AEG HD955100NB Handleiding

Type
Handleiding
USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Kookplaat
HD955100NB
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 5
3. MONTAGE ...........................................................................................................8
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT.............................................................. 13
5. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 15
6. AANWIJZINGEN EN TIPS..................................................................................19
7. ONDERHOUD EN REINIGING...........................................................................21
8. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................22
9. TECHNISCHE GEGEVENS................................................................................26
10. ENERGIEZUINIGHEID..................................................................................... 28
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
www.aeg.com2
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare
mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging,
dan dient dit geactiveerd te worden.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de
werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden
gehouden.
1.2 Algemene veiligheid
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient
op te passen dat u de verwarmingselementen niet
aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt
of onder permanent toezicht.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een
apart afstandbedieningssysteem.
WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en
brandgevaar opleveren.
NEDERLANDS 3
Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam bijv. met een deksel of blusdeken.
LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet
onder constant toezicht staan.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de
pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit
het stopcontact. In het geval het apparaat direct op de
stroom is aangesloten met een aansluitdoos,
verwijdert u de zekering om het apparaat van de
stroom te halen. Neem in beide gevallen contact op
met de erkende servicedienst.
In het geval van een breuk in de glazen plaat:
zet alle branders en elektrische verwarmelementen
onmiddellijk uit en neem het apparaat van de
stroomvoorziening,
raak het oppervlak van het apparaat niet aan,
gebruik het apparaat niet.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
Als het apparaat direct op de voeding wordt
aangesloten, is er een scheidingsschakelaar met een
contactopening nodig op alle polen. Complete
afsluiting overeenkomstig de voorwaarden
gespecificeerd in de overspanningscategorie III moet
www.aeg.com4
worden gegarandeerd. De aardekabel is hiervan
uitgesloten.
Let er bij het leiden van de stroomkabel op dat de
kabel niet direct in contact komt (bijvoorbeeld bij
gebruik met isolatiehoes) met onderdelen die
temperaturen kunnen bereiken van 50°C hoger dan
kamertemperatuur.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het
kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van
het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn
aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van
ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken
veroorzaken.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de
volgende markten: NL
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
Wees altijd voorzichtig bij het
verplaatsen van het apparaat omdat
het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
Dicht de oppervlakken af met kit om
te voorkomen dat ze gaan opzetten
door vocht.
Bescherm de bodem van het
apparaat tegen stoom en vocht.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
Als het apparaat geïnstalleerd is
boven lades zorg er dan voor dat de
ruimte tussen de onderkant van het
apparaat en de bovenste lade
voldoende is voor luchtcirculatie.
De onderkant van het apparaat kan
heet worden. Wij raden aan om een
onbrandbaar scheidingspaneel te
plaatsen onder het apparaat om te
voorkomen dat de onderkant kan
worden aangeraakt.
Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte
van 2 mm vrij is tussen het werkblad
en de voorkant van de onderste unit.
De garantie dekt geen schade
veroorzaakt door het gebrek aan een
adequate ventilatieruimte.
NEDERLANDS 5
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Verzeker u ervan dat de stekker uit
het stopcontact is getrokken, voordat
u welke werkzaamheden dan ook
uitvoert.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Zorg ervoor dat het apparaat correct
is geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
Gebruik de juiste stroomkabel.
Voorkom dat de stroomkabels
verstrikt raken.
Zorg ervoor dat er een
schokbescherming wordt
geïnstalleerd.
Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het
hete apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als u het apparaat op de
nabijgelegen contactdozen aansluit.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker (indien
van toepassing) of kabel niet
beschadigt. Neem contact op met
onze service-afdeling of een
elektromonteur om een beschadigde
hoofdkabel te vervangen.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
2.3 Gasaansluiting
Alle gasaansluitingen moeten door
een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
Controleer vóór de installatie of de
plaatselijke distributieomstandigheden
(gassoort en -druk) en de afstelling
van het apparaat met elkaar te
combineren zijn.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig is.
Op het typeplaatje staat informatie
over de gastoevoer.
Dit apparaat mag niet aangesloten
worden op een inrichting dat
producten afvoert voor verbranding.
Sluit het apparaat aan volgens de
geldende installatieregels. Let op de
vereisten voor voldoende ventilatie.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
Gebruik dit apparaat in een
huishoudelijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
www.aeg.com6
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Zet de kookzone op "uit" na elk
gebruik.
Vertrouw niet alleen op de
pandetector.
Leg geen bestek of pannendeksels op
de kookzones. Deze kunnen heet
worden.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om
elektrische schokken te voorkomen.
Gebruikers met een pacemaker
moeten een afstand van minimaal 30
cm bewaren van de
inductiekookzones als het apparaat in
werking is.
Als u eten in de hete olie doet, kan
het spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten
bevat kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Leg geen hete deksel op het glazen
oppervlak van de kookplaat.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken in het glas /
glaskeramiek. Til deze voorwerpen
altijd op als u ze moet verplaatsen op
de kookplaat.
