Utax LP 3230 Handleiding

Type
Handleiding
INSTRUCTIEHANDLEIDING
MONOCHROME LASERPRINTER
LP 3230
Deze gebruikershandleiding is bedoeld voor model LP 3230.
Bijgesloten handleidingen
De volgende handleidingen zijn met dit apparaat meegeleverd.
Raadpleeg naar behoeven de juiste handleiding.
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Deze beschrijft het plaatsen van papier, het afdrukken, het vervangen
van de toner, het reinigen van de printer en het oplossen van problemen.
Advanced Operation Guide
Geeft uitleg over papierrichtlijnen, hoe u het bedieningspaneel moet
gebruiken en mogelijke verbindingen tussen de printer en de computer.
Installatiehandleiding
Legt uit hoe u de printer moet installeren en hoe u de kabels moet
aansluiten en het papier moet plaatsen.
Opmerking Deze gebruikershandleiding bevat informatie voor
zowel de inchversie als de metrische versie van dit apparaat.
De inchversies van deze apparaten worden getoond in de
schermen in deze handleiding. Wanneer u de metrische versie
gebruikt, gebruik dan de berichten voor de inchversie alleen als
referentie. In de tekst worden de inchberichten alleen
weergegeven als deze versies alleen qua hoofdlettergebruik
verschillen. Als er zelfs maar een klein verschil in de melding is,
wordt de informatie voor de inchversie vermeld, gevolgd door de
corresponderende informatie voor de metrische versie tussen
haakjes.
i
Inhoud
1 Onderdelen van de machine ...................................................... 1-1
Onderdelen aan de voorkant van de printer ............................ 1-2
Onderdelen aan de achterkant van de printer ......................... 1-2
Bedieningspaneel ....................................................................... 1-3
2 Papier plaatsen ........................................................................... 2-1
Het papier voorbereiden ............................................................ 2-2
Papier in een cassette plaatsen ................................................ 2-2
Papier plaatsen in de multifunctionele lade ............................. 2-5
Papierstopper ............................................................................. 2-6
3 Aansluiten en afdrukken ............................................................ 3-1
Aansluitingen .............................................................................. 3-2
Netwerkinterfaceparameters wijzigen ...................................... 3-4
Een netwerkinterface-statuspagina afdrukken ...................... 3-12
De printerdriver installeren ...................................................... 3-13
Afdrukken .................................................................................. 3-19
Status Monitor .......................................................................... 3-21
Software verwijderen (Windows PC) ...................................... 3-25
4 Onderhoud .................................................................................. 4-1
Algemene informatie .................................................................. 4-2
Vervanging tonercontainer ........................................................ 4-2
De printer reinigen ...................................................................... 4-5
Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van de printer ....... 4-8
5 Problemen oplossen .................................................................. 5-1
Algemene richtlijnen .................................................................. 5-2
Problemen met de afdrukkwaliteit ............................................ 5-3
Foutmeldingen ............................................................................ 5-5
Ready-, Data- en Attention-lampjes .......................................... 5-9
Papierstoringen oplossen ....................................................... 5-10
6 Appendix ..................................................................................... 6-1
Specificaties ................................................................................ 6-2
Standaardmilieuvoorwaarden ................................................... 6-4
Index ....................................................................................Index-1
ii
iii
Wettelijke kennisgevingen
en veiligheidsvoorschriften
Lees deze informatie voordat u uw apparaat in gebruik neemt. Dit
hoofdstuk voorziet in informatie over de volgende onderwerpen:
Wettelijke kennisgeving iv
Licentieovereenkomsten vi
Veiligheidsinformatie xii
Symbolen xvii
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie xviii
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik xx
Over de gebruikershandleiding xxii
Conventies in deze handleiding xxiii
iv
Wettelijke kennisgeving
Kennisgeving met betrekking tot software
DE SOFTWARE DIE MET DEZE PRINTER WORDT GEBRUIKT, MOET
DE EMULATIEMODUS VAN DE PRINTER ONDERSTEUNEN. De
printer is fabrieksmatig ingesteld op het emuleren van de PCL. De
emulatiemodus kan gewijzigd worden.
Kennisgeving
De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd. In toekomstige edities kunnen extra
pagina's worden ingevoegd.
Wij vragen de gebruiker om begrip voor technische onnauwkeurigheden
of schrijffouten in de huidige uitgave. Er wordt geen aansprakelijkheid
aanvaard voor ongelukken die gebeuren terwijl de gebruiker de
instructies in deze handleiding volgt. Wij aanvaarden geen
verantwoordelijkheid voor fouten in de firmware van de printer (de
inhoud van het ROM).
Deze handleiding en al het materiaal dat onder het auteursrecht valt en
wordt verkocht of meegeleverd bij of in verband met de verkoop van de
paginaprinter, zijn auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten
voorbehouden. Het kopiëren of op een andere manier reproduceren van
de gehele handleiding of gedeelten van de handleiding, of een
willekeurig onderwerp waarop auteursrecht van toepassing is, is
verboden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van
UTAX GmbH. Elke kopie die van deze handleiding of een
deel daarvan wordt gemaakt, en alles wat onder het auteursrecht valt,
moet dezelfde copyright-vermelding bevatten als het materiaal dat wordt
gekopieerd.
Wat betreft handelsnamen
PRESCRIBE is een gedeponeerd handelsmerk van Kyocera
Corporation. KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation.
Hewlett-Packard, PCL en PJL zijn gedeponeerde handelsmerken van
Hewlett-Packard Company. Centronics is een handelsmerk van
Centronics Data Computer Inc. Adobe, Acrobat, Flash en PostScript zijn
gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc.
Microsoft, Windows en Windows NT zijn gedeponeerde handelsmerken
van Microsoft Corporation. Microsoft Windows Server is een
handelsmerk van Microsoft Corporation. PowerPC is een handelsmerk
van International Business Machines Corporation. CompactFlash is een
handelsmerk van SanDisk Corporation. ENERGY STAR is een in de
Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk. Alle overige merk- en
productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken
van de respectieve bedrijven.
VOORZICHTIG ER WORDT GEEN
AANSPRAKELIJKHEID AANVAARD VOOR SCHADE DIE
IS VEROORZAAKT DOOR ONJUISTE INSTALLATIE.
v
Dit product is ontwikkeld met behulp van het Tornado
Real Time
besturingssysteem en de hulpprogramma's van Wind River Systems.
Dit product bevat UFST
en MicroType
®
van Monotype Imaging Inc.
vi
Licentieovereenkomsten
IBM Program License Agreement
THE DEVICE YOU HAVE PURCHASED CONTAINS ONE OR MORE
SOFTWARE PROGRAMS (“PROGRAMS”) WHICH BELONG TO
INTERNATIONAL BUSINESS MACHINES CORPORATION (“IBM”).
THIS DOCUMENT DEFINES THE TERMS AND CONDITIONS UNDER
WHICH THE SOFTWARE IS BEING LICENSED TO YOU BY IBM. IF
YOU DO NOT AGREE WITH THE TERMS AND CONDITIONS OF THIS
LICENSE, THEN WITHIN 14 DAYS AFTER YOUR ACQUISITION OF
THE DEVICE YOU MAY RETURN THE DEVICE FOR A FULL
REFUND. IF YOU DO NOT SO RETURN THE DEVICE WITHIN THE 14
DAYS, THEN YOU WILL BE ASSUMED TO HAVE AGREED TO THESE
TERMS AND CONDITIONS.
The Programs are licensed not sold. IBM, or the applicable IBM country
organization, grants you a license for the Programs only in the country
where you acquired the Programs. You obtain no rights other than those
granted you under this license.
The term “Programs” means the original and all whole or partial copies of
it, including modified copies or portions merged into other programs. IBM
retains title to the Programs. IBM owns, or has licensed from the owner,
copyrights in the Programs.
1. License
Under this license, you may use the Programs only with the device on
which they are installed and transfer possession of the Programs and
the device to another party.
If you transfer the Programs, you must transfer a copy of this license and
any other documentation to the other party. Your license is then
terminated. The other party agrees to these terms and conditions by its
first use of the Program.
You may not:
1. use, copy, modify, merge, or transfer copies of the Program except as
provided in this license;
2. reverse assemble or reverse compile the Program; or
3. sublicense, rent, lease, or assign the Program.
2. Limited Warranty
The Programs are provided "AS IS."
THERE ARE NO OTHER WARRANTIES COVERING THE
PROGRAMS (OR CONDITIONS), EXPRESS OR IMPLIED,
INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
Some jurisdictions do not allow the exclusion of implied warranties, so
the above exclusion may not apply to you.
3. Limitation of Remedies
IBM's entire liability under this license is the following;
For any claim (including fundamental breach), in any form, related in any
way to this license, IBM's liability will be for actual damages only and will
be limited to the greater of:
vii
1. the equivalent of U.S. $25,000 in your local currency; or
2. IBM's then generally available license fee for the Program
This limitation will not apply to claims for bodily injury or damages to real
or tangible personal property for which IBM is legally liable.
IBM will not be liable for any lost profits, lost savings, or any incidental
damages or other economic consequential damages, even if IBM, or its
authorized supplier, has been advised of the possibility of such
damages. IBM will not be liable for any damages claimed by you based
on any third party claim. This limitation of remedies also applies to any
developer of Programs supplied to IBM. IBM's and the developer's
limitations of remedies are not cumulative. Such developer is an
intended beneficiary of this Section. Some jurisdictions do not allow
these limitations or exclusions, so they may not apply to you.
4. General
You may terminate your license at any time. IBM may terminate your
license if you fail to comply with the terms and conditions of this license.
In either event, you must destroy all your copies of the Program. You are
responsible for payment of any taxes, including personal property taxes,
resulting from this license. Neither party may bring an action, regardless
of form, more than two years after the cause of action arose. If you
acquired the Program in the United States, this license is governed by
the laws of the State of New York. If you acquired the Program in
Canada, this license is governed by the laws of the Province of Ontario.
Otherwise, this license is governed by the laws of the country in which
you acquired the Program.
Typeface Trademark Acknowledgement
All resident fonts in this printer are licensed from Monotype Imaging Inc.
Helvetica, Palatino and Times are registered trademarks of Linotype-Hell
AG. ITC Avant Garde Gothic, ITC Bookman, ITC ZapfChancery and ITC
Zapf Dingbats are registered trademarks of International Typeface
Corporation.
Monotype Imaging License Agreement
1. "Software" shall mean the digitally encoded, machine readable,
scalable outline data as encoded in a special format as well as the
UFST Software.
2. You agree to accept a non-exclusive license to use the Software to
reproduce and display weights, styles and versions of letters,
numerals, characters and symbols (“Typefaces”) solely for your own
customary business or personal purposes at the address stated on
the registration card you return to Monotype Imaging. Under the
terms of this License Agreement, you have the right to use the Fonts
on up to three printers. If you need to have access to the fonts on
more than three printers, you need to acquire a multi-user license
agreement which can be obtained from Monotype Imaging.
Monotype Imaging retains all rights, title and interest to the Software
and Typefaces and no rights are granted to you other than a License
to use the Software on the terms expressly set forth in this
Agreement.
viii
3. To protect proprietary rights of Monotype Imaging, you agree to
maintain the Software and other proprietary information concerning
the Typefaces in strict confidence and to establish reasonable
procedures regulating access to and use of the Software and
Typefaces.
4. You agree not to duplicate or copy the Software or Typefaces, except
that you may make one backup copy. You agree that any such copy
shall contain the same proprietary notices as those appearing on the
original.
5. This License shall continue until the last use of the Software and
Typefaces, unless sooner terminated. This License may be
terminated by Monotype Imaging if you fail to comply with the terms
of this License and such failure is not remedied within thirty (30) days
after notice from Monotype Imaging. When this License expires or is
terminated, you shall either return to Monotype Imaging or destroy all
copies of the Software and Typefaces and documentation as
requested.
6. You agree that you will not modify, alter, disassemble, decrypt,
reverse engineer or decompile the Software.
7. Monotype Imaging warrants that for ninety (90) days after delivery,
the Software will perform in accordance with Monotype Imaging-
published specifications, and the diskette will be free from defects in
material and workmanship. Monotype Imaging does not warrant that
the Software is free from all bugs, errors and omissions.
8. THE PARTIES AGREE THAT ALL OTHER WARRANTIES,
EXPRESSED OR IMPLIED, INCLUDING WARRANTIES OF
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE AND
MERCHANTABILITY, ARE EXCLUDED.
9. Your exclusive remedy and the sole liability of Monotype Imaging in
connection with the Software and Typefaces is repair or replacement
of defective parts, upon their return to Monotype Imaging.
10.IN NO EVENT WILL MONOTYPE IMAGING BE LIABLE FOR LOST
PROFITS, LOST DATA, OR ANY OTHER INCIDENTAL OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES, OR ANY DAMAGES CAUSED BY
ABUSE OR MISAPPLICATION OF THE SOFTWARE AND
TYPEFACES.
11. Massachusetts U.S.A. law governs this Agreement.
12.You shall not sublicense, sell, lease, or otherwise transfer the
Software and/or Typefaces without the prior written consent of
Monotype Imaging.
13.Use, duplication or disclosure by the Government is subject to
restrictions as set forth in the Rights in Technical Data and Computer
Software clause at FAR 252-227-7013, subdivision (b)(3)(ii) or
subparagraph (c)(1)(ii), as appropriate. Further use, duplication or
disclosure is subject to restrictions applicable to restricted rights
software as set forth in FAR 52.227-19 (c)(2).
