AEG HD955100NB Handleiding

Type
Handleiding
HD955100NB NL Gebruiksaanwijzing
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
4. DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
6. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
7. PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
8. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
9. TECHNISCHE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren
uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen
maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd
om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2
www.aeg.com
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor in-
stallatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente inva-
liditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en door mensen met beperkte licha-
melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan van een volwassene of van iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het ap-
paraat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveili-
ging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselemen-
ten niet aanraken.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
NEDERLANDS 3
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
Probeer brand nooit met water te blussen, maar scha-
kel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de
vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden ge-
plaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Als de glaskeramische oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit om het risico op elektri-
sche schokken te voorkomen.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de
volgende markten: NL
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatie-
technicus mag het apparaat in-
stalleren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Dicht de oppervlakken af met kit om
te voorkomen dat ze gaan opzetten
door vocht.
Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat hete pennen van het apparaat val-
len als de deur of het raam wordt geo-
pend.
Als het apparaat geïnstalleerd is bo-
ven lades zorg er dan voor dat de
ruimte tussen de onderkant van het
apparaat en de bovenste lade vol-
doende is voor luchtcirculatie.
De onderkant van het apparaat kan
heet worden. Wij raden aan om een
onbrandbaar scheidingspaneel te
plaatsen onder het apparaat om te
voorkomen dat de onderkant kan wor-
den aangeraakt.
Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromon-
teur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangeslo-
ten op een geaard stopcontact.
4
www.aeg.com
Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u
welke werkzaamheden dan ook uit-
voert.
Gebruik de juiste stroomkabel.
Voorkom dat de stroomkabels verstrikt
raken.
Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het he-
te apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als u het apparaat op de na-
bijgelegen contactdozen aansluit
Zorg ervoor dat het apparaat correct
is geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
Zorg ervoor dat er een schokbescher-
ming wordt geïnstalleerd.
Zorg ervoor dat het snoer niet wordt
belast door trekken.
Zorg dat u de hoofdstekker (indien
van toepassing) of kabel niet bescha-
digt. Neem contact op met de service-
afdeling of een elektromonteur om
een beschadigde hoofdkabel te ver-
vangen.
De elektrische installatie moet een iso-
latieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet af-
gesloten kan worden. Het isolatieap-
paraat moet een contactopening heb-
ben met een minimale breedte van 3
mm.
Gebruik alleen de juiste isolatie-appa-
raten: stroomonderbrekers, zekerin-
gen (schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd), aardlek-
schakelaars en contactgevers.
Gasaansluiting
Alle gasaansluitingen moeten door
een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
Zorg ervoor dat er koude luchtcircula-
tie in het apparaat aanwezig is.
Op het typeplaatje staat informatie
over de gastoevoer.
Dit apparaat mag niet aangesloten
worden op een inrichting dat produc-
ten afvoert voor verbranding. Sluit het
apparaat aan volgens de geldende in-
stallatieregels. Let op de vereisten
voor voldoende ventilatie.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden
of elektrische schokken
Gebruik dit apparaat in een huishou-
delijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Leg geen bestek of deksels van steel-
pannen op de kookzones. Deze kun-
nen heet worden.
Zet de kookzone op "uit" na elk ge-
bruik. Vertrouw niet alleen op de pan-
detector.
Het apparaat mag niet worden ge-
bruikt als werkblad of aanrecht.
Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om elek-
trische schokken te voorkomen.
Gebruikers met een pacemaker moe-
ten een afstand van minimaal 30 cm
bewaren van de inductiekookzones als
het apparaat in werking is.
WAARSCHUWING!
Brand- of explosiegevaar.
Verhitte vetten en olie kunnen ont-
vlambare damp afgeven. Houd vlam-
men of verwarmde voorwerpen uit de
buurt van vet en olie als u er mee
kookt.
De dampen die hete olie afgeeft kun-
nen spontane ontbranding veroorza-
ken.
Gebruikte olie die voedselresten be-
vat kan brand veroorzaken bij een la-
gere temperatuur dan olie die voor de
eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlamba-
re producten in, bij of op het appa-
raat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa-
raat.
NEDERLANDS 5
Zet geen hete pannen op het bedie-
ningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken in het glaskera-
miek. Til deze voorwerpen altijd op als
u ze moet verplaatsen op het kookop-
pervlak.
Zorg voor een goede ventilatie in de
ruimte waar het apparaat is geënstal-
leerd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopenin-
gen niet geblokkeerd zijn.
Gebruik alleen stabiel kookgerei met
de juiste vorm en een diameter groter
dan de afmetingen van de branders.
Er bestaat een risico op oververhitting
en breken van de glazen plaat (indien
toepasselijk).
Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de
knop snel van de maximale stand naar
de minimale stand draait.
Zorg ervoor dat de pannen in het mid-
den van de ringen worden gezet en
niet uitsteken over de randen van het
kookoppervlak.
Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Plaats geen vlamverdeler op de bran-
der.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa-
raat.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
De branders niet in de afwasautomaat
reinigen.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Ge-
bruik geen schuurmiddelen, schuur-
sponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
2.4 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t. correc-
te afvalverwerking van het apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Maak de externe gasleidingen plat.