Gebruik alleen stabiel kookgerei met
de juiste vorm en een diameter groter
dan de afmetingen van de branders.
Zorg ervoor dat de pannen in het
midden van de branders staan.
Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de
knop snel van de maximale stand
naar de minimale stand draait.
Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Plaats geen vlamverdeler op de
brander.
Het gebruik van een kookapparaat op
gas leidt tot de productie van warmte
en vocht. Zorg voor een goede
ventilatie in de ruimte waar het
apparaat is geïnstalleerd.
U moet bij langdurig intensief gebruik
van het apparaat waarschijnlijk meer
ventileren, bijvoorbeeld door een
raam te openen, of effectiever
ventileren, bijvoorbeeld door het
niveau van de aanwezige,
mechanische ventilatie op te voeren.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
Laat geen zure vloeistoffen, zoals bijv.
azijn, citroensap of reinigingsmiddelen
voor het verwijderen van kalkaanslag,
in aanraking komen met de kookplaat.
Hierdoor kunnen doffe plekken
ontstaan.
Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
NEDERLANDS 7
2.5 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Verwijder de toetsen,
knoppen of pakkingen niet
van het bedieningspaneel.
Er kan water in het apparaat
komen en schade
veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
Trek voor
onderhoudswerkzaamheden de
stekker uit het stopcontact.
Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
De branders niet in de afwasautomaat
reinigen.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t.
correcte afvalverwerking van het
apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Maak de externe gasleidingen plat.
2.7 Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
3. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
3.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient
u de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje
bevindt zich onderop de kookplaat.
Model .......................................
Productnummer
(PNC) ........................................
Serienummer ...........................
3.2 Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in
geschikte inbouwunits of werkbladen die
aan de normen voldoen.
3.3 Gasaansluiting
WAARSCHUWING!
De volgende instructies over
de installatie en het
onderhoud moeten
opgevolgd worden door
vakkundig personeel in
overeenstemming met de
geldende voorschriften.
Kies vaste aansluitingen of gebruik een
flexibele leiding van roestvrij staal, in
overeenstemming met de voorschriften
die van kracht zijn. Als u flexibele
metalen leidingen gebruikt, moet u
opletten dat deze niet in aanraking
komen met bewegende onderdelen, of
dat ze niet vastgeklemd worden. Wees
ook voorzichtig wanneer de kookplaat
wordt samengebracht met een oven.
De verbinding moet worden aangelegd in
overeenstemming met NEN 1078.
www.aeg.com8
Controleer of de
gastoevoerdruk van het
apparaat voldoet aan de
aanbevolen waarden. De
verstelbare aansluiting wordt
op de uitbreidingsbrug
bevestigd met behulp van
een schroefdraadmoer R
1/2" (NEN 3258). Schroef de
onderdelen vast en maak
het geheel zo nodig vast met
teflontape om de juiste
richting te verkrijgen.
A
B
A. Uiteinde van as met moer
B. Elleboog meegeleverd met het
apparaat
Vloeibaar gas
Gebruik de rubberen pijphouder voor
vloeibaar gas. Koppel altijd de pakking
vast. Ga vervolgens door met de
gasaansluiting.
De flexibele leiding is klaar voor gebruik
als de leiding:
niet warmer wordt dan
kamertemperatuur, warmer dan 30°C;
niet langer is dan 1.500 mm;
geen knikken vertoont;
niet onderworpen is aan tractie of
torsie;
niet in aanraking komt met scherpe
randen of hoeken;
gemakkelijk onderzocht kan worden
om de toestand ervan te controleren.
De controle van de staat van de flexibele
leiding bestaat erin te controleren of:
de leiding geen barsten, sneden,
vlekken of brandsporen vertoont op
de twee uiteinden en over de
volledige lengte;
het materiaal niet gehard is, maar de
juiste elasticiteit vertoont
de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn
de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten
waarneembaar zijn, mag de leiding niet
worden gerepareerd, maar moet deze
worden vervangen.
WAARSCHUWING!
Controleer wanneer de
installatie is voltooid of alle
leidingfittingen goed zijn
afgedicht. Gebruik een
zeepoplossing, geen vlam!
3.4 Vervanging van
gasinspuiters
1. Verwijder de pannendrager.
2. Verwijder de branderkappen en -
kronen.
3. Verwijder met een dopsleutel 7 de
hoofdsproeiers, en vervang ze door
de sproeiers die vereist zijn voor het
type gas dat u gebruikt (zie de tabel
in het hoofdstuk 'Technische
gegevens').
4. Zet de onderdelen in omgekeerde
volgorde terug.
5. Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje
NEDERLANDS 9
voor het nieuwe type gastoevoer. U
kunt het plaatje vinden in het zakje
dat bij het apparaat geleverd is.
Als de toevoergasdruk aanpasbaar is of
verschilt van de vereiste druk, moet u
een geschikte drukregelaar op de
gastoevoerleiding monteren.
3.5 Instellen van het
minimumniveau
Het minimumniveau van de branders
afstellen:
1. Steek de brander aan.
2. Draai de knop naar de minimale
stand.
