Garmin A04281 Handleiding

Type
Handleiding
GARMIN DASH CAM LIVE
Gebruikershandleiding
© 2022 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin.
Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te
dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het
gebruik van dit product.
Garmin® en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Garmin Dash Cam,
Garmin Express, en Travelapse zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke
toestemming van Garmin.
Het woordmerk en de logo's van BLUETOOTH® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen. microSD® en
het microSD logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. WiFi® is een geregistreerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance Corporation.
M/N: A04281
Inhoudsopgave
Aan de slag...................................... 1
Overzicht van het toestel........................ 1
Een geheugenkaart installeren............... 2
De camera op uw voorruit
bevestigen............................................... 3
Het toestel aansluiten op
voertuigvoeding....................................... 4
De cameraplaatsing instellen................. 5
Het toestel handmatig inschakelen....... 5
Het toestel handmatig uitschakelen...... 5
Hoofdmenu.............................................. 6
De Garmin Drive app gebruiken.........6
Koppelen met uw smartphone............... 6
Verificatie op basis van meerdere
factoren....................................................6
Uw camera verbinden met een Wi‑Fi
netwerk.................................................... 7
Video's en foto's weergeven op uw
smartphone............................................. 7
Vault opslag............................................. 8
Een video bijsnijden en exporteren........ 9
Cameranetwerk met meerdere
camera's.................................................. 9
Camera-instellingen in de Garmin Drive
App......................................................... 10
Opnemen met de dashcam............. 11
Een video-opname opslaan.................. 11
Ongevaldetectie.................................... 11
Geluidsopname in- of uitschakelen..... 11
Een foto maken..................................... 11
Travelapse............................................. 12
LTE-functies...................................12
Parkeerbewaking............................12
De Parkeerbewaking in- of
uitschakelen.......................................... 13
Instellingen parkeerbewaking.............. 13
Uw voertuig zoeken........................ 13
Voertuig zoeken inschakelen............... 13
Video's en foto's bekijken............... 13
Niet-opgeslagen videobeelden
opslaan.................................................. 14
Een video of foto verwijderen............... 14
Video's en foto's op uw computer........14
Functies voor het waarschuwen van
de bestuurder................................. 15
Niet-geïdentificeerde waarschuwingen
voor de bestuurder inschakelen........... 15
Incidentberichten.................................. 15
Waarschuwingssysteem voor
botsingen............................................... 16
Waarschuwingssysteem voor wisselen
van rijbaan............................................. 17
Rijwaarschuwing................................... 18
Roodlichtcamera's en flitsers...............18
Spraakbesturing............................. 18
De camera bedienen met
spraakopdrachten................................. 19
Spraakbesturing in- of uitschakelen.... 19
Tips voor spraakbesturing.................... 19
Het activeringswoord wijzigen............. 19
Instellingen.................................... 20
Camera-instellingen.............................. 20
Instellingen hulpsysteem voor de
bestuurder............................................. 20
Bericht- en privacyinstellingen............. 21
Systeeminstellingen.............................. 21
Toestelinformatie........................... 21
De cameralens schoonmaken..............21
Productupdates..................................... 22
Garmin Support Center......................... 22
Informatie over regelgeving en naleving
op e-labels weergeven.......................... 22
Het toestel opnieuw opstarten............. 22
Specificaties.......................................... 23
Geheugenkaartspecificaties.................23
Appendix........................................ 23
Voedingskabel met constante
spanning................................................ 23
Kabel voor parkeermodus.................... 25
Problemen oplossen....................... 26
Inhoudsopgave i
Mijn camera voelt warm aan tijdens
gebruik................................................... 26
Mijn geheugenkaart is versleten en moet
worden vervangen................................. 27
Mijn video-opnamen zijn wazig............ 27
Mijn video-opnamen zijn schokkerig of
niet volledig........................................... 27
ii Inhoudsopgave
Aan de slag
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en
andere belangrijke informatie.
Overzicht van het toestel
Druk in om het toestel in te schakelen.
Houd 3 seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
Druk om terug te keren naar de vorige pagina.
Druk om door menu's of pagina's te bladeren.
Druk om door menu's of pagina's te bladeren.
Druk in de zoeker op om een foto en video op te slaan.
Druk in om een optie te kiezen in een menu.
Aan de slag 1
Een geheugenkaart installeren
Als u video wilt opnemen, moet u een compatibele geheugenkaart installeren (Geheugenkaartspecificaties,
pagina23) . Bij sommige toestelmodellen wordt een geheugenkaart meegeleverd.
1Plaats de geheugenkaart in de sleuf .
2Druk op de kaart totdat deze vastklikt.
De geheugenkaart formatteren
De camera vereist een geheugenkaart die is geformatteerd met het exFAT-bestandssysteem. U kunt de camera
gebruiken om uw kaart te formatteren met dit bestandssysteem.
U dient de geheugenkaart ten minste één keer per 6 maanden te formatteren om de levensduur ervan te
verlengen. U moet ook een nieuwe geheugenkaart formatteren als deze niet is geformatteerd met het exFAT-
bestandssysteem.
OPMERKING: Als u de geheugenkaart formatteert, worden alle video's, foto's en gegevens op de kaart
verwijderd.
1Sluit de camera aan op een stopcontact.
2Selecteer Instellingen > Camera > Formatteer kaart.
3Houd de camera aangesloten op een stopcontact totdat het formatteren is voltooid.
Wanneer het formatteren is voltooid, wordt er een bericht weergegeven en wordt de opname gestart.
De geheugenkaart verwijderen
LET OP
Als u de geheugenkaart verwijdert terwijl het toestel is ingeschakeld, kan dit leiden tot gegevensverlies of
beschadigingen aan het toestel.
1Schakel het toestel uit.
2Druk op de kaart tot deze vastklikt.
3Laat de kaart los.
De sleuf werpt de kaart uit.
2 Aan de slag
De camera op uw voorruit bevestigen
LET OP
De plaksteun is bedoeld voor langdurige montage en is mogelijk moeilijk te verwijderen. Bepaal van te voren
nauwkeurig waar u de steun wilt plaatsen voordat u deze bevestigt.
OPMERKING: U moet een montageplaats kiezen waar u het toestel eenvoudig van de magnetische steun kunt
verwijderen voor opslag en bediening van de camera.
U kunt de plaksteun op uw voorruit bevestigen bij een omgevingstemperatuur tussen 21° en 38°C (tussen 70° en
100°F).
1Maak de voorruit schoon met water of alcohol en een pluisvrije doek.
De voorruit moet vrij zijn van stof, was, olie of coatings.
2Verwijder de beschermende folie van de zelfklevende steun.
3Plaats de steun ter hoogte van de bevestigingsplaats.
TIP: De plaklaag is bijzonder plakkerig. Zorg dat de lijmlaag niet tegen de voorruit komt totdat de steun zich
op de juiste bevestigingsplaats bevindt.
4Druk de steun vervolgens stevig op de voorruit en houd de steun 30 seconden op de voorruit gedrukt.
Zo zorgt u ervoor dat de plaksteun voldoende contact heeft met de voorruit.
Aan de slag 3
Het toestel aansluiten op voertuigvoeding
1Steek de voertuigvoedingskabel in de USB-poort op de camera.
U kunt een van de meegeleverde kabels gebruiken om de camera van stroom te voorzien. De langere kabel
van 4 m (13 ft.) wordt aangesloten op de kabel die naar boven is gericht. De kortere kabel van 1,5 m (5 ft.)
wordt aangesloten op de kabel die naar beneden is gericht.
2Leid de voedingskabel naar de stroomvoorziening van uw voertuig.
OPMERKING: U moet de camera van stroom voorzien met de meegeleverde voedingsadapter voor in
het voertuig. Vermijd het gebruik van een USB-poort in het voertuig. Een USB-poort in het voertuig levert
mogelijk onvoldoende stroom voor een betrouwbare werking van de camera.De camera kan ook naar de
USB-massaopslagmodus gaan als u deze met de kortere kabel op een USB-poort in het voertuig aansluit.
De camera kan geen video opnemen of verbinding maken met uw smartphone als deze in de modus
USB-massaopslag staat.
De langere, lichtgewicht voedingskabel is ontworpen om omhoog te worden geleid en buiten zicht te blijven.
Als u de kabel van 4 m (13 ft.) wilt verbergen, leg deze dan achter de bekleding van het voertuig langs de
voorruit, het portierframe of het dashboard.
De kortere kabel is ontworpen om naar de voeding van uw voertuig te worden geleid.
4 Aan de slag
3Sluit het Garmin Dash Cam netsnoer aan op de meegeleverde voedingsadapter voor het voertuig.
4Sluit de voedingsadapter voor het voertuig aan op de stroomaansluiting in uw voertuig.