6
www.aeg.com
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Indeling kookplaat
145 mm
145 mm
180 mm
210 mm
1 2 3
7 6 45
1
Dubbele brander 5000 W
2
Inductiekookzone 1400 W met ver-
mogensfunctie 2500 W
3
Inductiekookzone 1800 W met ver-
mogensfunctie 2800 W
4
Inductiekookzone 1400 W met ver-
mogensfunctie 2500 W
5
Paneel met aanraakbediening
6
Inductiekookzone 2200 W met ver-
mogensfunctie 3600 W
7
Bedieningsknop
3.2 Bedieningsknop voor de
gasbrander
Symbool Beschrijving
er is geen gast-
oevoer / uitstand
stand ontste-
king / er is maxi-
male gastoevoer
Symbool Beschrijving
minimale gastoe-
voer
Binnenkroon
dubbele kroon
3.3 Paneelindeling van aanraakbediening voor inductiezones
51 2
3
4
10 89 7
6
Raak de regelingen met een vinger aan
om de kookplaatfuncties te starten.
Gebruik de sensorvelden om het apparaat te bedienen.
Sensorveld Functie
1
schakelt de kookplaat in en uit
2
een vergrendeling met in-
dicatielampje
schakelt de toetsblokkering of het kin-
derslot in en uit
NEDERLANDS 7
Sensorveld Functie
3
timerindicaties van de kook-
zones
tonen voor welke zone u de tijd instelt
4
timerdisplay toont de tijd in minuten
5
schakelt de vermogensfunctie in
6
Een display met de tempera-
tuurinstelling
geeft de temperatuurinstelling /Opti-
Heat-regeling aan
7
een bedieningsbalk Bedieningsknop brander
8
/
tijdsduur verlengen of verkorten
9
kookzone selecteren
10
met een indicatielampje
schakelt in en uit STOP+GO
3.4 Kookstanddisplays
Display Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld
-
De kookzone is ingschakeld
De -functie is in werking.
De automatische opwarmfunctie is ingeschakeld
Powerfunctie is ingeschakeld
+ cijfer
Er is een storing
/ /
OptiHeat Control (3 staps restwarmte-indicatie): door-
gaan met koken / warmhoudstand / restwarmte
Vergrendeling/kinderbeveiliging is ingeschakeld
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen
kookgerei op de kookzone geplaatst
Automatische veiligheidsuitschakeling is actief.
3.5 OptiHeat Control (3-staps
restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
\ \ Gevaar van brand-
wonden door restwarmte!
OptiHeat Control geeft het niveau van
de restwarmte aan. De inductiekookzo-
nes creëren de voor het koken benodig-
de warmte direct in de bodem van de
pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd
door de warmte van de pannen.
4. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
8
www.aeg.com
4.1 Aansteken van de dubbele
brander
WAARSCHUWING!
Wees zeer voorzichtig als u open
vuur in de keuken gebruikt. De
fabrikant is niet aansprakelijk
voor verkeerd gebruik van de
vlam
Steek altijd de brander aan voor-
dat u de pan erop zet.
De dubbele brander heeft twee kronen
die tegelijkertijd of apart aangestoken
kunnen worden.
De dubbele brander aansteken:
1.
Hiervoor drukt u de betreffende be-
dieningsknop in en draait u deze
naar links op de maximale stand (
). De vlam schakelt de twee bran-
ders in.
2.
Om de binnenste kroon te ontste-
ken drukt u de betreffende bedie-
ningsknop in en draait u deze naar
rechts op de maximale stand (
).
3.
Houd de knop na het aansteken van
de vlam ongeveer 5 seconden inge-
drukt; hierdoor wordt het thermo-
koppel warm. Als u dit niet doet,
gaat het gas uit.
4.
Pas de vlam aan als deze goed
brandt.
Als de brander na enkele pogin-
gen nog steeds niet aan is, con-
troleer dan of de kroon en de
dop op de juiste manier ge-
plaatst zijn.
A
B
CD
A)
Branderdeksel
B)
Branderkroon
C)
Ontstekingsbougie
D)
Thermokoppeling
WAARSCHUWING!
Houd de bedieningsknop niet
langer dan 15 seconden inge-
drukt.
Als de brander na 15 seconden
nog niet brandt, de bedienings-
knop loslaten en minstens 1 mi-
nuut wachten voordat u opnieuw
probeert de vlam te ontsteken.
Als er geen elektriciteit is kunt u
de brander zonder de elektrische
voorziening aansteken; breng
een vlam dichtbij der brander,
druk de bijbehorende knop in en
draai hem linksom op de maxi-
male stand.
Als de brander onbedoeld uit
gaat, draai de bedieningsknop
dan in de uitstand en wacht min-
stens 1 minuut voordat u hem
opnieuw probeert aan te steken.
Bij het weer inschakelen van de
netspanning, na installatie of
stroomuitval is het normaal dat
de vonkontsteking automatisch
geactiveerd wordt.
4.2 De brander uitzetten
Om de vlam uit te zetten draait u de
knop op het symbool
.
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of scha-
kel hem uit voordat u de pan van
de brander haalt.