3. Verwijder de knop.
4. Pas de stand van de bypass-schroef
aan met een smalle
schroevendraaier (A voor externe
kroon en B voor interne kroon).
A
B
5. Als u overstapt:
van aardgas G25,3 25 mbar, G25
25 mbar of aardgas G20 20 mbar
naar vloeibaar gas, draait u de
bypass-schroef volledig vast.
van vloeibaar gas naar aardgas
G25,3 25 mbar, G25 25 mbar of
aardgas G20 20 mbar, draait u de
bypass-schroef ongeveer een
kwartslag voor een interne kroon
(B) en ongeveer een derde slag
voor een externe kroon (A).
WAARSCHUWING!
Zorg dat de vlam niet uitgaat
als u de knop snel van de
maximale stand naar de
minimale stand draait.
3.6 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
Zorg er voor dat het aangegeven
voltage en het type stroom op het
typeplaatje overeenkomen met het
voltage en stroomtype van uw lokale
stroomleverancier.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg ervoor dat het netsnoer na
installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Er is brandgevaar als het apparaat
verbinding maakt met een
verlengkabel, een adapter of een
meervoudige aansluiting. Zorg ervoor
dat de aarde-aansluiting overeenkomt
met de normen en regelgeving.
Laat de stroomkabel niet warmer
worden dan 90 °C.
Zorg ervoor dat u de blauwe
neutrale kabel aansluit op de
aansluiting met de letter "N"
erop. Sluit de bruine (of
zwarte) fasekabel aan op de
aansluiting met de letter "L".
Zorg dat de fasekabel altijd
verbinding maakt.
3.7 Aansluitkabel
Gebruik alleen de speciale aansluitkabel
of een gelijksoortig type. Het kabeltype
is: H05V2V2-F T90.
Zorg ervoor dat de doorsnede van het
snoer geschikt is voor het voltage en de
bedrijfstemperatuur. De geel/groene
aarddraad moet ongeveer 2 cm langer
zijn dan de bruine (of zwarte) fasedraad.
3.8 De afdichting bevestigen
1. Reinig het werkblad rond de plek
waar het gat moet worden
uitgezaagd.
2. Bevestig de meegeleverde
afdichtstrip tegen de onderrand van
de kookplaat langs de buitenrand van
de keramische plaat. Rek het
afdichtband daarbij niet uit. Zorg dat
de uiteinden van de afdichtstrip zich
in het midden van een van de zijden
van de kookplaat bevinden.
3. Tel een paar mm bij de af te knippen
lengte van de afdichtstrip.
4. Duw de twee uiteinden van de
afdichtstrip samen.
www.aeg.com10
3.9 Assemblage
min.
450mm
min.
650mm
min.
2mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min
30 mm
min. 500 mm
< 20 mm
> 20 mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min. 500 mm
R 5 mm
min.
55 mm
490
mm
830
mm
600 mm
min.
38 mm
min.
2 mm
NEDERLANDS 11
min.
12 mm
min.
2 mm
LET OP!
Installeer het apparaat
alleen op een werkblad met
een plat oppervlak.
3.10 Mogelijkheden voor
inbouw
Keukenmeubel met deur
Het paneel geïnstalleerd onder de
kookplaat moet eenvoudig te verwijderen
zijn en eenvoudig toegang bieden indien
technische hulp nodig is.
min. 40 mm
(+2 mm)
min. 30 mm
min. 60 mm
b
a
A. Verwijderbaar paneel
B. Ruimte voor aansluitingen
Keukenmeubel met oven
Om veiligheidsredenen en om een
gemakkelijke verwijdering van de oven
uit het meubel mogelijk te maken,
moeten de elektrische aansluitingen van
de kookplaat en de oven afzonderlijk
geïnstalleerd worden.
Als u de kookplaat
asymmetrisch naar rechts
installeert moet de minimale
afstand tussen de linkerkant
van de kookplaat en de
linkersteun 72 mm zijn.
min.
72 mm
LET OP!
De onderkant van het
apparaat kan heet worden.
Als er geen oven geplaatst
wordt onder de kookplaat,
dan raden wij aan om een
onbrandbaar
scheidingspaneel te
plaatsen onder het apparaat
om te voorkomen dat de
onderkant kan worden
aangeraakt. De positie van
het paneel wordt beschreven
in het hoofdstuk "Installatie".
www.aeg.com12
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
4.1 Indeling kookplaat
1
Dubbele brander
2
Inductiekookzones
3
Bedieningspaneel
4
Bedieningsknop
4.2 Bedieningsknop
Symbool Beschrijving
geen gastoevoer / uit-
stand
ontstekingsstand / maxi‐
male gastoevoer
Symbool Beschrijving
minimale gastoevoer
interne kroon
dubbele kroon
4.3 Indeling Bedieningspaneel
1 2 3
5
64
8 710
9
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en
geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tiptoets Functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Blokkering / Kinderbevei‐
liging van de kookplaat
Het bedieningspaneel vergrendelen/
ontgrendelen.