14.YOU ACKNOWLEDGE THAT YOU HAVE READ THIS
AGREEMENT, UNDERSTAND IT, AND AGREE TO BE BOUND BY
ITS TERMS AND CONDITIONS. NEITHER PARTY SHALL BE
BOUND BY ANY STATEMENT OR REPRESENTATION NOT
CONTAINED IN THIS AGREEMENT. NO CHANGE IN THIS
AGREEMENT IS EFFECTIVE UNLESS WRITTEN AND SIGNED BY
PROPERLY AUTHORIZED REPRESENTATIVES OF EACH PARTY.
BY OPENING THIS DISKETTE PACKAGE, YOU AGREE TO
ACCEPT THE TERMS AND CONDITIONS OF THIS AGREEMENT.
ix
GPL
De firmware van dit apparaat maakt deels gebruik van de onder GPL
toegepaste codes (www.fsf.org/copyleft/gpl.html). Ga naar "http://
www.kyoceramita.com/gpl" voor meer informatie over hoe u onder GPL
toegepaste codes beschikbaar kunt maken.
Open SSLeay License
Copyright © 1998-2006 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1 Redistributions of source code must retain the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2 Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
3 All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project
for use in the OpenSSL Toolkit. (http://www.openssl.org/)"
4 The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be
used to endorse or promote products derived from this software
without prior written permission.
For written permission, please contact [email protected].
5 Products derived from this software may not be called "OpenSSL"
nor may "OpenSSL" appear in their names without prior written
permission of the OpenSSL Project.
6 Redistributions of any form whatsoever must retain the following
acknowledgment: "This product includes software developed by the
OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit (http://
www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT "AS IS"
AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT
NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE
ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR
ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT,
INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL
DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF
SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR
PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND
ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT
LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE)
ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN
IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Original SSLeay License
Copyright © 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com) All rights
reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com). The implementation was written so as to conform
with Netscapes SSL.
x
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the
following conditions are aheared to. The following conditions apply to all
code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code;
not just the SSL code. The SSL documentation included with this
distribution is covered by the same copyright terms except that the holder
is Tim Hudson ([email protected]).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the
code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution
as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in
documentation (online or textual) provided with the package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1 Redistributions of source code must retain the copyright notice, this
list of conditions and the following disclaimer.
2 Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
3 All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com)"
The word 'cryptographic' can be left out if the rouines from the library
being used are not cryptographic related :-).
4 If you include any Windows specific code (or a derivative thereof)
from the apps directory (application code) you must include an
acknowledgement:
"This product includes software written by Tim Hudson
(tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG "AS IS" AND ANY
EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT
LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY
AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN
NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE
FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY,
OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED
TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS
OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION)
HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY,
WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING
NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE
USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY
OF SUCH DAMAGE.
The licence and distribution terms for any publically available version or
derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be
copied and put under another distribution licence [including the GNU
Public Licence.]
xi
xii
Veiligheidsinformatie
Laserveiligheid
Deze printer wordt geclassificeerd als een Class 1 laserproduct volgens
de Radiation Performance Standard van het Amerikaanse Department of
Health and Human Services (DHHS), in overeenstemming met de
Radiation Control for Health and Safety Act uit 1968. Dit betekent dat de
printer geen gevaarlijke laserstraling produceert. Omdat de uitgestoten
straling in de printer binnen beschermende behuizing en externe
bedekkingen blijft, kan de laserstraal op geen enkel moment van gebruik
uit de printer ontsnappen.
Laserkennisgeving
Deze printer wordt in de V.S. geclassificeerd in overeenstemming met de
eisen van DHHS 21 CFR Subchapter voor Klasse I (1) laserproducten,
en is elders geclassificeerd als Klasse I laserproduct in
overeenstemming met de eisen van IEC 825.
Radiofrequentiezender
Dit apparaat bevat een zendermodule. De fabrikant (UTAX GmbH)
verklaart dat deze apparatuur (paginaprinter), model
LP 3230
voldoet aan de van toepassing zijnde eisen en andere relevante
bepalingen conform Directief 1999/5/EC.
Radio Tag Technologie
In sommige landen kan de radiotagtechnologie die in deze apparatuur
gebruikt wordt om de tonercontainer te identificeren, onderworpen zijn
aan autorisatie, en kan het gebruik van deze apparatuur dientengevolge
beperkt zijn.
GEVAAR KLASSE 3B ONZICHTBARE LASERSTRALING
BIJ OPENEN. VERMIJD RECHTSTREEKSE
BLOOTSTELLING AAN STRAAL.
VOORZICHTIG Het gebruik van andere instellingen of
aanpassingen of de uitvoering van andere procedures dan
hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan
straling.
xiii
Waarschuwingsetiketten
Op de printer bevindt zich een van de volgende etiketten.
CDRH-voorschriften
Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de U.S.
Food and Drug Administration heeft voorschriften opgesteld voor
laserproducten op 2 augustus 1976. Deze voorschriften zijn van
toepassing op laserproducten die zijn geproduceerd na 1 augustus
1976. Producten die in de Verenigde Staten op de markt worden
gebracht moeten voldoen aan deze voorschriften. Laserproducten die in
de Verenigde Staten op de markt worden gebracht moeten een label
dragen ten teken van overeenstemming met de CDRH-voorschriften.
Ozonconcentratie
Deze printers genereren ozongas (O
3
), dat zich op de plaats van
installatie kan concentreren en een onplezierige geur kan veroorzaken.
Wij raden u aan de printer niet op een afgesloten plek te zetten waar de
ventilatie wordt geblokkeerd, om zo de concentratie van ozongas te
minimaliseren tot minder dan 0,1 ppm.
Laser in de printer
(Laserstralingwaarschuwing)
Voor Europa, Azië en
andere landen
Voor de V.S. en
Canada
xiv
Richtlijn CE-aanduiding
Hierbij verklaart UTAX GmbH dat deze paginaprinter
voldoet aan de van toepassing zijnde eisen en andere relevante
bepalingen van Directief 1999/5/EC.
In overeenstemming met Directief 89/336/EEC, 2006/95/EC en
1999/5/EC van de Europese Raad.
Fabrikant:
UTAX GmbH (Hoofdkantoor)
Adres van de fabrikant:
Ohechaussee 235, 22848 Norderstedt
Germany
Verklaart dat het product
Productnaam: paginaprinter
Modelnummer:
LP 3230 (zoals getest met optionele
uitbreidingseenheid; Papierinvoer PF-100)
Voldoet aan de volgende productspecificaties:
EN 55 022:1998+A1:2000+A2:2003 Klasse B
EN 61 000-3-2:2000
EN 61 000-3-3:1995+A1:2001
EN 55 024:1998+A1:2001+A2:2003
EN 60 950-1:2001+A11
EN 60 825-1:1994+A1+A2
EN 300330-1
EN 300330-2
xv
De fabrikant en de bedrijven die het product van de fabrikant verkopen
bewaren de volgende technische documentatie in afwachting van de
inspectie die door de betreffende autoriteiten kan worden uitgevoerd:
Gebruikersinstructie die voldoet aan de van toepassing zijnde
specificaties.
Technische tekeningen.
Beschrijvingen van procedures die conformiteit garanderen.
Overige technische informatie.
xvi
EN ISO 7779
Maschinenlärminformations-Verordnung 3. GPSGV, 06.01.2004: Der
höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB (A) oder weniger gemäß EN
ISO 7779.
Afwijzing van verantwoordelijkheid
UTAX is niet aansprakelijk tegenover klanten of een andere
persoon of entiteit met betrekking tot verlies of schade direct of indirect
veroorzaakt door of naar zeggen veroorzaakt door apparatuur die door
ons is verkocht of geleverd, inclusief maar niet beperkt tot onderbroken
service, omzetverlies of winstderving, of gevolgschade die het resultaat
is van het gebruik of de bediening van de apparatuur of software.
Energiebesparingfunctie
De printer is uitgerust met een slaapstand waarbij de printer in een
wachtstand blijft, maar het stroomverbruik toch tot een minimum wordt
beperkt als er geen printeractiviteit is binnen een ingesteld tijdsbestek.
Slaapstand
Deze printer schakelt automatisch na ongeveer 15 minuten in de
slaapstand, nadat de printer voor het laatst gebruikt is. De tijdsduur die
zonder activiteit voorbij moet gaan voordat de slaapstand geactiveerd
wordt, kan verlengd worden.
Dubbelzijdig printen
Deze printer heeft dubbelzijdig printen als standaardfunctie. Bij
bijvoorbeeld het afdrukken van twee originelen op een vel papier als
dubbelzijdige afdruk, is het mogelijk om papierverbruik te verminderen.
Hergebruikt papier
Deze printer ondersteunt het gebruik van hergebruikt papier, wat de
belasting op het milieu vermindert. Uw verkoop- of
servicevertegenwoordiger kan u informatie verschaffen over aanbevolen
papiersoorten.
Energy Star (ENERGY STAR
®
) Programma
Als deelnemend bedrijf aan het International Energy Star-programma
hebben wij vastgesteld dat dit product voldoet aan de richtlijnen van het
International Energy Star-programma.
xvii
Symbolen
De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn
aangeduid met symbolen, bevatten veiligheidswaarschuwingen ter
bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de
buurt. Ze zijn ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het
apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder
beschreven.
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel
veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten worden
binnenin het symbool aangegeven.
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel informatie
bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke informatie over de
niet-toegestane handeling staat binnenin het symbool.
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel informatie
bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd. Specifieke
informatie over de vereiste handeling staat binnenin het symbool.
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een
vervangingsonderdeel te bestellen als de veiligheidswaarschuwingen in
deze gebruikershandleiding onleesbaar zijn of als de handleiding zelf
ontbreekt. (tegen betaling)
GEVAAR: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht
besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de
betreffende punten, dit zeer waarschijnlijk zal leiden tot ernstig
letsel of zelfs de dood.
WAARSCHUWING: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende
aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan
de betreffende punten, dit zou kunnen leiden tot ernstig letsel
of zelfs de dood.
VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende
aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan
de betreffende punten, dit kan leiden tot lichamelijk letsel of
mechanische beschadiging.
.... [Algemene waarschuwing]
.... [Waarschuwing voor gevaar van elektrische schokken]
.... [Waarschuwing voor hoge temperatuur]
.... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling]
.... [Demontage verboden]
.... [Waarschuwing voor vereiste handeling]
.... [Haal de stekker uit het stopcontact]
.... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact]
xviii
Voorzorgsmaatregelen
bij de installatie
Omgeving
Voorzichtig
Plaats het apparaat niet op of in plaatsen die niet stabiel of vlak
zijn. Op dergelijke plaatsen kan het apparaat vallen. Dergelijke
situaties leveren gevaar van lichamelijk letsel of beschadiging van
de apparatuur op.
Plaats het apparaat niet op vochtige of stoffige/vuile locaties.
Reinig de stekker om gevaar van brand en elektrische schokken
te voorkomen, wanneer er stof en vuil op de stekker zijn
terechtgekomen.
Plaats het apparaat niet in de buurt van radiatoren, kachels of
andere warmtebronnen of in de buurt van ontvlambare
voorwerpen, om gevaar van brand te voorkomen.
Laat ruimte vrij, zoals hieronder wordt aangegeven, om het
apparaat koel te houden en het vervangen van onderdelen en
onderhoud te vergemakkelijken. Laat met name rond de
achterklep voldoende ruimte vrij, zodat de lucht de printer makkelijk kan
verlaten.
Overige voorzorgsmaatregelen
Ongunstige omgevingsomstandigheden kunnen van invloed zijn op de
veilige werking en de prestaties van het apparaat. Installeer de printer in
een ruimte met airconditioning (aanbevolen kamertemperatuur: circa
23°C, luchtvochtigheid: circa 60% RH), en vermijd de volgende locaties
wanneer u een plaats voor het apparaat kiest.
Vermijd plaatsen bij een venster of direct in het zonlicht.
Vermijd plaatsen met trillingen.
Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht.
Vermijd slecht geventileerde locaties.
300mm
200mm
300mm
500mm
200mm
xix
Tijdens het afdrukken komt er een kleine hoeveelheid ozon vrij, maar dit
heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid. Als de printer echter
langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer
er een zeer groot aantal kopieën wordt gemaakt, kan de geur
onaangenaam worden. Een juiste omgeving voor afdrukwerk moet goed
geventileerd zijn.
Stroomtoevoer/aarden van het apparaat
Waarschuwing
Gebruik geen stroomtoevoer met een ander voltage dan
aangegeven. Sluit niet meerdere apparaten op één stopcontact
aan. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of elektrische
schokken op.
Steek de stekker stevig in het stopcontact. Als metalen
voorwerpen in contact komen met de pinnen van de stekker, kan
dit brand of elektrische schokken veroorzaken.
Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact, om het
gevaar van brand of elektrische schokken bij kortsluiting te
voorkomen. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger
als een geaarde aansluiting niet mogelijk is.
Overige voorzorgsmaatregelen
Sluit de stekker aan op het dichtstbijzijnde stopcontact.
Het netsnoer is het belangrijkste middel om de stroomtoevoer af te
sluiten. Zorg ervoor dat het stopcontact zich bevindt/is geïnstalleerd in
de buurt van de apparatuur en goed toegankelijk is.
Gebruik van plastic zakken
Waarschuwing
Houd de plastic zakken die bij het apparaat worden gebruikt uit de
buurt van kinderen. Het plastic kan aan neus en mond vast blijven
zitten en verstikking veroorzaken.
xx
Voorzorgsmaatregelen
voor gebruik
Waarschuwingen bij het gebruik van het
apparaat
Waarschuwing
Plaats geen metalen voorwerpen of voorwerpen die water
bevatten (vazen, bloempotten, kopjes, enz.) op of in de buurt van
het apparaat. Dit vormt een risico voor brand of elektrische
schokken, mocht het water in het apparaat terechtkomen.
