Dovre 325CB de handleiding

Categorie
Fornuizen
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Inhoudsopgave
Inleiding 3
Conformiteitsverklaring 3
Veiligheid 4
Installatiecondities 4
Algemeen 4
Schoorsteen 4
Ventilatie van de ruimte 5
Vloer en wanden 6
Productbeschrijving 6
Installatie 7
Algemene voorbereiding 7
Buitenluchtaansluiting voorbereiden 9
Plaatsen en aansluiten 9
Gebruik 9
Eerste gebruik 9
Brandstof 9
Aanmaken 10
Stoken met hout 11
Regeling verbrandingslucht 11
Doven van het vuur 12
Ontassen 12
Nevel en mist 12
Eventuele problemen 12
Onderhoud 12
Schoorsteen 12
Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud12
Wisselstukken 325CB 14
Bijlage: Technische gegevens 15
Bijlage: Afmetingen 16
Bijlage: Afstand tot brandbaar materiaal 18
Bijlage 4: Diagnoseschema 20
Index 21
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
3
Inleiding
Geachte gebruiker,
Met de aankoop van dit verwarmingstoestel van
DOVRE heeft u gekozen voor een kwaliteitsproduct.
Dit product maakt deel uit van een nieuwe generatie
energiezuinige en milieuvriendelijke
verwarmingstoestellen. Deze toestellen maken
optimaal gebruik van zowel convectiewarmte als
stralingswarmte.
Uw DOVRE toestel is geproduceerd met de
modernste productiemiddelen. Mocht er
onverhoopt toch iets mankeren aan uw toestel, dan
kunt u altijd een beroep doen op de DOVRE
service.
Het toestel mag niet gewijzigd worden; gebruik
steeds originele onderdelen.
Het toestel is bedoeld voor plaatsing in een
woonruimte. Het moet hermetisch worden
aangesloten op een goedwerkende schoorsteen.
Wij adviseren u het toestel te laten installeren door
een bevoegd installateur.
DOVRE kan niet aansprakelijk worden gesteld
worden voor problemen of schade door een
onjuiste installatie.
Bij installatie en gebruik moeten de hierna
beschreven veiligheidsvoorschriften in acht
worden genomen.
In deze handleiding leest u hoe u het DOVRE
verwarmingstoestel op een veilige manier installeert,
gebruikt en onderhoudt. Als u aanvullende informatie
of technische gegevens wilt of een installatie-
probleem heeft, neemt u dan eerst contact op met uw
leverancier.
© 2012 DOVRE NV
Conformiteitsverklaring
Notified body: 2013
Hierbij verklaart
Dovre nv, Nijverheidsstraat 18 B-2381 Weelde,
dat houtkachel 325CB conform EN 13240
geproduceerd wordt.
Weelde 01-08-2012
In het kader van een continue productverbetering,
kunnen specificaties van het geleverde toestel
afwijken van de beschrijving in deze brochure, zonder
voorafgaande kennisgeving.
DOVRE N.V.
Nijverheidsstraat 18 Tel : +32 (0) 14 65 91 91
B-2381 Weelde Fax : +32 (0) 14 65 90 09
België E-mail : info@dovre.be
4
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Veiligheid
Let op! Alle veiligheidsvoorschriften moeten
strikt worden nageleefd.
Lees aandachtig de instructies voor installatie,
gebruik en onderhoud die met het toestel zijn
meegeleverd, voordat u het toestel in gebruik
neemt.
Het toestel moet worden geïnstalleerd
overeenkomstig de wetgeving en voorschriften
van uw land.
Alle lokale bepalingen en de bepalingen die
betrekking hebben op nationale en Europese
normen moeten worden nageleefd bij het
installeren van het toestel.
Laat het toestel bij voorkeur installeren door
een bevoegd installateur. Deze is op de hoogte
van de geldende bepalingen en voorschriften.
Het toestel is ontworpen voor
verwarmingsdoeleinden. Alle oppervlaktes,
inclusief het glas en de aansluitbuis kunnen
zeer heet worden (meer dan 100°C)! Gebruik
voor de bediening een 'koude hand' of een
hittebestendige handschoen.
Veiligheidsafstanden tot brandbaar materiaal
moeten strikt worden aangehouden.
Plaats geen gordijnen, kleren, wasgoed of
andere brandbare materialen bovenop of in de
nabijheid van het toestel.
Gebruik tijdens het gebruik van uw toestel
geen licht ontvlambare of explosieve stoffen in
de nabijheid van het toestel.
Voorkom schoorsteenbrand door regelmatig de
betreffende schoorsteen te laten reinigen.
Stook het toestel nooit met open deur.
Bij schoorsteenbrand: sluit de luchtinlaten van
het toestel en waarschuw de brandweer.
Als het glas van het toestel is gebroken of
gebarsten, moet dit glas worden vervangen
voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte
waar het toestel wordt geplaatst. Bij
onvoldoende ventilatie vindt onvolledige
verbranding plaats, waardoor zich giftige
gassen in de ruimte kunnen verspreiden. Zie
het hoofdstuk "Installatiecondities" voor meer
informatie over ventilatie.
Installatiecondities
Algemeen
Het toestel moet worden aangesloten op een goed
werkende schoorsteen.
Voor de aansluitmaten: zie de bijlage "Technische
gegevens".
Informeer bij de brandweer en/of
verzekeringsmaatschappij naar eventuele
specifieke vereisten en voorschriften.
Schoorsteen
De schoorsteen is nodig voor:
Het afvoeren van de verbrandingsgassen door
natuurlijke trek.
De warme lucht in de schoorsteen is lichter
dan de buitenlucht en stijgt daarom.
Het aanzuigen van lucht, nodig voor de verbranding
van de brandstof in het toestel.
Een niet goed werkende schoorsteen kan tijdens het
openen van de deur rookterugslag geven. Schade
ontstaan door rookterugslag is uitgesloten van
garantie.
Sluit niet meerdere toestellen (bijvoorbeeld ook
nog een centraleverwarmingsketel) op
dezelfde schoorsteen aan, tenzij lokale of
nationale regelgeving hierin voorziet. Zorg in
ieder geval bij twee aansluitingen dat het
hoogteverschil tussen de aansluitingen
minimaal 200 mm bedraagt.
Vraag uw installateur om advies over de schoorsteen.
Raadpleeg de Europese norm EN13384 voor een
juiste berekening van de schoorsteen.
De schoorsteen moet aan de volgende voorwaarden
voldoen:
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
5
De schoorsteen moet gemaakt zijn van vuurvast
materiaal, bij voorkeur keramiek of roestvrij staal.
De schoorsteen moet luchtdicht en goed gereinigd
zijn en voldoende trek garanderen.
Een trek/onderdruk van 15-20Pa tijdens
normale belasting is ideaal.
De schoorsteen moet - vertrekkend van de uitgang
van het toestel - zo verticaal mogelijk lopen.
Richtingsveranderingen en horizontale stukken
verstoren de afvoer van verbrandingsgassen en
veroorzaken mogelijk roetophoping.
De binnenmaten mogen niet te groot zijn, om te
voorkomen dat de verbrandingsgassen te sterk
afkoelen waardoor de trek minder wordt.
De schoorsteen moet bij voorkeur dezelfde
diameter hebben als de aansluitkraag.
Voor de nominale diameter: zie de bijlage
"Technische gegevens". Als het rookkanaal
goed is geïsoleerd, kan de diameter eventueel
wat groter zijn (maximaal tweemaal de sectie
van de aansluitkraag).
De sectie (oppervlakte) van het rookkanaal moet
constant zijn. Verwijdingen en (vooral)
vernauwingen verstoren de afvoer van
verbrandingsgassen.
Bij toepassing van een regenkap/afvoerkap op de
schoorsteen: let erop dat de kap niet de uitmonding
van de schoorsteen vernauwt en dat de kap niet de
afvoer van verbrandingsgassen belemmert.
De schoorsteen moet uitmonden in een zone die
niet wordt verstoord door omliggende gebouwen,
vlakbijstaande bomen of andere hindernissen.
Het schoorsteengedeelte buiten de woning moet
geïsoleerd zijn.
De schoorsteen moet minimaal 4meter hoog zijn.
Als vuistregel geldt: 60cm boven de nok van het
dak.
Als de nok van het dak meer dan 3meter is
verwijderd van de schoorsteen: houd de maten aan
die in de volgende figuur zijn aangegeven. A = het
hoogste punt van het dak binnen een afstand van
3meter.
Ventilatie van de ruimte
Voor een goede verbranding heeft het toestel lucht
(zuurstof) nodig. Die lucht wordt via regelbare
luchtinlaten aangevoerd vanuit de ruimte waar het
toestel is geplaatst.
Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige
verbranding plaats, waardoor zich giftige
gassen in de ruimte kunnen verspreiden.
Een vuistregel is dat de luchttoevoer 5,5cm²/kW
moet zijn. Extra ventilatie is nodig:
Als het toestel in een ruimte staat die goed is
geïsoleerd.