4.3 De wokstandaard
gebruiken
Een wokstandaard is meegeleverd zodat
u een wok met een ronde bodem op de
kookplaat kunt gebruiken. U kunt de
wokstandaard alleen met de dubbele
brander gebruiken en u kunt hem niet
met een ander type wok of pan gebrui-
ken. Als u de wokstandaard plaatst, zorg
er dan voor dat de uitsparingen in de
standaard goed steunen op de armen
van de pannensteunen.
NEDERLANDS 9
Zorg er bij het plaatsen van het
rooster van de dubbele brander
voor dat de holle delen van het
rooster in de desbetreffende ga-
ten op de glasplaat passen.
WAARSCHUWING!
Wees zeer voorzichtig bij het te-
rugplaatsen van de pannensteu-
nen om schade aan de kookplaat
te voorkomen.
4.4 De inductiezones
bedienen
4.5 In- en uitgeschakeld
Raak gedurende 1 seconde aan om
het apparaat in- en uit te schakelen.
Schakel de kookzones uit na elk gebruik
met de bedieningsregeling. Vertrouw
niet op de pandetector.
4.6 Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
Alle kookzones zijn uitgeschakeld.
U de kookstand niet instelt nadat u het
apparaat hebt ingeschakeld.
U langer dan 10 seconden een voor-
werp (een pan, een doek enz.) of
vloeistoffen op een tiptoets legt/laat
liggen. Het geluid klinkt enige tijd en
het apparaat wordt uitgeschakeld.
Verwijder het voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
Het apparaat wordt te heet (b.v. als
een pan droogkookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u deze
weer kunt gebruiken.
U gebruikt ongeschikt kookgerei. Het
symbool
gaat branden en na 2 mi-
nuten schakelt de kookzone automa-
tisch uit.
U een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd
gaat
branden en wordt het appa-
raat uitgeschakeld. Zie de tabel.
De tijden van automatisch uitschakelen
Temperatuur-
instelling
- - - -
De kookzone
wordt uitge-
schakeld na
6 uur 5 uur 4 uur 1,5 uur
4.7 Temperatuurinstelling
P
Raak de bedieningsstrip daar aan waar
de gewenste kookstand zich bevindt.
Corrigeer naar links of rechts, indien no-
dig Laat niet los voordat de juiste kook-
stand is bereikt. Het display toont de
kookstand.
10
www.aeg.com
4.8 De automatische opwarmfunctie
De automatische opwarmfunctie stelt de
hoogste temperatuurstand in gedurende
enige tijd en verlaagt deze daarna tot
het vereiste niveau.
Om functie te starten raakt u
aan en
stelt u daarna de benodigde kookstand
in.
gaat branden wanneer de kookzo-
ne op de hoogste kookstand staat.
Om functie te stoppen kookstand wijzi-
gen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
0
1234567891011121314
4.9 De powerfunctie in- en
uitschakelen
De powerfunctie geeft gedurende max.
10 minuten extra vermogen aan een in-
ductiekookzone. Daarna wordt de induc-
tiekookzone automatisch teruggescha-
keld naar
. Om te starten raakt u
aan, hierna gaat branden. Om te
stoppen stelt u een kookstand in tussen
en .
Vermogensbeheer
Het vermogensbeheer verdeelt het ver-
mogen tussen twee kookzones die als
een paar samenwerken (zie afbeelding).
De powerfunctie zorgt voor een maxi-
maal vermogen voor één kookzone in
het kookpaar en verlaagt automatisch de
tweede kookzone tot een lager vermo-
gen. Het display voor de verlaagde zone
wisselt. Voorkeur wordt gegeven aan de
laatste instelzone.
4.10 Timer gebruiken
Timer met aftelfunctie
Gebruik de timer met aftelfunctie om in
te stellen hoe lang de kookzone wordt
gebruikt voor één kooksessie.
Stel de timer met aftelfunctie in nadat
de kookzone is geselecteerd.
U kunt de temperatuur instellen voordat
of nadat u de timer hebt ingesteld.
kookzone selecteren:raak
net zo
vaak aan tot het lampje van de gewen-
ste kookzone gaat branden.
De timer met aftelfunctie starten:
Raak
van de timer aan om de tijd in
te stellen (
00
-
99
minuten). Wan-
neer het lampje van de kookzone
langzamer gaat knipperen, telt de tijd
terug.
Resterende tijd controleren: selec-
teer de kookzone met
. Het lampje
van de kookzone knippert sneller. De
resterende tijd verschijnt.
De timer met aftelfunctie wijzi-
gen:selecteer de kookzone met
raak of aan .
Timer uitschakelen: selecteer de
kookzone met
. Raak aan . De
resterende tijd telt af tot
00
. Het
lampje van de kookzone gaat uit. Om
NEDERLANDS 11
de kookzone uit te schakelen kunt u
ook
en gelijktijdig aanraken.
Als de ingestelde tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal en gaat
00
knipperen. Kookzone wordt uitge-
schakeld.
Geluid uitschakelen: raak
aan
CountUp Timer (Timer met
optelfunctie)
Gebruik de CountUp Timer om te con-
troleren hoe lang de kookzone wordt
gebruikt.
Selectie van de kookzone (indien er
meer dan 1 kookzone actief is):raak
net zo vaak aan tot het lampje van
de gewenste kookzone gaat branden.
