Lenovo ThinkStation S30 Handboek Voor De Gebruiker

Type
Handboek Voor De Gebruiker
ThinkStation
Handboekvoordegebruiker
Machinetypen:0567,0568,0569en0606
Opmerking:Leesenbegrijpeersthetvolgendevoordatudezeinformatieenhetproductdathetondersteunt,
gebruikt:“Belangrijkeveiligheidsvoorschriften”oppaginavenBijlageB“Kennisgevingen”oppagina113.
Eersteuitgave(April2012)
©CopyrightLenovo2012.
KENNISGEVINGBEGRENSDEENBEPERKTERECHTEN:alsgegevensofsoftwareword(t)(en)geleverdconformeen
“GSA”-contract(GeneralServicesAdministration),zijngebruik,vermenigvuldigingenopenbaarmakingonderhevigaan
beperkingenzoalsbeschreveninContractnr.GS-35F-05925.
Inhoud
Belangrijkeveiligheidsvoorschriften..v
Serviceenupgrades.............v
Voorkomingvanstatischeelektriciteit.......vi
Netsnoerenenvoedingsadapters........vi
Verlengsnoerenenaanverwanteapparaten...vii
Stekkersenstopcontacten..........vii
Externeapparatuur.............vii
Warmteproductieenventilatie.........vii
Gebruiksomgeving.............viii
Veiligheidsvoorschriftenvoordemodem....viii
Verklaringvanconformiteitmetlaserrichtlijnen...ix
Kennisgevingvoedingseenheid.........ix
Reinigingenonderhoud............x
Hoofdstuk1.Productoverzicht.....1
Functies..................1
Specicaties................4
Overzichtvandesoftware...........5
DoorLenovoverstrektesoftware.......5
AdobeReader..............6
Antivirussoftware.............6
Deplaatsvandeonderdelen..........6
Aansluitingen,knoppenenlampjesaande
voorkantvandecomputer.........7
Aansluitingenaandeachterkantvande
computer................8
Componenten.............10
Onderdelenopdesysteemplaat......11
Deplaatsvaninternestations.......13
Machinetypeenmodelnummer......14
Hoofdstuk2.Werkenmetde
computer...............15
Veelgesteldevragen............15
Hettoetsenbordgebruiken..........15
Windows-sneltoetsengebruiken......15
DeblauweThinkVantage-knopgebruiken..16
Eenwielmuisgebruiken...........16
Audioinstellen...............16
Deaudiovoorzieningvandecomputer...16
Hetvolumeinstellenophetbureaublad...17
Hetvolumeinstellenophet
Conguratiescherm...........17
Cdsendvdsgebruiken...........17
GebruikvanCD'senDVD's........17
CD'sofDVD'safspelen.........18
Eencdofdvdopnemen.........18
Hoofdstuk3.Uenuwcomputer...19
Toegankelijkheidencomfort.........19
Dewerkplekinrichten..........19
Comfort...............19
Reectieenverlichting..........20
Luchtcirculatie.............20
Stopcontactenenkabellengte.......20
UwcomputerbijLenovoregistreren......21
Uwcomputernaareenanderlandofandereregio
verhuizen.................21
Voltageschakelaar...........21
Vervangingsstroomkabels........21
Hoofdstuk4.Beveiliging.......23
Beveiligingsvoorzieningen..........23
Kapvandecomputerafsluiten........24
Eenhangslotaanbrengen..........25
Eengeïntegreerdkabelslotbevestigen.....26
Wachtwoordengebruiken..........26
BIOS-wachtwoorden..........26
Windows-wachtwoorden.........27
Firewallsgebruikenenkennen........27
Gegevenstegenvirussenbeschermen.....27
Hoofdstuk5.Hardwareinstallerenen
vervangen...............29
Werkenmetapparatendiegevoeligzijnvoor
statischeelektriciteit............29
Hardwareinstallerenenvervangen.......29
Externeapparateninstalleren.......29
Dekapvandecomputerverwijderen....30
Defrontplaatverwijderenenterugplaatsen..30
PCI-kaartinstallerenofvervangen.....31
Geheugenmodulesinstallerenofvervangen.34
Hetoptische-schijfstationinstallerenof
vervangen...............37
Eenvaste-schijfstationinstallerenof
vervangen...............40
Eeninschakelingsmodulevooreen
vaste-schijfstationinstallerenofvervangen..44
Dekaartlezervervangen.........46
Debatterijvervangen..........48
Devoedingseenheidvervangen......49
Demodulemethetkoelelementende
ventilatorvervangen...........52
Deventilatoreenheidachteraanvervangen..54
Hettoetsenbordofdemuisvervangen...56
Hetvervangenvandeonderdelenvoltooien.57
©CopyrightLenovo2012
i
Hoofdstuk6.Informatieover
systeemherstel............59
Herstelmediamakenengebruiken.......59
Herstelmediamaken..........59
Herstelmediagebruiken.........60
Backup-enherstelbewerkingenuitvoeren....60
Eenbackupbewerkinguitvoeren......60
Eenherstelbewerkinguitvoeren......61
WerkenmethetwerkgebiedvanRescueand
Recovery.................61
Noodherstelmediamakenengebruiken.....62
Eennoodherstelmediummaken......62
Eennoodherstelmediumgebruiken.....63
Voorafgeïnstalleerdesoftwareen
stuurprogramma'sopnieuwinstalleren.....63
Softwareopnieuwinstalleren.........64
Stuurprogramma'sopnieuwinstalleren.....65
Problemenmetherstelproceduresoplossen...65
Hoofdstuk7.Werkenmethet
programmaSetupUtility.......67
HetprogrammaSetupUtilitystarten......67
Instellingenbekijkenenwijzigen........67
Wachtwoordengebruiken..........67
Overwegingentenaanzienvan
wachtwoorden.............68
Power-OnPassword..........68
AdministratorPassword.........68
HardDiskPassword...........68
Eenwachtwoordinstellen,wijzigenof
wissen................68
Vergetenwachtwoordenwissen(CMOS
wissen)................69
Mogelijkheidomeenapparaatinofuitte
schakelen................69
Eenopstartapparaatkiezen..........70
Eentijdelijkopstartapparaatkiezen.....70
Deopstartvolgordeselecterenofwijzigen..70
ErP-compliantiemodusenDeepSxinschakelen.70
SetupUtilityafsluiten............71
Hoofdstuk8.RAIDcongureren...73
RAIDcongurerenmetIntelRSTe.......73
SATA-ofSAS-vasteschijfstationsinstalleren.73
DeSATA-ofSASRAID-functionaliteitcongureren
methetconguratieprogrammaIntelRSTe....74
HetconguratieprogrammaIntelRSTe
openen................74
SnelleRAID-installatiemethet
conguratieprogrammaLSIMegaRAID
BIOS..................76
SATA-ofSAS-vasteschijfstationsinstalleren.76
HetconguratieprogrammaLSIMegaRAID
BIOSopenen.............77
RAID-volumesmakenmethet
conguratieprogrammaLSIMegaRAID
BIOS.................77
RAID-volumesverwijderenmethet
conguratieprogrammaLSIMegaRAID
BIOS.................78
Hethot-sparevaste-schijfstationinstellen..78
Hoofdstuk9.Systeemprogramma's
bijwerken...............79
Werkenmetsysteemprogramma's.......79
HetBIOSbijwerkenvanafeenschijf(ashen)...79
HetBIOSbijwerken(ashen)vanuithet
besturingssysteem.............80
HerstellenvaneenPOST/BIOS-bijwerkfout...80
Hoofdstuk10.Problemenvoorkomen
....................83
Uwcomputerup-to-datehouden.......83
Denieuwstestuurprogramma'svooruw
computerophalen...........83
Updatesvanhetbesturingssysteem....83
SystemUpdategebruiken........84
Reinigingenonderhoud...........84
Eerstevereisten............84
Decomputerschoonmaken........85
Goedeonderhoudsprocedures......86
Decomputervervoeren...........87
Hoofdstuk11.Diagnoseen
probleemoplossing..........89
Elementaireprobleemoplossing........89
Procedurevoorverhelpenvanproblemen....90
Problemenoplossen............90
Audioproblemen............91
CD-problemen.............92
DVD-problemen............93
Problemenmethetvaste-schijfstation....95
Incidenteleproblemen..........96
Problemenmettoetsenbord,muisof
aanwijsapparaat............96
Beeldschermproblemen.........97
Ethernet-problemen...........99
Problemenmetopties..........101
Problemenmetdeprestatiesofvastlopenvan
decomputer..............102
Printerproblemen............103
Problemenmetdeseriëlepoort......104
Softwareproblemen...........104
USB-problemen............105
LenovoSolutionCenter...........105
iiThinkStationHandboekvoordegebruiker
Hoofdstuk12.Informatie,hulpen
service................107
Informatiebronnen.............107
LenovoThinkVantageTools........107
LenovoWelcome............107
Helpenondersteuning..........107
Veiligheidengarantie..........107
Lenovo-website(http://www.lenovo.com)..107
LenovoSupport-website.........108
Hulpenservice..............108
Documentatieendiagnoseprogramma's
gebruiken...............108
Serviceaanvragen...........108
Andereservices............109
Extraservicesaanschaffen........110
BijlageA.Snelheidvan
systeemgeheugen.........111
BijlageB.Kennisgevingen.....113
Handelsmerken..............114
BijlageC.Regelgeving.......115
Kennisgevingclassicatievoorexport.....115
Elektronischeemissie............115
VerklaringvandeFederalCommunications
Commission..............115
BijlageD.WEEE-en
recyclinginformatie.........119
BelangrijkeinformatievoordeEuropeserichtlijn
2002/96/EC................119
Recyclinginformatie.............119
RecyclinginformatievoorBrazilië.......120
Informatieoverhetrecyclenvanbatterijenvoor
Taiwan..................121
Informatieoverhetrecyclenvanbatterijenvoorde
EuropeseUnie...............121
Trefwoordenregister........123
©CopyrightLenovo2012
iii
ivThinkStationHandboekvoordegebruiker
Belangrijkeveiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING:
Zorgervoordatu,voordatudezehandleidinggaatgebruiken,kennisneemtvande
veiligheidsvoorschriftenvoorditproduct.Raadpleegdeinformatieindezesectieendebij
ditproductgeleverdeveiligheidsvoorschriftenuitThinkStationVeiligheidengarantie.Doorde
veiligheidsvoorschriftengoedinuoptenemenverkleintudekansoppersoonlijkletselenopschade
aanhetproduct.
AlsugeenexemplaarmeerhebtvandepublicatieThinkStationVeiligheidengarantie,kuntu
eenPortableDocumentFormat(PDF)-versiedownloadenvandeLenovo
®
Support-websiteop:
http://www.lenovo.com/support.DeLenovoSupport-websitebiedtdepublicatieThinkStationVeiligheiden
garantieendezeThinkStationUserGuideookinanderetalen.
Serviceenupgrades
Probeernietzelfonderhoudaanhetproductuittevoeren,tenzijuhiertoeinstructieshebtgekregeninde
documentatieofvanuithetCustomerSupportCenter.Schakelalleeneenserviceproviderindiegoedkeuring
heeftvoorhetreparerenvanhetdesbetreffendeproduct.
Opmerking:Sommigeonderdelenvandecomputerkunnendoordegebruikerwordenuitgebreidof
vervangen.Upgradeswordenmeestalopties”genoemd.Vervangendeonderdelendiezijngoedgekeurdom
doordeklantzelftewordengeïnstalleerd,wordenCustomerReplaceableUnitsofCRU'sgenoemd.CRU's
zijnvoorzienvandocumentatiemetinstructiesvoorvervangingvandezeonderdelendoordeklant.Volgbij
hetinstallerenofvervangenvandergelijkeonderdelensteedsdeinstructies.Dathetaan/uit-lampjeniet
brandt,betekentnietnoodzakelijkerwijsdathetspanningsniveaubinnenineenproductnulis.Voordatude
kapopentvaneenproductdatisuitgerustmeteennetsnoer,dientualtijdtecontrolerenofhetapparaat
uitstaatenofdestekkervanhetproductuithetstopcontactisgehaald.Leesvoormeerinformatieover
CRU´sHoofdstuk5“Hardwareinstallerenenvervangen”oppagina29
.Bijvragenneemtucontactopmet
hetCustomerSupportCenter.
Hoewelergeenbewegendeonderdeleninuwcomputerzittenalshetnetsnoeruithetstopcontactis
gehaald,ishetgoedomdedevolgendewaarschuwingen,omwillevanuwveiligheid,terhartetenemen:
WAARSCHUWING:
Gevaarlijkebewegendeonderdelen.Houduwvingersenanderelichaamsdelenopafstand.
WAARSCHUWING:
ZetdecomputeruitenlaatdezedrietotvijfminutenafkoelenvoordatudekapopentomCRU'ste
vervangen.
©CopyrightLenovo2012
v
Voorkomingvanstatischeelektriciteit
Statischeelektriciteitisongevaarlijkvooruzelf,maarkandecomputeronderdelenendeoptieszwaar
beschadigen.Onjuistbehandelingvanonderdelendiegevoeligzijnvoorstatischeelektriciteit,kanleiden
totschadeaandieonderdelen.AlsueenoptieofCRUuitpakt,opendeantistatischeverpakkingdanpas
wanneeruinstructiekrijgtomdedesbetreffendeoptieofCRUteinstalleren.
AlsuwerktmetoptiesofCRU's,ofhandelingenbinnenindecomputeruitvoert,neemdandevolgende
voorzorgsmaatregelenomschadetengevolgevanstatischeelektriciteittevoorkomen:
Beweegzominmogelijk.Doorwrijvingkanerstatischeelektriciteitontstaan.
Gavoorzichtigmetdeonderdelenom.Pakadapters,geheugenmodulesenandereprintplatenbijderand
beet.Raaknooitonbeschermdeelektronischecircuitsaan.
Zorgdatookanderendecomponentennietaanraken.
Wanneerueennieuweoptieinstalleertdiegevoeligisvoorstatischeelektriciteit,houddande
antistatischeverpakkingmetdatonderdeelminstens2secondentegeneenmetalenafdekplaatjevaneen
uitbreidingssleufofeenanderongeverfdmetalenoppervlakopdecomputer.Hiermeevermindertude
statischeladingvandeverpakkingenvanuwlichaam.
Installeerhetonderdeeldatgevoeligisvoorstatischeelektriciteitzomogelijkdirectvanuitdeantistatische
verpakking,zonderheteerstneerteleggen.Alsuhetonderdeelneermoetleggennadatuhetuitde
verpakkinghebtgehaald,leghetdanopdeantistatischeverpakkingopeenvlakkeondergrond.
Leghetonderdeelnietopdekapvandecomputerofopeenmetalenondergrond.
Netsnoerenenvoedingsadapters
Gebruikuitsluitendnetsnoerenenvoedingsadaptersdiedoordefabrikantvanhetproductzijngeleverd.
Udienteengoedgekeurdnetsnoertegebruiken.VoorDuitslandmoetditH05VV-F,3G,0,75mm
2
ofbeter
zijn.Inanderelandenmoetendienovereenkomstiggeschiktenetsnoerenwordengebruikt.
Windeennetsnoernooitomeenvoedingsadapterofeenandervoorwerp.Hierdoorkanereenmechanische
spanningophetsnoerkomentestaan,waardoorhetkanrafelenofscheuren.Ditkangevaaropleveren.
Leidnetsnoerenaltijdzodanigdatzenietindeknelzittenendatniemanderopkantrappenoferoverkan
struikelen.
Voorkomdatsnoerenenvoedingsadaptersinaanrakingkomenmetvloeistof.Laateennetsnoerof
voedingsadapterbijvoorbeeldnietliggenbijeenwasbakoftoilet,ofopeenvloerdiewordtschoongemaakt
meteenvloeibaarreinigingsmiddel.Vloeistoffenkunnenkortsluitingveroorzaken,metnamealshetnetsnoer
ofdevoedingsadapterslijtagevertoonttengevolgevanverkeerdgebruik.Bovendienkanvloeistofcorrosie
vandestekkersen/ofaansluitpuntenveroorzaken,hetgeenuiteindelijkkanleidentotoververhitting.
Sluitdenetsnoerenensignaalkabelsaltijdindejuistevolgordeaanenzorgdatdestekkersaltijdstevigin
hetstopcontactzitten.
Gebruikgeenvoedingsadapterdiesporenvertoontvancorrosieaandeinvoerpennenofsporenvan
oververhitting(zoalsvervormdplastic)bijdeaansluitingofopeenanderdeelvandevoedingsadapter.
Maaknooitgebruikvaneennetsnoerwaarvandecontactpuntensporenvanroest,corrosieofoververhitting
vertonenofwaarvanhetsnoerofdestekkeropwelkemanierdanookbeschadigdis.
viThinkStationHandboekvoordegebruiker
Verlengsnoerenenaanverwanteapparaten
Controleerofelkverlengsnoer,elkepiekspanningsbeveiliging,elkenoodvoedingenelkeverdeelstekkerdieu
gebruikt,bestandistegendeelektrischeeisenvanhetproduct.Overbelastdezeapparatennooit.Bijgebruik
vanstekkerdozenmagdeinvoercapaciteitvandestekkerdoosnooitwordenoverschreden.Raadpleegeen
elektricienalsuvragenhebtoverdecapaciteit,vereisteneninvoerspanningvanapparatuur.
Stekkersenstopcontacten
Alshetstopcontactwaaropudecomputerapparatuurwiltaansluitenbeschadigdofverroestblijkttezijn,
gebruikhetdanniettoteengekwaliceerdeelektricienhetheeftvervangen.
Verbuigofveranderdestekkerniet.Alsdestekkerbeschadigdis,besteldaneenvervangendexemplaar
bijdefabrikant.
Gebruikvoordecomputerniethetzelfdestopcontactalsvoorandereelektrischeapparatendieveel
stroomgebruiken.Hetvoltagekandaninstabielworden,enditkanleidentotschadeaandecomputer,de
gegevensen/ofdeaangeslotenapparatuur.
Bepaaldeproductenwordengeleverdmeteenstekkermetrandaarde.Dezestekkerpastalleenineen
stopcontactmetrandaarde.Ditiseenveiligheidsvoorziening.Steekeendergelijkestekkeralleenineen
stopcontactmetrandaarde.Neem,alsudestekkernietinhetstopcontactkuntsteken,contactopmeteen
elektricienvooreengoedgekeurdestopcontactadapterofvervanghetstopcontactdooreenexemplaarmet
dezebeveiligingsfunctie.Voorkomoverbelastingvanhetstopcontact.Detotalesysteembelastingmagniet
hogerzijndan80procentvandespecicatievandegroep.Raadpleegeenelektricienalsuvragenhebt
overbelastingendecapaciteitvandeverdeelkast.
Zorgdathetnetsnoerdatugebruikt,correctbedraadis,goedbereikbaarisenzichindebuurtvande
apparatuurbevindt.Zorgdathetsnoerniethelemaalstrakstaat;hierdoorkanhetslijten.
Controleerofhetstopcontactdatugebruikt,dejuistespanningenstroomsterktelevertvoorhetapparaat
datuinstalleert.
Weesaltijdzorgvuldigalsudestekkerinhetstopcontactsteektoferuithaalt.
Externeapparatuur
Sluitgeenkabelsvanexterneapparatenaanenmaakzenietlos,metuitzonderingvandeUniversalSerial
Bus(USB)en1394-kabelsterwijldecomputerisingeschakeld,anderskandecomputerbeschadigdraken.
Omschadeaandeaangeslotenapparatentevoorkomen,dientunahetuitschakelenvandecomputer
minimaalvijfsecondentewachtenvoordatudeexterneapparatenontkoppelt.
Warmteproductieenventilatie
Computers,voedingsadaptersenveelaccessoiresgenererenwarmtealszeaanstaanenalsereenbatterij
wordtopgeladen.Neemdaaromaltijddevolgendeelementairevoorzorgsmaatregelen:
Laatdecomputer,voedingsadapteroftoebehorenniettelangopuwschootalsdezeaanstaanofalsde
batterijwordtopgeladen.Decomputer,voedingsadapterenveeltoebehorenproducerenwarmtetijdens
normaalgebruik.Langdurigcontactmetuwlichaamofkledingkanongemakenzelfsbrandwonden
veroorzaken.
Laaddebatterijnietopenwerknietmetdecomputer,voedingsadapteroftoebehorenindenabijheidvan
ontbrandbarematerialenofineenomgevingmetexplosiegevaar.
©CopyrightLenovo2012
vii
Ventilatieopeningen,ventilatorenenkoelribbenmakendeeluitvanhetproductomwillevandeveiligheid,
hetcomforteneenbetrouwbarewerking.Dezevoorzieningenkunnenperongelukgeblokkeerdrakenals
uhetproductopeenbed,zitbank,vloerkleedofanderezachteondergrondplaatst.Zorgervoordatdeze
voorzieningennooitgeblokkeerd,bedektofuitgeschakeldraken.
Controleeruwdesktopcomputereensperdriemaandenopophopingenvanstof.Schakeldestroomuiten
haaldestekkeruithetstopcontactvoordatudecontrolestart;verwijderallestofdatzichinopeningeninde
frontplaatbevindt.Alsuvanbuitenafzietdaterzichergensbinnenindecomputerstofheeftverzameld,
verwijderookdatdanenvergeetnietomdeinlaatvanhetkoelelement,desleuvenindevoedingseenheid
endeventilatorenschoontemaken.Zetdecomputeraltijduitenhaaldestekkeruithetstopcontactvoordat
udekapopent.Probeertevoorkomendatuwcomputerwordtgebruiktbinnen60cmvanplaatsenwaar
veelwordtgelopen.Mochteendergelijkeopstellingonvermijdelijkzijn,controleerdanvakerofdecomputer
nietvuilisenmaakdecomputerindiennodigvakerschoon.
Neemvooruweigenveiligheidenvoorhetinstandhoudenvanoptimalecomputerprestatiesaltijdde
volgendeelementairevoorzorgsmaatregelenvooruwdesktopcomputer:
Houddekapgeslotenzolangdestekkerinhetstopcontactzit.
Controleerregelmatigofdebuitenkantvandecomputernietbestoftis.
Verwijderalhetstofuitdeventilatiesleuvenen-openingenindefrontplaat.Alsdecomputerineen
stofgeofdrukkeomgevingstaat,kanhetnodigzijndecomputervakerschoontemaken.
Blokkeerdeluchttoevoernaardeventilatieopeningenniet.
Plaatsdecomputernietineenkastofandermeubelstuk,wantditvergrootdekansdatdecomputer
oververhitraakt.
Deluchtdieindecomputerwordtgezogen,magnietwarmerzijndan35°C.
Installeergeenapparatenvoorhetleterenvanlucht.Dezekunneneengoedkoelingindewegstaan.
Gebruiksomgeving
Deoptimaleomgevingomuwcomputertegebruikeniseenomgevingmeteentemperatuurvan10°C
tot35°Ceneenrelatievevochtigheidvan35%tot80%.Alsuwcomputerisopgeslagenofvervoerdbij
temperaturenonderde10°C,gundekoudecomputerdandetijdomlangzaamoptewarmentotdeoptimale
gebruikstemperatuurvan10°Ctot35°Cvoordatudecomputerweeringebruikneemt.Onderbepaalde
omstandighedenkanditweltweeuurduren.Laatudecomputernietgoedoptemperatuurkomen,dan
kanditbijgebruikleidentotonherstelbareschade.
Plaatsdecomputerindienmogelijkineengoedgeventileerde,drogeruimte,uitdezon.
Houdelektrischeapparatenzoalsventilatoren,radio's,zwareluidsprekers,airconditionersenmagnetrons
uitdebuurtvandecomputer,wanthetsterkemagnetischevelddatdoordergelijkeapparatenwordt
veroorzaakt,kanschadetoebrengenaanhetbeeldschermenaandegegevensopdevasteschijf.
Plaatsnooitvloeistoffenopofnaastdecomputerofdeaangeslotenapparatuur.Alservloeistofopde
computerofeenaangeslotenapparaatwordtgemorst,kanerkortsluitingontstaan,metalledesastreuze
gevolgenvandien.
Blijf,alsuaanhetetenofrokenbent,uitdebuurtvanhettoetsenbord.Erkannamelijkschadeontstaan
doorkruimelsdieophettoetsenbordvallen.
Veiligheidsvoorschriftenvoordemodem
WAARSCHUWING:
Gebruik,omhetrisicoopbrandzokleinmogelijktehouden,alleentelefoonkabelsvanminimaalnr.
viiiThinkStationHandboekvoordegebruiker
26AWGofdikker(bijvoorbeeldnr.24AWG),zoalsgeregistreerddoorUnderwritersLaboratories(UL)
ofgecerticeerddoordeCanadianStandardsAssociation(CSA).
Neemtervoorkomingvanbrand,elektrischeschokkenofverwondingenbijhetgebruikvantelefonische
apparatuuraltijddevolgendevoorzorgsmaatregeleninacht:
Installeergeentelefoonbedradingtijdensonweer.
Installeergeentelefoonaansluitingeninnatteruimtestenzijdeaansluitingspeciaalontworpenisvoor
gebruikinnatteruimtes.
Raakgeentelefoonkabelsof-stekkersaandienietgeïsoleerdzijn.
Weesvoorzichtigbijhetinstallerenofdoortrekkenvantelefoonlijnen.
Gebruikdetelefoonniettijdensonweer,tenzijueendraadloosmodelhebt.Erbestaateen(geringe)
kansopeenelektrischeschokdoorblikseminslag.
Meldgaslekkenniettelefonischalsuzichindebuurtvandatlekbevindt.
Verklaringvanconformiteitmetlaserrichtlijnen
WAARSCHUWING:
Alsulaserproducten(bijvoorbeeldcd-rom-stations,dvd-stations,glasvezelapparatuurofspeciale
zenders)installeert,letdanophetvolgende:
Opendebehuizingniet.Alsudekapvanhetlaserproductopent,kuntuwordenblootgesteld
aangevaarlijkelaserstraling.Inhetapparaatbevindenzichgeenonderdelendiekunnenworden
vervangen.
Hetwijzigenvaninstellingenofhetuitvoerenvanproceduresandersdanhierisbeschreven,kan
leidentotblootstellingaangevaarlijkestraling.
GEVAAR
SommigelaserproductenbevatteneeningebouwdelaserdiodevanKlasse3Aof3B.Letophet
volgende.
LASERSTRALINGINDIENGEOPEND.Kijknietindelaserstraalenvermijddirectcontactmetde
laserstraal.
Kennisgevingvoedingseenheid
Verwijdernooitdekapvandevoedingseenheidofvanenigecomponentwaarophetvolgendelabelis
bevestigd.
©CopyrightLenovo2012
ix
Gevaarlijkespannings-,stroom-envoltageniveausbinnencomponentenwaaropditlabelisbevestigd.Deze
componentenbevattengeenonderdelendiekunnenwordenvervangenofonderhouden.Alsuvermoedtdat
ermeteenvandezeonderdeleneenprobleemis,neemdancontactopmeteenonderhoudstechnicus.
Reinigingenonderhoud
Houduwcomputerenuwwerkplekschoon.Alsudecomputerwiltschoonmaken,sluitdecomputer
daneerstafenhaaldestekkeruithetstopcontact.Spuitreinigingsmiddelenofanderevloeistoffennooit
rechtstreeksopdecomputerenmaakdecomputernooitschoonmetreinigingsmiddelendiebrandbare
stoffenbevatten.Doehetreinigingsmiddelopeenzachtedoekenmaakdaarmeedebuitenkantvande
computerschoon.
xThinkStationHandboekvoordegebruiker
Hoofdstuk1.Productoverzicht
Indithoofdstukvindtuinformatieoverdefunctiesendespecicatiesvandecomputer,overdedoorLenovo
geleverdesoftwareenoverdeplaatsvanaansluitingen,onderdelen,componentenopdesysteemplaaten
internestations.
Functies
Inditgedeeltevindtudekenmerkenvandecomputer.Deinformatieisvantoepassingopeenaantal
modellen.
Ukuntdeinformatieoveruwspeciekemodelalsvolgtbekijken:
GanaarhetprogrammaSetupUtilitydoordeinstructiestevolgeninHoofdstuk7“Werkenmethet
programmaSetupUtility”oppagina67
.KiesvervolgensMainSystemSummaryomdegegevens
tebekijken.
KlikindeWindows-omgevingopStart,klikmetderechtermuisknopopComputerenselecteer
Eigenschappenomdegegevenstebekijken.
Microprocessor
UwcomputerisuitgerustmeteenIntel
®
Xeon
®
-microprocessor.Deprocessorsnelheid,hetaantal
beschikbareprocessorcoresendeinternecacheverschillenpermachinetype.
Geheugen
UwcomputerondersteuntmaximaalachtDDR3ECCUDIMM's(doubledatarate3errorcorrectioncode
unbuffereddualinlinememorymodules)ofDDR3ECCRDIMM's(doubledatarate3errorcorrectioncode
registereddualinlinememorymodules).
Internestations
Optische-schijfstation:dvd-rom,dvd-r/wofBlu-ray(optioneel)
SerialAttachedSCSI(SAS)vaste-schijfstation
Opmerking:OmSAS-vaste-schijfstationsteondersteunen,iseenoptioneleinschakelingsmodulevoor
SAS-vaste-schijfstationsofeenROC-kaart(RAID-on-Chip)vereist.
SerialAdvancedTechnologyAttachment(SATA)vaste-schijfstation
SSD-station
Videosubsysteem
TweesleuvenvoorPeripheralComponentInterconnect(PCI)Expressx16graschekaartenopde
systeemplaat,voorafzonderlijkegraschekaarten
Meerinformatievindtuin“Onderdelenopdesysteemplaat”oppagina11
.
Audiosubsysteem
Geïntegreerdehigh-denition(HD)-audio
Audiolijn-ingang,audiolijn-uitgangenmicrofoonaansluitingophetachterpaneel
Microfoon-enhoofdtelefoonaansluitingenophetfrontpaneel
©CopyrightLenovo2012
1
Interneluidspreker
Communicatiemogelijkheden
100/1000MbpsgeïntegreerdeEthernet-controller
Voorzieningenvoorsysteembeheer
Mogelijkheidtothetopslaanvanderesultatenvandepower-onzelftest(POST)bijopstarten
DesktopManagementInterface(DMI)
Depc-beheerinterfacebiedteenalgemeenpadvoorgebruikersvoortoegangtotinformatieoveralle
aspectenvaneencomputer,metinbegripvantypeprocessor,installatiedatum,verbondenprintersen
andererandapparatuur,voedingsbronnenenonderhoudsgeschiedenis.
ErP-compliantiemodus
DeErP-compliantiemodus(Energy-elatedProductsDirective)verlaagthetelektriciteitsverbruikwanneer
decomputerstand-byofuitstaat.Meerinformatievindtuin“ErP-compliantiemodusenDeepSx
inschakelen”oppagina70.
IntelStandardManageability
IntelStandardManageabilityishardware-enrmware-technologiediebepaaldefunctionaliteitin
computersinbouwtomhetgemakkelijkerenminderkostbaartemakenvoorbedrijvenomtevolgen,
onderhouden,bijtewerken,teupgradenenrepareren.
IntelActiveManagementTechnology(AMT)
IntelActiveManagementTechnologyishardware-enrmware-technologiediebepaaldefunctionaliteit
incomputersinbouwtomhetgemakkelijkerenminderkostbaartemakenvoorbedrijvenomtevolgen,
onderhouden,bijtewerken,teupgradenenrepareren.
IntelRapidStorageTechnologyenterprise(RSTe)
IntelRSTeiseenapparaatstuurprogrammaensoftwareoplossingdatondersteuningbiedtvoorSATARAID
0,1en5arraysofSASRAID0en1arrays(inschakelingsmodulevoorvaste-schijfstationisvereist)op
bepaaldesysteemplatenmetIntelchipsetomdeprestatiesvanhetvaste-schijfstationteverbeteren.
PrebootExecutionEnvironment(PXE)
DePrebootExecutionEnvironmentiseenomgevingomcomputersoptestartenviaeennetwerkinterface
dieonafhankelijkisvangegevensopslagmachines(zoalseenvasteschijfstation)ofgeïnstalleerde
besturingssystemen.
SystemManagement(SM)Basisinvoer-/uitvoersysteem(BIOS)enSM-software
DespecicatieSMBIOSdenieertgegevensstructurenentoegangsmethodenineenBIOS.Daardoorkan
degebruikeroftoepassingspeciekeinformatievoordebetreffendecomputeropslaanenherstellen.
WakeonLAN
WakeonLANiseenethernetcomputernetwerkstandaardwaarmeeeencomputerkanworden
ingeschakeldofuitdeslaapmoduskanwordengehaaldvianetwerkbericht.Hetberichtwordtdoorgaans
verzondendooreenprogrammadatopeenanderecomputerophetzelfdelocalareanetworkdraait.
WakeonRing
WakeonRing,ookwelWakeonModemgenoemd,iseenspecicatiewaarmeeondersteundecomputers
enmachinesuitdeslaap-ofwinterslaapmodus,kunnenwordengewekt.
WindowsManagementInstrumentation(WMI)
WindowsManagementInstrumentationiseensetuitbreidingenvoorhetWindows-stuurprogrammamodel.
Dezebiedeneeninterfacevooreenbesturingssysteemviawelkeinstrumentalecomponenteninformatie
enmeldingengeven.
2ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Invoer/uitvoer-voorzieningen(I/O)
Eén9-pensseriëlepoort
ÉénofmeerDVI-ofDisplayPort-aansluitingen(verschiltpermodel)
EénEthernet-poort
TienUniversalSerialBus(USB)2.0-aansluitingen(tweeophetfrontpaneelenachtophetachterpaneel)
Drieaudioaansluitingen(audiolijn-in,audiolijn-uitenmicrofoon)ophetachterpaneel
Tweeaudioaansluitingenophetvoorpaneel(microfoonenhoofdtelefoon)
TweeUSB3.0-aansluitingenophetachterpaneel
RaadpleegvoormeerinformatieAansluitingen,knoppenenlampjesaandevoorkantvandecomputer”op
pagina7enAansluitingenaandeachterkantvandecomputeroppagina8.
Uitbreidingsmogelijkheden
Éénkaartlezervak
Driecompartimentenvoorvasteschijfstations
Tweecompartimentenvooroptische-schijfstations
EénsleufvooreenPCI-kaart
TweePCIExpressx4-kaartsleuven(éénsleufismechanischx16)
TweesleuvenvooreenPCIExpressx16graschekaart
Voedingseenheid
Uwcomputerwordtgeleverdmeteen610wattvoedingseenheidmetautomatischevoltagedetectie.
Beveiligingsvoorzieningen
ComputraceAgent-softwareisindermwaregeïntegreerd
Aanwezigheidsschakelaarvoorkap(ookwelinbraakverklikkergenoemd,opbepaaldemodellen)
Mogelijkheidomeenapparaatinofuitteschakelen
MogelijkheidomafzonderlijkeUSB2.0-aansluitingeninenuitteschakelen
Eensysteemwachtwoord(Power-OnPassword,POP),beheerderwachtwoordenvaste-schijfwachtwoord
omonbevoegdgebruikvanuwcomputertevoorkomen
Instelbareopstartvolgorde
Opstartenzondertoetsenbordofmuis
Mogelijkheidomeengeïntegreerdkabelslot(Kensington-slot)aantesluiten
Mogelijkheidomeenhangslotaantebrengen
Ondersteuningvooreenbeveiligingsslot
TrustedPlatformModule(TPM)
MeerinformatievindtuinHoofdstuk4“Beveiliging”oppagina23
.
Voorafgeïnstalleerdesoftware
Indefabriekzijnsommigesoftwareprogramma'salopuwcomputergeïnstalleerd,zodatueenvoudigeren
veiligeraandeslagkunt.Meerinformatievindtuin“Overzichtvandesoftware”oppagina5
.
Hoofdstuk1.Productoverzicht3
Voorafgeïnstalleerdbesturingssysteem
BijleveringishetbesturingssysteemMicrosoft
®
Windows
®
7alopuwcomputergeïnstalleerd.
Gecerticeerd(e)ofgetest(e)besturingssysteem/besturingssystemen
1
(verschiltpermodel)
RedHatEnterpriseLinux
®
MicrosoftWindowsXPProfessionalSP3
Specicaties
Inditgedeeltevindtudefysiekespecicatiesvanuwcomputer.
Afmetingen
Breedte:175mm
Hoogte:478mm(vanafdegrondtotdebovenkantvandehendel)
Diepte:460mm
Gewicht
Maximumconguratiebijlevering:16,33kg
Omgeving
Luchttemperatuur:
Inbedrijf:10°Ctot35°C
Opslag:-40°Ctot60°Cinorigineleverzendverpakking
Opslag:-10°Ctot60°Czonderverpakking
Opmerking:Detoegestaneboventemperatuurgrensdaaltmet1°Cvoorelke300mbovenzeeniveau.
Luchtvochtigheid:
Inbedrijf:10%tot80%(non-condenserend)
Opslag:10%tot90%(non-condenserend)
Hoogte:
Inbedrijf:-15,2tot3048m(-50tot10000voet)
Elektrischeinvoer
Invoerspanning:
Laag:
Minimum:100Vwisselstroom
Maximum:127Vwisselstroom
Invoerfrequentie:50tot60Hz
Hoog:
Minimum:200Vwisselstroom
Maximum:240Vwisselstroom
Invoerfrequentie:50tot60Hz
1.Hetbesturingssysteemofdebesturingssystemendiehierstaangenoemd,wordenophetmomentdatdezepublicatie
terpersegaat,onderworpenaaneencompatibiliteitstestof-certicering.OokkanLenovonahetverschijnenvandeze
handleidingboekjeconcluderendaternogmeerbesturingssystemencompatibelzijnmetdezecomputer.Dezelijst
kanveranderen.Omvasttestellenofeenbepaaldbesturingssysteemgecerticeerdofgetestisopcompatibiliteit,
kijktuopdewebsiteofneemtucontactopmetdeleveranciervanhetbesturingssysteem.
4ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Overzichtvandesoftware
DecomputerwordtgeleverdmeteenvoorafgeïnstalleerdbesturingssysteemendiversedoorLenovo
geleverdesoftware.
DoorLenovoverstrektesoftware
Devolgendesoftwareprogramma'swordendoorLenovoverstrektomutehelpenproductievertewerkenen
dekostenvooronderhoudvanuwcomputertoteenminimumtebeperken.Welkesoftwareprogramma'ser
precieswordenmeegeleverd,isafhankelijkvanhetmodelvanuwcomputerenhetvoorafgeïnstalleerde
besturingssysteem.
LenovoThinkVantageTools
HetprogrammaLenovoThinkVantage
®
Toolswijstudewegnaareenkeuraaninformatiebronnenengeeft
eenvoudigtoegangtotverschillendetools,zodatueenvoudigerenveiligerkuntwerken.
VoortoegangtothetprogrammaLenovoThinkVantageTools,kliktuopStartAlleprogramma's
LenovoThinkVantageTools.
HetLenovoThinkVantageTools-programmabiedttoegangtotalleprogramma´sdiezijnweergegeveninde
volgendetabel.Dubbelklikophetbetreffendepictogramomeenprogrammateopenen.
Tabel1.NamenvanpictogrammenprogrammereninLenovoThinkVantageTools.
ProgrammanaamNaamvanpictograminLenovoThinkVantageTools
CreateRecoveryMedia
FactoryRecovery-schijven
LenovoSolutionCenterSysteemstatusendiagnoseprogramma's
SimpleTapSimpleTap
ThinkVantageRescueandRecovery
®
Geavanceerdebackupenherstel
LenovoWelcome
MethetprogrammaLenovoWelcomemaaktukennismeteenaantalinnovatieveingebouwdevoorzieningen
vanLenovoenwordtudooreenaantalbelangrijkesetuptakengeleid.Hierdoorhaaltuhetbesteuituw
computer.
ProductRecovery
MethetProductRecovery-programmakuntudeinhoudvanhetvaste-schijfstationherstellennaarde
fabrieksinstellingen.
SimpleTap
MethetprogrammaSimpleTapkuntusnelsommigebasisinstellingenvandecomputeraanpassen,
waaronderdeluidsprekersdempen,hetvolumeaanpassen,hetbesturingssysteemvandecomputer
vergrendelen,eenprogrammastarten,eenwebpaginaofeenbestandopenen,enzovoort.Ukuntookhet
programmaSimpleTapgebruikenomnaardeLenovoAppShoptegaan,waaruverschillendetoepassingen
encomputersoftwarekuntdownloaden.
OmhetprogrammaSimpleTapsneltestarten,voertueenvandevolgendehandelingenuit:
KlikophetrodeSimpleTap-startpuntophetbureaublad.Hetrodestartpuntisbeschikbaarophet
bureaubladnadatuhetprogrammaSimpleTapvoordeeerstekeerhebtgestart.
DrukopdeblauweThinkVantage-knopalsdezebeschikbaarisopuwtoetsenbord.
Hoofdstuk1.Productoverzicht5
Opmerking:HetprogrammaSimpleTapisalleenbeschikbaaropbepaaldecomputerswaaropWindows7
voorafisgeïnstalleerd.AlshetprogrammaSimpleTapnietvoorafopuwWindows7-modelisgeïnstalleerd,
kuntuhetdownloadenophttp://www.lenovo.com/support.
ThinkVantageRescueandRecovery
HetprogrammaThinkVantageRescueandRecoveryiseenprogrammawaarmeeumetééndrukopdeknop
back-upskuntmakenenherstelbewerkingenkuntuitvoeren.Hetprogrammaomvateensettools,waarmee
uzelfdeoorzaakvanproblemenkuntopsporen,hulpkuntinroepenennaeensysteemcrashsnelweeraan
deslagkunt,zelfsalshetbesutringssysteemWindowsnietmeeropstart.
Opmerking:AlshetpictogramGeavanceerdebackupenherstelinhetprogrammaLenovoThinkVantage
Toolsnietactiefis,moetuThinkVantageRescueandRecoveryhandmatiginstallerenvoordatudefuncties
ervaninschakelt.UinstalleerthetprogrammaThinkVantageRescueandRecoveryalsvolgt:
1.KlikopStartAlleprogramma'sLenovoThinkVantageToolsendubbelklikopGeavanceerde
backupenherstel.
2.Volgdeaanwijzingenophetscherm.
3.Wanneerdeinstallatieprocedureisvoltooid,wordthetGeavanceerdebackupenherstel-pictogram
geactiveerd.
LenovoSolutionCenter
UgebruikthetprogrammaLenovoSolutionCentervoorhetopsporenenoplossenvanproblemenmet
uwcomputer.Methetprogrammakuntudiagnosetestsuitvoeren,systeeminformatieverzamelen,de
beveiligingsstatuscontrolerenenondersteuningsinformatiebekijken.Hetbevatooktipsenadviezenvoor
maximalesysteemprestaties.Zie“LenovoSolutionCenter”oppagina105
voormeergedetailleerde
informatie.
AdobeReader
HetprogrammaAdobeReaderiseentoolvoorhetlezen,afdrukkenendoorzoekenvanPDF-documenten.
Antivirussoftware
Opuwcomputerisantivirussoftwaregeïnstalleerd,voorhetdetectereneneliminerenvanvirussen.Lenovo
heefteenvolledigeversievandeantivirussoftwareopuwvasteschijfstationgeplaatstenbiedtueen
gratisabonnementvoor30dagenaan.Na30dagenmoetudelicentievernieuwenomupdatesvoorhet
antivirusprogrammateblijvenontvangen.
Deplaatsvandeonderdelen
Inditgedeeltevindtuinformatieoverdeplaatsvandeverschillendefront-enachterpaneelaansluitingenvan
uwcomputer,onderdelenvanhetsysteembord,componenteneninternestationsinuwcomputer.
6ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Aansluitingen,knoppenenlampjesaandevoorkantvandecomputer
OpFiguur1Aansluitingen,knoppenenlampjesaandevoorkant”oppagina7kuntuzienwaarde
verschillendeaansluitingen,knoppenenlampjesaandevoorkantvanuwcomputerzichbevinden.
Figuur1.Aansluitingen,knoppenenlampjesaandevoorkant
1Uitwerpknopvanoptischeschijf
5USB2.0-aansluiting
2USB2.0-aansluiting
6Lampjevooractiviteitvaste-schijfstation
3Aansluitingvoormicrofoon
7Aan/uit-knop
4Aansluitingvoorhoofdtelefoon
8Netvoedingslampje
Hoofdstuk1.Productoverzicht7
Aansluitingenaandeachterkantvandecomputer
InFiguur2“Locatievanaansluitingenachterkant”oppagina8zietuwaardeaansluitingenaandeachterkant
vandecomputerzichbevinden.Sommigeaansluitingenopdeachterkantvandecomputerzijnvoorzien
vaneenkleurcode.Ditvergemakkelijktdeaansluitingvandekabels.
Figuur2.Locatievanaansluitingenachterkant
1Aansluitingvoornetsnoer6Audiolijnuitgang
2PS/2-toetsenbord-enmuisaansluitingen
(optioneel)
7Aansluitingvoormicrofoon
3Ethernet-poort
8USB3.0-aansluitingen(2)
4Audiolijningang
9USB2.0-aansluitingen(8)
5DVI-monitoraansluiting(aantalenlocatie
verschillenpermodel)
10Seriëlepoort(Seriëlepoort1)
AansluitingBeschrijving
AudiolijningangHierkomendeaudiosignalenbinnenvaneenexternaudioapparaat,zoalseen
stereo-installatie.Alsueenexternaudioapparaataansluit,verbindtudeaudio
lijnuitgangvanhetapparaatmeteenkabelmetdeaudiolijningangvandecomputer.
AudiolijnuitgangViadezeuitgangwordenaudiosignalenvandecomputerverzondennaarexterne
apparaten,zoalsactievestereoluidsprekers(luidsprekersmetingebouwde
versterker),hoofdtelefoons,multimediatoetsenbordenofdeaudiolijn-ingangvan
eenstereo-installatieofeenanderexternopnameapparaat.
DVI-beeldschermaansluiting
VoorhetaansluitenvaneenDVI-beeldschermofandereapparatendiegebruik
makenvaneenDVI-aansluiting.
8ThinkStationHandboekvoordegebruiker
AansluitingBeschrijving
Ethernet-poort
HieropkuntueenEthernet-kabelvooreenlocalareanetwork(LAN)aansluiten.
Opmerking:OmdecomputertelatenvoldoenaandeFCC-richtlijnen(KlasseB),
dientueenEthernet-kabelvancategorie5tegebruiken.
MicrofoonaansluitingHierkuntueenmicrofoonaansluiten,voorhetopnemenvangeluidofhetgebruik
vanspraakherkenningssoftware.
PS/2-toetsenbordaansluiting
(optioneel)
Hieropkuntueentoetsenbordaansluitendatgeschiktisvooreen
PS/2-toetsenbordaansluiting.Dezeaansluitingisbeschikbaaralsereenoptionele
PS/2-toetsenbordadapterenmuisadapteropdecomputergeïnstalleerdzijn.
PS/2-muisaansluiting
(optioneel)
Hieropkuntueenmuis,trackballofandereaanwijsapparatenaansluitendie
geschiktzijnvooreenPS/2-muisaansluiting.Dezeaansluitingisbeschikbaar
alsereenoptionelePS/2-toetsenbordadapterenmuisadapteropdecomputer
geïnstalleerdzijn.
Serialport
Hieropkuntueenexternmodem,eenseriëleprinterofandereapparatenaansluiten
dieeen9-pensseriëleaansluitinghebben.
USB2.0-aansluitingGebruikdezeaansluitingomeenUSB2.0-apparaataantesluiten,bijvoorbeeldeen
muis,eenscanner,eenprinterofeenorganizer(personaldigitalassistantofwel
PDA).
USB3.0-aansluitingGebruikdezeaansluitingomeenUSB2.0-ofUSB3.0-apparaataantesluiten,
bijvoorbeeldeenmuis,eenscanner,eenprinterofeenorganizer(personaldigital
assistantofwelPDA).
Hoofdstuk1.Productoverzicht9
Componenten
InFiguur3“Deplaatsvandeverschillendecomponenten”oppagina10kuntuzienwaardeverschillende
onderdelenzichbevinden.Hoeudekapvandecomputerverwijdert,leestuin“Dekapvandecomputer
verwijderen”oppagina30
.
Figuur3.Deplaatsvandeverschillendecomponenten
1Modulemetkoelelementenventilator
7Vaste-schijfstationofSSD-station
2Compartimentvooroptischstation
8Adapterkaartbeugel
3Kaartlezervak
9PCIExpress-kaart(geïnstalleerdinbepaaldemodellen)
4Frontplaat
10Geheugenmodule(s)
5Interneluidspreker11Achtersteventilatoreenheid
6Adapterkaartgeleider12Voedingseenheid
10ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Onderdelenopdesysteemplaat
InFiguur4“Locatievanonderdelenopdesysteemplaat”oppagina11zietudeplaatsvandeonderdelenop
desysteemplaat.
Figuur4.Locatievanonderdelenopdesysteemplaat
1AansluitingPS/2-adapter21JumpervoorWissenvanCMOS/Herstel
2Aansluitingmicroprocessorventilator
22FrontpaneelUSB-aansluiting2(voorhetaansluitende
kaartlezer)
312Vvoedingsaansluitingmicroprocessor
23eSATA-aansluiting(voorhetaansluitenvande
eSATA-adapter)
4Microprocessor24ExtraLED-aansluiting
5Aansluitinggeheugenventilator
25Frontpaneelaansluiting(vooraansluitenvanLED-indicatoren
enin-/uit-schakelaar)
6Ventilatoreenheidaansluitingvoor
vaste-schijfstation
26Aansluitingvoortemperatuursensor
7Geheugenaansluiting3(DIMM3)
27Audioaansluitingvooraan
8Geheugenaansluiting7(DIMM7)
28Aansluitingvoorinterneluidspreker
9Geheugenaansluiting4(DIMM4)29PCIExpressx4-kaartsleuf
10Geheugenaansluiting8(DIMM8)30SleufvoorPCI-kaart
11Aansluitingvoorinschakelingsmodulevan
vaste-schijfstation(optioneel)
31SleufvoorPCIExpressx16graschekaart
Hoofdstuk1.Productoverzicht11
1224-pensvoedingsaansluiting
32PCIExpressx4-kaartsleuf(mechanischx16)
13Aansluitingvoorsteventilator
33SleufvoorPCIExpressx16graschekaart
14InterneUSB-aansluiting
34Aansluitingvoorachtersteventilator
15SATA-aansluitingen1en2(SATA
3.0-aansluitingen)
354-pensvoedingsaansluiting
16SATA-aansluitingen3en4(SATA
2.0-aansluitingen)
36Batterij
17SATA/SAS-aansluitingenvoorhet
vaste-schijfstation(3)
37Geheugenaansluiting1(DIMM1)
18LEDvoorvaste-schijfstation(LSI)38Geheugenaansluiting5(DIMM5)
19Aansluitingvooraanwezigheidsschakelaarvoor
kap(inbraakverklikker)
39Geheugenaansluiting2(DIMM2)
20FrontpaneelUSB-aansluiting1(vooraansluiten
vanUSB-poorten1en2ophetfrontpaneel)
40Geheugenaansluiting6(DIMM6)
12ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Deplaatsvaninternestations
Internestationszijnapparatenwaarmeedecomputergegevensleestenopslaat.Ukuntextrastationsinde
computerinstallerenomdeopslagcapaciteituittebreidenofomdecomputergeschikttemakenvoorhet
lezenvananderetypenmedia.Internestationswordengeïnstalleerdincompartimenten.Indezehandleiding
wordtgesprokenovercompartiment1,compartiment2,enzovoort.
Wanneerueeninternstationinstalleertofvervangt,moetuergoedoplettenofhetcompartimentdatu
daarvoorwiltgebruikengeschiktisvoorhetdesbetreffendetypeenformaatstation.In“Hardwareinstalleren
envervangen”oppagina29
vindtuinstructiesvoorhetinstallerenenvervangenvaninternestationsinuw
computer.
InFiguur5“Plaatsvanstationscompartimenten”oppagina13kuntuzienwaardeverschillende
stationscompartimentenzichbevinden.
Figuur5.Plaatsvanstationscompartimenten
1Compartimentvooroptische-schijfstation(insommigemodellenisaleenoptische-schijfstationgeïnstalleerd)
2Compartimentvooroptischstation
3Kaartlezervak
4Compartimentvoorvaste-schijfstationofcompartiment1voorSSD-station
5Compartimentvoorvaste-schijfstationofcompartiment2voorSSD-station
6Compartimentvoorvaste-schijfstationofcompartiment3voorSSD-station
Hoofdstuk1.Productoverzicht13
Machinetypeenmodelnummer
Hetmachinetypeenmodelnummerindenticeertuwcomputer.WanneeruLenovobeltomhulp,kunnen
deondersteuningstechnicivanLenovoaandehandvanhetmachinetypeendemodelinformatieprecies
vaststellenwelktypecomputeruhebt,zodatzijdesnelsteservicekunnenverlenen.
Hiervolgteenvoorbeeldvaneenmachinetypeenmodelnummer.
Machine Type: XXXX
Model Number: XXX
Figuur6.Machinetypeenmodelnummer
14ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Hoofdstuk2.Werkenmetdecomputer
Indithoofdstukvindtuinformatieoverhetgebruikvanenkelefunctiesvandecomputer.
Veelgesteldevragen
Hierondervindtuenkeletipsdieuhelpenuwcomputeroptimaaltegebruiken.
Ismijngebruikershandeleidingookbeschikbaarineenanderetaal?
UkuntdegebruikershandleidinginverschillendetalenvindenopdewebsitevanLenovoSupportvia:
http://www.lenovo.com/ThinkStationUserGuides
Waarzijnmijnherstelschijven?
Lenovobiedteenprogrammavoorhetmakenvanherstelschijven.Zie“Herstelmediamaken”oppagina
59voormeerinformatie.
Innoodgevallenkuntuookherstel-cdsbestellenbijhetLenovoCustomerSupportCenter.Zievoormeer
informatieoverdemanierwaaropucontactopneemtmethetCustomerSupportCenterHoofdstuk12
“Informatie,hulpenservice”oppagina107.VoordatudeProductRecovery-schijvengaatgebruiken,dientu
debijdeschijvengeleverdedocumentatietelezen.
Attentie:EenProductRecovery-schijvenpakketbevatmogelijkverschillendeschijven.Zorgdatu
deschijvenbijdehandhebtvóórdatumethetherstelprocesbegint.Hetismogelijkdattijdensde
herstelprocedurewordtgevraagddeschijventeverwisselen.
WaarvindikdeHelp-functievanhetbesturingssysteemWindows?
HetinformatiesysteemWindowsHelpenondersteuninggeeftgedetailleerdeinformatieoverhetgebruikvan
hetbesturingssysteemWindowsomhetbesteuituwcomputertehalen.KlikvoortoegangtotdeWindows
Help-enondersteuningsinformatieopStartHelpenondersteuning.
Hettoetsenbordgebruiken
Decomputerwordtgeleverdmeteenstandaardtoetsenbord.DesneltoetsenvanMicrosoftWindowszijn
beschikbaarophetstandaardtoetsenbord.
Inditgedeeltevindtuinformatieoverdevolgendeonderwerpen:
“Windows-sneltoetsengebruiken”oppagina15
“DeblauweThinkVantage-knopgebruiken”oppagina16
Windows-sneltoetsengebruiken
HetstandaardtoetsenbordbevatdrietoetsendieukuntgebruikenvoorhetMicrosoft
Windows-besturingssysteem.
DetweetoetsenvoorhetmenuStartbevindenzichaanbeidekantenvandespatiebalknaastde
Alt-toets.ZezijnvoorzienvanhetWindows-logo.Alsuopeenvandezetoetsendrukt,wordthetmenu
StartvanWindowsgeopend.DestijlvanhetWindows-logohangtafvanhettoetsenbordmodel.
DetoetsvoorhetcontextmenubevindtzichnaastdeCtrl-toetsrechtsnaastdespatiebalk.Alsu
opdetoetsvoorhetcontextmenudrukt,wordtdatmenuvoorhetactieveprogramma,pictogramof
objectgeopend.
©CopyrightLenovo2012
15
Opmerking:Metdemuisofmetdepijltjestoetsenvooromhoogofomlaagkuntumenuoptiesselecteren.U
kunthetmenuStartofhetsnelmenusluitendooropdemuisteklikkenofopdeEsc-toetstedrukken.
DeblauweThinkVantage-knopgebruiken
SommigetoetsenbordenhebbeneenblauweThinkVantage-knopdieukuntgebruikenomeenomvangrijk
onlinehelp-eninformatiecentrumvanLenovoteopenen.
InhetbesturingssysteemWindows7opentuhetprogrammaSimpleTapdooropdeblauwe
ThinkVantage-knoptedrukken.Zie“SimpleTap”oppagina5voormeerinformatie.
Eenwielmuisgebruiken
Dewielmuisheeftdevolgendebesturingselementen:
1Primairemuisknop
Metdezeknopselecteertofstartueenprogrammaofeenmenuoptie.
2WielMethetwielbepaaltudebladerrichtingen-snelheidvandemuis.Derichtingwaarin
uhetwieldraait,bepaaltderichtingwaarinubladert.
3Secundairemuisknop
Metdezeknopbeeldtueenmenuvoorhetactieveprogramma,pictogramofobjectaf.
Ukuntdefunctievandeprimaireensecundairemuisknoppenomwisselenenwijzigennaarander
standaardgedragviadefunctieMuiseigenschappenophetBesturingspaneelvanWindows.
Audioinstellen
Geluidvormteenbelangrijkdeelvandecomputerervaring.Opsysteembordvanuwcomputeriseen
digitaleaudiocontrolleringebouwd.Sommigemodellenhebbeneendigitalehigh-performanceaudioadapter
ingebouwdinhetsysteembordofineenvandePCI-kaartsleuven.
Deaudiovoorzieningvandecomputer
Indiendehigh-performanceaudioadapteropuwcomputerisgeïnstalleerd,zijndeaudioaansluitingenop
hetsysteembordaandeachterzijdevandecomputeraltijduitgeschakeld.Gebruikdeaansluitingenop
deaudioadapter.
Elkeaudio-oplossingheeftminimaaldrieaudio-aansluitingen:audiolijningang,audiolijnuitgangen
microfoonaansluiting.Metdeaudioadapterkuntugeluidsfragmenten,muziekopnemenenafspelen,evenals
genietenvanmultimediatoepassingenenwerkenmetspraakherkenningssoftware.
Desgewenstkuntueensetactieveluidsprekersaansluitenopdeaudiolijnuitgang.Vooralbij
multimediatoepassingengeeftditbetergeluid.
16ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Hetvolumeinstellenophetbureaublad
Devolumeregelingophetbureaubladistoegankelijkviahetvolumepictogramopdetaakbalkdat
rechtsonderophetWindows-bureaubladwordtafgebeeld.KlikophetpictogramVolumeenverplaatsde
volumeregelaaromhoogofomlaagomhetgewenstevolumeteregelenofklikophetpictogramDempenom
hetgeluiduitteschakelen.AlshetpictogramVolumenietopdetaakbalkstaat,ziedan“Pictogramvoorhet
volumeinhetsysteemvakplaatsen”oppagina17
.
Pictogramvoorhetvolumeinhetsysteemvakplaatsen
InhetbesturingssysteemWindows7kuntuhetpictogramVolumealsvolgtaanhetsysteemvaktoevoegen:
1.KlikophetbureaubladvanWindowsopStartConguratieschermVormgevingenaanpassing.
2.InhetonderwerpTaakbalkenmenuStartkliktuopPictogrammenopdetaakbalkaanpassen.
3.KlikopSysteempictogrammenin-ofuitschakelenenwijzigdestandvanhetvolumevanUitnaarAan.
4.KlikopOKomdenieuweinstellingenopteslaan.
HetvolumeinstellenophetConguratiescherm
UkunthetvolumeinstellenophetConguratiescherm.Omhetvolumevandecomputerintestellen
ophetConguratieschermdoetuhetvolgende:
1.KlikophetbureaubladvanWindowsopStartConguratieschermHardwareengeluid.
2.KlikinhetonderwerpGeluidopSysteemvolumeaanpassen.
3.Uregelthetvolumeopuwcomputerdoordeschuifregelaarsvoorhetvolumeomhoogofomlaagte
schuiven.
Cdsendvdsgebruiken
BijaeveringisuwcomputermogelijkuitgerustmeteenvoorafgeïnstalleerdDVD-stationofopneembaar
dvd-station.Voordezestationswordenstandaard-cdsofdvdsmeteendoorsnedevan12cmgebruikt.Als
decomputeisuitgerustmeteendvd-stationkunnendvd-ROM-schijven,dvd-R-schijven,dvd-RAM-schijven,
dvd-RW-schijvenenallesoortencds,zoalscd-ROMs,cd-RWs,cd-Rsenaudio-cd-schijvenworden
gelezen.Bovendienkunnenergegevenswordengeschrevenopdvd-Rs,opdvd-RWs,optypeIIdvd-RAMs,
opstandaard-enhigh-speedcd-RWenopcd-Rs.
Neemdevolgenderichtlijneninachtbijhetgebruikvanhetdvd-station:
Zetdecomputernietopeenplaatswaarhetstationwordtblootgesteldaan:
Eenhogetemperatuur
Hogeluchtvochtigheid
Eenovermatigehoeveelheidstof
Sterketrillingenofplotselingeschokken
Eenhellendoppervlak
Directzonlicht
PlaatsnooitanderevoorwerpendanCD'sofDVD'sinhetstation.
VerwijderdeCDofDVDuithetstationalsudecomputergaatverplaatsen.
GebruikvanCD'senDVD's
CD'senDVD'szijnduurzaamenbetrouwbaar,maarumoetervoorzichtigmeeomgaan.Houdubijhet
omgaanmetcdsendvdsaandevolgenderichtlijnen:
Houddeschijfaanderandvast.Raakhetoppervlakvandekantzonderopdruknietaan.
Hoofdstuk2.Werkenmetdecomputer17
Veegdeschijfvanuithetmiddennaarderandschoonmeteenzachtedoekdienietpluist.Alsudeschijf
metdraaiendebewegingenschoonveegt,kunnenergegevensverlorengaan.
Schrijfnietopdeschijfenplakernietsop.
Maakgeenkrassenopdeschijfenbrengergeenmarkeringenopaan.
Bewaardeschijfnietopeenplekwaarhijwordtblootgesteldaandirectzonlicht.
Gebruikgeenwasbenzine,verdunnersofandereschoonmaakmiddelenomdeschijfschoontemaken.
Laatdeschijfnietvallenenbuighemniet.
Plaatsgeenbeschadigdeschijveninhetstation.Doorkromgetrokken,gebroken,bekrasteofvuile
schijvenkanhetstationernstigbeschadigdraken.
CD'sofDVD'safspelen
Alsuwcomputerisuitgerustmeteendvd-station,kuntuluisterennaaraudio-cdsofkijkennaardvd-lms.
Omeencdofdvdaftespelen,doetuhetvolgende:
1.Drukopdeuitwerpknopomdeladevanhetdvd-stationteopenen.
2.Plaatsdecdofdedvdineenvollediggeopendelade.Sommigedvd-stationshebbeneenopstaandeas
inhetmiddenvandelade.Alsuwstationeendergelijkeasheeft,ondersteuntumeteenhanddelade,
terwijlumetdeanderehandophetmiddenvandecdofdvddruktomdezeopzijnplaatsvastteklikken.
3.Sluitdeladedooropopnieuwdeuitwerpknoptedrukkenofdoordeladevoorzichtignaarbinnente
schuiven.Desoftwarevandecdofdvd-spelerwordtautomatischgestart.Meerinformatievindtuin
hetHelp-systeemvanhetprogrammavandecd-ofdvd-speler.
Uhaaltdecdofdvdalsvolgtuithetstation:
1.Terwijldecomputeraanstaat,drukuopdeuitwerpknopophetstation.Zodradeladenaarbuitenis
geschoven,kuntudeschijfuitnemen.
2.SluitdeladedooropdeCD-knoptedrukkenofdoordeladevoorzichtignaarbinnenteduwen.
Opmerking:alsdeladenietopengaatalsuopdeuitwerpknopdrukt,kuntudeladeopenendooreen
rechtgebogenpaperclipinhetkleinedaarvoorbestemdegaatjeaandevoorkantvanhetDVD-stationte
steken.zorgervoordathetstationuitgeschakeldisalsudenoodoplossinggebruiktomdeladeopente
krijgen.Maakalleengebruikvandenoodoplossingalsudeladeechtnietmetdeuitwerpknopopenkrijgt.
Eencdofdvdopnemen
Alsuwcomputerisuitgerustmeteendvd-stationvooropnemen,kuntuhetstationgebruikenomcdsof
dvdsoptenemen.Omeencdofdvdoptenemendoetuhetvolgende:
1.KlikopStartAlleprogramma´sCorelDVDMovieFactoryLenovoEdition.
2.Volgdeaanwijzingenophetscherm.
GedetailleerdeinformatieoverhetgebruikvanhetprogrammaCorelDVDMovieFactoryvindtuinhet
Help-systeemvanhetprogramma.
UkuntookWindowsMediaPlayergebruikenomcdsengegevens-dvdsoptenemen.Meerinformatie
vindtuin“Helpenondersteuning”oppagina107.
18ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Hoofdstuk3.Uenuwcomputer
Indithoofdstuktreftuinformatieaanoverdetoegankelijkheid,hetcomfortenhetverhuizenvanuw
computernaaranderelandenofregio´s.
Toegankelijkheidencomfort
Ergonomischegewoontenzijnbelangrijk;nietalleenomzoveelmogelijkuituwpctehalen,maarvooral
ookomongemaktevoorkomen.Richtuwwerkplekzodanigindatdeopstellingvandeapparatuuraansluit
bijuwindividuelewensenenbijhetsoortwerkdatudoet.Denkbijhetwerkenmetdecomputeraanuw
gezondheid;datverhoogtuwprestatiesénuwcomfort.
Indevolgendeonderwerpenvindtuinformatieoverhetinrichtenvandewerkplek,hetopstellenvande
computerapparatuurenhethandhavenvaneengezondewerkhouding.
Lenovostreefternaarmensenmeteenhandicapbeteretoegangtegeventotinformatieentechnologie.De
volgendeinformatieisspeciaalbedoeldvoormensenmeteenvisuele,auditieveofmotorischehandicap.
Erzijnondersteunendetechniekenwaardoorgebruikersopdemeestgeschiktemaniertoegangkunnen
krijgentotinformatie.Sommigetechnologieënbevindenzichalinuwbesturingssysteem,anderekuntuvia
leverancierskopenofzijntoegankelijkviahetinternet:
http://www.lenovo.com/healthycomputing
Dewerkplekinrichten
Uhaalthetmeesteuituwcomputeralsuzoweldeapparatuuralsdewerkplekafstemtopuwbehoeftenen
ophetsoortwerkdatudoet.Comfortisnatuurlijkvangrootbelang,maarbijhetinrichtenvanuwwerkplek
moetuooklettenoppraktischezakenalslichtbronnen,luchtcirculatieendeplaatsvandestopcontacten.
Comfort
Hoewelernietéénwerkhoudingbestaatdieideaalisvooriedereen,kuntumetbehulpvandevolgende
richtlijneneenhoudingvindendievoorugeschiktis.
Alsulangetijdindezelfdehoudingzit,kanditvermoeidheidveroorzaken.Derugleuningendezittingvanuw
stoelmoetenonafhankelijkvanelkaarkunnenwordeningesteldenmoetengoedsteunbieden.Dezitting
moeteengebogenvoorkanthebbenomdedrukopdebovenbenenteverminderen.Steldezittingzoindat
uwbovenbenenevenwijdigzijnmetdevloerenuwvoetenplatopdevloerofopeenvoetsteunstaan.
