17
SECTIE 5: PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Oorzaak Oplossing
Grote, vrije koolstof afzettingen
aan het begin van de groef.
1. De operator heeft nagela-
ten om de luchtstraal in te
schakelen voorafgaand aan
het creëren van de boog of de
toorts was incorrect gelokali-
seerd.
1. Schakel de lucht in voor het
creëren van de boog en lucht
moet tussen de elektrode en het
werkstuk stromen.
2. Koolstof staaf niet correct
gepositioneerd in kopmonta-
ge.
2. Zorg ervoor dat de koolstof staaf
in de groef op de toortskop zit.
Vanwege een onstabiele boog
dient de operator een langzame
slagsnelheid te gebruiken, zelfs
op ondiepe groeven.
1. Onvoldoende ampère voor de
gebruikte elektrode-Diame-
ter (zie tabel 2). Terwijl het
laagste aanbevolen ampère
voldoende dient te zijn, vereist
het meer vaardigheid van
de operator. Een gemiddeld
stroombereik is beter.
1. Als de gewenste spanning niet
van de beschikbare voedings-
bron kan worden verkregen,
gebruik de volgende elektrode
met kleinere Diameter of parallel
twee of meerdere lasvoedingen.
Onregelmatige groef waarbij
de boog van de ene zijde naar
de andere zijde loopt en de
elektrode heel snel opwarmt.
1. Het proces gebruikt DCEN
(elektrode negatief).
1. Gutsbewerkingen moeten indien
mogelijk worden uitgevoerd
met DCEP (elektrode positief).
Directe stroomelektrodes
moeten worden gebruikt met
DCEP (elektrode positief) op
alle metalen, behalve voor een
aantal koperlegeringen, zoals
Superston en Nialite.
Intermitterende boogactie die
resulteert in een onregelmatig
groefoppervlak.
1. De bewegingssnelheid was
te langzaam voor handmatig
gutsen. De operator heeft
mogelijk zijn hand op een
ander werkstuk geplaatst voor
balans, wat vrij veel voorkomt
als het gaat om afgeschermd
metaalboog-lassen. Aange-
zien de snelheid van gutsen
met lucht-koolboog veel
sneller is dan afgeschermd
metaal-boog lassen, kan
frictie tussen de handschoen
en het werkstuk een schok-
kende voorwaartse beweging
veroorzaken, waardoor het
gat tussen de elektrode en het
werkstuk te groot wordt om
de boog te behouden.
1. De operator moet comfortabel
staan, zodat zijn armen vrij
kunnen bewegen en zijn hand-
schoenen niet over het werkstuk
slepen. Bij het gebruik van
mechanische uitrusting, controleer
tabel 4 (pagina 4-24) voor de juiste
bedrijfsomstandigheden.
2. Slechte aardingsverbinding. 2. Inspecteer aardeklemmen
en leiding(en) om een goede
verbinding te garanderen.