8
WEERGAVE AANPASSING TIJDENS GEBRUIK
Tijden het gebruik kunnen een aantal waardes handmatig worden
aangepast zodat nog meer functies zichtbaar kunnen worden
gemaakt.
Buitentemperatuur - dauwtemperatuur:
De buitentemperatuur kan worden gegeven in de metrische
waarde van de buitentemperatuur gemeten met een
thermometer. Ook kan de dauw temperatuur worden
aangegeven. Dit is de temperatuur waarbij waterdamp omgezet
wordt naar water (mist, dauw of rijp)(dew point). Dit is afhankelijk
van de buitentemperatuur en luchtdruk.
• Om te kunnen wisselen tussen temperatuur en dauwtemperatuur;
• toets
SET
,
de buiten temperatuur zal gaan knipperen.
• toets
+
om te wisselen tussen de verschillende waardes
(temp, wind chill of dew point).
• toets op de knop “snooze/light” om de programma modes te
verlaten of wacht 10 seconden.
Absolute of Relatieve luchtdruk:
Er kan gekozen worden of de Absolute luchtdruk of de relatieve
luchtdruk wordt weergegeven. Standaard wordt de absolute
luchtdruk weergegeven. Dit is de daadwerkelijk gemeten lucht-
druk, onafhankelijk van de hoogte waar de meter zich bevindt.
Zie hoofdstuk
INSTELLEN BINNEN-UNIT bladzijde 4 met betrekking
tot de relatieve luchtdruk waarde.
• Om te kunnen wisselen tussen absolute of relatieve luchtdruk
weergave; toets 2 x
SET
,
de luchtdrukweergave gaat
knipperen.
• toets
+
om te wisselen tussen de absolute of relatieve
luchtdruk weergave.
• toets op de knop “snooze/light” om de programma modes te
verlaten of wacht 10 seconden.
Alarm mode:
Bij diverse waardes die het weerstation aangeeft kan een maxi-
male of minimale waarde alarm worden ingesteld. Overschrijdt
één van de waarde deze ingestelde norm dan zal er een piep-
toon klinken. Door te drukken op een willekeurige toets zal de
pieptoon stoppen. De overschreden waarde zal nu blijven knip-
peren, totdat de gemeten waarde weer uit de alarmfase komt. De
ingesteld alarmtijd (wekker), geeft dezelfde waarde bij maximale
en minimale waarde.
Maximale alarm waardes kunnen worden toegepast op de vol-
gende meetwaarden:
• Maximale luchtvochtigheid binnen
• Maximale temperatuur binnen
• Maximale luchtvochtigheid buiten
• Maximale temperatuur buiten
• Maximale dauwtemperatuur
• Maximale luchtdruk
Minimale alarm waardes kunnen worden toegepast op de vol-
gende meetwaarden:
• Minimale luchtvochtigheid binnen
• Minimale temperatuur binnen
• Minimale luchtvochtigheid buiten
• Minimale temperatuur buiten
• Minimale dauwtemperatuur
• Minimale luchtdruk