TA Triumph-Adler P-C3060DN de handleiding

Type
de handleiding
iii
Inhoud
1 Onderdelen van de machine
Onderdelen aan de voorkant van de printer ............................ 1-2
Onderdelen aan de linkerkant van de printer .......................... 1-2
Interne onderdelen ..................................................................... 1-3
Onderdelen aan de achterkant van de printer ......................... 1-3
Bedieningspaneel ....................................................................... 1-4
2 Afdrukken
Netwerkinterfaceparameters wijzigen ...................................... 2-2
Een Netwerkinterface-statuspagina afdrukken ....................... 2-4
Embedded Web Server RX ........................................................ 2-5
Printerstuurprogramma installeren ........................................ 2-14
Afdrukken vanuit applicaties ................................................... 2-21
Afdrukken via AirPrint .............................................................. 2-22
Status Monitor .......................................................................... 2-23
Energiebesparende functie ..................................................... 2-27
3 Onderhoud
Algemene informatie .................................................................. 3-2
Tonercontainer vervangen ........................................................ 3-2
De tonerafvalbak vervangen ...................................................... 3-6
De printer reinigen ...................................................................... 3-8
4 Problemen oplossen
Algemene richtlijnen .................................................................. 4-2
Problemen met de afdrukkwaliteit ............................................ 4-3
Foutmeldingen ............................................................................ 4-6
Papierstoringen oplossen ....................................................... 4-12
5 Specificaties
v
Wettelijke kennisgevingen en
veiligheidsvoorschriften
Kennisgeving met betrekking tot software
DE SOFTWARE DIE MET DEZE PRINTER WORDT GEBRUIKT, MOET
DE EMULATIEMODUS VAN DE PRINTER ONDERSTEUNEN. De
printer is fabrieksmatig ingesteld op het emuleren van de PCL.
Kennisgeving
De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd. In toekomstige edities kunnen extra
pagina's worden ingevoegd. De huidige editie kan technische
onvolkomenheden of drukfouten bevatten.
Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor ongevallen die het
gevolg zijn van het niet opvolgen van de instructies in deze handleiding.
Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor fouten in de firmware van
de printer (de inhoud van het ROM).
Deze handleiding en al het materiaal dat onder het auteursrecht valt en
wordt verkocht of meegeleverd bij of in verband met de verkoop van de
laserprinter, zijn auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten voorbehouden.
Het kopiëren of op een andere manier reproduceren van de gehele
handleiding of gedeelten van de handleiding, of een willekeurig onderwerp
waarop auteursrecht van toepassing is, is verboden zonder de
voorafgaande schriftelijke toestemming van de copyright-eigenaar. Elke
kopie die van deze handleiding of een deel daarvan wordt gemaakt, en alles
wat onder het auteursrecht valt, moet dezelfde copyright-vermelding
bevatten als het materiaal dat wordt gekopieerd.
Wat betreft handelsnamen
PRESCRIBE is een geregistreerd handelsmerk van Kyocera
Corporation.
KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation.
Microsoft, Windows, Windows XP, Windows Server 2003, Windows
Vista, Windows Server 2008, Windows 7, Windows Server 2012,
Windows 8 en Internet Explorer zijn geregistreerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/
of andere landen.
PCL is een handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
Adobe Acrobat, Adobe Reader en PostScript zijn handelsmerken van
Adobe Systems, Incorporated.
Ethernet is een geregistreerd handelsmerk van Xerox Corporation.
NetWare is een geregistreerd handelsmerk van Novell, Inc.
PowerPC is een geregistreerd handelsmerk van International
Business Machines Corporation.
AppleTalk, Bonjour, Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van
Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen.
Alle Europese lettertypen die in dit apparaat zijn geïnstalleerd, worden
gebruikt onder licentieovereenkomst met Monotype Imaging Inc.
VOORZICHTIG ER WORDT GEEN
AANSPRAKELIJKHEID AANVAARD VOOR SCHADE DIE
IS VEROORZAAKT DOOR ONJUISTE INSTALLATIE.
vi
Helvetica, Palatino en Times zijn geregistreerde handelsmerken van
Linotype GmbH.
ITC Avant Garde Gothic, ITC Bookman, ITC ZapfChancery en ITC
ZapfDingbats zijn geregistreerde handelsmerken van International
Typeface Corporation.
UFST™ MicroType® lettertypen van Monotype Imaging Inc. zijn
geïnstalleerd in dit apparaat.
AirPrint en het AirPrint logo zijn handelsmerken van Apple Inc.
iOS is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Cisco in de
V.S. en andere landen en wordt onder licentie door Apple Inc. gebruikt
ThinPrint is een handelsmerk van Cortado AG in Duitsland en andere
landen.
Alle overige merk- en productnamen zijn geregistreerde handelsmerken
of handelsmerken van de respectieve bedrijven. De symbolen ™ en ®
worden niet gebruikt in deze gebruikershandleiding.
Licentieovereenkomsten
Erkenning van typeface-handelsmerken
Alle in deze printer voorkomende lettertypen zijn gelicentieerd van Agfa
Corporation.
Helvetica, Palatino en Times zijn gedeponeerde handelsmerken van
Linotype-Hell AG. ITC Avant Garde Gothic, ITC Bookman, ITC
ZapfChancery en ITC Zapf Dingbats zijn gedeponeerde handelsmerken
van International Typeface Corporation.
Monotype Imaging License Agreement
1 "Software" shall mean the digitally encoded, machine readable,
scalable outline data as encoded in a special format as well as the
UFST Software.
2 You agree to accept a non-exclusive license to use the Software to
reproduce and display weights, styles and versions of letters,
numerals, characters and symbols (“Typefaces”) solely for your own
customary business or personal purposes at the address stated on
the registration card you return to Monotype Imaging. Under the
terms of this License Agreement, you have the right to use the Fonts
on up to three printers. If you need to have access to the fonts on
more than three printers, you need to acquire a multi-user license
agreement which can be obtained from Monotype Imaging.
Monotype Imaging retains all rights, title and interest to the Software
and Typefaces and no rights are granted to you other than a License
to use the Software on the terms expressly set forth in this
Agreement.
3 To protect proprietary rights of Monotype Imaging, you agree to
maintain the Software and other proprietary information concerning
the Typefaces in strict confidence and to establish reasonable
procedures regulating access to and use of the Software and
Typefaces.
4 You agree not to duplicate or copy the Software or Typefaces,
except that you may make one backup copy. You agree that any
such copy shall contain the same proprietary notices as those
appearing on the original.
5 This License shall continue until the last use of the Software and
Typefaces, unless sooner terminated. This License may be
xi
Veiligheidsinformatie
Laser Safety
This printer is certified as a Class 1 laser product under the U.S.
Department of Health and Human Services (DHHS) Radiation
Performance Standard according to Radiation Control for Health and
Safety Act of 1968. This means that the printer does not produce
hazardous laser radiation. Since radiation emitted inside the printer is
completely confined within protective housings and external covers, the
laser beam cannot escape from the printer during any phase of user
operation.
Laserkennisgeving
Deze printer wordt in de V.S. geclassificeerd in overeenstemming met de
eisen van DHHS 21 CFR Subchapter voor Class I (1) laserproducten, en
is elders geclassificeerd als Class I laserproduct in overeenstemming met
de eisen van IEC/EN 60825-1:2007.
Radiofrequentiezender
Dit apparaat bevat een zendermodule. De fabrikant verklaart dat deze
apparatuur (paginaprinter), model P-C3060DN voldoet aan de van
toepassing zijnde eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn
1999/5/EC.
Radio Tag Technologie
In sommige landen kan de radiotagtechnologie die in deze apparatuur
gebruikt wordt om de toner container te identificeren, onderworpen zijn
aan autorisatie, en kan het gebruik van deze apparatuur dientengevolge
beperkt zijn.
GEVAAR CLASS 3B ONZICHTBARE LASERSTRALING
BIJ OPENEN. VERMIJD RECHTSTREEKSE
BLOOTSTELLING AAN STRAAL.
VOORZICHTIG Het gebruik van andere instellingen of
aanpassingen of de uitvoering van andere procedures dan
hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan
straling.
xii
Waarschuwingsetiketten
Op de printer bevindt zich een van de volgende etiketten.
P-C3060DN
Hoge temperatuur binnenin
Raak geen onderdelen in dit
gebied aan, want dit kan
leiden tot brandwonden.
Etiket in de printer (Laserstralingwaarschuwing)
xiii
CDRH Regulations
The Center for Devices and Radiological Health (CDRH) of the U.S. Food
and Drug Administration implemented regulations for laser products on
August 2, 1976. These regulations apply to laser products manufactured
after August 1, 1976. Compliance is mandatory for products marketed in
the United States. A label indicating compliance with the CDRH
regulations must be attached to laser products marketed in the United
States.
Ozonconcentratie
De printers genereren ozongas (O
3
), dat zich op de plaats van installatie
kan concentreren en een onplezierige geur kan veroorzaken. Wij raden u
aan de printer niet op een afgesloten plek te zetten waar de ventilatie
wordt geblokkeerd, om zo de concentratie van ozongas te minimaliseren
tot minder dan 0,1 ppm.
Safety Instructions Regarding the Disconnection of Power
Caution: The power plug is the main isolation device! Other switches on
the equipment are only functional switches and are not suitable for
isolating the equipment from the power source.
VORSICHT: Der Netzstecker ist die Hauptisoliervorrichtung! Die anderen
Schalter auf dem Gerät sind nur Funktionsschalter und können nicht
verwendet werden, um den Stromfluß im Gerät zu unterbrechen.
xiv
Canadian Department of Communications Compliance
Statement
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Avis de conformité aux normes du ministère des
Communications du Canada
Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003
du Canada.
EN ISO 7779
Maschinenlärminformations-Verordnung 3. GPSGV, 06.01.2004: Der
höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB (A) oder weniger gemäß EN ISO
7779.
EK1-ITB 2000
Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am
Bildschirmarbeitsplatz vorgesehen. Um störende Reflexionen am
Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt nicht im
unmittelbaren Gesichtsfeld platziert werden.
Afwijzing van verantwoordelijkheid
We zullen niet aansprakelijk tegenover klanten of een andere persoon of
entiteit met betrekking tot verlies of schade direct of indirect veroorzaakt
door of naar zeggen veroorzaakt door apparatuur die door ons is verkocht
of geleverd, inclusief maar niet beperkt tot onderbroken service,
omzetverlies of winstderving, of gevolgschade die het resultaat is van het
gebruik of de bediening van de apparatuur of software.
xv
Energiebesparingfunctie
Het apparaat is uitgerust met een Laag stroomverbruik modus waarbij
het energieverbruik wordt beperkt nadat een bepaalde tijd na het laatste
gebruik van het apparaat, is verstreken, alsook een Slaapstand waarbij
de printerfuncties in wachtstatus blijven maar het verbruik nog steeds tot
een minimum wordt beperkt wanneer het apparaat niet wordt gebruikt
binnen een ingestelde tijd.
Laag stroomverbruik modus
Het apparaat schakelt automatisch na ongeveer 1 minuten in de Laag
stroomverbruik modus nadat het apparaat voor het laatst gebruikt is. De
tijdsduur die zonder activiteit voorbij moet gaan voordat de Laag
stroomverbruik modus geactiveerd wordt, kan verlengd worden.
Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Low Power Timer (Low
Power Mode timer timeout time) van de Advanced Operation Guide.
Slaapstand
Het apparaat schakelt automatisch na ongeveer 15 minuten in de
slaapstand nadat het apparaat voor het laatst gebruikt is. De tijdsduur die
zonder activiteit voorbij moet gaan voordat de slaapstand geactiveerd
wordt, kan verlengd worden. Raadpleeg voor meer informatie de
paragraaf Sleep Timer (Sleep timer timeout setting) van de Advanced
Operation Guide.
Functie Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Dit apparaat heeft dubbelzijdig afdrukken als standaardfunctie.
Bijvoorbeeld bij het afdrukken van twee originelen op een vel papier als
dubbelzijdige afdruk, is het mogelijk om papierverbruik te verminderen.
Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Duplex (Duplex Printing)
van de Advanced Operation Guide.
Afdrukken in de duplexmodus vermindert papierverbruik en draagt bij aan
het behoud van bossen. Duplexmodus vermindert tevens de hoeveelheid
papier die ingekocht moet worden en vermindert daardoor de kosten. Het
is daarom aan te bevelen dat machines die dubbelzijdig kunnen
afdrukken, standaard worden ingesteld in de duplexmodus.
Gerecycled papier
Voor het behoud en duurzaam gebruik van de bossen wordt aanbevolen
om gerecycled en nieuw papier te gebruiken dat op de meest
milieuvriendelijke manier wordt geproduceerdof voorzien is van erkende
milieukeurmerken, en die voldoen aan EN 12281:2002
*1
of een
vergelijkbare kwaliteitsstandaard.
Deze apparatuur ondersteunt ook printen op papier van 64 g/m².
Wanneer dergelijk papier, dat minder ruwegrondstoffen bevat, gebruikt
wordt, leidt dit tot meer besparingen van natuurlijke bronnen.
*1: EN12281:2002 "Papier voor drukwerk en kantoor - Eisen aan
kopieerpapier voor kopieerprocessen met droge toner"
Uw verkoop- of servicevertegenwoordiger kan u informatie verschaffen
over aanbevolen papiersoorten.
Milieuvoordelen van "Energiebeheer"
Om het stroomverbruik te beperken, is dit apparaat voorzien van een
functie voor energiebeheer die automatisch de energiebesparende stand
inschakelt wanneer het apparaat gedurende een bepaalde tijd niet actief
is.
xvi
Hoewel het de apparatuur enige tijd vergt weer terug te keren naar modus
READY vanuit de spaarstand, is eenbelangrijke vermindering in
energieverbruik mogelijk. Het wordt aanbevolen de machine te gebruiken
met deactiveringstijd voor de spaarstand in de standaardinstelling.
Energy Star (ENERGY STAR
®
) -programma
Als bedrijf dat deelneemt aan het internationale Energy Star-programma
hebben wij vastgesteld dat dit apparaat voldoet aan de standaarden zoals
bepaald in het internationale Energy Star-programma.
ENERGY STAR
®
is een vrijwillig programma voor energie-efficiëntie met
als doel hetontwikkelen en promoten van producten met een hoge
energie-efficiëntie om zo hetbroeikaseffect te helpen voorkomen. Door
ENERGY STAR
®
-gekwalificeerde producten aan teschaffen kunnen
klanten helpen de emissies van broeikasgassen te verminderen
tijdensgebruik van het product en te besparen op de energiegerelateerde
kosten.
xvii
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie
Omgeving
Overige voorzorgsmaatregelen
Ongunstige omgevingsomstandigheden kunnen van invloed zijn op de
veilige werking en de prestaties van de printer. Installeer de printer in een
ruimte met airconditioning (aanbevolen kamertemperatuur: circa 23 °C,
luchtvochtigheid: circa 60% RV), en vermijd de volgende locaties
wanneer u een plaats voor de printer kiest.
- Vermijd plaatsen bij een venster of direct in het zonlicht.
- Vermijd plaatsen met trillingen.
- Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
- Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht.
- Vermijd slecht geventileerde locaties.
Indien de vloer uit zacht materiaal is gemaakt, kan deze beschadigd zijn
door de wieltjes wanneer dit product wordt verplaatst na installatie.
VOORZICHTIG Plaats de printer niet op of in plaatsen die
niet stabiel of vlak zijn. De printer zou kunnen vallen op
dergelijke plaatsen. Dergelijke situaties leveren gevaar van
lichamelijk letsel of beschadiging van de printer op.
Plaats het apparaat niet op vochtige of stoffige/vuile locaties.
Reinig de stekker om gevaar van brand en elektrische
schokken te voorkomen, wanneer er stof en vuil op de
stekker zijn terechtgekomen.
Plaats het apparaat niet op locaties in de buurt van
radiatoren, kachels of andere warmtebronnen, of in de buurt
van ontvlambare voorwerpen; dit om het gevaar van brand
te voorkomen.
Laat ruimte vrij, zoals hieronder wordt aangegeven, om de
printer koel te houden en het vervangen van onderdelen en
onderhoud te vergemakkelijken. Laat met name rond de
zijklep voldoende ruimte vrij, zodat de lucht de printer
makkelijk kan verlaten.
Links: 400 mm
(16 inches)
Rechts: 250 mm
(10 inches)
Achter: 200 mm
(7-7/8 inches)
Voor: 600 mm
(23-5/8 inches)
Boven: 400 mm
(16 inches)
xviii
Stroomtoevoer/aarding van de printer
Overige voorzorgsmaatregelen
Sluit de stekker aan op het dichtstbijzijnde stopcontact.
Gebruik van plastic zakken
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Waarschuwingen bij het gebruik van de printer
Plaats geen metalen voorwerpen of voorwerpen die water bevatten
(vazen, bloempotten, kopjes, enz.) op of in de buurt van de printer. Dit
vormt een risico voor brand of elektrische schokken, mocht het water
in het apparaat terechtkomen.
Verwijder geen van de panelen van de printer, omdat er dan kans
bestaat op elektrische schokken als gevolg van de hoge spanning
binnen in de printer.
Zorg dat het netsnoer
niet
beschadigd raakt of breekt en probeer het niet
te repareren. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer, trek er niet
aan, buig het niet onnodig en veroorzaak geen andere schade. Dergelijke
situaties leveren gevaar van brand of elektrische schokken op.
Probeer nooit de printer of onderdelen ervan te repareren of te
demonteren, omdat er dan gevaar van brand, elektrische schokken of
schade aan de laser bestaat. Als de laserstraal buiten het apparaat
komt, kan deze blindheid veroorzaken.
Als de printer uitzonderlijk heet wordt, als er rook uit de printer komt,
als er een vreemde geur ontsnapt, of als er zich een andere
ongewone situatie voordoet, bestaat er gevaar van brand of een
elektrische schok. Zet de stroomschakelaar onmiddellijk op OFF (),
zorg dat u de stekker uit het stopcontact haalt en neem contact op
met uw servicevertegenwoordiger.
Als er schadelijke zaken (paperclips, water, andere vloeistoffen, enz.)
in het apparaat terechtkomen, moet u onmiddellijk de
hoofdstroomschakelaar op OFF () zetten. Vervolgens moet u direct
de stekker uit het stopcontact halen, om gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen. Neem hierna contact op met uw
servicevertegenwoordiger.
Zorg dat u een stekker
niet
met natte handen in het stopcontact steekt
of eruit haalt, omdat er dan gevaar van elektrische schokken bestaat.
WAARSCHUWING Gebruik geen stroomtoevoer met een
ander voltage dan aangegeven. Sluit niet meerdere
apparaten op één stopcontact aan. Dergelijke situaties
leveren gevaar van brand of elektrische schokken op.
Steek de stekker stevig in het stopcontact. Als metalen
voorwerpen in contact komen met de pinnen van de stekker,
kan dit brand of elektrische schokken veroorzaken.
Sluit de printer altijd aan op een geaard stopcontact, om het
gevaar van brand of elektrische schokken bij kortsluiting te
voorkomen. Neem contact op met uw onderhoudstechnicus als
een geaarde aansluiting niet mogelijk is.
WAARSCHUWING Houd de plastic zakken die bij de
printer worden gebruikt uit de buurt van kinderen. Het
plastic kan aan neus en mond vast blijven zitten en
verstikking veroorzaken.
xix
Neem altijd contact op met uw servicevertegenwoordiger voor
onderhoud of reparatie van interne onderdelen.
•Trek niet aan het netsnoer wanneer u dit uit het stopcontact haalt. Als
u aan het netsnoer trekt, kunnen de draden breken en bestaat er
gevaar van brand of elektrische schokken. (Pak altijd de stekker vast
wanneer u het netsnoer wilt loskoppelen van het stopcontact.)
Haal altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat
verplaatst. Als het netsnoer beschadigd raakt, bestaat er gevaar van
brand of elektrische schokken.
Als het apparaat korte tijd (bijvoorbeeld 's nachts) niet wordt gebruikt,
moet u de stroomschakelaar op OFF () zetten. Als de printer
langere tijd niet wordt gebruikt (tijdens vakanties, enz.), haalt u voor
de veiligheid de stekker uit het stopcontact.
Verwijder om veiligheidsredenen de stekker altijd uit het stopcontact
bij het reinigen van het apparaat.
Als zich in de printer stof ophoopt, bestaat er gevaar van brand of
andere problemen. Het wordt daarom aanbevolen uw
onderhoudstechnicus te raadplegen met betrekking tot het reinigen
van interne onderdelen. Dit is met name effectief als u dit laat doen
voorafgaande aan een periode van hoge luchtvochtigheid. Raadpleeg
uw servicevertegenwoordiger over de kosten voor het reinigen van de
interne onderdelen in de printer.
Overige voorzorgsmaatregelen
Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat en zorg dat het
apparaat niet beschadigd raakt.
Open tijdens het afdrukken de bovenste voorklep niet, schakel de
hoofdschakelaar niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact.
Tijdens het afdrukken komt er een kleine hoeveelheid ozon vrij, maar
dit heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid. Als de printer
echter langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of
wanneer er een zeer groot aantal kopieën wordt gemaakt, kan de
geur onaangenaam worden. Een juiste omgeving voor afdrukwerk
moet goed geventileerd zijn.
Raak geen elektrische onderdelen, zoals connectoren of printplaten
aan. Deze kunnen beschadigd raken door statische elektriciteit.
Probeer geen handelingen te verrichten die niet in deze handleiding
zijn beschreven.
Als de printer langere tijd niet wordt gebruikt, verwijdert u het papier
uit de cassette, legt u dit terug in de oorspronkelijke verpakking en
verzegelt u deze weer.
Waarschuwingen voor tonergebruik
Probeer onderdelen die toner bevatten niet te verbranden. De vonken
kunnen brandwonden veroorzaken.
Probeer onderdelen die toner bevatten nooit open te maken.
Adem de toner niet in.
Wrijf niet in uw ogen of over uw mond als er toner op uw handen
terechtkomt. Was de toner van uw handen.
Raadpleeg voor het weggooien van de oude tonercontainer uw
servicevertegenwoordiger of gooi de toner of tonercontainers na
gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke milieuwetgeving weg.
VOORZICHTIG Het gebruik van andere instellingen of
aanpassingen of de uitvoering van andere procedures dan
hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan
straling.
xx
Over de gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 - Onderdelen van de machine
In dit hoofdstuk worden de namen van de onderdelen toegelicht.
Hoofdstuk 2 - Afdrukken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u vanaf uw werkstation kunt
afdrukken.
Hoofdstuk 3 - Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de tonercontainer wordt vervangen
en hoe u de printer onderhoudt.
Hoofdstuk 4 - Problemen oplossen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u eventueel optredende
printerproblemen, zoals papierstoringen, oplost.
Hoofdstuk 5 - Specificaties
Dit hoofdstuk bevat de specificaties van de printer.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt
.
Conventie Beschrijving Voorbeeld
Cursief lettertype
Wordt gebruikt om een
sleutelwoord, een woordgroep of
verwijzing naar aanvullende
informatie te benadrukken.
Zie Vervanging tonercontainer op pagina 3-2
voor het vervangen van de toner container.
Vet
Wordt gebruikt om
softwareknoppen aan te duiden
Klik op OK om te beginnen met afdrukken.
Vet tussen haakjes
Wordt gebruikt om toetsen op het
bedieningspaneel aan te duiden.
Druk op [GO] om verder te gaan met
afdrukken.
Opmerking
Wordt gebruikt om aanvullende,
nuttige informatie over een functie
of toepassing te geven.
Opmerking
Raadpleeg uw
netwerkbeheerder voor de
netwerkadresinstellingen.
Belangrijk
Wordt gebruikt om belangrijke
informatie te verstrekken.
BELANGRIJK Zorg dat het papier niet
gevouwen, gekruld of beschadigd is.
Voorzichtig
Met deze waarschuwingen wordt
aangegeven dat er als gevolg van
een actie mechanische
beschadiging kan optreden.
VOORZICHTIG De onderdelen binnenin
de fuserklep zijn heet. Raak deze niet met
uw handen aan, aangezien dit
brandwonden kan veroorzaken.
Waarschuwing
Wordt gebruikt om gebruikers te
wijzen op het gevaar van
lichamelijk letsel.
WAARSCHUWING Het ladergedeelte
staat onder hoogspanning.
Onderdelen van de machine 1-1
1 Onderdelen van de machine
In dit hoofdstuk vindt u uitleg en afbeeldingen, zodat u de
onderdelen en de functies van die onderdelen kunt vaststellen.
Probeer voor het juiste gebruik en optimale prestaties thuis te
raken in de namen en functies van deze onderdelen.
