMPONENT IN]-poort van het beeldscherm via de
BNC-naar-BNC-kabel aan op de BNC-poort van de pc.
30
Aansluitingen
Sluit de audiokabel van het plasmascherm aan op de audiopoort op de
achterkant van het plasmascherm.
Sluit het netsnoer van het plasmascherm aan op de stroomaansluiting aan
de achterkant van het scherm. .
Opmerking
•
Schakel de computer en het plasmascherm in.
•
Neem contact op met een plaatselijk SAMSUNG Electronics Servicecentrum voor de
aanschaf van accessoires.
Aansluiten op andere apparatuur
•
AV-invoerapparaten zoals dvd-spelers, videorecorders of camcorders, maar ook computers kunnen op het plasmascherm worden aangesloten. Zie Uw plasmascherm aanpassen voor gedetailleerde informatie over het aansluiten van AV-invoerapparaten.
•
De configuratie van de achterkant van het plasmascherm kan per model verschillen.
AV-apparaten aansluiten
31
Aansluitingen
1.
Sluit de audiokabel aan op de audio-uitgang van het externe apparaat en de [AV/COMPONENT AUDIO IN[R-AUDIO-L]]-poort van de monitor en verbindt de video-uitgang van
het externe apparaat met de [AV IN [VIDEO]]-poort van de monitor.
2.
Laat de dvd-speler, videorecorder of camcorder afspelen met een dvd of band erin.
3.
Selecteer AV. Gebruik hiervoor de toets SOURCE aan de voorzijde van het plasmascherm of op de afstandsbediening.
Aansluiten op een camcorder
1.
Zoek de AV-uitgangen op de camcorder. Deze bevinden zich doorgaans op de zijkant
of achterkant van de camcorder. Sluit audiokabels aan op de AUDIO-uitgang van de
camcorder en de op de [AV/COMPONENT AUDIO IN [R-AUDIO-L]] het plasmascherm.
2.
Sluit een videokabel aan op de VIDEO-uitgang van de camcorder en op de [AV IN [VIDEO]] van het plasmascherm.
3.
Selecteer AV voor de camcorderaansluiting met de knop SOURCE op de voorzijde van
het plasmascherm of op de afstandsbediening.
4.
Plaats een band in de camcorder en schakel deze in.
Opmerking
De audio-videokabels die hier worden weergegeven, worden doorgaans bij een camcorder
geleverd. (Indien dit niet het geval is, raadpleegt u een plaatselijke elektronicawinkel.) Als uw
camcorder stereo is, moet u twee kabels aansluiten.
32
Aansluitingen
De BNC-naar-BNC-kabel aansluiten
1.
Verbind de [BNC/COMPONENT IN [R/PR, G/Y, B/PB]]-poorten van het beeldscherm via
de BNC-naar-BNC-kabel met de BNC-poort van het externe apparaat.
2.
Selecteer BNC met behulp van de toets SOURCE aan de voorzijde van het plasmascherm of op de afstandsbediening.
Aansluiten via een DVI-kabel
1.
Gebruik de DVI-kabel om de DVI OUT-poort op het plasmascherm aan te sluiten op de
ingangspoort van een andere monitor.
2.
Gebruik een stereokabel om de [AUDIO OUT]-poort op het plasmascherm aan te sluiten
op de ingangspoort van een andere monitor.
3.
Selecteer DVI met behulp van de toets SOURCE aan de voorzijde van het plasmascherm of op de afstandsbediening.
Opmerking
DVI OUT biedt geen ondersteuning voor HDCP.
33
Aansluitingen
Aansluiten via een HDMI-kabel
1.
Sluit invoerapparaten, zoals een Blu-Ray/dvd-speler, aan op de [HDMI IN]-aansluiting
van het plasmascherm met behulp van een HDMI-kabel.
2.
Selecteer HDMI met behulp van de toets SOURCE aan de voorzijde van het plasmascherm of op de afstandsbediening.
Opmerking
In de modus HDMI wordt alleen audio in PCM-indeling ondersteund.
Aansluiten met gebruik van een DVI naar HDMI-kabel
1.
Sluit de DVI-uitgang van een digitaal uitvoerapparaat aan op de [HDMI IN]-ingang van
het plasmascherm met een DVI-naar-HDMI-kabel.
34
Aansluitingen
2.
Sluit de rode en zwarte aansluitpunten van een RCA-naar-stereo-kabel (voor pc) aan op
de bijbehorende audio-uitgangspunten van het digitale uitvoerapparaat en sluit de andere aansluitpunten van de kabel aan op de [DVI / RGB AUDIO IN]-ingang van het
plasmascherm.
3.
Selecteer HDMI met behulp van de toets SOURCE aan de voorzijde van het plasmascherm of op de afstandsbediening.
Een DVD-speler aansluiten
1.
Sluit audiokabels aan [AV/COMPONENT AUDIO IN [R-AUDIO-L]] op het plasmascherm
en op de AUDIO OUT-aansluitingen op de dvd-speler.
2.
Sluit een componentkabel aan op de [BNC/COMPONENT IN [R/PR, G/Y, B/PB]]-poorten
op het plasmascherm en de PR, Y, PB-aansluitingen op de dvd-speler.
Opmerking
•
Selecteer Component voor de verbinding met een dvd-speler met behulp van de toets
SOURCE aan de voorzijde van het plasmascherm of op de afstandsbediening.
•
Start vervolgens de DVD-speler met een dvd in het apparaat.
•
Een componentkabel is optioneel.
•
Raadpleeg de handleiding van uw DVD voor meer informatie over Component-video.
35
Aansluitingen
Een DTV-set-top box (kabel/satelliet) aansluiten
1.
Sluit een componentkabel aan op de [BNC/COMPONENT IN [R/PR, G/Y, B/PB]]-poorten
op het plasmascherm en de PR, Y, PB-aansluitingen op de Set Top Box.
2.
Sluit de audiokabel aan op de aansluitingen [AV COMPONENT AUDIO IN [R-AUDIOL]] op het plasmascherm en op de AUDIO OUT-aansluitingen op de Set Top Box.
Opmerking
•
Selecteer Component met behulp van de toets SOURCE aan de voorzijde van het PDPscherm of op de afstandsbediening om de aangesloten set-top box te selecteren.
•
Ze de gebruiksaanwijzing van uw set-top box voor meer informatie over componentvideo.
Aansluiten op een audiosysteem
1.
Sluit een set audiokabels aan op de poorten AUX L, R van het AUDIOSYSTEEM en de
poorten [AUDIO OUT] op het plasmascherm.
36
Software gebruiken
MDC
Installatie
1.
Plaats de installatie-cd in het CD-ROM-station.
2.
Klik op het installatieprogramma voor Serial MDC.
Opmerking
Als het scherm voor het installeren van de software niet verschijnt, kunt u het installeren
met behulp van het uitvoerbare bestand van Serial MDC in de map MDC van de CDROM.
3.
Klik op het moment dat de installatiewizard verschijnt op "Volgende".
4.
Het venster "License Agreement" wordt geopend. Klik op Yes.
5.
Het venster "Customer Information" wordt geopend. Registreer de gebruikersgegevens
en klik op "Yes".
6.
Het venster "Choose Destination Location" wordt geopend. Selecteer de locatie waar u
de bestanden wilt installeren en klik op "Next".
Opmerking
Als geen bestandslocatie wordt opgegeven, wordt het programma geïnstalleerd op de
standaard bestandslocatie.
7.
Het venster "Start Copying Files" wordt geopend. Bevestig de bestandslocatie en klik op
"Next".
8.
Het scherm met de voortgang van het installatieproces wordt geopend.
9.
Het venster "InstallShield Wizard Complete" wordt geopend. Klik op Finish.
Opmerking
Selecteer Launch Serial MDC en klik op Finish. Het programma MDC wordt onmiddellijk
uitgevoerd.
10. Nadat de installatie is voltooid, verschijnt het pictogram voor het snel uitvoeren van Serial
MDC op het bureaublad.
1
Software gebruiken
Het pictogram MDC wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de specificaties van het computersysteem of de monitor. Druk in dit geval op de toets F5.
Problemen bij de installatie
De installatie van MDC kan worden beïnvloed door bijvoorbeeld de videokaart, het moederbord en de netwerkomgeving.
Verwijderen
U kunt het programma MDC alleen verwijderen met behulp van de optie 'Add or Remove
Programs" (Software) in het Windows® configuratiescherm.
Ga als volgt te werk om MDC te verwijderen.
Selecteer 'Setting/Control Pane' (Instellingen/Configuratiescherm) in het menu 'Start' en dubbelklik op 'Add/Delete a program' (Programma toevoegen/verwijderen)'.
Selecteer Serial MDC in de lijst en klik op de knop 'Add/Delete' (Toevoegen/Verwijderen).
Serial MDC gebruiken
2
Inleiding
Multiple Display Control (MDC) is een toepassing waarmee verschillende beeldschermen gemakkelijk en tegelijk op
een pc kunnen worden gebruikt. RS-232C, een standaard voor seriële communicatie, wordt gebruikt voor de
communicatie tussen een computer en een beeldscherm. Daarom moet er een seriële kabel verbonden worden
met de seriële poort van uw computer en de seriële poort van het beeldscherm.
Begin - Hoofdscherm
Klik op Start > Program > Samsung > MDC System, om het programma te starten.
Selecteer een apparaat, om het volume van het geselecteerde apparaat in de schuifbalk te kunnen zien.
Hoofdpictogrammen
All
Remote Control
Selectieknoppen
Safety Lock
Refresh
Port Selection
Weergaveselectie
Lamp Control
Informatieraster
Option...
Bedieningsgereedschappen
Vervolgkeuzelijsten
OSD Display
1.
Gebruik de hoofdpictogrammen om over te schakelen naar ieder beeldscherm.
2.
Met deze optie kunt u de signaalontvangst van de afstandsbediening van de betreffende beeldschermeenheid inen uitschakelen.
3.
Stelt de slotfunctie in.
Wanneer u de vergrendelingsfunctie instelt, kunt u alleen de aan/uit-toets en de vergrendelingstoets op de
afstandsbediening en de set gebruiken.
4.
U kunt de instelling voor de seriële poort van de pc wijzigen. De oorspronkelijke waarde is COM1.
5.
Hiermee selecteert u een modus om Lamp aan te passen.
6.
Het aantal LFD ID's en de frequentie van zoekherhalingen bijstellen.
7.
Het bereik bepalen van weer te geven LFD ID's. U kunt de weergegeven ID's selecteren met de knop Select of de
selectie ervan opheffen met Clear.
8.
Alle monitoren kunnen worden geselecteerd of gedeselecteerd.
9.
LFD ID's selecteren (Select) of de selectie van LFD ID's opheffen (Clear) die worden weergegeven door
configuratie van 7 en 8.
10. Zoeken naar monitoren. Het maximale aantal wordt aangegeven in het veld Max LFD Id.
11. Selecteer een weergave in Schermindeling.
12. Gebruik Raster om korte informatie over de geselecteerde weergave weer te geven.
13. Maak gebruik van de bedieningsgereedschappen om de beeldschermen te bedienen.
14. De OSD-functie instellen op On/Off.
- Wordt mogelijk niet ondersteund. Dit is afhankelijk van het product.
<Opmerking> De in- en uitschakelfunctie van de afstandsbediening werkt onafhankelijk van het feit of het
apparaat wel of niet aanstaat. Dit is van toepassing op alle aangesloten beeldschermen die
aangesloten zijn op schermen die wederom aangesloten zijn op de MDC. Echter ongeacht de
status op het moment dat de MDC uitgezet wordt, zal de signaalontvangstfunctie van de
afstandsbediening van alle beeldschermen geactiveerd worden als de MDC wordt afgesloten.
Port Selection
1. De Meervoudige Display Control wordt oorspronkelijk ingesteld op COM1.
2. Als u een andere poort dan COM1 gebruikt, kunt u COM1 tot en met COM4 selecteren in het menu Port selection.
3. Als de exacte poortnaam die op de monitor met een seriële kabel is aangesloten, niet is geselecteerd, is
communicatie niet mogelijk.
4. De geselecteerde poort is in het programma opgeslagen en wordt ook voor het volgende programma gebruikt.
Power Control
1. Klik in de hoofdpictogrammen op de optie Power Control. Naar aanleiding hiervan verschijnt het venster Power
Control.
In het overzicht treft u basisinformatie aan die noodzakelijk is voor Power Control.
1)
(Power Status (resterend vermogen))
2) Input
3) Image Size
4) On Timer
5) Off Timer
2. Weergaven selecteren die u wilt bijstellen met de knop Select of keuzevakjes.
Met de optie Power Control kunt u sommige functies bedienen van het geselecteerde beeldscherm.
1) Power On/Off
- Schakelt het geselecteerde beeldscherm Aan/Uit.
2) Volume
- Controleert het volumeniveau van het geselecteerde scherm.
Het ontvangt de volumewaarde van het geselecteerde beeldscherm en geeft dit weer in de schuifbalk.
(Als u de selectie van een enkele weergave of alle weergaven opheft, wordt de standaardwaarde 10 hersteld.)
3)
Mute On/Off (Mute Aan/Uit)
- Schakelt de Mute van het geselecteerde beeldscherm Aan/Uit.
Als het geselecteerde apparaat al is ingesteld op MUTE en u één voor één een apparaat selecteert, moet u het
scherm MUTE markeren.
(Als u de selecties ongedaan maakt of de optie Alles selecteren selecteert, zullen de standaardinstellingen
aangenomen worden.)
De Power Control is van toepassing op alle beeldschermen.
De Volume- en Mute-functies zijn alleen beschikbaar voor schermen die AANSTAAN.
3 Hiermee geeft u aan of het menuscherm via het menu OSD Display moet worden weergegeven.
1) Source OSD
- Hiermee geeft u aan of de Source OSD moet worden weergegeven als de Source is gewijzigd.
2) Not Optimum Mode OSD
- Hiermee geeft u aan of de Optimum Mode OSD moet worden weergegeven als de huidige modus niet wordt
ondersteund.
3) No Signal OSD
- Hiermee geeft u aan of de No Signal OSD moet worden weergegeven als er geen signaal wordt ontvangen.
4) MDC OSD
- Hiermee geeft u aan of de MDC OSD moet worden weergegeven wanneer de instellingen worden gewijzigd met de
MDC.
Input Source
1. Als u in de hoofdpictogrammen op de optie (Input Source)Ingangsbron klikt, verschijnt het scherm waarin u de
ingangsbron kunt instellen.
Weergaven selecteren die u wilt bijstellen met de knop Select of keuzevakjes.
• TV Mode
• PC Mode
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor de Input Source Control.
1)
PC
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in PC.
2)
BNC
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in BNC.
3)
DVI
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in DVI.
4)
TV
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in TV.
5)
DTV
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in DTV.
6)
AV
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in AV.
7)
S-Video
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in S-Video.
8)
Component
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in Component.
9)
MagicInfo
- Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
10) HDMI1/HDMI2
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in HDMI.
11) DP
- Hiermee schakelt u voor de Display naar de invoerbron DP.
12) Channel
- De pijl voor het kanaal verschijnt wanneer de tv als Input Source (invoerbron) is ingesteld.
HDMI2 wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
DP wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
De tv kan alleen als bron worden geselecteerd bij producten met een tv en het besturen van kanalen is
alleen toegestaan wanneer de invoerbron de tv is.
De Input Source Control is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Image Size
PC, BNC, DVI, DP
1. Als u in de hoofdpictogrammen op de optie Beeldformaat klikt, verschijnt het scherm waarin u het beeldformaat kunt
instellen.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor het instellen van het beeldformaat.
1)
(Power Status (resterend vermogen))
- Geeft aan of het huidige beeldscherm in of uitgeschakeld is.
2) Image Size
- Geeft aan of het huidige Image Size in of uitgeschakeld is.
3) Input
- Op het inforaster worden alleen de schermen weergegeven die PC, BNC, DVI en DP als ingangsbron hebben.
4) PC Source
- PC Source (pc-bron) is het eerste tabblad aan de linkerzijde wanneer u op het tabblad Image Source (beeldbron)
klikt.
- De knop Beeldformaat instellen, regelt het beeldformaat dat beschikbaar is voor PC, BNC, DVI en DP.
5) Video Source
- Klik op het tabblad Video Source (videobron) om de beeldgrootte voor de respectieve invoerbron te beheren.
DP wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De optie Beeldformaat instellen is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Image Size
TV, AV, S-Video, Component, DVI(HDCP), HDMI1, HDMI2, DTV.
1. Als u in de hoofdpictogrammen op de optie Beeldformaat klikt, verschijnt het scherm waarin u het beeldformaat kunt
instellen.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor het instellen van het beeldformaat.
1) U kunt de instelling Image Size instellen in de modus TV, AV, S-Video, Component, HDMI1, HDMI2 of DTV door te
klikken op de tab Video Source.
Weergaven selecteren die u wilt bijstellen met de knop Select of keuzevakjes.
2) Het overzicht geeft alleen het beeldscherm weer waarvan Video TV, AV, S-VIDEO, Component, HDMI1, HDMI2 en
DTV de ingangsbron is.
3) Met deze optie schakelt u willekeurig het beeldformaat van het geselecteerde beeldscherm in.
4) De schermmodi kunnen alleen worden gewijzigd wanneer een TV (alleen PAL) is aangesloten en de Image Size
(afbeeldingsgrootte) is ingesteld als Auto Wide (automatisch breed).
HDMI2 wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Custom wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Opmerking: Auto Wide, Zoom1 en Zoom2 kunnen niet worden geselecteerd wanneer het
ingangssignaaltype voor Component en DVI (HDCP) 720p of 1080i is.
(De modus Auto Wide is alleen beschikbaar voor TV, AV en S-Video.)
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De optie Beeldformaat instellen is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Time
1. Klik in de hoofdpictogrammen op de optie Time Control (Tijdcontrole). Naar aanleiding hiervan verschijnt het venster
Tijdcontrole.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor Tijdcontrole.
1) Set clock
- Stel de huidige tijd in voor het geselecteerde beeldscherm (PC-tijd)
- U moet eerst de PC-tijd veranderen, voordat u de huidige tijd kunt veranderen.
2) Timer
- Hiermee stelt u Timer1, Timer2, Timer3 en Holiday Management in.
3) Geeft aan of Timer is geactiveerd.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De Tijdcontrole is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Time
Timer en Holiday Management instellen
1. 1. Timer1, Timer2 en Timer3 instellen
1) On Time
Hiermee geeft u de uren, minuten en AM/PM op voor de tijd waarop de geselecteerde monitor moet worden
ingeschakeld.
2) Off Time
Hiermee geeft u de uren, minuten en AM/PM op voor de tijd waarop de geselecteerde monitor moet worden
uitgeschakeld.
3) Volume
- Hiermee regelt u het volume wanneer de geselecteerde monitor is ingeschakeld.
4) Source
Hiermee selecteert u de externe ingangsbron die wordt weergegeven wanneer de geselecteerde monitor is
ingeschakeld.
5) Holiday
- Hiermee wordt de functie Holiday Management op de Timertoegepast.
6) Repeat
- Beschikbare selecties zijn onder andere: Once, EveryDay, Mon~Fri, Mon~Sat, Sat~Sun en Manual.
z
z
z
z
z
z
Once: de Timer gaat slechts één keer af.
EveryDay: de Timer wordt dagelijks herhaald.
Mon~Fri: de Timer wordt van maandag tot en met vrijdag herhaald.
Mon~Sat: de Timer wordt van maandag tot en met zaterdag herhaald.
Sat~Sun: de Timer alleen op zaterdag en zondag af.
Manual: Selecteer op welke dag van de week de Timer af moet gaan.
2. Holiday Management instellen
Met de functie Holiday Management kunt u de datums opgeven waarop de niet moet worden in- en uitgeschakeld
door de Timer.
1) Geeft de datum aan.
2) Delete All
- Alle vakanties verwijderen.
3) Add
- De opgegeven datum toevoegen.
4)
- Het schema van de geselecteerde regel verwijderen.
De functie Holiday Management kan in en uit worden geschakeld via het instellingenmenu Timer.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De Tijdcontrole is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Wordt alleen ingeschakeld voor een TV wanneer in de modus On Time de optie Source is ingesteld op
TV.
Wordt alleen ingeschakeld voor een model waarop MagicInfo is geïnstalleerd en wanneer in de modus
On Time de optie Source is ingesteld op MagicInfo.
PIP
PIP Size
1. Klik in de hoofdpictogrammen op PIP en vervolgens zal het scherm PIP instellen op uw beeldscherm verschijnen.
Weergaven selecteren die u wilt bijstellen met de knop Select of keuzevakjes.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor het instellen van het PIP-formaat.
1) PIP Size
- Geeft het huidige PIP-formaat aan van het beeldsherm dat u momenteel gebruikt.
2) OFF
- Schakelt de PIP uit van het geselecteerde display.
3) Large
- Schakelt de PIP in van het geselecteerde display en verandert het formaat in Large.
4) Small
- Schakelt de PIP in van het geselecteerde display en verandert het formaat in Small.
5) Double1
- Schakelt de PIP in van het geselecteerde display en verandert het formaat in Double 1.
6) Double 2
- Schakelt de PIP in van het geselecteerde display en verandert het formaat in Double 2.
7) Double 3 (Dubbel 3) (beeld per beeld)
– Schakelt de functie PBP (picture by picture) van de geselecteerde weergave in en wijzigt het formaat naar Dubbel
3.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
U kunt het PIP-formaat instellen, zodra u de monitor heeft ingeschakeld.
PIP
PIP Source
1. Klik in de hoofdpictogrammen op PIP en vervolgens zal het scherm PIP instellen op uw beeldscherm verschijnen.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor het instellen van het PIP-bron.
1)
PIP Source
- U kunt de PIP-bron instellen, zodra u de monitor heeft ingeschakeld.
2)
PC
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in PC.
3)
BNC
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in BNC.
4)
DVI
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in DVI.
5)
TV
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in TV.
6)
DTV
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in DTV.
7)
AV
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in AV.
8)
S-Video
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in S-Video.
9)
Component
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in Component.
10) HDMI1/HDMI2
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in HDMI.
11) DP
- Stelt de PIP-bron van het geselecteerde beeldscherm in op DP.
HDMI2 wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
DP wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Sommige PIP-bronnen kunnen wellicht niet worden geselecteerd.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Dit is afhankelijk van het ingangsbrontype van het hoofdscherm.
Settings
Picture
1. Klik in de hoofdpictogrammen op Instellingen en vervolgens zal het scherm Settings Control op uw beeldscherm
verschijnen.
In het hoofdmenu wordt basisinformatie weergegeven die vereist is om Picture bij te stellen. De instellingen voor de
geselecteerde monitor worden weergegeven als een van de aangesloten monitoren is geselecteerd. De
standaardinstellingen worden weergegeven als alle monitoren zijn geselecteerd door op All en Select te klikken. Als
een waarde in dit scherm wordt gewijzigd, schakelt de huidige modus automatisch over op aangepaste modus.
1) Picture
- Alleen beschikbaar voor TV, AV, S-Video, Component, HDMI, DTV.
2) Contrast
- Met deze optie kunt het Contrast instellen van het geselecteerde scherm.
3) Brightness
- Met deze optie kunt de Helderheid instellen van het geselecteerde scherm.
4) Sharpness
- Met deze optie kunt de Scherpte instellen van het geselecteerde beeldscherm.
5) Color
- Met deze optie kunt de Kleur instellen van het geselecteerde beeldscherm.
6) Tint
- Met deze optie kunt de Kleur instellen van het geselecteerde beeldscherm.
7) Color Tone
- Stelt de Color Tone voor het geselecteerde beeldscherm in.
8) Color Temp
- Pas de Color Temp aan voor de geselecteerde weergave.
9) Brightness Sensor
- Pas de Brightness Sensor aan voor de geselecteerde weergave.
10) Dynamic Contrast
- Pas de Dynamic Contrast aan voor de geselecteerde weergave.
HDMI2 wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Brightness Sensor wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Deze functie wordt alleen ingeschakeld als Color Tone is ingesteld op Off.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
Deze optie is alleen beschikbaar voor de weergaven met stroomstatus AAN, en indien er geen selectie
is gemaakt, wordt de fabrieksinstelling weergegeven.
Settings
Picture PC
1. Klik in de hoofdpictogrammen op Instellingen en vervolgens zal het scherm Settings Control op uw beeldscherm
verschijnen.
Er wordt basisinformatie weergegeven die nodig is voor het wijzigen van instellingen. Instellingen voor de
overeenkomstige SET worden geïmporteerd en weergegeven op de schuifregelaar als een beeldscherm-ID is
geselecteerd. De standaardinstellingen worden weergegeven als alle weergave-ID's zijn geselecteerd door te klikken
op All en Select. Als een waarde in dit scherm wordt gewijzigd, schakelt de huidige modus automatisch over op
aangepaste modus.
1) Picture PC
- Alleen beschikbaar voor PC, BNC, DVI en DP.
2) Contrast
- Met deze optie kunt het Contrast instellen van het geselecteerde scherm.
3) Brightness
- Met deze optie kunt de Helderheid instellen van het geselecteerde scherm.
4) Red
- De kleurtemperatuur van het geselecteerde beeldscherm instellen.(Red)
5) Green
- De kleurtemperatuur van het geselecteerde beeldscherm instellen.(Green)
6) Blue
- De kleurtemperatuur van het geselecteerde beeldscherm instellen.(Blue)
7) Color Tone
- Stelt de Color Tone voor het geselecteerde beeldscherm in.
8) Color Temp
- Pas de Color Temp aan voor de geselecteerde weergave.
9) Brightness Sensor
- Pas de Brightness Sensor aan voor de geselecteerde weergave.
10) Dynamic Contrast
- Pas de Dynamic Contrast aan voor de geselecteerde weergave.
DP wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Brightness Sensor wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
Deze functie wordt alleen ingeschakeld als Color Tone is ingesteld op Off.
Deze optie is alleen beschikbaar voor de weergaven met stroomstatus AAN, en indien er geen selectie
is gemaakt, wordt de fabrieksinstelling weergegeven.
Settings
Audio
1. Klik in de hoofdpictogrammen op Instellingen en vervolgens zal het scherm Settings Control op uw beeldscherm
verschijnen.
In het weergavemenu wordt basisinformatie weergegeven die vereist is om Audio bij te stellen. Instellingen voor de
overeenkomstige SET worden geïmporteerd en weergegeven op de schuifregelaar als een weergave-ID is
geselecteerd. De standaardinstellingen worden weergegeven als alle weergave-ID's zijn geselecteerd door te klikken
op All en Select. Als een waarde in dit scherm wordt gewijzigd, schakelt de huidige modus automatisch over op
aangepaste modus.