NEDERLANDS 13
Tiptoets Functie Opmerking
3
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
4
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
5
- Timerindicatie voor de
kookzones
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
6
- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
7
- Om de kookzone te selecteren.
8
/
- De tijd verlengen of verkorten.
9
PowerBoost De functie in- en uitschakelen.
10
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
4.4 Kookstanddisplays
Display Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO werkt.
Automatisch opwarmen werkt.
PowerBoost werkt.
+ cijfer
Er is een storing.
/ /
OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie): doorgaan met ko‐
ken / warmhoudstand / restwarmte.
Blokkering /Kinderbeveiliging van de kookplaat werkt.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op
de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen werkt.
www.aeg.com14
4.5 OptiHeat Control (3-staps
restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte. Het
controlelampje geeft het
niveau van de restwarmte
aan.
De inductiekookzones creëren de voor
het kookproces benodigde warmte direct
in de bodem van de pan. Het
glaskeramiek wordt verwarmd door de
warmte van de pannen.
5. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Gasbranders
Branderoverzicht
A
B
C
D
A. Branderdeksel
B. Branderkroon
C. Ontstekingsbougie
D. Thermokoppeling
Ontsteking van de brander
Ontvlam de brander altijd
vóór u het kookgerei erop
plaatst.
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij het
gebruik van branders (open
vuur) in de keuken. De
fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld
worden in geval van onjuist
gebruik van de vlam.
1. Druk de bedieningsknop helemaal in
en draai de knop linksom naar de
maximale gastoevoerstand ( ).De
vlam gaat branden in de twee
branderkronen van de dubbele
brander. Druk om de interne kroon
van de dubbele brander aan te
steken de bedieningsknop helemaal
in en draai de knop linksom naar de
maximale stand ( ).
2. Houd de bedieningsknop ongeveer
10 seconden ingedrukt. Het
thermokoppel kan dan opwarmen.
Als u dat niet doet, wordt de
gastoevoer onderbroken.
3. Stel de vlam af zodra deze
regelmatig brandt.
Als de brander na enkele
pogingen niet aan gaat,
controleer dan of de kroon
en de branderdeksel goed
op hun plaats zitten.
WAARSCHUWING!
Houd de bedieningsknop
niet langer dan 15 seconden
ingedrukt. Als de brander na
15 seconden nog niet
brandt, de bedieningsknop
loslaten en minstens 1
minuut wachten voordat u
opnieuw probeert de vlam te
ontsteken.
NEDERLANDS 15
LET OP!
Bij afwezigheid van
elektrische stroom kunt u de
brander ontsteken zonder
elektrische inrichting. Breng
in dat geval een vlam in de
buurt van de brander, draai
de regelknop tegen de
wijzers van de klok in naar
de maximale
gastoevoerstand en druk
deze in. Houd de regelknop
gedurende 10 seconden of
korter ingedrukt om het
thermokoppel op te laten
warmen.
Draai als de brander per
ongeluk uit gaat de
bedieningsknop naar de uit
stand en probeer na
minimaal 1 minuut de
brander weer aan te steken.
De vonkontsteking kan
automatisch starten wanneer
u de stekker in het
stopcontact steekt, na de
installatie of na een
stroomonderbreking. Dat is
normaal.
De brander uitschakelen
Om de vlam te doven, de knop naar de
off-positie draaien
.
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of
schakel hem uit voordat u de
pan van de brander haalt
De wokstandaard gebruiken
Met een wokstandaard kunt u een wok
met ronde bodem op de kookplaat
gebruiken. U kunt de wokstandaard
alleen gebruiken op de dubbele brander.
Als u de wokstandaard installeert, dient u
ervoor te zorgen dat de uitsparingen in
het frame precies passen op de balken
van de pansteunen.
Bij het herplaatsen van het
rooster van de dubbele
brander moet u ervoor
zorgen dat het holle deel van
het rooster met de
aanduiding op de plaat op
het glas wordt bevestigd.
5.2 Inductiekookzones
In- of uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
alle kookzones zijn uitgeschakeld.
u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
u iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er
klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Verwijder het voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droogkookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u de
kookplaat weer kunt gebruiken.
u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd
gaat branden en wordt de
kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en
de tijd waarna de kookplaat
uitschakelt:
www.aeg.com16
Kookstand De kookplaat
wordt uitgescha‐
keld na
, 1 - 3
6 uur
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite
kookstand heeft bereikt.
Automatisch opwarmen
Activeer deze functie om in een kortere
tijd een gewenste kookstand te krijgen.
Als het aan staat, werkt de zone in het
begin op de hoogste kookstand en gaat
daarna verder met koken op de
gewenste kookstand.
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone
koud zijn.
Om de functie voor een kookzone in
te schakelen: raak aan ( gaat
aan). Raak meteen de gewenste
kookstand aan. Na 3 seconden gaat
branden.
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
PowerBoost
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De functie kan voor een beperkte
tijdsduur voor uitsluitend de
inductiekookzone worden geactiveerd.
