Afbeelding 4.
Zorg dat u tijdens de installatie altijd bij het
snoer kunt.
4.1.2.Vrijstaand model
Deze modellen zijn ontworpen voor vrijstaand gebruik;
de warme delen van het koelaggregaat worden door
een kap afgeschermd. Het vloer met ventilatierooster
zorgt voor voldoende ventilatie.
5. Gebruik van de koelkast
Steek de netstekker in het stopcontact en/of schakel
(indien nodig) het stopcontact in om het apparaat in
gebruik te nemen. De lege koelkast heeft ongeveer 6-
7 uur nodig om de juiste koeltemperatuur te bereiken
als hij omgevingstemperatuur heeft.
5.1. Eerste inbedrijfstelling
Sluit het toestel aan op een geaard stopcontact.
De miniBar start automatisch met een zelftest. Als
de elektronica geen fout vaststelt, begint de LED
van het interieurlicht na ongeveer 10 seconden 2
seconden lang te branden. Als er een fout wordt
ontdekt, begint de LED continu te knipperen. Als
dat gebeurt, neem dan a.u.b. contact op met uw
geautoriseerde klantenservice.
5.2. Temperatuurregeling
De installatie is voorzien van een volledig elektrische
temperatuurregelaar. De interne temperatuur van de
koelkast kan met de optionele afstandsbediening,
voorzien van vier knoppen ingesteld worden. Er zijn 4
verschillende vooraf ingestelde temperaturen: 3°C,
5°C, 7°C en 12°C. Twee knoppen van de
afstandsbediening dienen om de temperatuur in te
stellen:
- Gele knop: 3°C en 7°C.
- Blauwe knop: 5°C en 12°C.
Bijv. om 7°C in te stellen doe het volgende:
Open de deur van de installatie.
Houd de afstandsbediening voor de sensor in de
deur, op een afstand van ong. 10 cm ervan.
Druk een keer op de gele knop en tel, hoe vaak
het lichtje van de led aan de binnenkant
knippert. Is dit drie keer, dan is de vooraf
ingestelde waarde gewijzigd in 3°C.
Voor het instellen van de gewenste 7°C druk nog
een keer op de gele knop. De led knippert zeven
keer en de vooraf ingestelde temperatuur wordt
7°C.
Volg voor het instellen van bijv. 12°C ook de
bovenstaande stappen, maar gebruik hiervoor
de blauwe knop.
5.3. Cool Unit Control (CUC)
De elektronica controleert de werking na iedere
ontdooifase (elke 24 uur) door middel van een
meting van de temperatuurdaling van de
verdamper. Als er een probleem wordt vastgesteld,
stopt de werking van de koelkast en de LED's van
het binnenlicht beginnen continu te knipperen. Als
dat gebeurt, controleer dan of de koelkast
overbelast is, of de deur correct afsluit, of de
koeleenheid voldoende geventileerd is en of de
koelkast waterpas staat. Na controle de stekker van
de koelkast minstens voor 10 seconden uit het
stopcontact trekken en weer aansluiten. De
koeleenheid wordt gereset en begint weer te
werken. Mocht u merken, dat het toestel niet koelt,
dan is er waarschijnlijk een probleem en dient u
contact op te nemen met de klantenservice.
6. Nuttige tips
Zet de koelkast niet te vol. Indien mogelijk, alleen
afgekoeld voedsel in de koelkast zetten. Zorg voor
ruimte tussen drank en etenswaren, zodat de koele
lucht gelijkmatig en betrouwbaar kan circuleren.
Overvolle plankjes leiden tot ongewenst hoge
temperatuurverschillen in de koelkast.
43
NL