- Als u in het verleden bent behandeld voor een vasculaire aandoening,
bijvoorbeeld de aanwezigheid van spataderen of vasculaire ectasie in de
gebieden die worden behandeld.
- Als uw huid gevoelig is voor licht en u snel uitslag of een allergische
reactie krijgt.
- Als u infecties, eczeem, brandwonden, ontstoken haarzakjes, snijwonden,
schaafwonden, herpes simplex, wonden of laesies en hematomen hebt
in de te behandelen gebieden.
- Als u geopereerd bent in de te behandelen gebieden.
- Als u lijdt aan epilepsie met overgevoeligheid voor lichtitsen.
- Als u lijdt aan diabetes, lupus erythematodes, porphyria of een
congestieve hartaandoening.
- Als u aan een bloedingsstoornis lijdt.
- Als u in het verleden voor immuniteitsaandoeningen bent behandeld
(waaronder HIV-infectie of aids).
Gebruik het apparaat nooit als u een van de hieronder
genoemde medicaties gebruikt:
- Als uw huid momenteel wordt behandeld met of onlangs is behandeld
met alfa-hydroxyzuren (AHA’s), bèta-hydroxyzuren (BHA’s), op de huid
aangebrachte isotretinoïne en azelaïnezuur.
- Als u tijdens de afgelopen zes maanden een vorm van isotretinoïne
Accutane
®
of Roaccutance
®
hebt ingenomen. Deze behandeling kan de
gevoeligheid van de huid voor scheuren, wondjes en irritaties verhogen.
- Als u pijnstillers inneemt die de gevoeligheid van de huid voor warmte
verminderen.
- Als u middelen of medicijnen gebruikt die de lichtgevoeligheid verhogen.
Lees in dat geval de bijsluiter en gebruik het apparaat niet als er staat dat
het medicijn fotoallergische of fototoxische reacties kan veroorzaken of
dat u zonlicht moet vermijden wanneer u het medicijn gebruikt.
- Als u antistollingsmiddelen gebruikt (bijvoorbeeld hoge doses aspirine),
op zodanige wijze dat een uitwasperiode van 1 week voorafgaand aan
elke behandeling niet mogelijk is.
- Als u immunosuppressieve medicatie neemt.
Gebruik het apparaat nooit op de volgende gebieden:
- Op het gezicht.
- Op tepels, tepelhoven, binnenste schaamlippen, vagina, anus en de
binnenkant van de neusgaten en oren.
- Mannen moeten het apparaat niet op het scrotum en het gezicht gebruiken.
- Op of nabij kunstmatige dingen zoals siliconenimplantaten, pacemakers,
onderhuidse injectieopeningen (insulinepomp) of piercings.
- Op moedervlekken, sproeten, grote aderen, gebieden met donkerder
pigment, littekens, huidafwijkingen zonder uw huisarts te raadplegen.
Dit kan leiden tot verbrandingen en verandering van de huidskleur,
waardoor het mogelijk lastiger wordt huidgerelateerde ziekten te
ontdekken (bijv. huidkanker).
- Op wratten, tatoeages of permanente make-up. Dit kan leiden tot
verbrandingen en verandering van de huidskleur (hypopigmentatie of
hyperpigmentatie).
- Op gebieden waar u langwerkende deodorants gebruikt. Dit kan in
huidreacties resulteren. Zie ‘Mogelijke bijwerkingen en huidreacties’ in
hoofdstuk ‘Het apparaat gebruiken’.
NEDERLANDS 61