Daarna wordt de inductiekookzone
automatisch teruggeschakeld naar de
hoogste kookstand.
Om de functie voor een kookzone in
te schakelen: raak aan. gaat aan.
Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te
stellen hoe lang de kookzone moet
werken voor een kooksessie.
Stel eerst de warmtestand voor de
kookzone in en dan de functie.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak
van de
timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99
minuten). Als het lampje van de
kookzone langzaam gaat knipperen,
wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer
de kookzone met . Het indicatielampje
van de kookzone gaat sneller knipperen.
Op het display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om het juiste tijdstip van de dag te
wijzigen:selecteer de kookzone met .
Raak of aan.
De functie uitschakelen: stel de
kookzone in met en raak aan. De
resterende tijd telt af naar 00. Het
indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal
en knippert 00. De kookzone
wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
NEDERLANDS 17
CountUp Timer (De timer met
optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te
houden hoe lang de kookzone werkt.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak
van de
timer aan. gaat aan. Als het lampje
van de kookzone langzaam knippert,
wordt de tijd opgeteld. De display
schakelt tussen en getelde tijd
(minuten).
Om in de gaten te houden hoe lang de
kookzone werkt:selecteer de kookzone
met . Het indicatielampje van de
kookzone gaat sneller knipperen. De
display geeft aan hoe lang de zone
werkt.
De functie uitschakelen:stel de
kookzone in met
en raak of
aan. Het indicatielampje van de
kookzone gaat uit.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als
Kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet
werken. De warmtestand op het display
toont
.
De functie inschakelen: raak aan.
Raak of van de timer aan om de
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal en knippert
00.
Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
De functie heeft geen
invloed op de werking van
de kookzones.
STOP+GO
Deze functie stelt alle kookzones die in
werking zijn in op de laagste kookstand.
Als de functie in gebruik is, kunt u de
kookstand niet wijzigen.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Blokkering
U kunt het bedieningspaneel
vergrendelen terwijl de kookzones in
werking zijn. Hiermee wordt voorkomen
dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden
aan.
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet,
stopt u deze functie ook.
Kinderbeveiliging van de
kookplaat
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel
de kookplaat in met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
met .
Om de functie uit te schakelen:
schakel de kookplaat in met . Stel
geen kookstand in. Raak
4 seconden
aan. gaat aan. Schakel de kookplaat
uit met .
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken: zet de kookplaat aan
met . gaat aan. Raak 4
seconden aan. Stel de kookstand in
binnen 10 seconden. U kunt de
kookplaat bedienen. Als u de kookplaat
uitschakelt met , treedt de functie weer
in werking.
www.aeg.com18
OffSound Control (De
geluiden in- en uitschakelen)
Schakel de kookplaat uit. Raak 3
seconden aan. Het display gaat aan en
uit. Raak 3 seconden aan. of
gaat branden. Raak aan om één van
het volgende te kiezen:
- de signalen zijn uit
- de signalen zijn aan
Om uw keuze te bevestigen moet u
wachten tot de kookplaat automatisch
uitschakelt.
Als de functie op staat, kunt u de
geluiden alleen horen als:
u aanraakt
Kookwekker naar beneden komt
Timer met aftelfunctie naar beneden
komt
u iets op het bedieningspaneel
plaatst.
Vermogensbeheer
De kookzones zijn gegroepeerd
volgens locatie en aantal fasen van
de kookplaat. Zie afbeelding.
Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading van 3700 W.
De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones aangesloten op een
enkele fase de 3700 W overschrijdt.
De functie verlaagt het vermogen
naar de andere kookzones
aangesloten op dezelfde fase.
Het warmte-instellingsdisplay van de
verlaagde zone verandert tussen twee
niveaus.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
Elektrisch:
Bij een inductiekookzone
zorgt een sterk
elektromagnetisch veld
ervoor dat het kookgerei erg
snel heet wordt.
Gebruik de
inductiekookzones met
geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt voor
inductie door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
een beetje water kookt snel op een
zone die ingesteld is op de hoogste
instelling.
een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk
zijn.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
grootte van de bodem van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft
betrekking op de diameter van het
NEDERLANDS 19
kookgerei. Kookgerei met een diameter
die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat
door de kookzone wordt gegenereerd.
Zie het hoofdstuk
'Technische informatie'.
LET OP!
Gebruik geen gietijzeren
pannen, grillstenen,
aardewerk of grillplaten op
gasbranders.
Gas:
WAARSCHUWING!
Zet één pan niet op twee
branders.
WAARSCHUWING!
Zet geen instabiele of
beschadigde pannen op de
brander om morsen en letsel
te voorkomen.
LET OP!
Zorg dat de potten niet op de
bedieningsknop staan,
anders wordt de
bedieningsknop heet.
LET OP!
Zorg dat de handvaten van
de pot niet boven de voorste
rand van het werkblad
komen.
LET OP!
Zorg dat de potten zich in
het midden van de brander
bevinden, voor een
maximum aan stabiliteit en
lager gasverbruik.
