Nederlands
|
119
het product voor het eerst wordt ingeschakeld,
goed werkt, beweegt het voorpaneel
automatisch naar de positie (initiële instelhoek)
als weergegeven in (afb. 2).
(afb. 1) (afb. 2)
Na de installatie
Voer na de installatie de begininstelling uit
(pagina 102).
¤
• De montage en het aansluiten van de kabels
vereist kennis en ervaring. Laat de bevestiging
en bedrading om veiligheidsredenen door vaklui
uitvoeren.
• Zorg dat het toestel op een negatieve 12 Volt
gelijkstroomvoeding is geaard.
• Installeer het toestel niet op plaatsen die aan
direct zonlicht, hitte of extreme vochtigheid
blootstaan. Vermijd ook plaatsen waar het
zeer stoffig is of waar gevaar bestaat voor
waterspatten.
• Gebruik bij het installeren uitsluitend de
bijgeleverde schroeven. Gebruik uitsluitend de bij
het toestel geleverde schroeven. Het gebruik van
verkeerde schroeven kan het toestel beschadigen.
• Wanneer de stroom niet is ingeschakeld
(“PROTECT” wordt weergegeven), is er mogelijk
een kortsluiting in de luidsprekerkabel of raakt
de kabel het chassis van het voertuig en werd
mogelijk het beveiligingscircuit geactiveerd.
Controleer in dit geval de luidsprekerkabel.
• Indien het contactslot van uw auto geen ACC
stand heeft, moet u de ontstekingsdraden
verbinden met een stroombron die met de
contactsleutel kan worden ingeschakeld en
uitgeschakeld. Indien u het ontstekingsdraad
verbindt met een stroombron waar constant
spanning op staat, bijvoorbeeld accudraden, zal
de accu worden uitgeput.
• Als de console een deksel heeft, moet u er bij
de installatie van het toestel op letten dat het
voorpaneel bij het openen en sluiten het deksel
niet raakt.
• Als de zekering is doorgebrand, controleert u
eerst of de kabels elkaar niet raken en zo een
kortsluiting veroorzaken en vervangt u vervolgens
de oude zekering door een nieuwe met dezelfde
stroomsterkte.
• Isoleer niet-aangesloten kabels met isolatieband
of ander geschikt materiaal. Voorkom kortsluiting
door de kapjes op het uiteinde van de niet-
aangesloten kabels of aansluitingen niet te
verwijderen.
• Sluit de luidsprekerkabels op de juiste manier
op de overeenkomende aansluitingen aan. Het
apparaat kan beschadigd raken of niet langer
werken als u de --draden deelt of deze aardt
met een metalen onderdeel van het voertuig.
• Indien u slechts twee luidsprekers met het
systeem verbindt, moet u de stekker met ofwel
beide voor-uitgangsaansluitingen of beide achter-
uitgangsaansluitingen verbinden (gebruik dus
niet zowel voor als achter). Indien u bijvoorbeeld
de + connector van de linker luidspreker op een
voorste uitgang aansluit, mag u de - connector
niet op een achterste uitgang aansluiten.
• Controleer na het installeren van het toestel of de
remlichten, richtingaanwijzers, ruitenwissers enz.
van het voertuig juist functioneren.
• Installeer het toestel onder een maximale hoek
van 30˚.
• Dit toestel is uitgerust met een ventilator (pagina
121) om de binnentemperatuur te verminderen.
Plaats het toestel niet zodanig dat de ventilator
wordt geblokkeerd. Wanneer deze openingen
worden geblokkeerd, kan de binnentemperatuur
oplopen en het toestel defect raken.
• Duw niet te hard op het paneeloppervlak tijdens
de installatie van het toestel in het voertuig. Dat
kan leiden tot krassen, schade of het niet goed
meer functioneren.
• De ontvangst wordt mogelijk slechter wanneer
zich metalen voorwerpen bevinden in de buurt
van de Bluetooth-antenne.
Bluetooth-antenne
¤ LET OP
Installeer dit apparaat in de console van uw
voertuig.
Raak de metalen onderdelen van dit
apparaat niet aan tijdens en kort na
het gebruik van het apparaat. Metalen
onderdelen zoals de warmteafvoer en
behuizing worden heet.