Als er mechanische ventilatie is, bv een centraal
afzuigsysteem of een afzuigkap in een open
keuken.
U kunt voor extra ventilatie zorgen door een
ventilatierooster in de buitenmuur te laten plaatsen.
Zorg dat andere luchtverbruikende apparaten (zoals
een wasdroger, ander verwarmingstoestel of
badkamerventilator) een eigen buitenluchtaanvoer
hebben, of zijn uitgeschakeld wanneer u het toestel
stookt.
U kunt het toestel ook aansluiten op
buitenluchtaanvoer. Hiervoor is een aansluitset
meegeleverd. Extra ventilatie is dan niet nodig.
6
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Vloer en wanden
De vloer waarop het toestel wordt geplaatst, moet
voldoende draagvermogen hebben. Voor het gewicht
van het toestel: zie de bijlage "Technische gegevens".
Bescherm een brandbare vloer door middel van
een onbrandbare vloerplaat tegen warmte-
uitstraling. Zie de bijlage "Afstand tot
brandbaar materiaal".
Verwijder brandbaar materiaal zoals linoleum,
tapijt, enzovoorts onder de onbrandbare
vloerplaat.
Zorg voor voldoende afstand tussen het toestel
en brandbare materialen zoals houten wanden
en meubels.
Ook de aansluitbuis straalt warmte uit. Zorg
voor voldoende afstand of afscherming tussen
de aansluitbuis en brandbare materialen.
De vuistregel voor een enkelwandige buis is
een afstand van driemaal de diameter. Als een
bekledingsschelp rond de buis is aangebracht,
is een afstand van eenmaal de diameter
toelaatbaar.
Een vloerkleed moet minimaal 80cm van het
vuur verwijderd zijn.
Bescherm een brandbare vloer voor de kachel
met behulp van een onbrandbare vloerplaat
tegen eventueel uitvallende assen. De
vloerplaat moet voldoen aan nationale normen.
Voor de afmetingen van de onbrandbare
vloerplaat: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar
materiaal".
Voor verdere eisen in verband met
brandveiligheid: zie de bijlage "Afstand tot
brandbaar materiaal".
Productbeschrijving
1. Topplaat
2. Grendelknop
3. Stookbodem
4. Deur
5. Secundaire luchtschuif
6. Poot
7. Primaire luchtschuif
Kenmerken van het toestel
Het toestel is een volledig gietijzeren ontwerp met
moderne verbrandingstechnologie.
Het airwash-systeem zorgt voor langdurig schoon
glas en daarmee voor optimaal zicht op het vuur.
Het toestel wordt geleverd met de grendelknop
gemonteerd. Omdat de grendelknop tijdens het
gebruik warm wordt, is er een handschoen
bijgeleverd die u kunt gebruiken als bescherming
voor uw hand.
Het toestel is geschikt voor een
buitenluchtaansluiting. De hiervoor benodigde
aansluitset is standaard op het toestel gemonteerd.
Het toestel kan aan de achterkant of aan de
bovenkant op de schoorsteen aangesloten worden.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
7
Installatie
Algemene voorbereiding
Controleer het toestel onmiddellijk bij ontvangst op
(transport)schade en eventuele andere gebreken.
Het toestel is aan de onderkant met schroeven op
de pallet gemonteerd.
Als u (transport)schade of gebreken hebt
geconstateerd, neem het toestel dan niet in
gebruik en stel de leverancier op de hoogte.
Verwijder de demontabele onderdelen uit het
toestel voordat u het toestel gaat installeren.
Door demontabele onderdelen te verwijderen,
kunt u het toestel gemakkelijker verplaatsen en
beschadiging voorkomen.
Let bij het verwijderen van demontabele
onderdelen op hun oorspronkelijke positie, om
ze later weer op de juiste plaats te kunnen
aanbrengen.
1. Open de deur; zie volgende figuur.
2. Verwijder de vuurvaste binnenplaten; zie volgende
figuur.
a. Neem eerst vuurkorf (3) uit.
b. Neem een van de twee zijplaten (4) uit het
toestel.
c. Verwijder nu de vlamplaat (5).
d. Verwijder de tweede zijplaat (4).
Vermiculite binnenplaten zijn licht van
gewicht en bij levering meestal okerkleurig.
Zij isoleren de verbrandingskamer zodat de
verbranding beter is.
3. Sluit de deur.
09.20020.100
8
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Uitneembare binnendelen
3 vuurkorf
4 binnenplaat zijkant links en rechts
5 vlamplaat
Aansluiten op de achterzijde
1. Breng meegeleverd glasvezelafdichtband (2) van
10x3mm aan op het contactvlak van de
aansluitkraag (8).
2. Verwijder de afschermplaat uit het rugschild met
behulp van een schroevendraaier; zie volgende
figuur.
3. Demonteer het afsluitdeksel (1) uit de achterwand.
4. Monteer de aansluitkraag met de
bevestigingsmaterialen op de achterwand.
5. Monteer het afsluitdeksel met bevestigingsbeugel
(4) in de topplaat.
Aansluiten op de bovenzijde
Bij levering is de aansluiting op de achterkant
gesloten. U hoeft dus geen afsluitdeksel op de
achterkant aan te brengen.
Vanwege de afstand tot de (brandbare) wand,
mag de afschermplaat in het rugschild niet worden
verwijderd.
1. Breng meegeleverd glasvezelafdichtband (3) van
10x3mm aan op het contactvlak van de
aansluitkraag (2).
2. Monteer de aansluitkraag met de
bevestigingsmaterialen op de topplaat.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
9
Buitenluchtaansluiting
voorbereiden
Als het toestel wordt geplaatst in een ruimte die
onvoldoende is geventileerd, kunt u de aansluitset
voor het aanvoeren van buitenlucht op het toestel
aansluiten.
De luchtaanvoerbuis heeft een diameter van 100mm.
Bij toepassing van een gladde buis mag deze buis
maximaal 12meter lang zijn. Bij gebruik van
hulpstukken zoals bochten moet u per hulpstuk de
maximale lengte (12meter) met 1meter verminderen.
Buitenluchtaansluiting via de wand
1. Maak een aansluitgat in de wand (raadpleeg de
bijlage "Afmetingen", voor de juiste positie van het
aansluitgat).
2. Sluit de luchtaanvoerbuis hermetisch af op de
muur.
Plaatsen en aansluiten
1. Zet het toestel op de juiste plaats, vlak en
waterpas. Het toestel is uitgevoerd met
stelvoetjes zodat het perfect waterpas kan worden
gesteld.
2. Sluit het toestel hermetisch aan op de
schoorsteen.
3. Bij buitenluchtaansluiting: sluit de aanvoer van
buitenlucht aan op de aansluitset die op het toestel
is gemonteerd.
4. Plaats alle gedemonteerde onderdelen op de juiste
plaats terug in het toestel.
Laat het toestel nooit branden zonder de
vuurvaste binnenplaten.
Het toestel is nu klaar voor gebruik.
Gebruik
Eerste gebruik
Wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt, stook
het dan enkele uren flink door. Hierdoor zal de
hittebestendige lak uitharden. Hierbij kan wel wat rook
en geurhinder ontstaan. Zet eventueel in de ruimte
waar het toestel staat de ramen en deuren even open.
Brandstof
Dit toestel is alleen geschikt voor het stoken van
natuurlijk hout; gezaagd en gekloofd en voldoende
droog.
10
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Gebruik geen andere brandstoffen, want die kunnen
leiden tot ernstige schade aan het toestel.
De volgende brandstoffen mag u niet gebruiken omdat
zij het milieu vervuilen, en omdat zij het toestel en de
schoorsteen sterk vervuilen waardoor
schoorsteenbrand kan ontstaan:
Behandeld hout, zoals sloophout, geverfd hout,
geïmpregneerd hout, verduurzaamd hout, multiplex
en spaanplaat.
Kunststof, oud papier en huishoudelijk afval.
Hout
Gebruik bij voorkeur hard loofhout zoals eik, beuk,
berk en fruitbomenhout. Dit hout brandt langzaam
met rustige vlammen. Naaldhout bevat meer hars,
brandt sneller en geeft meer vonken.
Gebruik gedroogd hout met een vochtpercentage
van maximaal 20%. Hiervoor moet het hout
minstens 2 jaar zijn gedroogd.
Zaag het hout op maat en klief het als het nog vers
is. Vers hout klieft gemakkelijker en gekloven hout
droogt beter. Bewaar het hout onder een afdek
waar de wind vrij spel heeft.
Gebruik geen nat hout. Nat hout geeft geen warmte
omdat alle energie gaat zitten in het verdampen
van vocht. Dit geeft veel rook en roetaanslag op de
deur van het toestel en in de schoorsteen. De
waterdamp condenseert in het toestel en kan langs
naden uit het toestel lekken en zwarte vlekken op
de vloer geven. De waterdamp kan ook in de
schoorsteen condenseren en creosoot vormen.
Creosoot is zeer brandbaar en kan
schoorsteenbrand veroorzaken.