Starten van CountUp Timer:door
van de timer aan te raken gaat
branden. Wanneer het lampje van de
kookzone langzamer gaat knipperen,
telt de tijd op, waarbij het display
schakelt tussen
en verstreken tijd
(minuten)
Verstreken tijd controleren: selec-
teer de kookzone met
. Het lampje
van de kookzone knippert sneller. De
verstreken tijd verschijnt.
Stoppen van CountUp Timer: selec-
teer de kookzone met
en raak
of aan om de timer uit te schakelen.
Het lampje van de kookzone gaat uit.
Kookwekker
U kunt de timer als kookwekker gebrui-
ken als de kookzones uitgeschakeld zijn.
Raak
aan . Raak of van de timer
aan om de tijd te selecteren. Als de in-
gestelde tijd verstreken is, klinkt er een
geluidssignaal en gaat
00
knipperen.
Geluid uitschakelen: raak aan
4.11 Starten van STOP+GO
De functie stelt alle kookzones in
voor een warmhoudstand.
Raak
aan om deze functie in te
schakelen. Het symbool
gaat bran-
den.
Raak
aan om deze functie uit te
schakelen. De kookstand die u eerder
hebt ingesteld, wordt weergegeven.
stopt de timerfunctie niet.
vergrendelt de bedieningsstrip, maar
niet
.
4.12 Bedieningspaneel
vergrendelen/ontgrendelen
U kunt het bedieningspaneel vergrende-
len als de inductiezone in werking is,
maar niet
. U kunt het apparaat uit-
schakelen.
Eerst de kookstand instellen.
Raak het symbool
aan. Het symbool
verschijnt gedurende vier seconden.
De timer werkt nog.
Raak het symbool
aan om deze func-
tie uit te schakelen. De kookstand die u
eerder hebt ingesteld verschijnt.
Als u het apparaat uitschakelt, schakelt u
ook deze functie uit.
4.13 De kinderbeveiliging
Deze functie voorkomt het ongewenste
gebruik van de kookplaat.
De kinderbeveiliging inschakelen
Schakel het kooktoestel in met
.
Stel geen kookstand in.
4 seconden
aanraken Het symbool
gaat branden.
Schakel de kookplaat uit met .
Kinderbeveiliging uitschakelen
Schakel het kooktoestel in met
.
Stel geen kookstand in. Raak
4
seconden aan. Het symbool
gaat
branden.
Schakel de kookplaat uit met
.
De kinderbeveiliging uitschakelen
voor een enkele kooksessie
Schakel het kooktoestel in met
.
Het symbool
gaat branden.
Raak 4 seconden aan. Stel de
kookstand binnen 10 seconden in. U
kunt het kooktoestel bedienen.
Als u het kooktoestel uitschakelt met
, treedt de kinderbeveiliging weer
in werking.
12
www.aeg.com
4.14 OffSound Control (In- en
uitschakelen)
Geluiden uitschakelen
Het apparaat uitschakelen.
Raak
3 seconden aan. De displays
gaan aan en uit. Raak
3 seconden
aan.
gaat branden, het apparaat staat
in standaard modus. Door
aan te ra-
ken gaat
branden, het geluid wordt
uitgeschakeld.
Wanneer het geluid uit is, hoort u alleen
als u
aanraakt, de kookwekker of ti-
mer met aftelfunctie aftelt of wanneer u
het bedieningspaneel afdekt.
Geluiden inschakelen
Het apparaat uitschakelen.
Raak
3 seconden aan. De displays
gaan aan en uit. Raak
3 seconden
aan.
gaat branden, omdat het geluid
is uitgeschakeld. Raak
aan, gaat
branden, het apparaat staat in standaard
modus. Het geluid is aan.
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
5.1 Kookgerei voor de
dubbele brander
WAARSCHUWING!
Gebruik potten en pannen met
een bodem die geschikt is voor
de grootte van de brander. De
diameters van het kookgerei
moet liggen tussen 180 - 300
mm.
Gebruik geen kookgerei dat groter is
dan de kookzone.
WAARSCHUWING!
Zet geen pannen op het bedie-
ningspaneel.
Zorg ervoor dat uw kookgerei niet uit-
steekt buiten de randen van de kook-
plaat en dat ze in het midden van de
gaspitten worden geplaatst om een la-
ger gasverbruik te verkrijgen.
Plaats nooit oneffen of vervormde pan-
nen op de kookzones.
5.2 Kookgerei voor
inductiekookzones
Bij inductiekoken wekt een krach-
tig elektromagnetisch veld een
vrijwel onmiddellijke warmte in
het kookgerei op.
Kookmaterialen
geschikt: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, een meerlaags
bodem (door de fabrikant specifiek
gekenmerkt als geschikt).
niet geschikt: aluminium, koper, mes-
sing, glas, keramiek, porselein.
Kookgerei is geschikt voor een
inductiekookplaat als …
... een beetje water op de hoogste
kookstand binnen korte tijd wordt ver-
warmd..
... een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
Afmetingen kookgerei: Induc-
tiekookzones passen zich auto-
matisch aan de grootte van de
bodem van het kookgerei aan.