LET OP!
Vloeistoffen die tijdens het
koken worden gemorst
kunnen ervoor zorgen dat
het glas breekt.
6.2 Diameter van het
kookgerei
Gebruiken alleen kookgerei
met een bodemdiameter die
geschikt is voor de afmeting
van de plaat.
Brander Diameter van
de pannen
(mm)
Dubbele brander 220 - 300
6.3 Öko Timer (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer
met aftelfunctie klinkt. Het verschil in
werkingstijd hangt af van het niveau van
de kookstand en de tijd dat u kookt.
6.4 De geluiden tijdens de
werking (voor
inductiekookzones)
Als u dit hoort:
krakend geluid: de pan is gemaakt
van verschillende materialen
(sandwich-constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van de
kookzone met een hoge kookstand en
als de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie).
zoemen: als u hoge kookstanden
gebruikt.
klikken: er treedt elektrische
schakeling op.
sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect van de kookplaat
te maken.
6.5 Voorbeelden van
kooktoepassingen (voor
inductiekookzones)
De relatie tussen het stroomverbruik van
de warmte-instelling en de kookzone is
niet lineair. Wanneer u de warmte-
instelling verhoogt, is dit niet
proportioneel met de toename in
www.aeg.com20
stroomverbruik van de kookzone. Het
betekent dat de kookzone met de
medium warmte-instelling minder dan de
helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Verwar‐
mingsstand
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhou‐
den.
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten: bo‐
ter, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten, ge‐
bakken eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden.
3 - 5 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk‐
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
25 - 50 Voeg minstens tweemaal zo‐
veel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het be‐
reiden tussendoor roeren.
5 - 7 Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 - 45 Een paar eetlepels vocht toe‐
voegen.
7 - 9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
7 - 9 Bereiden van grotere hoeveel‐
heden voedsel, stoofschotels
en soepen.
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingrediën‐
ten.
9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees, ko‐
teletten, rissoles, worstjes, le‐
ver, roux, eieren, pannenkoe‐
ken, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
12 - 13 Door-en-door gebraden, opge‐
bakken aardappelen, lenden‐
biefstukken, steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou‐
lash, stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Powerfunctie is ge‐
activeerd.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
Gebruik altijd kookgerei met een
schone bodem.
NEDERLANDS 21
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor
de glazen plaat.
Was de onderdelen van roestvrij staal
af met water en droog ze vervolgens
met een zachte doek.
7.2 Pannendragers
De pansteunen zijn niet
bestand tegen afwassen in
een afwasautomaat. Ze
moeten met de hand worden
afgewassen.
1. U kunt de pansteunen verwijderen
voor een gemakkelijke reiniging van
het kookplaat.
Ga zeer voorzichtig te
werk bij het vervangen
van de pannendrager, dit
om schade aan het
oppervlak van de
kookplaat te vermijden.
2. De emaillelaag kan scherpe randen
hebben, dus wees voorzichtig tijdens
het met de hand afwassen en
afdrogen. Verwijder hardnekkige
vlekken zo nodig met een
pastareiniger.
3. Zorg er na het reinigen van de
pansteunen voor dat u ze in de juiste
stand terugplaatst.
4. Om ervoor te zorgen dat de brander
goed werkt, moeten de armen van de
pannendrager in het midden van de
brander worden geplaatst.
7.3 De kookplaat
schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie, suiker en
suikerhoudende gerechten. Anders
kan het vuil de kookplaat
beschadigen. Doe voorzichtig om
brandwonden te voorkomen. Plaats
de speciale schraper schuin op de
glazen plaat en verwijder resten door
het blad over het oppervlak te
schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
niet-schurend reinigingsmiddel. Droog
de kookplaat na reiniging af met een
zachte doek.
Verkleuring glanzende metalen
verwijderen: reinig het glazen
oppervlak met een doek en een
oplossing van water met azijn.
Was de geëmailleerde delen, deksel
en kroon met een warm sopje en laat
ze goed drogen alvorens ze terug te
plaatsen.
7.4 Reinigen van de
ontstekingsknop
Dit onderdeel is uitgerust met een
keramische ontstekingsbougie met een
metalen elektrode. Reinig deze
onderdelen altijd grondig, om
moeilijkheden bij het aansteken te
voorkomen, en controleer of de
branderkroonopeningen niet verstopt
zijn.
7.5 Periodiek onderhoud
Raadpleeg regelmatig uw lokale
serviceafdeling, om de staat van de
gastoevoerleiding en de drukregelaar
(indien gemonteerd) te controleren.
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
www.aeg.com22
8.1 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt de kookplaat niet in‐
schakelen of bedienen.
De kookplaat is niet aange‐
sloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het aan‐
sluitdiagram.
De zekering is doorgesla‐
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is.
Als de zekeringen keer op
keer doorslaan, neemt u
contact op met een erkende
installateur.
Schakel de kookplaat op‐
nieuw in en stel de kook‐
stand binnen 10 seconden
in.
