31
nl
Omgang met gevaarlijke stoffen
Bij werkzaamheden voor materiaalafname met dit
gereedschap ontstaat stof dat gevaarlijk kan zijn.
Aanraken of inademen van sommige soorten stof, bij-
voorbeeld van asbest en asbesthoudende materialen,
loodhoudende verf, metaal, sommige houtsoorten,
mineralen, silicaatdeeltjes van steenhoudende materialen,
verfoplosmiddelen, houtbeschermingsmiddelen en aan-
groeiwering voor watervoertuigen kan bij personen
allergische reacties, ademwegziekten, kanker en/of
voortplantingsdefecten tot gevolg hebben. Het risico
door de inademing van stof is afhankelijk van de bloot-
stelling. Gebruik een op de vrijkomende stofsoort afge-
stemde afzuiging en persoonlijke veiligheidsuitrusting en
zorg voor een goede ventilatie van de werkplek. Laat de
bewerking van asbesthoudend materiaal over aan een
vakman.
Houtstof en lichtmetaalstof, hete mengsels van schuur-
stof en chemische stoffen kunnen onder ongunstige
omstandigheden zelf tot ontsteking komen of een explo-
sie veroorzaken. Voorkom wegvliegende vonken in de
richting van het stofreservoir en oververhitting van het
elektrische gereedschap en het schuurmateriaal. Maak het
stofreservoir op tijd leeg. Neem de bewerkingsvoor-
schriften van de fabrikant van het materiaal en de in uw
land geldige voorschriften voor de te bewerken materia-
len in acht.
Hand- en armtrillingen
Het in deze gebruiksaanwijzing vermelde trillingsniveau is
gemeten met een volgens EN 60745 genormeerde meet-
methode en kan worden gebruikt om elektrische gereed-
schappen met elkaar te vergelijken. Deze is ook geschikt
voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting.
Het aangegeven trillingsniveau representeert de hoofdza-
kelijke toepassingen van het elektrische gereedschap. Als
echter het elektrische gereedschap wordt gebruikt voor
andere toepassingen, met afwijkende inzetgereedschap-
pen of onvoldoende onderhoud, kan het trillingsniveau
afwijken. Dit kan de trillingsbelasting gedurende de
gehele arbeidsperiode duidelijk verhogen.
Voor een nauwkeurige schatting van de trillingsbelasting
moet ook rekening worden gehouden met de tijd waarin
het gereedschap uitgeschakeld is, of waarin het gereed-
schap wel loopt, maar niet werkelijk wordt gebruikt. Dit
kan de trillingsbelasting gedurende de gehele arbeidspe-
riode duidelijk verminderen.
Leg extra veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de
bediener tegen het effect van trillingen vast, zoals: onder-
houd van elektrische gereedschappen en inzetgereed-
schappen, warm houden van de handen, organisatie van
het arbeidsproces.
Emissiewaarden voor trillingen
Bedieningsvoorschriften.
Inzetgereedschap wisselen FSC1.6Q/FSC2.0Q
(zie pagina 5).
Gebruik uitsluitend toebehoren dat door FEIN speciaal
voor dit elektrische gereedschap is voorzien en geadvi-
seerd. Gebruik van niet-origineel FEIN toebehoren leidt
tot oververhitting van het elektrische gereedschap en tot
onherstelbare beschadiging daarvan.
Gebruik bij het vervangen van een inzetgereedschap
met scherpe snijkanten de afscherming
3 21 74 011 00 0 ter bescherming tegen verwon-
ding van uw handen.
Druk het bevestigingselement stevig naar binnen tot
het niet meer verder kan. Sluit vervolgens de span-
hendel.
Voorkom verwondingen aan uw hand of vingers bij
het terugdraaien van de spanhendel. De spanhendel
draait door veerkracht krachtig terug.
Overige bedieningsaanwijzingen.
Beweeg het elektrische gereedschap alleen inge-
schakeld naar het werkstuk.
Slijp gebruikte, maar ook nieuwe messen voor elk
gebruik met de slijpsteen.
Het teken voor versleten messen is een duidelijke toe-
name van de vereiste aandrukkracht en een geringe
werksnelheid.
Het inzetgereedschap kan in stappen van 30° graden
worden verplaatst en kan in de gunstigste werkstand
worden bevestigd.
Rechte, gebogen en haakse snijmessen moeten haaks op
de ruitrand worden geleid (zie pagina 11-12, mes A – D).
Let er bij de U-vormige snijmessen op dat het tussenstuk
van het snijmes parallel aan de autoruit wordt geleid (zie
pagina 12, mes E– F).
Het schaafmes dient voor het wegsnijden van de lijmres-
ten op de ruitrand of de ruit. Voordat een nieuwe autor-
uit wordt vastgelijmd, moet de restrups worden
weggesneden tot een hoogte van ca. 2 mm (zie pagina 12,
mes G).
Trillingen
Classificatie van de FEIN-inzetge-
reedschappen volgens trillingsklasse
Gewogen
versnelling*
VC0 < 2,5 m/s
2
VC1 < 5 m/s
2
VC2 < 7 m/s
2
VC3 < 10 m/s
2
VC4 < 15 m/s
2
VC5 > 15 m/s
2
K3 m/s
2
* Deze waarden zijn gebaseerd op een arbeidscyclus die bestaat
uit onbelast en volledig belast gebruik van dezelfde duur.
Zie voor de trillingsklasse waartoe het inzetgereedschap behoort
het meegeleverde blad 3 41 30 213 06 2.
OBJ_BUCH-0000000084-001.book Page 31 Tuesday, July 17, 2012 9:00 AM