Alsumethettoetsenbordwerkt,moetuuwonderarmenineenhorizontalehoudingenuwpolsenin
eengemakkelijkestandhouden.Bedienhettoetsenbordmeteenlichteaanslagenhouduwhandenen
vingersontspannen.Wijzigdehoekvanhettoetsenbordvooroptimaalcomfortdoordestandvande
toetsenbordvoetjesaantepassen.
©CopyrightLenovo2012
19
Stelhetbeeldschermzoopdatdebovenkantvanhetschermzichopooghoogtebevindt,ofietslager.
Plaatshetbeeldschermopeenprettigeafstand(gewoonlijkisdit50tot60cm)enplaatshetzodanigdatu
kuntkijkenzonderuwlichaamtehoevenverdraaien.Plaatsookandereapparatuurdieuveelgebruikt,zoals
detelefoonendemuis,zodatuergemakkelijkbijkunt.
Reectieenverlichting
Stelhetbeeldschermzoopdatuzominmogelijklasthebtvanschitteringenweerkaatsingvanlampen,
ramenenanderelichtbronnen.Lichtdatwordtweerkaatstdoorglimmendeoppervlakkenkanhinderlijke
reectiesopuwbeeldschermveroorzaken.Zethetbeeldschermindienmogelijkzoneerdathetloodrecht
opderamenenanderelichtbronnenstaat.Verminderindiennodigdebovenverlichtingdoorlampenuit
tedoenofdoormindersterkelampentegebruiken.Alsuhetbeeldschermindebuurtvaneenraam
neerzet,schermhetzonlichtdanafmetgordijnenofeenzonnescherm.Wellichtmoetudehelderheiden
hetcontrastvanhetbeeldschermindeloopvandedagenkelemalenandersinstellen.Deverlichtingis
immersnietdeheledagconstant.
Wanneerhetnietmogelijkisomreectiestevermijdenofdeverlichtingaantepassen,kaneen
anti-reectieschermuitkomstbieden.Eendergelijkschermkandeduidelijkheidvanhetbeeldechter
verminderen.Hetisdaarombeteromerpaseentegebruikenwanneergeenvandeanderemogelijkheden
soelaasbiedt.
Eenstoaagverergertdeproblemendiedoorreectiewordenveroorzaakt.Vergeetnietuwbeeldscherm
regelmatigschoontemakenzoalsisbeschrevenindedocumentatievanhetbeeldscherm.
Luchtcirculatie
Decomputerenhetbeeldschermproducerenwarmte.Indecomputerziteenventilatordiefrisseluchtnaar
binnenzuigtenwarmeluchtnaarbuitenblaast.Dewarmeluchtvanhetbeeldschermontsnaptautomatisch
viaventilatiespleten.Wanneerdeventilatiespletengeblokkeerdzijn,kaneroververhittingontstaan.Ditkan
storingenofbeschadigingentotgevolghebben.Plaatsdecomputerenhetbeeldschermzodanigdatde
ventilatiespletennietwordengeblokkeerd;5cmismeestalvoldoende.Zorgerookvoordatdeluchtniet
naaranderenwordtgeblazen.
Stopcontactenenkabellengte
Deplaatsvanstopcontactenendelengtevandenetsnoerenenkabelsvandeprinterenandereapparaten
kunnenvaninvloedzijnopdeuiteindelijkeopstellingvandecomputer.
Denkbijhetopstellenvandecomputeraanhetvolgende:
Vermijdhetgebruikvanverlengsnoeren.Sluithetnetsnoervandecomputerindienmogelijkdirectop
eenstopcontactaan.
Houdnetsnoerenenkabelsuitdebuurtvanlooppadenenandereplaatsenwaarmenseneroverkunnen
struikelenoferperongeluktegenaankunnenlopen.
20ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Meerinformatieovernetsnoerenvindtuin“Netsnoerenenvoedingsadapters”oppaginavi.
UwcomputerbijLenovoregistreren
Omuwcomputerteregistrerengaatunaarhttp://www.lenovo.com/register.Volgdeaanwijzingenophet
schermomderegistratietevoltooien.Ingevalvanverliesofdiefstalkanuwcomputerdansnellerdoor
deautoriteitenwordenterugbezorgd.BovendienkuntudoorhetregistrerendoorLenovoopdehoogte
wordengehoudenovermogelijketechnischeinformatieenupgrades.
Alsuuwcomputerregistreert,wordengegevensingevoerdineendatabase.Lenovokandancontactmetu
opnemeningevalvaneenterugroepingofanderernstigprobleem.Ookbiedensommigelocatiesuitgebreide
voordelenenservicesaangeregistreerdegebruikers.
Uwcomputernaareenanderlandofandereregioverhuizen
Wanneeruuwcomputernaareenanderlandofeenandereregioverhuist,moeturekeninghoudenmetde
plaatselijkestandaardenvoorelektriciteit.Inditgedeeltevindtuinformatieoverhetvolgende:
“Voltageschakelaar”oppagina21
“Vervangingsstroomkabels”oppagina21
Voltageschakelaar
Sommigecomputerszijnuitgerustmeteenvoltageschakelaar;dezebevindtzichindebuurtvande
aansluitingvoorhetnetsnoer.Anderecomputershebbengeenvoltageschakelaar.Voordatudecomputer
installeertofingebruikneemtineenanderlandofandereregio,dientuzichervantevergewissendathet
ingesteldevoltageopdecomputerovereenkomtmetdegeleverdespanningvanhetstopcontact.
WAARSCHUWING:
Gaeerstnawathetvoltagevanhetstopcontact(outlet)iswaaropdecomputerzalworden
aangesloten.Alsunietzekerweetwelkespanningwordtgeleverd,neemtucontactopmethet
elektriciteitsbedrijfofraadpleegtuofciëlewebsitesofanderedocumentatievoorreizigersinhet
landofderegiowaaruzichbevindt.
Alsuwcomputereenvoltageschakelaarheeft,zorgdandatdezeisingesteldophetvoltagedatdoorhet
stopcontactwordtgeleverd.Eenonjuisteinstellingvandevoltageschakelaarleidtertoedatdecomputerniet
correctwerktenkanleidentotonherstelbareschadeaandecomputer.Sluitdecomputerpasaanophet
lichtnetnadatuhebtgecontroleerdofdevoltageschakelaarindejuistestandstaatvoorhetvoltagedatter
plaatseophetstopcontactaanwezigis.
Alsuwcomputernietisuitgerustmeteenvoltageschakelaar,kijkdanophetvoltagelabelaandeonderkant
vandecomputer.Letdaarbijophetvolgende:
Alsdevermeldespanning“100-127V”of“200-240V”is,moetuervoorzorgendatdespanningophet
stopcontactovereenkomtmethetvoltagedatisaangegevenophetlabel.Probeerdecomputernietaan
tesluitenalsdespanningnietovereenkomt.Doeditalleenalsueenexternapparaatgebruiktvoorhet
omzettenvanhetvoltage,zoalseentransformator.
Alsophetvoltagelabeleendubbelbereik-zowel“100-127V”als“200-240V”-isafgebeeld,geeftditaan
datdecomputergeschiktisvoorwereldwijdgebruikendatdecomputerhetvoltageautomatischaanpast
aanhetvoltagevanhetstopcontact,ongeachthetlandofderegiowaardecomputerwordtaangesloten.
Vervangingsstroomkabels
Alsuuwcomputerverhuistnaareenlandofregiowaargebruikwordtgemaaktvancontactdozendie
verschillenvandesoortdieumomenteelgebruikt,zultunieuwestekkeradaptersofnieuwestroomkabels
dienentekopen.StroomkabelskunnenrechtstreeksbijLenovowordenbesteld.
Hoofdstuk3.Uenuwcomputer21
Meerinformatieovernetsnoerenonderdelennummersvindtuop:
http://www.lenovo.com/powercordnotice
22ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Hoofdstuk4.Beveiliging
Indithoofdstukwordtbeschrevenhoeudecomputerbeschermttegendiefstalengebruikdoor
onbevoegden.
Beveiligingsvoorzieningen
Opuwcomputerzijndevolgendebeveiligingsfunctiesbeschikbaar:
ComputraceAgent-softwareisindermwaregeïntegreerd
ComputraceAgent-softwareiseenoplossingvoorIT-eigendomsbeheerenhetherstellenvanuwcomputer
nadiefstal.Desoftwaredetecteertdewijzigingendiemogelijkopdecomputerzijnaangebracht,zoalsin
dehardware,softwareofinbellocatievandecomputer.
Opmerking:MogelijkdientueenabonnementtekopenomdesoftwareComputraceAgenttekunnen
activeren.
Aanwezigheidsschakelaarvoordekap(ookwelinbraakverklikkergenoemd)(optioneel)
Deschakelaaropdedekselvoorkomtdatuwcomputerinlogtinhetbesturingssysteem,wanneerde
computerdekselnietnaarbehorenisgeïnstalleerdofgesloten.Gaalsvolgttewerkomdeschakelaarvan
hetcomputerdekselophetsysteembordinteschakelen:
1.StarthetprogrammaSetupUtility.Zie“HetprogrammaSetupUtilitystarten”oppagina67.
2.Stelhetbeheerderswachtwoordin.Zie“Eenwachtwoordinstellen,wijzigenofwissen”oppagina68.
3.SelecteerinhetsubmenuSecurityChassisIntrusionDetectionEnabled.Deschakelaarvanhet
computerdekselophetsysteembordisingeschakeld.
Wanneerdeschakelaaropdedekseldetecteertdatuwcomputerdekselnietnaarbehorenisgeïnstalleerd
ofgesloten,wanneerudecomputeropstart,zalereenfoutmeldingwordenweergegeven.Gaalsvolgtte
werkomdefoutmeldingteomzeileneninteloggenophetbesturingssysteem:
1.Installeerofsluituwcomputerdekselnaarbehoren.Zie“Hetvervangenvandeonderdelenvoltooien”
oppagina57
.
2.DrukopF1omhetprogrammaSetupUtilityteopenen.DrukvervolgensopF10omdeinstellingen
opteslaanenhetprogrammaSetupUtilityaftesluiten.Defoutmeldingzalnietopnieuwworden
weergegeven.
MogelijkheidommachinesenUSB-aansluitingeninenuitteschakelen
Meerinformatievindtuin“Mogelijkheidomeenapparaatinofuitteschakelen”oppagina69.
Instelbareopstartvolgorde
Meerinformatievindtuin“Deopstartvolgordeselecterenofwijzigen”oppagina70
.
Opstartenzondertoetsenbordofmuis
Uwcomputerkaninhetbesturingssysteeminloggenzonderaangeslotentoetsenbordofmuis.
TrustedPlatformModule(TPM)
TrustedPlatform-moduleiseenbeveiligdeprocessorversleutelingdiecryptograschetoetsenkanopslaan
omdeinuwcomputeropgeslageninformatietebeveiligen.
©CopyrightLenovo2012
23
Kapvandecomputerafsluiten
Doordekapvandecomputeraftesluitenvoorkomtudatonbevoegdentoegangkrijgentotonderdelenin
uwcomputer.Opdecomputerkapbevindtzicheenbeveiligingsslot1.Desleuteltjes2voorditslotzijnbij
leveringaandeachterkantvandecomputerbevestigd.Bewaardesleuteltjesopeenveiligeplaats.
Figuur7.Kapvandecomputerafsluiten
24ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Eenhangslotaanbrengen
Decomputerisopgeleverdmeteenoogvooreenhangslot.Meteendergelijkslotkanwordenvoorkomen
datdekapwordtgeopend.
Figuur8.Eenhangslotaanbrengen
Hoofdstuk4.Beveiliging25
Eengeïntegreerdkabelslotbevestigen
Meteengeïntegreerdkabelslot,ookwelKensington-slotgenoemd,kuntudecomputervastmakenaan
bijvoorbeeldeenbureauofeentafel.Hetkabelslotkanwordenvastgezetineensleufaandeachterkant
vandecomputerenwordtmeteensleutelgeopendenafgesloten.Methetkabelslotvergrendeltuookde
knoppenwaarmeedekapvandecomputerwordtgeopend.Ditishetzelfdetypeslotdatookvoorveel
notebookcomputerswordtgebruikt.EengeïntegreerdkabelslotkunturechtstreeksbijLenovobestellen.
ZoekdaartoemethettrefwoordKensingtonop:
http://www.lenovo.com/support
Figuur9.Geïntegreerdkabelslot
Wachtwoordengebruiken
ViahetbesturingssysteemMicrosoftWindowsenBIOSopuwcomputerkuntudiversewachtwoorden
instellenomtevoorkomendatuwcomputerdooronbevoegdenwordtgebruikt.
BIOS-wachtwoorden
MethetprogrammaBIOSSetupUtilitykuntuwachtwoordeninstellenomonbevoegdetoegangtotuw
computerengegevenstevoorkomen.Devolgendesoortenwachtwoordenzijnbeschikbaar:
26ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Power-OnPassword:wanneerereenPower-On-wachtwoordisingesteld,wordtuelkekeerdatude
computerinschakelt,gevraagdeengeldigwachtwoordintevoeren.Decomputerkanpasworden
gebruiktalshetjuistewachtwoordisopgegeven.Raadpleeg“Power-OnPassword”oppagina68voor
meerinformatie.
HardDiskPassword:dooreenvaste-schijfwachtwoordintestellen,voorkomtudateronbevoegd
gebruikwordtgemaaktvandegegevensopdevasteschijf.AlsereenHardDiskPasswordisingesteld,
wordtubijhetopstartengevraagddatwachtwoordoptegeven.Meerinformatievindtuin“HardDisk
Password”oppagina68
.
AdministratorPassword:hetinstellenvaneenbeheerderwachtwoordvoorkomtdatde
conguratie-instellingendooronbevoegdenwordengewijzigd.Alsuverantwoordelijkbentvoorde
conguratie-instellingenvandiversecomputers,ishetverstandigmeteenAdministratorPasswordte
werken.MeerinformatievindtuinAdministratorPassword”oppagina68
.
Omdecomputertekunnengebruikenishetnietnoodzakelijkdatueenwachtwoordinstelt.Hetgebruikvan
wachtwoordenvergrootechterdeveiligheidvancomputergebruik.
Windows-wachtwoorden
IndemeesteversiesvanWindowskuntuwachtwoordengebruikenvoordiversefuncties,zoalshetbesturen
vandetoegangtotdecomputer,degemeenschappelijkeresourcesenhetnetwerk,alsmededetoegangtot
deinstellingenvanindividuelegebruikers.Meerinformatievindtuin“Helpenondersteuning”oppagina107.
Firewallsgebruikenenkennen
Eenrewallkanhardware,softwareofeencombinatievanbeidezijnafhankelijkvanhetvereiste
veiligheidsniveau.Firewallswerkenvolgenseensetregelsomtebepalenwelkeinkomendeenuitgaande
verbindingenzijntoegelaten.Alsuwcomputermeteenvoorafgeïnstalleerdrewall-programmawordt
geleverd,helptdituwcomputertebeschermentegengevarenvaninternet,tegenongeoorloofdetoegang,
tegeninbraakentegenaanvallenviahetinternet.Dezebeschermtookuwprivacy.Meerinformatieoverhet
gebruikvanderewall-programmavindtuinhetHelp-systeemvanuwrewall-programma.
BijleveringisdeWindowsFirewallinhetbesturingssysteemWindowsalgeïnstalleerdopuwcomputer.Zie
voormeerinformatieoverhetgebruikvandeWindowsFirewall“Helpenondersteuning”oppagina107
.
Gegevenstegenvirussenbeschermen
Opuwcomputerisvoorafaleenantivirusprogrammageïnstalleerdvoorhetbeschermentegen,detecteren
enverwijderenvanvirussen.
Lenovoheefteenvolledigeversievandeantivirussoftwareopuwcomputergeplaatstenbiedtueengratis
abonnementvan30dagenaan.Nadie30dagenmoetudelicentievernieuwenomupdatesvoorde
antivirussoftwareteblijvenontvangen.
Opmerking:Virusdenitiebestandenmoetenwordengeactualiseerdombeveiligdtezijntegennieuwe
virussen.
MeerinformatieoverhetwerkenmetdeantivirussoftwarevindtuinhetHelp-systeemvandiesoftware.
Hoofdstuk4.Beveiliging27
28ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Hoofdstuk5.Hardwareinstallerenenvervangen
Indithoofdstukvindtuinstructiesvoorhetinstallerenenvervangenvandehardwareinuwcomputer.
Werkenmetapparatendiegevoeligzijnvoorstatischeelektriciteit
Opendeantistatischeverpakkingmethetnieuweonderdeelpasalshetbeschadigdeonderdeeluitde
computerisverwijderdenuklaarbentomhetnieuweonderdeelteinstalleren.Statischeelektriciteitis
ongevaarlijkvooruzelf,maarkanleidentoternstigeschadeaandeonderdelenvandecomputer.
Neembijhetomgaanmetonderdelenencomputercomponentendevolgendevoorzorgsmaatregeleninacht
omschadedoorstatischeelektriciteittevoorkomen:
Beweegzominmogelijk.Doorwrijvingkanerstatischeelektriciteitontstaan.
Gaaltijdvoorzichtigommetonderdelenenanderecomputercomponenten.PakPCI-kaarten,
geheugenmodules,systeemplatenenmicroprocessorsbijderandbeet.Raaknooitonbeschermde
elektronischecomponentenaan.
Zorgookdatanderendeonderdelenenanderecomputercomponentennietaanraken.
Voordatueennieuwonderdeelinstalleert,houdtudeantistatischeverpakkingmetdatonderdeel
minstens2secondentegeneenmetalenafdekplaatjevaneenuitbreidingssleufaan,oftegeneen
anderongeverfdmetalenoppervlakopdecomputer.Hiermeevermindertudestatischeladingvande
verpakkingenvanuwlichaam.
Installeerhetnieuweonderdeelzomogelijkdirectindecomputer,zonderheteerstneerteleggen.
Alsuhetonderdeelneermoetleggennadatuhetuitdeverpakkinghebtgehaald,leghetdanopde
antistatischeverpakkingopeenvlakkeondergrond.
Leghetonderdeelnietopdekapvandecomputerofopeenmetalenondergrond.
Hardwareinstallerenenvervangen
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetinstallerenenvervangenvandehardwareinuwcomputer.Door
hardwareteinstallerenoftevervangen,kuntunietalleenonderhoudaandecomputeruitvoeren,maarkunt
udemogelijkhedenvandecomputerookverderuitbreiden.
Attentie:Openuwcomputernietofprobeergeenreparatievoordatude“Belangrijkeveiligheidsvoorschriften”op
paginavhebtgelezenenbegrepen.
Opmerkingen:
1.GebruikuitsluitendonderdelendiedoorLenovozijnverstrekt.
2.Raadpleegbijhetinstallerenofvervangenvaneenoptiezoweldedesbetreffendeinstructiesindit
gedeeltealsdeinstructiesdiebijdeoptiezijngeleverd.
Externeapparateninstalleren
Ukuntexterneopties(randapparatuur)opuwcomputeraansluiten.Denkdaarbijaanzakenalsexterne
luidsprekers,eenprinterofeenscanner.Voorbepaaldeexterneapparatenmoetuaanvullendesoftware
installeren.Alsueenexterneoptietoevoegt,kuntuinAansluitingen,knoppenenlampjesaandevoorkant
vandecomputer”oppagina7enAansluitingenaandeachterkantvandecomputer”oppagina8zienwelke
aansluitingumoetgebruiken.Aandehandvandeinstructiesdiebijdeexterneoptiezijngeleverd,kuntudie
optievervolgensaansluitenendevereistesoftwareofstuurprogramma'sinstalleren.
©CopyrightLenovo2012
29
Dekapvandecomputerverwijderen
Attentie:Openuwcomputernietofprobeergeenreparatievoordatude“Belangrijkeveiligheidsvoorschriften”op
paginav
hebtgelezenenbegrepen.
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetverwijderenvandekapvandecomputer.
WAARSCHUWING:
Zetdecomputeruitenlaathemdrietotvijfminutenafkoelenvoordatudekapvandecomputer
verwijdert.
Uverwijdertdekapvandecomputeralsvolgt:
1.Verwijderallemediauitdestationsenschakelalleaangeslotenapparatuuruit.Zetdandecomputeruit.
2.Haalallestekkersuithetstopcontact.
3.Ontkoppelallenetsnoeren,alleI/O-kabelsenalleandereopdecomputeraangeslotenkabels.Zie
Aansluitingen,knoppenenlampjesaandevoorkantvandecomputer”oppagina7enAansluitingen
aandeachterkantvandecomputer”oppagina8
.
4.Verwijdereventueelaanwezigeslotenwaarmeedecomputerkapisvastgezet,zoalseenhangslot
ofeenkabelslot.Zie“Kapvandecomputerafsluiten”oppagina24
en“Eengeïntegreerdkabelslot
bevestigen”oppagina26.
5.Openhetbeveiligingsslotopdecomputerkapalsditindevergrendeldestandstaat.
6.Ontkoppeldehendelvandekap1enverwijderdekap.
Figuur10.Dekapvandecomputerverwijderen
Defrontplaatverwijderenenterugplaatsen
Attentie:Openuwcomputernietofprobeergeenreparatievoordatude“Belangrijkeveiligheidsvoorschriften”op
paginavhebtgelezenenbegrepen.
30ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetverwijderenenweeraanbrengenvandefrontplaat.
Ukuntalsvolgtdefrontplaatverwijderenenweeraanbrengen:
1.Zetdecomputeruitenhaalallestekkersuitdestopcontacten.
2.Verwijderdekapvandecomputer.Zie“Dekapvandecomputerverwijderen”oppagina30.
3.Verwijderdefrontplaatdoordedrieplasticlipjesaandelinkerkantlostemakenendefrontplaatnaar
buitentedraaien.
Figuur11.Defrontplaatverwijderen
4.Alsudefrontplaatweerwiltaanbrengen,plaatstudedrieplasticnokjesaanderechterkantvande
frontplaatindeovereenkomstigegaatjesinhetchassis.Vervolgensdraaitudefrontplaatnaarbinnen
totdathijlinksvastklikt.
Volgendestappen:
Alsumeteenanderstukhardwarewiltwerken,gaatunaarhetdesbetreffendegedeelte.
Alsudeinstallatieofvervangingwiltvoltooien,gaatunaar“Hetvervangenvandeonderdelenvoltooien”
oppagina57.
PCI-kaartinstallerenofvervangen
Attentie:Openuwcomputernietofprobeergeenreparatievoordatude“Belangrijkeveiligheidsvoorschriften”op
paginav
hebtgelezenenbegrepen.
Hoofdstuk5.Hardwareinstallerenenvervangen31
InditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetinstallerenofvervangenvaneenPCI-kaart.Decomputeris
uitgerustmetéénsleufvoorstandaardPCI-kaarten,tweesleuvenvoorPCIExpressx4-kaartenentwee
sleuvenvoorPCIExpressx16-graschekaarten.
UkuntalsvolgteenPCI-kaartinstallerenofvervangen:
1.Zetdecomputeruitenhaalallestekkersuitdestopcontacten.
2.Verwijderdekapvandecomputer.Zie“Dekapvandecomputerverwijderen”oppagina30.
3.Opendeadapterkaartbeugel.
Figuur12.Deadapterkaartbeugelopenen
4.Voer,afhankelijkvandevraagofueenPCI-kaartinstalleertofvervangt,éénvandevolgende
handelingenuit:
AlsueenPCI-kaartinstalleert,verwijderdanhetmetalenafdekplaatjevandesleufdatzichopde
achterzijdevandecomputerbevindt.
AlsueenoudePCI-kaartvervangt,paktudemomenteelgeïnstalleerdkaartstevigvastentrektu
hemvoorzichtiguitdeaansluiting.
Opmerkingen:
a.Dekaartzitvrijstevigvastindekaartsleuf.Indiennodigkuntudekaartietsheenenweer
bewegenomhemeruittehalen.
32ThinkStationHandboekvoordegebruiker
b.Alsdekaartvastzitondereenklem,druktuopdeklem1zoalsafgebeeldomdevergrendeling
teopenen.Pakdekaartentrekdezevoorzichtiguitdesleuf.
Figuur13.EenPCI-kaartverwijderen
5.HaaldenieuwePCI-kaartuitdeantistatischeverpakking.
Hoofdstuk5.Hardwareinstallerenenvervangen33
6.Installeerdenieuwekaartindejuistesleufopdesysteemplaat.Zie“Onderdelenopdesysteemplaat”
oppagina11.
Figuur14.EenPCI-kaartinstalleren
7.KanteldeadapterkaartbeugeldichtomdePCI-kaartvasttezetten.
Volgendestappen:
Alsumeteenanderstukhardwarewiltwerken,gaatunaarhetdesbetreffendegedeelte.
Alsudeinstallatieofvervangingwiltvoltooien,gaatunaar“Hetvervangenvandeonderdelenvoltooien”
oppagina57
.
Geheugenmodulesinstallerenofvervangen
Attentie:Openuwcomputernietofprobeergeenreparatievoordatude“Belangrijkeveiligheidsvoorschriften”op
paginav
hebtgelezenenbegrepen.
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetinstallerenofvervangenvaneengeheugenmodule.
DecomputerbeschiktoverachtsleuvenvoorhetplaatsenofvervangenvanDDR3ECCUDIMM'sofDDR3
ECCRDIMM's.Houdubijhetinstallerenofvervangenvangeheugenmodulesaandevolgenderichtlijnen:
GebruikofwelDDR3ECCUDIMM'sofDDR3ECCRDIMM'sinuwcomputer.GebruiknietzowelUDIMM's
alsRDIMM'sinhetzelfdesysteem.
GebruikUDIMM'svan2GB,4GBof8GBinelkewillekeurigecombinatie,toteenmaximumvan64GB.
34ThinkStationHandboekvoordegebruiker
GebruikDDR3RDIMM'svan2GB,4GB,8GB,16GBof32GBinelkewillekeurigecombinatie,tot
eenmaximumvan256GB.
InstalleerDIMM'sindevolgordediemetnummersisafgebeeldin“Onderdelenopdesysteemplaat”op
pagina11.
Ukuntalsvolgteengeheugenmoduleinstallerenofvervangen:
1.Zetdecomputeruitenhaalallestekkersuitdestopcontacten.
2.Verwijderdekapvandecomputer.Zie“Dekapvandecomputerverwijderen”oppagina30.
3.Legdecomputeropzijnzijkant.Zokuntubeterbijdesysteemplaat.
4.Kijkwaardegeheugenaansluitingenzichbevinden.Zie“Onderdelenopdesysteemplaat”oppagina11.
5.Verwijderalleonderdelendiehetmoeilijkmakenombijgeheugenaansluitingentekomen.
6.Alsuwcomputerisuitgerustmetgeheugenventilatormodules,danmoetumogelijkde
geheugenventilatormoduleverwijderenombijdegeheugencompartimententekunnenkomen.Alsu
eengeheugenventilatormodulewiltverwijderen,ontkoppeltudekabelvandegeheugenventilator
vandesysteemplaat.Trekhetnokjevandegeheugenventilatormodulenaarbuiten,kantelde
geheugenventilatormoduleenmaakdeachterkantvandegeheugenventilatormodulelos.
Figuur15.Degeheugenventilatormoduleverwijderen
7.Voer,afhankelijkvandevraagofueengeheugenmoduleinstalleertofvervangt,éénvandevolgende
handelingenuit:
Hoofdstuk5.Hardwareinstallerenenvervangen35
Alsueengeheugenmodulevervangt,opentudeklemmetjesenhaaltudemodulevoorzichtig
uitdesleuf.
Figuur16.Eengeheugenmoduleverwijderen
Installeertueennieuwegeheugenmodule,opendandeklemmetjesvandegeheugenaansluiting
waarinudenieuwegeheugenmodulewiltinstalleren.
Figuur17.Klemmetjesopenen
36ThinkStationHandboekvoordegebruiker
8.Houddenieuwegeheugenmodulebovenopdegeheugenaansluiting.Zorgdatdeinkeping1inde
geheugenmodulezichrechtbovenhetnokje2indeaansluitingopdesysteemplaatbevindt.Duwde
geheugenmodulevoorzichtignaarbenedentotdeklemmetjesvastklikken.
Figuur18.Geheugenmoduleinstalleren
9.Omdegeheugenventilatormoduleteinstalleren,bevestigtudeachterkantvande
geheugenventilatormoduleaandeklemmetjesvanhetgeheugencompartimentenkanteltude
geheugenventilatormoduledaarnanaarbenedentotdatdemoduleopzijnplaatsvastklikt.Sluitde
geheugenventilatorkabelweeraanopdesysteemplaat.Zie“Onderdelenopdesysteemplaat”op
pagina11.
Figuur19.Degeheugenventilatormoduleinstalleren
Volgendestappen:
Alsumeteenanderstukhardwarewiltwerken,gaatunaarhetdesbetreffendegedeelte.
Alsudeinstallatieofvervangingwiltvoltooien,gaatunaar“Hetvervangenvandeonderdelenvoltooien”
oppagina57.
Hetoptische-schijfstationinstallerenofvervangen
Attentie:Openuwcomputernietofprobeergeenreparatievoordatude“Belangrijkeveiligheidsvoorschriften”op
paginavhebtgelezenenbegrepen.
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetinstallerenofvervangenvanhetoptische-schijfstation.
Hoofdstuk5.Hardwareinstallerenenvervangen37
Omhetoptische-schijfstationteinstallerenoftevervangen,gaatualsvolgttewerk:
1.Zetdecomputeruitenhaalallestekkersuitdestopcontacten.
2.Verwijderdekapvandecomputer.Zie“Dekapvandecomputerverwijderen”oppagina30.
3.Verwijderdefrontplaat.Zie“Defrontplaatverwijderenenterugplaatsen”oppagina30.
4.Voer,afhankelijkvandevraagofueenoptische-schijfstationinstalleertofvervangt,eenvande
volgendehandelingenuit:
Alsueentweedeoptische-schijfstationinstalleert,verwijderdanhetplasticpaneeltjeuitdefrontplaat
vóórhetstationscompartimentdatuwiltgebruiken.Alserzichinhetcompartimenteenmetalen
plaatjebevindt,verwijderdatdan.
Alsueenoptische-schijfstationvervangt,ontkoppeldandevoedingskabelendesignaalkabelvande
achterkantvandatstation,drukopdeblauweontgrendelknopenschuifhetoptische-schijfstation
aandevoorkantuitdecomputer.
Figuur20.Hetoptische-schijfstationverwijderen
38ThinkStationHandboekvoordegebruiker
5.Monteerdebeugelvoorhetoptische-schijfstationaandelinkerkantvanhetnieuwestation.
Figuur21.Debeugelvanhetoptische-schijfstationinstalleren
6.Schuifhetnieuweoptische-schijfstationvanafdevoorkantinhetstationscompartiment,totdathet
stationvastklikt.
Figuur22.Hetoptische-schijfstationinstalleren
Hoofdstuk5.Hardwareinstallerenenvervangen39
7.Sluitdesignaalkabelendevoedingskabelaanophetnieuwestation.
Figuur23.Hetoptische-schijfstationaansluiten
8.Brengdefrontplaatweeraan.Zie“Defrontplaatverwijderenenterugplaatsen”oppagina30.
Volgendestappen:
Alsumeteenanderstukhardwarewiltwerken,gaatunaarhetdesbetreffendegedeelte.
Alsudeinstallatieofvervangingwiltvoltooien,gaatunaar“Hetvervangenvandeonderdelenvoltooien”
oppagina57
.
Eenvaste-schijfstationinstallerenofvervangen
Attentie:Openuwcomputernietofprobeergeenreparatievoordatude“Belangrijkeveiligheidsvoorschriften”op
paginavhebtgelezenenbegrepen.
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetinstallerenofvervangenvaneenvaste-schijfstation.
Opmerking:AlsueenSAS-vaste-schijfstationinstalleert,controleerdanofdeinschakelingsmodulevan
hetSAS-vaste-schijfstation(ééntotdrievaste-schijfstations)ofdeLSIMegaRAIDSAS-adapterkaart
isgeïnstalleerd.
Uinstalleertofvervangteenvaste-schijfstationalsvolgt:
1.Zetdecomputeruitenhaalallestekkersuitdestopcontacten.
2.Verwijderdekapvandecomputer.Zie“Dekapvandecomputerverwijderen”oppagina30.
3.Zoekhetvaste-schijfstation.Zie“Deplaatsvaninternestations”oppagina13.
4.Ontkoppeldesignaal-envoedingskabelsvanhetvasteschijfstation.
40ThinkStationHandboekvoordegebruiker
5.Drukdetweenokjesvandebeugelvanhetvaste-schijfstationvoorzichtignaarelkaarentrekdaarnade
beugelhendelnaarbuitenomhetvaste-schijfstationuithetchassisteverwijderen.
Figuur24.Vaste-schijfstationverwijderen
6.Verbuigdezijkantenvandebeugelzodanigenvoorzichtigdatuhetstationuitdebeugelkunthalen.
Hoofdstuk5.Hardwareinstallerenenvervangen41
7.Plaatshetnieuwevaste-schijfstation5indebeugeldoordebeugelvoorzichtigietsteverbuigen.
Brengdaarbijpen1,pen2,pen3,enpen4opéénlijnmetdeovereenkomstigegateninhet
vaste-schijfstation.
Figuur25.Hetvaste-schijfstationindebeugelplaatsen
Opmerking:Alsueen2,5-inchvaste-schijfstationinstalleert,moetudezeeerstineenconverterbeugel
van2,5tot3,5inchinstalleren.Installeerhet2,5-inchvaste-schijfstationvervolgensmetde
converterbeugelinde3,5-inchbeugelvanhetvaste-schijfstation.
Figuur26.2,5-inchvaste-schijfstationinbeugelinstalleren
42ThinkStationHandboekvoordegebruiker
8.Schuifhetnieuwevaste-schijfstationenbeugelinhetcompartimenttotdathetopzijnplaatsklikt.
Figuur27.Eenvaste-schijfstationinstalleren
9.Sluitdesignaalkabelendevoedingskabelaanophetnieuwevaste-schijfstation.
Figuur28.EenSATA-vasteschijfstationaansluiten
Hoofdstuk5.Hardwareinstallerenenvervangen43
Opmerking:AlsueenSAS-vaste-schijfstationinstalleert,danmoetueerstdesignaalkabelen
voedingskabelopdeSAS-naar-SATA-adapterenvervolgensdeadapteropdeSAS-vaste-schijfstation
aansluiten.
Figuur29.EenSAS-vasteschijfstationaansluiten
Volgendestappen:
Alsumeteenanderstukhardwarewiltwerken,gaatunaarhetdesbetreffendegedeelte.
Alsudeinstallatieofvervangingwiltvoltooien,gaatunaar“Hetvervangenvandeonderdelenvoltooien”
oppagina57.
Eeninschakelingsmodulevooreenvaste-schijfstationinstallerenof
vervangen
Attentie:Openuwcomputernietofprobeergeenreparatievoordatude“Belangrijkeveiligheidsvoorschriften”op
paginavhebtgelezenenbegrepen.
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetinstallerenofvervangenvaneeninschakelingsmodulevoor
eenvaste-schijfstation.
Uinstalleertofvervangteeninschakelingsmodulevooreenvaste-schijfstationalsvolgt:
1.Zetdecomputeruitenhaalallestekkersuitdestopcontacten.
2.Verwijderdekapvandecomputer.Zie“Dekapvandecomputerverwijderen”oppagina30.
3.Opendeadapterkaartbeugel.ZieFiguur12“Deadapterkaartbeugelopenen”oppagina32.
4.Zoekdeinschakelingsmodulevoorhetvaste-schijfstationopdesysteemplaat.Zie“Onderdelenopde
systeemplaat”oppagina11.
5.Verwijderhetkoelelementendeventilatoromeenvoudigerbijdeinschakelingsmodulevoorhet
vaste-schijfstationtekunnenkomen.Zie“Demodulemethetkoelelementendeventilatorvervangen”
oppagina52
.
44ThinkStationHandboekvoordegebruiker
6.Alsudeinschakelingsmodulevanhetvaste-schijfstationvervangt,drukdandetweenokjesvanhet
kunststofkoppelstuknaarelkaartoeentildeinschakelingsmodulevanhetvaste-schijfstationnaar
bovenomhetvandesysteemplaatteverwijderen.
Figuur30.Deinschakelingsmodulevanhetvaste-schijfstationverwijderen
Hoofdstuk5.Hardwareinstallerenenvervangen45
7.Alsueennieuweinschakelingsmodulevooreenvaste-schijfstationwiltinstalleren,brengtuhetgaatje
indeinschakelingsmoduleopéénlijnmethetkunststofkoppelstukopdesysteemplaatenplaatstu
deinschakelingsmoduleoverdebetreffendeaansluitingopdesysteemplaat.Drukdehendelvande
beugelvandeinschakelingsmodulenaarbenedentotdathijvastklikt.
Figuur31.Eennieuweinschakelingsmodulevooreenvaste-schijfstationinstalleren
8.Installeerhetkoelelementmetventilator.Zie“Demodulemethetkoelelementendeventilator
vervangen”oppagina52.
9.Sluitdeadapterkaartbeugel.
Volgendestappen:
Alsumeteenanderstukhardwarewiltwerken,gaatunaarhetdesbetreffendegedeelte.
Alsudeinstallatieofvervangingwiltvoltooien,gaatunaar“Hetvervangenvandeonderdelenvoltooien”
oppagina57.
Dekaartlezervervangen
Attentie:Openuwcomputernietofprobeergeenreparatievoordatude“Belangrijkeveiligheidsvoorschriften”op
paginavhebtgelezenenbegrepen.
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetvervangenvandekaartlezer.
Opmerking:Dekaartlezerisalleeninbepaaldemodellengeïnstalleerd.
Omdekaartlezertevervangen,doetuhetvolgende:
1.Verwijderalleeventueelaanwezigeopslagmediauitdestationsenschakelalleaangeslotenapparatuur
uit.Zetdandecomputeruit.Haalvervolgensallestekkersuithetstopcontactenontkoppelallekabels
dieopdecomputerzijnaangesloten.
2.Verwijderdekapvandecomputer.Zie“Dekapvandecomputerverwijderen”oppagina30.
3.Verwijderdefrontplaat.Zie“Defrontplaatverwijderenenterugplaatsen”oppagina30.
4.Zoekdekaartlezer.Zie“Componenten”oppagina10.
46ThinkStationHandboekvoordegebruiker
5.OntkoppeldekabelvandekaartlezervandevoorsteUSB-aansluitingopdesysteemplaat.Zie
“Onderdelenopdesysteemplaat”oppagina11.
6.Drukdeblauweontgrendelclipomdekaartlezeruithetframevandecomputerteverwijderen.
Figuur32.Dekaartlezerverwijderen
7.Plaatsdeontgrendelknopvandekaartlezeraandekantvandenieuwekaartlezer.
Figuur33.Deontgrendelknopvandekaartlezerplaatsen
Hoofdstuk5.Hardwareinstallerenenvervangen47
8.Schuifdenieuwekaartlezerinhetstationscompartimenttotdatdelezeropzijnplaatsvastklikt.
Figuur34.Dekaartlezerinstalleren
9.KoppeldekabelvandekaartlezeropnieuwaandevoorsteUSB-aansluitingophetsysteembord.Zie
“Onderdelenopdesysteemplaat”oppagina11.
10.Brengdefrontplaatweeraan.Zie“Defrontplaatverwijderenenterugplaatsen”oppagina30.
Volgendestappen:
Alsumeteenanderstukhardwarewiltwerken,gaatunaarhetdesbetreffendegedeelte.
Alsudeinstallatieofvervangingwiltvoltooien,gaatunaar“Hetvervangenvandeonderdelenvoltooien”
oppagina57
.
Debatterijvervangen
Attentie:Openuwcomputernietofprobeergeenreparatievoordatude“Belangrijkeveiligheidsvoorschriften”op
paginav
hebtgelezenenbegrepen.
Decomputerheefteenspeciaalgeheugenvoordedatum,detijdendeinstellingenvoordeingebouwde
voorzieningen,zoalsconguratievandeparallellepoort.Doormiddelvaneenbatterijblijftdezeinformatie
ookbewaardnadatudecomputerhebtuitgezet.
Normaliterhoeftugeenaandachttebestedenaandebatterijenhoeftudezeooknietopteladen.Een
batterijgaatechternieteeuwigmee.Alsdebatterijleegraakt,gaandedatum,tijdenconguratiegegevens
48ThinkStationHandboekvoordegebruiker
(waaronderookdewachtwoorden)verloren.Erverschijntdaneenfoutmeldingwanneerudecomputer
aanzet.
Raadpleegde“Kennisgevinglithiumbatterij”inThinkStationVeiligheidenGarantievoorinformatieoverhet
vervangenenwegdoenvandebatterij.
Uverwisseltdebatterijalsvolgt:
1.Zetdecomputeruitenhaalallestekkersuitdestopcontacten.
2.Verwijderdekapvandecomputer.Zie“Dekapvandecomputerverwijderen”oppagina30.
3.Kijkwaardebatterijzichbevindt.Zie“Onderdelenopdesysteemplaat”oppagina11.
4.Verwijderdeoudebatterij.
Figuur35.Deoudebatterijverwijderen
5.Installeereennieuwebatterij.
Figuur36.Eennieuwebatterijinstalleren
6.Plaatsdekapvandecomputerterugensluitdekabelsweeraan.Zie“Hetvervangenvandeonderdelen
voltooien”oppagina57
.
Opmerking:Wanneerdecomputervoordeeerstekeerwordtaangezetnadatdebatterijisvervangen,
kanereenfoutberichtwordenafgebeeld.Ditisnormaalnahetvervangenvandebatterij.
7.Zetdecomputerenallerandapparatuuraan.
8.GebruikhetprogrammaSetupUtilityomdedatum,tijdeneventuelewachtwoordenintestellen.Zie
Hoofdstuk7“WerkenmethetprogrammaSetupUtility”oppagina67.
Volgendestappen:
Alsumeteenanderstukhardwarewiltwerken,gaatunaarhetdesbetreffendegedeelte.
Alsudeinstallatieofvervangingwiltvoltooien,gaatunaar“Hetvervangenvandeonderdelenvoltooien”
oppagina57
.
Devoedingseenheidvervangen
Attentie:Openuwcomputernietofprobeergeenreparatievoordatude“Belangrijkeveiligheidsvoorschriften”op
paginavhebtgelezenenbegrepen.
Hoofdstuk5.Hardwareinstallerenenvervangen49
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetvervangenvandevoedingseenheid.
Hoewelergeenbewegendeonderdeleninuwcomputerzittenalshetnetsnoeruithetstopcontactis
gehaald,ishetgoedom,omwillevanuwveiligheidenuithoofdevandecerticeringdoorUnderwriters
Laboratories(UL),devolgendewaarschuwingenterhartetenemen.
WAARSCHUWING:
Gevaarlijkebewegendeonderdelen.Houduwvingersenanderelichaamsdelenopafstand.
WAARSCHUWING:
Verwijdernooitdekapvandevoedingseenheidofvanenigecomponentwaarophetvolgendelabelis
bevestigd.
Gevaarlijkespannings-,stroom-envoltageniveausbinnencomponentenwaaropditlabelisbevestigd.
Dezecomponentenbevattengeenonderdelendiekunnenwordenvervangenofonderhouden.Als
uvermoedtdatermeteenvandezeonderdeleneenprobleemis,neemdancontactopmeteen
onderhoudstechnicus.
Ukuntalsvolgtdevoedingseenheidvervangen:
1.Zetdecomputeruitenhaalallestekkersuitdestopcontacten.
2.Verwijderdekapvandecomputer.Zie“Dekapvandecomputerverwijderen”oppagina30.
3.Ontkoppeldekabelsuitdevoedingseenheidvandesysteemplaatenvanallestations.Zie“Onderdelen
opdesysteemplaat”oppagina11.
4.Maakallevoedingskabelsvandevoedingseenheiduitdeklemmetjesvanhetchassislos.
50ThinkStationHandboekvoordegebruiker
5.Legdecomputeropdezijkantenverwijderdevijfschroevenaandeachterkantvanhetchassis
waarmeedevoedingseenheidisvastgezet.
Figuur37.Deschroevenvoordevoedingseenheidverwijderen
6.Drukdegrendel1vandevoedingseenheidin.Schuifdevoedingseenheidnaardevoorkantvande
computerentilhemuithetchassis.
7.Controleerofdenieuwevoedingseenheidweldejuistevervangendeeenheidis.
Hoofdstuk5.Hardwareinstallerenenvervangen51
8.Plaatsdenieuwevoedingseenheidzodaniginhetchassisdatdeschroefgatenindevoedingseenheid
gelijkliggenmetdieinhetchassis.
9.Brengdevijfschroevenaanomdevoedingseenheidvasttezetten.
Opmerking:GebruikalleendeschroevendiedoorLenovozijnverstrekt.
10.Sluitdedevoedingskabelsweeraanopdesysteemplaatenopelkvandestations.
11.Maakallevoedingskabelsvandevoedingseenheidweervastindeklemmetjesvanhetchassis.
Volgendestappen:
Alsumeteenanderstukhardwarewiltwerken,gaatunaarhetdesbetreffendegedeelte.
Alsudeinstallatieofvervangingwiltvoltooien,gaatunaar“Hetvervangenvandeonderdelenvoltooien”
oppagina57.
Demodulemethetkoelelementendeventilatorvervangen
Attentie:Openuwcomputernietofprobeergeenreparatievoordatude“Belangrijkeveiligheidsvoorschriften”op
paginav
hebtgelezenenbegrepen.
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetvervangenvandemodulemethetkoelelementendeventilator.
WAARSCHUWING:
Hetkoelelementendeventilatoreenheidkunnenzeerheetzijn.Zetdecomputeruitenlaathemdrie
totvijfminutenafkoelenvoordatudekapvandecomputerverwijdert.
Uvervangtdemodulemethetkoelelementendeventilatoralsvolgt:
1.Zetdecomputeruitenhaalallestekkersuitdestopcontacten.
2.Verwijderdekapvandecomputer.Zie“Dekapvandecomputerverwijderen”oppagina30.
3.Legdecomputeropzijnzijkant.Zokuntubeterbijdesysteemplaat.
4.Kijkwaarhetkoelelementmetventilatorzichbevindt.Zie“Onderdelenopdesysteemplaat”oppagina
11.
5.Ontkoppeldekabelvanhetkoelelementmetventilatoreenheidvandeaansluitingvoorde
microprocessorventilatoropdesysteemplaat.Zie“Onderdelenopdesysteemplaat”oppagina11
.
52ThinkStationHandboekvoordegebruiker
6.Voerdevolgendestappenuitomdevierschroevenlostedraaienwaarmeedemodulemethet
koelelementendeventilatoropdesysteemplaatisbevestigd:
a.Verwijdereerstgedeeltelijkschroef1,verwijderdanschroef2volledigenverwijdertenslotte
schroef1volledig.
b.Verwijdereerstgedeeltelijkschroef3,verwijderdanvolledigschroef4enverwijdertenslotte
schroef3volledig.
Opmerking:Verwijderdevierschroevenvoorzichtiguitdesysteemplaatommogelijkeschadeaan
desysteemplaattevoorkomen.Devierschroevenkunnennietuithetkoelelementmetventilator
wordenverwijderd.
Figuur38.Demodulemetkoelelementenventilatorverwijderen
7.Haaldedefectemodulemethetkoelelementendeventilatorvandesysteemplaat.
Opmerkingen:
a.Hetkannodigzijndemodulemetkoelelementenventilatorvoorzichtigtedraaienomhemloste
makenvandemicroprocessor.
b.Raakhetthermischevetopdemodulemetkoelelementenventilatornietaan.
8.Plaatshetnieuwekoelelementendeventilatoreenheidzodanigopdesysteemplaatdatdevier
schroevenopéénlijnliggenmetdegatenopdesysteemplaat.
Opmerking:Plaatsdenieuwekoelelementendeventilatoreenheidzodanigdatdekabelvande
ventilatorzichaandekantvandeaansluitingvoordemicroprocessorventilatoropdesysteemplaat
bevindt.
9.Voerdevolgendestappenuitomdevierschroevenvasttedraaienwaarmeedenieuwemodulemethet
koelelementendeventilatorisbevestigd.Draaideschroevenniettevastaan.
a.Draaieerstschroef1gedeeltelijkvast,draaidanschroef2volledigvastendraaitenslotteschroef
1volledigvast.
Hoofdstuk5.Hardwareinstallerenenvervangen53
b.Draaieerstschroef3gedeeltelijkvast,draaidanschroef4volledigvastendraaitenslotteschroef
3volledigvast.
10.Sluitdekabelvanhetkoelelementmetventilatoraanopdeaansluitingvoordeprocessorventilatorop
desysteemplaat.Zie“Onderdelenopdesysteemplaat”oppagina11.
Volgendestappen:
Alsumeteenanderstukhardwarewiltwerken,gaatunaarhetdesbetreffendegedeelte.
Alsudeinstallatieofvervangingwiltvoltooien,gaatunaar“Hetvervangenvandeonderdelenvoltooien”
oppagina57
.
Deventilatoreenheidachteraanvervangen
Attentie:Openuwcomputernietofprobeergeenreparatievoordatude“Belangrijkeveiligheidsvoorschriften”op
paginav
hebtgelezenenbegrepen.
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetvervangenvandeventilatoreenheidaandeachterzijde.
Uvervangtdeventilatoreenheidaandeachterzijdealsvolgt:
1.Zetdecomputeruitenhaalallestekkersuitdestopcontacten.
2.Verwijderdekapvandecomputer.Zie“Dekapvandecomputerverwijderen”oppagina30.
3.Kijkwaardeventilatoreenheidvandeachterzijdezichbevindt.Zie“Componenten”oppagina10.
4.Ontkoppeldekabelvandeachterventilatoreenheidvandedesbetreffendeaansluitingopde
systeemplaat.Zie“Onderdelenopdesysteemplaat”oppagina11.
54ThinkStationHandboekvoordegebruiker
5.Deventilatoreenheidaandeachterzijdezitmetvierrubberenkoppelingenvastaanhetchassis.
Verwijderdeachtersteventilatoreenheiddoorderubberenkoppelingentebrekenofdoorteknippen
enhemvoorzichtiguithetchassistetrekken.
Opmerking:Denieuweventilatoreenheidheeftviernieuwerubberenkoppelingen.
Figuur39.Deventilatoreenheidaandeachterzijdeverwijderen
6.Installeerdenieuweventilatoreenheiddoordenieuwerubberenkoppelingenvóórdeovereenkomstige
gateninhetchassistehoudenendekoppelingendoordegatenheentedrukken.
Hoofdstuk5.Hardwareinstallerenenvervangen55
7.Trekaandepuntjesvanderubberenkoppelingentotdatdeachtersteventilatoreenheidgoedvastzit.
Figuur40.Deventilatoreenheidaandeachterzijdeinstalleren
8.Sluitdestekkervandeventilatoreenheidaandeachterkantaanopdedesbetreffendeaansluiting
opdesysteemplaat.
Volgendestappen:
Alsumeteenanderstukhardwarewiltwerken,gaatunaarhetdesbetreffendegedeelte.
Alsudeinstallatieofvervangingwiltvoltooien,gaatunaar“Hetvervangenvandeonderdelenvoltooien”
oppagina57.
Hettoetsenbordofdemuisvervangen
Attentie:Openuwcomputernietofprobeergeenreparatievoordatude“Belangrijkeveiligheidsvoorschriften”op
paginavhebtgelezenenbegrepen.
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetvervangenvanhettoetsenbordofdemuis.
Uvervangthettoetsenbordofdemuisalsvolgt:
1.Ontkoppeldekabelvanhetoudetoetsenbordofdeoudemuisvandecomputer.
56ThinkStationHandboekvoordegebruiker
2.SluithetnieuwetoetsenbordofdenieuwemuisaanopeenvandeUSB-poortenvandecomputer.
RaadpleegAansluitingen,knoppenenlampjesaandevoorkantvandecomputer”oppagina7of
Aansluitingenaandeachterkantvandecomputer”oppagina8,afhankelijkvandevraagwaaruhet
nieuwetoetsenbordofdenieuwemuiswiltaansluiten.
Figuur41.EenUSB-toetsenbordof-muisaansluiten
Volgendestappen:
Alsumeteenanderstukhardwarewiltwerken,gaatunaarhetdesbetreffendegedeelte.
Alsudeinstallatieofvervangingwiltvoltooien,gaatunaar“Hetvervangenvandeonderdelenvoltooien”
oppagina57
.
Hetvervangenvandeonderdelenvoltooien
Nadatuonderdelenhebtgeïnstalleerdofvervangen,brengtudekapvandecomputerweeraanensluitude
losgekoppeldekabelsweeraan.Afhankelijkvandeonderdelendieuhebtgeïnstalleerdofvervangen,kan
hetooknodigzijnominhetprogrammaSetupUtilitytecontrolerenofdebijgewerkteinformatiecorrectis.
RaadpleegHoofdstuk7“WerkenmethetprogrammaSetupUtility”oppagina67
.
Ukuntalsvolgtdekapvandecomputerterugplaatsenendekabelsweeraansluiten:
1.Controleerofallecomponentenweeropdejuistemanierindecomputerzijnteruggeplaatstenofalle
losseschroevenenstukkengereedschapzijnverwijderd.Zie“Componenten”oppagina10voorde
plaatsvandeverschillendecomponenteninuwcomputer.
2.Alsudefrontplaathebtverwijderd,brengdiedanweeraan.
3.Controleervoordatudekapvandecomputerweeraanbrengtofdekabelsgoedliggenennergens
klemkomentezitten.Houddekabelsuitdebuurtvandescharnierenendezijkantenvanhet
computerchassis.
4.Plaatsdekapoverhetchassisensluitdekapomdehendelvandekaptevergrendelen.
5.Gebruikdesleutelomhetbeveiligingsslotopdecomputerkaptevergrendelen.Zie“Kapvande
computerafsluiten”oppagina24.
6.Alsereenhangslotbeschikbaaris,doedekapdaardanmeeopslot.Zie“Eenhangslotaanbrengen”
oppagina25.
7.Isereengeïntegreerdkabelslotbeschikbaar,sluitdandecomputerdaarmeeaf.Zie“Eengeïntegreerd
kabelslotbevestigen”oppagina26.
8.Sluitdeexternekabelsensnoerenweeropdecomputeraan.ZieAansluitingenaandeachterkantvan
decomputer”oppagina8.
9.Hoeudeconguratiebijwerkt,leestuinHoofdstuk7“WerkenmethetprogrammaSetupUtility”op
pagina67.
Opmerking:IndemeestelandenverlangtLenovodatdedefecteCRUwordtgeretourneerd.Informatie
hierovervindtubijdeCRU,ofontvangtuenkeledagennadatdeCRUisafgeleverd.
Hoofdstuk5.Hardwareinstallerenenvervangen57
Stuurprogramma's
Destuurprogramma'svoorbesturingssystemendienietvoorafgeïnstalleerdzijn,kuntuvinden
ophttp://www.lenovo.com/support.Installatie-instructiesvindtuindereadme-bestandenvande
stuurprogramma's.
58ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Hoofdstuk6.Informatieoversysteemherstel
IndithoofdstukvindtuinformatieoverdeherstelmogelijkhedendieLenovobiedt.
Dithoofdstukbehandeltdevolgendeonderwerpen:
Herstelmediamakenengebruiken
Backup-enherstelbewerkingenuitvoeren
WerkenmethetwerkgebiedvanRescueandRecovery
Noodherstelmediamakenengebruiken
Stuurprogramma'sinstallerenofopnieuwinstalleren
Problemenmetherstelproceduresoplossen
Opmerkingen:
1.Deinformatieoversysteemherstelindithoofdstukisuitsluitendvantoepassingopdecomputermodellen
waaropRescueandRecoveryofProductRecoveryisgeïnstalleerd.AlshetGeavanceerdebackupen
herstel-pictograminLenovoThinkVantageToolsnietactiefis,moetuRescueandRecoveryhandmatig
installerenvoordatudefunctieservaninschakelt.UinstalleertRescueandRecoveryalsvolgt:
a.KlikopStartAlleprogramma'sLenovoThinkVantageToolsendubbelklikopGeavanceerde
backupenherstel.
b.Volgdeaanwijzingenophetscherm.
c.Wanneerdeinstallatieprocedureisvoltooid,wordthetGeavanceerdebackupenherstel-pictogram
geactiveerd.
2.Alsereenprobleemmetdesoftwareofdehardwareisenhetisnodigditprobleemteherstellen,
dankuntukiezenuitdiversemethoden.Sommigevandezemethodenzijnpertypegeïnstalleerd
besturingssysteemverschillend.
3.Hetproductophetherstelmediummagalleenwordengebruiktvoordevolgendedoeleinden:
Hetherstellenvanhetvoorafopuwcomputergeïnstalleerdeproduct
Hetopnieuwinstallerenvanhetproduct
Hetaanpassenvanhetproductmetbehulpvandeextrabestanden
Herstelmediamakenengebruiken
Metherstelmediakuntuhetvaste-schijfstationherstellennaardestandaardfabrieksinstellingen.
Herstelmediazijnhandigalsudecomputeroverbrengtnaareenandergebied,alsudecomputerverkoopt
ofrecyclet.Ukuntdezeschijvenookgebruikenomdecomputerterugtebrengenineenoperationelestatus,
nadatalleandereherstelmethodenzijnmislukt.Hetisverstandigombijwijzevanvoorzorgsmaatregelineen
zovroegmogelijkstadiumherstelmediatemaken.
Opmerking:Welkeherstelbewerkingenumetbehulpvandeherstelmediakuntuitvoeren,hangtafvanhet
besturingssysteemwaarmeedieherstelmediazijngemaakt.Mogelijkbevathetherstelmediumalleeneen
opstartmediumeneengegevensmedium.OpgrondvanuwMicrosoftWindows-licentiemaguslechts
ééngegevensmediummaken;hetisdaaromvanbelangdatudemediadieuhebtgemaakt,opeen
veiligeplaatsopbergt.
Herstelmediamaken
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetmakenvannoodherstelmedia.
©CopyrightLenovo2012
59
Opmerking:OnderWindows7kuntuherstelmediamakenmetschijvenofmetexterne
USB-opslagapparaten.
VoorhetmakenvanherstelmediaonderWindows7kliktuopStartAlleprogramma'sLenovo
ThinkVantageToolsFactoryRecovery-schijven.Volgdaarnadeinstructiesophetscherm.
Herstelmediagebruiken
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetwerkenmetherstelmedia.
IndebesturingssystemenWindows7enWindowsVistakuntuherstelmediagebruikenomdeinhoudvan
hetvaste-schijfstationterugtezettennaardestandaardfabrieksinstellingen.Ukuntookherstelmedia
gebruikenomdecomputerineenoperationelestatustebrengennadatalleandereherstelmethodenvoor
hetvaste-schijfstationzijnmislukt.
Attentie:Wanneeruherstelmediagebruiktomdeinhoudvandevasteschijfteherstellennaarde
standaardfabrieksinstellingen,wordenallebestandendieopdatmomentopdevasteschijfstaangewisten
vervangendoordestandaardfabrieksinstellingen.
OmdeherstelmediaonderWindows7tegebruiken,doetuhetvolgende:
1.Afhankelijkvanhettypeherstelmediumsluituhetopstartmedium(USB-stickofeenander
USB-opslagapparaat)aanopdecomputerofplaatstudeopstartschijfinhetoptische-schijfstation.
2.DrukherhaaldelijkopdetoetsF12wanneerudecomputeraanzet.AlshetvensterPleaseselectboot
devicewordtgeopend,laatudeF12-toetslos.
3.SelecteerhetgewensteopstartapparaatendrukopEnter.Hetherstelprocesbegint.
4.Volgdeaanwijzingenophetschermomdebewerkingtevoltooien.
Opmerking:Nadatuhetvaste-schijfstationvanuwcomputerhebthersteldnaarde
standaardfabrieksinstellingen,kanhetnodigzijnomdestuurprogramma'svooreenaantalmachines
opnieuwteinstalleren.Zie“Stuurprogramma'sopnieuwinstalleren”oppagina65.
Backup-enherstelbewerkingenuitvoeren
MethetprogrammaRescueandRecoverykuntueenbackupmakenvandeheleinhoudvanuwvasteschijf,
inclusiefhetbesturingssysteem,gegevensbestanden,softwareprogramma'senpersoonlijkeinstellingen.U
kuntaangevenwaarhetprogrammaRescueandRecoverydebackupopslaat:
Ineenbeschermdgebiedophetvaste-schijfstation
Ophetsecundairevaste-schijfstationalsereensecundairvaste-schijfstationopuwcomputeris
geïnstalleerd
OpeenaangeslotenexternUSB-vaste-schijfstation
Opeennetwerkstation
Opopneembareschijven(hiervooriseenopneembaaroptische-schijfstationnodig)
Nadatueenback-uphebtgemaaktvandeinhoudvanhetvaste-schijfstation,kuntudecomplete
inhoudvanhetvaste-schijfstationherstellen,alleenbepaaldebestandenherstellenofalleenhet
Windows-besturingssysteementoepassingenherstellen,terwijluanderegegevensopuwvaste-schijfstation
laatstaan.
Eenbackupbewerkinguitvoeren
Inditgedeeltevindtuinstructiesoverhetuitvoerenvaneenback-upbewerkingvanuithetprogramma
RescueenRecovery.
60ThinkStationHandboekvoordegebruiker
OmeenbackupbewerkinguittevoerenvanuithetprogrammaRescueandRecoveryonderWindows
7doetuhetvolgende:
1.OphetbureaubladvanWindowskliktuopStartAlleprogramma'sLenovoThinkVantageT ools
Geavanceerdebackupenherstel.HetprogrammaRescueandRecoverywordtgeopend.
2.KlikinhethoofdvenstervanRescueandRecoveryopdepijlRescueandRecoverygeavanceerd
starten.
3.KlikopBackupvanuwvasteschijfmakenenselecteeroptiesvoordebackupbewerking.Volgdande
aanwijzingenophetschermomdebackupbewerkingtevoltooien.
Eenherstelbewerkinguitvoeren
Inditgedeeltevindtuinstructiesoverhetuitvoerenvaneenherstelbewerkingvanuithetprogramma
RescueenRecovery.
OmeenherstelbewerkinguittevoerenvanuithetprogrammaRescueandRecoveryonderWindows7doet
uhetvolgende:
1.OphetbureaubladvanWindowskliktuopStartAlleprogramma'sLenovoThinkVantageT ools
Geavanceerdebackupenherstel.HetprogrammaRescueandRecoverywordtgeopend.
2.KlikinhethoofdvenstervanRescueandRecoveryopdepijlRescueandRecoverygeavanceerd
starten.
3.KlikophetpictogramHetsysteemherstellenvanuiteenbackup.
4.Volgdeaanwijzingenophetschermomdeherstelbewerkingtevoltooien.
MeerinformatieoverhetuitvoerenvaneenherstelbewerkingvanuithetwerkgebiedvanRescueand
Recoveryvindtuin“WerkenmethetwerkgebiedvanRescueandRecovery”oppagina61.
WerkenmethetwerkgebiedvanRescueandRecovery
HetwerkgebiedvanRescueandRecoverybevindtzichineenbeschermdenverborgengebiedophet
vaste-schijfstationdatonafhankelijkvanWindowswerkt.Hierdoorkuntuherstelbewerkingenuitvoerenook
alsWindowsnietgestartkanworden.Ukuntdevolgendeherstelbewerkingenuitvoereninhetwerkgebied
vanRescueandRecovery:
Bestandenveiligstellenvanafhetvaste-schijfstationofvanafeenbackup:MethetwerkgebiedvanRescue
andRecoverykuntubestandenopuwvasteschijfopzoekenenoverbrengennaareennetwerkwerkstation
ofanderebeschrijfbaremedia,zoalseenUSB-apparaatofeenschijf.Dezefunctieiszelfsbeschikbaarals
ugeenbackupvanuwbestandenhebtgemaaktofalserwijzigingenindebestandenzijnaangebrachtna
delaatstebackupbewerking.UkuntookafzonderlijkebestandenvaneenRescueandRecovery-backup
ophetvaste-schijfstation,eenUSB-apparaatofeennetwerkstationveiligstellen.
Uwvaste-schijfstationherstellenvanuiteenRescueandRecovery-backup:Alsueenbackup
hebtgemaaktvanuwvaste-schijfstationvanuithetprogrammaRescueandRecovery,kunt
uhetvaste-schijfstationherstellenvanuiteenRescueandRecovery-backup,zelfsalsuhet
Windows-besturingssysteemnietkuntstarten.
Uwvaste-schijfstationherstellennaardestandaardfabrieksinstellingen:Methetwerkgebiedvan
RescueandRecoverykuntudevolledigeinhoudvanuwvaste-schijfstationherstellennaarde
standaardfabrieksinstellingen.Alshetvaste-schijfstationmeerderepartitiesbevat,hebtudemogelijkheid
omdefabrieksinstellingenteherstelleninpartitieC:,terwijldeoverigepartitiesintactblijven.Omdat
bewerkingenvanuithetwerkgebiedvanRescueandRecoveryonafhankelijkvanhetWindows
besturingssysteemwordenuitgevoerd,kuntudefabrieksinstellingenvanhetvaste-schijfstationzelfs
herstellenalsuhetWindows-besturingssysteemnietkuntstarten.
Hoofdstuk6.Informatieoversysteemherstel61
Attentie:Alsuhetvaste-schijfstationhersteltmeteenRescueandRecovery-backupofalsu
vaste-schijfstationhersteltnaardefabrieksinstellingen,wordenallebestandenindeprimairepartitievan
devasteschijf(meestalstationC:)tijdenshetherstelprocesgewist.Maakindienmogelijkkopieënvan
belangrijkebestanden.AlsuWindowsnietkuntstarten,kuntudefunctieBestandenveiligstellenvanhet
werkgebiedvanRescueandRecoverygebruikenombestandentekopiërenvanafuwvasteschijfstation
naaranderemedia.
HetwerkgebiedvanRescueandRecoverykuntualsvolgtstarten:
1.Controleerofdecomputeruitstaat.
2.Zetdecomputeraan.Alsuhetlogoschermziet,druktuopEnterenvervolgensdruktuopF11omhet
werkgebiedvanRescueandRecoveryteopenen.
3.AlsereenRescueandRecovery-wachtwoordisingesteld,typdatdanzodradaarnaarwordtgevraagd.
HetwerkgebiedRescueandRecoverywordtnaenigetijdgeopend.
Opmerking:AlsuhetschermvanRescueandRecoverynietziet,gaatunaar“Problemenmet
herstelproceduresoplossen”oppagina65.
4.Voereenvandevolgendehandelingenuit:
Ombestandenveiligtestellenvanafdevasteschijf,kliktuopBestandenveiligstellenenvolgtu
daarnadeaanwijzingenophetscherm.
Omhetvaste-schijfstationteherstellenmeteenRescueandRecovery-backupofomde
fabrieksinstellingenteherstellen,kliktuopVolledigherstelenvolgtudeinstructiesophetscherm.
VoormeerinformatieoverdefunctiesvanhetwerkgebiedvanRescueandRecoverykliktuopHelp.
Opmerking:Nadatuhetvaste-schijfstationhebthersteldnaardestandaardfabrieksinstellingen,kanhet
nodigzijnomdestuurprogramma'svooreenaantalapparatenopnieuwteinstalleren.Zie“Stuurprogramma's
opnieuwinstalleren”oppagina65
.
Noodherstelmediamakenengebruiken
Meteennoodherstelmedium,zoalseenschijfofeenUSB-vaste-schijfstation,kuntufoutenherstellen
diehetonmogelijkmakenomtoegangtekrijgentothetwerkgebiedvanRescueandRecoveryophet
vaste-schijfstation.
Opmerkingen:
1.Welkeherstelbewerkingenumetbehulpvandenoodherstelmediakuntuitvoeren,hangtafvanhet
besturingssysteem.