U hebt twee of meer tiptoet‐
sen tegelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets te‐
gelijk aan.
STOP+GO-functie werkt. Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
Er ligt water of er zitten vet‐
spatten op het bedienings‐
paneel.
Reinig het bedieningspa‐
neel.
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uitge‐
schakeld.
Er weerklinkt een geluidssig‐
naal als de kookplaat wordt
uitgeschakeld.
U hebt een of meer tiptoet‐
sen afgedekt.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
De kookplaat schakelt uit.
U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Het indicatielampje van rest‐
warmte gaat niet aan.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is ge‐
bruikt.
Als de kookzone lang ge‐
noeg in werking is geweest
om heet te zijn, neemt u
contact op met de klanten‐
service.
De automatische opwarm‐
functie start niet.
De zone is heet. Laat de zone voldoende af‐
koelen.
De hoogste verwarmings‐
stand is ingesteld.
De hoogste kookstand heeft
hetzelfde vermogen als de
functie.
NEDERLANDS 23
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
De kookstand schakelt tus‐
sen twee kookstanden.
De Powerfunctie is in werk‐
ing.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
De sensorvelden worden
warm.
Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedie‐
ningspaneel.
Plaats groter kookgerei op
de achterste kookzones in‐
dien nodig.
Er klinkt geen signaal wan‐
neer u de sensorvelden van
het bedieningspaneel aan‐
raakt.
De signalen zijn uitgescha‐
keld.
Schakel de signalen in.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
gaat branden.
De automatische uitschake‐
ling is in werking getreden.
Schakel de kookplaat uit en
weer in.
gaat branden.
Het kinderbeveiliging of de
vergrendelfunctie is actief.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
gaat branden.
Er staat geen kookgerei op
de zone.
Zet kookgerei op de zone.
Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookgerei.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
De diameter aan de bodem
van het kookgerei is te klein
voor de zone.
Gebruik kookgerei met de
juiste afmetingen.
Zie het hoofdstuk 'Techni‐
sche informatie'.
en een getal gaat bran‐
den.
Er heeft zich een fout in de
kookplaat voorgedaan.
Ontkoppel de kookplaat eni‐
ge tijd van de stroomtoe‐
voer. Ontkoppel de zekering
uit het elektrische systeem
van het huis. Sluit het appa‐
raat opnieuw aan. Als
weer gaat branden, neem
dan contact op met de klan‐
tenservice.
www.aeg.com24
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
gaat branden.
Er is een storing opgetreden
in de kookplaat, omdat er
kookgerei is drooggekookt.
Automatische uitschakeling
en de oververhittingsbe‐
scherming voor de zones
zijn in werking getreden.
Schakel de kookplaat uit.
Verwijder het hete kookge‐
rei. Schakel na ongeveer 30
seconden de kookzone op‐
nieuw in. Als het probleem
lag bij het kookgerei, ver‐
dwijnt het foutbericht. Het in‐
dicatielampje van restwarm‐
te kan blijven branden. Laat
het kookgerei voldoende af‐
koelen. Controleer of uw
kookgerei geschikt is voor
de kookplaat.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
Er is geen vonk als de vonk‐
ontsteking wordt geacti‐
veerd.
De kookplaat is niet aange‐
sloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet.
De zekering is doorgesla‐
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is.
Als de zekeringen keer op
keer doorslaan, neemt u
contact op met een erkende
installateur.
De branderdeksel en kroon
zitten niet goed op hun
plaats.
Plaats de branderdeksel en
de kroon op juiste wijze.
De vlam gaat meteen na de
ontsteking uit.
Het thermokoppel is niet vol‐
doende opgewarmd.
Na het ontsteken van de
vlam, de knop circa 10 sec.
ingedrukt houden.
De vlamring is ongelijk. De branderkroon is verstopt
met etensresten.
Controleer of de hoofdin‐
spuiter niet verstopt is en of
de branderkroon schoon is.
8.2 Als u het probleem niet
kunt oplossen...
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling. Zie voor
deze gegevens het typeplaatje. en de
foutmelding die wordt weergegeven.
Verzeker u ervan dat u de kookplaat
correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik
van het apparaat wordt het bezoek van
de onderhoudstechnicus van de
klantenservice of de vakhandelaar in
rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het
service center en de garantiebepalingen
vindt u in het garantieboekje.
NEDERLANDS 25
8.3 Labels meegeleverd in de
zak met accessoires
Bevestig de stickers zoals hieronder
weergegeven:
MOD.
PROD.NO.
SER.NO
DATA
MOD.
PROD.NO.
SER.NO
DATA
MOD.
PROD.NO.
SER.NO.
03 IT
MADE IN ITALY
TYPE
IP20
0049
A B C
A. Plak het op de garantiekaart en
verstuur dit deel (indien van
toepassing).
B. Plak het op de garantiekaart en
bewaar dit deel (indien van
toepassing).