Aanmaken
U kunt controleren of de schoorsteen voldoende trek
heeft door boven de vlamplaat een prop krantenpapier
aan te steken. Bij een koude schoorsteen is er vaak
onvoldoende trek in de schoorsteen en kan er rook in
de kamer komen. Door het toestel op de hier
beschreven manier aan te maken, voorkomt u dit
probleem.
1. Stapel twee lagen middelgrote houtblokken
kruislings op elkaar.
2. Stapel bovenop de houtblokken twee lagen
aanmaakhoutjes kruislings op elkaar.
3. Leg een aanmaakblokje tussen de onderste laag
aanmaakhoutjes en steek het aanmaakblokje aan
volgens de instructies op de verpakking.
4. Sluit de deur van het toestel en zet de primaire
luchtinlaat en de secundaire luchtinlaat van het
toestel open; zie volgende figuur.
5. Laat het aanmaakvuur flink doorbranden totdat het
een gloeiend houtskoolbed is geworden. Hierna
kunt u een volgende vulling doen en het toestel
gaan regelen; zie de paragraaf "Stoken met hout".
Open Dicht
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
11
Stoken met hout
Nadat u de instructies voor het aanmaken hebt
gevolgd:
1. Open langzaam de deur van het toestel.
2. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de
stookvloer.
3. Stapel enkele houtblokken op het houtskoolbed.
Losse stapeling
Bij een losse stapeling verbrandt het hout vlug omdat
de zuurstof elk stuk hout gemakkelijk kan bereiken.
Gebruik een losse stapeling als u kort wilt stoken.
Compacte stapeling
Bij een compacte stapeling verbrandt het hout
langzamer omdat de zuurstof maar enkele stukken
hout kan bereiken. Gebruik een compacte stapeling
als u langer wilt stoken.
4. Sluit de deur van het toestel.
5. Sluit de primaire luchtinlaat en laat de secundaire
luchtinlaat open staan.
Vul het toestel voor maximaal een derde.
Regeling verbrandingslucht
Het toestel heeft diverse voorzieningen voor de
luchtregeling; zie volgende figuur.
De primaire luchtschuif regelt de lucht onder het
rooster (1).
De secundaire luchtschuif regelt de lucht voor het glas
(airwash-systeem) en de luchttoevoer via de
luchtopeningen in de achterwand (2).
De achterwand heeft onder de vlamplaat permanente
luchtopeningen (3) die zorgen voor de naverbranding.
Adviezen
Stook nooit met open deur.
Stook het toestel regelmatig flink door.
12
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Als u langdurig op lage stand stookt, kan zich
in de schoorsteen een afzetting vormen van
teer en creosoot. Teer en creosoot zijn zeer
brandbaar. Als de afzetting van deze stoffen te
groot wordt, kan bij een plotselinge hoge
temperatuur een schoorsteenbrand ontstaan.
Door regelmatig flink doorstoken, verdwijnen
eventuele afzettingen van teer en creosoot.
Daarnaast kan zich bij te laag stoken teer
afzetten op de ruit en deur van het toestel.
Bij een milde buitentemperatuur is het dus
beter om het toestel een paar uur intens te
laten branden, dan lange tijd laag te stoken.
Regel de luchttoevoer met de secundaire
luchtinlaat.
De secundaire luchtinlaat belucht niet alleen
het vuur maar ook het glas, zodat het glas niet
snel vervuilt.
Zet de primaire luchtinlaat tijdelijk open als de
luchttoevoer via de secundaire luchtinlaat
onvoldoende is of als u het vuur wilt aanwakkeren.
Regelmatig een kleine hoeveelheid houtblokken
bijvullen is beter dan veel houtblokken tegelijk.
Doven van het vuur
Vul geen brandstof bij en laat de kachel gewoon
uitgaan. Als een vuur wordt getemperd door de
luchttoevoer te verminderen, komen schadelijke
stoffen vrij. Laat daarom het vuur vanzelf uitbranden.
Houd toezicht op het vuur totdat het goed is gedoofd.
Als het vuur volledig is gedoofd kunnen alle
luchtschuiven worden gesloten.
Ontassen
Na het stoken van hout blijft een relatief kleine
hoeveelheid as over. Dit asbed is een goede isolator
voor de stookbodem en geeft een betere verbranding.
Laat daarom gerust een dun laagje as op de
stookbodem liggen.
De luchttoevoer door de stookbodem mag echter niet
worden belemmerd en er mag zich geen as ophopen
achter een gietijzeren binnenplaat. Verwijder daarom
regelmatig de overtollige as.
Nevel en mist
Nevel en mist belemmeren de afvoer van rookgassen
door de schoorsteen. Rook kan neerslaan en
stankoverlast geven. Als het niet echt nodig is, kunt u
bij nevel en mist beter niet stoken.
Eventuele problemen
Raadpleeg de bijlage "Diagnoseschema" om
eventuele problemen bij het gebruik van het toestel op
te lossen.
Onderhoud
Volg de onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk om het
toestel in goede staat te houden.
Schoorsteen
In veel landen bent u wettelijk verplicht de
schoorsteen te laten controleren en onderhouden.
Aan het begin van het stookseizoen: laat de
schoorsteen vegen door een erkend
schoorsteenveger.
Tijdens het stookseizoen en nadat de schoorsteen
lange tijd niet is gebruikt: laat de schoorsteen
controleren op roet.
Na afloop van het stookseizoen: sluit de
schoorsteen af met een prop krantenpapier.
Schoonmaken en ander
regelmatig onderhoud
Maak het toestel niet schoon wanneer het nog
warm is.
Maak de buitenkant van het toestel schoon met
een droge niet pluizende doek.
Na afloop van het stookseizoen kunt u de binnenkant
van het toestel goed schoonmaken:
Verwijder eventueel eerst de vuurvaste
binnenplaten. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor
instructies voor het verwijderen en aanbrengen van
binnenplaten.
Maak eventueel de luchtaanvoerkanalen schoon.
Verwijder de vlamplaat boven in het toestel en
maak deze schoon.
Vuurvaste binnenplaten controleren
De vuurvaste binnenplaten zijn verbruiksonderdelen
die aan slijtage onderhevig zijn. Controleer de
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
13
binnenplaten regelmatig en vervang ze indien nodig.
Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor
het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten.
De isolerende vermiculite of chamotte
binnenplaten kunnen haarscheuren gaan
vertonen, maar dat heeft geen nadelig effect op
hun werking.
Gietijzeren binnenplaten gaan lang mee als u
regelmatig as verwijdert die zich mogelijk
erachter ophoopt. Als opgehoopte as achter
een gietijzeren plaat niet wordt verwijderd, kan
de plaat de warmte niet meer afgeven aan de
omgeving en kan de plaat vervormen of
scheuren.
Laat het toestel nooit branden zonder de
vuurvaste binnenplaten.
Glas schoonmaken
Goed schoongemaakt glas neemt minder snel vuil op.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder stof en loszittend roet met een droge
doek.
2. Maak het glas schoon met kachelruitenreiniger:
a. Breng kachelruitenreiniger aan op een
keukenspons, wrijf het gehele glasoppervlak in
en laat even inwerken.
b. Verwijder het vuil met een vochtige doek of
keukenpapier.
3. Maak het glas nogmaals schoon met een gewoon
glasreinigingsproduct.
4. Wrijf het glas schoon met een droge doek of
keukenpapier.
Gebruik geen schurende of bijtende producten om
het glas schoon te maken.
Gebruik schoonmaakhandschoenen om uw
handen te beschermen.
Als het glas van het toestel is gebroken of
gebarsten, moet dit glas worden vervangen
voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Voorkom dat kachelruitreiniger tussen het glas
en de gietijzeren deur loopt.
Onderhoud geëmailleerde kachel
Reinig het toestel nooit als het nog warm is. Het
reinigen van het geëmailleerde oppervlak van de
kachel kunt u het beste doen met zachte groene zeep
en lauw water. Gebruik zo min mogelijk water, wrijf
het oppervlak goed droog en voorkom roestvorming.
Gebruik nooit staalwol of een ander schuurmiddel. Zet
nooit een waterketel direct op een geëmailleerde
kachel; gebruik een onderzetter en voorkom
beschadigingen.
Smeren
Hoewel gietijzer enigszins zelfsmerend is, moet u
bewegende delen toch regelmatig smeren.
Smeer de bewegende delen (zoals
geleidersystemen, scharnierpennen, grendels en
luchtschuiven) met hittevast vet dat verkrijgbaar is
bij de vakhandel.
Lakbeschadigingen bijwerken
Kleine lakbeschadigingen kunt u bijwerken met een
spuitbus speciale hittebestendige lak die verkrijgbaar
is bij uw leverancier.
Het geëmailleerde oppervlak
bijwerken
Emailleren is een artisanaal proces dat maakt dat er
kleine kleurverschillen en beschadigingen op het
toestel kunnen voorkomen. De toestellen ondergaan
in de fabriek een visuele controle, dat wil zeggen, de
controleur kijkt op een afstand van 1 meter gedurende
10 seconden naar het oppervlak.