2.Denoodherstelschijfkaninelktypeoptische-schijfstationwordengestart.
Eennoodherstelmediummaken
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetmakenvaneennoodherstelmedium.
UmaaktalsvolgteennoodherstelmediumonderWindows7:
1.OphetbureaubladvanWindowskliktuopStartAlleprogramma'sLenovoThinkVantageT ools
Geavanceerdebackupenherstel.HetprogrammaRescueandRecoverywordtgeopend.
2.KlikinhethoofdvenstervanRescueandRecoveryopdepijlRescueandRecoverygeavanceerd
starten.
3.KlikophetpictogramNoodherstelmediamaken.HetvensterRescueandRecovery-mediamaken
wordtgeopend.
62ThinkStationHandboekvoordegebruiker
4.GeefinhetgebiedNoodherstelmediaaanwelktypeherstelmediumuwiltmaken.Ukunteen
noodherstelmediummakenmetbehulpvaneenschijf,eenUSBvaste-schijfstationofeentweede
internvaste-schijfstation.
5.KlikopOKenvolgdeinstructiesophetschermomeennoodherstelmediumtemaken.
Eennoodherstelmediumgebruiken
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetgebruikenvanhetnoodherstelmediumdatuhebtgemaakt.
Alsueennoodherstelmediumhebtgemaaktmeteenschijf,gebruiktudevolgendeinstructiesvoorhet
gebruikenvanhetnoodherstelmedium:
1.Zetdecomputeruit.
2.DrukherhaaldelijkopdetoetsF12wanneerudecomputeraanzet.AlshetvensterPleaseselectboot
devicewordtgeopend,laatudeF12-toetslos.
3.InhetvensterPleaseselectbootdevicewindowselecteertuhetgewensteoptischestationalshet
eersteopstartapparaat.Plaatsvervolgensdenoodherstelschijfinhetoptische-schijfstationendruk
opEnter.Hetnoodherstelmediumwordtgestart.
AlsueennoodherstelmediumhebtgemaaktmeteenUSB-vaste-schijfstation,gebruiktudevolgende
instructiesvoorhetgebruikenvanhetnoodherstelmedium:
1.SluithetUSB-vaste-schijfstationaanopeenvandeUSB-poortenvandecomputer.
2.DrukherhaaldelijkopdetoetsF12wanneerudecomputeraanzet.AlshetvensterPleaseselectboot
devicewordtgeopend,laatudeF12-toetslos.
3.InhetvensterSelectbootdeviceselecteertuhetUSB-vasteschijfstationalsheteerste
opstartapparaatendruktuopEnter.Hetnoodherstelmediumwordtgestart.
BijhetopstartenvanafhetnoodherstelmediumverschijntRescueandRecovery.Voorelkvandefuncties
inhetwerkgebiedvanRescueandRecoveryiserHelp-informatiebeschikbaar.Volgdeinstructiesom
deherstelprocestevoltooien.
Voorafgeïnstalleerdesoftwareenstuurprogramma'sopnieuwinstalleren
Uwcomputerisuitgerustmetspecialefunctieswaarmeeubepaaldevoorafgeïnstalleerdesoftwareen
stuurprogramma'sopnieuwkuntinstalleren.
Voorafgeïnstalleerdeprogramma'sopnieuwinstalleren
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetopnieuwinstallerenvanvoorafgeïnstalleerdetoepassingen.
AlsudegeselecteerdetoepassingendievoorafzijngeïnstalleerdopuwLenovo(R)-computer,opnieuwwilt
installeren,doetuhetvolgende:
1.Zetdecomputeraan.
2.GanaardedirectoryC:\SWTOOLS.
3.Opendeapps-map.Indemapappsbevindenzichverscheidenesubmappendiezijngenoemdnaarde
diversetoepassingendieopuwcomputerzijngeïnstalleerd.
4.Opendemapvandegewenstetoepassing.
5.ZoekindesubmapvandetoepassinghetbestandSETUP.EXEopofandereEXE-bestandendie
geschiktzijnvoorinstallatie.Dubbelklikophetbestandenvolgdeinstructiesophetschermomde
installatietevoltooien.
Hoofdstuk6.Informatieoversysteemherstel63
Voorafgeïnstalleerdestuurprogramma'sopnieuwinstalleren
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetopnieuwinstallerenvanvoorafgeïnstalleerdestuurprogramma's
voorapparaten.
Attentie:Doorhetopnieuwinstallerenvanstuurprogramma'swijzigtudeconguratievandecomputer.
Installeerstuurprogramma'salleenopnieuwalsditnoodzakelijkisomeenprobleemmetdecomputer
optelossen.
Uinstalleerteenstuurprogrammavooreenvoorafgeïnstalleerdapparaatalsvolgt:
1.Zetdecomputeraan.
2.GanaardedirectoryC:\SWTOOLS.
3.OpendemapDRIVERS.IndemapDRIVERSbevindenzichverscheidenesubmappendiezijngenoemd
naardediverseapparatendieopuwcomputerzijngeïnstalleerd,zoalsAUDIOofVIDEO.
4.Opendemapvanhetgewensteapparaat.
5.Voereenvandevolgendehandelingenuit:
GanaardesubdirectoryvanhetapparaatenzoekhetbestandSETUP.exe.Dubbelklikophet
bestandenvolgdeinstructiesophetschermomdeinstallatietevoltooien.
GanaardesubmapvanhetapparaatenzoekhetbestandREADME.txtofeenbestandmetde
extensie.txtop.Ditbestandisvaakgenoemdnaareenbepaaldbesturingssysteem,bijvoorbeeld
WIN98.txt.HetTXT-bestandbevatinformatieoverhetinstallerenvanhetstuurprogramma.Volgde
instructiesomdeinstallatietevoltooien.
Alsdesubmapvoorhetapparaateenbestandbevatmetdeextensie.infenuwilthetstuurprogramma
installerenmethetINF-bestand,raadpleegtuhetsysteemvoorHelpenondersteuningvanWindows
voorgedetailleerdeinformatieoverhetinstallerenvanhetstuurprogramma's.
Opmerking:Alsubijgewerktestuurprogramma'svoordemachinenodighebt,raadpleegtu“Denieuwste
stuurprogramma'svooruwcomputerophalen”oppagina83voormeerinformatie.
Softwareopnieuwinstalleren
Alseenprogrammaopdecomputernietgoedwerkt,moetuhetsomsverwijderenenopnieuwinstalleren.
Opdezemanieroverschrijftudebestaandeprogrammabestanden,waardoordeproblemendieumethet
programmahebt,vaakwordenopgelost.
Alsueenprogrammavanhetsysteemwiltverwijderen,raadpleegtuhetHelp-systeemvanMicrosoft
Windowsvoormeerinformatie.
Omhetprogrammaopnieuwteinstalleren,doetueenvandevolgendedingen:
Opmerking:Demethodeomeenprogrammaopnieuwteinstallerenverschiltperprogramma.Inde
documentatiebijhetprogrammakuntulezenoferspecialeinstallatie-instructiesmoetenwordengebruikt.
Voorhetopnieuwinstallerenvandemeestenormaalvoorhandenprogramma'sraadpleegtuhet
Help-systeemvanMicrosoft(R)Windows(R)voormeerinformatie.
Alsutoepassingsprogramma'sopnieuwwiltinstallerendiedoorLenovovoorafzijngeïnstalleerd,doet
uhetvolgende:
1.Zetdecomputeraan.
2.GanaardedirectoryC:\SWTOOLS.
3.OpendemapApps.IndemapAPPSbevindenzichverscheidenesubmappendiezijngenoemdnaar
dediversetoepassingendieopuwcomputerzijngeïnstalleerd.
4.Opendemapvandegewenstetoepassing.
64ThinkStationHandboekvoordegebruiker
5.ZoekindesubmapvandetoepassinghetbestandSETUP.EXEopofandereEXE-bestandendie
geschiktzijnvoorinstallatie.Dubbelklikophetbestandenvolgdeinstructiesophetschermomde
installatietevoltooien.
Stuurprogramma'sopnieuwinstalleren
Installeerhetstuurprogrammavandeoptieopnieuwaandehandvandebijgeleverdeinstallatie-instructies.
Doorhetopnieuwinstallerenvanstuurprogramma'swijzigtudeconguratievandecomputer.Installeer
stuurprogramma'salleenopnieuwalsditnoodzakelijkisomeenprobleemmetdecomputeroptelossen.
Meerinformatieoverhetopnieuwinstallerenvandestuurprogramma'sdiebijleveringalopuwcomputer
aanwezigwaren,raadpleegtu“Voorafgeïnstalleerdesoftwareenstuurprogramma'sopnieuwinstalleren”op
pagina63.
Problemenmetherstelproceduresoplossen
AlsunietnaarhetwerkgebiedvanRescueandRecoveryofnaardeWindows-omgevingkuntgaan,kunt
uhetvolgendedoen:
GebruikeennoodherstelmediumomhetwerkgebiedvanRescueandRecoverytestarten.Zie
“Noodherstelmediamakenengebruiken”oppagina62
.
Ukuntdeherstelschijvengebruikenalsalleandereherstelmethodenmisluktzijnenuhet
vaste-schijfstationwiltherstellennaardefabrieksinstellingen.Zie“Herstelmediamakenengebruiken”op
pagina59
.
Opmerking:Alshetunietluktommetbehulpvaneennoodherstelmediumofeensetherstelschijven
toegangtekrijgentothetwerkgebiedvanRescueandRecoveryofdeWindows-omgeving,ishet
noodherstelapparaat(eeninternvaste-schijfstation,schijf,USB-vaste-schijfstationofandereexterne
apparaten)mogelijknietingesteldalsheteersteopstartapparaatindeopstartvolgorde.Controleereerstof
hetherstelapparaatdatuwiltgebruikeningesteldisalseersteopstartapparaatindeopstartvolgordevan
SetupUtility.Zie“Eenopstartapparaatkiezen”oppagina70
voorgedetailleerdeinformatieoverhettijdelijk
ofpermanentwijzigenvandeopstartvolgordevanappaaraten.MeerinformatieoverhetprogrammaSetup
UtilityvindtuinHoofdstuk7“WerkenmethetprogrammaSetupUtility”oppagina67.
Hetisbelangrijkomzosnelmogelijkeennoodherstelmediumenherstelmediatemakenendezeallemaalop
eenveiligeplaatsoptebergenvoortoekomstiggebruik.
Hoofdstuk6.Informatieoversysteemherstel65
66ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Hoofdstuk7.WerkenmethetprogrammaSetupUtility
UkunthetprogrammaSetupUtilitygebruikenomdeconguratievandecomputertebekijkenentewijzigen,
ongeachthetbesturingssysteemdatugebruikt.Deinstellingendieuinuwbesturingssysteemkiest,kunnen
eventuelevergelijkbareinstellingeninhetprogrammaSetupUtilityechteroverschrijven.
HetprogrammaSetupUtilitystarten
OmhetprogrammaSetupUtilitytestarten,doetuhetvolgende:
1.Controleerofdecomputeruitstaat.
2.DrukherhaaldelijkopdetoetsF1wanneerudecomputeraanzet.Alsumeerderegeluidssignalenhoort
ofhetlogo-schermziet,laatudetoetsF1los.
Opmerking:AlsereenPower-OnPasswordofeenAdministratorPasswordisingesteld,wordthet
menuvanhetprogrammaSetupUtilitypasafgebeeldnadatuhetwachtwoordhebtgetypt.Meer
informatievindtuin“Wachtwoordengebruiken”oppagina67
.
WanneerPOSTdetecteertdathetvasteschijfstationvanuwcomputerisverwijderdofhetformaatvande
geheugenmoduleisverkleind,zalereenfoutmeldingwordenweergegeven,wanneerudecomputeropstart
enwordtuverzochtéénvandevolgendehandelingenteverrichten:
DrukopF1omhetprogrammaSetupUtilityteopenen.
Opmerking:WanneeruhetSetupUtilityprogrammahebtgeopend,selecteertuSaveChangesandExit
onderaanhetscherm.Defoutmeldingzalnietopnieuwwordenweergegeven.
DrukopF2omdefoutmeldingteomzeilenenloginophetbesturingssysteem.
Instellingenbekijkenenwijzigen
HetmenuvanhetprogrammaSetupUtilitybestaatuiteenlijstmetsysteemconguratie-opties.Omde
instellingentebekijkenoftewijzigen,moetuhetprogrammaSetupUtilitystarten.Zie“Hetprogramma
SetupUtilitystarten”oppagina67
.Volgdaarnadeinstructiesophetscherm.
AlskunteentoetsenbordofeenmuisgebruikenomdoordemenuoptiesvanBIOStenavigeren.Welke
toetsenwordengebruiktomdeverschillendetakenuittevoeren,wordtonderaanelkschermafgebeeld.
Wachtwoordengebruiken
MethetprogrammaSetupUtilitykuntuwachtwoordeninstellenomonbevoegdetoegangtotuwcomputer
engegevenstevoorkomen.Devolgendesoortenwachtwoordenzijnbeschikbaar:
Power-OnPassword
AdministratorPassword
HardDiskPassword
Omdecomputertekunnengebruikenishetnietnoodzakelijkdatueenwachtwoordinstelt.Hetgebruik
vanwachtwoordenvergrootechterdeveiligheidvancomputergebruik.Leesdevolgendeparagrafenals
ubesluiteenwachtwoordintestellen.
©CopyrightLenovo2012
67
Overwegingentenaanzienvanwachtwoorden
Ukuntelkecombinatievanmaximaal64alfabetischeennumerieketekensgebruiken.Omwillevande
veiligheidverdienthetaanbevelingomeensterkwachtwoordtegebruiken,datnieteenvoudigkanworden
geraden.Usteltalsvolgteensterkwachtwoordin:
Zezijnminstensachttekenslang
Zebevattenminimaaléénletterenééncijfer
WachtwoordenvoorhetprogrammaSetupUtilityenvasteschijfwachtwoordenzijnniethoofdlettergevoelig.
Zezijngeheelverschillendvanuwnaamofgebruikersnaam
Zevormengeenbekendwoordofbekendenaam
Zeverschillenwezenlijkvanuweerderewachtwoorden
Power-OnPassword
AlsereenPower-OnPasswordisingesteld,wordtuelkekeerdatudecomputerinschakelt,gevraagddat
wachtwoordoptegeven.Decomputerkanpaswordengebruiktalshetjuistewachtwoordisopgegeven.
AdministratorPassword
HetAdministratorPasswordvoorkomtdatdeinstellingeninhetprogrammaSetupUtilitydooronbevoegden
wordengewijzigd.Alsuverantwoordelijkbentvoordeconguratie-instellingenvandiversecomputers,ishet
verstandigmeteenAdministratorPasswordtewerken.
AlsereenAdministratorPasswordisingesteld,wordtuelkekeerdatudeprobeertnaarhetprogramma
SetupUtilitytegaan,gevraagddatwachtwoordoptegeven.HetprogrammaSetupUtilitykanpasworden
gebruiktalshetjuistewachtwoordisopgegeven.
AlsuzoweleenPower-OnPasswordalseenAdministratorPasswordhebtingesteld,kuntueenvan
beidewachtwoordenopgeven.Alsuechtervanplanbentuwconguratie-instellingentewijzigen,moetu
hetAdministratorPasswordopgeven.
HardDiskPassword
DooreenHardDiskPasswordintestellen,voorkomtudateronbevoegdgebruikwordtgemaaktvande
gegevensopdevasteschijf.AlsereenHardDiskPasswordisingesteld,wordtubijhetopstartengevraagd
datwachtwoordoptegeven.
Opmerkingen:
Nadatueenwachtwoordvooruwvasteschijfhebtingesteld,zijnuwgegevensopdevasteschijf
beveiligd;zelfsalshetvaste-schijfstationuituwcomputerwordtgehaaldenineenanderecomputer
wordtgeïnstalleerd.
AlsuuwHardDiskPasswordbentvergeten,kuntuonmogelijkhetwachtwoordresettenofgegevens
ophetvaste-schijfstationherstellen.
Eenwachtwoordinstellen,wijzigenofwissen
Ukunteenwachtwoordalsvolgtinstellen,wijzigenofwissen:
1.StarthetprogrammaSetupUtility.Zie“HetprogrammaSetupUtilitystarten”oppagina67.
2.InhethoofdmenuvanhetprogrammaSetupUtilityselecteertuSecurity.
3.Selecteer,afhankelijkvanhettypewachtwoord,SetPower-OnPassword,SetAdministrator
PasswordofHardDiskPassword.
68ThinkStationHandboekvoordegebruiker
4.Volgdeinstructiesaanderechterkantvanhetschermomhetgewenstewachtwoordintestellen,te
wijzigenoftewissen.
Opmerking:Ukuntelkecombinatievanmaximaal64alfabetischeennumerieketekensgebruiken.
Meerinformatievindtuin“Overwegingentenaanzienvanwachtwoorden”oppagina68
.
Vergetenwachtwoordenwissen(CMOSwissen)
Alsuuwgebruikerswachtwoordofeenanderwachtwoordvergetenbent,kuntuinditgedeeltelezen
watumoetdoenomdatwachtwoordtewissen.
Ukunteenvergetenwachtwoordalsvolgtwissen:
1.Verwijderalleeventueelaanwezigeopslagmediauitdestationsenschakelalleaangeslotenapparatuur
uit.Zetdandecomputeruit.Haalvervolgensallestekkersuithetstopcontactenontkoppelallekabels
dieopdecomputerzijnaangesloten.
2.Verwijderdekapvandecomputer.Zie“Dekapvandecomputerverwijderen”oppagina30.
3.ZoekdejumpervoorWissenvanCMOS/Herstelopdesysteemplaat.Zie“Onderdelenopde
systeemplaat”oppagina11.
4.Verzetdejumpervandestandaardpositie(pennetje1en2)naardeonderhoudspositie(pennetje2en3).
5.Plaatsdekapvandecomputerterugensluithetnetsnoeraan.Zie“Hetvervangenvandeonderdelen
voltooien”oppagina57.
6.Zetdecomputeraanenwachtongeveertienseconden.Zetdecomputerweeruitdoorde
aan/uit-schakelaarongeveervijfsecondeningedrukttehouden.
7.Herhaalstap1enstap2.
8.ZetdejumpervoorWissenvanCMOS/Herstelterugindestandaardpositie(pennetje1en2).
9.Plaatsdekapvandecomputerterugensluithetnetsnoeraan.Zie“Hetvervangenvandeonderdelen
voltooien”oppagina57
.
Mogelijkheidomeenapparaatinofuitteschakelen
Inditgedeeltevindtuinformatieoverhetin-ofuitschakelenvandevolgendeapparaten:
USBCongurationMetdezeoptiekuntueenUSB-poortin-enuitschakelen.AlseenUSB-poort
uitgeschakeldis,kanhetapparaatdatopdieUSB-poortisaangesloten,nietworden
gebruikt.
SATACongurationGebruikdezeoptieomeenSATA-aansluitingofeenexterneSATA-aansluitinginofuit
teschakelen.
Ukunteenapparaatalsvolgtin-ofuitschakelen:
1.StarthetprogrammaSetupUtility.Zie“HetprogrammaSetupUtilitystarten”oppagina67.
2.Voer,afhankelijkvanhetapparaatdatuinofuitwiltschakelen,eenvandevolgendehandelingenuit:
InhethoofdmenuvanhetprogrammaSetupUtilityselecteertuDevicesSouthBridgeUSB
CongurationomeenUSB-apparaatinofuitteschakelen.
InhethoofdmenuvanhetprogrammaSetupUtilityselecteertuAdvancedSATAConguration
omeeninternofexternSATA-apparaatinofuitteschakelen.
3.KiesdegewensteinstellingenendrukopEnter.
4.DrukopF10omdewijzigingenopteslaanenhetprogrammaSetupUtilityaftesluiten.Zie“Setup
Utilityafsluiten”oppagina71.
Hoofdstuk7.WerkenmethetprogrammaSetupUtility69
Eenopstartapparaatkiezen
Alsdecomputernietopstartvanafeenbepaaldapparaat,zoalseenschijfofvaste-schijfstation,gebruiktu
eendevolgendeproceduresomhetgewensteopstartapparaatteselecteren.
Eentijdelijkopstartapparaatkiezen
Metdezeprocedurekuntueentijdelijkopstartapparaatselecteren.
Opmerking:Nietalleschijvenenvasteschijfstationszijnopstartbaar.
1.Zetdecomputeruit.
2.DrukherhaaldelijkopdetoetsF12wanneerudecomputeraanzet.Alsophetscherm“Pleaseselect
bootdevice”wordtafgebeeld,laatudetoetsF12los.
3.SelecteerhetgewensteopstartapparaatendrukopEnter.Decomputerstartnuopvanafhetapparaat
datuhebtgeselecteerd.
Opmerking:DoorinhetvensterPleaseselectbootdeviceeenopstartapparaatteselecterenwordtde
opstartvolgordenietpermanentgewijzigd.
Deopstartvolgordeselecterenofwijzigen
Omdeingesteldeopstartvolgordetebekijkenoftewijzigen,gaatualsvolgttewerk:
1.StarthetprogrammaSetupUtility.Zie“HetprogrammaSetupUtilitystarten”oppagina67.
2.InhethoofdmenuvanhetprogrammaSetupUtilityselecteertuStartup.
3.SelecteerdeapparatenvoordePrimaryStartupSequence,deAutomaticStartupSequenceendeError
StartupSequence.Bekijkdeinformatiedieaanderechterkantvanhetschermwordtafgebeeld.
4.DrukopF10omdewijzigingenopteslaanenhetprogrammaSetupUtilityaftesluiten.Zie“Setup
Utilityafsluiten”oppagina71.
ErP-compliantiemodusenDeepSxinschakelen
UkuntdeErP-compliantiemodusenDeepSxinschakelenviahetmenuDevicesinhetprogrammaSetup
Utilityomhetelektriciteitsverbruikteverlagenwanneerdecomputerstand-byofuitstaat.
AlsudeErP-modusenDeepSxwiltinschakeleninhetprogrammaSetupUtility,doetuhetvolgende:
1.StarthetprogrammaSetupUtility.Zie“HetprogrammaSetupUtilitystarten”oppagina67.
2.InhethoofdmenuvanhetprogrammaSetupUtilitykiestuDevicesSouthBridge.
3.SelecteerDeepSxendrukopEnter.
4.SelecteerEnabledinS4andS5endrukopEnter.
5.DrukopF10omdewijzigingenopteslaanenhetprogrammaSetupUtilityaftesluiten.DrukopEnter
omtebevestigendatuhetprogrammawiltafsluiten.
Opmerking:WanneerdeErP-compliantiemodusenDeepSxzijningeschakeld,kuntualsvolgtdecomputer
uitdeslaapstandhalen:
Dooropdeaan/uit-knoptedrukken
DoordefunctieWakeuponalarminteschakelen
MetdefunctieWakeuponalarmwordtdecomputeropdeingesteldetijdgeactiveerd.Gaalsvolgtte
werkomdefunctieWakeuponalarminteschakelen:
1.StarthetprogrammaSetupUtility.
70ThinkStationHandboekvoordegebruiker
2.InhethoofdmenuvanhetprogrammaSetupUtilityselecteertuPowerAutomaticPowerOn
endruktuopEnter.
3.SelecteerWakeUponAlarmendrukopEnter.Volgdaarnadeaanwijzingenophetscherm.
4.DrukopF10omdewijzigingenopteslaanenhetprogrammaSetupUtilityaftesluiten.Drukop
Enteromtebevestigendatuhetprogrammawiltafsluiten.
DefunctieAfterpowerlossinschakelen
MetdefunctieAfterpowerlosskandecomputerwordengeactiveerdwanneerdevoedingna
elektriciteitsuitvalweerwordtingeschakeld.GaalsvolgttewerkomdefunctieAfterpowerlossinte
schakelen:
1.StarthetprogrammaSetupUtility.
2.InhethoofdmenuvanhetprogrammaSetupUtilityselecteertuPowerAfterPowerLossen
druktuopEnter.
3.SelecteerPowerOnendrukopEnter.
4.DrukopF10omdewijzigingenopteslaanenhetprogrammaSetupUtilityaftesluiten.Drukop
Enteromtebevestigendatuhetprogrammawiltafsluiten.
SetupUtilityafsluiten
Alsuklaarbentmethetbekijkenofwijzigenvandeinstellingen,druktuopEscomterugtegaannaarhet
hoofdmenuvanhetprogrammaSetupUtility.MogelijkmoetumeerderemalenopEscdrukken.Voer
eenvandevolgendehandelingenuit:
AlsudegewijzigdeinstellingenwiltopslaanenhetprogrammaSetupUtilitywiltafsluiten,druktuopF10
omdewijzigingenopteslaan.
Alsudewijzigingennietwiltopslaan,selecteertuExitDiscardChangesandExitendrukuop
Enter.WanneerhetvensterResetWithoutSavingwordtgetoond,kiestuY esendruktuvervolgensop
EnteromhetprogrammaSetupUtilityteverlaten.
Alsuwiltterugkerennaardestandaardinstellingen,druktuopF9omdestandaardinstellingenteladenen
vervolgensdruktuopF10enverlaatuhetprogrammaSetupUtility.
Hoofdstuk7.WerkenmethetprogrammaSetupUtility71
72ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Hoofdstuk8.RAIDcongureren
Dithoofdstukbevatinstructiesoverhetinstallerenvanvaste-schijfstationsenhetcongurerenvanRAID
(RedundantArrayofIndependentDisks)vooruwcomputer.AfhankelijkvanhetcomputermodelkanRAID
wordeningeschakelddoorIntelRapidStoreTechnologyenterprise(RSTe)ofhetconguratieprogramma
LSIMegaRAIDBIOS.
Opmerking:DeinformatieoverhetcongurerenvanRAIDindithoofdstukisalleenvantoepassingop
Windows-omgevingen.NeemcontactopmetuwLinux-softwareleveranciervoorinformatieoverRAID
inLinux-omgevingen.
Dithoofdstukbehandeltdevolgendeonderwerpen:
“RAIDcongurerenmetIntelRSTe”oppagina73
“SnelleRAID-installatiemethetconguratieprogrammaLSIMegaRAIDBIOS”oppagina76
RAIDcongurerenmetIntelRSTe
AlsuwcomputermetIntelRSTewordtgeleverd,kuntudeonderstaandeaanwijzingenvolgenomRAID
metIntelRSTetecongureren.
Inditgedeeltevindtuinformatieoverdevolgendeonderwerpen:
“SATA-ofSAS-vasteschijfstationsinstalleren”oppagina73
“DeSATA-ofSASRAID-functionaliteitcongurerenmethetconguratieprogrammaIntelRSTe”op
pagina74
SATA-ofSAS-vasteschijfstationsinstalleren
ControleerofuwcomputeroverhetminimumaantalgeïnstalleerdeSATA-ofSAS-vasteschijfstationsbeschikt
voordehierondervermeldeondersteundeRAID-niveaus:
RAIDLevel0Stripeddisk-array
Eenvaste-schrijfstationgroepmetRAID-niveau0,dieuitminimaaltweevaste-schijfstationsbestaat
Ondersteundestripgrootte:4KB,8KB,16KB,32KB,64KBof128KB
Betereprestatieszonderfouttolerantie
RAIDLevel1Mirroreddisk-array
Eenvaste-schrijfstationgroepmetRAID-niveau1,dieuittweevaste-schijfstationsbestaat
Verbeterdeleessnelheiden100%redundantie
RAIDLevel5Block-levelstripeddiskarraymetgedistribueerdepariteit
Eenvaste-schrijfstationgroepmetRAID-niveau5,dieuitminimaaldrievaste-schijfstationsbestaat
Ondersteundestripgrootte:4KB,8KB,16KB,32KBof64KB
Betereprestatiesenfouttolerantie
RAIDLevel5metgebruikmakingvanIntelRSTeondersteuntalleenSATA-vaste-schijfstations
Controleerofdecorrecteinschakelingsmodulevoorvaste-schijfstationsopdecomputerisgeïnstalleerd:
AlsernultotdrieSATA-vaste-schijfstationsofSSD-stationszijngeïnstalleerd,isergeen
inschakelingsmodulevoorvaste-schijfstationsnodig.
©CopyrightLenovo2012
73
AlsereenSAS-vaste-schijfstationisgeïnstalleerd,isdeinschakelingsmodulevoor
SAS-vaste-schijfstations(ééntotdrievaste-schijfstations)vereist.
Gavoormeerinformatieoverdeinschakelingsmodulevoorvaste-schijfstationsnaar“Een
inschakelingsmodulevooreenvaste-schijfstationinstallerenofvervangen”oppagina44.
DeSATA-ofSASRAID-functionaliteitcongurerenmethet
conguratieprogrammaIntelRSTe
DitgedeeltebevatinformatieoverhetcongurerenvanSATA-ofSASRAID-functionaliteitmethet
conguratieprogrammaIntelRSTe.
Opmerking:HetconguratieprogrammaIntelRSTegaatervanuitdatmeerdanéénvaste-schijfstation
opuwcomputerisgeïnstalleerd.Alsermaaréénvaste-schijfstationopuwcomputerisgeïnstalleerd,is
deonderstaandeinformatienietvantoepassing.
Inditgedeeltevindtuinformatieoverdevolgendeonderwerpen:
“HetconguratieprogrammaIntelRSTeopenen”oppagina74
“RAID-volumesmakenmethetconguratieprogrammaIntelRSTe”oppagina74
“RAID-volumesverwijderenmethetconguratieprogrammaIntelRSTe”oppagina75
“Vaste-schijfstationsresettennaarniet-RAID”oppagina75
HetconguratieprogrammaIntelRSTeopenen
InditgedeeltewordtbeschrevenhoeuhetconguratieprogrammaIntelRSTekuntopenen.
Volgtijdenshetopstartenvandecomputerdeinstructiesophetscherm.DrukopCtrl+Iomnaarhet
conguratieprogrammaIntelRSTetegaan.
AlsuhetconguratieprogrammaIntelRSTehebtgeopend,wordendevolgendevieroptiesweergegeven.
1.CreateRAIDVolume
2.DeleteRAIDVolume
3.ResetDiskstoNon-RAID
4.Exit
Selecteermetdecursortoetsenpijl-omhoogenpijl-omlaageenoptie.DrukopEnteromhetgeselecteerde
menuteopenen.OmhetconguratieprogrammaIntelRSTetesluiten,druktuopEscofselecteertuExiten
druktuopEnter.
RAID-volumesmakenmethetconguratieprogrammaIntelRSTe
InditgedeeltewordtbeschrevenhoeuhetconguratieprogrammaIntelRSTekuntgebruikenvoorhet
makenvanRAID-volumes.
UmaakteenRAID-volumealsvolgt:
1.GanaarhetconguratieprogrammaIntelRSTe.Zie“HetconguratieprogrammaIntelRSTeopenen”op
pagina74.
2.Selecteermetdecursortoetsenpijl-omhoog-enpijl-omlaagCreateRAIDVolumeendrukopEnterom
hetvensterCREATEVOLUMEMENUweertegeven.
3.Devolgendevijfoptieswordenweergegeven.Selecteermetdecursortoetsenpijl-omhoogen
pijl-omlaageenoptie.Alsueenoptiehebtgecongureerd,drukdanopTabofEnteromnaarde
volgendeoptietegaan.
74ThinkStationHandboekvoordegebruiker
a.Name:volumenaam.Ukuntdestandaardnaamgebruikenofeenzelfgekozennaamtypen.
b.RAIDLevel:ukunthetRAID-niveaunaareenvandevolgendeniveauswijzigen:
RAIDLevel0
RAIDLevel1
RAIDLevel5(nietondersteundopSATA-vaste-schijfstationswanneerdeinschakelingsmodule
voorSAS-vaste-schijfstationsgeïnstalleerdis)
c.Disks:drukopEnteromnaarhetvensterSELECTDISKSMENUtegaan.Volgdeinstructies
onderaanhetmenuomvaste-schijfstationsteselecterenendrukopEnteromdeconguratiete
voltooien.
d.StripSize:selecteermetdecursortoetsenpijl-omhoogenpijl-omlaageenstripgrootte.
e.Capacity:pasdecapaciteitvanhetRAID-volumeaan.HetstandaardRAID-volumeisdegrootste
waarde.
4.Drukopenteromdeconguratievanallevijfoptiestevoltooien.Alseromwordtgevraagd,druktu
opYomhetmakenvanhetnieuweRAID-volumetebevestigen.
5.NadathetnieuweRAID-volumeisgemaakt,wordtdeinformatieoverhetRAID-volumeweergegeven
onderDISK/VOLUMEINFORMATION,zoalshetid-nummer,denaam,hetRAID-niveau,destripgrootte,
devolumegrootte,destatusenofheteenopstartbaarvolumeis.
RAID-volumesverwijderenmethetconguratieprogrammaIntelRSTe
InditgedeeltewordtbeschrevenhoeuhetconguratieprogrammaIntelRSTekuntgebruikenvoorhet
verwijderenvanRAID-volumes.
UverwijderteenRAID-volumealsvolgt:
1.GanaarhetconguratieprogrammaIntelRSTe.Zie“HetconguratieprogrammaIntelRSTeopenen”op
pagina74.
2.Selecteermetdecursortoetsenpijl-omhoogenpijl-omlaagDeleteRAIDVolume.DrukopEnterom
hetvensterDELETEVOLUMEMENUteopenen.
3.Selecteermetdecursortoetsenpijl-omhoogenpijl-omlaaghetRAID-volumedatunietnodighebt.Druk
opDelomhetgeselecteerdevolumevandelijstRAIDVolumesteverwijderen.
4.Alseromwordtgevraagd,druktuopYomhetwissenvanhetgeselecteerdeRAID-volumetebevestigen.
Vaste-schijfstationsresettennaarniet-RAID
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetresettenvanvaste-schijfstationsnaarniet-RAID.
Uresetuwvaste-schijfstationsalsvolgtnaarniet-RAID:
1.GanaarhetconguratieprogrammaIntelRSTe.Zie“HetconguratieprogrammaIntelRSTeopenen”op
pagina74.
2.Selecteermetdecursortoetsenpijl-omhoogenpijl-omlaagResetDiskstoNon-RAID.DrukopEnter
omhetvensterRESETRAIDDATAteopenen.
3.Selecteermetdecursortoetsenendespatiebalkhetvaste-schijfstationdatuwiltresettenendruk
daarnaopEnteromdeselectietevoltooien.
4.Alseromwordtgevraagd,druktuopYomdenieuweinstellingtebevestigen.
5.Alshetvaste-schijfstationdatuwiltresettenonderdeelvaneenRAID-volumeis,ishetmogelijk
datdecomputerdetecteertdathetRAID-volumekleineris.Inditgevalwordtugevraagdeen
vaste-schijfstationteselecterenomeenherstelprocestestarten.
6.Selecteereenbeschikbaarvaste-schijfstationendrukopEnteromhetherstelprocestestarten.
Opmerking:DrukopEscomeenherstelprocesteannulerenenhetRAID-volumeindestatusDegraded
tehouden.InhetvensterMainMenuonderDISK/VOLUMEINFORMATIONzietudatdestatusvan
hetRAID-volumeisgewijzigdnaarDegraded.
Hoofdstuk8.RAIDcongureren75
SnelleRAID-installatiemethetconguratieprogrammaLSIMegaRAID
BIOS
Opmerkingen:
DeLSIMegaRAIDSAS-adapterenhetconguratieprogrammaLSIMegaRAIDBIOSzijnslechts
beschikbaaropsommigemodellen.
Devolgendestappeninditgedeeltezijnbedoeldomutebegeleidenbijeensnelleinstallatie
vandebasisfunctiesvanRAIDmetdeLSIMegaRAIDSAS-adapter.Raadpleegvoorinformatie
overgeavanceerdeinstallatieenconguratiemetdezeadapterdevolledigeMegaRAIDSAS
SoftwareUserGuide(GebruikershandleidingMegaRAIDSAS-software)diebeschikbaarisop
http://support.lenovo.com/en_US/guides-and-manuals/detail.page?DocID=UM007543.
Inditgedeeltevindtuinformatieoverdevolgendeonderwerpen:
“SATA-ofSAS-vasteschijfstationsinstalleren”oppagina76
“HetconguratieprogrammaLSIMegaRAIDBIOSopenen”oppagina77
“RAID-volumesmakenmethetconguratieprogrammaLSIMegaRAIDBIOS”oppagina77
“RAID-volumesverwijderenmethetconguratieprogrammaLSIMegaRAIDBIOS”oppagina78
“Hethot-sparevaste-schijfstationinstellen”oppagina78
SATA-ofSAS-vasteschijfstationsinstalleren
ControleerofuwcomputeroverhetminimumaantalgeïnstalleerdeSATA-ofSAS-vasteschijfstationsbeschikt
voordehierondervermeldeondersteundeRAID-niveaus:
RAIDLevel0Stripeddisk-array
Eenvaste-schrijfstationgroepmetRAID-niveau0,dieuitminimaaléénvaste-schijfstationbestaat
Ondersteundestripgrootten:8kBtot1MB
Betereprestatieszonderfouttolerantie
RAIDLevel00Eenspannedvaste-schrijfstationgroepmeteenreeksvaste-schijfstationgroepenmet
RAID0
Eenvaste-schrijfstationgroepmetRAID-niveau00,dieuittweevaste-schijfstationsbestaat
Ondersteundestripgrootten:8kBtot1MB
Betereprestatieszonderfouttolerantie
RAIDLevel1Mirroreddisk-array
Eenvaste-schrijfstationgroepmetRAID-niveau1,dieuitminimaaltweevaste-schijfstationsbestaat
Verbeterdeleessnelheiden100%redundantie
RAIDLevel5Block-levelstripeddiskarraymetgedistribueerdepariteit
Eenvaste-schrijfstationgroepmetRAID-niveau5,dieuitminimaaldrievaste-schijfstationsbestaat
Ondersteundestripgrootten:8kBtot1MB
Betereprestatiesenfouttolerantie
RAID-niveau5wordtdoorsommigemodellenvandeLSIMegaRAID-adapterkaartenondersteund
ControleerofdeLSIMegaRAIDSAS-adapterkaartopuwcomputerisgeïnstalleerdenofde
vaste-schijfstationsaandezeadapterkaartzijngekoppeldennietaandeaansluitingenopdesysteemplaat.
76ThinkStationHandboekvoordegebruiker
HetconguratieprogrammaLSIMegaRAIDBIOSopenen
InditgedeeltewordtbeschrevenhoeuhetconguratieprogrammaLSIMegaRAIDBIOSkuntopenen.
UopenthetconguratieprogrammaLSIMegaRAIDBIOSalsvolgt:
1.Volgtijdenshetopstartenvandecomputerdeinstructiesophetscherm.
2.DrukopCtrl+HomnaarhetvensterCONTROLLERSELECTIONtegaan.
3.SelecteerdecontrollerdieuwiltcongurerenenklikopStartomhetconguratieprogrammaLSI
MegaRAIDBIOSteopenen.
RAID-volumesmakenmethetconguratieprogrammaLSIMegaRAID
BIOS
InditgedeeltewordtbeschrevenhoeuhetconguratieprogrammaLSIMegaRAIDBIOSkuntgebruikenvoor
hetmakenvanRAID-volumes.
HetmakenvanRAID-volumesmethetconguratieprogrammaLSIMegaRAIDBIOSdoetualsvolgt:
1.KlikophethoofdschermvanWebBIOSopCongurationWizardomnaarhetvensterChoosingthe
CongurationTypetegaan.
2.Selecteermetdecursortoetsenpijl-omhoogenpijl-omlaageenvandedrieonderstaande
conguratietypes:
ClearConguration:hiermeewordtdebestaandeconguratiegewist.
NewConguration:hiermeewordtdebestaandeconguratiegewistenkuntueennieuwe
conguratiemaken.
AddConguration:hiermeewordtdebestaandeopslagconguratiebehoudenenwordennieuwe
vaste-schijfstationstoegevoegd.Denieuweconguratieveroorzaaktgeenenkelgegevensverlies.
3.SelecteerAddCongurationenklikvervolgensopNext.Devolgendetweeoptiesworden
weergegeveninhetvensterCongurationMethod:
ManualConguration:hiermeemaaktuhandmatigvaste-schijfstationgroepenenvirtuele
vaste-schijfstations,ensteltuparametersin.
AutomaticConguration:hiermeewordtautomatischeenoptimaleRAID-conguratiegemaakt.
4.SelecteerManualCongurationenklikvervolgensopNext.HetvensterDriveGroupDenitionwordt
weergegeven.Omvaste-schijfstationgroepentemaken,gaatualsvolgttewerk:
a.Selecteereenofmeervaste-schijfstationsvoordegroep(houdtCtrlingedruktalsumeerdaneen
vaste-schijfstationselecteert).
b.KlikopAddToArrayomdegeselecteerdevaste-schijfstationsnaarDriveGroupsteverplaatsen.
c.KlikopAcceptDGomdevaste-schijfstationgroeptemaken.
d.Herhaaldebovenstaandestappenalsumeerdanéénvaste-schijfstationgroepwiltmaken.
5.KlikopNext.HetvensterSpanDenitionwordtweergegeven.Selecteerdevaste-schijfstationgroep
dieuaaneenspanwilttoevoegenenklikopAddtoSPAN.Herhaaldezestaptotdatualle
vaste-schijfstationgroepenhebtgeselecteerddieuwilttoevoegen.
6.KlikopNext.HetvensterVirtualDriveDenitionwordtweergegeven.Wijzigdeoptiesvoorhetvirtuele
vaste-schijfstationvandestandaardinstellingenophetschermnaardegewensteinstellingen.Klikop
Acceptenvolgdandeaanwijzingenophetschermomdeinstellingenaantepassen.
7.KlikopNext.HetvensterPreviewwordtdanweergegeven.
8.ControleeruwinstellingenenklikopAccept.
9.KlikopYesomdeconguratieopteslaan.
Hoofdstuk8.RAIDcongureren77
RAID-volumesverwijderenmethetconguratieprogrammaLSI
MegaRAIDBIOS
InditgedeeltewordtbeschrevenhoeuhetconguratieprogrammaLSIMegaRAIDBIOSkuntgebruiken
voorhetverwijderenvanRAID-volumes.
HetverwijderenvanRAID-volumesmethetconguratieprogrammaLSIMegaRAIDBIOSdoetualsvolgt:
1.GanaarhetconguratieprogrammaLSIMegaRAIDBIOS.Zie“HetconguratieprogrammaLSI
MegaRAIDBIOSopenen”oppagina77.
2.Selecteerdevirtuelevaste-schijfstationsdieuwiltverwijderen.HetvensterVirtualDrivewordtdan
weergegeven.
3.KlikopDeleteenvervolgensopGo.
4.KlikopYesomdewijzigingenopteslaan.
Hethot-sparevaste-schijfstationinstellen
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetinstellenvanhethot-sparevaste-schijfstation.
Ustelthethot-sparevaste-schijfstationsalsvolgtin:
1.GanaarhetconguratieprogrammaLSIMegaRAIDBIOS.Zie“HetconguratieprogrammaLSI
MegaRAIDBIOSopenen”oppagina77
.
2.Selecteerhetvaste-schijfstationdatualshot-sparevaste-schijfstationwiltinstellen.HetvensterDrive
wordtweergegeven.
3.SelecteerMakeGlobalHSPofMakeDedicatedHSPenklikopGo.
4.HethoofdschermvanhetconguratieprogrammaLSIMegaRAIDBIOSwordtdanweergegeven
enhetvaste-schijfstationdatuhebtgeselecteerdwordtinhetrechterdeelvensteralshot-spare
vaste-schijfstationweergegeven.
78ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Hoofdstuk9.Systeemprogramma'sbijwerken
IndithoofdstukvindtuinformatieoverhetbijwerkenvandePOSTenhetBIOSenhetherstellenvan
defoutendiehierbijkunnenoptreden.
Werkenmetsysteemprogramma's
Debasislaagvandesoftwaredieinelkecomputerisingebouwd,wordtgevormddoorsysteemprogramma's.
Systeemprogramma'szijnondermeerdePOST,hetBIOSenhetprogrammaSetupUtility.DePOSTis
eenreekstestsenproceduresdieiederekeerdatudecomputeraanzet,wordenuitgevoerd.HetBIOS
iseensoftwarelaagwaarininstructiesvananderesoftwarelagenwordenvertaaldnaarelektronische
signalendiedecomputerhardwarekanuitvoeren.UkunthetprogrammaSetupUtilitygebruikenomde
conguratie-instellingenvandecomputertebekijkenoftewijzigen.ZieHoofdstuk7“Werkenmethet
programmaSetupUtility”oppagina67
voormeergedetailleerdeinformatie.
OpdesysteemplaatvanuwcomputerbevindtzicheenmodulemetdenaamEEPROM(electricallyerasable
programmableread-onlymemory),indevolksmondookwel“ashgeheugen”genoemd.Ukuntdezelftest
(dePOST),hetBIOSenhetprogrammaSetupUtilityeenvoudigbijwerkendooruwcomputeroptestarten
meteenschijfvoorhetbijwerkenvansysteemprogramma´sofdoorvanuithetbesturingssysteemeen
speciaalbijwerkprogrammauittevoeren.
LenovobrengtregelmatigwijzigingenofverbeteringenaaninhetPOSTenhetBIOS.Bijgewerkte
versieskunnenwordenopgehaaldvaninternet,vanafdeLenovo-websiteophttp://www.lenovo.com.
InstructiesvoorhetgebruikvanPOST-enBIOS-updatesvindtuineenTXT-bestanddatsamenmetde
updatebestandenwordtgedownload.Voordemeestemodellenkuntueenbijwerkprogrammadownloaden
waarmeeueenschijfvoorhetbijwerkenvansysteemprogramma´skuntmakenofeenbijwerkprogramma
datukuntuitvoerenvanuithetbesturingssysteem.
HetBIOSbijwerkenvanafeenschijf(ashen)
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetupdaten(ashen)vanhetBIOSmetbehulpvaneenschijf.
Opmerking:Ukunteeneenimagevaneenautomatischstartendeschijf(eenzogenaamd
ISO-image)downloadenmetupdatesvansysteemprogramma'someenschijfvoorhetbijwerkenvan
systeemprogramma´stemaken.Ganaar
http://www.lenovo.com/support
OmhetBIOSvanafeenschijfteupdaten(ashen),doetuhetvolgende:
1.Zetdecomputeruit.
2.DrukherhaaldelijkopdetoetsF12wanneerudecomputeraanzet.ZodrahetvensterStartupDevice
Menu(Apparatenstartmenu)wordtgeopend,laatuF12weerlos.
3.SelecteerinhetvensterStartupDeviceMenuhetgewensteoptische-schijfstationalsopstartapparaat.
Plaatsvervolgensdeschijfinditoptische-schijfstationendrukopEnter.Deupdatebegint.
4.Alsuwordtgevraagdofuhetserienummerwiltwijzigen,wordtgesuggereerdomditniettedoendoor
opNtedrukken.Maarwiltuhetserienummerwélwijzigen,drukdanbijdezevraagopY,typhet
serienummerendrukopEnter.
5.Alsuwordtgevraagdofuhetmachinetypeenhetmodelwiltwijzigen,wordtgesuggereerdomditniette
doendooropNtedrukken.Maarwiltuhetmachinetypeenhetmodelwélwijzigen,drukdanbijdeze
vraagopY,typhetmachinetypeenhetmodelendrukopEnter.
©CopyrightLenovo2012
79
6.Volgdeinstructiesophetschermomdeupdatetevoltooien.Alsdeupdateklaaris,haaltudeschijfuit
hetoptischestation.
HetBIOSbijwerken(ashen)vanuithetbesturingssysteem
Opmerking:OmdatdoorLenovovoortdurendverbeteringenwordendoorgevoerdopdewebsites,kande
inhoudvandewebpaginazonderberichtvoorafwordengewijzigd,inclusiefdeinhoudwaarnaarinde
volgendeprocedurewordtverwezen.
OmhetBIOSvanuithetbesturingssysteemteupdaten(ashen),doetuhetvolgende:
1.Ganaarhttp://www.lenovo.com/support.
2.Zoekalsvolgtdedownloadbarebestandenvooruwtypecomputer:
a.GanaarhetveldEnteraproductnumber(eenproductnummerinvoeren),geefuwmachinetype
openklikopGo(Ga).
b.KlikopDownloadsanddrivers(Downloadsenstuurprogramma´s).
c.SelecteerBIOSinhetkeuzemenuReneresults(Resultatenverjnen)omeenvoudigalle
BIOS-gerelateerdelinkstevinden.
d.KlikopdeBIOS-updatelink.
3.KlikophetTXT-bestanddatdeinstructiesbevatvoorhetbijwerken(ashen)vanhetBIOSvanuit
uwbesturingssysteem.
4.Drukdezeinstructiesaf.Ditisbelangrijkomdatdezeinstructiesnietmeerwordenafgebeeldnadat
hetdownloadenisgestart.
5.Volgdeafgedrukteinstructiesomhetupdatebestandtedownloaden,uittepakkenenteinstalleren.
HerstellenvaneenPOST/BIOS-bijwerkfout
AlsdestroomuitvaltterwijldePOSTenhetBIOSwordtbijgewerkt,ishetmogelijkdatdecomputerdaarna
nietjuistmeerkanopstarten.Indatgevalvoertudevolgendeprocedureuitomhetsysteemteherstellen
vandeupdate-fouteninPOSTenBIOS.DezeprocedureheetHerstelvanhetopstartblok.
1.Verwijderalleeventueelaanwezigeopslagmediauitdestationsenschakelalleaangeslotenapparatuur
uit.Zetdandecomputeruit.Haalvervolgensallestekkersuithetstopcontactenontkoppelallekabels
dieopdecomputerzijnaangesloten.
2.Verwijderdekapvandecomputer.Zie“Dekapvandecomputerverwijderen”oppagina30.
3.ZoekdejumpervoorWissenvanCMOS/Herstelopdesysteemplaat.Zie“Onderdelenopde
systeemplaat”oppagina11.
4.VerwijderenallekabelsombijdejumpervoorWissenvanCMOS/Hersteltekunnenkomen.
5.Verzetdejumpervandestandaardpositie(pennetje1en2)naardeonderhoudspositie(pennetje2en3).
6.SluitdekabelsweeraanenplaatsdePCI-kaartterugalsudiehadverwijderd.
7.Plaatsdekapvandecomputerensteekdestekkersvandecomputerenhetbeeldscherminde
stopcontacten.Zie“Hetvervangenvandeonderdelenvoltooien”oppagina57.
8.ZetdecomputerenhetbeeldschermaanenplaatsdandeschijfmetdePOSTenBIOS-update
(ashupdate)inhetoptischestation.Wachteenpaarminuten.Vervolgenswordtdeherstelsessie
gestart.Hetherstelprocesduurtongeveertweeofdrieminuten.Gedurendedezetijdwordtereen
waarschuwingsberichtweergegevenenisergeenactievanuvereist.
9.Nadathetherstelisvoltooid,gaathetbeeldschermuitengaatuwcomputervanzelfuit.
10.Voerdestappen1t/m4nogmaalsuit.
11.ZetdejumpervoorWissenvanCMOS/Herstelterugindestandaardpositie(pennetje1en2).
12.SluitdekabelsweeraanenplaatsdePCI-kaartterugalsudiehadverwijderd.
80ThinkStationHandboekvoordegebruiker
13.Brengdekapvandecomputerweeraanensluitkabelsdieuhebtlosgekoppeldweeraan.
14.Zetdecomputeraanenstarthetbesturingssysteem.
Hoofdstuk9.Systeemprogramma'sbijwerken81
82ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Hoofdstuk10.Problemenvoorkomen
Indithoofdstuktreftuinformatiedieukanhelpenalgemeneproblementevoorkomenenuwcomputer
perfecttelatenwerken.
Uwcomputerup-to-datehouden
Inbepaaldesituatiesishetnoodzakelijkdatubeschiktoverdemeestrecentesoftwareprogramma's,
stuurprogramma'sencomponentenvanhetbesturingssysteem.Inditgedeeltewordtuitgelegdhoeuinhet
bezitkuntkomenvandenieuwsteupdatesvooruwcomputer.
Maakeenkeuzeuitéénvandevolgendeonderwerpen:
“Denieuwstestuurprogramma'svooruwcomputerophalen”oppagina83
“Updatesvanhetbesturingssysteem”oppagina83
“SystemUpdategebruiken”oppagina84
Denieuwstestuurprogramma'svooruwcomputerophalen
Opmerking:OmdatdoorLenovovoortdurendverbeteringenwordendoorgevoerdopdewebsites,kande
inhoudvandewebpaginazonderberichtvoorafwordengewijzigd,inclusiefdeinhoudwaarnaarinde
volgendeprocedurewordtverwezen.
Ukuntalsvolgtbijgewerktestuurprogramma'sophalenvandeLenovo-websiteendezestuurprogramma's
installeren:
Attentie:Downloadnooitbijgewerktestuurprogramma'svandewebsiteWindowsUpdate.De
stuurprogramma'sdieopdeWindows-websitebeschikbaarwordengesteld,zijnnietgetestdoorLenovo
enhetgebruikervankanleidentotallerleiproblemen.Ukuntdebijgewerktestuurprogramma'sverkrijgen
bijLenovo.
1.Ganaarhttp://www.lenovo.com/support.
2.KlikopDownload&Drivers(Download&stuurprogramma's).
3.Selecteerhettypemachinevooruwcomputeruitdetypelijstvoormachines.
4.Klikopdecategorievanhetapparaatwaarvoorueenstuurprogrammanodighebt.
5.Klikophetgewenstestuurprogramma.
6.Downloadeninstalleerhetstuurprogramma.
Updatesvanhetbesturingssysteem
MicrosoftsteltupdatesvoordiverseWindows-besturingssystemenbeschikbaarviadewebsiteMicrosoft
WindowsUpdate.DewebsitesteltautomatischvastwelkeupdatesvanWindowserbeschikbaarzijnvoor
uwspeciekecomputerengeefteenoverzichtvandieupdates.Hetkandaarbijgaanomoplossingenvan
beveiligingsproblemen,nieuweversiesvanbepaaldecomponentenvanWindows(bijvoorbeelddeMedia
Player),correctiesinanderedelenvanWindowsofuitbreidingenenverbeteringen.
Attentie:Downloadnooitbijgewerktestuurprogramma'svandeWindows-website.Destuurprogramma's
dieopdeWindows-websitebeschikbaarwordengesteld,zijnnietgetestdoorLenovoenhetgebruikervan
kanleidentotallerleiproblemen.Ukuntdebijgewerktestuurprogramma'sverkrijgenbijLenovo.Zie“De
nieuwstestuurprogramma'svooruwcomputerophalen”oppagina83
voormeerinformatie.
UgaatalsvolgtnaardewebsiteMicrosoftWindowsUpdate:
©CopyrightLenovo2012
83
1.Ganaarhttp://windowsupdate.microsoft.com/.
2.Volgdeaanwijzingenophetscherm.
SystemUpdategebruiken
HetprogrammaSystemUpdatehelptudesoftwareopuwcomputerup-to-datetehouden.Opdeservers
vanLenovowordenupdatepakkettenbeschikbaargesteld;dezekunnenwordengedownloadvanafde
websitevanLenovoSupport.Deupdatepakkettenkunnenvolledigeprogramma's,stuurprogramma's,
BIOS-ashesofandereupdatesvandesoftwarebevatten.WanneerhetprogrammaSystemUpdate
verbindingmaaktmetdewebsitevanLenovoSupport,wordtgedetecteerdwathetmachinetypeenhet
modelvanuwcomputeris,welkbesturingssysteemerisgeïnstalleerdenwelketaalhetbesturingssysteem
heeft.Opdiemanierkanwordenvastgesteldwelkeupdateservooruwcomputerbeschikbaarzijn.
Vervolgenswordterdaneenlijstvanupdatepakkettenafgebeeld,waarbijvoorelkpakketwordtaangegeven
ofhetcruciaal,aanbevolenofoptioneelis;opbasisdaarvankuntuhetbelangvanelkeupdateinschatten.
Ukunthelemaalzelfbepalenwelkeupdatesuwiltdownloadeneninstalleren.Nadatudegewenste
updatepakkettenhebtgeselecteerd,zorgthetprogrammaSystemUpdateervoordatdieupdates
automatischwordengedownloadengeïnstalleerd.Uhoeftverdernietsmeertedoen.
HetprogrammaSystemUpdateisopdemeesteLenovo-computersvoorafgeïnstalleerdenklaarvoor
gebruik.Deenigevoorwaardeisdatuverbindinghebtmetinternet.Ukunthetprogrammahandmatig
starten,maarerisookeenplanningsfunctiebeschikbaarwaarmeeuhetprogrammaopgezettetijden
automatischkuntlatenzoekennaarupdates.Voordergelijkegeplandeupdateskuntuhetzoekenbeperken
toteenbepaaldeseverity(crucialeupdates,crucialeenaanbevolenupdates,ofalleupdates),zodatdelijst
waaruitukuntkiezenalleendiesoortenupdatesbevatwaarvoorubelangstellinghebt.
AlshetprogrammaSystemUpdatebijuwcomputerisgeleverd,kuntuditprogrammaopenendoor
devolgendeprocedureuittevoeren:
1.KlikopStartLenovoThinkVantageTools.
2.DubbelklikopUpdatesenstuurprogramma's.
AlshetprogrammaSystemUpdatenietopuwcomputerisgeïnstalleerd,kuntuhetdownloadenvanafde
websitevanLenovoSupportophttp://www.lenovo.com/support.
Reinigingenonderhoud
Methetjuisteonderhoudwerktuwcomputerbetrouwbaar.Devolgendeonderwerpenbevatteninformatie
waarmeeuervoorkuntzorgendatuwcomputerinoptimaalconditieblijft.
“Eerstevereisten”oppagina84
“Decomputerschoonmaken”oppagina85
“Computer”oppagina85
“Toetsenbord”oppagina85
“Optischemuis”oppagina85
“Beeldscherm”oppagina86
“Goedeonderhoudsprocedures”oppagina86
Eerstevereisten
Houduaandevolgenderichtlijnen:
Houddecomputerineenschone,drogeomgeving.Plaatshemopeenstevige,horizontaleondergrond.
84ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Legnooitietsbovenophetbeeldschermenzorgaltijddatdeventilatie-openingenvanhetbeeldscherm
endecomputeronbedektzijn.Dezeventilatie-openingenvoorkomenoververhittingvandecomputer.
Houdetenswarenendrankenuitdebuurtvandediverseonderdelenvanhetsysteem.Zovoorkomtudat
hettoetsenbordendemuisplakkerigwordenennietmeerfunctioneren.
Zorgdatdeaan/uit-knopendeandereknoppennietnatworden.Vochttastnietalleendeonderdelen
aan,maarleidtooktoteenverhoogdekansopeenelektrischeschok.
Haaldestroomkabelaltijdaandestekkeruithetstopcontact;treknietaandekabel.
Decomputerschoonmaken
Hetiseengoedegewoonteomdecomputerregelmatigschoontemaken.Zobeschermtudebuitenkanten
voorkomtustoringen.
WAARSCHUWING:
Zetdecomputerenhetbeeldschermuitvoordatubegintmetschoonmaken.
Computer
Gebruikalleenmildeschoonmaakmiddeleneneenvochtigedoekomdegelakteoppervlakkenvande
computertereinigen.
Toetsenbord
Gaalsvolgttewerkomhettoetsenbordvanuwcomputertereinigen:
1.Doeeenbeetjespiritusopeenzachte,stofvrijedoek.
2.Maakdetoetseneenvooreenschoonmetdedoek.Maakdetoetseneenvooreenschoon:alsu
meerderetoetsentegelijkprobeertschoontemaken,kanhetdoekjeachtereenaangrenzendetoets
blijvenhaken,waardoordetoetsbeschadigdkanraken.Zorgdatergeenvloeistofopoftussende
toetsendrupt.
3.Voorhetverwijderenvanstofofkruimelsonderdetoetsenkuntugebruikmakenvaneen
cameraborsteltjemetblowerofkoudeluchtvaneenhaardrogerofföhn.
Opmerking:Spuitschoonmaakvloeistofnietrechtstreeksophetbeeldschermoftoetsenbord.
Optischemuis
Inditgedeeltevindtuinstructiesvoorhetschoonmakenvaneenoptischemuis.
Eenoptischemuismaaktvoorhetbesturenvandeaanwijzergebruikvaneenlichtemiterendediode(LED)
eneenoptischesensor.Alsdeaanwijzerophetschermnietsoepeldebewegingenvandeoptischemuis
volgt,kanhetzijndatdemuismoetwordenschoongemaakt.
Ureinigteenoptischemuisalsvolgt:
1.Zetdecomputeruit.
2.Haaldestekkervandemuisuitdeaansluitingopdecomputer.
3.Keerdemuisomencontroleerdelens.
a.Alservlekkenopdelenszitten,veegtudezeafmeteenwattenstaafje.
b.Alservuilopdelenszit,blaastuhetvuilvoorzichtigvandelensaf.
4.Controleerhetoppervlakwaaropudemuisgebruikt.Alserophetoppervlakeenzeercomplex(e)
afbeeldingofpatroonaanwezigis,kandedigitalesignaalprocessor(DSP)dewijzigingenindepositie
vandemuiswellichtmoeilijkvolgen.
5.Sluitdemuiskabelweeropdecomputeraan.
Hoofdstuk10.Problemenvoorkomen85
6.Zetdecomputerweeraan.
Beeldscherm
Eenstoaagverergertdeproblemendiedoorreectiewordenveroorzaakt.Maakhetbeeldschermdaarom
vantijdtottijdschoon.Zie“Eenplatbeeldschermschoonmaken”oppagina86en“Eenglazenbeeldbuis
schoonmaken”oppagina86.
Eenplatbeeldschermschoonmaken
Alsueenat-panelbeeldschermhebtmeteenexibeloppervlak,maaktuhetbeeldschermopdevolgende
manierschoon.Neemhetschermvoorzichtigafmeteenzachte,drogedoekofblaasdevuildeeltjeseraf.
BevochtigeendoekjemeteenschoonmaakmiddelvoorLCD-schermenenveeghetschermschoon.
Demeestewinkelsvoorcomputerbenodigdhedenverkopendezespecialereinigingsvloeistofvoor
beeldschermen.GebruikalleenreinigingsmiddelendiespeciaalzijnontwikkeldvoorLCD-schermen.
Bevochtigeennietpluizende,zachtedoekmethetreinigingsmiddelenmaakdaarnahetLCD-scherm
schoon.Sommigewinkelsvoorcomputerbenodigdhedenverkopenookvochtigeschoonmaakdoekjesvoor
LCD-schermen.
Eenglazenbeeldbuisschoonmaken
Neemhetschermvoorzichtigafmeteenzachte,drogedoekofblaasdevuildeeltjeseraf.Gebruikeen
zachtedoekmeteenniet-schurendeglasreiniger.
Goedeonderhoudsprocedures
Doorutehoudenaanenkelegoedeonderhoudsprocedureshoudtudeprestatiesvandecomputerhoog,
beschermtuuwgegevensenbentuingevalvanstoringenophetergstevoorbereid.
Leegdeprullenbakregelmatig.
VoerafentoehetWindows-programmaSchijfdefragmentatieuitomtevoorkomendatdeprestaties
achteruitgaandoordateengrootaantalbestandengefragmenteerdisgeraakt(geenaaneengesloten
ruimteopschijfinbeslagneemt).
Wisinuwe-mailprogrammaafentoedemappenvooruwPostvakIN,VerzondenitemsenGewisteitems.
Maakregelmatigbackupsopverwisselbareopslagmediavandebelangrijkstebestandenengegevensen
bewaardiebackupsopeenveiligeplaats.Hoevaakupreciesbackupsmoetmaken,isafhankelijkvan
hetbelangvandegegevensvooruofuwbedrijf.BijLenovoiseenaantalapparatenvoorverwisselbare
opslagmediaverkrijgbaaralsoptie,zoalscd-RW-stationsendvd-stationsmetschrijfmogelijkheid.
Maakafentoeeenbackupvanhethelevaste-schijfstation.
Houddecomputersoftwareup-to-date.Zie“Uwcomputerup-to-datehoudenoppagina83
voor
meerinformatie.
Houdeenlogboekbij.Noteerdaarinbijvoorbeeldbelangrijkewijzigingenvandesoftwareofdehardware,
updatesvanstuurprogramma's,incidenteleproblemenenwatuhebtgedaanomzeoptelossen,en
kleineproblemendieubenttegengekomen.Eenlogboekhelptu(ofeentechnicusvanLenovo)te
bepalenofeenprobleemtemakenheeftmeteenwijzigingindehardware,eenwijzigingindesoftwareof
eenanderehandelingdieisuitgevoerd.
Herstelschijvenmaken.Zie“Herstelmediamakenengebruiken”oppagina59
voormeerinformatieover
hetgebruikvanproductherstelschijvenomhetvaste-schijfstationteherstellennaardeoorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
Noodherstelmediamaken.Zie“Noodherstelmediamakenengebruiken”oppagina62voormeer
informatieoverhoeunoodherstelmedia,zoalseencdofdvd,kuntgebruikenvoorhetherstellenvan
foutendiehetonmogelijkmakenomtoegangtekrijgentotdeWindows-omgevingofhetwerkgebiedvan
RescueandRecoveryopuwvaste-schijfstation.
86ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Decomputervervoeren
Neembijhetvervoerenvandecomputerdevolgendevoorzorgsmaatregeleninacht.
1.Maakeenbackupvanallebestandenengegevensophetvaste-schijfstation.Erzijnallerleiprogramma's
voorhetmakenvanreservekopieënindehandel.Mogelijkbeschiktookhetbesturingssysteemdatu
gebruiktovereenbackupprogramma.UkuntookhetprogrammaRescueandRecoveryvanLenovo
gebruikenomeenback-upvangegevenstemakenengegevensteherstellen.Zie“Backup-en
herstelbewerkingenuitvoeren”oppagina60voormeerinformatie.
2.Verwijderalleopslagmedia(bijvoorbeelddiskettes,CD'senbanden)uitdestations.
3.Zetdecomputerenallerandapparatuuruit.Delees/schrijfkopvanhetvaste-schijfstationwordt
automatischnaareengebiedzondergegevensverplaatst.Hierdoorwordtbeschadigingvanhet
vaste-schijfstationvoorkomen.
4.Haalallestekkersuithetstopcontact.
5.Haalallecommunicatiekabels,zoalsmodem-ennetwerkkabels,uitdeaansluitingenenhaalvervolgens
deandereuiteindenuitdecomputer.
6.Onthoudwaareventueleoverigekabelsopdecomputeraangeslotenzijnenverwijderdekabels.
7.Alsuhetorigineleverpakkingsmateriaalhebtbewaard,kuntudeonderdelenhierinverpakken.Alsu
gebruikmaaktvananderedozen,moetudeonderdeleneerstafzonderlijkgoedinpakken,zodatze
nietbeschadigdraken.
Hoofdstuk10.Problemenvoorkomen87
88ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Hoofdstuk11.Diagnoseenprobleemoplossing
Indithoofdstukwordenenkeleprogramma'svoorelementaireprobleemoplossingendiagnosebeschreven.
Mochthetprobleemmetuwcomputerhiernietwordenbeschreven,raadpleegdanHoofdstuk12“Informatie,
hulpenservice”oppagina107
vooraanvullendeinformatiebronnenoverprobleemoplossing.
Elementaireprobleemoplossing
Indevolgendetabelvindtuinformatieoverhetoplossenvanproblemenmetuwcomputer.
Opmerking:Mochtuhetprobleemnietzelfkunnenoplossen,laatdecomputerdannazien.Raadpleeg
debijuwcomputergeleverdepublicatieThinkStationVeiligheidengarantieofganaarSupport-website
vanLenovoophttp://www.lenovo.com/support/phonevooreenlijstvantelefoonnummersvoorservice
enondersteuning.
