Samsung GT-S5301 Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding
GT-S5301
Gebruiksaanwijzing
Over deze gebruiksaanwijzing
2
Over deze
gebruiksaanwijzing
Dank u voor uw keuze van dit mobiele apparaat van Samsung.
Dit apparaat biedt hoogwaardige mobiele communicatie en
amusement dankzij de uitzonderlijke technologie en hoge normen
van Samsung.
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld om u stap voor stap bekend te
maken met de functies en onderdelen van het apparaat.
Lees dit eerst
Voordat u het apparaat gebruikt, moet u de gehele
gebruiksaanwijzing en alle veiligheidsinstructies lezen voor
veilig en correct gebruik.
De beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing zijn gebaseerd op
de standaardinstellingen van het apparaat.
De afbeeldingen en schermafbeeldingen in deze
gebruiksaanwijzing kunnen er anders uitzien dan het
daadwerkelijke product.
De inhoud van deze gebruiksaanwijzing kan anders zijn
dan het product of de software die door serviceproviders
wordt geleverd en is onderhevig aan wijzigingen zonder
voorafgaande kennisgeving. Ga naar de Samsung-website
(
www.samsung.com
) voor de nieuwste versie van de
gebruiksaanwijzing.
Welke functies en extra diensten beschikbaar zijn, is afhankelijk
van het apparaat, de software en uw provider.
De opmaak en weergave van deze gebruiksaanwijzing is
gebaseerd op het besturingssysteem Android en kan verschillen
afhankelijk van het besturingssysteem van de gebruiker.
Over deze gebruiksaanwijzing
3
Applicaties voor dit apparaat functioneren wellicht anders
dan vergelijkbare computerapplicaties en hoeven niet over
alle functies te beschikken die beschikbaar zijn voor de
computerversie.
Applicaties en de bijbehorende functies kunnen verschillen per
regio of hardwarespecificatie. Samsung is niet aansprakelijk voor
prestatieproblemen die worden veroorzaakt door applicaties
van derden.
Samsung is niet aansprakelijk voor prestatie- of
compatibiliteitsproblemen die worden veroorzaakt door
het bewerken van de instellingen in het register of door het
gebruik van aangepaste besturingssysteemsoftware. Wanneer
u probeert het besturingssysteem aan te passen, kan dit ertoe
leiden dat uw apparaat en applicaties niet correct werken.
U kunt de software voor uw mobiele apparaat bijwerken door
naar de Samsung-website (
www.samsung.com
) te gaan.
Software, geluid, achtergronden en afbeeldingen in dit apparaat
zijn onder licentie verstrekt met beperkte gebruiksrechten
tussen Samsung en de respectieve eigenaren. Het overnemen
en gebruiken van deze materialen voor commerciële of andere
doeleinden maakt inbreuk op de copyrightwetgeving. Samsung
is niet aansprakelijk voor inbreuk op het copyright door
gebruikers.
Er kunnen extra kosten in rekening worden gebracht voor
gegevensservices, zoals chatten, uploaden en downloaden,
automatisch synchroniseren of het gebruik van locatieservices.
Als u extra kosten wilt voorkomen, selecteert u een
geschikt gegevensabonnement. Neem contact op met uw
serviceprovider voor informatie.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing, zodat u deze later kunt
raadplegen.
Over deze gebruiksaanwijzing
4
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Bekijk voordat u begint de symbolen die in deze
gebruiksaanwijzing worden gebruikt:
Waarschuwing—situaties die letsel kunnen veroorzaken
bij u of anderen
Let op—situaties die schade aan het apparaat of andere
apparatuur kunnen veroorzaken
Opmerkingopmerkingen, gebruikstips of aanvullende
informatie
Verwijzing naar—paginas met gerelateerde informatie;
bijvoorbeeld:
p. 12 (staat voor “zie ook pagina 12”)
Gevolg doorhet aantal opties of menus dat u
moet selecteren om een bepaalde stap uit te voeren;
bijvoorbeeld: Selecteer in de lijst met applicaties
Instellingen
Toestel-info (staat voor Instellingen,
gevolg door Toestel-info)
Copyright
Copyright © 2012 Samsung Electronics
Deze gebruiksaanwijzing is beschermd onder internationale
copyrightwetten.
Geen enkel onderdeel van deze gebruiksaanwijzing mag worden
gereproduceerd, gedistribueerd, vertaald of verzonden in welke
vorm dan ook of op welke elektronische of mechanische wijze
dan ook, inclusief door deze te fotokopiëren, op te nemen of op te
slaan in een systeem voor het opslaan en ophalen van informatie,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Samsung
Electronics.
Over deze gebruiksaanwijzing
5
Handelsmerken
SAMSUNG en het SAMSUNG-logo zijn gedeponeerde
handelsmerken van Samsung Electronics.
Het Android-logo, Google
, Google Maps
, Google Mail
,
YouTube
, Google Play
Store, Google Latitude
en Google
Talk
zijn handelsmerken van Google, Inc.
Bluetooth
®
is wereldwijd een gedeponeerd handelsmerk van
Bluetooth SIG, Inc.
Windows Media Player
®
is een gedeponeerd handelsmerk van
Microsoft Corporation.
Wi-Fi
®
, Wi-Fi Protected Setup
, Wi-Fi CERTIFIED
en het Wi-Fi-
logo zijn gedeponeerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
Alle overige handelsmerken en auteursrechten zijn het
eigendom van de betreffende eigenaren.
Inhoud
6
Het apparaat in elkaar zetten ........................... 10
Uitpakken ............................................................................................ 10
Indeling ................................................................................................ 11
Toetsen ................................................................................................. 12
De SIM- of USIM-kaart en de batterij plaatsen .................... 13
De batterij opladen ......................................................................... 14
Een geheugenkaart plaatsen (optioneel) ............................. 18
Een polslus bevestigen (optioneel) .......................................... 20
Aan de slag ......................................................... 21
Uw apparaat in- of uitschakelen ................................................ 21
Het aanraakscherm gebruiken .................................................. 22
Het aanraakscherm en de toetsen vergrendelen of
ontgrendelen ..................................................................................... 25
Het startscherm ................................................................................ 25
Applicaties openen ......................................................................... 30
Meerdere applicaties starten ...................................................... 32
Het apparaat aanpassen ............................................................... 32
Tekst ingeven ..................................................................................... 37
Communiceren .................................................. 40
Bellen ..................................................................................................... 40
Berichten ............................................................................................. 45
Google Mail ........................................................................................ 48
E-mail ..................................................................................................... 50
Talk ......................................................................................................... 52
ChatON ................................................................................................. 53
Messenger ........................................................................................... 54
Inhoud
Inhoud
7
Google+ ............................................................................................... 54
Entertainment .................................................... 55
Camera ................................................................................................. 55
Galerij .................................................................................................... 62
Videospeler ......................................................................................... 64
MP3-speler .......................................................................................... 67
FM-radio ............................................................................................... 70
Persoonlijke gegevens ...................................... 74
Contacten ............................................................................................ 74
S Planner .............................................................................................. 78
Notities ................................................................................................. 80
Spraakrecorder .................................................................................. 81
Web ..................................................................... 83
Internet ................................................................................................. 83
Latitude ................................................................................................ 87
Maps ...................................................................................................... 88
Play Store ............................................................................................. 90
Navigatie .............................................................................................. 91
Lokaal .................................................................................................... 92
Samsung Apps .................................................................................. 92
YouTube ............................................................................................... 93
Connectiviteit .................................................... 95
USB-aansluitingen ........................................................................... 95
Wi-Fi ....................................................................................................... 97
Wi-Fi Direct .......................................................................................... 99
Mobiel netwerk delen .................................................................. 100
Inhoud
8
Bluetooth ........................................................................................... 102
GPS ....................................................................................................... 104
VPN-verbindingen ......................................................................... 105
Hulpmiddelen .................................................. 108
Calculator .......................................................................................... 108
Klok ...................................................................................................... 108
Downloads ........................................................................................ 109
Zoeken ................................................................................................ 109
Mijn bestanden ............................................................................... 110
Quickoffice ........................................................................................ 111
SIM-toolkit ......................................................................................... 112
Instellingen ...................................................... 113
De instelopties weergeven ........................................................ 113
Wi-Fi ..................................................................................................... 113
Bluetooth ........................................................................................... 113
Gegevensgebruik .......................................................................... 113
Meer instellingen ........................................................................... 114
Geluid .................................................................................................. 115
Display ................................................................................................ 116
Achtergrond ..................................................................................... 116
Opslag ................................................................................................. 117
Batterij ................................................................................................. 117
Applicatiebeheer ........................................................................... 117
Account- en synchronisatie-instellingen ............................. 117
Locatieservices ................................................................................ 117
Beveiliging ........................................................................................ 118
Inhoud
9
Taal en invoer ................................................................................... 120
Back-up maken en terugzetten ............................................... 123
Datum en tijd ................................................................................... 123
Toegankelijkheid ............................................................................ 124
Ontwikkelaarsopties ..................................................................... 125
Toestel-info ....................................................................................... 126
Problemen oplossen ....................................... 127
Index ................................................................. 133
Het apparaat in elkaar zetten
10
Het apparaat in elkaar zetten
Uitpakken
Controleer of de doos de volgende onderdelen bevat:
Mobiel apparaat
Batterij
Snelstartgids
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde software.
Gekraakte of illegale software kan schade of storingen
veroorzaken die niet worden gedekt door de garantie van de
fabrikant.
De bijgeleverde onderdelen bij uw apparaat en de
beschikbare accessoires kunnen verschillen, afhankelijk
van uw regio of serviceprovider.
Bij de plaatselijke Samsung-dealer kunt u extra accessoires
kopen.
De bijgeleverde items zijn alleen ontworpen voor uw
apparaat en zijn mogelijk niet compatibel met andere
apparaten.
Andere accessoires zijn mogelijk niet compatibel met uw
apparaat.
Het apparaat in elkaar zetten
11
Indeling
1. Raak het gebied rond de antenne niet aan en bedek dit niet met
uw handen of andere voorwerpen tijdens het gebruik van de GPS-
functies.
Aanraakscherm
Terugtoets
Microfoon
Headsetaansluiting
Luidspreker
Batterijklep
GPS-antenne
1
Starttoets
Optietoets
Multifunctionele
aansluiting
Luistergedeelte
Volumetoets
Cameralens
Hoofdantenne
Aan/uit/reset/
vergrendeltoets
Het apparaat in elkaar zetten
12
Toetsen
Toets Functie
Aan/uit/
reset
1
/
vergrendelen
Het apparaat inschakelen (ingedrukt
houden); de apparaatopties
weergeven (ingedrukt houden); het
apparaat resetten (8-10 seconden
ingedrukt houden); het
aanraakscherm uitschakelen en
vergrendelen of het inschakelen.
Optie
De zoekapplicatie van Google
openen in het startscherm
(ingedrukt houden); een lijst met
beschikbare opties op het huidige
scherm openen; het invoervenster
voor zoeken openen bij gebruik
van bepaalde applicaties (ingedrukt
houden).
Start
Teruggaan naar het startscherm; de
lijst met recent gebruikte applicaties
openen (ingedrukt houden).
Terug Teruggaan naar het vorige scherm.
Volume
Het volume van het apparaat
aanpassen.
1. Als er fatale fouten optreden, de verbinding wordt verbroken of uw
apparaat vastloopt, moet u het apparaat mogelijk resetten voordat u
het weer kunt gebruiken.
Het apparaat in elkaar zetten
13
De SIM- of USIM-kaart en de batterij plaatsen
Wanneer u bij een provider een abonnement afsluit, ontvangt
u een SIM-kaart (Subscriber Identity Module). Hierop zijn uw
abonnementsgegevens opgeslagen, zoals de PIN-code en
optionele diensten. Voor het gebruik van UMTS- of HSDPA-services
kunt u een USIM-kaart (Universal Subscriber Identity Module)
kopen.
Verwijder de achterklep.
1
Beschadig uw vingernagels niet wanneer u de achterklep
verwijdert.
Buig of draai de achterklep niet te ver. Als u dit doet, kan de
klep worden beschadigd.
Plaats de SIM- of USIM-kaart met de goudkleurige
2
contactpunten naar beneden gericht.
Het apparaat in elkaar zetten
14
De SIM-kaartsleuf van uw apparaat is alleen geschikt voor
standaard SIM-kaarten. Als u een microSIM-kaart of een
microSIM-kaart plaatst met een niet-goedgekeurde houder,
kan de SIM-kaartsleuf van uw apparaat beschadigd raken.
Plaats de batterij.
3
Plaats de achterklep terug.
4
De batterij opladen
Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt of wanneer de
batterij lange tijd niet is gebruikt, moet u de batterij opladen.
Hiervoor kunt u een reisadapter gebruiken. U kunt ook opladen
door het apparaat met een USB-kabel op een computer aan te
sluiten.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde opladers
en kabels. Bij gebruik van niet-goedgekeurde opladers of
kabels bestaat het risico dat batterijen ontploffen of dat het
apparaat schade oploopt.
Het apparaat in elkaar zetten
15
Als de batterij bijna leeg is, laat het apparaat een
waarschuwingstoon horen en wordt er een bericht
weergegeven. Laad de batterij op als u het apparaat weer
wilt gebruiken.
Als de batterij volledig is ontladen, kunt u het apparaat
niet inschakelen, zelfs niet als de reisadapter is
aangesloten. Laat een lege batterij enige tijd opladen
voordat u probeert het apparaat in te schakelen.
Opladen met een reisadapter
Open het klepje van de multifunctionele aansluiting.
1
Steek het smalle uiteinde van de reisadapter in de
2
multifunctionele aansluiting.
Als u de reisadapter verkeerd aansluit, kan het apparaat
ernstig worden beschadigd. Schade veroorzaakt door
verkeerd gebruik, valt niet onder de garantie.
Het apparaat in elkaar zetten
16
Steek de stekker van de reisadapter in een stopcontact.
3
Als de stroomvoorziening instabiel is wanneer
het apparaat wordt opgeladen, functioneert het
aanraakscherm mogelijk niet. Als dit gebeurt, koppelt u de
reisadapter van het apparaat los.
Het apparaat kan warm worden tijdens het opladen. Dit is
normaal en heeft geen nadelige invloed op de levensduur
of prestaties van het apparaat.
Als uw apparaat niet goed oplaadt, kunt u met het
apparaat en de oplader naar een Samsung Servicecenter
gaan.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, haalt u eerst de
4
stekker van de adapter uit het apparaat en vervolgens uit het
stopcontact.
Koppel de reisadapter altijd los van het apparaat voordat u
de batterij verwijdert. Als u de batterij verwijdert terwijl de
reisadapter nog is aangesloten, kan het apparaat worden
beschadigd.
Om energie te besparen, koppelt u de reisadapter los
wanneer deze niet wordt gebruikt. De reisadapter heeft
geen aan/uit-schakelaar, dus u moet de reisadapter
uit het stopcontact halen om de stroomvoorziening te
onderbreken. Het toestel moet zich in de buurt van het
stopcontact bevinden tijdens het opladen.
Het apparaat in elkaar zetten
17
Opladen met een USB-kabel
Controleer voordat u met opladen begint of de computer is
ingeschakeld.
Open het klepje van de multifunctionele aansluiting.
1
Sluit het kleine uiteinde (micro-USB) van de USB-kabel aan op
2
de multifunctionele aansluiting.
Sluit het grote uiteinde van de USB-kabel aan op de USB-poort
3
van een computer.
Afhankelijk van het gebruikte type USB-kabel kan het even
duren voordat het opladen wordt gestart.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, haalt u eerst de
4
stekker van de USB-kabel uit het apparaat en vervolgens uit de
computer.
Batterijverbruik verminderen
Uw apparaat beschikt over opties waarmee u het gebruik van de
batterij kunt besparen. Als u deze opties aanpast en functies op
de achtergrond uitschakelt, kunt u het apparaat langer gebruiken
voordat u het weer moet opladen:
Schakel over naar de slaapstand door op de aan/uit-toets te
drukken, wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Sluit onnodige applicaties met taakbeheer.
Schakel de Bluetooth-functie uit.
Schakel de Wi-Fi-functie uit.
Schakel automatisch synchroniseren van applicaties uit.
Verminder de tijd voor achtergrondverlichting.
Verminder de helderheid van het scherm.
Het apparaat in elkaar zetten
18
Een geheugenkaart plaatsen (optioneel)
U kunt microSD
- of microSDHC
-geheugenkaarten met
een maximumcapaciteit van 32 GB in het apparaat plaatsen
(afhankelijk van het type kaart en de kaartfabrikant).
Samsung hanteert erkende industriestandaarden voor
geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk
niet volledig compatibel met uw apparaat. Als u een
geheugenkaart gebruikt die niet compatibel is, kan
uw apparaat of uw geheugenkaart beschadigd raken.
Opgeslagen gegevens op de geheugenkaart kunnen ook
beschadigd raken.
Uw apparaat ondersteunt alleen de FAT-bestandsstructuur
voor geheugenkaarten. Als u een geheugenkaart plaatst
die met een andere bestandsstructuur is geformatteerd,
wordt u gevraagd of u de kaart opnieuw wilt formatteren.
Veel schrijven en verwijderen van gegevens verkort de
levensduur van geheugenkaarten.
Wanneer u een geheugenkaart in het apparaat
plaatst, wordt de bestandsmap van de geheugenkaart
weergegeven in de map extSdCard.
Verwijder de achterklep.
1
Plaats een geheugenkaart met de goudkleurige contactpunten
2
naar beneden gericht.
Het apparaat in elkaar zetten
19
Duw de geheugenkaart in de geheugenkaartsleuf totdat de
3
kaart vastklikt.
Plaats de achterklep terug.
4
Een geheugenkaart verwijderen
Controleer of de geheugenkaart op dat moment niet wordt
gebruikt door het apparaat.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Opslag
SD-kaart afmelden.
Selecteer
2
OK (indien nodig).
Verwijder de achterklep.
3
Duw voorzichtig op de geheugenkaart totdat deze loskomt
4
van het apparaat.
Verwijder de geheugenkaart.
5
Plaats de achterklep terug.
6
Verwijder een geheugenkaart niet wanneer via het apparaat
gegevens worden overgedragen of geopend. Dit kan leiden
tot verlies van gegevens en/of beschadiging van de kaart of
het apparaat.
Het apparaat in elkaar zetten
20
Een geheugenkaart formatteren
Als u de geheugenkaart op een computer formatteert, kan de
kaart incompatibel worden met uw apparaat. Formatteer de
geheugenkaart alleen in het apparaat.
Selecteer in de lijst met applicaties Instellingen
Opslag
SD-kaart formatteren
SD-kaart formatteren
Alles
verwijderen.
Vergeet niet een back-up van alle belangrijke gegevens
te maken voordat u de geheugenkaart formatteert.
De fabrieksgarantie dekt geen schade door verlies van
gegevens vanwege iets wat de gebruiker doet.