5Start zo nodig het voertuig om de stroomvoorziening in uw voertuig van stroom te voorzien.
De camera wordt ingeschakeld en het opnemen wordt gestart.
De cameraplaatsing instellen
U kunt het toestel aan de linker- of rechterkant of in het midden van uw voorruit plaatsen. Voor een optimale
werking of hulpfuncties voor bestuurders, dient u de optie Plaatsing van de camera in te stellen om de plaats
van uw toestel in het voertuig aan te geven.
1Selecteer > Instellingen > Hulp voor de bestuurder > Plaatsing van de camera.
2Selecteer Horizontale plaatsing en selecteer de horizontale plaatsing van de camera.
3Selecteer Voertuighoogte.
4Selecteer een optie:
Als u in een groot voertuig rijdt, zoals een busje of een vrachtwagen, selecteert u Groot.
Als u in een auto rijdt, selecteert u Normaal.
Het toestel handmatig inschakelen
OPMERKING: Als het toestel is aangesloten op een voertuigvoeding die met de contactsleutel wordt
ingeschakeld, wordt het toestel automatisch ingeschakeld als u het voertuig start.
Selecteer .
Het toestel wordt ingeschakeld.
Het toestel handmatig uitschakelen
OPMERKING: Als het toestel is aangesloten op een voertuigvoeding die met de contactsleutel wordt
uitgeschakeld, wordt het toestel automatisch uitgeschakeld als u de motor uitschakelt.
Houd de drie seconden ingedrukt.
Als het toestel is verbonden met een Wi‑Fi® netwerk of een actief LTE-abonnement, worden beschikbare
video's geüpload naar de Vault voordat het toestel wordt uitgeschakeld.
Als uw toestel is aangesloten op een externe voedingsbron, wordt de functie Parkeerbewaking na vijf seconden
ingeschakeld. Indien nodig kunt u de instructies op het scherm volgen om het toestel uit te schakelen voordat
het de functie Parkeerbewaking inschakelt.
Aan de slag 5
Hoofdmenu
Druk in de zoeker op of om door het hoofdmenu te bladeren en druk op om een menu-item te openen.
Galerie: Hiermee kunt u opgenomen video's en foto's bekijken en beheren (Video's en foto's bekijken,
pagina13).
Travelapse: Hiermee kunt u Travelapse opnamen starten en stoppen (Travelapse, pagina12).
Spraakbesturing: Hiermee kunt u de spraakbedieningsfuncties ( (Spraakbesturing, pagina18).
Parkeerbewaking: Hiermee kunt u parkeeropnamefuncties inschakelen en beheren (Parkeerbewaking,
pagina12).
Garmin Drive app: Hiermee kunt u uw camera koppelen met uw smartphone en de Garmin Drive app (Koppelen
met uw smartphone, pagina6).
Instellingen: Hiermee kunt u camerafuncties instellen, systeeminstellingen wijzigen en systeeminformatie
weergeven (Instellingen, pagina20).
De Garmin Drive app gebruiken
Koppelen met uw smartphone
U kunt uw Garmin Dash Cam camera koppelen met uw smartphone en de Garmin Drive app. Met de Garmin
Drive app kunt u een netwerk met meerdere camera's instellen, camera-instellingen wijzigen en foto's en video's
bekijken, bewerken en opslaan. U kunt ook beelden uploaden, beheren en delen op een beveiligde, online
opslagschijf via de Vault, en een LTE-abonnement aanschaffen om de connected functies van uw camera te
gebruiken wanneer deze zich buiten een Wi‑Fi netwerk bevindt.
1U kunt de Garmin Drive app via de app store op uw telefoon downloaden en installeren.
2Schakel uw Garmin Dash Cam camera in en plaats het toestel en uw smartphone binnen 3 m (10 ft.) van
elkaar.
3Open de Garmin Drive app op uw telefoon.
4Selecteer een optie:
Accepteer de Garmin Drive app-licentieovereenkomsten als dit het eerste Garmin® toestel is dat u met uw
smartphone koppelt.
Als u een extra Garmin toestel of camera aan uw smartphone koppelt, selecteert u Voeg een ander toestel
toe.
5Volg de instructies op het scherm om de koppeling en het installatieproces te voltooien.
Het hoofdscherm van het app dashboard verschijnt. Als de toestellen zijn gekoppeld, maken ze automatisch
verbinding met elkaar als ze worden ingeschakeld en binnen bereik zijn.
Verificatie op basis van meerdere factoren
De functie voor verificatie op basis van meerdere factoren gebruikt een tweede factor om uw identiteit te
verifiëren wanneer u zich aanmeldt bij uw Garmin Drive account, zoals uw telefoon of e-mail.
OPMERKING: U moet verificatie op basis van meerdere factoren inschakelen in uw Garmin account om deze
functie te kunnen gebruiken.
6 De Garmin Drive app gebruiken
Uw camera verbinden met een WiFi netwerk
Als u de camera wilt bedienen via een bestaand Wi‑Fi netwerk, moet het netwerk zodanig zijn ingesteld dat
aangesloten toestellen elkaar kunnen zien en met elkaar kunnen communiceren.
Met de Garmin Drive app kunt u de camera verbinden met een Wi‑Fi netwerk. Dit kan een mobiele hotspot, een
thuisnetwerk of een bedrijfsnetwerk zijn.
Wanneer uw camera is verbonden met een Wi‑Fi netwerk, uploadt deze automatisch video's met volledige
resolutie naar de Vault wanneer er een incident wordt gedetecteerd. U kunt ook op afstand verbinding maken
met uw camera via de Garmin Drive app om een live videofeed te bekijken (De live-beelden van de camera
bekijken, pagina7).
1Koppel de camera met de Garmin Drive app (Koppelen met uw smartphone, pagina6).
2Selecteer in de Garmin Drive app, selecteer uw cameranaam en selecteer WiFi-verbindingen.
Er verschijnt een lijst met Wi‑Fi toegangspunten in de buurt.
3Selecteer uw Wi‑Fi netwerk en voer het netwerkwachtwoord in.
De camera maakt verbinding met het Wi‑Fi netwerk.
De camera slaat de netwerkgegevens op en maakt de volgende keer als de camera wordt ingeschakeld en zich
binnen bereik van het netwerk bevindt, automatisch verbinding.
Video's en foto's weergeven op uw smartphone
Voordat u video's en foto's op uw smartphone kunt bekijken, moet u uw Garmin Dash Cam toestel koppelen met
de Garmin Drive app (Koppelen met uw smartphone, pagina6).
OPMERKING: Het toestel stopt met opnemen en geeft geen waarschuwingen als u video's of foto's bekijkt.
1Selecteer in de Garmin Drive app op uw smartphone, Video's en foto's.
2Selecteer een optie:
Als u een opgeslagen foto of video wilt bekijken, selecteert u een bestand in de categorie Opgeslagen.
Als u recente videobeelden wilt bekijken die niet zijn opgeslagen, selecteert u een video in de categorie
Tijdelijk.
De live-beelden van de camera bekijken
Voordat u de Live View camerafeed kunt bekijken, moet uw camera verbinding maken met een Wi‑Fi netwerk
(Uw camera verbinden met een Wi‑Fi netwerk, pagina7) of een actief LTE-abonnement hebben.
U kunt uw camera ook aansluiten op een constante voedingsbron van 12 V (Voedingskabel met constante
spanning, pagina23).
U kunt de live-beelden van de bekijken met de functie Live View -bewaking in de Garmin Drive app.
1Selecteer in de Garmin Drive app op uw smartphone Live View.
De app zoekt naar beschikbare camera's.
2Selecteer, indien nodig, uw camera in de lijst met beschikbare toestellen.
De live-beelden worden weergegeven.
Een video of foto verwijderen met uw smartphone
1Wanneer u de lijst met opgeslagen video's of foto's op uw smartphone bekijkt, selecteert u Selecteer.
2Selecteer een of meer bestanden.
3Selecteer .
De Garmin Drive app gebruiken 7
Vault opslag
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle landen.
U kunt beelden van dashcamera's uploaden, beheren en delen op een veilige, online opslagschijf met behulp
van de Vault. De dashboardcamera uploadt opgeslagen video's automatisch naar de Vault wanneer deze is
verbonden met een Wi‑Fi netwerk of een actief LTE-abonnement.
U kunt video's tot 24 uur in de Vault opslaan met uw Garmin Drive account. Er is geen maximum aan de
hoeveelheid gegevens die u kunt opslaan. U kunt een optioneel Vault -abonnement aanschaffen via de Garmin
Drive app op uw smartphone om uw opslagtijd te verlengen.
OPMERKING: Uw dashboardcamera moet zijn verbonden met een Wi‑Fi netwerk of een actief LTE-abonnement
om deze functie te kunnen gebruiken.