SoortfoutHandeling
Decomputerstartnietopnahet
indrukkenvandeaan/uit-knop.
Controleerof:
Hetnetsnoerisaangeslotenaandeachterzijdevandecomputerenopeen
goedwerkendstopcontact.
Decomputernogeentweedenetschakelaaraandeachterzijdeheeftenof
diewelaanstaat.
Hetnetvoedingslampjeaandevoorkantvandecomputerbrandt.
Despanning(hetvoltage)waarophetapparaatisingesteld,overeenkomtmetde
spanningdieinuwlandofregioophetstopcontactstaat.
Hetbeeldschermisleeg.
Controleerof:
Designaalkabelvanhetbeeldschermcorrectisaangeslotenophetbeeldscherm
enopdejuistebeeldschermaansluitingvandecomputer.
Hetnetsnoerisaangeslotenophetbeeldschermenopeengoedwerkend
stopcontact.
Hetbeeldschermaanstaatendeknoppenvoorhelderheidencontrastgoed
zijningesteld.
Despanning(hetvoltage)waarophetapparaatisingesteld,overeenkomtmetde
spanningdieinuwlandofregioophetstopcontactstaat.
Alsuwcomputerbeschiktovertweebeeldschermaansluitingen,gebruikdan
deaansluitingopdegraschekaart.
Hettoetsenbordwerktniet.
Controleerof:
Decomputeraanstaat.
Dekabelvanhettoetsenbordstevigindeaansluitingvanhettoetsenbordop
decomputerzit.
Geenvandetoetsenklemmen.
Demuiswerktniet.
Controleerof:
Decomputeraanstaat.
DekabelvandemuisstevigineenUSB-poortvandecomputerzit.
Demuisschoonis.Zie“Optischemuis”oppagina85voormeerinformatie.
©CopyrightLenovo2012
89
SoortfoutHandeling
Hetbesturingssysteemstartniet
op.
Controleerof:
Indeopstartvolgordehetapparaatisopgenomenwaarophetbesturingssysteem
isgeïnstalleerd.Meestalishetbesturingssysteemgeïnstalleerdophet
vaste-schijfstation.Meerinformatievindtuin“Eenopstartapparaatkiezen”
oppagina70
.
Decomputergeefteenaantal
geluidssignalenvoordathet
besturingssysteemwordt
gestart.
Controleerofergeentoetsenklemmen.
Procedurevoorverhelpenvanproblemen
Gebruikdevolgendeprocedurealsbeginpuntbijhetopsporenvanproblemenmetdecomputer:
1.Controleerofallekabelsvanalleaangeslotenapparatuurcorrectenstevigzijnbevestigd.
2.Controleerofallenetsnoerenvanapparatuurmeteeneigennetvoedingzijngeplaatstingeaarde,
goedwerkendestopcontacten.
3.ControleerofalleaangeslotenapparatenindeBIOS-instellingenvanuwcomputeringeschakeldzijn.
InformatieovertoegangtotenhetwijzigenvandeBIOS-instellingenvindtuinHoofdstuk7“Werken
methetprogrammaSetupUtility”oppagina67.
4.Ganaarhet“Problemenoplossen”oppagina90envolgdeinstructiesvoorhettypeprobleemdatu
ondervindt.Alsdeinformatievoorhetoplossenvanproblemenugeenmogelijkeoplossingaanreikt,
gadanverdermetdevolgendestap.
5.Alsueenwijzigingindehardwareofsoftwarehebtaangebrachtwaardoorhetprobleemzoukunnen
wordenveroorzaakt,probeerdanofeeneerdervastgelegdeconguratiewelwerkt.Voordatueen
eerdereconguratieterugzet,moetueerstdeactueleconguratievastleggenvoorhetgevalde
instellingenvandeoudereconguratiehetprobleemnietoplossenofzelfseennadeligeinvloedhebben.
Alsueenvastgelegdeconguratiewiltherstellen,kliktuopStartConguratieschermSysteem
enbeveiligingSysteemSysteembeveiligingSysteemherstel.Alshetprobleemhierdoorniet
isverholpen,gaatuverderbijdevolgendestap.
6.Voerdediagnoseprogramma'suit.Zie“LenovoSolutionCenteroppagina105voormeerinformatie.
Alseendiagnoseprogrammaeenhardwarefoutontdekt,neemtucontactopmethetLenovoCustomer
SupportCenter.ZieHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”oppagina107voormeerinformatie.
Alsudediagnoseprogramma'snietkuntuitvoeren,neemtucontactopmethetLenovoCustomer
SupportCenter.ZieHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”oppagina107voormeerinformatie.
Alserbijdediagnosegeenhardwarestoringwordtgevonden,gaatuverderbijdevolgendestap.
7.Gebruikeenantivirusprogrammaomtecontrolerenofuwcomputerisbesmetmeteenvirus.Alshet
programmaeenvirusontdekt,verwijdertudatvirus.
8.Alsgeenvandezeactieseenoplossingbiedt,roeptutechnischeassistentiein.ZieHoofdstuk12
“Informatie,hulpenservice”oppagina107voormeerinformatie.
Problemenoplossen
Gebruikdezeinformatievoorhetoplossenvanprobleemomoplossingenvoorproblementevindendie
duidelijkedymptomenhebben.
Alshetsymptoomonmiddellijkisopgetredennainstallatievaneennieuwehardware-optieofnieuwe
software,doetuhetvolgendevoordatudeinformatievoorprobleemoplossingraadpleegt:
1.Verwijderdenieuwehardwareofdesoftware.Alsudekapvandecomputermoetopenenomeen
hardware-optieteverwijderen,leesdaneerstdeinformatieoverelektrischeveiligheiddiebijuw
computerisgeleverd.Vooruwveiligheiddientudecomputerniettegebruikenalsdekapisverwijderd.
90ThinkStationHandboekvoordegebruiker
2.Voerdediagnoseprogramma'suitomtecontrolerenofdecomputergoedwerkt.
3.Installeerdenieuwehardwareoptieofsoftwareweeraandehandvandeinstructiesvandefabrikant.
Zoekhetprobleemopindeonderstaandetabel:
Audioproblemen”oppagina91
“CD-problemen”oppagina92
“DVD-problemen”oppagina93
“Problemenmethetvaste-schijfstation”oppagina95
“Incidenteleproblemen”oppagina96
“Problemenmettoetsenbord,muisofaanwijsapparaat”oppagina96
“Beeldschermproblemen”oppagina97
“Ethernet-problemen”oppagina99
“Problemenmetopties”oppagina101
“Problemenmetdeprestatiesofvastlopenvandecomputer”oppagina102
“Printerproblemen”oppagina103
“Problemenmetdeseriëlepoort”oppagina104
“Softwareproblemen”oppagina104
“USB-problemen”oppagina105
Audioproblemen
Zoekhetsymptoomopindeonderstaandetabel:
“GeengeluidsweergaveinWindows”oppagina91
“Eenaudio-cdofAutoPlay-cdwordtnietautomatischgestartwanneerdezeinhetstationwordt
geplaatst”oppagina92
“Geluidwordtdoorslechtséénluidsprekervoortgebracht”oppagina92
“GeengeluidinDOS-toepassingenofspelletjes”oppagina92
GeengeluidsweergaveinWindows
Symptoom:geengeluidsweergaveinWindows
Handelingen:
Alsugebruikmaaktvanluidsprekersmeteigenvoeding,controleerdanofereenaan/uit-knopisenofde
knopindestandAanstaat;controleerookofhetnetsnoervandeluidsprekerisaangeslotenopeen
correctwerkendstopcontact.
Alsdeexterneluidsprekerseenvolumeregelinghebben,controleerdanofhetvolumeniettelaagis
ingesteld.
DubbelklikophetvolumepictograminhetberichtengebiedvanWindows.Eenvenstermet
volumeregelaarswordtgeopend.ZorgdatdeaankruisvakjesvoorDempennietzijngeselecteerden
datdevolumeregelaarsniettelaagzijningesteld.
Sommigemodellenhebbenaandevoorzijdeeenaudiopaneelwaarmeeuhetvolumekuntaanpassen.
Alsuwcomputereendergelijkaudiopaneelheeft,controleertuofhetvolumeniettelaagisingesteld.
Controleerofdeexterneluidsprekers(ofdehoofdtelefoon)zijnaangeslotenopdeaudio-aansluitingvan
decomputer.Vaakzijnluidsprekerkabelsvoorzienvaneenkleurdiehetzelfdeisalsdekleurvande
aansluiting.
Hoofdstuk11.Diagnoseenprobleemoplossing91
Opmerking:wanneerukabelsvoorexterneluidsprekersofkoptelefoonsaansluitopdeaudiopoort,wordt
deeventueelaanwezigeinterneluidsprekerdaardooruitgeschakeld.Indemeestegevallenwordtdoorhet
installerenvaneengeluidskaart,ineenvandeuitbreidingssleuven,deopdesysteemplaatingebouwde
audiofunctieuitgeschakeld;udientdangebruiktemakenvandeaansluitingenvandegeluidskaart.
Controleerofhetprogrammadatugebruikt,isbedoeldvoorgebruikonderhetbesturingssysteem
MicrosoftWindows.AlsheteenDOS-programmabetreft,wordenergeenWindows-audiovoorzieningen
gebruiktenmoethetprogrammawordengecongureerdvoorgebruikvanSoundBlasterProof
SoundBlaster-emulatie.
Controleerofdeaudiostuurprogramma'scorrectzijngeïnstalleerd.Raadpleegvoormeerinformatiehet
Help-systeemvanMicrosoftWindows.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107
.
Eenaudio-cdofAutoPlay-cdwordtnietautomatischgestartwanneerdezeinhet
stationwordtgeplaatst
Eenaudio-CDofAutoPlay-CDwordtnietautomatischgestartalsdeCDinhetstationwordtgeplaatst
Handeling:zie“CD-problemen”oppagina92.
Geluidwordtdoorslechtséénluidsprekervoortgebracht
Symptoom:slechtséénexterneluidsprekergeeftgeluid.
Handelingen:
Zorgdatdeluidsprekerkabelcorrectenstevigisaangeslotenindepoortvandecomputer.
Controleerofdekabeldiedeluidsprekersmetelkaarverbindt,goedisbevestigd.
DubbelklikophetvolumepictograminhetberichtengebiedvanWindows.Eenvenstermet
volumeregelaarswordtgeopend.Controleerofdebalansgoedisingesteld.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietisopgelost,isdeluidsprekermisschiendefect.Laatde
luidsprekernazien.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpen
service”oppagina107
.
GeengeluidinDOS-toepassingenofspelletjes
Symptoom:geengeluidsweergavevoorDOS-toepassingenofspelletjes
Handelingen:
ControleerofdeDOS-toepassinggecongureerdisvoorgebruikvanSoundBlasterPro-of
SoundBlaster-emulatie.Raadpleegdedocumentatiediebijhetprogrammaisgeleverdvoorinstructies
overhetkiezenvaninstellingenvoordegeluidskaart.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolution
Centeruit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpen
service”oppagina107.
CD-problemen
Zoekhetsymptoomopindeonderstaandetabel:
“Eenaudio-cdofAutoPlay-cdwordtnietautomatischgestartwanneerdecdinhetstationwordt
geplaatst”oppagina93
92ThinkStationHandboekvoordegebruiker
“EenbepaaldeCDofDVDdoethetniet”oppagina93
“Erkangeenopstartbaarherstelmedium,zoalsdeherstel-CD,wordengebruiktvoorhetopstartenvan
decomputer”oppagina93
Eenaudio-cdofAutoPlay-cdwordtnietautomatischgestartwanneerdecdinhet
stationwordtgeplaatst
Symptoom:eenaudio-cdofAutoPlay-cdwordtnietautomatischgestartwanneerdecdinhetstation
wordtgeplaatst.
Handelingen:
AlsumeerdereCD-ofDVD-stationshebt,ofeencombinatievanCD-enDVD-stations,plaatstudeCDin
eenanderstation.Somsisslechtséénvandestationsverbondenmethetaudiosubsysteem.
AlsuhetsysteemWindows7gebruikt,gadanalsvolgttewerk“EenbepaaldeCDofDVDdoethet
niet”oppagina93
.
Alshetprobleemhierdoornietwordtverholpen,doetuhetvolgende“EenbepaaldeCDofDVDdoethet
niet”oppagina93.
EenbepaaldeCDofDVDdoethetniet
Symptoom:eenbepaaldecdofdvddoethetniet.
Handelingen:
ControleerofdeCDcorrectisgeplaatst,metdelabelkantnaarboven.
Controleerofdecddieugebruikt,schoonis.Voorhetverwijderenvanstofenvingerafdrukkenveegtude
CDofDVDmeteenzachtedoekvanuithetmiddennaarderandschoon.Alsudeschijfmetdraaiende
bewegingenschoonveegt,kunnenergegevensverlorengaan.
Controleerofdegebruikteschijfgeenkrassenofanderebeschadigingenvertoont.PlaatseenandereCD,
waarvanuweetdathijgoedis,inhetstation.AlsueengoedeCDooknietkuntlezen,iserwaarschijnlijk
eenprobleemmethetCD-ofDVD-stationofmetdebekabeling.Zorgervoordatdevoedings-en
signaalkabelsvanhetstationstevigzijnaangesloten.
Erkangeenopstartbaarherstelmedium,zoalsdeherstel-CD,wordengebruiktvoor
hetopstartenvandecomputer
Symptoom:decomputerkannietwordengestartmeteenopstartbaar(bootable)herstelmedium,zoalsde
herstel-CD.
Actie:zorgdathetcd-ofdvd-stationindeopstartvolgordevóórhetvaste-schijfstationstaat.Raadpleeg
het“Deopstartvolgordeselecterenofwijzigen”oppagina70
voorinformatieoverhetbekijkenenwijzigen
vandeopstartvolgorde.Opmerking:Bijsommigemodellenisdeopstartvolgordevastingesteldenkan
dezenietwordengewijzigd.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107.
DVD-problemen
Zoekhetsymptoomopindeonderstaandetabel:
“HetschermblijftzwartalserDVD-videowordtafgespeeld.oppagina94
“DVD-lmkannietwordenafgespeeld.oppagina94
Hoofdstuk11.Diagnoseenprobleemoplossing93
“GeengeluidsweergaveofhaperendegeluidsweergavebijafspelenvaneenDVD-lm.oppagina94
“Deweergaveistraagofwordtvaakonderbroken.oppagina94
“Melding:ongeldigeschijfofschijfnietgevonden”oppagina95
HetschermblijftzwartalserDVD-videowordtafgespeeld.
Symptoom:hetschermblijftzwartalserdvd-videowordtafgespeeld
Handelingen:
StarthetDVD-afspeelprogrammaopnieuw.
Sluitallegeopendebestanden,sluitdecomputerafenstartdecomputeropnieuwop.
Probeerofhethelptalsuderesolutieverlaagtofhetaantalkleurenvermindert.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107
.
DVD-lmkannietwordenafgespeeld.
Symptoom:dvd-lmwordtnietafgespeeld.
Handelingen:
ControleerofdeDVDschoonenonbeschadigdis.
ControleerofderegiocodevandeDVDovereenkomtmetdievanuwDVD-station.Dvdskunnenalleen
wordenafgespeeldalsdezezijngekochtmetcoderingvoorderegiowaaruuwcomputergebruikt.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107
.
GeengeluidsweergaveofhaperendegeluidsweergavebijafspelenvaneenDVD-lm.
Symptoom:erisgeenofincidenteelgeluidtijdenshetafspelenvaneendvd-lm.
Handelingen:
Controleerdeinstellingvoorhetvolumeopuwcomputerenopuwluidsprekers.
ControleerofdeDVDschoonenonbeschadigdis.
Controleerdeaansluitingenvandekabelsvanennaardeluidsprekers.
GanaarhetDVD-menuvoordevideoenselecteereenandergeluidsspoor.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107
.
Deweergaveistraagofwordtvaakonderbroken.
Symptoom:deweergaveisergtraagofwordtvaakonderbroken.
Handelingen:
Alserprogramma'sopdeachtergrondactiefzijn(bijvoorbeeldAntiVirus),beëindigtudie.
Steldebeeldschermresolutieinopminderdan1152x864beeldpunten.
94ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107.
Melding:ongeldigeschijfofschijfnietgevonden
Symptoom:meldingOngeldigeschijfofschijfnietgevonden
Handelingen:
Controleerofereendvd-schijfinhetstationzit,metdeglimmendekantnaarbeneden.
Steldebeeldschermresolutieinopminderdan1152x864beeldpunten.
Alsinuwsysteemzoweleencd-ROMofCD-RW-stationalseendvd-stationisgeïnstalleerd,controleer
danofdedvdookechtinhet“Dvd”-stationzit.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107.
Problemenmethetvaste-schijfstation
Zoekhetsymptoomopindeonderstaandetabel:
“Sommigeofallevaste-schijfstationsontbrekenvanhetprogrammaSetupUtility”oppagina95
“Hetbericht“NoOperatingSystemFound”ofhetsysteemwordtnietvanafhetjuistevaste-schijfstation
gestart”oppagina95
Sommigeofallevaste-schijfstationsontbrekenvanhetprogrammaSetupUtility
Symptoom:sommigeofallevaste-schijfstationsontbrekenvanhetprogrammaSetupUtility
Handelingen:
Controleerofallesignaal-envoedingskabelsvanhetvaste-schijfstationjuistzijnverbonden.Zie“Een
vaste-schijfstationinstallerenofvervangen”oppagina40
.
AlsuwcomputerovervijfSAS-vaste-schijfstationsbeschikt,controleerdanofdeinschakelingsmodule
vanhetSAS-vaste-schijfstation(ééntotdrievaste-schijfstations)ofdeLSIMegaRAIDSAS-adapter
isgeïnstalleerd.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107
.
Hetbericht“NoOperatingSystemFound”ofhetsysteemwordtnietvanafhetjuiste
vaste-schijfstationgestart
Symptoom:hetbericht“NoOperatingSystemFound”ofhetsysteemwordtnietvanafhetjuiste
vaste-schijfstationgestart
Handelingen:
Controleerofallesignaal-envoedingskabelsvanhetvaste-schijfstationjuistzijnverbonden.Zie“Een
vaste-schijfstationinstallerenofvervangen”oppagina40.
Controleerofhetvaste-schijfstationwaarvanuwcomputerwordtgestartalshetopstartapparaatwordt
weergegeveninhetprogrammaSetupUtility.Zie“Eenopstartapparaatkiezen”oppagina70
.
AlsuRAIDgebruikt,controleerdanofdestationsjuistzijngecongureerd.ZieHoofdstuk8“RAID
congureren”oppagina73.
Hoofdstuk11.Diagnoseenprobleemoplossing95
Opmerking:Inzeldzamegevallenkanhetvaste-schijfstationmethetbesturingssysteembeschadigdraken.
Indatgevalmoetumogelijkhetvaste-schijfstationvervangen.Zie“Eenvaste-schijfstationinstallerenof
vervangen”oppagina40.Verdermoetumogelijkdegegevensophetvaste-schijfstationherstellen,ofhet
vaste-schijfstationnaardestandaardfabrieksinstellingenherstellen.Zie“Werkenmethetwerkgebiedvan
RescueandRecovery”oppagina61voormeerinformatie.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107.
Incidenteleproblemen
Symptoom:ertreedtonregelmatigeenprobleemopdatmoeilijktelokaliserenis.
Handelingen:
Controleerofallekabelsensnoerenstevigzijnbevestigdaandecomputerendeaangeslotenapparatuur.
Controleerofdeventilatie-openingnietgeblokkeerdis(ermoetsprakezijnvanluchtcirculatierondde
opening)endeventilatorswerken.Alsdewarmeluchtgeenuitwegheeftofdeventilatorenhetnietdoen,
bestaatdekansdatdecomputeroververhitraakt.
ControleerofhetlaatsteexterneapparaatinelkeSCSI-ketenopdejuistemanieralseindstation
isingesteld(indienereenSCSI-adapterenSCSI-apparatenzijngeïnstalleerd).(Raadpleegde
SCSI-documentatie.)
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107
.
Problemenmettoetsenbord,muisofaanwijsapparaat
Zoekhetsymptoomopindeonderstaandetabel:
“Sommigeofalletoetsenophettoetsenbordwerkenniet”oppagina96
“Demuisofhetaanwijsapparaatwerktniet”oppagina97
“Deaanwijzerophetschermvolgtdebewegingenvandemuisnietsoepel”oppagina97
“Hetdraadlozetoetsenbordwerktniet”oppagina97
Sommigeofalletoetsenophettoetsenbordwerkenniet
Symptoom:sommigeofalletoetsenophettoetsenbordwerkenniet.
Handelingen:
Controleerofdekabelvanhettoetsenbordstevigindeaansluitingvanhettoetsenbordzit.
AlseenEnhancedPerformanceUSB-toetsenbordgebruikteneenofmeerRapidAccess-toetsendeenige
toetsenzijndienietwerken,kanhetzijndatudietoetsenuitgeschakeldhebtofaangeenenkelefunctie
hebttoegewezen.RaadpleegdeHelp-functievanhetprogrammaEnhancedPerformanceCustomization
KeyboardterassistentiebijhetdiagnosticerenvanproblemenmetRapidAccess-knoppen.
InhetbesturingssysteemWindows7doetuhetvolgende:
1.KlikopStartConguratiescherm.
2.KlikopHardwareengeluid.
3.KlikopApparatenenprinters.
4.DubbelklikopToetsenbord(USBEnhancedPerformance).HetprogrammaUSBEnhanced
PerformanceKeyboardCustomizationwordtgestart.
96ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,laatuhettoetsenbordendecomputer
nakijken.RaadpleegvoormeerinformatieHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”oppagina107.
Demuisofhetaanwijsapparaatwerktniet
Symptoom:demuisofhetaanwijsapparaatwerktniet.
Handelingen:
Controleerofdekabelvandemuisofhetaanwijsapparaatstevigindejuisteaansluitingopdecomputer
zit.Afhankelijkvanhettypemuisdatugebruikt,isditdemuispoort,deUSB-poortofdeseriëlepoort.
SommigetoetsenbordenhebbeningebouwdeUSB-aansluitingenvooreenUSB-muisof-aanwijsapparaat.
Controleerofdestuurprogramma'svoordemuisofhetaanwijsapparaatcorrectzijngeïnstalleerd.
AlsuwerktmeteenUSB-toetsenbordof-muis,controleerdanofindeBIOS-instellingende
USB-aansluitingenzijngeactiveerd.Zie“Mogelijkheidomeenapparaatinofuitteschakelen”op
pagina69
.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107.
Deaanwijzerophetschermvolgtdebewegingenvandemuisnietsoepel
Probleem:deaanwijzerophetschermbeweegtnietsoepelmeemetdemuis.
Handeling:foutievebewegingenvandeaanwijzerophetschermwordenmeestalveroorzaaktdoor
vastgekoektvuil,vetenandereverontreinigingenopdebalbinnenindemuis.Maakdemuisschoon.
Zie“Optischemuis”oppagina85voorinstructies.
Hetdraadlozetoetsenbordwerktniet
Symptoom:hetdraadlozetoetsenbordwerktniet.
Actie:alshetcommunicatie-LEDvandetransceiveraanisenhetdraadlozetoetsenbordnietwerkt,
startuuwcomputeropnieuwop.Alshetprobleemnietisverholpennadatudecomputeropnieuwhebt
opgestart,controleertuhetvolgende:
Zijndebatterijengoedgeïnstalleerd?
Bevattendebatterijenvoldoendestroom?
Hetdraadlozetoetsenbordbevindtzichopminderdantienmetervandetransceiver.
Detransceiverisvollediggeïnstalleerd.
Actie:alshetcommunicatie-LEDvandetransceivernietaanis,sluitudetransceiverenhettoetsenbord
opnieuwaan.
Beeldschermproblemen
Opmerking:Veelbeeldschermenbeschikkenoverstatuslampjeseningebouwdeknoppenvoorhet
aanpassenvanhelderheid,contrast,breedte,hoogteenanderebeeldkenmerken.Dezeregelaarszijnechter
nietopallebeeldschermenhetzelfde.Informatieoverdestatuslampjesenhetgebruikvandeknoppenvindt
uindedocumentatiebijuwcomputer.
Zoekhetsymptoomopindeonderstaandetabel:
“Erverschijnenverkeerdetekensophetscherm”oppagina98
“Hetbeeldschermwerktbijhetaanzettenvandecomputer,maarnaeenperiodevaninactiviteitblijfthet
schermleeg”oppagina98
Hoofdstuk11.Diagnoseenprobleemoplossing97
“Hetbeeldschermwerktbijhetaanzettenvandecomputer,maarhetblijftleegbijhetstartenvan
sommigetoepassingsprogramma's”oppagina98
“Hetbeeldlijktteikkeren”oppagina98
“Hetbeeldisverkleurd”oppagina99
Erverschijnenverkeerdetekensophetscherm
Symptoom:erverschijnenverkeerdetekensophetscherm.
Handeling:laatdecomputernakijken.ZieHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”oppagina107
voor
meerinformatie.
Hetbeeldschermwerktbijhetaanzettenvandecomputer,maarnaeenperiodevan
inactiviteitblijfthetschermleeg
Symptoom:hetbeeldschermwerktbijhetaanzettenvandecomputer,maarnaeenperiodevaninactiviteit
blijfthetschermleeg.
Handeling:waarschijnlijkiseenvandeenergiebesparendevoorzieningenvandecomputeringesteld.Als
dithetgevalis,kuntuhetprobleemmisschienverhelpendoorhetenergiebeheeruitteschakelenofde
instellingenervantewijzigen.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107.
Hetbeeldschermwerktbijhetaanzettenvandecomputer,maarhetblijftleegbijhet
startenvansommigetoepassingsprogramma's
Symptoom:hetbeeldschermwerktbijhetaanzettenvandecomputer,maarhetblijftleegbijhetstarten
vansommigetoepassingsprogramma's.
Handelingen:
Controleerofdebeeldschermkabelstevigindeaansluitingophetbeeldschermenindeaansluitingopde
computerzit.Eenlossekabelkanvoorincidenteleproblemenzorgen.
Controleerofudevoordetoepassingsprogramma'svereistestuurprogramma'shebtgeïnstalleerd.
Raadpleegdedocumentatiebijhettoepassingsprogrammaencontroleeroferstuurprogramma's
vereistzijn.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107
.
Hetbeeldlijktteikkeren
Symptoom:hetbeeldlijktteikkeren.
Handelingen:
Hetbeeldschermwerktwellichtineenstandmetlageverversingsfrequentie.Stelhetbeeldscherminop
dehoogstmogelijkenon-interlacedverversingsfrequentiediedoorhetbeeldschermenvideo-controller
wordtondersteund.
Attentie:Alsueenresolutieofeenverversingsfrequentiegebruiktdienietdoorhetbeeldschermwordt
ondersteund,kanhetbeeldschermbeschadigdraken.Raadpleegdedocumentatiebijuwbeeldscherm
voorinformatieoverdeondersteundeverversingsfrequenties.
98ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Hetbeeldschermwordtmogelijkgestoorddoorapparatenindebuurt.Magnetischeveldenrondom
andereapparaten(zoalstransformatoren,TL-buizenofanderebeeldschermen)kunnendeoorzaakzijn
vanhetprobleem.ZetTL-verlichtingofandereapparatendieeenmagnetischveldkunnengenereren
verderwegvandecomputer.Alshetprobleemhierdoornietwordtverholpen,doetuhetvolgende:
1.Zethetbeeldschermuit.(Alsueenkleurenbeeldschermverplaatstterwijlditisingeschakeld,kaner
verkleuringontstaan.)
2.Deapparatenenhetbeeldschermmoetentenminste30,5cm(12inch)uitelkaarstaan.
3.Zethetbeeldschermaan.
UkuntdeverversingsfrequentieinstellenviahetConguratiescherm.
KlikinWindows7opStartConguratieschermHardwareengeluidSchermresolutie
aanpassenGeavanceerdeinstellingen.KlikvervolgensopdetabBeeldschermenkieseenandere
vernieuwingsfrequentie.
RaadpleegdedocumentatieofdeHelp-functievooruwbesturingssysteemvoormeerinformatieover
beeldscherminstellingen.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,laatuhetbeeldschermnazien.Raadpleeg
voormeerinformatieHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”oppagina107
.
Hetbeeldisverkleurd
Symptoom:hetbeeldisverkleurd.
Handeling:hetbeeldschermwordtmogelijkgestoorddoorapparatenindebuurt.Magnetischevelden
rondomandereapparaten(zoalstransformatoren,TL-buizenofanderebeeldschermen)kunnendeoorzaak
zijnvanhetprobleem.ZetTL-verlichtingofandereapparatendieeenmagnetischveldkunnengenereren
verderwegvandecomputer.Alshetprobleemhierdoornietwordtverholpen,doetuhetvolgende:
1.Zethetbeeldschermuit.(Alsueenkleurenbeeldschermverplaatstterwijlditisingeschakeld,kaner
verkleuringontstaan.)
2.Deapparatenenhetbeeldschermmoetentenminste30,5cm(12inch)uitelkaarstaan.
3.Zethetbeeldschermaan.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,laatuhetbeeldschermnazien.Raadpleeg
voormeerinformatieHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”oppagina107.
Ethernet-problemen
Zoekvoorproblemenmetethernetuwsymptoomindeonderstaandelijst:
“Uwcomputerkangeenverbindingmeteennetwerkmaken.oppagina99
“Deadapteriserzonderaanwijsbareredenmeegestopt”oppagina100
AlsuwcomputereenGigabitEthernet-modelisenugebruiktdesnelheid1000Mbps,werktde
verbindingnietofertredenfoutenopindeverbinding.oppagina100
“UhebteenGigabitEthernet-modelcomputer,enkuntgeennetwerkverbindingtotstandbrengen
meteensnelheidvan1000Mbps.Inplaatsdaarvanwordtdeverbindingtotstandgebrachtmeteen
snelheidvan100Mbps”oppagina101
Uwcomputerkangeenverbindingmeteennetwerkmaken.
Symptoom:uwcomputerkangeenverbindingmeteennetwerkmaken.
Handelingen:controleerof:
Dekabelgoedisaangesloten.
Hoofdstuk11.Diagnoseenprobleemoplossing99
Denetwerkkabelmoetgoedzijnaangeslotenopzoweldeethernet-poortvanuwcomputeralsopde
RJ45-aansluitingvandehub.Demaximaaltoegestaneafstandvandecomputertotdehubis100
meter.Probeereenanderekabelalsdeproblemenzichblijvenvoordoen,ondanksdatdekabelgoedis
aangeslotenendeafstandniettegrootis.
Dekabelgoedisaangesloten.
Hetjuistestuurprogrammawordtgebruikt.
InhetbesturingssysteemWindows7doetuhetvolgende:
1.KlikopStartConguratiescherm.
2.KlikopHardwareengeluid.
3.KlikopApparaatbeheer.Wanneererwordtgevraagdomeenbeheerderswachtwoordofeen
bevestiging,typtudatwachtwoordofgeeftudiebevestiging.
4.AlserlinksvandenaamvandeadapteronderNetwerkadaptereenuitroeptekenstaat,gebruiktu
waarschijnlijkeenverkeerdstuurprogrammaofeenstuurprogrammadatnietisgeactiveerd.Omhet
stuurprogrammabijtewerken,kliktumetderechtermuisknopopdegemarkeerdeadapter.
5.KlikopStuurprogrammabijwerkenenvolgdeinstructiesophetscherm.
Deswitch-poortendeadapterdezelfdeduplexinstellinghebben.
Alsudeadapterhebtgecongureerdvoorvolledigduplex,zorgdandatdeswitch-poortookhiervoor
isgecongureerd.Alsudeverkeerdeduplexinstellingopgeeft,kunnendeprestatiesvanhetapparaat
achteruitgaan,kunnenergegevensverlorengaanenkunnenerverbindingenverbrokenworden.
Allenetwerksoftwaredievooruwnetwerkomgevingnodigis,goedisgeïnstalleerd.
Neemcontactopmetdenetwerkbeheerdervoordebenodigdenetwerksoftware.
Deadapteriserzonderaanwijsbareredenmeegestopt
Symptoom:deadapteriserzonderaanwijsbareredenmeegestopt.
Handeling:mogelijkzijndenetwerkstuurprogramma'sbeschadigdofontbrekenze.Werkhet
besturingsprogrammabijonderverwijzingnaardebeschrijvingvandeprocedurevoorde“Oplossing”om
ervoortezorgendathetjuistestuurprogrammaisgeïnstalleerd.
DefunctieWakeonLANwerktniet
Symptoom:defunctieWakeonLAN(WOL)werktniet.
Handelingen:
ZorgervoordatWOLisingeschakeldinhetprogrammaBIOSSetupUtility.
Alsdeoptieisingeschakeld,neemdancontactopmetdenetwerkbeheerdervoorhetopgevenvan
devereisteinstellingen.
AlsuwcomputereenGigabitEthernet-modelisenugebruiktdesnelheid1000Mbps,
werktdeverbindingnietofertredenfoutenopindeverbinding.
Symptoom:alsuwcomputerisuitgerustmeteenGigabitEthernet-kaartenugebruikteensnelheidvan
1000Mbps,misluktdeverbindingoftredenerfoutenop.
Handelingen:
Gebruikkabelsvancategorie5encontroleerofdenetwerkkabelgoedisaangesloten.
Gebruikeen1000BASE-Thub/switch(nieteen1000BASE-X).
100ThinkStationHandboekvoordegebruiker
UhebteenGigabitEthernet-modelcomputer,enkuntgeennetwerkverbinding
totstandbrengenmeteensnelheidvan1000Mbps.Inplaatsdaarvanwordtde
verbindingtotstandgebrachtmeteensnelheidvan100Mbps
Symptoom:uhebteenGigabitEthernet-modelcomputer,enkuntgeennetwerkverbindingtotstand
brengenmeteensnelheidvan1000Mbps.Inplaatsdaarvanwordtdeverbindingtotstandgebrachtmet
eensnelheidvan100Mbps.
Handelingen:
Probeereenanderekabel.
Controleerofdelinkpartnerisingesteldop'auto-negotiate'.
Controleerofdeswitchvoldoetaan802.3ab(gigabyteovercopper).
Problemenmetopties
Aandehandvandezeinformatiekuntueendiagnosemakenvanproblemenmethardwareoptiesvan
Lenovowaarvoornieteeneigenprobleemoverzichtbeschikbaaris.
Zoekhetsymptoomopindeonderstaandetabel:
“Eenzojuistgeïnstalleerdeoptiewerktniet”oppagina101
“Eeneerdergeïnstalleerdeoptiewerktnietmeer”oppagina101
Eenzojuistgeïnstalleerdeoptiewerktniet
Symptoom:eenzojuistgeïnstalleerdeoptiewerktniet.
Handeling:Controleerof:
Deoptiegeschiktisvooruwcomputer.
Udeinstallatie-instructiesbijdeoptieenbijdecomputerhebtopgevolgdenalleoptiebestanden
(bijvoorbeeldstuurprogramma's,indienvantoepassing)correctzijngeïnstalleerd.
Ergeenanderegeïnstalleerdeoptiesofkabelszijnlosgeraakt.
U(inhetgevaldeoptieeenadapteris)voldoendehardwareresourceshebttoegewezenomdeadapter
goedtelatenfunctioneren.Informatieoverderesourcesdievoorelkeadaptervereistzijn,kuntuvinden
indedocumentatiediebijdebetreffendeadapterisgeleverd.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107.
Eeneerdergeïnstalleerdeoptiewerktnietmeer
Symptoom:eeneerdergeïnstalleerdeoptiewerktnietmeer.
Handelingen:
Controleerofallehardwareoptiesenkabelsgoedvastzitten.
Alserbijdeoptieapartetestinstructieszijngeleverd,gebruikdezedanomdeoptietetesten.
AlsdefoutoptreedtineenSCSI-optie,controleertuof:
DekabelsvooralleexterneSCSI-optiescorrectzijnaangesloten.
EropdelaatsteoptieinelkeSCSI-keten,ofheteindevandeSCSI-kabel,eenafsluitweerstandis
geplaatst.
Hoofdstuk11.Diagnoseenprobleemoplossing101
AlleexterneSCSI-optieszijningeschakeld.ExterneSCSI-optiesmoetenwordenaangezetvoordatu
hetsysteeminschakelt.RaadpleegdeSCSI-documentatievoormeerinformatie.
Controleerofdeoptieendeeventueelvereistestuurprogramma'scorrectzijngeïnstalleerd.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107
.
Problemenmetdeprestatiesofvastlopenvandecomputer
Alserproblemenmetdeprestatieszijnofdecomputervastloopt,kandateengevolgzijnvan:
“Onvoldoenderuimteophetvaste-schijfstation”oppagina102
“Eenbuitensporigaantalniet-aaneengeslotenbestanden”oppagina103
“Onvoldoendegeheugen”oppagina103
Maakindebovenstaandelijsteenkeuzeomtewetentekomenhoeuhetprobleemkuntverhelpen.
Onvoldoenderuimteophetvaste-schijfstation
Symptoom:onvoldoendevrijeruimteophetvaste-schijfstation
Alshetvaste-schijfstationtevolraakt,wordthetbesturingssysteemWindowslangzamer.Ditkanzelfs
totfoutenleiden.
AlsuinhetbesturingssysteemWindows7wiltzienhoeveelruimteernogvrijis,doetuhetvolgende:
1.KlikopStartComputer.
2.KlikmetderechtermuisknopopstationCenklikopEigenschappen.Dehoeveelheidvrijeruimte
wordtafgebeeld.
Watukuntdoenomruimtevrijtemaken:
1.KlikopStartComputer.
2.KlikmetderechtermuisknopopstationCenklikopEigenschappen.
3.KlikopSchijfopruiming.
4.Erverschijnteenlijstmeteenaantalcategorieënvanbestandendiedoorgaansoverbodigzijn.
SelecteerelkebestandscategoriedieuwiltverwijderenenklikopOK.
1.KlikopStartConguratiescherm.
2.KlikopProgramma´s.
3.KlipopWindows-functiesinofuitschakelen.
4.ErverschijnteenlijstvanoptioneleWindows-componenten.Volgdeaanwijzingenophetscherm.
1.KlikopStartComputer.
2.KlikmetderechtermuisknopopstationCenklikopEigenschappen.
3.KlikopSchijfopruiming.
4.KlikopSysteembestandenopschonen.
5.KlikopdetabMeeropties.
102ThinkStationHandboekvoordegebruiker
6.KlikinhetgebiedProgramma´senfunctiesopdeknopOpruimen.
7.Erverschijnteenlijstvangeïnstalleerdeprogramma's.Selecteerhetprogrammadatuwilt
verwijderen.KlikopWijzigen/verwijderen.
Wisinuwe-mailprogrammademappenvooruwPostvakIN,VerzondenitemsenGewisteitems.(De
namenvandemappenendeprocedureszijnpere-mailprogrammaverschillend.Alsuhulpnodighebt,
kuntuhetHelp-systeemvanhete-mailprogrammaraadplegen.
Eenbuitensporigaantalniet-aaneengeslotenbestanden
Symptoom:eenbuitensporigaantalniet-aaneengeslotenbestanden.
Handeling:voerhetWindows-programmaSchijfdefragmentatieuit.
Opmerking:Afhankelijkvandecapaciteitvanhetvaste-schijfstationendehoeveelheidgegevensdieopdat
stationzijnopgeslagen,kandeuitvoeringvanSchijfdefragmentatieeenaantalureninbeslagnemen.
InhetbesturingssysteemWindows7doetuhetvolgende:
1.Sluitalleactieveprogramma'senallegeopendevensters.
2.KlikopStartComputer.
3.KlikmetderechtermuisknopopstationCenklikopEigenschappen.
4.KlikopdetabExtra.
5.KlikopNudefragmenterenenvervolgensopDoorgaan.
6.MetNudefragmenterenstartuhetdefragmentatieproces.
Onvoldoendegeheugen
Symptoom:onvoldoendegeheugen
Inhetalgemeengeldtdathoemeergeheugenergeïnstalleerdis,hoebeterWindowswerkt.
Handeling:Installeerextrageheugen.ZievoorinformatieoverdeaankoopvaneengeheugenHoofdstuk12
“Informatie,hulpenservice”oppagina107.Voorstapsgewijzeinstructiesvoorhetinstallerenvangeheugen
raadpleegtuhet“Geheugenmodulesinstallerenofvervangen”oppagina34.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107.
Printerproblemen
Symptoom:Deprinterwerktniet.
Handelingen:controleerof:
1.Deprinteraanstaatenonlineis.
2.Hetpapiercorrectgeladenis.
3.Dekabelvandeprinterstevigisaangeslotenopdejuisteparallelle,seriële,ofUSB-poortvande
computer.
Opmerking:PrintersignaalkabelszonderIEEE-goedkeuringkunnenonvoorspelbareproblemenveroorzaken.
1.Allestuurprogramma'senandereprogramma'sdiebijdecomputerzijngeleverd,correctzijn
geïnstalleerd.
Hoofdstuk11.Diagnoseenprobleemoplossing103
2.Udeprinterpoortcorrecthebttoegewezeninuwbesturingssysteem,hettoepassingsprogrammaen
deBIOS-instellingen.MeerinformatieoverBIOS-instellingenvindtuonderHoofdstuk7“Werken
methetprogrammaSetupUtility”oppagina67.
Alshetprobleemzichopnieuwvoordoet,voertudetestsuitzoalsbeschrevenindedocumentatiediebij
uwprinterisgeleverd.Mochtuhetprobleemnietzelfkunnenoplossen,laatdecomputerdannazien.Zie
Hoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”oppagina107
.
Problemenmetdeseriëlepoort
Aandehandvanonderstaandeinformatiekuntuproblemenopsporenmetdeseriëlepoortenmetapparaten
dieeropzijnaangesloten.
Symptoom:Deseriëlepoortisniettoegankelijk.
Handelingen:
Controleerofdeseriëlekabelstevigbevestigdisaandecomputerenaanhetseriëleapparaat.Alshet
seriëleapparaateeneigennetsnoerheeft,controleerdanofdatineengeaardstopcontactisgestoken.
Alshetseriëleapparaateeneigenaan/uit-knopheeft,controleerdanofdieindeaan-standstaat.
AlshetseriëleapparaateeneigenOnline-knopheeft,controleerdanofdieindeOnline-standstaat.
Alshetseriëleapparaateenprinteris,controleerdanofhetpapierjuistgeladenis.
Controleerofdesoftwarediebijhetseriëleapparaatisgeleverd,correctisgeïnstalleerd.Raadpleegde
documentatiebijhetseriëleapparaat.
Controleer,alsueenseriëlepoortadapterhebttoegevoegd,ofdezecorrectisgeïnstalleerdengoedis
gemonteerd.
Alshetprobleemdoordezehandelingennietwordtopgelost,voertuhetprogrammaLenovoSolutionCenter
uit.Alsutechnischeassistentienodighebt,gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”op
pagina107
.
Softwareproblemen
Zoekhetsymptoomopindeonderstaandetabel:
“Bijhetsorterenopdatumwordendedatumsnietincorrectevolgordegeplaatst”oppagina104
“Desoftwarewerktnietzoalsverwacht”oppagina104
Bijhetsorterenopdatumwordendedatumsnietincorrectevolgordegeplaatst
Symptoom:bijhetsorterenwordendedatanietincorrectevolgordegeplaatst.
Handeling:sommigeprogramma'sdiezijnontwikkeldvóór2000,makenalleengebruikvandelaatste
tweecijfersvaneenjaaromdatatesorteren,onderdeaannamedatdeeerstetweecijfersaltijdhetgetal
19vormen.Neemcontactopmetuwleveranciervoormogelijkeupdates.Veelsoftwarefabrikantenstellen
updatesbeschikbaaropinternet.
Desoftwarewerktnietzoalsverwacht
Symptoom:desoftwarefunctioneertnietzoalsverwacht.
Handelingen:
Demeesteprogramma'sbeschikkenoveringebouwdehelp-systemenmetaanwijzingenvoordemeeste
taken.Alshetuitvoerenvaneenbepaaldetaakvanhetprogrammaproblemenoplevert,raadpleegtuhet
104ThinkStationHandboekvoordegebruiker
help-systeemvanhetprogramma.Help-systemenkunnenvaakwordengestartviaeenmenuofknopin
hetprogramma,ofsomsookdooropF1tedrukken.
AlsumoeilijkhedenondervindtmethetbesturingssysteemWindowsofonderdelenervan,raadpleegtu
hethelp-systeemvanWindows.UkunthetstartenvanuithetmenuStartvanWindows.
Omnategaanofdeproblemenwordenveroorzaaktdoorzojuistgeïnstalleerdesoftware,controleertuof:
Uwcomputerhetminimaalvereistegeheugenheeftomdesoftwaretegebruiken.Raadpleegde
informatiebijuwsoftwareomdegeheugenvereistentecontroleren.(Alsuzojuisteenadapterof
geheugenhebtgeïnstalleerd,kanersprakezijnvaneenconictindegeheugenadressen).
Hetprogrammageschiktisvoorgebruikopdezecomputer.
Anderesoftwarewerktopdecomputer.
Hetprogrammaopeenanderecomputerwerkt.
Alserfoutberichtenophetschermverschijnenwanneeruhetprogrammagebruikt,raadpleegdande
documentatiediebijhetprogrammaisgeleverdofhethelp-systeemvanhetprogrammaomtezienwat
dezefoutberichtenbetekenenenhoeudeproblemenkuntoplossen.
Neemcontactopmetuwleveranciervoormogelijkeupdates.Veelsoftwarefabrikantenstellenupdates
beschikbaaropinternet.
Alshetsoftwareprogrammaeerdergoedwerkte,maarnunietmeer,kliktuopStart
ConguratieschermSysteemenbeveiligingSysteemSysteembeveiligingSysteemherstel.
Alsuhetprobleemnietviaanderemethodenkuntverhelpen,verwijdertuhetsoftwareprogrammaen
installeertuhetopnieuw.
Alsdoordezehandelingenhetprobleemnietisopgelost,roeptudehulpinvaneentechnischedienst.
NeemcontactopmetuwsoftwareleverancierofraadpleegHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”
oppagina107
voornadereinformatie.
USB-problemen
Symptoom:hetisnietmogelijktoegangtekrijgentotdeUSB-aansluitingen.
Handelingen:
ZorgdatdeUSB-kabelstevigisaangeslotenopdeUSB-poortenhetUSB-apparaat.Alshet
USB-apparaateeneigennetsnoerheeft,controleerdanofdatineengeaardstopcontactisgestoken.
AlshetUSB-apparaateeneigenaan/uit-knopheeft,controleerdanofdieindeaan-standstaat.
AlshetUSB-apparaateeneigenOnline-knopheeft,controleerdanofdieindeOnline-standstaat.
AlshetUSB-apparaateenprinteris,controleerdanofhetpapierjuistgeladenis.
Zorgervoordatstuurprogramma'sofanderesoftwarevoorhetUSB-apparaatcorrectisgeïnstalleerd.
RaadpleegdedocumentatiebijhetUSB-apparaat.
StelhetapparaatopnieuwindoordeUSB-aansluitinglostemakenenopnieuwtebevestigen.
Alshetprobleemnietdoordezehandelingenwordtopgelost,voertudediagnoseprogramma´suitom
deUSB-aansluitingtetesten(zie“LenovoSolutionCenter”oppagina105
voorinstructies).Alsbijhet
USB-apparaateendiagnoseprogrammaisgeleverd,voertudatuit.Alsutechnischeassistentienodigheeft,
gadannaarHoofdstuk12“Informatie,hulpenservice”oppagina107
.
LenovoSolutionCenter
UgebruikthetprogrammaLenovoSolutionCentervoorhetopsporenenoplossenvanproblemenmet
uwcomputer.Methetprogrammakuntudiagnosetestsuitvoeren,systeeminformatieverzamelen,de
Hoofdstuk11.Diagnoseenprobleemoplossing105
beveiligingsstatuscontrolerenenondersteuningsinformatiebekijken.Hetbevatooktipsenadviezenvoor
maximalesysteemprestaties.
Opmerkingen:
HetprogrammaLenovoSolutionCenterisalleenbeschikbaaropmodellenwaaropWindows7inde
fabriekisgeïnstalleerd.AlshetprogrammanietvoorafopuwWindows7-modelisgeïnstalleerd,kuntu
hetdownloadenvanafhttp://www.lenovo.com/diagnose.
AlsuhetbesturingssysteemMicrosoftWindowsVista
®
ofWindowsXPgebruikt,gaatunaar
http://www.lenovo.com/diagnosevoordenieuwsteinformatieoverdiagnoseprogramma'svooruw
computer.
OmhetprogrammaLenovoSolutionCenterophetbesturingssysteemWindows7uittevoeren,kliktuop
StartAlleprogramma´sLenovoThinkVantageToolsSysteemstatusendiagnoseprogramma's.
Volgdeaanwijzingenophetscherm.
MeerinformatievindtuinhetHelp-systeemvanLenovoSolutionCenter.
Opmerking:Alsuhetprobleemnietzelfkuntopsporenenverhelpennadatuhetprogrammahebt
uitgevoerd,slaatudelogboekgegevensopdiedoorditprogrammazijngemaaktendruktudezegegevens
af.UhebtdezelogboekennodigtijdensuwonderhoudmetdeservicetechnicusvanLenovo.
106ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Hoofdstuk12.Informatie,hulpenservice
Indithoofdstukvindtuinformatieoverhulp,serviceentechnischeassistentievoorproductendiedoor
Lenovozijngeproduceerd.
Informatiebronnen
Aandehandvandeinformatieindithoofdstukkuntuanderebelangrijkeinformatiebronnenmetbetrekking
totuwcomputerraadplegen.
LenovoThinkVantageTools
HetprogrammaLenovoThinkVantageToolswijstudewegnaareenkeuraaninformatiebronnenengeeft
eenvoudigtoegangtotverschillendetools,zodatueenvoudigerenveiligerkuntwerken.
AlsuLenovoThinkVantageToolswiltopenen,kliktuopStartAlleprogramma'sLenovo
ThinkVantageT ools.
LenovoWelcome
MethetprogrammaLenovoWelcomemaaktukennismeteenaantalinnovatieveingebouwdevoorzieningen
vanLenovoenwordtudooreenaantalbelangrijkesetuptakengeleid.Hierdoorhaaltuhetbesteuituw
computer.
Helpenondersteuning
HetHelp-enonderstuningsinformatiesysteemvanWindowsleidtudoorverschillendehelp-en
ondersteuningsinformatievanLenovoenMicrosoft,zoalshetupdatenvanstuurprogramma´s,toegangtot
ThinkVantageTechnologies,entoegangtotgebruikershandleidingen.
KlikvoortoegangtotdeWindowsHelp-enondersteuningsinformatieopStartHelpenondersteuning.
Veiligheidengarantie
DepublicatieThinkStationVeiligheidengarantiediebijuwcomputerisgeleverd,bevatinformatieover
veiligheid,setup,garantieenanderekennisgevingen.Zorgdatualleveiligheidsvoorschriftenhebtgelezenen
begrepenvoordatuditproductgaatgebruiken.
Lenovo-website(http://www.lenovo.com)
DeLenovo-websitebevatdemeestrecenteinformatieenservicesterondersteuningvanhetaanschaffen,
upgradenenonderhoudenvanuwcomputer.Ukuntookhetvolgendedoen:
Desktop-,werkstation-ennotebookcomputers,beeldschermen,projectoren,upgradesenaccessoires
vooruwcomputeraanschaffen,enproterenvanspecialeaanbiedingen.
Extradienstenaanschaffen,zoalsondersteuningvoorhardware,besturingssystemenen
softwareprogramma's,instellenencongurerenvanhetnetwerk,eninstallatieopmaat.
Upgradesenuitgebreidereparatieservicesvoordehardwareaanschaffen.
Demeestrecentestuurprogramma'senupdatesvandesoftwarevooruwspeciekemodelcomputer
downloaden.
Deonlinehandleidingenvooruwproductenraadplegen.
DeLenovoBeperkteGarantielezen.
©CopyrightLenovo2012
107
Toegangkrijgentotinformatieoverprobleemoplossingenondersteuningvooruwmodelcomputer
enandereondersteundeproducten.
Detelefoonnummersvandeservice-enondersteuningsdienstvooruwlandofregioopzoeken.
Zoekennaareenserviceproviderbijuindebuurt.
LenovoSupport-website
EristechnischeondersteuningsinformatiebeschikbaarviadeLenovoSupport-websiteop:
http://www.lenovo.com/support
Dezewebsitewordtbijgewerktmetdenieuwsteondersteuningsinformatie,bijvoorbeeldoverdevolgende
onderwerpen:
Stuurprogramma'sensoftware
Diagnoseprogramma's
Product-enServicegarantie
Product-enonderdelendetails
Gebruikershandleidingenenhandboeken
Help-informatieenveelgesteldevragen
Hulpenservice
Inditgedeeltevindtuinformatieoverhetaanvragenvanhulpenservice.
Documentatieendiagnoseprogramma'sgebruiken
Alsereenprobleemmetuwcomputeroptreedt,raadpleegtuHoofdstuk11“Diagnoseenprobleemoplossing”
oppagina89.Aanvullendeinformatiebronnenvoorhetoplossenvancomputerproblemenwordenopgesomd
in“Informatiebronnen”oppagina107
.
Vermoedtudathetprobleemwordtveroorzaaktdoordesoftware,raadpleegdandedocumentatievanhet
besturingssysteemofhetsoftwareprogramma,inclusiefdeREADME-bestandenendeonlineHelp.
Demeestecomputerswordengeleverdmeteenaantaldiagnoseprogramma'sdieuhelpen
hardwareproblemenoptesporen.Zie“LenovoSolutionCenter”oppagina105
voorinstructiesvoorhet
gebruikvandezediagnoseprogramma's.
Ukuntdenieuwstetechnischeinformatievindenenstuurprogramma'senupdatesdownloadenvanafde
websitevanLenovoSupport:
http://www.lenovo.com/support
Serviceaanvragen
TijdensdegarantieperiodekuntuvoortelefonischehulpeninformatieterechtbijhetCustomerSupport
Center.
Tijdensdegarantieperiodezijndevolgendeservicesbeschikbaar:
Probleembepaling-speciaalopgeleidonderhoudspersoneelstaatklaaromutehelpendeoorzaakvan
eenhardwareprobleemoptesporenenhetprobleemteverhelpen.
Reparatievanhardware-alshetprobleemwordtveroorzaaktdoorhardwaredieonderdegarantievalt,
zalspeciaalopgeleidonderhoudspersoneelzorgdragenvoordenoodzakelijkeservice.
108ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Ontwerpwijzigingen-insommigegevallenmoeteenproductnadeverkoopwordenaangepast.Lenovo
ofuwLenovo-dealerzaldergelijketechnischewijzigingenaanbrengenalszevantoepassingzijnopuw
hardware.
Devolgendeitemsvallennietonderdegarantie:
VervangingofgebruikvanonderdelendienietzijngefabriceerddoorLenovoofvanLenovo-onderdelen
zondergarantie
Opsporingvandeoorzaakvansoftwareproblemen
ConguratievanhetBIOSalsonderdeelvaneeninstallatieofupgrade
Wijzigingenofupgradesvanstuurprogramma's
Installatieenonderhoudvannetwerkbesturingssystemen(NOS)
Installatieenonderhoudvansoftwareprogramma's
RaadpleegdebijdecomputergeleverdepublicatieThinkStationVeiligheidengarantiediebijuwcomputer
werdgeleverd,voorinformatieoverdegarantietypenendoorlooptijden.Omrechtteblijvenhoudenopde
garantieservicedientuuwaankoopbewijstebewaren.
VooreenlijstvantelefoonnummersvanLenovoSupportinuwlandofregiogaatunaar
http://www.lenovo.com/support/phoneofraadpleegtudebijuwcomputergeleverdepublicatieThinkStation
Veiligheidengarantie.
Opmerking:Telefoonnummerskunnenzondervoorafgaandberichtwordengewijzigd.Alshetnummer
vooruwlandofregioontbreekt,neemtucontactopmetuwLenovo-wederverkoperofmetuw
Lenovo-vertegenwoordiger.
Zorgdatubijuwcomputerzitalsubelt.Alsubeltvoortechnischeassistentie,moetudevolgende
informatiebijdehandhebben:
Machinetypeen-model
Deserienummersvandehardwareproducten
Beschrijvingvanhetprobleem
Deexactetekstvanfoutberichten
Gegevensoverdeconguratie(hardwareensoftware)
Andereservices
Alsuuwcomputermeeneemtopreisofalsuverhuistnaareenlandwaaruwdesktop-ofnotebookcomputer
wordtverkocht,isdeInternationaleGarantieservice(IWS)vooruwcomputerbeschikbaar,waardoorurecht
heeftopgarantieservicegedurendedegarantieperiode.Deservicewordtverleenddoorserviceverlenersdie
zijngemachtigdomgarantieserviceteverlenen.
Servicemethodenenproceduresverschillenperlandensommigeserviceszijnnietinallelanden
beschikbaar.InternationaleGarantieservicewordtverleendviadeservicemethode(zoalsdepot,carry-inof
on-site)dieinhetdesbetreffendelandwordtgeboden.Inbepaaldelandenzijndeservicecentranietinstaat
allemodellenvaneenbepaaldtypemachineterepareren.Insommigelandenwordenermogelijkkostenin
rekeninggebrachtofgeldenbeperkingenvoorservice.
OmvasttestellenofuwcomputerinaanmerkingkomtvoorInternationaleGarantieservice(IWS)enomeen
lijsttebekijkenvanlandenwaarservicebeschikbaaris,gaatunaarhttp://www.lenovo.com/support,kliktu
opProduct&ServiceWarranty(Product-enservicegarantie)envolgtudeinstructiesophetscherm.
Voortechnischeondersteuningbijdeinstallatievan,ofvragenover,ServicePacksvooruwvooraf
geïnstalleerdeMicrosoftWindows-product,raadpleegtudewebsiteMicrosoftProductSupportServicesop
http://support.microsoft.com/directory.UkuntookcontactopnemenmethetCustomerSupportCenter.
Mogelijkwordenerkosteninrekeninggebracht.
Hoofdstuk12.Informatie,hulpenservice109
Extraservicesaanschaffen
Zoweltijdensalsnadegarantieperiodekuntuextradienstenaanschaffen,zoalsondersteuningvoor
hardware,besturingssystemenentoepassingsprogramma's,dienstenvoorhetinstellenencongurerenvan
hetnetwerk,uitgebreidereparatiedienstenvoorhardwareendienstenvoorinstallatieopmaat.Denaamen
beschikbaarheidvaneenservicekanperlandenregioverschillen.Meerinformatieoverdezeservicesvindt
uopdeLenovo-websiteop
http://www.lenovo.com.
110ThinkStationHandboekvoordegebruiker
BijlageA.Snelheidvansysteemgeheugen
DeIntelXeon-microprocessorsdiecompatibelzijnmetdezeThinkStation-computerhebbeneen
geïntegreerdegeheugencontroller,diedemicroprocessordirectetoegangtothetsysteemgeheugen
geeft.Doorditontwerpwordtdesnelheidvanhetsysteemgeheugenbepaalddooreenaantalfactoren,
waaronderhetmodelentypevandemicroprocessor,enhettype,desnelheidendegrootte(capaciteit)van
degeïnstalleerdeDIMM's.Indevolgendetabelzietugegevensoverdesnelheidvanhetondersteunde
systeemgeheugenvanuwcomputermodel.
Tabel2.DIMM-typeen-snelheid:PC3-10600E
DIMM-bedrijfsvoltageMicroprocessormodel
Geheugenfrequentie
IntelXeonE5-1603,E5-1607,
E5-2603,E5-2609
1066MHz
1,5V
IntelXeonE5-1620,E5-1650,
E5-1660,E5-2620,E5-2630/2630L,
E5-2637,E5-2640,E5-2643,
E5-2650/2650L,E5-2660,E5-2665,
E5-2667,E5-2670,E5-2680,E5-2690
1333MHz
Tabel3.DIMM-typeen-snelheid:PC3-10600R
DIMM-bedrijfsvoltageMicroprocessormodel
Geheugenfrequentie
Tabel4.DIMM-typeen-snelheid:PC3-12800R
DIMM-bedrijfsvoltageMicroprocessormodel
Geheugenfrequentie
©CopyrightLenovo2012
111
1.5VIntelXeonE5-1603,E5-1607
1.35V,1.5VIntelXeonE5-2603,E5-2609
1066MHz
1.5V
IntelXeonE5-1620,E5-1650,
E5-1660
1.35V,1.5V
IntelXeonE5-2620,E5-2630/2630L,
E5-2637,E5-2640,E5-2643,
E5-2650/2650L,E5-2660,E5-2665,
E5-2667,E5-2670,E5-2680,E5-2690
1333MHz
IntelXeonE5-2603,E5-26091066MHz
1.35V
IntelXeonE5-2620,E5-2630/2630L,
E5-2637,E5-2640,E5-2643,
E5-2650/2650L,E5-2660,E5-2665,
E5-2667,E5-2670,E5-2680,E5-2690
1333MHz
IntelXeonE5-1603,E5-1607,
E5-2603,E5-2609
1066MHz
IntelXeonE5-2620,E5-2630/2630L,
E5-2640,E5-2667
1333MHz
1.5V
IntelXeonE5-1620,E5-1650,
E5-1660,E5-2637,E5-2643,
E5-2650/2650L,E5-2660,E5-2665,
E5-2670,E5-2680,E5-2690
1600MHz
112ThinkStationHandboekvoordegebruiker
BijlageB.Kennisgevingen
MogelijkbrengtLenovodeinditdocumentgenoemdeproducten,dienstenofvoorzieningennietuitinalle
landen.NeemcontactopmetuwplaatselijkeLenovo-vertegenwoordigervoorinformatieoverdeproducten
endienstendieinuwregiobeschikbaarzijn.Verwijzingindezepublicatienaarproductenofdienstenvan
LenovohoudtnietindatuitsluitendLenovo-productenof-dienstengebruiktkunnenworden.Functioneel
gelijkwaardigeproductenofdienstenkunneninplaatsdaarvanwordengebruikt,mitsdergelijkeproducten
ofdienstengeeninbreukmakenopintellectueleeigendomsrechtenofandererechtenvanLenovo.De
gebruikerisverantwoordelijkvoordesamenwerkingvanLenovo-productenof-dienstenmetproductenof
dienstenvananderen.
MogelijkheeftLenovooctrooienofoctrooi-aanvragenmetbetrekkingtotbepaaldeindezepublicatie
genoemdeproducten.Deleveringvanditdocumentgeeftugeenrechtopeenlicentievoordezeoctrooien.
Vragenoverlicentieskunturichtenaan:
Lenovo(UnitedStates),Inc.
1009ThinkPlace-BuildingOne
Morrisville,NC27560
U.S.A.
Attention:LenovoDirectorofLicensing
LENOVOLEVERTDEZEPUBLICATIEOPASIS”-BASIS,ZONDERENIGEGARANTIE,UITDRUKKELIJK
NOCHSTILZWIJGEND,METINBEGRIPVAN,MAARNIETBEPERKTTOT,DEGARANTIESOF
VOORWAARDENVANHETGEENINBREUKMAKENOPRECHTENVANDERDEN,VERHANDELBAARHEID
OFGESCHIKTHEIDVOOREENBEPAALDDOEL.Ondersommigejurisdictiesishetuitsluitenvan
stilzwijgendegarantiesniettoegestaan,zodatbovenstaandeuitsluitingmogelijknietopuvantoepassingis.
Dezeinformatiekantechnischeonnauwkeurighedenoftypograschefoutenbevatten.Deinformatieindeze
publicatieisonderhevigaanwijzigingen.Wijzigingenzulleninnieuweuitgavenvandezepublicatieworden
opgenomen.Lenovokandeproductenen/ofprogramma'sdieindezepublicatiewordenbeschrevenzonder
aankondigingwijzigenen/ofverbeteren.
Deproductendieinditdocumentwordenbeschreven,zijnnietbedoeldvoorgebruikbijimplantaties
ofanderelevensondersteunendetoepassingenwaarbijstoringenkunnenleidentotletselofoverlijden.
DeinformatieinditdocumentheeftgeeninvloedopLenovo-productspecicatieofgarantie.Nietsin
ditdocumentzalwordenopgevatalseenuitdrukkelijkeofstilzwijgendelicentieofvrijwaringonderde
intellectuele-eigendomsrechtenvanLenovoofderden.Alleinformatieinditdocumentisafkomstigvan
speciekeomgevingenenwordthieruitsluitendterillustratieafgebeeld.Inanderegebruiksomgevingen
kanhetresultaatanderszijn.
Lenovobehoudtzichhetrechtvooromdooruverstrekteinformatietegebruikenoftedistribuerenopiedere
manierdiezijrelevantacht,zonderdatditenigeverplichtingjegensuschept.
VerwijzingenindezepublicatienaaranderedanLenovo-websiteszijnuitsluitendopgenomentervolledigheid
engeldenopgeenenkelewijzealsaanbevelingvoordiewebsites.Hetmateriaalopdergelijkewebsites
maaktgeendeeluitvanhetmateriaalvoorditLenovo-product.Gebruikvandergelijkewebsitesisgeheel
vooreigenrisico.
Allesnelheids-enprestatiegegevensinditdocumentzijnverkregenineengecontroleerdeomgeving.De
resultatendatinanderegebruiksomgevingenwordtverkregen,kunnenhiervanderhalveafwijken.Bepaalde
metingenzijnmogelijkerwijsuitgevoerdopsystemendienoginontwikkelingwarenenerwordtgeengarantie
gegevendatdezemetingenopalgemeenverkrijgbaremachinesgelijkzoudenzijn.Bovendienzijnbepaalde
©CopyrightLenovo2012
113
meetresultatenverkregendoormiddelvanextrapolatie.Werkelijkeresultatenkunnenafwijken.Gebruikers
vanditdocumentdienendegegevensvoorhunomgevingteveriëren.
Handelsmerken
DevolgendetermenzijnhandelsmerkenvanLenovoindeVerenigdeStatenen/ofanderelanden:
Lenovo
HetLenovo-logo
RescueandRecovery
ThinkStation
ThinkVantage
Microsoft,WindowsenWindowsVistazijnhandelsmerkenvandeMicrosoft-groep.
IntelenIntelXeonzijnhandelsmerkenvanIntelCorporationindeVerenigdeStatenen/ofanderelanden.
LinuxiseenhandelsmerkvanLinusTorvaldsindeVerenigdeStatenen/ofanderelanden.
Anderebenamingenvanbedrijven,productenofdienstenkunnenhandelsmerkenzijnvanandere
ondernemingen.
114ThinkStationHandboekvoordegebruiker
BijlageC.Regelgeving
Kennisgevingclassicatievoorexport
DitproductisonderworpenaandeExportAdministrationRegulations(EAR)vandeVerenigdeStaten
enheefteenECCN(ExportClassicationControlNumber)van4A994.b.Hetmagopnieuwworden
geëxporteerd,behalvenaarlandenonderembargogenoemdindelandenlijstEARE1.
Elektronischeemissie
DevolgendeinformatieheeftbetrekkingoppersonalcomputersvanLenovometmachinetypen:0567,
0568,0569en0606.
VerklaringvandeFederalCommunicationsCommission
UittestsisgeblekendatdezeapparatuurvoldoetaandebeperkingendieinDeel15vandeFCC
RuleswordenopgelegdaandigitaleapparatenvanKlasseB.Dezebeperkingenzijnbedoeldomin
eenwoonomgevingeenredelijkematevanbeschermingtebiedentegenhinderlijkeinterferentie.Deze
apparatuurgenereert,gebruiktenverzendtenergieopradiofrequentiesenkan,bijinstallatieengebruik
andersdanconformdeinstructies,hinderlijkeinterferentiemetradiograschecommunicatieveroorzaken.