1) Audio
- Bediening van de audio-instellingen van alle ingangsbronnen.
2) Bass
- Adjusts Bass of the selected display.
3) Treble
- Met deze optie kunt u de Treble instellen van het geselecteerde scherm.
4) Balance
- Met deze optie kunt u de Balance instellen van het geselecteerde scherm.
5) SRS TSXT
- SRS TSXT Sound On/Off.
6) Sound Select
- Als de PIP-functie geactiveerd is, kunt u alleen kiezen tussen hoofd- of subscherm (main of sub).
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
Deze optie is alleen beschikbaar voor de weergaven met stroomstatus AAN, en indien er geen selectie
is gemaakt, wordt de fabrieksinstelling weergegeven.
Settings
Image Lock
1. Klik in de hoofdpictogrammen op Instellingen en vervolgens zal het scherm Settings Control op uw beeldscherm
verschijnen.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor Settings Control.
1) Image Lock
- Alleen beschikbaar voor PC, BNC.
2) Coarse
- Met deze optie kunt u de Coarse instellen van het geselecteerde beeldscherm.
3) Fine
- Met deze optie kunt u de Fine instellen van het geselecteerde beeldscherm.
4) Position
- Met deze optie kunt u de positie instellen van het geselecteerde beeldscherm.
5) Auto Adjustment
- Als u zelf het binnenkomende signaal wilt aanpassen.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
Indstillinger er kun tilgængelige for skærme, der er slået til (ON).
Maintenance
Lamp Control
1. Klik op het pictogram "Maintenance" in de kolom Main Icon om het scherm Maintenance weer te geven.
Op het informatieraster ziet u een aantal basisgegevens verschijnen.
1) Maintenance
- Hiermee is de functie Maintenance Control mogelijk voor alle ingangsbronnen.
2) Lamp Control
- Regelt automatisch de achtergrondverlichting van de geselecteerde display op een specifieke tijd.
De Manual Lamp Control wordt automatisch uitgeschakeld als u deze bijstelt met de Auto Lamp Control.
- Hiermee kunt u de achtergrondverlicht van de geselecteerde display regelen, ongeacht het tijdstip.
De Auto Lamp Control wordt automatisch uitgeschakeld als u deze bijstelt met de Manual Lamp Control.
3) Ambient Light
- Detecteert de intensiteit van het omgevingslicht voor de betreffende monitor en past automatisch de helderheid
van het beeld aan.
- U kunt een waarde voor Reference opgeven en een monitor toewijzen die automatisch op basis van de intensiteit
van het omgevingslicht de Lamp Value bepaalt (de lichtintensiteit van de lamp).
Ambient Light wordt alleen ondersteund voor modellen die van een helderheidssensor zijn voorzien en
is alleen ingeschakeld wanneer de optie Ambient Brightness Mode is geselecteerd in het menu Lamp
Control.
Auto Lamp Control en Manual Lamp Control worden alleen ingeschakeld wanneer de optie User Control
Mode is geselecteerd in het menu Lamp Control.
De functie Maintenance Control is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
Maintenance
Scroll
1. Klik op het pictogram "Maintenance" in de kolom Main Icon om het scherm Maintenance weer te geven.
1) Scroll
- Met deze functie kunt u ingebrande beelden verwijderen die voorkomen wanneer een stilstaand beeld lange tijd
op het geselecteerde scherm wordt weergegeven.
2) Pixel Shift
- Hiermee kan het scherm precies worden verplaatst op de opgegeven tijdsinterval.
3) Safety Screen
- De functie Safety Screen (Veiligheidsscherm) wordt gebruikt om ingebrande beelden te voorkomen bij het
langdurig weergeven van een stilstaande afbeelding. Interval (interval) wordt gebruikt om de herhalingscyclus
in uren in te stellen. Time (tijd) wordt gebruikt om het tijdstip in te stellen wanneer de functie Safety Screen
(veiligheidsscherm) moet worden uitgevoerd.
U kunt Type (type) instellen als Scroll (verschuiven), Pixel (pixel), Bar (balk), Eraser (wisser), All White (alles
wit) of Pattern (patroon).
4) Safety Screen2
- Deze functie word gebruikt om ingebrande beelden te voorkomen. Er zijn vijf (5) types die u met deze functie kunt
selecteren en beheren.
By het type Scroll (verschuiven) kunt u Time (tijd) instellen als 1, 2, 3, 4 of 5. De tijd kan bij Bar (balk)
en Eraser (wisser) worden ingesteld als 10, 20, 30, 40 of 50. Bij de types All White (alles wit) en Pattern
(patroon) kan de tijd worden ingesteld als 20 of 30.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De functie Maintenance Control is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Maintenance
Video Wall
1. Klik op het pictogram "Maintenance" in de kolom Main Icon om het scherm Maintenance weer te geven.
1) Video Wall
- Een Video Wall is een set videoschermen die met elkaar zijn verbonden, zodat op ieder scherm een gedeelte van
het geheel wordt weergegeven of zodat op ieder scherm het beeld wordt herhaald.
2) Video Wall Control
- De eigenschappen van Video Wallkunnen hier worden bewerkt.
1) On / Off
- U kunt de plaats selecteren door in de geselecteerde modus op een nummer te drukken.
2) Format
- De indeling kan worden geselecteerd om het scherm te splitsen.
z
Full
z
Natural
3) Video Wall (Screen divider)
- De videomuur kan op verschillende manieren worden ingedeeld.
U kunt gebruikmaken van verschillende schermen en deze op verschillende manieren indelen.
z Selecteer een modus in Screen divider (Schermindeling).
z Selecteer in Display Selection (Weergaveselectie) een weergave.
z U kunt de plaats selecteren door in de geselecteerde modus op een nummer te drukken.
z Het maximumaantal monitoren dat kan worden ingesteld: Horizontal X Vertical = 100
z Maximaal 15 monitoren kunnen naast elkaar worden geplaatst. De maximumwaarde voor Horizontal is 6 als
Vertical is ingesteld op 15. De maximumwaarde voor Vertical is 6 als Horizontal is ingesteld op 15.
4) Schermsplitsingen bekijken
- U kunt de indelingen van schermen bekijken en wijzigen via de instellingen van Screen Divider.
De naam van de Screen Divider-instelling kan afwijken, afhankelijk van het model.
U kunt deze functie niet gebruiken in MagicInfo.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De functie Maintenance Control is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Problemen oplossen
1. Het beeldscherm dat u wilt bedienen, verschijnt niet in het overzicht
- Controleer de verbinding van RS232C. (Controleer of deze goed aangesloten is op de Com1 poort)
- Controleer of andere aangesloten schermen dezelfde ID hebben. Als meer beeldschermen dezelfde ID hebben,
worden deze schermen niet goed waargenomen door het programma. De oorzaak hiervan is een gegevensconflict.
- Voor monitoren die een Set-ID tussen 0 en 99 ondersteunen, moet u de Set-ID instellen op een waarde tussen 0
en 99.
Opmerking: Controleer of de Set-ID van de monitor een waarde tussen 0 en 99 is (in te stellen in het Display.
2. Het beeldscherm dat u wilt bedienen, verschijnt niet in de andere bedieningsoverzichten.
- Controleer of het scherm AANSTAAT. (Dit kunt u controleren in het overzicht van Power Control )
- Controleer of u de ingangsbron van het beeldscherm kunt veranderen.
3. Het dialoogvenster verschijnt regelmatig.
- Controleer of het beeldscherm dat u wilt bedienen geselecteerd is.
4. Zowel de On Timer als Off Timer is ingesteld, maar er wordt een andere tijd aangegeven.
- Gebruik de huidige tijd om de klok van het beeldscherm te synchroniseren.
5. Het kan zijn dat de afstandsbediening niet goed functioneert, door het uitschakelen van de
afstandsbedieningsfunctie. Haal de RS-232C kabel eruit of sluit het programma af. Start het programma opnieuw op
en schakel de afstandsbedieningsfunctie opnieuw in om de normale functies herstellen.
<Opmerking> Het kan zijn dat dit programma niet werkt door communicatieproblemen of door interferentie van
elektronische apparaten die in de buurt staan.
Settings Value Display (Instellingen waardescherm) in de Multiple
Display (multi-schermmodus)
Als u meer dan vier beeldschermen heeft aangesloten, worden waarden van de instellingen als volgt weergegeven.
1. Geen selectie: Geeft de standaard fabrieksinstellingen weer.
2. Eén beeldscherm geselecteerd: geeft de instellingen van de waarde aan van het geselecteerde beeldscherm.
3. Een beeldscherm is geselecteerd (ID1) en een andere beeldscherm (ID3) : Het programma gaf eerst de instellingen
van de waarde van ID1 weer en de waarde van ID3.
4. Als alle sets tegelijkertijd zijn geselecteerd door op All en Select te klikken, worden de standaardwaarden hersteld.
Het plasmascherm aanpassen
Invoer
Beschikbare modi
•
PC / DVI / BNC
•
AV
•
HDMI
•
MagicInfo
•
Component
Opmerking
•
MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule is aangesloten.
•
De HDMI-poort en de netwerkmodule kunnen niet tegelijkertijd worden aangesloten.
Source List
MENU → ENTER →
→ ENTER →
→
,
→ ENTER
Hiermee kunt u PC, DVI of een andere externe ingangsbron die op het plasmascherm is
aangesloten, selecteren. Gebruiken voor het selecteren van het scherm van uw keuze.
1.
PC
2.
DVI
3.
AV
4.
HDMI
5.
MagicInfo
6.
Component
7.
BNC
Opmerking
•
De directe toets op de afstandsbediening is 'SOURCE'.
39
Het plasmascherm aanpassen
Edit Name
MENU → ENTER →
→
→ ENTER →
→
,
→ ENTER
Geef het invoerapparaat dat op de ingangsaansluitingen is aangesloten een naam voor een
eenvoudige selectie van de ingangsbron.
VCR / DVD / Cable STB / HD STB / Satellite STB / AV Receiver / DVD Receiver / Game /
Camcorder / DVD Combo / DHR / PC
Opmerking
•
Stel bij aansluiting van een pc op de HDMI- of DVI-ingang de optie Edit Name in op PC.
•
Stel in andere gevallen Edit Name in op AV.
•
Aangezien echter 640x480, 720P (1280x720) en 1080p (1920x1080) veelvoorkomende
signalen voor AV en PC zijn, is het verstandig om te controleren of de optie Edit Name
met het invoersignaal overeenstemt.
•
Het menu Picture kan verschillen, afhankelijk van het invoersignaal en van de optie Edit
Name.
Picture [PC / DVI / BNC / MagicInfo modus]
Beschikbare modi
•
PC / DVI / BNC
•
AV
•
HDMI
•
MagicInfo
•
Component
40
Het plasmascherm aanpassen
Opmerking
•
MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule is aangesloten.
•
De HDMI-poort en de netwerkmodule kunnen niet tegelijkertijd worden aangesloten.
MagicBright
MENU →
→ ENTER →
→ ENTER →
→
,
→ ENTER
MagicBright is een nieuwe functie voor een optimale kijkomgeving, afhankelijk van het materiaal dat u bekijkt. Op dit moment zijn er vier verschillende modi beschikbaar: Entertain,
Internet, Text en Custom. Elke modus heeft zijn eigen vooraf ingestelde helderheidswaarde.
U kunt eenvoudig een van de vier instellingen selecteren door op de bedieningsknop MagicBright te drukken.
1.
Entertain
Hoge helderheid
Voor het bekijken van bewegende beelden, zoals een dvd of een VCR.
2.
Internet
Gemiddelde helderheid
Voor combinaties van tekst en afbeeldingen.
3.
Text
Normale helderheid
Voor documentatiemateriaal en werk met veel tekst.
4.
Custom
De waarden zijn met zorg gekozen door onze technici, maar afhankelijk van uw voorkeuren is het mogelijk dat u de vooringestelde waarden niet prettig voor uw ogen vindt.
Pas in dat geval de helderheid en het contrast aan via het schermmenu.
Custom
U kunt in de schermmenu's uw persoonlijke voorkeuren instellen voor het contrast en de
helderheid.
MENU →
→ ENTER →
→
→ ENTER →
41
Het plasmascherm aanpassen
Opmerking
Als u het pictureinstelt met de functie Custom, wordt de modus MagicBright gewijzigd in de
modus Custom.
Contrast
MENU → → ENTER →
→ , → ENTER
→ ENTER →
→
→ ENTER→
Hiermee wordt het contrast aangepast.
Brightness
MENU →
→ ENTER →
→ , → ENTER
→ ENTER →
→
→
→ ENTER→
→
→ ENTER →
Hiermee wordt de helderheid aangepast.
Sharpness
MENU →
→ ENTER →
→ , → ENTER
→ ENTER →
→
→
Hiermee wordt de scherpte aangepast.
Color Tone
MENU →
→ ENTER →
→
→
U kunt de kleurtinten aanpassen.
1.
Off
2.
Cool
3.
Normal
4.
Warm
5.
Custom
42
→ENTER →
→
,
→ ENTER
Het plasmascherm aanpassen
Opmerking
Als u de Color Tone instelt op Cool, Normal, Warm of Custom, wordt de functie Color
Temp uitgeschakeld.
Als u de Color Tone instelt op Off, wordt de functie Color Control uitgeschakeld.
Color Control
Hiermee wordt de kleurbalans voor de kleuren rood, groen en blauw aangepast.
MENU →
→ ENTER →
→
→ → ENTER →
→
Opmerking
Als u het beeld aanpast met de functie Color Control, wordt de modus Color Tone gewisseld
naar de modus Custom.