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Onderdelen aan de voorkant van de printer 1-2
Onderdelen aan de linkerkant van de printer 1-2
Interne onderdelen 1-3
Onderdelen aan de achterkant van de printer 1-3
Bedieningspaneel 1-4
1-2 Onderdelen van de machine
Onderdelen aan de voorkant van de printer
1 Bedieningspaneel
2 Voorklep
3 Papierstopper
4 Bovenklep (Bovenlade)
5 MP-lade (multifunctionele cassette)
6 Papiercassette
7 Aan/uit-schakelaar
Onderdelen aan de linkerkant van de printer
8 Linkerklep
9 Tonerafvalbak
10 Hoofdopladers op de drumeenheden
11 Magenta Tonercontainer (M)
12 Cyaan Tonercontainer (C)
13 Geel Tonercontainer (Y)
14 Zwart Tonercontainer (K)
2
5
6
1
3
7
4
8
9
10
11 12 1314
Onderdelen van de machine 1-3
Interne onderdelen
15 Papiertransfereenheid
16 Papierhelling
17 Duplexeenheid
18 Envelopschakelaar
Onderdelen aan de achterkant van de printer
19 USB-geheugenslot
20 Netsnoeraansluiting
21 Optionele interfaceslot
22 Netwerklampjes
23 Netwerkaansluiting
24 USB-aansluiting
25 Achterklep
18
19
20 21 22
23
24
25
15
17
16
1-4 Onderdelen van de machine
Bedieningspaneel
26 Berichtenscherm
27 Ready controlelampje
28 Data controlelampje
29 Attention controlelampje
30 Pijltoetsen
31 [MENU] toets
32 [OK] toets
33 [GO] toets
34 [Cancel] toets
Afdrukken 2-1
2 Afdrukken
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Netwerkinterfaceparameters wijzigen 2-2
Een Netwerkinterface-statuspagina afdrukken 2-4
Embedded Web Server RX 2-5
Printerstuurprogramma installeren 2-14
Afdrukken vanuit applicaties 2-21
Afdrukken via AirPrint 2-22
Status Monitor 2-23
Energiebesparende functie 2-27
2-2 Afdrukken
Netwerkinterfaceparameters wijzigen
Deze printer ondersteunt TCP/IP, TCP/IP (IPv6), NetWare, AppleTalk,
IPP, SSL-server, en de IPSec-protocollen en Beveiligingsniveau.
In de onderstaande tabel staan de benodigde items voor elk van de
instellingen.
Configureer de netwerkparameters van de printer zoals nodig voor uw pc
en uw netwerkomgeving.
Voor meer informatie over deze procedure, raadpleeg de paragraaf Using
the Operation Panel van de Advanced Operation Guide.
Opmerking
Als Embedded Web Server RX wordt gebruikt,
dan kunnen de netwerkparameters en beveiligingsinstellingen
gemakkelijk vanaf uw PC worden gewijzigd en gecontroleerd.
Raadpleeg voor meer informatie de Embedded Web Server
RX User Guide.
Als de optionele IB-50 of IB-51 is geïnstalleerd, dan zijn
NetWare en AppleTalk instellingen mogelijk. Raadpleeg voor
meer informatie de paragraaf Optional Network van de
Advanced Operation Guide.
Menu Submenu Instelling
Netwerk TCP/IP Aan/Uit
DHCP Aan/Uit
Auto-IP Aan/Uit
IP-adres IP-adres
Subnetmasker IP-adres
Gateway IP-adres
Bonjour Aan/Uit
TCP/IP (IPv6) Aan/Uit
RA (Stateless) Aan/Uit
DHCPv6 Aan/Uit
Beveiliging Interface
vergrend.
USB-host Vergrendelen/
Ontgrendelen
USB-apparaat Vergrendelen/
Ontgrendelen
Interface-optie Vergrendelen/
Ontgrendelen
USB-opslag Vergrendelen/
Ontgrendelen
WSD-afdruk Aan/Uit
Enhanced WSD Aan/Uit
EnhancedWSD (SSL) Aan/Uit
IPP Aan/Uit
Afdrukken 2-3
SSL-server Aan/Uit
DES Aan/Uit
3DES Aan/Uit
AES Aan/Uit
IPP over SSL Aan/Uit
HTTPS Aan/Uit
IPSec Aan/Uit
LAN-interface Auto/10BASE-Half/
10BASE-Full/
100BASE-Half/
100BASE-Full/
1000BASE-T
Beveiligingsniveau Hoog/Laag
Opmerking
Doe de machine UIT en weer AAN nadat alle
netwerkinstellingen zijn gedaan. Dit moet om de instellingen
van kracht te maken.
Menu Submenu Instelling
2-4 Afdrukken
Een Netwerkinterface-statuspagina afdrukken
U kunt een statuspagina voor de netwerkinterface afdrukken. De
netwerkstatuspagina toont de netwerkadressen, en andere informatie
onder verschillende netwerkprotocollen over de netwerkinterface.
Instellen/onderhoud
Aanpassen/Onderhoud wordt gebruikt om de afdrukkwaliteit aan te
passen en printeronderhoud uit te voeren.
De beschikbare opties in Aanpassen/Onderhoud zijn de volgende:
Kleur Kalibratie
Registratie Normaal
Registratie Details
Printer opnieuw Printer
Service
BELANGRIJK Service is een menu dat voornamelijk wordt
gebruikt door servicepersoneel voor onderhoudswerk. Klanten
hoeven dit menu niet te gebruiken.
1
Druk op [MENU].
2
Druk herhaaldelijk op of tot Instellen/onderhoud >
verschijnt.
3
Druk op terwijl Instellen/onderhoud > wordt weergegeven.
4
Druk herhaaldelijk op of tot >Service > verschijnt.
5
Druk op .
6
Druk herhaaldelijk op of tot >>Netwerkstatuspagina
afdrukken verschijnt.
7
Druk op [OK]. Er verschijnt een vraagteken (?).
8
Druk op [OK]. Bezig m verwerkn verschijnt en er wordt een
statuspagina afgedrukt.
9
Wanneer het afdrukken is beëindigd, keert het scherm terug naar
Klaar.
Instellen/onderhoud >
>>Netwerkstatuspagina
afdrukken?
Afdrukken 2-5
Embedded Web Server RX
Als het apparaat is aangesloten op het netwerk, kunt u verschillende
instellingen configureren met behulp van Embedded Web Server RX.
In dit hoofdstuk worden instructies gegeven voor de toegang tot
Embedded Web Server RX en het wijzigen van de
beveiligingsinstellingen en hostnaam.
Voor meer informatie over Embedded Web Server RX, raadpleeg de
Embedded Web Server RX User Guide.
De instellingen die de beheerder en de algemene gebruikers kunnen
configureren in Embedded Web Server RX zijn als volgt.
Opmerking
Voer de Gebruikersnaam en het Wachtwoord in
om toegang te hebben tot alle functies van de Embedded
Web Server RX pagina's, en klik op Aanmelden. Door het
vooraf ingestelde wachtwoord van de systeembeheerder in te
voeren, kan de gebruiker alle pagina's openen, inclusief
Documentbox en Instellingen in het navigatiemenu. De
standaard fabrieksinstelling voor de standaardgebruiker met
de bevoegdheden voor systeembeheerder wordt hieronder
getoond.
* Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine
letters
(hoofdlettergevoelig).
Aanmelding
gebruikersnaam
Admin
Aanmelding
wachtwoord
Admin
Instelling Beschrijving Beheerder
Algemene
gebruiker
Machinegegevens
De basisinformatie van het apparaat kan worden opgevraagd.
Configuratie, Tellers, Info over Embedded Web Server RX
Taakstatus Toont alle informatie over het apparaat, met inbegrip van afdruktaken en
takenlogboek.
Afdrukstaatstatus, Afdruktakenlogboek
Document Box Document boxen toevoegen of verwijderen, of documenten uit een
document box verwijderen.
Custom box, Instellingen Job Box
Apparaat-
instellingen
Configureer de geavanceerde instellingen van het apparaat
Papier/invoer/uitvoer, Energiebesparing/timerinstellingen, Datum/
Tijd, Systeem
Functie-
instellingen
Configureer de geavanceerde functie-instellingen.
Algemene/taak-standaarden, Printer, E-mail
Netwerkinstellingen
Configureer de geavanceerde instellingen van het netwerk.
Algemeen, TCP/IP, Protocol
Beveiligings-
instellingen
Configureer de geavanceerde instellingen van de beveiliging.
Beveiliging apparaat, Netwerkveiligheid, Certificaten
Beheerinstellingen
Configureer de geavanceerde beheerinstellingen.
Taakaccounting, Verificatie, Notificatie/rapport,
Instellingen historie, SNMP, Resetten
2-6 Afdrukken
Toegang tot Embedded Web Server RX
1
Start uw internetbrowser.
2
Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in in de adres- of
locatiebalk.
Voorbeelden: https://192.168.48.21/ (IP-adres)
https://P001 (als de hostnaam "P001" is)
De internetpagina geeft basisinformatie over het apparaat en het
Embedded Web Server RX weer, evenals hun huidige status.
3
Selecteer een categorie in de navigatiebalk links op het scherm.
Wanneer u inlogt op de machine als beheerder, ziet u
Apparaatinstellingen, Functie-instellingen, Netwerkinstellingen,
Beveiligingsinstellingen, en Beheerinstellingen.
Opmerking
Als het bericht Er is een probleem met het
beveiligingscertificaat van deze website. verschijnt, moet
het certificaat geconfigureerd worden. Voor meer informatie
over de certificaten, raadpleeg de Embedded Web Server RX
User Guide.
U kunt ook de handeling voortzetten zonder het certificaat te
configureren.
Afdrukken 2-7
Beveiligingsinstellingen wijzigen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de beveiligingsinstellingen kunnen
worden gewijzigd.
1
Open Embedded Web Server RX zoals beschreven in Toegang tot
Embedded Web Server RX op pagina 2-6.
2
Vanaf de menu Beveiligingsinstellingen, selecteert u de instelling
die u wilt configureren. De configureerbare instellingen zijn
Beveiliging apparaat, Netwerkveiligheid en Certificaten.
Opmerking
De configureerbare instellingen in Beveiliging
apparaat en Netwerkveiligheid kunnen ook worden
geconfigureerd via de systeemmenu van het apparaat.
Voor meer informatie, raadpleeg de paragraaf Using the Ope-
ration Panel van de Advanced Operation Guide.
Voor meer informatie over de certificaten, raadpleeg de
Embedded Web Server RX User Guide.
2-8 Afdrukken
Machinegegevens wijzigen
Wijzigt de informatie van het apparaat.
1
Open Embedded Web Server RX zoals beschreven in Toegang tot
Embedded Web Server RX op pagina 2-6.
2
Vanaf de menu Apparaatinstellingen, kies Systeem.
3
Voer de machinegegevens in en klik op Verzenden.
BELANGRIJK Start, na het wijzigen van de instelling, het netwerk
opnieuw op of zet het apparaat UIT en vervolgens weer AAN.
Om de netwerkkaart opnieuw op te starten, klikt u op
Resetten
in de
menu
Beheerinstellingen
, en klikt u vervolgens op
Netwerk opnieuw
opstarten
in Herstarten.
Afdrukken 2-9
E-mailinstellingen
Door de SMTP-instellingen te configureren, kunt u e-mailberichten over
voltooide taken versturen.
Deze functie kan alleen worden gebruikt als het apparaat is verbonden
met een mailserver die het SMTP-protocol gebruikt.
Daarnaast controleert u het volgende.
De netwerkomgeving die wordt gebruikt om met dit apparaat
verbinding te maken met de mailserver
Een permanente verbinding via een LAN wordt aanbevolen.
SMTP-instellingen
Gebruik het Embedded Web Server RX om het IP-adres of de
hostnaam van de SMTP-server te registreren.
Als er beperkingen zijn ingesteld voor de grootte van e-mailberichten,
is het verzenden van grote e-mailberichten misschien niet mogelijk.
Volg de onderstaande stappen om de SMTP-instellingen op te geven.
1
Open Embedded Web Server RX zoals beschreven in Toegang tot
Embedded Web Server RX op pagina 2-6.
2
Vanaf de menu Functie-instellingen klikt u op E-mail.
2-10 Afdrukken
3
Voer de betreffende waarden voor alle velden in.
Instelling Beschrijving
SMTP Stel in om e-mails vanaf de machine te versturen.
SMTP-protocol Stel het SMTP-protocol in. Stel de SMTP (E-mail TX) instelling
in op Aan op de pagina Protocolinstellingen.
SMTP-
servernaam
Voer de hostnaam of het IP-adres van de SMTP-server in.
SMTP-
poortnummer
Geef het poortnummer op voor de SMTP. Gebruik de standaard
SMTP-poort 25.
Time-out SMTP-
server
Stel de wachttijd voor time-out in seconden in.
Verificatieprotocol
Geef aan of SMTP-verificatie is vereist. Om de verificatie te
gebruiken, voert u de gebruikersinformatie voor verificatie in.
SMTP-
beveiliging
Stel SMTP beveiliging in.
Activeer SMTP-beveiliging in SMTP (E-mail TX) op de
pagina Protocolinstellingen.
POP voor SMTP-
timeout
Geef de tijd in seconden op tot de wachttijd voor de verbinding
met POP-server is verlopen. Dit kan worden ingesteld wanneer
POP voor SMTP is geselecteerd in Verificatieprotocol.
Verbinding
testen
Test om te bevestigen dat de instellingen correct zijn.
Domeinbeperking
Stel in of domeinen al dan niet beperkt zijn. Klik op
Domeinenlijst en voer de domeinnamen van de adressen in
die moeten worden toegestaan of afgewezen. Beperking kan
ook worden opgegeven via e-mail adres.
POP3 Stel in om een e-mail op de machine te ontvangen.
POP3-protocol Stel POP3-protocol in. Stel de POP3 (E-mail RX) instelling in
op Aan op de pagina Protocolinstellingen.
Controle-interval Geef het tijdsinterval in minuten op voor het controleren van
inkomende e-mails.
Nu uitvoeren Klik op Ontvangen om direct verbinding te maken met de
POP3-server en te controleren op inkomende e-mails.
Domeinbeperking
Stel in of domeinen al dan niet beperkt zijn. Klik op
Domeinenlijst en voer de domeinnamen van de adressen in
die moeten worden toegestaan of afgewezen. Beperking kan
ook worden opgegeven via e-mail adres.
Gebruikers-
instellingen
POP3
Configureer de instellingen voor POP3-gebruikersaccounts en
de POP3-server. U kunt maximaal drie gebruikers configureren.
Afdrukken 2-11
4
Klik op Verzenden.
Instellingen
voor e-mail
verzenden
Groottebeperking
e-mail
Voer de maximumgrootte van te verzenden e-mailberichten in
in kilobytes. Als de grootte van een e-mail deze waarde
overschrijdt, dan wordt een foutbericht weergegeven en wordt
het verzenden van de e-mail geannuleerd. Gebruik deze
instelling als u groottebeperking e-mail voor de SMTP-server
heeft ingesteld. Zoniet, voer een waarde in van 0 (nul) om
e-mails zonder groottebeperking te kunnen versturen.
Adres afzender Voer het e-mailadres in van de persoon die verantwoordelijk is
voor het apparaat, bijvoorbeeld de apparaatbeheerder. Dit zorgt
ervoor dat een antwoord of een afleveringsfoutrapport naar een
persoon wordt gestuurd in plaats van naar het apparaat. Het
adres van de afzender moet correct worden ingevoerd voor
SMTP-verificatie. Het adres van de afzender mag maximaal
128 karakters lang zijn.
Handtekening Voer de handtekening in. De handtekening is vrije tekst die
wordt weergegeven aan het einde van het e-mailbericht. Deze
wordt vaak gebruikt om het apparaat verder te identificeren. De
handtekening mag maximaal 512 karakters lang zijn.
Standaardinst.
functies
Wijzig de functie standaardinstellingen op de pagina
Gemeensch./Standaard instellingen taak.
Instelling Beschrijving
2-12 Afdrukken
Een custom box registreren
U kunt een custom box vanaf Embedded Web Server RX registreren.
1
Open Embedded Web Server RX zoals beschreven in Toegang tot
Embedded Web Server RX op pagina 2-6.
2
Ga naar de menu Documentbox en klik op Custom box.
3
Klik op Toevoegen.
4
Voer de boxgegevens in.
Voer de gegevens in voor de custom box die u wilt registreren. De in
te voeren velden zijn dezelfde als bij het registreren op het apparaat.
Voor meer informatie, raadpleeg de paragraaf Using the Operation
Panel van de Advanced Operation Guide.
5
Klik op Verzenden.
Afdrukken 2-13
Een document opgeslagen in een custom box afdrukken
Een document opgeslagen in een custom box kan worden afgedrukt
vanaf Embedded Web Server RX.
1
Open Embedded Web Server RX zoals beschreven in Toegang tot
Embedded Web Server RX op pagina 2-6.
2
Ga naar de menu Documentbox en klik op Custom box.
3
Klik op het nummer of de naam van de custom box waarin het
document is opgeslagen.
4
Selecteer het document dat u wilt afdrukken.
Selecteer het keuzevak van het af te drukken document.
5
Klik op Afdrukken.
6
Voor instellingen die kunnen worden geconfigureerd, raadpleeg de
Embedded Web Server RX User Guide.
2-14 Afdrukken
Printerstuurprogramma installeren
Zorg ervoor dat de printer aan staat en is aangesloten op de pc voordat
u de printerdriver vanaf de DVD-ROM installeert.
Het printerstuurprogramma voor Windows installeren
Snel installeren
De volgende procedure is een voorbeeld voor het installeren van de
software in Windows 7 d.m.v. Snel installeren.
Raadpleeg voor het Aangepast installeren de Aangepast installeren op
pagina 2-16.
1
Plaats de DVD-ROM.
2
Kies Licentieovereenkomst weergeven en lees de
Gebruiksrechtovereenkomst.
Kies Accepteren.
3
Kies het tabblad Snel installeren.
Opmerking
Het installeren onder Windows moet worden
gedaan door een gebruiker die zich heeft aangemeld met
beheerdersrechten.
Indien verbonden met een USB-kabel, is Plug and Play op dit
apparaat uitgeschakeld indien in de slaapstand. Om de
installatie voort te zetten, drukt u op de toets
GO
om het
apparaat uit de energiebesparende stand of slaapstand te halen
waarna kan worden verder gegaan.
Printing System (XPS) Driver kan niet geïnstalleerd worden op
Windows XP.
Opmerking
Het installeren in Windows moet worden
gedaan door een gebruiker die zich heeft aangemeld met
beheerdersrechten.
Als het dialoogvenster wizard nieuwe hardware gevonden
verschijnt, selecteert u Annuleren.
Als het venster Automatisch afspelen verschijnt, klikt op Voer
Setup.exe uit.
Als het venster gebruikersaccountbeheer verschijnt, klikt u op
Ja (Toestaan).
Opmerking
Om Status Monitor te installeren, is het
noodzakelijk om Microsoft .NET Framework 4.0 vooraf te
hebben geinstalleerd.
Afdrukken 2-15
4
Selecteer het te installeren apparaat.
U kunt ook Hostnaam als poortnaam gebruiken kiezen en de
hostnaam van de standaard TCP/IP-poort instellen. (een USB-
verbinding kan niet worden gebruikt.)
5
Selecteer het te installeren pakket.
Pakketten omvatten de volgende software:
Driver Package
Printig System Driver, Status Monitor, Fonts
6
Klik op Installeren .
7
Voltooi de installatie.
Wanneer Uw software is gebruiksklaar verschijnt, kunt u de
software gebruiken. Om een testpagina af te drukken, vink het
selectievakje Een testpagina afdrukken aan en selecteer het
apparaat.
Klik op Voltooien om de wizard af te sluiten.
Als het bericht systeem herstarten verschijnt, herstart u de computer
door de aanwijzingen op het scherm op te volgen. Hiermee is de
installatieprocedure van de printerdriver voltooid.
Opmerking
Het apparaat kan niet worden gedetecteerd,
tenzij het is ingeschakeld. Als de computer er niet in slaagt
om het apparaat te detecteren, controleer dan of het is
aangesloten op de computer via een netwerk of USB-kabel
en dat deze is ingeschakeld en klik op (Vernieuwen).
Opmerking
Wanneer u Apparaatinstellingen in Windows
XP hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster voor het
instellen van het apparaat weergegeven na op Voltooien te
hebben geklikt. Configureer de instellingen voor de opties die
op het apparaat zijn geïnstalleerd. Apparaatinstellingen
kunnen worden geconfigureerd nadat de installatie is voltooid.
Zie voor meer informatie de apparaatinstellingen in de
Printing System Driver User Guide op de dvd-rom.
2-16 Afdrukken
Aangepast installeren
De volgende procedure is een voorbeeld voor het installeren van de
software in Windows 7 d.m.v. Aangepast installeren.
1
Plaats de DVD-ROM.
2
Kies Licentieovereenkomst weergeven en lees de
Gebruiksrechtovereenkomst.
Kies Accepteren.
3
Kies het tabblad Aangepast installeren.
4
Selecteer het te installeren apparaat en klik op de pijltoets om deze
te verplaatsen naar de lijst Te installeren producten.
De volgende knoppen zijn beschikbaar.
:
Gebruik deze knop om de weergave tussen pictogram en
tekstweergave te wisselen.
:
Gebruik deze knop om meerdere items te selecteren.
: Als het doelapparaat niet wordt weergegeven, druk dan
op deze knop om het te gebruiken apparaat rechtstreeks
te selecteren.
Opmerking
Het installeren in Windows moet worden
gedaan door een gebruiker die zich heeft aangemeld met
beheerdersrechten.
Als het dialoogvenster wizard nieuwe hardware gevonden
verschijnt, selecteert u Annuleren.
Als het venster Automatisch afspelen verschijnt, klikt op Voer
Setup.exe uit.
Als het venster gebruikersaccountbeheer verschijnt, klikt u op
Ja (Toestaan).
Afdrukken 2-17
5
Selecteer het te installeren apparaat en stuurprogramma en klik op
de pijltoets om deze te verplaatsen naar de lijst Te installeren
producten.
6
Selecteer het te installeren hulpprogramma en klik op de pijltoets om
deze te verplaatsen naar de lijst Te installeren producten.
7
Klik op Installeren .
8
Voltooi de installatie.
Wanneer Uw software is gebruiksklaar verschijnt, kunt u de
software gebruiken. Om een testpagina af te drukken, vink het
selectievakje Een testpagina afdrukken aan en selecteer het
apparaat.
Klik op Voltooien om de wizard af te sluiten.
Als het bericht systeem herstarten verschijnt, herstart u de computer
door de aanwijzingen op het scherm op te volgen. Hiermee is de
installatieprocedure van de printerdriver voltooid.
Opmerking
Om Status Monitor te installeren, is het
noodzakelijk om Microsoft .NET Framework 4.0 vooraf te
hebben geinstalleerd.
Opmerking
Wanneer u Apparaatinstellingen in Windows
XP hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster voor het
instellen van het apparaat weergegeven na op Voltooien te
hebben geklikt. Configureer de instellingen voor de opties die
op het apparaat zijn geïnstalleerd. Apparaatinstellingen
kunnen worden geconfigureerd nadat de installatie is voltooid.
Zie voor meer informatie de apparaatinstellingen in de
Printing System Driver User Guide op de dvd-rom.
2-18 Afdrukken
Software verwijderen
Voer de volgende procedure uit om de software van uw computer te
verwijderen.
1
Klik op de Start knop op Windows en selecteer vervolgens Alle
programma's, (naam van softwarebedrijf) en Verwijder Product
Library om de wizard voor het verwijderen weer te geven.
2
Plaats een vinkje in het vakje van de te verwijderen software.
Kies Installatie verwijderen.
3
Als het bericht systeem herstarten verschijnt, herstart u de computer
door de aanwijzingen op het scherm op te volgen. Hiermee is de
procedure voor het verwijderen van de software voltooid.
Het printerstuurprogramma voor Macintosh installeren
De afdrukfunctie van de printer kan worden benut door een Macintosh
computer.
Hier volgt de werkwijze voor de installatie onder MAC OSX 10.7.
Opmerking
Het verwijderen onder Windows moet worden
gedaan door een gebruiker die zich heeft aangemeld met
beheerdersrechten.
Opmerking
De software kan ook worden verwijderd met
behulp van de Product Library.
In het installatiescherm Product Library, klik op Installatie
verwijderen en volg de instructies op het scherm op om de
software te verwijderen.
Opmerking
Het installeren onder MAC OS moet worden
gedaan door een gebruiker die zich heeft aangemeld met
beheerdersrechten.
Wanneer u afdrukt vanaf een Macintosh-computer, moet de
emulatiemodus het apparaat worden ingesteld op KPDL of
KPDL (Auto) . Voor meer informatie, raadpleeg de paragraaf
Using the Operation Panel van de Advanced Operation
Guide.
Bij verbinding via Bonjour, activeer Bonjour via de
netwerkinstellingen van het apparaat. Voor meer informatie,
raadpleeg de paragraaf Using the Operation Panel van de
Advanced Operation Guide.
Voer in het scherm Verificatie de naam en het wachtwoord in
die worden gebruikt voor het besturingssysteem.
Afdrukken 2-19
1
Plaats de DVD-ROM.
2
Dubbelklik op het GEN_LIB pictogram.
3
Dubbelklik op OS X 10.5 or higher.
4
Dubbelklik op (Merknaam) OS X 10.5+.
5
Het installatieprogramma van de printerdriver start.
6
Installeer het printerstuurprogramma zoals aangegeven door de
instructies in de installatiesoftware.
Hiermee is de installatie van de printerdriver voltooid.
Indien een USB-verbinding wordt gebruikt, wordt het apparaat
automatisch herkend en verbonden.
Indien er een IP-verbinding wordt gebruikt, zijn de onderstaande
instellingen vereist.
7
Open Systeemvoorkeuren en klik op Afdrukken en scannen.
2-20 Afdrukken
8
Klik op het plus-symbool (+) om de geïnstalleerde printerdriver toe te
voegen.
9
Klik op de IP-icoon voor een IP-verbinding en voer het IP-adres en de
printernaam in.
Het ingevoerde Adres verschijnt automatisch in het veld Naam.
Wijzig deze waarde indien nodig.
10
Selecteer de beschikbare opties voor de printer en klik op OK.
11
De geselecteerde printer wordt toegevoegd.
Opmerking
Bij gebruik van een Bonjour-verbinding,
selecteer Standaard en klik op het item dat verschijnt in
Printernaam. Het stuurprogramma met dezelfde naam als
het apparaat verschijnt automatisch in Stuurprogramma.
Afdrukken 2-21
Afdrukken vanuit applicaties
Hieronder worden de stappen beschreven die nodig zijn voor het
afdrukken van een document dat met een applicatie gemaakt is. U kunt
het papierformaat en de afleveringsbestemming voor de afdrukken
selecteren.
1
Plaats het gewenste papier in de papiercassette.
2
Selecteer vanuit de applicatie in het menu Bestand de optie
Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.
3
Klik op de vervolgkeuzelijst met printernamen. Alle printers die in
Windows zijn geïnstalleerd, staan vermeld. Klik op de naam van het
apparaat.
4
Voer bij Aantal exemplaren het aantal afdrukken in dat u wilt maken.
Er kunnen maximaal 999 kopieën worden gemaakt.
Voor Microsoft Word wordt aanbevolen dat u op Opties klikt en
Printerinstellingen gebruiken als Standaardpapierlade
specificeert.
5
Klik op OK om te beginnen met afdrukken.
3
4
Opmerking
Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik
van het printerstuurprogramma de Printing System Driver User
Guide.
2-22 Afdrukken
Afdrukken via AirPrint
AirPrint is een afdrukfunctie die standaard is opgenomen in iOS 4.2 en
recentere productversies, en Mac OS X 10.7 en recentere
productversies.
Met deze functie kunt u verbinding maken en afdrukken met elk AirPrint
compatibel apparaat zonder een printerstuurprogramma te hoeven
installeren.
Om het apparaat zichtbaar te maken bij het afdrukken via AirPrint, kunt u
locatie-informatie van het apparaat instellen in Embedded Web Server
RX.
Raadpleeg voor meer informatie de Embedded Web Server RX User
Guide.
Afdrukken 2-23
Status Monitor
De Status Monitor bewaakt de printerstatus en voorziet in een doorlopend
functioneringsrapport.
Toegang tot de Status Monitor
De Status Monitor start ook wanneer het afdrukken wordt gestart.
Verlaten van de Status Monitor
Gebruik een van onderstaande methodes voor het verlaten van de Status
Monitor.
Handmatig verlaten:
Klik op het pictogram instellingen en kies Afsluiten in het menu om
de Status Monitor te verlaten.
Automatisch verlaten:
De Status Monitor sluit automatisch na 7 minuten als deze niet wordt
gebruikt.
Status Monitor Melding
De Status Monitor is als volgt weergegeven.
Sneloverzicht printerstatus
De status van de printer wordt met pictogrammen weergegeven.
Gedetailleerde informatie wordt weergegeven door te klikken op de knop
Uitbreiden.
Gedetailleerde informatie wordt weergegeven door te klikken op elk
tabblad pictogram.
Opmerking
Als u Status Monitor activeert, moet u het volgende
controleren.
Printing System Driver is geïnstalleerd.
Hetzij Enhanced WSD of EnhancedWSD(SSL) zijn ingesteld
op Aan in de paragraaf Security van de Advanced Operation
Guide.
Knop uitbreiden
Tabblad waarschuwing
Tabblad tonerstatus
Tabblad status papierlade
Tabblad voortgang
afdruktaken
Pictogram Instellingen
2-24 Afdrukken
Tabblad voortgang afdruktaken
De status van de afdruktaken wordt weergegeven.
Selecteer een taak in de lijst via het weergegeven menu en klik met de
rechtermuisknop om te annuleren.
Tabblad status papierlade
Informatie over het papier in de printer en de hoeveelheid resterend
papier wordt getoond.
Tabblad tonerstatus
De hoeveelheid resterende toner wordt weergegeven.
Pictogram status
Takenlijst
Afdrukken 2-25
Tabblad waarschuwing
Als een fout optreedt, wordt dit bekendgemaakt met een 3D-
beeldweergave en een bericht.
Status Monitor Snelmenu
Het volgende menu wordt weergegeven als op de pictogram instellingen
wordt geklikt.
Embedded Web Server RX
Als de printer is verbonden met een TCP/IP-netwerk en zijn eigen IP-
adres heeft, gebruikt u een webbrowser om naar het Embedded Web
Server RX te gaan om de netwerkinstellingen te wijzigen of
bevestigen. Raadpleeg voor meer informatie de Embedded Web
Server RX User Guide.
Dit menu wordt niet weergegeven bij gebruik van een USB-
verbinding.
Kennisgeving...
Hiermee kan de weergave van de Status Monitor worden ingesteld.
Raadpleeg Status Monitor Instellingen Kennisgeving op pagina 2-26
voor meer informatie.
Verlaten
Hiermee verlaat u de Status Monitor.
Pictogram Instellingen
2-26 Afdrukken
Status Monitor Instellingen Kennisgeving
De Status Monitor instellingen en gedailleerde lijst gebeurtenissen
worden weergegeven.
Selecteer of gebeurtenismelding al dan niet moet worden uitgevoerd als
er een fout in de lijst gebeurtenissen optreedt.
1
Kies Gebeurtenismelding inschakelen.
Als deze instelling is ingesteld op Uit, dan wordt de Status Monitor
niet gestart, ook niet als het afdrukken wordt uitgevoerd.
2
Selecteer een gebeurtenis die gebruikt moet worden met de optie
tekst naar spraak in Beschikbare gebeurtenissen.
3
Klik op de kolom Geluidsbestand / Tekst naar spraak.
Klik op de knop Bladeren (...) om de gebeurtenis te melden met een
geluidbestand.
Bij het aanpassen van het luidop voor te lezen bericht op het scherm,
moet u de tekst in het tekstvak typen.
Opmerking
Het beschikbare bestandsformaat is WAV.
Afdrukken 2-27
Energiebesparende functie
Energiebesparende stand
Wanneer de ingestelde tijd (fabrieksinstelling is 1 minuut) is verstreken
sinds het laatste gebruik van de printer, schakelt de printer automatisch
naar de energiebesparende stand. De achtergrondverlichting en lampjes
van het berichtenscherm gaan uit om het stroomverbruik te
minimaliseren. Deze stand heet de energiebesparende stand.
De tijdsperiode waarin er geen activiteiten plaatsvinden voordat de
energiebesparende stand wordt geactiveerd, kan worden verlengd.
Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Low Power Timer (Low
Power Mode timer timeout time) van de Advanced Operation Guide.
Als er afdrukgegevens ontvangen worden tijdens de energiebesparende
stand, dan licht het berichtenscherm op en wordt het afdrukken gestart.
Om te hervatten, druk op [GO]. De printer is binnen 17 seconden
gebruiksklaar.
Wij wijzen u erop dat door omgevingsfactoren, zoals ventilatie, het
apparaat langzamer kan reageren.
Slaapstand
Voor Europa
Wanneer de ingestelde tijd (fabrieksinstelling is 15 minuten) is verstreken
sinds het laatste gebruik van de printer, schakelt de printer automatisch
naar de slaapstand. De achtergrondverlichting en lampjes van het
berichtenscherm gaan uit om het stroomverbruik te minimaliseren. Deze
stand heet de slaapstand.
Om de printer te gebruiken, druk op [GO]. De printer is binnen 24
seconden gebruiksklaar.
Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Sleep Timer (Sleep timer
timeout setting) van de Advanced Operation Guide.
Uitgezonderd voor Europa
Wanneer de ingestelde tijd (fabrieksinstelling is 15 minuten) is verstreken
sinds het laatste gebruik van de printer, schakelt de printer automatisch
naar de slaapstand. De achtergrondverlichting en lampjes van het
berichtenscherm gaan uit om het stroomverbruik te minimaliseren. Deze
stand heet de slaapstand.
Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Sleep Timer (Sleep timer
timeout setting) van de Advanced Operation Guide.
Er zijn twee slaapstanden: Snel Herstel en energiebesparing. De
standaardinstelling is energiebesparende stand.
Modus snel herstel
Het herstel uit de slaapstand sneller is dan bij het gebruik van de
energiebesparende modus.
Het berichtenscherm gaat uit wanneer naar de slaapstand geschakeld
wordt en de indicator voor Ready knippert.
Het apparaat herstelt snel wanneer op [GO] wordt gedrukt. Het apparaat
herstelt ook automatisch en drukt af wanneer een taak wordt
gedetecteerd.
2-28 Afdrukken
Als er tijdens de slaapstand afdrukgegevens worden ontvangen, dan
wordt de afdruktaak uitgevoerd terwijl het berichtenscherm onverlicht
blijft.
Om de printer te gebruiken, druk op [GO].
Wij wijzen u erop dat door omgevingsfactoren, zoals ventilatie, het
apparaat langzamer kan reageren.
Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Sleep Timer (Sleep timer
timeout setting) van de Advanced Operation Guide.
Modus energiebesparing
In deze stand wordt het energieverbruik nog meer teruggebracht dan in
de modus snel herstel en kan de slaapstand afzonderlijk ingesteld
worden voor elke functie.
Om de printer te gebruiken, druk op [GO]. De printer is binnen 24
seconden gebruiksklaar.
Raadpleeg voor meer informatie over de instellingen voor de
energiebesparende stand Sleep Level Set. (Sleep level setting) van de
Advanced Operation Guide.
Opmerking
Als de Standby Timer gelijk is aan de Uitschakeltimer, dan
wordt voorrang gegeven aan de slaapstand.
Onderhoud 3-1
3 Onderhoud
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Algemene informatie 3-2
Tonercontainer vervangen 3-2
De tonerafvalbak vervangen 3-6
De printer reinigen 3-8
3-2 Onderhoud
Algemene informatie
In dit hoofdstuk worden basisonderhoudstaken beschreven die u op de
printer kunt uitvoeren. U kunt de volgende onderdelen vervangen naar
aanleiding van een bericht op het printerscherm:
Tonerpakketten
Tonerafvalbak
De volgende onderdelen dienen ook regelmatig te worden gereinigd:
Papiertransfereenheid
Tonercontainer vervangen
De tonercontainer in de printer moet worden vervangen zodra het
berichtenscherm de melding Toner laag toont of zo snel mogelijk
daarna. Als u de printer blijft gebruiken zal de tonervoorraad uiteindelijk
op raken en zal de printer stoppen met afdrukken en er zal Vervang
toner C,M,Y,K een bericht worden getoond dat u instructies geeft hoe
u een nieuw tonerpakket installeert.
Hoe vaak de tonercontainer moet worden vervangen
De levensduur van de tonercontainers hangt af van de hoeveelheid toner
die nodig is om uw afdruktaken uit te voeren. Volgens ISO/IEC 19798 en
EcoPrint uitgeschakeld heeft de tonercontainer de volgende
afdrukcapaciteit (uitgaande van A4/Letter-papier):
Opmerking
Verzamelen van informatie op geheugenchips - De
geheugenchip die aan de tonercontainer vast zit, is ontwikkeld om
het gemak voor de eindgebruiker te vergroten; om hergebruik van
lege tonercontainers te ondersteunen; en om informatie te
verzamelen ter ondersteuning van nieuwe productplanning en
ontwikkeling. De verzamelde informatie is anoniem - het kan met
niemand in verband gebracht worden en de gegevens worden
vertrouwelijk behandeld.
Tonerkleur
Levensduur van de tonercontainer (afdrukbare
pagina's)
Zwart 12.000 afbeeldingen
Cyaan 10.000 afbeeldingen
Magenta 10.000 afbeeldingen
Geel 10.000 afbeeldingen
Opmerking
De tonercontainer die verpakt zit bij de nieuwe
printer moet het systeem vullen wanneer het voor de eerste keer
gebruikt wordt. Daardoor kan slechts 50% van de starttonerkit
gebruikt worden om af te drukken. (Bijvoorbeeld: P-C3060DN
kan 6000 zwart-wit afbeeldingen afdrukken met behulp van de
zwarte starttonercontainer).
Onderhoud 3-3
Tonerpakketten
Wij raden u aan om voor de beste resultaten alleen originele onderdelen
en voorraad te gebruiken.
De tonerpakketten worden geleverd in 4 verschillende kleuren: cyaan,
magenta, geel en zwart.
Een nieuw tonerpakket voor elke kleur bevat de volgende onderdelen:
Tonercontainer
Plastic afvalzakken voor de oude tonercontainer en de oude
tonerafvalbak
Tonerafvalbak
Installatiehandleiding
Uitleg over berichten waarin u wordt verzocht de
tonercontainer te vervangen
De printer geeft op twee verschillende momenten berichten weer voor
individuele tijdens het gebruik van toner. Dit bericht wordt automatisch
afgewisseld met het andere printerbericht (zoals Klaar):
Wanneer de toner in de printer bijna op is, bijvoorbeeld in de cyaan
container, toont de printer het bericht Toner laag C als eerste
waarschuwing. Merk op dat vervanging op dit moment niet altijd nodig
is.
Als u het bovenstaande bericht negeert en doorgaat met afdrukken,
toont de printer vlak voordat de toner op is, het bericht Vervang
toner. De tonercontainer dient onmiddellijk vervangen te worden.
Reinig de afzonderlijke laderdraden, enz. Nadat het reinigen is
gebeurd, verandert het bericht echter niet automatisch in Klaar. Als
u weer met afdrukken wilt beginnen, drukt u op [GO] zodat de printer
klaar is.
Vervang in beide gevallen de tonercontainer. Raadpleeg Tonercontainer
vervangen op pagina 3-2.
Opmerking
Haal de tonercontainer pas uit de doos als u klaar
bent om de container in de printer te plaatsen.
3-4 Onderhoud
De tonercontainer vervangen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de tonercontainers vervangt.
Wanneer u de tonercontainer van een kleur vervangt, dient u altijd
tegelijkertijd de tonerafvalbak te vervangen. Als deze bak vol is, kan de
printer beschadigd raken of worden vervuild door het tonerafval dat uit de
bak kan lekken.
BELANGRIJK Zet tijdens het vervangen van de tonercontainer op-
slagmedia en computerbenodigdheden (zoals diskettes) uit de buurt
van de tonercontainer. Zo wordt schade aan de media vermeden als
gevolg van de magnetische lading van de toner.
BELANGRIJK We aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade
of problemen die voortkomen uit het gebruik van andere
tonercontainers dan onze originele tonercontainers. Het is ook
aanbevolen om voor een optimale prestatie alleen onze
tonercontainers te gebruiken die speciaal bedoeld zijn voor gebruik in
uw land of regio. Als een tonercontainer voor een ander land/regio
wordt geïnstalleerd, zal de printer stoppen met afdrukken.
Zorg er voor het vervangen van de tonercontainer eerst voor dat u de
juiste kleur heeft voor de tonercontainer die moet worden vervangen. In
dit voorbeeld wordt er vanuit gegaan dat u de gele tonercontainer
vervangt.
1
Open de bovenklep (bovenlade).
2
Verwijder de oude tonercontainer voorzichtig uit de printer.
VOORZICHTIG Probeer geen delen die toner bevatten te
verbranden. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
Opmerking
U hoeft de printer niet uit te zetten voordat u met
vervanging begint. Gegevens die zich al in het proces van de
printer bevinden, worden verwijderd als u de printer uit zet.
Bovenklep
(Bovenlade)
Magenta (M)
Cyaan (C)
Geel (Y)
Zwart (K)
Onderhoud 3-5
3
Plaats de oude tonercontainer in de plastic zak (bij het tonerpakket
meegeleverd) en gooi de zak later weg volgens de plaatselijke regels
of bepalingen voor het weggooien van afval.
4
Haal de nieuwe tonercontainer uit het tonerpakket.
5
Schud de nieuwe tonercontainer 5 à 6 keer heen en weer zoals in de
afbeelding aangegeven om de toner gelijkmatig in de container te
verspreiden.
Druk niet te hard op het midden van de tonercontainer en raak de
tonerinvoersleuf niet aan.
6
Plaats de nieuwe tonercontainer in de printer zoals aangegeven in de
onderstaande afbeelding.
7
Druk de bovenkant van de tonercontainer omlaag om hem stevig op
zijn plaats vast te zetten.
Gebruik dezelfde procedure om de andere kleurtonercontainers te
vervangen.
8
Sluit de bovenklep (bovenlade).
Ga verder naar het volgende gedeelte.
Opmerking
Als de bovenklep (bovenlade) niet sluit,
controleer of de nieuwe tonercontainer correct is geplaatst (in
stap 7).
Gooi de tonercontainer en de tonerafvalbak na gebruik altijd
overeenkomstig de plaatselijke milieuwetgeving weg.
Plastic zak
Tonerinvoersleuf
3-6 Onderhoud
De tonerafvalbak vervangen
Vervang de tonerafvalbak wanneer het bericht Controleer
tonerafvalbak wordt weergegeven. Er zit een nieuwe tonerafvalbak in
het tonerpakket. De tonerafvalbak dient te worden vervangen voordat de
printer in gebruik wordt genomen.
1
Open de linkerklep.
2
Houd de tonerafvalbak vast en druk op de vergrendelingshendel.
Verwijder de tonerafvalbak nu voorzichtig.
3
Sluit, nadat u de bak uit de printer heeft gehaald, de dop van de oude
tonerafvalbak.
4
Plaats, om te voorkomen dat er toner wordt gemorst, de oude
tonerafvalbak in de plastic zak (bij het tonerpakket inbegrepen) en
gooi de zak later weg volgens de plaatselijke regels of bepalingen
voor het weggooien van afval.
Opmerking
Verwijder de tonerafvalbak zo voorzichtig
mogelijk, zodat de toner niet wordt verstrooid. Zorg ervoor dat
de opening van de tonerafvalbak omhoog wijst.
Linkerklep
Vergrendelings-
hendel
Oud afval
Tonerafvalbak
Dop
Plastic zak
Onderhoud 3-7
5
Open de dop van de nieuwe tonerafvalbak.
6
Plaats de nieuwe tonerafvalbak zoals in afbeelding aangegeven.
Wanneer de bak goed is geplaatst, wordt de bak vastgeklikt.
7
Zorg ervoor dat de tonerafvalbak goed is geplaatst en sluit de
linkerklep.
Nadat de tonercontainers en de tonerafvalbak zijn vervangen, dient u de
papiertransfereenheid te reinigen. Raadpleeg voor instructies De printer
reinigen op pagina 3-8.
Dop
Nieuwe tonerafvalbak
Nieuw afval
Tonerafvalbak
3-8 Onderhoud
De printer reinigen
De papiertransfereenheid dient te worden gereinigd telkens de
tonercontainer en tonerafvalbak worden vervangen.
Om een optimale afdrukkwaliteit te behouden, is het ook aan te bevelen
dat de binnenkant van de printer eenmaal per maand wordt gereinigd,
alsook wanneer de tonercontainer wordt vervangen.
Hij dient ook te worden gereinigd indien er strepen of lijnen verschijnen
op afgedrukte kopieën of indien afdrukken vaag of onduidelijk zijn.
De papiertransfereenheid reinigen
Afdrukproblemen zoals vlekken op de achterkant van afgedrukte pagina's
kunnen zich voordoen indien de papiertransfereenheid vuil wordt. Voor
het reinigen van de papiertransfereenheid moet u de droge doek
gebruiken.
VOORZICHTIG De onderdelen binnenin de fuserklep zijn heet.
Raak deze niet met uw handen aan, aangezien dit brandwonden kan
veroorzaken.
1
Druk op de hendel om de vergrendeling te ontgrendelen.
2
Trek de voorklep naar buiten.
Onderhoud 3-9
3
Veeg de papierdeeltjes op de registratierol en de papierhelling weg
met de droge doek.
4
Duw de voorklep weer goed terug naar binnen.
Papierhelling
Transferband
(zwart)
Droge doek
Registratie
Rol (metaal)
Transferrol (zwart)
Duplexeenheid
Papiertransfereenheid
Opmerking
Zorg dat u de zwarte transferrol en de zwarte
transferband niet aanraakt tijdens het reinigen; de
afdrukkwaliteit kan er negatief worden door beïnvloed.
Opmerking
Zorg dat uw handen niet bekneld raken onder
de voorklep wanneer u deze sluit.
3-10 Onderhoud
Problemen oplossen 4-1
4 Problemen oplossen
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Algemene richtlijnen 4-2
Problemen met de afdrukkwaliteit 4-3
Foutmeldingen 4-6
Papierstoringen oplossen 4-12
Als een probleem niet kan worden opgelost, neemt u contact op
met uw servicetechnicus.
4-2 Problemen oplossen
Algemene richtlijnen
In de onderstaande tabel staan basisoplossingen voor problemen die bij
de printer kunnen optreden. Voordat u service belt, raden wij u aan eerst
deze tabel te raadplegen om problemen op te lossen.
Tips
Printerproblemen kunnen gemakkelijk worden opgelost met behulp van
onderstaande tips. Wanneer u een probleem tegenkomt dat met de
bovenstaande richtlijnen niet kan worden opgelost, probeert u het
volgende:
Zet de printer uit en wacht enkele seconden. Zet de printer dan weer
aan.
Start de computer, waarvandaan de afdruktaken naar de printer
worden verzonden, opnieuw op.
Zorg ervoor dat u over de nieuwste versie van de printerdriver
beschikt en deze gebruikt. De nieuwste versies van printerdrivers en
hulpprogramma's zijn beschikbaar via het downloadcentrum op onze
website op het internet.
Zorg ervoor dat de afdrukprocedures in de applicatiesoftware correct
worden opgevolgd. Raadpleeg de documentatie die met de
applicatiesoftware is meegeleverd.
Symptoom Controles Correctie
Afdrukkwaliteit is niet goed. Raadpleeg Problemen met de afdrukkwaliteit on pagina 4-3.
Papier is vastgelopen. Raadpleeg Papierstoringen oplossen on pagina 4-12.
Er branden geen lampjes op het
bedieningspaneel, zelfs niet wanneer
de printer aan staat, en de ventilator
maakt geen geluid.
Controleer of het netsnoer goed op het
stopcontact is aangesloten.
Zet de printer uit, sluit het netsnoer
goed aan en zet de printer weer aan.
Controleer of de aan/uit-schakelaar in
de stand ON (I) staat.
Zet de aan/uit-schakelaar in de stand
ON.
De printer drukt een statuspagina af,
maar er worden geen taken vanaf de
computer afgedrukt.
Controleer de printerkabel of de
aansluitingskabel.
Sluit beide uiteinden van de
printerkabel stevig aan. Probeer de
printerkabel of de aansluitingskabel te
vervangen.
Controleer de programmabestanden
en de applicatiesoftware.
Probeer een ander bestand af te
drukken of een andere afdrukopdracht
te gebruiken. Als het probleem zich
alleen bij een bepaald bestand of een
specifieke applicatie voordoet,
controleert u de instellingen van de
printerdriver voor die applicatie.
Er komt stoom uit de printer in het
gebied rond de bovenlade.
Controleer of de kamertemperatuur
laag is, of of er vochtig papier werd
gebruikt.
Afhankelijk van de afdrukomgeving en
de toestand van het papier, zal de hitte
die ontstaat tijdens het afdrukken het
vocht in het papier doen verdampen en
de stoom die daarbij vrijkomt kan eruit
zien als rook. Dat is geen probleem en
u kunt gewoon doorgaan met
afdrukken.
Als u bezorgd bent om de stoom,
verhoog dan de kamertemperatuur, of
vervang het papier door nieuwer,
droger papier.
Problemen oplossen 4-3
Problemen met de afdrukkwaliteit
In de tabellen en diagrammen van de volgende gedeelten worden
problemen met de afdrukkwaliteit gedefinieerd en vindt u de correcties
die u kunt uitvoeren om de problemen op te lossen. Bij sommige
oplossingen dient u onderdelen van de printer te reinigen of te vervangen.
Als het probleem niet wordt opgelost door de voorgestelde correctie, belt
u service.
Afgedrukte resultaten Correctie
Afwijkende kleurafdruk Voer kleurregistratie uit m.b.v. het bedieningspaneel van de printer.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Registration Normal (Color
registration [standard]) of het gedeelte Registration Details (Color
registration [detailed]) van de Advanced Operation Guide.
Geheel lege afdruk Controleer de tonercontainers.
Open de bovenklep (bovenlade) van de printer en controleer of de
tonercontainers goed in de printer zijn geplaatst. Voor meer informatie over
het installeren van de tonercontainers, raadpleeg Tonercontainer
vervangen on pagina 3-2.
Controleer of de applicatiesoftware goed werkt.
Geheel zwarte pagina Controleer de hoofdoplader.
Open de linkerklep en controleer of de hoofdoplader goed is geplaatst.
Dropouts of afgedwaalde punten Reinig de hoofdopladers.
Raadpleeg voor meer informatie de paragaraaf LSU/Charger (LSU/Main
charger cleaning mode setting) van de Advanced Operation Guide.
4-4 Problemen oplossen
Zwarte of witte verticale strepen Controleer de toner op het bedieningspaneel.
Als het bericht Toner laag C,M,Y,K wordt weergegeven met
kleurbeschrijving, dient u een nieuw tonerpakket voor die kleur te
installeren. Raadpleeg voor het vervangen van de tonercontainer
Tonercontainer vervangen on pagina 3-2.
Reinig de hoofdopladers.
Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf LSU/Charger (LSU/Main
charger cleaning mode setting) van de Advanced Operation Guide.
Vernieuw drum.
Voer de volgende procedures uit op het bedieningspaneel en probeer het
drumoppervlak te reinigen m.b.v. het ingebouwde reinigingssysteem van
de printer.
1 Druk op [MENU].
2 Druk herhaaldelijk op of tot Instellen/onderhoud >
verschijnt.
3 Druk op . Druk herhaaldelijk op of tot >Service > verschijnt.
4 Druk op . Druk herhaaldelijk op of tot >>Drum verschijnt.
5 Druk tweemaal op [OK].
6 Het berichtenscherm toont Een ogenblik. Na ongeveer 3 minuten
keert het scherm terug naar Klaar.
Vage of onduidelijke afdrukken Reinig de hoofdopladers.
Raadpleeg voor meer informatie de paragaraaf LSU/Charger (LSU/Main
charger cleaning mode setting) van de Advanced Operation Guide.
Zorg ervoor dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het
gebruikte papier.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Paper Settings van de
Advanced Operation Guide.
Voer kleurkalibratie uit door ofwel de printer uit en in te schakelen ofwel
met behulp van het bedieningspaneel van de printer.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Color Calibration van de
Advanced Operation Guide.
Probeer de kleurcontrole-instellingen aan te passen m.b.v. de printerdriver.
Controleer het bedieningspaneel. Als het bericht Toner laag C,M,Y,K
wordt weergegeven met kleurbeschrijving, dient u een nieuw tonerpakket
voor die kleur te installeren. Raadpleeg Tonercontainer vervangen on
pagina 3-2voor het vervangen van de toner.
Vernieuw drum.
Voer de volgende procedures uit op het bedieningspaneel en probeer het
drumoppervlak te reinigen m.b.v. het ingebouwde reinigingssysteem van
de printer.
1 Druk op [MENU].
2 Druk herhaaldelijk op of
tot Instellen/onderhoud >
verschijnt.
3 Druk op . Druk herhaaldelijk op of tot >Service > verschijnt.
4 Druk op . Druk herhaaldelijk op of tot >>Drum verschijnt.
5 Druk tweemaal op [OK] .
6 Het berichtenscherm toont Een ogenblik. Na ongeveer 3 minuten
keert het scherm terug naar Klaar.
Afgedrukte resultaten Correctie
Richting
van
papierinvoer
Problemen oplossen 4-5
Grijze achtergrond Reinig de hoofdopladers.
Raadpleeg voor meer informatie de paragaraaf LSU/Charger (LSU/Main
charger cleaning mode setting) van de Advanced Operation Guide.
Voer kleurkalibratie uit door ofwel de printer uit en in te schakelen ofwel
met behulp van het bedieningspaneel van de printer.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Adjust/Maintenance (Adjust/
Maintenance selection/ setting) van de Advanced Operation Guide.
Vuil op de bovenrand of achterkant van
het papier
Controleer de papierinvoer en de helling.
Trek de papiertransfereenheid naar buiten en controleer of er zich toner
bevindt op de papierhelling. Reinig de papierhelling m.b.v. een zachte,
droge, pluisvrije doek. Raadpleeg De papiertransfereenheid reinigen on
pagina 3-8 voor meer informatie.
Reinig de hoofdopladers.
Raadpleeg voor meer informatie de paragaraaf LSU/Charger (LSU/Main
charger cleaning mode setting) van de Advanced Operation Guide.
Afgedrukte resultaten Correctie
4-6 Problemen oplossen
Foutmeldingen
In de volgende tabel staan fouten en onderhoudsberichten die u zelf kunt
corrigeren en uitvoeren. Als
Bel service
verschijnt, zet u de printer uit,
ontkoppelt u het netsnoer en neemt u contact op met uw
servicetechnicus.
Indien
Bel service
of
Error.Power off.
wordt weergegeven, zet u
de printer uit en weer aan om te kijken of de printer zich hersteld heeft.
Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, schakelt u de printer uit,
ontkoppelt u het netsnoer en neemt u contact op met uw
servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf.
Bij sommige fouten hoort u het alarm. Druk op [Cancel] om het alarm uit
te zetten.
Bericht Correctie
Fout account ##
Druk op GO
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de taakaccounting-functie is ingeschakeld en
een poging om taakaccountinginstellingen te specificeren of om een account te
registreren of verwijderen, mislukt. Druk op [GO] om de printer naar de status online te
doen terugkeren.
Plaats papier in multi-
functionele lade
Het papier in de weergegeven papierbron is op. Plaats papier in de weergegeven bron
(papiercassettes, MP-lade, of optionele papierinvoer). Dit bericht wordt om en om
weergegeven met berichten die de printerstatus aangeven, zoals Klaar, Een
ogenblik, en Bezig m verwerkn.
Bel service
F###:
F### staat voor een controller-fout (#=0, 1, 2, ...). Bel service. De printer werkt niet
wanneer dit bericht wordt weergegeven.
Bel service
####:0123456
#### staat voor een mechanische fout (#=0, 1, 2, ...). Bel service. De printer werkt niet
wanneer dit bericht wordt weergegeven. Het totale aantal afgedrukte pagina's wordt
tevens aangegeven, bijvoorbeeld 0123456.
Data worden gewist
Wordt weergegeven wanneer data worden geannuleerd.
Papiercassette # is leeg
De overeenkomende papiercassette is niet geplaatst. Plaats de cassette. Het
cassettenummer kan 1 (bovenste) tot 4 (onderste) zijn.
Wijzig positie
envelopschakel.
Wordt weergegeven wanneer de papiersoort niet overeenkomt met de instelling van de
envelopschakelaar.
Controleer
cassette #
Dit bericht wordt weergegeven wanneer er zich een papierhijsfout heeft voorgedaan in
de cassette van de papierbron. Trek de cassette voor de weergegeven papierbron
naar buiten (de papiercassettes of optionele papierinvoeren) en controleer of het
papier correct wordt geladen.
Het bericht Bel service wordt weergegeven wanneer deze fout zich herhaaldelijk
voordoet.
Controleer tonerafvalbak
Dit bericht waarschuwt in de volgende twee gevallen. Installeer de nieuwe
tonerafvalbak.
De tonerafvalbak is niet geplaatst.
De tonerafvalbak is vol.
Sluit
voorklep
De voorklep van de printer staat open. Sluit de voorklep.
Problemen oplossen 4-7
Sluit
linkerklep
De linkerklep van de printer staat open. Sluit de linkerklep.
Sluit bovenklep
De bovenklep van de printer staat open. Sluit de bovenklep van de printer.
Apparaat in gebruik
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Apparaat verwijderen werd geselecteerd
terwijl een USB-geheugen in gebruik was.
Het vorige scherm wordt opnieuw 1 of 2 seconden weergegeven.
Duplex uitgeschakeld
Druk op GO
U heeft geprobeerd af te drukken met een papierformaat en papiersoort dat niet kan
worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken. Druk op [GO] om alleen op één kant van
het papier af te drukken.
Voer account in
Er dient een accountcode te worden ingevoerd. Dit bericht wordt weergegeven indien u
probeert af te drukken vanaf het bedieningspaneel (bv. een statuspagina afdrukken of
de Taken bijhouden-functie gebruiken) wanneer de taakaccountingfunctie is
ingeschakeld. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Job Accounting (Job
Accounting selection/setting) van de Advanced Operation Guide.
Envelopmodus
Wordt weergegeven wanneer de envelopschakelaar is ingesteld op envelopmodus.
Error.Power off.
F###
Schakel het apparaat uit- en weer in. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven,
schakelt u het apparaat uit en neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger of
erkend servicebedrijf.
Error.Power off.
F000
De printercontroller en het bedieningspaneel kunnen geen data uitwisselen. Schakel
de printer uit en ontkoppel hem van de netvoeding. Neem hierna contact op met uw
servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf. Zie de achterste pagina van deze
handleiding voor de relevante telefoonnummers.
Max. uitvoer overschre-
den Druk op GO
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de taakaccounting-functie is ingeschakeld en
er een poging is ondernomen om de afdruklimiet die voor elke account is ingesteld, te
overschrijden. Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren.
Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Job Accounting (Job Accounting
selection/setting) van de Advanced Operation Guide.
SSD formatteren.
De in de printer geïnstalleerde SSD is niet geformatteerd en kan daarom niet worden
gebruikt om te lezen of schrijven.
ID-fout
De gebruikers-ID die voor een privé-taak of een opgeslagen taak is ingevoerd, is niet
correct. Controleer de gebruikers-ID die u op de printerdriver heeft ingevoerd.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Job Box van de Advanced Operation
Guide.
Illegale account
Druk op GO
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de taakaccounting-functie is ingeschakeld en
er geen account is ingesteld voor een verzonden afdruktaak of de gespecificeerde
account niet is geregistreerd (de verkeerde account is ingesteld). Druk op [GO] om de
printer naar de status online te doen terugkeren.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Job Accounting (Job Accounting
selection/setting) van de Advanced Operation Guide.
Bericht Correctie
4-8 Problemen oplossen
Taak niet bewaard
Druk op GO
Afdrukken m.b.v. de Taak box-functie is mislukt omdat er onvoldoende ruimte was op
de harde schijf of de RAM-schijf, of omdat de RAM-schijf uitgeschakeld was bij het
demonteren van de harde schijf. Druk op [GO] om een foutenoverzicht af te drukken
en de printer naar de status online te doen terugkeren.
Taak beperkt
Druk op GO
Dit bericht wordt weergegeven wanneer een poging tot afdrukken werd ondernomen,
ondanks het feit dat de Taakaccountfunctie geactiveerd was met Beperking ingesteld
als de taaklimit voor elke taakaccount.
Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren.
Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Job Accounting (Job Accounting
selection/setting) van de Advanced Operation Guide.
KPDL-fout ##
Druk op GO
Het huidige afdrukproces kan niet worden voortgezet, als gevolg van een KPDL-fout
die in de categorie ## valt. Geef voor het afdrukken van een foutenrapport in het
systeemmenu >>Foutenrapport weer en selecteer Aan. Druk op [GO] om verder te
gaan met afdrukken. U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken.
Als Automatisch fout wissen op Aan staat, wordt het afdrukken na een vooraf
ingestelde periode automatisch hervat.
Vul papiercassette #
(A4)/(NORMAAL)
De papiercassette met het papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak is leeg.
Laad papier in de papiercassette die op de plaats van # wordt weergegeven. Druk op
[GO] om verder te gaan met afdrukken.
Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, drukt u op of om
Alternatief gebr.? weer te geven. U kunt dan de bron voor de papierinvoer
wijzigen. Als u een papierbron heeft geselecteerd en op [MENU] heeft gedrukt,
verschijnt Papierinstellingen >. Als u op drukt, verschijnt het menu met de
instellingen voor de papiersoort. Druk na het instellen van de juiste papiersoort op [OK]
om te starten met het afdrukken.
Vul multifunct. lade
(A4)/(NORMAAL)
Er is geen papiercassette in de printer geïnstalleerd die overeenkomt met het
papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak. Plaats papier in de MP-lade. Druk
op [GO] om verder te gaan met afdrukken. (Let op: als u papier invoert met een
papierformaat dat niet overeenkomt met het huidige papierformaat van de MP-lade,
kan het papier vastlopen.)
Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, drukt u op of om
Alternatief gebr.? weer te geven. U kunt dan de bron voor de papierinvoer
wijzigen. Als u een papierbron heeft geselecteerd en op [MENU] heeft gedrukt,
verschijnt Papierinstellingen >. Als u op drukt, verschijnt het menu met de
instellingen voor de papiersoort. Druk na het instellen van de juiste papiersoort op [OK]
om te starten met het afdrukken.
Lage beveiliging
Dit bericht wordt weergegeven wanner Laag werd geselecteerd in Beveiligingsniveau.
Geheugen vol
Druk op GO
De totale hoeveelheid door de printer ontvangen gegevens overschrijdt het interne
geheugen van de printer.
Probeer geheugen toe te voegen. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken.
U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken.
Als Automatisch fout wissen op Aan staat, wordt het afdrukken na een vooraf
ingestelde periode automatisch hervat.
Slechts 1 exemplaar
Druk op GO
Er kan maar één exemplaar worden afgedrukt, omdat de RAM-schijf is uitgeschakeld
of omdat de SSD niet is geïnstalleerd. Probeer geheugen toe te voegen of een SSD te
installeren, en de instellingen van de RAM-schijf te configureren.
Geen_voeding
papiercassette
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de optionele papierinvoer PF-510 niet
aangesloten is op een voedingsbron en GECOAT (gecoat papier) is geselecteerd als de
instelling van de papiersoort. Sluit deze aan op een voedingsbron via de printer.
Bericht Correctie
Problemen oplossen 4-9
Niet voltooid.
Druk op GO.
Het herstarten van het optionele netwerk is mislukt. Gelieve opnieuw te starten.
Papierstoring
###############
Er heeft zich een papierstoring voorgedaan. De locatie van de papierstoring wordt
aangegeven op de plaats van #. Raadpleeg Papierstoringen oplossen on pagina 4-12
voor meer informatie.
Papier wordt geplaatst
De geselecteerde cassette wordt voorbereid.
Fout papierpad
Er bevindt zich geen papiercassette in de invoereenheid of de cassette is niet goed
geplaatst. U kunt na het opnieuw plaatsen van de papiercassette weer afdrukken.
Wanneer twee of meer optionele invoereenheden zijn geïnstalleerd en de onderste
wordt geselecteerd, verschijnt hetzelfde bericht als een van de bovenste
papierinvoereenheden en de printercassette niet goed zijn geïnstalleerd.
Fout RAM-schijf##
Druk op GO
Er is een fout op de RAM-schijf opgetreden. Bekijk de foutcode die op de plaats van ##
staat en raadpleeg Foutcodes met betrekking tot opslag on pagina 4-11. Wilt u de fout
op de RAM-schijf negeren, dan drukt u op [GO].
Vervang MK
Vervang het onderhoudspakket dat op het berichtenscherm wordt weergegeven. Het
onderhoudspakket dient om de 200.000 afgedrukte afbeeldingen te worden
vervangen. U heeft hier een professionele servicetechnicus voor nodig. Neem contact
op met uw servicetechnicus.
Vervang toner
C,M,Y,K
Vervang toner
Reinig printer
Twee berichtonderdelen worden om en om weergegeven. Toner is op in de
tonercontainer(s). Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuw tonerpakket
voor de kleur in kwestie. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven.
Als er bijvoorbeeld Vervang toner C,K wordt weergegeven, dan vervangt u de
cyaan en de zwarte tonercontainers.
SSD fout ##
Druk op GO
Er heeft zich een SSD-fout voorgedaan. Bekijk de foutcode die op de plaats van ##
staat en raadpleeg Foutcodes met betrekking tot opslag on pagina 4-11. Om de SSD-
fout te negeren, druk op [GO].
Toner laag
C,M,Y,K
Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuwe tonerset. De kleur van de
tonercontainer die dient te worden vervangen wordt voorgesteld door C (Cyaan), M
(Magenta), Y (Geel), en K (Zwart).
Bovenste papierlade
is vol
De bovenste lade zit vol (ongeveer 250 pagina's). U moet alle afgedrukte pagina's uit
de bovenste lade verwijderen. Wanneer de printer merkt dat de bovenste lade weer
leeg is, gaat de printer verder met het afleveren van afdrukken in de bovenste lade.
Onbekende toner
geïnstall.
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade als gevolg van het gebruik van artikelen van
andere fabrikanten in dit apparaat.
OnbekendeTonerPC
C,M,Y,K
Dit bericht wordt weergegeven indien de regionale specificatie van de geïnstalleerde
tonercontainer niet overeenkomt met die van de printer.
Installeer de gespecificeerde tonercontainer.
Fout USB-geheugen ##
Druk op GO
Er is een fout opgetreden in het USB-geheugenapparaat. Druk op [GO] om de printer
naar de status online te doen terugkeren.
Bericht Correctie
4-10 Problemen oplossen
Alternatief gebr.?
Papiercassette 1
Wanneer de cassette geen papier bevat dat overeenkomt met de afdrukgegevens
(papierformaat en -soort), kunt u aan de hand van dit bericht een andere cassette
specificeren om te gebruiken. Een papierbronnummer wordt enkel weergegeven
wanneer een optionele papierinvoereenheid is geïnstalleerd. Raadpleeg om af te
drukken van een verschillende papierbron het gedeelte Paper Feed Mode (Setting the
paper feedsource) van de Advanced Operation Guide.
Verkeerde account
Wordt weergegeven wanneer wordt geprobeerd een account te registreren in het
Taakaccounting-menu door een accountcode in te voeren die al bestaat.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Job Accounting (Job Accounting
selection/setting) van de Advanced Operation Guide.
Verkeerde ID
De ID of het wachtwoord ingevoerd voor de Taakaccounting-functie is niet correct.
Controleer de ID of het wachtwoord.
Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Job Accounting (Job Accounting
selection/setting) van de Advanced Operation Guide.
Verkeerd wachtwoord
Het wachtwoord komt niet overeen met het ingestelde wachtwoord. Voer het correcte
wachtwoord in. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Job Accounting (Job
Accounting selection/setting) van de Advanced Operation Guide.
Bericht Correctie
Problemen oplossen 4-11
Foutcodes met betrekking tot opslag
SSD fouten
Fouten met betrekking tot het USB-geheugen
Fouten met betrekking tot de RAM-schijf
Code Betekenis
03 De SSD is beveiligd tegen schrijven m.b.v. de opdracht bewerking. Verwijder
de schrijfbeveiliging m.b.v. de opdracht.
04 Er is geen SSD-ruimte beschikbaar. Verwijder onnodige bestanden e.d. om
ruimte vrij te maken.
05 Het opgegeven bestand bestaat niet op de SSD. Bestand in de SSD
opgeslagen.
10 Het opgeslagen bestand in de SSD is beveiligd tegen schrijven m.b.v. de
opdracht bewerking. Verwijder de schrijfbeveiliging m.b.v. de opdracht.
Code Betekenis
01 De hoeveelheid gegevens die tegelijk kan worden opgeslagen is
overschreden. Splits het grote bestand in meerdere kleinere bestanden.
Het USB-geheugen is beveiligd tegen schrijven. Verwijder de
schrijfbeveiliging.
Het USB-geheugen is defect.
Zelfs als het probleem niet is opgelost, formatteer het USB-geheugen met
het apparaat of gebruik het nieuwe USB-geheugen compatibel met de
printer.
04 Er is geen ruimte beschikbaar. Verwijder onnodige bestanden e.d. om ruimte
vrij te maken.
Code Betekenis
02 RAM disk-modus staat Uit. Zet de RAM disk-modus Aan via het
bedieningspaneel.
03 De RAM-schijf is beveiligd tegen schrijven m.b.v. de opdracht bewerking.
Verwijder de schrijfbeveiliging m.b.v. de opdracht.
04 Geen schijfruimte. Verwijder onnodige bestanden of verhoog de grootte van
de RAM-schijf.
05 Het opgegeven bestand bestaat niet op de RAM-schijf. Bestand in de RAM-
schijf opgeslagen.
10 Het opgeslagen bestand in de RAM-schijf is beveiligd tegen schrijven m.b.v.
de opdracht bewerking.
Verwijder de schrijfbeveiliging m.b.v. de opdracht.
4-12 Problemen oplossen
Papierstoringen oplossen
Als het papier in het papiertransportsysteem is vastgelopen, of als er
helemaal geen papier is doorgevoerd, verschijnt het bericht
Papierstoring met de locatie van de papierstoring (het onderdeel
waar de papierstoring zich heeft voorgedaan). De printer schakelt
automatisch offline wanneer dit bericht wordt weergegeven. Verwijder het
vastgelopen papier. Wanneer u het vastgelopen papier heeft verwijderd,
begint de printer weer met afdrukken.
Mogelijke locaties van papierstoringen
In het onderstaande diagram worden de papierpaden van de printer,
inclusief de opties, uitgelegd. De locaties waar de papierstoringen zich
kunnen voordoen, worden hier tevens weergegeven, waarbij elke locatie
in de onderstaande tabel wordt uitgelegd. Papierstoringen kunnen zich in
meer dan één component langs de papierpaden voordoen.
Papierstoringsbericht Beschrijving Pagina
Papierstoring
Printer
Het papier is in de printer, de
papiercassette of de MP-lade
vastgelopen.
pagina 4-13
pagina 4-15
pagina 4-16
Papierstoring
Papiercassette 2 (tot 4)
Het papier is in de optionele
papierinvoercassette vastgelopen.
pagina 4-16
Papierinvoer
PF-500, PF-510
Multifunctionele cassette
Papiercassette
Problemen oplossen 4-13
Algemene aandachtspunten bij het oplossen van
storingen
Houd rekening met de volgende aandachtspunten wanneer u papier
probeert te verwijderen:
Als er regelmatig een papierstoring optreedt, kunt u een andere
papiersoort proberen, het papier vervangen door nieuw papier, de
papierstapel omdraaien of de papierstapel 180 graden draaien. Het
kan zijn dat de printer problemen ondervindt als de papierstoringen
blijven optreden nadat het papier is vervangen.
Of de vastgelopen pagina's gewoon worden gereproduceerd wanneer
het afdrukken wordt hervat, hangt af van de locatie van de
papierstoring.
Gebruik maken van online help-berichten
Online help-berichten zijn beschikbaar op het berichtenscherm van de
printer en bieden eenvoudige instructies voor het oplossen van
papierstoringen. Druk op ( ) wanneer het bericht met de papierstoring
verschijnt. Er verschijnt dan een help-bericht om het oplossen van de
storing op de locatie mogelijk te maken.
Papierstoring bij cassette
Het papier is in de papiercassette vastgelopen.
1
Open eerst de voorklep van de printer en controleer op
papierstoringen in de papiertransfereenheid.
Raadpleeg Papierstoring in printer on pagina 4-15 voor meer
informatie.
2
Trek de papiercassette naar buiten en verhelp de papierstoring.
VOORZICHTIG Trek niet te hard aan het papier, anders
scheurt het. Gescheurde stukjes papier zijn lastig te
verwijderen en kunnen gemakkelijk over het hoofd worden
gezien, waardoor de papierstoring niet kan worden
opgelost.
4-14 Problemen oplossen
Papierstoring in de MP-lade
Het papier is in de MP-lade vastgelopen. Verwijder het vastgelopen
papier met behulp van onderstaande procedure.
1
Open eerst de voorklep van de printer en controleer op
papierstoringen in de papiertransfereenheid.
Raadpleeg Papierstoring in printer on pagina 4-15 voor meer
informatie.
2
Verwijder het vastgelopen papier.
Problemen oplossen 4-15
Papierstoring in printer
Het papier is in de papiercassette of in de printer vastgelopen. Verwijder
het vastgelopen papier met behulp van onderstaande procedure.
VOORZICHTIG De onderdelen binnenin de fuserklep zijn heet.
Raak deze niet met uw handen aan, aangezien dit brandwonden kan
veroorzaken.
1
Druk op de hendel om de vergrendeling te ontgrendelen.
2
Trek de voorklep naar u toe.
3
Indien het papier is vastgelopen nabij de registratierol, zoals
afgebeeld in A, verwijdert u het papier door het uit het midden te
trekken.
Als het papier vastgelopen is binnenin de fusereenheid, zoals
afgebeeld in B, open dan de fuserklep en verwijder het papier door
het aan de rand eruit te trekken.
A
Registratie
Rol
B
Fuser-
klep
4-16 Problemen oplossen
Als het papier vastgelopen is binnenin de fusereenheid, zoals
afgebeeld in C, til dan de fuserklep omhoog en verwijder het papier
terwijl u het in het midden vasthoudt.
4
Sluit de voorklep.
Papierstoring in cassette 2 (tot 4)
Het papier is in de papiercassette vastgelopen. Verwijder het vastgelopen
papier met behulp van onderstaande procedure.
Trek de papierinvoereenheid naar buiten en verwijder het vastgelopen
papier.
C
Duplexeenheid
Specificaties 5-1
5 Specificaties
Opmerking
Specificaties kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Item Beschrijving
Afdrukmethode
Elektrofotografisch afdrukken in vier kleuren (CMYK) met gebruik van tandem (4)
drumsysteem
Afdruk-
snelheden
Cassette A4: 30 ppm, B5, A5, A6: 27 ppm
, Letter: 32 ppm, Legal: 26 ppm
Multifunctionele
lade
A4: 27 ppm, B5, A5, A6: 27 ppm
, Letter: 28 ppm, Legal: 23 ppm
Duplex afdruksnelheid A4: 30 ppm, B5, A5: 27 ppm
, Letter: 32 ppm, Legal: 14 ppm
Resolutie 600 dpi
Eerste afdruk Z/W: 8,5 seconden of minder / Kleur: 10 seconden of minder
Opwarmtijd
(22 °C, 60%
RV)
Ingeschakeld 36 seconden of minder
Slaapstand 24 seconden of minder
Geheugen Standaard 512 MB
Maximaal 1536 MB
Besturingssystemen Microsoft Windows 2000/XP/Vista/7/8, Windows Server 2003/2008/2012
Apple Macintosh OS 10.5 of hoger
Interface USB USB-interface: 1
Sleuf voor USB-geheugen: 1
Netwerk Netwerkinterface: 1 (10 BASE-T/100 BASE-TX/1000BASE-T)
Optie
eKUIO slot: 1 (SSD (HD-6/HD-7), WiFi-netwerk kit (IB-50), Netwerkinterface kit (IB-51))
Maandelijkse
opbrengst
Gemiddeld 3000 pagina's (normaal, A4-papier)
Maximaal 100.000 pagina's (normaal, A4-papier)
Papierformaten
Cassette Envelop C5, Executive, Letter, Legal , A4, B5, A5, A6, ISO B5, Custom, Oficio II,
216 × 340 mm, 16K, Statement, Folio
Cassette
(Optionele
papierinvoer
PF-500/
PF-510)
Envelop Monarch, Envelop #10, Envelop DL, Envelop C5, Executive, Letter, Legal ,
A4, B5, A5, Envelop #9, Envelop #6, ISO B5, Custom, Oufuku Hagaki, Oficio II,
216 × 340 mm, 16K, Statement, Folio, Youkei 2, Youkei 4
Multifunctionele
lade
Envelop Monarch, Envelop #10, Envelop DL, Envelop C5, Executive, Letter, Legal, A4,
B5, A5, A6, B6, Envelop #9, Envelop #6, ISO B5, Custom, Hagaki, Oufuku Hagaki,
Oficio II, 216 × 340 mm, 16K, Statement, Folio, Youkei 2, Youkei 4
†. Na 16 pagina's wordt de afdruksnelheid 14 ppm.
5-2 Specificaties
Papiersoorten
Cassette
(Optionele
papierinvoer
PF-500)
Normaal, voorgedrukt, bond, gerecycled, ruw, letterhead, kleur, geperforeerd, hoge
kwaliteit en custom
Cassette
(Optionele
papierinvoer
PF-510)
Normaal, voorgedrukt, etiketten, bond, gerecycled, ruw, letterhead, kleur,
geperforeerd, envelop, kaarten, gecoat, dik, hoge kwaliteit en custom
Multifunctionele
lade
Normaal, transparant, voorgedrukt, etiketten, bond, gerecycled, vellum, ruw,
letterhead, kleur, geperforeerd, envelop, kaarten, gecoat, dik, hoge kwaliteit en custom
Capaciteit
bron
papierinvoer
Cassette 500 vel (80 g/m
2
)
Multifunctionele
lade
150 vel (80 g/m
2
)
Marge 4 mm (links, rechts, boven en onder)
Capaciteit
uitvoerlade
Bovenlade 250 vel (80 g/m
2
)
Bedrijfs-
omgeving
Temperatuur 10 tot 32,5 °C
Relatieve
vochtigheid
15 tot 80 %
Hoogte 2500 m maximaal
Verlichting maximaal 1500 lux
Voedingsbron 220-240 V, 50 Hz/60 Hz, max. 4,7 A (Europese landen) Max. toelaatbare
spanningsfluctuatie: ±10 % Max. toelaatbare frequentiefluctuatie: ±2 %
Stroomverbruik
Maximaal 220-240 V-modellen: 1103 W of minder
Tijdens
afdrukken
220-240 V-modellen: 529 W
Tijdens stand-
by
220-240 V-modellen: 76 W
Tijdens
slaapstand
220-240 V-modellen: 4 W
Stroom uit 0 W
Geluid tijdens
bediening
††
Tijdens
afdrukken
LpA = 55 dB (A)
Tijdens stand-
by
LpA = 36 dB (A)
Tijdens
slaapstand
onmeetbaar laag
Afmetingen (B x D x H) 345 × 518 × 480 mm
Gewicht Ongeveer 29,5 kg
†. Wanneer u AANGEPAST 1 (tot 8) gebruikt, gebruik dan de MF lade voor papierformaten kleiner dan 105 × 148
mm. De MF lade kan worden gebruik bij papierformaten boven 70 × 138 mm.
††.
Geluidsdrukniveau op positie omstander [voorkant] in overeenstemming met EN ISO 7779.
Item Beschrijving
We bevelen het gebruik van onze eigen merkonderdelen aan.
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade als gevolg van het gebruik van artikelen van andere
fabrikanten in dit apparaat.

Documenttranscriptie

Inhoud 1 Onderdelen van de machine Onderdelen aan de voorkant van de printer ............................ 1-2 Onderdelen aan de linkerkant van de printer .......................... 1-2 Interne onderdelen ..................................................................... 1-3 Onderdelen aan de achterkant van de printer ......................... 1-3 Bedieningspaneel ....................................................................... 1-4 2 Afdrukken Netwerkinterfaceparameters wijzigen ...................................... 2-2 Een Netwerkinterface-statuspagina afdrukken ....................... 2-4 Embedded Web Server RX ........................................................ 2-5 Printerstuurprogramma installeren ........................................ 2-14 Afdrukken vanuit applicaties ................................................... 2-21 Afdrukken via AirPrint .............................................................. 2-22 Status Monitor .......................................................................... 2-23 Energiebesparende functie ..................................................... 2-27 3 Onderhoud Algemene informatie .................................................................. 3-2 Tonercontainer vervangen ........................................................ 3-2 De tonerafvalbak vervangen ...................................................... 3-6 De printer reinigen ...................................................................... 3-8 4 Problemen oplossen Algemene richtlijnen .................................................................. 4-2 Problemen met de afdrukkwaliteit ............................................ 4-3 Foutmeldingen ............................................................................ 4-6 Papierstoringen oplossen ....................................................... 4-12 5 Specificaties iii Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften VOORZICHTIG ER WORDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID AANVAARD VOOR SCHADE DIE IS VEROORZAAKT DOOR ONJUISTE INSTALLATIE. Kennisgeving met betrekking tot software DE SOFTWARE DIE MET DEZE PRINTER WORDT GEBRUIKT, MOET DE EMULATIEMODUS VAN DE PRINTER ONDERSTEUNEN. De printer is fabrieksmatig ingesteld op het emuleren van de PCL. Kennisgeving De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. In toekomstige edities kunnen extra pagina's worden ingevoegd. De huidige editie kan technische onvolkomenheden of drukfouten bevatten. Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor ongevallen die het gevolg zijn van het niet opvolgen van de instructies in deze handleiding. Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor fouten in de firmware van de printer (de inhoud van het ROM). Deze handleiding en al het materiaal dat onder het auteursrecht valt en wordt verkocht of meegeleverd bij of in verband met de verkoop van de laserprinter, zijn auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten voorbehouden. Het kopiëren of op een andere manier reproduceren van de gehele handleiding of gedeelten van de handleiding, of een willekeurig onderwerp waarop auteursrecht van toepassing is, is verboden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de copyright-eigenaar. Elke kopie die van deze handleiding of een deel daarvan wordt gemaakt, en alles wat onder het auteursrecht valt, moet dezelfde copyright-vermelding bevatten als het materiaal dat wordt gekopieerd. Wat betreft handelsnamen • PRESCRIBE is een geregistreerd handelsmerk van Kyocera Corporation. • KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation. • Microsoft, Windows, Windows XP, Windows Server 2003, Windows Vista, Windows Server 2008, Windows 7, Windows Server 2012, Windows 8 en Internet Explorer zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/ of andere landen. • PCL is een handelsmerk van Hewlett-Packard Company. • Adobe Acrobat, Adobe Reader en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems, Incorporated. • Ethernet is een geregistreerd handelsmerk van Xerox Corporation. • NetWare is een geregistreerd handelsmerk van Novell, Inc. • PowerPC is een geregistreerd handelsmerk van International Business Machines Corporation. • AppleTalk, Bonjour, Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen. • Alle Europese lettertypen die in dit apparaat zijn geïnstalleerd, worden gebruikt onder licentieovereenkomst met Monotype Imaging Inc. v • Helvetica, Palatino en Times zijn geregistreerde handelsmerken van Linotype GmbH. • ITC Avant Garde Gothic, ITC Bookman, ITC ZapfChancery en ITC ZapfDingbats zijn geregistreerde handelsmerken van International Typeface Corporation. • UFST™ MicroType® lettertypen van Monotype Imaging Inc. zijn geïnstalleerd in dit apparaat. • AirPrint en het AirPrint logo zijn handelsmerken van Apple Inc. • iOS is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Cisco in de V.S. en andere landen en wordt onder licentie door Apple Inc. gebruikt • ThinPrint is een handelsmerk van Cortado AG in Duitsland en andere landen. Alle overige merk- en productnamen zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van de respectieve bedrijven. De symbolen ™ en ® worden niet gebruikt in deze gebruikershandleiding. Licentieovereenkomsten Erkenning van typeface-handelsmerken Alle in deze printer voorkomende lettertypen zijn gelicentieerd van Agfa Corporation. Helvetica, Palatino en Times zijn gedeponeerde handelsmerken van Linotype-Hell AG. ITC Avant Garde Gothic, ITC Bookman, ITC ZapfChancery en ITC Zapf Dingbats zijn gedeponeerde handelsmerken van International Typeface Corporation. Monotype Imaging License Agreement vi 1 "Software" shall mean the digitally encoded, machine readable, scalable outline data as encoded in a special format as well as the UFST Software. 2 You agree to accept a non-exclusive license to use the Software to reproduce and display weights, styles and versions of letters, numerals, characters and symbols (“Typefaces”) solely for your own customary business or personal purposes at the address stated on the registration card you return to Monotype Imaging. Under the terms of this License Agreement, you have the right to use the Fonts on up to three printers. If you need to have access to the fonts on more than three printers, you need to acquire a multi-user license agreement which can be obtained from Monotype Imaging. Monotype Imaging retains all rights, title and interest to the Software and Typefaces and no rights are granted to you other than a License to use the Software on the terms expressly set forth in this Agreement. 3 To protect proprietary rights of Monotype Imaging, you agree to maintain the Software and other proprietary information concerning the Typefaces in strict confidence and to establish reasonable procedures regulating access to and use of the Software and Typefaces. 4 You agree not to duplicate or copy the Software or Typefaces, except that you may make one backup copy. You agree that any such copy shall contain the same proprietary notices as those appearing on the original. 5 This License shall continue until the last use of the Software and Typefaces, unless sooner terminated. This License may be Veiligheidsinformatie Laser Safety This printer is certified as a Class 1 laser product under the U.S. Department of Health and Human Services (DHHS) Radiation Performance Standard according to Radiation Control for Health and Safety Act of 1968. This means that the printer does not produce hazardous laser radiation. Since radiation emitted inside the printer is completely confined within protective housings and external covers, the laser beam cannot escape from the printer during any phase of user operation. Laserkennisgeving Deze printer wordt in de V.S. geclassificeerd in overeenstemming met de eisen van DHHS 21 CFR Subchapter voor Class I (1) laserproducten, en is elders geclassificeerd als Class I laserproduct in overeenstemming met de eisen van IEC/EN 60825-1:2007. GEVAAR CLASS 3B ONZICHTBARE LASERSTRALING BIJ OPENEN. VERMIJD RECHTSTREEKSE BLOOTSTELLING AAN STRAAL. VOORZICHTIG Het gebruik van andere instellingen of aanpassingen of de uitvoering van andere procedures dan hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling. Radiofrequentiezender Dit apparaat bevat een zendermodule. De fabrikant verklaart dat deze apparatuur (paginaprinter), model P-C3060DN voldoet aan de van toepassing zijnde eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EC. Radio Tag Technologie In sommige landen kan de radiotagtechnologie die in deze apparatuur gebruikt wordt om de toner container te identificeren, onderworpen zijn aan autorisatie, en kan het gebruik van deze apparatuur dientengevolge beperkt zijn. xi Waarschuwingsetiketten Op de printer bevindt zich een van de volgende etiketten. Hoge temperatuur binnenin Raak geen onderdelen in dit gebied aan, want dit kan leiden tot brandwonden. Etiket in de printer (Laserstralingwaarschuwing) P-C3060DN xii CDRH Regulations The Center for Devices and Radiological Health (CDRH) of the U.S. Food and Drug Administration implemented regulations for laser products on August 2, 1976. These regulations apply to laser products manufactured after August 1, 1976. Compliance is mandatory for products marketed in the United States. A label indicating compliance with the CDRH regulations must be attached to laser products marketed in the United States. Ozonconcentratie De printers genereren ozongas (O3), dat zich op de plaats van installatie kan concentreren en een onplezierige geur kan veroorzaken. Wij raden u aan de printer niet op een afgesloten plek te zetten waar de ventilatie wordt geblokkeerd, om zo de concentratie van ozongas te minimaliseren tot minder dan 0,1 ppm. Safety Instructions Regarding the Disconnection of Power Caution: The power plug is the main isolation device! Other switches on the equipment are only functional switches and are not suitable for isolating the equipment from the power source. VORSICHT: Der Netzstecker ist die Hauptisoliervorrichtung! Die anderen Schalter auf dem Gerät sind nur Funktionsschalter und können nicht verwendet werden, um den Stromfluß im Gerät zu unterbrechen. xiii Canadian Department of Communications Compliance Statement This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Avis de conformité aux normes du ministère des Communications du Canada Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada. EN ISO 7779 Maschinenlärminformations-Verordnung 3. GPSGV, 06.01.2004: Der höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB (A) oder weniger gemäß EN ISO 7779. EK1-ITB 2000 Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am Bildschirmarbeitsplatz vorgesehen. Um störende Reflexionen am Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt nicht im unmittelbaren Gesichtsfeld platziert werden. Afwijzing van verantwoordelijkheid We zullen niet aansprakelijk tegenover klanten of een andere persoon of entiteit met betrekking tot verlies of schade direct of indirect veroorzaakt door of naar zeggen veroorzaakt door apparatuur die door ons is verkocht of geleverd, inclusief maar niet beperkt tot onderbroken service, omzetverlies of winstderving, of gevolgschade die het resultaat is van het gebruik of de bediening van de apparatuur of software. xiv Energiebesparingfunctie Het apparaat is uitgerust met een Laag stroomverbruik modus waarbij het energieverbruik wordt beperkt nadat een bepaalde tijd na het laatste gebruik van het apparaat, is verstreken, alsook een Slaapstand waarbij de printerfuncties in wachtstatus blijven maar het verbruik nog steeds tot een minimum wordt beperkt wanneer het apparaat niet wordt gebruikt binnen een ingestelde tijd. Laag stroomverbruik modus Het apparaat schakelt automatisch na ongeveer 1 minuten in de Laag stroomverbruik modus nadat het apparaat voor het laatst gebruikt is. De tijdsduur die zonder activiteit voorbij moet gaan voordat de Laag stroomverbruik modus geactiveerd wordt, kan verlengd worden. Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Low Power Timer (Low Power Mode timer timeout time) van de Advanced Operation Guide. Slaapstand Het apparaat schakelt automatisch na ongeveer 15 minuten in de slaapstand nadat het apparaat voor het laatst gebruikt is. De tijdsduur die zonder activiteit voorbij moet gaan voordat de slaapstand geactiveerd wordt, kan verlengd worden. Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Sleep Timer (Sleep timer timeout setting) van de Advanced Operation Guide. Functie Automatisch dubbelzijdig afdrukken Dit apparaat heeft dubbelzijdig afdrukken als standaardfunctie. Bijvoorbeeld bij het afdrukken van twee originelen op een vel papier als dubbelzijdige afdruk, is het mogelijk om papierverbruik te verminderen. Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Duplex (Duplex Printing) van de Advanced Operation Guide. Afdrukken in de duplexmodus vermindert papierverbruik en draagt bij aan het behoud van bossen. Duplexmodus vermindert tevens de hoeveelheid papier die ingekocht moet worden en vermindert daardoor de kosten. Het is daarom aan te bevelen dat machines die dubbelzijdig kunnen afdrukken, standaard worden ingesteld in de duplexmodus. Gerecycled papier Voor het behoud en duurzaam gebruik van de bossen wordt aanbevolen om gerecycled en nieuw papier te gebruiken dat op de meest milieuvriendelijke manier wordt geproduceerdof voorzien is van erkende milieukeurmerken, en die voldoen aan EN 12281:2002*1 of een vergelijkbare kwaliteitsstandaard. Deze apparatuur ondersteunt ook printen op papier van 64 g/m². Wanneer dergelijk papier, dat minder ruwegrondstoffen bevat, gebruikt wordt, leidt dit tot meer besparingen van natuurlijke bronnen. *1: EN12281:2002 "Papier voor drukwerk en kantoor - Eisen aan kopieerpapier voor kopieerprocessen met droge toner" Uw verkoop- of servicevertegenwoordiger kan u informatie verschaffen over aanbevolen papiersoorten. Milieuvoordelen van "Energiebeheer" Om het stroomverbruik te beperken, is dit apparaat voorzien van een functie voor energiebeheer die automatisch de energiebesparende stand inschakelt wanneer het apparaat gedurende een bepaalde tijd niet actief is. xv Hoewel het de apparatuur enige tijd vergt weer terug te keren naar modus READY vanuit de spaarstand, is eenbelangrijke vermindering in energieverbruik mogelijk. Het wordt aanbevolen de machine te gebruiken met deactiveringstijd voor de spaarstand in de standaardinstelling. Energy Star (ENERGY STAR®) -programma Als bedrijf dat deelneemt aan het internationale Energy Star-programma hebben wij vastgesteld dat dit apparaat voldoet aan de standaarden zoals bepaald in het internationale Energy Star-programma. ENERGY STAR® is een vrijwillig programma voor energie-efficiëntie met als doel hetontwikkelen en promoten van producten met een hoge energie-efficiëntie om zo hetbroeikaseffect te helpen voorkomen. Door ENERGY STAR® -gekwalificeerde producten aan teschaffen kunnen klanten helpen de emissies van broeikasgassen te verminderen tijdensgebruik van het product en te besparen op de energiegerelateerde kosten. xvi Voorzorgsmaatregelen bij de installatie Omgeving VOORZICHTIG Plaats de printer niet op of in plaatsen die niet stabiel of vlak zijn. De printer zou kunnen vallen op dergelijke plaatsen. Dergelijke situaties leveren gevaar van lichamelijk letsel of beschadiging van de printer op. Plaats het apparaat niet op vochtige of stoffige/vuile locaties. Reinig de stekker om gevaar van brand en elektrische schokken te voorkomen, wanneer er stof en vuil op de stekker zijn terechtgekomen. Plaats het apparaat niet op locaties in de buurt van radiatoren, kachels of andere warmtebronnen, of in de buurt van ontvlambare voorwerpen; dit om het gevaar van brand te voorkomen. Laat ruimte vrij, zoals hieronder wordt aangegeven, om de printer koel te houden en het vervangen van onderdelen en onderhoud te vergemakkelijken. Laat met name rond de zijklep voldoende ruimte vrij, zodat de lucht de printer makkelijk kan verlaten. Boven: 400 mm (16 inches) Links: 400 mm (16 inches) Rechts: 250 mm Achter: 200 mm (10 inches) (7-7/8 inches) Voor: 600 mm (23-5/8 inches) Overige voorzorgsmaatregelen Ongunstige omgevingsomstandigheden kunnen van invloed zijn op de veilige werking en de prestaties van de printer. Installeer de printer in een ruimte met airconditioning (aanbevolen kamertemperatuur: circa 23 °C, luchtvochtigheid: circa 60% RV), en vermijd de volgende locaties wanneer u een plaats voor de printer kiest. - Vermijd plaatsen bij een venster of direct in het zonlicht. - Vermijd plaatsen met trillingen. - Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen. - Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht. - Vermijd slecht geventileerde locaties. Indien de vloer uit zacht materiaal is gemaakt, kan deze beschadigd zijn door de wieltjes wanneer dit product wordt verplaatst na installatie. xvii Stroomtoevoer/aarding van de printer WAARSCHUWING Gebruik geen stroomtoevoer met een ander voltage dan aangegeven. Sluit niet meerdere apparaten op één stopcontact aan. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of elektrische schokken op. Steek de stekker stevig in het stopcontact. Als metalen voorwerpen in contact komen met de pinnen van de stekker, kan dit brand of elektrische schokken veroorzaken. Sluit de printer altijd aan op een geaard stopcontact, om het gevaar van brand of elektrische schokken bij kortsluiting te voorkomen. Neem contact op met uw onderhoudstechnicus als een geaarde aansluiting niet mogelijk is. Overige voorzorgsmaatregelen Sluit de stekker aan op het dichtstbijzijnde stopcontact. Gebruik van plastic zakken WAARSCHUWING Houd de plastic zakken die bij de printer worden gebruikt uit de buurt van kinderen. Het plastic kan aan neus en mond vast blijven zitten en verstikking veroorzaken. Voorzorgsmaatregelen voor gebruik Waarschuwingen bij het gebruik van de printer • Plaats geen metalen voorwerpen of voorwerpen die water bevatten (vazen, bloempotten, kopjes, enz.) op of in de buurt van de printer. Dit vormt een risico voor brand of elektrische schokken, mocht het water in het apparaat terechtkomen. • Verwijder geen van de panelen van de printer, omdat er dan kans bestaat op elektrische schokken als gevolg van de hoge spanning binnen in de printer. • Zorg dat het netsnoer niet beschadigd raakt of breekt en probeer het niet te repareren. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer, trek er niet aan, buig het niet onnodig en veroorzaak geen andere schade. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of elektrische schokken op. • Probeer nooit de printer of onderdelen ervan te repareren of te demonteren, omdat er dan gevaar van brand, elektrische schokken of schade aan de laser bestaat. Als de laserstraal buiten het apparaat komt, kan deze blindheid veroorzaken. • Als de printer uitzonderlijk heet wordt, als er rook uit de printer komt, als er een vreemde geur ontsnapt, of als er zich een andere ongewone situatie voordoet, bestaat er gevaar van brand of een elektrische schok. Zet de stroomschakelaar onmiddellijk op OFF (), zorg dat u de stekker uit het stopcontact haalt en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger. • Als er schadelijke zaken (paperclips, water, andere vloeistoffen, enz.) in het apparaat terechtkomen, moet u onmiddellijk de hoofdstroomschakelaar op OFF () zetten. Vervolgens moet u direct de stekker uit het stopcontact halen, om gevaar van brand of elektrische schokken te voorkomen. Neem hierna contact op met uw servicevertegenwoordiger. • Zorg dat u een stekker niet met natte handen in het stopcontact steekt of eruit haalt, omdat er dan gevaar van elektrische schokken bestaat. xviii • Neem altijd contact op met uw servicevertegenwoordiger voor onderhoud of reparatie van interne onderdelen. • Trek niet aan het netsnoer wanneer u dit uit het stopcontact haalt. Als u aan het netsnoer trekt, kunnen de draden breken en bestaat er gevaar van brand of elektrische schokken. (Pak altijd de stekker vast wanneer u het netsnoer wilt loskoppelen van het stopcontact.) • Haal altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat verplaatst. Als het netsnoer beschadigd raakt, bestaat er gevaar van brand of elektrische schokken. • Als het apparaat korte tijd (bijvoorbeeld 's nachts) niet wordt gebruikt, moet u de stroomschakelaar op OFF () zetten. Als de printer langere tijd niet wordt gebruikt (tijdens vakanties, enz.), haalt u voor de veiligheid de stekker uit het stopcontact. • Verwijder om veiligheidsredenen de stekker altijd uit het stopcontact bij het reinigen van het apparaat. • Als zich in de printer stof ophoopt, bestaat er gevaar van brand of andere problemen. Het wordt daarom aanbevolen uw onderhoudstechnicus te raadplegen met betrekking tot het reinigen van interne onderdelen. Dit is met name effectief als u dit laat doen voorafgaande aan een periode van hoge luchtvochtigheid. Raadpleeg uw servicevertegenwoordiger over de kosten voor het reinigen van de interne onderdelen in de printer. Overige voorzorgsmaatregelen • Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat en zorg dat het apparaat niet beschadigd raakt. • Open tijdens het afdrukken de bovenste voorklep niet, schakel de hoofdschakelaar niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact. • Tijdens het afdrukken komt er een kleine hoeveelheid ozon vrij, maar dit heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid. Als de printer echter langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer er een zeer groot aantal kopieën wordt gemaakt, kan de geur onaangenaam worden. Een juiste omgeving voor afdrukwerk moet goed geventileerd zijn. • Raak geen elektrische onderdelen, zoals connectoren of printplaten aan. Deze kunnen beschadigd raken door statische elektriciteit. • Probeer geen handelingen te verrichten die niet in deze handleiding zijn beschreven. • Als de printer langere tijd niet wordt gebruikt, verwijdert u het papier uit de cassette, legt u dit terug in de oorspronkelijke verpakking en verzegelt u deze weer. VOORZICHTIG Het gebruik van andere instellingen of aanpassingen of de uitvoering van andere procedures dan hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling. Waarschuwingen voor tonergebruik • Probeer onderdelen die toner bevatten niet te verbranden. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken. • Probeer onderdelen die toner bevatten nooit open te maken. • Adem de toner niet in. • Wrijf niet in uw ogen of over uw mond als er toner op uw handen terechtkomt. Was de toner van uw handen. • Raadpleeg voor het weggooien van de oude tonercontainer uw servicevertegenwoordiger of gooi de toner of tonercontainers na gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke milieuwetgeving weg. xix Over de gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken: Hoofdstuk 1 - Onderdelen van de machine In dit hoofdstuk worden de namen van de onderdelen toegelicht. Hoofdstuk 2 - Afdrukken In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u vanaf uw werkstation kunt afdrukken. Hoofdstuk 3 - Onderhoud In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de tonercontainer wordt vervangen en hoe u de printer onderhoudt. Hoofdstuk 4 - Problemen oplossen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u eventueel optredende printerproblemen, zoals papierstoringen, oplost. Hoofdstuk 5 - Specificaties Dit hoofdstuk bevat de specificaties van de printer. Conventies In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt. xx Conventie Beschrijving Voorbeeld Cursief lettertype Wordt gebruikt om een sleutelwoord, een woordgroep of verwijzing naar aanvullende informatie te benadrukken. Zie Vervanging tonercontainer op pagina 3-2 voor het vervangen van de toner container. Vet Wordt gebruikt om softwareknoppen aan te duiden Klik op OK om te beginnen met afdrukken. Vet tussen haakjes Wordt gebruikt om toetsen op het bedieningspaneel aan te duiden. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. Opmerking Wordt gebruikt om aanvullende, nuttige informatie over een functie of toepassing te geven. Belangrijk Wordt gebruikt om belangrijke informatie te verstrekken. BELANGRIJK Zorg dat het papier niet gevouwen, gekruld of beschadigd is. Voorzichtig Met deze waarschuwingen wordt aangegeven dat er als gevolg van een actie mechanische beschadiging kan optreden. VOORZICHTIG De onderdelen binnenin de fuserklep zijn heet. Raak deze niet met uw handen aan, aangezien dit brandwonden kan veroorzaken. Waarschuwing Wordt gebruikt om gebruikers te wijzen op het gevaar van lichamelijk letsel. Opmerking Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de netwerkadresinstellingen. WAARSCHUWING Het ladergedeelte staat onder hoogspanning. 1 Onderdelen van de machine In dit hoofdstuk vindt u uitleg en afbeeldingen, zodat u de onderdelen en de functies van die onderdelen kunt vaststellen. Probeer voor het juiste gebruik en optimale prestaties thuis te raken in de namen en functies van deze onderdelen. Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen: Onderdelen aan de voorkant van de printer Onderdelen aan de linkerkant van de printer Interne onderdelen Onderdelen aan de achterkant van de printer Bedieningspaneel Onderdelen van de machine 1-2 1-2 1-3 1-3 1-4 1-1 Onderdelen aan de voorkant van de printer 1 2 3 4 5 7 6 1 Bedieningspaneel 2 Voorklep 3 Papierstopper 4 Bovenklep (Bovenlade) 5 MP-lade (multifunctionele cassette) 6 Papiercassette 7 Aan/uit-schakelaar Onderdelen aan de linkerkant van de printer 11 12 13 14 8 10 9 8 Linkerklep 9 Tonerafvalbak 10 Hoofdopladers op de drumeenheden 11 Magenta Tonercontainer (M) 12 Cyaan Tonercontainer (C) 13 Geel Tonercontainer (Y) 14 Zwart Tonercontainer (K) 1-2 Onderdelen van de machine Interne onderdelen 15 16 18 17 15 Papiertransfereenheid 16 Papierhelling 17 Duplexeenheid 18 Envelopschakelaar Onderdelen aan de achterkant van de printer 19 25 20 21 22 24 23 19 USB-geheugenslot 20 Netsnoeraansluiting 21 Optionele interfaceslot 22 Netwerklampjes 23 Netwerkaansluiting 24 USB-aansluiting 25 Achterklep Onderdelen van de machine 1-3 Bedieningspaneel 26 27 28 30 29 31 33 34 32 26 Berichtenscherm 27 Ready controlelampje 28 Data controlelampje 29 Attention controlelampje 30 Pijltoetsen 31 [MENU] toets 32 [OK] toets 33 [GO] toets 34 [Cancel] toets 1-4 Onderdelen van de machine 2 Afdrukken Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen: Netwerkinterfaceparameters wijzigen Een Netwerkinterface-statuspagina afdrukken Embedded Web Server RX Printerstuurprogramma installeren Afdrukken vanuit applicaties Afdrukken via AirPrint Status Monitor Energiebesparende functie Afdrukken 2-2 2-4 2-5 2-14 2-21 2-22 2-23 2-27 2-1 Netwerkinterfaceparameters wijzigen Deze printer ondersteunt TCP/IP, TCP/IP (IPv6), NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server, en de IPSec-protocollen en Beveiligingsniveau. In de onderstaande tabel staan de benodigde items voor elk van de instellingen. Configureer de netwerkparameters van de printer zoals nodig voor uw pc en uw netwerkomgeving. Voor meer informatie over deze procedure, raadpleeg de paragraaf Using the Operation Panel van de Advanced Operation Guide. Opmerking Als Embedded Web Server RX wordt gebruikt, dan kunnen de netwerkparameters en beveiligingsinstellingen gemakkelijk vanaf uw PC worden gewijzigd en gecontroleerd. Raadpleeg voor meer informatie de Embedded Web Server RX User Guide. Als de optionele IB-50 of IB-51 is geïnstalleerd, dan zijn NetWare en AppleTalk instellingen mogelijk. Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Optional Network van de Advanced Operation Guide. Menu Submenu Instelling Netwerk TCP/IP Aan/Uit DHCP Aan/Uit Auto-IP Aan/Uit IP-adres IP-adres Subnetmasker IP-adres Gateway IP-adres Bonjour Aan/Uit TCP/IP (IPv6) Beveiliging 2-2 Interface vergrend. Aan/Uit RA (Stateless) Aan/Uit DHCPv6 Aan/Uit USB-host Vergrendelen/ Ontgrendelen USB-apparaat Vergrendelen/ Ontgrendelen Interface-optie Vergrendelen/ Ontgrendelen USB-opslag Vergrendelen/ Ontgrendelen WSD-afdruk Aan/Uit Enhanced WSD Aan/Uit EnhancedWSD (SSL) Aan/Uit IPP Aan/Uit Afdrukken Menu Submenu Instelling SSL-server Aan/Uit DES Aan/Uit 3DES Aan/Uit AES Aan/Uit IPP over SSL Aan/Uit HTTPS Aan/Uit IPSec Aan/Uit LAN-interface Auto/10BASE-Half/ 10BASE-Full/ 100BASE-Half/ 100BASE-Full/ 1000BASE-T Beveiligingsniveau Hoog/Laag Opmerking Doe de machine UIT en weer AAN nadat alle netwerkinstellingen zijn gedaan. Dit moet om de instellingen van kracht te maken. Afdrukken 2-3 Een Netwerkinterface-statuspagina afdrukken U kunt een statuspagina voor de netwerkinterface afdrukken. De netwerkstatuspagina toont de netwerkadressen, en andere informatie onder verschillende netwerkprotocollen over de netwerkinterface. Instellen/onderhoud Aanpassen/Onderhoud wordt gebruikt om de afdrukkwaliteit aan te passen en printeronderhoud uit te voeren. De beschikbare opties in Aanpassen/Onderhoud zijn de volgende: • Kleur Kalibratie • Registratie Normaal • Registratie Details • Printer opnieuw Printer • Service BELANGRIJK Service is een menu dat voornamelijk wordt gebruikt door servicepersoneel voor onderhoudswerk. Klanten hoeven dit menu niet te gebruiken. Instellen/onderhoud > 1 2 3 4 5 6 >>Netwerkstatuspagina afdrukken? 7 8 9 2-4 Druk op [MENU]. Druk herhaaldelijk op  of  tot Instellen/onderhoud > verschijnt. Druk op  terwijl Instellen/onderhoud > wordt weergegeven. Druk herhaaldelijk op  of  tot >Service > verschijnt. Druk op . Druk herhaaldelijk op  of  tot >>Netwerkstatuspagina afdrukken verschijnt. Druk op [OK]. Er verschijnt een vraagteken (?). Druk op [OK]. Bezig m verwerkn verschijnt en er wordt een statuspagina afgedrukt. Wanneer het afdrukken is beëindigd, keert het scherm terug naar Klaar. Afdrukken Embedded Web Server RX Als het apparaat is aangesloten op het netwerk, kunt u verschillende instellingen configureren met behulp van Embedded Web Server RX. In dit hoofdstuk worden instructies gegeven voor de toegang tot Embedded Web Server RX en het wijzigen van de beveiligingsinstellingen en hostnaam. Voor meer informatie over Embedded Web Server RX, raadpleeg de Embedded Web Server RX User Guide. Opmerking Voer de Gebruikersnaam en het Wachtwoord in om toegang te hebben tot alle functies van de Embedded Web Server RX pagina's, en klik op Aanmelden. Door het vooraf ingestelde wachtwoord van de systeembeheerder in te voeren, kan de gebruiker alle pagina's openen, inclusief Documentbox en Instellingen in het navigatiemenu. De standaard fabrieksinstelling voor de standaardgebruiker met de bevoegdheden voor systeembeheerder wordt hieronder getoond. Aanmelding gebruikersnaam Admin Aanmelding wachtwoord Admin * Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters (hoofdlettergevoelig). De instellingen die de beheerder en de algemene gebruikers kunnen configureren in Embedded Web Server RX zijn als volgt. Instelling Beschrijving Beheerder Algemene gebruiker Machinegegevens De basisinformatie van het apparaat kan worden opgevraagd. Configuratie, Tellers, Info over Embedded Web Server RX Taakstatus Toont alle informatie over het apparaat, met inbegrip van afdruktaken en takenlogboek. Afdrukstaatstatus, Afdruktakenlogboek Document Box Document boxen toevoegen of verwijderen, of documenten uit een document box verwijderen. Custom box, Instellingen Job Box Apparaatinstellingen Configureer de geavanceerde instellingen van het apparaat Papier/invoer/uitvoer, Energiebesparing/timerinstellingen, Datum/ Tijd, Systeem — Functieinstellingen Configureer de geavanceerde functie-instellingen. Algemene/taak-standaarden, Printer, E-mail — Netwerkinstellingen Configureer de geavanceerde instellingen van het netwerk. Algemeen, TCP/IP, Protocol — Beveiligingsinstellingen — Configureer de geavanceerde instellingen van de beveiliging. Beveiliging apparaat, Netwerkveiligheid, Certificaten Beheerinstellingen Configureer de geavanceerde beheerinstellingen. Taakaccounting, Verificatie, Notificatie/rapport, Instellingen historie, SNMP, Resetten Afdrukken — 2-5 Toegang tot Embedded Web Server RX 1 2 Start uw internetbrowser. Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in in de adres- of locatiebalk. Voorbeelden: https://192.168.48.21/ (IP-adres) https://P001 (als de hostnaam "P001" is) De internetpagina geeft basisinformatie over het apparaat en het Embedded Web Server RX weer, evenals hun huidige status. Opmerking Als het bericht Er is een probleem met het beveiligingscertificaat van deze website. verschijnt, moet het certificaat geconfigureerd worden. Voor meer informatie over de certificaten, raadpleeg de Embedded Web Server RX User Guide. U kunt ook de handeling voortzetten zonder het certificaat te configureren. 3 2-6 Selecteer een categorie in de navigatiebalk links op het scherm. Wanneer u inlogt op de machine als beheerder, ziet u Apparaatinstellingen, Functie-instellingen, Netwerkinstellingen, Beveiligingsinstellingen, en Beheerinstellingen. Afdrukken Beveiligingsinstellingen wijzigen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de beveiligingsinstellingen kunnen worden gewijzigd. 1 2 Open Embedded Web Server RX zoals beschreven in Toegang tot Embedded Web Server RX op pagina 2-6. Vanaf de menu Beveiligingsinstellingen, selecteert u de instelling die u wilt configureren. De configureerbare instellingen zijn Beveiliging apparaat, Netwerkveiligheid en Certificaten. Opmerking De configureerbare instellingen in Beveiliging apparaat en Netwerkveiligheid kunnen ook worden geconfigureerd via de systeemmenu van het apparaat. Voor meer informatie, raadpleeg de paragraaf Using the Operation Panel van de Advanced Operation Guide. Voor meer informatie over de certificaten, raadpleeg de Embedded Web Server RX User Guide. Afdrukken 2-7 Machinegegevens wijzigen Wijzigt de informatie van het apparaat. 1 Open Embedded Web Server RX zoals beschreven in Toegang tot Embedded Web Server RX op pagina 2-6. 2 Vanaf de menu Apparaatinstellingen, kies Systeem. 3 Voer de machinegegevens in en klik op Verzenden. BELANGRIJK Start, na het wijzigen van de instelling, het netwerk opnieuw op of zet het apparaat UIT en vervolgens weer AAN. Om de netwerkkaart opnieuw op te starten, klikt u op Resetten in de menu Beheerinstellingen, en klikt u vervolgens op Netwerk opnieuw opstarten in Herstarten. 2-8 Afdrukken E-mailinstellingen Door de SMTP-instellingen te configureren, kunt u e-mailberichten over voltooide taken versturen. Deze functie kan alleen worden gebruikt als het apparaat is verbonden met een mailserver die het SMTP-protocol gebruikt. Daarnaast controleert u het volgende. • De netwerkomgeving die wordt gebruikt om met dit apparaat verbinding te maken met de mailserver Een permanente verbinding via een LAN wordt aanbevolen. • SMTP-instellingen Gebruik het Embedded Web Server RX om het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server te registreren. • Als er beperkingen zijn ingesteld voor de grootte van e-mailberichten, is het verzenden van grote e-mailberichten misschien niet mogelijk. Volg de onderstaande stappen om de SMTP-instellingen op te geven. 1 2 Afdrukken Open Embedded Web Server RX zoals beschreven in Toegang tot Embedded Web Server RX op pagina 2-6. Vanaf de menu Functie-instellingen klikt u op E-mail. 2-9 3 Voer de betreffende waarden voor alle velden in. Instelling Beschrijving SMTP Stel in om e-mails vanaf de machine te versturen. SMTP-protocol Stel het SMTP-protocol in. Stel de SMTP (E-mail TX) instelling in op Aan op de pagina Protocolinstellingen. SMTPservernaam Voer de hostnaam of het IP-adres van de SMTP-server in. SMTPpoortnummer Geef het poortnummer op voor de SMTP. Gebruik de standaard SMTP-poort 25. Time-out SMTPserver Stel de wachttijd voor time-out in seconden in. Verificatieprotocol Geef aan of SMTP-verificatie is vereist. Om de verificatie te gebruiken, voert u de gebruikersinformatie voor verificatie in. SMTPbeveiliging Stel SMTP beveiliging in. Activeer SMTP-beveiliging in SMTP (E-mail TX) op de pagina Protocolinstellingen. POP voor SMTPtimeout Geef de tijd in seconden op tot de wachttijd voor de verbinding met POP-server is verlopen. Dit kan worden ingesteld wanneer POP voor SMTP is geselecteerd in Verificatieprotocol. Verbinding testen Test om te bevestigen dat de instellingen correct zijn. Domeinbeperking Stel in of domeinen al dan niet beperkt zijn. Klik op Domeinenlijst en voer de domeinnamen van de adressen in die moeten worden toegestaan of afgewezen. Beperking kan ook worden opgegeven via e-mail adres. POP3 Stel in om een e-mail op de machine te ontvangen. POP3-protocol Stel POP3-protocol in. Stel de POP3 (E-mail RX) instelling in op Aan op de pagina Protocolinstellingen. Controle-interval Geef het tijdsinterval in minuten op voor het controleren van inkomende e-mails. Nu uitvoeren Klik op Ontvangen om direct verbinding te maken met de POP3-server en te controleren op inkomende e-mails. Domeinbeperking Stel in of domeinen al dan niet beperkt zijn. Klik op Domeinenlijst en voer de domeinnamen van de adressen in die moeten worden toegestaan of afgewezen. Beperking kan ook worden opgegeven via e-mail adres. Gebruikersinstellingen POP3 2-10 Configureer de instellingen voor POP3-gebruikersaccounts en de POP3-server. U kunt maximaal drie gebruikers configureren. Afdrukken Instelling Beschrijving Instellingen Groottebeperking Voer de maximumgrootte van te verzenden e-mailberichten in voor e-mail e-mail in kilobytes. Als de grootte van een e-mail deze waarde verzenden overschrijdt, dan wordt een foutbericht weergegeven en wordt het verzenden van de e-mail geannuleerd. Gebruik deze instelling als u groottebeperking e-mail voor de SMTP-server heeft ingesteld. Zoniet, voer een waarde in van 0 (nul) om e-mails zonder groottebeperking te kunnen versturen. Adres afzender Voer het e-mailadres in van de persoon die verantwoordelijk is voor het apparaat, bijvoorbeeld de apparaatbeheerder. Dit zorgt ervoor dat een antwoord of een afleveringsfoutrapport naar een persoon wordt gestuurd in plaats van naar het apparaat. Het adres van de afzender moet correct worden ingevoerd voor SMTP-verificatie. Het adres van de afzender mag maximaal 128 karakters lang zijn. Handtekening Voer de handtekening in. De handtekening is vrije tekst die wordt weergegeven aan het einde van het e-mailbericht. Deze wordt vaak gebruikt om het apparaat verder te identificeren. De handtekening mag maximaal 512 karakters lang zijn. Standaardinst. functies Wijzig de functie standaardinstellingen op de pagina Gemeensch./Standaard instellingen taak. 4 Afdrukken Klik op Verzenden. 2-11 Een custom box registreren U kunt een custom box vanaf Embedded Web Server RX registreren. 1 2 3 4 Open Embedded Web Server RX zoals beschreven in Toegang tot Embedded Web Server RX op pagina 2-6. Ga naar de menu Documentbox en klik op Custom box. Klik op Toevoegen. Voer de boxgegevens in. Voer de gegevens in voor de custom box die u wilt registreren. De in te voeren velden zijn dezelfde als bij het registreren op het apparaat. Voor meer informatie, raadpleeg de paragraaf Using the Operation Panel van de Advanced Operation Guide. 5 2-12 Klik op Verzenden. Afdrukken Een document opgeslagen in een custom box afdrukken Een document opgeslagen in een custom box kan worden afgedrukt vanaf Embedded Web Server RX. 1 2 3 4 Open Embedded Web Server RX zoals beschreven in Toegang tot Embedded Web Server RX op pagina 2-6. Ga naar de menu Documentbox en klik op Custom box. Klik op het nummer of de naam van de custom box waarin het document is opgeslagen. Selecteer het document dat u wilt afdrukken. Selecteer het keuzevak van het af te drukken document. 5 6 Afdrukken Klik op Afdrukken. Voor instellingen die kunnen worden geconfigureerd, raadpleeg de Embedded Web Server RX User Guide. 2-13 Printerstuurprogramma installeren Zorg ervoor dat de printer aan staat en is aangesloten op de pc voordat u de printerdriver vanaf de DVD-ROM installeert. Opmerking Het installeren onder Windows moet worden gedaan door een gebruiker die zich heeft aangemeld met beheerdersrechten. Indien verbonden met een USB-kabel, is Plug and Play op dit apparaat uitgeschakeld indien in de slaapstand. Om de installatie voort te zetten, drukt u op de toets GO om het apparaat uit de energiebesparende stand of slaapstand te halen waarna kan worden verder gegaan. Printing System (XPS) Driver kan niet geïnstalleerd worden op Windows XP. Het printerstuurprogramma voor Windows installeren Snel installeren De volgende procedure is een voorbeeld voor het installeren van de software in Windows 7 d.m.v. Snel installeren. Raadpleeg voor het Aangepast installeren de Aangepast installeren op pagina 2-16. 1 Plaats de DVD-ROM. Opmerking Het installeren in Windows moet worden gedaan door een gebruiker die zich heeft aangemeld met beheerdersrechten. Als het dialoogvenster wizard nieuwe hardware gevonden verschijnt, selecteert u Annuleren. Als het venster Automatisch afspelen verschijnt, klikt op Voer Setup.exe uit. Als het venster gebruikersaccountbeheer verschijnt, klikt u op Ja (Toestaan). 2 Kies Licentieovereenkomst weergeven en lees de Gebruiksrechtovereenkomst. Kies Accepteren. 3 Kies het tabblad Snel installeren. Opmerking Om Status Monitor te installeren, is het noodzakelijk om Microsoft .NET Framework 4.0 vooraf te hebben geinstalleerd. 2-14 Afdrukken 4 Selecteer het te installeren apparaat. U kunt ook Hostnaam als poortnaam gebruiken kiezen en de hostnaam van de standaard TCP/IP-poort instellen. (een USBverbinding kan niet worden gebruikt.) Opmerking Het apparaat kan niet worden gedetecteerd, tenzij het is ingeschakeld. Als de computer er niet in slaagt om het apparaat te detecteren, controleer dan of het is aangesloten op de computer via een netwerk of USB-kabel en dat deze is ingeschakeld en klik op (Vernieuwen). 5 Selecteer het te installeren pakket. Pakketten omvatten de volgende software: • Driver Package Printig System Driver, Status Monitor, Fonts 6 Klik op Installeren . 7 Voltooi de installatie. Wanneer Uw software is gebruiksklaar verschijnt, kunt u de software gebruiken. Om een testpagina af te drukken, vink het selectievakje Een testpagina afdrukken aan en selecteer het apparaat. Klik op Voltooien om de wizard af te sluiten. Opmerking Wanneer u Apparaatinstellingen in Windows XP hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster voor het instellen van het apparaat weergegeven na op Voltooien te hebben geklikt. Configureer de instellingen voor de opties die op het apparaat zijn geïnstalleerd. Apparaatinstellingen kunnen worden geconfigureerd nadat de installatie is voltooid. Zie voor meer informatie de apparaatinstellingen in de Printing System Driver User Guide op de dvd-rom. Als het bericht systeem herstarten verschijnt, herstart u de computer door de aanwijzingen op het scherm op te volgen. Hiermee is de installatieprocedure van de printerdriver voltooid. Afdrukken 2-15 Aangepast installeren De volgende procedure is een voorbeeld voor het installeren van de software in Windows 7 d.m.v. Aangepast installeren. 1 Plaats de DVD-ROM. Opmerking Het installeren in Windows moet worden gedaan door een gebruiker die zich heeft aangemeld met beheerdersrechten. Als het dialoogvenster wizard nieuwe hardware gevonden verschijnt, selecteert u Annuleren. Als het venster Automatisch afspelen verschijnt, klikt op Voer Setup.exe uit. Als het venster gebruikersaccountbeheer verschijnt, klikt u op Ja (Toestaan). 2 Kies Licentieovereenkomst weergeven en lees de Gebruiksrechtovereenkomst. Kies Accepteren. 3 4 Kies het tabblad Aangepast installeren. Selecteer het te installeren apparaat en klik op de pijltoets om deze te verplaatsen naar de lijst Te installeren producten. De volgende knoppen zijn beschikbaar. : Gebruik deze knop om de weergave tussen pictogram en tekstweergave te wisselen. : Gebruik deze knop om meerdere items te selecteren. : Als het doelapparaat niet wordt weergegeven, druk dan op deze knop om het te gebruiken apparaat rechtstreeks te selecteren. 2-16 Afdrukken 5 6 7 Selecteer het te installeren apparaat en stuurprogramma en klik op de pijltoets om deze te verplaatsen naar de lijst Te installeren producten. Selecteer het te installeren hulpprogramma en klik op de pijltoets om deze te verplaatsen naar de lijst Te installeren producten. Klik op Installeren . Opmerking Om Status Monitor te installeren, is het noodzakelijk om Microsoft .NET Framework 4.0 vooraf te hebben geinstalleerd. 8 Voltooi de installatie. Wanneer Uw software is gebruiksklaar verschijnt, kunt u de software gebruiken. Om een testpagina af te drukken, vink het selectievakje Een testpagina afdrukken aan en selecteer het apparaat. Klik op Voltooien om de wizard af te sluiten. Opmerking Wanneer u Apparaatinstellingen in Windows XP hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster voor het instellen van het apparaat weergegeven na op Voltooien te hebben geklikt. Configureer de instellingen voor de opties die op het apparaat zijn geïnstalleerd. Apparaatinstellingen kunnen worden geconfigureerd nadat de installatie is voltooid. Zie voor meer informatie de apparaatinstellingen in de Printing System Driver User Guide op de dvd-rom. Als het bericht systeem herstarten verschijnt, herstart u de computer door de aanwijzingen op het scherm op te volgen. Hiermee is de installatieprocedure van de printerdriver voltooid. Afdrukken 2-17 Software verwijderen Voer de volgende procedure uit om de software van uw computer te verwijderen. Opmerking Het verwijderen onder Windows moet worden gedaan door een gebruiker die zich heeft aangemeld met beheerdersrechten. 1 2 Klik op de Start knop op Windows en selecteer vervolgens Alle programma's, (naam van softwarebedrijf) en Verwijder Product Library om de wizard voor het verwijderen weer te geven. Plaats een vinkje in het vakje van de te verwijderen software. Kies Installatie verwijderen. 3 Als het bericht systeem herstarten verschijnt, herstart u de computer door de aanwijzingen op het scherm op te volgen. Hiermee is de procedure voor het verwijderen van de software voltooid. Opmerking De software kan ook worden verwijderd met behulp van de Product Library. In het installatiescherm Product Library, klik op Installatie verwijderen en volg de instructies op het scherm op om de software te verwijderen. Het printerstuurprogramma voor Macintosh installeren De afdrukfunctie van de printer kan worden benut door een Macintosh computer. Hier volgt de werkwijze voor de installatie onder MAC OSX 10.7. Opmerking Het installeren onder MAC OS moet worden gedaan door een gebruiker die zich heeft aangemeld met beheerdersrechten. Wanneer u afdrukt vanaf een Macintosh-computer, moet de emulatiemodus het apparaat worden ingesteld op KPDL of KPDL (Auto) . Voor meer informatie, raadpleeg de paragraaf Using the Operation Panel van de Advanced Operation Guide. Bij verbinding via Bonjour, activeer Bonjour via de netwerkinstellingen van het apparaat. Voor meer informatie, raadpleeg de paragraaf Using the Operation Panel van de Advanced Operation Guide. Voer in het scherm Verificatie de naam en het wachtwoord in die worden gebruikt voor het besturingssysteem. 2-18 Afdrukken 1 2 3 Plaats de DVD-ROM. Dubbelklik op het GEN_LIB pictogram. Dubbelklik op OS X 10.5 or higher. 4 Dubbelklik op (Merknaam) OS X 10.5+. 5 Het installatieprogramma van de printerdriver start. 6 Installeer het printerstuurprogramma zoals aangegeven door de instructies in de installatiesoftware. Hiermee is de installatie van de printerdriver voltooid. Indien een USB-verbinding wordt gebruikt, wordt het apparaat automatisch herkend en verbonden. Indien er een IP-verbinding wordt gebruikt, zijn de onderstaande instellingen vereist. 7 Afdrukken Open Systeemvoorkeuren en klik op Afdrukken en scannen. 2-19 8 9 Klik op het plus-symbool (+) om de geïnstalleerde printerdriver toe te voegen. Klik op de IP-icoon voor een IP-verbinding en voer het IP-adres en de printernaam in. Het ingevoerde Adres verschijnt automatisch in het veld Naam. Wijzig deze waarde indien nodig. Opmerking Bij gebruik van een Bonjour-verbinding, selecteer Standaard en klik op het item dat verschijnt in Printernaam. Het stuurprogramma met dezelfde naam als het apparaat verschijnt automatisch in Stuurprogramma. 10 Selecteer de beschikbare opties voor de printer en klik op OK. 11 De geselecteerde printer wordt toegevoegd. 2-20 Afdrukken Afdrukken vanuit applicaties Hieronder worden de stappen beschreven die nodig zijn voor het afdrukken van een document dat met een applicatie gemaakt is. U kunt het papierformaat en de afleveringsbestemming voor de afdrukken selecteren. 1 2 3 4 Plaats het gewenste papier in de papiercassette. Selecteer vanuit de applicatie in het menu Bestand de optie Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven. Klik op de vervolgkeuzelijst met printernamen. Alle printers die in Windows zijn geïnstalleerd, staan vermeld. Klik op de naam van het apparaat. Voer bij Aantal exemplaren het aantal afdrukken in dat u wilt maken. Er kunnen maximaal 999 kopieën worden gemaakt. Voor Microsoft Word wordt aanbevolen dat u op Opties klikt en Printerinstellingen gebruiken als Standaardpapierlade specificeert. 3 4 5 Klik op OK om te beginnen met afdrukken. Opmerking Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van het printerstuurprogramma de Printing System Driver User Guide. Afdrukken 2-21 Afdrukken via AirPrint AirPrint is een afdrukfunctie die standaard is opgenomen in iOS 4.2 en recentere productversies, en Mac OS X 10.7 en recentere productversies. Met deze functie kunt u verbinding maken en afdrukken met elk AirPrint compatibel apparaat zonder een printerstuurprogramma te hoeven installeren. Om het apparaat zichtbaar te maken bij het afdrukken via AirPrint, kunt u locatie-informatie van het apparaat instellen in Embedded Web Server RX. Raadpleeg voor meer informatie de Embedded Web Server RX User Guide. 2-22 Afdrukken Status Monitor De Status Monitor bewaakt de printerstatus en voorziet in een doorlopend functioneringsrapport. Opmerking Als u Status Monitor activeert, moet u het volgende controleren. • Printing System Driver is geïnstalleerd. • Hetzij Enhanced WSD of EnhancedWSD(SSL) zijn ingesteld op Aan in de paragraaf Security van de Advanced Operation Guide. Toegang tot de Status Monitor De Status Monitor start ook wanneer het afdrukken wordt gestart. Verlaten van de Status Monitor Gebruik een van onderstaande methodes voor het verlaten van de Status Monitor. • Handmatig verlaten: Klik op het pictogram instellingen en kies Afsluiten in het menu om de Status Monitor te verlaten. • Automatisch verlaten: De Status Monitor sluit automatisch na 7 minuten als deze niet wordt gebruikt. Status Monitor Melding De Status Monitor is als volgt weergegeven. Sneloverzicht printerstatus De status van de printer wordt met pictogrammen weergegeven. Gedetailleerde informatie wordt weergegeven door te klikken op de knop Uitbreiden. Pictogram Instellingen Knop uitbreiden Tabblad waarschuwing Tabblad tonerstatus Tabblad status papierlade Tabblad voortgang afdruktaken Gedetailleerde informatie wordt weergegeven door te klikken op elk tabblad pictogram. Afdrukken 2-23 Tabblad voortgang afdruktaken De status van de afdruktaken wordt weergegeven. Pictogram status Takenlijst Selecteer een taak in de lijst via het weergegeven menu en klik met de rechtermuisknop om te annuleren. Tabblad status papierlade Informatie over het papier in de printer en de hoeveelheid resterend papier wordt getoond. Tabblad tonerstatus De hoeveelheid resterende toner wordt weergegeven. 2-24 Afdrukken Tabblad waarschuwing Als een fout optreedt, wordt dit bekendgemaakt met een 3Dbeeldweergave en een bericht. Status Monitor Snelmenu Het volgende menu wordt weergegeven als op de pictogram instellingen wordt geklikt. Pictogram Instellingen • Embedded Web Server RX Als de printer is verbonden met een TCP/IP-netwerk en zijn eigen IPadres heeft, gebruikt u een webbrowser om naar het Embedded Web Server RX te gaan om de netwerkinstellingen te wijzigen of bevestigen. Raadpleeg voor meer informatie de Embedded Web Server RX User Guide. Dit menu wordt niet weergegeven bij gebruik van een USBverbinding. • Kennisgeving... Hiermee kan de weergave van de Status Monitor worden ingesteld. Raadpleeg Status Monitor Instellingen Kennisgeving op pagina 2-26 voor meer informatie. • Verlaten Hiermee verlaat u de Status Monitor. Afdrukken 2-25 Status Monitor Instellingen Kennisgeving De Status Monitor instellingen en gedailleerde lijst gebeurtenissen worden weergegeven. Selecteer of gebeurtenismelding al dan niet moet worden uitgevoerd als er een fout in de lijst gebeurtenissen optreedt. 1 Kies Gebeurtenismelding inschakelen. Als deze instelling is ingesteld op Uit, dan wordt de Status Monitor niet gestart, ook niet als het afdrukken wordt uitgevoerd. 2 3 Selecteer een gebeurtenis die gebruikt moet worden met de optie tekst naar spraak in Beschikbare gebeurtenissen. Klik op de kolom Geluidsbestand / Tekst naar spraak. Klik op de knop Bladeren (...) om de gebeurtenis te melden met een geluidbestand. Opmerking Het beschikbare bestandsformaat is WAV. Bij het aanpassen van het luidop voor te lezen bericht op het scherm, moet u de tekst in het tekstvak typen. 2-26 Afdrukken Energiebesparende functie Energiebesparende stand Wanneer de ingestelde tijd (fabrieksinstelling is 1 minuut) is verstreken sinds het laatste gebruik van de printer, schakelt de printer automatisch naar de energiebesparende stand. De achtergrondverlichting en lampjes van het berichtenscherm gaan uit om het stroomverbruik te minimaliseren. Deze stand heet de energiebesparende stand. De tijdsperiode waarin er geen activiteiten plaatsvinden voordat de energiebesparende stand wordt geactiveerd, kan worden verlengd. Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Low Power Timer (Low Power Mode timer timeout time) van de Advanced Operation Guide. Als er afdrukgegevens ontvangen worden tijdens de energiebesparende stand, dan licht het berichtenscherm op en wordt het afdrukken gestart. Om te hervatten, druk op [GO]. De printer is binnen 17 seconden gebruiksklaar. Wij wijzen u erop dat door omgevingsfactoren, zoals ventilatie, het apparaat langzamer kan reageren. Slaapstand Voor Europa Wanneer de ingestelde tijd (fabrieksinstelling is 15 minuten) is verstreken sinds het laatste gebruik van de printer, schakelt de printer automatisch naar de slaapstand. De achtergrondverlichting en lampjes van het berichtenscherm gaan uit om het stroomverbruik te minimaliseren. Deze stand heet de slaapstand. Om de printer te gebruiken, druk op [GO]. De printer is binnen 24 seconden gebruiksklaar. Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Sleep Timer (Sleep timer timeout setting) van de Advanced Operation Guide. Uitgezonderd voor Europa Wanneer de ingestelde tijd (fabrieksinstelling is 15 minuten) is verstreken sinds het laatste gebruik van de printer, schakelt de printer automatisch naar de slaapstand. De achtergrondverlichting en lampjes van het berichtenscherm gaan uit om het stroomverbruik te minimaliseren. Deze stand heet de slaapstand. Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Sleep Timer (Sleep timer timeout setting) van de Advanced Operation Guide. Er zijn twee slaapstanden: Snel Herstel en energiebesparing. De standaardinstelling is energiebesparende stand. Modus snel herstel Het herstel uit de slaapstand sneller is dan bij het gebruik van de energiebesparende modus. Het berichtenscherm gaat uit wanneer naar de slaapstand geschakeld wordt en de indicator voor Ready knippert. Het apparaat herstelt snel wanneer op [GO] wordt gedrukt. Het apparaat herstelt ook automatisch en drukt af wanneer een taak wordt gedetecteerd. Afdrukken 2-27 Als er tijdens de slaapstand afdrukgegevens worden ontvangen, dan wordt de afdruktaak uitgevoerd terwijl het berichtenscherm onverlicht blijft. Om de printer te gebruiken, druk op [GO]. Wij wijzen u erop dat door omgevingsfactoren, zoals ventilatie, het apparaat langzamer kan reageren. Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Sleep Timer (Sleep timer timeout setting) van de Advanced Operation Guide. Modus energiebesparing In deze stand wordt het energieverbruik nog meer teruggebracht dan in de modus snel herstel en kan de slaapstand afzonderlijk ingesteld worden voor elke functie. Om de printer te gebruiken, druk op [GO]. De printer is binnen 24 seconden gebruiksklaar. Raadpleeg voor meer informatie over de instellingen voor de energiebesparende stand Sleep Level Set. (Sleep level setting) van de Advanced Operation Guide. Opmerking Als de Standby Timer gelijk is aan de Uitschakeltimer, dan wordt voorrang gegeven aan de slaapstand. 2-28 Afdrukken 3 Onderhoud Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen: Algemene informatie Tonercontainer vervangen De tonerafvalbak vervangen De printer reinigen Onderhoud 3-2 3-2 3-6 3-8 3-1 Algemene informatie In dit hoofdstuk worden basisonderhoudstaken beschreven die u op de printer kunt uitvoeren. U kunt de volgende onderdelen vervangen naar aanleiding van een bericht op het printerscherm: • Tonerpakketten • Tonerafvalbak De volgende onderdelen dienen ook regelmatig te worden gereinigd: • Papiertransfereenheid Opmerking Verzamelen van informatie op geheugenchips - De geheugenchip die aan de tonercontainer vast zit, is ontwikkeld om het gemak voor de eindgebruiker te vergroten; om hergebruik van lege tonercontainers te ondersteunen; en om informatie te verzamelen ter ondersteuning van nieuwe productplanning en ontwikkeling. De verzamelde informatie is anoniem - het kan met niemand in verband gebracht worden en de gegevens worden vertrouwelijk behandeld. Tonercontainer vervangen De tonercontainer in de printer moet worden vervangen zodra het berichtenscherm de melding Toner laag toont of zo snel mogelijk daarna. Als u de printer blijft gebruiken zal de tonervoorraad uiteindelijk op raken en zal de printer stoppen met afdrukken en er zal Vervang toner C,M,Y,K een bericht worden getoond dat u instructies geeft hoe u een nieuw tonerpakket installeert. Hoe vaak de tonercontainer moet worden vervangen De levensduur van de tonercontainers hangt af van de hoeveelheid toner die nodig is om uw afdruktaken uit te voeren. Volgens ISO/IEC 19798 en EcoPrint uitgeschakeld heeft de tonercontainer de volgende afdrukcapaciteit (uitgaande van A4/Letter-papier): Tonerkleur Levensduur van de tonercontainer (afdrukbare pagina's) Zwart 12.000 afbeeldingen Cyaan 10.000 afbeeldingen Magenta 10.000 afbeeldingen Geel 10.000 afbeeldingen Opmerking De tonercontainer die verpakt zit bij de nieuwe printer moet het systeem vullen wanneer het voor de eerste keer gebruikt wordt. Daardoor kan slechts 50% van de starttonerkit gebruikt worden om af te drukken. (Bijvoorbeeld: P-C3060DN kan 6000 zwart-wit afbeeldingen afdrukken met behulp van de zwarte starttonercontainer). 3-2 Onderhoud Tonerpakketten Wij raden u aan om voor de beste resultaten alleen originele onderdelen en voorraad te gebruiken. De tonerpakketten worden geleverd in 4 verschillende kleuren: cyaan, magenta, geel en zwart. Een nieuw tonerpakket voor elke kleur bevat de volgende onderdelen: • Tonercontainer • Plastic afvalzakken voor de oude tonercontainer en de oude tonerafvalbak • Tonerafvalbak • Installatiehandleiding Opmerking Haal de tonercontainer pas uit de doos als u klaar bent om de container in de printer te plaatsen. Uitleg over berichten waarin u wordt verzocht de tonercontainer te vervangen De printer geeft op twee verschillende momenten berichten weer voor individuele tijdens het gebruik van toner. Dit bericht wordt automatisch afgewisseld met het andere printerbericht (zoals Klaar): • Wanneer de toner in de printer bijna op is, bijvoorbeeld in de cyaan container, toont de printer het bericht Toner laag C als eerste waarschuwing. Merk op dat vervanging op dit moment niet altijd nodig is. • Als u het bovenstaande bericht negeert en doorgaat met afdrukken, toont de printer vlak voordat de toner op is, het bericht Vervang toner. De tonercontainer dient onmiddellijk vervangen te worden. Reinig de afzonderlijke laderdraden, enz. Nadat het reinigen is gebeurd, verandert het bericht echter niet automatisch in Klaar. Als u weer met afdrukken wilt beginnen, drukt u op [GO] zodat de printer klaar is. Vervang in beide gevallen de tonercontainer. Raadpleeg Tonercontainer vervangen op pagina 3-2. Onderhoud 3-3 De tonercontainer vervangen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de tonercontainers vervangt. Wanneer u de tonercontainer van een kleur vervangt, dient u altijd tegelijkertijd de tonerafvalbak te vervangen. Als deze bak vol is, kan de printer beschadigd raken of worden vervuild door het tonerafval dat uit de bak kan lekken. VOORZICHTIG Probeer geen delen die toner bevatten te verbranden. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken. BELANGRIJK Zet tijdens het vervangen van de tonercontainer opslagmedia en computerbenodigdheden (zoals diskettes) uit de buurt van de tonercontainer. Zo wordt schade aan de media vermeden als gevolg van de magnetische lading van de toner. BELANGRIJK We aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade of problemen die voortkomen uit het gebruik van andere tonercontainers dan onze originele tonercontainers. Het is ook aanbevolen om voor een optimale prestatie alleen onze tonercontainers te gebruiken die speciaal bedoeld zijn voor gebruik in uw land of regio. Als een tonercontainer voor een ander land/regio wordt geïnstalleerd, zal de printer stoppen met afdrukken. Opmerking U hoeft de printer niet uit te zetten voordat u met vervanging begint. Gegevens die zich al in het proces van de printer bevinden, worden verwijderd als u de printer uit zet. Zorg er voor het vervangen van de tonercontainer eerst voor dat u de juiste kleur heeft voor de tonercontainer die moet worden vervangen. In dit voorbeeld wordt er vanuit gegaan dat u de gele tonercontainer vervangt. Bovenklep (Bovenlade) 1 Open de bovenklep (bovenlade). Magenta (M) Cyaan (C) Geel (Y) Zwart (K) 2 3-4 Verwijder de oude tonercontainer voorzichtig uit de printer. Onderhoud 3 Plastic zak 4 5 Plaats de oude tonercontainer in de plastic zak (bij het tonerpakket meegeleverd) en gooi de zak later weg volgens de plaatselijke regels of bepalingen voor het weggooien van afval. Haal de nieuwe tonercontainer uit het tonerpakket. Schud de nieuwe tonercontainer 5 à 6 keer heen en weer zoals in de afbeelding aangegeven om de toner gelijkmatig in de container te verspreiden. Druk niet te hard op het midden van de tonercontainer en raak de tonerinvoersleuf niet aan. Tonerinvoersleuf 6 7 Plaats de nieuwe tonercontainer in de printer zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding. Druk de bovenkant van de tonercontainer omlaag om hem stevig op zijn plaats vast te zetten. Gebruik dezelfde procedure om de andere kleurtonercontainers te vervangen. 8 Sluit de bovenklep (bovenlade). Opmerking Als de bovenklep (bovenlade) niet sluit, controleer of de nieuwe tonercontainer correct is geplaatst (in stap 7). Gooi de tonercontainer en de tonerafvalbak na gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke milieuwetgeving weg. Ga verder naar het volgende gedeelte. Onderhoud 3-5 De tonerafvalbak vervangen Vervang de tonerafvalbak wanneer het bericht Controleer tonerafvalbak wordt weergegeven. Er zit een nieuwe tonerafvalbak in het tonerpakket. De tonerafvalbak dient te worden vervangen voordat de printer in gebruik wordt genomen. 1 Open de linkerklep. Linkerklep 2 Houd de tonerafvalbak vast en druk op de vergrendelingshendel. Verwijder de tonerafvalbak nu voorzichtig. Opmerking Verwijder de tonerafvalbak zo voorzichtig mogelijk, zodat de toner niet wordt verstrooid. Zorg ervoor dat de opening van de tonerafvalbak omhoog wijst. Vergrendelingshendel 3 Sluit, nadat u de bak uit de printer heeft gehaald, de dop van de oude tonerafvalbak. Dop Oud afval Tonerafvalbak 4 Plaats, om te voorkomen dat er toner wordt gemorst, de oude tonerafvalbak in de plastic zak (bij het tonerpakket inbegrepen) en gooi de zak later weg volgens de plaatselijke regels of bepalingen voor het weggooien van afval. Plastic zak 3-6 Onderhoud 5 Open de dop van de nieuwe tonerafvalbak. Dop Nieuwe tonerafvalbak 6 Plaats de nieuwe tonerafvalbak zoals in afbeelding aangegeven. Wanneer de bak goed is geplaatst, wordt de bak vastgeklikt. Nieuw afval Tonerafvalbak 7 Zorg ervoor dat de tonerafvalbak goed is geplaatst en sluit de linkerklep. Nadat de tonercontainers en de tonerafvalbak zijn vervangen, dient u de papiertransfereenheid te reinigen. Raadpleeg voor instructies De printer reinigen op pagina 3-8. Onderhoud 3-7 De printer reinigen De papiertransfereenheid dient te worden gereinigd telkens de tonercontainer en tonerafvalbak worden vervangen. Om een optimale afdrukkwaliteit te behouden, is het ook aan te bevelen dat de binnenkant van de printer eenmaal per maand wordt gereinigd, alsook wanneer de tonercontainer wordt vervangen. Hij dient ook te worden gereinigd indien er strepen of lijnen verschijnen op afgedrukte kopieën of indien afdrukken vaag of onduidelijk zijn. De papiertransfereenheid reinigen Afdrukproblemen zoals vlekken op de achterkant van afgedrukte pagina's kunnen zich voordoen indien de papiertransfereenheid vuil wordt. Voor het reinigen van de papiertransfereenheid moet u de droge doek gebruiken. VOORZICHTIG De onderdelen binnenin de fuserklep zijn heet. Raak deze niet met uw handen aan, aangezien dit brandwonden kan veroorzaken. 3-8 1 Druk op de hendel om de vergrendeling te ontgrendelen. 2 Trek de voorklep naar buiten. Onderhoud 3 Veeg de papierdeeltjes op de registratierol en de papierhelling weg met de droge doek. Papiertransfereenheid Duplexeenheid Droge doek Papierhelling Transferband (zwart) Registratie Rol (metaal) Transferrol (zwart) Opmerking Zorg dat u de zwarte transferrol en de zwarte transferband niet aanraakt tijdens het reinigen; de afdrukkwaliteit kan er negatief worden door beïnvloed. 4 Duw de voorklep weer goed terug naar binnen. Opmerking Zorg dat uw handen niet bekneld raken onder de voorklep wanneer u deze sluit. Onderhoud 3-9 3-10 Onderhoud 4 Problemen oplossen Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen: Algemene richtlijnen Problemen met de afdrukkwaliteit Foutmeldingen Papierstoringen oplossen 4-2 4-3 4-6 4-12 Als een probleem niet kan worden opgelost, neemt u contact op met uw servicetechnicus. Problemen oplossen 4-1 Algemene richtlijnen In de onderstaande tabel staan basisoplossingen voor problemen die bij de printer kunnen optreden. Voordat u service belt, raden wij u aan eerst deze tabel te raadplegen om problemen op te lossen. Symptoom Controles Afdrukkwaliteit is niet goed. Raadpleeg Problemen met de afdrukkwaliteit on pagina 4-3. Papier is vastgelopen. Raadpleeg Papierstoringen oplossen on pagina 4-12. Er branden geen lampjes op het bedieningspaneel, zelfs niet wanneer de printer aan staat, en de ventilator maakt geen geluid. Controleer of het netsnoer goed op het Zet de printer uit, sluit het netsnoer stopcontact is aangesloten. goed aan en zet de printer weer aan. Controleer of de aan/uit-schakelaar in de stand ON (I) staat. Zet de aan/uit-schakelaar in de stand ON. De printer drukt een statuspagina af, maar er worden geen taken vanaf de computer afgedrukt. Controleer de printerkabel of de aansluitingskabel. Sluit beide uiteinden van de printerkabel stevig aan. Probeer de printerkabel of de aansluitingskabel te vervangen. Controleer de programmabestanden en de applicatiesoftware. Probeer een ander bestand af te drukken of een andere afdrukopdracht te gebruiken. Als het probleem zich alleen bij een bepaald bestand of een specifieke applicatie voordoet, controleert u de instellingen van de printerdriver voor die applicatie. Controleer of de kamertemperatuur laag is, of of er vochtig papier werd gebruikt. Afhankelijk van de afdrukomgeving en de toestand van het papier, zal de hitte die ontstaat tijdens het afdrukken het vocht in het papier doen verdampen en de stoom die daarbij vrijkomt kan eruit zien als rook. Dat is geen probleem en u kunt gewoon doorgaan met afdrukken. Als u bezorgd bent om de stoom, verhoog dan de kamertemperatuur, of vervang het papier door nieuwer, droger papier. Er komt stoom uit de printer in het gebied rond de bovenlade. Correctie Tips Printerproblemen kunnen gemakkelijk worden opgelost met behulp van onderstaande tips. Wanneer u een probleem tegenkomt dat met de bovenstaande richtlijnen niet kan worden opgelost, probeert u het volgende: • Zet de printer uit en wacht enkele seconden. Zet de printer dan weer aan. • Start de computer, waarvandaan de afdruktaken naar de printer worden verzonden, opnieuw op. • Zorg ervoor dat u over de nieuwste versie van de printerdriver beschikt en deze gebruikt. De nieuwste versies van printerdrivers en hulpprogramma's zijn beschikbaar via het downloadcentrum op onze website op het internet. • Zorg ervoor dat de afdrukprocedures in de applicatiesoftware correct worden opgevolgd. Raadpleeg de documentatie die met de applicatiesoftware is meegeleverd. 4-2 Problemen oplossen Problemen met de afdrukkwaliteit In de tabellen en diagrammen van de volgende gedeelten worden problemen met de afdrukkwaliteit gedefinieerd en vindt u de correcties die u kunt uitvoeren om de problemen op te lossen. Bij sommige oplossingen dient u onderdelen van de printer te reinigen of te vervangen. Als het probleem niet wordt opgelost door de voorgestelde correctie, belt u service. Afgedrukte resultaten Correctie Afwijkende kleurafdruk Voer kleurregistratie uit m.b.v. het bedieningspaneel van de printer. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Registration Normal (Color registration [standard]) of het gedeelte Registration Details (Color registration [detailed]) van de Advanced Operation Guide. Geheel lege afdruk Controleer de tonercontainers. Open de bovenklep (bovenlade) van de printer en controleer of de tonercontainers goed in de printer zijn geplaatst. Voor meer informatie over het installeren van de tonercontainers, raadpleeg Tonercontainer vervangen on pagina 3-2. Controleer of de applicatiesoftware goed werkt. Geheel zwarte pagina Controleer de hoofdoplader. Open de linkerklep en controleer of de hoofdoplader goed is geplaatst. Dropouts of afgedwaalde punten Reinig de hoofdopladers. Raadpleeg voor meer informatie de paragaraaf LSU/Charger (LSU/Main charger cleaning mode setting) van de Advanced Operation Guide. Problemen oplossen 4-3 Afgedrukte resultaten Correctie Zwarte of witte verticale strepen Controleer de toner op het bedieningspaneel. Als het bericht Toner laag C,M,Y,K wordt weergegeven met kleurbeschrijving, dient u een nieuw tonerpakket voor die kleur te installeren. Raadpleeg voor het vervangen van de tonercontainer Tonercontainer vervangen on pagina 3-2. Richting van papierinvoer Reinig de hoofdopladers. Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf LSU/Charger (LSU/Main charger cleaning mode setting) van de Advanced Operation Guide. Vernieuw drum. Voer de volgende procedures uit op het bedieningspaneel en probeer het drumoppervlak te reinigen m.b.v. het ingebouwde reinigingssysteem van de printer. Vage of onduidelijke afdrukken 1 Druk op [MENU]. 2 Druk herhaaldelijk op  of  tot Instellen/onderhoud > verschijnt. 3 Druk op . Druk herhaaldelijk op  of  tot >Service > verschijnt. 4 Druk op . Druk herhaaldelijk op  of  tot >>Drum verschijnt. 5 Druk tweemaal op [OK]. 6 Het berichtenscherm toont Een ogenblik. Na ongeveer 3 minuten keert het scherm terug naar Klaar. Reinig de hoofdopladers. Raadpleeg voor meer informatie de paragaraaf LSU/Charger (LSU/Main charger cleaning mode setting) van de Advanced Operation Guide. Zorg ervoor dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het gebruikte papier. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Paper Settings van de Advanced Operation Guide. Voer kleurkalibratie uit door ofwel de printer uit en in te schakelen ofwel met behulp van het bedieningspaneel van de printer. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Color Calibration van de Advanced Operation Guide. Probeer de kleurcontrole-instellingen aan te passen m.b.v. de printerdriver. Controleer het bedieningspaneel. Als het bericht Toner laag C,M,Y,K wordt weergegeven met kleurbeschrijving, dient u een nieuw tonerpakket voor die kleur te installeren. Raadpleeg Tonercontainer vervangen on pagina 3-2voor het vervangen van de toner. Vernieuw drum. Voer de volgende procedures uit op het bedieningspaneel en probeer het drumoppervlak te reinigen m.b.v. het ingebouwde reinigingssysteem van de printer. 4-4 1 Druk op [MENU]. 2 Druk herhaaldelijk op  of  tot Instellen/onderhoud > verschijnt. 3 Druk op . Druk herhaaldelijk op  of  tot >Service > verschijnt. 4 Druk op . Druk herhaaldelijk op  of  tot >>Drum verschijnt. 5 Druk tweemaal op [OK] . 6 Het berichtenscherm toont Een ogenblik. Na ongeveer 3 minuten keert het scherm terug naar Klaar. Problemen oplossen Afgedrukte resultaten Correctie Grijze achtergrond Reinig de hoofdopladers. Raadpleeg voor meer informatie de paragaraaf LSU/Charger (LSU/Main charger cleaning mode setting) van de Advanced Operation Guide. Voer kleurkalibratie uit door ofwel de printer uit en in te schakelen ofwel met behulp van het bedieningspaneel van de printer. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Adjust/Maintenance (Adjust/ Maintenance selection/ setting) van de Advanced Operation Guide. Vuil op de bovenrand of achterkant van het papier Controleer de papierinvoer en de helling. Trek de papiertransfereenheid naar buiten en controleer of er zich toner bevindt op de papierhelling. Reinig de papierhelling m.b.v. een zachte, droge, pluisvrije doek. Raadpleeg De papiertransfereenheid reinigen on pagina 3-8 voor meer informatie. Reinig de hoofdopladers. Raadpleeg voor meer informatie de paragaraaf LSU/Charger (LSU/Main charger cleaning mode setting) van de Advanced Operation Guide. Problemen oplossen 4-5 Foutmeldingen In de volgende tabel staan fouten en onderhoudsberichten die u zelf kunt corrigeren en uitvoeren. Als Bel service verschijnt, zet u de printer uit, ontkoppelt u het netsnoer en neemt u contact op met uw servicetechnicus. Indien Bel service of Error.Power off. wordt weergegeven, zet u de printer uit en weer aan om te kijken of de printer zich hersteld heeft. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, schakelt u de printer uit, ontkoppelt u het netsnoer en neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf. Bij sommige fouten hoort u het alarm. Druk op [Cancel] om het alarm uit te zetten. Bericht Correctie Fout account ## Druk op GO Dit bericht wordt weergegeven wanneer de taakaccounting-functie is ingeschakeld en een poging om taakaccountinginstellingen te specificeren of om een account te registreren of verwijderen, mislukt. Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren. Plaats papier in multifunctionele lade Het papier in de weergegeven papierbron is op. Plaats papier in de weergegeven bron (papiercassettes, MP-lade, of optionele papierinvoer). Dit bericht wordt om en om weergegeven met berichten die de printerstatus aangeven, zoals Klaar, Een ogenblik, en Bezig m verwerkn. Bel service F###: F### staat voor een controller-fout (#=0, 1, 2, ...). Bel service. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven. Bel service ####:0123456 #### staat voor een mechanische fout (#=0, 1, 2, ...). Bel service. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven. Het totale aantal afgedrukte pagina's wordt tevens aangegeven, bijvoorbeeld 0123456. Data worden gewist Wordt weergegeven wanneer data worden geannuleerd. Papiercassette # is leeg De overeenkomende papiercassette is niet geplaatst. Plaats de cassette. Het cassettenummer kan 1 (bovenste) tot 4 (onderste) zijn. Wijzig positie envelopschakel. Wordt weergegeven wanneer de papiersoort niet overeenkomt met de instelling van de envelopschakelaar. Controleer cassette # Dit bericht wordt weergegeven wanneer er zich een papierhijsfout heeft voorgedaan in de cassette van de papierbron. Trek de cassette voor de weergegeven papierbron naar buiten (de papiercassettes of optionele papierinvoeren) en controleer of het papier correct wordt geladen. Het bericht Bel service wordt weergegeven wanneer deze fout zich herhaaldelijk voordoet. Controleer tonerafvalbak Dit bericht waarschuwt in de volgende twee gevallen. Installeer de nieuwe tonerafvalbak. De tonerafvalbak is niet geplaatst. De tonerafvalbak is vol. Sluit voorklep De voorklep van de printer staat open. Sluit de voorklep. 4-6 Problemen oplossen Bericht Correctie Sluit linkerklep De linkerklep van de printer staat open. Sluit de linkerklep. Sluit bovenklep De bovenklep van de printer staat open. Sluit de bovenklep van de printer. Apparaat in gebruik Dit bericht wordt weergegeven wanneer Apparaat verwijderen werd geselecteerd terwijl een USB-geheugen in gebruik was. Het vorige scherm wordt opnieuw 1 of 2 seconden weergegeven. Duplex uitgeschakeld Druk op GO U heeft geprobeerd af te drukken met een papierformaat en papiersoort dat niet kan worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken. Druk op [GO] om alleen op één kant van het papier af te drukken. Voer account in Er dient een accountcode te worden ingevoerd. Dit bericht wordt weergegeven indien u probeert af te drukken vanaf het bedieningspaneel (bv. een statuspagina afdrukken of de Taken bijhouden-functie gebruiken) wanneer de taakaccountingfunctie is ingeschakeld. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Job Accounting (Job Accounting selection/setting) van de Advanced Operation Guide. Envelopmodus Wordt weergegeven wanneer de envelopschakelaar is ingesteld op envelopmodus. Error.Power off. F### Schakel het apparaat uit- en weer in. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, schakelt u het apparaat uit en neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf. Error.Power off. F000 De printercontroller en het bedieningspaneel kunnen geen data uitwisselen. Schakel de printer uit en ontkoppel hem van de netvoeding. Neem hierna contact op met uw servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf. Zie de achterste pagina van deze handleiding voor de relevante telefoonnummers. Max. uitvoer overschreden Druk op GO Dit bericht wordt weergegeven wanneer de taakaccounting-functie is ingeschakeld en er een poging is ondernomen om de afdruklimiet die voor elke account is ingesteld, te overschrijden. Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren. Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Job Accounting (Job Accounting selection/setting) van de Advanced Operation Guide. SSD formatteren. De in de printer geïnstalleerde SSD is niet geformatteerd en kan daarom niet worden gebruikt om te lezen of schrijven. ID-fout De gebruikers-ID die voor een privé-taak of een opgeslagen taak is ingevoerd, is niet correct. Controleer de gebruikers-ID die u op de printerdriver heeft ingevoerd. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Job Box van de Advanced Operation Guide. Illegale account Druk op GO Problemen oplossen Dit bericht wordt weergegeven wanneer de taakaccounting-functie is ingeschakeld en er geen account is ingesteld voor een verzonden afdruktaak of de gespecificeerde account niet is geregistreerd (de verkeerde account is ingesteld). Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Job Accounting (Job Accounting selection/setting) van de Advanced Operation Guide. 4-7 Bericht Correctie Taak niet bewaard Druk op GO Afdrukken m.b.v. de Taak box-functie is mislukt omdat er onvoldoende ruimte was op de harde schijf of de RAM-schijf, of omdat de RAM-schijf uitgeschakeld was bij het demonteren van de harde schijf. Druk op [GO] om een foutenoverzicht af te drukken en de printer naar de status online te doen terugkeren. Taak beperkt Druk op GO Dit bericht wordt weergegeven wanneer een poging tot afdrukken werd ondernomen, ondanks het feit dat de Taakaccountfunctie geactiveerd was met Beperking ingesteld als de taaklimit voor elke taakaccount. Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren. Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Job Accounting (Job Accounting selection/setting) van de Advanced Operation Guide. KPDL-fout Druk op GO ## Het huidige afdrukproces kan niet worden voortgezet, als gevolg van een KPDL-fout die in de categorie ## valt. Geef voor het afdrukken van een foutenrapport in het systeemmenu >>Foutenrapport weer en selecteer Aan. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken. Als Automatisch fout wissen op Aan staat, wordt het afdrukken na een vooraf ingestelde periode automatisch hervat. Vul papiercassette # (A4)/(NORMAAL) De papiercassette met het papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak is leeg. Laad papier in de papiercassette die op de plaats van # wordt weergegeven. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, drukt u op  of  om Alternatief gebr.? weer te geven. U kunt dan de bron voor de papierinvoer wijzigen. Als u een papierbron heeft geselecteerd en op [MENU] heeft gedrukt, verschijnt Papierinstellingen >. Als u op  drukt, verschijnt het menu met de instellingen voor de papiersoort. Druk na het instellen van de juiste papiersoort op [OK] om te starten met het afdrukken. Vul multifunct. lade (A4)/(NORMAAL) Er is geen papiercassette in de printer geïnstalleerd die overeenkomt met het papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak. Plaats papier in de MP-lade. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. (Let op: als u papier invoert met een papierformaat dat niet overeenkomt met het huidige papierformaat van de MP-lade, kan het papier vastlopen.) Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, drukt u op  of  om Alternatief gebr.? weer te geven. U kunt dan de bron voor de papierinvoer wijzigen. Als u een papierbron heeft geselecteerd en op [MENU] heeft gedrukt, verschijnt Papierinstellingen >. Als u op  drukt, verschijnt het menu met de instellingen voor de papiersoort. Druk na het instellen van de juiste papiersoort op [OK] om te starten met het afdrukken. Lage beveiliging Dit bericht wordt weergegeven wanner Laag werd geselecteerd in Beveiligingsniveau. Geheugen vol Druk op GO De totale hoeveelheid door de printer ontvangen gegevens overschrijdt het interne geheugen van de printer. Probeer geheugen toe te voegen. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken. Als Automatisch fout wissen op Aan staat, wordt het afdrukken na een vooraf ingestelde periode automatisch hervat. Slechts 1 exemplaar Druk op GO Er kan maar één exemplaar worden afgedrukt, omdat de RAM-schijf is uitgeschakeld of omdat de SSD niet is geïnstalleerd. Probeer geheugen toe te voegen of een SSD te installeren, en de instellingen van de RAM-schijf te configureren. Geen_voeding papiercassette Dit bericht wordt weergegeven wanneer de optionele papierinvoer PF-510 niet aangesloten is op een voedingsbron en GECOAT (gecoat papier) is geselecteerd als de instelling van de papiersoort. Sluit deze aan op een voedingsbron via de printer. 4-8 Problemen oplossen Bericht Correctie Niet voltooid. Druk op GO. Het herstarten van het optionele netwerk is mislukt. Gelieve opnieuw te starten. Papierstoring ############### Er heeft zich een papierstoring voorgedaan. De locatie van de papierstoring wordt aangegeven op de plaats van #. Raadpleeg Papierstoringen oplossen on pagina 4-12 voor meer informatie. Papier wordt geplaatst De geselecteerde cassette wordt voorbereid. Fout papierpad Er bevindt zich geen papiercassette in de invoereenheid of de cassette is niet goed geplaatst. U kunt na het opnieuw plaatsen van de papiercassette weer afdrukken. Wanneer twee of meer optionele invoereenheden zijn geïnstalleerd en de onderste wordt geselecteerd, verschijnt hetzelfde bericht als een van de bovenste papierinvoereenheden en de printercassette niet goed zijn geïnstalleerd. Fout RAM-schijf## Druk op GO Er is een fout op de RAM-schijf opgetreden. Bekijk de foutcode die op de plaats van ## staat en raadpleeg Foutcodes met betrekking tot opslag on pagina 4-11. Wilt u de fout op de RAM-schijf negeren, dan drukt u op [GO]. Vervang MK Vervang het onderhoudspakket dat op het berichtenscherm wordt weergegeven. Het onderhoudspakket dient om de 200.000 afgedrukte afbeeldingen te worden vervangen. U heeft hier een professionele servicetechnicus voor nodig. Neem contact op met uw servicetechnicus. Vervang toner C,M,Y,K Twee berichtonderdelen worden om en om weergegeven. Toner is op in de tonercontainer(s). Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuw tonerpakket voor de kleur in kwestie. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven. Als er bijvoorbeeld Vervang toner C,K wordt weergegeven, dan vervangt u de cyaan en de zwarte tonercontainers. Vervang toner Reinig printer SSD fout ## Druk op GO Er heeft zich een SSD-fout voorgedaan. Bekijk de foutcode die op de plaats van ## staat en raadpleeg Foutcodes met betrekking tot opslag on pagina 4-11. Om de SSDfout te negeren, druk op [GO]. Toner laag C,M,Y,K Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuwe tonerset. De kleur van de tonercontainer die dient te worden vervangen wordt voorgesteld door C (Cyaan), M (Magenta), Y (Geel), en K (Zwart). Bovenste papierlade is vol De bovenste lade zit vol (ongeveer 250 pagina's). U moet alle afgedrukte pagina's uit de bovenste lade verwijderen. Wanneer de printer merkt dat de bovenste lade weer leeg is, gaat de printer verder met het afleveren van afdrukken in de bovenste lade. Onbekende toner geïnstall. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade als gevolg van het gebruik van artikelen van andere fabrikanten in dit apparaat. OnbekendeTonerPC C,M,Y,K Dit bericht wordt weergegeven indien de regionale specificatie van de geïnstalleerde tonercontainer niet overeenkomt met die van de printer. Installeer de gespecificeerde tonercontainer. Fout USB-geheugen ## Druk op GO Er is een fout opgetreden in het USB-geheugenapparaat. Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren. Problemen oplossen 4-9 Bericht Alternatief gebr.? Papiercassette 1 Correctie Wanneer de cassette geen papier bevat dat overeenkomt met de afdrukgegevens (papierformaat en -soort), kunt u aan de hand van dit bericht een andere cassette specificeren om te gebruiken. Een papierbronnummer wordt enkel weergegeven wanneer een optionele papierinvoereenheid is geïnstalleerd. Raadpleeg om af te drukken van een verschillende papierbron het gedeelte Paper Feed Mode (Setting the paper feedsource) van de Advanced Operation Guide. Verkeerde account Wordt weergegeven wanneer wordt geprobeerd een account te registreren in het Taakaccounting-menu door een accountcode in te voeren die al bestaat. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Job Accounting (Job Accounting selection/setting) van de Advanced Operation Guide. Verkeerde ID De ID of het wachtwoord ingevoerd voor de Taakaccounting-functie is niet correct. Controleer de ID of het wachtwoord. Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf Job Accounting (Job Accounting selection/setting) van de Advanced Operation Guide. Verkeerd wachtwoord Het wachtwoord komt niet overeen met het ingestelde wachtwoord. Voer het correcte wachtwoord in. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Job Accounting (Job Accounting selection/setting) van de Advanced Operation Guide. 4-10 Problemen oplossen Foutcodes met betrekking tot opslag SSD fouten Code Betekenis 03 De SSD is beveiligd tegen schrijven m.b.v. de opdracht bewerking. Verwijder de schrijfbeveiliging m.b.v. de opdracht. 04 Er is geen SSD-ruimte beschikbaar. Verwijder onnodige bestanden e.d. om ruimte vrij te maken. 05 Het opgegeven bestand bestaat niet op de SSD. Bestand in de SSD opgeslagen. 10 Het opgeslagen bestand in de SSD is beveiligd tegen schrijven m.b.v. de opdracht bewerking. Verwijder de schrijfbeveiliging m.b.v. de opdracht. Fouten met betrekking tot het USB-geheugen Code Betekenis 01 De hoeveelheid gegevens die tegelijk kan worden opgeslagen is overschreden. Splits het grote bestand in meerdere kleinere bestanden. Het USB-geheugen is beveiligd tegen schrijven. Verwijder de schrijfbeveiliging. Het USB-geheugen is defect. Zelfs als het probleem niet is opgelost, formatteer het USB-geheugen met het apparaat of gebruik het nieuwe USB-geheugen compatibel met de printer. 04 Er is geen ruimte beschikbaar. Verwijder onnodige bestanden e.d. om ruimte vrij te maken. Fouten met betrekking tot de RAM-schijf Problemen oplossen Code Betekenis 02 RAM disk-modus staat Uit. Zet de RAM disk-modus Aan via het bedieningspaneel. 03 De RAM-schijf is beveiligd tegen schrijven m.b.v. de opdracht bewerking. Verwijder de schrijfbeveiliging m.b.v. de opdracht. 04 Geen schijfruimte. Verwijder onnodige bestanden of verhoog de grootte van de RAM-schijf. 05 Het opgegeven bestand bestaat niet op de RAM-schijf. Bestand in de RAMschijf opgeslagen. 10 Het opgeslagen bestand in de RAM-schijf is beveiligd tegen schrijven m.b.v. de opdracht bewerking. Verwijder de schrijfbeveiliging m.b.v. de opdracht. 4-11 Papierstoringen oplossen Als het papier in het papiertransportsysteem is vastgelopen, of als er helemaal geen papier is doorgevoerd, verschijnt het bericht Papierstoring met de locatie van de papierstoring (het onderdeel waar de papierstoring zich heeft voorgedaan). De printer schakelt automatisch offline wanneer dit bericht wordt weergegeven. Verwijder het vastgelopen papier. Wanneer u het vastgelopen papier heeft verwijderd, begint de printer weer met afdrukken. Mogelijke locaties van papierstoringen In het onderstaande diagram worden de papierpaden van de printer, inclusief de opties, uitgelegd. De locaties waar de papierstoringen zich kunnen voordoen, worden hier tevens weergegeven, waarbij elke locatie in de onderstaande tabel wordt uitgelegd. Papierstoringen kunnen zich in meer dan één component langs de papierpaden voordoen. Multifunctionele cassette Papiercassette Papierinvoer PF-500, PF-510 Papierstoringsbericht Papierstoring Printer Beschrijving Pagina Het papier is in de printer, de papiercassette of de MP-lade vastgelopen. pagina 4-13 pagina 4-15 pagina 4-16 Het papier is in de optionele Papierstoring Papiercassette 2 (tot 4) papierinvoercassette vastgelopen. 4-12 pagina 4-16 Problemen oplossen Algemene aandachtspunten bij het oplossen van storingen Houd rekening met de volgende aandachtspunten wanneer u papier probeert te verwijderen: VOORZICHTIG Trek niet te hard aan het papier, anders scheurt het. Gescheurde stukjes papier zijn lastig te verwijderen en kunnen gemakkelijk over het hoofd worden gezien, waardoor de papierstoring niet kan worden opgelost. • Als er regelmatig een papierstoring optreedt, kunt u een andere papiersoort proberen, het papier vervangen door nieuw papier, de papierstapel omdraaien of de papierstapel 180 graden draaien. Het kan zijn dat de printer problemen ondervindt als de papierstoringen blijven optreden nadat het papier is vervangen. • Of de vastgelopen pagina's gewoon worden gereproduceerd wanneer het afdrukken wordt hervat, hangt af van de locatie van de papierstoring. Gebruik maken van online help-berichten Online help-berichten zijn beschikbaar op het berichtenscherm van de printer en bieden eenvoudige instructies voor het oplossen van papierstoringen. Druk op ( ) wanneer het bericht met de papierstoring verschijnt. Er verschijnt dan een help-bericht om het oplossen van de storing op de locatie mogelijk te maken. Papierstoring bij cassette Het papier is in de papiercassette vastgelopen. 1 Open eerst de voorklep van de printer en controleer op papierstoringen in de papiertransfereenheid. Raadpleeg Papierstoring in printer on pagina 4-15 voor meer informatie. 2 Problemen oplossen Trek de papiercassette naar buiten en verhelp de papierstoring. 4-13 Papierstoring in de MP-lade Het papier is in de MP-lade vastgelopen. Verwijder het vastgelopen papier met behulp van onderstaande procedure. 1 Open eerst de voorklep van de printer en controleer op papierstoringen in de papiertransfereenheid. Raadpleeg Papierstoring in printer on pagina 4-15 voor meer informatie. 2 4-14 Verwijder het vastgelopen papier. Problemen oplossen Papierstoring in printer Het papier is in de papiercassette of in de printer vastgelopen. Verwijder het vastgelopen papier met behulp van onderstaande procedure. VOORZICHTIG De onderdelen binnenin de fuserklep zijn heet. Raak deze niet met uw handen aan, aangezien dit brandwonden kan veroorzaken. 1 Druk op de hendel om de vergrendeling te ontgrendelen. 2 Trek de voorklep naar u toe. 3 A Indien het papier is vastgelopen nabij de registratierol, zoals afgebeeld in A, verwijdert u het papier door het uit het midden te trekken. Registratie Rol B Fuserklep Problemen oplossen Als het papier vastgelopen is binnenin de fusereenheid, zoals afgebeeld in B, open dan de fuserklep en verwijder het papier door het aan de rand eruit te trekken. 4-15 Als het papier vastgelopen is binnenin de fusereenheid, zoals afgebeeld in C, til dan de fuserklep omhoog en verwijder het papier terwijl u het in het midden vasthoudt. C Duplexeenheid 4 Sluit de voorklep. Papierstoring in cassette 2 (tot 4) Het papier is in de papiercassette vastgelopen. Verwijder het vastgelopen papier met behulp van onderstaande procedure. Trek de papierinvoereenheid naar buiten en verwijder het vastgelopen papier. 4-16 Problemen oplossen 5 Specificaties Opmerking Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Item Beschrijving Afdrukmethode Elektrofotografisch afdrukken in vier kleuren (CMYK) met gebruik van tandem (4) drumsysteem Afdruksnelheden Cassette A4: 30 ppm, B5, A5, A6: 27 ppm†, Letter: 32 ppm, Legal: 26 ppm Multifunctionele A4: 27 ppm, B5, A5, A6: 27 ppm†, Letter: 28 ppm, Legal: 23 ppm lade Duplex afdruksnelheid A4: 30 ppm, B5, A5: 27 ppm†, Letter: 32 ppm, Legal: 14 ppm Resolutie 600 dpi Eerste afdruk Z/W: 8,5 seconden of minder / Kleur: 10 seconden of minder Opwarmtijd (22 °C, 60% RV) Ingeschakeld 36 seconden of minder Slaapstand 24 seconden of minder Geheugen Standaard 512 MB Maximaal 1536 MB Besturingssystemen Microsoft Windows 2000/XP/Vista/7/8, Windows Server 2003/2008/2012 Apple Macintosh OS 10.5 of hoger Interface USB USB-interface: 1 Sleuf voor USB-geheugen: 1 Netwerk Netwerkinterface: 1 (10 BASE-T/100 BASE-TX/1000BASE-T) Optie eKUIO slot: 1 (SSD (HD-6/HD-7), WiFi-netwerk kit (IB-50), Netwerkinterface kit (IB-51)) Gemiddeld 3000 pagina's (normaal, A4-papier) Maximaal 100.000 pagina's (normaal, A4-papier) Maandelijkse opbrengst Papierformaten Cassette Cassette (Optionele papierinvoer PF-500/ PF-510) Envelop C5, Executive, Letter, Legal , A4, B5, A5, A6, ISO B5, Custom, Oficio II, 216 × 340 mm, 16K, Statement, Folio Envelop Monarch, Envelop #10, Envelop DL, Envelop C5, Executive, Letter, Legal , A4, B5, A5, Envelop #9, Envelop #6, ISO B5, Custom, Oufuku Hagaki, Oficio II, 216 × 340 mm, 16K, Statement, Folio, Youkei 2, Youkei 4 Multifunctionele Envelop Monarch, Envelop #10, Envelop DL, Envelop C5, Executive, Letter, Legal, A4, lade B5, A5, A6, B6, Envelop #9, Envelop #6, ISO B5, Custom, Hagaki, Oufuku Hagaki, Oficio II, 216 × 340 mm, 16K, Statement, Folio, Youkei 2, Youkei 4 †. Na 16 pagina's wordt de afdruksnelheid 14 ppm. Specificaties 5-1 Item Beschrijving Papiersoorten† Cassette (Optionele papierinvoer PF-500) Normaal, voorgedrukt, bond, gerecycled, ruw, letterhead, kleur, geperforeerd, hoge kwaliteit en custom Cassette (Optionele papierinvoer PF-510) Normaal, voorgedrukt, etiketten, bond, gerecycled, ruw, letterhead, kleur, geperforeerd, envelop, kaarten, gecoat, dik, hoge kwaliteit en custom Multifunctionele Normaal, transparant, voorgedrukt, etiketten, bond, gerecycled, vellum, ruw, lade letterhead, kleur, geperforeerd, envelop, kaarten, gecoat, dik, hoge kwaliteit en custom Capaciteit bron papierinvoer Cassette 500 vel (80 g/m2) Multifunctionele 150 vel (80 g/m2) lade Marge 4 mm (links, rechts, boven en onder) Capaciteit uitvoerlade Bovenlade 250 vel (80 g/m2) Bedrijfsomgeving Temperatuur 10 tot 32,5 °C Relatieve vochtigheid 15 tot 80 % Hoogte 2500 m maximaal Verlichting maximaal 1500 lux Voedingsbron 220-240 V, 50 Hz/60 Hz, max. 4,7 A (Europese landen) Max. toelaatbare spanningsfluctuatie: ±10 % Max. toelaatbare frequentiefluctuatie: ±2 % Stroomverbruik Maximaal 220-240 V-modellen: 1103 W of minder Geluid tijdens bediening†† Tijdens afdrukken 220-240 V-modellen: 529 W Tijdens standby 220-240 V-modellen: 76 W Tijdens slaapstand 220-240 V-modellen: 4 W Stroom uit 0W Tijdens afdrukken LpA = 55 dB (A) Tijdens standby LpA = 36 dB (A) Tijdens slaapstand onmeetbaar laag Afmetingen (B x D x H) 345 × 518 × 480 mm Gewicht Ongeveer 29,5 kg †. Wanneer u AANGEPAST 1 (tot 8) gebruikt, gebruik dan de MF lade voor papierformaten kleiner dan 105 × 148 mm. De MF lade kan worden gebruik bij papierformaten boven 70 × 138 mm. ††. Geluidsdrukniveau op positie omstander [voorkant] in overeenstemming met EN ISO 7779. 5-2 Specificaties We bevelen het gebruik van onze eigen merkonderdelen aan. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade als gevolg van het gebruik van artikelen van andere fabrikanten in dit apparaat.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83

TA Triumph-Adler P-C3060DN de handleiding

Type
de handleiding