Erisechtergeengarantiedatdergelijkeinterferentieineenspeciekeinstallatienietzaloptreden.Indien
dezeapparatuurhinderlijkeinterferentiemetradio-oftelevisieontvangstveroorzaakt,hetgeenkanworden
vastgestelddoordeapparatuuraanenuittezetten,kandegebruikerproberenditteverhelpendooreen
ofmeervandevolgendemaatregelentetreffen:
Deontvangstantenneverstellenofverplaatsen.
Deafstandtussendeapparatuurendeontvangervergroten.
Sluitdeapparatuuraanopeenanderstopcontactofeenanderegroepdandeontvanger.
Desgewenstkuntuzichvoornadereinformatiewendentotuwdealerofeenelektrotechnisch
installatiebureau.
Lenovoisnietverantwoordelijkvoorinterferentiemetradio-oftelevisieontvangstdieveroorzaaktwordtdoor
anderedandeaangegevenofaanbevolenkabelsenstekkersofdoorniet-geautoriseerdewijzigingenaan
dezeapparatuur.Bijniet-geautoriseerdewijzigingenkanhetrechtvandegebruikeromdeapparatuurte
gebruiken,komentevervallen.
DitapparaatvoldoetaanDeel15vandeFCCRules.Aanhetgebruikervanwordendevolgendetwee
voorwaardengesteld:(1)ditapparaatmaggeenhinderlijkeinterferentieveroorzaken,en(2)ditapparaat
moetelkeontvangeninterferentieaccepteren,metinbegripvaninterferentiedieeenongewenstewerking
kanveroorzaken.
Verantwoordelijkepartij:
Lenovo(UnitedStates)Incorporated
1009ThinkPlace-BuildingOne
Morrisville,NC27560
PhoneNumber:919-294-5900
©CopyrightLenovo2012
115
VerklaringvanconformiteitmetindustriëleemissierichtlijnCanadaKlasseB
DitdigitaleapparaatvanKlasseBvoldoetaandeCanadeserichtlijnICES-003.
CetappareilnumériquedelaclasseBestconformeàlanormeNMB-003duCanada.
EuropeseUnie-Nalevingvanderichtlijneninzakeelektromagnetischecompatibiliteit
DitproductvoldoetaandevoorwaardenvoorbeschermingzoalsopgenomeninEU-richtlijn2004/108/EC
vandeEuropeseCommissieinzakedeharmoniseringvandewetgevingvanLidstatenmetbetrekkingtot
elektromagnetischecompatibiliteit.Lenovoaanvaardtgeenverantwoordelijkheidvoorhetnietvoldoenaan
dezevoorwaardenvoorbeschermingalsdithetgevolgisvanhetdoorvoerenvaneennietaanbevolen
wijzigingaanhetproduct,inclusiefhetinstallerenvannietdoorLenovogeleverdeoptiekaarten.
UittestsvanditproductisgeblekendathetvoldoetaandeeistenvanApparatuurvoorInformatietechnologie
KlasseBconformEuropeseStandaardEN55022.DebeperkingenvoorapparatuurvanKlasseBzijn
bedoeldominwoonomgevingeneenredelijkebeschermingtebiedentegeninterferentiemetgoedgekeurde
communicatieapparatuur.
VerklaringvanconformiteitmetDuitseKlasseB
DeutschsprachigerEUHinweis:
HinweisfürGerätederKlasseBEU-RichtliniezurElektromagnetischenVerträglichkeit
DiesesProduktentsprichtdenSchutzanforderungenderEU-Richtlinie2004/108/EG(früher89/336/EWG)zur
AngleichungderRechtsvorschriftenüberdieelektromagnetischeVerträglichkeitindenEU-Mitgliedsstaaten
undhältdieGrenzwertederEN55022KlasseBein.
Umdiesessicherzustellen,sinddieGerätewieindenHandbüchernbeschriebenzuinstallierenundzu
betreiben.DesWeiterendürfenauchnurvonderLenovoempfohleneKabelangeschlossenwerden.
LenovoübernimmtkeineVerantwortungfürdieEinhaltungderSchutzanforderungen,wenndasProdukt
ohneZustimmungderLenovoverändertbzw.wennErweiterungskomponentenvonFremdherstellernohne
EmpfehlungderLenovogesteckt/eingebautwerden.
Deutschland:
EinhaltungdesGesetzesüberdieelektromagnetischeVerträglichkeitvonBetriebsmitteln
DiesesProduktentsprichtdem„GesetzüberdieelektromagnetischeVerträglichkeitvonBetriebsmitteln“
EMVG(früher„GesetzüberdieelektromagnetischeVerträglichkeitvonGeräten“).DiesistdieUmsetzungder
EU-Richtlinie2004/108/EG(früher89/336/EWG)inderBundesrepublikDeutschland.
ZulassungsbescheinigunglautdemDeutschenGesetzüberdieelektromagnetischeVerträglichkeit
vonBetriebsmitteln,EMVGvom20.Juli2007(früherGesetzüberdieelektromagnetische
VerträglichkeitvonGeräten),bzw.derEMVEGRichtlinie2004/108/EC(früher89/336/EWG),für
GerätederKlasseB.
DiesesGerätistberechtigt,inÜbereinstimmungmitdemDeutschenEMVGdasEG-Konformitätszeichen
-CE-zuführen.VerantwortlichfürdieKonformitätserklärungnachParagraf5desEMVGistdieLenovo
(Deutschland)GmbH,Gropiusplatz10,D-70563Stuttgart.
InformationeninHinsichtEMVGParagraf4Abs.(1)4:
DasGeräterfülltdieSchutzanforderungennachEN55024undEN55022KlasseB.
116ThinkStationHandboekvoordegebruiker
VerklaringvanconformiteitmetKoreaanseKlasseB
Japan:KennisgevingVCCI-klasseB
Japansekennisgevingvoorproductendiewordenaangeslotenopdenetstroommeteennominale
stroomkleinerdanofgelijkaan20Aperfase
InformatieoverLenovo-productservicevoorTaiwan
Taiwan:Verklaringvancompliantievoortoetsenbordenmuis
BijlageC.Regelgeving117
118ThinkStationHandboekvoordegebruiker
BijlageD.WEEE-enrecyclinginformatie
BelangrijkeinformatievoordeEuropeserichtlijn2002/96/EC
EU Only
HetmerktekenWasteElectricalandElectronicEquipment(WEEE)geldtalleenvoorlandenbinnende
EuropeseUnie(EU)enNoorwegen.ApparatenwordengelabeldvolgensEuropeseRichtlijn2002/96/EC
diebetrekkingheeftopverwerkingvanoudeelektrischeenelektronischeapparatuur(WEEE).Deze
Richtlijnbepaalthetkadervoorhetretournerenenrecyclenvangebruikteapparatuurindelandenvande
EuropeseUnie.Ditlabelisvantoepassingopallerleiproductenomaantegevendathetproductniet
magwordenweggegooid,maarinovereenstemmingmetdeRichtlijnaanheteindvandelevenscyclus
moetwordenhergebruikt.Gebruikersvanelektrischeenelektronischeapparaten(EEE)welkezijnvoorzien
vanhetWEEE-merktekenzijngehoudenaanAnnexIVvandeWEEERichtlijnenmogengebruikteEEE
nietweggooienalsongesorteerdafval,maardienenvoorhetteruggeven,recyclenenterugwinnenvan
WEEEgebruiktemakenvanhetinzamelprocesdatvoorhenbeschikbaaris,endienendemogelijke
effectendieEEEtengevolgevandeaanwezigheidvanschadelijkestoffenkunnenhebbenophetmilieu
endevolksgezondheid,toteenminimumtebeperken.VoormeerinformatieoverAEEAgaatunaar:
http://www.lenovo.com/lenovo/environment
Recyclinginformatie
LenovomoedigteigenarenvanIT-apparatuuraanomhunapparatuur,wanneerdezenietmeernodigis,op
eenverantwoordemaniertelatenrecyclen.Lenovoheeftdiverseprogramma'senservicesomeigenarenvan
apparatuurteassisterenbijhethergebruikvandeIT-producten.Gavoormeerinformatieoverhetrecyclen
vanLenovo-productennaar:
http://www.lenovo.com/recycling
©CopyrightLenovo2012
119
OphalenenrecyclenvaneenLenovo-computerof-monitordienietmeerwordtgebruikt
AlsuwerknemerbenteneenLenovo-computerof-monitorwiltwegdoendieeigendomisvanhetbedrijf,
dientutehandelenovereenkomstigdeWetterBevorderingvanhetEffectiefGebruikvanHulpbronnen.
Computersenbeeldschermenwordenaangemerktalsindustrieelafvalenmoetenopdejuistewijzeworden
afgeleverdbijeendaarvoorbestemdafvalpuntdatisaangewezendoordelokaleoverheid.Overeenkomstig
deWetterBevorderingvanhetEffectiefGebruikvanHulpbronnendraagtLenovoJapanviadePC
CollectingandRecyclingServiceszorgvoorinzamelingenhergebruikvanoudecomputersenmonitors.
MeerinformatievindtuopdeLenovo-websitehttp://www.lenovo.com/recycling/japan.IngevolgedeWet
totbevorderingvaneffectiefgebruikvangrondstoffeniserop1oktober2003doordefabrikanteenbegin
gemaaktmethetverzamelenenrecyclenvancomputersenbeeldschermenvoorthuisgebruik.Dezeservice
wordtgratisgebodenvoorcomputersvoorthuisgebruikdiena1oktober2003zijnverkocht.Gavoormeer
informatienaardeLenovo-websitehttp://www.lenovo.com/recycling/japan.
ComponentenvanLenovo-computersweggooien
BepaaldeLenovocomputerproductendieinJapanwordenverkocht,bevattencomponentendiezware
metalenenanderemilieu-onvriendelijkestoffen.Volgbijhetweggooienvangebruiktecomponenten,zoals
printplatenofschijfstations,debovenbeschrevenmethodevoorinzamelingenrecyclingvangebruikte
computersenmonitors.
GebruiktelithiumbatterijenuiteenLenovo-computerweggooien
ErbevindtzicheenkleinerondebatterijopdesysteemplaatvanuwLenovo-computeromdeklokvande
computerbijtehoudenwanneerdecomputeruitstaatofdestekkernietinhetstopcontactzit.Alsudeze
batterijwiltvervangendooreennieuwe,moetucontactopnemenmetuwverkooppuntofmeteendoor
Lenovogebodenherstelservice.Mochtudebatterijzelfhebbenvervangenendeoudelithiumbatterij
willenweggooien,isoleerdezedanmetvinyltape,neemcontactopmetdeplaatsvanaanschafenvolg
huninstructies.AlsuthuiseenLenovo-computergebruiktendelithiumbatterijwiltweggooien,moetu
ookderegelsvandelokaleoverhedennaleven.
RecyclinginformatievoorBrazilië
DeclaraçõesdeReciclagemnoBrasil
DescartedeumProdutoLenovoForadeUso
Equipamentoselétricoseeletrônicosnãodevemserdescartadosemlixocomum,masenviadosàpontosde
coleta,autorizadospelofabricantedoprodutoparaquesejamencaminhadoseprocessadosporempresas
especializadasnomanuseioderesíduosindustriais,devidamentecerticadaspelosorgãosambientais,de
acordocomalegislaçãolocal.
ALenovopossuiumcanalespecícoparaauxiliá-lonodescartedessesprodutos.Casovocêpossua
umprodutoLenovoemsituaçãodedescarte,ligueparaonossoSACouencaminheume-mailpara:
[email protected],informandoomodelo,númerodesérieecidade,amdeenviarmosasinstruções
paraocorretodescartedoseuprodutoLenovo.
120ThinkStationHandboekvoordegebruiker
InformatieoverhetrecyclenvanbatterijenvoorTaiwan
InformatieoverhetrecyclenvanbatterijenvoordeEuropeseUnie
Kennisgeving:DitpictogramgeldtalleenvoorlandenbinnendeEuropeseUnie(EU).
BatterijenofbatterijverpakkingenzijnvoorzienvaneenlabelovereenkomstigEuropeseRichtlijn2006/66/EC
inzakebatterijenenaccu'senafgedanktebatterijenenaccu's.Dezerichtlijnbepaalthetraamwerkvoor
hetretournerenenrecyclenvangebruiktebatterijenenaccu'szoalsvantoepassingbinnendeEuropese
Unie.Ditlabelwordtaangebrachtopdiversebatterijenomaantegevendatdebatterijinkwestienietdient
tewordenweggegooid,maardatdezeaanheteindvandelevenscycluskrachtensdezeRichtlijndientte
wordengeretourneerd.
InovereenstemmingmetdeEuropeserichtlijn2006/66/ECmoetenbatterijenenaccu'svaneenlabelzijn
voorzienwaaropisaangegevendatzegescheidenmoetenwordeningezameldengerecycledaanheteinde
vandelevenscyclus.Ophetlabelopdebatterijkanookeenchemischsymboolstaanvoorhetmetaaldatin
debatterijisgebruikt(Pbvoorlood,HgvoorkwikenCdvoorcadmium).Gebruikersvanbatterijenenaccu's
mogenbatterijenenaccu'snietweggooienalsongesorteerdhuisafval,maardienenhetvoorgebruikers
beschikbareinzamelingssysteemtegebruikenvoorhetretourneren,recyclenenverwerkenvanbatterijenen
accu's.Deelnamevangebruikersisbelangrijkomdemogelijkegevolgenvanbatterijenenaccu'svoorhet
milieuendevolksgezondheidtengevolgevandemogelijkeaanwezigheidvangevaarlijkebestanddelentot
eenminimumtebeperken.Voordejuistemaniervanverzamelenenverwerkengaatunaar:
http://www.lenovo.com/lenovo/environment
BijlageD.WEEE-enrecyclinginformatie121
122ThinkStationHandboekvoordegebruiker
Trefwoordenregister
A
AansluitingvoorPS/2-toetsenbord9
aansluitingen,knoppenenlampjes
voorkant7
aanvragen
hulp107
informatie107
service107
achterkant,poorten8
afsluiten,SetupUtility71
antivirussoftware6
apparaten,statischeelektriciteit29
audiolijningang8
audiolijnuitgang8
audiosubsysteem1
aupdating
hetBIOS(ashen)79
systeemprogramma's79
B
backup-enherstelbewerkingen60
batterijvervangen48
Beheerder,wachtwoord68
bekijkenenwijzigen,instellingen67
Beschrijving8
beveiliging
inschakelenofuitschakelen69
kabelslot26
kenmerken3
bewerkingen,backupenherstel60
bijwerken(ashen),hetBIOS80
bronnen,informatie107
C
CMOSwissen69
componenten,inwendig10
computerbehuizing
verwijderen30
computerkap,terugplaatsen57
CRU
voltooienvaninstallatie57
CustomerSupportCenter108
D
diagnose,probleemoplossing89
diagnoseprogramma'sgebruiken108
documentatiegebruiken108
DVI-beeldschermaansluiting8
E
elementaireprobleemoplossing89
Ethernet2
Ethernet-poort9
externeoptiesinstalleren29
extraservicesaanschaffen110
F
fout,herstelvanPOST/BIOS80
frontplaat
frontplaatverwijderen30
frontplaat,aanbrengen30
fysiekespecicaties4
G
garantie,informatie107
gebruiken
andereservices109
diagnoseprogramma's108
documentatie108
noodherstelmediamakenen62
SetupUtility67
wachtwoorden67
H
handelsmerken114
Helpenondersteuning107
herstel
bewerkingen,backupen60
opstartblok80
problemenoplossen65
herstelvanhetopstartblok80
herstellen
software59
vaneenPOST/BIOS-bijwerkfout80
herstelmediamakenengebruiken59
hetBIOSashen79
hetBIOS,bijwerken(ashen)79–80
hulp
aanvragen107
enservice108
I
informatie
aanvragen107
bronnen107
garantie107
veiligheid107
veiligheidsvoorschriftenv
inschakelingsmodulevoorvaste-schijfstationvervangen44
©CopyrightLenovo2012
123
instellen
wachtwoord68
-instellingen
bekijken67
wijzigen67
internestations1
Invoer/uitvoer-voorzieningen(I/O)3
K
kaartlezer,vervangen46
kabelslot26
kapverwijderen30
kenmerken1
kennisgevingen113
koelelementenventilatorvervangen52
L
LenovoSolutionCenter105
LenovoThinkVantageTools107
LenovoWelcome5,107
M
maken
Noodherstelmediamakenengebruiken62
makenengebruiken
herstelmedia59
media,herstelmediamakenengebruiken59
Microfoonaansluiting9
modules
installeren,vervangen34
systeemplaat34
muisvervangen56
N
noodherstelmediamakenengebruiken62
O
omgeving,inbedrijf4
opstartapparaat70
tijdelijk,selecteren70
volgordewijzigen70
optiesinstalleren
modules34
PCI-kaart31
optischemuis
schoonmaken85
optische-schijfstation,vervangen37
overwegingen,wachtwoorden68
P
PCI-kaart31
installeren,vervangen31
sleuven31
plaatsvancomponenten10
poort8
poorten
achterkant8
Power-On,wachtwoord68
probleemoplossing,diagnose89
probleemoplossing,elementair89
problemenmetherstelproceduresoplossen65
PS/2-muisaansluiting9
R
RescueandRecovery59
werkgebied,RescueandRecovery61
S
schoonmakenvanoptischemuis85
selecteren
opstartapparaat70
tijdelijkopstartapparaat70
seriëlepoort9
service
aanvragen107
CustomerSupportCenter108
enhulp108
services
andere109
extraaanschaffen110
SetupUtility67
SetupUtilitystarten67
SetupUtility,afsluiten71
software
herstellen59
stations
compartimenten13
specicaties13
statischeelektriciteit,voorzorg29
stroom
kenmerken3
stuurprogramma's58
systeem
beheer2
programma's79
systeemplaat
locatievanonderdelen11
locaties11
modules34
poorten11
systeemprogramma'supdaten79
T
tijdelijkopstartapparaat70
toetsenbordvervangen56
U
uitbreiding3
USB2.0-aansluiting9
USB3.0-aansluiting9
124ThinkStationHandboekvoordegebruiker
V
veiligheidv
veiligheidsvoorschriftenv,107
ventilatoreenheidachterzijdevervangen54
vervangen
batterij48
inschakelingsmodulevoorvaste-schijfstation44
modulemetkoelelementenventilator52
videosubsysteem1
voedingseenheidvervangen49
voltooien,vervangingvanonderdelen57
voorkant
aansluitingen,knoppenenlampjes7
W
wachtwoord
Beheerder68
instellen,wijzigen,wissen68
overwegingen68
Power-OnPassword68
wachtwoorden
vergeten69
wissen69
wachtwoordengebruiken67
werkgebiedvanRescueandRecovery61
werkgebied,RescueandRecovery61
wijzigen
opstartvolgordeapparaten70
wachtwoord68
wissenvanwachtwoord68
Z
zelftest(power-onself-test,POST)79
©CopyrightLenovo2012
125
126ThinkStationHandboekvoordegebruiker

Documenttranscriptie

ThinkStation Handboek voor de gebruiker Machinetypen: 0567, 0568, 0569 en 0606 Opmerking: Lees en begrijp eerst het volgende voordat u deze informatie en het product dat het ondersteunt, gebruikt: “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina v en Bijlage B “Kennisgevingen” op pagina 113. Eerste uitgave (April 2012) © Copyright Lenovo 2012. KENNISGEVING BEGRENSDE EN BEPERKTE RECHTEN: als gegevens of software word(t)(en) geleverd conform een “GSA”-contract (General Services Administration), zijn gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking onderhevig aan beperkingen zoals beschreven in Contractnr. GS-35F-05925. Inhoud Belangrijke veiligheidsvoorschriften . . v Hoofdstuk 3. U en uw computer . . . 19 Service en upgrades . . . . . . . . . . Voorkoming van statische elektriciteit. . . . Netsnoeren en voedingsadapters . . . . . Verlengsnoeren en aanverwante apparaten . Stekkers en stopcontacten . . . . . . . . Externe apparatuur . . . . . . . . . . . Warmteproductie en ventilatie. . . . . . . Gebruiksomgeving . . . . . . . . . . . Veiligheidsvoorschriften voor de modem . . Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen Kennisgeving voedingseenheid . . . . . . Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . Toegankelijkheid en comfort . . . . . . . . . De werkplek inrichten . . . . . . . . . . Comfort . . . . . . . . . . . . . . . Reflectie en verlichting . . . . . . . . . . Luchtcirculatie . . . . . . . . . . . . . Stopcontacten en kabellengte . . . . . . . Uw computer bij Lenovo registreren . . . . . . Uw computer naar een ander land of andere regio verhuizen . . . . . . . . . . . . . . . . . Voltageschakelaar . . . . . . . . . . . Vervangings stroomkabels . . . . . . . . 19 19 19 20 20 20 21 Hoofdstuk 4. Beveiliging . . . . . . . 23 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . v . vi . vi vii vii vii vii viii viii . ix . ix . x Hoofdstuk 1. Productoverzicht . . . . . 1 Functies . . . . . . . . . . . . . . . . Specificaties . . . . . . . . . . . . . . Overzicht van de software . . . . . . . . . Door Lenovo verstrekte software . . . . . Adobe Reader . . . . . . . . . . . . Antivirussoftware . . . . . . . . . . . De plaats van de onderdelen . . . . . . . . Aansluitingen, knoppen en lampjes aan de voorkant van de computer . . . . . . . Aansluitingen aan de achterkant van de computer . . . . . . . . . . . . . . Componenten . . . . . . . . . . . . Onderdelen op de systeemplaat . . . . . De plaats van interne stations . . . . . . Machinetype en modelnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 4 5 5 6 6 6 . . 7 . . 8 . 10 . 11 . 13 . 14 Hoofdstuk 2. Werken met de computer . . . . . . . . . . . . . . . Veelgestelde vragen . . . . . . . . . . Het toetsenbord gebruiken . . . . . . . . Windows-sneltoetsen gebruiken . . . . De blauwe ThinkVantage-knop gebruiken Een wielmuis gebruiken . . . . . . . . . Audio instellen . . . . . . . . . . . . . De audiovoorziening van de computer . Het volume instellen op het bureaublad . Het volume instellen op het Configuratiescherm . . . . . . . . . Cds en dvds gebruiken . . . . . . . . . Gebruik van CD's en DVD's . . . . . . CD's of DVD's afspelen . . . . . . . Een cd of dvd opnemen . . . . . . . © Copyright Lenovo 2012 15 . . . . . . . . . . . . . . . . 15 15 15 16 16 16 16 17 . . . . . . . . . . 17 17 17 18 18 Beveiligingsvoorzieningen . . . . . Kap van de computer afsluiten . . . Een hangslot aanbrengen . . . . . Een geïntegreerd kabelslot bevestigen Wachtwoorden gebruiken . . . . . BIOS-wachtwoorden . . . . . Windows-wachtwoorden . . . . Firewalls gebruiken en kennen . . . Gegevens tegen virussen beschermen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 21 21 . . . . . . . . . 23 24 25 26 26 26 27 27 27 Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen . . . . . . . . . . . . . . . 29 Werken met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit . . . . . . . . . . . Hardware installeren en vervangen . . . . . . Externe apparaten installeren . . . . . . De kap van de computer verwijderen . . . De frontplaat verwijderen en terugplaatsen . PCI-kaart installeren of vervangen . . . . Geheugenmodules installeren of vervangen Het optische-schijfstation installeren of vervangen. . . . . . . . . . . . . . Een vaste-schijfstation installeren of vervangen. . . . . . . . . . . . . . Een inschakelingsmodule voor een vaste-schijfstation installeren of vervangen . De kaartlezer vervangen . . . . . . . . De batterij vervangen . . . . . . . . . De voedingseenheid vervangen . . . . . De module met het koelelement en de ventilator vervangen. . . . . . . . . . De ventilatoreenheid achteraan vervangen . Het toetsenbord of de muis vervangen . . Het vervangen van de onderdelen voltooien . . . . . . . 29 29 29 30 30 31 34 . 37 . 40 . . . . 44 46 48 49 . . . . 52 54 56 57 i Hoofdstuk 6. Informatie over systeemherstel . . . . . . . . . . . . Herstelmedia maken en gebruiken . . . . . Herstelmedia maken . . . . . . . . Herstelmedia gebruiken . . . . . . . Backup- en herstelbewerkingen uitvoeren . . Een backupbewerking uitvoeren . . . . Een herstelbewerking uitvoeren . . . . Werken met het werkgebied van Rescue and Recovery . . . . . . . . . . . . . . . Noodherstelmedia maken en gebruiken . . . Een noodherstelmedium maken . . . . Een noodherstelmedium gebruiken . . . Vooraf geïnstalleerde software en stuurprogramma's opnieuw installeren . . . Software opnieuw installeren . . . . . . . Stuurprogramma's opnieuw installeren . . . Problemen met herstelprocedures oplossen . 59 Het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS openen . . . . . . . . . . . . RAID-volumes maken met het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS. . . . . . . . . . . . . . . . RAID-volumes verwijderen met het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS. . . . . . . . . . . . . . . . Het hot-spare vaste-schijfstation instellen . . 77 . 77 . . 78 78 79 . . . . . . . . . . . . 59 59 60 60 60 61 . . . . . . . . 61 62 62 63 Hoofdstuk 9. Systeemprogramma's bijwerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79 79 . . . . . . . . 63 64 65 65 . . . . 80 80 Hoofdstuk 10. Problemen voorkomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83 Hoofdstuk 7. Werken met het programma Setup Utility . . . . . . . 67 Het programma Setup Utility starten . . . . . Instellingen bekijken en wijzigen . . . . . . . Wachtwoorden gebruiken . . . . . . . . . Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden . . . . . . . . . . . . Power-On Password . . . . . . . . . Administrator Password . . . . . . . . Hard Disk Password. . . . . . . . . . Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen . . . . . . . . . . . . . . . Vergeten wachtwoorden wissen (CMOS wissen) . . . . . . . . . . . . . . . Mogelijkheid om een apparaat in of uit te schakelen . . . . . . . . . . . . . . . Een opstartapparaat kiezen. . . . . . . . . Een tijdelijk opstartapparaat kiezen . . . . De opstartvolgorde selecteren of wijzigen . ErP-compliantiemodus en Deep Sx inschakelen Setup Utility afsluiten . . . . . . . . . . . Werken met systeemprogramma's . . . . . Het BIOS bijwerken vanaf een schijf (flashen). Het BIOS bijwerken (flashen) vanuit het besturingssysteem . . . . . . . . . . . Herstellen van een POST/BIOS-bijwerkfout . Uw computer up-to-date houden . . . De nieuwste stuurprogramma's voor computer ophalen . . . . . . . Updates van het besturingssysteem System Update gebruiken . . . . Reiniging en onderhoud . . . . . . . Eerste vereisten . . . . . . . . De computer schoonmaken. . . . Goede onderhoudsprocedures . . De computer vervoeren . . . . . . . . . uw . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83 . . . . . . . . . . . . . . . . 83 83 84 84 84 85 86 87 89 . . . 67 67 67 . . . . 68 68 68 68 . 68 Hoofdstuk 11. Diagnose en probleemoplossing . . . . . . . . . . . 69 . . . . . . 69 70 70 70 70 71 Hoofdstuk 8. RAID configureren . . . 73 RAID configureren met Intel RSTe . . . . . . . SATA- of SAS-vasteschijfstations installeren . De SATA- of SAS RAID-functionaliteit configureren met het configuratieprogramma Intel RSTe. . . . Het configuratieprogramma Intel RSTe openen . . . . . . . . . . . . . . . . Snelle RAID-installatie met het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS . . . . . . . . . . . . . . . . . . SATA- of SAS-vasteschijfstations installeren . 73 73 Elementaire probleemoplossing . . . . . . . . Procedure voor verhelpen van problemen . . . . Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . Audioproblemen . . . . . . . . . . . . CD-problemen . . . . . . . . . . . . . DVD-problemen . . . . . . . . . . . . Problemen met het vaste-schijfstation. . . . Incidentele problemen . . . . . . . . . . Problemen met toetsenbord, muis of aanwijsapparaat . . . . . . . . . . . . Beeldschermproblemen . . . . . . . . . Ethernet-problemen . . . . . . . . . . . Problemen met opties . . . . . . . . . . Problemen met de prestaties of vastlopen van de computer. . . . . . . . . . . . . . Printerproblemen . . . . . . . . . . . . Problemen met de seriële poort . . . . . . Softwareproblemen . . . . . . . . . . . USB-problemen . . . . . . . . . . . . Lenovo Solution Center . . . . . . . . . . . ii ThinkStation Handboek voor de gebruiker 74 74 76 76 89 90 90 91 92 93 95 96 96 97 99 101 102 103 104 104 105 105 Hoofdstuk 12. Informatie, hulp en service. . . . . . . . . . . . . . . . Informatiebronnen . . . . . . . . . . . Lenovo ThinkVantage Tools . . . . . . Lenovo Welcome . . . . . . . . . . Help en ondersteuning . . . . . . . . Veiligheid en garantie . . . . . . . . Lenovo-website (http://www.lenovo.com) Lenovo Support-website . . . . . . . Hulp en service . . . . . . . . . . . . Documentatie en diagnoseprogramma's gebruiken . . . . . . . . . . . . . Service aanvragen . . . . . . . . . Andere services . . . . . . . . . . Extra services aanschaffen . . . . . . Handelsmerken . . . . . . . . . . . . . . 107 . . . . . . . . . . . . . . . . 107 107 107 107 107 107 108 108 . . . . . . . . 108 108 109 110 Bijlage A. Snelheid van systeemgeheugen . . . . . . . . . 111 Bijlage B. Kennisgevingen . . . . . 113 © Copyright Lenovo 2012 Bijlage C. Regelgeving . . . . . . . Kennisgeving classificatie voor export . . . . . Elektronische emissie . . . . . . . . . . . . Verklaring van de Federal Communications Commission . . . . . . . . . . . . . . Bijlage D. WEEE- en recyclinginformatie . . . . . . . . . Belangrijke informatie voor de Europese richtlijn 2002/96/EC . . . . . . . . . . . . . . . . Recyclinginformatie. . . . . . . . . . . . . Recyclinginformatie voor Brazilië . . . . . . . Informatie over het recyclen van batterijen voor Taiwan . . . . . . . . . . . . . . . . . . Informatie over het recyclen van batterijen voor de Europese Unie . . . . . . . . . . . . . . . Trefwoordenregister . . . . . . . . 114 115 115 115 115 119 119 119 120 121 121 123 iii iv ThinkStation Handboek voor de gebruiker Belangrijke veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat u, voordat u deze handleiding gaat gebruiken, kennis neemt van de veiligheidsvoorschriften voor dit product. Raadpleeg de informatie in deze sectie en de bij dit product geleverde veiligheidsvoorschriften uit ThinkStation Veiligheid en garantie. Door de veiligheidsvoorschriften goed in u op te nemen verkleint u de kans op persoonlijk letsel en op schade aan het product. Als u geen exemplaar meer hebt van de publicatie ThinkStation Veiligheid en garantie, kunt u een Portable Document Format (PDF)-versie downloaden van de Lenovo® Support-website op: http://www.lenovo.com/support. De Lenovo Support-website biedt de publicatie ThinkStation Veiligheid en garantie en deze ThinkStation User Guide ook in andere talen. Service en upgrades Probeer niet zelf onderhoud aan het product uit te voeren, tenzij u hiertoe instructies hebt gekregen in de documentatie of vanuit het Customer Support Center. Schakel alleen een serviceprovider in die goedkeuring heeft voor het repareren van het desbetreffende product. Opmerking: Sommige onderdelen van de computer kunnen door de gebruiker worden uitgebreid of vervangen. Upgrades worden meestal “opties” genoemd. Vervangende onderdelen die zijn goedgekeurd om door de klant zelf te worden geïnstalleerd, worden Customer Replaceable Units of CRU's genoemd. CRU's zijn voorzien van documentatie met instructies voor vervanging van deze onderdelen door de klant. Volg bij het installeren of vervangen van dergelijke onderdelen steeds de instructies. Dat het aan/uit-lampje niet brandt, betekent niet noodzakelijkerwijs dat het spanningsniveau binnenin een product nul is. Voordat u de kap opent van een product dat is uitgerust met een netsnoer, dient u altijd te controleren of het apparaat uit staat en of de stekker van het product uit het stopcontact is gehaald. Lees voor meer informatie over CRU´s Hoofdstuk 5 “Hardware installeren en vervangen” op pagina 29. Bij vragen neemt u contact op met het Customer Support Center. Hoewel er geen bewegende onderdelen in uw computer zitten als het netsnoer uit het stopcontact is gehaald, is het goed om de de volgende waarschuwingen, omwille van uw veiligheid, ter harte te nemen: WAARSCHUWING: Gevaarlijke bewegende onderdelen. Houd uw vingers en andere lichaamsdelen op afstand. WAARSCHUWING: Zet de computer uit en laat deze drie tot vijf minuten afkoelen voordat u de kap opent om CRU's te vervangen. © Copyright Lenovo 2012 v Voorkoming van statische elektriciteit Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan de computeronderdelen en de opties zwaar beschadigen. Onjuist behandeling van onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit, kan leiden tot schade aan die onderdelen. Als u een optie of CRU uitpakt, open de antistatische verpakking dan pas wanneer u instructie krijgt om de desbetreffende optie of CRU te installeren. Als u werkt met opties of CRU's, of handelingen binnenin de computer uitvoert, neem dan de volgende voorzorgsmaatregelen om schade ten gevolge van statische elektriciteit te voorkomen: • Beweeg zo min mogelijk. Door wrijving kan er statische elektriciteit ontstaan. • Ga voorzichtig met de onderdelen om. Pak adapters, geheugenmodules en andere printplaten bij de rand beet. Raak nooit onbeschermde elektronische circuits aan. • Zorg dat ook anderen de componenten niet aanraken. • Wanneer u een nieuwe optie installeert die gevoelig is voor statische elektriciteit, houd dan de antistatische verpakking met dat onderdeel minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam. • Installeer het onderdeel dat gevoelig is voor statische elektriciteit zo mogelijk direct vanuit de antistatische verpakking, zonder het eerst neer te leggen. Als u het onderdeel neer moet leggen nadat u het uit de verpakking hebt gehaald, leg het dan op de antistatische verpakking op een vlakke ondergrond. • Leg het onderdeel niet op de kap van de computer of op een metalen ondergrond. Netsnoeren en voedingsadapters Gebruik uitsluitend netsnoeren en voedingsadapters die door de fabrikant van het product zijn geleverd. U dient een goedgekeurd netsnoer te gebruiken. Voor Duitsland moet dit H05VV-F, 3G, 0,75 mm2 of beter zijn. In andere landen moeten dienovereenkomstig geschikte netsnoeren worden gebruikt. Wind een netsnoer nooit om een voedingsadapter of een ander voorwerp. Hierdoor kan er een mechanische spanning op het snoer komen te staan, waardoor het kan rafelen of scheuren. Dit kan gevaar opleveren. Leid netsnoeren altijd zodanig dat ze niet in de knel zitten en dat niemand erop kan trappen of erover kan struikelen. Voorkom dat snoeren en voedingsadapters in aanraking komen met vloeistof. Laat een netsnoer of voedingsadapter bijvoorbeeld niet liggen bij een wasbak of toilet, of op een vloer die wordt schoongemaakt met een vloeibaar reinigingsmiddel. Vloeistoffen kunnen kortsluiting veroorzaken, met name als het netsnoer of de voedingsadapter slijtage vertoont ten gevolge van verkeerd gebruik. Bovendien kan vloeistof corrosie van de stekkers en/of aansluitpunten veroorzaken, hetgeen uiteindelijk kan leiden tot oververhitting. Sluit de netsnoeren en signaalkabels altijd in de juiste volgorde aan en zorg dat de stekkers altijd stevig in het stopcontact zitten. Gebruik geen voedingsadapter die sporen vertoont van corrosie aan de invoerpennen of sporen van oververhitting (zoals vervormd plastic) bij de aansluiting of op een ander deel van de voedingsadapter. Maak nooit gebruik van een netsnoer waarvan de contactpunten sporen van roest, corrosie of oververhitting vertonen of waarvan het snoer of de stekker op welke manier dan ook beschadigd is. vi ThinkStation Handboek voor de gebruiker Verlengsnoeren en aanverwante apparaten Controleer of elk verlengsnoer, elke piekspanningsbeveiliging, elke noodvoeding en elke verdeelstekker die u gebruikt, bestand is tegen de elektrische eisen van het product. Overbelast deze apparaten nooit. Bij gebruik van stekkerdozen mag de invoercapaciteit van de stekkerdoos nooit worden overschreden. Raadpleeg een elektricien als u vragen hebt over de capaciteit, vereisten en invoerspanning van apparatuur. Stekkers en stopcontacten Als het stopcontact waarop u de computerapparatuur wilt aansluiten beschadigd of verroest blijkt te zijn, gebruik het dan niet tot een gekwalificeerde elektricien het heeft vervangen. Verbuig of verander de stekker niet. Als de stekker beschadigd is, bestel dan een vervangend exemplaar bij de fabrikant. Gebruik voor de computer niet hetzelfde stopcontact als voor andere elektrische apparaten die veel stroom gebruiken. Het voltage kan dan instabiel worden, en dit kan leiden tot schade aan de computer, de gegevens en/of de aangesloten apparatuur. Bepaalde producten worden geleverd met een stekker met randaarde. Deze stekker past alleen in een stopcontact met randaarde. Dit is een veiligheidsvoorziening. Steek een dergelijke stekker alleen in een stopcontact met randaarde. Neem, als u de stekker niet in het stopcontact kunt steken, contact op met een elektricien voor een goedgekeurde stopcontactadapter of vervang het stopcontact door een exemplaar met deze beveiligingsfunctie. Voorkom overbelasting van het stopcontact. De totale systeembelasting mag niet hoger zijn dan 80 procent van de specificatie van de groep. Raadpleeg een elektricien als u vragen hebt over belasting en de capaciteit van de verdeelkast. Zorg dat het netsnoer dat u gebruikt, correct bedraad is, goed bereikbaar is en zich in de buurt van de apparatuur bevindt. Zorg dat het snoer niet helemaal strak staat; hierdoor kan het slijten. Controleer of het stopcontact dat u gebruikt, de juiste spanning en stroomsterkte levert voor het apparaat dat u installeert. Wees altijd zorgvuldig als u de stekker in het stopcontact steekt of eruit haalt. Externe apparatuur Sluit geen kabels van externe apparaten aan en maak ze niet los, met uitzondering van de Universal Serial Bus (USB) en 1394-kabels terwijl de computer is ingeschakeld, anders kan de computer beschadigd raken. Om schade aan de aangesloten apparaten te voorkomen, dient u na het uitschakelen van de computer minimaal vijf seconden te wachten voordat u de externe apparaten ontkoppelt. Warmteproductie en ventilatie Computers, voedingsadapters en veel accessoires genereren warmte als ze aan staan en als er een batterij wordt opgeladen. Neem daarom altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen: • Laat de computer, voedingsadapter of toebehoren niet te lang op uw schoot als deze aan staan of als de batterij wordt opgeladen. De computer, voedingsadapter en veel toebehoren produceren warmte tijdens normaal gebruik. Langdurig contact met uw lichaam of kleding kan ongemak en zelfs brandwonden veroorzaken. • Laad de batterij niet op en werk niet met de computer, voedingsadapter of toebehoren in de nabijheid van ontbrandbare materialen of in een omgeving met explosiegevaar. © Copyright Lenovo 2012 vii • Ventilatieopeningen, ventilatoren en koelribben maken deel uit van het product omwille van de veiligheid, het comfort en een betrouwbare werking. Deze voorzieningen kunnen per ongeluk geblokkeerd raken als u het product op een bed, zitbank, vloerkleed of andere zachte ondergrond plaatst. Zorg ervoor dat deze voorzieningen nooit geblokkeerd, bedekt of uitgeschakeld raken. Controleer uw desktopcomputer eens per drie maanden op ophopingen van stof. Schakel de stroom uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u de controle start; verwijder alle stof dat zich in openingen in de frontplaat bevindt. Als u van buitenaf ziet dat er zich ergens binnenin de computer stof heeft verzameld, verwijder ook dat dan en vergeet niet om de inlaat van het koelelement, de sleuven in de voedingseenheid en de ventilatoren schoon te maken. Zet de computer altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u de kap opent. Probeer te voorkomen dat uw computer wordt gebruikt binnen 60 cm van plaatsen waar veel wordt gelopen. Mocht een dergelijke opstelling onvermijdelijk zijn, controleer dan vaker of de computer niet vuil is en maak de computer indien nodig vaker schoon. Neem voor uw eigen veiligheid en voor het in stand houden van optimale computerprestaties altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen voor uw desktopcomputer: • Houd de kap gesloten zolang de stekker in het stopcontact zit. • Controleer regelmatig of de buitenkant van de computer niet bestoft is. • Verwijder al het stof uit de ventilatiesleuven en -openingen in de frontplaat. Als de computer in een stoffige of drukke omgeving staat, kan het nodig zijn de computer vaker schoon te maken. • Blokkeer de luchttoevoer naar de ventilatieopeningen niet. • Plaats de computer niet in een kast of ander meubelstuk, want dit vergroot de kans dat de computer oververhit raakt. • De lucht die in de computer wordt gezogen, mag niet warmer zijn dan 35°C. • Installeer geen apparaten voor het fileteren van lucht. Deze kunnen een goed koeling in de weg staan. Gebruiksomgeving De optimale omgeving om uw computer te gebruiken is een omgeving met een temperatuur van 10°C tot 35°C en een relatieve vochtigheid van 35% tot 80%. Als uw computer is opgeslagen of vervoerd bij temperaturen onder de 10°C, gun de koude computer dan de tijd om langzaam op te warmen tot de optimale gebruikstemperatuur van 10°C tot 35°C voordat u de computer weer in gebruik neemt. Onder bepaalde omstandigheden kan dit wel twee uur duren. Laat u de computer niet goed op temperatuur komen, dan kan dit bij gebruik leiden tot onherstelbare schade. Plaats de computer indien mogelijk in een goed geventileerde, droge ruimte, uit de zon. Houd elektrische apparaten zoals ventilatoren, radio's, zware luidsprekers, air conditioners en magnetrons uit de buurt van de computer, want het sterke magnetische veld dat door dergelijke apparaten wordt veroorzaakt, kan schade toebrengen aan het beeldscherm en aan de gegevens op de vaste schijf. Plaats nooit vloeistoffen op of naast de computer of de aangesloten apparatuur. Als er vloeistof op de computer of een aangesloten apparaat wordt gemorst, kan er kortsluiting ontstaan, met alle desastreuze gevolgen van dien. Blijf, als u aan het eten of roken bent, uit de buurt van het toetsenbord. Er kan namelijk schade ontstaan door kruimels die op het toetsenbord vallen. Veiligheidsvoorschriften voor de modem WAARSCHUWING: Gebruik, om het risico op brand zo klein mogelijk te houden, alleen telefoonkabels van minimaal nr. viii ThinkStation Handboek voor de gebruiker 26 AWG of dikker (bijvoorbeeld nr. 24 AWG), zoals geregistreerd door Underwriters Laboratories (UL) of gecertificeerd door de Canadian Standards Association (CSA). Neem ter voorkoming van brand, elektrische schokken of verwondingen bij het gebruik van telefonische apparatuur altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: • Installeer geen telefoonbedrading tijdens onweer. • Installeer geen telefoonaansluitingen in natte ruimtes tenzij de aansluiting speciaal ontworpen is voor gebruik in natte ruimtes. • Raak geen telefoonkabels of -stekkers aan die niet geïsoleerd zijn. • Wees voorzichtig bij het installeren of doortrekken van telefoonlijnen. • Gebruik de telefoon niet tijdens onweer, tenzij u een draadloos model hebt. Er bestaat een (geringe) kans op een elektrische schok door blikseminslag. • Meld gaslekken niet telefonisch als u zich in de buurt van dat lek bevindt. Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen WAARSCHUWING: Als u laserproducten (bijvoorbeeld cd-rom-stations, dvd-stations, glasvezelapparatuur of speciale zenders) installeert, let dan op het volgende: • Open de behuizing niet. Als u de kap van het laserproduct opent, kunt u worden blootgesteld aan gevaarlijke laserstraling. In het apparaat bevinden zich geen onderdelen die kunnen worden vervangen. • Het wijzigen van instellingen of het uitvoeren van procedures anders dan hier is beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling. GEVAAR Sommige laserproducten bevatten een ingebouwde laserdiode van Klasse 3A of 3B. Let op het volgende. LASERSTRALING INDIEN GEOPEND. Kijk niet in de laserstraal en vermijd direct contact met de laserstraal. Kennisgeving voedingseenheid Verwijder nooit de kap van de voedingseenheid of van enige component waarop het volgende label is bevestigd. © Copyright Lenovo 2012 ix Gevaarlijke spannings-, stroom- en voltageniveaus binnen componenten waarop dit label is bevestigd. Deze componenten bevatten geen onderdelen die kunnen worden vervangen of onderhouden. Als u vermoedt dat er met een van deze onderdelen een probleem is, neem dan contact op met een onderhoudstechnicus. Reiniging en onderhoud Houd uw computer en uw werkplek schoon. Als u de computer wilt schoonmaken, sluit de computer dan eerst af en haal de stekker uit het stopcontact. Spuit reinigingsmiddelen of andere vloeistoffen nooit rechtstreeks op de computer en maak de computer nooit schoon met reinigingsmiddelen die brandbare stoffen bevatten. Doe het reinigingsmiddel op een zachte doek en maak daarmee de buitenkant van de computer schoon. x ThinkStation Handboek voor de gebruiker Hoofdstuk 1. Productoverzicht In dit hoofdstuk vindt u informatie over de functies en de specificaties van de computer, over de door Lenovo geleverde software en over de plaats van aansluitingen, onderdelen, componenten op de systeemplaat en interne stations. Functies In dit gedeelte vindt u de kenmerken van de computer. De informatie is van toepassing op een aantal modellen. U kunt de informatie over uw specifieke model als volgt bekijken: • Ga naar het programma Setup Utility door de instructies te volgen in Hoofdstuk 7 “Werken met het programma Setup Utility” op pagina 67. Kies vervolgens Main ➙ System Summary om de gegevens te bekijken. • Klik in de Windows-omgeving op Start, klik met de rechter muisknop op Computer en selecteer Eigenschappen om de gegevens te bekijken. Microprocessor Uw computer is uitgerust met een Intel® Xeon®-microprocessor. De processorsnelheid, het aantal beschikbare processorcores en de interne cache verschillen per machinetype. Geheugen Uw computer ondersteunt maximaal acht DDR3 ECC UDIMM's (double data rate 3 error correction code unbuffered dual inline memory modules) of DDR3 ECC RDIMM's (double data rate 3 error correction code registered dual inline memory modules). Interne stations • Optische-schijfstation: dvd-rom, dvd-r/w of Blu-ray (optioneel) • Serial Attached SCSI (SAS) vaste-schijfstation Opmerking: Om SAS-vaste-schijfstations te ondersteunen, is een optionele inschakelingsmodule voor SAS-vaste-schijfstations of een ROC-kaart (RAID-on-Chip) vereist. • Serial Advanced Technology Attachment (SATA) vaste-schijfstation • SSD-station Videosubsysteem • Twee sleuven voor Peripheral Component Interconnect (PCI) Express x16 grafische kaarten op de systeemplaat, voor afzonderlijke grafische kaarten Meer informatie vindt u in “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11. Audiosubsysteem • Geïntegreerde high-definition (HD)-audio • Audio lijn-ingang, audio lijn-uitgang en microfoonaansluiting op het achterpaneel • Microfoon- en hoofdtelefoonaansluitingen op het frontpaneel © Copyright Lenovo 2012 1 • Interne luidspreker Communicatiemogelijkheden • 100/1000 Mbps geïntegreerde Ethernet-controller Voorzieningen voor systeembeheer • Mogelijkheid tot het opslaan van de resultaten van de power-on zelftest (POST) bij opstarten • Desktop Management Interface (DMI) De pc-beheerinterface biedt een algemeen pad voor gebruikers voor toegang tot informatie over alle aspecten van een computer, met inbegrip van type processor, installatiedatum, verbonden printers en andere randapparatuur, voedingsbronnen en onderhoudsgeschiedenis. • ErP-compliantiemodus De ErP-compliantiemodus (Energy-elated Products Directive) verlaagt het elektriciteitsverbruik wanneer de computer stand-by of uit staat. Meer informatie vindt u in “ErP-compliantiemodus en Deep Sx inschakelen” op pagina 70. • Intel Standard Manageability Intel Standard Manageability is hardware- en firmware-technologie die bepaalde functionaliteit in computers inbouwt om het gemakkelijker en minder kostbaar te maken voor bedrijven om te volgen, onderhouden, bij te werken, te upgraden en repareren. • Intel Active Management Technology (AMT) Intel Active Management Technology is hardware- en firmware-technologie die bepaalde functionaliteit in computers inbouwt om het gemakkelijker en minder kostbaar te maken voor bedrijven om te volgen, onderhouden, bij te werken, te upgraden en repareren. • Intel Rapid Storage Technology enterprise (RSTe) Intel RSTe is een apparaatstuurprogramma en softwareoplossing dat ondersteuning biedt voor SATA RAID 0, 1 en 5 arrays of SAS RAID 0 en 1 arrays (inschakelingsmodule voor vaste-schijfstation is vereist) op bepaalde systeemplaten met Intel chipset om de prestaties van het vaste-schijfstation te verbeteren. • Preboot Execution Environment (PXE) De Preboot Execution Environment is een omgeving om computers op te starten via een netwerkinterface die onafhankelijk is van gegevensopslagmachines (zoals een vaste schijfstation) of geïnstalleerde besturingssystemen. • System Management (SM) Basisinvoer-/uitvoersysteem (BIOS) en SM-software De specificatie SM BIOS definieert gegevensstructuren en toegangsmethoden in een BIOS. Daardoor kan de gebruiker of toepassing specifieke informatie voor de betreffende computer opslaan en herstellen. • Wake on LAN Wake on LAN is een ethernet computernetwerkstandaard waarmee een computer kan worden ingeschakeld of uit de slaapmodus kan worden gehaald via netwerkbericht. Het bericht wordt doorgaans verzonden door een programma dat op een andere computer op hetzelfde local area network draait. • Wake on Ring Wake on Ring, ook wel Wake on Modem genoemd, is een specificatie waarmee ondersteunde computers en machines uit de slaap- of winterslaapmodus, kunnen worden gewekt. • Windows Management Instrumentation (WMI) Windows Management Instrumentation is een set uitbreidingen voor het Windows-stuurprogrammamodel. Deze bieden een interface voor een besturingssysteem via welke instrumentale componenten informatie en meldingen geven. 2 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Invoer/uitvoer-voorzieningen (I/O) • Eén 9-pens seriële poort • Één of meer DVI- of DisplayPort-aansluitingen (verschilt per model) • Eén Ethernet-poort • Tien Universal Serial Bus (USB) 2.0-aansluitingen (twee op het frontpaneel en acht op het achterpaneel) • Drie audioaansluitingen (audio lijn-in, audio lijn-uit en microfoon) op het achterpaneel • Twee audioaansluitingen op het voorpaneel (microfoon en hoofdtelefoon) • Twee USB 3.0-aansluitingen op het achterpaneel Raadpleeg voor meer informatie “Aansluitingen, knoppen en lampjes aan de voorkant van de computer” op pagina 7 en “Aansluitingen aan de achterkant van de computer” op pagina 8. Uitbreidingsmogelijkheden • Één kaartlezervak • Drie compartimenten voor vasteschijfstations • Twee compartimenten voor optische-schijfstations • Eén sleuf voor een PCI-kaart • Twee PCI Express x4-kaartsleuven (één sleuf is mechanisch x16) • Twee sleuven voor een PCI Express x16 grafische kaart Voedingseenheid Uw computer wordt geleverd met een 610 watt voedingseenheid met automatische voltagedetectie. Beveiligingsvoorzieningen • Computrace Agent-software is in de firmware geïntegreerd • Aanwezigheidsschakelaar voor kap (ook wel inbraakverklikker genoemd, op bepaalde modellen) • Mogelijkheid om een apparaat in of uit te schakelen • Mogelijkheid om afzonderlijke USB 2.0-aansluitingen in en uit te schakelen • Een systeemwachtwoord (Power-On Password, POP), beheerderwachtwoord en vaste-schijfwachtwoord om onbevoegd gebruik van uw computer te voorkomen • Instelbare opstartvolgorde • Opstarten zonder toetsenbord of muis • Mogelijkheid om een geïntegreerd kabelslot (Kensington-slot) aan te sluiten • Mogelijkheid om een hangslot aan te brengen • Ondersteuning voor een beveiligingsslot • Trusted Platform Module (TPM) Meer informatie vindt u in Hoofdstuk 4 “Beveiliging” op pagina 23. Vooraf geïnstalleerde software In de fabriek zijn sommige softwareprogramma's al op uw computer geïnstalleerd, zodat u eenvoudiger en veiliger aan de slag kunt. Meer informatie vindt u in “Overzicht van de software” op pagina 5. Hoofdstuk 1. Productoverzicht 3 Vooraf geïnstalleerd besturingssysteem Bij levering is het besturingssysteem Microsoft® Windows® 7 al op uw computer geïnstalleerd. Gecertificeerd(e) of getest(e) besturingssysteem/besturingssystemen1 (verschilt per model) • Red Hat Enterprise Linux® • Microsoft Windows XP Professional SP3 Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer. Afmetingen Breedte: 175 mm Hoogte: 478 mm (vanaf de grond tot de bovenkant van de hendel) Diepte: 460 mm Gewicht Maximumconfiguratie bij levering: 16,33 kg Omgeving • Luchttemperatuur: In bedrijf: 10 °C tot 35 °C Opslag: -40 °C tot 60 °C in originele verzendverpakking Opslag: -10 °C tot 60 °C zonder verpakking Opmerking: De toegestane boventemperatuurgrens daalt met 1 °C voor elke 300 m boven zeeniveau. • Luchtvochtigheid: In bedrijf: 10% tot 80% (non-condenserend) Opslag: 10% tot 90% (non-condenserend) • Hoogte: In bedrijf: -15,2 tot 3048 m (-50 tot 10 000 voet) Elektrische invoer • Invoerspanning: – Laag: Minimum: 100 V wisselstroom Maximum: 127 V wisselstroom Invoerfrequentie: 50 tot 60 Hz – Hoog: Minimum: 200 V wisselstroom Maximum: 240 V wisselstroom Invoerfrequentie: 50 tot 60 Hz 1. Het besturingssysteem of de besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat, onderworpen aan een compatibiliteitstest of -certificering. Ook kan Lenovo na het verschijnen van deze handleiding boekje concluderen dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Deze lijst kan veranderen. Om vast te stellen of een bepaald besturingssysteem gecertificeerd of getest is op compatibiliteit, kijkt u op de website of neemt u contact op met de leverancier van het besturingssysteem. 4 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Overzicht van de software De computer wordt geleverd met een vooraf geïnstalleerd besturingssysteem en diverse door Lenovo geleverde software. Door Lenovo verstrekte software De volgende softwareprogramma's worden door Lenovo verstrekt om u te helpen productiever te werken en de kosten voor onderhoud van uw computer tot een minimum te beperken. Welke softwareprogramma's er precies worden meegeleverd, is afhankelijk van het model van uw computer en het vooraf geïnstalleerde besturingssysteem. Lenovo ThinkVantage Tools Het programma Lenovo ThinkVantage® Tools wijst u de weg naar een keur aan informatiebronnen en geeft eenvoudig toegang tot verschillende tools, zodat u eenvoudiger en veiliger kunt werken. Voor toegang tot het programma Lenovo ThinkVantage Tools, klikt u op Start ➙ Alle programma's ➙ Lenovo ThinkVantage Tools. Het Lenovo ThinkVantage Tools-programma biedt toegang tot alle programma´s die zijn weergegeven in de volgende tabel. Dubbelklik op het betreffende pictogram om een programma te openen. Tabel 1. Namen van pictogrammen programmeren in Lenovo ThinkVantage Tools. Programmanaam Naam van pictogram in Lenovo ThinkVantage Tools Create Recovery Media Factory Recovery-schijven Lenovo Solution Center Systeemstatus en diagnoseprogramma's SimpleTap ThinkVantage Rescue and SimpleTap Recovery® Geavanceerde backup en herstel Lenovo Welcome Met het programma Lenovo Welcome maakt u kennis met een aantal innovatieve ingebouwde voorzieningen van Lenovo en wordt u door een aantal belangrijke setuptaken geleid. Hierdoor haalt u het beste uit uw computer. Product Recovery Met het Product Recovery-programma kunt u de inhoud van het vaste-schijfstation herstellen naar de fabrieksinstellingen. SimpleTap Met het programma SimpleTap kunt u snel sommige basisinstellingen van de computer aanpassen, waaronder de luidsprekers dempen, het volume aanpassen, het besturingssysteem van de computer vergrendelen, een programma starten, een webpagina of een bestand openen, enzovoort. U kunt ook het programma SimpleTap gebruiken om naar de Lenovo App Shop te gaan, waar u verschillende toepassingen en computersoftware kunt downloaden. Om het programma SimpleTap snel te starten, voert u een van de volgende handelingen uit: • Klik op het rode SimpleTap-startpunt op het bureaublad. Het rode startpunt is beschikbaar op het bureaublad nadat u het programma SimpleTap voor de eerste keer hebt gestart. • Druk op de blauwe ThinkVantage-knop als deze beschikbaar is op uw toetsenbord. Hoofdstuk 1. Productoverzicht 5 Opmerking: Het programma SimpleTap is alleen beschikbaar op bepaalde computers waarop Windows 7 vooraf is geïnstalleerd. Als het programma SimpleTap niet vooraf op uw Windows 7-model is geïnstalleerd, kunt u het downloaden op http://www.lenovo.com/support. ThinkVantage Rescue and Recovery Het programma ThinkVantage Rescue and Recovery is een programma waarmee u met één druk op de knop back-ups kunt maken en herstelbewerkingen kunt uitvoeren. Het programma omvat een set tools, waarmee u zelf de oorzaak van problemen kunt opsporen, hulp kunt inroepen en na een systeemcrash snel weer aan de slag kunt, zelfs als het besutringssysteem Windows niet meer opstart. Opmerking: Als het pictogram Geavanceerde backup en herstel in het programma Lenovo ThinkVantage Tools niet actief is, moet u ThinkVantage Rescue and Recovery handmatig installeren voordat u de functies ervan inschakelt. U installeert het programma ThinkVantage Rescue and Recovery als volgt: 1. Klik op Start ➙ Alle programma's ➙ Lenovo ThinkVantage Tools en dubbelklik op Geavanceerde backup en herstel. 2. Volg de aanwijzingen op het scherm. 3. Wanneer de installatieprocedure is voltooid, wordt het Geavanceerde backup en herstel-pictogram geactiveerd. Lenovo Solution Center U gebruikt het programma Lenovo Solution Center voor het opsporen en oplossen van problemen met uw computer. Met het programma kunt u diagnosetests uitvoeren, systeeminformatie verzamelen, de beveiligingsstatus controleren en ondersteuningsinformatie bekijken. Het bevat ook tips en adviezen voor maximale systeemprestaties. Zie “Lenovo Solution Center” op pagina 105 voor meer gedetailleerde informatie. Adobe Reader Het programma Adobe Reader is een tool voor het lezen, afdrukken en doorzoeken van PDF-documenten. Antivirussoftware Op uw computer is antivirussoftware geïnstalleerd, voor het detecteren en elimineren van virussen. Lenovo heeft een volledige versie van de antivirussoftware op uw vaste schijfstation geplaatst en biedt u een gratis abonnement voor 30 dagen aan. Na 30 dagen moet u de licentie vernieuwen om updates voor het antivirusprogramma te blijven ontvangen. De plaats van de onderdelen In dit gedeelte vindt u informatie over de plaats van de verschillende front- en achterpaneelaansluitingen van uw computer, onderdelen van het systeembord, componenten en interne stations in uw computer. 6 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Aansluitingen, knoppen en lampjes aan de voorkant van de computer Op Figuur 1 “Aansluitingen, knoppen en lampjes aan de voorkant” op pagina 7 kunt u zien waar de verschillende aansluitingen, knoppen en lampjes aan de voorkant van uw computer zich bevinden. Figuur 1. Aansluitingen, knoppen en lampjes aan de voorkant 1 Uitwerpknop van optische schijf 5 USB 2.0-aansluiting 2 USB 2.0-aansluiting 6 Lampje voor activiteit vaste-schijfstation 3 Aansluiting voor microfoon 7 Aan/uit-knop 4 Aansluiting voor hoofdtelefoon 8 Netvoedingslampje Hoofdstuk 1. Productoverzicht 7 Aansluitingen aan de achterkant van de computer In Figuur 2 “Locatie van aansluitingen achterkant” op pagina 8 ziet u waar de aansluitingen aan de achterkant van de computer zich bevinden. Sommige aansluitingen op de achterkant van de computer zijn voorzien van een kleurcode. Dit vergemakkelijkt de aansluiting van de kabels. Figuur 2. Locatie van aansluitingen achterkant 1 Aansluiting voor netsnoer 6 Audio lijnuitgang 2 PS/2-toetsenbord- en muisaansluitingen (optioneel) 7 Aansluiting voor microfoon 3 Ethernet-poort 8 USB 3.0-aansluitingen (2) 4 Audio lijningang 9 USB 2.0-aansluitingen (8) 5 DVI-monitoraansluiting (aantal en locatie verschillen per model) Aansluiting 10 Seriële poort (Seriële poort 1) Beschrijving Audio lijningang Hier komen de audiosignalen binnen van een extern audioapparaat, zoals een stereo-installatie. Als u een extern audioapparaat aansluit, verbindt u de audio lijnuitgang van het apparaat met een kabel met de audio lijningang van de computer. Audio lijnuitgang Via deze uitgang worden audiosignalen van de computer verzonden naar externe apparaten, zoals actieve stereo luidsprekers (luidsprekers met ingebouwde versterker), hoofdtelefoons, multimediatoetsenborden of de audio lijn-ingang van een stereo-installatie of een ander extern opnameapparaat. DVI-beeldschermaansluiting Voor het aansluiten van een DVI-beeldscherm of andere apparaten die gebruik maken van een DVI-aansluiting. 8 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Aansluiting Beschrijving Ethernet-poort Hierop kunt u een Ethernet-kabel voor een local area network (LAN) aansluiten. Opmerking: Om de computer te laten voldoen aan de FCC-richtlijnen (Klasse B), dient u een Ethernet-kabel van categorie 5 te gebruiken. Microfoonaansluiting Hier kunt u een microfoon aansluiten, voor het opnemen van geluid of het gebruik van spraakherkenningssoftware. PS/2-toetsenbordaansluiting (optioneel) Hierop kunt u een toetsenbord aansluiten dat geschikt is voor een PS/2-toetsenbordaansluiting. Deze aansluiting is beschikbaar als er een optionele PS/2-toetsenbordadapter en muisadapter op de computer geïnstalleerd zijn. PS/2-muisaansluiting (optioneel) Hierop kunt u een muis, trackball of andere aanwijsapparaten aansluiten die geschikt zijn voor een PS/2-muisaansluiting. Deze aansluiting is beschikbaar als er een optionele PS/2-toetsenbordadapter en muisadapter op de computer geïnstalleerd zijn. Serial port Hierop kunt u een extern modem, een seriële printer of andere apparaten aansluiten die een 9-pens seriële aansluiting hebben. USB 2.0-aansluiting Gebruik deze aansluiting om een USB 2.0-apparaat aan te sluiten, bijvoorbeeld een muis, een scanner, een printer of een organizer (personal digital assistant ofwel PDA). USB 3.0-aansluiting Gebruik deze aansluiting om een USB 2.0- of USB 3.0-apparaat aan te sluiten, bijvoorbeeld een muis, een scanner, een printer of een organizer (personal digital assistant ofwel PDA). Hoofdstuk 1. Productoverzicht 9 Componenten In Figuur 3 “De plaats van de verschillende componenten” op pagina 10 kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. Hoe u de kap van de computer verwijdert, leest u in “De kap van de computer verwijderen” op pagina 30. Figuur 3. De plaats van de verschillende componenten 1 Module met koelelement en ventilator 7 Vaste-schijfstation of SSD-station 2 Compartiment voor optisch station 8 Adapterkaartbeugel 3 Kaartlezervak 9 PCI Express-kaart (geïnstalleerd in bepaalde modellen) 4 Frontplaat 10 Geheugenmodule(s) 5 Interne luidspreker 11 Achterste ventilatoreenheid 6 Adapterkaartgeleider 12 Voedingseenheid 10 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Onderdelen op de systeemplaat In Figuur 4 “Locatie van onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11 ziet u de plaats van de onderdelen op de systeemplaat. Figuur 4. Locatie van onderdelen op de systeemplaat 1 Aansluiting PS/2-adapter 21 Jumper voor Wissen van CMOS / Herstel 2 Aansluiting microprocessorventilator 22 Frontpaneel USB-aansluiting 2 (voor het aansluiten de kaartlezer) 3 12 V voedingsaansluiting microprocessor 23 eSATA-aansluiting (voor het aansluiten van de eSATA-adapter) 4 Microprocessor 24 Extra LED-aansluiting 5 Aansluiting geheugenventilator 25 Frontpaneel aansluiting (voor aansluiten van LED-indicatoren en in-/uit-schakelaar) 6 Ventilatoreenheidaansluiting voor vaste-schijfstation 26 Aansluiting voor temperatuursensor 7 Geheugenaansluiting 3 (DIMM3) 27 Audioaansluiting vooraan 8 Geheugenaansluiting 7 (DIMM7) 28 Aansluiting voor interne luidspreker 9 Geheugenaansluiting 4 (DIMM4) 29 PCI Express x4-kaartsleuf 10 Geheugenaansluiting 8 (DIMM8) 30 Sleuf voor PCI-kaart 11 Aansluiting voor inschakelingsmodule van vaste-schijfstation (optioneel) 31 Sleuf voor PCI Express x16 grafische kaart Hoofdstuk 1. Productoverzicht 11 12 24-pens voedingsaansluiting 32 PCI Express x4-kaartsleuf (mechanisch x16) 13 Aansluiting voorste ventilator 33 Sleuf voor PCI Express x16 grafische kaart 14 Interne USB-aansluiting 34 Aansluiting voor achterste ventilator 15 SATA-aansluitingen 1 en 2 (SATA 3.0-aansluitingen) 35 4-pens voedingsaansluiting 16 SATA-aansluitingen 3 en 4 (SATA 2.0-aansluitingen) 36 Batterij 17 SATA/SAS-aansluitingen voor het vaste-schijfstation (3) 37 Geheugenaansluiting 1 (DIMM1) 18 LED voor vaste-schijfstation (LSI) 38 Geheugenaansluiting 5 (DIMM5) 19 Aansluiting voor aanwezigheidsschakelaar voor kap (inbraakverklikker) 39 Geheugenaansluiting 2 (DIMM2) 20 Frontpaneel USB-aansluiting 1 (voor aansluiten van USB-poorten 1 en 2 op het frontpaneel) 40 Geheugenaansluiting 6 (DIMM6) 12 ThinkStation Handboek voor de gebruiker De plaats van interne stations Interne stations zijn apparaten waarmee de computer gegevens leest en opslaat. U kunt extra stations in de computer installeren om de opslagcapaciteit uit te breiden of om de computer geschikt te maken voor het lezen van andere typen media. Interne stations worden geïnstalleerd in compartimenten. In deze handleiding wordt gesproken over compartiment 1, compartiment 2, enzovoort. Wanneer u een intern station installeert of vervangt, moet u er goed op letten of het compartiment dat u daarvoor wilt gebruiken geschikt is voor het desbetreffende type en formaat station. In “Hardware installeren en vervangen” op pagina 29 vindt u instructies voor het installeren en vervangen van interne stations in uw computer. In Figuur 5 “Plaats van stationscompartimenten” op pagina 13 kunt u zien waar de verschillende stationscompartimenten zich bevinden. Figuur 5. Plaats van stationscompartimenten 1 Compartiment voor optische-schijfstation (in sommige modellen is al een optische-schijfstation geïnstalleerd) 2 Compartiment voor optisch station 3 Kaartlezervak 4 Compartiment voor vaste-schijfstation of compartiment 1 voor SSD-station 5 Compartiment voor vaste-schijfstation of compartiment 2 voor SSD-station 6 Compartiment voor vaste-schijfstation of compartiment 3 voor SSD-station Hoofdstuk 1. Productoverzicht 13 Machinetype en modelnummer Het machinetype en modelnummer indentificeert uw computer. Wanneer u Lenovo belt om hulp, kunnen de ondersteuningstechnici van Lenovo aan de hand van het machinetype en de modelinformatie precies vaststellen welk type computer u hebt, zodat zij de snelste service kunnen verlenen. Hier volgt een voorbeeld van een machinetype en modelnummer. Machine Type: XXXX Model Number: XXX Figuur 6. Machinetype en modelnummer 14 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Hoofdstuk 2. Werken met de computer In dit hoofdstuk vindt u informatie over het gebruik van enkele functies van de computer. Veelgestelde vragen Hieronder vindt u enkele tips die u helpen uw computer optimaal te gebruiken. Is mijn gebruikershandeleiding ook beschikbaar in een andere taal? U kunt de gebruikershandleiding in verschillende talen vinden op de website van Lenovo Support via: http://www.lenovo.com/ThinkStationUserGuides Waar zijn mijn herstelschijven? Lenovo biedt een programma voor het maken van herstelschijven. Zie “Herstelmedia maken” op pagina 59voor meer informatie. In noodgevallen kunt u ook herstel-cds bestellen bij het Lenovo Customer Support Center. Zie voor meer informatie over de manier waarop u contact opneemt met het Customer Support Center Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Voordat u de Product Recovery-schijven gaat gebruiken, dient u de bij de schijven geleverde documentatie te lezen. Attentie: Een Product Recovery-schijvenpakket bevat mogelijk verschillende schijven. Zorg dat u de schijven bij de hand hebt vóórdat u met het herstelproces begint. Het is mogelijk dat tijdens de herstelprocedure wordt gevraagd de schijven te verwisselen. Waar vind ik de Help-functie van het besturingssysteem Windows? Het informatiesysteem Windows Help en ondersteuning geeft gedetailleerde informatie over het gebruik van het besturingssysteem Windows om het beste uit uw computer te halen. Klik voor toegang tot de Windows Help- en ondersteuningsinformatie op Start ➙ Help en ondersteuning. Het toetsenbord gebruiken De computer wordt geleverd met een standaardtoetsenbord. De sneltoetsen van Microsoft Windows zijn beschikbaar op het standaardtoetsenbord. In dit gedeelte vindt u informatie over de volgende onderwerpen: • “Windows-sneltoetsen gebruiken” op pagina 15 • “De blauwe ThinkVantage-knop gebruiken” op pagina 16 Windows-sneltoetsen gebruiken Het standaardtoetsenbord bevat drie toetsen die u kunt gebruiken voor het Microsoft Windows-besturingssysteem. • De twee toetsen voor het menu Start bevinden zich aan beide kanten van de spatiebalk naast de Alt-toets. Ze zijn voorzien van het Windows-logo. Als u op een van deze toetsen drukt, wordt het menu Start van Windows geopend. De stijl van het Windows-logo hangt af van het toetsenbordmodel. • De toets voor het contextmenu bevindt zich naast de Ctrl-toets rechts naast de spatiebalk. Als u op de toets voor het contextmenu drukt, wordt dat menu voor het actieve programma, pictogram of object geopend. © Copyright Lenovo 2012 15 Opmerking: Met de muis of met de pijltjestoetsen voor omhoog of omlaag kunt u menuopties selecteren. U kunt het menu Start of het snelmenu sluiten door op de muis te klikken of op de Esc-toets te drukken. De blauwe ThinkVantage-knop gebruiken Sommige toetsenborden hebben een blauwe ThinkVantage-knop die u kunt gebruiken om een omvangrijk online help- en informatiecentrum van Lenovo te openen. In het besturingssysteem Windows 7 opent u het programma SimpleTap door op de blauwe ThinkVantage-knop te drukken. Zie “SimpleTap” op pagina 5 voor meer informatie. Een wielmuis gebruiken De wielmuis heeft de volgende besturingselementen: 1 Primaire muisknop Met deze knop selecteert of start u een programma of een menuoptie. 2 Wiel Met het wiel bepaalt u de bladerrichting en -snelheid van de muis. De richting waarin u het wiel draait, bepaalt de richting waarin u bladert. 