Verwijder geen van de panelen van het apparaat, omdat er dan
kans bestaat op elektrische schokken als gevolg van de hoge
spanning binnen in het apparaat.
Zorg dat het netsnoer niet beschadigd raakt of breekt en probeer
het niet te repareren. Plaats geen zware voorwerpen op het
snoer, trek er niet aan, buig het niet onnodig en veroorzaak geen
andere schade. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of
elektrische schokken op.
Probeer nooit het apparaat of onderdelen ervan te repareren of te
demonteren, omdat er dan gevaar van brand, elektrische
schokken of schade aan de laser bestaat. Als de laserstraal
buiten het apparaat komt, kan deze blindheid veroorzaken.
Als het apparaat uitzonderlijk heet wordt, als er rook uit het
apparaat komt, als er een vreemde geur ontsnapt, of als er zich
een andere ongewone situatie voordoet, bestaat er gevaar van
brand of een elektrische schok. Zet de hoofdstroomschakelaar
onmiddellijk uit ({), zorg ervoor dat u de stekker uit het stopcontact haalt
en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Als er schadelijke zaken (paperclips, water, andere vloeistoffen,
enz.) in het apparaat terechtkomen, moet u onmiddellijk de
hoofdstroomschakelaar uitzetten ({). Vervolgens moet u direct
de stekker uit het stopcontact halen, om gevaar van brand of elektrische
schokken te voorkomen. Neem hierna contact op met uw
servicevertegenwoordiger.
Zorg dat u een stekker niet met natte handen in het stopcontact
steekt of eruit haalt, omdat er dan gevaar van elektrische
schokken bestaat.
Neem altijd contact op met uw servicevertegenwoordiger voor
onderhoud of reparatie van interne onderdelen.
Voorzichtig
Trek niet aan het netsnoer wanneer u dit uit het stopcontact haalt.
Als u aan het netsnoer trekt, kunnen de draden breken en bestaat
er gevaar van brand of elektrische schokken. (Pak altijd de
stekker vast wanneer u het netsnoer wilt loskoppelen van het
stopcontact.)
Haal altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat
verplaatst. Als het netsnoer beschadigd raakt, bestaat er gevaar
van brand of elektrische schokken.
xxi
Als het apparaat korte tijd (bijvoorbeeld 's nachts) niet wordt
gebruikt, moet u de stroomschakelaar uitzetten (O). Als het
apparaat langere tijd niet wordt gebruikt (tijdens vakanties, enz.),
haalt u voor de veiligheid de stekker uit het stopcontact.
Houd bij het optillen of verplaatsen het apparaat altijd alleen vast
op de daarvoor bestemde plaatsen.
Verwijder om veiligheidsredenen de stekker altijd uit het
stopcontact bij het reinigen van het apparaat.
Als zich in het apparaat stof ophoopt, bestaat er gevaar van brand
of andere problemen. Het wordt daarom aanbevolen uw
servicevertegenwoordiger te raadplegen met betrekking tot het
reinigen van interne onderdelen. Dit is met name effectief als u dit
laat doen voorafgaande aan een periode van hoge
luchtvochtigheid. Raadpleeg uw servicevertegenwoordiger over de
kosten voor het reinigen van de interne onderdelen in het apparaat.
Overige voorzorgsmaatregelen
Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat en zorg dat het apparaat
niet beschadigd raakt.
Open tijdens het afdrukken de bovenste voorklep niet, schakel de
aan/uit-schakelaar niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact.
Neem contact op met de servicevertegenwoordiger wanneer u het
apparaat wilt optillen of verplaatsen.
Raak geen elektrische onderdelen, zoals connectoren of printplaten aan.
Deze kunnen beschadigd raken door statische elektriciteit.
Probeer geen handelingen te verrichten die niet in deze handleiding zijn
beschreven.
Gebruik beschermde interfacekabels.
Voorzichtig
Het gebruik van andere instellingen of aanpassingen of de uitvoering
van andere procedures dan hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke
blootstelling aan straling.
Waarschuwingen voor de omgang met verbruiksartikelen
Voorzichtig
De tonercontainer mag niet worden verbrand. De vonken kunnen
brandwonden veroorzaken.
Houd de tonercontainer buiten het bereik van kinderen.
Als er onverhoopt toner uit de tonercontainer wordt gemorst, moet
u inademing of inname daarvan voorkomen, evenals contact met
ogen en de huid.
Als u onverhoeds toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse
lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij opkomende hoest
contact op met een arts.
Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of
2 glazen water om de inhoud van uw maag te verdunnen. Neem
indien nodig contact op met een arts.
Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u ze grondig met water. Als de
ogen gevoelig blijven, neemt u contact op met een arts.
Als u toner op de huid krijgt, wast u deze met water en zeep.
xxii
De tonercontainer mag niet open worden gebroken of worden
vernietigd.
Overige voorzorgsmaatregelen
Gooi de tonercontainer na gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke
milieuwetgeving weg.
Bewaar alle verbruiksartikelen in een koele, donkere ruimte.
Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijdert u het papier
uit de cassette, legt u dit terug in de oorspronkelijke verpakking en
verzegelt u deze weer.
Over de gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:
1 Onderdelen van de
machine
In dit hoofdstuk worden de namen van de onderdelen toegelicht.
2 Papier plaatsen
In dit hoofdstuk worden papierspecificaties voor deze printer uitgelegd
en hoe het papier in de cassette of multifunctionele lade geplaatst moet
worden.
3 Afdrukken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de printerdriver moet installeren,
hoe u moet printen vanaf uw pc, en hoe u de software op de cd-rom
moet gebruiken.
4 Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de tonercontainer wordt vervangen
en hoe u de printer onderhoudt.
5 Problemen oplossen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u eventueel optredende
printerproblemen, zoals papierstoringen, oplost.
6 Specificaties
Dit hoofdstuk bevat de specificaties van deze printer.
xxiii
Conventies in deze handleiding
In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt.
Conventie Beschrijving Voorbeeld
Cursief
lettertype
Wordt gebruikt om een
sleutelwoord, een woordgroep
of verwijzing naar aanvullende
informatie te benadrukken.
Raadpleeg Problemen met de
afdrukkwaliteit op pagina 5-3.
Vet Wordt gebruikt om
softwareknoppen aan te duiden
Klik op OK om te beginnen met
afdrukken.
Vet tussen
haakjes
Wordt gebruikt om toetsen op
het bedieningspaneel aan te
duiden.
Druk op [GO] om verder te gaan met
afdrukken.
Opmerking Wordt gebruikt om aanvullende,
nuttige informatie over een
functie of toepassing te geven.
Opmerking Haal de
tonercontainer pas uit de doos als
u klaar bent om de container in de
printer te plaatsen.
Belangrijk Wordt gebruikt om belangrijke
informatie te verstrekken.
BELANGRIJK Zorg ervoor dat u de
transferrol (zwart) niet aanraakt tijdens
het reinigen.
Voorzichtig Met deze waarschuwingen
wordt aangegeven dat er als
gevolg van een actie
mechanische beschadiging kan
optreden.
VOORZICHTIGTrek niet te hard aan
het papier, anders scheurt het.
Gescheurde stukjes papier zijn lastig te
verwijderen en kunnen gemakkelijk
over het hoofd worden gezien,
waardoor de storing niet kan worden
opgelost.
Waarschuwing Wordt gebruikt om gebruikers te
wijzen op het gevaar van
lichamelijk letsel.
WAARSCHUWING Als u de printer
wilt verzenden, verwijdert u de
ontwikkelaar en drum, verpakt u deze in
een plastic zak en verzendt u deze
apart van de printer.
xxiv
Onderdelen van de machine 1-1
1 Onderdelen van de
machine
In dit hoofdstuk worden de onderdelen van de machine en de
toetsen op het bedieningspaneel toegelicht.
Onderdelen aan de voorkant van de printer 1-2
Onderdelen aan de achterkant van de printer 1-2
Bedieningspaneel 1-3
1-2 Onderdelen van de machine
Onderdelen aan de voorkant van de printer
1 Bovenklep
2 Papierstopper
3 Bovenste lade
4 Bedieningspaneel
5 USB-geheugenslot
6 Rechterklep
7 Papiercassette
8 Voorklep
9 Multifunctionele lade
10 Sublade
Onderdelen aan de achterkant van de printer
11 Netwerkaansluiting
12 USB-aansluiting
13 Achterklep
14 Netsnoeraansluiting
15 Aan/uit-schakelaar
1
2
3
4
6
7
8
9
10
5
11
14
12
15
13
Onderdelen van de machine 1-3
Bedieningspaneel
1 Lampjes
2 Berichtenscherm
3 Cursortoetsen
4[GO] toets
5 [Cancel] toets
6[OK] toets
7 [MENU] toets
2
1
3
4
5
6
7
1-4 Onderdelen van de machine
Papier plaatsen 2-1
2 Papier plaatsen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe het papier in de cassette of de
multifunctionele lade geplaatst moet worden
.
Het papier voorbereiden 2-2
Papier in een cassette plaatsen 2-2
Papier plaatsen in de multifunctionele lade 2-5
2-2 Papier plaatsen
Het papier voorbereiden
Wanneer u het papier uit de verpakking hebt gehaald, waaiert u de
vellen los voordat u het papier plaatst.
Als u papier gebruikt dat gevouwen of gekruld is, strijkt u dit recht
voordat u het plaatst. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot een
papierstoring.
Papier in een cassette plaatsen
Er kunnen 250 vellen van 11 × 8 1/2" of A4 papier (80 g/m²) in de
cassette geplaatst worden.
1 Trek de cassette helemaal uit de printer.
2 Stel de breedtegeleiders in op de linker- en rechterkant van de
papiercassette. Druk op de ontgrendelingsknop van de
linkergeleider en schuif de geleiders naar het gewenste
papierformaat.
BELANGRIJK Zorg ervoor dat nietjes en paperclips verwijderd zijn.
BELANGRIJK De cassette ondersteunen wanneer u deze uit de
printer trekt, zodat deze niet uit de printer valt.
Opmerking De papierformaten staan op de cassette
vermeld.
Papier plaatsen 2-3
3 Pas de papierlengtegeleider aan op het gewenste papierformaat.
Als u papier gebruikt dat langer is dan A4, trekt u de extensionele
papiercassette uit door te drukken op de ontgrendelingshendel een
voor een, pas het aan aan het gewenste papierformaat.
4 Plaats het papier in de cassette. Zorg ervoor dat de zijde die moet
worden bedrukt, omlaag wijst en dat het papier niet gevouwen,
gekruld of beschadigd is.
Opmerking Plaats het papier zo dat het niet boven het
driehoekje op de breedtegeleider uitkomt.
2-4 Papier plaatsen
5 Plaats de papiercassette in de sleuf van de printer. Duw de cassette
recht naar voren tot deze niet verder kan.
Er zit een papiermeter aan de linkervoorkant van de papiercassette
die de resterende papiervoorraad aangeeft. Als het papier op is, zal
de wijzer naar beneden gaan naar niveau (leeg).
6 Specificeer het papierformaat en de papiersoort voor de cassette via
het bedieningspaneel. Raadpleeg voor meer informatie de
Advanced Operation Guide.
Papier plaatsen 2-5
Papier plaatsen in de multifunctionele lade
Er kunnen 50 vellen van 11 × 8 1/2" of A4 papier (80 g/m²) in de
multifunctionele lade van de LP 3230 geplaatst worden.
1 Trek de multifunctionele lade naar u toe totdat deze stopt.
2 Stel de papiergeleiders in op de multifunctionele lade.
Standaardpapierformaten zijn aangegeven op de multifunctionele
lade. Schuif de papiergeleiders voor standaardpapierformaten naar
het overeenkomende teken.
3 Trek de sublade uit.
4 Leg het papier strak tegen de papiergeleiders en schuif het zo ver
mogelijk naar binnen.
Opmerking Plaats zoveel papier dat het niet boven de tab
van de multifunctionele lade uitkomt.
2-6 Papier plaatsen
Wanneer u een envelop plaatst, doe dit dan met de klep gesloten en
de te bedrukken zijde omhoog. Leg de envelop tegen de geleider
met de klep aan de voorkant of linkerkant tot deze niet verder kan.
5 Specificeer het papierformaat en de papiersoort voor de
multifunctionele lade via het bedieningspaneel. Raadpleeg voor
meer informatie de Advanced Operation Guide.
Papierstopper
Open de papierstopper zoals aangegeven in de afbeelding.
Opmerking Als het papier duidelijk naar een richting gekruld
is, als het bijvoorbeeld al aan een kant bedrukt is, probeer dan
om het papier in tegenovergestelde richting te rollen om de
krul tegen te gaan. Afgedrukte vellen zullen er dan plat
uitkomen.
Juist
Niet juist
Juist
Juist
Niet juist
1
2
Aansluiten en afdrukken 3-1
3 Aansluiten en
afdrukken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de printer moet opstarten, hoe u
moet printen vanaf uw pc, en hoe u de software op de cd-rom moet
gebruiken.
Aansluitingen 3-2
Netwerkinterfaceparameters wijzigen 3-4
Een netwerkinterface-statuspagina afdrukken 3-12
De printerdriver installeren 3-13
Afdrukken 3-19
Status Monitor 3-21
Software verwijderen (Windows PC) 3-25
3-2 Aansluiten en afdrukken
Aansluitingen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer opstart.