C. Plak het op het instructieboekje.
9. TECHNISCHE GEGEVENS
9.1 Afmetingen kookplaat
Breedte 880 mm
Diepte 520 mm
9.2 Specificatie kookzones
Kookzone Nominaal ver‐
mogen (max
warmte-instel‐
ling) [W]
PowerBoost
[W]
PowerBoost
maximale duur
[min]
Diameter van
het kookgerei
[mm]
Middenvoor 2200 3600 5 180 - 210
Middenachter 1400 2500 4 125 - 145
Rechtsvoor 1400 2500 4 125 - 145
Rechtsachter 1800 2800 10 145 - 180
www.aeg.com26
Het vermogen van de kookzones kan
enigszins afwijken van de gegevens in
de tabel. Het verandert met het materiaal
en de afmetingen van het kookgerei.
Gebruik voor optimale kookresultaten
alleen kookgerei met een diameter niet
groter dan vermeld in de tabel.
9.3 Bypassdiameters
BRANDER Ø BYPASS 1/100 mm
Dubbele (interne kroon) 29
Dubbele (externe kroon) 68
9.4 Overige technische gegevens
TOTAAL VER‐
MOGEN:
Origineel gas:
G25.3 (2EK) 25 mbar
5 kW
G25 (2L) 25 mbar
Gasvervanging: G30/G31 (3B/P) 30/30 mbar 334
G20 (2E) 20 mbar 5 kW
Elektrische zo‐
nes:
7,2 kW
Elektrische
voeding:
230/400 V 3N ~ 50 Hz
Apparaatcate‐
gorie:
II2EK3B/P
II2L3B/P
Gasaansluiting: R 1/2''
Apparaatklas‐
se:
3
9.5 Gasbranders voor AARDGAS G25.3 25 mbar / G25 25 mbar
BRANDER NORMAAL VER‐
MOGEN kW
MINIMUM VERMO‐
GEN kW
INSPUITMARKE‐
RING
Dubbel 5,0 1,8 71D + 2x116D
Dubbele (interne
kroon)
0,8 0,33 71D
9.6 Gasbranders voor LPG G30/G31 30/30 mbar
BRANDER NORMAAL
VERMOGEN
kW
MINIMUM
VERMOGEN
kW
INSPUITMAR‐
KERING
NOMINALE GAS‐
STROMING g/h
Dubbel 4,6 2,2 46D + 2x72D 334
NEDERLANDS 27
BRANDER NORMAAL
VERMOGEN
kW
MINIMUM
VERMOGEN
kW
INSPUITMAR‐
KERING
NOMINALE GAS‐
STROMING g/h
Dubbele (inter‐
ne kroon)
0,8 0,4 46 58
9.7 Gasbranders voor AARDGAS G20 20 mbar
BRANDER NORMAAL VER‐
MOGEN kW
MINIMUM VERMO‐
GEN kW
INSPUITMARKE‐
RING
Dubbel 5,0 1,8 70D + 2x115D
Dubbele (interne
kroon)
0,8 0,33 70D
10. ENERGIEZUINIGHEID
10.1 Productinformatie volgens EU-richtlijn 66/2014
Modelidentificatie HD955100NB
Type kooktoestel Ingebouwde kook‐
plaat
Aantal elektrische kookzones 4
Warmtetechnologie per elektrische
kookzone
Inductie
Diameter van elektrische ronde kook‐
zones (Ø)
Middenachter 14,5 cm
Rechtsachter 18,0 cm
Middenvoor 21,0 cm
Rechtsvoor 14,5 cm
Energieverbruik per kookzone (EC
electric cooking)
Middenachter 178,1 Wh / kg
Rechtsachter 178,7 Wh / kg
Middenvoor 176,9 Wh / kg
Rechtsvoor 178,1 Wh / kg
Aantal gasbranders 1
Energiezuinigheid per gasbrander
(EE gas burner)
Linksmidden - Dubbel 55.1%
Energiezuinigheid voor de gaskook‐
plaat
(EE gas hob)
55.1%
www.aeg.com28
Energieverbruik van de kookplaat
(EC electric hob)
177,9 Wh / kg
EN 30-2-1: Huishoudelijke kookapparaten op gas - deel 2-1 : Energieverbruik -
Algemeen
EN 60350-2 - Elektrische huishoudelijke kookapparaten - deel 2: Kookplaten -
Methodes voor het meten van de prestatie
10.2 Energie besparen
Zorg er voor gebruik voor dat de branders en pansteunen goed worden geplaatst.
Gebruiken alleen kookgerei met een bodemdiameter die geschikt is voor de
afmeting van de plaat.
Zet de pan in het midden van de brander.
Warm alleen de hoeveelheid water op die u nodig heeft.
Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan.
Wanneer de vloeistof begint te koken, draait u de vlam omlaag, totdat de vloeistof
zachtjes pruttelt.
Gebruik indien mogelijk een hogedrukpan. Zie de gebruikshandleiding van de
hogedrukpan.
11. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
NEDERLANDS 29
www.aeg.com/shop
867356767-A-302020
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

AEG HD955100NB Handleiding

Type
Handleiding