Red
MENU → → ENTER →
→
→ , → ENTER
→
→
→ → ENTER →
→ ENTER
Green
MENU →
ENTER→
→ ENTER →
→
→ , → ENTER
→
→ → ENTER →
→
→
→
→
Blue
→
MENU → → ENTER →
ENTER →
→ , → ENTER
→
→ → ENTER →
→
Color Temp.
MENU → → ENTER →
→ → → → ENTER →
→ , → ENTER
Color Temp is een maatstaf voor de 'warmte' van de beeldkleuren.
Opmerking
Deze functie wordt alleen ingeschakeld als Color Tone is ingesteld op Off.
Image Lock
Image Lock (Beeldvergrendeling) om het beeld fijn af te stemmen en het beste beeld te
verkrijgen door het verwijderen van ruis dat onstabiele beelden met trillingen en flikkeringen
veroorzaakt. Als er geen bevredigende resultaten worden bereikt met de optie Fijn, kunt u
eerst de optie Grof gebruiken en vervolgens opnieuw de optie Fijn.
43
Het plasmascherm aanpassen
Opmerking
Alleen beschikbaar in de modus PC
MENU →
→ ENTER →
→
→
→ → → ENTER →
MENU →
→
→ ENTER →
→ , → ENTER
→
→
→ → → ENTER →
Coarse
→ ENTER
Hiermee worden storende elementen zoals verticale strepen verwijderd. Grof bijstellen kan
het weergavegebied van het scherm verplaatsen. U kunt het weer in het midden plaatsen
met gebruik van het horizontale controlemenu.
Fine
MENU → → ENTER →
→
→ , → ENTER
ENTER →
→
→ → → ENTER →
→
→
Hiermee worden storende elementen zoals horizontale strepen verwijderd. Als er nog steeds
ruis is, zelfs na de fijnafstelling, probeert het nogmaals, maar dan nadat u de frequentie
(kloksnelheid) aangepast hebt.
H-Position
MENU → → ENTER →
→ ENTER →
→ ,
→ → → → → ENTER →
→ ENTER
→
→
→
→
Past de horizontale schermlocatie aan.
V-Position
MENU → → ENTER →
→ → ENTER →
→ → → → → ENTER →
→ , → ENTER
Past de verticale schermlocatie aan.
Auto Adjustment
MENU →
→ ENTER →
→
→
→
→ → → ENTER →
De waarden voor Fine, Coarse en Position worden automatisch aangepast. Wanneer de
resolutie wordt gewijzigd via het configuratiescherm, wordt de automatische functie uitgevoerd.
44
Het plasmascherm aanpassen
Opmerking
Alleen beschikbaar in de modus PC
Signal Balance
Hiermee kunt u een zwak RGB-signaal dat wordt verzonden via een lange signaalkabel
compenseren.
MENU →
→ ENTER →
→
→
→ ENTER →
→ ENTER →
→
→
→
→
→
→ ENTER →
→
→ →
→ ENTER
→
→ ENTER →
→ →
→ ENTER →
→
→
Signal Balance
MENU →
,
U kunt On of Off selecteren met de signal Balance.
Signal Control
MENU →
1.
→ ENTER →
→ → ENTER →
→
→
→ ENTER →
→ → ENTER →
→
→
→
→ → →
→ ENTER →
→ ENTER →
→ → ENTER →
→
→
→
→
→ → → → ENTER →
→ ENTER →
→ ,
→ ENTER →
→ → ENTER →
→ ENTER
→
→
→
→
→ → → → ENTER →
→ → ENTER →
→
ENTER
→ ENTER →
→ , →
G-Gain
MENU →
→ ENTER
3.
→
R-Gain
MENU →
2.
→
B-Gain
MENU →
,
45
Het plasmascherm aanpassen
4.
R-Offset
MENU →
5.
→
→ ENTER →
→ → ENTER →
→ , → ENTER
→
→
→
→
→ ENTER →
→ → ENTER →
→ , → ENTER
→
→
→
→
→
→ → → → → ENTER →
→
→
→
→
→
→ →
→
→ ENTER →
→ ENTER →
G-Offset
MENU →
6.
→ ENTER →
→ → ENTER →
→ , → ENTER
→
→
→ → → ENTER →
→ → → ENTER →
B-Offset
MENU →
→
→ → →
→ → →
→ ENTER →
→ → ENTER
Size
MENU → → ENTER →
→ ENTER
→
→
De Size kan worden geschakeld.
1.
16:9
2.
4:3
Picture [modus AV/HDMI/Component]
Beschikbare modi
•
PC / DVI / BNC
•
AV
•
HDMI
•
MagicInfo
46
→
,
Het plasmascherm aanpassen
•
Component
Opmerking
•
MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule is aangesloten.
•
De HDMI-poort en de netwerkmodule kunnen niet tegelijkertijd worden aangesloten.
Mode
MENU →
→ ENTER →
→ ENTER →
→
,
→ ENTER
Het plasmascherm kent vier automatische beeldinstellingen ("Dynamic", "Standard", "Movie" en "Custom") die in de fabriek worden ingesteld.
Dynamic, Standard, Movie of Custom kunnen worden geactiveerd.
1.
Dynamic
2.
Standard
3.
Movie
4.
Custom
Custom
U kunt in de schermmenu's uw persoonlijke voorkeuren instellen voor het contrast en de
helderheid.
MENU →
→ ENTER →
→ ENTER →
→
Contrast
MENU → → ENTER →
→ , → ENTER
→ ENTER →
→
→ ENTER→
Hiermee wordt het contrast aangepast.
Brightness
MENU →
→ ENTER →
→ , → ENTER
→
47
→ ENTER →
→
→ ENTER→
Het plasmascherm aanpassen
Hiermee wordt de helderheid aangepast.
Sharpness
MENU →
→ ENTER →
→ , → ENTER
→ ENTER →
→
→
→ ENTER→
→
De scherpte van het beeld aanpassen.
Color
MENU → → ENTER →
→
→ , → ENTER
→
→ ENTER →
→
→
→
→ ENTER
De kleur van het beeld aanpassen.
Tint
MENU → → ENTER →
→ , → ENTER
→
→ → ENTER →
→ → → → → ENTER
Voegt een natuurlijke tint toe aan het PIP-scherm.
Color Tone
MENU →
→ ENTER →
→
→
→ ENTER →
→
,
→ ENTER
U kunt de kleurtinten aanpassen. De afzonderlijke kleurcomponenten kunnen eveneens door
de gebruiker worden aangepast.
1.
Off
2.
Cool2
3.
Cool1
4.
Normal
5.
Warm1
6.
Warm2
48
Het plasmascherm aanpassen
Opmerking
Als u de Color Tone instelt op Cool2, Cool1, Normal, Warm1 of Warm2, wordt de functie
Color Temp uitgeschakeld.
Color Temp.
MENU → → ENTER →
→ → → → ENTER →
→ , → ENTER
Color Temp is een maatstaf voor de 'warmte' van de beeldkleuren.
Opmerking
Deze functie wordt alleen ingeschakeld als Color Tone is ingesteld op Off.
Size
MENU →
→ ENTER →
→
→
→
→ → ENTER →
→
,
→ ENTER
De Size kan worden geschakeld.
1.
16:9 - Stelt het beeld in op de beeldverhouding 16:9.
2.
Zoom 1 - Hiermee vergroot u het beeld op het scherm.
3.
Zoom 2 - Hiermee vergroot u et scherm meer dan met “Zoom 1”.
4.
4 : 3 - Hiermee stelt u het beeld in op de normale 4:3-modus.
5.
Just Scan - Geeft de ingevoerde scènes weer zonder deze bij te snijden wanneer
HDMI/Component-signalen (720p, 1080i, 1080p) worden ingevoerd.
Opmerking
Bepaalde externe apparaten voeren mogelijk een signaal naar het scherm dat buiten de
specificaties walt, waardoor een gedeelte van het beeld wegvalt. ze;fs wanneer de functie
Just Scan wordt gebruikt.
ZOOM1, ZOOM2 zijn niet beschikbaar in de HDMI / Component-stand.
Opmerking
De functies Position en Reset zijn beschikbaar wanneer Zoom1 of Zoom2 wordt gedraaid,
Digital NR (Digital Noise Reduction)
MENU → → ENTER →
→ ENTER
→
→
49
→
→ → → ENTER →
→
,
Het plasmascherm aanpassen
Schakelt de functie voor digitale ruisonderdrukking Off/On. Met de functie voor digitale ruisonderdrukking kunt u altijd genieten van heldere en scherpe beelden.
Uitgeschakeld in HDMI / AV met een resolutie van 1080p.
1.
Off
2.
On
Opmerking
De functie Digital NR is niet beschikbaar in elke resolutie.
Film Mode
MENU → → ENTER →
→ , → ENTER
→
→
→
→
→
→
→ ENTER →
De functie Film Mode biedt u een kijkbeleving van theaterkwaliteit.
Film Mode wordt ondersteund in de modus AV, Component (480i/1080i) en HDMI (480i/
1080i).
(Deze functie is beschikbaar in de modus HDMI wanneer het ingangssignaal interlaced scan
is. Wanneer het ingangssignaal progressieve scan is, is deze niet beschikbaar.)
1.
Off
2.
On
Sound
Beschikbare modi
•
PC / DVI / BNC
•
AV
•
HDMI
50
Het plasmascherm aanpassen
•
MagicInfo
•
Component
Opmerking
•
MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule is aangesloten.
•
De HDMI-poort en de netwerkmodule kunnen niet tegelijkertijd worden aangesloten.
Mode
MENU →
→ → ENTER →
→ ENTER →
→
,
→ ENTER
Het plasmascherm is voorzien van een ingebouwde hifi stereo luidspreker.
1.
Standard
Selecteert Standard voor de standaard fabrieksinstellingen.
2.
Music
Selecteert Music als u muziekvideo’s of concerten weergeeft.
3.
Movie
Selecteert Movie als u films bekijkt.
4.
Speech
Selecteert Speech als u een programma bekijkt waarin voornamelijk wordt gesproken
(bijvoorbeeld het nieuws).
5.
Custom
Selecteert Custom als u de instellingen wilt aanpassen volgens uw persoonlijke voorkeuren.
Custom
U kunt de geluidsinstellingen aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren.
MENU →
→ → ENTER →
→ → ENTER →
Opmerking
•
U kunt het geluid zelfs horen als de geluidswaarde is ingesteld op 0.
•
Als u het geluid aanpast met de functie Custom, wordt de modus Mode gewijzigd in de
modus Custom.
51
Het plasmascherm aanpassen
Bass
MENU → → → ENTER →
→ ENTER
→ → ENTER →
→ENTER→
→ ,
Hiermee worden tonen met een lage frequentie benadrukt.
Treble
MENU → → → ENTER →
→ , → ENTER
→ → ENTER →
→ →ENTER→
Hiermee worden tonen met een hoge frequentie benadrukt.
Balance
MENU →
→ → ENTER →
→ , → ENTER
→ → ENTER →
→ → →ENTER→
Hiermee kunt u de balans tussen de linker- en rechterluidsprekers instellen.
Auto Volume
MENU → → → ENTER →
→ → → ENTER →
→ , → ENTER
Hiermee worden de volumeverschillen tussen uitzendingen verminderd.
1.
Off
2.
On
SRS TS XT
MENU → → → ENTER →
→ → → → ENTER →
52
→ , → ENTER
Het plasmascherm aanpassen
SRS TS XT is een gepatenteerde SRS-technologie die er voor zorgt dat het afspelen van
5.1-inhoud van meerdere kanalen via twee speakers verloopt. TruSurround biedt een fascinerend virtueel surroundgeluid via een weergavesysteem met twee luidsprekers, waaronder
ook ingebouwde televisieluidsprekers. Het is volledig compatibel met alle vormen van multichannel.
1.
Off
2.
On
Setup
Beschikbare modi
•
PC / DVI / BNC
•
AV
•
HDMI
•
MagicInfo
•
Component
Opmerking
•
MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule is aangesloten.
•
De HDMI-poort en de netwerkmodule kunnen niet tegelijkertijd worden aangesloten.
Language
MENU →
→ → → ENTER →
→ ENTER →
→
,
→ ENTER
U kunt kiezen tussen 13 talen.
Opmerking
De taalkeuze is alleen van toepassing op de schermweergave. Deze heeft geen invloed op
software die op uw computer wordt uitgevoerd.
Time
U kunt de tijd instellen.
MENU →
→ → → ENTER →
→
53
→ ENTER →
Het plasmascherm aanpassen
Clock Set
MENU →
→ → → ENTER →
→ , → , → ENTER
→
→ ENTER →
→ ENTER→
Huidige tijdsinstelling.
Sleep Timer
MENU →
→ → → ENTER →
→ , → ENTER
→
→ ENTER →
→
→ ENTER→
Schakelt het plasmascherm op bepaalde tijden automatisch uit.
1.
Off
2.
30
3.
60
4.
90
5.
120
6.
150
7.
180
Timer1 / Timer2 / Timer3
MENU → → → → ENTER →
→ ENTER→ [Timer1 / Timer2 / Timer3]
54
→
→ ENTER →
→ →
→ →
→
Het plasmascherm aanpassen
,
→
/ ,
→ ENTER
U kunt het plasmascherm zodanig instellen dat deze op een bepaald tijdstip automatisch
wordt in- of uitgeschakeld.