Uw Vault -abonnement upgraden
U kunt een optioneel Vault abonnement aanschaffen om uw opslagtijd te verlengen en de LTE-functies op uw
camera te gebruiken.
1Garmin Drive Selecteer in de app op uw smartphone > Vault-toegang > Meer tijd nodig?.
2Volg de instructies op het scherm.
Een video delen
U kunt een beveiligde link naar een video van de dashboardcamera delen vanuit de Vault.
1Selecteer in de Garmin Drive app op uw smartphone Vault.
2Selecteer een video en selecteer Een beveiligde link verzenden.
3Volg de instructies op het scherm.
Een gedeelde videolink uitschakelen
U kunt een link naar een video uitschakelen die u eerder hebt gedeeld vanuit de Vault. Wanneer u een
gedeelde videolink uitschakelt, wordt de video ingesteld op privé en worden de gedeelde link en het wachtwoord
uitgeschakeld.
1Selecteer in de Garmin Drive app op uw smartphone Vault.
2Selecteer een video en selecteer Schakel link uit > Doorgaan.
Een video verwijderen van de Vault
1Selecteer Vault in de Garmin Drive app op uw smartphone.
2Selecteer een video en vervolgens Verwijder uit {0} > Doorgaan.
8 De Garmin Drive app gebruiken
Een video bijsnijden en exporteren
U kunt de lengte van uw video bijsnijden om onnodig beeldmateriaal te verwijderen voordat u het exporteert
naar de opslagruimte op uw Vault.
OPMERKING: Video's die zijn opgeslagen in de Vault kunnen niet worden bijgesneden.
1Sleep tijdens het bekijken van een video de handgrepen voor het bijsnijden op de voortgangsbalk van de
video naar links of rechts om de videolengte bij te snijden.
2Schakel het selectievakje Inclusief audio in om de opgenomen audio op te nemen (optioneel).
3Selecteer of selecteer Exporteer.
OPMERKING: U moet de app op de voorgrond houden wanneer u een video exporteert.
De app exporteert de bijgesneden video naar de Vault en slaat de video op uw smartphone op.
4Nadat het exporteren van de video is voltooid, selecteert u een optie (optioneel):
Als u de video van de geheugenkaart van de camera wilt verwijderen, selecteert u Verwijder van camera.
Als u wilt terugkeren naar de galerij, selecteert u of OK.
Cameranetwerk met meerdere camera's
U kunt ook meerdere dashboardcamera's in hetzelfde voertuig installeren, zoals camera's voor en achter, en
beeld-in-beeld composietvideo's maken van de gelijktijdige opnamen. U kunt meerdere dashboardcamera's
koppelen met de Garmin Drive app. Als een camera met GPS deel uitmaakt van het netwerk, kunt u locatie-
informatie toevoegen aan opgeslagen video's voor alle camera's op het netwerk.
Picture-in-Picture video's maken met meerdere camera's
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u ten minste twee camera's aan de Garmin Drive app koppelen en
beelden met beide camera's opnemen.
Met de Garmin Drive app kunt u samengestelde video's met beeld-in-beeld maken van beeldmateriaal dat
tegelijkertijd op twee camera's is opgenomen.
1Selecteer in de Garmin Drive app Video's en foto's.
2Selecteer een video met meerdere camera's.
Video's met meerdere camera's worden aangegeven door meerdere camerapictogrammen op
de videominiatuur. De app combineert automatisch video's die tegelijkertijd zijn opgenomen in één
videopictogram met meerdere camera's.
3Selecteer en om het camerabeeldmateriaal te kiezen dat u wilt gebruiken voor het volledige scherm van
de video.
4Sleep de grepen op de voortgangsbalk naar links of rechts om de videolengte bij te snijden.
5Selecteer Doorgaan.
6Selecteer en om het camerabeeldmateriaal te kiezen dat u wilt gebruiken voor het beeld-in-beeld-
gedeelte van de video.
7Selecteer de hoek van het scherm waarin u de beeld-in-beeld-opnamen wilt weergeven en selecteer
Exporteer.
OPMERKING: U moet de app op de voorgrond houden wanneer u een video exporteert.
De app exporteert de picture-in-picture-video naar uw smartphone.
De Garmin Drive app gebruiken 9
Camera-instellingen in de Garmin Drive App
Selecteer in de Garmin Drive app en de cameranaam.
Gegevensprojectie: Hiermee past u aan welke gegevens worden weergegeven op uw video's en foto's.
Belichtingswaarde: Hiermee past u het belichtingsniveau in video's en foto's aan.
Ongevaldetectie: Pas het gevoeligheidsniveau voor ongevaldetectie aan.
Resolutie: Hiermee past u de videoresolutie aan.
Travelapse: Hiermee schakelt uTravelapse de functie (Travelapse, pagina12).
Niet-opgeslagen video's: Bepaalt wanneer het toestel niet-opgeslagen videobeelden verwijdert. Wanneer de
optie Verwijder indien vol is geselecteerd, verwijdert het toestel de oudste niet-opgeslagen videobeelden
wanneer de geheugenkaartopslag vol is. Wanneer de optie Verwijder direct is geselecteerd, verwijdert
het toestel steeds opgeslagen videobeelden die meer dan drie minuten oud zijn en verwijdert het alle
niet-opgeslagen videobeelden als het toestel wordt uitgeschakeld. Dit is nuttig voor bescherming van
gegevensprivacy. Wanneer de optie Verwijder direct is geselecteerd, kunt u geen Travelapse video's
opnemen.
Camera instellen: Biedt opties voor het kiezen van een cameranaam en het weergeven van live videobeelden,
zodat u de positie van de camera kunt aanpassen.
WiFi-verbindingen: Geeft de status van de draadloze netwerkverbinding weer.
Vault-opslag: Biedt opties voor beschikbare Vault -abonnementen.
Zoek voertuig: Slaat de laatst bekende locatie van uw voertuig op in de Garmin Drive app.
Flitspalen: Hiermee stelt u de frequentie in waarmee de Garmin Drive controleert op locatie-updates van de
flitspalen.
Niet-geïdentificeerde waarschuwingen voor de bestuurder: Waarschuwt u wanneer uw voertuig beweegt
zonder dat uw telefoon in de buurt is.
Incidentberichten: Waarschuwt uw contactpersonen voor noodgevallen als er een incident wordt gedetecteerd.
Parkeerbewaking: Schakelt de parkeerbewaking in en past de opname-instellingen van de parkeerbewaking
aan.
Waarschuwingsvolume: Hiermee past u het volume voor camerameldingen aan.
Taal voor tekst: Hiermee stelt u de taal in voor het toestel.
Eenheden en tijd: Hiermee past u de instellingen aan voor de datum- en tijdnotatie.
Spraakopdrachten: Hiermee schakelt u spraakopdrachten in en stelt u de taal voor spraakopdrachten in.
Activeringswoord: Hiermee kunt u het activeringswoord voor spraakbediening wijzigen.
Over toestel: Geeft de versie van de camerasoftware en de toestel-ID weer.
Controleren op updates: Controleert het toestel op software-updates.
Formatteer SD kaart: Hiermee wordt de geheugenkaart geformatteerd en worden alle video's, foto's en
gegevens op de kaart verwijderd.
Herstel standaarden: Hiermee herstelt u de fabrieksinstellingen van het toestel en maakt u de koppeling van het
toestel met de Garmin Drive app ongedaan.
Help: Hiermee opent u de productondersteuningspagina voor het toestel.
Vergeet toestel: Koppel het toestel los van de Garmin Drive app.
De naam van een camera wijzigen
U kunt de naam van uw camera wijzigen om deze te onderscheiden van andere camera's in een netwerk met
meerdere camera's.
1Selecteer .
2Selecteer een camera.
3Selecteer Camera instellen.
4Selecteer een cameranaam in het veld Cameranaam.
TIP: U kunt Aangepast selecteren om een aangepaste cameranaam in te voeren.
10 De Garmin Drive app gebruiken
Opnemen met de dashcam
LET OP
In sommige rechtsgebieden is het opnemen van audio en video of het maken van foto's verboden of
gereguleerd. Jurisdicties kunnen vereisen dat alle partijen kennis hebben van de opname en toestemming geven
voordat u audio en video opneemt of foto's maakt. Het is uw verantwoordelijkheid op de hoogte te zijn van en te
handelen in overeenstemming met alle toepasselijke wetten en regels en andere restricties in uw rechtsgebied.
De dashcam slaat video's op de geheugenkaart van de camera op (Een geheugenkaart installeren, pagina2).
Het toestel start standaard automatisch met de opname wanneer het wordt ingeschakeld en blijft opnemen
totdat het weer wordt uitgeschakeld. Als de geheugenkaart vol is, verwijdert het toestel automatisch de oudste
niet-opgeslagen video om ruimte te creëren voor nieuwe video.