Het magnetische deel van de bo-
dem van het kookgerei moet
echter een minimale diameter
hebben van ca. ¾ van de grootte
van de kookzones.
NEDERLANDS 13
5.3 Energie besparen
Plaats, indien mogelijk, altijd
een deksel op het kookgerei.
Plaats het kookgerei altijd op
de kookzone voordat u deze
inschakelt.
Schakel voor het einde van de
bereidingstijd de kookzones
uit, om gebruik te maken van
de restwarmte.
De bodems van de pannen en
kookzones dienen dezelfde af-
meting te hebben.
Wanneer de vloeistof begint te koken,
draait u de vlam omlaag, totdat de
vloeistof zachtjes pruttelt.
WAARSCHUWING!
Zorg dat de potten niet op de
bedieningsknoppen staan. Als de
bedieningsknoppen zich onder
de potten bevinden, dan zal de
vlam deze opwarmen.
Zet één pan niet op twee bran-
ders.
WAARSCHUWING!
Zorg dat de handvaten van de
pot niet boven de voorste rand
van het werkblad komen. Zorg
dat de potten zich in het midden
van de ringen bevinden, voor
een maximum aan stabiliteit en
lager gasverbruik.
Zet geen instabiele of beschadigde pan-
nen op de pannendragers om morsen
en letsel te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit een vlammenwer-
per.
5.4 Öko Timer (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt
het verwarmingselement van de
kookzone zichzelf eerder uit dan
het signaal van de timer met af-
telfunctie klinkt. De verwarmings-
tijdreductie wordt bepaald door
het kookniveau en de kooktijd.
5.5 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De gegevens in de volgende tabel die-
nen slechts als richtlijn.
Tem-
pera-
tuur-
instel-
ling
Gebruik om: Tijd-
stip
Tips
1
Bereide gerechten warmhou-
den
naar
be-
hoefte
Afdekken
1-3 Hollandaise saus, smelten: bo-
ter, chocolade, gelatine
5-25
min
Tussendoor mengen
1-3 Stollen: luchtige omeletten, ge-
bakken eieren
10-40
min
Met deksel bereiden
3-5 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis Reeds bereide gerechten
opwarmen
25-50
min
Voeg minstens tweemaal zo-
veel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het
bereiden tussendoor roeren
5-7 Groenten stomen, vis smoren
vlees
20-45
min
Voeg een paar eetlepels
vocht toe
14
www.aeg.com
Tem-
pera-
tuur-
instel-
ling
Gebruik om: Tijd-
stip
Tips
7-9 Aardappelen stomen 20-60
min
Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen
7-9 Bereiden van grotere hoeveel-
heden voedsel, stoofschotels
en soepen
60-150
min
Tot 3 l vloeistof plus ingre-
diënten
9-12 Licht gebraden: kalfsoester,
kalfs cordonbleu, koteletten,
rissoles, worstjes, lever, roux, ei-
eren, pannenkoeken, donuts
naar
be-
hoefte
Halverwege de bereidings-
tijd omdraaien
12-13 Door-en-door gebraden, opge-
bakken aardappelen, lenden-
biefstukken, steaks
5-15
min
Halverwege de bereidings-
tijd omdraaien
14 Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken,
aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van patates frites
De Powerfunctie is geschikt voor het ver-
warmen van grote hoeveelheden water.
5.6 Geluiden tijdens de
werking
Als u een van de volgende geluiden
hoort
krakend geluid: kookgerei is vervaar-
digd uit verschillende materialen
(sandwichconstructie).
fluiten: u gebruikt een of meer kook-
zones op hoog vermogen, en het
kookgerei is gemaakt van verschillen-
de materialen (sandwichconstructie).
zoemen: u kookt op hoog vermogen.
tikken: er vinden elektrische schakel-
processen plaats.
sissen, zoemen: de ventilator is aan.
De geluiden zijn normaal en geven
geen defecten aan.
6. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
Reinig het apparaat na elk gebruik.
Gebruik altijd kookgerei met een schone
bodem.
WAARSCHUWING!
Scherpe voorwerpen en schuren-
de reinigingsmiddelen beschadi-
gen het apparaat.
Het reinigen van het apparaat
met een stoomstraal- of hoge-
drukreiniger is om veiligheidsre-
denen verboden.
Krassen of donkere vlekken in de
glaskeramiek hebben geen in-
vloed op de werking van het ap-
paraat.
Verwijderen van vuil:
1.
Verwijder direct: gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhou-
dende gerechten. Gebruik een
speciale schraper voor de glazen
keramische plaat. Plaats een
schraper schuin op de glazen ke-
ramische plaat en verwijder resten
door het blad over het oppervlak
te schuiven.
NEDERLANDS 15
Schakel het apparaat uit en laat
het afkoelen voordat u het
schoonmaakt: kalk- en waterkrin-
gen, vetspatten en metaalachtig
glanzende verkleuringen. Gebruik
een speciaal schoonmaakmiddel
voor glaskeramiek of roestvrij
staal.
2.
Reinig het apparaat met een vochti-
ge doek en een beetje afwasmiddel.
De pannensteunen mogen niet in
de afwasmachine, ze moeten met
de hand worden afgewassen. Zorg
ervoor dat u de pansteunen, nadat u
ze heeft afgewassen, op de juiste
manier terugplaatst.
