2 – Accubesturing USV / Rev.A 0.1
1. Algemene informatie
1.1 Aanwijzingen betreffende het document
De accubesturingen USV zijn uitsluitend te gebruiken voor
het besturen van compatibele aandrijvingen en besturingen
in droge ruimtes.
De accubesturingen USV mogen uitsluitend worden gebruikt
als stroomvoorziening van apparatuur, die de door de
fabrikant aangegeven maximumwaarden niet overschrijden.
De installateur en gebruiker moeten waarborgen dat alle van
toepassing zijnde wettelijke en overheidsvoorschriften bij
het gebruik van de producten, met name de actuele EMC-
richtlijn, met betrekking tot montage en ingebruikname in
acht worden gehouden.
1.2 Installatie
Opmerkingen:
− De voedingskabel mag niet worden verwisseld met de
uitgangskabel.
− De nulleider (N) en de buitengeleider (L) ingangszijde
mogen niet met de nulleider (N) en de buitengeleider (L)
uitgangszijde verbonden worden.
− Bij draaistroom moet er een rechtsdraaiend draaiveld zijn.
− De leiding voor de deurbesturing moet altijd 3-aderig resp.
5 aderig bij 1x230 resp. 3x400V zijn.
Aansluiting:
☞ Sluit de toevoerleiding (A) in de contactdoos aan op de
lokale stroomvoorziening.
☞ Sluit de toevoerleiding van de besturing in de hiertoe
bestemde contactdoos (B).
☞ Schakel de accubesturing met de sleutelschakelaar (C) in op
stand ON.
☞ Bevestig de behuizing met pluggen en schroeven op de
gewenste locatie. De bevestigingsgaten bevinden zich in de
achterwand van de kast.
Betekenis van de signalen en toetsen:
BAT / POWER = accu OK
ON = accubesturing is ingeschakeld
UPS = accubedrijf (stroomuitval)
ON = inschakelen
OFF = uitschakelen
INFORMATIE
Alle technische gegevens kunt u vinden in de afzonderlijke
gegevensbladen.