Wanneer de optie Promptly Delete is geselecteerd, verwijdert het toestel steeds opgeslagen videobeelden
die meer dan drie minuten oud zijn en verwijdert het alle niet-opgeslagen videobeelden als het toestel wordt
uitgeschakeld. U kunt deze functie inschakelen of uitschakelen in de camera-instellingen (Camera-instellingen,
pagina20).
U kunt de opgenomen videobeelden opslaan om te voorkomen dat deze worden overschreven of verwijderd
(Niet-opgeslagen videobeelden opslaan, pagina14).
Een video-opname opslaan
Het toestel gebruikt standaard een sensor om een mogelijk ongeval te detecteren en videobeelden van 15
seconden vóór en na het gedetecteerde ongeval automatisch op te slaan. U kunt videobestanden ook op elk
gewenst moment handmatig opslaan.
TIP: U kunt videobestanden ook opslaan met behulp van spraakopdrachten (Spraakbesturing, pagina18).
Druk op .
Het toestel slaat videobeelden van vóór, tijdens en na het drukken op .
De geheugenkaart heeft beperkte opslagruimte. Nadat u een video-opname hebt opgeslagen, moet u de
opname overbrengen naar uw computer (Video's en foto's op uw computer, pagina14) of naar uw smartphone
(Een video bijsnijden en exporteren, pagina9).
Ongevaldetectie
Het toestel gebruikt standaard een sensor om mogelijke ongevallen te detecteren en videobeelden 15 seconden
vóór en na het gedetecteerde ongeval automatisch op te slaan. De video wordt voorzien van een stempel met de
tijd, datum en locatie van de gebeurtenis.
Geluidsopname in- of uitschakelen
LET OP
In sommige rechtsgebieden is het opnemen van audio in de auto mogelijk verboden of moeten alle passagiers
kennis hebben van de opname en toestemming geven voordat u audio opneemt in de auto. Het is uw
verantwoordelijkheid om alle wetten en beperkingen op te volgen die van toepassing zijn in uw rechtsgebied.
Het toestel kan via de ingebouwde microfoon geluid opnemen tijdens een video-opname. U kunt het opnemen
van geluid op elk gewenst moment in- of uitschakelen.
TIP: U kunt audio-opname ook in- of uitschakelen met behulp van spraakopdrachten (Spraakbesturing,
pagina18).
Selecteer Instellingen > Camera > Geluidsopname.
Een foto maken
TIP: U kunt ook een foto maken met behulp van spraakopdrachten (Spraakbesturing, pagina18).
Druk in de zoeker op .
Het toestel maakt een foto en slaat deze op de geheugenkaart op.
Opnemen met de dashcam 11
Travelapse
De functie Travelapse legt een snel bewegende video van uw reis vast, waarmee u een korte video kunt delen
van alle plaatsen waar u geweest bent. Als u Travelapse opneemt, wordt de dashcam-opname niet gestopt.
OPMERKING: Travelapse opname is niet beschikbaar wanneer de optie om niet-opgeslagen video direct te
verwijderen is ingeschakeld (Camera-instellingen, pagina20)
Een Travelapse video opnemen
U kunt de Travelapse opname op elk gewenst moment handmatig starten en stoppen met behulp van het
hoofdmenu of de spraakopdrachten.
OPMERKING: Het toestel blijft regelmatig dashcambeelden opnemen terwijl u een Travelapse video opneemt.
Selecteer een optie om een Travelapse video op te nemen:
Selecteer in het hoofdmenu Travelapse > Begin.
Zeg OK, Garmin, Start Travelapse.
Selecteer een optie om de Travelapse opname te stoppen:
Selecteer in het hoofdmenu Travelapse > Stop.
Zeg OK, Garmin, Stop Travelapse.
LTE-functies
WAARSCHUWING
Lees of verstuur geen meldingen tijdens het rijden, omdat dit kan leiden tot afleiding wat weer kan leiden tot een
ongeval met ernstig persoonlijk letsel of de dood tot gevolg.
VOORZICHTIG
De LTE connected-functies op dit toestel zijn aanvullende functies en dienen niet te worden gebruikt als
primaire methode om uw voertuig te bewaken. De functionaliteit, betrouwbaarheid en tijdigheid van berichten en
meldingen zijn afhankelijk van een aantal factoren waarop de Garmin, geen invloed heeft, waaronder, maar niet
beperkt tot, mobiele verbinding, ontvangst en toestelvoeding.
U kunt een optioneel LTE-abonnement aanschaffen via de Garmin Drive app op uw smartphone. U kunt een
actief LTE-abonnement gebruiken om de connected functies van uw camera te gebruiken wanneer deze zich
buiten een Wi‑Fi netwerk bevindt.
Live View: Hiermee kunt u een live feed van uw camera bekijken met de Garmin Drive app op uw smartphone
(De live-beelden van de camera bekijken, pagina7)).
Zoek voertuig: Slaat de laatst bekende locatie van uw voertuig op in de Garmin Drive app (Uw voertuig zoeken,
pagina13).
Niet-geïdentificeerde waarschuwingen voor de bestuurder: Waarschuwt u als uw voertuig is verplaatst zonder
dat uw smartphone in de buurt is (Niet-geïdentificeerde waarschuwingen voor de bestuurder inschakelen,
pagina15).
Incidentberichten: Waarschuwt uw contactpersonen voor noodgevallen als er een incident wordt gedetecteerd
(Incidentberichten, pagina15).
Parkeerbewaking: Hiermee kan de camera automatisch video opnemen terwijl uw voertuig is geparkeerd en een
video opslaan in de Vault (Parkeerbewaking, pagina12).
Parkeerbewaking
Met de functie Parkeerbewaking kunt u de camera automatisch video laten opnemen terwijl uw voertuig
geparkeerd staat. Wanneer u uw voertuig uitschakelt, schakelt de camera automatisch over naar de modus
voor parkeeropnames. De camera neemt automatisch video op wanneer er een incident wordt gedetecteerd
en stuurt een melding naar uw smartphone wanneer de camera is verbonden met een Wi‑Fi netwerk of een
actief LTE-abonnement. U kunt de instellingen van de Parkeerbewaking beheren via de Garmin Drive app op uw
smartphone.
12 LTE-functies
De Parkeerbewaking in- of uitschakelen
Selecteer een optie:
Om de functies van de Parkeerbewaking in te schakelen, selecteert u > Parkeerbewaking > Schakel in.
Als u de functies van de Parkeerwacht wilt uitschakelen, selecteert u > Parkeerbewaking > Instellingen
> Schakel in.
Instellingen parkeerbewaking
Selecteer > Parkeerbewaking > Instellingen.
Schakel in: Hiermee schakelt u de functie Parkeerbewaking in of uit.
Automatisch starten: Hiermee stelt u in hoe lang het voertuig stil moet blijven staan voordat de camera de
functie Parkeerbewaking inschakelt.
Impactgevoeligheid: Hiermee past u het gevoeligheidsniveau voor ongevaldetectie aan terwijl de functie
Parkeerbewaking actief is.
Bewakingstijd: Hiermee stelt u in hoe lang de functie Parkeerbewaking actief blijft voordat deze wordt
uitgeschakeld.
Uitvoeren via accu: Hiermee stelt u de functie Parkeerbeveiliging in om de batterij van de camera te gebruiken
als er geen externe voedingsbron is aangesloten.
OPMERKING: Als u de camera aanraakt terwijl de instelling Uitvoeren via accu is ingeschakeld, wordt deze
mogelijk onverwacht ingeschakeld wanneer er beweging wordt gedetecteerd.
Opnemen vóór incident: Hiermee stelt u in dat het toestel 15 seconden voordat incidenten worden
gedetecteerd, begint met op te nemen. U moet uw camera aansluiten op een externe voedingsbron om
deze optie te kunnen gebruiken.
Uw voertuig zoeken
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u Voertuig zoeken inschakelen in de Garmin Drive app.
Met uw toestemming kan uw Garmin Dash Cam de laatst bekende locatie van uw voertuig veilig opslaan en
coderen. Dit kan handig zijn als u vergeet waar u hebt geparkeerd of uw voertuig of toestel kwijtraakt.
Selecteer vanuit de Garmin Drive app op uw smartphone, Zoek voertuig.
Voertuig zoeken inschakelen
1Selecteer vanuit de Garmin Drive app op uw smartphone, , en selecteer de cameranaam.
2Selecteer Zoek voertuig > Ik ga akkoord.
Video's en foto's bekijken
OPMERKING: Het toestel stopt met opnemen en geeft geen waarschuwingen als u video's of foto's bekijkt.
1Selecteer > Galerie.