3 Secundaire muisknop Met deze knop beeldt u een menu voor het actieve programma, pictogram of object af. U kunt de functie van de primaire en secundaire muisknoppen omwisselen en wijzigen naar ander standaardgedrag via de functie Muiseigenschappen op het Besturingspaneel van Windows. Audio instellen Geluid vormt een belangrijk deel van de computerervaring. Op systeembord van uw computer is een digitale audiocontroller ingebouwd. Sommige modellen hebben een digitale high-performance audioadapter ingebouwd in het systeembord of in een van de PCI-kaartsleuven. De audiovoorziening van de computer Indien de high-performance audioadapter op uw computer is geïnstalleerd, zijn de audioaansluitingen op het systeembord aan de achterzijde van de computer altijd uitgeschakeld. Gebruik de aansluitingen op de audioadapter. Elke audio-oplossing heeft minimaal drie audio-aansluitingen: audiolijningang, audiolijnuitgang en microfoonaansluiting. Met de audioadapter kunt u geluidsfragmenten, muziek opnemen en afspelen, evenals genieten van multimediatoepassingen en werken met spraakherkenningssoftware. Desgewenst kunt u een set actieve luidsprekers aansluiten op de audiolijnuitgang. Vooral bij multimediatoepassingen geeft dit beter geluid. 16 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Het volume instellen op het bureaublad De volumeregeling op het bureaublad is toegankelijk via het volumepictogram op de taakbalk dat rechtsonder op het Windows-bureaublad wordt afgebeeld. Klik op het pictogram Volume en verplaats de volumeregelaar omhoog of omlaag om het gewenste volume te regelen of klik op het pictogram Dempen om het geluid uit te schakelen. Als het pictogram Volume niet op de taakbalk staat, zie dan “Pictogram voor het volume in het systeemvak plaatsen” op pagina 17. Pictogram voor het volume in het systeemvak plaatsen In het besturingssysteem Windows 7 kunt u het pictogram Volume als volgt aan het systeemvak toevoegen: 1. Klik op het bureaublad van Windows op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Vormgeving en aanpassing. 2. In het onderwerp Taakbalk en menu Start klikt u op Pictogrammen op de taakbalk aanpassen. 3. Klik op Systeempictogrammen in- of uitschakelen en wijzig de stand van het volume van Uit naar Aan. 4. Klik op OK om de nieuwe instellingen op te slaan. Het volume instellen op het Configuratiescherm U kunt het volume instellen op het Configuratiescherm. Om het volume van de computer in te stellen op het Configuratiescherm doet u het volgende: 1. Klik op het bureaublad van Windows op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Hardware en geluid. 2. Klik in het onderwerp Geluid op Systeemvolume aanpassen. 3. U regelt het volume op uw computer door de schuifregelaars voor het volume omhoog of omlaag te schuiven. Cds en dvds gebruiken Bij aflevering is uw computer mogelijk uitgerust met een vooraf geïnstalleerd DVD-station of opneembaar dvd-station. Voor deze stations worden standaard-cds of dvds met een doorsnede van 12 cm gebruikt. Als de compute is uitgerust met een dvd-station kunnen dvd-ROM-schijven, dvd-R-schijven, dvd-RAM-schijven, dvd-RW-schijven en alle soorten cds, zoals cd-ROMs, cd-RWs, cd-Rs en audio-cd-schijven worden gelezen. Bovendien kunnen er gegevens worden geschreven op dvd-Rs, op dvd-RWs, op type II dvd-RAMs, op standaard- en high-speed cd-RW en op cd-Rs. Neem de volgende richtlijnen in acht bij het gebruik van het dvd-station: • Zet de computer niet op een plaats waar het station wordt blootgesteld aan: – Een hoge temperatuur – Hoge luchtvochtigheid – Een overmatige hoeveelheid stof – Sterke trillingen of plotselinge schokken – Een hellend oppervlak – Direct zonlicht • Plaats nooit andere voorwerpen dan CD's of DVD's in het station. • Verwijder de CD of DVD uit het station als u de computer gaat verplaatsen. Gebruik van CD's en DVD's CD's en DVD's zijn duurzaam en betrouwbaar, maar u moet er voorzichtig mee omgaan. Houd u bij het omgaan met cds en dvds aan de volgende richtlijnen: • Houd de schijf aan de rand vast. Raak het oppervlak van de kant zonder opdruk niet aan. Hoofdstuk 2. Werken met de computer 17 • Veeg de schijf vanuit het midden naar de rand schoon met een zachte doek die niet pluist. Als u de schijf met draaiende bewegingen schoonveegt, kunnen er gegevens verloren gaan. • Schrijf niet op de schijf en plak er niets op. • Maak geen krassen op de schijf en breng er geen markeringen op aan. • Bewaar de schijf niet op een plek waar hij wordt blootgesteld aan direct zonlicht. • Gebruik geen wasbenzine, verdunners of andere schoonmaakmiddelen om de schijf schoon te maken. • Laat de schijf niet vallen en buig hem niet. • Plaats geen beschadigde schijven in het station. Door kromgetrokken, gebroken, bekraste of vuile schijven kan het station ernstig beschadigd raken. CD's of DVD's afspelen Als uw computer is uitgerust met een dvd-station, kunt u luisteren naar audio-cds of kijken naar dvd-films. Om een cd of dvd af te spelen, doet u het volgende: 1. Druk op de uitwerpknop om de lade van het dvd-station te openen. 2. Plaats de cd of de dvd in een volledig geopende lade. Sommige dvd-stations hebben een opstaande as in het midden van de lade. Als uw station een dergelijke as heeft, ondersteunt u met een hand de lade, terwijl u met de andere hand op het midden van de cd of dvd drukt om deze op zijn plaats vast te klikken. 3. Sluit de lade door op opnieuw de uitwerpknop te drukken of door de lade voorzichtig naar binnen te schuiven. De software van de cd of dvd-speler wordt automatisch gestart. Meer informatie vindt u in het Help-systeem van het programma van de cd- of dvd-speler. U haalt de cd of dvd als volgt uit het station: 1. Terwijl de computer aan staat, druk u op de uitwerpknop op het station. Zodra de lade naar buiten is geschoven, kunt u de schijf uitnemen. 2. Sluit de lade door op de CD-knop te drukken of door de lade voorzichtig naar binnen te duwen. Opmerking: als de lade niet opengaat als u op de uitwerpknop drukt, kunt u de lade openen door een rechtgebogen paperclip in het kleine daarvoor bestemde gaatje aan de voorkant van het DVD-station te steken. zorg ervoor dat het station uitgeschakeld is als u de noodoplossing gebruikt om de lade open te krijgen. Maak alleen gebruik van de noodoplossing als u de lade echt niet met de uitwerpknop openkrijgt. Een cd of dvd opnemen Als uw computer is uitgerust met een dvd-station voor opnemen, kunt u het station gebruiken om cds of dvds op te nemen. Om een cd of dvd op te nemen doet u het volgende: 1. Klik op Start ➙ Alle programma´s ➙ Corel DVD MovieFactory Lenovo Edition. 2. Volg de aanwijzingen op het scherm. Gedetailleerde informatie over het gebruik van het programma Corel DVD MovieFactory vindt u in het Help-systeem van het programma. U kunt ook Windows Media Player gebruiken om cds en gegevens-dvds op te nemen. Meer informatie vindt u in “Help en ondersteuning” op pagina 107. 18 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Hoofdstuk 3. U en uw computer In dit hoofdstuk treft u informatie aan over de toegankelijkheid, het comfort en het verhuizen van uw computer naar andere landen of regio´s. Toegankelijkheid en comfort Ergonomische gewoonten zijn belangrijk; niet alleen om zo veel mogelijk uit uw pc te halen, maar vooral ook om ongemak te voorkomen. Richt uw werkplek zodanig in dat de opstelling van de apparatuur aansluit bij uw individuele wensen en bij het soort werk dat u doet. Denk bij het werken met de computer aan uw gezondheid; dat verhoogt uw prestaties én uw comfort. In de volgende onderwerpen vindt u informatie over het inrichten van de werkplek, het opstellen van de computerapparatuur en het handhaven van een gezonde werkhouding. Lenovo streeft ernaar mensen met een handicap betere toegang te geven tot informatie en technologie. De volgende informatie is speciaal bedoeld voor mensen met een visuele, auditieve of motorische handicap. Er zijn ondersteunende technieken waardoor gebruikers op de meest geschikte manier toegang kunnen krijgen tot informatie. Sommige technologieën bevinden zich al in uw besturingssysteem, andere kunt u via leveranciers kopen of zijn toegankelijk via het internet: http://www.lenovo.com/healthycomputing De werkplek inrichten U haalt het meeste uit uw computer als u zowel de apparatuur als de werkplek afstemt op uw behoeften en op het soort werk dat u doet. Comfort is natuurlijk van groot belang, maar bij het inrichten van uw werkplek moet u ook letten op praktische zaken als lichtbronnen, luchtcirculatie en de plaats van de stopcontacten. Comfort Hoewel er niet één werkhouding bestaat die ideaal is voor iedereen, kunt u met behulp van de volgende richtlijnen een houding vinden die voor u geschikt is. Als u lange tijd in dezelfde houding zit, kan dit vermoeidheid veroorzaken. De rugleuning en de zitting van uw stoel moeten onafhankelijk van elkaar kunnen worden ingesteld en moeten goed steun bieden. De zitting moet een gebogen voorkant hebben om de druk op de bovenbenen te verminderen. Stel de zitting zo in dat uw bovenbenen evenwijdig zijn met de vloer en uw voeten plat op de vloer of op een voetsteun staan. Als u met het toetsenbord werkt, moet u uw onderarmen in een horizontale houding en uw polsen in een gemakkelijke stand houden. Bedien het toetsenbord met een lichte aanslag en houd uw handen en vingers ontspannen. Wijzig de hoek van het toetsenbord voor optimaal comfort door de stand van de toetsenbordvoetjes aan te passen. © Copyright Lenovo 2012 19 Stel het beeldscherm zo op dat de bovenkant van het scherm zich op ooghoogte bevindt, of iets lager. Plaats het beeldscherm op een prettige afstand (gewoonlijk is dit 50 tot 60 cm) en plaats het zodanig dat u kunt kijken zonder uw lichaam te hoeven verdraaien. Plaats ook andere apparatuur die u veel gebruikt, zoals de telefoon en de muis, zo dat u er gemakkelijk bij kunt. Reflectie en verlichting Stel het beeldscherm zo op dat u zo min mogelijk last hebt van schittering en weerkaatsing van lampen, ramen en andere lichtbronnen. Licht dat wordt weerkaatst door glimmende oppervlakken kan hinderlijke reflecties op uw beeldscherm veroorzaken. Zet het beeldscherm indien mogelijk zo neer dat het loodrecht op de ramen en andere lichtbronnen staat. Verminder indien nodig de bovenverlichting door lampen uit te doen of door minder sterke lampen te gebruiken. Als u het beeldscherm in de buurt van een raam neerzet, scherm het zonlicht dan af met gordijnen of een zonnescherm. Wellicht moet u de helderheid en het contrast van het beeldscherm in de loop van de dag enkele malen anders instellen. De verlichting is immers niet de hele dag constant. Wanneer het niet mogelijk is om reflecties te vermijden of de verlichting aan te passen, kan een anti-reflectiescherm uitkomst bieden. Een dergelijk scherm kan de duidelijkheid van het beeld echter verminderen. Het is daarom beter om er pas een te gebruiken wanneer geen van de andere mogelijkheden soelaas biedt. Een stoflaag verergert de problemen die door reflectie worden veroorzaakt. Vergeet niet uw beeldscherm regelmatig schoon te maken zoals is beschreven in de documentatie van het beeldscherm. Luchtcirculatie De computer en het beeldscherm produceren warmte. In de computer zit een ventilator die frisse lucht naar binnen zuigt en warme lucht naar buiten blaast. De warme lucht van het beeldscherm ontsnapt automatisch via ventilatiespleten. Wanneer de ventilatiespleten geblokkeerd zijn, kan er oververhitting ontstaan. Dit kan storingen of beschadigingen tot gevolg hebben. Plaats de computer en het beeldscherm zodanig dat de ventilatiespleten niet worden geblokkeerd; 5 cm is meestal voldoende. Zorg er ook voor dat de lucht niet naar anderen wordt geblazen. Stopcontacten en kabellengte De plaats van stopcontacten en de lengte van de netsnoeren en kabels van de printer en andere apparaten kunnen van invloed zijn op de uiteindelijke opstelling van de computer. Denk bij het opstellen van de computer aan het volgende: • Vermijd het gebruik van verlengsnoeren. Sluit het netsnoer van de computer indien mogelijk direct op een stopcontact aan. • Houd netsnoeren en kabels uit de buurt van looppaden en andere plaatsen waar mensen erover kunnen struikelen of er per ongeluk tegenaan kunnen lopen. 20 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Meer informatie over netsnoeren vindt u in “Netsnoeren en voedingsadapters” op pagina vi. Uw computer bij Lenovo registreren Om uw computer te registreren gaat u naar http://www.lenovo.com/register. Volg de aanwijzingen op het scherm om de registratie te voltooien. In geval van verlies of diefstal kan uw computer dan sneller door de autoriteiten worden terugbezorgd. Bovendien kunt u door het registreren door Lenovo op de hoogte worden gehouden over mogelijke technische informatie en upgrades. Als u uw computer registreert, worden gegevens ingevoerd in een database. Lenovo kan dan contact met u opnemen in geval van een terugroeping of ander ernstig probleem. Ook bieden sommige locaties uitgebreide voordelen en services aan geregistreerde gebruikers. Uw computer naar een ander land of andere regio verhuizen Wanneer u uw computer naar een ander land of een andere regio verhuist, moet u rekening houden met de plaatselijke standaarden voor elektriciteit. In dit gedeelte vindt u informatie over het volgende: • “Voltageschakelaar” op pagina 21 • “Vervangings stroomkabels” op pagina 21 Voltageschakelaar Sommige computers zijn uitgerust met een voltageschakelaar; deze bevindt zich in de buurt van de aansluiting voor het netsnoer. Andere computers hebben geen voltageschakelaar. Voordat u de computer installeert of in gebruik neemt in een ander land of andere regio, dient u zich ervan te vergewissen dat het ingestelde voltage op de computer overeenkomt met de geleverde spanning van het stopcontact. WAARSCHUWING: Ga eerst na wat het voltage van het stopcontact (outlet) is waarop de computer zal worden aangesloten. Als u niet zeker weet welke spanning wordt geleverd, neemt u contact op met het elektriciteitsbedrijf of raadpleegt u officiële websites of andere documentatie voor reizigers in het land of de regio waar u zich bevindt. Als uw computer een voltageschakelaar heeft, zorg dan dat deze is ingesteld op het voltage dat door het stopcontact wordt geleverd. Een onjuiste instelling van de voltageschakelaar leidt ertoe dat de computer niet correct werkt en kan leiden tot onherstelbare schade aan de computer. Sluit de computer pas aan op het lichtnet nadat u hebt gecontroleerd of de voltageschakelaar in de juiste stand staat voor het voltage dat ter plaatse op het stopcontact aanwezig is. Als uw computer niet is uitgerust met een voltageschakelaar, kijk dan op het voltagelabel aan de onderkant van de computer. Let daarbij op het volgende: • Als de vermelde spanning “100-127 V” of “200-240 V” is, moet u ervoor zorgen dat de spanning op het stopcontact overeenkomt met het voltage dat is aangegeven op het label. Probeer de computer niet aan te sluiten als de spanning niet overeenkomt. Doe dit alleen als u een extern apparaat gebruikt voor het omzetten van het voltage, zoals een transformator. • Als op het voltagelabel een dubbel bereik - zowel “100-127 V” als “200-240 V” - is afgebeeld, geeft dit aan dat de computer geschikt is voor wereldwijd gebruik en dat de computer het voltage automatisch aanpast aan het voltage van het stopcontact, ongeacht het land of de regio waar de computer wordt aangesloten. Vervangings stroomkabels Als u uw computer verhuist naar een land of regio waar gebruik wordt gemaakt van contactdozen die verschillen van de soort die u momenteel gebruikt, zult u nieuwe stekkeradapters of nieuwe stroomkabels dienen te kopen. Stroomkabels kunnen rechtstreeks bij Lenovo worden besteld. Hoofdstuk 3. U en uw computer 21 Meer informatie over netsnoer en onderdelennummers vindt u op: http://www.lenovo.com/powercordnotice 22 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Hoofdstuk 4. Beveiliging In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de computer beschermt tegen diefstal en gebruik door onbevoegden. Beveiligingsvoorzieningen Op uw computer zijn de volgende beveiligingsfuncties beschikbaar: • Computrace Agent-software is in de firmware geïntegreerd Computrace Agent-software is een oplossing voor IT-eigendomsbeheer en het herstellen van uw computer na diefstal. De software detecteert de wijzigingen die mogelijk op de computer zijn aangebracht, zoals in de hardware, software of inbellocatie van de computer. Opmerking: Mogelijk dient u een abonnement te kopen om de software Computrace Agent te kunnen activeren. • Aanwezigheidsschakelaar voor de kap (ook wel inbraakverklikker genoemd) (optioneel) De schakelaar op de deksel voorkomt dat uw computer inlogt in het besturingssysteem, wanneer de computerdeksel niet naar behoren is geïnstalleerd of gesloten. Ga als volgt te werk om de schakelaar van het computerdeksel op het systeembord in te schakelen: 1. Start het programma Setup Utility. Zie “Het programma Setup Utility starten” op pagina 67. 2. Stel het beheerderswachtwoord in. Zie “Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen” op pagina 68. 3. Selecteer in het submenu Security Chassis Intrusion Detection ➙ Enabled. De schakelaar van het computerdeksel op het systeembord is ingeschakeld. Wanneer de schakelaar op de deksel detecteert dat uw computerdeksel niet naar behoren is geïnstalleerd of gesloten, wanneer u de computer opstart, zal er een foutmelding worden weergegeven. Ga als volgt te werk om de foutmelding te omzeilen en in te loggen op het besturingssysteem: 1. Installeer of sluit uw computerdeksel naar behoren. Zie “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. 2. Druk op F1 om het programma Setup Utility te openen. Druk vervolgens op F10 om de instellingen op te slaan en het programma Setup Utility af te sluiten. De foutmelding zal niet opnieuw worden weergegeven. • Mogelijkheid om machines en USB-aansluitingen in en uit te schakelen Meer informatie vindt u in “Mogelijkheid om een apparaat in of uit te schakelen” op pagina 69. • Instelbare opstartvolgorde Meer informatie vindt u in “De opstartvolgorde selecteren of wijzigen” op pagina 70. • Opstarten zonder toetsenbord of muis Uw computer kan in het besturingssysteem inloggen zonder aangesloten toetsenbord of muis. • Trusted Platform Module (TPM) Trusted Platform-module is een beveiligde processorversleuteling die cryptografische toetsen kan opslaan om de in uw computer opgeslagen informatie te beveiligen. © Copyright Lenovo 2012 23 Kap van de computer afsluiten Door de kap van de computer af te sluiten voorkomt u dat onbevoegden toegang krijgen tot onderdelen in uw computer. Op de computerkap bevindt zich een beveiligingsslot 1 . De sleuteltjes 2 voor dit slot zijn bij levering aan de achterkant van de computer bevestigd. Bewaar de sleuteltjes op een veilige plaats. Figuur 7. Kap van de computer afsluiten 24 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Een hangslot aanbrengen De computer is opgeleverd met een oog voor een hangslot. Met een dergelijk slot kan worden voorkomen dat de kap wordt geopend. Figuur 8. Een hangslot aanbrengen Hoofdstuk 4. Beveiliging 25 Een geïntegreerd kabelslot bevestigen Met een geïntegreerd kabelslot, ook wel Kensington-slot genoemd, kunt u de computer vastmaken aan bijvoorbeeld een bureau of een tafel. Het kabelslot kan worden vastgezet in een sleuf aan de achterkant van de computer en wordt met een sleutel geopend en afgesloten. Met het kabelslot vergrendelt u ook de knoppen waarmee de kap van de computer wordt geopend. Dit is hetzelfde type slot dat ook voor veel notebookcomputers wordt gebruikt. Een geïntegreerd kabelslot kunt u rechtstreeks bij Lenovo bestellen. Zoek daartoe met het trefwoord Kensington op: http://www.lenovo.com/support Figuur 9. Geïntegreerd kabelslot Wachtwoorden gebruiken Via het besturingssysteem Microsoft Windows en BIOS op uw computer kunt u diverse wachtwoorden instellen om te voorkomen dat uw computer door onbevoegden wordt gebruikt. BIOS-wachtwoorden Met het programma BIOS Setup Utility kunt u wachtwoorden instellen om onbevoegde toegang tot uw computer en gegevens te voorkomen. De volgende soorten wachtwoorden zijn beschikbaar: 26 ThinkStation Handboek voor de gebruiker • Power-On Password: wanneer er een Power-On-wachtwoord is ingesteld, wordt u elke keer dat u de computer inschakelt, gevraagd een geldig wachtwoord in te voeren. De computer kan pas worden gebruikt als het juiste wachtwoord is opgegeven. Raadpleeg “Power-On Password” op pagina 68 voor meer informatie. • Hard Disk Password: door een vaste-schijfwachtwoord in te stellen, voorkomt u dat er onbevoegd gebruik wordt gemaakt van de gegevens op de vaste schijf. Als er een Hard Disk Password is ingesteld, wordt u bij het opstarten gevraagd dat wachtwoord op te geven. Meer informatie vindt u in “Hard Disk Password” op pagina 68. • Administrator Password: het instellen van een beheerderwachtwoord voorkomt dat de configuratie-instellingen door onbevoegden worden gewijzigd. Als u verantwoordelijk bent voor de configuratie-instellingen van diverse computers, is het verstandig met een Administrator Password te werken. Meer informatie vindt u in “Administrator Password” op pagina 68. Om de computer te kunnen gebruiken is het niet noodzakelijk dat u een wachtwoord instelt. Het gebruik van wachtwoorden vergroot echter de veiligheid van computergebruik. Windows-wachtwoorden In de meeste versies van Windows kunt u wachtwoorden gebruiken voor diverse functies, zoals het besturen van de toegang tot de computer, de gemeenschappelijke resources en het netwerk, alsmede de toegang tot de instellingen van individuele gebruikers. Meer informatie vindt u in “Help en ondersteuning” op pagina 107. Firewalls gebruiken en kennen Een firewall kan hardware, software of een combinatie van beide zijn afhankelijk van het vereiste veiligheidsniveau. Firewalls werken volgens een set regels om te bepalen welke inkomende en uitgaande verbindingen zijn toegelaten. Als uw computer met een vooraf geïnstalleerd firewall-programma wordt geleverd, helpt dit uw computer te beschermen tegen gevaren van internet, tegen ongeoorloofde toegang, tegen inbraak en tegen aanvallen via het internet. Deze beschermt ook uw privacy. Meer informatie over het gebruik van de firewall-programma vindt u in het Help-systeem van uw firewall-programma. Bij levering is de Windows Firewall in het besturingssysteem Windows al geïnstalleerd op uw computer. Zie voor meer informatie over het gebruik van de Windows Firewall “Help en ondersteuning” op pagina 107. Gegevens tegen virussen beschermen Op uw computer is vooraf al een antivirusprogramma geïnstalleerd voor het beschermen tegen, detecteren en verwijderen van virussen. Lenovo heeft een volledige versie van de antivirussoftware op uw computer geplaatst en biedt u een gratis abonnement van 30 dagen aan. Na die 30 dagen moet u de licentie vernieuwen om updates voor de antivirussoftware te blijven ontvangen. Opmerking: Virusdefinitiebestanden moeten worden geactualiseerd om beveiligd te zijn tegen nieuwe virussen. Meer informatie over het werken met de antivirussoftware vindt u in het Help-systeem van die software. Hoofdstuk 4. Beveiliging 27 28 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het installeren en vervangen van de hardware in uw computer. Werken met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit Open de antistatische verpakking met het nieuwe onderdeel pas als het beschadigde onderdeel uit de computer is verwijderd en u klaar bent om het nieuwe onderdeel te installeren. Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan leiden tot ernstige schade aan de onderdelen van de computer. Neem bij het omgaan met onderdelen en computercomponenten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om schade door statische elektriciteit te voorkomen: • Beweeg zo min mogelijk. Door wrijving kan er statische elektriciteit ontstaan. • Ga altijd voorzichtig om met onderdelen en andere computercomponenten. Pak PCI-kaarten, geheugenmodules, systeemplaten en microprocessors bij de rand beet. Raak nooit onbeschermde elektronische componenten aan. • Zorg ook dat anderen de onderdelen en andere computercomponenten niet aanraken. • Voordat u een nieuw onderdeel installeert, houdt u de antistatische verpakking met dat onderdeel minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf aan, of tegen een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam. • Installeer het nieuwe onderdeel zo mogelijk direct in de computer, zonder het eerst neer te leggen. Als u het onderdeel neer moet leggen nadat u het uit de verpakking hebt gehaald, leg het dan op de antistatische verpakking op een vlakke ondergrond. • Leg het onderdeel niet op de kap van de computer of op een metalen ondergrond. Hardware installeren en vervangen In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren en vervangen van de hardware in uw computer. Door hardware te installeren of te vervangen, kunt u niet alleen onderhoud aan de computer uitvoeren, maar kunt u de mogelijkheden van de computer ook verder uitbreiden. Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina v hebt gelezen en begrepen. Opmerkingen: 1. Gebruik uitsluitend onderdelen die door Lenovo zijn verstrekt. 2. Raadpleeg bij het installeren of vervangen van een optie zowel de desbetreffende instructies in dit gedeelte als de instructies die bij de optie zijn geleverd. Externe apparaten installeren U kunt externe opties (randapparatuur) op uw computer aansluiten. Denk daarbij aan zaken als externe luidsprekers, een printer of een scanner. Voor bepaalde externe apparaten moet u aanvullende software installeren. Als u een externe optie toevoegt, kunt u in “Aansluitingen, knoppen en lampjes aan de voorkant van de computer” op pagina 7 en “Aansluitingen aan de achterkant van de computer” op pagina 8 zien welke aansluiting u moet gebruiken. Aan de hand van de instructies die bij de externe optie zijn geleverd, kunt u die optie vervolgens aansluiten en de vereiste software of stuurprogramma's installeren. © Copyright Lenovo 2012 29 De kap van de computer verwijderen Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina v hebt gelezen en begrepen. In dit gedeelte vindt u instructies voor het verwijderen van de kap van de computer. WAARSCHUWING: Zet de computer uit en laat hem drie tot vijf minuten afkoelen voordat u de kap van de computer verwijdert. U verwijdert de kap van de computer als volgt: 1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit. Zet dan de computer uit. 2. Haal alle stekkers uit het stopcontact. 3. Ontkoppel alle netsnoeren, alle I/O-kabels en alle andere op de computer aangesloten kabels. Zie “Aansluitingen, knoppen en lampjes aan de voorkant van de computer” op pagina 7 en “Aansluitingen aan de achterkant van de computer” op pagina 8. 4. Verwijder eventueel aanwezige sloten waarmee de computerkap is vastgezet, zoals een hangslot of een kabelslot. Zie “Kap van de computer afsluiten” op pagina 24 en “Een geïntegreerd kabelslot bevestigen” op pagina 26. 5. Open het beveiligingsslot op de computerkap als dit in de vergrendelde stand staat. 6. Ontkoppel de hendel van de kap 1 en verwijder de kap. Figuur 10. De kap van de computer verwijderen De frontplaat verwijderen en terugplaatsen Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina v hebt gelezen en begrepen. 30 ThinkStation Handboek voor de gebruiker In dit gedeelte vindt u instructies voor het verwijderen en weer aanbrengen van de frontplaat. U kunt als volgt de frontplaat verwijderen en weer aanbrengen: 1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 30. 3. Verwijder de frontplaat door de drie plastic lipjes aan de linkerkant los te maken en de frontplaat naar buiten te draaien. Figuur 11. De frontplaat verwijderen 4. Als u de frontplaat weer wilt aanbrengen, plaatst u de drie plastic nokjes aan de rechterkant van de frontplaat in de overeenkomstige gaatjes in het chassis. Vervolgens draait u de frontplaat naar binnen totdat hij links vastklikt. Volgende stappen: • Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. • Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. PCI-kaart installeren of vervangen Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina v hebt gelezen en begrepen. Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 31 In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van een PCI-kaart. De computer is uitgerust met één sleuf voor standaard PCI-kaarten, twee sleuven voor PCI Express x4-kaarten en twee sleuven voor PCI Express x16-grafische kaarten. U kunt als volgt een PCI-kaart installeren of vervangen: 1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 30. 3. Open de adapterkaartbeugel. Figuur 12. De adapterkaartbeugel openen 4. Voer, afhankelijk van de vraag of u een PCI-kaart installeert of vervangt, één van de volgende handelingen uit: • Als u een PCI-kaart installeert, verwijder dan het metalen afdekplaatje van de sleuf dat zich op de achterzijde van de computer bevindt. • Als u een oude PCI-kaart vervangt, pakt u de momenteel geïnstalleerd kaart stevig vast en trekt u hem voorzichtig uit de aansluiting. Opmerkingen: a. De kaart zit vrij stevig vast in de kaartsleuf. Indien nodig kunt u de kaart iets heen en weer bewegen om hem eruit te halen. 32 ThinkStation Handboek voor de gebruiker b. Als de kaart vastzit onder een klem, drukt u op de klem 1 zoals afgebeeld om de vergrendeling te openen. Pak de kaart en trek deze voorzichtig uit de sleuf. Figuur 13. Een PCI-kaart verwijderen 5. Haal de nieuwe PCI-kaart uit de antistatische verpakking. Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 33 6. Installeer de nieuwe kaart in de juiste sleuf op de systeemplaat. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11. Figuur 14. Een PCI-kaart installeren 7. Kantel de adapterkaartbeugel dicht om de PCI-kaart vast te zetten. Volgende stappen: • Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. • Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. Geheugenmodules installeren of vervangen Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina v hebt gelezen en begrepen. In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van een geheugenmodule. De computer beschikt over acht sleuven voor het plaatsen of vervangen van DDR3 ECC UDIMM's of DDR3 ECC RDIMM's. Houd u bij het installeren of vervangen van geheugenmodules aan de volgende richtlijnen: • Gebruik ofwel DDR3 ECC UDIMM's of DDR3 ECC RDIMM's in uw computer. Gebruik niet zowel UDIMM's als RDIMM's in hetzelfde systeem. • Gebruik UDIMM's van 2 GB, 4 GB of 8 GB in elke willekeurige combinatie, tot een maximum van 64 GB. 34 ThinkStation Handboek voor de gebruiker • Gebruik DDR3 RDIMM's van 2 GB, 4 GB, 8 GB, 16 GB of 32 GB in elke willekeurige combinatie, tot een maximum van 256 GB. • Installeer DIMM's in de volgorde die met nummers is afgebeeld in “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11. U kunt als volgt een geheugenmodule installeren of vervangen: 1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 30. 3. Leg de computer op zijn zijkant. Zo kunt u beter bij de systeemplaat. 4. Kijk waar de geheugenaansluitingen zich bevinden. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11. 5. Verwijder alle onderdelen die het moeilijk maken om bij geheugenaansluitingen te komen. 6. Als uw computer is uitgerust met geheugenventilatormodules, dan moet u mogelijk de geheugenventilatormodule verwijderen om bij de geheugencompartimenten te kunnen komen. Als u een geheugenventilatormodule wilt verwijderen, ontkoppelt u de kabel van de geheugenventilator van de systeemplaat. Trek het nokje van de geheugenventilatormodule naar buiten, kantel de geheugenventilatormodule en maak de achterkant van de geheugenventilatormodule los. Figuur 15. De geheugenventilatormodule verwijderen 7. Voer, afhankelijk van de vraag of u een geheugenmodule installeert of vervangt, één van de volgende handelingen uit: Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 35 • Als u een geheugenmodule vervangt, opent u de klemmetjes en haalt u de module voorzichtig uit de sleuf. Figuur 16. Een geheugenmodule verwijderen • Installeert u een nieuwe geheugenmodule, open dan de klemmetjes van de geheugenaansluiting waarin u de nieuwe geheugenmodule wilt installeren. Figuur 17. Klemmetjes openen 36 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 8. Houd de nieuwe geheugenmodule boven op de geheugenaansluiting. Zorg dat de inkeping 1 in de geheugenmodule zich recht boven het nokje 2 in de aansluiting op de systeemplaat bevindt. Duw de geheugenmodule voorzichtig naar beneden tot de klemmetjes vastklikken. Figuur 18. Geheugenmodule installeren 9. Om de geheugenventilatormodule te installeren, bevestigt u de achterkant van de geheugenventilatormodule aan de klemmetjes van het geheugencompartiment en kantelt u de geheugenventilatormodule daarna naar beneden totdat de module op zijn plaats vastklikt. Sluit de geheugenventilatorkabel weer aan op de systeemplaat. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11. Figuur 19. De geheugenventilatormodule installeren Volgende stappen: • Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. • Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. Het optische-schijfstation installeren of vervangen Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina v hebt gelezen en begrepen. In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van het optische-schijfstation. Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 37 Om het optische-schijfstation te installeren of te vervangen, gaat u als volgt te werk: 1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 30. 3. Verwijder de frontplaat. Zie “De frontplaat verwijderen en terugplaatsen” op pagina 30. 4. Voer, afhankelijk van de vraag of u een optische-schijfstation installeert of vervangt, een van de volgende handelingen uit: • Als u een tweede optische-schijfstation installeert, verwijder dan het plastic paneeltje uit de frontplaat vóór het stationscompartiment dat u wilt gebruiken. Als er zich in het compartiment een metalen plaatje bevindt, verwijder dat dan. • Als u een optische-schijfstation vervangt, ontkoppel dan de voedingskabel en de signaalkabel van de achterkant van dat station, druk op de blauwe ontgrendelknop en schuif het optische-schijfstation aan de voorkant uit de computer. Figuur 20. Het optische-schijfstation verwijderen 38 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 5. Monteer de beugel voor het optische-schijfstation aan de linkerkant van het nieuwe station. Figuur 21. De beugel van het optische-schijfstation installeren 6. Schuif het nieuwe optische-schijfstation vanaf de voorkant in het stationscompartiment, totdat het station vastklikt. Figuur 22. Het optische-schijfstation installeren Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 39 7. Sluit de signaalkabel en de voedingskabel aan op het nieuwe station. Figuur 23. Het optische-schijfstation aansluiten 8. Breng de frontplaat weer aan. Zie “De frontplaat verwijderen en terugplaatsen” op pagina 30. Volgende stappen: • Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. • Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. Een vaste-schijfstation installeren of vervangen Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina v hebt gelezen en begrepen. In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van een vaste-schijfstation. Opmerking: Als u een SAS-vaste-schijfstation installeert, controleer dan of de inschakelingsmodule van het SAS-vaste-schijfstation (één tot drie vaste-schijfstations) of de LSI MegaRAID SAS-adapterkaart is geïnstalleerd. U installeert of vervangt een vaste-schijfstation als volgt: 1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 30. 3. Zoek het vaste-schijfstation. Zie “De plaats van interne stations” op pagina 13. 4. Ontkoppel de signaal- en voedingskabels van het vasteschijfstation. 40 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 5. Druk de twee nokjes van de beugel van het vaste-schijfstation voorzichtig naar elkaar en trek daarna de beugelhendel naar buiten om het vaste-schijfstation uit het chassis te verwijderen. Figuur 24. Vaste-schijfstation verwijderen 6. Verbuig de zijkanten van de beugel zodanig en voorzichtig dat u het station uit de beugel kunt halen. Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 41 7. Plaats het nieuwe vaste-schijfstation 5 in de beugel door de beugel voorzichtig iets te verbuigen. Breng daarbij pen 1 , pen 2 , pen 3 , en pen 4 op één lijn met de overeenkomstige gaten in het vaste-schijfstation. Figuur 25. Het vaste-schijfstation in de beugel plaatsen Opmerking: Als u een 2,5-inch vaste-schijfstation installeert, moet u deze eerst in een converterbeugel van 2,5 tot 3,5 inch installeren. Installeer het 2,5-inch vaste-schijfstation vervolgens met de converterbeugel in de 3,5-inch beugel van het vaste-schijfstation. Figuur 26. 2,5-inch vaste-schijfstation in beugel installeren 42 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 8. Schuif het nieuwe vaste-schijfstation en beugel in het compartiment totdat het op zijn plaats klikt. Figuur 27. Een vaste-schijfstation installeren 9. Sluit de signaalkabel en de voedingskabel aan op het nieuwe vaste-schijfstation. Figuur 28. Een SATA-vasteschijfstation aansluiten Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 43 Opmerking: Als u een SAS-vaste-schijfstation installeert, dan moet u eerst de signaalkabel en voedingskabel op de SAS-naar-SATA-adapter en vervolgens de adapter op de SAS-vaste-schijfstation aansluiten. Figuur 29. Een SAS-vasteschijfstation aansluiten Volgende stappen: • Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. • Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. Een inschakelingsmodule voor een vaste-schijfstation installeren of vervangen Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina v hebt gelezen en begrepen. In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van een inschakelingsmodule voor een vaste-schijfstation. U installeert of vervangt een inschakelingsmodule voor een vaste-schijfstation als volgt: 1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 30. 3. Open de adapterkaartbeugel. Zie Figuur 12 “De adapterkaartbeugel openen” op pagina 32. 4. Zoek de inschakelingsmodule voor het vaste-schijfstation op de systeemplaat. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11. 5. Verwijder het koelelement en de ventilator om eenvoudiger bij de inschakelingsmodule voor het vaste-schijfstation te kunnen komen. Zie “De module met het koelelement en de ventilator vervangen” op pagina 52. 44 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 6. Als u de inschakelingsmodule van het vaste-schijfstation vervangt, druk dan de twee nokjes van het kunststof koppelstuk naar elkaar toe en til de inschakelingsmodule van het vaste-schijfstation naar boven om het van de systeemplaat te verwijderen. Figuur 30. De inschakelingsmodule van het vaste-schijfstation verwijderen Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 45 7. Als u een nieuwe inschakelingsmodule voor een vaste-schijfstation wilt installeren, brengt u het gaatje in de inschakelingsmodule op één lijn met het kunststof koppelstuk op de systeemplaat en plaatst u de inschakelingsmodule over de betreffende aansluiting op de systeemplaat. Druk de hendel van de beugel van de inschakelingsmodule naar beneden totdat hij vastklikt. Figuur 31. Een nieuwe inschakelingsmodule voor een vaste-schijfstation installeren 8. Installeer het koelelement met ventilator. Zie “De module met het koelelement en de ventilator vervangen” op pagina 52. 9. Sluit de adapterkaartbeugel. Volgende stappen: • Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. • Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. De kaartlezer vervangen Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina v hebt gelezen en begrepen. In dit gedeelte vindt u instructies voor het vervangen van de kaartlezer. Opmerking: De kaartlezer is alleen in bepaalde modellen geïnstalleerd. Om de kaartlezer te vervangen, doet u het volgende: 1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 30. 3. Verwijder de frontplaat. Zie “De frontplaat verwijderen en terugplaatsen” op pagina 30. 4. Zoek de kaartlezer. Zie “Componenten” op pagina 10. 46 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 5. Ontkoppel de kabel van de kaartlezer van de voorste USB-aansluiting op de systeemplaat. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11. 6. Druk de blauwe ontgrendelclip om de kaartlezer uit het frame van de computer te verwijderen. Figuur 32. De kaartlezer verwijderen 7. Plaats de ontgrendelknop van de kaartlezer aan de kant van de nieuwe kaartlezer. Figuur 33. De ontgrendelknop van de kaartlezer plaatsen Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 47 8. Schuif de nieuwe kaartlezer in het stationscompartiment totdat de lezer op zijn plaats vastklikt. Figuur 34. De kaartlezer installeren 9. Koppel de kabel van de kaartlezer opnieuw aan de voorste USB-aansluiting op het systeembord. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11. 10. Breng de frontplaat weer aan. Zie “De frontplaat verwijderen en terugplaatsen” op pagina 30. Volgende stappen: • Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. • Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. De batterij vervangen Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina v hebt gelezen en begrepen. De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen voor de ingebouwde voorzieningen, zoals configuratie van de parallelle poort. Door middel van een batterij blijft deze informatie ook bewaard nadat u de computer hebt uitgezet. Normaliter hoeft u geen aandacht te besteden aan de batterij en hoeft u deze ook niet op te laden. Een batterij gaat echter niet eeuwig mee. Als de batterij leeg raakt, gaan de datum, tijd en configuratiegegevens 48 ThinkStation Handboek voor de gebruiker (waaronder ook de wachtwoorden) verloren. Er verschijnt dan een foutmelding wanneer u de computer aanzet. Raadpleeg de “Kennisgeving lithiumbatterij” in ThinkStation Veiligheid en Garantie voor informatie over het vervangen en wegdoen van de batterij. U verwisselt de batterij als volgt: 1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 30. 3. Kijk waar de batterij zich bevindt. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11. 4. Verwijder de oude batterij. Figuur 35. De oude batterij verwijderen 5. Installeer een nieuwe batterij. Figuur 36. Een nieuwe batterij installeren 6. Plaats de kap van de computer terug en sluit de kabels weer aan. Zie “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. Opmerking: Wanneer de computer voor de eerste keer wordt aangezet nadat de batterij is vervangen, kan er een foutbericht worden afgebeeld. Dit is normaal na het vervangen van de batterij. 7. Zet de computer en alle randapparatuur aan. 8. Gebruik het programma Setup Utility om de datum, tijd en eventuele wachtwoorden in te stellen. Zie Hoofdstuk 7 “Werken met het programma Setup Utility” op pagina 67. Volgende stappen: • Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. • Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. De voedingseenheid vervangen Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina v hebt gelezen en begrepen. Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 49 In dit gedeelte vindt u instructies voor het vervangen van de voedingseenheid. Hoewel er geen bewegende onderdelen in uw computer zitten als het netsnoer uit het stopcontact is gehaald, is het goed om, omwille van uw veiligheid en uit hoofde van de certificering door Underwriters Laboratories (UL), de volgende waarschuwingen ter harte te nemen. WAARSCHUWING: Gevaarlijke bewegende onderdelen. Houd uw vingers en andere lichaamsdelen op afstand. WAARSCHUWING: Verwijder nooit de kap van de voedingseenheid of van enige component waarop het volgende label is bevestigd. Gevaarlijke spannings-, stroom- en voltageniveaus binnen componenten waarop dit label is bevestigd. Deze componenten bevatten geen onderdelen die kunnen worden vervangen of onderhouden. Als u vermoedt dat er met een van deze onderdelen een probleem is, neem dan contact op met een onderhoudstechnicus. U kunt als volgt de voedingseenheid vervangen: 1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 30. 3. Ontkoppel de kabels uit de voedingseenheid van de systeemplaat en van alle stations. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11. 4. Maak alle voedingskabels van de voedingseenheid uit de klemmetjes van het chassis los. 50 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 5. Leg de computer op de zijkant en verwijder de vijf schroeven aan de achterkant van het chassis waarmee de voedingseenheid is vastgezet. Figuur 37. De schroeven voor de voedingseenheid verwijderen 6. Druk de grendel 1 van de voedingseenheid in. Schuif de voedingseenheid naar de voorkant van de computer en til hem uit het chassis. 7. Controleer of de nieuwe voedingseenheid wel de juiste vervangende eenheid is. Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 51 8. Plaats de nieuwe voedingseenheid zodanig in het chassis dat de schroefgaten in de voedingseenheid gelijk liggen met die in het chassis. 9. Breng de vijf schroeven aan om de voedingseenheid vast te zetten. Opmerking: Gebruik alleen de schroeven die door Lenovo zijn verstrekt. 10. Sluit de de voedingskabels weer aan op de systeemplaat en op elk van de stations. 11. Maak alle voedingskabels van de voedingseenheid weer vast in de klemmetjes van het chassis. Volgende stappen: • Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. • Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. De module met het koelelement en de ventilator vervangen Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina v hebt gelezen en begrepen. In dit gedeelte vindt u instructies voor het vervangen van de module met het koelelement en de ventilator. WAARSCHUWING: Het koelelement en de ventilatoreenheid kunnen zeer heet zijn. Zet de computer uit en laat hem drie tot vijf minuten afkoelen voordat u de kap van de computer verwijdert. U vervangt de module met het koelelement en de ventilator als volgt: 1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 30. 3. Leg de computer op zijn zijkant. Zo kunt u beter bij de systeemplaat. 4. Kijk waar het koelelement met ventilator zich bevindt. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11. 5. Ontkoppel de kabel van het koelelement met ventilatoreenheid van de aansluiting voor de microprocessorventilator op de systeemplaat. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11. 52 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 6. Voer de volgende stappen uit om de vier schroeven los te draaien waarmee de module met het koelelement en de ventilator op de systeemplaat is bevestigd: a. Verwijder eerst gedeeltelijk schroef 1 , verwijder dan schroef 2 volledig en verwijder ten slotte schroef 1 volledig. b. Verwijder eerst gedeeltelijk schroef 3 , verwijder dan volledig schroef 4 en verwijder ten slotte schroef 3 volledig. Opmerking: Verwijder de vier schroeven voorzichtig uit de systeemplaat om mogelijke schade aan de systeemplaat te voorkomen. De vier schroeven kunnen niet uit het koelelement met ventilator worden verwijderd. Figuur 38. De module met koelelement en ventilator verwijderen 7. Haal de defecte module met het koelelement en de ventilator van de systeemplaat. Opmerkingen: a. Het kan nodig zijn de module met koelelement en ventilator voorzichtig te draaien om hem los te maken van de microprocessor. b. Raak het thermische vet op de module met koelelement en ventilator niet aan. 8. Plaats het nieuwe koelelement en de ventilatoreenheid zodanig op de systeemplaat dat de vier schroeven op één lijn liggen met de gaten op de systeemplaat. Opmerking: Plaats de nieuwe koelelement en de ventilatoreenheid zodanig dat de kabel van de ventilator zich aan de kant van de aansluiting voor de microprocessorventilator op de systeemplaat bevindt. 9. Voer de volgende stappen uit om de vier schroeven vast te draaien waarmee de nieuwe module met het koelelement en de ventilator is bevestigd. Draai de schroeven niet te vast aan. a. Draai eerst schroef 1 gedeeltelijk vast, draai dan schroef 2 volledig vast en draai ten slotte schroef 1 volledig vast. Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 53 b. Draai eerst schroef 3 gedeeltelijk vast, draai dan schroef 4 volledig vast en draai ten slotte schroef 3 volledig vast. 10. Sluit de kabel van het koelelement met ventilator aan op de aansluiting voor de processorventilator op de systeemplaat. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11. Volgende stappen: • Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. • Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. De ventilatoreenheid achteraan vervangen Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina v hebt gelezen en begrepen. In dit gedeelte vindt u instructies voor het vervangen van de ventilatoreenheid aan de achterzijde. U vervangt de ventilatoreenheid aan de achterzijde als volgt: 1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 30. 3. Kijk waar de ventilatoreenheid van de achterzijde zich bevindt. Zie “Componenten” op pagina 10. 4. Ontkoppel de kabel van de achterventilatoreenheid van de desbetreffende aansluiting op de systeemplaat. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11. 54 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 5. De ventilatoreenheid aan de achterzijde zit met vier rubberen koppelingen vast aan het chassis. Verwijder de achterste ventilatoreenheid door de rubberen koppelingen te breken of door te knippen en hem voorzichtig uit het chassis te trekken. Opmerking: De nieuwe ventilatoreenheid heeft vier nieuwe rubberen koppelingen. Figuur 39. De ventilatoreenheid aan de achterzijde verwijderen 6. Installeer de nieuwe ventilatoreenheid door de nieuwe rubberen koppelingen vóór de overeenkomstige gaten in het chassis te houden en de koppelingen door de gaten heen te drukken. Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 55 7. Trek aan de puntjes van de rubberen koppelingen totdat de achterste ventilatoreenheid goed vastzit. Figuur 40. De ventilatoreenheid aan de achterzijde installeren 8. Sluit de stekker van de ventilatoreenheid aan de achterkant aan op de desbetreffende aansluiting op de systeemplaat. Volgende stappen: • Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. • Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. Het toetsenbord of de muis vervangen Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina v hebt gelezen en begrepen. In dit gedeelte vindt u instructies voor het vervangen van het toetsenbord of de muis. U vervangt het toetsenbord of de muis als volgt: 1. Ontkoppel de kabel van het oude toetsenbord of de oude muis van de computer. 56 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 2. Sluit het nieuwe toetsenbord of de nieuwe muis aan op een van de USB-poorten van de computer. Raadpleeg “Aansluitingen, knoppen en lampjes aan de voorkant van de computer” op pagina 7 of “Aansluitingen aan de achterkant van de computer” op pagina 8, afhankelijk van de vraag waar u het nieuwe toetsenbord of de nieuwe muis wilt aansluiten. Figuur 41. Een USB-toetsenbord of -muis aansluiten Volgende stappen: • Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. • Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. Het vervangen van de onderdelen voltooien Nadat u onderdelen hebt geïnstalleerd of vervangen, brengt u de kap van de computer weer aan en sluit u de losgekoppelde kabels weer aan. Afhankelijk van de onderdelen die u hebt geïnstalleerd of vervangen, kan het ook nodig zijn om in het programma Setup Utility te controleren of de bijgewerkte informatie correct is. Raadpleeg Hoofdstuk 7 “Werken met het programma Setup Utility” op pagina 67. U kunt als volgt de kap van de computer terugplaatsen en de kabels weer aansluiten: 1. Controleer of alle componenten weer op de juiste manier in de computer zijn teruggeplaatst en of alle losse schroeven en stukken gereedschap zijn verwijderd. Zie “Componenten” op pagina 10 voor de plaats van de verschillende componenten in uw computer. 2. Als u de frontplaat hebt verwijderd, breng die dan weer aan. 3. Controleer voordat u de kap van de computer weer aanbrengt of de kabels goed liggen en nergens klem komen te zitten. Houd de kabels uit de buurt van de scharnieren en de zijkanten van het computerchassis. 4. Plaats de kap over het chassis en sluit de kap om de hendel van de kap te vergrendelen. 5. Gebruik de sleutel om het beveiligingsslot op de computerkap te vergrendelen. Zie “Kap van de computer afsluiten” op pagina 24. 6. Als er een hangslot beschikbaar is, doe de kap daar dan mee op slot. Zie “Een hangslot aanbrengen” op pagina 25. 7. Is er een geïntegreerd kabelslot beschikbaar, sluit dan de computer daarmee af. Zie “Een geïntegreerd kabelslot bevestigen” op pagina 26. 8. Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Zie “Aansluitingen aan de achterkant van de computer” op pagina 8. 9. Hoe u de configuratie bijwerkt, leest u in Hoofdstuk 7 “Werken met het programma Setup Utility” op pagina 67. Opmerking: In de meeste landen verlangt Lenovo dat de defecte CRU wordt geretourneerd. Informatie hierover vindt u bij de CRU, of ontvangt u enkele dagen nadat de CRU is afgeleverd. Hoofdstuk 5. Hardware installeren en vervangen 57 Stuurprogramma's De stuurprogramma's voor besturingssystemen die niet vooraf geïnstalleerd zijn, kunt u vinden op http://www.lenovo.com/support. Installatie-instructies vindt u in de readme-bestanden van de stuurprogramma's. 58 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Hoofdstuk 6. Informatie over systeemherstel In dit hoofdstuk vindt u informatie over de herstelmogelijkheden die Lenovo biedt. Dit hoofdstuk behandelt de volgende onderwerpen: • Herstelmedia maken en gebruiken • Backup- en herstelbewerkingen uitvoeren • Werken met het werkgebied van Rescue and Recovery • Noodherstelmedia maken en gebruiken • Stuurprogramma's installeren of opnieuw installeren • Problemen met herstelprocedures oplossen Opmerkingen: 1. De informatie over systeemherstel in dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op de computermodellen waarop Rescue and Recovery of Product Recovery is geïnstalleerd. Als het Geavanceerde backup en herstel-pictogram in Lenovo ThinkVantage Tools niet actief is, moet u Rescue and Recovery handmatig installeren voordat u de functies ervan inschakelt. U installeert Rescue and Recovery als volgt: a. Klik op Start ➙ Alle programma's ➙ Lenovo ThinkVantage Tools en dubbelklik op Geavanceerde backup en herstel. b. Volg de aanwijzingen op het scherm. c. Wanneer de installatieprocedure is voltooid, wordt het Geavanceerde backup en herstel-pictogram geactiveerd. 2. Als er een probleem met de software of de hardware is en het is nodig dit probleem te herstellen, dan kunt u kiezen uit diverse methoden. Sommige van deze methoden zijn per type geïnstalleerd besturingssysteem verschillend. 3. Het product op het herstelmedium mag alleen worden gebruikt voor de volgende doeleinden: • Het herstellen van het vooraf op uw computer geïnstalleerde product • Het opnieuw installeren van het product • Het aanpassen van het product met behulp van de extra bestanden Herstelmedia maken en gebruiken Met herstelmedia kunt u het vaste-schijfstation herstellen naar de standaardfabrieksinstellingen. Herstelmedia zijn handig als u de computer overbrengt naar een ander gebied, als u de computer verkoopt of recyclet. U kunt deze schijven ook gebruiken om de computer terug te brengen in een operationele status, nadat alle andere herstelmethoden zijn mislukt. Het is verstandig om bij wijze van voorzorgsmaatregel in een zo vroeg mogelijk stadium herstelmedia te maken. Opmerking: Welke herstelbewerkingen u met behulp van de herstelmedia kunt uitvoeren, hangt af van het besturingssysteem waarmee die herstelmedia zijn gemaakt. Mogelijk bevat het herstelmedium alleen een opstartmedium en een gegevensmedium. Op grond van uw Microsoft Windows-licentie mag u slechts één gegevensmedium maken; het is daarom van belang dat u de media die u hebt gemaakt, op een veilige plaats opbergt. Herstelmedia maken In dit gedeelte vindt u instructies voor het maken van noodherstelmedia. © Copyright Lenovo 2012 59 Opmerking: Onder Windows 7 kunt u herstelmedia maken met schijven of met externe USB-opslagapparaten. Voor het maken van herstelmedia onder Windows 7 klikt u op Start ➙ Alle programma's ➙ Lenovo ThinkVantage Tools ➙ Factory Recovery-schijven. Volg daarna de instructies op het scherm. Herstelmedia gebruiken In dit gedeelte vindt u instructies voor het werken met herstelmedia. In de besturingssystemen Windows 7 en Windows Vista kunt u herstelmedia gebruiken om de inhoud van het vaste-schijfstation terug te zetten naar de standaardfabrieksinstellingen. U kunt ook herstelmedia gebruiken om de computer in een operationele status te brengen nadat alle andere herstelmethoden voor het vaste-schijfstation zijn mislukt. Attentie: Wanneer u herstelmedia gebruikt om de inhoud van de vaste schijf te herstellen naar de standaardfabrieksinstellingen, worden alle bestanden die op dat moment op de vaste schijf staan gewist en vervangen door de standaardfabrieksinstellingen. Om de herstelmedia onder Windows 7 te gebruiken, doet u het volgende: 1. Afhankelijk van het type herstelmedium sluit u het opstartmedium (USB-stick of een ander USB-opslagapparaat) aan op de computer of plaatst u de opstartschijf in het optische-schijfstation. 2. Druk herhaaldelijk op de toets F12 wanneer u de computer aanzet. Als het venster Please select boot device wordt geopend, laat u de F12-toets los. 3. Selecteer het gewenste opstartapparaat en druk op Enter. Het herstelproces begint. 4. Volg de aanwijzingen op het scherm om de bewerking te voltooien. Opmerking: Nadat u het vaste-schijfstation van uw computer hebt hersteld naar de standaardfabrieksinstellingen, kan het nodig zijn om de stuurprogramma's voor een aantal machines opnieuw te installeren. Zie “Stuurprogramma's opnieuw installeren” op pagina 65. Backup- en herstelbewerkingen uitvoeren Met het programma Rescue and Recovery kunt u een backup maken van de hele inhoud van uw vaste schijf, inclusief het besturingssysteem, gegevensbestanden, softwareprogramma's en persoonlijke instellingen. U kunt aangeven waar het programma Rescue and Recovery de backup opslaat: • In een beschermd gebied op het vaste-schijfstation • Op het secundaire vaste-schijfstation als er een secundair vaste-schijfstation op uw computer is geïnstalleerd • Op een aangesloten extern USB-vaste-schijfstation • Op een netwerkstation • Op opneembare schijven (hiervoor is een opneembaar optische-schijfstation nodig) Nadat u een back-up hebt gemaakt van de inhoud van het vaste-schijfstation, kunt u de complete inhoud van het vaste-schijfstation herstellen, alleen bepaalde bestanden herstellen of alleen het Windows-besturingssysteem en toepassingen herstellen, terwijl u andere gegevens op uw vaste-schijfstation laat staan. Een backupbewerking uitvoeren In dit gedeelte vindt u instructies over het uitvoeren van een back-upbewerking vanuit het programma Rescue en Recovery. 60 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Om een backupbewerking uit te voeren vanuit het programma Rescue and Recovery onder Windows 7 doet u het volgende: 1. Op het bureaublad van Windows klikt u op Start ➙ Alle programma's ➙ Lenovo ThinkVantage Tools ➙ Geavanceerde backup en herstel. Het programma Rescue and Recovery wordt geopend. 2. Klik in het hoofdvenster van Rescue and Recovery op de pijl Rescue and Recovery geavanceerd starten. 3. Klik op Backup van uw vaste schijf maken en selecteer opties voor de backupbewerking. Volg dan de aanwijzingen op het scherm om de backupbewerking te voltooien. Een herstelbewerking uitvoeren In dit gedeelte vindt u instructies over het uitvoeren van een herstelbewerking vanuit het programma Rescue en Recovery. Om een herstelbewerking uit te voeren vanuit het programma Rescue and Recovery onder Windows 7 doet u het volgende: 1. Op het bureaublad van Windows klikt u op Start ➙ Alle programma's ➙ Lenovo ThinkVantage Tools ➙ Geavanceerde backup en herstel. Het programma Rescue and Recovery wordt geopend. 2. Klik in het hoofdvenster van Rescue and Recovery op de pijl Rescue and Recovery geavanceerd starten. 3. Klik op het pictogram Het systeem herstellen vanuit een backup. 4. Volg de aanwijzingen op het scherm om de herstelbewerking te voltooien. Meer informatie over het uitvoeren van een herstelbewerking vanuit het werkgebied van Rescue and Recovery vindt u in “Werken met het werkgebied van Rescue and Recovery” op pagina 61. Werken met het werkgebied van Rescue and Recovery Het werkgebied van Rescue and Recovery bevindt zich in een beschermd en verborgen gebied op het vaste-schijfstation dat onafhankelijk van Windows werkt. Hierdoor kunt u herstelbewerkingen uitvoeren ook als Windows niet gestart kan worden. U kunt de volgende herstelbewerkingen uitvoeren in het werkgebied van Rescue and Recovery: • Bestanden veiligstellen vanaf het vaste-schijfstation of vanaf een backup: Met het werkgebied van Rescue and Recovery kunt u bestanden op uw vaste schijf opzoeken en overbrengen naar een netwerkwerkstation of andere beschrijfbare media, zoals een USB-apparaat of een schijf. Deze functie is zelfs beschikbaar als u geen backup van uw bestanden hebt gemaakt of als er wijzigingen in de bestanden zijn aangebracht na de laatste backupbewerking. U kunt ook afzonderlijke bestanden van een Rescue and Recovery-backup op het vaste-schijfstation, een USB-apparaat of een netwerkstation veiligstellen. • Uw vaste-schijfstation herstellen vanuit een Rescue and Recovery-backup: Als u een backup hebt gemaakt van uw vaste-schijfstation vanuit het programma Rescue and Recovery, kunt u het vaste-schijfstation herstellen vanuit een Rescue and Recovery-backup, zelfs als u het Windows-besturingssysteem niet kunt starten. • Uw vaste-schijfstation herstellen naar de standaardfabrieksinstellingen: Met het werkgebied van Rescue and Recovery kunt u de volledige inhoud van uw vaste-schijfstation herstellen naar de standaardfabrieksinstellingen. Als het vaste-schijfstation meerdere partities bevat, hebt u de mogelijkheid om de fabrieksinstellingen te herstellen in partitie C:, terwijl de overige partities intact blijven. Omdat bewerkingen vanuit het werkgebied van Rescue and Recovery onafhankelijk van het Windows besturingssysteem worden uitgevoerd, kunt u de fabrieksinstellingen van het vaste-schijfstation zelfs herstellen als u het Windows-besturingssysteem niet kunt starten. Hoofdstuk 6. Informatie over systeemherstel 61 Attentie: Als u het vaste-schijfstation herstelt met een Rescue and Recovery-backup of als u vaste-schijfstation herstelt naar de fabrieksinstellingen, worden alle bestanden in de primaire partitie van de vaste schijf (meestal station C:) tijdens het herstelproces gewist. Maak indien mogelijk kopieën van belangrijke bestanden. Als u Windows niet kunt starten, kunt u de functie Bestanden veiligstellen van het werkgebied van Rescue and Recovery gebruiken om bestanden te kopiëren vanaf uw vasteschijfstation naar andere media. Het werkgebied van Rescue and Recovery kunt u als volgt starten: 1. Controleer of de computer uit staat. 2. Zet de computer aan. Als u het logoscherm ziet, drukt u op Enter en vervolgens drukt u op F11 om het werkgebied van Rescue and Recovery te openen. 3. Als er een Rescue and Recovery-wachtwoord is ingesteld, typ dat dan zodra daarnaar wordt gevraagd. Het werkgebied Rescue and Recovery wordt na enige tijd geopend. Opmerking: Als u het scherm van Rescue and Recovery niet ziet, gaat u naar “Problemen met herstelprocedures oplossen” op pagina 65. 4. Voer een van de volgende handelingen uit: • Om bestanden veilig te stellen vanaf de vaste schijf, klikt u op Bestanden veiligstellen en volgt u daarna de aanwijzingen op het scherm. • Om het vaste-schijfstation te herstellen met een Rescue and Recovery-backup of om de fabrieksinstellingen te herstellen, klikt u op Volledig herstel en volgt u de instructies op het scherm. Voor meer informatie over de functies van het werkgebied van Rescue and Recovery klikt u op Help. Opmerking: Nadat u het vaste-schijfstation hebt hersteld naar de standaardfabrieksinstellingen, kan het nodig zijn om de stuurprogramma's voor een aantal apparaten opnieuw te installeren. Zie “Stuurprogramma's opnieuw installeren” op pagina 65. Noodherstelmedia maken en gebruiken Met een noodherstelmedium, zoals een schijf of een USB-vaste-schijfstation, kunt u fouten herstellen die het onmogelijk maken om toegang te krijgen tot het werkgebied van Rescue and Recovery op het vaste-schijfstation. Opmerkingen: 1. Welke herstelbewerkingen u met behulp van de noodherstelmedia kunt uitvoeren, hangt af van het besturingssysteem. 2. De noodherstelschijf kan in elk type optische-schijfstation worden gestart. Een noodherstelmedium maken In dit gedeelte vindt u instructies voor het maken van een noodherstelmedium. U maakt als volgt een noodherstelmedium onder Windows 7: 1. Op het bureaublad van Windows klikt u op Start ➙ Alle programma's ➙ Lenovo ThinkVantage Tools ➙ Geavanceerde backup en herstel. Het programma Rescue and Recovery wordt geopend. 2. Klik in het hoofdvenster van Rescue and Recovery op de pijl Rescue and Recovery geavanceerd starten. 3. Klik op het pictogram Noodherstelmedia maken. Het venster Rescue and Recovery-media maken wordt geopend. 62 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 4. Geef in het gebied Noodherstelmedia aan welk type herstelmedium u wilt maken. U kunt een noodherstelmedium maken met behulp van een schijf, een USB vaste-schijfstation of een tweede intern vaste-schijfstation. 