Opmerking
•
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de klok is ingesteld via het menu Clock Set.
•
Via de optie Manual kunt een dag van de week selecteren.
Holiday Management
MENU → → → → ENTER →
[Holiday Management]
•
→
→ ENTER →
→ →
→ ENTER→
Add
→ → ENTER →
MENU → → → → ENTER →
→ ENTER → [Holiday Management]→ ENTER → [Add]
→ , / ,
→ → →
→ →
→ ENTER
U kunt vakanties opgeven.
•
Delete Selected
MENU → → → → ENTER →
→ → ENTER →
→ → → → →
→ ENTER → [Holiday Management]→ , → ENTER → → , → ENTER → [Delete
Selected]
→ ,
→ ENTER
U kunt geselecteerde vakanties verwijderen.
Opmerking
•
•
Alleen ingeschakeld wanneer er een opgegeven vakantie zijn geselecteerd.
•
Er kunnen meerdere vakanties tegelijkertijd worden geselecteerd en verwijderd.
Delete All
55
Het plasmascherm aanpassen
MENU → → → → ENTER →
→ → ENTER →
→ → →
→ ENTER → [Holiday Management]→ → → ENTER → [Delete All]
→ ,
→ →
→ ENTER
U kunt alle opgegeven vakanties verwijderen.
Menu Transparency
MENU → → → → ENTER →
→ ENTER
→ →
→ ENTER →
→
,
Hiermee kunt u de doorzichtigheid van de achtergrond van het schermmenu wijzigen.
1.
High
2.
Medium
3.
Low
4.
Opaque
Safety Lock
Change PIN
MENU → → → → ENTER →
→
→ → → → ENTER →
→ [0∼9] → [0∼9] → [0∼9] → [0∼9]
Het wachtwoord kan worden gewijzigd.
56
→ ENTER
Het plasmascherm aanpassen
Opmerking
Het vooraf ingestelde wachtwoord voor het plasmascherm is "0000".
Lock
MENU → → → → ENTER →
ENTER →
→ → →
→ ENTER →
→
→
→ [0∼9] → [0∼9] → [0∼9] → [0∼9]
Dit is de functie waarmee het schermmenu wordt vergrendeld zodat u de huidige instellingen
kunt behouden en anderen deze instellingen niet per ongeluk kunnen wijzigen.
Energy Saving
MENU → → → → ENTER →
→ , → ENTER
→ → → →
→ ENTER →
Deze functie past het stroomverbruik van de eenheid aan om stroom te sparen.
1.
Off
2.
On
Opmerking
Als de modus Energy Saving is ingesteld op Off, kan de maximale helderheid van het scherm
worden gebruikt.
HDMI Black Level
MENU →
→
→ → ENTER →
→ , → ENTER
→
57
→
→
→
→
→ ENTER →
Het plasmascherm aanpassen
Wanneer een dvd-speler of set-top box op uw tv is aangesloten via HDMI, kan dit de beeldkwaliteit verslechteren. Afhankelijk van het externe apparaat kan het zwartniveau worden
vergroot, het contrast verlaagd, de kleuren vervagen enz. Pas in dit geval de beeldkwaliteit
van uw tv aan door het HDMI black level te configureren.
1.
Normal
2.
Low
Video Wall
Een Video Wall is een set videoschermen die met elkaar zijn verbonden, zodat op ieder
scherm een gedeelte van het geheel wordt weergegeven of zodat op ieder scherm het beeld
wordt herhaald.
Wanneer de functie Video Wall is ingeschakeld, kunt u de opties voor de Video Wall instellen.
MENU →
→
→
→ ENTER →
→
→
→
→
→
→
→ ENTER →
Opmerking
Wanneer de functie Video Wall is geactiveerd, zijn de functies Auto Adjustment, Image
Lock, en Size niet beschikbaar. Video Wall werkt niet in de modus MagicInfo.
Video Wall
MENU →
→
,
→ → → ENTER →
→ ENTER →
→
→
→
→
→
→
→ ENTER →
→ ENTER
Hiermee schakelt u de functie Video Wall van het geselecteerde scherm aan/uit.
1.
Off
2.
On
Format
MENU →
→ → → ENTER →
→ → ENTER →
→
58
→
→
→
→
→
→ ENTER →
Het plasmascherm aanpassen
→
,
→ ENTER
Met Format kunt u het scherm splitsen.
1.
Full
Zorgt voor een volledig weergegeven scherm zonder marges.
2.
Natural
Geeft de kleuren op natuurlijke wijze weer terwijl de originele hoogte-breedteverhoudingen in tact worden gelaten.
Horizontal
MENU →
→
,
→ → → ENTER →
→ → → ENTER →
→
→
→
→
→
→
→ ENTER →
→ ENTER
Hiermee stelt u in hoeveel delen van het scherm horizontaal moeten worden verdeeld.
Er zijn vijf aanpassingsniveaus: 1, 2, 3, 4, en 5.
Vertical
MENU → → → → ENTER →
→ → → → ENTER →
→
,
→ → → → → → → ENTER →
→ ENTER
Hiermee stelt u in hoeveel delen van het scherm verticaal moeten worden verdeeld.
Er zijn vijf aanpassingsniveaus: 1, 2, 3, 4, en 5.
Screen Divider
MENU →
→ → → ENTER →
→
→ → → → → ENTER →
59
→
→
→
→
→
→ ENTER →
Het plasmascherm aanpassen
Het scherm kan worden opgedeeld in verschillende beelden. U kunt voor enkele schermen
een andere indeling selecteren.
•
Selecteer een modus in Schermindeling.
•
Selecteer een weergave in Schermindeling.
•
U stelt de selectie in door in de geselecteerde modus op een nummer te drukken.
Safety Screen
De functie Safety Screen wordt gebruikt om ingebrande beelden te voorkomen bij het langdurig weergeven van een stilstaand beeld.
•
De functie Safety Screen laat het beeld gedurende de aangegeven tijd over het scherm
schuiven.
•
Deze functie is niet beschikbaar wanneer de stroom uitgeschakeld is.
MENU →
→ → → ENTER →
→ → → →
→
→
→ → → ENTER →
→ ENTER →
→ → → →
→ ENTER →
→
→
→ ENTER →
→
Pixel Shift
Pixel Shift
MENU →
→
→
,
→ ENTER →
→ ENTER
U kunt deze functie gebruiken om na-afdrukken op het scherm te voorkomen. Elke minuut
worden de pixels op de PDP dan in horizontale of verticale richting verplaatst.
1.
Off
2.
On
Horizontal Dot
MENU →
ENTER
→ → → ENTER →
→ ENTER →
→ → → → →
→ → ENTER →
60
→
→
→ ENTER →
→ , →
Het plasmascherm aanpassen
Bepaalt hoeveel pixels het scherm horizontaal wordt verplaatst.
Er zijn vijf aanpassingsniveaus: 0, 1, 2, 3, en 4.
Vertical Line
MENU →
ENTER
→ → → ENTER →
→ ENTER →
→
→ ENTER →
→ , →
→ → → → → → →
→ → → → ENTER →
→ ENTER →
→ , →
→ → → → → →
→ → → ENTER →
Bepaalt hoeveel pixels het scherm verticaal wordt verplaatst.
Er zijn vijf aanpassingsniveaus: 0, 1, 2, 3, en 4.
Time
MENU →
ENTER
→ → → ENTER →
→ ENTER →
Stel het tijdinterval in voor respectievelijk de horizontale of verticale verplaatsing.
Timer
Timer
MENU →
→ → → ENTER →
→ → ENTER →
→ → → →
→ ENTER →
61
→
→
→
,
→ → ENTER →
→ ENTER
Het plasmascherm aanpassen
U kunt de timer voor de beveiliging tegen scherminbranding instellen.
Als u de bewerking start om een na-afdruk te wissen, wordt de bewerking voor de ingestelde
periode uitgevoerd en vervolgens automatisch beëindigd.
1.
Off
2.
On
Mode
MENU →
→ → → ENTER →
→ → ENTER →
→ → → → →
→ → ENTER →
→
→ → → → →
→ → → ENTER →
→
→
→
,
→ ENTER →
→ ENTER
U kunt het type Safety Screen wijzigen.
1.
Scroll
2.
Bar
3.
Eraser
4.
All White
5.
Pattern
Period
MENU →
→ → → ENTER →
→ → ENTER →
62
→ → ENTER →
→ , → ENTER
Het plasmascherm aanpassen
Met deze functie kunt u de uitvoeringsperiode voor elke ingestelde modus op de timer instellen.
Time
MENU →
ENTER
→ → → ENTER →
→ → ENTER →
→ → → → → → →
→ → → → ENTER →
→ ENTER →
→ , →
Geef een uitvoertijdstop op binnen de ingestelde tijdsperiode.
•
Mode-Scroll: 1~5 sec
•
Mode-Bar, Eraser: 10~50 sec
•
Mode-All White, Pattern : 1, 5, 10, 20 30 min
Scroll
MENU →
→ → → ENTER →
→ → → ENTER →
→ → → →
→
→
→
→ ENTER →
Deze functie voorkomt scherminbranding door alle pixels op het plasmacherm te verplaatsen
volgens een ingesteld patroon.
Gebruik deze functie als u na-afdrukken of symbolen op het scherm ziet, met name wanneer
u voor langere tijd een stilstaand beeld op het scherm weergeeft.
Bar
MENU →
→ → → ENTER →
→ → → →
→ → → →ENTER →
63
→
→
→
→ ENTER →
Het plasmascherm aanpassen
Deze functie voorkomt na-afdrukken op het scherm door lange zwarte of witte verticale lijnen
over het scherm te laten lopen.
Eraser
MENU →
→ → → ENTER →
→ → → →
→ → → → →ENTER →
→
→
→
→ ENTER →
Deze functie voorkomt na-afdrukken op het scherm door een rechthoekig patroon over het
scherm te laten lopen.
All White
MENU →
→ → → ENTER →
→ → → → →
→ → → →
→ENTER →
→
→
→
→ ENTER →
Deze functie voorkomt na-afdrukken op het scherm door de kleur van te pixels te wijzigen in
wit.
Gebruik deze functie als u na-afdrukken of symbolen op het scherm ziet, met name wanneer
u voor langere tijd een stilstaand beeld op het scherm weergeeft.
Pattern
MENU →
→ → → ENTER →
→ → → → →
→
→ → → →
→ENTER →
→
→
→
→ ENTER →
Deze functie voorkomt na-afdrukken op het scherm door herhaaldelijk een in het scherm
opgeslagen diagonaal patroon over het scherm te laten lopen.
64
Het plasmascherm aanpassen
Resolution Select
MENU →
→
→ → → ENTER →
→ , → ENTER
→ → → →
→
→
→
→
→ENTER
Wanneer het beeld niet juist wordt weergegeven op het scherm wanneer u de resolutie van
de grafische kaart van de computer instelt op 1024 x 768 bij 60 Hz, 1280 x 768 bij 60 Hz,
1360 x 768 bij 60 Hz of 1366 x 768 bij 60 Hz, kunt u deze functie gebruiken (Resolution Select)
om het beeld in de opgegeven resolutie weer te geven op het scherm.
Opmerking
Alleen beschikbaar in de modus PC, BNC.
1.
Off
2.
1024 x 768
3.
1280 x 768
4.
1360 x 768
5.
1366 x 768
Opmerking
Het selecteren van het menu is alleen toegestaan wanneer de resolutie is ingesteld op 1024
x 768 bij 60 Hz, 1280 x 768 bij 60 Hz, 1360 x 768 bij 60 Hz of 1366 x 768 bij 60 Hz.
Power On Adjustment
MENU →
→
→ → → ENTER →
→ → → →
→ , → ENTER
→
→
→
→
→ → ENTER
Hiermee past u de tijd van inschakeling voor het scherm aan.
Waarschuwing: Verhoog de tijd van inschakeling om een te hoog voltage te voorkomen.
65
Het plasmascherm aanpassen
Side Gray
MENU → → → → ENTER →
ENTER →
→ , → ENTER
→ → → →
→
→
→
→
→ → →
Selecteer de helderheid van het grijs van de schermachtergrond.
1.
Off
2.
Light
3.
Dark
Reset
Hiermee worden de productinstellingen teruggezet naar de standaard fabrieksinstellingen.
De resetfunctie is alleen beschikbaar wanneer PC / DVI wordt gebruikt.
MENU → → → → ENTER →
→ ENTER →
→ → → →
→
→
→
→
→ → →
→ → → → → → →
→ , → ENTER
→
→ → →
Image Reset
MENU → → → → ENTER →
→ ENTER →
→ ENTER →
Opmerking
Alleen beschikbaar in de modus PC
De functie voor opnieuw instellen is niet beschikbaar wanneer Video Wall is ingesteld op
On.
Color Reset
MENU → → → → ENTER →
→ ENTER →
→ → ENTER →
→ → → → → → →
→ , → ENTER
→
→ → →
OSD Rotation
MENU →
→
→
→
→
→
→ ENTER →
→
→ ENTER →
66
→
→
→
→
→
→
→
→
→
Het plasmascherm aanpassen
→ ,
→ ENTER
OSD roteren
1.
Landscape
2.
Portrait
Multi Control
Beschikbare modi
•
PC / DVI / BNC
•
AV
•
HDMI
•
MagicInfo
•
Component
Opmerking
•
MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule is aangesloten.
•
De HDMI-poort en de netwerkmodule kunnen niet tegelijkertijd worden aangesloten.
Multi Control
Hiermee wordt een individuele ID toegewezen aan het apparaat.