2Selecteer een optie:
OPMERKING: Niet-opgeslagen video's en Travelapse video's zijn niet beschikbaar als de optie om direct
niet-opgelagen video's te verwijderen is ingeschakeld (Camera-instellingen, pagina20).
Als u opgeslagen video's wilt bekijken, selecteert u Opgeslagen video's.
Als u opgeslagen parkeervideo's wilt bekijken, selecteert u Parkeervideo's.
Als u opgeslagen foto's wilt bekijken, selecteert u Foto's.
Als u Travelapse video's wilt bekijken, selecteert u Travelapse.
Als u recente videobeelden die nog niet zijn opgeslagen wilt bekijken, selecteert u Niet-opgeslagen
video's.
3Selecteer een video of foto.
Uw voertuig zoeken 13
Niet-opgeslagen videobeelden opslaan
U kunt uw niet-opgeslagen tijdelijke beelden bekijken in de galerij en videoclips van het niet-opgeslagen
beeldmateriaal opslaan. Deze functie is niet beschikbaar wanneer de optie om niet-opgeslagen video direct
te verwijderen is ingeschakeld (Camera-instellingen, pagina20).
1Selecteer > Galerie > Niet-opgeslagen video's.
2Selecteer een datum en tijd.
De niet-opgeslagen video voor die periode wordt afgespeeld.
3Houd of ingedrukt om vooruit of achteruit door de video te bladeren.
Terwijl u de knop ingedrukt houdt, verhoogt het toestel de snelheid waarmee het door de video beweegt. De
tijdstempel wordt linksonder in de video weergegeven.
4Als u de videobeelden hebt gevonden die u wilt opslaan, drukt u op > Sla op.
Het toestel slaat een videoclip van 30 seconden op met 15 seconden voor en 15 seconden na het
geselecteerde opslagpunt.
Een video of foto verwijderen
Selecteer tijdens het bekijken van een video > Wis > Ja.
Selecteer tijdens het bekijken van een foto > Ja.
Video's en foto's op uw computer
OPMERKING: Sommige mediaspelers kunnen mogelijk geen media met hoge resolutie afspelen.
Video's en foto's worden opgeslagen in de map DCIM op de geheugenkaart van de camera. Video's worden
opgeslagen in de indeling MP4 HEVC (H.265) en foto's in de indeling JPG. U kunt foto's en video's bekijken en
verplaatsen door de geheugenkaart of het toestel aan te sluiten op uw computer (De camera aansluiten op uw
computer, pagina14). Ga naar garmin.com/dashcamvideos voor meer informatie.
De video's en foto's zijn in verschillende mappen ingedeeld.
OPMERKING: Niet-opgeslagen video's en Travelapse video's zijn niet beschikbaar als de optie om direct niet-
opgelagen video's te verwijderen is ingeschakeld (Camera-instellingen, pagina20).
100EVENT: Bevat video's die automatisch worden opgeslagen als het toestel een incident detecteert.
101PHOTO: Bevat foto's.
102SAVED: Bevat video's die handmatig zijn bewaard door de gebruiker.
103PARKM: Bevat video's die zijn opgeslagen tijdens het parkeren.
104TLPSE: Bevat Travelapse video's.
105UNSVD: Bevat niet-opgeslagen videobeelden. Het toestel overschrijft de oudste niet-opgeslagen video
wanneer de opslagruimte voor niet-opgeslagen video's vol zit.
De camera aansluiten op uw computer
U kunt de camera aansluiten op uw computer om software-updates te installeren of video's en foto's over te
brengen naar uw computer. Sluit de micro-USB-kabel van 1,5 m (5 ft.) die bij uw toestel is geleverd, aan op uw
computer.
OPMERKING: Het langere netsnoer dat bij uw toestel wordt geleverd, is alleen bedoeld voor voeding en kan niet
worden gebruikt om het toestel op uw computer aan te sluiten.
1Steek het smalle uiteinde van de gegevenskabel in de micro-USB-poort op de camera.
2Steek het bredere uiteinde van de gegevenskabel in een USB-poort op uw computer.
Het toestel wordt op uw computer weergegeven als verwisselbaar station of verwisselbaar volume, dit is
afhankelijk van het besturingssysteem.
14 Video's en foto's bekijken
Functies voor het waarschuwen van de bestuurder
Uw toestel is voorzien van functies die veiliger rijgedrag kunnen bevorderen, ook als u in een bekende omgeving
rijdt. Het toestel waarschuwt met een geluidssignaal of bericht en geeft bij elke waarschuwing informatie weer.
U kunt het geluidssignaal voor sommige bestuurderswaarschuwingen in- of uitschakelen.
Waarschuwing voor kop-staartbotsingen: Het toestel waarschuwt u als het detecteert dat u geen veilige
afstand bewaart tussen uw voertuig en het voor u rijdende voertuig.
Waarschuwing bij rijbaan wisselen: Het toestel waarschuwt u als het detecteert dat u dat u mogelijk per
ongeluk een rijbaanmarkering overschrijdt.
Rijwaarschuwing: Het toestel geeft een geluidssignaal en toont een melding wanneer verkeer dat is gestopt,
weer gaat rijden.
Flitsers: Het toestel speelt een toon af en geeft de maximumsnelheid en de afstand tot de snelheidscamera
weer.
Roodlichtcamera's: Het toestel speelt een toon af en geeft de afstand tot de camera met rood licht weer.
Niet-geïdentificeerde waarschuwingen voor de bestuurder inschakelen
Uw Garmin Dash Cam rijrecorder kan een melding naar uw smartphone verzenden als uw voertuig beweegt
zonder dat uw smartphone in de buurt is.
VOORZICHTIG
Als u deze functie wilt gebruiken, moet uw camera een actief LTE-abonnement hebben. Deze functie is een
aanvullende functie en dient niet als primaire methode voor het bewaken of beveiligen van uw voertuig te
worden gebruikt.
1Selecteer vanuit de Garmin Drive app op uw smartphone, , en selecteer de cameranaam.
2Selecteer Niet-geïdentificeerde waarschuwingen voor de bestuurder.
Incidentberichten
WAARSCHUWING
Met dit toestel kunt u uw locatie naar een contact voor noodgevallen sturen. Dit is een aanvullende functie en
dient niet te worden beschouwd als primaire methode voor het verkrijgen van hulp bij ongelukken. De Garmin
Drive app neemt geen contact op met hulpdiensten namens u.
VOORZICHTIG
Als u deze functie wilt gebruiken, moet uw camera zijn verbonden met een actief LTE-abonnement, moet
u contactpersonen voor noodgevallen invoeren in de Garmin Drive app op uw smartphone, en moet u
Ongevaldetectie inschakelen op de Garmin Drive app op uw smartphone. Deze functie is een aanvullende
functie en dient niet als primaire methode voor het bewaken of beveiligen van uw voertuig te worden gebruikt.
Uw Garmin Dash Cam rijrecorder maakt gebruik van ingebouwde sensoren om een mogelijk voertuigincident te
detecteren en stuurt een automatisch tekstbericht naar uw contactpersonen voor noodgevallen. Dit kan handig
zijn als u in een noodsituatie niet kunt bellen of een bericht kunt verzenden.
Ongevalberichten inschakelen
1Selecteer vanuit de Garmin Drive app op uw smartphone, , en selecteer de cameranaam.
2Selecteer Incidentberichten.
Een contactpersoon voor noodgevallen toevoegen
1Selecteer vanuit de Garmin Drive app op uw smartphone, > Nooddienst > Voeg contact voor
noodgevallen toe.
2Volg de instructies op het scherm.
Functies voor het waarschuwen van de bestuurder 15
Waarschuwingssysteem voor botsingen
WAARSCHUWING
De FCWS-functie (waarschuwingssysteem voor botsingen) dient alleen ter informatie en u bent te allen tijde zelf
verantwoordelijk voor het in de gaten houden van de weg- en rijomstandigheden, opvolgen van verkeersregels
en veilige deelname aan het verkeer. Het FCWS-systeem gebruikt de camera om een hoorbare waarschuwing te
geven bij naderende voertuigen en biedt daarom bij beperkt zicht mogelijk een beperkte functionaliteit. Ga voor
meer informatie naar garmin.com/warnings.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar in alle gebieden of voor alle toestelmodellen.
Het waarschuwingssysteem voor kop-staartbotsingen waarschuwt u als het toestel detecteert dat u geen veilige
afstand bewaart tussen uw voertuig en het voor u rijdende voertuig. Het toestel bepaalt de snelheid van uw
voertuig via GPS en berekent op basis daarvan een zo veilig mogelijke volgafstand. Het waarschuwingssysteem
wordt geactiveerd bij een snelheid boven 48km/u (30mph).