5. Klik op OK en volg de instructies op het scherm om een noodherstelmedium te maken. Een noodherstelmedium gebruiken In dit gedeelte vindt u instructies voor het gebruiken van het noodherstelmedium dat u hebt gemaakt. • Als u een noodherstelmedium hebt gemaakt met een schijf, gebruikt u de volgende instructies voor het gebruiken van het noodherstelmedium: 1. Zet de computer uit. 2. Druk herhaaldelijk op de toets F12 wanneer u de computer aanzet. Als het venster Please select boot device wordt geopend, laat u de F12-toets los. 3. In het venster Please select boot device window selecteert u het gewenste optische station als het eerste opstartapparaat. Plaats vervolgens de noodherstelschijf in het optische-schijfstation en druk op Enter. Het noodherstelmedium wordt gestart. • Als u een noodherstelmedium hebt gemaakt met een USB-vaste-schijfstation, gebruikt u de volgende instructies voor het gebruiken van het noodherstelmedium: 1. Sluit het USB-vaste-schijfstation aan op een van de USB-poorten van de computer. 2. Druk herhaaldelijk op de toets F12 wanneer u de computer aanzet. Als het venster Please select boot device wordt geopend, laat u de F12-toets los. 3. In het venster Select boot device selecteert u het USB-vasteschijfstation als het eerste opstartapparaat en drukt u op Enter. Het noodherstelmedium wordt gestart. Bij het opstarten vanaf het noodherstelmedium verschijnt Rescue and Recovery. Voor elk van de functies in het werkgebied van Rescue and Recovery is er Help-informatie beschikbaar. Volg de instructies om de herstelproces te voltooien. Vooraf geïnstalleerde software en stuurprogramma's opnieuw installeren Uw computer is uitgerust met speciale functies waarmee u bepaalde vooraf geïnstalleerde software en stuurprogramma's opnieuw kunt installeren. Vooraf geïnstalleerde programma's opnieuw installeren In dit gedeelte vindt u instructies voor het opnieuw installeren van vooraf geïnstalleerde toepassingen. Als u de geselecteerde toepassingen die vooraf zijn geïnstalleerd op uw Lenovo(R)-computer, opnieuw wilt installeren, doet u het volgende: 1. Zet de computer aan. 2. Ga naar de directory C:\SWTOOLS. 3. Open de apps-map. In de map apps bevinden zich verscheidene submappen die zijn genoemd naar de diverse toepassingen die op uw computer zijn geïnstalleerd. 4. Open de map van de gewenste toepassing. 5. Zoek in de submap van de toepassing het bestand SETUP.EXE op of andere EXE-bestanden die geschikt zijn voor installatie. Dubbelklik op het bestand en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Hoofdstuk 6. Informatie over systeemherstel 63 Vooraf geïnstalleerde stuurprogramma's opnieuw installeren In dit gedeelte vindt u instructies voor het opnieuw installeren van vooraf geïnstalleerde stuurprogramma's voor apparaten. Attentie: Door het opnieuw installeren van stuurprogramma's wijzigt u de configuratie van de computer. Installeer stuurprogramma's alleen opnieuw als dit noodzakelijk is om een probleem met de computer op te lossen. U installeert een stuurprogramma voor een vooraf geïnstalleerd apparaat als volgt: 1. Zet de computer aan. 2. Ga naar de directory C:\SWTOOLS. 3. Open de map DRIVERS. In de map DRIVERS bevinden zich verscheidene submappen die zijn genoemd naar de diverse apparaten die op uw computer zijn geïnstalleerd, zoals AUDIO of VIDEO. 4. Open de map van het gewenste apparaat. 5. Voer een van de volgende handelingen uit: • Ga naar de subdirectory van het apparaat en zoek het bestand SETUP.exe. Dubbelklik op het bestand en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. • Ga naar de submap van het apparaat en zoek het bestand README.txt of een bestand met de extensie .txt op. Dit bestand is vaak genoemd naar een bepaald besturingssysteem, bijvoorbeeld WIN98.txt. Het TXT-bestand bevat informatie over het installeren van het stuurprogramma. Volg de instructies om de installatie te voltooien. • Als de submap voor het apparaat een bestand bevat met de extensie .inf en u wilt het stuurprogramma installeren met het INF-bestand, raadpleegt u het systeem voor Help en ondersteuning van Windows voor gedetailleerde informatie over het installeren van het stuurprogramma's. Opmerking: Als u bijgewerkte stuurprogramma's voor de machine nodig hebt, raadpleegt u “De nieuwste stuurprogramma's voor uw computer ophalen” op pagina 83 voor meer informatie. Software opnieuw installeren Als een programma op de computer niet goed werkt, moet u het soms verwijderen en opnieuw installeren. Op deze manier overschrijft u de bestaande programmabestanden, waardoor de problemen die u met het programma hebt, vaak worden opgelost. Als u een programma van het systeem wilt verwijderen, raadpleegt u het Help-systeem van Microsoft Windows voor meer informatie. Om het programma opnieuw te installeren, doet u een van de volgende dingen: Opmerking: De methode om een programma opnieuw te installeren verschilt per programma. In de documentatie bij het programma kunt u lezen of er speciale installatie-instructies moeten worden gebruikt. • Voor het opnieuw installeren van de meeste normaal voorhanden programma's raadpleegt u het Help-systeem van Microsoft(R) Windows(R) voor meer informatie. • Als u toepassingsprogramma's opnieuw wilt installeren die door Lenovo vooraf zijn geïnstalleerd, doet u het volgende: 1. Zet de computer aan. 2. Ga naar de directory C:\SWTOOLS. 3. Open de map Apps. In de map APPS bevinden zich verscheidene submappen die zijn genoemd naar de diverse toepassingen die op uw computer zijn geïnstalleerd. 4. Open de map van de gewenste toepassing. 64 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 5. Zoek in de submap van de toepassing het bestand SETUP.EXE op of andere EXE-bestanden die geschikt zijn voor installatie. Dubbelklik op het bestand en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Stuurprogramma's opnieuw installeren Installeer het stuurprogramma van de optie opnieuw aan de hand van de bijgeleverde installatie-instructies. Door het opnieuw installeren van stuurprogramma's wijzigt u de configuratie van de computer. Installeer stuurprogramma's alleen opnieuw als dit noodzakelijk is om een probleem met de computer op te lossen. Meer informatie over het opnieuw installeren van de stuurprogramma's die bij levering al op uw computer aanwezig waren, raadpleegt u “Vooraf geïnstalleerde software en stuurprogramma's opnieuw installeren” op pagina 63. Problemen met herstelprocedures oplossen Als u niet naar het werkgebied van Rescue and Recovery of naar de Windows-omgeving kunt gaan, kunt u het volgende doen: • Gebruik een noodherstelmedium om het werkgebied van Rescue and Recovery te starten. Zie “Noodherstelmedia maken en gebruiken” op pagina 62. • U kunt de herstelschijven gebruiken als alle andere herstelmethoden mislukt zijn en u het vaste-schijfstation wilt herstellen naar de fabrieksinstellingen. Zie “Herstelmedia maken en gebruiken” op pagina 59. Opmerking: Als het u niet lukt om met behulp van een noodherstelmedium of een set herstelschijven toegang te krijgen tot het werkgebied van Rescue and Recovery of de Windows-omgeving, is het noodherstelapparaat (een intern vaste-schijfstation, schijf, USB-vaste-schijfstation of andere externe apparaten) mogelijk niet ingesteld als het eerste opstartapparaat in de opstartvolgorde. Controleer eerst of het herstelapparaat dat u wilt gebruiken ingesteld is als eerste opstartapparaat in de opstartvolgorde van Setup Utility. Zie “Een opstartapparaat kiezen” op pagina 70 voor gedetailleerde informatie over het tijdelijk of permanent wijzigen van de opstartvolgorde van appaaraten. Meer informatie over het programma Setup Utility vindt u in Hoofdstuk 7 “Werken met het programma Setup Utility” op pagina 67. Het is belangrijk om zo snel mogelijk een noodherstelmedium en herstelmedia te maken en deze allemaal op een veilige plaats op te bergen voor toekomstig gebruik. Hoofdstuk 6. Informatie over systeemherstel 65 66 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Hoofdstuk 7. Werken met het programma Setup Utility U kunt het programma Setup Utility gebruiken om de configuratie van de computer te bekijken en te wijzigen, ongeacht het besturingssysteem dat u gebruikt. De instellingen die u in uw besturingssysteem kiest, kunnen eventuele vergelijkbare instellingen in het programma Setup Utility echter overschrijven. Het programma Setup Utility starten Om het programma Setup Utility te starten, doet u het volgende: 1. Controleer of de computer uit staat. 2. Druk herhaaldelijk op de toets F1 wanneer u de computer aanzet. Als u meerdere geluidssignalen hoort of het logo-scherm ziet, laat u de toets F1 los. Opmerking: Als er een Power-On Password of een Administrator Password is ingesteld, wordt het menu van het programma Setup Utility pas afgebeeld nadat u het wachtwoord hebt getypt. Meer informatie vindt u in “Wachtwoorden gebruiken” op pagina 67. Wanneer POST detecteert dat het vaste schijfstation van uw computer is verwijderd of het formaat van de geheugenmodule is verkleind, zal er een foutmelding worden weergegeven, wanneer u de computer opstart en wordt u verzocht één van de volgende handelingen te verrichten: • Druk op F1 om het programma Setup Utility te openen. Opmerking: Wanneer u het Setup Utility programma hebt geopend, selecteert u Save Changes and Exit onderaan het scherm. De foutmelding zal niet opnieuw worden weergegeven. • Druk op F2 om de foutmelding te omzeilen en log in op het besturingssysteem. Instellingen bekijken en wijzigen Het menu van het programma Setup Utility bestaat uit een lijst met systeemconfiguratie-opties. Om de instellingen te bekijken of te wijzigen, moet u het programma Setup Utility starten. Zie “Het programma Setup Utility starten” op pagina 67. Volg daarna de instructies op het scherm. Als kunt een toetsenbord of een muis gebruiken om door de menuopties van BIOS te navigeren. Welke toetsen worden gebruikt om de verschillende taken uit te voeren, wordt onder aan elk scherm afgebeeld. Wachtwoorden gebruiken Met het programma Setup Utility kunt u wachtwoorden instellen om onbevoegde toegang tot uw computer en gegevens te voorkomen. De volgende soorten wachtwoorden zijn beschikbaar: • Power-On Password • Administrator Password • Hard Disk Password Om de computer te kunnen gebruiken is het niet noodzakelijk dat u een wachtwoord instelt. Het gebruik van wachtwoorden vergroot echter de veiligheid van computergebruik. Lees de volgende paragrafen als u besluit een wachtwoord in te stellen. © Copyright Lenovo 2012 67 Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden U kunt elke combinatie van maximaal 64 alfabetische en numerieke tekens gebruiken. Omwille van de veiligheid verdient het aanbeveling om een sterk wachtwoord te gebruiken, dat niet eenvoudig kan worden geraden. U stelt als volgt een sterk wachtwoord in: • Ze zijn minstens acht tekens lang • Ze bevatten minimaal één letter en één cijfer • Wachtwoorden voor het programma Setup Utility en vasteschijfwachtwoorden zijn niet hoofdlettergevoelig. • Ze zijn geheel verschillend van uw naam of gebruikersnaam • Ze vormen geen bekend woord of bekende naam • Ze verschillen wezenlijk van uw eerdere wachtwoorden Power-On Password Als er een Power-On Password is ingesteld, wordt u elke keer dat u de computer inschakelt, gevraagd dat wachtwoord op te geven. De computer kan pas worden gebruikt als het juiste wachtwoord is opgegeven. Administrator Password Het Administrator Password voorkomt dat de instellingen in het programma Setup Utility door onbevoegden worden gewijzigd. Als u verantwoordelijk bent voor de configuratie-instellingen van diverse computers, is het verstandig met een Administrator Password te werken. Als er een Administrator Password is ingesteld, wordt u elke keer dat u de probeert naar het programma Setup Utility te gaan, gevraagd dat wachtwoord op te geven. Het programma Setup Utility kan pas worden gebruikt als het juiste wachtwoord is opgegeven. Als u zowel een Power-On Password als een Administrator Password hebt ingesteld, kunt u een van beide wachtwoorden opgeven. Als u echter van plan bent uw configuratie-instellingen te wijzigen, moet u het Administrator Password opgeven. Hard Disk Password Door een Hard Disk Password in te stellen, voorkomt u dat er onbevoegd gebruik wordt gemaakt van de gegevens op de vaste schijf. Als er een Hard Disk Password is ingesteld, wordt u bij het opstarten gevraagd dat wachtwoord op te geven. Opmerkingen: • Nadat u een wachtwoord voor uw vaste schijf hebt ingesteld, zijn uw gegevens op de vaste schijf beveiligd; zelfs als het vaste-schijfstation uit uw computer wordt gehaald en in een andere computer wordt geïnstalleerd. • Als u uw Hard Disk Password bent vergeten, kunt u onmogelijk het wachtwoord resetten of gegevens op het vaste-schijfstation herstellen. Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen U kunt een wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of wissen: 1. Start het programma Setup Utility. Zie “Het programma Setup Utility starten” op pagina 67. 2. In het hoofdmenu van het programma Setup Utility selecteert u Security. 3. Selecteer, afhankelijk van het type wachtwoord, Set Power-On Password, Set Administrator Password of Hard Disk Password. 68 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 4. Volg de instructies aan de rechterkant van het scherm om het gewenste wachtwoord in te stellen, te wijzigen of te wissen. Opmerking: U kunt elke combinatie van maximaal 64 alfabetische en numerieke tekens gebruiken. Meer informatie vindt u in “Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden” op pagina 68. Vergeten wachtwoorden wissen (CMOS wissen) Als u uw gebruikerswachtwoord of een ander wachtwoord vergeten bent, kunt u in dit gedeelte lezen wat u moet doen om dat wachtwoord te wissen. U kunt een vergeten wachtwoord als volgt wissen: 1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 30. 3. Zoek de jumper voor Wissen van CMOS/Herstel op de systeemplaat. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11. 4. Verzet de jumper van de standaardpositie (pennetje 1 en 2) naar de onderhoudspositie (pennetje 2 en 3). 5. Plaats de kap van de computer terug en sluit het netsnoer aan. Zie “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. 6. Zet de computer aan en wacht ongeveer tien seconden. Zet de computer weer uit door de aan/uit-schakelaar ongeveer vijf seconden ingedrukt te houden. 7. Herhaal stap 1 en stap 2. 8. Zet de jumper voor Wissen van CMOS/Herstel terug in de standaardpositie (pennetje 1 en 2). 9. Plaats de kap van de computer terug en sluit het netsnoer aan. Zie “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. Mogelijkheid om een apparaat in of uit te schakelen In dit gedeelte vindt u informatie over het in- of uitschakelen van de volgende apparaten: USB Configuration Met deze optie kunt u een USB-poort in- en uitschakelen. Als een USB-poort uitgeschakeld is, kan het apparaat dat op die USB-poort is aangesloten, niet worden gebruikt. SATA Configuration Gebruik deze optie om een SATA-aansluiting of een externe SATA-aansluiting in of uit te schakelen. U kunt een apparaat als volgt in- of uitschakelen: 1. Start het programma Setup Utility. Zie “Het programma Setup Utility starten” op pagina 67. 2. Voer, afhankelijk van het apparaat dat u in of uit wilt schakelen, een van de volgende handelingen uit: • In het hoofdmenu van het programma Setup Utility selecteert u Devices ➙ South Bridge ➙ USB Configuration om een USB-apparaat in of uit te schakelen. • In het hoofdmenu van het programma Setup Utility selecteert u Advanced ➙ SATA Configuration om een intern of extern SATA-apparaat in of uit te schakelen. 3. Kies de gewenste instellingen en druk op Enter. 4. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het programma Setup Utility af te sluiten. Zie “Setup Utility afsluiten” op pagina 71. Hoofdstuk 7. Werken met het programma Setup Utility 69 Een opstartapparaat kiezen Als de computer niet opstart vanaf een bepaald apparaat, zoals een schijf of vaste-schijfstation, gebruikt u een de volgende procedures om het gewenste opstartapparaat te selecteren. Een tijdelijk opstartapparaat kiezen Met deze procedure kunt u een tijdelijk opstartapparaat selecteren. Opmerking: Niet alle schijven en vasteschijfstations zijn opstartbaar. 1. Zet de computer uit. 2. Druk herhaaldelijk op de toets F12 wanneer u de computer aanzet. Als op het scherm “Please select boot device” wordt afgebeeld, laat u de toets F12 los. 3. Selecteer het gewenste opstartapparaat en druk op Enter. De computer start nu op vanaf het apparaat dat u hebt geselecteerd. Opmerking: Door in het venster Please select boot device een opstartapparaat te selecteren wordt de opstartvolgorde niet permanent gewijzigd. De opstartvolgorde selecteren of wijzigen Om de ingestelde opstartvolgorde te bekijken of te wijzigen, gaat u als volgt te werk: 1. Start het programma Setup Utility. Zie “Het programma Setup Utility starten” op pagina 67. 2. In het hoofdmenu van het programma Setup Utility selecteert u Startup. 3. Selecteer de apparaten voor de Primary Startup Sequence, de Automatic Startup Sequence en de Error Startup Sequence. Bekijk de informatie die aan de rechterkant van het scherm wordt afgebeeld. 4. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het programma Setup Utility af te sluiten. Zie “Setup Utility afsluiten” op pagina 71. ErP-compliantiemodus en Deep Sx inschakelen U kunt de ErP-compliantiemodus en Deep Sx inschakelen via het menu Devices in het programma Setup Utility om het elektriciteitsverbruik te verlagen wanneer de computer stand-by of uit staat. Als u de ErP-modus en Deep Sx wilt inschakelen in het programma Setup Utility, doet u het volgende: 1. Start het programma Setup Utility. Zie “Het programma Setup Utility starten” op pagina 67. 2. In het hoofdmenu van het programma Setup Utility kiest u Devices ➙ South Bridge. 3. Selecteer Deep Sx en druk op Enter. 4. Selecteer Enabled in S4 and S5 en druk op Enter. 5. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het programma Setup Utility af te sluiten. Druk op Enter om te bevestigen dat u het programma wilt afsluiten. Opmerking: Wanneer de ErP-compliantiemodus en Deep Sx zijn ingeschakeld, kunt u als volgt de computer uit de slaapstand halen: • Door op de aan/uit-knop te drukken • Door de functie Wake up on alarm in te schakelen Met de functie Wake up on alarm wordt de computer op de ingestelde tijd geactiveerd. Ga als volgt te werk om de functie Wake up on alarm in te schakelen: 1. Start het programma Setup Utility. 70 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 2. In het hoofdmenu van het programma Setup Utility selecteert u Power ➙ Automatic Power On en drukt u op Enter. 3. Selecteer Wake Up on Alarm en druk op Enter. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm. 4. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het programma Setup Utility af te sluiten. Druk op Enter om te bevestigen dat u het programma wilt afsluiten. • De functie After power loss inschakelen Met de functie After power loss kan de computer worden geactiveerd wanneer de voeding na elektriciteitsuitval weer wordt ingeschakeld. Ga als volgt te werk om de functie After power loss in te schakelen: 1. Start het programma Setup Utility. 2. In het hoofdmenu van het programma Setup Utility selecteert u Power ➙ After Power Loss en drukt u op Enter. 3. Selecteer Power On en druk op Enter. 4. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het programma Setup Utility af te sluiten. Druk op Enter om te bevestigen dat u het programma wilt afsluiten. Setup Utility afsluiten Als u klaar bent met het bekijken of wijzigen van de instellingen, drukt u op Esc om terug te gaan naar het hoofdmenu van het programma Setup Utility. Mogelijk moet u meerdere malen op Esc drukken. Voer een van de volgende handelingen uit: • Als u de gewijzigde instellingen wilt opslaan en het programma Setup Utility wilt afsluiten, drukt u op F10 om de wijzigingen op te slaan. • Als u de wijzigingen niet wilt opslaan, selecteert u Exit ➙ Discard Changes and Exit en druk u op Enter. Wanneer het venster Reset Without Saving wordt getoond, kiest u Yes en drukt u vervolgens op Enter om het programma Setup Utility te verlaten. • Als u wilt terugkeren naar de standaardinstellingen, drukt u op F9 om de standaardinstellingen te laden en vervolgens drukt u op F10 en verlaat u het programma Setup Utility. Hoofdstuk 7. Werken met het programma Setup Utility 71 72 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Hoofdstuk 8. RAID configureren Dit hoofdstuk bevat instructies over het installeren van vaste-schijfstations en het configureren van RAID (Redundant Array of Independent Disks) voor uw computer. Afhankelijk van het computermodel kan RAID worden ingeschakeld door Intel Rapid Store Technology enterprise (RSTe) of het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS. Opmerking: De informatie over het configureren van RAID in dit hoofdstuk is alleen van toepassing op Windows-omgevingen. Neem contact op met uw Linux-softwareleverancier voor informatie over RAID in Linux-omgevingen. Dit hoofdstuk behandelt de volgende onderwerpen: • “RAID configureren met Intel RSTe” op pagina 73 • “Snelle RAID-installatie met het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS” op pagina 76 RAID configureren met Intel RSTe Als uw computer met Intel RSTe wordt geleverd, kunt u de onderstaande aanwijzingen volgen om RAID met Intel RSTe te configureren. In dit gedeelte vindt u informatie over de volgende onderwerpen: • • “SATA- of SAS-vasteschijfstations installeren” op pagina 73 “De SATA- of SAS RAID-functionaliteit configureren met het configuratieprogramma Intel RSTe” op pagina 74 SATA- of SAS-vasteschijfstations installeren Controleer of uw computer over het minimumaantal geïnstalleerde SATA- of SAS-vasteschijfstations beschikt voor de hieronder vermelde ondersteunde RAID-niveaus: • RAID Level 0 – Striped disk-array – Een vaste-schrijfstationgroep met RAID-niveau 0, die uit minimaal twee vaste-schijfstations bestaat – Ondersteunde stripgrootte: 4 KB, 8 KB, 16 KB, 32 KB, 64 KB of 128 KB – Betere prestaties zonder fouttolerantie • RAID Level 1 – Mirrored disk-array – Een vaste-schrijfstationgroep met RAID-niveau 1, die uit twee vaste-schijfstations bestaat – Verbeterde leessnelheid en 100% redundantie • RAID Level 5 – Block-level striped disk array met gedistribueerde pariteit – Een vaste-schrijfstationgroep met RAID-niveau 5, die uit minimaal drie vaste-schijfstations bestaat – Ondersteunde stripgrootte: 4 KB, 8 KB, 16 KB, 32 KB of 64 KB – Betere prestaties en fouttolerantie – RAID Level 5 met gebruikmaking van Intel RSTe ondersteunt alleen SATA-vaste-schijfstations Controleer of de correcte inschakelingsmodule voor vaste-schijfstations op de computer is geïnstalleerd: • Als er nul tot drie SATA-vaste-schijfstations of SSD-stations zijn geïnstalleerd, is er geen inschakelingsmodule voor vaste-schijfstations nodig. © Copyright Lenovo 2012 73 • Als er een SAS-vaste-schijfstation is geïnstalleerd, is de inschakelingsmodule voor SAS-vaste-schijfstations (één tot drie vaste-schijfstations) vereist. Ga voor meer informatie over de inschakelingsmodule voor vaste-schijfstations naar “Een inschakelingsmodule voor een vaste-schijfstation installeren of vervangen” op pagina 44. De SATA- of SAS RAID-functionaliteit configureren met het configuratieprogramma Intel RSTe Dit gedeelte bevat informatie over het configureren van SATA- of SAS RAID-functionaliteit met het configuratieprogramma Intel RSTe. Opmerking: Het configuratieprogramma Intel RSTe gaat ervan uit dat meer dan één vaste-schijfstation op uw computer is geïnstalleerd. Als er maar één vaste-schijfstation op uw computer is geïnstalleerd, is de onderstaande informatie niet van toepassing. In dit gedeelte vindt u informatie over de volgende onderwerpen: • “Het configuratieprogramma Intel RSTe openen” op pagina 74 • “RAID-volumes maken met het configuratieprogramma Intel RSTe” op pagina 74 • “RAID-volumes verwijderen met het configuratieprogramma Intel RSTe” op pagina 75 • “Vaste-schijfstations resetten naar niet-RAID” op pagina 75 Het configuratieprogramma Intel RSTe openen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het configuratieprogramma Intel RSTe kunt openen. Volg tijdens het opstarten van de computer de instructies op het scherm. Druk op Ctrl+I om naar het configuratieprogramma Intel RSTe te gaan. Als u het configuratieprogramma Intel RSTe hebt geopend, worden de volgende vier opties weergegeven. 1. Create RAID Volume 2. Delete RAID Volume 3. Reset Disks to Non-RAID 4. Exit Selecteer met de cursortoetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag een optie. Druk op Enter om het geselecteerde menu te openen. Om het configuratieprogramma Intel RSTe te sluiten, drukt u op Esc of selecteert u Exit en drukt u op Enter. RAID-volumes maken met het configuratieprogramma Intel RSTe In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het configuratieprogramma Intel RSTe kunt gebruiken voor het maken van RAID-volumes. U maakt een RAID-volume als volgt: 1. Ga naar het configuratieprogramma Intel RSTe. Zie “Het configuratieprogramma Intel RSTe openen” op pagina 74. 2. Selecteer met de cursortoetsen pijl-omhoog- en pijl-omlaag Create RAID Volume en druk op Enter om het venster CREATE VOLUME MENU weer te geven. 3. De volgende vijf opties worden weergegeven. Selecteer met de cursortoetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag een optie. Als u een optie hebt geconfigureerd, druk dan op Tab of Enter om naar de volgende optie te gaan. 74 ThinkStation Handboek voor de gebruiker a. Name: volumenaam. U kunt de standaardnaam gebruiken of een zelf gekozen naam typen. b. RAID Level: u kunt het RAID-niveau naar een van de volgende niveaus wijzigen: • RAID Level 0 • RAID Level 1 • RAID Level 5 (niet ondersteund op SATA-vaste-schijfstations wanneer de inschakelingsmodule voor SAS-vaste-schijfstations geïnstalleerd is) c. Disks: druk op Enter om naar het venster SELECT DISKS MENU te gaan. Volg de instructies onderaan het menu om vaste-schijfstations te selecteren en druk op Enter om de configuratie te voltooien. d. Strip Size: selecteer met de cursortoetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag een stripgrootte. e. Capacity: pas de capaciteit van het RAID-volume aan. Het standaard RAID-volume is de grootste waarde. 4. Druk op enter om de configuratie van alle vijf opties te voltooien. Als erom wordt gevraagd, drukt u op Y om het maken van het nieuwe RAID-volume te bevestigen. 5. Nadat het nieuwe RAID-volume is gemaakt, wordt de informatie over het RAID-volume weergegeven onder DISK/VOLUME INFORMATION, zoals het id-nummer, de naam, het RAID-niveau, de stripgrootte, de volumegrootte, de status en of het een opstartbaar volume is. RAID-volumes verwijderen met het configuratieprogramma Intel RSTe In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het configuratieprogramma Intel RSTe kunt gebruiken voor het verwijderen van RAID-volumes. U verwijdert een RAID-volume als volgt: 1. Ga naar het configuratieprogramma Intel RSTe. Zie “Het configuratieprogramma Intel RSTe openen” op pagina 74. 2. Selecteer met de cursortoetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag Delete RAID Volume. Druk op Enter om het venster DELETE VOLUME MENU te openen. 3. Selecteer met de cursortoetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag het RAID-volume dat u niet nodig hebt. Druk op Del om het geselecteerde volume van de lijst RAID Volumes te verwijderen. 4. Als erom wordt gevraagd, drukt u op Y om het wissen van het geselecteerde RAID-volume te bevestigen. Vaste-schijfstations resetten naar niet-RAID In dit gedeelte vindt u instructies voor het resetten van vaste-schijfstations naar niet-RAID. U reset uw vaste-schijfstations als volgt naar niet-RAID: 1. Ga naar het configuratieprogramma Intel RSTe. Zie “Het configuratieprogramma Intel RSTe openen” op pagina 74. 2. Selecteer met de cursortoetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag Reset Disks to Non-RAID. Druk op Enter om het venster RESET RAID DATA te openen. 3. Selecteer met de cursortoetsen en de spatiebalk het vaste-schijfstation dat u wilt resetten en druk daarna op Enter om de selectie te voltooien. 4. Als erom wordt gevraagd, drukt u op Y om de nieuwe instelling te bevestigen. 5. Als het vaste-schijfstation dat u wilt resetten onderdeel van een RAID-volume is, is het mogelijk dat de computer detecteert dat het RAID-volume kleiner is. In dit geval wordt u gevraagd een vaste-schijfstation te selecteren om een herstelproces te starten. 6. Selecteer een beschikbaar vaste-schijfstation en druk op Enter om het herstelproces te starten. Opmerking: Druk op Esc om een herstelproces te annuleren en het RAID-volume in de status Degraded te houden. In het venster Main Menu onder DISK/VOLUME INFORMATION ziet u dat de status van het RAID-volume is gewijzigd naar Degraded. Hoofdstuk 8. RAID configureren 75 Snelle RAID-installatie met het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS Opmerkingen: • De LSI MegaRAID SAS-adapter en het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS zijn slechts beschikbaar op sommige modellen. • De volgende stappen in dit gedeelte zijn bedoeld om u te begeleiden bij een snelle installatie van de basisfuncties van RAID met de LSI MegaRAID SAS-adapter. Raadpleeg voor informatie over geavanceerde installatie en configuratie met deze adapter de volledige MegaRAID SAS Software User Guide (Gebruikershandleiding MegaRAID SAS-software) die beschikbaar is op http://support.lenovo.com/en_US/guides-and-manuals/detail.page?DocID=UM007543. In dit gedeelte vindt u informatie over de volgende onderwerpen: • “SATA- of SAS-vasteschijfstations installeren” op pagina 76 • “Het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS openen” op pagina 77 • “RAID-volumes maken met het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS” op pagina 77 • “RAID-volumes verwijderen met het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS” op pagina 78 • “Het hot-spare vaste-schijfstation instellen” op pagina 78 SATA- of SAS-vasteschijfstations installeren Controleer of uw computer over het minimumaantal geïnstalleerde SATA- of SAS-vasteschijfstations beschikt voor de hieronder vermelde ondersteunde RAID-niveaus: • RAID Level 0 – Striped disk-array – Een vaste-schrijfstationgroep met RAID-niveau 0, die uit minimaal één vaste-schijfstation bestaat – Ondersteunde stripgrootten: 8 kB tot 1 MB – Betere prestaties zonder fouttolerantie • RAID Level 00 – Een spanned vaste-schrijfstationgroep met een reeks vaste-schijfstationgroepen met RAID 0 – Een vaste-schrijfstationgroep met RAID-niveau 00, die uit twee vaste-schijfstations bestaat – Ondersteunde stripgrootten: 8 kB tot 1 MB – Betere prestaties zonder fouttolerantie • RAID Level 1 – Mirrored disk-array – Een vaste-schrijfstationgroep met RAID-niveau 1, die uit minimaal twee vaste-schijfstations bestaat – Verbeterde leessnelheid en 100% redundantie • RAID Level 5 – Block-level striped disk array met gedistribueerde pariteit – Een vaste-schrijfstationgroep met RAID-niveau 5, die uit minimaal drie vaste-schijfstations bestaat – Ondersteunde stripgrootten: 8 kB tot 1 MB – Betere prestaties en fouttolerantie – RAID-niveau 5 wordt door sommige modellen van de LSI MegaRAID-adapterkaarten ondersteund Controleer of de LSI MegaRAID SAS-adapterkaart op uw computer is geïnstalleerd en of de vaste-schijfstations aan deze adapterkaart zijn gekoppeld en niet aan de aansluitingen op de systeemplaat. 76 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS openen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS kunt openen. U opent het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS als volgt: 1. Volg tijdens het opstarten van de computer de instructies op het scherm. 2. Druk op Ctrl+H om naar het venster CONTROLLER SELECTION te gaan. 3. Selecteer de controller die u wilt configureren en klik op Start om het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS te openen. RAID-volumes maken met het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS kunt gebruiken voor het maken van RAID-volumes. Het maken van RAID-volumes met het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS doet u als volgt: 1. Klik op het hoofdscherm van WebBIOS op Configuration Wizard om naar het venster Choosing the Configuration Type te gaan. 2. Selecteer met de cursortoetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag een van de drie onderstaande configuratietypes: • Clear Configuration: hiermee wordt de bestaande configuratie gewist. • New Configuration: hiermee wordt de bestaande configuratie gewist en kunt u een nieuwe configuratie maken. • Add Configuration: hiermee wordt de bestaande opslagconfiguratie behouden en worden nieuwe vaste-schijfstations toegevoegd. De nieuwe configuratie veroorzaakt geen enkel gegevensverlies. 3. Selecteer Add Configuration en klik vervolgens op Next. De volgende twee opties worden weergegeven in het venster Configuration Method: • Manual Configuration: hiermee maakt u handmatig vaste-schijfstationgroepen en virtuele vaste-schijfstations, en stelt u parameters in. • Automatic Configuration: hiermee wordt automatisch een optimale RAID-configuratie gemaakt. 4. Selecteer Manual Configuration en klik vervolgens op Next. Het venster Drive Group Definition wordt weergegeven. Om vaste-schijfstationgroepen te maken, gaat u als volgt te werk: a. Selecteer een of meer vaste-schijfstations voor de groep (houdt Ctrl ingedrukt als u meer dan een vaste-schijfstation selecteert). b. Klik op Add To Array om de geselecteerde vaste-schijfstations naar Drive Groups te verplaatsen. c. Klik op Accept DG om de vaste-schijfstationgroep te maken. d. Herhaal de bovenstaande stappen als u meer dan één vaste-schijfstationgroep wilt maken. 5. Klik op Next. Het venster Span Definition wordt weergegeven. Selecteer de vaste-schijfstationgroep die u aan een span wilt toevoegen en klik op Add to SPAN. Herhaal deze stap totdat u alle vaste-schijfstationgroepen hebt geselecteerd die u wilt toevoegen. 6. Klik op Next. Het venster Virtual Drive Definition wordt weergegeven. Wijzig de opties voor het virtuele vaste-schijfstation van de standaardinstellingen op het scherm naar de gewenste instellingen. Klik op Accept en volg dan de aanwijzingen op het scherm om de instellingen aan te passen. 7. Klik op Next. Het venster Preview wordt dan weergegeven. 8. Controleer uw instellingen en klik op Accept. 9. Klik op Yes om de configuratie op te slaan. Hoofdstuk 8. RAID configureren 77 RAID-volumes verwijderen met het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS kunt gebruiken voor het verwijderen van RAID-volumes. Het verwijderen van RAID-volumes met het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS doet u als volgt: 1. Ga naar het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS. Zie “Het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS openen” op pagina 77. 2. Selecteer de virtuele vaste-schijfstations die u wilt verwijderen. Het venster Virtual Drive wordt dan weergegeven. 3. Klik op Delete en vervolgens op Go. 4. Klik op Yes om de wijzigingen op te slaan. Het hot-spare vaste-schijfstation instellen In dit gedeelte vindt u instructies voor het instellen van het hot-spare vaste-schijfstation. U stelt het hot-spare vaste-schijfstations als volgt in: 1. Ga naar het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS. Zie “Het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS openen” op pagina 77. 2. Selecteer het vaste-schijfstation dat u als hot-spare vaste-schijfstation wilt instellen. Het venster Drive wordt weergegeven. 3. Selecteer Make Global HSP of Make Dedicated HSP en klik op Go. 4. Het hoofdscherm van het configuratieprogramma LSI MegaRAID BIOS wordt dan weergegeven en het vaste-schijfstation dat u hebt geselecteerd wordt in het rechterdeelvenster als hot-spare vaste-schijfstation weergegeven. 78 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Hoofdstuk 9. Systeemprogramma's bijwerken In dit hoofdstuk vindt u informatie over het bijwerken van de POST en het BIOS en het herstellen van de fouten die hierbij kunnen optreden. Werken met systeemprogramma's De basislaag van de software die in elke computer is ingebouwd, wordt gevormd door systeemprogramma's. Systeemprogramma's zijn onder meer de POST, het BIOS en het programma Setup Utility. De POST is een reeks tests en procedures die iedere keer dat u de computer aanzet, worden uitgevoerd. Het BIOS is een softwarelaag waarin instructies van andere softwarelagen worden vertaald naar elektronische signalen die de computerhardware kan uitvoeren. U kunt het programma Setup Utility gebruiken om de configuratie-instellingen van de computer te bekijken of te wijzigen. Zie Hoofdstuk 7 “Werken met het programma Setup Utility” op pagina 67 voor meer gedetailleerde informatie. Op de systeemplaat van uw computer bevindt zich een module met de naam EEPROM (electrically erasable programmable read-only memory), in de volksmond ook wel “flashgeheugen” genoemd. U kunt de zelftest (de POST), het BIOS en het programma Setup Utility eenvoudig bijwerken door uw computer op te starten met een schijf voor het bijwerken van systeemprogramma´s of door vanuit het besturingssysteem een speciaal bijwerkprogramma uit te voeren. Lenovo brengt regelmatig wijzigingen of verbeteringen aan in het POST en het BIOS. Bijgewerkte versies kunnen worden opgehaald van internet, vanaf de Lenovo-website op http://www.lenovo.com. Instructies voor het gebruik van POST- en BIOS-updates vindt u in een TXT-bestand dat samen met de updatebestanden wordt gedownload. Voor de meeste modellen kunt u een bijwerkprogramma downloaden waarmee u een schijf voor het bijwerken van systeemprogramma´s kunt maken of een bijwerkprogramma dat u kunt uitvoeren vanuit het besturingssysteem. Het BIOS bijwerken vanaf een schijf (flashen) In dit gedeelte vindt u instructies voor het updaten (flashen) van het BIOS met behulp van een schijf. Opmerking: U kunt een een image van een automatisch startende schijf (een zogenaamd ISO-image) downloaden met updates van systeemprogramma's om een schijf voor het bijwerken van systeemprogramma´s te maken. Ga naar http://www.lenovo.com/support Om het BIOS vanaf een schijf te updaten (flashen), doet u het volgende: 1. Zet de computer uit. 2. Druk herhaaldelijk op de toets F12 wanneer u de computer aanzet. Zodra het venster Startup Device Menu (Apparaten startmenu) wordt geopend, laat u F12 weer los. 3. Selecteer in het venster Startup Device Menu het gewenste optische-schijfstation als opstartapparaat. Plaats vervolgens de schijf in dit optische-schijfstation en druk op Enter. De update begint. 4. Als u wordt gevraagd of u het serienummer wilt wijzigen, wordt gesuggereerd om dit niet te doen door op N te drukken. Maar wilt u het serienummer wél wijzigen, druk dan bij deze vraag op Y, typ het serienummer en druk op Enter. 5. Als u wordt gevraagd of u het machinetype en het model wilt wijzigen, wordt gesuggereerd om dit niet te doen door op N te drukken. Maar wilt u het machinetype en het model wél wijzigen, druk dan bij deze vraag op Y, typ het machinetype en het model en druk op Enter. © Copyright Lenovo 2012 79 6. Volg de instructies op het scherm om de update te voltooien. Als de update klaar is, haalt u de schijf uit het optische station. Het BIOS bijwerken (flashen) vanuit het besturingssysteem Opmerking: Omdat door Lenovo voortdurend verbeteringen worden doorgevoerd op de websites, kan de inhoud van de webpagina zonder bericht vooraf worden gewijzigd, inclusief de inhoud waarnaar in de volgende procedure wordt verwezen. Om het BIOS vanuit het besturingssysteem te updaten (flashen), doet u het volgende: 1. Ga naar http://www.lenovo.com/support. 2. Zoek als volgt de downloadbare bestanden voor uw type computer: a. Ga naar het veld Enter a product number (een productnummer invoeren), geef uw machinetype op en klik op Go (Ga). b. Klik op Downloads and drivers (Downloads en stuurprogramma´s). c. Selecteer BIOS in het keuzemenu Refine results (Resultaten verfijnen) om eenvoudig alle BIOS-gerelateerde links te vinden. d. Klik op de BIOS-updatelink. 3. Klik op het TXT-bestand dat de instructies bevat voor het bijwerken (flashen) van het BIOS vanuit uw besturingssysteem. 4. Druk deze instructies af. Dit is belangrijk omdat deze instructies niet meer worden afgebeeld nadat het downloaden is gestart. 5. Volg de afgedrukte instructies om het updatebestand te downloaden, uit te pakken en te installeren. Herstellen van een POST/BIOS-bijwerkfout Als de stroom uitvalt terwijl de POST en het BIOS wordt bijgewerkt, is het mogelijk dat de computer daarna niet juist meer kan opstarten. In dat geval voert u de volgende procedure uit om het systeem te herstellen van de update-fouten in POST en BIOS. Deze procedure heet Herstel van het opstartblok. 1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten. 2. Verwijder de kap van de computer. Zie “De kap van de computer verwijderen” op pagina 30. 3. Zoek de jumper voor Wissen van CMOS/Herstel op de systeemplaat. Zie “Onderdelen op de systeemplaat” op pagina 11. 4. Verwijderen alle kabels om bij de jumper voor Wissen van CMOS/Herstel te kunnen komen. 5. Verzet de jumper van de standaardpositie (pennetje 1 en 2) naar de onderhoudspositie (pennetje 2 en 3). 6. Sluit de kabels weer aan en plaats de PCI-kaart terug als u die had verwijderd. 7. Plaats de kap van de computer en steek de stekkers van de computer en het beeldscherm in de stopcontacten. Zie “Het vervangen van de onderdelen voltooien” op pagina 57. 8. Zet de computer en het beeldscherm aan en plaats dan de schijf met de POST en BIOS-update (flashupdate) in het optische station. Wacht een paar minuten. Vervolgens wordt de herstelsessie gestart. Het herstelproces duurt ongeveer twee of drie minuten. Gedurende deze tijd wordt er een waarschuwingsbericht weergegeven en is er geen actie van u vereist. 9. Nadat het herstel is voltooid, gaat het beeldscherm uit en gaat uw computer vanzelf uit. 10. Voer de stappen 1 t/m 4 nogmaals uit. 11. Zet de jumper voor Wissen van CMOS/Herstel terug in de standaardpositie (pennetje 1 en 2). 12. Sluit de kabels weer aan en plaats de PCI-kaart terug als u die had verwijderd. 80 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 13. Breng de kap van de computer weer aan en sluit kabels die u hebt losgekoppeld weer aan. 14. Zet de computer aan en start het besturingssysteem. Hoofdstuk 9. Systeemprogramma's bijwerken 81 82 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Hoofdstuk 10. Problemen voorkomen In dit hoofdstuk treft u informatie die u kan helpen algemene problemen te voorkomen en uw computer perfect te laten werken. Uw computer up-to-date houden In bepaalde situaties is het noodzakelijk dat u beschikt over de meest recente softwareprogramma's, stuurprogramma's en componenten van het besturingssysteem. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het bezit kunt komen van de nieuwste updates voor uw computer. Maak een keuze uit één van de volgende onderwerpen: • “De nieuwste stuurprogramma's voor uw computer ophalen” op pagina 83 • “Updates van het besturingssysteem” op pagina 83 • “System Update gebruiken” op pagina 84 De nieuwste stuurprogramma's voor uw computer ophalen Opmerking: Omdat door Lenovo voortdurend verbeteringen worden doorgevoerd op de websites, kan de inhoud van de webpagina zonder bericht vooraf worden gewijzigd, inclusief de inhoud waarnaar in de volgende procedure wordt verwezen. U kunt als volgt bijgewerkte stuurprogramma's ophalen van de Lenovo-website en deze stuurprogramma's installeren: Attentie: Download nooit bijgewerkte stuurprogramma's van de website Windows Update. De stuurprogramma's die op de Windows-website beschikbaar worden gesteld, zijn niet getest door Lenovo en het gebruik ervan kan leiden tot allerlei problemen. U kunt de bijgewerkte stuurprogramma's verkrijgen bij Lenovo. 1. Ga naar http://www.lenovo.com/support. 2. Klik op Download & Drivers (Download & stuurprogramma's). 3. Selecteer het type machine voor uw computer uit de typelijst voor machines. 4. Klik op de categorie van het apparaat waarvoor u een stuurprogramma nodig hebt. 5. Klik op het gewenste stuurprogramma. 6. Download en installeer het stuurprogramma. Updates van het besturingssysteem Microsoft stelt updates voor diverse Windows-besturingssystemen beschikbaar via de website Microsoft Windows Update. De website stelt automatisch vast welke updates van Windows er beschikbaar zijn voor uw specifieke computer en geeft een overzicht van die updates. Het kan daarbij gaan om oplossingen van beveiligingsproblemen, nieuwe versies van bepaalde componenten van Windows (bijvoorbeeld de Media Player), correcties in andere delen van Windows of uitbreidingen en verbeteringen. Attentie: Download nooit bijgewerkte stuurprogramma's van de Windows-website. De stuurprogramma's die op de Windows-website beschikbaar worden gesteld, zijn niet getest door Lenovo en het gebruik ervan kan leiden tot allerlei problemen. U kunt de bijgewerkte stuurprogramma's verkrijgen bij Lenovo. Zie “De nieuwste stuurprogramma's voor uw computer ophalen” op pagina 83 voor meer informatie. U gaat als volgt naar de website Microsoft Windows Update: © Copyright Lenovo 2012 83 1. Ga naar http://windowsupdate.microsoft.com/. 2. Volg de aanwijzingen op het scherm. System Update gebruiken Het programma System Update helpt u de software op uw computer up-to-date te houden. Op de servers van Lenovo worden updatepakketten beschikbaar gesteld; deze kunnen worden gedownload vanaf de website van Lenovo Support. De updatepakketten kunnen volledige programma's, stuurprogramma's, BIOS-flashes of andere updates van de software bevatten. Wanneer het programma System Update verbinding maakt met de website van Lenovo Support, wordt gedetecteerd wat het machinetype en het model van uw computer is, welk besturingssysteem er is geïnstalleerd en welke taal het besturingssysteem heeft. Op die manier kan worden vastgesteld welke updates er voor uw computer beschikbaar zijn. Vervolgens wordt er dan een lijst van updatepakketten afgebeeld, waarbij voor elk pakket wordt aangegeven of het cruciaal, aanbevolen of optioneel is; op basis daarvan kunt u het belang van elke update inschatten. U kunt helemaal zelf bepalen welke updates u wilt downloaden en installeren. Nadat u de gewenste updatepakketten hebt geselecteerd, zorgt het programma System Update ervoor dat die updates automatisch worden gedownload en geïnstalleerd. U hoeft verder niets meer te doen. Het programma System Update is op de meeste Lenovo-computers vooraf geïnstalleerd en klaar voor gebruik. De enige voorwaarde is dat u verbinding hebt met internet. U kunt het programma handmatig starten, maar er is ook een planningsfunctie beschikbaar waarmee u het programma op gezette tijden automatisch kunt laten zoeken naar updates. Voor dergelijke geplande updates kunt u het zoeken beperken tot een bepaalde severity (cruciale updates, cruciale en aanbevolen updates, of alle updates), zodat de lijst waaruit u kunt kiezen alleen die soorten updates bevat waarvoor u belangstelling hebt. Als het programma System Update bij uw computer is geleverd, kunt u dit programma openen door de volgende procedure uit te voeren: 1. Klik op Start ➙ Lenovo ThinkVantage Tools. 2. Dubbelklik op Updates en stuurprogramma's. Als het programma System Update niet op uw computer is geïnstalleerd, kunt u het downloaden vanaf de website van Lenovo Support op http://www.lenovo.com/support. Reiniging en onderhoud Met het juiste onderhoud werkt uw computer betrouwbaar. De volgende onderwerpen bevatten informatie waarmee u ervoor kunt zorgen dat uw computer in optimaal conditie blijft. • “Eerste vereisten” op pagina 84 • “De computer schoonmaken” op pagina 85 • – “Computer” op pagina 85 – “Toetsenbord” op pagina 85 – “Optische muis” op pagina 85 – “Beeldscherm” op pagina 86 “Goede onderhoudsprocedures” op pagina 86 Eerste vereisten Houd u aan de volgende richtlijnen: • Houd de computer in een schone, droge omgeving. Plaats hem op een stevige, horizontale ondergrond. 84 ThinkStation Handboek voor de gebruiker • Leg nooit iets bovenop het beeldscherm en zorg altijd dat de ventilatie-openingen van het beeldscherm en de computer onbedekt zijn. Deze ventilatie-openingen voorkomen oververhitting van de computer. • Houd etenswaren en dranken uit de buurt van de diverse onderdelen van het systeem. Zo voorkomt u dat het toetsenbord en de muis plakkerig worden en niet meer functioneren. • Zorg dat de aan/uit-knop en de andere knoppen niet nat worden. Vocht tast niet alleen de onderdelen aan, maar leidt ook tot een verhoogde kans op een elektrische schok. • Haal de stroomkabel altijd aan de stekker uit het stopcontact; trek niet aan de kabel. De computer schoonmaken Het is een goede gewoonte om de computer regelmatig schoon te maken. Zo beschermt u de buitenkant en voorkomt u storingen. WAARSCHUWING: Zet de computer en het beeldscherm uit voordat u begint met schoonmaken. Computer Gebruik alleen milde schoonmaakmiddelen en een vochtige doek om de gelakte oppervlakken van de computer te reinigen. Toetsenbord Ga als volgt te werk om het toetsenbord van uw computer te reinigen: 1. Doe een beetje spiritus op een zachte, stofvrije doek. 2. Maak de toetsen een voor een schoon met de doek. Maak de toetsen een voor een schoon: als u meerdere toetsen tegelijk probeert schoon te maken, kan het doekje achter een aangrenzende toets blijven haken, waardoor de toets beschadigd kan raken. Zorg dat er geen vloeistof op of tussen de toetsen drupt. 3. Voor het verwijderen van stof of kruimels onder de toetsen kunt u gebruikmaken van een cameraborsteltje met blower of koude lucht van een haardroger of föhn. Opmerking: Spuit schoonmaakvloeistof niet rechtstreeks op het beeldscherm of toetsenbord. Optische muis In dit gedeelte vindt u instructies voor het schoonmaken van een optische muis. Een optische muis maakt voor het besturen van de aanwijzer gebruik van een licht emiterende diode (LED) en een optische sensor. Als de aanwijzer op het scherm niet soepel de bewegingen van de optische muis volgt, kan het zijn dat de muis moet worden schoongemaakt. U reinigt een optische muis als volgt: 1. Zet de computer uit. 2. Haal de stekker van de muis uit de aansluiting op de computer. 3. Keer de muis om en controleer de lens. a. Als er vlekken op de lens zitten, veegt u deze af met een wattenstaafje. b. Als er vuil op de lens zit, blaast u het vuil voorzichtig van de lens af. 4. Controleer het oppervlak waarop u de muis gebruikt. Als er op het oppervlak een zeer complex(e) afbeelding of patroon aanwezig is, kan de digitale signaalprocessor (DSP) de wijzigingen in de positie van de muis wellicht moeilijk volgen. 5. Sluit de muiskabel weer op de computer aan. Hoofdstuk 10. Problemen voorkomen 85 6. Zet de computer weer aan. Beeldscherm Een stoflaag verergert de problemen die door reflectie worden veroorzaakt. Maak het beeldscherm daarom van tijd tot tijd schoon. Zie “Een plat beeldscherm schoonmaken” op pagina 86 en “Een glazen beeldbuis schoonmaken” op pagina 86. Een plat beeldscherm schoonmaken Als u een flat-panel beeldscherm hebt met een flexibel oppervlak, maakt u het beeldscherm op de volgende manier schoon. Neem het scherm voorzichtig af met een zachte, droge doek of blaas de vuildeeltjes eraf. Bevochtig een doekje met een schoonmaakmiddel voor LCD-schermen en veeg het scherm schoon. De meeste winkels voor computerbenodigdheden verkopen deze speciale reinigingsvloeistof voor beeldschermen. Gebruik alleen reinigingsmiddelen die speciaal zijn ontwikkeld voor LCD-schermen. Bevochtig een niet pluizende, zachte doek met het reinigingsmiddel en maak daarna het LCD-scherm schoon. Sommige winkels voor computerbenodigdheden verkopen ook vochtige schoonmaakdoekjes voor LCD-schermen. Een glazen beeldbuis schoonmaken Neem het scherm voorzichtig af met een zachte, droge doek of blaas de vuildeeltjes eraf. Gebruik een zachte doek met een niet-schurende glasreiniger. Goede onderhoudsprocedures Door u te houden aan enkele goede onderhoudsprocedures houdt u de prestaties van de computer hoog, beschermt u uw gegevens en bent u in geval van storingen op het ergste voorbereid. • Leeg de prullenbak regelmatig. • Voer af en toe het Windows-programma Schijfdefragmentatie uit om te voorkomen dat de prestaties achteruit gaan doordat een groot aantal bestanden gefragmenteerd is geraakt (geen aaneengesloten ruimte op schijf in beslag neemt). • Wis in uw e-mailprogramma af en toe de mappen voor uw Postvak IN, Verzonden items en Gewiste items. • Maak regelmatig backups op verwisselbare opslagmedia van de belangrijkste bestanden en gegevens en bewaar die backups op een veilige plaats. Hoe vaak u precies backups moet maken, is afhankelijk van het belang van de gegevens voor u of uw bedrijf. Bij Lenovo is een aantal apparaten voor verwisselbare opslagmedia verkrijgbaar als optie, zoals cd-RW-stations en dvd-stations met schrijfmogelijkheid. • Maak af en toe een backup van het hele vaste-schijfstation. • Houd de computersoftware up-to-date. Zie “Uw computer up-to-date houden ” op pagina 83 voor meer informatie. • Houd een logboek bij. Noteer daarin bijvoorbeeld belangrijke wijzigingen van de software of de hardware, updates van stuurprogramma's, incidentele problemen en wat u hebt gedaan om ze op te lossen, en kleine problemen die u bent tegengekomen. Een logboek helpt u (of een technicus van Lenovo) te bepalen of een probleem te maken heeft met een wijziging in de hardware, een wijziging in de software of een andere handeling die is uitgevoerd. • Herstelschijven maken. Zie “Herstelmedia maken en gebruiken” op pagina 59 voor meer informatie over het gebruik van productherstelschijven om het vaste-schijfstation te herstellen naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. • Noodherstelmedia maken. Zie “Noodherstelmedia maken en gebruiken” op pagina 62 voor meer informatie over hoe u noodherstelmedia, zoals een cd of dvd, kunt gebruiken voor het herstellen van fouten die het onmogelijk maken om toegang te krijgen tot de Windows-omgeving of het werkgebied van Rescue and Recovery op uw vaste-schijfstation. 86 ThinkStation Handboek voor de gebruiker De computer vervoeren Neem bij het vervoeren van de computer de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. 1. Maak een backup van alle bestanden en gegevens op het vaste-schijfstation. Er zijn allerlei programma's voor het maken van reservekopieën in de handel. Mogelijk beschikt ook het besturingssysteem dat u gebruikt over een backupprogramma. U kunt ook het programma Rescue and Recovery van Lenovo gebruiken om een back-up van gegevens te maken en gegevens te herstellen. Zie “Backup- en herstelbewerkingen uitvoeren” op pagina 60 voor meer informatie. 2. Verwijder alle opslagmedia (bijvoorbeeld diskettes, CD's en banden) uit de stations. 3. Zet de computer en alle randapparatuur uit. De lees/schrijfkop van het vaste-schijfstation wordt automatisch naar een gebied zonder gegevens verplaatst. Hierdoor wordt beschadiging van het vaste-schijfstation voorkomen. 4. Haal alle stekkers uit het stopcontact. 5. Haal alle communicatiekabels, zoals modem- en netwerkkabels, uit de aansluitingen en haal vervolgens de andere uiteinden uit de computer. 6. Onthoud waar eventuele overige kabels op de computer aangesloten zijn en verwijder de kabels. 7. Als u het originele verpakkingsmateriaal hebt bewaard, kunt u de onderdelen hierin verpakken. Als u gebruikmaakt van andere dozen, moet u de onderdelen eerst afzonderlijk goed inpakken, zodat ze niet beschadigd raken. Hoofdstuk 10. Problemen voorkomen 87 88 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Hoofdstuk 11. Diagnose en probleemoplossing In dit hoofdstuk worden enkele programma's voor elementaire probleemoplossing en diagnose beschreven. Mocht het probleem met uw computer hier niet worden beschreven, raadpleeg dan Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107 voor aanvullende informatiebronnen over probleemoplossing. Elementaire probleemoplossing In de volgende tabel vindt u informatie over het oplossen van problemen met uw computer. Opmerking: Mocht u het probleem niet zelf kunnen oplossen, laat de computer dan nazien. Raadpleeg de bij uw computer geleverde publicatie ThinkStation Veiligheid en garantie of ga naar Support-website van Lenovo op http://www.lenovo.com/support/phone voor een lijst van telefoonnummers voor service en ondersteuning. Soort fout De computer start niet op na het indrukken van de aan/uit-knop. Handeling Controleer of: • Het netsnoer is aangesloten aan de achterzijde van de computer en op een goed werkend stopcontact. • De computer nog een tweede netschakelaar aan de achterzijde heeft en of die wel aan staat. • Het netvoedingslampje aan de voorkant van de computer brandt. • De spanning (het voltage) waarop het apparaat is ingesteld, overeenkomt met de spanning die in uw land of regio op het stopcontact staat. Het beeldscherm is leeg. Controleer of: • De signaalkabel van het beeldscherm correct is aangesloten op het beeldscherm en op de juiste beeldschermaansluiting van de computer. • Het netsnoer is aangesloten op het beeldscherm en op een goed werkend stopcontact. • Het beeldscherm aan staat en de knoppen voor helderheid en contrast goed zijn ingesteld. • De spanning (het voltage) waarop het apparaat is ingesteld, overeenkomt met de spanning die in uw land of regio op het stopcontact staat. • Als uw computer beschikt over twee beeldschermaansluitingen, gebruik dan de aansluiting op de grafische kaart. Het toetsenbord werkt niet. Controleer of: • De computer aan staat. • De kabel van het toetsenbord stevig in de aansluiting van het toetsenbord op de computer zit. • Geen van de toetsen klemmen. De muis werkt niet. Controleer of: • De computer aan staat. • De kabel van de muis stevig in een USB-poort van de computer zit. • De muis schoon is. Zie “Optische muis” op pagina 85 voor meer informatie. © Copyright Lenovo 2012 89 Soort fout Handeling Het besturingssysteem start niet op. Controleer of: De computer geeft een aantal geluidssignalen voordat het besturingssysteem wordt gestart. Controleer of er geen toetsen klemmen. • In de opstartvolgorde het apparaat is opgenomen waarop het besturingssysteem is geïnstalleerd. Meestal is het besturingssysteem geïnstalleerd op het vaste-schijfstation. Meer informatie vindt u in “Een opstartapparaat kiezen” op pagina 70. Procedure voor verhelpen van problemen Gebruik de volgende procedure als beginpunt bij het opsporen van problemen met de computer: 1. Controleer of alle kabels van alle aangesloten apparatuur correct en stevig zijn bevestigd. 2. Controleer of alle netsnoeren van apparatuur met een eigen netvoeding zijn geplaatst in geaarde, goed werkende stopcontacten. 3. Controleer of alle aangesloten apparaten in de BIOS-instellingen van uw computer ingeschakeld zijn. Informatie over toegang tot en het wijzigen van de BIOS-instellingen vindt u in Hoofdstuk 7 “Werken met het programma Setup Utility” op pagina 67. 4. Ga naar het “Problemen oplossen” op pagina 90 en volg de instructies voor het type probleem dat u ondervindt. Als de informatie voor het oplossen van problemen u geen mogelijke oplossing aanreikt, ga dan verder met de volgende stap. 5. Als u een wijziging in de hardware of software hebt aangebracht waardoor het probleem zou kunnen worden veroorzaakt, probeer dan of een eerder vastgelegde configuratie wel werkt. Voordat u een eerdere configuratie terugzet, moet u eerst de actuele configuratie vastleggen voor het geval de instellingen van de oudere configuratie het probleem niet oplossen of zelfs een nadelige invloed hebben. Als u een vastgelegde configuratie wilt herstellen, klikt u op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Systeem en beveiliging ➙ Systeem ➙ Systeembeveiliging ➙ Systeemherstel. Als het probleem hierdoor niet is verholpen, gaat u verder bij de volgende stap. 6. Voer de diagnoseprogramma's uit. Zie “Lenovo Solution Center” op pagina 105 voor meer informatie. • Als een diagnoseprogramma een hardwarefout ontdekt, neemt u contact op met het Lenovo Customer Support Center. Zie Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107 voor meer informatie. • Als u de diagnoseprogramma's niet kunt uitvoeren, neemt u contact op met het Lenovo Customer Support Center. Zie Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107 voor meer informatie. • Als er bij de diagnose geen hardwarestoring wordt gevonden, gaat u verder bij de volgende stap. 7. Gebruik een antivirusprogramma om te controleren of uw computer is besmet met een virus. Als het programma een virus ontdekt, verwijdert u dat virus. 8. Als geen van deze acties een oplossing biedt, roept u technische assistentie in. Zie Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107 voor meer informatie. Problemen oplossen Gebruik deze informatie voor het oplossen van probleem om oplossingen voor problemen te vinden die duidelijke dymptomen hebben. Als het symptoom onmiddellijk is opgetreden na installatie van een nieuwe hardware-optie of nieuwe software, doet u het volgende voordat u de informatie voor probleemoplossing raadpleegt: 1. Verwijder de nieuwe hardware of de software. Als u de kap van de computer moet openen om een hardware-optie te verwijderen, lees dan eerst de informatie over elektrische veiligheid die bij uw computer is geleverd. Voor uw veiligheid dient u de computer niet te gebruiken als de kap is verwijderd. 90 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 2. Voer de diagnoseprogramma's uit om te controleren of de computer goed werkt. 3. Installeer de nieuwe hardwareoptie of software weer aan de hand van de instructies van de fabrikant. Zoek het probleem op in de onderstaande tabel: • “Audioproblemen” op pagina 91 • “CD-problemen” op pagina 92 • “DVD-problemen” op pagina 93 • “Problemen met het vaste-schijfstation” op pagina 95 • “Incidentele problemen” op pagina 96 • “Problemen met toetsenbord, muis of aanwijsapparaat” op pagina 96 • “Beeldschermproblemen” op pagina 97 • “Ethernet-problemen” op pagina 99 • “Problemen met opties” op pagina 101 • “Problemen met de prestaties of vastlopen van de computer” op pagina 102 • “Printerproblemen” op pagina 103 • “Problemen met de seriële poort” op pagina 104 • “Softwareproblemen” op pagina 104 • “USB-problemen” op pagina 105 Audioproblemen Zoek het symptoom op in de onderstaande tabel: • “Geen geluidsweergave in Windows” op pagina 91 • “Een audio-cd of AutoPlay-cd wordt niet automatisch gestart wanneer deze in het station wordt geplaatst” op pagina 92 • “Geluid wordt door slechts één luidspreker voortgebracht” op pagina 92 • “Geen geluid in DOS-toepassingen of spelletjes” op pagina 92 Geen geluidsweergave in Windows Symptoom: geen geluidsweergave in Windows Handelingen: • Als u gebruik maakt van luidsprekers met eigen voeding, controleer dan of er een aan/uit-knop is en of de knop in de stand Aan staat; controleer ook of het netsnoer van de luidspreker is aangesloten op een correct werkend stopcontact. • Als de externe luidsprekers een volumeregeling hebben, controleer dan of het volume niet te laag is ingesteld. • Dubbelklik op het volumepictogram in het berichtengebied van Windows. Een venster met volumeregelaars wordt geopend. Zorg dat de aankruisvakjes voor Dempen niet zijn geselecteerd en dat de volumeregelaars niet te laag zijn ingesteld. • Sommige modellen hebben aan de voorzijde een audiopaneel waarmee u het volume kunt aanpassen. Als uw computer een dergelijk audiopaneel heeft, controleert u of het volume niet te laag is ingesteld. • Controleer of de externe luidsprekers (of de hoofdtelefoon) zijn aangesloten op de audio-aansluiting van de computer. Vaak zijn luidsprekerkabels voorzien van een kleur die hetzelfde is als de kleur van de aansluiting. Hoofdstuk 11. Diagnose en probleemoplossing 91 Opmerking: wanneer u kabels voor externe luidsprekers of koptelefoons aansluit op de audiopoort, wordt de eventueel aanwezige interne luidspreker daardoor uitgeschakeld. In de meeste gevallen wordt door het installeren van een geluidskaart, in een van de uitbreidingssleuven, de op de systeemplaat ingebouwde audiofunctie uitgeschakeld; u dient dan gebruik te maken van de aansluitingen van de geluidskaart. • Controleer of het programma dat u gebruikt, is bedoeld voor gebruik onder het besturingssysteem Microsoft Windows. Als het een DOS-programma betreft, worden er geen Windows-audiovoorzieningen gebruikt en moet het programma worden geconfigureerd voor gebruik van SoundBlaster Pro of SoundBlaster-emulatie. • Controleer of de audiostuurprogramma's correct zijn geïnstalleerd. Raadpleeg voor meer informatie het Help-systeem van Microsoft Windows. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Een audio-cd of AutoPlay-cd wordt niet automatisch gestart wanneer deze in het station wordt geplaatst Een audio-CD of AutoPlay-CD wordt niet automatisch gestart als de CD in het station wordt geplaatst Handeling: zie “CD-problemen” op pagina 92. Geluid wordt door slechts één luidspreker voortgebracht Symptoom: slechts één externe luidspreker geeft geluid. Handelingen: • Zorg dat de luidsprekerkabel correct en stevig is aangesloten in de poort van de computer. • Controleer of de kabel die de luidsprekers met elkaar verbindt, goed is bevestigd. • Dubbelklik op het volumepictogram in het berichtengebied van Windows. Een venster met volumeregelaars wordt geopend. Controleer of de balans goed is ingesteld. Als het probleem door deze handelingen niet is opgelost, is de luidspreker misschien defect. Laat de luidspreker nazien. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Geen geluid in DOS-toepassingen of spelletjes Symptoom: geen geluidsweergave voor DOS-toepassingen of spelletjes Handelingen: • Controleer of de DOS-toepassing geconfigureerd is voor gebruik van SoundBlaster Pro- of SoundBlaster-emulatie. Raadpleeg de documentatie die bij het programma is geleverd voor instructies over het kiezen van instellingen voor de geluidskaart. • Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. CD-problemen Zoek het symptoom op in de onderstaande tabel: • 92 “Een audio-cd of AutoPlay-cd wordt niet automatisch gestart wanneer de cd in het station wordt geplaatst” op pagina 93 ThinkStation Handboek voor de gebruiker • • “Een bepaalde CD of DVD doet het niet” op pagina 93 “Er kan geen opstartbaar herstelmedium, zoals de herstel-CD, worden gebruikt voor het opstarten van de computer” op pagina 93 Een audio-cd of AutoPlay-cd wordt niet automatisch gestart wanneer de cd in het station wordt geplaatst Symptoom: een audio-cd of AutoPlay-cd wordt niet automatisch gestart wanneer de cd in het station wordt geplaatst. Handelingen: • Als u meerdere CD- of DVD-stations hebt, of een combinatie van CD- en DVD-stations, plaatst u de CD in een ander station. Soms is slechts één van de stations verbonden met het audiosubsysteem. • Als u het systeem Windows 7 gebruikt, ga dan als volgt te werk “Een bepaalde CD of DVD doet het niet” op pagina 93. Als het probleem hierdoor niet wordt verholpen, doet u het volgende “Een bepaalde CD of DVD doet het niet” op pagina 93. Een bepaalde CD of DVD doet het niet Symptoom: een bepaalde cd of dvd doet het niet. Handelingen: • Controleer of de CD correct is geplaatst, met de labelkant naar boven. • Controleer of de cd die u gebruikt, schoon is. Voor het verwijderen van stof en vingerafdrukken veegt u de CD of DVD met een zachte doek vanuit het midden naar de rand schoon. Als u de schijf met draaiende bewegingen schoonveegt, kunnen er gegevens verloren gaan. • Controleer of de gebruikte schijf geen krassen of andere beschadigingen vertoont. Plaats een andere CD, waarvan u weet dat hij goed is, in het station. Als u een goede CD ook niet kunt lezen, is er waarschijnlijk een probleem met het CD- of DVD-station of met de bekabeling. Zorg er voor dat de voedings- en signaalkabels van het station stevig zijn aangesloten. Er kan geen opstartbaar herstelmedium, zoals de herstel-CD, worden gebruikt voor het opstarten van de computer Symptoom: de computer kan niet worden gestart met een opstartbaar (bootable) herstelmedium, zoals de herstel-CD. Actie: zorg dat het cd- of dvd-station in de opstartvolgorde vóór het vaste-schijfstation staat. Raadpleeg het “De opstartvolgorde selecteren of wijzigen” op pagina 70 voor informatie over het bekijken en wijzigen van de opstartvolgorde. Opmerking: Bij sommige modellen is de opstartvolgorde vast ingesteld en kan deze niet worden gewijzigd. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. DVD-problemen Zoek het symptoom op in de onderstaande tabel: • “Het scherm blijft zwart als er DVD-video wordt afgespeeld.” op pagina 94 • “DVD-film kan niet worden afgespeeld.” op pagina 94 Hoofdstuk 11. Diagnose en probleemoplossing 93 • “Geen geluidsweergave of haperende geluidsweergave bij afspelen van een DVD-film.” op pagina 94 • “De weergave is traag of wordt vaak onderbroken.” op pagina 94 • “Melding: ongeldige schijf of schijf niet gevonden” op pagina 95 Het scherm blijft zwart als er DVD-video wordt afgespeeld. Symptoom: het scherm blijft zwart als er dvd-video wordt afgespeeld Handelingen: • Start het DVD-afspeelprogramma opnieuw. • Sluit alle geopende bestanden, sluit de computer af en start de computer opnieuw op. • Probeer of het helpt als u de resolutie verlaagt of het aantal kleuren vermindert. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. DVD-film kan niet worden afgespeeld. Symptoom: dvd-film wordt niet afgespeeld. Handelingen: • Controleer of de DVD schoon en onbeschadigd is. • Controleer of de regiocode van de DVD overeenkomt met die van uw DVD-station. Dvds kunnen alleen worden afgespeeld als deze zijn gekocht met codering voor de regio waar u uw computer gebruikt. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Geen geluidsweergave of haperende geluidsweergave bij afspelen van een DVD-film. Symptoom: er is geen of incidenteel geluid tijdens het afspelen van een dvd-film. Handelingen: • Controleer de instelling voor het volume op uw computer en op uw luidsprekers. • Controleer of de DVD schoon en onbeschadigd is. • Controleer de aansluitingen van de kabels van en naar de luidsprekers. • Ga naar het DVD-menu voor de video en selecteer een ander geluidsspoor. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. De weergave is traag of wordt vaak onderbroken. Symptoom: de weergave is erg traag of wordt vaak onderbroken. Handelingen: • Als er programma's op de achtergrond actief zijn (bijvoorbeeld AntiVirus), beëindigt u die. • Stel de beeldschermresolutie in op minder dan 1152 x 864 beeldpunten. 94 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Melding: ongeldige schijf of schijf niet gevonden Symptoom: melding Ongeldige schijf of schijf niet gevonden Handelingen: • Controleer of er een dvd-schijf in het station zit, met de glimmende kant naar beneden. • Stel de beeldschermresolutie in op minder dan 1152 x 864 beeldpunten. • Als in uw systeem zowel een cd-ROM of CD-RW-station als een dvd-station is geïnstalleerd, controleer dan of de dvd ook echt in het “Dvd”-station zit. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Problemen met het vaste-schijfstation Zoek het symptoom op in de onderstaande tabel: • “Sommige of alle vaste-schijfstations ontbreken van het programma Setup Utility” op pagina 95 • “Het bericht “No Operating System Found” of het systeem wordt niet vanaf het juiste vaste-schijfstation gestart” op pagina 95 Sommige of alle vaste-schijfstations ontbreken van het programma Setup Utility Symptoom: sommige of alle vaste-schijfstations ontbreken van het programma Setup Utility Handelingen: • Controleer of alle signaal- en voedingskabels van het vaste-schijfstation juist zijn verbonden. Zie “Een vaste-schijfstation installeren of vervangen” op pagina 40. • Als uw computer over vijf SAS-vaste-schijfstations beschikt, controleer dan of de inschakelingsmodule van het SAS-vaste-schijfstation (één tot drie vaste-schijfstations) of de LSI MegaRAID SAS-adapter is geïnstalleerd. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Het bericht “No Operating System Found” of het systeem wordt niet vanaf het juiste vaste-schijfstation gestart Symptoom: het bericht “No Operating System Found” of het systeem wordt niet vanaf het juiste vaste-schijfstation gestart Handelingen: • Controleer of alle signaal- en voedingskabels van het vaste-schijfstation juist zijn verbonden. Zie “Een vaste-schijfstation installeren of vervangen” op pagina 40. • Controleer of het vaste-schijfstation waarvan uw computer wordt gestart als het opstartapparaat wordt weergegeven in het programma Setup Utility. Zie “Een opstartapparaat kiezen” op pagina 70. • Als u RAID gebruikt, controleer dan of de stations juist zijn geconfigureerd. Zie Hoofdstuk 8 “RAID configureren” op pagina 73. Hoofdstuk 11. Diagnose en probleemoplossing 95 Opmerking: In zeldzame gevallen kan het vaste-schijfstation met het besturingssysteem beschadigd raken. In dat geval moet u mogelijk het vaste-schijfstation vervangen. Zie “Een vaste-schijfstation installeren of vervangen” op pagina 40. Verder moet u mogelijk de gegevens op het vaste-schijfstation herstellen, of het vaste-schijfstation naar de standaardfabrieksinstellingen herstellen. Zie “Werken met het werkgebied van Rescue and Recovery” op pagina 61 voor meer informatie. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Incidentele problemen Symptoom: er treedt onregelmatig een probleem op dat moeilijk te lokaliseren is. Handelingen: • Controleer of alle kabels en snoeren stevig zijn bevestigd aan de computer en de aangesloten apparatuur. • Controleer of de ventilatie-opening niet geblokkeerd is (er moet sprake zijn van luchtcirculatie rond de opening) en de ventilators werken. Als de warme lucht geen uitweg heeft of de ventilatoren het niet doen, bestaat de kans dat de computer oververhit raakt. • Controleer of het laatste externe apparaat in elke SCSI-keten op de juiste manier als eindstation is ingesteld (indien er een SCSI-adapter en SCSI-apparaten zijn geïnstalleerd). (Raadpleeg de SCSI-documentatie.) Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Problemen met toetsenbord, muis of aanwijsapparaat Zoek het symptoom op in de onderstaande tabel: • “Sommige of alle toetsen op het toetsenbord werken niet” op pagina 96 • “De muis of het aanwijsapparaat werkt niet” op pagina 97 • “De aanwijzer op het scherm volgt de bewegingen van de muis niet soepel” op pagina 97 • “Het draadloze toetsenbord werkt niet” op pagina 97 Sommige of alle toetsen op het toetsenbord werken niet Symptoom: sommige of alle toetsen op het toetsenbord werken niet. Handelingen: • Controleer of de kabel van het toetsenbord stevig in de aansluiting van het toetsenbord zit. • Als een Enhanced Performance USB-toetsenbord gebruikt en een of meer Rapid Access-toetsen de enige toetsen zijn die niet werken, kan het zijn dat u die toetsen uitgeschakeld hebt of aan geen enkele functie hebt toegewezen. Raadpleeg de Help-functie van het programma Enhanced Performance Customization Keyboard ter assistentie bij het diagnosticeren van problemen met Rapid Access-knoppen. • In het besturingssysteem Windows 7 doet u het volgende: 1. Klik op Start ➙ Configuratiescherm. 2. Klik op Hardware en geluid. 3. Klik op Apparaten en printers. 4. Dubbelklik op Toetsenbord (USB Enhanced Performance). Het programma USB Enhanced Performance Keyboard Customization wordt gestart. 96 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, laat u het toetsenbord en de computer nakijken. Raadpleeg voor meer informatie Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. De muis of het aanwijsapparaat werkt niet Symptoom: de muis of het aanwijsapparaat werkt niet. Handelingen: • Controleer of de kabel van de muis of het aanwijsapparaat stevig in de juiste aansluiting op de computer zit. Afhankelijk van het type muis dat u gebruikt, is dit de muispoort, de USB-poort of de seriële poort. Sommige toetsenborden hebben ingebouwde USB-aansluitingen voor een USB-muis of -aanwijsapparaat. • Controleer of de stuurprogramma's voor de muis of het aanwijsapparaat correct zijn geïnstalleerd. • Als u werkt met een USB-toetsenbord of -muis, controleer dan of in de BIOS-instellingen de USB-aansluitingen zijn geactiveerd. Zie “Mogelijkheid om een apparaat in of uit te schakelen” op pagina 69. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. De aanwijzer op het scherm volgt de bewegingen van de muis niet soepel Probleem: de aanwijzer op het scherm beweegt niet soepel mee met de muis. Handeling: foutieve bewegingen van de aanwijzer op het scherm worden meestal veroorzaakt door vastgekoekt vuil, vet en andere verontreinigingen op de bal binnenin de muis. Maak de muis schoon. Zie “Optische muis” op pagina 85 voor instructies. Het draadloze toetsenbord werkt niet Symptoom: het draadloze toetsenbord werkt niet. Actie: als het communicatie-LED van de transceiver aan is en het draadloze toetsenbord niet werkt, start u uw computer opnieuw op. Als het probleem niet is verholpen nadat u de computer opnieuw hebt opgestart, controleert u het volgende: • Zijn de batterijen goed geïnstalleerd? • Bevatten de batterijen voldoende stroom? • Het draadloze toetsenbord bevindt zich op minder dan tien meter van de transceiver. • De transceiver is volledig geïnstalleerd. Actie: als het communicatie-LED van de transceiver niet aan is, sluit u de transceiver en het toetsenbord opnieuw aan. Beeldschermproblemen Opmerking: Veel beeldschermen beschikken over statuslampjes en ingebouwde knoppen voor het aanpassen van helderheid, contrast, breedte, hoogte en andere beeldkenmerken. Deze regelaars zijn echter niet op alle beeldschermen hetzelfde. Informatie over de statuslampjes en het gebruik van de knoppen vindt u in de documentatie bij uw computer. Zoek het symptoom op in de onderstaande tabel: • • “Er verschijnen verkeerde tekens op het scherm” op pagina 98 “Het beeldscherm werkt bij het aanzetten van de computer, maar na een periode van inactiviteit blijft het scherm leeg” op pagina 98 Hoofdstuk 11. Diagnose en probleemoplossing 97 • “Het beeldscherm werkt bij het aanzetten van de computer, maar het blijft leeg bij het starten van sommige toepassingsprogramma's” op pagina 98 • “Het beeld lijkt te flikkeren” op pagina 98 • “Het beeld is verkleurd” op pagina 99 Er verschijnen verkeerde tekens op het scherm Symptoom: er verschijnen verkeerde tekens op het scherm. Handeling: laat de computer nakijken. Zie Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107 voor meer informatie. Het beeldscherm werkt bij het aanzetten van de computer, maar na een periode van inactiviteit blijft het scherm leeg Symptoom: het beeldscherm werkt bij het aanzetten van de computer, maar na een periode van inactiviteit blijft het scherm leeg. Handeling: waarschijnlijk is een van de energiebesparende voorzieningen van de computer ingesteld. Als dit het geval is, kunt u het probleem misschien verhelpen door het energiebeheer uit te schakelen of de instellingen ervan te wijzigen. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Het beeldscherm werkt bij het aanzetten van de computer, maar het blijft leeg bij het starten van sommige toepassingsprogramma's Symptoom: het beeldscherm werkt bij het aanzetten van de computer, maar het blijft leeg bij het starten van sommige toepassingsprogramma's. Handelingen: • Controleer of de beeldschermkabel stevig in de aansluiting op het beeldscherm en in de aansluiting op de computer zit. Een losse kabel kan voor incidentele problemen zorgen. • Controleer of u de voor de toepassingsprogramma's vereiste stuurprogramma's hebt geïnstalleerd. Raadpleeg de documentatie bij het toepassingsprogramma en controleer of er stuurprogramma's vereist zijn. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Het beeld lijkt te flikkeren Symptoom: het beeld lijkt te flikkeren. Handelingen: • Het beeldscherm werkt wellicht in een stand met lage verversingsfrequentie. Stel het beeldscherm in op de hoogst mogelijke non-interlaced verversingsfrequentie die door het beeldscherm en video-controller wordt ondersteund. Attentie: Als u een resolutie of een verversingsfrequentie gebruikt die niet door het beeldscherm wordt ondersteund, kan het beeldscherm beschadigd raken. Raadpleeg de documentatie bij uw beeldscherm voor informatie over de ondersteunde verversingsfrequenties. 98 ThinkStation Handboek voor de gebruiker • Het beeldscherm wordt mogelijk gestoord door apparaten in de buurt. Magnetische velden rondom andere apparaten (zoals transformatoren, TL-buizen of andere beeldschermen) kunnen de oorzaak zijn van het probleem. Zet TL-verlichting of andere apparaten die een magnetisch veld kunnen genereren verder weg van de computer. Als het probleem hierdoor niet wordt verholpen, doet u het volgende: 1. Zet het beeldscherm uit. (Als u een kleurenbeeldscherm verplaatst terwijl dit is ingeschakeld, kan er verkleuring ontstaan.) 2. De apparaten en het beeldscherm moeten ten minste 30,5 cm (12 inch) uit elkaar staan. 3. Zet het beeldscherm aan. • U kunt de verversingsfrequentie instellen via het Configuratiescherm. Klik in Windows 7 op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Hardware en geluid ➙ Schermresolutie aanpassen ➙ Geavanceerde instellingen. Klik vervolgens op de tab Beeldscherm en kies een andere vernieuwingsfrequentie. • Raadpleeg de documentatie of de Help-functie voor uw besturingssysteem voor meer informatie over beeldscherminstellingen. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, laat u het beeldscherm nazien. Raadpleeg voor meer informatie Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Het beeld is verkleurd Symptoom: het beeld is verkleurd. Handeling: het beeldscherm wordt mogelijk gestoord door apparaten in de buurt. Magnetische velden rondom andere apparaten (zoals transformatoren, TL-buizen of andere beeldschermen) kunnen de oorzaak zijn van het probleem. Zet TL-verlichting of andere apparaten die een magnetisch veld kunnen genereren verder weg van de computer. Als het probleem hierdoor niet wordt verholpen, doet u het volgende: 1. Zet het beeldscherm uit. (Als u een kleurenbeeldscherm verplaatst terwijl dit is ingeschakeld, kan er verkleuring ontstaan.) 2. De apparaten en het beeldscherm moeten ten minste 30,5 cm (12 inch) uit elkaar staan. 3. Zet het beeldscherm aan. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, laat u het beeldscherm nazien. Raadpleeg voor meer informatie Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Ethernet-problemen Zoek voor problemen met ethernet uw symptoom in de onderstaande lijst: • “Uw computer kan geen verbinding met een netwerk maken.” op pagina 99 • “De adapter is er zonder aanwijsbare reden mee gestopt” op pagina 100 • “Als uw computer een Gigabit Ethernet-model is en u gebruikt de snelheid 1000 Mbps, werkt de verbinding niet of er treden fouten op in de verbinding.” op pagina 100 • “U hebt een Gigabit Ethernet-model computer, en kunt geen netwerkverbinding tot stand brengen met een snelheid van 1000 Mbps. In plaats daarvan wordt de verbinding tot stand gebracht met een snelheid van 100 Mbps” op pagina 101 Uw computer kan geen verbinding met een netwerk maken. Symptoom: uw computer kan geen verbinding met een netwerk maken. Handelingen: controleer of: • De kabel goed is aangesloten. Hoofdstuk 11. Diagnose en probleemoplossing 99 De netwerkkabel moet goed zijn aangesloten op zowel de ethernet-poort van uw computer als op de RJ45-aansluiting van de hub. De maximaal toegestane afstand van de computer tot de hub is 100 meter. Probeer een andere kabel als de problemen zich blijven voordoen, ondanks dat de kabel goed is aangesloten en de afstand niet te groot is. • De kabel goed is aangesloten. • Het juiste stuurprogramma wordt gebruikt. In het besturingssysteem Windows 7 doet u het volgende: 1. Klik op Start ➙ Configuratiescherm. 2. Klik op Hardware en geluid. 3. Klik op Apparaatbeheer. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging. 4. Als er links van de naam van de adapter onder Netwerkadapter een uitroepteken staat, gebruikt u waarschijnlijk een verkeerd stuurprogramma of een stuurprogramma dat niet is geactiveerd. Om het stuurprogramma bij te werken, klikt u met de rechtermuisknop op de gemarkeerde adapter. 5. Klik op Stuurprogramma bijwerken en volg de instructies op het scherm. • De switch-poort en de adapter dezelfde duplexinstelling hebben. Als u de adapter hebt geconfigureerd voor volledig duplex, zorg dan dat de switch-poort ook hiervoor is geconfigureerd. Als u de verkeerde duplexinstelling opgeeft, kunnen de prestaties van het apparaat achteruit gaan, kunnen er gegevens verloren gaan en kunnen er verbindingen verbroken worden. • Alle netwerksoftware die voor uw netwerkomgeving nodig is, goed is geïnstalleerd. Neem contact op met de netwerkbeheerder voor de benodigde netwerksoftware. De adapter is er zonder aanwijsbare reden mee gestopt Symptoom: de adapter is er zonder aanwijsbare reden mee gestopt. Handeling: mogelijk zijn de netwerkstuurprogramma's beschadigd of ontbreken ze. Werk het besturingsprogramma bij onder verwijzing naar de beschrijving van de procedure voor de “Oplossing” om ervoor te zorgen dat het juiste stuurprogramma is geïnstalleerd. De functie Wake on LAN werkt niet Symptoom: de functie Wake on LAN (WOL) werkt niet. Handelingen: • Zorg ervoor dat WOL is ingeschakeld in het programma BIOS Setup Utility. • Als de optie is ingeschakeld, neem dan contact op met de netwerkbeheerder voor het opgeven van de vereiste instellingen. Als uw computer een Gigabit Ethernet-model is en u gebruikt de snelheid 1000 Mbps, werkt de verbinding niet of er treden fouten op in de verbinding. Symptoom: als uw computer is uitgerust met een Gigabit Ethernet-kaart en u gebruikt een snelheid van 1000 Mbps, mislukt de verbinding of treden er fouten op. Handelingen: • Gebruik kabels van categorie 5 en controleer of de netwerkkabel goed is aangesloten. • Gebruik een 1000 BASE-T hub/switch (niet een 1000 BASE-X). 100 ThinkStation Handboek voor de gebruiker U hebt een Gigabit Ethernet-model computer, en kunt geen netwerkverbinding tot stand brengen met een snelheid van 1000 Mbps. In plaats daarvan wordt de verbinding tot stand gebracht met een snelheid van 100 Mbps Symptoom: u hebt een Gigabit Ethernet-model computer, en kunt geen netwerkverbinding tot stand brengen met een snelheid van 1000 Mbps. In plaats daarvan wordt de verbinding tot stand gebracht met een snelheid van 100 Mbps. Handelingen: • Probeer een andere kabel. • Controleer of de link partner is ingesteld op 'auto-negotiate'. • Controleer of de switch voldoet aan 802.3ab (gigabyte over copper). Problemen met opties Aan de hand van deze informatie kunt u een diagnose maken van problemen met hardwareopties van Lenovo waarvoor niet een eigen probleemoverzicht beschikbaar is. Zoek het symptoom op in de onderstaande tabel: • “Een zojuist geïnstalleerde optie werkt niet” op pagina 101 • “Een eerder geïnstalleerde optie werkt niet meer” op pagina 101 Een zojuist geïnstalleerde optie werkt niet Symptoom: een zojuist geïnstalleerde optie werkt niet. Handeling: Controleer of: • De optie geschikt is voor uw computer. • U de installatie-instructies bij de optie en bij de computer hebt opgevolgd en alle optiebestanden (bijvoorbeeld stuurprogramma's, indien van toepassing) correct zijn geïnstalleerd. • Er geen andere geïnstalleerde opties of kabels zijn losgeraakt. • U (in het geval de optie een adapter is) voldoende hardwareresources hebt toegewezen om de adapter goed te laten functioneren. Informatie over de resources die voor elke adapter vereist zijn, kunt u vinden in de documentatie die bij de betreffende adapter is geleverd. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Een eerder geïnstalleerde optie werkt niet meer Symptoom: een eerder geïnstalleerde optie werkt niet meer. Handelingen: • Controleer of alle hardwareopties en kabels goed vastzitten. • Als er bij de optie aparte testinstructies zijn geleverd, gebruik deze dan om de optie te testen. • Als de fout optreedt in een SCSI-optie, controleert u of: – De kabels voor alle externe SCSI-opties correct zijn aangesloten. – Er op de laatste optie in elke SCSI-keten, of het einde van de SCSI-kabel, een afsluitweerstand is geplaatst. Hoofdstuk 11. Diagnose en probleemoplossing 101 – Alle externe SCSI-opties zijn ingeschakeld. Externe SCSI-opties moeten worden aangezet voordat u het systeem inschakelt. Raadpleeg de SCSI-documentatie voor meer informatie. • Controleer of de optie en de eventueel vereiste stuurprogramma's correct zijn geïnstalleerd. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Problemen met de prestaties of vastlopen van de computer Als er problemen met de prestaties zijn of de computer vastloopt, kan dat een gevolg zijn van: • “Onvoldoende ruimte op het vaste-schijfstation” op pagina 102 • “Een buitensporig aantal niet-aaneengesloten bestanden” op pagina 103 • “Onvoldoende geheugen” op pagina 103 Maak in de bovenstaande lijst een keuze om te weten te komen hoe u het probleem kunt verhelpen. Onvoldoende ruimte op het vaste-schijfstation Symptoom: onvoldoende vrije ruimte op het vaste-schijfstation Als het vaste-schijfstation te vol raakt, wordt het besturingssysteem Windows langzamer. Dit kan zelfs tot fouten leiden. Als u in het besturingssysteem Windows 7 wilt zien hoeveel ruimte er nog vrij is, doet u het volgende: 1. Klik op Start ➙ Computer. 2. Klik met de rechtermuisknop op station C en klik op Eigenschappen. De hoeveelheid vrije ruimte wordt afgebeeld. Wat u kunt doen om ruimte vrij te maken: • 1. Klik op Start ➙ Computer. 2. Klik met de rechtermuisknop op station C en klik op Eigenschappen. 3. Klik op Schijfopruiming. 4. Er verschijnt een lijst met een aantal categorieën van bestanden die doorgaans overbodig zijn. Selecteer elke bestandscategorie die u wilt verwijderen en klik op OK. • 1. Klik op Start ➙ Configuratiescherm. 2. Klik op Programma´s. 3. Klip op Windows-functies in of uitschakelen. 4. Er verschijnt een lijst van optionele Windows-componenten. Volg de aanwijzingen op het scherm. • 1. Klik op Start ➙ Computer. 2. Klik met de rechtermuisknop op station C en klik op Eigenschappen. 3. Klik op Schijfopruiming. 4. Klik op Systeembestanden opschonen. 5. Klik op de tab Meer opties. 102 ThinkStation Handboek voor de gebruiker 6. Klik in het gebied Programma´s en functies op de knop Opruimen. 7. Er verschijnt een lijst van geïnstalleerde programma's. Selecteer het programma dat u wilt verwijderen. Klik op Wijzigen/verwijderen. • Wis in uw e-mailprogramma de mappen voor uw Postvak IN, Verzonden items en Gewiste items. (De namen van de mappen en de procedures zijn per e-mailprogramma verschillend. Als u hulp nodig hebt, kunt u het Help-systeem van het e-mailprogramma raadplegen. Een buitensporig aantal niet-aaneengesloten bestanden Symptoom: een buitensporig aantal niet-aaneengesloten bestanden. Handeling: voer het Windows-programma Schijfdefragmentatie uit. Opmerking: Afhankelijk van de capaciteit van het vaste-schijfstation en de hoeveelheid gegevens die op dat station zijn opgeslagen, kan de uitvoering van Schijfdefragmentatie een aantal uren in beslag nemen. In het besturingssysteem Windows 7 doet u het volgende: 1. Sluit alle actieve programma's en alle geopende vensters. 2. Klik op Start ➙ Computer. 3. Klik met de rechtermuisknop op station C en klik op Eigenschappen. 4. Klik op de tab Extra. 5. Klik op Nu defragmenteren en vervolgens op Doorgaan. 6. Met Nu defragmenteren start u het defragmentatieproces. Onvoldoende geheugen Symptoom: onvoldoende geheugen In het algemeen geldt dat hoe meer geheugen er geïnstalleerd is, hoe beter Windows werkt. Handeling: Installeer extra geheugen. Zie voor informatie over de aankoop van een geheugen Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Voor stapsgewijze instructies voor het installeren van geheugen raadpleegt u het “Geheugenmodules installeren of vervangen” op pagina 34. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Printerproblemen Symptoom: De printer werkt niet. Handelingen: controleer of: 1. De printer aan staat en online is. 2. Het papier correct geladen is. 3. De kabel van de printer stevig is aangesloten op de juiste parallelle, seriële, of USB-poort van de computer. Opmerking: Printersignaalkabels zonder IEEE-goedkeuring kunnen onvoorspelbare problemen veroorzaken. 1. Alle stuurprogramma's en andere programma's die bij de computer zijn geleverd, correct zijn geïnstalleerd. Hoofdstuk 11. Diagnose en probleemoplossing 103 2. U de printerpoort correct hebt toegewezen in uw besturingssysteem, het toepassingsprogramma en de BIOS-instellingen. Meer informatie over BIOS-instellingen vindt u onder Hoofdstuk 7 “Werken met het programma Setup Utility” op pagina 67. Als het probleem zich opnieuw voordoet, voert u de tests uit zoals beschreven in de documentatie die bij uw printer is geleverd. Mocht u het probleem niet zelf kunnen oplossen, laat de computer dan nazien. Zie Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Problemen met de seriële poort Aan de hand van onderstaande informatie kunt u problemen opsporen met de seriële poort en met apparaten die erop zijn aangesloten. Symptoom: De seriële poort is niet toegankelijk. Handelingen: • Controleer of de seriële kabel stevig bevestigd is aan de computer en aan het seriële apparaat. Als het seriële apparaat een eigen netsnoer heeft, controleer dan of dat in een geaard stopcontact is gestoken. • Als het seriële apparaat een eigen aan/uit-knop heeft, controleer dan of die in de aan-stand staat. • Als het seriële apparaat een eigen Online-knop heeft, controleer dan of die in de Online-stand staat. • Als het seriële apparaat een printer is, controleer dan of het papier juist geladen is. • Controleer of de software die bij het seriële apparaat is geleverd, correct is geïnstalleerd. Raadpleeg de documentatie bij het seriële apparaat. • Controleer, als u een seriële poortadapter hebt toegevoegd, of deze correct is geïnstalleerd en goed is gemonteerd. Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, voert u het programma Lenovo Solution Center uit. Als u technische assistentie nodig hebt, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Softwareproblemen Zoek het symptoom op in de onderstaande tabel: • “Bij het sorteren op datum worden de datums niet in correcte volgorde geplaatst” op pagina 104 • “De software werkt niet zoals verwacht” op pagina 104 Bij het sorteren op datum worden de datums niet in correcte volgorde geplaatst Symptoom: bij het sorteren worden de data niet in correcte volgorde geplaatst. Handeling: sommige programma's die zijn ontwikkeld vóór 2000, maken alleen gebruik van de laatste twee cijfers van een jaar om data te sorteren, onder de aanname dat de eerste twee cijfers altijd het getal 19 vormen. Neem contact op met uw leverancier voor mogelijke updates. Veel softwarefabrikanten stellen updates beschikbaar op internet. De software werkt niet zoals verwacht Symptoom: de software functioneert niet zoals verwacht. Handelingen: • De meeste programma's beschikken over ingebouwde help-systemen met aanwijzingen voor de meeste taken. Als het uitvoeren van een bepaalde taak van het programma problemen oplevert, raadpleegt u het 104 ThinkStation Handboek voor de gebruiker help-systeem van het programma. Help-systemen kunnen vaak worden gestart via een menu of knop in het programma, of soms ook door op F1 te drukken. • Als u moeilijkheden ondervindt met het besturingssysteem Windows of onderdelen ervan, raadpleegt u het help-systeem van Windows. U kunt het starten vanuit het menu Start van Windows. • Om na te gaan of de problemen worden veroorzaakt door zojuist geïnstalleerde software, controleert u of: – Uw computer het minimaal vereiste geheugen heeft om de software te gebruiken. Raadpleeg de informatie bij uw software om de geheugenvereisten te controleren. (Als u zojuist een adapter of geheugen hebt geïnstalleerd, kan er sprake zijn van een conflict in de geheugenadressen). – Het programma geschikt is voor gebruik op deze computer. – Andere software werkt op de computer. – Het programma op een andere computer werkt. • Als er foutberichten op het scherm verschijnen wanneer u het programma gebruikt, raadpleeg dan de documentatie die bij het programma is geleverd of het help-systeem van het programma om te zien wat deze foutberichten betekenen en hoe u de problemen kunt oplossen. • Neem contact op met uw leverancier voor mogelijke updates. Veel softwarefabrikanten stellen updates beschikbaar op internet. • Als het softwareprogramma eerder goed werkte, maar nu niet meer, klikt u op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Systeem en beveiliging ➙ Systeem ➙ Systeembeveiliging ➙ Systeemherstel. • Als u het probleem niet via andere methoden kunt verhelpen, verwijdert u het softwareprogramma en installeert u het opnieuw. Als door deze handelingen het probleem niet is opgelost, roept u de hulp in van een technische dienst. Neem contact op met uw softwareleverancier of raadpleeg Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107 voor nadere informatie. USB-problemen Symptoom: het is niet mogelijk toegang te krijgen tot de USB-aansluitingen. Handelingen: • Zorg dat de USB-kabel stevig is aangesloten op de USB-poort en het USB-apparaat. Als het USB-apparaat een eigen netsnoer heeft, controleer dan of dat in een geaard stopcontact is gestoken. • Als het USB-apparaat een eigen aan/uit-knop heeft, controleer dan of die in de aan-stand staat. • Als het USB-apparaat een eigen Online-knop heeft, controleer dan of die in de Online-stand staat. • Als het USB-apparaat een printer is, controleer dan of het papier juist geladen is. • Zorg er voor dat stuurprogramma's of andere software voor het USB-apparaat correct is geïnstalleerd. Raadpleeg de documentatie bij het USB-apparaat. • Stel het apparaat opnieuw in door de USB-aansluiting los te maken en opnieuw te bevestigen. Als het probleem niet door deze handelingen wordt opgelost, voert u de diagnoseprogramma´s uit om de USB-aansluiting te testen (zie “Lenovo Solution Center” op pagina 105 voor instructies). Als bij het USB-apparaat een diagnoseprogramma is geleverd, voert u dat uit. Als u technische assistentie nodig heeft, ga dan naar Hoofdstuk 12 “Informatie, hulp en service” op pagina 107. Lenovo Solution Center U gebruikt het programma Lenovo Solution Center voor het opsporen en oplossen van problemen met uw computer. Met het programma kunt u diagnosetests uitvoeren, systeeminformatie verzamelen, de Hoofdstuk 11. Diagnose en probleemoplossing 105 beveiligingsstatus controleren en ondersteuningsinformatie bekijken. Het bevat ook tips en adviezen voor maximale systeemprestaties. Opmerkingen: • Het programma Lenovo Solution Center is alleen beschikbaar op modellen waarop Windows 7 in de fabriek is geïnstalleerd. Als het programma niet vooraf op uw Windows 7-model is geïnstalleerd, kunt u het downloaden vanaf http://www.lenovo.com/diagnose. • Als u het besturingssysteem Microsoft Windows Vista® of Windows XP gebruikt, gaat u naar http://www.lenovo.com/diagnose voor de nieuwste informatie over diagnoseprogramma's voor uw computer. Om het programma Lenovo Solution Center op het besturingssysteem Windows 7 uit te voeren, klikt u op Start ➙ Alle programma´s ➙ Lenovo ThinkVantage Tools ➙ Systeemstatus en diagnoseprogramma's. Volg de aanwijzingen op het scherm. Meer informatie vindt u in het Help-systeem van Lenovo Solution Center. Opmerking: Als u het probleem niet zelf kunt opsporen en verhelpen nadat u het programma hebt uitgevoerd, slaat u de logboekgegevens op die door dit programma zijn gemaakt en drukt u deze gegevens af. U hebt deze logboeken nodig tijdens uw onderhoud met de servicetechnicus van Lenovo. 106 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Hoofdstuk 12. Informatie, hulp en service In dit hoofdstuk vindt u informatie over hulp, service en technische assistentie voor producten die door Lenovo zijn geproduceerd. Informatiebronnen Aan de hand van de informatie in dit hoofdstuk kunt u andere belangrijke informatiebronnen met betrekking tot uw computer raadplegen. Lenovo ThinkVantage Tools Het programma Lenovo ThinkVantage Tools wijst u de weg naar een keur aan informatiebronnen en geeft eenvoudig toegang tot verschillende tools, zodat u eenvoudiger en veiliger kunt werken. Als u Lenovo ThinkVantage Tools wilt openen, klikt u op Start ➙ Alle programma's ➙ Lenovo ThinkVantage Tools. Lenovo Welcome Met het programma Lenovo Welcome maakt u kennis met een aantal innovatieve ingebouwde voorzieningen van Lenovo en wordt u door een aantal belangrijke setuptaken geleid. Hierdoor haalt u het beste uit uw computer. Help en ondersteuning Het Help-en onderstuningsinformatiesysteem van Windows leidt u door verschillende help- en ondersteuningsinformatie van Lenovo en Microsoft, zoals het updaten van stuurprogramma´s, toegang tot ThinkVantage Technologies, en toegang tot gebruikershandleidingen. Klik voor toegang tot de Windows Help- en ondersteuningsinformatie op Start ➙ Help en ondersteuning. Veiligheid en garantie De publicatie ThinkStation Veiligheid en garantie die bij uw computer is geleverd, bevat informatie over veiligheid, setup, garantie en andere kennisgevingen. Zorg dat u alle veiligheidsvoorschriften hebt gelezen en begrepen voordat u dit product gaat gebruiken. Lenovo-website (http://www.lenovo.com) De Lenovo-website bevat de meest recente informatie en services ter ondersteuning van het aanschaffen, upgraden en onderhouden van uw computer. U kunt ook het volgende doen: • Desktop-, werkstation- en notebookcomputers, beeldschermen, projectoren, upgrades en accessoires voor uw computer aanschaffen, en profiteren van speciale aanbiedingen. • Extra diensten aanschaffen, zoals ondersteuning voor hardware, besturingssystemen en softwareprogramma's, instellen en configureren van het netwerk, en installatie op maat. • Upgrades en uitgebreide reparatieservices voor de hardware aanschaffen. • De meest recente stuurprogramma's en updates van de software voor uw specifieke model computer downloaden. • De online handleidingen voor uw producten raadplegen. • De Lenovo Beperkte Garantie lezen. © Copyright Lenovo 2012 107 • Toegang krijgen tot informatie over probleemoplossing en ondersteuning voor uw model computer en andere ondersteunde producten. • De telefoonnummers van de service- en ondersteuningsdienst voor uw land of regio opzoeken. • Zoeken naar een serviceprovider bij u in de buurt. Lenovo Support-website Er is technische ondersteuningsinformatie beschikbaar via de Lenovo Support-website op: http://www.lenovo.com/support Deze website wordt bijgewerkt met de nieuwste ondersteuningsinformatie, bijvoorbeeld over de volgende onderwerpen: • Stuurprogramma's en software • Diagnoseprogramma's • Product- en Servicegarantie • Product- en onderdelendetails • Gebruikershandleidingen en handboeken • Help-informatie en veelgestelde vragen Hulp en service In dit gedeelte vindt u informatie over het aanvragen van hulp en service. Documentatie en diagnoseprogramma's gebruiken Als er een probleem met uw computer optreedt, raadpleegt u Hoofdstuk 11 “Diagnose en probleemoplossing” op pagina 89. Aanvullende informatiebronnen voor het oplossen van computerproblemen worden opgesomd in “Informatiebronnen” op pagina 107. Vermoedt u dat het probleem wordt veroorzaakt door de software, raadpleeg dan de documentatie van het besturingssysteem of het softwareprogramma, inclusief de README-bestanden en de online Help. De meeste computers worden geleverd met een aantal diagnoseprogramma's die u helpen hardwareproblemen op te sporen. Zie “Lenovo Solution Center” op pagina 105 voor instructies voor het gebruik van deze diagnoseprogramma's. U kunt de nieuwste technische informatie vinden en stuurprogramma's en updates downloaden vanaf de website van Lenovo Support: http://www.lenovo.com/support Service aanvragen Tijdens de garantieperiode kunt u voor telefonische hulp en informatie terecht bij het Customer Support Center. Tijdens de garantieperiode zijn de volgende services beschikbaar: • Probleembepaling - speciaal opgeleid onderhoudspersoneel staat klaar om u te helpen de oorzaak van een hardwareprobleem op te sporen en het probleem te verhelpen. • Reparatie van hardware - als het probleem wordt veroorzaakt door hardware die onder de garantie valt, zal speciaal opgeleid onderhoudspersoneel zorgdragen voor de noodzakelijke service. 108 ThinkStation Handboek voor de gebruiker • Ontwerpwijzigingen - in sommige gevallen moet een product na de verkoop worden aangepast. Lenovo of uw Lenovo-dealer zal dergelijke technische wijzigingen aanbrengen als ze van toepassing zijn op uw hardware. De volgende items vallen niet onder de garantie: • Vervanging of gebruik van onderdelen die niet zijn gefabriceerd door Lenovo of van Lenovo-onderdelen zonder garantie • Opsporing van de oorzaak van softwareproblemen • Configuratie van het BIOS als onderdeel van een installatie of upgrade • Wijzigingen of upgrades van stuurprogramma's • Installatie en onderhoud van netwerkbesturingssystemen (NOS) • Installatie en onderhoud van softwareprogramma's Raadpleeg de bij de computer geleverde publicatie ThinkStation Veiligheid en garantie die bij uw computer werd geleverd, voor informatie over de garantietypen en doorlooptijden. Om recht te blijven houden op de garantieservice dient u uw aankoopbewijs te bewaren. Voor een lijst van telefoonnummers van Lenovo Support in uw land of regio gaat u naar http://www.lenovo.com/support/phone of raadpleegt u de bij uw computer geleverde publicatie ThinkStation Veiligheid en garantie. Opmerking: Telefoonnummers kunnen zonder voorafgaand bericht worden gewijzigd. Als het nummer voor uw land of regio ontbreekt, neemt u contact op met uw Lenovo-wederverkoper of met uw Lenovo-vertegenwoordiger. Zorg dat u bij uw computer zit als u belt. Als u belt voor technische assistentie, moet u de volgende informatie bij de hand hebben: • Machinetype en -model • De serienummers van de hardwareproducten • Beschrijving van het probleem • De exacte tekst van foutberichten • Gegevens over de configuratie (hardware en software) Andere services Als u uw computer meeneemt op reis of als u verhuist naar een land waar uw desktop- of notebookcomputer wordt verkocht, is de Internationale Garantieservice (IWS) voor uw computer beschikbaar, waardoor u recht heeft op garantieservice gedurende de garantieperiode. De service wordt verleend door serviceverleners die zijn gemachtigd om garantieservice te verlenen. Servicemethoden en procedures verschillen per land en sommige services zijn niet in alle landen beschikbaar. Internationale Garantieservice wordt verleend via de servicemethode (zoals depot, carry-in of on-site) die in het desbetreffende land wordt geboden. In bepaalde landen zijn de servicecentra niet in staat alle modellen van een bepaald type machine te repareren. In sommige landen worden er mogelijk kosten in rekening gebracht of gelden beperkingen voor service. Om vast te stellen of uw computer in aanmerking komt voor Internationale Garantieservice (IWS) en om een lijst te bekijken van landen waar service beschikbaar is, gaat u naar http://www.lenovo.com/support, klikt u op Product & Service Warranty (Product- en servicegarantie) en volgt u de instructies op het scherm. Voor technische ondersteuning bij de installatie van, of vragen over, Service Packs voor uw vooraf geïnstalleerde Microsoft Windows-product, raadpleegt u de website Microsoft Product Support Services op http://support.microsoft.com/directory. U kunt ook contact opnemen met het Customer Support Center. Mogelijk worden er kosten in rekening gebracht. Hoofdstuk 12. Informatie, hulp en service 109 Extra services aanschaffen Zowel tijdens als na de garantieperiode kunt u extra diensten aanschaffen, zoals ondersteuning voor hardware, besturingssystemen en toepassingsprogramma's, diensten voor het instellen en configureren van het netwerk, uitgebreide reparatiediensten voor hardware en diensten voor installatie op maat. De naam en beschikbaarheid van een service kan per land en regio verschillen. Meer informatie over deze services vindt u op de Lenovo-website op http://www.lenovo.com. 110 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Bijlage A. Snelheid van systeemgeheugen De Intel Xeon-microprocessors die compatibel zijn met deze ThinkStation-computer hebben een geïntegreerde geheugencontroller, die de microprocessor directe toegang tot het systeemgeheugen geeft. Door dit ontwerp wordt de snelheid van het systeemgeheugen bepaald door een aantal factoren, waaronder het model en type van de microprocessor, en het type, de snelheid en de grootte (capaciteit) van de geïnstalleerde DIMM's. In de volgende tabel ziet u gegevens over de snelheid van het ondersteunde systeemgeheugen van uw computermodel. Tabel 2. DIMM-type en -snelheid: PC3-10600E DIMM-bedrijfsvoltage 1,5 V Microprocessormodel Geheugenfrequentie Intel Xeon E5-1603, E5-1607, E5-2603, E5-2609 1066 MHz Intel Xeon E5-1620, E5-1650, E5-1660, E5-2620, E5-2630/2630L, E5-2637, E5-2640, E5-2643, E5-2650/2650L, E5-2660, E5-2665, E5-2667, E5-2670, E5-2680, E5-2690 1333 MHz Tabel 3. DIMM-type en -snelheid: PC3-10600R DIMM-bedrijfsvoltage Microprocessormodel 1.5 V Intel Xeon E5-1603, E5-1607 1.35 V, 1.5 V Intel Xeon E5-2603, E5-2609 1.5 V Intel Xeon E5-1620, E5-1650, E5-1660 1.35 V, 1.5 V Intel Xeon E5-2620, E5-2630/2630L, E5-2637, E5-2640, E5-2643, E5-2650/2650L, E5-2660, E5-2665, E5-2667, E5-2670, E5-2680, E5-2690 Geheugenfrequentie 1066 MHz 1333 MHz Tabel 4. DIMM-type en -snelheid: PC3-12800R DIMM-bedrijfsvoltage 1.35 V 1.5 V © Copyright Lenovo 2012 Microprocessormodel Geheugenfrequentie Intel Xeon E5-2603, E5-2609 1066 MHz Intel Xeon E5-2620, E5-2630/2630L, E5-2637, E5-2640, E5-2643, E5-2650/2650L, E5-2660, E5-2665, E5-2667, E5-2670, E5-2680, E5-2690 1333 MHz Intel Xeon E5-1603, E5-1607, E5-2603, E5-2609 1066 MHz Intel Xeon E5-2620, E5-2630/2630L, E5-2640, E5-2667 1333 MHz Intel Xeon E5-1620, E5-1650, E5-1660, E5-2637, E5-2643, E5-2650/2650L, E5-2660, E5-2665, E5-2670, E5-2680, E5-2690 1600 MHz 111 112 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Bijlage B. Kennisgevingen Mogelijk brengt Lenovo de in dit document genoemde producten, diensten of voorzieningen niet uit in alle landen. Neem contact op met uw plaatselijke Lenovo-vertegenwoordiger voor informatie over de producten en diensten die in uw regio beschikbaar zijn. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van Lenovo houdt niet in dat uitsluitend Lenovo-producten of -diensten gebruikt kunnen worden. Functioneel gelijkwaardige producten of diensten kunnen in plaats daarvan worden gebruikt, mits dergelijke producten of diensten geen inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten of andere rechten van Lenovo. De gebruiker is verantwoordelijk voor de samenwerking van Lenovo-producten of -diensten met producten of diensten van anderen. Mogelijk heeft Lenovo octrooien of octrooi-aanvragen met betrekking tot bepaalde in deze publicatie genoemde producten. De levering van dit document geeft u geen recht op een licentie voor deze octrooien. Vragen over licenties kunt u richten aan: Lenovo (United States), Inc. 1009 Think Place - Building One Morrisville, NC 27560 U.S.A. Attention: Lenovo Director of Licensing LENOVO LEVERT DEZE PUBLICATIE OP “AS IS”-BASIS, ZONDER ENIGE GARANTIE, UITDRUKKELIJK NOCH STILZWIJGEND, MET INBEGRIP VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT, DE GARANTIES OF VOORWAARDEN VAN HET GEEN INBREUK MAKEN OP RECHTEN VAN DERDEN, VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. Onder sommige jurisdicties is het uitsluiten van stilzwijgende garanties niet toegestaan, zodat bovenstaande uitsluiting mogelijk niet op u van toepassing is. Deze informatie kan technische onnauwkeurigheden of typografische fouten bevatten. De informatie in deze publicatie is onderhevig aan wijzigingen. Wijzigingen zullen in nieuwe uitgaven van deze publicatie worden opgenomen. Lenovo kan de producten en/of programma's die in deze publicatie worden beschreven zonder aankondiging wijzigen en/of verbeteren. De producten die in dit document worden beschreven, zijn niet bedoeld voor gebruik bij implantaties of andere levensondersteunende toepassingen waarbij storingen kunnen leiden tot letsel of overlijden. De informatie in dit document heeft geen invloed op Lenovo-productspecificatie of garantie. Niets in dit document zal worden opgevat als een uitdrukkelijke of stilzwijgende licentie of vrijwaring onder de intellectuele-eigendomsrechten van Lenovo of derden. Alle informatie in dit document is afkomstig van specifieke omgevingen en wordt hier uitsluitend ter illustratie afgebeeld. In andere gebruiksomgevingen kan het resultaat anders zijn. Lenovo behoudt zich het recht voor om door u verstrekte informatie te gebruiken of te distribueren op iedere manier die zij relevant acht, zonder dat dit enige verplichting jegens u schept. Verwijzingen in deze publicatie naar andere dan Lenovo-websites zijn uitsluitend opgenomen ter volledigheid en gelden op geen enkele wijze als aanbeveling voor die websites. Het materiaal op dergelijke websites maakt geen deel uit van het materiaal voor dit Lenovo-product. Gebruik van dergelijke websites is geheel voor eigen risico. Alle snelheids- en prestatiegegevens in dit document zijn verkregen in een gecontroleerde omgeving. De resultaten dat in andere gebruiksomgevingen wordt verkregen, kunnen hiervan derhalve afwijken. Bepaalde metingen zijn mogelijkerwijs uitgevoerd op systemen die nog in ontwikkeling waren en er wordt geen garantie gegeven dat deze metingen op algemeen verkrijgbare machines gelijk zouden zijn. Bovendien zijn bepaalde © Copyright Lenovo 2012 113 meetresultaten verkregen door middel van extrapolatie. Werkelijke resultaten kunnen afwijken. Gebruikers van dit document dienen de gegevens voor hun omgeving te verifiëren. Handelsmerken De volgende termen zijn handelsmerken van Lenovo in de Verenigde Staten en/of andere landen: Lenovo Het Lenovo-logo Rescue and Recovery ThinkStation ThinkVantage Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken van de Microsoft-groep. Intel en Intel Xeon zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Linux is een handelsmerk van Linus Torvalds in de Verenigde Staten en/of andere landen. Andere benamingen van bedrijven, producten of diensten kunnen handelsmerken zijn van andere ondernemingen. 114 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Bijlage C. Regelgeving Kennisgeving classificatie voor export Dit product is onderworpen aan de Export Administration Regulations (EAR) van de Verenigde Staten en heeft een ECCN (Export Classification Control Number) van 4A994.b. Het mag opnieuw worden geëxporteerd, behalve naar landen onder embargo genoemd in de landenlijst EAR E1. Elektronische emissie De volgende informatie heeft betrekking op personal computers van Lenovo met machinetypen: 0567, 0568, 0569 en 0606. Verklaring van de Federal Communications Commission Uit tests is gebleken dat deze apparatuur voldoet aan de beperkingen die in Deel 15 van de FCC Rules worden opgelegd aan digitale apparaten van Klasse B. Deze beperkingen zijn bedoeld om in een woonomgeving een redelijke mate van bescherming te bieden tegen hinderlijke interferentie. Deze apparatuur genereert, gebruikt en verzendt energie op radiofrequenties en kan, bij installatie en gebruik anders dan conform de instructies, hinderlijke interferentie met radiografische communicatie veroorzaken. Er is echter geen garantie dat dergelijke interferentie in een specifieke installatie niet zal optreden. Indien deze apparatuur hinderlijke interferentie met radio- of televisieontvangst veroorzaakt, hetgeen kan worden vastgesteld door de apparatuur aan en uit te zetten, kan de gebruiker proberen dit te verhelpen door een of meer van de volgende maatregelen te treffen: • De ontvangstantenne verstellen of verplaatsen. • De afstand tussen de apparatuur en de ontvanger vergroten. • Sluit de apparatuur aan op een ander stopcontact of een andere groep dan de ontvanger. • Desgewenst kunt u zich voor nadere informatie wenden tot uw dealer of een elektrotechnisch installatiebureau. Lenovo is niet verantwoordelijk voor interferentie met radio- of televisieontvangst die veroorzaakt wordt door andere dan de aangegeven of aanbevolen kabels en stekkers of door niet-geautoriseerde wijzigingen aan deze apparatuur. Bij niet-geautoriseerde wijzigingen kan het recht van de gebruiker om de apparatuur te gebruiken, komen te vervallen. Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC Rules. Aan het gebruik ervan worden de volgende twee voorwaarden gesteld: (1) dit apparaat mag geen hinderlijke interferentie veroorzaken, en (2) dit apparaat moet elke ontvangen interferentie accepteren, met inbegrip van interferentie die een ongewenste werking kan veroorzaken. Verantwoordelijke partij: Lenovo (United States) Incorporated 1009 Think Place - Building One Morrisville, NC 27560 Phone Number: 919-294-5900 © Copyright Lenovo 2012 115 Verklaring van conformiteit met industriële emissierichtlijn Canada Klasse B Dit digitale apparaat van Klasse B voldoet aan de Canadese richtlijn ICES-003. Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada. Europese Unie - Naleving van de richtlijnen inzake elektromagnetische compatibiliteit Dit product voldoet aan de voorwaarden voor bescherming zoals opgenomen in EU-richtlijn 2004/108/EC van de Europese Commissie inzake de harmonisering van de wetgeving van Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit. Lenovo aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor het niet voldoen aan deze voorwaarden voor bescherming als dit het gevolg is van het doorvoeren van een niet aanbevolen wijziging aan het product, inclusief het installeren van niet door Lenovo geleverde optiekaarten. Uit tests van dit product is gebleken dat het voldoet aan de eisten van Apparatuur voor Informatietechnologie Klasse B conform Europese Standaard EN 55022. De beperkingen voor apparatuur van Klasse B zijn bedoeld om in woonomgevingen een redelijke bescherming te bieden tegen interferentie met goedgekeurde communicatieapparatuur. Verklaring van conformiteit met Duitse Klasse B Deutschsprachiger EU Hinweis: Hinweis für Geräte der Klasse B EU-Richtlinie zur Elektromagnetischen Verträglichkeit Dieses Produkt entspricht den Schutzanforderungen der EU-Richtlinie 2004/108/EG (früher 89/336/EWG) zur Angleichung der Rechtsvorschriften über die elektromagnetische Verträglichkeit in den EU-Mitgliedsstaaten und hält die Grenzwerte der EN 55022 Klasse B ein. Um dieses sicherzustellen, sind die Geräte wie in den Handbüchern beschrieben zu installieren und zu betreiben. Des Weiteren dürfen auch nur von der Lenovo empfohlene Kabel angeschlossen werden. Lenovo übernimmt keine Verantwortung für die Einhaltung der Schutzanforderungen, wenn das Produkt ohne Zustimmung der Lenovo verändert bzw. wenn Erweiterungskomponenten von Fremdherstellern ohne Empfehlung der Lenovo gesteckt/eingebaut werden. Deutschland: Einhaltung des Gesetzes über die elektromagnetische Verträglichkeit von Betriebsmitteln Dieses Produkt entspricht dem „Gesetz über die elektromagnetische Verträglichkeit von Betriebsmitteln“ EMVG (früher „Gesetz über die elektromagnetische Verträglichkeit von Geräten“). Dies ist die Umsetzung der EU-Richtlinie 2004/108/EG (früher 89/336/EWG) in der Bundesrepublik Deutschland. Zulassungsbescheinigung laut dem Deutschen Gesetz über die elektromagnetische Verträglichkeit von Betriebsmitteln, EMVG vom 20. Juli 2007 (früher Gesetz über die elektromagnetische Verträglichkeit von Geräten), bzw. der EMV EG Richtlinie 2004/108/EC (früher 89/336/EWG), für Geräte der Klasse B. Dieses Gerät ist berechtigt, in Übereinstimmung mit dem Deutschen EMVG das EG-Konformitätszeichen - CE - zu führen. Verantwortlich für die Konformitätserklärung nach Paragraf 5 des EMVG ist die Lenovo (Deutschland) GmbH, Gropiusplatz 10, D-70563 Stuttgart. Informationen in Hinsicht EMVG Paragraf 4 Abs. (1) 4: Das Gerät erfüllt die Schutzanforderungen nach EN 55024 und EN 55022 Klasse B. 116 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Verklaring van conformiteit met Koreaanse Klasse B Japan: Kennisgeving VCCI-klasse B Japanse kennisgeving voor producten die worden aangesloten op de netstroom met een nominale stroom kleiner dan of gelijk aan 20 A per fase Informatie over Lenovo-productservice voor Taiwan Taiwan: Verklaring van compliantie voor toetsenbord en muis Bijlage C. Regelgeving 117 118 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Bijlage D. WEEE- en recyclinginformatie Belangrijke informatie voor de Europese richtlijn 2002/96/EC EU Only Het merkteken Waste Electrical and Electronic Equipment (WEEE) geldt alleen voor landen binnen de Europese Unie (EU) en Noorwegen. Apparaten worden gelabeld volgens Europese Richtlijn 2002/96/EC die betrekking heeft op verwerking van oude elektrische en elektronische apparatuur (WEEE). Deze Richtlijn bepaalt het kader voor het retourneren en recyclen van gebruikte apparatuur in de landen van de Europese Unie. Dit label is van toepassing op allerlei producten om aan te geven dat het product niet mag worden weggegooid, maar in overeenstemming met de Richtlijn aan het eind van de levenscyclus moet worden hergebruikt. Gebruikers van elektrische en elektronische apparaten (EEE) welke zijn voorzien van het WEEE-merkteken zijn gehouden aan Annex IV van de WEEE Richtlijn en mogen gebruikte EEE niet weggooien als ongesorteerd afval, maar dienen voor het teruggeven, recyclen en terugwinnen van WEEE gebruik te maken van het inzamelproces dat voor hen beschikbaar is, en dienen de mogelijke effecten die EEE ten gevolge van de aanwezigheid van schadelijke stoffen kunnen hebben op het milieu en de volksgezondheid, tot een minimum te beperken. Voor meer informatie over AEEA gaat u naar: http://www.lenovo.com/lenovo/environment Recyclinginformatie Lenovo moedigt eigenaren van IT-apparatuur aan om hun apparatuur, wanneer deze niet meer nodig is, op een verantwoorde manier te laten recyclen. Lenovo heeft diverse programma's en services om eigenaren van apparatuur te assisteren bij het hergebruik van de IT-producten. Ga voor meer informatie over het recyclen van Lenovo-producten naar: http://www.lenovo.com/recycling © Copyright Lenovo 2012 119 Ophalen en recyclen van een Lenovo-computer of -monitor die niet meer wordt gebruikt Als u werknemer bent en een Lenovo-computer of -monitor wilt wegdoen die eigendom is van het bedrijf, dient u te handelen overeenkomstig de Wet ter Bevordering van het Effectief Gebruik van Hulpbronnen. Computers en beeldschermen worden aangemerkt als industrieel afval en moeten op de juiste wijze worden afgeleverd bij een daarvoor bestemd afvalpunt dat is aangewezen door de lokale overheid. Overeenkomstig de Wet ter Bevordering van het Effectief Gebruik van Hulpbronnen draagt Lenovo Japan via de PC Collecting and Recycling Services zorg voor inzameling en hergebruik van oude computers en monitors. Meer informatie vindt u op de Lenovo-website http://www.lenovo.com/recycling/japan. Ingevolge de Wet tot bevordering van effectief gebruik van grondstoffen is er op 1 oktober 2003 door de fabrikant een begin gemaakt met het verzamelen en recyclen van computers en beeldschermen voor thuisgebruik. Deze service wordt gratis geboden voor computers voor thuisgebruik die na 1 oktober 2003 zijn verkocht. Ga voor meer informatie naar de Lenovo-website http://www.lenovo.com/recycling/japan. Componenten van Lenovo-computers weggooien Bepaalde Lenovo computerproducten die in Japan worden verkocht, bevatten componenten die zware metalen en andere milieu-onvriendelijke stoffen. Volg bij het weggooien van gebruikte componenten, zoals printplaten of schijfstations, de bovenbeschreven methode voor inzameling en recycling van gebruikte computers en monitors. Gebruikte lithiumbatterijen uit een Lenovo-computer weggooien Er bevindt zich een kleine ronde batterij op de systeemplaat van uw Lenovo-computer om de klok van de computer bij te houden wanneer de computer uit staat of de stekker niet in het stopcontact zit. Als u deze batterij wilt vervangen door een nieuwe, moet u contact opnemen met uw verkooppunt of met een door Lenovo geboden herstelservice. Mocht u de batterij zelf hebben vervangen en de oude lithiumbatterij willen weggooien, isoleer deze dan met vinyltape, neem contact op met de plaats van aanschaf en volg hun instructies. Als u thuis een Lenovo-computer gebruikt en de lithiumbatterij wilt weggooien, moet u ook de regels van de lokale overheden naleven. Recyclinginformatie voor Brazilië Declarações de Reciclagem no Brasil Descarte de um Produto Lenovo Fora de Uso Equipamentos elétricos e eletrônicos não devem ser descartados em lixo comum, mas enviados à pontos de coleta, autorizados pelo fabricante do produto para que sejam encaminhados e processados por empresas especializadas no manuseio de resíduos industriais, devidamente certificadas pelos orgãos ambientais, de acordo com a legislação local. A Lenovo possui um canal específico para auxiliá-lo no descarte desses produtos. Caso você possua um produto Lenovo em situação de descarte, ligue para o nosso SAC ou encaminhe um e-mail para: [email protected], informando o modelo, número de série e cidade, a fim de enviarmos as instruções para o correto descarte do seu produto Lenovo. 120 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Informatie over het recyclen van batterijen voor Taiwan Informatie over het recyclen van batterijen voor de Europese Unie Kennisgeving: Dit pictogram geldt alleen voor landen binnen de Europese Unie (EU). Batterijen of batterijverpakkingen zijn voorzien van een label overeenkomstig Europese Richtlijn 2006/66/EC inzake batterijen en accu's en afgedankte batterijen en accu's. Deze richtlijn bepaalt het raamwerk voor het retourneren en recyclen van gebruikte batterijen en accu's zoals van toepassing binnen de Europese Unie. Dit label wordt aangebracht op diverse batterijen om aan te geven dat de batterij in kwestie niet dient te worden weggegooid, maar dat deze aan het eind van de levenscyclus krachtens deze Richtlijn dient te worden geretourneerd. In overeenstemming met de Europese richtlijn 2006/66/EC moeten batterijen en accu's van een label zijn voorzien waarop is aangegeven dat ze gescheiden moeten worden ingezameld en gerecycled aan het einde van de levenscyclus. Op het label op de batterij kan ook een chemisch symbool staan voor het metaal dat in de batterij is gebruikt (Pb voor lood, Hg voor kwik en Cd voor cadmium). Gebruikers van batterijen en accu's mogen batterijen en accu's niet weggooien als ongesorteerd huisafval, maar dienen het voor gebruikers beschikbare inzamelingssysteem te gebruiken voor het retourneren, recyclen en verwerken van batterijen en accu's. Deelname van gebruikers is belangrijk om de mogelijke gevolgen van batterijen en accu's voor het milieu en de volksgezondheid tengevolge van de mogelijke aanwezigheid van gevaarlijke bestanddelen tot een minimum te beperken. Voor de juiste manier van verzamelen en verwerken gaat u naar: http://www.lenovo.com/lenovo/environment Bijlage D. WEEE- en recyclinginformatie 121 122 ThinkStation Handboek voor de gebruiker Trefwoordenregister A E Aansluiting voor PS/2-toetsenbord 9 aansluitingen, knoppen en lampjes voorkant 7 aanvragen hulp 107 informatie 107 service 107 achterkant, poorten 8 afsluiten, Setup Utility 71 antivirussoftware 6 apparaten, statische elektriciteit 29 audio lijningang 8 audio lijnuitgang 8 audiosubsysteem 1 aupdating het BIOS (flashen) 79 systeemprogramma's 79 elementaire probleemoplossing 89 Ethernet 2 Ethernet-poort 9 externe opties installeren 29 extra services aanschaffen 110 B backup- en herstelbewerkingen 60 batterij vervangen 48 Beheerder, wachtwoord 68 bekijken en wijzigen, instellingen 67 Beschrijving 8 beveiliging inschakelen of uitschakelen 69 kabelslot 26 kenmerken 3 bewerkingen, backup en herstel 60 bijwerken (flashen), het BIOS 80 bronnen, informatie 107 C CMOS wissen 69 componenten, inwendig 10 computerbehuizing verwijderen 30 computerkap, terugplaatsen 57 CRU voltooien van installatie 57 Customer Support Center 108 D diagnose, probleemoplossing 89 diagnoseprogramma's gebruiken 108 documentatie gebruiken 108 DVI-beeldschermaansluiting 8 © Copyright Lenovo 2012 F fout, herstel van POST/BIOS 80 frontplaat frontplaat verwijderen 30 frontplaat, aanbrengen 30 fysieke specificaties 4 G garantie, informatie 107 gebruiken andere services 109 diagnoseprogramma's 108 documentatie 108 noodherstelmedia maken en Setup Utility 67 wachtwoorden 67 62 H handelsmerken 114 Help en ondersteuning 107 herstel bewerkingen, backup en 60 opstartblok 80 problemen oplossen 65 herstel van het opstartblok 80 herstellen software 59 van een POST/BIOS-bijwerkfout 80 herstelmedia maken en gebruiken 59 het BIOS flashen 79 het BIOS, bijwerken (flashen) 79–80 hulp aanvragen 107 en service 108 I informatie aanvragen 107 bronnen 107 garantie 107 veiligheid 107 veiligheidsvoorschriften v inschakelingsmodule voor vaste-schijfstation vervangen 44 123 instellen wachtwoord 68 -instellingen bekijken 67 wijzigen 67 interne stations 1 Invoer/uitvoer-voorzieningen (I/O) poort 8 poorten achterkant 8 Power-On, wachtwoord 68 probleemoplossing, diagnose 89 probleemoplossing, elementair 89 problemen met herstelprocedures oplossen PS/2-muisaansluiting 9 3 K kaartlezer, vervangen 46 kabelslot 26 kap verwijderen 30 kenmerken 1 kennisgevingen 113 koelelement en ventilator vervangen R Rescue and Recovery 59 werkgebied, Rescue and Recovery S 52 L Lenovo Solution Center 105 Lenovo ThinkVantage Tools 107 Lenovo Welcome 5, 107 M maken Noodherstelmedia maken en gebruiken 62 maken en gebruiken herstelmedia 59 media, herstelmedia maken en gebruiken 59 Microfoonaansluiting 9 modules installeren, vervangen 34 systeemplaat 34 muis vervangen 56 N noodherstelmedia maken en gebruiken 62 O omgeving, in bedrijf 4 opstartapparaat 70 tijdelijk, selecteren 70 volgorde wijzigen 70 opties installeren modules 34 PCI-kaart 31 optische muis schoonmaken 85 optische-schijfstation, vervangen 37 overwegingen, wachtwoorden 68 P PCI-kaart 31 installeren, vervangen sleuven 31 plaats van componenten 124 schoonmaken van optische muis 85 selecteren opstartapparaat 70 tijdelijk opstartapparaat 70 seriële poort 9 service aanvragen 107 Customer Support Center 108 en hulp 108 services andere 109 extra aanschaffen 110 Setup Utility 67 Setup Utility starten 67 Setup Utility, afsluiten 71 software herstellen 59 stations compartimenten 13 specificaties 13 statische elektriciteit, voorzorg 29 stroom kenmerken 3 stuurprogramma's 58 systeem beheer 2 programma's 79 systeemplaat locatie van onderdelen 11 locaties 11 modules 34 poorten 11 systeemprogramma's updaten 79 T tijdelijk opstartapparaat toetsenbord vervangen U 31 10 ThinkStation Handboek voor de gebruiker uitbreiding 3 USB 2.0-aansluiting USB 3.0-aansluiting 9 9 70 56 61 65 V veiligheid v veiligheidsvoorschriften v, 107 ventilatoreenheid achterzijde vervangen 54 vervangen batterij 48 inschakelingsmodule voor vaste-schijfstation module met koelelement en ventilator 52 videosubsysteem 1 voedingseenheid vervangen 49 voltooien, vervanging van onderdelen 57 voorkant aansluitingen, knoppen en lampjes 7 44 W wachtwoord Beheerder 68 instellen, wijzigen, wissen 68 overwegingen 68 Power-On Password 68 wachtwoorden vergeten 69 wissen 69 wachtwoorden gebruiken 67 werkgebied van Rescue and Recovery 61 werkgebied, Rescue and Recovery 61 wijzigen opstartvolgorde apparaten 70 wachtwoord 68 wissen van wachtwoord 68 Z zelftest (power-on self-test, POST) © Copyright Lenovo 2012 79 125 126 ThinkStation Handboek voor de gebruiker
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140

Lenovo ThinkStation S30 Handboek Voor De Gebruiker

Type
Handboek Voor De Gebruiker