3.
Wrijf het apparaat ten slotte droog
met een schone doek.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen messen, schrapers
of gelijksoortige hulpmiddelen
om het glazen oppervlak of de
kieren tussen de branders en het
frame schoon te maken (indien
van toepassing).
WAARSCHUWING!
Schuif de pannen niet over het
glas want dit kan krassen op het
oppervlak veroorzaken. Laat ook
geen harde of scherpe voorwer-
pen op het glas vallen of de rand
van de kookplaat raken.
6.1 Reinigen van de
ontstekingsknop
Dit onderdeel is uitgerust met een kera-
mische ontstekingsbougie met een me-
talen elektrode. Reinig deze onderdelen
altijd grondig, om moeilijkheden bij het
aansteken te voorkomen, en controleer
of de branderkroonopeningen niet ver-
stopt zijn.
6.2 Periodiek onderhoud
Raadpleeg regelmatig uw lokale service-
afdeling, om de staat van de gastoe-
voerleiding en de drukregelaar (indien
gemonteerd) te controleren.
7. PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
U kunt het apparaat niet
inschakelen of gebrui-
ken.
Er zijn 2 of meer sensorvelden tegelijk aange-
raakt. Raak slechts één sensorveld tegelijk aan.
Er bevindt zich water of vetspatten op het bedie-
ningspaneel. Reinig het bedieningspaneel.
Schakel het apparaat opnieuw in en stel de tem-
peratuur binnen 10 seconden in.
De kinderbeveiliging of toetsblokkering Stop+Go
is actief. Zie het hoofdstuk "Bediening van het
apparaat".
Er klinkt een geluid als
het apparaat is uitge-
schakeld.
Een of meer sensorvelden zijn bedekt. Maak de
sensorvelden vrij.
De restwarmte-indicatie
gaat niet branden.
De kookzone is niet heet omdat deze slechts kort
was ingeschakeld. Als de kookzone heet moet zijn,
neem dan contact op met de Klantenservice.
De kookstand wisselt Het vermogensbeheer is actief. Zie hoofdstuk "Ver-
mogensbeheer".
16
www.aeg.com
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Er klinkt een geluid en
het apparaat wordt in-
en uitgeschakeld. Na 5
seconden klinken er een
of meer geluiden.
U hebt afgedekt . Maak het sensorveld vrij.
gaat branden
De automatische uitschakeling is in werking ge-
treden. Schakel het apparaat uit en weer in.
Oververhittingsbeveiliging voor de kookzone is in
werking getreden. Schakel de kookzone uit. Scha-
kel de kookzone weer in.
gaat branden
Geen pan op de kookzone. Zet een pan op de
kookzone.
Geen correcte pan. Gebruik een geschikte pan.
De diameter van de bodem van de pan is te klein
voor de kookzone. Zet de pan op een kleinere
kookzone.
en een getal gaan
branden
Het apparaat heeft een storing.
Koppel het apparaat enige tijd los van de elektri-
sche voeding. Haal de zekering uit de zekeringen-
kast in uw huis. Corrigeer opnieuw. Als
opnieuw
gaat branden, neem dan contact op met een mon-
teur.
gaat branden
Er is een storing opgetreden in het apparaat, omdat
er een pan is drooggekookt of omdat u een onge-
schikte pan heeft gebruikt. Oververhittingsbeveili-
ging voor de kookzone is in werking getreden. De
automatische uitschakeling is in werking getreden.
Schakel het apparaat uit. Verwijder de hete pan.
Schakel de kookzone na ongeveer 30 seconden op-
nieuw in. zou moeten verdwijnen, restwarmte-indi-
catie kan blijven staan. Laat het kookgerei afkoelen
en controleer het aan de hand van het hoofdstuk
"Kookgerei voor de inductiekookzone".
Er is geen vonk als de
brander wordt aangesto-
ken.
Er is geen elektrische voeding. Controleer of het
apparaat goed is aangesloten en de elektrische
voeding is ingeschakeld. Onderzoek de huisin-
stallatie (zekeringenkast).
De branderdeksel en kroon zitten niet goed op
hun plaats. Controleer of de branderdeksel en
kroon goed op hun plaats zitten.
De vlam gaat meteen na
de ontsteking uit.
Het thermokoppel is niet voldoende opgewarmd.
Houd, na het ontsteken van de vlam, de knop circa
5 seconden ingedrukt.
De gasring brandt onre-
gelmatig.
De branderkroon is verstopt met etensresten. Con-
troleer of de hoofdsproeier niet verstopt is en of de
branderkroon schoon is.
Als er een storing optreedt, probeer dan
eerst zelf een oplossing voor het pro-
bleem te vinden. Als u niet zelf het pro-
bleem kunt verhelpen, neem dan con-
NEDERLANDS 17
tact op met uw verkoper of de serviceaf-
deling.
Als u het apparaat verkeerd heeft
gebruikt, of als de installatie niet
is uitgevoerd door een erkende
monteur, dan is het bezoek van
de klantenservicemonteur of van
uw leverancier mogelijk niet gra-
tis, zelfs niet in de garantieperio-
de.
Deze gegevens zijn nodig om u snel
en goed te kunnen helpen. Deze ge-
gevens vindt u op het typeplaatje.
Modelbeschrijving ............
Productnummer (PNC) .............
Serienummer (S.N.)..............
Gebruik alleen originele reserveonder-
delen. Deze zijn verkrijgbaar bij onze
klantenservice en erkende winkels met
reserveonderdelen.
7.1 Labels meegeleverd in de
zak met accessoires
Bevestig de stickers zoals hieronder
weergegeven:
MOD.
PROD.NO.
SER.NO
DATA
MOD.
PROD.NO.
SER.NO
DATA
MODELMODEL
MOD.
PROD.NO.
SER.NO.
03 IT
MADE IN ITALY
TYPE
230V-50Hz
IP20
0049
1 2 3
1
Plak de sticker op de garantiekaart
en verstuur dit deel.
2
Plak de sticker op de garantiekaart
en bewaar dit deel.
3
Plak de sticker op het instructie-
boekje.
8. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
WAARSCHUWING!
De volgende instructies over de
installatie en het onderhoud
moeten opgevolgd worden door
vakkundig personeel in overeen-
stemming met de geldende
voorschriften.
8.1 Gasaansluiting
Kies vaste aansluitingen of gebruik een
flexibele leiding van roestvrij staal, in
overeenstemming met de voorschriften
die van kracht zijn. Als u flexibele meta-
len leidingen gebruikt, moet u opletten
dat deze niet in aanraking komen met
bewegende onderdelen, of dat ze niet
vastgeklemd worden. Wees ook voor-
zichtig wanneer de kookplaat wordt sa-
mengebracht met een oven.
18
www.aeg.com
De verbinding moet worden aangelegd
in overeenstemming met NEN 1078.
Controleer of de gastoevoerdruk
van het apparaat voldoet aan de
aanbevolen waarden. De verstel-
bare aansluiting wordt op de uit-
breidingsbrug bevestigd met be-
hulp van een schroefdraadmoer
G 1/2" (NEN 3258). Schroef de
onderdelen vast en maak het ge-
heel zo nodig vast met teflonta-
pe om de juiste richting te ver-
krijgen.
A
B
C
A)
Uiteinde van as met moer
B)
Wasautomaat
C)
Elleboog
Aansluiting van flexibele niet-
metalen leidingen:
Als het mogelijk is om de aansluiting ge-
makkelijk te controleren in volledige
aansluitzone, kunt u een flexibele leiding
gebruiken. Bevestig de flexibele leiding
stevig met klemmen.
De flexibele leiding is klaar voor gebruik
als:
de omgevingstemperatuur op kamer-
temperatuur is; maar nooit hoger dan
30º C;
de leiding niet langer is dan 1500 mm;
de leiding geen knikken vertoont;
de leiding niet onderworpen is aan
tractie of torsie;
de leiding niet in aanraking komt met
scherpe randen of hoeken;
de leiding gemakkelijk toegankelijk is
om de toestand ervan te controleren.
De controle van de staat van de flexibele
leiding bestaat eruit te controleren of:
deze geen barsten, sneden, vlekken of
brandsporen vertoont op de twee uit-
einden en over de volledige lengte;
het materiaal niet gehard is, maar de
juiste elasticiteit vertoont;
de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn;
de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten waar-
neembaar zijn, mag de leiding niet wor-
den gerepareerd, maar moet ze worden
vervangen.
Controleer na voltooiing van de
installatie of elke leidingfitting
goed is afgedicht. Gebruik een
zeepoplossing, geen vlam!
8.2 Vervanging van
gasinspuiters
1.
Verwijder de pannendrager.
2.
Verwijder de branderkappen en -
kronen.
3.
Verwijder met een dopsleutel 7 de
hoofdsproeiers, en vervang ze door
de sproeiers die vereist zijn voor het
type gas dat u gebruikt (zie de tabel
in het gedeelte 'Technische gege-
vens').
4.
Zet de onderdelen in omgekeerde
volgorde terug.
5.
Vervang het typelabel (naast de
gastoevoerleiding) door het label
NEDERLANDS 19
voor het nieuwe type gastoevoer. U
vindt dit label in de verpakking van
de hoofdsproeiers die meegeleverd
worden met het apparaat.
Als de toevoergasdruk aanpasbaar is of
verschilt van de vereiste druk, moet u
een geschikte drukregelaar op de gast-
oevoerleiding monteren.
8.3 Instellen van het
minimumniveau
Het minimumniveau van de branders af-
stellen:
1.
Steek de brander aan.
2.
Draai de knop op de minimumstand.
3.
Verwijder de knop.
4.
Stel de by-passschroefstand in met
een dunne schroevendraaier.
A
A)
De bypass-schroef
Als u overschakelt van aardgas G25 25
mbar op vloeibaar gas, draai de instel-
schroef dan helemaal vast.
Als u overschakelt van vloeibaar gas
op aardgas G25 25 mbar, draai de by-
pass-schroef dan ongeveer 1/4 draai
los (1/2 draai bij een driekronenbran-
der).
WAARSCHUWING!
Zorg dat de vlam niet uit gaat als
u de knop snel van de maximale
stand naar de minimale stand
draait.
8.4 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
Zorg er voor dat het aangegeven vol-
tage en het type stroom op het type-
plaatje overeenkomen met het volta-
ge en stroomtype van uw lokale
stroomleverancier.
Gebruik altijd een correct geïnstal-
leerd, schokbestendig stopcontact.
Zorg ervoor dat het netsnoer na instal-
latie bereikbaar is.
Trek niet aan het aansluitnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Er is brandgevaar als het apparaat ver-
binding maakt met een verlengkabel,
een adapter of een meervoudige aan-
sluiting. Zorg ervoor dat de aarde-aan-
sluiting overeenkomt met de normen
en regelgeving.
Laat de stroomkabel niet warmer wor-
den dan 90° C.
Zorg ervoor dat u de blauwe neutrale ka-
bel aansluit op de aansluiting met de let-
ter "N" erop. Sluit de bruine (of zwarte)
fasekabel aan op de aansluiting met de
letter "L". Zorg dat de fasekabel altijd
verbinding maakt.
8.5 Aansluitkabel
Gebruik alleen een aansluitkabel van het
type H05V2V2-F T90 of een soortgelijk
type. Zorg ervoor dat de doorsnede van
het snoer geschikt is voor het voltage en
de bedrijfstemperatuur. De geel/groene
aardedraad moet ongeveer 2 cm langer
zijn dan de bruine (of zwarte) fasedraad.
20
www.aeg.com
8.6 Montage
min. 55 mm
490 mm
min. 650 mm
830 mm
min. 450 mm
30 mm
600 mm
A
min.
5 mm
A
B
A- meegeleverde afdichting
B - egeleverde steunen
LET OP!
Installeer het apparaat alleen op
een werkblad met een plat op-
pervlak.
8.7 Mogelijkheden voor
plaatsing
Keukenmeubel met deur
Het paneel onder de kookplaat moet
makkelijk te verwijderen zijn, om makke-
lijk bij de kookplaat te kunnen als er
technische assistentie nodig is. Laat een
ventilatieruimte van 5 mm open tussen
het werkblad en de voorzijde van het ap-
paraat eronder.
min. 40 mm (+5 mm)
min. 30 mm
min. 60 mm
b
a
a)
Verwijderbaar paneel
b)
Ruimte voor aansluitingen
NEDERLANDS 21
Keukenmeubel met oven
De afmetingen van de uitsparing voor
de kookplaat moeten overeenkomen
met de voorgeschreven inbouwmaten
en het keukenmeubel moet voorzien zijn
van ventilatiegaten om een continue
luchttoevoer te kunnen garanderen. Om
veiligheidsredenen en om een gemakke-
lijke verwijdering van de oven uit het
meubel mogelijk te maken, moeten de
elektrische aansluitingen van de kook-
plaat en de oven afzonderlijk geïnstal-
leerd worden.
50 cm
2
360 cm
2
180 cm
2
120 cm
2
Als de kookplaat assymetrisch naar
rechts wordt geïnstalleerd moet de mini-
male afstand tussen de linker zijrand van
de kookplaat en de linker ondersteuning
72 mm zijn.
min. 72
9. TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen kookplaat
Breedte: 880 mm
Lengte: 520 mm
Inbouwafmetingen kookplaat
Breedte: 830 mm
Lengte: 490 mm
Warmtetoevoer
Dubbele bran-
der:
5,0 kW (aardgas)
4,6 kW (LPG)
Kookzone links-
achter:
1,4 kW (2,5 kW in
P-instelling)
Kookzone links-
voor:
2,2 kW (3,6 kW in
P-instelling)
Kookzone rechts-
achter:
1,8 kW (2,8 kW in
P-instelling)
Kookzone rechts-
voor:
1,4 kW (2,5 kW in
P-instelling)
Totaal gasvermo-
gen:
G25 (2L) 25 mbar
= 5,0 kW
G30/G31 (3B/P)
30/30 mbar = 334
g/uur
Totaal elektrisch
vermogen:
7,2 kW
Elektrische voe-
ding:
230/400 V 3N ~
50 Hz
Categorie: II2L3B/P
Gastoevoer: G25 (2L) 25 mbar
Apparaat Klasse: 3
Omloopdiameters
Brander Ø omloop in
1/100 mm.
Dubbel (buiten-
ste kroon)
57
Dubbel (binnen-
ste kroon)
29
22
www.aeg.com
Gasbranders
BRAN-
DER
NOR-
MAAL
VERMO-
GEN
GERE-
DU-
CEERD
VERMO-
GEN
NORMAAL VERMOGEN
AARDGAS
25 mbar
LPG
30/30 mbar
kW kW inj.
1/100
mm
m³/h inj.
1/100
mm
g/h
G30
Dubbele
brander
binn. +
extern.
kronen
5,0 (aard-.
gas)
4,6 (LPG)
1,42 71/118 0,554 46/72 334
Dubbele
brander
binn. kro-
nen
0,8 0,33 71 0,089 46 58
10. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het
symbool
. Gooi de verpakking in
een geschikte verzamelcontainer om
het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het
symbool
niet weg met het
huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u
in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
NEDERLANDS 23
www.aeg.com/shop
397143603-A-492012
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

AEG HD955100NB Handleiding

Type
Handleiding