Als het toestel detecteert dat u te dicht op het voor u rijdende voertuig rijdt, geeft het een waarschuwingssignaal
en wordt op het scherm een waarschuwing weergegeven.
Tips voor optimale werking van het FCWS-waarschuwingssysteem voor botsingen
De werking van het FCWS-waarschuwingssysteem voor botsingen wordt door verschillende factoren beïnvloed.
In sommige omstandigheden kan het FCWS-systeem een voor u rijdend voertuig niet detecteren.
De FCWS-functie wordt alleen geactiveerd bij een snelheid boven 50km/u (30mph).
De FCWS-functie kan een voor u rijdend voertuig mogelijk niet detecteren als het zicht van de camera op het
voertuig wordt belemmerd door regen, mist, sneeuw, zonlicht, koplampen van tegemoet rijdend verkeer of
duisternis.
De FCWS-functie werkt mogelijk niet goed als de camera verkeerd is gericht (De cameraplaatsing instellen,
pagina5).
De FCWS-functie kan voertuigen op een afstand van meer dan 40m (130ft.) of binnen een afstand van 5m
(16ft.) mogelijk niet detecteren.
De FCWS-functie werkt mogelijk niet goed als de plaatsinstellingen van de camera niet de juiste hoogte van
uw voertuig of plaats van uw toestel in het voertuig aangeven (De cameraplaatsing instellen, pagina5).
16 Functies voor het waarschuwen van de bestuurder
Waarschuwingssysteem voor wisselen van rijbaan
WAARSCHUWING
De LDWS-functie (waarschuwingssysteem voor wisselen van rijbaan) dient alleen ter informatie en u bent te
allen tijde zelf verantwoordelijk voor het in de gaten houden van de weg- en rijomstandigheden, opvolgen van
verkeersregels en veilige deelname aan het verkeer. Het LDWS-systeem gebruikt de camera om u te attenderen
op rijbaanmarkeringen en biedt daarom bij beperkt zicht mogelijk een beperkte functionaliteit. Ga voor meer
informatie naar garmin.com/warnings.
De LDWS-functie waarschuwt u als het toestel detecteert dat u dat u mogelijk per ongeluk een rijbaanmarkering
overschrijdt. Bijvoorbeeld als u over de doorgetrokken witte rijbaanstreep heen rijdt. De LDWS-functie wordt
alleen geactiveerd bij een snelheid boven 64km/u (40mph). De waarschuwing wordt aan de linker- of
rechterkant van het scherm weergegeven om aan te geven welke rijbaanstreep u hebt overschreden.
OPMERKING: Voor een optimale werking van het LDWS-systeem dient u de functie Plaatsing van de camera in
te stellen om de plaats van het toestel in uw voertuig aan te geven.
Tips voor optimale werking van het LDWS-waarschuwingssysteem
De werking van het LDWS-waarschuwingssysteem voor wisselen van rijbaan wordt door verschillende factoren
beïnvloed. In sommige omstandigheden kan het LDWS-systeem rijbaanwisselingen mogelijk niet detecteren.
De LDWS-functie wordt alleen geactiveerd bij een snelheid boven 65km/u (40mph).
De LDWS-functie werkt mogelijk niet goed als de camera verkeerd is gericht
De FCWS-functie werkt mogelijk niet goed als de plaatsinstellingen van de camera niet de juiste hoogte van
uw voertuig of plaats van uw toestel in het voertuig (De cameraplaatsing instellen, pagina5).
De LDWS-functie vereist continu duidelijk zicht op de belijning tussen rijbanen.
Rijbaanwisselingen worden mogelijk niet gedetecteerd als de belijning door regen, mist, sneeuw,
extreme schaduwen, zonlicht of koplampen van tegemoetkomend verkeer, wegwerkzaamheden of andere
obstakels aan het zicht wordt onttrokken.
Rijbaanwisselingen worden mogelijk niet gedetecteerd als de belijning onjuist is, ontbreekt of sterk
versleten is.
De LDWS-functie detecteert mogelijk geen rijbaanwisselingen op extreem brede, smalle of kronkelige wegen.
Functies voor het waarschuwen van de bestuurder 17
Rijwaarschuwing
De rijwaarschuwing geeft een geluidssignaal en toont een melding wanneer verkeer dat voor uw voertuig is
gestopt, weer gaat rijden. Deze waarschuwing wordt alleen gegeven als het voorliggende voertuig al een stukje
heeft gereden en uw voertuig nog steeds stilstaat. Dit kan van pas komen bij stoplichten of opstoppingen. Deze
functie maakt gebruik van de dashcam om het stilstaande of optrekkende voertuig te detecteren en vereist goed
zicht op de weg.
Roodlichtcamera's en flitsers
LET OP
Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van, of consequenties van het gebruik van, een
database met eigen nuttige punten of flitspaaldatabase.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle regio's of productmodellen.
Informatie over de locaties van roodlichtcamera's en flitsers is beschikbaar in sommige gebieden voor
sommige productmodellen. Het toestel waarschuwt u als u een gerapporteerde flits- of roodlichtcamera nadert.
U kunt de Garmin Express software (garmin.com/express) of de Garmin Drive app gebruiken om de
cameradatabase op uw toestel bij te werken. Werk uw toestel regelmatig bij om de meest recente
cameragegevens te ontvangen.
Spraakbesturing
Met de spraakbesturingsfunctie kunt u uw camera bedienen door middel van gesproken woorden en
opdrachten.
OPMERKING: De functie voor spraakbesturing is niet voor alle talen beschikbaar. U kunt deze functie gebruiken
terwijl de interface is ingesteld op een niet-ondersteunde taal, maar de opdrachten moeten in het Engels worden
uitgesproken.
18 Spraakbesturing
De camera bedienen met spraakopdrachten
1Zeg OK, Garmin om de spraakbedieningsfunctie te activeren.
De camera laat een geluid horen en luistert naar een opdracht.
2Spreek een opdracht uit:
Als u een video wilt opslaan, zegt u Sla video op.
Als u een foto wilt maken, zegt u Maak een foto.
Als u video met audio wilt opnemen, zegt u Geluidsopname.
Als u video zonder audio wilt opnemen, zegt u Stop audio.
Als u Travelapse opnamen wilt starten, zegt u Start Travelapse.
Als u Travelapse opnamen wilt stoppen, zegt u Stop Travelapse.
De camera laat een geluid horen wanneer de opdracht wordt herkend.
Spraakbesturing in- of uitschakelen
Selecteer > Spraakbesturing > Instellingen > Schakel uit.
Tips voor spraakbesturing
Spreek op normale toon in de richting van het toestel.
Verminder het achtergrondgeluid om de nauwkeurigheid van de spraakherkenning te vergroten.
Zeg vóór elke opdracht het activeringswoord. Het standaard activeringswoord is OK, Garmin.
Luister naar het geluid om te bevestigen dat de camera een opdracht heeft herkend.
Wijzig het activeringswoord als u meer dan één Garmin toestel met spraakbedieningsfuncties hebt (Het
activeringswoord wijzigen, pagina19).
Het activeringswoord wijzigen
Standaard wordt de spraakbediening van uw dashboardcamera geactiveerd wanneer u zegt OK, Garmin. U kunt
het activeringswoord op elk gewenst moment wijzigen. Dit kan handig zijn als u meer dan één Garmin toestel
met spraakbedieningsfuncties hebt.
1Selecteer > Spraakbesturing > Instellingen > Activeringswoord.
2Selecteer een activeringswoord.
Spraakbesturing 19
Instellingen
Camera-instellingen
Selecteer > Instellingen > Camera.
Resolutie: Hiermee past u de videoresolutie aan.
Ongevaldetectie: Hiermee schakelt u ongevaldetectie in en uit en stelt u opties in voor de gevoeligheid van
ongevaldetectie (Ongevaldetectie, pagina11).
Geluidsopname: Hiermee schakelt u audio-opnamen in en uit (Geluidsopname in- of uitschakelen, pagina11).
Gegevensprojectie: Hiermee past u aan welke gegevens worden weergegeven op uw video's en foto's.
Niet-opgeslagen video's: Bepaalt wanneer het toestel niet-opgeslagen videobeelden verwijdert. Wanneer de
optie Verwijder indien vol is geselecteerd, verwijdert het toestel de oudste niet-opgeslagen videobeelden
zodra de geheugenkaartopslag vol is. Wanneer de optie Verwijder direct is geselecteerd, verwijdert
het toestel steeds opgeslagen videobeelden die meer dan drie minuten oud zijn en verwijdert het alle
niet-opgeslagen videobeelden als het toestel wordt uitgeschakeld. Dit is nuttig voor bescherming van
gegevensprivacy. Als de optie Verwijder direct wordt geselecteerd, kunt u geen Travelapse video's opnemen
of niet-opgeslagen videobeelden in de galerij bekijken.