Eventuele beschadigingen die dan niet opvallen
worden als OK beschouwd. Bij het toestel is een
speciale hittebestendige lak meegeleverd waarmee
kleine (transport) beschadigingen kunnen worden
bijgewerkt.
Breng de hittebestendige lak in dunne laagjes aan en
laat het goed drogen voordat het toestel in gebruik
genomen wordt.
Sommige kleuren email zijn gevoelig voor verandering
van temperatuur. Hierdoor kan het voorkomen dat de
kleur verandert tijdens het gebruik van het toestel. Als
het toestel is afgekoeld keert de oorspronkelijke kleur
van het email terug.
14
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Afdichting controleren
Controleer of het afdichtingskoord van de deur nog
goed afsluit. Afdichtkoord verslijt en moet tijdig
worden vervangen.
Controleer het toestel op luchtlekken. Kit eventuele
kieren dicht met kachelkit.
Laat de kit goed uitharden voordat u het toestel
aanmaakt, anders blaast het vocht in de kit op
en ontstaat opnieuw een lek.
Wisselstukken 325CB
09.20020.100
Pos. Artikelnr. Omschrijving Aantal
3 03.77415.000 vuurkorf
1
4 03.77513.000 binnenplaat zijkant
2
5 03.77515.000 vlamplaat
1
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
15
Bijlage: Technische gegevens
Model
325CB
(6 kW)
325CB
(4,9 kW)
Nominaal vermogen 6 kW 4,9 kW
Schoorsteenaansluiting (diameter) 125 mm 125 mm
Gewicht +/- 100 kg +/- 100 kg
Aanbevolen brandstof Hout Hout
Kenmerk brandstof, max. lengte 30 cm 30 cm
Massadebiet van rookgassen 4,1 g/s 3,4 g/s
Rookgastemperatuur gemeten in de meetsectie 274 °C 228 °C
Temperatuur gemeten aan de uitgang van het
toestel
346 °C 285 °C
Minimum trek 12 Pa 12 Pa
CO-emissie (13%O
2
) 0,09 % 0,10 %
NOx-emissie (13% O
2
) 96 mg/Nm³ 93 mg/Nm³
CnHm-emissie (13%O
2
) 123 mg/Nm³ 119 mg/Nm³
Stofemissie 13 mg/Nm³ 12 mg/Nm³
Stofemissie volgens NS3058-NS3059 4,82 gr/kg 4,82 gr/kg
Rendement 81,0 % 83,3 %
Bijlage: Afmetingen
325CB
16
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
17
325CB (GB)
Bijlage: Afstand tot brandbaar materiaal
325CB - Minimale afstanden in millimeters
 

 





















1
2
09-20008-017
1 Brandbaar materiaal
2 Onbrandbaar materiaal 100 mm
Let op! Om de toevoer van verbrandingslucht te garanderen moet, wanneer er geen buitenluchtaansluiting
is voorzien, de afstand van de aansluitkraag voor de buitenlucht tot de muur minimaal 20mm zijn. In
voorkomende gevallen kan de aansluitkraag gedemonteerd worden.
18
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
19
325CB - Afmetingen onbrandbare vloerplaat
A
B B
09-20002-004
Minimale afmetingen onbrandbare vloerplaat
A (mm) B (mm)
Din 18891 500 300
Duitsland 500 300
Finland 400 100
Noorwegen 300 100
Bijlage 4: Diagnoseschema
Probleem
Hout wil niet doorbranden
Geeft onvoldoende warmte
Rookterugslag tijdens het bijvullen
Toestel brandt te hevig, niet goed regelbaar
Aanslag op het glas
mogelijke oorzaak mogelijke oplossing
Onvoldoende trek
Een koude schoorsteen creëert vaak onvoldoende trek. Volg de
instructiesvoor het aanmaken in het hoofdstuk "Gebruik"; open een
raam.
Hout te vochtig Gebruik hout met maximaal 20% vocht.
Afmetingen hout te groot
Gebruik kleine stukjes aanmaakhout. Gebruikgekloven houtblokken
met een omtrek van maximaal 30 cm.
Stapeling hout niet correct
Stapel het hout zodanig dat er voldoende lucht tussen de
houtblokken kan stromen (losse stapeling, zie "Stoken met hout").
Werking van de schoorsteen
onvoldoende
Controleer of de schoorsteen aan de voorwaarden voldoet:
minimaal 4 meter hoog, juiste diameter, goed geïsoleerd, gladde
binnenzijde, niet te veel bochten, geen obstructies in de schoorsteen
(vogelnest, te veel roetafzetting), hermetisch dicht (geen kieren).
Uitmonding van de schoorsteen niet
correct
Voldoende hoog boven het dakvlak, geen obstructies in de
nabijheid.
Instelling van de luchtinlaten niet correct Open de luchtinlaten volledig.
Aansluiting van het toestel met de
schoorsteen niet correct
Aansluiting moet hermetisch dicht zijn.
Onderdruk in de ruimte waar het toestel
is geplaatst
Zet afzuigsystemen uit.
Onvoldoende toevoer van verse lucht
Zorg voor voldoende luchttoevoer, maak desnoods gebruik van de
buitenluchtaansluiting.
Ongunstige weersomstandig-
heden? Inversie (omgekeerde
luchtstroom in de schoorsteen door
hoge buitentemperatuur), extreme
windsnelheden
Bij inversie is gebruik van het toestel af te raden. Plaats desnoods
een trekkende kap op de schoorsteen.
Tocht in de woonkamer
Voorkom tocht in de woonkamer; plaats het toestel niet in de
nabijheid van een deur of verwarmingsluchtkanalen.
Vlammen raken het glas
Zorg dat het hout niet te dicht tegen het glas ligt. Schuif de primaire
luchtinlaat verder dicht.
Toestel lekt lucht Controleer de afdichtingen van de deur en de naden van het toestel.
20
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
21
Index
A
Aanmaakhout 20
Aanmaakvuur 10
Aansluiten
afmetingen 16
Aansluiten op buitenluchtaanvoer 9
Aansluiten op schoorsteen
aan bovenzijde 8
Aansluitkraag schoorsteenaansluiting 8
Aansteken 10
Afdichtingskoord van deur 14
Afmetingen 16
Afwerklaag, onderhoud 13
As verwijderen 12
B
Beluchting van het vuur 12
Bijvullen van brandstof 12
rookterugslag 20
Binnenplaten
vermiculite 7
Binnenplaten, vuurvaste
verwijderen 7
Brandbaar materiaal
afstand tot 18
Brandstof
benodigde hoeveelheid 12
bijvullen 11-12
geschikte 9
hout 10
ongeschikte 10
Brandveiligheid
afstand tot brandbaar materiaal 18
meubels 6
vloer 6
wanden 6
Buitenluchtaanvoer 5, 9
aansluiting op 9
C
Creosoot 12
D
Demontabele onderdelen 7
Deur
afdichtingskoord 14
openen 7
Draagvermogen van vloer 6
Drogen van hout 10
E
Email
onderhoud 13
G
Geschikte brandstof 9
Gewicht 15
Gietijzeren binnenplaten 7
Glas
aanslag 20
schoonmaken 13
H
Hout 10
bewaren 10
drogen 10
geschikte soort 10
nat 10
wil niet doorbranden 20
Houtblokken stapelen 11
K
Kachelruitenreiniger 13
Kap op de schoorsteen 5
Kieren in toestel 14
L
Lak 9
Luchtinlaten 10
Luchtlek 14
Luchtregeling 11
Luchttoevoer regelen 12
M
Mist, niet stoken 12
Muren
brandveiligheid 6
N
Naaldhout 10
Nat hout 10
Nevel, niet stoken 12
Nominaal vermogen 12, 15
O
Onderdelen, demontabele 7
Onderhoud
afdichting 14
email 13
glas schoonmaken 13
schoorsteen 12
smeren 13
toestel schoonmaken 12
vuurvaste binnenplaten 12
Ongeschikte brandstof 10
Ontassen 12
Openen
deur 7
Opslag van hout 10
P
Plaatsen
afmetingen 16
Primaire luchtinlaat 10
Problemen oplossen 12, 20
R
Rendement 15
Rook
bij eerste gebruik 9
Rookgas
massedebiet 15
temperatuur 15
Rookterugslag 4, 20
Ruiten
aanslag 20
schoonmaken 13
S
Schade 7
Schoonmaken
glas 13
toestel 12
Schoorsteen
aansluitdiameter 15
aansluiting op 9
hoogte 5
onderhoud 12
voorwaarden 4
Schoorsteenaansluiting
bovenzijde 8
Schoorsteenbrand voorkomen 12
Schoorsteenkap 5
Secundaire luchtinlaat 10
Smeren 13
Stof-emissie 15
Stoken 11
brandstof bijvullen 11-12
onvoldoende warmte 12, 20
toestel brandt te hevig 20
toestel niet goed regelbaar 20
T
Teer 12
Temperatuur 15
Trek 15
U
Uitgaan van vuur 12
V
Vegen van schoorsteen 12
Ventilatie 5
buitenluchtaanvoer aansluiten 9
vuistregel 5
Ventilatierooster 5
Verbrandingsluchtregeling 11
Vermiculite
vuurvast 7
Vermiculite binnenplaten 7
Verwijderen
as 12
vuurvaste binnenplaten 7
Vet voor smering 13
Vloeren
brandveiligheid 6
draagvermogen 6
Vloerkleed 6
Vulhoogte van toestel 11
Vuur
aanmaken 10
doven 12
Vuurvaste binnenplaten
onderhoud 12
verwijderen 7
waarschuwing 9
22
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
23
W
Waarschuwing
brandbare materialen 4
glas gebroken of gebarsten 4, 13
heet oppervlak 4
kachelruitreiniger 13
schoorsteenbrand 4, 10, 12
ventilatie 4-5
verzekeringsvoorwaarden 4
voorschriften 4
vuurvaste binnenplaten 9
Wanden
brandveiligheid 6
Warmte, onvoldoende 12, 20
Weersomstandigheden, niet stoken 12