Een polslus bevestigen (optioneel)
Verwijder de achterklep.
1
Schuif de polslus door de sleuf en haak deze om het kleine
2
uitsteeksel.
Plaats de achterklep terug.
3
21
Aan de slag
Aan de slag
Uw apparaat in- of uitschakelen
Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
1
Geef de PIN-code in die u bij de SIM- of USIM-kaart hebt
2
gekregen, en selecteer OK (indien nodig).
Als u het apparaat de eerste keer inschakelt, volgt u de
instructies op het scherm om het apparaat in te stellen.
U moet u aanmelden bij Google of een Google-account
maken op applicaties te gebruiken die verbinding maken
met de Google/server.
Houd de aan/uit-toets ingedrukt en selecteer Uitschakelen
OK
om het apparaat uit te schakelen.
Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen van
geautoriseerd personeel op plaatsen waar het gebruik
van draadloze apparatuur aan beperkingen onderhevig is,
bijvoorbeeld in vliegtuigen en ziekenhuizen.
Als u alleen de diensten wilt gebruiken waarvoor geen
netwerk is vereist, activeert u de vliegtuigstand. p. 114
22
Aan de slag
Het aanraakscherm gebruiken
Met het aanraakscherm van het apparaat kunt u eenvoudig items
selecteren en functies uitvoeren. Hier krijgt u informatie over het
aanraakscherm.
Druk niet op het aanraakscherm met uw vingertoppen en
gebruik geen scherpe voorwerpen op het aanraakscherm.
Hierdoor kan het aanraakscherm beschadigd raken of kan
er een storing optreden.
Zorg dat het aanraakscherm niet in aanraking komt met
andere elektrische apparaten. Door elektrostatische
ontladingen kan het aanraakscherm worden beschadigd.
Zorg dat het aanraakscherm niet in aanraking komt
met vloeistoffen. Het aanraakscherm kan in vochtige
omstandigheden of door blootstelling aan vloeistoffen
worden beschadigd.
Als het aanraakscherm langere tijd standby staat, kan dit
leiden tot nabeelden (ingebrande beelden op het scherm)
of ghosting. Schakel het aanraakscherm uit wanneer u het
apparaat niet gebruikt.
Om het aanraakscherm optimaal te kunnen gebruiken,
moet u de beschermende folie verwijderen voordat u het
apparaat gebruikt.
Het aanraakscherm heeft een laag die kleine elektrische
ladingen die door het menselijk lichaam worden
veroorzaakt, detecteert. Voor de beste prestaties tikt u met
uw vingertop op het aanraakscherm. Het aanraakscherm
reageert niet als het door scherpe voorwerpen zoals een
stylus of een pen wordt aangeraakt.
23
Aan de slag
U gebruikt de volgende technieken om het aanraakscherm te
bedienen:
Tik op
Eén keer aanraken om een menu, optie
of applicatie te selecteren of te starten.
Blijven aanraken
Tik op een item en blijf dit langer dan 2
seconden aanraken.
Slepen
Tik op een item en verplaats het naar een
nieuwe locatie.
24
Aan de slag
Dubbeltikken
Tik snel twee keer op een item.
Vegen
Snel omhoog, omlaag, naar links of
rechts bladeren om door lijsten of
schermen te bewegen.
Samenknijpen
Plaats twee vingers ver uit elkaar en
breng ze naar elkaar toe.
Het aanraakscherm wordt automatisch uitgeschakeld
wanneer u het apparaat gedurende een bepaalde tijd niet
gebruikt. Druk op de aan/uit-toets of de starttoets om het
scherm weer in te schakelen.
U kunt de tijd instellen dat het apparaat wacht voordat
het scherm wordt uitgeschakeld. Selecteer in de lijst met
applicaties Instellingen
Display
Time-out scherm.
25
Aan de slag
Het aanraakscherm en de toetsen
vergrendelen of ontgrendelen
Wanneer u het apparaat gedurende een bepaalde tijd niet
gebruikt, schakelt het apparaat het aanraakscherm uit en worden
het aanraakscherm en de toetsen automatisch vergrendeld om
onbedoelde bewerkingen te voorkomen. Als u het aanraakscherm
en de toetsen handmatig wilt vergrendelen, drukt u op de aan/uit-
toets.
Om te ontgrendelen, schakelt u het scherm in door op de aan/uit-
toets of starttoets te drukken, ergens op het scherm te tikken en
uw vinger buiten de grote cirkel te slepen.
U kunt de functie voor schermvergrendeling activeren om
te voorkomen dat anderen uw persoonlijke gegevens en
informatie die op het apparaat is opgeslagen, openen of
gebruiken.
p. 34
Het startscherm
In het startscherm kunt u de status van het apparaat zien en
applicaties openen.
Het startscherm bevat meerdere panelen. Scroll naar links of rechts
om de panelen van het startscherm weer te geven. U kunt ook een
stip onder aan het scherm selecteren om rechtstreeks naar het
bijbehorende paneel te gaan.
26
Aan de slag
Pictogrammen
De pictogrammen die op het scherm worden weergegeven,
kunnen verschillen afhankelijk van de regio en
serviceprovider.
Pictogram Betekenis
Geen signaal
Signaalsterkte
Verbonden met GPRS-netwerk
Verbonden met EDGE-netwerk
Verbonden met UMTS-netwerk
Verbonden met HSDPA-netwerk
Verbonden met Wi-Fi-toegangspunt
Bluetooth-functie geactiveerd
GPS ingeschakeld
Oproep ingeschakeld
Gemiste oproep
Synchroniseren met webserver
Aangesloten op computer
Geen SIM- of USIM-kaart
Nieuw bericht
27
Aan de slag
Pictogram Betekenis
Alarm ingeschakeld
Roaming (buiten het servicegebied)
Stille stand ingeschakeld
Trilstand ingeschakeld
Vliegtuigstand ingeschakeld
Fout opgetreden of voorzichtigheid vereist
Batterijlading
Werken met het meldingenpaneel
Als u het meldingenpaneel wilt openen, tikt u op het gedeelte
met pictogrammen en sleept u het naar beneden. U verbergt het
paneel weer door de onderkant van het paneel omhoog te slepen.
In het meldingenpaneel kunt u de huidige status van uw apparaat
weergeven en de volgende opties gebruiken:
Wi-Fi
: de Wi-Fi-functie in- of uitschakelen. p. 97
GPS
: de GPS-functie in- of uitschakelen. p. 104
Melodie
: de stille stand in- of uitschakelen. U kunt uw apparaat
dempen of instellen op trillen in de Stille stand.
Schermrotatie
: toestaan of voorkomen dat het scherm draait
wanneer u het apparaat draait.
Melding
: meldingspictogrammen verbergen of weergeven.
28
Aan de slag
Mobiele gegevens
: de gegevensverbinding in- of uitschakelen.
Bluetooth
: de Bluetooth-functie in- of uitschakelen. p. 102
Synchroniseren
: het automatisch synchroniseren van
applicaties in- of uitschakelen.
Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van uw regio of
serviceprovider.
Een item verplaatsen op het startscherm
Blijf een item aanraken en sleep
het naar een nieuwe locatie.
Een item verwijderen uit het startscherm
Blijf een item aanraken en sleep het naar de vuilnisbak.
29
Aan de slag
Een paneel toevoegen aan of verwijderen uit het
startscherm
U kunt panelen toevoegen aan of verwijderen uit het startscherm
om widgets in te delen.
Plaats op het startscherm twee vingers op het scherm en
1
beweeg ze naar elkaar toe om over te schakelen naar de
bewerkingsstand.
Panelen toevoegen, verwijderen of opnieuw indelen:
2
Als u een paneel wilt verwijderen, tikt u op de
miniatuurafbeelding van het paneel en blijft u de afbeelding
aanraken. Sleep vervolgens de afbeelding naar de
prullenbak.
Als u een nieuw paneel wilt toevoegen, selecteert u
.
Als u het hoofdpaneel van het startscherm wilt instellen,
selecteert u .
Als u de volgorde van de panelen wilt wijzigen, raakt u de
miniatuurafbeelding van een paneel aan en sleept u deze
naar de gewenste locatie.
Druk op de terugtoets om terug te gaan naar het vorige
3
scherm.
Widgets gebruiken
Widgets zijn kleine applicaties op het startscherm die handige
functies en informatie verschaffen.
Voor sommige widgets wordt verbinding met webservices
gemaakt. Als u een webwidget gebruikt, worden er
mogelijk extra kosten in rekening gebracht.
Welke widgets beschikbaar zijn, is afhankelijk van uw regio
of serviceprovider.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Widgets om het
widgetpaneel te openen.
Scroll naar links of rechts in het widgetpaneel om een widget
2
te zoeken.
Blijf een widget aanraken om deze toe te voegen aan het
3
startscherm.
30
Aan de slag
Applicaties openen
Applicaties openen en volledig gebruikmaken van de functies
op uw apparaat. U kunt de lijst met applicaties aanpassen aan
uw voorkeuren, of applicaties downloaden van internet om de
functionaliteit van uw apparaat te verbeteren.
Selecteer in het startscherm
1
om de lijst met applicaties te
openen.
Scroll naar links of rechts naar een ander scherm.
2
U kunt ook een stip onder aan het scherm selecteren om
rechtstreeks naar het bijbehorende scherm te gaan.
Selecteer een applicatie.
3
Druk op de terugtoets om terug te gaan naar het vorige
4
scherm. Druk op de starttoets om terug te gaan naar het
startscherm.
U kunt een snelkoppeling naar een applicatie toevoegen
aan het startscherm door een pictogram te blijven
aanraken in de lijst met applicaties.
Als u het apparaat draait terwijl u bepaalde functies
gebruikt, wordt de interface ook gedraaid. Om te
voorkomen dat de interface draait, selecteert u
Instellingen
Display
Scherm automatisch
draaien.
Applicaties ordenen
U kunt de volgorde van applicaties wijzigen in de lijst met
applicaties of ze groeperen in categorieën.
Druk in de lijst met applicaties op de optietoets en selecteer
1
Bewerken.
Blijf een applicatiepictogram aanraken.
2
31
Aan de slag
Applicaties ordenen:
3
Als u een applicatie wilt verplaatsen, sleept u deze naar de
nieuwe locatie.
Als u de applicatie wilt toevoegen aan een nieuwe map.
sleept u de applicatie naar .
Als u de applicatie naar een nieuw paneel wilt verplaatsen,
sleept u de applicatie naar .
Als u de applicatie wilt verwijderen, sleept u deze naar
.
Als u het applicatiepictogram naar sleept, wordt er
informatie over de applicatie weergegeven.
Selecteer
4
Opsl.
Een applicatie downloaden
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Play Store of Samsung
Apps.
Zoek een applicatie en download deze naar het apparaat.
2
Als u applicaties wilt installeren die u van bronnen hebt
gedownload, selecteert u Instellingen
Beveiliging
Onbekende bronnen.
Een applicatie verwijderen
Druk in de lijst met applicaties op de optietoets en selecteer
1
Verwijderen.
Selecteer
2
op het pictogram van een applicatie en selecteer
OK.
U kunt alleen de applicaties verwijderen die u hebt
gedownload.
Onlangs gebruikte applicaties openen
Houd de starttoets ingedrukt om de applicaties weer te geven
1
die u onlangs hebt geopend.
Selecteer een applicatie.
2
32
Aan de slag
Meerdere applicaties starten
U kunt met het apparaat met meerdere applicaties tegelijk werken.
Als u meerdere applicaties wilt openen, drukt u op de starttoets
terwijl u een applicatie gebruikt. Selecteer vervolgens een andere
applicatie die u wilt starten vanuit het startscherm.
Applicaties beheren
U kunt meerdere applicaties beheren met Taakbeheer.
Blijf de starttoets aanraken en selecteer
1
Taakbeheer
Actieve applicaties.
Taakbeheer wordt gestart en geeft de actieve applicaties weer.
Actieve applicaties beheren:
2
Selecteer
Stop om een applicatie te sluiten.
Selecteer
Alles stoppen om alle applicaties te sluiten.
Het apparaat aanpassen
Haal meer uit uw apparaat door de instellingen aan uw voorkeuren
aan te passen.
De weergavetaal wijzigen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Taal en
invoer
Taal.
Selecteer een taal.
2
De aanraaktoon in- of uitschakelen
Selecteer in de lijst met applicaties Instellingen
Geluid
Aanraakgeluiden.
33
Aan de slag
Het volume van het apparaat aanpassen
Druk de volumetoets omhoog of omlaag.
1
Selecteer
2
en sleep de schuifregelaars om het volumeniveau
voor elk geluid aan te passen.
Overschakelen naar de stille stand
U kunt de geluiden van uw apparaat op een van de volgende
manieren uit- of inschakelen:
Als u het meldingenpaneel wilt openen, tikt u op het gedeelte
met pictogrammen en sleept u het naar beneden. Selecteer
vervolgens Melodie.
Houd de aan/uit-toets ingedrukt en selecteer
of .
Selecteer in de lijst met applicaties
Telefoon
Toetsenbord en
blijf
aanraken.
Een achtergrond voor het startscherm selecteren
Selecteer in het startscherm
1
Instellingen
Achtergrond
Startscherm.
Selecteer een afbeeldingsmap
2
een afbeelding.
Het lettertype wijzigen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Display
Letterstijl.
Selecteer een lettertype.
2
34
Aan de slag
De helderheid van het scherm aanpassen
Als het scherm op een hoog helderheidsniveau is ingesteld,
raakt de batterij van het apparaat sneller leeg.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Display
Helderheid.
Sleep de schuifregelaar naar links of rechts.
2
Selecteer
3
OK.
Het apparaat vergrendelen
U kunt uw apparaat vergrendelen met een patroon, PIN-code of
een wachtwoord. Wanneer het scherm is ingeschakeld, moet u een
wachtwoord ingeven elke keer dat u het apparaat inschakelt of het
aanraakscherm ontgrendelt.
Als u uw wachtwoord vergeet, moet u het apparaat bij een
Samsung Servicecenter laten resetten.
Samsung is niet verantwoordelijk voor verlies van
wachtwoorden of privégegevens of andere schade die
door illegale software wordt veroorzaakt.
Een ontgrendelingspatroon instellen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Beveiliging
Schermvergrendeling
Patroon.
Bekijk de instructies en voorbeeldpatronen op het scherm en
2
selecteer Volgende.
Teken een patroon door ten minste 4 punten met elkaar te
3
verbinden en selecteer Doorgaan.
Teken het patroon nogmaals om het te bevestigen en selecteer
4
Bevestigen.
Voltooi het instellen van de reserve-PIN-code.
5
Als u uw ontgrendelingspatroon vergeet, kunt u de
schermvergrendelingsfunctie uitschakelen met een back-up
PIN-code.
35
Aan de slag
Een PIN-code voor ontgrendeling instellen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Beveiliging
Schermvergrendeling
Geef PIN-code in.
Geef een nieuwe PIN-code in en selecteer
2
Doorgaan.
Geef de PIN-code nogmaals in en selecteer
3
OK.
Een ontgrendelingswachtwoord instellen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Beveiliging
Schermvergrendeling
Wachtwoord.
Geef een nieuw wachtwoord (alfanumeriek) in en selecteer
2
Doorgaan.
Geef het wachtwoord nogmaals in en selecteer
3
OK.
De SIM- of USIM-kaart vergrendelen
U kunt het apparaat vergrendelen met de PIN-code die u bij
de SIM- of USIM-kaart hebt gekregen. Als de SIM- of USIM-
kaartvergrendeling is ingeschakeld, moet u telkens bij het
inschakelen van het apparaat de PIN-code ingeven.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Beveiliging
SIM-kaartvergrendeling instellen
SIM-
kaart vergrendelen.
Geef uw PIN-code in en selecteer
2
OK.
Als u te vaak een onjuiste PIN-code ingeeft, wordt de SIM-
of USIM-kaart geblokkeerd. In dat geval moet u een PUK-
code (PIN Unlock Key) ingeven om de blokkering van de
SIM- of USIM-kaart op te heffen.
Als u een onjuiste PUK-code voor de SIM- of USIM-
kaart ingeeft, moet u de blokkering van de kaart bij de
serviceprovider laten opheffen.
36
Aan de slag
De functie Mobiel apparaat traceren inschakelen
Wanneer iemand een andere SIM-kaart of USIM-kaart in het
verloren of gestolen apparaat plaatst, stuurt de functie Mijn
telefoon zoeken het nummer automatisch naar een aantal
ingestelde contacten, zodat u het apparaat kunt opsporen. Als u
deze functie wilt gebruiken, hebt u een Samsung-account nodig
om het apparaat op afstand te regelen.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Beveiliging
Waarschuwing SIM-kaart vervangen.
Selecteer
2
Inloggen.
Selecteer Nieuw account om een Samsung-account te maken.
Geef het e-mailadres en wachtwoord voor uw Samsung-
3
account in en selecteer Log in.
Sleep de schakelaar
4
Waarschuwing SIM-kaart vervangen
naar rechts.
Selecteer
5
Waarschuwingsbericht.
Geef het tekstbericht in dat u naar de ontvangers wilt
6
verzenden en selecteer OK.
Ontvangers toevoegen:
7
Selecteer
Maken en geef telefoonnummers handmatig in,
waaronder de landcode en het +-symbool.
Selecteer telefoonnummers in uw contactenlijst door
Contacten te selecteren.
Selecteer
8
Opslaan.
37
Aan de slag
Tekst ingeven
U kunt tekst ingeven door woorden in de microfoon te spreken,
door tekens op het virtuele toetsenbord te selecteren of door te
schrijven op het scherm.
Tekstinvoer wordt in sommige talen niet ondersteund. Als u
tekst wilt ingeven, moet u de invoertaal wijzigen in een van
de ondersteunde talen.
De tekstinvoermethode wijzigen
Als u het meldingenpaneel wilt openen, tikt u in een tekstveld
1
op het gedeelte met pictogrammen en sleept u het naar
beneden.
Selecteer
2
Invoermethode selecteren
een
tekstinvoermethode.
Tekst ingeven met de spraakinvoerfunctie van
Google
Spreek uw tekst in de microfoon in.
1
Selecteer
2
Gereed wanneer u klaar bent.
Als u talen wilt ingeven voor spraakherkenning, selecteert u
Meer talen toevoegen.
Tekst ingeven met het Samsung-toetsenbord
Als u het meldingenpaneel wilt openen, tikt u in een tekstveld
1
op het gedeelte met pictogrammen en sleept u het naar
beneden.
Selecteer
2
Invoermethode selecteren
Invoermethoden
configureren en selecteer
naast Samsung-toetsenblok
Staande toetsenbloktypen
een toetsenbordtype.
Geef tekst in door alfanumerieke toetsen te selecteren.
3
38
Aan de slag
U kunt tevens de volgende toetsen gebruiken:
1
2
3
4
5
6
Nummer Functie
1
Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters.
2
Schakelen tussen invoermodi voor tekst.