Belichtingswaarde: Hiermee stelt u de belichtingswaarde in voor video's en foto's.
Formatteer kaart: Hiermee wordt de geheugenkaart geformatteerd en worden alle video's, foto's en gegevens
op de kaart verwijderd.
Resolutie-instellingen voor video's
U kunt de resolutie, frames per seconde (FPS) en HDR-optie (High Dynamic Range) instellen van video die door
de camera wordt opgenomen.
De resolutie is de breedte en de hoogte van de video in pixels. FPS is het aantal videoframes dat elke seconde
wordt opgenomen. HDR neemt meerdere belichtingsniveaus op voor elk frame en kan de helderheid van de
video verbeteren voor opnames met hoog contrast of weinig licht. Instellingen met een hogere resolutie of FPS
vereisen meer ruimte op de geheugenkaart.
Niet alle instellingen worden ondersteund voor alle productmodellen.
Selecteer Instellingen > Camera > Resolutie.
Instelling Resolutie
1440p, 30 fps, HDR 2560 x 1400 px
1080p, 30 fps, HDR 1920×1080px
720p, 30 fps, HDR 1280 x 720 px
Instellingen hulpsysteem voor de bestuurder
Selecteer > Instellingen > Hulp voor de bestuurder.
Plaatsing van de camera: Hiermee kunt u de plaatsing van uw toestel in het voertuig aangeven (De
cameraplaatsing instellen, pagina5).
Frontale botsing: Hiermee past u de gevoeligheid van de FCWS-functie aan.
Rijwaarschuwing: Schakel de rijwaarschuwing en geluidsmeldingen wanneer het verkeer op gang komt in of uit
(Rijwaarschuwing, pagina18).
Wisselen van rijbaan: Hiermee past u de instellingen voor rijbaanmarkering aan (Waarschuwingssysteem voor
wisselen van rijbaan, pagina17).
Gevarenzonealarm: Hiermee past u de geluidsmeldingen voor gevarenzones aan.
20 Instellingen
Bericht- en privacyinstellingen
Selecteer > Instellingen > Berichten en privacy.
Incidentberichten: Waarschuwt uw contactpersonen voor noodgevallen als er een incident wordt gedetecteerd.
Niet-geïdentificeerde waarschuwingen voor de bestuurder: Waarschuwt u wanneer uw voertuig beweegt
zonder dat uw telefoon in de buurt is.
Zoek voertuig: Slaat de laatst bekende locatie van uw voertuig op in de Garmin Drive app.
OPMERKING: Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u deze inschakelen in de Garmin Drive app.
Systeeminstellingen
Selecteer > Instellingen > Systeem.
Volume: Hiermee past u het volume van camerawaarschuwingen en het afspelen van video's aan.
Videogeluid opslaan: Hiermee schakelt u de hoorbare toon in en uit die wordt afgespeeld wanneer een video
wordt opgeslagen.
Helderheid: Hiermee past u de helderheid van de zoeker aan. Als u de optie Automatische helderheid inschakelt,
stelt het toestel de helderheid van de weergave automatisch af op het omgevingslicht.
Kleurmodus: Hiermee stelt u de dag- of nachtkleurmodus in. Als u de optie Auto selecteert, schakelt het toestel
automatisch over naar dag- of nachtkleuren op basis van de tijd van de dag.
Time-out voor scherm: Hiermee kunt u instellen dat u het scherm aan wilt laten staan als de camera van stroom
wordt voorzien of het scherm na één minuut inactiviteit wilt uitschakelen. De camera blijft opnemen terwijl
het scherm is uitgeschakeld en de opname-LED blijft rood om aan te geven dat het toestel bezig is met
opnemen.
Stel in: Hiermee kunt u de maateenheden instellen voor tijd en taal en ze terugzetten naar de
standaardwaarden.
Over: Hiermee geeft u de cameranaam, het versienummer van de software, het id-nummer van het toestel en
informatie over verschillende andere softwarefuncties weer.
Regelgeving: Hiermee wordt informatie over regelgeving en naleving weergegeven.
Toestel instellen
Selecteer > Instellingen > Systeem > Stel in.
Eenheden: Hiermee stelt u de eenheid voor afstanden in.
Tijd: Hiermee stelt u de tijd en notatie voor de tijdstempel in.
Taal voor tekst: Hiermee wijzigt u de taal voor alle tekst op het scherm in de geselecteerde taal.
Herstel: Hiermee herstelt u alle fabrieksinstellingen en maakt u de koppeling van de camera met de Garmin
Drive app ongedaan. Met deze optie verwijdert u geen opgenomen foto's en video's. Als u alle foto's en
video's op uw geheugenkaart wilt verwijderen, kunt u de geheugenkaart formatteren (De geheugenkaart
formatteren, pagina2).
Toestelinformatie
De cameralens schoonmaken
LET OP
Vermijd chemische schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen die de kunststofonderdelen kunnen beschadigen.
U moet de cameralens regelmatig schoonmaken voor optimale kwaliteit van opgenomen videobeelden.
1Veeg de lens schoon met een lensdoekje dat niet krast en eventueel is bevochtigd met isopropylalcohol.
2Laat de lens aan de lucht drogen.
Toestelinformatie 21
Productupdates
Installeer Garmin Express (www.garmin.com/express) op uw computer. Open de Garmin Drive app op uw
telefoon.
Op die manier kunt u gemakkelijk gebruikmaken van de volgende diensten voor Garmin toestellen:
• Software-updates
Gegevens worden geüpload naar Garmin Connect
• Productregistratie
LTE en Vault abonnement instellen
Uw toestel bijwerken via de Garmin Drive app
De Garmin Drive app geeft een melding wanneer er een software-update of een flitspaaldatabase-update
beschikbaar is voor uw toestel.
1Selecteer in de Garmin Drive app Installeer nu.
Er is een software-update verstuurd naar uw toestel. U ontvangt een melding wanneer de overdracht is
voltooid.
2Haal de stekker van het toestel uit het stopcontact totdat het toestel wordt uitgeschakeld.
3Sluit het toestel aan op voeding.
Het toestel installeert de software-update.
OPMERKING: Er wordt geen beeldmateriaal opgenomen terwijl de software wordt bijgewerkt.
Garmin Express instellen
1Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
2Ga naar garmin.com/express.
3Volg de instructies op het scherm.
Garmin Support Center
Ga naar support.garmin.com voor hulp en informatie, zoals producthandleidingen, veelgestelde vragen video's
en klantondersteuning.
Informatie over regelgeving en naleving op e-labels weergeven
1Blader in het instellingenmenu naar de onderkant.
2Selecteer Systeem.
3Selecteer Regelgeving.
Het toestel opnieuw opstarten
U kunt het toestel opnieuw opstarten als het niet meer reageert.
Houd de aan-uitknop 12 seconden ingedrukt.
22 Toestelinformatie
Specificaties
Bedrijfstemperatuurbereik Van -20 tot 70 °C (van -4 tot 158 °F)
Laadtemperatuurbereik Van 0 tot 60 °C (van 32 tot 140 °F)
Ingangsspanning Van 4,75 tot 5,25V gelijkstroom, 2 A
EU SAR 1,04 W/kg romp, 2,30 W/kg ledematen
Draadloze frequenties en zendvermogen
2,4 GHz bij 18,9dBm maximaal
5,1 GHz bij 17 dBm maximaal
1,75 GHz bij 21,5 dBm maximaal
OPMERKING: De 5150-5250 MHz band is alleen voor gebruik binnenshuis in Canada.
Geheugenkaartspecificaties
Voor de camera is een geheugenkaart met deze specificaties vereist. Ga naar garmin.com/dashcamcards om
een lijst met aanbevolen geheugenkaarten weer te geven.
Type microSDHC of microSDXC
Capaciteit Van 8 tot 512 GB
Snelheidsklasse Klasse 10 of hoger
Bestandssysteem exFAT
Appendix
Voedingskabel met constante spanning
De Constant Power Cable is een altijd ingeschakelde 12V-voedingsadapter die wordt aangesloten op de OBD
II-poort in uw voertuig. Het toestel kan tot twee dashboardcamera's opladen gedurende een geselecteerde
periode nadat u uw voertuig hebt uitgeschakeld.
Ga naar garmin.com voor meer informatie of om een Constant Power Cable af te schaffen.
Aan de slag
WAARSCHUWING
Wanneer u het toestel in een voertuig bevestigt, dient u ervoor te zorgen dat het stevig vastzit en de voeten van
de bestuurder of de bediening van de pedalen niet hindert. Indien de voeten van de bestuurder of de bediening
van het voertuig worden gehinderd, kan dit leiden tot ongelukken met letsel of de dood tot gevolg.
VOORZICHTIG
Raadpleeg de garantievoorwaarden en gebruikershandleiding van uw voertuig om te zien of het aansluiten
van een toestel op de OBD II-aansluiting gevolgen heeft voor de garantie op uw voertuig. Garmin is niet
verantwoordelijk voor eventuele kosten of onkosten voortvloeiend uit voertuigreparaties of het vervallen van
garanties.
Als u veranderingen waarneemt in de motorprestaties nadat u het toestel hebt aangesloten, verwijder het
toestel dan onmiddellijk en neem contact op met de productondersteuning van Garmin. Gebruik het toestel niet
als dit de motorprestaties of acceleratie van uw type en model voertuig beïnvloedt.
Appendix 23
Het toestel plaatsen
1Stel de tijdschakelaar in (Tijdschakelaar, pagina25).
2Sluit het toestel aan op de OBD II-poort in uw voertuig.
De OBD II-poort bevindt zich meestal onder het dashboard aan de bestuurderszijde van het voertuig. De
locatie van de OBD II-poort kan variëren, afhankelijk van het merk en model van uw voertuig. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van uw voertuig voor meer informatie.
3Verwijder de beschermfolie van één hersluitbare bevestiging en druk deze gedurende 10 seconden stevig op
het uiteinde van de USB-poort van het toestel.
4Reinig het montageoppervlak van het voertuig met water of alcohol en een pluisvrije doek.
5Laat het oppervlak volledig drogen.
6Verwijder de beschermfolie van een tweede hersluitbare bevestiging en druk deze gedurende 10 seconden
stevig op het montageoppervlak van het voertuig.
7Druk de hersluitbare bevestiging op het toestel tegen de hersluitbare bevestiging op het montageoppervlak
om het toestel te bevestigen.
8Sluit de USB-voedingskabel van uw Garmin Dash Cam toestel aan op een USB-poort van het Constant Power
Cable toestel.
24 Appendix
Tijdschakelaar
De tijdschakelaar stelt in hoe lang het toestel stroom blijft leveren nadat u het voertuig hebt verlaten. Het
toestel schakelt de stroom weer in wanneer het beweging detecteert, of wanneer u weer in het voertuig stapt en
het opnieuw start.
10m 10 minuten
24h 24 uur
Altijd aan
Als u wilt dat het toestel uitgeschakeld blijft totdat u weer in het voertuig stapt, selecteert u de optie 10m.
Als u wilt dat het toestel continu werkt terwijl het voertuig is geparkeerd, selecteert u de optie 24h of .
Statuslampje
Het statuslampje geeft extra informatie over de toestelstatus.
Activiteitsstatus
lampje Status
Rood Het toestel levert stroom aan de aangesloten toestellen.
Knippert rood De timer is verlopen en het toestel levert geen stroom meer aan de verbonden
toestellen.
Uit Het toestel ontvangt minder dan 12 V. De bescherming tegen lage accuspanning
schakelt het toestel uit ter bescherming van de accu van het voertuig.
Specificaties
Bedrijfstemperatuur Van -20° tot 45°C (van -4° tot 113°F)
Ingang Van 12 tot 16 V, 1,6 A max.
Uitgang 5V gelijkspanning , elk 1,5 A (3,0 A totaal)
Lage accuspanning 12 V
Kabel voor parkeermodus
De kabel voor de parkeermodus sluit de camera aan op constante stroom en stelt de camera in staat video's op
te nemen terwijl het voertuig geparkeerd en uitgeschakeld is.
Ga naar garmin.com voor meer informatie of als u een kabel voor de parkeermodus wilt aanschaffen.
Appendix 25
Aansluitschema kabel voor de parkeermodus
Onderdeel Draadkleur Draadfunctie
Zwart Aarding
Geel Batterij 12 V
Rood Accessoire 12 V
De kabel voor parkeermodus aansluiten op een stroomvoorziening
VOORZICHTIG
Garmin raadt aan dat een ervaren installateur met kennis van elektrische systemen het toestel installeert. Het
onjuist aansluiten van stroomkabels kan schade toebrengen aan het voertuig of de accu, en kan persoonlijk
letsel veroorzaken.
1Leid de kabel naar een locatie in het voertuig met ononderbroken stroomvoorziening, geschakelde
stroomvoorziening en een aardverbinding.
2Sluit de draad BATT aan op een ononderbroken stroomvoorziening.
3Sluit de draad ACC aan op een geschakelde stroomvoorziening.
4Sluit de draad GND aan op het metaal van het chassis van het voertuig met een bestaande bout of schroef.
5Sluit de kabel voor parkeermodus aan op de USB-poort van de camera.
Problemen oplossen
Mijn camera voelt warm aan tijdens gebruik
Garmin camera's zijn ontworpen voor de auto-omgeving. Het is normaal en mag worden verwacht dat de
producten warm of heet worden en veilig zijn voor gebruik in warme klimaten met volledige blootstelling aan de
zon. De temperatuur van het toestel zelf kan de opgegeven maximale omgevingstemperatuur voor het toestel
overschrijden en veilig blijven voor gebruik. Volg altijd de gebruiks- en onderhoudsinstructies voor het toestel op
die in de producthandleiding staan vermeld.
26 Problemen oplossen
Mijn geheugenkaart is versleten en moet worden vervangen
Alle microSD® geheugenkaarten vertonen slijtage wanneer de vastlegde informatie zeer vaak wordt
overschreven. Het regelmatig formatteren van de kaart kan de levensduur verlengen en de prestaties
verbeteren. Omdat de dashcam voortdurend beelden vastlegt, is het aanbevolen om de geheugenkaart
regelmatig te vervangen (Een geheugenkaart installeren, pagina2). Uw toestel detecteert geheugenkaartfouten
automatisch en geeft een melding wanneer het tijd is om de geheugenkaart te formatteren of te vervangen.
U kunt het volgende doen om de nuttige levensduur van de geheugenkaart te verlengen.
Formatteer de geheugenkaart ten minste één keer per zes maanden (De geheugenkaart formatteren,
pagina2).
Als het toestel een foutmelding over een geheugenkaart weergeeft, probeer dan eerst de geheugenkaart
te formatteren (De geheugenkaart formatteren, pagina2) en vervolgens, indien nodig, de geheugenkaart te
vervangen (Een geheugenkaart installeren, pagina2).
Schakel het toestel uit of zorg ervoor dat de functie Parkeerbewaking is ingeschakeld wanneer uw voertuig
niet in gebruik is.
Als het toestel niet is aangesloten op een voertuigvoeding die met de contactsleutel wordt ingeschakeld,
dient u het toestel uit te schakelen wanneer u uw voertuig niet gebruikt om te voorkomen dat de dashcam
onnodig videobeelden vastlegt.
Gebruik een geheugenkaart met een hogere opslagcapaciteit.
Omdat geheugenkaarten met een hogere capaciteit minder vaak worden overschreven, gaan ze meestal
langer mee.
Gebruik een hoogwaardige geheugenkaart met snelheidsklasse 10 of hoger.
Schaf een vervangende geheugenkaart van een goed merk aan bij een vertrouwde leverancier.
Mijn video-opnamen zijn wazig
Maak de cameralens schoon (De cameralens schoonmaken, pagina21).
Maak de ruit vóór de camera schoon.
Controleer of de ruitenwissers het ruitgedeelte vóór de camera schoonvegen en verplaats het toestel zo
nodig.
Mijn video-opnamen zijn schokkerig of niet volledig
Gebruik voor de beste camera- en videoresultaten een hoogwaardige geheugenkaart met snelheidsklasse 10
of hoger. Ga naar garmin.com/dashcamcards om een lijst met aanbevolen geheugenkaarten weer te geven.
Een tragere geheugenkaart kan videobeelden mogelijk niet snel genoeg vastleggen.
Als u video's bekijkt op uw smartphone via een draadloze verbinding met de camera, probeer ze dan op een
andere locatie met minder draadloze interferentie weer te geven of probeer video's over te brengen naar de
smartphone (Een video bijsnijden en exporteren, pagina9).
Breng belangrijke opnamen over naar een computer of smartphone en formatteer de geheugenkaart (De
geheugenkaart formatteren, pagina2).
Als het toestel een foutmelding over een geheugenkaart weergeeft, probeer dan eerst de geheugenkaart
te formatteren (De geheugenkaart formatteren, pagina2) en vervolgens, indien nodig, de geheugenkaart te
vervangen (Een geheugenkaart installeren, pagina2).
Werk uw toestel bij met de nieuwste software (Productupdates, pagina22).
Problemen oplossen 27
support.garmin.com
GUID-05C32B20-1E3D-4193-88A0-507B33C3434E v1Januari 2023
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Garmin A04281 Handleiding

Type
Handleiding