Moulinex ZU500A, ZU500A10, ZU500A10CH de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Moulinex ZU500A de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Haal het apparaat uit de verpakking, zet het op een horizontaal, stevig en stabiel werkvlak en
stal alle onderdelen uit. Controleer of u al het verpakkingsmateriaal goed hebt verwijderd voor
het eerste gebruik.
Maak alle losse onderdelen schoon, spoel ze af en droog ze zorgvuldig: de duwstaaf (A), het
deksel en de vulschacht (B), de persschroef (C), de filters (D en E), het lipje voor droge residuen
(F), de kom (G), de schaal en de antilektuit (H en I), de karaffen (N) en de opvanger voor
droge residuen (Q).
Monteer het apparaat zoals op de afbeeldingen weergegeven en kies de juiste filter in functie
van de bereiding:
Sapfilter (D - kleur: oranje) met een rooster met kleine gaatjes om sap te persen.
Coulisfilter (E - kleur: framboos) met een rooster met grotere gaatjes om dikkere bereidingen te
maken zoals coulis.
OPGELET: Wees voorzichtig bij het hanteren van het lipje voor droge residuen (F).
- Zorg ervoor dat het lipje voor droge residuen goed in het compartiment op de filter wordt
geplaatst. (fig. 1).
Was het voedsel dat behandeld is zorgvuldig voor gebruik.
Maak het voedsel dat u wilt persen klaar. De meeste groenten en fruit hoeven niet geschild of
ontpit te worden. Schil enkel het voedsel met een dikke schil (citrusvruchten, meloenen,
passievruchten,...). Verwijder de harde pitten (perziken, abrikozen, mango's,...) en het hart.
Snijd het voedsel dat niet in de vulschacht past in kleinere stukken.
Zet één karaf (N) onder de sapuitgang (J) en de andere karaf (N) onder de uitgang voor droge
residuen (K) (fig. 8).
Als er pulp in het sap zit, kunt u de pulpstop (O) gebruiken. Zet de stop in de karaf onder de
BESCHRIJVING
A Duwstaaf
B Deksel en vulschacht
C Persschroef
D Sapfilter
E Coulisfilter
F Lipje voor droge residuen (niet
scheidbaar van de filter)
G Kom
H Schaal
I Antilektuit
J Sapuitgang
K Uitgang voor droge residuen
L Motorblok
M Aan/uit-schakelaar
N Karaffen
O Pulpstop
P Schoonmaakborstel
Q Opvanger voor droge residuen
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK
INGEBRUIKNAME (FIG. 1 TOT 7)
GEBRUIK
34
sapuitgang (J) (fig.9).
Druk op de aan/uit-schakelaar (M) om het apparaat aan te zetten, doe de stukken in de
vulschachten en duw het voedsel met de duwstaaf (A) naar beneden. Zorg ervoor dat de
antilektuit (I) naar beneden staat (sapdoorstroming).
Steek nooit uw vingers of andere voorwerpen in de schacht.
Gebruik het apparaat niet langer dan 20 min.
Als alle ingrediënten zijn geperst, laat u het apparaat enkele seconden draaien om een maximale
hoeveelheid sap op te vangen.
Tips voor de keuze van de ingrediënten:
- Gebruik verse groenten en vers fruit. Alle soorten fruit, groenten en aromatische kruiden kunnen
worden geperst (in combinatie met sappige ingrediënten).
- Wij raden het gebruik van sappige variëteiten aan, vooral voor appels, peren, sinaasappels,
tomaten, etc.
- Als u weinig sappig fruit (bv: bananen) en aromatische kruiden perst, dient u ook sappig fruit
of sappige groenten toe te voegen om het persen te vergemakkelijken. Eindig steeds met sappig
fruit of sappige groenten.
- Wanneer u lange kruiden perst (bv: tarwegras), moet u de kruiden eerst in stukjes van 5 cm
snijden om te voorkomen dat de kruiden rond de schroef verstrikt raken. Pers maximaal 400 g
kruiden per keer.
- Buiten het seizoen kunt u diepvriesfruit gebruiken. Laat het fruit volledig ontdooien voor
gebruik. U kunt ook fruit op siroop (lychees, perziken,...) gebruiken.
Tussen 2 bereidingen
Spoel het apparaat af zonder het uit elkaar te halen. Laat het apparaat draaien en giet water
door de vulschacht. Zorg ervoor dat er een lege karaf (N) onder de sapuitgang staat. Zodra het
sap helder wordt, kunt u verdergaan met een ander sap!
Deze tip werkt ook om het apparaat gemakkelijker te reinigen.
Na gebruik
Maak het apparaat onmiddellijk na gebruik schoon. Controleer of de stekker uit het
stopcontact is getrokken. Dompel het motorblok (L) niet onder in water. Dit onderdeel is niet
waterdicht.
Als de filters (D/E) vuil zijn, maakt u ze met zeepwater en de borstel (P) schoon.
Tip: Draai aan de schroef en de filter om en druk op de schroef om de schroef (C) uit de filter
(D/E) te halen.
SCHOONMAKEN (FIG. 10 TOT 12)
NL
35
UW APPARAAT WERKT NIET. WAT NU?
PROBLEMEN OPLOSSINGEN
Het apparaat start niet - Controleer of alle onderdelen correct zijn gemonteerd.
- Controleer of de stekker in het stopcontact zit.
- Controleer of het deksel (B) goed is vergrendeld.
Het apparaat valt tijdens het
draaien stil: het rode
controlelampje knippert
- Druk op de aan/uit-schakelaar (M) om het apparaat uit
te zetten.
- Controleer of het deksel (B) goed is vergrendeld.
- Zet het apparaat opnieuw aan. Als de beveiliging
opnieuw aanspringt, haalt u het apparaat uit elkaar,
maakt u het schoon en zet u het opnieuw aan.
- Controleer of de schroef (C) niet geblokkeerd is.
Het apparaat valt stil: het
witte controlelampje knippert
- Dit is een veiligheidsuitschakeling. Laat het apparaat
enkele minuten afkoelen, maak het schoon en druk op
de aan/uit-schakelaar (M) om het opnieuw aan te
zetten.
De ingrediënten worden niet
goed geperst
- Maak het apparaat schoon: was, spoel en droog het
deksel (B), de persschroef (C), de filter (D of E), het
lipje voor droge residuen (F), de kom (G), de schaal
(H), de antilektuit (I) en de opvanger voor droge
residuen (Q).
- Controleer of het lipje voor droge residuen (F) goed op
de filter is geplaatst (afdekking van de uitgang voor
droge residuen) en in goede staat verkeert.
Lekproblemen - Controleer of alle onderdelen correct gemonteerd zijn,
en vooral of de antilektuit (I) naar beneden staat
(sapdoorstroming).
36
/