32
(*) Het niet respecteren van deze voorwaarde houd in dat de garantie en de verantwoordelijkheid
van de fabrikant vervalt.
Let op! Zorg dat u pluggen gebruikt die geschikt zijn voor het type wand. Vraag advies aan de
fabrikant. Indien nodig vastmetselen. Wij zijn niet aansprakelijk in geval van defecte bevestiging
veroorzaakt door de in de muur gemaakte boorgaten en de gebruikte pluggen.
1) Open de doos van de afzuigkap.
• BORING IN HET PLAFOND
2) Teken met behulp van een schietlood het middelpunt van de kookplaat op het plafond af. Trek lijnen
die parallel lopen met de kookplaat (Afb. 1). Plaats de boormal in de juiste stand, waarbij u de getekende
parallelle lijnen en het middelpunt uitlijnt met die van de boormal. Teken de middelpunten af van de
verschillende boringen die gemaakt moeten worden.
3) Als het plafond van beton is, gebruik dan 8 gietijzeren pluggen voor Ø 10, gebruik geen plastic pluggen.
Als deze bevestiging u niet stevig genoeg lijkt, aarzel dan niet om deze in de ruimte boven het plafond te
versterken. (Afb. 2). Bevestig de steun van de afzuigkap stevig met 8 schroefstangen van Ø 10 mm.
4) Trek in het midden van de zone bestemd voor de montage van de afzuigkap een verticale lijn op de
wand tot aan het plafond (Afb.1, ref. 1). Deze lijn dient om de verschillende onderdelen verticaal uit te
lijnen.
5) Bepaal de plaats van de bevestigingsgaten (Afb. 1, ref. 2): Teken een punt af op de verticale lijn op
een afstand van de kookplaat van:d = minimum 650 + 51 = 701 (maat zonder achterwand). De hoogte
H is de minimumhoogte in mm van de kookplaat tot de onderkant van de afzuigkap (ref. 3). Teken door
het afgetekende punt een horizontale lijn parallel aan de kookplaat. Boor in de wand 4 gaten (2) met een
boor van Ø 8 mm. Bevestig de 2 wandsteunen (ref. 2) met de 4 meegeleverde TH 4,2 x 44,4 schroeven
en pluggen. Kleine bijstellingen zijn mogelijk met de stelschroeven van de afzuigkap (zie Montage van
het huis van de afzuigkap Afb. 10.1 & 2).
6) Gecentreerd op de verticale lijn op 448 mm van het plafond of van de bovenkant en teken de 4 uitbo-
ringen van de steun op de wand af. Boor 4 gaten in de wand met een boor van Ø 8 mm.
7) Montage van het huis van de afzuigkap: Voordat u met de installatie begint,het is noodzakelijk om
de instructies te vogen Afb. 3 tot 9. Uw afzuigkap is in de hoogte verstelbaar met stappen van 53 mm.
De 8 zeskantschroeven van 5 x 10 T worden in de langwerpige gaten gestoken waardoor de afzuigkap
loodrecht gehangen kan worden. (Afb. 9). De plaatsing van de bedieningsorganen is aangeduid op de
boormal.
8) INSTALLATIE VAN DE PLAAT VAN DE AFZUIGKAP. Let op! Deze fase van de montage moet
door 2 personen worden uitgevoerd, gezien het gewicht van de afzuigkap.
Afzuigkap op de muursteunen leggen en bevestig hem met 8 schroefstangen van Ø 10 mm.
De instructies vroeg volgen Afb. 8 tot 3.
9) Controleer de loodrechte stand van de schacht.
10) AANSLUITING: • van de uitvoering met luchtafvoer:
a- Plaats de terugslagklep (ref. 8) op de uitgang van het apparaat (ref. 6) en sluit de exibele buis aan
(Afb. 12) op de afvoer naar buiten en op de uitgang van het apparaat. Bevestig het geheel met geschikte
beugels of kleefband.
b- Verwijder de vetlters, en controleer of de stekker van de voedingskabel goed op de contactdoos van
de motor is aangesloten (Afb. 11). Maak de elektrische aansluitingen van de afzuigkap (zie hoofdstuk
Elektrische aansluiting) en controleer de goede werking van de verlichting, de motor en de overschakeling
van de verschillende afzuigsnelheden.
c- De instructies vroeg volgen Afb. 8 tot 3.
• van de uitvoering met recirculatie:
a- Bevestig de deector (Afb. 12 - ref. R).
b- Installeer een buis met een geschikte diameter (niet meegeleverd) tussen de uitgang van het apparaat
en de ingang van de deector. Bevestig het geheel met geschikte beugels of kleefband.
c- Verwijder de vetlters, en let op dat de stekker van de voedingskabel goed in de contactdoos van de
motor is gestoken (Afb. 11). Maak de elektrische aansluitingen van de afzuigkap (zie hoofdstuk Elek-
trische aansluiting) en controleer de goede werking van de verlichting, de motor en de overschakeling
van de verschillende afzuigsnelheden.
NL