De USB-kabel aansluiten
Volg onderstaande stappen om de USB-kabel aan te sluiten.
1 Sluit de USB-kabel aan op de USB-aansluiting.
2 Sluit het andere einde van de USB-kabel aan op de USB-aansluiting
van de computer.
De netwerkkabel aansluiten
Volg onderstaande stappen om de netwerkkabel aan te sluiten.
1 Verwijder de dop van de printer.
2 Sluit de printer aan op de pc of op uw netwerkapparaat.
Opmerking Gebruik een USB-kabel met een rechthoekige
stekker (type A) en een vierkante stekker (type B). De kabel
wordt apart verkocht.
Opmerking Gebruik beschermde interfacekabels. Deze
kabels worden apart verkocht.
Aansluiten en afdrukken 3-3
Het netsnoer aansluiten
Installeer de printer dichtbij een AC-stopcontact. Als u een verlengsnoer
gebruikt, mag de totale lengte van het netsnoer plus het verlengsnoer
niet meer dan 5 meter zijn.
1 Sluit het netsnoer aan op de netsnoeraansluiting aan de achterkant
van de printer.
2 Sluit het andere einde van het netsnoer aan op een stopcontact.
3 Zet de aan/uit-schakelaar aan ( | ). De printer begint op te warmen.
Opmerking Zorg ervoor dat de printer is uitgeschakeld. Gebruik
alleen het netsnoer dat bij de printer is geleverd.
BELANGRIJK Als u de starttonercontainer plaatst en het
apparaat inschakelt, dan verschijnt even later het bericht
Een
ogenblik(toner toev.)
. Wanneer de printer na het plaatsen
van de toner voor het eerst aangezet wordt, duurt het ongeveer
15 minuten voordat de printer kan gaan afdrukken. Pas als het
[Ready] lampje brandt, is de printerinstallatie voltooid.
3-4 Aansluiten en afdrukken
Netwerkinterfaceparameters wijzigen
Deze printer ondersteunt TCP/IP, TCP/IP (IPv6), NetWare, AppleTalk,
IPP, SSL-server, IPSec-protocollen en Beveiligingsniveau. Raadpleeg
voor meer informatie de Advanced Operation Guide.
TCP/IP, TCP/IP (IPv6) instellingen
1 Druk op [MENU].
2 Druk herhaaldelijk op U of V tot Netwerk > verschijnt.
3 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
Raadpleeg de onderstaande uitleg bij het specificeren van de
instellingen.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. TCP/IP. Submenu bevat onderdelen zoals DHCP,
IP-adres, Subnetmasker, Gateway en Bonjour.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. TCP/IP (IPv6). Submenu bevat onderdelen zoals
RA(Stateless)en DHCPv6.
Opmerking Doe de machine UIT en weer AAN, nadat alle
netwerkinstellingen zijn gedaan. Dit moet om de instellingen van
kracht te maken.
Netwerk >
>TCP/IP
Uit
>TCP/IP (IPv6)
Uit
Aansluiten en afdrukken 3-5
TCP/IP
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het TCP/IP-protocol in te schakelen.
1 Indien TCP/IP is ingesteld op Uit, gebruik U of V om Aan te
selecteren en druk op [OK].
2 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
3 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Een
knipperend vraagteken (?) verschijnt terwijl u DHCP en Bonjour
instelt. Een knipperende cursor (_) verschijnt terwijl u IP-adres,
Subnetmasker en Gateway instelt.
4 Druk op U of V om Aan of Uit te selecteren als instelling voor
DHCP en Bonjour.
Druk voor de IP-adres, Subnetmasker en Gateway instelling op
U of V om de knipperende cursor te verplaatsen naar het nummer
dat u wilt wijzigen (000 tot 255). Gebruik Y en Z om de cursor naar
rechts en links te bewegen.
5 Druk op [OK].
6 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
Opmerking Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de
netwerkadresinstellingen.
>TCP/IP >
Aan
>>IP-adres
000.000.000.000
>>Subnetmasker
000.000.000.000
>>Gateway
000.000.000.000
>>DHCP
Uit
>>Bonjour
Uit
>>Subnetmasker
0
00.000.000.000
3-6 Aansluiten en afdrukken
TCP/IP (IPv6)
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het TCP/IP (IPv6)-protocol in te
schakelen.
1 Indien TCP/IP (IPv6) is ingesteld op Uit, gebruik U of V om
Aan te selecteren en druk op [OK].
2 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
3 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Een
knipperend vraagteken (?) verschijnt terwijl u RA(Stateless) en
DHCPv6 instelt.
4 Druk op U of V om Aan of Uit te selecteren als instelling voor
RA(Stateless) en DHCPv6.
5 Druk op [OK].
6 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server, IPSec en
Beveilig.niveau instellingen
1
Druk op [MENU].
2 Druk herhaaldelijk op U of V tot Beveiliging > verschijnt.
Opmerking Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de
netwerkadresinstellingen.
>TCP/IP (IPv6) >
Aan
>>DHCPv6
Uit
>>RA(Stateless)
Uit
>>DHCPv6
?Uit
>>RA(Stateless)
?Uit
Beveiliging >
Aansluiten en afdrukken 3-7
3 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
Raadpleeg de onderstaande uitleg bij het specificeren van de
instellingen.
Als u NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server of IPSec gebruikt
om verbinding te maken met een netwerk, moet u een beheerder-ID
invoeren en op [OK] drukken. Het beheerder-ID is standaard het
numerieke gedeelte van de modelnaam van uw printer "1350".
Als u NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server of IPSec gebruikt
om verbinding te maken met een netwerk, moet u een
beheerderwachtwoord invoeren en op [OK] drukken. Het
beheerderwachtwoord is standaard het numerieke gedeelte van de
modelnaam van uw printer "1350".
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. NetWare. In het submenu kan de framemodus
worden geselecteerd uit Auto, 802.3, Ethernet-II, SNAP en
802.2.
AppleTalk moet worden geactiveerd (Aan) om netwerkverbinding
te maken met Macintosh computers.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. IPP.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. SSL-server. Submenu bevat onderdelen zoals
DES, 3DES, AES, IPP over SSL en HTTPS.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v.
IPSec.
Vervolg op de volgende pagina.
ID
_
Wachtwoord
_
>NetWare >
Aan
>AppleTalk
Aan
>IPP
Uit
>SSL-server
Uit
>IPSec
Uit
3-8 Aansluiten en afdrukken
Stel het Beveilig.niveau in op Hoog.
NetWare
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van NetWare
beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien NetWare is
ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren en druk
op [OK].
2 Druk op Z.
3 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?). Telkens
als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
4 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK].
5 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
>Beveilig.niveau
Hoog
>NetWare >
Aan
>>Frametype
Auto
>>Frametype
?802.3
>>Frametype
?Ethernet-II
>>Frametype
?802.2
>>Frametype
?SNAP
>>Frametype
?Auto
Aansluiten en afdrukken 3-9
AppleTalk
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van AppleTalk
beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien AppleTalk is
ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren.
2 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?).
3 Druk opnieuw op [OK].
4 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
IPP
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van IPP
beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien IPP is ingesteld op
Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren.
2 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?).
3 Druk opnieuw op [OK].
4 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
>AppleTalk
Aan
>AppleTalk
?Aan
>IPP
Aan
>IPP
?Aan
3-10 Aansluiten en afdrukken
SSL-server
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van de SSL-
server beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien SSL-server is
ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren en druk
op [OK].
2 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
3 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Er
verschijnt een knipperend vraagteken (?).
4 Selecteer Aan of Uit m.b.v. U of V.
5 Druk op [OK].
6 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
IPSec
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van IPSec
beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien IPSec is ingesteld
op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren.
2 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?).
3 Druk opnieuw op [OK].
4 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
>SSL-server >
Aan
>>3DES
Uit
>>AES
Uit
>>IPP over SSL
Uit
>>HTTPS
Uit
>>DES
Uit
>>DES
?Uit
>IPSec
Aan
>IPSec
?Aan
Aansluiten en afdrukken 3-11
Beveiligingsniveau
Beveilig.niveau is een menu dat voornamelijk wordt gebruikt door
servicepersoneel voor onderhoudswerk. Klanten hoeven dit menu niet te
gebruiken.
>Beveilig.niveau
Hoog
3-12 Aansluiten en afdrukken
Een netwerkinterface-statuspagina afdrukken
U kunt een statuspagina voor het netwerkinterface afdrukken. De
netwerkstatuspagina toont de netwerkadressen, en andere informatie
onder verschillende netwerkprotocollen over het netwerkinterface.
Aanpassen/Onderhoud
Aanpassen/Onderhoud wordt gebruikt om de afdrukkwaliteit aan te
passen en printeronderhoud uit te voeren.
De beschikbare opties in Aanpassen/Onderhoud zijn de volgende:
Printer opnieuw starten
Service
1 Druk op [MENU].
2 Druk herhaaldelijk op U of V tot Aanpassen/Onderhoud >
verschijnt.
3 Druk op Z terwijl Aanpassen/Onderhoud > wordt weergegeven.
4 Druk meermaals op U of V totdat >Service > verschijnt.
5 Druk op Z.
6 Druk meermaals op U of V totdat >>Netwerk afdr.
Statuspagina verschijnt.
7 Druk op [OK]. Er verschijnt een vraagteken (?).
8 Druk op [OK]. Bezig m verwerkn verschijnt en er wordt een
statuspagina afgedrukt.
9 Wanneer het afdrukken is beëindigd, keert het scherm terug naar
Klaar.
BELANGRIJK Service is een menu dat voornamelijk wordt
gebruikt door servicepersoneel voor onderhoudswerk. Klanten
hoeven dit menu niet te gebruiken.
Aanpassen/ >
Onderhoud
>>Netwerk afdr.
Statuspagina ?
Aansluiten en afdrukken 3-13
De printerdriver installeren
Sluit de pc volgens de instructies in de handleiding aan op de printer en
schakel de printer in om de printerdriver te installeren.
Raadpleeg voor
meer informatie over de printerdriver de
KX Driver User Guide op de cd-
rom.
De printerdriver op een Windows pc installeren
Dit hoofdstuk legt uit hoe de printerdriver onder Windows Vista
geïnstalleerd moet worden.
1 Zorg ervoor dat de printer aan staat en aangesloten is op de USB of
netwerkpoort van de computer voordat u de software vanaf de cd-
rom installeert.
2 Plaats de cd-rom (Product Library) in het cd-romstation. Als het
venster Automatisch afspelen verschijnt, selecteert u Run
Setup.exe. Het venster Kennisgeving verschijnt.
3 U kiest Gebruiksrechtovereenkomst weergeven om de informatie
te lezen en dan kiest u Accepteren om verder te gaan.
4 U kiest Software installeren. Het venster Installatiemethode
verschijnt.
5 Kies Snelle modus of Aangepaste modus als installatiemethode.
Opmerking Om de printerdriver te installeren, moet u aanloggen
met rechten van de beheerder.
Opmerking Als er een Plug-en-Play venster zoals links
afgebeeld verschijnt, klik dan op Annuleren.
Opmerking Als het installatieprogramma niet automatisch
wordt gestart, gebruikt u Windows Verkenner om de cd-rom te
openen en selecteert u Setup.exe.
Opmerking U kiest in Windows XP Software Installeren om
de Installatie wizard te starten. Kies Volgende om het venster
Installatiemethode weer te geven.
3-14 Aansluiten en afdrukken
Snelle modus: Als de printer via USB of het netwerk is aangesloten
en ingeschakeld staat, detecteert het installatieprogramma de
printer. Kies Snelle modus om een standaard installatie uit te voeren.
Aangepaste modus: Met deze optie kunt u items selecteren die
overeenkomstig geïnstalleerd worden en de poort specificeren.
Volg onderstaand hoofdstuk volgens de installatiemethode.
Snelle modus
Wanneer u kiest voor Snelle modus, worden de printerdriver en
lettertypen geïnstalleerd. Nadat u met deze modus geïnstalleerd
heeft, kunnen de andere functies toegevoegd worden door het
gebruik van de Aangepaste modus.
1 Kies in het venster Installatiemethode Snelle modus. Het
installatieprogramma zoekt de aangesloten printers in het venster
Afdruksysteem detecteren. Als er geen printer is gedetecteerd, zorg
er dan voor dat de printer aan staat en aangesloten is op de USB- of
netwerkpoort van de computer, kies dan Vernieuwen om opnieuw
printers te zoeken.
2 Selecteer de printer die u wilt installeren, en kies Volgende.
3 Bevestig de instellingen en kies Installeren. De installatie van de
printerdriver start.
4 Het venster Installatie voltooid verschijnt. Kies Voltooien om terug
te keren naar het hoofdmenu.
Opmerking Alshet dialoogvenster Nieuwe hardware
gevonden verschijnt, selecteert u Annuleren.
Opmerking Als tijdens het installatieproces het Windows
Beveiliging venster verschijnt, kiest u Deze driversoftware
toch installeren.
Als het venster Hardware Installatie verschijnt in Windows XP,
kiest u Toch doorgaan.
Aansluiten en afdrukken 3-15
Aangepaste modus
Wanneer u kiest voor de Aangepaste modus, worden de
printerpoort en de hulpprogramma's zo nodig veranderd.
1 Kies in het venster Installatiemethode Aangepaste modus.
2 Op het tabblad Driver en het tabblad Hulpprogramma in het venster
Aangepaste installatie kiest u de printerdriver en de
hulpprogramma's die u wilt installeren, en klikt u op Volgende.
3 Selecteer de printer die u wilt installeren, en kies Volgende.
4 Bevestig de instellingen en kies Installeren. De installatie van de
printerdriver start.
5 Het venster Installatie voltooid verschijnt. Kies Voltooien om terug
te keren naar het hoofdmenu.
Opmerking Als u de poort die verbonden is met de printer wilt
toevoegen of wijzigen, selecteert u de printer en Aangepaste
selectie, en kiest u Volgende. De wizard Standaard TCP/IP
printerpoort toevoegen verschijnt. Volg de stappen in de
wizard om de poort toe te voegen of te wijzigen.
Opmerking Als tijdens het installatieproces het Windows
Beveiliging venster verschijnt, kiest u Deze driversoftware
toch installeren.
Als het venster Hardware Installatie verschijnt in Windows XP,
kiest u Toch doorgaan.
3-16 Aansluiten en afdrukken
De printerdriver op een Mac-besturingssysteem
installeren
Dit hoofdstuk legt uit hoe de printerdriver op een MAC-
besturingssysteem geïnstalleerd moet worden.
1 Schakel de printer en de Macintosh in.
2 Plaats de bijgeleverde cd-rom (Product Library) in het cd-
romstation.
3 Dubbelklik op het cd-rom pictogram.
4 Dubbelklik op OS X 10.2 and 10.3 Only of OS X 10.4 or higher
afhankelijk van uw MAC OS-versie.
5 Dubbelklik op UTAX OS X x.x.
6 Het installatieprogramma van de printerdriver start.
7 Kies Bestemming selecteren, Installatietype en installeer
vervolgens de printerdriver zoals aangegeven door de instructies in
de installatiesoftware.
Hiermee is de installatie van de printerdriver voltooid. Specificeer
vervolgens de afdrukinstellingen.
Indien er een IP- of AppleTalk-verbinding wordt gebruikt, zijn de
onderstaande instellingen vereist. Indien een USB-verbinding wordt
gebruikt, wordt de printer automatisch herkend en verbonden.
Opmerking Behalve Eenvoudige installatie, omvatten de
Installatietype opties Aangepaste installatie, waarmee u de
te installeren onderdelen kunt specificeren.
BELANGRIJK Voer in het scherm Verificatie de naam en het
wachtwoord in die worden gebruikt voor het besturingssysteem.
Aansluiten en afdrukken 3-17
8 Open Systeemvoorkeuren en kies Afdrukken en Faxen.
9 Klik op het plus-symbool (+) om de geïnstalleerde printerdriver toe te
voegen.
10Kies het IP-icoon voor een IP-verbinding of het AppleTalk-icoon voor
een AppleTalk-verbinding en voer dan het IP-adres en de
printernaam in.
11Selecteer de geïnstalleerde printerdriver en kies Voeg toe.
12Selecteer de beschikbare opties voor de printer en kies Ga door.
3-18 Aansluiten en afdrukken
13De geselecteerde printer wordt toegevoegd. Hiermee is de
procedure voor de printerinstelling voltooid.
Aansluiten en afdrukken 3-19
Afdrukken
Dit hoofdstuk legt de afdrukpocedure uit vanuit een softwareprogramma.
U kunt de afdrukinstellingen van ieder tabblad specificeren op KX Driver.
KX Driver is opgeslagen op de cd-rom (Product Library). Raadpleeg voor
meer informatie de KX Driver User Guide op de cd-rom.
Over KX Driver
KX Driver bestaat uit de volgende tabbladen.
Basis
Gebruik deze tab om de paginagrootte en de afdrukrichting te
selecteren. Ook de papierbron en dubbelzijdig afdrukken worden
geselecteerd.
Indeling
Gebruik deze om meerdere pagina's per vel te maken. Bevat ook de
schaalfunctie.
Imaging
Selecteer dit tabblad om de afdrukkwaliteit en de instellingen voor
lettertypen en afbeeldingen te wijzigen.
Publiceren
Gebruik deze om omslagen of invoegbladen toe te voegen aan uw
afdrukken. U kunt ook een transparantenset maken met een leeg of
afgedrukt vel daartussen door gebruik te maken van Transparantie-
interleaving.
Geavanceerd
Gebruik deze om watermerken in te stellen en toe te voegen aan uw
afdrukken. Op dit tabblad bevinden zich de PRESCRIBE-commando's
naar de uitvoer bij gebruik van de functie Prologue/Epilogue.
Afdrukken vanuit applicaties
Hieronder worden de stappen beschreven die nodig zijn voor het
afdrukken van een document dat met een applicatie gemaakt is. U kunt
het papierformaat voor de afdrukken selecteren.
1 Plaats het gewenste papier in de papiercassette.
2 Selecteer vanuit de applicatie in het menu Bestand de functie
Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
3 Klik op de vervolgkeuzelijst met printernamen. Alle printers die zijn
geïnstalleerd, staan vermeld. Klik op de naam van de printer.
Opmerking U kunt ook de verschillende instellingen selecteren
door te klikken op Eigenschappen om het dialoogvenster
Eigenschappen te openen.
3-20 Aansluiten en afdrukken
4 Voer bij Aantal exemplaren het aantal afdrukken in dat u wilt maken.
Er kunnen maximaal 999 exemplaren worden afgedrukt. Voor
Microsoft Word wordt aanbevolen dat u op Opties klikt en als
Standaardpapierlade Printerinstellingen gebruiken specificeert.
5 Klik op OK om te beginnen met afdrukken.
Aansluiten en afdrukken 3-21
Status Monitor
De Status Monitor bewaakt de printerstatus en voorziet in een
doorlopend functioneringsrapport. Het stelt u ook in de gelegenheid om
instellingen voor printers te specificeren en te wijzigen die niet in de KX
driver voorkomen.
De Status Monitor wordt automatisch geïnstalleerd tijdens de KX driver
installatie.
Toegang tot de Status Monitor
Gebruik een van onderstaande methodes voor het starten van de Status
Monitor.
Start wanneer het afdrukken begint:
Wanneer u een printer specificeert en een afdruktaak start, wordt
een Status Monitor gestart voor iedere printernaam. Als een Status
Monitor-start wordt vereist voor meerdere printers, wordt een Status
Monitor gestart voor iedere printer die dat verzoek uitvaardigt.
Start vanuit KX Driver
properties:
Klik met de
rechtermuisknop op de knop Versie-info in het
dialoogvenster KX Driver properties. Klik dan op Status Monitor in
het dialoogvenster Versie-info om de Status Monitor op te starten.
Verlaten van de Status Monitor
Gebruik een van onderstaande methodes voor het verlaten van de
Status Monitor.
Handmatig verlaten:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Status Monitor
in de taakbalk en kies Verlaten in het menu, voor het verlaten van
de Status Monitor.
Automatisch verlaten:
De Status Monitor sluit automatisch na 5 minuten als deze niet wordt
gebruikt.
Schermoverzicht
Het schermoverzicht van de Status Monitor is als volgt.
Pop-upvenster
Als een gebeurtenismelding zich voordoet, verschijnt een pop-
upvenster. Dit venster verschijnt alleen als het 3D-Beeld geopend is op
het bureaublad.
Pop-upvenster
3D-Beeld
Pictogram Status
Monitor
3-22 Aansluiten en afdrukken
3D-Beeld
Dit laat de status van de bewaakte printer zien als een 3D-afbeelding. U
kunt kiezen om het 3D-beeld te laten zien of te verbergen in het
weergegeven menu wanneer u met de rechtermuisknop op het
pictogram van de Status Monitor klikt.
Als een gebeurtenismelding zich voordoet, worden het 3D-beeld en een
geluidsmelding gebruikt om u in kennis te stellen. Raadpleeg voor meer
informatie over de geluidsmelding Instellingen Status Monitor op
pagina 3-23.
Pictogram Status Monitor
Het Status Monitor pictogram wordt weergegeven in het meldingsgebied
van de taakbalk wanneer de Status Monitor loopt. Wanneer u de cursor
over het pictogram beweegt, verschijnt de printernaam.
Aansluiten en afdrukken 3-23
Instellingen Status Monitor
De Status Monitor heeft twee tabbladen waar u instellingen kunt
configureren. Gebruik de Voorkeur functie voor het instellen van de
Status Monitor.
Tabblad geluidsmelding
Het tabblad Gebeurtenismelding bevat de volgende onderdelen.
Gebeurtenismelding inschakelen
Kies in- of uitschakelen van gebeurtenissenbewaking in Gebeurtenissen
beschikbaar.
Geluidsbestand
Een geluidsbestand kan geselecteerd worden als u een kennisgeving
met geluid wilt ontvangen. Kies Bladeren om het geluidsbestand te
zoeken.
Gebruik tekst naar spraak
Kies dit selectievakje om uw tekst in te voeren die u wilt horen tijdens
gebeurtenissen. Hoewel een geluidsbestand niet nodig is, is deze
functie alleen toepasbaar voor Windows XP en Windows Vista.
Neem de volgende stappen om deze functie te gebruiken.
1 Kies Inschakelen gebeurtenismelding.
2 Selecteer een gebeurtenis of geluidsbestand die gebruikt moet
worden met de optie tekst naar spraak in Beschikbare
gebeurtenissen.
3 Kies Bladeren om de gebeurtenis te melden door een
geluidbestand.
Kies Gebruik tekst naar spraak om tekst die ingegeven is in het
vakje Tekst naar spraak uit te spreken wanneer een gebeurtenis
plaatsvond.
4 Kies Afspelen om het juist afspelen van het geluid of de tekst te
bevestigen.
BELANGRIJK Uw computer vereist geluidsmogelijkheden zoals een
geluidskaart en luidsprekers om de instellingen op het tabblad
Geluidsmelding te kunnen bevestigen.
Opmerking De beschikbare bestandsopmaak is WAV.
3-24 Aansluiten en afdrukken
Tabblad Uiterlijk
Het tabblad Uiterlijk bevat de volgende onderdelen.
Venster vergroten
Verdubbelt het formaat van het Status Monitor venster.
Altijd op voorgrond
Geeft de Status Monitor bovenop andere geopende vensters.
Transparant
Geeft de Status Monitor als een transparant venster weer.
Aansluiten en afdrukken 3-25
Software verwijderen (Windows PC)
De software kan worden verwijderd m.b.v. de cd-rom (Product Library)
die bij de printer is geleverd.
1 Sluit alle actieve softwareapplicaties af.
2 Plaats de bijgeleverde cd-rom (Product Library) in het cd-romstation.
3 Volg de procedure die u heeft gebruikt om de printerdriver te
installeren en kies Software verwijderen. De
UTAX Uninstaller
wizard verschijnt.
4 Selecteer de te verwijderen softwareprogramma's.
5 Kies Verwijderen.
De uninstaller start.
6 Als het venster Verwijderen voltooid verschijnt, selecteert u
Volgende.
7 Kies of u uw computer wilt herstarten of niet, en klik op Voltooien.
BELANGRIJK Op Macintosh computers kan de software niet
worden verwijderd m.b.v. de cd-rom (Product Library), omdat de
printerinstellingen worden gespecificeerd m.b.v. een PPD (PostScript
Printer Description) -bestand.
Opmerking In Windows Vista, verschijnt het Verwijder
stuurprogramma en Pakket venster. Kies Verwijder
stuurprogramma en stuurprogrammapakket, en klik op
OK.
3-26 Aansluiten en afdrukken
Onderhoud 4-1
4 Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de tonercontainer vervangen moet
worden en hoe de printer gereinigd moet worden
.
Algemene informatie 4-2
Vervanging tonercontainer 4-2
De printer reinigen 4-5
Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van de printer 4-8
4-2 Onderhoud
Algemene informatie
In dit hoofdstuk worden basis onderhoudstaken beschreven die u op de
printer kunt uitvoeren. U kunt de tonercontainer vervangen bij een
bericht op het printerscherm:
De interne onderdelen dienen tevens regelmatig gereinigd te worden.
Vervanging tonercontainer
Het bericht geeft de tonerstatus op twee momenten van het tonergebruik
aan.
Wanneer de printer te weinig toner krijgt, verschijnt het bericht
Toner laag
. Merk op dat vervanging op dit moment niet altijd nodig
is.
Als u de bovenstaande status negeert en doorgaat met afdrukken,
dan verschijnt vlak voor de toner op is het bericht
Vervang toner
Reinig printer
. De tonercontainer dient onmiddellijk vervangen
te worden.
Vervang in beide gevallen de tonercontainer.
Hoe vaak moet de tonercontainer worden vervangen
Volgens de ISO/IEC-normen 19798 en met de EcoPrint-functie
uitgeschakeld, kan de tonercontainer 7.200 pagina's afdrukken.
U kunt een statuspagina afdrukken om te controleren hoeveel toner zich
nog in de tonercontainer bevindt. Het gedeelte Tonerniveau op de
statuspagina voor verbruiksartikelen toont een voortgangsbalk, die
ongeveer aangeeft hoeveel toner er nog in de tonercontainer zit.
Starttonercontainer
De tonercontainer die bij de nieuwe printer is verpakt, is een
starttonercontainer. De starttonercontainer gaat gemiddeld 3.600
pagina's mee.
Tonerpakketten
Wij raden u aan om voor de beste resultaten alleen originele UTAX-
onderdelen en -voorraad te gebruiken. Indien schade is onstaan door
gebruik van een andere toner dan een originele UTAX toner, dan
valt deze schade buiten de garantie.
Een nieuw tonerpakket bevat de volgende onderdelen:
Tonercontainer
Plastic wegwerpzak voor de oude tonercontainer
Installatiehandleiding
Opmerking Verzamelen van informatie op geheugenchips - De
geheugenchip die aan de tonercontainer vast zit, is ontwikkeld om
het gemak voor de eindgebruiker te vergroten, om hergebruik van
lege tonercontainers te ondersteunen en om informatie te
verzamelen ter ondersteuning van nieuwe productplanning en -
ontwikkeling. De verzamelde informatie is anoniem - het kan met
niemand in verband gebracht worden en de gegevens worden
vertrouwelijk behandeld.
Opmerking Haal de tonercontainer pas uit de doos als u klaar
bent om de container in de printer te plaatsen.
Onderhoud 4-3
De tonercontainer vervangen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de tonercontainer vervangt.
1 Open de bovenklep.
2 Draai de vergrendelingshendel in de ontgrendelingsstand. Duw de
vergrendelingshendel in de richting van het pijltje en trek de
tonercontainer naar buiten.
VOORZICHTIG De tonercontainer mag niet worden
verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
BELANGRIJK Verwijder tijdens het vervangen van de
tonercontainer opslagmedia en computerbenodigdheden (zoals
diskettes) uit de buurt van de tonercontainer. Zo wordt schade aan de
media door de magnetische lading van de toner vermeden.
BELANGRIJK UTAX GmbH aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor schade of problemen die voortkomen uit het
gebruik van andere tonercontainers dan de originele
UTAX-
tonercontainers. Het is ook aanbevolen om voor een optimale prestatie
alleen
UTAX-tonercontainers te gebruiken die speciaal bedoeld zijn
voor gebruik in uw land of regio. Als een tonercontainer voor een ander
land/regio wordt geïnstalleerd, zal de printer stoppen met afdrukken.
Opmerking U hoeft de printer niet uit te zetten voordat u met
het vervangen begint. Gegevens die zich al in het proces van
de printer bevinden, worden verwijderd als u de printer uit zet
.
Opmerking Plaats de oude tonercontainer in de plastic zak
(bij het nieuwe tonerpakket meegeleverd) en gooi de zak later
weg volgens de plaatselijke regels of bepalingen voor het
weggooien van afval.
4-4 Onderhoud
3 Haal de nieuwe tonercontainer uit het tonerpakket. Schud de nieuwe
tonercontainer ten minste 5 keer (zie afbeelding) om de toner
gelijkmatig in de container te verspreiden.
4 Verwijder het etiket van de tonercontainer.
5 Installeer de nieuwe tonercontainer in de printer. Druk stevig op de
bovenkant van de container op de posities waar PUSH (drukken)
wordt aangeduid, totdat u een klik hoort.
6 Draai de vergrendelingshendel in de vergrendelingsstand.
7 Sluit de bovenklep.
Onderhoud 4-5
De printer reinigen
Om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen, moet telkens
wanneer de tonercontainer wordt vervangen, de binnenkant van de
printer worden gereinigd.
1 Open de bovenklep en voorklep.
2 Til de ontwikkelaar samen met de tonercontainer uit de printer.
3 Verwijder de drumeenheid uit de printer door de groene hendels met
beide handen vast te houden.
Ontwikkelaar
Drum-
eenheid
Opmerking De drumeenheid is gevoelig voor licht. Stel de
drumeenheid nooit langer dan vijf minuten bloot aan licht.
4-6 Onderhoud
4 Plaats de drumeenheid plat op een schone, vlakke ondergrond.
5 Gebruik een schone, pluisvrije doek om stof en vuil van de metalen
registratierol te verwijderen.
6 Schuif de laderreiniger (groen) 2 of 3 keer heen en weer om de
laderdraad schoon te maken, en zet het terug in de uitgangspositie
(aangeduid met CLEANER HOME POSITION).
7 Wanneer u klaar bent met reinigen, plaatst u de drumeenheid terug
in de uitgangspositie.
BELANGRIJK Plaats de drumeenheid niet op de zijkant.
BELANGRIJK Zorg ervoor dat u de transferrol (zwart) tijdens
het reinigen niet aanraakt.
BELANGRIJK Verwijder bij de eerste keer schoonmaken de
plakband van de laderreiniger.
Zorg ervoor dat u na het reinigen de laderreiniger in de
uitgangspositie terugzet.
Onderhoud 4-7
8 Plaats de ontwikkelaar terug op zijn positie, en breng de geleiders
aan beide uiteinden in lijn met de sleuven van de printer. Sluit
daarna de voorklep en bovenklep.
9 Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil uit de ventilatieopening
aan de rechterkant van het apparaat te verwijderen.
Ventilatieopening
4-8 Onderhoud
Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van
de printer
Langdurig niet gebruiken
Als u de printer voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u het netsnoer
uit het stopcontact.
Wij raden u aan contact met uw dealer op te nemen over de aanvullende
stappen die u moet ondernemen om mogelijke schade te voorkomen,
die kan optreden wanneer de printer de volgende keer gebruikt wordt.
De printer verplaatsen
Wanneer u de printer verplaatst:
Voorzichtig verplaatsen.
De printer zo horizontaal mogelijk houden om te voorkomen dat er
toner in de printer terechtkomt.
Zorg ervoor dat u een servicevertegenwoordiger om advies vraagt
voordat u de printer over een lange afstand gaat vervoeren.
WAARSCHUWING Als u de printer wilt verzenden,
verwijdert u de ontwikkelaar en de drumeenheid, verpakt u
deze in een plastic zak en verzendt u deze apart van de
printer.
Problemen oplossen 5-1
5 Problemen oplossen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u printerproblemen kunt oplossen,
foutmeldingen kunt begrijpen en papierstoringen kunt oplossen
.
Algemene richtlijnen 5-2
Problemen met de afdrukkwaliteit 5-3
Foutmeldingen 5-5
Ready-, Data- en Attention-lampjes 5-9
Papierstoringen oplossen 5-10
5-2 Problemen oplossen
Algemene richtlijnen
In de onderstaande tabel staan basisoplossingen voor problemen die bij
de printer kunnen optreden. Voordat u service voor reparatie belt, raden
wij u aan eerst deze tabel te raadplegen om problemen op te lossen.
Tips
Printerproblemen kunnen gemakkelijk worden opgelost met behulp van
onderstaande tips. Wanneer u een probleem tegenkomt dat met de
bovenstaande richtlijnen niet kan worden opgelost, probeert u het
volgende:
Start de computer, die u gebruikt om afdruktaken naar de printer te
sturen, opnieuw op.
Zorg ervoor dat u over de nieuwste versie van de printerdriver
beschikt en deze gebruikt. De nieuwste versies van printerdrivers en
hulpprogramma's zijn beschikbaar op:
http://www
.utax.com.
Zorg ervoor dat de afdrukprocedures in de applicatiesoftware correct
worden opgevolgd. Raadpleeg de documentatie die met de
applicatiesoftware is meegeleverd.
Symptoom Te controleren items Correctie
Afdrukkwaliteit is slecht. Raadpleeg Problemen met de afdrukkwaliteit op
pagina 5-3.
Tekst ontbreekt op de
Windows-testpagina.
Dit is een specifiek probleem van Windows. Het is
geen printerprobleem. Het heeft geen invloed op de
printkwaliteit.
Papier is vastgelopen. Raadpleeg Papierstoringen oplossen op pagina 5-
10.
Er branden geen lampjes
op het bedieningspaneel,
zelfs niet wanneer de
printer aan staat, en de
ventilator maakt geen
geluid.
Controleer of het netsnoer goed op het
stopcontact is aangesloten.
Beide uiteinden van het netsnoer goed vastmaken.
Probeer het netsnoer te vervangen. Raadpleeg de
Installatiehandleiding voor meer informatie.
Controleer of de aan/uit-schakelaar
Aan ( | ) staat.
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer
informatie.
De printer drukt een
statuspagina af maar de
gegevens van de
computer worden niet
afgedrukt.
Controleer de programmabestanden
en de applicatiesoftware.
Probeer een ander bestand af te drukken of een
andere afdrukopdracht te gebruiken. Als het
probleem zich bij een bepaald bestand of een
specifieke applicatie voordoet, controleert u de
printerinstellingen van de applicatie.
Controleer de interfacekabel. Maak beide uiteinden van de interfacekabel goed
vast. Probeer de printerkabel te vervangen.
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer
informatie.
Er verschijnt damp in de
buurt van de bovenste
lade.
Controleer of de temperatuur in de
omgeving van de printer laag is of dat
het papier dat is gebruikt vochtig is
geworden.
Afhankelijk van de bedrijfsomgeving van de printer
en de conditie van het papier kan vocht in het
bedrukte papier verdampen door de hitte die
ontstaat tijdens het printen, waardoor er damp uit de
printer komt. In dit geval kunt u zonder problemen
doorgaan met afdrukken.
Om dit te verhelpen verhoogt u de temperatuur in de
ruimte en gebruikt u papier dat is bewaard op een
droge plaats.
Problemen oplossen 5-3
Problemen met de afdrukkwaliteit
In de tabellen en diagrammen van de volgende gedeelten worden
problemen met de afdrukkwaliteit gedefinieerd en vindt u de correcties
die u kunt uitvoeren om de problemen op te lossen. Bij sommige
oplossingen dient u onderdelen van de printer te reinigen of te
vervangen.
Als het probleem niet wordt opgelost door de voorgestelde correctie, belt
u dan een servicevertegenwoordiger.
Afgedrukte resultaten Correctie
Geheel lege afdruk Controleer de tonercontainer.
Open de voorklep en controleer of de tonercontainer goed in de printer
is geplaatst. Raadpleeg Vervanging tonercontainer op pagina 4-2.
Geheel zwarte pagina Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Dropouts, afgedwaalde punten Drumeenheid of ontwikkelaar kunnen beschadigd zijn. Als het
probleem zelfs na het printen van een aantal pagina's niet opgelost is,
bel dan een servicevertegenwoordiger.
Verticale strepen Controleer de tonercontainer en vervang zonodig. Raadpleeg
Vervanging tonercontainer op pagina 4-2.
Maak de laderdraad schoon. Raadpleeg De printer reinigen op
pagina 4-5.
Controleer of de laderreiniger van de drumeenheid in de
oorspronkelijke stand staat. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 4-
5.
5-4 Problemen oplossen
Vage of onduidelijke afdrukken Controleer de tonercontainer en vervang zonodig. Raadpleeg
Vervanging tonercontainer op pagina 4-2.
Maak de laderdraad schoon. Raadpleeg De printer reinigen op
pagina 4-5.
Grijze achtergrond Controleer de tonercontainer en vervang zonodig. Raadpleeg
Vervanging tonercontainer op pagina 4-2.
Controleer of de verwerkingseenheid en de drumeenheid goed zijn
geïnstalleerd. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 4-5.
Vuil op de bovenrand of achterkant van
het papier
Als het probleem zelfs na het printen van een aantal pagina's niet is
opgelost, maak dan de registratierol schoon. Raadpleeg De printer
reinigen op pagina 4-5.
Als het probleem na het reinigen niet opgelost is, bel dan een
servicevertegenwoordiger.
Afdrukken onvolledig of op verkeerde
plaats
Controleer of de printerinstellingen in de applicatie en de printerdriver
juist zijn.
Controleer of het probleem wordt veroorzaakt door een PRESCRIBE
opdrachtfout. Als dit probleem zich alleen met een bepaald bestand of
programma voordoet, is de meest voor de hand liggende oorzaak een
fout in een opdrachtparameter of een opdrachtschrijffout.
Afgedrukte resultaten Correctie
Problemen oplossen 5-5
Foutmeldingen
In de volgende tabel staan foutmeldingen en onderhoudsberichten die u
zelf kunt corrigeren en uitvoeren.
Indien Call service of Fout.Uit en aan wordt weergegeven, zet u
de printer uit en weer aan om te kijken of de printer zich hersteld heeft.
Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, schakelt u de printer uit,
ontkoppelt u het netsnoer en neemt u contact op met uw
servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf.
Bij sommige fouten hoort u het alarm. Druk op [Cancel] om het alarm uit
te zetten.
Bericht Correctie
Plts pap MF-lade
Het papier in de weergegeven papierbron is op. Plaats papier in de weergegeven bron
(papiercassettes, multifunctionele lade of optionele papierinvoer). Dit bericht wordt om en om
weergegeven met berichten die de printerstatus aangeven, zoals Klaar, Een ogenblik,
en Bezig m verwerkn.
Call service
F###:
F### staat voor een controller-fout (#=0, 1, 2, ...). Bel een servicevertegenwoordiger. De
printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven.
Bel service
###
#
:0123456
#### staat voor een mechanische fout (#=0, 1, 2, ...). Bel een servicevertegenwoordiger. De
printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven. Het totale aantal afgedrukte
pagina's wordt tevens aangegeven, bijvoorbeeld 0123456.
Data wrdn gewist
Wordt weergegeven wanneer gegevens worden geannuleerd.
Papiercassette #
is leeg
De overeenkomende papiercassette is niet geplaatst. Plaats de cassette. Het
cassettenummer kan 1 (bovenste) tot 4 (onderste) zijn.
Reinig printer
Druk op GO
Reinig de binnenkant van de printer. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 4-5.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer u de tonercontainer heeft vervangen nadat het
bericht Vervang toner Reinig printer is weergegeven. Druk nadat u de binnenkant
van de printer heeft gereinigd op [GO]. De printer is nu klaar om af te drukken.
Sluit
bovenklep
De bovenklep van de printer staat open. Sluit de bovenklep van de printer.
USB in gebr.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Appar. verwijd. werd geselecteerd terwijl een
USB-geheugen in gebruik was.
Het vorige scherm wordt opnieuw 1 of 2 seconden weergegeven.
Duplex uit
Druk op GO
U heeft geprobeerd af te drukken met een papierformaat en papiersoort dat niet kan worden
gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken. Druk op [GO] om alleen op één kant van het papier af
te drukken.
U kunt een ander papierformaat en soort kiezen door te drukken op U of V. U kunt ook
drukken op [MENU] en de lade-instelling in het menu veranderen, waardoor de fout
automatisch wordt geannuleerd en het afdrukken verder gaat. Tegelijkertijd gaat het
[ATTENTION] lampje aan en het [READY] lampje begint te knipperen.
Fout.Uit en aan
F###
Schakel het apparaat uit en weer in. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, schakelt
u het apparaat uit en neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger of erkend
servicebedrijf.
5-6 Problemen oplossen
Error.Power off.
F000
De printercontroller en het bedieningspaneel kunnen geen data uitwisselen. Schakel de
printer uit en ontkoppel hem van de netvoeding. Neem hierna contact op met uw
servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf. Zie de achterste pagina van deze
handleiding voor de relevante telefoonnummers.
Formatteringfout
Geheugenkaart
De in de printer geplaatste CF-kaart is niet geformatteerd en kan daarom niet worden
gebruikt om te lezen of schrijven. Volg om een CF-kaart te formatteren de procedure in het
gedeelte Geheugenkaart (Gebruik van de geheugenkaart) in de Advanced Operation Guide.
KPDL-fout ##
Druk op GO
Het huidige afdrukproces kan niet worden voortgezet, als gevolg van een KPDL-fout die in de
categorie ## valt. Geef voor het afdrukken van een foutenoverzicht in het systeemmenu
>>Foutenrapport weer en selecteer Aan. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken.
U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken.
Als Auto fout wissen op Aan ingesteld staat, wordt het afdrukken na een vooraf
ingestelde periode automatisch hervat.
Vul pap.cass. #
(A4)
/
(NORMAAL)
De papiercassette met het papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak is leeg. Laad
papier in de papiercassette die op de plaats van # wordt weergegeven. Druk op [GO] om
verder te gaan met afdrukken.
Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, drukt u op U of V om Gebrk
alternat? weer te geven. U kunt dan de bron voor de papierinvoer wijzigen. Als u een
papierbron heeft geselecteerd en op [MENU] heeft gedrukt, verschijnt Papierinst.>. Als u
op U drukt, verschijnt het menu met de instellingen voor de papiersoort. Druk na het instellen
van de juiste papiersoort op [OK]. Het afdrukken begint nu.
Vul MF Lade
(A4)
/
(NORMAAL)
Er is geen papiercassette in de printer geïnstalleerd die overeenkomt met het papierformaat
en de papiersoort van de afdruktaak. Plaats papier in de multifunctionele lade. Druk op [GO]
om verder te gaan met afdrukken. (Let op: als u papier invoert met een papierformaat dat niet
overeenkomt met het huidige papierformaat van de multifunctionele lade, kan het papier
vastlopen.)
Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, drukt u op U of V om Gebrk
alternat? weer te geven. U kunt dan de bron voor de papierinvoer wijzigen. Als u een
papierbron heeft geselecteerd en op [MENU] heeft gedrukt, verschijnt Papierinst.>. Als u
op U drukt, verschijnt het menu met de instellingen voor de papiersoort. Druk na het instellen
van de juiste papiersoort op [OK]. Het afdrukken begint nu.
Lage beveiliging
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Laag werd geselecteerd in Beveiligingsniveau.
Geheugen vol
Druk op GO
De totale hoeveelheid door de printer ontvangen gegevens overschrijdt het interne geheugen
van de printer.
Probeer geheugen toe te voegen. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. U kunt
ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken.
Als Auto fout wissen op Aan ingesteld staat, wordt het afdrukken na een vooraf
ingestelde periode automatisch hervat.
Geh.kaart Fout##
Druk op GO
Er is een fout op de CompactFlash (CF)-kaart opgetreden. Bekijk de foutcode die op de
plaats van ## staat en raadpleeg CompactFlash (CF)-kaart en USB-flashgeheugen fouten op
pagina 5-8. Wilt u de fout op de CF-kaart negeren, dan drukt u op [GO].
Geh.kaart Fout20
De CompactFlash (CF)-kaart is per ongeluk in en uit de slot van de printer gedaan terwijl de
printer aanstond. Schakel het apparaat uit en weer in.
Ontwikkeleenheid
ontbreekt
De ontwikkeleenheid is niet geïnstalleerd of niet correct geplaatst. Plaats de
ontwikkeleenheid goed in het apparaat.
Bericht Correctie
Problemen oplossen 5-7
Slechts 1 ex.
Druk op GO
Er kan maar één exemplaar worden afgedrukt, omdat de RAM-schijf is uitgeschakeld of
omdat de harde schijf niet is geïnstalleerd. Er is geen ruimte op de RAM-schijf of harde schijf
beschikbaar. Verwijder onnodige bestanden. Druk op [GO] om een foutenoverzicht af te
drukken.
Originele toner
geïnstall.
Wordt weergegeven wanneer de geïnstalleerde toner een origineel
UTAX-product is.
Papierstoring
###############
Er heeft zich een papierstoring voorgedaan. De locatie van de papierstoring wordt
aangegeven op de plaats van #. Raadpleeg Papierstoringen oplossen op pagina 5-10 voor
meer informatie.
Fout papierpad
Als er één of meer optionele invoereenheden zijn geïnstalleerd, verschijnt dit bericht als een
van de papierinvoereenheden of de printercassette boven de geselecteerde niet goed
gesloten is.
Data te complex
Druk op GO
De afdruktaak die naar de printer is overgebracht, is te ingewikkeld om op een pagina te
kunnen afdrukken. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. (Het kan zijn dat er op
sommige plaatsen automatisch een pagina-einde wordt ingevoegd.).
U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken.
Als Auto fout wissen op Aan ingesteld staat, wordt het afdrukken na een vooraf
ingestelde periode automatisch hervat.
RAM-schijffout##
Druk op GO
Er is een fout op de RAM-schijf opgetreden. Bekijk de foutcode die op de plaats van ## staat
en raadpleeg Foutcodes met betrekking tot opslag op pagina 5-8. Wilt u de fout op de RAM-
schijf negeren, dan drukt u op [GO].
Vervang toner
Reinig printer
Toner in de tonercontainer is op. Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuwe
tonerset. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven.
Toner laag
Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuwe tonerset.
Onbekende toner
geïnstall.
Wordt weergegeven wanneer de geïnstalleerde toner geen origineel UTAX-product is.
Installeer een originele UTAX-toner.
Fout USB-gehg.##
Druk op GO
Er is een fout opgetreden in het USB-flashgeheugen. Bekijk de foutcode die op de plaats van
## staat en raadpleeg CompactFlash (CF)-kaart en USB-flashgeheugen fouten op pagina 5-
8. Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren.
Gebrk alternat?
Pap.cass. 1
Wanneer de cassette geen papier bevat dat overeenkomt met de afdrukgegevens
(papierformaat en -soort), kunt u aan de hand van dit bericht een andere cassette
specificeren om te gebruiken. Een papierbronnummer wordt enkel weergegeven wanneer
een optionele papierinvoereenheid is geïnstalleerd. Raadpleeg om af te drukken van een
andere papierbron het gedeelte Papier invoermodus (Instelling van de papier invoerbron) in
de Advanced Operation Guide.
ID-fout
De ID of het wachtwoord ingevoerd voor de Beveiliging of Beheerderfunctie is niet correct.
Controleer de ID of het wachtwoord.
Voor meer informatie, raadpleeg het hoofdstuk Beveiliging en Beheer (Beheerderinstellingen)
in de Advanced Operation Guide.
Verkeerd
wachtwoord
Het wachtwoord komt niet overeen met het ingestelde wachtwoord. Voer het correcte
wachtwoord in. Voor meer informatie, raadpleeg het hoofdstuk Beveiliging en Beheer
(Beheerderinstellingen) in de Advanced Operation Guide.
Bericht Correctie
5-8 Problemen oplossen
Foutcodes met betrekking tot opslag
CompactFlash (CF)-kaart en USB-flashgeheugen fouten
Fouten met betrekking tot de RAM-schijf
Code Betekenis
01 De printer ondersteunt de geplaatste CF-kaart niet, of de CF-kaart is defect.
Plaats de correcte CF-kaart.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Geheugenkaart (Gebruik van
de geheugenkaart) in de Advanced Operation Guide.
02 De CF-kaart is niet geïnstalleerd. Controleer nogmaals de vereisten voor het
gebruik van het systeem en de CF-kaart.
03 De CF-kaart is beveiligd tegen schrijven. Controleer de status van de CF-
kaart.
04 Er is onvoldoende ruimte op de CF-kaart. Verwijder onnodige bestanden of
gebruik een nieuwe CF-kaart.
05 Het opgegeven bestand staat niet op de CF-kaart of het USB-
flashgeheugen.
06 Er is onvoldoende printergeheugen om het CF-kaartsysteem te
ondersteunen. Breid het printergeheugen uit.
50 Het USB-flashgeheugen is beveiligd tegen schrijven, of ongeldig. Controleer
de status van het USB-flashgeheugen.
Code Betekenis
01 Formatteringfout. Zet de stroom uit en weer aan.
02 RAM DISK-modus staat Uit. Zet de RAM disk-modus Aan via het
bedieningspaneel.
04 Geen schijfruimte. Verwijder onnodige bestanden.
05 Opgegeven bestand staat niet op schijf.
06 Onvoldoende printergeheugen om het RAM disk-systeem te ondersteunen.
Breid het printergeheugen uit.
Problemen oplossen 5-9
Ready-, Data- en Attention-lampjes
De volgende lampjes gaan branden tijdens normaal gebruik en als de
printer aandacht nodig heeft. Afhankelijk van de status van de verlichting
heeft elk lampje de volgende betekenis:
Lampje Beschrijving
Knipperend. Geeft een fout aan die u kunt oplossen.
Aan. Geeft aan dat de printer klaar en online is. De printer
drukt de gegevens die hij ontvangt af.
Uit. Geeft aan dat de printer offline is. Gegevens kunnen
worden ontvangen maar worden niet afgedrukt. Geeft ook
aan dat printen automatisch is gestopt vanwege een
foutstatus.
Knipperend. Geeft aan dat er gegevens worden
ontvangen.
Aan. Geeft aan dat ontvangen gegevens worden verwerkt
voordat het afdrukken begint, of dat ontvangen gegevens
worden geschreven naar of gelezen van een
CompactFlash (CF)-kaart, RAM-schijf of USB-
flashgeheugen.
Knipperend. Geeft aan dat de printer onderhoud nodig
heeft of aan het opwarmen is.
Aan. Geeft aan dat er een probleem of fout is.
5-10 Problemen oplossen
Papierstoringen oplossen
Als papier in het papiertransportsysteem is vastgelopen, of als er
helemaal geen papier is doorgevoerd, verschijnt het bericht
Papierstoring met de locatie van de papierstoring (het onderdeel
waarin de papierstoring zich heeft voorgedaan). Status Monitor of
COMMAND CENTER kunnen de plek van de papierstoring lokaliseren
(het onderdeel waar de storing is opgetreden). Verwijder het
vastgelopen papier. Wanneer u het vastgelopen papier heeft verwijderd,
begint de printer weer met afdrukken.
Mogelijke locaties van papierstoringen
Onderstaande figuur laat de papierpaden van de printer zien, inclusief
de optionele papierinvoer. De locaties waar de papierstoringen zich
kunnen voordoen, worden hier tevens weergegeven, waarbij elke locatie
in de onderstaande tabel wordt uitgelegd. Papierstoringen kunnen zich
in meer dan één component langs de papierpaden voordoen.
Papierstoringsbericht Locatie papierstoring Beschrijving Pagina
Papierstoring
MF lade
A Papierstoring in de multifunctionele
lade.
pagina 5-12
Papierstoring
Papiercassette 1
B Papierstoring in een papiercassette.
Het cassettenummer kan 1 zijn.
pagina 5-13
Papierstoring
Duplexeenheid
C Papierstoring binnenin de
duplexeenheid.
pagina 5-14
Problemen oplossen 5-11
Algemene aandachtspunten bij het oplossen van
storingen
Houd rekening met de volgende aandachtspunten wanneer u papier
probeert te verwijderen:
Als er regelmatig een papierstoring optreedt, kunt u een andere
papiersoort proberen, het papier vervangen door nieuw papier of de
papierstapel omdraaien. Het kan zijn dat de printer problemen
ondervindt als de papierstoringen blijven optreden nadat het papier
is vervangen.
Of de vastgelopen pagina's gewoon worden gereproduceerd
wanneer het afdrukken wordt hervat, hangt af van de locatie van de
papierstoring.
Papierstoring
Printer
D Papierstoring binnenin de printer pagina 5-15
Papierstoring
Achterklep
E Papierstoring bij de achterklep. pagina 5-17
Papierstoringsbericht Locatie papierstoring Beschrijving Pagina
VOORZICHTIG Trek niet te hard aan het papier, anders
scheurt het. Gescheurde stukjes papier zijn lastig te
verwijderen en kunnen gemakkelijk over het hoofd worden
gezien, waardoor de papierstoring niet kan worden
opgelost.
5-12 Problemen oplossen
Multifunctionele lade
1 Verwijder het papier dat in de multifunctionele lade is vastgelopen.
2 Herlaad de multifunctionele lade. Open en sluit de bovenklep om de
storing te verhelpen en de printer warmt op en hervat afdrukken.
BELANGRIJK Probeer geen papier te verwijderen dat reeds
deels is ingevoerd. Ga verder bij Binnenin de printer op pagina 5-
15.
Problemen oplossen 5-13
Papiercassette/Papierinvoer
1 Trek de cassette of optionele papierinvoer naar buiten.
2 Verwijder het papier dat niet helemaal ingevoerd is.
3 Duw de cassette weer goed naar binnen. De printer warmt op en
gaat verder met afdrukken.
BELANGRIJK Probeer geen papier te verwijderen dat reeds
deels is ingevoerd. Ga verder bij Binnenin de printer op pagina 5-
15.
Opmerking Controleer of het papier goed is geplaatst. Als dit
niet het geval is, plaatst u het papier opnieuw.
5-14 Problemen oplossen
Duplexeenheid
Het papier is in het duplexeenheid vastgelopen. Verwijder het
vastgelopen papier met behulp van onderstaande procedure.
1 Trek de papiercassette helemaal uit de printer.
2 Open de klep van de duplexeenheid aan de voorkant van de printer
en verwijder het vastgelopen papier.
Open de klep van de duplexeenheid aan de achterkant van de
printer en verwijder het vastgelopen papier.
3 Duw de cassette goed terug naar binnen en open en sluit de
bovenklep om de fout op te heffen. De printer warmt op en gaat
verder met afdrukken.
Problemen oplossen 5-15
Binnenin de printer
1 Trek de papiercassette helemaal uit de printer. Verwijder het papier
dat niet helemaal ingevoerd is.
2 Open de bovenklep en voorklep, en til de ontwikkelaar samen met
de tonercontainer uit de printer.
3 Verwijder de drumeenheid uit de printer door de groene hendels met
beide handen vast te houden.
4 Als het papier tussen de rollen is vastgelopen, trekt u het papier in
de normale papierrichting.
BELANGRIJK Probeer geen papier te verwijderen dat reeds
deels is ingevoerd. Ga verder naar stap 2.
VOORZICHTIG De fusereenheid binnen in de printer is
heet. Raak de eenheid niet aan, aangezien dit
brandwonden kan veroorzaken.
Opmerking De drum is gevoelig voor licht. Stel de
drumeenheid nooit langer dan vijf minuten bloot aan licht.
5-16 Problemen oplossen
5 Plaats de drumeenheid terug op zijn positie, en breng de geleiders
aan beide uiteinden in lijn met de sleuven van de printer.
6 Plaats de ontwikkelaar samen met de tonercontainer terug in het
apparaat. Sluit de bovenklep en de voorklep. De printer warmt op en
gaat verder met afdrukken.
Problemen oplossen 5-17
Achterklep
1 Open de achterklep en verwijder het vastgelopen papier door het
naar buiten te trekken.
Als het papier vastgelopen is binnenin de fusereenheid, open dan de
fuserklep en verwijder het papier door het naar buiten te trekken.
2 Sluit de achterklep, en open en sluit de bovenklep om de storing te
op te heffen. De printer warmt op en gaat verder met afdrukken.
VOORZICHTIG De fusereenheid binnenin de printer is
heet. Raak de eenheid niet aan, aangezien dit
brandwonden kan veroorzaken.
5-18 Problemen oplossen
Appendix 6-1
6 Appendix
Dit hoofdstuk bevat de volgende informatie over deze printer.
Specificaties 6-2
Standaardmilieuvoorwaarden 6-4
6-2 Appendix
Specificaties
Opmerking Deze specificaties kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Item Beschrijving
Type Bureaublad
Afdrukmethode Elektrofotografie, laserscan
Papiergewicht Cassette 60 tot 120 g/m² (Duplex: 60 tot 105 g/m²)
Multifunctionele
lade
60 tot 220 g/m²
Papiersoort Cassette Gewoon, voorgedrukt, bankpost, hergebruikt, ruw, briefhoofd, kleur,
voorgeponst, hoge kwaliteit en aangepast 1 tot 8
Multifunctionele
lade
Gewoon, transparant, voorgedrukt, etiketten, bankpost, hergebruikt, ruw,
velijnpapier, briefhoofd, kleur, voorgeponst, envelop, kartonkaart, dik, hoge
kwaliteit en aangepast 1 tot 8
Papierformaat Cassette A4, JIS B5, A5, Folio, Legal, Letter, Oficio II, Statement, Executive, A6, B6, ISO
B5, Envelop C5, 16K, aangepast (105 × 148 tot 216 × 356mm (4-1/8 × 5-13/16
tot 8-1/2 × 14 inch)
Papierinvoer A4, JIS B5, A5, Folio, Legal, Letter, Oficio II, Executive, B6, ISO B5, Envelop
C5, 16K, aangepast (148 × 210 tot 216 × 356mm (5-13/16 × 8-5/16 tot 8-1/2 ×
14 inch)
Multifunctionele
lade
A4, JIS B5, A5, Folio, Legal, Letter, Oficio II, Statement, Executive, A6, B6, ISO
B5, Envelop C5, Envelop #10, Envelop #9, Envelop #6-3/4, Envelop Monarch,
Envelop DL, Hagaki, Ofuku Hagaki, 16K, Yokei 2, Yokei 4, aangepast (70 × 148
tot 216 × 356mm (2-13/16 × 5-13/16 tot 8-1/2 × 14 inch)
Vergrotingsverhouding 25 tot 400%, stappen van 1%
Afdruksnelheid Eenzijdig A4/Letter: 30 ppm/32 ppm
A5: 17 ppm
Dubbelzijdig A4/Letter: 17 ppm
Eerste afdruk (A4, invoer vanuit
cassette)
6 seconden of minder
Opwarmtijd (22°C,
60%RH)
Ingeschakeld 20 seconden of minder (120 V AC), 19 seconden of minder (220 tot 240 V AC)
Slaapstand 15 seconden of minder (120 V AC), 14 seconden of minder (220 tot 240 V AC)
Papiercapaciteit Cassette (1 tot 3) 250 vellen (80 g/m², 11 × 8 1/2"/A4 of kleiner)
Multifunctionele
lade
50 vellen (80 g/m², 11 × 8 1/2"/A4 of kleiner)
Capaciteit
uitvoerlade
Eenzijdig 250 vellen (80 g/m²)
Dubbelzijdig 200 vellen (80 g/m²)
Doorlopend afdrukken 1 tot 999 vellen
Resolutie Fijne 1200 modus, snelle 1200 modus, 600 dpi, 300 dpi
Bedrijfsomgeving Temperatuur 10 tot 32,5°C
Vochtigheid 15 tot 80%
Hoogte Maximaal 2.500 m
Verlichting Maximaal 1.500 lux
Appendix 6-3
Controller PowerPC 440F5/500 MHz
Ondersteunde besturingssystemen Windows 2000 Service Pack 2 of later, Windows Server 2003, Windows XP,
Windows Vista, Mac OS X 10.x
Interface Hi-Speed USB: 1
Netwerk: 1 (10BASE-T/100BASE-TX)
KUIO/W slot: 1
PDL PRESCRIBE
Emulatie PCL 6, KPDL, KPDL (AUTO), Line Printer, IBM Proprinter, DIABLO 630,
EPSON LQ-850
Geheugen
Standaard
128 MB
Maximaal
1152 MB
Afmetingen (b x d x h) 375 × 393 × 267 mm
Gewicht (zonder tonercontainer) 12 kg
Stroomvereisten 220 tot 240 V AC, 50/60 Hz, 3,9 A
Stroomverbruik
Maximaal
967 W (Europa)
Tijdens afdrukken
484 W (Europa)
Tijdens stand-by
12 W (Europa) wanneer de EcoFuser aan staat.
75 W (Europa) wanneer de EcoFuser uit staat.
Slaapstand
7,1 W (Europa)
Stroom uit 0 W
Opties Geheugenuitbreiding, papierinvoercassette (250 vellen x 2)
Item Beschrijving
6-4 Appendix
Standaardmilieuvoorwaarden
Dit apparaat voldoet aan de volgende standaardmilieuvereisten.
Tijd voor overschakelen naar de slaapstand (standaard): 15 minuten
Dubbelzijdig afdrukken: Standaarduitrusting
Duurzaam papier voor invoer: papier dat gemaakt is van 100%
hergebruikt papier.
Opmerking Neem contact op met uw verkoper of
servicevertegenwoordiger voor aanbevolen papiersoorten.
Index-1
Index
A
Aan/uit-schakelaar
onderdelen ................................................................1-2
Aangepaste modus
installatiemethode ...................................................3-15
Aansluiting
netsnoer .............................................................3-3, 3-4
USB-kabel ................................................................3-2
Achterklep
onderdelen ................................................................1-2
Algemene problemen
problemen oplossen .................................................5-2
B
Bedieningspaneel
lampjes, toetsen, overzicht .......................................1-3
onderdelen ................................................................1-2
Binnenin de printer
papierstoringen oplossen .......................................5-15
Bovenklep
onderdelen ................................................................1-2
Bovenste lade
onderdelen ................................................................1-2
C
Cassette
papier plaatsen .........................................................2-2
D
De stroom inschakelen ....................................................3-3
Drumeenheid
onderhoud ................................................................4-5
papierstoringen oplossen .......................................5-15
Duplexeenheid
papierstoringen oplossen .......................................5-14
F
Foutmeldingen
in tabel, met correcties .............................................5-5
met betrekking tot de geheugenkaart .......................5-8
met betrekking tot de RAM-schijf ..............................5-8
Fusereenheid
papierstoringen oplossen .......................................5-17
G
Gedeelte achterklep
papierstoringen oplossen ........................................5-17
I
Installatiemethode
aangepaste modus .................................................3-15
snelle modus ..........................................................3-14
L
Laderreiniger ....................................................................4-6
Langdurig niet gebruiken .................................................4-8
Linkerklep 1 .....................................................................1-2
M
Mogelijke locaties van papierstoringen ..........................5-10
Multifunctionele lade
onderdelen ................................................................1-2
papier plaatsen .........................................................2-5
papierstoringen oplossen ........................................5-12
N
Namen
Bedieningspaneel .....................................................1-3
Netsnoer
aansluiting .........................................................3-3, 3-4
Netsnoeraansluiting
onderdelen ................................................................1-2
Netwerkinterfaceparameters
AppleTalk .......................................................3-10, 3-11
O
Onderdelen
aan de achterkant van de printer ..............................1-2
aan de voorkant van de printer .................................1-2
Onderdelen van de machine ............................................1-1
Onderhoud
vervanging tonercontainer, reinigen ..........................4-1
Ontwikkelaar
papierstoringen oplossen ........................................5-15
Optie
Document finisher .....................................................4-5
Index-2
Optionele interfacesleufklep
onderdelen ................................................................1-2
Originele platen
Reinigen ....................................................................5-2
P
Papier
papier plaatsen in de papierinvoer van 3000 vellen .2-2,
2-5
Papier plaatsen
cassette .....................................................................2-2
multifunctionele lade .................................................2-5
Papier voorbereiden .........................................................2-2
Papiercassette
onderdelen ................................................................1-2
papierstoringen oplossen ........................................5-13
Papiergeleiders ................................................................2-5
Papierinvoer
papierstoringen oplossen ........................................5-13
Papierlengtegeleider ........................................................2-3
Papiermeter ......................................................................2-4
Papierstopper
onderdelen ................................................................1-2
Papierstoringen oplossen
binnenin de printer ..................................................5-15
duplexeenheid .........................................................5-14
gedeelte achterklep .................................................5-17
multifunctionele lade ...............................................5-12
papiercassette .........................................................5-13
papierinvoer ............................................................5-13
Printer verplaatsen ...........................................................4-8
Printerdriver installeren ..................................................3-13
Mac-besturingssysteem ..........................................3-16
Windows pc .............................................................3-13
Problemen met de afdrukkwaliteit
problemen oplossen ..................................................5-3
Problemen oplossen ........................................................5-1
algemene problemen ................................................5-2
problemen met de afdrukkwaliteit .............................5-3
R
Rechterklep
onderdelen ................................................................1-2
Registratierol
reinigen .....................................................................4-6
Reinigen
laderdraad .................................................................4-6
printer ........................................................................4-5
registratierol ..............................................................4-6
Documentverwerker ..................................................5-3
S
Snelle modus
installatiemethode .................................................. 3-14
Specificaties .................................................................... 6-2
Milieuspecificaties .................................................... 6-4
Standaardmilieuvoorwaarden .......................................... 6-4
Startcontainer
tonercontainer .......................................................... 4-2
Sublade
onderdelen ............................................................... 1-2
T
Tips .................................................................................. 5-2
Tonercontainer
hoe te vervangen ..................................................... 4-3
vervanging ................................................................ 4-2
Tonercontainer vervangen .............................................. 4-3
Tonerpakket
tonercontainer, plastic wegwerpzak, installatiehandlei-
ding ............................................................ 4-2
U
USB-aansluiting
onderdelen ............................................................... 1-2
USB-kabel
aansluiting ................................................................ 3-2
V
Vergrendelingshendel
tonercontainer .......................................................... 4-3
Vervanging
tonercontainer ................................................... 4-2, 4-3
Voorklep
onderdelen ............................................................... 1-2
E6
We bevelen het gebruik van onze eigen merkonderdelen aan.
We zijn niet aansprakelijk voor eventuele schade veroorzaakt door het gebruik van onderdelen van andere
merken in dit apparaat.
UTAX GmbH, Ohechaussee 235, 22848 Norderstedt, Germany
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96

Utax LP 3230 Handleiding

Type
Handleiding