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Inleiding 3 Conformiteitsverklaring 3 Veiligheid 4 Installatiecondities 4 Algemeen Schoorsteen Ventilatie van de ruimte Vloer en wanden Productbeschrijving Installatie Algemene voorbereiding Buitenluchtaansluiting voorbereiden Plaatsen en aansluiten Gebruik Eerste gebruik Brandstof Aanmaken Stoken met hout Regeling verbrandingslucht Doven van het vuur Ontassen Nevel en mist Eventuele problemen Onderhoud 4 4 5 6 6 7 7 9 9 9 9 9 10 11 11 12 12 12 12 12 Schoorsteen 12 Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud12 Wisselstukken 325CB 14 2 Bijlage: Technische gegevens 15 Bijlage: Afmetingen 16 Bijlage: Afstand tot brandbaar materiaal 18 Bijlage 4: Diagnoseschema 20 Index 21 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Inleiding Conformiteitsverklaring Geachte gebruiker, Met de aankoop van dit verwarmingstoestel van DOVRE heeft u gekozen voor een kwaliteitsproduct. Dit product maakt deel uit van een nieuwe generatie energiezuinige en milieuvriendelijke verwarmingstoestellen. Deze toestellen maken optimaal gebruik van zowel convectiewarmte als stralingswarmte. Uw DOVRE toestel is geproduceerd met de modernste productiemiddelen. Mocht er onverhoopt toch iets mankeren aan uw toestel, dan kunt u altijd een beroep doen op de DOVRE service. Het toestel mag niet gewijzigd worden; gebruik steeds originele onderdelen. Het toestel is bedoeld voor plaatsing in een woonruimte. Het moet hermetisch worden aangesloten op een goedwerkende schoorsteen. Notified body: 2013 Hierbij verklaart Dovre nv, Nijverheidsstraat 18 B-2381 Weelde, dat houtkachel 325CB conform EN 13240 geproduceerd wordt. Weelde 01-08-2012 Wij adviseren u het toestel te laten installeren door een bevoegd installateur. DOVRE kan niet aansprakelijk worden gesteld worden voor problemen of schade door een onjuiste installatie. Bij installatie en gebruik moeten de hierna beschreven veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen. In deze handleiding leest u hoe u het DOVRE verwarmingstoestel op een veilige manier installeert, gebruikt en onderhoudt. Als u aanvullende informatie of technische gegevens wilt of een installatieprobleem heeft, neemt u dan eerst contact op met uw leverancier. © 2012 DOVRE NV In het kader van een continue productverbetering, kunnen specificaties van het geleverde toestel afwijken van de beschrijving in deze brochure, zonder voorafgaande kennisgeving. DOVRE N.V. Nijverheidsstraat 18 Tel : +32 (0) 14 65 91 91 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden B-2381 Weelde Fax : +32 (0) 14 65 90 09 België E-mail : [email protected] 3 Veiligheid Let op! Alle veiligheidsvoorschriften moeten strikt worden nageleefd. Lees aandachtig de instructies voor installatie, gebruik en onderhoud die met het toestel zijn meegeleverd, voordat u het toestel in gebruik neemt. Het toestel moet worden geïnstalleerd overeenkomstig de wetgeving en voorschriften van uw land. Alle lokale bepalingen en de bepalingen die betrekking hebben op nationale en Europese normen moeten worden nageleefd bij het installeren van het toestel. Laat het toestel bij voorkeur installeren door een bevoegd installateur. Deze is op de hoogte van de geldende bepalingen en voorschriften. Het toestel is ontworpen voor verwarmingsdoeleinden. Alle oppervlaktes, inclusief het glas en de aansluitbuis kunnen zeer heet worden (meer dan 100°C)! Gebruik voor de bediening een 'koude hand' of een hittebestendige handschoen. Veiligheidsafstanden tot brandbaar materiaal moeten strikt worden aangehouden. Plaats geen gordijnen, kleren, wasgoed of andere brandbare materialen bovenop of in de nabijheid van het toestel. Gebruik tijdens het gebruik van uw toestel geen licht ontvlambare of explosieve stoffen in de nabijheid van het toestel. Voorkom schoorsteenbrand door regelmatig de betreffende schoorsteen te laten reinigen. Stook het toestel nooit met open deur. Bij schoorsteenbrand: sluit de luchtinlaten van het toestel en waarschuw de brandweer. Als het glas van het toestel is gebroken of gebarsten, moet dit glas worden vervangen voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt. Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte waar het toestel wordt geplaatst. Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige verbranding plaats, waardoor zich giftige gassen in de ruimte kunnen verspreiden. Zie het hoofdstuk "Installatiecondities" voor meer informatie over ventilatie. Installatiecondities Algemeen Het toestel moet worden aangesloten op een goed werkende schoorsteen. Voor de aansluitmaten: zie de bijlage "Technische gegevens". Informeer bij de brandweer en/of verzekeringsmaatschappij naar eventuele specifieke vereisten en voorschriften. Schoorsteen De schoorsteen is nodig voor: Het afvoeren van de verbrandingsgassen door natuurlijke trek. De warme lucht in de schoorsteen is lichter dan de buitenlucht en stijgt daarom. Het aanzuigen van lucht, nodig voor de verbranding van de brandstof in het toestel. Een niet goed werkende schoorsteen kan tijdens het openen van de deur rookterugslag geven. Schade ontstaan door rookterugslag is uitgesloten van garantie. Sluit niet meerdere toestellen (bijvoorbeeld ook nog een centraleverwarmingsketel) op dezelfde schoorsteen aan, tenzij lokale of nationale regelgeving hierin voorziet. Zorg in ieder geval bij twee aansluitingen dat het hoogteverschil tussen de aansluitingen minimaal 200 mm bedraagt. Vraag uw installateur om advies over de schoorsteen. Raadpleeg de Europese norm EN13384 voor een juiste berekening van de schoorsteen. De schoorsteen moet aan de volgende voorwaarden voldoen: 4 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden De schoorsteen moet gemaakt zijn van vuurvast materiaal, bij voorkeur keramiek of roestvrij staal. De schoorsteen moet luchtdicht en goed gereinigd zijn en voldoende trek garanderen. Een trek/onderdruk van 15 - 20 Pa tijdens normale belasting is ideaal. De schoorsteen moet - vertrekkend van de uitgang van het toestel - zo verticaal mogelijk lopen. Richtingsveranderingen en horizontale stukken verstoren de afvoer van verbrandingsgassen en veroorzaken mogelijk roetophoping. De binnenmaten mogen niet te groot zijn, om te voorkomen dat de verbrandingsgassen te sterk afkoelen waardoor de trek minder wordt. De schoorsteen moet bij voorkeur dezelfde diameter hebben als de aansluitkraag. Voor de nominale diameter: zie de bijlage "Technische gegevens". Als het rookkanaal goed is geïsoleerd, kan de diameter eventueel wat groter zijn (maximaal tweemaal de sectie van de aansluitkraag). De sectie (oppervlakte) van het rookkanaal moet constant zijn. Verwijdingen en (vooral) vernauwingen verstoren de afvoer van verbrandingsgassen. Bij toepassing van een regenkap/afvoerkap op de schoorsteen: let erop dat de kap niet de uitmonding van de schoorsteen vernauwt en dat de kap niet de afvoer van verbrandingsgassen belemmert. De schoorsteen moet uitmonden in een zone die niet wordt verstoord door omliggende gebouwen, vlakbijstaande bomen of andere hindernissen. Het schoorsteengedeelte buiten de woning moet geïsoleerd zijn. De schoorsteen moet minimaal 4 meter hoog zijn. Als vuistregel geldt: 60 cm boven de nok van het dak. Ventilatie van de ruimte Voor een goede verbranding heeft het toestel lucht (zuurstof) nodig. Die lucht wordt via regelbare luchtinlaten aangevoerd vanuit de ruimte waar het toestel is geplaatst. Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige verbranding plaats, waardoor zich giftige gassen in de ruimte kunnen verspreiden. Een vuistregel is dat de luchttoevoer 5,5 cm²/kW moet zijn. Extra ventilatie is nodig: Als het toestel in een ruimte staat die goed is geïsoleerd. Als er mechanische ventilatie is, bv een centraal afzuigsysteem of een afzuigkap in een open keuken. U kunt voor extra ventilatie zorgen door een ventilatierooster in de buitenmuur te laten plaatsen. Zorg dat andere luchtverbruikende apparaten (zoals een wasdroger, ander verwarmingstoestel of badkamerventilator) een eigen buitenluchtaanvoer hebben, of zijn uitgeschakeld wanneer u het toestel stookt. U kunt het toestel ook aansluiten op buitenluchtaanvoer. Hiervoor is een aansluitset meegeleverd. Extra ventilatie is dan niet nodig. Als de nok van het dak meer dan 3 meter is verwijderd van de schoorsteen: houd de maten aan die in de volgende figuur zijn aangegeven. A = het hoogste punt van het dak binnen een afstand van 3 meter. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 5 Vloer en wanden Productbeschrijving De vloer waarop het toestel wordt geplaatst, moet voldoende draagvermogen hebben. Voor het gewicht van het toestel: zie de bijlage "Technische gegevens". Bescherm een brandbare vloer door middel van een onbrandbare vloerplaat tegen warmteuitstraling. Zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal". Verwijder brandbaar materiaal zoals linoleum, tapijt, enzovoorts onder de onbrandbare vloerplaat. Zorg voor voldoende afstand tussen het toestel en brandbare materialen zoals houten wanden en meubels. Ook de aansluitbuis straalt warmte uit. Zorg voor voldoende afstand of afscherming tussen de aansluitbuis en brandbare materialen. De vuistregel voor een enkelwandige buis is een afstand van driemaal de diameter. Als een bekledingsschelp rond de buis is aangebracht, is een afstand van eenmaal de diameter toelaatbaar. Een vloerkleed moet minimaal 80 cm van het vuur verwijderd zijn. Bescherm een brandbare vloer voor de kachel met behulp van een onbrandbare vloerplaat tegen eventueel uitvallende assen. De vloerplaat moet voldoen aan nationale normen. 1. Topplaat 2. Grendelknop 3. Stookbodem 4. Deur 5. Secundaire luchtschuif 6. Poot 7. Primaire luchtschuif Voor de afmetingen van de onbrandbare vloerplaat: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal". Voor verdere eisen in verband met brandveiligheid: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal". Kenmerken van het toestel Het toestel is een volledig gietijzeren ontwerp met moderne verbrandingstechnologie. Het airwash-systeem zorgt voor langdurig schoon glas en daarmee voor optimaal zicht op het vuur. Het toestel wordt geleverd met de grendelknop gemonteerd. Omdat de grendelknop tijdens het gebruik warm wordt, is er een handschoen bijgeleverd die u kunt gebruiken als bescherming voor uw hand. Het toestel is geschikt voor een buitenluchtaansluiting. De hiervoor benodigde aansluitset is standaard op het toestel gemonteerd. Het toestel kan aan de achterkant of aan de bovenkant op de schoorsteen aangesloten worden. 6 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Installatie Algemene voorbereiding Controleer het toestel onmiddellijk bij ontvangst op (transport)schade en eventuele andere gebreken. Het toestel is aan de onderkant met schroeven op de pallet gemonteerd. Als u (transport)schade of gebreken hebt geconstateerd, neem het toestel dan niet in gebruik en stel de leverancier op de hoogte. Verwijder de demontabele onderdelen uit het toestel voordat u het toestel gaat installeren. Door demontabele onderdelen te verwijderen, kunt u het toestel gemakkelijker verplaatsen en beschadiging voorkomen. Let bij het verwijderen van demontabele onderdelen op hun oorspronkelijke positie, om ze later weer op de juiste plaats te kunnen aanbrengen. 2. Verwijder de vuurvaste binnenplaten; zie volgende figuur. a. Neem eerst vuurkorf (3) uit. b. Neem een van de twee zijplaten (4) uit het toestel. c. Verwijder nu de vlamplaat (5). d. Verwijder de tweede zijplaat (4). Vermiculite binnenplaten zijn licht van gewicht en bij levering meestal okerkleurig. Zij isoleren de verbrandingskamer zodat de verbranding beter is. 3. Sluit de deur. 1. Open de deur; zie volgende figuur. 09.20020.100 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 7 Uitneembare binnendelen 3 vuurkorf 4 binnenplaat zijkant links en rechts 5 vlamplaat Aansluiten op de achterzijde 1. Breng meegeleverd glasvezelafdichtband (2) van 10 x 3 mm aan op het contactvlak van de aansluitkraag (8). 2. Verwijder de afschermplaat uit het rugschild met behulp van een schroevendraaier; zie volgende figuur. Aansluiten op de bovenzijde Bij levering is de aansluiting op de achterkant gesloten. U hoeft dus geen afsluitdeksel op de achterkant aan te brengen. Vanwege de afstand tot de (brandbare) wand, mag de afschermplaat in het rugschild niet worden verwijderd. 3. Demonteer het afsluitdeksel (1) uit de achterwand. 1. Breng meegeleverd glasvezelafdichtband (3) van 10 x 3 mm aan op het contactvlak van de aansluitkraag (2). 4. Monteer de aansluitkraag met de bevestigingsmaterialen op de achterwand. 2. Monteer de aansluitkraag met de bevestigingsmaterialen op de topplaat. 5. Monteer het afsluitdeksel met bevestigingsbeugel (4) in de topplaat. 8 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Buitenluchtaansluiting voorbereiden Als het toestel wordt geplaatst in een ruimte die onvoldoende is geventileerd, kunt u de aansluitset voor het aanvoeren van buitenlucht op het toestel aansluiten. De luchtaanvoerbuis heeft een diameter van 100 mm. Bij toepassing van een gladde buis mag deze buis maximaal 12 meter lang zijn. Bij gebruik van hulpstukken zoals bochten moet u per hulpstuk de maximale lengte (12 meter) met 1 meter verminderen. Buitenluchtaansluiting via de wand 1. Maak een aansluitgat in de wand (raadpleeg de bijlage "Afmetingen", voor de juiste positie van het aansluitgat). 2. Sluit de luchtaanvoerbuis hermetisch af op de muur. Plaatsen en aansluiten 1. Zet het toestel op de juiste plaats, vlak en waterpas. Het toestel is uitgevoerd met stelvoetjes zodat het perfect waterpas kan worden gesteld. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 2. Sluit het toestel hermetisch aan op de schoorsteen. 3. Bij buitenluchtaansluiting: sluit de aanvoer van buitenlucht aan op de aansluitset die op het toestel is gemonteerd. 4. Plaats alle gedemonteerde onderdelen op de juiste plaats terug in het toestel. Laat het toestel nooit branden zonder de vuurvaste binnenplaten. Het toestel is nu klaar voor gebruik. Gebruik Eerste gebruik Wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt, stook het dan enkele uren flink door. Hierdoor zal de hittebestendige lak uitharden. Hierbij kan wel wat rook en geurhinder ontstaan. Zet eventueel in de ruimte waar het toestel staat de ramen en deuren even open. Brandstof Dit toestel is alleen geschikt voor het stoken van natuurlijk hout; gezaagd en gekloofd en voldoende droog. 9 Gebruik geen andere brandstoffen, want die kunnen leiden tot ernstige schade aan het toestel. De volgende brandstoffen mag u niet gebruiken omdat zij het milieu vervuilen, en omdat zij het toestel en de schoorsteen sterk vervuilen waardoor schoorsteenbrand kan ontstaan: 3. Leg een aanmaakblokje tussen de onderste laag aanmaakhoutjes en steek het aanmaakblokje aan volgens de instructies op de verpakking. Behandeld hout, zoals sloophout, geverfd hout, geïmpregneerd hout, verduurzaamd hout, multiplex en spaanplaat. Kunststof, oud papier en huishoudelijk afval. Hout Gebruik bij voorkeur hard loofhout zoals eik, beuk, berk en fruitbomenhout. Dit hout brandt langzaam met rustige vlammen. Naaldhout bevat meer hars, brandt sneller en geeft meer vonken. Gebruik gedroogd hout met een vochtpercentage van maximaal 20%. Hiervoor moet het hout minstens 2 jaar zijn gedroogd. Zaag het hout op maat en klief het als het nog vers is. Vers hout klieft gemakkelijker en gekloven hout droogt beter. Bewaar het hout onder een afdek waar de wind vrij spel heeft. Gebruik geen nat hout. Nat hout geeft geen warmte omdat alle energie gaat zitten in het verdampen van vocht. Dit geeft veel rook en roetaanslag op de deur van het toestel en in de schoorsteen. De waterdamp condenseert in het toestel en kan langs naden uit het toestel lekken en zwarte vlekken op de vloer geven. De waterdamp kan ook in de schoorsteen condenseren en creosoot vormen. Creosoot is zeer brandbaar en kan schoorsteenbrand veroorzaken. 4. Sluit de deur van het toestel en zet de primaire luchtinlaat en de secundaire luchtinlaat van het toestel open; zie volgende figuur. 5. Laat het aanmaakvuur flink doorbranden totdat het een gloeiend houtskoolbed is geworden. Hierna kunt u een volgende vulling doen en het toestel gaan regelen; zie de paragraaf "Stoken met hout". Aanmaken U kunt controleren of de schoorsteen voldoende trek heeft door boven de vlamplaat een prop krantenpapier aan te steken. Bij een koude schoorsteen is er vaak onvoldoende trek in de schoorsteen en kan er rook in de kamer komen. Door het toestel op de hier beschreven manier aan te maken, voorkomt u dit probleem. 1. Stapel twee lagen middelgrote houtblokken kruislings op elkaar. 2. Stapel bovenop de houtblokken twee lagen aanmaakhoutjes kruislings op elkaar. Open 10 Dicht Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Stoken met hout hout kan bereiken. Gebruik een compacte stapeling als u langer wilt stoken. Nadat u de instructies voor het aanmaken hebt gevolgd: 4. Sluit de deur van het toestel. 1. Open langzaam de deur van het toestel. 5. Sluit de primaire luchtinlaat en laat de secundaire luchtinlaat open staan. 2. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de stookvloer. 3. Stapel enkele houtblokken op het houtskoolbed. Losse stapeling Vul het toestel voor maximaal een derde. Regeling verbrandingslucht Het toestel heeft diverse voorzieningen voor de luchtregeling; zie volgende figuur. Bij een losse stapeling verbrandt het hout vlug omdat de zuurstof elk stuk hout gemakkelijk kan bereiken. Gebruik een losse stapeling als u kort wilt stoken. Compacte stapeling De primaire luchtschuif regelt de lucht onder het rooster (1). De secundaire luchtschuif regelt de lucht voor het glas (airwash-systeem) en de luchttoevoer via de luchtopeningen in de achterwand (2). De achterwand heeft onder de vlamplaat permanente luchtopeningen (3) die zorgen voor de naverbranding. Adviezen Stook nooit met open deur. Bij een compacte stapeling verbrandt het hout langzamer omdat de zuurstof maar enkele stukken Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Stook het toestel regelmatig flink door. 11 Als u langdurig op lage stand stookt, kan zich in de schoorsteen een afzetting vormen van teer en creosoot. Teer en creosoot zijn zeer brandbaar. Als de afzetting van deze stoffen te groot wordt, kan bij een plotselinge hoge temperatuur een schoorsteenbrand ontstaan. Door regelmatig flink doorstoken, verdwijnen eventuele afzettingen van teer en creosoot. Daarnaast kan zich bij te laag stoken teer afzetten op de ruit en deur van het toestel. Bij een milde buitentemperatuur is het dus beter om het toestel een paar uur intens te laten branden, dan lange tijd laag te stoken. Regel de luchttoevoer met de secundaire luchtinlaat. De secundaire luchtinlaat belucht niet alleen het vuur maar ook het glas, zodat het glas niet snel vervuilt. Zet de primaire luchtinlaat tijdelijk open als de luchttoevoer via de secundaire luchtinlaat onvoldoende is of als u het vuur wilt aanwakkeren. Regelmatig een kleine hoeveelheid houtblokken bijvullen is beter dan veel houtblokken tegelijk. Doven van het vuur Vul geen brandstof bij en laat de kachel gewoon uitgaan. Als een vuur wordt getemperd door de luchttoevoer te verminderen, komen schadelijke stoffen vrij. Laat daarom het vuur vanzelf uitbranden. Houd toezicht op het vuur totdat het goed is gedoofd. Als het vuur volledig is gedoofd kunnen alle luchtschuiven worden gesloten. Ontassen Na het stoken van hout blijft een relatief kleine hoeveelheid as over. Dit asbed is een goede isolator voor de stookbodem en geeft een betere verbranding. Laat daarom gerust een dun laagje as op de stookbodem liggen. De luchttoevoer door de stookbodem mag echter niet worden belemmerd en er mag zich geen as ophopen achter een gietijzeren binnenplaat. Verwijder daarom regelmatig de overtollige as. stankoverlast geven. Als het niet echt nodig is, kunt u bij nevel en mist beter niet stoken. Eventuele problemen Raadpleeg de bijlage "Diagnoseschema" om eventuele problemen bij het gebruik van het toestel op te lossen. Onderhoud Volg de onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk om het toestel in goede staat te houden. Schoorsteen In veel landen bent u wettelijk verplicht de schoorsteen te laten controleren en onderhouden. Aan het begin van het stookseizoen: laat de schoorsteen vegen door een erkend schoorsteenveger. Tijdens het stookseizoen en nadat de schoorsteen lange tijd niet is gebruikt: laat de schoorsteen controleren op roet. Na afloop van het stookseizoen: sluit de schoorsteen af met een prop krantenpapier. Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud Maak het toestel niet schoon wanneer het nog warm is. Maak de buitenkant van het toestel schoon met een droge niet pluizende doek. Na afloop van het stookseizoen kunt u de binnenkant van het toestel goed schoonmaken: Verwijder eventueel eerst de vuurvaste binnenplaten. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten. Maak eventueel de luchtaanvoerkanalen schoon. Verwijder de vlamplaat boven in het toestel en maak deze schoon. Nevel en mist Vuurvaste binnenplaten controleren Nevel en mist belemmeren de afvoer van rookgassen door de schoorsteen. Rook kan neerslaan en De vuurvaste binnenplaten zijn verbruiksonderdelen die aan slijtage onderhevig zijn. Controleer de 12 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden binnenplaten regelmatig en vervang ze indien nodig. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten. De isolerende vermiculite of chamotte binnenplaten kunnen haarscheuren gaan vertonen, maar dat heeft geen nadelig effect op hun werking. Gietijzeren binnenplaten gaan lang mee als u regelmatig as verwijdert die zich mogelijk erachter ophoopt. Als opgehoopte as achter een gietijzeren plaat niet wordt verwijderd, kan de plaat de warmte niet meer afgeven aan de omgeving en kan de plaat vervormen of scheuren. Laat het toestel nooit branden zonder de vuurvaste binnenplaten. Glas schoonmaken Goed schoongemaakt glas neemt minder snel vuil op. Ga als volgt te werk: 1. Verwijder stof en loszittend roet met een droge doek. 2. Maak het glas schoon met kachelruitenreiniger: a. Breng kachelruitenreiniger aan op een keukenspons, wrijf het gehele glasoppervlak in en laat even inwerken. b. Verwijder het vuil met een vochtige doek of keukenpapier. 3. Maak het glas nogmaals schoon met een gewoon glasreinigingsproduct. 4. Wrijf het glas schoon met een droge doek of keukenpapier. Gebruik geen schurende of bijtende producten om het glas schoon te maken. Gebruik schoonmaakhandschoenen om uw handen te beschermen. Als het glas van het toestel is gebroken of gebarsten, moet dit glas worden vervangen voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt. Voorkom dat kachelruitreiniger tussen het glas en de gietijzeren deur loopt. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Onderhoud geëmailleerde kachel Reinig het toestel nooit als het nog warm is. Het reinigen van het geëmailleerde oppervlak van de kachel kunt u het beste doen met zachte groene zeep en lauw water. Gebruik zo min mogelijk water, wrijf het oppervlak goed droog en voorkom roestvorming. Gebruik nooit staalwol of een ander schuurmiddel. Zet nooit een waterketel direct op een geëmailleerde kachel; gebruik een onderzetter en voorkom beschadigingen. Smeren Hoewel gietijzer enigszins zelfsmerend is, moet u bewegende delen toch regelmatig smeren. Smeer de bewegende delen (zoals geleidersystemen, scharnierpennen, grendels en luchtschuiven) met hittevast vet dat verkrijgbaar is bij de vakhandel. Lakbeschadigingen bijwerken Kleine lakbeschadigingen kunt u bijwerken met een spuitbus speciale hittebestendige lak die verkrijgbaar is bij uw leverancier. Het geëmailleerde oppervlak bijwerken Emailleren is een artisanaal proces dat maakt dat er kleine kleurverschillen en beschadigingen op het toestel kunnen voorkomen. De toestellen ondergaan in de fabriek een visuele controle, dat wil zeggen, de controleur kijkt op een afstand van 1 meter gedurende 10 seconden naar het oppervlak. Eventuele beschadigingen die dan niet opvallen worden als OK beschouwd. Bij het toestel is een speciale hittebestendige lak meegeleverd waarmee kleine (transport) beschadigingen kunnen worden bijgewerkt. Breng de hittebestendige lak in dunne laagjes aan en laat het goed drogen voordat het toestel in gebruik genomen wordt. Sommige kleuren email zijn gevoelig voor verandering van temperatuur. Hierdoor kan het voorkomen dat de kleur verandert tijdens het gebruik van het toestel. Als het toestel is afgekoeld keert de oorspronkelijke kleur van het email terug. 13 Afdichting controleren Controleer of het afdichtingskoord van de deur nog goed afsluit. Afdichtkoord verslijt en moet tijdig worden vervangen. Controleer het toestel op luchtlekken. Kit eventuele kieren dicht met kachelkit. Laat de kit goed uitharden voordat u het toestel aanmaakt, anders blaast het vocht in de kit op en ontstaat opnieuw een lek. Wisselstukken 325CB 09.20020.100 Pos. 3 4 5 14 Artikelnr. 03.77415.000 03.77513.000 03.77515.000 Omschrijving vuurkorf binnenplaat zijkant vlamplaat Aantal 1 2 1 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Bijlage: Technische gegevens 325CB 325CB (6 kW) (4,9 kW) Nominaal vermogen 6 kW 4,9 kW Schoorsteenaansluiting (diameter) 125 mm 125 mm Gewicht +/- 100 kg +/- 100 kg Aanbevolen brandstof Hout Hout Kenmerk brandstof, max. lengte 30 cm 30 cm Massadebiet van rookgassen 4,1 g/s 3,4 g/s Rookgastemperatuur gemeten in de meetsectie 274 °C 228 °C Temperatuur gemeten aan de uitgang van het toestel 346 °C 285 °C Minimum trek 12 Pa 12 Pa CO-emissie (13%O2) 0,09 % 0,10 % NOx-emissie (13% O2) 96 mg/Nm³ 93 mg/Nm³ CnHm-emissie (13%O2) 123 mg/Nm³ 119 mg/Nm³ Stofemissie 13 mg/Nm³ 12 mg/Nm³ Stofemissie volgens NS3058-NS3059 4,82 gr/kg 4,82 gr/kg Rendement 81,0 % 83,3 % Model Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 15 Bijlage: Afmetingen 325CB 16 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 325CB (GB) Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 17 Bijlage: Afstand tot brandbaar materiaal 325CB - Minimale afstanden in millimeters                     1 2       09-20008-017 1 Brandbaar materiaal 2 Onbrandbaar materiaal 100 mm Let op! Om de toevoer van verbrandingslucht te garanderen moet, wanneer er geen buitenluchtaansluiting is voorzien, de afstand van de aansluitkraag voor de buitenlucht tot de muur minimaal 20mm zijn. In voorkomende gevallen kan de aansluitkraag gedemonteerd worden. 18 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 325CB - Afmetingen onbrandbare vloerplaat B A B 09-20002-004 Minimale afmetingen onbrandbare vloerplaat A (mm) B (mm) Din 18891 500 300 Duitsland 500 300 Finland 400 100 Noorwegen 300 100 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 19 Bijlage 4: Diagnoseschema Probleem Hout wil niet doorbranden Geeft onvoldoende warmte Rookterugslag tijdens het bijvullen Toestel brandt te hevig, niet goed regelbaar Aanslag op het glas 20 mogelijke oorzaak mogelijke oplossing Onvoldoende trek Een koude schoorsteen creëert vaak onvoldoende trek. Volg de instructies voor het aanmaken in het hoofdstuk "Gebruik"; open een raam. Hout te vochtig Gebruik hout met maximaal 20% vocht. Afmetingen hout te groot Gebruik kleine stukjes aanmaakhout. Gebruik gekloven houtblokken met een omtrek van maximaal 30 cm. Stapeling hout niet correct Stapel het hout zodanig dat er voldoende lucht tussen de houtblokken kan stromen (losse stapeling, zie "Stoken met hout"). Werking van de schoorsteen onvoldoende Controleer of de schoorsteen aan de voorwaarden voldoet: minimaal 4 meter hoog, juiste diameter, goed geïsoleerd, gladde binnenzijde, niet te veel bochten, geen obstructies in de schoorsteen (vogelnest, te veel roetafzetting), hermetisch dicht (geen kieren). Uitmonding van de schoorsteen niet correct Voldoende hoog boven het dakvlak, geen obstructies in de nabijheid. Instelling van de luchtinlaten niet correct Open de luchtinlaten volledig. Aansluiting van het toestel met de schoorsteen niet correct Aansluiting moet hermetisch dicht zijn. Onderdruk in de ruimte waar het toestel is geplaatst Zet afzuigsystemen uit. Onvoldoende toevoer van verse lucht Zorg voor voldoende luchttoevoer, maak desnoods gebruik van de buitenluchtaansluiting. Ongunstige weersomstandigheden? Inversie (omgekeerde luchtstroom in de schoorsteen door hoge buitentemperatuur), extreme windsnelheden Bij inversie is gebruik van het toestel af te raden. Plaats desnoods een trekkende kap op de schoorsteen. Tocht in de woonkamer Voorkom tocht in de woonkamer; plaats het toestel niet in de nabijheid van een deur of verwarmingsluchtkanalen. Vlammen raken het glas Zorg dat het hout niet te dicht tegen het glas ligt. Schuif de primaire luchtinlaat verder dicht. Toestel lekt lucht Controleer de afdichtingen van de deur en de naden van het toestel. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Index Deur afdichtingskoord openen A 14 7 Draagvermogen van vloer Aanmaakhout 20 Aanmaakvuur 10 Drogen van hout 6 10 E Aansluiten afmetingen 16 Aansluiten op buitenluchtaanvoer 9 Aansluiten op schoorsteen aan bovenzijde 8 Aansluitkraag schoorsteenaansluiting 8 Aansteken 10 Afdichtingskoord van deur 14 Afmetingen 16 Afwerklaag, onderhoud 13 As verwijderen 12 Email onderhoud 13 G Geschikte brandstof 9 Gewicht 15 Gietijzeren binnenplaten 7 Glas aanslag schoonmaken 20 13 H B Beluchting van het vuur 12 Bijvullen van brandstof rookterugslag 12 20 Binnenplaten vermiculite 7 Binnenplaten, vuurvaste verwijderen Brandbaar materiaal afstand tot Brandveiligheid afstand tot brandbaar materiaal meubels vloer wanden Buitenluchtaanvoer aansluiting op Houtblokken stapelen 11 K Kachelruitenreiniger 12 11-12 9 10 10 18 6 6 6 C D 7 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 5 Kieren in toestel 14 L Lak 9 Luchtinlaten 10 Luchtlek 14 Luchtregeling 11 Luchttoevoer regelen 12 M Mist, niet stoken 12 Muren brandveiligheid 6 12 Demontabele onderdelen 13 Kap op de schoorsteen 5, 9 9 Creosoot 10 10 10 10 10 20 7 18 Brandstof benodigde hoeveelheid bijvullen geschikte hout ongeschikte Hout bewaren drogen geschikte soort nat wil niet doorbranden N Naaldhout 10 Nat hout 10 Nevel, niet stoken 12 21 Nominaal vermogen 12, 15 Schoorsteenkap O Onderdelen, demontabele 7 Onderhoud afdichting email glas schoonmaken schoorsteen smeren toestel schoonmaken vuurvaste binnenplaten 14 13 13 12 13 12 12 Ongeschikte brandstof 10 Ontassen 12 Openen deur 7 Opslag van hout 5 10 Smeren 13 Stof-emissie 15 Stoken brandstof bijvullen onvoldoende warmte toestel brandt te hevig toestel niet goed regelbaar 16 Primaire luchtinlaat 10 11 11-12 12, 20 20 20 T Teer 12 Temperatuur 15 Trek 15 U Uitgaan van vuur Plaatsen afmetingen 12 Secundaire luchtinlaat 10 P 12 V Problemen oplossen 12, 20 R Rendement 15 Rook bij eerste gebruik 9 Rookgas massedebiet temperatuur 15 15 Rookterugslag 4, 20 Ruiten aanslag schoonmaken 20 13 S Schade Schoorsteenbrand voorkomen 7 Vegen van schoorsteen 12 Ventilatie buitenluchtaanvoer aansluiten vuistregel 5 9 5 Ventilatierooster 5 Verbrandingsluchtregeling 11 Vermiculite vuurvast 7 Vermiculite binnenplaten 7 Verwijderen as vuurvaste binnenplaten 12 7 Vet voor smering 13 Vloeren brandveiligheid draagvermogen 6 6 Vloerkleed 6 Schoonmaken glas toestel Vulhoogte van toestel 11 13 12 Schoorsteen aansluitdiameter aansluiting op hoogte onderhoud voorwaarden Vuur aanmaken doven 10 12 15 9 5 12 4 Vuurvaste binnenplaten onderhoud verwijderen waarschuwing 12 7 9 Schoorsteenaansluiting bovenzijde 22 8 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden W Waarschuwing brandbare materialen glas gebroken of gebarsten heet oppervlak kachelruitreiniger schoorsteenbrand ventilatie verzekeringsvoorwaarden voorschriften vuurvaste binnenplaten Wanden brandveiligheid Warmte, onvoldoende Weersomstandigheden, niet stoken 4 4, 13 4 13 4, 10, 12 4-5 4 4 9 6 12, 20 12 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 23
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133

Dovre 325CB de handleiding

Categorie
Fornuizen
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor