14
SLECHTE KOELING
Als de airconditioner na de bovenstaande zaken te hebben gecontroleerd nog steeds niet juist functioneert, dient u het gebruik direct te
staken en contact op te nemen met uw leverancier.
• Als de stoppen en aardlekschakelaar vaak doorslaan. • Als er water druppelt bij het koelen/ontvochtigen. • Als het lawaai tijdens het functioneren abnormaal is.
• Indien het controleindicatielicht knippert.
VERHELPEN VAN PROBLEMEN
Neem de volgende items door alvorens om hulp te vragen.
DE APPARATUUR WERKT HELEMAAL NIET
Is de stroomschakelaar van de
voeding uitgeschakeld?
Is er een stroomstoring of zijn
de stoppen doorgeslagen?
Is de aardlekschakelaar
geactiveerd?
Gevaarlijk. Schakel onmiddelijk
de voedingschakelaar uit
en neem contact op met uw
leverancier.
Schijnt er zonlicht of
een ander fel licht op de
ontvangsteenheid?
(draadloze apparatuur)
ON
OFF
Is het luchtfilter
verstopt?
Staan de lamellen
horizontaal (tijdens het
verwarmen)?
Als de lamellen
horizontaal
staan
bereikt de
luchtstroom
mogelijk niet
de vloer.
Worden de lucht in- en
uitvoerroosters door
iets geblokkeerd?
• Komt het zonlicht
direct de kamer
binnen?
• Bevinden zich
misschien
onopgemerkte
warmtebronnen in
de kamer?
• Bevinden zich te
veel mensen in de
kamer?
Wordt “
(PREPARATION OF
HEATING)” weergegeven
op het display van de
afstandsbediening?
☞
Zie rechts
EEN SLECHTE KOELING OF VERWARMING
De onderstaande fenomenen zijn geen storingen.
ER WORDT GEEN LUCHT UITGEBLAZEN TIJDENS HET VERWARMEN
Het klinkt alsof er water loopt
uit het airconditioningsysteem.
Een ritselend of gorgelend geluid kan worden waargenomen als het apparaat wordt ingeschakeld, als de compressor
wordt geactiveerd/gedeactiveerd tijdens het gebruik of als het apparaat wordt uitgeschakeld. Dit zijn geluiden die worden
veroorzaakt door de koelvloeistof die door het systeem stroomt.
De ritselende of gorgelende
geluiden kunnen
worden waargenomen
bij uitgeschakelde
binnenapparatuur.
Deze geluiden kunnen worden waargenomen als het airconditioningsysteem automatisch wordt bediend.
De lucht uit het binnenapparaat
stinkt.
De lucht van de binnenapparatuur kan stinken als de rook van sigaretten, cosmetica en/of meubels het
airconditioningsysteem hebben verzadigd.
Er komt witte stoom vrij uit de
binnenapparatuur tijdens het
gebruik.
Witte stoom kan tijdens het gebruik worden uitgestoten als het systeem wordt gebruikt op plaatsen waar veel gebruik
wordt gemaakt van olie en vet, zoals bijvoorbeeld in een restaurant. Raadpleeg in dit geval uw leverancier en maak de
warmtewisselaar schoon.
Er werd tijdens het koelen
overgegaan naar de ventilator.
Er kan automatisch worden overgeschakeld naar de ventilator om te voorkomen dat zich ijs ophoopt op het oppervlak van
de warmtewisselaar. Er wordt binnen korte tijd teruggeschakeld naar de koeling.
De binnenventilator stopt
niet, zelfs als het apparaat
wordt uitgeschakeld in de
verwarmingsmodus.
De ventilator van de binnenapparatuur kan gedurende 40 seconden blijven werken om de resterende warmte uit de
binnenapparatuur te verwijderen.
LET OP
Schakel de voeding niet uit totdat de ventilator is gestopt.
Het airconditioningsysteem kan niet
direct opnieuw worden opgestart na
hem te hebben gestopt.
Gedurende de eerste 3 minuten na hem te hebben gestopt is het niet mogelijk om de koeling, ontvochtiging of verwarming
in te schakelen, zelfs als er op de ON/OFF-toets is gedrukt om hem in te schakelen. Dit komt doordat er een mechanisme
is geactiveerd dat dient ter bescherming van de compressor (de ventilator is op dat moment actief).
Er wordt geen lucht uitgeblazen tijdens
het ontvochtigen. Het luchtstroomvolume
kan niet worden aangepast.
Tijdens het ontvochtigen wordt de snelheid van de ventilator automatisch aangepast voor lage snelheid/stop cycli om
zowel een drastische daling van de temperatuur te voorkomen als een toename van de vochtigheid.
De lamellen verplaatsen zich
zonder dat dit wordt aangegeven.
De lamellen kantelen automatisch tweemaal als de schakelaar van de voeding wordt ingeschakeld. Dit is geen storing. De
lamellen verplaatsen zich automatisch naar de horizontale positie als “PREPARATION OF HEATING” wordt weergegeven.
De buitenapparatuur stoot water of
stoom uit tijdens het verwarmen.
Er wordt water of stoom uitgestoten tijdens het ontdooien van het oppervlak van de warmtewisselaar in de
buitenapparatuur tijdens de verwarmingsmodus.
De ventilator van de
buitenapparatuur draait niet
terwijl het systeem actief is.
De ventilatorsnelheid wordt automatisch aangepast in overeenstemming met de omgevingstemperatuur. Hij kan worden
uitgeschakeld in het geval van een hoge omgevingstemperatuur tijdens het verwarmen en bij een lage omgevingstemperatuur
tijdens het koelen. Ook wordt de ventilator gestopt tijdens het ontdooien.
LET OP
De ventilator start mogelijk onverwacht ondanks dat het apparaat is gestopt. Stop geen
vingers en/of stokken in het apparaat.
Er werd tijdens het koelen
overgegaan naar de ventilator
(in het geval van FDFW-type).
Als de relatieve vochtigheid 73% of meer is, kan de bediening afwisselen tussen de ventilatorbediening en de koeling,
zelfs als de thermostaat niet is geactiveerd. Het doel van deze bedieningsmodus is het verhinderen van de vorming van
condensatie en het binnendringen van condensdruppels in de luchttoevoer van de binnenapparatuur.
De werkingsmodus kan
niet geselecteerd worden
(in het geval van het hitte
herstelsysteem KXR).
Wanneer de bedieningsmodus op hoofd en sub binneneenheid tijdens het hitte herstelsysteem KXR is ingesteld, kan de
bedieningsmodus van het subnet niet worden geselecteerd. (In dit geval, conformeert het systeem aan de werkingsmodus
van de hoofdeenheid.)
DEr ontstaat een zwakke luchtstroom als
de werkingsmodus tijdens de werking
van het systeem wordt gewijzigd (bij het
KXR koel- en verwarmingsmultisysteem
met vrije lay-out).
Als u tijdens de werking van het systeem de werkingsmodus wijzigt van KOELEN in VERWARMEN of van VERWARMEN
in KOELEN, ontstaat er gedurende 3 minuten een zwakke luchtstroom.
VERWARMING
VERWARMINGSVOORBEREIDINGEN
• Warmtepomptype
Een verwarming van het warmtepomptype onttrekt de warmte uit de buitenlucht om de kamer te verwarmen via de koelvloeistof.
• Ontdooien
Bij het verwarmen met behulp van een airconditioner met warmtepomp kan zich ijs vormen op de buitenapparatuur als de temperatuur buiten de kamer daalt. Als er niets aan
wordt gedaan, daalt de verwarmingsefficiëntie. Om dit te voorkomen schakelt de apparatuur automatisch over op ontdooien om het ijs te doen verdwijnen. Ondertussen wordt
de luchtstroom van de binnen- en buitenapparatuur gestaakt en wordt “heating defrost” weergegeven.
• Buitenluchttemperatuur en verwarmingscapaciteit
De verwarmingsefficiëntie van een airconditioner met warmtepomp neemt af zodra de buitentemperatuur daalt. Als het vermogen van de airconditioner om te verwarmen
onvoldoende is, dient u aanvullende verwarmingsapparatuur te gebruiken.
• Tijd die is vereist om de kamertemperatuur te laten stijgen
Een airconditioner met warmtepomp circuleert warme lucht om de gehele kamer te verwarmen waardoor het even duurt voordat de kamertemperatuur werkelijk stijgt. We raden
aan om het verwarmen vroeger dan vereist te starten op extreem koude dagen.
• Als er apparatuur wordt gebruikt voor het aanpassen van de kamertemperatuur tijdens het verwarmen
Als de kamertemperatuur stijgt en de apparatuur wordt geactiveerd, wordt de luchtstroom automatisch beperkt. Als de kamertemperatuur daalt schakelt hij automatisch
terug naar de normale werkingsmodus.
“ (PREPARATION OF HEATING)” wordt in de volgende gevallen weergegeven op het display van de afstandsbediening.
In het geval van draadloze apparatuur knippert het werking/controledisplaylicht groen op het display van de hoofdapparatuur.
De ingestelde temperatuur en verwarmingsvoorbereiding worden weergegeven op de bedrade afstandsbediening.
• Bij het starten van de verwarming
Om te voorkomen dat er koude lucht wordt uitgestoten wordt de luchtstroom naar de kamer toe mogelijk gestaakt, afhankelijk van de
kamertemperatuur aan het begin van de verwarmingsprocedure. Na een tijdje schakelt het apparaat over op de normale verwarmingsmodus.
• Bij het ontdooien (in verband met het verwarmen)
Als zich ijs heeft gevormd op de buitenapparatuur, wordt het verwarmen automatisch gestopt (de ventilator van zowel de binnen- als
buitenapparatuur stopt met werken) gedurende ongeveer 5 tot 10 minuten per uur en wordt ervoor gezorgd dat het ijs ontdooit. Nadat het
ontdooien is voltooid, schakelt de apparatuur automatisch terug naar de gewone werkingsmodus.
GEVALLEN WAARIN “ (PREPARATION OF HEATING)” WORDT WEERGEGEVEN
OPMERKING
Een automatische herstartfunctie, die is uitgeschakeld in de fabriek, is beschikbaar voor de afstandsbediening. Raadpleeg uw leverancier. Raadpleeg uw leverancier.
De functie van het automatische herstarten
• Als de stroom uitvalt of de voeding wordt uitgeschakeld, zorgt deze functie ervoor dat de voorgaande werkingsmodus van de apparatuur automatisch wordt hervat als de
voeding opnieuw wordt ingeschakeld. Als het systeem uit is geschakeld voor een stroomstoring blijft het in die stand nadat de stroom terugkeert.
• Merk op dat in de volgende gevallen het opnieuw instellen met behulp van de afstandsbediening wel nodig is.
1
Als de timerinstelling is geannuleerd. De sleeptimer hervat wel na het terugkeren van de stroom. Na een stroomuitval komt de feestdaginstelling in de plaats van de
instelling van de wekelijkse timer. De tijdinstelling keert terug naar de standaard fabriekswaarde. Om terug te keren naar de originele instelling na de tijd te hebben
ingesteld dient u “holiday cancel” uit te voeren.
2
De lamellen stoppen op de horizontale positie.
LET OP
Verzeker u ervan dat de handeling is voltooid alvorens de voeding uit te schakelen indien de automatische herstartfunctie is ingeschakeld. (Als de voeding is uitgeschakeld
terwijl het systeem actief is, zal de ventilator van de binnenapparatuur direct beginnen met draaien nadat de voeding opnieuw wordt ingeschakeld. Aanvullend schakelt het
buitenapparaat na 3 minuten in nadat de voeding is ingeschakeld.)
AUTOMATISCHE HERSTART < BEDRADE AFSTANDSBEDIENING >
VERHELPEN VAN PROBLEMEN
De onderstaande fenomenen zijn geen storingen.
De binnenventilator verplaatst
gedurende diverse minuten
niet tijdens het afkoelen/
ontvochtigen (in het geval van
het hitte herstelsysteem KXR).
Om de compressor te beveiligen, kan het diverse minuten duren eer de binnenventilator begint te bewegen na het starten
van de koeling/ontvochtiging.
De compressorbeveiliging wordt elke paar uur automatisch bediend. De luchtstroom stopt tijdens deze periode; maar de
koeling herbegint even later.
Kletsende geluiden zijn
hoorbaar.
Deze geluiden worden veroorzaakt door plastic componenten die uitzetten of krimpen door warmte en vervolgens tegen
elkaar aan wrijven.
Sissende geluiden kunnen
hoorbaar zijn als de apparatuur
wordt gestopt of tijdens het
ontdooien.
Deze geluiden worden veroorzaakt als de klep van de koelvloeistof in het airconditioningsysteem wordt geactiveerd.
De airconditioner start
automatisch zodra de voeding
wordt ingeschakeld.
In het geval dat de automatische herstartfunctie is ingeschakeld en de voeding opnieuw wordt ingeschakeld, start het
systeem automatisch met dezelfde instellingen van voor het afsluiten van de voeding op.
☞
Zie hieronder
De temperatuurinstelling
kan niet worden aangepast
(temperatuurinstelling knippert).
Als het instellen van de temperatuur niet wordt toegelaten met behulp van de afstandsbediening, kan deze instelling ook
niet worden aangepast door op
▼
of
▲
te drukken.
☞
Zie pagina 15
In het geval van de draadloze
afstandsbediening, reageert de
apparatuur niet op toetsen als
het inspectielicht knippert op
de binnenapparatuur.
Als het systeem wordt bediend met behulp van een andere gecentraliseerde afstandsbediening, worden de rest van de
afstandsbedieningen geblokkeerd.
Zelfs als de bedrade
afstandsbediening wordt
gebruikt knippert het “central
control”-licht en gebeurt er
verder niets.
Wordt “central controlling” of “center” niet weergegeven?
Als de apparatuur wordt bediend met behulp van een afzonderlijk aangeschafte centrale bedieningseenheid, enz., kan de
apparatuur niet meer worden bediend met behulp van de afstandsbediening.