MENU →
•
→ → →
→ ENTER →
→ ENTER →
,
ID Setup
Hiermee worden onderscheidende ID's toegewezen aan het apparaat.
67
→ [0~9]
Het plasmascherm aanpassen
•
ID Input
Hiermee kunt u de zenderfuncties per toestel instellen.. Alleen een apparaat waarvan de
ID overeenkomt met de zenderinstelling wordt geactiveerd.
MagicInfo
Beschikbare modi
•
PC / DVI / BNC
•
AV
•
HDMI
•
MagicInfo
•
Component
Opmerking
•
MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule is aangesloten.
•
De HDMI-poort en de netwerkmodule kunnen niet tegelijkertijd worden aangesloten.
Opmerking
•
De afstandsbediening kan worden gebruikt om MagicInfo te selecteren. Het is echter aan
te bevelen een afzonderlijk USB-toetsenbord te gebruiken. Alleen dan kunt u optimaal
gebruikmaken van de mogelijkheden van MagicInfo.
•
Wanneer u met MagicInfo in de apparaatmodus werkt, en een extern apparaat verplaatst
tijdens het opstarten, kunnen er fouten optreden. Externe apparaten alleen instellen als
het plasmascherm wordt ingeschakeld.
•
Haal de LAN-kabel die voor het netwerk gebruikt wordt (bijv. bij videoweergave). Anders
stopt het programma (MagicInfo) mogelijk. Start het systeem opnieuw op als u de kabel
toch uit het contact haalt.
•
Koppel de LAN-kabel die door een USB-apparaat wordt gebruikt niet los (bijv. bij videoweergave). Anders stopt het programma (MagicInfo) mogelijk.
•
Druk op de knop SOURCE in MagicInfo om andere bronnen te gebruiken.
•
Het vooraf ingestelde wachtwoord voor het plasmascherm is "000000".
•
De Power-On-optie van het serverprogramma werkt alleen als de stroom van het plasmascherm volledig is uitgeschakeld.
Gebruik de Power-On-optie niet als het plasmascherm bezig is af te sluiten, aangezien
dit systeemfouten in het scherm kan veroorzaken.
•
Als u MagicInfo gebruikt met het programma MagicInfo Server: voer de netwerkmodus
uit.
•
Het gebruik van MagicInfo als het apparaat direct op het plasmascherm is aangesloten:
voer de apparaatmodus uit.
68
Het plasmascherm aanpassen
•
Druk op ESC om rechtstreeks naar het Windows-scherm MagicInfo te gaan.
•
Als u MagicInfo wilt instellen op een Windows-scherm, hebt u een toetsenbord en muis
nodig.
•
Raadpleeg de MagicInfo Server Help om MagicInfo in te stellen op een Windows-scherm.
Schakel de stroom tijdens bediening niet uit.
•
Bij draaibare plasmaschermen wordt de doorzichtige lichtkrant niet ondersteund.
•
Bij draaiende plasmaschermen wordt voor films een schermresolutie van maximaal
720*480(SD) ondersteund.
•
Op station D: wordt EWF niet toegepast.
•
U kunt de inhoud van Instellingen opslaan als deze is gewijzigd terwijl EWF is ingesteld
op Enable, door Commit in te stellen.
•
Wanneer u Disable, Enable of Commit selecteert, wordt het systeem opnieuw gestart.
MagicInfo
1. Select Application - step 1
U kunt een toepassing selecteren die wordt uitgevoerd op de computer als Windows wordt
gestart.
2. Select TCP/IP - step 2
69
Het plasmascherm aanpassen
In step 2 van MagicInfo Setup Wizard hoeft u niet naar Netwerkinstelling op het bureaublad
te gaan om uw instelling voor TCP/IP uit te voeren. U kunt dit simpelweg doen bij step 2 van
de installatie van MagicInfo.
3. Select Language - step 3
Bij gebruik van meerdere talen kunt u een specifieke taal kiezen en deze instellen.
4. Select Screen Type - step 4
70
Het plasmascherm aanpassen
U kunt selecteren welk type rotatie wordt toegepast op uw apparaat.
5. Setup Information
Geeft de instellingen weer die het vaakst zijn geselecteerd door de gebruiker.
Opmerking
Indien het Magicinfo -pictogram niet wordt weergegeven in het systeemvak kunt u op het
Magicinfo -pictogram op het bureaublad dubbelklikken. Het pictogram verschijnt.
71
Problemen oplossen
Controle van de zelftestfunctie
Opmerking
Controleer het volgende voordat u telefonisch om ondersteuning vraagt. Neem contact op
met een Servicecentrum voor problemen die u niet zelf kunt oplossen.
Controle van de zelftestfunctie
1.
Schakel de computer en het plasmascherm uit.
2.
Koppel de videokabel los van de achterkant van de computer.
3.
Schakel het plasmascherm in.
De hieronder getoonde afbeelding ("Check Signal Cable") verschijnt op een zwarte achtergrond wanneer het plasmascherm normaal werkt, maar er geen videosignaal wordt
gedetecteerd: In de zelftestmodus blijft de indicatie-LED groen weergegeven en beweegt
de afbeelding over het scherm.
4.
Schakel het plasmascherm uit en sluit de videokabel opnieuw aan. Zet de computer en
het plasmascherm weer aan.
Als het plasmascherm zwart blijft na deze procedure, controleert u de videocontroller en het
computersysteem. Uw scherm functioneert naar behoren.
Waarschuwingsberichten
U kunt het scherm zelfs bekijken op een resolutie van 1920 x 1080. U krijgt echter wel een
minuut lang de volgende boodschap te zien; Gedurende die tijd kunt u overschakelen naar
een andere schermresolutie of in de huidige modus blijven. Als de resolutie hoger is dan 85
Hz, wordt het scherm zwart omdat het plasmascherm frequenties hoger dan 85 Hz niet ondersteunt.
Opmerking
Raadpleeg Specificaties > Voorinstelbare timingmodi voor de resoluties en frequenties die
door het plasmascherm worden ondersteund.
Onderhoud en reiniging
1) De behuizing van het plasmascherm onderhouden
72
Problemen oplossen
Reinig het product met een zachte doek, nadat u de stekker uit het stopcontact
hebt gehaald.
•
Gebruik geen wasbenzine, thinner of andere ontvlambare middelen, of een natte doek.
2) De flatscreenmonitor onderhouden
Reinig het beeldscherm voorzichtig met een zachte doek (katoenflanel).
•
Gebruik geen aceton, wasbenzine of thinner.
(Deze kunnen het schermoppervlak beschadigen of
vervormen.)
•
De gebruiker dient kosten en aanverwante uitgaven
voor reparaties en schade die door hem-/haarzelf
zijn veroorzaakt zelf te betalen.
Symptomen en aanbevolen stappen
Opmerking
Een plasmascherm stelt de visuele signalen die van de computer worden ontvangen, opnieuw samen. Als er problemen optreden met de computer of de videokaart, is het mogelijk
dat het plasmascherm geen beeld heeft, slechte kleuren of ruis weergeeft, de foutmelding
weergeeft dat de videomodus niet wordt ondersteund, enz. Controleer in dit geval eerst de
bron van het probleem en neem vervolgens contact op met een Servicecentrum of uw leverancier.
1.
Controleer of het netsnoer en de videokabels goed zijn aangesloten op de computer.
2.
Controleer of de computer bij het opstarten meer dan 3 keer piept.
(Als dit het geval is, moet het moederbord van de computer worden gecontroleerd.)
3.
Indien u een nieuwe videokaart hebt geïnstalleerd of als u de pc hebt samengesteld,
controleert u of het (video-)station van de adapter is geïnstalleerd.
4.
Controleer of de scanratio van het beeldscherm ingesteld is op 50 Hz ~ 85 Hz.
(Overschrijd de frequentie van 60 Hz niet als u de maximale resolutie gebruikt.)
5.
Als u problemen ondervindt met het (video-)stuurprogramma van de adapter, start u de
computer op in de veilige modus. Vervolgens verwijdert u de beeldschermadapter via
'Configuratiescherm −> Systeem −> Apparaatbeheer' en start u de computer opnieuw
op om het (video-)stuurprogramma van de adapter opnieuw te installeren.
Controlelijst
Opmerking
•
In de volgende tabel worden mogelijke problemen en oplossingen weergegeven. Controleer voordat u om ondersteuning vraagt eerst de informatie in dit gedeelte, mogelijk
kunt u het probleem zelf oplossen. Als u assistentie nodig hebt, kunt u bellen naar het
telefoonnummer in het gedeelte Informatie of contact opnemen met uw leverancier.
73
Problemen oplossen
Problemen met betrekking tot de installatie (modus PC)
Opmerking
Problemen met de installatie van het plasmascherm en de oplossingen hiervoor worden in
een lijst weergegeven.
Q:
Het plasmascherm flikkert.
A:
Controleer of de signaalkabel tussen de computer en het plasmascherm goed is aangesloten.
(Zie Aansluiten op een computer)
Problemen met betrekking tot het scherm
Opmerking
Problemen met het plasmascherm en de oplossingen hiervoor worden in een lijst weergegeven.
Q:
Het scherm is zwart en het aan/uit-lampje is uit.
A:
Controleer of het netsnoer goed is aangesloten en of het plasmascherm is ingeschakeld.
(Zie Aansluiten op een computer)
Q:
"Check Signal Cable".
A:
Controleer of de signaalkabel goed op de pc of videobron is aangesloten.
(Zie Aansluiten op een computer)
A:
Controleer of de pc of videobron is ingeschakeld.
Q:
"Not Optimum Mode".
A:
Controleer de maximale resolutie en frequentie van de videoadapter.
A:
Vergelijk deze waarden met de gegevens in het overzicht Voorinstelbare timingmodi.
Q:
Het beeld schuift verticaal.
A:
Controleer of de signaalkabel goed is aangesloten. Sluit de kabel indien nodig opnieuw
aan.
(Zie Aansluiten op een computer)
Q:
Het beeld is niet helder, het beeld is wazig.
A:
Stem de frequentie af met Coarse-tuning en Fine-tuning.
A:
Schakel het product opnieuw in nadat u alle accessores (videoverlengkabels, enzovoort) hebt losgekoppeld.
A:
Stel de resolutie en de frequentie in volgens het aanbevolen bereik.
Q:
Het beeld is onstabiel en het trilt.
A:
Controleer of de resolutie en de frequentie die zijn ingesteld voor de videokaart binnen
het bereik vallen dat het plasmascherm ondersteunt. Zo niet, stel deze dan opnieuw in,
74
Problemen oplossen
rekening houdend met de informatie in het plasmaschermmenu en de Voorinstelbare
timingmodi.
Q:
Dubbel beeld.
A:
Controleer of de resolutie en de frequentie die zijn ingesteld voor de videokaart binnen
het bereik vallen dat het plasmascherm ondersteunt. Zo niet, stel deze dan opnieuw in,
rekening houdend met de informatie in het plasmaschermmenu en de Voorinstelbare
timingmodi.
Q:
Het beeld is te licht of te donker.
A:
Pas Brightness en Contrast aan.
(Zie Brightness, Contrast)
Q:
De schermkleur is inconsistent.
A:
Kleuren aanpassen met Custom onder kleuraanpassing in het schermmenu.
Q:
Het kleurbeeld wordt vervormd door donkere schaduwen.
A:
Kleuren aanpassen met Custom onder kleuraanpassing in het schermmenu.
Q:
De kleur wit is slecht.
A:
Kleuren aanpassen met Custom onder kleuraanpassing in het schermmenu.
Q:
Het aan/uit-lampje knippert.
A:
Het plasmascherm is bezig met het opslaan van de aangebrachte wijzigingen in het
OSD-geheugen.
Q:
Het scherm is zwart en het aan/uit-lampje knippert elk 0,5 of 1 seconde. Het plasmascherm gebruikt een systeem voor energiebeheer. Druk op een toets op het toetsenbord.
A:
Het plasmascherm gebruikt een systeem voor energiebeheer. Druk op een toets op het
toetsenbord.
Q:
Het scherm is leeg en knippert.
A:
Als u de melding "TEST GOOD" op het scherm ziet wanneer u op de toets MENU drukt,
moet u de kabelverbinding tussen het plasmascherm en de computer controleren en
kijken of de connector goed is aangesloten.
Problemen in verband met het geluid
Opmerking
In de onderstaande lijst worden problemen met geluidssignalen en de oplossingen hiervoor
behandeld.
Q:
Geen geluid.
A:
Controleer of de audiokabel stevig is aangesloten op de audio-ingang van uw plasmascherm en de audio-uitgang van uw geluidskaart.
(Zie Aansluiten op een computer)
A:
Controleer het volumeniveau.
75
Problemen oplossen
Q:
Geluidsniveau is te laag.
A:
Controleer het volumeniveau.
A:
Als het volume nog steeds te laag is nadat u de bediening op het maximale niveau hebt
ingesteld, moet u de volumeregeling op de geluidskaart of in het softwareprogramma
van de computer controleren.
Q:
Het geluidsniveau is te hoog of te laag.
A:
Stel Treble en Bass in op de gewenste niveaus.
Problemen met betrekking tot de afstandsbediening
Opmerking
In de onderstaande lijst worden problemen met de afstandsbediening en de oplossingen
hiervoor behandeld.
Q:
De knoppen van de afstandsbediening reageren niet.
A:
Controleer of de batterijen op de juiste manier zijn geplaatst (+/-).
A:
Controleer of de batterijen leeg zijn.
A:
Controleer of de stroomtoevoer is ingeschakeld.
A:
Controleer of het netsnoer goed vast zit.
A:
Controleer of zich bijzondere TL- of neonverlichting in de buurt bevindt.
Vragen en antwoorden
Q:
Hoe kan ik de frequentie wijzigen?
A:
De frequentie kan worden gewijzigd door de videokaart opnieuw te configureren.
Opmerking
De videokaartondersteuning kan verschillen, afhankelijk van de versie van het gebruikte stuurprogramma. (Raadpleeg de handleiding van de computer of de videokaart
voor meer informatie.)
Q:
Hoe kan ik de resolutie wijzigen?
A:
Windows XP:
Stel de resolutie in via Control Panel (Configuratiescherm) → Appearance and Themes
(Vormgeving en thema's) → Display (Beeldscherm) → Settings (Instellingen).
A:
Windows ME/2000:
Stel de resolutie in via Control Panel (Configuratiescherm) → Display (Beeldscherm)
→ Settings (Instellingen).
* Neem voor meer informatie contact op met de fabrikant van de videokaart.
Q:
Hoe stel ik de functie voor energiebesparing in?
A:
Windows XP:
Configureer deze door Control Panel (Configuratiescherm) → Appearance and Themes
(Uiterlijk en thema's) → Display (Beeldscherm) → Screen Saver Setting (Schermbe76
Problemen oplossen
veiliging) te selecteren of door deze te configureren in het BIOS van de computer.
(Raadpleeg de handleiding van Windows of uw computer.)
A:
Windows ME/2000:
Configureer deze door Control Panel (Configuratiescherm) →Display (Beeldscherm)
→Screen Saver Setting (Schermbeveiliging) te selecteren of door deze te configureren
in het BIOS van de computer. (Raadpleeg de handleiding van Windows of uw computer.)
Q:
Hoe kan ik de behuizing en het plasmaschermpaneel reinigen?
A:
Koppel het netsnoer los en reinig het plasmascherm met een zachte doek en een reinigingsmiddel of gewoon water.
Laat geen reinigingsmiddel op de behuizing achter en zorg dat u geen krassen maakt.
Voorkom dat er water in het scherm komt.
Q:
Hoe kan ik de video afspelen?
A:
De video ondersteunt alleen de MPEG1- en WMV-codecs. Installeer de overeenkomstige codec om de video af te spelen. Sommige codecs zijn niet compatibel.
Opmerking
Controleer voordat u om ondersteuning vraagt eerst de informatie in dit gedeelte; misschien
kunt u het probleem zelf oplossen. Als u assistentie nodig hebt, kunt u bellen naar het telefoonnummer in het gedeelte Informatie of contact opnemen met uw leverancier.
77
Specificaties
Algemeen
Algemeen
Modelnaam
SyncMaster P50HP, P50HP-2
SyncMaster P63FP, P63FP-2
PDP-paneel
Grootte
SyncMaster
P50HP,
P50HP-2
50 " diagonaal (126 cm)
SyncMaster
P63FP,
P63FP-2
63 " diagonaal (160 cm)
Weergavegebied SyncMaster
P50HP,
P50HP-2
1105,65 mm (H) X 622,08 mm (V)
SyncMaster
P63FP,
P63FP-2
1393,92 mm (H) X 784,08 mm (V)
SyncMaster
P50HP,
P50HP-2
0,81 mm (H) X 0,81 mm (V)
SyncMaster
P63FP,
P63FP-2
0,726 mm (H) x 0,726 mm (V)
Pixel Pitch
Synchronisatie
Horizontaal
30 ~ 81 kHz
Verticaal
56 ~ 75 Hz
Weergavekleur
16,77 M
Resolutie
Optimale resolu- P50HP,
tie
P50HP-2
1360 x 768 bij 60 Hz depends on graphics card
used
P63FP,
P63FP-2
1920 x 1080 bij 60 Hz
Maximale resolu- P50HP,
tie
P50HP-2
1920 x 1080 bij 60 Hz
P63FP,
P63FP-2
1920 x 1080 bij 60 Hz
Maximale pixelfrequentie
SyncMaster
P50HP, P50HP-2
165 MHz (analoog,digitaal)
78
Specificaties
Maximale pixelfrequentie
SyncMaster
P63FP, P63FP-2
165 MHz (analoog,digitaal)
Stroomtoevoer
AC 100 - 240 V~ (+/- 10 %), 50/60Hz ± 3 Hz
Signaalaansluitingen
DVI-D In/Out (U kunt maximaal 10 plasmaschermen aansluiten.)
D-sub, AV (Composiet, CVBS), HDMI, RS232C In/Out
PC Audio In, Audio In(Stereo), Audio Out(Stereo)
Afmetingen (B x H x D) / gewicht
SyncMaster
P50HP, P50HP-2
1204,6 x 724,1 x 97,1 mm / 32,0 kg
SyncMaster
P63FP, P63FP-2
1503,5 x 894,0 x 99,4 mm / 52,0 kg
VESA bevestigingsinterface
SyncMaster
P50HP, P50HP-2
600 x 400
SyncMaster
P63FP, P63FP-2
676 x 407
Omgevingsvereisten
In bedrijf
Temperatuur: 0˚C ~ 40˚C (32˚F ~ 104˚F)
Vochtigheid: 20 % tot 80 %, geen condensvorming
Opslag
Temperatuur: -20˚C ~ 45˚C (-4˚F ~ 113˚F)
Vochtigheid: 5 % tot 95 %, geen condensvorming
Mogelijkheden voor Plug and Play
Dit plasmascherm kan worden geïnstalleerd op elk Plug and Play-systeem. De
interactie tussen het plasmascherm en de computersystemen zal leiden tot de
beste besturing en de beste scherminstellingen. In de meeste gevallen zal de installatie van het plasmascherm automatisch gebeuren, tenzij de gebruiker andere
instellingen wil toepassen.
Aanvaardbare punten (Dot Acceptable)
De PDP-panelen die voor dit product worden gebruikt, zijn gefabriceerd met geavanceerde halfgeleidertechnologieën met een precisie van 1ppm (een miljoenste)
of hoger. Pixels in de kleuren ROOD, GROEN, BLAUW of WIT kunnen echter soms
lichter lijken of er kunnen zwarte pixels waargenomen worden. Dit is geen slechte
kwaliteit en u kunt het product zonder problemen gebruiken.
Het aantal PDP-subpixels van dit product is bijvoorbeeld 2.133.440 (P50HP,
P50HP-2 ).
Het aantal PDP-subpixels van dit product is bijvoorbeeld 6.220.800 (P63FP,
P63FP-2 ).
79
Specificaties
Opmerking
Vormgeving en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Klasse B (Informatie-communicatieapparatuur voor thuisgebruik)
Dit apparaat is geregistreerd m.b.t. de EMI-vereisten voor thuisgebruik (klasse B). Het mag
in alle omgevingen worden gebruikt.
(Een apparaat van klasse B straalt minder elektromagnetische golven uit dan een apparaat
van Klasse A.)
PowerSaver
Dit plasmascherm is voorzien van het ingebouwde energiebeheersysteem PowerSaver. Als
het plasmascherm gedurende lange tijd niet wordt gebruikt, wordt de spaarstand geactiveerd
om energie te besparen. Het plasmascherm gaat automatisch weer normaal werken zodra
u op een toets op het toetsenbord drukt. Om energie te besparen, kunt u het beste het plasmascherm uitschakelen als u dit gedurende langere tijd niet gebruikt. Het systeem PowerSaver werkt met een VESA DPM-compatibele videokaart die op de computer is geïnstalleerd.
U stelt deze functie in met behulp van het hulpprogramma op uw computer.
PowerSaver
Toestand
Normale werk- Energiebes- Uitschakelen
ing
paringsmodus
Aan/uit-lampje
Stroom- MD230
verbruik
Aan
Knipperend
Uit
P50HP,
P50HP-2
Het stroomverbruik kan verschillen, afhankelijk van de
regio. Raadpleeg het label
op de achterkant van het
product.
2 Watt
0 watt
P63FP,
P63FP-2
Het stroomverbruik kan verschillen, afhankelijk van de
regio. Raadpleeg het label
op de achterkant van het
product.
2 Watt
0 watt
(Standaard)
Opmerking
•
Het daadwerkelijke stroomverbruik kan verschillen van het aangegeven stroomverbruik
als het gebruik van het systeem of de instellingen zijn gewijzigd.
•
Als u het stroomverbruik wilt stoppen, koppelt u de voedingskabel op de achterkant los.
Koppel de voedingskabel los als u gedurende enkele uren van huis bent.
Voorinstelbare timingmodi
Als het door de computer uitgezonden signaal overeenkomt met de onderstaande voorinstelbare timingmodi, wordt het scherm automatisch aangepast. Wanneer het signaal echter
80
Specificaties
afwijkt, wordt het scherm mogelijk leeg weergegeven terwijl het aan/uit-lampje brandt. Raadpleeg de handleiding bij de videokaart en stel het scherm als volgt in.
Weergavemodus
Horizontale Verticale fre- Pixelfrequen- Sync-polariteit
frequentie quentie (Hz) tie (MHz)
(H/V)
(kHz)
IBM, 640 x 350
31,469
70,086
25,175
+/-
IBM, 640 x 480
31,469
59,940
25,175
-/-
IBM, 720 x 400
31,469
70,087
28,322
-/+
MAC, 640 x 480
35,000
66,667
30,240
-/-
MAC, 832 x 624
49,726
74,551
57,284
-/-
MAC, 1152 x 870
68,681
75,062
100,000
-/-
VESA, 640 x 480
37,861
72,809
31,500
-/-
VESA, 640 x 480
37,500
75,000
31,500
-/-
VESA, 800 x 600
35,156
56,250
36,000
+/+
VESA, 800 x 600
37,879
60,317
40,000
+/+
VESA, 800 x 600
48,077
72,188
50,000
+/+
VESA, 800 x 600
46,875
75,000
49,500
+/+
VESA, 1024 x 768
48,363
60,004
65,000
-/-
VESA, 1024 x 768
56,476
70,069
75,000
-/-
VESA, 1024 x 768
60,023
75,029
78,750
+/+
VESA, 1152 x 864
67,500
75,000
108,000
+/+
VESA, 1280 x 960
60,000
60,000
108,000
+/+
VESA, 1280 x 1024
63,981
60,020
108,000
+/+
VESA, 1280 x 1024
79,976
75,025
135,000
+/+
VESA, 1360 x 768
(P50HP, P50HP-2)
47,712
60,015
85,500
+/+
VESA, 1920 x 1080
(P63FP, P63FP-2)
66,587
59,934
138,500
+/-
Horizontale frequentie
De tijd die nodig is om één lijn horizontaal van de
linker- naar de rechterrand van het scherm te scannen, wordt de Horizontal Cycle (Horizontale cyclus)
genoemd. Het omgekeerde van deze Horizontal Cycle is de Horizontale frequentie. Eenheid: kHz
Verticale frequentie
Net als een TL-lamp moet het scherm hetzelfde
beeld vele malen per seconde herhalen om een
beeld voor de gebruiker weer te geven. De frequentie
van deze herhaling wordt de verticale frequentie of
Refresh Rate (vernieuwingsfrequentie) genoemd.
Eenheid: Hz
81
Informatie
Voor betere weergave
Stel voor een optimale beeldkwaliteit de resolutie en de vernieuwingsfrequentie
van de computer in volgens de onderstaande instructies. De beeldkwaliteit kan
instabiel zijn als deze niet optimaal wordt ingesteld voor PDP.
•
Resolutie: 1360 x 768(P50HP, P50HP-2)
Resolutie: 1920 x 1080(P63FP, P63FP-2)
•
Verticale frequentie (vernieuwingsfrequentie): 60 Hz
De PDP-panelen die voor dit product worden gebruikt, zijn gefabriceerd met
geavanceerde halfgeleidertechnologieën met een precisie van 1ppm (een miljoenste) of hoger. Pixels in de kleuren ROOD, GROEN, BLAUW of WIT kunnen
echter soms lichter lijken of er kunnen zwarte pixels waargenomen worden. Dit is
geen slechte kwaliteit en u kunt het product zonder problemen gebruiken.
•
Het aantal PDP-subpixels van dit product is bijvoorbeeld 3.113.440.(P50HP,
P50HP-2)
•
Het aantal PDP-subpixels van dit product is bijvoorbeeld 6.220.800.(P63FP,
P63FP-2).
Maak bij het reinigen van de monitor en de buitenkant van het paneel gebruik
van de aanbevolen kleine hoeveelheid reinigingsmiddel en een zachte doek. Zet
niet te veel kracht op het PDP-gebied maar wrijf zachtjes. Bij te hard drukken kunnen vlekken ontstaan.
Als u niet tevreden bent met de beeldkwaliteit, kunt u de functie 'Auto Adjustment' uitvoeren in het menu dat wordt weergegeven als u op de knop drukt om een
venster te sluiten. Als het beeld na het automatisch afstellen nog steeds verstoord
is, kunt u de afstelfunctie Fine/Coarse gebruiken.
Wanneer u langere tijd naar een stilstaand scherm kijkt, kan er een restbeeld
of wazigheid verschijnen. Schakel om naar de energiebesparende stand of stel
een schermbeveiliging met een bewegend beeld in wanneer u gedurende langere
tijd bij de monitor weg moet.
PRODUCTGEGEVENS (zonder scherminbranding)
Wat is scherminbranding?
Bij normaal gebruik van het plasmascherm mag er geen scherminbranding optreden.
Onder normale omstandigheden wordt verstaan continu veranderende videopatronen. Als het plasmascherm gedurende lange tijd wordt gebruikt met een vast
patroon,
kan de fosfor slechter worden en wordt de helderheid minder. Om dit te voorkomen,
moet het videopatroon van tijd tot tijd worden gewijzigd.
Wanneer er lange tijd een stilstaand beeld wordt weergegeven, wordt de helderheid van enig deel dat helder was in een eerder vast patroon, minder dan dat van
de directe omgeving.
82
Informatie
Uitschakelen, schermbeveiliging of energiebesparende modus
•
Schakel de monitor 4 uur uit nadat deze 20 uur achter elkaar in gebruik is geweest.
•
Schakel de monitor 2 uur uit nadat deze 12 uur achter elkaar in gebruik is geweest.
•
Stel de monitor in op uitschakelen met Power Scheme (Energiebeheerschema)
in Display Properties (Eigenschappen beeldscherm) van de computer.
•
Gebruik indien mogelijk een schermbeveiliging. Schermbeveiliging in één kleur
of een bewegend beeld wordt aanbevolen.
De kleurgegevens regelmatig wijzigen
Opmerking
Gebruik twee verschillende kleuren
Wissel elke 30 minuten af met twee kleuren.
•
Vermijd een combinatie van tekens en achtergrondkleur met een groot verschil
in helderheid.
Vermijd grijze kleuren. Deze kunnen gemakkelijk scherminbranding veroorzaken.
Vermijd: kleuren met een groot verschil in helderheid (zwart en wit, grijs).
83
Informatie
De kleur van de tekens regelmatig wijzigen
•
Gebruik heldere kleuren met weinig verschil in helderheid.
- Cyclus: Wijzig elke 30 minuten de kleur van de tekens en de achtergrond.
•
Wissel elke 30 minuten de tekens af met bewegende beelden.
•
Geef voor alle delen op het scherm regelmatig een bewegend beeld met logo
weer.
- Cyclus: geef na 4 uur gebruik gedurende 60 seconden een bewegend beeld
met logo weer.
•
De beste manier om uw monitor te beschermen tegen inbranding is om het
scherm uit te schakelen of uw computer of systeem in te stellen met een
schermbeveiliging wanneer u de monitor niet gebruikt. Ook is de garantie beperkt als u zich niet aan de gebruiksaanwijzingen houdt.
De schermverschuivingsfunctie van het product toepassen
•
De schermverschuivingsfunctie toepassen
- Symptoom: Horizontale balk met zwarte kleur omhoog en omlaag verplaatsen.
Opmerking
(Raadpleeg het gedeelte 'OSD-functie' in de gebruikershandleiding op de cd. Voor
sommige modellen is dit niet beschikbaar.)
De schermpixelfunctie van het product toepassen
•
De schermpixelfunctie toepassen
- Symptoom: Stip met zwarte kleur omhoog en omlaag verplaatsen.
84
Informatie
•
De schermbalkfunctie toepassen
- Symptoom: Horizontale/verticale balk met zwarte kleur omhoog en omlaag
verplaatsen.
Opmerking
(Raadpleeg het gedeelte 'OSD-functie' in de gebruikershandleiding op de cd. Voor
sommige modellen is dit niet beschikbaar.) )
De schermwisfunctie van het product toepassen
•
De schermwisfunctie toepassen
- Symptoom: 2 verticale blokken bewegen terwijl het scherm wordt gewist.
Opmerking
(Raadpleeg het gedeelte 'OSD-functie' in de gebruikershandleiding op de cd. Voor
sommige modellen is dit niet beschikbaar.)
85
Bijlage
Contact SAMSUNG wereldwijd
Opmerking
Wanneer u suggesties of vragen heeft met betrekking tot Samsung producten, gelieve contact op te nemen met de consumenten dienst van SAMSUNG
North America
U.S.A
1-800-SAMSUNG(726-7864) http://www.samsung.com
CANADA
1-800-SAMSUNG(726-7864) http://www.samsung.com
MEXICO
01-800-SAMSUNG
(726-7864)
http://www.samsung.com
Latin America
ARGENTINA
0800-333-3733
http://www.samsung.com
BRAZIL
0800-124-421
http://www.samsung.com
4004-0000
CHILE
800-SAMSUNG(726-7864)
http://www.samsung.com
COLOMBIA
01-8000112112
http://www.samsung.com
COSTA RICA
0-800-507-7267
http://www.samsung.com
ECUADOR
1-800-10-7267
http://www.samsung.com
EL SALVADOR
800-6225
http://www.samsung.com
GUATEMALA
1-800-299-0013
http://www.samsung.com
HONDURAS
800-7919267
http://www.samsung.com
JAMAICA
1-800-234-7267
http://www.samsung.com
NICARAGUA
00-1800-5077267
http://www.samsung.com
PANAMA
800-7267
http://www.samsung.com
PUERTO RICO
1-800-682-3180
http://www.samsung.com
REP. DOMINICA
1-800-751-2676
http://www.samsung.com
TRINIDAD & TO- 1-800-SAMSUNG(726-7864) http://www.samsung.com
BAGO
VENEZUELA
0-800-100-5303
http://www.samsung.com
Europe
AUSTRIA
0810 - SAMSUNG (7267864, http://www.samsung.com
€ 0.07/min)
BELGIUM
02-201-24-18
http://www.samsung.com/be
(Dutch)
http://www.samsung.com/
be_fr (French)
CZECH
800-SAMSUNG
(800-726786)
http://www.samsung.com
DENMARK
70 70 19 70
http://www.samsung.com
86
Bijlage
Europe
EIRE
0818 717100
http://www.samsung.com
ESTONIA
800-7267
http://www.samsung.com
FINLAND
030 - 6227 515
http://www.samsung.com
FRANCE
01 48 63 00 00
http://www.samsung.com
GERMANY
01805
SAMSUNG http://www.samsung.com
(726-7864, € 0,14/Min)
HUNGARY
06-80-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
ITALIA
800-SAMSUNG (726-7864)
http://www.samsung.com
LATVIA
8000-7267
http://www.samsung.com
LITHUANIA
8-800-77777
http://www.samsung.com
LUXEMBURG
261 03 710
http://www.samsung.com
NETHERLANDS
0900-SAMSUNG
http://www.samsung.com
(0900-7267864) ( € 0,10/Min)
NORWAY
815-56 480
POLAND
0 801 1SAMSUNG (172678) http://www.samsung.com
http://www.samsung.com
022-607-93-33
PORTUGAL
80820
(7267864)
SAMSUNG http://www.samsung.com
SLOVAKIA
0800 - SAMSUNG(726-7864) http://www.samsung.com
SPAIN
902 - 1 - SAMSUNG (902 172 http://www.samsung.com
678)
SWEDEN
0771 726 7864 (SAMSUNG) http://www.samsung.com
SWITZERLAND
0848 - SAMSUNG (7267864, http://www.samsung.com/ch
CHF 0.08/min)
http://www.samsung.com/
ch_fr/(French)
U.K
0845 SAMSUNG (7267864)
http://www.samsung.com
CIS
ARMENIA
0-800-05-555
AZERBAIJAN
088-55-55-555
BELARUS
810-800-500-55-500
GEORGIA
8-800-555-555
KAZAKHSTAN
8-10-800-500-55-500
KYRGYZSTAN
00-800-500-55-500
MOLDOVA
00-800-500-55-500
RUSSIA
8-800-555-55-55
http://www.samsung.com
TADJIKISTAN
8-10-800-500-55-500
http://www.samsung.com
UKRAINE
0-800-502-000
http://www.samsung.com/ua
http://www.samsung.com
http://www.samsung.com/
ua_ru
UZBEKISTAN
8-10-800-500-55-500
87
http://www.samsung.com
Bijlage
Asia Pacific
AUSTRALIA
1300 362 603
http://www.samsung.com
CHINA
400-810-5858
http://www.samsung.com
010-6475 1880
HONG KONG
(852) 3698 - 4698
http://www.samsung.com/hk
http://www.samsung.com/
hk_en/
INDIA
3030 8282
http://www.samsung.com
1800 110011
1800 3000 8282
1800 266 8282
INDONESIA
0800-112-8888
http://www.samsung.com
021-5699-7777
JAPAN
0120-327-527
http://www.samsung.com
MALAYSIA
1800-88-9999
http://www.samsung.com
NEW ZEALAND
0800 SAMSUNG (0800 726 http://www.samsung.com
786)
PHILIPPINES
1-800-10-SAMSUNG
(726-7864)
http://www.samsung.com
1-800-3-SAMSUNG
(726-7864)
1-800-8-SAMSUNG
(726-7864)
02-5805777
SINGAPORE
1800-SAMSUNG(726-7864) http://www.samsung.com
TAIWAN
0800-329-999
http://www.samsung.com
THAILAND
1800-29-3232
http://www.samsung.com
02-689-3232
VIETNAM
1 800 588 889
http://www.samsung.com
Middle East & Africa
BAHRAIN
8000-4726
JORDAN
800-22273
SOUTH AFRICA
0860-SAMSUNG(726-7864) http://www.samsung.com
TURKEY
444 77 11
http://www.samsung.com
U.A.E
800-SAMSUNG(726-7864)
http://www.samsung.com
Woordenlijst
Dot Pitch
Het beeld van een monitor bestaat uit rode, groene en
blauwe punten. Hoe dichter deze punten bij elkaar staan,
des te hoger de resolutie. De afstand tussen twee punten
met dezelfde kleur wordt 'Dot Pitch' genoemd. Eenheid: mm
88
Bijlage
Verticale frequentie
Om een beeld voor de gebruiker te kunnen weergeven,
moet het beeld meerdere malen per seconde opnieuw worden opgebouwd. De frequentie van deze herhaling wordt de
verticale frequentie of Refresh Rate (vernieuwingsfrequentie) genoemd. Eenheid: Hz
Voorbeeld: Als hetzelfde lichtje 60 keer per seconde knippert, noemt men dit 60 Hz.
Horizontale frequentie
De tijd die nodig is om één lijn horizontaal van de linker- naar
de rechterrand van het scherm te scannen, wordt de Horizontal Cycle (Horizontale cyclus) genoemd. Het omgekeerde van deze Horizontal Cycle is de Horizontale
frequentie. Eenheid: kHz
Interlace en Non-Interlace
methoden
De achtereenvolgende weergave van boven naar beneden
van de horizontale lijnen in het scherm wordt de Non-Interlace methode genoemd. Bij de Interlace methode worden
eerst oneven en dan even lijnen weergegeven. Voor een
optimale beeldkwaliteit wordt in de meeste monitoren gebruik gemaakt van de Non-Interlace methode. Voor tv's
wordt de Interlace methode gebruikt.
Plug & Play
Met deze functie wordt de beste beeldkwaliteit verkregen
door de computer en de monitor in staat te stellen automatisch informatie uit te wisselen. Deze monitor voldoet aan
de internationale norm VESA DDC voor Plug & Play.
Resolutie
Met resolutie wordt het aantal horizontale en verticale stippen waaruit het beeld is opgebouwd bedoeld. Dit aantal
geeft de nauwkeurigheid van het beeld weer. Een hoge resolutie is gunstig voor het uitvoeren van meerdere taken,
omdat er meer beeldinformatie op het scherm kan worden
weergegeven.
Voorbeeld: Een resolutie van 1360 (1920) X 768 (1080) betekent dat het scherm is opgebouwd uit 1360 (1920) horizontale punten (horizontale resolutie) en 768 (1080)
verticale lijnen (verticale resolutie).
SRS TS XT
Multiple
(MDC)
Display
Deze functie biedt een diep en levendig 3D-geluid, vergelijkbaar met 5.1 luidsprekers, maar dan met slechts twee
luidsprekers. Dit geeft een mooi effect bij een stereosignaal.
Control
Multiple Display Control (MDC) is een toepassing waarmee
verschillende beeldschermen gemakkelijk en tegelijk op
een pc kunnen worden gebruikt. RS-232C, een standaard
voor seriële communicatie, wordt gebruikt voor de communicatie tussen een computer en een beeldscherm.
89
Bijlage
Correcte verwijdering
Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur)
- alleen Europa
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal
duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader,
headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade
aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten
afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar
ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om
te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten
recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de
algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product
en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor
verwijdering worden gemengd.
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product - alleen Europa
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de
accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander
huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen
Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de
accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien
de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze
stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van
het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en
batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te
bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw
omgeving.
Opmerking
De oplaadbare accu in dit product kan niet door de gebruiker zelf worden vervangen. Neem
contact op met uw serviceprovider voor informatie over vervanging.
Rechten
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
© 2010 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Het is strikt verboden het product op welke manier dan ook te reproduceren zonder schriftelijke toestemming van Samsung Electronics Co., Ltd.
Samsung Electronics Co., Ltd. stelt zich niet aansprakelijk voor fouten of voor incidentele
schade of gevolgschade die verband houdt met de levering, prestatie en het gebruik van dit
materiaal.
Samsung is een geregistreerd handelsmerk van Samsung Electronics Co., Ltd.; Microsoft,
Windows en Windows NT zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation;
90
Bijlage
VESA, DPM en DDC zijn geregistreerde handelsmerken van Video Electronics Standard
Association; de naam en het logo van ENERGY STAR® zijn geregistreerde handelsmerken
van de Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA). Alle andere genoemde productnamen kunnen (geregistreerde) handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaren.
91