3
De toetsenbordinstellingen openen. Blijf
aanraken als u wilt overschakelen naar de
handschriftstand, tekst wilt ingeven met uw stem
of het klembord wilt openen.
4
Uw invoer wissen.
5
Een nieuwe regel beginnen.
6
Een spatie invoegen.
Wanneer u tekst ingeeft met het 3x4 toetsenbord, kunt u de
volgende standen gebruiken:
Stand Functie
ABC
1. Selecteer
om over te schakelen naar de
ABC-stand.
2. Selecteer een bijbehorende virtuele
toets totdat de gewenste tekens worden
weergegeven.
Nummer
1. Selecteer
om over te schakelen naar de
cijferstand.
2. Selecteer een nummer.
U kunt nummers ingeven door in de
ABC-stand een virtuele toets te blijven
aanraken.
39
Aan de slag
Stand Functie
Pictogram
1. Selecteer
om naar de symboolstand te
gaan.
2. Selecteer of om naar de gewenste
symboolset te scrollen.
3. Selecteer een symbool.
Tekst kopiëren en plakken
U kunt tekst vanuit een tekstveld kopiëren en plakken in een
andere applicatie.
Blijf een stuk tekst aanraken.
1
Sleep
2
of om de tekst te selecteren.
Selecteer
3
of om de tekst toe te voegen aan het klembord.
Plaats in een andere applicatie de cursor op het punt waar de
4
tekst moet worden ingevoegd.
Selecteer
5
Plakken om de tekst van het klembord in het
tekstveld te plakken.
Communiceren
40
Communiceren
Bellen
Hier vindt u informatie over het gebruik van de telefoniefuncties,
zoals bellen en gebeld worden, welke opties er tijdens een oproep
beschikbaar zijn en het gebruik van de mogelijkheden die met
bellen samenhangen.
Om onbedoelde invoer te voorkomen, vergrendelt het
apparaat automatisch het aanraakscherm tijdens een
oproep. Als u het aanraakscherm wilt ontgrendelen,
dubbeltikt u op Tik tweemaal om te ontgrendelen.
Bellen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Telefoon
Toetsenbord
en geef een netnummer en telefoonnummer in.
Selecteer
2
om een spraakoproep te starten.
Selecteer
3
Einde opr. om de oproep te beëindigen.
U kunt de nummers die u regelmatig belt, opslaan in de
lijst met contacten. p. 74
Als u de oproepenlijst wilt openen om een onlangs gebeld
nummer, opnieuw te kiezen, selecteert u Telefoon
Logbestanden.
Een oproep aannemen
Selecteer tijdens een inkomende oproep
1
en sleep uw vinger
buiten de grote cirkel.
Druk op de volumetoets om de beltoon te dempen.
Selecteer
2
Einde opr. om de oproep te beëindigen.
Communiceren
41
Een oproep weigeren
Selecteer tijdens een inkomende oproep en sleep uw vinger
buiten de grote cirkel.
Een internationale oproep plaatsen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Telefoon
Toetsenbord
en blijf
aanraken om het +-teken in te geven.
Geef een volledig nummer in (landcode, regiocode en
2
telefoonnummer).
Selecteer
3
om het nummer te bellen.
Een headset gebruiken
Sluit een headset aan op uw apparaat om oproepen gemakkelijk
te beantwoorden en te beheren.
Druk op de headsetknop om een oproep te beantwoorden.
Houd de headsetknop ingedrukt om een oproep te weigeren.
Als u een oproep in de wacht wilt zetten of uit de wacht wilt
halen, houdt u de headsetknop ingedrukt.
Als u een oproep wilt beëindigen, drukt u ook op de
headsetknop.
Beschikbare opties tijdens een oproep
Tijdens een spraakoproep kunt u de volgende opties gebruiken:
Druk de volumetoets omhoog of omlaag om het stemvolume te
regelen.
Selecteer
In de wacht om een gesprek in de wacht te plaatsen.
Om een gesprek weer uit de wachtstand te halen selecteert u
Uit wacht.
Als u een tweede nummer wilt bellen, selecteert u
Nieuwe opr.
en belt u een nieuw nummer.
Communiceren
42
Selecteer
Nieuwe opr.
Contacten om de lijst met contacten
te openen.
Selecteer
Wissel om tussen de twee oproepen te schakelen.
Als u een tweede oproep wilt beantwoorden, selecteert u
en sleept u uw vinger buiten de grote cirkel wanneer u de toon
voor het wisselgesprek hoort. Er wordt gevraagd of de eerste
oproep moet worden beëindigd of in de wacht gezet. U kunt
de wisselgesprekfunctie alleen gebruiken als u hierop bent
geabonneerd.
Selecteer
Nieuwe opr. om het belscherm te openen.
Selecteer
Luidspreker om de luidsprekerfunctie te activeren.
In rumoerige omgevingen kan het lastig zijn om de
luidsprekerfunctie te gebruiken. Gebruik dan voor betere
geluidsprestaties de normale telefoonstand.
U kunt de microfoon uitschakelen zodat de andere persoon u
niet kan horen. Selecteer hiervoor Dempen.
Als u de Bluetooth-headset wilt gebruiken voor het gesprek,
selecteert u Headset.
Als u een oproep met meerdere bellers (vergaderoproep)
wilt starten, belt u een tweede nummer of beantwoordt u
een tweede oproep en selecteert u Voeg samen wanneer u
verbinding met deze tweede persoon hebt. Herhaal dit als
u meer bellers wilt toevoegen. Voor het gebruik van deze
telefonische vergaderfunctie hebt u wel een abonnement nodig.
U kunt de huidige beller met een beller in de wacht verbinden
door
Doorverbinden te selecteren. De verbinding met
beide bellers wordt verbroken.
Gemiste oproepen weergeven en de
bijbehorende nummers terugbellen
Uw apparaat geeft gemiste oproepen weer. Als u wilt terugbellen,
tikt u op het gedeelte met pictogrammen en sleept u het
naar beneden om het meldingenpaneel te openen. Selecteer
vervolgens de melding van de gemiste oproep.
Communiceren
43
Automatische weigering instellen
Met de automatische weigerfunctie kunt u oproepen van
bepaalde nummers automatisch weigeren.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Telefoon.
Druk op de optietoets en selecteer
2
Oproep instellingen
Oproep weigeren.
Sleep de schakelaar
3
Automatisch weigeren naar rechts.
Selecteer
4
Automatisch weigeren
een optie.
Optie Functie
Alle nummers Alle oproepen weigeren.
Nrs voor autom.
weigeren
Oproepen weigeren van
telefoonnummers op de automatische
blokkeerlijst.
Selecteer
5
Lijst voor automatisch weigeren.
Selecteer
6
Nieuw.
Geef een nummer in en selecteer
7
Opslaan.
U kunt de criteria instellen voor het nummer.
Herhaal stap 6-7 om meer nummers toe te voegen.
8
De FDN-modus (Fixed Dialling Number) activeren
In de FDN-modus voorkomt uw apparaat dat uitgaande nummers
worden gemaakt die niet zijn opgeslagen in de FDN-lijst op uw
SIM- of USIM-kaart.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Telefoon.
Druk op de optietoets en selecteer
2
Oproep instellingen
Extra instellingen
FDN-nummers.
Communiceren
44
Selecteer
3
FDN inschakelen.
Geef de PIN2-code in die u bij de SIM- of USIM-kaart hebt
4
gekregen, en selecteer OK.
Selecteer
5
FDN-lijst en voeg contacten toe.
Oproepen doorschakelen
Doorschakelen is een netwerkfunctie waarmee inkomende
oproepen naar een door u opgegeven nummer worden
doorgestuurd. U kunt deze functie apart instellen voor
verschillende omstandigheden.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Telefoon.
Druk op de optietoets en selecteer
2
Oproep instellingen
Oproepen doorschakelen
een oproeptype.
Selecteer een voorwaarde.
3
Geef een nummer in waarnaar u oproepen wilt doorschakelen
4
en selecteer Aanzetten.
Uw instellingen worden naar het netwerk verzonden.
Oproepen blokkeren
Oproepen blokkeren is een netwerkfunctie waarmee bepaalde
soorten oproepen kunnen worden geblokkeerd of waarmee u
kunt voorkomen dat anderen met uw apparaat kunnen bellen.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Telefoon.
Druk op de optietoets en selecteer
2
Oproep instellingen
Extra instellingen
Oproepen blokkeren
een
oproeptype.
Selecteer een optie voor oproepen blokkeren.
3
Geef een blokkeerwachtwoord in en selecteer
4
OK.
Uw instellingen worden naar het netwerk verzonden.
Communiceren
45
Wisselgesprek instellen
Wisselgesprek is een netwerkfunctie waarmee u tijdens een
oproep een melding krijgt als er een nieuwe oproep binnenkomt.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Telefoon.
Druk op de optietoets en selecteer
2
Oproep instellingen
Extra instellingen
Wisselgesprek.
Uw instellingen worden naar het netwerk verzonden.
Logbestanden met oproepen en berichten
weergeven
U kunt logbestanden met uw oproepen en berichten gefilterd op
type weergeven.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Telefoon
Logbestanden.
Druk op de optietoets en selecteer
2
Weergave
een optie.
U kunt een oproep plaatsen of een bericht naar een contact
verzenden door naar links of rechts te scrollen in een
logboekvermelding.
Selecteer een logboekvermelding om de details te bekijken.
3
Vanuit de detailweergave kunt u een oproep plaatsen,
een bericht naar het nummer sturen of het nummer aan
de contactenlijst of de lijst voor automatisch weigeren
toevoegen.
Berichten
Informatie over hoe u SMS- en MMS-berichten kunt opstellen
en verzenden en hoe u verzonden en ontvangen berichten kunt
weergeven en beheren.
Er kunnen extra kosten in rekening worden gebracht voor
het verzenden of ontvangen van berichten als u zich buiten
uw eigen servicegebied bevindt. Neem contact op met uw
serviceprovider voor informatie.
Communiceren
46
Een SMS-bericht verzenden
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Berichten
.
Ontvangers toevoegen:
2
Geef telefoonnummers handmatig in en scheid ze van elkaar
met een puntkomma of een komma.
Selecteer telefoonnummers in uw oproep-, berichten- of
contactlijst door te selecteren.
Selecteer het tekstveld en geef de berichttekst in.
3
Als u emoticons wilt ingeven, drukt u op de optietoets en
selecteert u Smiley invoegen.
Als u het bericht wilt verzenden, selecteert u
4
.
Een MMS-bericht verzenden
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Berichten
.
Ontvangers toevoegen:
2
Geef telefoonnummers of e-mailadressen handmatig in en
scheid deze van elkaar met een puntkomma of een komma.
Selecteer telefoonnummers of e-mailadressen in uw
oproep-, berichten- of contactlijst door te selecteren.
Wanneer u een e-mailadres ingeeft, wordt het bericht
omgezet in een MMS-bericht.
Selecteer het tekstveld en geef de berichttekst in.
3
Als u emoticons wilt ingeven, drukt u op de optietoets en
selecteert u Smiley invoegen.
Communiceren
47
Selecteer
4
en voeg een bestand toe.
Druk op de optietoets en selecteer
5
Onderwerp toevoegen en
geef een onderwerp in.
Als u het bericht wilt verzenden, selecteert u
6
.
Een SMS- of MMS-bericht weergeven
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Berichten.
Uw berichten worden per contact gerangschikt als
berichtenthread.
Selecteer een contact.
2
Selecteer een multimediabericht om meer details weer te
3
geven.
Luisteren naar een voicemailbericht
Als u uw apparaat hebt ingesteld om gemiste oproepen
door te schakelen naar de voicemailserver, kunnen bellers
voicemailberichten achterlaten wanneer u oproepen mist.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Telefoon
Toetsenbord
en blijf
aanraken.
Volg de aanwijzingen van de voicemailserver.
2
U moet het nummer van de voicemailserver opslaan voordat
u naar de voicemailserver gaat. Neem contact op met uw
serviceprovider voor het nummer.
Communiceren
48
Google Mail
Informatie over berichten verzenden of weergeven via de
webmailservice Google Mail
.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw
regio of serviceprovider.
De naam van deze functie is afhankelijk van uw regio of
serviceprovider.
Een e-mailbericht verzenden
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Google Mail
.
Selecteer het ontvangersveld en geef een e-mailadres in.
2
Selecteer het onderwerpveld en geef een onderwerp in.
3
Selecteer het tekstveld en geef de e-mailtekst in.
4
Druk op de optietoets en selecteer
5
Bestand bijvoegen en
voeg een bestand toe.
Als u het bericht wilt verzenden, selecteert u
6
.
Als u offline bent of zich buiten het servicegebied bevindt,
wordt het bericht in de berichtthread bewaard totdat u weer
online en in uw servicegebied bent.
Een e-mailbericht weergeven
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Google Mail.
Selecteer
2
om de berichtenlijst bij te werken.
Selecteer een e-mailbericht.
3
Communiceren
49
In de berichtweergave hebt u de volgende opties:
Als u naar het vorige of volgende bericht wilt gaan, scrollt u naar
rechts of links.
Als u het bericht wilt toevoegen aan de favorietenlijst, selecteert
u .
Als u het bericht wilt beantwoorden, selecteert u
.
Als u het bericht wilt beantwoorden en naar alle ontvangers een
antwoord wilt sturen, selecteert u
Allen antw.
Als u het bericht wilt doorsturen naar andere personen,
selecteert u
Doorsturen.
Als u het bericht wilt archiveren, selecteert u
.
Als u het bericht wilt verwijderen, selecteert u
.
Als u een label aan het bericht wilt toevoegen, selecteert u
.
Als u het bericht wilt markeren als ongelezen, selecteert u
.
Als u het bericht wilt markeren als belangrijk, drukt u op de
optietoets en selecteert u Markeren als belangrijk.
Als u het bericht wilt verbergen, drukt u op de optietoets en
selecteert u Negeren.
Als u verborgen berichten wilt weergeven, selecteert u
Alle e-mail in de lijst met labels.
Als u het bericht wilt toevoegen aan de spamlijst, drukt u op de
optietoets en selecteert u Spam rapporteren.
Als u de e-mailinstellingen wilt wijzigen, drukt u op de optietoets
en selecteert u Instellingen.
Als u een bijlage wilt weergeven, selecteert u
WEERGEVEN. Als
u de bijlage wilt opslaan op uw apparaat, selecteert u OPSLAAN.
Beschikbare opties kunnen verschillen afhankelijk van de
e-mailaccount.
Communiceren
50
E-mail
Hier vindt u informatie over hoe u e-mailberichten via uw
persoonlijke of zakelijke e-mailaccount kunt verzenden en
bekijken.
Een e-mailaccount instellen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
E-mail.
Geef uw e-mailadres en wachtwoord in.
2
Selecteer
3
Volgende. Als u uw accountgegevens handmatig
wilt ingeven, selecteert u Handm. instell.
Volg de instructies op het scherm.
4
Als u klaar bent met het instellen van de e-mailaccount, worden de
e-mailberichten naar uw apparaat gedownload. Als u twee of meer
accounts hebt gemaakt, kunt u schakelen tussen e-mailaccounts.
Selecteer bovenaan het scherm een accountnaam en selecteer de
account waarvoor u de berichten wilt ophalen.
Een e-mailbericht verzenden
Selecteer in de lijst met applicaties
1
E-mail
.
Ontvangers toevoegen:
2
Geef e-mailadressen handmatig in en scheid ze van elkaar
met een puntkomma of een komma.
Selecteer e-mailadressen in uw oproep-, berichten- of
contactlijst door te selecteren.
Communiceren
51
Selecteer het onderwerpveld en geef een onderwerp in.
3
Selecteer het tekstveld en geef de e-mailtekst in.
4
Selecteer
5
en voeg een bestand toe.
Als u het bericht wilt verzenden, selecteert u
6
.
Als u offline bent of zich buiten het servicegebied bevindt,
wordt het bericht in de berichtthread bewaard totdat u weer
online en in uw servicegebied bent.
Een e-mailbericht weergeven
Selecteer in de lijst met applicaties
1
E-mail.
Selecteer
2
om de berichtenlijst bij te werken.
Selecteer een e-mailbericht.
3
In de berichtweergave hebt u de volgende opties:
Als u naar het vorige of volgende bericht wilt gaan, scrollt u naar
rechts of links.
Als u het bericht wilt beantwoorden, selecteert u
.
Als u het bericht wilt doorsturen naar andere personen,
selecteert u .
Als u het bericht wilt verwijderen, selecteert u
.
Als u het bericht wilt markeren als ongelezen, drukt u op de
optietoets en selecteert u Markeren als Ongelezen.
Als u het bericht naar een andere map wilt verplaatsen, drukt u
op de optietoets en selecteert u Verplaatsen.
Als u het bericht op uw apparaat wilt opslaan, drukt u op de
optietoets en selecteert u E-mail opslaan. Het bericht wordt
opgeslagen in Mijn bestanden
sdcard
Opgeslagen
e-mail.
Als u het bericht wilt afdrukken via Wi-Fi of USB, drukt u op de
optietoets en selecteert u Afdrukken. Uw apparaat is alleen
compatibel met bepaalde Samsung-printers.
Als u een nieuw bericht wilt maken, drukt u op de optietoets en
selecteert u Opstellen.
Communiceren
52
Als u de e-mailadressen van de ontvangers wilt opslaan in het
telefoonboek als een groep contacten, drukt u op de optietoets
en selecteert u Opslaan als groep.
Als u de e-mailinstellingen wilt wijzigen, drukt u op de optietoets
en selecteert u Instellingen.
Als u bijlage wilt opslaan op uw apparaat, selecteert u het
tabblad voor bijlagen
.
Talk
Hier vindt u informatie over het verzenden en ontvangen van
chatberichten aan vrienden en familie met de chatservice Google
Talk
.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw
regio of serviceprovider.
Uw status instellen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Talk.
Selecteer een Google-account.
2
Selecteer uw naam bovenaan de lijst met vrienden.
3
Pas uw status, afbeelding en bericht aan.
4
Een contact aan de vriendenlijst toevoegen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Talk
.
Geef het e-mailadres van een vriend in en selecteer
2
GEREED.
Wanneer uw vriend de uitnodiging accepteert, wordt hij of zij
aan uw vriendenlijst toegevoegd.
Communiceren
53
Een gesprek beginnen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Talk.
Selecteer een contact in de vriendenlijst.
2
Het chatscherm wordt geopend.
Geef een bericht in en verstuur het.
3
Als u meer contacten wilt toevoegen aan het gesprek, drukt
u op de optietoets en selecteert u Toevoegen aan chat.
Als u wilt schakelen tussen actieve gesprekken, scrollt u naar
links of rechts.
Als u spraakchat wilt gebruiken, selecteert u
.
Druk op de optietoets en selecteer
4
Chat beëindigen om het
gesprek te beëindigen.
ChatON
Hier vindt u informatie over het gebruikt van ChatON om
chatberichten te verzenden naar en te ontvangen van een
apparaat dat een mobiel nummer heeft.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
ChatON.
Als u deze applicatie voor het eerst start, moet u de
instructies op het scherm volgen om het instellen van de
account te voltooien.
Geef een bericht in en verstuur het.
2
Communiceren
54
Messenger
Hier vindt u informatie over het verzenden en ontvangen van
expresberichten van vrienden en familie met de Google+
messenger berichtenservice.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw
regio of serviceprovider.
Selecteer
1
Messenger in de lijst met applicaties.
Als u deze applicatie voor het eerst start, moet u de
instructies op het scherm volgen om het instellen van de
account te voltooien.
Geef een bericht in en verstuur het.
2
Google+
Hier vindt u informatie over hoe u toegang kunt krijgen tot
de sociale netwerkservice van Google. U kunt groepen maken
waarnaar u chatberichten verzendt en waarvan u chatberichten
ontvangt en u kunt fotos uploaden.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw
regio of serviceprovider.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Google+.
Als u deze applicatie voor het eerst start, moet u de
instructies op het scherm volgen om het instellen van de
account te voltooien.
Selecteer een functie voor een sociaal netwerk.
2
Entertainment
55
Entertainment
Camera
Hier vindt u informatie over hoe u foto’s en videos kunt maken en
weergeven.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u
deze een bepaalde tijd niet gebruikt.
De geheugencapaciteit kan variëren afhankelijk van
de opnameomstandigheden of de scène die wordt
opgenomen.
Een foto maken
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Camera.
Draai het apparaat linksom naar de liggende stand.
2
Richt de lens op het onderwerp en pas eventueel de
3
compositie aan.
2
1
4
3
6
7
8
5
Nummer Functie
1
De opnamestand wijzigen. p. 57
2
Een speciaal effect toepassen.
3
De belichtingswaarde aanpassen om de
helderheid te wijzigen.
Entertainment
56
Nummer Functie
4
De camera-instellingen wijzigen.
5
De opslaglocatie weergeven.
6
Overschakelen naar de camcorder.
7
Een foto maken.
8
Fotos weergeven die u hebt gemaakt.
Druk op de volumetoets om in of uit te zoomen. De
zoomfunctie is mogelijk niet beschikbaar wanneer u
opneemt met de hoogste resolutie.
Selecteer
4
om een foto te maken.
De foto wordt automatisch opgeslagen.
Nadat u een foto hebt gemaakt, selecteert u de afbeeldingsviewer
om de foto weer te geven.
Als u meer fotos wilt zien, scrollt u naar links of rechts.
Als u wilt in- of uitzoomen, plaatst u twee vingers op het scherm
en spreid u deze langzaam of knijpt u ze samen. Als u wilt
terugkeren naar het oorspronkelijke formaat, dubbeltikt u op het
scherm.
Als u de foto naar anderen wilt verzenden, selecteert u
.
Als u een diashow wilt starten, selecteert u
Diashow
starten. Tik op het scherm om de diashow te stoppen.
Als u de foto wilt verwijderen, selecteert u
.
Als u de foto wilt toevoegen aan het klembord, drukt u op de
optietoets en selecteert u Kopiëren naar klembord.
Als u de foto linksom wilt draaien, drukt u op de optietoets en
selecteert u Linksom draaien.
Als u de foto rechtsom wilt draaien, drukt u op de optietoets en
selecteert u Rechtsom draaien.
Entertainment
57
Als u een gedeelte van de foto wilt bijsnijden, drukt u op de
optietoets en selecteert u Bijsnijden.
Als u de foto wilt instellen als achtergrond of als afbeelding voor
een contact, drukt u op de optietoets en selecteert u Inst. als.
Als u de foto wilt afdrukken via Wi-Fi of USB, drukt u op de
optietoets en selecteert u Afdrukken. Uw apparaat is alleen
compatibel met bepaalde Samsung-printers.
Als u de naam van een bestand wilt wijzigen, drukt u op de
optietoets en selecteert u Naam wijzigen.
Als u wilt zoeken naar apparaten waarop media delen is
geactiveerd, selecteert u Zoeken naar apparaten.
Als u fotodetails wilt weergeven, drukt u op de optietoets en
selecteert u Gegevens.
De opnamestand wijzigen
U kunt fotos maken met verschillende opnamestanden. Als u de
opnamemodus wilt wijzigen, selecteert u
een optie.
Optie Functie
Smile shot
Het apparaat instellen om de gezichten van
mensen te herkennen en fotos van ze maken
wanneer ze lachen.
Panorama Panoramafotos maken.
Opname delen
Een foto maken en deze naar andere
verzenden via Wi-Fi Direct.
Entertainment
58
Camera-instellingen aanpassen
Voordat u een foto maakt, kunt u selecteren om de volgende
opties weer te geven:
Optie Functie
Sneltoetsen
wijzigen
Sneltoetsen naar veelgebruikte opties
wijzigen.
Fotostand De opnamestand wijzigen.
p. 57
Scenemodus De scènestand wijzigen.
Helderheid
De belichtingswaarde aanpassen om de
helderheid te wijzigen.
Timer
De vertraging selecteren voordat er een foto
wordt gemaakt.
Effecten Een speciaal effect toepassen.
Resolutie Een resolutie-optie selecteren.
Witbalans
De kleurbalans aanpassen aan de
lichtomstandigheden.
Meting Een type lichtmeting selecteren.
Richtlijnen
Instellen om de rasterlijnen op het
voorbeeldscherm weer te geven.
Beeldkwaliteit
Een kwaliteitsniveau voor uw fotos
selecteren.
Entertainment
59
Optie Functie
GPS-tag
Locatiegegevens opnemen bij de fotos.
Voor een goede GPS-ontvangst
moet u locaties vermijden waar
het signaal geblokkeerd wordt,
zoals tussen gebouwen of in
laaggelegen gebieden, of in slechte
weersomstandigheden.
Uw locatie kan worden
weergegeven op uw fotos wanneer
u deze uploadt naar internet.
Schakel de instelling voor GPS-tag
uit om dit te voorkomen.
Opslag
Een geheugenlocatie selecteren voor
gemaakte fotos.
Resetten De camera-instellingen resetten.
Een video opnemen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Camera.
Draai het apparaat linksom naar de liggende stand.
2
Sleep de schuifregelaar om over te schakelen naar de
3
camcorder.
Entertainment
60
Richt de lens op het onderwerp en pas eventueel de
4
compositie aan.
1
2
4
3
6
7
8
5
Nummer Functie
1
De opnamestand wijzigen (voor het bijvoegen
van een multimediabericht of voor normaal
opslaan).
2
Een speciaal effect toepassen.
3
De belichtingswaarde aanpassen om de
helderheid te wijzigen.
4
De camcorderinstellingen wijzigen.
5
De opslaglocatie weergeven.
6
Overschakelen naar de camera.
7
Een video opnemen.
8
Videos weergeven die u hebt gemaakt.
Druk op de volumetoets om in of uit te zoomen. De
zoomfunctie is mogelijk niet beschikbaar wanneer u
opneemt met de hoogste resolutie.
Entertainment
61
Selecteer
5
om de opname te starten.
Selecteer
6
om de opname te stoppen.
De video wordt automatisch opgeslagen.
Bepaalde geheugenkaarten hebben een te trage
verwerkingssnelheid om het opnemen van videos mogelijk
te maken.
Nadat u een video hebt gemaakt, selecteert u de
afbeeldingsviewer om de video weer te geven.
Als u meer videos wilt zien, scrollt u naar links of rechts.
Als u de video wilt afspelen, selecteert u
.
Als u de video naar anderen wilt verzenden of wilt delen,
selecteert u .
Als u een diashow wilt starten, selecteert u
Diashow
starten. Tik op het scherm om de diashow te stoppen.
Als u de video wilt verwijderen, selecteert u
.
Als u de naam van een bestand wilt wijzigen, drukt u op de
optietoets en selecteert u Naam wijzigen.
Als u videodetails wilt weergeven, drukt u op de optietoets en
selecteert u Gegevens.
Camcorderinstellingen aanpassen
Voordat u een video opneemt, kunt u selecteren voor de
volgende opties:
Optie Functie
Sneltoetsen
wijzigen
Sneltoetsen naar veelgebruikte opties
wijzigen.
Videostand
De opnamestand wijzigen (voor het
bijvoegen van een multimediabericht of voor
normaal opslaan).
Helderheid
De belichtingswaarde aanpassen om de
helderheid te wijzigen.
Timer
De vertraging selecteren voordat de video-
opname wordt gestart.
Entertainment
62
Optie Functie
Effecten Een speciaal effect toepassen.
Resolutie Een resolutie-optie selecteren.
Witbalans
De kleurbalans aanpassen aan de
lichtomstandigheden.
Richtlijnen
Instellen om de rasterlijnen op het
voorbeeldscherm weer te geven.
Videokwaliteit
Een kwaliteitsniveau voor uw videos
selecteren.
Opslag
Een geheugenlocatie selecteren voor
opgenomen videos.
Resetten De camcorderinstellingen resetten.
Galerij
Hier vindt u informatie over het bekijken van fotos en videos die
zijn opgeslagen op uw apparaat.
Afhankelijk van de software in uw apparaat worden
bepaalde bestandsindelingen niet ondersteund.
Als een bestand groter is dan de beschikbare
geheugenruimte, kan er een fout optreden als u het
bestand probeert af te spelen.
De afspeelkwaliteit kan verschillen afhankelijk van het
inhoudstype.
Sommige bestanden kunnen mogelijk niet goed worden
afgespeeld, afhankelijk van de manier waarop ze zijn
gecodeerd.
Een afbeelding weergeven
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Galerij.
Selecteer een map
2
een afbeelding.
Entertainment
63
Terwijl u een afbeelding bekijkt, kunt u de volgende opties
gebruiken:
Als u meer afbeeldingen wilt zien, scrollt u naar links of rechts.
Als u wilt in- of uitzoomen, plaatst u twee vingers op het scherm
en spreid u deze langzaam of knijpt u ze samen. Als u wilt
terugkeren naar het oorspronkelijke formaat, dubbeltikt u op het
scherm.
Als u de afbeelding naar anderen wilt verzenden of wilt delen,
selecteert u .
Als u een diashow wilt starten, selecteert u
Diashow
starten. Tik op het scherm om de diashow te stoppen.
Als u de afbeelding wilt verwijderen, drukt u op de optietoets en
selecteert u Verwijderen.
Als u de afbeelding wilt toevoegen aan het klembord, drukt u op
de optietoets en selecteert u Kopiëren naar klembord.
Als u de afbeelding linksom wilt draaien, drukt u op de
optietoets en selecteert u Linksom draaien.
Als u de afbeelding rechtsom wilt draaien, drukt u op de
optietoets en selecteert u Rechtsom draaien.
Als u een gedeelte van de afbeelding wilt bijsnijden, drukt u op
de optietoets en selecteert u Bijsnijden.
Als u de afbeelding wilt instellen als achtergrond of als
afbeelding voor een contact, drukt u op de optietoets en
selecteert u Inst. als.
Als u de afbeelding wilt afdrukken via Wi-Fi of USB, drukt u op
de optietoets en selecteert u Afdrukken. Uw apparaat is alleen
compatibel met bepaalde Samsung-printers.
Als u de naam van een bestand wilt wijzigen, drukt u op de
optietoets en selecteert u Naam wijzigen.
Als u wilt zoeken naar apparaten waarop media delen is
geactiveerd, selecteert u Zoeken naar apparaten.
Als u afbeeldingsdetails wilt weergeven, drukt u op de optietoets
en selecteert u Gegevens.
Beschikbare opties kunnen verschillen afhankelijk van de
geselecteerde map.
Entertainment
64
Een video afspelen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Galerij.
Selecteer een map
2
een video (aangeduid door het
pictogram
).
Selecteer
3
om het afspelen te beginnen.
Regel het afspelen met de toetsen.
4
p. 65
Druk tijdens het afspelen op de optietoets voor de volgende
opties:
Als u de video naar anderen wilt verzenden of wilt delen,
selecteert u Delen via.
Als u naar audio wilt luisteren via een Bluetooth-headset,
selecteert u Via Bluetooth. U kunt deze optie niet gebruiken
als u een headset aansluit op de headsetaansluiting van uw
apparaat.
Als u wilt instellen dat de videospeler na een bepaalde
periode automatisch wordt uitgeschakeld, selecteert u Video
automatisch uit.
Als u de instellingen van de videospeler wilt wijzigen, selecteert
u Instellingen.
Als u videodetails wilt weergeven, selecteert u
Gegevens.
Videospeler
Informatie over het gebruik van de videospeler.
Afhankelijk van de software in uw apparaat worden
bepaalde bestandsindelingen niet ondersteund.
Als een bestand groter is dan de beschikbare
geheugenruimte, kan er een fout optreden als u het
bestand probeert af te spelen.
De afspeelkwaliteit kan verschillen afhankelijk van het
inhoudstype.
Sommige bestanden kunnen mogelijk niet goed worden
afgespeeld, afhankelijk van de manier waarop ze zijn
gecodeerd.
Entertainment
65
Een video afspelen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Videospeler.
Selecteer een video.
2
3
Regel het afspelen met de volgende toetsen:
1
2
4
3
5
6
Nummer Functie
1
Vooruit- of terugspoelen in het bestand door
de balk te slepen of erop te tikken.
2
De verhoudingen van het videoscherm
wijzigen.
3
Het afspelen opnieuw starten; achteruit
springen naar het vorige bestand (tikken
binnen 3 seconden); terugspoelen binnen een
bestand (blijven aanraken).
4
Het volume aanpassen.
5
Het afspelen onderbreken; selecteer om
door te gaan met afspelen.
6
Vooruit springen naar het volgende bestand;
vooruitspoelen in hetzelfde bestand (blijven
aanraken).
Entertainment
66
Druk tijdens het afspelen op de optietoets voor de volgende
opties:
Als u de video naar anderen wilt verzenden of wilt delen,
selecteert u Delen via.
Als u naar audio wilt luisteren via een Bluetooth-headset,
selecteert u Via Bluetooth. U kunt deze optie niet gebruiken
als u een headset aansluit op de headsetaansluiting van uw
apparaat.
Als u wilt instellen dat de videospeler na een bepaalde
periode automatisch wordt uitgeschakeld, selecteert u Video
automatisch uit.
Als u de instellingen van de videospeler wilt wijzigen, selecteert
u Instellingen.
Als u videodetails wilt weergeven, selecteert u
Gegevens.
Instellingen van de videospeler aanpassen
Druk tijdens het afspelen op de optietoets en selecteer
1
Instellingen.
Wijzig de volgende opties:
2
Optie Functie
Volgende
autom. afspelen
Instellen dat de videospeler het volgende
bestand automatisch afspeelt.
SoundAlive Een geluidseffect selecteren.
Entertainment
67
MP3-speler
Informatie over het luisteren naar uw favoriete muziek wanneer u
onderweg bent.
Afhankelijk van de software in uw apparaat worden
bepaalde bestandsindelingen niet ondersteund.
Als een bestand groter is dan de beschikbare
geheugenruimte, kan er een fout optreden als u het
bestand probeert af te spelen.
De afspeelkwaliteit kan verschillen afhankelijk van het
inhoudstype.
Sommige bestanden kunnen mogelijk niet goed worden
afgespeeld, afhankelijk van de manier waarop ze zijn
gecodeerd.
Muziekbestanden op uw apparaat zetten
Breng eerst bestanden over naar uw apparaat of geheugenkaart:
Downloaden van internet.
p. 83
Downloaden vanaf een computer met Samsung Kies.
p. 95
Downloaden van een computer met Windows Media Player.
p. 95
Ontvangen via Bluetooth.
p. 104
Ontvangen via Wi-Fi.
p. 99
Kopiëren naar een geheugenkaart.
Muziek afspelen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
MP3-speler.
Selecteer een muziekcategorie
2
een muziekbestand.
Entertainment
68
Regel het afspelen met de volgende toetsen:
3
5
6
7
8
9
10
3
4
2
1
Nummer Functie
1
De shufflestand inschakelen.
2
Vooruit- of terugspoelen in het bestand door
de balk te slepen of erop te tikken.
3
Een geluidseffect selecteren.
4
Het afspelen opnieuw starten; achteruit
springen naar het vorige bestand (tikken
binnen 2 seconden); terugspoelen binnen een
bestand (blijven aanraken).
5
Het volume aanpassen.
6
De herhaalstand wijzigen.
7
Muziekbestanden sorteren op stemming.
8
Het afspelen onderbreken; selecteer om
door te gaan met afspelen.
9
De afspeellijst openen.
10
Vooruit springen naar het volgende bestand;
vooruitspoelen in hetzelfde bestand (blijven
aanraken).
Entertainment
69
U kunt de MP3-speler bedienen met een headset. Houd in
het startscherm de headsetknop ingedrukt om de MP3-
speler te starten. Druk op de headsetknop om af te spelen of
het afspelen te onderbreken.
Druk tijdens het afspelen op de optietoets voor de volgende
opties:
Als u muziekbestanden wilt toevoegen aan de Quick list
(opslaan als afspeellijst), selecteert u Toev. aan Quick list.
Als u naar muziek wilt luisteren via een Bluetooth-headset,
selecteert u Via Bluetooth. U kunt deze optie niet gebruiken
als u een headset aansluit op de headsetaansluiting van uw
apparaat.
Als u het muziekbestand naar anderen wilt verzenden of het wilt
delen, selecteert u Delen via.
Als u het muziekbestand wilt toevoegen aan een afspeellijst,
selecteert u Naar afspeellijst.
Als u muziekdetails wilt weergeven, selecteert u
Gegevens.
Als u het muziekbestand wilt instellen als uw beltoon, selecteert
u Instellen als.
Als u wilt zoeken naar apparaten waarop media delen is
geactiveerd, selecteert u Zoeken naar apparaten.
Selecteer
Instellingen om de instellingen voor de MP3-speler te
wijzigen.
Als u het afspelen wilt stoppen en de muziekspeler wilt sluiten,
selecteert u Stop.
Een afspeellijst maken
Selecteer in de lijst met applicaties
1
MP3-speler
Afspeellijsten.
Druk op de optietoets en selecteer
2
Afspeellijst maken.
Geef een titel voor uw nieuwe afspeellijst in en selecteer
3
OK.
Selecteer
4
Muziek toevoegen.
Selecteer de bestanden die u wilt opnemen en selecteer
5
Gereed.
Entertainment
70
Instellingen van de MP3-speler aanpassen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
MP3-speler.
Selecteer een muziekcategorie
2
een muziekbestand.
Druk op de optietoets en selecteer
3
Instellingen.
Wijzig de volgende opties:
4
Optie Functie
SoundAlive Een geluidseffect selecteren.
Afspeelsnelheid De afspeelsnelheid wijzigen.
Muziekmenu
Muziekcategorieën selecteren voor
weergave in het scherm van de
muziekbibliotheek.
Songteksten
Instellen dat tijdens het afspelen
songteksten worden weergegeven.
Muziek
automatisch uit
Instellen dat de MP3-speler na een
opgegeven tijdsduur automatisch wordt
uitgeschakeld.
FM-radio
U kunt luisteren naar muziek en nieuws op de FM-radio. Als u naar
de FM-radio wilt luisteren, moet u een headset, die dienst doet als
antenne, op het apparaat aansluiten.
Entertainment
71
Naar de FM-radio luisteren
Sluit een headset aan op het apparaat.
1
Selecteer in de lijst met applicaties
2
FM-radio.
De FM-radio zoekt zenders en de beschikbare zenders worden
op het apparaat opgeslagen.
De eerste keer dat u de FM-radio inschakelt, wordt
automatisch naar zenders gezocht.
U bedient de FM-radio met de volgende toetsen:
3
3
4
1
5
3
6
2
7
Nummer Functie
1
Nummers van de FM-radio opnemen.
2
De FM-radio in- of uitschakelen.
3
Nauwkeurig afstemmen op de frequentie.
4
De huidige radiozender aan de lijst met
favorieten toevoegen.
5
Het volume aanpassen.
6
Services voor de huidige zender gebruiken,
zoals muziekbestanden downloaden of de
zender bellen. Deze optie is mogelijk niet
beschikbaar in uw regio.
7
Zoeken naar een beschikbare radiozender.
Entertainment
72
Radiozenders automatisch opslaan
Sluit een headset aan op het apparaat.
1
Selecteer in de lijst met applicaties
2
FM-radio.
Druk op de optietoets en selecteer
3
Scannen
een optie.
De FM-radio zoekt zenders en de beschikbare zenders worden
op het apparaat opgeslagen.
Een radiozender toevoegen aan de favorietenlijst
Sluit een headset aan op het apparaat.
1
Selecteer in de lijst met applicaties
2
FM-radio.
Blader naar een radiozender.
3
Selecteer
4
om de zender aan de lijst met favorieten toe te
voegen.
Instellingen van de FM-radio aanpassen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
FM-radio.
Druk op de optietoets en selecteer
2
Instellingen.
Wijzig de volgende opties:
3
Optie Functie
Opslag
Een geheugenlocatie selecteren voor
opgeslagen FM-radioclips.
Radiotekst
Instellen of de zenderinfo wordt
weergegeven op het scherm van de FM-
radio. De zenderinfo is alleen beschikbaar
bij radiozenders die deze informatie
verstrekken.
Entertainment
73
Optie Functie
Alternatieve
frequentie
Instellen dat automatisch opnieuw
op stations wordt afgestemd als het
radiosignaal zwak is.
FM automatisch
uit
Instellen dat de FM-radio na een
opgegeven tijdsduur automatisch wordt
uitgeschakeld.
74
Persoonlijke gegevens
Persoonlijke gegevens
Contacten
Hier vindt u informatie over hoe u een lijst met uw persoonlijke of
zakelijke contacten kunt maken en beheren. U kunt de lijst opslaan
in het geheugen van het apparaat of op een SIM- of USIM-kaart.
U kunt namen, telefoonnummers, e-mailadressen en andere
gegevens voor uw contacten opslaan.
Een contact instellen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Contacten
Contacten
.
Selecteer een geheugenlocatie.
2
Geef de contactgegevens in.
3
Selecteer
4
Opslaan om het contact aan het geheugen toe te
voegen.
U kunt contacten maken vanuit het belscherm door
Toevoegen aan contacten te selecteren.
Contacten zoeken
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Contacten
Contacten.
Scroll omhoog of omlaag in de lijst met contacten.
2
Selecteer de naam van een contact.
3
In de contactweergave hebt u de volgende opties:
Als u een spraakoproep wilt starten, selecteert u
.
Als u een bericht wilt verzenden, selecteert u
.
75
Persoonlijke gegevens
Als u een e-mailbericht wilt verzenden, selecteert u
.
Als u een favoriet nummer wilt instellen, selecteert u
.
Als u de contactgegevens wilt bewerken, selecteert u
.
Een snelkiesnummer instellen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Contacten
Contacten.
Druk op de optietoets en selecteer
2
Instelling
snelkiesnummer.
Selecteer een locatienummer
3
een contact.
U kunt een snelkiesnummer bellen door het locatienummer
aan te raken op het belscherm.
Een visitekaartje maken
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Contacten
Contacten.
Selecteer uw naam boven in de lijst met contacten.
2
Selecteer
3
.
Geef uw persoonlijke gegevens in en selecteer
4
Opslaan.
U kunt uw visitekaartje verzenden door het aan een
multimediabericht of e-mailbericht toe te voegen of door
het via Bluetooth over te brengen.
76
Persoonlijke gegevens
Een contactgroep maken
Door contactgroepen te maken kunt u meerdere contacten
beheren en een bericht naar een hele groep sturen.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Contacten
Groepen.
Druk op de optietoets en selecteer
2
Nieuw.
Geef een naam in en selecteer een beltoon voor de groep.
3
Selecteer
4
Opslaan.
Een contact kopiëren
U kopieert als volgt contacten van de SIM- of USIM-kaart
naar het apparaat:
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Contacten
Contacten.
Druk op de optietoets en selecteer
2
Importeren/exporteren
Importeren van SIM-kaart.
Selecteer een geheugenlocatie.
3
Selecteer contacten die u wilt kopiëren en selecteer vervolgens
4
Gereed.
Contacten van uw apparaat naar de SIM- of USIM-kaart
kopiëren
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Contacten
Contacten.
Druk op de optietoets en selecteer
2
Importeren/exporteren
Exporteren naar SIM-kaart.
Selecteer contacten die u wilt kopiëren en selecteer vervolgens
3
Gereed
OK.
77
Persoonlijke gegevens
Contacten importeren of exporteren
U kunt bestanden (in vcf-indeling) importeren van of exporteren
naar een geheugenkaart.
Contactbestanden importeren
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Contacten
Contacten.
Druk op de optietoets en selecteer
2
Importeren/exporteren
Importeren van SD-kaart.
Selecteer een geheugenlocatie.
3
Selecteer een optie voor het importeren van één
4
contactbestand, meerdere contactbestanden of alle
contactbestanden en selecteer vervolgens OK.
Selecteer contactbestanden die u wilt importeren en selecteer
5
OK.
Contacten exporteren
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Contacten
Contacten.
Druk op de optietoets en selecteer
2
Importeren/exporteren
Exporteren naar SD-kaart.
Selecteer
3
OK ter bevestiging.
78
Persoonlijke gegevens
S Planner
Uw apparaat beschikt over een krachtige planner die u kan helpen
uw planning en taken handiger en effectiever te organiseren.
Hier vindt u informatie over hoe u gebeurtenissen en taken kunt
instellen en beheren om u aan belangrijke gebeurtenissen en
taken te herinneren.
Een gebeurtenis of taak maken
Selecteer in de lijst met applicaties
1
S Planner.
Selecteer
2
.
Selecteer een gebeurtenistype boven in het scherm.
3
Als u een gebeurtenis wilt maken van een notitie, selecteert
u Snel toevoegen. Deze functies is alleen beschikbaar voor
het Engels en Koreaans.
Geef de details van de gebeurtenis op en selecteer
4
Opslaan.
De weergavestand wijzigen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
S Planner.
Selecteer de vervolgkeuzelijst boven aan het scherm.
2
Een weergavemodus selecteren.
3
Maand
: volledig maandoverzicht
Week
: blokken van een uur voor de dagen van één hele
week
Dag
: één dag in blokken per uur
Agenda
: een lijst met alle gebeurtenissen en feestdagen
voor een bepaalde periode
Taak
: een lijst van taken
U kunt de weergavemodus ook wijzigen door te ‘pinchen
(inzoomen of uitzoomen).
79
Persoonlijke gegevens
Een gebeurtenis of taak bekijken
Selecteer in de lijst met applicaties
1
S Planner.
Selecteer een datum in de agenda.
2
Als u naar een bepaalde dag wilt gaan, drukt u op de
optietoets en selecteert u Ga naar en geeft u de datum in.
Als u naar de huidige datum wilt gaan, selecteert u
Vandaag.
Selecteer een gebeurtenis om de details te bekijken.
3
U kunt de gebeurtenis naar andere verzenden of delen door
op de optietoets te drukken en Delen via te selecteren.
Een alarm voor een afspraak stoppen
Als u een herinnering instelt voor een agendagebeurtenis, wordt
er een alarm weergegeven op de ingestelde tijd.
Als u het meldingenpaneel wilt openen, tikt u op het gedeelte
1
met pictogrammen en sleept u het naar beneden.
Selecteer de melding voor de gebeurtenis.
2
Selecteer een gebeurtenis om de details te bekijken.
3
Als u het alarm van de gebeurtenis wilt uitstellen, selecteert u
Sluimeren.
80
Persoonlijke gegevens
Notities
Hier vindt u informatie over hoe u belangrijke informatie vastlegt,
zodat u deze op een latere datum kunt bekijken.
Een notitie maken
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Notitie.
Selecteer
2
.
Geef de tekst in.
3
Selecteer
4
Opslaan.
Een notitie weergeven
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Notitie.
Selecteer een notitie om de details te bekijken.
2
Terwijl u een notitie bekijkt, hebt u de volgende opties:
Als u de notitie wilt bewerken, tikt u op het scherm of selecteert
u .
Als u de notitie wilt verwijderen, selecteert u
.
Selecteer
om de achtergrondkleur te wijzigen.
Selecteer
om te voorkomen dat de notitie per ongeluk
wordt verwijderd.
Selecteer
om de notitie af te drukken via Wi-Fi of USB.
Uw toestel is alleen compatibel met bepaalde printers van
Samsung.
U kunt de notitie naar anderen sturen door op de notitie te
tikken en deze vast te houden en Verzenden of Delen te
selecteren.
81
Persoonlijke gegevens
Spraakrecorder
Hier vindt u informatie over het gebruik van de spraakrecorder van
het apparaat.
Een spraakmemo opnemen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Spraakrecorder.
Selecteer
2
om de opname te starten.
Selecteer
om het opnemen te onderbreken.
Spreek uw boodschap in de microfoon in.
3
Selecteer
4
wanneer u klaar bent.
Uw memo wordt automatisch opgeslagen.
Een spraakmemo afspelen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Spraakrecorder.
Selecteer
2
om de lijst met spraakmemos te openen.
Selecteer een spraakmemo.
3
Als u het afspelen wilt onderbreken, selecteert u .
Selecteer
4
om de opname te stoppen.
U kunt de spraakmemo naar anderen verzenden door de
spraakmemo te blijven aanraken en Delen via te selecteren.
82
Persoonlijke gegevens
Instellingen voor de spraakrecorder aanpassen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Spraakrecorder.
Druk op de optietoets en selecteer
2
Instellingen.
Wijzig de volgende opties:
3
Optie Functie
Opslag
Een geheugenlocatie selecteren voor
het opslaan van spraakmemos.
Standaardnaam
Geef een voorvoegsel in voor het
benoemen van spraakmemos.
Opnamekwaliteit
Een kwaliteitsniveau voor uw
spraakmemos selecteren.
MMS-limiet
Instellen om opnamen te beperken tot
de maximale lengte die kan worden
toegevoegd aan een multimediabericht.
Web
83
Web
Er worden mogelijk extra kosten in rekening gebracht
voor het gebruik van internet en het downloaden van
mediabestanden. Neem contact op met uw serviceprovider
voor informatie.
Internet
Informatie over hoe u uw favoriete webpaginas kunt openen en
opslaan.
De naam van deze functie is afhankelijk van uw regio of
serviceprovider.
Welke pictogrammen beschikbaar zijn, is afhankelijk van
uw regio of serviceprovider.
Een webpagina weergeven
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Internet.
Als u een specifieke webpagina wilt openen, selecteert u het
2
URL-invoerveld, geeft u het webadres in en selecteert u Ga.
Navigeer door webpaginas met de volgende toetsen:
3
1
3
2
4
Nummer Functie
1
De huidige webpagina opnieuw laden. Terwijl
het apparaat webpaginas laadt, verandert dit
pictogram in
.
2
Een webadres ingeven.
Web
84
Nummer Functie
3
Miniaturen van actieve browservensters
weergeven.
4
Uw favorieten, vaak bezochte paginas en
recente internetgeschiedenis weergeven.
Wanneer u op een webpagina bladert, kunt u de volgende opties
gebruiken:
Als u wilt in- of uitzoomen, plaatst u twee vingers op het scherm
en spreid u deze langzaam of knijpt u ze samen. Als u wilt
terugkeren naar het oorspronkelijke formaat, dubbeltikt u op het
scherm.
Als u vooruit of achteruit wilt gaan in de webpaginas in de
geschiedenis, drukt u op de terugtoets of op de optietoets en
selecteert u Volgende.
Als u een nieuw venster wilt openen, drukt u op de optietoets en
selecteert u Nieuw venster.
Als u de huidige webpagina als favoriet wilt toevoegen, drukt u
op de optietoets en selecteert u Favoriet toevoegen.
Als u een snelkoppeling naar de huidige webpagina aan
het startscherm wilt toevoegen, drukt u op de optietoets en
selecteert u Sneltoets toevoegen aan startscherm.
Als u een webadres naar anderen wilt verzenden, drukt u op de
optietoets en selecteert u Pagina delen.
Als u naar tekst wilt zoeken op een webpagina, drukt u op de
optietoets en selecteert u Zoek op pagina.
Als u wilt overschakelen naar het bureaublad, drukt u op de
optietoets en selecteert u Weergave bureaublad.
Als u een webpagina wilt opslaan om deze later offline te lezen,
drukt u op de optietoets en selecteert u Opslaan voor offline
lezen. U kunt de opgeslagen paginas bekijken door
Opgesl. pag te selecteren.
Web
85
Als u uw downloadgeschiedenis wilt weergeven, drukt u op de
optietoets en selecteert u Downloads.
Als u de webpagina wilt afdrukken via Wi-Fi of USB, drukt u op
de optietoets en selecteert u Afdrukken. Uw apparaat is alleen
compatibel met bepaalde Samsung-printers.
Als u de browserinstellingen wilt wijzigen, drukt u op de
optietoets en selecteert u Instellingen.
Met spraak informatie zoeken
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw
regio of serviceprovider.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Internet.
Selecteer het URL-veld.
2
Selecteer
3
en zeg een zoekwoord in de microfoon van het
apparaat.
Er wordt naar webpaginas gezocht die met het zoekwoord
samenhangen.
Selecteer een zoekresultaat.
4
Webpaginas instellen als favorieten
Als u het webadres van een webpagina kent, kunt u dit handmatig
als favoriet toevoegen.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Internet.
Geef een webadres in of ga naar een webpagina.
2
Druk op de optietoets en selecteer
3
Favoriet toevoegen.
Geef een naam voor de favoriet in en selecteer
4
Opslaan.
Web
86
Als u uw favorieten wilt weergeven, selecteert u
Favoriet.
Blijf in de lijst met favorieten een favoriet aanraken om de
volgende opties te gebruiken:
Als u de webpagina in het actieve venster wilt openen, selecteert
u Openen.
Als u een nieuw venster wilt openen, selecteert u
Openen in
nieuw venster.
Als u de details van een favoriet wilt bewerken, selecteert u
Favoriet bewerken.
Als u een snelkoppeling naar de favoriet wilt toevoegen
aan het startscherm, selecteert u Sneltoets toevoegen aan
startscherm.
Als u het adres van de huidige webpagina naar anderen wilt
verzenden, selecteert u Koppeling delen.
Als u het webadres van de actieve webpagina wilt kopiëren,
selecteert u URL kopiëren.
Als u de favoriet wilt verwijderen, selecteert u
Favoriet
verwijderen.
Als u de webpagina wilt gebruiken als startpagina van de
browser, selecteert u Instellen als startpagina.
Een bestand downloaden van internet
Wanneer u bestanden of applicaties van internet downloadt,
worden deze in het interne geheugen opgeslagen.
Bestanden die u downloadt van internet, kunnen virussen
bevatten die schade aan het apparaat toebrengen.
Download daarom alleen bestanden van websites die u
vertrouwt.
Sommige mediabestanden maken gebruik van Digital
Rights Management om copyrights te beschermen.
Hierdoor kunt u bepaalde bestanden wellicht niet
downloaden, kopiëren, wijzigen of verzenden.
Web
87
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Internet.
Zoek een bestand of applicatie en download het naar het
2
apparaat.
Als u applicaties wilt installeren die u van bronnen hebt
gedownload, selecteert u Instellingen
Beveiliging
Onbekende bronnen.
Recente geschiedenis weergeven
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Internet
Geschiedenis.
Selecteer een webpagina die u wilt openen.
2
Latitude
Informatie over hoe u uw locatie met uw vrienden kunt delen en
locaties van vrienden kunt bekijken via de locatieservice Google
Latitude
.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw
regio of serviceprovider.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Latitude.
Het apparaat meldt zich automatisch bij Latitude aan.
Selecteer
2
een optie.
Selecteer vrienden of geef een e-mailadres in en selecteer
3
Vrienden toevoegen.
Web
88
Selecteer
4
Ja.
Wanneer uw vriend de uitnodiging accepteert, kunt u locaties
delen.
Selecteer
5
KAART.
De locaties van uw vrienden worden op de kaart gemarkeerd
door hun fotos.
Maps
Informatie over het gebruik van de kaartservice Google Maps
waarmee u uw locatie kunt vinden, kunt zoeken naar plaatsen en
routebeschrijvingen kunt opvragen.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw
regio of serviceprovider.
U moet locatieservices activeren om uw locatie te vinden
en op de map te kunnen zoeken. p. 104
Zoeken naar een locatie
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Maps.
De kaart geeft uw huidige locatie weer.
Selecteer
2
.
Geef een zoekwoord voor de locatie in en selecteer
3
.
Als u een locatie wilt zoeken met uw stem, selecteert u
.
Selecteer een locatie om de details te bekijken.
4
Web
89
Terwijl u de kaart bekijkt, hebt u de volgende opties:
Als u wilt in- of uitzoomen, plaatst u twee vingers op het scherm
en spreid u deze langzaam of knijpt u ze samen.
Als u alle zoekresultaten wilt weergeven, selecteert u
LIJST MET
RESULTATEN.
Als u een ster aan de locatie wilt toevoegen, selecteert u de
ballon met de locatienaam
.
Als u een plaats bij u in de buurt zoekt, selecteert u
.
Als u lagen met extra informatie wilt toevoegen aan de kaart of
de weergavemodus wilt wijzigen, drukt u op de optietoets en
selecteert u
.
Als u uw huidige locatie wilt weergeven, selecteert u
.
Routebeschrijvingen naar een specifieke locatie
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Maps.
Druk op de optietoets en selecteer
2
.
Geef het adres van de startlocatie en de eindbestemming in.
3
Als u een adres uit uw lijst met contacten of een plaats met een
ster wilt ingeven, of als u een punt op de kaart wilt selecteren,
selecteert u
een optie.
Selecteer een reismethode en selecteer
4
ROUTEBESCHRIJVING.
De route wordt aangegeven op de kaart. Afhankelijk van de
geselecteerde reismethode kunnen meerdere routes worden
weergegeven.
Wanneer u klaar bent, drukt u op de optietoets en selecteert u
5
Kaart wissen.
Web
90
Play Store
De functionaliteit van uw apparaat kan worden uitgebreid door
extra applicaties te installeren. Met Play Store kunt u snel en
gemakkelijk mobiele applicaties aanschaffen.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw
regio of serviceprovider.
Gebruikersbestanden van gedownloade applicaties
worden door het apparaat in het interne geheugen
opgeslagen.
Een applicatie downloaden
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Play Store.
Zoek een applicatie en download deze naar het apparaat.
2
Wanneer het downloaden is voltooid, installeert het apparaat
de applicatie automatisch.
Een applicatie verwijderen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Play Store.
Druk op de optietoets en selecteer
2
Mijn apps.
Selecteer een item.
3
Selecteer
4
Verwijderen
OK.
Web
91
Navigatie
Hier vindt u informatie over het krijgen van gesproken
routebeschrijvingen naar uw bestemming.
Navigatiekaarten, uw locatie en andere navigatiegegevens
kunnen afwijken van de daadwerkelijke locatiegegevens.
U moet altijd goed letten op de omstandigheden op de
weg, het verkeer en andere factoren die uw rijgedrag
kunnen beïnvloeden en alle veiligheidswaarschuwingen
en verkeersvoorschriften naleven tijdens het autorijden.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw
regio of serviceprovider.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Navigatie.
Geef uw bestemming als volgt in:
2
geef uw bestemming in met spraak.
geef uw bestemming in met het virtuele toetsenbord.
selecteer uw bestemming in de adressen van uw contacten.
selecteer uw bestemming in de plaatsen met ster.
Installeer de vereiste software en gebruik de navigatiefuncties.
3
Web
92
Lokaal
Hier vindt u informatie over het zoeken naar bedrijven en
attracties.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw
regio of serviceprovider.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Lokaal.
Als u wilt zoeken naar bepaalde bedrijven of attracties in de
2
buurt van een specifieke locatie, selecteert u uw locatie
Geef een adres op.
Selecteer een categorie.
3
Het apparaat zoekt naar plaatsen in de buurt die betrekking
hebben op de categorie.
Selecteer een plaatsnaam om de details te bekijken.
4
U kunt meer categorieën toevoegen door op de optietoets
te drukken en Zoekopdracht toevoegen.
Samsung Apps
Op Samsung Apps kunt u eenvoudig een groot aanbod aan
applicaties en updates voor uw apparaat downloaden. Met
volledig geoptimaliseerde applicaties van Samsung Apps wordt
uw apparaat nog slimmer. Ontdek de handige applicaties die
verkrijgbaar zijn en waarmee uw mobiele leven wordt verrijkt.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Samsung Apps.
Zoek de gewenste applicaties en download deze naar het
2
apparaat.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw
regio of serviceprovider.
Ga naar
www.samsungapps.com
voor meer informatie of
raadpleeg de Samsung Apps-brochure.
Web
93
YouTube
Informatie over het bekijken en uploaden van videos via de
videoservice YouTube
.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw
regio of serviceprovider.
Een video afspelen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
YouTube.
Selecteer een video.
2
Draai het apparaat naar de liggende stand.
3
Regel het afspelen met de volgende toetsen:
4
1
3
2
4
5
6
7
Nummer Functie
1
Het afspelen onderbreken of hervatten.
2
Vooruit- of terugspoelen in het bestand door
de balk te slepen.
3
De videokwaliteit bekijken. Deze functie is
mogelijk niet beschikbaar voor sommige
videos.
Web
94
Nummer Functie
4
De video toevoegen aan uw afspeellijst.
5
De URL naar anderen verzenden.
6
Videos zoeken.
7
Het apparaat naar de staande stand draaien.
Een video uploaden
Selecteer in de lijst met applicaties
1
YouTube.
Blader naar rechts.
2
Selecteer uw Google-account als dit is gekoppeld aan YouTube.
3
U kunt ook Kanalen toevoegen selecteren en een account
instellen om u aan te melden bij YouTube.
Selecteer
4
een video.
Als u voor het eerst een video uploadt, selecteert u een
netwerktype om een video te uploaden.
Geef details voor de upload in en selecteer
5
Uploaden.
Connectiviteit
95
Connectiviteit
USB-aansluitingen
Informatie over het aansluiten van uw apparaat op een computer
met een USB-kabel.
Koppel de USB-kabel niet los van een computer terwijl het
apparaat gegevens overdraagt of gebruikt. Dit kan een
schok veroorzaken of het apparaat beschadigen.
Voor de beste resultaten moet u de USB-kabel rechtstreeks
aansluiten op een USB-poort op een computer.
Gegevensoverdracht kan mislukken wanneer u een USB-hub
gebruikt.
Verbinden met Samsung Kies
Controleer of Samsung Kies op de computer is geïnstalleerd. U
kunt het programma downloaden van de Samsung-website.
Sluit uw apparaat met een USB-kabel aan op een computer.
1
Samsung Kies wordt automatisch gestart op de computer. Als
Samsung Kies niet automatisch wordt gestart, dubbelklikt u op
het pictogram Samsung Kies op uw computer.
Bestanden overbrengen tussen uw apparaat en de computer.
2
Raadpleeg de Help bij Samsung Kies voor meer informatie.
Verbinding maken met Windows Media Player
Controleer of Windows Media Player op de computer is
geïnstalleerd.
Sluit uw apparaat met een USB-kabel aan op een computer.
1
Open Windows Media Player om muziekbestanden te
2
synchroniseren.
Connectiviteit
96
Als media-apparaat verbinden
U kunt uw apparaat aansluiten op een computer en
mediabestanden openen die op uw apparaat zijn opgeslagen.
Sluit uw apparaat met een USB-kabel aan op een computer.
1
Als u het meldingenpaneel wilt openen, tikt u op het gedeelte
2
met pictogrammen en sleept u het naar beneden.
Selecteer
3
Verbonden als een extern opslagapparaat
Media-apparaat (MTP).
Bestanden overbrengen tussen uw apparaat en de computer.
4
Aansluiten als een camera-apparaat
U kunt een apparaat aansluiten op een computer als camera en
bestanden openen op het apparaat.
Gebruik deze USB-verbindingsmodus wanneer uw
computer MTP (media transfer protocol) niet ondersteunt
of het USB-stuurprogramma voor uw apparaat niet is
geïnstalleerd.
Sluit uw apparaat met een USB-kabel aan op een computer.
1
Als u het meldingenpaneel wilt openen, tikt u op het gedeelte
2
met pictogrammen en sleept u het naar beneden.
Selecteer
3
Verbonden als een extern opslagapparaat
Camera (PTP).
Bestanden overbrengen tussen uw apparaat en de computer.
4
Connectiviteit
97
Wi-Fi
Hier vindt u informatie over het gebruik van de draadloze
netwerkvoorzieningen van de telefoon waarmee u verbinding
kunt maken met elk draadloos LAN (WLAN) dat compatibel is met
de IEEE 802.11-normen.
Overal waar er een draadloos toegangspunt of hotspot aanwezig
is, kunt u verbinding met internet of andere netwerkapparaten
maken.
De Wi-Fi-functie activeren
Selecteer in de lijst met applicaties Instellingen en sleep de
schakelaar Wi-Fi naar rechts.
De Wi-Fi-functie die op de achtergrond wordt uitgevoerd,
verbruikt batterijlading. Activeer de functie daarom alleen
wanneer dit nodig is, om de batterij te sparen.
Een Wi-Fi-toegangspunt vinden en daarmee
verbinding maken
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Wi-Fi.
Het apparaat zoekt automatisch naar beschikbare Wi-Fi-
toegangspunten.
Selecteer een toegangspunt bij
2
Wi-Fi-netwerken.
Geef een wachtwoord voor het toegangspunt in (indien
3
nodig).
Selecteer
4
Verbinden.
Connectiviteit
98
Handmatig een Wi-Fi-toegangspunt toevoegen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Wi-Fi
Wi-Fi-netwerk toevoegen.
Geef een SSID voor het toegangspunt in en selecteer het
2
beveiligingstype.
Stel de beveiligingsinstellingen in op basis van het
3
beveiligingtype dat u hebt geselecteerd en selecteer Opslaan.
Aansluiten op een Wi-Fi-toegangspunt met een
beveiligde instelling
U kunt verbinding maken met een beveiligd toegangspunt met
een WPS-knop of een WPS PIN. Als u deze methode wilt gebruiken,
moet uw draadloze toegangspunt beschikken over een WPS-knop.
Verbinding maken met een WPS-knop
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Wi-Fi.
Selecteer een toegangspunt met WPS en selecteer
2
Geavanceerde opties weergeven.
Selecteer de vervolgkeuzelijst
3
WPS.
Selecteer
4
Drukknop
Verbinden.
Druk binnen 2 minuten op een WPS-knop op het
5
toegangspunt.
Verbinding maken met een WPS PIN
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Wi-Fi.
Selecteer een toegangspunt met WPS en selecteer
2
Geavanceerde opties weergeven.
Selecteer de vervolgkeuzelijst
3
WPS.
Connectiviteit
99
Selecteer
4
Pincode van dit apparaat om een WPS PIN-code
vanaf uw apparaat te gebruiken.
Selecteer
5
Verbinden.
Geef op het toegangspunt de PIN-code in van uw apparaat.
6
Statische IP-instellingen instellen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Wi-Fi.
Selecteer een toegangspunt
2
Geavanceerde opties
weergeven.
Selecteer de vervolgkeuzelijst
3
IP-instellingen.
Selecteer
4
Statisch.
De IP-instellingen wijzigen.
5
Selecteer
6
Verbinden.
Wi-Fi Direct
Hier vindt u informatie over hoe u de functie Wi-Fi Direct kunt
gebruiken om twee apparaten via Wi-Fi te verbinden zonder een
toegangspunt.
Uw apparaat verbinden met een ander apparaat
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Meer
instellingen
Wi-Fi Direct.
Sleep de schakelaar
2
Wi-Fi Direct naar rechts.
Selecteer
3
Scannen.
Selecteer een apparaat.
4
Wanneer de eigenaar van het andere apparaat de verbinding
accepteert, zijn uw apparaat en het andere apparaat
verbonden.
U kunt uw apparaat aansluiten op meerdere apparaten
en gegevens verzenden door Meerdere verbindingen te
selecteren.
Connectiviteit
100
Gegevens verzenden via Wi-Fi
Selecteer een bestand of een item in een geschikte applicatie.
1
Selecteer een optie voor gegevens verzenden via Wi-Fi.
2
De methode voor het selecteren van een optie kan
verschillen per gegevenstype.
Zoek en selecteer een ander apparaat.
3
Gegevens ontvangen via Wi-Fi
Wanneer u gegevens ontvangt, worden deze automatisch op uw
apparaat opgeslagen. Ontvangen gegevens worden in de map
ShareViaWifi opgeslagen.
Mobiel netwerk delen
Informatie over het delen van uw mobiele netwerkverbinding met
andere apparaten.
Het mobiele netwerk van het apparaat via Wi-Fi
delen
Informatie over het gebruiken van uw apparaat als draadloos
toegangspunt voor andere apparaten.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw
regio of serviceprovider.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Meer
instellingen
Tethering en draagbare hotspot
Draagbare Wi-Fi hotspot.
Connectiviteit
101
Sleep de schakelaar
2
Draagbare Wi-Fi hotspot naar rechts om
mobiel netwerk delen via Wi-Fi te activeren.
Selecteer
3
Configureer om netwerkinstellingen te configureren
om uw apparaat als toegangspunt te gebruiken.
Optie Functie
Netwerk-SSID
De apparaatnaam bewerken die op
andere apparaten wordt weergegeven.
Beveiliging Een beveiligingstype selecteren.
Wachtwoord
Een wachtwoord ingeven om ongewenste
toegang tot uw mobiele netwerk
te voorkomen. Deze optie is alleen
beschikbaar als u de beveiligingsoptie
instelt.
Selecteer
4
Opslaan.
Zoek op een ander apparaat de naam van uw apparaat en
5
maak verbinding met uw mobiele netwerk.
Het mobiele netwerk van uw apparaat delen via
USB
Informatie over het gebruiken van uw apparaat als draadloze
modem door een USB-verbinding te maken met een computer.
Sluit uw apparaat met een USB-kabel aan op een computer.
1
Selecteer in de lijst met applicaties
2
Instellingen
Meer
instellingen
Tethering en draagbare hotspot.
Selecteer
3
USB-tethering om mobiel netwerk delen via USB te
activeren.
U stopt het delen van de netwerkverbinding door het
selectievakje naast USB-tethering uit te schakelen.
De methode voor delen kan afwijken afhankelijk van het
besturingssysteem van uw computer.
Connectiviteit
102
Het mobiele netwerk van het apparaat via
Bluetooth delen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Meer
instellingen
Tethering en draagbare hotspot.
Selecteer
2
Bluetooth-tethering om mobiel netwerk delen via
Bluetooth te activeren.
Vind uw apparaat op een ander apparaat en koppel de
3
apparaten.
Controleer of u de Bluetooth-functie en de
zichtbaarheidsinstelling hebt geactiveerd.
Bluetooth
Informatie over het uitwisselen van gegevens en mediabestanden
met andere apparaten via Bluetooth.
Samsung is niet verantwoordelijk voor het verlies, de
onderschepping of het misbruik van gegevens die via de
Bluetooth-functie zijn verzonden of ontvangen.
Zorg altijd dat u gegevens deelt met en ontvangt van
vertrouwde apparaten die goed zijn beveiligd. Als er
voorwerpen tussen de apparaten staan, is het mogelijk dat
de afstand waarop de apparaten kunnen communiceren,
afneemt.
Sommige apparaten, vooral apparaten die niet door
Bluetooth SIG zijn getest of goedgekeurd, zijn mogelijk
niet compatibel met uw apparaat.
Gebruik de Bluetooth-functie niet voor illegale doeleinden
(bijvoorbeeld illegale kopieën maken van bestanden
of illegaal communicatie opnemen voor commerciële
doeleinden). Samsung is niet verantwoordelijk voor de
gevolgen van het illegale gebruik van de Bluetooth-
functie.
Connectiviteit
103
De Bluetooth-functie uitschakelen
Selecteer in de lijst met applicaties Instellingen en sleep de
schakelaar Bluetooth naar rechts.
Andere apparaten zoeken en koppelen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Bluetooth
Scannen.
Selecteer een apparaat.
2
Selecteer
3
OK om de Bluetooth PIN-codes van twee apparaten
op elkaar af te stemmen. Geef een Bluetooth PIN-code in en
selecteer OK.
Wanneer de eigenaar van het andere apparaat de verbinding
accepteert of dezelfde PIN-code ingeeft, zijn de apparaten
gekoppeld. Als de koppeling slaagt, zoekt het apparaat
automatisch naar beschikbare diensten.
Sommige apparaten, met name headsets en carkits voor
handsfree bellen, hebben een vaste Bluetooth-PIN-code,
zoals 0000. Als het andere apparaat een PIN-code heeft,
moet u deze ingeven.
Gegevens verzenden via Bluetooth
Selecteer een bestand of een item in een geschikte applicatie.
1
Selecteer een optie voor verzending via de Bluetooth-functie.
2
De methode voor het selecteren van een optie kan
verschillen per gegevenstype.
Zoek een Bluetooth-apparaat en koppel de apparaten.
3
Connectiviteit
104
Gegevens ontvangen via Bluetooth
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Bluetooth
en schakel het selectievakje in naast uw apparaat.
Wanneer u wordt gevraagd, selecteert u
2
OK om de Bluetooth
PIN-code af te stemmen of geef de Bluetooth PIN-code in en
selecteer OK (indien nodig).
Selecteer
3
Accepteren om te bevestigen dat u gegevens wilt
ontvangen.
Ontvangen gegevens worden in de map bluetooth opgeslagen.
Als u een contact ontvangt, wordt dit automatisch opgeslagen in
het telefoonboek.
GPS
Uw apparaat is uitgerust met een GPS-ontvanger (Global
Positioning System). Hier vindt u informatie over hoe u
locatieservices kunt inschakelen en extra GPS-functies kunt
gebruiken.
Voor een beter GPS-signaal kunt u uw apparaat beter niet
gebruiken in de volgende situaties:
Tussen gebouwen, in tunnels of ondergrondse passages of in
gebouwen
In slechte weersomstandigheden
In de buurt van hoogspanningsmasten of elektromagnetische
velden
In een voertuig met beschermende folie tegen de zon
Raak het gebied rond de antenne niet aan en bedek dit niet
met uw handen of andere voorwerpen tijdens het gebruik
van de GPS-functies.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw
regio of serviceprovider.
Connectiviteit
105
Locatieservices activeren
U moet locatieservices inschakelen om locatiegegevens te
ontvangen of op de kaart te zoeken.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Locatieservices.
Wijzig de volgende opties:
2
Optie Functie
Draadloze
netwerken
gebruiken
Instellen om Wi-Fi en/of mobiele
netwerken te gebruiken om uw locatie te
vinden.
Er kunnen extra kosten in rekening
worden gebracht voor het gebruik
van mobiele netwerken.
GPS-satellieten
gebruiken
Instellen om GPS-satellieten te gebruiken
om uw locatie te zoeken.
Locatie en
Google zoeken
Instellen dat het apparaat uw actuele
locatie voor de zoekfunctie en andere
services van Google gebruikt.
VPN-verbindingen
Informatie over het maken van VPN’s (virtual private network) en
veilig verbinding maken via internet.
Uw apparaat moet al zijn geconfigureerd met
internettoegang. Als u problemen hebt met
internettoegang, moet u de verbindingen bewerken. Als u
niet zeker weet welke gegevens u moet ingeven, moet u
contact opnemen met de beheerder van uw VPN.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer u de functie
voor schermvergrendeling activeert.
Connectiviteit
106
Een VPN-profiel instellen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Meer
instellingen
VPN
VPN-netwerk toevoegen.
Wijzig de volgende opties:
2
Optie Functie
Naam Een naam voor de VPN-server ingeven.
Type Een type VPN selecteren.
Serveradres Het adres van de VPN-server ingeven.
L2TP geheim
Een geheim L2TP-wachtwoord
ingeven.
IPSec-id Een gebruikersnaam ingeven.
Vooraf gedeelde
IPsec-sleutel
Een vooraf gedeelde
beveiligingssleutel ingeven.
IPSec-
gebruikercertificaat
Een gebruikerscertificaat selecteren
waarmee de VPN-server u
identificeert. U kunt certificaten
van de VPN-server importeren of
downloaden van internet.
IPSec CA-certificaat
Een certificeringsinstantie (CA)
selecteren waarmee de VPN-server
u identificeert. U kunt certificaten
van de VPN-server importeren of
downloaden van internet.
IPSec-
servercertificaat
Een servercertificaat selecteren
waarmee de VPN-server u
identificeert. U kunt certificaten
van de VPN-server importeren of
downloaden van internet.
Connectiviteit
107
Optie Functie
PPP-codering
(MPPE)
Instellen dat gegevens worden
gecodeerd voordat ze worden
verzonden naar de VPN-server.
Geavanceerde
opties weergeven
Instellen dat de geavanceerde
netwerkopties worden gewijzigd.
Beschikbare opties kunnen verschillen afhankelijk van het
type VPN.
Selecteer
3
Opslaan wanneer u klaar bent.
Verbinding maken met een privénetwerk
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen
Meer
instellingen
VPN.
Een privénetwerknetwerk selecteren.
2
Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in en selecteer
3
Verbinden.
108
Hulpmiddelen
Hulpmiddelen
Calculator
Hier vindt u informatie over het uitvoeren van berekeningen met
uw apparaat.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Calculator.
Gebruik de toetsen op het scherm om eenvoudige
2
berekeningen uit te voeren.
Draai het apparaat in de liggende stand om de
wetenschappelijke calculator te gebruiken. Als u
automatisch meedraaien van het beeld met de stand van
het apparaat hebt uitgeschakeld, drukt u op de optietoets
en selecteert u Wetenschappelijke calculator.
Klok
Hier vindt u informatie over het instellen en gebruiken van de
alarmen en de klokweergave.
Een alarm instellen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Klok.
Selecteer
2
Alarm instellen.
Geef de details van het alarm in.
3
Selecteer
4
Opslaan wanneer u klaar bent.
Als u een alarm wilt uitschakelen, selecteert u het
klokpictogram naast het alarm. Als u een alarm wilt
verwijderen, tikt u op het alarm en blijft u het aanraken.
Selecteer vervolgens Verwijderen.
109
Hulpmiddelen
Een alarm stoppen
Ga als volgt te werk wanneer het alarm afgaat:
Selecteer
en sleep uw vinger buiten de grote cirkel om het
alarm te stoppen.
Als u een alarm wilt uitstellen, selecteert u
en sleept u uw
vinger buiten de grote cirkel.
Downloads
Hier vindt u informatie over hoe u logbestanden kunt beheren van
bestanden die u hebt gedownload van internet.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Downloads.
Selecteer een downloadcategorie.
2
Als u een gedownload bestand wilt openen, selecteert u het
3
logbestand.
Als u een logbestand wilt verwijderen, schakelt u het
selectievakje in en selecteert u
.
Zoeken
Hier vindt u informatie over het zoeken van gegevens op uw
apparaat of informatie op internet.
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Zoeken.
Geef een zoekwoord in en selecteer
2
.
Als u met uw stem gegevens wilt zoeken, selecteert u
en
zegt u een zoekwoord in de microfoon van het apparaat.
Selecteer een zoekresultaat.
3
110
Hulpmiddelen
Mijn bestanden
Hier vindt u informatie over het openen van verschillende soorten
bestanden die zijn opgeslagen op uw apparaat.
Ondersteunde bestandsindelingen
De volgende bestandsindelingen worden door uw apparaat
ondersteund:
Type Indeling
Foto bmp, gif, jpg, png, wbmp
Video 3gp, mp4, mkv
Muziek mp3, m4a, 3gp, mp4, ogg, amr
Geluid wav, imy, midi, amr
Overige
doc, docx, pdf, ppt, pptx, txt, xls, xlsx, htm, html,
vcf, vcs, vnt
Afhankelijk van de software in uw apparaat worden
bepaalde bestandsindelingen niet ondersteund.
Als een bestand groter is dan de beschikbare
geheugenruimte, kan er een fout optreden als u het
bestand probeert af te spelen.
Een bestand bekijken
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Mijn bestanden.
Selecteer een map.
2
Als u een niveau omhoog wilt, selecteert u
.
Als u wilt teruggaan naar de hoofddirectory, selecteert u
.
Selecteer een bestand.
3
111
Hulpmiddelen
Druk in de lijst met mappen op de optietoets voor de volgende
opties:
Als u mappen wilt maken voor het beheren van bestanden,
selecteert u Map maken.
Selecteer
Wissen om bestanden of mappen te verwijderen.
Als u op uw apparaat opgeslagen bestanden wilt zoeken,
selecteert u Zoeken.
Selecteer
Weergave om de weergavemodus te wijzigen.
Selecteer
Sorteren op om bestanden of mappen te sorteren.
Als u een bestand naar anderen wilt verzenden of een bestand
wilt delen, selecteert u Delen via.
Selecteer
Kopiëren of Verplaatsen om de bestanden naar een
andere bestandenmap te kopiëren of te verplaatsen.
Als u de naam van een bestand of map wilt wijzigen, selecteert u
Hernoem.
Selecteer
Instellingen om de instellingen voor bestandsbeheer
te wijzigen.
Quickoffice
Hier vindt u informatie over het weergeven van documenten met
uw apparaat.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw
regio of serviceprovider.
Een document openen
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Quickoffice.
Als u deze applicatie voor het eerst start, registreert u zich als
online gebruiker of slaat u de registratie over.
112
Hulpmiddelen
Selecteer een Quickoffice-programma.
2
Selecteer
3
extSdCard
een documentbestand.
Als u een onlangs gebruikt bestand wilt openen, selecteert u
een bestand onder Recente documenten.
Bekijk het document.
4
SIM-toolkit
U kunt een aantal extra diensten gebruiken die door uw
serviceprovider worden aangeboden. Afhankelijk van uw SIM-
of USIM-kaart kan deze applicatie een andere naam hebben.
Selecteer in de lijst met applicaties SIM Toolkit.
Instellingen
113
Instellingen
De instelopties weergeven
Selecteer in de lijst met applicaties
1
Instellingen.
Selecteer een instellingencategorie en selecteer vervolgens
2
een optie.
Wi-Fi
De Wi-Fi-functie inschakelen om verbinding te maken met een
Wi-Fi-toegangspunt en toegang te krijgen tot internet of andere
netwerkapparaten.
Bluetooth
De Bluetooth-functie inschakelen om over korte afstanden
informatie uit te wisselen.
Gegevensgebruik
Bijhouden hoe intensief uw gegevensgebruik is en
limietinstellingen aanpassen.
Mobiele gegevens
: instellen dat gegevensverbindingen op alle
mobiele netwerken moeten worden gebruikt.
Limiet mobiele geg. instellen
: een limiet instellen voor het
gebruik van mobiele gegevens.
Cyclus gegevensgebruik
: maandelijkse resetdatum instellen
om uw gegevensgebruik in de gaten te houden.
Instellingen
114
Druk op de optietoets voor meer opties.
Roaming
: instellen dat gegevensverbindingen worden gebruikt
tijdens roaming.
Achtergrondgegevens beperken
: uitschakelen van
synchronisatie op de achtergrond bij het gebruik van mobiele
netwerken.
Wi-Fi-gebruik tonen
: instellen dat gegevensgebruik via Wi-Fi
wordt weergegeven.
Meer instellingen
De instellingen wijzigen om verbindingen met andere apparaten
of netwerken te beheren.
Vliegtuigstand
Schakel de vliegtuigstand in om alle draadloze functies van
het apparaat uit te schakelen. U kunt alleen functies gebruiken
waarvoor geen netwerk is vereist.
Mobiele netwerken
Mobiele gegevens
: instellen dat gegevensverbindingen op alle
mobiele netwerken moeten worden gebruikt.
Roaming
: instellen dat gegevensverbindingen worden gebruikt
tijdens roaming.
Namen toegangspunten
: een APN (access point name)
selecteren voor mobiele netwerken. U kunt APN’s toevoegen
of bewerken. Als u de APN-instellingen wilt resetten naar de
fabrieksinstellingen, drukt u op de optietoets en selecteert u
Standaardinstellingen.
Netwerkmodus
: een type netwerk selecteren.
Netwerkoperators
:
Netwerken zoeken - : een netwerk zoeken en selecteren.
Automatisch selecteren - : het apparaat instellen om het eerste
beschikbare netwerk te selecteren.
Instellingen
115
Tethering en draagbare hotspot
Draagbare Wi-Fi hotspot
: uw apparaat instellen als draadloos
toegangspunt voor andere apparaten.
USB-tethering
: uw apparaat instellen als draadloze modem
door een USB-verbinding te maken met een computer.
Bluetooth-tethering
: de functie voor Bluetooth-verbinding
activeren om op die manier uw mobiele netwerk met computers
te delen via Bluetooth.
Help
: informatie over het gebruik van tethering-functies.
Wi-Fi Direct
Wi-Fi Direct activeren om twee apparaten via Wi-Fi te verbinden
zonder toegangspunt.
VPN
Hier stelt u Virtual Private Networks (VPN’s) in en beheert u deze.
Geluid
Hier kunt u de instellingen voor diverse geluiden op het apparaat
wijzigen.
Stille stand
: de stille stand activeren om alle geluiden te laten
trillen of te dempen behalve mediageluiden en alarmtonen.
Volume
: het volume voor diverse geluiden op het apparaat
wijzigen.
Beltoon apparaat
: een beltoon voor inkomende oproepen
selecteren.
Standaardmeldingen
: een beltoon voor gebeurtenissen
selecteren, zoals nieuwe berichten en gemiste oproepen.
Instellingen
116
Geluid en trilling
: instellen dat bij inkomende oproepen zowel
een beltoon als een trilsignaal wordt gebruikt.
Toetstonen
: instellen dat het apparaat een geluid laat horen
wanneer u nummers ingeeft op het belscherm.
Aanraakgeluiden
: instellen dat het apparaat een geluid laat
horen wanneer u een applicatie of optie selecteert.
Geluid schermvergrendeling
: instellen dat het apparaat een
geluid laat horen wanneer u het aanraakscherm vergrendelt en
ontgrendelt.
Display
Hier kunt u de instellingen aanpassen om de weergave en
achtergrondverlichting van het apparaat te regelen.
Helderheid
: de helderheid van het scherm aanpassen.
Time-out scherm
: instellen na hoeveel tijd de
achtergrondverlichting van het scherm moet worden
uitgeschakeld.
Scherm automatisch draaien
: de interface instellen om
automatisch te draaien wanneer u het apparaat draait.
Letterstijl
: het lettertype voor de schermtekst wijzigen.
Tekstgrootte
: de tekengrootte wijzigen voor weergave van
items of bij het maken van items in applicaties.
Achtergrond
Hier kunt u de achtergrondinstellingen wijzigen.
Startscherm
: een achtergrondafbeelding selecteren voor het
startscherm.
Vergrendelscherm
: een achtergrondafbeelding selecteren voor
het vergrendelde scherm.
Start- en vergrendelscherm
: een achtergrondafbeelding
selecteren voor het startscherm en het vergrendelde scherm.
Instellingen
117
Opslag
Hier kunt u geheugeninformatie over uw apparaat en
geheugenkaart weergeven. U kunt ook de geheugenkaart
formatteren.
Als u een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens
definitief van die geheugenlocatie verwijderd.
De feitelijk beschikbare capaciteit van het interne geheugen
is minder dan de gespecificeerde capaciteit. Een gedeelte
van het geheugen wordt namelijk gebruikt door het
besturingssysteem en de standaardapplicaties.
Batterij
Weergeven hoeveel stroom wordt verbruikt door uw apparaat.
Applicatiebeheer
De applicaties op het apparaat weergeven en beheren.
Account- en synchronisatie-instellingen
Hier kunt u de instellingen voor de automatische
synchronisatiefunctie wijzigen of accounts voor synchronisatie
beheren.
Locatieservices
De instellingen voor locatieservices wijzigen.
Draadloze netwerken gebruiken
: instellen dat mobiele
netwerken en/of Wi-Fi-netwerken worden gebruikt om uw
locatie te bepalen.
Instellingen
118
GPS-satellieten gebruiken
: instellen dat GPS-satellieten
worden gebruikt om uw locatie te bepalen.
Locatie en Google zoeken
: instellen dat het apparaat uw
huidige locatie voor de zoekfunctie en andere services van
Google gebruikt.
Beveiliging
Hier kunt u de instellingen voor de beveiliging van uw apparaat en
de SIM- of USIM-kaart wijzigen.
Schermvergrendeling
: de schermvergrendelingsfunctie
activeren.
Vergendelscherm opties
:
De instellingen worden alleen toegepast wanneer u de
veegvergrendelingsoptie hebt ingesteld.
Sneltoets - : instellen voor weergeven en bewerken van
sneltoetsen naar applicaties op het vergrendelde scherm.
Klok - : instellen dat de klok wordt weergegeven op het
vergrendelde scherm.
Dubbele klok - : instellen dat de dubbele klok wordt
weergegeven op het vergrendelde scherm.
Weer - : instellen dat de weersinformatie moet worden
weergegeven en de instellingen voor de weergave van het
weer wijzigen.
Help-tekst - : instellen dat de helptekst wordt weergegeven op
het vergrendelde scherm.
Gegevens eigenaar
: gegevens ingeven die op het vergrendelde
scherm worden weergegeven.
Apparaat coderen
: een wachtwoord instellen voor versleuteling
van gegevens die op het apparaat zijn opgeslagen. Elke keer als
u het apparaat aanzet, moet u dit wachtwoord ingeven.
Laad eerst de batterij op voordat u deze instelling activeert.
Versleuteling van uw gegevens kan meer dan een uur duren.
Instellingen
119
Externe SD-kaart coderen
:
Externe SD-kaart coderen - : instellen dat bestanden
bestanden worden gecodeerd wanneer u ze opslaat op een
geheugenkaart.
Volledige codering - : instellen voor versleuteling van alle
bestanden op een geheugenkaart.
Multimediabestanden uitsluiten - : instellen voor versleuteling
van alle bestanden op een geheugenkaart, met uitzondering
van mediabestanden.
Als u met deze instelling geactiveerd besluit tot resetten
van de standaardwaarden, zal het apparaat de versleutelde
bestanden niet meer kunnen lezen. Schakel deze instelling
dus altijd uit voordat u een reset uitvoert.
Externe besturingselementen
: instellen dat uw verloren of
gestolen apparaat op afstand kan worden bediend via internet.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u zich aanmelden bij uw
Samsung- en Google-accounts.
Accountregistratie - : uw Samsung- en Google-accounts
toevoegen of weergeven.
Draadloze netwerken gebruiken - : instellen dat
locatiegegevens mogen worden verzameld en de locatie van
uw verloren of gestolen apparaat bepalen via Wi-Fi en mobiele
netwerken.
Waarschuwing SIM-kaart vervangen
: de functie Mobiel
apparaat traceren inschakelen.
Webpagina SamsungDive
: de SamsungDive-website openen
(
www.samsungdive.com
). U kunt uw verloren of gestolen
apparaten opzoeken op de SamsungDive-website.
SIM-kaartvergrendeling instellen
:
SIM-kaart vergrendelen - : instellen dat de SIM- of USIM-kaart
wordt vergrendeld. Als u uw apparaat wilt gebruiken met de
SIM- of USIM-kaart, moet u de PIN-code ingeven.
SIM-pincode wijzigen - : de PIN-code wijzigen die bij de SIM- of
USIM-kaart is geleverd.
Instellingen
120
Wachtwoorden zichtbaar
: instellen dat uw wachtwoorden
worden weergegeven wanneer u ze instelt.
Apparaatbeheerders
: de beheerders weergeven die u
hebt goedgekeurd voor uw apparaat. U kunt toestaan dat
apparaatbeheerders een nieuw beleid op uw apparaat
toepassen.
Onbekende bronnen
: stel deze optie in om applicaties van
elke willekeurige bron te kunnen downloaden. Als u deze optie
niet inschakelt, kunt u alleen applicaties installeren die zijn
gedownload van Play Store.
Vertrouwde aanmeldgegevens
: instellen dat certificaten en
aanmeldgegevens worden gebruikt om verzekerd te zijn van
een veilig gebruik van applicaties.
Installeren uit apparaatopslag
: versleutelde certificaten
installeren die zijn opgeslagen in het USB-geheugen van het
apparaat.
Aanmeldgegevens wissen
: aanmeldgegevens wissen van het
apparaat en het wachtwoord resetten.
Taal en invoer
Hier kunt u de instellingen voor talen en tekstinvoer wijzigen.
Taal
Een taal voor het scherm selecteren.
Standaard
Een tekstinvoermethode selecteren.
Instellingen
121
Google spraakgestuurd typen
De Google-functie voor spraakinvoer activeren om tekst in
te geven met uw stem. Selecteer
om de instellingen voor
spraakinvoer te wijzigen.
Invoertalen selecteren
: selecteer de invoertalen voor Google-
spraakherkenning.
Aanstootgevende woorden blokkeren
: instellen om te
verhinderen dat aanstootgevende woorden uit de spraakinvoer
worden overgenomen.
Samsung-toetsenblok
Selecteer om de instellingen voor het Samsung-toetsenbord te
wijzigen.
Staande toetsenbloktypen
: een toetsenbordtype selecteren.
Taal invoeren
: invoertalen selecteren die bij het toetsenbord
moeten worden gebruikt.
Voorspellende tekst: activeren van XT9 modus inschakelen
om aan de hand van uw invoer woorden te voorspellen en
woordsuggesties weer te geven. U kunt ook de instellingen voor
woordsuggesties aanpassen.
Doorlopende invoer
: instellen om tekst in te geven door over
het toetsenbord te vegen.
Schrijven
: handschriftstand activeren. U kunt ook de
instellingen aanpassen voor de handschriftstand, zoals de
herkenningstijd, pendikte of penkleur.
Spraakinvoer
: de functie voor spraakinvoer activeren om tekst
in te geven met uw stem.
Automatische hoofdletters
: instellen dat de eerste letter van
een zin automatisch een hoofdletter wordt.
Instellingen
122
Automatisch punt
: instellen om automatisch leestekens in te
voegen wanneer dit nodig is.
Pop-up bij toetsaanslag
: apparaat zo instellen dat een
voorbeeldweergave wordt getoond van elke letter die u intoetst.
Geluid bij indrukken toets
: apparaat zo instellen dat een
geluidssignaal wordt gebruikt bij elke letter die u intoetst.
Zelfstudie
: de zelfstudie weergeven voor het gebruik van het
Samsung-toetsenbord.
Instellingen resetten
: de instellingen voor het Samsung-
toetsenbord terugzetten op de standaardwaarden.
Gesproken zoekopdracht
Taal
: een taal voor de Google-spraakherkenningsfunctie
selecteren.
SafeSearch
: een niveau selecteren voor het filteren van
ongepaste tekst en afbeeldingen die het resultaat zijn van
ingesproken zoekopdrachten.
Aanstootgevende woorden blokkeren
: aanstootgevende
woorden verbergen in de resultaten van ingesproken
zoekopdrachten.
Uitvoer Tekst naar spraak
Voorkeur TTS-engine
: een engine voor spraaksynthese
selecteren. Selecteer
om de instellingen voor engines voor
spraaksynthese te wijzigen.
Spraaksnelheid
: een snelheid selecteren voor de tekst-naar-
spraak-functie.
Naar voorbeeld luisteren
: voorbeeld van gesproken tekst
beluisteren.
Autostand
: de autostand activeren om het apparaat gesproken
meldingen voor inkomende oproepen of berichten, of
informatie van gebeurtenissen te laten voorlezen.
Snelheid aanwijzer
Hier kunt u de snelheid aanpassen voor een op het apparaat aan te
sluiten muis of trackpad.
Instellingen
123
Back-up maken en terugzetten
Hier kunt u de instellingen wijzigen voor het beheren van uw
instellingen en gegevens.
Back-up mijn gegevens
: instellen dat er een back-up van uw
instellingen en applicatiegegevens wordt gemaakt op de server
van Google.
Back-up van account
: account voor back-ups bij Google
instellen of aanpassen.
Automatisch herstellen
: instellen dat uw instellingen en
applicatiegegevens worden hersteld wanneer u een applicatie
opnieuw moet installeren.
Standaardgegevens herstellen
: de standaardwaarden van de
instellingen resetten en alle gegevens verwijderen.
Datum en tijd
De instellingen wijzigen om te bepalen hoe de tijd en datum
worden weergegeven op het apparaat.
Als de batterij gedurende langere tijd geheel leeg is of
wordt verwijderd uit het apparaat, worden de tijd en datum
opnieuw ingesteld.
Automatisch datum en tijd
: instellen dat tijdgegevens worden
ontvangen van het netwerk en dat de tijd en datum automatisch
worden bijgewerkt.
Datum instellen
: de huidige datum handmatig instellen.
Tijd instellen
: de huidige tijd handmatig instellen.
Automatische tijdzone
: instellen dat tijdzonegegevens worden
ontvangen van het netwerk wanneer u een tijdzone overschrijdt.
Tijdzone selecteren
: een tijdzone selecteren.
24-uurs indeling gebruiken
: instellen dat de tijd in 24-uurs of
12-uursindeling moet worden weergegeven.
Datumnotatie selecteren
: notatie voor de datum selecteren.
Instellingen
124
Toegankelijkheid
Toegankelijkheidsservices zijn speciale functies voor personen
met een fysieke handicap. Wijzig de instellingen om de
toegankelijkheid te verbeteren voor de interface en functies van
het apparaat.
Scherm automatisch draaien
: de interface instellen om
automatisch te draaien wanneer u het apparaat draait.
Wachtwoorden uitspreken
: instellen dat TalkBack wordt
gebruikt om wachtwoorden hoorbaar te maken die u ingeeft.
Antwoord/einde oproep
:
Toets voor antwoorden - : het apparaat instellen zodat
oproepen kunnen worden aangenomen door op de starttoets
te drukken.
Aan/uit-toets einde oproep - : instellen dat een oproep wordt
beëindigd wanneer u op de aan/uit-toets drukt.
Sneltoets toegankelijkheid
: een snelkoppeling naar de
toegankelijkheidsinstellingen toevoegen aan het snelmenu dat
verschijnt wanneer u op de aan/uit-toets drukt.
Time-out scherm
: instellen na hoeveel tijd de
achtergrondverlichting van het scherm moet worden
uitgeschakeld.
TalkBack
: TalkBack activeren voor gesproken feedback.
Webscripts installeren
: instellen dat applicaties webscripts
installeren voor verbeterde toegankelijkheid van content.
Tekstgrootte
: de tekengrootte wijzigen voor weergave van
items of bij het maken van items in applicaties.
Monogeluid
: monogeluid inschakelen wanneer u naar audio
luistert met één oordopje.
Alle geluiden uit
: alle apparaatgeluiden dempen.
Vertraging bij tikken en vasthouden
: herkenningstijd instellen
voor tikken op het scherm en vinger op het scherm houden.
Instellingen
125
Ontwikkelaarsopties
Hier kunt u de instellingen voor applicatieontwikkeling wijzigen.
USB-foutopsporing
: de modus voor USB-foutopsporing
activeren om uw apparaat aan te sluiten op een computer met
een USB-kabel.
Apparaat-ID ontwikkeling
: de ontwikkelings-ID van het
apparaat weergeven.
Namaaklocaties toestaan
: toestaan dat neplocaties en service-
informatie voor testdoeleinden naar een Location Manager-
service worden verzonden.
Back-upwachtwoord desktop
: een wachtwoord instellen voor
beveiliging van back-ups.
Beperkte stand
: instellen dat het scherm knippert bij
langdurige bewerkingen door een applicatie.
Locatie aanwijzer tonen
: instellen dat coördinaten en
positiewisseling van de aanwijzer worden weergegeven
wanneer u het scherm aanraakt.
Aanrakingen weergeven
: instellen dat de aanwijzer zichtbaar
wordt wanneer u het scherm aanraakt.
Schermupdates weergeven
: instellen dat ververste
schermgedeelten knipperen.
CPU-gebruik tonen
: instellen dat een lijst van alle actieve
processen wordt weergegeven.
GPU-weergave forceren
: instellen dat 2D hardware-acceleratie
moet worden gebruikt voor betere grafische prestaties.
Vensteranimatie schalen
: snelheid selecteren voor openen en
sluiten van pop-upvensters.
Animatieschaal overgang
: snelheid selecteren voor schakelen
tussen schermen.
Instellingen
126
Activiteiten niet bewaren
: instellen dat een actieve applicatie
moet worden afgesloten wanneer u een nieuwe applicatie start.
Achtergrondprocessen beperken
: een limiet instellen voor het
aantal processen dat op de achtergrond ingeschakeld kan zijn.
Alle ANR’s tonen
: instellen dat u wordt geattendeerd op niet-
reagerende applicaties die op de achtergrond ingeschakeld zijn.
Toestel-info
informatie over het apparaat weergeven, zoals modelnummer en
versie.
U kunt een firmware-update downloaden en installeren
met de service firmware over-the-air (FOTA). Als u wilt
controleren op firmware-updates, selecteert u Software-
update
Bijwerken.
Problemen oplossen
127
Problemen oplossen
Bij het inschakelen of tijdens het gebruik van het toestel
wordt u om een van de volgende codes gevraagd:
Code
Probeer het volgende om het probleem op te
lossen:
Wachtwoord
Als de toestelvergrendeling is ingeschakeld,
moet u het wachtwoord ingeven dat u voor
het toestel hebt ingesteld.
PIN
Wanneer u het toestel voor de eerste keer
gebruikt of wanneer het gebruik van een
PIN-code is ingeschakeld, moet u de PIN-
code ingeven die bij de SIM- of USIM-kaart is
verstrekt. U kunt deze functie uitschakelen in
het menu SIM-kaart vergrendelen.
PUK
De SIM- of USIM-kaart is vergrendeld. Dit
gebeurt meestal als u meerdere keren een
onjuiste PIN-code hebt ingevoerd. U moet de
PUK-code ingeven die u van uw provider hebt
gekregen.
PIN2
Wanneer u een menu wilt openen waarvoor
PIN2-code vereist is, dient u de PIN2-code
in te geven die met de SIM- of USIM-kaart is
meegeleverd. Raadpleeg uw provider voor
meer informatie.
Uw toestel geeft netwerk- of servicefoutberichten weer
Als u zich op een plek bevindt waar het signaal zwak of de
ontvangst slecht is, valt de verbinding mogelijk weg. Ga naar een
andere plek en probeer het opnieuw.
Zonder abonnement kunt u sommige opties niet gebruiken.
Neem voor meer informatie contact op met uw provider.
Problemen oplossen
128
Het aanraakscherm reageert langzaam of niet naar
behoren
Probeer het volgende als uw toestel een aanraakscherm heeft en
dit scherm niet naar behoren reageert:
Verwijder eventuele beschermende bedekkingen van het
aanraakscherm. Voor een toestel met aanraakscherm kunt u
beter geen beschermende bedekkingen gebruiken, omdat het
toestel uw invoer hierdoor mogelijk niet kan herkennen.
Zorg dat uw handen schoon zijn wanneer u op het
aanraakscherm tikt.
Start het toestel opnieuw op om eventuele tijdelijke
softwarefouten te verhelpen.
Controleer of de meest recente versie van de toestelsoftware is
geïnstalleerd.
Als het aanraakscherm gekrast of beschadigd is, breng het
toestel dan naar uw plaatselijke Samsung Servicecenter.
Uw toestel is vastgelopen of er is een onherstelbare fout
opgetreden
Als het toestel vastloopt of niet meer reageert, moet u mogelijk
programmas sluiten of het toestel resetten om het weer volledig te
kunnen gebruiken. Als uw toestel nog steeds niet reageert en een
applicatie is vastgelopen, sluit u de applicatie met taakbeheer. Als
het toestel is vastgelopen en niet reageert, houdt u de aan/uittoets
8-10 seconden ingedrukt.
Als het probleem blijft bestaan, moet u de gegevens herstellen
aar de fabrieksinstelling. Selecteer in de lijst met applicaties
Instellingen
Back-up maken en terugzetten
Standaardgegevens herstellen
Apparaat resetten
Alles
verwijderen.
Gesprekken worden afgebroken
Als u zich op een plek bevindt waar het signaal zwak of de
ontvangst slecht is, bestaat het risico dat de netwerkverbinding
wordt verbroken. Ga naar een andere plek en probeer het
opnieuw.
Problemen oplossen
129
Uitgaande oproepen worden niet verbonden
Controleer of u op de nummerkeuzetoets hebt gedrukt.
Controleer of u via het juiste mobiele netwerk belt.
Controleer of het gekozen telefoonnummer niet is geblokkeerd.
Inkomende oproepen worden niet verbonden
Controleer of het toestel is ingeschakeld.
Controleer of u via het juiste mobiele netwerk belt.
Controleer of het telefoonnummer van de beller niet is
geblokkeerd.
Anderen horen u niet praten tijdens een telefoongesprek
Controleer of u de ingebouwde microfoon niet blokkeert.
Zorg ervoor dat u de microfoon dicht bij uw mond houdt.
Als u een headset gebruikt, controleert u of deze goed is
aangesloten.
Slechte geluidskwaliteit
Controleer of u de interne antenne van het toestel niet
blokkeert.
Als u zich op een plek bevindt waar het signaal zwak of de
ontvangst slecht is, valt de verbinding mogelijk weg. Ga naar een
andere plek en probeer het opnieuw.
U krijgt geen verbinding wanneer u via contacten belt
Controleer of het juiste nummer is opgeslagen in de lijst met
contacten.
Geef het nummer zo nodig opnieuw in en sla het op.
Controleer of het telefoonnummer van het contact niet is
geblokkeerd.
Problemen oplossen
130
Het toestel laat een pieptoon horen en het
batterijpictogram knippert
De batterij is bijna leeg. Laad de batterij op of vervang deze om het
toestel te gebruiken.
De batterij wordt niet goed opgeladen of het toestel
wordt uitgeschakeld
De batterijpolen zijn mogelijk vuil. Veeg de beide goudkleurige
polen schoon met een schone, zachte doek en probeer de
batterij opnieuw op te laden.
Als de batterij niet meer volledig kan worden opgeladen, voert u
de batterij af volgens de plaatselijke verordeningen en plaatst u
een nieuwe batterij.
Uw toestel is heet wanneer u het aanraakt
Wanneer u applicaties gebruikt waarvoor meer stroom is vereist
of langere tijd applicaties gebruikt op uw toestel, kan uw toetstel
heet aanvoelen. Dit is normaal en is niet van invloed op de
levensduur of prestaties van het toestel.
Bij het starten van de cameratoepassing verschijnen
foutmeldingen
Voor het gebruik van de camera moet het mobiele toestel over
voldoende vrij geheugen en batterijvermogen beschikken. Als u
bij het starten van de camera een foutmelding krijgt, probeert u
het volgende:
Laad de batterij op of vervang deze door een batterij die volledig
is opgeladen.
Maak geheugen vrij door bestanden naar een pc over te
brengen of bestanden op het toestel te wissen.
Start het toestel opnieuw op. Als u na het uitvoeren van deze
tips nog steeds problemen met de camera hebt, neemt u
contact op met een Samsung Servicecenter.
Problemen oplossen
131
Bij het starten van de FM-radiotoepassing verschijnen
foutmeldingen
De FM-radio op uw mobiele toestel gebruikt het headsetsnoer als
antenne. Als er geen headset is aangesloten, zal de FM-radio geen
zenders kunnen ontvangen. Om de FM-radio te kunnen gebruiken,
moet u eerst de headset goed hebben aangesloten. Vervolgens
zoekt u naar beschikbare radiostations en slaat u deze op.
Als u na het uitvoeren van deze stappen de FM-radio nog steeds
niet kunt gebruiken, probeert u of u het gewenste station met een
andere radio-ontvanger kunt ontvangen. Is dit het geval, dan heeft
uw toestel wellicht onderhoud nodig. Neem contact op met een
Samsung Servicecenter.
Bij het openen van muziekbestanden verschijnen
foutmeldingen
Sommige muziekbestanden kunnen niet op uw mobiele toestel
worden afgespeeld. Dit kan allerlei oorzaken hebben. Als u bij het
openen van muziekbestanden op uw toestel foutmeldingen krijgt,
probeert u het volgende:
Maak geheugen vrij door bestanden naar een pc over te
brengen of bestanden op het toestel te wissen.
Controleer of het muziekbestand geen DRM-beveiliging (Digital
Rights Management) heeft. Als het bestand over een DRM-
beveiliging beschikt, moet u ervoor zorgen dat u over de juiste
licentie of code beschikt om het bestand te kunnen afspelen.
Controleer of het bestandstype door het toestel wordt
ondersteund.
Problemen oplossen
132
Er worden geen andere Bluetooth-toestellen gevonden
Controleer of de Bluetooth-voorziening op uw toestel is
ingeschakeld.
Controleer of de Bluetooth-voorziening is ingeschakeld op het
toestel waarmee u verbinding wilt maken.
Zorg dat uw toestel en het andere Bluetooth-toestel zich binnen
het maximale Bluetooth-bereik bevinden (10 meter).
Als met deze tips het probleem niet kan worden opgelost, neemt u
contact op met een Samsung Servicecenter.
Er wordt geen verbinding tot stand gebracht als het
toestel op een pc is aangesloten
Controleer of de USB-kabel die u gebruikt, compatibel is met het
toestel.
Controleer of de juiste stuurprogramma's op de pc zijn
geïnstalleerd en of deze up-to-date zijn.
Als u Windows XP gebruikt, moet u controleren of Windows XP
Service Pack 3 of hoger is geïnstalleerd op uw computer.
Controleer of Samsung Kies 2.0 of Windows Media Player 10 of
hoger is geïnstalleerd op uw computer.
Index
133
Index
aanraakscherm
gebruiken 22
vergrendelen/
ontgrendelen 25
aanraaktoon 32
agenda
afspraken bekijken 79
afspraken maken 78
alarm 108
apparaatblokkering 34
applicaties
downloaden 31
meerdere taken 32
openen 30
ordenen 30
sluiten 32
verwijderen 31
batterij
opladen 14
plaatsen 13
berichten
e-mail verzenden 50
e-mail weergeven 51
logbestanden
weergeven 45
MMS verzenden 46
MMS weergeven 47
SMS verzenden 46
SMS weergeven 47
verzenden, Google Mail 48
voicemail weergeven 47
weergeven, Google Mail 48
bestandsbeheer 110
Bluetooth 102
calculator 108
camera
camcorder-instellingen
wijzigen 61
camera-instellingen
wijzigen 58
fotos maken 55
videos opnemen 59
connectiviteit
Bluetooth 102
GPS-verbindingen 104
mobiel netwerk delen 100
USB-aansluitingen 95
VPN-verbindingen 105
Wi-Fi 97
contacten
groepen maken 76
importeren/exporteren 77
instellen 74
kopiëren/verplaatsen 76
snelkiesnummer
instellen 75
zoeken 74
FDN-modus 43
FM-radio 70
foto’s
maken 55
weergeven 62
galerij 62
Index
134
logbestanden
weergeven 45
opties tijdens een oproep
gebruiken 41
plaatsen 40
snel kiezen 75
uitvoeren, oproepen
met meerdere bellers
(vergaderoproepen) 42
weigeren 41
wisselgesprek 45
oproepen met
meerdere bellers
(vergaderoproepen) 42
pictogrammen 26
Play Store 90
polslus 20
Quickoffice 111
Samsung Apps 92
SIM/USIM-kaart
plaatsen 13
vergrendelen 35
spraakmemos
afspelen 81
opnemen 81
startscherm
items verplaatsen 28
items verwijderen 28
panelen toevoegen 29
panelen verwijderen 29
werken met het
meldingenpaneel 27
stille stand 33
geheugenkaart
formatteren 20
plaatsen 18
verwijderen 19
geluid
instellingen 115
toetstoon 33
Google Latitude 87
Google Mail 48
Google Maps 88
Google Talk 52
instellingen 113
Internet 83
maps
de navigatie gebruiken 91
locaties delen 87
routebeschrijvingen
opvragen 89
zoeken naar locaties 88
zoeken naar plaatsen in de
buurt 92
mobiel apparaat
traceren 36
MP3-speler 67
notities
instellen 80
weergeven 80
oproepen
beantwoorden 40
blokkeren 44
doorschakelen 44
internationale oproepen
plaatsen 41
Index
135
lettertype 33
taal 32
Wi-Fi 97
YouTube 93
tekstinvoer
kopiëren en plakken 39
met Google-
spraakinvoer 37
met Samsung-
toetsenbord 37
tethering
via Bluetooth 102
via USB 101
via Wi-Fi 100
toegangscodes 127
toetsfuncties 12
toetstoon 33
uitpakken 10
USB-aansluitingen
als camera-apparaat 96
als media-apparaat 96
een draadloze modem 101
met Samsung Kies 95
met Windows Media
Player 95
videos
afspelen 64
opnemen 59
uploaden naar YouTube 94
videospeler 64
vliegtuigstand 21
VPN-verbindingen 105
webbrowser 83
weergave
achtergrond 33
helderheid 34
instellingen 116
* Sommige beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing kunnen
afwijken van uw apparaat. Dit is afhankelijk van het land waar
u het apparaat hebt gekocht, de geïnstalleerde software of uw
serviceprovider.
* Drukfouten voorbehouden.
www.samsung.com Dutch. 10/2012. Rev. 1.0
Samsung Kies (PC Sync) installeren
Download de laatste versie van Samsung Kies op de 1.
Samsung-website (www.samsung.com/kies) en
installeer deze op uw computer.
Sluit uw apparaat met een USB-kabel aan uw op 2.
computer.
Zie de Help bij Samsung Kies voor meer informatie.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136

Samsung GT-S5301 Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding